Zekerheidsstelling Van De Kwaliteit Van De Rijn En Maas Voor De Drinkwaterproduktie

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Zekerheidsstelling Van De Kwaliteit Van De Rijn En Maas Voor De Drinkwaterproduktie Zekerheidsstelling van de kwaliteit van de Rijn en Maas voor de drinkwaterproduktie Voordracht uil de 43e vakantiecursus in drinkwatervoorziening 'Technische maatregelen voor kwaliteitszorg voor grondstof en eindprodukt', gehouden op 10e n 11 januari 1991aa n de TU Delft. 1. Inleiding Alvorens in te gaan op zekerheidsstelling Samenvatting door Rijkswaterstaat van de kwaliteit van Rijkswaterstaat heeft voor de bestemde plekken in Rijkswater een inspannings­ Rijn en Maas voor de produktie van verplichting om een zodanige kwaliteit van het water als basisstof zeker te stellen, drinkwater, dienen allereerst een aantal dat daaruit met relatief simpele middelen door de drinkwaterbedrijven goed opmerkingen en kanttekeningen gemaakt drinkwater bereid kan worden. te worden bij het gebruik van de term Binnen de WVO zijn daarbij door Rijkswaterstaat diffuse, grensoverschrijdende 'zekerheidsstelling van kwaliteit' in deze en incidentele lozingen maar beperkt beïnvloedbaar. context. Het huidig niveau van zekerheidsstelling van de Rijn en Maas is, wanneer dit Op de eerste plaats is kwaliteit natuurlijk gerelateerd wordt aan de vigerende AMvB 'Drinkwaterbereiding', vrij goed, een relatief begrip. waarbij de Rijn voor veel parameters al beduidend beter geworden is dan de Maas. Bij het van kracht worden van de nieuwe AMvB wordt dit beeld voor de beide rivieren duidelijk negatiever. Doorvoering van RAP, NAP en Derde Nota Waterhuishouding zullen een Drs. G.J. VAN NULAND belangrijke stap voorwaarts betekenen in het bereiken van een voldoende Hoofd Hoofdafdeling RIZA Rijksinstituut voor zekerheidsstelling. Door het ontbreken van een gericht Maasactieplan raakt de Integraal Zoetwaterbeheer en Maas evenwel verder achterop bij de Rijn. Afvalwaterbehandeling, Lelystad Een trendbreuk ten goede van de zekerheidsstelling kan alleen bereikt worden door een sterke intensivering van preventie. Het van start verklaren van een Maasactieplan (inclusief preventie) en het Een kwaliteit is pas als goed of slecht te intensivering van preventie als middel in de tweede fase van het Rijnactieplan betitelen wanneer deze getoetst wordt aan zijn concrete korte-termijnmogelijkheden, die als eerstvolgende stap genomen een standaard. Zo kan een oppervlakte­ zullen moeten worden. waterkwaliteit getoetst worden aan een ecologische doelstelling, maar ook aan de kwaliteitseisen verbonden aan bepaalde bewerkstelliging van een soort basis­ moet doen. En daar zal de rest van dit gebruiksfuncties die voor oppervlakte­ niveau, waaruit vervolgens de drinkwater­ artikel aan gewijd zijn. wateren vastgelegd zijn. bedrijven voor consumptie geschikt drink­ Hierbij wordt overigens niet of nauwelijks De functie met bijbehorende kwaliteits­ water kunnen maken, zij het met relatief aandacht besteed aan chloride, omdat dit eisen die voor de drinkwaterproduktie het simpele middelen. Drinkwaterbedrijven in het volgende artikel uitgebreid aan bod meest relevant is, is de functie 'Opper­ moeten niet in steeds verdergaande mate komt. vlaktewater bestemd voor de bereiding procesindustrieën worden. van drinkwater', kortheidshalve 'Drink­ De vereiste kwaliteit voor het drinkwater waterbereiding' genoemd. zelf is geregeld in het Waterleidingbesluit 2. Huidig niveau van zekerheids­ Bij een Algemene Maatregel van Bestuur op basis van de Waterleidingwet. stelling (AMvB) ex WVO uit 1983 [1] zijn de Om beide genoemde wetten op dit punt Wanneer gesproken wordt over zeker­ oppervlaktewater-eisen verbonden aan overigens beter op elkaar af te stemmen heidsstelling is het goed onderscheid te deze functie bepaald. zal op zeer korte termijn een wijziging van maken tussen twee deelaspecten, te weten Op diverse plekken in de Rijkswateren