Structuurvisie Landschapsontwikkelingsplan

december 2009

N

H S toponiemenkaart Structuurvisie Landschapsontwikkelingsplan Tynaarlo

Vastgesteld door de raad op 8 december 2009

In opdracht van Gemeente Tynaarlo opgesteld door H+N+S Landschapsarchitecten

Utrecht, december 2009

N H+N+S Landschapsarchitecten Laan van Chartroise 166 H Postbus 10156, 3505 AC Utrecht T 030 244 57 57 F 030 244 66 77 S E [email protected] W www.hnsland.nl

Inhoudsopgave

1 INLEIDING 9 Deel A: analyse

2 BELEIDSKADERS 17

3 ANALYSE LANDSCHAP IN LAGEN 33

4 ANALYSE ONTWIKKELINGEN 45 Deel B: visie

VISIE OP HET GEWENSTE LANDSCHAP VOOR 5 DE GEMEENTE ALS GEHEEL 53

6 DEELGEBIEDEN EN STRUCTUREN UITGEWERKT 61

INRICHTINGSPRINCIPES PER LANDSCHAPSTYPE 7 EN DEELGEBIED 117

Deel C: realisatie

8 DE REALISATIESTRATEGIE UITGEWERKT 133

9 ORGANISATORISCHE EN FINANCIËLE UITWERKING 139 5 H + N + S ' 0 9

VOORWOORD door Wethouder Assies

Voor u ligt het Landschapontwikkelingsplan van de gemeente Tynaarlo. Een stuk waar ik met recht trots op ben! Samen met een klankbordgroep van 25 vertegenwoordi- gers van vrijwilligers-, maatschappelijke- en overheidsinstanties, hebben we dit breed gedragen plan ontwikkeld.

In het Structuurplan uit 2006 is de integrale visie op de ruimtelijke inrichting van de gemeente Tynaarlo neergelegd. Het Landschapsontwikkelingsplan is een thematische uitwerking van dit structuurplan, waarin we onze ambities ten aanzien van het land- schap aanscherpen en komen met een uitvoeringsplan. Het Landschapsontwikkelings- plan krijgt in onze gemeente de status van structuurvisie. Dit betekent dat we nieuw ruimtelijk beleid hierop gaan toetsen.

De gemeente Tynaarlo vormt de groene long tussen en . In één van de mooiste gebieden van Noord-Nederland stroomt de Drentsche Aa, liggen twee grote meren, enkele natuurgebieden en het typisch Drentse esdorpenlandschap. Wij huldigen het standpunt van ‘goed rentmeesterschap’ en voelen ons aan het verleden én aan de toekomst verplicht om zorgvuldig om te gaan met de inrichting van dit indrukwekkend en eeuwenoud landschap. De kwaliteiten van deze gebieden willen we zoveel mogelijk behouden, versterken en waar nodig vernieuwen.

Voor deze opgave staan we niet alleen; het Landschapsontwikkelingsplan dient na- drukkelijk ook als inspiratiebron om andere partijen te verleiden. Het is ook voor hen de uitdaging om op een andere manier naar de omgeving te kijken en hier op een respectvolle wijze mee om te gaan.

Het Landschapsontwikkelingsplan bestaat uit 3 delen. Het eerste deel geeft een ana- lyse van het landschap en de beleidskaders. Het tweede deel geeft onze visie op het landschap weer. Er is hier aandacht voor het spanningsveld van de kwaliteiten van het landschap en de ambitie voor het gebied. Het derde en laatste deel omvat de realisa- tiestrategie.

Wij gaan voor een duurzame en toekomstbestendige ontwikkeling van de gemeente, die rekening houdt met de biodiversiteit, de cultuurhistorie en landschappelijke waar- den van het landschap!

Wethouder H.H. Assies december 2009 Vries

7 H + N + S ' 0 9

H O O F D S T U K

1 INLEIDING

Gemeente Tynaarlo: (POP). In een landelijke omgeving als de lange tot lange termijn (10 tot 20 jaar). groene long in een gemeente Tynaarlo zijn de dorpen echter Het zal met dat doel worden vastgesteld stedelijke regio een wezenlijk onderdeel van het land- als structuurvisie met een wettelijke schap. De relatie tussen de dorpskern, de looptijd van 10 jaar. Vervolgens zal ook Gemeente Tynaarlo positioneert zichzelf dorpsrand en de omgeving komt daarom een werkboek worden ontwikkeld, dat als luwe ‘Groene Long’ in de stedelijke uitgebreid aan bod. onder andere een projectenprogramma regio Groningen-Assen. De gemeente bevat. Dit vormt de concrete invulling profi teert van de voorzieningen in de Dit rapport beschrijft de inhoudelijke op de korte termijn. Het werkboek zal steden, maar levert zelf ook een belang- visie en de realisatiestrategie, die samen periodiek worden geactualiseerd en rijk aandeel in de woon-, leef- en verblijfs- het beleid bepalen voor het landschap vastgesteld. kwaliteit in de schaduw van de steden. van de gemeente Tynaarlo op middel-

Het prachtige landschap in de gemeente Tynaarlo vormt het basiskapitaal om deze bijzondere rol blijvend te kunnen vervul- len. Het structuurplan (2006) straalt dan ook een hoge ambitie uit ten aanzien van het landschap. Zo is onder meer vastge- legd, dat landschappelijke en cultuurhis- torische kwaliteiten uitgangspunt moeten zijn bij de ontwikkeling van de gemeente. Bovendien is er al veel beleid op het ge- bied van landschap en natuur binnen het grondgebied van de gemeente (zie ook het hoofdstuk ‘beleidskaders’).

De verandering van het landelijke ge- bied is geen zaak van de gemeentelijke overheid alleen, maar vindt plaats onder invloed van een steeds diverser pallet van eigenaren en gebruikers. Daarom is besloten de in het structuurplan be- noemde ambities ten aanzien van het landschap concreet te maken in een Landschapsontwikkelingsplan (LOP). Dit LOP heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente Tynaarlo (voor de analysefase uitgebreid tot de stadsrand van Assen) met een accent op het gebied buiten de rode contou- ren van het Provinciaal Omgevingsplan Positie als groene long in een stedelijke regio

9 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

10 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Doelstelling en Hierin staan spelregels voor ontwikkeling, belangrijkste toponiemen, die in dit rap- waaraan initiatiefnemers zich houden en port worden gebruikt. ambitie waarop de gemeente kan beoordelen. De doelstelling van het Landschapsont- wikkelingsplan is meervoudig. De ge- 4. Inspireren en verleiden Werkwijze meente heeft vier items voor de opgave Het LOP is niet alleen een beleidsin- ontwikkeld: strumentarium. Het moet ook partijen De projectgroep van het LOP bestond (bewoners, ontwikkelaars, ondernemers, uit vertegenwoordigers van de diverse 1. samenhang in beleid en plannen door bestuurders, natuurbeschermers etc.) in- voor het LOP relevante gemeentelijke visie spireren en verleiden om op een andere beleidsvelden. De projectgroep heeft 2. ‘moederplan’ voor beheer en uitvoering manier naar de omgeving te kijken en relevante thema’s voor het LOP gesigna- 3. constructieve sturing en toetsing hier op een respectvolle manier mee om leerd en de inhoudelijke werkzaamheden 4. inspireren en verleiden te willen gaan. van H+N+S landschapsarchitecten bege- leid. De projectgroep legde verantwoor- 1. Samenhang in beleid en plannen door ding af aan de stuurgroep waarin de drie portefeuillehouders van de gemeente Ty- visie Opzet LOP In het Structuurplan is recent een am- naarlo zitting hadden. Tijdens het proces bitieuze beleidsvisie op de ruimtelijke Dit rapport bestaat uit 3 delen. Deel zijn de tussenresultaten een aantal keren ontwikkeling van de gemeente geformu- A en B beschrijven de inhoud van het voorgelegd en bediscussieerd met een leerd. Het LOP bevat een integrale visie landschapsontwikkelingsplan. Deel A klankbordgroep van vertegenwoordigers voor de ontwikkeling van het landschap bevat de analyse. Als eerste hoofdstuk van diverse (maatschappelijke) organi- van Tynaarlo voor de komende10 jaar: van deel A zijn de beleidskaders beschre- saties. Zo is uitgebreid stilgestaan bij de een uitwerking en aanscherping van het ven, waarbinnen het LOP opgesteld is. kwaliteiten en knelpunten in de verschil- structuurplan. De visie borduurt zoveel De volgende hoofdstukken betreffen lende deelgebieden, waarop het LOP zou mogelijk voort op vigerend beleid en een analyse van het landschap in lagen moeten reageren. plannen. Het LOP is de centrale spil voor (hoofdstuk 3) en een analyse van ont- het stroomlijnen van het beleid, plannen wikkelingen (hoofdstuk 4), die zich in dit Het samenspel tussen stuurgroep, pro- en ideeën op het gebied van landschap. landschap voltrekken en waar het LOP jectgroep en klankbordgroep heeft geleid In het kader van de nieuwe wet ruimte- op moet reageren. Deel B geeft daaraan tot het voorontwerp dat op 31 maart lijke ordening (Wro) krijgt het LOP de nader invulling, allereerst door middel van 2009 is vastgesteld. In de daarop volgen- status van structuurvisie. een visie op de hoofdstructuur van het de periode van wettelijk vooroverleg zijn landschap (hoofdstuk 5). In dit hoofdstuk behalve de betrokken regiopartners en 2. ‘Moederplan’ voor beheer en uitvoering is een aantal samenhangende deelgebie- overheden, ook de verschillende dorps- Het LOP biedt de basis voor een con- den en structuren benoemd, die uitge- belangenverenigingen geconsulteerd. sistente doorwerking van het gemeen- werkt worden in hoofdstuk 6. Hierbij is Daarnaast is er een raadsinformatieavond telijke landschaps- en natuurbeleid naar telkens aangegeven, wat de belangrijkste gehouden en is het LOP gepubliceerd op uitvoering en beheer. Het gaat daarbij kwaliteiten van het deelgebied zijn en de gemeentelijke website. Deze periode onder andere om behoud en dooront- wat de ambitie ten aanzien van deze van vooroverleg heeft geleid tot een 11- wikkeling van de landschaps- en natuur- kwaliteiten is. Het laatste hoofdstuk van tal offi ciële reacties die separaat zijn ver- waarden (o.a. door het verhogen van deel B (hoofdstuk 7) beschrijft een aantal werkt in de ‘notitie reacties voorontwerp’ de diversiteit). Ook biedt het een kader inrichtingsprincipes per landschapstype, In een aantal gevallen heeft dit geleid tot voor koppeling van initiatieven aan het waarmee de uitwerking van ontwikke- wijzigingen die in het ontwerp LOP zijn RegioPark. lingen nader kan worden ingevuld. Met aangebracht . Op 8 september 2009 deze indeling wordt van voor naar achter heeft de raad het ontwerp LOP vrijgege- 3. Constructieve sturing in het rapport steeds verder ingezoomd: ven voor formele inspraak. Zes formele De gemeente wil haar regierol met be- van de gemeente als geheel via deel- zienswijzen zijn ontvangen en separaat trekking tot de ontwikkeling van het land- gebieden tot principe uitwerkingen van verwerkt in de Nota van zienswijzen. De schap optimaal vervullen. Het gaat daarbij onderdelen. Deel C beschrijft de realisa- hieruit voortgekomen aanpassingen in zowel om grote als kleine en snelle als tiestrategie, die bij het landschapsontwik- het nu voorliggende Structuurvisie LOP geleidelijke ontwikkelingen. De hoofd- kelingsplan hoort. Aan de binnenkant van hebben echter geen substantiële wijzigin- lijnen voor sturing worden in een ope- de kaft is een kaart opgenomen met de gen opgeleverd. rationeel beoordelingskader vastgelegd. 11 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Kaartbeeld structuurplan

12 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

De verhouding tus- Het structuurplan 2006 geeft dus de ties en functies vastgelegd; in de struc- voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling tuurvisie LOP wordt nader ingegaan op sen het Structuur- aan voor onder meer wonen , werken de vraag hoe op deze plekken vervol- plan en het LOP en infrastructuur. Op de bijbehorende gens nader invulling wordt gegeven aan structuurplankaart 2006 (pagina 12) is landschap en natuur. Structuurplan of structuurvisie? vastgelegd waar bepaalde ontwikkelingen Het structuurplan gemeente Tynaarlo gewenst zijn en globaal een plek gekre- Bestemmingsplannen is in 2006 vastgesteld. Onder de ‘oude’ gen hebben. O.a. aangeduid met ‘nader De structuurvisie LOP zal uiteindelijk Wet op de Ruimtelijke Ordening uit te werken landschap met wonen, ook vertaald worden in bestemmings- (WRO) was de naam structuurplan voorzieningen (en bij Vries ook werken, plannen. Met name het bestemmings- hiervoor het in de wet genoemde recreatie en natuur)’. Deze ontwikkelin- plan Buitengebied Tynaarlo speelt in instrument. Met de invoering van de gen staan in het kader van dit LOP zoals deze vertaling een belangrijke rol. Maar nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening gezegd niet ter discussie. ook in het opstellen en/of actualiseren (Wro) op 1 juli 2008, is de term ‘struc- van andere bestemmingsplannen is de tuurplan’ vervangen door ‘structuurvisie’. De woonuitbreidingen zijn zoveel moge- structuurvisie LOP één van de ingre- In beide gevallen wordt hiermee een lijk beperkt tot de grotere kernen in de diënten geworden, voor wat betreft ruimtelijk beleidsplan aangeduid. Met de gemeente Tynaarlo. Dit is gedaan om het landschap en natuur. Wro zijn de procedurele eisen vereen- landschap zoveel mogelijk te ontzien en voudigd; ook is er geen beroepsproce- om zoveel mogelijk gebruik te kunnen Uiteindelijk is een door de gemeente- dure meer mogelijk. maken van reeds bestaande ontsluitings- raad vast te stellen bestemmingsplan structuren. De woningbouwopgave is het ultieme instrument om af te wegen Volgens het overgangsrecht heeft het hiermee verbreed tot een opgave waarbij of een verantwoorde inpassing in het structuurplan Tynaarlo 2006 onder de water, landschap en natuur integraal deel landschap heeft plaatsgevonden. Met dit nieuwe wet de status van structuurvisie uit maken van de planontwikkeling. planologisch instrument kunnen middels gekregen. Hiermee voldoet de ge- een exploitatieplan ook de landschap- meente Tynaarlo aan de verplichting in In en rond de (dorps)uitbreidingen wordt pelijke kosten op toekomstige ontwik- de Wro, om over een structuurvisie te de landschapsstructuur op deze wijze kelingen verhaald worden. beschikken. versterkt; nieuwbouw wordt dus ontwor- pen in een setting van landschap, water LOP is een structuurvisie met een secto- en natuur. Principes als rood-voor-rood raal karakter en rood- voor- groen, compensatie en Vaststellings- Een structuurvisie kan integraal van ka- mitigatie spelen hierbij een rol. rakter zijn of sectoraal/ thematisch. Ook procedure kan een structuurvisie voor het hele Structuurvisie LOP geeft nadere invulling De gemeente legt het beleid voor het grondgebied, danwel voor bepaalde landschap aan landschap vast in een structuurvisie, delen hiervan worden vastgesteld. Het In de structuurvisie LOP worden uitspra- zoals bedoeld in de wet ruimtelijke structuurplan 2006 is dus een integraal ken gedaan over hoe de in het structuur- ordening. Na het vaststellen van het plan waarin een afweging van alle ruim- plan 2006 aangewezen locaties - met voorontwerp is de structuurvisie in telijke claims (rode, groene en blauwe) behoud van bestaande en ontwikkeling vooroverleg besproken met betrokken heeft plaatsgevonden. De structuurvisie van nieuwe landschappelijke kwaliteiten- partijen, en gepresenteerd aan Raad LOP is een sectorale uitwerking van het vorm krijgen. en bevolking. Op basis daarvan is een structuurplan 2006, voor wat betreft ontwerp-structuurvisie op voorstel van het onderdeel landschap en natuur. Dit Voor niet in het structuurplan 2006 op- B&W door de Raad vrijgegeven voor betekent dat reeds gemaakte keuzes en genomen ontwikkelingen is datgene, wat inspraak. De ontwerp-structuurvisie koersen in het structuurplan 2006 niet is opgenomen in de structuurvisie LOP heeft vervolgens 6 weken ter visie ter discussie staan. kaderstellend. gelegen, en kon iedereen een zienswijze indienen. Na behandeling hiervan is de Structuurplan 2006 geeft locaties en Samengevat; in het structuurplan 2006 structuurvisie defi nitief vastgesteld door functies aan wordt vooral het waar en wat van loca- de Raad.

13 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

14 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

De analyse van het landschap vond plaats op twee manieren: door kaart- studie en door middel van een aantal uitgebreide terreinbezoeken. Tijdens het terreinbezoek zijn de bevindingen van de kaartstudies aangescherpt en zijn con- crete ontwikkelingen in het landschap opgespoord. Deze ontwikkelingen zijn beschreven (en toegelicht met foto’s) in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 bestaat uit een set analysekaarten die de essenties van de verschillende lagen in het landschap weer- geven. Deel A begint met een beschrijving van de beleidskaders (hoofdstuk 2), waar- binnen het LOP is opgesteld.

DEEL A analyse

15 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

foto??

16 H + N + S ' 0 9 H O O F D S T U K

2 BELEIDSKADERS

In dit hoofdstuk worden de beleidska- noodzakelijk maakt of die anderszins Hoofdverbindingsassen ders beschreven die de aanleiding en voor het functioneren van Nederland van (Nationaal Ruimtelijke Hoofdstructuur) het kader vormen voor het LOP van grote betekenis zijn. Het Rijk heeft voor Het Rijk richt zich in het ruimtelijk beleid de gemeente Tynaarlo. Deze worden in de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructu- op die delen van de hoofdinfrastructuur vier beleidsniveaus onderverdeeld: het ren in het algemeen een grotere verant- (weg, spoor, water), die de beide main- Rijksbeleid, provinciaal/ regionaal beleid, woordelijkheid dan daarbuiten en een ports met de belangrijkste grootstedelijke gemeentelijk beleid en concrete plannen hoge ambitie. gebieden in Nederland en het buitenland en projecten. verbinden. Het Rijk is verantwoorde- Binnen de twee hoofdthema’s ‘netwerken lijk voor de hoofdverbindingsassen als en steden’ en ‘water en groene ruimte’ onderdeel van de totale hoofdinfrastruc- Rijksbeleid zijn een aantal uitgangpunten van belang tuur. De gehele A28 is onderdeel van een voor het LOP van de gemeente Tynaarlo. hoofdverbindingsas.

Nota Ruimte 1. Netwerken en Steden 2. Water en Groene Ruimte In de Nota Ruimte is het nationaal ruim- Nationaal Stedelijk Netwerk Groningen-As- Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, Natuur- telijk beleid ondergebracht. Deze nota sen (Nationaal Ruimtelijke Hoofdstructuur) beschermingswetgebieden, Ecologische stelt ‘ruimte voor ontwikkeling’ centraal Het Rijk geeft prioriteit aan de ontwik- Hoofdstructuur en Robuuste Ecologische en gaat uit van het motto ‘decentraal wat keling van nationale stedelijke netwerken Verbindingen (Nationaal Ruimtelijke Hoofd- kan, centraal wat moet’. Ten opzichte van en van veelal binnen deze netwerken structuur) vorige nota’s verschuift het accent van gelegen economische kerngebieden. Dit De netto begrensde Ecologische Hoofd- ‘toelatingsplanologie’ naar ‘ontwikkelings- versterkt de economische positie van de structuur, de Vogel- en Habitatrichtlijnge- planologie’. steden en het draagvlak voor sociaal-cul- bieden en de gebieden die vallen onder turele en infrastructurele voorzieningen. de Natuurbeschermingswet, worden Basiskwaliteit Bovendien perkt het de verstedelijking aangeduid als beschermde gebieden. De Nota Ruimte hanteert een ‘basis- van het buitengebied in. De regio rond Voor deze beschermde gebieden geldt kwaliteit’ welke voor heel Nederland Groningen en Assen behoort tot deze de verplichting tot instandhouding van minimaal wordt geëist. Voor een aantal gebieden. de wezenlijke kenmerken en waarden onderwerpen wordt basiskwaliteit via en een ‘nee, tenzij’-regime. Het ruimtelijk wetten geregeld. Tot de basiskwaliteit Bundelingsgebieden beleid is gericht op behoud, herstel en behoort ook dat decentrale overheden Binnen elk van de nationale stedelijke ontwikkeling van deze wezenlijke ken- expliciet aandacht besteden aan de land- netwerken geeft het Rijk een aantal merken en waarden schappelijke kwaliteit en het ruimtelijk gebieden aan waarin de verstedelijking ontwerp. wordt gebundeld. In de bundelingsgebie- Noordelijke Natte As den moeten ‘stad en land’ in onderlinge Om de ruimtelijke samenhang van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuren samenhang worden ontwikkeld. Ver- EHS op nationaal en internationaal niveau De Nationale Ruimtelijke Hoofdstructu- dichtingsmogelijkheden in het bestaand te verbeteren worden robuuste verbin- ren zijn structuren die in belangrijke mate bebouwd gebied moeten in elk geval in dingen met als primaire functie natuur ruimtelijk structurerend zijn voor Neder- de steden van de verschillende nationale gerealiseerd. De Noordelijke Natte As land, bestuurlijke grenzen overschrijden, stedelijke netwerken, zo optimaal moge- is een dergelijke verbinding. Voor de een complexe of kostbare opgave met lijk worden benut. robuuste verbindingen geldt een plano- zich meebrengen die rijksbemoeienis logische basisbescherming. De basisbe-

17 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Nationale Ruimtelijke hoofdstructuur: economie, infrastructuur, verstedelijking Verstedelijking

Nationale ruimtelijk hoofdstructuur: water, natuur, landschap Nationale landschappen

18 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

scherming is gericht op voorkoming van woningen en mogelijkheden voor werken gemeenten over de omvang en locatie onomkeerbare ingrepen in relatie tot de wenselijk zijn. van woningbouw. In gebieden met een toekomstige functie. substantieel negatieve bevolkingsont- Toeristisch-recreatief gebruik van de groene wikkeling kan onder voorwaarden een Landschap ontwikkelen met kwaliteit ruimte hoger aantal woningen worden gebouwd. Landschappelijke kwaliteiten moeten Routenetwerken voor wandelen, fi etsen Nationale landschappen bieden daarnaast expliciet worden meegenomen in ruim- en de recreatietoervaart worden ver- ruimte voor de aanwezige regionale en telijke afwegingen. Meer aandacht voor sterkt. Provincies worden gestimuleerd lokale bedrijvigheid, inclusief niet grond- het ontwerp is hier onlosmakelijk mee om lijnvormige elementen, zoals dijken, gebonden landbouwbedrijven en inten- verbonden. oevers en houtwallen, toegankelijker te sieve veehouderijen. Ook hier maken maken. Tevens worden provincies gesti- provincies en gemeenten afspraken over Nationaal Landschap de Drentsche Aa muleerd om de toegankelijkheid van na- de aard en omvang van locaties voor (Nationaal Ruimtelijke Hoofdstructuur) tuurgebieden en landbouwgrond verder bedrijventerreinen. De primaire verantwoordelijkheid voor te vergroten. de basiskwaliteit van het Nederlandse Maatvoering, schaal en ontwerp zijn landschap ligt bij provincies. Een aantal Afstemming van verstedelijking en econo- bepalend voor behoud van de kwaliteiten bijzondere waardevolle gebieden is ech- mie met de waterhuishouding van deze landschappen. Om die reden ter aangemerkt als Nationaal Landschap. Om te verzekeren dat provincies en zijn grootschalige verstedelijkingslocaties Voor deze gebieden heeft het Rijk een (samenwerkende) gemeenten bij locatie- en bedrijventerreinen, nieuwe groot- specifi eke verantwoordelijkheid. keuzen, bij de (her)inrichting van nieuw of schalige glastuinbouwlocaties en nieuwe bestaand bebouwd gebied en bij andere grootschalige infrastructurele projecten Duurzame en vitale landbouw ruimtelijke plannen rekening houden met niet toegestaan. Het kabinet acht een economisch vitale, de wateropgave, is de watertoets opge- grondgebonden landbouw van belang nomen. De kernkwaliteiten van de Nationale voor het beheer en het grondgebruik landschappen zijn leidend voor de ruim- van het buitengebied. Van de provincies Nationaal landschap Drentsche Aa telijke ontwikkeling. Deze worden voor wordt verwacht dat zij in hun ruimtelijke Een deel van de gemeente Tynaarlo is Nationaal landschap ‘de Drentsche Aa’ plannen meer mogelijkheden voor een onderdeel van het Nationale landschap in de Nota Ruimte als volgt omschreven: bredere bedrijfsvoering creëren en reke- de ‘Drentsche Aa’ dat doorloopt tot in “dit zeer kleinschalige laaglandbeek – en ning houden met de eisen die de wereld- de provincie Groningen. De 20 Nationale essenlandschap wordt gekarakteriseerd markt stelt aan agrarische bedrijven. landschappen in Nederland zijn gebieden door meanderende beken. De beekdalen met ‘internationaal zeldzame of unieke zelf kenmerken zich door wallen en singels Optimale benutting van de bestaande en nationaal kenmerkende landschaps- omzoomde weiden en hooilanden. Op de bebouwing en ruimte voor nieuwbouw kwaliteiten en in samenhang daarmee hogere gronden bevinden zich de essen en De komende jaren zal het aantal vrijko- bijzondere natuurlijke en recreatieve dorpen omgeven door grotere ontginnin- mende gebouwen in het buitengebied kwaliteiten.’ Het uitgangspunt voor het gen en de vroegere woeste gronden in de blijven stijgen. Vrijkomende bebouwing ruimtelijke beleid voor de Nationale land- vorm van bossen en heides. De agrarische kan worden omgezet in een woonbe- schappen is ‘behoud door ontwikkeling’. geschiedenis is goed te herkennen in dit stemming of dienen als vestigingsruimte De Nationale landschappen moeten zich landschap door de samenhang tussen de voor kleinschalige bedrijvigheid. Om te sociaal-economisch kunnen ontwikkelen, verschillende elementen. Zeer bijzonder zijn voorkomen dat gebouwen langdurig terwijl de bijzondere landschappelijke, de opvallende lineair gegroepeerde grafheu- leegstaan en verpauperen, hebben pro- cultuurhistorische en natuurlijke kwali- vels langs prehistorische wegen. " vincies de mogelijkheid om, naast herge- teiten worden behouden of versterkt. In bruik, deze gebouwen te slopen en in ruil het algemeen betekent dit dat er het ‘ja, Samengevat zijn de kernkwaliteiten: daarvoor - en ter fi nanciering daarvan - mits-regime’ gevoerd wordt. - Grote mate van kleinschaligheid woningen terug te bouwen (‘ruimte voor - Vrij meanderende beken ruimte’). Los van de sloop van vervanging Binnen de Nationale landschappen is - Samenhangend complex van essen, of hergebruik van bestaande verspreide ruimte voor ten hoogste de eigen bevol- bossen, heides en moderne ontginnin- bebouwing kan voor verbetering van het kingsgroei (migratiesaldo nul). Op basis gen buitengebied soms ook nieuwbouw van hiervan maken provincies afspraken met

19 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Nationaal beek-en esdorpenlandschap Drentsche Aa Nationaal landschap vs. Nationaal beek-en esdorpen landschap

Nationale Snelwegpanorama's

20 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

De provincie is verantwoordelijk voor De eerste twee Nationale Parken (De rijk uitgangspunt is de fi losofi e van ‘be- de uitwerking van het beleid. Een gede- Hoge Veluwe en Veluwezoom) zijn in houd door ontwikkeling’. Deze fi losofi e tailleerde begrenzing van het Nationale de jaren dertig ontstaan uit particulier gaat er vanuit dat de eigen identiteit van landschap wordt in het streekplan opge- initiatief. De andere achttien parken zijn het gebied slechts behouden kan blijven nomen en de benoemde kernkwaliteiten sinds de jaren tachtig offi cieel ingesteld en versterkt kan worden doordat de worden daarin uitgewerkt tot integrale door de minister van Landbouw, Natuur gebruiksfuncties zich blijvend kunnen ont- uitvoeringsprogramma’s. In deze uitvoe- en Voedselkwaliteit (LNV). Een nationaal wikkelen en vernieuwen. Het bestaande ringsprogramma’s is specifi ek aandacht park wordt bestuurd door een Overleg- landschap met zijn ontstaansgeschiedenis voor grondgebonden landbouw, natuur, orgaan, waarin alle eigenaren, beheerders is hiervoor de gemeenschappelijke basis. toerisme en recreatie. Het rijk zal vanuit en bestuurders zijn vertegenwoordigd. Aan de hand van zes thema’s wordt het het Investeringsbudget Landelijk Gebied Het Ministerie van LNV draagt een groot toekomstbeeld van het Nationaal Park via cofi nanciering een bijdrage leveren deel van de kosten van beheer en on- geschetst. Per thema worden een aantal aan investeringen en beheerskosten. derhoud, en van voorlichting en educatie concrete acties genoemd. binnen het nationaal park. De Provincie heeft in 2006 Doordat het Rijk het gehele Drentsche het ‘Uitvoeringsprogramma Nationaal Omdat de functies landbouw en wonen Aa gebied als Nationaal Landschap heeft Landschap Drentsche Aa’ opgesteld. Het in een Nationaal Park ondergeschikt zijn aangewezen is de continuering van het Beheer, Inrichting en Ontwikkelings- aan de natuur, was een Nationaal Park gebiedsgerichte beleid gewaarborgd, plan opgesteld voor het Nationaal Park in traditionele zin voor de Drentsche evenals de extra inzet van rijksmiddelen ‘Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Aa geen reële optie. Het gebied heeft voor het gehele gebied. Drentsche Aa’ vormt hiervoor één immers ook een duidelijke woonfunctie van de kaders. In het uitvoeringspro- en het bestaat voor meer dan de helft uit Nationale Snelwegpanorama’s gramma worden de kernkwaliteiten van landbouwgrond. Op zoek naar maatwerk De minister van Volkshuisvesting, Ruimte- het gebied in 6 thema’s uitgewerkt. De voor de Drentsche Aa ontstond het plan lijke Ordening en Milieubeheer (VROM) basisfi losofi e is: ‘Kwaliteit in ontwerp: Een voor het ‘Nationaal beek- en esdorpen- heeft op 7 november 2008 de struc- ontwikkelingsgerichte landschapsstrategie’. landschap Drentsche Aa’ dat de eigen tuurvisie ‘Zicht op mooi Nederland, Het bestaande landschap is in deze fi lo- sfeer en identiteit zou kunnen behouden. Structuurvisie voor de Snelwegomgeving’ sofi e het vertrekpunt voor het nieuwe. Dit heeft geleid tot een verbrede doel- aan de Tweede Kamer aangeboden. Doel Ontwikkelingen zijn toegestaan en zelfs stelling waar bij het beheren, inrichten en van de structuurvisie is om de ruimtelijke gewenst, maar moeten in het verlengde ontwikkelen gekozen is voor een brede kwaliteit van de snelwegomgeving te ver- liggen van de ontstaansgeschiedenis en aanpak waar natuur, landschap, landbouw, beteren en herkenbare en kenmerkende de onderliggende structuren. recreatie, inwoners en gebruikers, water- landschapskwaliteiten in de snelwegom- huishouding en cultuurhistorie bij betrok- geving veilig te stellen. ken zijn. In 2002 is het aangewezen als Nationaal Park: Nationaal beek- en Nationaal Park. Dit doel wordt ondermeer bereikt esdorpenlandschap Drentsche Aa door het selecteren van negen Nati- Nederland heeft twintig Nationale De grenzen van het gebied worden onale Snelwegpanorma’s. Nationale Parken. In het Structuurschema Groene gevormd door de driehoek Assen- Snelwegpanorama’s zijn specifi eke open Ruimte (1993) is een nationaal park om- Gieten-Glimmen. Het kenmerkende van gebieden langs snelwegen binnen Nati- schreven als: “een aaneengesloten gebied het Drentsche Aa-gebied is de variatie onale landschappen met als kwaliteit de van ten minste 1000 ha, bestaande uit aan gave landschappen, waarin de groten- zichtbaarheid, herkenbaarheid en bele- natuurterreinen, wateren en/of bossen, met deels niet-gekanaliseerde beek Drentsche ving van bijzondere landschappelijke- en een bijzondere landschappelijke gesteldheid Aa (met zijbeekjes) stroomt. cultuurhistorische waarden. Openheid en en planten- en dierenleven. Er zijn goede cultuurhistorische patronen en objecten mogelijkheden aanwezig voor recreatief me- Met de opstelling van het ‘Beheer, Inrich- zijn hierbij belangrijke kwaliteiten. De degebruik. In de Nationale Parken worden ting en Ontwikkelingsplan’ (BIO-plan) A28 door het Nationaal Landschap de natuurbeheer en natuurontwikkeling geïn- in 2002, tot stand gekomen in nauwe ‘Drentsche Aa’ behoort tot de Nationale tensiveerd, natuur- en milieueducatie sterk samenwerking met betrokkenen uit het Snelwegpanorama’s. gestimuleerd en vormen van natuurgerichte gebied, is een gezamenlijk gedragen visie recreatie, alsook onderzoek bevorderd.” voor het gebied ontwikkeld. Een belang-

