Geologie Langs De Geul

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Geologie Langs De Geul Afbeelding 1. | De Zyklopen- steine zijn zandsteenblokken die stammen uit het Boven-Krijt. Geologie langs de Geul & Els Weertz In de bezochten het Geuldal Jan Weertz afgelopen jaren we regelmatig en zijn omgeving Eendrachtstraat 13, 3784 KA in Nederland. Geul door België en De stroomt gebieden met gesteenten Terschuur, 0342 462723 uit meerdere die geologische perioden. Op diverse locaties zijn gesteen- [email protected], ten goed te bekijken. Naast een korte geologische uitleg komen de vrij WWW.DEBELEMNIET.NL goed toegankelijke plekken en het gebruik van diverse gesteenten in dit artikel aan bod. De Geul van zich bron tot monding laat als een geologisch boek lezen. Afbeelding 2. | Tussen de kolen- kalksteen van Auberge zur Geul bevindt zich een enkel blok moerasijzererts. 284 Grondboor & Hamer het het Van brongebied in Duits-Belgische grensgebied ten zuiden van Aken tot aande monding in de Maas in Nederland, 58 kilometer verderop, stroomt de uit Geul door een gebied met gesteenten verschillende geologische perioden. Tijdens de tocht vanaf de bron doorBelgië heeft derivier zich in afzettingen uit de In het Krijtperiode ingesneden. België en eerste stukje van Nederland is de in de eronder Geul ook liggende Paleozoïsche gesteenten ingesneden. Hierbij het gaat om mariene afzettingen uit het Devoon enCarboon. Tijdens de Varistische gebergtevorming, die vooral aan het eind van het Carboon een belangrijke rol in speelde, ontstonden deze Paleozoïsche gesteenten deformaties. Hierdoor wisselen afzettingen uit het Boven-Devoon, Onder-Carboon enBoven-Carboon in In elkaar dat af. het Nederlandse van het gedeelte regelmatig gedeelte gebied Afbeelding 4. | De ‘leien’ onder waardoor de Geul valt dat de stroomt, op, gesteenten naar de toe steeds monding kasteel Eulenburg. Dit door jonger worden. komt een nog steeds voortdurende kantelbeweging die het gebied sinds de tweede helft van het Cenozoïcum in noordwestelijke richting maakt. betekent dat de Dit rivier niet alleenmet steeds recentere Krijtafzettingen het zompige bos. En inderdaad, water te maken krijgt, maar dat we in zijn omgeving ook Tertiaire en zelfs Kwartaire lijkt hier overal vandaan te komen. kunnen aantreffen. De bodem is afzettingen erg nat en op meerdere plekken groeit pitrus, een wilde plant van de Geul die Belgisch gedeelte van eenvochtige omgeving houdt. We onze tocht de Geul de Ook vinden we kleine beginnen langs bij Duits-Belgische grensovergang er water- waar we aan de Aachener StraBe in Duitsland in die door Köpfchen, parkeren en België stroompjes stilletjes het bos kabbelen. Meerdere van dergelijke stroompjes zullen verderop de Geul De dit gaan vormen. zompigheid van gebied is overigens niet zo vreemd want aan de basis van de Formatie van Aken bevinden zich kleien die ervoor dat het niet verder zorgen water kan wegzakken. Hauset zo’n ligt maar twee kilometer in vogelvlucht van de Zyklopensteine verwijderd. De Geul is er al een echt riviertje geworden. De straat die hier de parallel aan rivier loopt, heet heel toepasselijk GöhlstraBe. Op de hoek deze van straat met de KirchstraBe ligt Auberge zur Geul. Men is erin geslaagd om denaam van deze horecagelegen- Afbeelding 3. | het heid liefst Groeve met gesteente uit Carboon langs de Geul ten maar drietalig te maken: zuiden Duits