Moraceae Zijn Wereldwijd Verspreid in De Tr Moraceae Waarvan Het Vruchtbeginsel 1 of 2 Stempels Open
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
bloemdek bestaat dikwijls uit 4 blaadjes, maar Natuurlijke verspreiding het kan ook ontbreken. In de vrouwelijke bloem, De Moraceae zijn wereldwijd verspreid in de tr Moraceae waarvan het vruchtbeginsel 1 of 2 stempels open. Op zowel het zuidelijk als noordelijk half draagt, zijn de bloemdekblaadjes met elkaar en rond komen enige tropische soorten voor; ook ook met het bloemdek met het vruchtbeginsel voorbij de keerkringen. Enkele soorten hebben vergroeid. De mannelijke bloem heeft dikwijls 4 hun verspreidingsgebied geheel of grotendeels meeldraden die voor de bloemdekbladen staan; buiten de keerkringen in subtropisch of warm de familie, enige geslachten en het aantal kan tot één gereduceerd zijn. In één gematigde gebieden, de meeste op het noordelijk bestuiving bij Ficus van groepen van geslachten (de tribus Moreae) halfrond. Dat betreft enkele soorten van Ficus en zijn (evenals in de familie Urticaceae) de meel van de tribus Moreae (zie boven), namelijk van draden in de knop ingebogen. Zij buigen zich op de geslachten Broussonetia, Machtra en Morus. Prof. Dr. C.C. Berg een gegeven moment plotseling en elastisch (dus Broussonetia en Monts vertonen (ook in tropi explosief) naar buiten en werpen het stuifmeel in sche vertegenwoordigers) trekjes die men ook de lucht. vindt bij andere geslachten van het noordelijk De mannelijke bloeiwijzen zijn dikwijls katjes halfrond zoals zijknoppen met knopschubbben achtig, zoals in Broussonetia en Morus. Tenge en takken waarvan de groeitoppen aan het eind volge van de gelijkvormigheid van de mannelij van het groeiseizoen worden afgeworpen en de ke bloemen (zie Figuur. 1, 2 en 3) zijn verlenging van de tak uit de bovenste zijknop verscheidene soorten, ooit als Morus-soorten be plaats vindt (zoals Ti/ia en U/mus). schreven, nu ondergebracht in vijf geslachten. De verschillen tussen die geslachten zijn behal Economische en ecologische betekenis ve in vegetatieve kenmerken vooral te vinden in Hoewel het aantal soorten van deze familie niet de vrouwelijke bloemen en bloeiwijzen, die dik groot is, speelt zij in vele bossen in de tropen een wijls minder duidelijk katjesachtig en al in een belangrijke rol, ondermeer in de opbouw en de vroeg stadium op vruchten lijken. De bloeiwij samenstelling ervan en in het verschaffen van zen van Ficus lijken al van meet af aan op vruch voedsel aan vele soorten vruchtetende dieren. De familie Moraceae is overwegend tropisch, maar enige soorten van de geslachten ten. De (echte) vruchten zijn nootjes of steen Ook wat het gebruik door de mens betreft is de Broussonetia, Ficus, Maclura en Morus zijn te vinden in subtropische tot warm-gematigde vruchten. Dikwijls zijn deze vruchten ingesloten familie niet onbelangrijk. Voor een deel betreft gebieden van het noordelijk halfrond en in West-Europese tuinen. Dit artikel beschrijft enige in vlezig geworden bloemdekken of vormen zij dat lokaal gebruik van vruchten, vezels, kleur ongewone levensvormen van en de bestuiving bij het geslacht Ficus, dat ruim vertegenwoordigd met elkaar en/of met de (dikwijls schijfvormige stof, pijlgif, medicijn, blad als veevoer of groen is in het assortiment sierplanten (o.a. als laan- en parkbomen) in tropische en subtropische as) van de bloeiwijze