VEILIGHEIDSREGIO e

De voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht,

overwegende; dat de voorzitter van de veiligheidsregio Utrecht op 17 maart 2020 de 'Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Utrecht' heeft vastgesteld en · bekendgemaakt; dat artikel 4 van de noodverordening de bevoegdheid geeft om buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering en toezichthouders aan te wijzen als degene, die belast zijn met het toezicht op de noodverordening; dat het wenselijk is meerdere ambtenaren aan te wijzen, teneinde de naleving van de noodverordening verder te bevorderen;

gelet op: artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht; artikel 39 eerste lid van de Wet veiligheidsregio's; artikel 176 van de Gemeentewet; artikel 4 aanhef en onder ben c van de Noodverordening COVID- 19 Veiligheidsregio Utrecht;

besluit 1. Aan te wijzen als toezichthouders in de zin van artikel 4 sub b: alle buitengewone opsporingsambtenaren, werkzaam bij, en benoemd door de gemeentebesturen van, de in artikel 1 van de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Utrecht genoemde gemeenten. 2. Aan te wijzen als toezichthouders in de zin van artikel 4 sub c: alle gemeentelijke medewerkers, feitelijk belast met handhaving en toezicht, werkzaam bij, en benoemd door de gemeentebesturen van, de in artikel 1 van de . Noodverordening COVID- 19 Veiligheidsregio Utrecht genoemde gemeenten; 3. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt direct na bekendmaking, door plaatsing daarvan op de website van de Veiligheidsregio Utrecht: www.vru .nl.

Vastgesteld te Utrecht op 17 maart 2020 te 15: 00 uur; de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht, VEILIGHEI DSREGIO UTRECHT ~

Besluit van de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht houdende voorschriften t er voorkom ing van verdere verspreiding van hèt coronavirus/ COVID-19 ( Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Utrecht)

De voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht,

gelet op: artikel 176 van de Gemeentewet en artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's, de aanwijzing van de minister voor Medische Zorg en Sport, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, kenmerk 1662578-203166-PG,

besluit: de volgende regeling vast te stellen:

Artikel 1. W erkingssfeer Deze verordening is van toepassing op het grondgebied va n de gemeenten die behoren tot de Veiligheidsregio Utrecht, te weten de gemeenten , , , , , , , IJsselstein, , , , , , , Rhenen, , Soest, , Utrecht, , , , Wijk . bij Duursted~, , en .

Artikel 2. Verboden 1. Het is verboden om openbare samenkomsten en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, samenkomsten in voor het publiek toegankelijke gebouwen en bijbehorende erven en samenkomsten in besloten sfeer te laten plaatsvinden, te (laten) organiseren dan wel te laten ontstaan waar meer dan honderd personen gelijktijdig samenkomen, dan wel aan dergelijke same.nkomsten deel te nemen. Dit verbod is niet van toepassing op de dagelijkse gang van zaken in het openbaar vervoer en in geboUwen en bijbehorende erv,en van overheidsinstellingen en zorginstellingen. 2. Het is verboden om een van de volgende inrichtingen. geopend te houden: a. inrichtingen waar ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd (eet- en drinkgelegenheden), met uitzondering van inrichtingen in bedrijven die niet voor het publiek toegankelijk zijn (bedrijfskantines en bedrijfscatering) en inrichtingen in hotels ten behoeve van de hotelgasten; b. sport- en fitnessclubs (sportaccommodaties en sportinrichtingen), waaronder zwembaden, sporthallen en sportvelden;

1 c. sa una's; cl . in richtingen waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het verrichten van seksuele hand elin gen met of voor een derde t egen betaling ofbedrijfsmatig vertoningen van erotisch-pornografische aard worden aangeboden; · e. coffeeshops, behalve voor zover uitsluitend sprake is van de verkoop, aflevering of verstrekking van 'softdrugs (afhaalfun.ctie). 3. Déze verboden gelden niet voor de hulpdiensten en voor door de voorzitter van de vei,ligheidsregio aangewezen (categoriE7ën van) gevallen.

Airrnrnn 3. OjpVIO ll (g!IE'Hi11 iilliillUllWE]

· Airttûkell 4. iloeziiclhltt Met het toezicht op de naleving van deze verordening ·zijn belast: a. ambtenaren van politie als .bedoeld in artikel 141, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering; b. door de voorzitter van de veiligheidsregio aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid, onderdeel a, van het Wetboek van St~afvordering; c. door de voorzitter van de veiligheidsregio aangewezen toezichthouders; d. militairen van de Koninklijke Marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering.

