PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Ten huize van... 15 Joos Florquin bron Joos Florquin, Ten huize van... 15. Davidsfonds, Leuven 1979 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/flor007tenh15_01/colofon.htm © 2008 dbnl / erven Joos Florquin 7 Aftitelen ‘Ik mag (...) al meedelen dat mijn uitgever mij verzocht heeft deel 15 samen te stellen.’ Dat schreef Joos Florquin in februari 1978 in het woord dat hij zijn boek Ten huize van 14 vooraf liet gaan. Toen hij goed zes maanden later plotseling overleed, was dit deel 15 inderdaad samengesteld. Voor de opgenomen teksten was hij, als naar gewoonte, uitgegaan van het verslag van het voorbereidend gesprek, eventueel aangevuld met een markant detail uit de filmopname. Hier en daar hebben ook de geïnterviewden zelf nog een precisering aangebracht, want allen hebben hun tekst nog eens na willen lezen. Het gesprek met Albert Westerlinck is wel een unicum in de reeks: het is niet eerder door de BRT uitgezonden en het bestaat ook niet op film, aangezien de opname ervan eerst voor begin september was gepland. Herman Vanderpoorten van zijn kant heeft er prijs op gesteld dat de tekst van de TV-uitzending werd gepubliceerd. Achterin vindt de lezer weer een volledige, bijgewerkte lijst van alle gasten in ‘Ten huize van’, met opgave van het boekdeel waarin de reeds gepubliceerde interviews zijn verschenen. Dat maakt het opzoeken van een en ander wat gemakkelijker. Wie iets naders wil vernemen over de opvatting en de stijl van ‘Ten huize van’ of over de keuze van de prominenten, verwijzen we graag naar de ‘titels’ van de vorige veertien boeken. Bij het lezen van die voorberichten zal men overigens ontdekken met hoeveel plezier, genoegen, enthousiasme en zelfs passie Joos Florquin zijn programma steeds heeft gemaakt, hoe boeiend hij dit TV-werk vond en hoe ‘blij en dankbaar’ hij was dat hij het kon doen. Blij en dankbaar om de goede samenwerking, en vooral om de gulle vriendschap die daar het gevolg van was, voelen zich ook zijn medewerkers die bij de totstandkoming van de hier afgedrukte gesprekken direct betrokken waren: de filmtechnici Renaat Rombouts, directeur van Promofilm, cineast Willem Joos Florquin, Ten huize van... 15 8 Baekelmans en monteur en fotograaf Miel Feyaerts, en ondergetekenden, die zorgden voor het persklaar maken van de kopij voor dit boek. Vele TV-kijkers in den lande hebben het heengaan van hun vertrouwde bezoeker Joos Florquin betreurd, vele vrienden hebben om zijn dood getreurd. Wellicht kunnen allen troost vinden in het vers dat Anton van Wilderode voor zijn bidprentje schreef: ‘dat je gelukkig was om wat je voor je volk en taal kon doen, in alle huizen bescheiden gast die naar de gastheer luistert én onhovaardig dienaar van het woord; én dat je humor, - de beweeglijkheid tussen je vaste normen en het milde begrip voor wat een ander dacht en wilde, - tot vriendschap van zovelen heeft geleid.’ Annie van Avermaet Fons Fraeters Joos Florquin, Ten huize van... 15 9 Albert Westerlinck ‘De Biest’ Tervuursestraat 99, 3000 Leuven Voor een Leuvenaar heeft dit flatgebouw een eigenaardige naam. Zij spreken in hun dialect zo het woord ‘beest’ uit, geloof ik. Maar de naam heeft met beesten niks te maken. Volgens Kiliaen betekende biest: ‘ruim plein’ of ‘gehucht’. Hier in Leuven vormde de Biest een hele wijk, en wel heel het gedeelte tussen de Voer, de Tervuursevest, de Remyvest en de Brusselsestraat, precies dus het stadsdeel waar dit gebouw staat. Het voorstel om deze naam aan het appartementsgebouw te geven, kwam van een der eigenaars en ik heb het gesteund omdat ik die oude naam sympathieker vind dan Apollo, of Corine, of andere namen van dat soort die op flauwe sjiekdoenerij uit zijn. We kennen mekaar al meer dan 40 