(Sympecma Paedisca) In

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

(Sympecma Paedisca) In Uiterlijke kenmerken van de Noordse winterjuffer (Sympecma paedisca) in Nederland R. Manger Inleiding stuk maakte individuele herkenning mogelijk. Dit artikel beschrijft de uiterlijke kenmerken van Bij terugvangsten zijn de dieren opnieuw gefo- de Noordse winterjuffer (Sympecma paedisca) tografeerd waardoor ruim dertig winterjuffers in het verspreidingsgebied van Nederland. op kleurveranderingen in de tijd konden worden twee tussen Daarbij wordt kort ingegaan op nauw ver- onderzocht. De periode de terugvangs- wante soorten, de Bruine winterjuffer ( S.fusca ) ten varieerde van enkele dagen tot meer dan en de Aziatische winterjuffer ( S.gobica). De zes maanden.Aanvullendewaarnemingen aan Bruine winterjuffer komt in Nederland spora- het juveniele stadium en de voortplanting zijn in disch samen met de Noordse winterjuffer voor. De Weerribben gedaan. De Aziatische winterjuffer [zie kader] komt niet in Nederland, maar in Kazachstan, Turkmeni- Variatie stan, Uzbekistan, Kyrzygistan en China voor (Kalkman, 2007). Lengte De gemiddelde totaallengte van de winterjuf- Soortbeschrijving fers (N=187) bedroeg 37,0 mm (figuur 5). Maar weinig libellensoortenzijn zo verwarrend De gemiddelde lengte van de mannetjes getypeerd in de taxonomie en nomenclatuur (36,99 mm) bleek vrijwel gelijk aan de lengte als de Noordse winterjuffer. Omdat de soort in van de vrouwtjes (37,03 mm). Voor de totaal- een groot gebied voorkomt, van Nederland tot lengte is niet, zoals te doen gebruikelijk, de in Japan, werd deze taxonomisch niet altijd tot lengte van het achterlijf (abdomen) genoteerd, één soort gerekend. Voor de Europese popula- maar de lengte zoals die in veldgidsen staat tie werden de synoniemen paedisca, annulata, vermeld. Dit maakt een vergelijking met litera- braueri en striata gebruikt. Ook subspecifieke tuurgegevens niet mogelijk. combinaties kwamen voor, zoals annulata braueri. Eind jaren ‘90 werd de beschrijving Tekening van de soort herzien door Jödicke (1997). De Uit de fotoanalyse is gebleken dat bij de Noordse winterjuffer kent geen ondersoorten, schouderstreep op het borststuk en de ‘tand’ maar vertoont onder invloed van klimatologi- (uitbochting) op de middenstreep (mesepi- sche omstandigheden (koud/vochtig, warm/ sternum) de meeste variatie optrad. Op basis droog) variatie in kleur en tekening. van de tekening op het borststuk (tand en schouderstreep) zijn vier typen onderscheiden Merk 4 en terugvangst (figuur en 6). De vorm van de tand op de De hier gepresenteerde resultaten zijn groten- middenstreep is meestal rond van vorm, maar deels afkomstig uit onderzoek op het Uffelter deze kan ook rechte hoeken hebben (type I en Binnenveld (Dr.) waar in de winter van 2004/ II). Bij type II is de schouderstreep in meer of 2005 circa 300 winterjuffers zijn gemerkt. De mindere mate gereduceerd. Type III heeft een winterjuffers werden opgemeten en met een sterk gereduceerde tand; de schouderstreep is stift voorzien van een kleurmerk op de vleugels soms onderbroken en bestond in die gevallen (Manger & Dingemanse, 2007). Van elke win- uit twee of drie delen (type II). De hoogte (zie terjuffer zijn detailfoto’s van kop en borststuk figuur 3) van de schouderstreep varieerde bij (thorax) gemaakt (figuur 6). De combinatievan alle typen. Bij type IV bestaat de tand uit een het het vleugelmerk en de tekening op borst- brede uitbochting en is daarmee niet of nauwe- Brachytron 11(1): 63-74 63 Figuur 1 Dorsaal aanzicht drie De het van soorten Sympecma (vrouwtjes). metaaltekening op achterlijf van S.gobica bevat opstaande ‘hoorntjes’. (L) S.fusca, foto: A. den Ouden, (M) S.paedisca, foto: R. Manger, (R) S.gobica, foto: A. Wijker. Dorsal view of three Sympecma species (females). Left: S. fusca, middle: S. paedisca, right: S. gobica. lijks aanwezig. Circa 10% van de winterjuffers Kleur het op Uffelter Binnenveld had een geredu- In augustus zijn vers uitgeslopen Noordse ceerde schouderstreep; een circa even groot winterjuffers zandkleurig met heldergroene deel van de populatie had een gereduceerde delen. Deze groene metaalkleur verandert in de tot tand op middenstreep (type IV) (figuur 6). een geleidelijk proces naar bruin. Na drie 64 Brachytron 11 (2007) vier weken ontstaat een wittige, wasachtige kleuring op de zijkant van het borststuk en achterlijf, met de kleu- Illustraties: enigszins vergelijkbaar ring die bij mannelijke pantserjuffers (Lestes) R. optreedt (foto 9a). Winterjuffers die vanaf eind augustus op de overwinteringlocaties arriveren, hebben een licht zandkleurige ondergrond met Manger een bronskleurige tekening (figuur 7b). Binnen de onderzochte populatie is kleurvari- abiliteit aangetroffen. Vooral de onderkleur op het tussendeel van het borststuk varieerdevan lichtcrème tot warme bruinkleuren (figuur 8). Winterjuffers met een crèmekleurige onder- grond maken in het veld een duidelijk lichtere indruk en zijn minder vaak aangetroffen. Vanaf medio maart (tot in april) begint de bovenkant van de ogen blauw te verkleuren. Bij mannetjes wordt deze verkleuring eerder zichtbaar dan bij vrouwtjes. Uiteindelijk worden de ogen vaak voor een groot deel blauw (foto 9b). Bij de vrouwtjes kleurt alleen de bovenkant van het oog blauw, net als bij beide geslachten van de Bruine winterjuffer. In het voorjaar is tussen de vleugels ook een blauw berijpte kleur te zien. In de paringstijd verandert het ptero- stigma bij de mannetjes van lichtbruin naar donkerbruin tot zwart. Een aantal winterjuf- fers is in juni dermate donker van kleur dat de metaalkleur geheel is verdwenen (figuur 7c). Sterfte Tijdens het onderzoek werden in de herfst van 2006 meerdere Noordse winterjuffers aange- met bruine troffen (A, Hofstra) oranje ogen (figuur 9e). Deze dieren hingen nog in de vege- tatie, maar bleken al dood te zijn. Wanneer Figuur 2 de dieren net dood de zijn, zijn ogen grijsroze het borststuk Tekening op van Sympecma paedisca, en de pigmentvlekken verdwenen (figuur 9d) S.fusca en S.gobica. & Na enkele weken (Miller Miller, 2006). ver- Thorax marking of Sympecma paedisca, S. fusca and kleuren de ogen naar zwart (figuur 7g). S. gobica. Algen gebieden. De spreiding van de totaallengte(34- Zowel bij de Noordse winterjuffer als Bruine 39 mm) van de onderzochte populatie (figuur winterjuffer zijn na de overwinteringsperiode 5) is groter dan vermeld in de veldgids (Bos & algen op de kop aangetroffen. In de naden Wasscher, 1997). van de frons zijn eencellige algen aanwezig Onderzoek aan museumexemplaren heeft (figuur 7f). De omstandigheden zijn kennelijk aangetoond dat Aziatische exemplaren van geschikt voor de algen om voor langere tijd de Noordse winterjuffer structurele overeen- daar te leven. komsten vertonen met de Europese soort (Jödicke, 1997). Zowel in populaties in Azië als Discussie in Europa treedt gaande naar het zuiden een De Noordse winterjuffer heeft een mondiaal toenemende reductie van de metaalkleurige verspreidingsgebied. De kans op variatie in tekening op (Jödicke, 1997). Ook Aziatische bijvoorbeeld grootte of kleur neemt toe in grote winterjuffers vertonen een grote variatie in Brachytron 11(1): 63-74 65 Manger R. Illustratie: Figuur 3 het borststuk de Noordse Tekening op van winterjuffer (Sympecma paedisca), met terminologie. Thorax marking ofSympecma paedisca, with nomenclature. tekening. De originele series van museum- (Manger, 2005). Sommige winterjuffers maken exemplaren van het lectotype van S.paedisca tijdens het overwinteringsstadium een duidelijk (figuur 2) vertoonden geen metaaltekening op lichte indruk, omdat de onderkleur crèmekleu- de zijkant van het borststuk en lijken geheel rig