Nummer Toegang: 2.21.115

Inventaris van het archief van het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370- 1968 (1994)

Versie: 15-08-2019

G.J.W. de Jongh

Nationaal Archief, Den Haag 1967

This finding aid is written in Dutch. 2.21.115 Mackay van Ophemert 3

INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief...... 13 Aanwijzingen voor de gebruiker...... 15 Openbaarheidsbeperkingen...... 15 Beperkingen aan het gebruik...... 15 Materiële beperkingen...... 15 Aanvraaginstructie...... 15 Citeerinstructie...... 15 Archiefvorming...... 16 Geschiedenis van de archiefvormer...... 16 1. Het geslacht Mackay (van Ophemert)...... 16 II. Aanverwante geslachten...... 23 III. Rechten en goederen...... 29 Geschiedenis van het archiefbeheer...... 31 Inhoud en structuur van het archief...... 33 Inhoud...... 33 Verantwoording van de bewerking...... 33 Verwant materiaal...... 34 Beschikbaarheid van kopieën...... 34 Afgescheiden archiefmateriaal...... 34 Publicaties...... 34 Literatuur...... 34 Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...... 35 Stukken van persoonlijke aard...... 35 A. Stukken betreffende Mackay en aanverwante geslachten als geheel...... 35 I. Genealogie en geschiedenis...... 35 II. Andere zaken van algemene aard...... 36 B. Stukken afkomstig van leden van het geslacht Mackay (Nederlandse tak)...... 36 I. Aeneas Mackay (1666-1697) en Margaretha Puchler (1671-1761)...... 36 II. Barbara Mackay (1695-1770.)...... 37 III. Daniël Mackau (1696-1745) en Arnolda Margaretha van den Steen (1702-1782)...... 37 IV. Aeneas Mackay (1734-1807) en Ursulina Philippina van Haeften (1734-1793)...... 38 a Openbare funkties...... 38 b Financiën...... 38 c Andere particuliere zaken...... 39 V. Frans Mackay (1737-1817) en Maria A.E. van Heeckeren tot Enghuizen (... -1791)...... 40 VI. Daniël Mackay (1744-1782) en Isabella Constantia de Geer, douairière Quadt (1751-1777)...... 41 a Openbare funkties...... 41 b Vervaardiging van eigen geschriften...... 41 c Financiën...... 41 d Andere particuliere zaken...... 42 VII. Daniël Mackay (1764-1784)...... 43 VIII. Cornelis Anne Mackay (1769-1841) en 1e. Jacoba Alexandrina Helena Beata van Heeckeren (1763-1818); 2e. Sophia Constantia van der Muelen (1783-1856)...... 43 a Openbare en kerkelijke funkties...... 43 b Financiën...... 44 c Andere particuliere zaken...... 45 IX. Barthold Johan Christiaan Mackay (1773-1854) en Anna Magdalena Frederica Henriëtte van Renesse van Wilp (1775-1839)...... 45 a Openbare kerkelijke funkties...... 45 b Beheer van vermogens van anderen en afwikkeling van nalatenschappen als executeur- testamentair...... 48 c Brieven...... 49 d Financiën...... 51 4 Mackay van Ophemert 2.21.115

e Andere partikuliere zaken...... 52 X. Daniël Arnold Alexander Mackay (1775-1796)...... 53 XI. Jan Louis Mackay (...-1840)...... 54 XII. Aeneas Mackay (1806-1876) en Maria Catharina Anna Jacoba Fagel (1817-1886)...... 54 a Openbare funkties...... 54 b Brieven...... 56 c Dagboeken...... 62 d Opleiding van Aeneas Mackay...... 64 e Verhouding tot het dorp Ophemert...... 65 f Godsdienstige en kerkelijke aktiviteiten...... 66 g Vervaardiging van eigen geschriften door Aeneas Mackay...... 67 h Financiën...... 67 i Andere partikuliere zaken...... 68 XIII. Johan François Hendrik Jacob Ernestus Mackay (1807-1846) en Margaretha Clara Françoise van Lynden (1810-1869)...... 70 a Openbare en kerkelijke funkties...... 70 b Brieven...... 70 c Financiën...... 71 d Andere partikuliere zaken...... 71 XIV. Anna Agneta Mackay (1838-1839)...... 72 XV. Donald Jacob Mackay (1839-1921) en Francis Georgina Jane Hasler, eerder weduwe van Alexander Mitchell (1831-1917)...... 72 a Openbare funkties...... 72 b Politieke en maatschappelijke aktiviteiten...... 73 c Brieven...... 75 d Verhouding tot het dorp Ophemert...... 78 e Financiën...... 78 f Andere partikuliere zaken...... 78 XVI. Johan Jacob Mackay (1842-1859)...... 79 XVII. Susanna Anna Johanna Wijnanda Mackay (1836-1908)...... 80 XVIII. Henriëtte Rijnhardine Philippine Mackay (1837-1896)...... 80 XIX. Aeneas Mackay (1838-1909) en Elisabeth Wilhelmina van Lynden (1844-1907)...... 80 a Openbare funkties...... 80 b Politieke en maatschappelijke aktiviteiten...... 81 c Brieven...... 82 d Financiën...... 83 e Andere partikuliere zaken...... 83 XX. Theodoor Philip Mackay (1840-1922)...... 84 XXI. Eric Mackay (1870-1921) en Marie Bertha Johanna Christina van Dedem (1871-1932)...... 84 a Brieven...... 84 b Andere particuliere zaken...... 85 XXII. Maria Christina Elisabeth Mackay (geb. 1904)...... 85 XXIII. Aeneas Alexander Mackay (1905-1963)...... 85 XXIV. Alexander Willem Rijnhard Mackay (geb. 1907)...... 86 C. Stukken afkomstig van leden van aanverwante geslachten...... 86 I. Mackay (oorspronkelijke schotse hoofdtak)...... 86 1 George Mackay, derde lord Reay (1678-.... )...... 86 2 Eric Mackay, zevende lord Reay (1773-1847)...... 86 a Openbare funkties...... 86 b Brieven...... 86 c Financiën en huishouding...... 86 d Andere partikuliere zaken...... 88 3 Alexander Mackay, achtste lord Reay (1775-1863) en Marion Gall, weduwe van David Ross (..?- 1865)...... 88 4 Donald Hugh Mackay (1780-1850)...... 89 5 Anne Mackay (...?-1849)...... 89 6 Elisabeth Granvillie Mackay (... -1874)...... 89 7 Eric Mackay, negende lord Reay (1813-1875)...... 89 II. Ross...... 89 2.21.115 Mackay van Ophemert 5

David Ross...... 89 III. Aylmer...... 90 Charles Arthur Aylmer (?-?) en Sophia Mackay (?-?)...... 90 IV. Mackay of Scourie...... 90 1 Hugh Mackay (1640-1692) en Clara de Bie (?-?)...... 90 2 Hugh Mackay (1680-1708)...... 91 3 Hugh Mackay (vóór 1729-1775)...... 91 V. Royaards...... 91 Anna Barbara Mackay (1684-1743)...... 91 VI. Puchler...... 91 1 Eustachius Puchler (gest. 1661) en Barbara Lijseman (?-?)...... 91 2 François Puchler (1632-?, vóór 1687) en Jacoba de Bije (?-?)...... 92 3 Willem Maurits Puchler (1650- ...?)...... 92 4 Eustachius Puchler (omstr. 1690)...... 92 VII. Vijgh...... 92 VIII. Van Eck...... 92 Jacob Willem van Eck (1727-1789) en Margaretha Vijgh (1736-1810)...... 93 IX. Van den Steen...... 93 1 Arent Hendrik van den Steen (gest. in of vóór 1723) en Cornelia Verbolt...... 93 2 Anna Geertruid van den Steen (1698-ca. 1778)...... 93 3 Maximiliana Clara van den Steen (?-ca. 1773)...... 93 4 Arend Jan van den Steen (1712-ca. 1779)...... 93 5 Cornelis Annaeus van den Steen (1713-ca. 1785)...... 93 6 Frederik Hendrik van den Steen (1717-1760) en Anna Magdalaine de Dompiere de Jonquieres (1717-1779)...... 94 7 Hendrik Jacob Carel van den Steen (1749-1773)...... 94 8 Gloudina Anna Hermina van den Steen (geb. 1733-ca. 1759)...... 94 9 Didericus Jacobus Arnoldus van den Steen (?-?)...... 94 X. Diederiks...... 94 Philip Hendrik Diederiks (?-?) en Maria Françoise van den Steen (1697-1744)...... 94 XI. De Geer...... 95 1 Jan Jacob de Geer van Rijnhuisen (1714-1781) en Theodora Anna van Haeften (1721-1801)...... 95 2 Anthony Gustaaf de Geer (1745-1808)...... 95 3 Barthold Jacob de Geer (1816-1903)...... 95 XII. Van Haeften...... 95 1 Walraven van Haeften (gest. 1658) en Fransina van Cockengen (?-?)...... 95 2 Reinier van Haeften (1646-1733) en Adriana Maria de Cock van Delwijnen...... 96 3 Walraven van Haeften (gest. 1746) en Francoisa van Till (?-?)...... 96 4 Barthold van Haeften (1692-1772) en Margriet van Lynden 1699-1761)...... 96 5 Reinira Adriana Margaretha van Haeften (ca. 1720-1750)...... 97 6 Reinier van Haeften (1729-1800) en Jeanne Cénie Kick (1758-1799)...... 97 7 Anne Margriet van Haeften (1782-1844)...... 98 8 Elisabeth Cénie van Haeften (1783-1825)...... 98 9 Henriëtte Margaretha Charlotte Ursulina van Haeften (1784-1823)...... 98 10 Victoire Sophie van Haeften (1789-1825)...... 99 XIII. De Cock van Delwijnen...... 99 1 Hillegond van Auwrijn (gest. 1538), weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen...... 99 2 Adriaen de Cock van Delwijnen (verschijnt tussen 1551 en 1604) en 1e. Maria van Brakel; 2e Maria van Hemert...... 99 3 Johan de Cock van Delwijnen (verschijnt ca. 1605) en 1e. Eustachia van Hemert; 2e. Adriana van Beynhem...... 99 4 Maria de Cock van Delwijnen (?-?)...... 100 5 Adriaen de Cock van Delwijnen (verschijnt 1638-gest. 1698) en Anna van Gent (?-?)...... 100 a Openbare funkties...... 100 b Partikuliere zaken...... 100 6 Johan de Cock van Delwijnen (gest. 1724)...... 101 a Openbare funkties...... 101 b Partikuliere zaken...... 103 7 Barthold de Cock van Delwijnen (verschijnt 1688)...... 103 6 Mackay van Ophemert 2.21.115

XIV. Van Beynhem...... 104 Gerrit van Beynhem (omstr. 1580) en Christina van Eck...... 104 XV. Van Kniphausen...... 104 Tido Herman van Kniphausen (omstr. 1660)...... 104 XVI. Van Gent...... 104 1 Cornelis van Gent. (1548-1614)...... 104 2 Godefroy van Gent (1584-1644) en Maria van Giessen (gest. 1659)...... 104 3 Barthold van Gent (1586-1650) en Elisabeth van Giessen (1580-1668)...... 104 4 Cornelis van Gent (1618-1682)...... 105 5 Joachim van Gent (1621-1682) en Helena Maria Drummond (?-?)...... 105 6 Van Gent diversen...... 106 XVII. Van Giessen...... 106 Joost van Giessen (verschijnt 1558 tot 1620)...... 106 XVIII. Drummond...... 106 Johan Willem Drummond (gest. 1627) en Maria de Cock van Delwijnen (?-?)...... 106 XIX. De Roover...... 106 Melchior de Roover (?-?) en Theodora de Cock van Delwijnen (?-?)...... 106 XX. Van Lynden (A)...... 107 1 Dirk Wolter van Lynden (1659-1712) en Anna Ursula van Reede (1669-1749)...... 107 2 Frans Goderd van Lynden (1702-1786)...... 107 3 Cornelia Eliana van Lynden (1734-1812)...... 107 4 Anna Theodora van Lynden (1732-1802)...... 107 5 Anna Wilhelmina van Lynden (1768-1847)...... 107 6 Cornelia Henriëtte van Lynden-Huydecoper (1776-1838)...... 107 XXI. Van Heeckeren tot de Kemnade en Waliën...... 107 Evert Ludolf van Heeckeren tot de Kemnade en Waliën (1734-1804) en Margaretha Reinira van Haeften (gest. 1797)...... 108 XXII. De Pagniet...... 108 1 Abraham de Pagniet (1661-1724)...... 108 2 Reinier Johan Christiaan de Pagniet (1756-1807)...... 108 XXIII. Van Tuyll van Serooskerken...... 108 Dorothea Henriëtte Maria Louise van Tuyll-de Pagniet (1751-1836)...... 108 XXIV. Van Imbyze van Batenburg...... 108 Margaretha Bartholda van Imbyze van Batenburg-Mackay (1766-1846)...... 108 XXV. Van Heeckeren van de Cloese...... 109 Lodewijk van Heeckeren van de Cloese (1768-1831)...... 109 XXVI. Van Verschuer...... 109 1 Bernhard Deodatus van Verschuer (1759-1827) en Theodora Anna Johanna Jacoba Mackay (1770-1851)...... 109 2 Theodoor Wilhelm Leopold van Verschuer (...?-1855)...... 109 XXVII. De Cock van Haeften...... 109 1 Johan Walraven de Cock van Haeften (gest. 1783)...... 109 2 Barthold de Cock van Haeften (1755-1808) en Arnolda Margaretha Mackay (1771-1849)...... 110 3 Anna Ursulina Margaretha de Cock van Haeften (1790-1877)...... 111 4 Margaretha Bartholda de Cock van Haeften (1802-1849)...... 111 XXVIII. Quarles de Quarles...... 111 Constantia Louisa Arnoldina Quarles de Quarles-de Cock van Haeften (1802-1857)...... 111 XXIX. Van Renesse...... 111 1 Abraham Daniël van Renesse (?-ca. 1763)...... 111 2 Wijnand Jacob Maximiliaan van Renesse (1714-1781) en 1e. Sara Maria de Beyer (1705-1774); 2e Ernestina van Reede (1717-1794)...... 112 a Openbare funkties...... 112 b Partikuliere zaken...... 112 3 Johan Pieter Hendrik Eleonard van Renesse van Wilp (1746-1818) en Susanna Françoise van der Steen (1753-1841)...... 113 a Openbare funktie...... 113 b Financiën...... 114 c Andere Partikuliere zaken...... 114 4 Wijnanda Maximiliana Jacoba van Renesse van Wilp (1777-1855)...... 115 2.21.115 Mackay van Ophemert 7

5 Ernestina Lucretia Susanna van Renesse van Wilp (geb. 1789, in hetzelfde jaar overleden)...116 XXX. Van Wijnbergen...... 116 1 Coenraad van Wijnbergen (gest. 1709)...... 116 2 Johan van Wijnbergen (1678-1737)...... 116 3 Henriëtte Josina van Wijnbergen (?-?)...... 117 4 Johanna Wendelina van Wijnbergen (gest. 1774)...... 117 XXXI. De Beyer...... 117 1 Johan de Beyer (geb. ca. 1555-1627)...... 117 2 Johan de Beyer (geb. ca. 1620, gest. 1717?) en Geertruid van Benthem (?-?)...... 117 3 Johan de Beyer (geb. ca. 1660, gest. 1713 of 1715) en Johanna Eleonora van Bouchout (?-?)...117 XXXII. Van Benthem...... 118 Johan van Benthem (gest. vóór of in 1657) en Sara Biel (?-?)...... 118 XXXIII. Soudan...... 118 Guillaume Soudan en Sara van Benthem (?-?)...... 118 XXXIV. Colyear...... 118 Arnolda Colyear-de Beyer (gest. 1734)...... 118 XXXV. Sweerts de Landas...... 118 Jacob Dirk Lodewijk Sweerts de Landas (1766-1831) en Jacoba Maria van Renesse van Wilp (1773-1797)...... 119 XXXVI. Fagel...... 119 1 Hendrik Fagel (1765-1838)...... 119 2 Jacoba Margaretha Maria Boreel (1794-1858), weduwe van Jacob Fagel (1766-1835)...... 119 3 François Willem Fagel (1768-1856)...... 119 4 Agneta Margaretha Fagel (1770-1840)...... 119 5 Robert Fagel (1771-1856)...... 120 6 Eleonore Fagel (1816-1877)...... 120 7 François René Hendrik Robert Fagel (1828-1890)...... 120 XXXVII. Van Reede van Athlone...... 120 Wendela Eleonora Boreel (1792-1868), weduwe van Willem G.F. van Reede van Athlone (1780- 1844)...... 120 XXXVIII. Van Lynden (B)...... 121 1 Willem van Lynden (1806-1866) en Charlotte A.W. van Boetzelaer (1808-1886)...... 121 2 Van Lynden diversen...... 121 XXXIX. Huydecoper...... 121 Theodoor Cornelis Reinier Huydecoper (1805-1866) en Philippine Rijnhardine Henriëtte van Lynden (1805-1865)...... 122 Stukken van zakelijke aard...... 123 A. Algemeen...... 123 1 Overzicht der rechten en goederen...... 123 II. Correspondentie met rentmeesters...... 123 III. Rekeningen van rentmeesters...... 124 IV. Diversen...... 124 B. Heerlijke rechten in het algemeen...... 124 1 Ophemert en Zennewijnen...... 124 a Verwerving en handhaving...... 124 b Uitoefening van het overheidsgezag...... 125 II. Wadenooien...... 126 Uitoefening van het overheidsgezag...... 126 C. Veren...... 126 1 Wadenooien...... 126 II. Zennewijnen...... 126 D. Windrecht...... 126 E. Kerkpatronaat en vicarieën...... 126 I. Bergharen...... 126 II. Delwijnen...... 127 III. Drumpt...... 127 IV. Kerkwijk...... 127 V. Ophemert...... 127 VI. Opijnen...... 128 8 Mackay van Ophemert 2.21.115

VII. Voorst (Veluwe)...... 128 VIII. Wadenooien...... 128 F. Jacht...... 129 G. Onroerende goederen en daarop rustende zakelijke rechten...... 129 1 Gelderland...... 129 a Kwartier van Nijmegen...... 129 1 Appeltern...... 129 2 Batenburg...... 129 3 Bergharen...... 129 3.1 Verwerving...... 129 3.2 Beheer...... 131 4 Brakel...... 132 5 Bruchem...... 133 6 Deil...... 133 7 Delwijnen...... 133 8 Driel...... 134 8.1 Verwerving...... 134 8.2 Beheer...... 134 9 Drumpt...... 135 10 Druten...... 135 11 Eck...... 135 12 Elst...... 136 13 Est en Opijnen...... 137 14 Gameren...... 137 15 Gellikum...... 137 16 Gent...... 138 17 Haalderen...... 138 18 Hellouw...... 138 19 Herwijnen...... 138 20 Hien-Dodewaard...... 138 21 Horssen...... 139 22 Kapel-Avezaath...... 139 23 Lent...... 140 24 Lienden...... 140 25 Meinerswijk...... 140 26 Neerbosch en Weurd...... 140 27 Nijmegen...... 141 28 Ochten...... 142 29 Oensel...... 142 30 Ophemert en Zennewijnen...... 143 30.1 Huis Ophemert...... 143 30.1.1 Verwerving...... 143 30.1.2 Beheer...... 143 30.2 Andere goederen en zakelijke rechten...... 144 30.2.1 Verwerving en bezwaring...... 144 30.2.2 Beheer...... 147 31 Opheusden...... 148 32 Randwijk...... 149 33 Rumpt...... 149 34 Tiel en Zandwijk...... 150 35 Tuil...... 150 36 Ubbergen...... 151 37 Varik...... 151 38 Waardenburg...... 151 39 Wadenooien...... 151 39.1 Verwerving, bezwaring en vervreemding...... 151 39.2 Beheer...... 153 40 Wamel...... 154 41 IJzendoorn...... 154 2.21.115 Mackay van Ophemert 9

42 Zaltbommel...... 154 43 Zuilichem (rechtsgebied van de hoge bank van-)...... 155 44 Diversen Kwartier Nijmegen...... 155 b Elders in Gelderland...... 156 1 Angerlo...... 156 2 Doornspijk...... 156 3 Ede...... 156 4 Wageningen...... 156 5 Warnsveld...... 156 6 Wilp...... 157 7 Worth-Rheden...... 157 8 Zutphen...... 157 9 Ligging onbekend...... 157 II. Elders in Nederland...... 157 a 's-Gravenhage...... 157 b Hoograven...... 158 c Horst...... 158 d Kralingen...... 158 e Linden (N.-Br.)...... 158 f Meerlo...... 158 g Raamsdonk...... 159 h Rhenen...... 159 i Sombeek...... 159 j Sevenum...... 159 k Stellendam...... 159 l ...... 159 m Venray...... 160 n Wognum...... 160 o Wijk bij Duurstede...... 160 p Zeist...... 160 q Zevenhuizen...... 161 III. België...... 161 IV. Groot-Brittannië...... 161 V. Berbice...... 162 H. Belangen in ondernemingen...... 162 In bewaring ontvangen archivalia...... 163 A. Stift Zennewijnen...... 163 B. J.H. van Kinsbergen...... 163 C. J.W. van den Biesen...... 163 Partikuliere stukken van rentmeesters...... 164 Stukken waarvan de samenhang met het archief niet is gebleken...... 165 A. Stukken van persoonlijke aard...... 165 1 Openbare funkties...... 165 II. Financiën van partikulieren...... 166 III. Diversen...... 167 B. Stukken betreffende rechten en goederen...... 167 1 Kwartier van Nijmegen...... 167 a Beuningen...... 167 b Druten...... 168 c Gameren...... 168 d Gent...... 168 e Hurwenen...... 168 f Maasbommel...... 168 g Nijmegen...... 168 h Ophemert...... 169 i Opheusden...... 169 j Ooi...... 169 k Puiflik...... 169 l Wadenooien...... 169 10 Mackay van Ophemert 2.21.115

m Wamel...... 170 n Zaltbommel...... 170 II. Elders in Nederland...... 170 a Beverwijk en Heemskerk...... 170 b Lopik...... 170 c Schijndel...... 170 d Sleeuwijk...... 171 e Ligging onbekend...... 171 III. Duitsland...... 171 C. Gedrukte stukken...... 171 I. Couranten...... 171 II. Boeken...... 171 III. Kaarten...... 171 IV. Prenten...... 172 Inventarissen...... 173 Supplement 1971...... 174 XV. Donald Jacob Mackay...... 174 XIX. Aeneas Mackay en Elisabeth Wilhelmina van Lynden...... 174 XXI. Eric Mackay...... 174 Supplement 1977...... 175 I. Stukken van persoonlijke aard...... 175 A. Het geslacht Mackay (Nederlandse tak)...... 175 1 Aeneas Mackay (1666-1697)...... 175 2 Aeneas Mackay (1734-1807) en Ursulina Philippina van Haeften (1734-1793)...... 175 3 Frans Mackay (1737-1817)...... 175 4 Barthold Johan Christiaan Mackay (1773-1854)...... 175 5 Aeneas Mackay (1806-1876)...... 175 6 Johan François Hendrik Jacobus Ernestus Mackay (1807-1846) en Margaretha Clara Françoise van Lijnden (1810-1869)...... 176 7 Donald Jacob Mackay (1839-1931) en Francis Georgina Jane Hasler (1831-1917)...... 176 B. Aanverwante geslachten...... 176 1 Geslacht Aylmer...... 176 2 Geslacht Mackay of Scoury...... 176 3 Geslacht Van Haeften...... 176 4 Geslacht Van Lynden...... 176 5 Geslacht Van Verschuer...... 177 II. Stukken van zakelijke aard...... 177 III. Stukken, waarvan de samenhang met het archief niet is gebleken...... 177 A. Stukken van persoonlijke aard...... 177 B. Stukken van zakelijke aard...... 179 C. Gedrukte stukken...... 179 Aanvulling 1979...... 182 1 Persoonlijke stukken...... 182 1.1 Stukken per persoon geordend...... 182 1.1.1 Familie Mackay...... 182 1.1.1.1 Aeneas Mackay (1734-1807)...... 182 1.1.1.2 Barthold Johan Christiaan baron Mackay (1773-1854)...... 182 1.1.1.3 Aeneas baron Mackay (1806-1876)...... 182 1.1.1.4 Daniel Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay (1839-1921)...... 183 1.1.1.5 Constantijn Willem Ferdinand baron Mackay (1870-1955)...... 183 1.1.1.6 Petronella Adamina Mackay-Hoeufft (1872-1933)...... 184 1.1.1.7 Cornelia Frida Mackay-Katz (1885-1963)...... 184 1.1.1.8 Jacqueline Jeannette van Valkenburg-Mackay (1899-1979)...... 184 1.1.2 Familie Van Haeften...... 184 1.1.2.1 Barthold van Haeften (1692-1772)...... 184 1.1.2.2. Urselina Philippina Freifrau von Hamelberg-de Cock van Haeften (1794-1881)...... 185 1.1.3 Familie Van Lynden...... 185 1.1.3.1 Willem Frans Godard van Lynden, heer van Hemmen (1729-1787)...... 185 1.1.3.2 Jkvr. Cornelia Eliane van Lynden (1734-1812)...... 185 2.21.115 Mackay van Ophemert 11

1.1.3.3 Frans Godard baron van Lynden, heer van Hemmen (1761-1845)...... 185 1.1.3.4 Willem baron van Lynden (1806-1866)...... 185 1.1.4 Familie Huydecoper...... 186 1.1.4.1 Johan Pieter Huydecoper (1773-1798)...... 186 1.1.5 Familie Van Renesse...... 186 1.1.5.1 Johanna Adriana van Renesse (1692-1762)...... 186 1.1.5.2 Wijnand Jacob Maximiliaan van Renesse, heer van den Brinck, (1714-1781)...... 186 1.1.5.3 Johan Pieter Hendrik Eleonard van Renesse (1746-1818)...... 186 1.1.6 Familie Van Wijnbergen...... 187 1.1.6.1 Johan van Wijnbergen, heer van de Glinthorst (1678-1737)...... 187 1.1.7 Familie De Beijer...... 187 1.1.7.1 Geertruid de Beijer-van Benthem (?-1717)...... 187 1.1.7.2 Arnolda Colyear-de Beijer (?-1734)...... 187 1.1.8 Familie De Pagniet...... 187 1.1.8.1 Abraham de Pagniet (1662-1724)...... 187 1.1.8.2 Reinier Johan Christiaan de Pagniet (1756-1807)...... 187 1.1.9 Familie Van Tuyll van Serooskerken...... 187 1.1.9.1 Vincent Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken (1744-1794)...... 187 1.1.10 Familie Hoeufft...... 188 1.1.10.1 Agnes Jeannette de Beaufort-Hoeufft (1864-1923)...... 188 1.2 Stukken niet per persoon geordend...... 188 2 Zakelijke stukken...... 189 3 Stukken waarvan het verband met het archief niet duidelijk is...... 189 Aanwinst 1985...... 193 1 Familie Mackay...... 193 1.1 Johan Jacob baron Mackay (1842-1859)...... 193 1.2 Daniël baron Mackay (1878-1962)...... 193 2 Stuk waarvan het verband met het archief niet duidelijk is...... 193 Aanwinst 1999...... 194 1 Archivalia...... 194 1.1 Familie Mackay...... 194 1.1.1 Cornelis Anne baron Mackay (1769-1841)...... 194 1.1.2 Barthold Johan Christiaan baron Mackay (1773-1854)...... 194 1.1.3 Aeneas baron Mackay (1806-1876)...... 194 1.1.4 Jhr. Johan François Hendrik Jacob Ernestus Mackay (1807-1846)...... 194 1.1.5 Margaretha Clara Françoise Mackay-van Lynden (1810-1869)...... 195 1.1.6 Maria CatharinaAnna Jacoba Mackay-Fagel (1817-1886)...... 195 1.1.7 Aeneas baron Mackay (1838-1909)...... 195 1.1.8 Donald Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay (1839-1921)...... 195 1.1.9 Theodoor Philip baron Mackay (1840-1922)...... 195 1.1.10 Juliana Anna Mackay-van Lynden (1844-1935)...... 196 1.1.11 Johan Jacob baron Mackay (1869-1902)...... 196 1.1.12 Aeneas baron Mackay (1872-1932)...... 196 1.1.13 Daniël baron Mackay (1900-1969)...... 197 1.1.14 Theodoor Philip baron Mackay (geboren 1911)...... 198 1.2 Aanverwante Families...... 198 1.2.1 Familie Van Renesse...... 198 1.2.1.1 Suzanne Françoise van Renesse-van den Steen (1753-1841)...... 198 1.2.2 Familie Van Lynden...... 198 1.2.2.1 Cornelia Henriëtte van Lynden-Huydecoper (1776-1838)...... 198 1.2.2.2 Johanna Sara Jacoba Lilljehorn Berg von Bergheim-van Lynden (1776-1851)...... 198 1.2.2.3 Jhr. Dirk Reinhard Johan van Lynden (1779-1837)...... 199 1.2.2.4 Willem baron van Lynden (1806-1866)...... 199 1.2.2.5 Constantijn Willem Ferdinand baron van Lynden (1808-1876)...... 199 1.2.2.6 Jacqueline Maria van Lynden-van Hasselt (1822-1908)...... 199 1.2.3 Familie Huydecoper...... 199 1.2.3.1 Philippine Rijnharda Henriëtte Huydecoper-van Lynden (1805-1865)...... 199 1.2.3.2 Theodoor Cornelis Reinier Huydecoper (1805-1866)...... 199 1.2.3.3 Eduard Huydecoper (1827-1883)...... 200 12 Mackay van Ophemert 2.21.115

1.2.4 Familie Van Dielen...... 200 1.2.4.1 Henriëtte Sophia van Dielen-Alewijn (1805-1870)...... 200 1.2.5 Familie Crommelin...... 200 1.2.5.1 Marinus Crommelin (1838-1907)...... 200 1.3 Niet verwante Families...... 200 1.3.1 Familie Van Weede...... 200 1.3.1.1 Philippina Baltina Elisabeth van Weede-van Arckel (1716-1803)...... 200 1.3.2 Familie Hinlopen...... 200 1.3.2.1 Jan Joost Hinlopen (1806-1848)...... 200 2 Gedrukt stuk...... 200 Aanwinst 2000-1...... 201 1 Archivalia...... 201 1.1 Familie Mackay...... 201 1.1.1 Barthold Johan Christiaan baron Mackay (1773-1854)...... 201 1.1.2 Jhr. Johan François Hendrik Jacob Ernestus Mackay (1807-1846)...... 201 1.1.3 Donald Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay (1839-1921)...... 201 1.1.4 Juliana Anna Mackay-van Lynden (1844-1935)...... 201 1.1.5 Hermina Clasina Mackay-den Beer Portugael (1874-1945)...... 201 1.1.6 Daniël baron Mackay (1900-1969)...... 201 1.1.7 Erica Beelaerts van Blokland-Mackay (geboren 1916)...... 202 1.2 Familie Van Lynden...... 202 1.2.1 Jhr. Dirk Reinhard Johan van Lynden (1779-1837)...... 202 1.3 Familie Huydecoper...... 202 1.3.1 Philippine Henriëtte Rijnhardine Huydecoper-van Lynden (1805-1865)...... 202 1.4 Familie Van Rechteren...... 203 1.4.1 Antoinette Maria Charlotte gravin van Rechteren-gravin Bentinck (1792-1832)...... 203 2 Gedrukte stukken...... 203 Aanwinst 2000-2...... 205 1 Anna Magdalena Henriette Frederica Mackay-van Renesse van Wilp (1779-1839)...... 205 Aanwinst 2001-1...... 206 1 Geslacht Mackay...... 206 1.1 Aeneas baron Mackay (1806-1876)...... 206 1.2 Daniël Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay (1839-1921)...... 206 1.3 Elisabeth Wilhelmina Mackay-van Lynden (1844-1907)...... 206 1.4 Petronella Adamina Mackay-Hoeufft (1872-1933)...... 206 1.5 Margaretha Clara Françoise barones Mackay (1873-1907)...... 206 2 Geslacht Van Lynden...... 206 2.1 Jhr. Dirk Reinhard Johan van Lynden (1779-1837)...... 206 Aanwinst 2001-2...... 207 1 Geslacht Mackay...... 207 1.1 Aeneas baron Mackay (1838-1909)...... 207 1.2 Eric baron Mackay, 12e Lord Reay (1870-1921)...... 207 2 Geslacht Van Lynden...... 207 2.1 Willem Rijnhard baron van Lijnden (1840-1928)...... 207 3 Geslacht Van Boetzelaer...... 207 3.1 Gustave Jacques baron van Boetzelaer (1851-1915)...... 207 3.2 Elisabeth Aleida Johanna Georgine Marie Henriette van Boetzelaer-Willink (1867-1924)...... 207 Aanwinst 2011...... 208 1 Mr. Aeneas baron Mackay van Ophemert, vice-president van de Raad van State...... 208 2 Mr. Donald Jacob baron Mackay van Ophemert...... 208 Bijlagen...... 209 Regesten...... 209 2.21.115 Mackay van Ophemert 13

Beschrijving van het archief BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF

Naam archiefblok: Collectie 243 Mackay van Ophemert

Archiefbloknummer: C25092

Omvang: 1985 inventarisnummer(s); 41,50 meter

Taal van het archiefmateriaal: Het merendeel der stukken is in het Nederlands.

Soort archiefmateriaal: Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefbewaarplaats: Nationaal Archief, Den Haag

Archiefvormers: Mackay van Ophemert Mackay Aylmer Mackay of Scourie (of Scoury?) Puchler Van den Steen De Geer Van Haeften De Cock van Delwijnen Van Gent Van Lynden Van Verschuer De Cock van Haeften Van Renesse Van Wijnbergen De Beyer Fagel Mackay, Aeneas (1666-1697) Puchler, Margaretha (1671-1761) Mackay, Barbara (1695-1770) Mackay, Daniel (1696-1745) Steen, Arnolda Margaretha van den (1702-1782) Mackay, Aeneas (1734-1807) Haeften, Ursulina Philippina van (1734-1793) Mackay, Frans (1737-1817) Heeckeren tot Enghuizen, Maria A.E. van (?-1791) Mackay, Daniël (1744-1782) Geer, Isabella Constantia de (1751-1777) Mackay, Daniël (1764-1784) Mackay, Cornelis Anne (1769-1841) Heeckeren, Jacoba Alexandrina Helena Beata van (1763-1818) 14 Mackay van Ophemert 2.21.115

Muelen, Sophia Constantia van der (1783-1856) Mackay, Barthold Johan Christiaan (1773-1854) Renesse van Wilp, Anna Magdalena Frederica Henriëtte van (1775-1839) Mackay, Daniël Arnold Alexander (1775-1796) Mackay, Jan Louis (?-1840) Mackay, Aeneas (1806-1876) Fagel, Maria Catharina Anna Jacoba (1817-1886) Mackay, Johan François Hendrik Jacob Ernestus (1807-1846) Lynden, Margaretha Clara Françoise van (1810-1869) Mackay, Anna Agneta (1838-1839) Mackay, Donald Jacob (1839-1921) Hasler, Francis Georgina Jane (1831-1917) Mackay, Johan Jacob (1842-1859) Mackay, Susanna Anna Johanna Wijnanda (1836-1908) Mackay, Henriëtte Rijnhardine Philippine (1837-1896) Mackay, Aeneas (1838-1909) Lynden, Elisabeth Wilhelmina van (1844-1907) Mackay, Theodoor Philp (1840-1922) Mackay, Eric (1870-1921) Dedem, Marie Bertha Johanna Christina van (1871-1932) Mackay, Maria Christina Elisabeth (1904-?) Mackay, Aeneas Alexander (1905-1963) Mackay, Alexander Willem Rijnhard (1907-1995)

Samenvatting van de inhoud van het archief: Het omvangrijke archief van de van oorsprong Schotse adelijke familie Mackay bevat stukken van persoonlijke en van zakelijke aard van de familie en aangetrouwde familieleden, waarbij het zwaartepunt in de achttiende en negentiende eeuw ligt. Het bevat onder meer genealogische en historische aantekeningen, afwikkelingen van nalatenschappen, correspondentie, akten van aanstelling, en stukken opgemaakt uit hoofde van openbare functies die diverse leden van de familie hebben bekleed. Tot de opvallende stukken horen een verzameling politieke gedichten en couranten van Aeneas Mackay (1734-1793), journalen van zeereizen met diverse oorlogsschepen van officieren C.A en B.J.C. Mackay uit de periode 1784-1793, stukken inzake de hofhouding en nalatenschappen van koning Willem II en Anna Pawlowna van kamerheer en later van Staat Aeneas Mackay (1806-1876), correspondentie van dezelfde met diverse staatslieden en een verzameling dagboeken van zijn hand. Daarnaast bevat het archief charters en andere stukken in verband met de heerlijke rechten over onder meer Ophemert en Zennewijnen, en onroerend goed in voornamelijk Gelderland en Groot-Brittannië. Ten slotte is er een collectie kaarten: plattegronden van landerijen, gedrukte kaarten van Groot-Brittannië en zeekaarten van het Middellandse Zeegebied. In juni 2010 is een supplement toegevoegd (dit is de vervallen toegang 2.21.116) met aanvullingen uit 1999, 2000 en 2001. 2.21.115 Mackay van Ophemert 15

Aanwijzingen voor de gebruiker

Aanwijzingen voor de gebruiker Openbaarheidsbeperkingen

OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar.

Beperkingen aan het gebruik

BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.

Materiële beperkingen

MATERIËLE BEPERKINGEN Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.

Aanvraaginstructie

AANVRAAGINSTRUCTIE Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen: 1. Creëer een account of log in . 2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk. 3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.

Citeerinstructie

CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.

VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 243 Mackay van Ophemert, nummer toegang 2.21.115, inventarisnummer ...

VERKORT: NL-HaNA, Mackay van Ophemert, 2.21.115, inv.nr. ... 16 Mackay van Ophemert 2.21.115

Archiefvorming

Archiefvorming Geschiedenis van de archiefvormer

GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER 1. Het geslacht Mackay (van Ophemert).

1. HET GESLACHT MACKAY (VAN OPHEMERT). Evenals andere vorsten van hun tijd hoopten in de vroege Middeleeuwen ook de koningen van Schotland hun macht te verstevigen door het leenstelsel in te voeren. In de Hooglanden echter hadden de pogingen, die in die richting ondernomen werden, een averechtse uitwerking, daar de bevolking zeer gehecht bleek aan de traditionele, van oorsprong keltische, gezagsverhoudingen. Tot dusver had men zelf zijn stamhoofden gekozen en was de grond het eigendom van de stamgemeenschappen geweest. Door de feodalisering werden deze stamverbanden verbroken en heersers van buitenaf opgedrongen. Uit reactie daartegen groepeerde men zich nu in kleinere aantallen om vertrouwde inheemse aanzienlijken. Zo ontstond de samenlevingsvorm, die kenmerkend voor die streken zou worden: de "clan".

Wat zulke clans bijeenhield, was een sterk gevoel van onderlinge solidariteit en vooral ook de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid van allen aan de "chief". Deze werd door de clangenoten erkend als wetgever en opperste rechter, hief belastingen en verdeelde de terreinen, benodigd voor het levensonderhoud. Hij werd, in overeenstemming met het oude keltische gebruik, aangewezen door verkiezing, weliswaar in de praktijk steeds uit het geslacht van zijn voorganger, dus in feite toch wel door erfopvolging. Door de trouw van hun aanhang waren de clanhoofden vaak nagenoeg onafhankelijk van de koning. In later tijd ging men de verbondenheid met de chief ook tot uitdrukking brengen door de clan als geheel naar zijn geslacht te noemen.

In het verzet tegen de pogingen van de schotse koningen om het gezag te centraliseren weerde zich met name de clan Morgan, aangevoerd door leden van het grafelijk huis van Moray, een prominent geslacht, verwant aan de koninklijke dynastie. Omstreeks 1160 werd deze clan tengevolge van een nederlaag in die strijd van het zuiden van het land verdreven naar het aan de zee grenzende Strathnaver, in het uiterste noordwesten, waar ze sedertdien gevestigd is gebleven. Chief was in de eerste helft van de dertiende eeuw Iye MacEth; naar hem en zijn nakomelingen heet de clan sedert het begin van de veertiende eeuw Mackay of Strathnaver. "Mackay" is de engelse vorm van de naam, die in het gaelic "Mac Aoidh" luidde, en "Mac Eth"is een van de oudere schotse varianten daarvan.

Het is niet de bedoeling in deze inleiding een volledig overzicht van de geschiedenis van het geslacht Mackay te geven, maar slechts om de inventaris van het archief van Ophemert toe te lichten. Daarom is het hier niet nodig de verdere lotgevallen van de Mackays gedurende de Middeleeuwen gedetailleerd te beschrijven. We volstaan met te vermelden, dat zij hun goederenbezit zowel in Strathnaver als in de aangrenzende gebieden Sutherland en Caithness aanmerkelijk wisten uit te breiden, zodat dit omstreeks 1500 ongeveer 2500 km2 bedroeg. Dat bezit bleef overigens niet onbedreigd; toen en later zijn er ook grote verliezen geleden, merendeels tengevolge van strijd met rivaliserende geslachten.

Na 1600 verminderde gaandeweg de maatschappelijke en politieke betekenis van het clanverband om in de achttiende eeuw vrijwel geheel te niet te gaan. Voortaan traden de Mackays meer als afzonderlijke individuen naar voren. Lye Du Mackay († 1572) ging over tot het calvinisme; zijn nazaten zijn deze confessie tot in onze tijd toe over het algemeen trouw gebleven. Zijn kleinzoon Donald Mackay (1590-1649) onderscheidde zich als een dapper en bekwaam militair. Hij bood tijdens de Dertigjarige Oorlog aan om Christiaan IV van Denemarken, die de "Winterkoning" van Bohemen steunde tegen de duitse Keizer, te helpen met een eigen regiment. Aan het hoofd van 3600 Schotten vocht hij onder de graaf van Mansfeld in Noord-Duitsland. Ter beloning van de daarbij bewezen diensten verhief koning Karel I hem op 20 juni 1628 tot peer van Schotland met de erfelijke titel van baron Reay of Reay. Het lijkt ietwat verwonderlijk, dat hij niet lord Strathnaver 2.21.115 Mackay van Ophemert 17 werd, maar die titel was al vergeven en wel in 1588 aan de toenmalige graaf van Sutherland, lord Gordon. De baronie van Reay was krachtens een koninklijke oorkonde van 19 januari 1862 gevormd uit een achttal landgoederen, deels in Strathnaver, deels in Caithness gelegen, die voordien hadden toebehoord aan lord Forbes en van deze waren aangekocht.

De eerste lord Reay streed daarna nog onder Gustaaf Adolf in Pommeren; hij had in het bizonder een belangrijk aandeel in de verovering van Kolberg, ten oosten van Stettin. Op het einde van zijn leven werd hij betrokken in de britse burgeroorlog, waarin hij, ondanks zijn protestant-zijn, de zijde van de koning koos. Ook zijn zoon John Mackay (1612-1680), de tweede lord Reay, keerde zich tegen Cromwell en bleef deze nog lang na de onthoofding van Karel I bestrijden. Hij zat daardoor enige tijd gevangen en raakte een groot deel van zijn goederen kwijt. Zijn residentie, Tongue House, werd geheel verwoest. Onder Karel II werd hij weer in zijn macht en bezit hersteld.

John Mackay trouwde tweemaal. Uit zijn tweede huwelijk, met zijn achternicht Barbara Mackay of Scoury, had hij o.a. drie zoons, van wie de oudste, Donald, de vader werd van George, derde lord Reay. Van de tweede, Aeneas, stamt de tak af, die nu nog in Nederland voortbestaat. Deze Aeneas ging op vijftienjarige leeftijd naar de Republiek om daar door zijn neef Hugh Mackay of Scoury - over wie nader in paragraaf II - te worden opgeleid tot officier.

Sinds 1573 maakten schotse troepen deel uit van het leger van de Staten-Generaal en van 1628 tot 1782 waren hier te lande steeds drie regimenten, die tezamen bekend zijn gebleven als de schotse brigade. De hoofdofficieren van dat corps behoorden merendeels tot vooraanstaande schotse families. Velen trouwden met nederlandse vrouwen en werden zo in onze samenleving opgenomen, maar zij bewaarden daarbij toch wel de relaties met hun land van herkomst; zij bleven trouwens door een eed aan de koning van Groot-Brittannië verbonden. Het was niet ongewoon, dat uit één en dezelfde familie verscheidene officieren voor de brigade voortkwamen, soms generaties achtereen. Dit was ook bij de Mackays het geval.

Aeneas werd op 28 november 1684 kapitein in het regiment, waarover zijn neef het bevel voerde. In 1688 riep Jacobus II uit vrees voor de plannen van zijn schoonzoon Willem III de brigade terug. De overgrote meerderheid van de officieren, waaronder Hugh en Aeneas Mackay, stond echter aan de kant van de prins van Oranje en weigerde aan de oproep gevolg te geven. Een bezoek, dat Aeneas in dat jaar aan zijn zuster in Schotland bracht, werd - te recht of ten onrechte - aanleiding om hem ervan te verdenken, dat hij een geheime opdracht van de stadhouder had; hij werd gevangen genomen en kon prins Willems invasie niet meemaken. Wel nam hij naderhand o.m. deel aan de veldslagen bij Killiecrankie (27 juli 1689), Cromdale (april 1690) en Athlone (2 juli 1691). Toen zijn neef gesneuveld was in augustus 1692 volgde hij hem op als commandant van zijn regiment.

Kort tevoren, op 29 januari 1692, was hij getrouwd en wel in de kring van zijn beroep: Margaretha Puchler was een dochter van de garnizoenscommandant van Tiel, François Puchler, wiens vader Eustachius Puchler eveneens officier in dienst van de Republiek was geweest. Het geslacht Puchler is uit Tirol of Stiermarken afkomstig.

Bij de verovering van Namen op 1 september 1695 werd Aeneas, die inmiddels tot brigadier- generaal was benoemd, zo ernstig gewond, dat hij zijn militaire loopbaan moest afbreken. Te Bath, waar hij herstel van gezondheid zocht, is hij in 1697 gestorven. Zijn weduwe bleef te Tiel wonen.

Van hun drie kinderen trouwde Françoise Jacoba op 26 augustus 1727 met Jan Vijgh, heer van de Snor en de Appelenburg, raadsheer en later president van het Hof van Gelderland. Barbara overleed ongehuwd. De enige zoon, Daniël, vond zijn echtgenote, Arnolda Margaretha, in de Tielse regentenfamilie Van den Steen van Ommeren, waaraan hij al geparenteerd was. Ook hij werd officier in de schotse brigade. Hij bereikte de rang van kolonel en commandeerde als zodanig hetzelfde regiment, dat zijn vader en oudoom hadden gehad. Toen hij trouwde lag hij in garnizoen 18 Mackay van Ophemert 2.21.115 te 's-Hertogenbosch; in 1737 werd het regiment verplaatst naar Doornik en vandaar in 1741 naar Meenen. Zijn gezin voegde zich daar bij hem en heeft hem ook bij zijn verdere verhuizingen, naar Ath en Bergen, vergezeld. Hij sneuvelde in de Oostenrijkse Successieoorlog bij de verdediging van Doornik op 18 mei 1745.

Na zijn dood keerde Arnolda Margaretha terug naar Tiel. Er waren uit haar huwelijk acht kinderen geboren, waarvan echter Arend Jacob, Geertruida Cornelia, Jacoba en Jan op jeugdige leeftijd stierven. Margaretha (1733-1815) - de enige, die tussen de omzwervingen van haar ouders door in Tiel was geboren - werd de vrouw van Friedrich Otto, Freiherr von Dörnberg-Heiden, die uit Wezel afkomstig was, maar de havezate Terborg bij Eelde kocht, in de ridderschap van Drenthe werd beschreven en zelfs lid van het hoogste rechtcollege in dat gewest, de Etstoel werd. Waarom hun nakomelingen, ofschoon zij in het Koninkrijk der Nederlanden recht zouden hebben gehad op de titel van baron, geen verzoek tot inlijving in de nederlandse adel hebben gedaan, is onbekend.

De oudste zoon van Daniël en Arnolda Margaretha Mackay heette weer Aeneas. Hij heeft tot 1780 in Tiel gewoond. Aeneas zowel als zijn zoon Daniël en Frans, en ook zijn broer Daniël, zetten de traditie van dienst bij de schotse brigade voort, maar als laatsten, want juist in hun tijd kwam er een eind aan het bestaan van het corps. Onder de invloed van de aktie van de patriot Joan Derk van der Capellen ging een deel van de publieke opinie in de Republiek zich verzetten tegen het feit, dat de Staten-Generaal troepen in dienst hadden, die tevens in de eed van een vreemde vorst stonden. Dit werd acuut door het uitbreken van de vierde engelse oorlog en leidde er in 1782 toe, dat de schotse officieren voor de keus gesteld werden òf de loyaliteit aan de koning van Groot- Brittannië te verbreken òf ontslag te nemen.

Aeneas diende in het regiment van zijn vader, dat na diens dood achtereenvolgens gecommandeerd werd door Alexander Marjoribanks (tot december 1773), Hugh Mackay (tot januari 1775) en John Houstoun. Toen de brigade werd ontbonden was hij sedert twee en een half jaar luitenant-kolonel. Met zijn zoons vertrok hij in 1783 naar Schotland, maar keerde na het sluiten van de vrede terug en vestigde zich in Nijmegen. Hij is nog tot kolonel bevorderd, heeft echter niet meer aktief als zodanig gediend en ook geen burgerlijke funkties van belang bekleed. Hij was trouwens een welgesteld man; de familie had sedert de vestiging in de Republiek een grote hoeveelheid landerijen in het kwartier van Nijmegen verworven. Het oude en al vroeg aanzienlijke geslacht, waaruit zijn echtgenote, Ursulina Philippina van Haeften stamde, zal in de volgende paragraaf uitvoerig ter sprake komen.

Zijn broer Frans Mackay was ook officier, maar niet bij de schotse brigade. Hij vocht van 1793 tot januari 1795 tegen de Fransen. In de zomer van 1794 werd hij belast met het dekken van de aftocht van de troepen van de prins van Nassau-Weilburg uit Staats-Vlaanderen, nadat Moreau de vesting IJzendijke had veroverd. Al spoedig na de bezetting van de Republiek is hij uit het leger gegaan. Hij is vier jaar na de herkrijging van de onafhankelijkheid te Zutphen gestorven. Zijn vrouw was Maria Adelheid Elisabeth van Heeckeren tot Enghuizen. Zij hadden geen kinderen.

De vijfde zoon van Daniël Mackay en Arnolda Margaretha van den Steen heette naar zijn vader. Hij werd in 1770 kapitein in het al genoemde regiment Marjoribanks en in 1780 majoor. Hij trouwde in 1772 Isabella Constantia de Geer, eerder weduwe van W.K.H. graaf van Quadt tot Wickradt, en overleed in 1782 te Jutphaas, vermoedelijk op Rijnhuizen, het huis van de familie De Geer. Uit zijn leven verdient vooral vermelding, dat hij bevriend was met de bekende Utrechtse hoogleraar Rijklof Michael van Goens, die van zich heeft doen spreken als bestrijder van de eerste patriottenbeweging. Daniël Mackay steunde Van Goens daarbij door het schrijven van pamfletten, waarvan de concepten voor een groot deel nog in het archief aanwezig zijn.

De twee zoons van Daniël en Isabella Constantia hebben het grootste deel van hun leven in het buitenland doorgebracht en zijn ook beiden daar overleden: Daniël Alexander te San Domingo, Jean Louis te Doornik. Noch de een noch de ander heeft nakomelingen gehad. 2.21.115 Mackay van Ophemert 19

In Nederland zette Aeneas het geslacht voort. Uit zijn huwelijk met Ursulina Philippina van Haeften werden tien kinderen geboren, waarvan er drie kort na de geboorte stierven. Zoals al is aangestipt gingen twee zoons als officieren met hun vader in 1783 naar Schotland. Daniël, de oudste, bleef daar en stierf ongehuwd te Edinburgh in 1784. Frans, de derde zoon, keerde terug en overleed, eveneens ongehuwd in 1787. Margaretha Bartholda trouwde met Jan Willem van Imbyze van Batenburg, generaal-majoor der artillerie en groot-majoor van Oudewater, Theodora Anna Johanna Jacoba met Bernhardus Deodatus van Verschuer, kolonel der artillerie, en Arnolda Margaretha met haar neef Barthold de Cock van Haeften, heer van Blitterswijk en Wanssum, majoor der cavalerie bij de gardes.

Cornelis Anne, Aeneas' vierde zoon, schijnt zich aanvankelijk ook voorgesteld te hebben een carrière bij het landleger te maken. In 1784 vinden we hem als kadet bij het regiment Houstoun. Merkwaardig genoeg, want, zoals we al gezien hebben, bestond de schotse brigade als afzonderlijk corps in feite toen al niet meer. Voor een aanhanger van de stadhouder lag het voor de hand naar de marine over te gaan. In 1799 werd de luitenant ter zee Mackay geplaatst op een vande schepen, waarvan de bemanning bij de Vlieter niet onder de patriotse admiraal Story had willen vechten, toen de Engelsen de vloot hadden opgeëist. In 1800 kreeg hij een aanstelling als kapitein-luitenant ter zee en bevel van Willem V vanuit Londen om in die kwaliteit te dienen op het schip Ambassade. In 1814 is hij uit de zeedienst gegaan; vervolgens was hij onder meer kantonrechter en wethouder te Zutphen en lid van de Provinciale Staten van Gelderland. Hij is tweemaal getrouwd geweest, eerst met Jacoba Alexandrina Helena Beata van Heeckeren en, na haar overlijden, met Sophia Constantia van der Muelen. In 1841 is hij kinderloos gestorven.

De jongste uit het gezin van Aeneas en Ursulina Philippina was Barthold Johan Christiaan Mackay. Ook hij is in zijn jeugd zeeofficier geweest, maar heeft de marine al in 1795 vaarwel gezegd. De burgerlijke funkties, die hij daarna bekleed heeft, zijn vele, evenals de kerkelijke. In de bataafs- franse tijd woonde hij te Nijmegen, maar omdat hij land bezat te Bergharen had hij o.a. ook bemoeienis met het waterschapsbestuur van Maas en Waal. Behalve voor deze ambtelijke werkzaamheden vond hij nog tijd voor het drijven van een zeepziederij in compagnieschap met zijn achterneef D.R J. van Lynden, en bovendien voor het beheren van particuliere vermogens en nalatenschappen, wat hij deed in samenwerking met W.B. de Salve de Bruneton.

Na in 1814 deel te hebben uitgemaakt van het provisioneel bestuur der stad Nijmegen en van het college van notabelen, dat zich moest uitspreken over de grondwet van dat jaar, werd Barthold Mackay in 1815 kassier-generaal der posterijen, en, toen die funktie werd opgeheven, in 1820 directeur van het postkantoor te Rotterdam. Hij is in die stad ook lange tijd lid van de raad en voorts lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland geweest. Van zijn talrijke nevenbetrekkingen noem ik hier alleen zijn lidmaatschap van de staatscommissie voor het dijkwezen.Ook aan kerkelijke bestuurszaken is hij zich blijven wijden. In het bizonder had de zending zijn belangstelling.

Barthold huwde in 1802 Anna Magdalena Frederica Henriëtte van Renesse van Wilp. Zij kregen twee kinderen: Aeneas en Johan François Hendrik Jacob Ernestus, die beide te Nijmegen werden geboren. Hun moeder is in 1839 overleden, hun vader in 1954, hij op het kasteel Ophemert in de Tielerwaard, dat zijn nicht Margaretha Anna van Haeften hem in 1844 had gelegateerd.

Op grond van het feit, dat zij van britse peers afstamden, hebben Cornelis Anne en Barthold verzocht om inlijving in de nederlandse adel. De Hoge Raad van Adel maakte daar bezwaar tegen, onder meer uit de overweging, dat in Groot-Brittannië geen wederkerigheid voor nederlandse edellieden verwacht mocht worden. Zij werden dus niet ingelijfd, maar verheven, en wel met het praedicaat jonkheer, hoewel zij in de kringen waarin zij zich bewogen in de praktijk als baron werden aangesproken. Bij Koninklijk Besluit van 4 juni 1822 nr. 73 verkregen zij die titel alsnog met recht van overgang bij eerstgeboorte. 20 Mackay van Ophemert 2.21.115

Bartholds oudste zoon, Aeneas baron Mackay van Ophemert, die evenals zijn vader aktief aan het openbare leven heeft deelgenomen, was een tijdgenoot van Thorbecke en Groen van Prinsterer. Hij was niet van het formaat van deze twee, maar heeft toch als staatsman wel iets meer betekend dan de gangbare litteratuur over onze negentiende eeuw doet vermoeden. Zijn loopbaan begon hij, na te Utrecht volbrachte studie in de rechten, als advocaat in Den Haag. Hij onderbrak zijn praktijk in 1831 om als tweede luitenant met de zuidhollandse schutterij uit te trekken tegen de Belgen. Belangrijker was, dat hij in 1835 werd verbonden aan het hof, eerst als kamerheer van de prins en de prinses van Oranje tezamen, en na de troonsbestijging van Willem II in dezelfde funktie bij koningin Anna Pawlowna alleen. Tot 1846 was hij kamerheer in gewone, sedertdien in buitengewone dienst. Daarnaast was hij van 1840 tot 1850 ambtenaar bij de Raad van State en vanaf 1843 gecommitteerde van de regering bij de Maatschappij van Weldadigheid. In 1843 ook werd hij beschreven in de ridderschap van Zuid-Holland; daardoor kreeg hij in 1846 zitting in de Provinciale Staten, en dat college koos hem in 1848 tot lid van de Tweede Kamer.

Na de Kamerontbinding, die de consequentie was van de grote grondwetswijziging van dat jaar, werd Mackay weliswaar niet aanstonds herkozen. Gedurende de periode van 14 februari 1849-5 november 1850 bleef hij buiten de Kamer; hij nam toen zijn zetel in de Staten van Zuid-Holland weer in en werd daar al spoedig tot Gedeputeerde aangewezen. Maar na de invoering van de kieswet vaardigde Arnhem hem af en is hij voor dat district Kamerlid gebleven tot 1862. Hij behoorde tot de Réveilkring en vertegenwoordigde in de Kamer de antirevolutionaire richting. Hoewel het aantal van zijn "politieke vrienden" toen in het parlement niet heel groot was werd er toch meer rekening met deze groep gehouden dan men wellicht geneigd is te denken. In 1859 werd hij aangezocht voor het gouverneurschap van Suriname, wat hij om persoonlijke redenen afwees. Toen Thorbecke in 1862 de opdracht ontving om een kabinet te vormen overwoog hij aanvankelijk een samengaan van liberalen en antirevolutionairen. Mackay was daarbij de portefeuille van Financiën toegedacht. Dat plan is niet tot uitvoering gekomen, maar in hetzelfde jaar werd de Raad van State gereorganiseerd en Mackay op voordracht van Thorbecke tot vice- president benoemd. Hij heeft dit ambt vervuld tot zijn overlijden in 1876. Tweemaal kort achtereen is hij nog, zonder succes overigens, kabinetsformateur geweest, n.l, tijdens de crisis van 1868 na de val van het ministerie Heemskerk-Van Zuylen. Het vertrouwen, dat hij bij het Koninklijk Huis genoot, maakte hem bij uitstek geschikt om betrokken te worden bij de afwikkeling van de nalatenschappen van koning Willem II en diens gemalin. Zeer in het bizonder werd hij gewaardeerd door prinses Sophie, die hij ook nadat zij groothertogin van Saksen Weimar geworden was meermalen van advies diende.

Niet alleen in de politieke strijd getuigde Mackay van zijn beginselen, maar ook op andere gebieden. Zowel charitatief als theologisch-polemisch en organisatorisch is hij werkzaam geweest. Zijn zorgvuldig bijgehouden dagboeken en zijn omvangrijke correspondentie met A.J. van Beeck Calkoen, J.J.L. van der Brugghen, de Capadoses, A.W. Bronsveld, O.G. Heldring H.C. Voorhoeve en vele anderen geven daar overvloedig blijk van. Met Groen van Prinsterer en P. Elout van Soeterwoude onderhield hij een intensief contact. Zij, die vóór Barthold Mackay het huis Ophemert hadden bezeten, hadden daarbij ook steeds de dagelijkse heerlijkheden van Ophemert en Zennewijnen gehad. Dat de heerlijke rechten afgeschaft waren zelfs al voordat zijn vader het huis erfde heeft Aeneas er niet van weerhouden zich verantwoordelijk te voelen voor de gang van zaken in de beide dorpen. Uiteraard moest hij wonen in Den Haag, maar hij was gewoon een groot deel van zijn niet-ambtelijke tijd op het kasteel door te brengen en leefde ook wanneer hij niet persoonlijk in hun midden kon zijn voortdurend met de dorpsbewoners mee. Het spreekt wel vanzelf, dat ook hierbij de kerkelijke aangelegenheden zijn speciale aandacht hadden.

Aeneas trouwde met Maria C.A.J. Fagel, een dochter van de diplomaat Jacob Fagel. Zij hebben tot tweemaal toe een kind op jeugdige leeftijd moeten missen. Hun eerste, Anna Agneta, stierf vier maanden na de geboorte, hun derde, Johan Jacob als zeventienjarige, juist aan het begin van zijn 2.21.115 Mackay van Ophemert 21 opleiding op Willemsoord. Het moet voor de ouders een grote troost zijn geweest, dat de enige overgeblevene van de drie zich ontwikkelde tot een briljante persoonlijkheid, die in bekwaamheid voor zijn vader niet onderdeed en hem in veelzijdigheid zelfs overtrof.

Donald Jacob Mackay studeerde niet als zijn vader te Utrecht, maar te . Hij promoveerde bij prof. I.E. Goudsmit in de rechten op een proefschrift over het bestuur van Daendels op Java. Enige tijd was hij attaché bij het nederlandse gezantschap te Londen en daarna kommies aan het departement van Koloniën. Daartussendoor maakte hij in 1866 een reis door de Verenigde Staten. Al vroeg heeft hij grote belangstelling getoond voor sociaal-economische vraagstukken. Hij werd een aktief en op de voorgrond tredend lid van de Vereniging ter bevordering van Fabrieksnijverheid in Nederland en heeft zich o.a. veel moeite gegeven voor het organiseren van de internationale nijverheidstentoonstelling, die in 1869 te werd gehouden. Na tijdens de frans-duitse oorlog het Nederlandse Rode Kruis in Zwitserland vertegenwoordigd te hebben ging hij in de politiek.

Deze Mackay schaarde zich onder de liberalen, wat niet wil zeggen, dat hij voor het overige de protestants-christelijke traditie van zijn geslacht ontrouw werd. Zij die hem gekend hebben verzekeren, dat hij zijn leven lang een strenggelovig man gebleven is. Maar bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 1871 stelde hij zich kandidaat tegenover een antirevolutionair. Mackay werd gekozen en bleef lid van ons parlement tot 21 maart 1877. Hij heeft zich daar vooral met koloniale, sociale en onderwijszaken bezig gehouden. Men kan hem, in de verhoudingen van die tijd, min of meer "links" noemen. Zo pleitte hij voor erkenning van het stakingsrecht en was hij ook de man, die, naar het getuigenis van Van Houten zelf, het eigenlijke initiatief tot de wet op de kinderarbeid heeft genomen.

In 1875 overleed Eric Mackay, negende lord Reay, zonder nakomelingen. Zijn titel ging daardoor over op Aeneas Mackay, die hem echter maar korte tijd heeft gedragen en er ook niet toe gekomen is tot "chief of the clan" te worden uitgeroepen. Door de dood van zijn vader in het jaar daarop werd Donald Jacob de elfde lord Reay. Al eerder had hij in Groot-Brittannië de oude familiebanden hernieuwd en daar ook verscheidene andere relaties aangeknoopt. In 1877 trouwde hij meteen engelse - Francis Hasler, weduwe van A. Mitchell - en liet hij zich bovendien zelf naturaliseren tot brits onderdaan. Aan zijn leiderschap van de clan Mackay gaf hij enige tijd daarna een nieuwe inhoud door de Clan Mackay Society op te richten. Dit genootschap bedoelt leden van de clan financieel te steunen en datgene wat voor de clan van historische waarde is in één verzameling bijeen te brengen.

Zijn vertrek uit Nederland hield niet in, dat Reay zijn politieke ambities opgaf. Hij koos, zoals trouwens geheel in zijn lijn lag, de partij van William E. Gladstone. Toen deze in 1880 voor de tweede maal premier was geworden zorgde hij ervoor, dat Reay benoemd werd tot peer van het Verenigd Koninkrijk, zodat hij de liberale groep in het Hogerhuis kon versterken. De titel, die hij geërfd had, gaf hem slechts recht op een peerschap in Schotland; daarom ontving hij nu die van baron Reay of Durness erbij. Zijn taak als lid van het Hogerhuis heeft hij consciëntieus vervuld, maar meer bekendheid heeft hij toch verworven, doordat hij van 1885 tot 1890 het district Bombay bestuurde. Hij heeft die opdracht opgevat in de zin, die Kipling bedoelde toen hij van "the white mans burden" sprak. Om het welzijn van de inheemse bevolking te bevorderen zocht hij samenwerking met de plaatselijke vorsten. Vooral voor het algemeen lager en technisch onderwijs heeft hij veel gedaan. In het laatste ministerie-Gladstone (1894-1895) was hij undersecretary of State voor India en heeft zich toen met name voor de aanleg van spoorwegen geinteresseerd. Na zijn terugkeer uit India aanvaardde hij het voorzitterschap van de Royal Asiatic Society.

Tot 1916, toen hij als gevolg van een ongeval invalide werd, heeft lord Reay aan de zittingen van het Hogerhuis deelgenomen. Na 1895 evenwel heeft hij als politicus in eigenlijke zin niet meer van zich doen horen. Wel is hij aktief gebleven op andere terreinen. Zo heeft hij belangrijk werk verricht als lid van de Council of University te Londen, waar hij de studie van de oosterse talen 22 Mackay van Ophemert 2.21.115 invoerde, als rector van de universiteit van St. Andrews en als voorzitter van de London School Board. Hij werkte mee aan de stichting van de British Academy, het instituut, dat aan de beoefening van de historische en filosofische wetenschappen werd gewijd als complement van de reeds lang bestaande Royal Society, die zich uitsluitend met de natuurwetenschappen bezig houdt. Hij was gedurende twee bestuursperioden voorzitter van deze Academy. Naast de koloniale en educatieve problemen gingen ook die van het internationale recht hem zeer ter harte. Het institut de Droit International telde hem onder zijn ijverigste leden en in 1907 maakte hij deel uit van de britse delegatie naar de Vredesconferentie in Den Haag.

Zijn leven lang heeft Mackay vele connecties in zijn oude vaderland in stand gehouden. Bevriend was hij o.a. met W.H. de Beaufort, W.K. van Dedem, J. Kappeyne van de Coppello, A.E.I. Modderman en Victor de Stuers. Zijn briefwisseling is een rijke bron voor de kennis van het laat- negentiende-eeuwse liberalisme ook in ons land.

Donalds huwelijk bleef kinderloos. Dientengevolge kwamen bij zijn overlijden in 1921 èn de titel van lord Reay èn het huis Ophemert aan zijn achterneef Eric Mackay, een kleinzoon van Johan F.H.J.E. Mackay, de jongere broer van zijn vader. Jan Mackay is minder op de voorgrond getreden dan Aeneas, maar heeft toch ook een eervolle carrière gemaakt. Hij was achtereenvolgens burgemeester van de gemeente Wisch (Terborg), vrederechter en kantonrechter te Nijmegen en lid van de Provinciale en Gedeputeerde Staten van Gelderland. Uit zijn huwelijk met Margaretha Clara Françoise van Lynden had hij zeven kinderen, van wie hier in het bizonder Aeneas (1838-1909) vermeld dient te worden, omdat Eric op het kasteel ook stukken van zijn vader heeft bewaard, hoewel deze zelf daar nooit heeft gewoond.

In tegenstelling tot zijn neef Donald - met wie hij overigens op zeer goede voet stond en wiens belangen in Nederland hij behartigde - was Aeneas weer antirevolutionair georiënteerd. In onze parlementaire geschiedenis heeft hij een niet onbelangrijke rol gespeeld, vooral in de strijd om de school en het kiesrecht. Hij was van 1875 tot 1905 lid van de Tweede Kamer en gedurende de zitting 1884-1885 en van 1901 tot 1905 zelfs - als eerste antirevolutionair - voorzitter daarvan. Met De Savornin Lohman, Schaepman en anderen bestreed hij in 1886 Heemskerks ontwerpen van grondwetsherziening, wat het ministerie ertoe bracht zijn ontslag aan te bieden. Mackay werd nu tot formateur aangewezen, maar weigerde, omdat hem de voorwaarde werd gesteld, dat de door de vorige regering gedane voorstellen niet zouden worden ingetrokken. Toen in 1888 de nieuwe grondwet tot stand was gekomen leverden de eerstvolgende verkiezingen een duidelijke overwinning voor de confessionele partijen op en verwachtte men, dat dr. Abraham Kuyper met de vorming van het kabinet zou worden belast. In plaats daarvan ontving Mackay de opdracht, hij stelde een ministerie samen, bestaande uit drie antirevolutionairen, twee katholieken en twee conservatieven. Zelf beheerde hij eerst de portefeuille van Binnenlandse Zaken en na het aftreden van Keuchenius in 1889 die van Koloniën. Het opmerkelijkste resultaat van zijn ministerschap is de wet op het lager onderwijs van 1889. Het kabinet-Mackay viel door de tegenstand, ook bij de coalitiegenoten, tegen de voorgenomen afschaffing van de plaatsvervanging bij de vervulling van de militaire dienstplicht. Al in de tijd van de formatie moet in de kiem de controverse zijn ontstaan tussen Kuyper en De Savornin Lohman, die tenslotte heeft geleid tot de splitsing in de antirevolutionairen en christelijk-historischen. Mackay heeft zich in dit conflict niet willen mengen, al was zijn sympathie wel aan de kant van Lohman. Van 1905 tot 1907 was hij nog lid van de Eerste Kamer en van 1907 tot zijn dood in 1909 lid van de Raad van State. Hij was gehuwd met Elisabeth Wilhelmina van Lynden

Eric Mackay (1870-1921) was hun enige zoon. Hij is werkzaam geweest op de provinciale griffie van Gelderland en getrouwd met Maria B.J.Ch. van Dedem. Van hun vier kinderen zijn Maria Christina Elisabeth en Alexander Willem Rijnhard (laatstgenoemde thans onderdirecteur van de Nederlandse Bank) thans nog in leven. Aeneas Alexander, die zijn vader opvolgde als lord Reay en eigenaar van het huis Ophemert, begon als reserve-luitenant bij het corps rijdende artillerie te Arnhem, maar is in 1938 Brit geworden, nadat hij in 1936 gehuwd was met Charlotte Mary Younger. 2.21.115 Mackay van Ophemert 23

Hij heeft gewerkt op het Foreign Office en heeft voorts vanaf 1955 als "representative peer" voor Schotland zitting gehad in het Hogerhuis. De belangstellenden in de oudheidkunde heeft hij aan zich verplicht door zorg te dragen, dat het kasteel Ophemert en de daar bijeengebrachte verzameling familieportretten werden gerestaureerd. Op 13 maart 1963 is hij overleden te Nairobi in Kenya. Van zijn zoon Hugh William Mackay, de tegenwoordige lord Reay, bevinden zich geen stukken in het archief, voorzover dit op het Algemeen Rijksarchief berust.

II. Aanverwante geslachten.

II. AANVERWANTE GESLACHTEN. Doordat de Mackays van Ophemert tenslotte naar hun stamland terugkeerden kwam ook het archief van de in Schotland gebleven hoofdtak in hun bezit. Een klein gedeelte van deze "Reay papers" werd vermengd met de stukken, die op het huis Ophemert aanwezig waren. Daarom volgen nu allereerst nog enkele mededelingen over de personen, van wie deze afgedwaalde archivalia afkomstig zijn.

George Mackay, derde lord Reay, geboren in 1678, heeft enige tijd in Nederland vertoefd en wel bij zijn oom Aeneas. Hij is te Zaltbommel in 1702 in het huwelijk getreden met Margareta Mackay of Scoury. Zijn sterfjaar is niet bekend.

Eric Mackay, zevende lord Reay (1773-1847) is ongehuwd overleden. Hij had twee broers, Alexander en Donald Hugh Mackay, en een zuster Anne Mackay. Eric heeft het "Reay estate" in 1829 moeten verkopen aan de markies van Stafford; het bracht £ 300.000.- op. Alexander erfde slechts de titel. Hij was militair - onder andere barrackmaster op Malta - en is getrouwd met Marion, dochter van kolonel Gall. Van hun twee zoons stierf George Alexander zeer jong en volgde Eric (1813-1875) hem op als negende lord Reay. Ook waren er nog zes dochters, t.w. Anne Marion Erskine, Sophia, Mary, Clara, Elisabeth Granville en Charlotte. Sophia trouwde met Charles Arthur Aylmer en Charlotte met John Drewer. Eric was aanvankelijk evenals zijn vader officier maar is naderhand zakenman geworden. Hiervoor is al vermeld, dat hij geen kinderen had en dat daardoor de titel aan Aeneas Mackay van Ophemert is gekomen.

Bij de levensschets van de eerste nederlandse Mackay is terloops gesproken over zijn neef Hugh Mackay of Scoury. De Scoury-Mackays stammen af van lye Du Mackay, de grootvader van de eerste lord Reay. Lye Du had n.l. twee zoons, waarvan de oudste, Donald, zich Mackay of Scoury, naar een dorp in Strathnaver, is gaan noemen. Hugh Mackay of Scoury is een kleinzoon van deze Donald. Hij behoorde tot het regiment Dumbarton, dat Karel II aan Lodewijk XIV had uitgeleend, en was in het rampjaar 1672 bij het leger, dat de Betuwe binnenviel. Zijn inkwartiering bij Margareta de Bie, de weduwe van Arent de Bie, die burgemeester van Zaltbommel geweest was, leidde tot een huwelijk met Clara de Bie, haar dochter. Hugh Mackay nam nu ontslag uit hef franse leger en trad in de schotse brigade in de rang van kapitein (1673). In 1680 werd hij kolonel en weldra commandant van de gehele brigade. Van 1685 tot 1686 diende het corps tijdelijk in Groot- Brittannië; Hugh Mackay werd in die tijd bevorderd tot generaal-majoor en tevens benoemd tot "privy counsellor" van de koning in Schotland. Hoewel hij dus blijkbaar in aanzien stond bij Jacobus II werd hij desniettemin al spoedig een medestander van Willem III en zelfs een van diens voornaamste vertrouwelingen bij de voorbereidingen tot de "glorious revolution". Al voordat deze plaats vond was hij bevriend geraakt met John Churchill, de latere hertog van Marlborough; ook genoot hij de bizondere achting van bisschop Burnet. In de veldtochten van de koning-stadhouder, die hij voor het merendeel meemaakte, deed hij zich kennen als een zeer bekwaam hoofdofficier; zijn sneuvelen bij Steenkerken in 1692 werd dan ook ervaren als een gevoelig verlies.

Hugh Mackay of Scoury had een zoon en een dochter. Hugh jr. werd eveneens officier; hij is overigens slechts achtentwintig jaar oud geworden. Anna Barbara huwde met de predikant Albertus Royaards. De zoon van Hugh jr., die weer dezelfde voornaam had, werd in 1745 luitenant- 24 Mackay van Ophemert 2.21.115 kolonel en in 1772 bevelhebber, met de rang van luitenant-generaal, van het regiment, dat Daniël Mackay indertijd gecommandeerd had. Met hem stierf in 1775 in Nederland het geslacht Mackay of Scoury uit.

Niet over alle aan de Mackays verwante geslachten, die sporen in het archief-Ophemert hebben achtergelaten, behoeft hier te worden uitgeweid. Van de geslachten Puchler, Vijgh, Van der Steen, De Geer, Van Imbyze van Batenburg, Van Verschuer en Fagel en Van Lynden zijn er maar weinig stukken, die bovendien wel voor zichzelf spreken. Daarentegen is er vrij veel bewaard van de Van Haeftens en de Van Renesses, met daarbij nog heel wat van families, welke weer aan deze geparenteerd zijn.

De tak van het geslacht Van Haeften waarmee we hier te maken hebben begint met Allard van Haeften, in de eerste helft van de veertiende eeuw. Mogen we aannemen, dat deze Allard de tweede zoon was van Johan de Cock van Waardenburg en Geertruid van Arkel, wier nakomelingen zich noemden naar de heerlijkheid Haaften, die Geertruid in haar huwelijk had ingebracht, dan gaat het geslacht terug op Rudolf de Cock of Cock, die in 1265 van graaf Otto II van Gelre vergunning kreeg om te Hiern in de Tielerwaard het kasteel Waardenburg te bouwen. Deze Rudolf werd de stamvader van een hele groep betuwse families (o.a. De Cock van Opijnen, De Cock van Neerijnen en De Cock van Delwijnen), die alle het wapen van de heren van Blois de Châtillonsur- Marne hebben gevoerd en dus, als is dit nog steeds niet volkomen bewezen, wel van deze franse dynasten zullen afstammen. De naam De Cock duidt mogelijk op de kwaliteit van ministerialis, d.w.z. van een oorspronkelijk onvrije dienstman. Dr. J.M. van Winter heeft de aandacht gevestigd op het feit, dat verscheidene ministerialen van de duitse keizer en van de aartsbisschop van Keulen bij de overdracht van de gebieden, waar zij gevestigd waren, in dienst van de graaf van Gelre zijn getreden en dat zij, vanwege de hogere rang van hun vroegere heer, terstond hetzelfde aanzien als de vrije edelen van het graafschap genoten. Dit zou ook voor Rudolf van Waardenburg hebben gegolden.

Van Allard van Haeften, zijn zoon Otto (geboren omstreeks 1340) en zijn kleinzoon Allard (vermeld tussen 1424 en 1433) valt niet meer mee te delen dan dat zij goederen en rechten in de Tielerwaard hebben bezeten. De heerlijkheid Haaften zelf hebben zij nooit gehad; die behoorde aan de hoofdtak en kwam in de zestiende eeuw aan het geslacht Brederode. De achterkleinzoon van de eerste Allard, Otto van Haeften, verwierf in 1444 "de oude hoftad" te Herwijnen, ook genoemd Wayenstein, en verder nog, door zijn huwelijk met Jutta Pieck, de heerlijkheid Gameren. Zijn zoon Allard van Haeften erfde deze beide lenen; hij huwde met Aleid van Waardenburg. Op hen volgde Derk van Haeften, vanaf 1495 eveneens heer van Gameren en bezitter van het huis Wayenstein. Derk was de eerste van zijn familie die de funktie van ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard bekleedde.

