Download PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF Van Tekst Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap 17. Stijn Streuvels en ‘Avelghem’ bron Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap 17. Stijn Streuvels en ‘Avelghem’. Stijn Streuvelsgenootschap, Kortrijk 2012 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_jaa027201201_01/colofon.php © 2014 dbnl 7 Ten geleide Marcel De Smedt In dit zeventiende jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap komen enkele autobiografische geschriften van Stijn Streuvels aan bod. Avelghem (1946) staat hierbij centraal. Het is het relaas van Streuvels' jaren in Avelgem, waar hij in het ouderlijke huis woont tot hij in 1905 zijn intrek neemt in het Lijsternest. Als vertrekpunt geven we een facsimile van enkele fragmenten uit het boek. Paul Thiers stelt de bibliografie van Avelghem samen. Het openingsartikel is van Peter Theunynck, die het ‘Rijke Roomse leven’ beschrijft zoals dat in Avelghem nadrukkelijk aanwezig is. Eind negentiende eeuw had de religie een enorme impact op het persoonlijke leven. Taboe op seksualiteit leidde bovendien tot scrupuleus zondebesef. Terugblikkend schrikt Streuvels er ook niet voor terug stevige kritiek te leveren op de pedagogische kwaliteiten van de collegeleraren uit zijn studietijd. Paul Thiers behandelt in zijn bijdrage over Avelghem Frank Lateur/Stijn Streuvels als schooljongen, als bakker in Avelgem, vooral ook als debuterend auteur. Heel wat van de Avelgemse ervaringen hebben trouwens de verhalen van de schrijver gestoffeerd. In zijn bijdrage over Stille avonden (1905) ziet Toon Breës de vijf stukken in het boek als creatieve mijmerteksten met een autobiografisch karakter, gekoppeld aan een zelfbewuste bezinning van de auteur over de opdracht van de schrijver. Johan van Iseghem staat stil bij de ‘hebbelijkheden en onhebbelijkheden’ van de familie Gezelle zoals de bijna negentigjarige Streuvels die beschrijft in zijn Kroniek van de familie Gezelle uit 1960. We namen naast artikels rond het thema van het jaarboek ook nu enkele bijdragen op uit de bredere Streuvelsstudie. Romain John Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap 17. Stijn Streuvels en ‘Avelghem’ 8 van de Maele richt het zoeklicht op Blanche (1900) van Cyriel Buysse, De oogst (1901) van Stijn Streuvels en Hooidag (1901) van Lode Baekelmans, verhalen waarin telkens de strijd van de landarbeider met de zon als natuurelement centraal staat. Onder de titel Der Flachsacker. Schauspiel in pier Akten gaat Paul Thiers dieper in op de twee types van de Duitse toneelbewerking van De vlaschaard die zijn overgeleverd. Ook geeft hij in een aparte ‘Rectificatie’ een aanvulling op de bibliografie van De vlaschaard, die hij in het twaalfde Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap opstelde. Marcel De Smedt grasduint in de briefwisseling tussen Streuvels en zijn Duitse uitgevers. Deze bijdrage is een gedeelte van de lezing die hij op 9 december 2009 heeft gehouden in het Erfgoedhuis te Kortrijk tijdens de academische zitting ter herdenking van de toekenning van het ereburgerschap van de stad aan Streuvels in 1959. De Streuvelskroniek en -bibliografie 2010 tenslotte worden zoals steeds verzorgd door Jozef Vandemaele. Graag richten we een woord van dank tot Isa Baert-Lateur voor de toestemming die ze gaf de tekst van enkele fragmenten uit Avelghem in het jaarboek op te nemen. Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap 17. Stijn Streuvels en ‘Avelghem’ 9 [Stijn Streuvels Avelghem] Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap 17. Stijn Streuvels en ‘Avelghem’ 10 ‘AVELGHEM’, HET TWEEDE DEEL VAN 'S SCHRIJVERS LEVENSVERHAAL, VERSCHIJNT BIJ ZIJN VIJF EN ZEVENTIGSTE VERJAREN - 1871-3 OKTOBER-1946 - EN HET VIJFTIGSTE VERJAREN ZIJNER EERSTE VERHALEN. DEZE UITGAVE WERD GEZET UIT DE HOLLANDSCHE MEDIAEVALLETTER VEERTIEN PUNT EN GEDRUKT OP DE PERSEN VAN JORIS LANNOO TE TIELT. VAN DEZE UITGAVE WERDEN TWINTIG GENUMMERDE EXEMPLAREN GETROKKEN OP ZWAAR GETINT MUNSTER VELUM PAPIER VOORZIEN VAN 'S SCHRIJVERS HANDTEEKENING. WEERAL EN NOG EENS: VOOR MIJN PLEZIER Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap 17. Stijn Streuvels en ‘Avelghem’ 11 Se souvenir c'est imaginer son passé. Proust. VAN IN ONS EERSTE KINDERJAREN TE HEULE, STELDEN WE ONS AVELGHEM VOOR ALS HET BELOOFDE LAND - IETS VAN HOOGERE ORDE. DE NAAM ALLEEN HAD EEN EDELEN KLANK. Als kleine knaap was ik er met vader of moeder wel eens bij de twee nonkels en tante op bezoek geweest, doch van die bezoeken was mij weinig bijgebleven - niets dan één enkele indruk. Als centraal figuur daarin stond het beeld van tante Mandine - iets als een lieve-vrouw op een oude prent: rilde gestalte in zijden kleed met wijduitstaande plooien, glimmend zwart satijnen voorschoot en een mooi ovaal madonnagelaat omrand door een witgepijpte kanten muts met zwart panen lint doorvlochten. Die indruk staat in verband met de atmosfeer van een zomerzondagschen noenestond, in stilte. Ik zie me naast tante op het plankier stappen, Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap 17. Stijn Streuvels en ‘Avelghem’ 12 terwijl ik me verlustigde om 't geflikker van de metalen knoppen van mijn vest vast te grijpen die als lichtjes op den gevel naast mij rondliepen. Ik vergezelde tante naar Lodewienekes waar ze elken Zondag de rekening ging vereffenen van de fransche broodjes die er in de afgeloopen week geleverd werden. Lodewienekes winkeltje was amper een viertal huizen afgelegen, in dezelfde straat. Het was een ouderwetsch huizetje met kijkvenster naast een deur met onder- en bovendeel en rinkelbel. Achter het winkeltje was het woonkamertje - alles in 't klein - kraaknet en zindelijk, de wanden witgekalkt, kaal in de meubeltjes, een ouderwetsch lievevrouwbeeld op de schouw, tusschen twee kandelaars en een paar godsdienstige prentjes; wit zand in streepjes getrokken op den vloer rond de kachel. We zaten er aan de tafel tegen den wand onder het venster, en daar werd de rekening vereffend en de stuivers geteld die tante in een gebloemd linnen beursje opborg. Lodewieneke was een dwergwijvetje, gestuikt figuur met korte beentjes op een breed bovenlijf en bolrond gezicht met zwart gepijpte muts, - dat bij mij den indruk maakte en geleek op die ziellooze kartonnen poppenkoppen uit den mutsenmakerswinkel. Er was een tweede wijvetje, dat echter bescheiden op het achterplan bleef, terwijl Lodewieneke met tante 't gesprek voerde. Dat tweede wijvetje hiet Rozelietje, was niet grooter dan Lodewieneke, had leepoogen, 't geen bij mij 't vermoeden wekte dat Rozelietje verdriet had, ongelukkig was en heele dagen weende - iets als de verstootelinge van het gezin. Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap 17. Stijn Streuvels en ‘Avelghem’ 13 Op het tafeltje met witgeschuurd blad, waar we langs drie kanten aanzaten, werden tasjes en kopjes gezet en een glazen suikerpot. Als 't water in den moor een eeuwigheid lang geneuried had, werd koffie opgegoten en in de kleine kopjes geschonken tot de koffie overliep in de tasjes. De kandijsklontjes werden met de suikertang tusschen twee scherp toegekrulde tanden, gebroken. Ik dronk geen koffie doch kreeg een brokje kandijssuiker, met verbod er op te knabbelen. Ik zat er stil en braaf op mijn stoel, rond te kijken op de vier wanden van dat stille huiskamertje, dat mij een poppengedoe scheen. Van 't geen tante en Lodewieneke vertelden is niets tot mijn begrip doorgedrongen - heb er waarschijnlijk niet naar geluisterd, maar de klank van hun beider kalme, gelijkvloeiende stem is me onderscheidelijk bijgebleven en staat in verband met de vrome