21 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Provinciaal Omgevingsplan Drenthe

22 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

De opgave voor de Nationale Snelweg- Provinciaal / regionaal met de aanwezige streekeigen ken- panorama’s is om de gebiedskwaliteiten beleid merken. De stads- en dorpskernen zijn te behouden en te versterken evenals de ingedeeld in vier types die elk een eigen zichtbaarheid en herkenbaarheid hiervan Provinciaal Omgevingsplan rol hebben binnen het stedelijk netwerk: vanaf de snelweg. Het Rijk geeft de pro- Drenthe streekcentra, substreekcentra, hoofdker- vincies beleidsruimte om het beleid ten Het Provinciaal Omgevingsplan (POP) nen en kleine kernen. aanzien van de Nationale Snelwegpano- geeft een visie op de duurzame ontwik- rama’s gebiedsspecifi ek uit te werken en keling van Drenthe voor de periode tot Voor het stimuleren van de werkgelegen- te borgen binnen de uitwerking van het circa 2030. Het vormt een ontwikke- heid moeten er voldoende en duurzaam beleid voor de Nationale Landschappen. lingskader en een basis voor uitvoerings- ingerichte bedrijventerreinen beschikbaar Dit betreft ook het lokaliseren van het programmering en fi nanciering. Er wordt zijn. panoramagebied en de gebiedskwaliteiten een ruime verantwoordelijkheid toege- hierbinnen. Het Rijk heeft daarom geen kend aan gemeenten en waterschappen. Het landelijke gebied begrenzing per panorama vastgesteld, Een belangrijk uitgangspunt is het tot De belangrijkste doelstelling bij de maar wel aangegeven waar de zichtbaar- stand brengen van een evenwicht tus- ontwikkeling van het landelijk gebied heid vanaf de snelweg speelt. sen enerzijds ontwikkeling en anderzijds is het realiseren en instandhouden van handhaving en vergroting van de kwa- een vitaal landelijk gebied. Het Drentse In lijn met het beleid voor de Nationale liteiten van Drenthe. De inrichting van platteland beschikt over unieke waarden Landschappen zijn ruimtelijke ontwik- het stedelijk en het landelijk gebied staat op het gebied van natuur, milieu, cultuur- kelingen mogelijk, mits de kernkwaliteiten daarbij centraal. Maar ook bereikbaarheid, historie en landschap. De provincie zet van het landschap worden behouden kennisinfrastructuur en een goed sociaal zich in voor het behoud en versterking of versterkt: het ‘ja, mits-regime’. Groot- evenwicht zijn van groot belang. van het landelijk gebied en investeert in schalige verstedelijkingslocaties en be- natuur, landschap, landbouw, toerisme en drijventerreinen, nieuwe grootschalige Het stedelijk gebied recreatie. glastuinbouwlocaties en nieuwe groot- Het beleid is gericht op bundeling van de schalige infrastructurele projecten zijn niet economische activiteiten in twee kernzo- De ecologische hoofdstructuur en de cul- toegestaan. In Nationale Landschappen nes. In Noord-Drenthe is dat het gebied tuurhistorische hoofdstructuur leggen dat geldt bovendien de ‘migratiesaldo nul’ tussen Assen, Roden/Leek, Groningen en deel van het landelijk gebied vast waar benadering voor woningbouw. Hoogezand. In Zuid-Drenthe gaat het om het behoud en de ontwikkeling van de het gebied tussen , , natuurwaarden en de cultuurhistorische De voor de Nationale Landschappen op- Emmen, , Hardenberg en waarden voorop staan. Aan de andere gestelde uitvoeringsprogramma’s vormen Steenwijk. Met de keuze voor twee eco- kant zijn er de landbouwkerngebieden het uitgangspunten voor de gebiedsopga- nomische kernzones wordt de ontwik- waar de landbouw ruime mogelijkheden ven in de Nationale Snelwegpanorama’s. keling daar gestimuleerd en daarmee de krijgt. Met de Nationale Snelwegpanorama’s werkgelegenheidsfunctie en het draagvlak wordt daar een opgave aan toegevoegd voor de voorzieningen versterkt. Kiezen Er geldt voor het landelijk gebied een die samenhangt met de kwaliteit van de voor twee kernzones zorgt er tegelij- systeem van integrale zonering. Dit snelwegomgeving en in het bijzonder met kertijd voor dat de druk op het landelijk betekent dat het gebied wordt ingedeeld het zicht hierop. gebied wordt verminderd. in zes globale zones die elk een eigen integraal beleidskader hebben voor mo- Het Nationaal Snelwegpanorama Drent- Een belangrijke doelstelling voor het gelijke ontwikkelingen op het gebied van sche Aa (A28) ligt in het Nationaal stedelijk gebied is het creëren van een landbouw, natuur, landschap, milieu, water, Landschap Drentsche Aa, tussen Glimmen aantrekkelijk vestigingsklimaat om zo een cultuurhistorie en recreatief medegebruik. en het stedelijk gebied Groningen. Het goed aanbod van werkgelegenheid en snelwegpanorama ligt op de overgang van voorzieningen te kunnen bieden. Ook Zone 1: Grondgebonden landbouw met de besloten Hondsrug en de beneden- moet er gezorgd worden voor een aan- mogelijkheden voor recreatie loop van het open beekdal van de Drent- trekkelijk woonklimaat waarin groen en Uitoefening van de grondgebonden land- sche Aa. Het snelwegpanorama biedt zicht water nadrukkelijk een plaats krijgen. Bij bouw staat voorop. Voor vestiging en uit- vanaf beide zijden van de snelweg A28 het ontwikkelen van de Drentse steden breiding van bebouwing ten behoeve van op overwegend open weiden, natuur en en dorpen wordt ingezet op het behoud de grondgebonden landbouw en recre- plassen en hogere randen met bossen en en de versterking van het eigen gezicht atie zijn ruime mogelijkheden. Ten aanzien kernen. 23 H + N + S ' 0 9

STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

van de intensieve veehouderij wordt een kundig gebruik. Recreatief medegebruik is * grondwaterbeschermingsgebied de grote mate van terughoudendheid in acht alleen mogelijk wanneer de waarden van Drentsche Aa (oppervlaktewaterwinning); genomen. Recreatief medegebruik wordt natuur, landschap en cultuurhistorie niet * waterwingebied en grondwaterbe- bevorderd. worden aangetast. Uitbreiding van land- schermingsgebied en tevens gebied tegen bouwbedrijven is beperkt tot een bouw- fysische bodemaantasting ; Zone 2: Grondgebonden landbouw met perceel van maximaal 1,5ha. Vestiging * waterwingebied en gebied tegen fysi- mogelijkheden voor recreatie binnen de van nieuwe bedrijven voor de intensieve sche bodemaantasting . landschappelijke en cultuurhistorische veehouderij wordt niet toegestaan. Be- Deze gebieden vervullen met name voor hoofdstructuur bossing past in het algemeen niet in deze de inwoners van de provincie Groningen Uitoefening van de grondgebonden zone. De waterhuishouding sluit zo dicht een belangrijke functie voor de drinkwa- landbouw staat voorop. Inrichtingsmaat- mogelijk aan op de ‘natuurlijke waterhuis- tervoorziening. Genoemde waterwin- regelen ten behoeve van landbouw en houding’. gebieden zijn dan ook in eigendom van recreatie alsmede de uitbreiding van be- het Waterbedrijf Groningen. Natuur- en bouwing zijn mogelijk zolang de waarden Zone 5: Natuur Landschapsontwikkeling kan juist ingezet van natuur en landschap en de cultuur- Binnen deze zone gaat het om behoud, worden als instrument om waterwinning, historische hoofdstructuur in hoofdzaak herstel of ontwikkeling van natuur- zowel kwantitatief als kwalitatief, duur- gehandhaafd blijven. Vestiging van nieuwe waarden. Daarbij zijn ook aspecten van zaam te kunnen blijven garanderen. bedrijven voor de intensieve veehouderij cultuurhistorie en landschap van belang. wordt niet toegestaan. Recreatief mede- Andere doeleinden zijn slechts aanvaard- gebruik wordt bevorderd. baar voorzover deze verenigbaar zijn met Regiovisie Nationaal Stedelijk de natuurdoelstelling. Netwerk Groningen–Assen 2030 Zone 3: Verwevingsgebied landbouw en De Regiovisie Groningen-Assen biedt landschap Zone 6: Bos met recreatie, houtproductie en een gemeenschappelijk kader voor de In deze zone zijn landbouw, recreatief natuur ontwikkeling van het Nationaal Stedelijk gebruik en de waarden van natuur, land- Het gaat in deze zone om de meervoudi- Netwerk Groningen-Assen. De eerste schap en cultuurhistorie gelijkwaardig. ge doelstelling van de bossen. Dit betreft Regiovisie Groningen-Assen 2030 werd Inrichtingsmaatregelen worden afgestemd zowel houtproductie, recreatief medege- in 1999 vastgesteld. Daarin koos de op behoud, herstel en ontwikkeling van bruik als behoud en ontwikkeling van de Regio voor een ontwikkeling tot stede- de waarden van natuur, landschap en cul- waarden van natuur, cultuurhistorie en lijk netwerk. Niet lang daarna werd in tuurhistorie alsmede op het landbouw- landschap. het nationale ruimtelijke beleid de regio kundig en recreatief gebruik. aangewezen als een van de zes nationale Nieuwbouw is alleen toegestaan als er Grondwaterbeschermingsgebieden met het stedelijke netwerken. In 2030 moet de geen wezenlijke aantasting plaatsvindt oog op de drinkwatervoorziening regio een schakelrol vervullen tussen be- van aanwezige waarden en er voldoende Doel is een zodanige kwaliteit van het langrijke stedelijke centra in Noordwest- landschappelijke inpassing mogelijk is. grondwater na te streven dat het water Europa. Uitbreiding van landbouwbedrijven is be- zonder ingrijpende en kostbare zuive- perkt tot een bouwperceel van maximaal ring geschikt is voor de bereiding van De Regiovisie is geen ruimtelijke plan in 1,5ha. Vestiging van nieuwe bedrijven drinkwater. Voor de kwaliteit van het de zin van de Wet Ruimtelijke Ordening, voor de intensieve veehouderij wordt grondwater met het oog op de openbare maar een samenwerkingsprogramma niet toegestaan. Bebossing past in het drinkwaterwinning en -voorziening is van regionale overheden om te komen algemeen niet in deze zone. de provincie verantwoordelijk. Grond- tot regionale ontwikkeling met behoud waterwinningen krijgen aanvullend op van aanwezige kwaliteiten. Het geeft een Zone 4: Verwevingsgebied landbouw en het generieke milieubeleid een extra toekomstvisie in hoofdlijnen met een glo- natuur bescherming. Daarmee wordt beoogd baal programma en bevat en groot aantal Het beleid richt zich erop om de samen- te voorkomen dat de kwaliteit van opgaven die moeten worden uitgewerkt hang tussen de functies landbouw en na- het grondwater wordt aangetast door en gerealiseerd. De visie krijgt zijn neer- tuur te versterken. Inrichtingsmaatregelen verontreinigingen. Rondom de grondwa- slag in plannen van provincie, gemeenten worden afgestemd op behoud, herstel en terwinningen zijn beschermingsgebieden en waterschappen. ontwikkeling van de waarden van natuur, aangewezen in de Provinciale omgevings- landschap en cultuurhistorie waarbij re- verordening Drenthe (POV). Binnen de De twee hoofddoelen van de Regiovisie kening wordt gehouden met landbouw- gemeente Tynaarlo, zijn dat het: zijn de verdere economische ontwikke-

Kaartbeeld pagina hiernaast: Regiovisie Groningen - Assen 25 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Projecten Regiopark

Hunzeproject - deelgebied

26 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

ling van het Nationaal Stedelijk Netwerk tussen watersysteem, natuurontwikkeling, ingegeven is door het idee dat de open en het behouden en versterken van de landbouw en recreatie. Voor water, natuur, ruimte en het landschap tussen Gronin- gebiedskwaliteiten. Om beide doelstel- landschap, landbouw en recreatie zijn gen en Assen nu nog relatief ‘leeg’ is. Met lingen waar te maken is een balans nodig aparte programmapunten opgesteld. het concept van de Koningsas vindt een tussen economie, bereikbaarheid en focus plaats op de kwaliteiten van deze leefbaarheid. Deze balans moet worden De verwachting is dat in het zuidwes- groene ruimte. Hierbij gaat het zowel om behouden, ook als de dynamiek in de telijk deel van de regio de rol van de subjectieve (de beleving) als om objec- regio toeneemt. landbouw zal veranderen en dat er meer tieve (erkend als nationaal landschap, ruimte beschikbaar komt voor andere snelwegpanorama e.d.) kwaliteiten. De Regiovisie vormt de basis voor de functies, zoals natuur en recreatie. In de uitwerking van opgaven en projecten beekdalen dienen de aanwezige waarden In zijn algemeenheid staat de Koningsas door de provincies en de gemeenten. Bij van natuur en landschap en de cultuur- voor behoud en toename van de ruimte- projecten waarbij een nadrukkelijke regi- historische kenmerken behouden te lijke, landschappelijk en culturele kwali- onale regie nodig is om tot ontwikkeling blijven. In samenhang met de aanwezige teiten in het gebied tussen Groningen en te komen zal de Regio de projectorga- hoofdinfrastructuur en langs het Noord- Assen. Het minimumdoel van de Ko- nisatie verzorgen en fi nanciële middelen Willemskanaal is ruimte voor inpassing ningsas is het voorkomen dat het gebied beschikbaar stellen uit gezamenlijk te van woningbouw die bijdraagt aan de dichtslibt met allerhande ontwikkelingen creëren fondsen. landschapskwaliteit. Bij Assen wordt het zonder meerwaarde of samenhang. De landschap ingericht ten behoeve van ambities gaan echter verder om in het Het stedelijk gebied verstedelijking en stedelijke recreatie. Koningsas gebied alleen zaken te ontwik- De ontwikkeling van de verstedelijking kelen die iets toevoegen aan de culturele en het vervoersnet wordt gebundeld in Koningsas en ruimtelijke kwaliteit. de ‘T-structuur’. Deze wordt gevormd De Koningsas is de metafoor voor de door de steden Groningen en Assen en landschappelijke, geografi sche en sociale Volgens de Koningsas-fi losofi e zijn ont- de schragende kernen Leek/Roden en samenhang tussen de beide steden in het wikkelingen niet onmogelijk, maar dienen Hoogezand-Sappemeer. In elk van de stedelijk netwerk. De Koningsas is hier- zij juist een toevoeging te zijn aan het stedelijke centra worden onderschei- mee de contramal van de verstedelijking bestaande palet aan ruimtelijke kwali- dende kwaliteiten tot stand gebracht die (de mal) in het stedelijk netwerk van teiten. Een ontwikkeling dient dus een elkaar aanvullen. Bij de toedeling van de Groningen en Assen. duidelijke meerwaarde te hebben. Het woningbouwaantallen naar de afzonder- betekent niet dat de Koningsas-fi losofi e lijke gemeenten wordt rekening gehou- Door de infrastructuur-lijnen is de rode ontwikkelingen mogelijk moet ma- den met het draagvlak van natuur en beleving intensief, herhaald maar wel ken met een groen randje. Het betekent landschap. Binnen de steden wordt ook oppervlakkig; het gebied is tegelijkertijd besef van, visie op en denken in een ruimte gecreëerd voor nieuwe economi- heel goed bereikbaar (snelwegafslagen) groter ruimtelijk-maatschappelijk kader. sche bedrijvigheid. als geïsoleerd en niet toegankelijk (de De Koningsas veronderstelt géén rood infrastructuur heeft het gebied doorsne- programma, maar vormt een kader voor Kolibri OV-Netwerk: Voor het hele ge- den en slecht ontsloten voor recreatief ontwikkelingen in een breed palet aan bied wil de Regio Groningen-Assen een verkeer). Hierdoor is het gebied kwets- kleuren. kwaliteitssprong in het openbaar vervoer baar voor ongewenste ontwikkelingen. bereiken. De Regio neemt zelf het initia- De Koningsas gaat ook om perceptie, be- tief voor de realisering van de eerste fase Groen en landschap tussen Groningen leving, ervaring en marketing van een ge- van dit ‘Kolibri-project’ en Assen getuigen op veel plekken al van bied. Het concept kan worden benut om een hoog niveau. Door gericht te investe- de A28 tussen Groningen en Assen in te Het landelijk gebied ren in de verdere ontwikkeling van groen richten als de ‘etalage’ van het Noorden. Er zijn twee centrale doelen voor het lan- en landschap kan de samenhang tussen Hierin wordt getoond dat verschillende delijke gebied geformuleerd. De kwaliteit verschillende delen en de beleving voor activiteiten (wonen, recreatie, economie) en diversiteit van de landschappen die inwoners, passanten en recreanten wor- goed samengaan met de kwaliteit van het de regio zo uniek maken worden be- den vergroot. Op regionaal schaalniveau landschap. waakt en nieuwe ontwikkelingen worden staat de Koningsas hiermee voor een daarop afgestemd. Ook wordt er gezocht regionaal park. Een gedachte die mede De Koningsas is bij uitstek het gebied naar samenhang en functiecombinaties waarin de regio zich aan de wereld toont.

27 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Inrichtingsplan Herinrichting Peize

H Plankaart (Kaartbijlage B5) amerswe

Peizermade

Functies in het gebied, verandering openbaarheid wegen en g hoofdwatergangen en schouwpaden

Wegen in eigendom, beheer en onderhoud bij de gemeenten en Tynaarlo Watergangen in eigendom, beheer en onderhoud bij het Waterschap Noorderzijlvest

L

a Inrichtingsvoorstellen voor het gebied, met de functie ngma N 372 O m waterberging-natuur staan op kaart B6 Schets inrichting waterberging - natuur. di g jk e conform besluit Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe le g de

Ee datum 4 maart 2008 ld e rdi e schaal 1 : 20.000 p

Peizer- W Algemeen e ringse

weering E Begrenzing plangebied waterberging - natuur e ld

Di e r d Blokgrens / begrenzing herverkavelingsblok j k i ep Bebouwing Water, bestaand

Infrastructuur dijk Zand Hoofwatergangen waterschap Status Te handhaven hoofdwatergang Roderwolde Nieuwe hoofdwatergang (korting artikel 56 WILG) D ren Nieuwe Sloot Nieuwe Te vervallen hoofdwatergang t se Dijk Schouwpaden (korting artikel 56 WILG) Gou Rechts 4m onderhoudspad we ijk Rechts niet afgebakend onderhoudspad Zandd Weeringsbroeken Links 4m onderhoudspad n laa st Links niet afgebakend onderhoudspad ru ud Links en rechts 4m onderhoudspad Wo

Links en rechts niet afgebakend onderhoudspad Stenhorsten Zoekgebied koppeling Grote Masloot - Eelderdiep

Openbaarheid wegen Niet openbare weg (weg opgeheven) Niet openbaar onderhoudspad nutsvoorziening (nieuw aan te leggen) 72 Niet openbaar fietspad (fietspad opgeheven) N 3 Openbaar fietspad (nieuw aan te leggen via korting artikel 56 WILG) dijk Openbaar fietspad (nieuw aan te leggen door derden) ord No Openbare wandelroute (nieuw aan te leggen via korting artikel 56 WILG)

Openbare wandelroute (afhankelijk van plan van toedeling) Kooikampen De Marsen

Randvoorwaarden k Zuiddij Bestaande natuur en landschapselementen

Terrein van hoge archeologische waarde Peize Rijksarcheologisch monumenten Hoogspanningsleiding / Mast

Functies Broekstukken Ecologische verbindingszone

Robuuste verbindingszone Klunderveen EHS beheersgebied EHS ruime jas gebied EHS natuur De Weehorst Waterberging - Natuur

Recreatie G rote

Natuurbeleefpunt M

a s Archeologisch beleefpunt loot Kanoroute Ruiterpad Fiets/wandelvoorziening

Kunstwerken Gemaal bestaand Gemaal nieuw Dam nieuw

Stuw nieuw ningen ro G Inlaatwerk nieuw en av h ucht L

Bunne DLG realiseert groene plannen voor 16 miljoen Nederlanders!

Donderen

eg

R od Norgerw

er w e g

Langaarveen DLG Regio Noord 20070830EB1_Peize_PlankaartB5_A0_druk Bronnen: Meters © De auteursrechten en databankrechten: Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2004 0235 470 940 1.410 1.880

Herinrichtingsplan Peize

28 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Vanaf de A28, die als parkway is vorm- Het Milieubeleidsplan is opgesteld vol- Het LOP sluit nauw aan bij de hoofd- gegeven, zijn prachtige landschappen te gens de zogenoemde ‘gebiedsgerichte doelstellingen van het landgoederen zien. Maar ook de bedrijventerreinen die benadering’ en sluit aan bij het Struc- beleid. ontworpen zijn als zichtlocatie. tuurplan. Het gemeentelijk grondgebied is hiervoor opgedeeld in zes verschil- Concrete plannen en Het concept Koningsas is gericht op de lende gebiedstypen met ieder zijn eigen projecten verzoening van economische activitei- kwaliteiten, kenmerken en functies. De ten in dit gebied met de kwaliteiten van gebiedstypen zijn: bebouwde omgeving, Baanverlenging Groningen Airport het Nationaal Landschap. In het verle- bedrijventerreinen, verkeer en vervoer, Eelde den werd gedacht aan een concreet natuur, recreatie en buitengebied. Voor De afdeling Bestuursrechtspraak van uitgewerkt plan waarbij het Noord- ieder van deze zes gebiedstypen is de de Raad van State zal naar verwachting Willemskanaal zou uitgroeien tot ideale huidige situatie geanalyseerd en zijn de nog in 2009 het laatste resterende punt vestigingsas voor gecombineerde land- gewenste ontwikkelingen en (milieu) behandelen van het ingestelde beroep goederen van wonen en werken. Inmid- ambities, doelstellingen en concrete acties tegen de Aanwijzingsbesluiten van het dels heeft het concept echter een minder opgesteld. Rijk voor de baanverlenging. Een com- letterlijke betekenis gekregen. In het LOP worden de gewenste land- pensatieplan voor de natuur- en land- schapskwaliteiten en –ambities, waar- schapswaarden die verloren gaan maken De Koningsas staat op dit moment vooral onder het streven om de Groene Long deel uit van de plannen. Ook zal de baan- voor de grote ambitie waarmee de ver- te handhaven en te versterken, verder verlenging aangegrepen worden om bij zoening tussen economische activiteiten uitgewerkt. te dragen tot realisatie van ontbrekende en het Nationaal Landschap vorm zou delen van de ecologische verbindings- moeten krijgen. Beleidsnotitie Nieuwe landgoede- zone nabij de luchthaven. ren, 2002 Gemeentelijk beleid Deze notitie uit 2002 is tot stand ge- Waterberging/Natuurontwikkeling komen vanuit de gedachte dat nieuwe Eelder- en Peizermaden Structuurplan Tynaarlo landgoederen primair worden ingezet In het gebied rond Peize worden wa- Het Structuurplan, vastgesteld in 2006, om het beleid ten aanzien van natuur terbergingsgebieden aangelegd. In het geeft de voorgenomen ruimtelijke ont- en landschap nader uit te werken, zodat hiervoor opgestelde inrichtingsplan wordt wikkeling voor het grondgebied van de de gemeente blijvend als ‘groene long’ o.a. voor de landbouw gestreefd naar een gemeente Tynaarlo aan voor o.a. wo- kan functioneren tussen de stedelijke verbetering van de landbouwstructuur en nen, werken en infrastructuur; zie kaart gebieden Assen en Groningen. Het doel zijn voor de natuur de versnelde realisa- pag.12. Het hierin geformuleerde beleid is om een landschappelijk herkenbaar tie van de begrensde natuurgebieden, de is daarvoor het uitgangspunt. De door- ecologisch netwerk van beekdalen en Robuuste Verbinding (EHS) en één eco- werking in het LOP is nader omschreven beekdalfl anken te realiseren. Daarnaast logische verbindingszone de te realiseren op pag. 13. dienen landgoederen door hun ligging doelen. en inrichting ook een maatschappelijke Milieubeleidsplan Tynaarlo 2008- meerwaarde te vervullen middels een In de Eelder- en Peizermaden is ongeveer 2011 extensief recreatief medegebruik. 1400 ha begrensd als natuurgebied als In het Milieubeleidsplan zijn de gemeen- onderdeel van de Ecologische Hoofd- telijke milieuambities vastgelegd. Hier- De opzet van de notitie kan ruwweg structuur (EHS) en vallen grotendeels mee geeft de gemeente Tynaarlo onder als een trechter worden gezien. Er zijn samen met de waterbergingsgebieden. andere uitvoering aan de wettelijke kaders opgesteld vanuit het rijks- en pro- Vanwege de grootschalige functiever- milieutaken van de gemeente, zoals ver- vinciaal beleid, vanuit de bestaande eco- andering is er een Milieueffectrapport gunningverlening en handhaving op grond logische en landschappelijke waarden en (MER) opgesteld en is hiervoor inmiddels van de Wet milieubeheer. Ook vormt vanuit een aantal ruimtelijk - functionele een bestemmingsplan vastgesteld. Het het Milieubeleidsplan een kader voor uitgangspunten. Al deze kaders vormen LOP sluit daarbij aan. de uitvoering van andere gemeentelijke tezamen de trechter die zich vernauwt taken waar milieuaspecten bij van toepas- tot een aantal zoekgebieden binnen de Waterberging/Natuurontwik- sing zijn, bijvoorbeeld op het gebied van gemeente waar aanleg van nieuwe land- keling/Waterwinning De Hunze ruimtelijke ordening. (WABO; Wet admi- goederen onder voorwaarden mogelijk (plan Tusschenwater) nistratieve bepalingen omgevingsrecht) worden geacht. De beek De Hunze vormt de grens

29 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

30 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

tussen het relatief kleinschalige Drentse beheer van de polders voor de periode natuurontwikkelingsgebieden en zoge- beek- en esdorpenlandschap en het tot ongeveer 2020. naamde robuuste verbindingen; open veenkoloniale agrarische land- Het gebied behoort tot de Ecologische - Landbouwgebieden met mogelijkheden schap met zijn lintbebouwing en wijken Hoofdstructuur, is onderdeel van de Nat- voor agrarisch natuurbeheer (beheer- structuur. Kenmerkend voor het Hunze- te As, maakt deel uit van het Nationaal gebieden); gebied is dat vrijwel overal de overgang Landschap Drentsche Aa en is benoemd - Grote wateren (zoals de kustzone van van de Hondsrug naar het dal goed te tot Belvedèregebied. Een belangrijke de Noordzee, het IJsselmeer en de zien is. Mede door de overstromingen nevenfunctie is die van noodwaterber- Waddenzee. in Noord-Nederland (1998) nam de ging in tijden van extreme neerslag. Voor Binnen onze gemeente treffen we de invloed van het ‘ruimte voor water’ beleid deze functie is inmiddels een facetbe- robuuste verbindingszone ‘Natte As toe. stemmingsplan vastgesteld waarmee de Noord’ en het Drentsche Aa gebied aan functie van noodbergingsgebied aan de als onderdelen van de EHS. Het LOP sluit Het plan ‘Tusschenwater’ is, als relevant vigerende plannen is toegevoegd. Het aan bij het hiervoor vastgesteld beleid project, één van de natuurontwikkelings- vormt daarmee één van de kaders voor en neemt de regels in acht die de AMvB gebieden in het kader van de Hunze visie het LOP. Ruimte voor de EHS geeft. (1995) waarvoor inmiddels een Startno- titie m.e.r. is opgesteld. Het projectgebied Natura 2000 Daarnaast ligt op het grondgebied van is gelegen in de benedenloop van de De Europese Unie heeft een zeer ge- Tynaarlo de ecologische verbindingszone Hunze nabij het Zuidlaardermeer met varieerde en rijke natuur, die van grote EVZ-25 (--Eelde). De totale een oppervlakte van ca. 500 ha. Inrich- biologische, esthetische en economische lengte van deze EVZ is ca. 25 km en ting van het gebied voor waterberging, waarde is. Om deze natuur te behouden waarbij het op termijn de bedoeling is de natuurontwikkeling met behoud en heeft de Europese Unie het initiatief boscomplexen rond Norg te verbinden versterking van de functie van drink- genomen voor Natura 2000. Dit is een met de boscomplexen in het Drentsche waterwinning behoren tot de bredere samenhangend netwerk van beschermde Aa gebied. Nadere uitwerking vindt plaats doelstellingen van het project. natuurgebieden. Voor Nederland gaat het in het LOP. in totaal om 162 gebieden. De Startnotitie m.e.r. is de eerste stap Bomen(structuur)plan 2008 om te komen tot een bestemmingsplan Twee van deze gebieden liggen (deels) in De gemeente Tynaarlo is de trotse voor dit gebied waarin bovengenoemde onze gemeente namelijk het Zuidlaarder- eigenaar en beheerder van ruim 44.000 doelstellingen geregeld worden. De meergebied en het beek- en esdorpen- bomen. Dit varieert van solitaire bomen toekomst van de Hunze is in haar eigen landschap Drentsche Aa. Het LOP voegt tot bomen die onderdeel uitmaken van plantraject afzonderlijk bepaald en het zich naar het hiervoor vastgesteld beleid. een landschapelement. Het Bomenplan LOP sluit daarbij aan. geeft richting aan aanleg, beheer en ont- Ecologische Hoofdstructuur (EHS) wikkeling van de ruim 36.000 bomen die Waterberging/Natuurontwikkeling en EVZ-25 (Zeijen-Zeegse-Eelde) buiten de landschapselementen voor- Polder Lappenvoort/Oosterland De EHS is een netwerk van gebieden komen. Het geeft daarom vorm aan het Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer in Nederland waar de natuur voorrang beleid en zorgt ervoor dat beleidsmatige hebben een natuurvisie opgesteld voor heeft. Het netwerk helpt voorkomen uitspraken worden doorvertaald naar de polders Oosterland en Lappenvoort. dat planten en dieren in geïsoleerde werkbare toepassingen in de praktijk. Het Deze aan elkaar grenzende polders liggen gebieden uitsterven en dat natuurgebie- bomenplan wordt modulair opgesteld en in het beekdal van de benedenloop van den hun waarde verliezen. De EHS kan waarvan de module ‘Basis’ (visie) en de de Drentsche Aa tussen Eelde-Paters- worden gezien als de ruggengraat van de module ‘Bomenstructuurplan’ inmiddels wolde en het Noord-Willemskanaal met Nederlandse natuur. De EHS is een plan zijn vastgesteld door de Raad. Het vormt de A-28. De natuurvisie beschrijft het in uitvoering en moet in 2018 klaar zijn. daarmee één van de uitgangspunten voor streefbeeld voor de natuur, de gewenste De EHS bestaat uit: het LOP. inrichting en het gewenste toekomstige - Bestaande natuurgebieden, reservaten,

Kaartbeeld linker pagina: binnen het grondgebied van de gemeente Tynaarlo is al veel beleid geformuleerd op het gebied van landschap, natuur en ook cultuurhistorie. Het gaat voor een groot deel om de lokale doorwerking van Europees, Nationaal en provinciaal beleid. Voorbeelden zijn onder andere het Nationale Landschap Drentsche Aa, Natura2000 gebieden, ecologische verbindingszones en beschermde dorpsgezichten. Ook zijn er diverse projecten gerealiseerd of in uitvoering, zoals natuurontwikkeling in de Eelder- en Peizermaden. Dit vastgestelde beleid vormt het uitgangspunt bij ontwikkeling van het LOP. 31 H + N + S ' 0 9

H O O F D S T U K

3 ANALYSE LANDSCHAP IN LAGEN

Het landschap in lagen Het landschap wordt in het LOP opgevat De werkelijke kwaliteit van het landschap als de optelsom van verschillende lagen, wordt in sterke mate bepaald door de die op elkaar inwerken. Ten behoeve van samenhang tussen de verschillende lagen de inventarisatie en analyse zijn verschil- en het gebruik. Hier komt hoofdstuk 5, lende lagen van het landschap afzonder- de visie, op terug. lijk bekeken en beschreven. Aan de basis van de inventarisatie lag een uitgebreide analyse van digitale bestanden (GIS) van diverse instanties, waaronder de gemeente, de provincie Drenthe en de beide waterschappen. Ten behoeve van de analyse in dit hoofdrapport zijn de uitgebreide bestanden samengevoegd en teruggebracht tot zogenaamde ‘essentie- kaarten’ voor de verschillende lagen.

