<<

De houding van populistisch-rechts in Nederland tijdens de coronacrisis

Master Thesis Public Governance

Auteur: Roan de Fouw ANR: 565732 / (Snr):1273871 Tutor: Prof. Frissen, P. Woorden: +/- 17.500

Abstract Overal ter wereld worstelen overheden met de aanpak van de coronacrisis. Er zijn grote verschillen in aanpak tussen landen en opvallend zijn de verschillende aanpakken van, voornamelijk, rechts-populistische regeringen. Al jaren is populisme in trek onder kiezers en sinds de opleving van populisme is er ook veel onderzoek gedaan naar dit fenomeen. Toch blijft populisme een uitermate glibberig begrip en is er nog veel onduidelijk over dit concept. Terwijl er in grote lijnen duidelijk is wat de kenmerken zijn van populistische partijen en hoe deze partijen politiek bedrijven is dit nog niet duidelijk in de context van de coronacrisis. Zo is het onduidelijk of de houding van deze partijen ten opzichte van het virus te linken is aan populistische principes en kenmerken. Deze thesis probeert dit inzichtelijk te maken door de situatie in Nederland te onderzoeken aan de hand van een discoursanalyse met elementen van een inhoudsanalyse. Er is onderzocht in welke mate populistische elementen voorkomen in de bijdragen van rechts-populistische partijen in Nederland (PVV en FvD) in het coronadebat. In het analyse kader is een zestal kenmerken van populisme gekozen waarnaar gekeken is. Uit de analyse blijkt dat bij beide partijen meerdere kenmerken naar voren komen in hun bijdragen aan het coronadebat. Vooral het nationalistische kenmerk komt vaak terug bij zowel FvD als de PVV. Verder zijn er flink wat verschillen tussen de partijen. Zo komt het samenzweringskenmerk veelvuldig boven water bij FvD terwijl hier bij de PVV geen sprake van is. Andersom komt volksverheerlijking veel vaker voor bij de PVV dan bij FvD. Al met al laat dit onderzoek vooral zien dat populisme terecht wordt gezien als glibberig concept dat in veel vormen en gradaties kan voorkomen.

Keywords: populisme, discours, coronacrisis, Baudet, Wilders, PVV, FvD

2

Voorwoord Voor u ligt mijn thesis “De houding van populistisch-rechts in Nederland tijdens de Coronapandemie”. Deze thesis heb ik geschreven in het kader van mijn master Public Governance aan . Ik wil dit voorwoord gebruiken om mensen te bedanken die mij tijdens mijn studie hebben geholpen. Allereerst wil ik Paul Frissen bedanken voor de fijne begeleiding gedurende het schrijven van mijn scriptie. Pauls heldere communicatie en goede feedback hebben mij enorm geholpen. Ook wil ik Frank Hendriks bedanken voor het fungeren als tweede lezer. Verder wil ik alle docenten bedanken die ik tijdens mijn studie heb mogen ontmoeten en waarvan ik veel heb geleerd. Tot slot wil ik mijn (oud)huisgenoten en vrienden bedanken voor de mooie tijd die ik met ze heb beleefd in Tilburg. Dankzij hun heb ik het maximale uit mijn studententijd kunnen halen waardoor ik deze fase nu tevreden kan afronden. Speciale dank gaat uit naar Walter, Mike, Hendrik, Jan, Ad, Neel, Jo, Bano, Mathijs, Roy, Jordi, Tereza, Jovana, Bas, Farah, Esme, Luuk, Laura en last but not least Cor en Cobus de huiskonijnen. Ook wil ik mijn ouders bedanken die mij zo nu en dan financieel hebben ondersteund en al mijn vrienden uit Zeeland.

Ik wens u veel leesplezier.

Tilburg, december 2020

3

Inhoudsopgave

Introductie 6 Probleemdefinitie & academische bijdrage 6 Onderzoeksvraag 7 Methodologisch kader 8 Dataverzameling 9 Data-analyse 10 Validiteit & betrouwbaarheid 11 Tijdspad 12

Analysekader 13 De gekozen kenmerken 14 De PVV als populistische partij 15 FvD als populistische partij 17

Resultaten en analyse van de PVV tijdens de coronadebatten 19 Sprekers en coronadebatten 19 Samenvattende analyse 20 Conclusies per kenmerk 22 Het Elite – Volk kenmerk 22 Samenzweringstheorieën kenmerk 22 Wetenschap en media kenmerk 23 Macht bij het volk (directe democratie) 23 Volksverheerlijkingskenmerk 24 Zondebokpolitiek 24 Nationalistisch kenmerk 25 Eindconclusie PVV 25

Resultaten en analyse van FvD tijdens de coronadebatten 27 Sprekers en coronadebatten 27 Samenvattende analyse 28 Conclusie per kenmerk 30 Het Elite – Volk kenmerk 30 Samenzweringstheorieën kenmerk 30 Wetenschap en media kenmerk 31 Macht bij het volk (directe democratie) 32 Volksverheerlijkingskenmerk 32 Zondebokpolitiek 33 Nationalistisch kenmerk 33 Eindconclusie FvD 34

Conclusie 35 Beantwoording onderzoeksvraag 35 Discussie en vervolgonderzoek 39 Een slag verder: persoonlijke noot van de onderzoeker 40

Literatuur 42

Bijlage 1 Analysekader 47 Bijlage 2 Lijst met populistische termen 48

4

Bijlage 3 Resultatenschema 48 Bijlage 4 Analyse van de bijdragen PVV 49 Bijlage 5 Analyse van de bijdragen FvD 57 Bijlage 6 Overzicht verzamelde debatten 68 Bijlage 7 Tijdlijn coronacrisis 78

5

Introductie Overal ter wereld lijkt het populisme een duidelijke opmars te maken (Roth, 2017). In de Verenigde Staten won ‘populist’ de presidentsverkiezingen, in Groot-Brittannië won Leave en werd Boris Johnson premier (Independent, 2019). Hongarije wordt al tien jaar bestuurd door populist Viktor Orbán, Polen door de rechts-populistische PiS partij en in Brazilië kwam de rechts-populistische Jair Bolsenaro aan de macht. Sinds 1990 is het aantal populistische bewegingen in Europa ook sterk gegroeid (Otjes & Louwerse, 2015). Ook in Nederland is het rechts-populistische geluid al jaren vertegenwoordigd in de kamer door de PVV van en in 2017 is FvD hier bijgekomen.

Er is al veel onderzoek gedaan naar mogelijke verklaringen voor het opkomend populisme en naar wat populisme nu eigenlijk is (Algan, Guriev, Papaioannou, & Passari, 2017; Müller, 2017). Ook naar de verschillende stromingen die populisme kent is uitvoerig onderzoek gedaan (Otjes & Louwerse, 2015). Toch blijft het lastig om populisme als politieke stroming goed te definiëren. De vraag is of er überhaupt over een stroming gesproken kan worden. Sommige onderzoekers spreken van een politieke stijl (Pfahl- Traughber, 1994) of van een discours (Hawkins, 2009). Anderen beschouwen populisme als mentaliteit (Pasquino, 2008) of als strategie (Ware, 2002). Tot slot zijn er wetenschappers die populisme vooral als ideologie zien (Mudde, 2007).

Populisten bijten zich vaak vast in dezelfde thema’s. Immigratie, soevereiniteit, klimaat, religie en identiteit zijn thema’s waarmee populistische partijen proberen te scoren (Marzouki & McDonnel, 2016) (Schain, 2018). Anno 2020 domineert de coronapandemie het dagelijks leven, het nieuws en, uiteraard, de politiek. Populistische partijen en politici gaan er ook bij dit thema weer fel in. In de beginfase van de corona uitbraak in Europa concludeerden verschillende politieke commentatoren dat het coronavirus het populisme juist zou beschadigen (Scott, 2020). Hier waren andere auteurs, waaronder Cas Mudde het niet mee eens. Populisme is een zeer divers en heterogeen fenomeen en er is hierdoor niet een eenduidig ‘populistisch’ antwoord op de coronacrisis (Mudde, 2020). Populisten reageren overal ter wereld verschillend op de coronacrisis, volgens Mudde. Daarnaast is het onduidelijk of de houding van populistische partijen ten opzichte van de coronacrisis ook daadwerkelijk te bestempelen is als ‘populisme’. Een verklaring daarvoor kan zijn dat kenmerken van populisme niet zozeer te vinden zijn in klassieke politieke ideologieën zoals communisme of liberalisme. Terwijl kenmerken van dit soort traditionele politieke ideologieën meer betrekking hebben op concrete maatschappelijke vraagstukken, belangen en tegenstellingen ( bijvoorbeeld aan thema’s als koopkracht, belastingen en vraagstukken over zorg) heeft populisme meer betrekking op culturele kwesties van identiteit en nationaliteit, op maatschappelijke machtsverhoudingen tussen elites en massa en de representatie daarvan in het politieke systeem. Dat zou kunnen leiden tot discoursen die met betrekking tot concrete maatschappelijke kwesties (zoals de coronacrisis) vooral door de nationale context worden bepaald (Frissen, De Fatale Staat, 2013). Hierin schuilt ook gelijk een aantal (hoofd)kenmerken van populisme. Deze worden in het analysekader verder uitgelegd.

Met de coronapandemie begeven de (internationale) politiek en de samenleving zich in onbekende wateren. Ook voor populisten is dit nog onbekend terrein en mede daarom is de coronacrisis een interessante context om te gebruiken voor dit onderzoek.

Probleemdefinitie en academische bijdrage Ondanks het vele wetenschappelijk onderzoek naar populisme is het fenomeen ‘populisme’ nog steeds moeilijk te duiden. Het is een uitermate ‘glibberig’ concept (Vossen,2009; Mudde,2020). De coronacrisis laat zien dat populistische partijen lang niet altijd (en niet bij ieder thema) hetzelfde denken en handelen (Katsambekis & Stavrakakis, 2020).

Onderzoekers zijn er wel in geslaagd om kenmerken van populisme bloot te leggen. Er is namelijk wel enige mate van consensus met betrekking tot de kern van het populisme (Vossen, 2009). Zo zouden populisten de bestaande politiek niet vertegenwoordigend vinden, wordt er door populisten vaak gesproken

6 over een ‘elite’ en ‘het volk’ (en dan vooral de toenemende kloof tussen beide) en zien populisten globalisering vaak als een bedreiging. In bestaande academische literatuur worden deze kenmerken uitvoerig geanalyseerd.

Er is in de huidige literatuur met betrekking tot populisme nog maar weinig aandacht besteed aan de vraag of de kenmerken van populisme ook echt naar voren komen in concrete situaties. Bestaand onderzoek kiest vaak niet voor een bepaalde casus maar kijkt naar alle aspecten van partijen of personen m.b.t. populisme (Vossen, 2009; Jagers, 2008). Wel is er al onderzoek gedaan naar populisme met betrekking tot klassieke thema’s zoals migratie maar hoe populisten zich opstellen met betrekking tot een pandemie is nog grotendeels onbelicht gebleven (Lutz, 2019). Er is voor de coronacrisis als context gekozen omdat deze pandemie een zeer grote impact heeft op alle aspecten van het dagelijks leven en bijna ieder (politiek) onderwerp beïnvloedt. Corona heeft grote economische, culturele en sociale gevolgen en is daardoor erg interessant om als context en casus te gebruiken bij onderzoek naar populisme. Door de actualiteit van het onderwerp is het ook een nieuwe casus.

Aangezien populisme zich moeilijk in een hokje laat stoppen is het niet duidelijk of de theoretische kenmerken van populisme ook in de praktijk naar voren komen bij het reilen en zeilen van populistische partijen (Mudde, 2020). Deze thesis zal proberen dit inzichtelijk te maken aan de hand van het rechts- populisme in Nederland met betrekking tot de coronacrisis.

Hiermee wordt in de eerste plaats getracht populisme in al zijn breedte beter te begrijpen. Dit is, zeker in de Nederlandse context, belangrijk aangezien het aandeel van rechts-populistische stromingen in de Nederlandse politiek in de afgelopen decennia aanzienlijk is gegroeid (, 2019). Daarnaast is het onduidelijk of populistische partijen zich daadwerkelijk op alle thema’s ‘populistisch’ gedragen. Deze thesis zal, aan de hand van kenmerken van populisme, laten zien of dit het geval is bij de coronacrisis. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het academische debat over populisme in het algemeen en worden theoretische kenmerken getoetst aan een praktijkcasus.

Onderzoeksvraag Het is duidelijk dat er in de wetenschap al veel onderzoek is verricht naar populisme. Echter, populisme blijft een lastig concept en er kan op veel verschillende manieren naar worden gekeken (Vossen, 2009). Deze scriptie onderzoekt hoe populisme zich in de (Nederlandse) praktijk verhoudt tot theoretische kenmerken van populisme aan de hand van het debat over de coronacrisis. Naar welke kenmerken er gekeken is wordt in het analysekader nader toegelicht. De gebruikte onderzoeksmethoden worden in het methodologisch kader toegelicht. De volgende onderzoeksvraag zal in deze scriptie worden beantwoord:

Zijn de in de literatuur aangeduide kenmerken van het populisme aan te treffen in de bijdragen van PVV en FvD tijdens het politieke debat over Corona?

7

Methodologisch kader Voor dit onderzoek is er gebruik gemaakt van een discoursanalyse in combinatie met elementen van een inhoudsanalyse. Volgens de literatuur is een discoursanalyse een onderzoeksmethode waarbij mondelinge, schriftelijke en andere uitingen worden geanalyseerd naar hun onderliggende betekenis (Johnstone, 2018). Een inhoudsanalyse lijkt in veel opzichten op een discoursanalyse maar er zijn verschillen. Terwijl een inhoudsanalyse een kwantitatieve benadering hanteert door de frequentie van bepaalde thema's in een tekst te tellen, houdt een discoursanalyse zich niet met tellen bezig en vindt er uitsluitend een kwalitatieve analyse van teksten, documenten, en andere literatuur plaats. Hierin tracht men verhaallijnen te ontdekken (Bryman, 2012). Dit verschil komt echter niet duidelijk naar voren als we kijken naar onderzoeken uit de praktijk. In de praktijk worden deze methodes veelal door elkaar gebruikt en is er eigenlijk vooral een gradueel verschil tussen beide methodes (Vossen, 2009; Jagers, 2007).

Dit onderzoek kijkt naar kwalitatieve kenmerken van populisme zonder dat dit per se leidt tot specifieke verhaallijnen. Het leidt wel tot een beoordeling van het voorkomen van deze kenmerken. De gekozen methode heeft dus het meest weg van een discoursanalyse maar dan zonder het vormen van verhaallijnen. Bij een inhoudsanalyse is het gebruikelijk om de onderzochte teksten te toetsen aan een analytisch schema. Ook bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van een dergelijk schema (bijlage 1) en daarom is er ook sprake van (elementen van) een inhoudsanalyse.

Deze discoursanalyse (met elementen van een inhoudsanalyse) wordt ingezet om inzichtelijk te maken wat de houding van de PVV en FvD is ten opzichte van de coronacrisis. Discoursanalyses en inhoudsanalyses zijn veel gebruikte methoden in psychologisch, sociologisch en politiek-wetenschappelijk onderzoek (Jørgensen & Phillips, 2002). Er is gekozen voor een discoursanalyse (met elementen van een inhoudsanalyse) omdat deze methoden de mogelijkheid biedt om narratieve patronen bloot te leggen in het denken en praten over “grote” onderwerpen, zoals de coronacrisis.

Ook onderzoeken met betrekking tot populisme maken geregeld gebruik van deze methoden. Zo ook in het artikel van Jan Jagers uit 2007. Jagers voerde een kwalitatief onderzoek uit naar het populistische gehalte van drie Vlaamse partijen (Jagers, 2007). Hij deed dit aan de hand van drie kenmerken van populisme en er werd gebruik gemaakt van partijinterne literatuur. Deze keuze zou in het geval van deze thesis te beperkt zijn aangezien corona relatief nieuw is en er uit het vooronderzoek bleek dat beide partijen maar weinig partijinterne literatuur m.b.t. corona hebben op de partijwebsites. Daarnaast zijn de verkiezingsprogramma’s van beide partijen nog niet naar buiten gebracht op het moment van schrijven.

Een beter voorbeeld voor dit onderzoek geeft Koen Vossen in 2009. In zijn onderzoek naar het populistisch gehalte van Geert Wilders en beperkt hij zich niet tot partijinterne literatuur, maar wordt er ook gekeken naar interviews, rapportages en debatten. Door te kiezen voor een breed palet aan bronnen gaat er echter wel aan methodologische precisie verloren (Jørgensen & Phillips, 2002). Om recht te doen aan de methodologische precisie en gezien de beperkte tijd is er voor dit onderzoek gekozen om in beginsel alleen naar de debatinbrengen van de partijleden van beide partijen te kijken. Er wordt dus, net als bij Jagers (2007) naar slechts één databron gekeken. De hier voorgestelde databron geeft echter een meer divers en breder palet aan data dan bij Jagers het geval is omdat er naast de eigen inbreng ook naar interrupties, Kamervragen en inbrengen in commissies zal worden gekeken. Door te kiezen voor één brede databron is het mogelijk om een grondige analyse uit te voeren binnen de beperkte tijd waarbinnen deze thesis afgerond moet worden. Daarnaast krijgt het onderzoek door het kiezen van een brede databron die meerdere aspecten bevat meer body en wordt er recht gedaan aan de eis van een strenge methodologische decodering die gebruikelijk is bij een discoursanalyse (Jagers, 2007; Johnstone, 2018).

8

Dataverzameling Alle data zijn verzameld aan de hand van deskresearch. Om een diepe, grondige analyse te kunnen maken is het van belang dat er van een beperkt aantal databronnen gebruik wordt gemaakt zodat de empirie niet te omvangrijk is. Zoals eerder besproken is er gekozen voor één brede databron. Uitingen op sociale-media platformen zoals en Facebook worden niet meegenomen in dit onderzoek omdat er zoveel berichten zijn geplaatst door de partijen op deze platformen dat het niet haalbaar is om dit te onderwerpen aan een grondige analyse binnen de geldende tijd van dit onderzoek. Er is wel nagedacht om een willekeurige selectie te maken van bijvoorbeeld 50 ‘tweets’ maar dan is het risico van een vertekend beeld van het daadwerkelijke discours te groot bij de analyse. Bovendien past dit ook niet binnen de traditie van een kritische discoursanalyse (Johnstone, 2018). Verder is er besloten om niet te kijken naar partijinterne literatuur, zoals publicaties op de partijwebsites omdat er, zeker in het geval van de PVV, weinig tot geen publicaties te vinden zijn op de website m.b.t. tot corona. Toch zijn er uitzonderingen gemaakt op de bovenstaande beperkingen omdat het niet verstandig is om de ogen volledig te sluiten voor wat er buiten het parlementaire debat afspeelt. Als er in de media of op sociale media toch uitspraken inzake corona gerelateerde onderwerpen naar voren komen die veel teweegbrengen en die duidelijk populistische elementen bevatten, mogen deze uitspraken niet genegeerd worden. Dergelijke uitspraken worden dus wel benoemd en besproken in de analyses maar er is niet actief naar gezocht.

Om het onderzoek goed af te bakenen is het naast een scherpe keuze van databronnen ook van belang dat er naar een specifieke periode wordt gekeken. Dit onderzoek gaat zich richten op de periode tussen 27 februari 2020 (de dag waarop de eerste officiële besmetting in Nederland werd geconstateerd) tot 30 september 2020 (een dag na de ingang van nieuwe, strengere maatregelen). Om de bijdragen te verzamelen wordt er gebruik gemaakt van de website van de Tweede Kamer. Onder het kopje ‘Debat gemist’ zijn alle Kamerdebatten en commissievergaderingen terug te vinden. Naast de bekende ‘coronadebatten’ worden ook debatten die een sterke link hebben met corona, zoals debatten over het Europees herstelfonds, verzameld.

Voor dit onderzoek zijn de bijdragen van de Kamerleden van de PVV en FvD m.b.t. corona verzameld. In het geval van FvD zijn ook de bijdragen (vanaf 22 mei) van onafhankelijk kamerlid meegenomen omdat hij zich zal gaan aansluiten bij FvD. Als eerste zijn alle bijdragen die gedaan zijn in de eigen spreektijd tijdens debatten verzameld. Hierbij is in acht genomen dat de PVV meer spreektijd heeft dan FvD. Dit levert echter geen problemen op voor dit onderzoek omdat er geen vergelijking tussen beide partijen wordt gedaan. Daarnaast gaat het puur om de onderliggende discoursen van de bijdragen, hiervoor is de duur van de bijdragen niet relevant. Naast de inbreng tijdens eigen spreektijd zijn ook de antwoorden van de partijen op interrupties van anderen verzameld. Ook de interrupties van de PVV en FvD zelf zijn verzameld. Naast de plenaire Tweede Kamerdebatten zijn alle bijdragen van beide partijen m.b.t. corona binnen Kamercommissies verzameld. Hierin is de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport de belangrijkste. De databron zal i.v.m. de leesbaarheid van deze thesis in het kort ‘debatten’ worden genoemd. Onderstaande tabel 1 geeft een kort overzicht van de verzamelde data. In bijlage 6 staat een uitgebreid overzicht van de verzamelde debatten, inclusief de URL-links en de namen van sprekers tijdens de debatten.

9

Databron ‘Debatten’ Voorbeeld/omschrijving (Plenaire) coronadebatten De ‘grote’ coronadebatten die vaak plaatsvinden na nieuwe maatregelen of na een technische briefing. Andere (plenaire) debatten Plenaire debatten waar het over corona gaat (of waar de inbreng van PVV of FvD over corona gaat). Bijv. APB, Europees Herstelfonds, Debat Waardering Zorg. Technische briefing RIVM De commissievergaderingen van de commissie VWS met Jaap Van Dissel over de huidige situatie m.b.t. corona. Kamercommissies Andere kamercommissievergaderingen over bijvoorbeeld onderwijs en corona, cultuur en corona, steunpakketten etc. Overig Overige debatten zoals het vragenuurtje of regelingen van werkzaamheden Tabel 1: Uitleg van de databron

Data-analyse Na de verzameling van alle data zijn de data geanalyseerd aan de hand van theorieën over populisme. Hiervoor is er een analysekader geschreven waarin een selectie is gemaakt van kenmerken van populisme. Voor de vorming van het analysekader is er vooral gemaakt van het werk van Jagers (2007), Mudde (2007), Frissen (2009), Vossen (2009) en Müller (2017).

Er is eerst geanalyseerd hoe de standpunten, inbrengen en de toon van de partijen zich hebben ontwikkeld. Hierbij is er gekeken welke discoursen naar voren komen. Vervolgens is er, aan de hand van de in het analysekader bepaalde kenmerken van populisme, onderzocht in welke mate deze kenmerken terug te zien zijn in de bijdragen.

De kracht van een discoursanalyse als methode is dat de analyse gebaseerd is op ‘echte’ data uit de praktijk. Jagers (2007) probeert mogelijk subjectieve vertekeningen tegen te gaan door te werken met uitgebreide coderingschema’s waarmee hij het populistisch gehalte echt meetbaar wil maken. Een dergelijke aanpak lijkt voor dit onderzoek echter weinig meerwaarde te hebben. Er kan namelijk wel gekeken worden naar hoe vaak Wilders in een betoog over bijvoorbeeld ‘het volk’ spreekt, maar dan moet daarna alsnog aan de hand van de context worden bepaald (op basis van eigen inschatting) of er een kenmerk naar voren komt. Dit verandert dus niets aan het subjectieve gehalte. Daarnaast zoekt een discoursanalyse juist naar de betekenis achter woorden. Voor dit onderzoek is de aanpak die Vossen (2009) hanteert logischer. Hij werkt niet met een uitvoerig coderingsschema maar kiest ervoor om meerdere artikelen en interviews grondig te analyseren door middel van close reading en trekt op basis daarvan conclusies.

Aangezien de databronnen van Vossen het meest vergelijkbaar zijn met die van deze thesis qua hoeveelheid en omdat de eventuele meerwaarde van een uitvoerig coderingsschema in termen van het tegengaan van het subjectieve gehalte van een discoursanalyse hier niet doorslaggevend is, is er bij dit onderzoek gebruik gemaakt van close reading. Hawkins (2009) noemt deze techniek ook wel ‘holistic grading’. Hierin wordt een tekst (of in het geval van dit onderzoek een bijdrage aan debat) als geheel grondig geanalyseerd. Tijdens deze grondige analyse is er aandachtig gezocht naar uitspraken die mogelijk te maken hebben met een of meerdere gekozen kenmerken. Dit is gedaan met behulp van het analysekader uit bijlage 1. Bijlage 1 bevat een schematisch overzicht van de gekozen kenmerken. In dit analysekader worden de gekozen kenmerken kort toegelicht en worden er voorbeelden uit de praktijk genoemd. Dat er geen gebruik is gemaakt van een uitvoerig coderingsschema wil niet zeggen dat er geen termen en woorden zijn die mogelijk iets zeggen over het populistische gehalte. Deze termen worden goed samengevat door Rooduijn en Pauwels in hun

10 vergelijking van twee methodes voor content analyses (Rooduijn & Pauwels, 2011). In bijlage 2 worden de termen opgesomd. Deze lijst heeft de onderzoeker geholpen bij het herkennen van mogelijk populistische uitspraken tijdens de analyse.

Tot slot is de tabel uit bijlage 3 ingevuld op basis van de analyse. Deze tabel is ontwikkeld op basis van het schema dat Vossen hanteert waarin per kenmerk wordt beoordeeld in welke mate dit kenmerk naar voren komt in de geanalyseerde data. Er wordt gebruik gemaakt van plusjes en minnetjes omdat door het lastig meetbare karakter van populisme een cijfermatige beoordeling van het populistisch gehalte niet goed mogelijk is. De keuze waarom een bepaald kenmerk maar één plusje krijgt en een ander kenmerk twee of een min zal uitvoerig worden toegelicht. In beginsel geldt het volgende: - - = Er is totaal geen sprake van het kenmerk, er zijn zelfs bijdragen die indruisen tegen het kenmerk. - = Er is geen of incidenteel sprake van het kenmerk. +/- = Het kenmerk komt sporadisch naar voren maar zeker niet constant. + = Het kenmerk komt regelmatig naar voren. ++ = Het kenmerk komt constant naar voren. Verder moet hierbij worden opgemerkt dat het schema uit bijlage 3 alleen wordt gehanteerd om de resultaten (visueel) inzichtelijker te maken. Er dient niet te veel statistische waarde aan te worden gehecht.

Validiteit en betrouwbaarheid Zowel Jørgensen & Phillips (2002) als Johnstone (2018) leggen naast de voordelen ook de beperkingen van een discoursanalyse bloot. De validiteit van de analyse zou door de onderliggende theorie in gevaar kunnen komen. De onderzoeker is namelijk zelf ook onderdeel van het discours en de samenleving waar hij onderzoek naar doet. Dat betekent dat de onderzoeker nooit volledig neutraal naar het onderzoeksonderwerp kan kijken. Om het risico van subjectiviteit tegen te gaan is ervoor gekozen om van één databron alle beschikbare data te verzamelen en analyseren. Hierdoor wordt er geen selectie gemaakt binnen een databron door de onderzoeker en is er in dat stadium van het onderzoek dus geen kans op subjectiviteit. Daarnaast is er bij de keuze uit de kenmerken van theorieën eerst goed gekeken welke kenmerken het meest interessant zijn met betrekking tot de casus. Dit wordt uitvoerig toegelicht in het analysekader wat weer ten goede komt aan de transparantie en betrouwbaarheid van het onderzoek. Natuurlijk blijft het een afweging van de onderzoeker zelf en is er dan altijd risico op subjectiviteit maar door de keuzes goed toe te lichten en te beargumenteren wordt dit risico zo klein mogelijk gemaakt. Daarnaast is het van belang dat er puur en alleen naar de uitingen van de partijen tijdens de coronacrisis wordt gekeken. De PVV en FvD staan al te boek als populistisch door hun houding in het verleden maar dit ‘populistisch vooroordeel’ mag niet meespelen in de beoordeling van de onderzoeker.

Het gebruik van een discoursanalyse als methode roept altijd vragen op over de wetenschappelijke validiteit (Hawkins, 2009). Het is erg lastig om populisme meetbaar te maken omdat het, zoals eerder aangegeven, een erg ‘glibberig’ fenomeen is (Mudde, 2007). Enkele onderzoekers hebben een poging gedaan om populisme meetbaar te maken aan de hand van bijvoorbeeld coderingsschema’s maar alsnog liepen de onderzoekers aan tegen de repliceerbaarheid en validiteit van het onderzoek (Jagers, 2007; (Armony & Armony, 2005). Dat er bij een discoursanalyse altijd sprake is van problemen met de validiteit is onoverkomelijk. Toch probeert dit onderzoek door het gebruik van een zeer brede databron en door middel van een grondige analyse en ‘close reading’ twijfels m.b.t. validiteit zoveel mogelijk weg te nemen.

11

Tijdspad Deze thesis is geschreven in de maanden september tot en met januari 2021. Tot 23 oktober is er gewerkt aan het definitieve onderzoeksvoorstel en zijn verschillende onderzoeksmethoden en databronnen overwogen. Ook is er in de periode tot 23 oktober gewerkt aan het analysekader, de onderzoeksvraag, de introductie en de probleemdefinitie. Vanaf eind oktober tot half november zijn alle data verzameld. De maanden daarna heeft de analyse plaatsgevonden en is het onderzoek in zijn geheel afgerond.

12

Analyse kader Dit hoofdstuk geeft een overzicht van wat er in de literatuur over populisme wordt gezegd, wat de meest gangbare definities zijn van populisme en wat de kenmerken van populisme zijn. Daarnaast wordt er in de literatuur gekeken naar de mate waarin de PVV en FvD als populistisch omschreven kunnen worden. Dit is interessant omdat de houding van de partijen tijdens de coronacrisis misschien makkelijker is uit te leggen binnen hun, in dit hoofdstuk geschetste, ‘partijprofiel’. De coronacrisis staat niet centraal in dit hoofdstuk. Dit hoofdstuk dient eerder als een verheldering van het kernconcept van deze thesis en geeft de lezer de mogelijkheid om de PVV en FvD vanuit populistisch oogpunt beter te begrijpen. Buitenom dat is dit hoofdstuk van belang omdat er kenmerken van populisme worden gekozen die tijdens de analyse gebruikt zullen worden.

In de introductie werd al duidelijk dat er geen consensus is in de wetenschap over hoe populisme het best geduid kan worden. Er zijn meerdere invalshoeken waaruit populisme beschouwd kan worden. Aangezien er voor dit onderzoek gekozen is voor een discoursanalyse (Johnstone, 2018) zal er gebruikt worden gemaakt van Hawkins’ zienswijze (2009). Hawkins heeft populisme binnen de context van andere definities gedefinieerd als een discours. De discoursedefinitie ziet populisme als een ‘manichaean’ (alles is verdeeld in goed en slecht) discourse dat ‘goed’ associeert met de verenigde wil van het volk en ‘slecht’ met de corrupte, besturende elite (Hawkins, 2009). Bestuurskundige Paul Frissen gebruikt in ‘De Fatale Staat’ (2013) een soortgelijke definitie. Hij spreekt over een samenzwering van de elites die de wil van het volk miskennen. Ook de Engelse politicologe Canovan spreekt in gelijke termen als ze populisme beschrijft als ‘an appeal to “the people” against both the established structure of power and the dominant ideas and values of society’ (Canovan, 1999).