jaar en toch zijn er nog heel wat dingen die ik van u niet weet. Joos Florquin, Ten huize van... 15 10 Wij waren altijd goede vrienden. Probeer dan vandaag uw scha in te halen. Waarom koos José Aerts een schuilnaam en waarom de schuilnaam Albert Westerlinck? Ik heb die schuilnaam al gebruikt toen ik op de poësis zat. Net als de meeste schrijvers heb ik dat gedaan om mijn schrijversactiviteit verborgen te houden voor het eigen milieu. Een andere reden is ook dat men altijd wat bang is te mislukken en dan hoeft iedereen het ook niet te weten. Eens aanvaard door de tijdschriften, heb ik de schuilnaam maar bewaard. Waarom Westerlinck? Ik had de naïeve illusie een naam te kiezen die niet bestond en ik meende dat hij kon duiden op de ruimte van Europa, want ik las al vroeg Franse, Engelse en Duitse schrijvers. Achteraf heb ik ervaren dat hij niet zo oorspronkelijk was want ik heb drie of vier mensen ontdekt van wie het de echte naam was. Hij was de naam van een schipper die in mijn jeugdjaren verongelukte op de vaart van Gent naar Terneuzen. Op een hoek tegenover het justitiepaleis te Antwerpen woonde er ook een cafébaas Albert Westerlinck en ik ben daar nog eens speciaal met Lode Zielens een glas gaan drinken. Ook een exportfirma in Antwerpen voert die naam. Hij is trouwens onder schippers nogal verspreid. Niets origineels dus. Er was dan ook nog een beruchte Nederlandse avonturier. Kapitein Westerling, maar die zijn naam eindigt met een g. Bent u een gesplitst mens? Voelt José Aerts zich één met Albert Westerlinck of schuilen er twee figuren in dezelfde man: een ernstig hoogleraar tegenover een kunstenaar, een dichter, een polemist, een publicist? Ik heb daar nooit veel van gevoeld. Intieme vrienden en ook mijn Joos Florquin, Ten huize van... 15 11 familie noemen mij met mijn geboortenaam. Buitenstaanders zeggen gewoonlijk meneer Westerlinck. Mijn geboortenaam ligt mij veel dichter maar het verschil van namen heeft met mijn wezen niet veel te maken. Ik had al wat ik heb geschreven onder één naam kunnen schrijven. U bent geboren in Geel waar u uw jeugd hebt doorgebracht, u woont al bijna 40 jaar in Leuven maar u verblijft ook zeer vaak als het kan in een chalet dat, in de buurt van Postel, in de bossen van de Kempen verloren staat. Waar bent u het meest thuis? Ik zou Leuven nooit willen verlaten. Ik woon er nu inderdaad al nagenoeg 40 jaar en dat kruipt toch wat in de kleren. Daarbij heeft deze stad haar voordelen: ze ligt centraal, en er is een universiteit met bibliotheek die ik bij mijn werk niet zou kunnen missen. De Kempen waardeer ik voor de vrede, de stilte, het rustige landschap, voor de ongerepte natuur. De natuur is belangrijk voor mij, ik zou zonder haar niet kunnen leven. Ik beleef de natuur als een voortdurend wonder, bovendien is de gang der seizoenen een diep mysterie dat zich in en rond mij voltrekt. Ik kan dat beleven met religieuze gevoelens. Voelt u zich Kempenaar? Eigenlijk heb ik me dat nooit gevoeld, geloof ik. Ik had van jongs af een drang naar de ruimte. Het intens cultureel leven van de steden, eerst Mechelen, dan Antwerpen en Leuven, trok me aan. Ik voel me wel Brabander, geboren in het groot hertogdom Brabant. Maar eigenlijk ben ik altijd graag geweest waar het mooi is. Ik heb altijd een drang naar reizen gehad. Als ik naar het aantal van mijn reizen van jongs af moet oordelen, voel ik mij meest thuis aan de boorden van de Middellandse Zee, waar onze westerse beschaving is geboren en tot glorie gegroeid. In Leuven vooral heb ik die westerse cultuur ontdekt en actief, creatief Joos Florquin, Ten huize van... 15 12 doorleefd. De Kempen zijn dan altijd daar als compensatie: als ik daar ben, leef ik teruggetrokken in eenheid met de natuur, ik wandel en werk er in volle rust. Een