A irttm:ell !$; Ell1lweirlldll1lgttire

( . A.irttikell 6i.

Vastgesteld op 17 maart 2020 te Utrecht

2 'îoelichiting

Algemeen

In Nederland, maar ook wereldwijd, is er een uitbraak van het coronavirus (COVID- 19), behorende tot de groep A van de infectieziektes. Ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid worden er maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.

Op donderdag 12 maart 2020 heeft het kabinet besloten dat alle evenementen met meer dan honderd personen in heel Nederland worden afgelast. De minister voor Medische Zorg en Sport heeft_mede namens de minister voor Justitie en Veiligheid een aanwijzing gegeven aan de voorzitters van de veiligheidsregio's om hun bevoegdheden op het terrein van openbare orde en veiligheid in te zetten om de verdere verspreiding van COVID-19 tegen te gaan (kenmerk 1662578-203166-PG).

Op zondag 15 maart 2020 heeft het kabinet aanvullende maatregelen bekendgemaakt. Daarbij is de opdracht gegeven om met ingang van 15 maart 2020 om 18.00 uur eet- en drinkgelegenheden, sport- en fitnessclubs, sauna's, seksinrichtingen en coffeeshops te sluiten. Uitgezonderd van deze opdracht zijn hotels, thuisbezorgde maaltijden en catèring. Dit is een aanvulling op de maatregel om alle evenementen met meer dan honderd personen afgelast te houden en te verbieden, waaronder publieke locaties, zoals musea, concertzalen, theaters. De maatregelen gelden in elk geval tot en met 6 april 2020.

In verband met deze crisis heeft de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht besloten om ten behoeve van de crisisbeheersing gerelateerd aan de voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID-19 bestrijding ingevolge artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's alle hiervoor in dat artikel genoemde bevoegdheden van de tot de regio behorende burgemeesters over te nemen. De overname van de bevoegdheden is daarmee beperkt tot voornoemde crisisbeheersing. Voor overige lokale kwesties blijven de bu rgemeester bevoegd. Daartoe behoort ook de bevoegdheid om in geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, algemeen verbindende voorschriften te geven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig zijn (artikel 176, eerste lid, Gemeentewet). In deze noodverordening is daarvan gebruik gemaakt om de genoemde maatregelen juridisch uit te werken.

Handelen in strijd met de voorschriften uit deze verordening is strafbaar gesteld in artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht. Dit wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie. Ook kan de voorzitter van de veiligheidsregio een last onder bestuursdwang of dwangsom opieggen (artikelen 125 van de Gemeentewet jo. artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's).

Deze verordening staat er niet aan in de weg dat de voorzitter van de veiligheidsregio gebruik maakt van andere bevoegdheden om de verspreiding van COVID-19 te voorkomen, zoals de bevoegdheid tot het geven van voorschriften van technisch-hygiënische aard in artikel 47 van de Wet publieke gezondheid,

3 bevoegdheden in de Wet openbare manifestaties en de bevoegdheid tot het geven van bevelen ter beperkin g van gevaar in artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet (in co mbinatie met artikel 39 van de Wet veiligheid sreg io's) .

Artikelsgewijs

Artikel 2; eerste lid Het eerste lid bevat het op donderdag 12 maart 2020 aangekondigde verbod op samenkomsten van meer dan honderd personen. Vanwege het risico dat besloten ligt in de samenkomst van grote groepen personen kent het verbod een ruime reikwijdte. Het gaat niet alleen om vergunde evenementen, maar ook om andere samenkomsten waar meer dan honderd personen bij elkaar komen. In de aanwijzing van de minister voor Medische Zorg en Sport wordt gesproken over musea, concertzalen, theaters en sportclubs en sportwedstrijden. Onder de definitie vallen ook markten waar meer dan honderd personen samenkomen. Het kan ook gaan om besloten samenkomsten van meer dan honderd deelnemers, zoals besloten (huwelijks)feesten in horeca of op bedrijventerreinen.

Het verbod heeft geen betrekking op de dagelijkse gang van zaken in het openbaar vervoer en in gebouwen en bijbehorende erven van onderwijsinstellingen, overheidsinstellingen en zorginstellingen.