Ten eerste is er de fysieke ondergrond met verschillende bodemtypen en hoog- tepatronen, het product van natuurlijke landschapsvormende processen in het verleden. Als tweede laag is de natuur be- keken. Hoewel de huidige natuurwaarden vaak mede beïnvloed zijn door menselijk handelen, verhouden zij zich toch meestal sterk tot de natuurlijke ondergrond. Cultuurhistorie vormt de derde laag. Het gaat daarbij om archeologie, patronen en elementen van het historisch landschap en de historische bebouwde omgeving. Als vierde laag zijn de huidige landschap- selementen (met name beplantingen) op structuurniveau in beeld gebracht in het kaartbeeld ‘groenstructuur’. Tenslotte zijn de infrastructurele netwerken beschre- ven.

33 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

34 H + N + S ' 0 9 Fysieke ondergrond De hoogtekaart is de onderlegger van Bouwsteen voor het LOP dit kaartblad. Duidelijk is te zien, hoe de • Behouden en benutten van het karakteristieke ondergrond is opgebouwd uit een aantal patroon van ruggen en laagtes langgerekte, noord-zuid georiënteerde • Extra aandacht voor de herkenbaarheid en kwaliteit ruggen, die gescheiden worden door van de hoogte-overgangen in het landschap beekdalen. In de gemeente Tynaarlo ligt een aantal grote landschappelijke over- gangen. Ten eerste is er de rand van de Hondsrug aan het Hunzedal aan de oost- zijde. Deze vormt de overgang van het esdorpenlandschap naar het landschap van de veenkoloniën. Aan de noordzijde van de gemeente gaat het patroon van ruggen en laagtes geleidelijk over in het vlakke land van de provincie Groningen.

De beekdalen vormen een samenhan- gend stelsel. De beeklopen zijn centraal in de laagtes gelegen en stromen in noor- delijke richting, waarbij zij in een aantal stappen samenvloeien tot steeds grotere lopen. De beekdalen bestaan uit de bo- venloop, de middenloop en de beneden- loop. Deels hebben de beken nog hun oorspronkelijke, meanderende patroon. De ge- of vergraven beeklopen zijn gro- tendeels gestuwd. In de laagtes rond de beken treedt kwelwater naar boven.

Naast de beeklopen is er ook water, dat zich niet voegt in het oorspronkelijke De Hondstongen patroon van ruggen en laagtes. Ten eerste het Noord-Willemskanaal en ten tweede de vele (grotere en kleinere) zandwin- plassen, die voornamelijk in de overhoe- ken van de grootschalige infrastructuur liggen. De elementen van deze structuur, A28, N34 en het kanaal, doorsnijden het dal van de Drentsche Aa. De continuïteit van de laagte wordt hierdoor verstoord.

De mens heeft sterk bijgedragen aan de vorming van de bodemopbouw van (de- len van) de ruggen. Het tot de 19e eeuw gevoerde landbouwsysteem heeft geleid tot escomplexen die zich vaak duidelijk herkenbaar aftekenen in het landschap met hun hoge, bolle ligging. Es bij Yde

35 H + N + S ' 0 9

Natuur Het landschap van Tynaarlo kent grote Bouwsteen voor het LOP natuurwaarden, zowel rond de beekdalen • Behoud en doorontwikkeling natuurwaarden als op de hogere ruggen. Het accent ligt • Accent op de Drentsche Aa, de Hunze (inclusief vooral op doorontwikkeling van natte Zuidlaardermeer) en de natuur in de laagtes, in het bijzonder bij Eelder- en Peizermaden de Drentsche Aa, het Hunzedal (inclusief • Extra aandacht voor de samenhang van het beken- het Zuidlaardermeer) en de Eelder- en stelsel Peizermaden. Er is een aantal zoge- naamde robuuste verbindingen in deze gebieden geprojecteerd. Hier liggen hoge ambities om de ecologische samenhang te verbeteren. Het gaat daarbij om de koppeling tussen het Hunzedal en het Zuidlaardermeer en de koppeling tussen het Paterswoldse Meer en de Eelder- en Peizermaden (in het noorden van het plangebied).

De bos- en natuurgebieden aan de westzijde van de gemeente zijn kleiner en meer gefragmenteerd. In dit gebied zijn ook ecologische verbindingen geprojec- teerd, maar deze zijn van een lagere orde dan de robuuste verbindingen. Opvallend is, dat deze niet het gehele bekenstelsel benutten, maar afwisselend over de rug- gen en de laagtes gepland zijn. Verder is opvallend, dat op de Rug van Zeijen een aantal heiderestanten aanwezig is. Oevers van het Zuidlaardermeer

Stuifzand bij Zeegse

37 H + N + S ' 0 9

Cultuurhistorie Eeuwenlang vormden de dorpen de cen- van de 20e eeuw tot Groningen werd doorgetrokken. trale kern, van waaruit de ontwikkeling en In deze periode kwam geleidelijk een trek op gang het gebruik van het landschap tot stand van stedelijke bewoners naar het buitengebied, met kwam. De markegrenzen op de kaart de landgoederen en buitenplaatsen ten zuiden van de geven het historische invloedsgebied van stad Groningen als hoog gewaardeerd erfgoed. de dorpen in de omgeving aan.

Het historische landgebruik voegde zich Bouwsteen voor het LOP grotendeels in het patroon van ruggen en • Behouden en versterken cultuurhistorische waarden laagtes. De beekdalen werden ontgonnen • Extra aandacht voor het contact tussen dorp en en als hooiland in gebruik genomen. De omgeving dorpen lagen op de ruggen. In de directe dorpsomgeving kwamen de bouwlanden tot ontwikkeling, die geleidelijk, door het opbrengen van vruchtbaar materiaal, steeds hoger werden. Op deze wijze ontstonden gordels van essen op de rug- gen. Het vee graasde op de niet ontgon- nen gronden, de woeste gronden. Deze woeste gronden zijn in de loop van de tijd vrijwel allemaal in cultuur gebracht. Tegenwoordig zijn het jonge open ontgin- ningslandschappen (zoals ten noorden van Zeijen) of heide-ontginningsbossen (zoals op de Hondsrug).

Het patroon van essen en beekdalen is een basiskwaliteit van het Drentse landschap. De historische wegen op de ruggen voeren tot in de dorpskern, waar Brink van Yde zij bij de brinken (dorpsweides) samen- komen. De samenhang tussen dorp en omgeving is ook één van de essenties (en kwaliteiten) van de gemeente Tynaarlo. Op de kaart is ook weergegeven, welke dorpskernen qua structuur nog weinig veranderd zijn sinds 1840. Daarnaast is er een aantal bijzondere zichtbare archeo- logische fenomenen aangeduid. De niet zichtbare archeologie is niet weergegeven op de kaart maar maakt evenzeer deel uit van de gelaagdheid van het landschap.

Vanaf het midden van de 19e eeuw werden nieuwe verbindingen in het land- schap aangelegd. De Oude Rijksweg, het Noord-Willemskanaal, de spoorlijn, het vliegveld, en als nieuwste verbinding de snelweg A28, die pas in de 70-er jaren Hunebed bij Tynaarlo

39 H + N + S ' 0 9

Groenstructuur De groene uitstraling en zorgvuldige toe- Bouwsteen voor het LOP passing van beplanting is een belangrijke • Behoud en versterking van de groene uitstraling van kwaliteit van de gemeente Tynaarlo. de gemeente Tynaarlo • Zet de beplantingstraditie voort In de ruilverkavelingen (jaren 50 en 60 van de vorige eeuw) is beplanting ingezet als middel om het landschap herkenbaar en aantrekkelijk te houden, ondanks de grote transformatie van het landgebruik. Een bijzonder geslaagd voorbeeld is de beplanting van de dorpsrand aan de westzijde van Vries.

Op de kaart is de opgaande beplanting aangegeven. Het gaat daarbij niet alleen om bos(stroken), maar ook om lanen en singels. De Hondsrug springt als meest beboste rug het meest in het oog. Ander kenmerkende beplantingspatronen zijn de houtsingels, die haaks op de beekda- Oude beukenlaan bij de landgoederen len gericht zijn. Oorspronkelijk dienden zij als veekering en werd hakhoutbeheer toegepast. Nu staan er vaak volwassen eiken en is de structuur minder dicht. De kleinschalige landschapselementen heb- ben ook cultuurhistorische waarde.

De (laan)beplantingen van de wegen houden rekening met de positie van de weg in het landschap: ligt de weg op een rug, aan de rand van een es of doorsnijdt deze een beekdal? Ook de wegen, die vanuit de dorpen richting het landschap voeren, zijn vaak op een bijzondere wijze Brink van Tynaarlo beplant.

De beplantingselementen hebben naast hun landschappelijke waarde, ook grote betekenis voor de natuur.

Houtwallen en singels bij de beken

41 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

42 H + N + S ' 0 9 Netwerk es. In het gebied is nog een aantal oude zandwegen aanwezig. Deze herinneren infrastructuur aan het historische Drentse landschap en De doorgaande infrastructuurlijnen zoals hebben grote landschappelijke waarde. die vanaf de 19e eeuw zijn aangelegd Door de aanleg van de grote doorgaan- hebben een belangrijke structurerende de infrastructuur is het onderliggende bijdrage geleverd aan het landschap. netwerk van lokale wegen hier en daar Vanaf de (spoor-) wegen vindt voor veel in de verdrukking gekomen. Vooral ten mensen de dagelijkse beleving van het noorden van Vries en Tynaarlo is dat het landschap plaats. Bovendien stuurt de in- geval. De spoorlijn loopt als een smalle frastructuur in sterke mate de ruimtelijke autonome lijn door het gebied. Ze zijn ontwikkeling. niet nadrukkelijk landschappelijk vormge- geven. De 19e eeuwse infrastructuurlijnen zijn Binnen het grondgebied van de gemeen- overwegend noord-zuid georiënteerd. te bevinden zich twee bovengrondse Het Noord-Willemskanaal en de Gro- hoogspanningsleidingen. Aan de westzijde ningerstraat tussen Vries en De Punt van het gebied ligt een hoogspannings- vormen een sterke ruimtelijke structuur leiding op de rug van Zeijen die via de in het gebied, zeker waar zij parallel aan oostkant van Peize richting de fl ank van elkaar lopen. De beplanting en de bebou- de Eelder- en Peizermaden voert. Aan de wing dragen daaraan bij, net als de sluizen oostkant is er de hoogspanningsleiding en ophaalbruggen. In de 19e eeuw kwam die in de fl ank van het Hunzedal, parallel geleidelijk een trek op gang van stedelijke aan de Hondsrug vanuit het zuiden naar bewoners naar het buitengebied, met Groningen voert. De hoogspanningslei- de landgoederen en buitenplaatsen ten dingen zijn goed zichtbaar in het land- zuiden van de stad Groningen als hoog schap, maar zij hebben weinig betekenis gewaardeerd erfgoed. als structurerend element voor de land- De A28 en de N34 vormen op dit mo- schapsontwikkeling. Dit geldt ook voor Zandweg ment de belangrijkste wegverbindingen in de niet zichtbare ondergrondse leidin- het gebied, met nationale betekenis. Deze gen zoals gasleidingen. Bij de aanleg van wegen zijn ‘vrij in het landschap’ aange- nieuwe leidingen, zowel bovengronds als legd. Zij bieden een telkens afwisselend ondergronds, dient een goede landschap- zicht op het landschap. Een aantal aanslui- pelijke inpassing uitgangspunt te zijn. tingen en afritten is beplant. De ‘dorpenweg’ (N386) is grotendeels Bouwsteen voor het LOP als laan beplant en doet vele landschap- • Extra aandacht voor confrontatie pen aan. Karakteristiek is het gedeelte netwerk lokale en regionale/nationale over essen op de Rug van Rolde. Ook wegen de randen van de Hondsrug (rond • Extra aandacht voor beleving van het Zuidlaren) vormen markante punten. De landschap vanaf de weg dorpenweg legt de verbinding tussen de • Behoud kwaliteit zandwegen Asserstraat in het dorp Vries dorpen en zorgt voor samenhang binnen de gemeente als geheel. Rond de dorpen zelf wordt de weg vaak als scheiding/bar- rière ervaren, bijvoorbeeld in . Naast de doorgaande wegverbindingen is er een uitgebreid stelsel van lokale wegen aanwezig. Deze hebben vaak een oude oorsprong en een sterke relatie met de landschappelijke ondergrond. Er liggen bij- voorbeeld veel lokale wegen op de fl ank van de beekdalen, of op de rand van een Kruising A28 - Noord Willemskanaal 43 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

44 H + N + S ' 0 9 H O O F D S T U K

4 ANALYSE ONTWIKKELINGEN

Over landschap en Ontwikkeling zit ingebakken in het begrip De gemeente is echter niet de enige ontwikkeling landschap. Het huidige landschap is speler in de ontwikkeling van het land- slechts een momentopname, een tus- schap. Zo zijn er ook de Land- en Tuin- Het huidige landschap van de gemeente senstap tussen verleden en toekomst. bouw, natuurbeherende instanties, de Tynaarlo is het resultaat van de samen- Het landschap op een bepaald moment waterschappen, projectontwikkelaars hang tussen de natuurlijke ondergrond vormt telkens weer de basis voor alle en vele particulieren, die het landschap en het menselijk gebruik. Deze gebrui- veranderingen, die daarin plaatsvinden. allemaal gebruiken en invloed hebben op kers hebben door de eeuwen telkens de toekomstige landschapskwaliteit. De andere eisen gesteld aan hun omgeving. Er is dus op voorhand geen reden om gemeente kan en wil niet op alle ontwik- Landbouwmethodes zijn veranderd en de verandering van het landschap tegen kelingen op dezelfde wijze sturen. er kwamen steeds meer mogelijkheden te willen gaan. Wel is het zo, dat veran- om de natuurlijke ondergrond te ma- deringen zich in deze tijd vaak sneller nipuleren. In het recente verleden kwa- Aard, schaal en mate dan in het verleden voltrekken en dat de men daar de aanleg van grootschalige natuurlijke ondergrond door de stand van voorkomen infrastructuur en planmatige stads- en van de techniek steeds minder beper- Dit hoofdstuk geeft inzicht in typen dorpsuitbreiding bij, en in de tegenwoor- kingen oplegt. Het gevaar bestaat, dat de ontwikkelingen, die zich in het landschap dige tijd bijvoorbeeld natuurontwikkeling natuurlijke ondergrond en het verleden voltrekken (of in het recente verleden en waterberging. steeds minder doorklinken in het land- voltrokken hebben), en vormt samen met schap, waarmee dit landschap aan bete- de huidige kwaliteiten een opmaat voor kenis verliest. Ook is het mogelijk, dat de de visie van het LOP, waarin de ontwik- nieuwe ontwikkelingen weinig onderlinge kelingen en huidige kwaliteiten op elkaar samenhang hebben. Dergelijke proces- betrokken worden. De typen ontwikkelin- sen komen onder andere de ecologische gen zijn geïnventariseerd aan de hand van waarde, aantrekkelijkheid, leesbaarheid en waarnemingen in het veld en gesprekken bruikbaarheid, kortom de kwaliteit van met de gemeente en de klankbordgroep. het landschap niet ten goede. Het schema hiernaast maakt duidelijk Sturen op kwaliteit hoe de ontwikkelingen in het land- schap van elkaar verschillen. Ten eerste De gemeente wil graag sturen op de verschillen de ontwikkelingen qua aard toekomstige kwaliteit van het landschap (weergegeven op de horizontale as). door deze kwaliteit voor de toekomst Links in het schema staan ontwikkelingen veilig te stellen en te verbeteren én met een primair groene aard, rechts die tegelijk ruimte te scheppen voor de met een primair rode aard. Het valt op, ontwikkeling, die onlosmakelijk met het dat veel ontwikkelingen een gemengde landschap verbonden is. De ambitie is, aard hebben. Ten tweede verschillen de dat deze ontwikkelingen zich in onder- ontwikkelingen qua schaal (weergege- linge samenhang en met respect voor de ven op de verticale as). Bovenaan in het (potentiële) kwaliteiten van het landschap schema staan ontwikkelingen, die klein voltrekken. van schaal zijn, onderaan die, welke groter van schaal zijn. Een derde dimensie is de mate van voorkomen van een bepaald type ontwikkeling. Deze is gevisualiseerd

45 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

46 H + N + S ' 0 9 door het aantal zwarte stippen onder structuurplan en het LOP geven houvast de tekstbalkjes. Initiatieven, die op zich bij de locatiekeuze en het ontwerp en de kleinschalig zijn kunnen, wanneer zij vaak gemeente kan de ontwikkelingen hieraan voorkomen, toch een grote invloed heb- toetsen. ben op de kwaliteit van het landschap. De aard, schaal en mate van voorkomen Bovenaan het schema staan ontwikkelin- zijn dus samen bepalend voor de impact gen, die zich voltrekken op en rond de van een bepaalde ontwikkeling op het agrarische bedrijfserven. Het gaat daarbij landschap, en voor de wijze van sturing bijvoorbeeld om kamperen bij de boer, die de gemeente kan inzetten. Er is een maar ook om de aanleg van vergistingsin- aantal samenhangende clusters te on- stallaties of grote silo’s. De gemeente kan derscheiden, waarbij telkens een andere met het LOP in de hand de ontwikkelin- vorm van sturen aan de orde is. gen toetsen en aanwijzingen geven over de landschappelijke inpassing. Clusters Rechtsonder in het schema staan vooral Een aparte categorie vormen de ontwik- rode ontwikkelingen van een (redelijk) kelingen, die te maken hebben met de grote schaal. Het gaat om de planmatige omvorming van het agrarische landschap uitbreiding van woongebied en bedrij- tot woon- en recreatielandschap, die venterreinen. De gemeente is hier zelf zich voltrekt en voor een groot deel al initiatiefnemer. Of en waar deze ontwik- voltrokken heeft. Het LOP kan inspiratie kelingen mogelijk zijn, is bepaald in het bieden voor verschillende initiatieven. De structuurplan. Het LOP geeft houvast bij gemeente kan initiatieven toetsen aan het de vraag, hoe de ontwikkeling vorm moet LOP, maar het LOP doet geen uitspraken krijgen met respect voor de (potentiële) op niveau van de individuele architec- landschapskwaliteit. De gemeente heeft tuur van bebouwing in het buitengebied. de kwaliteit in eigen hand, waarbij het Daarvoor dienen onder andere het LOP als kader dient. bestemmingsplan en het gemeentelijke welstandsbeleid. Linksonder in het schema staan de grootschalige ontwikkelingen met een Opgave voor het primair groen accent. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om natuurontwikkeling in LOP de beekdalen, zoals de ontwikkeling van De ontwikkeling van het landschap krijgt de Eelder- en Peizermaden door een dus gestalte door initiatieven, die ver- natuurbeherende instantie. De gemeente schillen qua aard, schaal en mate van kan hierbij als partner optrekken, ideeën voorkomen. De gemeente moet en kan aandragen en de plannen toetsen aan de verschillende rollen aannemen, wanneer ambities van het LOP. zij op deze ontwikkelingen wil sturen. De opgave voor het LOP is om hiervoor Midden in het schema staan zeer uiteen- houvast te bieden. In deel C (realisatie- lopende ontwikkelingen op de mid- strategie) van het LOP wordt hierop denschaal, met meestal een gemengd nader ingegaan. rood en groen karakter. Voorbeelden zijn een landgoed of buitenplaats, een De volgende pagina’s geven een overzicht verblijfsrecreatieterrein of een golfbaan. in beelden van verschillende ontwikke- Het initiatief wordt meestal genomen lingen in het landschap van de gemeente door ‘ontwikkelaars in het buitengebied’. Tynaarlo. In de uitwerkingen van de deel- De gemeente kan deze initiatiefnemers gebieden (hoofdstuk 5) zijn de ontwikke- met behulp van het LOP inspireren. Het lingen per deelgebied nader toegelicht.

47 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Aanlegplaatsen Baanverlenging en uitbreiding Bedrijventerrein bij vliegveld

Bedrijventerrein langs snelweg Bedrijventerreinen bij de dorpen Buitenplaats

Ecologische verbinding Kamperen bij de boer Landgoed

48 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Planmatige dorpsuitbreiding Toegankelijkheid nieuwe paden Uitbreiding boerenerf

Verblijfsrecreatie Verbreding functies argrarisch erf / kamperen bij de Vergistingsinstallaties boer

Vernatting beekdalen Verpaarding landschap Zandwinplassen

49 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

50 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Deel B geeft invulling aan de confrontatie tussen de kwaliteiten van het landschap en de ontwikkelingen in het landschap. Allereerst door middel van een visie op de hoofdstructuur van het landschap (hoofd- stuk 5). In dit hoofdstuk is een aantal samenhangende deelgebieden en struc- turen benoemd, die uitgewerkt worden in hoofdstuk 6. Hierbij is telkens aangegeven wat de belangrijkste kwaliteiten van het deelgebied zijn en wat de ambitie ten aanzien van deze kwaliteiten is. Het laatste hoofdstuk van deel B (hoofdstuk 7) be- schrijft een aantal inrichtingsprincipes per landschapstype waarmee de uitwerking van ontwikkelingen nader ingevuld kan worden. Met deze indeling wordt steeds verder ingezoomd: van de gemeente als geheel, via deelgebieden tot uitwerkingen van onderdelen.

DEEL B visie

51 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

52 H + N + S ' 0 9 H O O F D S T U K

5 VISIE OP HET GEWENSTE LANDSCHAP VOOR DE GEMEENTE ALS GEHEEL

Uit de analyse van het landschap in lagen Hoofdlijnen van de • Er is extra aandacht voor de minder (hoofdstuk 3) blijkt, dat het verschil visie dynamische lagen, die een duurzame tussen de beekdalen en de ruggen een drager zijn van de kwaliteiten van het hoofdthema is in de gemeente Tynaarlo. • De gemeente Tynaarlo is een Groene landschap, maar zich over het algemeen Long in de stedelijke regio Groningen- langzaam ontwikkelen. Het gaat daarbij Hoofdstuk 4 (analyse ontwikkelingen) laat Assen. Het prachtige landschap in de in het bijzonder om: zien, dat de ontwikkeling van het land- gemeente Tynaarlo vormt het basiska- - Behoud en versterking van de cultuur- schap gestalte krijgt door initiatieven, die pitaal om deze bijzondere rol blijvend historische waarden. Bouw voort op en verschillen qua aard, schaal en mate van te kunnen vervullen. Behoud en ver- vernieuw de historische relatie tussen voorkomen. De gemeente moet en kan sterking van de groene uitstraling van dorp en omgeving. verschillende rollen aannemen, wanneer de gemeente Tynaarlo staat daarom - Behoud en doorontwikkeling van zij deze ontwikkelingen wil sturen. voorop. Bij de ontwikkeling van stede- natuurwaarden, vergroting van de na- lijke functies is een zorgvuldige inpas- tuurlijke diversiteit (onder andere door De opgave voor het LOP is de ambitie sing in het landschap een belangrijk het versterken van overgangen) en ten aanzien van de huidige en potentiële uitgangspunt. Daarbij wordt de rijke extra aandacht voor realisatie van een kwaliteiten te benoemen en aan te geven, traditie van beplanting in het landschap natuurlijker en robuuster watersysteem. hoe ontwikkelingen zich kunnen voltrek- (bossen, lanen, houtwallen en singels) ken met respect voor deze kwaliteiten. benut en voortgezet. • Er is sprake van een sterke samenhang De ontdekkingen uit de analyse in lagen tussen de verschillende lagen van het zijn daartoe in de visie op elkaar betrok- landschap. Het patroon van ruggen en ken. Het streefbeeld is een aantrekkelijk, laagtes ligt hieraan ten grondslag. De herkenbaar en bruikbaar landschap, verwachting is, dat dit patroon, mits waarin bestaande en nieuwe kwaliteiten bewust ingezet, ook een belangrijke zich op een vanzelfsprekende wijze tot drager kan zijn voor de toekomstige elkaar verhouden. kwaliteit van het landschap en bijdraagt aan de herkenbaarheid en diversiteit. • Het landschap is een dynamisch geheel. De hedendaagse gebruiksmogelijkhe- den zijn integraal onderdeel van het landschap. Het LOP schept hiervoor ruimte. De samenhang tussen het (he- dendaagse) gebruik en de ruimtelijke expressie van het landschap draagt bij aan de herkenbaarheid en daarmee de ruimtelijke kwaliteit.

53 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Continuïteit van de beekdalen Eigen kleur van de ruggen

Accent op de dorpsomgeving Aandacht voor overgangen

54 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

De gewenste sie en het gebruik. De verschillen tussen ruggen. Maar er zijn bijvoorbeeld ook de kwaliteiten concreet Ruggen van de gemeente Tynaarlo dragen randen van de essen en de dorpsranden. bij aan de diversiteit en aantrekkelijkheid De overgang tussen het Hunzedal en de gemaakt op gebieds- van het landschap. Bovendien bieden zij Hondsrug bij Zuidlaren is markant. De niveau hierdoor ruimte aan diverse typen ont- overgangen vormen aantrekkelijke loca- wikkelingen. ties om het landschap te beleven. Ze ma- Op basis van de hierboven beschreven ken het landschap inzichtelijk en dragen hoofdlijnen is een hoofdstructuur be- Motto: bij aan de beleving van contrasten. Vrijwel noemd, waarbinnen de duurzame samen- • Versterk en benut de eigen kleur van overal zijn de landschappelijke overgan- hang en diversiteit van het toekomstige de ruggen bij ruimtelijke ontwikkelingen gen behouden en zo nodig zorgvuldig landschap van gemeente Tynaarlo gestalte (opnieuw) vormgegeven, waarbij beplan- zal krijgen. Deze hoofdstructuur bestaat Behoud en ontwikkel de kwaliteit ting een grote rol speelt. Er zijn echter uit: van de dorpsomgevingen ook enkele uitzonderingen en bovendien • het stelsel van beekdalen De dorpsomgevingen vormen een grote blijven er kansen onbenut. • verschillende ruggen met een eigen kwaliteit van het landschap. De dorpen kleur zijn overzichtelijk en grenzen over het Motto: • dorpsomgevingen algemeen op een prettige manier aan het • Behoud en ontwikkel de kwaliteit van • landschappelijke overgangen landschap, dat vanuit het dorp nooit ‘ver landschappelijke overgangen en ver- weg’ is. Vanuit de dorpen voeren aan- sterk de natuurlijke gradiënten, onder Behoud en versterk de continuïteit trekkelijke routes naar buiten, waar een andere met het oog op vergroting van van de beekdalen ommetje gemaakt kan worden. De relatie de diversiteit aan planten en dieren. De beekdalen zijn de grootste continue tussen dorp en omgeving is historisch • Geef ruimte aan de mogelijkheid het factor in de ontwikkeling van het Drentse gegroeid. Het landbouwkundige gebruik landschap vanaf de overgang te bele- landschap door de eeuwen heen. De van het landschap vanuit de dorpen heeft ven. beekdalen staan daarom voorop in de bijgedragen aan de vorming van het land- • Benut daarbij landschappelijke midde- ontwikkeling van het landschap. schap in de dorpsomgeving. Het meest len. sprekende voorbeeld hiervan zijn natuur- Motto: lijk de essen. • Behoud en versterking van de beek dalen als herkenbare landschappelijke Motto: eenheid en onderdeel van een samen- • Streef naar een meervoudig gebruik hangend stelsel. van het landschap in de dorpsomgeving. • Versterking van de ecologische beteke- • Versterk de toegankelijkheid van de nis van de beekdalen. Benut de po- dorpsomgeving voor wandelaars en tenties die het watersysteem (kwel en fi etsers en zorg voor goede routes, die stroming) biedt. Benut het bekenstelsel aansluiten op de dorpskern. als ecologische verbinding en versterk • Versterk de landschappelijke kwaliteit de samenhang. Bevorder de diversiteit van de dorpsomgeving, bijvoorbeeld van soorten (zowel fl ora als fauna). door esranden opnieuw te beplanten. • Versterk de landschappelijke kwaliteit Versterk en benut de eigen ‘kleur’ van de dorpsranden, waar dit nodig is. van de ruggen De contramal van het bekenstelsel zijn Versterk de kwaliteit van de land- de ruggen. Hierop hebben zich tijdens schappelijke overgangen de ontwikkeling van het Drentse land- Het grondgebied van de gemeente schap door de eeuwen heen de grootste Tynaarlo kent tal van landschappelijke transformaties voltrokken. Hierbij hebben overgangen. Vaak zijn deze gebaseerd op de ruggen zich echter niet altijd hetzelfde natuurlijke abiotische gradiënten, zoals de ontwikkeld. Er zijn verschillen ontstaan, overgangen tussen de beekdalen en de die doorklinken in de huidige expres-

55 H + N + S ' 0 9 L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Visie totaalkaart

56 H + N + S ' 0 8 L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Deelgebieden en De Rug van Zeijen is grotendeels een jong heideontginningslandschap met structuren een modern landbouwkundig gebruik. Nu de gewenste kwaliteiten op gebieds- Op de Rug van Rolde ligt de hoofdkern niveau concreet gemaakt zijn, dient zich Vries. Ook bevinden zich hier de groot- een aantal deelgebieden en structuren ste aaneengesloten esgordels binnen het aan, die verschillen op basis van karakte- grondgebied van de gemeente. De Rug ristieken van het landschap en (huidige van Tynaarlo is sterk gekleurd door een en toekomstige) dynamiek. De indeling aantal hoofdtransportlijnen en de stede- in deelgebieden en structuren vormt de lijke druk vanuit de stad Groningen. Ook basis voor de verdere uitwerking van het zijn er bijzondere kwaliteiten aanwezig, LOP. De onderscheidende karakteris- zoals de landgoederenzone van Eelde- tieken van de deelgebieden zijn daartoe . De Rug van Zeegse kent in de volgende hoofdstukken concreet een gaaf cultuurlandschap en is midden in gemaakt. het Nationaal Park (Nationaal beek- en esdorenlandschap Drentsche Aa) gelegen. Ten eerste is er het stelsel van beekdalen De Hondsrug wordt gekenmerkt door dat te beschouwen is als één samenhan- een bosrijk karakter en het dorp Zuid- gend deelgebied en dat de verbinding laren met zijn markante overgang naar legt tussen de andere deelgebieden. Deze het Hunzedal. Het Hunzedal zelf onder- andere deelgebieden zijn (van west naar scheidt zich sterk ten opzichte van de oost): andere deelgebieden, onder andere door • Rug van Zeijen zijn grote openheid. • Rug van Rolde • Rug van Tynaarlo Over de hierboven gepresenteerde deel- • Rug van Zeegse gebieden heen ligt een aantal structuren • Hondsrug die zo belangrijk zijn voor de beleving en • Hunzedal ontwikkeling van het landschap, dat zij naast de deelgebieden zelfstandig aan- dacht verdienen. De volgende structuren worden onderscheiden: • Dorpenweg N386 • Koningsas, inclusief A28, Noord-Wil- lemskanaal en omgeving vliegveld

Aan een aantal andere structuren, bij- voorbeeld de N34, de spoorlijn en de hoogspanningsleiding in het gebied, is geen bijzondere aandacht besteed, omdat hier geen nadrukkelijke landschappelijke opgave speelt.

