baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel 050 36 71 71 | fax 050 35 68 49 | www.wvi.be 05790 verzoek tot raadpleging gemeente Oostrozebeke plan_id: 37010_2,14_00014_00001 december 2015 RUP Cannie 1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer...... 3

2. beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan...... 4 2.1. beslissing tot opmaak...... 4 2.2. doelstelling...... 4 2.3. situering van het plangebied...... 4 2.4. mogelijke alternatieven - nulalternatief...... 5 2.4.1. mogelijke alternatieven...... 5 2.4.2. nulalternatief...... 5 2.5. afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht...... 5

3. een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma...... 6 3.1. D gezondheid en de veiligheid van de mens...... 7 3.2. de ruimtelijke ordening...... 8 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora...... 8 3.4. de energie- en grondstoffenvoorraden...... 9 3.5. de bodem...... 9 3.6. het water...... 11 3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren...... 13 3.8. het geluid...... 13 3.9. het licht...... 14 3.10. de stoffelijke goederen...... 14 3.11. het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed...... 14 3.12. het landschap...... 14 3.13. de mobiliteit...... 15 3.14. de samenhang tussen de genoemde factoren...... 16

4. relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM...... 17

5. in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben...... 17 1. inlichtingen en coördinaten 2. beschrijving en verduidelij- van de initiatiefnemer king van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor initiatiefnemer: het plan of onderdelen ervan Gemeente Oostrozebeke Ernest Brengierstraat 6 Het doel van het RUP is om een aantal zonevreemde 8780 Oostrozebeke bedrijven te bestendigen, nl.:

contactpersoon: Cannie Reinigingswerken is gespecialiseerd in het Diensthoofd grondgebiedzaken, Claudio Saelens: reinigen van putten en leidingen (septische putten, [email protected] regenputten, ontstoppen afvoerbuizen, reinigen riolen en mazouttanks);

opdrachthouder: Canigro + Cannie en Co NV is gespecialiseerd in Wvi grond-, afbraak- en wegeniswerken;

Baron Ruzettelaan 35 Cannie Geert NV is gespecialiseerd in landbouw-, 8310 Assebroek grond- en afbraakwerken. Dit omvat landbouwwer- contactpersonen: ken, alle grondwerken, afbraakwerken, contai- Nele Vanderstraeten: [email protected] nerdiensten, sorteren van bouw- en sloopafval, Ann Van Ackere [email protected] rioleringswerken en gieten en polieren van beton;

Het bedrijf Vandenberghe Sanitair huurt gebouwen binnen het plangebied. Deze dienen voor opslag. Recent werd een vergunning verkregen voor de aanleg van een bufferbekken ter hoogte van het plangebied. Het betreft een bufferbekken met een oppervlakte klei- ner dan 1 hectare. De vergunning werd verkregen als handeling van algemeen belang met beperkte impact en kan omwille van die reden afwijken van de gelden- de stedenbouwkundige voorschriften. Het doek van dit RUP betreft eveneens het bestemmen van de buffer- zone.

2.1. beslissing tot opmaak Bij gemeenteraadsbeslissing van 13 mei 2009 (in het kader van het raamcontract) werd de wvi aangesteld als ontwerper van het RUP “Cannie”.

wvi | dec ‘15 | verzoek tot raadpleging 3 De bedrijfsactiviteiten gelegen in onderhavig plange- 2.3. situering van het plangebied bied zijn gedeeltelijk zonevreemd. Voorafgaand aan Het plangebied wordt begrensd door: dit dossier werden reeds initiatieven genomen. Er wer- in het noorden: agrarisch gebied den nl. twee bedrijven, van de drie bedrijven die ge- in het oosten: de Breestraat en de bedrijvensite legen zijn in onderhavig RUP, opgenomen in het sec- opgenomen in het PRUP Breestraat. toraal BPA zonevreemde constructies, deel twee. Het in het zuiden: agrarisch gebied deelplan, waarin deze twee bedrijven gelegen waren, in het westen: Ballingstraat werd echter bij goedkeuring uitgesloten.

Het RUP is gelegen aan de gemeentegrens van Het RUP betreft een bestemmingswijziging voor de Oostrozebeke en . Het RUP omvat vier bedrijvensites. bedrijven gelegen ten oosten van het centrum van Oostrozebeke en een zone waar de gemeente een Het RUP betreft eveneens een bestemmingswijziging waterbuffer zal aanleggen. ifv het bufferbekken en een bijhorende groenzone die de achtergelegen industriële activiteiten ten aanzien Ten oosten van het plangebied is het bedrijventer- van de kern Oostrozebeke zal bufferen. rein Unilin Bospan en het regionaal bedrijventer- rein Breestraat, te Wielsbeke, gelegen. Ten westen 2.2. doelstelling is de woonuitbreiding Olieberg en het gemeentelijk De doelstelling van het RUP “Cannie” is de bestendi- containerpark met gemeentelijke loods gelegen. ging van de historisch gegroeide bedrijven conform de situering plangebied bepalingen van het GRS mogelijk te maken. Het op te maken RUP bestrijkt een gebied van 3 Het bestendigen van het bufferbekken. ha 49 a en 25 ca.

Art. 1: zone voor ambachtelijke bedrijvigheid, 2 Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgeno- ha 64 a en 99 ca. men RUP: Art. 2: bufferzone, 33 a en 11 ca.

er worden voorschriften opgesteld inzake de Art. 3: zone voor landschappelijke buffer met inrichting en ontsluiting van het plangebied, betref- natuurwaarde, 51 a en 15ca. fende de landschappelijke inkleding en de bestem- mingsmogelijkheden.

er worden specifieke voorschriften opgesteld met betrekking tot de bebouwing zoals bouwafstanden, bouwhoogtes, dakvormen, enz..