oude Norbertijnerabdij in de buurt verhoogt mijn geborgenheid en ingetogenheid. Met Geel hebt u geen binding meer. Geel is mijn geboortedorp en is nu uitgegroeid tot een grote gemeente. De typische waarden, waarvan ik veel hield: het dorpsleven, het volksleven, zijn quasi totaal weggeëbd. Maar ik heb in Geel een heel goeie jeugd gehad. Geel heeft een reputatie in ons land, een eigen klank waarmee men wel eens graag speelt. Dat zou wel de reden kunnen zijn waarom ik me altijd zo geïnteresseerd heb voor al wat met psychologie en psychiatrie te maken heeft. Maar ik geloof dat u het minder ernstig bedoelde en daar kan ik een illustratie van geven. Toen ik nog op het seminarie verbleef, was ik in de stadsbibliotheek in Antwerpen boeken gaan consulteren. Ik had me wat verlaat en moest naar het station rennen om mijn trein naar Geel te halen. In het station zeg ik aan de man achter het loket hijgend: ‘Antwerpen enkel!’ De man lacht en zegt: ‘Meneer, ge zijt in Antwerpen!’ - ‘Ik bedoelde: Geel enkel.’ Waarop de man achter het loket zegt: ‘Ik had het wel gedacht.’ Maar het staat vast dat ik ten dele aan dat psychiatrisch aspect van Geel mijn belangstelling heb te danken voor de innerlijke wereld van de mens, en dat ik daar ook al vroeg heb ontdekt van welk groot belang de zielkundige problemen van de mensen zijn. Ik heb speciaal heel wat te danken aan dr. Sano, directeur van de kolonie, die een jeugdvriend was van August Vermeylen. Ik heb met hem veel gesprekken gehad over geesteszieken, die bijzonder interessant waren omdat hij daarover eigen opvattingen had. Joos Florquin, Ten huize van... 15 13 Later heb ik er nog andere begaafde dokters gekend. In de tijd van uw jeugd was het nog niet zo makkelijk om te gaan studeren. Is dat een probleem geweest? Ik heb een beurs gehad van wat men toen het Fonds der Meestbegaafden noemde. Vader en moeder hebben hard moeten werken om mij en mijn zuster te laten studeren.
Recommended publications
  • Diplomatic Privileges (Extension) Act 1941
    474 THE EDINBURGH GAZETTE, DECEMBER 4, 1942. FOREIGN OFFICE, December, 1942. DIPLOMATIC PRIVILEGES (EXTENSION) ACT 1941. IN PURSUANCE OF SUBSECTION (2) OF SECTION ONE OF THE DIPLOMATIC PRIVILEGES (EXTENSION) ACT, 1941 (4 & 5 GEO. 6, CH. 7), HlS MAJESTY'S PRINCIPAL SECRETARY OF STATE FOB FOREIGN AFFAIRS HAS COMPILED THIS AMENDED LIST OF THE PERSONS TO WHOM IMMUNITIES AND PRIVILEGES ARE EXTENDED UNDER THAT SECTION, THE SAID LIST. TAKING EFFECT FROM THE SEVENTH DAY OF MARCH NINETEEN HUNDRED AND FORTY-ONE, EXCEPT WHERE OTHERWISE INDICATED BY THE DATES SPECIFIED AFTER INDIVIDUAL NAMES. LIST. (The Names of the Official Staffs are in Alphabetical Order.) BELGIUM. I.—MEMBERS OF THE GOVERNMENT. Prime Minister and Minister of National Defence ... ... ... ... ... M. Hubert Pierlot. Minister for Foreign Affairs, Minister of Labour and Social Welfare, and Minister of Communications ... ... ... ... ... ... ... ... M. Paul-Henri Spaak. Minister of Finance and Minister of Economic Affairs ... ... ... ... M. Camilie Gutt. Minister for the Colonies and Minister of Education ... ... ... ... M. Albert De Vleeschauwer. Minister of Justice and Minister of Information ... ... ... ... ... M. Antoine Delfosse. Sept. 24, 1942. II.—OFFICIAL STAFFS OF THE MEMBERS OF THE GOVERNMENT. UNDER THE DIRECTION OF THE PRIME MINISTER. UNDER THE DIRECTION OF THE MINISTER OF LABOUR AND SOCIAL (1) The Prime Minister's Cabinet— WELFARE. M. Auguste Biron. (1) Ministry of Labour and Social Welfare— M. Auguste Hubert. April 24, 1941. M. Jose Artus. M. 4ndre de Staercke. July 28, 1942. Mme. Isabelle Blume. M. Roger Taymans. M. Adolphe Delierneux. M. Gustave Joassart. Feb. 19, 1942. (2) Clover iment Commission for the Study of Post- War Problems— (2) Refugees' Service— M.