atmosfeer, scherp in de kleur als een tafereel van Pieter de Hoog - atmosfeer en stemming die ik 30 jaar later heb uitgewerkt in de novelle ‘Wit Leven’. Van de bezoeken bij nonkels en tante, uit dien vroegen kindertijd, is me niets anders bijgebleven tenzij die gang naar Lodewienekes, en dat staat me nu voor alsof ik dienzelfden gang honderden keeren had meegemaakt, in eendere stemming van stille, zomersche zondagsche noenestonden. Van den bakkerswinkel, het binnenhuis bij nonkels, van het dorp zelf heb ik niets onthouden, is me niets opgevallen; evenmin weet ik iets van de reis zelf, tenzij één enkele keer dat ik er met de voermanskar naar Kortrijk was teruggekeerd. Uit dien eersten tijd hebben de figuren van nonkel Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap 17. Stijn Streuvels en ‘Avelghem’ 14 Fik en nonkel Sarel geen prent geslagen in mijn verbeelding; van het binnenhuis heb ik enkel den reuk onthouden, en wel in drie onderscheidene soorten: de gekruide geur van anijsmokken, peperbollen en zoetekoek bij 't binnenkomen in den winkel; een meische geur van jasmijnen en citroenen in de woonkamer (in verband met het lieve-vrouw-beeld op de kast) - en een scherpe reuk van droog hout in den oven van de verlaten bakkerij, den Zondag. Alzoo stond Avelghem uitgebeeld in mijn voorstelling door de indrukken die ik er in de eerste kinderperiode had opgedaan, en bleven er vast als iets voornaams en waar mijn verlangen op gericht was. * Maar... toen ik er, aan mijn twaalfde jaar - in die Paaschvacantie van 1883 - aankwam om er te verblijven, was Avelghem voor mij zooveel als de ontdekking van een nieuwe wereld! Van de reis herinner ik mij de minste bijzonderheden alsof 't van gister gebeurd was. Vader of Moeder zullen mij uitgeleid gedaan hebben naar Kortrijk. Er was iets plechtigs, iets feestelijks aan dien uittocht - een gewichtige gebeurtenis: ik verliet mijn geboortedorp, ouders, broer en zuster, speelmakkers, huis en omgeving, met alles wat er van herinneringen aan vast zat; ik zou mijn intrek nemen bij nonkels en in 't pensionaat op school gaan. Nu zou ik voor 't eerst de reis met den trein alleen afleggen. De indruk
Recommended publications
  • Discord & Consensus
    c Discor Global Dutch: Studies in Low Countries Culture and History onsensus Series Editor: ulrich tiedau DiscorD & Discord and Consensus in the Low Countries, 1700–2000 explores the themes D & of discord and consensus in the Low Countries in the last three centuries. consensus All countries, regions and institutions are ultimately built on a degree of consensus, on a collective commitment to a concept, belief or value system, 1700–2000 TH IN IN THE LOW COUNTRIES, 1700–2000 which is continuously rephrased and reinvented through a narrative of cohesion, and challenged by expressions of discontent and discord. The E history of the Low Countries is characterised by both a striving for consensus L and eruptions of discord, both internally and from external challenges. This OW volume studies the dynamics of this tension through various genres. Based C th on selected papers from the 10 Biennial Conference of the Association OUNTRI for Low Countries Studies at UCL, this interdisciplinary work traces the themes of discord and consensus along broad cultural, linguistic, political and historical lines. This is an expansive collection written by experts from E a range of disciplines including early-modern and contemporary history, art S, history, film, literature and translation from the Low Countries. U G EDIT E JANE FENOULHET LRICH is Professor of Dutch Studies at UCL. Her research RDI QUIST AND QUIST RDI E interests include women’s writing, literary history and disciplinary history. BY D JAN T I GERDI QUIST E is Lecturer in Dutch and Head of Department at UCL’s E DAU F Department of Dutch.
