PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Ten huize van... 15 Joos Florquin bron Joos Florquin, Ten huize van... 15. Davidsfonds, Leuven 1979 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/flor007tenh15_01/colofon.htm © 2008 dbnl / erven Joos Florquin 7 Aftitelen ‘Ik mag (...) al meedelen dat mijn uitgever mij verzocht heeft deel 15 samen te stellen.’ Dat schreef Joos Florquin in februari 1978 in het woord dat hij zijn boek Ten huize van 14 vooraf liet gaan. Toen hij goed zes maanden later plotseling overleed, was dit deel 15 inderdaad samengesteld. Voor de opgenomen teksten was hij, als naar gewoonte, uitgegaan van het verslag van het voorbereidend gesprek, eventueel aangevuld met een markant detail uit de filmopname. Hier en daar hebben ook de geïnterviewden zelf nog een precisering aangebracht, want allen hebben hun tekst nog eens na willen lezen. Het gesprek met Albert Westerlinck is wel een unicum in de reeks: het is niet eerder door de BRT uitgezonden en het bestaat ook niet op film, aangezien de opname ervan eerst voor begin september was gepland. Herman Vanderpoorten van zijn kant heeft er prijs op gesteld dat de tekst van de TV-uitzending werd gepubliceerd. Achterin vindt de lezer weer een volledige, bijgewerkte lijst van alle gasten in ‘Ten huize van’, met opgave van het boekdeel waarin de reeds gepubliceerde interviews zijn verschenen. Dat maakt het opzoeken van een en ander wat gemakkelijker. Wie iets naders wil vernemen over de opvatting en de stijl van ‘Ten huize van’ of over de keuze van de prominenten, verwijzen we graag naar de ‘titels’ van de vorige veertien boeken. Bij het lezen van die voorberichten zal men overigens ontdekken met hoeveel plezier, genoegen, enthousiasme en zelfs passie Joos Florquin zijn programma steeds heeft gemaakt, hoe boeiend hij dit TV-werk vond en hoe ‘blij en dankbaar’ hij was dat hij het kon doen. Blij en dankbaar om de goede samenwerking, en vooral om de gulle vriendschap die daar het gevolg van was, voelen zich ook zijn medewerkers die bij de totstandkoming van de hier afgedrukte gesprekken direct betrokken waren: de filmtechnici Renaat Rombouts, directeur van Promofilm, cineast Willem Joos Florquin, Ten huize van... 15 8 Baekelmans en monteur en fotograaf Miel Feyaerts, en ondergetekenden, die zorgden voor het persklaar maken van de kopij voor dit boek. Vele TV-kijkers in den lande hebben het heengaan van hun vertrouwde bezoeker Joos Florquin betreurd, vele vrienden hebben om zijn dood getreurd. Wellicht kunnen allen troost vinden in het vers dat Anton van Wilderode voor zijn bidprentje schreef: ‘dat je gelukkig was om wat je voor je volk en taal kon doen, in alle huizen bescheiden gast die naar de gastheer luistert én onhovaardig dienaar van het woord; én dat je humor, - de beweeglijkheid tussen je vaste normen en het milde begrip voor wat een ander dacht en wilde, - tot vriendschap van zovelen heeft geleid.’ Annie van Avermaet Fons Fraeters Joos Florquin, Ten huize van... 15 9 Albert Westerlinck ‘De Biest’ Tervuursestraat 99, 3000 Leuven Voor een Leuvenaar heeft dit flatgebouw een eigenaardige naam. Zij spreken in hun dialect zo het woord ‘beest’ uit, geloof ik. Maar de naam heeft met beesten niks te maken. Volgens Kiliaen betekende biest: ‘ruim plein’ of ‘gehucht’. Hier in Leuven vormde de Biest een hele wijk, en wel heel het gedeelte tussen de Voer, de Tervuursevest, de Remyvest en de Brusselsestraat, precies dus het stadsdeel waar dit gebouw staat. Het voorstel om deze naam aan het appartementsgebouw te geven, kwam van een der eigenaars en ik heb het gesteund omdat ik die oude naam sympathieker vind dan Apollo, of Corine, of andere namen van dat soort die op flauwe sjiekdoenerij uit zijn. We kennen mekaar al meer dan 40 jaar en toch zijn er nog heel wat dingen die ik van u niet weet. Joos Florquin, Ten huize van... 15 10 Wij waren altijd goede vrienden. Probeer dan vandaag uw scha in te halen. Waarom koos José Aerts een schuilnaam en waarom de schuilnaam Albert Westerlinck? Ik heb die schuilnaam al gebruikt toen ik op de poësis zat. Net als de meeste schrijvers heb ik dat gedaan om mijn schrijversactiviteit verborgen te houden voor het eigen milieu. Een andere reden is ook dat men altijd wat bang is te mislukken en dan hoeft iedereen het ook niet te weten. Eens aanvaard door de tijdschriften, heb ik de schuilnaam maar bewaard. Waarom Westerlinck? Ik had de naïeve illusie een naam te kiezen die niet bestond en ik meende dat hij kon duiden op de ruimte van Europa, want ik las al vroeg Franse, Engelse en Duitse schrijvers. Achteraf heb ik ervaren dat hij niet zo oorspronkelijk was want ik heb drie of vier mensen ontdekt van wie het de echte naam was. Hij was de naam van