Opera.Be De Collectie Yves Becko

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Opera.Be De Collectie Yves Becko Opera.be De collectie Yves Becko Opera.beDe collectie Yves Becko Colofon Opera.be, de collectie Yves Becko Wettelijk depot: D/2006/2893/23 ISBN-10: 90-5130-544-3 Deze uitgave is ook beschikbaar in het Frans onder ISBN-13: 978-90-5130-544-9 de titel ‘Opera.be, la collection Yves Becko’. EAN: 9789051305449 NUR: 694 Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting, Juni 2006 Brederodestraat 21, B-1000 Brussel, www.kbs-frb.be De Koning Boudewijnstichting heeft geprobeerd Coördinatie voor de Koning Boudewijnstichting: contact op te nemen met al wie copyright heeft op Anne De Breuck, Mathieu Molitor, Karolien Baeten de illustraties in deze publicatie. Indien er foto’s of kunstwerken werden afgedrukt zonder voorkennis van Auteur: Frédéric Lemmers de rechthebbenden, dan kunnen die zich wenden tot de Fotografie: Philippe de Formanoir Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, B-1000 Brussel. (+ 32 2 549 02 31 – [email protected]). Wetenschappelijke en artistieke leiding: Frédéric Lemmers Advies: Georges Cardol, Manuel Couvreur Muzikale bewerking: Marc Doutrepont (Equus) Perser: VTV Vormgeving: Bailleul Druk: Euroset nv Bestelling: [email protected], tel. +32 70 23 37 28 of fax +32 70 23 37 27 2 Discografische aantekeningen Inhoudsopgave Voorwoord 4 Yves Becko (23 februari 1943 - 10 augustus 2004) 7 Van cilinder tot langspeelplaat 16 De Becko collectie 30 Overzicht van de Belgisch lyrische kunst ten tijde van de 78-toerenplaat 60 Discografische aantekeningen 76 Legendes bij de illustraties 90 Meer dan 25 jaar in dienst van de samenleving 94 Fonds voor het Roerend cultureel erfgoed 95 3 Voorwoord De Becko collectie: 40 jaar passie voor de muziek! Yves Becko werkte vroeger al als raadgevend ingenieur voor de Koning Boudewijnstichting. Toen het Fonds voor het roerend cultureel erfgoed de cd-box Jazz in Little Belgium uitbracht, wilde hij dan ook graag via de Stichting zijn eigen verzameling opnames van Belgische lyrische kunst verzekeren. Hij wilde niet enkel dat de collectie in haar geheel werd bewaard, maar dit rijke muzikale erfgoed moest ook beluisterd worden: ze mocht in geen geval een “dode” collectie worden. Ziekte belette Yves Becko zijn talrijke plannen te voltooien. Opera.be – waar be staat voor zowel België als Becko – is een eerbetoon aan zijn persoon en aan zijn wens om de lyrische kunst een grotere bekendheid en verspreiding te geven. Voor deze onderneming kon de Stichting rekenen op de hulp van zijn echtgenote, mevrouw Yves Becko-Goerres, en van zijn dochter Sandra Goffaux-Becko. Wij zijn hen hiervoor zeer dankbaar. Vijfentwintigduizend geluidsdocumenten gecombineerd met een bijzonder 4 uitgebreide bibliotheek die een essentiële bron vormt om al deze documenten in de juiste context te plaatsen: dat is de unieke historische getuigenis die de Koning Boudewijnstichting wil vastleggen. Ze kan hierbij rekenen op een ideale partner, nl. de Koninklijke Bibliotheek van België, die ondertussen de collectie gecatalogiseerd en gedigitaliseerd heeft. Onze dank gaat uit naar Patrick Lefèvre, directeur van de Bibliotheek, voor zijn enthousiaste medewerking. Om dit project tot een goed einde te brengen, kon de Stichting beroep doen op personen die even gepassioneerd waren als Yves Becko zelf en ook zijn wens deelden om dit erfgoed te delen: Frédéric Lemmers, wetenschappelijk medewerker bij de Afdeling Muziek van de Koninklijke Bibliotheek van België, die er in recordtijd in geslaagd is deze indrukwekkende hoeveelheid informatie te verwerken, Marie Cornaz, Frédérique Dicop, Martine Martin, Christine Servais en Marc Appelmans, van de Afdeling Muziek van de Koninklijke Bibliotheek van België, Michèle Friche, Michèle Isaac, Sara Lammens, Georges Cardol, Manuel Couvreur en Jean-Pierre Smyers. Aan hen allen onze oprechte dank. De uitgave van deze cd-box gaat gepaard met een tentoonstelling in het Borgendaalpaviljoen van het BELvue Museum tijdens de zomer van 2006. Jan Van Goethem, archivaris bij de Munt, en Jacques Fievez hebben hieraan hun gewaardeerde medewerking verleend. Ook onze dank hiervoor. 