Deze definitie heeft duidelijke raakvlakken met de kern van populisme. Hoewel er dus geen overeenstemming is onder wetenschappers over een duidelijke definitie van populisme is er wel enige mate van consensus over de kern van populisme (Vossen, 2009). Populisme is volgens de literatuur vooral een ideologie waarin de zittende, bestuurlijke macht (de elite) niet voor het volk strijdt maar de volkswil juist ondermijnt (Frissen, 2013; Hawkins, 2009; Vossen, 2009; Mudde, 2007). Hierin schuilt ook een eerste kenmerk van het populisme: de kloof tussen de bestuurlijke elite en het gewone volk. Of, zoals Frissen het omschrijft: ‘’een zuiver volk” ‘versus “een corrupte elite” (Frissen, Gevaar Verplicht, 2009). Volgens Jagers (2007) is de tegenstelling tussen het volk en de elite het belangrijkste kenmerk waarnaar gekeken moet worden bij onderzoek van populisme in een specifieke casus. Ook voor deze thesis wordt dit kenmerk als hoofdkenmerk gebruikt.

Volgens Hawkins (2009) kenmerkt een populistisch discours zich enerzijds door een felle, constante aanval op de elite (de vijand van het volk) en anderzijds door de verheerlijking van datzelfde volk. Het volk wordt gezien als baken van hoop en kennis en heeft het in de ogen van populisten altijd bij het juiste eind terwijl de zittende macht louter beslissingen neemt tégen het volk en doordrenkt is van corruptie, leugens en onkunde (Hawkins, 2009; Vossen, 2009).

Ook populismekenner Jan Wener Müller (2017) hamert op dit hoofdkenmerk. Volgens Müller drijft populisme op een kunstmatig onderscheid tussen het volk en de elite en gaat dit altijd gepaard met anti- pluralisme. Müller maakt in zijn boek ook duidelijk dat sommige, breed gedragen aannames over populisme niet juist zijn. Mensen associëren populisme met simpele ideeën tegen de zittende politiek, mooi voorgelegd aan het laagopgeleide, boze volk maar volgens Müller zijn geen van deze kenmerken uniek voor het populisme (, 2017). Daarnaast is het ook niet zo dat populisten per se alle dominante waarden en opvattingen afwijzen. Het gaat doorgaans alleen om bepaalde dominante denkbeelden zoals multiculturalisme en neoliberalisme waarbij ze vaak een beroep doen op het ‘gezond verstand’. Ze zetten er meestal geen alternatieve ideologie tegenover (Akkerman, 2003). Dit ligt in lijn met het verwijt dat Wilders vaak krijgt. Hij zou alleen schreeuwen vanaf de zijkant en zelf niet met echte oplossingen komen (Gajentaan, 2020). Wat wel uniek is bij populisten is dat ze zichzelf zien als de enige ware

13 vertegenwoordigers van het volk, of ook wel: de zwijgende meerderheid. Verder doen populisten er alles aan hun politieke tegenstanders te ontregelen en te delegitimeren. Hoewel Müller stelt dat hij de term ‘populist’ niet als belediging gebruikt maar als een beargumenteerde kwalificatie schrijft hij nog geen twee zinnen later dat populisten altijd een gevaar voor de democratie zijn omdat ze constant uitdragen dat de bestaande democratie niet deugt.

Terwijl auteurs zoals Hawkins (2009), Mudde (2007) en Vossen (2009) zich vooral richten op het kenmerk ‘elite’ versus ‘volk’ en dit echt als de kern van populisme zien zijn er ook populismetheoretici die populisme een breder palet aan kenmerken toebedelen. Zo stelt Peter Wiles in 1968 een lijst op met 24 kenmerken van populisme (Wiles, 1968). Deze scriptie heeft zich echter beperkt tot een zestal specifieke kenmerken. Hierin is er niet gekozen voor de kenmerken die een specifieke auteur hanteert maar zijn er uit verschillende academische bijdrages kenmerken overgenomen en geoperationaliseerd. Hierbij is er gekeken welke kenmerken het meest relevant zijn voor het onderzoeksonderwerp.

De gekozen kenmerken Bij het kiezen van de kenmerken is er vooral gekeken naar het werk van Vossen (2009). Zijn keuze om te werken met een overkoepelend kernkenmerk met daaruit voorvloeiende ‘smaakversterkers’ is ook voor deze thesis geschikt. Het centrale kenmerk ‘corrupte elite’ versus ‘het volk’ is ook voor dit onderzoek gebruikt als overkoepelend kenmerk. Het gaat er bij dit kenmerk om dat de zittende macht (de elite) steeds verder af komt te staan van het volk. Er ontstaat een steeds grotere kloof tussen de gewone man en de bestuurder. De elite wil steeds meer macht naar zich toetrekken ten koste van de burger. Er wordt een duidelijk wij-zij cultuur gepredikt. Hieronder worden de specifieke kenmerken (de smaakversterkers) behandeld. Alle kenmerken zijn ook samengevat in het analyseschema in bijlage 1.

Het eerste kenmerk is de neiging van populisten om complottheorieën te steunen en te prediken. Dit gaat vaak gepaard met doemdenken en heftige toekomstscenario’s. Vossen (2009) noemt dit een smaakversterkend kenmerk van populisme maar wijst er terecht op dat de neiging samenzweringstheorieën te hanteren niet exclusief is voorbehouden aan populisten. Desalniettemin sluit dit kenmerk duidelijk aan bij het populistische discours (Hawkins, 2009) en is het bovendien uitermate relevant m.b.t. de coronacrisis aangezien het debat over corona, zeker op sociale media, gekaapt wordt door complotdenkers (Shahsavari, Holur, & Tangherlini, 2020). Waar dit complot-denken precies vandaan komt is onduidelijk. Het heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat populisten de zittende elite als een homogene groep zien met één wil en karakter. Aangezien er toch veel verschillende belangen spelen tussen de groepen die de elite vormen en de elite uit een divers en breed aantal personen bestaat moet er volgens populisten wel een complot zijn gesmeed (Vossen, 2009). Dit kenmerk kan kort worden samengevat als het samenzweringskenmerk.

Het tweede kenmerk is afgeleid uit het hoofdkenmerk ‘elite’ versus ‘volk’. Volgens Mede en Schäfer (2019) beperkt het ‘anti-elite’ discours zich niet tot bestuurders en politici maar keren populisten zich ook tegen andere vertegenwoordigers van het ‘establishment’ (Mede & Schäfler, 2020). Ook academici, universiteiten en wetenschap in het algemeen behoren volgens populisten tot de corrupte elite. Het gaat hierbij niet per se om het afwijzen van de wetenschap in het algemeen maar ook om het aanhangen van alternatieve onderzoeken waarover geen of in veel mindere mate consensus is. Dit is een zeer interessant kenmerk inzake de coronacrisis aangezien er volop (medisch) wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt naar corona en omdat er, bijvoorbeeld op het gebied van de te nemen maatregelen tegen het virus, veel discussie is onder experts. Verder worden ook de media vaak bekritiseerd en beticht van subjectiviteit door populisten. Ook deze houding ten opzichte van de media is interessant m.b.t. de coronacrisis. Dit kenmerk kan in het kort beschreven worden als het wetenschap en media kenmerk.

Als derde kenmerk is er gekozen voor de constante flirt met directe democratie. Het populisme hanteert een eenduidig beeld van volkssoevereiniteit dat in alle onmiddellijkheid kan worden uitgedrukt. De macht van het volk moet worden hersteld (Frissen, 2009). Ondanks dat er niet volledige consensus is over dit kenmerk

14

(volgens Müller zijn populisten juist geen pleitbezorgers van directe democratie) wordt het toch gebruikt in deze scriptie maar wordt het iets breder getrokken. Het gaat namelijk naast de flirt met directe democratie ook over meer macht voor het volk an sich. Het is een interessant kenmerk om te onderzoeken inzake de coronacrisis omdat overheden tijdens de uitbraak juist steeds meer macht naar zichzelf toe trokken en vrijheden van burgers inperkten of afpakten (Amnesty International, 2020). Ook in Nederland kregen niet rechtstreeks gekozen instellingen zoals veiligheidsregio’s meer macht (NOS, 2020).

Een vierde kenmerk komt voort uit het werk van Vossen (2008), Hawkins (2009) en Pels (2011). Vossen noemt volksverheerlijking een van de basis ingrediënten van populisme. Dit ‘basis ingrediënt’ zoomt in op het tweede kenmerk ‘elite versus volk’. Populisten komen namelijk graag op voor het ‘gewone volk’ en volgens Hawkins is er zelfs sprake van volksverheerlijking. Pels toonde aan dat populisten die over het gewone volk spreken doelen op mensen zoals leraren, politieagenten, zorgmedewerkers en mensen uit het MKB (Pels, 2011). Dit kenmerk is interessant voor het onderzoeksonderwerp omdat het tijdens de coronacrisis juist mensen zijn met dit soort beroepen die in de frontlinie staan in de bestrijding van het virus of juist slachtoffer dreigen te worden van de maatregelen tegen het virus.

Een vijfde kenmerk vloeit voort uit ‘Gevaar Verplicht’ van Paul Frissen (2009). Frissen schrijft dat populisten de wil van het volk claimen te kennen omdat ‘het volk’ een homogene eenheid zou zijn. De eenheid impliceert altijd het bestaan van het vreemde dat vaak als vijandig wordt opgevat. Dit wil zeggen dat populisten aan zondebokpolitiek doen. Ook dit is een interessant kenmerk kijkend naar de coronacrisis omdat het bijvoorbeeld duidelijk naar voren komt in uitspraken van populisten als Trump toen hij sprak over het ‘Chinese virus’ (Frissen, 2009) (Muravchik & Shields, 2019) (The Washington Post, 2020).

Een zesde en laatste kenmerkt komt naar voren uit de nog altijd gevoerde discussie over de relatie tussen populisme en nationalisme. Het gaat te ver om nationalisme als een duidelijk kenmerk van populisme te bestempelen omdat hier nog geen consensus over is. Wel erkennen de meeste onderzoekers de constante flirt van populisten met nationalisme (De Cleen, 2017) (Brubaker, 2019). Nationalisme gaat meestal gepaard met het belang van de eigen soevereiniteit en een afkeer van globalisering (Calhoun, 2017). Smith (1996) definieert nationalisme als een stroming waarin het nationale belang van een specifieke staat voorop staat en waar soevereiniteit teruggewonnen en behouden moet worden (Smith, 1996). Dit zijn interessante gedachten m.b.t. de coronacrisis omdat de Europese Unie graag meer instrumenten en bevoegdheden zou willen om corona (en bijhorende economische crisis) tegen te gaan en omdat mede door globalisering de verspreiding van het virus zo snel kon gaan (Trouw, 2020) (Mas-Coma, Jondes, & Marty, 2020). Dit ‘kenmerk’ krijgt i.v.m. de leesbaarheid van deze thesis de omschrijving ‘Het nationalistische kenmerk’.

In het kort zijn er dus zes kenmerken gekozen en één (overkoepelend) hoofdkenmerk: (HK) Elite – Volk 1) Samenzweringstheorieën 2) Wetenschap & media kenmerk 3) Macht bij het volk (directe democratie) 4) Volksverheerlijkingskenmerk 5) Zondebokpolitiek 6) Nationalistisch kenmerk

De PVV als populistische partij Er is in de afgelopen decennia veel geschreven over de PVV als partij en Wilders als partijleider. Een al eerder aangehaald onderzoek van Vossen kijkt bijvoorbeeld naar het populistische gehalte van Wilders terwijl andere onderzoekers naar de PVV als geheel kijken. Toch is er maar weinig academisch onderzoek gedaan naar de vraag of de PVV nu daadwerkelijk als populistisch is te bestempelen en is het onderzoek dat er wel is vaak meer dan tien jaar oud. De meeste onderzoekers slaan deze stap simpelweg over en gaan ervan uit dat de PVV een populistische partij is. Dit komt enerzijds omdat het ontbreken van een eenduidige,

15 werkbare definitie van ‘populisme’ het lastig maakt te bepalen of een partij populistisch is. Daarnaast is er al wel vaker aangetoond dat Wilders duidelijk populistische trekken vertoont en aangezien hij hét gezicht is van de PVV gaan auteurs er waarschijnlijk van uit dat de PVV een populistische partij is. Zo voldoet Wilders volgens Müller onmiskenbaar aan (de door hem gebruikte) definitie van populisme want hij zegt te spreken namens het volk en is constant bezig met het aanvallen van tegenstanders en instituties (Müller, 2017). Dit werd recent nog bevestigd toen Wilders sprak over een corrupte rechtsstaat (Metro, 2020). Wilders zelf noemt zichzelf, net als in zijn tijd, liever patriot en etiketteert zijn beweging liever als ‘democratisch patriotisme’ (Lucardie, 2010).

Ook volgens Vossen (2009) heeft Wilders wel degelijk populistische trekken. In zijn artikel heeft Vossen interviews, reportages, portretten, columns en bijdragen aan debatten van Wilders tussen 2003 en 2009 geanalyseerd. Vossen kwam tot de conclusie dat een aantal kenmerken van populisme duidelijk naar voren komt bij Wilders. Zo zou Wilders constant hameren op samenzweringstheorieën en het bestaan van een corrupte elite. Daarnaast spreekt Wilders graag over ‘het volk’ of met termen als ‘de gewone Nederlander’. Andere kenmerken van populisme zoals charismatisch leiderschap en dan met name een ostentatieve afkeer van de politiek in het algemeen kwamen juist niet naar voren bij Wilders. Al met al typeert Vossen Wilders als een ‘halfslachtig’ populist (Vossen, 2009).

Een onderzoek waarin het populistisch gehalte van de PVV als partij wel degelijk centraal staat is het onderzoek van Davidovic, Van Donselaar, Rodrigues en Wagenaar (2010). Hun rapportage wordt gezien als de eerste serieuze poging om de PVV te plaatsen binnen het politieke landschap (Lucardie, 2010) (Davidovic, Van Donselaar, Rodrigues, & Wagenaar, 2010). Na een analyse van uitspraken en partijinterne documenten van de PVV komen zij tot de conclusie dat deze partij duidelijk tot het rechts-populistische spectrum behoort. Dit wil volgens de onderzoekers zeggen dat de partij is georiënteerd op “het eigene” en dat de PVV een afkeer heeft van de gevestigde politiek in het algemeen. Dit komt overeen met een aantal kenmerken van populisme.

Lucardie (2010) is minder stellig in de plaatsing van de PVV in het politieke spectrum. Er zijn zeker voorbeelden die de PVV in verband brengen met rechtspopulisme maar het gaat volgens Lucardie, die vaak verwijst naar het werk van Mudde (2008) en Van Holsteyn (2005), te ver om echt van een duidelijke populistische partij te spreken. Alleen al kijkende naar het woordgebruik van Wilders typeert Lucardie hem ‘hooguit als halve populist’. Hiermee sluit Lucardie zich aan bij Van Holsteyn die vindt dat Wilders zich te weinig opstelt als spreekbuis voor het ‘bedrogen en goedwillende’ volk om echt als populist bestempeld te kunnen worden. Volgens Mudde (2008) is Wilders “niet echt populistisch” omdat Wilders volgens hem weinig op heeft met directe democratie. Het is maar de vraag of dit voldoende overtuigend is want Van Holsteyn en Mudde laten (in deze stukken) de andere kenmerken van populisme waarop Wilders en zijn PVV wel degelijk punten scoren buiten beschouwing (Heagens, 2008) (Holsteyn, 2005). Daarnaast flirt Wilders, zeker de laatste jaren, constant met directe democratie. Zo pleitte hij in 2016 nog voor het houden van vier bindende referenda per jaar (AD, 2016). Desalniettemin zijn Lucardie, Mudde en Van Holsteyn het eens dat er hoe dan ook kenmerken van populisme aan Wilders en aan zijn partij kleven.

Na 2010 is er weinig onderzoek naar de PVV en Wilders bijgekomen. In 2019 kwam hier verandering in toen Gerrit Voerman en Koen Vossen de bundel ‘Wilders gewogen: 15 jaar reuring in de politiek’ presenteerden. In de bundel komt onder andere naar voren hoe Wilders sinds de jaren 10 nog scherper stelling inneemt in het - en migratiedebat waardoor de PVV ook internationaal bekend is komen te staan als radicaal rechts-populistische partij. De meeste kenmerken van populisme die de auteurs al in hun eerdere werk herkenden bij de PVV zijn anno 2019 nog duidelijker aanwezig. Ook in het verkiezingsprogramma van een A4 uit 2017 zijn de ideologische kernconcepten van populisme duidelijk te herleiden (Voerman & Vossen, 2019). Alles wijst erop dat de populistische stempel op de PVV en Wilders steeds meer inkt is gaan bevatten. De vraag die deze scriptie zal beantwoorden is of hiervan ook sprake is inzake de coronacrisis.

16

FvD als populistische partij Logischerwijs is er veel minder onderzoek gedaan naar FvD en Baudet dan naar Wilders en zijn PVV. Desalniettemin is FvD met Baudet een veelvuldig besproken en beschreven onderwerp geweest in het nog korte bestaan van de partij. Sinds het ontstaan van de partij in 2016 is het Baudet en zijn partijgenoten gelukt om veel media-aandacht te krijgen en zijn er talloze stukken over de nieuwe beweging en haar controversionele partijleider geschreven. Hieronder worden de belangrijkste stukken behandeld.

Om te beginnen is er bij FvD sprake van zelfbenoemd populisme. In tegenstelling tot Wilders, die wegblijft van de term populist en zichzelf liever patriot noemt, deinst Baudet er niet voor terug om het populisme te verdedigen. Zo blijkt uit een commissievergadering over het eindrapport van de Staatscommissie parlementair stelstel. In dit debat komen meerdere kenmerken van populisme naar voren bij Baudet maar het belangrijkste is het volgende citaat: “Ik ben voorstander van populisme”. Natuurlijk wilt deze uitspraak niet direct zeggen dat Baudet of FvD ook daadwerkelijk populistisch zijn maar het is uiteraard wel een sterke aanwijzing (De Dagelijke Standaard, 2019).

Volgens Sebastiaan Faber (2018) was de intrede van Baudet in de Tweede Kamer in 2017 het startsein voor een nieuw hoofdstuk van het rechts-populisme in Nederland (Faber, 2018). Faber geeft een uitvoerige analyse van Baudet als politicus én als persoon zonder direct de link te leggen met populisme. Desalniettemin maakt hij goed zichtbaar dat er duidelijke raakvlakken zijn met populisme. Zo worden nationalistische uitspraken van Baudet uitvoerig besproken en komt ook de drang naar samenzweringstheorieën veelvuldig naar voren in het artikel. Daarnaast heeft Faber het over Baudets retoriek m.b.t. het partijkartel. Hiermee komt ook het ‘corrupte elite’ kenmerk duidelijk naar voren. Toch vindt Faber Baudet geen typische populist. Faber onderbouwt dit voornamelijk door het gedrag van Baudet te analyseren. Volgens Faber is Baudet met zijn ‘high-class tastes and manners’ zelf onderdeel van de ‘elite’ en hiermee zou het populistische kenmerk m.b.t. ‘corrupte elite’ vervagen. Baudet vindt echter dat hij zelf geen onderdeel hoeft te zijn van ‘het volk’ om datzelfde volk goed te kunnen vertegenwoordigen.

Dat Baudet ‘minder’ populistisch zou zijn omdat hij zelf onderdeel is van de elite (zoals Faber het doet lijken) is een twijfelachtig argument omdat Baudet weldegelijk de corrupte elite wil aanpakken wanneer hij spreekt over het saneren van de publieke omroep en het breken van het partijkartel. Toch is, volgens historicus Geerten Waling, Baudet niet anti elite maar anti establishment (Waling, 2017). Baudet zou juist voorstander zijn van een besturende elite maar vindt de huidige elite corrupt en wil deze vervangen. Dit druist in tegen het populistische kernidee van elite versus volk en geeft volgens Waling ook wrijving met een ander kenmerk van populisme dat wel duidelijk te herkennen is bij FvD, namelijk de flirt met directe democratie. Enerzijds zou Baudet dus bestempeld kunnen worden als populist aangezien hij strijdt tegen de zittende, corrupte elite én is hij voor directe democratie maar anderzijds wil hij wel dat een andere elite de macht overneemt. Dit soort tegenstellingen, zeker met inachtneming van Baudets standpunten m.b.t. directe democratie, maakt het zeer moeilijk om Baudet binnen of buiten het hokje ‘populist’ te plaatsen (Baudet, 2017) (Faber, 2018) (Waling, 2017).

Ook buitenlandse onderzoekers merken de interessante relatie tussen Baudet, de elite en het volk op. Louis Talay van de Universiteit van Sydney (2019) kwam tijdens zijn analyse van Baudets overwinningsspeech na de provinciale verkiezingen dezelfde tegenstelling tegen als zijn eerdergenoemde Nederlandse collega’s. Terwijl populisten normaal gesproken fel tegen elites te keer gaan en alsmaar claimen de ‘true people’ te vertegenwoordigen spreekt Baudet volgens Talay niet de taal van het volk maar juist die van de elite. Ook Talay laat dus zien dat het belangrijkste kernconcept van populisme op een vrij unieke en bijzondere manier (niet) naar voren komt bij Baudet (Talay, 2019).

Ook politiek socioloog Matthijs Rooduijn van de Universiteit van heeft de overwinningsspeech van Baudet becommentarieerd en voor hem zijn Baudet en zijn partij zonder twijfel populistisch. Volgens Rooduijn (2019) komen populistische kenmerken continu naar voren in de toespraak van Baudet. Zo heeft

17

Baudet het in zijn speech bijvoorbeeld constant over de corrupte elite. Universiteiten, journalisten en bestuurders zouden volgens Baudet massaal het volk ondermijnen. Dit raakt volgens Rooduijn overduidelijk het kernconcept van populisme. Verder bespeurt Rooduijn nativisme bij Baudet wanneer hij stelt dat er te veel migranten zijn in Nederland waardoor de veiligheid hier in het geding komt. Nativisme kan volgens hoogleraar politieke wetenschappen Sarah de Lange gekoppeld worden aan populisme. Nativisme is een belangrijke pijler onder het verhaal waarmee rechts-radicale populistische partijen de kiezer proberen aan te spreken (Rooduijn, 2019) (de Lange, 2019).

Ondanks de bijzondere houding van Baudet ten opzichte van het hoofdkenmerk van populisme kan er worden vastgesteld dat Baudet en zijn FvD duidelijk populistische trekken vertonen. Het zelfbenoemde populisme is hiervoor de belangrijkste aanwijzing.

18

Resultaten en analyse van de PVV In dit hoofdstuk komt de analyse van de PVV aan bod. Allereerst worden alle verzamelde bijdragen van de PVV beschreven en weergeven in een tabel (tabel 2). De tabel laat zien wat voor type bijdragen het waren en hoe vaak de PVV deelnam. Ook de Kamerleden die voor de PVV het woord voerden worden benoemd. Vervolgens is er een paragraaf gewijd aan de samenvattende analyse van de bijdragen. Hierin wordt een kort en bondige samenvatting gegeven over hoe de bijdragen van de PVV zich gedurende de onderzochte periode hebben ontwikkeld. De daadwerkelijke, grondige analyse van de bijdragen is te vinden in bijlage 4. Tot slot sluit het hoofdstuk af met een conclusie waarin er per kenmerk van populisme een analyse wordt gegeven over hoe een desbetreffend kenmerk zich verhoudt tot de bijdragen van de PVV. De tijdlijn uit bijlage 7 kan gebruikt worden om de lezer meer context te geven bij de bijdragen.

Sprekers en coronadebatten De PVV heeft in de 71 onderzochte debatten in totaal 63 keer een bijdrage geleverd of is aanwezig geweest. Geert Wilders was het vaakst aanwezig namens zijn partij, namelijk 25 keer. De zorgwoordvoerdster van de PVV, vertegenwoordigde het PVV-geluid 10 keer en haar college deed 8 keer mee aan een debat of commissievergadering m.b.t. corona. Andere PVV-Kamerleden die bijdragen leverde zijn Teun van Dijck (7x), (4x), (4x), Leon de Jong (2x), (1x), (1x), (1x), Emiel van Dijk (1x), (1x).

De debatten zijn onderverdeeld in vijf soorten: plenaire coronadebatten, andere plenaire debatten (zoals de APB), technische briefings van het RIVM, andere Kamercommissiesvergaderingen en overig (zoals vragenuren of regeling van werkzaamheden). Wilders was aanwezig bij alle zestien plenaire coronadebatten. Ook bij alle andere plenaire debatten m.b.t. corona was er iemand van de PVV aanwezig. Technische briefings van het RIVM werden vaker overgeslagen door de PVV. Van alle zestien technische briefings was de PVV vier keer niet aanwezig. Drie keer was er wel iemand aanwezig maar heeft diegene geen vragen gesteld of opmerkingen gemaakt. Bij andere commissievergaderingen over bijvoorbeeld corona en onderwijs of de invulling van steunpakketten was de PVV eveneens niet altijd vertegenwoordigd. Zo werden twee vergaderingen over cultuur en corona niet bijgewoond, net als de vergadering over wetenschap en corona. Ook in de commissievergadering over de corona-app was niemand van de PVV aanwezig. Tijdens vragenuurtjes en regeling van werkzaamheden heeft de PVV op één keer na altijd een inbreng gedaan m.b.t. corona. Tabel 2 geeft een schematisch overzicht van de aanwezigheid van de PVV.

Totaal PVV Met aanwezig inbreng Coronadebatten 16 16 16 Andere plenaire 13 13 13 debatten Technische briefings 16 12 9 RIVM Kamercommissies 20 16 15 Overig 6 4 4 Totaal 71 61 57 Tabel 2: PVV tijdens debatten en vergaderingen omtrent corona

19

Samenvattende analyse Hieronder wordt een bondige samenvatting gegeven van hoe de bijdragen van de PVV zich hebben ontwikkeld gedurende de onderzochte periode. Eerst is de tussenstand opgemaakt over de periode tot en met de lockdown. Het gaat grofweg om de periode tussen 27 februari en eind mei. Daarna wordt de periode tussen de lockdown en het zomerreces samengevat en tot slot wordt de periode tot eind september geresumeerd. Bijlage 4 bevat een uitgebreide analyse van de bijdragen van de PVV, inclusief relevante citaten die ook (deels) terugkomen in de conclusie. Samenvattende stand van zaken tijdens de lockdown Wat tot nu toe opvalt is dat de PVV vanaf het begin erg kritisch is op het kabinet en vooral vindt dat het kabinet te laat maatregelen neemt. Eerst koos het kabinet te laat voor een lockdown en vervolgens wachten ze te lang met versoepelingen. Een andere opvallende trend is dat de PVV in het begin nog erg kritisch was over de rol van het RIVM maar dat deze kritiek sinds de lockdown wat afzwakte. Er is geen sprake van een afkeer van de wetenschap omdat de PVV vaak andere onderzoeken en deskundigen aanhaalt om standpunten te onderbouwen. Toch is de houding van de PVV ten opzichte van het RIVM opvallend kritisch, zeker in de eerste weken na de eerste coronabesmetting. De andere Kamerfracties vonden dat de PVV te ver ging en dat ze gewoon moest vertrouwen op de deskundigheid van het RIVM.

De kritiek op de EU werd steeds groter naarmate de tijd vorderde en er waren dan ook steeds meer nationalistische elementen te bespeuren in de bijdrages van de PVV. Dit had vooral te maken met de oplaaiende discussie over een Europees herstelfonds. Ook het volksverheerlijkingskenmerk komt steeds naar voren, al nam het geen extreme vormen aan. De PVV gebruikt wel constant termen die volgens Rooduijn & Pauwels (2011) (bijlage 2) vaker door populisten worden gebruikt. Verder valt het op dat er tijdens technische briefings ook daadwerkelijk vooral technische, inhoudelijke vragen worden gesteld. Dit is uiteraard niet erg verassend omdat dit ook het doel is van die briefings. Hetzelfde beeld zie je tot nu toe bij andere commissievergaderingen. Tot nu toe zijn de meeste kenmerken van populisme nog niet naar voren gekomen. Alleen het wetenschapskenmerk, het nationalistische kenmerk en het volksverheerlijkingskenmerk doken sporadisch op. Ook het overkoepelend kenmerk elite – volk is nog niet duidelijk naar voren gekomen. Al met al debatteren de PVV leden tot nu toe vooral erg inhoudelijk en zijn er nog weinig populistische kenmerken naar voren gekomen.

Samenvattende stand van zaken tijdens zomerreces Het is ruim vier maanden na het begin van de coronacrisis nog steeds lastig om duidelijke verhaallijnen te herkennen bij de PVV. Desalniettemin zijn er sinds de eerste versoepelingen van de laatste lockdown een aantal zaken opvallend aan de houding van de PVV. Terwijl er in de eerste maanden nog veel rechtstreekse kritiek werd geuit op het RIVM gebeurde dat in mei en juni nog zelden. De rol van het RIVM verschoof meer naar de achtergrond en de PVV werd steeds kritischer op het kabinet. Het wetenschap kenmerk kwam dus wat minder naar voren. Wel kwam het nationalistische kenmerk van populisme steeds vaker en prominenter boven water, vooral in de vorm van kritiek op de EU en verdere Europese integratie. De PVV gebruikt het debat over een Europees herstelfonds om hun Euro- sceptische gedachtengoed kracht bij te zetten. Daarnaast kwam het media kenmerk vaker naar voren maar is daar nog geen trend in te zien. Verder kwam tijdens de debatten over de damdemonstratie voor het eerst het overkoepelende elite – volk kenmerk naar voren. Het volksverheerlijkingskenmerk kwam juist in iets mindere mate naar voren, al werden de populistische termen uit bijlage 2 weer zeer regelmatig gebruikt door de PVV-Kamerleden. Het directe democratie kenmerk is nog opvallend weinig naar voren gekomen terwijl de regering steeds meer macht naar zich toe wil trekken met de voorgestelde spoedwet en veiligheidsregio’s meer te zeggen hebben. Uit wetenschappelijke hoek (AD, 2020) is hier veel kritiek op omdat het parlement en burgers teveel buitenspel worden gezet, maar de PVV maakt er tot nu toe geen issue van.

20

Samenvattende stand van zaken tot eind september In de zomer bleef het aantal besmettingen vrij laag en waren er veel maatregelen versoepeld. Toch vond de PVV dit niet genoeg. Opnieuw pleitte de PVV voor het afschaffen van de anderhalve meter maatregel. Ook toen het aantal besmettingen weer opliep in september wilde de PVV geen nieuwe maatregelen. Volgens de PVV is het middel inmiddels schadelijker dan de kwaal. Het nationalistische kenmerk kwam opnieuw constant naar voren in de bijdragen van de PVV, wederom m.b.t. de Europese Unie en in het bijzonder het Europees Herstelfonds. Verder valt op dat het volksverheerlijkingskenmerk weer wat vaker boven water drijft. De PVV spreekt nog vaker dan eerst over ‘hardwerkende Nederlanders’ en Wilders begint zijn bijdragen steevast met het bedanken van de bevolking. Ook het elite – volk kenmerk komt in deze periode sterk naar voren. Dit is deels te verklaren door de debatten over de bruiloft van mister Grapperhaus. Tijdens de bruiloft eind augustus hield de minister zich meermaals niet aan de coronamaatregelen. Net als in de voorgaande bijdragen komt het directe democratie kenmerk van populisme amper naar voren. Hetzelfde kan gesteld worden over het samenzweringskenmerk.