57 H + N + S ' 0 8 Overzichtskaart deelgebieden en landschapstypen Kaart deelgebieden en landschapstypen Op de kaart hiernaast zijn de deelge- bieden concreet ten opzichte van elkaar begrensd. Elk deelgebied is opgebouwd uit verschillende landschapstypen, die op de kaart en in het schema zijn weerge- geven. Deze kaart vormt de basis voor zowel de uitwerking van de deelgebieden in hoofdstuk 6 als inrichtingsprincipes voor de verschillende landschapstypen in hoofdstuk 7.

59 H + N + S ' 0 8

H O O F D S T U K

6 DEELGEBIEDEN EN STRUCTUREN UITGEWERKT

Introductie In de vorige hoofdstukken zijn deelge- Leeswijzer bij de uitwerking Naast de deelgebieden (ruggen en stelsel bieden en structuren benoemd, die zich Om de specifi eke (potentiële) kwaliteiten van beekdalen) zijn ook twee gebieds- onderscheiden door hun eigen karakte- operationeel te maken voor het land- overstijgende structuren in dit hoofdstuk ristieken van het landschap en een eigen schapsbeleid zijn deze in dit hoofdstuk uitgewerkt: de dorpenweg en de Ko- dynamiek van het grondgebruik ofwel per deelgebied uitgewerkt in kaartbeel- ningsas . Deze uitwerkingen volgen een een eigen ‘kleur’. De diversiteit tussen én den en tekst. Hierbij is voor elk deel- eigen stramien. de samenhang binnen de deelgebieden gebied eenzelfde stramien gehanteerd. vormen samen een belangrijke basis voor Na een algemene beschrijving van de een duurzaam, afwisselend en leesbaar karakteristiek van het landschap en (de Tynaarloos landschap, waarin verschillen- dynamiek van) het landgebruik volgt een de vormen van landgebruik nu en in de kaartbeeld, waarop de specifi eke kwali- toekomst tot hun recht kunnen komen. teiten en de knelpunten ten aanzien van deze kwaliteiten zijn weergegeven. De eigen ‘kleur van de deelgebieden’ wordt bepaald door de deelgebiedspe- De tweede kaart en toelichting beschrij- cifi eke kwaliteiten. De gemeente wil ven de ambitie voor de ontwikkeling van daarom gericht sturen op de kwaliteiten de kwaliteit van (het landschap van) het van het landschap van de verschillende betreffende deelgebied. Hierbij wordt deelgebieden. Deze kwaliteiten zijn onderscheid gemaakt tussen drie catego- soms sterk, maar soms ook minder sterk rieën: ontwikkeld. De ambitie is er daarom niet alleen op gericht bestaande kwaliteiten te Behoud kwaliteit: behouden, maar ook deze te versterken Behoud van het karakter van het land- en mogelijk te vernieuwen. schap en het huidige grondgebruik.

Het deelgebied (of de structuur) vormt Versterken kwaliteit: de meest logische eenheid, waarbinnen Uitbouwen van het karakter van het ontwikkelingen afgewogen en vormge- landschap met grotendeels behoud geven dienen te worden. De bestaande van het huidige grondgebruik. Zorgvul- kwaliteiten worden hierbij gebruikt als dig inpassen van ontwikkelingen in het toetsingskader, onderlegger en inspira- grondgebruik binnen het bestaande (of tiebron. De verwachting is, dat hierdoor versterkte) karakter. gebiedsspecifi eke plannen en ontwerpen ontstaan, waarmee de gemeente Tynaarlo Vernieuwen kwaliteit: als geheel en de verschillende deelgebie- Transformeren van het karakter van het den een toekomst tegemoet gaan, die landschap door verandering van het land- een logische vervolgstap ten opzichte van gebruik, waarbij de huidige kwaliteiten als het verleden vormt en waarmee boven- onderlegger en inspiratiebron dienen. dien ook de regionale samenhang en diversiteit een impuls krijgen.

61 H + N + S ' 0 8 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

62 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

het stelsel van beekdalen

63 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

op de oorspronkelijke plaats: bij de Fled- Het stelsel van ders en de Zeijerstroeten, de Zuursche beekdalen Landen, de Hullen en de Runsloot binnen natuurgebied de Hondstongen. Het Eel- Huidige situatie derdiep (gelegen op de gemeentegrens) Karakteristiek van het landschap kent ook nog zijn karakteristieke mean- Het stelsel van beekdalen is de belang- derende verloop. Opgemerkt wordt, dat rijkste samenhangende structuur van het de beeklopen aan de westzijde ook van landschap van Tynaarlo, een echte drager oorsprong waarschijnlijk al een minder van landschappelijke en ecologische kwa- hevig meanderend patroon kenden (dan liteiten en van grote betekenis voor het de Drentsche Aa). functioneren van het (natuurlijke) water- systeem. Zij vormen de begrenzingen van De toekomst van het Hunzedal en de en de ‘voegen’ tussen de verschillende Drentsche Aa (plantrajecten Nationaal ruggen, die later in dit hoofdstuk beschre- beek- en esdorpenlandschap en het ven worden. Nationaal Landschap Drentsche Aa) Drentsche Aa heeft met hun eigen plantrajecten dui- Het bekenstelsel binnen het grondgebied delijk richting gekregen. De Broekenloop van de gemeente Tynaarlo bestaat uit een stroomt slechts voor een klein gedeelte aantal samenhangende deelsystemen. Van op het grondgebied van de gemeente west naar oost zijn dit: Tynaarlo. Daarom ligt het accent van het • De Broekenloop (boven- en midden- LOP vooral op het stelsel van de bo- loop van het Peizerdiep) ven- en middenlopen van het Eelderdiep, • De Grote Masloot (met de Smeer- inclusief de Grote Masloot. veensche Loop en de Zeijerstroeten / Benkoelenloop als bovenlopen) komt De beekdalen bestaan elk uit verschil- ten noorden van Peize in het Peizer- lende deeltrajecten met eigen (hydrolo- diep) gische, ecologische en landschappelijke) • Het Eelderdiep (met de Eekhoornsche kwaliteiten en potenties. De volgende Loop en de Runsloot als boven- en deeltrajecten zijn te onderscheiden: middenlopen) • Bron en bovenloop • De Drentsche Aa (bestaande uit ver- • Middenloop schillende ‘loopjes en diepjes’ ) • Benedenloop • De Hunze Runsloot in de Hondstongen Het stelsel van het Eelderdiep vormt een Er zijn op dit moment grote verschillen in compleet systeem binnen het grond- de kwaliteiten van de verschillende beek- gebied van de gemeente Tynaarlo, van dalen. Het Hunzedal heeft een geheel bronnen en bovenlopen via de mid- eigen karakteristiek, die besproken wordt denlopen naar de benedenloop. Deze bij de uitwerking van het deelgebied benedenloop ligt in een gebied, dat op Hunzedal. De lopen van de Drentsche Aa dit moment ontwikkeld wordt tot groot (aangewezen als Nationaal Landschap) natuurgebied: de Eelder- en Peizermaden. kennen nog grotendeels hun oorspron- Het beekdal van de Grote Masloot be- kelijke meandering. Hun dalen zijn echt hoorde oorspronkelijk ook tot dit stelsel. ingesneden in het landschap. Bij de beek- Tijdens de ruilverkavelingen is er echter dalstelsels in het westen van de gemeen- voor gekozen om de Grote Masloot en te is dat veel minder het geval. Bovendien het Eelderdiep te ontkoppelen en een zijn de beken hier grotendeels genormali- nieuwe loop te graven richting het Pei- seerd. Plaatselijk is het landschap nog gaaf zerdiep. Waarschijnlijk werd de afwatering met kenmerkende beplantingsstucturen, van de Eelder- en Peizermaden hiermee Grote Masloot oude bomen en singels en de beeklopen verbeterd ten gunste van de landbouw.

64 H + N + S ' 0 98 STRUCTUURVISIEL A N D S C H A P S O N T W L AI KN KD ES LC IH NA GP SS PO LN AT NW I T K Y K N E A L A I RN LG O S P L A N T Y N A A R L O

Het Eelderdiep raakte hierdoor één van Dynamiek van het grondgebruik stedelijke ontwikkelingen voltrokken. Bij zijn natuurlijke bovenlopen kwijt en het De toekomst van het Hunzedal en de het Kazerneterrein in Zuidlaren (fl ank van gebied tussen en verloor Drentsche Aa heeft met hun eigen plan- het Hunzedal) en Ter Borch (fl ank van de zijn betekenis als natuurlijk beekdal. De trajecten duidelijk richting gekregen. Het Eelder- en Peizermaden) was de zorg- brongebieden van de Grote Masloot lig- accent ligt bij de Drentsche Aa op het vuldige inpassing van de rand integraal gen op en net buiten de gemeentegrens behouden en versterken van de land- onderdeel van het ontwerp. De uitbrei- op het grondgebied van de gemeente schappelijke en ecologische kwaliteiten dingen aan de westzijde van Eelde liggen Assen. Het gaat hier om de Smeerveen- in het Nationaal Landschap. Bij de Hunze echter erg koud aan tegen het dal van de sche Loop, de Benkoelenloop (met het is grootschaliger natuurontwikkeling, Oosterloop (tussen Runsloot en Eelder- Benkoelenveentje) en de natuurgebied- waterberging (en waterwinning) aan de diep). In de toekomst zal Vries met de jes ‘Achterste Veen’ en ‘Boerveen’ (zie orde. Datzelfde geldt voor de Eelder- en geplande woonwijk Nieuwe Stukken ook ook beschrijving deelgebied de Rug van Peizermaden. De bovenlopen van het in de richting van het beekdal uitbreiden. Rolde). Eelderdiep vallen buiten een lopend landinrichtings- of natuurontwikkelings- Harry de Vroome had als landschapsar- In de bovenlopen van de Eekhoornsche project. Wel maakt een deel ervan deel chitect bij de provincie Drenthe jaren- Loop en de Runsloot is ook het een en uit van het stelsel van ecologische verbin- lang grote invloed op het behoud en de ander aangepast. De beek ten oosten dingszones, bijvoorbeeld de verbinding ontwikkeling van het Drentse landschap. van Vries, die in de natuurlijke situatie de Zeijen-Zeegse-Eelde, waarin delen van Hij hanteerde de oorspronkelijke beplan- bovenloop van de Runsloot vormde, is de Grote Masloot en de Zeijerstroeten tingsprincipes van de beekdalen bij de tegenwoordig gekoppeld aan de Eek- zijn opgenomen. landschapsplannen, die hij ten tijde van de hoornsche Loop. Het oorspronkelijke ruilverkavelingen maakte. Mede door de brongebied van de loop (Stijfveen) ligt Het samenhangende stelsel van beek- ingrepen van de Vroome zijn de beek- nu als (ecologische en landschappelijk) dalen wordt op verschillende plaatsen dalen ook grotendeels als ruimtelijke een- geïsoleerd natuurgebied in de fl ank van doorsneden door infrastructuur van heid gehandhaafd. Hier en daar bleven de Rug van Rolde. verschillende zwaarte. De grootschalige waardevolle landschappen gespaard. De infrastructuur (A28, N34 en de spoorlijn) beekdalen (en met name de bovenlopen De verschillende aanpassingen in de doorsnijdt vooral het bekenstelsel van van het Eelderdiep) zijn echter op dit ruilverkavelingen komen de landschap- de Drentsche Aa. Bij het Eelderdiep en moment door de ruilverkavelingen en an- pelijke en ecologische samenhang van zijn bovenlopen is er sprake van door- dere ontwikkelingen in het verleden niet het bekenstelsel van het Eelderdiep niet snijding door minder zware wegen. Het meer overal herkenbaar. Er is bovendien ten goede. Daar komt nog bij dat de kop gaat daarbij ten eerste om de dorpenweg sprake van versnippering; de ecologische van de start- en landingsbaan van het N386, die bij Vries de bovenloop van potenties van het natuurlijke watersy- vliegveld Eelde is aangelegd in het dal de Runsloot oversteekt. Bij Bunne volgt steem komen lang niet overal tot hun van de Runsloot, waardoor deze als het de weg het nieuw gegraven deel van recht. Er is echter een omslag gaande. De ware doodloopt tegen de hekken van het de Grote Masloot en steekt daarmee kwaliteit van de beekdalen komt steeds vliegveld. eigenlijk de nu verdwenen oorspron- meer in de belangstelling te staan. kelijke loop over. Verder is er de weg De beekdalen zijn een (potentieel) van Donderen naar Norg, die de Grote Overzicht huidige kwaliteiten kwelgebied. Het waterpeil in het grootste Masloot oversteekt. De Asserstraat voert • Beekdalen als structurerend element deel van de beken is echter op de land- ten zuiden van Vries tussen het Achterste op de schaal van de gemeente als bouw ingesteld. Het lage peil draineert Veen en Boerveen (brongebieden) en geheel de beekdalen, waardoor de kwel niet de Zeijerstroeten (bovenloop) door. De • Drentsche Aa als onderdeel van het aan het maaiveld komt (en dus niet ten infrastructuur vormt vaak een ecologi- Nationaal beek- en esdorpenlandschap goede komt aan de natuur). Plaatselijk in sche barrière. Voor de leesbaarheid van Drentsche Aa en Nationaal Landschap het gebied komen op slecht doorlatende het landschap zijn de kruisingen van de Drentsche Aa bodems nog hoge grondwaterstanden doorgaande wegen en de beekdalen van • Hunzedal met een geheel eigen karak- voor. Hier liggen de veentjes als restanten grote potentiële betekenis. In de praktijk ter als natuurontwikkelingsgebied van voormalig heide en hoogveen. Deze echter zijn de beekdalen op deze plekken • Eelderdiep met een oorspronkelijk me- veentjes hebben te lijden van ontwate- lang niet altijd als zodanig herkenbaar. anderend verloop in het natuurontwik- ring in de omgeving. In de fl anken van de beekdalen hebben kelingsgebied Eelder- en Peizermaden zich in de loop van de tijd verschillende • Stelsel van het Eelderdiep als nagenoeg

65 H + N + S ' 0 98 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

66 H + N + S ' 0 9 Ambitie compleet systeem van bron tot bene- Het LOP beschouwt het stelsel van denloop binnen het grondgebied van beekdalen als de belangrijkste drager de gemeente Tynaarlo (aantal veentjes voor een duurzame ontwikkeling van het en bovenloopjes op grondgebied As- grondgebied van de gemeente Tynaarlo. sen) Het stelsel van beekdalen zorgt voor • Landschappelijk gave delen van beekda- eenheid en samenhang op het niveau len zoals de Fledders, de Zeijerstroeten, van de gemeente als geheel en legt de de Zuursche Landen, de Hullen en de verbinding met de omliggende Drentse Hondstongen en Groningse gemeenten. De toekomst • Veentjes als brongebied in de fl anken van het stelsel van de Drentsche Aa en van de ruggen (zoals Boerveen) de Hunze is in hun afzonderlijke plantra- jecten duidelijk bepaald. Het accent van Overzicht huidige knelpunten het LOP ligt daarom met name bij het • Landschappelijke en ecologische conti- behouden, versterken en vernieuwen nuïteit in het stelsel van het Eelderdiep van de kwaliteiten van het stelsel van de (inclusief Grote Masloot) is door ingre- lopen van het Eelderdiep. pen in het verleden verstoord • Brongebieden (zoals het Boerveen) Het gaat er ten eerste om tot een com- zijn vaak geïsoleerd van de bovenloop pleet en samenhangend systeem te ko- van de beek en hebben te lijden van men, waarbij de bovenlopen op termijn ontwatering van het omliggende land- een invulling krijgen, die aansluit bij de bouwgebied ambities voor de Eelder- en Peizermaden. • Landschappelijke expressie van deze De bovenlopen vallen niet binnen een beekdalen is vaak beperkt ontwikkeld, lopend landinrichtings- of natuurontwik- bijvoorbeeld bij de oostelijke dorpsrand kelingstraject. Wel is er een perspectief van Vries geschetst door de Werkgroep Boven- • Kruisende infrastructuur vormt ecolo- lopen, die bestaat uit terreinbeherende gische barrières en de herkenbaarheid organisaties, de provincie en het Water- van de beekdalen is op deze plekken schap. Deze werkgroep heeft mogelijk- vaak beperkt heden onderzocht om te komen tot • De ecologische potenties die het verbetering van de bovenlopen in hydro- watersysteem bied, zoals de kansen logische, landschappelijke en ecologische van het kwelwater, komen vaak niet tot zin. Het doel is om potenties te benutten expressie en gunstige condities te scheppen voor • Wijze van agrarisch gebruik (bijvoor- realisatie van de EHS en waterberging beeld maïsteelt) in de beekdalen benedenstrooms. De bevindingen van de doet niet overal recht aan de potenti- werkgroep zijn overgenomen als ambitie ele (landschappelijke en ecologische) voor de beekdalen in het LOP. Concreet kwaliteit (bijvoorbeeld rond de Grote gaat het om de volgende kansen: Masloot en de Broekenloop bij Zeijen) • Woonwijken Eelde liggen erg koud De Runsloot biedt goede kansen voor tegen het beekdal aan natuurontwikkeling. Aandachtspunten • Hoe nieuwe ontwikkelingen richting de zijn verbetering van de stroming in de fl anken van de beekdalen in te passen, beek, ontwikkeling van dwarsgradiënten zoals woonwijk Nieuwe Stukken bij en herstel van het brongebied. Ook kan Vries? daarbij de Runsloot gekoppeld worden pagina hiernaast: kaartbeeld van huidige aan het oorspronkelijke voedingsgebied karakteristiek van het landschap met bij Vries. kwaliteiten en knelpunten

67 H + N + S ' 0 98 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

68 H + N + S ' 0 9 Voor de Eekhoornsche Loop is ver- Versterken kwaliteiten betering van natuurkwaliteit mogelijk. • Algemeen: ecologische en landschappelijke Speciale aandacht gaat uit naar herstel samenhang en herkenbaarheid van de van het brongebied van het Stijfveen en beekdalen, zowel binnen alsook over de aanpassing van beekbodem en oevers. gemeente- en provinciegrenzen heen (zie Ook versterking van natuur in het agra- ook hoofdstuk 7, inrichtingsprincipes) rische gebied is gewenst. Het Stijfveen • Benutten ecologische potenties die het ontwikkelt zich tot natte heide en hoog- kwelwater biedt veengebied, met structureel hoge grond- • Herkenbaarheid van de beekdalen ter waterstanden. hoogte van kruisende infrastructuur • Recreatieve betekenis van de beekdalen De Grote Masloot ligt in landbouwge- in de dorpsomgeving, bijvoorbeeld ten bied, waar de mogelijkheden geringer zijn. oosten van Vries Landbouw heeft hier volgens het struc- • Eekhoornsche Loop: verbetering van de tuurplan prioriteit. Landschapsbehoud natuurkwaliteit door aanpassing van de en –herstel (en beekherstel) zal daarom beekbodem, de oevers en versterking van moeten plaatsvinden in samenhang en natuur in het agrarische gebied met inachtneming van de prioritaire agra- • Grote Masloot: beekherstel (profi elaanpas- rische functie. Herstel van de historische sing) en landschapsversterking (beplan- koppeling met het Eelderdiep (tussen tingselementen) Bunne en Winde) levert benedenstrooms veel winst op. Vernieuwen kwaliteiten • Drentsche Aa, Hunze en Eelder- en Peizer- Daarnaast wordt voorgesteld de land- maden volgens lopende plantrajecten, met schappelijke herkenbaarheid van de daarbij extra aandacht voor het versterken beekdalen te vergroten, met name in de van de aanwezige (provinciegrensover- dorpsomgeving en waar (doorgaande) schrijdende) ecologische relaties tussen infrastructuur de beekdalen kruist. het Drentse deel en het deel in Groningen. (o.a. realisatie EHS- Natte As en het Zuid- Voor de nu niet in het structuurplan laardermeergebied als Natura2000 gebied). opgenomen zoekgebieden geldt t.a.v. rode • Extra aandacht voor herontwikkeling van ontwikkelingen dat daarvoor in de beek- de Eischenbroeksche Loop als bovenloop dalen in principe geen plaats is. Mocht van de Drentsche Aa hiervoor om andere zwaarwegende re- • Runsloot: natuurontwikkeling met aandacht denen toch gekozen worden, dan zal een voor stroming, dwarsgradiënten en herstel dergelijke ontwikkeling op passende wijze brongebied in het landschap moeten worden ingepast. • Beekdal en fl ank ten oosten van dorpsuit- De ontwerpopgave bij de dorpsuitbrei- breiding Nieuwe Stukken bij Vries inclusief ding van Vries aan de oostzijde (Nieuwe recreatieve betekenis van dit gebied Stukken) behelst de grens met het • Opnieuw koppelen beekloop ten oosten beekdal te bepalen en de landschappelijke van Vries aan de Runsloot relatie van het dorp met het beekdal als • Koppelen brongebied het Stijfveen aan de integraal onderdeel van het ontwerp te Eekhoornsche Loop beschouwen. • Het Stijfveen ontwikkelt zich tot natte heide en hoogveengebied, met structureel Behoud kwaliteiten hoge grondwaterstanden • Beekdalen als groenblauwe landschap- • Herstel van de historische koppeling van pelijke eenheid de Grote Masloot met het Eelderdiep (en • Landschappelijk en ecologisch waarde- de Eelder- en Peizermaden) pagina hiernaast: kaartbeeld van de ambi- volle gebieden zoals: de Fledders, de • Brongebieden van de Grote Masloot, zoals tie ten aanzien van het landschap met te Zeijerstroeten, de Zuursche Landen, de de Smeerveensche Loop en de Benkoelen- behouden, te versterken en te vernieuwen Hullen en de Hondstongen loop met hun veentjes, weer aankoppelen kwaliteiten • Veentjes als brongebied in de fl anken (in samenwerking met gemeente Assen) van de ruggen (zoals Boerveen) 69 H + N + S ' 0 8 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

70 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

deelgebieden

71 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Boven: modern agrarisch erf in het landschap Boven: beplante weg (Vriezerhoek) aan de Boven: Hooidijk tussen Vries en Zeijen op de van de jonge heideontginningen fl ank van de Zeijerstroeten rug van Zeijen

Onder: Langaarveen Onder: het grootste deel van de rug van Zeijen Onder: overgang van het dorp Zeijen naar de heeft het karakter van een typische jonge hei- es deontginning

72 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

De Rug van Zeijen

Huidige situatie van het dorp met het landschap aan de Karakteristiek van het landschap oostzijde is minder sterk. Ook de aanslui- De Rug van Zeijen wordt aan de west- ting op het beekdal is verstoord door de zijde begrensd door het beekdal van de ligging van de sportvelden. De Zeijerwiek, Broekenloop, die overgaat in het Oos- een kanaal van het hoogveenontginnings- tervoortsche Diep. De Smeerveensche landschap aan de zuidwestelijke zijde van Loop en de Grote Masloot vormen de het dorp, is deels gedempt. Het voor- oostelijke grens. De begrenzingen van de malige haventje en de loswal zijn daarbij Locatie deelgebied de Rug van Zeijen rug ten opzichte van de beekdalen zijn verdwenen. vaak duidelijk gemarkeerd met laanbe- planting. Het grootste deel van de Rug van Zeijen Grote planmatige dorpsuitbreiding is hier heeft het karakter van een typische jonge dus niet aan de orde en de dynamiek De dorpsomgeving van Zeijen vormt de heideontginning: een open landbouwge- van het grondgebruik rond het dorp is zuidelijke begrenzing van dit deelgebied. bied met bomenlanen en een aantal bos- beperkt. Het dorp raakt hier aan het Zeijerveld, stroken. Boerderijerven, op verschillende een typische hoogveenontginning met wijzen beplant, liggen als ‘eilanden’ in de Er zijn in het gebied een aantal ecolo- kanalen en karakteristieke lanen. Aan open ruimte. Het Noordsche Veld is een gische verbindingen geprojecteerd, die de noordzijde loopt de rug door tot de heide en bosgebied met grote interne enerzijds gericht zijn op het verbinden dorpsomgeving van Altena in de gemeen- kwaliteit en sluit bovendien goed aan op van de bosgebieden bij Norg met de te Noordenveld. Het noordelijke deel het beekdal van de Broekenloop, die later Drentsche Aa via de Zeijerstrubben van de Grote Masloot is een halve eeuw overgaat in het Oostervoortsche Diep. en anderzijds op het verbinden van de geleden gegraven tijdens de uitvoering De andere vochtige heideterreinen in het geïsoleerd gelegen heiderestanten. van de ruilverkavelingen en scheidt Peize gebied zijn kleiner en kennen een meer nu van de Rug van Zeijen. geïsoleerde ligging. Het dorp Zeijen is met zijn gave karakter en fraaie dorpsomgeving een potentieel Zeijen is een typisch esdorp, met een Dwars over de Rug van Zeijen lopen aantrekkelijk recreatiedoel. Bovendien gave en complete dorpsomgeving. Aan een tweetal wegen met een min of meer ligt het tussen de bossen van Norg en de oostzijde wordt het dorp begrensd doorgaand karakter, die vanuit de dor- de Drentsche Aa, beide aantrekkelijke door de Grote Masloot. Aan de westzijde penweg (N386) de verbinding met het recreatielandschappen met een sterke liggen de Noorder- en de Zuideresch. westen leggen: de N858 van Donderen identiteit en kwaliteit. Het ontbreekt De ruimtelijke relatie tussen het dorp naar Norg en de Bunnerveenseweg naar echter aan een goede en aantrekkelijke en de es is nog zeer sterk. Niet alleen Roden. fi etsverbinding over het jonge heideont- doordat het dorp zo compact gebleven ginningslandschap. is, waardoor zicht vanuit binnen naar Dynamiek van het grondgebruik en functio- buiten mogelijk is, maar ook door de neel accent Overzicht huidige kwaliteiten aanwezigheid van een netwerk van met Het grootste deel van de Rug van Zeijen • Duidelijke begrenzing van de Rug van laanbomen beplante wegen, die vanuit kent een functioneel accent als modern Zeijen door beplanting in de fl anken het hart van het dorp vanaf de brink naar en relatief grootschalig verkaveld agra- van de beekdalen buiten voeren. De essen hebben een risch productielandschap. De zichtbare • Esdorp Zeijen sterke relatie met de fraaie en ecologisch waardevolle bosrand, dynamiek in dit gebied voltrekt zich dorpsomgeving aan de westzijde. Net- de Zeijerstrubben, die bovendien goed vooral op en rond de huidige agrarische werk van lanen vanuit de brink in de toegankelijk is voor een lokaal ommetje. erven. Naast uitbreiding van schuren en dorpskern naar buiten. Aan de westzijde sluiten de esrandbos- stallen en silo’s gaat het daarbij ook om • Gave essen (Noorderesch – Zuide- sen direct aan op het beekdal van de andere, relatief nieuwe ontwikkelingen resch) en esrand, met Zeijerstrubben Broekenveensche Loop. Op de es liggen zoals vergistinginstallaties. als ecologisch waardevol bosgebied. diverse ‘veentjes’, geïsoleerde laagtes met Toegankelijkheid Zeijerstrubben voor natte omstandigheden, die een relict zijn Het dorp Zeijen zelf is in de structuur- ommetje vanuit dorp. van het natuurlijke landschap. De relatie visie getypeerd is als kleine woonkern. • Zeijerveld als verveend en ontgonnen

73 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

74 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

hoogveenmoeras met karakteristieke • Het jonge ontginningslandschap voor De hoogveen- en heidevelden en de elementen: doelmatig verkaveld, struc- recreatie weinig aantrekkelijk.Goede veentjes op de es zijn gebaat bij een turen met grote rechtstanden, bomen- fi etsroutes van de bossen van Norg betere onderlinge verbinding om hun rol lanen met beplante boerderijerven naar de Drentsche Aa ontbreken hier. als stapsteen in het ecologische netwerk en een stelsel van vaarten en sloten • De veen- en heidegebiedjes liggen ge- beter te kunnen vervullen. Stimulering (wijken). isoleerd en worden belast door inspoe- van realisatie van een aantal ‘linten in het • Noordelijke deel van de rug als doel- ling vanuit landbouwgronden. landschap’ kan daaraan bijdragen. Boven- matig landbouwlandschap met de eigen dien kan de druk vanuit de aangrenzende landschapskarakteristiek van het jonge landbouwgronden op de natuurwaarden heideontginningslandschap: relatief verminderd worden door aanleg van een open, laanbeplanting en verspreid lig- Ambitie aantal bufferzones om deze gebieden. Er De Rug van Zeijen kent grote kwaliteiten. gende erven. zijn ook goede mogelijkheden om via na- Enerzijds als modern en doelmatig land- • Noordsche Veld (bos en heidegebied) tuurontwikkeling (droge tot natte heide- bouwlandschap en anderzijds vanwege met grote eigen ecologische kwalitei- schrale vegetaties) op de beekdalfl anken het dorp Zeijen, met zijn overwegend ten en in aansluiting op het dal van de delen van de hoog-laag gradiënt tot na- gave en complete dorpsomgeving. De Broekenloop. tuurlijke expressie te laten komen. Door koers van het landschapsontwikkelings- • Aanwezigheid van grotere en kleinere aanleg van een aantrekkelijk koppelstuk in plan is er in eerste instantie op gericht hoogveengebieden (veentjes) als res- de fi etsroute van Zeijen naar Norg wordt om deze kwaliteiten te koesteren. tant van het natuurlijke landschap vóór het dorp beter aan de ruimere omgeving de ontginning, met grote natuurwaar- verankerd. Er zijn echter wel een aantal verbeterin- den. gen mogelijk. Het gaat dan vooral om • Aanwezigheid van verspreide cultuur- Door versterking van de landschappelijke het verbeteren van een aantal relaties, historische relicten, zoals de grafheuvels kwaliteiten van het jonge ontginnings- ecologisch, landschappelijk en recreatief. in het Noordsche Veld en de Zeijer- landschap wordt een ruimtelijk kader Daarbij wordt tevens verhoogde diver- strubben, hunebedden in het Zeijerveld geboden voor de doorgroei van het siteit qua fl ora en fauna nagestreefd. De en ten noorden van het dorp Zeijen. noordelijke deel van de Rug van Zeijen aansluiting van het dorp op zijn omgeving, als modern agrarisch gebied. Voorge- met name aan de zuid- en de oostkant Overzicht huidige knelpunten steld wordt om de hoofdrichtingen in verdient een impuls. Aan de westzijde • Dorpsomgeving noordoostzijde van het gebied te versterken door middel ligt de Veentjesroute, een wandelpad dat Zeijen. De overgang van het dorp naar van (laan) beplanting gekoppeld aan de het dorp op fraaie wijze met zijn omge- het beekdal is onduidelijk, het beekdal infrastructuur en de begrenzing van de ving verbindt. Het LOP stelt voor om de heeft hier niet echt betekenis voor de beekdalen verder te versterken. toegankelijkheid van de dorpomgeving ruimtelijke kwaliteit van het dorp. verder te versterken door uitbreiding van • Onduidelijke overgang tussen dorp De gemeente wil onderzoeken, of het de Veentjesroute aan de zuidkant van de landschap aan de zuidoostzijde (Zeijer- mogelijk is om door middel van land- es. Hier kan dit wandelrondje worden veld). goedontwikkeling invulling te kunnen doorgezet langs een opnieuw zichtbaar • Nieuwe ontwikkelingen rond agrarische geven aan een aantal ambities voor de gemaakte Zeijerwiek. erven in het landbouwgebied liggen Rug van Zeijen. koud en duidelijk zichtbaar in het land- schap.