is. Andere dieren zijn juist zeer donker door niet op de Nederlandse Noordse winterjuffer een warm bruine onderkleur en een ruime (Jödicke, 1997). metaaltekening. Reductie van de metaalte- kening en een lichte zandkleurige onderkleur Bij de overwinterende dieren op het Uffelter is in iedere populatie in aanleg aanwezig. Bij Binnenveld bleek eveneens variatie aanwezig een klein deel van de winterjuffers ontbrak in tekening en kleur van het borststuk. Een de tand op de middenstreep vrijwel geheel. gering aantal dieren vertoonde een reductie Op het eerste gezicht is de gelijkenis van dit van de metaaltekening op de schouderstreep type Noordse winterjuffer, voor wat betreft het en had een lichte onderkleur. Na een verblijf metaal gekleurde gedeelte op de bovenkant van drie tot zes maanden was nauwelijks enige van het borststuk (synthorax), met de Bruine kleurverandering opgetreden bij dewinterjuffers winterjuffer bijzonder groot. In tegenstelling tot holotype Individueel exemplaar dat gekozen is als naamdragend type van een soort (of vaneen ondersoort indien deze is vastgesteld). A single specimen designated or indicated fixed as the type name hearing specimen hy the original author at the time of a species publication of the original description. Elk serie of is syntype exemplaar van een type waarvan geen holotype lectotype gekozen. One of t\vo or more specimens cited by the author at the time ofpublication of a namefor which no holotype nas designated Each specimen of the type series if an author of a species description did not fix a holotype. Een als individueel lectotype syntype gekozen naamdragend type exemplaar na vaststelling van een nominale soort of ondersoort. One several the author the of syntypes, subsequent designated as only name hearing specimen by any after original publication of a species name as the typefor the taxonomie name. Only designated tvhen there was no original holotype designation. 66 Brachytron 11 (2007) de Noordse winterjuffer is de zijkant
Recommended publications
  • The Impacts of Urbanisation on the Ecology and Evolution of Dragonflies and Damselflies (Insecta: Odonata)
    The impacts of urbanisation on the ecology and evolution of dragonflies and damselflies (Insecta: Odonata) Giovanna de Jesús Villalobos Jiménez Submitted in accordance with the requirements for the degree of Doctor of Philosophy (Ph.D.) The University of Leeds School of Biology September 2017 The candidate confirms that the work submitted is her own, except where work which has formed part of jointly-authored publications has been included. The contribution of the candidate and the other authors to this work has been explicitly indicated below. The candidate confirms that appropriate credit has been given within the thesis where reference has been made to the work of others. The work in Chapter 1 of the thesis has appeared in publication as follows: Villalobos-Jiménez, G., Dunn, A.M. & Hassall, C., 2016. Dragonflies and damselflies (Odonata) in urban ecosystems: a review. Eur J Entomol, 113(1): 217–232. I was responsible for the collection and analysis of the data with advice from co- authors, and was solely responsible for the literature review, interpretation of the results, and for writing the manuscript. All co-authors provided comments on draft manuscripts. The work in Chapter 2 of the thesis has appeared in publication as follows: Villalobos-Jiménez, G. & Hassall, C., 2017. Effects of the urban heat island on the phenology of Odonata in London, UK. International Journal of Biometeorology, 61(7): 1337–1346. I was responsible for the data analysis, interpretation of results, and for writing and structuring the manuscript. Data was provided by the British Dragonfly Society (BDS). The co-author provided advice on the data analysis, and also provided comments on draft manuscripts.