21

Conclusies per kenmerk Hieronder volgt er per populistisch kenmerk een conclusie. Tabel 3 plaats de beoordeling van de kenmerken in een schematisch overzicht. Afsluitend wordt er na de behandeling van de kenmerken een eindconclusie gegeven.

Het Elite – Volk kenmerk Het overkoepelde elite – volk kenmerk komt regelmatig naar voren in de bijdragen van de PVV. In de eerste maanden van het coronadebat is er een duidelijk voorbeeld gevonden in de bijdragen van de PVV waarin er sprake van is. Op 12 maart verweet Wilders het kabinet dat de politiek goed voor zichzelf zorgt door niet meer te vergaderen met meer dan 100 personen terwijl docenten dit wel gewoon moeten: “Wat vindt u ervan dat de Kamer zegt dat we niet meer met z’n allen bij elkaar komen (…) en dat het kabinet wel zegt tegen docenten: jullie moeten wel naar school met 200 docenten”, aldus Wilders. Hij impliceert hiermee dat ‘de politiek’ goed voor zichzelf zorgt en dat het volk niet diezelfde kans krijgt. Een soortgelijke uitspraak deed Wilders tijdens een debat over de zorg op 19 augustus: “Al die weg rennende Kamerleden krijgen zo een 6000 euro per maand (…) maar een beginnend mbo-verpleegkundige die tijdens de coronacrisis niet weg rent verdient nog geen 1900 euro netto. De hardwerkende zorgmedewerker krijgt een kruimel en de wegrennende Kamerleden een fortuin ”. Wilders spreekt hier in feite over een elite (in dit geval de parlementsleden) die zichzelf flink verrijkt terwijl gewone burgers (verpleegkundigen) bijna niets krijgen. Tijdens de zomermaanden kwam het elite – volk kenmerk nog vaker boven water, bijvoorbeeld tijdens de debatten over de damdemonstratie en in het debat waar de blunder van minister Grapperhaus centraal stond. Wilders sprak toen over “een elitaire klassenjustitie” en over “vak-k vanuit hun ivoren toren”. Ook tijdens de algemene politieke beschouwingen maakte de PVV de kloof tussen het volk en de elite zichtbaar: “Ik blijf het ongelooflijk vinden dat mensen als Grapperhaus overal mee weg komen (…) zolang ze maar in het straatje van de zittende macht of de Amsterdamse grachtengordel vallen. Gewone mensen zijn wel de klos”. De algemene beschouwingen gingen ook veel over de rechtszaak tegen Wilders. Ook in de bijdragen over de rechtszaak schetst Wilders een corrupte elite die de rechtelijke macht bestuurt en die er niet is voor de burgers. Ook uit het onderzoek van Vossen (2009) kwam naar voren dat Wilders constant spreekt over een corrupte elite en de kloof tussen de elite en het volk. Tijdens het coronadebat is dit dus niet veel veranderd. Al met al komt het elite – volk kenmerk dus geregeld voor. Meestal was er wel een concrete aanleiding zoals de misstappen van Grapperhaus of de damdemonstratie. Dit kenmerk wordt daarom beoordeeld met een plusje.

Samenzweringstheorieën kenmerk Terwijl er op sociale media volop complottheorieën circuleren m.b.t. corona (Shahsavari, Holur, & Tangherlini, 2020) komt dit kenmerk amper naar voren in de bijdragen van de PVV. Geen enkele onderzochte bijdrage wijst erop dat de PVV complotten steunt of uitdraagt. Toch is een aantal uitspraken wel opvallend in het licht van het samenzweringskenmerk. Volgens Van Dijk zou het de EU “helemaal niet gaan om het helpen van landen met het herstelfonds maar puur om het vergaren van meer macht”. Dit zei hij tijdens het debat over het herstelfonds van 19 juni. Van Dijk heeft dus grote twijfels bij de daadwerkelijke bedoelingen van de EU maar het gaat te ver om dit een samenzweringstheorie te noemen. Ook tijdens het debat van 10 maart deed de PVV een uitspraak die doet denken aan het samenzweringskenmerk. Wilders sprak tijdens dit debat over toenmalig minister Bruins als: “de buikspreekpop van het RIVM”. Hiermee impliceert Wilders mogelijk dat het eigenlijk niet de minister is, maar het RIVM dat de touwtjes in handen heeft. Om echt te spreken over een samenzweringstheorie gaat te ver maar het zijn zeker opvallende bewoordingen. Terwijl Vossen (2009) in zijn onderzoek aantoonde dat Wilders en zijn PVV constant met samenzweringstheorieën bezig is, is daarvan in het coronadebat dus geen sprake. Ook buiten de Kamerdebatten om zijn er geen opvallende uitspraken inzake het samenzweringskenmerk boven water gekomen. Aangezien er geen enkele aanwijzing is dat de PVV in haar bijdragen samenzweringstheorieën zou aanhangen of uitdragen is er bij dit kenmerk een minnetje geplaatst.

22

Wetenschap & media kenmerk Zeker in de eerste maand was de PVV erg kritisch over de rol van het RIVM maar deze kritiek kwam in de maanden daarna minder vaak naar voren. Het is daarom ook maar de vraag of de PVV de wetenschap hiermee in twijfel trekt. Vaak twijfelde de PVV simpelweg of de voorgestelde maatregelen van het OMT of RIVM wel op basis van de juiste informatie werden geadviseerd. De kritiek kwam voornamelijk van Jansen. Zo zei hij tijdens het coronadebat van 5 maart het volgende: “Het is inmiddels wel duidelijk dat de experts ernaast zaten”. Het was niet zozeer het wantrouwen in wetenschappelijk onderzoek maar de conclusies van andere onderzoeken die de PVV kritisch maakten ten opzichte van het RIVM. Andere partijen zagen hierin echter wel het wetenschapskenmerk terug (zonder het expliciet te zeggen). Zo stelde Renkema van GroenLinks: “Jansen beticht het RIVM van onwaarheden, daar distantieer ik mij van”. Ook andere Kamerleden vonden dat PVV te ver ging in haar kritiek op het RIVM en snapten niet dat de PVV de ‘experts van het RIVM’ niet vertrouwde. Na een grondige analyse van het desbetreffende debat van 5 maart lijkt het erop dat juist de interrumperende collega-Kamerleden van Jansen te ver gingen. Jansen stelde alleen dat er niet blindgevaren moet worden op het advies van experts omdat deze experts er (aantoonbaar) eerder naast zaten en omdat er ander wetenschappelijk onderzoek is dat anders adviseert. Het is lastig om vast te stellen of hier nu sprake is van het wetenschapskenmerk omdat er nog geen consensus is inzake corona gerelateerd onderzoek. Ook na de lockdown blijft de PVV kritisch op het kabinetsbeleid en met name op de anderhalve meter maatregel. Wilders noemt deze maatregel op 20 mei een “verschrikkelijk concept” en spreekt over “buitenproportionele waanzin”. Volgens de PVV zijn er verschillende onderzoeken die aantonen dat deze maatregel geen zin heeft terwijl het RIVM het nog wel adviseerde. Wilders geeft vervolgens geen wetenschappelijke onderbouwing waaruit zou blijken dat de maatregel niet werkt. Ook bij de discussie over (de effectiviteit van) mondkapjes is de PVV het oneens met het RIVM. “We moeten niet gaan beginnen aan die algemene mondkapjesplicht”, aldus Wilders tijdens het coronadebat van 12 augustus. Aangezien er binnen de wetenschap nog erg veel discussie is over aan corona gerelateerde onderwerpen is het niet vreemd dat de PVV kritisch is op het RIVM maar de wetenschappelijke onderbouwing van de PVV-standpunten ontbreekt vaak wel. Dit zegt niet per se iets over in welke mate de PVV wetenschappelijk onderzoek in het algemeen waardeert. Toch is het wel opvallend dat de PVV al gelijk na de eerste besmettingen in Nederland een wetenschappelijk orgaan als het RIVM wantrouwt en bijna alle maatregelen in twijfel trekt. Wat betreft de mediakant van dit kenmerk zijn er weinig uitspraken gevonden die raakvlakken hebben met dit kenmerk. Wel gebruikte de PVV een commissievergadering m.b.t. media en corona om de NPO van partijdigheid te beschuldigen. Bosma sprak over: “de propaganda van de NPO” maar dit stond verder los van de coronacrisis. Ook Wilders betichte de NPO van partijdigheid tijden een plenair coronadebat maar ook hier stond de uitspraak los van de coronacrisis. Al met al komt het wetenschap en media kenmerk dus sporadisch naar voren in de bijdragen van de PVV. Aangezien er in de wetenschappelijk nog weinig consensus is inzake aan corona gerelateerde onderwerpen en dit de houding van de PVV deels kan verklaren krijgt dit kenmerk in tabel 3 een +/-.

Macht bij het volk (directe democratie) Bij de onderzochte bijdragen is dit kenmerk maar één keer naar voren gekomen. Dit gebeurde op 9 september tijdens een debat over het Europese herstelfonds. Wilders pleit niet direct voor meer directe democratie maar benadrukt wel dat Rutte helemaal geen mandaat had van de kiezers om in te stemmen met het herstelfonds. “De Nederlandse bevolking is helemaal niets gevraagd. Er is geen referendum geweest. Helemaal niets”. In alle andere bijdragen is er niet een keer gesproken over meer directe democratie i.v.m. corona. Ook uit het analysekader blijkt dat de PVV niet veel op heeft met directe democratie. Volgens Mudde (2008) en Lucardie (2010) blijkt nergens uit dat de PVV voor directe democratie zou zijn. Volgens Van Holsteyn (2005) stelt Wilders zich te weinig op als spreekbuis voor het ‘bedrogen en goedwillende’ volk om echt als populist bestempeld te kunnen worden. Het klopt dat de PVV niet bewust heeft gepleit voor bijvoorbeeld meer zeggenschap voor burgers in de totstandkoming van het coronabeleid. Wel zegt de PVV constant te spreken namens het volk en zegt te weten wat het volk wil. Zo gebruikt de PVV vaak het woord ‘wij’ waarmee ze zichzelf tussen het Nederlandse volk plaatst. Een goed voorbeeld hiervan komt

23 naar voren tijdens een commissievergadering over de Europese top van 4 mei: “Waarom moeten wij betalen voor de westelijke Balkan terwijl het hier door de coronacrisis nog veel slechter gaat met de economie”. Ook de technische briefing van 22 april laat zien dat de PVV zich vaak opstelt als spreekbuis van het volk: “Nederlanders willen zicht krijgen op het terugkrijgen van hun vrijheden.” Dit kan niet worden gezien als een pleidooi voor directe democratie maar weldegelijk als een roep aan de (zittende) politiek om beter naar de bevolking te luisteren. De PVV stelt zich dus wel op als spreekbuis van het volk. Hierdoor krijgt dit kenmerk een +/- waardering.

Volksverheerlijkingskenmerk Het volksverheerlijkingskenmerk komt meermaals naar voren in de bijdragen van de PVV. Over de gehele onderzochte periode komen er uitspraken naar voren die als volksverheerlijking kunnen worden uitgelegd. De bijdragen van de PVV begonnen vaak met een compliment aan het volk. Er werd gesproken over “de helden in de zorg, de politie, de buschauffeurs (…)” en “we zijn een sterk volk”. Constant haalde, voornamelijk Wilders, “de gewone Nederlanders” aan in zijn bijdragen die “met een tomeloze inzet corona de kop in willen drukken.”. Verder zijn de gewone Nederlanders volgens Wilders “De ruggengraat van Nederland”. De populistische termen van Rooduijn en Pauwels (2011) uit bijlage 2 komen constant en in allerlei vormen naar voren naar mate de crisis voortduurde. Niet alleen Wilders maar ook bijvoorbeeld Jansen deed uitspraken die raakten aan het kenmerk: “Onze mensen die ons land hebben opgebouwd na de oorlog die bescherming verdienen”. Het was volgens de PVV dankzij de Nederlanders dat het virus in de lente en zomermaanden werd teruggedrongen: “Dankzij al die Nederlanders die de afgelopen maanden hebben moeten afzien”. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te vinden waarin bijdragen van de PVV duidelijke raakvlakken hebben met het volksverheerlijkingskenmerk. Toch is het lastig om vast te stellen dat er echt sprake is van verheerlijking. De verwijzingen naar ‘het volk’ zijn dermate algemeen, dat het de vraag is of ze als populistisch kunnen worden bestempeld. Het lijkt er meer op dat de PVV vooral wil opkomen voor ‘het gewone volk’ en het volk niet zozeer verafgoodt. Er is eigenlijk sprake van een soort volksverheerlijking-light. Aangezien dit kenmerk wel constant naar voren komt in de onderzochte bijdragen en hiermee dus een belangrijke plaats inneemt in het gehele discours van de PVV, is er duidelijk sprake van het volksverheerlijkingskenmerk. Desalniettemin is er bij dit kenmerk een plusje i.p.v. twee geplaatst omdat er voornamelijk gebruik wordt gemaakt van een afgezwakte vorm (volksverheerlijking-light) van dit kenmerk.

Zondebokpolitiek Het zondebokpolitiek kenmerk van populisme is bij de onderzochte bijdragen sporadisch naar voren gekomen. Het beste voorbeeld hiervan is terug te zien in de bijdrage van Wilders van 4 juni tijdens een plenair coronadebat. “Zij (China) hebben te laat geïnformeerd, zij zijn verantwoordelijk. Laat niet de Nederlandse bevolking opdraaien maar China de rekening betalen.”, aldus Wilders. Een ander voorbeeld komt naar voren bij de inbreng van de PVV tijdens het plenaire coronadebat van 28 mei. Volgens Wilders laat de coronacrisis zien dat we door massa-immigratie met te veel mensen zijn en dat corona ons daardoor harder raakt. Wilders vindt dit echter niet zozeer de schuld van immigranten maar eerder van de zittende politiek. Het is eigenlijk opvallend gezien de reputatie van de PVV dat er niet meer schuld wordt afgeschoven op immigratie. Kijkend naar het verkiezingsprogramma van 2017 loopt migratie eigenlijk als een rode lijn door alles heen (PVV, 2017). Bondgenoten van Wilders uit het buitenland doen dit wel. Kijk bijvoorbeeld naar Lega-leider Salvini. Volgens hem is de uitbraak van het coronavirus in Italië een direct gevolg van de komst van bootvluchtelingen uit Afrika (Financieel Dagblad, 2020). In Nederland hebben we dan wel niet te maken met bootvluchtelingen maar ook hier kwamen in de maand maart (de maand waarin Salvini zijn uitspraak deed) meer dan 1600 immigranten binnen (Rijksoverheid, 2020). Het is, kijkend naar de reputatie van de PVV, op zijn zachtst gezegd merkwaardig dat hierop niet is ingespeeld. Wat niet onbesproken kan blijven is een Tweet van Wilders van 11 oktober. Hierin stelt Wilders dat de IC’s vol liggen met niet-westerse migranten waardoor operaties van Henk en Ingrid worden uitgesteld (NOS Nieuws, 2020). Vooropstellend dat Tweets niet worden meegenomen als databron laat deze uitspraak wel heel duidelijk het zondebokkenmerk zien en is dit dus zeker een aanwijzing dat de PVV zondebokpolitiek

24 bedrijft. Aangezien dit slecht enkele keren naar voren kwam in de daadwerkelijke analyse is ervoor gekozen om het zondebokpolitiek kenmerk te waarderen met een +/-.

Nationalistisch kenmerk Naast het volksverheerlijkingskenmerk komt ook dit kenmerk constant naar voren in de bijdragen van de PVV. Vooral in de periode waarin het Europese herstelfonds echt gestalte kreeg liet de PVV steeds vaker nationalistische elementen doorklinken in haar bijdragen. Er zijn hiervan talloze voorbeelden die allemaal neerkomen op de volgende zaken: geen geld meer naar andere landen, geen verdere Europese integratie, geen beschermingsmiddelen sturen naar andere landen ect. Vooral het sturen van geld naar andere landen was een heikel punt voor de PVV: “Waarom moeten wij betalen voor de westelijke Balkan terwijl het hier door de coronacrisis nog veel slechter gaat met de economie”, aldus De Roon tijdens het coronadebat van 4 mei. Ook collega Wilders deed een duit uit het nationalistische zakje tijdens een plenair debat op 28 mei: We moeten lessen trekken uit deze crisis door eindelijk het nationale belang weer voorop te zetten (…) opkomen voor onze eigen mensen, niet die uit Italië (…) geen cent meer naar andere landen!”. Deze standpunten werd kracht bijgezet door het gebruik van uitspraken zoals “dan moeten we Nederlanders weer op één zetten”, “de nationale trots (…) moet weer een oer-Hollands bedrijf worden”, “Onze eigen mensen staan in de kou”. Al deze voorbeelden sluiten goed aan bij de kern van nationalisme, kijkende naar de definities van Calhoun (2017) en Smith (1996). In het merendeel van de onderzochte bijdragen komt het nationalistische kenmerk naar voren en daarom krijgt dit kenmerk twee plusjes in het schema.

Eindconclusie PVV Het is lastig om duidelijke verhaallijnen uit de bijdragen van de PVV te herleiden. Wat duidelijk is, is dat de PVV de gehele periode erg kritisch is op het coronabeleid van het kabinet. In de eerste weken wilde de PVV vooral strengere maatregelen. Al sinds het coronadebat van 12 maart pleitte de PVV voor een totale lockdown. Dat het RIVM anders adviseerde toonde volgens de PVV alleen maar aan dat het RIVM verkeerde adviezen gaf met hun: “zogenaamde experts”. Toen er eenmaal een lockdown was vond de PVV dat deze te laat kwam en te lang duurde. De PVV vond het middel ondertussen schadelijker dan de kwaal en wilde terug naar het oude normaal. Daarnaast was Wilders tijdens meerdere debatten zichtbaar gefrustreerd over het gebrek aan mondkapjes en andere beschermingsmiddelen. Ook de versoepelingen die vanaf begin zomer werden ingezet waren niet genoeg en er kwam steeds meer kritiek van de PVV op de anderhalve meter maatregel. Verder gaven de coronacrisis en de daaruit voortvloeiende plannen voor een Europees herstelfonds de PVV de gelegenheid om haar euro-sceptische gedachtengoed te uitten.

De bijdragen van de PVV zijn in veel gevallen van technische (vragen over beschermingsmiddelen, ziekenhuiscapaciteit e.c.t.) en inhoudelijke aard waarin meestal geen populistische elementen te bespeuren zijn. Toch zijn er ook genoeg voorbeelden waarin dit wel het geval was. In de bovenstaande paragrafen is dit aan de hand van citaten duidelijk gemaakt. Twee kenmerken kwamen het meest naar voren in het gehele discours van de PVV: het nationalistische kenmerk en het volksverheerlijkingskenmerk. Het nationalistische kenmerk kwam vooral tot uiting tijdens debatten over de Europese Unie en het voorgestelde Europese herstelfonds. Het volksverheerlijkingskenmerk kwam constant naar voren maar de verwijzingen naar ‘het volk’ zijn dermate algemeen, dat het de vraag is of ze echt als populistisch kunnen worden bestempeld. Er is eerder sprake van volksverheerlijking-light. Ook het hoofdkenmerk elite – volk kwam sporadisch naar voren in de bijdragen van de PVV. Het samenzweringskenmerk, zondebokkenmerk, wetenschaps- en mediakenmerk en de flirt met directe democratie kwamen af en toe tot zelden naar voren.

25

Tabel 3: waardering kenmerken PVV PVV

Elite - Volk + Samenzweringstheorieën - Wetenschap en mediakenmerk +/- Macht bij het volk (directe democratie) +/- Volksverheerlijkingskenmerk + Zondebokpolitiek +/-

Nationalistisch kenmerk ++

26

Resultaten en analyse van FvD tijdens de coronadebatten In dit hoofdstuk komt de analyse van FvD aan bod. Allereerst worden alle verzamelde bijdragen van FvD beschreven en weergegeven in een tabel (tabel 4). De tabel laat zien wat voor type bijdragen het waren en hoe vaak FvD deelnam. Ook de Kamerleden die voor FvD het woord voerden worden benoemd. Vervolgens is er een paragraaf gewijd aan de samenvattende analyse van de bijdragen. Hierin wordt een beknopte samenvatting gegeven over hoe de bijdragen van FvD zich gedurende de onderzochte periode hebben ontwikkeld. De uitvoerige analyse van de bijdragen is te vinden in bijlage 5. Tot slot sluit het hoofdstuk af met een conclusie waarin er per kenmerk van populisme een analyse wordt gegeven over hoe een kenmerk zich verhoudt tot de bijdragen van FvD. De tijdlijn uit bijlage 7 kan gebruikt worden om de lezer meer context te geven bij de bijdragen.

Sprekers en coronadebatten FvD heeft in de 71 onderzochte debatten in totaal 59 keer een bijdrage geleverd of is aanwezig geweest. Partijleider was het meest zichtbaar, namelijk 27 keer. Wybren van Haga, die sinds 22 mei lid is van FvD (en sinds die tijd meegenomen is in dit onderzoek) was zeventien keer aanwezig. De tweede man van het FvD, woonde veertien debatten en vergaderingen bij. FvD- Europarlementariër nam één keer het woord, tijdens het debat over de staat van de Europese Unie.

De debatten zijn onderverdeeld in vijf soorten: plenaire coronadebatten, andere plenaire debatten (zoals de APB), technische briefings van het RIVM, andere kamercommissievergaderingen en overig (zoals vragenuurtjes of regeling van werkzaamheden). Bij alle plenaire coronadebatten was FvD vertegenwoordigd. Opvallend is dat Baudet, die elf keer aanwezig was, deze debatten (die normaal door de fractievoorzitters worden gevoerd) ook vijf keer aan Hiddema over liet. Daarnaast had FvD dankzij de aansluiting van Van Haga extra spreektijd. Van Haga was sinds zijn aansluiting bij ieder plenair coronadebat aanwezig. Bij de dertien andere plenaire debatten m.b.t. corona was iedere keer iemand namens FvD aanwezig, op het debat over coronaverspreiding in relatie tot personenverkeer na. Van de zestien technische briefings was er drie keer niemand van FvD aanwezig en werd er drie keer niets bijgedragen aan de vergadering. Bij de twintig andere kamercommissievergaderingen was FvD slechts zes keer vertegenwoordigd. Wat dit mogelijk zegt over de partij en hoe dit verklaard kan worden zal tijdens de daadwerkelijke analyse besproken worden. Tijdens vragenuurtjes of regelingen van werkzaamheden was FvD drie van de zes keer aanwezig. Tabel 3 geeft een schematisch overzicht van de aanwezigheid van FvD.

Totaal FvD Met aanwezig inbreng Coronadebatten 16 16 16 Andere plenaire 13 12 11 debatten Technische briefings 16 13 10 RIVM Kamercommissies 20 6 5 Overig 6 3 3 Totaal 71 50 45 Tabel 4: FvD tijdens debatten en vergaderingen omtrent corona

27

Samenvattende analyse Hieronder wordt een samenvatting gegeven van hoe de bijdragen van FvD zich hebben ontwikkeld gedurende de onderzochte periode. Eerst is de tussenstand opgemaakt over de periode tot en met de lockdown. Het gaat grofweg om de periode tussen 27 februari en eind mei. Daarna wordt de periode tussen de lockdown en het zomerreces samengevat en tot slot wordt de periode tot eind september geresumeerd. Bijlage 5 bevat een zeer uitgebreide analyse van de bijdragen van FvD, inclusief relevante citaten die ook (deels) terugkomen in de conclusie

Samenvattende stand van zaken tijdens de lockdown FvD is vanaf het begin van de onderzochte periode erg kritisch op de aanpak van het kabinet. Zo wilde FvD al veel eerder een strengere lockdown en heeft het kabinet in zijn ogen erg gefaald bij het inkopen van testen en beschermingsmiddelen. De meeste bijdragen van FvD bevatten tot nu toe weinig of geen populistische elementen. Wel is de zeer kritische houding ten opzichte van het RIVM in de beginfase van de uitbraak opvallend. FvD trekt openlijk de expertise van het RIVM in twijfel zonder dat men zelf altijd aanwezig was bij technische briefings. Dit zou kunnen betekenen dat de FvD kennelijk niet veel waarde hecht aan advies en informatie uit wetenschappelijke hoek maar het kan ook heel goed te maken hebben met het feit dat de partij maar twee Kamerleden heeft en daardoor onmogelijk overal bij kan zijn. Ondanks de felle kritiek op het RIVM en het kabinet benadrukt Baudet in de beginfase van de uitbraak dat de politiek eensgezind moet zijn en dat het landsbelang voorop moet staan niet het partijbelang. Hiermee deed Baudet in feite een poging om polarisatie tegen te gaan. De kritiek op de EU werd steeds groter naarmate de tijd vorderde en er waren dan ook steeds meer nationalistische elementen te bespeuren in de bijdragen van FvD. Het bleef echter wel bij forse kritiek op de EU en het herstelfonds, andere nationalistische trekken zijn tot nu toe niet waargenomen. Ook het volksverheerlijkingskenmerk kwam tot nu toe niet naar voren, net als het zondebokkenmerk en de andere kenmerken. Wel lijkt het of FvD, die op zich positief was over de intelligente lockdown in het begin, naarmate de lockdown vorderde steeds kritischer werd op de lockdown. Sinds begin mij vroeg FvD zich steeds vaker hardop af of het virus wel zo gevaarlijk is als wat we eerst dachten. Al met al is FvD in de periode tot ongeveer halverwege de lockdown kritisch op het kabinet maar bestaan de bijdragen voornamelijk uit technische en inhoudelijke betogen waarin amper populistische elementen zijn waargenomen

Samenvattende stand van zaken tijdens zomerreces Tijdens het zomerreces waren het aantal besmetting redelijk laag. In de houding van FvD veranderde er weinig ten opzichte van de eerste maanden van de crisis. Zo is de partij nog steeds erg kritisch op het coronabeleid en willen ze het liefst dat de nog geldende maatregelen ook verdwijnen. Opvallend blijft de houding van FvD ten opzichte van de wetenschap. De partij is het meestal oneens met de redenering van het RIVM en beroept zich op andere onderzoeken. Er kwam zelfs naar voren dat Hiddema de woorden van Van Dissel zo verdraaide dat ook het RIVM het nut van de anderhalve meter maatregelen in buitenruimtes niet meer inzag. Desalniettemin is het FvD de laatste maanden wel vaker aanwezig bij technische briefings van het RIVM dan tijdens de beginfase van de uitbraak. Verder werd het EU kritische geluid steeds luider uitgedragen door de FvD-Kamerleden. Deze kritiek gaat vanzelfsprekend samen met nationalistische elementen. Het nationalistische kenmerk komt dus onverminderd vaak naar voren in de bijdragen van FvD. Van het volksverheerlijkingskenmerk is, met een enkele uitzondering, nog geen sprake geweest. Wel kwam het elite – volk kenmerk een aantal keren naar voren en zaten er in een groeiend aantal bijdragen elementen van het samenzweringskenmerk. Vooral buiten het politieke debat flirt Forum steeds vaker met complottheorieën. In de conclusie wordt dit verder uitgelegd. Het kenmerk inzake meer macht voor het volk kwam ook één keer duidelijk naar voren toen Eppink pleite voor een referendum over het herstelfonds. Van het zondebokkenmerk is tot nu toe geen sprake geweest.

28

Samenvattende stand van zaken tot eind september In de zomer bleef het aantal besmettingen vrij laag en waren er veel maatregelen versoepeld. FvD vond het echter niet snel genoeg gaan en uitte steeds stevigere kritiek op onder andere de anderhalve meter maatregel en de betrouwbaarheid van de PCR-testen. Verder werd de flirt met complottheorieën en complotdenkers zoals Willem Engel van Viruswaarheid steeds groter. Terwijl FvD in de beginfase nog opriep tot eenheid in de kamer en een harde aanpak, wilt de partij rond de zomer alle maatregelen loslaten en schuift de partij steeds meer op richting complotdenkers en alternatieve feiten.

29

Conclusies per kenmerk Hieronder volgt er per populistisch kenmerk een conclusie. Tabel 5 plaatst de beoordeling van de kenmerken in een schematisch overzicht. Afsluitend wordt er na de behandeling van de kenmerken een eindconclusie gegeven.

Het Elite – Volk kenmerk Het hoofdkenmerk elite – volk kenmerk komt sporadisch voor in de bijdragen van FvD. Opvallend is dat FvD in de eerste maanden van de crisis juist enkele pogingen leek te doen om de kloof en polarisatie in de politiek tegen te gaan. Zo stelt Baudet zich bijna staatsmannelijk op tijdens het coronadebat van 18 maart: “Dit is geen tijd voor partijpolitiek of punten scoren. Van makkelijk oppositie voeren. Het is tijd om het landsbelang voorop te stellen”. In de debatten tot aan de zomer komt het kenmerk helemaal niet meer naar voren. Pas tijdens het coronadebat van 4 juni deed Hiddema namens FvD weer een uitspraak die doet denken aan het elite – volk kenmerk: “Afgelopen week is pijnlijk duidelijk geworden dat de noodverordeningen volstrekt willekeurig worden misbruikt om bevolkingsgroepen te discrimineren (…) demonstraties tegen het kabinetsbeleid worden direct de kop ingedrukt maar demonstraties naar aanleiding van politiegeweld in de V.S. zijn geen enkel probleem en worden aangemoedigd.” Hiddema spreekt dus over een elite die haar macht (noodverordeningen) gebruikt om het volk dat de elite niet steunt (tegenstanders van het coronabeleid) te onderdrukken. Na deze uiting van Hiddema duurt het tot 2 september voordat het elite – volk kenmerk weer opduikt. Tijdens het plenaire coronadebat gaat Van Haga in op de mistanden tijden het huwelijksfeest van minister Grapperhaus. “Het is echt niet meer te verkopen dat bijvoorbeeld proeverij-café De Kuil in Soest dicht moet en €4000 euro boete krijgt, terwijl zelfs minister Grapperhaus de regels aan zijn laars lapt en er mee weg komt”, besluit Van Haga. De FvD’er schetst hier dus een beeld van een corrupte elite (Grapperhaus) die zichzelf boven de wet stelt ten opzichte van het benadeelde volk (Proeverij-Café de Kuil). Van Haga gaat nog verder in op kwestie: “Maar het contrast tussen het gedrag van de minister en het leed van de mensen die getroffen zijn door de maatregelen, de boetes en de consequenties is te groot”. Tijdens hetzelfde debat speculeert Baudet over waarom de maatregelen nog steeds van kracht zijn. Hij geeft hiervoor meerdere mogelijke verklaringen. In zijn derde verklaring schuilt het elite – volk kenmerk: “Een derde verklaring kan zijn dat ze zich nu wel heel erg belangrijk kunnen vinden, door al die persconferenties en zo. Het heeft een zekere aantrekkelijkheid voor ze”. Baudet lijkt dus te suggereren dat de regering (de elite) geniet van de maatregelen omdat dit ze ‘belangrijk’ maakt. Hij schetst dus min of meer het beeld van een elite die steeds meer macht naar zich toe wil trekken. Al met al komt het elite – volk kenmerk dus sporadisch naar voren maar neemt het zeker geen extreme vormen aan. Dit kenmerk wordt daarom beoordeeld met een + in tabel 4.