Voor van Hergenrath. Frans, en Nederlands. ons is de bouwsteen ervaninteressanter. Het is de typisch grijze kalksteen uit Na enige honderdenmeters links een als kolen- lopen. gaat weggetje (Privatweg; er hangt het Onder-Carboon die we “Grenzrouten tussen in kalksteen een bordje Köpfchen 1”) de weilandendoor de richting van kennen. Het gebruik van deze het bos. In hetbos 955 linksaf al de bij grenspaal liggen meteen Zyklopensteine (Afb. 1). bouwsteen in Hauset is niet zo vreemd; de directe ondergrond bestaat immers De bestaan uit 50 uit Zyklopensteine een groep van zo’n zandsteenblokken het uit gesteenten uit het Onder-Carboon. Het hier om de Boven-Krijt (Santonien). gaat afzettingen uit Formatie van Aken, die een aantal in de in bermen holle op plaatsen omgeving van wegen te zien De is tot 40 zijn. formatie zo’n 30 meter dik en bestaat voornamelijk uit kwarts- zanden. Deze witte zandenkunnen door de plaatselijk aanwezigheid van ijzer bruin deel geel tot gekleurd zijn. Een van die zanden raakte in het geologische verledenverkit, waardoor zandsteen ontstond. Deze zandsteen kwam door latere erosie uit de zanden vrij en verviel daarbij in kleinere brokken, die vaak meerdere kubieke meters groot zijn, zoals de Zyklopensteine. Ergens in deze omgeving moet de bron van de Geul ontspringen. Maar zowel de literatuur als de boswachter die daar niet Belgische we naar vragen, zijn het over de exacte locatie eens. Hier en daar lees dat de Geul in de Afbeelding 5. | De in je ontspringt gesteenten kelder van een de boswachter is er echte bron. In dit de oude onder de boerderij. Volgens geen groeve spoorbrug bij treedt overal water als uit een dat zich in Moresnet enkele gebied spons tevoorschijn vervolgens waren jaren geleden kleine verzamelt de Geul stroompjes en zo uiteindelijk vormt. We verkennen zelf nog goed zichtbaar. NUMMER 3 - 2012 285 Wel is de niet opvallend aanwezigheid van op dolomiet druppelt, gaat het nauwelijks tot bruisen, bij kalksteen bruist een enkel blok het echter dit laatste: moerasijzererts tussen volop. In ons geval gebeurt we zien eenbehoorlijk bruisend de kalkstenen de Dat dus We van Auberge (Afb. 2). zoutzuur. wijst op kalksteen. Vreemd! zoeken verdernaar de oplossing in en ontdekken elders de literatuur dat dit zogenaamd “dolomie de la Vesdre” Voor de bouw van de niet alleen uit ook uit in neogotische dolomietgesteente bestaat, maar enige mate gedolomiti- Genoveva in St. Rochus- und Kirche seerde kalksteen. Dit verklaart het resultaat van de zoutzuurproef. Hauset is net als bij de Auberge kolen- kalksteen uit het Onder-Carboon Over de de brug buigen we linksaf, weg Schnellenberg in, waar met een wegwijzer Als het de Even gebruikt. we gesteente van Rochuskapelle aangegeven staat. verder ligt aan de linkerkant aan het zien dichtbij bekijken, we er overal eind van een smal pad de kapel. Links van dit pad stroomt de GrünstraBerbach, fossielen in zitten, vooral brachiopoden die bij de Rochuskapelle uitmondt in de Hohnbach (ook wel Lontzenerbach koralen. de kalkstenen en Naast grijze genoemd). Een klein stukje verder (even voor de brug bij Krickelstein) stroomt deze kerk het beide in de In uit 17 e treffen we bij andere bouw- water van beekjes Geul. de het begin van de eeuw Zo zien het harde stammende Carbonische Devonische stenen aan. te zijn Rochuskapel zijn en gesteenten verwerkt, onder zandstenen. Ook dit soort