4 verzoek tot raadpleging | dec ‘15 | wvi 2.4. mogelijke alternatieven - 2.5. afbakening van het toepassings- natuurlijk milieu (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.) nulalternatief gebied en de plan-merplicht die niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhou- 2.4.1. mogelijke alternatieven afbakening van het toepassingsgebied en de plan- den.

de opmaak van het RUP kadert binnen het GRS, merplicht definitief aanvaard en goedgekeurd door de Be- Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. stendige Deputatie 23/03/2006. fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een 4.2.1. plan-MER-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt

op pagina 3 van het bindend gedeelte werd plan-mer van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine opgenomen dat een gebiedsgericht RUP inzake wijziging inhoudt, moet geen plan-MER worden opge- zonevreemde economische activiteiten dient opge- Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ maakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het maakt te worden. onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerleg- kan hebben (art. 4.2.3. § 3 D.A.B.M.) 2.4.2. nulalternatief bare wijze wordt vermoed dat deze plannen en pro-

Indien het RUP niet wordt opgemaakt, dan blijven gramma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. De administratie kan een plan dat van rechtswege de bedrijven zonevreemd en kunnen milieu- en Men onderscheidt twee groepen van plannen en pro- plan-MER-plichtig is na een gemotiveerd verzoek van bouwvergunningen moeilijk verkregen worden. gramma’s: de initiatiefnemer het voorgenomen plan of program-

Er is binnen de gemeente geen aanbod voor herlo- ma ontheffen van de van de verplichtingen inzake mi-

kalisatie voor dergelijke bedrijven. plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die lieueffectrapportage als de administratie oordeelt dat:

Indien het RUP niet wordt opgemaakt dan kan de tegelijkertijd Het voorgenomen plan of programma een

landschappelijke buffer niet bestendigd worden en een kader vormen voor de toekenning van een uitwerking, wijziging, herziening of voortzetting kan de aanleg van een groene aanleg niet afge- vergunning voor de in bijlagen I, II of III van inhoudt van een plan of programma waarvoor dwongen worden. het besluit van de Vlaamse Regering van 10 er reeds eerder een plan-MER werd goedge- december 2004 opgesomde projecten keurd en een nieuw plan-MER redelijkerwijze

niet het gebruik regelen van een klein gebied geen nieuwe of extra gegevens betreffende op lokaal niveau, noch een kleine wijziging aanzienlijke milieu-effecten kan bevatten; of

inhouden Indien in het kader van andere rapportages

betrekking hebben op landbouw, bosbouw, vis- of beoordelingen reeds een systematische serij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbe- en wetenschappelijk verantwoord analyse en heer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme evaluatie van de te verwachten gevolgen voor en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel mens en milieu gemaakt werd die voldoet aan 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.); de essentiële kenmerken van een plan-MER.

plannen en programma’s of de wijziging ervan (art. 4.2.3. § 3bis D.A.B.M.) waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een Het RUP vormt niet het kader voor de toekenning van passende beoordeling vereist is uit hoofde van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage art. 36ter, § 3, eerste lid, van het decreet van 21 I, II of III van het Besluit van de Vlaamse Regering van oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het 10-12-2004. Het betreft geen industrieterreinontwik- wvi | dec ‘15 | verzoek tot raadpleging 5 keling, aangezien het tot doel heeft om een cluster van 3. een beschrijving en een in- de klimatologische factoren zonevreemde bedrijven te bestendigen. Het RUP re- schatting van de mogelijke het geluid gelt het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal aanzienlijke milieu-effecten het licht niveau (totale oppervlakte van het RUP is 3 ha 49 a en van het voorgenomen plan of de stoffelijke goederen

25 ca, het houdt geen kleine wijziging in (bestendigen programma het cultureel erfgoed, met inbegrip van het zonevreemde bedrijven met beperkte uitbreiding en architectonisch en archeologisch erfgoed het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke het landschap

In de buurt van het plangebied bevinden zich geen Vo- aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma de mobiliteit gelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden zodat er geen op: de samenhang tussen de genoemde factoren passende beoordeling vereist is. de gezondheid en veiligheid van de mens Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffecten-

de ruimtelijke ordening schema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze conclusie: de biodiversiteit waarschijnlijk significant zijn worden verder in detail

Het RUP valt onder de screeningsplicht. de fauna en flora onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet signi-

de energie- en grondstoffenvoorraden ficant zijn wordt minder diep ingegaan.

de bodem

het water

de atmosfeer Ingreepeffectenschema

ingreep omvang in ruimte en mens mens lucht geluid licht, bodem water geur land- mobili- fauna erfgoed + tijd gezond- ruimt. en warmte schap teit en flora archeolo- heid aspecten trillingen stralingen gie Opp (m²) Duur Aanlegfase mogelijke oprichting nieuwe gebou- tijdelijk T/N* N T/N* T/N* N P/N* P/N* N T/N* N P/N* P/N* wen en aanleg nieuwe verhardingen aanleg bufferzones en schermgroen tijdelijk T/N* N N T/N* N N N N P/O N N P/N* Exploitatiefase werking bedrijven: reinigen van put- permanent N* N N* N* N N* N* N* N N* N* N ten en leidingen, grond-, afbraak- en wegeniswerken en landbouwwer- ken, alle grondwerken, afbraakwer- ken, containerdiensten, sorteren van bouw- en sloopafval, rioleringswerken en gieten en polieren van beton

N: niet significant effect – N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect – S: (waarschijnlijk) significant effect – T: tijdelijk effect – P: permanent effect – O: positief effect – V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag

6 verzoek tot raadpleging | dec ‘15 | wvi 3.1. De gezondheid en de veiligheid buffer. Deze percelen liggen ingesloten tussen het Het vergunde bufferbekken kan worden aange- van de mens bufferbekken en de Veldstraat. legd in een groene bestemmingszone. Door de

Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plan- referentie gebied aanwezig.

Het doel van het RUP is om de bestemming te Op ruim 2 km van het plangebied is een Seveso- wijzigen van de zonevreemde bedrijvensites naar inrichting aanwezig, nl. Unilin Flooring, Ooigem- een zone voor ambachtelijke bedrijvigheid. straat 3, 8710 Wielsbeke (lage drempelinrichting).