Samenzweringstheorieën kenmerk Het samenzweringskenmerk komt wat regelmatiger naar voren dan het hoofdkenmerk. Hierbij moet worden opgemerkt dat er ook vaak sprake is van het kenmerk buiten het politieke debat. Voor het eerst gebeurde dit half augustus. Baudet zei het volgende over Willem Engel, voorman van Viruswaarheid (destijds Viruswaanzin): “Engel is een van de mensen die wij achter de schermen steunen” (Trouw, 2020). Deze steunbetuiging aan de voorman van een organisatie die het verplicht stellen van mondkapjes vergelijkt met de Jodenvervolging heeft overduidelijke raakvlakken met het samenzweringskenmerk. Ook de gesprekken die Van Haga met complotdenker Frans Frederiks (Lange Frans) voerde in oktober laten zien dat FvD flirt met complottheorieën en complotaanhangers (NRC, 2020). Baudet ging volgens ingewijden nog een stap verder tijdens een partijdiner met de toenmalige top-10 kandidaat-Kamerleden op 20 november. De inmiddels opgestapte FvD-senator Pouw-Verweij zei het volgende: “Op een gegeven moment riep Thierry dat Corona de wereld in gebracht was door en anderen om onze vrijheid af te nemen en een nieuwe wereldheerschappij te starten”. Baudet ontkent overigens dat hij dit gezegd heeft maar het samenzweringskenmerk blijft steeds meer kleven aan Baudet en FvD buiten de Kamer (AD, 2020). Ook in de onderzochte bijdragen van FvD komt het samenzweringskenmerk naar voren, al zij het in minder extreme mate. In de bijdragen van de Forum-Kamerleden komt het kenmerk vooral naar voren inzake het debat over het Europese herstelfonds. Zo twijfelde Baudet tijdens het debat over de Europese Top van 19

30 juni over de intentie van de Europese Commissie: “Het voorstel van de Europese Commissie voor een herstelfonds is er puur op gericht om in korte tijd een duizelingwekkend bedrag van 750 miljard euro van sterke landen over te hevelen naar minder sterke landen. De term ‘herstelfonds’ is daarbij buitengewoon misleidend (…) Corona wordt dus misbruikt door de EU om de Europese Unie groter te maken en tegelijkertijd binnen de herverdelingsagenda waar men al jaren mee bezig is door te drukken”. Baudet denkt dus dat er sprake is van een vooropgezet plan van de EC. De uitspraak doet sterk denken aan het samenzweringskenmerk. Ook Eppink gelooft dat er een vooropgezet complot is. “Het Herstelfonds heeft dus weinig te maken met corona, maar alles met geld voor machtsverwerving en macht in Brussel. Het is een vooropgezet plan”, aldus Eppink tijdens het debat over de staat van de Europese Unie van 29 juni. Ook tijdens de algemene politieke beschouwingen gaat het onder andere over het herstelfonds. Baudet zegt er het volgende over: “Het Europese project ontaardt in een transfer van geld in een scenario waarin er steeds meer animositeit ontstaat tussen Noord en Zuid-Europa en het uiteindelijk, mogelijk een gewelddadige clash tussen al die landen wordt”. Deze uitspraak staat vol van het doemdenken en past daarom bij het samenzweringskenmerk. Verder doet Baudet zeer regelmatig uitspraken waarin hij het heeft over het partijkartel. Alleen al het suggereren van het bestaan van een partijkartel doet denken aan het samenzweringskenmerk. Al met al komt het samenzweringkenmerk dus constant naar voren tijdens de bijdragen van FvD en neemt het zelfs extreme vormen aan kijkende naar gebeurtenissen buiten het politieke debat. Daarom krijgt FvD inzake dit kenmerk twee plusjes in tabel 4.

Wetenschap & media kenmerk Het wetenschapskenmerk komt regelmatig naar voren in de bijdragen van FvD. Vooral in het begin van de coronacrisis was FvD zeer kritisch op het RIVM. De deskundigheid van het RIVM werd meermaals in twijfel getrokken. “Wat een expertise van het RIVM, dit wekt niet de indruk van een staat van opperste paraatheid nietwaar?”, aldus Hiddema tijdens het coronadebat van 5 maart. Opvallend is ook dat FvD in de beginfase vaak niet aanwezig was bij technische briefings van het RIVM. Ook GroenLinks kamerlid Renkema viel dit op. Hij zei er het volgende over: “U was niet bij twee van de drie technische briefings van het RIVM. Bij de briefing waar u wel was heeft u niets gezegd maar u bent nu wel vrij stellig in uw opvattingen over het RIVM”. Ook dit doet denken aan het wetenschapskenmerk omdat FvD zich in de beginfase blijkbaar niet volledig heeft laten inlichten door de wetenschappers van het RIVM. Wat verder opvalt is dat FvD juist het kabinet ervan beticht dat het niet naar de wetenschap luistert en vasthoudt aan oude inzichten: “Of het nu gaat om hydroxychloroquine, dat door minister De Jonge wordt afgedaan als kwakzalverij, of de door Maurice de Hond op de kaart gezette theorie over aerosolen, het kabinet wil er niets van weten”, aldus Van Haga tijdens het debat over corona en de economie van 28 mei. Het is dus niet zozeer dat Forum niet gelooft in wetenschappelijk onderzoek of het afwijst, ze interpreteren het onderzoek alleen anders dat het kabinet of vertrouwen op andere onderzoeken. Het is lastig om vast te stellen of hier nu sprake is van het wetenschapskenmerk omdat er nog geen consensus is inzake aan corona gerelateerd onderzoek. Toch zijn er wel aanwijzingen dat er wel sprake is van het kenmerk bij FvD. Een goed voorbeeld hiervan komt voort uit het coronadebat van 25 juni. Het gaat tijdens het debat onder andere over de anderhalve meter maatregel. Hiddema zei het volgende: “Vanochtend nog bij de briefing heb ik de viroloog van dienst er nog eens over ondervraagd. Hij moest toegeven dat er geen enkel wetenschappelijk bewijs is dat de anderhalvemetersamenleving buiten de deur iets bijdraagt aan de afweer tegen virusbesmetting” Deze uitspraak is zeer opvallend aangezien Van Dissel heel iets anders betoogde tijdens de technische briefing, namelijk dat de onderzoeken die Hiddema aanhaalde niet deugden en dat de anderhalve meter maatregel buiten ook gewoon zin heeft. Hiddema verdraaide hier, al dan niet opzettelijk, de woorden van de deskundige en daardoor heeft deze uitspraak raakvlakken met het wetenschapskenmerk. Ook in de bijdragen van Van Haga duikt het wetenschapskenmerk vaak op. Van Haga is vooral fel tegen het gebruik van de PCR-testen en vindt deze testen totaal onbetrouwbaar. “Een PCR-test toont helemaal geen klinische coronabesmetting aan, waarom spreken we nog over een coronabesmetting bij een positieve uitslag terwijl we weten dat dit klinisch gezien onjuist is”, aldus Van Haga tijdens het coronadebat van 12 augustus. Deze aanhoudende kritiek van FvD op de PCR testen berust niet op een wetenschappelijke onderbouwing. Volgens hoogleraar microbiologie Bert Niesters is de kritiek op de PCR-test dan ook onzin (Human, 2020).

31

Verder twijfelt FvD over de onafhankelijkheid van het RIVM: “We horen de laatste tijd nogal geluiden die twijfel doen rijzen over de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van het RIVM. In juli zei de voorzitter van de raad voor volksgezondheid dat het RIVM en het ministerie te veel vermengd raken tijdens de coronacrisis. De politiek heeft druk uitgevoerd op het RIVM inzake het gebruik van mondkapjes”, aldus Hiddema tijdens de technische briefing van 11 augustus. Ook de mediakant van het kenmerk komt meerdere keren naar voren in de bijdragen van FvD. Zo duikt het kenmerk op tijdens de technische briefing van 25 juni. Hiddema vindt dat de anderhalve meter maatregel een prestigeproject is geworden van Rutte en dat de NPO hier niet kritischer over durft te berichten: “De NPO gunt hem telkens weer een opendoekje, maar de samenleving, onze natie, betaalt telkens een hoge prijs”. Hiddema impliceert hier dus dat de NPO partijdig zou zijn en geen kritische vragen stelt aan de minister-president. Ook tijdens de algemene politieke beschouwingen komt het mediakenmerk naar voren, ditmaal in de bijdrage van Baudet: “Wat er misschien charmant is aan de leden van het partijkartel, ze glimlachen leuk en ze hebben de media aan hun hand”. Ook in een bijdrage van Van Haga komt het kenmerk boven water. De oud-VVD’er vindt dat de media mensen die tegen het beleid zijn niet serieus neemt: “Daarom steekt het mij dat mensen die hun nek uitsteken in het publieke debat meteen worden geridiculiseerd door de media. Als jouw met belastinggeld betaalde salaris toch wel wordt doorbetaald door de NPO, dan is het makkelijk praten”. Samenvattend komt het wetenschaps- en mediakenmerk constant naar voren bij FvD. Natuurlijk is er nog veel onduidelijk over corona en is er nog weinig consensus in de wetenschap inzake corona gerelateerde onderwerpen maar FvD gaat constant tegen de trend in wat betreft coronaonderzoek en beticht de media zo vaak van partijdigheid dat twee plusjes gerechtvaardigd zijn in tabel 4.

Macht bij het volk (directe democratie) Dit kenmerk komt amper naar voren in de bijdragen van FvD. Wel vindt FvD dat het kabinet geen grote besluiten mag nemen nu er door de maatregelen niet gedemonstreerd mag worden en burgers daardoor minder invloed hebben: “Dat is een wezenlijk onderdeel van onze democratie. Burgers kunnen hun stem niet laten horen en het verbaast mij dat dit zo gemoedelijk wordt geaccepteerd in Nederland”, aldus Baudet tijdens het coronadebat van 21 april. FvD vindt dus in feite dat de macht van het volk wordt ingeperkt. Een voorbeeld waarin dit kenmerk wel duidelijk naar voren komt zien we tijdens het debat over de staat van de Europese Unie op 29 juni. Eppink zegt in zijn betoog tegen het herstelfonds het volgende: “Onze belangen in een transferunie worden volledig geschaad, en daarom is het moment gekomen om aan de mensen te vragen, dus aan de burgers in een referendum: wilt u in deze transferunie of wilt u dat niet”. Eppink stelt dus voor om de burgers zeggenschap te geven over het herstelfonds. Hij pleit zo voor meer macht bij het volk. Buiten deze uitspraak komt het macht bij het volk kenmerk niet naar voren in de onderzochte bijdragen. Ook blijkt nergens uit dat FvD zich opstelt als spreekbuis van het volk om op die manier meer macht te bepleiten voor burgers. Dit kenmerk wordt beoordeeld met een minnetje.

Volksverheerlijkingskenmerk Dit kenmerk komt sporadisch naar voren in de bijdragen van FvD-Kamerleden. Volksverheerlijking komt het duidelijkst naar voren in de bijdrage van Van Haga tijdens het debat over de Europese top van 14 juli: “Voorzitter, Nederlanders zijn harde werkers. We staan vroeg op, we werken lang door en we gaan pas met 67 jaar met pensioen (…) Nederlanders zijn ook barmhartig”. Deze uitspraak is een mooi voorbeeld van het volksverheerlijkingskenmerk omdat het over het gehele Nederlandse volk gaat. Ook tijdens het coronadebat van 1 april komt het kenmerk naar voren. “Het is hartverwarmend om te zien hoe Nederlanders in deze tijd dat extra stapje zetten voor elkaar (…) het is een beeld dat ons trots maakt”, aldus Baudet. Andere uitspraken die doen denken aan dit kenmerk gaan vooral over specifieke doelgroepen zoals artsen en zorgmedewerkers. Zo spreekt Baudet tijdens de technische briefing van 18 maart over “onze fantastische artsen en helden in de zorg”. Soortgelijke complimenten aan de zorg maakt FvD geregeld in de coronadebatten. De populistische termen van Rooduijn en Pauwels (2011) uit bijlage 2 inzake volksverheerlijking worden zelden gebruikt door de FvD’ers. Al met al komt het volksverheerlijkingskenmerk dus sporadisch voor in de bijdrage van FvD maar gaat het vooral om

32 specifieke doelgroepen. Het lijkt vooral incidenteel te gebeuren en daarom krijgt het volksverheerlijkingskenmerk een +/- waardering in tabel 4.

Zondebokpolitiek Het zondebokkenmerk komt één keer naar voren in de bijdragen van FvD. Dit gebeurde tijdens het coronadebat van 26 maart. Baudet ging in debat met premier Rutte over het handhaven van de coronaregels in het openbaar vervoer. De FvD-voorman zei het volgende: “Jongeren. Groepen jongeren, al dan niet met bontkragen die daar veel onrust veroorzaken”. Met ‘bontkragen’ wordt vaak jongeren van Marokkaanse of Turkse komaf bedoeld (De Jong, 2012). Deze groep zou zich niet aan de regels houden volgens Baudet. Of dit daadwerkelijk onder de noemer zondebokpolitiek valt is te betwijfelen maar de suggestie is er zeker. Aangezien het kenmerk maar één keer opdook in de bijdragen van FvD is er een minnetje genoteerd in tabel 4.

Nationalistisch kenmerk Het nationalistisch kenmerk komt zeer regelmatig naar voren in de bijdragen van FvD. Toen het plan van het Europese herstelfonds meer en meer gestalte kreeg dook het nationalistische steeds vaker op. Er zijn hiervan talloze voorbeelden. Zo zei Eppink bijvoorbeeld het volgende over de Euro en de EU tijdens het debat inzake de Europese top van 7 april: “Het is een systeem dat erop gericht is om politieke en economische centralisatie af te dwingen.” Er is hier volgens Baudet maar één antwoord op: “Dat is neen, (…) aan het einde van dit alles moeten we tot de conclusie komen dat we de Euro eindelijk gaan ontvlechten”. Ook in het verdere betoog van Baudet komen nationalistische elementen boven water: “We moeten gewoon uit de EU, weer soeverein worden, weer gewoon ons eigen land en munt hebben”. FvD denkt dat de winst van de coronacrisis zal zijn dat mensen tot het inzicht komen dat de nationale staat ons thuis moet zijn en blijven. Ook tijdens het coronadebat van 22 april kwam FvD weer uiterst euro-sceptisch, en daarmee ook nationalistisch, uit de hoek: “Machtsoverdracht naar Brussel. Geld dat we met zijn alle hebben opgefietst naar andere landen. Dat onder geen beding.” Ook het taalgebruik van Baudet staat bol van de nationalistische elementen. Zo spreekt hij vaak over het vooropstellen van ‘de Nederlander’. Zo ook tijdens het debat van 19 juni: “Wat Nederland nodig heeft is een regering die het belang van Nederland vooropstelt. Dit zou volstrekt vanzelfsprekend moeten zijn, maar lijkt helaas nog te veel gevraagd”. Naast de talloze voorbeelden tijdens coronadebatten en debatten over de Europese Unie zit ook Baudets bijdrage aan de algemene politieke beschouwingen vol met nationalistische elementen: “Daartegenover staat het project van Nederland. Nederland eerst. Ons eigen land. Onze eigen mensen. Dat is het project van FvD”. Later in de bijdrage doet de FvD’er er nog een schepje bovenop: “Hopelijk gaat de Nederlandse bevolking inzien dat we niet langer door kunnen gaan op deze weg (…) het in de uitverkoop doen van ons land, van onze waarden, onze ideeën. Ons volk niet langer beschermen, dat we daar mee stoppen. Dat we ons land wel gaan beschermen, ons volk wel weer willen manifesteren op het wereldtoneel. Dat we weer Nederlander gaan zijn”. Het nationalistische kenmerk in de bijdragen van FvD is dus breder dan alleen kritiek op de EU. Het gaat volgens FvD om nog veel meer. Aangezien de bijdragen van FvD constant duidelijke nationalistische elementen bevat krijgt dit kenmerk in tabel 4 twee plusjes.

33

Eindconclusie FvD FvD is gedurende de coronacrisis steeds kritischer geworden op het kabinetsbeleid. Allereerst leek het erop dat FvD juist toenadering zocht tot andere partijen en de regering. De partij wilde de aankomende crisis gezamenlijk en eensgezind aanpakken, er was volgens Baudet geen tijd voor ‘partijpolitiek’. Al snel veranderde de toon toen het kabinet eind februari geen strenge maatregelen wilde. FvD wilde een strenge lockdown en sloeg de adviezen van het RIVM in de wind. Het RIVM zat er constant naast volgens Forum. Toen er eenmaal een lockdown was begon FvD te twijfelen over de proportionaliteit van de maatregelen. In de lentemaanden waren er volgens de partij ‘nieuwe inzichten’ waaruit zou blijken dat het virus helemaal niet zo schadelijk is dan er in het begin werd gedacht. FvD was vooral uitermate kritisch op de anderhalve meter maatregel en de betrouwbaarheid van de PCR-testen. Ook het EU-sceptische gezicht van de partij liet zich steeds vaker zien dankzij de discussie over het Europese herstelfonds. In de zomermaanden werd de kritiek van FvD op het gehele coronabeleid steeds harder en ook kwam de flirt met complottheorieën (buiten het politieke debat) voor het eerst naar voren.

De houding van FvD is in veel gevallen verwoord in tot technische, inhoudelijke bijdragen waarin meestal geen populistische elementen te bespeuren zijn. Toch zijn er ook genoeg voorbeelden waarin dit wel het geval was. In de bovenstaande paragrafen is dit aan de hand van citaten duidelijk gemaakt. Vooral het wetenschaps- en mediakenmerk en het nationalistisch kenmerk komen zeer regelmatig naar boven drijven in de bijdragen van FvD. Bij het wetenschaps- en media kenmerk is dit geen verassing gezien de reputatie en historie van FvD. Zo komt dit kenmerk ook bij thema’s als klimaatverandering naar voren en maakt FvD er geen geheim van de NPO te willen saneren vanwege partijdigheid (Joop, 2019) (NPO Radio 1, 2019). Ook het nationalistisch kenmerk komt niet als een verassing. Baudet pleit al jaren voor een Nexit en de discussie over het Europese herstelfonds gaf FvD alle ruimte om zijn nationalistische standpunten te uiten. Ook het samenzweringkenmerk komt vaak naar voren. Zo hebben de FvD’ers het geregeld over ‘het partijkartel’ en zien ze het Europese herstelfonds als een vooropgezet plan voor verdere integratie dat uiteindelijk zal leiden tot ‘The United States of Europe’. Ook buiten het politieke debat deden er zich zaken voor die doen denken aan het samenzweringskenmerk. Zo vertelde Baudet dat hij de voorman van Viruswaanzin steunde en ging Van Haga in gesprek met Frans Frederiks, beter bekend als Lange Frans, tegenwoordig bekend complotdenker (De Stentor, 2020). Het hoofdkenmerk elite – volk kwam sporadisch naar voren in de bijdragen. Van het volksverheerlijkingskenmerk was incidenteel sprake. Het zondebokkenmerk en de flirt met directe democratie kwamen amper naar voren in de bijdragen van FvD.

Tabel 4: waardering kenmerken FvD FvD Elite - Volk + Samenzweringstheorieën ++

Wetenschap en mediakenmerk ++ Macht bij het volk (directe democratie) - Volksverheerlijkingskenmerk +/- Zondebokpolitiek - Nationalistisch kenmerk ++

34

Conclusie In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag beantwoord en wordt er gereflecteerd op het verloop van het onderzoek. Verder worden suggesties gedaan voor mogelijk vervolgonderzoek. Eerst worden de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek samengevat aan de hand van de onderzoeksvraag en wordt er iets breder gekeken naar de uitkomsten: niet puur en alleen naar de kenmerken in verband met de coronadebatten maar ook of dit iets zegt over de partijen zelf in een bredere context. Er wordt door de onderzoeker gespeculeerd over mogelijke verklaringen van het voorkomen van bepaalde kenmerken. Er is gekozen om dat in dit hoofdstuk te doen aangezien deze ‘mogelijke verklaringen’ niet voortkomen uit het onderzoek zelf, maar geschetst worden op basis van ingevingen en verwachtingen van de onderzoeker. Dit hoofdstuk sluit af met een persoonlijke kijk van de onderzoeker op het kernconcept: populisme. De onderzoeker neemt hiermee wat afstand van de onderzoekscontext en bespreekt populisme vanuit eigen perspectief. De onderzoeksvraag luidt als volgt:

Zijn de in de literatuur aangeduide kenmerken van het populisme aan te treffen in de bijdragen van PVV en FvD tijdens het politieke debat over Corona?

Om te beginnen laat dit onderzoek éen ding duidelijk zien: populisme blijft een glibberig, lastig concept en is moeilijk meetbaar te maken. Dit onderzoek toont aan dat populisme in tal van verschillende gradaties en in verschillende gedaantes kan voorkomen en dat het soms lastig is om te verklaren waarom er soms wel sprake is van populisme en soms niet. De PVV en FvD worden vaak bestempeld als rechts-populistische partijen in zowel de media als de wetenschap. Het doel van dit onderzoek was om na te gaan of deze partijen ook als populistisch zijn te bestempelen (of in welke mate) inzake het debat over de coronacrisis. Om dit te toetsen is er in het analysekader gezocht naar kernmerken van populisme. Op basis van de theoretische literatuur is er een zevental kenmerken gekozen (zie tabel 5). Om goed de diepte in te kunnen gaan met de discoursanalyse is ervoor gekozen om één databron te gebruiken: alle bijdragen aan corona gerelateerde debatten van de PVV en FvD tussen 27 februari en 30 september. Het betrof in totaal 71 debatten. Daarnaast zijn ook opvallende uitspraken buiten het politieke debat meegenomen.

Uit het analysekader kader bleek al dat populisme een lastig begrip is en dat dit concept ook veel vragen oproept kijkende naar de PVV en FvD. Deskundigen hebben uiteenlopende meningen over het populistisch gehalte van beide partijen. Zo vindt politiek-socioloog Rooduijn Baudet en zijn partij een schoolvoorbeeld van populisme terwijl historicus Waling weinig kenmerken van populisme terugziet in het reilen en zeilen van FvD en Baudet. Ook bij de PVV zijn de meningen onder deskundigen verdeeld. Zo zien Lucardie en Vossen Wilders hooguit als ‘halve populist’ terwijl Davidovic, Van Donselaar, Rodrigues en Wagenaar de PVV en Wilders juist als pleitbezorgers van het echte recht-populistische gedachtengoed typeren. De analyses van de bijdragen van de PVV en FvD aan het coronadebat laten zien dat dat er voor alle deskundigen wat te zeggen valt.

Het voorkomen van de kenmerken en mogelijke verklaringen Uit de analyse is een aantal zaken duidelijk geworden. Zo is het overduidelijk dat zowel de PVV als FvD nationalistisch gedachtengoed bepleiten tijdens de coronadebatten. Beide partijen kregen voor dit populistische kenmerk twee plussen. Dit kenmerk kwam vooral tot uiting tijdens debatten inzake de Europese Unie en het herstelfonds. De kern van de boodschap van beide partijen had een duidelijke strekking: Nederland en de Nederlanders weer op plaats éen en geen middelen meer naar andere landen. Deze kerngedachte komt als een rode draad in alle bijdragen van beide partijen terug. Dat dit kenmerk veelvuldig naar voren komt bij beide partijen is geen verassing aangezien de partijen al jaren zeggen op te komen voor ‘de Nederlander’ en erg kritisch zijn over de Europese Unie en het afdragen van soevereiniteit. Ook het coronadebat geeft beide partijen een stok mee om te slaan wat betreft deze nationalistische standpunten en het is dus logisch dat dit kenmerk veelvuldig naar voren komt.

35

Het hoofdkenmerk elite – volk, wat de meeste deskundigen als de kern van populisme zien, komt regelmatig naar voren bij beide partijen. Een aantal incidenten waren hiervoor de directe aanleiding. Het kenmerk dook het duidelijkst op in de nasleep van de damdemonstratie en het huwelijk van minister Grapperhaus. FvD heeft sowieso een iet wat bijzondere ‘relatie’ met dit hoofdkenmerk en dat komt vooral door partijleider Baudet. Zo heeft de lijstrekker eerder aangegeven niet per se tegen een besturende elite te zijn maar vindt hij dat de huidige elite vervangen moet worden (Waling, 2017). Baudet kreeg in het verleden ook al vaker het verwijt zelf tot de elite te behoren waarna hij het volgende zei: “Je hoeft niet volks te zijn om het volk te vertegenwoordigen” (Volkskrant, 2017). In feite zou er gesteld kunnen worden dat het hoofdkenmerk bij FvD wel voorkomt, maar in afgeslankte vorm. Dus niet: ‘een zuiver volk” versus ‘een corrupte elite’ maar eerder: ‘een volk’ bestuurd door ‘een goede elite’. Baudet spreekt eigenlijk nooit over een kwaadwillende of slechte elite die moedwillig tegen het volksbelang in handelt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende uitspraak uit zijn overwinningsspeech na de provinciale statenverkiezingen van 2019: “De leden van het kartel. Ze geloven in niets, maar vereren tegelijk één afgod, genaamd transitie" (Het Parool, 2019). Ook het taalgebruik van de Kamerleden van FvD kan niet bepaald worden getypeerd als ‘volks’ taalgebruik. Tijdens de coronadebatten komt dit niet per se duidelijk naar voren maar kijkende naar bijvoorbeeld de overwinningsspeech van Baudet lijkt het erop dat FvD niet echt zijn best doet om ‘het gewone volk’ voor zich te winnen. Dit kenmerk blijft dus lastig bij FvD. Aan de ene kant stelt de partij zich met Baudet als partijleider vrij elitair op. Denk bijvoorbeeld aan het taalgebruik, het verlangen naar de renaissance1, de zomerscholen en het feit dat beide Kamerleden van de partij in de grachtengordel wonen. Aan de andere kan is er constant felle kritiek op het besturende ‘kartel’, universiteiten die ons zouden ondermijnen en technocraten in Brussel (Trouw, 2020).

Wat betreft de PVV lijkt het er meer op dat dit kenmerk er goed ingebakken zit. Gedurende de coronadebatten is de PVV wat harder in het schetsen van een corrupte elite tegenover het gewone volk. De link tussen deze twee wordt duidelijker gelegd dan bij de bijdragen van FvD. Kijk bijvoorbeeld naar het coronadebat van 19 augustus waarin Wilders het salaris van “wegrennende Kamerleden” vergelijkt met dat van “de hardwerkende zorgmedewerker”. Tijdens de coronadebatten was er dan wel vaak een directe aanleiding waardoor het kenmerk naar boven kwam, maar sinds de rechtszaak tegen Wilders duikt het kenmerk ook op andere manieren steeds vaker op. Dit uit zich vooral in de uitspraken van Wilders over onze democratie en rechtsstaat. De PVV-voornam noemt Nederland sinds zijn proces een corrupt land waarin een corrupte elite de oppositie de mond wil snoeren.

Wat betreft het samenzweringskenmerk valt vooral de houding van FvD op. De kritiek van Baudet op het partijkartel is niet nieuw maar laat wel zien dat FvD nog altijd gelooft in een soort van verbond tussen de zittende politieke partijen. Aangezien hier misschien ook wel iets voor valt te zeggen is het echter onzeker of er hier sprake is van het samenzweringskenmerk. Wel komt dit kenmerk overduidelijk naar voren in het handelen van FvD’ers buiten de Kamer. Gesprekken en interviews met complotdenkers als Frans Frederiks en Willem Engel tonen duidelijk de flirt met complottheorieën aan. Ook de brief van de opgestapte senator Pouw-Verweij, waarin staat dat Baudet zou hebben gezegd dat filantroop Soros corona de wereld heeft ingebracht, bevestigt dit. Uit de bijdragen van de PVV blijkt nergens dat ze flirten met complottheorieën. Verder kijkend dan het coronadebat komt dit kenmerk weldegelijk voor bij de PVV. Dit uit zich vooral in felle kritiek op de Islam. Sinds het ontstaan van de PVV zet Wilders de Islam in steeds radicalere bewoordingen weg als een totalitaire, levensgevaarlijke ideologie, die er louter en alleen op uit is om het westen te onderwerpen aan de sharia (Karrat, 2019). Deze gedachte past goed bij het complotkenmerk.

1 “Als je zegt het humanisme uit die tijd inspirerend te vinden, dan verraadt het begrip ketterijen toch dat hier eigenlijk de grootinquisiteur van Sevilla spreekt” (Trouw, 2020). Het idee dat mensen een leider willen en goed en kwaad goed onderscheiden. Dat is waar Baudet mogelijk naar verlangt en dit verlangen druist juist in tegen de gedachte dat de ‘kwade’ elite moet worden verlagen (druist in tegen het hoofdkenmerk).

36

Het volksverheerlijkingskenmerk komt zeer regelmatig naar voren in de bijdragen van de PVV. Dit is opvallend omdat deskundigen als Lucardie en Van Holsteyn een decennia geleden juist beargumenteerde dat hier amper sprake van is bij de PVV. Mogelijk is dit kenmerk dus in de loop der jaren meer op de voorgrond getreden. Zo gebruikte de PVV constant termen uit bijlage 2 en stelde, voornamelijk Wilders, zich echt op als spreekbuis van de bevolking. De PVV komt graag op voor bevolkingsgroepen die niet profiteren van de globalisering en die last onder vinden van de multiculturele samenleving. De PVV ziet deze mensen als “het volk” en komt maar wat graag op voor deze mensen. Ook het wat eenvoudiger taalgebruik van de PVV sluit aan bij dit kenmerk. Bij FvD kwam dit kenmerk veel minder naar voren. Dit heeft mogelijk te maken met het feit dat Baudet zichzelf tamelijk elitair opstelt en zichzelf ook niet onder de noemer ‘volk’ schaart, zoals eerder benoemd.

Hetzelfde geldt voor de flirt met directe democratie. Ondanks dat burgers hard worden geraakt door de coronamaatregelen pleit geen van de partijen constant voor meer directe democratie of meer macht voor de bevolking. Alleen tijdens debatten inzake het Europese herstelfonds gaven de partijen een enkele keer aan dat de bevolking zou moeten beslissen over een dergelijk thema. Wat betreft de coronamaatregelen hoorde je ze hier niet over. Ook deskundigen lieten eerder zien dat dit kenmerk niet dominant aanwezig is bij de partijen. Zo zei Mudde in 2008 bijvoorbeeld dat Wilders maar weinig op heeft met directe democratie.