    [Show full text]
  • The Unique Cultural & Innnovative Twelfty 1820
    Chekhov reading The Seagull to the Moscow Art Theatre Group, Stanislavski, Olga Knipper THE UNIQUE CULTURAL & INNNOVATIVE TWELFTY 1820-1939, by JACQUES CORY 2 TABLE OF CONTENTS No. of Page INSPIRATION 5 INTRODUCTION 6 THE METHODOLOGY OF THE BOOK 8 CULTURE IN EUROPEAN LANGUAGES IN THE “CENTURY”/TWELFTY 1820-1939 14 LITERATURE 16 NOBEL PRIZES IN LITERATURE 16 CORY'S LIST OF BEST AUTHORS IN 1820-1939, WITH COMMENTS AND LISTS OF BOOKS 37 CORY'S LIST OF BEST AUTHORS IN TWELFTY 1820-1939 39 THE 3 MOST SIGNIFICANT LITERATURES – FRENCH, ENGLISH, GERMAN 39 THE 3 MORE SIGNIFICANT LITERATURES – SPANISH, RUSSIAN, ITALIAN 46 THE 10 SIGNIFICANT LITERATURES – PORTUGUESE, BRAZILIAN, DUTCH, CZECH, GREEK, POLISH, SWEDISH, NORWEGIAN, DANISH, FINNISH 50 12 OTHER EUROPEAN LITERATURES – ROMANIAN, TURKISH, HUNGARIAN, SERBIAN, CROATIAN, UKRAINIAN (20 EACH), AND IRISH GAELIC, BULGARIAN, ALBANIAN, ARMENIAN, GEORGIAN, LITHUANIAN (10 EACH) 56 TOTAL OF NOS. OF AUTHORS IN EUROPEAN LANGUAGES BY CLUSTERS 59 JEWISH LANGUAGES LITERATURES 60 LITERATURES IN NON-EUROPEAN LANGUAGES 74 CORY'S LIST OF THE BEST BOOKS IN LITERATURE IN 1860-1899 78 3 SURVEY ON THE MOST/MORE/SIGNIFICANT LITERATURE/ART/MUSIC IN THE ROMANTICISM/REALISM/MODERNISM ERAS 113 ROMANTICISM IN LITERATURE, ART AND MUSIC 113 Analysis of the Results of the Romantic Era 125 REALISM IN LITERATURE, ART AND MUSIC 128 Analysis of the Results of the Realism/Naturalism Era 150 MODERNISM IN LITERATURE, ART AND MUSIC 153 Analysis of the Results of the Modernism Era 168 Analysis of the Results of the Total Period of 1820-1939
    [Show full text]
  • Jaarverslag 2018
    JAARVERSLAG 2018 Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience 1 Inhoud Voorwoord .......................................................................................................................................... 3 Beleid ................................................................................................................................................... 5 Collectie ............................................................................................................................................... 6 Publiek ............................................................................................................................................... 14 Organisatie en netwerk ..................................................................................................................... 22 Feiten en cijfers ................................................................................................................................. 25 Aanwinsten en schenkingen .............................................................................................................. 39 2 Voorwoord Geachte lezer, Het verspreiden van kennis, creativiteit en cultuur, zowel voor de professionele academicus als voor de onafhankelijke onderzoeker, student en liefhebber. Daar werkte de ploeg van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in 2018 onverminderd aan verder. In dit jaarverslag leest u hoe we dat deden en welke keuzes we voor de toekomst maakten. Meer dan ooit profileren we ons als de bewaarbibliotheek bij uitstek voor
    [Show full text]
  • Kunstwerkstede De Coene Kortrijk, Flanders
    Kunstwerkstede De Coene Kortrijk, Flanders Introduction or many, the Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders De Coene is still an unknown. Yet three generations have grown up with De Coene furniture and their interiors. Whether or not they were aware of it, many people have Monumental depiction of the naval battle of Sluis in what was then the spent time in De Coene constructions: immediately after gaming room (the former concert hall) of the Casino-Kursaal in Fthe Second World War, in prefabricated temporary schools; later, Blankenberge, design by Albert Saverys, 1946 in market halls, warehouses, sports facilities and exhibition spac- es constructed from elegantly curved, laminated wooden beams. All bearing the De Coene signature. When visiting Expo 58, how many people were aware that the Kunstwerkstede assisted in the construction of at least 28 pavilions? Which of the many visitors to the Royal Library in Brussels notices the perfectly functioning inte- rior, designed as a total work of art? Few design-lovers know that over the course of the twentieth century, the Kunstwerkstede De Coene won countless prizes at national and international fairs and world exhibitions. Only fans of Art Deco will know that Kortrijk was the largest interbellum production center of Art Deco furni- ture in Belgium – and that its reputation and market were interna- tional in scope. After the Second World War, De Coene was one of the most important distributors of modern furniture in Belgium for people from all walks of life, as well as the Benelux producer of the exclusive Knoll furniture line. The firm collaborated with such well-known figures as Marcel Breuer, Charlotte Perriand and Jean Prouvé.
