Bach en Hoogdagen

De Nederlandse Bachvereniging Jos van Veldhoven Matthäus Passion zaterdag 1 april 2006 Bach en Hoogdagen . Seizoen 2005-2006

Cantus Cölln . Konrad Junghänel woensdag 28 september 2005

Il Fondamento . Paul Dombrecht vrijdag 9 december 2005

Akademie für Alte Musik Berlin RIAS Kammerchor . Daniel Reuss dinsdag 20 december 2005

Koor en Orkest Collegium Vocale Gent Philippe Herreweghe zaterdag 25 februari 2006

De Nederlandse Bachvereniging Jos van Veldhoven zaterdag 1 april 2006 (19 uur!) De Nederlandse Bachvereniging Jos van Veldhoven muzikale leiding Niko van der Meel tenor, evangelist Susanne Rydén, Anne Grimm sopraan Kai Wessel, Pascal Bertin alt Charles Daniels, Marcel Beekman tenor Stephan MacLeod (Christus), Peter Harvey bas Jongens van het Kathedrale Koor Sint Bavo

begin concert 19.00 uur Johann Sebastian Bach (1685-1750) pauze omstreeks 20.15 uur Matthäus Passion, BWV244 einde omstreeks 22.10 uur inleiding door Beatrijs Van Hulle . 19.15 uur . Foyer teksten programmaboekje Isabella van Elferen coördinatie programmaboekje deSingel gelieve uw GSM uit te schakelen!

Cd’s Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 www.tklavervier.be

Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes

Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO’s at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag Lutherse theologie en mystieke liefde in de Matthäus en Christus. Deze beschreven zij met aan het Hooglied ontleende Passion beeldspraken en bruiloftsmetaforen.

De middeleeuwse beeldspraak werd in lutherse devotionele Het libretto voor Bachs ‘Matthäus Passion’ bevat veel teksten geïntegreerd, waardoor er in de Duitse barok een nieuwe verwijzingen naar de mystiek. In het openingskoor roepen de mystieke stroming ontstond. Het belangrijkste verschil tussen dochters van Zion uit het Hooglied op tot een klaagzang over de de middeleeuwse en de lutherse mystici lag in de opvatting hemelse bruidegom die in de aria ‘Ach, nun ist mein Jesus hin’ van de unio mystica, de mystieke vereniging tussen God en (nr 30) als de hemelse geliefde wordt beschreven. In de aria’s ‘Ich mens. Terwijl de middeleeuwse mysticus zich in mystieke extase will dir mein Herze schenken’ (nr 13) en ‘Können Tränen meiner (raptus mysticus) tijdelijk met Jezus kon verenigen, bleef in de Wangen’ (nr 52) bezingt de gelovige ziel haar uiterst zinnelijke lutherse unio mystica de dialectische ongelijkheid tussen God en liefde voor Jezus. In ‘Sehet, Jesus hat die Hand’ (nr 60) mondt de mens bestaan. Zelfs de gerechtvaardigde lutherse gelovige kon kruisiging uit in een mystieke liefdesomhelzing. De teksten van vanwege zijn principieel zondige aard immers niet volkomen met deze delen uit de ‘Matthäus’ alsmede Bachs muzikale verklanking de Godmens Christus verenigd worden. Een unio mystica zoals die ervan roepen vaak vragen op. Verraadt Picanders beeldtaal de in de katholieke theologie werd voorgesteld - een transcendente ‘slechte smaak’ van de baroktijd? Laten Bachs wereldlijk aandoende vereniging waarin de grenzen tussen God en mens tijdelijk zijn toonzettingen ervan zijn interesse in het piëtisme zien? opgeheven - was in de lutherse mystiek onbereikbaar: zelfs in deze Wanneer we het libretto van de ‘Matthäus Passion’ in zijn mystieke vereniging bleef de mens menselijk en God goddelijk. Door theologisch-historische context plaatsen, wordt duidelijk dat de deze theologische opvattingen kenmerkte de lutherse mystiek zich combinatie van evangelieteksten met persoonlijke bruidegoms- door ambivalente emoties. Hoewel het vooruitzicht van een unio en Hoogliedmetaforiek voortvloeit uit de devotionele praktijk mystica met Jezus vreugdevol was, kon deze pas na een christelijke van de lutherse mystiek. Vanuit dit perspectief kunnen de levenswandel en een berouwvolle dood bereikt worden. De lutherse genoemde aria’s en hun toonzettingen opnieuw worden mystieke literatuur onderscheidt zich hierdoor van de katholieke, beluisterd en geïnterpreteerd. middeleeuwse door haar donkerder, droeviger toon, die wordt veroorzaakt door het ambivalente verlangen naar een ‘vereniging Mystiek in de lutherse theologie in Bachs tijd van het onverenigbare’. Vanaf de late zestiende eeuw werden de persoonlijke devotie en de emotionele ervaringen van de individuele gelovige Om deze gevoelens uit te drukken werden de bruid- en steeds belangrijker binnen de lutherse theologie. Teksten uit bruidegomsbeeldspraak en de Hoogliedmetaforiek uit de middeleeuwse mystiek werden door lutherse theologen de middeleeuwse mystiek gecombineerd met de barokke herontdekt, herlezen en vertaald. Zeer geliefd waren liefdespoëzie van het petrarkisme. Het petrarkistische bijvoorbeeld de teksten van Bernhardus van Clairvaux over zijn liefdesidioom, dat stoelde op de lyriek van Francesco Petrarca vurige liefde voor Christus, of die van Thomas a Kempis over (1304-1374), had de onmogelijke liefde voor een onbereikbare het lijfelijk navolgen van de lijdende Christus. Het werk van vrouw als belangrijkste thema. Liefde was voor de petrarkisten beide middeleeuwse theologen kenmerkt zich door zinnelijke ‘dolce amaro’, bitter en zoet tegelijk, en de liefhebber was een beschrijvingen van de liefde tussen mens en God of tussen mens vrijwillige gevangene van zijn eigen tegenstrijdige emoties. Omdat Jezus als de hemelse bruidegom voor de gelovige een Darein du meine Sünden senckest net zo onbereikbare geliefde was als Laura voor de petrarkisten, Und ihre gantze Macht ertränckest. gebruikten de lutherse mystici voor het uitdrukken van de [...] bitterzoete liefde voor Christus niet alleen Hoogliedmotieven 3. en mystieke metaforen, maar ook petrarkistische metaforen en Nur deine Wunden laben mich/ stijlmiddelen als paradoxen en oxymorons (zoals ‘aangenaam Wann mich der Sünden Gifft erhitzet/ kwaad’, ‘ijskoud vuur’, ‘zoet lijden’). De liefde tussen de Wann meine matte Seele schwitzet/ gelovige ziel en Christus werd op die manier beschreven als een Mein Bräutigam / ich küsse dich/ bitterzoete gemoedsbeweging, en Jezus als een verlangende Ich sencke mich in deine Wunden/ minnaar die aan het kruis een liefdesdood stierf. Hier wird mein Heyl und Leben funden.