Het plangebied is een gebied met bedrijfsfunctie, volgens het gewestplan gedeeltelijk gelegen in beschrijving effect

landbouwgebied, woongebied met landelijk karak- De huidige bedrijfsactiviteiten kunnen worden ter en milieubelastende industrieën. verder gezet. Een beperkte uitbreiding van de

Het plangebied is gedeeltelijk gelegen in herbe- bedrijven is mogelijk binnen de contouren van vestigd agrarisch gebied. het plangebied. De bijkomende bebouwing die

Binnen de contouren van het RUP zijn verschil- toegelaten wordt dient ondermeer voor het inkap- lende ambachtelijke bedrijven gelegen. De bedrij- selen van technische installaties zoals breek- en ven Cannie zijn er historisch gegroeid vanuit een zeefmachines. Hierdoor zal er minder geluid zijn familiebedrijf. De activiteiten van de familie Cannie van de bedrijvigheid. De voorwaarde voor het zijn in 1957 als vlasverwerkend bedrijf gestart in afleveren van een vergunning is gekoppeld aan de Veldstraat. Het familiebedrijf startte in de jaren het realiseren van een groenbuffer rondom de site. 60 met het uitvoeren van landbouwloonwerk. In Dit om de visuele hinder van het bedrijf te beper- gewestplan 1975 ondervond het bedrijf moeilijkheden omwille ken ifv de omgeving en de overgang naar het open van de afnemende landbouwactiviteiten in de regio landbouwgebied. De groenbuffer dient eveneens en schakelde gedeeltelijk over naar grond- en de bedrijvensite duidelijk af te bakenen.

saneringswerken. Het familiebedrijf werd in 1994 De huidige bedrijfsactiviteiten van de bedrijven opgesplitst in drie naamloze vennootschapen, nl.: Cannie zijn gelegen in het herbevestigd agrarisch Cannie Reiningingswerken, Cannie Geert en Cani- gebied. Met uitzondering van het perceel in eigen- gro. Op de gronden van Canigro bevind zich even- dom van Cannie Geert, zuidoostelijk gelegen van eens het bedrijf Cannie & Co, in eigendom van het plangebied. Eveneens het perceel in gebruik dezelfde eigenaars. Een vijfde bedrijf die in het van Vandenberghe Sanitair is niet gelegen in plangebied is gelegen is het bedrijf Vandenberghe herbevestigd agrarisch gebied. De bedrijven zijn er Sanitair. Het bedrijf huurt een gebouw voor opslag historisch gegroeid vanuit een agrarisch verleden van materiaal. De gebouwen zullen in de toekomst en een gedeelte van de bedrijven is in woongebied verworven worden door het bedrijf Cannie Geert. met landelijk karakter gelegen. Bovendien ver-

Het doel van het RUP is om de bestemming te meldt het GRS van Oostrozebeke in het richting- wijzigen van het vergunde bufferbekken en de gevend en bindende gedeelte dat er een oplos- aangrenzende percelen ifv een landschappelijke sing zal worden geboden aan de zonevreemde bedrijven. herbevestigde agrarische gebieden (HAG) wvi | dec ‘15 | verzoek tot raadpleging 7 bestendiging van de zone zal de stapelzone die bebouwd werden en benut worden blijft de impact natuurwaarde ifv de integratie van een bufferbek- het bedrijf Cannie Geert nu zonevreemd benut op de ruimtelijke- functionele samenhang van de ken.

dienen aangelegd te worden als groenzone die de agrarische structuur eerder beperkt. Ten oosten van het plangebied is het bedrijven-

achterliggende industriële zone zal bufferen. Door de aanleg van een bufferbekken waar me- terrein Unilin Bospan en het bedrijventerrein degebruik door landbouwers mogelijk is omwille Breestraat gelegen. Ten westen is de woonuitbrei- andere randvoorwaarden die de effecten beperken van een aanzuigpunt die zal voorzien worden en ding Olieberg en het gemeentelijk containerpark Ten oosten van het plangebied werd een industrie- het feit dat het gedeeltelijk een bestaande groene met gemeentelijke loods gelegen. gebied bestemd als agrarisch gebied als compen- zone betreft en gedeeltelijk een zonevreemde Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het satiezone voor de opmaak van het PRUP regionaal stapelzone die zal bestendigd worden als groene GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruim- bedrijventerrein Breestraat. Het betreffen voornamelijk zone ifv de landschappelijke buffering blijft de im- telijke uitvoeringsplannen. In het bindend gedeelte akker- en weilanden. Er is een kleine tuinzone en zo- pact op de ruimtelijke- functionele samenhang van werd opgenomen dat een gebiedsgericht RUP in- nevreemde woning in gelegen. Het gebied sluit aan op de agrarische structuur eerder beperkt. zake zonevreemde economische activiteiten dient het noordelijke gelegen agrarisch gebied en versterkt In de omgeving van het RUP liggen geen Seveso- opgemaakt te worden. het landbouwgebied de Oude Mandel en de as Oostro- bedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het zebeke en Wielsbeke. In het voorontwerp van het RUP plangebied geen risico’s lopen verbonden aan beschrijving effect (juni 2014) werd dit gebied, gelegen op grondgebied dergelijke bedrijven. Het RUP betreft een bestemmingswijziging van voor-

Oostrozebeke, opgenomen als compensatiezone voor Het RUP vormt niet het kader voor de oprichting namelijk landbouw en woongebied met landelijk ka- de opmaak van het RUP. Omdat het gebied eveneens van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet rakter naar een zone voor ambachtelijke bedrijvigheid. als compensatiezone was opgenomen in het ontwerp blootgesteld worden aan de risico’s die dergelijke De bedrijvigheid is functioneel verenigbaar met de om- van het PRUP Breestraat kon de zone niet weerhou- bedrijven met zich meebrengen. geving en overschrijdt de ruimtelijke draagkracht van den worden in onderhavig RUP. Er zijn geen andere De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende de omgeving niet. Een herlokalisatie weegt niet op te- gebieden op grondgebied Oostrozebeke die in aan- risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van gen een bestendiging ter plaatse gezien de historische merking kunnen komen als compensatiegebied. de omwonenden opleveren. context, de mogelijkheden van de huidige locatie en het gebrek aan gronden die in aanmerking kunnen ko- plangeïntegreerde maatregelen 3.2. de ruimtelijke ordening men voor herlokalisatie.