Artikel 2; tweede lid In het tweede lid zijn dè maatregelen uitgewerkt die het kabinet op zondag 15 maart 2020 heeft bekendgemaakt. Ook alle eet- en drinkgelegenheden, sport- en fitnessclubs, sauna's, seksinrichtingeh en coffeeshops worden gesloten. De maatregelen inzake scholen en kinderopvang worden vanwege de noodzakelijke uitzonderingen voor kinderen van ouders met vitale beroepen in nauw overleg met de sector bepaald en zijn daarom niet in deze noodverordening opgenomen. Indien nodig kan de voorzitter van de veiligheidsregio in concrete gevallen optreden.

Eet- en drinkgelegenheden (onderdeel a) is een brede omschrijving die duidt op gelegenheden waar ter plaatse de daar gekochte spijzen en dranken genuttigd kunnen worden. De ratio achter dit verbod is dat voorkomen moet worden dat te veel mensen in een naar zijn aard beperkte ruimte gedurende enige tijd bij elkaar . zijn, om zo besmettingsgevaar te beperken. Dit betekent dat ook eet- en drinkgelegenheden van (woon-)warenhuizen, shoppingcenters, grote supermarkten of andere winkels moeten sluiten. Inrichtingen waar niet la nger ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd, kunnen openblijven. Dat geldt ook voor afhaallocaties zonder zitgelegenheid, zoals snackbars en markten.

Het verbod geldt niet voor supermarkten (winkels die eten en drinken verkopen dat niet vers bereid wordt). Onder eet- en drinkgelegenheden worden v'oorts niet begrepen bedrijfskantines, bedrijfscatering en eetgelegenheden in hotels ten behoeve van hotelgasten.

Ook sauna's vallen onder het verbod (onderdeèl c), omdat dit een plek is waar naar zijn aard veel personen in een beperkte ruimte samenkomen. Onder sauna's wordt

4 mede beg repen and ere vormen van wellness zoa ls ee n Turks stoombad, hammam, bea uty farms, thermale baden, badhuize n, spa 's et cetera. Ee n deel van deze vormen van sa unarecreatie valt bovendien onder zwembaden. Ook vergelijkbare wellness-voorzieningen bij hotels of and ere recreatieve voorzieni,ngen .

Het verbod in onderdeel d ziet op seksinrichtingen en seksbioscopen. Daaronder va.lt ook raamprostitutie.

Ook het openhouden van coffeeshops is verboden, behalve als afhaallocatie (onderdeel e). In dat geval dient de duur van het verblijf zoveel mogelijk beperkt te worden.

Artikel 3 Dit artikel maakt duidelijk dat iedereen verplicht is om bevoegd gegeven aanwijzingen ter uitvoering van deze verordening onmiddellijk op te volgen. Het overtreden van deze verordening, inclusief het niet opvolgen van aanwijzingen, is als overtreding strafbaar gesteld in artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht. Dit wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 4 Op basis van de Politiewet 2012 en de Wet veiligheidsregio's treden de politie en de Koninklijke marechaussee op ter handhaving van deze verordening. Daarnaast worden in artikel 4 toezichthouders aangewezen ten behoeve van de bestuursrechtelijke handhaving van deze verordening.

/ Artikel 5 Deze verordening wordt bekendgemaakt door plaatsing op de website van de Veiligheidsregio Utrecht, alsook via officiëlebekendmaking.nl en wordt zo spoedig mogelijk gepubliceerd in de gemeentebladen van de betrokken gemeenten.

Het kabinet heeft aangekondigd datde maatregelen die zijn opgenomen in artikel 2 van deze verordening in beginsel gelden tot en met maandag 6 april 2020. Indien de maatregelen niet langer noodzakelijk zijn, zal deze verordening zo spoedig mogelijk worden ingetrokken.

5 FAQ model-Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio’s Versie 18 maart 2020

Dit document is opgesteld op verzoek van het veiligheidsberaad en bevat antwoorden op vragen vanuit de veiligheidsregio’s over de model-Noodverordening COVID-19 en de handhaving daarvan. Het zal zo vaak als nodig worden aangevuld en verspreid onder de veiligheidsregio’s.