en schutbladen (bracteëen) te, etc. Enkele soorten hebben in het verleden gebieden en als potplant voor huiskamers en kantoren. min of meer complexe aggregaten (vergelijkbaar ook commerciële betekenis gehad, zoals natuur met de "vrucht" van de ananas). Dat wat men rubber uit twee soorten Casti/la (in Centraal en aanduidt als vrucht van Monts is een grotendeels Zuid Amerika), kleurstof uit Maclura tinetaria Systematiek ge geslachten varieert het aantal soorten van ca. vlezig geworden bloeiwijze, en dus niet ontstaan (Geelhout, Zuid Amerika), of bastvezels uit De familie Moraceae vormt samen met de Can 25 tot l. uit één bloem zoals de samengestelde vrucht van Broussonetia papyrifera voor het maken van pa nab(id)aceae, Cecropiaceae, Ulmaceae en Urti Rubus. pier en kleding. Enige soorten in Afrika en Ame caceae de orde Urticales met in totaal ca. 102 Kenmerken De verspreiding van zaden (die veelal vlezig zijn rika zijn ook nog tegenwoordig belangrijk als le geslachten en ca. 2500 soorten. In recente classi Kenmerken van deze familie zijn ondermeer dat of ingesloten in vlezige structuren) geschiedt veranciers van hardhout. ficaties gebaseerd op moleculaire analyses is de planten overwegend houtachtig zijn en dat in overwegend door vruchtetende dieren, zoals vo Cultuurhistorisch gezien zijn enkele soorten be deze groep van families ondergebracht in de de meeste delen van de plant melksap te vinden gels, apen en vleermuizen. langrijk. Zonder de broodvrucht (Artocarpus al orde Rosales, waarin ook families als Rham is. De zaadknop is bovenin het vruchtbeginsel De bestuiving geschiedt door wind bij de soorten ti/is) als basisvoedsel zouden vele eilanden in naceae en Elaeagnaceae te vinden zijn. geplaatst en de zaden zijn groot of klein. Het met Urtica-achtige meeldraden en/ofmet katjes het Pacifisch gebied niet bewoond zijn geraakt. Na afslanking van de Moraceae door het onder blad is enkelvoudig met als regel een veervormi achtige mannelijke bloeiwijzen. Ficus heeft een Zonder de broodnoot (Brosimum alicastrum) als brengen van de geslachten Cannabis en Humu ge nervatuur, waarin de zijnerven lussen vor uniek bestuivingsysteem. Voor het merendeel basisvoedsel (gekoppeld aan "forest manage lus in een eigen familie en een zestal andere ge men. De bladen zijn geplaatst in spiralen of in van de geslachten is het bestuivingsysteem ge ment") zou de Mayacultuur in Centraal Amerika slachten in de familie Cecropiaceae, ontstond twee rijen, zelden tegenoverstaand (zoals in heel of gedeeltelijk onbekend. Mogelijk spelen niet tot bloei gekomen zijn. Andere in cultuur een homogeen geheel met 3 7 geslachten en Broussonetia papyrifera) of in kransen. kleine kevers en vliegen hierin een rol, zoals be gebrachte soorten zijn enkele Morus-soorten l 050-1100 soorten. De steunbladen (stipulae) zijn vaak geheel sten kend van enige Artocarpus-soorten. De kevers voor de vruchten: in Amerika M. celtidifolia (op De soorten zijn nogal ongelijk over de geslach gelomvattend en vormen ringvormige littekens en vliegen leggen hun eieren op mannelijke bescheiden schaal) en in Azië M. a/ba en M. ten verdeeld. Ficus omvat ca. 750 soorten, maar (heel duidelijk in Ficus). De bloemen zijn één bloeiwijzen en de larven voeden zich in veel ge nigra; de eerste ook in gebruik voor de teelt van dat kunnen er veel meer worden, gezien het feit siachtig en geplaatst in éénslachtige