is de AMvB ex WVO van kracht worden die de huidige gemiddelde waterkwaliteit en deze functie vastgelegd. Te noemen zijn gaat voorzien in het opnemen van een het optreden van calamiteuze en het IJsselmeer, stukken van het norm voor afzonderlijke pesticiden van incidentele lozingen. Amsterdam-Rijnkanaal, Lek, IJssel en de 0,1 ng/\ en voor het totaal aan Afgedamde Maas. Volgens de recentelijk bestrijdingsmiddelen van 0,5 ,«g/l. De huidigegemiddelde waterkwaliteit van verschenen Derde Nota Waterhuis­ Een tweede duidelijke kanttekening ten Rijn en Maas houding [2] zal het aantal plekken waar aanzien van zekerheidsstelling door de De afgelopen jaren is door een gestage deze functie is vastgelegd in de nabije waterkwaliteitsbeheerders die gemaakt sanering van zowel communale als toekomst nog verder toe moeten nemen. moet worden betreft de juridische industriële lozingen een grote vooruitgang Eert belangrijke zaak ook daarom, omdat constellatie ten aanzien van aansprakelijk­ geboekt in de kwaliteit van de Rijn en, zij het voorhanden zijn van voldoende heid, schadevergoedingen enzovoort, of het in duidelijk mindere mate, van de oppervlaktewater voor drinkwater­ anders gezegd: de mate van bindendheid Maas. bereiding de druk op grondwater­ van de AMvB. Er is geen sprake van Om dit qua orde-grootte te illustreren kan onttrekkingen (in belangrijke mate mede absolute bindendheid of garantstelling. verwezen worden naar afb. 1 en 2. verantwoordelijk voor verdroging) binnen De Nota van Toelichting heeft het in deze In afb. 1 is weergegeven de sanering van grenzen kan houden. letterlijk over 'nastreven', 'inachtnemen' het aantal i.e.'s voor de Nederlandse Het is de verantwoordelijkheid van Rijks­ en 'inspanning'. Zij maakt er melding van situatie tussen 1970 en 1990. Te zien is een waterstaat om er zorg voor te dragen dat dat van te voren nooit met volledige sterke afname van circa 40 miljoen i.e.'s in die stukken Rijkswater die deze functie in zekerheid gesteld kan worden of een doel­ 1970 tot circa 7 miljoen i.e.'s in 1990, dit het Rijkswaterkwaliteitsplan hebben stelling gehaald zal worden. Diffuse vooral dankzij een steeds verdergaande gekregen, ook aan de bijbehorende lozingen, bovenstroomse ontwikkelingen, toename van de capaciteit van de calamiteuze verontreinigingen: het zijn kwaliteit voldoen. zuiveringsinstallaties, voor zowel allemaal factoren waar de kwaliteits­ Duidelijk dient te zijn dat het niet de taak communaal als industrieel afvalwater. beheerder geen of maar beperkt grip op van de kwaliteitsbeheerder is om te In afb. 2 is hetzelfde weergegeven voor de heeft. Bovenstaande laat onverlet dat de zorgen voor een zodanige kwaliteit dat het reductie van de industriële lozing van waterkwaliteitsbeheerder binnen zijn direct geschikt is als drinkwater. zware metalen. Ook weer een duidelijke verantwoordelijkheden al het mogelijke De normen van de AMvB voorzien in de afname en wel van ruim 2.000 ton in 1970 436 Afb.1- Lozingvan zuurstofbindende stoffen in Nederland. Afb.2 - Lozingvan zware metalen door de industrie in Nederland. tot circa 250 ton in 1990. Voor vele stoffen Afb. 3 - Overzicht van deautomatische meetstations inde Rijkswateren. is dezelfde sterk aflopende lijn te laten zien. Voorwaar een forse reductie dus. Soortgelijke inspanningen voor de Rijn <? zijn in het buitenland geleverd; voor de Maas weet u allen dat dat helaas veel (^ minder is. Maar wat heeft dat nu opgeleverd aan waterkwaliteit? Daartoe in het kort eerst iets over hoe die water­ kwaliteit eigenlijk door Rijkswaterstaat bepaald wordt. Rijkswaterstaat heeft de beschikking over 2 meetnetten: een manueel meetnet en een automatisch meetnet. Het manuele meetnet is gericht op de Noordzee bepaling van de trend in concentraties en vrachten en dient onder andere voor de toetsing aan de AMvB 'Drinkwater­ bereiding'. Daarnaast is er een automatisch meetnet, dat als primair doel heeft de signalering van incidentele