© foto: Raymond Lagae, 2016

In 1995 kreeg Jean-Pol te horen dat hij Sammy mocht tekenen. Hij ervoer het nieuws als een mirakel, een geschenk, een droom die werkelijkheid werd. Het kwam weliswaar in zijn ongelukkigste privéperiode, een dieptepunt waartegen Sammy het juiste medicijn bleek te zijn.

SNELLE BESLISSING Een dag later had Jean-Pol een contract met op Nadat Arthur Berckmans, alias Berck, te kennen gaf zak terwijl hij nog nooit een personage uit Sammy op pa- dat hij met pensioen zou gaan, zocht uitgeverij Dupuis pier had gezet. “Het was zodanig snel beslist dat ik me een tekenaar om de reeks over te nemen. Zonder mede- afvroeg of ik niet te weinig had gevraagd. Ik kon er niet weten van scenarist en Sammy-bedenker van slapen en overlegde met Cauvin. De dag erop bedon- had Berck de rechten op het grafische gedeelte van de gen we samen bij Dupuis een hogere prijs.” Jean-Pol ten reeks aan Dupuis verkocht. Daardoor was Sammy voor voeten uit, een zoveelste bewijs dat hij een uitstekend on- de helft het eigendom van de uitgeverij geworden en derhandelaar is en zich niet zomaar bij de feiten neerlegt. had die in samenspraak met Cauvin medezeggenschap “Het risico was ook dat ik buiten kon vliegen.” In dit geval over wie de reeks als tekenaar zou opvolgen. was die vrees ongegrond. Uiteraard dacht men aan Jean-Pol, maar men redeneerde ook dat hij er geen tijd voor zou hebben door zijn drukke HET HUIS VAN FRANQUIN werkzaamheden voor Studio 100 en Nikkel, wat ook het Sammy kwam op het ideale moment. Jean-Pol zat in een geval was. In België en Frankrijk vond Dupuis geen ge- zware echtscheiding verwikkeld en moest inderhaast schikte kandidaten. Ook de tekenaars die hun versie van een nieuwe woonplaats zoeken. “Ik had een huurappar- Sammy aan nota bene Jean-Pol kwamen tonen en die ze tement in Heverlee gevonden. Ik wist niet meer wat ik daarna doorstuurden naar Dupuis voldeden niet. Intussen moest doen, ik was radeloos. Het was een mirakel om vielen de Canadese animatieprojecten rond Nikkel in het Sammy te mogen overnemen, mijn redding, mijn beste water. Dat was een zware opdoffer voor Jean-Pol (zie vori- medicatie. Sammy voor Cauvin mogen tekenen, was een ge integrale). Ondertussen was er voor Sammy nog steeds geschenk. De serie liep internationaal en ik kreeg een ze- geen opvolging gevonden. Jean-Pol zag zijn kans schoon kerheid voorgeschoteld van minstens tien jaar met jaar- en belde naar Berck en daarna naar Cauvin, die hij al ken- lijks een album in een hoge oplage met overal publicaties de door diverse signeersessies en strip festivals, om hem en vertalingen tot in Scandinavië. Het was mijn droom zijn kandidatuur voor te stellen. Cauvin was opgelucht. om voor Dupuis te werken, het huis van Franquin, en

3 sammy

Jean-Pol en Raoul Cauvin signerend op een stripfestival in Antibes (2000).