Pagina hiernaast: kaartbeeld van huidige karakteristiek van het landschap met kwaliteiten en knelpunten

75 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

76 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Behoud kwaliteiten • Relatief grootschalig en open land- bouwlandschap • Gave dorpsomgeving met kleinschalig karakter en overgang dorp – landschap (inclusief lanen) aan de westzijde van Zeijen

Versterken kwaliteiten • Landschapsstructuur en groene uitstra- ling jong ontginningslandschap: beplan- tingen gekoppeld aan de infrastructuur • Inpassing (ontwikkelingen op) agrari- sche erven door middel van erfbeplan- ting • Ecologische relaties: tussen de bossen van Norg en de Drentsche Aa via de Zeijerstrubben en tussen de veen- en heidegebiedjes onderling door aanleg ecologische verbindingszones • Ecologische kwaliteit van de veentjes op de es door aanleg van bufferzones ten opzichte van het landbouwgebied • Uitbreiding wandelommetje(s) rond Zeijen aan de zuidwest-zijde. Koppelen Veentjesroute aan Zeijerwiek

Vernieuwen kwaliteiten • Overgang dorp – dorpsomgeving aan de zuidoostzijde, met mogelijk een nieuwe rol voor de gedeeltelijk gedempte Zeijerwiek aan de zuidwest- zijde. • Overgang dorp – dorpsomgeving aan de noordoostzijde, met de aansluiting op het beekdal

Pagina hiernaast: kaartbeeld van de ambitie ten aanzien van het landschap met te behouden, te versterken en te vernieuwen kwaliteiten

77 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Rug van Rolde

Huidige situatie de fl anken van de beekdalen herkenbaar gebied tussen de stadsrand van Assen Karakteristiek van het landschap door hun beplanting. Een uitzondering en de dorpsrand van Vries (grotendeels De Rug van Rolde ligt centraal in de ge- vormt de Runsloot in het natuurgebied grondgebied van de gemeente Assen) is meente Tynaarlo. Het dal van de Runsloot de Hondstongen die bijzonder gaaf is. een uitgestrekt jong heide ontginnings- vormt de oostelijke grens. De begrenzing landschap, met zijn kenmerkende eigen- in het westen wordt bepaald door de De Rug van Rolde verschiet van zuid naar schappen. Op Asser grondgebied liggen Grote Masloot. De beeklopen rond de noord geleidelijk van kleur. In het zuiden ook het Boerveen en het Achterste Rug van Rolde zijn over het algemeen sluit de rug aan op de hogere gronden Veen, de oorspronkelijke brongebieden genormaliseerd en zelf niet erg nadruk- van het Drents Plateau. De stadsrand van de Grote Masloot, die daarmee nu kelijk in het landschap aanwezig. Wel zijn van Assen vormt een scherpe grens. Het niet meer in direct verband staan.

Aan de noordzijde zijn er twee uitlopers van de rug te onderscheiden. Ten eerste is er de belangrijkste uitloper, via Don- deren naar Bunne. Hierop ligt de meest markante gordel van essen binnen de gemeente Tynaarlo, die bovendien goed zichtbaar zijn vanaf de dorpenweg.

Aan de oostzijde ligt de lagere ‘uitlo- per’ van de Rug van Rolde, waarvan de Eekhoornstraat (die overgaat in de Mandelandenweg) het hart vormt. Deze uitloper ligt in de geleidelijke overgang naar de Eelder- en Peizermaden en heeft een geheel eigen gezicht. Niet essen en esranden vormen hier het beeld, maar boerderijen langs een lint met opstrek- kende verkaveling en met elzensingels beplante kavelgrenzen.

Centraal op de Rug van Rolde ligt het dorp Vries, één van de hoofdkernen van de gemeente Tynaarlo. Het is in de kern een esdorp, maar het is fl ink gegroeid. De gunstige ligging van dit dorp aan de doorgaande infrastructuur heeft daaraan bijgedragen. Vries is aanvankelijk gegroeid langs de Rijksweg en de Eikenlaan in de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw. In de jaren 60 is de wijk Esveen op de es geprojecteerd. Met de aanleg van een bomenweide is gezorgd voor een mooie nieuwe esrandbeplanting, waarmee de Boven: westelijke dorpsrand van Vries aan de es Onder: de locatie waar de ecologische dorpsrand goed in het landschap veran- verbindingszone ten zuiden van Vries kerd werd. De wijk De Fledders is in de Onder: varen op het kanaal ten oosten van Vries de A28 en het kanaal moet kruisen jaren 70 en 80 ontstaan. In de jaren 80 en 90 is de wijk Diepsloot ontwikkeld.

78 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Het bedrijventerrein Vriezerbrug is Rolde over richting Rug van Tynaarlo. ontstaan vanaf de jaren 50. Toen werden De hoofdroute over de Rug van Rolde bedrijven uit het dorp geplaatst langs de wordt vanaf Vries overgenomen door de weg naar Tynaarlo aan de oostzijde van dorpenweg richting Peize - Roden. De het Noord-Willemskanaal. Vriezerbrug is Asserstraat/Rijksweg/Groningerstraat en ‘uit het zicht’ ontstaan en ter plaatse ge- de dorpenweg hebben een verschillende leidelijk gegroeid. De aanleg van de A28 positie ten opzichte van het landschap. (begin jaren '70) zorgde voor een achter- De eerste is een autonome, zwaar be- kant/voorkantsituatie van het bedrijven- plante lijn. De dorpenweg reageert op terrein. Geheel passend in de wijze van zijn omgeving en biedt hierop een telkens Locatie deelgebied de Rug van Rolde ontwerpen en ruimtelijk handelen in die afwisselend uitzicht. De A28 ligt op de tijd is Vriezerbrug geleidelijk aan van een Rug van Rolde nagenoeg geheel op het voorkant aan de snelweg voorzien, met grondgebied van de gemeente Assen. Het heeft. Rond de bestaande bebouwing name in de loop van de jaren 90, toen Noord-Willemskanaal vormt samen met aan de Asserstraat/Nieuwe Rijksweg/ de op- en afrit van de A28 zijn aangelegd. het beekdal de grens tussen de Rug van Groningerstraat ontwikkelt zich geleidelijk Vriezerbrug heeft een functie voor de Rolde en de Rug van Tynaarlo. nieuwe bedrijvigheid. Assen heeft recent opvang van lokaal gebonden bedrijvigheid een groenvisie op zijn eigen stadsranden (POP). Dynamiek van het grondgebruik en functio- ontwikkeld. neel accent De landschappelijke situatie aan de oost- De ligging aan de route tussen Assen Naast het functioneel accent op wonen zijde van het dorp is niet helemaal helder. en Groningen drukt al eeuwenlang een in en rond Vries, zoals aangegeven in het Het beekdal van de Runsloot kwam stempel op de Rug van Rolde. De ontwik- structuurplan van 2006, is er nog een bij- hier na de aanleg van het kanaal in de keling van het dorp Vries is er voor een zonder functioneel accent te noemen: de verdrukking en ook recentere ontwikke- deel door bepaald. Vries is in het nieuwe Koningsas. De invulling van het concept lingen hebben de situatie niet verbeterd. structuurplan aangemerkt als hoofdkern Koningsas binnen het LOP is uitgewerkt De dorpenweg voert tegenwoordig niet waar een uitbreiding van het woongebied in een aparte paragraaf in dit hoofdstuk. meer door de dorpskern van Vries, maar voorzien is: de woonwijk Nieuwe Stukken. noordelijk daaromheen. De nieuwe route Overzicht huidige kwaliteiten voegt zich goed in het landschap van Aan de noordzijde van het dorp, rond en • Landschappelijke overgang met veel de dorpsomgeving. De noordelijke rand ten noorden van de dorpenweg, speelt verschillen van de Rug van Rolde van van het dorp, aan de noordzijde van de een ander type dynamiek: kleinschalige zuid naar noord. dorpenweg, maakt een wat rommelige (maneges en campings), maar ook groot- • Mandelandenweg als laatste lage rug indruk door diverse (deels recente) ont- schaliger ontwikkelingen(instituten) dragen met een geheel eigen identiteit in de wikkelingen, die slechts beperkt ingepast samen bij aan een geleidelijke verromme- overgang naar het landschap van de zijn. Tussen de noordelijke rand van Vries ling van het landschapsbeeld. Eelder- en Peizermaden. en de lage uitloper van de Mandelanden- • Gave dorpsomgeving van Vries aan de weg (ten zuidwesten van Eelde) ligt een De ontwikkelingen op de uitloper van de westzijde. jong heideontginningslandschap. Centraal rug richting Donderen zijn beperkt. Langs • Asserstraat/Rijksweg/Groningerstraat in dit gebied ligt het Stijfveen, het oor- de Mandelandenweg is te zien, hoe de als doorgaande structuur. Autonome lijn spronkelijke brongebied van het beekdal kleine agrarische erven hier steeds meer met allure, zwaar beplant met beuken. van de Eekhoornsche Loop, die daarmee een woonfunctie kregen. Wanneer de • Escomplexen op de ‘Rug van Donde- nu niet meer in directe verbinding staat. baanverlenging van het vliegveld bij Eelde ren’. Uitzicht over de open Zuideres doorgaat, zal de eenheid van dit deel van van Donderen vanaf de dorpenweg De landschappelijke samenhang binnen de rug doorsneden worden. Datzelfde N386. de rug als geheel wordt bepaald door geldt overigens thans al voor het dal van • Bunne vormt met zijn gave es en be- een aantal grote infrastructuurlijnen. Ten de Runsloot. bouwing op de fl ank een markante kop zuiden van Vries is dat de Asserstraat/ van de Rug van Rolde. Rijksweg/Groningerstraat, die doorloopt Op het grondgebied van Assen speelt een • Kleine vennen op de es van Donderen. tot in de dorpskern. Ten noorden van aantal ontwikkelingen. Zo ligt er een forse, • Grotere vennen (restanten van bron- Vries steekt de Asserstraat/ Nieuwe nog in werking zijnde zandwinning, die een gebieden van de beken) in het ‘tussen- Rijksweg/ Groningerstraat de Rug van grote visuele uitstraling op de omgeving

79 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

80 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

gebied’ ten noorden van Vries en aan • Brongebieden (veentjes) van de Eek- de zuidkant van de rug, op het grond- hoornsche Loop (Stijfveen) en de gebied van Assen, vormen ecologische Grote Masloot zijn ruimtelijk (land- stapstenen. schappelijk en ecologisch) ontkoppeld • Cultuurhistorische elementen bij het van de bovenloop van de beken. Stijfveen. • Verrommeling op de Noorderesch van • Begrenzing van de rug aan de oostzijde Vries (camping, manege) doet afbreuk bij natuurgebied de Hondstongen is aan de kwaliteit van het landschap bij landschappelijk fraai vormgegeven met de ‘entree’ van het dorp. een bomenlaan. • Het terrein van de Brinkstichting ligt • Donderen als complete kleine en klein- koud in het landschap. schalige kern. • De oostelijke ‘entree’ van Vries dreigt te • Dorpsomgeving van Vries aan de verrommelen. Het beekdal heeft geen westzijde met een grotendeels gave es sterke expressie en er ligt een manege en een stevige bosrand, die bovendien in. direct aansluit op het beekdal van de • Rommelige presentatie dorpsrand aan Grote Masloot. de zuidzijde (bedrijven) richting het • Royale boomweides en zorgvuldig Nationaal Landschap Drentsche Aa ontworpen overgang tussen de es en • Ecologische verbinding moet ten oos- het woongebied aan de dorpsrand van ten van Vries het kanaal en de snelweg Vries (jaren 60). Schoolvoorbeeld uit kruisen; dit is moeilijk oplosbaar. de landschapsarchitectuur ten tijde van de ruilverkavelingen in dit gebied. • Dorpswegen rond Vries zijn gemar- keerd door bomenlanen (vooral zuidzij- de). • Heidenheimlaantje en landgoed.

Overzicht huidige knelpunten • Beperkte landschappelijke verankering van de woonwijken van Vries aan de zuidzijde. • Beperkte herkenbaarheid van het oor- spronkelijke landschap aan de oostzijde van het dorp. Beekdal e.d. • Baanverlenging van het vliegveld zou het beekdal van de Runsloot over steken en de Rug van Tynaarlo aan de Rug van Rolde koppelen. Dit verstoort de continuïteit van de beken en het onderscheid van de ruggen. • De dorpenweg N386 vormt een barrière in het dorp Donderen. Dit komt de samenhang tussen de kern en dorpsuitbreidingen ten oosten van de weg niet ten goede.

Pagina hiernaast: kaartbeeld van huidige karakteristiek van het landschap met kwaliteiten en knelpunten

81 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

82 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Ambitie Behoud kwaliteiten de westzijde van het dorp). • Verscheidenheid aan landschappen van • Landschappelijke inpassing van nieuwe De koers van het LOP is er in eerste de Rug van Rolde. ontwikkelingen aan de noordzijde van instantie op gericht om, naast het behoud • Zuidelijke es van Vries met openheid, Vries, zoals het terrein van de Brink- van de bestaande kwaliteiten, de land- bomenlanen, gave randen en de aan- stichting. schappelijke samenhang en kwaliteit van sluiting op het beekdal van de Grote de Rug van Rolde te versterken. Ten eer- Masloot. Vernieuwen kwaliteiten ste gaat het daarbij om de compleetheid • Essen tussen Vries en Donderen, met • Ontwikkelen dorpsuitbreiding Nieuwe van het stelsel van beekdalen, waarbij grote openheid, vennetjes en met zicht Stukken op basis van een sterk land- de geïsoleerde brongebieden versterkt vanaf de dorpenweg. schappelijk raamwerk. Zorgvuldige kunnen worden en weer echt onderdeel ontwerpen van de oostelijke dorpsrand van het beeksysteem gaan vormen. Het Versterken kwaliteiten van Vries aan het beekdal en het kanaal. behoud van de essen met hun karakte- • Ecologische verbinding ten oosten van ristieke beplanting spreekt natuurlijk voor • Versterken en herstellen van het Vries (bij de gemeentegrens): ontwik- zich. Stijfveen als brongebied van de Eek- hoornsche loop en herstel van de kelen kruising A28 en kanaal, koppelen aan recreatieve verbinding. In de dorpsomgeving van Vries is landschappelijke en ecologische relatie • Heidenheimlaantje-landgoed opnemen het landschappelijk inpassen van een met de beek. in EHS én recreatieve route (fi etspad), aantal ontwikkelingen, die al hebben • Versterken relatie tussen twee delen versterken cultuurhistorische elemen- plaatsgevonden, aan de orde, zoals de van Donderen over de dorpenweg ten. Gekoppeld aan vorige punt. woongebieden aan de zuidzijde en de N386. • Grondgebied Assen: ontwikkeling ontwikkelingen in het landelijke gebied • Versterken van het contrast tussen de Smeerveensche Loop en Benkoelen- aan de noordzijde. Aan de oostzijde ruggen en de beekdalen door middel loop als bovenlopen (groenvisie stads- ligt een grotere vernieuwingsopgave. van beplanting. randzone Assen). Hier gaat het erom de dorpsuitbreiding • Versterken herkenbaarheid van Bunne Nieuwe Stukken op basis van een sterk als kop van de rug door ontwikkelen Over de in Assen geconstateerde knel- landschappelijk raamwerk te ontwerpen landschappelijke en ecologische kwali- punten en verbeteringsmogelijkheden en daarin tevens een mooie rand aan het teit beekdal. wordt contact gezocht met de gemeente beekdal te maken. Wanneer dit wordt • Versterken landschappelijke kwaliteit Assen. mee ontwikkeld (natuur, waterberging) van de Asserstraat/Rijksweg/Groninger- kan tevens een mooie nieuwe entree straat als stevig beplante doorgaande van het dorp aan de oostzijde ontstaan. structuur in de kern van Vries.

Daarnaast is de ambitie om door middel • Versterken landschappelijke kwaliteit van het concept Koningsas, de uitstra- van de randen van woonwijken van ling en betekenis van het gebied voor de Vries aan de zuidzijde. regio te vergroten. • Versterken landschappelijke (dorp- sentree) en ecologische betekenis van het beekdal aan de oostelijke rand van Vries. • Landschappelijk inpassen ontwikke- lingen aan rommelige dorpsrand aan de zuidzijde (bedrijven) richting het Nationaal Landschap Drentsche Aa • Noordelijke es van Vries: verster- ken landschappelijke kwaliteit van de dorpsomgeving (+entree) door beplan- ten esrand en inpassen nieuwe ontwik- kelingen zoals camping en manege (aan

Pagina hiernaast: kaartbeeld van de ambitie ten aanzien van het landschap met te behouden, te versterken en te vernieuwen kwaliteiten

83 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Boven: zandwinning ten noorden van Tynaarlo Boven: beplante weg bij Yde Boven: weg aan de fl ank van de Hondstongen

Onder: verborgen kwaliteit oude ontgronding Onder: zicht op de A28 over het Noord Onder: monumentale laan van landgoed ten noorden van Yde Willemskanaal tussen Vries en de Punt Vosbergen in de landgoederenzone

84 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Rug van Tynaarlo

Huidige situatie voor de rijken uit de stad nog aantrekke- Karakteristiek van het landschap lijker. Voorbeelden zijn De Marsch en de De Rug van Tynaarlo is het grootste deel- landgoederen met een buitenplaats, zoals gebied binnen het LOP. Het dal van de Vosbergen en De Braak. De landgoe- Drentsche Aa, dat overgaat in het Paters- deren en buitenplaatsen met hun oude woldse Meer, vormt de oostelijke grens. parkbossen en lanen bepalen nog steeds De westelijke grens wordt gevormd het landschappelijke karakter van de door het beekdal van de Runsloot en de noordzijde van de Rug van Tynaarlo. De Locatie deelgebied de Rug van Tynaarlo brede beekdalvlakte van het Eelderdiep. groenstructuren lopen vanuit de landgoe- In het zuiden vormt het Zeegserloopje deren vaak door tot in de aangrenzende Het kanaal en de Groningerstraat tussen de grens. In het noorden loopt dit deel- woongebieden. Vries en De Punt vormen een sterke gebied door tot de rand van Groningen. ruimtelijke structuur in het gebied, zeker Het zuidelijke deel van de Rug van waar zij parallel aan elkaar lopen. De Karakteristiek voor de Rug van Tynaarlo is Tynaarlo maakt deel uit van het Nationaal beplanting en de bebouwing dragen de landschappelijke overgang, waarbij de Landschap Drentsche Aa (en tevens het daaraan bij, net als de sluizen en ophaal- rug in noordelijke richting steeds smal- Nationaal beek- en esdorpenlandschap bruggen. ler en lager wordt en de fl ankerende Drentsche Aa). Het gaat om het gebied beekdalen steeds breder. Het contrast ten oosten van het Noord-Willemskanaal De omgeving van het dorp Yde is aan tussen de beekdalen en de rug wordt en ten zuiden van De Punt. De door- de zuidzijde zeer gaaf. Hier sluit de es in noordelijke richting ook steeds groter. gaande infrastructuur is erg bepalend op fraaie wijze aan op natuurgebied Dat geldt bijvoorbeeld voor de harde voor dit gebied. Het kanaal, de A28, de de Hondstongen met de Runsloot. Ten rand, die de landgoederen vormen naar N34 en in mindere mate de dorpenweg noorden van Yde wordt de druk van het beekdal van de Drentsche Aa. Met N386, doorsnijden het gebied, wat de het vliegveld op het landschap voelbaar. het woongebied Ter Borch (op dit mo- samenhang in het onderliggende land- Een aantal wegen vanuit het dorp loopt ment in ontwikkeling) is als het ware een schap niet ten goede komt. De A28 dood op de hekken van het vliegveld en nieuwe fl ank aan de Eelder- en Peizerma- is in dit gebied vormgegeven naar het is omgeleid. De zandafgravingen in dit den gemaakt. voorbeeld van een parkway, die telkens gebied bieden een verrassende verbor- een afwisselend uitzicht op de omgeving gen kwaliteit. Van zuid naar noord veranderen ook de biedt. Helaas bieden de punten, waar landschappelijke eigenschappen op de deze parkway werkelijk aan het landschap De Punt ligt op een bijzonder knoop- rug zelf. In het zuidelijke deel is er nog vastzit (de knooppunten) vaak de minste punt in het landschap. Hier eindigt de sprake van het brink- en esdorpenland- landschappelijke kwaliteit door ontwik- Groningerstraat en begint de oude route schap. Richting het noorden vertoont het kelingen zoals bedrijventerreinen, die hier naar Groningen. Het kanaal speelt ook gebied de oorspronkelijke karakteristie- in de loop van de tijd hebben plaatsge- een rol bij de beleving van deze plek. Ten ken van een laagveenontginning op de vonden. noorden van De Punt gaat het land- overgang van zand naar veen. Op zand- schap van lange infrastructuurlijnen over ruggen werden hier boerderijen aan de De dorpsomgeving van Tynaarlo is aan de in de landgoederenzone. Eerst bepalen weg gebouwd, vanaf waar het achterlig- zuidzijde gaaf. Aan de noordzijde vormt de bedrijven rond de bloemenveiling en gende gebied in rechte stroken of slagen de dorpenweg een barrière. De es van het vliegveld met zijn bedrijventerrein werd ontgonnen. In de 18e en 19e eeuw Tynaarlo is hierdoor van het dorp ge- nog het landschapsbeeld. Verder naar het zijn door vervening het Paterswoldse scheiden. De bebouwing van het bedrij- noorden wordt dit beeld overgenomen Meer, het Elsburger Onland en het Frie- venterrein Vriezerbrug aan de westzijde door de allure van de landgoederenzone. scheveen ontstaan. van de A28 is hier erg nadrukkelijk Het gebied tussen De Punt en Eelde kent aanwezig. Ten noorden van Tynaarlo ligt grote contrasten. In de 19e eeuw werd de Rug van Tynaar- een aantal oude en nieuwe zandwinnin- lo zeer geschikt geacht voor het vesti- gen, met recreatieterreinen (huisjes) daar De kern Eelde-Paterswolde is de gen van buitenplaatsen. De ligging in de omheen. grootste aaneengesloten kern van de nabijheid van Groningen maakte de plek gemeente Tynaarlo. Het woongebied is

85 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

86 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

goed aangesloten op de landgoederen- kilometer niet gekruist worden. ontworpen (architectonische topkwali- zone in het oosten en de lommerrijke In de door infrastructuur omgeven gebie- teit) en daardoor bijdragen aan betekenis sfeer is een belangrijke drager voor de den hebben zich in de loop van de jaren en uitstraling van het gebied tussen Assen kwaliteit van het woongebied. Verder verschillende ontwikkelingen voltrokken, en Groningen. naar het westen zakt deze landgoedsfeer autonoom van het onderliggende en om- geleidelijk weg. De westzijde van Eelde is liggende landschap. Een voorbeeld zijn de Overzicht huidige kwaliteiten niet sterk in de omgeving verankerd en zandwinplassen bij Tynaarlo, die op hun • Verloop van landschappen in de Rug de rand aan het beekdal van de Ooster- beurt weer andere ontwikkelingen zoals van Tynaarlo van zuid naar noord. loop is koud ingepast. De oude wegen huisjesterreinen oproepen. De kwaliteit • Grote contrasten van de rug met de die de dorpskern aan de zuidzijde met van de dorpsomgeving staat door het omliggende beekdalen. de omgeving verbinden (onder andere ontbreken van samenhang tussen deze • Landgoederenzone Eelde-Paterswolde de Molenweg) hebben een eigen charme. ontwikkelingen, het dorp en het onderlig- • Dorpsomgeving Tynaarlo aan de zuid- Helaas lopen ze na enige kilometers gende landschap steeds meer onder druk. zijde. dood op het vliegveld. Op de Rug van Tynaarlo is in het struc- • Dorpsomgeving Yde / De Punt aan de tuurplan een nieuwe landgoederenzone zuidzijde. Dynamiek van het grondgebruik en functio- aangewezen. • Oude doorgaande route van Gronin- neel accent gen naar Assen en Noord-Willemska- Op de Rug van Tynaarlo is de druk vanuit Over de Rug van Tynaarlo zijn twee eco- naal als landschappelijke dragers in het de stedelijke regio en de doorgaande logische verbindingszones geprojecteerd. gebied. infrastructuur van alle gebieden binnen In het zuiden betreft het de verbinding de gemeente Tynaarlo het meest voel- van de Broekenloop naar de Drentsche Overzicht huidige knelpunten baar. Deze context heeft in het verleden Aa. Deze moet de A28 en het Noord- • Landschappelijke en ecologische kwa- allerlei stedelijke ontwikkelingen in het Willemskanaal kruisen op een complex liteit landgoederenzone onder druk gebied opgeroepen en doet dat nog punt. In het noorden is de verbinding door (ontwikkeling) vliegveld en bloe- steeds. Centraal in het gebied gaat het van de Runsloot (Hondstongen) naar de menveiling en stedelijke recreatiedruk. om concrete plannen en projecten rond landgoederenzone geprojecteerd. Deze • Isolatie van gebieden door grootscha- het vliegveld (baanverlenging en ontwik- volgt de rand van het vliegveld en moet lige infrastructuur roept ‘autonome keling bedrijventerrein) en de bloemen- de Burgemeester Legroweg oversteken. ontwikkelingen’ op. veiling (uitbreiding gewenst). Omdat • A28 tussen Tynaarlo en De Punt niet Eelde in het structuurplan is aangewezen Naast het functioneel accent op bedrij- passeerbaar voor recreatief verkeer. als hoofdkern van de gemeente is hier vigheid rond het vliegveld en wonen in • Landschappelijke kwaliteit van de ook woningbouw voorzien. De woonwijk en rond Eelde, zoals aangegeven in het knooppunten van de A28 past niet Ter Borch wordt in de komende jaren structuurplan 2006, is er nog een bijzon- (meer) altijd bij het karakter van de als afgerond volgens de bestaande plannen. der functioneel accent te noemen: de parkway ontworpen weg. Koningsas. In regionaal verband is afge- • Westzijde Eelde ligt koud tegen het De doorsnijding van het landschap aan sproken, dat de gemeente Tynaarlo een landschap van het beekdal van de Oos- de zuidzijde van de Rug van Tynaarlo (on- bijzondere rol vervult in het stedelijke terloop. derdeel van Nationaal Landschap Drent- netwerk rond Groningen en Assen. De • Presentatie van bedrijventerrein Vrie- sche Aa en tevens Nationaal beek- en gemeente geeft hieraan in haar struc- zerbrug over de es van Tynaarlo richting esdorenlandschap Drentsche Aa) door tuurplan in eerste instantie invulling door het dorp. grootschalige infrastructuur heeft tot zichzelf te positioneren als groene long. • Ecologische relatie tussen de beekdalen gevolg, dat er relatief geïsoleerde ‘tussen- De verwachting is, dat binnen deze groe- aan weerszijde over de rug is nu nog gebieden’ ontstaan. De samenhang in het ne long op een beperkt aantal specifi eke beperkt ontwikkeld. onderliggende landschap gaat verloren locaties ook nieuwe rode functies een en het aantal doorgaande fi etsroutes is plek kunnen krijgen. Gedacht wordt aan beperkt. De A28 kan tussen Vries en De functies met regionale en zelfs nationale Punt over een lengte van meer dan vijf betekenis, die zeer zorgvuldig worden

Pagina hiernaast: kaartbeeld van huidige karakteristiek van het landschap met kwaliteiten en knelpunten

87 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

88 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Ambitie Van alle deelgebieden binnen het LOP Behouden kwaliteiten ligt de grootste (stedelijke) ontwikkeldruk • Verloop van landschappen in de Rug op de Rug van Tynaarlo. De ambitie is de van Tynaarlo van zuid naar noord. huidige landschappelijke kwaliteiten te • Grote contrasten van de rug met de behouden, te versterken en de gewenste omliggende beekdalen. ontwikkelingen met de (bestaande en • Landgoederenzone Eelde-Paterswolde nieuwe) kwaliteiten te verzoenen. • Dorpsomgeving Tynaarlo aan de zuid- zijde. Voor het zuidelijke deel (onderdeel van • Dorpsomgeving Yde / De Punt aan de het Nationaal Landschap Drentsche Aa zuidzijde. en het Nationaal Park) is de ambitie • Oude doorgaande route van Gronin- gericht op het uit hun isolement halen gen naar Assen en Noord-Willemska- van de door grootschalige infrastructuur naal als landschappelijke dragers in het omgeven gebieden, onder andere door gebied. de aanleg van fi etsroutes, die het mogelijk maken de gebieden op aantrekkelijke en Versterking kwaliteiten vanzelfsprekende wijze te doorkruisen. • Uit het isolement halen van door in- Een andere opgave is de ontwikkelingen frastructuur omgeven gebieden, onder in deze gebieden niet zomaar autonoom andere door aanleg van nieuwe fi ets- te laten plaatsvinden, maar hen vorm te routes en dorpsommetjes. geven met aandacht voor de samenhang • Beter landschappelijk inpassen west- van het (onderliggende) landschap. zijde Eelde tegen het landschap van het beekdal van de Oosterloop. Bij het noordelijke deel van de Rug van • Beter landschappelijk inpassen van Tynaarlo is de omgeving van het vliegveld, bedrijventerrein Vriezerbrug over de es de bloemenveiling en de scheepswerf van Tynaarlo richting het dorp. het belangrijkste aandachtspunt. Het LOP zet in op versterking van de (landgoe- Vernieuwing kwaliteiten deren)structuur in dit gebied als drager • Invulling geven aan het concept ‘Ko- voor de (bestaande en toekomstige) ningsas’, wanneer ontwikkelingen zich rode functies (zie ook onder ‘Koningsas’, aandienen. verderop in dit hoofdstuk).De bestaande • Landschappelijke kwaliteit omgeving landgoederen worden daarbij natuurlijk vliegveld en bloemenveiling (huidige gerespecteerd. De Burgemeester Legro- situatie verbeteren en kader scheppen weg krijgt vanaf De Punt nieuwe allure, voor uitbreiding). het karakter van een echte ‘oprijlaan naar • Aanleg ecologische verbindingszone de stad’ met stevige laanbeplanting. In het van Runsloot naar Landgoederenzone. bomenstructuurplan is deze weg ook als • Aanleg ecologische verbindingszone primaire structuur aangegeven. Daar waar van de Broekenloop naar de Drentsche in verband met de hoogtebeperkingen in Aa. de omgeving van het vliegveld geen laan- • Herontwerp knooppunten A28 in rela- bomen geplant mogen worden, wordt de tie tot het karakter van de parkway. doorgaande groene structuur langs de weg met hagen doorgezet.