In Gelderland werd de rechtspraak namens het centrale gezag tot 1795 uitgeoefend door funktionarissen, die op de Veluwe en in het graafschap Zutphen drosten en in de streek van de grote rivieren ambtlieden heetten. Er waren ambtlieden van Maas en Waal, van Over- en Nederbetuwe en van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. De drie laatstgenoemde gebieden waren al vroeg tot één ambt samengegroeid. De ambtman hield er als rechter zitting te Zaltbommel, Tuil, Deil, Driel en Zuilichem. Oorspronkelijk werd hij daarin bijgestaan door burengerechten, maar al vóór 1327 door schepenbanken, hij kon zich doen vervangen door aan hem ondergeschikte richters. Verder vergaderde hij als vertegenwoordiger van de landsheer (later van de Staten) met de ridderschap van het ambt over bestuurszaken en was zijn funktie doorgaans gecombineerd met die van dijkgraaf. In de praktijk was de ambtmannie soms geruime tijd erfelijk in één familie. Zo zijn van 1421 tot 1494 continu leden van het geslacht Pieck ambtman geweest; na Derk van Haeften hebben wij nog verscheidene van zijn nakomelingen deze funktie vervuld. 2.21.115 Mackay van Ophemert 25

Derk voegde aan zijn bezit in 1525 nog het huis te Vuren toe; hij trouwde met Agnes van Broeckhuysen, eerder weduwe van Johan, heer van Voorst en Keppel, en overleed in 1538. Frederik van Haeften, zijn kleinzoon, verkreeg op zeer jeugdige leeftijd door koop in 1552 het huis Ophemert en de heerlijkheden van Ophemert en Zennewijnen; hij stierf echter reeds in 1558, en wel nog tijdens het leven van zijn vader Allard van Haeften, die toen daarmee werd beleend. Deze Allard verkocht in hetzelfde jaar Wayenstein. Hij had behalve de genoemde Frederik uit zijn huwelijk met Cunegonda van Keppel nog twee zoons, waarvan de oudste, Dirk van Haeften, Gameren en Herwijnen, en de jongste, Reinier, Ophemert erfde. Wat er na Allards overlijden in 1564 met het huis Vuren gebeurde blijkt niet duidelijk uit de leenregisters; in ieder geval behoorde het in 1735 niet meer aan de Van Haeftens.

Welk lid van deze tak van het geslacht Van Haeften als eerste tot de hervormde godsdienst is overgegaan heb ik niet kunnen vaststellen. Te beginnen met Allard zijn ze, met slechts een enkele uitzondering, steeds beschreven in de ridderschap van het kwartier van Nijmegen en daardoor was althans vanaf 1621 het lidmaatschap van de publieke kerk vereist.

Reinier van Haeften, die in 1565 met Ophemert en Zennewijnen werd beleend, was schepen van de bank van Tuil; hij stierf in 1604. Hij heeft nooit gecompareerd op de landdagen van zijn gewest, hoewel hij daarvoor als aanzienlijk lid van de ridderschap toch zeker wel in aanmerking zou zijn gekomen, als niet de Tieler- en Bommelerwaard na 1572 door Holland op de vijand waren veroverd en tot respectievelijk 1593 en 1602 onder het bestuur van die provincie waren gebleven.

Reiniers zoon daarentegen, Johan van Haeften, geboren uit zijn huwelijk met Anna Pieck, woonde de kwartiers- en landschapsvergaderingen, althans vanaf 1620, regelmatig bij. Johan was derhalve van Ophemert ook heer van Wolfswaard, een adellijk huis op het gebied van de tegenwoordige gemeente Beesd, dat overigens na zijn dood weer in handen van anderen is geraakt. Hij trouwde met Henrica van Haeften, een dochter van Walraven van Haeften en Sandrina (Zander) Pieck.

Hun zoon, die naar zijn grootvader van moederszijde Walraven werd genoemd, is slechts van 1653 tot zijn overlijden in 1657 heer van Ophemert geweest, Hij was kapitein in het Staatse leger en heeft aan het bestuur van het nijmeegse kwartier niet deelgenomen. Hij was de eerste Van Haeften, van wie stukken in het archief- Ophemert bewaard zijn. Walraven trouwde met Fransina van Cockengen.

Nu volgde weer een Reinier van Haeften (1646-1733), heer van Ophemert sedert 1659 en niet alleen afgevaardigde van de ridderschap naar de kwartiersdagen, maar ook gedeputeerde. De gedeputeerden hadden in de kwartieren van Gelderland dezelfde funktie als gecommitteerde raden in Holland.

Door het huwelijk van deze Reinier met Adriana Maria de Cock van Delwijnen kwamen in dit archief stukken terecht van de geslachten De Cock van Delwijnen en Van Gent, die verderop ter sprake zullen komen. Reiniers oudste zoon, Walraven van Haeften, erfde aanvankelijk Ophemert; hij was dijkgraaf en ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. Daar hij in 1746 kinderloos overleed ging Ophemert toen over op zijn jongere broer Barthold, die sinds 1725 reeds heer was van Wadenoyen, een bezitting afkomstig van zijn oom Johan de Cock van Delwijnen. Barthold was eveneens ambtman en bovendien gecommitteerde van Gelderland ter Staten-Generaal. Hij huwde met Margriet van Lynden.

Behalve zijn dochter Ursulina Philippina, die de vrouw van Aeneas Mackay werd, had Barthold van Haeften twee zoons. De oudste, Johan Walraven, voeg de bij zijn geslachtsnaam die van De Cock, daarmee te kennen gevend, dat hij geloofde inderdaad van de heren van Waardenburg af te stammen. Ook hij was ambtman van Bommel, Tieler en Bommelerwaard en vertegenwoordigde Gelderland in de Generaliteit. Hij trouwde tweemaal, en wel eerst met Anna Ursulina van Lynden, waardoor zijn zoon Barthold de Cock van Haeften, majoor der cavalerie bij de gardes, de 26 Mackay van Ophemert 2.21.115 heerlijkheden Blitterswijk en Wanssum in Limburg erfde. Dit werd nu de voornaamste bezitting van de tak De Cock van Haeften; voortaan woonde deze op het kasteel Blitterswijk. Wadenoyen is in 1787 uit de familie geraakt.

Bij zijn eerste echtgenote, Carolina Justina Huydecoper, had Barthold de Cock van Haeften geen kinderen. Twee jaar na haar overlijden, in 1790, hertrouwde hij, en wel, zoals reeds in paragraaf I is meegedeeld, met zijn nicht Arnolda Margareta Mackay. Zij kregen vier dochters. Anna Ursulina Margareta, de oudste, en Margareta Bartholda, de derde, bleven ongehuwd; Ursulina Philippina, de tweede, trouwde met G.H.F.S. von Hamelberg, overste in Hannoveraanse dienst, en Constantia Louisa Arnoldina, de vierde, met A.A. Quarles de Quarles, officier bij de nederlandse infanterie. De freules De Cock van Haeften werden bij het beheer van hun zaken meermalen bijgestaan door hun neven Mackay. Zelfs werd het archief van de heerlijkheden Blitterswijk en Wanssum in 1886 door Donald Jacob op Ophemert in bewaring genomen. Dit archief heeft enige tijd op het Rijksarchief te Arnhem berust en bevindt zich thans op het Rijksarchief te Maastricht.

Reinier, de jongere broer van Johan Walraven, wordt nu eens De Cock van Haeften dan weer Van Haeften zonder bijvoeging genoemd. Hij was de laatste ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. Die funktie moet hij echter wel gedurende het grootste deel van de tijd door een ander hebben laten waarnemen, daar hij jarenlang in het buitenland heeft vertoefd als gezant van de Staten-Generaal. Hij was achtereenvolgens geaccrediteerd te Stockholm, Lissabon, Constantinopel en Wenen. Tijdens zijn gezantschap bij de Keizer werd hem in augustus 1791, met voorbijgaan van de toenmalige gezant bij de Porte, opgedragen de Republiek te vertegenwoordigen bij onderhandelingen met de sultan van Turkije te Szisstow. In de patriottentijd toonde hij zich "staatsgezind", hij is na 1795 niet teruggeroepen. In 1800 is hij te Wenen overleden.

Reinier van Haeften trouwde in 1778 te Marseille met Jeanne Cénie Kick, van wier afkomst niets naders bekend is. Hun vier dochters zijn geen van allen getrouwd. Zij heetten Anna Margareta, Elisabeth Cénie, Henriëtte Margareta Charlotte Ursuline en Victoire Sophie. Anna Margareta erfde Ophemert; door haar overlijden in 1844 kwam dit aan Barthold Mackay.

We moeten nu iets zeggen over het geslacht De Cock van Delwijnen. Over de oorsprong daarvan is al opgemerkt, dat deze eveneens hoogstwaarschijnlijk gezocht moet worden in de stam De Cock van Waardenburg uit de dynastie van Blois. Overigens is niet met zekerheid uit te maken, hoe precies tot aan het begin van de vijftiende eeuw de genealogische samenhang is geweest; de pogingen, die daartoe wel gedaan zijn, hebben tot nu toe geen betrouwbaar resultaat opgeleverd. In ieder geval telden de heren De Cock van Delwijnen al vroeg mee onder de edelen van het hertogdom Gelre. Zo komt Arnt de Cock van Delwijnen voor onder de heren, die op 2 november 1376 de oorkonde zegelden, waarbij hertogin Mechteld en haar gemaal Jan van Blois zich verzoenden met degenen, die hun aanspraak op de opvolging hadden betwist na de dood van hertog Eduard. Ook bij het sluiten van de landvrede, die op 6 januari 1377 volgde, was deze Arnt betrokken. Of hij de heerlijkheid, waarnaar zijn geslacht zich noemde, zelf nog bezat, heb ik niet kunnen ontdekken. Uit het repertorium op de leenregisters van Vianen, waarvan de dagelijkse heerlijkheid van Delwijnen een leen was, viel dit niet op te maken, daar de in aanmerking komende plaatsen vrijwel onleesbaar zijn. Van Spaen zegt, dat de De Cocks maar korte tijd heren van Delwijnen zijn geweest.

Van Arnts oudste zoon, ook een Arnt, weten we, dat hij in 1403 als minderjarige beleend werd met een tiend te Kerkwijk. Zijn zoon, die weer Arnt heette, wordt in 1458 genoemd als schepen van Zuilichem. Deze derde Arnt trouwde driemaal en had dertig kinderen. De oudste zoon uit zijn eerste huwelijk, Arnt de jonge, werd in 1492 door hertog Karel aangesteld tot schatmeester over Zaltbommel, Tieler- en Bommelerwaard, Beesd en Renooi. De vierde zoon, Johan, kocht van Johan van Balveren in 1468 het hoge huis te Delwijnen. Dit was niet een leen van Vianen, maar van de hertog. Volgens aantekeningen in het archief-Ophemert zouden zijn vader in 1462 en zijn broer 2.21.115 Mackay van Ophemert 27

Arnt in 1482 al met dit huis beleend zijn, maar deze bron, die ook later gedateerd is, zal wel minder betrouwbaar zijn dan het hertogelijk leenregister. Misschien hebben de heren De Cock de bijgedachte gehad naast de hofstad ook de jurisdictie over het dorp terug te krijgen. Dat is dan evenwel niet gelukt; sedert het midden van de zestiende eeuw vinden we met de heerlijkheid van Delwijnen de Turcks van Nederhemert en in later tijd o.m. leden van het geslacht Quadt beleend.

Na de dood van Johan de Cock van Delwijnen vererfde het huis te Delwijnen op zijn stiefbroer uit het tweede huwelijk; Adriaen. Deze was schepen van Zuilichem en gehuwd met Hildegond van Auwrijn. Hij zal in of even voor 1553 gestorven zijn, omdat zijn zoon Johan in dat jaar het huis te Delwijnen in leen ontving. Johan was dijkgraaf van Bommelerwaard; hij stierf in 1550.

Adriaen de Cock van Delwijnen, Johans zoon, werd lid van de ridderschap kort voor het uitbreken van de Opstand. Tweemaal werd hem door de gelderse landdag een zending opgedragen: in 1571 naar Brussel, in 1579 naar de aartshertog Matthias te Antwerpen. In datzelfde jaar 1579 schreef de spaansgezinde goeverneur van Tiel aan de Rekenkamer van de koning in Gelderland, dat hij de heer De Cock geschikt achtte en bereid had gevonden om in de plaats van de heer Vijgh als ambtman van Nederbetuwe op te treden, wat toen o.m. inhield, dat hij de verbeurd verklaarde goederen zou administreren. Adriaen stond dus toen wel aan de kant van Philips II; desniettemin bleef hij tot zijn dood in 1605 lid van de ridderschap. Hij trouwde eerst met Maria van Brakel, weduwe van Joachim van Giessen, en vervolgens in 1567 of 1568 met Maria van Hemert. Door zijn tweede huwelijk kreeg hij het vruchtgebruik van de heerlijkheid Wadenoyen, die Maria van haar vader, Frederik van Hemert, had geërfd.

Uit zijn eerste huwelijk had Adriaen een zoon Joachim de Cock van Delwijnen, die niet door de ridderschap, maar door de stad Tiel naar de landschapsvergaderingen werd afgevaardigd. Hij liet twee dochters na: Maria, die huwde met Jan Willem Drummond (of Dromond) en Theodora, die ongehuwd bleef. Het huis te Delwijnen en het "dagelijks gericht" van Wadenoyen kwamen aan een zoon uit zijn huwelijk met Maria van Hemert: Johan. Deze Johan de Cock van Delwijnen was van 1606 tot 1620 lid van de ridderschap en woonde als zodanig in die jaren de kwartiers- en landdagen bij. Bij zijn tweede vrouw, Adriana van Beynhem, kreeg hij een zoon, Adriaen, die trouwde met Anna van Gent, dochter van Barthold van Gent, waardoor stukken van het geslacht Van Gent in het archief-Ophemert belandden. Adriaen de Cock van Delwijnen heeft wel in de Tielerwaard enige funkties bekleed - hij was o.a. schepen in de bank van Deil - maar hij heeft geen deel gehad aan het centrale bestuur van het kwartiet van Nijmegen.

Zijn zoon Johan daarentegen mogen we wel beschouwen als een van de meest vooraanstaande regenten in het Gelderland van zijn tijd. Sedert 8 maart 1672 beschreven in de ridderschap van Nijmegen compareerde hij van 1679 tot 1724 op de kwartier- en landdagen. Weldra werd hij tot gedeputeerde van het kwartier verkozen. In 1702 werd hij als buitengewoon lid toegevoegd aan het Hof van Gelderland om uitspraak te doen in de geschillen, die op verscheidene plaatsen in het gewest waren ontstaan na de dood van de koning-stadhouder, de zgn. "plooierijen". Ook speelde hij een rol van enig belang in de Tweede Grote Vergadering van 1716 en 1717, waarin deputaties uit de zeven provinciën poogden - zij het tevergeefs - hervormingen in het bestuursstelsel van de Unie aan te brengen. Inmiddels was hij, in 1703, benoemd tot ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. De neerslag van zijn diverse ambtelijke aktiviteiten treft men voor een groot deel in het archief-Ophemert aan. Daar hij niet getrouwd was vermaakte hij de hofstad te Delwijnen aan zijn neef Walraven van Haeften en de heerlijkheid Wadenoyen aan diens broer.

Johan en zijn zuster Adriana Maria van Haeften hadden nog een broer, Barthold de Cock van Delwijnen, van wie we niets meer weten dan dat hij omstreeks 1690 kapitein in het Staatse leger geweest is. Richten we nu onze aandacht op de familie van hun moeder: Van Gent. 28 Mackay van Ophemert 2.21.115

Cornelis van Gent, heer van Meinerswijk en naderhand ook van Loenen (in de Overbetuwe) was burggraaf en richter van Nijmegen, gedeputeerde van het kwartier en afgevaardigde ter Staten- Generaal. Hij stierf in 1614. Zijn oudste zoon, Godefroy van Gent, die huwde met Maria van Giessen, erfde Loenen, maar had geen nakomelingen. Barthold, Cornelis' tweede zoon, werd heer van Meinerswijk en, na het overlijden van zijn broer, ook van Loenen. Barthold van Gent heeft nog aanzienlijker betrekkingen vervuld dan zijn vader. Hij was successievelijk lid van de gelderse Rekenkamer, ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard en van 1644 tot 1648 een van de ambassadeurs van de Republiek bij de vredesonderhandelingen te Munster. Hij huwde met Elisabeth van Giessen en had, behalve zijn dochter Anna, die de vrouw van Adriaen de Cock van Delwijnen werd, drie zoons, t.w. Cornelis, Joost en Joachim van Gent.

Cornelis van Gent, heer van Loenen en Neerijnen, werd in 1637 "waldgraaf", d.i. houtvester van het Nederrijkswald bij Nijmegen en was van 1654 tot 1682 ambtman van Bommel, Tieler-en Bommelerwaard, en tevens vanaf 1655 lid van de kwartiersvergadering. Joost van Gent was heer van Opijnen, gedeputeerde van het kwartier en schepen in de bank van Tuil; hij huwde met Lucia Brummer. Joachim van Gent, gehuwd met Helena Maria Drummond, erfde Meinerswijk en voerde omstreeks 1680 het bevel over een regiment infanterie. Tot zover over het geslacht Van Gent; in het archief-Ophemert komt verder nog voor de grootvader van moederszijde van de laatstgenoemde drie broers; Joost van Giessen, ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard en afgevaardigde van Gelderland in de Staten-Generaal in de tijd van Maurits en Oldenbarnevelt. Deze Joost van Giessen maakte o.m. deel uit van de commissie, die in 1610 naar Utrecht gezonden werd naar aanleiding van het daar toen uigebroken oproer.

Hebben de lotgevallen van de geslachten Van Haeften, De Cock van Delwijnen en van Gent zich voornamelijk afgespeeld in de streken tussen Nederrijn en Maas, de personen, die we nu nog moeten behandelen, hebben bijna allen gewoond in het kwartier van de Veluwe. Het zijn de verwanten van Anna van Renesse van Wilp, de echtgenote van Barthold Mackay. De Van Renesses zijn zoals de naam aanduidt, uit Zeeland afkomstig, maar hebben zich al in de Middeleeuwen ook uitbuiten dat gewest verspreid; er bestaan nu nog takken in België en Duitsland. Door het huwelijk van Jan van Renesse in 1338 met Aleid van Lichtenberg kwam zijn tak in Utrecht; in 1505 verwierf die tak de heerlijkheid Wilp, tussen Apeldoorn en Voorst. Jan van Renesse, heer van Wulven en Wilp (1560-1609) was de eerste die in de ridderschap van de Veluwe werd beschreven. Zijn achterkleinzoon Johan Pieter van Renesse van Wilp, ambtsjonker van Rheden sedert 1730, trouwde met Judith, dochter van Coenraad van Wijnbergen. Ambtsjonkers van Rheden waren ook hun zoon Wijnand Maximiliaan Jacob en diens zoon Jan Pieter Hendrik Eleonard; beiden waren bovendien burgemeesters van Elburg. Wijnand was voorts gedeputeerde van het kwartier van de Veluwe en gecommitteerde ter Generaliteit; het ambt van hoofdschout van Hattem, dat hij daarnaast nog had, liet hij door een substituut waarnemen. Hij trouwde eerst Sara Maria de Beyer, uit een nijmeegse regentenfamilie, en daarna Ernestina Lucretia van Reede van de Parkeler. Jan Pieter Hendrik Eleonard en Susanna Françoise van den Steen werden de ouders van Antje Mackay en van haar zusters Jacoba Maria, die huwde met J.D.L. Sweerts de Landas, en Wijnanda Maximiliana Susanna Jacoba, die niet trouwde.

Van de aan de Van Renesses verwante geslachten komen nu alleen nog de Van Wijnbergens in aanmerking om nader besproken te worden. Zij hebben hun naam ontleend aan het goed Wimborch bij Doetinchem, dat zij vanaf 1402 bezaten. Maar al in 1460 treffen we hen aan op de noordelijke Veluwe, aanvankelijk te Harderwijk en sinds het begin van de zestiende eeuw te Elburg. De stamvader van de hier bedoelde tak is Johan van Wijnbergen, burgemeester van Elburg, in 1540 gehuwd met Alijt Dullinck. Zijn zoon Wichman van Wijnbergen, gehuwd met Wendela Ter Bruggen, was ook burgemeester van Elburg. Diens kleinzoon Johan van Wijnbergen tot het Zandt kwam in de ridderschap van de Veluwe en bracht het tot lid van de Raad van State en raadsheer in het Hof van Gelderland; hij trouwde met Geertruid van Dedem. De zoon van Johan en Geertruid, Coenraad van Wijnbergen tot de Glinthorst werd tot de ridderschap toegelaten in 1675 en was gedeputeerde van het kwartier van de Veluwe van 1690 tot 1709. Coenraad huwde eveneens een 2.21.115 Mackay van Ophemert 29 freule Van Dedem en had zes kinderen, t.w. Johan, Wichman Joost, Geertruid, Judith, Henriëtte Josina en Johanna Wendelina. Johan was burgemeester van Arnhem, gecommitteerde ter Staten- Generaal, gedeputeerde van het kwartier van de Veluwe, en, op het einde van zijn leven, richter van Wageningen, Zijn zuster Judith is hiervoor al genoemd als de echtgenote van Johan Pieter van Renesse.

III. Rechten en goederen.

III. RECHTEN EN GOEDEREN. De "dagelijkse heerlijkheid", d.w.z. de lagere jurisdictie over het dorp Ophemert was vanaf de vroegste tijden, waarover we gegevens hebben, steeds gecombineerd met die over het aangrenzende dorp Zennewijnen. Volgens Van Spaen ontving Rudolf de Cock van Waardenburg deze heerlijkheden in 1265 van de graaf van Gelre in leen. Ofschoon Van Spaen zijn bron niet nader opgeeft zal hij wel bedoelen, dat Ophemert en Zennewijnen begrepen zijn geweest in de lenen, waarvoor Rudolf op 5 augustus van dat jaar zijn bezittingen tussen Lek en Linge in ruil aan de graaf afstond; deze worden in de desbetreffende oorkonde omschreven als de hoven Hiern, Neer- en Opijnen en Meteren. De heren van Waardenburg gaven Ophemert en Zennewijnen naderhand als achterleen uit aan een jongere tak van hun eigen familie. De eerste achterleenman moet Zweder van Waardenburg geweest zijn, de tweede zoon van Johan de Cock, vierde heer van Waardenburg. Deze Zweder wordt vermeld in 1368 en is gestorven in 1404. In 1521 bracht zijn afstammelinge Johanna van Waardenburg de heerlijkheden van Ophemert en Zennewijnen in bij haar huwelijk met Johan Schenk van Nydeggen. Johanna's broer Dirk van Waardenburg kocht ze van hen in 1548, maar verkocht ze op zijn beurt in 1552 aan Frederik van Haeften, in wiens geslacht ze, zoals in paragraaf I is meegedeeld, zijn gebleven tot 1844, toen Barthold Mackay ze erfde. Het enige bijkomende heerlijke recht, dat de heren van Ophemert van het huis Waardenburg in leen hielden, was dat van de rosmolen. Het veer tussen Zennewijnen en Dreumel over de Waal behoorde niet bij dit leen; het werd pas in 1707 verworven door aankoop van Zeger van den Steenhuys en was een leen van de Staten van Gelderland. Het aantal bewaard gebleven stukken, dat betrekking heeft op de heerlijke rechten en de uitoefening daarvan is niet heel groot.

Nog minder archivalia zijn hier aanwezig van de heerlijkheid Wadenoyen. Dit "dagelijks gericht" wordt als leen van Gelre voor het eerst vermeld in 1380; het komt dan in het bezit van een vrouwe van Langerak. In 1469 worden de Van Hemerts heren van Wadenoyen en blijven dat, totdat Johan de Cock van Delwijnen het leen erft van zijn moeder Maria van Hemert in 1605. In 1725 gaat Wadenoyen over aan de Van Haeftens, maar na de dood van Johan Walraven de Cock van Haeften verkopen diens erfgenamen het op 30 december 1786 aan Evert Jan van Nykerken en Nyvenheim. Het veer over de Linge bij Avezaath werd in 1698 door Johan de Cock van Delwijnen afzonderlijk aangekocht van de erfgenamen van Adriana van Maren en door de erfgenamen van Johan Walraven de Cock van Haeften in 1792 weer verkocht aan Gerrit van Goor. Ook dit veer was een leen van de Staten geweest.

In vele plaatsen was de dagelijkse heer vanouds tevens patroon van de parochiekerk. Te Ophemert evenwel is hij dat pas in later tijd geworden. De eigenlijke kerspelkerk, die gewijd was aan Sint Lambertus, werd in 1028 door de bisschop van Utrecht geschonken aan het klooster Hohorst, de latere Sint-Paulusabdij. Deze abdij verkreeg na 1328 ook het patronaatsrecht van de Sint- Maartenskerk. Dit was oorspronkelijk de kerk van de commanderij der Duitse Orde, welke tot 1315 te Ophemert was gevestigd en vervolgens naar Tiel werd overgeplaatst. Terwijl de parochie als zodanig waarschijnlijk niet gesplitst werd zijn beide kerkgebouwen tot aan de reformatie door de parochianen gebruikt. Daarna is de Sint-Maartenskerk voor de hervormde eredienst bestemd en de Sint-Lambertuskerk in verval geraakt. De bezittingen van de abdij van Sint Paulus werden voortaan beheerd door de Staten van Utrecht en deze verkochten op 31 juli 1720 alle landen, tienden en tinsen van de abdij onder Ophemert en Driel aan Reinier van Haeften. In de akte van overdracht wordt het collatierecht weliswaar niet uitdrukkelijk genoemd, maar waar de verkoop ook de tienden omvatte zullen beide partijen stilzwijgend hebben aangenomen, dat dit recht mee overging. Van 1725 af althans begaven de heren van Ophemert de predikantsplaats zonder dat dit 30 Mackay van Ophemert 2.21.115 ooit aangevochten werd. Aeneas Mackay heeft omstreeks 1870 formeel afstand gedaan van dit collatierecht, nadat hij al enige tijd daarvóór van de feitelijke uitoefening ervan uit eigen beweging had afgezien.

Anders was het gesteld met de collatie van de vicarieën, welke in de twee kerken van Ophemert hebben bestaan. Het waren er zes: die van Sint-Barbara, het Heilig Kruis, Sint Catharina en Onze Lieve Vrouwe in de Sint-Maartenskerk, nog een van O.L. Vrouwe in de Sint-Lambertuskerk en een Sint-Pietersvicarie, waarvan we niet weten in welke kerk ze gefundeerd was. Zijn de heren van Waardenburg de stichters van deze vicarieën geweest? In ieder geval beschouwden zij zich al vóór de reformatie als eigenaars en beleenden zij de dagelijkse heren van Ophemert ermee. De aanwezigheid van vicariegoederen kreeg in de zeventiende eeuw opnieuw betekenis, omdat de pastoriegoederen op verre na niet meer toereikend waren en de tractementen van predikant en schoolmeester en de middelen tot onderhoud van het kerkgebouw uit deze bronnen konden worden aangevuld. Op den duur verdween de herinnering aan de afzonderlijke stichtingen, zodat men sedert de tweede helft van de achttiende eeuw ging spreken van "de vicarie" van Ophemert in het enkelvoud. Ook werd gaandeweg het beheer van de vicariegoederen met die van de pastorie vermengd.

Het voornaamste onroerend goed van de families, die het archief Ophemert gevormd hebben, is het kasteel van die naam. Dit was niet zoals de heerlijkheid een achterleen van Waardenburg; de hertogen en later de Staten van Gelderland beschikten er rechtstreeks over. Wel waren zij, die het huis in leen hielden, steeds dezelfde personen als de dagelijkse heren. Bij de belening van het huis behoorden de maalplicht van de windmolen en een aantal landerijen. Wanneer het huis gebouwd is is niet precies bekend, maar op grond van de oorspronkelijke vorm - die van een rechthoekige woontoren - mag men denken aan het einde van de dertiende of het begin van de veertiende eeuw. Het aanvankelijk uiteraard kleine slot werd in de latere Middeleeuwen vergroot, maar die vergroting werd gedeeltelijk weer ongedaan gemaakt door een ingrijpende verbouwing, die in het laatste kwart van de zeventiende eeuw, waarschijnlijk wegens beschadiging tengevolge van de franse inval van 1672, werd ondernomen. Het kasteel kreeg toen de gedaante, welke het thans nog heeft. Het verkeert, na enige tijd minder goed bewoonbaar te zijn geweest, tegenwoordig weer in uitstekende staat, dank zij de grondige herstellingen, die in de jaren 1954-1957 met medewerking van de rijksdienst voor de Monumentenzorg werden uitgevoerd.

Dat de Van Haeftens en de Mackays goederen en rechten bezaten te Ophemert en in de omgeving van die plaats ligt voor de hand. Daarnaast hebben zij, evenals de De Cocks van Delwijnen en de van Gents ook buiten de Tielerwaard vrijwat hofsteden, landerijen, tienden enz. verworven. Dit bezit lag verspreid in Gelderland, voornamelijk in de Bommelerwaard, het Land van Maas en Waal, en Over- en Nederbetuwe en het Rijk van Nijmegen, voor een kleiner deel ook in de graafschap Zutphen en voorts nog hier en daar in Zuid-Holland, Utrecht, Limburg en Noord-Brabant. De Van Renesses en de Van Wijnbergens waren gegoed op de Veluwe. Voor de meeste van die bezittingen zijn genoeg toelichtingen in de inventaris zelf te vinden; hier willen wij daarom alleen nog met een enkel woord spreken over twee goederen, die door hun bizondere aard op vallen, n.l. de havezate Merwijck te Bergharen (inv. nrs. 1243, 1247 en het tijnsland onder Randwijk (inv. nr. 1460, reg. nr. 17).

In het strategisch gunstig gelegen plaatsje Bergharen in het Land van Maas en Waal zouden in de Middeleeuwen verscheidene versterkte huizen hebben gestaan. Eén daarvan zou het huis Merwijck geweest zijn, dat in de spaanse tijd zou zijn verwoest. Mogelijk was dit de oorspronkelijke zetel van de havezate Merwijck, die sedert het begin van de zeventiende eeuw vermeld wordt als leen van het huis Batenburg. In 1723 werd Johan de Cock van Delwijnen daarmee beleend en in 1776 Ursulina Philippina van Haeften. Daar deze havezate ook als "hof" wordt aangeduid en de leenman "heer van Merwijck" genoemd wordt, is het niet uitgesloten, dat we hier te maken hebben met een overblijfsel van een oude grondheerlijkheid. 2.21.115 Mackay van Ophemert 31

De 14 hond land, die Gijsbert van Randwijk in 1449 ten tijnsrechte ontving, vormden opzichzelf natuurlijk niet een aanzienlijk vermogensbestanddeel. Maar de desbetreffende oorkonde levert wellicht een bescheiden bijdrage tot de kennis van de curtis Rijnwijk of Randwijk, die de aandacht van enige rechtshistorici heeft getrokken. Deze tijnshof lag in de Overbetuwe tegenover Wageningen. Graaf Balderik en zijn echtgenote Adela schonken hem in 1003 aan een altaar in de kerk te Deutz bij Keulen, in 1256 verkocht de abdij Deutz hem weer aan de graaf van Gelre en in het begin van de zestiende eeuw werd hij met de andere zgn. Gulikse goederen aan de graaf van den Bergh in leen gegeven. Vele goederen te Rhenen en in de Betuwe waren aan het tijnsrecht van deze hof onderworpen. Het perceel, dat aan Gijsbert van Randwijk werd uitgegeven, kwam waarschijnlijk omstreeks het midden van de zeventiende eeuw aan het geslacht Van Gent.

Tot slot nog iets over enige goederen en rechten in het buitenland. In de eerste plaats over die van de lords Reay in Schotland en elders. De hier aanwezige gegevens daaromtrent dateren uit de achttiende en de negentiende eeuw. Ze verschaffen een overzicht over de omvang van het "Reay estate" even vóór en ten tijde van de verkoop aan de markies van Stafford; voor details blijft het intussen noodzakelijk de "Reay papers" in het Record Office te Edinburgh te raadplegen. Behalve de goederen in Sutherland en te Londen valt een plantage in Berbice te vermelden.

Susanna Françoise van Renesse was geinteresseerd bij plantages in Suriname, evenzo Barthold Mackay. Verder bezaten de Van Renesses goederen in België, n.l. in de streek van Dendermonde, die zij via het aan hen verwante geslacht De Beyer hadden verkregen.

Geschiedenis van het archiefbeheer

GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER In 1229 verenigden enige nonnen van de abdij Mariënweerd te Beesd zich met andere Praemonstratenser nonnen van Vüssenich in het Rijnland en werd een vrouwenklooster Mariënschoot gevestigd te Zennewijnen, waar Mariënweerd reeds een kapel met die naam bezat. Omstreeks de tijd van de reformatie was dit convent een jufferenstift geworden, waarin slechts leden van aanzienlijke geslachten werden opgenomen. Nadat Zaltbommel de zijde van prins van Oranje had gekozen werd toch aanvankelijk aan de jufferen het vrije beheer over hun goederen gelaten. Het werden nu wereldlijke canonessen, die voortaan ieder individueel een vaste prebende genoten. In 1619 kwam het stift onder beheer van ambtman en ridderschap van de Tielerwaard, die er een stichting van maakten om aan adellijke dames prebenden uit te keren. In 1744 regelden ambtman en jonkers dit zo, dat de prebenden bij toerbeurt zouden worden toegekend; hierbij werd o.a. bepaald, dat de tweede openvallende plaats ter beschikking van de heer van Wadenoyen zou zijn en de zesde door de heer De Cock van Haeften zou worden begeven. De uitkeringen werden in 1795 stopgezet, maar in 1803 hervat; in 1809 beval de landdrost geen uitkeringen meer te doen en in 1811 werd het vermogen van het stift krachtens decreet van Napoleon met het staatsdomein verenigd. De rentmeester van de heer Van Haeften voerde in het laatste kwart van de achttiende eeuw tevens de administratie van het stift; vandaar, dat we in het archief-Ophemert enige rekeningen en wat correspondentie dienaangaande aantreffen. Een van de laatste canonessen was Elisabeth Cénie van Haeften.

Zijn deze stukken dus in zeker opzicht door het toeval hiertussen geraakt, er zijn er ook, die van anderen afkomstig zijn, maar uitdrukkelijk aan leden van het geslacht Mackay werden toevertrouwd. J.H. van Kinsbergen (1735-1819), opperbevelhebber van onze zeemacht tijdens Willem V en buitengewoon maarschalk onder Lodewijk Napoleon, heeft veel geschreven over maritieme onderwerpen. Zijn "Inleiding voor den oorlog ter zee" werd door de zorg van zijn jongere vriend Cornelis Anne Mackay uitgegeven. Er verschenen twee drukken van dit werk en in 1804 werd overwogen nog een derde druk te verzorgen, welk plan echter niet is uitgevoerd. Bij de papieren, die C.A. Mackay onder zijn berusting kreeg, bevinden zich nieuwe bijvoegsels voor deze uitgave, maar bovendien brieven van Van Kinsbergen aan de engelse admiraal Howe, welke niet voor publicatie bestemd waren. 32 Mackay van Ophemert 2.21.115

Aeneas Mackay was lid van de commissie tot afwikkeling van de nalatenschap van koning Willem II. Waarschijnlijk is dit de reden geweest, dat de amsterdamse advocaat J J.W. van den Biesen (1836-1897) hem een aantal stukken toezond, die betrekking hebben op het verzet van de kroonprins en zijn omgeving tegen het huwelijk van koning Willem I met de gravin d'Oultremont. Zijn vader, J.W. van den Biesen (1797-1845), oprichter en eerste redacteur van het Algemeen Handelsblad, had daarin een rol gespeeld. Of er tussen Aeneas Mackay en Van den Biesen jr. nog een meer persoonlijke relatie heeft bestaan - zij waren beiden voorstanders van het confessionele onderwijs- heb ik niet kunnen vaststellen.

In de tijd van de restauratie van het kasteel werden deze stukken eerst naar het Rijksarchief te Arnhem overgebracht en vervolgens krachtens proces-verbaal van 30 december 1957 geschonken aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, waarbij bepaald werd, dat raadpleging voorzover het de stukken na 1900 betreft, alleen met toestemming van de algemene rijksarchivaris mag plaats vinden.

Het archief is krachtens proces-verbaal van 30 december 1957 geschonken aan het Algemeen Rijksarchief.

Schenking (van een niet overheidsarchief) 2.21.115 Mackay van Ophemert 33

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud en structuur van het archief Inhoud

INHOUD De stukken, die in de loop van de tijd op het kasteel Ophemert bijeenkwamen, zijn afkomstig 1e. van de nog bestaande tak Ophemert van het nederlandse geslacht Mackay, 2e. van de schotse Mackays, 3e. van de tak Mackay of Scoury, 4e. van verwante geslachten, 5e. van rentmeesters, 6e. van personen, die stukken in bewaring hebben gegeven, 7e. van niet nader te identificeren personen.

Verantwoording van de bewerking

VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING Sporen van een oorspronkelijke orde werden niet aangetroffen; de hier aangenomen indeling komt dan ook geheel voor mijn eigen rekening. Bij de beschrijving en ordening ondervond ik veel hulp van de heer D. baron Mackay te 's-Gravenhage, die zo welwillend was mij een uitvoerige geschiedenis van zijn geslacht in manuscript ter inzage te geven. Het is hier de plaats om de aandacht te vestigen op deze arbeid van de heer Mackay, waarvan het resultaat stellig verdient nog eens in druk te verschijnen. Verder heb ik grote verplichtingen aan mijn collega's van het Rijksarchief in Gelderland, en wel zeer in het bizonder aan de hoofdchartermeester mejuffrouw dr. A.J. Maris, wie geen moeite te veel was om mij van de gewenste inlichtingen te voorzien.

In juli 2010 zijn de toegangen 2.21.115 en 2.21.116, die delen van de beschrijvingen van het archief van het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten bevatten, tot één geheel samengevoegd tot de huidige versie van deze toegang (2.21.115). 34 Mackay van Ophemert 2.21.115

Verwant materiaal

Verwant materiaal Beschikbaarheid van kopieën

BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Afgescheiden archiefmateriaal

AFGESCHEIDEN ARCHIEFMATERIAAL  4. MCOF - Kaartenarchief van de familie Mackay van Ophemert. Publicaties

PUBLICATIES Literatuur

LITERATUUR H. Whyte, The Highland clans and regiments of Scotland, 1905.James Ferguson, Papers illustrating the history of the Scots brigade in the service of the United 1572-1782.John Mackay of Rockfield, Life of lieutenant general Hugh Mackay of Scoury, 1836.Groen van Prinsterer, schriftelijke nalatenschap, uitgeg. door C. Gerretson, A. Goslinga, H.J. Smit en J.L. van Essen, 1925-.B. de Gaay Fortman, Mr. Aeneas baron Mackay van Ophemert (in: Christendom en Historie, 1931).C.W. de Vries, Overgrootvader Willem III.C.W. de Vries, De ongekende Thorbecke.William Hunter, Bombay 1885 to 1890, 1892.Viscount Bryce, Lord Reay (in: Proceeding of The British Academy, 1921-1923).Mountstuart E. Grant Duff, Notes from a diary, 1881-1886.A.F. de Savornin Lohman, Levensbericht van Aeneas Mackay, 1911.L.C. Suttorp, Alexander Frederick de Savornin Lohman, 1948.Correspondentie van Willem III en H.W. Bentinck, eerste graaf van Portland, uitgeg. door N. Japikse, 1927-1937.L.A.J.W. Sloet, Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutphen, 1872-1876.W.A. van Spaen, Oordeelkundige inleiding tot de historie van Gelderland, 1801- 1805.Register op de leenaktenboeken van Gelre en Zutphen, uitgeg. door J.J.S. Sloet, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven, Het kwartier van Nijmegen, 1924.W J. d' Ablaing van Giessenburg, De ridderschap van het kwartier van Nijmegen, 1899.W.J. d'Ablaing van Giessenburg, De ridderschap van Veluwe, 1857.Johanna M. van Winter, Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, 1962. 2.21.115 Mackay van Ophemert 35

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN

Stukken van persoonlijke aard

STUKKEN VAN PERSOONLIJKE AARD A. Stukken betreffende Mackay en aanverwante geslachten als geheel.

A. STUKKEN BETREFFENDE MACKAY EN AANVERWANTE GESLACHTEN ALS GEHEEL. I. Genealogie en geschiedenis.

I. GENEALOGIE EN GESCHIEDENIS.

1 Genealogische aantekeningen betreffende het geslacht Puchler, met gekleurde wapenafbeeldingen. begin 18de eeuw 1 omslag

2 Gekleurde tekening van het alliantiewapen van F.H. van den Steen en A.M. Dompieres de Jonquieres. tweede helft 18de eeuw 1 stuk

3 Aantekeningen van Aeneas Mackay betreffende zijn genealogie, met wapenafbeelding. 1765, 1768 en z.j 1 omslag

4 Brieven en aantekeningen van Aeneas Mackay betreffende de toekenning van de titel van graaf door de koning van Denemarken aan Donald Mackay, lord Reay. 1774 en z.j 1 omslag

5 Genealogische en autobiografische aantekeningen van Daniël Mackay en door hem verzamelde afschriften betreffende de geschiedenis van zijn geslacht. tweede helft 18de eeuw 1 omslag

6 Uittreksels, aantekeningen betreffende het geslacht Mackay d.d. 1692-1736 en z.j. van Cornelis Anne Mackay, 1814-1843 1 omslag Met silhouet van jhr. I.W. van Imbyze van Batenburg (1756-1837).

7 Stukken betreffende zijn genealogie, verzameld door Barthold J.C. Mackay. 1835-1850 en z.j 1 omslag

8 Genealogische aantekeningen betreffende de geslachten Coljear, de Beyer en van Renesse. 1826, 1836 1 omslag

9 Stukken betreffende het geslacht van Renesse, verzameld door J.F.H.J.E. Mackay, met genealogische aantekeningen. eerste helft 19de eeuw 1 omslag

10 Stukken betreffende het geslacht Mackay en aanverwante geslachten alsmede betreffende het dorp Ophemert d.d. 1567-1874 en z.j., verzameld door Aeneas Mackay, met genealogische aantekeningen. midden 19de eeuw 1 omslag

11 Genealogie van het geslacht van Renesse van c. 1200 tot 1730. Afschrift. (19de eeuw) 36 Mackay van Ophemert 2.21.115

18de eeuw 1 deel

12 Stukken betreffende zijn genealogie, verzameld door Donald Jacob Mackay, met brieven en aantekeningen. 1869-1910 en z.j 1 omslag

13 Afschriften van de onderschriften der wapenborden in het koor der kerk te Ophemert door C. te Boveldt. 1897 1 portefeuille

14 Aantekeningen van Francis G.J. Reay-Hasler betreffende de geschiedenis van de clan Mackay. einde 19de of begin 20ste eeuw 1 omslag

15 Genealogie-van Lynden. 1903. Gedrukt. Bijgevoegd kwartierstaten van Aeneas Mackay en Elisabeth Mackay-van Lynden. z.j 1 omslag

16 Genealogische aantekeningen van Eric Mackay. 20ste eeuw 1 omslag II. Andere zaken van algemene aard.

II. ANDERE ZAKEN VAN ALGEMENE AARD.

17 Brieven van Aeneas Mackay van H. Oyens & Zonen betreffende een familiefonds Mackay. 1885-1895 1 omslag

18 Stukken van Marie Mackay-van Dedem betreffende de clan Mackay Society. Gedrukt. 20ste eeuw 1 omslag B. Stukken afkomstig van leden van het geslacht Mackay (Nederlandse tak).

B. STUKKEN AFKOMSTIG VAN LEDEN VAN HET GESLACHT MACKAY (NEDERLANDSE TAK). I. Aeneas Mackay (1666-1697) en Margaretha Puchler (1671-1761).

I. AENEAS MACKAY (1666-1697) EN MARGARETHA PUCHLER (1671-1761).

19 Administratieve stukken van Aeneas Mackay als officier bij de schotse brigade. 1686-1697 1 omslag

20 Akte van aanstelling door koning-stadhouder Willem III en koningin Mary van Aeneas Mackay tot kolonel van het regiment van wijlen Hugh Mackay. 1692 1 charter

21 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Aeneas Mackay en Margaretha Puchler. 1692 1 charter

22 Brieven aan Aeneas Mackay van G. Macartney, Daniël Mackay, Babe Mcky, Charles Ross en A. Lamij -van Wijck. 1694-1697 1 omslag

23 Brieven aan Margaretha Puchler van Wm Cormak, Babe Mcky, J.G. Schorer en F.J. Vijgh-Mackay. 1696-1768 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 37

24 Eigendomsbewijs voor Margaretha Puchler van een rentebrief, groot f. 4000.-, d.d. 3 december 1692, ten laste van het Kwartier van Nijmegen. Met bijbehorende stukken. 1716-1739 1716 1 omslag

25 Eigendomsbewijs voor Margaretha Puchler van een rentebrief d.d. 3 december 1692, ten laste van het Kwartier van Nijmegen, spruitende uit een gecasseerde rentebrief, groot f. 1200.-, d.d. 12 mei 1671 ten name van Anna Cluyt, weduwe van Gerrars Rijnst. 1716 1 charter

26 Eigendomsbewijs voor Margaretha Puchler van een obligatie, groot f. 2000.-, ten laste van het Kwartier van Nijmegen, d.d. 15 april 1671. 1721 1 stuk

27 Stukken betreffende niet nader aangeduide geschillen tussen Margaretha Mackay- Puchler en James Howles en Alexander Stevenson, kooplieden te Londen. 1699 1 omslag

28 Stukken betreffende de regeling van de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Margaretha Mackay-Puchler. 1761 1 omslag II. Barbara Mackay (1695-1770.)

II. BARBARA MACKAY (1695-1770.)

29 Stukken betreffende de regeling van de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Barbara Mackay. 1770, 1771 1 omslag III. Daniël Mackau (1696-1745) en Arnolda Margaretha van den Steen (1702-1782).

III. DANIËL MACKAU (1696-1745) EN ARNOLDA MARGARETHA VAN DEN STEEN (1702-1782).

30 Brieven van Daniël Mackay van H. Mackay, W. Mackay, George Mackay lord Reay, en William Veitch. 1716-1733 1 omslag

31 Akte van aanstelling door de Staten-Generaal van Daniël Mackay tot kolonel van het regiment van John Lamy. 1742 1 charter

32 Administratieve stukken van Daniël Mackay als officier bij de schotse brigade. 1724-1745 1 omslag

33 Akte van overdracht aan Daniël Mackay van een obligatie ten laste van de Generaliteit, groot f. 2000.-, d.d. 23 april 1709. 1731 1 stuk

34 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Daniël Mackay en Arnolda Margaretha van den Steen. 1732 1 charter

35 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Daniël Mackay. Met retroacta d.d. 1738. 38 Mackay van Ophemert 2.21.115

1745, 1746 1 omslag

36 Brief van Arnolda Margaretha van den Steen van Barbara Mackay. 1755 1 stuk

37 Akten, waarbij Gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen toestemming verlenen tot het overboeken van 6 obligaties ten laste van het kwartier op naam van Arnolda Margaretha van den Steen. 1756-1781 1 omslag

38 Akte, waarbij de koning van wapenen van het Gulden Vlies verklaart, dat Arnoldina Marguerite van den Steen gerechtigd is tot het dragen van het wapen van haar voorvader Colard de Vilain. Met twee authentieke gelijktijdige afschriften. 1773 1 charter en 1 omslag

39 Stukken betreffende een geschil tussen Arnolda Margaretha van den Steen, Cornelia Maria van den Steen en Philips Maximiliaan van der Steen enerzijds, en Diderik Gerhard van den Steen, Jacob Bertram van den Steen en François Willem van den Steen anderzijds, over de nalatenschap van François van den Steen. Met retroacta d.d. 1709. 1780-1785 1 omslag

40 Stukken betreffende de regeling van de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Arnolda Margaretha van den Steen. 1782 1 omslag IV. Aeneas Mackay (1734-1807) en Ursulina Philippina van Haeften (1734-1793).

IV. AENEAS MACKAY (1734-1807) EN URSULINA PHILIPPINA VAN HAEFTEN (1734- 1793). a Openbare funkties.

A OPENBARE FUNKTIES.

41 Akten van aanstelling door de Staten-Generaal van Aeneas Mackay tot sergeant- majoor, luitenant-kolonel en kolonel. 1773, 1780 en 1783 2 charters en 1 stuk

42 Administratieve stukken van Aeneas Mackay als officier bij de schotse brigade. 1759-1795 en z.j 1 omslag

43 Akte van volmacht van J.E. van Lynden op Aeneas Mackay om gedurende zijn afwezigheid op te treden als heemraad te Dodewaard. 1784 1 stuk

44 Stukken van Aeneas Mackay als boekhouder van provisoren der Elendige en andere gevoegde Broederschappen te Nijmegen. 1795, 1796 1 omslag b Financiën.

B FINANCIËN.

45 Schuldbekentenis van A. Bastide aan J. Massing groot f. 3500.- onder verband van een obligatie ten laste van de Generaliteit d.d. 12 december 1671, ten name van Catharina de la Lane. 1740 1 stuk Blijkens een dorsale aantekening in handen gekomen van Aeneas Mackay. 2.21.115 Mackay van Ophemert 39

46 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Aeneas Mackay en Ursulina Philippina van Haeften. 1763 1 charter

47 Financiële en huishoudelijke aantekeningen en kwitanties van Aeneas Mackay. 1782-1807 1 omslag

48 Brieven aan Aeneas Mackay van Vlaer en Kol over financiële zaken. 1786-1803 1 omslag

49 Kasboekjes van Aeneas Mackay. 1790-1806 1 pak

50 Kasboekje, door Barthold J.C. Mackay bijgehouden voor Aeneas Mackay. 1800-1806 1 deeltje

51 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschappen en de regeling van de begrafenis van Aeneas Mackay en Ursulina Philippina van Haeften. 1793, 1807-1819 1 omslag c Andere particuliere zaken.

C ANDERE PARTICULIERE ZAKEN.

52 Stukken betreffende de rechten van Aeneas, Frans, Daniël en Margaretha Mackay in Groot-Brittannië, op grond van hun verwantschap met lord Reay. 1752-1780 2 aaneengehechte charters en 1 omslag

53 Stukken betreffende de studie van Aeneas Mackay in de rechten aan de hogeschool te Utrecht. 1755 en z.j 1 charter en 1 omslag

54 Akte, waarbij de Lyon King of Arms te Edinburgh verklaart, dat Aeneas Mackay is ingeschreven in zijn register en gerechtigd is tot het voeren van het wapen zoals dit in dit diploma is omschreven en afgebeeld. 1765 1 charter

55 Brieven in alfabetische volgorde aan Aeneas Mackay van J. van Alphen, P. Appia, L. Bennet, L. de Beyer, P.A. de Bruyn, .. Desisles, P. van Druynen, Hester van der Garde- Bayens, Theodora Anna de Geer- van Haeften, J. Kuypers, I. de Leeuw, A.Y. Looijen, Daniël Arnold Alexander Mackay, Frans Mackay, George Mackay, H. Mackay, Jan Louis Mackay, predikanten te Nijmegen, Wilhelmina van Pruisen, prinses van Oranje, M.E.F. van Reyn-Overman, J. Schultze, H. Schuttelaar, Ch. Small, J.B. van den Steen, J.W. Stubbe, G.J. van Zoelen en één niet geïdentificeerde afzender. 1773-1802 1 omslag

56 Politieke gedichten, aantekeningen en exemplaren van couranten, verzameld door Aeneas Mackay. 1773-1806 1 omslag

57 Stukken betreffende de voogdij over Daniël Arnold Alexander Mackay en Jan Louis Mackay. 1784-1795 1 omslag Aeneas Mackay was voogd. 40 Mackay van Ophemert 2.21.115

58 Besluit van de raad der stad Nijmegen, waarbij aan Aeneas Mackay en zijn zoons Frans, Cornelis Anne en Barthold Johan Christiaan Mackay het burgerschap wordt toegekend. Authentieke uittreksels uit het signaat. z.d. 1786 1 omslag

59 Godsdienstige beschouwingen van Aeneas Mackay, gedeeltelijk in briefvorm. 1796-1798 en z.j 1 omslag en 1 deeltje

60 "Deventer calender of schryfalmanach voor 1797". Gedrukt. Met aantekeningen van Aeneas Mackay. 1 deeltje

61 Aantekeningen van Aeneas Mackay betreffende wetenswaardigheden op allerlei gebieden. Z.j 1 band en 1 omslag

62 Attestatie van de gereformeerde gemeente te Nijmegen voor Aeneas Mackay. Z.j 1 stuk V. Frans Mackay (1737-1817) en Maria A.E. van Heeckeren tot Enghuizen (... -1791).

V. FRANS MACKAY (1737-1817) EN MARIA A.E. VAN HEECKEREN TOT ENGHUIZEN (... -1791).

63 Brieven in alfabetische volgorde aan Frans Mackay van Aeneas Mackay, Daniël Mackay (zijn broer), Daniël Mackay (zijn neef), Willem V, prins van Oranje, en lord Reay. 1762-1791 1 omslag

64 Brief aan Louis, hertog van Brunswijk, van Frans Mackay. Concept. Z.j 1 stuk

65 Akten van aanstelling door de Staten-Generaal en stadhouder Willem V van Frans Mackay tot kapitein, sergeant-majoor, luitenant-kolonel, majoor en kolonel bij de infanterie. 1772, 1783, 1788, 1789, 1793 9 charters en 1 stuk

66-69 Aantekening-boek van alle voorkomende zaken behalven de geographie", aangelegd door Frans Mackay. 1764-1766 4 deeltjes 66 deel II, 1764 67 deel III, 1765 68 deel IV, 1766 69 klapper.

70 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Frans Mackay en Maria Adelheid Elisabeth van Heeckeren tot Enghuizen. 1774 1 charter

71 Gedicht op het huwelijk van Frans Mackay en Maria A.E. van Heeckeren. Gedrukt. 1774 1 stuk

72 Akte, waarbij James Gordon, kolonel, tot zijn executeurs-testamentair aanwijst Frans Mackay, Paul Franck en Abraham Francken. 1779 1 charter 2.21.115 Mackay van Ophemert 41

73 Aantekening van Frans Mackay betreffende bepalingen voor het afleggen van een proponentsexamen in de classis Nijmegen. ca. 1805 1 stuk

74 Lijstje van symbolen gebruikt door apothekers. Uittreksel in de hand van Frans Mackay. einde 18de eeuw 1 stuk

75 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschappen van Frans Mackay en Maria A.E. van Heeckeren tot Enghuizen. 1784-1819 1 omslag VI. Daniël Mackay (1744-1782) en Isabella Constantia de Geer, douairière Quadt (1751-1777).

VI. DANIËL MACKAY (1744-1782) EN ISABELLA CONSTANTIA DE GEER, DOUAIRIÈRE QUADT (1751-1777). a Openbare funkties.

A OPENBARE FUNKTIES.

76 Akten van aanstelling van Daniël Mackay, door Gecommitteerde Raden van Holland tot vaandrig, en door de Staten-Generaal tot kapitein, in het regiment Marjoribanks. 1760, 1770 2 aaneengehechte charters en 1 stuk

77 Administratieve stukken van Daniël Mackay als officier in het regiment Marjoribanks. 1761-1782 1 omslag b Vervaardiging van eigen geschriften.

B VERVAARDIGING VAN EIGEN GESCHRIFTEN.

78 Politiek pamflet over de verhouding tussen Frankrijk en de Republiek, door Daniël Mackay. Fragmenten van concepten. ca. 1780 1 omslag Waarschijnlijk bedoeld als vervolg op zijn "Brieven over de tegenwoordige tijdsomstandigheden", 1779, uitgegeven door R.M. van Goens (Knuttel nr. 19301).

79 Politiek pamflet, getiteld, "Brief aan de Post van den Nederrhijn over het gruwelijk gebruik van het schieten met spek", door Daniël Mackay. Fragmenten van concepten, met aantekeningen. ca. 1780 1 omslag

80 "An abridgement of colonell Robert Monro's expedition with Sir Donald Mackay lord Reay's regiment of Scotch infantry, first in the Danish and afterwards in the Swedish service", 1657. Vertalingen van Daniël Mackay in het frans en het Nederlands. Z.j. Fragmenten van concepten. 1 omslag

81 Aantekeningen, verzamelde afschriften en concepten van ingezonden stukken van Daniël Mackay over geschiedenis en politiek. Z.j 1 omslag c Financiën.

C FINANCIËN.

82 Akte van overdracht door Moseh de Jahacob de Pinto aan Willem van Wassenaer, heer van Echteld, van tien obligaties d.d. 1 januari 1752, ten laste van het kwartier 42 Mackay van Ophemert 2.21.115

van Nijmegen. 1758 1 stuk

83 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Daniël Mackay en Isabella Constantia de Geer. Authentiek gelijktijdig afschrift. 1772 1 stuk

84 Stukken betreffende het aandeel van Isabella Constantia de Geer in de nalatenschap van haar eerste echtgenoot, Willem Carel Hendrik van Quadt tot Wickradt. 1773-1776 1 omslag

85 Kwitantie voor Isabella C. Mackay-de Geer. 1773 1 stuk

86 Brieven aan Daniël Mackay van A. de Fockert over diverse financiële zaken. 1774-1781 1 omslag

87 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Isabella Constantia de Geer. 1779 1 omslag

88 Klad-aantekeningen van Daniël Mackay betreffende het financiële beheer van zijn vermogen. 1782 1 omslag

89 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Daniël Mackay. 1782-1798 en z.j 1 omslag 1 band en 1 deel d Andere particuliere zaken

D ANDERE PARTICULIERE ZAKEN

90 Attestatie van Robert Brown, voorganger van de Engelse kerk te Utrecht, voor Daniël Mackay. 1766 1 stuk

91 Verklaring van enige leden der Hessische ridderschap inzake de adeldom van een niet-genoemd geslacht. In de hand van Daniël·Mackay. ca. 1770 1 stuk Wellicht opgesteld ten behoeve van O.L. Quadt van Wickradt.

92 Akte, waarbij het bestuur van de vrijmetselaarsloge "Union Lodge of Edinburgh" in het regiment van Marjoribanks Daniël Mackay aanwijst als haar afgevaardigde naar de Groot-loge van Schotland. 1772 1 stuk

93 Brieven in alfabetische volgorde aan Daniël Mackay van W.Ph. Colyear Robertson, James Innes, J. Jaerens, Lord Leven, Aeneas Mackay, George Mackay, George Maddison, John Sinclair en één niet geïdentificeerde afzender. 1774-1782 1 omslag

94 Aantekeningen van Daniël Mackay en door hem verzamelde afschriften van stukken en exemplaren van couranten betreffende de vierde engelse oorlog. 1781 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 43

95 Godsdienstige beschouwingen, opgetekend en verzameld door Daniël Mackay. 1772, 1782 en z.j 1 omslag

96 Muziek voor viool en zangstem, gecopieerd door Daniël Mackay. Z.j 1 cahier

97 Aantekeningen betreffende oefeningen in het handelsrekenen (van Daniël Mackay?). 18de eeuw 1 band

--- Kaartje van Ooi en omgeving. Schets door Daniël Mackay. (18de eeuw) 1 stuk Voorheen inv.nr 98 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr.1. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling. VII. Daniël Mackay (1764-1784).

VII. DANIËL MACKAY (1764-1784).

99 Uittreksel uit het doopregister der gereformeerde gemeente Tiel betreffende Daniël Mackay d.d. 29 februari 1764. 1765 1 stuk

100 Akten van aanstelling door prins Willem V en de Staten-Generaal van Daniël Mackay tot vaandrig en sergeant-majoor in het regiment Houstoun, alsmede akte van demissie in de rang van Kapitein. 1780, 1783 1 charter en 1 omslag

101 Lijst van adressen, waarheen rouwbrieven moesten worden gezonden bij het overlijden van Daniël Mackay. 1784 1 stuk VIII. Cornelis Anne Mackay (1769-1841) en 1e. Jacoba Alexandrina Helena Beata van Heeckeren (1763-1818); 2e. Sophia Constantia van der Muelen (1783-1856).

VIII. CORNELIS ANNE MACKAY (1769-1841) EN 1E. JACOBA ALEXANDRINA HELENA BEATA VAN HEECKEREN (1763-1818); 2E. SOPHIA CONSTANTIA VAN DER MUELEN (1783-1856). a Openbare en kerkelijke funkties.

A OPENBARE EN KERKELIJKE FUNKTIES.

102 Paspoort voor Cornelis Anne Mackay als gewezen kadet in het regiment Houstoun. 1783 1 stuk

103 Akten van aanstelling door de Admiraliteit van Amsterdam, de Raad van State en prins Willem V van Cornelis Anne Mackay tot adelborst, luitenent ter zee en kapitein-luitenant ter zee. 1784-1800. Met orders om het bevel opzich te nemen over de nederlandse krijgsgevangenen die in Groot-Brittannië hun diensten aan de prins van Oranje hebben aangeboden, en om als kapitein-luitenant ter zee te dienen op 's lands schip van oorlog De Ambassade. 1800 2 charters en 1 omslag

104-116 Journalen van reizen met diverse oorlogsschepen, bijgehouden door Cornelis Anne Mackay. 1784-1793 13 delen 104 met de Teyger, van Texel naar de Middellandse Zee tot Livorno en terug, 31 mei 1784 - 26 oktober 1785 en 15 maart 1786 - 14 mei 1786 105 met Medea, van Toulon naar Malaga, 26 oktober 1785 - 15 maart 44 Mackay van Ophemert 2.21.115

1786 106 met Zeepaard, door de Middellandse Zee, 10 maart 1787 - 15 januari 1788

107-116 met Zephir, van Texel via Santiago, de Kaap, Malabar, Ceylon, Coromandel en Malakka naar Batavia en de Molukken en terug, oktober 1788 - 22 juli 1793 107 Bestanddeel 1 108 Bestanddeel 2 109 Bestanddeel 3 110 Bestanddeel 4 111 Bestanddeel 5 112 Bestanddeel 6 113 Bestanddeel 7 114 Bestanddeel 8 115 Bestanddeel 9 116 Bestanddeel 10

--- Diverse stukken van Cornelis Anne Mackay als zeeofficier. Met zeven kaarten. 1785-1812 1 omslag Voorheen inv.nr. 117 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nrs. 8, 9, 13, 14, 15, 16 en 17. Geborgen in de Algemene kaartenverzameling.

118 Stukken van Cornelis Anne Mackay als plaatsvervangend vrederechter en plaatsvervangend kantonrechter in het kanton Zutphen. 1814, 1818 en 1838 1 omslag

119 Stukken van Cornelis Anne Mackay als lid van de commissie tot uitdeling van turf aan de stadsarmen, lid van de gemeenteraad, wethouder en lid van het kiezerscollege te Zutphen. 1814-1838 1 omslag

120 Stukken betreffende de toelating van Cornelis Anne Mackay tot de ridderschap van Gelderland. 1816-1819 1 omslag

121 Kennisgevingen aan Cornelis Anne Mackay van zijn benoeming tot ouderling van de hervormde gemeente te Zutphen en tot lid van het bestuur van het Nederlands Zendelinggenootschap. 1820, 1827 1 omslag b Financiën.

B FINANCIËN.

122 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Cornelis Anne Mackay en Jacoba A.H.B. van Heeckeren. Afschrift. Met bijbehorende stukken. 1808 1 omslag

123 Staten van de schulden en goederen van Cornelis Anne Mackay en Sophia Constantia van der Muelen. Aangelegd in of na 1808 en voortgezet tot 1837. [1808-1837] 1 deel

124 Kwitanties voor Cornelis Anne Mackay. 1812-1819 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 45

125 Diverse stukken betreffende het effectenbezit van Cornelis Anne Mackay. 1815-1840 1 omslag

126 Akten van volmacht van Cornelis Anne, Jan Louis, Barthold J.C. en Aeneas Mackay, en Margaretha en Sophia Charlotte van Dörnberg Heiden op J. en J. Cockerton en Th. G. Smith te Londen tot het verkopen van hun engelse lijfrenten. Concepten. 1843, 1849 1 omslag

127 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschappen van Jacoba A.H.B. van Heeckeren, Cornelis Anne Mackay en Sophia C. van der Muelen. 1818, 1841, 1856, 1857 1 omslag c Andere particuliere zaken.

C ANDERE PARTICULIERE ZAKEN.

128 Authentiek uittreksel uit het doopboek der gereformeerde gemeente te Tiel betreffende Cornelis Anne Mackay d.d. 15 februari 1769. 1769 1 stuk

129 Oefeningen en aantekeningen betreffende diverse schoolvakken en catechisatie- aantekeningen van Cornelis Anne Mackay. 1783 en z.j 1 omslag

130 Berijming van het leven van Jezus, door Ahlé(?), opgedragen aan Cornelis Anne Mackay. 1802 1 deeltje

131 Brieven in alfabetische volgorde aan Cornelis Anne Mackay van Louise van Brunswijk, geb. prinses van Oranje, M.J. Chevallier, ..? van Heeckeren van Kell, John Mackay of Rockfield, J.L. Mackay, Maria Caterina Mackay, van Notten & Co, Willem Frederik, erfprins van Oranje, Wilhelmina, prinses van Pruisen en H.J. Thooft. 1808-1842 1 omslag

132 Stukken betreffende de aanvraag van Cornelis Anne en Barthold J.C. Mackay om in de nederlandse adel te worden verheven. Met retroacta d.d. 1761-1796. 1816-1841 1 omslag

133 Brief aan een britslid van de clan Mackay van Cornelis Anne Mackay. Concept. 1825 1 stuk

134 Fabel van D. Holtzmann. 1571, opgetekend door Cornelis Anne Mackay, met politiek commentaar. Z.j 1 stuk

135 Aantekeningen van Cornelis Anne Mackay betreffende schapenteelt en visserij. Z.j 1 omslag IX. Barthold Johan Christiaan Mackay (1773-1854) en Anna Magdalena Frederica Henriëtte van Renesse van Wilp (1775-1839).

IX. BARTHOLD JOHAN CHRISTIAAN MACKAY (1773-1854) EN ANNA MAGDALENA FREDERICA HENRIËTTE VAN RENESSE VAN WILP (1775-1839). Zie ook nr. 132. a Openbare kerkelijke funkties.

A OPENBARE KERKELIJKE FUNKTIES.

136 Diverse stukken van Barthold J.C. Mackay als zeeofficier. 46 Mackay van Ophemert 2.21.115

1787-1815 1 omslag

137-140 Journalen van reizen met diverse oorlogsschepen, gehouden door Barthold J.C. Mackay. 1787-1793 4 delen 137 met Castor, door de Noordzee, de Spaanse zee en de Middellandse zee, en terug, 13 april 1787 - 7 september 1789 138 met Schiedam, door de Noordzee en het Kanaal en terug, 25 mei 1790 - 13 mei 1791 139 met Courier, door de Noordzee en het Kanaal en terug, 13 mei 1791 - 14 oktober 1791 140 met kanonneerboten onder T.F. van Capellen, tussen Rotterdam en , 4 maart 1793 - april 1793

141-143 Stukken van Barthold J.C. Mackay als armmeester van de hervormde gemeente te Bergharen. 1800-1818 3 omslagen 141 Rekeningen van de diaconie over, 1800, 1804-1808 en 1809-1811, 1801-1811 142 Stukken betreffende een geschil met de roomsch-katholieke gemeente te Bergharen over de eigendom van de armengoederen, 1809-1818 143 Diversen, 1800-1815

144 Stukken van Barthold Mackay als kerkmeester van Bergharen. 1809-1813 1 omslag

145-147 Stukken van Barthold J.C. Mackay als lid van het ambtsbestuur, lid van het gericht en extra-ordinaris heemraad van het ambt van tussen Maas en Waal. 1802-1816 3 omslagen 145 Stukken betreffende zijn benoeming en diverse zaken, 1802-1815 146 Stukken betreffende een geschil met de rentmeester der domeinen van het voormalige kapittel van St. Victor te Xanten c.s, 1802-1816 147 Stukken betreffende het herstel van de Dreumelse dijk, 1811, 1812

148 Stukken van Barthold J.C. Mackay als repartiteur voor de belastingen in de gemeente Bergharen. 1810, 1813 en z.j 1 deeltje en 1 stuk

149 Stukken van Barthold J.C. Mackay als lid van de municipale raad van Nijmegen. 1810-1814 1 omslag

150 Stukken van Barthold J.C. Mackay als secretaris van de hoge dijkstoel van het Rijk van Nijmegen. 1811-1817 1 omslag

151 Stukken van Barthold J.C. Mackay als vrederechter in het kanton Nijmegen. 1811-1825

152 Stukken van Barthold J.C. Mackay als lid van het provisioneel bestuur van het arrondissement Nijmegen. 1814 1 omslag

153 Stukken van Barthold J.C. Mackay als luitenant-kolonel bij de schutterij der stad 2.21.115 Mackay van Ophemert 47

Nijmegen. 1814-1816 1 omslag

154-155 Stukken van Barthold J.C. Mackay als kassier-generaal der posterijen. 1815-1823 2 omslagen en 4 katerns 154 Stukken betreffende zijn benoeming, traktement en ontslag, 1815- 1819 155 Ingekomen ambtelijke aanschrijvingen, 1816-1823

156-159 Rekeningen over 1816-1819. 1819-1823 156 Rekeningen over 1816, ingediend 1820, afgehoord, 1821 157 Rekeningen over 1817, ingediend 1819, afgehoord, 1823 158 Rekeningen over 1818, ingediend 1820, afgehoord, 1823 159 Rekeningen over 1819, ingediend 1823, afgehoord, 1823

160 Stukken van Barthold J.C. Mackay als lid van de staatscommissie tot herziening der wet van 30 januari 1810 op het onderhoud van de dijken. 1816-1819 1 omslag

161 Stukken van Barthold J.C. Mackay als lid van de plaatselijke schoolcommissie te 's- Gravenhage. 1816-1820 1 omslag

162 Stukken van Barthold J.C. Mackay als commissaris voor de armenzorg te 's- Gravenhage. Z.j 1 omslag

163 Stukken van Barthold J.C. Mackay als ontvanger der directe belastingen te Rotterdam. 1819-1823 1 omslag

164 Stukken van Barthold J.C. Mackay als directeur van het postkantoor te Rotterdam. 1820-1852 1 omslag

165 Stukken van Barthold J.C. Mackay als ouderling van de hervormde gemeente te 's- Gravenhage. 1818-1821 1 omslag

166 Stukken van Barthold J.C. Mackay als ouderling van de hervormde gemeente te Rotterdam en als administrateur van het gemeente- en het weduwefonds van die gemeente. 1821-1852 1 omslag

167-168 Stukken van Barthold J.C. Mackay als lid van de raad der gemeente Rotterdam. 1821-1852 2 omslagen 167 Stukken betreffende zijn benoeming en diverse zaken, 1821-1852 168 Stukken betreffende de gemeentelijke rekening en begroting, 1822- 1849 en z.j

169 Stukken van Barthold J.C. Mackay als lid van de provinciale staten van Holland, resp. Zuid-Holland. 1829-1846 en z.j 1 omslag 48 Mackay van Ophemert 2.21.115

170 Stukken van Barthold J.C. Mackay als lid van de militieraad voor het tweede district der provincie Zuid-Holland. 1840, 1841 1 omslag

171 Stukken van Barthold J.C. Mackay als lid van de plaatselijke schoolcommissie te Rotterdam. 1842 en z j 1 omslag b Beheer van vermogens van anderen en afwikkeling van nalatenschappen als executeur-testamentair.

B BEHEER VAN VERMOGENS VAN ANDEREN EN AFWIKKELING VAN NALATENSCHAPPEN ALS EXECUTEUR-TESTAMENTAIR. Zie nr. 179.

172 Lijstje van uitgaven gedaan voor de begrafenis van Gerrit Willem van Kalveren. 1798 1 stuk

173 Stukken betreffende het beheer van het vermogen en de afwikkeling van de nalatenschap van Willemina en Cornelia Mechteld van Lynden van Blitterswijk. 1804-1830 1 omslag

174 Afrekeningen met B.D. van Verschuer en Th. J.A.J. van Verschuer-Mackay. 1810-1817 1 omslag

175 Stukken betreffende het beheer van het vermogen van Diederica van Riemsdijk. 1810-1821 1 omslag

176 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Cornelia Eliana van Lynden. 1812-1821 1 omslag

177 Stukken betreffende het beheer van het vermogen van Arnolda Margaretha de Cock van Haeften-Mackay. 1815-1848 1 omslag

178 Stukken betreffende een geschil over de nalatenschap van Adriaan Boesses en Anna Sebilla Haselkamp, waarbij B.J.C. Mackay arbiter was. 1815-1820 1 omslag

179 Akte van volmacht van J.N.A. van Wassenaer op C. van Foreest tot verkoop van land. 1817. Concept door B.J.C. Mackay. Bijgevoegd een circulaire, waarin W.B. de Salve de Bruneton en B.J.C. Mackay hun diensten aanbieden als administrateurs van ongerede goederen. 1807 1 omslag

180 Memorie van aangifte voor het recht van successie van de nalatenschap van Petrus de Wacker van Zon, overleden 1818. Concept, gecorrigeerd door B.J.C. Mackay. 1 stuk

181 Stukken betreffende het beheer van het fonds "Weldadig en Zorgvuldig ", gesticht door Wilhelmina van Pruisen, prinses-douairière van Oranje Nassau. 1818-1820 1 omslag

182 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Balthasar Constantijn van Lynden van Lunenburg, overleden 1822 met retroacta d.d. 1812 2.21.115 Mackay van Ophemert 49

Z.d 1 omslag

183 Stukken betreffende het beheer van het vermogen van Anna Margareta, Elisabeth Cenie, Henriëtte Ch.Ph.U. en Victoire Sophie van Haeften. 1825, 1844 1 omslag

184 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Johanna Adriana Vermeulen, gescheiden echtgenote van Wigbold Slicher. 1832-1834 1 omslag

185 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Gregorius van Oordt. 1839-1843 1 omslag

186 Afrekeningen met Donald Jacob Mackay en Johan Jacob Mackay. 1848-1852 1 omslag c Brieven.

C BRIEVEN.

187-217 Brieven in alfabetische volgorde aan Barthold J.C. Mackay van diverse afzenders. 1791-1854 31 omslagen 187 van W. van Ballegooijen, W.C.P. van Balveren-van Löben Sels, J. Bannier, J.A. Bannier, D.F. van Berck Colenbrander, M.C. Bichon van IJsselmonde, Anna van Boetzelaer, C.C.V. van Boetzelaer en T.C.E. van Boetzelaer-van Voorst, Louise, erfprinses van Brunswijk, Th. F. van Capellen, J.M.A. Cazaux, D.R. Clarke, C.M. Collot d'Escury-Backer, J.C. Crommelin-van der Muelen, J.W. Dedel, A.F.J.A. van der Duyn, M. van Eck-Vijgh, J.G. Everwijn, Eleonore Fagel, Marie Fagel-Boreel, N. Foppens, H. Geurts, D. Gildemeester, H.D. Gildemeester, S. Gille Heringa, F.J. van Griethuysen. B.P. Haas, P. van der Heim, D. Hooglandt, F. Horgnies, A.A.A. van Iddekinge, E. van Iddekinge- Berghuis, Quirina J. van Iddekinge, T.A. van Iddekinge. 188 van J.L.A. Innes, M. Jongeneel, W.C. Ketjen, B. Keun, P. van der Kieft, J.H. van Kinsbergen, mevr. Klijnpennink-Klein, P. Lampsins, C.H. van Lynden, J.H. van Lynden, W. van Lynden, F.G. van Lynden van Hemmen, .? van Lynden van Oldenaller, Aeneas Mackay (zijn neef).

189-208 van Aeneas Mackay (zijn zoon). 189 1821, 1830 190 1831 191 1832 192 1836-1839 193 1840 194 1841 195 1842 196 1843 197 1844 198 1845 199 1846 200 1847 201 1848 202 1849 203 1850 204 1851 205 1852 50 Mackay van Ophemert 2.21.115

206 1853 207 1854 208 z.j 209 van C.A. Mackay, D.A. Alex. Mackay, Donald H. Mackay, Donald Jacob Mackay en J. Mackay.

210-214 van J.F.H.J.E. Mackay 210 1830 211 1831 212 1832, 1833 213 1844 214 1845 215 van Jan Louis Mackay, Marie Mackay-Fagel en S.C. Mackay. 216 van Miss? Mackay, A. Mackay-van Renesse van Wilp, J. de Man, G.F.A. Meijnhardt, F.A. van Naamen-van Lynden, J.T.H. Nedermeyer van Rosenthal, C. Nijhoff, Wilhelmina van Pruisen, prinses van Oranje, Willem V. prins van Oranje, Willem Frederik, erfprins van Oranje, .? van Pallandt van Keppel, N.S. Pauw, E.J. Post, J.C.W. Quack, O. van Randwijck, R.C. van Rechteren, S.F. van Renesse van Wilp-van der Steen, Wijnanda van Renesse van Wilp, E.M.H. Repelaer van Driel-Singendonck, H.M. Reynen en G.F.H. Reynen-Keyser, G.J. van der Roer, A.J. Roest, Kamer van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam, Q.S. Rijpma, Joh. van Schaik, en A. Vermijne, A. Schouten, Henriëtte Sloet van Teylingen, A.C. Snouckaert van Schauburg, A.J. van Spaen van Ringenberg, S.J. van Spaen van Ringenberg-van Hogendorp, Adrienne Stavenisse, A.F. van den Steen, A.P.C. van den Steen, P.M. van den Steen. 217 van Wm. Steven, Charles Stewart, fam. Sweerts de Landas, S.C. Swingens, H.J. Thooft, F.H. Torley, W.B.H. van Trigt, James Turing, J.J.van Utenhove, G.A.A.C. Valckis, J.C. Verloren, Th.J.A.J. van Verschuer-Mackay, H.C. Voorhoeve, L. van Weleveld, J. Wiegand, J. de Wolff, .? van Zuylen van Nijevelt en één niet geïdentificeerde afzender.

218 Brieven aan Barthold J.C.Mackay ter gelegenheid van de geboorte van zijn zoon Aeneas van B. de Cocq van Haeften, .? d'Aulnis, .? van Renesse van Wilp, C.J.F. Huydecoper-van Weede, Carolina van Lynden, F.G. van Lynden van Hemmen, W.C.H. van Lynden, C.H. Huydecoper du Moulin, J.D.van den Steen, F. Mackay, F.O. van Dörnberg Heiden, en.? Schimmelpenninck van der Oye. Met aantekeningen betreffende verzending van aankondigingen en uitgegeven fooien. 1806 1 omslag

219 Brieven van Barthold J.C.Mackay aan A.J. van Beeck Calkoen en F.O. van Dörnberg Heiden. Minuten. 1840, 1846 en z.j 1 omslag

220 Brieven in alfabetische volgorde aan Antje Mackay van Renesse van Wilp van A.J. Adriana-van Marken, Caroline van der Brugghen, M.H. van Iddekinge, Q.J. van Iddekinge, C.H. van Lynden-Huydecoper, D.R.J. van Lynden, W. van Lynden, Aeneas Mackay, J.F.H.J.E. Mackay, M.C.F. Mackay-van Lynden, E.J. Post, S.F. van Renesse van Wilp-van den Steen, C.J. Reunninger van Niel-Kneppelhout, J.M. Singendonk, M. Singendonk, B.F.J.A. van Verschuer, en twee niet geïdentificeerde afzenders. 1826-1838 en z.j 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 51

221 Brieven van Antje Mackay-van Renesse van Wilp en Arnolda Margaretha de Cock van Haeften-Mackay aan prinses Wilhelmina van Pruisen. 1818. Concepten in de hand van Barthold J.C. Mackay. 1 omslag d Financiën.

D FINANCIËN. Zie ook nr. 126.