verontreinigingen als gevolg van bedrijfs- storingen of calamiteiten. In dit meetnet, dat momenteel bestaat uit 7 stations (zie afb. 3), zijn met name de stations Lobith en Eysden van groot belang voor de drinkwatervoorziening. Uit de meerjarenreeksen van de boven­ genoemde meetnetten van het RIZA blijkt dat met name de Rijn de afgelopen jaren veel schoner is geworden. De nog bij veel mensen levende opvatting dat de Rijn het open riool van Europa is, is niet terecht. Om dit te illustreren is in tabel I weer­ gegeven de gemiddelde kwaliteit van de Rijn in Lobith in 1989 in vergelijking met recente kwaliteitcijfers van de neerslag in Nederland en dit dan voor die parameters die ook voorkomen in de AMvB-functie 'Drinkwaterbereiding'. Uit deze tabel blijkt dat, wanneer we het Rijnwater in z'n huidige kwaliteit H,0 (24) 1991, nr. 15 437 TABEL I - Gemiddelde kwaliteitvan de Rijn te Lobith Het betreft hier IJsselmeer, Lekkanaal, beschikbaar voor de regionale directies in1989 (in ßg/l) envan deneerslag in Nederland Afgedamde Maas, Amer en Haringvliet. van Rijkswaterstaat en de drinkwater­ (1987) Gesteld kan worden dat door de laatste maatschappijen. Stof Rijn Neerslag jaren heen alle locaties vrij goed voldoen Bij het overschrijden van een zogenaamde kwik 0,06 0,15 aan de normen uit de AMvB [6,7] . signaleringswaarde wordt er veel cadmium 0,12 0,22 Structureel te hoog zit het eigenlijk alleen intensiever dan normaal gemonitord, chroom 6,50 0,22 in het IJsselmeer met eutrofiërings- arseen 1,24 0,60 terwijl bij overschrijding van een lood 4,87 10,0 parameters en chloride, en in de Amer zogenaamde alarmeringswaarde eventueel zink 31,0 20,0 met choline-esteraseremmers. actie kan plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld tot-P 343 190 Bedacht dient evenwel te worden dat in het stoppen met waterinname door de ammonium-N* 0,34 1,53 die huidige AMvB dus nog niet drinkwaterbedrijven of het door een chloride* 182 3,30 opgenomen is een
Recommended publications
  • Ontgonnen Verleden
    Ontgonnen Verleden Regiobeschrijvingen provincie Noord-Brabant Adriaan Haartsen Directie Kennis, juni 2009 © 2009 Directie Kennis, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Rapport DK nr. 2009/dk116-K Ede, 2009 Teksten mogen alleen worden overgenomen met bronvermelding. Deze uitgave kan schriftelijk of per e-mail worden besteld bij de directie Kennis onder vermelding van code 2009/dk116-K en het aantal exemplaren. Oplage 50 exemplaren Auteur Bureau Lantschap Samenstelling Eduard van Beusekom, Bart Looise, Annette Gravendeel, Janny Beumer Ontwerp omslag Cor Kruft Druk Ministerie van LNV, directie IFZ/Bedrijfsuitgeverij Productie Directie Kennis Bedrijfsvoering/Publicatiezaken Bezoekadres : Horapark, Bennekomseweg 41 Postadres : Postbus 482, 6710 BL Ede Telefoon : 0318 822500 Fax : 0318 822550 E-mail : [email protected] Voorwoord In de deelrapporten van de studie Ontgonnen Verleden dwaalt u door de historisch- geografische catacomben van de twaalf provincies in Nederland. Dat klinkt duister en kil en riekt naar spinnenwebben en vochtig beschimmelde hoekjes. Maar dat pakt anders uit. Deze uitgave, samengesteld uit twaalf delen, biedt de meer dan gemiddeld geïnteresseerde, verhelderende kaartjes, duidelijke teksten en foto’s van de historisch- geografische regio’s van Nederland. Zo geeft het een compleet beeld van Nederland anno toen, nu en de tijd die daar tussen zit. De hoofdstukken over de deelgebieden/regio’s schetsen in het kort een karakteristiek per gebied. De cultuurhistorische blikvangers worden gepresenteerd. Voor de fijnproevers volgt hierna een nadere uiteenzetting. De ontwikkeling van het landschap, de bodem en het reliëf, en de bewoningsgeschiedenis worden in beeld gebracht. Het gaat over de ligging van dorpen en steden, de verkavelingsvormen in het agrarisch land, de loop van wegen, kanalen en spoorlijnen, dijkenpatronen, waterlopen, defensielinies met fortificaties.