gesteente zit andere kolenkalksteen. Of we dat zeker weten en of het toch niet om hier in de bodem. Zowel het Devoon als dolomiet gaat? We hebben de zoutzuurproef maar niet uitgevoerd want bij het Boven-Carboonleveren wordt dat niet in dank km bij Hauset gebouwen je waarschijnlijk afgenomen. Op circa 3 a 4 harde zandstenen. Een belangrijk deel loopafstand van de kapel bevindt zich een dichtgemetselde mijningang van de van de bouwstenen die de kerk Vieille Deze de Moresnetter bij zijn zinkmijn Montagne (Altenberg). mijn ligt op gebruikt, is afkomstig uit een plaatselijke groeve: de Gemeindesteinbruch. Ten zuidenvan Hergenrath gaan we de Hammerweg (Rue du Marteau) in, dit de Geul is evenlangs stroomopwaarts. Dit weggetje leidt naar een natuur- camping. Na enkele honderden meters zien we links, aan de overkant van het een verlaten Helaas riviertje, groeve. kunnen niet deze we dichterbij groeve komen om de gesteenten goed te Daarvoor bekijken. zouden we namelijk de Geul moeten oversteken. Volgens de geologische kaart hebben we met uit het Carboon maken. gesteenten te Vanafafstand lijken het de kolenkalk- stenen die we eerder al als bouwsteen in Hauset tegenkwamen. Dat grote stukken van het gesteente op afstand Afbeelding 6. | Kolenkalksteen uit het Onder-Carboon langs het pad bij roodbruin van kleur lijken, komt Rue du Village 21 in Moresnet. doordat verweringsleem die bovenop het gesteenteligt als een dunnesaus over de kalksteen is heengelopen (Afb. 3). Wij volgen de Geul verder stroomaf- waarts, via Neu Moresnet in derichting van Kelmis (La Calamine). Bij het gehucht Krickelstein (langs de N3 aan het de zuidwestelijkc kant van dorp Kelmis) passeren we de Geul weer. De rivier staat met zowel zijn Duitse als Franse Göhl naam aangegeven: en La Gueule. Net vóór de brug, aan derechterkant de Lütticher van StraBe, ongeveer 285 achter tegenoverhuisnummer ligt wat bomen en struikgewas eenwand die onze bestaat uit volgens gegevens grijs dolomietgesteente uit het Onder- Carboon (Tournaisien). Omdat dit veel de al eerder gesteente erg op kolenkalksteen Afbeelding 7. | Uitzicht het dal de Geul genoemde lijkt, voeren op van en het spoorwegviaduct bij we een zoutzuurtest uit. Als je zoutzuur Moresnet. 286 Grondboor & Hamer mijnlocatie (site calaminaire) aan de Rue du Casino. De lood- en zink- is winning al lang verleden tijd maar tussen de planten en bomen duiken her en der nog overblijfselen op. We zien er bijvoorbeeld restanten van oude zinkovens (Afb. 9). Minder zichtbaar zijn de resten van zware metalen, zoals zink, in debodem. Dankzij die zware metalen komenwe eenbijzondere Het is flora tegen. zinkviooltje wel de meest bekende plant van deze flora. Het heeft zich aangepast aan de over- maat aan zink in de bodem. Van april kunnen het totjuli we op graslanden langs deGeul zien bloeien. De lood- en zinkertsen dievoor de mijnbouw in het gebied verantwoordelijk waren, komen vooral voor in dekalkstenen Afbeelding 8. | De laag met brandlei is goed in het gesteentepakket te zien uit het Onder-Carboon. Naast deze (Rue du Casino in Plombières). locatie ten zuidenvan Plombières onder andere de al kennen we eerder genoemde mijn Vieille Montagne kolenkalksteen het Onder-Carboon verder de Storing waar uit verertst is. Wat (Altenberg) en de mijn Schmalgraf bij weg Schnellenberg in, tot voorbij de Country Club liggen op de braakliggende La Calamine (Kelmis).
