De Hoofddoekenkwestie in Het VRT-Journaal Op Zoek Naar Oriëntaalse Stereotypen in De Beeldvorming Van Moslimvrouwen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Kimberly Verthé Academiejaar 2004-2005 2de licentie Communicatiewetenschappen Vrije Universiteit Brussel (VUB) De hoofddoekenkwestie in het VRT-journaal Op zoek naar oriëntaalse stereotypen in de beeldvorming van moslimvrouwen. Een discoursanalyse vanuit postkoloniale blik. Eindverhandeling met het oog op het behalen van het licentiaatsdiploma in de Communicatiewetenschappen Promotor: Prof Dr. Nico Carpentier INHOUD 0 VOORWOORD 5 1 INLEIDING 6 1.1 Onderzoeksopzet 6 1.2 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie 10 1.3 Structuur 12 2 THEORETISCH DEEL 14 2.1 Inleiding 14 2.2 De multiculturele samenleving 15 2.2.1 Inleiding 15 2.2.2 Migratie naar het Westen leidt tot de multiculturele samenleving 15 2.2.2.1 Acceptatie van diversiteit 16 2.2.2.2 Nieuwe vormen van racisme 16 2.2.2.3 Intercultureel samenleven is mogelijk mits goede communicatie 17 2.2.3 Identiteitsvorming in de multiculturele samenleving 18 2.2.3.1 Twee soorten identiteit: gemeenschapsidentiteit en culturele identiteit 18 2.2.3.2 Twee aspecten van culturele identiteit in interculturele communicatie 18 2.2.4 Besluit 20 2.3 ‘Othering’ in representatieprocessen 20 2.3.1 Definitie van ‘othering’ 20 2.3.2 ‘Othering’ in het oriëntalistische representaties 21 2.3.3 Alternatieve representaties van de ‘ander’ 23 2.3.4 Vrouwenkwesties in het oriëntalistische vertoog 25 2.4 Casestudy: de islamitische sluier, zijn betekenissen en debat 26 2.4.1 Inleiding 26 2.4.1.1 Het debat in Vlaanderen 26 2.4.2 De rol van een cultureel artefact in een samenleving 27 2.4.2.1 Wat is een cultureel artefact? 27 2.4.2.2 ‘Circuit of Culture’ 28 2.4.3 Hoe wordt de sluier beleefd door de dragers? 30 2.4.3.1 De beweegredenen voor het dragen van de sluier 30 a) Modieuze dimensie 30 b) Religieuze dimensie 31 c) Sociale en maatschappelijke dimensie 32 d) Seksuele dimensie 32 e) Politieke dimensie 33 2.4.4. Besluit 35 2.5. Besluit theoretisch deel 36 2 3. EMPIRISCHE INHOUDSANALYSE 39 3.1. Inleiding 39 3.1.1. Combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethode 39 3.1.2. Legitimering van de casestudy qua ontwerp en tijdelijkheid 41 3.2. Kwantitatieve inhoudsanalyse: routineberichtgeving 42 3.2.1. Kwantitatieve inhoudsanalyse: wat en waarom 42 3.2.1.1. Validiteit en betrouwbaarheid 42 3.2.2. Methodologisch kader 43 3.2.2.1. Operationalisering concepten naar concrete variabelen 43 3.2.2.2. Steekproef 44 a) Theoretische bepaling van de steekproef 44 b) Empirische bepaling van de steekproef 44 3.2.2.3. Analyse-eenheid 45 3.2.2.4. Codeerafspraken 45 a) Codering op item (codeboek 1) 45 b) Codering op ‘gesluierde actor’ (codeboek 2) 46 3.2.3. Analyse 46 3.2.3.1. Data-analyse. Beschrijvende statistiek 46 a) Frequenties 46 b) Bivariate samenhang 47 3.2.3.2. Interpretatie van het materiaal 52 3.2.4. Overgang naar de discoursanalyse 54 3.3. Kwalitatieve inhoudsanalyse: crisisberichtgeving 54 3.3.1. Inleiding 54 3.3.2. Kritische discoursanalyse: wat en waarom 55 3.3.2.1. Discoursanalyse: overeenkomsten en verschillen tussen benaderingen 55 3.3.2.2. Kritische discoursanalyse 57 a) Uitgangspunten van CDA 57 3.3.2.3. Edward Said: discursieve strategie van ‘othering’ 61 a) De ‘ander’ wordt gerepresenteerd in een imaginaire tijd en ruimte 61 b) Het beeld van de ‘ander’ wordt geconstrueerd in