Er zal een landschappelijke buffer gerealiseerd Er wordt een landschappelijke buffer bestemd ifv de worden rondom de bedrijvencluster ifv: referentie integratie van een bufferbekken en een groene buf-

een kwalitatieve overgang naar het aangren- Het RUP situeert zich ten oosten van de woonkern fering van de achterliggende industriële zone. Een zende open agrarisch gebied van Oostrozebeke. onderdeel van deze landschappellijke buffer wordt nu

een duidelijke afbakening van de bedrijven. Het RUP is gelegen ter hoogte van de gemeente- benut als zonevreemde opslagzone. Dit zal door de

Er zal een landschappelijk buffer gerealiseerd grens van Oostrozebeke en Wielsbeke. Het RUP bestemmingszone eveneens niet mogelijk zijn. worden ter hoogte van het bufferbekken. omvat vijf bedrijven gelegen ten oosten van het centrum van Oostrozebeke. plangeïntegreerde maatregelen conclusie Het RUP is gelegen ter hoogte van de Gaverbeek, Er worden beperkte uitbreidingsmogelijkheden ifv in-

Door de compactheid van het terrein en het feit dat waarbij een landbouwzone in het RUP wordt kapseling breek- en zeefinstallatie, kantoorruimte, op- het gesitueerd is tussen reeds bestaande bebouw- bestemd als zone voor landschappelijke buffer met slag, ed. voorzien. Er worden deelzones aangeduid de gebieden, en de gronden reeds een lange tijd die de inname van de verschillende bedrijven verdui-

8 verzoek tot raadpleging | dec ‘15 | wvi delijken. Per deelzone wordt een maximale bebouw- bomenrij met dominantie van populier (Populus bare oppervlakte bepaald. Dit in functie van een opti- sp.), als biologisch waardevol gekarteerd. male bedrijfsuitvoering. De uitbreidingsmogelijkheden Het zuidelijk gelegen plangebied betreft gedeel- zijn beperkt waardoor de het bebouwingspercentage telijk een private tuin, noordelijk hiervan een laag blijft. zonevreemde opslagruimte door het bedrijf Cannie Alle technische installaties die geluidsoverlast kunnen Geert en westelijk hiervan een smalle landbouw- veroorzaken dienen ingekapseld te worden. strook, benut als akkerland. De private tuin werd Er zal een landschappelijke buffer gerealiseerd wor- in het BWK opgenomen als biologisch waardevol den ifv: gebied. Het betreft een complex van biologisch

een kwalitatieve overgang naar het aangrenzende minder waardevolle en waardevolle elementen. open agrarisch gebied, Specifiek als zeer soortenarme graslanden, bo-

een duidelijke afbakening van de bedrijven. menrij met dominatie van Beuk en houtkant met De aanleg van de landschappelijke buffer dient volle- dominantie van Haagbeuk. dig gerealiseerd te worden ten laatste het eerste plant- Er bevinden zich geen habitat- of vogelrichtlijnge- seizoen na de inwerkingtreding van het RUP. bieden in de onmiddellijke omgeving

Het plangebied ligt niet in de omgeving van een conclusie gebied van het VEN/IVON geen aanzienlijk effect Op het grondgebied van de gemeente Oostroze- beke is het kanaaal -Leie geselecteerd 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de als natte ecologische infrastructuur van bovenlo- flora kaal belang (niet gelegen binnen het plangebied). referentie beschrijving effect

Romdom de bedrijven is de landschappelijke De realisatie van het RUP houdt geen bedreiging in beplanting slechts zeer beperkt en op sommige voor (waardevolle) natuur binnen of buiten het plange- plaatsen niet ingericht. Op de BWK werd er ter bied. Indien de door het RUP voorgeschreven groen- hoogte van een huidige stapelruimte een bomenrij buffers gerealiseerd worden, kan dit een positief effect met dominantie van els (Alnus sp.), als biologisch voor de biodiversiteit betekenen. waardevol gebied gekarteerd. Deze bomenrij, gelegen langsheen de Gaverbeek, werd door de plangeïntegreerde maatregelen karteerder tijdens juni 2005 tijdens een terrein- De resterende bomenrij ter hoogte van het bedrijf Can- bezoek vastgesteld. Deze bomenrij werd recent nie Geert werd in het bestemmingsplan aangeduid. In gedeeltelijk verwijderd, ifv een doorgang naar de de voorschriften worden voorschriften opgenomen ifv stapelruimte. behoud en instandhouding.

Ter hoogte van het oostelijk deel van het bedrijf Rondom de bedrijvensites en het bufferbekken dient Cannie Geert werd een bomenrij met dominantie een landschappelijke groenbuffer gerealiseerd te wor- van (al dan niet geknotte) wilg (Salix sp.) en een den. biologische waarderingskaart wvi | dec ‘15 | verzoek tot raadpleging 9 conclusie landbouwtyperingskaart: Een deel van het plange- De bijkomstige bebouwing en/of verharding die In het plangebied bevinden zich geen waardevolle bied is in de LTK gelegen in een agrarisch gebied door het RUP wordt mogelijk gemaakt zal resulte- fauna of flora die verloren dreigen te gaan door de op- met zeer hoge waardering, het overige gedeelte ren in een verminderde infiltratie van hemelwater maak en de mogelijkheden opgenomen in het RUP. werd aangeduid als niet- agrarische gebied met naar de bodem. Omdat het terrein in de bestaande Het RUP tracht de bestaande waardevolle fauna te een lage waardering. Het zuidelijke deel van het toestand reeds voor een deel bebouwd en verhard behouden en aan te vullen door middel van de aanleg plangebied is in de LTK gelegen in een agrarisch werd is deze verminderde infiltratie beperkt. van landschappelijke buffers. gebied met een matige waardering. Aangezien er door de gemeente een bufferbekken

GAS-kaart: De gewenste agrarische structuur volgt zal aangelegd worden in het zuidelijke plangebied 3.4. de energie- en grondstoffen- de contouren van de gewestplanbestemming. Het worden de ingesloten percelen bestemd als land- voorraden westelijke en zuidelijke plangebied is (gedeeltelijk) schappelijke buffer met natuurwaarde. Bebouwing gelegen in de gewenste agrarische structuur. Het en verharding is er niet mogelijk. Het bekken wordt referentie betreft de gronden ten westen en noorden van het voorzien als een plaatselijke verbreding van de In de omgeving van het plangebied liggen geen ont- plangebied. Gaverbeek. Het voorziene bufferbekken werd ginningsgebieden. erosiekaarten: de gronden zijn niet gelegen in geconcipieerd om het oppervlaktewater van de erosiegevoelige gebieden. Breestraat op een regelbare manier op te vangen conclusie VLAREBO-activiteiten: Er zijn VLAREBO-activitei- in de Gaverbeek. Het gevraagde kadert in de De ontwikkeling van het plangebied heeft geen gevol- ten gekend in het plangebied, nl. op de percelen aanleg van meerdere bekkens die als bedoeling gen voor de verdere exploitatie van enige ontginnings- sectie F nrs. 282e, 282f, 287m, 287n, 290m, 289r hebben de afvoer van opgevangen hemelwater gebieden. Geen aanzienlijk effect. (o.m. tijdelijke opslag van gronden). en de overlast binnen het stroomgebied van de

In het studiegebied zijn geen bedrijven of activitei- Gaverbeek te regelen.

