Artikel 19-20
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
be style be heritage be .brussels be style be heritage be .brussels Speciaal nummer Open Monumentendagen Brussels Hoofdstedelijk Gewest be style September 2016 | N° 19-20 be heritage be .brussels Dossier STIJLEN GERECYCLEERD ART DECO EEN DECORATIEVE STIJL MET EEN ECLECTISCH DOSSIER KARAKTER PROF. DR. WERNER ADRIAENSSENS CONSERVATOR COLLECTIES 20STE EEUW, KONINKLIJKE MUSEA VOOR KUNST EN GESCHIEDENIS VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Ateliers d’Art Henri Beirnaert, bureau van de commissaris-generaal op de internationale tentoonstelling van moderne decoratieve en industriële kunsten in Parijs, 1925. (In: Exposition internationale des Arts décoratifs et industriels Modernes Paris 1925. Rapport Général présenté au nom de M. Fernand David. Sénateur, Commissaire Général de l'Exposition, par Paul Léon, Louis Nicolle, HenriMarcel Magne, vol. IV Mobilier, Larousse, Paris, 1927, pl. LXXVIII) © KMKG. DE ART-DECOSTIJL KENDE EEN HOOGTEPUNT TIJDENS HET INTERBELLUM EN WAS BIJZONDER POPULAIR IN ALLE BEVOLKINGSLAGEN, WAT TOEN UNIEK WAS. STILISTISCH LAAT DEZE DECORATIEVE STIJL ZICH MOEILIJK DEFINIËREN. Historische stijlen, lokale invloeden en het modernisme vormen slechts een greep uit het repertorium dat door de art deco werd gerecupereerd en gemoderniseerd. Er is wel een constante: het betreft een modieuze stijl die zich perfect inpaste in de maatschappij van het interbellum. En dat had een reden. Voor het eerst was men er zich van bewust dat een decoratieve stijl die was gericht op een brede bevolkingslaag een economisch potentieel had. De architect Le Corbusier was de eer- kunsten van het interbellum valt, Het tweede evenement van bijzon- ste die de naam art deco gebruikte. ongeacht de stilistische invloedssfe- der belang was de Exposition inter- In L’Esprit Nouveau publiceerde hij ren. De stijl kende dus een wereld- nationale des Arts et Techniques onder de titel, 1925 Expo: Arts Déco, wijde verspreiding, maar het is een dans la Vie moderne die in 1937 in een kritische beschouwing over de feit dat het zwaartepunt in Frankrijk Parijs werd georganiseerd. Beide Exposition internationale des Arts lag, met Parijs als brandpunt. gebeurtenissen stelden het adjec- décoratifs et industriels Modernes die tief ‘modern’ centraal in de titel. Open Monumentendagen Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gewest Hoofdstedelijk Brussels Open Monumentendagen in 1925 in Parijs plaatsvond. Die ten- Bestaat er geen discussie over het In 1925 had het betrekking op de toonstelling moest een impuls geven eindpunt in 1940, over het begin industriële kunsten en in 1937 op de aan de Franse decoratieve kunsten heerst onduidelijkheid. 1918 zou techniek en de kunst in het moderne en ze internationaal op de kaart zet- als aanvangsdatum moeten gelden, leven. De art deco evolueerde mee ten. Verder werd art deco in de eigen- maar onderzoek toont aan dat de met de maatschappij en omarmde tijdse literatuur niet meer gebruikt. wereldtentoonstelling van Parijs in de nieuwste productietechnieken. Men noemde hem ‘moderne stijl’. 1900 de aanzet was voor een veran- Hierin verschilt hij wezenlijk met de dering die verder reikt dan louter vor- art nouveau, die moderne – machi- Pas in 1966, met de tentoonstelling melijke kenmerken. nale – procedés vanuit ideologisch Les Années 25: Art déco, Bauhaus, oogpunt verwierp. In tegenstelling Stijl, Esprit Nouveau in het Parijse tot de art nouveau, wat letterlijk Musée des Arts décoratifs, geraakte ‘MODERN’ ALS ‘nieuwe kunst’ betekent, had de de naam algemeen in gebruik. De CENTRAAL BEGRIP art deco die aspiratie niet. Modern expositie toonde de stromingen van zijn betekende dat de stijl zich niet de ‘jaren 1925’. De term art deco Het is geen toeval dat de naam is exclusief richtte tot de elite, maar N°019-020 – SPECIAAL NUMMER - SEPTEMBER 2016 werd gebruikt voor de Franse deco- afgeleid van de Exposition internatio- wel tot de groeiende middenklasse, ratieve kunsten. Vanaf 1968, met de nale des Arts décoratifs et industriels het belangrijkste segment van de publicatie van Art Deco of the 20s and modernes van Parijs in 1925. Het was moderne maatschappij. Om die te 30s van Bevis Hillier, wordt de naam het eerste grote evenement van het bereiken bleek de recyclage van wereldwijd toegepast voor alles wat interbellum en het had de bedoe- stijlen, gehuld in een modern jasje, onder de noemer van de decoratieve ling een nieuwe stijl te lanceren. essentieel. ERFGOED BRUSSEL 107 ART DECO HET DUITSE FUNDAMENT VAN EEN MODERNE FRANSE STIJL De oorsprong van de art deco situ- eert zich echter in Duitsland. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog waren de decoratieve kunsten voor de Duitse overheid een uiting van nationaal aanzien en van econo- mische bloei. Ter promotie werden diverse initiatieven genomen zoals de organisatie van tentoonstellingen, de oprichting van vaktijdschriften en de hervorming van het kunstonderwijs. De oprichting in München van de Vereinigte Werkstätten für Kunst im Handwerk in 1898 is van bijzondere Afb. 1a betekenis. De objectieven van deze Paul Wenz, salon getoond in de Duitse sectie o.l.v. Bruno Paul en Richard Riemerschmid vereniging getuigen van een com- op het Parijse Salon d’Automne in 1910. (In: M. P. VERNEUIL, Le Salon d’Automne, merciële geest met economische in Art et Décoration, 27-28, 1910, p. 135) © KMKG. en esthetische grondslagen. Niet het handwerk stond centraal maar wel de kwaliteit, ongeacht de wijze waarop het object tot stand was gekomen. De Vereinigte Werkstätten wierpen zich op als bemiddelaar tussen kunstenaar, ambachtsman en fabrikant en stonden ook in voor het marktonderzoek en de promo- tie. Massaproductie was voor hen de enige mogelijkheid om de moderne decoratieve kunsten te democratise- ren. De Vereinigte Werkstätten waren de voorloper van de in 1907 gestichte Deutscher Werkbund, die dezelfde idealen radicaler nastreefde. De filo- sofie van de Vereinigte Werkstätten brak, zoals Hermann Muthesius het Afb. 1b beschreef in zijn artikel Kunst und Richard Riemerschmidt, herenslaapkamer getoond in de Duitse sectie o.l.v. Bruno Paul en Maschine met wat hij het ‘bedrog’ Richard Riemerschmid op het Parijse Salon d’Automne in 1910. (In: M. P. VERNEUIL, Le Salon d’Automne, in Art et Décoration, 27-28, 1910, p. 136) © KMKG. noemde van de Engelse Arts and Crafts Movement. In zijn visie had het ideaal van de handarbeid met Het initiatief van de Vereinigte ontworpen door één kunstenaar, een als motto ‘kunst van het volk voor Werkstätten genereerde een enorme art-nouveaumodefenomeen, bleken het volk’, zoals gepropageerd door creativiteit. Tentoonstellingen wer- een commerciële flop. Daarom werd de Engelse kunstenaars-socialisten, den gezien als een belangrijk ele- de samenwerking tussen kunste- geleid tot producten die alleen de ment voor publieksbereik. Dat leidde naars van de verschillende discipli- hoogste sociale klasse zich kon ver- ook tot reflectie over de presenta- nes aangemoedigd. Het principe dat oorloven. 1 In Duitsland was de band tie. De centrale idee was de men- onder de artistieke leiding van één tussen de kunst en de industrie al sen te overtuigen om de producten persoon objecten werden samen- voor 1900 een feit! aan te schaffen. Totaalconcepten gebracht in de opstelling van een 108 huiselijk interieur vond ingang. Ook Frankrijk gemuteerd naar het ‘objet tentoonstelling werden kunstenaars het doelpubliek werd bepaald. Als d’art’. Alleen de typologie verraadde uit München uitgenodigd. Onder reactie tegen de Arts and Crafts wer- de oorspronkelijke functie. De Duitse leiding van Bruno Paul en Richard den geen ‘Armeleute-Einrichtungen kritiek daarop was snoeihard: ‘Die Riemerschmid werden 18 volledige für reiche Leute!’ ontworpen. De Vitrinekunst und die Sierkunst blühen, interieurs getoond rond het thema aandacht richtte zich op de mid- die Gebrauchskunst schweigt’. 3 Ook in van een woning van een begoede denklasse. 2 Duitsland distantieerde Frankrijk was er afkeuring. De Duitse familie (afb.1a en 1b). Dat de verschil- zich hiermee van de ideologie van de tendens kende bijval bij het grote lende kunstenaars onder één cen- Arts and Crafts die was uitgemond in publiek, dat de Franse art nouveau trale leiding waren geplaatst, bleek de art nouveau. De focus op de bur- niet smaakte. Het Duitse succes was zeer bevorderlijk voor het evenwicht gerij had een duidelijk economisch voor Frankrijk de impuls tot reflectie en de harmonie. Stilistisch waren doel. Zij vormde immers de groot- over een moderne stijl. Parijs moest de interieurs ook niet het resultaat ste potentiële markt in de moderne opnieuw het centrum van luxe en van een dogmatische vernieuwing. maatschappij. goede smaak worden! Vanuit commercieel oogpunt was de belangrijkste inspiratiebron de bie- Een moderne productiewijze, het Spilfiguur voor de heroriëntatie van dermeierstijl, weliswaar aangepast terugschroeven van de manuele de Franse decoratieve kunsten was aan de noden van de moderne maat- arbeid, de focus op de middenklasse de advocaat René Guilleré. In 1901 schappij. In Duitsland trachtte men en de nieuwe expositiewijze hadden stichtte hij de Société des Artistes het grote publiek te bereiken door een stilistische invloed. Omstreeks Décorateurs (SAD). De doelstellin- historische stijlen te moderniseren. 1900 had zich in Duitsland een gen waren geïnspireerd op die van de Dat publiek houdt immers niet van functionele stijl ontwikkeld die het Vereinigte Werkstätten: het bewerk- nieuwe bevreemdende creaties, het midden hield tussen de florale en stelligen van de samenwerking tus- geeft de voorkeur aan wat reeds de lineaire art nouveau. Duitsland sen kunstenaars,