systemen 62 c) Het beeld wordt via taal, communicatie en ideologie doorgegeven 62 3.3.2.4. Faircloughs kritische discoursanalyse 64 a) Drie dimensies van discours: tekst, discursieve praktijk en sociale praktijk64 b) Drie betekenissen van discours: actie, representatie en identificatie 64 3.3.2.5. Beeldanalyse 65 3.3.2.6. Validiteit en betrouwbaarheid 67 3.3.3. Methodologisch kader 67 3.3.3.1. Fairclough’s leessleutels 67 3.3.3.2. Conceptueel model: sensitizing concepts 67 a) Theoretische sensitizing concepts 68 b) Veldbetrokken sensitizing concepts 69 3.3.3.3. Selectie van empirisch materiaal 78 3.3.3.4. Datapreparatie en verantwoording analysebeslissingen 81 3.3.4. Analyse 81 3.3.4.1. Inleiding 81 3.3.4.2. Beweegredenen voor het sluieren in het journaal 82 a) Inleiding 82 b) Beweegredenen voor de sluier in de verschillende crisismomenten 82 c) Besluit 84 3.3.4.3. Discours 85 a) Inleiding 85 b) Het onderdrukkingsdiscours versus het emancipatiediscours 85 c) Gerelateerde en gecombineerde discours 87 3 d) Besluit 92 3.3.4.4. Representatie 93 a) Inleiding 93 b) Representatie van de moslimvrouw in het onderdrukkingsdiscours 93 c) Representatie van de moslimvrouw in het emancipatiediscours 100 d) Besluit 104 3.3.4.5. Identificatie van de moslimvrouw met beide discours 105 a) Inleiding 105 b) Identificatie van de moslimvrouw met het onderdrukkingsdiscours 105 c) Identificatie van de moslimvrouw met het emancipatiediscours 106 d) Actie in het onderdrukkings- en emancipatiediscours 108 e) Besluit 109 3.3.5. Conclusies van de discoursanalyse 112 4. BESLUIT 116 5. KRITISCHE REFLECTIES EN PISTES VOOR VERDER ONDERZOEK 119 6. BIBLIOGRAFIE 121 7. LIJST VAN BIJLAGEN 128 OVERZICHT SCHEMA’S, TABELLEN EN DISPLAYS Schema 1: grafische voorstelling van denkbeelden in het oriëntalistische en het alternatieve 24 discours 29 Schema 2: ‘circuit of culture’ (Verstraeten, 1998 gebaseerd op Larrain, 1994) 38 Schema 3: grafische voorstelling van de theoretische literatuurstudie 69 Schema 4: veldbetrokken dichotomieën binnen theoretische dichotomie 72 Schema 5: overzicht operationalisering emancipatie versus onderdrukking 75 Schema 6: overzicht operationalisering maatschappij-neutraliteit versus personen-neutraliteit 77 Schema 7: overzicht operationalisering radicalisme versus integratie Tabel 1-10: tabellen van kwantitatieve SPSS-bewerkingen: rapportage kwantitatieve analyse 47-52 Tabel 11: onderzochte crisismomenten m.b.t.het hoofddoekendebat in 2004 in 80 het VRT- journaal Display 1: macrodiscours in het hoofddoekendebat 92 Display 2: visualisering van het hoofddoekendiscours in het VRT-journaal 111 4 Voorwoord 0 VOORWOORD ‘The discourse of the veil is particularly pertinent today, when religious manifestations of Islam are increasingly viewed with suspicion and hostility’ Nadine Khalil Als moslimleek was het niet evident, maar des te interessanter om me in te werken in de materie van de islamitische hoofddoek. Het contact tussen verschillende culturen in Vlaanderen en in heel West-Europa, vooral dan tussen westerlingen en moslims fascineert, maar is tegelijk een delicate zaak geworden. Ik probeerde te begrijpen zoveel ik kon. Ik piekerde me suf over hoe ik termen zoals ‘moslimvrouw’ en ‘islam’ zo genuanceerd mogelijk kon benaderen. Nog meer moest ik wikken en wegen wanneer termen als ‘extremisme’, ‘radicalisme’ en ‘terrorisme’ in de literatuurstudie en in het discours opdoken. Ik vroeg me af wat kunstenares Zineb