Het wetenschap en media kenmerk was een lastige in dit onderzoek. Dit komt vooral omdat corona relatief nieuw is en de wetenschap nog volop bezig is met onderzoek naar het virus. Toch valt het op dat beide partijen constant de wetenschappelijke onderbouwing van het coronabeleid in twijfel trekken en onderzoeken meestal anders interpreteren en uitleggen dan het kabinet. Terwijl de kritiek van de PVV op de wetenschappelijke onderbouwing van het kabinetsbeleid en het RIVM na de eerste maanden steeds milder werd en de partij zich meer ging focussen op de praktische gevolgen van de maatregelen, ging FvD constant door met het in twijfel trekken van de wetenschappelijke onderbouwing van de maatregelen. Dit uitte zich voornamelijk in felle kritiek op de betrouwbaarheid van PCR-testen, het mortaliteitscijfer, de anderhalve meter maatregel, het nut van mondkapjes en de onafhankelijkheid van het RIVM. Dat FvD hier zo fel op is komt niet als een verassing. Kijk bijvoorbeeld naar de partijstandpunten m.b.t. klimaat. Terwijl de PVV het vooral heeft over de nadelige (financiële) gevolgen van zoiets als de energietransitie, gaat FvD met gestrekt been in tegen de wetenschappelijke onderbouwing van de klimaatplannen. Met filmpjes, grafieken en diagrammen probeert FvD op sociale media de wetenschappelijke onderbouwing van het klimaatbeleid onderuit te halen. De partij komt met “alternatieve” onderzoeken en feiten en probeert daarmee mensen te overtuigen. Hetzelfde zien we dus in het debat over corona. Ook de mediakant van het kenmerk duikt regelmatig op in de bijdragen van vooral FvD. De partij vindt dat de media duidelijk de kant van de regering kiest in hun berichtgeving. Volgens FvD heeft de regering de media in de hand en ridiculiseert de NPO opzettelijk en ten onrechte mensen die het niet eens zijn met de regeringsaanpak. Ook dit komt niet als een verassing. Baudet spreekt al jaren over ‘het mediakartel’ en wilt de NPO liever vandaag dan morgen saneren. De PVV is algemener in haar kritiek over de media en linkt deze niet aan de coronacrisis. Het zondebokkenmerk komt weinig naar voren in de analyse. Wel deed Wilders een opvallende uitspraak buiten de Kamer toen hij tweette dat het vooral allochtone Nederlanders zijn die terechtkomen op de IC.

37

Samenvattend kan de onderzoeksvraag als volgt worden beantwoord: De meeste kenmerken van populisme komen geregeld naar voren in de bijdragen van de PVV en FvD aan het coronadebat. Enkele kenmerken, zoals het nationalistisch kenmerk en het elite – volk kenmerk komen zeer regelmatig naar voren in de debatten omtrent corona terwijl bijvoorbeeld het zondebokkenmerk amper opduikt. Ook zijn er verschillen tussen de partijen. Zo komt het samenzweringskenmerk overduidelijk naar voren bij FvD terwijl hier bij de PVV geen sprake van is. Andersom doet de PVV constant aan volksverheerlijking waar dit niet het geval is bij FvD. Wat de rechts-populistische partijen verder gemeen hebben is dat ze constant tegen de ideeën en plannen van het kabinet zijn. De lockdown had eerder gemoeten, versoepelingen kwamen te laat en de steunpakketten niet afdoende. Het lijkt erop dat deze partijen zich willen onderscheiden en profileren door het constant voeren van harde oppositie. Verder toont het onderzoek aan dat het voorkomen van populistische kenmerken niet altijd constant is en dat populisme tal van verschillende gradaties en in verschillende gedaantes kan voorkomen.

Tabel 5: visuele beantwoording onderzoeksvraag PVV FVD Elite - Volk + + Samenzweringstheorieën - ++ Wetenschap en media kenmerk +/- ++ Macht bij het volk (directe democratie) +/- - Volksverheerlijking + +/- Zondebokpolitiek +/- - Nationalistisch kenmerk ++ ++

38

Discussie In deze paragraaf wordt er teruggeblikt op de gebruikte methoden tijdens dit onderzoek, de betrouwbaarheid van het onderzoek en problemen waar tegenaan is gelopen gedurende het onderzoek. Ook worden mogelijkheden voor vervolgonderzoek besproken.

Tijdens de analyse werd duidelijk dat populisme inderdaad lastig meetbaar is, zoals al in het methodologisch kader werd verondersteld. Het was bij sommige uitspraken moeilijk om te achterhalen wat de intentie was en daardoor lastig te bepalen of er sprake is van een populistisch element. Kijk bijvoorbeeld naar de uitspraak van Hiddema tijdens het coronadebat van 25 juni: “Vanochtend nog bij de briefing heb ik de viroloog van dienst er nog eens over ondervraagd. Hij moest toegeven dat er geen enkel wetenschappelijk bewijs is dat de anderhalvemetersamenleving buiten de deur iets bijdraagt aan de afweer tegen virusbesmetting”. Deze uitspraak was opvallend omdat Van Dissel iets heel anders zei tijdens de technische briefing, namelijk dat de onderzoeken die Hiddema aanhaalde niet deugden en dat de anderhalve meter maatregel buiten ook gewoon zin heeft. Als Hiddema dit opzettelijk deed dan was hier overduidelijk sprake van het wetenschapskenmerk maar het kan natuurlijk ook gewoon een foutje zijn geweest. Ook bij de andere kenmerken was het soms lastig om te beoordelen of er echt sprake was van het kenmerk. Zo ook bij het volksverheerlijkingskenmerk bijvoorbeeld, want wanneer is er sprake van volksverheerlijking en wanneer niet? Is een compliment aan het adres van ‘hardwerkende Nederlandse’ volksverheerlijking? Dat is lastig te zeggen.

Buitenom de bovengenoemde moeilijkheden bleek het ook buitengewoon lastig om op basis van dit onderzoek verklarende uitspraken te doen. In eerste instantie had dit onderzoek een meer verklarende ambitie (naast de beschrijvende ambitie). De onderzoeker wilde erachter komen waarom de PVV en FvD handelden tijdens de coronadebatten zoals ze deden. Wat is nu bijvoorbeeld de reden dat FvD zoveel flirt met complottheorieën? Dit soort vragen kunnen helaas niet goed onderbouwd worden beantwoord op basis van dit onderzoek. Om de verklarende ambitie toch enigszins waar te maken zijn er in dit hoofdstuk mogelijke verklaringen van het voorkomen van de kenmerken beschreven op basis van eigen ingevingen en verwachtingen van de onderzoeker.

Aangezien de kenmerken erg lastig meetbaar waren is ervoor gekozen om de definities van de kenmerken zo breed mogelijk te interpreteren en bij iedere uitspraak die op wat voor manier dan ook deed denken aan een van de kenmerken een goede uitleg te geven waarom er mogelijk sprake was van een kenmerk. Dit heeft geleid tot een soms wat impressionistische analyse maar aangezien er met 71 debatten aardig wat data zijn verzameld was het toch in veel gevallen mogelijk rode lijnen te ontdekken en conclusies te trekken

Dit onderzoek geeft genoeg aanknopingspunten voor vervolgonderzoek. Zo zou het bijvoorbeeld interessant zijn om een soortgelijk onderzoek te doen naar andere partijen dan de PVV en FvD. Een dergelijk onderzoek zou mogelijk laten zien dat populistische kenmerken in de bijdragen van partijen niet uitsluitend zijn voorbehouden aan rechts-populistische partijen. Verder is het ook interessant om in plaats van te focussen op debatinbrengen volledig te richten op uitingen in de media. Ook zou een soortgelijke discoursanalyse gedaan kunnen worden in een andere context dan de coronacrisis.

39

Een slag verder: persoonlijke noot van de onderzoeker Een mogelijke constante van populisme (verder kijkend dan de onderzoekscontext) is dat de standpunten van populistische partijen vaak lijnrecht tegenover de standpunten van de zittende, vaak besturende partijen staan. Dit zijn vaak onoverbrugbare verschillen. Je zou het bijna botsende wereldbeelden kunnen noemen. Verder kijkend dan het coronadebat kan er ook gesteld worden dat populistische partijen (en dan met name FvD) naar een totaal andere maatschappij toe willen. Het gaat populisten vaak niet om cijfers, economisch beleid, of basale standpunten over specifieke beleidsthema’s zoals zorg. Het gaat ze om visie, ideologie, identiteit en cultuur. De samenleving als geheel versus het individu. Nationale versus internationale structuren. Populisten hechten enorme waarde aan hun cultuur, geschiedenis en taal en alles moet daarvoor wijken. Dit gaat gepaard met een nostalgisch verlangen naar ‘de tijd van vroeger’. Van pragmatische politiek is eigenlijk geen sprake. Bijna alles wordt gemaakt tot een principekwestie. Volgens populisten is er geen tussenweg en wacht ons een gitzwart toekomstbeeld als de “zittende” politiek niet volledig wordt verdreven. Dit leidt vervolgens weer tot het niet willen sluiten van compromissen en dat verklaard weer waarom populistische partijen vaak worden uitgesloten van regeringsdeelname (kijk naar de PVV maar ook naar Vlaams Belang in België en AfD in Duitsland). Verder lijkt het erop dat populistische ‘bewegingen’ eigenlijk niet bestaan. Het draait uiteindelijk altijd om de leider van een dergelijke beweging, de rest is ondergeschikt. Zodra de leider valt, valt meestal ook de partij.

Waar het hedendaags populisme precies vandaan komt is niet met zekerheid te zeggen. De meest voor de hand liggende verklaring voor het hedendaags populisme in Europe en Nederland is de globalisering en massa-immigratie. Dit gaat gepaard met veranderingen in het straatbeeld (denk aan vrouwen met hoofddoekjes, Poolse supermarkten en moskeeën). Mensen herkennen hun wijk van vroeger niet meer. Ze raken in een identiteitscrisis. Daarnaast denk ik dat taal een belangrijke rol speelt in het versterken van deze crisis. Van de verengelsing in het bedrijfsleven, marketing en op universiteiten tot de PvdA die folders in het Arabisch uitdeelt; het Nederlands raakt steeds meer op de achtergrond. Ik denk dat veel mensen behoefte hebben aan een soort van gevoel van geborgenheid door een collectieve identiteit, een gemeenschappelijke moedertaal en een gedeelde (en gewaardeerde) geschiedenis en dat door individualisering, globalisering, (massa)immigratie en de multiculturele samenleving mensen zich bedreigd voelen in deze behoefte. De angst om je gedeelde identiteit kwijt te raken krijgt weinig aandacht van het “kartel” (hoe Baudet het naar mijn mening terecht samenvat). In die zin zijn populisten eigenlijk niet meer dan vertegenwoordigers van een door het kartel genegeerde groep burgers. In de praktijk pakt het (helaas) vaak anders uit. Leiders van populistische stromingen komen eigenlijk zelden níét in opspraak. Wat voor veel burgers vaak terechte en oprechte zorgen zijn over het verlies van hun gemeenschappelijke identiteit, wordt door veel populistische leiders gebruikt om hun antisemitische, xenofobe en extreem- nationalistische agenda uit te dragen.

Uiteindelijk blijven veel burgers met dit gevoel van identiteitsverlies zitten. Ze blijven politiek dakloos. Zo nu en dan lijkt er een partij op te komen waarbij ze zich thuis voelen, maar vroeg of laat worden deze burgers teleurgesteld. Teleurgesteld in een partijleider die keer op keer in opspraak komt. Teleurgesteld door interne ruzies. Teleurgesteld in het onvermogen van de partij om echt potten te breken doordat de partij buitengesloten wordt. Terwijl ‘kartel’ partijen zoals het CDA en de VDD relatief stabiele verkiezingsuitslagen behalen en al sinds jaar en dag meedraaien, zien we een komen en gaan van (rechts)populistische partijen. Denk aan Trots op Nederland van Rita Verdonk, LPF van Pim Fortuyn en nu ook FvD van Baudet. De enige rechts-populistische partij die wel relatief stabiel meedraait is de PVV, maar zij worden door de meeste partijen bij voorbaat buitengesloten. Ondertussen gaat de Europese eénwording, globalisering en (massa)immigratie onverstoord door en wordt de angst voor het verliezen van de eigen identiteit alleen maar groter. Ook de hierdoor ontstaande kloof in de samenleving zal steeds groter worden. Die tweedeling, met aan de ene kant de mensen de deze angst ervaren en aan de andere kant de mensen die vooral profiteren van de globalisering, wordt niet minder zodra populistische partijen verdwijnen. Alleen minder zichtbaar. Het zijn barre tijden.

40

Literatuur AD. (2016, September 13). Wilders wil vier keer per jaar een bindend referendum. Opgehaald van AD: https://www.ad.nl/binnenland/wilders-wil-vier-keer-per-jaar-een-bindend- referendum~a3ff3b68/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F AD. (2020, November 25). FvD-senator: ‘Baudet gelooft in complottheorieën over corona’. Opgehaald van AD: https://www.ad.nl/politiek/fvd-senator-baudet-gelooft-in-complottheorieen-over- corona~ab1b628d/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

AD. (2020, Juli 31). Hoogleraar staatsrecht: Burgemeesters gaan te ver met het inperken van onze vrijheden. Opgehaald van AD: https://www.ad.nl/binnenland/hoogleraar-staatsrecht- burgemeesters-gaan-te-ver-met-het-inperken-van-onze-vrijheid~a6011900/

Akkerman, T. (2003). Populism and Democracy: Challenge or Pathology. Acta Politica, 147-59.

Amnesty International. (2020, Maart 23). Britse regering krijgt ongekend veel macht met nieuwe corona- noodwet. Opgehaald van Amnesty International: https://www.amnesty.nl/actueel/britse- overheid-krijgt-ongekende-extra-macht-in-nieuwe-corona-noodwet

Armony, A. C., & Armony, V. (2005). Indictments, myths, and citizen mobilization in Argentina: A discourse analyses. Latin American Politics & Society, 27-54.

Baudet, T. (2017). Breek het partij kartel. Amsterdam.

Brubaker, R. (2019). Populism and nationalism. Nations and Nationalism, 44-66.

Bryman, A. (2012). Social Research Methods. Oxford University Press.

Calhoun, G. (2017). Populism, Nationalism and Brexit. In W. Outhwaite, Brexit: Sociological Responses (pp. 57-69). Londen.

Canovan. (1999). Trust the People! Populism and the Two Faces of Democracy. Political Studies, 2-16.

Davidovic, M., Van Donselaar, J., Rodrigues, P., & Wagenaar, W. (2010). Monitor Racisme. Amsterdam: Anne Frank Stichting / Amsterdam University Press.

De Cleen, B. (2017). Populism and nationalism. In C. R. Paulina Ochoa Espejo, The Oxford Handbook of Populism. Brussel.

De Dagelijke Standaard. (2019, December 12). Thierry Baudet openbaart ‘voorstander’ te zijn van het populisme! ‘Ik sta aan de kant van de bevolkingen’. Opgehaald van DDS: https://www.dagelijksestandaard.nl/2019/12/thierry-baudet-openbaart-voorstander-te-zijn- van-het-populisme-ik-sta-aan-de-kant-van-de-bevolkingen/

De Jong, M. (2012). Ik ben die Marrokaan niet! Den Haag: InHOlland. de Lange, S. (2019, april 20). Wat is populisme. Opgehaald van NU: https://www.nu.nl/weekend/5850573/je-bent-een-populist-maar-wat-betekent-dat- eigenlijk.html

41

De Lange, S., Akkerman, T., & Rooduijn, M. (2016). Radical Right-Wing Populist Parties in Western Europa. Oxon: Taler & Francis Books.

De Stentor. (2020, augustus 6). De complottheorieën van Lange Frans. Opgehaald van De Stentor: https://www.destentor.nl/show/verbijstering-om-podcast-lange-frans-met-complotdenkster- uit-bathmen-om-moet-onderzoeken-of-video-strafbaar- is~acea378d/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

De Volkskrant. (2019). Weghonen van populistisch rechts is geen optie meer. Opgehaald van de Volkskrant: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/weghonen-van-populistisch-rechts- is-geen-optie-meer~b372eafd/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Den Hollander, T. (2011). LINKS-POPULISME IN NEDERLAND EN DUITSLAND SINDS DE JAREN 90. Leiden: .

Eichengreen, B. (2018). The Populist Temptation. Oxford University Press.

Faber, S. (2018, April 5). Is Dutch Bad Boy Thierry Baudet the New Face of the European Alt-Right? Opgehaald van The Nation: https://d1wqtxts1xzle7.cloudfront.net/58413021/Faber_FvD_Baudet_The_Nation.pdf?1550241 876=&response-content- disposition=inline%3B+filename%3DIs_Dutch_Bad_Boy_Thierry_Baudet_the_New.pdf&Expires= 1603201047&Signature=LeR~iBw4T13QkF5N6E5~igmj4A8IjPQEr4Vib3GXe

Fetzer. (2000). Economic self-interest or cultural marginality? Anti-immigration sentiment and nativist political movements in France, Germany and the USA. Journal of Ethnic and Migration Studies, 5-23.

Financieel Dagblad. (2020, maart 8). Kunnen rechts-populistische partijen electoraal munt slaan uit de corona-uitbraak? Opgehaald van FD: https://fd.nl/opinie/1336936/kunnen-rechts-populistische- partijen-electoraal-munt-slaan-uit-de-corona-uitbraak

Frissen, P. (2009). Gevaar Verplicht. Amsterdam: Van Gennep B.V.

Frissen, P. (2013). De Fatale Staat. Amsterdam: Gennep B.V.

Gajentaan. (2020, september 20). De Wilders-Paradox. Opgehaald van OpinieZ: https://opiniez.com/2020/09/12/de-wilders-paradox-2/jangajentaan/

Hawkins, A. (2009). Is Chávez populist? Measuring Populist Discourse in Comparative. Comparative political studies, 1040-67.

Heagens, K. (2008, Januari 25). Woorden voor Wilders De Onbenoemdbare Wilders. Opgehaald van De Groene Amsterdammer: https://www.groene.nl/artikel/de-onbenoembare-wilders

Het Parool. (2019, maart 29). 'Niks renaissance van Baudet, hier spreekt een ketterjager'. Opgehaald van Parool: https://www.parool.nl/nieuws/niks-renaissance-van-baudet-hier-spreekt-een- ketterjager~b5d173fe/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

42

Holsteyn, V. (2005, Maart 18). Geert Wilders is hooguit een halve populist. Opgehaald van Trouw: https://www.trouw.nl/nieuws/geert-wilders-is-hooguit-een-halve- populist~bf07c2c0/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Human. (2020, Oktober 1). Hoe betrouwbaar is de PCR-test? Opgehaald van Human: https://www.human.nl/medialogica/lees/2020/corona-debunker/betrouwbaarheid-pcr- test.html i. (sd).

Independent. (2019, December 19). Boris Johnson’s triumph of populism comes straight from the Trump playbook. Opgehaald van The Independent : https://www.independent.co.uk/voices/boris- johnson-general-election-december-2019-a9244811.html

Jagers, J. (2007). De stem van het volk. Populisme als concept getest bij Vlaamse politieke partijen. Antwerpen: Universiteit van Antwerpen.

Johnstone, B. (2018). Discourse Analyses. Oxford: john Wiley & Sons inl.

Joop. (2019, november 1). Baudet is klimaatontkenner van het jaar 2019. Opgehaald van Joop: https://joop.bnnvara.nl/opinies/baudet-is-klimaatontkenner-van-het-jaar-2019

Jørgensen, M., & Phillips, L. (2002). Discourse Analysis as Theory and Method. New Delhi: Sage.

Karrat, A. (2019, juni 27). Ideologiseer en politiseer de islam niet! Opgehaald van deKanttekening: https://dekanttekening.nl/columns/ideologiseer-en-politiseer-de-islam-niet/

Katsambekis, G., & Stavrakakis, Y. (2020). Populism and the Pandemic. Thessaloniki: POPULISMUS.

Lucardie, A. (2010). Rechts-extremisme, populisme of democratisch patriotisme? Jaarboek Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen 2007, 176-190.

Lutz, P. (2019). Variation in policy success: radical right populism and migration policy. West European Politics, 517-44.

Marzouki, N., & McDonnel, D. (2016). Saving the people: how populists hijack religion. New York: NY Oxford University Press.

Mas-Coma, S., Jondes, K., & Marty, M. (2020). COVID-19 and globalization. One Health.

Mede, N., & Schäfler, M. (2020). Science-related populism: Conceptualizing populist demands toward science. Public Understandig of Science, 473-491.

Metro. (2020, september 16). Wilders tijdens Algemene Beschouwingen: ‘Onze rechtsstaat is corrupt’. Opgehaald van Metro.nl: https://www.metronieuws.nl/in-het- nieuws/binnenland/2020/09/wilders-tijdens-algemene-beschouwingen-onze-rechtsstaat-is- corrupt/

Mudde, C. (2007). Populist Radical-Right Parties in Europe. Cambridge.

43

Mudde, C. (2020, March 27). Will the coronavirus 'kill populism'? Don't count on it. Opgehaald van The Guardian: https://www.theguardian.com/commentisfree/2020/mar/27/coronavirus-populism- trump-politics-response

Muravchik, S., & Shields, J. (2019). Trump: New Populist or Old Democrat? Critical Review: A Journal of Politics and Society, 405-419.

NOS. (2020, Augustus 20). Meer macht voor veiligheidsregio's: 'Zorgelijk, zij besturen nu het land'. Opgehaald van NOS: https://nos.nl/artikel/2344758-meer-macht-voor-veiligheidsregio-s- zorgelijk-zij-besturen-nu-het-land.html

NOS Nieuws. (2020, oktober 11). Tweet Wilders over coronapatiënten met niet-westerse achtergrond wekt woede. Opgehaald van NOS: https://nos.nl/artikel/2351928-tweet-wilders-over- coronapatienten-met-niet-westerse-achtergrond-wekt-woede.html

NPO Radio 1. (2019, maart 29). Baudet: 'willen we meer of minder NPO?' Achterban: 'meer, meer, meer!'. Opgehaald van NPO Radio 1: https://www.nporadio1.nl/opinie-commentaar/15565- baudet-willen-we-meer-of-minder-npo-achterban-meer-meer-meer

NRC. (2020, Oktober 24). Niet een rode pil maar een rood potlood. Opgehaald van NRC: https://www.nrc.nl/nieuws/2020/10/24/niet-een-rode-pil-maar-een-rood-potlood-a4017221

Otjes, S., & Louwerse, T. (2015). Populists in Parliament: Comparing Left-Wing and Right-Wing Populism in the . Political Studies, 60-79.

Pasquino, G. (2008). Populism and Democracy In D. Albertazzi & D. McDonnell, Twenty-First Century Populism. The Spectre of Western European Democracy. New-York.

Pels, D. (2011). Het Volk Bestaat Niet. Amsterdam: De Bezige Bij.

Pfahl-Traughber, A. (1994). Volkes Stimme? Rechtspopulismus in Europa. Bonn.

PVV. (2017). Verkeizingsprogramma 2017-2021. Opgehaald van PVV.nl: https://www.pvv.nl/visie.html

Rijksoverheid. (2020). De asielinstroom per week, 2020. Opgehaald van Rijksoverheid.nl: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2020/01/06/de-asielinstroom-per-week- 2020

Rooduijn. (2019, Maart 21). De ideologie van Forum voor Democratie. Opgehaald van Stuk Rood Vlees: http://stukroodvlees.nl/de-ideologie-van-forum-voor-democratie/

Rooduijn, M., & Pauwels, T. (2011). Measuring Populism: Comparing Two Methods of Content Analysis. West European politics.

Roth, K. (2017). The Dangerous Rise of Populism: Global Attacks on Human Rights Values. New York.: Journal of Interantional Afffairs.

Schain, M. A. (2018). Shifting Tides: Radical-right Populism and immigration policy in Europe and the United States. Washington: Migration Policy Institute.

44

Scott, A. (2020, March 18). Corona Virus Next Victum: Populism. Opgehaald van Politico: https://www.politico.eu/article/coronavirus-next-victim-populism-uk-boris-johnson-us-donald- trump/

Shahsavari, S., Holur, P., & Tangherlini, T. (2020). Conspiracy in the Time of Corona: Automatic detection of Covid-19 Conspiracy Theories in Social Media and the News. Computation and Language.

Smith, A. (1996). Nationalism: Theory, Ideology, History. . Londen: Sage publications.

SP. (2019, September). LINKS POPULISME: EEN STRATEGIE TEGEN HET NEOLIBERALISME. Opgehaald van SP.nl: https://www.sp.nl/achtergrond/links-populisme-strategie-tegen-neoliberalisme

SP. (2020, Maart). DE AANPAK VAN HET CORONAVIRUS. Opgehaald van SP: https://www.sp.nl/nieuws/2020/03/aanpak-van-coronavirus

Talay, L. (2019). How Thierry Baudet Stole Geert Wilders Votes: A Discourse Historical Analsis of Baudets 2019 Provincial Elections Victory Speech . Sydney: Australian and New Zealand Journal of European Studies.

The Washington Post. (2020, September 16). Trump’s ‘Chinese virus’ slur makes some people blame Chinese Americans. But others blame Trump. Opgehaald van The Washington Post: https://www.washingtonpost.com/politics/2020/09/16/trumps-chinese-virus-slur-makes-some- people-blame-chinese-americans-others-blame-trump/

Trouw. (2017, Februari 22). Wat is populisme. Opgehaald van Trouw: https://www.trouw.nl/nieuws/wat-is- populisme~b58ba006/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Trouw. (2020, 27 mei). Het voorgestelde coronaherstelfonds, een ‘machtsgreep’ of vertrouwensvraag. Opgehaald van Trouw: https://www.trouw.nl/nieuws/het-voorgestelde-coronaherstelfonds- een-machtsgreep-of- vertrouwensvraag~b872632e/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Trouw. (2020, oktober 31). Ook het taalgebruik van de kamerleden van FvD kan niet bepaald worden getypeerd als ‘volks’ taalgebruik. Tijdens de coronadebatten komt dit niet per se duidelijk naar voren maar kijkende naar bijvoorbeeld de overwinningsspeech van Baudet na de provinciale. Opgehaald van Trouw: https://www.trouw.nl/politiek/van-haga-smolders-en-vlaardingerbroek- willen-voor-fvd-kamer-in~bbe62a79/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Trouw. (2020, augustus 19). Viruswaanzin sluipt ook de Tweede Kamer binnen. Opgehaald van Trouw: https://www.trouw.nl/opinie/viruswaanzin-sluipt-ook-de-tweede-kamer- binnen~b353bde6/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Voerman, G., & Vossen, K. (2019). Wilders gewogen: 15 jaar reuring in de Nederlandse politiek. Amsterdam: Boom Uitgevers.

Volkskrant. (2017, maart 18). Baudet: "Ik ben erg door Fortuyn geeinspireerd, maar kan niet in zijn schaduw staan'. Opgehaald van Volkskrant: https://www.volkskrant.nl/nieuws- achtergrond/thierry-baudet-ik-ben-erg-door-fortuyn-geinspireerd-maar-kan-niet-in-zijn- schaduw-staan~b591363b/

45

Vossen, K. (2009). Hoe populistisch zijn Geert Wilders en Rita Verdonk? Verschillen en. Res Publica, 437.

Waling, G. (2017, Juni 4). Populisme, de terugkeer van het idealisme in de politiek. Opgehaald van Volkskrant: https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/geerten-waling-populisme-de-terugkeer- van-het-idealisme-in-de-politiek~b960c4ac/

Ware, A. (2002). The United States: Populism as a Political Strategy. In Y. M. Y., Democracies and the Populist Challenge (pp. 101-119). New York.

Wiles, P. (1968). Populism. Its Meanings and National Characteristics. Londen: Weidenfeld & Nicholson.

46

Bijlage 1: Analysekader

Kenmerk Omschrijving Voorbeeld Hoofdkenmerk: De zittende, bestuurlijke macht (de elite) die niet voor het volk strijdt maar de volkswil juist Elite - Volk ondermijnt. De elite is corrupt en het volk is goed.

Samenzweringstheorieën De gedachte dat de bestuurlijke elite betrokken is Baudet die over een ‘complot van de EU om bij allerlei complotten tegen het volk. De elite zou lidstaten te verzwakken’ spreekt.1 slechts éen belang hebben en dat is het behouden van de eigen positie. Wilders die vindt dat er politieke inmengen is geweest in zijn proces en spreekt over een corrupte rechtspraak.2 Wetenschap & media Het constant in twijfel trekken van de objectiviteit Baudet die vindt dat ‘universiteiten ons kenmerk van onderwijsinstellingen en wetenschappelijke ondermijnen’ en een meldpunt linkse publicaties. De deskundigheid van experts in indoctrinatie op scholen opent.3 twijfel trekken of als niet relevant bestempelen en het geven van alternatieve feiten. Het wantrouwen Wilders die stikstofcijfers van RIVM van traditionele media. wantrouwt en alternatief onderzoek van boerenbelangen organisatie steunt.4 Macht bij het volk Het populisme hanteert een eenduidig beeld van FvD wil dat Amsterdammers zelf hun (directe democratie) volkssoevereiniteit dat in alle onmiddellijkheid burgemeester kunnen kiezen, en wil een kan worden uitgedrukt. De macht van het volk bindend referendum over het erfpachtstelsel.5 moet worden hersteld Wilders die vindt dat Nederlanders, net als de Zwitsers meer zeggenschap moeten krijgen.6 Volksverheerlijking De constante verheerlijking van het gewone volk Baudet: “De elite acht burgers te dom om te ten opzichte van de corrupte elite. Het opkomen stemmen over complexe onderwerpen maar het en vertegenwoordigen van het gewone volk met volk is juist prima in staat dit te doen” 7 oneindig veel vertrouwen in dit volk. Wilders die aangeeft “trots te zijn om op te komen voor al die Nederlanders” 8 Zondebokpolitiek Voor ieder probleem een mogelijke veroorzaker Baudet die schrijft dat “Twee vriendinnen aanwijzen. Ervan uit gaan dat er altijd een ernstig werden lastiggevallen door vier schuldige (bevolkings)groep of institutie is voor marrokkanen in een trein” 9 een maatschappelijk probleem of dit impliceren door de groep constant negatief te belichten. Wilders die een meldpunt opent voor overlast gevende arbeidsmigranten. 10 Nationalistisch kenmerk Het strijden voor eigen soevereiniteit, geen macht De FvD die fel strijdt tegen het migratiepact afdragen naar supranationale organen. Zelf de waarin de EU-lidstaten een quota op zouden touwtjes in handen willen houden. Globalisering kunnen leggen.11 zien als gevaar voor de gewone man. Alles zoveel mogelijk zelf doen als land maar ook het eigen Geert Wilders die ‘geen cent meer naar volk op de eerste plaats zetten en terughoudend Griekenland’ wil maar dat geld liever in de zijn in (financiële) hulp aan andere landen zorg investeert. 12

1: AD: Baudet botst hard met ‘premier’ Omtzigt over ‘complot van EU om lidstaten te verzwakken. 19/02/2020. 2: : Wilders wil parlementaire enquête naar mogelijke politieke beïnvloeding proces. 09/06/2019 3: Trouw: De wetenschap trekt een grens bij de uitspraken van Baudet. 03/04/2019 4: Tweet Geert Wilders: “De boeren worden gepiepeld door het kabinet dat foute stikstofcijfers heeft gebruikt.” 19/02/2020 5: Het Parool: Forum voor Democratie wil gekozen burgemeester. 19/09/2017 6: SRV: Het referendum als aanvulling op de vertegenwoordigende democratie. 07/02/2017 7: Baudet, T: Breek het partijkartel (boek). 05/08/2017

47

8: NRC: Interview Wilders met Herman Staal. 07/03/2009 9: Tweet Thierry Baudet: “Twee vriendinnen ernstig werden lastiggevallen door vier marrokkanen in een trein.” 01/02/2020 10: De Volkskrant: 40.000 klachten bij PVV-meldpunt over Polen. 13/12/2012 11: : Petitie FvD tegen ‘Marrakesh’ 65.000 keer getekend. 19/11/2018 12: AD: Wilders: stop geld geven aan sjoemelende Grieken. 04/08/2011

Bijlage 2: Lijst met populistische termen

Vertaald vanuit Rooduijn & Pauwels (2011) Mensen, burger (s), gemeenschap, samenleving, publiek, bevolking, natie, wij allemaal, ieder van ons, iedereen, onze, wij, kiezer, kiezers, referenda, directe democratie, publieke opinie, land, de elite, verraad, complot.