Christus als bruidegom: de passie als liefdesdood Typisch mystieke motieven, zoals de bruidegomsmetafoor en Omdat het lijden en sterven van Christus als het ultieme bewijs het zich verzinken in Christus’ wonden, worden hier gebruikt van Gods liefde voor de mens werd beschouwd, vormde de liefde als onderdeel van de petrarkistische liefdesdood: de mystieke de kern van Martin Luthers passietheologie. Beschrijvingen bruidegom Christus is verwond door liefde, en de gelovige ziel van de passiegeschiedenis in devotionele literatuur en poëzie verlangt smartelijk naar een vereniging met haar geliefde. Dat concentreerden zich bijna uitsluitend op deze liefde. Omdat de deze interpretatie van het lijdensverhaal overeenstemt met de liefde die Christus in de Passie aan de mens bewees emotioneel contemporaine theologie, laat een tekst van de theoloog Johann ambivalent was, werd ook daarbij mystieke beeldspraak Gerhard zien:2 gecombineerd met motieven uit de wereldlijke liefdeslyriek. De kruisiging betekende tegelijkertijd afscheid en verlossing, Daarom spreekt hij Cant. 4. Mijn zuster lieve bruid / dat betekent onverdiende genade en vreugdevolle verzoening. De gelovige / jij gelovige ziel / die voor God de HEER door het geloof met mij ervoer daarom bij de lijdensgeschiedenis tegelijk berouw, verloofd en mijn geestelijke bruid geworden bent / je hebt me mijn vreugde en - bitterzoete - liefde. De lutherse liefdeslyriek, die hart genomen en verwond / omdat Christus’ hart door liefde was was gebaseerd op een synthese van mystieke en petrarkistische verwond / daarom leed hij zulke wonden en striemen aan zijn lijf. idiomen, drukte precies deze affectieve ambiguïteit uit. Barokke passiegedichten laten zich daardoor bijna als wereldlijke Gerhards veronderstelling dat de wonden van Christus een liefdesodes lezen. Een voorbeeld van Salomo Franck (1659-1725), direct gevolg zijn van zijn liefdesverlangen naar de gelovige ziel, een van Bachs tekstdichters1: correspondeert met Francks retorische vraag naar de oorsprong van die wonden: ‘Wie hat die Liebe dich getroffen?’. Op Auf die Wunden JESUS. soortgelijke wijze interpreteert Gerhard Christus’ dorst aan het 1. kruis als een teken van liefdesverlangen: Jezus had dorst omdat Du Liebster / der mein Hertz verwund’t / zijn hart was verwond door het vuur van de liefde. Dit fysieke Wie hat die Liebe dich getroffen? teken van liefde zou in het hart van de gelovige ‘tegenliefde’ Wie stehen deine Wunden offen? (Gegenliebe) moeten opwekken: Hier ströhmt ein Meer / das ohne Grund/ Omdat in zijn hart de vlammen van vurige liefde brandde / Jezus gerepresenteerd. Deze interpretatie van de passie wordt daarom sprak hij / Ik heb dorst / […] Naar ons verlangde hij / met mystieke beeldspraak versterkt, zodat de nadruk op de daarom sprak hij / Ik heb dorst / hoor dit voor onze zaligheid / persoonlijke gevoelens van iedere gelovige komt te liggen. daarom spreekt deze hemelse bruidegom Cant. 4. Je hebt me mijn hart genomen / of verwond / mijn zuster / lieve bruid. Omdat Een in dit opzicht heel bijzonder deel in de ‘Matthäus’ is de zijn hart verwond was door liefde en brandde / daarom volgt sopraanaria ‘Aus Liebe will mein Heiland sterben’ (nr 49), waarin daarop dorst en verlangen naar onze zaligheid […] Omdat nu de reactie op het feit dat Christus zijn straf lijdzaam ondergaat Christus zo naar ons gedorst heeft / moet natuurlijk onze ziel ook gestalte krijgt. De tekst van de aria concentreert zich geheel op de naar hem dorsten.3 liefde van Christus, die volgens Luthers theologie ten grondslag ligt aan het lijdensverhaal en die Jezus tot zijn offergave aanzet. Gerhard combineert hier voor het uitdrukken van de liefde - het In de verklanking van deze tekst plaatst Bach de liefde muzikaal belangrijkste thema van zijn Passieoverweging - motieven uit het op de voorgrond door treurige en vreugdevolle affecten met Hooglied en de middeleeuwse mystiek. Hij beschrijft het lijden en elkaar te versmelten. Muzikale parameters die in de barokke de dood van Jezus als een overweldigende liefdesverklaring aan muziektheorie met treurige affecten worden geassocieerd, zijn de mens, die daardoor op zijn beurt tot Gegenliebe zal worden in deze aria de mineurtoonsoort (a-klein), het langzame tempo, bewogen. Christus’ dood, tenslotte, beschrijft Gerhard als een de vertragende syncopen en de bijna bewegingsloze melodie in mystieke kus: de zangstem. Tegelijkertijd vormen echter de driekwartsmaat, de harmonische consonantie, de parallelle tertsen in de hobopartijen [...] deze neiging van het hoofd gaf aan / dat hij ons op het en de vloeiende bewegingen in zestienden tussen fluit en allerlaatst nog een kus heeft willen geven / om ons daarmee sopraanstem uitdrukkingen van vreugde. De voortdurende nogmaals zijn hartelijke liefde te bewijzen / en daarna is [hij] al muzikale gelijktijdigheid van vreugde en droefenis die op deze snel zacht en stil gestorven.4 manier ontstaat, vertegenwoordigt de paradoxale gevoelens die de dood van Christus veroorzaakt: zijn sterven belooft leven, zijn Gerhards teksten demonstreren hoe moeilijk het is om liefde heeft zowel vreugde als pijn tot gevolg. De meest opvallende de grenzen tussen theologische topoi, verwijzingen naar tertsparallellen in deze aria treden in op het tekstwoord ‘sterben’ middeleeuwse mystiek, bijbelmotieven en religieuze in de maten 49-53. De schijnbare paradox tussen deze muzikale toepassingen te onderscheiden van petrarkistische metaforen uitdrukkingsmiddelen van zoete emoties en liefde aan de ene in het mystieke liefdesdiscours van de Duitse barok. In nauw kant en het tekstuele thema van Jezus’ dood aan de andere, verwante beeldspraak worden mystieke en wereldlijke liefde correspondeert met de lutherse theologie van de passie: Christus’ beide gekarakteriseerd als bitterzoete emoties. dood werd daarin beschouwd als het resultaat en het bewijs van zijn liefde. * Hoewel de tekst van deze aria geen directe verwijzingen naar de lutherse mystiek bevat, voegt Bach een mystieke dimensie toe Bachs ‘Matthäus Passion’ is heel duidelijk vanuit de lutherse aan zijn verklanking van de hier bezongen religieuze liefde. Net passietheologie geconcipieerd. Het lijdensverhaal wordt zowel als de mystieke dichters van zijn tijd drukt hij de liefde uit als een in tekst als muziek als bewijs van de overweldigende liefde van emotie die tegelijkertijd bittere en zoete elementen heeft. De tekst van de altaria ‘Sehet, Jesus hat die Hand’ (nr 60) heeft sober, langzaam tempo met een vreugdevolle majeurtoonsoort een traditioneel mystiek beeld als thema. De gespreide armen drukken hier de liefde uit die de exegetische sleutel tot het van de gekruisigde Christus worden - net als in de hierboven lutherse passiebegrip vormt. geciteerde tekst van Johann Gerhard - geïnterpreteerd als een uitnodiging tot de liefhebbende omarming van de hemelse Tegen deze theologische achtergrond concentreert het arioso bruidegom. Er is schijnbaar geen groter contrast denkbaar (nr 59) zich op de gruwelen van de kruisiging. De harmonische tussen deze thematiek en die van het voorafgaande arioso en melodische extremen van dit deel tasten de grenzen van het ‘Ach Golgatha’. Terwijl het arioso de zogenaamde paradoxa barokke klankbeeld af. De dissonantie van de sept- en sept-none- passionalia5 in emotionele uitroepen en antithesen uitdrukt, akkoorden, de chromatische beweging van de continuopartij en worden dezelfde paradoxen in de aria eschatologisch de grote, melodisch dissonante intervallen in de altstem laten de uitgelegd als verzoening. De aardse zondaar die in het arioso voortdurende tertsparallellen in de hobo’s slechts bedrieglijk zoet wordt versmaad, wordt in de aria door de Dochters van Zion klinken. uitgenodigd om de mystieke omarming van de bruidegom binnen In de aria ‘Sehet, Jesus führt die Hand’ (nr 60) ontspant de te treden, te sterven en door de verzoening wederom te leven: rusteloze stemvoering van het arioso zich in een consonante Hoewel Bach het inhoudelijke contrast tussen het lijden harmonie, met sext- en kwintsextaccoorden en vloeiende van Christus en de eschatologische heilsboodschap zo groot melodielijnen. De stijgende majeur-drieklanken van de basso mogelijk maakt, zorgt hij er ook voor dat er constante factoren continuo wijzen als het ware naar boven - ‘Sehet’ -, terwijl de zijn die de beide thema’s zowel theologisch als muzikaal met tertsparallellen van de beide hobo’s de mystieke omhelzing in elkaar verbinden. Door het gebruik van consistente muzikale cirkelende motieven, complementaire ritmes en stemkruisingen middelen zoals het langzame tempo, de toonsoort Es-majeur, muzikaal afbeelden. de tertsparallellen tussen de beide oboe da caccia’s en de grote melodische intervallen in de alt- en continuopartij, onderstreept Het avondmaal: de mystieke versmelting met Christus Bach de theologische verbinding tussen de twee delen. De lutherse theologie van de baroktijd beschreef het avondmaal als het enige moment waarop de gelovige de aanwezigheid Het onderliggende theologische thema is de liefde: in het arioso van Christus daadwerkelijk aan den lijve kon ondervinden. wordt de ultieme consequentie van de liefde uit de aria ‘Aus Door de fysieke opname van het lichaam en het bloed van Liebe’ bezongen, in de aria het uiteindelijke gevolg van diezelfde Christus in de gedaante van brood en wijn, kon de liefde uit de liefde. Uit liefde ondergaat Christus de kruisiging, door deze passie zich in het hart van de gelovige manifesteren. Hoewel liefde wordt de zondaar vergeven. Ook hier gaat het om een het avondmaal strikt theologisch een vereniging in het geloof emotioneel ambivalente liefde - pijn en vreugde liggen zelden tussen mens en God was, werd hij ook wel als liefdesvereniging zo dicht bij elkaar - die dichterlijk wordt versterkt met behulp geïnterpreteerd. Mystieke theologen gingen nog een stap verder van de mystieke metafoor van de omhelzing. Om deze liefde en beargumenteerden dat de liefdesvereniging met Jezus in het uit te drukken maakt Bach ook hier gebruik van een combinatie hart van de communicant een voorafspiegeling van de hemelse van bittere en zoete muzikale middelen. Het voortdurende unio mystica vormde. Het avondmaal werd daarom vaak met de paradoxale samengaan van consonante tertsparallellen met koninklijke bruiloft uit het Mattheus-evangelie vergeleken (Mt. onverwacht grote melodische sprongen en de combinatie van een 22). In teksten over de communie worden de bruidsmetaforen en de Deze dankbaarheid gaat samen met mystieke liefde en met petrarkistische beeldspraak van de lutherse mystiek vanwege het verlangen naar de liefdesvereniging met Christus in het deze fysiologische aspecten van de avondmaalstheologie vaak avondmaal. Hierdoor ontstaat er een cumulatie van zintuiglijk aangevuld met zinnelijke beschrijvingen van de liefde. De beschreven emoties. Net als de bruid in Francks ‘Schmücke mystieke liefdesvereniging in het avondmaal doet hierdoor dich’ weent de gelovige ziel tranen van berouwvolle liefde en vaak erotisch aan. Het avondmaal wordt beschreven als een verlangt ernaar Jezus’ liefde in haar hart te voelen vloeien, zodat ‘liefdesmaal’ dat de liefde van Christus lijfelijk ‘inplant’ in het hart gelovige en Jezus kunnen versmelten in mystieke eenwording. van de gelovige, waardoor hij in diens hart ‘woont’ en Christus De metaforiek in deze beide delen doet voor de hedendaagse en de gelovige in liefde met elkaar ‘versmelten’. Het bekendste luisteraar wellicht wat geëxalteerd aan, maar is karakteristiek gedicht over dit thema is ‘Wie schön leuchtet der Morgenstern’ voor de lutherse mystiek van Bachs tijd. In Bachs verklankingen door Philipp Nicolai, dat Johann Sebastian Bach meerdere van deze teksten krijgen de bedroefdheid om het afscheid malen heeft verklankt (bijvoorbeeld in de avondmaalscantates van Christus, de dankbaarheid om zijn offer uit liefde en de BWV1, 36, 37, 49, 61 en 172). Het gedicht is geschreven vanuit vreugde om de tijdelijke unio mystica in het avondmaal muzikaal het perspectief van de gelovige, die ziek is van verlangen om in gestalte. Net als in het arioso ‘Ach Golgatha’ en de aria ‘Sehet, vlammende liefde met de hemelse bruidegom één te worden Jesus hat die Hand’ worden ook dit recitatief en deze aria door in het avondmaal. Deze liefde wordt in Hoogliedmetaforen gemeenschappelijke uitdrukkingsmiddelen muzikaal met elkaar beschreven als een lelie en een robijn, het evangelie als melk en verbonden. Ook hier is de rouwende liefde tot de stervende honing. De geestelijke voorbereidingen op het avondmaal, door Jezus het overkoepelende tekstuele thema, dat hier vooral in het boetedoening en verlangen, worden mystiek uitgelegd als het rustige tempo, en de tertsparallellen en cirkelende bewegingen uitdossen en het versieren van een bruid voor de bruiloft. Een van de oboe d’amore-partijen naar voren komt. bekend gedicht over dit thema van Johann Franck: ‘Schmücke dich, o liebe Seele’. Ook dit gedicht verschijnt regelmatig in Bachs In het recitatief ligt binnen dit affectieve kader de nadruk op werk (bijvoorbeeld in de gelijknamige cantate BWV180 en in de ambivalente gevoelens van rouw en dankbare liefde van de ‘Johannes Passion’). Franck beschrijft hoe de ziel zich als een de gelovige ziel bij het laatste avondmaal. Terwijl de dalende bruid tooit met liefdesverlangen, bitterzoete tranen, honger melodieën de rouw om het afscheid representeren, vormen en dorst van liefde, opdat de bruidegom ‘herberg kan houden’ de parallelle triolen in de hobopartijen een schildering van de in haar hart en zij zich in het avondmaal lijfelijk met God kan liefdestranen van de gelovige. De modulatie in het recitatief verenigen. van e-mineur naar C-majeur wijst muzikaal op de theologische betekenis van het sterven van Christus en zijn testament in het In het recitatief-en-aria-paar voor sopraan ‘Wiewol mein Herz avondmaal. Weliswaar stemmen de gebeurtenissen tijdelijk in Tränen schwimmt’ en ‘Ich will dir mein Herze schenken’ (nrs treurig (mineur), maar uiteindelijk leiden ze tot bevrijding en 12-13) worden de passie- en avondmaalstheologie met elkaar verzoening (majeur). verbonden. Het verdriet van de gelovige om het naderende afscheid van Christus vloeit direct over in dankbaarheid: De aria ‘Ich will dir mein Herze schenken’ concentreert zich Jezus laat de mens zijn lichaam en bloed als voortdurende op de fysiologische werking van het avondmaal, de mystieke herinnering aan zijn liefde en als teken van de verzoening na. versmelting van Christus en gelovige tijdens dit ‘liefdesmaal’. Door - wederom - een combinatie van tegengestelde affectieve amalgaan van bitterzoete affecten ontstaat. Bachs consistent middelen creëert Bach een muzikale voorafbeelding van bitterzoete uitdrukking van de liefde in de ‘Matthäus Passion’ deze liefdesvereniging. Een hele reeks aan contrasterende verleent het werk een muzikale coherentie die correspondeert parameters klinkt hier tegelijkertijd: terwijl het andante tempo, met de opvattingen over religieuze liefde uit zijn tijd. Terwijl het de sextakkoorden, de syncopische ritmes en dalende melodieën barokke liefdesbegrip tegelijk bitter en zoet was, betekende de van de sopraanstem het verlangen van de gelovige ziel naar kruisiging van Christus tegelijk dood en leven: ‘Drum muß uns Jezus uitdrukken, geven de dansante 6/8-maat, de consonante sein verdienstlich Leiden recht bitter und doch süße sein’. majeurharmonie, de tertsparallellen en de cirkelende motieven de vreugde over het samenzijn gestalte. In de beginmaten van Isabella van Elferen de aria drukken de parallelle cirkelbewegingen van de oboe d’amore’s in combinatie met de stijgende motieven van de basso Noten continuo de vreugde over het samenzijn in liefde uit, terwijl de 1. Salomon Franck, Geistliche Poesie, Weimar 1685, p. 23f. dalende syncopen in de zangpartij het tempo lijken te vertragen 2. Johann Gerhard, Erklährung der Historien des Leidens unnd Sterbens voor een schildering van de smeekbede aan Christus. Deze aria unsers Herrn Christi Jesu nach den vier Evangelisten, Jena 1611, p. 78. laat zien hoe behalve de bitterzoete ook de zinnelijke aspecten 3. Ibid., p. 324f. 4. Ibid., p. 332. van de mystieke liefde in Bachs compositietechniek muzikaal 5. De paradoxen van het passieverhaal: Christus lijdt voor de zonden gestalte kregen. Door de inzet van dalende motieven op ‘senke van de gelovigen. In de barokke literatuur werden deze paradoxen dich hinein’ tegen de affectieve achtergrond van liefde in alle vaak in zeer emotionele opsommingen uitgedrukt: ‘Wij zondigen, hij muzikale parameters, vormt de aria ‘Ich will dir mein Herze wordt bestraft! Wij wentelen ons in aardse genoegens, hij lijdt de pijn van de hel! Wij leven, hij sterft!’ schenken’ een muzikale aanvulling op de avondmaalservaring van de individuele gelovige. De liefde van Christus kan zo niet alleen Isabella van Elferen studeerde muziekwetenschap aan de Universiteit door eten en drinken, maar ook door middel van luisteren lijfelijk Utrecht, waar zij in 2003 promoveerde met het proefschrift ‘Laura to in het hart van de gelovige ‘ingeplant’ worden, zodat beide the Heavenly bridegroom: Petrarchan Love Discourses in German Ba- roque Poetry and Music’ (publicatie in voorbereiding: Scarecrow Press, zichzelf tijdelijk in mystieke vereniging konden verliezen. 2007). Zij is werkzaam als universitair docent bij de afdeling Nieuwe Media en Digitale Cultuur van de Universiteit Utrecht. *