dat is me dankzij die heb integendeel nooit overname gelukt.” kritiek gekregen van De moeilijkheid om Franse journalisten. Sammy te tekenen zonder de personages in de vingers te Ze wisten zelfs niet dat er iemand anders de reeks hebben, raakte snel opgelost. “Ik heb me er als een werk- tekende, zo gelijkend was de tekenstijl.” paard op gestort. Ik had na al die jaren ervaring al een De overname verliep vlot en het publiek erkende de goede bagage om eraan te beginnen. Dagen en nachten kwaliteiten van Jean-Pols werk. Lezers schreven zelfs heb ik aan de telentafel doorgebracht. Sammy en Jack dat het nu nog beter was. “Ik kocht vroeger zelf de al- kwamen stilaan tot leven. Ik was er klaar voor. Ik ben bums van Sammy en ik vond ze heel sterk. Dat ik de toen begonnen met een spectaculaire auto scène op de eer- reeks ooit zou tekenen, had ik nooit durven vermoeden.” ste plaat en ik was vertrokken.” Het verdriet om de scheiding betekende voor Jean-Pol TWEE WALLETJES een katalysator om zich in het tekenen vast te bijten, Er was trouwens al vroeger een gemeenschappelij- net zoals vroeger wel vaker het geval was in moeilijke ke factor tussen beide tekenaars Berck en Jean-Pol. periodes van zijn leven. “Het was wel een heel druk- “Op zekere dag kreeg ik bezoek van Hurey (Hugo de ke regeling om mijn andere lopende opdrachten op tijd Reymaeker) met de vraag of hij Kramikske mocht klaar te krijgen. Eigenaardig, maar op die momenten inkten. Hij vroeg er wel bij dat het niet kenbaar zou kon ik feitelijk beter tekenen omdat ik me kon uitleven gemaakt worden. Stiekem heeft hij hetzelfde aan Berck aan de tekentafel. Ik zat in mijn studiootje waar ik met voorgesteld om voor hem Sammy te inkten.” Zonder dat rust gelaten werd. De toekomst zag er goed uit.” de tekenaars het van elkaar wisten, inktte Hurey zo’n zes maanden de strip reeksen van beide tekenaars en VLOTTE OVERNAME at hij van twee walletjes, Kramikske én Sammy. “Dan “Met mijn eerste drie platen van Sammy ben ik zoals kreeg ik telefoon van Berck. Hij vroeg me op de man af afgesproken naar de redactie van Spirou in Marcinelle of Hurey meewerkte aan Kramikske. Ik bevestigde dat gegaan. De vuurdoop zoals we dat noemen. Eerst en nietsvermoedend. Hij werd woedend en riep tegen me: vooral waren ze verbaasd dat ik de Franse taal mach- ‘Je moet ’m niet van me afpikken, Jean-Pol! Hij is de tig was. De rest is geschiedenis... Alles verliep prima. laatste maanden regelmatig te laat met het leveren van Gelukkig, want het was toch een hele uitdaging om een zijn platen voor Sammy.’ Ik schrok me een ongeluk en al lang lopende, bekende reeks over te nemen. Ik wist zei hem kordaat dat ik hetzelfde probleem had met zijn dat de media mijn werk kritisch zou bekijken, maar ik platen voor Kramikske. Ik kreeg het dus aan de stok

Een scène met machinegeweervuur. Uit Sammy? Toch niet, uit Kramikske 19: Het Hik-goedje (1991) dat een bewerking is van het Annie en Peter-verhaal De Vliegende “Polluter” (1985).

4 Allereerste publicatie van Sammy door Jean- Pol voor de brochure van het stripfestival van Rochefort in 1995 waar striptekenaar Dany de eregast was. Het scenario van deze gag is van de hand van Yvan Delporte en Raoul Cauvin.

CANADA Dankzij de internationale publi- catie van Sammy raakte Jean-Pol verder dan hij ooit tevoren was ge- weest. “Mijn verste bestemming was Canada om er te gaan signeren, ge- subsidieerd door de Waalse overheid, samen met Janry, de tekenaar van De Kleine Robbe.” Jean-Pols vlieg- tuigticket werd weliswaar niet be- taald omdat hij een Vlaming was. “Dat veroorzaakte een schandaal bij Dupuis. Ze vonden dat ik daar recht op had omdat ik voor Spirou tekende met een Franstalige scenarist en met een verkoop in het Frans. Toch hield de Waalse regering het been stijf en weigerde ze te betalen. In Canada be- slisten ze dan om zelf het budget op te hoesten en ging de storm liggen. Bij Dupuis heb ik nooit problemen ondervonden omdat ik een Vlaming was. Integendeel, daar werd ik zelfs met Berck, maar ik was helemaal niet op de hoogte van meer gevierd dan hier het geval was. Berck en ik werden Hurey’s plannen. Hij heeft het niet correct gespeeld te- als Vlamingen wel gewaardeerd als noeste werkers en genover ons.” Kort daarop was Hurey door beide teke- omdat we stipt waren met ons werk. Daar kon men op naars ontslagen. rekenen.”