5 6 Yves Becko (23 februari 1943 - 10 augustus 2004) Yves Becko werd op 23 februari 1943 geboren in Luik. In 1967 behaalde hij het diploma van natuurkundig ingenieur aan de ULG en in 1975 werd hij doctor in de Toegepaste Wetenschappen aan de Université Libre de Bruxelles. Twintig jaar lang werkte hij bij ACEC. Nadat hij afstudeerde aan de CEDEP Fontainebleau, Cycle 33, werd hij marketingconsultant, een vak dat hij eveneens doceerde aan de Hogeschool HEC in Luik. Yves Becko was ook een verwoed verzamelaar. Naast zijn talrijke beroepsactiviteiten ontwikkelde hij een ware passie voor de lyrische kunst en voor oude platen. Hij vond de tijd en de energie om een uitzonderlijke verzameling van historische opnamen aan te leggen en ze te documenteren. Het resultaat was een gespecialiseerde bibliotheek. Yves Becko vatte zijn discografische odyssee aan in 1961, toen hij bij een platenhandelaar uit Luik enkele 78-toerenplaten kocht. Yves Becko begon aan zijn verzameling als dilettant, maar nadat hij zich in 1971 in Charleroi had gevestigd, werd het meer dan een hobby en verzamelde hij systematisch oude operaplaten. Dankzij de onvoorwaardelijke steun van zijn echtgenote, die hem vaak op zijn speurtocht naar “oude wasplaten” vergezelde, werd Yves Becko al snel een 7 vakkundig én vermaard verzamelaar. Na veertig jaar speurwerk bezat hij ongeveer twintigduizend 78-toerenplaten en verscheidene duizenden 33- en 45-toerenplaten, naast een uitzonderlijke bibliotheek gewijd aan de uitvoerders uit het verleden, aan de operahuizen en aan de geschiedenis van de opnametechniek. Als kleine jongen kon Yves Becko minder vaak naar de opera gaan dan hij wou. Werken als Thaïs (Massenet) in het Théâtre de Liège waren immers niet voor kinderen toegelaten, zo vertelde hij in juli 2003. Die censuur duwde hem resoluut in de richting van de plaatopname, wat hem in staat stelde een steeds ruimer repertoire te ontdekken. Zoals de meeste andere platenverzamelaars hield Yves Becko van de grote operastemmen, vooral van de vérdragende, krachtige stemmen; stemmen die de luisteraar tijdens een concert fysiek kunnen raken. Deze fascinatie voor de stem voerde hem onvermijdelijk naar de oude platen waarop de kunst van talloze legendarische artiesten was opgeslagen. Yves Becko was veel minder enthousiast over de vlakke, klankloze stemmen die zo in de smaak vielen bij barokliefhebbers. Voor hem was de enscenering ondergeschikt aan de zang, zolang deze technisch gezien voldeed en door een intelligente muzikaliteit geïnspireerd was. De ontdekking van het vocale genot was één van de drijfveren achter Becko’s 8 discografische zoektocht, maar de “stras en pailletten” van de opera op zijn Amerikaans interesseerden hem niet. Zijn eerste herinneringen aan optredens dateren van de periode onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog, toen Russische en Bulgaarse artiesten, op doorreis naar Parijs, Luik aandeden. Yves Becko hoorde ook Gaston Demarcy (1884 - nog actief in 1944), die hij beschrijft als “een fraaie bariton met een krachtige stem, een emblematische figuur uit de Waalse baritonschool”. Hij was naar eigen zeggen ook gefascineerd door de bariton Jean Laffont (1918-2005), omwille van zijn uitstekende articulatie en de kwaliteit van zijn acteerkunst, en door de tenor Tony Poncet (1918-1979), om diens vermogen het publiek tijdens elke voorstelling opnieuw te bezielen. Yves Becko bezocht niet alleen