De verschillende hier besproken delen uit Bachs ‘Matthäus Passion’ laten zien hoe de liefde, die in de lutherse theologie van de baroktijd als de basis voor het lijdensverhaal werd gezien, ook de muzikale leidraad voor deze passieverklanking vormt. De mystieke elementen die in de tekst worden gebruikt ter emotionele intensivering krijgen een nauwgezette muzikale uitdrukking. Bij de uitdrukking van mystieke liefde combineert Bach de muzikale parameters van liefdespijn op een dusdanige manier met die van liefdesvreugde, dat er een muzikaal Johann Sebastian Bach (1685-1750) Passio Domini nostri J.C. secundum Evangelistam Matthaem Poesia Dominum Henrici alias Picander dictus

Eerste deel

Koor (Zion en de gelovigen) Zion Zion Seht... Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen... Sehet! Gelovige Wohin? Gelovige Wen? Zion ...auf unsre Schuld; Zion ...den Bräutigam. Sehet ihn Koraal All' Sünd hast du getragen, Gelovige Sonst müßten wir verzagen. Wie? Zion Zion Sehet ihn aus Lieb und Huld ...als wie ein Lamm. Holz zum Kreuze selber tragen.

Koraal Koraal O Lamm Gottes unschuldig Erbarm dich unser o Jesu! Am Stamm des Kreuzes geschlachtet Evangelist Zion Da Jesus diese Rede vollendet hatte, Sehet! sprach er zu seinen Jüngern:

Gelovige Jezus Was? Ihr wisset, daß nach zweien Tagen Ostern wird, und des Menschen Sohn wird überantwortet werden, Zion Seht die Geduld. daß er gekreuziget werde. Koraal Koraal Allzeit erfunden geduldig Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen, Wiewohl du warest verachtet. Daß man ein solch scharf Urteil hat gesprochen? Was ist die Schuld? In was für Missetaten bist du geraten? Evangelist Recitatief (alt) Da versammelten sich die Hohenpriester und Schrift- Du lieber Heiland du, gelehrten und die Ältesten im Volk in den Palast des Wenn deine Jünger töricht streiten, Hohenpriesters, Daß dieses fromme Weib der da hieß Kaiphas. Mit Salben deinen Leib Und hielten Rat, wie sie Jesum mit Listen griffen und töteten. Zum Grabe will bereiten, Sie sprachen aber: So lasse mir inzwischen zu, Von meiner Augen Tränenflüssen Koor Ein Wasser auf dein Haupt zu gießen. Ja nicht auf das Fest, auf daß nicht ein Aufruhr werde im Volk. Aria (alt) Evangelist Buß und Reu Da nun Jesus war zu Bethanien, Knirscht das Sündenherz entzwei, im Hause Simonis, des Aussätzigen, Daß die Tropfen meiner Zähren trat zu ihm ein Weib, Angenehme Spezerei, das hatte ein Glas mit köstlichem Wasser, Treuer Jesu, dir gebären. und goß es auf sein Haupt, da er zu Tische saß. Da das seine Jünger sahen, wurden sie unwillig und sprachen: Evangelist Da ging hin der Zwölfen einer, Koor mit Namen Judas Ischarioth, Wozu dienet dieser Unrat? zu den Hohenpriestern und sprach: Dieses Wasser hätte mögen teuer verkauft und den Armen gegeben werden. Judas Was wollt ihr mir geben? Evangelist Ich will ihn euch verraten. Da das Jesus merkete, sprach er zu ihnen: Evangelist Jezus Und sie boten ihm dreißig Silberlinge. Was bekümmert ihr das Weib? Und von dem an suchte er Gelegenheit, Sie hat ein gut Werk an mir getan. daß er ihn verriete. Ihr habet allezeit Armen bei euch, mich aber habt ihr nicht allezeit. Aria (sopraan) Daß sie dies Wasser hat auf meinen Leib gegossen, Blute nur, du liebes Herz! hat sie getan, daß man mich begraben wird. Ach, ein Kind, das du erzogen, Wahrlich, ich sage euch: Das an deiner Brust gesogen, Wo dies Evangelium geprediget wird in der ganzen Welt, Droht den Pfleger zu ermorden, da wird man auch sagen zu ihrem Gedächtnis, Denn es ist zur Schlange worden. was sie getan hat. Evangelist Koraal Aber am ersten Tage der süßen Brot Ich bin's, ich sollte büßen, traten die Jünger zu Jesu und sprachen zu ihm: An Händen und an Füßen Gebunden in der Höll'! Koor Die Geißeln und die Banden, Wo willst du, daß wir dir bereiten, Und was du ausgestanden, das Osterlamm zu essen? Das hat verdienet meine Seel'. Evangelist Evangelist Er sprach: Er antwortete und sprach: Jezus Jezus Gehet hin in die Stadt zu einem, Der mit der Hand mit mir in die Schüssel tauchet, und sprecht zu ihm: der wird mich verraten. Der Meister lässt dir sagen: Des Menschen Sohn gehet zwar dahin, Meine Zeit ist hier, ich will bei dir die wie von ihm geschrieben stehet; doch wehe dem Menschen, Ostern halten mit meinen Jüngern. durch welchen des Menschen Sohn verraten wird. Evangelist Es wäre ihm besser, daß derselbige Mensch noch nie geboren Und die Jünger taten, wie ihnen Jesus befohlen hatte, wäre. und bereiteten das Osterlamm. Evangelist Und am Abend setzte er sich zu Tische mit den Zwölfen. Da antwortete Judas, der ihn verriet, und sprach: Und da sie aßen, sprach er: Judas Jezus Bin ich's, Rabbi? Wahrlich, ich sage euch: Einer unter euch wird mich verraten. Evangelist Er sprach zu ihm: Evangelist Und sie wurden sehr betrübt, Jezus und huben an, ein jeglicher unter ihnen Du sagtest's. und sagten zu ihm: Evangelist Koor Da sie aber aßen, nahm Jesus das Brot, Herr, bin ich's? dankete und brach's, und gab's den Jüngern und sprach:

