INHOUDSOPGAVE 1 Ligging, Grenzen En Omvang 2 2
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
INHOUDSOPGAVE PAGINA 1 Ligging, grenzen en omvang 2 2 Landschappelijke structuur 3 3 Infrastructuur 6 4 Nederzettingen 8 5 Bevolking 12 6 Middelen van bestaan 14 7 Sociale en culturele voorzieningen 17 8 Ontwikkeling 1850-1940 20 Bronnen 24 Bijlagen 28 HET OVERSTICHT Zwolle, december 1988. 1 Ligging, grenzen en omvang Dalfsen is een grote plattelandsgemeente in Salland. Het administratieve centrum van de gemeente is het dorp Dalfsen. Daarnaast omvat deze gemeente de kerkdorpen Lemelerveld (gedeeltelijk), Hoonhorst en Oudleusen en de buurschappen Ankum, Hessum, Emmen, Lenthe, Marshoek, Oosterdalfsen, Rechteren, Broekhuizen, Dalmsholte, Engeland, Gerner, Holt, Mataram, Millingen, Ranserveen en Welsum. Dalfsen werd in 1811 gevormd uit het gelijknamige voormalige schoutambt, met uitzondering van de buurschappen Ruitenhuizen/de Route en Ruitenveen. Deze buurschappen werden respectievelijk aan Zwolle en Zwollerkerspel toegevoegd. In 1818 kwamen de huidige gemeentegrenzen tot stand. Het noordelijke deel van de gemeente Dalfsen ging samen met de reeds genoemde buurschappen de nieuwe gemeente Nieuwleusen vormen. Het ten zuiden van de Twentse weg gelegen deel van de buurschap Lenthe werd aan de gemeente Heino toegevoegd (kaart 1). Dalfsen grenst aan de volgende gemeenten: Nieuwleusen in het noorden, Ommen in het oosten, Heino in het zuiden en Zwolle in het westen. De gemeente Dalfsen had op 1 januari 1987 een oppervlakte van 13.230 ha., met inbegrip van 96 ha. binnenwater. Op die datum waren er 15.176 inwoners 4.611 woningen. Dit betekent een gemiddelde woningdichtheid van 35 per km2 (voor geheel Overijssel was dit cijfer 105). 2 Landschappelijke structuur 2.1 Geologie (kaart 2) De rivier de Vecht heeft een zeer belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van de huidige gemeente Dalfsen. Na de Saaie-ijstijd was het Vechtdal een oerstroomdal, waardoor het smeltwater van de ijsmassa's werd afgevoerd. Later, op de overgang van het pleistoceen en het holoceen, hebben er in dit oerstroomdal sedimentatie van klei en afzetting van dekzanden plaatsgevonden. Hierdoor is in het noorden van de gemeente een zacht golvend landschap ontstaan. Ten noorden van de huidige bedding heeft zich een oeverwal gevormd. Hierdoor liggen de gronden gemiddeld twee a drie meter hoger dan in het achterliggende gebied. Ook ten zuiden van de rivier hebben de postglaciale dekzanden hun sporen achtergelaten. Het landschap is hier echter versneden in een aantal stroken met geringe onderlinge hoogteverschillen, omdat de Vecht steeds weer andere beddingen koos. Deze stroken zijn op de geologische kaart aangeduid als banen van rivierzandafzettingen te midden van hoger gelegen dekzanden. Ook heeft langs de vroegere rivierlopen oeverwalvorming plaatsgevonden. In tijden van grote en snelle waterafvoer heeft dit geleid tot diepe insnijdingen, uitdroging van de wallen en zandverstuivingen. Het grootste stuifzandcomplex in de gemeente ligt in het Rechterense veld, ten zuidoosten van Dalfsen. 2.2 Bodemgesteldheid en landschap Op de huidige bodemkaart is de invloed van de Vecht als structurerend element duidelijk te zien. Direct langs de rivier liggen de poldervaaggronden, bestaande uit zavel en klei. De wordt het landschap gekenmerkt oude rivierbeddingen van de Vecht door een min of meer rechthoekige kenmerken zich door structuur van de ontsluiting en vlakvaaggronden met lemige, fijne verkaveling. De bewoning is zavel. Ten noorden en ten zuiden lijnvormig samengetrokken. In het van de Vecht vindt men relatief zuidwesten van de gemeente weinig aaneengesloten gebieden met overheerst het hoevenlandschap, enkeerdgronden. Deze gronden gekenmerkt door verschillen in werden gebruikt voor akkerbouw en micro-reliëf verspreide bebouwing hierdoor heeft zich in de loop der en onregelmatige kavelvormen. tijd een dik cultuurdek Dalmsholte, in het zuidwesten, ontwikkeld. De overige bodems in behoort tot de meer recente, de gemeente behoren tot de podzol- uitgestrekte heide-ontginningen achtige zandgronden, met af en toe met lintvormig samengetrokken een stuifzandcomplex. bewoning en lange rechthoekige kavelvormen. Ook in het landschap is de invloed van de Vecht duidelijk 2.3 Bodembeheer en ontginningen waarneembaar. Direct langs de (kaart 3) rivier liggen de (deels De hoge dekzanden langs de Vecht buitendijkse) graslandcomplexen hebben in de middeleeuwen als zonder bewoning. Deze bewoningsontginningsgebied overstromingsvlakte met afgesneden gediend. Van hieruit werd meanders en rivierduintjes is van aanvankelijk een smalle strook aan oudsher als hooi- en weiland in beide zijden van de Vecht gebruik. ontgonnen. Afhankelijk van het De overstromingsvlakte wordt reeds aanwezige ingesloten door een zone met micro-reliëf ontstonden