Inhoudsopgave

1. Algemene vragen ...... 2 Welke bevoegdheden zijn overgegaan naar de voorzitters van de veiligheidsregio’s en welke blijven bij de burgemeesters? ...... 2 Waarom bepaalt de modelverordening niets over scholen of kinderopvang? ...... 2 Waarom bepaalt de modelverordening niets over social distancing? Hoe zit het met die afstand van 1,5 meter? ...... 2 Is het ook aan de veiligheidsregio’s om bijvoorbeeld afspraken te maken over het nakomen van betalingsverplichtingen aan of van gemeenten? ...... 3

2. Bepalingen modelverordening ...... 3 Verbod samenkomsten meer dan honderd personen (artikel 2 lid 1) ...... 3 Waar moet aan worden gedacht bij ‘openbare samenkomsten en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet’ en ‘samenkomsten in publiek toegankelijke gebouwen’? ...... 3 Waar moet aan worden gedacht bij ‘samenkomsten in besloten sfeer’? ...... 3 Vallen ook samenkomsten van religieuze aard onder dit verbod?...... 4 Vallen demonstraties onder dit verbod? ...... 4 Vallen week- en dagmarkten onder dit verbod? ...... 4 Vallen rondvaartboten onder dit verbod? ...... 4 Verbod eet- en drinkgelegenheden (artikel 2 lid 2 onder a) ...... 4 Mag een winkel met een eethoek openblijven als de eethoek wordt gesloten? ...... 5 Welke regels gelden er voor bezorgen en afhalen? ...... 5 Verbod sportclubs (artikel 2 lid 2 onder b) ...... 5 Als mensen toch gaan sporten in een gesloten sportclub of op een gesloten sportveld, wie kan er dan bestraft worden? ...... 5 Verbod sauna’s (artikel 2 lid 2 onder c) ...... 5 Hoe zit het met sauna’s in hotels? ...... 6 Hoe zit het met kappers, schoonheidssalons e.d.? ...... 6 Verbod seksclubs (artikel 2 lid 2 onder d) ...... 6 Vallen escortdiensten onder dit verbod? ...... 6 Verbod coffeeshops (artikel 2 lid 2 onder e) ...... 6 Uitzonderingsbepaling (artikel 2 lid 3)...... 6 Opvolgen aanwijzingen (artikel 3) ...... 7 Toezicht (artikel 4) ...... 7 Wie kunnen er worden aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar? ...... 7

1

3. Handhaving ...... 7 In de toelichting op de modelverordening staat dat de voorzitter van de veiligheidsregio een last onder bestuursdwang of dwangsom kan opleggen op basis van artikel 125 Gemeentewet jo. artikel 39 Wet veiligheidsregio’s. Klopt dat wel? ...... 7 Kan de voorzitter voor de handhaving ook gebruik maken van artikel 174 lid 2 Gemeentewet (en artikel 39 Wvr)? ...... 8

1. Algemene vragen

Welke bevoegdheden zijn overgegaan naar de voorzitters van de veiligheidsregio’s en welke blijven bij de burgemeesters? Artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s houdt in dat in geval van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis een aantal bevoegdheden van de burgemeester overgaat naar de voorzitter van de veiligheidsregio. Het betreft de volgende bevoegdheden: a. de artikelen 4 tot en met 7 van de Wet veiligheidsregio’s; b. de artikelen 172 tot en met 177 van de Gemeentewet, met uitzondering van artikel 176, derde tot en met zesde lid; c. de artikelen 11, 14, eerste lid, 56, eerste en vierde lid, en 62 van de Politiewet 2012; d. de artikelen 5 tot en met 9 van de Wet openbare manifestaties.

Alle bevelen op grond van deze bevoegdheden moeten worden gegeven door de voorzitter van de veiligheidsregio indien deze worden genomen in het kader van de bestrijding van COVID-19. Het optreden tegen een café dat toch klanten ontvangt berust dus bij de voorzitter, maar wanneer er bijvoorbeeld ergens een handgranaat aan de deur wordt geplakt, is de burgemeester bevoegd. De noodverordening brengt ook geen wijziging in de bevoegdheden die niet worden genoemd in artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s. Wordt in een café een wietkwekerij aangetroffen, dan is de burgemeester krachtens artikel 13b van de Opiumwet bevoegd en dat geldt bijvoorbeeld ook voor tijdelijke huisverboden.

Waarom bepaalt de modelverordening niets over scholen of kinderopvang? De maatregelen inzake scholen en kinderopvang worden vanwege de noodzakelijke uitzonderingen voor kinderen van ouders met vitale beroepen in nauw overleg met de sector bepaald en zijn daarom niet in deze noodverordening opgenomen. De voorzitters dienen zich daarbij te houden aan de nadere aanwijzing van de minister voor Medische Zorg en Sport van 17 maart 2020. Deze houdt in dat er geen onderwijsactiviteiten en opvang geboden mogen worden in onderwijsinstellingen en verblijven voor kinderopvang en gastouderopvang en locaties voor kinderopvang. Hierop worden drie uitzonderingen gemaakt: – de organisatie van onderwijs op afstand, waarbij studenten en leerlingen via een (digitaal) medium onderwijs krijgen in de thuissituatie; – de (nood)opvang van kinderen van ouders die werken in cruciale beroepen of voor vitale processen, zoals beschreven op rijksoverheid.nl; – de organisatie van toetsing en examens, mits zorgvuldige maatregelen zijn getroffen om het risico van besmetting te beperken.

