De 'Lit' in Chicklit Over De Beeldvorming Van De Damesroman (1898-1930) En Chicklit (1996-2016)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De 'lit' in chicklit Over de beeldvorming van de damesroman (1898-1930) en chicklit (1996-2016) Student: Eva Disselhoff Begeleider: dr. N.T.J. Laan Master Redacteur/editor Universiteit van Amsterdam Augustus 2016 Afbeelding op voorplat door Sebastian Cornelje Cartoon door Jack Ziegler (2004) INLEIDING 5 HOOFDSTUK 1 8 1.1 Genre 8 1.2 Het literaire veld 11 1.3 De rol van de uitgeverij 13 1.4 Beeldvorming, genre en symbolische waarde 15 1.5 De rol van de receptie 17 HOOFDSTUK 2 20 2.1 Schrijfsters en de literaire kritiek 20 2.2 Literatuuropvattingen 1900-1930 21 2.3 Banale boeken over het burgerleven 27 2.4 Het label 'damesroman' 30 2.5 Sekse, gender en literair succes 32 2.6 Beeldvorming door schrijfsters en uitgevers 37 HOOFDSTUK 3 45 3.1 Van ironie naar commercie 45 3.2 Chicklit als postfeministische damesroman 48 3.3 Chicklitauteurs als beeldvormers 51 3.4 De uitgeverij als beeldvormer 59 3.5 Middelen van de uitgeverij: de epitekst 61 3.6 Middelen van de uitgever: de peritekst 67 HOOFDSTUK 4 75 4.1 Terug naar Bridget 75 4.2 Veranderingen in de literaire kritiek 76 4.3 Inhoudelijke kritiek: van herkenbaarheid tot banaliteit 80 4.4 Chicklit als tweederangs genre 84 4.5 De populaire vrouwenroman: zondebok van het literaire veld? 88 CONCLUSIE 93 BIBLIOGRAFIE 94 BIJLAGE 104 INLEIDING Grietjesliteratuur. Dat is hoe je chick lit kan vertalen. Chicklit is een genre dat zich richt op de belevenissen van de moderne, jonge vrouw, en het is zo mogelijk nog jonger dan zijn lezers: het genre kwam op in de jaren negentig van deze eeuw. De term 'chicklit' was eerst ironisch bedoeld en ontpopte zich onder de invloed van uitgevers, schrijfsters en lezers tot een soort geuzennaam. Het genre werd populair en verwierf een vaste plek in de boekenwereld: online boekhandelaar bol.com heeft een speciale chicklitafdeling, er zijn boekenblogs speciaal voor het genre en er bestaan zelfs chicklit-imprints. Veel critici zagen het genre toen het opkwam als een hype. Niemand zou deze leeghoofdige boeken blijven lezen. Chicklit kreeg veel kritiek maar bleef populair onder lezers. Hierin doet het denken aan een ander genre, dat zijn hoogtijdagen rond 1920 beleefde: de damesroman. In een damesroman werd het dagelijks leven van de burgerlijke vrouw beschreven — eigenlijk exact wat er bij chicklit ook gebeurt, maar dan bijna een eeuw eerder. Aan de damesroman kleefde ook een bepaald waardeoordeel. Het stond bekend als een minderwaardig en banaal genre, en werd uiteindelijk helemaal niet meer besproken in literaire tijdschriften. De relatief slechte positie van vrouwen in de maatschappij had hiermee te maken. De damesroman was geschreven door, voor en over vrouwen en kon daarom eigenlijk per definitie niet kwalitatief hoogstaand zijn. De beeldvorming rondom de damesroman was dus negatief, en dit betekende eigenlijk de literaire ondergang van het genre: het heeft de canon nooit gehaald. De beeldvorming van genres is interessant, omdat genres zelf belangrijk zijn in het literaire veld. Auteurs schrijven volgens de conventies van genres, lezers hebben bij elk genre een bepaalde verwachting, uitgeverijen stemmen het uiterlijk van boeken af op genre, critici vermijden doorgaans het recenseren van genrefictie en boekhandelaren sorteren hun koopwaar op genre. Genre is overal, maar chicklit is nog weinig