tweedehands platenwinkels maar liep ook de rommelmarkten af, zoals deze van Saint-Ouen nabij Parijs, of lokale uitdragerijen en zolderopruimingen. Hij plaatste talrijke zoekertjes in streekkranten, op zoek naar documenten die verborgen zaten op zolders waar hij geen toegang toe had. Geleidelijkaan ontwikkelde hij een uitgebreid netwerk van relaties dat hem geregeld attent maakte op discografische rariteiten. Hij stemde zijn reizen naar het buitenland en zijn vakanties volledig af op de kalender van de grote rommelmarkten en platenverkopen. Die reizen bezorgden hem echter niet enkel 9 10 aangename verrassingen maar ook ontgoochelingen. Zo zag hij in Frankrijk ooit eens een bloemenperk waarvan de boorden gemaakt waren van in tweeën gebroken 78-toerenplaten die zomaar in de grond geduwd waren. Men kan zich de woede van deze platenliefhebber voorstellen tegenover het gebrek aan belangstelling van de maatschappij voor haar muzikale erfgoed! Het verzamelen was voor Yves Becko niet altijd makkelijk. Soms ging hij tevergeefs op zoek naar onbestaande titels of naar objecten die in de loop der jaren waren vernield. Dat sommige stukken konden overleven, heeft soms iets miraculeus. 78-toerenplaten waren destijds heel duur en vormden vaak het voorrecht van de maatschappelijke elite. De platenmaatschappijen probeerden grondstoffen te recupereren door versleten platen terug te nemen na de aankoop van nieuwe titels. Platen werden vaak gekocht in loten van vijftig, samen met een grammofoon. De koper koos een welbepaald genre, zonder zich om de titels of de uitvoerders te bekommeren. Platen werden louter als verbruiksgoederen beschouwd en wekten nauwelijks enig patrimoniaal sentiment op bij de kopers; privéverzamelingen omvatten zelden meer dan tweehonderd stuks ernstige muziek. De verzamelaars kwamen hoegenaamd niet aan hun trekken. 11 12 13 De eerste 78-toerenplaat die Yves Becko kocht was een Jean Noté (1858-1922), de grote Belgische bariton met de indrukwekkende discografie van bijna vierhonderd titels! Yves Becko hield onvoorwaardelijk van de persoon van deze Belgische artiest, wiens platen hij maar bleef verzamelen. We
Recommended publications
  • Debussy's Pelléas Et Mélisande
    Debussy’s Pelléas et Mélisande - A discographical survey by Ralph Moore Pelléas et Mélisande is a strange, haunting work, typical of the Symbolist movement in that it hints at truths, desires and aspirations just out of reach, yet allied to a longing for transcendence is a tragic, self-destructive element whereby everybody suffers and comes to grief or, as in the case of the lovers, even dies - yet frequent references to fate and Arkel’s ascribing that doleful outcome to ineluctable destiny, rather than human weakness or failing, suggest that they are drawn, powerless, to destruction like moths to the flame. The central enigma of Mélisande’s origin and identity is never revealed; that riddle is reflected in the wispy, amorphous property of the music itself, just as the text, adapted from Maeterlinck’s play, is vague and allusive, rarely open or direct in its expression of the characters’ velleities. The opera was highly innovative and controversial, a gateway to a new style of modern music which discarded and re-invented operatic conventions in a manner which is still arresting and, for some, still unapproachable. It is a work full of light and shade, sunlit clearings in gloomy forest, foetid dungeons and sea-breezes skimming the battlements, sparkling fountains, sunsets and brooding storms - all vividly depicted in the score. Any francophone Francophile will delight in the nuances of the parlando text. There is no ensemble or choral element beyond the brief sailors’ “Hoé! Hisse hoé!” offstage and only once do voices briefly intertwine, at the climax of the lovers' final duet.