    [Show full text]
  • Ten Huize Van... 3
    Ten huize van... 3 Joos Florquin bron Joos Florquin, Ten huize van... 3. Davidsfonds, Leuven / Orion - Desclée De Brouwer, Brugge 1974 (tweede druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/flor007tenh03_01/colofon.htm © 2008 dbnl / erven Joos Florquin 6 Bij de tweede druk In deze tweede druk van Ten huize van 3 werden twee skripts aanmerkelijk uitgewerkt. Allereerst die van Albert Servaes: bij mijn bezoek aan hem in Luzern in 1960 had ik veel meer aantekeningen gemaakt dan ik voor een normale televisieuitzending van 50 minuten kon gebruiken. Deze notities, die ik in de eerste skript ook niet had verwerkt, heb ik nu in het nieuwe stuk opgenomen. Verder heb ik de nieuwe tekst nog vergeleken met de tekst van de geluidsband van de film en al wat interessant was en in de tekst van het voorbereidend gesprek niet voorkwam, heb ik eveneens overgenomen. De skript van het voorbereidend gesprek met Achiel van Acker heb ik eveneens aangevuld met informatie die ik van de geluidsband van de film heb genoteerd. 1 december 1973 Joos Florquin Joos Florquin, Ten huize van... 3 7 Aftitelen Wat ik over de opvatting van deze televisiebezoeken schreef in het voorwoord van het eerste en tweede deel van deze reeks, geldt ook voor dit derde boek. Alleen zal de lezer merken dat in de meer recente skripts de manier van behandeling wel eens werd gewijzigd. Zo werd daar meer aandacht besteed aan de beschrijving van het interieur en de levenssfeer van de bezochte prominent. In de televisieuitzending wordt deze beschrijving gesteund door het beeld en ik meende aanvankelijk deze delen te schrappen.
    [Show full text]
  • Literary Translation from Flemish Into German During the Nazi Regime
    Literary translation from Flemish into German during the Nazi regime Ine Van linthout (Ghent University / Free University of Brussels) Abstract. During the Nazi regime and, more specifically, the Second World War, literary translation was eyed with suspicion by the controlling instances as it inevitably involved the import of foreign thought as well as economic exchange with foreign states. Against this backdrop, Flanders represents an interesting case. On the one hand, since it was considered a ‘kindred’ source-language nation, the translation of Flemish literature into German was encouraged within the constraints of the totalitarian system. On the other hand, persisting literary traditions, the private market logic, the agency of mediators, and the prevailing Catholic tone and idyllic nature of much Flemish literature caused significant disparities between translation policy and practice. Starting from the publishing figures of translated Flemish literature in Nazi Germany and their evolution during the twelve-year period, this article confronts official attitudes and discourses regarding Flemish translated fiction with the actual situation within the translated fiction market. Keywords. Translation / vertaling; Flemish literature / Vlaamse literatuur; Nazi Germany / nazi-Duitsland; Second World War / Tweede Wereldoorlog; censorship / censuur; propaganda Journal of Dutch Literature, 9.2 (2018), 9-34 Ine Van linthout 10 Der ungehinderte Kulturaustausch zwischen Deutschland und Flandern lässt den Wunschtraum mancher jungen Schriftsteller ins Deutsche übersetzt zu werden, Wahrheit werden.1 [The unhampered cultural exchange between Germany and Flanders makes the dream of young authors to be translated into German come true.]2 In 1942, in the midst of the war, a thick prestigious volume in linen binding with gold-adorned lettering, large colour illustrations and no less than 184 black and white photographs appeared in the Nazi German Reich.
    [Show full text]
  • From New England to the Low Countries
    FROM NEW ENGLAND TO THE LOW COUNTRIES A COMPARATIVE TRANSLATION ANALYSIS OF SUBSTANDARD LANGUAGE IN EUGENE O’NEILL’S DESIRE UNDER THE ELMS AND ARNE SIERENS’ HET BEGEREN ONDER DE OLMEN Word count: 26,191 Eline Denolf Student number: 01410454 Supervisor: Prof. Dr. Désirée Schyns Co-supervisor: Prof. Dr. Christel Stalpaert A dissertation submitted to Ghent University in partial fulfilment of the requirements for the degree of Master of Arts in Linguistics and Literature: English Academic year: 2017 - 2018 ii Acknowledgements In the first place, I would like to thank professor Ilija Čašule for his engaging lectures, which aroused my initial interest in literary translation. A special gratitude goes out to my supervisor, professor Désirée Schyns, for her enthusiastic support, critical eye, her spontaneous proposal of sources of information and to help me get back on track when I could no longer see the wood for the trees. I am grateful to my co-supervisor, professor Christel Stalpaert, for sharing her knowledge on and contacts in the Flemish theatre scene. Then, I would like to express my profound appreciation and thanks to Klaas Tindemans for devoting his free time to me during the holidays, for the pleasant and interesting conversation, his compelling anecdotes, and for commending me his unique documentation materials. Many thanks to Inge, for her feedback and evaluations on Dutch-Flemish linguistic differences. I owe deep gratitude to my family for their love and encouragement, and to my parents in particular, for giving me the wonderful opportunities to study abroad. And finally, to my dear Adrian, for his everlasting patience and unwavering belief in me.
    [Show full text]