Als zou blijken dat niet iedereen zich aan deze maatregelen houdt, kan de voorzitter van de veiligheidsregio in concrete gevallen optreden via een noodbevel of eventueel artikel 47 van de Wet publieke gezondheid.

Waarom bepaalt de modelverordening niets over social distancing? Hoe zit het met die afstand van 1,5 meter? Het kabinet heeft op 15 maart 2020 iedereen in Nederland gevraagd om waar mogelijk 1,5 meter afstand van elkaar te bewaren (zie rijksoverheid.nl). Dit is een oproep vanuit het kabinet, maar

2 geen verbod of gebod. Er is ook geen aanwijzing aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s gegeven om deze oproep te handhaven. Dat doet er niet aan af dat de voorzitters de oproep van het kabinet ondersteunen en waar mogelijk uitdragen.

Is het ook aan de veiligheidsregio’s om bijvoorbeeld afspraken te maken over het nakomen van betalingsverplichtingen aan of van gemeenten? Nee, de Wet veiligheidsregio’s gaat niet over de wijze waarop gemeenten privaatrechtelijk handelen.

2. Bepalingen modelverordening

Verbod samenkomsten meer dan honderd personen (artikel 2 lid 1)

Tekst verordening Artikel 2 lid 1: Het is verboden om openbare samenkomsten en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, samenkomsten in voor het publiek toegankelijke gebouwen en bijbehorende erven en samenkomsten in besloten sfeer te laten plaatsvinden, te (laten) organiseren dan wel te laten ontstaan waar meer dan honderd personen gelijktijdig samenkomen, dan wel aan dergelijke samenkomsten deel te nemen. Dit verbod is niet van toepassing op de dagelijkse gang van zaken in het openbaar vervoer en in gebouwen en bijbehorende erven van overheidsinstellingen en zorginstellingen.

Toelichting Het eerste lid bevat het op donderdag 12 maart 2020 aangekondigde verbod op samenkomsten van meer dan honderd personen. Vanwege het risico dat besloten ligt in de samenkomst van grote groepen personen kent het verbod een ruime reikwijdte. Het gaat niet alleen om vergunde evenementen, maar ook om andere samenkomsten waar meer dan honderd personen bij elkaar komen. In de aanwijzing van de minister voor Medische Zorg en Sport wordt gesproken over musea, concertzalen, theaters en sportclubs en sportwedstrijden. Onder de definitie vallen ook markten waar meer dan honderd personen samenkomen. Het kan ook gaan om besloten samenkomsten van meer dan honderd deelnemers, zoals besloten (huwelijks)feesten in horeca of op bedrijventerreinen. Het verbod heeft geen betrekking op de dagelijkse gang van zaken in het openbaar vervoer en in gebouwen en bijbehorende erven van overheidsinstellingen en zorginstellingen.

Waar moet aan worden gedacht bij ‘openbare samenkomsten en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet’ en ‘samenkomsten in publiek toegankelijke gebouwen’? Een samenkomst is openbaar als zij in beginsel voor eenieder toegankelijk is en geen persoonlijk of besloten karakter kent. Irrelevant is of er voor betaald moet worden. Denk aan samenkomsten in theaters, restaurants, cafés, terrassen, hotels, bioscopen, discotheken, seksinrichtingen, sisha lounges, poolcafés, speelautomatenhallen, casino’s, banken, kermissen, braderieën, festivals, sportwedstrijden, (carnavals)optochten, musea, promotiebijeenkomsten op universiteiten en voor het publiek toegankelijke delen van gemeentehuizen, provinciehuizen en rechtbanken.

Een samenkomst in een inrichting kan ook vallen onder een van de verboden van artikel 2 lid 2 (zoals eet- en drinkgelegenheden, seksclubs). Dan is het verbod om met meer dan honderd personen samen te komen niet relevant.