222 Stukken betreffende de inning van lijfrenten ten behoeve van Margaretha Bartholda, Theodora A.J.J., Arnoldina Margaretha, Frans en Barthold J.C. Mackay en ten laste van de koning van Frankrijk. 1787, 1791 1 omslag

223-227 Kwitanties voor Barthold J.C. Mackay. 1789-1855 5 omslagen 223 1789-1805 224 1806-1813 225 1814-1819 226 1820-1848 227 1849-1855 en z.j

228 Kwitanties voor Antje Mackay-van Renesse van Wilp. 1799-1820 1 omslag

229 Diverse financiële kladaantekeningen van Barthold J.C. Mackay. 1800-1803 1 deel

230 Aantekeningen van Barthold J.C. Mackay betreffende voorgeschoten en opgenomen bedragen. 1800-1812 1 deeltje

231 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Barthold J.C. Mackay en Anna Magdalena Frederica Henriëtte van Renesse van Wilp. In drievoud, met concept. 1802 1 omslag

232 Afrekeningen, met bijlagen, van Barthold J.C. Mackay met.? Bannier, H. van Lidt de Jeude, D.R.J. van Lynden, C.H. de Ranitz, .? van Rossum, van Oordt & Co. , wed. Tjeenk & Co., Vlaer & Kol en H.J. Waller & Zoon. 1802-1853 1 omslag

233 Stukken betreffende de inning van lijfrenten ten behoeve van Barthold J.C. Mackay, Anna M.F.H. Mackay-van Renesse van Wilp en Wijnanda M.J. van Renesse van Wilp en ten laste van het Franse Keizerrijk. 1806-1814 en z.j 1 omslag

234 Brieven aan Barthold J.C. Markay van Vlaer & Kol over diverse bankzaken. 1806-1852 1 omslag

235-238 Kasboekjes van Barthold J.C. Mackay. 1811-1833 4 deeltjes 235 1811, 1813-1816 236 1817-1822 237 1822-1825 52 Mackay van Ophemert 2.21.115

238 1826-1833

239-241 Debiteuren en crediteurenrekeningen van Barthold J.C. Mackay. 1815-1831 1 deel en 2 katerns 239 1815-1831 240 1818-1821 241 1822-1831

242 Jaarbalansen van Barthold J.C. Mackay. 1830-1851 1 omslag

243-245 Kasboekjes van Antje Mackay-van Renesse van Wilp. 1818-1841 2 deeltjes en 1 omslag 243 1818-1837 244 1826-1832 245 1833-1841

246 Akte van toewijzing aan Barthold J.C. Mackay uit de nalatenschap van Frans Mackay van twee obligaties ten laste van de stad Nijmegen, elk groot f. 1000.- d.d. 1 mei 1761 1 stuk

247 Stukken betreffende verschillende huishoudelijke uitgaven van Barthold J.C. Mackay. 1818-1855 1 omslag

248 Stukken betreffende de regeling van de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Antje Mackay-van Renesse van Wilp. 1839 1 omslag

249 Spaarbankboekje van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen voor Barthold J.C.Mackay. 1843-1857 1 deeltje

250 Stukken betreffende een geschil tussen Barthold J.C. Mackay en Theodora J.J. van Verchuer-Mackay over een fideicommissair legaat van Anna Jacoba van Benthem- van Dam. Met retroacta vanaf 1721. 1846-1850 1 omslag Anna Jacoba van Benthem was een dochter van Andries van Dam en Margaretha van den Steen.

251 Obligaties van Barthold J.C., Aeneas, Donald Jacob en Johan Jacob Mackay ten laste van diverse kerkelijke en confessionele instellingen. Bijgevoegd prospektussen, correspondentie en aantekeningen. 1849-1880 1 omslag

252 Stukken betreffende het overlijden en de afwikkeling van de nalatenschap van Barthold J.C. Mackay. 1854, 1855 1 omslag e Andere partikuliere zaken.

E ANDERE PARTIKULIERE ZAKEN.

253 Officiële publikaties, verzameld door Barthold J.C. Mackay. Gedrukt. 1795-1815 1 omslag

254 Bruiloftsgedichten voor Barthold J.C. Mackay en Antje van Renesse van Wilp. 2.21.115 Mackay van Ophemert 53

1802 1 omslag

255 Aantekeningen van Barthold J.C. Mackay en door hem verzamelde gedichten en citaten over verschillende onderwerpen. 1813-1820 en z.j 1 omslag

256 Stukken van Barthold J.C. Mackay over kerkelijke zaken. 1815-1848 en z.j 1 omslag

257 Huishoudelijke aantekeningen van Antje Mackay-van Renesse van Wilp. 1825-1836 en z.j 1 omslag

258 Exemplaren van de Nijmeegse courant, bevattende berichten over D.R.J. van Lynden (verzameld door Barthold J.C. Mackay?) 1830, 1837 1 omslag

259 Aanschrijvingen aan Barthold J.C. Mackay betreffende zijn benoeming tot ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw. 1840, 1855 1 omslag

260 Paspoort voor Barthold J.C. Mackay ten behoeve van reizen naar België, Duitsland en Frankrijk. 1842 1 stuk

261 Autobiografie van Barthold J.C. Mackay, samengesteld met hulp van zijn zoon Aeneas. Z.j 1 omslag

262 Gedichtjes en souvenirs verzameld door Antje Mackay-van Renesse van Wilp. Z.j 1 omslag X. Daniël Arnold Alexander Mackay (1775-1796)

X. DANIËL ARNOLD ALEXANDER MACKAY (1775-1796)

263 Verklaring val" een predikant te Nijmegen, dat D.A. Alexander Mackay in zijn wijk woont. Met vertaling in het engels. Concepten. 1777 1 omslag

264 Aantekening betreffende de inhoud van de spaarpot van D.A. Alexander Mackay. 1777 1 stuk

265 Akte van overdracht aan Daniël A.A. en Jan Louis Mackay van een obligatie, groot f. 1500.- ten laste van Holland en Westfriesland, d.d. 20 augustus 1701. 1784. Met retroacta d.d. 1755-1783 1 omslag

266 Akte van overdracht aan Daniël A.A. en Jan Louis Mackay van een obligatie, groot f. 200.- ten laste van de Unie, d.d. 1 januari 1713. 1790 1 stuk

267 Stukken betreffende de verlening van het burgerrecht der stad Utrecht aan D.A. Alexander Mackay. 1790 1 omslag

268 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van D.A. Alexander 54 Mackay van Ophemert 2.21.115

Mackay. 1796, 1797 1 omslag XI. Jan Louis Mackay (...-1840).

XI. JAN LOUIS MACKAY (...-1840). Zie ook nrs. 126, 265, 266.

269 Akte van overdracht aan Jan Louis Mackay van een obligatie, groot f. 400.- ten laste van Holland en Westfriesland d.d. 1 april 1713. 1779. Met retroacta d.d. 1739-1779 1 omslag

270 Aantekeningen van uitgaven gedaan (door een goeverneur?) voor Jan Louis en Daniël Arnold Alexander Mackay. 1780 1 omslag

271 Aantekeningen van Jan Louis Mackay betreffende reizen in Engeland, Schotland en Italië. 1791, 1793 en z.j 1 omslag

272 Attestatie de vita voor Jan Louis Mackay, waarschijnlijk ter uitbetaling van een franse lijfrente. 1793 1 stuk

273 Diverse financiële stukken van Jan Louis Mackay. 1794-1831 1 omslag

274-276 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Jan Louis Mackay. 1840-1896 1 omslag en 2 delen 274 Diversen, 1840-1892 275 Rekening en verantwoording, 1866-1884 276 Rekening en verantwoording, 1885-1896 XII. Aeneas Mackay (1806-1876) en Maria Catharina Anna Jacoba Fagel (1817-1886)

XII. AENEAS MACKAY (1806-1876) EN MARIA CATHARINA ANNA JACOBA FAGEL (1817-1886) a Openbare funkties.

A OPENBARE FUNKTIES.

277 Proces-verbaal van beëdiging van Aeneas Mackay als advocaat bij het hooggerechtshof te 's-Gravenhage. 1829 1 stuk

278 Stukken van Aeneas Mackay als luitenant bij de haagse en de mobiele zuidhollandse schutterij. 1830-1839 1 omslag

279 Sollicitatiebrieven van Aeneas Mackay voor verschillende funkties bij de rechterlijke macht. Concepten. 1833 en z.j 1 omslag

280-284 Stukken van Aeneas Mackay als kamerheer bij het huis des konings, voornamelijk in dienst van prinses, later koningin Anna Pawlowna. 1835-1866 5 omslagen 280 Stukken betreffende zijn benoeming, instructies en ontslag. 281 Ingekomen brieven, 1835-1846 282 Stukken en aantekeningen betreffende de financiële administratie 2.21.115 Mackay van Ophemert 55

der hofhouding, 1836-1845 283 Stukken en aantekeningen betreffende de behandeling van verzoekschriften, 1839-1844 283A "Hoogtijdszang", gedicht bij de onthulling van het standbeeld van Willem van Oranje op 17 november 1845 toegezonden aan mr A. baron Mackay als kamerheer van de koningin. 1845. Gedrukt., 1 katern 284 Diversen, 1835-1870

285 Stukken betreffende de benoeming en het ontslag van Aeneas Mackay als referendaris bij de Raad van State, lid der departementale commissie voor stichtingen van beurzen voor het onderwijs, en lid der staatscommissies voor kolonisatie van Europeanen in Nederlands-Indië en het onderzoek van de koloniale remiserekening. 1840-1862 1 omslag

286 Stukken van Aeneas Mackay als lid van de ridderschap en de provinciale staten van Zuid-Holland. 1843-1853 1 omslag

287 Stukken van Aeneas Mackay als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 1848-1862 1 omslag

288-290 Stukken van Aeneas Mackay als gecommitteerde van de regering bij de Maatschappij van Weldadigheid. 1843-1864 en z.j 3 omslagen 288 1843 - 14 december 1856 289 14 december 1856 - 1859 290 1862, 1864 en z.j

291-292 Stukken van Aeneas Mackay als vice-president van de Raad van State. 1862-1869 2 omslagen 291 Brieven van de leden P.J. Bachiene, P. Bleeker, C.H. Boot, E.J.H. Borret, A.C. van Braam Houckgeest, J.T. Ter Bruggen Hugenholtz, J.F. Cornets de Groot, J.H. Geertsema, W.R. van Hoëvell, W.A.C. de Jonge, K.A. Meeussen, J.A. Mutsaers, O.W. Stavenisse de Brauw, G. de Vries Azn, en de ambtenaren C. van Breugel Douglas, L.P.Op den Hooff, P.F. van Hoogstraten, B.J. van Nieuwenhoven, J.P.R. Tak, en W.A. van Verschuer. 1862-1873 292 Diversen, 1862-1869

293 Koninklijk Besluit, waarbij Aeneas Mackay wordt benoemd tot minister van Staat. Met begeleidende brief namens de minister van Binnenlandse Zaken. 1865 1 omslag

294 Stukken van Aeneas Mackay als lid der commissie van beheer der nalatenschap van koning Willem II. 1863-1873 1 omslag

295-296 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van koningin Anna Pawlowna. 1865, 1867 2 omslagen Aeneas Mackay trad hierbij op als gemachtigde van Prins Hendrik der Nederlanden, die een der executeurs-testamentair was. 295 Memoriën van A. van der Spuy, directeur der koninklijke domeinen, 56 Mackay van Ophemert 2.21.115

betreffende zijn beheer over Zorgvliet. Z.j. Bijgevoegd briefwisseling dienaangaande met koningin Anna Pawlowna en leden van de hofhouding, 1844-1851 296 Diversen, 1865, 1867

297 Brieven en verzoekschriften van diverse personen aan prinses Sophie der Nederlanden, later groothertogin van Saksen. Weimar, en stukken van Aeneas Mackay betreffende de behandeling daarvan. 1842-1870 1 omslag

298 Aantekeningen, ontvangen brieven en concepten betreffende twee pogingen van Aeneas Mackay om een kabinet te vormen, alsmede betreffende de vorming van het kabinet-van Bosse-Fock en enige latere gebeurtenissen. 1868 1 omslag

299 Stukken van Aeneas Mackay betreffende de regeling van zijn pensionering. 1871, 1872 1 omslag b Brieven.

B BRIEVEN.

300-359 Brieven in alfabetische volgorde aan Aeneas Mackay van diverse personen. 1816-1876 60 omslagen 300 van R. Abercromby, F.L. Abresch, R. Adriani, P.W. Alstorphius Grevelink, P. Anderson, E.W. Archer, W. Arendse, C. Arent Bz., W.M. Ariëns, J.H. Arnoldts, G.F. van Asbeck, G. van Asch, A.M.C. van Asch van Wijck, H.A. van Asch van Wijck, J.W. van Asselt, C.A. Aylmer, Sophia Aylmer, H.W. van Aylva van Pallandt, wed. van Baasbank- Verschuer, .? Baillet, .? Bannier, kerkmeesters der Israëlitische gemeente te Barneveld, D. Bas Boeker, J.M. van Batenburg, Ch. Baudin, D. Bauduin, G. Baum, P. de Beaufort, R. de Beaufort, J.J. Beaujon, A. Beaulieu, A. van Beeck Calkoen.

301-306 van A.J. van Beeck Calkoen. 301 1825-1835 302 1836-1842 303 1843-1848 304 1849-1864 305 1865-1874 306 Z.j 307 van A.W. van Beeck Calkoen, J.F. van Beeck Calkoen, W.J. van Beeck Calkoen, F.W.A. Beelaerts van Blokland, Nicolaas Beets, J.W. Begemann, W.E. Bendeler, C. Bentinck, J.H. Berden, P.J. Berger, G.H. Betz, Cécile von Beust, J. de Beyer, .? Beynem, D. de Bie, J.M. Bles, A.J.J. Blin, H.A. de Bloeme, J.T. Bodel, Nijenhuis, C.W.J. van Boetzelaer van Dubbeldam, E. van Boetzelaer van Dubbeldam, G.Th, van Boetzelaer, Th.N. van Boetzelaer, H.C. du Bois, .? Du Bois de Ferières, J.M. de Bonnechose, J.F. Boogaard, H. Boonen, M.J.M.P. Boreel- Boreel, M.J. Boreel-Munter, W. Boreel van Hogelanden, B. Bos, D. Bos. 308 van J. de Bosch Kemper, F.J.L. Bosser, J.B. Boucher, J. Brandwijck(?), W.M. de Brauw, N. van Breugel, Edward Brine, George C. Brodrick, H. van den Broek, wed. Bronner, A.W. Bronsveld, J.D.B. Brouwer, J.J. Brouwer, David Brown, J.D. van der Brugghen, J.J.L. van der Brugghen, J. Brugmans, J. de Bruin, A. Brummelkamp, J.C.H. Le Brun, 2.21.115 Mackay van Ophemert 57

J.D.B. Brunner, Société ou Eglise Chrétienne Missionnaire Belge te Brussel, J.M.J. Brutel de la Rivière, J.H. Bulers Pz. 309 van de secretaris van de zondagsshool(?) te Buren, C.H.van Bylandt, C.J.E. van Bylandt, C.M.E.G. van Bylandt, E. van Bylandt, L. van Bylandt, P.G. van Bylandt-Rheydt, ToP. Bijleveld, C.C. Callenbach, H.J. Capadose, I. Capadose, R. van der Capellen, (E.A.O.) de Casembroot, L.P. Cavin, A.D.C. Clarke, A.R. Clarke, D.R. Clarke, Eliza M. Clarke, J.R. Clerx, H. de Cock. 310 van Anna U.M. de Cock van Haeften. 311 van Margaretha B. de Cock van Haeften, J.H. Coenen, M. Cohen Stuart, A. Collmann, H. Collot d 'Escury, F.C. Le Comte, F.W. Conrad, Annette de Constant, W.A. de Constant Rebecque, (W.A.) de Constant Rebecque de Villars, F. Cools, Ch. Cornelis, Is. da Costa, E.J.J.B. Cremers, R. Cross, C. Dedel, G.N. van Delft, G. Delprat, G.H.L. Delprat, W.M.J. van Dielen. 312 van F.W. van Diggelen, H.J. Dirksen, J.I. Doedes, P.J.A.M. van der Does de Willebois, C.J. van Doorn, Jaquline van Doorn, F.O. van Dörnberg Heiden, S.C. van Dörnberg Heiden, .? Dunfermline, M.S. van der Dussen-van Dörnberg Heiden, M.A.J. Dutry van Haeften, H. Dijckmeester, K.H. Dijkmans, F. Dijkstra, Thomas Eastman, J. van Eck, R. van Eck, raad der gemeente Ede, J.W. van Eek, J.J. Eigeman, J. van Eik, L.W.H. Elders, P.J. Elout, van Soeterwoude, W.L. Elout-van Loon, vrouw Elzing, inwoners van Ermelo en Putten, F. van Erp, C. Euler, J.J.G. van Everdingen, W.Everts, J.G. Everwijn, G. van Eijk, J.C. Eykman, J.C. Eykman jr., Eleonore Fagel, F.R.H.R. Fagel, Marie Fagel- Boreel. 313 van J.Farée, .?de Favauge, C.J. Feith, W.J. Feith, B. Formijne, C. Formijne, G. Formijne, H.F.C. Forstner van Dambenoy, enige inwoners van Franeker, I.D. Fransen van de Putte, Alex. Fraser, A. de Gaaij, N.J.C. van Geelen, P.J. F. de Geest, J.W. Gefken, Alex. H. de St. George, C.W. Gerretson-Hazeleger, L.R. Gevaerts, F.G.A. Gevers Deynoot, D. Gildemeester, S. Gille Heringa, M.H. Godefroi, A. von Goedecke, Wendela von Goedecke-Fagel, C. van der Goes, J.W. van Gooi, antirevolutionaire kiesvereniging "Nederland en Oranje" te Gorinchem, J.W.C. Gosenson de Gelder, I.E. Goudsmit, H. Gouwelus Gunning, N.H. de Graaf, N. de Graaf, J. van de Graaf, Cyril Graham, J.L.A. de Grave, bestuur van het Koninklijk Instituut voor de Taal- Land- en volkenkunde van Nederlandseh-Indië te ’s-Gravenhage, Ministerie van Financiën te 's-Gravenhage, Vereniging tot verbetering der woningen van de arbeidende klasse te 's- Gravenhage, Bestuur der Nederlandse Evangelisch-Protestantse Vereeniging te 's-Gravenhage. 314 van G. Groen van Prinsterer. 315 van E.M.M. Groen van Prinsterer-van der Hoop, A. Grohl, N. van Grovestins, J.H. Gunning, J.M. Gijse, Ms. de Haan, P.A.C. de Haan Hugenholtz, comitè van de Evange1ische Alliantie te Haarlem, A. Haffmans, F.A. van Hall, H. van der Ham, J.H.T.W. van der Ham, F. van Hamelberg jr., J.H.A.C. Hanewinckell-van Dal, .? van Hardenbroek van Lockhorst, D.J. Haspels, G.R.A.J. van Hasselt, S.F. van Hasselt, M.E. Havelaar, F.P. Haverkamp, L.A.F.H. van Heeckeren, A. van Heel (?), .? Heemskerk, J. van Heerde, H.J. van der Heim-van der Heim, O.G. Heldring, .? van Heloma, A.W. Hendriks, C.Q. Herklots- Suermondt, W.Th. Hermsen, G. van Herwaarden Az., F. van Heukelom, H. van Heumen, Johanna van Heun, L. van Heun, A.C. van 58 Mackay van Ophemert 2.21.115

Heusde, L.J.B. van der Heyden, Fr. Hilgers, J. Hinlopen, J.J. Hinlopen. 316 van J.A.C. Hinlopen, P.J.C. Hinlopen-Taets van Amerongen, A. Hoeflake, J.W. Hoefnagels, W.R. van Hoëvell, J.G.H. Hoffman, M. Hoffmann, Jo Hofmeyr, A. van Hogendorp, D. van Hogendorp, F. van Hogendorp, H. van Hogendorp, Marie van Hogendorp, Marianne van Hogendorp-van Hogendorp, M. de Hondt, H.C. Hooft Graafland, .? Hooft van Woudenberg van Geerestein, O.C.J. Hoogendijk van Domselaar, L.van Hoogeveen Sterck, A.A.M. van der Hoop- Thomassen à Theussink, I.Hope Wallace, W. Hopfensam, .? Hora Adema, Joh. van Houtum, T.J. Hovell Thurlow, W.J. van. Hoytema, P.H. Hugenholtz, A.A.A. en M.H. van Iddekinge, wed. J. van Ingen, J.G.J.van Ittersum-Beelaerts van Blokland, W. van der Jagt, W. Jamieson, Th. Jansse, P.J. Janssen, P. Janssen, .? Janssen, .? Janzen, A. du Jardin, J.A. Jolles, C de Jong, A.C.C. de Jongh, E.D.J. de Jongh, J. Jung, V.A. Just de la Paisières, ? Jut van Breukelerwaard, G.G. van der Kaay, A. Keck. 317 van A. Kellenaers en J.M. Kellenaers. Mede over het beheer van de goederen van Aeneas Mackay en A.U.M. de Cock van Haeften onder Meerlo. 318 van C. Kemp, C.M. van der Kemp, J.M. de Kempenaer, J.A. Kessels, P. Keijzer, Pz., M. Kingma Hz., G.J.G. Klerck, P. Kleyn, Z.H. de Kleyn, F. de Kock, W. de Kock, H.J. Koenen, R. Kögel, G.M.J. Kolff, J.D. Kolff, E. Kolkman, W. van Konijnenburg, J. Kooistro, J.S. van Kooten-Mackay, F. Kopmels, J.P.J. Korndörffer, J. Kroese, G.D. Kruyf, J. de Kruyff, C. Kurtz, A. Kuster, H. Kusters, Z.M. van Kuyk, A. van der Laan, W.C. Lake, G.H. Lamers, F. von Langenau, vrouw de Leeuw, Is. van Leeuwen, P. van Lemel, commissie tot oprichting van een bijzondere school te Lemmer, J. van Lennep, J. de Liefde, O.J.H. van Limburg Stirum, W. van Limburg Stirum, I.J. Lion, J. van Lith, E. van Löben Sels, F. Loisel, A. van Loon, J.W. van Loon, graaf Lottum, J. Loudon, L'C, Luzac, Ch.A.W. van Lyndenvan Boetzeioer, E. van Lynden, J. van Lynden, J.K.M. van Lynden, Jacqueline M. van Lynden (-van Hasselt?), K.T. van Lynden, W. van Lynden, F.G. van Lynden van Hemmen, Constance J.L.C. van Lynden van Hemmen-van Nagell, R.W. van Lynden van Hoevelaken, Constantia J. van Lynden van Lunenburg, J.H. van Lynden van Lunenburg, C.Th. van Lynden van Sandenburg, F.A.A.C van Lynden van Sandenburg, L. van Maanen, Aeneas Mackay jr., Anna B. Mackay, Antje Mackay-van Renesse van Wilp.

319-336 van Barthold J.C. Mackay. 319 1816-1824 320 1825-1826 321 1828 322 1829, 1830 323 1831 324 1832, 1833 325 1834-1837 326 1838, 1839 327 1840, 1841 328 1842-1844 329 1845 330 1846 331 1847 332 1848 333 1849, 1850 2.21.115 Mackay van Ophemert 59

334 1851, 1852 335 1853, 1854 336 van C.A. Mackay en Donald Mackay.

337-347 van Donald Jacob Mackay. Ook gericht aan Marie Mackay-Fagel. 337 1856-1859 338 1860-1862 339 1863 jan./juni 340 1863 aug./dec 341 1864 342 1865 343 1867 344 1868 345 1869 346 1870-1872 347 1873-1875 en z.j 348 van E. Mackay-van Lynden, Henriëtte R.Ph. Mackay, J.F.H.J.E. Mackay, Johan Jacob Mackay, John Mackay (Montreal), John Mackay (Shrewsbury), Julie Mackay, Mackintosh Mackay, Marie Mackay- Fagel. M.C.F. Mackay-van Lynden. 349 van R. Mackay, S.C. Mackay-van der Muelen, Susanna Mackay, Th.Ph. Mackay, misses? Mackay, F. von Maltitz- .? Mackay, A. Mansouroff, Grethe von Manteuffel-von Witzleben, P.C.L.J. Margadant-Nyborg, G. Masman, J.W. May, .? Mazel, H. van Meerendonk, C.A. de Meester, J. Meiman, J.J. Meivill van Carnbee, J.G.W. Merkes van Gendt, A. van Merkesteyn, J.H. Merle d'Aubigné, oom en neef H.F. van Meurs, G. Meyer, J. Meijer, J. Meijer, J.L. Michaelis, D. van Mil, A.C. Minaux, A.D.J. Mioulet, J. Mock, A.E.I. Modderman, P.J. Moeton, A.N. Molenaar, D. Molenaar, E.F. de Monchy, F. Moncken, P.C. Mondriaan, M. van Mourik, J. Mouton en zonen, W.F. van der Muelen, D.L. Müller, D.G. Müller, H.W. Müller, A.C.W. Munter, N. Naeff, P.C. Nahuys, Ch. Nairac, Sir Francis Napier, E.E. Neuteboom, M.C. Niebuhr, W.J. Niessen, adelborsten van het derde studiejaar te Nieuwe Diep, .? van Nispen van Sevenaer, F.W. Six, J.J.F. Noordziek, C.E. Norton, Martinus Nijhoff, R. Nijhuis, A.J. van Oordt, H. van Oordt, J.J. van Oosterzee, de schooljeugd van Ophemert, .? van Osch, N. Osti, W. Otte, N.J.H. Oudegeest, F. van der Oudermeulen, M.S.P. Pabst. 350 van M. van Pabst, F.W.Th. van Pallandt van Keppel, J.E. van Panhuys, S.I. Pannekoek, M.M. Pelagie, W.F. Peltzer, Alexandre de Perponcher, graaf Peroncher Sedlnitzky, Jacoba Peterse, L.E. van Petersom Ramring, G. van Peursem, J.A. Philipse, J. Pieterse, A.M. van der Pluym, H. Poelman, Adolphine van de Poll, J. Pols, J.F. Pool, P. Post, J. Posthumus, D. Postma, graaf Potemkin, T. Prins, K.W. Prinsel, D. Pijzel, E. Quandt, A.A. Quarles de Quarles, J.W. de Raad, A.G.A. van Rappard, F.A. van Rapperd, Marion Reay, Alexander, lord Reay, J. van Reede, W.F. van Reede, W.E. van Reede van Athlone-Boreel, J.H: van Reede van Outshoorn, J. Rendorp van Marquette, S.F. van Renesse van Wilp-van den Steen. 351 Wijnanda M.S.J. van Renesse van Wi lp, W.F.L. Rengers, G. van Rennes, G.H. van Rheden, L.I. van Rhijn, H.C. Ribbius, douairière de Riedesel d’Eisenbach-de Riccé, G.J. Rieff, .? Röell, J.M.H. Roersch, P. Romijn, P.A. Romijn, J. Rooseboom, J.J. Roozeboom, J.P. van Rooij, 60 Mackay van Ophemert 2.21.115

F.J. Rosa, R.T. Rosenstok, P.W. van Rossem, Afgescheidenen te Rotterdam, Albert de Rougemont, A.M. de Rouville, H.J. Royaards, I.A. van Royen, .? van Royen, Ho van Rozenbeek, P.J. Rutten, Th.M. Ruijs, F.H. Ruyten, I. Ruyten-Knapstein, P.L. Rijke, Bernhard, hertog van Saksen-Weimar, M. en C. Salomonson, Sande-Beser, Dr. Sänger, E. Saraber, Prosper Sassen, C. van Schaick. 352 van M.C. Schriers, Alex. Schimmelpenninck van der Oye, J. Schoondermark, A.J.H. Schoth, A. Schouten, F.D. Schouw Santvoort, J. Schuller, J.H. Schurman, J.A. Schuurman, L. van Schuylenburch, mevr. van Schuylenburch van Bommenede, C. Schwartz, Fr. Schwarzenberg, H.C.G. Schijvliet, G.H.E.Scott, J.C.J. Sécrétan, baron Selby, Working Men's Hall te Shrewsbury, wed. Simonis-Mackay, G.H. Simons, C.D.P. Singendonck, Cornelia Singendonck, Emma Singendonck, E.P. Singendonck-van der Brugghen, J.A. Singendonck, J.E. van Sirtema van Grovestins, S.(?) Six, W. Six, N. Sjoers, C. van , mevr. van Slingelandt, L.A.J.W. Sloet, B.W.A.E. Sloet tot Oldhuis, P. Smidt van Gelder, W.A. Smit, A.J. de Smit van den Broecke, A. Snouckaert, H.H. van Someren, A.H. Spaan, Joh. Spaan, J.A. Spengler, G. Stam, J. Stam, A.F. van den Steen, ? van den Steen van Wadesteyn, F.J. van den Steen, G. Steenhoff, .? Steffens, F.F.C. Steinmetz, J, R. Steinmetz, W.H. Stenfert Kroese, T.J. Stieltjes, J(?). van Stipriaan Luiscius, J.A. Stoop, L.D. Storm, , ? Stratenus, J, J. Stronck, J.W. Swaan, A.J. Swart, CW. Sweerts de Landas Wyborch, J.W.H. Swellengrebel, J.W. van Sypesteyn, A.W.L. Talma, N.H. Tatum Zubli, graaf Teck, J.J. Teling van Berkhout. 353 van J.H. Telders, C.F. van Teylingen, F.H. Themmer de Lang, LH.J. Thissen, C. Thomassen, J.A. Thomassen, Elma Thurlow, G. Tichelman, Christelijke Jongelingsvereniging te Tiel, D.G.P. van Tienhoven, Hervormde Gemeente te Ti1burg, J.J. van Toorenenbergen, W.F. Trip van Zoudtland, A.F.C. van Trojen, M. van Trojen, J.E. Tulleken, J.W. Tulleken, Sir James Henry Turing, W.R. van Tuyll van Serooskerken, A. Uijttenhooven, J.J.P. Valeton jr., J.J. Valkenaar, C.J. Valkis-de Haas, J. Valkis, D. Veegens, B(?). van den Velden, P.A. van den Velden, F.C. van der Velde, E. Verbeek, P. Verloren van Themaat, J.A.J. Vermaat, A. Vermijne, B. van Verschuer, B.A. van Verschuer, R.P. van Verschuer, W.F.K. van Verschuer, .? van Verschuer, M.J. Versteegh, D. de Visser Smits, D. Vissering, H. Vissers, H.H. Vitringa, S.J. de Vletter, H. Vollenhoven, A. Voorhoeve, H.C. Voorhoeve, J. Voorhoeve H.C. zn., .? Voorn Boers, L. Vroom, H. Waller, O. van Wassenaer van Catwijck. 354 van S.W.P. van Wassenaer van Obdam-van Heeckeren van Kell, W. Wattez, Victoire Wauthier, D.C.A. van den Weezen, G, Wenk, G. Wenk jr., J. Wenning, J. Wensink, A. Wernke, Johan Wernke, J. Wernke, J.C. van Westering, M. van Westering, W.H.J. van Westreenen van Tiellandt, F. Westrik, G. Wetsels, J. Wildenbeest, W, . Willemsen. 355 van P.H. ter Winkel, W. Wintgens, H. Wipff, H.W. Witteveen, C, L. van Woelderen, G. van Woerkom, J. Wolbers, J.A. Wormser, J.C.W. van Wijck, C van Wijk Kz., H. van Yperen, D.M.M. d'Yvoy van Mijdrecht, H. van Yzendoorn, J. van der Zande, H. van der Zanden, Fr. Ziegesar, Cornelia A. van Zuylen van Nijevelt-Boreel, H. van Zuylen van Nijevelt, J.P.J.A.van Zuylen van Nijevelt, J.A. de Zwaan, en enige niet geïdentificeerde afzenders. 356 van of namens Karel XV, koning van Zweden, Leopold, groothertog van Baden, koningin Anna Pawlowna, Alexander, prins der 2.21.115 Mackay van Ophemert 61

Nederlanden, Frederik, prins der Nederlanden, Hendrik, prins der Nederlanden, Marianne, prinses der Nederlanden, koningin Sophie. 357 van of namens Sophie, prinses der Nederlanden, groothertogin van Saksen-Weimar. 358 namens koning Willem I, koning Willem II, koning Willem III, Willem, prins van Oranje, en koningin Wilhelmina der Nederlanden. 359 van anonieme afzenders.

360 Brieven van Aeneas Mackay aan J. Boreel, Lucas Boreel, A.E. de Gasparin, miss Haarison, Aeneas Rato en de koningin van Zweden, en aan niet geïdentificeerde afzenders. Concepten. 1846-1870 en z.j 1 omslag

361-372 Brieven in alfabetische volgorde aan Marie Mackay-Fagel van diverse afzenders. 1839-1886 12 omslagen 361 van H. Archer, L. Archer, C. van Asbeck-van Hogendorp, C.A. Aylmer, A. van Aylva Rengers-van Bylandt, C.E. van den Berch van Heemstede-Roelante, D. de Bie, E.C.P. van Boetzelaer-Both Hendriksen, M.J.M.P. Boreel-Boreel, Sarah Boreel-Astor Langdon, W. Boreel, A.W. Bronsveld, A. van der Brugghen-Singendonck, A. van Bylandt, A.S. van Bylandt-Nasse, Jeanne van Bylandt, H.J. Capadose, I. Capadose, Fa. M. Cléban & Co;, A. de Constant Rebecque, J.W. de Constant Rebecque, Agnes Cruse-Beusch, Henriëtte Dedel, Louise Elout van Soeterwoude-van Loon, Eleonore Fagel, F.R.H.R. Fagel, M. Fagel-Boreel, W.A.M Fagel-Bentinck. 362 van M.C. Forstner van Dambenoy, Alex. H. de St. George, A J. Gildemeester-Schijvliet, wed. H.D. Gildemeester, D.J. Gildemeester, Wendela F.F. von Goedecke-Fagel, A.C.H. van Goltstein-Boreel, Johanna la Grand, E.M.M. Groen van Prinsterer-van der Hoop, commissie der nalatenschap van koning Willem II te 's-Gravenhage, raad van ministers te 's-Gravenhage, Raad van State te 's- Gravenhage, J.P. Hattink, Emilie Havelaar, H.J. van der Heim-van der Heim, A.J. van Hogendorp, Margo van Hogendorp, Marianne van Hogendorp, Th.R.C. Huydecoper, C.A. van der Kemp-van Hogendorp, A. Klerck, D. Kögel, Marie Kögel, H. Kusters, F.Ph. Kuthe, A.L van Loon, Henriëtte van Lynden, Ch.A.W. van Lynden van Sandenburg- van Boetzelaer, Aeneas Mackay. 363 van Barthold J.C. Mackay.

364-370 van Donald Jacob Mackay. 364 1857-1878 365 1879 366 1880-1881 367 1882 368 1883, 1884 369 1885, 1886 370 Z.j 371 van Henriëtte R.Ph. Mackay, Johan Jacob Mackay, Julie Mackay, M.C.F. Mackay-van Lynden, S.C. Mackay-van der Muelen, Susanna A.J.W. Mackay, Auguste de Mestral-de St. George, Emily Milbanke, G. Moor, J.M. Munter-Warin, Hermine Nasse-van Hogendorp, H.E. Oliver, Jacqueline van Pallandt, Antoinette Perponcher, Doortje van den Pol, Th.L.L. Prins, E. en A. Quandt, Joanna Quarles van Ufford, Fanny G.J. Reay-Hasler, Ernestine van Rechteren, W.E. van Reede van 62 Mackay van Ophemert 2.21.115

Athlone-Boreel, A. Rendorp, M. Rendorp, P. Romijn, W. van Schuylenburch-van Boetzelaer, J.A. Singendonck, Agatha van Sirtema van Grovestins, J.E.N. van Sirtema van Grovestins, Eleonore Stalder, K.J. van Stamford, E. Swellengrebel-Hoffmann, C.J. Valkis-de Haas, G.A.A.C. Valkis, C. Vermijnen, .? van Verschuer, H.C. Voorhoeve, Louisa, wed. M. Werner, vrouw Wernke, H.W. Witteveen, Betje Zoet, H. van Zuylen van Nijevelt, C.H. van Zuylen van Nijevelt-Nixon (?), en enige niet geïdentificeerde afzenders. 372 van of namens Frederik, prins der Nederlanden, Karl Alexander, groothertog van Saksen Weimar, Marie, prinses van Wied, Sophie, koningin der Nederlanden, Sophie, prinses der Nederlanden, Willem III, koning der Nederlanden, Willem, prins der Nederlanden.

373 Brieven van Marie Mackay-Fagel aan A.J. van Beeck Calkoen en enige niet geïdentificeerde personen. Concepten. Z.j 1 omslag c Dagboeken.

C DAGBOEKEN.

374-392 Reisdagboeken van Aeneas Mackay. 1822 -1869 18 omslagen 374 Langs de Rijn tot Coblenz, 23 juli - 1 augustus 1822 375 Maastricht, 29 juli - 14 augustus 1824 376 Berlijn en Saksen, 1 mei - 23 mei 1834 377 Baden-Baden, 14 juni - 5 september 1835 378 Bamberg en Würzburg, 7 oktober - 14 oktober 1835 379 Schwalbach, 7 juli - 20 augustus 1841 380 Door België en langs de Rijn, 15 juli - 2 augustus 1842 381 Schwalbach, 6 juni - 22 juni 1842 382 Aken, 4 juli - 3 september 1855 383 Aken, 9 juli - 5 augustus 1856 384 Veytaux (Montreux), 19 augustus - 2 september 1857 385 Veytaux (Montreux), 25 juni - 6 juli 1858 386 Bazel, 23 juni - 29 juni, 27 juli - 11 augustus 1859 387 Veytaux (Montreux), 15 mei - 26 mei 1860 388 Baden (Zwitserland), 15 juni - 3 juli 1860 389 Pyrmont, 7 juni - 22 juni 1861 390 Aken, 9 mei - 20 mei 1867 391 Wildbad, 1 juli - 28 augustus 1868 392 Rippoldsau, 30 juni - 12 juli 1869

393-394 "Memoranda" van Aeneas Mackay. 1825-1837 2 omslagen 393 22 september 1825 - 1 februari 1829 394 21 mei 1829 - 14 november 1830, 1 januari 1837 - 8 januari 1837

395-397 Dagboeken zonder titel van Aeneas Mackay. 1834-1836 3 deeltjes 395 1 maart 1834 - 31 december 1834 396 1 januari 1835 - 19 december 1835 397 20 december 1835 - 2 juli 1836

398-445 "Uitgaafboek van mijnen tijd" (ook wel "Journaal") van Aeneas Mackay. 1836-1876 48 deeltjes 2.21.115 Mackay van Ophemert 63

398 5 juli 1836 - 19 januari 1837 399 20 januari 1837 - 29 juni 1837 400 30 juni 1837 - 5 november 1837 401 6 november 1837 - 24 november 1838 402 25 november 1838 - 2 september 1839 403 2 september 1839 - 31 maart 1840 404 1 april 1840 - 31 december 1840 405 1 januari 1841 -1 oktober 1841 406 2 oktober 1841 - 8 november 1842 407 9 november 1842 - 31 december 1843 408 1 januari 1844 - 31 december 1844 409 1 januari 1845 - 31 december 1845 410 1 januari 1846 - 25 februari 1847 411 26 februari 1847 - 31 december 1847 412 1 januari 1848 - 30 november 1848 413 1 december 1848 - 31 december 1849 414 1 januari 1850 - 19 juli 1851 415 20 juli 1851 - 31 december 1852 416 1 januari 1853 - 13 september 1853 417 17 september 1853 - 31 juli 1854 418 1 augustus 1854 - 14 april 1855 419 14 april 1855 - 12 maart 1856 420 13 maart 1856 - 22 september 1856 421 23 september 1856 - 15 november 1856 422 16 november 1856 - 5 maart 1857 423 6 maart 1857 - 4 oktober 1857 424 4 oktober 1857 - 10 april 1858 425 11 april 1858 - 5 augustus 1858 426 6 augustus 1858 - 29 januari 1859 427 30 januari 1859 - 30 mei 1859 428 30 mei 1859 - 14 november 1859 429 16 november 1859 - 14 april 1860 430 20 april 1860 - 9 oktober 1861 431 10 oktober 1861 - 29 mei 1862 432 30 mei 1862 - 24 augustus 1863 433 25 augustus 1863 - 31 december 1864 434 1 januari 1865 - 12 mei 1866 435 13 mei 1866 - 31 augustus 1867 436 1 september 1867 - 19 april 1868 437 20 april 1868 - 13 maart 1869 438 14 maart 1869 - 9 april 1870 439 10 april 1870 - 18 januari 1871 440 19 januari 1871 - 30 juni 1872 441 1 juli 1872 -22 januari 1873 442 23 januari 1873 - 31 december 1873 443 1 januari 1874 - 18 oktober 1874 444 19 oktober 1874 - 30 september 1875 445 1 oktober 1875 - 13 februari 1876

446-457 "Varia et arcana", Dagboeken van Aeneas Mackay. 1853-1874 12 deeltjes De nrs. 449 en 450 dragen het opschrift "Geheime souvenirs ". 446 januari 1853 - juni 1856 447 9 juni 1856 - april 1858 64 Mackay van Ophemert 2.21.115

448 10 april 1858 - 2 maart 1861 449 maart 1861 - 31 mei 1862 450 2 juni 1862 - 18 april 1863 Ontbreekt 451 18 april 1863 - 18 december 1863 Ontbreekt 452 19 december 1863 - 25 november 1864 453 26 november 1864 - 30 maart 1865 454 31 maart 1865 - 28 november 1865 455 2 december 1865 - 1 oktober 1866 456 1 oktober 1866 - 26 oktober 1867 457 28 juli 1870 - 18 maart 1874

458 "Korte herinneringen van de laatste levensdagen mijns dierbaren vaders B.J.C. Mackay van Ophemert". Door Aeneas Mackay. 27 oktober - 24 november 1854 1 omslag

459 Dagboek van Marie Fagel. 1834 1 deeltje d Opleiding van Aeneas Mackay.

D OPLEIDING VAN AENEAS MACKAY.

460 Getuigschriften voor Aeneas Mackay van de school van het departement 's- Gravenhage der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, het gymnasium Haganum en het gymnasium Erasmianum te Rotterdam. 1817, 1819, 1823 1 omslag

461-462 Aantekeningen en oefeningen door Aeneas Mackay gemaakt als leerling van de lagere school en het gymnasium. 1816-1823, en z.j 2 pakken 461 1816-1823 462 Z.j

463 Oefeningen van Aeneas Mackay bij privaatlessen in het engels. 1822, 1823 en z.j 1 omslag

464 Stukken betreffende het lidmaatschap van Aeneas Mackay van de gezelschappen "Voluntas Bona" en "Tot nut en vermaak ", 1817, 1819 1 omslag

465 Catechisatie-aantekeningen van Aeneas Mackay, met bewijs van aanneming tot lidmaat van de hervormde gemeente te Rotterdam. 1822 en z.j 1 omslag

466 Inschrijvingsbewijs, examendiploma's testimonia en lijstjes van personen aan wie exemplaren van zijn dissertatie moesten worden uitgereikt, alsmede doctoraatsbul van Aeneas Mackay. 1823-1829 en z.j 1 omslag en 1 charter

467-482 Dictaten van Aeneas Mackay van colleges, in de faculteit der letteren en wijsbegeerte. 1823-1825 en z.j 16 omslagen 467 "Antiquitas Romana", 1823-1824 468 "Historia gentium", begonnen 23 september 1823 2.21.115 Mackay van Ophemert 65

469 "Historia Litteraria Graeca, begonnen 23 september 1823 470 "Vergilii Aeneidos", begonnen 23 september 1823 471 "Zedekunde", afgesloten 10 juni 1825 472 "Stijl", z.j 473 "Euripidis Medea", z.j 474 "Physica", z.j 475 "Cicero de republica", z.j 476 "Historia", z.j 477 "Ciceronis paradoxa", z.j 478 "Historia artium", z.i 479 "Historia philosophiae", z.j 480 "Metaphysica", z.j 481 "Terentii Adelphi ", z.j 482 "Demosthenis Epistola ad Philippum", z.j

483 Aantekeningen en uittreksels van Aeneas Mackay over de geschiedenis van Nederland en Europa. Z.j 1 omslag

484-490 Dictaten van Aeneas Mackay van colleges in de faculteit der rechtsgeleerdheid. 1823-1825 en z.j 7 omslagen 484 "Historia juris", begonnen 23 september 1823 485 "Encyclopaedia juris", begonnen september 1823 486 "Oeconomia politica", 1824 (fragmentje) 487 "Institutiones", 1824-1825 en z.j 488 "Jus gentium", z.j 489 "Jurisprudentia presentis naturalis universe ac jus naturae", z.j 490 Zonder opschrift (privaatrecht?), z.j

491 Diverse aantekeningen van Aeneas Mackay betreffende latijnse fisologie en hebreeuwse grammatika. z.j 1 omslag

492 Diverse aantekeningen van Aeneas Mackay betreffende de studie in de rechtsgeleerdheid. Z.j 1 omslag

493 Stukken van Aeneas Mackay betreffende zijn lidmaatschap van de studentengezelschappen "Utile Dulci" en "Amicitias Vinculum studiorum Similitudo", alsmede betreffende het Utrechtse Studentencorps. 1823-1832 en z.j 1 omslag en 1 charter e Verhouding tot het dorp Ophemert.

E VERHOUDING TOT HET DORP OPHEMERT.

494-496 "Fata Ophemertiana", Dagboeken van Aeneas Mackay betreffende voorvallen te Ophemert. 1844-1875 2 deeltjes en 1 omslag 494 1844-1861 495 1862-1872 496 1873-1875

497 Stukken betreffende het bestuur van de gemeente Ophemert. 1847-1859 en z.j 1 omslag 66 Mackay van Ophemert 2.21.115

498-499 Brieven van Aeneas Mackay van G.A.A.C. Valkis, burgemeester te Ophemert, over dorpszaken. 1851-1874 en z.j 2 omslagen 498 1851-1863 499 1868-1874 en z.j

500 Stukken van Aeneas Mackay betreffende de herdenking te Ophemert van het herstel van Nederlands onafhankelijkheid en de slag bij Waterloo. Met een aantekening betreffende de inval van de Fransen in 1794. 1863-1867 1 omslag

501 Stukken van Aeneas Mackay betreffende de Christelijke Jongelingsvereniging, de zangvereniging en de naai- en zondagschool te Ophemert. 1863-1875 en z.j 1 omslag

502 Stukken van Aeneas Mackay als kerkvoogd van de hervormde gemeente te Ophemert. 1862-1871 en z.j 1 omslag

503 Stukken van Aeneas Mackay betreffende de openbare lagere school te Ophemert. 1865-1874 1 omslag

504 Stukken betreffende de herdenking te Ophemert van de inneming van Den Briel in 1572. 1872 1 omslag f Godsdienstige en kerkelijke aktiviteiten.

F GODSDIENSTIGE EN KERKELIJKE AKTIVITEITEN.

505 Stukken en aantekeningen van Aeneas Mackay betreffende huisbezoek aan behoeftige personen te 's-Gravenhage. 1845-1849 en z.j 1 omslag

506 Stukken van Aeneas Mackay betreffende het toelaten van rooms-katholieke priesters in de diaconessen inrichting te Utrecht. 1847 1 omslag

507 Rapport over de mogelijkheid van duinontginging en akkerbouw in de gemeenten 's-Gravenhage en Wassenaar. Fragment ca. 1847 1 katern Staat waarschijnlijk in verband met een plan tot werkverschaffing, uitgegaan van de Algemene Armenvergadering (gezamenlijke kerkelijke colleges van armenzorg) te 's-Gravenhage.

508 Stukken van Aeneas Mackay betreffende het beroepen van een predikant te Bodegraven. 1847 1 omslag

509 Stukken van Aeneas Mackay betreffende de zending. 1850-1871 en z.j

510 Stukken van Aeneas Mackay betreffende een plan tot oprichting van een theologisch seminarium te Amsterdam. 1851, 1852 1 omslag

511 Stukken van Aeneas en Marie Mackay betreffende een geschil van enige Lidmaten 2.21.115 Mackay van Ophemert 67

van de Waalse gemeente te 's-Gravenhage met de kerkeraad over het "maison de charité". 1852 1 omslag

512 Mededeling aan Aeneas Mackay van zijn benoeming tot Lid van het kiescollege der Waalse gemeente te 's-Gravenhage. Bijgevoegd reglement voor de benoeming van kerkeraadsleden en het beroepen van predikanten, gedrukt. 1867 1 omslag

513 Geschriften betreffende de herdenking van de kerkhervorming, verzameld door Aeneas Mackay. Gedrukt. 1867 1 omslag

514 Aantekeningen van Aeneas Mackay bij preken en godsdienstige lectuur, bijbelroosters, godsdienstige gedichten enz. 1869-1875 en z.j 1 omslag

515 Diverse stukken betreffende kerk en godsdienst. 1844-1872 1 omslag g Vervaardiging van eigen geschriften door Aeneas Mackay.

G VERVAARDIGING VAN EIGEN GESCHRIFTEN DOOR AENEAS MACKAY.

516 "Wederlegging der Bescheidene Bedenkingen op de openlijke verantwoording van ds. P.H. Hugenholtz wegens zijne toetreding als voorstander eener bijzondere school". Fragmenten van concepten. 1850 1 omslag

517 "Aan ds. Chantepie de la Sausaye ". Fragmenten van concepten en aantekeningen. 1816 1 omslag

518 "Iets over Nijmegens herstelling in 1814". Fragmenten van concepten, aantekeningen en brieven. 1863, 1864 1 omslag

519 "Iets over de nadeelige gevolgen des maatregels onlangs omtrent de Hooge- Schoolen genomen". Fragmenten van concepten. Z.j 1 omslag h Financiën.

H FINANCIËN. Zie ook nrs. 126 en 251.

520 Diverse financiële aantekeningen en kwitanties van Aeneas Mackay. 1821-1875 en z.j 1 omslag

521 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Aeneas Mackay en Marie C.A.J. Fagel 1837. Authentieke afschriften. 1881 en z.j 1 omslag

522 Aantekeningen van Aeneas Mackay betreffende uitgaven, gedaan bij de sluiting van zijn huwelijk en de geboorte van zijn kinderen. 1837-1842 1 cahier

523 Akte, waarbij M.J. Boreel van Hogelanden-Munter belooft aan Aeneas Mackay en Marie Fagel jaarlijks f. 1000.- te zullen uitkeren. 68 Mackay van Ophemert 2.21.115

1837 1 stuk

524 Brieven aan Aeneas Mackay van de Lange & de Moraaz, Oyens & Zonen en Rahusen & Waller betreffende het financiële beheer van zijn vermogen. 1860-1873 1 omslag

525 Testamenten aanvullende uiterste wilsbeschikking van Cornelia Adriana van Zuylen van Nijevelt-Boreel o.m. ten gunste van Marie Mackay-Boreel. Afschriften. 1867-1873 1 omslag

526 Testament van Wendela Eleonora van Reede van Athlone-Boreel o.m. ten gunste van Marie Mackay-Fagel. Afschrift. ca. 1868 1 stuk

527 Stukken betreffende het overlijden en de afwikkeling van de nalatenschap van Aeneas Mackay. Met eigen aantekeningen betreffende zijn laatste wil. 1866 en z.j. 1876 1 omslag

528 Schuldbekentenis van Donald Jacob Mackay aen Marie Mackay-Fagel, groot f. 45234.37 1/2 1884 1 stuk

529 Brieven aan Marie Mackay-Fagel van H. Oyens & Zonen en H. Waller betreffende het financiële beheer van haar vermogen. 1885 1 omslag

530 Stukken betreffende het stellen van een plaatsvervanger bij de nationale militie voor G. Brouwer, koetsier van Marie Mackay-Fagel. 1886, 1887 1 omslag

531 Kwitanties voor Marie Mackay-Fagel. 1 omslag

532 Stukken betreffende het overlijden en de afwikkeling van de nalatenschap van Marie Mackay-Fagel. 1886-1887 1 omslag i Andere partikuliere zaken.

I ANDERE PARTIKULIERE ZAKEN.

533 Vaccinatiebewijs voor Aeneas Mackay. 1819 1 stuk

534 Certificaat voor Aeneas Mackay van vrijstelling van dienst bij de nationale militie. 1828 1 stuk

535 Schetsboek van Marie Fagel. 1831 1 deeltje

536 Gedichten, citaten, recepten en aantekeningen over huishoudelijke, godsdienstige en andere onderwerpen, verzameld door Marie Fagel. 1832-1885 1 omslag

537 Diploma's van onderscheidingen, toegekend aan Aeneas Mackay, met bijbehorende stukken. 2.21.115 Mackay van Ophemert 69

1832-1876 1 omslag

538 Aankondiging van het huwelijk van Aeneas Mackay en Marie Fagel. Gedrukt. 1837 1 stuk

539 Stukken betreffende de verlening van de titel van baron aan de afstammelingen van Aeneas Mackay. 1841-1859 1 omslag

540 Stukken afbeeldingen en aantekeningen betreffende buitenlandse reizen, gemaakt door Aenas Mackay. 1844-1870 en z.j 1 omslag

541 Bewijs van lidmaatschap van de Hollandse Maatschappij van Landbouw voor Aeneas Mackay. 1848 1 stuk

542 Uittreksel uit het register van de Burgerlijke Stand te 's-Gravenhage betreffende het huwelijk van Aeneas Mackay en Marie Fagel in 1837. 1850 1 stuk

543 Levensbeschrijving van Nicolaas ten Hove (1693-1738), door C.P. ten Hove. Afschrift in de hand van Marie Mackay-Fagel. Z.j. Bijgevoegd brief van P.J. Elout van Soeterwoude. 1872 1 deeltje en 1 stuk

544 Gelukwensen, door Aeneas Mackay ontvangen bij het verkrijgen van de titel van lord Reay. Bijgevoegd exemplaar van de Opregte Haarlemsche Courant. 1875 1 omslag

545 Stukken van Aeneas Mackay als voogd over de kinderen van wijlen J.J. Hinlopen en P.J.Ch. Taets van Amerongen. 1856-1870 1 omslag

546 Teksten van toespraken, door Aeneas Mackay gehouden bij diverse gelegenheden. Concepten en gedrukt. 1866-1873 1 omslag

547 Uitnodigingen tot en tafelschikkingen en menu's van door Aeneas Mackay bijgewoonde maaltijden. 1864-1874 1 omslag

548 Briefjes en andere stukken, door Aeneas Mackay en Marie Mackay verzameld ter herinnering aan F.W. Fagel, Jacob Fagel, R. Fagel en Johan Jacob Mackay. Z.j 1 omslag

549 Foto's van Donald Jacob Mackay. Z.j 1 omslag

550 Gedichten en tekeningen, vervaardigd door Aeneas Mackay. Z.j 1 omslag

551 Gedichten, verzameld door Aeneas Mackay. Z.j 1 omslag 70 Mackay van Ophemert 2.21.115

552 Aantekeningen, uittreksels, knipsels en circulaires over verschillende onderwerpen, verzameld door Aeneas Mackay. Z.j 1 omslag

553 Diploma voor trouwe dienst aan het huis Ophemert, opgesteld door Aeneas Mackay. Concept en gedrukt formulier. Z.j 1 omslag

554 Exemplaren van couranten en periodieken, verzameld door Aeneas Mackay. Z.j 1 omslag XIII. Johan François Hendrik Jacob Ernestus Mackay (1807-1846) en Margaretha Clara Françoise van Lynden (1810-1869).

XIII. JOHAN FRANÇOIS HENDRIK JACOB ERNESTUS MACKAY (1807-1846) EN MARGARETHA CLARA FRANÇOISE VAN LYNDEN (1810-1869). a Openbare en kerkelijke funkties.

A OPENBARE EN KERKELIJKE FUNKTIES.

555 Stukken betreffende de benoeming van het ontslag van J.F.H.J.E. Mackay als surnumerair bij het agentschap der Domeinen te Arnhem. 1829-1839 1 omslag

556 Stukken betreffende de benoeming van J.F.H.J.E. Mackay tot tweede luitenant bij de mobiele schutterij der provincie Gelderland. 1832 1 omslag

557 Stukken van J.F.H.J.E. Mackay als burgemeester van Wisch. 1834-1840 1 omslag

558 Stukken betreffende de benoeming en het ontslag van J.F.H.J.E. Mackay resp. als vrederechter en kantonrechter te Nijmegen. 1838-1842 1 omslag

559 Stukken van J.F.H.J.E. Mackay als secretaris van het polderdistrict Rijk van Nijmegen 1838-1844 1 omslag

560 Stukken van J.F.H.J.E. Mackay als lid van Provinciale resp. Gedeputeerde Staten van Gelderland. 1842-1846 1 omslag

561 Brief aan de kerkeraad van de Waalse gemeente van de predikant E.A. Zubli betreffende een bezoek van ds. Malan van Genève aan Nijmegen. 1842 1 stuk J.F.H.J.E. Mackay was diaken van deze gemeente. b Brieven.

B BRIEVEN.

562-571 Brieven in alfabetische volgorde aan J.F.H.J.E. Mackay van diverse afzenders. 1814-1816 10 omslagen 562 van Elisabeth D.M. van Boetzelaer en Maria C. van Boetzelaer, H. Collot d'Escury, Constant van Lynden, Willem van Lynden, Aeneas Mackay, Antje Mackay-van Renesse van Wilp. 563 1814-1834 564 1836-1838 565 1839 2.21.115 Mackay van Ophemert 71

566 1840 567 1841 568 1842 569 1843 570 1844-1846 en z.j en van Barthold J.C. Mackay. 571 van C.A. Mackay, S.F. van Renesse van Wilp-van den Steen, Wijnanda M.S.J. van Renesse van Wilp, C.F.O. Sweerts de Landas-van Randwijk en één niet geïdentificeerde afzender.

572 Brief van J.F.H.J.E. Mackay aan C.B. Koopman. 1830 1 stuk

573 Brieven aan Margaretha C.F. Mackay-van Lynden van haar zoon Aeneas Mackay. 1848 en z.j 1 omslag c Financiën.

C FINANCIËN.

574 Bewijs van afschrijving van f. 2000.- in het grootboek der Nationale Schuld van de rekening van H.J. Wallier op die van J.F.H.J.E. Mackay. 1820 1 stuk

575 Kwitanties voor J.F.H.J.E. Mackay wegens ontvangen lessen. 1820, 1821 en z.j 1 omslag

576 Algemene akte van volmacht van J.F.H.J.E. Mackay op zijn broer, Aeneas Mackay om zijn zaken te behartigen. 1829 1 stuk

577 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen J.F.H.J.E. Mackay en Margaretha C.F. van Lynden. Bijgevoegd verklaring van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand betreffende de sluiting van het huwelijk. 1835 1 omslag

578 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschappen van J.F.H.J.E. Mackay en Margaretha C.F. van Lynden 1869-1872 1 omslag d Andere partikuliere zaken.

D ANDERE PARTIKULIERE ZAKEN.

579 Vaccinatiebewijs voor J.F.H.J.E. Mackay 1819 1 stuk

580 Testimonia voor J.F.H.J.E. Mackay als leerling van het gymnasium Haganum en het gymnasium Erasmianum te Rotterdam. 1819-1823 1 omslag

581 Tekst van een lezing, door J.F.H.J.E Mackay gehouden voor het gezelschap "Voluntas Bona" ca. 1820 1 deeltje

582 Testimonia voor J.F.H.J.E. Mackay van verschillende hoogleraren en diploma voor het doctoraat in de rechten.

583 Stukken betreffende het lidmaatschap van J.F.H.J.E. Mackay van het 72 Mackay van Ophemert 2.21.115

Studenten Corps en de gezelschappen "Crescat in Occulte" en "Amicitiae Vinculum Studiorum Similitude", 1823, 1825 1 omslag

584 Overpeinzingen op schrift gesteld door J.F.H.J.E. Mackay. 1828-1837 1 omslag

585 Stukken van J.F.H.J.E. Mackay als lidmaat van de hervormde gemeente te Terborg. 1835 1 omslag

586 Diploma van koning Willem III, waarbij aan J.F.H.J.E. Mackay de erfelijke titel van baron wordt verleend. Met bijbehorende stukken. 1838 1 charter en 1 omslag

587 Aanschrijving van de kanselier der nederlandse orden aan J.F.H.J.E. Mackay wegens zijn benoeming tot ridder der Orde van de Nederlandse Leeuw. Met dankbetuiging aan de minister van Binnenlandse Zaken. Concept. 1845 1 omslag

588 Stukken betreffende het overlijden van J.F.H.J.E. Mackay en de voogdij over zijn kinderen. 1846 1 omslag XIV. Anna Agneta Mackay (1838-1839).

XIV. ANNA AGNETA MACKAY (1838-1839).

589 Uittreksel uit het register van de Burgerlijke Stand te 's-Gravenhage betreffende de geboorte van Anna Agneta Mackay. 1838 1 stuk

590 Kasboekje van de spaarpot van Anna Agneta Mackay. 1838-1839 1 deeltje

591 Kwitantie voor de kosten van de begrafenis van Anna Agneta Mackay. 1839 1 stuk XV. Donald Jacob Mackay (1839-1921) en Francis Georgina Jane Hasler, eerder weduwe van Alexander Mitchell (1831-1917).

XV. DONALD JACOB MACKAY (1839-1921) EN FRANCIS GEORGINA JANE HASLER, EERDER WEDUWE VAN ALEXANDER MITCHELL (1831-1917). a Openbare funkties.

A OPENBARE FUNKTIES.

592 Koninklijk besluit, waarbij Donald Jacob Mackay wordt benoemd tot kamerjonker des konings. Bijgevoegd uitnodigingen tot hofbals. Z.j. 1861 1 omslag

593 Stukken van Donald Jacob Mackay als attaché bij het nederlandse gezantschap te Londen, alsmede betreffende tijdelijke hulp door hem na zijn ontslag aan het gezantschap verleend. 1861-1865, 1870 1 omslag

594 Stukken van Donald Jacob Mackay als kommies aan het Departement van Koloniën. 1865-1869 1 omslag

595 Stukken van Donald Jacob Mackay als hoofdgeërfde van het polderdistrict 2.21.115 Mackay van Ophemert 73

Tielerwaard. 1869 1 omslag

596 Stukken van Donald Jacob Mackay als afgevaardigde van het Nederlandse Rode Kruis tijdens de Frans-Duitse oorlog. 1870, 1871 1 omslag

597 Stukken en aantekeningen van Donald Jacob Mackay als Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 1871-1877 1 omslag

598 Aantekeningen van Donald Jacob Mackay als lid van de commissie belast met het afnemen van de diplomatieke examens. 1876, 1877 1 omslag

599 Stukken van Donald Jacob Mackay als lid van het Britse Hogerhuis. 1881 -...? 1 omslag

600 Stukken van Donald Jacob Mackay als goeverneur van Bombay. 1885-1890 1 omslag

601 Stukken van Donald Jacob Mackay als afgevaardigde van Groot-Brittannië en Brits- Indië naar de internationale monetaire conferentie te Brussel(?). Z.j 1 omslag

602 Stukken van Donald Jacob Mackay als lord-lieutenant in het graafschap Roxburgh. 1896, 1911 1 omslag

603 Notulen van de Tweede Vredesconferentie te 's-Gravenhage in 1907, waar lord Reay de derde britse afgevaardigde was. Gedrukt. Fragment. Z.j 1 deel

604 Stukken van Donald Jacob Mackay als vertegenwoordiger van de British Academy bij de viering van het honderdjarig bestaan van de universiteit te Berlijn. 1910 1 omslag

605 Lijst van deelnemers aan de conferentie van het Institut Colonial International te Londen onder presidium van Donald Jacob Mackay. Gedrukt. 1913 1 stuk

606 Toespraken, door Donald Jacob Mackay gehouden in diverse funkties in Groot- Brittannië. Fragmenten van concepten en gedrukte teksten. Z.j 1 omslag b Politieke en maatschappelijke aktiviteiten.

B POLITIEKE EN MAATSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN.

607 Stukken van Donald Jacob Mackay betreffende zijn lidmaatschap van diverse verenigingen. 1862-1905 en z.j 1 omslag

608 Stukken van Donald Jacob Mackay als secretaris van de commissie tot uitzending van werklieden naar de tentoonstelling te Parijs in 1867. Z.j 1 omslag 74 Mackay van Ophemert 2.21.115

609 Rapport van Donald Jacob Mackay voor de "Schools Inquiry Commission" over de toestand van het onderwijs in Nederland. Fragmenten van concepten en gedrukt exemplaar. 1867 1 omslag

610 Stukken betreffende politieke en maatschappelijke vraagstukken in Groot- Brittannië, Canada en de Verenigde Staten, verzameld door Donald Jacob Mackay. 1867-1876 1 omslag

611 Stukken van Donald Jacob Mackay als voorzitter van (de afdeling 's-Gravenhage?) en het Hoofdbestuur van de Vereniging ter bevordering van Fabrieksnijverheid in Nederland. 1867-1873 1 omslag

612-613 Stukken van Donald Jacob Mackay als voorzitter van de Internationale Tentoonstelling van voorwerpen voor de huishouding en het bedrijf van de handswerkman te Amsterdam in 1869. 1868-1870. 1885 2 omslagen 612 1868, 1869 613 1870, 1885 en z.j

614 Aantekeningen van Donald Jacob Mackay over politieke vraagstukken. 1871-1873 1 cahier

615 Toespraak van Donald Jacob Mackay bij het graf van G. Groen van Prinsterer. Concept. 1875 1 stuk

616 Stukken van Donald Jacob Mackay betreffende de huldiging van prof. S. Vissering bij zijn 25-jarig ambtsjubileum. 1875 1 omslag

617 Memorie betreffende de criminaliteit op het Ierse platteland, door Alfred E. Turner, toegezonden aan Donald Jacob Mackay. 1883 1 stuk

618 Memorie betreffende de wetgeving op begraafplaatsen in Schotland, door J.W. Balfour, met begeleidende brief, toegezonden aan Donald Jacob Mackay. 1893 1 omslag

619 Memories betreffende de gelden, door de britse regering toegestaan aan het graafschap Berwickshire, door W.C., toegezonden aan Donald Jacob Mackay, 1893 1 omslag

620 Stukken van Donald Jacob Mackay betreffende diverse onderwijsinstellingen in Groot-Brittannië. 1868-1905 1 omslag

621 Memorie over de landbouw in Duitsland, opgesteld op verzoek van Donald Jacob Mackay. Fragment. Met lijstje van vraagpunten. Z.j 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 75

c Brieven.

C BRIEVEN.

622-640 Brieven in alfabetische volgorde aan Donald Jacob Mackay van diverse personen. 1855-1917 en z.j 19 omslagen 622 van H. Aberdare, S. Albemarle, H. van Alphen, J.P. Amersfoordt, Directie van het Fonds "Barnabas" te Amsterdam, Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij te Amsterdam, Amsterdamsche Failliet-Waarborg-Maatschappij, M. van Andringa de Kempenaer, Robert Anstruther, Mathew Arnold, G.F. van Asbeck, Cecil Ashley, L.M.C. Asser, Charles Atkinson, Clementina Auckland, C.A. Aylmer, Sophia Aylmer, J.F.B. Baert, K.N. Bahadhurji, B. Bakker, J. Barclay, J.K. Barker, D. Bauduin, P. de Beaufort, W.H. de Beaufort, J.J. Beaujon, A.J. van Beeck Calkoen, John Bell, A.A.Bentinck, tot Nijenhuis, Louis Bentinck, C.E. van den Berch van Heemstede- Roelants, en Jeanne Marie Louise van den Berch van Heemstede- Riffault, J.van den Berg, G. Berger, Chr. R.D. Bethune, L.R. Beynen, Alex. V.W. Bikker, M.J.M.P. Boreel-Boreel, Th. Borret, J.M.H. Bosman, John James Boswell, A.L. Boyd & Son, Paul Boyer, Agnes Boyle, George D. Boyle, J.Th.A. Braams, .? van den Brandeler, A.A.C. Brantsen-Bohlen, W.G. Brantsen van de Zijpp, W.M. de Brauw, Edward Brine, George C. Brodrick, John Brodrick, A.W. Bronsveld. 623 van T. Brookman J.J. Brouwer, John Brownlie, A. Brugmans, Afdeling Brummen van de Geldersche Maatschappij van Landbouw, E. Brusa, J.L. de Bruyn Kops, James Bryce, R.J. Bryce, M.P.A. Buchanan, Budruddhi Iyabji, C.van Bijlandt, Ch. van Bylandt, F. van Bylandt, Marie A.O.C van Bylandt, Dudley Campbell, E.J. Candy, Is. Capadose, H.H. van Capelle B.L. Carcenai, Carlisle Speeding, S.C. Cavendish, hertog van Devonshire, N.H.G. de Chabrol, graaf du Chastel, J. Clerfeyt, H. Clive, J.J. Cornelissen, S.S. Coronel. Henry Courvoisier, Auguste Couvreur, John Cowan, Sophie M. Cole, A.Craig, D. Crawford, E. Cremers, Crewe, C.A. Crommelin, C.L. Cumming Bruce, Charles Dalrymple, J. van Dam Thz, R.H. Dane, Debrett's Office, E. van Dedem, P. van Dedem, W. van Dedem, .? van Delen, M.L. van Deventer, A. van der Doesde Bije, Gez. van Dokkum. 624 van Dombhar Framji, J. Donaldson, C. van Drimmelen Cz., A. Hay Drummond, .? Hay Drummond, H. Dudding B.W. Duff, (F). Dufferin and Ava, David Dundas, P.F. Dijckmeester, C. Dijkmans W.Ebeling, G.W.Edgarley, Edinburgh Universitv Liberal Association, Morningside College te Edinburgh, Edinburgh University Students Union, lady Egerton, H. van Eldik, Ad. Elias, C.A. Ellick, P.J. Elout van Soeterwoude, C.J. Enfield, H.L. Enthoven en F.W. van de Putte, P. Everts, W. Everts, Eleonore Fagel, F.R.H.R. Fagel, J. Fagel, H.P. Fenton, E.J. Findlater, J.G. Fitch, Edmond Pitzmaurice, C. Fock, W.H. Forbes, C. Formijne, G. en W.B. Formijne, W.M. Forstner van Dambenoy, Joseph Foster, I.D. Fransen van de Putte, William Fraser, Edward A. Freeman, W.H. Fremantle, C.A.A.van de Garde, D.T. Gevers van Endegeest, Alfred Gilbert, Andrew Gillman, W.J. Gladstone, J.G. Gleichman, H. Glynn, E.L. Godkin, A. Godley, A. von Goedecke, W. von Goedecke- Fagel. 625 van H. Goeman Borgesius, H.M.A. van der Goes, W. van Goltstein, A.A. van Gool, George C. Goschen, I.E. Goudsmit, Isobella H. Graham, J.C. Graham, M.E. Grant Duff, wijkmeester te 's- Gravenhage, Algemeene 's-Gravenhaagse Werkliedenvereeniging, 76 Mackay van Ophemert 2.21.115

Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage, E.M.M. Groen van Prinsterer-van der Hoop, A. de Haan, C. de Haas, W. de Haas, Arthur H. Haig, R.B. Haldane, Thomson Hankey, B.P. van Harinxma, thoe Slooten, H. Neville Hart, lady Hartopp, Roger Hastour, Thérèse Haymerle, Arthur D. Hayter, J.J. Heaton, L.A.F.H. van Heeckeren, B.Th. van Heemstra van Froma en Eibersburen, Sir Heetwood Edwards, H.J. van der Heim, D.O. Heldewier, S. Herweyer, M. Herbert, G.J. van Heuven, Frank H. Hile, J. Hinlopen, J.H.J. Hoek, L.A. Hoek, F. van Hogendorp jr., Holmberg de Beckfelt, J. Holmesdale, Robert Horsburgh, P.T. Houba, H.C. van der Houven van Oordt, T.J. Hovell Thurlow, Edward J. Howard, Alex. Howe, P.F. Hubrecht, Julius Huig(?), Edw. Hutchinson, C.P. Ilbert, H.A. Insinger, Isabella Innes(?), stationmaster van Inverness, H. Jacometti, H.E.L. James. 626 van Jateh Lal Mehtu, J. de Jong van Beek en Donk, J. Kappeyne van de Coppello, A.P.C. van Karnebeek, J.M. Kellenaers, J.H. Kennan, C.H. Kennaway, Austin J. King, P.S. King & Son, W.J. Klaar, Charlotte Knollys, .? Knollys, D.A. Koenen, C.E. van Koetsveld, J.C. de Koning, W.F. Kronenberg, G.H. Kuiper, gravin Ladislas Kwilecka, Sidney Lacock, Langevin, A. Laverge, D.J. Leao, E. Lecky, L.V. Ledeboer & Zonen, Agnès van Lennep, Constance Leslie, (Th.) gravin van Limburg Stirum, Lindsay, Howe Lytters, W.A. Loch, Society of Arts te Londen, The Mansion House Council on the Dwellings of the Poor te Londen, Common Lodging House's Branch van het Metropol\itan Office te Londen, Victoria and Albert Museum te Londen, A.C.H. Lorentz, J.(?) Lorimer, J.R. Lowell, J.C.E. van Lynden van Hoevelaken, Katherine Lyttelton, Roderick Mac Cluisie, James Macdonald.

627-628 van Aeneas Mackay (zijn vader) 627 1863 628 1864-1875 en z.j 629 van Aeneas Mackay (zijn neef), Augus. M. Mackay, Elisabeth Granville Mackay, E.J.J. Mackay, James Aberigh Mackay, Johan Jacob Mackay, John Mackay (Montreal), John Mackay (Shrewsbury), John Mackay (Glasgow), J.E. Mackay.

630-631 van Marie Mackay-Fagel 630 1862-1879 631 1880-1883 en z.j 632 van Mackintosh Mackay, Marie Christina Elisabeth Mackay, S.A.J.W. Mackay, Th.Ph.Mackay, Phoebe E. McKie, Kennedy McNab, Alex. Maconochie, Behramji M. Malabari, W.K. Malcolm, J. van Mariënhoff, Edward Marjoribanks, W. Markly, Marriott & Atkinson, Alexander Martin, Alex. Matheson, J.W. May, N.P. Mees, P. van Meeuwen, Anna Mielzynska, Amy Mitchell-Innes, Ian Mitchell, S. Mitchell, A.E.I. Modderman, P.J. Moeton, H. Montagu Butler, John Morley, J.Th. Mouton, John Murray, J. Muston Erskine, A. van Naamen van Eemnes, Mary C. Nickel Hamilton, C.J.R. Nobel, W.R. op ten Noort, A.I.F.E. Northen(?), C.E. Norton, Jane Norton, T.H. van Notten, A.B. Ogilvy, D.C. den Ouden, W.O.T. van Oudheusden, G. Oyens, P.C. van der Pant, A.M. Pareau. 633 van.? de Parieu, C.S. Parker, Edwin Pears, B.H. Pekelharing, R.A.A.E. von Pestel, H.Ch.K. Petty Fitzmaurice, markies van Landsdowne, A. Phayre, R.N. Philips, N.G. Pierson, A.A. de Pinto, A. Plate F.J.z., H.G. van der Poel, Emily Ponsonby, Samuel Le Poole, Helen M.L. Powell, J. 2.21.115 Mackay van Ophemert 77

Powell Brixton, Hodgson Pratt, Robert Purdom, A. Pijnacker Hordijk. H.G.P. Quack, J.W. de Raad, H.J.A. Raedt van Oldenbarnevelt, Ph. Raeymaeckers, F.S.K.J. van Randwijck, J.M.J. de Ranitz, T. Rastall & Son, William Rathbone, Eric, negende lord Reay.

634-636 van Francis G.J. Reay-Hasler, wed. Mitchell. 634 1876-1898 635 Z.j 636 Z.j 637 van G.W. van Rechteren van Appeltern, O. van Rees, J. Rendorp, burgemeester van Rhenen, J.H. Rigg, T.J. Ringeling, Joseph Robertson, W.W.Robertson, H. Oliver Robinson, H.J. Roby, J. Roëll, R.C.H. Römer, P. Romijn, J.H.K. de Roo van Alderwerelt, H.R. Rose, Afrikaansche Handelsvereeniging te Rotterdam, Charles S. Roundell, Julia A.E. Roundell, Arthur Russell, J. Russell, Odo W.L. Russell, Albert O. Rutson. 638 van Henry Rutson, Charles Sacrè, .? Salm, J.M. Sandbeach, H.G. van de Sande Bakhuyzen, Albert G. Sandeman, .? Sandhurst, Ernest Satow, G.W. Saunders, Alexander Schimmelpenninck van der Oye, Assueer Jacob Schimmelpenninck van der Oye, Free Church of Scotland, J.C. Shairp, P.L. Simmonds, C. Singendonck, J. van Sirtema van Grovestins, W. Six, M. Sjoers, Jane C. Somerset, Somerset Beaumont, James Spencer, (J.P.?) Spencer, D.G. Stalker, Harriet Stephen, J.C.T.A. Steuart, Mark J. Stewart, T.J. Stieltjes, C.F. Stork, (A.J.L.) Stratenus, Atholl Stuart, C. Stuart Wortley. Victor de Stuere, H.W. Stuffken, Frederick Stutt, Sutherland, Synji Rao Gockwar, J.P.R. Tak van Poortvliet, .? Tarrelmouth, A.van Tets, A.J. den Tex, J.G. Thooft, Afdeling Tiel van de Geldersche Maatschappij van Landbouw, (G.P.)van Tienhoven, John A. Tinne, S. Tollemache, W.E. Tonter, H. Toynbee, G.O. Trevelyan, H.M. Trevelyan, Henry Trotter, Clementine Tryon, W.R. van Tuyll van Serooskerken, J.M. van Tuyll van Serooskerken van Coel horst-Walpole, .? Tydeman. 639 van J. Unger & Co., P.A. van der Velde, .? van de Velde, Herm. Vermeulen, W.F.K. van Verschuer, M.J. Versteegh, H.H.J.C. Verstegen, N. Verwey, C.G.A. Verweijde, J. Viruly van Vuren en Dalem, S. Vissering, S.J.A. van Walchren, J. de Wal, J. van der Wall Bake, D.M. Wallace, H. Waller, Horace Walpole, J. Walsham, Anna H.B. Ward, D. Wedderburn, D. van Weel Cz., D.R. van Weel, A. van Wessem, M. van Westering, W. Willemsen, J. de Witte van Citters, H. Wodehouse, Leonard Wolterbeek, Wm. Martin Wood, All Saints Plumstead Mission te Woolwich, E.W.h Wttewaal van Stoetwegen, H. van der Wijck, H. Yates Thompson, GeorgeYoung, D.J. Zubli, J.P.J.A. van Zuylen van Nijevelt, en enige niet geïdentificeerde afzenders. 640 van en namens Alexander, prins der Nederlanden, Frederik, prins der Nederlanden, Hendrik, prins der Nederlanden, Hendrik hertog van Mecklenburg, prins der Nederlanden, Sophie, Koningin der Nederlanden, Sophie, prinses der Nederlanden.