    [Show full text]
  • Ballet Nice Méditerranée En Sol La Sylphide
    14 SAISON 15 JOURNAL DE L’OPÉRA NICE CÔTE D’AZUR N° 33 > AVRIL • MAI • JUIN 2015 BALLET NICE MÉDITERRANÉE EN SOL JEROME ROBBINS LA SYLPHIDE CHORÉGRAPHIE AUGUSTE BOURNONVILLE VERSION DE DINNA BJØRN > OPÉRA LA JUIVE HALÉVY > CONCERT MAHLER SCHOENBERG, BEETHOVEN SCHUMANN, BRAHMS BARTÓK, BOULEZ, SCHOENBERG, DEBUSSY > JEUNE PUBLIC AGÔN SOMMAIRE 4 OPÉRAS LA JUIVE a saison de l’Opéra Nice Côte d’Azur 2014-2015 en cours nous CRISTINA PASAROIU a déjà valu de grands moments comme les représentations de LUCA LOMBARDO « Turandot » ou « Peter Grimes », la performance de Barbara Hen- JEAN-LUC BALLESTRA dricks pour l’ouverture de la saison symphonique et celle de l’illus - tre pianiste Nelson Freire, ou encore l’interprétation intégrale des symphonies de Brahms sous la direction de notre chef d’orchestre 12 CONCERTS Philippe Auguin. A cela s’ajoute le succès jamais démenti des AVRIL « concerts en famille » du dimanche matin où les parents peuvent PETER MATTEI amener gratuitement leurs enfants. Parmi les grands moments, on AVRIL aura garde d’oublier les spectacles donnés par notre Ballet Nice SUNNYI MELLES Méditerranée, dirigé par le célèbre danseur étoile Éric Vu-An, qui MAI nous ont permis d’applaudir au moment des fêtes de Noël, en tant KRYSTIAN ZIMERMAN que chorégraphe, cette autorité du monde de la danse qu’est JUIN Claude Bessy. Sa présence et le spectacle qu’elle nous a pré- HOMMAGE À PIERRE BOULEZ senté, reprenant une chorégraphie de Gene Kelly, furent, oui, un MICHAEL BARENBOIM vrai cadeau de Noël ! CONCERTS EN FAMILLE MUSIQUE DE CHAMBRE Dans
    [Show full text]
  • 28Apr2004p2.Pdf
    144 NAXOS CATALOGUE 2004 | ALPHORN – BAROQUE ○○○○ ■ COLLECTIONS INVITATION TO THE DANCE Adam: Giselle (Acts I & II) • Delibes: Lakmé (Airs de ✦ ✦ danse) • Gounod: Faust • Ponchielli: La Gioconda ALPHORN (Dance of the Hours) • Weber: Invitation to the Dance ○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○ Slovak RSO / Ondrej Lenárd . 8.550081 ■ ALPHORN CONCERTOS Daetwyler: Concerto for Alphorn and Orchestra • ■ RUSSIAN BALLET FAVOURITES Dialogue avec la nature for Alphorn, Piccolo and Glazunov: Raymonda (Grande valse–Pizzicato–Reprise Orchestra • Farkas: Concertino Rustico • L. Mozart: de la valse / Prélude et La Romanesca / Scène mimique / Sinfonia Pastorella Grand adagio / Grand pas espagnol) • Glière: The Red Jozsef Molnar, Alphorn / Capella Istropolitana / Slovak PO / Poppy (Coolies’ Dance / Phoenix–Adagio / Dance of the Urs Schneider . 8.555978 Chinese Women / Russian Sailors’ Dance) Khachaturian: Gayne (Sabre Dance) • Masquerade ✦ AMERICAN CLASSICS ✦ (Waltz) • Spartacus (Adagio of Spartacus and Phrygia) Prokofiev: Romeo and Juliet (Morning Dance / Masks / # DREAMER Dance of the Knights / Gavotte / Balcony Scene / A Portrait of Langston Hughes Romeo’s Variation / Love Dance / Act II Finale) Berger: Four Songs of Langston Hughes: Carolina Cabin Shostakovich: Age of Gold (Polka) •␣ Bonds: The Negro Speaks of Rivers • Three Dream Various artists . 8.554063 Portraits: Minstrel Man •␣ Burleigh: Lovely, Dark and Lonely One •␣ Davison: Fields of Wonder: In Time of ✦ ✦ Silver Rain •␣ Gordon: Genius Child: My People • BAROQUE Hughes: Evil • Madam and the Census Taker • My ■ BAROQUE FAVOURITES People • Negro • Sunday Morning Prophecy • Still Here J.S. Bach: ‘In dulci jubilo’, BWV 729 • ‘Nun komm, der •␣ Sylvester's Dying Bed • The Weary Blues •␣ Musto: Heiden Heiland’, BWV 659 • ‘O Haupt voll Blut und Shadow of the Blues: Island & Litany •␣ Owens: Heart on Wunden’ • Pastorale, BWV 590 • ‘Wachet auf’ (Cantata, the Wall: Heart •␣ Price: Song to the Dark Virgin BWV 140, No.