Waar moet aan worden gedacht bij ‘samenkomsten in besloten sfeer’? Hieronder vallen samenkomsten die niet voor het publiek toegankelijk zijn. Denk aan bruiloftsfeesten, begrafenissen en verjaardagen.

3

Vallen ook samenkomsten van religieuze aard onder dit verbod? Nee. In een noodverordening kan niet worden afgeweken van bij de Grondwet gestelde voorschriften (artikel 176 lid 1 Gemeentewet). Het recht om zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, wordt beschermd in artikel 6 Grondwet. De Wet openbare manifestaties (Wom) geeft mogelijkheden om dit soort samenkomsten (deels) te reguleren, maar alleen als het gaat om bijeenkomsten buiten gebouwen en gesloten plaatsen (zie de artikelen 5 tot en met 7 van de Wom). Religieuze bijeenkomsten op openbare plaatsen kunnen niet vooraf worden verboden, maar wel worden beëindigd door de voorzitter in het belang van de volksgezondheid.

Vallen demonstraties onder dit verbod? Nee. Ook hier geldt dat in een noodverordening niet kan worden afgeweken van bij de Grondwet gestelde voorschriften (het recht tot vergadering en betoging van artikel 9 Grondwet). Het relevante kader staat in de Wet openbare manifestaties (Wom). Krachtens artikel 39 Wet veiligheidsregio’s zijn de relevante bevoegdheden van de Wom overgegaan naar de voorzitter van de veiligheidsregio. Het is goed denkbaar dat demonstraties met meer dan honderd personen op basis van de Wom worden verboden dan wel beëindigd wegens gevaar voor de volksgezondheid.

Vallen week- en dagmarkten onder dit verbod? Markten vallen onder het begrip ‘openbare samenkomst’ en daarmee onder het verbod. Ook daar geldt dat het verboden is om meer dan honderd personen gelijktijdig te laten samenkomen of aan de samenkomst deel te nemen. In de praktijk is het aan de voorzitters om te beoordelen of een markt naar zijn aard en omvang meer dan honderd bezoekers heeft of zal hebben. Indien nodig kunnen op basis van artikel 2 lid 3 van de noodverordening gevallen worden aangewezen waarvoor het verbod niet geldt (bijvoorbeeld markten die aan bepaalde voorwaarden voldoen).

Vallen rondvaartboten onder dit verbod? Ja, bij rondvaartboten is sprake van openbare samenkomsten dan wel vermakelijkheden als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet. Ook daar mogen dus niet meer dan honderd personen gelijktijdig fysiek samenkomen. Dat geldt ook als een rondvaartboot is afgehuurd voor een besloten feest. Daarnaast mag op een rondvaartboot geen sprake zijn van een eet- of drinkgelegenheid als bedoeld in artikel 2 lid 2 onder a van de modelverordening.

Verbod eet- en drinkgelegenheden (artikel 2 lid 2 onder a)

Tekst verordening Artikel 2 lid 2: Het is verboden om een van de volgende inrichtingen geopend te houden: a. inrichtingen waar ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd (eet- en drinkgelegenheden), met uitzondering van inrichtingen in bedrijven die niet voor het publiek toegankelijk zijn (bedrijfskantines en bedrijfscatering) en inrichtingen in hotels ten behoeve van de hotelgasten;

Toelichting Eet- en drinkgelegenheden (onderdeel a) is een brede omschrijving die duidt op gelegenheden waar ter plaatse de daar gekochte spijzen en dranken genuttigd kunnen worden. De ratio achter dit verbod is dat voorkomen moet worden dat te veel mensen in een naar zijn aard beperkte ruimte gedurende enige tijd bij elkaar zijn, om zo besmettingsgevaar te beperken. Dit betekent dat ook eet- en drinkgelegenheden van (woon-)warenhuizen, shoppingcenters, grote supermarkten of andere winkels moeten sluiten. Inrichtingen waar niet langer ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd, kunnen openblijven. Dat geldt ook voor afhaallocaties zonder zitgelegenheid, zoals snackbars en markten.

Het verbod geldt niet voor supermarkten (winkels die eten en drinken verkopen dat niet vers bereid

4

wordt). Onder eet- en drinkgelegenheden worden voorts niet begrepen bedrijfskantines, bedrijfscatering en eetgelegenheden in hotels ten behoeve van hotelgasten.

Mag een winkel met een eethoek openblijven als de eethoek wordt gesloten? Ja, want dan is niet langer sprake van een inrichting waar ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd (eet- of drinkgelegenheid). Veel grotere winkels met een eetgelegenheid (warenhuizen, benzinestations) hebben er dan ook voor gekozen om alleen de eetgelegenheid te sluiten.