    [Show full text]
  • Een Kijk Op Het Belgische Gerecht in De Twintigste Eeuw
    WALTER GANSHOF VAN DER MEERSCH, EEN TOPMAGISTRAAT IN ZIJN PROFESSIONELE EN MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT Een kijk op het Belgische gerecht in de twintigste eeuw EVA SCHANDEVYL * GEBOREN TIJDENS DE VORIGE EEUWWISSELING, HEEFT PROCUREUR-GENERAAL WALTER JEAN GANSHOF VAN DER MEERSCH (BRUGGE, 18 MEI 1900 - TINTANGE, 12 SEPTEMBER 1993) DE CRUCIALE GEBEURTENISSEN VAN DE TWINTIGSTE EEUW VAN DICHTBIJ GEVOLGD. EIGENLIJK DEED HIJ MEER DAN ZE ENKEL VOLGEN : HIJ WAS ER VAAK OOK ÉÉN VAN DE HOOFDACTOREN IN. HIJ WAS PERSOONLIJK ZEER AANWEZIG IN TALRIJKE HOOFDSTUKKEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN BELGIË. ZIJN NAAM IS VERBONDEN AAN DE ECONOMISCHE CRISIS VAN DE JAREN 1933-1939, DE TWEEDE WERELDOORLOG, DE REGERING IN LONDEN, DE NAOORLOGSE REPRESSIE EN EPURATIE, DE KONINGSKWESTIE, DE ONAFHANKELIJKHEID VAN CONGO, DE HERZIENING VAN DE GRONDWET EN DE FEDERALISERING VAN BELGIË. HET VOLGEN VAN HET PROFESSIONEEL EN MAATSCHAPPELIJK PARCOURS VAN DEZE TOPMAGISTRAAT, HOOGLERAAR EN REGERINGSCOMMISSARIS VERSCHAFT INZICHT IN DE RELATIE TUSSEN DE MAGISTRATUUR EN DE POLITIEKE WERELD EN IN DE WERKING VAN HET BELGISCHE GERECHT IN DE TWINTIGSTE EEUW. GANSHOF WAS LIBERAAL, KATHOLIEK OPGEVOED, MAAR GING OVER TOT HET PROTESTANTISME. DEZE KLEINZOON VAN DUITSE MIGRANTEN, PERFECT TWEETALIG, MAAR AFKOMSTIG UIT DE BRUGSE FRANSTALIGE BOURGEOISIE, WAS NAAR EIGEN ZEGGEN DE VLAAMSE BewegING WELGEZIND. NOCHTANS WAS HIJ IN DE ‘DE VLAAMSE OPINIE’ WEINIG GELIEFD. OOK WAS HIJ KUNSTLIEFHEBBER EN EEN AMBITIEUS EN UITMUNTEND SPORTMAN. I. Inleiding De Belgische magistratuur onderging vanaf de jaren dertig, na de Tweede Wereldoorlog opnieuw en vooral gedurende de laatste dertig jaar, belangrijke veranderingen. Haar sociale samenstelling wijzigde onder invloed van achtereenvolgens de wet van 1935 op het taalgebruik in gerechtszaken, de toegang van vrouwen tot de magistratuur vanaf 1948 en opeenvolgende hervormingen inzake gerechtelijke organisatie vanaf het einde van de jaren zestig.