    [Show full text]
  • Historische Rivierkundige Parameters; Maas, Merwede, Hollandsch Diep En Haringvliet
    Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Historische rivierkundige parameters; Maas, Merwede, Hollandsch Diep en Haringvliet RIZA werkdocument 2003.163x auteurs: M.M. Schoor R. van der Veen E. Stouthamer Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Historische rivierkundige parameters Maas, Merwede, Hollandsch Diep en Haringvliet november 2003 RIZA werkdocument 2003.163X M.M. Schoor R. van der Veen E. Stouthamer Inhoudsopgave . Inhoudsopgave 3 1 Inleiding 5 1.1 Achtergrond 5 1.2 Doelstelling en uitvoering 5 1.3 Historische rivierkundige parameters 5 2 Werkwijze 7 2.1 gebruikte kaarten 7 2.2 Methodiek kaarten voor 1880 (Merwede) 8 2.3 Methodiek kaarten na 1880 (Maas en Hollands Diep/Haringvliet). 10 2.4 Berekening historische rivierkundige parameters 14 3 Resultaat 17 3.1 Grensmaas 17 3.2 Roerdalslenkmaas (thans Plassenmaas) 18 3.3 Maaskant Maas 19 3.4 Heusdense Maas (thans Afgedamde Maas) 20 3.5 Boven Merwede 21 3.6 Hollandsch Diep en Haringvliet 21 3.7 Classificatiediagrammen morfodynamiek 22 Literatuur 25 Bijlagen 27 Bijlage 1 Historische profielen Boven Merwede, 1802 Bijlage 2 Historische profielen Grensmaas, 1896 Bijlage 3 Historische profielen Roerdalslenkmaas, 1903 Bijlage 4 Historische profielen Maaskant Maas, 1898 Bijlage 5 Historische profielen Heusdense Maas, 1884 Bijlage 6 Historische profielen Haringvliet, 1886 Bijlage 7 Historische profielen Hollandsch Diep, 1886 Historische rivierkundige parameters 3 Historische rivierkundige parameters 4 1 Inleiding . 1.1 Achtergrond Dit werkdocument is een achtergronddocument bij de studie naar de morfologische potenties van het rivierengebied, zoals die in opdracht van het hoofdkantoor (WONS-inrichting, vanaf 2003 Stuurboord) wordt uitgevoerd.
    [Show full text]
  • Werkindeling Riviertrajecten
    Indeling riviertaktrajecten IRM ­ ­ Deelgebieden + Plaatsen rivier km Lengte trajecten (van-tot) (van – tot) (km) 1. Splitsingspuntengebied 1.1 Bovenrijn Spijk – Millingen (Pannerdensche Kop) 857,7 – 867.5 9,8 1.2 Waalbochten Millingen – Nijmegen (Maas- 867.5 – 887,0 19,5 Waalkanaal)) # 1.3 Pannerdensch Kanaal Pannerden - Arnhem 867,5 - 878,5 11 (IJsselkop) 1.4 Boven IJssel Arnhem – Dieren 878,5 - 911,5 24### (aantakking Apeldoorns Kanaal) 1.5 Boven Nederrijn Arnhem – Driel (stuw) 878,5 – 891,5 12,5 2. Waal – Merwede 2.1 Midden-Waal Nijmegen – Tiel Passewaaij 887 – 917,5 30,5 2.2 Beneden-Waal Tiel Passewaaij -Woudrichem 917.5 - 953 30,5 (Aantakking Afgedamde Maas) 2.3 Boven Merwede Woudrichem - Werkendam 953 – 962,5 9,5 (aantakking Steurgat) 3. Nederrijn – Lek 3.1 Midden-Nederrijn Driel – Amerongen (stuw) 891,5 – 922,3 31 ## 3.2-Beneden Nederrijn Amerongen-Hagestein (stuw) 922,3 – 946,9 25 3.3 Lek Hagestein – Schoonhoven (veer) 946,9 – 971,4 24,5 4. IJssel 4.1 Midden-IJssel Dieren – Deventer (centrum) 911,5 – 945,0 30,5 4.2 Sallandse IJssel Deventer – Zwolle (Spooldersluis) 945,0 980,7 38,7 ­ 5. IJssel-Vechtdelta 5.1 Beneden IJssel Zwolle – Ketelhaven (Ketelmeer) 980,7 - 1005 24,3 (incl. Kattendiep / Keteldiep) 5.2 Reevediep Kampen - 7,5 (verbinding IJssel - Drontermeer) 5.3 Zwarte Water Zwolle – Genemuiden (Keersluis
    [Show full text]
  • Position Paper