Recommended publications
  • Pilot Project for the Definition of Environment-Friendly Measures To
    European Commission - DG Environment Walloon Regional Government Province of Limburg - The Netherlands Province of Limburg - Belgium Waterboard Roer & Overmaas 3LORWSURMHFW IRUWKHGHILQLWLRQRIHQYLURQPHQWIULHQGO\PHDVXUHV WRUHGXFHWKHULVNIRUIODVKIORRGV LQWKH*HXO5LYHUFDWFKPHQW %HOJLXPDQGWKH1HWKHUODQGV B4-3040/97/730/JNB/C4 by S. Dautrebande, J.G.B. Leenaars, J.S. Smitz & E. Vanthournout (eds.) May 2000 European Commission - DG Environment Walloon Regional Government Province of Limburg - The Netherlands Province of Limburg - Belgium Waterboard Roer & Overmaas 7$%/(2)&217(176 5SCENARIO DEVELOPMENT .......................................................................................................... 59 5.1 INTRODUCTION........................................................................................................................... 59 5.2 APPROACH ................................................................................................................................. 59 5.3 IDENTIFICATION OF ALL POTENTIAL MEASURES ......................................................................... 60 5.4 GROUPING OF MEASURES ........................................................................................................... 60 5.5 RANKING OF MEASURES PER ‘MODEL-BASED’ GROUP ................................................................ 61 5.6 SELECTION OF SCENARIOS TO BE USED IN THE STUDY ................................................................ 62 +<'52/2*,&$/678'< 6.1 INTRODUCTION..........................................................................................................................
    [Show full text]
  • Holocene Alluvial Sediment Deposition in Contrasting Environments in Northwestern Europe
    298 Sediment Dynamics in Changing Environments (Proceedings of a symposium held in Christchurch, New Zealand, December 2008). IAHS Publ. 325, 2008. Holocene alluvial sediment deposition in contrasting environments in northwestern Europe B. NOTEBAERT & G. VERSTRAETEN Department of Earth and Environmental Sciences, K.U. Leuven, Celestijnenlaan 200E, B-3001 Leuven, Belgium [email protected] Abstract The total mass of Holocene alluvial sediment storage was estimated for three Belgian catchments (Dijle, Gulp and Amblève), with areas ranging between 47 and 1070 km2. The Dijle and Gulp catchments have comparable, rather intensive, land-use histories, while the land use in the Amblève catchment is less intensive and developed more recently. Topography is more pronounced in the Amblève catchment and more gentle in the Dijle catchment. In total, 1070 hand augerings were made to study fluvial deposition at 96 cross-sections across the flood plain. Average flood-plain deposition masses for the different catchments were calculated at different spatial scales. The results show that alluvial sediment storage is much higher for the Dijle catchment (464 103 Mg/km2 catchment area) compared to the Gulp (128 103 Mg/km2) and Amblève catchment (33 103 Mg/km2). Comparison with other data from West European catchments shows that alluvial sediment storage is much larger for the Dijle catchment, while that for the Amblève is very low. These differences between catchments can be attributed to their land-use history. Land use plays a role in both the soil erosion rates and in the sediment transport towards the fluvial system. Radiocarbon dating results for the Dijle flood plain indicate that major changes in land use are responsible for changing flood plain sedimentation.