    [Show full text]
  • Adobe Photoshop
    t- Yearly Subscription, Twelve Numbers, $2.00 Single Number, 35 cents. UN MAY, 1900 , Vol. 23. No. 5. 'Whole No. 269 ·32 PACES OF MUSIC AND MUSICAL LITERATURE IN THIS NUMBER. PIANO SOLOS. SCHILLINCER, FRITZ, Love's Creeting. SONG. FELDEN, OSCAR. Drea~s of the Past. PIANO STUDIES. CURLITT·SIDUS • .Slumber Song. Op. 101," No. 6. SCHIL~INCER, CHARLES. Technical Exercises. Copyright, Kt1NKEL BROS., 1900. ~ KUNKEL'S MUSICAL REVI~W, MAY, 1900. THE CELEBRATED Head.s the List of the Highest=Orade Pianos, and Lock;:~ Are at present Prefe~red by .lh~!t!P' Stable Doo:r ~ the Most the- Leading Before the Horse ~ is stolen,~ f' Popular ~nd! Artists. Take a Box in the ~ Vaults of the f' Missou:ri Safe . SOHMER & CO., . Deposit Co~-- ~ NEW roRK WARERQOMS: While you have sometr SOHMER BUILDING, FIFTH AVENUE, CORNER 22d STREET. thing·to put in it, Equitable Building, JOHN FELD, Agent, 1901 St. Louis Ave., ST. LOUIS. CAUTI 0 N. The buying public will please not confound the genuine S-0-H-M=E-R Piano with one of a sirr1ilar sounding name of a cheap grade. -ESTABLISHED - IN NEW YORK 1875 IN CHICAGO 1889 ADVERTISE IN KUNKEL'S MU.SI~AL REVIE·W, ST. LOUIS, MO. HIGH GRADE ESTABLISHI!:D 1878. ISSUED MONTHLY, The Largest and Handsomest Musical Publication in the United States. ...--........._PIANOS Have:literally Bounded into Pop~larity. Circulation National, reaching the most1enlightened and cultivated homes in .the United 1States. AT MODERATE PRICE. Capacity, 300 per Month. ONLY FIRST-CLASS ADVERTISEMENTS INSERTED. Schaeffer Piano Mfg. Co .. Address all communications to KUNKEL BROTHERS, Factory, Riverview, Ills.
    [Show full text]
  • Le Nouveau Lohengrin De Bayreuth
    ACTUALITÉS on en parle ÉVÉNEMENT Le nouveau Lohengrin de Bayreuth Yuval Sharon. DR Massenet et Gounod, peut appor- Et la partie visuelle ? Bayreuth, qui ter beaucoup au Chevalier au avait initialement misé sur Alvis cygne. Une chose, en tout cas, est Hermanis, a fi nalement choisi Yuval certaine : le Lohengrin de Roberto Sharon, premier metteur en scène Alagna sera on ne peut plus diffé- américain jamais invité au rent de ses prédécesseurs immé- Festspielhaus. Il est jeune (né en diats à Bayreuth, Jonas Kaufmann 1979), traîne une réputation d’ico- et Klaus Florian Vogt ! noclaste (ce qui n’a rien d’inhabituel Autour, c’est le grand luxe, à com- sur la Colline...), raffole des installa- mencer par l’Elsa d’Anja Harteros, tions multimédia, et a été l’assistant dont on connaît les splendeurs d’Achim Freyer sur Der Ring des grâce au DVD (Munich 2009, Nibelungen, à Los Angeles, en 2009. Decca). Ortrud a toujours été l’un Il a lui-même mis en scène des plus beaux rôles de Waltraud Die Walküre, à Karlsruhe, en 2016, Meier, et le fait qu’elle lui dise année où il s’est aussi fait remarquer adieu en cette occasion participe avec une nouvelle production de de l’événement. Le Telramund de Trois Sœurs de Peter Eötvös, au Pour un événement, c’en est un. dait pas forcément dans Wagner, Tomasz Konieczny paraît moins Staatsoper de Vienne. Rien d’un Comme Bayreuth n’en avait plus ni sur la Colline verte, mais que exceptionnel, mais Georg novice, donc, d’autant que Yuval connu depuis un certain nombre l’on sait capable de se hisser sur les Zeppenfeld est le meilleur Sharon aime l’opéra et Wagner de- d’années ! cimes quand la situation l’exige.