Bijlage 3: Resultatenschema

PVV FVD Elite - Volk Samenzweringstheorieën Wetenschap & media kenmerk Macht bij het volk (directe democratie) Volksverheerlijking Zondebokpolitiek Nationalistisch kenmerk

48

Bijlage 4: Analyse van de bijdragen PVV Alle bijdragen zijn meermaals teruggeluisterd en er konden verschillende discoursen worden herkend. De 57 bijdragen van de PVV zijn op chronologische volgorde geanalyseerd. Hieronder volgt de analyse.

Opvallend aan de bijdragen van de PVV in de beginfase van de corona uitbraak is de houding ten opzichte van het RIVM. Tijdens het eerste coronadebat van 5 maart nam de heer Jansen namens de PVV het woord. De PVV is vanaf dag één erg kritisch op de kabinetsaanpak en vindt deze aanpak in de eerste fase “Veel te slap”. Al tijdens de eerste termijn van Jansen komen er, naast technische vragen, directe aanvallen op ‘experts’. Volgens Jansen zaten de experts ernaast met hun inschatting over de komst van het virus naar Nederland: “Het is inmiddels wel duidelijk dat de experts ernaast zaten”. Volgens Jansen luistert de minister te veel naar de experts en zou hij meer zelf de regie moeten pakken. Het gaat te ver om deze uitspraken direct te linken aan het wetenschap en media kenmerk van populisme maar het onmiddellijk in twijfeltrekken van deskundigen (en daarmee de achterliggende wetenschap) door de PVV is wel opvallend. Dit viel ook collega-Kamerlid de heer Renkema (GroenLinks) op: “Jansen beticht het RIVM van onwaarheden, daar distantieer ik mij van”.

Ook het taalgebruik van Jansen doet denken aan populistische termen. Zo spreekt hij meermaals over “onze mensen” en “onze helden in de zorg”. Jansen benadrukt dat de PVV het altijd op neemt voor de mensen in de zorg. Ondanks dat dit soort taalgebruik niet exclusief door populisten wordt gebruikt is het spreken over ‘onze helden’ opvallend, kijkend naar het volksverheerlijkingskenmerk. Ook later in het debat komt het volksverheerlijkingskenmerk weer naar voren als Jansen spreekt over “Onze mensen die ons land hebben opgebouwd na de oorlog die bescherming verdienen”. In het verdere verloop van het debat gaat Jansen vooral in op technische zaken en komen er geen uitspraken meer naar voren die mogelijk aan populisme te linken zijn. Het is een vrij inhoudelijk debat waarin de PVV eerder op een kritische manier meedenkt met het kabinet dan dat ze hen aanvalt. Ook de (vele) interrupties van Jansen zijn inhoudelijk en technisch van aard.

Op 10 maart stond het vragenuurtje in het teken van de coronacrisis. Op diezelfde datum vond er een technische briefing van het RIVM plaats. Er waren, zover bekend, 382 besmettingen in Nederland. Wilders spreekt namens de PVV zijn ongenoegen uit over de, in zijn ogen, te slappe maatregelen die het kabinet tot dusver heeft genomen. Wilders begint zijn betoog met het stellen van een reeks vragen gericht aan de minister van volksgezondheid. De toon is fel maar het zijn allemaal inhoudelijke vragen die niet te linken zijn aan kenmerken van populisme. Net als zijn collega Jansen een week eerder vroeg, vraagt Wilders om veel strengere maatregelen. Ook Wilders vindt de rol van deskundigen te groot en ziet liever dat de minister daadkrachtiger optreedt op basis van eigen afwegingen. Hij noemt minister Bruijns “de buikspreekpop” van het RIVM. Verder pleit Wilders voor grenscontroles en inreisverboden. Grenscontroles zijn uiteraard al langer een wens van de PVV maar gaan hier, in het eerste opzicht, gepaard met een andere intentie, namelijk de volksgezondheid. Er kunnen natuurlijk wel vraagtekens gezet worden bij dit pleidooi. Wil Wilders dit echt doen voor de volksgezondheid of gebruikt hij de coronacrisis om zijn nationalistische politiek door te drukken? In dit stadium is dat nog niet te zeggen. Jansen sprak tijdens de technische briefing van het RIVM namens de PVV. Ook hier stelde de PVV’er vooral inhoudelijke, technische vragen. Hij trok de deskundigheid van het RIVM tijdens deze vergadering niet in twijfel.

Op 12 maart stond het tweede grote coronadebat op de agenda. De heer Wilders nam namens de PVV het woord. Net als in de voorgaande debatten pleit de PVV voor strengere maatregelen. Volgens Wilders is het op dit moment “te weinig en te laat”. Ook tijdens dit debat spreekt de PVV weer veelvuldig over “het gewone volk”, “de mensen uit ons land” en “de helden in de zorg”. Hij zegt er alles aan te willen doen om “Nederlanders te beschermen”. Zo vinden Nederlanders het volgens Wilders onbegrijpelijk dat de scholen open blijven. Deze uitspraken passen binnen de lijn die we tot nu toe hebben gezien bij de PVV. Verder haalt Wilders uitspraken en onderzoeken aan van virologen die ook pleiten voor het sluiten van scholen. Het wetenschapskenmerk komt hier dus juist niet naar voren. Verder pleit Wilders voor het behouden van

49 de reguliere zorg. Situaties zoals in Italië, waar coronapatiënten ‘gewone’ patiënten verdringen, mogen hier nooit ontstaan. Wilders vindt het verder “te gek voor woorden” dat de staatssecretaris van asielzaken zou hebben geopperd om Nederlandse mondkapjes naar vluchtelingenkampen in Griekenland te sturen. Deze uitspraak heeft raakvlakken met het nationalistisch kenmerk aangezien er hiermee in feite wordt gezegd dat het Nederlandse volk voorrang heeft. Verder verwijt Wilders het kabinet dat de politiek goed voor zichzelf zorgt door niet meer te vergaderen met meer dan 100 personen terwijl docenten dit wel gewoon moeten. “Wat vindt u ervan dat de kamer zegt dat we niet meer met z’n allen bij elkaar komen (…) en dat het kabinet wel zegt tegen docenten: jullie moeten wel naar school met 200 docenten.” Wilders impliceert hiermee dat ‘de politiek’ goed voor zichzelf zorgt en dat het volk niet diezelfde kans krijgt. Dit doet erg denken aan het overkoepelend kenmerk van populisme, namelijk de tegenstelling tussen de elite (waar de politiek toebehoort) en het volk (de docenten). Opvallend is wel dat Wilders spreekt over “wij als politiek” en hiermee zichzelf ook schaart tot die groep. Van een afkeer tegen ‘de politiek’ in brede zin is tot dusver dus geen sprake.

18 Maart stond er weer een technische briefing en een plenair coronadebat op de agenda. Tijdens de briefing werd de PVV vertegenwoordigd door Jansen en bij het plenaire debat nam Wilders zitting. Op 18 maart lopen de besmettingen nog steeds gestaag op en het kabinet pleit voor groepsimmuniteit. Het is nog te vroeg om in dit stadium een duidelijke verhaallijn te kunnen ontdekken bij de PVV maar een aantal zaken vallen op. De PVV pleit nog steeds voor strengere maatregelen en blijft twijfelen over de mate waarin er geluisterd moet worden naar de deskundigen van het RIVM. Wel wordt er gewezen op onderzoeken van andere deskundigen: “Kijk naar wat het WHO zegt, wat ervaringsdeskundigen in Italië zeggen!”. Verder kwam het volksverheerlijkingskenmerk al een aantal keren naar voren. Ook op 18 maart veranderde er niet veel aan de toon en standpunten van de PVV. Jansen komt wederom met inhoudelijke en technische vragen waarin geen kenmerken van populisme naar voren komen. Wat wel opvalt is dat Jansen, net als Wilders al op 12 maart deed, veel vragen stelt m.b.t. grenscontroles, inreisverboden en het opschorten van Schengen. Deze keer komt de euro-sceptische agenda van de PVV meer naar boven. “Dus door het opengrenzenbeleid en vrij personenverkeer door de EU lopen de besmettingen hierop?”, Aldus Jansen. Ook Wilders begint weer over het belang van strengere maatregelen m.b.t. de open grenzen. Euroscepsis is geen uniek kenmerk van populisme, pas als er zou gesproken worden van de EU als een corrupte elite, of een complot tegen het volk is er sprake van populistische elementen. Tot dusver is dat nog niet het geval. Verder gaat Wilders steeds harder tegen het kabinetsbeleid in. Wilders verwijt het kabinet dat ze met het huidige beleid met mensenlevens speelt. Het kabinet zou de bevolking in gevaar brengen i.p.v. beschermen.

Op 25 maart, twee dagen na de start van de ‘intelligente lockdown’, vond er weer een technische briefing plaats en was er een commissievergadering over het noodpakket voor de economie. Een dag later was het plenaire coronadebat ingepland. De heer Jansen was aanwezig bij de briefing, de heer Wilders bij het coronadebat en de heer Van Dijck bij de commissievergadering. De inbreng van Jansen blijft deze keer weer bij technische, zuivere vragen waarin geen populistische elementen in zitten. Ook de heer van Dijck geeft een inhoudelijk betoog over de steunpakketten en geeft het kabinet zelfs een compliment voor hun inzet voor de economie. Wel is Van Dijck kritisch over de rol van de EU en het ECB. Van Dijck is bang dat de coronacrisis gebruikt wordt om nog meer soevereiniteit af te staan aan internationale organisaties en om Europese integratie te bevorderen. “We moeten oppassen dat deze crisis ertoe leidt dat we steeds meer naar een transferunie toegaan”, aldus van Dijck. Deze opmerking valt, net als de eerdere opmerkingen van Jansen en Wilders over opengrenzenbeleid, te plaatsen in het nationalistisch kenmerk van populisme. Ook het volksverheerlijkingskenmerk komt weer naar voren, wederom in de bijdrage van Wilders: “Ondanks de tomeloze inzet van alle helden in de zorg en andere Nederlanders houdt het coronavirus Nederland in zijn greep”.

Tijdens de technische briefing en het plenaire coronadebat van 1 april veranderde er weinig aan de houding van de PVV. Sinds 23 maart is er sprake van een intelligente lockdown. Hier staat de PVV in principe achter maar de partij blijft kritisch met het oog op de ic-bedden en beschermmiddelen. De discussie over

50 de deskundigheid van het RIVM staat op een laag pitje. De bijdragen van de PVV gaan vooral over de invulling van concrete maatregelen. Tijdens de commissievergadering over het Europees herstelfonds van 7 april komt het euro sceptische geluid van de PVV weer boven water. Van Dijck vindt het onbegrijpelijk dat Zuid-Europese landen financiële hulp zouden moeten ontvangen. Ook de Euro moet het ontgelden: “Afgelopen week heeft wederom het failliet van de Euro aangetoond (…) een gezamenlijke munt werkt niet en gaat nooit werken”. Het nationalistisch kenmerk komt dus opnieuw naar voren in deze bijdrage. Ook tijdens het plenaire coronadebat van 8 april staat het Europese coronafonds centraal. Wilders onderschrijft de woorden van collega Van Dijck en wil niets weten van een Europees herstelfonds.

Op 16 april vond er weer een technische briefing en een plenair coronadebat plaats. Namens de PVV was er deze keer niemand aanwezig bij de technische briefing. Tijdens het plenaire debat nam Wilders het woord. Wilders start zijn bijdrage met complimenten voor: “de helden in de zorg, de politie, de buschauffeurs (…) zonder hen zaten we nog veel dieper in de problemen”. Ook hier komt weer, net als in voorgaande bijdragen, het volksverheerlijkingskenmerk duidelijk naar voren. Wilders spreekt over het Nederlandse volk als “de ruggengraat van Nederland”. Verder kwam opnieuw het nationalistische kenmerk naar voren toen Wilders zijn woede uitte over het weggeven van miljoenen mondkapjes aan China. “Het is woestmakend dat (…) een vliegtuig met miljoenen beschermingsmiddelen naar China vloog. Onze spullen! Weg!”, aldus de PVV- leider. Verder begint Wilders tijdens dit debat over een exit strategie. Tot dit debat wilde de PVV voornamelijk strengere maatregelen maar het lijkt erop dat de PVV het ondertussen tijd vindt worden om maatregelen af te zwakken. Wel pleit Wilders tijdens dit debat voor het eerst voor het gebruik van mondkapjes in de publieke ruimte.

Op de technische briefing van 22 april nam mevrouw Agema het woord namens de PVV. Agema stelt kritische, inhoudelijke vragen aan de heer Van Dissel waarin geen populistische elementen voorkomen. Dit is in lijn met de eerdere bijdragen van de PVV tijdens de technische briefings. Ook de inbreng van Wilders tijdens het plenaire coronadebat van 22 april is in lijn met zijn eerdere bijdragen. Hij bleef kritisch op het beleid maar staat nog wel achter de lockdown (die volgens hem wel te laat kwam). Wel wil Wilders dat er veel meer getest gaat worden. Verder pleit hij dat er geen geld meer gaat naar de EU, Afrika, en kansloze asielzoekers omdat al het geld nodig zou zijn om de coronacrisis te bestrijden. Opnieuw zijn er dus raakvlakken met het nationalistische kenmerk. Ook in dit debat pleit de PVV voor het geven van meer perspectief aan burgers. “Nederlanders moeten zicht krijgen op het terugkrijgen van hun vrijheden.”, aldus Wilders.

Op 29 april uit de heer Beertema namens de PVV kritiek op het voorgenomen besluit van het kabinet om scholen te heropenen. Volgens de PVV zijn er veel deskundigen die het niet eens zijn met het OMT-advies. Opnieuw is de PVV het dus oneens met de deskundigen van het RIVM en het OMT. Dit kan echter wederom niet per definitie gezien worden als een afkeer tegen de wetenschap aangezien er wordt verwezen naar andere deskundigen. Ook wordt er nogmaals gepleit voor het gebruik van mondkapjes.

Op 4 mei neemt de heer De Roon het woord namens de PVV tijdens een commissievergadering over de aanstaande Europese top. Volgens De Roon heeft de coronacrisis ervoor gezorgd dat het kabinet het verzet tegen de toetredingsgesprekken van Albanië heeft gestaakt. “Terwijl Nederland gebukt ging onder een pandemie boog het kabinet voor Brussel.”, aldus De Roon. De PVV’er is verder faliekant tegen het plan van een EU-coronasteunpakket voor de westelijke Balkan. “Waarom moeten wij betalen voor de westelijke Balkan terwijl het hier door de coronacrisis nog veel slechter gaat met de economie?”. Deze uitspraken passen binnen de lijn die de PVV al de gehele coronacrisis volgt. De PVV wil niet betalen aan andere landen, geen beschermingsmiddelen sturen naar andere landen en is van mening dat al deze (financiële) middelen hard nodig zijn om de crisis hier aan te pakken. Het nationalistische kenmerk komt dus wederom naar voren.

51

Op 7 mei vond er weer een technische briefing en een plenair coronadebat plaats. Agema, die de PVV vertegenwoordigde tijdens de technische briefing hield het opnieuw inhoudelijk. Hetzelfde geldt voor haar inbreng tijdens de commissievergadering over de ouderenzorg van 11 mei. Er zijn geen populistische elementen in haar bijdragen gevonden. Wilders blijft kritisch over het gebrek aan beschermingsmiddelen voor zorgmedewerkers. Ook het testbeleid rammelt volgens de PVV nog aan alle kanten. Wel is Wilders blij dat er maatregelen versoepeld zijn en dat er meer perspectief is. Hij doet dit in nog fellere bewoordingen dan eerst. Zo spreekt hij over “het terug winnen van onze vrijheid” en zegt hij dat “Nederland hunkert naar meer vrijheid”. Verder pleit Wilders opnieuw voor het verplicht stellen van mondkapjes. Opnieuw verwijt Wilders Rutte dat hij er niet alles aan heeft gedaan om te voorkomen dat er mondkapjes naar China zijn gegaan. Hiermee blijft de PVV het nationalistische kenmerk vertonen.

Op 20 mei stond er weer een plenair coronadebat op de agenda. In de voorgaande weken kwamen er steeds meer versoepelingen. Zo mochten op 11 mei de kappers, schoonheidsspecialisten en pedicures weer open. Voorafgaand aan het debat was er weer een technische briefing waarin mevrouw Agema het woord nam namens de PVV. Wederom bleef haar bijdrage bij technische en inhoudelijke vragen en waren er geen populistische elementen te bespeuren, net als op 11 mei toen Agema deelnam aan een commissievergadering over de ouderenzorg. Hetzelfde kan gezegd worden over collega Graus tijdens de commissievergadering m.b.t. noodpakketten van 18 mei. Net als voorgaande keren nam Wilders het woord tijdens het coronadebat van 20 mei. Wilders was blij dat er versoepelingen waren doorgevoerd. Volgens Wilders was dit “Dankzij al die Nederlanders die de afgelopen maanden hebben moeten afzien”. Wel vindt Wilders dat het kabinet te laat is met de versoepelingen: “We hadden al veel eerder vrijheden kunnen terugkrijgen”. Verder spreekt Wilders zich tijdens dit debat voor het eerst fel uit tegen ‘het nieuwe normaal’ en de ‘anderhalve meter samenleving’. De PVV-leider noemt het een “verschrikkelijk concept” en spreekt over “buitenproportionele waanzin”. Wilders beroept zich op verschillende onderzoeken waaruit zou blijken dat afstand houden buiten geen nut heeft. Volgens Rutte toont wetenschappelijk onderzoek juist aan dat het wel zin heeft.

Op 26 mei vond er een commissievergadering plaats over media in coronatijd. De heer Bosma nam namens de PVV deel aan de vergadering. Bosma is niet te spreken over de koers die de NPO vaart: “Het is een donkere tijd met mevrouw Rijxman bij de NPO (…) zij heeft de NPO in korte tijd omgevormd naar het evenbeeld van haar partij.” Hiermee verwijt Bosma de publieke omroep partijdig te zijn. In deze uitspraak komt duidelijk het wetenschap en media kenmerk naar voren. Bosma gebruikt zijn spreektijd verder niet zozeer om het over corona te hebben maar om zijn ongenoegen te uiten over “de propaganda van de NPO”. Anders was het tijdens de commissievergadering over openbaar vervoer en corona van 28 mei, waar de heer Van Aalst namens de PVV een technische en inhoudelijke inbreng had waarin (zoals bij de meeste technische briefings en commissievergaderingen) geen populistische elementen zaten.

Op 28 mei vond er een plenair debat plaats over de effecten van corona op de economie. De heer Wilders vertegenwoordigde de PVV tijdens dit debat. Al vroeg in het debat uit Wilders zijn ongenoegen over het voorgenomen besluit van de coalitie om “honderden asielkinderen uit Griekenland naar Nederland te halen”. Ook de discussie binnen de coalitie of er een miljard extra naar ontwikkelingshulp moet vindt Wilders onbegrijpelijk: “Alsof we hier zelf nog geen problemen genoeg hebben.”. Verder is Wilders opnieuw woest over het voorgenomen plan om “solidair te zijn met landen als Italië en Spanje door honderden miljarden over de balk te smijten.”. Opnieuw komt het nationalistische kenmerk veelvuldig boven water. Ook later in het betoog van Wilders komt dit kenmerk overduidelijk naar voren: “We moeten lessen trekken uit deze crisis door eindelijk het nationale belang weer voorop te zetten (…) opkomen voor onze eigen mensen, niet die uit Italië (…) geen cent meer naar andere landen!”. Verder spreekt Wilders over: “al die eurofielen hier in de kamer gebruiken iedere crisis om onze nationale soevereiniteit verder aan te tasten.”. Vervolgens begint Wilders over overbevolking dat het resultaat zou zijn van de massa- immigratie. De coronacrisis zou duidelijk laten zien dat “we door massa-immigratie met veel te veel zijn”. Al lijkt het of het volgens Wilders de schuld is van immigranten dat de coronacrisis zo meedogenloos heeft

52 toegeslagen, en daarmee het zondebokpolitiek kenmerk naar voren komt, is dit niet het geval. Wilders geeft hiervoor namelijk de zittende politiek de schuld. De PVV’er sluit zijn eerste termijn af met uitspraken die doen denken aan het volksverheerlijkingskenmerk: “Wij zijn een sterk volk, we hebben alles in ons om deze crisis te verslaan (…) maar dan moeten we Nederlanders weer op één zetten”.

Op 2 juni nam Wilders tijdens het vragenuurtje het woord. Tijdens het vragenuur stond de black lives matters (blm) demonstratie van een dag eerder centraal. Wilders is furieus dat deze demonstratie doorging en dat de coronaregels er veelvuldig werden overtreden. Vooral de Amsterdamse burgemeester Halsema moet het ontgelden. “We hebben het hier over een linkse anarchist verkleed als burgemeester.”, aldus Wilders. Verder ziet Wilders een tegenstelling tussen gewone burgers en GroenLinks: “Ben je een gewone burger dan krijg je een forse boete maar ben je een vriendje van GroenLinks dan worden de regels opzijgezet”. Deze uitspraak heeft duidelijke raakvlakken met het overkoepelende kenmerk. Het volk zou oneerlijk behandeld worden ten opzichte van de elite (GroenLinks bestuurders). Ook op 4 juni tijdens het plenaire coronadebat sprak Wilders over de beruchte damdemonstratie. De PVV-leider eiste opnieuw het opstappen van de “corrupte leugenaar Halsema”. Verder deed Wilders wederom een interessante uitspraak. Voor het eerst sinds de uitbraak gebruikt Wilders de term ‘elite’: “Wat ook fout is, is de zelfhaat van de elite die ons de massa-immigratie, de multiculturele samenleving en de discriminerende islam door de strot hebben geduwd.” Ook deze uitspraak bevat populistische retoriek. Met deze uitspraak zegt Wilders dat de elite tegen het volksbelang in handelt. Het overkoepelende elite – volk kenmerk komt duidelijk naar voren. Wilders gebruikt opnieuw het plenaire coronadebat om het over andere onderwerpen te hebben, onderwerpen die altijd hoog op de PVV-agenda staan. Verder legt Wilders voor het eerst schuld neer bij China. Volgens Wilders heeft China vanaf het begin de ernst van de situatie ontkent en de omvang van het virus gebagatelliseerd: “Hierdoor zijn veel meer Nederlanders besmet geraakt en overleden. China had eerder de waarheid moeten spreken”. Wilders wil dat de Chinese ambassadeur wordt ontboden en vraagt de minister-president een claim van tientallen miljarden Euro’s bij de Chinese regering neer te leggen. “Zij hebben te laat geïnformeerd, zij zijn verantwoordelijk. Laat niet de Nederlandse bevolking opdraaien maar China de rekening betalen.”, aldus Wilders. Opnieuw komt het zondebokkenmerk naar voren maar nu voor het eerst in relatie tot de rol van China.

8 juni vond de kamercommissievergadering over het Europese herstelfonds plaats. De heer Van Dijck sprak namens de PVV. Van Dijck herhaalt het al eerdergenoemde PVV-standpunt: “Wij moeten niets betalen aan de Zuid-Europese landen en een herstelfonds is een belachelijk idee”. Dit standpunt is niet per definitie populistisch maar heeft, zoals eerder aangegeven, wel raakvlakken met het nationalistische kenmerk. Ook tijdens het plenaire debat over de Europese top van 17 juni kwam het herstelfonds aan bod. De heer Wilders vindt het onbegrijpelijk dat Nederlanders zouden moeten betalen voor de Italianen of Spanjaarden. “Dit plan laat zien hoe pervers en corrupt de Europese Unie daadwerkelijk is.”, aldus Wilders. Wederom zijn er raakvlakken met het nationalistische kenmerk en het overkoepelende kenmerk wanneer Wilders spreekt over de corrupte elite (lees: Europese unie).

Tijdens de kamercommissievergadering over luchtvaart en corona van 18 juni, waar de heer Graus aan deelnam, en het plenaire debat over het derde noodpakket, waar de heer Mulder aan deelnam, zijn geen populistische elementen ontdekt. Ook tijdens de commissievergadering over onderwijs en corona en de technische briefing van 24 juni en 25 juni bleven PVV’ers Beertema en Agema met hun bijdragen weg van populistische uitingen. Terwijl er in de voorgaande debatten in juni veel zaken rondom corona werden besproken lag de focus nu weer echt op de bestrijding van de coronacrisis. Wel hamert de PVV er wederom op dat de eigen bevolking op nummer één moet staan: “Stop met geld naar de Europese Unie en Afrika! Zet de Nederlanders weer op de eerste plaats!”, aldus Mulder. Hierin komt dus wederom het nationalistische discours naar voren. Tijdens het coronadebat van 25 juni pleit Wilders opnieuw voor het teruggaan naar ‘het oude normaal’. De voorgestelde versoepeling voor 1 juli zijn wat Wilders betreft niet genoeg. De oppositieleider spreekt nu zelfs over “de anderhalve meter terreur van de premier”. Verder begint Wilders over de voorgestelde

53 coronawet. Volgens hem zijn enorm veel Nederlanders tegen deze wet omdat de wet de regering te veel macht geeft. Hij vindt het onbegrijpelijk dat Nederlanders die demonstreren tegen de wet “Opgepakt worden” terwijl “Mensen die zwarte piet in het gezicht willen schoppen zelfs aan mogen schuiven bij talkshows van de publieke omroep. Dat is meten met twee maten.” Deze uitspraak heeft raakvlakken met onder andere het media kenmerk van populisme. Net als collega Bosma op 26 mei verwijt Wilders de NPO partijdig te zijn.

Tijdens het plenaire debat over de staat van de Europese Unie van 29 juni nam de heer van Dijk het woord voor de PVV. Van Dijk laat in zijn betoog opnieuw duidelijk en met felle bewoordingen de PVV’s afkeer tegen de EU horen. “De EU trekt meer en meer bevoegdheden naar zich toe. Ze misbruiken nu zelfs de coronacrisis om een herstelfonds op te zetten. Wij moeten weer betalen voor de rest van Europa”. Wederom komt het nationalistische kenmerk naar voren. Een volgende uitspraak van de heer Van Dijk raakt met het samenzweringskenmerk van populisme. Volgens Van Dijk zou het de EU “helemaal niet gaan om het helpen van landen met het herstelfonds maar puur om het vergaren van meer macht”. Dit is de eerste keer dat een bijdrage van de PVV gelinkt kan worden aan het samenzweringskenmerk (er is dus tot dusver geen lijn in te herkennen).

Door de coronacrisis is ook de luchtvaart hard geraakt. Tijdens de commissievergadering over luchtvaart en corona van 1 juli neemt de heer Graus het woord namens de PVV. Graus vindt het onbegrijpelijk dat Nederland “zijn nationale trots” zo laat vallen en zegt al 10 jaar lang te pleiten voor nationalisering van de KLM. “Het moet weer een oer-Hollands bedrijf worden, we moeten het niet meer door het buitenland laten kopen (…) weg van de Franse terreur. De Fransen naaien ons met alles, onze vissers. Alles”, aldus Graus. Hier is duidelijk sprake van het nationalistische kenmerk waarin ook het zondebokkenmerk naar voren komt.

Tijdens het reces kwam de kamer alsnog bijeen op 14 juli om het te hebben over de Europese top van 17 en 18 juli. Tijdens deze top stond het Europese herstelfonds en de Europese begroting centraal. Wilders nam het woord namens de PVV. Volgens Wilders zal de top weer “een walgelijke vertoning worden waarin eensgezinde eurofielen opnieuw meer macht naar zich toe zullen trekken”. Wilders gaat door op de van hem gewende toon: “Terwijl de gewone Nederlander de huur niet kan betalen gaat premier Rutte aanstaande vrijdag in Brussel ons geld uitdelen. Veel perverser wordt het niet.”. Het nationalistische kenmerk komt dus weer sterk naar voren.

Na het zomerreces begon de Tweede Kamer op 12 augustus weer met een plenair coronadebat en stond er een technische briefing op de planning. Tijdens het reces is het aantal besmettingen laag gebleven. Agema, die zitting nam bij de technische briefing, liet zich informeren en had verder geen inbreng tijdens de vergadering. Wilders nam het woord tijdens het coronadebat. Hij is het niet eens met de wetenschappelijke onderbouwing van het coronabeleid. Daarnaast mogen onderzoekers volgens Wilders geen onderzoek naar ventilatieproblemen van het kabinet. Er is dus in dit geval geen sprake van het wetenschap kenmerk bij Wilders maar eerder bij het kabinet. Verder uit Wilders zijn ongenoegen over de uitkomst van de Europese top. “Terwijl de heer Rutte ons geld weggeeft aan landen als Frankrijk waar zorgmedewerkers een dikke bonus krijgen, krijgen onze zorghelden helemaal niets!”, aldus Wilders. De rest van Wilders’ bijdrage bestaat vooral uit technische vragen en opmerkingen. Wel is opvallend, de draai die Wilders maakt m.b.t. mondkapjes. Terwijl de PVV in april en mei nog pleitte voor het gebruik van mondkapjes zegt Wilders nu het volgende: “We moeten niet gaan beginnen aan die algemene mondkapjes plicht”.

Tijdens het plenaire debat over de waardering van zorgmedewerkers van 19 augustus ging het voornamelijk over een gebeurtenis die plaatsvond in de voorgaande week. Tijdens een debat over structurele loonverhoging voor zorgmedewerkers renden coalitie-Kamerleden het parlementsgebouw uit om een hoofdelijke stemming onmogelijk te maken. Tijdens dit debat komt het overkoepelende volk – elite kenmerk naar voren. “Al die wegrennende Kamerleden krijgen zo een 6000 euro per maand (…) maar een

54 beginnend mbo-verpleegkundige die tijdens de coronacrisis niet wegrent verdiend nog geen 1900 euro netto. De hardwerkende zorgmedewerker krijgt een kruimel en de wegrennende Kamerleden een fortuin ”, aldus Wilders.

Op 2 september stond er naast het plenaire coronadebat een plenair debat over de corona-app op de planning. De heer Jansen nam het woord namens de PVV. Jansen heeft alleen technische vragen en er zitten geen populistische elementen in zijn bijdrage. Anders was dit bij Wilders tijdens het coronadebat. In het debat, waar de uitglijder van minister Grapperhaus tijdens zijn huwelijk centraal stond, hamerde Wilders er opnieuw op dat de anderhalve meter maatregel niet werkt en dat het nieuwe normaal nooit normaal mag worden. “Voor u, meneer Grapperhaus, geen bon van 390 Euro (…) u heeft voor uzelf andere regels in petto, regels die niet voor gewone burgers gelden. Wat is dat voor elitaire klassenjustitie”, aldus Wilders. Deze uitspraak heeft overduidelijk raakvlakken met het elite – volk kenmerk van populisme. Ook wanneer Wilders het over beloningen in de zorg heeft komt het overkoepelde kenmerk naar voren: “De boven ons gestelde in vak-k hebben vanuit hun ivoren toren de eerste bonus nog niet eens uitbetaald”. Ook het nationalistische kenmerk komt naar voren: “We geven wel miljarden Nederlandse Euro’s aan Italië (…) maar voor onze eigen mensen in de zorg geen cent”. In het vragenuurtje van 8 september, waar Wilders het in eerste instantie over huurverhogingen in coronatijd heeft, komt dit kenmerk opnieuw naar voren: “Wel miljarden naar Italië en Griekenland maar niets voor de Nederlandse huurders”.