    [Show full text]
  • (Zygoptera: Lestidae) Reproductive Output
    Odonalologica 38(1): 55-59 March I. 2009 SHORT COMMUNICATIONS Adult survival of Sympecma paedisca (Brauer) duringhibernation (Zygoptera: Lestidae) * R. Manger¹& N.J. Dingemanse² 'Stoepveldsingel 55,9403 SM Assen, The Netherlands; — [email protected] 2 Animal Ecology Group, Centre for Ecological and Evolutionary Studies & Department of Behavioural Biology, Behavioural and Cognitive Neurosciences, University of Groningen, PO Box 14,9750 AA Haren, The Netherlands; — [email protected] Received February 28, 2008 / Revised and Accepted August 4, 2008 The survival of hibernating adults was assessed in its winter habitat in the Neth- erlands to gain insight in the potential importance of this life-history phase for the populationdynamicsof this endangered sp. Compared to other odon., monthlysur- 2004 ± = ± vival rates (Dec. - March 2005) were high (mean SE 0.75 0.08),but overall winter survival was low (0.42). Potential causes of mortality duringhibernation are that effective of this in the discussed. The results imply protection sp. Netherlands of its and habitat. may benefit from protection both breeding wintering INTRODUCTION Changes in species distribution ultimately result from changes in survival and reproductive output (STEARNS, 1992). Our understanding of why species may become less abundantwill therefore in the more or critically depend upon insight key factors affecting these two major fitness components. Identificationof such key factors may greatly enhance our capability of effectively protecting endan- gered species. The aim of this in the factors af- general paper was to improve our insight key fecting the population dynamics of a rare and endangered Dutch odonate, the damselfly Sympecma paedisca. It is, together with S.
    [Show full text]
  • (Zygoptera: Lestidae) Reproductive Output
    Odonalologica 38(1): 55-59 March I. 2009 SHORT COMMUNICATIONS Adult survival of Sympecma paedisca (Brauer) duringhibernation (Zygoptera: Lestidae) * R. Manger¹& N.J. Dingemanse² 'Stoepveldsingel 55,9403 SM Assen, The Netherlands; — [email protected] 2 Animal Ecology Group, Centre for Ecological and Evolutionary Studies & Department of Behavioural Biology, Behavioural and Cognitive Neurosciences, University of Groningen, PO Box 14,9750 AA Haren, The Netherlands; — [email protected] Received February 28, 2008 / Revised and Accepted August 4, 2008 The survival of hibernating adults was assessed in its winter habitat in the Neth- erlands to gain insight in the potential importance of this life-history phase for the populationdynamicsof this endangered sp. Compared to other odon., monthlysur- 2004 ± = ± vival rates (Dec. - March 2005) were high (mean SE 0.75 0.08),but overall winter survival was low (0.42). Potential causes of mortality duringhibernation are that effective of this in the discussed. The results imply protection sp. Netherlands of its and habitat. may benefit from protection both breeding wintering INTRODUCTION Changes in species distribution ultimately result from changes in survival and reproductive output (STEARNS, 1992). Our understanding of why species may become less abundantwill therefore in the more or critically depend upon insight key factors affecting these two major fitness components. Identificationof such key factors may greatly enhance our capability of effectively protecting endan- gered species. The aim of this in the factors af- general paper was to improve our insight key fecting the population dynamics of a rare and endangered Dutch odonate, the damselfly Sympecma paedisca. It is, together with S.