Pagina hiernaast: kaartbeeld van de ambitie ten aanzien van het landschap met te behouden, te versterken en te vernieuwen kwalitei- ten

89 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Zandverstuiving op de rug van Zeegse Zicht op het dal van de Drentsche Aa vanaf de Zandweg op Rug van Zeegse rug van Zeegse

90 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Rug van Zeegse

Huidige situatie kern Oudemolen. Een groot deel van de Karakteristiek van het landschap boerderijerven in dit gebied is inmiddels De Rug van Zeegse maakt integraal omgevormd tot woonerf, met de bijho- deel uit van het Nationaal Park beek- en rende paardenweiden en dergelijke. esdorpenlandschap Drentsche Aa en kan gezien worden als een echte poort voor De fl anken van het Zeegser Loopje en dit gebied. Aan de oostzijde wordt de de Taarlosche Loop zijn niet continu toe- rug scherp begrensd door het hoofddal gankelijk. In de fl anken van de Drentsche van de Drentsche Aa. Aan de westzijde Aa liggen wel fi etspaden en zandwegen. ligt de Taarlosche Loop die later overgaat in het Zeegserloopje. Dynamiek van het grondgebruik en functio- Locatie deelgebied de Rug van Zeegse neel accent De Rug van Zeegse is het meest com- De Rug van Zeegse kent een functioneel pacte deelgebied, dat binnen het LOP accent als onderdeel van het Natio- van de gemeente Tynaarlo wordt onder- naal Park beek- en esdorpenlandschap bomenlanen, die vanuit de kern naar scheiden. De rug als geheel heeft een Drentsche Aa. In de beekdalen is de buiten voeren. kleinschalig karakter en een authentieke koers gericht op het versterken van de • Contrast met het beekdal van de uitstraling. De dorpslandschappen van de (laagdynamische) natuurlijke kwaliteiten. Drentsche Aa (hoogteverschillen, open kleine esdorpen Zeegse, en Oude- De druk om nieuwe recreatievoorzienin- en dicht). molen zijn gaaf en compleet, met fraaie gen te realiseren zal ook in de toekomst • Ecologische kwaliteit van de heideont- essen. Vooral de es van Zeegse heeft een vooral op de aangrenzende ruggen, zoals ginningsbossen en heideterreinen met stevige bosrand. Op de Rug van Zeegse de Rug van Zeegse, terecht komen. De stuifzand. ligt ook de kern Oudemolen. huidige huisjesterreinen, campings en het • Fraai beplante (veld)wegen op de rug, congrescentrum hebben dat bewezen. waaronder de weg van Zeegse naar De oostzijde van de rug is het meest De toekomst van het defensieterrein (nu Taarlo. karakteristiek. Hier liggen de essen, de munitieopslag) is onduidelijk. heideontginningsbossen en een aantal heideterreinen, waarvan één met stuif- Zeegse, Oudemolen en Taarlo zijn in het zand (het enige in de gemeente Tynaarlo). beleid van de gemeente kleine kernen. Er In deze bossen zijn diverse terreinen zijn dan ook geen (grootschalige) plan- voor verblijfsrecreatie opgenomen. De matige dorpsuitbreidingen voorzien. De kernen van Zeegse en Taarlo vormen een geleidelijke ontwikkeling van de Rug van aantrekkelijk doel aan het netwerk van Zeegse tot een woon- en recreatieland- fi etsroutes door het nationale landschap. schap zal waarschijnlijk doorzetten. Zeegse heeft een bijzondere uitstraling door diverse ontwikkelingen zoals een Overzicht bestaande kwaliteiten hotel- en congrescentrum. • Zeer markante oostzijde van de rug en overgang naar de Drentsche Aa Aan de westzijde van de rug loopt de (noord- en oostzijde). spoorlijn, in noord-zuidelijke richting. Het • Kleinschalig karakter en authentieke landschap aan de westzijde is minder uitstraling van de Rug van Zeegse als uitgesproken dan aan de oostzijde van geheel en de dorpsomgevingen van de rug. Hier bevinden zich grotere en Zeegse en Taarlo in het bijzonder. kleinere landbouwkavels. Ook ligt er een • Cultuurhistorische elementen in de niet toegankelijk groot defensieterrein dorpsomgeving van Zeegse, zoals een met een bosrijk karakter. Aan de verbin- gave es en grafheuvels. dingsweg tussen Zeegse en Taarlo ligt een • Relatie tussen het dorp Zeegse en zijn groot aantal boerderijerven en de kleine omgeving wordt versterkt door de

91 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

92 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Overzicht knelpunten Ambitie • Beperkte kwaliteit en gebrek aan land- De ambitie voor de Rug van Zeegse is er schappelijke inpassing aantal verblijfsre- op gericht de betekenis van dit gebied in creatieterreinen rondom Zeegse het Nationaal Park te versterken. Ten eer- • Inpassing mogelijke nieuwe (recreatie-) ste gaat het er daarbij om de bestaande ontwikkelingen op de rug. kwaliteiten zoals de landschappelijke • Weinig markante westzijde van de rug contrasten en de gave dorpsomgeving te aan de Taarlosche Loop en het Zeeg- koesteren. Het LOP zet in op een kwali- serloopje. teitsimpuls voor de bestaande (verblijfs)r • Ontwikkelingen in het landschap, die ecreatieterreinen, waarbij de inpassing in de groei van een landbouw- naar een het landschap volop aandacht krijgt. Waar woon- en recreatielandschap oproept. mogelijk wordt aan nieuwe recreatieve • Omgeving congrescentrum Golden voorzieningen, die een bijdrage leveren Tulip, grootschalige voorziening in aan het Nationaal Landschap ruimte kwetsbare dorpsrand. gegeven. De aanleg van deze voorzienin- gen gaat gepaard met bosaanleg, zodat ze zich vanzelfsprekend in het landschap gaan voegen.

Geleidelijk kan het landschap van de Rug van Zeegse hierdoor verdichten. Vooral de nu nog weinig uitgesproken westzijde van de rug biedt hiervoor mogelijkhe- den. De doorgroei naar een woon- en recreatielandschap vindt plaats met aandacht voor de groene uitstraling en de landschappelijke kwaliteit van de rug als geheel. Gestart kan worden met het versterken van de laanbeplanting van de wegen en het beter markeren van de westelijke rand van de rug.

pagina hiernaast: kaartbeeld van huidige karakteristiek van het landschap met kwaliteiten en knelpunten

93 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

94 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Behoud kwaliteiten Vernieuwen kwaliteiten • Zeer markante oostzijde van de rug • Eventuele nieuwe recreatieve functies en overgang naar de Drentsche Aa stevig inpassen in nieuw bos op de rug, (noord- en oostzijde). waardoor deze geleidelijk verder zal • Kleinschalig karakter en authentieke verdichten. uitstraling van de Rug van Zeegse • Mogelijk een nieuwe functie voor het als geheel en de dorpsomgevingen defensieterrein, passend bij het func- van Zeegse, Oudemolen en Taarlo in tioneel accent en de landschappelijke het bijzonder, met cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied. elementen in de dorpsomgeving van • Herontwikkeling van de Eischenbroek- Zeegse, zoals een gave es en grafheu- sche Loop als natuurlijke bovenloop vels. van de Drentsche Aa. • Ecologische kwaliteit van de heideont- ginningsbossen en heideterreinen met stuifzand. • Fraai beplante (veld)wegen op de rug, waaronder de weg van Zeegse naar Taarlo.

Versterken kwaliteiten • Ruimtelijke samenhang tussen verschil- lende cultuurhistorische elementen in de dorpsomgeving van Zeegse, bij- voorbeeld door aanleg van een nieuwe route. • Uitbreiden bosrand westelijke zijde van de es van Zeegse. • Behoud en ontwikkeling van houtsin- gels om de es. • Dorpswegen versterken door middel van beplanting. • Het minder uitgesproken landschap van de westfl ank van de rug wordt ver- sterkt, beginnend bij het versterken van de rand van het beekdal. • Kwaliteitsimpuls voor de verblijfsrecre- atie.

Pagina hiernaast: kaartbeeld van de ambitie ten aanzien van het landschap met te behouden, te versterken en te vernieuwen kwaliteiten

95 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Boven: Zuidlaren Boven: landbouw in Hunzedal Boven: hunebed bij

Onder: Oude houtwal Onder: zandweg aan de rand van de es Onder: zandweg aan de rand van het dal van Zuidlaren van de Drentsche Aa

96 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

De Hondsrug

Huidige situatie jaren 60 en 70 heeft het dorp een grote Karakteristiek van het landschap groei doorgemaakt. Een relatief recente Het deelgebied van de Hondsrug wordt ontwikkeling is de omvorming van het begrensd door de fl ank van het Hunzedal Kazerneterrein, dat grenst aan de over- in het oosten en het dal van de Drent- gang naar het Hunzedal, tot woonwijk. sche Aa in het westen. De in noord-zui- Hierbij is veel aandacht besteed aan delijke richting georiënteerde Hondsrug interne kwaliteit en de oriëntatie op de heeft grotendeels een zeer groene omgeving. De hoofdrichtingen in het uitstraling. Er is binnen dit deelgebied landschap ter plaatse, een kenmerkende een tweedeling te onderscheiden. Het ‘ladderstructuur’ is opgepakt. Locatie deelgebied de Hondsrug westen is het meest bosrijk. Het centrale deel van de Hondsrug wordt gekenmerkt De Zuideresch is gaaf en open en wordt hier de kenmerkende houtwallen, die in door een aaneenschakeling van dorp- en omgeven door de woonbebouwing van Zuidlaren wel aanwezig zijn. De relatie escomplexen. Hier is meer sprake van Zuidlaren en het (naaldbos)rijke terrein tussen de Hondsrug en het Zuidlaarder- afwisseling tussen open en dichte ruimtes. van het instituut Dennenoord. De randen meer/Hunzedal wordt verder besproken De oostfl ank sluit aan op het open land- van de verschillende functies rond de es bij het deelgebied Hunzedal. Daarbij schap van het Hunzedal. zijn zorgvuldig vormgegeven met respect komt ook de positie van het voormalige voor het zicht op en de beleving vanuit congrescentrum Prins Bernhardhoeve De Drentsche Aa vormt de grens van de de open ruimte. De relatie van het dorp aan de orde. westelijke fl ank. Op de hoge gronden, in met de omgeving is aan de zuidzijde over aansluiting op het beekdal, liggen eco- het algemeen goed ontwikkeld. Alleen Dynamiek en functioneel accent van het logisch waardevolle gebieden zoals De een aantal kleinere nieuwe woonbuur- grondgebruik Vijftig Bunder, het Noordlaarderbosch en ten aan de zuidzijde van Zuidlaren ligt Ten opzichte van de andere deelgebieden Wilde Veen. Ook bevinden zich in dit ge- vrij koud in het landschap, óók aan de kent de Hondsrug bijzondere kwaliteiten bied een zandwinplas, campings, huisjes- zijde van de es. Op de Zuideresch waren op het gebied van lommerrijk wonen: terreinen/bungalowparken en tuincentra. vroeger vennetjes aanwezig die gedempt in groene woonwijken en in de directe De samenhang binnen de natuurgebie- zijn. nabijheid van bos. Hoewel Zuidlaren één den onderling en binnen de beboste van de hoofdkernen van de gemeente fl ank van de Hondsrug als geheel staat De woonwijken aan de noordzijde van Tynaarlo is, is hier in het structuurplan daarmee onder druk. de N386 zijn minder stevig in het land- geen grote nieuwe woningbouwlocatie schap ingepast. Slechts een dunne beplan- geprojecteerd. De omvorming van het De Hondsrug tekent zich in vergelijking tingsstrook scheidt hen van het restant Kazerneterrein tot woongebied lijkt voor- met de andere ruggen het duidelijkst af van noordelijke es van Zuidlaren, waarop lopig de laatste grootschalige uitbreiding ten opzichte van de omliggende beekda- zij gesitueerd zijn. De dorpsomgeving van Zuidlaren. len. Dat komt niet alleen door de stevige van Midlaren is kleinschalig en heeft een bebossing (en bebouwing van Zuidlaren), authentieke uistraling. Er liggen oude Een ander onderscheidend functioneel maar ook door de hogere ligging. De zandwegen en gave cultuurhistorische accent is de betekenis van de Hondsrug dorpenweg N386 voert dwars over de elementen, zoals grafheuvels en hunebed- en omgeving voor recreatie. Het gaat Hondsrug. De overgangen van de beek- den. Als knelpunt wordt genoemd, dat de daarbij ten eerste om de mogelijkhe- dalen naar de rug zijn door het hoogte- vennetjes op de es onder druk staan als den om te wandelen en te fi etsen, in verschil en het landschappelijke contrast gevolg van het omliggende landbouwge- samenhang met het Nationaal Land- markant en echt te ervaren als ‘entrees bied. schap Drentsche Aa. Maar ook zijn er van het dorp’, een grote kwaliteit. mogelijkheden voor verblijfsrecreatie. Ten De landschappelijke relatie van (de noorden van de N386 bevinden zich in Zuidlaren is een groot dorp met vele dorpsomgeving van) Midlaren met het dit gebied campings en huisjesterreinen/ gezichten. De oude kern van Zuidlaren Zuidlaardermeer is minder duidelijk. Dat bungalowparken. Ook hebben in deze is een goed voorbeeld van een groot komt onder meer door de ligging van de omgeving tuincentra en andere recente esdorp met vele brinken. Vooral in de recreatieterreinen. Bovendien ontbreken ontwikkelingen een plek gekregen.

97 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

98 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

De druk op het gebied lijkt hier groot. Overzicht knelpunten De (ecologische en landschappelijke) • De samenhang binnen de natuurgebie- samenhang én de groene uitstraling bin- den onderling en binnen de beboste nen dit deel van Hondsrug staat daarmee fl ank van de Hondsrug als geheel staat onder druk. Verder gaat de aandacht onder druk als gevolg van (bestaande natuurlijk uit naar de omvorming van de en nieuwe) ontwikkelingen als tuincen- oevers van het Zuidlaardermeer (zie ook tra en huisjesterreinen (ten noorden deelgebied Hunzedal). van de N386). • De natuurlijke gradiënt van het dal van Overzicht bestaande kwaliteiten de Drentsche Aa naar de Hondsrug • Groot contrast en markante overgan- komt nog te weinig tot ecologische gen tussen de beboste Hondsrug en expressie. zijn omgeving, zowel aan de zijde van • Beperkt ontwikkelde relatie van (de het Hunzedal als bij de Drentsche Aa. kern van) Zuidlaren en de dorpsomge- • Tweedeling in de Hondsrug: beboste ving van Midlaren met het Zuidlaarder- westfl ank en complexen van dorpsom- meer (zie ook deelgebied Hunzedal). gevingen in het oosten. • Beleving van de entree van het dorp • Grote ruimtelijke kwaliteit van het dorp aan de oostzijde kan beter. Hier wor- Zuidlaren, onder meer door de lom- den de mogelijkheden van het havenka- merrijke uitstraling en de landschap- naal nog niet volledig benut. pelijke samenhang tussen het dorp met • De Prins Bernhardhoeve bemoeilijkt zijn vele brinken en het omringende landschappelijke aansluiting van de kern landschap. van Zuidlaren op het Hunzedal (zie • Zeer onderscheidende dorpsentrees ook deelgebied Hunzedal) via het Laar- van Zuidlaren, vooral de entree via de woud. Ook de continuïteit van de oude N386 aan de westzijde is op dit mo- weg op de fl ank van de Hondsrug door ment goed ontwikkeld. het Laarwoud is hier verstoord. • Openheid en grotendeels fraaie • Woonbuurten vormen een onduidelij- (dorps)randen aan de es van Zuidlaren. ke rand met beperkte landschappelijke • Instituten Dennenoord op de grens kwaliteit aan de zuidzijde van de es van van de es van Zuidlaren en de meer Zuidlaren. beboste fl ank van de Hondsrug in het • Meest zuidelijke (recent ontwikkelde) westen. woonbuurten Zuidlaren hebben een • Kleinschaligheid en authenticiteit van ‘koude’ overgang naar het landschap. de dorpsomgeving van Midlaren, • Beperkte ingepaste dorpsrand van de onder meer met de open Noorde- woonwijken op de Noorderesch. resch met vennen, oude zandwegen, • Vennetjes op de Noorderesch bij Mid- heggen(meidoorn)structuren en cul- laren staan onder druk als gevolg van tuurhistorische relicten zoals hunebed- de aangrenzende landbouwgronden. den en grafheuvels. • Natuurgebieden op de hoge gronden, in aansluiting op het beekdal, zoals De Vijftig Bunder, het Noordlaarderbosch en Wilde Veen. • Aantrekkelijk recreatielandschap met betekenis op regionale en nationale schaal. Ligging in het Nationaal Land- schap Drentsche Aa.

Pagina hiernaast: kaartbeeld van huidige karakteristiek van het landschap met kwaliteiten en knelpunten

99 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

100 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Ambitie Behoud kwaliteiten Vernieuwen kwaliteiten De Hondsrug kent een sterk eigen • Eigen gezicht van de Hondsrug met • Integrale ontwikkeling van de beboste gezicht en zeer onderscheidende markante overgangen naar de omge- fl ank van de Hondsrug ten noorden kwaliteiten ten opzichte van de an- ving. van de N386. dere deelgebieden binnen de gemeente • Tweedeling in de Hondsrug: beboste • Relatie Zuidlaren – Hunzedal (zie deel- Tynaarlo. Het LOP is er op gericht deze westfl ank en complexen van dorpsom- gebied Hunzedal). gemeente- en provinciegrensoverschrij- gevingen in het oosten. dende kwaliteiten te koesteren voor de • Kleinschaligheid en authenticiteit van toekomst. Evenals dit nagestreefd wordt de dorpsomgeving van Midlaren, onder in zowel het huidige- alsook het nieuwe meer met de open Noorderesch met (in ontwikkeling zijnde) Provinciale vennen, oude zandwegen, heggen (mei- omgevingsplan Groningen. Er zijn in dit doorn)structuren en cultuurhistorische deelgebied geen planmatige grootscha- relicten zoals hunebedden en grafheu- lige transformaties, bijvoorbeeld nieuwe vels. woonwijken, te verwachten, die (voor) • Lommerrijke uitstraling van het dorp investering in het landschap nodig maken. Zuidlaren. Er heeft zich in de loop van de tijd wel • Openheid en grotendeels fraaie een aantal geleidelijke ontwikkelingen (re- (dorps)randen aan de es van Zuidlaren. creatie, dorpsuitbreiding) voltrokken, die • Aantrekkelijk recreatielandschap met met elkaar afbreuk doen aan de kwaliteit betekenis op regionale en nationale van het landschap van de dorpsomgeving. schaal. Aansluiting op het Nationaal Hier is verbetering gewenst. Het gaat Landschap Drentsche Aa. onder andere om verbetering van de Versterken kwaliteiten landschappelijke relatie tussen de Honds- rug en het Hunzedal (zie ook deelgebied • Versterken contact dorp Midlaren met Hunzedal) en om versterking van de de dorpsomgeving, onder meer door relatie tussen het dorp en de essen. aanleg bomenlanen en door inpassing oostelijke dorpsrand. In de bosrijke fl ank ten noorden van de • Versterken van de rand van de Noor- N386 is meer aan de hand. Het is nú aan deresch met beplanting, onder meer de orde de tuincentra, huisjesterreinen en om de woonwijk van Zuidlaren beter dergelijke beter te voegen in een samen- in het landschap te voegen. hangend landschap en de ecologische • Vennetjes op de Noorderesch, vermin- continuïteit van dit landschap te verster- deren druk vanuit de landbouwgron- ken. Het gaat daarbij onder andere om den, mogelijk door aanleg ‘bufferzone’. het versterken van de overgang tussen • Esranden Zuidlaren, versterken groene de Drentsche Aa en de hoge gronden en kwaliteit en inpassing randen woonge- het koppelen van de natuurgebieden op bied aan de zuidkant. de hoge gronden zelf. • Overgangen woonbuurten Zuidlaren naar het landschap (dorpsranden).

Pagina hiernaast: kaartbeeld van de ambitie ten aanzien van het landschap met te behouden, te versterken en te vernieuwen kwaliteiten

101 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Boven: het havenkanaal gezien in de richting Boven: lintdorp Boven: Weg haaks op beekdal, parallel aan van Zuidlaren houtwallen Onder: natuurontwikkeling aan de oevers van Onder: zicht tussen de Houtwallen aan de het Zuidlaardermeer Onder: de Hunze fl ank van de Hondrug door richting het open landschap van het Hunzedal

102 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Het Hunzedal

Huidige situatie dorp Zuidlaarderveen. Dit lintdorp ligt op Karakteristiek van het landschap een langgerekte zandrug en kent afwisse- Het Hunzedal vindt zijn geologische oor- lend aan één of aan beide zijden bebou- sprong in het omhoog schuiven van het wing. Het zicht op het aangrenzende Drents Plateau langs een breuklijn door landschap vanuit het lint is een belangrijke bewegingen in de aardkorst. In de natuur- kwaliteit. Zeer markant is daarbij het zicht lijke situatie was het een uitgestrekt laag- van een afstand op de hoger gelegen veenmoeras. Vanaf de Late Middeleeuwen en dicht beboste Hondsrug vanaf Zuid- begonnen de eerste veenontginningen laarderveen of elders in het Hunzedal. Locatie deelgebied de Hunzedal in het Hunzedal. Het verveningssysteem Ook het lintdorp De Groeve is op een was eerst nog kleinschalig. Het resultaat zandrug ontstaan. Over deze rug voert en de beboste meeroevers. Het haven- was een verkavelingspatroon met lange de dorpenweg N386 vanuit de gemeente kanaal van Zuidlaren legt de verbinding zeer smalle kavels, gescheiden door Tynaarlo richting Hoogezand. tussen het Zuidlaardermeer-Hunzedal sloten, in aansluiting op de Hunze. Later en Zuidlaren. In de praktijk is deze relatie startte in het oosten de grootschalige en Na het kruisen van de dorpenweg mondt echter zwak ontwikkeld en komt de meer planmatige veenkoloniale ontwik- de Hunze uit in het Zuidlaardermeer. potentiële kwaliteit van de kop van het kelingen. In de ruilverkavelingen is het Dit meer is op natuurlijke wijze ontstaan havenkanaal niet tot zijn recht. landschap van het Hunzedal ingrijpend en vertegenwoordigt grote ecologische veranderd. Er vond opschaling van de kwaliteiten. Aan de randen bevinden zich Dynamiek van het grondgebruik en functio- verkavelingssituatie plaats, waarbij het onder meer rietoevers en moerasbos- neel accent slotenpatroon minder intensief werd. sen. Het meer is belangrijk voor en rijk De koers voor het gebied is voor een De ontwatering werd aangepast en de aan vogels en daarom aangewezen als groot deel bepaald door de lopende Hunze werd genormaliseerd. Natura2000 gebied. Het heeft ook grote plan- of uitvoeringstrajecten voor natuur- recreatieve betekenis als gebied voor ontwikkeling, waterberging en drinkwa- Het Hunzedal is voor het grootste deel water- en oeverrecreatie. Er zijn jachtha- terwinning rond de Hunze (volgens plan een kwelgebied. De Hunze zelf is bin- vens en terreinen voor verblijfsrecreatie Tusschenwater) en de integrale ontwik- nen het grondgebied van gemeente aanwezig. De Hunze zelf heeft betekenis keling van de zuidoevers van het Zuid- Tynaarlo omkaad en ligt relatief hoog in voor de kleine recreatievaart. laardermeer. het omliggende landschap. De aangren- zende gronden kennen een eigen, lager De dominante landschapsstructuren in Omdat de hierboven besproken plannen waterpeil en worden bemalen. Ter hoogte het Hunzedal liggen in zuid-noordelijke reeds ver ontwikkeld of in uitvoering zijn van de bestaande natuurgebieden (Tus- richting. Het gaat daarbij niet alleen om én hun eigen planspoor kennen, zijn zij schenwater en Hunzedal; de laatste ligt de Hunze zelf, maar ook om Leiding geen onderdeel van het landschapsont- buiten de gemeentegrenzen) wijken de 2, een afwateringskanaal, het lintdorp wikkelingsplan. Er zijn daarnaast nog een kades ten opzichte van de hoofdloop Zuidlaarderveen en de weg De Dijk. De aantal andere ontwikkelingen in dit ge- naar buiten en krijgt het water meer meest markante zuid-noordelijk gerichte bied, die binnen de kaders van het LOP breedte in het natuurlijke dal. Oorspron- structuur is uiteraard de rand van de wel extra aandacht behoeven. Ten eerste kelijk werd het gehele dal gekenmerkt Hondsrug. Deze wordt gekenmerkt door zijn er de ontwikkelingen (woningbouw door natte soortenrijke (overstromings) een opstrekkende verkaveling met be- en een bedrijventerrein) aan de lintdor- graslanden, met soorten als zeggen, dot- plante houtwallen, waartussen doorzicht pen. Niet alleen voegen deze ontwik- terbloem en orchideeën. Op dit moment naar het Hunzedal mogelijk is. Het con- kelingen zich moeilijk in de lintstructuur, is het Hunzedal echter grotendeels een trast van de Hondsrug ten opzichte van zij liggen ook vaak erg nadrukkelijk in het agrarisch gebruikt weidegebied. De grote het open Hunzedal is een grote kwaliteit. open landschap. De Prins Bernhardhoeve openheid is karakteristiek en uniek voor Bij Zuidlaren is de rand gaver dan bij Mid- bij Zuidlaren vormt een grootschalig de gemeente Tynaarlo. laren en Noordlaren. Zo ontbreken hier bebouwingselement midden op de over- de houtwallen en is nauwelijks zicht op gang van de Hondsrug. De herontwikke- Tussen het Hunzedal en de Veenkoloniën het Zuidlaardermeer mogelijk vanwege ling van het terrein lijkt aanstaande. ligt de randveenontginning van het lint- de campingterreinen in het tussengebied

103 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

104 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Overzicht huidige kwaliteiten • Openheid / leegte van het Hunzedal met lange zuid-noord gerichte struc- turen en karakteristiek verkavelingspa- troon. • Hunze als beek in een natuurlijke laagte met restanten van oude meanders. • Bestaande natuurgebied Tusschenwater in het Hunzedal. • Markante rand van de Hondsrug met houtwallen bij Zuidlaren. • Zicht op beboste en bewoonde Hondsrug vanuit het Hunzedal en Zuidlaarderveen. • Zuidlaarderveen als lintdorp en rand van het Hunzedal. • Zuidlaardermeer als natuurgebied, wa- terbergingsgebied en recreatiegebied.

Overzicht huidige knelpunten (knelpunten die worden aangepakt rond de Hunze en het Zuidlaardermeer worden hier niet genoemd) • Beperkt ontwikkelde relatie tussen het dorp Zuidlaren en het Zuidlaar- dermeer / Hunzedal. De ligging van de Prins Bernhardhoeve in het landschap- pelijke overgangsgebied. • Inpassing recreatieterreinen/campings Midlaren in landschappelijk overgangs- gebied vanaf de Hondsrug naar het Zuidlaardermeer. • Inpassing nieuwe ontwikkelingen (wo- ningbouw) aan de bestaande lintdor- pen. • Inpassing bedrijventerrein (bestaand en uitbreiding) De Groeve in de open ruimte.

Pagina hiernaast: kaartbeeld van huidige karakteristiek van het landschap met kwaliteiten en knelpunten

105 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

106 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Ambitie Behoud kwaliteiten • Ontwikkelen Hunzedal volgens lopende • Openheid / leegte van het Hunzedal planvorming. Het Hunzedal zelf staat aan de voor- met lange zuid-noord gerichte struc- • Bij de mogelijke herontwikkeling van de avond van grote transformaties. De koers turen en karakteristiek verkavelingspa- Prins Bernardhoeve geldt het herstel voor het gebied is voor een groot deel troon. en de ontwikkeling van een goede bepaald. Het plan Tusschenwater geeft • Hunze als beek in een natuurlijke laagte landschappelijke en ecologische over- invulling aan de Hunze als robuuste ver- met restanten van oude meanders en gang van het centrum van Zuidlaren op bindingszone en zet in op de omvorming bestaande natuurgebieden. de rug naar de laagte van het Hunzedal tot één van de grootste natte beekdal- • Markante rand van de Hondsrug, zicht als uitgangspunt. gebieden van Nederland. Verder boven- op beboste en bewoonde Hondsrug • Ontwikkeling blauwe diensten. strooms, buiten de gemeentegrenzen, is vanuit het Hunzedal/Zuidlaarderveen reeds gestart met de hermeandering van en andersom. de Hunze. • Langgerekte karakter van de lintdorpen met zicht op de omgeving. Met de aanwijzing van het Zuidlaarder- • Zuidlaardermeer als gemeente- en meer als Natura2000 gebied is ook de provinciegrensoverschrijdende natuur- hoofdkoers voor dit gebied duidelijk. gebied, waterbergingsgebied en recrea- Aanpassing van een dergelijk gebied is tiegebied. slechts onder zeer stringente voorwaar- den mogelijk en dan nog alleen, als de Versterken kwaliteiten voorgenomen ingreep van groot maat- schappelijk belang is en geen alternatie- • Beter inpassen recreatiebedrijven op ven voorhanden zijn. landschappelijke overgang in Midlaren. • Markeren verbinding Hunzedal – Zuid- Anders is het gesteld met de zuidoevers laardermeer. van het Zuidlaardermeer. Voor dit gebied • Houtwallen dwars op de Hondsrug bij is een plan ontwikkeld, waarbij verplaat- Zuidlaren. sing van recreatiebedrijven en woning- • Zorgvuldige occupatiestrategie lintdor- bouwontwikkeling gekoppeld is aan pen (Zuidlaarderveen) met behoud grootschalige natuurontwikkeling rond de van het langgerekte karakter van het uitstroom van de Hunze in het meer. Eén lint en de doorzichten vanuit het lint op van de ideeën is daarnaast het ontwikke- de omgeving. len van een nieuwe vaarroute vanuit het • Beter inpassen bestaand bedrijventer- meer naar Zuidlaren om de relatie tussen rein De Groeve. het dorp en het meer te versterken. Vernieuwen kwaliteiten Het LOP voegt ten opzichte van deze • Transformatie zuidoevers Zuidlaarder- plannen nog een aantal ambities ten meer volgens plan Zuidoevers. aanzien van de bestaande kwaliteiten van • Ontwikkelen kop van het kanaal, in aan- het gebied toe. Ten eerste betreft het de sluiting op de ideeën van een nieuwe verbetering van de relatie en het contrast vaarroute tussen Zuidlaren en het tussen de Hondsrug en het Hunzedal op Zuidlaardermeer. een aantal punten. Ten tweede is er het voorstel om nieuwe ontwikkelingen beter aan te laten sluiten bij het karakter van de lintdorpen De Groeve en Zuidlaar- derveen.

Pagina hiernaast: kaartbeeld van de ambitie ten aanzien van het landschap met te behouden, te versterken en te vernieuwen kwaliteiten

107 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

108 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

gebieds- overstijgende structuren

109 H + N + S ' 0 9

Dorpenweg N386

Karakteristiek van de dorpenweg De dorpenweg vormt een verbindende en ontwikkelingen structuur op het schaalniveau van de De dorpenweg vormt een belangrijke gemeente als geheel, die bijdraagt aan de verkeersverbinding binnen de gemeente ruimtelijke samenhang. De keerzijde is dat Tynaarlo. Op een hoger schaalniveau de weg zelf ook een scheidend element voert de weg van de aansluiting op de is. De samenhang van onderliggende A7 bij Hoogkerk met een ruime zuidelij- landschappelijke structuren (beekdalen, ke boog via het grondgebied van Tynaarlo lokale wegen) staat hier en daar onder naar de aansluiting op de A7 bij Hooge- druk. Datzelfde geldt voor de samenhang zand-Sappemeer. De aansluiting op de binnen de dorpsomgeving. De westzijde A28 bij Vries is het meest zuidelijke punt. van het dorp Donderen heeft kwalitei- Binnen de gemeente Tynaarlo worden ten als complete en kleinschalige kern de dorpen Donderen, Vries, Tynaarlo en (zie ook beschrijving Rug van Rolde). De Zuidlaren met elkaar verbonden. nieuwere woonbuurt aan de oostzijde heeft een ander karakter, maar ook eigen, De dorpenweg is een weg van waar- vooral interne kwaliteiten. De dorpenweg uit veel mensen het landschap van de vormt echter een zodanig scheidend gemeente dagelijks beleven. Wie de A28 element dat het dorp echt uiteenvalt in volgt ‘zweeft’ als het ware over dit land- twee delen. schap heen. De snelweg ligt ter hoogte van de op- en afritten vaak hoog in het Ook in de omgeving van Vries heeft de landschap. Bovendien wordt het land- dorpenweg een scheidend karakter. Ten schap vanaf de A28 meestal met hoge noorden van de dorpenweg is sprake van snelheid beleefd. Op de dorpenweg is dit verrommeling (zie ook beschrijving deel- anders: de dorpenweg ligt op maaiveld, gebied Rug van Rolde), terwijl de zuid- de snelheid ligt lager. Wie de dorpenweg zijde veel gaver oogt. Aan de oostzijde volgt heeft daardoor een veel directer komt de onderliggende landschappelijke contact met het omliggende landschap. structuur, de bovenloop van de Runsloot, in de verdrukking. Hier blijkt niet dat de Doordat de dorpenweg de gemeente dorpenweg het beekdal kruist. Andere van west naar oost doorkruist, wordt een ontwikkelingen rond de A28, waaronder reeks van ruggen en beekdalen aangesne- bedrijventerrein Vriezerbrug, dragen bij den. De verschillende landschappen van aan de onduidelijke situatie. In de omge- Tynaarlo presenteren zich één voor één aan de automobilist. Dat is een bijzon- dere kwaliteit. De route voert van de open esgordels op de Rug van Rolde, via de rug van Tynaarlo en de Hondsrug naar het Hunzedal. Onderweg worden diverse beekdalen gekruist, waaronder de Drent- sche Aa. De dorpenweg voert niet meer door de kernen van de dorpen Vries en Tynaarlo. Hier zijn in het recente verleden rondwegen aangelegd, met een grote ver- betering voor de leefbaarheid binnen de dorpskernen als gevolg. De rondwegen zijn met zorg ingepast in het landschap en beplant.

111 H + N + S ' 0 9 112 H + N + S ' 0 9 ving van Tynaarlo scheidt de Dorpenweg het dorp aan de zuidzijde van de sportvelden aan de noordzijde. Midden in de kern van Zuidlaren vormt de dorpenweg een drukke route.

Overzicht huidige kwaliteiten • Dorpenweg als verbindende landschap- pelijke structuur voor de gemeente als geheel. • De verschillende landschappen van Ty- naarlo presenteren zich één voor één aan de gebruiker van de dorpenweg.