    Position Paper Invoeringswet Omgevingswet Ten behoeve van de inbreng van het verslag over de Invoeringswet Omgevingswet (TK 34986) d.d. 11 oktober 2018 heeft de drinkwatersector de volgende aandachtspunten: Toetsing activiteiten Activiteiten die effect kunnen hebben op de waterkwaliteit moeten direct getoetst worden aan de milieu- kwaliteitseisen (normen) die gelden op grond van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en niet alleen indirect, via globalere doelstellingen in plannen en programma’s. Dit betekent dat een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit geweigerd dient te wor- den als deze activiteit in strijd is met de doelstellingen van geen achteruitgang en het bereiken van een goede toestand (KRW doelen). Dit punt is ook door de Raad van State benoemd in haar advies Invoeringswet Omgevingswet en uitvoeringsbesluiten. Anders dan de RvS adviseerde heeft het Ministerie niet voorzien in een dwingende toetsing (alleen ‘rekening houden met’; art. 8.84 BKL). ➢ Toets activiteiten direct aan de KRW milieukwaliteitseisen Wateren met drinkwaterfunctie benoemen in BKL Bij afwegingen voor ruimtelijke ordening is het van belang dat de gevolgen van activiteiten voor de win- ning van oppervlaktewater ten behoeve van drinkwater worden meegewogen. Hierbij moet rekening wor- den gehouden met het feit dat lokale besluiten bovenregionale en/of benedenstroomse consequenties kunnen hebben. Hiertoe is het essentieel dat overheden weten welke oppervlaktewateren een drinkwater- functie hebben. Vewin stelt daarom voor om deze wateren te benoemen in het BKL. Concreet door in hoofdstuk 3 Specifieke Taken een nieuwe afdeling 3.2 te maken: Afdeling 3.2 Kwaliteit en beheer van oppervlaktewateren waarvan drinkwater wordt gemaakt. Met hierin opgenomen de oppervlaktewateren die worden gebruikt voor de bereiding van drinkwater en een drinkwaterfunctie hebben: de Rijn, Maas, Afgedamde Maas, Lek, IJssel, IJsselmeer, Overijsselse Vecht, Drentsche Aa, Amsterdam-Rijnkanaal en Haringvliet en Biesboschbekkens.
    [Show full text]
  • Toestand Vis En Visserij in De Zoete Rijkswateren 2016 Deel I: Trends
    Toestand vis en visserij in de zoete Rijkswateren 2016 Deel I: trends Auteurs : O.G. Bos, A.B. Griffioen, O.A. van Keeken, D.J. Gerla, H.V. Winter Wageningen University & Research rapport C033/18 Toestand vis en visserij in de zoete Rijkswateren 2016 Deel I: trends Auteur(s): O.G. Bos, A.B. Griffioen, O.A. van Keeken, D.J. Gerla, H.V. Winter Publicatiedatum: 2 mei 2018 Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Marine Research in opdracht van en gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken, in het kader van de Wettelijke Onderzoekstaken (WOT), thema ‘Visserij’ (projectnummer WOT-05-001-006) en Rijkswaterstaat in het kader van de Monitoring ‘Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL) (rapportnummer BM 17.05) Wageningen Marine Research, IJmuiden, mei 2018 Wageningen Marine Research rapport C033/18 O.G. Bos, A.B. Griffioen, O.A. van Keeken, D.J. Gerla (2018). Toestand vis en visserij in de zoete Rijkswateren 2016; Deel I: trends. Wageningen Marine Research, Wageningen UR (University & Research centre), Wageningen Marine Research rapport C033/18. Keywords: visserij zoete wateren, commerciële vissoorten, trends, VBC, EKR-scores Opdrachtgevers: Ministerie van Landbouw, Natuur en Rijkswaterstaat Voedselkwaliteit T.a.v. Mervyn Roos T.a.v.: Henk Offringa Postbus 20906 Postbus 20401 2500 EX Den Haag 2500 EK Den Haag BAS code WOT-05-001-006 Rapportnummer BM 17.05 Dit rapport is gratis te downloaden van https://doi.org/10.18174/448899 Wageningen Marine Research verstrekt geen gedrukte exemplaren van rapporten. Wageningen Marine Research Wageningen UR is ISO 9001:2008 gecertificeerd. © 2016 Wageningen Marine Research Wageningen UR Wageningen Marine Research, onderdeel De Directie van Wageningen Marine Research is niet aansprakelijk voor van Stichting Wageningen Research gevolgschade, noch voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de KvK nr.