    [Show full text]
  • Rentrée 2020
    RENTREE SCOLAIRE 2020 Sectorisation des collèges Haut-Garonnais SOMMAIRE I. Rattachement des communes……………………………………………………... 3 1. Recherche par commune…………………………………………………………. 4 2. Recherche par collège…………………………………………………………….. 15 II. Communes rattachées à plusieurs collèges – sectorisation par rues…………. 27 1. Commune de BLAGNAC…………………………………………………….. 28 2. Commune de BRUGUIERES……………………………………………….. 35 3. Commune de COLOMIERS…………………………………………………. 38 4. Commune de FONSORBES………………………………………………… 46 5. Commune de FONTENILLES………………………………………………. 51 6. Commune de MERVILLE……………………………………………………. 54 7. Commune de MURET……………………………………………………….. 57 8. Commune de PLAISANCE-DU-TOUCH…………………………………… 64 9. Commune de ROQUES……………………………………………………… 70 10. Commune de SEYSSES…………………………………………………….. 73 11. Commune de SAINT-ALBAN……………………………………………….. 76 12. Commune de SAINT-GAUDENS…………………………………………… 79 13. Commune de SAINT-ORENS DE GAMEVILLE…………………………... 85 14. Commune de TOULOUSE…………………………………………………... 89 15. Commune de TOURNEFEUILLE……………………………………………128 Sectorisation des collèges - Rentrée 2020 SECTORISATION 2020 DES COLLEGES HAUT-GARONNAIS I. Rattachement des communes CD31 - DGD SO - Direction de l'Education 3 sur 134 édition novembre 2019 Sectorisation des collèges - Rentrée 2020 SECTORISATION 2020 DES COLLEGES HAUT-GARONNAIS I. Rattachement des communes 1.
    [Show full text]
  • [T] IMRE PALLÓ
    VOCAL 78 rpm Discs FRANZ (FRANTISEK) PÁCAL [t]. Leitomischi, Austria, 1865-Nepomuk, Czechoslo- vakia, 1938. First an orchestral violinist, Pácal then studied voice with Gustav Walter in Vienna and sang as a chorister in Cologne, Bremen and Graz. In 1895 he became a member of the Vienna Hofoper and had a great success there in 1897 singing the small role of the Fisherman in Rossini’s William Tell. He then was promoted to leading roles and remained in Vienna through 1905. Unfor- tunately he and the Opera’s director, Gustav Mahler, didn’t get along, despite Pacal having instructed his son to kiss Mahler’s hand in public (behavior Mahler considered obsequious). Pacal stated that Mahler ruined his career, calling him “talentless” and “humiliating me in front of all the Opera personnel.” We don’t know what happened to invoke Mahler’s wrath but we do know that Pácal sent Mahler a letter in 1906, unsuccessfully begging for another chance. Leaving Vienna, Pácal then sang with the Prague National Opera, in Riga and finally in Posen. His rare records demonstate a fine voice with considerable ring in the upper register. -Internet sources 1858. 10” Blk. Wien G&T 43832 [891x-Do-2z]. FRÜHLINGSZEIT (Becker). Very tiny rim chip blank side only. Very fine copy, just about 2. $60.00. GIUSEPPE PACINI [b]. Firenze, 1862-1910. His debut was in Firenze, 1887, in Verdi’s I due Foscari. In 1895 he appeared at La Scala in the premieres of Mascagni’s Guglielmo Ratcliff and Silvano. Other engagements at La Scala followed, as well as at the Rome Costanzi, 1903 (with Caruso in Aida) and other prominent Italian houses.