Overzicht huidige knelpunten • Onduidelijke situatie bij kruisigen met (een aantal) beekdalen • Expressie van de overgangen tussen de landschappen kan sterker • Scheidend karakter van de dorpenweg voor de dorpsomgevingen

Ambitie Het landschapsontwikkelingsplan zet in op behoud en versterking van de dorpenweg als waardevolle samenhangende structuur in het landschap van de gemeente Tynaarlo. Aandachtspunten daarbij zijn: • de beleving van het verschil tussen de onderscheidende landschappen waar de dorpenweg door voert. • Versterken van de overgangen tussen de landschappen met bijzondere aandacht voor de kruisingen met de beekdalen. • Verminderen van de scheidende werking van de dorpenweg in de dorpsomgevin- gen.

Er zijn een tweetal kaartbeelden van de dorpenweg opgenomen. Het eerste kaart- beeld laat zien hoe de dorpenweg over de verschillende ruggen en dalen voert. Het tweede kaartbeeld laat zien hoe de ambitie ten aanzien van de dorpenweg concreet in- gevuld zou kunnen worden door versterking van het landschap in de wegomgeving.

113 H + N + S ' 0 9 114 H + N + S ' 0 9 Koningsas De Koningsas (zie ook hoofdstuk 1, bedrijventerreinen, die hier in de loop beleidskader) is geconcentreerd in de van de tijd hebben plaatsgevonden. Het omgeving van de doorgaande infrastruc- landschapsontwikkelingsplan zet daarom tuurlijnen tussen Assen en Groningen: in op verbetering van de landschappelijke de A28, de spoorlijn, de oude Rijksweg uitstraling van de knooppunten. en het Noord-Willemskanaal. De ver- wachting is dat binnen dit gebied op een Omgeving vliegveld beperkt aantal specifi eke locaties ook Voorgesteld wordt om de ontwikkelingen nieuwe functies een plek kunnen krijgen. die in de toekomst in de omgeving van Gedacht wordt aan functies met regio- het vliegveld zullen gaan spelen met hoge nale en zelfs nationale betekenis, die zeer ambitie voor de ruimtelijke (landschaps) zorgvuldig ontworpen worden (archi- kwaliteit op te pakken en aan te laten tectonische topkwaliteit) en daardoor sluiten bij het concept Koningsas. bijdragen aan betekenis en uitstraling van het gebied tussen Assen en Groningen. Omgeving de Punt De Punt biedt in het kader van de Ko- Het kaartbeeld geeft een overzicht (indi- ningsas bijzondere kansen. Hier eindigt de catief) van te behouden en te versterken Groningerstraat en begint de oude route landschapsstructuren waarbinnen het naar Groningen. Het kanaal speelt ook concept Koningsas verder gestalte kan een rol bij de beleving van deze plek. Ten krijgen. noorden van De Punt gaat het landschap van lange infrastructuurlijnen over in de Rode functies en het landschap landgoederenzone. In het LOP wordt Het landschapsontwikkelingsplan zet voorgesteld de Burgemeester Legroweg in op de koppeling van deze specifi eke het karakter van een echte ‘oprijlaan naar rode functies aan realisatie van één of de stad’ te geven, met stevige laanbeplan- meerdere ambities in het landschap, ting. In het bomenstructuurplan is deze zoals verwoord bij de beschrijving van de weg ook als primaire structuur aangege- verschillende deelgebieden. Een voor- ven. beeld is de realisatie van een nieuwe fi etsverbinding over de A28. De A28 kan Het Landschapsontwikkelingsplan zet tussen Vries en de Punt over een lengte bovendien in op een integrale heront- van meer dan vijf kilometer niet gekruist wikkeling van het gebied rond de bloe- worden. Een nieuwe verbinding komt de menveiling en de scheepswerf, waarbij samenhang in het onderliggende land- de potentiële allure van deze plek ten schap ten goede. Een ander voorbeeld is volle tot expressie komt. Voorgesteld de ecologische verbinding die het kanaal wordt het gebied op te vatten als on- en de snelweg ten zuiden van Vries moet derdeel van de landgoederenzone. Als kruisen. onderdeel van de herontwikkeling komt er ruimte voor een aantal zeer specifi eke Knooppunten A28 rode functies met een regionale (of zelfs De A28 is in dit gebied vormgegeven nationale) betekenis en een bijzondere naar het voorbeeld van een parkway architectonische uitstraling. De bestaande die telkens een afwisselend uitzicht op en nieuwe rode functies krijgen een ont- de omgeving biedt. Helaas bieden de sluiting in de vorm van een oprijlaan die punten waar deze parkway werkelijk aantakt op de Burgemeester Legroweg. aan het landschap vastzit (de knoop- Aan de oostzijde kan het gebied zich in punten) vaak de minste landschappelijke zijn nieuwe allure over het brede water kwaliteit door de ontwikkelingen, zoals van het Noord-Willemskanaal richting de A28 tonen. 115 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

116 H + N + S ' 0 9 H O O F D S T U K

7 INRICHTINGSPRINCIPES PER LANDSCHAPSTYPE EN DEELGEBIED

In het vorige hoofdstuk zijn de landschap- pelijke kwaliteiten en de ambities ten aanzien van deze kwaliteiten concreet gemaakt per deelgebied. Dit hoofdstuk zoomt verder in op de inrichtingsprin- cipes die daarbij kunnen worden inge- zet. Hiertoe is de indeling gebruikt van landschapstypen, die op de visiekaart in hoofdstuk 5 zijn weergegeven.

De indeling bestaat uit 11 landschapsty- pen, verdeeld in hoofdcategorieën beek- dalen en ruggen. In de beekdalen worden als landschapstypen onderscheiden: bo- venloop en bron, middenloop en bene- denloop. Op de ruggen zijn de volgende landschapstypen gelegen: dorpsomgeving (in het esdorpenlandschap), lintdorp, lage rug, fl ank, jonge heideontginning nat, jonge heideontginning droog, heide ont- ginningsbos en landgoederenzone.

De voorbeelden zijn uitgewerkt als ‘ideaaltypen’, waarbij telkens hetzelfde stramien is gebruikt. Na een algemene beschrijving van het landschapstype als geheel en in onderdelen volgt een set van ‘spelregels’, waarmee nieuwe ontwik- kelingen op een bij het gebied passende wijze vormgegeven kunnen worden.

Opgemerkt wordt, dat deze voorbeelden dienen als ondersteuning bij het ontwer- pen op een specifi eke locatie. Elke ont- werpopgave is uniek en vraagt daarom om maatwerk.

117 H + N + S ' 0 9 Bovenloop en brongebied

Brongebied vaak losgekoppeld van hun bronnen en Spelregels Op de hogere delen van het Drents worden gevoed met water door de kop- • herstellen van brongebieden Plateau kwamen vroeger vele honderden peling aan een andere beek. Voorbeelden • aankoppelen van brongebied aan beekloop (bron brongebiedjes voor, waar zich water ver- hiervan zijn het Bunnerveen als bron van weer watervoedend aan beekloop) zamelde door oppervlakkige afstroming de Grote Masloot en het Stijfveen als die • benutten van ecologische potenties beekloop –- van lokaal regenwater en door uittreding van de Runsloot. beekdal (vernatten, herstellen gradiënten) van lokaal kwelwater. De brongebieden • brongebied en beekdal als ruimtelijke eenheid in zijn afhankelijk van de bodemopbouw: De ambitie is om het systeem van bron landschap (versterken grenswallen en dwarswal- vennetjes, bronbosjes en struwelen of tot beek te herstellen. De bronnen len) natte heide. Deze hebben botanisch een worden aan hun beekloop gekoppeld • voor de nu niet in het structuurplan opgenomen zeer interessante vegetatie. Op zijn korte en weer watervoedend. Zij worden ook zoekgebieden geldt t.a.v. rode ontwikkelingen dat weg nam het water slechts weinig voe- ruimtelijk weer zichtbaar in het landschap. daarvoor in de beekdalen in principe geen plaats dingsstoffen met zich mee, waardoor het Het streven is om in de toekomst geen is. Mocht hiervoor om andere zwaarwegende milieu overwegend voedselarm was. water meer vanuit het Noord-Willems- redenen toch gekozen worden, dan zal een kanaal in de beeklopen in te laten, iets dergelijke ontwikkeling op passende wijze in het Beekloop en beekdalgronden wat nu op een aantal plaatsen nog wel landschap moeten worden ingepast. Bovenloopjes kenmerken zich als smalle het geval is. • toepassen van de reeks vasthouden, bergen, waterlopen van hooguit een meter afvoeren van oppervlaktewater breed, die zich door een ondiep en smal De beeklopen zijn door ruilverkaveling dal naar de veel ruimere dalen van de vaak genormaliseerd en hebben hierdoor middenloop bewegen. In de 15e en 16e een profi el, dat de ecologische potenties eeuw werd een deel van deze gebieden niet benut, maar vooral waterafvoer- omgezet in hooiland en weiland, door dend is. De ambitie is om de ecologische het graven van sloten en greppels en het betekenis van de beek te herstellen door verwijderen van bosopslag. De hogere vernatting en het maken van gradiën- fl anken werden pas vanaf de 17e eeuw ten en waar mogelijk de meandering te geprivatiseerd. Hierbij is het kenmerken- herstellen. de patroon van dwarswallen en grens- wallen ontstaan. De ruimtelijke ambitie bij de beekdalen is De dwarswallen staan loodrecht op de om deze weer als een duidelijk begrensd beekloop en bestaan uit opgehoogde element in het landschap te leggen. Dit aarden walletjes met beplanting. De betekent: het aanzetten van de dwars- en wallen dienden als veekering en lever- grenswallen. Nieuwe ruimtelijke ont- den boerengeriefhout op. De singels of wikkelingen moeten hier rekening mee grenswallen lopen parallel aan de beek houden. Het beekdal is de grens; de en bestaan uit een aardewal met beplan- ontwikkelingen mogen zich wel voor- ting van vaak eiken of beuken. doen op de beekdalfl ank en zullen deze versterken. Ontwikkelingen en ambities Door de ruilverkaveling zijn veel van de oorspronkelijke bronnen geïsoleerd geraakt. De omliggende landbouwgron- den met een diepe ontwatering zorgen ervoor, dat de bronnen verdrogen. Hierdoor hebben ze hun watervoedende functie verloren en de positie in het systeem van de beken. Deze beken zijn

118 H + N + S ' 0 9 Middenloop waren. De bovenlanden herbergden dus voedselarmere vegetaties dan de stroom- landen. Door de steviger bodems werden Beekloop de bovenlanden al vroeg gebruikt voor be- De beekloop van de middenloop is veel weiding met runderen, varkens, schapen en Spelregels wijder dan die van de bovenloop. Hij kent paarden. De bovenlanden bleven tot in de • benutten van ecologische potenties beekloop- een grilliger verloop en patroon door de 17e eeuw gemeenschappelijk bezit. Daarna beekdal (vernatten, herstellen gradiënten) hogere watersnelheid. werden ze geprivatiseerd en ontgonnen. • versterken van ruimtelijke eenheid beekdal in het Het dal van de middenloop verbreedt zich Op perceelsgrenzen werden houtwallen, landschap vanaf de bovenloop en krijgt hierdoor een singels of sloten aangebracht. De vroegere • herstellen van ruimtelijke opbouw beekdal, pa- opener karakter. Er tekent zich een ruim- grens tussen stroomland en bovenland is troon van grenswallen, dwarswallen en sloten telijk patroon af, waar de beekdalgronden in het huidige landschap soms nog goed • voor de nu niet in het structuurplan opgenomen vlak bij de beekloop een open karakter zichtbaar, omdat de houtwallen van het zoekgebieden geldt t.a.v. rode ontwikkelingen hebben en met een slotenpatroon ontwa- bovenland hier overgaan in het door sloten dat daarvoor in de beekdalen in principe geen terd worden. Dit zijn de stroomlanden en gemarkeerde stroomland. plaats is. Mocht hiervoor om andere zwaarwe- hogere gronden in het beekdal. Zij worden gende redenen toch gekozen worden, dan zal een gescheiden door dwarswallen. Ontwikkelingen en ambities dergelijke ontwikkeling op passende wijze in het De beeklopen zijn door ruilverkaveling landschap moeten worden ingepast. Stroomlanden vaak genormaliseerd en hebben hierdoor • versterken beleefbaarheid beekdal vanaf infra- De stroomlanden bestonden uit de me- een profi el, dat de ecologische potenties structuur andergordel van de beek en de overstro- niet benut, maar veelal waterafvoerend is. • toepassen van de reeks vasthouden, bergen, mingsvlakten ten weerszijden daarvan. De ambitie is om de ecologische betekenis afvoeren van oppervlaktewater Door kwel en overstromingen was het hier van de beek te herstellen door vernatting, vrijwel permanent nat, er ontstond veel het maken van gradiënten en waar moge- veen. Oorspronkelijk bestond het land- lijk de meandering te herstellen. schap hier uit een afwisseling van gesloten De ruimtelijke ambitie bij de beekdalen is broekbos, wilgenstruwelen en open zeg- om deze weer als een duidelijk begrensd gevegetaties. Pas in de Middeleeuwen heeft element in het landschap te leggen. Vele de mens het stroomland op wat grotere perceelsrandbegroeiingen zijn in slechte schaal geprivatiseerde en ontgonnen tot staat en het sterke contrast tussen open hooiland en voorzien van sloten, greppels stroomlanden en door houtwallen beslo- en elzensingels. Vanaf de Middeleeuwen ten bovenlanden is grotendeels verdwenen. werd de overstroming van de gebieden aan Op de overgang van beekdalen naar pla- weerszijden van de beek kunstmatig bevor- teaus zijn zeer dichte houtranden ontstaan, derd door het plaatsen van stuwen. waardoor het zicht op de beekdalen van De hooilanden waren grote delen van het de plateaus vaak sterk wordt belemmerd. jaar slecht begaanbaar door hun zompige De doorsnijding van de infrastructuur bodem. vormt vaak een ecologische, maar ook ruimtelijke barrière in het beekdal. Toch Bovenlanden kunnen deze doorsnijdingen ook gebruikt Aan weerszijden van het stroomland lag worden als een manier om het beekdal het zogenaamde bovenland. Dit waren de beleefbaar te maken. Dit kan door ter gedeelten van het beekdal, die niet of nau- plaatse van de doorsnijding het beekdal te welijks door overstromingsgevaar werden benadrukken, in plaats van de weg. bereikt, maar waarin vooral de invloed van lokaal kwelwater bepalend was voor grondwaterstandsverloop en waterkwali- teit. Hierdoor was meest sprake van matig voedselarme omstandigheden, waardoor soortenrijke vegetaties zoals Blauwgras- landen en Veldrusschraallanden algemeen

119 H + N + S ' 0 9 Benedenloop

In de benedenloop verbreedt de beek zich nogmaals. Hier wordt het beekdal Spelregels een breed nat en open dal. De ruimte- • ecologische potenties benutten lijke begrenzing van het beekdal wordt • voor de nu niet in het structuurplan opgenomen onduidelijk en enkel nog gemarkeerd zoekgebieden geldt t.a.v. rode ontwikkelingen door kleine hoogteverschillen waarop dat daarvoor in de beekdalen in principe geen bosjes staan. plaats is. Mocht hiervoor om andere zwaarwe- gende redenen toch gekozen worden, dan zal Door grote aanvoer van water langs de een dergelijke ontwikkeling op passende wijze in benedenloop zijn de gronden vrijwel per- het landschap moeten worden ingepast. manent nat. Deze uitgestrekte moeras- • opheffen ecologische en ruimtelijke barrières gebieden waren tot in de Middeleeuwen doorsnijding infrastructuur zeer geliefde plaatsen voor jacht en vis- • toepassen van de reeks vasthouden, bergen, vangst. In de Late Middeleeuwen werden afvoeren van oppervlaktewater deze uitgestrekte wilde groenlanden met ossen beweid. Pas vanaf ongeveer 1500 zijn de moerassen in cultuur gebracht door de bewoners van de aangrenzende hogere gronden, door het graven van sloten en vaarten, het verwijderen van de natuurlijke houtopslag en het aanleggen van een strookvormig verkavelingspa- troon. Dit zeer weids en open landschap van graslanden met plaatselijk kleine broekbosjes en natuurlijke rietlanden was voor het overgrote deel in gebruik als hooiland.

Ambitie en ontwikkelingen De benedenlopen van de beken zijn in het studiegebied ecologisch interes- sante gebieden. Zij zijn de dragers van de robuuste ecologische verbindingen en waterbuffergebieden. Ook zijn ze recrea- tief interessante gebieden.

De doorsnijding van de infrastructuur vormt vaak een ecologische, maar ook ruimtelijke barrière in het beekdal. De ambitie hier is om deze barrière op te heffen en de doorsnijdingen te gebruiken om het beekdal beleefbaar te maken. Dit kan door hier de beek te accentueren, en niet de weg.

120 H + N + S ' 0 9 Dorpsomgeving in het esdorpenland- schap

Verspreid over het studiegebied liggen 14 goed ontwaterde gronden en waren in Spelregels dorpen, die ondergebracht worden on- een groot complex verenigd, de es. Deze • behoud openheid van es der het landschapstype dorpsomgeving in akkers waren continue in gebruik. Om de • duidelijke ruimtelijke esrand bestaande uit eswal het esdorpenlandschap. Deze dorpsom- bodemvruchtbaarheid op peil te houden en eikenhakhoutbosjes (nieuwe ontwikkelingen gevingen bevinden zich altijd op de rug- werd er ieder voorjaar organische mest in de esrand dienen hierin ingepast te worden) gen, van oost naar west onderscheiden opgebracht, waardoor de eerdgronden • dorpswegen beplant met eikenlanen tot aan de wij: Zuidlaren en Midlaren (Hondsrug), ontstonden. laatste boerderij, horende bij het dorp Zeegse, Taarlo en Oudemolen (Rug van De es zelf heeft een open karakter, dat • dorpsbrink beplant met eiken Zeegse), Tynaarlo, Yde en Eelde (Rug versterkt wordt door een duidelijke • landschappelijke overgang dorp – landschap bijv. van Tynaarlo), Vries, Donderen, Bunne ruimtelijke begrenzing, namelijk de esrand. d.m.v. bomenweide, singel, dorpsbosje en Winde (Rug van Rolde) en Rhee en Eswallen ,bestaande uit een singel van • landschappelijke overgang dorp- es bijv. d.m.v. Zeijen (Rug van Zeijen). eiken, die van oudsher het doel van bomenweide, hagen veekering hadden, vormen samen met • ontwikkelen van rondje om de es waarin In de loop van de Middeleeuwen ontwik- de strubbenbosjes of andere bosjes de cultuurhistorisch waardevolle elementen in de kelde zich de zogenaamde “escultuur” esrand. omgeving van het dorp d.m.v. een wandelpad als landbouwsysteem. Dat resulteerde in Strubbenbossen zijn ontstaan uit eiken- aan elkaar en het dorp verknoopt worden het esdorpenlandschap, dat tot het begin hakhout, dat zijn grillige vorm verkregen van deze eeuw bepalend was voor het heeft door het voortdurend afknabbelen Drents zandgebied. De dorpen en hun van de eikentwijgen door het vee. De onmiddellijke omgeving zijn steeds een Zeijerstrubben zijn hiervan een mooi ensemble met een aantal kenmerkende voorbeeld. elementen. Ambitie en ontwikkelingen Het dorp met brink en Bovenstaande kenmerkende elementen dorpswegen van de dorpsomgevingen in een esdor- De dorpen lagen op de overgang van penlandschap zijn vandaag nog in grote hoog, droog en oorspronkelijk voedsel- mate aanwezig in het landschap. Toch arme, naar laag, vochtig en oorspronkelijk zijn op vele plekken de samenhang en voedselrijke gronden. In het dorp lagen helderheid door nieuwe ontwikkelingen de boerderijen rondom een brink, een verstoord. Het uitgroeien van de dorpen gemeenschappelijke open ruimte, met op de essen (Tynaarlo, Vries, Zuidlaren), bomen beplant voor timmerhout, waar de koude overgangen van de nieuwe het vee ’s ochtends en ’s avonds werd wijken naar het landschap (zuidkant Vries, verzameld. zuidkant Zuidlaren en westkant Eelde), De dorpswegen zijn de wegen, die van versnippering van de es en het dorp oudsher van dorp tot dorp liepen. In d.m.v. infrastructuur (Donderen, Tynaarlo), het dorp komen de wegen samen bij verrommeling van dorpsranden (mane- de brink. De wegen vormen “een spin- ges bij Vries). netje” vanuit de kern van het dorp naar de omgeving. Eikenlanen fl ankeren de De ambitie is om de dorpsomgeving dorpswegen tot aan de laatste boerderij, als helder ensemble in het landschap te die bij het dorp hoort. herstellen. Nieuwe ontwikkelingen werken hieraan De es en esrand mee en worden met respect voor de De akkers lagen op de hoger gelegen kleinschalige dorpsomgeving ingepast.

121 H + N + S ' 0 9 Lintdorp in de rand- veenontginning

Spelregels Het randveenontginningsgebied ligt op heldere en herkenbare structuur in het de overgang van het Hunzedal naar het open landschap te herkennen. Waarbij • nieuwe ontwikkelingen verdichten het bestaan- open hoogveenontginningsgebied. Deze het een duidelijke relatie d.m.v. door- de lint of hebben een duidelijke relatie met de randontginningsgebieden kenmerken zich zichten met het landschap heeft en ontginningsas door een onregelmatige vervening. landschappelijke overgangen heeft met • behoud van enkele doorzichten naar het land- het achterliggende land. Het lint zelf schap Ontginningsas mag door zijn dichtheid (bebouwing en • oriëntatie naar de weg De ontginningsas is hier niet recht, maar beplanting) contrasteren met het open • nieuwe ontwikkelingen dienen qua korrelgroot- volgt de zandrug. Vanuit deze as werden ontginningslandschap, waarin het ligt. te bij het bestaande lint aan te sluiten de achterliggende venen ontgonnen en • landschappelijke rand naar kwetsbaar open ontstonden de wegdorpen (lintdorpen) landschap Zuidlaarderveen en De Groeve. Het • ontginningsas versterken d.m.v. boomgroepen perceelspatroon heeft een kleinschaliger of rijen van boombeplanting (eik, beuk, hulst) en onregelmatiger patroon dan in de • erven versterken door solitaire bomen (eik, hoogveenontginningsgebieden. kastanje, linde, walnoot) Lintbebouwing De wegdorpen kennen ruimtelijk gezien geen duidelijk herkenbaar middelpunt, waaromheen zich alles afspeelt. Voorzie- ningen liggen enigszins verspreid langs de weg. Bebouwing, aan een of beide zijde van de weg, is hier steeds op georiën- teerd. De onderlinge afstand tussen de bebouwing kan soms groot zijn. waar- door contact met het aangrenzende landschap ontstaat.

Beplanting Groepen of rijen boombeplanting fl ankeren de weg en verdichten het lint. Verder zijn er op de erven ook markante bomen te vinden.

Ambitie en ontwikkelingen Door uitbreidingen (al dan niet achter aan het lint) zijn de oorspronkelijke lin- ten minder duidelijk herkenbaar. Ontwik- kelingen zoals bedrijventerreinen, die qua korrelgrootte duidelijk verschillen van de oorspronkelijke, waaruit het lint is opge- bouwd, verstoren de structuur.

De ambitie is om het lint weer als een

122 H + N + S ' 0 9 Lage rug

Het landschapstype de lage rug komt Spelregels slechts op één plaats terug in het studie- • nieuwe ontwikkelingen verdichten het bestaande gebied. Dit is aan de oostzijde van de Rug lint of hebben een duidelijke relatie met de ont- van Rolde. Deze lage rug kenmerkt zich ginningsas als een ‘lage en lange uitloper’, waarvan • oriëntatie naar de weg de Eekhoornstraat (die overgaat in de • nieuwe ontwikkelingen dienen qua korrelgrootte Mandelandenweg) het hart vormt. De in de bestaande ladderstructuur te passen uitloper ligt in de geleidelijke overgang • landschappelijke rand naar open Peizermaden, van de Rug van Rolde naar de Eelder- en gebied met elzensingels Peizermaden, maar heeft een heel eigen • contrast markeren van dicht lint (met elzensin- gezicht. gels als kavelgrens) naar open laagveenontginning Middenas (sloten als kavelgrens) De middenas, waaraan de bebouwing als een lint gesitueerd is, ligt op het hogere en droge deel van de rug.

Opstrekkende verkaveling met elzensingels Van hieruit ligt een opstrekkende verka- veling naar het lagere en nattere Peizer- madengebied; elzensingels vormen de kavelgrenzen.

123 H + N + S ' 0 9 Flank

De fl ank als landschapstype situeert zich Spelregels op de overgang van de zandruggen naar • contrasten duidelijker maken dmv beplanting de beekdalen. (houtwallen haaks op beekdal, lanen fl ankeren Landschappelijk zijn dit interessante beekdal) zones, aangezien twee contrasterende • nieuwe ontwikkelingen dienen zich in de struc- landschapseenheden hier samenkomen. tuur van de fl ank te voegen en deze te verster- Maar ook ecologisch kunnen dit interes- ken sante zones zijn door de gradiëntrijke • relatie tussen beekdal en dorp beleefbaar ma- overgangen. ken dmv bijvoorbeeld doorzichten De overgang van de Hondsrug naar het • nieuwe ontwikkelingen dienen met ingetogen Hunzedal is hierin een duidelijk voor- respect in de fl ank geplaatst te worden bv. beeld. afstand tot beekdal houden dmv bomenweide, Deze fl ank wordt gekenmerkt door een landschappelijke overgang bebouwing beekdal opstrekkende verkaveling, beplant met dmv hagen houtwallen. • terugdringen activiteiten met negatieve uit- straling vanuit de fl ank naar het beekdal, zoals Bebouwing en nieuwe ontwikkelingen (intensieve) bemesting hebben op een aantal plekken deze con- trastzones verstoord. De Prins Bernhard- hoeve is hier een voorbeeld van. Deze is op de fl ank gesitueerd, waardoor de relatie dorp – beekdal niet meer beleef- baar is. Een voorbeeld in de omgeving hiervan laat echter zien, dat bebouwing niet sto- rend behoeft te zijn, als men de kwalitei- ten van de fl ank respecteert. De nieuwe woonwijk het Kazerneterrein heeft het patroon van de houtwallen tus- sen de bebouwing doorgezet. Hierdoor is de relatie dorp- beekdal behouden ge- bleven. De bebouwingsrand heeft enige afstand tot het beekdal en staat door zijn met hagen omzoomde voortuinen met respect naar het beekdal georiënteerd.

De ambitie is om de fl ank uit te bouwen als landschappelijk en ecologisch interes- sante contrastzones.

124 H + N + S ' 0 9 Jonge ontginnings- landschappen

Tot 1900 werden de zandlandschap- boerderijen liggen voor het merendeel Spelregels pen gekenmerkt door grote openheid, aan deze ontginningsassen. • benutten ecologische kwaliteiten en optimalise- bestaande uit “woeste gronden” en ren ecologische potenties heidevelden. In de 20e eeuw echter zijn Verspreid over het gebied liggen natuur- • ontwikkelen koppelstukken ecologische verbin- nagenoeg alle heidegebieden tot cul- resevaten. Dit zijn restanten van hoog- dingszone met recreatief medegebruik d.m.v. tuurland ontgonnen. Dat werd mogelijk veengebieden en veentjes. Deze eilanden nieuwe ontwikkelingen gemaakt door de kunstmest, de veran- vormen voor de ecologische verbinding • versterken randbeplanting boerenerven derde economie en de laatste verdeling belangrijke stapstenen. Echter door de • versterken laanbeplanting langs hoofdontgin- van markegronden in 1886. Door de diepe ontwatering van de omliggende ningsassen kunstmest kon men kleinere en grotere landbouwgronden drogen de natuurge- • behoud rationele verkaveling, landbouwkamers percelen heide in bouw- of grasland bieden uit en verliezen ze hun ecologi- omzetten. De beperkte hoeveelheden sche kwaliteiten. schapenmest hadden eeuwenlang de uitbreiding geremd. Men had nu ruimte Ambitie en ontwikkelingen om het bedrijf uit te breiden. De jonge ontginningslandschappen zijn de gebieden, waar landbouw de hoofd- De jonge heideontginningen kenmerken functie heeft. De nieuwe ontwikkelingen zich in het algemeen door een schaak- in de landbouw brengt in deze gebieden bordachtige structuur. Rechte, lange dan ook een grote (ruimtelijke) veran- wegen en een percelering van regelma- dering met zich mee. De boerenerven tige vierkanten en rechthoeken. Deze groeien uit hun voegen en krijgen allerlei ontginning ging gepaard met ingrijpende extra functies (mestsilo’s), waardoor zij cultuurtechnische maatregelen. het landschappelijk beeld verstoren. De ambitie is om de erven landschappelijk In het studiegebied onderscheidt men in te passen door middel van stevige drie typen jonge ontginningslandschap- randbeplanting. pen, namelijk het ontginningslandschap nat, het ontginningslandschap droog en De ecologische verbindingszone wordt de jonge heidebossen. Deze worden vorm gegeven door ecologische stapste- hieronder verder uitgelegd. nen. Deze bestaan uit de restanten van hoogveengebieden en veentjes. De am- bitie is om de hier aanwezige stapstenen Ontginningsland- hun bestaande ecologische kwaliteiten te behouden en de potenties te benutten. schap droog Tussen de stapstenen worden koppel- stukken aangelegd, die ook recreatief een De jonge ontginningslandschappen zijn medegebruik kennen. ontstaan tijdens de ontginning van de woeste (heide)gronden, vanaf het midden De ontginningsassen worden aangezet van de 19e eeuw. Hierbij zijn de woeste door de bomenlanen. gronden ontgonnen tot rationeel verka- velde landbouwgronden.

De landbouwkavels liggen in kamers, begrensd door bomenlanen (meestal eikenlanen). Deze lanen benadrukken de hoofdontginningsassen. De moderne

125 H + N + S ' 0 9 Jonge ontginnings- landschappen nat

De ‘jonge ontginningslandschappen nat’ Spelregels zijn ontstaan tijdens de ontginning van de • forse erfbeplanting d.m.v. singels woeste gronden (hoogveenmoerassen), • verbinden van boscomplexen en overgebleven Na verwijdering en ontwatering van het natuurgebieden veen zijn de woeste gronden ontgonnen • behoud rationele verkaveling, duidelijke land- tot rationeel verkavelde landbouwgron- bouwkamers den. • laanbeplanting langs ontginningslijnen, kanalen en Een voorbeeld van het natte jonge ont- wegen ginningslandschap is het Zeijerveld. Dit gebied is in particuliere opdracht van J.T. Cremer in 1907 ontgonnen door Heide- mij. Het gebied is ontgonnen door het aanleggen van een stelsel van vaarten en sloten (wijken). Deze vormen de ruim- telijke karakteristiek in het gebied en zijn beplant met bomenlanen.

De boerderijerven liggen op nauwkeurig uitgekozen plaatsen (kruisingen of knik in de wijk) aan de wijken.

Ambities en ontwikkelingen De jonge ontginningslandschappen zijn de gebieden, waar landbouw de hoofdfunc- tie heeft. De nieuwe ontwikkelingen in de landbouw brengen in deze gebieden dan ook een grote (ruimtelijke) veran- dering met zich mee. De boerenerven groeien uit hun voegen en krijgen allerlei extra functies (mestsilo’s), waardoor zij het landschappelijk beeld verstoren. De ambitie is om de erven landschappelijk in te passen door middel van stevige randbeplanting.

De ecologische verbindingszone wordt vorm gegeven door ecologische stap- stenen. Deze stapstenen bestaan uit de restanten van hoogveengebieden en veentjes en boscomplexen. De ambitie is om de hier aanwezige stapstenen hun bestaande ecologische kwaliteiten te behouden en de potenties te benutten. Tussen de stapstenen worden koppel- stukken aangelegd, die ook recreatief een medegebruik kennen.

126 H + N + S ' 0 9 Jonge ontginningen heidebossen

De jonge ontginningen (heidebossen) zijn Spelregels veelal ontstaan als werkverschaffi ng in • ontwikkelen van veelzijdige mozaïek de jaren ’30. Het waren woeste gronden, • versterken van ecologische ambities en benutten die werden ontgonnen en ingeplant met van de potenties d.m.v. creëren van gradiënten, voornamelijk grove den. Deze bossen het omvormen van de monotone naaldbossen werden aangeplant in grote regelmatige • verbinding van natuurgebieden door nieuwe kop- percelen en waren vooral productie van pelstukken mijnhout. Aanvankelijk voor Belgische • nieuwe ontwikkelingen worden zorgvuldig inge- mijnen, later ook voor de Nederlandse. past d.m.v. boscomplexen en zorgen voor toe- De jonge heidebossen vinden we in het gankelijkheid van landschap studiegebied terug op de Hondsrug • verbijzonderen en verbindingen van cultuurhisto- en de Rug van Zeegse. Deze gebieden rische elementen kenmerken zich nu als een mozaïek van heiderestanten en bosgebieden, waartus- sen op enkele plekken zandverstuivingen voorkomen (Zeegse en fl ank van Honds- rug t.h.v. Zuidlaren).