Sedira zich ook afvraagt: ‘How do I write about the subject of the veil in the West without worrying that my writing reinforces Orientalist fetishes, commodifying experience’ Zineb Sedira, essay ‘Mapping the Illusive’ (Bailey & Tawadros: 2003: 63) Maar ik heb het graag gedaan. Mijn dank gaat eerst en vooral uit naar mijn promotor Nico Carpentier. Zonder zijn bijsturingen en intellectuele beschouwingen had deze thesis niet in zijn huidige vorm bestaan. Ik wil ook graag Katleen De Ridder bedanken. Als moeder van het expertisecentrum TrefMedia1 verbonden aan het Minderhedenforum, was zij uiterst enthousiast over mijn werk. Haar deskundige hulp verschafte mij meer inzicht in de problematiek rond diversiteit in de media. Het gaf mij veel voldoening van haar te horen dat in dat domein nog veel werk te verzetten is en dat ik mijn kleine, bescheiden bijdrage hierin zeker kon leveren. En natuurlijk vergeet ik niet mijn vrienden. Mijn bijzondere dank gaat uit naar mijn tweelingzus Becky Verthé. Geboren met een zesde zintuig voor lay-out en met tal van andere kwaliteiten hielp ze me vaak vooruit. Verder wil ik Sevtap Özkutlu bedanken voor haar steun en de interessante repliek op mijn werkproces, Guy en Gudrun voor het nalezen, en uiteraard mijn lieve ouders en andere vrienden en vriendinnen om me op te beuren als dat nodig was. Dankjewel. 1 TrefMedia is het Trefpunt voor Media in Diversiteit. TrefMedia maakt deel uit van het Minderhedenforum. TrefMedia streeft naar evenredige participatie aan en accurate beeldvorming van etnisch-culturele minderheden in de mainstream media. Het Trefpunt brengt media en minderheden dichter bij elkaar door middel van netwerken, publiek debat en ontmoeting. Het vormt bovendien een aanspreekpunt in Vlaanderen dat informatie over media en diversiteit uit binnen- en buitenland verzamelt en verspreidt. Zie: www.trefmedia.be 5 Inleiding 1 INLEIDING De discussie over de positie van etnisch-culturele minderheden in Europa gaat de laatste jaren steeds vaker over de islam (Rath & Sunier, 1993: 1; Vanderwaeren, 2005: 3). De twijfel over de gelijkwaardige positie van de islamitische vrouw, de centrale figuur in ons onderzoek, is een deelaspect van die discussie. De wijze waarop westerse media deze onderwerpen neerzetten, roept vragen op over de motivatie die aan de westerse belangstelling voor islam en moslims ten grondslag ligt. Die belangstelling kan in ieder geval de emoties hoog doen oplopen bij de autochtone bevolking. Een rapport van de internationale journalistenbond getiteld Journalism, Civil Liberties and the War on Terrorism (White & Haeyes, 2005: 9) wijst erop dat westerse media het angstklimaat in verband met islam kunnen voeden: ‘The impact of negative media coverage of Arab and Muslim communities has contributed to much of the fear and uncertainty within the general population’. Maar ook aan moslimzijde blijkt men bijzonder gevoelig te zijn voor een evaluerende houding in de media die betrekking heeft op hun moslimidentiteit (Vanderwaeren, 2005: 3). De discussie over de islamitische identiteit wordt bijgevolg subjectief en emotioneel gevoerd: subjectief door niet-moslims, emotioneel door moslims (Alsulaiman, 1997: 148). Het hoofddoekendebat van het afgelopen jaar (2004) is een illustratie van die subjectieve, emotionele discussie. Die kwestie kwam uitgebreid aan bod in de Vlaamse media. Wij vonden het de moeite waard deze casestudy te onderzoeken op beeldvorming.