    [Show full text]
  • UNCONQUERED ALLIES Pi BELGIUM CZECHOSLOVAKIA F
    TEN UNCONQUERED ALLIES Pi BELGIUM CZECHOSLOVAKIA f ..... FRANCE GREECE LUXEMBOURG i THE NETHERLANDS NORWAY THE PHILIPPINES POLAND YUGOSLAVIA Au.gust 15, 1943 Prepared by the " UNITED NATIONS INFORMATION OFFICE 610 Fifth Avenue, New York In co-operation with the national information services of the countries concerned. The United Nations Information Office is an agency of: The governments of Australia, Belgium, Canada, China, Czechoslovakia, Great Britain, Greece, India, Luxembourg, The Netherlands, New Zealand, Norway, The Philippines, Poland, South Africa, and Yugoslavia; the Danish Legation and the French National Committee; and the government of the United States of America. ! Foreword t "The friend of victory will build bridges, and not dig ditches, between those who are fighting with him on the same side." --Ralph Barton Perry, Our Side Is Right. WHY THESE TEN ALLIES AND THEIR GOVERNMENTS ARE So IMPORTANT t Of the United Nations who are fighting today against the Axis, ten are victims of occupation. As before the war--and as throughout their countries' histories--these ten t Allies and their Governments represent .different races, different languages, dif- ferent customs, and different traditions. But their importance as a group in the United Nations effort is distinguished by these facts: 1. Although deprived of their homelands they fight on by our side. 2. As the legal representatives of occupied countries these ten Allies and their Governments are waging war behind the enemy lines in addition to their military contributions to the Allied armies fighting in the open. They are links to a vast underground force whose strength is difficult to measure, but which is of vast importance to the Allied cause now and will be vital at the time of invasion.
    [Show full text]
  • De Politieke Strategie Van Union Minière Du Haut-Katanga Tussen 1945 En 1960
    De politieke strategie van Union Minière du Haut-Katanga tussen 1945 en 1960 Jeroen Laporte Promotor: prof. dr. Eric Vanhaute Copromotor: prof. dr. Geert Castryck Commissaris: Sven Van Melkebeke Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis Academiejaar 2015-2016 Verklaring in verband met consulteerbaarheid De auteur en de promotor(en) geven de toelating deze studie als geheel voor consultatie beschikbaar te stellen voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze studie. Het auteursrecht betreffende de gegevens vermeld in deze studie berust bij de promotor(en). Het auteursrecht beperkt zich tot de wijze waarop de auteur de problematiek van het onderwerp heeft benaderd en neergeschreven. De auteur respecteert daarbij het oorspronkelijke auteursrecht van de individueel geciteerde studies en eventueel bijhorende documentatie, zoals tabellen en figuren. De auteur en de promotor(en) zijn niet verantwoordelijk voor de behandelingen en eventuele doseringen die in deze studie geciteerd en beschreven zijn. Voorwoord Een masterproef schrijven is geen eenvoudige opdracht. Het afgelopen academiejaar was gevuld met vele lange dagen en nachten van onderzoek, zoektochten naar specifieke literatuur en talloze bezoeken aan het Rijksarchief 2 in Brussel. Door veel tijd door te brengen in het archief, is mijn onderwerp sinds september verschillende keren van focus en periodisering veranderd. Hoewel dit soms frustrerend was, bouwde ik ondertussen wel een betere kennis op van de werking van de Union Minière. Bovendien bleef de invalshoek van mijn thesis door mijn interesse en opleiding in de economie steeds dezelfde: een politieke probleemstelling trachten te beantwoorden vanuit een bedrijfsperspectief.
    [Show full text]
  • VISIONS ET PROJETS BELGES POUR L'europe De La Belle Époque Aux Traités De Rome (1900-1957)
    VISIONS ET PROJETS BELGES POUR L'EUROPE De la Belle Époque aux Traités de Rome (1900-1957) Geneviève Duchenne Euroclio n° 22 Table des matières Introduction : Visions et projets belges pour l'Europe. De la Belle Époque aux Traités de Rome par Michel DUMOULIN 11 Première partie : Penser l'Europe à l'aube du XXe siècle (1900-1918) 19 Texte 1 : Considérations au sujet du traité additionnel au traité de commerce germano-belge du 6 décembre 1891 (1905) par Hector DENIS 21 Texte 2 : Essai d'une Psychologie de la Nation Belge (1906) par Edmond PICARD 25 Texte 3 : Europe (1906) par Emile VERHAEREN 29 Texte 4 : Lettre au Roi sur la séparation de la Wallonie et de la Flandre (1912) par Jules DESTRÉE 35 Texte 5 : L'esprit européen (1914) par Louis DUMONT-WILDEN 39 Texte 6 : Les États-Unis d'Europe (1916) par Godefroid KURTH 43 Texte 7 : Que reste-t-il de l'idée de l'Internationale ? (1916) par Jules DESTRÉE 45 Deuxième partie : Les années 20 ou l'essor de l'idée d'Europe unie (1919-1930) 49 Texte 8 : Un Balcon sur l'Europe (1922) par Franz HELLENS 51 Texte 9 : Paneuropa et Boubouroche (1924) par Fernand NEURAY 55 Texte 10 : Paneurope (1927) parlrénée VANDERGHINST 59 Texte 11 : L'Afrique, colonie européenne (1929) par Jules DESTRÉE 67 Texte 12 : Vers une union des peuples d'Europe (1929) par Paul STRUYE.... 73 Texte 13 : L'Europe en morceaux (1930) par Pierre DAYE 77 Texte 14 : M. Briand et l'Union Fédérale européenne (1930) par Emile VANDERVELDE 83 Texte 15 : La Belgique et les projets de M.