Tijdens het plenaire debat inzake het Europese herstelfonds van 9 september was Wilders wederom niet te spreken over de handelswijze van Rutte. “Iedere keer opnieuw verkwanseld Rutte onze belangen in Brussel. Eerst was het Griekenland en nu ligt ook de rest van Zuid-Europa aan ons infuus. Ons zuurverdiende geld gaat naar Brussel en onze eigen mensen staan in de kou”. Verder komt tijdens dit debat voor het eerst de flirt met directe democratie naar voren. Volgens Wilders had Rutte geen mandaat om in te stemmen met het herstelfonds: “Waar haalt de premier zijn mandaat vandaan? De Nederlandse bevolking is helemaal niets gevraagd. Er is geen referendum geweest. Helemaal niets”. Tijdens de algemene politieke beschouwingen van 16 september heeft Wilders het weer vooral over het herstelfonds. Hij herhaalt zijn eerdergenoemde kritiek. Het coronabeleid an sich staat minder centraal tijdens de inbreng van Wilders. Hetzelfde kan gezegd worden over het tweede deel van de algemeen publieke beschouwingen van 17 september. Opnieuw is er vanuit de PVV kritiek ten opzichte van de anderhalve meter maatregel. Verder komt het elite – volk kenmerk weer naar voren: “Ik blijf het ongelooflijk vinden dat mensen als Grapperhaus overal mee weg komen (…) zolang ze maar in het straatje van de zittende macht of de Amsterdamse grachtengordel vallen. Gewone mensen zijn wel de klos”. Hij spreekt dus in feite opnieuw over een elite die zichzelf boven de wet zou stellen.

Tijdens de technische briefing van 22 september nam mevrouw Agema het woord namens de PVV. Ze is kritisch op het RIVM en de anderhalve meter maatregel. “Het is heel wonderlijk dat in zeventien technische briefings geen enkel voortschrijdend inzicht is bij de heer Van Dissel”, aldus Agema. Ook Wilders, die weer het woord nam tijdens het plenaire coronadebat was weer kritisch over de anderhalve meter maatregel. Verder hamerde de PVV-leider opnieuw op het tekort aan testcapaciteit en beschermingsmiddelen. Verder komt het overkoepelde kenmerk opnieuw naar voren. “Het RIVM heeft stiekem richtlijnen aangepast (…) Door deze leugens kwamen onze zorghelden in gevaar. Dan durft Rutte nog te ontkennen dat Nederland een intens corrupt land is”, aldus Wilders. Hij spreekt hier dus opnieuw over de corrupte elite die het volk (in dit geval de zorgmedewerkers) in gevaar brengt.

Het nationalistische kenmerk komt opnieuw naar voren tijdens het plenaire debat over corona in relatie tot personenverkeer van 24 september. De heer Graus snapt niet dat er “vele snel testen van een Nederlands bedrijf naar het buitenland gaan”. Graus vraagt zich af waarom het kabinet er niet voor zorgt dat deze snel testen gewoon in Nederland blijven.

55

Bijlage 5: Analyse van de bijdragen FvD Alle bijdragen zijn meermaals teruggeluisterd en er konden verschillende discoursen worden herkend. De 45 bijdragen van FvD zijn op chronologische volgorde geanalyseerd. Hieronder volgt de analyse.

Op 5 maart stond het eerste plenaire coronadebat op de agenda. Hiddema nam het woord namens FvD. De oud-advocaat begint zijn bijdrage met complimenten aan de minister van volksgezondheid. “De minister toont zich bekwaam. Hij straalt rust uit en hij waakt over ons op gepaste wijze”, aldus Hiddema. Vervolgens was het gedaan met de aardige woorden. Hiddema zegt dat hij het onbegrijpelijk vindt dat het coronavirus niet al eerder prioriteit kreeg van het kabinet. “Die laconieke houding van het kabinet hield aan”, besluit Hiddema. Het handelen van het RIVM noemt Hiddema: “onbevredigend”. Als de FvD’er begint over de veronderstelling van het RIVM dat men carnaval in kleine groep zou vieren trekt hij gelijk de deskundigheid van het RIVM in twijfel: “Wat een expertise van het RIVM, dit wekt niet de indruk van een staat van opperste paraatheid nietwaar?”. Het in twijfel trekken van de expertise van het RIVM heeft raakvlakken met het wetenschap en media kenmerk van populisme. Verder pleit Hiddema voor zoveel mogelijk transparantie en openheid van het RIVM en het kabinet. In het verdere verloop van het debat gaat Hiddema vooral in op technische zaken. De FvD’er heeft veel vragen aan de minister met betrekking tot het testbeleid en beschermingsmiddelen. Er komen geen uitspraken meer naar voren die mogelijk aan populisme te linken zijn. Wat nog wel opvalt is een opmerking gericht aan Hiddema van collega-Kamerlid de heer Renkema (GroenLinks). Renkema zei het volgende: “U was niet bij twee van de drie technische briefings van het RIVM. Bij de briefing waar u wel was heeft u niets gezegd maar u bent nu wel vrij stellig in uw opvattingen over het RIVM”. Ook dit doet denken aan het wetenschap kenmerk omdat FvD zich blijkbaar tot nu toe niet volledig heeft laten inlichten door de wetenschappers van het RIVM.

Tijdens het tweede plenaire coronadebat van 12 maart, een dag nadat de WHO de corona uitbraak officieel bestempelde als pandemie, nam Baudet het woord namens FvD. Er waren, voor zover bekend, 382 besmettingen in Nederland. Bij de aan het debat voorafgaande technische briefing van 10 maart was FvD niet aanwezig. Baudet begint zijn bijdrage met kritiek op het kabinet. Hij vindt het onbegrijpelijk dat er nog altijd vluchten op Schiphol landen uit landen als Iran en Italië. Baudet pleit al in dit stadium van de coronacrisis voor een inreisverbod voor vluchten uit dit soort landen. Verder loopt het kabinet volgens Baudet: “constant achter de feiten aan”. Ook is de FvD-leider kritisch op het RIVM: “Iedereen met een klein beetje gezond verstand had kunnen zien aankomen dat het virus ook naar Nederland zou gaan komen”. Verder vindt Baudet dat het kabinet erg laconiek reageert op de uitbraak en pleit hij voor strenge maatregelen. Net als tijdens het debat van 5 maart kreeg FvD kritiek vanuit de kamer. Volgens de heer Hijink (SP) klopt het dat Baudet vroeg was met het aanvragen van debatten over corona maar komt de FvD’er bij geen van de debatten opdagen. “Ondertussen hebben we het FvD bij twee debatten gemist (…) het debat waar Hiddema zijn woordje deed en vervolgens geen enkele vraag stelde. Bij de technische briefings heb ik het FvD nog geen enkele keer gezien”. Ook deze kritiek op FvD laat zien dat de partij zich niet goed laat inlichten door deskundigen. Dit kan echter ook te maken hebben met het feit dat FvD maar twee zetels heeft en het hierdoor moeilijker is om overal bij te zijn.

Tijdens de technische briefing van 18 maart was er wel een FvD’er aanwezig, namelijk Baudet. Volgens de partijleider werkt het idee van groepsimmuniteit niet in combinatie met ‘social distancing’. Hij is kritisch over het streven naar groepsimmuniteit, iets waar het RIVM op dat moment nog voor pleit. Baudet is, zeker kijkende naar de inbreng van andere commissieleden, erg kritisch op het RIVM. “Die tweede curve van het RIVM wordt tegengesproken door recente literatuur (…) u (van Dissel) moet reflecteren op die foute voorspelling van het RIVM. U heeft er eigenlijk steeds naast gezeten”, aldus Baudet. FvD is dus wederom erg kritisch op het advies van het RIVM. Naast de technische briefing van 18 maart stond ook het plenaire coronadebat op de agenda. Baudet voerde het woord namens FvD. Hij begint zijn betoog met een oproep tot eenheid en solidariteit en spreekt over “de grootste crisis sinds de tweede wereldoorlog”. Het FvD-kopstuk vervolgt zijn betoog met een oproep aan zijn collega’s: “Dit is geen tijd voor partijpolitiek of punten scoren. Van makkelijk oppositie voeren.

56

Het is tijd om het landsbelang voorop te stellen”. Met deze uitspraken gaat Baudet eigenlijk in tegen het idee dat populisten verdelen en polariseren. Hij schetst juist niet de kloof tussen een ‘corrupte elite’ en het ‘goede volk’. In feite druisen deze uitspraken in tegen het overkoepelende kenmerk van populisme. Verder spreekt de FvD-leider over “Onze fantastische artsen en helden in de zorg”. Het volksverheerlijkingskenmerk komt hier naar voren al richt het zich wel op een specifiek deel van de bevolking. Tot slot pleit Baudet voor het sluiten van de landgrenzen en andere strengere maatregelen. Het kabinet gaat in zijn ogen niet ver genoeg.

Op 25 maart, twee dagen na de start van de ‘intelligente lockdown’, stond er een technische briefing en een kamercommissievergadering m.b.t. het noodpakket op de agenda. Tijdens beide momenten nam Baudet deel namens FvD. Tijdens de technische briefing heeft Baudet geen vragen gesteld of opmerkingen gemaakt. Tijdens de commissievergadering geeft Baudet aan achter het voorgenomen steunpakket te staan. Wel uit de FvD’er zijn angst over berichtgeving in de media waaruit zou blijken dat de EU de coronapandemie gebruikt om meer macht naar zich toe te trekken. “Ik wil een toezegging van de minister dat wij niet garant gaan staan voor nog meer schulden in Zuid-Europa”. Met deze uitspraak komt het nationalistische kenmerk van populisme voor het eerst naar voren.

Tijdens het plenaire coronadebat van 26 maart nam partijleider Baudet het woord. De FvD’er is erg blij dat het kabinet ‘eindelijk’ strengere maatregelen heeft genomen en benadrukt dat Nederland in een onvoorziene crisis is beland. De maatregelen kwamen volgens hem wel te laat. Daarnaast moeten wat FvD betreft de grenzen dicht. Verder pleit FvD voor meer perspectief voor de bevolking: “wanneer komen we hieruit? Wanneer kan de samenleving terug naar normaal? In de gehele inbreng van Baudet kunnen weinig duidelijke populistische elementen worden bespeurd. Het zondebokkenmerk komt nog wel naar voren wanneer Baudet minister-president Rutte een vraag stelt over de handhaving van de regels in het openbaar vervoer: “Jongeren. Groepen jongeren, al dan niet met bontkragen die daar veel onrust veroorzaken”. Met ‘bontkragen’ worden vaak allochtone jongeren bedoeld. Deze groep zou zich niet aan de regels houden volgens Baudet. Verder doet Baudet nog een beroep op de kamer m.b.t. andere beleidsthema’s. Hij vindt dat zaken als stikstofregels en klimaatbeleid nu niet ‘doorgedrukt’ mogen worden omdat de bevolking hier op dit moment niet over kan demonstreren. Deze oproep doet denken aan het ‘macht bij het volk’ kenmerk.

Op 1 april stond er een technische briefing en een coronadebat op de agenda. Baudet vertegenwoordigde zijn FvD tijdens beide gelegenheden. Tijdens de technische briefing stelt Baudet uitsluitend technische vragen aan de heer Van Dissel, er komen geen populistische elementen aan het licht in zijn bijdrage. Tijdens het plenaire coronadebat geeft Baudet Nederlanders een compliment: “Het is goed om te zien hoe Nederlanders zich houden aan de richtlijnen en de lockdown. Het is hartverwarmend om te zien hoe Nederlanders in deze tijd dat extra stapje zetten voor elkaar (…) het is een beeld dat ons trots maakt”. Of hier echt sprake is van volksverheerlijking is lastig te zeggen, maar deze uitspraak heeft wel raakvlakken met dat kenmerk. Verder pleit Baudet opnieuw voor het stileggen van de besluitvorming over zaken als stikstof en het klimaat omdat het democratische proces in zijn ogen niet op gewoonlijke wijze haar werk kan doen door toedoen van de coronacrisis. Net als tijdens de voorgaande debatten zegt Baudet achter het kabinetsbeleid te staan maar vindt hij wel dat het kabinet te laat in actie is gekomen.

Op 7 april sprak een Kamercommissie over het voorgestelde Europese herstelfonds. Voor FvD nam Baudet het woord. De FvD-leider is niet te spreken over de Euro als valuta: “Het is een systeem dat erop gericht is om politieke en economische centralisatie af te dwingen.” Er is hier volgens Baudet maar één antwoord op: “Dat is neen, (…) aan het einde van dit alles moeten we tot de conclusie komen dat we de Euro eindelijk gaan ontvlechten”. Het nationalistische kenmerk komt hier naar voren. Ook in het verdere betoog van Baudet komen nationalistische elementen boven water: “We moeten gewoon uit de EU, weer soeverein worden, weer gewoon ons eigen land en munt hebben”. De FvD-er denk dat de winst van de coronacrisis zal zijn dat mensen tot het inzicht komen dat de nationale staat ons thuis moet zijn en blijven.

57

Tijdens de technische briefing en het plenaire coronadebat van 8 april nam opnieuw Baudet het woord namens FvD. Tijdens de technische briefing stelde Baudet alleen technische vragen en zaten er geen populistische elementen in zijn bijdrage. Tijdens het coronadebat gaf Baudet, net als tijdens de eerdere debatten, aan dat het kabinet in zijn ogen steeds achter de feiten aanloopt. “Als we eerder hadden gehandeld waren we nu waarschijnlijk al uit de lockdown geweest”, aldus Baudet. Vervolgens pleit de FvD-voorman opnieuw voor een duidelijke ‘exit strategie’. Baudet twijfelt ook of de genomen maatregelen nog wel proportioneel zijn aangezien hij in bijvoorbeeld IJsland ziet dat het virus minder schadelijk is dan gedacht. De verdere bijdrage van Baudet bestaat voornamelijk uit technische vragen. Populistische kenmerken kwamen niet naar voren.

Op 14 april kwam de Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid weer bijeen om te praten over het noodpakket voor de Economie. Voor FvD nam Baudet deel aan de vergadering. Volgens Baudet ligt er een ramp op de loer voor: “de vele hardwerkende Nederlanders”. Deze uitspraak heeft raakvlakken met het volksverheerlijkingskenmerk. De verdere bijdrage van Baudet is opnieuw vooral technisch van aard. Baudet doet meerdere voorstellen om zo sterk mogelijk uit de lockdown te komen, er is geen sprake van populisme.

Tijdens het coronadebat van 16 april nam Baudet opnieuw het woord. De FvD-er stelt zich steeds kritischer op tegen de lockdown en vindt het tijd voor versoepelingen. Verder pleit FvD voor het uitbreiden van de testcapaciteit en het gebruik van mondkapjes in publieke ruimtes. Ook wil Baudet meer openheid van het kabinet en twijfelt hij aan de beargumentatie van bepaalde maatregelen: “Nederland heeft recht op het eerlijke verhaal”. Verder is Baudet niet te spreken over de vlucht met mondkapjes naar China: “Hoe komen we aan een tekort? Komt dat misschien omdat dit kabinet een Boeing vol mondkapjes naar China stuurde en te bescheten was om ze terug te eisen”. Hierin schuilt het nationalistische kenmerk van populisme. Baudet gaat echter een stuk minder ver op dit punt dat collega Wilders. Er wordt niet duidelijk gepleit dat de mondkapjes hier, voor de Nederlanders, moesten blijven. Of er echt sprake is van het nationalistische kenmerk valt dus te betwijfelen.

Op 21 april was er een technische briefing over de corona-app waar Baudet aan deelnam. Baudet, die op eigen sociale mediakanalen kritisch was over de app, stelde geen vragen aan de experts. Ook tijdens de technische briefing van 22 april stelde Baudet geen vragen. Tijdens het plenaire coronadebat van 22 april liet de FvD-leider wel van zich horen. Tijdens het debat uit hij opnieuw felle kritiek op het kabinetsbeleid. De lockdown kwam te laat, er zijn nog steeds te weinig beschermingsmiddelen, de steunpakketten laten te lang op zich wachten en het is dringend tijd voor meer versoepelingen, volgens FvD. Baudet vervolgt zijn bijdrage met enorme kritiek op het voorgestelde Europese herstelfonds. Op 23 april staat namelijk de Europese top over dit controversiële plan. “Dit kan en mag nooit gebeuren. Nederland mag daar nooit mee instemmen”. Verder vindt Baudet dat het kabinet de coronacrisis gebruikt om in achterkamertjes ander, controversieel beleid door te drukken. Hij is vooral bang dat de nieuwe stikstofmaatregelen snel worden doorgedrukt. Volgens Baudet heeft de Kamer over onderwerpen zoals stikstof, sluiting van kolencentrales en het niet behandelen van WOB-verzoeken niet de mogelijkheid gehad om te debatteren. Ook vindt de Fvd-voorman het kwalijk dat burgers nu niet mogen demonstreren: “Dat is een wezenlijk onderdeel van onze democratie. Burgers kunnen hun stem niet laten horen en het verbaast mij dat dit zo gemoedelijk wordt geaccepteerd in Nederland”. Baudet sluit zijn eerste termijn af met opnieuw kritiek op de EU: “Machtsoverdracht naar Brussel. Geld dat we met zijn alle hebben opgefietst naar andere landen. Dat onder geen beding.” In deze uitspraak schuilt duidelijk het nationalistische kenmerk. Na de eerste termijn valt Baudet op met zijn vele, technisch-inhoudelijke interrupties met betrekking tot mondkapjes. Baudet zegt tegen minister De Jonge dat het eenvoudig is om miljoenen kapjes te importeren en snapt niet waarom het niet gebeurt. “Er is helemaal geen schaarste op de wereldmarkt”, besluit de FvD-voorman.

Op 30 april vond er weer een technische briefing en een plenair coronadebat plaats. Tijdens de technische briefing nam de heer Hiddema het woord. De oud-strafrechtadvocaat had alleen technische vragen m.b.t.

58 het inkopen van coronatesten. Populistische elementen kwamen niet naar voren in Hiddema’s bijdrage. Ook tijdens de technische briefing van 7 mei nam Hiddema het woord. Wederom stelde de nummer twee van FvD louter technische vragen waar geen populistische elementen in zaten. Op diezelfde dag sprak Hiddema namens zijn partij tijdens het plenaire coronadebat. Hiddema is erg kritisch op de anderhalve meter maatregel: “Het is goedbeschouwd onverteerbaar dat we de anderhalve meter samenleving als normaal moeten gaan zien”. Verder pleit hij voor meer testen en het gebruik van mondkapjes.

Op 11 mei stond er een kamercommissievergadering over ouderenzorg en corona op de agenda. Baudet sprak hier namens FvD. De partijleider stelde alleen technische vragen waar geen populistische elementen aan kleven.

Op 20 mei vond er een technische briefing plaats waar Baudet aan deelnam. De kritiek van FvD op de anderhalve meter maatregel wordt steeds groter. Verder vraagt Baudet zich voor het eerst af in welke mate de maatregelen nog wel proportioneel zijn: “Kunnen we eigenlijk al iets zeggen over hoe gevaarlijk dit virus nu eigenlijk is voor de hele populatie (…) blijkbaar, het grootste deel van de bevolking helemaal niet ontzettend veel gevaar loopt”. FvD zette de laatste weken wel vaker vraagtekens bij de proportionaliteit maar nu met een directe link naar hoe schadelijk het virus eigenlijk is. Aangezien ook de wetenschap hier nog niet over uit is, is hier geen sprake van het wetenschaps- en mediakenmerk.

Op 28 mei stond er een plenair debat over de impact van corona op onze economie op de planning. Baudet nam het woord namens het FvD en ook Van Haga, die zich op 22 mei aansloot bij Forum leverde een bijdrage aan het debat. Eerst spreekt Van Haga. De oud-VVD’er steunt het noodpakket voor ondernemers maar vindt het zonde dat dit pakket nodig is, puur door de “buitenproportionele maatregelen die dit kabinet nog steeds treft”. Van Haga is erg kritisch op het kabinet en de coronamaatregelen. Volgens hem heeft het kabinet zich slecht voorbereid en nemen ze de verkeerde besluiten. Zo vindt Van Haga dat de lockdown al veel te lang duurt en dat het onduidelijk is waarom, aangezien er volgens hem nog amper mensen op de IC’s liggen. Verder verwijt Van Hage het kabinet dat ze geen nieuwe inzichten willen aannemen: “Of het nu gaat om hydroxychloroquine, dat door minister De Jonge wordt afgedaan als kwakzalverij, of de door Maurice de Hond op de kaart gezette theorie over aerosolen, het kabinet wil er niets van weten”. FvD ziet dus niets in maatregelen zoals de anderhalve meter samenleving maar komt met alternatieve oplossingen waar in de wetenschap nog geen consensus over is. Dit heeft raakvlakken met het wetenschapskenmerk. De verdere inbreng van Van Haga bevat geen populistische elementen. Dan de bijdrage van Baudet. De partijleider heeft soortgelijke kritiek als Van Haga, wat ook niet raar is aangezien ze nu van dezelfde partij zijn. Volgens Baudet reageert het kabinet te traag op het virus: “Eerst zat het kabinet maanden te slapen. Toen het virus hier eenmaal was, weigerde men een maand lang om maatregelen te nemen. Te laks, te traag. Daarna kwam de overreactie de andere kant op”. Later in Baudets bijdrage komt het nationalistische kenmerk naar voren: “Terwijl tienduizenden mensen hun baan kwijtraken, wil men nu 1 miljard cadeau gaan doen aan Afrika, tientallen miljarden cadeau gaan doen aan Zuid-Europa, doorgaan met immigratie en asiel uit het Midden-Oosten en doorgaan met de absurde, totaal zinloze onbetaalbare en, dat is misschien nog wel het ergste, foeilelijke klimaatplannen”. Het nationalistische kenmerk is duidelijk zichtbaar maar er schuilt nog een ander kenmerk, namelijk het wetenschapskenmerk nu Baudet het heeft over de klimaatplannen. Het is geen geheim dat Baudet de wetenschappelijke onderbouwing van het klimaatbeleid niet serieus neemt en nu komt dit dus ook tijdens een coronadebat naar voren.

Tijdens het plenaire coronadebat van 4 juni stond de damdemonstratie van 1 juni centraal. Namens FvD namen de heren Van Haga en Hiddema het woord. Hiddema vindt dat er met twee maten gemeten wordt: “Afgelopen week is pijnlijk duidelijk geworden dat de noodverordeningen volstrekt willekeurig worden misbruikt om bevolkingsgroepen te discrimineren. 30 maart kwamen er honderden boeren, de actie werd verboden i.v.m. de maatregelen (…) demonstraties tegen het kabinetsbeleid worden direct de kop ingedrukt maar demonstraties naar aanleiding van politiegeweld in de V.S. zijn geen enkel probleem en worden aangemoedigd.” Deze uitspraak doet denken aan het elite – volk kenmerk en dan vooral aan het onderdeel

59 van de corrupte elite. Verder merkt Hiddema op dat er sprake is van rechtsongelijkheid. Ook de heer Van Haga blikt tijdens zijn inbreng terug naar de beruchte damdemonstratie. Ook hij vindt het onbegrijpelijk dat een demonstratie tegen het kabinetsbeleid met harde hand de kiem in wordt gesmoord maar een demonstratie tegen (Amerikaans) politiegeweld zijn doorgang vond. In Van Haga’s verdere inbreng herhaald de oud-VVD’er zijn eerder geuite kritiek over de anderhalve meter samenleving.

Tijdens de kamercommissievergadering over de Eurogroep van 8 juni en het commissieoverleg over onderwijs en corona van 17 juni was er niemand namens FvD aanwezig. Die laatste datum vond ook het plenaire debat over de Europese top van 19 juni plaats. Baudet nam het woord namens zijn fractie. Het debat stond in het teken van het voorgestelde Europese herstelfonds, een plan waar FvD zich al eerder fel tegen uitte. Ook in dit debat bevatte de bijdrage van Baudet meerdere nationalistische elementen. “Hoe komen we als Nederland snel uit deze crisis? (…) Terwijl Nederlandse bedrijven aan de lopende band failliet dreigen te gaan en Nederlanders dan massaal hun baan kwijtraken, staat ons kabinet op het punt om vele miljarden aan Nederlands belastinggeld, opgehoest door Nederlandse belastingbetalers, te investeren in landen als Spanje, Italië en Griekenland.”, aldus Baudet. Deze uitspraak is in lijn met de nationalistische definitie van Smith (1996). In het vervolg van de inbreng van Baudet komt ook het samenzweringskenmerk voorzichtig naar voren. De FvD’er twijfelt aan de daadwerkelijke intentie van de Europese Commissie inzake het herstelfonds: “Het voorstel van de Europese Commissie voor een herstelfonds is er puur op gericht om in korte tijd een duizelingwekkend bedrag van 750 miljard euro van sterke landen over hevelen naar minder sterke landen. De term ‘herstelfonds’ is daarbij buitengewoon misleidend. Er is namelijk nauwelijks een verband tussen het fonds en het herstel van de coronacrisis. (…) Corona wordt dus misbruikt door de EU om de Europese Unie groter te maken en tegelijkertijd binnen de herverdelingsagenda waar men al jaren mee bezig is door te drukken”. Baudet ziet dus een soort van complot waarin het de EU er helemaal niet omgaat om de schade van de coronacrisis in te perken maar om verdere machtsvergroting en herverdeling mogelijk te maken. In het verdere betoog van Baudet komt opnieuw het nationalistische kenmerk naar voren: “Wat Nederland nodig heeft is een regering die het belang van Nederland vooropstelt. Dit zou volstrekt vanzelfsprekend moeten zijn, maar lijkt helaas nog te veel gevraagd.

Op 24 juni stond er een plenair debat inzake steunpakketten op de agenda. Namens FvD voerde Van Haga het woord. Tijdens het debat is Van Haga, net als altijd, erg kritisch op het kabinetsbeleid. Maatregelen kwamen te laat, versoepelingen niet vroeg genoeg en te veel vrijheden werden afgepakt. Opnieuw snapt Van Haga niet dat alle nieuwe inzichten niet leiden tot aanpassingen van het kabinetsbeleid. Vooral de anderhalve meter maatregel, die volgens Van Haga “volstrekte en bewezen onzin is” kan weer op veel kritiek rekenen. Ondanks dat de oud-VVD’er het opheffen van de maatregelen als beste steunpakket ziet, schaart hij zich achter het derde steunpakket van het kabinet. Toch sluit Van Haga kritisch af: “Het zou veel eenvoudiger zijn als we ons verstand zouden gebruiken en de coronamaatregelen per direct zouden opheffen”. In de gehele bijdrage van Van Haga zijn geen populistische kenmerken naar voren gekomen.

Tijdens de technische briefing van 25 juni komt het wetenschapskenmerk weer naar voren. Hiddema, die namens Forum de vergadering bijwoont, snapt niets van de anderhalve meter maatregel. Volgens Hiddema verwijst het RIVM naar medische onderzoeken die het effect van deze maatregel aantonen maar volgens Hiddema klopt dat niet. De oud strafrechtadvocaat zei het volgende: “Ik heb van een aantal medici verslagen gelezen en die zeggen allemaal: die anderhalve meter en die buitenlucht zijn onzin”. Het gaat hier wederom niet zozeer over een wantrouwen in de wetenschap maar meer om het aanhangen van alternatieve wetenschap. Hiddema vervolgt zijn betoog: “Nou denk ik, met alles wat ik in mij heb, om langs de weg van deductie zelf tot inzicht te komen (…) wat is nou het bewijs dat er significant besmettingsgevaar is in de buitenlucht?” Van Dissel antwoord dat deze onderzoeken ernaast zitten en dat de anderhalve meter maatregel weldegelijk zin heeft, ook in de buitenlucht.

60

Na de technische briefing van 25 juni vond het plenaire coronadebat weer plaats. Namens FvD namen de heren Hiddema en Van Haga het woord. Hiddema begint zijn betoog met opbeurende woorden: “De coronacrisis is voorbij. Op de intensive care afdelingen haalt men adem. Het crisisteam wordt zelfs ontmanteld en Nederland komt langzaam tot leven.” Volgens Hiddema is het dus totaal buitenproportioneel dat de anderehalvemetersamenleving voortduurt en de regering bezig is met de spoedwet. Vooral de spoedwet moet het ontgelden in Hiddema’s bijdrage: “Zonder instemming van het parlement kan deze spoedwet weer verlengd worden door de regering. Die wet moet in de prullenbak, die wet is tardief, die wet is een gevaar voor de grondrechten en ontmanteld de parlementaire democratie”. Volgens Hiddema kan de anderhavemetersamenleving gezien worden als een prestigeobject van de heer Rutte. Het mediakenmerk komt vervolgens naar voren: “De NPO gunt hem telkens weer een open doekje, maar de samenleving, onze natie, betaalt telkens een hoge prijs”. Hiddema impliceert hier dus dat de NPO partijdig zou zijn en geen kritische vragen stelt aan de minister-president. Hiddema blikt ook terug op de technische briefing van de voorgaande morgen. De nummer twee van FvD stelde het volgende: “Vanochtend nog bij de briefing heb ik de viroloog van diens er nog eens over ondervraagd. Hij moest toegeven dat er geen enkel wetenschappelijk bewijs is dat de anderehalvemetersamenleving buiten de deur iets bijdraagt aan de afweer tegen virusbesmetting” Deze uitspraak is zeer opvallend aangezien de heer Van Dissel heel iets anders zei tijdens de technische briefing, namelijk dat de onderzoeken die Hiddema aanhaalde niet deugde en dat de anderhalve meter maatregel buiten ook gewoon zin heeft. Hiddema verdraaide hier, al dan niet opzettelijk, de woorden van de deskundige en daardoor heeft deze uitspraak raakvlakken met het wetenschapskenmerk. Het in twijfel trekken van, of het verdraaien van wetenschappelijk onderzoek of de woorden van deskundigen is een goed voorbeeld van het wetenschapskenmerk. Verder gaat Hiddema in op het demonstratierecht dat door de coronamaatregelen zwaar is aangetast. Hij vindt dat er met twee maten gemeten wordt. Zo zouden demonstraties tegen de anderhalve meter maatregel niet doorgaan en is er wel alle ruimte voor demonstraties van BLM.

Op 29 juni stond het debat over de staat van de Europese Unie op de agenda. Namens FvD nam Europarlementariër Eppink het woord. Het plenaire debat stond in het teken van het Europese herstelfonds. De oud- is, volkomen in lijn met zijn partij, erg kritisch over het Europese steunpakket en de EU an sich. Al snel doet Eppink uitspraken die doen denken aan het overkoepelde kenmerk elite – volk: “Het herstelfonds is in zijn opzet een mengsel van corruptie en chantage; zware woorden. Zuid-Europa wordt verkocht, Midden- en Oost-Europa wordt omgekocht, zie Polen. Noord-Europa wordt afgeperst”. Eppink ziet de EU dus eigenlijk als corrupte elite. Ook valt er iets te zeggen voor het samenzweringskenmerk aangezien Eppink het doet lijken of de uitkomt allang vastligt als hij spreekt over een ‘vooropgezet plan’. Eppink vervolgt zijn betoog: “Het Herstelfonds heeft dus weinig te maken met corona, maar alles met geld voormachtsverwerving en macht in Brussel”. Eppink spreekt dus opnieuw over een vooropgezet plan van de elite (de EU) om meer macht naar zich toe te trekken. De FvD’er heeft het verder over de ‘valstrikken van de EU”. Zo gelooft hij niet dat het plafond van de Europese Begroting daadwerkelijk maar tijdelijk wordt verhoogd van 1 naar 2 procent maar dat dit permanent zal blijken. Ook dat het geld zal worden verdeeld onder harde voorwaarden gelooft Eppink niet. “Telkens blijken voorwaarden loze beloften”. In het afsluitende stuk van Eppinks betoog komt het nationalistische kenmerk aan bod. “De Europese Unie is niet hervormbaar. Wat zien we nu in het debat over de toekomst van Europa? Het EP wil een resolutie: volledig naar een federaal Europa (…) Guy Verhofstadt spreekt in het EP zelfs over een Europese Staat. Zeg dat eens in het Duits, dat klinkt anders” Eppink is duidelijk tegen nog meer machtsoverdracht en daardoor is er sowieso al sprake van het nationalistische kenmerk. Ook het meer macht voor het volk kenmerk komt naar voren: “Onze belangen in een transferunie worden volledig geschaad, en daarom is het moment gekomen om aan de mensen te vragen, dus aan de burgers in een referendum: wilt u in deze transferunie of wilt u dat niet?”. Hier wordt dus gepleit voor een referendum en daarmee voor meer macht voor het volk en meer directe democratie.