weilanden, dekzandruggen en rivierduinen van bouwlanden en heidevelden. grotere omvang en hoogte. Ten noorden van de Vecht is de In 1833 bestaat Dalfsen nog voor dekzandrug hoger dan ten zuiden 62,8% uit "woeste gronden". De van de rivier, waar het landschap kaart van 1850 maakt duidelijk, meer versneden is. Op de dat er in die tijd nog twee oeverwallen liggen de uitgestrekte woeste gebieden zijn. bouwlandcomplexen (essen). Tevens Dit is in het noorden Het heeft zich aan de rand van de Dalfserveld dat in het Oud- oeverwal de agrarische bebouwing Leusenerveld overgaat en in het geconcentreerd, in hoevenzwermen zuidoosten Het Dalmsholt. Na 1850 of kleine dorpen. worden de gronden in een sneller Ten zuiden van de Vecht ligt een tempo ontgonnen dan daar voor het complex van bosrijke landgoederen. geval was. Dit is vooral het Van west naar oost De Horte - gevolg van de opheffing van het Mataram, Den Berg - Rechteren. De markesysteem. Hierdoor ontstond landhuizen respectievelijk voor met name de keuterboeren de kastelen worden omgeven door mogelijkheid om hun bedrijf uit te boscomplexen met daarin vele breiden. De ontbinding van de kleine percelen cultuurgrond. marken in het voormalige Ten noorden van de "Hessenweg" schoutambt van Dalfsen heeft tussen 1837 en 1859 Vechtdijken, Zuider Vechtdijken plaatsgevonden. In 1837 werd de en Salland. De rivier de Vecht marke van Lenthe officieel werd door het Rijk beheerd, maar opgeheven, spoedig gevolgd door de had vanaf het midden van de 19e marken van Dalmsholte (1840), eeuw nog slechts een beperkte Hessum (1845), Rechteren en afwateringsfunctie. De Millingen (1848), Leusen (1850) en Steenwetering in het noorden en Rosengaarde (1859). Van de marke het Overijssels Kanaal in het van Emmen is het tijdstip van zuiden waren voor de afwatering opheffing onbekend, maar tot in de belangrijker. Ondanks de 20e eeuw stonden nog enkele normalisering van de rivierloop percelen op naam van deze marke. (tussen 1900 en 1907) en het aanbrengen van stuwen heeft men Door het aanbrengen van een niet kunnen voorkomen dat de Vecht netwerk van onverharde wegen en in 1926 nabij Ankum buiten haar een (nog onvolledig) stelsel van oevers trad. De westelijke helft waterlopen werd de basis gelegd van de gemeente stond toen voor voor een goede, rationele een groot deel onder water. verkaveling van de veldgronden. In Het Dalmsholt vormden de aanleg Naast de genoemde dijkdistricten van het Overijssels Kanaal (1853) waren er omstreeks 1930 twee en de noodzaak tot ontwatering van kleine waterschappen, namelijk dit drassige gebied, een extra "Herfte" in het westen en stimulans voor een gecoördineerde "Dalmsholte" in het zuidoosten. Na aanpak. 1957 vond er een reorganisatie van het Overijsselse Toch verliep de ontsluiting van de waterschapsstelsel plaats. woeste gebieden tot de Daardoor is het grondgebied van de eeuwwisseling vrij traag. Pas in gemeente Dalfsen thans over drie de periode van 1900 tot 1930 vond waterschappen verdeeld. Het gebied er een snelle cultivatie van de ten zuiden van de Vecht wordt woeste gronden plaats, vooral door beheerd door het waterschap de toepassing van kunstmest. Het Bezuiden de Vecht, dat in 1959 is gevolg hiervan was dat er in 1948 ontstaan door samenvoeging van nog maar een beperkt aantal vijf kleine waterschappen kleinere, verspreide terreinen met (waaronder Zuider Vechtdijken, woeste grond werd aangetroffen. Herfte en Dalmsholte). Het gebied ten noorden van de Vecht is het 2.4 Waterbeheersing domein van waterschap De Noorder In 1835 werd een provinciaal Vechtdijken en de smalle strook dijkreglement vastgesteld, waarin ten zuiden van het Overijssels de bedijkte delen van Overijssel Kanaal valt onder het waterschap in negen dij,kdistricten (of Salland. waterschappen) werden ingedeeld. Het grondgebied van de gemeente Dalfsen werd over vier dijkdistricten verdeeld, namelijk van noord naar zuid: de Noorder Vechtdijken, Zwartewaters- en 3 Infrastructuur (kaart 4) 3.1 Waterwegen Tot in de 19e eeuw was de Vecht belangrijk voor de scheepvaart tussen Bentheim en Zwolle. Na 1850 ging door de aanleg van het Overijssels Kanaal de vervoersfunctie van de Vecht sterk achteruit. Het Overijssels Kanaal bestaat uit vier secties. In het zuid-oosten van de gemeente komen de trajecten Zwolle-Almelo (geopend in 1855) en Deventer- Lemelerveld (gereedgekomen in 1858) samen. Het Overijssels Kanaal heeft zijn functie als waterweg in de jaren zestig van de 20e eeuw verloren en is thans niet meer bevaarbaar. Vooral de achteruitgang van de Twentse textielindustrie en de opkomst van andere vervoersmiddelen hebben de vervoersfunctie van het kanaal uitgehold. De Vecht, die thans stroomopwaarts tot de stuw van Junne bevaarbaar is, heeft alleen nog een functie voor plezierjachten. In verband hiermee is onlangs een nieuwe kade in het dorp Dalfsen aangelegd. 3.2 Wegen