    [Show full text]
  • Rivierkundig Beoordelingskader Voor Ingrepen in De Grote Rivieren
    Rivierkundig Beoordelingskader voor ingrepen in de Grote Rivieren Versie 5.0 4 juni 2019 Rivierkundig Beoordelingskader versie 5.0 - Colofon Versie Beheer: Versie Datum Omschrijving 2.0 1/1/2009 Volledig herziene en geactualiseerde versie van het Rivierkundig Beoordelingskader. Op 8 april 2009 door de HID Waterdienst vastgesteld voor toepassing binnen Rijkswaterstaat 2.01 1/7/2009 Kleine actualisatie van versie 2.0 vanwege het gebruik van het nieuwe Rijntakken referentiemodel Wbr (WAQUA) door RWS-ON. 3.0 1/1/2014 Volledig geactualiseerde versie van het Rivierkundig Beoordelingskader. Op 10 januari 2014 vastgesteld door de proceseigenaar Omgevings- en Assetmanagement voor toepassing binnen Rijkswaterstaat. 4.0 23/1/2017 Volledig geactualiseerde versie van het Rivierkundig Beoordelingskader. Op 23 januari 2017 vastgesteld door de proceseigenaar Omgevings- en Assetmanagement voor toepassing binnen Rijkswaterstaat. 5.0 4/6/2019 Volledig geactualiseerde versie van het Rivierkundig Beoordelingskader. Op 4 juni 2019 vastgesteld door de coördinerend directeur VTH voor toepassing binnen Rijkswaterstaat. Colofon Documenttitel: Rivierkundig Beoordelingskader voor ingrepen in de Grote Rivieren Versie / status: 5.0 Datum: 4 juni 2019 Uitgave: Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Projectleider: Jeroen Doornekamp m.m.v.: Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving, Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid. Rivierkundig Beoordelingskader versie 5.0 - Voorwoord Inhoudsopgave VOORWOORD
    [Show full text]
  • Design of an Adaptive Weir a Case Study of the Replacement of Weir Belfeld
    Design of an adaptive weir A case study of the replacement of weir Belfeld R.S.J. (Ruben) Frijns (This page is intentionally left blank) Design of an adaptive weir a case study of the replacement of weir Belfeld by R.S.J. (Ruben) Frijns to obtain the degree of Master of Science at the Delft University of Technology to be defended publicly on Wednesday November 13, 2019 at 2:00 p.m. Faculty Civil Engineering and Geosciences Study programme Civil Engineering; Master’s track Hydraulic Engineering; specialization Hydraulic Structures and Flood Risk Student number 4274652 Thesis committee dr. ir. J.D. Bricker Chairman, Hydraulic Structures and Flood Risk, TU Delft dr. ing. M.Z. Voorendt Daily supervisor, Hydraulic Structures and Flood Risk, TU Delft dr. R.R.P. van Nooijen Supervisor, Water Resource Management, TU Delft ir. H.G. Tuin Company supervisor, ARCADIS An electronic version of this thesis is available at https://repository.tudelft.nl/. Design of an adaptive weir Preface This thesis is the final result of the master study Hydraulic Engineering, specialization Hydraulic Structures, at the faculty of Civil Engineering and Geosciences of the Delft University of Technology. This study on the design of an adaptive weir has been proposed by the engineering firm ARCADIS. I am thankful to ARCADIS for formulating such a suitable and hot subject for my thesis and the possibility to execute most of the study on their offices in Rotterdam and Amersfoort. More specific, this thesis focusses on the replacement of the weirs in the Meuse River. Seven weirs have been built to transport coals in the previous century.