    [Show full text]
  • Atlas of Freshwater Key Biodiversity Areas in Armenia
    Freshwater Ecosystems and Biodiversity of Freshwater ATLAS Key Biodiversity Areas In Armenia Yerevan 2015 Freshwater Ecosystems and Biodiversity: Atlas of Freshwater Key Biodiversity Areas in Armenia © WWF-Armenia, 2015 This document is an output of the regional pilot project in the South Caucasus financially supported by the Ministry of Foreign Affairs of Norway (MFA) and implemented by WWF Lead Authors: Jörg Freyhof – Coordinator of the IUCN SSC Freshwater Fish Red List Authority; Chair for North Africa, Europe and the Middle East, IUCN SSC/WI Freshwater Fish Specialist Group Igor Khorozyan – Georg-August-Universität Göttingen, Germany Georgi Fayvush – Head of Department of GeoBotany and Ecological Physiology, Institute of Botany, National Academy of Sciences Contributing Experts: Alexander Malkhasyan – WWF Armenia Aram Aghasyan – Ministry of Nature Protection Bardukh Gabrielyan – Institute of Zoology, National Academy of Sciences Eleonora Gabrielyan – Institute of Botany, National Academy of Sciences Lusine Margaryan – Yerevan State University Mamikon Ghasabyan – Institute of Zoology, National Academy of Sciences Marina Arakelyan – Yerevan State University Marina Hovhanesyan – Institute of Botany, National Academy of Sciences Mark Kalashyan – Institute of Zoology, National Academy of Sciences Nshan Margaryan – Institute of Zoology, National Academy of Sciences Samvel Pipoyan – Armenian State Pedagogical University Siranush Nanagulyan – Yerevan State University Tatyana Danielyan – Institute of Botany, National Academy of Sciences Vasil Ananyan – WWF Armenia Lead GIS Authors: Giorgi Beruchashvili – WWF Caucasus Programme Office Natia Arobelidze – WWF Caucasus Programme Office Arman Kandaryan – WWF Armenia Coordinating Authors: Maka Bitsadze – WWF Caucasus Programme Office Karen Manvelyan – WWF Armenia Karen Karapetyan – WWF Armenia Freyhof J., Khorozyan I. and Fayvush G. 2015 Freshwater Ecosystems and Biodiversity: Atlas of Freshwater Key Biodiversity Areas in Armenia.
    [Show full text]
  • Sympecma Paedisca (Brauer, 1877)
    > Fiches de protection espèces > Libellules Régions concernées: Lac de Constance et Valais > Sympecma paedisca (Brauer, 1877) Leste enfant – Sibirische Winterlibelle – Leste di Brauer LR: CR | PRIO: 1 | OPN: protégé Description Ecologie Sympecma paedisca est une discrète demoiselle brunâtre. Le Sympecma paedisca colonise une grande diversité de plans d’eau. thorax est orné de bandes foncées, l’abdomen de taches sombres Au nord des Alpes il se reproduit surtout dans des secteurs inon- en forme de torpilles sur la face dorsale des segments 3-6. A la dables ou en voie d’atterrissement de lacs, d’étangs et de rete- différence des autres zygoptères les lestes du genre Sympecma nues, dans des mares de tourbières, petites fosses d’extraction portent au repos leurs quatre ailes jointes sur un même côté du de tourbe de haut-marais ou de marais de transition, dépres- corps. On remarque alors que les ptéro stigmas des ailes anté- sions d’épanchement des eaux de crues et dépressions alimen- rieures et postérieures ne se chevauchent quasi pas. Les imma- tées par la nappe alluviale, parfois aussi dans des mares de tures (été, automne) ont des dessins foncés à reflet métallique gravière ou de marnière fortement envahies par la végétation. de teinte verdâtre, puis cuivrée à bronzée. A maturité sexuelle, Les larves vivent avant tout dans des eaux mésotrophes peu au début du printemps, la coloration est plus mate et plus profondes, dans les secteurs de 5-30 cm de profondeur qui se foncée. Le dessus des yeux se colore en bleu. réchauffent rapidement. Ces milieux sont au moins inondés S.