641 Brieven van Donald Jacob Mackay aan H.A. van Dijk, W.E. Lecky, Willem, prins van Oranje, en diverse niet geïdentificeerde personen. 1855-1887 en z.j 1 omslag

642-644 Brieven in alfabetische volgorde aan Fanny G.J. Reay-Hasler van diverse personen. 1880-1929 3 omslagen 78 Mackay van Ophemert 2.21.115

642 van Ahilyabai Sahib, dowager Rani of Kolhapur, A.H.K. Crawford, Faridoonji Jamshedji, Gloria Ferguson, Evelyn Fizmaurice, Hamidu Begum Ameeroodin Tynbjee, Ada Harris, Lionel Herbert, Dhun J.Cowarjee Jehanghir, Barbara Jordan, N.(?) Lucas, Alfred Lyttelton. 643 van Donald Jacob Mackay. 644 van George Mackay, John A. Mackay, Marie Mackay-Fagel, L.C. Moxon, Edith Peckly Phipson, Edgar Quinet, Ravla Sahib Kooverla, Ranee of Dharampoor, J. Sligo, Sukvarbaee, Ranee of KolhapurWasthulig(?), en een niet geïdentificeerde afzender. d Verhouding tot het dorp Ophemert.

D VERHOUDING TOT HET DORP OPHEMERT.

645 Brieven van verschillende onderwijzers te Ophemert, Varik en Estnaar aanleiding van een plan van Donald Jacob Mackay om de leerlingen opstellen te laten maken over " in de historie". 1871 1 omslag

646 Brieven aan Donald Jacob Mackay van G.A.A.C. Valkis, burgemeester van Ophemert. 1873-1889 1 omslag e Financiën

E FINANCIËN Zie ook nrs. 252, 697, 698, 708.

647 Brieven en andere stukken betreffende het financiële beheer van het vermogen van Donald Jacob Mackay. 1841-1909 1 omslag

648-651 Kwitanties voor Donald Jacob Mackay. 1856-1918 en z.j 4 omslagen 648 1856-1911 649 1913 650 1914-1916 651 1917-1918 en z.j

652 Obligaties van Donald Jacob Mackay ten laste van de dorpspolder Bergharen. 1902, 1903 1 omslag f Andere partikuliere zaken.

F ANDERE PARTIKULIERE ZAKEN.

653 Uittreksels uit de registers van de Burgerlijke Stand betreffende de geboorte van Donald Jacob Mackay d.d. 22 december 1839. 1844, 1869 en z.j 1 omslag

654 Bijbelteksten, verzameld door Donald Jacob Mackay. 1845-1846 1 cahier

655 Stukken van Donald Jacob Mackay als leerling van het gymnasium te 's-Gravenhage en als student in de rechten te Leiden. 1851-1860 en z.j 1 omslag

656 Stukken van Donald Jacob Mackay als voorzitter van een genootschap tot bevordering der zendingzaak onder de heidenen. 1856, 1857 en z.j 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 79

657 Stukken betreffende onderscheidingen toegekend aan Donald Jacob Mackay. 1869-1915 1 omslag

658 Toegangsbewijzen voor plechtigheden, uitnodigingen tot diners, en menu 's, plans van tafelschikking, teksten van toasten e.d. van Donald Jacob Mackay. 1870-1914 en z.j 1 omslag

659 Aantekeningen en stukken van Donald Jacob Mackay betreffende reizen naar Duitsland en Italië, 1870 en z.j 1 omslag

660 Uittreksels uit de registers van de Burgerlijke Stand betreffende de geboorte van Donald Jacob Mackay en het huwelijk van zijn ouders ten behoeve van de voltrekking van zijn huwelijk. 1877 1 omslag

661 Knipsels, couranten en periodieken, verzameld door Donald Jacob Mackay. 1879-1901 en z.j 1 omslag

662 Gedicht van Annie Mackay ter verwelkoming van Donald Jacob Mackay als hoofd van de clan Mackay. Gedrukt. 1890 1 stuk

663 Teksten van gebeden en godsdienstige aantekeningen van Donald Jacob Mackay. Z.j 1 omslag

664 Kladaantekeningen van Donald Jacob Mackay over verschillende onderwerpen. Z.j 1 omslag

665 Foto's van verschillende personen, verzameld door Donald Jacob Mackay. Z.j 1 omslag XVI. Johan Jacob Mackay (1842-1859).

XVI. JOHAN JACOB MACKAY (1842-1859). Zie ook nr. 251.

666 Uittreksels uit de registers van de Burgerlijke Stand te 's-Gravenhage betreffende de geboorte van Johan Jacob Mackay. 1842, 1844 1 omslag

667 Kasboekjes van Johan Jacob Mackay. 1842-1854 3 deeltjes en 1 omslag

668 Brieven in alfabetische volgorde aan Johan Jacob Mackay van F. Botgorschek, Eleonore Fagel, Marie Fagel-Boreel, L.R. Gevaerts, D. Gildemeester, Aeneas Mackay, Donald Jacob Mackay, Marie Mackay-Fagel, M. Mackay-van Lynden, P.C.L.J. Margadant, Ernestine van Rechteren, J.E. van Sirtema van Grovestins, W. Willemsen en één niet geïdentificeerde afzender. 1849-1858 1 omslag

669 School oefeningen en getuigschrift van de tweede klasse van het gymnasium voor Johan Jacob Mackay. 1851-1858 1 omslag 80 Mackay van Ophemert 2.21.115

670 Notitieboekje van Johan Jacob Mackay. 1852 1 deeltje

671 Stukken van Johan Jacob Mackay betreffende de Vereeniging van jonge vrienden der zendingszaak. 1853-1856 1 omslag

672 Dagboekfragmenten van Johan Jacob Mackay. 1855, 1856 1 omslag

673 Stukken van Johan Jacob Mackay als adelborst der derde klasse. 1856, 1857

674 Schetsboek van Johan Jacob Mackay. Z.j 1 deeltje

675 Brieven aan R. Steinmetz en een niet geïdentificeerde persoon van Johan Jacob Mackay. 1856 en z.j 1 omslag

676 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Johan Jacob Mackay. 1859. 1876 1 omslag XVII. Susanna Anna Johanna Wijnanda Mackay (1836-1908).

XVII. SUSANNA ANNA JOHANNA WIJNANDA MACKAY (1836-1908).

677 Brieven aan Susanna A.J.W. Mackay van M. van Druten-van der Werf en H. Pierson. 1902 en z.j 1 omslag

678 Kwitantie voor Susanna A.J.W. Mackay. 1892 1 stuk

679 Testament van Susanna Anna Johanna Wijnanda Mackay. 1892. Authentiek afschrift. Z.j 1 stuk XVIII. Henriëtte Rijnhardine Philippine Mackay (1837-1896).

XVIII. HENRIËTTE RIJNHARDINE PHILIPPINE MACKAY (1837-1896).

680 Kwitantie voor Henriëtte R.P. Mackay. 1892 1 stuk

681 Circulaire aan Henriëtte R.P. Mackay van de stichting "Volksbelang" te Nijmegen. 1895 1 omslag XIX. Aeneas Mackay (1838-1909) en Elisabeth Wilhelmina van Lynden (1844-1907).

XIX. AENEAS MACKAY (1838-1909) EN ELISABETH WILHELMINA VAN LYNDEN (1844-1907). a Openbare funkties.

A OPENBARE FUNKTIES.

682 Proces-verbaal van beëdiging van Aeneas Mackay als advocaat bij de arrondissementsrechtbank te Nijmegen. 1863 1 stuk

683 Akte van benoeming van Aeneas Mackay tot tweede luitenant bij de dienstdoende 2.21.115 Mackay van Ophemert 81

schutterij te Nijmegen. 1865 1 stuk

684 Akte van benoeming en ontslag van Aeneas Mackay tot substituut-griffier bij de arrondissementsrechtbank te Arnhem, substituut-officier van justitie bij de arrondissementsrechtbank te Zutphen, rechter in de arrondissementsrechtbank te Zutphen, minister van Binnenlandse zaken en minister van Koloniën, 1865-1891 1 lias

685 Stukken van Aeneas Mackay als lid en voorzitter van de Tweede kamer der Staten- Generaal. 1876-1888, 1891-1905 1 omslag

686-688 Stukken van Aeneas Mackay als minister van Binnenlandse Zaken en Koloniën, 1888-1891 3 omslagen 686 als minister van Binnenlandse Zaken, 1888-1890 687 als minister van Koloniën, 1890, 1891 688 als minister van Binnenlandse Zaken en Koloniën, betreffende de laatste ziekte en het overlijden van koning Willem III en de instelling van het regentschap, 1888-1890

689 Akte van benoeming van Aeneas Mackay tot minister van Staat, met begeleidende brief. 1891 1 omslag

690 Brief van minister A. Kuyper, waarin hij voorstelt Aeneas Mackay te benoemen tot Curator der Technische Hogeschool te Delft. Met concept van het antwoord. 1905 1 omslag

691 Stukken betreffende de benoeming van Aeneas Mackay tot Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. 1905 1 omslag

692 Stukken van Aeneas Mackay als lid van de Raad van State. 1907 en z.j 1 omslag b Politieke en maatschappelijke aktiviteiten.

B POLITIEKE EN MAATSCHAPPELIJKE AKTIVITEITEN.

693 Stukken van Aeneas Mackay als antirevolutionair politicus. 1875-1896 z.j 1 omslag

694 Stukken van Aeneas Mackay als commissaris van enige naamloze vennootschappen. 1894-1908 1 omslag

695 Stukken van Aeneas Mackay betreffende het Lidmaatschap van en bestuursfunkties in diverse verenigingen. 1860-1908 1 omslag

696 Stukken van Aeneas Mackay als voorzitter van de nederlandse commissie voor de 300-jarige herdenking van de ontdekking van de Hudsonrivier. 1909 1 omslag 82 Mackay van Ophemert 2.21.115

c Brieven.

C BRIEVEN.

697-701 Brieven in alfabetische volgorde aan Aeneas Mackay van diverse personen. 1849-1908 5 omslagen 697 van Titus A.J. Asch van Wijck, Vereeniging van in- en uitwendige zending te Assen, Ch.A.H. Barge, Nicolaas Beets, H.J. Biegelaar, W.M. de Brauw, (C.M.?) de Brauw, A. Bredius, .? van Bylandt, Anna U.M. de Cock van Haeften, M. en .? Crommelin, A. van Dedem, J. Domela Nieuwenhuis, J. Draad, D. van Eck, P.J. Elout van Soeterwoude, .? Engelberts, J. Feringa, Hoofd van de Charitable Sociëteit-school te 's- Gravenhage, Henriëtte M.J. van Hall-Schimmelpenninck van der Oye, B.R.P. Hasselman, J.J.I. Harte van Tecklenburg, F.A. Hennige, A.W.N. Hinrichs, K. Hoffinger, M.W.H. Hooft, S(?).T. de Jong, J.T.C. de Jongh, J. Kalff, Abr. Kuyper, K. ter Laan, J.A. Loeff, K.F. van Lynden, Aeneas Mackay.

698-699 van Donald Jacob Mackay. Betreffen ook het beheer van zijn vermogen. 698 1855-1896 699 1897-1907 en z.j 700 van Eric Mackay, Margaretha C.F. Mackay-van Lynden, Johan Jacob Mackay, Suzette Mackay, Th. Mackay, Victor Meyer, A. Montagne, W.J.C. van der Moore, L. van Nispen, H. Oyens, H.G. Pierson, G.J. Putman Cramer, C. Pijnacker Hordijk, S.M.S. de Ranitz, H.A. van Rappard, Eric, negende lord Reay, Francis G.J. Reay-Hasler, Wijnanda M.J. van Renesse van Wilp, Th. van Riemsdijk, A.J. Roest, Vereeniging van Christelijke Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesche Bezittingen te Rotterdam, A.F. de Savornin Lohman, M.A. de Savornin Lohman, .? Schimmelpenninck, A. Schimmelpenninck van der Oye, P.W. Scholten, C.D.H. Schneider, G. Six, Frédéric Spengler, J.A. Spengler, H. Teuwisse jr., W.R. Thomson, M. Tydeman, J.D. Veegens, Gérasima Vincent ("Henriëtte d'"), J. de Weichs de Wenne, W. Willemsen, M.L. Wybenga, H.C.van der Wyck, en enige niet geïdentificeerde afzenders. 701 van Emma, koningin der Nederlanden, Frederik, prins der Nederlanden, Hendrik, hertog van Mecklenburg, prins der Nederlanden, Marie, prinses-moeder van Wied, Willem III, koning der Nederlanden, Wilhelmina koningin der Nederlanden.

702-709 Brieven in alfabetische volgorde aan Elisabeth W. Mackay-van Lynden van diverse personen. 1875-1907 8 omslagen 702 van C.E. Daniëls en Charlotte A.W. van Lynden-van Boetzelaer.

703-704 van Aeneas Mackay. 703 1875-1897 704 1902-1907

705-707 van Eric Mackay. 705 1880-1887 706 1888-1899 707 1900. 1905 en z.j 708 van Marie Mackay-van Dedem. 2.21.115 Mackay van Ophemert 83

709 van Francis G.J. Reay-Hasler en Cornelia van Wassenaer van Catwijck-van Boetzelaer. d Financiën.

D FINANCIËN.

710 Brieven van Aeneas Mackay van H. Oyens & Zonen betreffende het vermogen van Donald Jacob Mackay. 1880-1890 1 omslag

711 Kwitanties en andere financiële stukken en aantekeningen van Aeneas Mackay. 1875-1909 1 omslag

712 Kwitanties voor Elisabeth W. Mackay-van Lynden. 1893, 1900 1 omslag e Andere partikuliere zaken.

E ANDERE PARTIKULIERE ZAKEN.

713 Diploma's voor toegekende prijzen en het afleggen van het eindexamen van het gymnasium te Nijmegen voor Aeneas Mackay. 1855, 1856 1 omslag

714 Inschrijvingsbewijs, diploma's van het candidaatsexamen in de rechten en in de letteren en wijsbegeerte, en testimonia van hoogleraren van de hogeschool te Utrecht voor Aeneas Mackay. Bijgevoegd stukken betreffende zijn Lidmaatschap van het Utrechtse Studenten Corps. 1856-1861 1 omslag

715 Aankondigingen van het huwelijk van Aeneas Mackay en Elisabeth W. van Lynden. Gedrukt. 1869 1 omslag

716 Lijsten van cadeau's ontvangen door Elisabeth W. Mackay-van Lynden bij haar huwelijk en de 12 1/2 jarige herdenking daarvan. 1869, 1882 1 omslag

717 Stukken betreffende onderscheidingen, toegekend aan Aeneas Mackay. 1 omslag

718-720 Reisdagboeken van Elisabeth W. Mackay-van Lynden. 1862-1886 3 deeltjes 718 1862, 1863, (Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk) 719 1884, 1885, (Duitsland) 720 1886, 1887(Duitsland, Oostenrijk).

721 Dagboekje van Elisabeth W. Mackay-van Lynden. 1887 1 deeltje

722 Couranten, verzameld door Aeneas Mackay ter gelegenheid van de 70ste verjaardag en het 40-jarig regeringsjubileum van koning Willem III, en de inhuldiging van koningin Wilhelmina. 1887-1898 1 omslag

723 Tekst van de toespraak door Ds. G.J. de Hoest bij de bevestiging van Eric Mackay als lidmaat van de hervormde kerk, aangeboden aan E.W. Mackay-van Lynden, 84 Mackay van Ophemert 2.21.115

1889 1 stuk

724 Lijst van gelezen boeken van Elisabeth W. Mackay-van Lynden. 1895, 1896 1 deeltje

725 Uitnodigingen voor diners en plechtigheden, menu's plans van tafel schikking enz. van Aeneas Mackay. 1889-1909 1 omslag

726 Knipsels betreffende het 25-jarig huwelijk, de 70ste verjaardag en het overlijden van Aeneas Mackay. 1894, 1908, 1909 1 omslag

727 Kladaantekeningen, exemplaren van couranten, knipsels en gedichten, verzameld door Aeneas Mackay. Z.j 1 omslag

728 Aantekeningen van E.W. Mackay-van Lynden over diverse onderwerpen. z.j 1 omslag XX. Theodoor Philip Mackay (1840-1922).

XX. THEODOOR PHILIP MACKAY (1840-1922).

729 Brieven aan Theodoor Philip Mackay van Margareth C.F. Mackay-van Lynden en M.A. de Savornin Lohman. 1891 en z.j 1 omslag XXI. Eric Mackay (1870-1921) en Marie Bertha Johanna Christina van Dedem (1871-1932).

XXI. ERIC MACKAY (1870-1921) EN MARIE BERTHA JOHANNA CHRISTINA VAN DEDEM (1871-1932). a Brieven.

A BRIEVEN.

730-734 Brieven in alfabetische volgorde aan Eric Mackay van diverse personen. 1882-1921 en z.j 5 omslagen 730 van A. van Dedem en P.G.A. van Dedem-van Rechteren, J. Fagel, Clan Mackay Society te Glasgow, British Academy te Londen, University College Committee te Londen, Charlotte A.W. van Lynden-van Boetzelaer. 731 van Aeneas Mackay. 732 van Donald Jacob Mackay. 733 van Elisabeth W. Mackay-van Lynden. 734 van John Mackay en Susanna A.J.W. Mackay.

735 Brieven aan Marie Mackay-van Dedem van The British Association of Amsterdam, The English Reformed Church te Amsterdam, de hertog van Argyll, de aartsdeken van Bath, A. van Dedem, Gloria Ferguson, de Clan Mackay Society te Glasgow, bestuur der "Aeneas-Mackay " school te 's-Gravenhage, de Clan Mackay Society te Londen, Aeneas Mackay (haar schoonvader), Aeneas Mackay (haar neef), Aeneas Alexander Mackay, Alastair G.A. Mackay, Annie A. Mackay, Donald J.R. Mackay, E. Marjorie Mackay, Elisabeth W. Mackay-van Lynden, George Mackay, John Mackay, John Angus Mackay, Kenneth (Mackay?), Théodore de Renesse, C.J. Steenbergh, H. van Tussenbroek, Antoinette de Vos van Steenwijk, baronesse van Welderen Rengers-Worbert van Wassenaer Starrenburg en een niet geïdentificeerde afzender. 1900-1930 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 85

b Andere particuliere zaken.

B ANDERE PARTICULIERE ZAKEN.

736 Schoolrapport van Eric Mackay. 1881 1 stuk

737 Poëzie-album (van Marie van Dedem?). 1883 1 deeltje

738 Schetsboek van Marie van Dedem. ca. 1896 1 deel

739 Aankondigingen van de verloving en het huwelijk van Eric Mackay en Marie van Dedem. Gedrukt. 1901 1 omslag

740 Knipsels uit engelse couranten betreffende het overlijden van Eric Mackay. 1921 1 omslag

741 Aantekeningen en knipsels van Marie Mackay-van Dedem over verschillende onderwerpen. Z.j 1 omslag XXII. Maria Christina Elisabeth Mackay (geb. 1904).

XXII. MARIA CHRISTINA ELISABETH MACKAY (GEB. 1904).

742 Brieven aan Christine Mackay van Aeneas Alexander Mackay en enige niet geïdentificeerde afzenders. 1928-1930 en z.j 1 omslag

743 Schoolschriften van Christine Mackay. 1907 en z.j 1 omslag

744 Beschrijving van een bezoek aan verschillende bezienswaardigheden in Engeland door Christine Mackay. Z.j 1 deel XXIII. Aeneas Alexander Mackay (1905-1963).

XXIII. AENEAS ALEXANDER MACKAY (1905-1963).

745 Schoolwerk, gemaakt door Aeneas Alexander Mackay. Z.j 1 omslag

746-748 Brieven in alfabetische volgorde aan Aeneas Alexander Mackay van diverse personen. 1919-1928 en z.j 3 omslagen 746 van A. van Dedem, de Clan Mackay Society te Glasgow, Horace Frost. 747 van Jane de Greeff. 748 Van Gilbert Lang, W.R. van Lynden, A.W.R. Mackay, Christine Mackay, Eric Mackay, George Mackay, Marie Mackay-van Dedem, Victor de Renesse, S. Tromp Meesters, S.J. van Tuil van Serooskerken van Heeze, S.W.A. van Voerst van Lynden en enige niet geïdentificeerde afzenders.

749 Stukken van Aeneas Alexander Mackay betreffende het verkrijgen van de titel van lord Reay, 86 Mackay van Ophemert 2.21.115

1921 1 omslag

750 Stukken van Aeneas Alexander Mackay als reserveofficier bij het corps bereden artillerie. 1924-1934 1 omslag XXIV. Alexander Willem Rijnhard Mackay (geb. 1907).

XXIV. ALEXANDER WILLEM RIJNHARD MACKAY (GEB. 1907).

751 Dictaten en aantekeningen van A.W.R. Mackay betreffende de studie in de rechten. Bijgevoegd stukken betreffende zijn lidmaatschap van het Utrechtse Studenten Corps. 1929-1931 en z.j 1 omslag C. Stukken afkomstig van leden van aanverwante geslachten.

C. STUKKEN AFKOMSTIG VAN LEDEN VAN AANVERWANTE GESLACHTEN. I. Mackay (oorspronkelijke schotse hoofdtak).

I. MACKAY (OORSPRONKELIJKE SCHOTSE HOOFDTAK). 1 George Mackay, derde lord Reay (1678-.... ).

1 GEORGE MACKAY, DERDE LORD REAY (1678-.... ).

752 Brieven aan William Munro of Achany aan George, derde lord Reay. 1743 1 omslag 2 Eric Mackay, zevende lord Reay (1773-1847).

2 ERIC MACKAY, ZEVENDE LORD REAY (1773-1847). a Openbare funkties.

a Openbare funkties.

753 Brief aan (de prins-regent van Groot-Brittannië?) van Eric, zevende lord Reay, behelzende het aanbod om een vrijwilligerscorps bijeen te brengen. Bijgevoegd akte van aanstelling door de lord-lieutenant van het graafschap Sutherland van Eric, zevende lord Reay, tot lieutenant colonel van het Northern Battallion of Sutherland volunteers. 1803 1 omslag b Brieven.

b Brieven.

754 Brieven in alfabetische volgorde aan Eric Mackay, zevende lord Reay, van W. Adron, Geo. Anderson, James Anderson, Alex. Blair C. Calvert, W.H. Clinton, H. Davidson, William Davidson, W. Elliott Oliver, Robert Fairweather, M.H. Farquahar, J.W.H. Fawconer, John Fothergill, W. Fraser, J. Hamilton, F. Harvey, J.N.P. Holcroft, C. Hope Nicolson, Robert Horsburgh, Latitia King, A. Mackay, Eric McKay, James D. Mackay, John C. Mackay, Kenneth Mackay, Geo. Morant jr., Fortes Pearce, M. Townsend Farquahar, David Welsh, J.H.P. Williams en enige niet geïdentificeerde afzenders. 1803-1847 en z.j 1 omslag

755 Brieven aan William Munro of Achaney van Eric, zevende lord Reay. 1813-1831 1 omslag

756 Register van uitgegane brieven van Eric zevende lord Reay. 1847-1850 1 deeltje c Financiën en huishouding.

c Financiën en huishouding.

757 Verschillende financiële stukken van Eric, zevende lord Reay. 2.21.115 Mackay van Ophemert 87

1792-1846 1 omslag

758-763 Afrekeningen in rekening-courant van Eric, zevende lord Reay, met Smith Payne & Smith. 1797-1833 6 deeltjes 758 1797-1800 759 1804-1805 760 1817-1823 761 1823-1825 762 1825-1829 763 1829-1833

764 Schuldbekentenis van Eric, zevende lord Reay, aan John Struther Ancrum, groot £. 2000.-. Met brieven betreffende de aflossing. 1798-1829 1 omslag

765 Akte van bekrachtiging door Alexander Mackay van de toekenning van een jaargeld door zijn broer, Eric, zevende lord Reay, aan Martha Williams alias Martha Gray. 1799 1 stuk

766-784 Kwitanties en betalingsopdrachten van Eric, zevende lord Reay. 1802-1847 en z.j 19 omslagen 766 1802-1828 767 1829 768 1830 769 1831 770 1832 771 1833 772 1834 773 1835 774 1836 775 1837 776 1838 777 1839 778 1840 779 1841 780 1842 781 1843 782 1844 783 1845 784 1846, 1847 en z.j

785-786 Afrekeningen in rekening-courant van Eric, zevende lord Reay, met Biddulph Cock en Ridges. 1807-1816 2 deeltjes 785 1807-1812 786 1812-1816

787-789 Notitieboekjes van Eric, zevende lord Reay, betreffende huishoudelijke uitgaven. 1827-1847 3 deeltjes 787 1827-1846 788 1836-1840 789 1838-1847 88 Mackay van Ophemert 2.21.115

790-791 Afrekeningen in rekening-courant van Eric, zevende lord Reay, met Herries, Farquhar & Co. 1829-1837 2 deeltjes 790 1829-1832 791 1835-1837

792 Lijst van stukken betreffende het huwelijkscontract tussen W.M.J. Farquhar en Catharine Mackay, dochter van Eric, zevende lord Reay d.d. 1802-1836. 1836 1 stuk

793 Inventarissen van tafelzilver en wijnen van Eric, zevende lord Reay. 1838, 1841 en z.j 1 omslag

794 Akte van décharge voor Eric, zevende lord Reay, als "trustee" van een fonds ten behoeve van Lucy Ramsden-Smith. 1840 1 stuk

795 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Eric, zevende lord Reay. 1859 1 omslag d Andere partikuliere zaken.

d Andere partikuliere zaken.

796 Brieven aan John Mackay van lord Reay en anderen naar aanleiding van de verschijning van zijn boek over generaal Hugh Mackay. Afschriften. 1836 1 stuk 3 Alexander Mackay, achtste lord Reay (1775-1863) en Marion Gall, weduwe van David Ross (..?-1865).

3 ALEXANDER MACKAY, ACHTSTE LORD REAY (1775-1863) EN MARION GALL, WEDUWE VAN DAVID ROSS (..?-1865).

797 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen David Ross en Marion Gall. 1798. Afschrift. 1853 1 stuk

798 Testament van David Ross, lord Ankerville, schoonvader van Marion Gall. 1805. Afschrift z.j 1 stuk

799 Stukken betreffende een proces tussen major Alexander Mackay mede namens zijn zoon Eric Mackay, en Eric, zevende lord Reay, over een fideicommis ("entail") 1825 1 omslag

800 Brieven van Alexander, achtste lord Reay, aan John J.G. en .? Thompson. Afschriften en concept. 1850-1861 1 omslag

801 Brieven aan Alexander, achtste lord Reay, van Geo. Heacock, Alfred Rooker en J.D.C. Steuart. 1859-1863 1 omslag

802 Brieven en afschriften van brieven betreffende een poging van Alexander, achtste lord Reay, om zijn dochter Sophia Aylmer geplaatst te krijgen aan het hof. 1854 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 89

803 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Alexander, achtste lord Reay. 1863-1867 1 omslag

804 Brief aan Marion Reay-Gall van haar echtgenoot, Alexander, achtste lord Reay. Z.j 1 stuk

805 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Marion Reay-Gall. 1867, 1868 1 omslag 4 Donald Hugh Mackay (1780-1850).

4 DONALD HUGH MACKAY (1780-1850).

806 Brieven aan mrs. en miss Munro of Achaney van Donald Hugh Mackay. 1819 en z.j 1 omslag

807 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Donald Hugh Mackay. 1850 1 omslag 5 Anne Mackay (...?-1849).

5 ANNE MACKAY (...?-1849).

808 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Anne Mackay. 1850-1865 1 omslag 6 Elisabeth Granvillie Mackay (... -1874).

6 ELISABETH GRANVILLIE MACKAY (... -1874).

809 Brieven in alfabetische volgorde aan Elizabeth Granvillie Mackay van Charles Hollings, Edward Irelawney Harding, Mackintosh Mackay, Alexander Mackay, achtste lord Reay, M. Cranmer Roberts, Alfred Rooker, D. Ross, J.L.C Steuart. 1855-1863 1 omslag

810 Gedicht, opgetekend door Elizabeth Granvillie Mackay. 1867 1 stuk

811 Testament van Elizabeth Granville Mackay 1873. Bijgevoegd stukken betreffende haar ziekte en begrafenis. 1874 1 omslag 7 Eric Mackay, negende lord Reay (1813-1875).

7 ERIC MACKAY, NEGENDE LORD REAY (1813-1875).

812 Brieven aan Eric, negende lord Reay, van E. Lecler, de Aldershot Mission te Londen, F.K.J. Shenton, G. Yatsley. 1864-1872 1 omslag

813 Stukken betreffende de begrafenis van Eric, negende lord Reay. 1875 1 omslag II. Ross

II. ROSS Verwant met Mackay (schotse hoofdtak) door het huwelijk van David Ross met Marion Gall, later echtgenote van Alexander Mackay, achtste lord Reay. David Ross.

DAVID ROSS.

814 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van David Ross. 90 Mackay van Ophemert 2.21.115

1858-1868 1 omslag III. Aylmer.

III. AYLMER. Verwant met Mackay (schotse hoofdtak) door het huwelijk van Charles Arthur Aylmer met Sophia Mackay. Charles Arthur Aylmer (?-?) en Sophia Mackay (?-?).

CHARLES ARTHUR AYLMER (?-?) EN SOPHIA MACKAY (?-?).

815-816 Brieven in alfabetische volgorde aan Charles Arthur Aylmer van diverse personen. 1853-1877 2 omslagen 815 van John Ashburn, Henry E. Brown, J. Cranmer Roberts, John Drever, Rob. P. Drever, G.M. Falbe, R.H. Gall, John Innes Geddes, J. Hannington Sons, K.A. Houstoun, George Loch, James Loch, Rent Guarantee Society Londen, Annie Mackay, Elizabeth Granville Mackay, John Mackay, Peter Mackay, Macintosh Mackay. 816 van Tierney C. Mankins, Elizabetg Norman, Y.H. Perceval, Eliza A. Plackett, Alexander, achtste lord Reay, Marion Reay-Gall, Alfred Rooker, J. Ross, M.A. Ross, D.M. Scobie, L.A. Shone, Shell & Co., J. & C. Steuart, J.G. Waller, W.M. Watters, en een niet geïdentificeerde afzender.

817 Brieven aan Sophie Aylmer-Mackay van J.D. Cranmer Roberts, W. Cranmer Roberts, Elizabeth Granville Mackay en Alexander, achtste lord Reay. 1864, 1865 en z.j 1 omslag

818 Aantekeningen van Charles Arthur Aylmer betreffende de nagedachtenis van Sophia Mackay. 1866 1 lias

819 Kwitanties en brieven en aantekeningen betreffende diverse financiële zaken van Arthur Aylmer. 1868-1876 en z.j 1 omslag IV. Mackay of Scourie.

IV. MACKAY OF SCOURIE. 1 Hugh Mackay (1640-1692) en Clara de Bie (?-?).

1 HUGH MACKAY (1640-1692) EN CLARA DE BIE (?-?).

820 Patentbrief van koning Karel II van Engeland voor Hugo Mackay. 1664 1 charter

821 Akten van benoeming door Jacobus II en Willem III, koningen van Engeland, van Hugh Mackay tot generaal majoor, en luitenant-generaal. 1685-1690 2 charters

822 Administratieve stukken van Hugh Mackay als officier. 1691, 1692 en z.j 1 omslag

823 Brieven van Hugh Mackay van koning-stadhouder Willem III en een niet geïdentificeerde afzender. 1687-1690 en z.j 1 omslag

824 Brieven aan Prins Willem III (en een ander?) van Hugh Mackay of Scourie over zijn houding als protestant tegenover koning Jacobus II van Engeland. (ca. 1688). Concepten. Bijgevoegd pamflet over dezelfde zaak, in afschrift. 2.21.115 Mackay van Ophemert 91

1 omslag

825 Akte van volmacht van Clara de Bie, weduwe van Hugh Mackay, op haar neef, kolonel Aenaes Mackay om in rechte op te treden tegen kapitein William Mackay en deze te ontzetten uit zijn funktie van chamberlain of Scourie. Concept. 1693 1 stuk 2 Hugh Mackay (1680-1708).

2 HUGH MACKAY (1680-1708).

826 Akte van aanstelling door prins Willem III voor Hugo Mackay als vaandrig in de compagnie van Colyear. 1687 1 stuk 3 Hugh Mackay (vóór 1729-1775).

3 HUGH MACKAY (VÓÓR 1729-1775).

827 Akte van benoeming door de Staten-Generaal voor Hugo Mackay als luitenant- kolonel van het regiment Schotten van wijlen kolonel Mackay. 1745 1 charter

828 Aantekeningen betreffende de regeling van de begrafenis van de luitenant-generaal Hugh Mackay. 1775 1 stuk V. Royaards.

V. ROYAARDS. Verwant met Mackay of Scourie door het huwelijk van Albertus Royaards met Anna Barbara Mackay. Anna Barbara Mackay (1684-1743).

ANNA BARBARA MACKAY (1684-1743).

829 Akte van overdracht door de executeurs-testamentair van Anna Barbara Royaards- Mackay aan provisoren van het Burgerweeshuis te Nijmegen van een obligatie, groot f. 8000.- ten laste van de Generaliteit d.d. 20 december 1649. 1743. Gecasseerd. Met retroacta d.d. 1720. 1 omslag VI. Puchler

VI. PUCHLER Verwant met Mackay (nederlandse tak) door het huwelijk van Margaretha Puchler met Aeneas Mackay. 1 Eustachius Puchler (gest. 1661) en Barbara Lijseman (?-?).

1 EUSTACHIUS PUCHLER (GEST. 1661) EN BARBARA LIJSEMAN (?-?).

830 Akten van aanstelling door de Staten-Generaal van Eustachius Puchler als sergeant- majoor in en kolonel van het regiment van graaf Willem van Nassau. 1627, 1642 2 charters

831 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Eustachius Puchler en Barbara Lijseman. 1627 1 charter

832 Aantekeningen van Eustachius Puchler betreffende gebeurtenissen voorgevallen in zijn naaste familie. 1627-1655 1 deeltje

833 Uittreksel uit een rouwdicht op Eustachius Puchler door ds. G. Fuchsius. 1661 1 deeltje 92 Mackay van Ophemert 2.21.115

2 François Puchler (1632-?, vóór 1687) en Jacoba de Bije (?-?).

2 FRANÇOIS PUCHLER (1632-?, VÓÓR 1687) EN JACOBA DE BIJE (?-?).

834 Brief van François Puchler van Lodewijk Puchler. 1666 1 stuk

835 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen François Puchler en Jacoba de Bije. 1666 1 stuk

836 Brief van Jacoba Puchler-de Bije van haar schoonzuster C.J.P. Puchler. 1677 1 stuk

837 Akte van overdracht aan Jacoba Puchler-de Bije van een obligatie, groot f. 1000.-, ten laste van de Staten-Generaal d.d.17 juni 1707. 1712 1 stuk 3 Willem Maurits Puchler (1650- ...?)

3 WILLEM MAURITS PUCHLER (1650- ...?)

838 Akte van commissie van prins Willem III voor Willem Maurits Puchler als luitenant in de compagnie van kapitein I. de Taillefer. 1672 1 stuk 4 Eustachius Puchler (omstr. 1690).

4 EUSTACHIUS PUCHLER (OMSTR. 1690).

839 Akten van aanstelling door koning-stadhouder Willem III van Eustachius Puchler als vaandrig en kapitein-luitenant in het regiment van generaal-majoor Mackay. 1690, 1691 1 omslag VII. Vijgh

VII. VIJGH Verwant met Mackay (Nederlandse tak) door het huwelijk van Jan Vijgh tot de Snor met Fransosa Jacoba Mackay. Jan Vijgh tot de Snor (1697-1772) en Fransosa Jacoba Mackay (1692-1766).

840 Brieven aan Jan Vijgh tot de Snor van F.O. van Dörnberg Heiden, J.E. van Lynden, Aeneas Mackay en Fr. Mackay. 1761-1769 1 omslag

841 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Jan Vijgh tot de Snor en Fransosa Jacoba Mackay. 1727 1 charter

842 Gedicht op de zilveren bruiloft van Jan Vijgh en Fransosa Jacoba Mackay. Gedrukt. 1752 1 deeltje

843 Brief aan Fransosa Jacoba Vijgh-Mackay van haar echtgenoot Jan Vijgh. 1755 1 stuk

844 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Fransosa Jacoba Vijgh-Mackay. 1761, 1765 1 omslag VIII. Van Eck.

VIII. VAN ECK. Verwant met Vijgh door het huwelijk van Jacob Willem van Eck met Margaretha Vijgh. 2.21.115 Mackay van Ophemert 93

Jacob Willem van Eck (1727-1789) en Margaretha Vijgh (1736-1810).

JACOB WILLEM VAN ECK (1727-1789) EN MARGARETHA VIJGH (1736-1810).

845 Brief aan Jacob Willem van Eck van Daniël Mackay. 1774 1 stuk

846 Brieven aan Margaretha van Eck-Vijgh van .? de Beyer, Margaretha van Dörnberg Heiden-Mackay, Barbara Mackay, Barthold J.C. Mackay en A.M.F.H. Mackay-van Renesse van Wilp. 1752-1807 en z.j 1 omslag IX. Van den Steen.

IX. VAN DEN STEEN. Verwant met Mackay (nederlandse tak) door het huwelijk van Arnolda Margaretha van den Steen met Daniël Mackay. 1 Arent Hendrik van den Steen (gest. in of vóór 1723) en Cornelia Verbolt.

1 ARENT HENDRIK VAN DEN STEEN (GEST. IN OF VÓÓR 1723) EN CORNELIA VERBOLT.

847 Akte van overdracht aan Arend van den Steen van een obligatie, groot f. 1000.-, ten laste van de Generaliteit d.d. 10 augustus 1688. 1696 1 stuk

848 Magescheid tussen de erfgenamen van Arend Hendrik van den Steen en Cornelia Verbolt. 1723 1 katern 2 Anna Geertruid van den Steen (1698-ca. 1778).

2 ANNA GEERTRUID VAN DEN STEEN (1698-CA. 1778).

849 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Anna Geertruid van den Steen. 1778 1 omslag 3 Maximiliana Clara van den Steen (?-ca. 1773).

3 MAXIMILIANA CLARA VAN DEN STEEN (?-CA. 1773).

850 Akte, waarbij Gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen toestemming verlenen aan Maximiliana Clara van den Steen om een obligatie, groot f. 2000. -, d.d. 1 maart 1697, ten laste van het Kwartier, op naam te doen overboeken. 1758 1 stuk

851 Magescheid tussen de erfgenamen van Maximiliana Clara van den Steen. 1773 1 katern 4 Arend Jan van den Steen (1712-ca. 1779).

4 AREND JAN VAN DEN STEEN (1712-CA. 1779).

852 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Arend Jan van den Steen. 1779, 1780 1 omslag 5 Cornelis Annaeus van den Steen (1713-ca. 1785).

5 CORNELIS ANNAEUS VAN DEN STEEN (1713-CA. 1785).

853 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Cornelis Annaeus van den Steen. 1785-1791 1 omslag 94 Mackay van Ophemert 2.21.115

6 Frederik Hendrik van den Steen (1717-1760) en Anna Magdalaine de Dompiere de Jonquieres (1717-1779).

6 FREDERIK HENDRIK VAN DEN STEEN (1717-1760) EN ANNA MAGDALAINE DE DOMPIERE DE JONQUIERES (1717-1779).

854 Notariële akte, waarbij Anna Magdalaine de Dompiere de Jonquieres tot executeur- testamentair van haar goederen in Groot-Brittannië aanwijst Stephen Gardes te Londen. 1746 1 stuk

855 Brief aan Anna Magdalena van den Steen-de Dompiere de Jonquieres van haar zuster C. de Jonquieres. 1778 1 stuk

856 Stellingen, waarop Wilhelmus Arnoldus Le Jeune is gepromoveerd tot doctor in de rechten aan de hogeschool te Leiden. Met opdracht aan zijn oom J.F. de Dompiere de Jonquieres. Gedrukt. 1780 1 deeltje Exemplaar bestemd voor Anna Magdalaine van den Steen-de Dompiere de Jonquieres.

857 Akte van scheiding en deling van de nalatenschappen van Frederik Hendrik van den Steen en Anna Magdalaine de Dompiere de Jonquieres. 1780 1 stuk 7 Hendrik Jacob Carel van den Steen (1749-1773).

7 HENDRIK JACOB CAREL VAN DEN STEEN (1749-1773).

858 Proefschrift van Henricus Jacobus Carolus van den Steen ter verkrijging van de graad van doctor in de rechten aan de hogeschool te Harderwijk. Gedrukt. 1771 2 exemplaren

859 Stukken betreffende een proces voor de Hoge Krijgsraad der Verenigde Nederlanden tussen H.J.C. van den Steen en de vaandrig Willem Schlosser wegens belediging. 1772 1 omslag 8 Gloudina Anna Hermina van den Steen (geb. 1733-ca. 1759).

8 GLOUDINA ANNA HERMINA VAN DEN STEEN (GEB. 1733-CA. 1759).

860 Rouwdicht op Gloudina A.H. van den Steen door C.M. Blanke. 1759 1 katern 9 Didericus Jacobus Arnoldus van den Steen (?-?).

9 DIDERICUS JACOBUS ARNOLDUS VAN DEN STEEN (?-?).

861 Stellingen, waarop Didericus J.A. van den Steen is gepromoveerd tot doctor in de rechtsgeleerdheid. Gedrukt. 1803 1 stuk X. Diederiks.

X. DIEDERIKS. Verwant met van den Steen door het huwelijk van Philip Hendrik Diederiks met Maria Françoise van den Steen. Philip Hendrik Diederiks (?-?) en Maria Françoise van den Steen (1697-1744).

PHILIP HENDRIK DIEDERIKS (?-?) EN MARIA FRANÇOISE VAN DEN STEEN (1697-1744).

862 Berijmde nieuwjaarswensen voor Philip H. Diederiks en Maria F. van den Steen van F.H.G. de Chastillon. 1734 en 1735 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 95

863 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Maria Francoise Diederiks-van den Steen, 1778 1 omslag XI. De Geer

XI. DE GEER Verwant met Mackay (nederlandse tak) door het huwelijk van Isabella Constantia de Geer met Daniël Mackay. 1 Jan Jacob de Geer van Rijnhuisen (1714-1781) en Theodora Anna van Haeften (1721-1801).

1 JAN JACOB DE GEER VAN RIJNHUISEN (1714-1781) EN THEODORA ANNA VAN HAEFTEN (1721-1801).

864 Schuldbekentenis van W.C.H. van Quadt tot Wyckradt en Isabella Constantia de Geer aan Jan Jacob de Geer, groot f. 6000. 1771 1 stuk

865 Akte van overdracht aan Jan Jacob de Geer van een obligatie, groot f. 1000.-, laste van Holland en Westfriesland, d.d. 30 december 1733. Met retroacta d.d. 1739-1744. 1771 1 omslag

866 Akte van overdracht aan Jan Jacob de Geer van een obligatie, groot f. 1000.-, ten laste van Holland en Westfriesland, d.d. 1 mei 1673. Met retroacta d.d. 1706-1770. 1774 1 omslag

867-869 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Jan Jacob de Geer. 1781-1784 2 banden en 1 omslag 867 Staat en inventaris van de boedel 868 Akte van scheiding 869 Diversen

870 Kwitantie voor Theodora Anna de Geer van Haeften van Jan Louis Mackay, voor een kwart van een jaarlijkse uitkering. 1795 1 stuk 2 Anthony Gustaaf de Geer (1745-1808).

2 ANTHONY GUSTAAF DE GEER (1745-1808).

871 Borderel op de rekening van E. Kol van de boedel, nagelaten door Anthony G. de Geer van Rijnhuisen. ca. 1810 1 stuk 3 Barthold Jacob de Geer (1816-1903).

3 BARTHOLD JACOB DE GEER (1816-1903).

872 Aantekeningen van Barthold Jacob de Geer betreffende de tot het gebruik van zeker fonds gerechtigde vrouwelijke afstammelingen van Jan Jacob de Geer. 19de eeuw 1 omslag XII. Van Haeften.

XII. VAN HAEFTEN. Verwant met Mackay (nederlandse tak) door het huwelijk van Ursulina Philippina van Haeften met Aeneas Mackay. 1 Walraven van Haeften (gest. 1658) en Fransina van Cockengen (?-?).

1 WALRAVEN VAN HAEFTEN (GEST. 1658) EN FRANSINA VAN COCKENGEN (?-?).

873 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschappen van Henrica van Haeften, Walraven van Haeften en Fransina van Cockengen. 96 Mackay van Ophemert 2.21.115

1662-1671, en z.j 1 omslag Henrica van Haeften was de moeder van Walraven. 2 Reinier van Haeften (1646-1733) en Adriana Maria de Cock van Delwijnen.

2 REINIER VAN HAEFTEN (1646-1733) EN ADRIANA MARIA DE COCK VAN DELWIJNEN.

874 Lastgeving van Gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen aan Reinier van Haeften om spaanse hulptroepen van Gorinchem naar Arnhem te geleiden. 1672 1 stuk

875 Kwitanties voor Reinier van Haeften en Adriana Maria de Cock van Delwijnen. 1691, 1707 1 omslag

876 Resolutie van de Ridderschap van het ambt van Tieler- en Bommelerwaard, waarbij Reinier van Haeften en Carel Pieck worden aangewezen tot gecommitteerden op de lands- en kwartiervergaderingen. Gelijktijdig uittreksel. 1702 1 stuk

877 Declaratie van verschotten van Anton Pronck voor Reinier van Haeften over 1706 en 1707, 1708 1 stuk

878 Huishoudelijke aantekeningen van Adriana Maria de Cock van Delwijnen, echtgenote van Reinier van Haeften. 1723-1728 1 omslag

879 Magescheid tussen de erfgenamen van Johan de Cock van Delwijnen, Reinier van Haeften en Adriana Maria de Cock van Delwijnen. 1733 1 katern 3 Walraven van Haeften (gest. 1746) en Francoisa van Till (?-?)

3 WALRAVEN VAN HAEFTEN (GEST. 1746) EN FRANCOISA VAN TILL (?-?)

880 Stukken ven Walraven van Haeften als dijkgraaf en ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. 1709-1746 1 omslag

881 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Walraven van Haeften en Françoisa van Till. 1717 1 charter

882 Kwitanties voor Walraven van Haeften en Françoisa van Till. 1732-1734 1 omslag

883 Plan van verdeling van de nalatenschap van Walraven van Haeften. 1747 1 stuk 4 Barthold van Haeften (1692-1772) en Margriet van Lynden 1699-1761).

4 BARTHOLD VAN HAEFTEN (1692-1772) EN MARGRIET VAN LYNDEN 1699-1761).

884 Kwitanties voor Barthold van Haeften en Margriet van Lynden. 1719, 1772 1 omslag

885 Stukken van Barthold van Haeften als ambtman van Bommel, Tieler-en Bommelerwaard. 1725-1760 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 97

886 Testament van Barthold van Haeften en Margriet van Lynden. 1757. Met afschrift z.j., en akte van volmacht op F.W. de Virieu om het voor de leenkamer van Waardenburg te doen bekrachtigen. 1758 1 omslag

887 Brief van Barthold van Haeften van Lodewijk van Brunswijk Wolfenbüttel. 1766 1 stuk

888 Akte, waarbij Gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen een rentebrief d.d. 12 november 1636 splitsen in drie rentebrieven. 1705. Met kwitantie ter zake van cessie van een van deze rentebrieven aan Johan de Cock van Delwijnen. 1705. Authentieke afschriften. (ca. 1770) 1 stuk Waarschijnlijk zijn deze rentebrieven door vererving aan Barthold van Haeften gekomen.

889 Gedicht op het overlijden van Barthold van Hoeften. Gedrukt. 1772 1 stuk

890-891 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschappen van Barthold van Haeften en Margriet van Lynden. 1772 -1778 en z.j 2 pakken 890 niet gespecificeerd 891 niet gespecificeerd 5 Reinira Adriana Margaretha van Haeften (ca. 1720-1750).

5 REINIRA ADRIANA MARGARETHA VAN HAEFTEN (CA. 1720-1750).

892 Schuld bekentenis van Christiaan Spillenaer en Maria Aensorgh aan Pieter Weyman, groot f. 8000.-. Met aantekening, dat Adriana Margaretha van Haeften het restant heeft afgelost. 1727 1 stuk 6 Reinier van Haeften (1729-1800) en Jeanne Cénie Kick (1758-1799).

6 REINIER VAN HAEFTEN (1729-1800) EN JEANNE CÉNIE KICK (1758-1799).

893 Afrekeningen van Reinier van Haeften en de beheerders van zijn nalatenschap met Ph.Fr. Tinne. 1775-1802 1 omslag

894 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Reinier van Haeften en Jeanne Cénie Kick, met andere stukken betreffende de voltrekking van het huwelijk. 1778 1 omslag

895 Brief van Reinier van Haeften van prins Willem V. 1780 1 stuk

896 Schuldbekentenis van Reinier van Haeften aan de weduwe A. van der Kruyssen-van Limpers, groot f. 500.-. 1756. Met aantekening betreffende de aflossing. 1782 1 stuk

897 Akten van aanstelling door de erfstadhouder en raden van Gelderland van Reinier van Haeften tot ambtman en dijkgraaf van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. Met bijbehorende stukken. 1783-1785, 1801 2 charters en 1 omslag 98 Mackay van Ophemert 2.21.115

898 Stukken van Reinier van Haeften als gezant te Constantinopel en Wenen. 1784-1800 1 omslag

899 Kwitanties voor Reinier van Haeften. 1784-1792 en z.j 1 omslag

900 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Reinier van Haeften. 1800-1824 1 omslag 7 Anne Margriet van Haeften (1782-1844).

7 ANNE MARGRIET VAN HAEFTEN (1782-1844).

901 Stukken betreffende de regeling van de voogdij over het beheer van het vermogen van Anne Margriet, Elisabeth Cénie, Henriëtte M.Ch.U. en Victoire Sophie van Haeften gedurende hun minderjarigheid. 1800-1809 1 omslag

902 Circulaire aan Anne Margriet van Haeften van het provinciaal kerkbestuur van Limburg betreffende steun aan protestantse gemeenten. Gedrukt. 1837 1 stuk

903 Stukken betreffende de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Anne Margriet van Haeften. 1844 1 omslag 8 Elisabeth Cénie van Haeften (1783-1825).

8 ELISABETH CÉNIE VAN HAEFTEN (1783-1825).

904 Kwitanties voor Elisabeth Cénie van Haeften. 1801-1825 1 omslag

905 Brieven van de intendant-generaal der Financiën aan Elisabeth Cénie van Haeften als kanonikes van het voormalig jufferenstift te Zennewijnen, over de toekenning van een pensioen. 1812 1 omslag

906 Koninklijk Besluit, waarbij aan Elisabeth Cénie van Haeften en haar zusters de titel van baronesse wordt verleend. Authentiek gelijktijdig uittreksel. 1822 1 stuk

907 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Elisabeth Cénie van Haeften. 1825, 1826 1 omslag 9 Henriëtte Margaretha Charlotte Ursulina van Haeften (1784-1823).

9 HENRIËTTE MARGARETHA CHARLOTTE URSULINA VAN HAEFTEN (1784-1823).

908 Stukken betreffende het beheer van het vermogen van Henriëtte M.Ch.U. van Haeften. 1804-1824 1 omslag

909 Stukken betreffende de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Henriëtte M.Ch.U. van Haeften. 1823, 1824 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 99

10 Victoire Sophie van Haeften (1789-1825).

10 VICTOIRE SOPHIE VAN HAEFTEN (1789-1825).

910 Stukken betreffende de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Victoire Sophie van Haeften. 1825, 1826 1 omslag XIII. De Cock van Delwijnen.

XIII. DE COCK VAN DELWIJNEN. Verwant met van Haeften door het huwelijk van Adriana Maria de Cock van Delwijnen met Reinier van Haeften. 1 Hillegond van Auwrijn (gest. 1538), weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen.

1 HILLEGOND VAN AUWRIJN (GEST. 1538), WEDUWE VAN ADRIAEN DE COCK VAN DELWIJNEN.

911 Akte van wederkerige kwijting van schulden tussen Hillegond van Auwrijn en Heylken, weduwe van Wouter Ghysberts, 1538 1 charter Reg. nr. 59. 2 Adriaen de Cock van Delwijnen (verschijnt tussen 1551 en 1604) en 1e. Maria van Brakel; 2e Maria van Hemert.

2 ADRIAEN DE COCK VAN DELWIJNEN (VERSCHIJNT TUSSEN 1551 EN 1604) EN 1E. MARIA VAN BRAKEL; 2E MARIA VAN HEMERT.

912 Magescheid tussen de erfgenamen van Joachim van Giessen en Maria van Brakel, en Adriaen de Cock van Delwijnen. 1564 1 charter Reg. nr. 84.

913 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Adriaen de Cock van Delwijnen en Maria van Hemert. 1568 1 charter Reg. nr. 89.

914 Brief aan Adriaen de Cock van Delwijnen als dijkgraaf van Tielerwaard van de Staten van Utrecht. 1599 1 stuk 3 Johan de Cock van Delwijnen (verschijnt ca. 1605) en 1e. Eustachia van Hemert; 2e. Adriana van Beynhem.

3 JOHAN DE COCK VAN DELWIJNEN (VERSCHIJNT CA. 1605) EN 1E. EUSTACHIA VAN HEMERT; 2E. ADRIANA VAN BEYNHEM.

915 Brieven aan Johan de Cock van Delwijnen van A. de Bije, Adriaen de Cock van Delwijnen, Barthold van Gent, Pieter de Gruyter en Tido Herman van Inn- en Kniphusen. 1614-1643 en z.j 1 omslag

916 Brieven aan Adriana de Cock van Delwijnen geb. van Beynhem, van haar zoon Adriaen de Cock van Delwijnen. 1638 1 omslag

917 Akte van volmacht aan Barthold van Gent, ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard, op Johan de Cock van Delwijnen, om namens hem de verdeling van de tekorten in de ambtslasten van de Bommelerwaard te regelen. 1644 1 stuk

918 Stukken van Johan de Cock van Delwijnen betreffende de verdeling van de kosten 100 Mackay van Ophemert 2.21.115

van een dijkbreuk te Herwijnen over de heerlijkheden in de Tielerwaard. 1644 1 omslag

919 Schuldbekentenis van Adriana de Cock van Delwijnen, geb. van Beynhem, en Maria de Cock van Delwijnen aan Cornelis van Bueren, groot 200 carolusguldens. Met kwitantie voor de aflossing. 1663. 1648 1 stuk 4 Maria de Cock van Delwijnen (?-?).

4 MARIA DE COCK VAN DELWIJNEN (?-?).

920 Testament van Maria de Cock van Delwijnen. 1637 1 stuk

921 Schuldbekentenissen van Maria de Cock van Delwijnen aan Pater Wares, minderbroeder te Hasselt, groot 100 gulden, Han Lindtmans, schepen te Houthoven, groot 113 gulden 18 1/2 stuiver, en Pieter Stevenss. van Teffelen, groot 182 gulden 10 stuivers. Met aantekeningen betreffende de aflossing. 1653 en z.j. 1646, 1647 1 omslag

922 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Maria de Cock van Delwijnen. 1648-1654 en z.j 1 omslag 5 Adriaen de Cock van Delwijnen (verschijnt 1638-gest. 1698) en Anna van Gent (?-?).

5 ADRIAEN DE COCK VAN DELWIJNEN (VERSCHIJNT 1638-GEST. 1698) EN ANNA VAN GENT (?-?). a Openbare funkties.

a Openbare funkties.

923 Stukken van Adriaen de Cock van Delwijnen als opperste kerk- en armmeester te Wadenooien. 1648-1671 en z.j 2 charters en 1 omslag

924 Stukken van Adriaen de Cock van Delwijnen als schepen in de bank van Deil. 1652-1670 1 omslag

925 Stukken van Adriaen de Cock van Delwijnen als heemraad in de Tielerwaard. 1652-1689 en z.j 1 omslag

926 Stukken van Adriaen de Cock van Delwijnen als ambtsjonker van de Tielerwaard. 1653-1672 en z.j 1 omslag b Partikuliere zaken.

b Partikuliere zaken.

927 Stukken betreffende een geschil tussen Adriaen de Cock van Delwijnen en Anna van Gent enerzijds, en Rutger van Randwijck anderzijds, over de nalatenschap van Godefroij van Gent en Maria van Giessen. 1645-1653 en z.j 1 omslag

928 Diverse stukken en aantekeningen van Adriaen de Cock van Delwijnen en Anna van Gent van financiële aard. 1648-1696 en z.j 1 omslag

929 Akte van akkoord tussen Barthold van Gent en Willem Tomas Quaet van Wickraet en Maria Torck inzake de nalatenschap van Rutger van Randwijck jr. 1649. Afschrift 2.21.115 Mackay van Ophemert 101

in de hand van Anna van Gent. Z.j l stuk

930 Stukken betreffende een geschil tussen Adriaen de Cock van Delwijnen Joachim van Gent en Joost van Gent over de nalatenschap van Barthold van Gent. 1651-1655 en z.j 1 omslag

931 Brieven en kostendeclaraties aan Adriaen de Cock van Delwijnen ter zake van verschillende, niet nader aangeduide processen. 1653-1690 1 omslag

932 Brieven aan Adriaen de Cock van Delwijnen van .? van Bronckhorst tot Hulssen, Anna van Gent, Joachim van Gent, Geo. Florens van Kniphausen en Vogelsang, Ferdinand van Kniphausen en Vogelsang, Q. de Cocq en Antoi S. (?). 1655-1672 en z.j 1 omslag

933 Stukken betreffende een niet nader aangeduid proces, gevoerd voor het Hof van Gelderland, tussen Alexander Tengnagel, heer van Gellikum enerzijds, en Jan van Scherpenzeel, heer van Rumt, en Sluymer en Hackert anderzijds. 1671 1 omslag Adriaen de Cock van Delwijnen was hierbij betrokken.

934 Stukken betreffende een geschil tussen Adriaen de Cock van Delwijnen en Anna van Gent en de andere erfgenamen over de nalatenschappen van Joost van Gent en Lucia Brummer. 1680 en z.j 1 omslag

935 Stukken betreffende een geschil tussen Anna van Gent en H.J. de Montagne over de nalatenschap van Christina van Gent. 1695 1 omslag

936 Brieven aan diverse personen van Adriaen de Cock van Delwijnen. Z.j. Concepten. 1 omslag

937 Stukken betreffende een proces van Anna van Gent en haar zoon Johan de Cock van Delwijnen tegen de graaf van Autel over twee obligaties uit de nalatenschap van Ferdinand van In- en Kniphuizen, heer van Vogelsang. Met retroacta d.d. 1616-1648. 1700-1714 1 omslag 6 Johan de Cock van Delwijnen (gest. 1724).

6 JOHAN DE COCK VAN DELWIJNEN (GEST. 1724). a Openbare funkties.

a Openbare funkties.

938-939 Stukken van Johan de Cock van Delwijnen als ambtsjonker en lid van de Ridderschap van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard 1675-1702 2 omslagen 938 Stukken betreffende gelden, door de dorpen in de Bommeler- en Tielerwaard op te brengen voor lossing van gijzelaars. 1675-1690 939 Diversen.

940-952 Stukken van Johan de Cock van Delwijnen als lid en Gedeputeerde van het Kwartier van Nijmegen. 1686-1719 13 omslagen 940 Stukken betreffende de heffing en invordering van de verponding, 102 Mackay van Ophemert 2.21.115

1686-1717 941 Stukken betreffende de financiering van de militie, 1688-1719 en z.j 942 Stukken betreffende diverse waterstaatszaken, 1692-1708 en z.j 943 Stukken betreffende de invordering van het familiegeld, 1693-1719 944 Stukken betreffende de invordering van de imposten en de verdeling van de opbrengst daarvan, 1694-1718 945 Stukken betreffende de revisie van een proces van de magistraat van Zaltbommel tegen de ambtman Diderick van Elst, 1694 en z.j 946 Stukken betreffende het beheer van de abdij van Marienweerd en andere geestelijke goederen en stichtingen, 1700-1715 947 Stukken betreffende diverse financiële zaken, 1702-1716 en z.j 948 Stukken betreffende benoemingen van en geschillen met ambtenaren, 1702-1715 en z.j 949 Stukken betreffende de buitenlandse politiek van de Republiek, 1712, 1717 950 Stukken betreffende een proces van Ewoud van Els tegen Willem Hendriksen en Arien Huigen, alsmede gedeputeerden van het Kwartier, over het zetten van een huis onder Hellouw, 1714, 1715 951 Stukken betreffende veranderingen, gebracht in het bestuur der stad Zaltbommel. Met retroacta d.d. 1654, 1717 952 Diversen, 1692-1715

953 Stukken van Johan de Cock van Delwijnen als lid van de Dijkstoel van Bommelerwaard. 1684, 1685 1 omslag

954 Akte, waarbij schepenen in Deil getuigen, dat de goederen van Johan en Floris van Meeckeren, heren van Meinerswijk, ten behoeve van Arnold van Bijsterveld executoriaal verkocht zijn aan Aellert Meyers. 1688 Met akte van bekrachtiging. 1689 3 aaneengehechte charters Johan de Cock van Delwijnen was schepen in Deil.

955 Aantekeningen van Johan de Cock van Delwijnen als buitengewoon lid van het Hof van Gelderland betreffende de beslissingen inzake bestuursgeschillen en oproerige bewegingen in het Kwartier van Nijmegen. 1702 1 omslag

956-962 Stukken van Johan de Cock van Delwijnen als ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. 1703-1723 7 omslagen 956 Stukken betreffende de invordering van diverse belastingen. Met retroacta vanaf 1699, 1703-1707 en z.j 957 Stukken betreffende diverse waterstaatszaken. Met retroacta vanaf 1700, 1703-1716 958 Stukken betreffende reparaties aan de hulpsluis te Dalem. Met retroacta vanaf 1416, 1703-1716 959 Stukken betreffende de uitoefening van de criminele justitie, 1703- 1723 960 Stukken betreffende de aanstelling en bezoldiging van en geschillen met lagere ambtenaren, 1706-1723 961 Rekeningen van de ambtman. 1707-1717, Fragmenten van concepten. Met bijlagen. 2.21.115 Mackay van Ophemert 103

962 Diversen, 1703-1714

963 Stukken van Johan de Cock van Delwijnen als afgevaardigde ter buitengewone vergadering van de Staten-Generaal. Met retroacta vanaf 1709. 1717 1 omslag b Partikuliere zaken.

b Partikuliere zaken.

964 Stukken betreffende een geschil tussen Walraven van Steenhuys, heer van Heumen, en zijn zwager Gijsbert Tengnagel, heer van Gellikum, over de nalatenschap van Anna van Randwijck, weduwe van Ludolph van Steenhuys. 1677-1706 en z.j 1 omslag Johan de Cock van Delwijnen legde in deze zaak een verklaring af.

965 Stukken betreffende het beheer van het vermogen van de minderjarige kinderen van Anna Wilhelmina Cecilia van Keppel, douairière van Heeckeren van Enghuizen. 1687-1700 en z.j 1 omslag Johan de Cock van Delwijnen was voogd over deze kinderen.

966 Brieven aan Johan de Cock van Delwijnen van G. Doijweert en C. de Cocq, 1691-1694 1 omslag

967 Stukken betreffende de verkoop van de heerlijkheden Waardenburg en Neerijnen door de dochters van Diderik van Bronkhorst aan Cornelis van Aylva, en de belening van Margareta van Aylva-van Gent met deze heerlijkheden. 1701, 1707 1 omslag Johan de Cock van Delwijnen hielp het koopcontract opstellen.

968 Akte, waarbij Willem Bertram Quadt van Wickradt en Margaretha van Aylva-van Gent hun geschil (over de erfenis van Cornelis en Margaretha van Gent?) onderwerpen aan de uitspraak van J.B. van Randwijck, Johan de Cock van Delwijnen en J. van Arnhem. 1711. Afschrift z.j 1 stuk In dit afschrift staat abusievelijk: G.B.B. Quadt van Wickraet en W.B. van Aylva-van Gent.

969 Akte, waarbij Walrat van Steenhuys, heer van Heumen, Malden en Oploo, en Egbert Alexander Rengers, heer van Sleeberg en Westdorp, hun geschillen onderwerpen aan de uitspraak van Johan de Cock van Delwijnen en de heer van Wolferen. Concept. 1711 1 stuk

970 Rekening, gedaan door de rentmeester J. van Barneveld aan Adriana Margriet, Walraven en Barthold van Haeften van de nalatenschap van Johan de Cock van Delwijnen over 1725 en 1726, 1728 Zie ook op nr. 879. 7 Barthold de Cock van Delwijnen (verschijnt 1688).

7 BARTHOLD DE COCK VAN DELWIJNEN (VERSCHIJNT 1688).

971 Tijnsbrief van Adriaen de Cock van Delwijnen en Joachim van Gent voor Joan van Dorp, groot 262 carolusguldens en 10 stuivers 's jaars 1654. Met stukken betreffende de verkoop van deze tijns aan Barthold de Cock van Delwijnen. 1688 1 charter en 1 omslag

972 Stukken betreffende de financiële administratie van de compagnie van de kapitein 104 Mackay van Ophemert 2.21.115

Barthold de Cock van Delwijnen. 1688-1692 1 omslag XIV. Van Beynhem.

XIV. VAN BEYNHEM. Verwant met De Cock van Delwijnen door het huwelijk met Adriana van Beynhem met Johan de Cock van Delwijnen. Gerrit van Beynhem (omstr. 1580) en Christina van Eck.

GERRIT VAN BEYNHEM (OMSTR. 1580) EN CHRISTINA VAN ECK.

973 Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Gerrit van Beynhem en Christina van Eck. In tweevoud. 1578 2 charters Reg. nr. 96. XV. Van Kniphausen.

XV. VAN KNIPHAUSEN. Verwant met De Cock van Delwijnen door het huwelijk van Tido Herman van Kniphausen met Margaretha de Cock van Delwijnen. Tido Herman van Kniphausen (omstr. 1660)

TIDO HERMAN VAN KNIPHAUSEN (OMSTR. 1660)

974 Brief aan Tido Herman van Kniphausen van Adriaen de Cock van Delwijnen. 1660 1 stuk XVI. Van Gent.

XVI. VAN GENT. Verwant met De Cock van Delwijnen door het huwelijk met Anna van Gent met Adriaen de Cock van Delwijnen. 1 Cornelis van Gent. (1548-1614).

1 CORNELIS VAN GENT. (1548-1614).

975 Stukken van Cornelis van Gent als Gedeputeerde van het Kwartier van Nijmegen en van Gelderland ter Staten-Generaal. 1594-1612 1 omslag 2 Godefroy van Gent (1584-1644) en Maria van Giessen (gest. 1659).

2 GODEFROY VAN GENT (1584-1644) EN MARIA VAN GIESSEN (GEST. 1659).

976 Brieven aan Godefroy van Gent van Jan van Balveren en A. Vijgh. 1634-1639 1 omslag

977 Aantekeningen van Godefroy van Gent(?) betreffende de onroerende goederen en rentebrieven, door hem en zijn vrouw, staande hun huwelijk gekocht of verkocht. Z.j 1 stuk

978 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Marie van Giessen, 1663 1 omslag 3 Barthold van Gent (1586-1650) en Elisabeth van Giessen (1580-1668).

3 BARTHOLD VAN GENT (1586-1650) EN ELISABETH VAN GIESSEN (1580-1668).

979 Stukken van Barthold van Gent als ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard, en als Gedeputeerde van het Kwartier van Nijmegen. 1629-1645 1 omslag

980 Financiële aantekeningen van Elisabeth van Giessen. 1642-1656 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 105

981 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Barthold van Gent. 1651 1 omslag

982 Schepenakte van Zaltbommel betreffende een niet nader aangeduide vordering van Ewalt Haubraecke op Elisabeth van Giessen. 1655 1 charter 4 Cornelis van Gent (1618-1682).

4 CORNELIS VAN GENT (1618-1682).

983 Stukken van Cornelis van Gent als ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. 1654-1681 en z.j 1 omslag

984 Kladaantekeningen betreffende huishoudelijke uitgaven van Cornelis van Gent(?) 1670-1682 1 omslag

985 Brieven aan Cornelis van Gent van Adriaen de Cock van Delwijnen en Mayke van Vuiere. Z.j 1 omslag 5 Joachim van Gent (1621-1682) en Helena Maria Drummond (?-?).

5 JOACHIM VAN GENT (1621-1682) EN HELENA MARIA DRUMMOND (?-?).

986 Schuldbekentenis van Theodora de Roover-de Cock van Delwijnen aan Willem en Helena Drummond, groot 5000 gulden. 1646 1 charter

987 Nota van Roelof Gerrits. Hackert te Gellikum (voor Helena Maria Drummond?) ter zake van gelden door haar verschuldigd aan zijn vader. 1651 1 stuk

988 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Joachim van Gent en Helena Maria Drummond. 1653 1 charter

989 Akte van volmacht van de ambtsjonkers van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard op J. van Hastenborgh om een lening te sluiten voor een proces, namens hen te voeren door Joachim van Gent tegen Q. de Cock. 1671. Afschrift z.j 1 stuk

990 Brieven aan Joachim van Gent van D. ten Hove, Rijck Muys en R. Tijssen. 1671-1681 1 omslag

991 Verzoekschrift van Joachim van Gent als kolonel over een regiment infanterie aan Gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen inzake de betaling van achterstallige tractement. 1679. Concept. Met bijlage. 1680 1 omslag

992 Brieven aan Helena Maria Drummond van Tjaard van Aylva, A.B. Elsevier en Philips van Esse. 1682-1695 1 omslag

993 Huishoudelijke aantekeningen en kwitanties van Helena Maria Drummond. 1682-1693 en z.j 1 omslag 106 Mackay van Ophemert 2.21.115

6 Van Gent diversen.

6 VAN GENT DIVERSEN.

994 Inventaris van het archief der heren van Gent en Oyen, 1450-1617. 17de eeuw 1 katern De beschreven stukken zelf zijn niet aanwezig. XVII. Van Giessen.

XVII. VAN GIESSEN. Verwant met Van Gent door het huwelijk van Maria van Giessen met Godefroi van Gent en van Elisabeth van Giessen met Barthold van Gent. Joost van Giessen (verschijnt 1558 tot 1620).

JOOST VAN GIESSEN (VERSCHIJNT 1558 TOT 1620).

995 Stukken van Joost van Giessen als ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. Gedeputeerde van het Kwartier van Nijmegen en Gedeputeerde van Gelderland ter Staten-Generaal. 1612-1619 en z.j 1 omslag

996 Brieven aan Joost van Giessen van Elisabeth van Giessen, Roedolff Spierinck van Well, Bernard van Welderen en een niet geïdentificeerde afzender. 1614, 1619 en z.j 1 omslag XVIII. Drummond.

XVIII. DRUMMOND. Verwant met Van Gent door het huwelijk van Helena Maria Drummond met Joachim van Gent. Johan Willem Drummond (gest. 1627) en Maria de Cock van Delwijnen (?-?).

JOHAN WILLEM DRUMMOND (GEST. 1627) EN MARIA DE COCK VAN DELWIJNEN (?-?).

997 Akte van transport door Anthonis Van Sewijck te Utrecht aan Jozyna van Brienen aldaar van een koopmansrentebrief d.d. 19 april 1623, groot 600 carolusguldens, ten laste van Johan Willem Drummond en Maria de Cock van Delwijnen. Gecancelleerd. 1630 1 charter XIX. De Roover.

XIX. DE ROOVER. Verwant met De Cock van Delwijnen door het huwelijk van Melchior de Roover met Theodora de Cock van Delwijnen. Melchior de Roover (?-?) en Theodora de Cock van Delwijnen (?-?).

MELCHIOR DE ROOVER (?-?) EN THEODORA DE COCK VAN DELWIJNEN (?-?).

998 Magescheid tussen Johan van Scherpenzeel, Wilhelma Pieck-van Scherpenzeel, Anna van Scherpenzeel en de kinderen van Joachim de Cock van Delwijnen en Maria van Scherpenzeel, erfgenamen van Eustachius van Scherpenzeel. 1610 1 stuk

999 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Melchior de Roover en Theodora de Cock van Delwijnen. In tweevoud. 1619 2 charters

1000 Stukken betreffende de kosten van een proces van Theodora en Maria de Cock van Delwijnen tegen Hendrick de Bruyn. 1624 1 omslag

1001 Gerechtelijke akte, waarbij Melchior de Roover en Theodora de Cock van Delwijnen elkaar een lijftocht toekennen, bestaande in renten uit goederen te Avezaat en in 2.21.115 Mackay van Ophemert 107

het ambt Neder-Betuwe. 1631 1 charter

1002 Testament van Theodora de Cock van Delwijnen. 1634 1 stuk XX. Van Lynden (A).

XX. VAN LYNDEN (A). Verwant met van Haeften door het huwelijk met Margriet van Lynden met Barthold van Haeften. 1 Dirk Wolter van Lynden (1659-1712) en Anna Ursula van Reede (1669-1749).

1 DIRK WOLTER VAN LYNDEN (1659-1712) EN ANNA URSULA VAN REEDE (1669-1749).

1003 Plan van verdeling van de nalatenschap van Dirk Wolter van Lynden en Anna Ursulina van Reede. 1750 1 stuk 2 Frans Goderd van Lynden (1702-1786).

2 FRANS GODERD VAN LYNDEN (1702-1786).

1004 Kwitantie van kapelaan Kasters van C.J. Houbben ter zake van levering van kaarsen. 1785 1 stuk Waarschijnlijk is de betaling gedaan door Frans Goderd van Lynden. 3 Cornelia Eliana van Lynden (1734-1812).

3 CORNELIA ELIANA VAN LYNDEN (1734-1812).

1005 Brieven van Cornelia Eliana van Lynden van .? Hartog, P.G.A.B. van Lynden, Pieter van Lynden, Willem Scheuling. 1794-1810 1 omslag

1006 Kasboek van Cornelia Eliana van Lynden. 1788-1813 1 deel 4 Anna Theodora van Lynden (1732-1802).

4 ANNA THEODORA VAN LYNDEN (1732-1802).

1007 Akten van overdracht aan Anna Theodora van Lynden van vier obligaties, elk groot f. 1000.-, en alle ten laste van Holland en Westfriesland, resp. d.d. 7 mei 1744, 21 augustus 1747 en 1 augustus 1785. Met retroacta d.d. 1765-1801. 1801 1 omslag 5 Anna Wilhelmina van Lynden (1768-1847).

5 ANNA WILHELMINA VAN LYNDEN (1768-1847).

1008 Brieven aan Anna Wilhelmina van Lynden, D.R.J. van Lynden en J.S.J.F. van Nagell van Lynden. 1831 en z.j 1 omslag 6 Cornelia Henriëtte van Lynden-Huydecoper (1776-1838).

6 CORNELIA HENRIËTTE VAN LYNDEN-HUYDECOPER (1776-1838).

1009 Brieven aan Cornelia Henriëtte van Lynden-Huydecoper van Constantia J.F. Huydecoper-van Weede. 1806 1 omslag XXI. Van Heeckeren tot de Kemnade en Waliën.

XXI. VAN HEECKEREN TOT DE KEMNADE EN WALIËN. Verwant met van Haeften door het huwelijk van Margaretha Reinira van Haeften met Evert Ludolf van Heeckeren. 108 Mackay van Ophemert 2.21.115

Evert Ludolf van Heeckeren tot de Kemnade en Waliën (1734-1804) en Margaretha Reinira van Haeften (gest. 1797).

EVERT LUDOLF VAN HEECKEREN TOT DE KEMNADE EN WALIËN (1734-1804) EN MARGARETHA REINIRA VAN HAEFTEN (GEST. 1797).

1010 Akte, waarbij Gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen toestemming verlenen tot het overboeken van een obligatie, groot f. 6000.-, d.d. 1 januari 1694, ten laste van het Kwartier, op naam van Evert Ludolf van Heeckeren en Margaretha Reinira van Haeften. 1789 1 stuk

1011 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Evert Ludolf van Heeckeren en Margaretha Reinira van Haeften, 1797-1816 en z.j 1 omslag XXII. De Pagniet.

XXII. DE PAGNIET. Verwant met Van Haeften door het huwelijk van Henriëtte Margaretha van Haeften met Carel Lodewijck de Pagniet. 1 Abraham de Pagniet (1661-1724).

1 ABRAHAM DE PAGNIET (1661-1724).

1012 Akte van akkoord tussen Abraham de Pagniet en Arnold van Bloemendaal als echtgenoot van Johanna de Pagniet in een geschil over de nalatenschap van Christina de Pagniet. Concept. (1720) 1 stuk 2 Reinier Johan Christiaan de Pagniet (1756-1807).

2 REINIER JOHAN CHRISTIAAN DE PAGNIET (1756-1807).

1013 Brieven aan R.J.C. de Pagniet van E. Borgstede en E. Kol over financiële zaken. 1801-1820 1 omslag

1014 Declamatiestukje ter ere van R.J.C. de Pagniet, voorgedragen door de zusters van Haeften. Z.j 1 stuk

1015 Aantekeningen van R.J.C. de Pagniet betreffende een reis door het Rijnland. Z.j 1 stuk XXIII. Van Tuyll van Serooskerken.

XXIII. VAN TUYLL VAN SEROOSKERKEN. Verwant met De Pagniet door het huwelijk van Vincent Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken met Dorothea Henriëtte Maria Louise de Pagniet. Dorothea Henriëtte Maria Louise van Tuyll-de Pagniet (1751-1836).

DOROTHEA HENRIËTTE MARIA LOUISE VAN TUYLL-DE PAGNIET (1751-1836).

1016 Kwitanties voor D.H.M.L. van Tuyll-de Pagniet. 1819-1823 1 omslag XXIV. Van Imbyze van Batenburg

XXIV. VAN IMBYZE VAN BATENBURG Verwant met Mackay door het huwelijk van Jan Willem Imbyze van Batenburg met Margaretha Bartholda Mackay. Margaretha Bartholda van Imbyze van Batenburg-Mackay (1766-1846).

MARGARETHA BARTHOLDA VAN IMBYZE VAN BATENBURG-MACKAY (1766-1846).

1017 Formulieren voor de aangifte van ongemunt goud en zilver, krachtens de publicatie van Provisionele Representanten van het Volk van Holland d.d. 26 maart 1795, 2.21.115 Mackay van Ophemert 109

geadresseerd aan (Margaretha Bartholda?) Mackay. Gedrukt. 1 omslag XXV. Van Heeckeren van de Cloese.

XXV. VAN HEECKEREN VAN DE CLOESE. Verwant met Mackay (nederlandse tak) door het huwelijk van Jacoba Alexandrina Helena Beata van Heeckeren met Cornelis Anne Mackay. Lodewijk van Heeckeren van de Cloese (1768-1831).

LODEWIJK VAN HEECKEREN VAN DE CLOESE (1768-1831).

1018 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Lodewijk van Heeckeren van de Cloese. 1832-1835 1 omslag XXVI. Van Verschuer.

XXVI. VAN VERSCHUER. Verwant met Mackay (nederlandse tak) door het huwelijk van Bernhard Deodatus van Verschuer met Theodora Anna Johanna Jacoba Mackay. 1 Bernhard Deodatus van Verschuer (1759-1827) en Theodora Anna Johanna Jacoba Mackay (1770-1851).