onderzocht. "…For all the popular attention it has drawn, it has received little serious or intelligent discussion",1 schrijven twee onderzoekers die wél de moeite hebben genomen om aandacht aan chicklit te besteden. Ik wil dan ook de beeldvorming van chicklit vergelijken met die van de damesroman. Wat voor beeld geven uitgevers, schrijvers en critici van de damesroman, die nu haast vergeten lijkt? Doen uitgevers en auteurs van chicklit dit anders? Hoe werd de damesroman aan het publiek gepresenteerd, en hoe zit dat bij chicklit? En bestaat er een kans dat chicklit de canon van de literatuur wel haalt? Deze vragen wil ik gaan beantwoorden. 1 Ferris & Young (2005): 2. 5 Ik begin mijn onderzoek met een hoofdstuk over het literaire veld. Hierin worden de rollen van uitgever en literaire kritiek toegelicht en bespreek ik ook wat de functie van genre precies is. In het hoofdstuk erna richt ik me op de beeldvorming van de damesroman, aan de hand van onderzoeken van Erica van Boven en Monika van Dijke. Waarom had de damesroman zo’n slechte naam? Als we het antwoord op die vraag hebben, is het tijd om te kijken of chicklit aan een betere naam kan komen. In hoofdstuk drie onderzoek ik hoe uitgevers en auteurs de beeldvorming van chicklit sturen vanuit de productie. Wat zeggen auteurs over het genre? Hoe worden de boeken vormgegeven? Wat voor gevoel wil de uitgever bij de lezer oproepen met chicklit? De uitgever heeft veel middelen om het beeld van elk boek, en daarmee van het genre, te vormen. Hoofdstuk vier is voor de literaire kritiek bestemd. Hierin bekijk ik of de beeldvorming vanuit de uitgeverij ook overkomt op de literaire kritiek, en wat de kritiek op haar beurt toevoegt aan de reputatie van chicklit. Kan het genre in de kritiek ontsnappen aan het lot dat de damesroman toeviel? Door de beeldvorming van de damesroman en chicklit te vergelijken hoop ik ten slotte een patroon te ontdekken om zo, zij het voorzichtig, iets te kunnen stellen over de toekomst van boeken die door vrouwen, voor vrouwen en over vrouwen zijn geschreven. Een kleine database Het onderzoek van Erica van Boven voorziet in informatie over de damesroman. Over chicklit is echter, zoals gezegd, nog weinig geschreven en dit vormt een kleine hindernis. De omvang van deze scriptie staat mij niet toe om exact te onderzoeken hoeveel chicklit er is verschenen vanaf 1996 tot nu, maar ik wil wel een soort bestand aanleggen. De NUR-code is doorgaans een handig hulpmiddel voor het opzoeken van publicaties. Zoals nog zal worden toegelicht, is er voor chicklit geen eigen NUR. Dit maakt het lastig om in databases te zoeken naar verschenen chicklit. De site http://netuit.kb.nl/, die de lijst van wekelijks verschenen publicaties zoals die in Boekblad te vinden is, weergeeft, is bijvoorbeeld te massaal om zonder beschikbare NUR-codes te doorzoeken. Daarom kies ik voor een kleinere database die ik gebruik voor kwalitatief onderzoek, en niet om algemene conclusies te trekken over alle verschenen chicklit. Om deze te vormen gebruik ik een alternatieve methode: ik vertrek vanuit de auteurs. Ik heb geprobeerd de in Nederland succesvolste chicklitauteurs te selecteren. Dit heb ik gedaan op basis van mijn eigen kennis, de websites www.chicklit.nl, www.chicklitclub.com en lijstjes met favoriete auteurs van bloggers.2 Auteurs die maximaal twee chicklitboeken hebben uitgebracht hebben ik buiten beschouwing gelaten. Uiteindelijk kwam ik zo op een lijst terecht van acht internationale auteurs en acht Nederlandse auteurs die elk minstens drie chicklitboeken hebben uitgebracht. De internationale auteurs zijn: Helen Fielding, Sophie Kinsella (pseudoniem van 2 Te weten <https://daantjelovestoread.com/2014/11/27/top-tien-chicklit-auteurs/>, <http://www.eenofandereblog.nl/ leesvoer/boeken/de-beste-chicklit-auteurs-van-nederland/>,<http://bestsellers.about.com/od/readingrecommendations/ tp/chick_lit_picks.htm>. 