    [Show full text]
  • Ontwerp Stroomgebiedbeheerplannen Rijn, Maas, Schelde En Eems 2022-2027 Inhoudsopgave
    Dit plan is als bijlage onderdeel van het Ontwerp Nationaal Water Programma 2022-2027 Ontwerp Stroomgebiedbeheerplannen Rijn, Maas, Schelde en Eems 2022-2027 Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave vv Beleidssamenvatting 5 3 Monitoring en toestand 25 3.1 Inleiding 25 0 Inleiding 6 3.2 Methode 25 3.2.1 Oppervlaktewater 25 1 Beschrijving stroomgebieden 7 3.2.2 Grondwater 27 1.1 Inleiding 7 3.2.3 Beschermde gebieden 27 1.2 Algemene beschrijving 7 3.3 Toestand 28 1.3 Methode 9 3.3.1 Oppervlaktewater 28 1.3.1 Oppervlaktewater 9 3.3.2 Grondwater 38 1.3.2 Grondwater 10 3.3.3 Beschermde gebieden 40 1.3.3 Beschermde gebieden 10 3.3.4 Achteruitgang van de toestand 40 1.4 Aanwijzing waterlichamen en beschermde gebieden 11 1.4.1 Oppervlaktewater 11 4 Belastingen 41 1.4.2 Grondwater 12 4.1 Inleiding 41 1.4.3 Beschermde gebieden 13 4.2 Methode 41 1.5 Status van oppervlaktewaterlichamen 14 4.2.1 Oppervlaktewater 41 4.2.2 Grondwater 43 2 Doelstelling 16 4.3 Belastingen 44 2.1 Inleiding 16 4.3.1 Chemische stoffen 44 2.2 Methode 16 4.3.2 Nutriënten 47 2.2.1 Oppervlaktewater 16 4.3.3 Biologie 49 2.2.2 Grondwater 18 4.3.5 Grondwater 50 2.2.3 Beschermde gebieden 19 4.4 Klimaatverandering 52 2.2.4 Uitzonderingen 19 4.5 Kennisleemten 53 2.3 Doelen 20 2.3.1 Oppervlaktewater 20 2.3.2 Grondwater 20 2.3.3 Beschermde gebieden 20 2.4 Uitzonderingen 21 Ontwerp Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 | 3 5 Maatregelen 54 Bijlage 1 5.1 Inleiding 54 Doelen chemische toestand van oppervlaktewaterlichamen 91 5.2 Methode 55 5.3 Voortgang uitvoering stroomgebiedbeheerplannen 2015 55 Bijlage
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a preprint version which may differ from the publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://repository.ubn.ru.nl/handle/2066/128092 Please be advised that this information was generated on 2021-09-28 and may be subject to change. Chapter 2 Long term anthropogenic changes and ecosystem service consequences in the northern part of the complex Rhine- Meuse estuarine system Peter Paalvast Gerard van der Velde Ocean & Coastal Management 92 (2014) 50-64 Abstract Around 0 AD, the Rhine-Meuse estuary in the southwest of the Netherlands was a typical coastal plain estuary. Drainage of peatland and land subsidence behind the dunes later caused the sea to penetrate into the land. Most of the peat was eroded, and by 1000 AD the so-called Delta area had turned into a landscape of large estuaries and intertidal zones. Rotterdam developed from a small fishing village on the banks of the tidal river “Nieuwe Maas” from the 14th century onwards into the largest seaport of Europe in 2013. The Rotterdam harbour area situated in the northern part of the Delta area includes the former Europoort harbour, and is nowadays known as Rijnmond. The hydrology of the area is controlled by the drainage regime of the sluices in the Haringvliet barrier that was constructed as part of the “Delta Works” project to protect the southwest of the Netherlands against storm surges. The sluices are opened at slack tide to discharge river water to the sea and are always closed at flood tide.
    [Show full text]
  • A Case Study in North-Brabant Gerwen Van Der Veen Wageningen University Msc
    Rethinking XXL Distribution A case study in North-Brabant Gerwen van der Veen Wageningen University MSc Rethinking XXL-distribution A case study in North-Brabant MSc thesis Landscape Architecture Wageningen University Gerwen van der Veen June, 2019 Author: Gerwen van der Veen E-Mail: [email protected] Wageningen University Chair group landscape architecture Phone: +31 317 484 056 Fax: +31 317 482 166 E-mail: [email protected] www.lar.wur.nl Post address Postbus 47 6700 AA, Wageningen The Netherlands Visiting address Gaia (building no. 101) Droevendaalsesteeg 3 6708 BP, Wageningen All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior written permission of either the authors or the Wageningen University Landscape Architecture Chair group. A thesis submitted for the requirements for the Master of Science degree in Landscape Architecture at the Wageningen University, Landscape Architecture Chair Group. Supervisor & examiner (1) Prof. ir. A (Adriaan) Geuze Professor Landscape Architecture Wageningen University Examiner (a) Dr.ir. R (Rudi) van Etteger MA Assistant Professor Landscape Architecture Wageningen University Abstract The rise of the online shopping markets and tested, based on logistic criteria and the landscape international trade, has shaped a new man-made integration concepts, regarding the openness and object in the Dutch landscape. The appearance of appreciation. The outcome of this study showed the XXL-distribution centre is a building, which is that sand- and peat landscapes are most suitable larger, higher and above all covers a larger surface, for the implementation for XXL-distribution, in comparison with the regular distribution centre.