Jezus Nehmet, esset, das ist mein Leib. Evangelist Jezus Und er nahm den Kelch, und dankete, In dieser Nacht werdet ihr euch alle ärgern an mir, gab ihnen den, und sprach: denn es stehet geschrieben: Ich werde den Hirten schlagen, Jezus und die Schafe der Herde werden sich zerstreuen. Trinket alle daraus, das ist mein Blut des neuen Testaments, Wenn ich aber auferstehe, welches vergossen wird für viele, zur Vergebung der Sünden. will ich vor euch hingehen in Galiläam. Ich sage euch: Ich werde von nun an nicht mehr von diesem Gewächs des Weinstocks trinken, Koraal bis an den Tag, da ich's neu trinken werde mit euch in meines Erkenne mich, mein Hüter, Vaters Reich. Mein Hirte, nimm mich an! Von dir, Quell aller Güter, Recitatief (sopraan) ist mir viel Gut's getan. Wiewohl mein Herz in Tränen schwimmt, Dein Mund hat mich gelabet Daß Jesus von mir Abschied nimmt, Mit Milch und süßer Kost, So macht mich doch sein Testament erfreut: Dein Geist hat mich begabet Sein Fleisch und Blut, o Kostbarkeit, Mit mancher Himmelslust. Vermacht er mir in meine Hände. Wie er es auf der Welt mit denen Seinen Evangelist Nicht böse können meinen, Petrus aber antwortete und sprach zu ihm: So liebt er sie bis an das Ende. Petrus Aria (sopraan) Wenn sie auch alle sich an dir ärgerten, Ich will dir mein Herze schenken, so will ich doch mich nimmermehr ärgern. Senke dich, mein Heil, hinein. Evangelist Ich will mich in dir versenken, Jesus sprach zu ihm: Ist dir gleich die Welt zu klein, Ei, so sollst du mir allein Jezus Mehr als Welt und Himmel sein. Wahrlich, ich sage dir: In dieser Nacht, ehe der Hahn krähet, wirst du mich dreimal verleugnen. Evangelist Und da sie den Lobgesang gesprochen hatten, Evangelist gingen sie hinaus an den Ölberg. Petrus sprach zu ihm: Da sprach Jesus zu ihnen: Petrus Und wenn ich mit dir sterben müßte, so will ich dich nicht verleugnen. Evangelist Zion Desgleichen sagten auch alle Jünger. Der Richter führt ihn vor Gericht, da ist kein Trost, kein Helfer nicht. Koraal Ich will hier bei dir stehen, Gelovige Verachte mich doch nicht! Ach, meine Sünden haben dich geschlagen! Von dir will ich nicht gehen, Zion Wenn dir dein Herze bricht. Er leidet alle Höllenqualen, Wann dein Herz wird erblassen Er soll vor fremden Raub bezahlen. Im letzten Todesstoß, Alsdenn will ich dich fassen Gelovige In meinen Arm und Schoß. Ich, ach Herr Jesu, habe dies verschuldet, was du erduldet!

Evangelist Solo Da kam Jesus mit ihnen zu einem Hofe, Ach! könnte meine Liebe dir, der hieß Gethsemane, und sprach zu seinen Jüngern: Mein Heil, dein Zittern und dein Zagen Vermindern oder helfen tragen, Jezus Wie gerne blieb' ich hier! Setzet euch hier, bis daß ich dort hingehe und bete.

Evangelist Aria (tenor, tweestemmig koor) Zion Und nahm zu sich Petrum und die zween Söhne Zebedäi, Ich will bei meinem Jesu wachen und fing an zu trauern und zu zagen. Da sprach Jesus zu ihnen: Gelovige So schlafen unsre Sünden ein Jezus Meine Seele ist betrübt bis an den Tod, Zion bleibet hier, und wachet bei mir. Meinen Tod büßet seine Seelennot Sein Trauren machet mich voll Freuden. Recitatief (tenor, tweestemmig koor) Zion Gelovige O Schmerz! Hier zittert das gequälte Herz! Drum muß uns sein verdienstlich Leiden Wie sinkt es hin, wie bleicht sein Angesicht! recht bitter und doch süße sein.

Gelovige Evangelist Was ist die Ursach' aller solcher Plagen? Und ging hin ein wenig, fiel nieder auf sein Angesicht, und betete und sprach: Jezus Koraal Mein Vater, ist's möglich, so gehe dieser Kelch von mir; Was mein Gott will, das g'scheh' allzeit, doch nicht wie ich will, sondern wie du willst. Sein Will, der ist der beste, Zu helfen den'n er ist bereit, Recitatief (bas) Die an ihn glauben feste, Der Heiland fällt vor seinem Vater nieder. Er hilft aus Not, Dadurch erhebt er mich und alle von unserm Falle Der fromme Gott, Hinauf zu Gottes Gnade wieder. Und züchtiget mit Maßen. Er ist bereit. Wer Gott vertraut, Den Kelch, des Todes Bitterkeit zu trinken, Fest auf ihn baut, In welchen Sünden dieser Welt Den will er nicht verlassen. Gegossen sind und häßlich stinken, Weil es dem lieben Gott gefällt. Evangelist Und er kam und fand sie aber schlafend, Aria (bas) und ihre Augen waren voll Schlafs. Gerne will ich mich bequemen Und er ließ sie, und ging abermal hin und Kreuz und Becher anzunehmen, betete zum drittenmal, und redete dieselbigen Worte. Trink ich doch dem Heiland nach. Da kam er zu seinen Jüngern und sprach zu ihnen: Denn sein Mund, Der mit Milch und Honig fließet, Jezus Hat den Grund Ach! wollt ihr nun schlafen und ruhen? Und des Leidens herbe Schmach Siehe, die Stunde ist hier, Durch den ersten Trunk versüßet. daß des Menschen Sohn in der Sünder Hände überantwortet wird. Evangelist Stehet auf, lasset uns gehen; siehe, er ist da, der mich Und er kam zu seinen Jüngern, verrät. und fand sie schlafend, und sprach zu ihnen: Evangelist Jezus Und als er noch redete, siehe, da kam Judas, Könnet ihr denn nicht eine Stunde mit mir wachen? der Zwölfen einer, und mit ihm eine große Schar, Wachet und betet, daß ihr nicht in Anfechtung fallet. mit Schwerten und mit Stangen, Der Geist ist willig, aber das Fleisch ist schwach. von den Hohenpriestern und Ältesten des Volks. Evangelist Und der Verräter hatte ihnen ein Zeichen gegeben und gesagt: Zum andern Mal ging er hin, betete und sprach: Welchen ich küssen werde, der ist's, den greifet. Und alsbald trat er zu Jesu und sprach: Jezus Judas Mein Vater, ist's nicht möglich, Gegrüßet seist du, Rabbi! daß dieser Kelch von mir gehe, ich trinke ihn denn; so geschehe dein Wille. Evangelist Jezus Und küssete ihn. Jesus aber sprach zu ihm: Stecke dein Schwert an seinen Ort; denn wer das Schwert nimmt, der soll durchs Schwert Jezus umkommen. Mein Freund, warum bist du kommen? Oder meinest du, daß ich nicht könnte meinen Vater bitten, Evangelist daß er mir zuschickte mehr denn zwölf Legion Engel? Da traten sie hinzu, Wie würde aber die Schrift erfüllet? Es muß also gehen. und legten die Hände an Jesum, und griffen ihn. Evangelist

Aria (sopraan, altus, koor) Zu der Stund' sprach Jesus zu den Scharen: Zion Jezus So ist mein Jesus nun gefangen. Ihr seid ausgegangen als zu einem Mörder, Gelovige mit Schwerten und mit Stangen, mich zu fahen; Laßt ihn, haltet, bindet nicht! bin ich doch täglich bei euch gesessen und habe gelehret im Tempel, Zion und ihr habt mich nicht gegriffen. Mond und Licht Aber das ist alles geschehen, Ist vor Schmerzen untergangen, daß erfüllet würden die Schriften der Propheten. Weil mein Jesus ist gefangen. Evangelist Gelovige Da verließen ihn alle Jünger und flohen. Laßt ihn! haltet! bindet nicht! Koraal Zion O Mensch, bewein' dein Sünde groß; Sie führen ihn, er ist gebunden. Darum Christus sein's Vaters Schoß Koor Äußert und kam auf Erden; Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden? Von einer Jungfrau rein und zart Eröffne den feurigen Abgrund, o Hölle; für uns er hie geboren ward, Zertrümmre, verderbe, verschlinge, zerschelle Er wollt' der Mittler werden. Mit plötzlicher Wut Den Toten er das Leben gab, Den falschen Verräter, das mördrische Blut! Und legt' darbei all' Krankheit ab, Bis sich die Zeit herdrange, Evangelist Daß er für uns geopfert würd', Und siehe, einer aus denen, die mit Jesu waren, Trüg' unser Sünden schwere Bürd' reckete die Hand aus Wohl an dem Kreuze lange. und schlug des Hohenpriesters Knecht und hieb ihm ein Ohr ab. pauze Da sprach Jesus zu ihm: Tweede deel Koraal Mir hat die Welt trüglich gericht' Mit Lügen und mit falschem G'dicht, Viel Netz und heimlich Stricken. Aria (altus, koor) Herr, nimm mein wahr in dieser G'fahr, Zion B'hüt mich vor falschen Tücken. Ach! nun ist mein Jesus hin! Evangelist Gelovige Und wiewohl viel falsche Zeugen herzutraten, Wo ist denn dein Freund hingegangen, funden sie doch keins. o du Schönste unter den Weibern? Zuletzt traten herzu zween falsche Zeugen, und sprachen:

Zion Getuigen Ist es möglich, kann ich schauen? Er hat gesagt:

Gelovige Ich kann den Tempel Gottes abbrechen und Wo hat sich dein Freund hingewandt? in dreien Tagen denselben bauen.

Zion Evangelist Ach! mein Lamm in Tigerklauen! Und der Hohepriester stand auf Ach! wo ist mein Jesus hin? und sprach zu ihm:

Gelovige Pontifex So wollen wir mit dir ihn suchen. Antwortest du nichts zu dem, das diese wider dich zeugen? Zion Ach! was soll ich der Seele sagen, Evangelist Wenn sie mich wird ängstlich fragen? Aber Jesus schwieg stille.