BIJ BENADERING CENSUUR Jean-Pol houdt van actie en die kreeg hij met Sammy In een ander specifiek geval stond Jean-Pol op zijn bij de vleet. Bovendien tekende hij graag decors, wagens strepen. In het verhaal Lady “O” tekende Jean-Pol een en machinegeweren uit de jaren 1920. Die oude wagens meisje in bad dat nauwelijks een bloot tepeltje verhult vormden voor Jean-Pol dus geen obstakel. Dergelijke old- terwijl Jack Attaway de badkamer binnenstapt. Voor timers kwamen al voor in Annie en Peter en Kramikske. de voorpublicatie in Robbedoes/Spirou werd dat tepel- “Voor Sammy heb ik nooit modellen getekend die be- tje weggeretoucheerd, zeg maar gecensureerd. Jean- staan. Ze hadden iets van een Ford, maar als ik kop- Pol zag het pas toen hij het weekblad in handen kreeg. lampen mooi vond van een ander merk, zette ik die er Robbedoes was voor een jeugdig publiek bestemd en gewoon op. Ik heb geen enkele auto nagetekend. Voor de daar moest voorzichtig mee omgesprongen worden. wagen van Sammy ben ik wel naar het automuseum in “Ik heb me daar vriendelijk bij neergelegd tot er twee of Brussel geweest om een model uit te kiezen, maar ik heb drie weken later een gag van De Kleine Robbe in stond dat uiteindelijk compleet herwerkt. Ik kan niet tekenen met een paar volledig blote borsten van hier tot ginder. naar foto’s. Eddy Ryssack had me al geleerd dat ik docu- Ik belde meteen naar Dupuis om te zeggen dat ik daar mentatie eerst grondig moest bestuderen door het goed niet mee akkoord ging. Janry mocht dat wel en ik niet? te bekijken en daarna weg te leggen. Een tekenaar moet Ik eiste dat het tepeltje in de albumversie wél te zien leren observeren en opslaan in zijn brein.” zou zijn, wat ook gebeurde.”

5 bakkersgast te gast

In de reeks Kramikske vallen veel knipoogjes naar andere stripfi guren en striptekenaars te ontdekken. Af en toe duikt Kramikske of zijn geestelijke vader Jean-Pol op in andere stripreeksen. Een bloemlezing van deze gastoptredens.

In het eerste album van Robedoes Special is Kramikske te zien als een Zuid-Franse bakkersknecht van “boulangerie Le Cramique”. © Charel Cambré en Marc Legendre, Dupuis, 2017.

Voor Paniek in Stripland, het eerste album met Tom Boudens stripfi guren Kroepie en Boelie Boemboem, tekende Jean-Pol zijn eigen Kramikske, meer bepaald als een bejaarde versie. Hij woont in een rusthuis, samen met andere stripfi guren op leeftijd. Ook kabouter Plop, getekend door Wim Swerts, vertolkt een gastrolletje. © Tom Bouden en Jean-Pol, Uitgeverij Nouga, 2008.

In De Psy deel 4 behandelt de psychiater patiënt Bex (in werkelijkheid Jean-Pol) die uit de bol gaat bij elke vrouw die hij ziet. © Bédu en Raoul Cauvin, Dupuis, 1996.

14 Voor het speciale album Bij Fanny op Schoot tekenden diverse tekenaars hun eigen stripfi guren die te gast waren in de talkshow van Fanny Kiekeboe. Kramikske wordt vergezeld door zijn lijfwachten uit de reeks Sammy. © Merho en Jean-Pol, Standaard Uitgeverij, 2005.

In tientallen albums van F.C. De Kampioenen, vooral in de beginperiode, is Jean-Pol de zaak- voerder van het chique restaurant Comme chez Jean-Pol. Op de cover van deel 48, De Jobhopper, is Kramikske te zien als uithangbord van een bakkerij. © Hec Leemans, Standaard Uitgeverij.

15 de delen 16 tot 21 1991 uitgewerkte synopsis/scenario: Jean-Pol medewerker decor/inkt: Dirk Stallaert inkleuring: Studio Leonardo

Uit het museum van Winkelse wordt de kostbare Triolet-diamant gestolen. Kramikske houdt de dief tegen, maar de diamant wordt niet gevonden. Een handlanger is ermee vandoor. Kramikske en Bieke vinden dat sujet verdacht en zetten de achtervolging in...