Ambitie en ontwikkelingen De ambitie is om van deze gebieden een veelzijdiger mozaïek te maken, waarin de ecologische betekenis en de recreatieve potenties (aantrekkelijk toegankelijk land- schap) optimaal benut worden door het creëren van gradiënten, het omvormen van de monotone naaldbossen naar meer natuurlijkere bossen en het verbinden van natuurgebieden met elkaar. Nieuwe ontwikkelingen kunnen in het ge- bied plaatsvinden mits zorgvuldig ingepast in een bestaand of nieuw boscomplex, waarbij zij bijdragen aan de realisatie van de hierboven beschreven ambitie (veelzij- dig mozaïek). Cultuurhistorische elementen worden verbijzonderd en krijgen een ruimtelijke samenhang.

127 H + N + S ' 0 9 Landgoederen

In de 19e eeuw werd de Rug van Ty- Ook de wegen, die door de landgoe- Spelregels naarlo zeer geschikt geacht voor het derenzone lopen, hebben een land- • toevoegen van nieuwe landgoederen op zorg- vestigen van buitenplaatsen. De situering goedallure en wel door middel van de vuldig gekozen plaatsen op de fl ank van de rug (hoog en droog) laanbeplanting van beuken, maar ook • nieuwe landgoederen toevoegen gebeurt altijd naar het beekdal van de Oude Aa (laag door het adres, dat de landgoederen aan in combinatie met het toegankelijk maken van en nat) is immers een interessante land- de weg hebben. De landgoederen staan het landschap (verbinding over snelweg, door- schappelijke locatie voor landgoederen. op enige afstand van de weg, waardoor koppeling fi etspaden) De ligging in de nabijheid van Groningen er ruimte is voor een royale voortuin • respecteren van doorzichten naar beekdal, rela- maakte de plek voor de rijken uit de stad met boomgroepen. tie met beekdal behouden nog aantrekkelijker. Een clustering van • nieuwe ontwikkelingen voegen zich in en ver- landgoederen doet zich voor ten noor- Ambities en ontwikkelingen sterken de bestaande ladderstructuur van de den en oosten van Eelde - Paterswolde. Door de positie van de landgoederen- landgoederenzone Een aantal voorbeelden hiervan zijn De zone aan de snelweg en dicht bij Gro- • ontwikkelen van voortuin (afstand tot weg) Marsch, Vosbergen en De Braak. Maar ningen is zij onderhevig aan een grote waarin solitairen (rode beuk, eik of kastanje) ook verspreid in het studiegebied zijn er dynamiek. Allerlei nieuwe ontwikkelingen worden aangeplant; dit zorgt voor het adres aan nog voorbeelden zoals Bosch en Vaart, dringen zich op. De ambitie is met deze de weg gesitueerd aan het kanaal. ontwikkelingen het landgoederenkarak- • laanbeplanting langs de wegen bestaan uit beu- ter te versterken en uit te breiden. Ook ken De landgoederen bestaande functies (bedrijventerrein, De landgoederenzone heeft een afwis- bloemenveiling) kunnen hierin worden selend karakter, dat gevormd wordt opgenomen. door opgaande percelen bos en open weilanden. De bospercelen bestaan uit oude parkbossen met een karakteristieke bosfl ora. Door de grote afwisseling in de begroeiing met vele kleinschalige over- gangen vormen zij een geschikt leefge- bied voor een groot aantal faunasoorten. De landgoederen worden beheerd met een meervoudige doelstelling: natuur, be- leving van het landschapsschoon, passend extensief recreatief gebruik (beperkt) houtopbrengst.

De oude lanen brengen het landgoedka- rakter over van de landhuizen tot soms diep in de omliggende dorpen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het landgoed Vennebroek, waar de bomenlanen vanaf het landhuis tot in de bebouwde kern van Paterswolde doordringen.

128 H + N + S ' 0 9 129 H + N + S ' 0 9

Deel C beschrijft de realisatiestrategie die bij het landschapsontwikkelingsplan hoort.

DEEL C realisatie

H O O F D S T U K

8 REALISATIESTRATEGIE UITGEWERKT

Het landschap van de gemeente Tynaarlo Bij de uitvoering van alle ruimtelijke plan- heeft grote kwaliteiten die het verdienen nen (boven - en ondergrondse infra- om uitgangspunt te zijn voor alle ruimte- structuur, wonen, bedrijventerrein, water, lijke ontwikkelingen. In de delen A en B recreatie en groen/ natuurontwikkeling) van dit rapport is de inhoudelijke ambitie heeft de landschappelijke kwaliteit een ten aanzien van deze kwaliteiten beschre- prioriteit. Het LOP heeft de status van ven. Hierbij is voor de gemeente als ge- een structuurvisie. Elk afzonderlijk ruim- heel en voor afzonderlijke deelgebieden telijk plan wordt daarom op relevantie aangegeven welke kwaliteiten behouden, voor het LOP getoetst. Dit leidt tot een versterkt of vernieuwd moeten worden. integrale aanpak waarbij het landschap volwaardig in de afweging wordt meege- De gemeente wil de uitgesproken ambi- nomen. ties ten aanzien van het landschap graag waar maken. Het landschapsontwikke- Door het LOP ook van een organisato- lingsplan bevat daarom ook een realisa- rische en fi nanciële strategie te voorzien tiestrategie, die is weergegeven in deel wordt deze als structuurvisie ook een C van dit rapport. De realisatiestrategie krachtig instrument voor planning en geeft aan hoe gericht gestuurd zal wor- uitvoering. den op behoud, versterking en vernieu- wing van de kwaliteiten. Het landschap is een dynamisch geheel. De realisatiestrategie van het LOP sluit In de realisatiestrategie komt onder an- daarbij aan en biedt voldoende fl exibi- dere aan de orde: liteit om kansen te benutten wanneer 1. Hoe het LOP werkt als inspiratiebron deze zich voordoen. 2. Hoe het LOP werkt als beleidskader 3. Hoe het LOP werkt als uitvoeringskader (werkboek) 4. Hoe het LOP werkt als beoordelingska- der

De gemeente neemt de verantwoorde- lijkheid om samen met haar inwoners en diverse betrokken partijen te bouwen aan de toekomst van het landschap. De rol die de gemeente daarbij aanneemt, kan daarbij verschillen. Deze realisatiestra- tegie benoemt deze verschillende rollen en geeft aan welke afwegingen van belang zijn voor welke rol er wordt gekozen.

133 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

134 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

Het Landschapsontwik- partijen uit te komen tot ver de gemeente zich in om de ambities uit nieuwende concepten. het LOP nog beter verankerd te krijgen kelingsplan als inspiratie- in hogere beleidskaders (omgevingsplan, bron Het Landschapsontwikke- regionale visies, etc.) en door te vertalen De gemeente en de bij de opstelling van lingsplan als beleidskader naar haar planologische instrumenten het LOP betrokken partijen zijn geïnspi- (bijv. toekomstige bestemmingsplannen). reerd door de kansen die het landschap Het LOP wordt vastgesteld als struc- biedt. De gemeente wil de verkregen tuurvisie voor het thema landschap. Het Het Landschapsontwik- LOP is bedoeld als onderlegger voor inzichten graag uitdragen en het LOP kelingsplan als uitvoe- gericht inzetten als inspiratiebron, ideeën het landschapsbeleid voor de komende vormgeven, bestaande projecten tot 15 jaar. Door het LOP als structuurvisie ringskader uitvoering brengen en de landschappe- voor het landschap vast te stellen wordt Op grond van artikel 2.1, lid 2 van de lijke component verankeren in projecten. het voor de eerste 10 jaar verankerd Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan de Binnen de eigen organisatie, voor andere in het ruimtelijk ordeningsbeleid van de gemeenteraad voor aspecten van het overheden, voor particuliere organisaties gemeente. Het beleid wordt integraal van gemeentelijk ruimtelijk beleid een struc- en (vooral) voor de inwoners van de kracht waarbij relevante afdelingen en be- tuurvisie vaststellen. De structuurvisie gemeente. Het landschap gaat immers leidsterreinen bij het opstellen van beleid gaat tevens in op de wijze waarop de iedereen aan. Het is er voor en door de of het uitvoeren van ruimtelijke plannen raad zich voorstelt die voorgenomen mensen die het gebruiken en veranderen. rekening houden met het LOP. Het LOP ontwikkeling te doen verwezenlijken. is hierdoor niet vrijblijvend. Hoe kan het LOP worden ingezet Dit houdt in dat de wijze waarop realisa- als inspiratiebron? Relatie met andere beleidsvelden tie plaatsvindt deel uitmaakt van het LOP. 1. Door het betrekken van diverse en overheden Realisatie van het LOP vindt onder meer organisaties bij het opstellen van het Het vigerende structuurplan blijft gelden plaats door: LOP als kader voor de ruimtelijke ontwikkeling • het defi niëren en begroten van 2. Door het betrekken verschillende van de gemeente als geheel. Het LOP concrete projecten afdelingen van de gemeentelijke wordt hieraan toegevoegd als themati- • het plannen en faseren van deze organisatie zelf: sche structuurvisie (voor het thema land- projecten. • Interne presentaties schap). Voor onderwerpen waar het LOP • Verspreiding LOP over de verschil geen uitspraak over doet en wanneer Het accent van de projecten zal vooral lende afdelingen het LOP uitspraken doet die het thema liggen op de het versterken en vernieu- • Handreiking toepassing LOP landschap te buiten gaan, is het vigerende wen van kwaliteiten zoals omschreven 3. Landschapsontwikkelingsplan breed structuurplan leidend. in de delen A en B van het LOP. Een uitdragen onder inwoners na groot aantal projecten zal een incidenteel vaststelling: Het LOP gaat uit van co-ontwikkeling van karakter hebben. De gemeente wil echter • Tentoonstelling de ruimtelijke omgeving en de gemeente inzetten op een duurzame ontwikkeling • Uitgebreide nieuwsbrief zoekt juist in andere beleidsvelden van het landschap en daarom tegelijk • Bewustwording en educatie in aanleidingen om projecten te versterken kijken naar het structurele niveau van combinatie met andere beleidsvelden, en uitvoerbaar te maken. Het is noodza- beheer en onderhoud van de landschap- te denken valt aan onderwijs en kelijk dat het LOP hiervoor zowel intern pelijke elementen. kunst en cultuur (bijvoorbeeld in- als extern breed uitgedragen wordt en formatie verstrekken op scholen de gemeente zal zich actief inzetten om Werkboek LOP met alle projecten en de inzet van kunstenaars) deze ‘verbindingstaak’ met andere be- In het Werkboek LOP wordt beschreven • Publieksbijeenkomst/ publieksversie leidsvelden uit te voeren. bij welke projecten de gemeente met het van het LOP LOP als uitgangspunt betrokken wil zijn • Goed (digitaal) ontsluiten van het Een structuurvisie is alleen bindend voor en hoe zij deze betrokkenheid wil organi- LOP het bestuursorgaan die het vaststelt. Met seren. Het Werkboek LOP is het uitvoe- 4. Jaarlijks organiseren van een avond de Wro heeft de gemeente met het ringsplan behorende bij de Structuurvisie van het landschap. LOP een instrument in handen richting LOP. Hier worden projecten benoemd 5. Het LOP daagt en nodigt andere andere overheden. Op deze wijze zet die een rechtstreekse uitvoering betref-

135 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

136 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

fen van het LOP beleid. Maar ook wordt Het landschapsontwik- geanticipeerd op nog niet voorziene plannen/initiatieven en op participatie bij kelingsplan als beoorde- initiatieven van anderen. Het Werkboek lingskader LOP met begroting en planning wordt Naast de LOP projecten waartoe de jaarlijks geactualiseerd en eens in de 4 gemeente zelf het initiatief neemt zijn er jaar opnieuw vastgesteld. projecten van andere initiatiefnemers en andere beleidsvelden die van invloed zijn Het Werkboek LOP bevat tenminste het op het landschap en daardoor binnen de volgende: kaders van het LOP vallen. Dit betreffen • een zo compleet mogelijke lijst van zowel interne- als externe initiatieven. projecten die voortkomen uit het LOP De gemeente zal actief bijhouden welke • een prioriteitstelling in deze projecten externe initiatieven zich aandienen en zal • een planning voor deze projecten intern een handreiking geven aan andere • een begroting voor deze projecten beleidsvelden over de meerwaarde die • een globale verkenning van mogelijke het LOP kan bieden bij de realisatie van dekkingsbronnen voor deze projecten ruimtelijke plannen. In principe kan elk • een binnengemeentelijk implementatie- plan met een ruimtelijke component en communicatieplan dat binnen de gemeentegrenzen valt te • een extern communicatieplan maken krijgen met een afweging van de landschappelijke kwaliteit. 3 verschillende rollen voor de gemeente Telkens wordt bij een nieuw initiatief Voor sommige projecten zal de ge- beoordeeld: meente een initiërende of trekkende rol - of het LOP van toepassing is hebben, terwijl zij voor andere projecten - indien ja, of het LOP specifi ek iets een participerende rol zal aannemen. De gemeld heeft in het kader van het te gemeente kan voorts een faciliterende beoordelen project of de te nemen houding aannemen waarbij zij ideeën actie: dan dient hier rekening mee naar concrete projectvoorstellen wil gehouden te worden; brengen en deze onderbrengt bij andere - of het te beoordelen project of de te (uitvoerende) partijen. De rol van de nemen actie bijdraagt aan het behoud, gemeente kan veranderen gedurende het de versterking of vernieuwing van het proces dat een LOP project volgt. Het landschap zoals in het LOP beschreven uitvoeringskader richt zich dus niet alleen is. Hiervoor wordt het beoordelings- op de uiteindelijke technische realisatie kader gehanteerd, dat uit een aantal van projecten maar ook op de organisa- stappen bestaat. Zo nodig dienen tie van de processen die tot deze realisa- plannen en/of acties te worden aange tie zullen leiden. past.

Het LOP onderkent de dynamiek van het landschap en wil anticiperen op mogelijke veranderingen in regelgeving en beleid. Daarom wordt het Werkboek LOP elke 4 jaar geactualiseerd en vastgesteld. Het is niet noodzakelijk het hele LOP hierop integraal aan te passen. Het betreft een aanpassing in planning, budget en organi- satie van alle projecten.

137 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

138 H + N + S ' 0 9 H O O F D S T U K

9 ORGANISATORISCHE EN FINANCIËLE UITWERKING

De organisatorische • Het organiseren van de integratie van al gestart zijn met projecten. Ondanks het LOP in andere beleidskaders dat de gemeente haar visie hiervoor in taken vanuit het LOP het LOP neerlegt zal er sprake zijn van De organisatie van het LOP is onderge- een meer volgende rol. Het LOP voegt bracht bij de Afdeling Beleid en Projecten Het werkboek nader be- aan het bestaande beleid wensen van de van de gemeente. Qua organisatie is een keken gemeente toe en doet suggesties voor aantal taakvelden te onderscheiden: De rol die de gemeente op zich neemt verder uitwerking van dit beleid. De ge- bij de uitvoering van projecten is sterk meente zal door overleg met de partijen Procesmatig afhankelijk van het gebied waarin het die actief zijn in deze gebieden invloed Er dient geborgd te worden in de organi- project zich bevindt en de instrumen- uit oefenen op de verdere uitwerking van satie dat: ten die de gemeente kan hanteren om het beleid en de wijze waarop de hier- • het Werkboek LOP geactualiseerd invloed op het proces uit te oefenen. voor beschikbare middelen besteed gaan wordt In veel gebieden in het landschap zijn al worden. • eigen LOP projecten opgestart en andere partijen actief binnen de gemeen- georganiseerd worden tegrenzen of zijn er afspraken gemaakt De ruggen • initiatiefnemers in verbinding met het op hogere beleidsniveaus. De gemeente De gemeente wil graag een initiërende LOP gebracht worden wil deze initiatieven en afspraken respec- rol aannemen om de kwaliteit van de • er begrotingen en dekkingplannen teren en daar waar mogelijk de ideeën ruggen te versterken en te vernieuwen. komen (t.b.v. projecten en Werkboek en voorstellen uit het LOP gebruiken om De gemeente zoekt aansluiting met het LOP) deze te versterken, te adviseren en waar LOP binnen haar eigen openbaar gebied • de kansen voor- en het aanvragen van mogelijk te participeren. en probeert ook particulieren te betrek- cofi nanciering in beeld gebracht en ken bij het onderhoud van het landschap benut worden De uitvoeringsstrategie volgt het stramien en de investeringsmogelijkheden die • de budgetten die in het kader van het van het inhoudelijke deel van het LOP. hiervoor beschikbaar zijn. Voor de inves- LOP toegekend worden bewaakt De projecten zijn daarom ingedeeld in teringen zal de gemeente ruimte zoeken worden verschillende deelgebieden en structuren: in haar eigen begroting en in gezamenlijk- • de ruggen: de ruggen worden elk heid met de regio, de provincie, andere Beleidsmatig/ inhoudelijk individueel als deelgebied aangemerkt. overheden, natuurorganisaties en land- • het beoordelen van- en adviseren over • de beekdalen: de beekdalen worden schapbeheerders zoeken naar dekkings- initiatieven tezamen als één deelgebied aangemerkt. mogelijkheden. • de inbreng van het LOP als • de gebiedsoverstijgende structuren: beleidskader bij ruimtelijke projecten deze structuren worden elke De dorpsomgevingen krijgen binnen de • het meedenken en adviseren in land afzonderlijk als overlappende deel- ruggen extra nadruk. De kwaliteit van het schappelijke ontwerpen gebieden aangemerkt landschap in de dorpsomgevingen raakt immers direct de meeste inwoners van Het ‘ verkopen’ van de inhoud van De beekdalen de gemeente. Bovendien ligt hier ook het LOP De gemeente wil de kwaliteit van de nadrukkelijk de volkshuisvestingstaak en • Het organiseren van de interne en beekdalen graag koesteren en uitbouwen. een ondernemerstaak voor de gemeente externe communicatie rond het LOP In deze gebieden is veel natuur aangewe- wat betreft de productie van bouwrijpe • Het organiseren van de interne hand zen waarvoor reeds beleid is gemaakt en grond. Landschappelijke elementen bin- reiking naar andere beleidsvelden waar natuurorganisaties in veel gevallen

139 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

140 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

nen de ontwikkelingen in de ‘ rode con- De rol van de gemeente bepaalt mede Ad. 2: tour’ zullen zoveel mogelijk meegenomen welke instrumenten meer de nadruk Voor wat betreft de tweede categorie worden in de planvorming en bekostigd krijgen. gaat het om projecten die niet- of niet worden uit de eventuele opbrengst van geheel door andere plannen of budget- deze rode ontwikkelingen. Een integrale Principes voor planning ten bekostigd kunnen worden. Hiervoor afweging van ook andere beleidsvelden zal dekking vanuit een eigen budget voor is hierbij van belang (voorzieningen van en fi nanciën het LOP of door andere initiatiefnemers openbaar nut, maatschappelijke voorzie- Voor de uitvoering van de projecten die en/of cofi nanciers gevonden moeten ningen etc.). in het kader van het LOP benoemd wor- worden. den kan qua fi nanciën een onderscheid De gebiedsoverstijgende structu- gemaakt worden tussen (1) projecten die Met betrekking tot de projecten vindt ren deel uitmaken van een ander plan (ont- een verdere prioriteitstelling en planning Voor deze gebieden zal de gemeente wikkelproject, werk-met-werk maken) en plaats welke jaarlijks geactualiseerd wordt met name op zoek zijn naar partners (2) op zich zelf staande landschappelijke in het Werkboek LOP. Voor de prioriteit- die het belang van het landschap in deze projecten. stelling en haalbaarheid worden o.a. de gebieden onderschrijven en samen met volgende projectkenmerken afgewogen: de gemeente hierin een actieve rol willen Ad. 1: 1. Grote landschappelijke structuren: spelen. De rol van de gemeente kan hier- Voor wat betreft de eerste categorie In hoeverre draagt een project bij aan door in de tijd sterk variëren en ook per maken de projecten deel uit van een het versterken van de grotere onderdeel van een project verschillen. In totale gebiedsontwikkeling en wordt de landschappelijke structuren zoals de eerste instantie zal de gemeente hiervoor dekking voor deze investeringen in de to- beekdalen en de ruggen of vormt hier een initiërende rol aannemen. tale gebiedsexploitatie betrokken. Hierin juist een tegenhanger op. zijn de volgende algemene principes te 2. Overgangen in het landschap: Naar aanleiding van de rol die de ge- onderscheiden: In hoeverre draagt een project bij aan meente voor een project vanuit het LOP • profi jt: de gebiedsexploitatie moet nut de overgangen in het landschap kan aannemen (initiëren/ participeren/ ondervinden van de te treffen zoals tussen de grotere structuren faciliteren) wordt vervolgens bepaald voorzieningen en maatregelen. (rug en beekdal) of in de overgangen welke instrumenten kunnen worden • toerekenbaarheid: er bestaat een naar de dorpsomgevingen. ingezet om het project te realiseren: causaal verband (de kosten zouden 3. Meervoudigheid/ maatschappelijke • initiëren/organiseren: van toepassing niet gemaakt worden zonder de relevantie (MKBA): op projecten die (nog) geen andere gebiedsexploitatie), of de kosten In hoeverre worden ook andere doe initiatiefnemers hebben; worden mede gemaakt ten behoeve len gerealiseerd of kunnen- betrokken • toetsen: elk plan met een ruimtelijke van het plan. worden bij de uitwerking van een component wordt tevens getoetst aan • proportionaliteit: als meerdere project, zoals: leefbaarheid, duurzaam de kaders van het LOP; locaties profi jt hebben van een heid en milieu, recreatie en toerisme, • kaders stellen: het LOP is een beleids- voorziening, worden de kosten naar economie en werkgelegenheid, zorg kader, deze kaders worden op project rato verdeeld; naarmate de locatie er en welzijn, kunst en cultuur, verkeer en niveau nader gedetailleerd meer profi jt van heeft, draagt deze vervoer, onderwijs etc. (ontworpen) en planologisch vastge- meer bij aan de kosten. 4. Zichtbaarheid/betrokkenheid: legd (bestemmingsplan o.d.); Wanneer in de gebiedsexploitatie een In hoeverre wordt er bijgedragen aan • adviseren/informeren: wanneer dit fi nancieel onrendabel- of ontoereken- de zichtbaarheid en toegankelijkheid noodzakelijk is vanuit het beoordelings- baar deel voor wat betreft het LOP is van het landschap en de betrokkenheid kader of voor het slagen van het project te onderscheiden zal specifi ek hiervoor en beleving van de inwoners en bezoe zal er sprake zijn van nadere advisering; aanvullende dekking noodzakelijk zijn. Bij kers; • investeren/ cofi nanciering: wanneer er deze beoordeling zal ook de projectsitu- 5. Co-ontwikkeling: sprake is van een landschapsontwik- atie vanuit het vigerende structuurplan In hoeverre is aansluiting mogelijk keling die niet- of niet volledig uit Tynaarlo betrokken worden waardoor bij andere- of bestaande plannen zoals andere bronnen gedekt kan worden een afweging over meerdere beleidster- natuurontwikkelingen, nieuwe uitleg dan zal telkens beoordeelt worden reinen plaatsvindt. gebieden, stads- en dorpsvernieuwing, of- en in welke mate het LOP budget infrastructurele werken, beheer en hiervoor aangewend kan worden. onderhoud etc.

141 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

142 H + N + S ' 0 9 STRUCTUURVISIE L A N D S C H A P S O N T W I K K E L I N G S P L A N T Y N A A R L O

6. Cofi nanciering: karakter: In hoeverre worden er met het project • structureel: dit richt zich met name op investeringen uitgelokt van projecten met beheer&onderhoud, particulieren, landschapsorganisaties projecten waarop afgeschreven kan of andere overheden. worden en de organisatie die voor de 7. Haalbaarheid/invloedssfeer: realisatie van de plannen uit het LOP In hoeverre is het project technisch-, noodzakelijk is. juridisch- en fi nancieel uitvoerbaar en • incidenteel: dit betreft met name inves kan de gemeente hier zelf substantiële teringen voor projecten die zich richten invloed op uitoefenen. op de eenmalige aanpassingen in het landschap (transformatie); De prioriteitsstelling en planning voor de projecten worden vastgesteld in het Werk- In het Werkboek LOP wordt een meerja- boek LOP en worden jaarlijks geactuali- renbegroting vastgesteld welke dient als seerd. referentiekader voor de structurele- en incidentele budgetten. Voor de projecten geldt het principe: de initiatiefnemer of eindgebruiker betaald. Hierbij kan als randvoorwaarde worden Hierin onderscheiden we: gesteld dat het streven is om projecten • de gemeente als initiatiefnemer van een zoveel mogelijk met cofi nanciering van LOP-project of vanuit een ander partners te realiseren. Bij de dekking van project dat het landschap beïnvloed; de projecten worden bestaande bud- • initiatieven van andere overheden of getten (zowel die voor het landschap organisaties die in het landschap actief als voor andere beleidsterreinen) ook zijn of hiervoor middelen ter betrokken. beschikking stellen; • particulieren en ondernemers (ook Voor het LOP worden geen algemene- kopers van kavels en projectontwik- of ongelabelde budgetten beschikbaar kelaars) die in het landschap actief zijn. gesteld voor initiatieven. Als een willekeu- rig project of initiatief binnen de kaders Daarnaast zijn er middelen nodig voor: van het LOP past leidt dit niet tot een • de organisatie-, implementatie- en gemeentelijke bijdrage. actualisatie van het LOP inclusief het dekkingsplan (lobby en fondsen werving) en inclusief nadere uitwerking en advisering met betrekking tot het LOP (zowel binnen als buiten het gemeentelijk apparaat); • cofi nanciering voor subsidies/fondsen die gerealiseerd kan worden op het moment dat de plannen/projecten hier (nog) niet in kunnen voorzien (stimule ringsbudget voor uitgelokte investerin gen en cofi nanciering); • ingrepen in het landschap die niet door andere plannen of budgetten bekostigd kunnen worden maar toch een priori teit hebben (incidenteel budget). De investeringen en de dekking daarvoor hebben een incidenteel- of structureel

143 H + N + S ' 0 9

Literatuurlijst LOP Tynaarlo

BELEID GEMEENTE / PROVINCIE / RIJK Landschapsbeleidsplan Gemeente Vries, Hpart (hajema), 1992 Landschapsbeleidsplan Gemeente Zuidlaren, heidemij, 1991 Landschapsbeleidsplan Gemeente Eelde, oranjewoud, 1991 Waterplan Tynaarlo, hoofdrapport, Bügel Hajema, 2008 Waterplan Tynaarlo, bijlagen, Bügel Hajema, 2008 Bomenplan monumentale bomen, groeninzicht, 2006 Bomenplan, module basis, ACE, 2006 Produktnotitie bermen en sloten, Bügel Hajema, 2000 Over leven met water, stroomgebiedsvisie Groningen / Noord- en Oost-Drenthe, Grontmij, 2002 Kansen voor de bovenlopen, voorstel voor het herstel van het stroomgebied van het Eelderdiep Behoud voor de toekomst van de landgoederengordel in Tynaarlo Stand van zaken en acties voor ecologische verbindingszones in Drenthe, DLG, 2007 Landschapsplan Westeresch Tynaarlo, Landschapbeheer Drenthe, 2005 Groenvisie Stadsrandzone Assen, DLG, 2008 Landschapsvisie Drentsche Aa, NovioConsult en Strootman Landschapsarchitecten, 2004 Beleidsnotitie Nieuwe Landgoederen, gemeente Tynaarlo, 2002 Structuurplan gemeente Tynaarlo, 2006 Milieubeleidsplan gemeente Tynaarlo, 2008 ‘Nota Ruimte, ruimte voor ontwikkeling’ [Ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ] ‘Zicht op mooi Nederland, structuurvisie voor de snelwegomgeving’, ministerie van VROM Provinciaal Omgevingsplan, Provincie Drenthe www.drentscheaa.nl www.regiogroningenassen.nl www.minlnv.nl

PROJECTEN De Kazerne, nieuwe woonwijk in Zuidlaren, Herma Hekkema, 2002 Toekomstvisie Zuidoever Zuidlaardermeer, H+N+S landschapsarchitecten, 2003 Planologische analyse Oosterbroek, Bügel Hajema, 2008 Gebiedsvisie Luchthaven Eelde en omgeving, Cees van den Brink, 2003 Uitvoeringsprogramma ecologische verbindingszone Zeijen-Zeegse-Eelde, DLG, 200 Inrichtingsplan herinrichting Peize, projectbureau herinrichting Peize, 2008 Meerweg ontwikkelt meer Voorontwerp structuurvisie Meerweg Haren, Gemeente Haren, 2008 Typisch Vries in Drenthe “de ruggen op, de beken uit” (charette), gemeente Tynaarlo, 2008

ACHTERGROND INFO Verzorging van het landschap in Drenthe (werk H. De vroome), Henk van blerck, 1987 Landschap van de zandgebieden, rvk vries, 1988 Een halve eeuw landschapsbouw, Rik de Visser, 1997 Brinkenboek, verkenning van de brinken in Drenthe, Werkgroep brinken, Klaas de poel, 1981 Landschapsvisie rijkswegennet Drenthe, Afdeling verkeerswegen, 1991 Landschapsstructuurschets Drenthe, SBB, 1988 Landschapsstructuurplan Noord Drenthe Productnotitie bermen en sloten, oranjewoud,2000 Het landschap van de zandgebieden, Josje van Noorden, 1988 Meerjarenprogramma Drenthe Landelijk gebied 2007-2013, provincie Drenthe, 2008 KRW Nedereems - Rijn Noord, 2008

DIVERSEN Voorstel cultuurhistorie voor LOP, Drents Plateau, 2007 Milieuaspecten in gemeentelijke structuurplannen, Jaap Nanninga, student Van Hall Larenstein, 2006 145 H + N + S ' 0 9

COLOFON

Het rapport Landschapsontwikkelingsplan Tynaarlo is opgesteld door H+N+S Landschapsarchitecten in samenwerking met Estheticon (realisatiestrategie), Van Hall Larenstein (bijdrage GIS analyse) en Inge Klinkert (communicatie- advies) met opdracht van Gemeente Tynaarlo

Stuurgroep: Samenstelling Projectteam: Samenstelling Klankbordgroep: H.H. Assies H+N+S landschapsarchitecten Vereniging Natuurmonumenten H. Kosmeijer Claire Laeremans Staatsbosbeheer Regio Noord Waterschap Hunze en Aa's J.D. Frieling Pieter Schengenga Peter Veldt Waterschap Noorderzijlvest Stichting Het Drentse Landschap Projectgroep: Estheticon LTO-Noord afd. Haren/Tynaarlo Peter van Wijk David Inden Recreatieschap Drenthe Jan Ploeger Remy Annedda Meerschap Paterswolde Rob Schreibers Milieufederatie Drenthe Dorinda Hijszeler Van Hall Larenstein RACM Berend Küpers Ronald Boertje POP Groen Derk Jan de Boer IVN afd. Eelde/Paterswolde Pieter Gautier Inge Klinkert IVN afd. Vries Paul Kamps IVN afd. Zuidlaren Servaas van Dusseldorp Stichting Zeijerwiek e.o. Jaap Nanninga GBOT Waterbedrijf Groningen Waterleidingsmaatschappij Drenthe Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa Projectbureau herinrichting Peize Kraus Groeneveld Stichting Historische Vereniging Vries Historische Vereniging Zuidlaren Historische Vereniging Ol Eel Drents Plateau Landschapsbeheer Drenthe Stichting LORU i.o.

Lay-out H+N+S Landschapsarchitecten

Projectnummer 1467 Lop Tynaarlo 20091109-_CL_def rapport LOP.pdf Utrecht, december 2009 © H+N+S (2009) Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en / of openbaar gemaakt mits de bron wordt vermeld.

147 H + N + S ' 0 9