    [Show full text]
  • Cabinets Ministériels Du Premier Ministre Hubert Pierlot À Londres
    BE-A0510_001331_002351_FRE Inventaire des archives des Cabinets du Premier ministre Hubert Pierlot à Londres, 1928-1944 (principalement 1940-1944) / L.A. Bernardo Y Garcia et L. De Mecheleer Het Rijksarchief in België Archives de l'État en Belgique Das Staatsarchiv in Belgien State Archives in Belgium This finding aid is written in French. 2 Cabinets ministériels du Premier ministre Hubert Pierlot à Londres DESCRIPTION DU FONDS D'ARCHIVES:............................................................................7 Consultation et utilisation..............................................................................................8 Conditions d'accès............................................................................................................8 Conditions de reproduction...............................................................................................8 Instruments de recherche................................................................................................8 Histoire du producteur et des archives..........................................................................9 Producteur d'archives.......................................................................................................9 Nom...............................................................................................................................9 Histoire institutionelle/Biographie/Histoire de la famille...........................................9 L'invasion, l'exode....................................................................................................9
    [Show full text]
  • An Exemplary Lawyer's Life
    ᭧ EJIL 2000 ............................................................................................. An Exemplary Lawyer’s Life (1884–1973) François Rigaux* Abstract This article traces the career of Charles de Visscher through his early years at the University of Ghent, a brief period in England during World War I, his move to the Catholic University of Louvain in 1931, his role as part of a clandestine political committee in permanent contract with the Belgian Government in exile in London during World War II and his terms on both the Permanent Court of International Justice and the International Court of Justice. It was a drama of a private, domestic nature that shaped Charles de Visscher’s personality, and two world cataclysms that made him into the savant and patriot we know and admire. The First World War guided his academic concerns towards international law, the Second World War, which he lived through in enemy-occupied Belgium, gave him the chance to deploy his strength of spirit and character. After losing his mother to a premature death, Charles de Visscher also lost his father, a doctor and professor of legal medicine at the University of Ghent, when he was only 12 years old. The young orphan and his small brother, Fernand, were entrusted by the Bishop of Ghent to the Abbé Watté, later to become curate of the parish of Saint-Sauveur. The trials these two brothers shared are not enough in themselves to explain the especially close tie that united them until Fernand’s death in 1964: this closeness was above all the consequence of the sense of responsibility Charles had spontaneously taken on towards his younger brother, even though there was less than a year between them.
    [Show full text]
  • How to Abolish the Death Penalty Worldwide?
    How to Abolish the Death Penalty Worldwide? COUNTRY-SPECIFIC ANALYSIS CONCERNING THE INFLUENTIAL FACTORS Jana Riemslagh Student number: 01304303 Supervisors: Prof. Dr. Yves Haeck, Andy Van Pachtenbeke A dissertation submitted to Ghent University in partial fulfilment of the requirements for the degree of Master of Laws Academic year: 2017 - 2018 I Table of content Global introduction ................................................................................................................................ 1 Preface ........................................................................................................................................................ 1 A note on methodology .......................................................................................................................... 2 PART 1 CANADA ...................................................................................................... 3 1. Introduction ......................................................................................................................................... 3 2. Legislative process ............................................................................................................................. 3 2.1 In general ........................................................................................................................................................................ 3 2.2 Canadian criminal law ..............................................................................................................................................