    [Show full text]
  • Observations on Egg Parasitism of Aeshna Tuberculifera (Odonata: Aeshnidae) by Eulophidae, Trichogrammatidae and Mymaridae (Hymenoptera) in Alger County, Michigan
    The Great Lakes Entomologist Volume 46 Numbers 3 & 4 - Fall/Winter 2013 Numbers 3 & Article 1 4 - Fall/Winter 2013 October 2013 Observations on Egg Parasitism of Aeshna Tuberculifera (Odonata: Aeshnidae) by Eulophidae, Trichogrammatidae and Mymaridae (Hymenoptera) in Alger County, Michigan Burton C. Cebulski Mark F. O'Brien University of Michigan Follow this and additional works at: https://scholar.valpo.edu/tgle Part of the Entomology Commons Recommended Citation Cebulski, Burton C. and O'Brien, Mark F. 2013. "Observations on Egg Parasitism of Aeshna Tuberculifera (Odonata: Aeshnidae) by Eulophidae, Trichogrammatidae and Mymaridae (Hymenoptera) in Alger County, Michigan," The Great Lakes Entomologist, vol 46 (2) Available at: https://scholar.valpo.edu/tgle/vol46/iss2/1 This Peer-Review Article is brought to you for free and open access by the Department of Biology at ValpoScholar. It has been accepted for inclusion in The Great Lakes Entomologist by an authorized administrator of ValpoScholar. For more information, please contact a ValpoScholar staff member at [email protected]. Cebulski and O'Brien: Observations on Egg Parasitism of <i>Aeshna Tuberculifera</i> (Od 2013 THE GREAT LAKES ENTOMOLOGIST 145 Observations on Egg Parasitism of Aeshna tuberculifera (Odonata: Aeshnidae) by Eulophidae, Trichogrammatidae and Mymaridae (Hymenoptera) in Alger County, Michigan Burton C. Cebulski1 and Mark F. O'Brien2 Abstract Egg parasitoids were reared from a population of Aeshna tuberculifera (Odonata: Aeshnidae) in the Kingston Lake area of Alger County, Michigan, from 1983-2005. Leaves of Iris versicolor were repeatedly used for oviposition during the period of observation, with the result that just a few leaves were targeted by different females.
    [Show full text]
  • Uiterlijke Kenmerken Van De Noordse Winterjuffer (Sympecma Paedisca) in Nederland
    Uiterlijke kenmerken van de Noordse winterjuffer (Sympecma paedisca) in Nederland R. Manger Inleiding stuk maakte individuele herkenning mogelijk. Dit artikel beschrijft de uiterlijke kenmerken van Bij terugvangsten zijn de dieren opnieuw gefo- de Noordse winterjuffer (Sympecma paedisca) tografeerd waardoor ruim dertig winterjuffers in het verspreidingsgebied van Nederland. op kleurveranderingen in de tijd konden worden Daarbij wordt kort ingegaan op twee nauw ver- onderzocht. De periode tussen de terugvangs- wante soorten, de Bruine winterjuffer (S.fusca) ten varieerde van enkele dagen tot meer dan en de Aziatische winterjuffer (S.gobica). De zes maanden. Aanvullende waarnemingen aan Bruine winterjuffer komt in Nederland spora- het juveniele stadium en de voortplanting zijn in disch samen met de Noordse winterjuffer voor. De Weerribben gedaan. De Aziatische winterjuffer [zie kader] komt niet in Nederland, maar in Kazachstan, Turkmeni- Variatie stan, Uzbekistan, Kyrzygistan en China voor (Kalkman, 2007). Lengte De gemiddelde totaallengte van de winterjuf- Soortbeschrijving fers (N=187) bedroeg 37,0 mm (figuur 5). Maar weinig libellensoorten zijn zo verwarrend De gemiddelde lengte van de mannetjes getypeerd in de taxonomie en nomenclatuur (36,99 mm) bleek vrijwel gelijk aan de lengte als de Noordse winterjuffer. Omdat de soort in van de vrouwtjes (37,03 mm). Voor de totaal- een groot gebied voorkomt, van Nederland tot lengte is niet, zoals te doen gebruikelijk, de in Japan, werd deze taxonomisch niet altijd tot lengte van het achterlijf (abdomen) genoteerd, één soort gerekend. Voor de Europese popula- maar de lengte zoals die in veldgidsen staat tie werden de synoniemen paedisca, annulata, vermeld. Dit maakt een vergelijking met litera- braueri en striata gebruikt.