    [Show full text]
  • Discharge, Distance to the Source, and Floodplain Geometry
    Sediment and the Environment (Proceedings of the Baltimore Symposium, May 1989) IAHS Publ. no. 184, 1989. Metal dispersal in the fluvial system of the River Geul: The role of discharge, distance to the source, and floodplain geometry H. Leenaers Department of Geography, State University of Utrecht P.O. Box 80. 115, 3508 TC Utrecht, The Netherlands M. C. Rang Department of Works, Province of Limburg P. O. Box 5700, 6202 MA Maastricht, The Netherlands ABSTRACT Due tö mining activities in the past, the floodplain soils of the river Geul are severely polluted with heavy metals, especially lead, zinc and cadmium. In the present situation, two active sources of heavy metals are recognized. Older floodplain sediments, which have been contaminated by the disposal of solid waste, are reworked and continue to function as a major source of heavy metals during floods. Erosion and leaching of spoil heaps that are still present along the channel and on the river banks are additional sources of heavy metals. As a result of an increased activity of these sources during flood events, for at-a-station measurements only a weak nega­ tive relation was found between river discharge and metal concentra­ tions of suspended sediments. However, downstream observations rêveal an exponential decay of metal concentrations that is due to dilution with relatively clean bed, bank and hillslppe material. Moreover, differences in geochemical mobility and specific density may cause ; metal-specific decay rates during low flow conditions. During flood events suspended sediments are deposited in the floodplain area. Local floodplain characteristics such as inundation frequency and geomorphology reflect a spatial pattern of soil pollution that con­ sists of local deviations from the general, exponential decay pat­ tern.
    [Show full text]
  • Complete Dissertation
    VU Research Portal Human impact on Holocene catchment development and fluvial processes - the Geul River catchment, SE Netherlands de Moor, J.J.W. 2007 document version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in VU Research Portal citation for published version (APA) de Moor, J. J. W. (2007). Human impact on Holocene catchment development and fluvial processes - the Geul River catchment, SE Netherlands. Print Partners Ipskamp. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. E-mail address: [email protected] Download date: 28. Sep. 2021 Human impact on Holocene catchment development and fluvial processes – the Geul River catchment, SE Netherlands J.J.W. de Moor 1 This research was carried out at: Vrije Universiteit Faculty of Earth and Life Sciences Department of Palaeoclimatology and Geomorphology De Boelelaan 1085 1081 HV Amsterdam The Netherlands This project was partly funded by the European Union Interreg III-A program of the Euregio Maas-Rhine (contract number EMR.INT 06.02 – 3.1.28).
    [Show full text]
  • Metal Inventory of the Floodplain of The
    Geophysical Research Abstracts Vol. 13, EGU2011-10371, 2011 EGU General Assembly 2011 © Author(s) 2011 Metal inventory of the floodplain of the mining-impacted Geul River, The Netherlands Marcel van der Perk (1), Veronica Arribas Arcos (1), Laura Miguel Ayala (1), Hans Middelkoop (1), and Björn Scheepers (2) (1) Utrecht University, Department of Physical Geography, Utrecht, Netherlands ([email protected]), (2) CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V., Maastricht, The Netherlands The Geul River, a 60 km long tributary in the southern Netherlands and eastern Belgium, has long been impacted by historic mining activities in its headwaters. Zinc (Zn) and lead (Pb) mining took place since Roman times and reached its peak in the late 19th and early 20th century until the mines closed in the 1920s. This has resulted in widespread contamination of the floodplain due to overbank deposition of contaminated sediments. This study aims to quantify the total metal inventory of the approximately 20 km long Dutch section of the Geul River flood- plain between Cottessen at the Belgium-Dutch border (50˚45´25´´N, 5˚56´09´´E) and Meerssen (50˚52´35´´N, 5˚46´11´´E). For this purpose, 74 1.7 m - 2.5 m deep corings (5 cm diameter) were conducted distributed over nine transects. The cores were sampled every 10 cm. The resulting 1248 soil samples were air-dried, homogenised, and analysed for Zn and Pb using a Thermo Fisher Scientific Niton® XL3t-600 handheld XRF analyser. The metal inventory at each coring location was calculated by the sum of the product of the metal concentration, soil bulk den- sity, and depth increment (0.1 m).