Welke regels gelden er voor bezorgen en afhalen? Bezorgen en afhalen zijn uitgezonderd van het verbod in artikel 2 lid 2 onder a; dat ziet immers op inrichtingen waar ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd. Het kabinet geeft op rijksoverheid.nl het advies: “Maar vermijd drukte, zorg dat u niet met andere mensen dicht op elkaar staat en neem uw consumptie mee naar huis (niet ter plaatse opeten).” Als er bij het afhalen gevaarlijke situaties ontstaan, zoals rijen waarbij mensen te dicht op elkaar staan, kan eventueel een bevel worden gegeven op basis van artikel 174 van de Gemeentewet (toezicht openbare samenkomsten en vermakelijkheden) of artikel 175 van de Gemeentewet (noodbevel).

Verbod sportclubs (artikel 2 lid 2 onder b)

Tekst verordening Artikel 2 lid 2: Het is verboden om een van de volgende inrichtingen geopend te houden: … b. sport- en fitnessclubs (sportaccommodaties en sportinrichtingen), waaronder zwembaden, sporthallen en sportvelden;

Als mensen toch gaan sporten in een gesloten sportclub of op een gesloten sportveld, wie kan er dan bestraft worden? Het verbod in de noodverordening ziet alleen op het geopend houden van sportclubs etc. door de eigenaar/exploitant. Dat neemt natuurlijk niet weg dat eventuele strafbare feiten – zoals inbraak – bestraft kunnen worden. Bij inbraak zal niet snel gesproken kunnen worden van het ‘geopend houden’ van de sportclub. Wel kan de eigenaar/exploitant erop worden aangesproken dat beter gecontroleerd moet worden.

Verbod sauna’s (artikel 2 lid 2 onder c)

Tekst verordening Artikel 2 lid 2. Het is verboden om een van de volgende inrichtingen geopend te houden: … c. sauna’s;

Toelichting Ook sauna’s vallen onder het verbod (onderdeel c), omdat dit een plek is waar naar zijn aard veel personen in een beperkte ruimte samenkomen. Onder sauna’s wordt mede begrepen andere vormen van wellness zoals een Turks stoombad, hammam, beauty farms, thermale baden, badhuizen, spa’s et cetera. Een deel van deze vormen van saunarecreatie valt bovendien onder zwembaden. Ook vergelijkbare wellness-voorzieningen bij hotels of andere recreatieve voorzieningen.

5

Hoe zit het met sauna’s in hotels? Het is krachtens artikel 2 lid 2 onder c verboden sauna’s geopend te houden. Dit verbod richt zich niet alleen op zelfstandige sauna's, maar ook op sauna’s die verbonden zijn met of onderdeel uitmaken van hotels. Voor wellnesscomplexen of thermen die ook saunafaciliteiten bieden, geldt dat het verboden is de saunafaciliteiten geopend te houden (en uiteraard ook onderdelen die onder een ander verbod vallen).

Hoe zit het met kappers, schoonheidssalons e.d.? Kappers, nagelstudio's, pedicuren, schoonheidsspecialisten/salons, massagesalons e.d. vallen niet onder de verboden van artikel 2. Op rijksoverheid.nl staat: “Naar de kapper of de nagelsalon? Dat kan, houd wel waar mogelijk 1,5 meter afstand met andere klanten.”

Verbod seksclubs (artikel 2 lid 2 onder d)

Tekst verordening Artikel 2 lid 2. Het is verboden om een van de volgende inrichtingen geopend te houden: … d. inrichtingen waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of bedrijfsmatig vertoningen van erotisch- pornografische aard worden aangeboden;

Toelichting Het verbod in onderdeel d ziet op seksinrichtingen en seksbioscopen. Daaronder valt ook raamprostitutie.

Vallen escortdiensten onder dit verbod? Escortdiensten vallen niet onder dit verbod omdat er geen sprake is van een inrichting.

Verbod coffeeshops (artikel 2 lid 2 onder e)

Tekst verordening Artikel 2 lid 2. Het is verboden om een van de volgende inrichtingen geopend te houden: … e. Ook het openhouden van coffeeshops is verboden, behalve als afhaallocatie (onderdeel e). In dat geval dient de duur van het verblijf zoveel mogelijk beperkt te worden.