Ach! wo ist mein Jesus hin? Recitatief (tenor)

Evangelist Mein Jesus schweigt zu falschen Lügen stille, Die aber Jesum gegriffen hatten, Um uns damit zu zeigen, führeten ihn zu dem Hohenpriester Kaiphas, Daß sein erbarmungsvoller Wille dahin die Schriftgelehrten und Ältesten sich versammlet hatten. Vor uns zum Leiden sei geneigt, Petrus aber folgete ihm nach von ferne, Und daß wir in der gleichen Pein bis in den Palast des Hohenpriesters; Ihm sollen ähnlich sein, und ging hinein und setzte sich bei die Knechte, Und in Verfolgung stille schweigen. auf daß er sähe, wo es hinaus wollte. Die Hohenpriester aber und Ältesten, und der ganze Rat, suchten falsches Zeugnis wider Jesum, auf daß sie ihn töteten; und funden keines. Aria (tenor) Evangelist Geduld, Geduld! Da speieten sie aus in sein Angesicht, Wenn mich falsche Zungen stechen. und schlugen ihn mit Fäusten. Leid' ich wider meine Schuld Etliche aber schlugen ihn ins Angesicht, und sprachen: Schimpf und Spott, Koor Ei! so mag der liebe Gott Weissage uns, Christe, wer ist's, der dich schlug? Meines Herzens Unschuld rächen. Koraal Evangelist Wer hat dich so geschlagen, Und der Hohepriester antwortete, Mein Heil, und dich mit Plagen und sprach zu ihm: So übel zugericht’? Pontifex Du bist ja nicht ein Sünder, Ich beschwöre dich bei dem lebendigen Gott, Wie wir und unsre Kinder; daß du uns sagtest, ob du seiest Christus, der Sohn Gottes? Von Missetaten weißt du nichts.

Evangelist Evangelist Jesus sprach zu ihm: Petrus aber saß draußen im Palast; und es trat zu ihm eine Magd, und sprach: Jezus Du sagest's. Doch sage ich euch: Dienster Von nun an wird's geschehen, daß ihr sehen Und du warest auch mit dem Jesu aus Galiläa. werdet des Menschen Sohn sitzen zur Rechten der Kraft, Evangelist und kommen in den Wolken des Himmels. Er leugnete aber vor ihnen allen, und sprach: Evangelist Petrus Da zerriß der Hohepriester seine Kleider, und sprach: Ich weiß nicht, was du sagest. Pontifex Evangelist Er hat Gott gelästert. Als er aber zur Tür hinausging, sahe ihn eine andere, Was dürfen wir weiter Zeugnis? und sprach zu denen, die da waren: Siehe, jetzt habt ihr seine Gotteslästerung gehöret. Was dünket euch? Dienster Dieser war auch mit dem Jesu von Nazareth. Evangelist Sie antworteten und sprachen: Evangelist Und er leugnete abermal und schwur dazu: Koor Er ist des Todes schuldig! Petrus Evangelist Ich kenne des Menschen nicht. Des Morgens aber hielten alle Hohenpriester und die Ältesten des Volkes einen Rat über Jesum, Evangelist daß sie ihn töteten. Und über eine kleine Weile traten hinzu, Und bunden ihn, führeten ihn hin, die da stunden, und sprachen zu Petro: und überantworteten ihn dem Landpfleger Pontio Pilato.

Koor Da das sahe Judas, der ihn verraten hatte, Wahrlich, du bist auch einer von denen, daß er verdammt war zum Tode, gereuete es ihn, denn deine Sprache verrät dich. und brachte her wieder die dreißig Silberlinge den Hohenpriestern und Ältesten, und sprach: Evangelist Da hub er an sich zu verfluchen und zu schwören: Judas Ich habe übel getan, daß ich unschuldig Blut verraten habe. Petrus Ich kenne des Menschen nicht. Evangelist Sie sprachen: Evangelist Und alsbald krähete der Hahn. Koor Da dachte Petrus an die Worte Jesu, Was gehet uns das an? Da siehe du zu! da er zu ihm sagte: ehe der Hahn krähen wird, Evangelist wirst du mich dreimal verleugnen. Und er warf die Silberlinge in den Tempel, Und ging heraus, und weinete bitterlich. hub sich davon, ging hin, und erhängete sich selbst. Aria (alt) Aber die Hohenpriester nahmen die Silberlinge, und sprachen: Erbarme dich Pontifex Mein Gott, um meiner Zähren willen; Es taugt nicht, daß wir sie in den Gotteskasten legen, Schaue hier, denn es ist Blutgeld. Herz und Auge weint vor dir Bitterlich Aria (bas) Gebt mir meinen Jesum wieder! Koraal Seht, das Geld, den Mörderlohn, Bin ich gleich von dir gewichen, Wirft euch der verlorne Sohn Stell' ich mich doch wieder ein; Zu den Füßen nieder. Hat uns doch dein Sohn verglichen Durch sein' Angst und Todespein. Ich verleugne nicht die Schuld, Aber deine Gnad' und Huld Ist viel größer als die Sünde, Die ich stets in mir befinde. Evangelist Koraal Sie hielten aber einen Rat, Befiehl du deine Wege und kauften einen Töpfersacker darum, zum Begräbnis der Und was dein Herze kränkt Pilger. Der allertreusten Pflege Daher ist derselbige Acker genennet der Blutacker, Des, der den Himmel lenkt, bis auf den heutigen Tag. Der Wolken, Luft und Winden Da ist erfüllet, das gesagt ist durch den Propheten Jeremias, Gibt Wege, Lauf und Bahn, da er spricht: Sie haben genommen dreißig Silberlinge, Der wird auch Wege finden, damit bezahlet ward der Verkaufte, Da dein Fuß gehen kann. welchen sie kauften von den Kindern Israel; Evangelist und haben sie gegeben um einen Töpfersacker, Auf das Fest aber hatte der Landpfleger Gewohnheit, als mir der Herr befohlen hat. dem Volk einen Gefangenen loszugeben, welchen sie wollten. Jesus aber stund vor dem Landpfleger, Er hatte aber zu der Zeit einen Gefangenen, und der Landpfleger fragte ihn, und sprach: einen sonderlichen vor andern, der hieß Barrabas. Pilatus Und da sie versammlet waren, sprach Pilatus zu ihnen: Bist du der Jüden König? Pilatus Evangelist Welchen wollet ihr, daß ich euch losgebe? Jesus aber sprach zu ihm: Barrabam, oder Jesum, von dem gesaget wird, er sei Christus. Jezus Du sagest's. Evangelist Denn er wußte wohl, daß sie ihn aus Neid überantwortet Evangelist hatten. Und da er verklagt ward von den Hohenpriestern und Ältesten, Und da er auf dem Richtstuhl saß, schickete sein Weib zu ihm, antwortete er nichts. Da sprach Pilatus zu ihm: und ließ ihm sagen: Pilatus Vrouw van Pilatus Hörest du nicht, wie hart sie dich verklagen? Habe du nichts zu schaffen mit diesem Gerechten,

Evangelist ich habe heute viel erlitten im Traum von seinetwegen. Und er antwortete ihm nicht auf ein Wort, Evangelist also, daß sich auch der Landpfleger sehr verwunderte. Aber die Hohenpriester und die Ältesten überredeten das Volk, daß sie um Barrabam bitten sollten, und Jesum umbrächten. Da antwortete nun der Landpfleger, und sprach zu ihnen: Pilatus Er trieb die Teufel fort; Welchen wollt ihr unter diesen zweien, Betrübte hat er aufgericht't; den ich euch soll losgeben? Er nahm die Sünder auf und an; Sonst hat mein Jesus nichts getan. Evangelist Sie sprachen: Aria (sopraan) Aus Liebe will mein Heiland sterben, Koor Von einer Sünde weiß er nichts, Barrabam! Daß das ewige Verderben Evangelist Und die Strafe des Gerichts Pilatus sprach zu ihnen: Nicht auf meiner Seele bliebe.

Pilatus Evangelist Was soll ich denn machen mit Jesu, Sie schrien aber noch mehr, und sprachen: von dem gesagt wird, er sei Christus? Koor Evangelist Laß ihn kreuzigen. Sie sprachen alle: Evangelist Koor Da aber Pilatus sahe, daß er nichts schaffete, Laß ihn kreuzigen. sondern daß ein viel größer Getümmel ward, nahm er Wasser, und wusch die Hände vor dem Volk, und Koraal sprach: Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe! Der gute Hirte leidet für die Schafe; Pilatus Die Schuld bezahlt der Herre, der Gerechte, Ich bin unschuldig an dem Blut dieses Gerechten, sehet ihr zu. Für seine Knechte! Evangelist Evangelist Da antwortete das ganze Volk, und sprach: Der Landpfleger sagte: Koor Pilatus Sein Blut komme über uns und unsre Kinder. Was hat er denn Übels getan? Evangelist Recitatief (sopraan) Da gab er ihnen Barrabam los; Er hat uns allen wohlgetan. aber Jesum ließ er geißeln, und überantwortete ihn, Den Blinden gab er das Gesicht, daß er gekreuziget würde. Die Lahmen macht er gehend; Er sagt' uns seines Vaters Wort, Recitatief (alt) Koraal Erbarm es Gott! O Haupt voll Blut und Wunden, Hier steht der Heiland angebunden. Voll Schmerz und voller Hohn! O Geißelung, o Schläg', o Wunden! O Haupt zu Spott gebunden Ihr Henker, haltet ein! Mit einer Dornenkron! Erweichet euch der Seelen Schmerz, O Haupt, sonst schön gezieret Der Anblick solches Jammers nicht? Mit höchster Ehr' und Zier, Ach ja, ihr habt ein Herz, Jetzt aber hoch schimpfieret: Das muß der Martersäule gleich, Gegrüßet seist du mir! Und noch viel härter sein. Du edles Angesichte, Erbarmt euch, haltet ein! Vor dem sonst schrickt und scheut Das große Weltgewichte, Aria (alt) Wie bist du so bespeit! Können Tränen meiner Wangen Wie bist du so erbleichet, Nichts erlangen, Wer hat dein Augenlicht, Oh, so nehmt mein Herz hinein! Dem sonst kein Licht nicht gleichet, Aber laßt es bei den Fluten, So schändlich zugericht't? Wenn die Wunden milde bluten, Auch die Opferschale sein. Evangelist Und da sie ihn verspottet hatten, Evangelist zogen sie ihm den Mantel aus, Da nahmen die Kriegsknechte des Landpflegers und zogen ihm seine Kleider an, Jesum zu sich in das Richthaus, und führeten ihn hin, daß sie ihn kreuzigten. und sammleten über ihn die ganze Schar; Und indem sie hinausgingen, und zogen ihn aus, funden sie einen Menschen von Kyrene, mit Namen Simon; und legeten ihm einen Purpurmantel an; den zwungen sie, daß er ihm sein Kreuz trug. und flochten eine Dornenkrone, und setzten sie auf sein Haupt, Recitatief (bas) und ein Rohr in seine rechte Hand, Ja freilich will in uns das Fleisch und Blut und beugeten die Knie vor ihm, Zum Kreuz gezwungen sein; und spotteten ihn, und sprachen: Je mehr es unsrer Seele gut, Je herber geht es ein. Koor Gegrüßet seist du, Judenkönig! Aria (bas) Komm, süßes Kreuz, so will ich sagen, Evangelist Mein Jesu, gib es immer her! Und speieten ihn an, und nahmen das Rohr, Wird mir mein Leiden einst zu schwer, und schlugen damit sein Haupt. So hilfst du mir es selber tragen. Evangelist Evangelist Und da sie an die Stätte kamen mit Namen Golgatha, Desgleichen schmäheten ihn auch die Mörder, das ist verdeutschet Schädelstätt', die mit ihm gekreuziget waren. gaben sie ihm Essig zu trinken mit Gallen vermischet; Recitatief (alt) und da er's schmeckete, wollte er's nicht trinken. Ach, Golgatha, unsel'ges Golgatha! Da sie ihn aber gekreuziget hatten, Der Herr der Herrlichkeit muß schimpflich teilten sie seine Kleider, und wurfen das Los darum; hier verderben, auf daß erfüllet würde, das gesagt ist durch den Propheten: Der Segen und das Heil der Welt Sie haben meine Kleider unter sich geteilet, Wird als ein Fluch ans Kreuz gestellt. und über mein Gewand haben sie das Los geworfen. Der Schöpfer Himmels und der Erden Und sie saßen allda, und hüteten sein. Soll Erd' und Luft entzogen werden; Und oben zu seinem Haupte hefteten sie die Die Unschuld muß hier schuldig sterben: Ursach seines Todes beschrieben, nämlich: Das gehet meiner Seele nah; Dies ist Jesus, der Juden König. Ach Golgatha, unsel'ges Golgatha! Und da wurden zween Mörder mit ihm gekreuziget, einer zur Rechten, und einer zur Linken. Aria (alt, koor) Die aber vorübergingen, lästerten ihn, Zion und schüttelten ihre Köpfe, und sprachen: Sehet, Jesus hat die Hand, Uns zu fassen ausgespannt; Koor Kommt! Der du den Tempel Gottes zerbrichst, und bauest ihn in dreien Tagen, hilf dir selber. Gelovige Bist du Gottes Sohn, so steig herab vom Kreuz. Wohin?