    [Show full text]
  • VEWIN-REACTIE OP Invoeringswet Omgevingswet Consultatieversie 5 Januari 2017
    VEWIN-REACTIE OP Invoeringswet Omgevingswet consultatieversie 5 januari 2017 Invoeringswet Omgevingswet Strekking artikel Visie Vewin 1. Art. 2.20, tweede lid Art. 2.20 geeft een grondslag om watersystemen Akkoord. Aanwijzing van locaties aan te wijzen die in het beheer zijn bij het Rijk. In het Omgevingsbesluit (bij amvb) worden lijsten Als oevergrondwaterwinningen niet onder deze ‘drogere opgenomen van de oppervlaktewaterlichamen en oevergebieden’ vallen dan graag deze waterkeringen die het Rijk beheert. Het oevergrondwaterwinningen ook in deze ministeriële regeling voorgestelde tweede lid van artikel 2.20 geeft aan opnemen. dat via een ministeriële regeling meer in detail de geometrische begrenzing van deze oppervlaktewaterlichamen worden vastgelegd. Ook drogere oevergebieden die daarvan onderdeel uitmaken worden aangewezen en geometrisch begrensd. Uit de geometrische begrenzing blijkt in detail waar het Rijk het beheer van oppervlaktewaterlichamen voert en waar niet (MvT p. 81). 2. Art. 2.21, tweede lid, onder b Bij nader inzien zal de aanwijzing van de Akkoord. Aangeven wordt dat in het BKL hiervoor regels vervalt gebieden binnen rijkswateren waaruit water voor worden opgenomen. Wij stellen voor art. 4.7 en 4.12 BKL Nadere grondslag aanwijzing en de bereiding van voor menselijke consumptie als volgt aan te passen: begrenzing locaties bestemd water wordt gewonnen 4.7 (stroomgebiedsbeheerplan/beschermde (waterwinlocaties) niet plaatsvinden bij drinkwaterfunctie) ministeriële regeling, maar in een Het is van belang in het BKL op te nemen dat in het waterprogramma. Dit is een voortzetting van de stroomgebiedsbeheersplan de volgende wateren met wijze van regulering in het BKMW 2009. In het drinkwaterfunctie worden benoemd: de Rijn, Maas, voorgenomen Besluit Kwaliteit Leefomgeving Afgedamde Maas, Lek, IJssel, IJsselmeer, Overijsselse (BKL) zullen daartoe regels worden opgenomen, Vecht, Drentsche Aa, Amsterdam-Rijnkanaal en Haringvliet die ertoe strekken dat de aanwijzing van deze en Biesboschbekkens.
    [Show full text]
  • Voorontwerp Uitwerkingsplan Landelijke Regio Land Van Heusden En Altena
    Provincie Noord-Brabant Voorontwerp Uitwerkingsplan Landelijke regio Land van Heusden en Altena Gedeputeerde Staten 23 maart 2004 Voorontwerp uitwerkingsplan landelijke regio Land van Heusden en Altena, 23-03-2004 1 Colofon Voorontwerp uitwerkingsplan Land van Heusden en Altena Gedeputeerde Staten, 23 maart 2004 Uitgave Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073-6812148/2391 Fax: 073-6807654 E-mail: [email protected] http://ruimte.brabant.nl Redactie Projectteam Land van Heusden en Altena Cartografie Afdeling GEO, Provincie Noord-Brabant Illustratie Afdeling GEO, Provincie Noord-Brabant Vormgeving Provincie Noord-Brabant Drukwerk Afdeling Facilitaire Voorzieningen/bureau I&L, Provincie Noord-Brabant Biblo te ’s-Hertogenbosch Oplage 125 Voorontwerp uitwerkingsplan landelijke regio Land van Heusden en Altena, 23-03-2004 2 Voorwoord “Samen werken aan uitvoering” luidt de titel van het provinciale Bestuursakkoord 2003-2007. De inleiding bij dat akkoord is helder: “het accent verschuift naar de uitvoering van bestaand beleid. Een beleid waar het werken aan Wonen, Werken en Welzijn voor een nóg beter Brabant uitgangspunt is.” Met dit uitwerkingsplan maken we dat waar. Hierin is opgenomen, waar, wanneer en hoeveel we de komende jaren aan woningen en aan bedrijventerreinen gaan ontwikkelen in deze regio. Dit proces van regionale afstemming om samen met de gemeenten en waterschappen uit deze regio te komen tot een dergelijke plan, is redelijk uniek geweest. In de twaalf tot achttien maanden, dat we met dit overleg bezig zijn geweest, heb ik het begrip voor elkaar en het willen delen van elkaars problemen en zoeken naar gezamenlijke oplossingen zien groeien. Voor de regio een heel belangrijke randvoorwaarde om de grote ruimtelijke vraagstukken die de komende tien tot vijftien jaar op ons af zullen komen aan te kunnen pakken.
    [Show full text]