    [Show full text]
  • Nitrate Concentrations in the Gulp Catchment: Some Spatial and Temporal Considerations
    I l ACTA GEOLOGICA HISPANICA, v. 28 (1993), nq-3, p. 65-73 Nitrate concentrations in the Gulp catchment: some spatial and temporal considerations H.A.J. VAN LANEN, M. HEIJNEN, T. DE JONG & B. VAN DE WEERD Department of Water Resources, Agricultura1 University, Nieuwe Kanaal 11, 6709 PA Wageningen, ihe Netherlands ABSTRACT unconfined chalk aquifers. In one well field, i.e. IJzeren Kuilen, the NO3- concentration has increased from 15 in a chaik catchrnent in the Belgium-Dutch boundary region the mgP in 1955 to about 40 mgP in the late 1980's. The median N03- concentration was 30 mg/l in 1991. Groundwater in wells, which are mostly located close to the villages, is more polluted N03- concentration is expected to exceed the maximum than spring water of surface water from the Gulp brook. Median N03- allowable concentration of 50 mgP in the early 2000's concentrations were 39, 22 and 17 mgll, respectively. Since 1980 ti- in spite of possible nitrogen reduction measures me-series of N03- from two gauging stations in the Gulp brook have (Juhász-Holterman et al., 1989). The NO3- concentra- showed a distinct seasonal pattern. in wet penods (winter), when the tion of extracted groundwater does not continuously in- discharge is higher, the nitrate concentration also is higher (30-35 mg N03-A), whereas in dry penods the opposite occurs; i.e. lower dis- crease, but is related to groundwater recharge. The NO3- charge and nitrate concentrations (10-15 mg N03-A). The positive co- concentration significantly increases when wet years rrelation between the discharge and the N03- concentrations cannot with a high groundwater recharge occur.
    [Show full text]
  • Experiencing Aachen's Hidden Streams
    Experiencing Aachen’s hidden streams A research and design(ing) into the visual experiences of three valleys in and around Aachen REPORT By Rachel Backbier Master thesis Landscape Architecture Wageningen University July 2017 II Experiencing Aachen’s hidden streams A research and design(ing) into the visual experiences of three valleys in and around Aachen Master thesis report MSc Landscape Architecture, Wageningen University Rachel Backbier 910105 025 050 Wageningen, July 2017 Supervisors Dr. Ir. Ingrid Duchhart (Wageningen University) Kevin Raaphorst MSc (Wageningen University) External supervisor Ir. Jhon van Veelen (Landschap in Verandering) Prof. Dr. Ir. Adri van den Brink (Examiner) (Wageningen University) Dr. Ir. Marlies Brinkhuijsen (Second reviewer) (Wageningen University) III Colophon Rachel Backbier [email protected] All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without prior written permission of either the author or the Wageningen University Landscape Architecture Chair group. This publication is written as a final master thesis in landscape architecture by order of the chair group of landscape architecture at Wageningen University. Landscape Architecture Chair group Phone: +31 317 484 056 Fax: +31 317 482 166 E-mail: [email protected] www.lar.wur.nl Postal address Postbus 47 6700 AA Wageningen The Netherlands Visiting address Gaia, building number 101 Droevendaalsesteeg 3 6708 PB Wageningen The Netherlands IV Examiner Prof. Dr. Ir. Adri van den Brink ....................................................... (Second) Supervisor Kevin Raaphorst MSc ....................................................... External supervisor Ir. Jhon van Veelen ....................................................... Second reviewer Dr. Ir. Marlies Brinkhuijsen ......................................................