3.5. de bodem ten gevestigd onderworpen aan de milieuvergun- De bestaande bedrijfsactiviteiten kunnen behou- ningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbe- den worden, de daarmee samenhangende kansen referentie voegdheid heeft. op bodemverontreiniging (gekende VLAREBO-

Het plangebied betreft twee gebieden. Het Er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens activiteiten) blijven. westelijke deel betreft een aangesneden gebied bekend over verontreinigde gronden binnen het voornamelijk in functie van historisch gegroeide plangebied. Voor de gronden van het bedrijf Can- plangeïntegreerde maatregelen

bedrijven met drie woningen. Het zuidelijke deel nie Geert is er een oriënterend bodemonderzoek De gronden gelegen in art. 3 sluiten aan op het betreft enkele percelen in gebruik voor landbouw, gekend. noordelijke gelegen agrarisch gebied en verster- zonevreemde stapelruimte en tuinzone. ken het landbouwgebied de Oude Mandel en de

bodemkaart: Volgens de bodemkaart bestaan de beschrijving van het effect as Oostrozebeke en Wielsbeke.

gronden uit het centrale gedeelte uit een natte Aangezien de bedrijven historisch gegroeid zijn, De bebouwbare zones in de zone voor ambachte- zandlemige bodem. De overige gronden werden het terrein gesitueerd is tussen reeds bestaande lijke bedrijvigheid worden beperkt.

aangeduid als vochtige zandbodem. Met uitzon- bebouwde gebieden, en de gronden reeds een Er wordt een bufferzone op het bestemmingsplan dering van de aangeduide bebouwde gronden ter lange tijd bebouwd werden en benut worden blijft ingetekend die als landschappelijke buffer dient hoogte van de Veldstraat. Volgens de bodemkaart de impact op de ruimtelijke- functionele samen- aangelegd te worden ifv landschappelijke inpas- bestaan de gronden in het westelijke plangebied hang van de agrarische structuur eerder beperkt. sing. Ter hoogte van de woningen aansluitend op

uit vochtig zandleem.

10 verzoek tot raadpleging | dec ‘15 | wvi het plangebied dient schermgroen aangeplant te worden.

Er wordt een zone bestemd als landschappelijke buffer met natuurwaarde met specifieke aandui- ding voor de inrichting van het bufferbekken, de inrichtingsvoorschriften hebben eveneens betrek- king op de inrichting groenbuffer.

Het RUP vormt niet het kader voor de bouw van nieuwe bedrijven met eventuele nieuwe VLARE- BO-activiteiten. wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken De gewestelijke stedenbouwkundige verordening be- paalt dat hemelwater zoveel mogelijk moet opgevan- gen worden om nuttig gebruikt te worden en indien dit niet kan ter plaatse moet geïnfiltreerd worden. Als laatste keuze kan hemelwater gebufferd en vertraagd afgevoerd worden. bodemkaart erosiegevoeligheid conclusie

geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van de voorgestelde maatregelen

Gewenste agrarische structuur (GAS) landbouwtyperingskaart wvi | dec ‘15 | verzoek tot raadpleging 11 3.6. het water In de wijdere omgeving van het plangebied zijn er Het plangebied behoort niet tot het winterbed geen relevante meetpunten van de VMM. van een grote rivier. referentie

De Gaverbeek loopt doorheen het plangebied. Ten overstromingskaarten: signaalgebieden:

zuiden van het plangebied is de Gaverbeek geca- Het RUP is niet gelegen in een risicozone voor Het plangebied is niet gelegen in een signaalgebied. tegoriseerd als 2de categorie (beheerder Provincie overstromingen (afbakening 2006) en niet in een West-Vlaanderen) en het noordelijk deel van de recent overstroomd gebied (ROG 2005). Aan de zoneringsplan: waterloop is gecategoriseerd als 3de cat. (beheer- overzijde van de Veldstraat werd het perceel aan- Volgens het zoneringsplan van de gemeente Oostro- der gemeente Oostrozebeke). De Gaverbeek geduid als recent overstroomd gebied (ROG). zebeke ligt het plangebied in het collectief te optimali-

werd, ter hoogte van het bedrijf Cannie Geert, op Het RUP is niet gelegen in een van nature over- seren buitengebied (groene cluster). enkele plaatsen overwelfd ifv een doorgang naar stroombaar gebied (NOG), met uitzondering van de achterliggende stapelruimte. het centrale gedeelte dat aangeduid werd als van verziltingskaart:

Het zuidelijk gelegen plangebied betreft een nature overstroombaar door een waterloop, de Het plangebied ligt niet in een verzilt gebied. gebied waar recent (18 april 2014) een vergunning Gaverbeek. werd voor verkregen voor de aanleg van een buf- beschrijving effect

ferbekken. De vergunning voorzien in een beperkt watertoetskaarten: De activiteiten van de bedrijven zullen gelijk blijven

bufferbekken, ter grootte van 2000m². Het bekken Het RUP is beperkt gelegen in een ‘effectief van aard en eventueel beperkt uitbreiden in om- wordt voorzien als een plaatselijke verbreding van overstromingsgevoelig gebied’. Het betreft een vang. Er wordt geen bijkomende waterverontreini- de Gaverbeek. kleine zone ter hoogte van de Veldstraat. In ging verwacht.