6 Madeleine Wickham), Madeleine Wickham zelf, Candace Bushnell, Jill Mansell, Lauren Weisberger, Marian Keyes en Jane Green. Uit Nederland koos ik de volgende schrijfsters (waarvan één met een opvallend internationale naam): Mariëtte Middelbeek, Chantal van Gastel, Elsbeth Witt, Astrid Harrewijn, Ilse Spall, Gillian King, Rianne Verwoert en Jolanda Hazelhoff. Ik heb in de Nederlandse Bibliografie van de Koninklijke Bibliotheek (KB) werken van deze zestien auteurs opgezocht. De KB vervaardigt de Nederlandse Bibliografie door alle publicaties door erkende en 'grijze' Nederlandse uitgevers die zij opgestuurd krijgt samen te voegen. Eigenlijk is de Nederlandse Bibliografie een digitale versie van de aloude 'Brinkman’s Cumulatieve Catalogus van Boeken'.3 Uit de resultaten heb ik voor elke auteur drie boeken geselecteerd. Het eerste boek is telkens haar debuut in Nederland. De andere twee nam ik uit jaren die, wanneer mogelijk, minstens twee jaar uit elkaar lagen. Hierbij heb ik geprobeerd om binnen de jaren 1997-2006 te blijven, omdat dat de periode is waarin chicklit opkomt en zich stabiliseert. Dit zijn de jaren waarin ik geïnteresseerd ben en waarover dit onderzoek voornamelijk gaat. Auteurs als Sophie Kinsella, Jane Green en Jill Mansell publiceren echter nog steeds, terwijl laatstgenoemde bovendien al in 1992 een boek met chickliteigenschappen uitbracht. Mijn werkwijze bracht een lijst van 48 titels op, die als bijlage is toegevoegd. 3 Informatie via <https://www.kb.nl/organisatie/voor-uitgevers/informatie-over-de-nederlandse-bibliografie>. 7 HOOFDSTUK 1 GENRE EN HET LITERAIRE VELD In dit eerste hoofdstuk wil ik een theoretische achtergrond geven voor mijn onderzoek naar de beeldvorming van de genres damesroman en chicklit. Ik begin hiertoe met een definitie van het woord 'genre'. Vervolgens onderzoek ik de functie en werking van genre in het literaire veld. Verschillende actoren, zoals boekhandelaren, lezers, uitgeverijen en critici komen met genre in aanraking en voor elk van hen heeft genre een eigen functie. Uitgeverijen en critici krijgen in dit hoofdstuk extra aandacht, omdat zij uiteindelijk het grootste aandeel leveren in de beeldvorming van genres. 1.1 Genre Wat moeten we verstaan onder 'genre'? Wie het woord opzoekt in het Oxford English Dictionary (OED) ziet de volgende definitie staan: "A particular style or category of works of art; esp. a type of literary work characterized by a particular form, style, or purpose."4 De Nederlandse Wikipedia spreekt van "een categorie in de kunst of amusementswereld" waarin werken "voldoen aan een bepaald stilistisch of inhoudelijk criterium." Hieraan wordt in wollig taalgebruik toegevoegd dat er sprake is van een genre wanneer "structurele elementen die gebruikt worden om een verhaal te vertellen" eenzelfde "eigen, ingewortelde vorm van informatie gaan bevatten".5 Zowel Wikipedia als OED stelt, zo lijkt het, dat een individueel literair werk bepaalde eigenschappen kan bezitten die ervoor zorgen dat het binnen een specifiek genre past.