een schipper die in mijn jeugdjaren verongelukte op de vaart van Gent naar Terneuzen. Op een hoek tegenover het justitiepaleis te Antwerpen woonde er ook een cafébaas Albert Westerlinck en ik ben daar nog eens speciaal met Lode Zielens een glas gaan drinken. Ook een exportfirma in Antwerpen voert die naam. Hij is trouwens onder schippers nogal verspreid. Niets origineels dus. Er was dan ook nog een beruchte Nederlandse avonturier. Kapitein Westerling, maar die zijn naam eindigt met een g. Bent u een gesplitst mens? Voelt José Aerts zich één met Albert Westerlinck of schuilen er twee figuren in dezelfde man: een ernstig hoogleraar tegenover een kunstenaar, een dichter, een polemist, een publicist? Ik heb daar nooit veel van gevoeld. Intieme vrienden en ook mijn Joos Florquin, Ten huize van... 15 11 familie noemen mij met mijn geboortenaam. Buitenstaanders zeggen gewoonlijk meneer Westerlinck. Mijn geboortenaam ligt mij veel dichter maar het verschil van namen heeft met mijn wezen niet veel te maken. Ik had al wat ik heb geschreven onder één naam kunnen schrijven. U bent geboren in Geel waar u uw jeugd hebt doorgebracht, u woont al bijna 40 jaar in Leuven maar u verblijft ook zeer vaak als het kan in een chalet dat, in de buurt van Postel, in de bossen van de Kempen verloren staat. Waar bent u het meest thuis? Ik zou Leuven nooit willen verlaten. Ik woon er nu inderdaad al nagenoeg 40 jaar en dat kruipt toch wat in de kleren. Daarbij heeft deze stad haar voordelen: ze ligt centraal, en er is een universiteit met bibliotheek die ik bij mijn werk niet zou kunnen missen. De Kempen waardeer ik voor de vrede, de stilte, het rustige landschap, voor de ongerepte natuur. De natuur is belangrijk voor mij, ik zou zonder haar niet kunnen leven. Ik beleef de natuur als een voortdurend wonder, bovendien is de gang der seizoenen een diep mysterie dat zich in en rond mij voltrekt. Ik kan dat beleven met religieuze gevoelens. Voelt u zich Kempenaar? Eigenlijk heb ik me dat nooit gevoeld, geloof ik. Ik had van jongs af een drang naar de ruimte. Het intens cultureel leven van de steden, eerst Mechelen, dan Antwerpen en Leuven, trok me aan. Ik voel me wel Brabander, geboren in het groot hertogdom Brabant. Maar eigenlijk ben ik altijd graag geweest waar het mooi is. Ik heb altijd een drang naar reizen gehad. Als ik naar het aantal van mijn reizen van jongs af moet oordelen, voel ik mij meest thuis aan de boorden van de Middellandse Zee, waar onze westerse beschaving is geboren en tot glorie gegroeid. In Leuven vooral heb ik die westerse cultuur ontdekt en actief, creatief Joos Florquin, Ten huize van... 15 12 doorleefd. De Kempen zijn dan altijd daar als compensatie: als ik daar ben, leef ik teruggetrokken in eenheid met de natuur, ik wandel en werk er in volle rust. Een oude Norbertijnerabdij in de buurt verhoogt mijn geborgenheid en ingetogenheid. Met Geel hebt u geen binding meer. Geel is mijn geboortedorp en is nu uitgegroeid tot een grote gemeente. De typische waarden, waarvan ik veel hield: het dorpsleven, het volksleven, zijn quasi totaal weggeëbd. Maar ik heb in Geel een heel goeie jeugd gehad. Geel heeft een reputatie in ons land, een eigen klank waarmee men wel eens graag speelt. Dat zou wel de reden kunnen zijn waarom ik me altijd zo geïnteresseerd heb voor al wat met psychologie en psychiatrie te maken heeft. Maar ik geloof dat u het minder ernstig bedoelde en daar kan ik een illustratie van geven. Toen ik nog op het seminarie verbleef, was ik in de stadsbibliotheek in Antwerpen boeken gaan consulteren. Ik had me wat verlaat en moest naar het station rennen om mijn trein naar Geel te halen. In het station zeg ik aan de man achter het loket hijgend: ‘Antwerpen enkel!’ De man lacht en zegt: ‘Meneer, ge zijt in Antwerpen!’ - ‘Ik bedoelde: Geel enkel.’ Waarop de man achter het loket zegt: ‘Ik had het wel gedacht.’ Maar het staat vast dat ik ten dele aan dat psychiatrisch aspect van Geel mijn belangstelling heb te danken voor de innerlijke wereld van de mens, en dat ik daar ook al vroeg heb ontdekt van welk groot belang de zielkundige problemen van de mensen zijn. Ik heb speciaal heel wat te danken aan dr. Sano, directeur van de kolonie, die een jeugdvriend was van August Vermeylen. Ik heb met hem veel gesprekken gehad over geesteszieken, die bijzonder interessant waren omdat hij daarover eigen opvattingen had. Joos Florquin, Ten huize van... 15 13 Later heb ik er nog andere begaafde dokters gekend. In de tijd van uw jeugd was het nog niet zo makkelijk om te gaan studeren. Is dat een probleem geweest? Ik heb een beurs gehad van wat men toen het Fonds der Meestbegaafden noemde. Vader en moeder hebben hard moeten werken om mij en mijn zuster te laten studeren.