MUSEUM Jean-Pol is zelf niet zo’n grote bezoeker van musea en Het verhaal opent in een museum met elementen die ver- tentoonstellingen. “Een kwestie van tijd en interesse”, trouwd zullen zijn voor stripliefhebbers. Het BCB-museum legt hij uit. Twee uitzonderingen zijn Autoworld, het auto- in Winkelse is geïnspireerd op het Belgisch Stripcentrum museum in het Jubelpark, en het Koninklijk Museum van in Brussel dat in 1989 de deuren opende onder de naam het Leger en de Krijgsgeschiedenis er recht tegenover. Belgisch Centrum voor het Beeldverhaal, het BCB dus. De reden is niet ver te zoeken. Jean-Pol interesseert zich Trappen, pilaren en andere architecturale elementen in grote mate voor al wat technisch is, van auto’s, vlieg- met veel krullen zijn in de art nouveau uitgevoerd. De tuigen, tanks en locomotieven tot mechaniek in alle soor- Belgische architect Victor Horta (1861-1947) was een van ten en maten. In Autoworld nam hij nog foto’s van een de grootste vertegenwoordigers van die kunststroming. oldtimer die hij voor Sammy kon gebruiken, maar uitein- Hij ontwierp in 1903 het Waucquez-warenhuis waar delijk deed hij liever een beroep op zijn fantasie. later het Belgisch stripmuseum onderdak vond. Hergés rechterhand Bob De Moor vond het leegstaande waren- VERVELENDE GSM huis een geschikt pand voor een gepland Hergé-museum. In De Zondagspiraat (zie vorige integrale) was er al een Hergé stelde vervolgens voor om het museum niet alleen zonnebadend, topless meisje te zien. In De Gepeperde aan hem te wijden. Op de halve pagina 80 kan je Bob De Paraplu (strook 73) vliegt Zulma voorbij het raam van Moor links in de strook zien. Hij berispt zijn zoon Johan, een slaapkamer waar een koppeltje naakt de liefde be- zelf ook een striptekenaar, die in de kleren van Kwik uit drijft. Jean-Pol en Dirk Stallaert glipten dit er stiekem Hergés reeks Kwik en Flupke, is uitgedost. In 1989 wer- tussen zonder dat de directie van de krant Het Volk het den Ryssack en De Moor samen directeur van het strip- doorhad. Een bewijs te meer dat men van hogerhand de museum. In 2016 wijdde het Belgisch Stripcentrum een strip niet las. grote overzichtsexpo aan Jean-Pol (zie pagina 20). Dat Zulma molenwiekend met haar staart kan vliegen, is geen nieuw gegeven in de stripreeks. Dergelijke vondsten kwamen de auteurs goed uit om de personages uit de pena- rie te helpen. “Ze is zoals Jerommeke, je moet die achter de hand houden. Nu heb je wel gsm’s en andere gadgets, maar die zijn vervelend om te gebruiken in een stripverhaal. Je moet dan trucs bedenken als een platte batterij of geen bereik om het spannend te houden. In de tijd van Kramikske hadden we dat allemaal niet. Gelukkig maar...” In de straat van het BCB-museum in Winkelse zijn links Bob De Moor en zijn zoon Johan (als Kwik) te herkennen.

22 Portfolio diverse

De voorraad illustraties die Jean-Pol voor diverse promotionele doeleinden met Kramikske tekende, is schier eindeloos. Op deze en de volgende pagina’s vind je een laatste selectie.

Illustratie voor een copycenter in het Leuvense.

Kalender voor het olympisch jaar 1984. Enkel bakkers die met producten van Ceres werkten, kregen deze kalender.

28 Bovenstaand ontwerp diende voor meerdere toepassingen. Op een polyester plaquette in 3D konden bakkers hun aanbod met specialiteiten aan hun klanten communiceren. De illustratie kwam ook van pas voor een kartonnen stand-up met vooruitstekende bak waarin dagvers brood kon gelegd worden. In 2010 sierde de illustratie de cover van een themanummer over Jean-Pol voor het halfjaarlijkse tijdschrift Patakon naar aanleiding van de tentoonstelling 40 jaar Kramikske in het Bakkerijmuseum van Veurne. Patakon is een tijdschrift over bakerfgoed, uitgegeven door vzw bakkerijmuseum Walter Plaetinck Zuidgasthoeve.

29