    [Show full text]
  • Globally Important Agricultural Heritage Systems (GIAHS) Application
    Globally Important Agricultural Heritage Systems (GIAHS) Application SUMMARY INFORMATION Name/Title of the Agricultural Heritage System: Osaki Kōdo‟s Traditional Water Management System for Sustainable Paddy Agriculture Requesting Agency: Osaki Region, Miyagi Prefecture (Osaki City, Shikama Town, Kami Town, Wakuya Town, Misato Town (one city, four towns) Requesting Organization: Osaki Region Committee for the Promotion of Globally Important Agricultural Heritage Systems Members of Organization: Osaki City, Shikama Town, Kami Town, Wakuya Town, Misato Town Miyagi Prefecture Furukawa Agricultural Cooperative Association, Kami Yotsuba Agricultural Cooperative Association, Iwadeyama Agricultural Cooperative Association, Midorino Agricultural Cooperative Association, Osaki Region Water Management Council NPO Ecopal Kejonuma, NPO Kabukuri Numakko Club, NPO Society for Shinaimotsugo Conservation , NPO Tambo, Japanese Association for Wild Geese Protection Tohoku University, Miyagi University of Education, Miyagi University, Chuo University Responsible Ministry (for the Government): Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries The geographical coordinates are: North latitude 38°26’18”~38°55’25” and east longitude 140°42’2”~141°7’43” Accessibility of the Site to Capital City of Major Cities ○Prefectural Capital: Sendai City (closest station: JR Sendai Station) ○Access to Prefectural Capital: ・by rail (Tokyo – Sendai) JR Tohoku Super Express (Shinkansen): approximately 2 hours ※Access to requesting area: ・by rail (closest station: JR Furukawa
    [Show full text]
  • Journal Vol 26 No 2, October 2010
    J. Br. Dragonfly Society, Volume 26 No. 2, October 2010 Journal of the CONTENTS DAVID CHELMICK - Studying British dragonflies in the British Dragonfly Society 1970s: the wilderness years .............................................. 57 Volume 26 Number 2 October 2010 BARRY NATTRESS - Folding wing behaviour in Cordulagaster boltonii (Donovan) ............................................................. 64 DAVID CHELMICK - Species Review 4: The Scarce Emerald Damselfly Lestes dryas Kirby with notes on the family Lestidae in the Western Palearctic ....................................66 JONATHAN. R. DIXON & DOROTHY E. GENNARD - The influence of meteorological conditions on the flight activity of the Blue-tailed Damselfly Ischnura elegans (Vander Linden), the Azure Damselfly Coenagrion puella (Linnaeus) and the Emerald Damselfly Lestes sponsa (Hansemann) ..... .............................................................................................. 83 ADRIAN J. PARR -. Migrant and dispersive dragonflies in Britain during 2009 ............................................................97 PAM TAYLOR & DAVE SMALLSHIRE - A change in status of the Dainty Damselfly Coenagrion scitulum (Rambur) in the United Kingdom ………....................................................107 Corrigendum ..........................................................................i The aims of the British Dragonfly Society (BDS) are to promote and encourage the study and conservation INSTRUCTIONS TO AUTHORS of Odonata and their natural habitats, especially in the
    [Show full text]
  • Checklist of the Dragonflies and Damselflies (Insecta: Odonata) of Bangladesh, Bhutan, India, Nepal, Pakistan and Sri Lanka
    Zootaxa 4849 (1): 001–084 ISSN 1175-5326 (print edition) https://www.mapress.com/j/zt/ Monograph ZOOTAXA Copyright © 2020 Magnolia Press ISSN 1175-5334 (online edition) https://doi.org/10.11646/zootaxa.4849.1.1 http://zoobank.org/urn:lsid:zoobank.org:pub:FFD13DF6-A501-4161-B03A-2CD143B32AC6 ZOOTAXA 4849 Checklist of the dragonflies and damselflies (Insecta: Odonata) of Bangladesh, Bhutan, India, Nepal, Pakistan and Sri Lanka V.J. KALKMAN1*, R. BABU2,3, M. BEDJANIČ4, K. CONNIFF5, T. GYELTSHEN6, M.K. KHAN7, K.A. SUBRAMANIAN2,8, A. ZIA9 & A.G. ORR10 1Naturalis Biodiversity Center, P.O. Box 9517, 2300 RA Leiden, The Netherlands. [email protected]; https://orcid.org/0000-0002-1484-7865 2Zoological Survey of India, Southern Regional Centre, Santhome High Road, Chennai-600 028, Tamil Nadu, India. 3 [email protected]; https://orcid.org/0000-0001-9147-4540 4National Institute of Biology, Večna pot 111, SI-1000, Ljubljana, Slovenia. [email protected]; https://orcid.org/0000-0002-1926-0086 5ICIMOD, GPO Box 3226 Kumalthar, Kathmandu, Nepal. [email protected]; https://orcid.org/0000-0002-8465-7127 6Ugyen Wangchuk Institute for Conservation of Environment and Research, Bumthang, Bhutan. [email protected]; https://orcid.org/0000-0002-5906-2922 7Department of Biochemistry and Molecular Biology, School of Life Sciences, Shahjalal University of Science and Technology, Sylhet 3114, Bangladesh. [email protected]; https://orcid.org/0000-0003-1795-1315 8 [email protected]; https://orcid.org/0000-0003-0872-9771 9National Insect Museum, National Agriculture Research Centre, Islamabad, Pakistan. [email protected]; https://orcid.org/0000-0001-6907-3070 10Environmental Futures Research Institute, Griffith University, Nathan, Australia.