    [Show full text]
  • Soil Conditions, Soil Carbonates and Former Vegetation in the Geul Valley from Gulpen to Meerssen (South Limburg, the Netherlands)
    551.31:551.311.2:552.54(492.945) MEDEDELINGEN LANDBOUWHOGESCHOOL WAGENINGEN • NEDERLAND • 80-8(1980) SOIL CONDITIONS, SOIL CARBONATES AND FORMER VEGETATION IN THE GEUL VALLEY FROM GULPEN TO MEERSSEN (SOUTH LIMBURG, THE NETHERLANDS) W.VA N DE WESTERINGH etal. Departmentof Soil Science andGeology, Agricultural University, Wageningen, The Netherlands (received3-IV-80 ) H.VEENMA N & ZONEN B.V.-WAGENINGEN-1980 iüOL '•:.,:i TT CONTENTS 1. PREFACE 2. W. VAN DE WESTERINGH. Soils and their geology in the Geul valley 1 Summary 20 Samenvatting 21 3. R. MIEDEMA. Incidence and distribution ofcarbonate s inth esoil so f the meandering river Geul 27 Summary 43 Samenvatting 44 4. A. J. HAVINGA and R. M. VAN DEN BERG VAN SAPAROEA. Former vegetation and sedimentation in the Geul valley 47 Summary 58 Samenvatting 58 ACKNOWLEDGEMENTS 60 PREFACE During fiveyear s(1974-78 )a soi lsurve ywa sundertake n byth e Department ofSoi lScienc ean dGeolog yo fth eAgricultura lUniversit yo fWageninge ni nth e valley of the river Geul between Gulpen and Meerssen (South Limburg, The Netherlands).Th emai npurpos ewa st ointroduc eundergraduat estudent st osoi l surveypractice .Th ewor kconsiste d insurveying ,describin gan dmappin gsoils , making cross-sections and estimating the fluctuation of the water table with reference to soilcharacteristics . The results form a sound basis for a better understanding of the geology and soils in the Geul valley. Because of the very detailed field work (boring density 25 x 50m ornarrower) , much more information wasobtaine d than in thecas eo fa norma lsoi lsurvey .T ocomplet eth esurve ysom especia lstudie san d laboratory research were undertaken by the authors in co-operation with graduate students.Th e results are presented in the following three papers.
    [Show full text]
  • 1 Nota Bodembeheer Valkenburg Aan De Geul Versie: 10-11-2011 1
    Nota bodembeheer Valkenburg aan de Geul Versie: 10-11-2011 1 Inleiding ............................................................................................................................. 2 1.1 Gebiedskarakteristiek ................................................................................................. 2 1.2 Vaststelling en geldigheid .......................................................................................... 3 1.3 Leeswijzer .................................................................................................................. 3 2 Wet- en regelgeving ........................................................................................................... 4 2.1 Inleiding ..................................................................................................................... 4 2.2 Afbakening ................................................................................................................. 4 2.3 Beleidshistorie............................................................................................................ 5 2.4 Besluit bodemkwaliteit en Valkenburg aan de Geul.................................................. 6 2.5 Maatschappelijke opgaaf............................................................................................ 7 2.5.1 Heuvelland ......................................................................................................... 7 2.5.2 Gemeente Valkenburg aan de Geul...................................................................
    [Show full text]
  • Publicatie Vaststelling Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg
    Nr. 62623 18 november STAATSCOURANT 2016 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Publicatie vaststelling Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg Burgemeester en Wethouders van Vaals maken, gelet op de Wet ruimtelijke ordening, de terinzagelegging bekend van de, door de gemeenteraad op 17 oktober 2016 vastgestelde structuurvisie: Regionale Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg (NL.IMRO.SVWonenZL2016-VA01) In deze structuurvisie wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkelingsrichting ten aanzien van het beleidsveld 'Wonen' in de achttien gemeenten in de regio Zuid-Limburg (Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Witten, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal) vastgelegd. Globale inhoud regionale Structuurvisie Wonen Zuid -Limburg. De structuurvisie geeft richting aan de kwalitatieve en kwantitatieve opgave waar de achttien gemeenten in de regio Zuid-Limburg zich de komende jaren voor gesteld zien ten aanzien van volkshuisvesting. Daarnaast geeft de structuurvisie richting aan de wijze waarop het aantal woningbouwplannen wordt afgestemd op de (toekomstige) woningbehoefte. Dit betekent onder meer dat beleidsmatig is vastgelegd hoe de planvoorraad voor woningen in de gemeenten in de regio Zuid-Limburg in overeenstemming wordt gebracht met de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte. Daarbij zullen delen van de in de bestem- mingsplannen opgenomen directe bouwmogelijkheden komen te vervallen. Ook is niet uit te sluiten dat door de gemeente gesloten privaatrechtelijke overeenkomsten om woningbouw mogelijk te maken, worden opengebroken. De structuurvisie heeft overigens geen directe rechtsgevolgen; bestemmings- plannen hebben dat wel. Waar kunt u de Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg inzien? De vastgestelde structuurvisie en de hier bijbehorende stukken liggen vanaf 18 november 2016 permanent ter inzage bij het Klant Contact Centrum (KCC) in het gemeentehuis.