    [Show full text]
  • "Gioconda" Rings Up-The Curtain At
    Vol. XIX. No. 3 NEW YORK EDITED ~ ~ ....N.O.V.E.M_B_E_R_2_2 ,_19_1_3__ T.en.~! .~Ot.~:_:r.rl_::.: ... "GIOCONDA" RINGS "DON QUICHOTTE"HAS UP- THE CURTAIN AMERICANPREMIERE AT METROPOLITAN Well Performed by Chicago Com­ pany in Philadelphia- Music A Spirited Performance with Ca­ in Massenet's Familiar Vein ruso in Good 'Form at Head B ureau of Musical A m erica, of the Cas t~Amato, Destinn Sixt ee nth and Chestn ut Sts., Philadel phia, Novem ber 17. 1913.. and Toscanini at Their Best­ T HE first real novelty of the local opera Audience Plays Its Own Brilliant season was offered at the Metropolitan Part Brilliantly-Geraldine Far­ last Saturday afternoon, when Mas­ senet's "Don Quichotte" had its American rar's Cold Gives Ponchielli a premiere, under the direction of Cleofonte Distinction That Belonged to Campanini, with Vanni Marcoux in the Massenet title role, which he had sung many times in Europe; Hector Dufranne as Sancho W ITH a spirited performance of "Gio- Panza, and Mary Garden as La Belle Dul­ conda" the Metropolitan Opera cinea. The performance was a genuine Company began its season last M'o;day success. The score is in Massenet's fa­ night. The occasion was as brilliant as miliar vein: It offers a continuous flow of others that have gone before, and if it is melody, light, sometimes almost inconse­ quential, and not often of dramatic signifi­ not difficult to recall premieres of greater cance, but at all times pleasing, of an ele­ artistic pith and moment it behooves the gance that appeals to the aesthetic sense, chronicler of the august event to record and in all its phases appropriate to the the generally diffused glamor as a matter story, sketched rather briefly by Henri Cain from the voluminous romance of Miguel de of necessary convention, As us~al there Cervantes.
    [Show full text]
  • The Mezzo-Soprano Onstage and Offstage: a Cultural History of the Voice-Type, Singers and Roles in the French Third Republic (1870–1918)
    The mezzo-soprano onstage and offstage: a cultural history of the voice-type, singers and roles in the French Third Republic (1870–1918) Emma Higgins Dissertation submitted to Maynooth University in fulfilment for the Degree of Doctor of Philosophy Maynooth University Music Department October 2015 Head of Department: Professor Christopher Morris Supervisor: Dr Laura Watson 1 TABLE OF CONTENTS Page number SUMMARY 3 ACKNOWLEDGEMENTS 4 LIST OF FIGURES 5 LIST OF TABLES 5 INTRODUCTION 6 CHAPTER ONE: THE MEZZO-SOPRANO AS A THIRD- 19 REPUBLIC PROFESSIONAL MUSICIAN 1.1: Techniques and training 19 1.2: Professional life in the Opéra and the Opéra-Comique 59 CHAPTER TWO: THE MEZZO-SOPRANO ROLE AND ITS 99 RELATIONSHIP WITH THIRD-REPUBLIC SOCIETY 2.1: Bizet’s Carmen and Third-Republic mores 102 2.2: Saint-Saëns’ Samson et Dalila, exoticism, Catholicism and patriotism 132 2.3: Massenet’s Werther, infidelity and maternity 160 CHAPTER THREE: THE MEZZO-SOPRANO AS MUSE 188 3.1: Introduction: the muse/musician concept 188 3.2: Célestine Galli-Marié and Georges Bizet 194 3.3: Marie Delna and Benjamin Godard 221 3.3.1: La Vivandière’s conception and premieres: 1893–95 221 3.3.2: La Vivandière in peace and war: 1895–2013 240 3.4: Lucy Arbell and Jules Massenet 252 3.4.1: Arbell the self-constructed Muse 252 3.4.2: Le procès de Mlle Lucy Arbell – the fight for Cléopâtre and Amadis 268 CONCLUSION 280 BIBLIOGRAPHY 287 APPENDICES 305 2 SUMMARY This dissertation discusses the mezzo-soprano singer and her repertoire in the Parisian Opéra and Opéra-Comique companies between 1870 and 1918.