1 BERNHARD DEODATUS VAN VERSCHUER (1759-1827) EN THEODORA ANNA JOHANNA JACOBA MACKAY (1770-1851). Zie ook nr. 222.

1019 Uittreksel uit het doopboek der gereformeerde gemeente te Tiel betreffende Theodora Anna Johanna Jacoba Mackay d.d. 26 augustus 1770. 1771 1 stuk

1020 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Bernhardus Deodatus van Verschuer en Theodora A.J.J. Mackay. Bijgevoegd stukken betreffende de financiële verhouding van eerstgenoemde tot zijn duitse familieleden, afstammelingen van zijn oud-oom W.D. van Verschuer. 1792 1 omslag

1021 Akte, waarbij Bernhard Deodatus van Verschuer tot executeur-testamentair van zijn goederen in Groot-Brittannië aanwijst Theodora A.J.J. Mackay en Aeneas Mackay. 1796 1 stuk

1022 Aantekeningen van Theodora A.J.J. van Verschuer-Mackay betreffende haar geboorte en doop en die van haar kinderen. na 1811 1 stuk

1023 Kwitantie voor Theodora A.J.J. van Verschuer-Mackay van C.H. Smits. Z.j 1 stuk 2 Theodoor Wilhelm Leopold van Verschuer (...?-1855).

2 THEODOOR WILHELM LEOPOLD VAN VERSCHUER (...?-1855).

1024 Aanwijzingen voor de begrafenis van Th.W.L. van Verschuer. 1855 1 stuk XXVII. De Cock van Haeften.

XXVII. DE COCK VAN HAEFTEN. Verwant aan Mackay (nederlandse tak) door het huwelijk van Barthold de Cock van Haeften met Arnolda Margaretha Mackay. 1 Johan Walraven de Cock van Haeften (gest. 1783).

1 JOHAN WALRAVEN DE COCK VAN HAEFTEN (GEST. 1783).

1025 Brieven aan Jan Walraven de Cock van Haeften van Lodewijk van Brunswijk 110 Mackay van Ophemert 2.21.115

Wolfenbuttel en Karel, prins van Nassau-Weilburg. 1772 1 omslag

1026 Stukken van Johan van Walraven de Cock van Haeften als ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard. 1773-1779 1 omslag

1027 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Johan Walraven de Cock van Haeften. 1785-1791 en z.j 1 omslag 2 Barthold de Cock van Haeften (1755-1808) en Arnolda Margaretha Mackay (1771-1849).

2 BARTHOLD DE COCK VAN HAEFTEN (1755-1808) EN ARNOLDA MARGARETHA MACKAY (1771-1849).

1028 Uittreksel uit het doopboek der gereformeerde gemeente te Tiel betreffende Arnolda Margaretha Mackay d.d. 1771, 1772 1 stuk

1029 Huldegedicht voor Barthold de Cock van Haeften als heer van Blitterswijk. 1788 1 stuk

1030 Contract van huwelijkse voorwaarden en stukken betreffende de door de Staten van Gelderland verleende dispensatie voor het huwelijk van Barthold de Cock van Haeften met Arnolda Margaretha Mackay. 1790 1 omslag

1031 Stukken betreffende de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Barthold de Cock van Haeften. 1808-1847 1 omslag

1032 Kwitantie voor Arnolda Margaretha de Cock van Haeften-Mackay van J.E. Hoppenbrouwer-de Bons ter zake van rente. 1830 1 stuk

1033-1038 Brieven in alfabetische volgorde aan Arnolda Margaretha de Cock van Haeften- Mackay van diverse personen. 1810-1849 en z.j 2 omslagen 1033 van Aeneas Mackay.

1034-1037 van Barthold J.C. Mackay. 1034 1810-1842 1035 1843-1845 1036 1846 1037 1847-1849 en z.j 1038 van J.F.H.J.E. Mackay, M. Mackay-van Lynden, Susanna A.J.W. Mackay, E. Planck, G.H.E, Scott, Barthold A. van Verschuer, Jaqueline van Verschuer-van Neukirchen genaamd Nijvenheim, Theodora J.A.J. van Verschuer-Mackay, H.C. Voorhoeve.

1039 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Arnolda Margaretha de Cock van Haeften-Mackay. 1849 en z.j 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 111

3 Anna Ursulina Margaretha de Cock van Haeften (1790-1877).

3 ANNA URSULINA MARGARETHA DE COCK VAN HAEFTEN (1790-1877).

1040 Brieven in alfabetische volgorde aan Anna Ursulina Margaretha de Cock van Haeften van A. Campagne, de weduwe Ferdinandus-van Haeften, A. Haffmans, G.H.F.S. von Hamelberg, Barthold J.C. Mackay, J.Th. van ter Velden, en een niet geïdentificeerde afzendster. 1847-1865 1 omslag

1041 Uittreksel uit het testament van Anna Ursulina Margaretha de Cock van Haeften betreffende een legaat aan de hervormde gemeente te Blitterswijk. Z.j 1 stuk 4 Margaretha Bartholda de Cock van Haeften (1802-1849).

4 MARGARETHA BARTHOLDA DE COCK VAN HAEFTEN (1802-1849).

1042 Brieven in alfabetische volgorde aan Margaretha Bartholda.en Constantia Louise Arnoldine de Cock van Haeften van J.H. Brouwer, Anna U.M. de Cock van Haeften, P.W. Eckenhaus, Friedrich W. von Hamelberg, G.H.F.S. von Hamelberg, Louise H.W. Quarles de Quarles, H.c.. Voorhoeve en een niet geïdentificeerde afzendster. 1829-1850 en z.j 1 omslag

1043 Stukken betreffende de regeling van de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Margaretha Bartholda de Cock van Haeften. 1849 1 omslag XXVIII. Quarles de Quarles.

XXVIII. QUARLES DE QUARLES. Verwant met de Cock van Haeften door het huwelijk van Anne Alexander Quarles de Quarles met Constantia Louisa Arnoldina de Cock van Haeften. Constantia Louisa Arnoldina Quarles de Quarles-de Cock van Haeften (1802-1857).

CONSTANTIA LOUISA ARNOLDINA QUARLES DE QUARLES-DE COCK VAN HAEFTEN (1802- 1857). Zie ook nr. 1042.

1044 Kwitantie voor Constantia L.A. Quarles de Quarles de Cock van Haeften. 1848 1 stuk

1045 Kladaantekeningen van Aeneas Mackay betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Constantia L.A. Quarles de Quarles-de Cock van Haeften. 1857 1 stuk XXIX. Van Renesse.

XXIX. VAN RENESSE. Verwant met Mackay (nederlandse tak) door het huwelijk van Anna Magdalena Frederica Henriëtte van Renesse van Wilp met Barthold Johan Christiaan Mackay. 1 Abraham Daniël van Renesse (?-ca. 1763).

1 ABRAHAM DANIËL VAN RENESSE (?-CA. 1763).

1046 Beschikking van de landdrost van de Veluwe, waarbij Ditmar van Wijnbergen en Hermen van Broeckhuysen worden aangewezen als voogden over de "onnozele" Abraham Daniël van Renesse. 1739 1 stuk

1047 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Abraham Daniël van Renesse. 1763 1 omslag 112 Mackay van Ophemert 2.21.115

2 Wijnand Jacob Maximiliaan van Renesse (1714-1781) en 1e. Sara Maria de Beyer (1705-1774); 2e Ernestina van Reede (1717-1794).

2 WIJNAND JACOB MAXIMILIAAN VAN RENESSE (1714-1781) EN 1E. SARA MARIA DE BEYER (1705-1774); 2E ERNESTINA VAN REEDE (1717-1794). a Openbare funkties.

a Openbare funkties.

1048 Akte van aanstelling door het Hof van Gelderland van W.J.M. van Renesse tot hoofdschout van Hattum. 1759 1 charter

1049 Contract van W.J.M. van Renesse met Burchard Johan Daendels inzake de waarneming van het ambt van hoofdschout van Hattum. 1759 1 stuk

1050-1060 Afrekeningen van W.J.M. van Renesse met B.J. Daendels als waarnemend hoofdschout van Hattum over 1759-1770. 1760-1770 11 omslagen 1050 over 1759-1760, 1760 1051 over 1760-1761, 1761 1052 over 1761-1762, 1762 1053 over 1762-1763, 1763 1054 over 1763-1764, 1764 1055 over 1764-1765, 1765 1056 over 1765-1766, 1766 1057 over 1766-1767, 1767 1058 over 1767-1768, 1768 1059 over 1768-1769, 1769 1060 over 1769-1770, 1770

1061-1071 Afrekeningen van W.J.M. van Renesse met W. van Haersolte tot Yrst als waarnemend hoofdschout van Hattum over 1770-1781. 1771-1781 11 omslagen 1061 over 1770-1771, 1771 1062 over 1771-1772, 1772 1063 over 1772-1773, 1773 1064 over 1773-1774, 1774 1065 over 1774-1775, 1775 1066 over 1775-1776, 1776 1067 over 1776-1777, 1777 1068 over 1777-1778, 1778 1069 over 1778-1779, 1779 1070 over 1779-1780, 1780 1071 over 1780-1781, 1781

1072 Diverse stukken van W.J.M. van Renesse als hoofdschout van Hattum. 1759-1779 en z.j 1 omslag b Partikuliere zaken.

b Partikuliere zaken.

1073 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen W.J.M. van Renesse en Sara Maria de Beyer. 1741 1 charter

1074 Brieven in alfabetische volgorde aan Sara Maria de Beyer van A. Collignon, M.D. de 2.21.115 Mackay van Ophemert 113

Liedekercke-d 'Oupie, .? Paubon, W.J.M. van Renesse. 1753-1766 en z.j 1 omslag

1075 Brieven in alfabetische volgorde aan W.J.M. van Renesse van A. Collignon, J.B. Droesbeque, H. Jamin, Louis de Liedekercke, Maria Dorothea de Liedeercke- d'Oupie, .? Paubon, W.J. van Renesse en J.F. Verhelst. 1757-1776 1 omslag

1076 Verslag van een overstroming van de IJssel bij Rheden, opgesteld door P.J.A. d'Augerel, in opdracht van Sara Maria van Renesse-de Beyer. 1758 1 stuk

1077 Brief (aan.?) van Le Begue te Gent betreffende een proces, waarin de baron van Renesse (W.J.M.?) betrokken was. 1763 1 stuk

1078 Akte van wederkerige kwijting voor terugbetaalde leningen van W.J.M. van Renesse en A.J. Torck. 1765 1 stuk

1079 Testamentaire dispositie van W.J.M. van Renesse ten gunste van zijn dienstmeid Aalberta Dibbets. 1774 1 stuk

1080 Magescheid tussen de erfgenamen van Sara Maria de Beyer. 1777

1081 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen W.J.M. van Renesse en Ernestina Lucretia van Reede. Gelijktijdig afschrift. 1777 1 stuk

1082 Magescheid tussen de erfgenamen van W.J.M. van Renesse. 1782 1 stuk

1083 "Echt verhaal van hetgeen aan Ant. Adr. van der Marck en zijn reisgezelschap op het lusthuis 't Loo den 27. augustus des jaars 1784 gebeurd is", Pamflet, door de schrijver toegezonden aan Ernestina van Renesse-van Reede. Gedrukt. 1785 1 deeltje Knuttel nr. 21129. 3 Johan Pieter Hendrik Eleonard van Renesse van Wilp (1746-1818) en Susanna Françoise van der Steen (1753-1841).

3 JOHAN PIETER HENDRIK ELEONARD VAN RENESSE VAN WILP (1746-1818) EN SUSANNA FRANÇOISE VAN DER STEEN (1753-1841). a Openbare funktie.

a Openbare funktie.

1084 Stukken van J.P.H.E. van Renesse van Wilp als ambtsjonker van Rheden. 1765-1788 en z.j 1 omslag

1085 Keuren en ordonnanties van de stad Elburg betreffende verschillende gilden d.d. 1615-1706 en z.j. Afschriften, gemaakt door J.P.H.E. van Renesse van Wilp als burgemeester van Elburg. ca. 1800 1 omslag

1086 Stukken betreffende de benoeming van J.P.H.E. van Renesse van Wilp tot lid van de 114 Mackay van Ophemert 2.21.115

Ridderschap en de Provinciale Staten van Gelderland. 1814, 1815 1 omslag b Financiën.

b Financiën.

1087 Contract van huwelijkse voorwaarden tussen Jan Hendrik Peter Eleonard van Renesse van Wilp en Susanna Françoise van den Steen. In tweevoud. 1773 2 charters

1088 Akten van overdracht aan J.P.H.L. van Renesse van Wilp en Susanna Françoise van den Steen en hun dochter Ernestina L.S. van Renesse van Wilp van die obligaties, resp., groot f. 3000.-, d.d. 1 januari 1771, f 9000.-, d.d. 22 mei 1774 en f 1000.-, d.d. 6 oktober 1775, alle ten laste van de provincie Utrecht. 1795 1 omslag

1089 Notariële akten, waarbij J.P.H.E. van Renesse van Wilp en Susanna Françoise van den Steen tot executeurs-testamentair van hun goederen in Groot-Brittannië aanwijzen Arend Francois van den Steen en Barthold J.C. Mackay. 1800 1 omslag

1090 Bewijs van inschrijving op het Grootboek der Publieke Schuld van de Franse Republiek, groot 215 frans, voor Susanna Françoise van Renesse van Wilp-van den Steen. 1803 1 stuk

1091 Testament van Gerard van der Lynden ten gunste van Johan, Arnolda en Sara de Beyer, kinderen van zijn neef Johan de Beyer en Geertruid van Benthem d.d. 1674, met proces-verbaal van opening 1678. Bijgevoegd afschrift. 18de eeuw 1 omslag Blijkens een dorsaal opschrift afkomstig van J.P.H.E. van Renesse van Wilp.

1092 Stukken betreffende de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van J.P.H.E. van Renesse van Wilp. 1818 1 omslag

1093 Kwitanties voor Susanna Françoise van Renesse van Wilp-van den Steen. 1820-1842 1 omslag

1094 Stukken betreffende de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Susanna Françoise van Renesse van Wilp-van den Steen. 1841-1844 1 omslag c Andere Partikuliere zaken.

c Andere Partikuliere zaken.

1095 Uittreksel uit het doopregister van de Waalse kerk te Namen betreffende Susanna Françoise van den Steen, d.d. 26 augustus 1753. Z.j 1 stuk

1096 Brieven in alfabetische volgorde aan J.P.H.E. van Renesse van Wilp van J.B. Droesbeque, Maria Dorothea de Liedekercke-d'Oupie, Anna Mackay-van Renesse van Wilp, E.D. van Meurs, .? Paubon, H.G. van Renesse, (G.J.?) van Renesse van Wilp, Ernestina L.S. van Renesse van Wilp, H.J. van den Steen, L.K. van den Steen, R.J.C. Torck. 1759-1816 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 115

1097 Lijsten van adressen van familieleden voor het rondzenden van aankondigingen van geboorten en andere gebeurtenissen in het gezin van J.P.H.E. van Renesse van Wilp. 1773-1789 en z.j 1 omslag

1098 Reçu van J.C. van Hasselt namens J.P.H.E. van Renesse voor mr. O.D. Wakker wegens overgedragen stukken. Gelijktijdig afschrift. 1791 1 stuk

1099 Aantekeningen van J.P.H.E. van Renesse van Wilp betreffende ijs in de Waal in de winter van 1799 tot 1808. Z.j 1 stuk

1100 Aantekeningen betreffende hetgeen C. van Wijnbergen is overkomen gedurende de geschillen in de regering van Gelderland na de dood van koning-stadhouder Willem III, van 1702-1707. In de hand van J.P.H.E. van Renesse van Wilp. Z.j 1 omslag

1101 Gedicht van J.P.H.E. van Renesse van Wilp op de bruiloft van C.J. van Zuylen van Nieveldt en D.W. van Lynden tot Ressen. Z.j 1 stuk

1102 Aantekeningen van J.P.H.E.van Renesse van Wilp betreffende geboorten, huwelijken en sterfgevallen in zijn gezin. Z.j 1 omslag

1103 Tekening (gemaakt door J.P.H.E. van Renesse van Wilp?) Z.j 1 stuk

1104 Brieven aan Susanna van Renesse van Wilp-van den Steen van Aeneas Mackay, Barthold J.C. Mackay, C.J.(?) van Renesse van Wilp. 1820-1839 1 omslag 4 Wijnanda Maximiliana Jacoba van Renesse van Wilp (1777-1855).

4 WIJNANDA MAXIMILIANA JACOBA VAN RENESSE VAN WILP (1777-1855).

1105-1109 Brieven in alfabetische volgorde aan Wijnanda M.S.J. van Renesse van Wilp van diverse personen. 1794-1853 5 omslagen 1105 van C. de Beyer, W.C.L. van Boetzelaer van Dubbeldam-von Schlanbusch, C.J. van Hasselt-van de Poll, W.R. van Heeckeren-van Brandsenburg, G.A. Hoefhamer, A. de Jonquieres, Charlotte van Lynden, Jeannette van Lynden. 1106 van Aeneas Mackay. 1107 van Antje Mackay-van Renesse van Wilp. 1108 van Barthold J.C. Mackay. 1109 van Donald Jacob Mackay, J.F.H.J.E. Mackay, Johan Jacob Mackay, Marie Mackay-Fagel, Margaretha Mackay-van Lynden, Departement Nijmegen van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Henri Pronk, Susanna Françoise van Renesse van Wilp-van den Steen, Godfr. Joh. Schacht(?), C.D.P. Singendonck, C. van Wayenen(?), en een niet geïdentificeerde afzendster.

1110 Beschrijving van de laatste levensdagen van het dochtertje van Cornelia S.W.A. 116 Mackay van Ophemert 2.21.115

Taets van Amerongen-Strick van Linschoten. Afschrift, bestemd voor Wijnanda van Renesse van Wilp. 1843 1 stuk

1111 Kwitanties voor Wijnanda M.S.J. van Renesse van Wilp. 1842-1855 1 omslag

1112-1114 Kasboekjes van Wijnanda M.S.J. van Renesse van Wilp. 1842-1855 3 deeltjes 1112 1842-1845 1113 1851-1853 1114 1854-1855

1115 Aantekeningen betreffende de obligaties van Wijnanda M.S.J. van Renesse van Wilp. 1846 en z.j 1 omslag

1116 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Wijnanda M.S.J. van Renesse van Wilp. 1856, 1870 1 omslag 5 Ernestina Lucretia Susanna van Renesse van Wilp (geb. 1789, in hetzelfde jaar overleden).

5 ERNESTINA LUCRETIA SUSANNA VAN RENESSE VAN WILP (GEB. 1789, IN HETZELFDE JAAR OVERLEDEN).

1117 Aanwijzingen voor de begrafenis van Ernestina L.S. van Renesse van Wilp. 1789 1 stuk XXX. Van Wijnbergen

XXX. VAN WIJNBERGEN Verwant met van Renesse door het huwelijk van Judith van Wijnbergen met Johan Pieter van Renesse. 1 Coenraad van Wijnbergen (gest. 1709).

1 COENRAAD VAN WIJNBERGEN (GEST. 1709).

1118 Stukken betreffende de toezegging door de Staten van Gelderland aan de erfgenamen van Johan van Wijnbergen, in leven president van het hof van Gelderland, tot betaling van een half jaar traktement. Met retroacta vanaf 1667. 1682-1713 1 omslag

1119 Stukken betreffende een geschil van Coenraad van Wijnbergen met Sywert van Wijnbergen over een schadevergoeding voor laatstgenoemde wegens aftreden als gedeputeerde van het Kwartier van de Veluwe. 1691 -1697 1 omslag 2 Johan van Wijnbergen (1678-1737)

2 JOHAN VAN WIJNBERGEN (1678-1737)

1120 Stukken van Johan van Wijnbergen als gecommitteerde ter Staten-Generaal. 1700-1723 1 omslag

1121 Akte van akkoord tussen Johan van Wijnbergen en Frederik Gerhard van Zuylen van Nievelt inzake een schuld, groot 3000 gulden, van laatstgenoemde, aan eerstgenoemde. Met aantekeningen betreffende de aflossing. 1714, 1716. 1713 1 stuk

1122 Brief aan Johan van Wijnbergen van Maria Louise van Hessen Kassel, prinses van 2.21.115 Mackay van Ophemert 117

Oranje-Nassau. 1727 1 stuk

1123 Brieven aan Ditmar van Wijnbergen van H. Orelli en G. Bonyol te Nice over de geestesziekte van zijn broer Sieuwert Johan van Wijnbergen. 1728. Authentieke afschriften. 18de eeuw 1 omslag 3 Henriëtte Josina van Wijnbergen (?-?).

3 HENRIËTTE JOSINA VAN WIJNBERGEN (?-?).

1124 Verzoekschrift aan Gedeputeerden van het Kwartier van de Veluwe van Henrëtta Josina van Wijnbergen om twee lijfrentebrieven, die staan ten name van haar broer Wichman Joost van Wijnbergen, op haar naam te doen overschrijven. ca. 1750 1 stuk 4 Johanna Wendelina van Wijnbergen (gest. 1774).

4 JOHANNA WENDELINA VAN WIJNBERGEN (GEST. 1774).

1125 Uittreksel uit het testament van Johanna Wendelina van Wijnbergen d.d. 1773, in de hand van W.J.M. van Renesse. Z.j 1 stuk XXXI. De Beyer

XXXI. DE BEYER Verwant met Van Renesse door het huwelijk van Sara Maria de Beyer met Wijnand J.M. van Renesse. 1 Johan de Beyer (geb. ca. 1555-1627).

1 JOHAN DE BEYER (GEB. CA. 1555-1627).

1126 Stukken betreffende een proces tussen Melchisedech Sandra, als echtgenoot van Sara de Cock, voordien echtgenote van Justinus de Beyer en Johan de Beyer, als voogd van het kind van Justinus, over de nalatenschappen van Hendrik en Justinus de Beyer. eerste helft 17de eeuw 1 omslag 2 Johan de Beyer (geb. ca. 1620, gest. 1717?) en Geertruid van Benthem (?-?).

2 JOHAN DE BEYER (GEB. CA. 1620, GEST. 1717?) EN GEERTRUID VAN BENTHEM (?-?).

1127 Declaratie voor Johan de Beyer van de kosten van levensonderhoud van Hendrik de Beyer. 1666 1 stuk

1128 Financiële aantekeningen van en kwitanties voor Geertruid de Beyer-van Benthem. 1681 -1710 1 omslag

1129 Uiterste wilsbeschikking en testament van Geertruid de Beyer-van Benthem. 1708-1716 1 charter en 1 omslag

1130 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschappen van Johan de Beyer en Geertruid van Benthem. 1720 en z.j 1 omslag 3 Johan de Beyer (geb. ca. 1660, gest. 1713 of 1715) en Johanna Eleonora van Bouchout (?-?).

3 JOHAN DE BEYER (GEB. CA. 1660, GEST. 1713 OF 1715) EN JOHANNA ELEONORA VAN BOUCHOUT (?-?).

1131 Vertoog inzake het recht van de magistraat van Nijmegen en van de gereformeerde kerkeraad aldaar bij het beroepen van predikanten ca. 1708 1 katern 118 Mackay van Ophemert 2.21.115

Johan de Beyer was burgemeester van Nijmegen.

1132 Brieven aan Johan de Beyer van Johanna Eleonora de Beyer-van Bouchout en haar zuster, mevrouw de Liedekercke. 1702, 1713 1 omslag

1133 Uiterste wilsbeschikking van Johan de Beyer. Z.j 1 stuk XXXII. Van Benthem.

XXXII. VAN BENTHEM. Verwant met De Beyer door het huwelijk van Geertruid van Benthem met Johan de Beyer. Johan van Benthem (gest. vóór of in 1657) en Sara Biel (?-?).

JOHAN VAN BENTHEM (GEST. VÓÓR OF IN 1657) EN SARA BIEL (?-?).

1134 Akte van scheiding en deling door Mechteld van Benthem, Sara Soudan-van Benthem en Geertruid van Benthem van de nalatenschappen van hun ouders Johan van Benthem en Sara Biel. 1657 1 stuk XXXIII. Soudan.

XXXIII. SOUDAN. Verwant met Van Benthem door het huwelijk van Guillaume Soudan met Sara van Benthem. Guillaume Soudan en Sara van Benthem (?-?).

GUILLAUME SOUDAN EN SARA VAN BENTHEM (?-?).

1135 Notarieel testament van Guillaume Soudan en Sara van Benthem. 1662 1 stuk XXXIV. Colyear.

XXXIV. COLYEAR. Verwant met De Beyer door het huwelijk van David Colyear met Arnolda de Beyer. Arnolda Colyear-de Beyer (gest. 1734).

ARNOLDA COLYEAR-DE BEYER (GEST. 1734).

1136 Aantekeningen van en kwitanties voor Arnolda de Beyer ter zake van uitkeringen uit de nalatenschappen van haar tante Biel en haar nicht Falesche. 1698-1702 en z.j 1 omslag

1137 Schuldbekentenissen aan Arnolda de Beyer van Gerret Hol en Swaentie Gosens, groot f. 199.- en van Arien Jansen Knuyver en Maria Sanders van Lindenhout, groot f. 450.- 1720, 1722 1 omslag

1138 Akte van akkoord tussen Arnolda Colyear-de Beyer en Sara Maria en Hendrik Jacob de Beyer over de nalatenschap van wijlen Catharina de Geijer. Concept. 1730 1 stuk

1139 Stukken betreffende de afwikkeling van de fideicommissaire nalatenschap van Arnolda Colyear-de Beyer. Met retroacta vanaf 1737. 1778-1818 1 omslag XXXV. Sweerts de Landas.

XXXV. SWEERTS DE LANDAS. Verwant met Van Renesse door het huwelijk van Jacob Dirk Lodewijk Sweerts de Landas en Jacoba Maria van Renesse van Wilp. 2.21.115 Mackay van Ophemert 119

Jacob Dirk Lodewijk Sweerts de Landas (1766-1831) en Jacoba Maria van Renesse van Wilp (1773-1797).

JACOB DIRK LODEWIJK SWEERTS DE LANDAS (1766-1831) EN JACOBA MARIA VAN RENESSE VAN WILP (1773-1797).

1140 Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Jacob Dirk Lodewijk Sweerts de Landas en Jacoba Maria van Renesse van Wilp. Met verklaring van C.H.J. Sweerts de Landas betreffende de betaling van de schulden van de bruidegom. 1794 1 omslag XXXVI. Fagel.

XXXVI. FAGEL. Verwant met Mackay (nederlandse tak) door huwelijk van Maria Catharina Anna Jacoba Fagel met Aeneas Mackay. 1 Hendrik Fagel (1765-1838).

1 HENDRIK FAGEL (1765-1838).

1141 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Hendrik Fagel. 1830, 1839 1 omslag 2 Jacoba Margaretha Maria Boreel (1794-1858), weduwe van Jacob Fagel (1766-1835).

2 JACOBA MARGARETHA MARIA BOREEL (1794-1858), WEDUWE VAN JACOB FAGEL (1766-1835).

1142 Brieven aan Jacoba M.M. Fagel-Boreel van Johan Jacob Mackay. 1851, 1856 1 omslag

1143 Aantekeningen van Jacoba M.M. Fagel-Boreel over verschillende onderwerpen. Z.j 1 omslag

1144 Stukken betreffende de regeling van de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van Jacoba M.M. Fagel-Boreel. 1858-1866 1 omslag 3 François Willem Fagel (1768-1856).

3 FRANÇOIS WILLEM FAGEL (1768-1856).

1145 Stukken betreffende de pensionering van François Willem Fagel in de rang van kapitein ter zee. 1817 1 omslag

1146 Kasboek van François Willem Fagel. 1823-1855 1 deel

1147 Brieven aan François Willem Fagel van J.W. May, J. van den Velden en J. Verhagen Jzn. 1828-1853, en z.j 1 omslag

1148 Stukken betreffende het overlijden en de afwikkeling van de nalatenschap van François Willem Fagel. 1856-1866 1 omslag 4 Agneta Margaretha Fagel (1770-1840).

4 AGNETA MARGARETHA FAGEL (1770-1840).

1149 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Agneta Margaretha Fagel. 1840 en z.j 1 omslag 120 Mackay van Ophemert 2.21.115

5 Robert Fagel (1771-1856).

5 ROBERT FAGEL (1771-1856).

1150 Staat van de loopbaan van Robert Fagel als officier bij het leger van 1784 tot 1815. 1834 1 stuk

1151 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Robert Fagel. 1856, 1857 en z.j 1 omslag 6 Eleonore Fagel (1816-1877).

6 ELEONORE FAGEL (1816-1877).

1152 Historische en politieke citaten, opgetekend door Eleonore Fagel. 1870, en z.j 1 omslag

1153 Brieven aan Eleonore Fagel van Johan Jacob Mackay en P.J. Moeton. 1877 en z.j 1 omslag

1154 Aankondigingen van het overlijden van Eleonore Fagel. 1877 1 omslag 7 François René Hendrik Robert Fagel (1828-1890).

7 FRANÇOIS RENÉ HENDRIK ROBERT FAGEL (1828-1890).

1155 Brief aan François R.H.R. Fagel van Johan Jacob Mackay. Z.j 1 stuk XXXVII. Van Reede van Athlone

XXXVII. VAN REEDE VAN ATHLONE Verwant met Fagel via Boreel door het huwelijk van Willem Gustaaf Frederik van Reede van Athlone met Wendela Eleonora Boreel. Wendela Eleonora Boreel (1792-1868), weduwe van Willem G.F. van Reede van Athlone (1780-1844).

WENDELA ELEONORA BOREEL (1792-1868), WEDUWE VAN WILLEM G.F. VAN REEDE VAN ATHLONE (1780-1844).

1156 Kwitantie voor W.E. van Reede van Athlone-Boreel. 1844 1 stuk

1157 Kennisgeving aan de gemeenteraad van 's-Gravenhage namens W.E. van Reede van Athlone-Boreel van tijdelijke afwezigheid. Concept. 1867 1 stuk

1158 Brief aan W.E. van Reede van Athlone-Boreel van Christine Z.j 1 stuk

1159 Huldegedicht voor W.E. van Reede van Athlone-Boreel van F.J. Guyking. Z.j 1 stuk

1160 Aantekeningen van W.E. van Reede van Athlone-Boreel betreffende reizen door Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Z.j 1 deeltje

1161 Rekening en verantwoording door de executeurs-testamentair van de nalatenschap van Wendela Eleonora van Reede van Athlone-Boreel. 1868 1 stuk 2.21.115 Mackay van Ophemert 121

XXXVIII. Van Lynden (B).

XXXVIII. VAN LYNDEN (B). Verwant met Mackay (nederlandse tak) door het huwelijk van J.F.H.J.L. Mackay met Margaretha C.F. van Lynden. 1 Willem van Lynden (1806-1866) en Charlotte A.W. van Boetzelaer (1808-1886).

1 WILLEM VAN LYNDEN (1806-1866) EN CHARLOTTE A.W. VAN BOETZELAER (1808-1886).

1162 Brieven in alfabetische volgorde aan Willem van Lynden van C.W.J. van Boetzelaer van Dubbeldam, J.W.L. van Boetzelaer, .? van Boetzelaer van Kyfhoek, Arnolda Margaretha de Cock van Haeften-Mackay, W.M.J. van Dielen, P.J. Elout, E.M.M. Groen van Prinsterer-van der Hoop, G. Groen van Prinsterer. O.G. Heldring, J.E. Huydecoper, Ph.R.H. Huydecoper-van Lynden, .? Huydecoper van Nigtevecht, E. James, Anna W. van Lynden, Constantia Th.M.A. van Lynden, C.W.P. van Lynden, Sophia W.C. van Lynden, F.G. van Lynden van Hemmen, G.C.C.J. van Lynden van Sandenburg, Isabella E. van Lynden, W.J.E. van Lynden, W.K. van Lynden, Barthold J.C. Mackay, J.F.H.J.E. Mackay, K.J. Nitzsch, (A.W.C.W.) van Pallandt van Keppel, .? Schimmelpenninck van der Oye, L. van Schuylenburch, J.A. Singendonck, A. Torck van Roosendael. 1823-1863 1 omslag

1163 Brieven in alfabetische volgorde aan Charlotte van Lynden-van Boetzelaer van C.W.J.van Boetzelaer van Dubbeldam, J.W.L van Boetzelaer, Sophie W.C. van Lynden, K.Th. van Lynden, Margaretha C.F. Mackay-van Lynden en enige niet geïdentificeerde afzenders. 1826-1837 en z.j 1 omslag

1164 Rouwdicht op Rijnhard Hendrik van Lynden, zoontje van Willem van Lynden en Charlotte A.W. van Boetzelaer, overleden 13 februari 1838. 1 stuk

1165 Dagboek van een reis door Zwitserland van W. van Lynden. 1858 1 deeltje

1166 Kennisgeving van het overlijden van Willem van Lynden. Gedrukt. 1866 1 stuk

1167 Akte van verdeling tussen Th.C.E. de Pesters-van Lynden, L.W. Mackay-van Lynden, en Willem R. van Lynden van de effecten uit de nalatenschap van Charlotte A.W. van Lynden-van Boetzelaer. 1887 1 stuk 2 Van Lynden diversen.

2 VAN LYNDEN DIVERSEN.

1168 Rouwdicht op Johanna Jacoba Cornelia van Lynden, overleden in 1846, door haar vader W.J.E. van Lynden van Hemmen. Z.j 1 stuk XXXIX. Huydecoper.

XXXIX. HUYDECOPER. Verwant met Van Lynden door het huwelijk van Theodoor Cornelis Reinier Huydecoper met Philippine Rijnhardine Henriëtte van Lynden. 122 Mackay van Ophemert 2.21.115

Theodoor Cornelis Reinier Huydecoper (1805-1866) en Philippine Rijnhardine Henriëtte van Lynden (1805-1865).

THEODOOR CORNELIS REINIER HUYDECOPER (1805-1866) EN PHILIPPINE RIJNHARDINE HENRIËTTE VAN LYNDEN (1805-1865).

1169 Brieven aan Theodoor C.R. Huydecoper van Philippine R.H. Huydecoper-van Lynden en Constantia Th.M.A. van Lynden. 1838, 1849 1 omslag

1170 Brieven aan Philippine R.H. Huydecoper-van Lynden van K.Th. van Lynden en W. van Lynden. 1850 en z.j 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 123

Stukken van zakelijke aard

STUKKEN VAN ZAKELIJKE AARD A. Algemeen.

A. ALGEMEEN. 1 Overzicht der rechten en goederen.

1 OVERZICHT DER RECHTEN EN GOEDEREN.

1171 Register van akten en aantekeningen betreffende goederen en rechten van de heer de Cock van Delwijnen, w.o. het leenhof en de collatierechten in Delwijnen en Kerkwijk. Aangelegd tweede kwart 16de eeuw. 1446-1546 1 deeltje Reg. nrs. 16, 19, 21, 32, 39, 40, 42, 43, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 68, 72. Reg. nr. 39 zie inv.nr. 1648. Reg. nrs. 68 en 72 zie inv.nr. 1226.

1172-1173 "Pachtboeck". Aantekeningen van Johan van Wijnbergen betreffende zijn onroerende goederen, effecten en inkomsten uit ambten. 1648-1673 2 delen 1172 Aangelegd 1648, voortgezet tot 1663. 1173 Aangelegd 1662, voortgezet tot 1673.

1174 Staat van jaarlijkse inkomsten van de heer van Ophemert. 2de helft 18de eeuw 1 stuk II. Correspondentie met rentmeesters.

II. CORRESPONDENTIE MET RENTMEESTERS.

1175 Brief aan G. Valkis van Theodora Anna de Geer-van Haeften over het beheer van haar goederen onder Ophemert. 1789 1 stuk

1176-1177 Brieven aan Anne Margriet, Elisabeth Cénie, Henriëtte M.Ch.U. en Victoire Sophie van Haeften van G. en R. Valkis betreffende hun rechten en goederen onder Ophemert. 1809-1824 2 omslagen 1176 1809-1817. Bijgevoegd akte van volmacht. 1177 1819, 1824

1178 Brieven aan Arnolda Margaretha de Cock van Haeften-Mackay van R. Valkis betreffende haar rechten en goederen onder Ophemert, Echteld en Herewaarden. 1838-1847 1 omslag

1179-1180 Brieven aan Barthold J.C. Mackay van R. Valkis en J.C. Formijne betreffende zijn rechten en goederen, voornamelijk onder Ophemert. 1842-1850 2 omslagen 1179 1842-1845 1180 1846-1850

1181 Brieven van Aeneas Mackay van R. Valkis betreffende zijn rechten en goederen. 1849-1866 1 omslag

1182-1184 Brieven aan Aeneas Mackay van J.C. Formijne betreffende zijn rechten en goederen. 1860-1876 3 omslagen 1182 1860-1868 1183 1869-1871 124 Mackay van Ophemert 2.21.115

1184 1872-1876

1185 Brieven aan Marie Mackay-Fagel van J.C. Formijne betreffende haar rechten en goederen 1878-1885 1 omslag

1186 Brieven aan Donald J. Mackay van J.C. Formijne betreffende zijn rechten en goederen. 1869-1893 1 omslag

1187 Brieven aan J.C. Formijne aan Marie Mackay-Fagel over haar rechten en goederen. 1880-1886 1 omslag

1188-1189 Brieven aan J.C. Formijne van Donald J. Mackay over zijn rechten en goederen. 1880-1893 en z.j 2 omslagen 1188 1880-1886 1189 1887-1893

1190 Brieven aan J.C. Formijne van Aeneas Mackay betreffende de rechten en goederen van Donald Jacob Mackay. 1885-1890 1 omslag III. Rekeningen van rentmeesters.

III. REKENINGEN VAN RENTMEESTERS.

1191 Rekeningen van N. van Voorst aan W.J.M. van Renesse van zijn goederen in de Over- en Neder-Betuwe (Reet, Heteren, en Dodewaard) over 1749-1753. Bijgevoegd een akte van opzegging van pacht 1755. [1749-1755] 1 omslag

1192-1193 Rekeningen van Cornelis Valkis aan Barthold van Haeften van zijn renten en goederen onder Ophemert en Wadenooien 1770, 1771 2 katerns 1192 over 1769-1770. 1770 1193 over 1770-1771. 1771

1194 Rekeningen van G. en C. Valkis aan Reinier van Haeften van zijn goederen onder Ophemert en Zennewijnen over 1775-1798. Bijgevoegd akte van aanstelling tot rentmeesters. 1774. 1777-1799 1 omslag IV. Diversen.

IV. DIVERSEN.

1195 Stukken en aantekeningen van Aeneas Mackay betreffende niet nader aangeduide goederen. 1796-1806 en z.j 1 omslag B. Heerlijke rechten in het algemeen.

B. HEERLIJKE RECHTEN IN HET ALGEMEEN. 1 Ophemert en Zennewijnen.

1 OPHEMERT EN ZENNEWIJNEN. a Verwerving en handhaving.

A VERWERVING EN HANDHAVING.

1196-1199 Akten van belening door of namens de heren van Waardenburg van leden van het geslacht van Haeften met de jurisdictie over Ophemert en Zennewijnen alsmede de 2.21.115 Mackay van Ophemert 125

vicarieën in de beide kerken te Ophemert. 1660-1774 5 charters 1196 van Adriaen van Oever als voogd van Reinier van Haeften, 1660 1197 van Walraven van Haeften, 1733 1198 van Barthold van Haeften, 1747 1199 van Reinier van Haeften. 1774, met akte van registratie van het testament van Barthold van Haeften en Margriet van Lynden. 1773

1200 Verzoekschriften namens Reinier van Haeften aan de Eerste Kamer van het Wetgevend Lichaam om schadevergoeding voor zijn vervallen heerlijke rechten en tienden te Ophemert en Zennewijnen en Bergharen. Concepten met bijlagen en voorlopige beschikking. 1798 1 omslag

1201 Stukken betreffende het recht van de eigenaar der heerlijkheden Ophemert en Zennewijnen om leden van het dorps- en polderbestuur ter benoeming voor te dragen. 1839-1848 1 omslag b Uitoefening van het overheidsgezag.

B UITOEFENING VAN HET OVERHEIDSGEZAG.

1202 Staat van de quoten der steden, heerlijkheden, dorpen en ambten van Gelderland, voor de vierjaarlijkse schatting ingewilligd aan de koning in 1570. 1570

1203 Rechtsgeleerde adviezen inzake de verhoging van de rente van een lening, door Johan Schenck van Niedeggen in 1527 verstrekt aan Johanna van Haeften en de buren van Ophemert. Met afschrift van de schuldbekentenis, z.j. 1617, 1619 1 omslag Reg. nr. 54.

1204 Stukken betreffende het wederrechtelijk vasthouden door de goeverneur van 's -Hertogenbosch van krijgsgevangenen, afkomstig uit Ophemert. 1622 1 omslag

1205 Stukken betreffende de vaststelling en invordering der dorpslasten door de heer van Ophemert en het dorpsbestuur. 1647-1704 1 omslag

1206 Beschikking van de Staten van Gelre op een verzoekschrift van het dorpsbestuur van Ophemert en andere dorpen in Tielerwaard in hun geschil met de dorpen aan de kant van de Linge over het dichten van de Waaldijk. 1711 1 stuk

1207 Kohier van de verponding over Ophemert. ca. 1740 1 katern

1208 Akten van aanstelling door Reinier van Haeften van plaatselijke ambtenaren. 1789, 1795 1 omslag 126 Mackay van Ophemert 2.21.115

II. Wadenooien.

II. WADENOOIEN. Uitoefening van het overheidsgezag.

UITOEFENING VAN HET OVERHEIDSGEZAG.

1209 Rekeningen van schout en buurmeesters van Wadenooien. Fragmenten. 1641, 1652-1661 1 omslag

1210 Declaratie van kosten en betalingsopdracht voor reparatie aan de sluis te Wadenooien ten behoeve van heer en dorpsbestuur. 1665 1 stuk C. Veren.

C. VEREN. 1 Wadenooien.

1 WADENOOIEN.

1211 Akte van verkoop door de erfgenamen van Adriana van Maren aan Johan de Cock van Delwijnen van het veer over de Linge tussen Kapel-Avezaath en Wadenooien. Met akte van belening door de Staten van Gelre. 1698. Afschriften. 18de eeuw 1 omslag

1212 Bestek voor een brug aan het veer te Wadenooien. 1714 1 stuk II. Zennewijnen.

II. ZENNEWIJNEN.

1213-1214 Akten van belening door de stadhouder van de lenen van Gelderland van heren van Haeften met het veer tussen Zennewijnen en Dreumel. 1707, 1775 2 charters 1213 van Reinier van Haeften, 1707 1214 van Reinier van Haeften, 1775

1215 Contract van verpachting door Reinier van Haeften van het veer tussen Zennewijnen en Dreumel. 1774 1 stuk

1216 Stukken betreffende het herstel van Margaretha Anna van Haeften in de eigendom van het veer tussen Zennewijnen en Dreumel en de vaststelling van het tarief voor dit veer. 1814-1858 1 omslag D. Windrecht.

D. WINDRECHT.

1216A Akte van belening door hertog Eduard van Gelre van Arnt van Loyenbergh met het windrecht te Gameren en Nieuwaal. 1370 1 charter Reg. nr. 2. Dit recht kwam in 1484 aan Alard van Haeften. E. Kerkpatronaat en vicarieën.

E. KERKPATRONAAT EN VICARIEËN. I. Bergharen.

I. BERGHAREN.

1217 Akte, waarbij Aemilia Huberts, weduwe van ds. H. Brinckman, op verzoek van 2.21.115 Mackay van Ophemert 127

Ludolph van Steenhuys verklaart, dat de vrouwe van Asperen de collatie heeft van het predikambt te Bergharen. 1675. Authentiek afschrift d.d. 1798 1 stuk II. Delwijnen.

II. DELWIJNEN.

1218 Akte van uitgifte in erftijns door Johan de Cock als collator van het altaar van Onze lieve Vrouwe in de kapel van Delwijnen van 5 hont land onder Delwijnen aan Jan. Jacopss. 1530 1 charter Reg. nr. 56.

1219 Akten betreffende de voordracht van Roelof. Janss. tot vicaris van de H. Drievuldigheid te Delwijnen. 1538 2 charters Reg. nrs. 60 en 61.

1220 Lijst, opgesteld door Adriaen de Cock van Delwijnen, van de goederen en jaarlijkse inkomsten onder Delwijnen, Driel, Kerkwijk en Wordragen, behorende aan vicarieën te Delwijnen en Kerkwijk, waarmee hij in 1658 Evardt van Hemert heeft begiftigd. tweede helft 17de eeuw 1 stuk

1221 Uittreksel uit het proces-verbaal van een verpachting der goederen van de vicarie te Delwijnen. 1714? 1 stuk

1222-1224 Rekeningen van H. Erkelens en W. van Driel aan Walraven en Barthold van Haeften van de goederen van hun vicarie te Delwijnen, over 1738-1763. 1743-1764 3 katerns 1222 over 1738-1740, 1743 1223 over 1758-1760, 1762 1224 over 1761-1763, 1764. III. Drumpt.

III. DRUMPT.

1225 Stukken betreffende de verplichting van de commanderij Tiel der Duitse Orde om bij te dragen in de bezoldiging van de predikant te Drumpt. Met retroacta d.d. 1653. 1719, 1720 1 omslag Johan de Cock van Delwijnen was hierbij betrokken als collator. IV. Kerkwijk.

IV. KERKWIJK.

1226 Akten, waarbij Danelt Arntss. en zijn weduwe Jenniken op zich nemen twee dijkgedeelten te onderhouden onder Aalst, behorende bij landerijen van de vicarie van Kerkwijk. 1542, 1546 2 charters De heer de Cock van Delwijnen was collator van deze vicarie. Reg. nrs. 68 en 72. V. Ophemert.

V. OPHEMERT. Zie ook nrs. 1196-1199.

1227 Voorlopige uitspraak van het Hof van Gelderland in een geschil tussen de bisschop van Utrecht en de abt van St. Paulus enerzijds, en Gijsbert van der Veen anderzijds, 128 Mackay van Ophemert 2.21.115

over het al of niet handhaven van laatstgenoemde in het pastoraat van Ophemert. 1544 1 stuk Reg. nr. 70.

1228 Vonnis van kanselier en raden van Gelre in een proces van Theodorus Johannis Clerck tegen Johan Schenck, heer van Ophemert, over de collatie van de vicarie van Sint Barbara te Ophemert. Authentiek (gelijktijdig?) uittreksel. 1549 1 stuk Reg. nr. 73.

1229 Akte, waarbij stadhouder en raden van Gelderland Reyner van Haeften institueren als gerechtigde tot de inkomsten uit de vicarieën te Ophemert. 1612 1 stuk

1230 Stukken betreffende de beroeping van predikanten te Ophemert. 1725-1853 1 omslag

1231 Stukken betreffende het beheer der goederen van de vicarie te Ophemert, tweede helft 18de eeuw-1909 1 omslag

1232 Stukken betreffende de sluiting en uitvoering van een overeenkomst van Aeneas Mackay met de Staat der Nederland inzake het beheer der goederen van de vicarie te Ophemert. Met retroacta d.d. 1595-1803. 1852-1867 1 omslag

1233 Stukken betreffende uitkeringen aan studenten in de theologie en beroeping van predikanten te Ophemert. 1868-1874 1 omslag

1234 Stukken betreffende de afkoop van tienden door de dorpspolder en van een tijns, gaande uit de hofstede "Het Vliegennest" door Donald Jacob Mackay, beide verschuldigd aan de vicarie te Ophemert. 1908 1 omslag VI. Opijnen.

VI. OPIJNEN.

1235 Contract van Adam van Boxmeer, vicaris van het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar in de kerk van Opijnen, met Jan Claess., inzake het bebouwen van enige landerijen onder Opijnen, Waardenburg en Heessel. 1570 1 stuk Reg. nr. 90. VII. Voorst (Veluwe).

VII. VOORST (VELUWE).

1236 Stukken betreffende 1/4 van de Sinderse vicarie te Voorst en de St. Catharinaevicarie te Heerde, waarvan W.J.M. van Renesse collator was. 1753-1755 1 omslag VIII. Wadenooien.

VIII. WADENOOIEN.

1237 Akte van uitgifte in erfpacht door ds. Johan Gerhard Vulder, predikant te Wadenooien, van 16 hond bouwland in De Henight onder Wadenooien, behorende tot de pastoriegoederen aldaar. 1710 1 stuk 2.21.115 Mackay van Ophemert 129

1238 Akten van collatie door Johan de Cock van Delwijnen en Barthold van Haeften van de predikantsplaats te Wadenooien. Afschriften. 1719, 1739 1 omslag F. Jacht.

F. JACHT. Zie ook nrs. 1449, 1450, 1453.

1239 Akten, waarbij stadhouder Willem V aan Daniël Mackay toestaat te jagen binnen de provincie Utrecht. 1775-1781 1 omslag

1240 Akten, waarbij een aantal grondeigenaren vergunning verlenen aan Donald Jacob Mackay om te jagen op hun terreinen onder Ophemert, Varik en Wadenooien. Met jachtakte van de commissaris des Konings in Gelderland. 1860. 1857-1861 1 omslag G. Onroerende goederen en daarop rustende zakelijke rechten.

G. ONROERENDE GOEDEREN EN DAAROP RUSTENDE ZAKELIJKE RECHTEN. 1 Gelderland.

1 GELDERLAND. a Kwartier van Nijmegen.

A KWARTIER VAN NIJMEGEN. 1 Appeltern.

1 Appeltern. Zie ook nrs. 1265-1270, 1272, 1277 en 1526.

1241 Eigendomsbewijzen voor Aeneas en Donald Jacob Mackay van twee percelen weiland onder Appeltern. Met stukken betreffende de opbrengst en lasten en de kadastrale tenaamstelling. 1846-1878. 1836, 1872 1 omslag 2 Batenburg.

2 Batenburg.

1242 Eigendomsbewijzen voor Donald Jacob Mackay van enige percelen uiterwaarden onder Batenburg en Lienden. Met retroacta d.d. 1861-1863. 1899-1911 1 omslag 3 Bergharen.

3 Bergharen. 3.1 Verwerving

3.1 Verwerving

1243 Retroacta betreffende Merwijcks hofstede c.a. onder Bergharen. 1616-1623 1 omslag Deze hofstede kwam in 1723 aan Johan de Cock van Delwijnen.

1244 Stukken betreffende de aankoop door Genoveva Maria van der Noot, van de korentienden onder Bergharen, afkomstig van de abdij van Oldencamp. 1623-1633 1 omslag

1245 Stukken betreffende de aankoop en verpachting door Ludolf van Steenhuys van korenmolen en diverse landerijen onder Bergharen. Met retroacta d.d. 1653-1656. 1661-1663 en z.j 1 omslag

1246 Uittreksel uit het signaat van het ambt van Maas en Waal betreffende de tienden, 130 Mackay van Ophemert 2.21.115

korenmolen en bouwhoven onder Bergharen van Genoveva Maria van Steenhuys, die tussen 1697 en 1717 met hypotheek bezwaard zijn. 1717 1 stuk

1247 Akte van belening door de stadhouder van de lenen van Batenburg van Aeneas Mackay ten behoeve van Ursulina Philippina van Haeften met een hofstede en land onder Bergharen. 1776 1 stuk

1248 Eigendomsbewijs voor Arnolda Margaretha Mackay-van den Steen van de bouwhof Den Aaldert o.a. onder Bergharen. Met retroacta d.d. 1739 en 1756 en stukken betreffende de vererving op Daniël Mackay in 1782 en de verpachting in 1778, 1790 en 1796. 1777 1 omslag

1249 Eigendomsbewijs voor Aeneas Mackay van diverse percelen land tezamen genaamd De Schaarsche Hof, onder Bergharen. Met retroacta d.d. 1652-1791 en akte van schenking van een gedeelte hiervan aan Barthold J.C. Mackay. 1802. 1793 1 omslag

1250 Eigendomsbewijzen voor Barthold J.C. Mackay en A. Mackay-van Renesse van Wilp van diverse percelen bouw-, wei- en bosgrond, alsmede van een huis, genaamd Het Schaar, onder Bergharen. Met retroacta d.d. 1773-1806. 1806-1844 1 omslag

1251 Eigendomsbewijzen voor Aeneas en Johan F.H.J.E. Mackay van diverse percelen wei- en bouwland en bosgrond, alsmede woeste grond onder Bergharen. Met retroacta d.d. 1829. 1824-1845 1 omslag

1252 Eigendomsbewijs voor Matthijs, Johannes en Jan Loeffen van een perceel bouwland, sectie C 163, onder Bergharen. 1847 1 stuk

1253 Eigendomsbewijzen voor Johan Jacob en Donald Jacob Mackay van diverse percelen wei- en bouwland en bosgrond, alsmede van een huis o.a. onder Bergharen. Met retroacta d.d. 1774. 1847-1911 1 omslag

1254 Eigendomsbewijs voor de kinderen van wijlen J.F.H.J.E. Mackay van het recht van uitweg ten behoeve van het perceel sectie B 88 over het perceel sectie B 91 onder Bergharen. 1856 1 stuk

1255 Eigendomsbewijs voor Henriëtte Ph.R. Mackay van 3 akkers bouwland in de bouwing "De Kernmolen" onder Bergharen. 1858 1 stuk

1256 Eigendomsbewijzen voor Aeneas Mackay van diverse percelen wei- en bouwland en bosgrond onder Bergharen. Met retroacta d.d. 1867-1897. 1873-1908 1 omslag

1257 Eigendomsbewijs voor J.Th.M. van der Henij van een perceeltje grond, sectie C 318, onder Bergharen. 2.21.115 Mackay van Ophemert 131

1906 1 stuk 3.2 Beheer.

3.2 Beheer.

1258 Contracten van verpachting door Johan de Cock van Delwijnen, Walraven en Barthold van Haeften en Aeneas Mackay van de Merwijckse hof, de tienden van Bergharen en de visserij in het Harense meer. 1724-1780 1 omslag

1259 Diverse stukken betreffende het beheer van de goederen onder Bergharen van Aeneas Mackay en zijn erfgenamen. 1773-1810 1 omslag

1260 Processen-verbaal van verpachting door Aeneas Mackay van diverse percelen bouwen weiland onder Bergharen. 1783-1805 1 omslag

1261 Processen-verbaal van verpachting door Aeneas en.Barthold J.C. Mackay van de koren-, tabaks- en smaltienden onder Bergharen 1789-1810. Met staten van de opbrengst over 1749-1788 en stukken betreffende uitkeringen uit deze tienden aan de predikant, koster en schoolmeester. 1647-1815 1 omslag

1262 Processen-verbaal van verkoping door Aeneas en Barthold J.C. Mackay van houtgewas, hooigras en te velde staand koren onder Bergharen. 1797-1810 1 omslag

1263 Briefwisseling van Aeneas Mackay met Hendrik Geurts over het beheer van zijn goederen onder Bergharen. 1798-1807 1 omslag

1264 Proces-verbaal van verpachting door Barthold de Cock van Haeften van enige percelen hooi- en weiland op de Grote Gespkamp onder Bergharen. 1808 1 stuk

1265-1270 Brieven aan en afrekeningen met Barthold J.C. Mackay van de rentmeester A. Willems en de notaris D.A. van Munster betreffende het beheer der goederen onder Bergharen, Horssen en Appeltern. Met bijlagen. 1810-1847 en z.j 6 omslagen 1265 1810-1816 1266 1817-1825 1267 1826-1831 1268 1832-1835 1269 1836-1842 1270 1843-1847 en z.j

1271 Stukken betreffende het verzet van Barthold J.C. Mackay als geërfde te Bergharen tegen plannen tot verandering van de waterlozing van het Rijk van Nijmegen en het land van Maas en Waal. 1819-1833 en z.j 1 omslag

1272 Aantekeningen betreffende de verdeling van verschillende belastingen over de goederen van Barthold J.C. Aeneas, J.F.H.J.E., Donald J. en Susette A.J.W. Mackay onder Bergharen, Horssen en Appeltern. 132 Mackay van Ophemert 2.21.115

1821-1843 1 omslag

1273 Brieven aan Aeneas Mackay van W. Hendriks betreffende het beheer van zijn goederen onder Bergharen. . Met bijlagen. 1852-1875 1 omslag

1274 Brieven aan Aeneas Mackay van notaris G.J. van Heuven betreffende het beheer van de goederen van de erfgenamen van Barthold J.C. Mackay onder Bergharen en Horssen. 1854, 1856 1 omslag

1275 Brieven van Donald Jacob Mackay van W. Hendriks betreffende het beheer van zijn goederen onder Bergharen, Appeltern en Horssen. Met bijlagen. 1873-1878 1 omslag

1276 Brieven aan Aeneas Mackay van verschillende notarissen, die na het overlijden van notaris van Heuven belast wensten te worden met de verkopingen en verpachtingen te Bergharen. 1875 1 omslag

1277 Stukken betreffende het beheer der goederen van Donald Jacob Mackay onder Bergharen, Horssen en Appeltern door C.A.A. van de Garde. 1889, 1894 1 omslag 4 Brakel.

4 Brakel. Zie ook nrs. 1519, 1523.

1278 Eigendomsbewijs voor Jan van Brakel van elf erftijnsen, gaande uit elf hofsteden onder Brakel. 1415 1 charter Reg. nr. 8.

1279-1281 Akten van belening door de hertog en de stadhouder van de lenen van Gelre van enige personen met de halve grote tiend te Brakel. 1558-1686 3 charters 1279 van Marie van Brakel, 1558 Reg. nr. 80 1280 van Willem Drummond, 1652 1281 van Johan de Cock van Delwijnen, 1686

1282 Stukken. betreffende de vererving van de halve grote tiend te Brakel op Joachim de Cock van Delwijnen. 1560, 1564. Afschriften d.d. (17de eeuw). 1622 en z.j 1 omslag Reg. nrs. 82 en 84. Reg. nr. 84 zie inv. nr. 912.

1283 Contract tussen Diederik van Wylick en de geërfden van Brakel betreffende een uitwatering door het land van eerstgenoemde. 1566 1 charter Reg. nr. 88. Joachim van Gent was geërfde in Brakel. Blijkens een bijgevoegde losse aantekening ontving hij dit stuk in·1667 te leen.

1284 Brieven en aantekeningen betreffende de opbrengst van tienden onder Brakel en Delwijnen. 2.21.115 Mackay van Ophemert 133

1645-1693 en z.j 1 omslag

1285 Processen-verbaal en rekeningen van de verpachting der tienden van Willem Drummond onder Brakel. Met aantekeningen d.d. 1619 en 1626 en retroacta betreffende de bijdragen van de tiendheffer in het onderhoud van de polder d.d. 1629. 1652-1654 1 omslag

1286 Eigendomsbewijs voor Barthold van Gent van 4 morgen land, genaamd Den Kersmaecker, en 6 morgen land op Langeraeck, beide onder Brakel. Met retroacta d.d. 1596 en akte van vrijwaring. 1620. 1619 3 charters Reg. nr. 108.

1287 Afrekening van Cornelis Verney met Joachim van Gent over de opbrengst van twee tiendblokken te Brakel, welke zij gemeenschappelijk gepacht hebben in 1657. 1659 1 stuk

1288 Stukken betreffende geschillen tussen Joachim van Gent als geërfde te Brakel en het dorpsbestuur van Brakel over zijn bijdragen in diverse polderlasten. 1663-1677 1 omslag

1289 Verzoekschrift van de geërfden en ingelanden van Brakel aan Gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen om orde te stellen op het beheer van hun kerkelijke- en heiligegeestgoederen. Concept in de hand van Joachim van Gent. (midden 17de eeuw) 1 stuk

1290 Stukken betreffende een proces tussen Joachim van Gent en Leendert Vernoy over diverse vorderingen in verband met het verhuren door eerstgenoemde van een hofstede onder Brakel aan laatstgenoemde. 1671 1 omslag 5 Bruchem.

5 Bruchem.

1291 Eigendomsbewijs voor Walraven van Haeften van 14 hond "overscharen" te Bruchem. 1727 1 charter 6 Deil.

6 Deil. Zie ook nr. 1521.

1292 Tijnsbrief, groot 16 gulden ten laste van de pastorie van Deil, gaande uit een huis en hof aan de Poel onder het gerecht van Deil, 1597. Afschrift. 1619 1 stuk Reg. nr. 109. 7 Delwijnen.

7 Delwijnen. Zie ook nrs. 1284, 1523.

1293-1295 Stukken betreffende de belening van diverse personen met het huis te Delwijnen. 1473-1725 3 charters 1293 Akte van belening door de stadhouder van de lenen van Gelre en Zutphen van Johan van Balveren Ariaenssoen met het huis en enige landerijen te Delwijnen, 1473 Reg. nr. 25. 134 Mackay van Ophemert 2.21.115

1294 Akte, waarbij Karel, hertog van Gelre, aan Arnt de Kock van Delwijnen het vruchtgebruik toestaat van het huis en enige landerijen te Delwijnen, 1493 Reg. nr. 38. 1295 Akte, waarbij de stadhouder van de lenen van Gelderland de huwelijkse voorwaarden tussen Walraven van Haeften en Françoisa van Till goedkeurt, voorzover ze betrekking hebben op de hofstede te Delwijnen, 1725

1296 Schepenakte, waarbij Alaert van Haeften Joachim van Giessen ontslaat van de verplichting tot vrijwaring van een tiend te Delwijnen. 1551 1 charter Ontbreekt Reg. nr. 74.

1297 Akte van belening door Adriaen van Herlair van Merwijck van Adriaen de Cock van Delwijnen met de helft van een tiend onder Delwijnen en op de Ringelmeer, waarvan Alairt van Haeften de andere helft bezit. 1552 1 charter Reg. nr. 78.

1298 Stukken betreffende de verkoop en verpachting van een huis en enige landerijen onder Delwijnen ter executie van een vordering van Johan Herman Voelaer op Johan Frederik van Quaet en Wickraet, welke vordering later gecedeerd werd aan Walraed van Steenhuysen en Johan de Cock van Delwijnen. 1687-1709 en z.j 1 omslag 8 Driel.

8 Driel. Zie ook nrs. 1415, 1521. 8.1 Verwerving.

8.1 Verwerving.

1299 Akte van belening door de Staten van Gelderland van Henrica van Haeften met een korentiend en de smaltiend onder Driel. 1595 1 charter Reg. nr. 107.

1300 Schuldbekentenis van F.O. van Dörnberg Heiden en Margaretha Mackay aen Aeneas Mackay, groot f. 4000.-, onder verband van 1/4 van de Palmwaard, 1/4 van Jan de Kokswaarden, 1/4 van 't Wey- of Buschmanswaardje en de 7 morgen in de Vliert of grote Grave Weyde onder Driel. 1791 1 charter

1301 Eigendomsbewijzen voor Barthold J.C. Aeneas en Donald Jacob Mackay van diverse percelen uiterwaarden en bos onder Driel. Met retroacta en andere bijbehorende stukken. 1826-1904. 1854-1903 1 omslag 8.2 Beheer.

8.2 Beheer.

1302 Stukken betreffende de opbrengsten lasten van landerijen onder Driel, door Reinier van Haeften gepacht van de abdij van Sint Paulus. 1704-1722 1 omslag

1303-1313 Brieven van en afrekeningen met rentmeesters, met bijlagen, betreffende de 2.21.115 Mackay van Ophemert 135

goederen van de familie Mackay te Driel, Rossum en Schijndel. 1736-1893 11 omslagen 1303 1736-1768 1304 1769-1779 1305 1780-1786 1306 1787-1797 1307 1797-1801 1308 1802-1807 1309 1808-1813 1310 1814-1822 1311 1823-1834 1312 1835-1847 1313 1848-1857, 1871, 1879, 1882, 1893

1314 Brieven aan Aeneas Mackay van J.M.G. Hoffmann van Hove, notaris te Zaltbommel, betreffende verkoop van goederen onder Driel. 1856, 1875 1 omslag 9 Drumpt.

9 Drumpt.

1315 Akte, waarbij Melchior de Rover en Theodora de Cock van Delwijnen al hun landerijen, renten en andere goederen onder Drumpt, Rumpt en in het gebied van de Hoge Bank van Deil verkopen aan Dirck van Altena en ze tegen een jaarlijkse rente in gebruik terug ontvangen. 1630 1 charter 10 Druten.

10 Druten.

1316 Contracten van verpachting door Adriana van Beynhem en de andere kinderen van Gerit van Beynhem van een hofstede en diverse landerijen onder Druten. 1606, 1614 1 omslag

1317 Staat van ontvangen pachtsommen van land te Druten over 1633-1644. 17de eeuw 1 stuk

1318 Verklaring van het gerecht van Deil betreffende de executie van goederen van Anthonis Jansz. den Ouden wegens het niet betalen van pacht van een huis en landerijen onder Druten en Horssen aan Adriaen de Cock van Delwijnen. 1657 1 charter

1319 Kwitanties ter zake van reparaties, verbouwingen, belastingen enz. voor een hofstede en landerijen van Adriaen de Cock van Delwijnen onder Druten. 1683-1686 en z.j 1 omslag 11 Eck.

11 Eck.

1320 Eigendomsbewijs voor Bartholomeus van Eck Geuritse, van 1/3 van een hofstede met 6 morgen land in den Enghe onder Eck. 1459 1 charter Reg. nr. 18.

1321 Eigendomsbewijs voor Gertruyt van der Lauwijck, weduwe van Cornelis van Eck, van 11 hond land op Homout onder Eck. 1552 1 charter 136 Mackay van Ophemert 2.21.115

Reg. nr. 75.

1322 Koopcontract en eigendomsbewijs voor Gerit van Beynhem en Cristina van Eck van een hofstede onder Eck. Bijgevoegd contract van verpachting d.d. 1609. 1579 1 charter en 1 omslag Reg. nrs. 97 en 98.

1323 Eigendomsbewijs voor Gerit van Beynhem en Cristina van Eck van de helft van 6 morgen land, genaamd Dat Moeyen Landt, onder Eck. 1585 1 charter Reg. nr. 104.

1324 Akte van belening door Steven van Rumelaer, heer van een hofstad onder Eck op den Hull, van Johan de Cock van Delwijnen met 2 1/2 morgen land op Sudelmaet onder Eck: 1619 1 charter

1325 Akte, waarbij Johan Deijs en Geertgen Derck van Oorts dochter van Johan de Cock van Delwijnen een jaarlijkse rente overnemen, groot 1 mud raapzaad, verschuldigd aan de kerk te Eck, voor de vrijwaring waarvan zij verbinden een huis en hofstede onder Eck. 1626 1 charter

1326 Eigendomsbewijs voor Johan de Cock van Delwijnen van 7 1/2 hond land onder Eck. 1627 1 charter

1327 Eigendomsbewijs voor Adriaen de Cock van Delwijnen van 2 boomgaarden, groot 408 hond, in de Engh onder Eck. 1647 1 charter

1328 Eigendomsbewijs voor Adriaen de Cock van Delwijnen van 4 hond bouwland in den Engh onder Eck. 1656 1 charter

1329 Vonnis van ambtman en gerichtslieden van Neder-Betuwe, waarbij Josina van Steenhuys verklaard wordt gerechtigd te zijn tot de goederen van Meerten van Esvelt onder Eck. Met dorsale aantekening, dat Seger van Steenhuys zich krachtens deze in het bezit heeft gesteld van 1 1/2 hond boomgaard en 4 morgen bouwland en den Engh aldaar. 1675 1 charter 12 Elst.

12 Elst.

1330 Eigendomsbewijs voor Goedert Pannekoeck van 6 1/2 hond land, genaamd Cloppertszhoff, en 2 morgen land in het Elstervelt, beide in de buurschap Reet onder Elst. 1570 1 charter Reg. nr. 91.

1331 Stuk betreffende een pandkering gedaan door Godefroi ven Gent tegen Bernt Bruys en Elisabeth de Haert wegens elf morgen land in de buurschap Reet onder Elst. 1630 1 stuk

1332 Contract van verpachting door Joachim van Gent van een hofstede in de buurschap Reet onder Elst. Met verlenging d.d. 1662 en 1663. 2.21.115 Mackay van Ophemert 137

1660 1 stuk

1333 Eigendomsbewijs voor Johan de Cock van Delwijnen van de helft van 8 1/2 morgen weiland, genaamd Raeyer Wey, onder Elst. Met retroacte d.d. 1690. 1709 1 charter en 1 stuk

1334 Eigendomsbewijs voor Willem van Lynden van een aantal bouwhoven, landerijen en tienden in de buurschap Laar onder Elst. Met bijlage. 1856. 1855 1 omslag 13 Est en Opijnen.

13 Est en Opijnen. Zie ook nrs. 1427, 1525, 1526.

1335 Aantekening van Adriaen de Cock van Delwijnen betreffende de verpachting van een "weerdje" onder Opijnen, 1663 1 stuk

1336 Eigendomsbewijs voor Barthold J.C. Mackay een perceel bouwland, genaamd de Hoogt, onder Est en Opijnen. Met retroacta d.d. 1812 en contract betreffende het onderhoud der bijbehorende dijkvakken. 1872. 1848 1 omslag 14 Gameren.

14 Gameren.

1337 Akte van volmacht van Adriana Margrieta van Haeften op Barthold van Haeften om aan Hendrik Timmer te transporteren een gedeelte van een vogelkooi onder Gameren. 1740. Uittreksel uit het signaat van Tuil. 18de eeuw 1 stuk 15 Gellikum.

15 Gellikum. Zie ook nrs. 1519, 1520, 1522.

1338 Akte van belening door Thomas van Scherpenzeel, heer van Rumpt, van Jochem van Giessen met 3 morgen land, genaamd Den Weeverhoeck, onder Gellikum. 1555 1 charter Reg. nr. 79.

1339 Akte van belening door Thomas van Scherpenzeel, heer van Rumpt, van Elisabeth van Giessen met 3 morgen land, genaamd Die Weevershoecken, en 1 morgen land, genaamd Den Slimmen Weerdt, onder Gellikum. 1623 1 charter

1340 Stukken betreffende het onderhoud en de verpachting door Joachim van Gent van een huis met 12 morgen land, alsmede 11 morgen land in de Wevershoucke, 5 morgen land, genaamd Die Eyghen en 5 morgen, genaamd Den Ruycamp, onder Gellikum en Rumpt. 1656-1659 1 omslag

1341 Stukken betreffende de executoriale verkoop van 3 morgen land, genaamd De Weverhoeken, onder Gellickum, die verbonden waren voor een rentebrief, groot 37 gulden 10 stuivers jaarlijks, ten laste van Elisabeth van Giessen. Gecasseerd. 1657-1660 5 getransfigeerde charters 138 Mackay van Ophemert 2.21.115

16 Gent.

16 Gent.

1342 Akte van akkoord tussen Hendrik van Gent en Anna Maria Theresia de Godin, zijn vrouw, enerzijds, en Joachim van Gent anderzijds, inzake het leggen van een krib door laatstgenoemde bij het "oudhoevig" land van eerstgenoemde boven de Gentse Schoordijk. 1656 1 charter 17 Haalderen.

17 Haalderen.

1343 Stukken betreffende het beheer van landerijen van Adriaen de Cock van Delwijnen te Haalderen, Bemmel en Hien. 1663, 1664 1 omslag 18 Hellouw.

18 Hellouw. Zie ook nr. 1525.

1344 Contracten van aanbesteding door Johan de Cock van Delwijnen aan Hendrik Jasperss. van het onderhoud van zijn dijkgedeelten onder Hellouw, met bijbehorende aantekeningen. 1698, 1699 1 omslag 19 Herwijnen

19 Herwijnen Zie ook nr. 1520.

1345 Processen-verbaal van verpachting door Adriaen de Cock van Delwijnen van diverse percelen land onder Herwijnen. 1684. 1685 1 omslag

1346 Verzoekschrift van Barthold J.C. Mackay (aan Gedeputeerde Staten van Gelderland?) inzake een verordende "bespreiding" van hem toebehorende dijkvakken onder Herwijnen. Concept. 1845 1 stuk 20 Hien-Dodewaard

20 Hien-Dodewaard Zie ook nr. 1343.

1347 Stukken betreffende een proces tussen Rutger Janss. en Godefroi van Gent over de bepoting door eerstgenoemde van een aanwas, gelegen bij de Rietcamer tegen de Nederbetuwse Schoordijk onder Hien, door laatstgenoemde in erfpacht bezeten. 1639 1 omslag

1348 Stukken betreffende een geschil van Joachim van Gent en Adriaen en Johan de Cock van Delwijnen met het ambt van Neder-Betuwe over de kosten van reparaties aan kribben te Hien. 1658-1728 1 omslag

1349 Stukken betreffende de verpachting door Johan de Cock van Delwijnen van zijn landerijen en visserijen onder Hien en Neerijnen. 1710 en z.j 1 omslag

1350 Eigendomsbewijs voor Maria C.A.J. Mackay-Fagel van drie percelen uiterwaard onder Hien-Dodewaard. Met stukken betreffende de aankoop. 2.21.115 Mackay van Ophemert 139

1872 1 omslag 21 Horssen.

21 Horssen. Zie ook nrs. 1326-1331, 1333, 1335, 1336, 1338, 1379, 1587.

1351 Eigendomsbewijs voor Gerrit van Beynhem van 3 morgen 1 hond en 42 roeden land onder Horssen. 1565 1 charter Reg. nr. 86.

1352 Eigendomsbewijzen voor Barthold J.C. en Donald Jacob Mackay diverse percelen bouw-, wei - en bosgrond onder Horssen. Met retroacta d.d. 1840 en andere bijbehorende stukken d.d. 1848 en 1893. 1836-1902 1 omslag

1353 Eigendomsbewijs voor Willem van Lynden van 3 percelen bouwland, genaamd De Roeden, onder Horssen. 1864 1 stuk

1354 Eigendomsbewijs voor Charlotte A.W. van Lynden-van Boetzelaer van een perceel rijswaard, genaamd De Meer, onder Horssen. 1871 1 stuk

1355 Brieven en afrekeningen van J.J.H. Baar betreffende het beheer der goederen van Donald Jacob Mackay onder Horssen. 1885-1889 1 omslag 22 Kapel-Avezaath

22 Kapel-Avezaath

1356 Kwitantie van de landschrijver van Neder-Betuwe voor Maria de Cock van Delwijnen ter zake van de donatio inter vivos door Melchior de Rover aan haar dochter Helena Drummond van een hofstede onder Kapel-Avezaath. 1642 1 stuk

1357 Stukken betreffende inlichtingen verstrekt aan Joachim van Gent aan gaande een hofstede c.a. in Kapel-Avezaath welke tot onderpand gesteld was voor de koop van een huis van Adriaen Harmans aan de Hambrug d.d. 1651. 1664 1 omslag

1358 Akte van transport namens Helena Maria Drummond, douairière van Gent, aan Johan de Cock van Delwijnen van een rente, groot 1323 gulden 12 penningen, gevestigd door Henrick van Brienen en Jantje Jans op hun hofsteden te Kapel- Avezaath. 1684 1 charter

1359 Eigendomsbewijs voor Johan de Cock van Delwijnen van 1/2 hond land onder Kapel-Avezaath. 1719 1 stuk

1360 Uittreksel uit de "conditie van de dorpsgemeente" van Kerk-en-Kapel-Avezaath betreffende de uitgifte in erfpacht aan Barthold van Haeften van twee percelen weiland onder Kapel-Avezaath. 1746 1 stuk 140 Mackay van Ophemert 2.21.115

1361 Akte van belening door de Staten van Gelderland van Adriana van Haeften met 8 of 7 hond boomgaard en bouwland op het blok Den Bulk onder Kapel-Avezaath. 1749 1 charter 23 Lent.

23 Lent.

1362 Contract van verpachting door Barthold van Gent en Rutger van Randwijck van 6 morgen weiland, genaamd Den Focken Acker, onder Lent. 1645. Bijgevoegd aantekeningen van Joachim van Gent betreffende de betaling d.d. 1667 en 1671 en z.j 1 omslag

1363 Brieven aan Joachim van Gent betreffende zijn goederen te Lent. 1666, 1668 1 omslag 24 Lienden.

24 Lienden. Zie ook nrs. 1242, 1475.

1364 Aanplakbiljetten van de verkoping namens Simon de Faget, weduwnaar van Margaretha van Assendelft, van een bouwhof te Herveld onder Valburg en 1/4 van een bouwhof te Lienden. 1658 1 omslag

1365 Stukken betreffende een geschil tussen W.J.M. van Renesse en G. de Leeuw inzake de verpachting van de hofstede Het Pannenhuis onder Lienden. 1752-1756 1 omslag

1366 Contract van verpachting door Evert Ludolf van Heeckeren van een bouwhof onder Lienden. 1786 1 stuk 25 Meinerswijk.

25 Meinerswijk.

1367 Stukken en aantekeningen van Barthold en Joachim van Gent betreffende de verpachting en lasten van hun uiterwaarden onder Meinerswijk. 1649-1681 en z.j 1 omslag

1368 Getuigenverklaring op verzoek van Joachim van Gent over het slopen, op last van de stad Arnhem, van een krib onder Meinerswijk. 1652 1 lias

1369 Declaratie van kosten voor Helena Maria Drummond, douairière van Gent, van W. Ten Hoof ter zake van reparaties aan haar huis (te Meinerswijk?). Het betalingsopdracht en aantekeningen van Anna van Gent. 1682, 1683 1 stuk 26 Neerbosch en Weurd.

26 Neerbosch en Weurd.

1370 Aantekeningen van Adriaen de Cock van Delwijnen betreffende verkopingen van hout onder Neerbosch en Weurd. 1654, 1655 1 omslag

1371 Stukken betreffende de schenking door Barthold van Haeften aan zijn kinderen en de verkoop door deze van een bouwhof met bossen en weiland onder Neerbosch 2.21.115 Mackay van Ophemert 141

en Weurd. 1768. Afschriften en aantekeningen in de hand van Aeneas Mackay. tweede helft 18de eeuw 1 omslag 27 Nijmegen.

27 Nijmegen.

1372-1374 Stukken betreffende de verwerving en het onderhoud van twee huizen aan de Muchterstraat en een huis met stalling aan de Ottengas te Nijmegen. 1559-1849 18 charters en 3 omslagen 1372 Eigendomsbewijs voor Margaretha C.F. Mackay-van Lynden. Met retroacta d.d. 1628-1832, 1849, 12 charters en 1 omslag 1373 Stukken betreffende geschillen voortgekomen uit de vestiging van twee losrenten op een van deze huizen, 1559-1660 en z.j, 6 charters en 1 omslag Reg. nrs. 81, 83, 87, 106, 112, 113. 1374 Stukken betreffende reparaties en verbouwingen. 1675-1774

1375 Eigendomsbewijs voor Henderick Philips en Sara Wemringh, erfgenamen van Philips Wemringh en Hillicken Beyers, van een moeshof te Nijmegen, alsmede een erfrente, groot 3 gouden philippusguldens, gaande uit 1/2 hond land onder Hees. 1598 1 charter Reg. nr. 110.

1376 Rentebrief voor Johan de Beyer, secretaris der stad Nijmegen, groot 1 schild, gaande uit het huis van Andreas Volckmer en Gentiana Cramers in de Nieuwstraat te Nijmegen. Bijgevoegd contract van verkoop van dit huis door Johan de Beyer aan Andreas Volckmer d.d. 1607. Afschrift. 1608 1 charter en 1 stuk

1377 Stukken betreffende een geschil tussen Marten van Muylecom en Wolter van Herten, enerzijds, en Johan van Benthem, anderzijds, over de muur tussen hun erven in de Stokkumstraat te Nijmegen. 1641, 1648 1 omslag

1378 Eigendomsbewijs voor Johan van Benthem van een huis en hofstad in de Burchtstraat te Nijmegen. 1656 1 charter

1379 Kwitanties voor de erfgenamen van A. Hamerslag ter zake van reparaties, verponding enz. van een huisje in de Steenstraat te Nijmegen. 1697-1700 1 omslag Het is mogelijk, dat dit huisje later toebehoorde aan Johan de Beyer.