    [Show full text]
  • IDF-Report 28 (2010)
    International Dragonfly Fund - Report 28 (2010): 1-72 1 The Odonata of Kyrgyzstan, part I - Critical national checklist, annotated list of records and collected data of the summer half-years 2008 and 2009 Schröter, Asmus* *Harustie 7F 79, 00980 Helsinki/Finland Email: [email protected]; [email protected] This work is dedicated to the worldwide unique Kyrgyz Walnut foressts of the Jalalabad province – may the people of Kyrgyzstan increasingly and in time recognize the invaluable worth of this severely threatened and vanishing green oasis of life. Picture1:MaleofCordulegaster coronata. “Ütsch Tschoku”, southern foothills of Bau- bash-Ata range, Jalalabad Oblast 2400m a.s.l., 2008-06-28. 2 Odonata Fauna of Kyrgyzstan Summary Based on the results of fieldwork and collecting in 2008 and 2009 and the evaluation of literature an updated national checklist of the Odonata of Kyr- gyzstan is presented. The list comprises a total of 63 species, whereas 55 spe- cies were encountered in the field by the author, including five new for the country: Aeshna serrata, Onychogomphus lefebvrii, Orthetrum sabina, Croco- themis servilia, Selysiothemis nigra. 826 specimens of 49 species have been collected (dep. in coll. A. Schröter). All 55 species recorded in 2008 and 2009 are listed and annotated. Moreover, the unclear or controversial taxonomical status of several species is briefly debated. Interesting ecological observations include the emergence of Libellula quadrimaculata from running water and cleptoparasitism by Ischnura forcipata in spider webs. 1. Introduction The Republic of Kyrgyzstan is the second smallest successor state of the five Central Asian Ex-Soviet Republics and covers an area of roughly 200.000 square kilometres.
    [Show full text]
  • Flight Period Dragonflies of Turkey
    The distribution and flight period of the dragonflies of Turkey V.J. Kalkman & GJ. Van Pelt Introduction province to the province of Antakya, are espe- cially well investigated. The first is mainly due In 1999 the initiative was taken to build a data- to the work by Hacet & Aktaq (1997, 2004), base containing all available records of Turkish while the second shows the favorite holiday dragonflies. For details on this database the destination of West-European odonatologist. reader is referred to the article by Van Pelt & A few regions are poorly explored. Parts of Kalkman (2004). In the present article distribu- the coastland of western Turkey have been tional maps and flight histograms of all Turkish neglected, especially the area north of Izmir species are given. These are based on 6681 and west of Bursa. Also poorly explored is the published and 2469 unpublished records (a mountainous region between Erzurum and A selection of Sivas. most species on a day on a locality). The important gap in our know- the latter is published in this volume (Kalkman ledge is the SE of Turkey, especially when & Van Pelt, 2006). Records published prior to taking in account the relatively high numberof 1977 were taken from Dumont (1977). A small interesting species occurring in this region. number published records were found to be For Sympecma paedisca, Aeshna serrata, incorrect or doubtfuland have been omitted. Ophiogomphus reductus and Orthetrum ran- The papers by Salur & KiYAk (2006a, b) were sonnetii only old records, lacking detailed in 2006 and published could not be incorporated information on the locality, are available.
    [Show full text]