Toelichting Ook het openhouden van coffeeshops is verboden, behalve als afhaallocatie (onderdeel e). In dat geval dient de duur van het verblijf zoveel mogelijk beperkt te worden.

[nog geen vragen]

Uitzonderingsbepaling (artikel 2 lid 3)

Tekst verordening Artikel 2 lid 3: Deze verboden gelden niet voor de hulpdiensten en voor door de voorzitter van de veiligheidsregio aangewezen (categorieën van) gevallen.

[nog geen vragen]

6

Opvolgen aanwijzingen (artikel 3)

Tekst verordening Artikel 3. Opvolgen aanwijzingen Alle aanwijzingen ter uitvoering van deze verordening gegeven door daartoe bevoegde ambtenaren dienen onmiddellijk te worden opgevolgd.

Toelichting Dit artikel maakt duidelijk dat iedereen verplicht is om bevoegd gegeven aanwijzingen ter uitvoering van deze verordening onmiddellijk op te volgen. Het overtreden van deze verordening, inclusief het niet opvolgen van aanwijzingen, is als overtreding strafbaar gesteld in artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht. Dit wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

[Nog geen vragen]

Toezicht (artikel 4)

Tekst verordening Artikel 4. Toezicht Met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast: a. ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering; b. door de voorzitter van de veiligheidsregio aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering; c. door de voorzitter van de veiligheidsregio aangewezen toezichthouders; d. militairen van de Koninklijke Marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering.

Toelichting Op basis van de Politiewet 2012 en de Wet veiligheidsregio’s treden de politie en de Koninklijke marechaussee op ter handhaving van deze verordening. Daarnaast worden in artikel 4 toezichthouders aangewezen ten behoeve van de bestuursrechtelijke handhaving van deze verordening.

Wie kunnen er worden aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar? Op basis van artikel 4 kan de voorzitter van de veiligheidsregio boa’s aanwijzen voor inzet in de hele veiligheidsregio. De voorzitter kan er bijvoorbeeld voor kiezen om alle boa’s aan te wijzen die werkzaam zijn in een gemeente die behoort tot de betreffende veiligheidsregio, maar kan ook specifieke categorieën of personen aanwijzen. De boa’s kunnen dan in de hele veiligheidsregio worden ingezet.

3. Handhaving

In de toelichting op de modelverordening staat dat de voorzitter van de veiligheidsregio een last onder bestuursdwang of dwangsom kan opleggen op basis van artikel 125 Gemeentewet jo. artikel 39 Wet veiligheidsregio’s. Klopt dat wel? Dit is juridisch niet helemaal duidelijk. De Wet veiligheidsregio’s (Wvr) kent de voorzitter van de veiligheidsregio geen bevoegdheid toe om bij de toepassing van de bevoegdheden die op basis

7 van artikel 39 Wvr zijn overgegaan bestuursdwang toe te passen (of een dwangsom op te leggen). De algemene bestuursdwangbevoegdheid van artikel 125 Gemeentewet wordt in artikel 39 Wvr niet vermeld. Dit heeft de ongelukkige consequentie dat niet langer bestuursdwang kan worden toegepast bij de toepassing van de burgemeestersbevoegdheden die naar de voorzitter van de veiligheidsregio zijn overgegaan. Het is verdedigbaar dat de bestuursdwangbevoegdheid van artikel 125 Gemeentewet als het ware ‘connex’ met de in artikel 39 Wvr genoemde bevoegdheden meegaat naar de voorzitter van de veiligheidsregio. Hierover bestaat echter geen jurisprudentie, zodat aan de toepassing van bestuursdwang of een last onder dwangsom een juridisch risico kleeft. Om deze reden wordt de inzet daarvan in de handreiking over handhaving van de noodverordening ontraden.

Kan de voorzitter voor de handhaving ook gebruik maken van artikel 174 lid 2 Gemeentewet (en artikel 39 Wvr)? Artikel 174 Gemeentewet belast de burgemeester met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven; op basis van het tweede lid kan de burgemeester daarbij de bevelen geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn. Deze bevoegdheid behoort tot de bevoegdheden die op basis van artikel 39 Wvr naar de voorzitter zijn overgegaan. Deze basis kan inderdaad worden benut om concrete bevelen te geven als strafrechtelijke handhaving van de voorschriften uit de noodverordening (artikel 443 Sr) niet voldoende blijkt. Een noodbevel op basis van artikel 175 Gemeentewet biedt het voordeel dat daarbij indien noodzakelijk kan worden afgeweken van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften.

8