1380 Aantekeningen betreffende graven in de Grote Kerk te Nijmegen van leden van het geslacht de Beyer, later in het bezit gekomen van W.J.M. van Renesse. einde 17de en midden 18 de eeuw 1 omslag

1381 Eigendomsbewijs voor Arnolda Colyear-de Beyer van een huis en hofstede bij het Valkhof aan de weg naar de Hoenderpoort te Nijmegen. Met retroacta d.d. 1715. 1722 3 charters

1382 Schuldbekentenis van Gerrit Mol aan Arnolda Colyear-de Beyer, groot 200 gulden, onder verband van zijn huis aan de Schapengas te Nijmegen. 1730 1 charter

1383 Kwitanties en aantekeningen betreffende reparaties aan een graf in de Grote Kerk 142 Mackay van Ophemert 2.21.115

te Nijmegen, toebehorende aan Aeneas Mackay. 1773-1794 1 omslag

1384 Contract van verhuur door .? van Renesse aan Hendrik Bosboom en Johanna Peters van Driel van een hof met huisje achter den Esel te Nijmegen. 1773? 1 stuk

1385 Contract van verhuur door J. Moorrees aan Aeneas Mackay van een huis in de Muchterstraat te Nijmegen 1777 1 stuk

1386 Contracten van verhuur door Aeneas, Barthold J.C. en Cornelis A. Mackay van huizen in de Ridderstraat of Muchterstraat te Nijmegen. 1798-1819 1 omslag

1387 Kwitanties voor Aeneas, Barthold J.C. en Cornelis A. Mackay ter zake van diverse belastingen betaald van onroerende goederen te Nijmegen. 1799-1829 1 omslag

1388 Contract van aanneming van metselwerk van een huis op St. Tunes te Nijmegen, toebehorende aan Aeneas Mackay. 1804 1 stuk

1389 Kwitanties ter zake van werkzaamheden aan diverse huizen van de familie Mackay te Nijmegen. 1810-1847 1 omslag

1390 Akte van verkoop door de erfgenamen van J.H.P.E. van Renesse van Wilp en Susanna Françoise van den Steen aan D.A. van Munster van twee huizen in de Lange Burchtstraat en een huis in de Stokkumstraat te Nijmegen. 1819 1 stuk

1391 Contract van verhuur door N. Hoogstraten aan Wijnanda M.S.J. van Renesse van Wilp van een huis in de Stokkumstraat te Nijmegen. 1854 1 stuk 28 Ochten.

28 Ochten.

1392 Stukken betreffende de invordering door (Margaretha Puchler?) douairière Mackay van de pacht van 7 hond weiland in 't Kesterense veld onder Ochten, die haar krachtens panding toekwam. 1721-1727 1 omslag 29 Oensel.

29 Oensel. Zie ook nr. 1519

1393 Stukken betreffende de executoriale verkoop door Elisabeth van Giessen aan Mayken van Cronenburch van een bos, boomgaard, uiterwaard en weiland te Oensel, en een daaruit ontstaan geschil. 1654-1665 2 charters en 1 omslag

1394 Afrekening van Johan de Cock van Delwijnen met een pachter van landerijen te Oensel over 1660-1672. 1677 1 stuk 2.21.115 Mackay van Ophemert 143

30 Ophemert en Zennewijnen.

30 Ophemert en Zennewijnen. 30.1 Huis Ophemert.

30.1 Huis Ophemert. 30.1.1 Verwerving.

30.1.1 Verwerving.

1395 Akte van belening door de stadhouder van de lenen van Gelre en Zutphen van Sweder van Werdenborch met het huis Ophemert en enige landerijen aldaar. 1473 1 charter Reg. nr. 24.

1396 Akte van verkoop door Dirick van Werdenborch en Ysabella van Diemen, zijn vrouw, aan Frederic van Haeften van het huis en de heerlijkheden van Ophemert en Zennewijnen met de helft van de uiterwaard Het Zand, alsmede een tiend te Delwijnen. Met retroacta d.d. 1386-1481. 1552 10 charters Reg. nrs. 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 28, 77.

1397-1400 Akten van belening door de stadhouder van de lenen van Gelderland van verschillende leden van het geslacht van Haeften met het huis Ophemert en bijbehorende landerijen. 1708-1774 4 charters en 1 omslag 1397 van Reynhard van Haeften. 1708. Met gelijktijdige uittreksels uit het leenregister betreffende de vermeerdering van dit leen 1398 van Walraven van Haeften, 1733 1399 van Barthold van Haeften. 1747, waarbij inbegrepen een hofstede onder Delwijnen, het veer van Zennewijnen en Dreumel en enige tienden te Driel 1400 van Reinier van Haeften, 1774 30.1.2 Beheer.

30.1.2 Beheer.

1401 Staatje van uitgaven tussen 1689 en 1695 gedaan voor vertimmeringen aan het huis Ophemert. ca. 1700 1 stuk

1402 Kostenberekeningen en kwitanties voor verbouwingen en andere verbeteringen aan het huis Ophemert. 1785 en z.j 1 omslag

--- Plattegrond van het huis Ophemert tweede helft 18de eeuw 1 stuk Voorheen inv.nr. 1403 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 3. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling.

1404 Contract van verhuur door Margaretha Anna van Haeften aan I. Blijdesteyn van Tedingswaard van het huis Ophemert. 1809 1 stuk

1405 Lijst van huurders van het huis Ophemert, van 1787 tot 1844. 19de eeuw 1 stuk

1406 Diverse stukken betreffende onderhoud, inrichting en verzekering van het huis 144 Mackay van Ophemert 2.21.115

Ophemert, 1849-1880 en z.j 1 omslag 30.2 Andere goederen en zakelijke rechten.

30.2 Andere goederen en zakelijke rechten. Zie ook nrs. 1520, 1525, 1526. 30.2.1 Verwerving en bezwaring

30.2.1 Verwerving en bezwaring

1407 Tijnbrief voor Wilhem die Haes Janssen, gaande uit een huis en hofstede in de Wower te Ophemert, ten laste van Johan Artss. 1538 1 charter Reg. nr. 58.

1408 Tijnsbrief, groot 18 gulden 15 stuivers, gevestigd op 3 morgen land in de Uilike te Ophemert door Claes Dircksen ten behoeve van Jan Otten de Bie als echtgenoot van Hendersken Stevens. Met akten van overdracht aan Johan van Blenckvliet en Adriaen van Oever. 1660, 1667. 1643 3 getransfigeerde charters

1409 Eigendomsbewijs voor Wilhem de Haes van een uiterwaard, genaamd Pepercornweertgen onder Ophemert. Met koopcontract, 1630, akte, waarbij voor de vrijwaring verbonden wordt 2 1/2 morgen land, genaamd De Cock, onder Zandwijk, en akte van kwijting van de Rekenkamer van Gelderland voor de aflossing van een erfpacht. 1648. 1630 3 charters, waarvan 2 getransfigeerde en 1 stuk

1410 Eigendomsbewijs voor Aert Jansen van een akker, groot 5 hond, in de Uylike onder Ophemert 1648 1 charter

1411 Eigendomsbewijs voor Francina van Cockengen, weduwe van Walraven van Haeften, van 6 1/2 hond land in de Bulckheuvel onder Ophemert. 1659 1 charter

1412 Akte, waarbij Floris Mathijsen Bosch, als voogd van de kinderen van Mets Mathijsen Bosch, zijn goederen verbindt wegens uitstel van betaling verleend aan Adriaen de Cock van Delwijnen als koper van een halve bouwing, genaamd Cardenheuvel, onder Ophemert. 1664 1 charter

1413 Eigendomsbewijzen voor Reinier van Haeften van diverse percelen weiland in de Bulckheuvel en elders onder Ophemert en Zennewijnen. 1683-1689 2 charters en een omslag

1414 Eigendomsbewijs voor Gerit Petersz. Smit van 7 hond bouwland op de Beuningen onder Ophemert. 1686 1 charter

1415 Staten van de bouwingen, afzonderlijke percelen wei- en bouwland en tienden onder Ophemert en Driel, door Walraven van Haeften in 1720 gekocht van de Staten van Utrecht uit de goederen van de abdij van Sint Paulus te Ophemert. 1720? 1 omslag

1416 Eigendomsbewijzen voor Walraven van Haeften van diverse percelen boomgaarden 2.21.115 Mackay van Ophemert 145

en uiterwaarden in de Uilike, de Beuningen en elders onder Ophemert. Met retroacta d.d. 1708 en 1727. 1723-1740 11 charters

1417 Schuldbekentenis aan Walraven van Haeften van Uyke Formijne, weduwe van Dirk van Hemert, en haar kinderen, groot f. 500.-, onder verband van 14 hond kersenboomgaard in de Uilike onder Ophemert. 1724 1 charter

1418 Eigendomsbewijzen voor Adriana Margrieta van Haeften van enige uiterwaarden onder Ophemert. 1729, 1739 3 charters

1419 Eigendomsbewijzen voor Barthold van Haeften en Margriet van Lynden van diverse percelen land in De Booncamp onder Zennewijnen en op De Ouweling onder Ophemert. 1731-1742 2 charters en 1 omslag

1420 Eigendomsbewijs en koopakte voor Adriana Margrieta van Haeften van een huis en tabaksschuur onder Ophemert en een boomgaard, genaamd De Sterckacker, onder Zennewijnen. Met stukken betreffende een hypothecaire vordering. 1740. 1732 1 charter en 1 omslag

1421 Eigendomsbewijs voor Walraven van Haeften van een bouwing, genaamd De Pippert, onder Ophemert. Met concept. 1745 1 charter en 1 stuk

1422 Eigendomsbewijs voor Peter Fermijne van 5 hond land in de Steendert onder Ophemert. 1753 1 charter

1423 Schuldbekentenis van Reinier van Haeften aan Jan Jacob de Geer en Theodora Anna van Haeften, groot 12000.-. Met akte, waarbij hiervoor verbonden worden de bouwingen Den Pippert en De Sterckacker alsmede enige boomgaarden en weilanden op de Beuningen te Ophemert. 1773, en een akte van cassatie. 1784. 1769 1 charter en 1 omslag

1424 Eigendomsbewijs voor Cornelis van der Wal van een perceel boomgaard in de Uilike, genaamd Jan Swartenhof, onder Ophemert. 1780 1 stuk Verkocht door E.L. van Heeckeren.

1425 Eigendomsbewijs voor Reinier van Haeften van 3/4 hond iepenbos in het dorp Ophemert. Met concept. 1786 1 omslag

1426 Eigendomsbewijzen voor Margaretha Anna, Elisabeth Cénie, Henriëtte Ch.Ph.U. en Victoire Sophie van Haeften van enige percelen bouwland in de Eimerik en de Beuningen onder Ophemert. 1802-1828 1 omslag

1427 Eigendomsbewijs voor Margaretha Anna van Haeften van een bouwhof, genaamd De Grote Mastmolen, met bijbehorende landerijen, onder Ophemert, Est en Opijnen. Met retroacta d.d. 1812 en 1815. 146 Mackay van Ophemert 2.21.115

1833 1 omslag

1428 Eigendomsbewijs voor Margaretha Anna van Haeften van diverse percelen wei- en bouwland onder Heerewaarden, Ophemert en Wadenooien. 1833 1 stuk

1429 Eigendomsbewijzen voor Margaretha Anna van Haeften van diverse percelen bos-, bouw- en weiland in de Steendert, de Scheutert en elders onder Ophemert en Zennewijnen. Met retroacta d.d. 1816, en bijbehorend stuk d.d. 1852. 1837-1843 1 omslag

1430 Eigendomsbewijzen voor Barthold J.C. Mackay van diverse percelen bos en weiland op de Aalsakker, in de Schuurkamp en elders onder Ophemert 1847-1851 1 omslag

1431 Eigendomsbewijzen voor Aeneas Mackay van Diverse percelen bos, bouw- en weiland, alsmede van een huis en erf, in de Steendert, aan de Waalwijk, in de Beuningen, de Uilike en elders onder Ophemert en Zennewijnen. Met retroacta d.d. 1861. 1847-1875 1 omslag

1432 Retroacta betreffende de hofstede "Het Vliegennest" en "Waalzicht " onder Ophemert. 1854-1896 1 omslag Naderhand verworven door de familie Mackay.

1433 Eigendomsbewijzen voor Marie Mackay-Fagel van enige percelen bouwland in de Abtsakkers, de Steendert en elders onder Ophemert, alsmede van een huis met boomgaard in de Beuningen aldaar. Met retroacta d.d. 1867. 1861-1878 1 omslag

1434 Eigendomsbewijzen voor Donald Jacob Mackay van diverse percelen bouw- en weiland en bosgrond in de Aalsakker, Abtsakker, Eimerik, Ouweling, Scheutert, Steendert, Uilike, Zijveling en elders onder Ophemert en Zennewijnen. Met bijbehorende stukken en retroacta d.d. 1838-1900. 1861-1920 1 omslag

1435 Eigendomsbewijzen voor Aeneas Mackay van drie huizen waarvan één aan de Dreef, onder Ophemert. 1865-1868 1 omslag

1436 Akte van verkoop door Aeneas Mackay aan de dorpspolder van Ophemert van de tienden te Ophemert van alle gewassen, voorzover deze nog niet zijn afgekocht en met uitzondering van die van zijn eigen landerijen. 1869 1 stuk

1437 Eigendomsbewijzen voor Donald Jacob Mackay van tien huizen in het Groenland, de Langert, aan de Dreef, de Pippertse straat en elders onder Ophemert. Met retroacta d.d. 1720, 1790. 1880-1912 1 omslag en 1 charter

1438 Eigendomsbewijs voor Eric Mackay van een perceel bouwland in de Steendert onder Ophemert. Met retroacta d.d. 1893. 1910 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 147

30.2.2 Beheer.

30.2.2 Beheer.

1439 Aantekeningen van Johan de Cock van Delwijnen betreffende de kosten van reparaties aan twee huizen te Ophemert. 1689, 1695 1 omslag

1440 Kwitantie voor Cornelis van Mourick voor Reinier van Haeften ter zake van geleverde bouwmaterialen. 1700 1 stuk

1441 Staat van de waarde der allodiale goederen onder Ophemert, nagelaten door Reinier van Haeften. 1773 of later 1 stuk

1442 Akte van akkoord tussen Walraven van Haeften en Cornelis Huibert van de Wal en enige andere geërfden inzake schadevergoeding voor de verwijding van de sloot langs het land van eerstgenoemde op de Beuningen onder Ophemert. 1737 1 stuk

1443 Contract van verpachting door Barthold van Haeften en Margriet van Lynden van de bouwing De Cardenheuvel onder Ophemert, Est en Geldermalsen. 1757 1 stuk

1444 Kwitanties en andere stukken en aantekeningen betreffende onderhoud en verzekering der goederen van Barthold J.C., Aeneas en Donald Jacob Mackay onder Ophemert. 1822-1917 1 omslag

1445 Bezwaarschrift namens Anna Margriet van Haeften (aan Gedeputeerde Staten van Gelderland?) inzake de plicht tot onderhoud van kribben bij goederen onder Zennewijnen?). ca. 1840 1 stuk

1446 Stukken betreffende verhuur en verpachting door Donald Jacob en Eric Mackay van een huis en de landerijen onder Ophemert. 1893-1916 1 omslag

1447 Weekstaten van lonen, uitbetaald voor werkzaamheden aan de landerijen van Donald Jacob Mackay onder Ophemert 1913-1918 1 omslag

1448-1457 Stukken betreffende het beheer door S.J. van Tuyll van Serooskerken van de bezittingen van Marie B.J.Ch. Mackay-van Dedem en Aeneas Alexander Mackay onder Ophemert. Zaaksgewijze geordend. 1922-1931 40 dossiers in 10 omslagen 1448 , a. verhuur van de vruchten- en groentekwekerij, z.j b. advies van de Nederlandse Heidemaatschappij inzake het landbouwbedrijf, 1922 c. taxatie der bezittingen, z.j d. bouw van een opzichterswoning in het dorp, 1923, 1924 1449 , a. verpachting der weilanden, 1923 148 Mackay van Ophemert 2.21.115

b en c, verhuur van het huis "Groenland", 1923 d. jacht onder Zennewijnen, 1923 1450 , a. zomerkade onder Ophemert en Varik, 1923 b. verkoping van iepen, 1923 c. algemene verpachtingsvoorwaarden, z.j d. jacht Ophemert, 1924 1451 , a. bouw van een schaapskooi, 1924 b. bouw van een mestput, 1924 c. bouw van een grafkelder, 1924 d. beplanting der lanen, 1923 1452 , a. verpachting van de hofstede "Franciscahof", 1923 b. verpachting van de hofstede "Achterhoek", 1923 c. verpachting van de hofstede "Vliegenest", 1925 d. deelname aan het bestuur van het polderdistrict Tielerwaard en de dorpspolder Ophemert, 1928 1453 , a. visserij in "De Kil", 1925 b. jacht op reigers, 1926 c. verbouwing van de hofstede "Het Vliegenest", 1925 d. verkoping van hout, 1927 1454 , a. afrekening met de rentmeester J.C. van Aalst, 1920-1923 b. afrekening met J.J.M. Baar, 1922, 1923 c. afstand van het vruchtgebruik door baronesse Mackay van Dedem aan Aeneas Mackay, 1926 d. verhuur van gronden, 1922 1455 , a. verbouwing van de hofstede "De Mastmolen", 1927 b. verkoping van hout, 1929 c. electrische installatie van de gebouwen, 1928 d. verkoping van hout en "Mevrouwsbosch " te Sevenum, 1928, 1929 1456 , a en b. verkoping van hout, 1930 c en d. verpachting van de hofsteden "De Achterhoek", "De Abdij" en "De Mastmolen", 1929, 1930 1457 , a. opzegging door de gemeente Ophemert van de huur van de hofstede "Greenland", 1926 b. afstand van grond van de hofstede "Vliegenest" aan de dorpspolder Ophemert, 1931 c. kleiput bij Ophemert, 1931 d. geschil over bouw van een schuur bij de hofstede "De Achterhoek ", 1926/1927 31 Opheusden.

31 Opheusden.

1458 Rentebrief voor Willem van Gent, heer van Loenen, groot 6 karolusguldens 's jaars, gaande uit een huis en hofstede met 2 morgen land in de maalschap Laeckmond onder Opheusden. 1552 1 charter Reg. nr. 76. 2.21.115 Mackay van Ophemert 149

32 Randwijk.

32 Randwijk.

1459 Akte van uitgifte in tijns aan Gijsbert van Randwijk, bastaard, van een rente, groot 1 hertogreinardsgulden 's jaars, gaande uit een hofstede onder Randwijk. 1445 1 charter Reg. nr. 15.

1460 Akte van uitgifte in tijns aan Gijsbert van Randwijk, bastaard, van 14 hond land onder Randwijk. 1449 1 charter Reg. nr. 17.

1461 Eigendomsbewijs voor Gijsbert van Randwijk Gijsbertsz. van 6 morgen land, genaamd Hoenyngen, onder Randwijk. 1462 1 charter Reg. nr. 20.

1462 Stukken betreffende een geschil van Arnt van Randwijck met meester Goessen van Lynden over de eigendom van zekere niet nader aangeduide goederen in maalschap Oyhusen en elders onder Randwijk, en over de koop van deze goederen door Rutger van Randwijck Gijsbertsz. uit de erfenis van Lijsbeth van Avezait. 1474, 1483 4 charters Reg. nrs. 26, 27, 30, 31.

1463 Contract van verpachting door Goirt en Rutger van Randwijck van de helft van een uiterwaard onder Randwijk. 1483 1 charter Reg. nr. 29.

1464 Akte, waarbij Johan van Zegen de aflossing regelt van een rente gaande uit 60 morgen land onder Randwijk, hem verschuldigd door Joost van Randwijck en Anna van der Staede. 1526 1 charter Reg. nr. 52.

1465 Rentebrief voor Barbara, weduwe van Haeck van Ruytenborch, gevestigd op een bouwhof te Randwijk. Met dorsale aantekening betreffende de aflossing door Aernd van Randwijck in 1607. 1542 1 charter Reg. nr. 69.

1466 Aantekeningen en uittreksels betreffende de verpachting door Joost van Gent, Lucia Brummer en Adriaen de Cock van Delwijnen van een bouwing onder Randwijk. 1668-1683 en z.j 1 omslag

1467 Stukken betreffende een vordering van ds. Reinerus Bongart, predikant te Randwijk, op Lucia Brummer, douairière van Gent ter zake van een rente, gaande uit een bouwhof te Randwijk. Met retroacta d.d. 1665. 1670, 1671 33 Rumpt.

33 Rumpt. Zie ook nrs. 1315, 1340, 1519, 1520, 1522.

1468 Stukken betreffende een geschil tussen Joachim van Gent en Willem Drummond 150 Mackay van Ophemert 2.21.115

enerzijds, en enige grondeigenaren anderzijds, betreffende een uitweg op het Spijck te Rumpt. 1656-1665 1 omslag

1469 Akte van overeenkomst tussen Adriaen de Cock van Delwijnen en de voogd van de kinderen van wijlen Joachim van Scherpenzeel, enerzijds en Joachim van Gent, mede namens Willem Drummond, anderzijds over het gebruik door laatstgenoemden van een gedeelte van de dijk tussen het huis en de korenmolen te Rumpt. 1656 1 stuk

1470 Akte, waarbij Dirck Goossenss, Ploigh belooft Joachim van Gent als koper van een boomgaard, genaamd Robelshoff, onder Rumpt, te vrijwaren van een hypotheek, groot 300 gulden, verschuldigd aan het manhuis te Zaltbommel. 1671 1 charter 34 Tiel en Zandwijk.

34 Tiel en Zandwijk. Zie ook nr. 1409.

1471 Akte waarbij Melchior de Rover aan Theodora de Cock van Delwijnen, zijn vrouw, de lijftocht toekent van een huis en hofstede en landerijen en andere goederen onder Tiel. 1631 1 charter

1472 Contract van verkoop door Joachim van Gent en Helena Maria Drummond aan Hester Durfort d'Autièges, douairière van Montfort, van de helft van een huis, hof en bouwland aan het Walburgkerkhof te Tiel. 1681 1 stuk

1473 Stukken betreffende een proces voor het gerecht der stad Tiel tussen Maria Vos, weduwe van de schout Dijckmeester, en Margaretha Puchler, douairière Mackay, over het benemen van licht aan het huis van eerstgenoemde. 1722. Afschriften d.d. 1723 1 lias

1474 Contracten van verpachting door de erfgenamen van Daniël Mackay van een weikamp, groot 5 morgen en 1 hond, genaamd Den Grooten Bulk, onder Zandwijk. Met aantekeningen en kwitantie ter zake van verponding en dijkgelden. 1799 en z.j. 1749-1800 1 omslag

1475 Rekening van H. Hardenberg aan de erfgenamen van Margaretha Puchler, douairière Mackay, van haar goederen in Meerten onder Lienden en onder de jurisdictie van Tiel, over 1760 en 1761. Met bijlagen. 1762 1 omslag

1476 Eigendomsbewijs voor Aeneas Mackay van 11/12 van een huis en hofstad aan het Hoogeind te Tiel, waarvan hij reeds 1/12 had verkregen. Met retroacta d.d. 1670- 1762. 1763 1 omslag en 2 charters 35 Tuil.

35 Tuil. Zie ook nr. 1519.

1477-1479 Akten van belening door de heren van Waardenburg van enige personen met de hofstede Bleijenberg en 7 morgen land, genaamd Den Gulden Langen Camp, onder 2.21.115 Mackay van Ophemert 151

Tuil. 1564-1640 3 charters 1477 van jonkvrouwe Zander Pieck, 1564 Reg. nr. 85. 1478 van Henrica van Haeften, 1625 1479 van Reyner van Haeften, 1640 36 Ubbergen.

36 Ubbergen.

1480 Eigendomsbewijzen voor S.F. van Renesse van Wilp-van den Steen, Barthold J.C. Mackay en Aeneas Mackay van de grafkelders nrs. 8 en 19 op het kerkhof van de Hervormde gemeente te Ubbergen. 1831-1908 1 omslag 37 Varik.

37 Varik. Zie ook nrs. 1450, 1525.

1481 Contract van verpachting door Johan de Cock van Delwijnen van diverse percelen land (onder Varik?). 1628 1 stuk 38 Waardenburg.

38 Waardenburg. Zie ook nrs. 1520, 1522.

1482 Contract van verpachting door Johan de Cock van Delwijnen van 7 hond land onder Waardenburg. 1630 1 stuk 39 Wadenooien.

39 Wadenooien. Zie ook nrs. 1428, 1520, 1522, 1523, 1526. 39.1 Verwerving, bezwaring en vervreemding.

39.1 Verwerving, bezwaring en vervreemding.

1483 Akte, waarbij abt en convent van Mariënweerd Adriaen de Cock van Delwijnen vrijwaren van een losrente, gevestigd op 25 morgen land en 10 morgen land, genaamd Den Brewaerdt, beide onder Wadenooien. 1578 1 charter Reg. nr. 95.

1484 Erftijnsbrief, groot 38 carolusguldens 's jaars, door Adriaen de Cock van Delwijnen ten behoeve van de abdij van Mariënweerd gevestigd op 22 1/2 morgen land, voor een deel genaamd Die Audelinge, en voor een deel gelegen op den Vergaerde, onder Wadenooien. Gecasseerd. Met akte van overdracht van deze brief aan Geertruydt van Gendt, weduwe van Johan van Winsen, d.d. 1583. 1580 2 getransfigeerde charters Reg. nrs. 99 en 101.

1485 Eigendomsbewijs voor Johan de Cock van Delwijnen van een huis en hofstede met landerijen onder Wadenooien. Met retroacta d.d. 1580 en 1624. 1626 3 getransfigeerde charters Reg. nr. 100.

1486 Eigendomsbewijs voor Johan de Cock van Delwijnen van 3/4 van een huis, hof, boomgaard en bouwland, tezamen 4 1/2 morgen op de Vergaerden onder Wadenooien. Met bijbehorende stukken 1617-1641. 152 Mackay van Ophemert 2.21.115

1640 1 omslag en 4 charters

1487 Gerechtelijke verklaring van de landbode in de Tielerwaard inzake de verkoop van 5 morgen bouw- en weiland onder Wadenooien van Jan en Willem Anthonisz. Storm en overdracht van deze landerijen aan Catharina van Gent, weduwe van Gerit Jansz. de With. 1659 1 charter

1488 Akte van verkoop door Daniël Machielsen aan Adriaen de Cock van Delwijnen van 2 1/2 morgen land in de Henight onder Wadenooien. Met retroacta d.d. 1664 en bijbehorende stukken d.d. 1684 en 1685. 1684 1 charter en 1 omslag

1489 Akte van akkoord tussen Adriaen de Cock van Delwijnen en Jan Leur, apotheker te Tiel, waarbij aan eerstgenoemde worden toegewezen 8 hond land op de Polder en 4 hond, genaamd De Guarde, op de Vergerde onder Wadenooien. 1685 1 stuk

1490 Akte van akkoord tussen Adriaen de Cock van Delwijnen en de armmeesters van Wadenooien ter vereffening van diverse wederzijdse vorderingen, waarbij aan eerstgenoemde worden toegewezen twee morgen land op de Vergerden en 16 hond bouwland op de Henicht onder Wadenooien. 1690 1 stuk

1491 Stukken betreffende geldleningen door Johan de Cock van Delwijnen verstrekt aan Catharina van Goltstein, erfdochter van Rijnouwen. onder verband van de Lanscroonse bouwhof en nog een hofstede aan de Hemertse Wetering, beiden onder Wadenooien. 1695-1716 1 omslag

1492 Aantekeningen van Johan de Cock van Delwijnen betreffende de aankoop van een aantal landerijen voor diverse personen onder Wadenooien. 1699, 1700 1 stuk

1493 Kwitantie voor Johan de Cock van Delwijnen van J. van der Woerden ter zake van de betaling van een vordering van laatstgenoemde op de heer van Loer, die aan eerstgenoemde een stuk land (onder Wadenooien?) had verkocht. 1700 1 stuk

1494 Akten van akkoord tussen Jan Storm en Johan de Cock van Delwijnen ter vereffening van vorderingen, waarbij laatstgenoemde in eigendom ontvangt enige boomgaarden en percelen bouwland, een erftijns, gaande uit het huis De Swaen, alsmede het huis door eerstgenoemde bewoond, alles te Wadenooien. Met akte van verkoop van de boomgaard aan het Leegeind aan Cornelis Cort en Jennicken Ariens, 1701. 1700, 1701 1 omslag

1495 Eigendomsbewijs voor Barthold van Haeften van de Lantscroone Bouwingh op de Breeuweerdt en Auwelingh onder Wadenooien. 1727 1 charter

1496 Beschikking van het stadsbestuur van Zaltbommel, waarbij aan Barthold van Haeften toegestaan wordt erfpachten rustende op 11 1/2 hond land, genaamd Deele Land, en van 3 morgen land, genaamd Den Breeuwaard, beide onder Wadenooien, 2.21.115 Mackay van Ophemert 153

af te lossen. Met kwitantie d.d. 1736. 1735 1 stuk

1497 Eigendomsbewijs voor Aeneas Mackay van een perceel bouwland op de Ouweling onder Wadenooien. 1851 1 stuk

1498 Akte van verkoop door Donald Jacob Mackay aan Simon van Lith van een perceel bouwland en een huis, tuin en boomgaard onder Wadenooien. 1909 1 stuk 39.2 Beheer.

39.2 Beheer.

1499 Contract van verpachting door Walraven van Arckel van 4 morgen weiland en 6 morgen bouwland onder Wadenooien. 1618 1 stuk

1500 Processen-verbaal van verkoop door Johan, Maria en Adriaen de Cock van Delwijnen van koren, boomvruchten, erwten en bonen van diverse percelen land op de Auweling, Balveren, Breuwert, Heenicht en Vergaerde onder Wadenooien. 1622-1658 1 omslag

1501 Contracten van verpachting door Johan de Cock van Delwijnen van een hofstede en enige landerijen onder Wadenooien. 1629, 1634 1 omslag

1502 Contracten van verpachting door Adriaen de Cock van Delwijnen van enige hofsteden en landerijen onder Wadenooien. Met aantekeningen d.d. 1684. 1682-1691 1 omslag

1503 Akte van akkoord tussen Adriaen de Cock van Delwijnen en Albertus de Witt inzake gemeenschappelijke verpachting van het huis met land onder Wadenooien, nagelaten door wijlen de schout Rutger Claesen van Answick, waarop zij gelijkelijk preferente vorderingen hebben. Bijgevoegd testamentaire beschikking van Swaentie Heymen, vrouw van Rutger Claesen, in afschrift, z.j. 1694 1 omslag

1504 Contract van verpachting door Johan de Cock van Delwijnen aan ds. Vulder, predikant te Wadenooien en Drumpt, van 3 morgen bouwland en bos (waarschijnlijk te Wadenooien). 1714 1 stuk

1505 Proces-verbaal van en aantekeningen van Johan de Cock van Delwijnen betreffende de verpachting van zijn tienden onder Wadenooien. 1715-1724 1 omslag

1506 Contract van aanbesteding door Johan de Cock van Delwijnen van metselwerk aan zijn huis met bijgebouwen onder Wadenooien. Met declaraties van kosten. 1717 1 omslag

1507 Proces-verbaal van verpachting door Barthold van Haeften van drie weilanden onder Wadenooien. ca. 1735 1 stuk 154 Mackay van Ophemert 2.21.115

1508 Contract van verpachting door Barthold van Haeften van een perceel bouwland op de Vergarden en Ouweling onder Wadenooien. 1752 1 stuk

1509 Proces-verbaal van verpachting door de erfgenamen van J.W. de Cock van Haeften van hun visrechten in de Linge onder Wadenooien. 1783 1 stuk 40 Wamel.

40 Wamel.

1510 Contract van verpachting door Adriana van Beynhem van 3 morgen uiterwaard onder Wamel. 1610 1 stuk 41 IJzendoorn.

41 IJzendoorn.

1511 Nota betreffende de verkoop van de heerlijkheid IJzendoorn. 1814 1 stuk In 1774 gekocht door Carel Lodewijk de Pagniet. 42 Zaltbommel.

42 Zaltbommel. Zie ook nrs. 1519, 1522.

1512 Tijnsbrieven voor Johannes en Gisbertus Auwrijn, ieder groot 8 rijnse guldens 's jaars en gevestigd op 1/3 van Frank Pyecken tienden onder Zaltbommel. Met akte van overdracht van laatstgenoemde tijns aan Johannes de Echteld. 1490, en aantekening, waarin deze tienden omschreven worden. (17de eeuw). 1489, 1490 3 charters en 1 stuk Reg. nrs. 35, 36, 37.

1513 Stukken betreffende de koop door Barthold van Gent van Johan Watkin van een huis tegenover het gewezen zusterenconvent te Zaltbommel. Met retroacta d.d. 1583 en 1585 en stukken betreffende een geschil tussen de erfgenamen en de verkoper over de betaling. 1652-1679. 1648 1 omslag Reg. nrs. 102, 103, 105.

1514 Eigendomsbewijs voor Barthold van Gent van een huis te Zaltbommel. 1649 1 charter

1515 Kwitanties voor Adriaen de Cock van Delwijnen en Anna van Gent ter zake van verschotten voor belastingen, verschuldigd van hun landerijen onder Zaltbommel over 1671-1676. 1679 1 omslag

1516 Contracten van Johan de Cock van Delwijnen met Margrieta en Godefridus Falcken inzake de bepoting van de uitweg van het huis van de vrouwe van Wadenooien aan de Vogelsang te Zaltbommel. 1699, 1704 1 omslag

1517 Kwitanties ter zake van reparaties aan een of meer huizen van Barthold van Haeften te Zaltbommel. 1734, 1740 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 155

43 Zuilichem (rechtsgebied van de hoge bank van-).

43 Zuilichem (rechtsgebied van de hoge bank van-).

1518 Akte van overdracht door Elisabeth van Giessen, weduwe van Barthold van Gent, aan haar gezamenlijke kinderen van al haar goederen onder het rechtsgebied van de hoge bank van Zuilichem. 1657 1 charter 44 Diversen Kwartier Nijmegen.

44 Diversen Kwartier Nijmegen.

1519 Stukken betreffende de verpachting door Barthold van Gent van zijn goederen onder Brakel, Gellikum, Haaften, Oensel, Rumpt, Tuil en Zaltbommel. 1636, 1638 en z.j 1 omslag

1520 Afrekeningen, kwitanties en aantekeningen van Adriaen de Cock van Delwijnen en Johan de Cock van Delwijnen betreffende het beheer van hun goederen onder Wadenooien, Geldermalsum, Gellikum, Herwijnen, Meteren, Ophemert, Rumpt, Waardenburg, en Zennewijnen. 1686-1722 1 omslag

1521 Retroacta betreffende goederen onder Deil, Driel en Heerewaarden, in 1731 gekocht door Margaretha Puchler. 1687-1731 1 omslag

1522 Aantekeningen van J. van Driel betreffende zijn beheer van de goederen van de heren van Wadenooien onder Gellikum, Rumpt, Waardenburg en Neerijnen, Wadenooien en Zaltbommel. 1701-1735 1 band

1523 Akte van bekrachtiging door de stadhouder van de lenen van Gelderland van het testament van Johan de Cock van Delwijnen. 1723 1 charter Johan de Cock van Delwijnen bezat leengoederen onder Brakel, Delwijnen, Kerk-Avezaath en Wadenooien.

1524 Adviezen betreffende het aanplanten van bomen en gewassen, verzameld door Aeneas Mackay. 1868 en z.j 1 omslag

1525 Kwitanties en andere stukken betreffende grondbelasting en polderlasten, verschuldigd door Margaretha Anna van Haeften, Theodora de Geer-van Haeften, Barthold J.C. Mackay en Donald Jacob Mackay van goederen onder Ophemert en Zennewijnen, Est en Opijnen, Haaften, Hellouw en Varik. 1849-1917 1 omslag

1526 Tabellarische lijst van eigendomsbewijzen van goederen onder Appeltern, Est, Horssen, Ophemert en Zennewijnen en Wadenooien, verworven door leden van de geslachten van Haeften en Mackay. 1648-1878. einde 19de eeuw of begin 20ste eeuw 1 omslag

1527 Getuigschriften van de Gelders-Overijsselse Maatschappij van Landbouw voor Donald Jacob Mackay wegens prijzen, gewonnen met vee op de tentoonstelling in 1891. [1891] 1 omslag 156 Mackay van Ophemert 2.21.115

b Elders in Gelderland.

B ELDERS IN GELDERLAND. 1 Angerlo.

1 Angerlo.

1528 Eigendomsbewijs voor Cornelis Anne Mackay van een kamp bouwland genaamd De Grietmaat, onder Angerlo. 1821. Met brieven en afrekeningen betreffende het beheer. 1821-1840 1 omslag 2 Doornspijk.

2 Doornspijk.

1529 Akte, waarbij de proost van St. Marie aan J.H.P.E. van Renesse toestemming geeft om over zijn leengoederen te beschikken. 1781 1 charter Betreft waarschijnlijk het leengoed Bollenerve onder Doornspijk.

1530-1531 Stukken betreffende het beheer van twee erven, genaamd Groot- en Klein- Zuiderwijk, onder Doornspijk. 1811-1842 2 omslagen 1530 Rekeningen door H. Wynne aan Susanna F. van Renesse van Wilp- van den Steen. 1811-1824 1531 Brieven aan A.T. van den Steen van G.A. Hoefhamer over de verkoop. 1841, 1842 3 Ede.

3 Ede.

1532-1534 Stukken betreffende het saalwher en herengoed Betrum of Brinckenerf in de buurschap Doesburg onder Ede. ca. 1770-1818 1 stuk, 1 charter en 1 omslag 1532 Brief aan .? van W.J.M. van Renesse betreffende de waarde van dit goed, ca. 1770, 1 stuk 1533 Akte van "belening" door de Rekenkamer van Gelderland van J.H.P.E. van Renesse met dit goed, 1789, 1 charter 1534 Brieven aan Susanna Françoise van Renesse van Wilp-van den Steen van E.D. van Meurs over haar beheer, 1817, 1818, 1 omslag 4 Wageningen.

4 Wageningen.

1535 Contract van verpachting door Peter Ruisch, mede namens de erfgenamen van Gerrit van Beinhem, van een bouwinge te Dolre onder Wageningen. 1604 1 stuk 5 Warnsveld.

5 Warnsveld.

1536 Stukken betreffende de verwerving en het beheer door Cornelis Anne Mackay en Sophia C. van der Muelen van diverse hofsteden en landerijen onder Warnsveld. 1823-1839 en z.j 1 omslag

1537 Stukken van Cornelis Anne Mackay als geërfde in de mark van Warken onder Warnsveld. 1823-1839 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 157

6 Wilp.

6 Wilp.

1538 Stukken betreffende de belening door de heer van Zuithem van Coenraad van Wijnbergen met het goed Roeterdink onder Wilp, alsmede betreffende een geschil tussen laatstgenoemde en de pastoor van Wilp over een jaarlijkse uitkering van rogge uit dit goed. Met retroacta d.d. 1637-1673. 1674-1683 1 omslag 7 Worth-Rheden.

7 Worth-Rheden.

1539 Eigendomsbewijs voor Wijnand J.M. van Renesse en Ernestina Lucretia van Reede van een stuk bouwland bij het huis Den Brinck onder Worth-Rheden. Met bijbehorende stukken. 1780, 1785 1 omslag 8 Zutphen.

8 Zutphen.

1540 Aantekeningen betreffende de waarde van enige huizen van Cornelis Anne Mackay te Zutphen. 1823 en z.j 1 omslag

1541 Aantekening betreffende de eigenaars van het huis in de Pelokaanstraat te Zutphen van Frans Mackay, sedert diens dood in 1817 tot 1874, 1887 1 stuk 9 Ligging onbekend.

9 Ligging onbekend.

1542 Scheidsrechterlijke uitspraak tussen Adriaen de Cock van Delwijnen en Wolter van Horst inzake de uitzetting van een huurder van 2 percelen land, genaamd Den Cluesenkamp, waarvoor Adriaen als onderpand worden toegewezen 7 morgen land, genaamd De Haeren, alsmede inzake geschillen betreffende de nalatenschap van Staes van Hemert. 1602 1 stuk

1543 Declaraties van kosten van Dirck Gijsbertss. van Wijck voor Johan de Cock van Delwijnen ter zake van belastingen en onderhoud van de door hem bewoonde bouwing. 1713-1721 1 omslag II. Elders in Nederland.

II. ELDERS IN NEDERLAND. a 's-Gravenhage.

A 'S-GRAVENHAGE.

1544 Contract van verhuur door S.J.J. Caan van Neck aan Aeneas Mackay van een huis op de hoek van het Tournooiveld en de Hooge Nieuwstraat te 's-Gravenhage. 1837 1 stuk

1545 Beschikking van het gemeentebestuur van 's-Gravenhage op een bezwaarschrift van Aeneas Mackay tegen het plaatsen van een caroussel voor zijn huis aan de Lange Vijverberg. 1861 1 stuk 158 Mackay van Ophemert 2.21.115

1546 Stukken betreffende onderhoud, belastingen en verbouwing van een huis in het Lange Voorhout en een koetshuis aan de Hooikade te 's-Gravenhage, toebehorende aan Marie Mackay-Fagel. 1868-1875 1 omslag b Hoograven.

B HOOGRAVEN.

1547 Eigendomsbewijs voor Jan Jacob de Geer van 6 morgen weiland onder Hoograven. Met retroacta d.d. 1720. Bijgevoegd contracten van verhuur door Daniël Mackay en Isabella Constantia de Geer d.d. 1767 en 1773 en kwitanties voor diverse lasten. 1794-1799. 1744 1 omslag c Horst.

C HORST.

1548 Eigendomsbewijs voor Aeneas Mackay van diverse percelen heide- en bosgrond onder Horst. Met kwitanties. 1857. 1853 1 omslag

--- Brieven, aantekeningen kaarten en andere stukken betreffende het beheer van goederen van Aeneas en Donald Jacob Mackay onder Horst, Meerlo, Sevenum en Venray. 1847-1918 en z.j 1 omslag Voorheen inv.nr. 1549 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 6. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling. d Kralingen.

D KRALINGEN.

--- Kadastraal kaartje van enige percelen grond onder Kralingen (19de eeuw). Bijgevoegd kwitanties voor Aeneas Mackay ter zake van grondbelasting en polderlasten. 1852 1 omslag Voorheen inv.nr. 1550 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 5. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling. e Linden (N.-Br.).

E LINDEN (N.-BR.).

1551 Stukken betreffende een proces van Hans Willem van Randwijk tegen Johan en Geerlach Pierlinck over de koop van twee bouwhoeven, genaamd De Hooge en Lege Geest, onder Lingen. 1613-1624 1 omslag f Meerlo.

F MEERLO. Zie ook nr. 1610.

1552 Verzoekschrift aan de koning namens Anna U.M. de Cock van Haeften om herstel van een vergissing, waardoor enige percelen onroerend goed onder Meerlo, toebehorend aan A.A. Quarles de Quarles ten onrechte zijn geregistreerd als verkocht door haar aan F.W. van Hamelberg d.d. 1857. ca. 1860 1 stuk

--- Eigendomsbewijzen voor Aeneas Mackay van enige percelen heide en bos onder Meerlo. Bijgevoegd stukken betreffende het beheer. 1881, 1893, en kadastrale kaart 2.21.115 Mackay van Ophemert 159

(tweede helft 19de eeuw). 1860-1885 1 omslag Voorheen inv.nr. 1553 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 7. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling.

1554 Brieven van de rentmeester J.C. van Aalst van A. Kellenaers over het beheer der goederen van Donald Jacob Mackay onder Meerlo. 1907, 1918 1 omslag g Raamsdonk.

G RAAMSDONK.

1555 Vidimus door Vrederic Moliaert, deken van het kapittel van Zaltbommel, van de akte van belening door Albrecht van Beieren van Gheryt van Brakel met de ambachtsheerlijkheid van Raamsdonk d.d. 1379. 1390 1 charter Reg. nrs. 3 en 6. h Rhenen.

H RHENEN.

1556 Eigendomsbewijs voor Anthony Gustaaf de Geer van het eerste blok van de Veldbroeker tiend onder Rhenen. 1782. Afschrift 1809 1 stuk i Sombeek.

I SOMBEEK.

1557 Stukken betreffende de executie van twee stukken land, genaamd De Hechde, onder Sambeek, ten behoeve van Hans Willem van Randwijk. 1623-1625 1 omslag j Sevenum.

J SEVENUM. Zie ook nrs. 1516, 1610.

1558 Eigendomsbewijs voor Aeneas Mackay van een perceeltje heide, genaamd "Aan de Steenenpaal", onder Sevenum. 1858 1 stuk k Stellendam.

K STELLENDAM.

1559-1561 Brieven, afrekeningen met bijlagen en andere stukken betreffende het beheer van een aantal poldergronden onder Stellendam, van Johanna Adriana Vermeulen in 1833 geërfd door Barthold J.C. Mackay. 1824-1853 en z.j 3 omslagen Zie voor de verwerving nr. 185. 1559 1824-1832 1560 1833-1840 1561 1841-1853 en z.j l Utrecht.

L UTRECHT.

1562 Akte van overdracht voor schout en schepenen van Utrecht door Jan van Voird en Margriet Dirck van Suylens weduwe aan Joost van Giessen van een niet nader omschreven rentebrief. 1527 1 charter Reg. nr. 53. 160 Mackay van Ophemert 2.21.115

1563 Contract van verhuur door G. Beens aan Isabella C. de Geer van een huis aan de Oude Gracht, genaamd Blankenburg, te Utrecht. 1771. Met huurkwitantie d.d. 1773- 1776 en contract betreffende een verbouwing van dit huis d.d. 1773 1 omslag

1564 Contract van verhuur door M.M. Hellewich aan Elisabeth Ceine van Haeften van een huis aan de Kromme Nieuwe Gracht te Utrecht. 1823 1 stuk m Venray.

M VENRAY. Zie ook nr. 1610.

1565 Contracten van verkoop door Arnolda Margaretha de Cock van Haeften-Mackay van enige percelen land, behorende tot het terrein van het voormalige klooster Betlehem te Oostrum onder Venray. 1820 1 omslag n Wognum.

N WOGNUM.

1566 Stukken betreffende de hypothecaire inschrijving van een huismanswoning onder Wognum op verzoek van Charlotte A.W. Lynden-van Boetzelaer. 1876-1895 1 omslag o Wijk bij Duurstede.

O WIJK BIJ DUURSTEDE.

1567 Stukken betreffende een proces tussen Joachim van Gent en Leendert Cornelisz. Vernoy over de verpachting van een hofstede op de Cooren-weert onder Wijk bij Duurstede. 1660-1675 1 omslag

1568 Getuigenverklaring over de omheining van een rijswaard onder Wijk bij Duurstede, toebehorende aan Joachim van Gent. 1660 1 stuk

1569 Akte van belening door de Staten van Utrecht van Barthold van Gent met Den Leegen Steenweer bij Wijk bij Duurstede. 1620. Uittreksel uit het leenregister ten behoeve van een proces van Adriaen de Cock van Delwijnen tegen Arnoldus van Aalst. 1686 1 stuk

1570 Contract van verpachting door Johan de Cock van Delwijnen van een rijswaard, grenzend aan de bouwing Den Hoogen Steenwaert onder Wijk bij Duurstede. 1692 1 stuk p Zeist.

P ZEIST.

1571-1572 Stukken betreffende de verwerving en het beheer van de heerlijkheid ten Kroest, het huis Crosestein en het land De Blauwe Schorteldoek onder de Bilt en Zeist. 1637-1778 2 omslagen 1571 Stukken betreffende de aankoop door Jan Jacob de Geer van Rijnhuizen. 1767-1778. Met retroacta d.d. 1637-1700. 1572 Stukken betreffende het beheer, 1666-1762 2.21.115 Mackay van Ophemert 161

q Zevenhuizen.

Q ZEVENHUIZEN.

1573 Eigendomsbewijzen voor Aeneas Mackay van een bouwmanswoning met bouw-, hooi - en weilanden, alsmede een arbeiderswoning, in de Zuidplaspolder onder Zevenhuizen. Met retroacta d.d. 1841 en 1861, en huurcontracten en andere stukken betreffende het beheer d.d. 1851-1917. 1853-1875 1 omslag III. België.

III. BELGIË.

1574 Eigendomsbewijs voor Susanna Andriessen, weduwe van Jan Potterse, van een perceel land, genaamd Het Rijnevelt, te St.-Gillis in het kwartier van Dendermonde. 1654 1 charter Dit land kwam later aan Johan de Beyer.

1575 Rekeningen van A. Verhelst aan Johan de Beyer en Johanna Eleonora van Bouchout betreffende het beheer van hun goederen in het kwartier van Dendermonde. Bijgevoegd brieven over dit beheer. 1725-1735. 1713, 1715 1 omslag

1576 Rekeningen van A. Verhelst aan W.J.M. van Renesse en Sara Maria de Beyer betreffende het beheer van hun goederen in het kwartier van Dendermonde. 1749-1754 1 omslag IV. Groot-Brittannië.

IV. GROOT-BRITTANNIË.

1577 Beëdigde verklaring van een aantal ingezetenen van het graafschap Sutherland, dat George, tweede lord Reay, de wettige erfgenaam is van een aantal met name genoemde landerijen, molens en viswateren, waarmee zijn grootvader van moederszijde, Georg Monro van Culrain, beleend is geweest. 1710. Authentiek afschrift. 1869 1 stuk

1578 Aantekeningen, afschriften en uittreksels betreffende de omvang en de waarde van de "Reay Estate" in het graafschap Sutherland en de verkoop daarvan in 1829 door Eric, zevende lord Reay, aan George Granville, markies van Stafford. 1732-1829 en z.j 1 omslag

1579 Contract van verpachting door Eric, zevende lord Reay, aan James Anderson, zijn rentmeester, van het landgoed Rispond in Durness (Sutherland) met de zalmvisserij in de wateren van Epe, Durness en Laxford, en het recht op het zeewier aan de kust van de Reay Estate. 1806, 1813 en 1815 en een akte waarbij hiervoor een lijfrente in de plaats gesteld wordt, d.d. 1830, alsmede brieven en afrekeningen. 1815-1846 1 omslag

1580 Contract van verhuur door S.G. Smith aan Eric, zevende lord Reay, van een huis, genaamd Goldings, te Binges (Hertford), Bijgevoegd schets van een nieuwe deur. 1838 1 omslag

1581 Eigendomsbewijs voor Charles Arthur Aylmer van een graf in The South Metropolitan Cementery te Londen. 1856 1 stuk 162 Mackay van Ophemert 2.21.115

1582 Afbeelding van gebeeldhouwde versieringen in het huis van de rentmeester te Tongue, getekend door John Mackay. 1875 1 stuk V. Berbice.

V. BERBICE.

1583 Brieven, afrekeningen en andere stukken betreffende het beheer van de plantage Goldstone Hall in Berbice, toebehorend aan Eric, zevende lord Reay. 1837-1847 H. Belangen in ondernemingen.

H. BELANGEN IN ONDERNEMINGEN.

1584 Obligaties van Susanna Françoise van Renesse van Wilp-van den Steen ten laste van enige plantages in Suriname. Met bijbehorende stukken en aantekeningen. 1767-1841 1 omslag

1585 Rekening van Cornelis Schaly aan Theodora Anna de Geer-van Haeften en andere ter zake van de exploitatie van een tabaksland onder Jutphaas over 1778-1780. 1780 1 stuk

1586 Bewijs van aandeel voor Barthold J.C. Mackay in de plantage Annasburg in Suriname. 1820 1 stuk

1587 Aantekeningen van Aeneas Mackay betreffende verslagen van de commissie van geldschieters aan de droogmaking der Nootdorpse plassen. 1844-1847 1 omslag

1588 Schuldbrieven van de Hengsten-associatie der afdeling Tiel van de Gelderse Maatschappij van Landbouw, staande ten name van Donald Jacob Mackay. Met brief over de aankoop. 1890. 1881 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 163

In bewaring ontvangen archivalia

IN BEWARING ONTVANGEN ARCHIVALIA A. Stift Zennewijnen.

A. STIFT ZENNEWIJNEN.

1589 Rekeningen door executeurs van de nalatenschap van Mattheus Spillenaar en door Gobel Valkis van het beheer der goederen van het adellijk stift van Zennewijnen over 1788-1795. Bijgevoegd plan van verdeling der administratie tussen twee rentmeesters 1789. 1789-1797 1 omslag

1590 Brief aan Barthold de Cock van Haeften van C. Valkis betreffende het beheer van het stift Zennewijnen. 1803 1 stuk B. J.H. van Kinsbergen.

B. J.H. VAN KINSBERGEN.

1591 Verhandelingen en beschouwingen van de admiraal J.H. van Kinsbergen, bestemd om door Cornelis Anne Mackay te worden uitgegeven. Met briefwisseling dienaangaande. 1804 1 omslag C. J.W. van den Biesen.

C. J.W. VAN DEN BIESEN.

1592-1594 Stukken betreffende de betrekkingen van J.W. van den Biesen, redacteur van het Algemeen Handelsblad, tot de prins van Oranje, later koning Willem II, in het bizonder in verband met het tweede huwelijk en het aftreden van koning Willem I. 1840-1844, 1865 3 omslagen 1592 Brieven aan de prins van Oranje, later koning Willem II, van J.W. van den Biesen. 1840-1844. Concepten. 1593 Memoriën, door J.W. van den Biesen ingediend bij koning Willem II, betreffende de houding van het Algemeen Handelsblad ten aanzien van het regeringsbeleid. 1840-1844. Concepten. 1594 Brieven aan J.W. van den Biesen van R.L. van Andringa de Kempenaer, ? van Nahuys van Burgst, ? van Pellecom van Kortenhoef, en de directeur van het kabinet des konings. 1840-1843. Bijgevoegd brief aan Aeneas Mackay van J.J.W. van den Biesen, waarbij deze stukken aan hem worden overgedragen. 1865. 164 Mackay van Ophemert 2.21.115

Partikuliere stukken van rentmeesters

PARTIKULIERE STUKKEN VAN RENTMEESTERS

1595 Scheidsrechterlijke uitspraak in een geschil tussen de erfgenamen van Jasper Gheritsz. en Cunera Willems van Thoorn, enerzijds, en Gherit van Harn, Anthonis Govertsz., Herman Gheritsz. van der Nede, anderzijds, over een hooiberg, schuur en boomgaard onder Opijnen, nagelaten door Willem Jansz. van Opijnen en Greetje Ariens. 1659 1 stuk Goris Jaspersz., erfgenaam van Jasper Gheritsz., was secretaris van Wadenooien en waarschijnlijk rentmeester van de heer de Cock van Delwijnen.

1596 Aantekeningen van Goris Jaspersz., secretaris van Wadenooien, betreffende zijn vordering op Weyer Otten ter zake van verkoop van 8 hond land op de Smalbeemden te Opijnen. 1660 1 stuk

1597-1600 Stukken betreffende de zgn. Kuikse tiend onder Tiel, Drumpt, en Zennewijnen. 1661-1733 3 charters en 1 omslag Met deze tiend werd in 1743 de rentmeester Cornelis Valkis beleend. 1597 Akte van belening door de stadhouder van de lenen van Gelderland van Jan Thyssen en zijn echtgenote met de Kuikse tiend onder Drumpt en Zennewijnen. Bijgevoegd proces-verbaal van verkoop, tevens kwitantie. 1661, 1 charter en 1 stuk 1598 Akte van belening door de stadhouder van de lenen van Gelderland van Marrijken en Eva Janssen met de Kuikse tiend onder Tiel, Drumpt en Zennewijnen. 1670, 1 charter 1599 Schuldbekentenis van Joachim van Rumpt en Marrijken Jans aan Otto van Wijhe tot Echteld, groot f. 1000.-, onder verband van de Kuikse tiend onder Tiel, Drumpt en Zennewijnen. 1680. Met verzoekschrift van Otto van Wijhe aan het Hof van Gelderland tot dagvaarding wegens wanbetaling, 1691, 1 charter en 1 stuk 1600 Kwitanties voor Jan van Rumpt ter zake van kosten voor de belening met de Kuikse tiend, 1733, 1 omslag

1601 Eigendomsbewijs voor Jan van Driel van een morgen bouwland op het blok de Veleuw onder Drumpt. 1715 1 charter

1602 Schuldbekentenis van Mannis(?) en Maria Margrita Cloedt aan Christiaen Spillenaer. 1718 1 stuk

1603 Akte van scheiding en deling tussen de erfgenamen van Gobel Valkis en Jenneke van Empel. 1815 1 stuk

1604 Eigendomsbewijs voor A.A.A.C. Valkis van een perceel uiterwaard onder Ophemert. 1845 1 stuk 2.21.115 Mackay van Ophemert 165

Stukken waarvan de samenhang met het archief niet is gebleken

STUKKEN WAARVAN DE SAMENHANG MET HET ARCHIEF NIET IS GEBLEKEN A. Stukken van persoonlijke aard.

A. STUKKEN VAN PERSOONLIJKE AARD. 1 Openbare funkties.

1 OPENBARE FUNKTIES.

1605 Rapport van een commissie uit de Staten van Utrecht inzake de mogelijkheden voor de aanleg van een kanaal van de stad Utrecht naar de Eem. Met bijlage. (ca. 1650). Afschriften. 18de eeuw 1 omslag

1606 Memorie betreffende de economische gesteldheid van de graafschap Zutphen. . Fragment. (begin 17de eeuw) 1 stuk

1607 Memorie betreffende de competentie van de "dagelijkse heren" in de Bommeler- en Tielerwaard. midden 17de eeuw 1 stuk

1608 Schetsjes van troepenopstellingen. 17de eeuw 1 omslag

1609 Stukken betreffende plannen tot verbetering van de bevaarbaarheid van de Nederrijn en de IJssel. 1683-1700 en z.j 1 omslag

1610 Akte van schikking tussen Willem, bisschop van Utrecht, en Godschalk, graaf van Zutphen, in een geschil over een aantal goederen en tienden in het Nedersticht, Gelderland en Overijssel. 1059. Afschrift d.d. 1694 1 stuk Reg. nr. 1.

1611 Stukken betreffende een geschil tussen het ambt Overbetuwe en de steden Arnhem en Nijmegen enerzijds, en de graaf van den Bergh anderzijds, over het onderhouden van kribben tot ontzet van de Pannerdense schaardijk. Met retroacta d.d. 1675-1677. 1694, 1695 1 omslag

1612 Brief aan Adriaen van Heert tot Craivelt, burgemeester van Nijmegen en Lid van de Raad van State, van Jacob Smits. 1714 1 stuk

1613 Journalen van twee reizen van het schip Den Brakel, onder bevel van de kapitein Johan Panhuys om de Noord (2 november 1721 - 12 januari 1722) en naar Cadix vice versa (14 januari 1722 - 6 juni 1722). [1721-1722] 1 deeltje

1614 Brief aan de directeur en commandant der marine te Amsterdam van de hoofdingenieur Tideman betreffende proeven met een lekstopper. Afschrift z.j. 1874 1 stuk 166 Mackay van Ophemert 2.21.115

II. Financiën van partikulieren.

II. FINANCIËN VAN PARTIKULIEREN.

1615 Lijst van obligaties, rentebrieven en tijnsbrieven ten name van diverse personen in het Kwartier van Nijmegen. (ca. 1640) 1 stuk

1616 Akte van overdracht aan Bernardus Massing van een obligatie groot f. 2000.-, ten laste van de Generaliteit, d.d. 10 augustus 1688. Met retroacta d.d. 1697. 1706 1 omslag

1617 Staat en inventaris van de nalatenschap van Adriana Thonis, haar weduwnaar Adriaen Thonis en hun dochter Elisabeth Adriaens in vruchtgebruik toekomende. 17de eeuw Deze boedel omvatte o.m. goederen onder Tricht in het graafschap Buren.

1618 Akte van overdracht aan Cornelia Broichot de St. Paul van zestien obligaties ten laste van de Generaliteit. Authentiek gelijktijdig uittreksel. 1709 1 stuk

1619 Brief aan ? van R. van Dorth over de afwikkeling van de nalatenschap van Diderick van Dorth en Brunsveld. 1 stuk

1620 Akte, waarbij Gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen aan Hendrik Cornelis van der Vliet toestemming verlenen om een obligatie groot f. 1000.-, d.d. 19 juni 1645, en een obligatie, groot f. 1500.-, d.d. 27 november 1657, beide ten laste van het Kwartier, op zijn naam te doen overboeken. Met retroacta d.d. 1696-1723. 1724 1 omslag

1621 Akte van toewijzing aan Philips Andries van der Goes van een Obligatie, groot f. 2000-, ten laste van de Generaliteit, d.d. 1 juli 1708, uit de nalatenschap van Klara van Meekeren, weduwe van Philips van der Goes. 1724 1 stuk

1622 Schuldbekentenis van Hans Henderickx en Heilke Clasen, zijn vrouw, aan de armen te Bergharen, groot f. 99.-. Met kanttekeningen betreffende afbetalingen in 1764 en 1765. 1725 1 stuk

1623 Akte van overdracht aan Dirk de Vries van twee obligaties, elk groot 1000 pond, ten laste van Holland en Westfriesland, d.d. resp. 30 sept. 1726 en 30 november 1726. Met retroacta d.d. 1734-1788. 1797 1 omslag

1624 Renversaal voor het in pand nemen van een aantal obligaties ten laste van de keizer van Rusland, de Wenerbank en enige planters in Demerary en Essequebo. Concept. ca. 1800 1 stuk

1625 Prijscouranten en prospectussen van effekten. Gedrukt. 1800, 1801 1 omslag

1626 Aantekening betreffende de waarde van de nederlandse gulden in verband met de goudprijs. 2.21.115 Mackay van Ophemert 167

begin 19de eeuw 1 stuk III. Diversen.

III. DIVERSEN.

1627 Stuk uit een proces gevoerd voor het gerecht der stad Doesburg door Cornelis Middachten en zijn vrouw tegen de kapitein Jan de Molder. 1650 1 stuk

1628 Stukken betreffende processen over in beslag genomen roerende goederen, die in veiligheid gebracht waren tijdens de inval van de Fransen. 1672 1 omslag

1629 Autogram van Johann Kaspar Lavater voor mevrouw Godin-Tenhoven. 1794 1 stuk

1630 "Wallis Tour of Europe". Aardrijkskundig gezelschapsspel. Gedrukt. 1794 1 mapje

1631 Lijstje van mineralen, in de omgeving van Spa verzameld door J.L. Wolff. 18de eeuw 1 stuk

1632 Aantekeningen bij lessen in latijnse letterkunde. eind 18de eeuw 1 cahier

1633 Nota betreffende tonnemolentjes voor het droogmalen van sloten. einde 18de eeuw 1 stuk

1634 Tekst van een leerrede. einde 18de eeuw 1 katern

1635 Memorie betreffende de fabricage van stroop uit aardappelen. einde 18de eeuw 1 stuk

1636 Gedichten, verzameld door verschillende personen. 18de eeuw en 19de eeuw 1 omslag

1637 Aantekeningen betreffende de geschiedenis van Nijmegen. begin 19de eeuw 1 omslag

1638 Aantekening betreffende de voedingswaarde van verschillende levensmiddelen. begin 19de eeuw 1 stuk B. Stukken betreffende rechten en goederen.

B. STUKKEN BETREFFENDE RECHTEN EN GOEDEREN. 1 Kwartier van Nijmegen.

1 KWARTIER VAN NIJMEGEN. a Beuningen.

A BEUNINGEN.

1639 Eigendomsbewijs voor Frans en Metken Derick Derickssoen van een erfpacht, groot 1 oude schild 's jaars gaande uit een huis, hofstede en boomgaard onder Beuningen. 1488 1 charter Reg. nr. 34.

1640 Eigendomsbewijs voor Henderick Philips en Sara Wemringh van een tijns van 6 168 Mackay van Ophemert 2.21.115

hoenders en een erfpacht van 6 schilden, gaande uit een huis en hofstede en twee stukken land onder Beuningen. Met retroacta d.d. 1511. 1598 2 getransfigeerde charters Reg. nrs. 41 en 111. b Druten.

B DRUTEN.

1641 Uittreksel uit het kadaster der gemeente Druten betreffende een aantal weilanden, wateren en met bomen beplante landerijen staande op naam van A. van Byland van Palsterkamp. 19de eeuw 1 stuk c Gameren.

C GAMEREN.

1643 Aantekeningen betreffende de beleningen met de heerlijkheid Gameren en het bezit van de vicarie van het Sint-Nicolaasaltaar aldaar van 1477 tot 1618. 17de eeuw 1 omslag

1644 Vonnis van het gerecht van Zuylichem in het geschil tussen de gecommitteerden van de Gamerense en Nieuwaalse watermolens en de erfgenamen van Arndt de Raet Henrickss., als bezitters van de Paderbornse tienden te Gameren, over het bijdragen in de molenpenningen. 1638. Uittreksel uit het gerechtssignaat. 17de eeuw 1 stuk d Gent.

D GENT.

1645 Gerechtelijke akte van overeenkomst tussen Goessen van Wijhe en Maria van Telckhusen, zijn vrouw, en Goedert Pannecoeck inzake de vrijwaring van een gedeelte van de hof Hagefoortt onder Gent, door eerstgenoemde aan laatstgenoemde verkocht. 1573 1 charter Reg. nr. 93. e Hurwenen.

E HURWENEN.

1646 Staatjes van de opbrengst en lasten over 1844-1853 van 5 percelen uiterwaarden onder Hurwenen, door baron van Brakell tot de Brakell in openbare verkoping aangeboden in 1853. 1853 1 omslag f Maasbommel.

F MAASBOMMEL.

1647 Promessen van A. Willems, H. Nijkerk, en D. Hartjes voor M.E. Ruys-van Duren wegens pacht van een stuk land, genaamd Leyten-pas, onder Maasbommel. 1818, 1819? 1 omslag g Nijmegen.

G NIJMEGEN.

1648 Eigendomsbewijs voor Nicolaes de Daell van de helft van het eiland Svriezenweert onder Nijmegen. 1496 1 charter Reg. nr. 39.

1649 Stukken betreffende een geschil tussen Goessen die Beyer (en vrouwe Poelman?) 2.21.115 Mackay van Ophemert 169

over de eigendom van een muur aan een nieuwe hof achter de hof van Egmond en bij het convent van Mariënberg te Nijmegen. 1539-1545 1 omslag Reg. nrs. 62, 63, 67 en 71.

1650 Vonnis van schepenen der stad Nijmegen in een geschil tussen de weduwe van Hans van de Craemer en Hendrik en Peter Heuvelink over de afwikkeling van de nalatenschap van de echtgenoot van eerstgenoemde en in het bizonder over de berekening van de waarde van het door hem bewoonde huis. 1645. Uittreksel uit het sententieboek. 17de eeuw 1 stuk h Ophemert.

H OPHEMERT.

1651 Akte van hypotheek ten behoeve van Adriana W. Post en ten laste van B. Vermeulen en zijn vrouw A. van Klodewijk, onder verband van een huis met bouwland en boomgaard, kadastraal sectie C. 213, 214 en 189, onder Ophemert. Met borderel van inschrijving. 1857. 1853 1 omslag i Opheusden.

I OPHEUSDEN.

1652 Vonnis van de substituut-richter in Neder-Betuwe, waarbij armmeesters te Opheusden bevestigd worden in hun recht op de helft van het huis en de hofstede van Gerrit Janss. aldaar. Met dorsale akte van Overdracht van de desbetreffende "verwinstbrieven" aan Gerrit Janss. 1643 1 charter j Ooi.

J OOI.

1653 Eigendomsbewijs voor Jacob van Wapensfelt en Roelof van Ewijck van twee kampen weiland, genaamd De Blockhaeven en De Tien Hond onder Ooi. Met retroacta d.d. 1530 en 1536. 1576 3 charters Reg. nrs. 55, 57 en 94. k Puiflik.

K PUIFLIK.

1654 Eigendomsbewijs voor Roloff van Wese van 4 morgen land, genaamd Den Corninck, onder Puiflik. 1464 1 charter Reg. nr. 22. l Wadenooien.

L WADENOOIEN.

1655 Tijnsbrief voor jonkvrouwe Jan van Doornick, groot 12 brabantse guldens, gaande uit een stuk land, genaamd De Lange Camp, onder Wadenooien. Met akte van overdracht aan Andries Willems d.d. 1608, en akte, waarbij Cornelis Jan Saerss. afziet van het eisen van korting (op zijn pacht?). 1617. 1540 3 getransfigeerde charters Reg. nr. 66.

1656 Verklaring van Gijsbert van der Eyck, dat hij in zijn geschil met Huybert Janss. over de verponding van tienden van het kapittel ten Dom niet wil te recht staan voor het 170 Mackay van Ophemert 2.21.115

gerecht van Wadenooien, maar voor de hoge bank van Deil. 1655 1 stuk m Wamel.

M WAMEL.

1657 Stukken betreffende een proces, met daarop gevolgd akkoord tussen Johan van de Velde en Philips Mommer over de verpachting aan eerstgenoemde van 2 kampen land, groot 15 morgen, in Die Smalmergen, onder Wamel. 1572 en z.j 1 omslag Reg. nr. 92. n Zaltbommel.

N ZALTBOMMEL.

1658 Eigendomsbewijs voor Jacobus Tengnagell van 14 hond land, genaamd Die Komme, onder Zaltbommel. 1485 1 charter Reg. nr. 33.

1659 Eigendomsbewijzen voor Wolter van Baexen van 5 morgen land achter die Verricht, en 3 morgen land op die Middelwey, onder Zaltbommel. 2 charters Reg. nrs. 64 en 65.

1660 Akte, waarbij Cornelia Ermerina van Doorn verklaart gehouden te zijn haar huis in de Gamerense straat te Zaltbommel aan te bieden ter executie van een vordering van Levy de Hartog, die zich borg gesteld had voor een schuld van haar broer Adrianus Diderik van Doorn aan haar vader Cornelis van Doorn. 1759. Authentiek afschrift. tweede helft 18de eeuw 1 stuk II. Elders in Nederland.

II. ELDERS IN NEDERLAND. a Beverwijk en Heemskerk.

A BEVERWIJK EN HEEMSKERK.

1661 Akte van belening door de Staten van Holland van Elias, Aletta Maria, Agneta en Christina Trip met 1/3 van hun duinen vanaf de Rel te Wijk aan Zee tot aan de duinen van het huis Marquette. 1683 1 charter b Lopik.

B LOPIK.

1662 Eigendomsbewijs voor Maria Vredrijcxdochter van Voerd van 10 morgen land onder Lopik. 1514 1 charter Reg. nr. 44. c Schijndel.

C SCHIJNDEL.

--- Kaart van de landerijen van Henrikus van Breugel in de Houtert onder Schijndel. 1698 1 stuk Voorheen inv.nr. 1663 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 4. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling.

1664 Eigendomsbewijs voor Jacob Massing van 19 "streepjes" teelland in de Houtert 2.21.115 Mackay van Ophemert 171

onder Schijndel. Met bijbehorende stukken. 1732 1 omslag d Sleeuwijk.

D SLEEUWIJK.

1665 Akte, waarbij de Staten van Holland Maria van der Noot, douairiëre van Asperen, alsnog belenen met 8 morgen land en een perceel viswater onder Sleeuwijk, welke belening wegens een verzuim niet tijdig was geschied. 1669 1 charter e Ligging onbekend.

E LIGGING ONBEKEND.

1666 Eigendomsbewijs voor Derick Spaen en Udele, zijn vrouw, van 3 morgen land, genaamd Die Woerde. 1472 1 charter Reg. nr. 23. III. Duitsland.

III. DUITSLAND.

1667 Akte van verkoop namens de baron van Arnstädt aan de koning van Pruisen van de heerlijkheid Broekhuizen in het land van Kessel in Opper-Gelder. 1744. Afschrift. 18de eeuw 1 stuk

1668 Aantekening betreffende een te koop aangeboden herengoed in het Kleefse. 1834? 1 stuk C. Gedrukte stukken.

C. GEDRUKTE STUKKEN. I. Couranten.

I. COURANTEN.

1669 Exemplaren van diverse couranten. 1775-1877 1 omslag II. Boeken.

II. BOEKEN.

1670 William Ramesey, Astrologia restaurata, or Astrology restored. 1655 1 band

1671 N.V.M., Broeder-moort of Het leven en sterven van de Witten, pamf1et. 1672 1 band Tiele, Verz. Muller nr. 6344, 6345 en 6346; Knuttel nr. 10452.

1672 De pligten, wetten of algemeene reglementen der vrije metzelaaren in een nieuwe order geschikt en goedgekeurt by de Groote Loge der Zeeven Vereenigde Nederlanden. In het nederlands en het frans. 1761 1 band

1673 Heribert van Westervelt, een uit de Raad van Hattem gevonnist pamflet. 1791 1 band Verz. Thysius nr. 7556. III. Kaarten.

III. KAARTEN.

--- Kaart van Edinburgh. Gedrukt. 172 Mackay van Ophemert 2.21.115

(ca. 1775) 1 stuk Voorheen inv.nr. 1674 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 10. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling.

--- Kaart van Londen. Gedrukt. 1783 1 stuk Voorheen inv.nr. 1675 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 11. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling.

--- Kaart van Duitsland, waarop de postverbindingen staan aangegeven. Gedrukt. 1795 1 stuk Voorheen inv.nr. 1676 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 18. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling.

--- Kaartje van Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen. Gedrukt. 1799 1 stuk Voorheen inv.nr. 1677 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 2. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling.

--- Kaart van de omgeving van Londen. Gedrukt. (einde 18de eeuw) 1 stuk Voorheen inv.nr. 1678 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 12. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling.

--- Kaartje van de Dertigjarige oorlog in Duitsland. Gedrukt. (eerste helft 19de eeuw) 1 stuk Voorheen inv.nr. 1679 Kaartenlijst 4.MCOF inv.nr. 19. Geborgen in de Algemene Kaartenverzameling. IV. Prenten.

IV. PRENTEN.

1680 "Afbeelding van de Val van Bournonville, minister van Oorlog der Fransche Republiek". (1793) 1 stuk Gravure met onderschrift

1681 "Raadsel der schilderrye, hangende op de voorzaal van het Stadhuis te Nijmegen". (18de eeuw) 1 stuk Prent met bijschrift

1682 Gravure met bijschrift ter gedachtenis van prins Willem V. 1806 1 stuk Gravure met bijschrift 2.21.115 Mackay van Ophemert 173

Inventarissen

INVENTARISSEN

1683 Lijsten van stukken d.d. 1628-1819 aangetroffen in het familiearchief Mackay van Ophemert, opgesteld door Aeneas Mackay. 1835, 1839 en z.j. Geletterd A-D. Afschriften in de hand van .? Bannier Z.j 1 omslag

1684 Inventaris van het archief der heerlijkheden Blitterswijk en Wansum, door Alb. Oltmans, in handschrift. 1929 1 band Dit archief is afgescheiden van het archief Mackay en in bewaring gegeven aan het Rijksarchief in Limburg, nadat het door de zorg van Donald Jacob Mackay sedert 1885 op het huis Ophemert was bewaard. 174 Mackay van Ophemert 2.21.115

Supplement 1971

SUPPLEMENT 1971 Deze stukken, die door de eigenaar waren uitgeleend aan jhr. W.H.D. Quarles van Ufford voordat het archief werd geïnventariseerd, werden in juni 1971 alsnog ontvangen. XV. Donald Jacob Mackay.

XV. DONALD JACOB MACKAY.

1685 Brieven aan Donald Jacob Mackay van A.P.C. van Karnebeek, A. de Haan en A.W. Bronsveld. 1904, 1905 en z.d 1 omslag XIX. Aeneas Mackay en Elisabeth Wilhelmina van Lynden.

XIX. AENEAS MACKAY EN ELISABETH WILHELMINA VAN LYNDEN.

1686 Stukken van Aeneas Mackay als antirevolutionair politicus. 1901-1905 1 omslag

1687 Brieven aan Aeneas Mackay van T.A.J. van Asch van Wyck, J.J.I. Harte van Tecklenburg, Abr. Kuyper, A.F. de Savornin Lohman, Donald Jacob Mackay, R. Melvil van Lynden en H.J.A.M. Schaepman. 1888-1906 en z.d 1 omslag

1688 Brieven aan Elisabeth W. Mackay-van Lynden van Aeneas Mackay. 1901-1905 1 omslag XXI. Eric Mackay

XXI. ERIC MACKAY

1689 Brieven aan Eric Mackay van Donald Jacob Mackay en Elisabeth W. Mackay-van Lynden. 1901, 1914 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 175

Supplement 1977

SUPPLEMENT 1977 I. Stukken van persoonlijke aard

I. STUKKEN VAN PERSOONLIJKE AARD A. Het geslacht Mackay (Nederlandse tak)

A. HET GESLACHT MACKAY (NEDERLANDSE TAK) 1 Aeneas Mackay (1666-1697)

1 AENEAS MACKAY (1666-1697)

1690 Ingekomen factuur van een chirurgijn. 20 juni 1675 1 stuk 2 Aeneas Mackay (1734-1807) en Ursulina Philippina van Haeften (1734-1793)

2 AENEAS MACKAY (1734-1807) EN URSULINA PHILIPPINA VAN HAEFTEN (1734-1793)

1691 Silhouetportretten van Aeneas Mackay en Ursulina Philippina van Haeften, geknipt. Z.j 4 stukken 3 Frans Mackay (1737-1817)

3 FRANS MACKAY (1737-1817)

1692 Naamlijst van intekenaren op de tweede grote kunstplaat van de veldslagen bij Quatre Bras en Waterloo, houdende vermelding van F. Mackay. Z.j 1 deel 4 Barthold Johan Christiaan Mackay (1773-1854)

4 BARTHOLD JOHAN CHRISTIAAN MACKAY (1773-1854)

1693 Ingekomen kwitantie van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw wegens betaalde contributie. Januari 1852 1 stuk 5 Aeneas Mackay (1806-1876)

5 AENEAS MACKAY (1806-1876)

1694 Stukken betreffende het beheer van de nalatenschap van Anna Jacoba van Dam, weduwe van Willem van Benthem door Aeneas Mackay als voogd over Theodora Anna Johanna Mackay, douairière van Bernhard Deodatus van Verschuer. 1848-1850 1 omslag

1695 Ingekomen circulaires en prospectussen van Nederlandse onderwijsinstellingen. 1854-1870 en z.j 1 omslag

1696 Notitieboekje van Mackay, houdende aantekeningen over het overlijden van zijn vader Barthold Johan Christiaan Mackay en over zijn rol tijdens de kabinetsformatie van 1868. 1863, 1868 1 deeltje

1697 Ingekomen statuten van de Vereeniging tot Bescherming van Dieren. Gedrukt. 1864 1 deeltje

1698 Schetsjes en godsdienstige verhandelingen van zijn hand. Z.j 1 omslag

1699 Fotografische portretten van Aeneas Mackay. Z.j 3 stukken 176 Mackay van Ophemert 2.21.115

6 Johan François Hendrik Jacobus Ernestus Mackay (1807-1846) en Margaretha Clara Françoise van Lijnden (1810-1869)

6 JOHAN FRANÇOIS HENDRIK JACOBUS ERNESTUS MACKAY (1807-1846) EN MARGARETHA CLARA FRANÇOISE VAN LIJNDEN (1810-1869)

1700 Fotografisch portret van Margaretha Clara Françoise van Lijnden. Z.j 1 stuk 7 Donald Jacob Mackay (1839-1931) en Francis Georgina Jane Hasler (1831-1917)

7 DONALD JACOB MACKAY (1839-1931) EN FRANCIS GEORGINA JANE HASLER (1831-1917)

1701 Ingekomen brochures van godsdienstige en charitatieve instellingen. 1863 en z.j 1 omslag

1702 "Lord Reays daughter", ingekomen gedicht van A. E. Mackay. 18 mei 1868 1 omslag

1703 Ingekomen brieven bij Francis Georgina Jane Hasler van N.N. 1873-1874 en z.j 1 omslag

1704 Foto's van Marienbad en gezichten op de Rijn in Duitsland. 1893 en z.j 1 omslag

1705 Ingekomen brief bij Donald Jacob Mackay van Alexander Mackay. 6 juni 1916 1 stuk

1706 Foto's van Engelse landschappen. Z.j. (19e eeuw) 1 omslag

1707 Fotografisch portret van Francis Georgina Jane Hasler. Z.j 1 stuk B. Aanverwante geslachten

B. AANVERWANTE GESLACHTEN 1 Geslacht Aylmer.

1 GESLACHT AYLMER.

1708 Ingekomen brieven bij Charles Arthur Aylmer van E.A. Aylmer en Ch. Stollings. 1863-1872 1 omslag 2 Geslacht Mackay of Scoury.