bloeiwijzen vallen met weefsels in die bloeiwijzen Het inte de zijderups. Twee voor de vruchten in cultuur dat er nog jaarlijks één of meer nieuwe soorten (zoals in Morus) op dezelfde plant, of op ver rieur van vrouwelijke bloeiwijzen is echter on gebrachte Ficus soorten zijn: F. carica (met als besclu·even worden. Het geslacht Dorstenia, dat schillende planten, of in tweeslachtige bloeiwij toegankelijk voor de larven. wilde vorm mogelijk F. palmata met een ver overwegend kruidachtig is, omvat l 05 soorten, zen (zoals in vele Ficus-soorten). De bloeiwij spreidingsgebied van Afghanistan tot Ethiopië) en Artocarpus telt ruim 50 soorten. In de overi- zen staan dikwijls in paren. Het enkelvoudige 14 Dendraflora nr 3 7 2000 Dendraflora nr 37 2000 15 en F. sycomorus in het Nabije Oosten, in Egyp dan de bloemen en met hun beharing samenhan soorten komt één soort (M. mesozygia waarvan FICUS te al zeker 4000 jaar geleden in cultuur gebracht gen en het oppervlak van de bloei- en vruchtwij de bomen tot 35 m hoog kunnen worden) voor in en vereerd met een eigen godin, Hathor. ze vormen. Het kokervormig bloemdek van de het tropisch laagland van Afrika. M insignis is Dit grote geslacht is zeer rijk aan groei- en levens In een aantal soorten, met name M alba en F. vrouwelijke bloem blijft vliezig. De basis van de een montane soort in tropisch Amerika en M. vormen, waaronder de wortelklimmer en de half carica zijn vele, dikwijls reeds oude cultivars vrucht is versmald. De draadvormige stempels macroura een (sub)montane soort in tropisch epifyt. De eerstgenoemde vorm is vertegenwoor ontstaan. Enkele Ficus-soorten, met name F. mi zijn dikwijls zeer ongelijk van lengte of tot één Azië. De twee Noord-Amerikaanse soorten zijn: digd door ca. 70 Aziatische soorten. Ondanks het crocarpa en F. religiosa, werden traditionele gereduceerd; M celtidifolia (syn. M microphylla) en M feit dat er in Azië (en elders) enige tientallen elementen in tempeltuinen in Azië, als levens rubra, de eerstgenoemde voorkomend in de Ficus-soorten buiten de tropen voorkomen, is het boom en!ofals boom van "kennis". Vele Ficus MACLURA zuidoostelijke staten van de U.S.A. tot in Cen slechts F. carica, die ook in Zuid Europa natuur soorten, vooaral F. benjamina, F. elastica en F. traal Amerika (en in het verleden als vrucht lijk voorkomt, die in West Europa (tot in West microcarpa, zijn in vele tropische landen geïnt Dit geslacht telt 11 soorten, twee in tropisch boom in Zuid Amerika in cultuur geweest), de Noorwegen toe) winterhard is. roduceerd als sierboom. Ook F. pumila komt Amerika, één in tropisch Afrika, één in Noord andere soort heeft een meer oostelijke versprei Zij hebben evenals Hedera helix van de klimmen men algemeen tegen als muurbedekker. Deze en Amerika (M pomifera); de overigen zijn Azia ding. De overige soorten zijn Aziatisch en te vin de takken bladen die heel anders zijn dan die van andere soorten zijn in de handel als kamerplant tisch en zijn, met uitzondering van de in China den in het gebied dat zich uitstrekt van Korea en de niet-wortelende en bloeiende takken. De jeugd of als decoratief element in grote ruimten, zoals voorkomende M. tricuspidata, elementen van Japan via China and het Himalaja-gebied tot Af vorm van één van deze soorten, F. pumila, is als in kantoren en op vliegvelden. tropische vegetaties. Alle soorten vormen takdo ghanistan, op hoogten tot ca.