Het plangebied behoort tot het bekken van de Leie de nabijheid zal het bufferbekken aangelegd Door de aanleg van bijkomende verhardingen en/ en het deelbekken van de Devebeek. In de omge- worden. Het voorziene bufferbekken werd of de oprichting van bijkomende gebouwen zal er ving van het plangebied bevinden zich volgende geconcipieerd om het oppervlaktewater van enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat lokaliseerbare acties van het bekkenbeheerplan: de Breestraat op een regelbare manier op te aanleiding geeft tot verdroging en anderzijds zal Acties in het kader van het optimalisatieprogram- vangen in de Gaverbeek. Het gevraagde kadert het hemelwater versneld afgevoerd worden, wat ma 2008-2010. in de aanleg van meerdere bekkens die als aanleiding geeft tot een hogere belasting van de

Binnen het plangebied bevinden zich geen water- bedoeling hebben de afvoer van opgevangen ontvangende waterlopen.

wingebieden en beschermingszones type I, II of III, hemelwater en de overlast binnen het stroom- Door de aanleg van het bufferbekken zal de water- afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse gebied van de Gaverbeek te regelen. overlast ter hoogte van de Gaverbeek aangepakt

Regering van 27-03-1985 houdende nadere rege- Het centrale deel van het plangebied is gelegen worden. len voor de afbakening van waterwingebieden en in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

de beschermingszones. Het centrale deel van het plangebied is even-

Het plangebied ligt niet in een oppervlaktewater- eens gelegen in een zeer gevoelig gebied voor wingebied. In het plangebied liggen geen waterlo- grondwaterstroming. Het overige gedeelte werd pen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnor- aangeduid als matig gevoelig.

men voor water bestemd voor drinkwaterproductie. Het plangebied is hoofdzakelijk gecategoriseerd

Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar als infiltratiegevoelig gebied, met uitzondering over de waterlopen in de onmiddellijke omgeving. van het centraal gelegen deel.

12 verzoek tot raadpleging | dec ‘15 | wvi Het bufferbekken wordt bestendigd in de voor- schriften. De ingesloten percelen worden even- eens bestemd als groene zone dit in functie van het bouwvrij houden van deze percelen ifv maximale infiltratie en ifv het optimaliseren van de landschappelijke buffer ten aanzien van de impact van de achterliggende bedrijfsgebouwen.

conclusie geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van de voorgestelde maatregelen

3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren

referentie

Het plangebied is opgesplitst in twee zones. De overstromingsgevoelige gebieden infiltratiegevoelige gebieden westelijke zone is momenteel in gebruik door enkele bedrijven. Het zuidelijke deel betreft enkele andere randvoorwaarden die de effecten beperken percelen in gebruik voor landbouw, zonevreemde Het (huishoudelijk) afvalwater wordt gescheiden afge- stapelruimte en tuinzone.

voerd. De bedrijven zijn actief in de sector van de grond- en afbraakwerken. Het opslaan, breken en zeven wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken van aarde en steenpuin kan stofhinder met zich De gewestelijke stedenbouwkundige verordening in- meebrengen.

zake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzie- Het geoloket VMM advisering RUP-thema Lucht ningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en geeft volgende waarden voor het plangebied (ge- hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater middelden 2010-2012):

in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (he- Het aantal overschrijdingen van de norm voor melwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïn- PM10-daggemiddelde (fijn stof) van 50 µg/m³ filtreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd bedraagt 26 (21 in de oostelijke hoek van het afgevoerd. plangebied)

Het PM10-jaargemiddelde bedraagt 26 µg/m³ plangeïntegreerde maatregelen (24 µg/m³ in de oostelijke hoek van het plange-

Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van bied)

grote ondergrondse constructies die de grondwa- Het NO2-jaargemiddelde bedraagt 22 µg/m³ (18 grondwaterstromingsgevoelige gebieden terstroming kunnen verstoren. µg/m³ in de oostelijke hoek van het plangebied). wvi | dec ‘15 | verzoek tot raadpleging 13 De totale index bedraagt 6 (middelmatig) (5 3.8. het geluid beschrijving effect

(gewoon) in de oostelijke hoek van het plange- Tijdelijke geluidshinder bij de aanleg van nieuwe bied). referentie verhardingen of de bouw van nieuwe constructies.

De luchtkwaliteit in het plangebied stelt momenteel Het plangebied is opgesplitst in twee zones. De Lawaaihinder door een beperkte uitbreiding van de geen problemen. westelijke zone is momenteel in gebruik door bedrijfsactiviteiten. Indien het RUP wordt goed- enkele bedrijven. Het zuidelijke deel betreft enkele gekeurd kunnen twee breek- en zeefinstallaties beschrijving effect percelen in gebruik voor landbouw, zonevreemde binnen in een gebouw geplaatst worden. Dit zal

tijdelijke stofhinder bij het aanleggen van beperkte stapelruimte en tuinzone. aanleiding geven tot een afname van het geluid in

bijkomende verhardingen of de oprichting van De bedrijven zijn gelegen in de oostelijke uitloper de omgeving.

beperkte bijkomende gebouwen. van het hoofddorp Oostrozebeke langsheen de Beperkte bijkomende lawaaihinder door een be-

luchtverontreiniging door de activiteiten van de Veldstraat, aansluitend met een kleine wooncon- perkte toename van de mobiliteit (aan- en afvoer bedrijven (o.a. grond- en afbraakwerken, opslag, centratie en een grootschalige industriële zone. van de bedrijven en mobiliteit van de werknemers).

breken en zeven van aarde en steenpuin). De De aard van de bedrijven: Het aantal voertuigbewegingen zou evolueren van

activiteiten kunnen slechts beperkt uitbreiden. Cannie Reinigingswerken: Het bedrijf Cannie 20 per dag naar 30 per dag voor de hele bedrijven

luchtverontreiniging door de mobiliteit gerelateerd Reinigingswerken is gespecialiseerd in het cluster. Dit is eerder beperkt (zie ook onder 3.13. aan de bedrijven (aan- en afvoer naar de bedrij- reinigen van putten en leidingen. mobiliteit).

ven, werknemers...). Deze mobiliteit zal slechts Geert Cannie: Het bedrijf is gespecialiseerd in beperkt uitbreiden (van 20 voertuigbewegingen per landbouw-, grond- en afbraakwerken. Dit omvat plangeïntegreerde maatregelen dag naar 30 voertuigbewegingen per dag voor de landbouwwerken, alle grondwerken, afbraak- In de voorschriften zullen er bepalingen opgenomen hele bedrijvencluster, zie ook onder 3.13. mobili- werken, containerdiensten, sorteren van bouw- worden ifv het beperkten van de geluidsoverlast. Zo teit). en sloopafval, rioleringswerken en gieten en dienen alle technische installaties die geluidsoverlast polieren van beton. kunnen veroorzaken ingekapseld te worden. plangeïntegreerde maatregelen Canigro + Cannie en Co: De bedrijven zijn ge- Indien het RUP wordt goedgekeurd, krijgen 2 bedrij- specialiseerd in grond- en afbraakwerken. conclusie ven de mogelijkheid om een gebouw op te richten Vandenberghe Sanitair: In het oostelijke deel Dit effect is eerder kleinschalig. waarin de breek- en zeefinstallatie kan ondergebracht van het plangebied, thv het bedrijf Cannie worden. Dit zal resulteren in een vermindering van de Geert, wordt tijdelijk een gebouw gehuurd door 3.9. het licht stofverspreiding in de omgeving. het bedrijf ifv opslag.