Evangelist Zion Desgleichen auch die Hohenpriester spotteten sein, In Jesu Armen samt den Schriftgelehrten und Ältesten, und sprachen: Sucht Erlösung, nehmt Erbarmen, Suchet! Koor Andern hat er geholfen, und kann ihm selber nicht helfen. Gelovige Ist er der König Israels, so steige er nun vom Kreuz, Wo? so wollen wir ihm glauben. Zion Er hat Gott vertrauet, der erlöse ihn nun, lüstet's ihn; In Jesu Armen. Lebet, sterbet, ruhet hier, denn er hat gesagt: Ich bin Gottes Sohn. Ihr verlass’nen Küchlein ihr, Bleibet! Gelovige Koraal Wo? Wenn ich einmal soll scheiden, So scheide nicht von mir! Zion Wenn ich den Tod soll leiden, In Jesu Armen. So tritt du dann herfür! Evangelist Wenn mir am allerbängsten Und von der sechsten Stunde an ward eine Finsternis Wird um das Herze sein, über das ganze Land, bis zu der neunten Stunde. So reiß mich aus den Ängsten Und um die neunte Stunde schriee Jesus laut, und sprach: Kraft deiner Angst und Pein!

Jezus Evangelist Eli, Eli, lama asabthani? Und siehe da, der Vorhang im Tempel zerriß in zwei Stück, von oben an bis unten aus. Evangelist Und die Erde erbebete, und die Felsen zerrissen, Das ist: Mein Gott, mein Gott, und die Gräber täten sich auf, warum hast du mich verlassen? und stunden auf viel Leiber der Heiligen, die da schliefen; Etliche aber, die da stunden, und gingen aus den Gräbern nach seiner Auferstehung, da sie das höreten, sprachen sie: und kamen in die heilige Stadt, und erschienen vielen.

Koor Aber der Hauptmann, und die bei ihm waren, Der rufet den Elias. und bewahreten Jesum, da sie sahen das Erdbeben und was da geschah, Evangelist erschraken sie sehr und sprachen: Und bald lief einer unter ihnen, nahm einen Schwamm, und füllete ihn mit Koor Essig, und steckete ihn auf ein Rohr, und Wahrlich, dieser ist Gottes Sohn gewesen.

tränkete ihn. Die andern aber sprachen: Evangelist

Koor Und es waren viel Weiber da, die von ferne zusahen, Halt, laß sehen, ob Elias komme und ihm helfe? die da waren nachgefolget aus Galiläa, und hatten ihm gedienet; Evangelist unter welchen war Maria Magdalena und Maria, Aber Jesus schriee abermals laut, und verschied. die Mutter Jacobi und Joses, und die Mutter der Kinder Zebedäi. Am Abend aber kam ein reicher Mann von Arimathia, der hieß Joseph, welcher auch ein Jünger Jesu war. Der ging zu Pilato, und bat ihn um den Leichnam Jesu. Da befahl Pilatus, man sollte ihm ihn geben. Recitatief (bas) Koor Am Abend da es kühle war, Herr wir haben gedacht, daß dieser Verführer sprach, Ward Adams Fallen offenbar. da er noch lebete: Ich will nach dreien Tagen wieder Am Abend drücket ihn der Heiland nieder. auferstehen. Am Abend kam die Taube wieder, Darum befiehl, daß man das Grab verwahre bis an den dritten Und trug ein Ölblatt in dem Munde. Tag, O schöne Zeit! O Abendstunde! auf daß nicht seine Jünger kommen, und stehlen ihn, Der Friedensschluß ist nun mit Gott gemacht, und sagen zu dem Volk: Er ist auferstanden von den Toten; Denn Jesus hat sein Kreuz vollbracht. und werde der letzte Betrug ärger, denn der erste. Sein Leichnam kommt zur Ruh’. Evangelist Ach! liebe Seele, bitte du, Pilatus sprach zu ihnen: Geh’, lasse dir den toten Jesum schenken,

O heilsames, o köstlich's Angedenken! Pilatus Da habt ihr die Hüter; Aria (bas) gehet hin, und verwahret's, wie ihr wisset. Mache dich, mein Herze, rein, Ich will Jesum selbst begraben. Evangelist Denn er soll nunmehr in mir Sie gingen hin, und verwahreten das Grab mit Hütern, Für und für und versiegelten den Stein. Seine süße Ruhe haben. Welt, geh aus, laß Jesum ein! Recitatief (sopraan, alt, tenor, bas, koor) Zion

Evangelist Nun ist der Herr zur Ruh gebracht.

Und Joseph nahm den Leib, und wickelte ihn in ein’ rein’ Gelovige Leinwand. Mein Jesu, gute Nacht! Und legte ihn in sein eigen neu Grab, welches er hatte lassen in einen Fels hauen; Zion und wälzete einen großen Stein vor die Tür des Grabes, Die Müh' ist aus, die unsre Sünden ihm gemacht. und ging davon. Es war aber allda Maria Magdalena, Gelovige und die andere Maria, die setzten sich gegen das Grab. Mein Jesu, gute Nacht! Des andern Tages, der da folget nach dem Rüsttage, kamen die Hohenpriester und Pharisäer sämtlich zu Pilato, Zion und sprachen: O selige Gebeine Seht, wie ich euch mit Buß und Reu beweine, Daß euch mein Fall in solche Not gebracht. Gelovige De Nederlandse Bachvereniging Mein Jesu, gute Nacht! De Nederlandse Bachvereniging dankt haar bestaan en bekendheid aan de uitvoeringen van Bachs ‘Matthäus Passion’ sinds 1922 in de Zion Grote Kerk in Naarden. Deze concerten zijn bij het Nederlandse publiek uitzonderlijk geliefd en trekken jaarlijks meer dan Habt lebenslang twaalfduizend belangstellenden. Artistiek leider, tevens chef- Vor euer Leiden tausend Dank, dirigent van De Nederlandse Bachvereniging, is Jos van Veldhoven. Daß ihr mein Seelenheil so wert geacht't. De Nederlandse Bachvereniging geeft ongeveer vijftig concerten per jaar, met voornamelijk werken van Johann Sebastian Bach Gelovige en zijn tijdgenoten en voorgangers. De programmering is zeer divers, variërend van de grote barokwerken tot minder bekende Mein Jesu, gute Nacht. werken uit de zeventiende eeuw. De flexibiliteit van het ensemble maakt uitvoeringen mogelijk met verschillende bezettingen, en Koor van zowel kerkelijke als wereldlijke koor- en orkestmuziek. De Wir setzen uns mit Tränen nieder Nederlandse Bachvereniging heeft in de afgelopen jaren dan Und rufen dir im Grabe zu: ook een indrukwekkend aantal werken uitgevoerd. De meeste concerten vinden plaats in Nederland; daarnaast werden succesvolle Ruhe sanfte, sanfte ruh'! tournees gemaakt naar Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Duitsland, Ruht, ihr ausgesognen Glieder! Polen, Noorwegen, Japan en de Verenigde Staten. Behalve met Ruhe sanfte, sanfte ruh'! chef-dirigent Jos van Veldhoven werkt het ensemble samen met vooraanstaande oude muziek-specialisten zoals , Euer Grab und Leichenstein Paul McCreesh, Marcus Creed en Masaaki Suzuki. De Nederlandse Soll dem ängstlichen Gewissen Bachvereniging en Jos van Veldhoven maakten cd-opnamen van o.a. Ein bequemes Ruhekissen Bachs ‘Matthäus Passion’ en van de ‘Grote Orgelmis’ met organist Leo van Doeselaar. In samenwerking met Museum Catharijneconvent Und der Seelen Ruhstatt sein. verschenen geïllustreerde uitgaven van het ‘Weihnachtsoratorium’ en Höchst vergnügt schlummern da die Augen ein. de ‘Johannes Passion’. Het nieuwste deel in deze cd-serie, de ‘Hohe Messe’, is in voorbereiding en verschijnt in het voorjaar van 2007. In november 2005 ontving De Nederlandse Bachvereniging vanwege de uitvoeringen en randprogrammering in het Orpheusjaar (2004/2005) de vscd Klassieke Muziekprijs in de categorie ‘meest indrukwekkende prestatie van een orkest of groot ensemble’.