2 GESLACHT MACKAY OF SCOURY.

1709 Ingekomen stukken bij Donald Mackay (1720-1801), aanvoerder van een Schots regiment. 1794-1799 1 omslag 3 Geslacht Van Haeften.

3 GESLACHT VAN HAEFTEN.

1710 "Iets over M.", bundel gedichten van Margriet van Essen, geboren Van Haeften tot Waddenoyen, uitgegeven door haar nabestaanden. 1796 1 deel 4 Geslacht Van Lynden.

4 GESLACHT VAN LYNDEN.

1711 Ingekomen declaratie van E. Timmermans voor vervoerkosten bij E. van Lynden, president van het Hof. 2.21.115 Mackay van Ophemert 177

1 stuk

1712 "Memorie" van P.G. van Lynden van Hemmen, hoofdadministrateur der Domeinen, houdende een voorstel aan de polderbesturen en ingelanden van Vianen, Hagestein en Everdingen tot het veranderen van de schepraderen van de voormolens in Achthoven en Ameide. Gedrukt. 14 maart 1817 1 katern

1713 "Ter gedachtenis aan mijn jongste kindje Justina Diederika Wilhelmina van Lynden", gedichtenbundeltje door W.J.E. van Lynden. Gedrukt. Januari 1840 1 deeltje

1714 "Bij het overlijden van Prins Maurits der Nederlanden", gedicht door Van Lynden van Hoevelaken. Gedrukt. 15 juni 1850 1 stuk 5 Geslacht Van Verschuer.

5 GESLACHT VAN VERSCHUER.

1715 Ingekomen brief van N.N. aan Theodoor Wilhelm Leopold van Verschuer over de afwikkeling van een in fideicommis berustende nalatenschap. 8 maart 1849 1 stuk II. Stukken van zakelijke aard

II. STUKKEN VAN ZAKELIJKE AARD

1716 Akte, waarbij Rutger Jacobszoon, pastoor van Randwijck, de betaling van tienden op zich neemt, verschuldigd door Joost van Randwijck en Anna van der Staede. 15 januari 1541 1 charter

1717 Uittreksel van rekeningen van rentmeester Herman van Dockum aan de heer van Randwijck over de jaren 1699-1702. Z.j 1 stuk

1718 Onderhandse akte, houdende regelingen ten aanzien van het graven van een sloot op de onderschoor naast de kerkweg op het kil te Zennewijnen door eigenaars van de aangrenzende weidelanden, met nadere aantekeningen van Reinier van Haeften over de benodigde gelden. April-mei 1725 2 stukken

1719 Getuigschriften, uit te reiken aan personeel, verbonden aan het huis Ophemert bij feestelijke gelegenheden. 1873 en z.j 3 stukken

1720 Ingekomen brieven bij H. van Aalst, rentmeester van Donald Jacob Mackay over te beheren goederen in de omgeving van Tiel. 1892-1917 5 stukken III. Stukken, waarvan de samenhang met het archief niet is gebleken

III. STUKKEN, WAARVAN DE SAMENHANG MET HET ARCHIEF NIET IS GEBLEKEN A. Stukken van persoonlijke aard

A. STUKKEN VAN PERSOONLIJKE AARD

1721 Akte, houdende de betaling van honderd pond tegen aflossing van "brieven" door Mechtilt van Doornick, Elisabeth, Johanna en Antonia Clant aan Andries, Willem en Cornelis Jongbloet ten overstaan van schepenen in Tiel. Fragment. Z.j. (16e eeuw) 1 charter 178 Mackay van Ophemert 2.21.115

De onderzijde van het charter is verloren gegaan.

1722 Inventarislijst van kleding en huisraad. Z.j. (16e eeuw) 1 stuk

1723 Financiële kladaantekeningen. Z.j. (16e eeuw) 1 stuk

1724 Brieven aan onbekende personen van douairière De Brakell, z.j., B.J. Broussor, 22 november 1793, Cornelis van Steenler, 17 november 1671 en N.N. Z.j., 1671-1793 4 stukken

1725 Akte, houdende de vaststelling van de afkomst van het wapen van de leden van de geslachten Wroth van Durance, graven van midden-Engeland, Killegrew en Maynard d'Estaynes door Sir Dudley Downes, 10 februari 1707. Afschrift door J. Priehle, notaris in Engeland, 10 februari 1717, nader gewaarmerkt door de secretaris van de ridderschap van het kwartier van Nijmegen. 16 juli 1768 1 charter

1726 Stukken betreffende de opening van het testament van Marie Dorothea Doupie d'Elven, douairière Van Liedekerke, door J.Fl. Lelièvre, notaris in Namen. 1795 1 omslag

1727 Gelukwens aan B. Lulofs bij zijn toelating aan een universiteit, door G.J. van Leeuwen. Geschreven. 22 augustus 1803 1 katern

1728 Akte, houdende het vonnis van het hof van Amiens inzake de scheiding van goederen van het echtpaar Daveluy, met retroactum: het vonnis in eerste instantie, Afschrift. 1807, 1808. Z.j 1 stuk

1729 Anoniem recept tegen de cholera. Juli 1832 1 stuk

1730 Brief van John Alexander Mackay aan Robert Horsburgh. 16 november 1865 1 stuk

1731 "De Haagsche Club in de Houtstraat, 1784-1895, herinneringen voor zijne medeleden verzameld door een lid", brochure van N.N., met reglement van de club. Gedrukt. 1895-1896 2 deeltjes

1732 Uittreksel van een brief van J.M. Moulenthums van 11 juli 1867, houdende vertrouwelijke uitspraken van E. Falke, gesteld in het Engels. Anoniem afschrift. Z.j 1 stuk

1733 Aantekeningen over de verwantschap van de geslachten De La Moussaye en de La Rochefoucauld met het huis van Oranje-Nassau. Z.j 1 stuk

1734 "Souvenir de Normandie", tekening, bestemd voor een album amicorum, door s' Jacob. Z.j 1 stuk 2.21.115 Mackay van Ophemert 179

1735 Fiches, houdende citaten. Z.j 1 pak

1736 Gebedenboekjes, houdende meditatieteksten in het Engels naar aanleiding van bijbelspreuken. Z.j 2 deeltjes

1737 Vertalingen van De Dienst van God en de Kracht daartoe van H. Bonar en van Essay on , door N.N. Z.j 1 omslag B. Stukken van zakelijke aard

B. STUKKEN VAN ZAKELIJKE AARD

1738 Resolutie van het landschap Zutphen, houdende een beschikking ten aanzien van de erfelijkheid van het leen van goederen. Afschrift. 28 mei 1600 1 stuk

1739 Lijst van zich in Nijmegen bevindend koperen en porceleinen huisraad. Z.j. (18e eeuw) 1 stuk

1740 Lijst van aannemers met daarbij vermelde loten grond. Z.j. (18e eeuw) 1 stuk

1741 Aantekeningen van J.W. Bleuler over te maken kosten en aan te schaffen werktuigen voor de oprichting van een spinnerij. Z.j. (ca. 1800) 2 stukken

1742 Bouwtekeningen van onbekende panden. Z.j. (19e eeuw) 1 omslag

1743 Potloodtekeningen van onbekende boerderijen. Z.j. (19e eeuw) 1 omslag

1744 "South view of Bow Hill", aquarel door N.N. (19e eeuw) 1 stuk C. Gedrukte stukken

C. GEDRUKTE STUKKEN

1745 "Plan van de actie tussen de Geallieerden en Franse, voorgevallen op den 11. oktober 1746", kaart met verslag van de slag bij Rocoux. Gedrukt. 1746 1 stuk

1746 Gravures, houdende eeuwige kalenders. Z.j. (medio 18e eeuw) 2 stukken

1747 Proclamatie van Frederik Willem, koning van Pruissen "gegen den Ungehorsam und die Wiederspenstigkeit der Unterthanen wider die Grundund Gerichtsobrigkeiten", 8 november 1786. Gedrukt in Geldern. Z.j 1 stuk

1748 Assignaten van 15 sols, uitgegeven volgens decreten van het Comité du Salut Public van 1793. Z.j 4 stukken 180 Mackay van Ophemert 2.21.115

1749 Prijslijst van wijnen, likeuren en Franse vruchten, opgesteld door Wed. Wijbo en Zeeburg in Middelburg. Z.j. (ca. 1800) 1 stuk

1750 A-B-C boekje. Fragment. Z.j. (ca. 1800) 1 omslag

1751 Schimpprent op keizer Napoleon tijdens de slag bij Leipzig. 1813 1 stuk

1752 "Airs choisis pour l'Accordéon", voorafgegaan door een instructie voor het accordeonspel, samengesteld door A. Reisner. Z.j. (ca. 1815) 1 deeltje

1753 Wegenkaart van Zwitserland. 1826 1 stuk met de pen is een reisroute van Bazel over Schaffhausen naar Milaan ingetekend.

1754 Teksten van redevoeringen van Zuidnederlandse afgevaardigden in de Tweede Kamer van de Staten - Generaal naar aanleiding van de 10-jaarlijkse begroting van de koning. 18 december 1829 1 stuk

1755 Afbeelding van de begrafenisstoet bij het overlijden van koning Willem II. Litho. Fragment. 1849 1 stuk

1756 "Korte kronijk, beginnende met het jaar 1813". Geschiedkundig overzicht van gebeurtenissen in Nederland over de jaren 1813-1853. 1 katern de middenbladen, behelzende de jaren 1830-1848, ontbreken.

1757 Programma's van concerten en toneelvoorstellingen. 1862-1874 en z.j 1 omslag

1758 Prospectussen van uitgaven van werken van prof. L. Hegewald. 1869 en z.j 1 omslag

1759 Overdruk van een artikel van A.P., houdende een "woord over onzen scheepvaart" naar aanleiding van een artikel met uitlatingen over de concurrentiepositie van de scheepswerven aan de Clyde in Schotland ten opzichte van Nederland. Februari 1872 1 katern

1760 Foto van een erepoort, gemaakt op de Leidse straat in Amsterdam, vermoedelijk bij het 25-jarig regeringsjubileum van koning Willem III. 1874 1 stuk

1761 Adres van H.B.E. Frere, goeverneur van Pietermaritzburg, aan S.J.P. Kruger en P.J. Joubert, afgevaardigden van Transvaal op tournee door Nederland. December 1878 1 stuk

1762 "Partant pour la Syrie", romance in liedvorm met begeleiding van piano en harp door N.N. Z.j 1 stuk 2.21.115 Mackay van Ophemert 181

1763 Foto-opname van een maskerade van Utrechtse studenten. Z.j 1 stuk

1764 Staalgravure, houdende een afbeelding van het Nederlandse wapen. Z.j 1 stuk 182 Mackay van Ophemert 2.21.115

Aanvulling 1979

AANVULLING 1979 Na voltooiing van de inventarisatie van het familie-archief Mackay van Ophemert in 1967 zijn in de loop der jaren diverse aanvullingen ontvangen. Een nieuwe aanwinst in 1998 vormde de aanleiding om de onvolkomenheden, die in de beschrijvingen van de supplementen uit 1979 en 1985 waren geconstateerd, te herstellen, waarbij tevens tot een herordening van deze stukken werd besloten. De stukken die tot dusver waren beschreven in toegangnummer 2.21.183.53 zijn daarbij in de inventaris van het familie-archief, toegangnummer 2.21.115, opgenomen. Bij de herordening zijn een aantal archivalia in reeds bestaande inventarisnummers ingevoegd. Diverse stukken werden aangetroffen in oranje mappen voorzien van een genummerd etiket;zij zijn hoofdzakelijk ondergebracht in de rubrieken 2 en 3. Mogelijk betreft het hier op een veiling of bij een antiquariaat aangekochte stukken; bij de inventarisnummers 1846 en 1865 lijkt dit, blijkens de opschriften op de oude omslag en in het stuk, zeker het geval te zijn. 1 Persoonlijke stukken

1 PERSOONLIJKE STUKKEN 1.1 Stukken per persoon geordend

1.1 STUKKEN PER PERSOON GEORDEND 1.1.1 Familie Mackay

1.1.1 FAMILIE MACKAY 1.1.1.1 Aeneas Mackay (1734-1807)

1.1.1.1 Aeneas Mackay (1734-1807)

1765 Ingekomen brochures betreffende een plan tot stichting van een steunfonds ten behoeve van de Hervormde Gemeente te Nijmegen. 1800 2 stukken 1.1.1.2 Barthold Johan Christiaan baron Mackay (1773-1854)

1.1.1.2 Barthold Johan Christiaan baron Mackay (1773-1854)

1766-1767 Leggers van zijn bezittingen, met bijlagen. 1824-1854 2 delen 1766 1824-1836 1767 1833-1854 1.1.1.3 Aeneas baron Mackay (1806-1876)

1.1.1.3 Aeneas baron Mackay (1806-1876)

1768-1770 Stukken betreffende zijn promotie tot doctor in de letteren aan de Hogeschool te Utrecht op een dissertatie over de Triple Alliantie. Z.d. (ca. 1829) 3 pakken Zie ook inventarisnummer 466 en 1882. 1768 Aantekeningen 1769 Afschriften van diverse stukken uit het archief van de Staten van Holland uit de jaren 1665-1668 1770 Conceptteksten In het Latijn.

1771 Brievenboek met aantekeningen, hoofdzakelijk als advocaat. 1830 en z.d 1 deel

1772-1777 Stukken ontvangen en opgemaakt als officier bij de Schutterij te 's-Gravenhage, later de Zuid-Hollandse Schutterij. 1830-1837 5 delen en 1 pak Zie ook inv.nrs. 278 en 1878.

1772-1776 Orderboeken van de 6e compagnie van de Mobiele Zuid-Hollandse Schutterij, 1830-1835 1772 1830 - 1831 juni 8 2.21.115 Mackay van Ophemert 183

1773 1831 juni 8 - 1832 januari 26 1774 1832- juni - 1833 juni 15 1775 1833 juni 19 - 1834 december 12 1776 1834 maart 3 - 1835 januari 8 1777 Ingekomen brieven, circulaires, indelingsstaten en financiële stukken, 1830-1837, 1pak

1778 Ingekomen brief van Carel N.N. betreffende aangelegenheden die bij de Raad van State in behandeling zijn. Z.d. (ca. 1842) 1 stuk De afzender is mogelijk mr. C.J.T. baron de Constant Rebecque, referendaris bij de Raad van State.

1779 Stukken ontvangen en opgemaakt als lid van de Commissie voor de Beurzenstichtingen. 1843-1852 en z.d 1 pak

1780 Stukken ontvangen en opgemaakt als Gecommitteerde van de regering voor de Maatschappij van Weldadigheid. 1843-1859 en z.d 1 pak Zie ook inv.nrs. 288-290. Ae. baron Mackay werd bij K.B. van 22 juli 1843, nr. 11, tot Gecommitteerde benoemd. Toen zijn functie ingevolge een door de regering met de Maatschappij gesloten nieuw contract kwam te vervallen werd hem bij K.B. van 5 september 1859, nr. 18, eervol ontslag verleend per 15 september 1859. 1.1.1.4 Daniel Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay (1839-1921)

1.1.1.4 Daniel Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay (1839-1921)

1781 Lijsten van door hem ten behoeve van loterijen verzamelde voorwerpen, met lijst van door hem te bewaren bezittingen van de vereniging "Concordia Flotemus". 1853-1854 en z.d 1 omslag

1782 Aantekeningen en afschriften betreffende het bestuur van H.W. Daendels op Java. Z.d. (ca. 1860) 1 omslag D.J. baron Mackay promoveerde in 1861 te Leiden op het proefschrift: De Handhaving van het Europeesch Gezag en de Hervorming van het Regtswezen onder het Bestuur van den Gouverneur- Generaal Mr. H.W. Daendels over Java en Onderhoorigheden (1808-1811); zie inv.nr. 1981.

1783 Teksten in zijn hand van verhandelingen van Alfred Barton en Edward Laird betreffende moraalfilosofie, met bijgevoegde aantekeningen over de jacht. 1898 en z.d 3 stukken Grotendeels in het Engels. 1.1.1.5 Constantijn Willem Ferdinand baron Mackay (1870-1955)

1.1.1.5 Constantijn Willem Ferdinand baron Mackay (1870-1955)

1784 Stukken betreffende zijn aanstelling, bevorderingen en ontslag als marine-officier, met diploma's inzake de aan hem toegekende eretekenen wegens deelname aan de expedities naar Lombok en Atjeh en van zijn benoeming tot ridder resp. officier in de Orde van Oranje-Nassau en met geboorte-uittreksel. 1893-1898, 1925, 1938 1 omslag

1785 Foto's van hem en zijn dochters. 1901, 1912-1913, 1918, 1922, 1926, 1930, 1937 1 omslag

1786 Stukken betreffende zijn benoeming en ontslag als burgemeester van Buren en van Ermelo, met stukken en foto's inzake zijn installaties, jubilea, wedde en zijn afscheid uit deze functies. 184 Mackay van Ophemert 2.21.115

1904, 1908, 1920, 1933, 1935-1936, 1938 (1952, 1970) 1 omslag

1787 Stukken betreffende zijn benoeming en ontslag als voorzitter van het college van Curatoren van het Weeshuis te Buren, lid van de Voogdijraad te Tiel, Commissaris van de Zuiderzee Straatweg en als lid van de Gezondheidscommissie te Nijkerk, met stukken inzake zijn aktiviteiten binnen de Christelijk-Historische beweging en tekst van de door hem uitgesproken rede bij de opening van de electrische centrale te Ermelo. (1829) 1904-1905, 1908-1909, 1912-1913, 1928 en z.d. 1 omslag

1788 Akte van huwelijksvoorwaarden van hem en Cornelia Frieda Katz, met aanvullende verklaring en krantenknipsel over hun huwelijk. 1937, 1949 3 stukken

1789-1791 Plakboeken met foto's, souvenirs en tekst over zijn voorgeslacht en zijn eigen leven, samengesteld door zijn oudste dochter Jacqueline van Valkenburg-Mackay ter gelegenheid van zijn 80e verjaardag, met aantekeningen door haar over zijn laatste levensjaren. (1875) 1950 en z.d 3 delen 1789 Deel I 1790 Deel II 1791 Deel III

1792 Stukken betreffende zijn overlijden, zijn begrafenis en de afwikkeling van zijn nalatenschap. (1949) 1955 1 omslag 1.1.1.6 Petronella Adamina Mackay-Hoeufft (1872-1933)

1.1.1.6 Petronella Adamina Mackay-Hoeufft (1872-1933)

1793 Stukken betreffende haar begrafenis en de afwikkeling van haar nalatenschap. 1933 1 omslag 1.1.1.7 Cornelia Frida Mackay-Katz (1885-1963)

1.1.1.7 Cornelia Frida Mackay-Katz (1885-1963) Zie ook toegangnummer 2.21.190.

1794 Stukken betreffende de afwikkeling van haar nalatenschap, met retroacta en portretfoto's van haar. (1903, 1955) 1963 en z.d 1 omslag 1.1.1.8 Jacqueline Jeannette van Valkenburg-Mackay (1899-1979)

1.1.1.8 Jacqueline Jeannette van Valkenburg-Mackay (1899-1979)

1795 Tekst van de door haar gehouden toespraak ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Evangelische School te Borgharen, met ingekomen brieven van M.J. Pool, bestuursvoorzitter van deze school. 1955 3 stukken 1.1.2 Familie Van Haeften

1.1.2 FAMILIE VAN HAEFTEN 1.1.2.1 Barthold van Haeften (1692-1772)

1.1.2.1 Barthold van Haeften (1692-1772)

1796 Stukken betreffende verpachting en de afrekening van de ambtslasten in de Tielerwaard. 1725, 1729, 1741 3 stukken 2.21.115 Mackay van Ophemert 185

1797 Inventaris van zijn nalatenschap, in viervoud. Z.d. (1772) 1 pak Incompleet; in alle vier exemplaren ontbreken gedeelten. 1.1.2.2. Urselina Philippina Freifrau von Hamelberg-de Cock van Haeften (1794-1881)

1.1.2.2. Urselina Philippina Freifrau von Hamelberg-de Cock van Haeften (1794- 1881)

1798 Schuldbekentenis van haar en haar echtgenoot Georg Heinrich Ferdinand Sigismund Freiherr von Hamelberg aan Willem van Blommestein te Delft betreffende een bedrag van ƒ 8507, met overeenkomst tussen partijen inzake de aflossing, afschriften, met kwitantie. 1820-1821 3 stukken De akten zijn in het Duits. 1.1.3 Familie Van Lynden

1.1.3 FAMILIE VAN LYNDEN 1.1.3.1 Willem Frans Godard van Lynden, heer van Hemmen (1729-1787)

1.1.3.1 Willem Frans Godard van Lynden, heer van Hemmen (1729-1787)

1799 Akte van scheiding en deling van de nalatenschappen van hem en van wijlen zijn echtgenote Anna Wilhelmina gravin van Hogendorp (1735-1779), afschrift, met genealogische aantekeningen. 1788 en z.d. (ca. 1900) 2 stukken 1.1.3.2 Jkvr. Cornelia Eliane van Lynden (1734-1812)

1.1.3.2 Jkvr. Cornelia Eliane van Lynden (1734-1812)

1800 Inventaris van haar nalatenschap. 1812 1 katern Zie ook inv.nrs 1005-1006. B.J.Ch. baron Mackay (1773-1854) was één van haar executeurs- testamentair. 1.1.3.3 Frans Godard baron van Lynden, heer van Hemmen (1761-1845)

1.1.3.3 Frans Godard baron van Lynden, heer van Hemmen (1761-1845)

1801 Kort Antwoord op De Voordracht van den Heer Max. L.. Baron D'Yvoy van Mijdrecht, gedrukt, met geleidebrief, waarschijnlijk aan hem, van (jonkheer H.J.) von Loë. 1828 1 katern en 1 stuk 1.1.3.4 Willem baron van Lynden (1806-1866)

1.1.3.4 Willem baron van Lynden (1806-1866)

1802 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Jan Meijndert van Bronckhorst, overleden op Java in 1809 of 1810. 1846-1847 en z.d 1 omslag W. baron van Lynden was gehuwd met Charlotte Anna Wilhelmine barones van Boetzelaer (1808- 1886), kleindochter van een zuster van J.M. van Bronckhorst.

1803 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Jan Elias Huydecoper (?-1854). 1855-1856 en z.d 1 omslag W. baron van Lynden was zowel mede-erfgenaam als executeur-testamentair van deze nalatenschap. 186 Mackay van Ophemert 2.21.115

1.1.4 Familie Huydecoper

1.1.4 FAMILIE HUYDECOPER 1.1.4.1 Johan Pieter Huydecoper (1773-1798)

1.1.4.1 Johan Pieter Huydecoper (1773-1798)

1804 Inventaris van de door hem en zijn weduwe, Carolina Hillegonda du Moulin (1774- 1835), nagelaten gemeenschap van goederen. 1798 1 katern 1.1.5 Familie Van Renesse

1.1.5 FAMILIE VAN RENESSE 1.1.5.1 Johanna Adriana van Renesse (1692-1762)

1.1.5.1 Johanna Adriana van Renesse (1692-1762)

1805 Bruiloftsgedicht op haar huwelijk met Johan Frederik van Reede (1684-1735). 1716 1 katern Incompleet. 1.1.5.2 Wijnand Jacob Maximiliaan van Renesse, heer van den Brinck, (1714-1781)

1.1.5.2 Wijnand Jacob Maximiliaan van Renesse, heer van den Brinck, (1714-1781)

1806 Notulen van vergaderingen van de Ridderschap van de Veluwe betreffende de herziening van het reglement op de admissie tot deze ridderschap, afschrift. 1747 1 stuk

1807 Inventaris van de bij hem in bewaring gegeven archivalia uit de nalatenschap van Johan van Wijnbergen, heer van de Glinthorst., met fragment-afschrift. 1752 en z.d 2 stukken

1808 Stukken ontvangen als ambtsjonker van Rheden, met memorie omtrent de revenuen van de pastorie van Spankeren in het jaar 1786 en een specificatie van de kosten van de reparatie van de kerktoren aldaar. 1753, 1759, 1769-1771, 1786 en z.d 1 omslag

1809 Processen-verbalen van de verpachtingen van de verponding en van de ambtslasten in het ambt Doornspijk, met bijlagen. 1759-1793 1 pak Met hiaten.

1810 Legger van zijn "ongerede Goederen en incomsten". 1763-1767 1 deel

1811 Notulen van de Landdagen van de Staten van het Kwartier van de Veluwe. 1765-1767 1 omslag

1812 Rekeningen van hem als Schout van Hattem, 1765, 1769, 1774, 1776-1779 1 omslag Het betreft de 6e, 10e, 15e en 17e-20e rekeningen.

1813 Processen-verbaal van de verpachtingen van het Zout- en Haardstedengeld en van de Generale Middelen op de Veluwe in de jaren 1777-1778 en 1780-1781. 1777, 1781 4 katernen 1.1.5.3 Johan Pieter Hendrik Eleonard van Renesse (1746-1818)

1.1.5.3 Johan Pieter Hendrik Eleonard van Renesse (1746-1818)

1814 Resolutieboek van de ambtsjonkers van Rheden. 2.21.115 Mackay van Ophemert 187

1719-1790 1 deel Zie ook inv.nr. 1084. 1.1.6 Familie Van Wijnbergen

1.1.6 FAMILIE VAN WIJNBERGEN 1.1.6.1 Johan van Wijnbergen, heer van de Glinthorst (1678-1737)

1.1.6.1 Johan van Wijnbergen, heer van de Glinthorst (1678-1737)

1815 Ingekomen brieven, genummerd 1-217 en ongenummerd. 1708, 1717-1728 1 omslag Met hiaten en een afwijkende nummering in potlood. Gedeeltelijk in het Frans. Geliasseerd geweest.

1816 "Memorien van het Ceremonieel so wel binnen als buijten de Vergaderinge van Haer Ho. Mog. bij de respt. Gecommitt. ter Generaliteijt in alle gelegentheden te observeren", manuscript door N.N. Z.d. (ca. 1722) 1 katern Aangetroffen in inv.nr. 1815. 1.1.7 Familie De Beijer

1.1.7 FAMILIE DE BEIJER 1.1.7.1 Geertruid de Beijer-van Benthem (?-1717)

1.1.7.1 Geertruid de Beijer-van Benthem (?-1717)

1817 Stukken betreffende de vaststelling van het door haar boedel nog te vorderen bedrag van wijlen Barthold Breul, in leven schepen te Nijmegen. 1700, 1706, 1729-1736 en z.d 1 omslag Zie ook inv.nr. 1130. 1.1.7.2 Arnolda Colyear-de Beijer (?-1734)

1.1.7.2 Arnolda Colyear-de Beijer (?-1734)

1818 Akte van transport door Johanna Eleonora de Beijer-Bouchout van een obligatie aan N.N., afschrift, met aantekening van cessie van dit waardepapier aan haar door Benedictus Levy Gompert. 1730-1731 1 stuk De naam van de koper is niet ingevuld; mogelijk betreft het hier dezelfde B.L. Gompert. 1.1.8 Familie De Pagniet

1.1.8 FAMILIE DE PAGNIET 1.1.8.1 Abraham de Pagniet (1662-1724)

1.1.8.1 Abraham de Pagniet (1662-1724)

1819 Akte van commissie van de Staten-Generaal voor hem als kapitein van een nog te werven compagnie. 1689 1 charter 1.1.8.2 Reinier Johan Christiaan de Pagniet (1756-1807)

1.1.8.2 Reinier Johan Christiaan de Pagniet (1756-1807)

1820 Akte van commissie van de Staten-Generaal voor hem als kolonel van de infanterie. 1792 1 charter 1.1.9 Familie Van Tuyll van Serooskerken

1.1.9 FAMILIE VAN TUYLL VAN SEROOSKERKEN 1.1.9.1 Vincent Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken (1744-1794)

1.1.9.1 Vincent Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken (1744-1794)

1821 Akten van commissie van de Staten-Generaal voor hem als luitenant-kolonel en als commandant van het regiment cavalerie van generaal Van Tuyll van Serooskerken. 1793 2 charters 188 Mackay van Ophemert 2.21.115

V.M. van Tuyll van Serooskerken was gehuwd met Dorothea Henriëtte Marie Louse de Pagniet (1751- 1836). 1.1.10 Familie Hoeufft

1.1.10 FAMILIE HOEUFFT 1.1.10.1 Agnes Jeannette de Beaufort-Hoeufft (1864-1923)

1.1.10.1 Agnes Jeannette de Beaufort-Hoeufft (1864-1923)

1822 Ingekomen brief van Nicolaas Beets. 1882 1 stuk 1.2 Stukken niet per persoon geordend

1.2 STUKKEN NIET PER PERSOON GEORDEND Bij de stukken in deze rubriek was niet vast te stellen door welke personen of families zij zijn ontvangen of opgemaakt. Met name is dit het geval bij de inv.nrs. 1823-1826 omdat leden van zowel de aanverwante families Van Renesse, Van Haeften als Van Gent afgevaardigden naar de Staten- Generaal waren.

1823 Resoluties van de Staten van Holland en West-Friesland en van de daarbij behorende bijlagen, afschriften, met index over het gehele jaar 1676. 1676 november 25 - december 19 1 band

1824-1827 Ingekomen stukken bij afgevaardigden naar de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden. 1687-1748 3 banden en 1 pak

1824-1826 Net-resoluties van de Staten-Generaal, 1687-1716 1824 1687 februari - juni 1825 1698 januari - juni 1826 1716 juli - december 1827 Ingekomen afschriften van resoluties en brieven, 1688-1725, 1748, 1 pak

1828 Extract-resoluties van de Gedeputeerden van de Veluwe. Z.d. (ca. 1700) 1 omslag

1829 "Geschillen in Gelderland", stukken betreffende de afzetting en benoeming van magistraten in Gelderse steden. 1702-1704 en z.d 1 omslag Het opschrift is vermoedelijk in de hand van B.J.Ch. baron Mackay (1773-1854)

1830 Resoluties van de Landdag van Gelre en van het Kwartier van de Veluwe, afschriften. 1726 april - december 1 deel De afschriften zijn waarschijnlijk afkomstig van W.J.M. van Renesse (1714-1781), die op één van de Landdagen afgevaardigde voor de Veluwse Ridderschap was.

1831 Brief van L.W. van den Steen aan een onbekende "Heer en Neef". 1789 1 stuk

1832 "Oude Pleydoyen van Aern. Goerman en andere voorname Rechtsgeleerden Tomo XVI", afschriften van stukken betreffende procedures voor het Hof van Gelre inzake diverse waterstaatsaangelegenheden in de Bommeler- en Tielerwaard en in het Rijk van Nijmegen in de 15e-18e eeuw. Z.d. (18e eeuw) 1 pak 2.21.115 Mackay van Ophemert 189

2 Zakelijke stukken

2 ZAKELIJKE STUKKEN

1833 Opgave van goederen onder Wadenoyen, met berekening van de waarde en van de jaarlijkse lasten. Z.d. (ca. 1780) 1 stuk

1834 Extracten uit het Dijksignaat van de Tielerwaard in de jaren 1610-1616, 1652 en 1658 betreffende de verdeling van de waterschapslasten over de verschillende dorpen. Z.d. (ca 1780) 1 stuk

1835 Proces-verbaal van beslaglegging door Matthias Spillenaer, heer van Leden en Oudewaard, op de goederen van Johan Walraven van Haeften (1722-1782) wegens een niet betaalde schuld, afschrift. 1782 1 stuk

1836 Stukken betreffende het doorsteken van de rivierdijken bij Geldermalsen en Meteren. 1784 3 stukken

1837 Extract uit het Dijksignaat van Heerewaarden betreffende klachten van geërfden over gevaar voor ijsstoppingen door een krib in de Waal, in tweevoud. 1794 2 stukken

1838 Extract uit het testament van Adriaan de Cock van Delwijnen en zijn echtgenote Maria van Hemert, opgemaakt in 1601, waarin zij enige percelen land onder Wadenoyen aan hun zoon Johan nalaten. Z.d. (18e eeuw) 1 stuk

1839 Vonnis van de Kantonrechter te Wychen waarin Leendert Theunissen wordt gelast de krijtende tiend onder Borgharen aan de rechthebbende, B.J.Ch. baron Mackay (1773-1854), te betalen, afschrift. 1836 1 stuk 3 Stukken waarvan het verband met het archief niet duidelijk is

3 STUKKEN WAARVAN HET VERBAND MET HET ARCHIEF NIET DUIDELIJK IS

1840 Stukken betreffende de gerechtelijke procedure tussen Theodora van Bambeeck (1644-1720), weduwe van Willem Sautijn (1639-1686), koopman te Amsterdam, en haar zwager Gillis Sautijn (1635-1689) inzake het ter beschikking stellen door laatstgenoemde van de administratie van de door hem en wijlen zijn broer gevoerde handel. 1688 en z.d 1 band Zie over de familie Sautijn: Johan E. Elias, De vroedschap van Amsterdam 1578-1795, Haarlem 1905, blz. 573-578.

1841 Teksten van overgeschreven gedichten, afschriften van brieven van stadhouder Willem V aan het Nederlandse volk, recepten voor de fabricage van verschillende soorten kleuren verf en diverse losse aantekeningen. 1696, 1717, 1720, 1731, 1777, 1795-1796 en z.d. (17e-19e eeuw) 1 omslag

1842 "Kort-begrijp van't Italiaans Boek-Houden", manuscript. Z.d. (17e eeuw) 1 stuk

1843 Stukken betreffende de door de prins van Oranje, Stadhouder van Zeeland, in 1681 190 Mackay van Ophemert 2.21.115

aan mr. Alexander de Muinck (1655-1719), heer van Oost-Souburg, verleende kwijtschelding van straf wegens schaking van Henriëtte Thibault, echtgenote van François Velters, en wegens diefstal en meineed. 1702-1706 en z.d 1 band

1844 Certificaat uitgereikt aan Matthias Daniël Römer (1702-1774) door het Gymnasium te Amsterdam wegens zijn vorderingen in het Grieks in het eerste schooljaar. 1718 1 stuk In het Latijn.

1845 "Relaes pro Memoria", door N.N. betreffende de vervulling van de vakature van Commies-Generaal bij de Admiraliteit van Amsterdam, ontstaan door het overlijden van mr. Matheus Buys (1696-1725). Z.d. (1725) 1 stuk

1846 Brieven ingekomen bij Simon Joseph d'Abri, notaris en heraldicus te Luik, van Jacob van Loon, suikerraffinadeur te Rotterdam, later te Delft, betreffende genealogische en heraldische onderzoeken naar het geslacht Van Loon in verband met het voor het leenhof van het Bisdom Luik gevoerde proces van laatstgenoemde tegen Madame de Thier over hun beider aanspraken op de heerlijkheid Mongauthier et l'Alloux, met bijlagen. 1731-1735 1 pak Grotendeels in het Frans. Kennelijk in de 19e eeuw aangekocht.

1847 Tekst van een overeenkomst tussen Pusey Brooke, Robert Eddowes en John Shales enerzijds en Alexander Frensel en Peter Binkhorst anderzijds, Britse resp. Nederlandse vertegenwoordigers van een Brits-Nederlandse vlooteenheid, betreffende de verdeling tussen partijen van de waarde van de door genoemde vlooteenheid buitgemaakte zes Franse schepen. 1744 1 chirograaf In het Engels.

1848 Bruiloftszang ter gelegenheid van het huwelijk van IJsbrand Vincent Jonkman en Johanna Paauw te Amsterdam, manuscript. 1746 1 katern

1849 "Keer Klanck, Weer Klanck ....", gedicht op Peter Versteegen, burgemeester van Nijmegen, door N. van der Leuwe, manuscript. 1746 1 stuk

1850 Rekest van enige inwoners van Gorinchem aan de Staten van Holland en Westfriesland om teruggave van door hen teveel betaalde verponding, met advies van burgemeesters en vroedschappen van deze stad, gedrukt. 1748 1 stuk

1851 Brief van Ferdinand Dejean aan zijn vader betreffende zijn reis als scheepsarts van de V.O.C. naar Nederlands-Indië en inzake zijn reizen in Azië, met bijlage. 1763, 1767 2 stukken In het Frans. Ferdinand Dejean, of de Jean, afkomstig uit Bonn, arriveerde in 1759 in Batavia waar hij stadschirurgijn werd. In 1768 keerde hij naar Europa terug.

1852 Notulen van vergaderingen van de predikanten, ouderlingen en diakenen te Middelburg, met aantekening over de verkiezing van ouderlingen. 1782-1783 2 stukken 2.21.115 Mackay van Ophemert 191

1853 Portretsilhouetten van Hieronymus van Alphen (1746-1803) en van zijn zoon Daniël François van Alphen (1774-1840). Z.d. (ca. 1800) 2 stukken

1854 Uittreksel uit het Redeneerend Vertoog van de Aloudheid der Souvereiniteit der Staten, Leiden 1737, en op de Aanmerkingen ..... op dit werk, uitgegeven te Amsterdam in 1737. Z.d. (ca. 1800) 1 deel

1855-1856 Verhandelingen over de aanleg en het onderhoud van weg- en waterwerken en inzake de aard en samenstelling van de daarbij te gebruiken materialen. 1806-1809 2 banden 1855 Band A, blz. 1 - 181 1856 Band B, blz. 173 - 353

1857 Akte van scheiding en deling van de nalatenschap van Willemina Aletta Kien (1738- 1806), weduwe eerstelijk van Jan van Voorst, daarna van Jan Bouwens, afschrift. 1807 1 stuk Zie ook: Utrechtse Archieven, Archief van de familie Van Boetzelaer, inv.nrs. 366-371.

1858 Tekst van een overeenkomst tussen Henry Steenbergen enerzijds en Aarnoud Wils en Henry Braaksma anderzijds betreffende het verhypothekeren van de oogst van de reeds onder hypotheek staande koffieplantages genaamd "Hoorn" en "Noord- Holland" in de kolonie Berbice als gevolg van de schuld van de eerstgenoemde partij aan wijlen Edward van Harthals, afschrift. 1817 1 stuk In het Engels.

1859 Begroting van de kosten van uitbreiding van en reparaties aan de Sint Pieterskerk, bijgenaamd de Strooye kerk, te Vught door G. Dibbets, ingenieur van de Waterstaat in de provincie Noord-Brabant. 1825 1 stuk

1860 Akte van scheiding en deling van de nalatenschap van Catharina Elisabeth Budde (1759-1828), afschrift. 1828 1 stuk

1861 "Naam en Prijs Catalogus van alle de Kapellen en Insecten die in de werken van Rösel en Kleeman voorkomen", verkoopcatalogus van Doctor Gladbach te Frankfurt, manuscript. Z.d. (1e helft 19e eeuw) 1 katern

1862 Tekst van de Apocalyps van Johannes in het Amhaars of de Abessijnse Geez-taal. Z.d. (1e helft 19e eeuw) 1deel De tekst, waarin ook Griekse woorden voorkomen, is naar het Latijnse alfabet getranscribeerd.

1863 Levensbeschrijving van Michiel de Ruyter door N.N., manuscript. Z.d. (1e helft 19e eeuw) 1 omslag

1864 Aantekening over de verblijfplaats van familieportretten van het Huis van Oranje- Nassau, die zich in 1633 te Leeuwarden bevonden. Z.d. (ca. 1850) 1 stuk

1865 Catalogus van de veiling van de inboedel van kerken en kloosters in Antwerpen op 192 Mackay van Ophemert 2.21.115

13 augustus en 8 november 1798, manuscript, afschrift. Z.d. (19e eeuw) 1 deel In het Frans. Op het achterplat staat de aantekening "acquis à la vente Visscher no. 2585 du Catalogue". Mogelijk aangekocht door Ae. Baron Mackay (1806-1876).

1866 Brieven van Karel van Lannoy, onderkoning van Napels, aan keizer Karel V en zijn hof in de jaren 1522-1527, afschriften. Z.d. (19e eeuw) 1 pak Op de oorspronkelijke omslag staat: "Monsieur le Comte de Geloes".

1867 Beschrijving van drie archiefstukken afkomstig van Laurens Reael (1583-1637) aanwezig bij "den Heer de Wilde". Z.d. (19e eeuw) 1 stuk 2.21.115 Mackay van Ophemert 193

Aanwinst 1985

AANWINST 1985 1 Familie Mackay

1 FAMILIE MACKAY 1.1 Johan Jacob baron Mackay (1842-1859)

1.1 JOHAN JACOB BARON MACKAY (1842-1859)

1868 The Pocket-Book Almanack ...., gedrukt, met notities in zijn hand. 1858 1 deeltje 1.2 Daniël baron Mackay (1878-1962)

1.2 DANIËL BARON MACKAY (1878-1962)

1869-1872 Stukken betreffende zijn openbare functies. 1917-1935 4 stukken en 2 omslagen 1869 Krantenknipsels over zijn benoeming en optreden als burgemeester van Medan (Nederlands-Indië), 1917-1918, 1926-1927, 1930-1931 1870 Proces-verbaal van beëdiging van de landmeter Gerard Jansen tot Hoofd van het Gemeentelijk Bureau voor Grondzaken te Medan, fotocopie, 1919, 1 stuk 1871 Krantenknipsels over zijn installatie, optreden en afscheid als burgemeester van Enkhuizen, 1931-1932, 1934-1935 1872 Krantenknipsels betreffende zijn installatie als burgemeester van Meppel, 1935, 3 stukken

1873 Ingekomen brief van zijn tante Philippina Margaretha Sophia (Meta) barones van Lynden (1855-1923). 1921 1 stuk

1874 Hotel- en restaurantrekeningen van een verblijf in Arnhem en van een reis naar Duitsland. 1940-1941 3 stukken 2 Stuk waarvan het verband met het archief niet duidelijk is

2 STUK WAARVAN HET VERBAND MET HET ARCHIEF NIET DUIDELIJK IS

1875 Afbeeldingen van een onbekend familiewapen. Z.d. (20e eeuw) 2 stukken 194 Mackay van Ophemert 2.21.115

Aanwinst 1999

AANWINST 1999 1 Archivalia

1 ARCHIVALIA 1.1 Familie Mackay

1.1 FAMILIE MACKAY 1.1.1 Cornelis Anne baron Mackay (1769-1841)

1.1.1 CORNELIS ANNE BARON MACKAY (1769-1841)

1876 Diploma van zijn verheffing in de Nederlandse adel, afschrift. 1815 1 stuk Zie ook inv.nr. 132. 1.1.2 Barthold Johan Christiaan baron Mackay (1773-1854)

1.1.2 BARTHOLD JOHAN CHRISTIAAN BARON MACKAY (1773-1854)

1877 Codicil. 1845 1 stuk 1.1.3 Aeneas baron Mackay (1806-1876)

1.1.3 AENEAS BARON MACKAY (1806-1876)

1878 Drie Liederen aan mijn Medeburgers door Mr. Aeneas Mackaij 2e Luitenant 1e Afdeeling Zuid-Hollandsche Schutterij, gedrukt. 1832 1 katern Zie ook inv.nrs. 278 en 1772-1777.

1879 Portretlithografie van hem. Z.d 1 stuk 1.1.4 Jhr. Johan François Hendrik Jacob Ernestus Mackay (1807-1846)

1.1.4 JHR. JOHAN FRANÇOIS HENDRIK JACOB ERNESTUS MACKAY (1807-1846)

1880 Kaart van "Italia Antiqua", door hem getekend. 1819 1 stuk

1881 Specimen Juridicum Inaugurale de Aere Alieno Hereditario ..., proefschrift ter verkrijging door hem van de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid aan de Universiteit te Utrecht, met gedicht van zijn broer Aeneas., gedrukt, in tweevoud. 1829 2 delen In het Latijn. In één exemplaar staat voorin een dankopdracht aan zijn broer Aeneas. Zie ook inv.nrs. 582-583.

1882 Dissertatio historico-politica de Triple Foedere ...., proefschrift ter verkrijging door zijn broer Aeneas van de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid aan de Universiteit te Utrecht, met dankopdracht aan hem door de auteur, gedrukt. 1829 1 deel In het Latijn. Zie ook inv.nrs. 466-493 en 1768-1770.

1883 Akte van huwelijksvoorwaarden van hem en jkvr. Margaretha Clara Françoise van Lynden (1810-1869), afschrift, met bijgevoegde door hem gebruikte visitekaartjes. 1835 en z.d 4 stukken

1884 Ingekomen brief van zijn zwager Theodoor Cornelis Reinier Huydecoper (1805- 1866). 1845 1 stuk 2.21.115 Mackay van Ophemert 195

1885 Inventaris van zijn nalatenschap, afschrift. 1846 1 stuk 1.1.5 Margaretha Clara Françoise Mackay-van Lynden (1810-1869)

1.1.5 MARGARETHA CLARA FRANÇOISE MACKAY-VAN LYNDEN (1810-1869)

1886 Poetry for children, consisting of short pieces to be committed to memory, selected by Lucy Aikin, 7e druk, met aantekening van schenking van dit boekje door haar gouvernante miss Sames. 1818, 1820 1 deel

1887 Ingekomen brief (fragment ?) van haar moeder Cornelia Henriëtte van Lynden- Huydecoper (1776-1838). Z. d. (1829) 1 stuk

1888 Ingekomen kennisgeving van het overlijden van Cornelia Huydecoper-Merens. 1854 1 stuk 1.1.6 Maria CatharinaAnna Jacoba Mackay-Fagel (1817-1886)

1.1.6 MARIA CATHARINAANNA JACOBA MACKAY-FAGEL (1817-1886)

1889 Tekst van de toespraak gehouden door ds. A.W. Bronsveld bij haar begrafenis te Ophemert, gedrukt, met portretfoto van haar. 1886 en z.d 1 katern en 1 stuk 1.1.7 Aeneas baron Mackay (1838-1909)

1.1.7 AENEAS BARON MACKAY (1838-1909)

1890 Notulen van vergaderingen van, waarschijnlijk, Anti-Revolutionaire leden van de Tweede Kamer, met notities over diverse in de Tweede Kamer behandelde onderwerpen. 1879-1883, 1889 1 omslag Zie ook inv.nrs. 693 en 1953. 1.1.8 Donald Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay (1839-1921)

1.1.8 DONALD JACOB BARON MACKAY, 11E LORD REAY (1839-1921)

1891 Ferrotypies en portretfoto's van hem, met foto van zijn standbeeld te Bombay en documentatie over zijn leven en overlijden. 1858, 1875-1876, 1895, 1903, 1920-1922 en z.d. 1 omslag

1892 "Speeches and Declarations of Donald James 11th Lord Reay, Baron Mackay of Ophemert and Zennewynen, K.T., at the Second International Peace Conference at , 1907, collected by Baron Wm. Mackay ...". 1932 1 katern Zie ook inv.nr. 603. 1.1.9 Theodoor Philip baron Mackay (1840-1922)

1.1.9 THEODOOR PHILIP BARON MACKAY (1840-1922)

1893-1895 Stukken betreffende zijn opleiding. 1856-1867 2 stukken, 1 omslag en 1 charter Grotendeels in het Latijn; met vertalingen. 1893 Aankondiging van een prijsuitreiking aan leerlingen van het gymnasium te Nijmegen, gedrukt, z.j. (1856), 2 stukken 1894 Testimonia van zijn juridische studie aan de Universiteit te Utrecht, 1859-1862, 1864, 1867, 1 omslag 1895 Doctorsbul aan hem uitgereikt door de Universiteit te Utrecht bij zijn 196 Mackay van Ophemert 2.21.115

promotie in de rechtsgeleerdheid, 1867, 1 charter 1.1.10 Juliana Anna Mackay-van Lynden (1844-1935)

1.1.10 JULIANA ANNA MACKAY-VAN LYNDEN (1844-1935)

1896 Tekst van de door haar gehouden toespraak bij de viering van haar gouden bruiloft met Theodoor Philip baron Mackay (1840-1922), in tweevoud. 1918 2 stukken

1897 Memorie van aangifte van haar nalatenschap, afschrift. 1935 1 stuk 1.1.11 Johan Jacob baron Mackay (1869-1902)

1.1.11 JOHAN JACOB BARON MACKAY (1869-1902)

1898 Stellingen door hem verdedigd ter verkrijging van de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, gedrukt. 1895 1 katern 1.1.12 Aeneas baron Mackay (1872-1932)

1.1.12 AENEAS BARON MACKAY (1872-1932)

1899 Foto's van het exterieur van zijn geboortehuis te Amerongen, met bewijzen van zijn inschrijving voor de Nationale Militie. 1891-1892 en z.d (19e eeuw) 4 stukken

1900 Getuigschrift van het gymnasium te Utrecht, met testimonia betreffende zijn juridische studie aan de Universiteit te Utrecht en door hem verdedigde stellingen ter verkrijging van de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid aldaar, gedrukt, in tweevoud. 1892-1893, 1897 3stukken en 2 katernen

1901 Ingekomen brieven van zijn neef Donald Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay, met afschrift van een brief van hem aan ds. A.W. Bronsveld en bijgevoegde documentatie over de 11e Lord Reay. (1880) 1902, 1904, 1907, 1915-1916, 1918-1922 1 omslag

1902 Ingekomen beschikking van de vice-president van de Raad van State inzake zijn plaatsing als Commies van Staat bij verschillende afdelingen van de Raad, afschrift, met geleidebrief, bijgevoegd curriculum vitae, knipsels en een portretfoto van hem. 1907 en z.d 5 stukken

1903 Ingekomen brief van jhr. E.H.E. Teding van Berkhout. 1925 1 stuk Deze brief werd door hem ontvangen in zijn functie van secretaris van de Commanderij Nederland van de Johanniter Orde.

1904-1907 "Herinneringen", manuscript van zijn herinneringen aan leden van het geslacht Mackay en aanverwanten, met bijlagen 1928-1931 4 delen 1904 Deel I, blz. 1 - 50 1905 Deel II, blz. 51 - 100 1906 Deel "D", blz. 101 - 151 1907 Deel "B", blz. 1 - 35

1908 Groepsfoto's van de aanwezigen bij bijeenkomsten van de Clan Mackay te Amsterdam, met documentatie over de Clan Mackay Society. 2.21.115 Mackay van Ophemert 197

1930, (1933, 1954) 1 omslag 1.1.13 Daniël baron Mackay (1900-1969)

1.1.13 DANIËL BARON MACKAY (1900-1969)

1909-1913 Aantekeningen, ingekomen brieven en verzamelde stukken betreffende de genealogie van het geslacht Mackay en aanverwanten. (1826) 1921-1968 (1987) 5 pakken Zie ook inv.nrs. 1952-1953. 1909 Genealogie I; "Aantekeningen van jhr.mr. J.F.H.J.E. Mackay (1807- 1846) en van mr. Aeneas Baron Mackay (1872-1932)/ Uitgestorven Nederlandsche tak Mackay of Scoury/ Descendenten van Aeneas Mackay (1666-1697) en Margaretha Puchler (1671-1761)/ Mackay of Strathy en de descendenten van Donald Mackay of Ribigill en Maria Mouthaan" 1910 Genealogie II; "Geschiedenis van Schotland/ Strathnaver/ The Lords Mackay/ Correspondentie met Sir Francis J. Grant, K.C.V.O., Lord Lyon/ Correspondentie inzake het artikel "Mackay" in het Nederland's Adelsboek/ Aantekeningen genealogie-Mackay/ De Schotsche Brigade/ Het Wapen Mackay" 1911 Genealogie III; "Den Beer Portugael, Genealogie Heule, Serrurier, Van den Bergh/ Genealogie Van Lijnden/ Diverse kwartierstaten en stamreeksen, Labouchere, Blanckenhagen/ Kwartierstaat en genealogie Schoch/ Genealogie Huydecoper" 1912 "Graven van Holland, kwartierstaten van de Gravinnen van Holland/ Riddermatige geslachten in de Nederlanden, middeleeuwen/ Karolingen, afstamming van de Van Haeften van Ophemert van Karel de Groote/ Kwartieren Van Hasselt-Van Rechteren/ Nassau" 1913 Diversen

1914 Kwartierstaten van diverse leden van Nederlandse en Schotse geslachten, door hem samengesteld. Z.d. (ca. 1940) 1 pak Gedeeltelijk voorzien van omslagen van het Genealogisch Heraldisch Bureau W.A. van Rijn te Rotterdam, waarvan hij kennelijk de voorgedrukte formulieren betrok.

1915-1916 Kaartsysteem houdende diverse genealogische gegevens, alfabetisch op persoon geordend. Z.d. (ca. 1940) 2 dozen 1915 A - Q 1916 R - Z

1917-1918 Teksten van de door hem geschreven geschiedenis van het geslacht Mackay, manuscripten en getypte versies, met bijlagen. 1944 en z.d 2 pakken 1917 "History of the Clan and the House of Mackay", in tweevoud 1918 Geschiedenis van het Geslacht Mackay Dit manusript is, in bewerkte vorm, in 1984 in druk verschenen. Zie ook inv.nrs. 1954 en 1958.

1919 Stukken betreffende de door hem georganiseerde eerste reünie van leden van het geslacht Mackay, met bijgevoegde documentatie inzake de door hem bijgewoonde resp. georganiseerde Edinburgh Tattoo en de Taptoe Delft. 1947, 1952, en z.d 1 omslag

1920 Albums met door hem verzamelde foto's van portretten van leden van het geslacht 198 Mackay van Ophemert 2.21.115

Mackay en aanverwanten, met bijlagen. 1953, 1967 en z.d 2 delen

1921 Aflevering van de Mededelingen van de Vereniging Officieren Cavalerie houdende zijn necrologie door mr. P.Ch.L. Eschauzier, gedrukt. 1969 1 katern 1.1.14 Theodoor Philip baron Mackay (geboren 1911)

1.1.14 THEODOOR PHILIP BARON MACKAY (GEBOREN 1911)

1922 Trouwboekje van zijn huwelijk met Zsófia Friderika Emma Ráthonyi Reusz (1910- 1999), met fotocopieën van de huwelijksakte en van de geboorte-akten van zijn kinderen en verdere bijlagen. 1941-1943, 1945, 1983, 1991 1 omslag

1923 Ingekomen brieven van mr.dr. L.H.N. Bosch ridder van Rosenthal, jhr.dr. C.G.C. Quarles van Ufford, zijn broer Reinhard Alexander en van de redactie van Debrett's Peerage and Baronetage, met bijgevoegde verklaring van overdracht door zijn neef Donald aan hem van de archivalia van diens vader Daniël baron Mackay (1900- 1969) en verdere bijlagen. 1943, 1976-1977, 1991, 1994 1 omslag

1924 Foto's en fotocopieën van stukken betreffende de verheffing van Henrik Ráthonyi Reusz in de Hongaarse adelstand in de jaren 1896-1897, met genealogische aantekeningen. 1990 en z.d 1 omslag Gedeeltelijk in het Hongaars; met vertalingen. De echtgenote van T.P. baron Mackay was een kleindochter van Henrik Ráthonyi Reusz. Zie inv.nr. 1922. 1.2 Aanverwante Families

1.2 AANVERWANTE FAMILIES 1.2.1 Familie Van Renesse

1.2.1 FAMILIE VAN RENESSE 1.2.1.1 Suzanne Françoise van Renesse-van den Steen (1753-1841)

1.2.1.1 Suzanne Françoise van Renesse-van den Steen (1753-1841)

1925 Bijbelpassages, door haar overgeschreven ten behoeve van haar geloofsbelijdenis. 1769 1deeltje 1.2.2 Familie Van Lynden

1.2.2 FAMILIE VAN LYNDEN 1.2.2.1 Cornelia Henriëtte van Lynden-Huydecoper (1776-1838)

1.2.2.1 Cornelia Henriëtte van Lynden-Huydecoper (1776-1838)

1926 Foto van een portretsilhouet van haar. Z.d. (19e eeuw) 1 stuk 1.2.2.2 Johanna Sara Jacoba Lilljehorn Berg von Bergheim-van Lynden (1776-1851)

1.2.2.2 Johanna Sara Jacoba Lilljehorn Berg von Bergheim-van Lynden (1776-1851)

1927 Ingekomen brief van haar broer Gijsbert Carel Cornelis Jan van Lynden van Sandenburg (1767-1850). 1811 1 stuk

1928 Rekening en verantwoording van de executeurs-testamentair betreffende het beheer van haar nalatenschap, met verklaring van kwijting door haar erfgenamen. 1852 1 stuk 2.21.115 Mackay van Ophemert 199

1.2.2.3 Jhr. Dirk Reinhard Johan van Lynden (1779-1837)

1.2.2.3 Jhr. Dirk Reinhard Johan van Lynden (1779-1837)

1929 Tekst van een gedicht door Antje Roos op zijn huwelijk met Cornelia Henriëtte van Lynden (1776-1838) 1804 1 stuk 1.2.2.4 Willem baron van Lynden (1806-1866)

1.2.2.4 Willem baron van Lynden (1806-1866)

1930 Specimen Juridicum Inaugurale de Praestando Damno et Interesse Ex Mora Debitoris ..., proefschrift ter verkrijging door hem van de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid aan de Universiteit te Utrecht, gedrukt, met dankopdracht aan zijn zwager Theodoor Cornelis Reinier. Huydecoper (1805-1866). 1818 1 deel In het Latijn. 1.2.2.5 Constantijn Willem Ferdinand baron van Lynden (1808-1876)

1.2.2.5 Constantijn Willem Ferdinand baron van Lynden (1808-1876)

1931 Ingekomen kennisgevingen van de voorgenomen huwelijken van zijn broer Willem (1806-1866) met Charlotta Anna Wilhelmina barones van Boetzelaer (1808-1886) en van zijn zuster Philippine Rijnharda Henriëtte (1805-1865) met ds. Theodoor Cornelis Reinier Huydecoper (1805-1866). 1830, 1836 2 stukken 1.2.2.6 Jacqueline Maria van Lynden-van Hasselt (1822-1908)

1.2.2.6 Jacqueline Maria van Lynden-van Hasselt (1822-1908)

1932 Portretfoto's van haar. 1864 en z.d 2 stukken

1933 Ingekomen kennisgevingen van het voorgenomen huwelijk van haar nicht Geertruida Johanna Sophia barones van Lynden (1851-1940) met jonkheer Johan Diederik Six (1847-1928), gedrukt. 1879 2 stukken 1.2.3 Familie Huydecoper

1.2.3 FAMILIE HUYDECOPER 1.2.3.1 Philippine Rijnharda Henriëtte Huydecoper-van Lynden (1805-1865)

1.2.3.1 Philippine Rijnharda Henriëtte Huydecoper-van Lynden (1805-1865)

1934 C.F. Gellerts Fabelen en Vertelsels in Nederduitsche Vaerzen gevolgd, deel I en II, gedrukt, met aantekening van de schenking van deze delen aan haar door haar tante Caroline Huydecoper. 1784, 1809 2 deeltjes 1.2.3.2 Theodoor Cornelis Reinier Huydecoper (1805-1866)

1.2.3.2 Theodoor Cornelis Reinier Huydecoper (1805-1866)

1935 Bewijs van zijn inschrijving als student aan de Universiteit te Utrecht, met aantekeningen van verlenging en bijgevoegde portretfoto van hem. 1822-1829 en z.d 2 stukken

1936 Dissertatio Theologica Inauguralis de Solemni Jesu Christi in Urbem Hierosolymorum Introitu ..., proefschrift door hem ter verkrijging van de graad van doctor in de theologie aan de Universiteit te Utrecht, gedrukt. 1829 1 deel In het Latijn. 200 Mackay van Ophemert 2.21.115

1.2.3.3 Eduard Huydecoper (1827-1883)

1.2.3.3 Eduard Huydecoper (1827-1883)

1937 Ingekomen brief van zijn neef Karel Theodoor baron van Lynden (1814-1888). 1866 1 stuk 1.2.4 Familie Van Dielen

1.2.4 FAMILIE VAN DIELEN 1.2.4.1 Henriëtte Sophia van Dielen-Alewijn (1805-1870)

1.2.4.1 Henriëtte Sophia van Dielen-Alewijn (1805-1870)

1938 Ingekomen brieven van Karel Theodoor baron van Lynden (1814-1888). 1866-1869 6 stukken H.S. van Dielen-Alewijn van in eerste echt gehuwd met Constantijn Willem Hendrik Huydecoper (1802-1828). 1.2.5 Familie Crommelin

1.2.5 FAMILIE CROMMELIN 1.2.5.1 Marinus Crommelin (1838-1907)

1.2.5.1 Marinus Crommelin (1838-1907)

1939 Ingekomen brieven van Aeneas baron Mackay (1838-1909). 1863, 1865-1866, 1876 1 omslag

1940 Ingekomen brieven bij hem en zijn echtgenote Sophia Carolina Agatha Wilhelmina van Dielen (1837-1919) van Karel Theodoor baron van Lynden (1814-1888). 1876, 1883 3 stukken 1.3 Niet verwante Families

1.3 NIET VERWANTE FAMILIES 1.3.1 Familie Van Weede

1.3.1 FAMILIE VAN WEEDE 1.3.1.1 Philippina Baltina Elisabeth van Weede-van Arckel (1716-1803)

1.3.1.1 Philippina Baltina Elisabeth van Weede-van Arckel (1716-1803)

1941 Ingekomen kennisgeving van het voorgenomen huwelijk van Barthold de Cocq van Haeften (1755-1808) met Carolina Justina Huydecoper (1755-1788), met genealogische aantekening van haar achterkleinzoon Daniël baron Mackay (1900- 1969). 1787 1 stuk 1.3.2 Familie Hinlopen

1.3.2 FAMILIE HINLOPEN 1.3.2.1 Jan Joost Hinlopen (1806-1848)

1.3.2.1 Jan Joost Hinlopen (1806-1848)

1942 Ingekomen brief van Aeneas baron Mackay (1806-1876). 1843 1 stuk 2 Gedrukt stuk

2 GEDRUKT STUK

1943 Life of Lieut. General Hugh Mackay of Scoury, Commander in Chief of the Forces in Scotland, 1689 and 1690, Colonel Commandant of the Scottish Brigade in the service of the States General, and a Privy-Counsellor in Scotland, door John Mackay, Esquire of Rockfield, gedrukt. 1836 1 deel 2.21.115 Mackay van Ophemert 201

Aanwinst 2000-1

AANWINST 2000-1 1 Archivalia

1 ARCHIVALIA 1.1 Familie Mackay

1.1 FAMILIE MACKAY 1.1.1 Barthold Johan Christiaan baron Mackay (1773-1854)

1.1.1 BARTHOLD JOHAN CHRISTIAAN BARON MACKAY (1773-1854)

1944 "Naamteekeningen der leden van de Vergadering der Aanzienlijken ter goed- of afkeuring der Grondwet voor de Vereenigde Nederlanden, gegraveerd naar de oorspronkelijke Handteekeningen", gedrukt. 1814 1 stuk B.J.C. Mackay was één van de aanwezigen bij deze vergadering. 1.1.2 Jhr. Johan François Hendrik Jacob Ernestus Mackay (1807-1846)

1.1.2 JHR. JOHAN FRANÇOIS HENDRIK JACOB ERNESTUS MACKAY (1807-1846)

1945 Verslag van een reis van Den Haag naar de Betuwe, met aantekenboekje en "Lijst van opstellers van Evangelische Gezangen naar het handschrift van A. Rutgers". 1819, 1821 en z.d 3 katernen

1946 Paspoort voor hem. 1826 1 stuk 1.1.3 Donald Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay (1839-1921)

1.1.3 DONALD JACOB BARON MACKAY, 11E LORD REAY (1839-1921)

1947 Staatsbladen van het Verenigd Koninkrijk betreffende de organisatie van de lokale politie, gedrukt. 1839-1840, 1856 4 stukken Mogelijk door hem gebruikt in zijn functie van Lord Lieutenant van Roxburghshire. 1.1.4 Juliana Anna Mackay-van Lynden (1844-1935)

1.1.4 JULIANA ANNA MACKAY-VAN LYNDEN (1844-1935)

1948 Portretfoto's van haar. 1866 en z.d 2 stukken 1.1.5 Hermina Clasina Mackay-den Beer Portugael (1874-1945)

1.1.5 HERMINA CLASINA MACKAY-DEN BEER PORTUGAEL (1874-1945)

1949-1951 Verslag in dagboekvorm van een reis met haar man en dochter Louise naar Nederlandsch-Indië in 1927, met bijlagen. 1934 3 delen 1949 Zeist - Tossari, 1927 maart 21-juni 2 1950 Tossari - Buitenzorg, 1927 juni 2-september 17 1951 Buitenzorg - Zeist, 1927 september 17-november 14 1.1.6 Daniël baron Mackay (1900-1969)

1.1.6 DANIËL BARON MACKAY (1900-1969)

1952-1954 Stukken betreffende zijn genealogische en historische onderzoekingen. (1803) 1924-1952 2 pakken en 1 omslag 1952 Verzamelde, bij diverse familieleden ingekomen, familieberichten van leden van de families Mackay, Van Lynden, Alewijn, Huydecoper, Van Renesse van Wilp, Sweerts de Landas, De Cocq van Haeften, Backer, Van Eysinga, De Beaufort en Merens, met bijbehorende 202 Mackay van Ophemert 2.21.115

genealogische aantekeningen in zijn hand, 1803, 1818, 1829, 1831- 1832, 1843-1841, 1844-1852, 1854-1857, 1860-1861, 1866-1867, 1869- 1870, 1 omslag 1953 Aantekeningen, ingekomen brieven en verzamelde stukken betreffende de genealogie van het geslacht Mackay en aanverwanten, met portretafbeeldingen van ds. Hugh Mackay (1764- 1847), D.J. Mackay (1788-1867) en van E.C. Mackay (1832-1894), (1884) 1924-1946 en z.d. 1) Éen van de aantekenbladen bevat tevens de notulen van de vergadering van de Anti-Revolutionaire Kamerclub d.d. 15 november 1893. 2) Zie ook inv.nrs. 1909-1913. 1954 De geschiedenis van het geslacht Mackay, getypt, met bijlagen, 1952 Op de oude portefeuille stond: "Achterhaald; zie manuscript Ao ca. 1967". Zie ook inv.nr. 1918 en 1958.

1955 Jeugdherinneringen, concept, getypt. 1966 1 stuk 1.1.7 Erica Beelaerts van Blokland-Mackay (geboren 1916)

1.1.7 ERICA BEELAERTS VAN BLOKLAND-MACKAY (GEBOREN 1916)

1956 Einddiploma Mulo-A voor haar, met einddiploma's voor het hoofdvak piano van het Amsterdamsch Conservatorium en voor theorie en esthetiek van het Conservatorium te Utrecht, met bijlagen, fotokopieën. 1932, 1938, 1944 4 stukken

1957 Stukken betreffende de geschiedenis van het geslacht en de Clan Mackay. 1959, 1983, 1989 en z.d 1 omslag

1958 Stukken betreffende de uitgave van het door wijlen haar broer Daniël baron Mackay nagelaten manuscript "Geschiedenis van het Geslacht Mackay", (Zutphen 1984), met bijlagen. 1980-1987 1 pak Zie ook inv.nrs. 1917-1918 en 1954. 1.2 Familie Van Lynden

1.2 FAMILIE VAN LYNDEN 1.2.1 Jhr. Dirk Reinhard Johan van Lynden (1779-1837)

1.2.1 JHR. DIRK REINHARD JOHAN VAN LYNDEN (1779-1837)

1959 Teksten van door hem gehouden toespraken als burgemeester van Nijmegen, met bijgevoegd Naamregister van Administratieve, Justitiële en Finantiële Ambtenaren in de Provincie Gelderland...., gedrukt, en ingekomen programma van de ontvangst te Nijmegen van het 1e bataljon van de 1e afdeling Gelderse Schutterij, gedrukt, met aantekening. 1830, 1834 en z.d 6 stukken en 1 deeltje 1.3 Familie Huydecoper

1.3 FAMILIE HUYDECOPER 1.3.1 Philippine Henriëtte Rijnhardine Huydecoper-van Lynden (1805-1865)

1.3.1 PHILIPPINE HENRIËTTE RIJNHARDINE HUYDECOPER-VAN LYNDEN (1805-1865)

1960 Overlijdensannonce van haar, met overgeschreven krantenberichten over haar heengaan en takje van een plant op haar graf te Wildbad Gastein (Oostenrijk). 1865 4 stukken 2.21.115 Mackay van Ophemert 203

1.4 Familie Van Rechteren

1.4 FAMILIE VAN RECHTEREN 1.4.1 Antoinette Maria Charlotte gravin van Rechteren-gravin Bentinck (1792-1832)

1.4.1 ANTOINETTE MARIA CHARLOTTE GRAVIN VAN RECHTEREN-GRAVIN BENTINCK (1792-1832)

1961 Uitboezeming bij het overlijden van den Hooggeboren Vrouwe Antoinette Marie Charlotte Gravin van Rechteren, geboren Gravin Bentinck door G.H. van Senden, gedrukt. 1832 1 katern 2 Gedrukte stukken

2 GEDRUKTE STUKKEN

1962 Exemplaren van de Opregte Haarlemsche Courant. 1848 3 stukken

1963 Sutherland and the Reay Country ... door Adam Gunn en John Mackay, met ingekomen brief van John A. Mackay bij Aeneas baron Mackay (1872-1932) en diens echtgenote. 1897, 1923 1 deel en 1 stuk

1964 The Book of Mackay door Angus Mackay, met aantekeningen van Daniël baron Mackay (1900-1969) en bijlagen. 1906, 1941 en z.d 1 deel

1965 The History of the Province of Cat (Caithness and Sutherland) from the earliest times to the year 1615 door Angus Mackay, met bijlagen 1914 1 deel

1966 An Old Highland Fencible Corps, the History of the Reay Fencible Highland Regiment of Foot or Mackay's Highlanders 1794-1802, with an Account of its Service in Ireland during the Rebellion of 1798 door Captain J.H. Mackay Scobie, met opdracht aan D. baron Mackay (1900-1969) van E. Mackay en een krantenknipsel. 1914, 1919 en 1960 1 deel

1967 Roll of Honour of Members of The Mackay Clan serving in the Forces of the British Empire on sea and land during the European War 1914-1915 en Clan Mackay Society War Memorial Volume, being a list of those bearing the name of Mackay who were killed or who died of wounds in the Great European War 1914-1918 and also a list of those bearing the name of Mackay upon whom honours were conferred. 1915, 1924 2 katernen

1968 The Scottish Chiefs by Jane Porter, edited by Kate Douglas Wiggin and Nora A. Smith, met bijlagen. 1921 1 deel

1969 Scotland: the Ancient Kingdom door Donald A. Mackenzie, met bijlagen. 1930, 1992 1 deel

1970 Two unpublished letters from James Graham to Sir Donald Mackay of Fair door dr. George Mackay. 1941 1 katern

1971 Korte Geschiedenis van het Schotse Volk door Rosaline Masson. 204 Mackay van Ophemert 2.21.115

1944 1 deel

1972 The story of Scotland door F. Fraser Darling, met bijlagen 1945 1 deel

1973 Scotland, a short history door P. Hume Brown, met bijlagen. 1951, 1992 1 deel

1974 The Scottish Highlands, a Short History door W.R. Kermack. 1957 1 deel

1975 Notes on the early church of Tongue door William J. Mackay. 1962 1 deel

1976 Scottish Kings door Gordon Donaldson, met bijgevoegde knipsels. 1967, 1985, 1991 en z.d 1 deel

1977 Clan Mackay, samengesteld door Alan McNie, deeltje in de serie Your Scottish Heritage, met bijlagen. 1989 1 deel 2.21.115 Mackay van Ophemert 205

Aanwinst 2000-2

AANWINST 2000-2 1 Anna Magdalena Henriette Frederica Mackay-van Renesse van Wilp (1779-1839)

1 ANNA MAGDALENA HENRIETTE FREDERICA MACKAY-VAN RENESSE VAN WILP (1779- 1839)

1978 Gedichten- en receptenboek van haar. 1792, 1845 en z.d 1 deel 206 Mackay van Ophemert 2.21.115

Aanwinst 2001-1

AANWINST 2001-1 1 Geslacht Mackay

1 GESLACHT MACKAY 1.1 Aeneas baron Mackay (1806-1876)

1.1 AENEAS BARON MACKAY (1806-1876)

1979 Brief aan den Heer Mackay, open brief van D. Chantepie de la Saussaye, gedrukt. 1861 1 katern Zie ook inv.nr. 517.

1980 'Mr. Aeneas Baron Mackay van Ophemert (1806-1876)' door mr. B. de Gaay Fortman, overdruk uit Christendom en Historie, met bijbehorende briefwisseling tussen mr. Aeneas baron Mackay (1872-1932) en de auteur. 1930-1932 1 deeltje en 6 stukken 1.2 Daniël Jacob baron Mackay, 11e Lord Reay (1839-1921)

1.2 DANIËL JACOB BARON MACKAY, 11E LORD REAY (1839-1921)

1981 De handhaving van het Europeesch Gezag en de Hervorming van het Regtswezen onder het Bestuur van den Gouverneur-Generaal Mr. H.W. Daendels over Java en Onderhoorigheden (1808-1811), proefschrift door hem ter verkrijging van de graad van doctor in de rechten aan de Hogeschool te Leiden, gedrukt, met bijgevoegde krantenknipsels betreffende hem. 1861, 1920-1921 1 deel en 2 stukken Zie ook inv.nr. 1782. 1.3 Elisabeth Wilhelmina Mackay-van Lynden (1844-1907)

1.3 ELISABETH WILHELMINA MACKAY-VAN LYNDEN (1844-1907)

1982 Bericht van haar overlijden, gedrukt. 1907 1 stuk 1.4 Petronella Adamina Mackay-Hoeufft (1872-1933)

1.4 PETRONELLA ADAMINA MACKAY-HOEUFFT (1872-1933)

1983 Ingekomen overlijdensbericht van Ina Petronella Mackay-Lycklama à Nijeholt, gedrukt. 1903 1 stuk 1.5 Margaretha Clara Françoise barones Mackay (1873-1907)

1.5 MARGARETHA CLARA FRANÇOISE BARONES MACKAY (1873-1907)

1984 Bericht van haar overlijden, gedrukt, in tweevoud. 1907 2 stukken 2 Geslacht Van Lynden

2 GESLACHT VAN LYNDEN 2.1 Jhr. Dirk Reinhard Johan van Lynden (1779-1837)

2.1 JHR. DIRK REINHARD JOHAN VAN LYNDEN (1779-1837)

1985 Hulde aan de nagedachtenis van Jonkheer Dirk Rijnhard Johan van Lynden, Burgemeester der Stad Nijmegen door mr. J.J.L. van der Brugghen, gedrukt. 1837 1 katern 2.21.115 Mackay van Ophemert 207

Aanwinst 2001-2

AANWINST 2001-2 1 Geslacht Mackay

1 GESLACHT MACKAY 1.1 Aeneas baron Mackay (1838-1909)

1.1 AENEAS BARON MACKAY (1838-1909)

1986 La Sainte Bible qui contient le Vieux et le Nouveau Testament ..., bijbel aan hem en zijn echtgenote Elisabeth Willemina barones van Lynden (1844-1907) uitgereikt door de Waalse Gemeente te Nijmegen bij de inzegening van hun huwelijk, gedrukt, met aantekening. 1823, 1869 1 deel In het Frans. Zie ook inv.nrs. 715-716. 1.2 Eric baron Mackay, 12e Lord Reay (1870-1921)

1.2 ERIC BARON MACKAY, 12E LORD REAY (1870-1921)

1987-1988 Het Nieuwe Testament of alle Boeken des Nieuwen Verbonds van Onzen Heere Jezus Christus ..., gedrukt, met aantekeningen. 1876, 1881 2 delen 1987 1874-1876 1988 1861-1881 2 Geslacht Van Lynden

2 GESLACHT VAN LYNDEN 2.1 Willem Rijnhard baron van Lijnden (1840-1928)

2.1 WILLEM RIJNHARD BARON VAN LIJNDEN (1840-1928)

1989 Het Nieuwe Testament of alle Boeken des Nieuwen Verbonds Onzes Heeren Jezus Christus ... en Het Boek der Psalmen nevens Gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in Gebruik ..., gedrukt, met aantekening. 1851-1852 1 band 3 Geslacht Van Boetzelaer

3 GESLACHT VAN BOETZELAER 3.1 Gustave Jacques baron van Boetzelaer (1851-1915)

3.1 GUSTAVE JACQUES BARON VAN BOETZELAER (1851-1915)

1990 Het Nieuwe Testament of alle Boeken des Nieuwen Verbonds Onzes Heeren Jezus Christus ... en Het Boek der Psalmen nevens Gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in Gebruik ..., gedrukt, met aantekening. 1867 1 band 3.2 Elisabeth Aleida Johanna Georgine Marie Henriette van Boetzelaer-Willink (1867-1924)

3.2 ELISABETH ALEIDA JOHANNA GEORGINE MARIE HENRIETTE VAN BOETZELAER-WILLINK (1867-1924)

1991 Het Nieuwe Testament of alle Boeken des Nieuwen Verbonds Onzes Heeren Jezus Christus ... en Het Boek der Psalmen nevens Gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in Gebruik ..., gedrukt, met opdracht van haar moeder Johanna Georgine Maria Willink-Willink (1848-1927). 1868, 1872 1 band 208 Mackay van Ophemert 2.21.115

Aanwinst 2011

AANWINST 2011 1 Mr. Aeneas baron Mackay van Ophemert, vice-president van de Raad van State

1 MR. AENEAS BARON MACKAY VAN OPHEMERT, VICE-PRESIDENT VAN DE RAAD VAN STATE

1992 Ingekomen brieven van Bloem, A.J. Rijshouwer, E. Quand, J.Th Mouton en M. Procher. 1864-1875 1 omslag

1993 Uitnodigingen voor en feestprogramma van de plechtige onthullling van de gedenknaald 1815 in het zeeduin bij Scheveningen. 1856 1 omslag 2 Mr. Donald Jacob baron Mackay van Ophemert

2 MR. DONALD JACOB BARON MACKAY VAN OPHEMERT

1994 Ingekomen brieven van W.C. van Pallandt, Huysman (?), H. Schattenkerk, B. Haas en uitnodigingen voor vergaderingen van de hoofdingelanden van het polderdistrict Tielerwaard, het Haags comité tot bevordering van een directe stoomvaart tussen Nederland en de Verenigde Staten van Noord-Amerika en voor een bijeenkomst van Pulchristudio, de vereniging tot het voeren van debatten en Sociëté du Casino. 1869 juli-december 1 omslag