Op 1 juli stond de kamercommissievergadering over luchtvaart en corona op de agenda. Van Haga nam het woord namens FvD. De vergadering stond voornamelijk in het teken van voorgestelde steunpakketten voor

61

KLM. Van Haga is zeer positief over KLM als bedrijf. “KLM is een iconisch bedrijf. Een bedrijf dat staat voor Nederlandse degelijkheid. Voor betrouwbaarheid, efficiency en klantvriendelijkheid”. Van Haga vindt het verder een enorme domme fout geweest dat KLM jaren geleden is: “uitgeleverd aan AirFrance”. De oud-VVD’er ziet de coronacrisis als een kans om deze ‘blunder’ te herstellen. Hij wil dus dat KLM weer zelfstandig wordt en weer een volledig Nederlands bedrijf wordt. Dit standpunt heeft raakvlakken met het nationalistische kenmerk. Zeker wanneer Van Haga spreekt over “invloed hebben over onze eigen belangen” komt de definitie van Smith (1996) inzake nationalisme naar voren. Ook wanneer hij spreekt over de KLM als “onze nationale trots” komt dit kenmerk naar voren. De verder bijdrage van Van Haga bevat geen populistische elementen.

Tijdens het plenaire debat over de Europese top van 14 juli voerden namens FvD de heren Hiddema en Van Haga het woord. Volgens Hiddema heeft het voorgestelde coronafonds niets te maken met de bestrijding van de coronacrisis: “Dit is een verkapte poging om de economieën van Europa verder te nivelleren. Dit is geen herstelfonds, dit is een herverdelingsfonds, een transferunie” Hiddema zet dus opnieuw vraagtekens bij de intentie van de Europese Commissie. Het gaat te ver om hier te spreken over een complot maar raakvlakken met het samenzweringskenmerk zijn er zeker. Verder vindt Hiddema het onbegrijpelijk dat Nederlanders ‘krenten’ worden genoemd in Spanje en Italië: “En dat terwijl we al sinds de jaren 90 nettobetaler zijn aan de EU en nu mag Nederland waarschijnlijk nog meer gaan betalen”. Afsluitend vraagt Hiddema de minister-president om een veto uit te spreken namens Nederland. Partijgenoot Van Haga begint zijn bijdrage met een compliment aan de Nederlanders: “Voorzitter, Nederlanders zijn harde werkers. We staan vroeg op, we werken lang door en we gaan pas met 67 jaar met pensioen (…) Nederlanders zijn ook barmhartig”. In deze uitspraak komt het volksverheerlijkingskenmerk voor, al is het een vrij algemene uitspraak. Van Haga vindt het onbegrijpelijk dat Nederlanders moeten gaan betalen voor, volgens hem, rijkere landen zoals Spanje en Italië. Hij verwacht dan ook maar een ding van in Brussel: “En dat is een volmondig nee”. Het is duidelijk dat FvD faliekant tegen het herstelfonds is en alleen dit standpunt heeft al duidelijke raakvlakken met het nationalistische kenmerk.

Op 11 augustus stond er weer een technische briefing op de agenda. Namens FvD nam de heer Hiddema het woord. De oud-advocaat uit opnieuw kritiek op het RIVM. “We horen de laatste tijd nogal geluiden die twijfel doen rijzen over de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van het RIVM. In juli zei de voorzitter van de raad voor volksgezondheid dat het RIVM en het ministerie te veel vermengt raken tijdens de coronacrisis. De politiek heeft druk uitgevoerd op het RIVM inzake het gebruik van mondkapjes”. In deze uitspraken zitten zowel elementen van het samenzweringskenmerk als van het wetenschapskenmerk. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat FvD niet stellig zegt dat er daadwerkelijk sprake is van politieke inmenging, ze stellen alleen de vraag of dit zo is.

12 Augustus vond er een plenair coronadebat plaats. Namens FvD spraken de heren Hiddema en Van Haga. Op deze dag lagen er nog maar een paar mensen op de intensive care en lijkt corona een zomerslaap te houden. Van Haga is tijdens het debat erg kritisch over de betrouwbaarheid van de PCR-test: “Een PCR- test toont helemaal geen klinische coronabesmetting aan, waarom spreken we nog over een coronabesmetting bij een positieve uitslag terwijl we weten dat dit klinisch gezien onjuist is”. Verder pleit Van Haga voor het teruggeven van vrijheden aan jongeren aangezien zij, volgens Van Haga, nauwelijks last hebben van het coronavirus. In het vervolg van zijn betoog gaat Van Haga opnieuw in op de BLM- demonstatie: “We laten BLM met 15.000 mensen tegelijk op de dam demonstreren en religieuze mogen ongestoord doorgaan. Maar o wee als je als student wilt kennismaken met een gezelligheidsvereniging”. Ook collega Hiddema komt op voor de vrijheden van jongeren en vindt het onbegrijpelijk dat het kabinet überhaupt nog maatregelen neemt aangezien de besmettingen zo laag zijn. Verder vraag Hiddema de minister om: “nu eindelijk een deugdelijk onderzoek te doen naar de nieuwe inzichten over de verspreiding van het virus”. Populistische kenmerken kwamen in beide bijdragen niet aan het licht.

62

Op 19 augustus vond er een plenair debat plaats inzake waardering voor zorgmedewerkers. Namens FvD voerde Baudet en Van Haga het woord. Volgens Baudet is er meer dan genoeg geld om zorgmedewerkers structureel beter te betalen maar maakt het kabinet de verkeerde keuzes: “Zo ging Mark Rutte eind juli akkoord met het EU-herverdelingsfonds, dat Nederland tot 2058 ieder jaar 780 miljoen euro belastinggeld kost”. Verder vindt Baudet het onbegrijpelijk dat Nederland wel, naar eigenzeggen, miljoenen euro’s blijft overmaken naar Afrika en aan internationale klimaatfinanciering. Buitenom dat deze uitspraak een nationalistische aard heeft, komen er in de verdere bijdrage van Baudet geen populistische elementen aan het licht. Van Haga benoemt dezelfde onderwerpen in zijn bijdrage als collega Baudet. Ook hij vindt het een kwestie van (verkeerde) keuzes dat het kabinet geen geld heeft voor de zorg: “Het is een keuze om miljarden euro’s Nederlands belastinggeld over te maken naar Europa”.

Op 2 september stond er plenair coronadebat op de agenda over de corona-app. Net als tijdens de commissievergadering over de app van 31 augustus, nam Van Hage het woord namens FvD. Tijdens de commissievergadering zijn er door FvD geen uitspraken gedaan met populistische elementen. Tijdens het plenaire debat geeft Van Haga opnieuw aan dat het coronavirus toch echt veel minder ernstig is dan dat er in maart nog gedacht werd. “We hebben hier te maken met een klassieke doel-middelverwisseling (…) statistisch gezien is de coronacrisis volstrekt voorbij”, aldus Van Haga. Wat betreft de corona-app is de FvD-er ook erg kritisch: “Al deze onzekerheden bij elkaar opgeteld geven een somber beeld van de betrouwbaarheid van deze app”. Verder is Van Haga opnieuw erg kritisch over de PCR-test. Hij herhaalt zijn eerdergenoemde kritiek: “Een PCR-test toont helemaal geen klinische coronabesmetting aan. Ten eerste zit er een foutpercentage in van misschien wel 3%”. Deze aanhoudende kritiek van FvD op de PCR testen hebben geen wetenschappelijke redenatie. Volgens hoogleraar microbiologie Bert Niesters is de kritiek op de PCR-test dan ook onzin (Human, 2020). Al de kritiek van het FvD op de PCR-test raken dus met het wetenschapskenmerk van populisme.

Na het debat over de corona-app vond er een plenair coronadebat plaats. Van Haga en Baudet voerden het woord namens FvD. Van Haga kwam als eerst aan het woord. Hij herhaalde opnieuw dat de coronacrisis voorbij is en dat alle maatregelen niet meer nodig zijn. Volgens de oud-VVD’er is Nederland hierdoor terechtgekomen in een: “dystrofische samenleving, waarin de sociale, emotionele, culturele en economische schade enorm is”. Verder komt sinds een lange tijd het elite – volk kenmerk weer naar voren: “Het is echt niet meer te verkopen dat bijvoorbeeld proeverij-café De Kuil in Soest dicht moet en €4000 euro boete krijgt, terwijl zelfs minister Grapperhaus de regels aan zijn laars lapt en er mee weg komt”. Van Haga schetst hier dus een beeld van een corrupte elite (Grapperhaus) die zichzelf boven de wet stelt ten opzichte van het benadeelde volk (Proeverij-Café de Kuil). De FvD’er gaat nog verder in op kwestie: “Maar het contrast tussen het gedrag van de minister en het leed van de mensen die getroffen zijn door de maatregelen, de boetes en de consequenties is te groot”. Ook collega Baudet gaat in op de blunder van Grapperhaus tijdens zijn huwelijk. Baudet grijpt de gelegenheid echter aan om aan te tonen dat zelfs de minister niet in de maatregelen gelooft en dat de maatregelen dus kunnen verdwijnen. Tijdens Baudets betoog vraagt kamerlid Azarkan waarom het kabinet dan met maatregelen is gekomen als ze er zelf, volgens Baudet, niet in geloven. Baudet geeft aan de reden hiervoor niet zeker te weten, maar wel een aantal mogelijke verklaringen te hebben. Een van de verklaringen van Baudet luidt als volgt: “De andere verklaring is dat deze mensen, leden van het partijkartel, natuurlijk ook heel erg afhankelijk zijn van de internationale context (…) Ze kunnen niet zo goed zelfstandig denken maar zijn heel erg gericht op: wat gebeurt er in andere landen? Wat doet Merkel? Een derde verklaring kan zijn dat ze zich nu wel heel erg belangrijk kunnen vinden, door al die persconferenties en zo. Het heeft een zekere aantrekkelijkheid voor ze”. Baudet spreekt dus over het ‘partijkartel’. De aanname dat er een partijkartel zou zijn doet al denken aan het samenzweringskenmerk van populisme. Verder heeft Baudet dus het idee dat de regering geniet van de maatregelen omdat dit ze ‘belangrijk’ maakt. Deze uitspraak doet denken aan het elite – volk kenmerk omdat er met dit kenmerk onder meer wordt bedoeld dat de elite steeds machtiger wordt ten nadele van het gewone volk.

63

Op 9 september stond er een plenair debat over de Europese top inzake het herstelfonds op de agenda. Namens FvD deed Baudet mee aan dit debat. Het herstelfonds, de Europese begroting; alles gaat volgens Baudet te veel geld kosten: “Een megatransfer dus in keiharde euro’s van noord naar zuid en dit onder leiding van Merkel onder goedkeuring van Macron, met het genietend vooruitzien van alle Zuid-Europese politici en met het wegkijken van Rutte”. Baudet vervolgt zijn betoog en vindt dat Rutte aan toneelspelen doet: “Hij speelde in Nederland dat hij daar niet in mee zou gaan, maar zo’n beetje terwijl iedereen eindelijk met vakantie was, tekende hij toch”. In het vervolg van de bijdrage van Baudet duikt het samenzweringskenmerk weer op: “Voor zover deze waanzin aan ons wordt voorgesteld als “herstelfonds” is het pure manipulatie, bedoeld om ons te misleiden over de werkelijke aard van deze miljardentransfer. Met herstel heeft het allemaal niets te maken”. Baudet suggereert dus dat er een heel ander, vooropgesteld plan bestaat. Dat de EU eigenlijk een soort ‘geheime’ agenda uitvoert. Het samenzweringskenmerk komt in deze bijdrage dus duidelijk naar voren. Baudet gaat in zijn verdere betoog nog een stap verder en suggereert dat ‘men’ altijd al een federale Europese staat heeft gewild: “Staatsobligaties van de federale staat in wording in Brussel, the United States of Europe, die men altijd heeft gewild, waar politici van zeiden: nee, dat gebeurt allemaal niet, maakt u zich maar geen zorgen. Het gebeurt gewoon wel”. In deze uitspraak zit dus opnieuw duidelijk het samenzweringskenmerk maar uiteraard ook het nationalistische kenmerk.

Op 16 september vonden de algemene politieke beschouwingen plaats. Tijdens de bijdrage van Baudet spreekt de FvD-er eerst over ‘de ravage van tien jaar Rutte’. Voor dit onderzoek wordt het echter pas interessant als het over corona gaat. Halverwege de inbreng begint Baudet over het coronabeleid van het kabinet. Hij herhaalt zijn kritiek op het beleid: “Te laat in lockdown, te laat versoepelingen, te weinig beschermingsmiddelen”. Ook gaat hij weer in op het herstelfonds: “Het Europese project ontaard in een transfer van geld in een scenario waarin er steeds meer animositeit ontstaat tussen Noord en Zuid-Europa en het uiteindelijk, mogelijk een gewelddadige clash tussen al die landen wordt”. Deze uitspraak staat vol van het doemdenken en past daarom bij het samenzweringskenmerk. Iets later in de bijdrage van Baudet komt ook het nationalistische kenmerk naar voren: “Daartegenover staat het project van Nederland. Nederland eerst. Ons eigen land. Onze eigen mensen. Dat is het project van FvD”. Ook het media kenmerk en het samenzweringskenmerk komen iets later opnieuw naar voren in de bijdrage van de FvD-oprichter: “Wat er misschien charmant is aan de leden van het partijkartel, ze glimlachen leuk en ze hebben de media aan hun hand”. Door te spreken over het partijkartel komt het samenzweringskenmerk weer naar boven en door te suggereren dat dit kartel de media aan zijn kant heeft staan is er ook sprake van het wetenschaps- en media kenmerk. De bijdrage blijkt bol te staan van nationalistische elementen: “Hopelijk gaat de Nederlandse bevolking inzien dat we niet langer door kunnen gaan op deze weg (…) het in de uitverkoop doen van ons land, van onze waarden, onze ideeën. Ons volk niet langer beschermen, dat we daar mee stoppen. Dat we ons land wel gaan beschermen, ons volk wel weer willen manifesteren op het wereldtoneel. Dat we weer Nederlander gaan zijn”. Van Haga blijft tijdens zijn bijdrage dichter bij het coronaonderwerp. Hij uitte zijn al bekende kritiek waarin verder geen populistische uitspraken in voren kwamen.

Op 22 september vond er een plenair coronadebat plaats waaraan Baudet en Van Haga deelnamen. Van Haga is tegen de nieuwe maatregelen omdat er in zijn ogen helemaal geen sprake is van een tweede coronagolf. “Alle angstparameters zijn nu gebaseerd op positieve PCR-testen, dus niet op coronadoden, niet op de ic-bezetting, maar op PCR-testen, waarvan niemand mij nog heeft kunnen vertellen wat de totale foutmarge is”, aldus Van Haga. Vervolgens heeft Van Haga het over de protesten vanuit de samenleving tegen de coronamaatregelen: “Mensen die zich nog nooit met politiek hebben beziggehouden, bemoeien zich inmiddels met het debat over corona (…) Deze mensen zijn geen complotgekkies, zoals net werd gezegd, maar gewoon mensen die naar de statistieken kijken”. Deze uitspraak doet denken aan het samenzweringskenmerk aangezien Van Haga hier opkomt voor mensen die door andere partijen complotgekkies worden genoemd. Desalniettemin wil deze uitspraak niet zeggen dat een bepaald complot wordt ondersteund of dat er überhaupt een complot is.

64

Tijdens het plenaire debat over het derde steunpakket voor bedrijven van 24 september voerde Van Haga het woord namens FvD. Van Haga heeft vooral veel concrete vragen en opmerkingen. Zo gaat hij in op het leed van de tentenbranche: “Je zult maar tenten verhuren in de tentenbranche. Deze oer-Hollandse sector houdt het geen maanden meer vol”. Verder heeft Van Haga begrip voor mensen die klaar zijn met de coronamaatregelen. “Ik begrijp heel goed dat mensen in verzet komen en dat mensen hun vrijheid, hun werk, hun leven weer terug willen. Daarom steekt het mij dat mensen die hun nek uitsteken in het publieke debat meteen worden geridiculiseerd door de media. Als jouw met belastinggeld betaalde salaris toch wel wordt doorbetaald door de NPO, dan is het makkelijk praten”, vervolgt Van Haga. De oud-VVD’er snapt dus dat mensen in verzet komen. Opvallend is dat hij deze uitspraak doet kort voordat hij op 28 september twee uur lang met complotdenker Frans Frederiks (Lange Frans) spreekt over de coronamaatregelen. Met deze kennis is er wel sprake van het samenzweringskenmerk. Ook het media kenmerk komt naar voren. Van Haga suggereert dat de publieke omroep mensen die tegen de maatregelen ridiculiseert, hij impliceert hiermee partijdigheid van de NPO.

Tijdens het plenaire coronadebat van 30 september blikt Hiddema terug op het afgelopen halfjaar: “Het is ruim een halfjaar geleden dat de coronamaatregelen werden ingevoerd, een halfjaar waarin alle Nederlanders ernstig werden beperkt in hun doen en laten. Het raakt iedereen, elke dag opnieuw”. Volgens Hiddema zijn de huidige coronamaatregels, en dan vooral de anderhalve meter maatregel, nu niet meer proportioneel. Verder twijfelt de oud-advocaat aan de wetenschappelijke onderbouwing van de maatregelen: “Inmiddels blijkt echter dat ook de medische wereld grote vraagtekens zet bij de huidige maatregelen. Niet een enkele kwakzalver, maar vele duizenden artsen en virologen uit binnen- en buitenland”. Deze opmerking toont aan dat FvD niet vertrouwd op wetenschappelijk onderzoek waar het meest consensus over is, maar alternatief wetenschappelijk onderzoek aandraagt. Hetzelfde doet de partij bij het klimaatdebat. Ze leggen wetenschappelijk onderzoek anders uit of interpreteren het anders dat de standard quo. Dit pas bij het wetenschaps- en mediakenmerk.

65

Bijlage 6: Overzicht verzamelde debatten

Totaalaantal debatten: 71 Coronadebatten: 16 Andere plenaire debatten: 13 Technische briefing RIVM: 16 Kamercommissies: 20 Overig (vragenuurtje e.c.t.): 6

Bijdragen door: PVV: Wilders 25x, Agema 10x, Jansen 8x, Van Dijck 7x, Beertema 4x, Graus 4x, De Jong 2x, Van Aalst 1x, Bosma 1x, Mulder 1x, De Roon 1x → (totaal 63) FvD: Baudet 27x, Van Haga 17x, Hiddema 14x, Eppink 1x → (totaal 59)

Maart 2020

5 maart: Ontwikkelingen rondom verspreiding coronavirus (coronadebat) FVD: Hiddema PVV: Jansen https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-verspreiding-coronavirus- eerste-termijn-kamer https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-verspreiding-coronavirus-0

10 maart: Vragenuurtje PVV: Wilders FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/vragenuur-325

10 maart: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Jansen FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/rivm-umc--ggd-haaglanden-ontwikkelingen- coronavirus

12 maart: Bestrijding van het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/bestrijding-van-het-coronavirus

66

18 maart: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Jansen FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus

18 maart: Actuele ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/actuele-ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus

25 maart: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Jansen FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus

25 maart: Noodpakket banen en economie (Kamercommissies) FvD: Baudet PVV: Van Dijck https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/noodpakket-banen-en-economie

26 maart: Actuele ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/actuele-ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-0

April 2020

1 april: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Jansen FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus-0

1 april: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-0

67

7 april: Eurogroep/Eurobonds (Kamercommissie) FvD: Baudet PVV: Van Dijck https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/eurogroep

8 april: Technische briefing commissie V,W & S PVV: - Fvd: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus-1

8 april: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-1

14 april: Noodpakket banen en economie (Kamercommissies) PVV: De Jong FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/tweede-incidentele-suppletoire-begroting-inzake- noodpakket-banen-en-economie

15 april: Noodpakket banen en economie (Kamercommissies) PVV: Van Dijck FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/tweede-incidentele-suppletoire-begroting-inzake-covid- 19-crisismaatregel-herverzekering

16 april: Technische briefing commissie V,W & S PVV: - FvD: -

16 April: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-2

21 & 22 april: Technische briefing Corona-app (Kamercommissies) PVV: Jansen FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/corona-app

68

22 april: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Jansen FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus-3

22 april: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-3

28 april: Cultuur en Corona (Kamercommissies) 1 PVV: - FvD: -

29 april: Onderwijs en corona (Kamercommissies) PVV: Beertema FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/onderwijs-en-corona

30 april: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Agema FvD: Hiddema https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/testen-en-beschermingsmiddelen

Mei 2020

4 mei: Europese top corona (Kamercommissies) PVV: De Roon FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/europese-top-dd-6-mei-2020

7 mei: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Agema (1:20:39) FvD: Hiddema (2.05) (2.08) https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus-4

7 mei: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Hiddema

69 https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-4

11 mei: Ouderenzorg en corona (Kamercommissies) PVV: Agema (0.37.09) FvD: Baudet (1.16.28) https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ouderenzorg-en-corona

18 mei: Noodpakket banen en economie (Kamercommissies) PVV: Graus Fvd: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/tweede-en-derde-incidentele-suppletoire-begroting- ezk-inzake-noodpakket-banen-en-economie

20 mei: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Agema (0.50.57) FvD: Baudet (1.20.59) Hier komt mogelijk de draai https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus-5

20 mei: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-5

26 mei: Media en corona (Kamercommissies) PVV: Bosma FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/media-implementie-eu-richtlijn-audiovisuele-diensten- novelle-media-en-corona

28 mei: Openbaar vervoer, infrastructuur en corona (Kamercommissies) PVV: Van Aalst FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/openbaar-vervoer-infrastructuur-en-corona

28 mei: Steunpakketten (Coronadebat/plenair) Twee termijnen 2e debat PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/kortetermijnstimulerings-en-reddingsmaatregelen-en- langetermijnontwikkelingen-economie https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/kortetermijnstimulerings-en-reddingsmaatregelen-en- langetermijnontwikkelingen-economie-0

70

Juni 2020

2 juni: Vragenuurtje PVV: Wilders FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/vragenuur-328

2 juni: regeling van werkzaamheden FvD: Hiddema (13.27) PVV: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/regeling-van-werkzaamheden-995

4 juni: Technische briefing commissie V,W & S FvD: Hiddema (loopt weg zonder inbreng) PVV: -

4 juni: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Hiddema/ Van Haga https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-6

8 juni: Eurogroep/Eurobonds (Kamercommissies) PVV: Van Dijck FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/eurogroepecofin-raad-25

17 juni: Onderwijs en corona (Kamercommissies) PVV: Beertema FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/onderwijs-en-corona-ii-primair-en-voortgezet-onderwijs

17 juni: Europese top (Coronadebat/plenair) Twee termijnen PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/europese-top-van-19-juni-2020 https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/europese-top-van-19-juni-2020-0

18 juni: Luchtvaart en corona (Kamercommissies) PPV: Graus FvD: -

71 https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/luchtvaart-en-corona

23 juni: Regeling van werkzaamheden FvD: Hiddema (21.40) PVV: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/regeling-van-werkzaamheden-1004

24 juni: Steunpakketten (Coronadebat/plenair) 3e debat FvD: Van Haga PVV: Mulder https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/derde-incidentele-suppletoire-begroting-inzake- noodpakket-banen-en-economie-20

24 juni: Onderwijs en corona (Kamercommissies) PVV: Beertema FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/onderwijs-en-corona-iv-hoger-onderwijs

25 juni: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Agema (niet gesproken) FvD: Hiddema (2.46) https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus-7

25 juni: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Hiddema/ Van Haga https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-7

25 juni: Noodpakket banen en economie (Kamercommissies) PVV: Van Dijck FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/derde-en-vijfde-incidentele-suppletoire-begroting- inzake-covid-19-crisismaatregelen

29 juni: Cultuur en corona (Kamercommissies) 2 PVV: - FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/cultuur-en-corona-ii

29 juni: Staat van Europese Unie 2020 FvD: Eppink (EP)

72

PVV: Van Dijck https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/staat-van-de-europese-unie-2020

30 juni: Wetenschapsbeleid en corona Beide afwezig (opvalllend?)

Juli 2020

1 juli: Voorjaarsnota (plenair) twee delen PVV: Van Dijck FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/voorjaarsnota-2020 https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/voorjaarsnota-2020-0

1 juni: Luchtvaart en corona (Kamercommissies) PVV: Graus FvD: Van Haga https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/zesde-incidentele-suppletoire-begroting-inzake- steunmaatregelen-klm

14 juli: Europese top (Coronadebat/plenair) PVV: Wilders FvD: Hiddema/ Van Haga https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/europese-top-van-17-en-18-juli-2020

Augustus 2020

11 augustus: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Agema (geen inbreng) FvD: Hiddema (2.17) https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-coronavirus-1

12 augustus: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Van Haga/ Hiddema https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-8

19 augustus: Waardering voor zorgmedewerkers (plenair) PVV: Wilders FvD: Baudet/ Van Haga

73

https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/waardering-van-zorgmedewerkers

31 augustus: Corona-app technische briefing PVV: - FvD: Van Haga (1:03) https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/coronamelder

September 2020

2 september: Corona-app debat (plenair) FvD: Van Haga PVV: Jansen https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/notificatieapplicatie-covid-19-0

2 september: Aanpak coronacrisis (plenair) (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet/ Van Haga https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/aanpak-van-de-coronacrisis

3 september: Onderwijs en corona (Kamercommissies) PVV: Beertema FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/onderwijs-en-corona-v-primair-en-voortgezet-onderwijs

8 september: Vragenuur PVV: Wilders FvD: Van Haga https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/vragenuur-334

8 september: Regeling van werkzaamheden PVV: Agema FvD – https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/regeling-van-werkzaamheden-1015

9 september: Europese top herstelfonds (plenair) PVV: Wilders FvD: Baudet https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/europese-top-inzake-het-herstelfonds

16 september: APB (eerste termijn) (plenair)

74

PVV: Wilders (m.b.t. corona: 1.15) FvD: Baudet/ Van Haga https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/algemene-politieke-beschouwingen-eerste-termijn- kamer

17 sepember: APB (tweede termijn) (plenair) PVV: Wilders FvD: Baudet/ Van Haga https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/algemene-politieke-beschouwingen-antwoord-deel-2- en-tweede-termijn

22 september: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Agema (041) FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus-8

22 september: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Baudet/ Van Haga https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-9

24 september: Derde steunpakket (plenair) FvD: Van Haga PVV: De Jong https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/derde-steunpakket-voor-bedrijven-en-werknemers https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/derde-steunpakket-voor-bedrijven-en-werknemers-0

24 september: Coronaverspreiding in relatie tot internationaal personenverkeer (plenair) PVV: Graus FvD: - https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/coronaverspreiding-relatie-tot-het-internationaal- personenverkeer-0

29 september: Technische briefing commissie V,W & S PVV: Agema (0.36) FvD: Hiddema/ Van Haga (1.13.19)/ (1:14:59) https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus-9

30 september: Ontwikkelingen rondom het coronavirus (Coronadebat) PVV: Wilders FvD: Van Haga/ Hiddema

75

https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-10 https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/ontwikkelingen-rondom-het-coronavirus-11

Bijlage 7: Tijdlijn coronacrisis Hieronder volgt een tijdlijn met de belangrijkste gebeurtenissen tijdens de coronacrisis. Deze tijdlijn geeft duiding aan de bijdragen van de PVV en FvD en laat zien in wat voor fase Nederland zat op het moment van een specifieke bijdrage. Deze tijdlijn is afgeleid van de website tijdlijncoronavirus.nl.

27 Februari Op deze dag werd de eerste officiële besmetting in Nederland vastgesteld. Het betrof een man uit Loon op Zand die een zakenreis gemaakt had naar het zwaar getroffen Lombardije, Italië. 6 Maart Het eerste dodelijke slachtoffer van corona in Nederland. Tot dusver zijn er nog geen maatregelen genomen in Nederland, op een negatief reisadvies voor Noord-Italië na. 12 Maart De eerste landelijke maatregelen werden aangekondigd. Universiteiten geven geen fysiek onderwijs meer, (sport) evenementen met meer dan 100 personen zijn verboden en mensen moeten zoveel mogelijk thuis werken. 23 Maart Er komen nog striktere maatregelen, ook de horeca moet haar deuren sluiten. Er is nu echt sprake van de ‘intelligente lockdown’. 26 Maart ‘Eurobonds’ (coronabonds) werden voor het eerst besproken tijdens de Europese raad van 26 maart na aandringen van Spanje en Italië 29 Maart Volgens de cijfers van het RIVM zijn er nu officieel 10.000 mensen in Nederland besmet. 8 April Dit is de eerste dag sinds de uitbraak dat het aantal IC opnames afneemt. De Volkskrant brengt op deze dag naar buiten dat Nederland ‘miljoenen medische mondkapjes’ naar China stuurde in februari. 22 April Alle maatregelen worden verlengd tot tenminste 22 mei. 6 Mei De eerste versoepelingen worden aangekondigd, contactberoepen zoals kappers mogen vanaf 11 mei en terrassen mogen vanaf 1 juni weer gasten ontvangen. 1 Juni Terrassen van kroegen en restaurants mogen weer open voor maximaal 30 personen. Op 1 mei vond ook de beruchte damdemonstratie van Black Lives Matter plaats. 19 Juni Europese regeringsleiders botsen over het Europese herstelfonds. Nederland is geen voorstander en houdt zijn poot (tot dusver) stijf. 21 Juni Steeds meer Nederlanders keren zich tegen het coronabeleid van het kabinet. In Den Haag loopt een coronaprotest uit de hand en worden er 2000 demonstranten aangehouden. 5 Augustus In delen van Amsterdam en Rotterdam gaat de mondkapjesplicht in. 22 Augustus Minister Grapperhaus houdt zich duidelijk niet aan de coronamaatregelen op zijn eigen bruiloft. Verschillende foto’s lekken uit waaruit dit blijkt. Na relatief weinig besmettingen gedurende de zomer loopt het aantal nu weer op

76

27 Augustus Er komt een derde steunpakket voor bedrijven dat doorloopt tot juli 2021 maar wel soberder is. 11 September Het aantal besmettingen blijft fors stijgen. Vooral studenten en migrantengemeenschappen raken besmet. 18 September In verschillende regio’s komen er extra maatregelen. Zo moet de horeca in deze regio’s eerder dicht. 22 September In de tweede kamer stelt Jaap van Dissel dat we terecht zijn gekomen in de tweede golf. 28 September Er komen strengere landelijke maatregelen. Alle horeca moet om 22.00 dicht en sporten moet zonder publiek.

77