    [Show full text]
  • Polish Musicians in the Concert Life of Interwar Paris: Short Press Overview and Extensive Bibliographic Guide1
    Polish Musicians in the Concert Life of Interwar Paris: Short Press Overview and Extensive Bibliographic Guide1 Renata Suchowiejko ( Jagiellonian University, Kraków) [email protected] The 20-year interwar period was a crucial time for Polish music. After Poland regained independence in 1918, the development of Polish musical culture was supported by government institutions. Infrastructure serving the concert life and the education system considerably improved along with the development of mass media and printing industries. International co-operation also got reinvigorated. New societies, associations and institutions were established to promote Polish culture abroad. And the mobility of musicians considerably increased. At that time the preferred destination of the artists’ rush was Paris. The journeys were taken mostly by young musicians in their twenties or thirties. Amongst them were instrumentalists, singers and directors who wished to improve their performance skills and to try their skills before the public of concert halls. Composers wanted to taste the musical climate of the metropolis and to learn the latest trends in music of that time. They strongly believed that 1. This paper has been prepared within the framework of the research programme Presence of Polish Music and Musicians in the Artistic Life of Interwar Paris, supported from the means of the National Science Centre, Poland, OPUS programme, under contract No. UMO-2016/23/B/ HS2/00895. The final effect of the project is the publication of a study Muzyczny Paryż à la polonaise w okresie międzywojennym. Artyści – Wydarzenia – Konteksty [Musical Paris à la polonaise In the Interwar Period: Artists – Events – Contexts] by Renata Suchowiejko, Kraków, Księgarnia Akademicka, 2020.
    [Show full text]
  • [ News and Comment of Concert and Opera I To-Night
    NEWS AND ___-;-,1- . COMMENT OF AND I [ .=============^_-_-___^^^-:-1^5^----= =____-_ CONCERT OPERA cnt-day desolation and destruction in . -'.-" a uatanic fury. The artist will lccturo \Chicago Opera Co, on the exhibition of thrilling scenes, all of which wcro made in their natural Mme. to Sing colors a new Hempel by process. Tho former ' Last Week Minister of War, M. Millcrand, is the I Begins executive president of the Committee in 'Le Nozze di for tho Relief of the Wounded and Sick Figaro Presentation Will Include Soldiers. President Poincaró is chair¬ Two Operas man of tho honorary committee. Will- Caruso To Be Heard as Radames in New to New York Audiences: (iLeSau- Jam Saneloz was sent to this country aa a special commissioner in charge of and teriot," by Lazzari, and <(Isabeau,T the exhibition. "Aida," Lázaro, Spanish Tenor, Tho American executive committee is Will headed by Mrs. Robert Appear 'Again in "Rigoletto" fourth and la^t week of the Chi- Bacon and Mrs. The which Rosa LeRoy Edgar. Th« list of season at the Raisa, Giuseppi Gandcnzi, patronesses rneo Opera Company's Giacomo Rimini, Louise at tho French Theatre exhibition in¬ i Mme. Frieda lícmpcl will make lier will dance. Mr. Bodanzky will conduct. Theatre will include two op¬ Swartz Berat, Jcska Lexington and others of its former cast cludes over fifty prominent last appearance this season with the "Mrfrouf" will be the'Saturday mat¬ eras new to New York, which had their will society appear, with M. Charlier at women. Among them are Mrs.
    [Show full text]
  • Branding Brussels Musically: Cosmopolitanism and Nationalism in the Interwar Years
    BRANDING BRUSSELS MUSICALLY: COSMOPOLITANISM AND NATIONALISM IN THE INTERWAR YEARS Catherine A. Hughes A dissertation submitted to the faculty at the University of North Carolina at Chapel Hill in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy in the Department of Music. Chapel Hill 2015 Approved by: Annegret Fauser Mark Evan Bonds Valérie Dufour John L. Nádas Chérie Rivers Ndaliko © 2015 Catherine A. Hughes ALL RIGHTS RESERVED ii ABSTRACT Catherine A. Hughes: Branding Brussels Musically: Cosmopolitanism and Nationalism in the Interwar Years (Under the direction of Annegret Fauser) In Belgium, constructions of musical life in Brussels between the World Wars varied widely: some viewed the city as a major musical center, and others framed the city as a peripheral space to its larger neighbors. Both views, however, based the city’s identity on an intense interest in new foreign music, with works by Belgian composers taking a secondary importance. This modern and cosmopolitan concept of cultural achievement offered an alternative to the more traditional model of national identity as being built solely on creations by native artists sharing local traditions. Such a model eluded a country with competing ethnic groups: the Francophone Walloons in the south and the Flemish in the north. Openness to a wide variety of music became a hallmark of the capital’s cultural identity. As a result, the forces of Belgian cultural identity, patriotism, internationalism, interest in foreign culture, and conflicting views of modern music complicated the construction of Belgian cultural identity through music. By focusing on the work of the four central people in the network of organizers, patrons, and performers that sustained the art music culture in the Belgian capital, this dissertation challenges assumptions about construction of musical culture.
    [Show full text]