1995 Ingekomen en minuten van uitgaande brieven, zowel zakelijk als privé, met een brief van C . Kruseman aan de prins van Oranje en van NN aan Groen van Prinsterer. 1838-1873 en ongedateerd 1 omslag

1996 Ingekomen stukken van diverse verenigingen, met name van de vereniging ter bevordering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid in Nederland, en beschouwingen over het middelbaar onderwijs in Nederland en aan inlanders in Nederlands Indië. 1863-1870 1 omslag 2.21.115 Mackay van Ophemert 209

Bijlagen BIJLAGEN

Regesten REGESTEN 1. 1059. Wilhelmus, bisschop van Trajectum, schikt zijn geschil met de heren van de stad Zutphania over een aantal tienden aldus, dat hij aan graaf Godescalcus, diens vrouw Adelheida en hun zonen Gebehardus en Otto toekent de tiend van Lochem en van de "ziellanden" (= moerassige landen), waartegenover hij zelf ontvangt 20 horigen en 10 hoeven t.w. te Tholre, Holthuisen, Tunden, Horda, Ratenem, Werken, Swipe, Rothe en Rheten, terwijl hij aan de kerk van Sint Walburgis te Sutfenne geeft de tiend van de waarden en aanwassen van Rijnen tot Arnen en van Arnen tot Deventria alsmede de ban over haar goederen. Afschrift d.d. 1694, gewaarmerkt door de secretaris Gijsb. op ten Noort (inv. nr. 1610). Gedrukt in: Sloet, Oorkondenboek Gelre en Zutphen I. blz. 171 e.v. 2. 1370 mei 15 Edwair, hertog van Ghelre en graaf van Zutphen, beleent Arnt van Loyenbergh, zoon van heer Willem van Hukelum, met het windrecht te Gameren en Nywel, behoudens 15 pond was 's jaars, en stelt op inbreuk op dit recht een boete van 3 pond kleine penningen. (des anderen daghes nae Sente Servaesdaghe eyns heiligen busscops). Oorspr. (inv. nr. 1216a). Het zegel van de oorkonder is verloren. 3. 1379 december 7 Aelbrecht, ruwaard van Holland enz., oorkondt, dat Willaem van Raemsdonc aan hem heeft opgedragen het ambacht van Raemsdonc met het veer en de visserij, en dat hij vervolgens Gherijt van Brakel Dircssoen daarmee heeft beleend. (up onser Vrouwen Avont Conceptio). Gevidimeerd in een akte d.d. 1390 april 5 (reg. nr. 6). 4. 1386 februari 7 Rodolfus Ottonis en Jacobus Huberti, schepenen in Tule, oorkonden, dat Mechteldis,weduwe van Hermannus Ettenus(?), verkocht en overge - dragen heeft voor 100 pond een morgen land onder Hemert in de Uterdyke op 't Zant, aan Gerardus Coeternus(?). (MCCC octuagesimo sexto feria secunda post diem Beate Aghate). Oorspr. (inv. nr. 1396). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. 5. 1386 februari 7 Rodolfus Ottonis en Jacobus Huberti, schepenen in Tule, oorkonden, dat Johannes Bouman verkocht en opgedragen heeft voor 500 pond aan Gherardus die Coeter een halve morgen land in de Uterdyke op 't Zant onder Hemert. (MCCC octuagesimo sexto feria secunda post diem beate Aghate). Oorspr. (inv. nr. 1396). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. 6. 1390 april 5. Vrederic Moliaert, deken van het kapittel van Zautbomel, geeft vidimus van de oorkonde d.d. 1379 december 7 (reg. nr. 3). Oorspr. (inv. nr. 1555). Met het geschonden zegel van het kapittel van Zaltbommel 7. 1405 januari 19 Arnt die Koc en Jan Doelnoet Heynricszoon, schepenen in Tuel, oorkonden, dat Gherijt Gerarduszoon heeft verkocht en overgedragen voor 50 gouden gulden een kwart van 2¼ morgen land onder Hemert op de Uterdijcke, geheten 't Sant, voorts 2 hond en ⅓ van 1 hond eveneens aldaar, aan Hubert van Loen, bastaardzoon van Gerardus Caters. (des manendages nae sunte Ponciaens dach). Oorspr. (inv. nr. 1396). 210 Mackay van Ophemert 2.21.115

Met de zegels van de beide oorkonders. Gestoken door de akte d.d. 1416 augustus 11 (reg. nr. 9). 8. 1415 november 27 Stoosken van Brakel en Ghijsbert van Ghiesen, schepenen te Zuilichem, oorkonden, dat Ghijsbert van Ghissen, bastaardzoon, aan Jan van Brakel heeft verkocht en overgedragen 11 erftijnsen, bestaande uit hoenders, gewassen ("dagmaten") en geldbedragen, gaande uit even zovele hofsteden onder Brakel, waarvan de ligging nader wordt omschreven. (des woensdags nae sunte Cecilien dach). Oorspr. (inv. nr. 1278). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. 9. 1416 augustus 11 Wolfaert van Culenborch en Gherijt van Beesde, zoon van heer Gherijt van Beesde, ridders, schepenen in Tuel, oorkonden, dat heer Jan Gherijts Coeterssoin, priester, heeft verkocht en overgedragen voor 100 gouden gulden 11 hond land onder Hemert op den buitendijk en nog 2 hond land eveneens aldaar aan Gheertruyd Hubert Tayendochter. (des dinxdages nae sunte Laureyns dach). Oorspr. (inv. nr. 1278). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. Door deze zijn gestoken de akten d.d. 1405 januari 19 (reg. nr. 7), 1434 november 8 (reg. nr. 13), 1434 november 9 (reg. nr. 14) en 1481 juli 3 (reg. nr. 28). 10. 1428 april 8 Derijc van Weerdenberch en Willem van Heze, schepenen in Tuel, oorkonden, dat Gheertruyt Hubert Tayen dochter heeft verkocht en opgedragen voor 100 gouden gulden⅓ van 7 hond land onder Hemert buitendijks op 't Sant en 4 hond land eveneens aldaar, aan Heynric van Doerne Heynrics soen. (des donredaeges nae paesdach). Oorspr. (inv. nr. 1396). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. Door deze is gestoken de akte d.d. 1428 april 10 (reg. nr. 12). 11. 1428 april 9 Derijc van Weerdenborch en Willem van Heze, schepenen in Tuel, oorkonden, dat Heynric van Dorne Heynricszoon is overeengekomen met Gheertruyd Hubert Tayendochter, dat de vorderingen van Heynric, waarmee ⅓ van 7 hond en nog 4 hond land op 't Sant buitendijks onder Hemert, toebehorende aan Gheertruyd, zijn bezwaard, te allen tijde aflosbaar zijn met 100 gouden gulden van elk 13 vlaamse groten. (des vridages nae paesdach). Oorspr. (inv. nr. 1396). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. 12. 1428 april 10 Derijc van Weerdenberch en Willem van Heze, schepenen in Tuel, oorkonden, dar Heynric van Dorne Heynricssoen verkocht en overgedragen heeft voor 100 gouden gulden de brief, waardoor deze gestoken is, aan Gheertruyde Hubert Tayen dochter ten behoeve van Janne Derijc Beernts Smeedssoins dochter. (des saterdages nae paesdach). Oorspr. (inv. nr. 1396). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. Gestoken door de akte d.d. 1428 april 8 (reg. nr. 10). 13. 1434 november 8 Derijc van Weerdenborch en Herman Hacke, schepenen in Tuel, oor - konden, dat Aelbert Quekel heeft verkocht en overgedragen voor 70 gouden gulden 1 morgen land onder Hemert buitendijks op 't Sant, aan Arnt Rutghers, bij welke verkoop naast de verkoper ook Ghijsbert Quekel Ael - bertss., Hubert Heynricssoen, als man en voogd van Margriete Corstins en Lijsbeth Aelberts Quekels dochter vrijwaring hebben gegeven, en dat vervolgens Arnt Rutghers dit land weer aan Ghijsken Quekel Aelbertss. in erfpacht gegeven heeft voor 3 gouden overlandse rijnse gulden 's jaars. (des manendages nae sunte Willebroerts dach). 2.21.115 Mackay van Ophemert 211

Oorspr. (inv. nr. 1396). Met de zegels van de beide oorkonders. Gestoken door de akte d.d. 1416 augustus 11 (reg. nr. 9). 14. 1434 november 9 Derijc van Weerdenborch en Herman Hacke, schepenen in Tuel, oorkonden, dat Arnt Rutgherssoin heeft verkocht en overgedragen voor 70 gouden gulden de brief d.d. 1434 november 8 (reg. nr. 13), waardoor deze gestoken is, aan Gooswijn Quekel ten behoeve van Vrederic Joede. (des dinxdages nae sinte Willebroerts dach voir sinte Martijnsavont). Oorspr. (inv. nr. 1396). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. Gestoken door de akte d.d. 1416 augustus 11 (reg. nr. 9). 15. 1445 juli 18 Gijsbert van Randwijck oorkondt, dat ten overstaan van Gerit Vos, Johan van Doedenweerde Elb(er)ts. en andere tijnsgenoten Brant Rutgerss. en Ott van Aelst Janss. hem hebben opgedragen een jaarlijkse rente, groot 1 hertogreinaldsgulden, gaande uit een hofstede met huis onder Randwick, en dat hij vervolgens deze rente heeft uitgegeven aan Gysbert van Randwick, bastaard, zijn zoon. (des sonnendaeges na division apostolorum). Oorspr. (inv. nr. 1459). Met het geschonden zegel van de oorkonder. 16. 1446 april 17. Engbert die Kock Aerntss. en Claes Spirinck Janss., schepenen te Zulichem, oorkonden, dat Jan die Kock Aerntsz. verkocht en in vrije eigendom overgedragen heeft aan Aernt die Cock van Delwijnen 4 morgen land onder Delwijnen in de Rampert, waarna Aernt die Kock voornoemd hem dit land weer overgegeven heeft tegen een erftijns van 3½ gouden overlandse rijnse gulden 's jaars. Afschrift (16de eeuw) in inv. nr. 1171, gewaarmerkt door de notaris Alberti. Door het origineel is gestoken geweest het origineel van de akte d.d. 1461 september 16 (reg. nr. 19). 17. 1449 juli 22 Harman Hartzeboll, tijnsmeester vanwege heer Willam jonge heer tot Egmont, broeder tot Gelre, heer van het land van Mechgelen enz., verklaart, dat hij ten overstaan van Hendrick Ganssneb geheiten Tengnaegell en Dirck van Echtelt, tijnsgenoten, aan Gijsbert van Randwick bastaard 14 hond land, gelegen aan twee percelen onder Randwick nabij de Oyhuysserstrate, ten tijnsrechte heeft uitgegeven na opdracht door Ott van Aelst en Lijsbet, zijn vrouw. (op sancte Marien Magdalenen dach). Oorspr. (inv. nr. 1460). Het zegel van de oorkonder is verloren. 18. 1459 november 7 Rutger van Derthesen en Mergriet, zijn vrouw, erkennen verkocht te hebben aan Bertolomeus van Eck Geuritss. ⅓ van een hofstede met 6 morgen land in den Enghe te Eck, belast met een malder raapzaad 's jaars voor de kerk te Eck en een "loet silvers" 's jaars voor de pastoor te Mauderic, voor welke verkoop Jan van Eck en Jan de Haess zich waarborg stellen. (op sunte Wilbroerts dach des heiligen bisscops). Oorspr. (inv. nr. 1320). Met de geschonden zegels van de verkopers en Jan van Eck. Het zegel van Jan de Haess is verloren. 19. 1461 september 16 Boudewijn van Welderen en Arnt Geritssoen, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Arnt die Kock van Delwijnen en Arnt die Kock, zijn zoon, de erftijnsbrief d.d. 17 april 1446 (reg. nr. 16) hebben verkocht aan Gijsbert Morinck ten behoeve van de vicaris van het altaar van Onze Lieve Vrouwe in de kerk van Kirckwyck. (op sente Lambertsavont bisscops). Afschrift (16de eeuw) in inv. nr. 1171, gewaarmerkt door de notaris Alberti. Het origineel is gestoken geweest door het origineel van de akte d.d. 1446 april 17 (reg. nr. 16). 20. 1462 april 17 212 Mackay van Ophemert 2.21.115

Willem Lenck, richter in Overbetuwe, oorkondt ten overstaan van Wolter van Eynspick en Henrick Harmenssoen als gerichtslieden, dat Arnt van der Meer Goessenss. en Alfeern van Randwijck, zijn vrouw, verkochten overgedragen hebben aan Gysbert van Randwijck Ghijsbertss. 6 morgen land, genaamd Hoenyngen, in het kerspel Randwijck. (des satersdaigh nae den heyligen Palmdach). Oorspr. (inv. nr. 1461). De zegels van richter en gerichtslieden zijn verloren. 21. 1462 november 4 Arnt de Cock van Delwijnen heeft ten overstaan van de leenmannen Gherit van der Borch en Gielis Egbertss. van de heer van Ammerzoyen in leen ontvangen het hoge huis te Delwijnen met singel en grachten, en met twee morgen land en het leenheerschap over Jan de Cock van Kerckwick voor een tiend, die voordien van Cock(e) Steyn was, over Engbert de Cock voor een tiend in die Boesehoren, over Arnt van den Poll Hillenss. voor twee morgen land op die Vlyert te Driel, over Herberen Arntss. voor 1½ morgen land te Delwijnen en over Arnt Arnt Ghijbenss. voor 2 morgen land in het Ammerzoyensche Broeck. (des woensdages na alre heiligen dach). Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 3. 22. 1464 oktober 11 Wolter van Baex, richter tussen Mase en Wael, en Gerijt die Vose en Michiel van Riemsdijck Michielssoen, gerichtslieden te Puyfflick, oorkonden, dat Coenraet van Keyenberch en Heilwich, zijn echtgenote, hebben verkocht en overgedragen aan Roloff van Wese 4 morgen land, genaamd Den Corninck, onder Puyfflick, met uitzondering van 2 roeden dijk beneden de grote dam, die aan heer Henrick van Vlyerden, priester, toekomen. (in 't jaer ons heren duzent vierhondert vyer en tsestich des anderen dages na S. Victoris dach mit synen gesellen). Oorspr. (inv. nr. 1654). Met de geschonden zegels van de drie oorkonders. 23. 1472 november 30 Johan van Zeist en Alit, zijn vrouw, erkennen verkocht te hebben aan Derick Spaen en Udele, zijn vrouw, 3 morgen land, genaamd Die Woerde. (op manendach te St. Andree Apostoli). Oorspr. (inv. nr. 1666). Het zegel van Johan van Zeist en dat van Wolter Horstinck, die voor zijn zuster Alit gezegeld had, zijn verloren. 24. 1473 september 24. Jan Stoip, secretaris van de hertog van Bourgondië, stadhouder van de lenen van Gelre en Zutphen, beleent Sweder van Weerdenborch met het huis te Ophemert met singel en boomgaard en 6 morgen land, alsmede met 4 morgen, genaamd Pypers Camp in het kerspel Ophemert. Oorspr. (inv. nr. 1395). Het zegel van de oorkonder is verloren. 25. 1473 oktober 10. Jan Stoip, secretaris van de hertog van Burgond(en) en griffier in diens raadkamer van Brabant, tevens stadhouder van de lenen van Gelre en Zutphen, beleent Johan van Balveren Ariaenssoen met een huis en hofstede onder Delwijnen, dat voordien toebehoorde aan heer Danelt Kock, alsmede 3½ morgen land, genaamd Den Nienkamp "op ter gemeynte" aldaar. Oorspr. (inv. nr. 1293). Met het zwaar beschadigde zegel van de oorkonder. 26. 1474 juni 21 Johan van der Horst, richter in Overbetue, oorkondt ten overstaan van Herman Snyepert en Ott van Lent Berntts., gerichtslieden, dat Ott Heymerickssoen heeft overgedragen aan meester Goessens van Lyenden Alartss. (?) alle "koop-, gewin- en richtersslijtbrieven" van rechten, die hij had op alle goederen van Arnt van Randwick onder Randwick in de maalschap Oyhusen. 2.21.115 Mackay van Ophemert 213

(opter Tyen dusent marteler avondt). Oorspr. (inv. nr. 1462). Met de zeer geschonden zegels van de oorkonder en de beide gerichtslieden. 27. 1474 juli 23 Johan van der Horst, richter in de Overbetue, oorkondt, dat hij krachtens vonnis van Ott van Lent Berntss. en Evert van den Borch, gerichtslieden, meester Goessen van Lyenden, bastaard, gesteld heeft in het recht op de goederen, die Arnt van Randwick bezit in het kerspel Randwick en de maalschap Oyhusen, en dat bij Arnt van Randwick de "aanvang" heeft aangezegd. (sabbato post Marie Magdalene). Oorspr. (inv. nr. 1462). Met de zegels van de beide gerichtslieden. Het zegel van de richter is verloren. 28. 1481 juli 3 Johan die Kock en Heynrich van Tuyll, schepenen in Tuyll, oorkonden dat Gerit die Joede heeft verkocht en overgedragen voor 200 pond 2 morgen land onder Hemert op 't Sant aan Johan Nerinck, te lossen met 100 rijnse gulden 20 witte stuivers hollands (binnen 7 jaren?). (des dynsdaiges na ons liever vrouwendach visitacio). Oorspr. (inv. nr. 1396). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. Gestoken door de akte d.d. 1416 augustus 11 (reg. nr. 9). 29. 1483 januari 10 Gerit van Oemeren Aelbertsz. en Cornelis Jacob Philipsdochter, zijn vrouw, erkennen op zekere voorwaarden van Goirt en Rutger van Randwyck Gysbertszoene voor 12 jaren gepacht te hebben de helft van de uiterwaard, waarvan Goirt van Randwyck Johanss. de helft toebehoort, onder Randwyck. (des vrydaighs post Epyphanie). Oorspr. (inv. nr. 1463). Ondertekend door Gerit van Oemeren Aelbertsz. Het zegel van de eerste oorkonder is geheel, dat van de tweede oorkonder zo goed als geheel verloren. 30. 1483 februari 17 Goert van Avezait Geritzsoen en Johanna Pelgerumpss dochter van Amerongen, zijn vrouw, oorkonden, dat zij verkocht en overgedragen hebben aan Rutger van Randwyck Gysbertzsoen de eigendomsbewijzen van alle goederen en rechten, met inbegrip van de nog uitstaande schulden, die Lysbeth van Avezait Geritz wijff, Goerts moeder, geërfd had van meester Goissen van Lyenden Aellertsz., t.w. (s manendaiges na den sonnendach Invocavit). 1e. een oorkonde van Walraven van Apkouwe, richter in Overbetuwe, voor Gysbert van Randwick en Lysbeth, zijn vrouw d.d. 18 april 1444; 2e. een oorkonde van Gysbert van Randwick en Lysbet, zijn vrouw d.d. 25 april 1444; 3e. een oorkonde van Aernt van Randwick d.d. 3 juli 1469; 4e. een oorkonde van Johan van der Horst, richter in Overbetuwe, d.d. 21 juni 1474; 5e. een oorkonde van Johan van der Horst, richter in Overbetuwe d.d. 21 juni 1474; 6e. een oorkonde van Aernt die Visscher, tijnsmeester van de hof van Randwyck d.d. 19 juli 1474; 7e. een oorkonde van Johan van der Horst, richter in Overbetuwe d.d. 23 juli 1474; 8e. een oorkonde van Aernt van Randwick voor Gysbert van Randwick en Lysbeth, d. 8 mei 1475, voor de vrijwaring waarvan Goert van Avezait verbindtal zijn goederen in het schependom van Waigenyngen en elders. Oorspr. (inv. nr. 1462). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders en van Hendrick van der Lauwick Eernstensoen. 31. 1483 april 23 Goirt van Avezait geeft kwijting aan Rutger van Randwyck voor de goederen, die deze uit de nalatenschap van Goirts moeder (die ze weer geërfd had van meester Goessen van Lienden) heeft gekocht, behoudens een bedrag van 37½ rijnse gulden, dat hij, Rutger, voor een redelijke rente, krachtens een "eerbrief" nog enige tijd mag behouden. (op sunte Joriaens dach militis et martiris). Oorspr. (inv. nr. 1462). Met zegel van de oorkonder. 214 Mackay van Ophemert 2.21.115

32. 1484 maart 10. Arnt de Cock van Delwijnen heeft ten overstaan van de leenmannen Jan van Balveren en Gielis Egbertss. ontvangen het hoge huis te Delwijnen met singels, grachten, boomgaard en 2 morgen land, alsmede het leenheerschap over Jan die Cock van Kerckwick voor een tiend, die voordien van Cocke Steyn was, over Engbert de Cock van de tiend in die Boeschoren, over Art van den Pol Hillenss. van 2 morgen land op die Vlyert, over Herberen Artss. van 1½ morgen te Delwijnen, over Art Art Ghijben soen van 2 morgen in het Ammerzoyensche Broeck, alsmede 14 hond land onder Delwijnen op de Ringmeer en een hofstad aldaar, afkomstig van Henrick Hol Lawrenss. Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaan de Cock van Delwijnen, inv. nr. 32, fol. 3. 33. 1484 maart 14 Johannes Auwrijn en Gregorius Morinck, schepenen in Zautbomell, oorkonden, dat Gysbertus Henrici verkocht en overgedragen heeft voor 40 pond 14 hond land, genaamd Di Komme, onder Zautbomell, aan Jacobus Tengnagell, met bijbehorende fijns en dijk, waarbij Gysbertus voornoemd, alsmede Arnoldus Henrici en Bela Henrici voor hun deel beloofd hebben dit land te vrijwaren. (feria secunda post dominicam qua cantatur in ecclesia dei letare). Oorspr. (inv. nr. 1658). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. 34. 1488 november 27 Henrick van Bronchorst en Johanna Kollerts, zijn vrouw, erkennen ten overstaan van Beernt Heyden en Claiss van Daell, erfpachters, verkocht en overgedragen te hebben aan Herman Derickss., priester, ten behoeve van Frans en Metken, onmondige kinderen van wijlen Derick Derickssoen, een erfpacht, groot 1 oude schild 's jaars, uit een huis, hofstede en boomgaard onder Boenyngen in het Rijk van Nijmegen, thans in bezit en gebruik van Johan van Poelwyck. (des neexsten manendaghes nae sunte Katherynen dach virginis ac martiris). Oorspr. (inv. nr. 1639). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders en de twee erfpachters. 35. 1489 augustus 2 Henricus Posthouwer en Arnoldus Fey, schepenen in Zautbomell, oorkonden, dat Cornelia, weduwe van Bernardus de Gaell, ten behoeve van Johannes Auwrijn een tijns, groot 8 rijnse gulden of de waarde daarvan 's jaars, gevestigd heeft op⅓ van de tienden, die men Franck Pyecken thienden pleegt te noemen, onder Zautbomel. (incrastino beati Petri apostoli ad vincula). Oorspr. (inv. nr. 1512). Met het zegel van de tweede oorkonder. Het zegel van de eerste oorkonder is verloren. 36. 1490 maart 1. Oorspr. (inv. nr. 1512). Jacobus Tengnagell en Arnoldus Fey, schepenen in Zautbomel, oorkonden, dat Cornelia, weduwe van Bernardus de Gaell, aan Ghisbertus Auwrijn belooft heeft een tijns, groot 8 rijnse gulden 's jaars, gaande uit ⅓ van Franck Pyecken tienden onder Zautbomel en Bruechem. De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. Door deze is gestoken de akte d.d. 1490 november 23 (reg. nr. 37). 37. 1490 november 23 Jacobus Tengnagell en Gregorius Morinck, schepenen in Zautbomel, oorkonden, dat Ghisbertus Auwrijn heeft verkocht voor 100 pond de brief, waardoor deze is gestoken, aan Johannes de Echtelt. (in festo sancti Clementis pape). Oorspr. (inv. nr. 1512). Met de zegels van de beide oorkonders. Gestoken door de akte d.d. 1490 maart 1 (reg. nr. 36). 38. 1493 april 15 Kaerle, hertog van Gelre en Gulich en graaf van Zutphen, bewilligt als leenheer in het vruchtgebruik door Arnt die Kock van Delwinen van een huis en hofstede onder Delwijnen, dat voordien van heer 2.21.115 Mackay van Ophemert 215

Daniël Kock, ridder, was, met nog 2 percelen land, met welke goederen Johan die Kock beleend is. (des manendages na beloken paeschen). Oorspr. (inv. nr. 1294). Het zegel van de oorkonder is zo goed als geheel verloren. 39. 14-okt-19 Swederus de Sallant, onderrichter, gesteld door de burggraaf in Noviomagum, Henricus Vighe, en Theodoricus de Bronchorst en Gerardus Johanniszoon de Lent, schepenen aldaar, oorkonden, dat heer Jacobus Roest, priester, de helft van het eiland Svriezenweert na verkoop heeft overgedragen aan Nycolaus de Daell, bezwaard met een erfpacht van 12 kleine ponden, verschuldigd aan Mette, weduwe van Johannes de Wyenhove Laurentius zoon. (in crastino beati Luce Evangeliste). Oorspr. (inv. nr. 1648). Met de zegels van de beide schepenen. Het zegel van de onderrichter is verloren. 40. 1510 december 5 Arien de Cock Arntssoen heeft ten overstaan van de leenmannen Scalck Arntss. en Wolter Gieliss. ontvangen van Herman van Wachtendonck, heer van Ammerzoyen, het hoge huis te Delwijnen met de goederen, vermeld in reg. nr. 32. (op sente Nicolaes avont). Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fo1. 3 verso. 41. 1511 februari 24 Willem van Deynssen en Hennyken, zijn vrouw, erkennen in erfpacht ontvangen te hebben van Henrick Vige een huis en hofstede met twee stukken land bij de Bandijk en grenzende aan die Bollickwaeye onder Boenyngen in het Rijk van Nijmegen tegen een tijns van 6 hoenders en een pacht van 2 schilden 's jaars. (dess manendaghes na sunte Petersdach ad cathedram). Oorspr. (inv. nr. 1640). Met het geschonden zegel van de eerste oorkonder. Het zegel van de tweede oorkonder is verloren. Door deze is gestoken de akte d.d. 1598 maart 26 (reg. nr. 111). 42. 1513 november 9 Marcelis van Diest, stadhouder van de lenen van Ammerzoyen, beleent uit naam van Henrick, graaf van Nassau, heer van Vianden, van Ammerzoyen etc., Arnt de Cock Duls, momber van Jan de Cock Ariens de Cox zoon, met het hoge huis te Delwijnen met de goederen, vermeld in reg. nr. 32. (des woensdages na sente Wilbrordsdach). Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 3 verso. 43. 1513 november 9 Marcelis van Diest, stadhouder van de lenen van Ammerzoyen, beleent uit naam van Henrick, graaf van Nassau, heer van Vianden, Ammerzoyen etc., ten overstaan van Jan Ectoerss. en Goetscalck Arntss., Arnt de Cock Duls, momber van Jan de Cock Ariens de Cox zoon, met 7 morgen land onder Wel, genaamd De Clebeemt. (des woensdages na sente Wilbrordsdach). Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 3 verso. 44. 1514 augustus 7. Jacob Dircxz., schout, en Breeninck Ghijsbertsz., Eerst Aelbertss., Pouwels Peterss. en Willem Dirckss., heemraden en gezworenen van Lopick, oorkonden, dat Mauricia Volkens, weduwe van Baern, met Jan van Werd, haar voogd, heeft overgedragen aan Maria Vredrijcx dochter van Voerd 10 morgen land onder Lopick. Oorspr. (inv. nr. 1662). De zegels van de oorkonders zijn verloren. 45. 1517 juni 30. Frederick van Herler, zoon van heer Arien van Herler, ridder, beleent, ten overstaan van Jan Ectoerss. en 216 Mackay van Ophemert 2.21.115

Theeus Bartoutss., op bevel van Reyner van den Beern, drost van Ammerzoyen, bij gebrek aan leenmannen, Jan Janss., ten behoeve van Jan de Cock Arienss., met de helft van een tiend op de Ryngmeer. Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 4 46. 1518 maart 23 Jacop die Cock Janss. heeft in leen ontvangen van Arnt de Cock Duls momber van Jan de Cock (van Delwijnen Arienss.), een tiend van 82 morgen land onder Delwijnen, genaamd Die Cockesteynsche thiende. (des dynsdages na sente Ghertruden dach der heiligen maget). Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7 47. 1519 februari 12. Jan Willemss van Gameren heeft, ten overstaan van Arnt de Cock en Dirck Auwrijn, leenmannen van de hertog van Gelre, in leen ontvangen van Arnt de Cock Duls, momber van Jan de Cock van Delwijnen Arienss., 1½ morgen land onder Delwijnen, gelegen naast land van de H. Geest te Bomel. Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7. 48. 1520 mei 5. Egen Gijsbertss. heeft ten overstaan van Joost van Haeften van Reynoye en Dirck Auwrijn, leenmannen van de hertog van Gelre, in leen ontvangen van Arnt de Cock Duls, momber van Jan de Cock (van Delwijnen Arienss.) 2 morgen land onder Driel "op die beemden". Uittreksel (1520), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7. 49. 1522 juni 17 Jacop de Cock (Janss.) heeft, ten overstaan van Hillebrant de Ghier en Dirck Auwrijns als leenmannen van de hertog van Gelre, in leen ontvangen van Jan de Cock van Delwijnen (Arienss.), die mondig geworden is, de tiend, genoemd in reg. nr. 46. Uittreksel (gelijktijdig?), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7. 50. 1522 juni 17. Jan Willemss. van Gameren heeft het land, genoemd in reg. nr. 47 ten overstaan van Hillebrant de Ghier en Dirck Auwrijn, leenmannen van de hertog van Gelre, in leen ontvangen van Jan de Cock van Delwijnen Arienss., die mondig geworden is. Uittreksel (gelijktijdig?), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7. 51. 1522 juni 17. Egen Gijsbertss. heeft, ten overstaan van Hillebrant de Ghier en Dirck Auwrijn, leenmannen van de hertog van Gelria, in leen ontvangen van Jan de Cock (van Delwijnen Arienss.), die mondig geworden is, het land, genoemd in reg. nr. 48. Uittreksel (gelijktijdig?), gemaakt op last van Hillegont van Auwrijn, weduwe van Adriaen de Cock van Delwijnen, in inv. nr. 1171, fol. 7. 52. 1526 december 13 Johan van Zegen oorkondt, dat de erfrente, groot 3 hertogphilippusgulden 's jaars, gevestigd op een bouwinge, groot 60 morgen land onder Randwijck, die Joest van Randwijck en Anna van den Staede, zijn vrouw, hem verkocht hebben, ten allen tijde losbaar zal zijn met 50 gouden philippusgulden of de waarde daarvan. (op sente Lucien dach jonffrouw). Oorspr. (inv. nr. 1464). Met het geschonden zegel van de oorkonder. 53. 1527 mei 16 Melis Wten Eng, schout, en Gijsbert van Suylen ende van der Hair, Jan van Raaporst, Adam van Diemen, Peter Ruysch, Frederick die Koninck, Cornelis van Meert, heer Jan van Huchtenbroick, ridder, 2.21.115 Mackay van Ophemert 217

Lubbert de Waell van Vroenensteyn(?), Jan van Wijck, Ernst van Nyenroede, Beerent van Solms en Clemens van Ysselt, Voird en Mergriet Dirck van Suylens weduwe overgedragen hebben aan Joost van Ghiesen een rente, omschreven in een plecht, waardoor deze is gestoken geweest. (des donredages nae sunte Servaes dach). Oorspr. (inv. nr. 1562). Ondertekend door Jan van Raephorst. Het grote stadszegel van Utrecht is verloren. Het getransfigeerde stuk is niet meer aanwezig. 54. 1527 oktober 16 Dirck van der Horst en Reynier van Tuyl, schepenen in Tuyl, oorkonden, dat jonkvrouwe Jan Van Haeften met haar momber, Willem van Hees, Dirck van der Put, Henrick Willemss., Arnt Quekel, Jan van Hees en Henrick van Beesdt hebben beloofd aan Jan Schenck van Nijdeggen te betalen 270 gouden kronen, over een jaar, of anders een lostijns, met dit bedrag te lossen tegen de 15de penning 's jaars, waarvoor deze buren verbinden al hun goederen binnen het rechtsgebied van de bank van Tuyl. (des woensdachs nae Ste Victoersdach). Afschrift (17de eeuw) door J.P. van Meteren (inv. nr. 1203). In dorso: "Dit is den rentebrieff op het dorp van Ophemert van Heer Claes de Raet gecomen". 55. 1530 februari 10 Gerit Lossert en Willem Scheiffaert, kerkmeesteren van suncte Stephaens kerck binnen Nijmegen, erkennen vanwege deze kerk, ten overstaan van Johan Valckenborch en Lambert Lambertss., erfpachters, verkocht te hebben aan Peter van den Berge, brouwer, een kamp land, groot 3 morgen en 91 roeden, gelegen in den Oeye, in het Rijk van Nijmegen, genaamd Den Blockhaeven, voor de vrijwaring waarvan zij verbinden een kamp land, genaamd Onser Liever Camp, groot 4 morgen, in den Oeyen. (ipso die Scolastice virginis). Oorspr. (inv. nr. 1653). Met de zegels van de kerk van sint Stephanus en van de beide erfpachters. 56. 1530 juli 7. Wolff van Swivel(?) en Zeinen (?) van Tuil, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Johan de Cock als collator van een altaar van Onze Lieve Vrouwe in de kapel van Delwinen met toestemming van Henrick Boudewijnzoin als vicaris van dit altaar heeft uitgegeven in erftijns 5 hond land onder Delwinen aan Jan Jacopss. tegen een gouden philipsgulden 's jaars, vermeerderd met een boete van 2 brabantse stuivers per maand in geval van achterstalligheid van betaling, welke boete de voornoemde vicaris verhalen mag. Oorspr. (inv. nr. 1218). Met de zegels van de beide oorkonders. 57. 1536 mei 9 Gerit Lossert en Willem Scherffairt, kerkmeesters van sint Stephanskerk te Nijmegen, erkennen ten overstaan van Johan Valckenborch en Lambert Lambertss., erfpachters in het Rijk van Nijmegen, verkocht te hebben aan Peter van den Berge, brouwer, 10 hond land te Oeyen in het Rijk van Nijmegen, voor de vrijwaring waarvan zij o.m. verbinden een kamp land, genaamd Onser Liever Vrouwen Camp, groot 4 morgen, te Oeyen. (des dincxdachs nae den sonnendach Jubilate). Oorspr. (inv. nr. 1653). Met de zegels van de kerk van sint Stephanus en van de beide erfpachters. 58. 1538 april 13 Wemmer van Kuyck en Gerit van Dieden, schepenen in Tuyll, oorkonden, dat Johan Artss. ten behoeve van Wylhem die Haes Janssen heeft gevestigd een tijns, groot 1½ philippusgulden 's jaars op een huis en hofstede te Ophemert in de Wower, welke tijns losbaar zal zijn tegen 25 philippus - gulden. (Opten palm avont). Oorspr. (inv. nr. 1407). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. 59. 1538 juni 30. Wolff van Ztuivell en Jan die Cock van Delwijnen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Hillegond, 218 Mackay van Ophemert 2.21.115

weduwe van Arien die Cock, en Heylken, weduwe van Wouter Ghysbertss., zijn overeengekomen elkaar alle schuldbekentenissen, die de een van de ander heeft, te zullen teruggeven. Oorspr. (inv. nr. 911). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. 60. 1538 oktober 28 Johan die Cock van Delwijnen draagt wegens het overlijden van meester Folpaert van Huesden aan de aartsdiaken en proost van Arnhem voor als vicaris van de kapelanie op zijn huis te Delwijnen, gesticht ter ere van de H. Drievuldigheid, zijn neef heer Roelof Janss. (op Sint Symon ende Judas dach der heyligen apostelen). Oorspr. (inv. nr. 1219). Met het geschonden zegel van de oorkonder. 61. 1538 oktober 29. De officiaal van de proost van Arnhem, aartsdiaken, deelt mede aan alle betrokkenen, dat Johannes die Kock van Delwinen, patroon en collator van de vicarie op het huis te Delwinen, gesticht ter ere van de H. Drievuldigheid, tot vicaris heeft voorgedragen Rodolphus Joannis, priester van de kerk te Zaltbommel, en roept degenen, die bezwaar mochten hebben tegen diens institutie, op deze kenbaar te maken. Oorspr. (inv. nr. 1219). Met het licht geschonden zegel van de officiaal (ad causas) en ondertekening van de notaris Philippus de Lotthum. 62. 1539 maart 23 Bartholomeus die Clair en Henrick Pelss., schepenen te Nijmegen, oorkonden, dat Nijss van Dueren, Henrick Olij, Arnt Schupper, Jan Jacobs en Gerit van Mourick kwijting geven voor het arbeidsloon, ontvangen van Goessen die Beyer, ter zake van bouwwerkzaamheden aan een kort tevoren aangekochte hof tegenover het convent Marienborch. (op sonnendach post dominicam letare). Oorspr. (inv. nr. 1649). Met de opgeplakte zegels van de beide oorkonders. 63. 1539 mei 14 Bartholomeus die Clair en Henrick Pels, schepenen te Nijmegen, oorkonden, dat Nijs van Duyren en Govert Monninck (?) kwijting geven van loon voor metselwerk in opdracht van Goessen die Beyer voor de Egmontse nieuwe hof tegenover het convent van Marienborch. (op guedesdach post vocem juconditatis). Oorspr. (inv. nr. 1619). Met de opgeplakte zegels van de beide oorkonders. 64. 1539 september 10. Roelff die Raedt Henrickss. en Joest van Gyessen, schepenen in Zaltboemell, oorkonden, dat meester Goert Tijnagell aan Wolter van Baexen heeft overgedragen 3 morgen land op die Middelwey onder Zaltboemell. Oorspr. (inv. nr. 1659). Met een zeer geschonden zegel van de eerste oorkonder. Het zegel van de tweede oorkonder is verloren. 65. 1539 september 10. Roelff die Raedt Henrickss. en Joest van Giessen, schepenen te Zaltboemell, oorkonden, dat Jan die Kock van Delwinen en Dirck van Beest, namens zijn vrouw, verkocht en overgedragen hebben aan Wolter van Baexen 5 morgen land onder Zaltboemell achter die Verricht. Oorspr. (inv. nr. 1659). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. 66. 1540 januari 5 Peter van Maeren en Johan Willemss., schepenen in Deyll, oorkonden, dat Johan Lambertss., heeft gevestigd ten behoeve van jonkvrouwe Jan van Doornick een tijns, groot 12 brabantse gulden en 3 gelderse snaphanen, op de Lange Camp, gelegen aan de Lange Steech in het gerecht van Wadenoijen, losbaar met 200 brabantse gulden ineens of 100 brabantse gulden in termijnen. (op die heilige drie koningen avont). 2.21.115 Mackay van Ophemert 219

Oorspr. (inv. nr. 1655). Met het zegel van de eerste oorkonder. Het zegel van de tweede oorkonder is verloren. 67. 1540 oktober 6 Bartholomeus die Claer en Johan Vermoelen, schepenen te Nijmegen, oorkonden, dat Jasper en Melchior van Amstell, gebroeders, verklaard hebben, dat Goossens die Beyer aanbesteed heeft het metselen van muren aan de nieuwe hof achter de hof van Egmont "in der stat alder gravne gelegen", en dat zij deze opdracht hebben uitgevoerd. (op guedesdach post Remigii). Oorspr. (inv. nr. 1649). Met de opgeplakte zegels van de beide oorkonders. 68. 1542 maart 8. Roeleph die Raet Janss. en Henrick die Groot, dijkheemraden in de Boemelder wert, oorkonden, dat Danelt Arntss. tegenover meester Hubert die Gyer, priester en vicaris van Onzer Lieven Vrouwen altaar te Kerckwijck, op zich genomen heeft een dijkgedeelte groot 37½ voet, in de Leedennaer te Aelst te onderhouden totdat één van beiden overlijdt, waarvoor Danelt gedurende die tijd vrijgesteld zal zijn van de betaling van twee gulden 's jaars, die hij aan meester Hubert als vicaris schuldig is. A) Oorspr. (inv. nr. 1226) Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. In dorso: "ad vicariam Beate Marie virginis in Kerkwijck". B) Afschrift (midden 16de eeuw) in inv. nr. 1171, fol. 1 verso, gewaarmerkt door de notaris Alberti. 69. 1542 september 30 Joest van Randtwick en Anna van Staey, zijn vrouw, erkennen, ten overstaan van Bernt Hackfoirt en Peter van Berongen, erfpachters in Overbetu, verkocht te hebben aan Barbere, weduwe van Haeck van Ruytenborch een eeuwige rente, groot 6 hertog-philippusgulden 's jaars of de waarde daarvan, gaande uit hun bouwhof gelegen in het kerspel Randtwick, thansbeweid en bebouwd door Derick van Beynhom, welke bezwaard is met 8 pond kleine penningen 's jaars ten gunste van de vicaris te Arnhem en 5 philippusgulden 's jaars ten gunste van Claes Pels. (op satersdach sunte Hieronimusdach confessor). Oorspr. (inv. nr. 1465). Met de geschonden zegels van de beide erfpachters. De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. In dorso: "denbrief in 't witte van dese geschreeven is door joncker Aernt van Randick quyt gecofft en afgeloosset van de weduwe z. Henrick Ewens den XXII decembris anno 1607 in Nijmmegen in bywesen mij onderschrevene Jacob Ewens als getuighe". 70. 1544 juli 4. Kanselier en Raden des Keizers in Gelderlant beslissen in het geschil tussen de bisschop van Utrecht en de abt van sanct Pauwels, collator der kerk van Ophemert, enerzijds, en heer Gijsbert van der Veen, die zich gerechtigd acht tot de bediening van genoemde kerk, anderzijds, dat partijen hun zaak zullen voorleggen aan twee onpartijdige arbiters, in afwachting waarvan de bisschop heer Gijsbert tegen borgstelling zal ontslaan van de censuur en heer Adriaen N., vice pastor te Ophemert, de bediening van de betwiste kerk zal waarnemen. Oorspr. (inv. nr. 1227). Ondertekend door de griffier Berty. 71. 1545 augustus 3 Ott van Mekeren en Arnt Vighe, schepenen te Nijmegen, oorkonden, dat ten overstaan van hen en Reiner van Wyhe, burggraaf en richter te Nijmegen, onder ede is verklaard door Krijn Peterss., Baltijss. van Amsteell en Gijsberth Roever, meesters van het metselaars- en leidekkersambacht, dat een muur achter de muur tussen Goessen die Byer en vrouw Poelmans aan Goessen voornoemd toebehoort, bij het klooster Marienborch. (op manendach sente Stevensdach inventionis). Oorspr. (inv. nr. 1649). Met de opgeplakte zegels van de beide oorkonders. 72. 1546 oktober 12. Symon van Bueren en Jochem van Gyessen, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat Jenniken, weduwe 220 Mackay van Ophemert 2.21.115

van Danelt Arntss., tegenover meester Hubert die Gyer, priester, op zich genomen heeft een dijkgedeelte, groot 37½ voet, in de Ledennaer te Aelst, alsmede een dijkgedeelte, groot 9 voet, eveneens te Aelst, behorende bij 3½ morgen land aan die Loo te Delwijnen, dat partikuliere eigendom van meester Hubert is, 6 jaren lang te onderhouden, gedurende welke tijd Jenniken vrijgesteld zal zijn van de betaling van een tijns van 2 gulden 's jaars, gaande uit een hofstede te Kerckwijck, genaamd dat Paradijs, haar toebehorende, die zij aan meester Hubert als vicaris schuldig is. A) Oorspr. (inv. nr. 1226) Met het geschonden zegel van de eerste oorkonder. B) Afschrift (midden 16de eeuw), in inv. nr. 1171, fol. 2 gewaarmerkt door de notaris Alberti. 73. 1549 maart 30. Kanselier en Raden des Keizers in Gelre verklaren Theodoricus Johannis Clerck te Ophemert, die meende, dat zijn verwanten het recht van collatie zouden bezitten op de vicarie van sint Barbara te Ophemert, niet ontvankelijk in zijn eis tegen Johan Schenck, drost tho Midler, dagelijks heer van Ophemert. Uittreksel uit het register van civiele sententies van de kanselarij van Gelre en Zutphen, op perkament, gewaarmerkt door T.(?) Roos, in inv. nr. 1228. 74. 1551 maart 11. Frederick van Doern en Jan Arnssen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Alart van Haeften, als erfgenaam van Dirck van Haeften, Joachim van Gyessen als voogd van zijn vrouw, erfgename van Joost van Braeckell, van alle verplichting tot vrijwaring van een tiend te Delwijnen, die Joest aan Dirck had overgedragen. Oorspr. (inv. nr. 1296). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. 75. 1552 maart 26. Oth Wilhemss. oorkondt, dat hij verkocht heeft aan Gertruyt van der Lauwijck, weduwe van Cornelis van Eck, 11 hond land onder Eck op Homout(?) die hij als tijnsgoed hield van Henrick van Eck, en voor de vrijwaring waarvan Henrick Wilhemss. en Wilhem Wilhemss. zich borgstellen. Oorspr. (inv. nr. 1321). Met de zegels van de oorkonder en de beide borgen. 76. 1552 april 16 Goirt van Randwick en Merrij, zijn vrouw, oorkonden, ten overstaan van Johan van Randwick en Wolter Vermeer, erfpachters, dat zij verkocht en overgedragen hebben aan Wilhem van Ghent, heer van Loynen, een jaarlijkse rente, groot 6 karolusgulden, gaande uit een huis en hofstede, met 2 morgen land in de maalschap Laeckmont onder Huesden in het ambt Nederbetouwe, en voorts onder verband van 5 morgen weiland in het Laechmontsche broeck onder het schependom van Wagenijnghe, en in het ambt Oeverbetouwe. (opten heiligen paischayvent). Oorspr. (inv. nr. 1458). Met de geschonden zegels van Goirt van Randwick en de beide erfpachters. Het zegel van Merrij is verloren. 77. 1552 juli 5. Dirick van Werdenborch en Ysabella van Diemen, zijn vrouw, verkopen aan Aellert van Haeften ten behoeve van Frederic, zijn zoon, het huis en de heerlijkheden van Ophemert en Zennewijnen, alsmede 9 morgen land bij het huis Ophemert gelegen, de helft van een stuk uiterwaard, genaamd Het Zandt, te Ophemert, een tiend te Delwijnen, in leen gehouden van de heer van Brederode, 6½ morgen land, genaamd De Hameracker en Het Schoer, gelegen op de Overbeemdten inde Wlicken, en nog een vierde gedeelte van de goederen, genoemd in een magescheid d.d. 29 maart 1550, die thans gebruikt worden door Jan Schenck van Nyendegen, met uitzondering van de 6½ morgen, voor een rente van 550 carolusgulden 's jaars losbaar met 833 gulden 6 stuivers 10 penningen hollands en 2 myten vlaams, onder verband van Aellerts huis, genaamd Wayensteyn, onder Harwijnen. Oorspr. (inv. nr. 1396). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. 78. 1552 oktober 7. Adriaen van Herlair van Merwyck beleent Adriaen die Cock van Delwijnen Janss., ten overstaan van 2.21.115 Mackay van Ophemert 221

Willem Mattheuss. en Aert Wouterss., leenmannen van het huis Ammerzoyen, met de helft van een tiend onder Delwijnen en op die Ringelmeer, die hij geërfd heeft van Johan de Cock van Delwijnen, en waarvan Alairt van Haeften de andere helft bezit. Oorspr. (inv. nr. 1297). Het zegel van de oorkonder is verloren. 79. 1551 juni 25. Thomas van Scerpenzeell, "dagelijks" heer te Rumdt, beleent ten overstaan van Robbert van Erp, leenman van de hertog van Gelre, en Gerit Heynrickss., zijn eigen leenman, Jochem van Giessen, als opvolger van Joest van Giessen, zijn vader, met 3 morgen land onder Ghelcum, genaamd Den Weevershoeck. Oorspr. (inv. nr. 1338). Met het geschonden zegel van de oorkonder. 80. 1558 september 15. Philippus, koning van Castillien, etc., hertog van Gelre, oorkondt, dat Adriaen de Cock van Delwijnen als man en voogd van Marie van Braeckel de leeneed vernieuwd heeft van de halve grote tiend te Braeckel, waar de heer van Puderoyen de andere helft van heeft, en dat Marie van Braeckel vervolgens aan haar man het vruchtgebruik hiervan heeft toegekend. Oorspr. (inv. nr. 1279). Het zegel van de oorkonder is verloren. 81. 1559 november 29 Hanrick van Boenenborch, genaamd van Honsteyn, en Anna van Oy, zijn vrouw, verkopen ten overstaan van Hanrick van Beynnhum, burgemeester van Nijmegen, en Wychman van der Borch, "raadsvrund" aldaar, als erfpachters in het Rijk van Nijmegen, aan Thomas van Apelteren, heer van Persingen, ten behoeve van Wilhelm van Hoemen, vicaris van het altaar van sint Catharijne in de kerk te Persingen een rente, groot 29 keizersgulden 's jaars, gaande uit een kamp land, genaamd het Endevlot, groot 8 morgen, in den Oeyen, in des Grevenweerdt, ten allen tijde losbaar tegen 480 keizersgulden. (op sancte Andries ayvendt s heyligen Apostels). Oorspr. (inv. nr. 1373). Met de geschonden zegels van de oorkonders en de erfpachters. 82. 1560 januari 2. Johan van Rossem, heer van Pudroijen en Meynerswijck, en Casper Torck, leenmannen van de koning als hertog van Gelder, oorkonden, dat Adriaen de Cock van Delwijnen en Maria van Brakel, zijn vrouw, krachtens octrooi van de koning d.d. 16 december 1558 bij uiterste wil beschikken over hun beider leengoederen, waarbij Adriaen aan Maria, krachtens consent van de leenheer Adriaen van Herlair van Merwijck d.d. 15 mei 1559, her levenslang vruchtgebruik toekent van een halve tiend onder Dellewijnen op de Rengmer, en bepaalt, dat deze tiend zal vererven op de oudste zoon uit hun huwelijk, bij ontbreken daarvan op de oudste dochter, en bij ontbreken daarvan op de rechtstreekse erfgenamen van Adriaen, en waarbij Maria, krachtens octrooi d.d. 15 september 1558 van de hertog van Gelder als leenheer, aan Adriaen het vruchtgebruik toekent van de grote halve tiend onder Brakel, waarvan de heer van Puderoyen de andere helft bezit, en bepaalt, dat deze tiend zal vererven op de oudste zoon uit hun huwelijk, bij ontbreken daarvan op de oudste dochter, en bij ontbreken daarvan op de oudste zoon resp. dochter uit haar eerste huwelijk, met Johan (sic) van Gijsen. Afschrift (17de eeuw), in inv. nr. 1282, gewaarmerkt door C.J. van Swartsenbach, secretaris te Rumpt. 83. 1561 april 28 Henrick van Beinhom en Loeff die Jeger, schepenen te Nijmegen, oorkonden, dat Henrick van Bonenborch, genaamd van Honstein, en Anna van Oy, zijn vrouw, voor de vrijwaring van een erfjaarrente van 29 keizersgulden, gaande uit een kamp land, genaamd Endevlot, groot 8 morgen, in de Oeyen in des Grevenwerdt, die zij verkocht hebben aan Thomas van Appelteren, heer van Persingen, ten behoeve van Wilhem van Hoemen, vicaris van sint Cathrinenaaltaar in de kerk te Persingen, hebben verbonden hun huis en hofstede met toebehoren in de Muxterstrait (te Nijmegen). (up manendach na sent Joriens dach martelers). Oorspr. (inv. nr. 1373). 222 Mackay van Ophemert 2.21.115

Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. 84. 1564 mei 13. Johan van Riebeeck de oude, Johan van Riebeeck de jonge, Frederick van Hemert, heer van Wadenoijen, Thomas van Scherpenzeel, Fredrick van Doirn en Frans Caell, als vrienden en verwanten van Hugho van Giessen, vader en voogd van Joest van Giessen, Gijsbert van Giessen, Josina van Giessen en Theodora van Giessen, kinderen van wijlen Joachim van Giessen en Marij van Brakel, enerzijds, en Otto Pieck, heer van Thienhoven, Johan Pieck, Wilhem de Cock van Delwijnen en Aerndt de Bije, als vrienden en verwanten van Adriaen de Cock van Delwijnen en Joachim de Cock van Delwijnen, zoon van Adriaen voornoemd, en Marij van Brakel, anderzijds, maken een scheiding van de goederen, door Joachim van Giessen en Marij van Brakel nagelaten en door Adriaen de Cock van Delwijnen aangebracht en verkregen, waarbij aan Joost, Gijsbert, Josina en Theodora van Giessen worden toebedeeld een aantal landerijen onder Ghiessen, Honswijck en Weerdthuijsen en elders in het land van Althenae, enige landerijen, erf- en lostijnsen onder Rumdt, enige landerijen en tijnsen onder Brakel en de hoofdsom van een lostijns onder Boemel, aan Adriaen de Cock van Delwijnen een huis, landerijen en een tijns in het land van Althenae en onder Worichem, enige lostijnsen onder Rumdt, en landerijen onder Delwijnen, en aan Joachim de Cock van Delwijnen landerijen en een huis in het land van Althenae en een bedrag van 332 gulden 10 stuivers, hem door zijn vader uit te betalen, van welke scheiding uitgezonderd blijft de Leechgelandtsche tiend te Brakel, die ingevolge de huwelijkse voorwaarden aan Adriaen in vruchtgebruik en aan Joachim in eigendom toekomt, echter met dien verstande, dat Joachim en Adriaen aan Josina en Theodora 700 gulden uit deze tiend zullen uitkeren, terwijl de erfpacht, rustend op de Hogelandtsche tiend, voor rekening van Joost van Giessen komt, evenwel Adriaen en Joachim de Cock zullen bijdragen in de aflossing van een gedeelte van deze tiend, dat aan het huis van Brakel in pand is gegeven. A) Oorspr. (inv. nr. 912). Ondertekend door Joest van Ghiessen, Josyna van Ghiessen en Theodora van Ghiessen. Met de lichtgeschonden zegels van Hugho van Ghiessen, Joest van Ghiessen, Adriaen de Cock, Frederick van Hemert, Thomas van Scerpenzeel, Frederick van Doirn, Frans Cael, Otto Pieck, Wilhem die Cock van Delwijnen en Arnt die Bije. De zegels van Johan van Riebeeck de oude, Johan van Riebeeck de jonge en Johan Pieck zijn verloren. B) Afschrift (1622) in inv. nr. 1282, gewaarmerkt door H. van Benthem, landschrijver van Neder- Betuwe. 85. 1564 augustus 20. Katharina, bastaarddochter van Gelre, weduwe te Huicklum en Amersoden en vrouwe van Werdenborch, beleent Ott van Haeften als voogd van jonkvrouwe Zander Pieck met een huis en hofstad, genaamd Blienborch, onder Tuyll, dat Zander geërfd heeft van haar vader Aert Pieck alsmede met 7 morgen land, genaamd Den Guldencamp, aldaar, alles onder voorwaarde, dat zij aan haar zusters zal uitkeren al hetgeen hun vader hun met toestemming van de leenheer vermaakt heeft. Oorspr. (inv. nr. 1477). Het zegel van de oorkonder is verloren. 86. 1565 augustus 5. Rijcholt Claessoen en Catharina Jansdochter, zijn vrouw, erkennen ten overstaan van de erfpachters Hemerick van Meckerenn en Roeloiff vann Donnre Jannszoenn verkocht te hebben aan Geridt van Beynhem een stuk land, groot 3 morgen 1 hond en 42 roeden, in het kerspel Horssen, in de heerlijkheid Baetobuirgh. Oorspr. (inv. nr 1351). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders en de beide erfpachters. 87. 1566 januari 26 Marten van Andelst en Johan Touman, schepenen te Nijmegen, tevens gerichtslieden en erfpachters in het Rijk van Nijmegen, oorkonden, dat Henrick van Boenenborch genant van Honstein, en Anna van Oy, zijn vrouw, verkocht hebben aan Reyner van den Boenhoff een jaarlijkse rente, groot 27 karolusgulden, gaande uit hun huis, hofstede, stal en hof in de Ridderstraat, voorts uit het hun toekomende derde deel van een bouwing lands, groot 72 morgen, genaamd Bunswendt, gelegen onder Boeninghen in het Rijk van Nijmegen. (op satersdach na sunt Pouwels dach conversionis). Oorspr. (inv. nr. 1373). 2.21.115 Mackay van Ophemert 223

Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. Gestoken door de akte d.d. 1599 december 29 (reg. nr. 113). 88. 1566 oktober 22. Diederick van Wylick, Kleefs erfhofmeester en ambtman, enz. enerzijds, en Reynier van Aeswijn, heer van Brakel, Oth Pieck, heer van Tienhoven, en Adriaen de Cock, alsmede schout en heemraden van Brakel namens de geërfden van Brakel, anderzijds, komen overeen, dat die van Brakel een uitwatering zullen hebben naar de Maas door het Monicklant, dat Diederick voornoemd toebehoort, en wel door de kaveling aan het zuideinde bij de Poeroeyense dwarskade, dat zij daarover een brug zullen leggen, dat zij aan Diederick 550 brabantse gulden zullen betalen en ook de gebruikers van het land schadeloos te stellen, en dat zij desgewenst in de dijk een sluis zullen maken, in welk geval zij de sluis in Mertensgat op de Wale zullen dichtmaken. Oorspr. (inv. nr. 1283). Met de geschonden zegels van Diederick van Wylick, Oth Pieck Marten van Rossem en Adriaen de Cock, en de handtekeningen van schout en heemraden. Het zegel van Reynier van Aeswijn is verloren. 89. 1568 februari 1. Wilhem die Cock van Delwijnen, Dirck die Cock van Delwijnen Ghijsbert die Cock van Delwijnen, Aernt die Cock van Delwijnen en Aelbert van Hoichwaueren, namens de bruidegom, en Hanrick van Hemert, persona te Avesaet, Otto van Hemert, Ghijsbert van der Horst, Hubert van Boxmeer en Hanrick van Holt, namens de bruid, stellen huwelijkse voorwaarden vast tussen Adriaen die Cock van Delwijnen en Marije van Hemert, waarbij bruidegom en bruid ieder alle goederen, die zij tegenwoordig bezitten, inbrengen, en Adriaen die Cock van Delwijnen voorts aan Marije toekent een lijftocht, groot 250 gulden brabants 's jaars, alsmede een morgengave, bestaande uit 500 gulden en enige gouden sieraden, terwijl Jochim die Cock, zoon van Adriaen, afstand zal doen van een tiend op Delwijnen in ruil voor een huis, hof, boomgaard hopland en 6 morgen land te Delwijnen, op de nakoming van welke huwelijkse voorwaarden ten overstaan van Arnt die Bye, secretaris der stad Saltbomell, een boete is gesteld van 1000 gouden engelse rosenobels. Oorspr. (inv. nr. 913). Met de zeer geschonden zegels van Adriaen de Cock van Delwijnen, Wilhem die Cock van Delwijnen, Ghijsbert die Cock van Delwijnen, Arnt die Cock van Delwijnen, Aelbert van Hoichwaueren, Hanrick van Hemert, Otto van Hemert en Ghijsbert van der Horst. De zegels van Marije van Hemert, Dirck die Cock van Delwijnen, Hubert van Boxmeer en Hanrick van Holt zijn verloren. 90. 1570 augustus 27. Jan Claess. verklaart onder zekere voorwaarden op zich genomen te hebben, ten overstaan van Jacob de Cock van Opijnen, Huijbertvan Boxmeer, Wilhem Martenss., pastoor te Opijnen, Anthonis Spijring en Goris Claess., schout te Opijnen, om van Adam van Boxmeer, vicaris van het Onze Lieve Vrouwaltaar in de kerk van Opijnen, gedurende zes opeenvolgende jaren de volgende percelen ten halve te bebouwen, n.l. 4 morgen land onder Opijnen, genaamd Die Vicken Stucken, 1 morgen onder Opijnen, genaamd Het Kempken, 1 morgen op Weerdenborch, 4 morgen in 't Osterbroeck, 4 hond in de Rijert, en daarenboven van dezelfde vicaris gehuurd te hebben 2 morgen land onder Opijnen, genaamd De Roes, en nog ½ morgen land onder Heessel. Oorspr, (inv. nr. 1235), op papier. 91. 1570 september 23. Goert van Meverdenn en Madalena van Gastelle(?), zijn echtgenote, erkennen, ten overstaan van Johan van den Bergh en Ott Rams, schepenen te Arnhem, als erfpachters in de Oever-betouwe verkocht en overgedragen te hebben aan Goedert Pannekoeck hun aandeel in twee stukken land onder Elst, in de buurtschap Reet in het ambt Oeverbetouwe, waarvan het ene, groot 6½ hond genaamd is Cloppertzhoff, en het andere, groot 2 morgen, gelegen is in het Elstervelt. Oorspr. (inv. nr. 1330). Met de geschonden zegels van Goert van Meverdenn, Johan van den Bergh en Ott Rams. Het zegel van Madalena van Gastelle is verloren. 92. 1572 juni 7. Johan vann den Veld(e) en Philips Mommer komen door bemiddeling van Zwaen van Berckell, Elijs van 224 Mackay van Ophemert 2.21.115

Ewick, Floris van Gaelen, Alartt Rutgerss. (en Cornelis van der Zaint?) overeen, dat de verpachting door laatstgenoemde aan eerstgenoemde van 2 kampen land, groot 15 morgen, in Die Smalbergen te Wamell, die voor 4 jaren was aangegaan, na 3 jaren wordt beeindigd, maar dat Johann de lasten verschuldigd over 4 jaren zal betalen, alsmede 30 keizersgulden contant en nog 50 keizersgulden vóór Sint Jacob eerstkomende, terwijl hij bovendien voor Mommer aan het nonnenklooster te Wamell 100 keizersgulden zal voldoen. Afschrift in inv. nr. 1657. In dorso: "Verdrach tusschen Philoppus Momber ende Johan van den Veld opgericht". Cornelis van der Zaint ondertekent niet. 93. 1573 december 2. Johan toe Haen, stadhouder van Balthazar van Rossum, richter in het ambt van Doesburch, oorkondt, ten overstaan van Wilhem Hoeymaker, en Jacob Droechscherer, gerichtslieden, dat Goessen van Wijhe en Maria van Telckhusen, zijn vrouw, hebben verkocht aan Goedert Pannekoeck hun gedeelte van een hof, genaamd Hagefoortt, onder Genth, voor de vrijwaring waarvan zij, in plaats van 300 daalders ("soo sy belacht hebben aan Johan Gelmers") hebben verbonden hun hof in de buurtschap Beynhum, "onder de klokkenslag van Doesburch", leenroerig aan het huis Koppel. Oorspr. (inv. nr. 1645). Met de geschonden zegels van Johan toe Haen en de beide gerichtslieden. Het zegel van Balthazar van Rossum is verloren. 94. 1576 februari 21 Wilhem van Heeteren, Frans van Heterenn en Elijsabeth die Hey, zijn vrouw, Adam van Heterenn, Metghen, Jutghen en Mettghen de jonge van Heteren, vader en kinderen, Derick van Heteren en Hadewich Pouwelss., zijn vrouw, Metghen Vlas, weduwe van Ott van Heteren, met haar kinderen Henrick vann Heteren, Heilghen vann Heteren, Lijsken vann Heteren en Otto van Heteren, Otto Valckenborch en Katharijna Kerskorff, zijn vrouw, in de plaats van wijlen Otto van Heteren de oude en Otto van Heteren de jonge, Henrick Heimericxss. en Elijsabet van Heteren, zijn vrouw, in de plaats van wijlen Cornelis van Heteren, hun vader, Cornelis van Heteren, Otto van Heteren, Heilghen van Heteren en Willem ter Claer en Naelicken van Heteren in de plaats van Gerit van Heteren, hun vader, meester Henrick Buys, priester en kanunnik der collegiale kerk van sint Stephen te Nijmegen, medenamens zijn broer Derick Buys, die in het buitenland vertoeft, en in de plaats van wijlen Heilgen van Heteren, zijn moeder, vrouw van Johan Buys, en Conraedt van Beringen en Metth Hoeymaeckers, zijn vrouw, allen tezamen erfgenamen van wijlen Peter van den Berch en Helleken van Heteren, zijn vrouw, erkennen verkocht te hebben en overgedragen te hebben ten overstaan van Henrick Vermoelen en De - rick van Onderen, erfpachters in het Rijk van Nijmegen, aan Jacob van Wagensfelt en Roeloff van Ewick een kamp weiland genaamd Die Blockhaeven, groot 3 morgen 91 roeden, en een kamp weiland daarnaast, genaamd Die Thien Hondt, onder Oijen in het Rijk van Nijmegen, bezwaard met een losbare rente, groot 21 gouden hertogphilippusgulden 's jaars, ten gunste van Johan Hoeymaecker. (op sunte Peters aevent ad cathedram). Oorspr. (inv. nr. 1653). Met de licht geschonden zegels van alle oorkonders en de beide erfpachters. 95. 1578 februari 7. Walter Roeloffss. en Cornelis Wauterss. de Cruyff, schepenen in Beesd, oorkonden dat Johan van den Hoove, abt van Ste Marienweyde, Johan Beijrs, coadjutor en proost, Goossen van Heijss, pastoor te 's- Grevensande, Balduwijn van Audthuesden, proost te Kessell, Arndt van Heechuijsen, pastoor te Marienweijrdt, alsmede de gezamenlijke conventualen van de abdij van Mariënweijrdt, Adriaen de Cock van Delwijnen vrijwaren van een losrente, groot 240 gouden gulden 's jaars, waarvan de hoofdsom bedraagt 4000 gouden gulden, die Frederick van Heymert namens het convent op 4 januari 1566 ten behoeve van Robbrecht van Wachtendonck, kanunnik te Aken, 't Zanten en Cranenborch, heeft gevestigd op 25 morgen land en nog 10 morgen land, genaamd Den Brewaerdt, beide onder Wadenoden, en dat zij zullen zorg dragen, dat de desbetreffende rentebrief, die Gijelis Pieck met Alert van Gendt, zijn vrouw, en Frederick van Hemert hebben gepasseerd, binnen één jaar tijd aan Gijelis Pieck en Adriaen de Cock van Delwijnen gerestitueerd zal worden, tot nakoming waarvan zij verbinden al hun goederen en in het bizonder 838 morgen land in de polder van Marienweyrdt in het ambt Beesd. Oorspr. (inv. nr. 1483). 2.21.115 Mackay van Ophemert 225

De zegels van de beide oorkonders, alsmede het conventszegel en het abdijzegel, zijn verloren. Ondertekend door Johan van den Hove, ..? van Winssen, Johan van Beers, Dyerck die Bie, pastoor te Zenwenden, Goossen van Hees, Baldwijn van Autheuesden, ..? Ottenss., Willem Budding Aertssoon, Robert van Nuynhem en Anthonis van Hardenbroeck. 96. 1578 maart 6. Henrick Ruysch, commandeur te Ingen, Heymerick van Bemmell en Andries van Bueren, namens de bruidegom, en Sweer van Hoeckelom, Willem de Cock van Delwijnen en Jorden van der Lauwick, namens de bruid, oorkonden, dat Gerit van Beynhem en Christina van Eek een overeenkomst van huwelijkse voorwaarden hebben aangegaan, waarbij o.m. bepaald is, dat ingeval kinderen uit dit huwelijk vóór de ouders sterven, de nalatenschap zal vererven in neergaande lijn, en dat Gerit van Beynhem aan Cristina van Eck geeft als morgengave 400 Joachimsdaalders uit zijn goederen. Oorspr. (inv. nr. 973). Alle zegels zijn geheel of zo goed als geheel verloren. 97. 1579 april 13 Jan Bartenss. en Anthonis Vreem Reyers, verklaren als voogden van Geertruydt Roeloffsdochter, nagelaten kind van Roeloff Reyerss., verkocht te hebben aan Gerit van Beynhem en Cristina van Eck een huis en hofstede met landerijen, groot 10 hond, onder Eck, belast met een erfpacht, verschuldigd aan de graaf van Culemborg. (manendaichs nae Palmsonnendach). Oorspronkelijk (inv. nr. 1322), op papier. Ondertekend door Thonis van der Eem Reyerss., Geryt van Beynhom, en de getuigen Willem dye Cock van Delwijnen en Jan Geritss, (van der Horst). 98. 1579 april 15. Jan Bartenss. en Anthonis Vreem Reyerss. verklaren als voogden van Geertruydt Roeloffsdochter, nagelaten kind van Roeloff Reyerss., verkocht en overgedragen te hebben aan Gerit van Beynhem en Cristina van Eck de hofstede, omschreven in reg. nr. 97 en voor de vrijwaring daarvan te verbinden 4 morgen land op Homoet en 4 morgen, genaamd Die Jolijt, leenroerig aan de graaf van Culemborg, beide onder Eck. Oorspr. (inv. nr. 1322). Met geschonden zegels van de beide oorkonders en van de getuige Willem de Cock van Delwijnen. Het zegel van de tweede getuige, Heymerick van Bemmell, is verloren. 99. 1580 maart 25. Aernt van Meteren en Steven Geritsen, schepenen in Deyll, oorkonden, dat Adriaen de Cock van Delwijnen ten behoeve van Johan van den Hove, abt van S. Mariënweerdt, een erftijns, groot 38 carolusgulden, heeft gevestigd op 21 morgen land, waarvan 11 morgen zijn genaamd Die Audelinge of Die Hoeven, en van de overige 10 morgen 3½ morgen gelegen zijn op de Vergaerde, alsmede op 10 hond of 1½ morgen, eveneens op de Vergaerde, alles onder Wadenoyen. Oorspr. (inv. nr. 1484). Met het geschonden zegel van de tweede oorkonder. Het zegel van de eerste oorkonder is verloren. Door deze is gestoken de akte d.d. 1583 juni 13 (reg. nr 101). 100. 1580 mei 22. Adriaen die Cock van Delwijnen en Johan van Steenhuys, schepenen in Deyl, oorkonden, dat Aert Folkense, grootvader en voogd van het kind van zijn dochter bij wijlen Wijn Steynse, gekocht en overgedragen heeft aan Cornelis Jan Saren een huis en hofstad met 5 hond land op Wadenoyen, vrij van dijklasten, maar onder voorbehoud van een erftijns van 12 gulden en 1 stuiver, verdeeld tussen het convent van Bommel en anderen, en het recht van uitweg voor de familie van de verkoper. Oorspr. (inv. nr. 1485). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. 101. 1583 juni 13 Hanrick van Hussen en Jan Huygen, schepenen in Deyll, oorkonden, dat Johan van den Hove, abt, en Frederick van Winse, coadjutor van de abdij Mariënweerdt, hebben verkocht en overgedragen voor 1000 pond aan Geertruydt van Gendt, weduwe van Johan van Winsen de erftijnsbrief, waardoor deze gestoken is. 226 Mackay van Ophemert 2.21.115

(o.s. juni 3). Oorspr. (inv. nr. 1484). Met de geschonden zegels van de oorkonders. Gestoken door de akte d.d. 1580 maart 25 (reg. nr. 99). 102. 1583 juli 27 (o.s. juli 17). Schepenen van Boemel oorkonden, dat Henrick Maschereel, heer tot Balgoyen, verkocht heeft voor 3 pond een huis en erf te Boemel tegen - over gewezen zusterenconvent, genaamd Het Grote Huis van Opijnen, aan Henrick van Wytenhorst, drost te Huyssen. Uittreksel uit het signaat van Zaltbommel (1642), gewaarmerkt door P. van Enschede, in inv. nr. 1513. 103. 1583 juli 28 Schepenen van Boemel oorkonden, dat Henrick van Wytenhorst, drost te Huyssen, verkocht heeft voor 3 pond de aangehechte brief aan Reyner van Gelre, heer tot Aersen, en Margarita van Voerst, zijn vrouw, onder beding, dat het betrokken huis, tenzij het verkocht wordt, slechts zal vererven op hun beider kinderen. (o.s. juli 18). Uittreksel uit het signaat van Zaltbommel (1642), gewaarmerkt door P. van Enschede, in inv. nr. 1513. 104. 1585 april 16 Jan Goessenss., Derick Goessenss. en Marij Fieren, zijn vrouw, Elyzabeth Goessensdochter, weduwe van Roeloff Reyerss., mede namens Roeloff Roeloffs, onmondige nagelaten zoon van Roeloff Reyerss., erkennen verkocht en overgedragen te hebben aan Gerit van Beynhem en Cristina van Eck de helft van 6 morgen land, genaamd Dat Moeyen Landt, onder Eck, bezwaard met erfpacht, verschuldigd aan de graaf van Culenborch, voor de vrijwaring waarvan Jan Goessenss. verbindt 14 hond land onder Omeren, genaamd De Rosenkamp, en Derick Goessenss., Marij, zijn vrouw, en Elyzabeth 2½ (morgen?) land onder Maurick, en voorts al hetgeen zij bezitten of nog verkrijgen zullen onder Ingen, Omeren, Eck en Maurick, terwijl zij beloven ervoor te zullen zorgen, dat Roeloff Roeloffs bij zijn meerderjarigheid deze verkoop door een afzonderlijke akte zal bekrachtigen. (o.s. april 6). Oorspr. (inv. nr. 1323). Met de geschonden zegels van de tweede, derde en vierde oorkonder. Het zegel van de eerste oorkonder is verloren. 105. 1585 oktober 1 Jacob Jansz. en Eewalt, schepenen van Boemel, oorkonden, dat Cornelis Janss. en Hermen Sloot als gasthuismeesters hebben verkocht voor 1 pond een stuk erf binnen Boemel in de Oenselsestraat, bezwaard met een erftijns, groot een vrancryxse schilt en 4½ gulden lostijns aan Maes Aelertss. (o.s. september 21). Uittreksel uit het signaat van Zaltbommel (1642), in inv. nr. 1513. 106. 1588 januari 16 Wilhem van Herwarden, gewezen rentmeester der stad Niemegen en Alit Toumans, zijn vrouw, lenen aan de gebroeders Herman en Reiner van Bonenburgh genant van Honstein, 800 brabantse gulden tegen een rente van 48 gulden 's jaars en huren van hen gedurende zes jaren een huis in de Munsterstraat te Niemegen voor 39 gulden 's jaars. (o.s. januari 6). Oorspr. (inv. nr. 1373), op papier. Ondertekend door de contractanten. 107. 1595 februari 28 Gerhard Voet, plaatsvervangend stadhouder van de lenen van Gelderland, beleent ten overstaan van de leenmannen Gerlach van der Capel, Jasper van Hattem en Bartholomeus Broil Henrica van Haeften met de korentiend of "Gemensche" tiend en de smaltiend te Driel, toebehorende aan het huis Amersoijen, welke zij van Walraven van Haeften, haar vader, geërfd heeft. (o.s. februari 18). Oorspr. (inv. nr. 1299). Het zegel van de oorkonder is verloren. 2.21.115 Mackay van Ophemert 227

Ondertekend door W. Sluysken, griffier van het Hof. 108. 1596 mei 23 Jan Toniss. en Geerit Toniss., dijkheemraden te Braeckel, oorkonden, dat Ariaen Peeterss. van Muylick naar Dijkrecht een aantal nader om - schreven percelen land aldaar, afkomstig van Merten van Rossum of het huis van Ophemert, krachtens verwin heeft aangevangen. (o.s. mei 13). Oorspr. (inv. nr. 1286). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren. In dorso: "bescheyt van de goederen tot Brakel". 109. 1597 19 Wilhelm van Tuyll tot Bulckesteyn en Jacob Pieck, heer tot Eynspijck, schepenen in Deyl, oorkonden, dat Maximiliaen van der Lauwick, heer van Deyl, als collator der pastorie te Deyl, verklaard heeft schuldig te zijn aan Jan van Giessen een tijns van 16 gulden 's jaars, gaande uit een huis en hof aan de Poel in het gerecht van Deyl, tot eerstgenoemde van laatstgenoemde heeft gekocht ten behoeve van de pastorie, losbaat met 200 gulden, of wel met tweemaal 100 of viermaal 50 gulden. (o.s. oktober 9). Afschrift (1619?), in inv. nr. 1292. 110. 1598 maart 26 Eyck Braem en Johan van der Graft, schepenen te Nymmegen, oorkonden, dat Reyner de Beyer erkent verkocht te hebben aan de erfgenamen van wijlen Philips Wemringh en Hillicken Beyers, zijn dochter, genaamd Henderick, Philips en Sara Wemringh, een moeshof met toebehoren, gelegen bij het convent van de Mariënburch te Nijmegen, alsmede een erfjaarrente, groot 3 enkele gouden hertog- philippusgulden, gaande uit 1½ hond land te Hees. (o.s. maart 16). Oorspr. (inv. nr. 1375). Met de zegels van de beide oorkonders. 111. 1598 maart 26 Reyner de Beyer erkent, ten overstaan van de erfpachters en gerichtslieden Henderyck de Beyer en Rijck van Mullicum, verkocht en overgedragen te hebben aan Henderick, Philips en Sara Wemringh, erfgenamen van wijlen Philips Wemringh en Hillecken Beyers, zijn schoonzoon resp. dochter, een tijns van zes hoenders en een erfpacht van twee schilden 's jaars uiteen huis en hofstede en twee stukken land te Beuningen, volgens de akted.d. 1511 februari 24 (reg. nr. 41), waardoor deze is gestoken. (o.s. maart 16). Oorspr. (inv. nr. 1640). Met het geschonden zegel van Reyner de Beyer en Rijck van Mulicum. Het zegel van Henderyck de Beyer is verloren. 112. 1599 mei 6 Hendrick Swarthamel en Jacob Besman, schepenen te Nyemegen, oorkonden, dat Claes van den Kerckhoff en Reyner van den Kamp als kerkmeesters te Persingen, met toestemming van Hendrick Engelen, Sybertt van Ryn, Claes Bruys en de buren van Persingen en Wercheren, verkocht hebben aan Wilhem van Houwaerden een jaarlijkse rente, groot 29 carolusgulden, die Hendrick van Boneburch, genaamd van Honsten en Anna van Oeyen aan de heer van Persingen ten behoeve van heer Wilhem van Hoemen, vicaris van S. Catharenenaltaar in de kerk te Persingen, verkocht hebben, gaande uit een kamp land, genaamd het Eyndenbott, groot ongeveer 8 morgen, in het Rijk van Nijmegen in den Oeyen, alsmede uit hun huis en hofstede c.a. in de Muxterstraette. (o.s. april 26). Oorspr. (inv. nr. 1373). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. 113. 1600 januari 8 Eyck(?) Braem en Eyck Henck, schepenen te Nyemegen, tevens erfpachters in het Rijk, oorkonden, dat Ida van Behem, weduwe van Henrick van Moock, burgemeester, mede namens hun onmondige kinderen Henricken en Lysbeth, en Derick van Haeften en Naeleken, zijn vrouw, en Geridt van Behem, hebben verkocht aan Aerndt Kelffken een erfrentebrief, groot 27 karolusgulden. 228 Mackay van Ophemert 2.21.115

(o.s. 1599 december 29). Oorspr. (inv. nr. 1373). Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. Deze is gestoken door de akte d.d. 1566 januari 26 (reg. nr. 87).