Jos van Veldhoven Jos van Veldhoven studeerde muziekwetenschap aan de Rijksuniver- siteit te Utrecht en koor- en orkestdirectie aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Sinds 1983 is hij als artistiek leider verbonden aan De Nederlandse Bachvereniging. In deze functie geeft hij regelmatig uitvoeringen in binnen- en buitenland van de grote werken van Johann Sebastian Bach en diens voorgangers en tijdgenoten. Van Veldhoven dirigeert bovendien sinds 1976 het door hemzelf opgerichte Utrechts Barok Consort. Met zijn ensembles maakte hij een groot aantal (inter)nationale radio-, televisie- en cd-opnamen en trad hij op in festivals in Nederland, in Europa, de Verenigde Staten en Japan. Jos van Veldhoven is een veelgevraagde gastdirigent bij orkesten in binnen- en buitenland, waaronder Das Orchester der Beethovenhalle Bonn, The Tokyo Philharmonic Orchestra, het Telemann Chamber Orchestra, de Essener Philharmoniker, Het Susanne Rydén Brabants Orkest en het Limburgs Symfonie Orkest. Samen met De Zweedse sopraan Susanne Rydén behoort tot de beroemdste regisseur Dietrich Hilsdorf werkt Jos van Veldhoven sinds 2001 aan een vertolkers van oude muziek in Europa. Zij treedt regelmatig op cyclus geënsceneerde Händel-oratoria aan de Opera van Bonn. In de met internationaal vermaarde gezelschappen en dirigenten, zoals afgelopen jaren heeft van Veldhoven veelvuldig de aandacht getrokken Christopher Hogwood en de Academy of Ancient Music, Masaaki met uitvoeringen van ‘nieuw’ repertoire binnen de oude muziek. Suzuki en het Bach Collegium Japan, en Roy Goodman en het Opzienbarend waren onder meer uitvoeringen van oratoria van Telemann Concerto Palatino. Zij is regelmatig te horen op de grote Europese en Graun, Vespers van Gastoldi, Nederlands repertoire uit de gouden muziekfestivals en in de belangrijkste concertzalen. Daarnaast trad zij eeuw, reconstructies van Bachs ‘Markus Passion’ en de zogenaamde op in Australië, de Verenigde Staten, Japan, Rusland en Zuid-Afrika. ‘Köthener Trauer-Music’ en vele onbekende zeventiende-eeuwse Susanne Rydén studeerde aan de Koninklijke Muziekacademie te dialogen. Daarnaast dirigeerde Jos van Veldhoven een groot aantal Stockholm en de Schola Cantorum Basiliensis. Tegenwoordig verzorgt eigentijdse premières van barokopera's van onder anderen Mattheson, zij lessen op verschillende festivals over de hele wereld. Haar repertoire Keiser, Andrea en Giovanni Bononcini, Legrenzi, Conti en Scarlatti. Jos van bestaat uit oratoria en opera. In verschillende Europese operahuizen Veldhoven is als docent koordirectie verbonden aan het Conservatorium vertolkte zij rollen zoals Dido in ‘Dido en Aeneas’, en Poppea in van Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. ‘L’incoronazione di Poppea’. In 2004 zong ze de sopraanpartij in de opera ‘Song of Songs’, die de Zweedse componist Hans Ola Ericsson speciaal Nico van der Meel voor haar componeerde. Zij nam het initiatief voor het grote project In eerste instantie studeerde Nico van der Meel koordirectie aan ‘Christina’s Journey’, een stuk over het leven van de Zweedse koningin het Rot terdams Conservatorium. Vanaf 1982 stapte hij over naar Christina, dat tot het voorjaar van 2006 door Europa toert. Susanne nam een zangstudie bij Margreet Honig. Hij nam deel aan meester- en talloze cd’s op voor Harmonia Mundi, BIS, en Avie, en maakte daarnaast interpretatieklassen bij o.a. Evelyn Lear, Robert Holl en Elisabeth vele opnamen voor radio en TV. In 2006 zal zij te zien zijn in Monteverdi’s Schwar zkopf. Hij maakte zijn debuut bij het Koninklijk Concertgebouw- ‘Orfeo’ bij de Nationale Opera van Estland in Tallin. orkest en maakte tournees door Frankrijk, Portugal, Oostenrijk, Italië en Japan. In maart 1990 maakte Nico van der Meel zijn Evangelist- Anne Grimm debuut met de Wiener Philharmoniker in Wenen en Parijs olv. Nikolaus De sopraan Anne Grimm studeerde zang aan het Sweelinck Con- Harnoncourt. Sindsdien trad hij op als Evangelist bij het Koninklijk servatorium te Amsterdam bij Margreet Honig en daarnaast viool Concertgebouworkest en zingt hij met grote regelmaat op tournees bij Jan Henrichs and Peter Brunt. Een beurs van het Fonds voor de met de Nederlandse Bachvereniging. Het concertrepertoire van de Podiumkunsten maakte het haar mogelijk haar zangopleiding in tenor omvat werken van de zestiende tot en met de twintigste eeuw. Hij Londen bij Noelle Barker te vervolgen. Zij maakte deel uit van het zingt onder dirigenten als Serge Baudo, Herbert Blomstedt, Allan Curtis, Internationaal Opera Centrum Nederland (IOCN) en participeerde aan Sir Colin Davis, , Christopher Hogwood, Ton Koopman, het zomerprogramma van het Ravinia Festival, Steans Institute for Gustav Leonhardt, Arnold Östman en Martin Sieghart en met ensem- Young Artists in Chicago. Anne Grimm werkt veelvuldig als soliste bij bles als The London Baroque Orchestra, Musica Antiqua Köln, Camerata het Amsterdam Baroque Orchestra & Choir onder leiding van Ton Koop- Trajectina, Gewandhausorchester Leipzig, het Radio Kamer Orkest, het man. Met diens gezelschap trad zij oa. op in de festivals van Salzburg, Residentie Orkest en het Orkest van de Achttiende Eeuw. Bij diverse Ambronay en Amiens. Verder zong zij met de Amsterdamse Bach binnen- en buitenlandse omroepen werkt Nico van der Meel mee aan Solisten, het Radio Symfonie Orkest, het Radio Kamer Orkest, Concert- talrijke opnamen. Op het gebied van de opera zong Nico van der Meel gebouw Kamerorkest en het Residentie Orkest met dirigenten als Roy in diverse Europese operahuizen onder meer Alfred in ‘Die Fledermaus’, Goodman, Gabriel Chmura, Gemnadi Rozhdestvensky, Ivor Bolton, Hoge Priester in ‘Idomeneo’ en Pedrillo in ‘Die Entführung aus dem Massimo Zanetti, Christophe Rousset en Jos van Veldhoven. Ook op Serail’. Nico van der Meel is niet alleen een graag geziene gast in diverse het gebied van opera is Anne Grimm actief. Zo zong ze diverse rollen Schubertiades, ook geeft hij regelmatig liedrecitals. Zo was hij te horen in bij De Nederlandse Opera, Les Talens Lyrique, Combattimento Consort, onder meer Leiden, Rotterdam, Eindhoven, Amsterdam, Bad Kissingen, het European Baroque Orchestra, de Nationale Reisopera, het Orkest Utrecht, Den Haag en Parijs. Op vocaal-symfonisch gebied treedt de tenor van de Achttiende eeuw en op de Musikfestspiele Potsdam Sanssouci. veelvuldig op met het Noordhollands Philharmonisch Orkest, het Radio In Noord-Amerika trad zij onder meer op voor CBC Radio Montreal, Kamer Orkest, met Het Brabants Orkest en La Petite Bande, het Limburgs the Ottawa Chamber Music Festival, National Arts Center Orchestra Symphonie Orkest, het Combattimento Consort, Het Brabants Orkest en Ottawa, met het Cleveland Baroque Orchestra in het Ojai Festival en het Orchestre d'Auvergne. met het Victoria Symphony Orchestra. In het seizoen 2005/06 staan o.a. concerten gepland met Tafelmusik Toronto, Symphony Nova Scotia ‘Orfeo’. Dit seizoen zal Pascal Bertin o.a. zingen in Händels ‘Messiah’ met and Bach Choir of Bethlehem; bij Pacific Opera zal zij Pamina in ‘Die het Bach Collegium Japan onder leiding van Masaaki Suzuki. Pascal heeft Zauberflöte’ zingen. Anne Grimm werkte mee aan heel wat opnamen. meer dan vijftig cd’s opgenomen met muziek uit verschillende periodes en Ze zong olv. Ton Koopman en Eduardo Lopez Banzo en nam cd’s stijlen. Ook werd hij door Harmonia Mundi samen met en op met de Nederlandse Bachvereniging en met de tenor Kobie van uitgenodigd voor het opnameproject Les Trois Contre- Rensburg. ténors.