    [Show full text]
  • Seabird Species in Winter
    Seabird species in winter Fulmar Herring Gull ^Common Gull Black-headed xGull Terns Seaducks s s Great Black-backed Gull Great Crested Grebe % %Lesser Black-backed Gulï Divers north Skuas Little Gull n 1 (not, rare or < u'n incidental) 0.1 - 1.0 (in small amounts) -=:~"J 1.0 - 2.0 (common) ~"^^B 2.0 (in large amounts) boundary of subareas source: after Baptist & Leopold, 1990 en 1991 Whales Four cetacean species have been observed on the NCS: the porpoise (Phocoena phocoena), the white-beaked dolphin (Lagenorhynchus albirostris), the bottle-nosed dolphin (Tursiops truncatus) and the white-sided dolphin (Lagenorhynchus acutus). Cetaceans are marine mammals and are among the principal predators in the sea. They are warm-blooded animals and have quite a high food consumption relative to their biomass. They eat mainly fish and shellfish and this brings them into competition with the fishing industry, which can have an adverse effect on their numbers. The fishing industry uses large fyke nets and vertical nets in which cetaceans can drown. This is not very common on the NCS, because these fishing methods are little used there, but large numbers of porpoises are drowned in Danish waters. There is a third, invisible threat to marine mammals: the pollution of the North Sea with PCBs and heavy metals. The bottle-nosed dolphin may have disappeared from the NCS as a result of these factors. The animal was still a common North Sea species in 1960. Now the bottle-nosed dolphin is considered to have practically died out there, although a number of specimens was observed in 1991.
    [Show full text]
  • Neolithic Shaft Mines at P. Pioegaert Valkenburg Aan De Geul (Limburg, the Netherlands) with a Contribution by A.E
    F.T.S. Brounen A Tale of the Unexpected: Neolithic shaft mines at p. Pioegaert Valkenburg aan de Geul (Limburg, the Netherlands) with a contribution by A.E. de Hingh In the first part of this paper we focus on the principal Maastricht Formation in south-west Limburg and a neigh- characteristics of a lithic raw material type known as bouring part of Belgium (Felder 1975b, 1989; Marichal Valkenburg flint and on chronological aspects ofits use in 1983, 7). Within this formation the vertical distribution of prehistory. In the second part the results of a trial excavation flint layers is limited to a few stratigraphical units (fig. 2). at a recent lx diseovered procurement site with shafts and Though in the Nekum Chalk sporadically a flint nodule galleries at Valkenburg aan de Geul are dealt with. may occur (Felder 1989, 26; Felder et al. 1979, 8), the raw material is found in exploitable quantities mainly in the 2 1. Illll (MIMI IHIII Schiepersberg and in the Emael Chalk (Felder 1975a, 1980). During a survey in 1970 geologists came across a series The horizontal distribution of flint nodules within these of prehistorie (lint procurement sites in the valley slopes beds varies locally. In some places there is a concentration near Valkenburg aan de Geul (Felder/Bosch 1971a, 1971b). of these, whereas in others only a few scattered nodules can The type of flint extracted was named Valkenburg flint be found or none at all (Felder/Bosch 1971a, 10). In the after the municipality concerned. A preliminary inventory Schiepersberg Chalk their shape is mostly irregular, but of archaeological finds from the region showed that some locally even tabular and nodular flints occur (Felder 1980, workshops and exploitation zones had been known to local 568, 1989, 25).
    [Show full text]