De gemeente heeft geen kennis van gegronde referentie Wetteleijk randvoorwaarden die de effecten beperken klachten aangaande geluidshinder. De aard en de Het westelijke deel van het bedrijf is nu reeds inge- EPB-regelgeving werking van de bedrijven bezorgen weinig overlast bruik door de bedrijven en kent dus een zekere mate t.o.v. de onmiddellijke omgeving, gezien in de van verlichting. conclusie bedrijven geen productieactiviteiten plaatsvinden. Dit effect is eerder kleinschalig. Indien het RUP wordt Met uitzondering van de verwerking van afvalstof- uitgevoerd, kan de stofhinder in de omgeving beperkt fen. Deze activiteiten zijn slechts tijdelijk of zullen worden. ingekapseld voorzien worden.

14 verzoek tot raadpleging | dec ‘15 | wvi beschrijving effect Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn systematische opgraving van de bedreigde archeolo- geen bijkomende lichthinder beschermde landschappen gelegen. gische erfgoedwaarden.

Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn plangeïntegreerde maatregelen beschermde dorpsgezichten gelegen. conclusie

Het RUP vormt niet het kader voor projecten die veel Archeologie: Er zijn geen gegevens beschikbaar Beperkte effecten op mogelijk archeologisch erfgoed verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, over archeologisch erfgoed binnen het plangebied. als de wettelijke bepalingen terzake nageleefd wor- serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlich- De Centrale Archeologische Inventaris is een den. te terreinen. inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van 3.12. het landschap conclusie het archeologisch erfgoed dat voor ons verbor- geen effect gen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op referentie

basis van de Centrale Archeologische Inventaris In het plangebied zijn geen ankerplaatsen.

3.10. de stoffelijke goederen uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid In het plangebied zijn geen relictzones

van archeologische sporen. De aan- of afwezig- Het westelijke en zuidelijke deel van het plange- referentie heid van archeologische sporen dient met verder bied is gedeeltelijk gelegen in agrarisch gebied.

Het westelijke deel van het plangebied is in eigen- onderzoek vastgesteld te worden. Het betreffen historisch gegroeide bedrijven en

dom van de familie Cannie. De bedrijven Cannie Aangezien het gebied gedeeltelijk al bebouwd is, enkele percelen in gebruik voor landbouw, zone- wensen hun activiteiten op de site verder te zetten. zullen eventueel aanwezige archeologische spo- vreemde stapelruimte en tuinzone. Rondom de Er is geen herlokalisatie mogelijk. Een herlokali- ren mogelijk al aangetast zijn. bedrijven ontbreekt echter een landschappelijke satie is bedrijfseconomisch niet verantwoord. Er aankleding. is eveneens geen aanbod voor herlokalisatie voor beschrijving effect dergelijke bedrijven in de gemeente Oostrozebeke. Bij de aanleg van verharding, de bouw van bijkomen- beschrijving effect de bebouwing, de aanleg van het bufferbekken kan Door de realisatie van het RUP worden slechts be- beschrijving effect eventueel nog aanwezig archeologisch erfgoed verlo- perkte uitbreidingen mogelijk. De aanplant van een Een onteigening is niet nodig. ren gaan. groenbuffer kan de bedrijven visueel in het landschap inpassen. De aanleg van het bufferbekken en de bij- conclusie wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken horende landschappelijke buffer zullen bijdragen aan geen effect Op grond van de zorgplicht zoals bepaald in het de- de landschappelijke beleving door het bufferen van de creet houdende Bescherming van het archeologisch achterliggende industriële gebouwen. 3.11. het cultureel erfgoed, met inbe- Patrimonium van 30 juni 1993 (B.S. 15-09-1993), ge- grip van het architectonisch en wijzigd bij decreet van 18 mei 1999 (B.S. 08-06-1999) plangeïntegreerde maatregelen

archeologisch erfgoed en 28 februari 2003 (B.S. 24-03-2003) en de door Rondom het plangebied dient een buffer gereali- België ondertekende Europese conventie van Malta seerd te worden ifv een kwalitatieve landschappe- referentie moet de bouwheer, indien relevant, de nodige tijd en lijke overgang.

Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn financiële middelen voorzien voor een proefonderzoek De aanleg van de landschappelijke buffer met na- beschermde monumenten gelegen. en - indien in dit proefonderzoek relevante archeolo- tuurwaarde dient volledig gerealiseerd te worden gische sporen worden aangetroffen - een eventuele wvi | dec ‘15 | verzoek tot raadpleging 15 ten laatste het eerste plantseizoen na de inwer- geeft naar de N305. Via de N305 kunnen de omlig- bestaande verkeersintensiteiten: kingtreding van het RUP. gende gemeentes en bereikt De huidige verkeersdruk naar de bedrijven is beperkt. worden. De bedrijven genereren volgende bewegingen per conclusie dag:

Ten oosten van het plangebied werd een industrie- De Breestraat, de Hoogleenstraat en de N305 zijn lo- Cannie Reinigingswerken: 3 maal/dag is er een gebied bestemd als agrarisch gebied als compen- kale verbindingswegen. Deze hebben een capaciteit voertuig die van het bedrijf op- en afrijdt naar de satiezone voor de opmaak van het PRUP regionaal in functie van de leefbaarheid van 650 voertuigbewe- omliggende gemeentes. Het betreft vrachtwagens bedrijventerrein Breestraat. Het betreffen voornamelijk gingen per uur per rijrichting. of bedrijfswagens. akker- en weilanden. Er is een kleine tuinzone en zo- Cannie en Co: 2 maal/dag is er een voertuig die nevreemde woning in gelegen. Het gebied sluit aan op- en afrijdt naar de omliggende gemeentes. Het op het noordelijke gelegen agrarisch gebied en ver- betreft vrachtwagens of bedrijfswagens. sterkt het landbouwgebied de Oude Mandel en de as Cannie Geert: 5 maal/ dag is er een voertuig die Oostrozebeke en Wielsbeke. In het voorontwerp van van het bedrijf op- en afrijdt. Het betreft 2 vracht- onderhavig RUP (juni 2014) werd dit gebied, gelegen wagens en 3 wagens. op grondgebied Oostrozebeke, opgenomen als com- In totaal genereert de bedrijvencluster circa 20 pensatiezone voor de opmaak van het RUP. Omdat voertuigbewegingen naar omliggende gemeentes. het gebied eveneens als compensatiezone was opge- Deze bewegingen gebeuren gespreid over de dag. nomen in het ontwerp van het PRUP Breestraat kon de zone niet weerhouden worden in onderhavig RUP. Er zijn geen andere gebieden op grondgebied Oostro- zebeke die in aanmerking kunnen komen als compen- satiegebied.

3.13. de mobiliteit referentie De bedrijven zijn goed gelegen t.o.v. de gewenste verkeers- en vervoersstructuur. Via de wegen Veld- straat en Papestraat waarop de bedrijvencluster ont- sluit, wordt de Breestraat bereikt. In zuidelijke richting kan doorgereden worden naar de N357 - Rijksweg en via de Ridder De Ghellinckstraat kan de N382 bereikt worden. De N382 vormt de belangrijkste drager voor vrachtvervoer in de regio. De N382 werd geselecteerd als secundaire weg type I. In noordelijke rijrichting kan aansluiting gevonden wor- den op de Hoogleenstraat die op zijn beurt verbinding bestaande ontsluitingswegen atlas der buurtwegen

16 verzoek tot raadpleging | dec ‘15 | wvi Er zijn geen telgegevens van het omliggende wegen- De Breestraat en de Hoogleenstraat zijn lokale verbin- 3.14. de samenhang tussen de ge- net beschikbaar. Er worden geen verkeersproblemen dingswegen en hebben een capaciteit in functie van noemde factoren gemeld op deze lokale wegen. de leefbaarheid van 650 voertuigbewegingen per uur per rijrichting. Er worden geen cumulatieve effecten verwacht Er bevinden zich noch busverbindingen noch fiets- routes in de nabije omgeving van de bedrijvencluster. De bedrijvencluster vertegenwoordigt minder dan conclusie Voor het type activiteiten van de bedrijven, bieden 5% van de maximale verkeersgeneratie die de lokale geen aanzienlijk effect deze vervoersmodi geen meerwaarde. wegen kunnen verwerken. De toename van de ver- keersgeneratie vertegenwoordigt slechts 1,5% van de De bestaande wegen in de nabije omgeving vallen sa- capaciteitswaarde. Er werd daarenboven nog geen men met de buurtwegen op de atlas: rekening gehouden met de spreiding van het verkeer

chemin 29 - Ballingstraat; over de verschillende rijrichting en de omliggende we-

chemin 28 - Veldstraat; gen.

chemin 9 - Papestraat;

chemin 6 werd afgeschaft in de jaren ‘80, maar de conclusie straat zelf, Breestraat, werd behouden. De bijkomende vrachtbewegingen zijn aan de lage kant en kunnen niet als een aanzienlijk effect be- beschrijving effect schouwd worden. De bedrijven hebben binnen de contouren van het plangebied nog ruimte ter beschikking ifv een beperk- te uitbreiding. In de voorschriften werd een beperkte uitbreiding van de bebouwing mogelijk gemaakt. De bedrijfsactiviteiten zullen hierdoor beperkt kunnen toe- nemen.

Twee van de bedrijven verwachten een toename van verkeersbewegingen:

Cannie reinigingswerken zal van 6 voertuigbewe- gingen naar 10 evolueren;

Cannie en Co zal van 4 voertuigbewegingen naar 10 evolueren;

Het derde bedrijf verwacht geen toename. In totaal zullen er in de toekomst 30 voertuigbewegin- gen per dag gegenereerd worden door de bedrijven- cluster (10 bijkomende voertuigbewegingen)

wvi | dec ‘15 | verzoek tot raadpleging 17 4. relevante gegevens met 5. in voorkomend geval een inbegrip van de redenen beoordeling of het voorge- waarom de initiatiefnemer nomen plan of programma meent geen plan-mer grensoverschrijdende of te moeten opmaken gewestgrensoverschrijdende overeenkomstig art. 4.2.6, aanzienlijke milieueffecten §1, 5° van het DABM kan hebben

Het RUP heeft enerzijds als doel om een aantal zone- Het RUP betreft een bestendiging van zonevreemde vreemde bedrijven te bestendigen. Er worden kleine bedrijven gedeeltelijk gelegen landbouwgebied in de uitbreidingen met betrekking tot de gebouwen en de gemeente Oostrozebeke. Het plangebied heeft een verharde oppervlakte mogelijk gemaakt. Er wordt ook totale oppervlakte van 3 ha 49 a en 25 ca. een groenbuffer ontworpen rondom de zonevreemde Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens bedrijven en een landschappelijke buffer met natuur- of de landsgrens zullen overschrijden. waarde. De landschappelijke buffer met natuurwaarde heeft als doel een vergund bufferbekken te bestendi- gen en enkele aansluitende gronden te bestemmen als bouwvrije groenzone ifv de landschappelijke inkle- ding en ifv maximale infiltatie. Er worden slechts zeer beperkte effecten verwacht op het watersysteem en de bodem. Als een aantal instal- laties in een gebouw kunnen ondergebracht worden, zal de lawaai- en stofhinder afnemen. De aanplant van de groenbuffers kunnen de bedrijven beter in het landschap inpassen en zorgen voor een toename in de biodiversiteit. Er worden zeer beperkte effecten verwacht op het onroerend erfgoed en de archeologie, gezien de af- wezigheid van onroerend erfgoed en aangezien het terrein al bebouwd is. De uitbreiding van de bedrijven zal een beperkte stij- ging van de mobiliteit met zich meebrengen en daar- aan gekoppeld ook een beperkte bijkomende luchtver- ontreiniging en geluidshinder.

Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten moeten verwacht worden.

18 verzoek tot raadpleging | dec ‘15 | wvi