Kai Wessel Charles Daniels De contratenor Kai Wessel (°Hamburg) studeerde aan de Het repertoire van tenor Charles Daniels omvat 1150 jaar; van de muziekacademie van Lübeck. Tijdens deze studiejaren was hij ook negende eeuw tot heden. Hij studeerde aan het Cambridge King’s extern student barokke muziekuitvoering aan de Schola Cantorum College, het Royal College of Music in Londen waar hij bij Edward Basiliensis bij René Jacobs. Wessel werd tussen 1984 en 1990 Brooks in de leer ging. Daniels maakte meer dan zestig opnamen als onderscheiden met verschillende prijzen, waaronder de speciale prijs solist, waaronder Händels ‘Messiah’ met het Gabrieli Consort, liederen van de Duitse theaters voor de beste interpretatie van een eigentijds van Dowland en Händels ‘Alexander Balus’ met The King’s Consort, werk en een prijs op de Musica Antiqua Competition van het Festival Kerstwerken van Schütz, Haydns ‘St. Cecilia Mass’ met het Gulbenkian van Vlaanderen in Brugge. Wessel werd als een van de belangrijkste Choir and Orchestra, Bachs ‘Oster Oratorium’ met het Taverner contratenors gevraagd voor muziekfestivals in onder andere Parijs, Consort, liederen met Catherine King, Jacob Heringman en Emma Madrid, Wenen, Schwetzingen, Salzburg, Innsbruck, Tokio en San Kirkby. Met The King’s Consort nam hij meer dan twintig cd’s met Francisco. Hij werd ook uitgenodigd door vele operahuizen, zoals in werken van Purcell op. Als solist vertolkte hij een rol in Lully’s ‘Atys’ Freiburg, Basel, St. Gallen, Barcelona, Nice en Berlijn. Hij maakte zijn voor de Opera de Paris en in Purcells ‘Fairy Queen’ in het festival van opwachting in producties van Herbert Wernicke, zoals ‘Theodora’ en Aix-en-Provence. Daniels was evangelist in de ‘Johannes Passion’, zong ‘Giulio Cesare’ van G. F. Händel en ‘Aus Deutschland’ van Mauricio meerdere malen het ‘Weihnachtsoratorium’ en de ‘Hohe Messe’. Van Kagel. Hij vertolkte Orfeo in ‘Orfeo en Euridice’ van Chr. W. Gluck Händel zong hij grote oratoria, zoals ‘Esther’, ‘Joshua’ en de ‘Messiah’. in een productie van Joachim Schlömer, en speelde in de productie Ook zingt Daniels recenter repertoire, zoals ‘Cantata’ van Stravinsky die Gilbert Déflo maakte van Claudio Monteverdi’s ‘Orfeo’. Wessel en ‘Dies Natalis’ van Finzi. Onlangs stond Monteverdi’s ‘Orfeo’ op het werkte mee aan talloze uitvoeringen en radio-uitzendingen. Daarnaast programma met het Toronto Consort en Bachs ‘Matthäus Passion’ met maakte hij meer dan zestig opnamen olv. onder anderen Philippe The Sixteen. Charles Daniels werkte in vele projecten samen met De Herreweghe, William Christie, Jordi Savall, Gustav Leonhard, Ton Nederlandse Bachvereniging, onder andere in de ‘Matthäus Passion’. Koopman, Michael Schneider, Nikolaus Harnoncourt, Sigiswald Kuijken, Michel Corboz, Hans-Werner Henze, Arturo Tamayo en Hermann Max. Marcel Beekman Na het behalen van zijn zangdiploma's, werd de tenor Marcel Beekman Pascal Bertin gecoacht door Margreet Honig. Hij is een veelgevraagd solist in zowel Contratenor Pascal Bertin begon zijn zangcarrière op elfjarige het barokke als het hedendaagse concert- en operarepertoire. Zo trad leeftijd bij het Parijse Choeur d’Enfants, waarmee hij als solist over hij op met onder andere de Berliner Symphoniker, Musica Antiqua de hele wereld optrad. Zijn uitgebreide carrière kende vervolgens Köln, Schönberg Ensemble, Deutsches Symphonie Orchester Berlin, vele hoogtepunten. Bertin zong bij verschillende toonaangevende Sinfonietta Amsterdam, Nederlands Kamer Orkest, De Nederlandse gezelschappen, zoals het Huelgas Ensemble, het Unicorn Ensemble en Bachvereniging, Orkest van de Achttiende Eeuw, Radio Kamerorkest het Daedalus Ensemble, waarmee hij muziek uit de middeleeuwen en de en het Gulbenkian Orkest Lissabon en werkte met dirigenten als Frans renaissance vertolkte. Daarnaast werkte hij als opera- en oratoriumzanger Brüggen, Reinbert de Leeuw, Patrick Davin, Yakov Kreizberg, Uwe met dirigenten als Jordi Savall, Christophe Rousset, Philippe Herreweghe, Gronostay, Roy Goodman, Lev Markiz, Jos van Veldhoven, Michael Marc Minkowski en John Eliot Gardiner. In de nabije toekomst heeft Zilm, Marcus Creed, Peter Eötvös, Reinhard Goebel en Anne Manson. hij onder andere concerten en opnamen van de Bach-cantates met het Marcel Beekman is te horen op verschillende cd-opnamen met werken Bach Collegium Japan en The Academy of Ancient Music gepland. In van oa. Bach, de Fesch, Couperin, Keuris, Kurtag, Andriessen, Roderik zijn operarollen vertolkte Pascal Bertin Amore in Monteverdi’s ‘Il Ballo de Man en Rudolf Escher. Afgelopen seizoenen trad Marcel Beekman Delle Ingrate’, en Amore in ‘L’aurora Ingannata’ van Giacobbi. Daarnaast op oa. met het Deutsches Symphonie Orchester Berlin, De Nederlandse speelde hij verscheidene rollen in opera’s van Händel. Recentelijk speelde Bachvereniging en met het Limburg Symfonie Orkest. Hij voerde de hij de eerste herder in uitvoeringen en op cd-opnamen van Monteverdi’s wereldpremière uit bij het Radio Kamerorkest met muziek van Jacques Bank en interpreteerde de titelrol in ‘Jona’ van Willem Breuker en Harvey maakte, omvatten een grote verscheidenheid aan werken: van Lodewijk de Boer. Marcel Beekman treedt regelmatig op met Musica zeventiende-eeuws tot hedendaags; van zeer geliefd tot onbekend. Antiqua Köln olv. Reinhard Goebel op tournees in heel Europa. In dit De muziek van J. S. Bach vormt echter het middelpunt van zijn seizoen zingt hij met De Nederlandse Bachvereniging, de Münchner repertoire, zowel in optredens als in opnamen. Hij maakte diverse Philharmoniker, het Radio Symfonie Orkest en het Radio Kamerorkest, cd’s met het Purcell Quartet en het Gabrieli Consort. Hoogtepunten zowel als in vele recitals in Nederland, Zwitserland en Portugal. Met uit het afgelopen jaar zijn onder andere een BBC Prom concert van de pianist Hans Adolfsen vormt Marcel Beekman een duo dat zich Purcells ‘The Fairy Queen’ en Händels ‘Athalia’ in Madrid, beide in toelegt op met name de hedendaagse liedkunst. Naast vele recitals in samenwerking met het Gabrieli Consort. Kort geleden zong Peter Nederland, presenteerde het duo zich tijdens live radiouitzendingen en Harvey de ‘Johannes Passion’ met The Orchestra of the Age of op verscheidene Europese muziekfestivals. Verschillende componisten Enlightenment en in de passietijd maakte hij met The King’s Consort schreven nieuw werk voor Marcel Beekman, zoals Antònio Chagas een grote Europese tournee met de ‘Matthäus Passion’. Hij voerde Rosa, Jacques Bank, Alex Manassen, Theo Abazis, Myriam Marbe en het ‘Weihnachtsoratorium’ uit samen met Ton Koopman en The Roderik de Man. Amsterdam Baroque Orchestra en meer recentelijk zong hij met ditzelfde gezelschap de ‘Hohe Messe’ in Cöthen. 2005 begon met een Stephan MacLeod uitvoering van Haydns ‘Schöpfung’ in München - een favoriet werk De bas-bariton Stephan MacLeod studeerde tien jaar viool en piano dat hij met veel plezier nogmaals uitvoerde met het BBC National in Genève en vervolgde zijn opleiding aan de Musikhochschule in Orchestra of Wales in oktober van dit jaar. Keulen bij Kurt Moll. Op dit moment rondt hij zijn opleiding tot dirigent af. Stephan MacLeod zong als solist onder leiding van Philippe Jongens van het Kathedrale Koor Sint Bavo Herreweghe, Jordi Savall, Frieder Bernius, Daniel Harding, Jos van Het jongenskoor maakt deel uit van het Kathedrale Koor St. Bavo Immerseel, Dennis Russel-Davies, Sigiswald Kuijken, Jesus Lopez- dat voorts bestaat uit een senioren- en een mannenkoor. In het Cobos, Masaaki Suzuki en vele anderen in bijna heel Europa, Israël, jongenskoor zingen leerlingen van de Koorschool. De Koorschool Japan, China en Noord- en Zuid-Amerika. Hij zong met orkesten als Sint Bavo is een bijzondere basisschool voor jongens en meisjes vanaf het Freiburger Barockorchester, de Akademie für Alte Musik en het acht jaar, waar naast de normale vakken veel aandacht besteed wordt Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen. Zijn repertoire loopt aan muziek- en speciaal zangonderwijs. De belangrijkste functie van uiteen van renaissance en West-Europese barok tot Mozart, Rossini het Kathedrale Koor Sint Bavo is de verzorging van de kerkmuziek en Fauré. Maar ook voerde hij werk uit van Honegger, Frank Martin, tijdens de wekelijkse hoogmis en andere plechtige vieringen in de Philip Glass en niet te vergeten de grote Duitse componisten van Kathedrale Basiliek Sint Bavo in Haarlem. Het Kathedrale Koor staat romantische liederen. Stephen MacLeod heeft meer dan vijfendertig sinds 1 januari 2004 onder leiding van Daniël Salbert. Het jongenskoor cd’s opgenomen, waarvan vele lovend werden ontvangen in de pers. wordt regelmatig gevraagd mee te werken aan concerten met onder Voor 2006 heeft Stephen MacLeod vele concerten gepland op drie andere het Concertgebouworkest, het Residentieorkest, het Radio continenten. Ook zal hij voor Alpha een soloprogramma opnemen met Philharmonisch Orkest onder leiding van Bernard Haitink, Ricardo aria’s van Rameau. Verder zal hij twee verschillende cd’s met Bach- Chailly, Ton Koopman, Edo de Waart en Hartmut Haenchen. Het Sint cantates opnemen met het Ricercar Consort en het Montreal Baroque, Bavo jongenskoor werkt al bijna tien jaar mee aan de uitvoeringen van en meewerken aan een opname van de volledige werken voor orgel de ‘Matthäus Passion’ van De Nederlandse Bachvereniging. en zang van César Franck.

Peter Harvey Bas Peter Harvey studeerde aan Magdalen College in Oxford en vervolgens aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen. Zijn brede repertoire varieert van werken uit de vroege barok tot hedendaagse componisten. Hij staat echter vooral bekend om zijn optreden als solist met ensembles die zich specialiseren in oude muziek, waaronder The English Baroque Soloists, het Gabrieli Consort and The King's Consort. Hij wordt regelmatig in het buitenland uitgenodigd door gezelschappen als Collegium Vocale Gent en De Nederlandse Bachvereniging. De meer dan zestig opnamen die Peter De Nederlandse Bachvereniging muzikale leiding Jos van Veldhoven

Koor I Koor II sopraan sopraan Sara Jäggi Marjon Strijk alt alt Daniel Lager Hugo Naessens tenor tenor Simon Wall Adrian Lowe bas bas Bas Ramselaar Matthew Baker

Orkest I Orkest II 1e viool 1e viool Sayuri Yamagata Paulien Kostense Foskien Kooistra Marinette Troost Peter van Boxelaere Lidewij van der Voort 2e viool 2e viool Staas Swierstra Wanda Visser Rachael Beesley Anneke van Haaften altviool altviool Deirdre Dowling Jan Willem Vis cello cello Lucia Swarts Richte van der Meer contrabas contrabas Maggie Urquhart James Munro traverso & blokfluit traverso Marten Root Oeds van Middelkoop Doretthe Janssens Marjolein Lever hobo hobo Martin Stadler Diego Nadra Peter Frankenberg Luise Baumgartl orgel orgel Leo van Doeselaar Menno van Delft klavecimbel Siebe Henstra theorbe Mike Fentross gamba Mieneke van der Velden fagot Yukiko Murakami