    [Show full text]
  • 874 Doc 50 0312/007
    874 DOC 50 0312/007 3.1. ALGEMENE CHRONOLOGIE 3.1. CHRONOLOGIE GÉNÉRALE 1945 1945 26/6 Ondertekening van het Handvest der Verenigde 26/6 Signature de la Charte des Nations Unies Naties 1946 1946 — Stichting van de « Association du Personnel indi- — Fondation de l’Association du Personnel indigène gène de la Colonie » (APIC) de la Colonie (APIC) 4/7 Onafhankelijkheid van de Filipijnen 4/7 Indépendance des Philippines 1947 1947 15/8 Onafhankelijkheid van India 15/8 Indépendance de l’Inde 1949 1949 27/12 Onafhankelijkheid van Indonesië 27/12 Indépendance de l’Indonésie 1950 1950 — Oprichting van ABAKO (Association des BaKongo, — Constitution de l’ABAKO (Association des Bakongo, dat op 26 juni 1959 Alliance des BaKongo is devenue, le 26 juin 1959, l’Alliance des Bakongo) geworden) 1951 1951 — Publicatie van « Le Congo déraille » (E.P. Van Wing, — Publication de « Le Congo déraille » (R.P. Van S.J.) Wing, S.J.) — Stichting van « Conscience africaine » — Fondation de « Conscience africaine » 24/12 Onafhankelijkheid van Libië 24/12 Indépendance de la Libye 1954 1954 7/5 Franse nederlaag in Dien Bien Phu 7/5 Défaite française à Dien - Bien - Phu — Opening van de universiteit Lovanium in Leopoldstad — Ouverture de l’Université Lovanium à Léopoldville 1955 1955 18/4-24/4 Bandung-conferentie 18/4-24/4 Conférence de Bandoung December: Publicatie van « Een dertigjarenplan voor de Décembre: Publication de la version néerlandaise du « Plan politieke ontvoogding van Belgisch Afrika », van de trente ans » pour l’émancipation de l’Afrique Jef van Bilsen
    [Show full text]
  • Belgian Socialism at the Liberation 1944 - 1950*
    Belgian socialism at the liberation 1944 - 1950* by Steven Philip KRAMER, Assistant Professor at the University of New Mexico. * The general trend of social-democratic parties in many countries of Western Europe since World War I has been towards increasing integration within the politica! system ( 1). To be sure, this tendency has been matched by a corresponding evolution of politica!, economie, and social structures in such a way as to accomodate the interests of the working class. The evolution of social-democracy and of society have thus been reciprocal. This phenomenon has certainly occurred in Belgium. During and after World War I socialists participated in governments ; between 1935-1939 they played an important role leading or participating in several govern­ ments. Hendrik de Man developed a theoretica! justification for « govern­ mental socialism ». But the experiments of the 1930's proved abortive; Belgium could not escape from the outside world, and De Man's efforts were poisoned in part by his declining faith in politica! democracy. Out of the occupation carne a new impetus towards socialist integration into the politica! system. The pacte de solidarité sociale, made in 1944 under the occupation, marked the beginning of a consensus on the welfare state ; in a sense, the socialist program on social policy became • The author would like to thank Professors Herman Balthazar of the University of Ghent and Charles McClelland of the University of New Mexico for their comments on the first draft of this manuscript. Dr. Denise de Weerdt provided valuable assistance concerning bibliography, as did Jules Gérard-Libois. Dr. Jef Rens provided invaluable background material.
    [Show full text]
  • Wilfried Martens. Deel 1
    BE-A0510_004972_004140_DUT Inventaris van het archief van Wilfried Martens. Deel 1. Van de jeugdjaren tot de verkiezingen van 1978 Het Rijksarchief in België Archives de l'État en Belgique Das Staatsarchiv in Belgien State Archives in Belgium This finding aid is written in Dutch. 2 Wilfried Martens. Deel 1 BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF:...................................................................11 Raadpleging en gebruik.................................................................................12 Voorwaarden voor de raadpleging.............................................................12 Voorwaarden voor de reproductie..............................................................12 Geschiedenis van archiefvormer en archief...................................................13 Archiefvormer............................................................................................13 Naam......................................................................................................13 Geschiedenis..........................................................................................13 Archief........................................................................................................37 Inhoud en structuur.......................................................................................40 Inhoud........................................................................................................40 Selecties en vernietigingen........................................................................41 Ordening....................................................................................................41
    [Show full text]
  • De Vorming Van De Eerste Regering-Van Zeeland (Maart 1935) Een Studie Van Het Proces Van Kabinetsformatie1 BREGT HENKENS Wetenschappelijk Medewerker KU Leuven
    De vorming van de eerste regering-van Zeeland (maart 1935) Een studie van het proces van kabinetsformatie1 BREGT HENKENS wetenschappelijk medewerker KU Leuven De kabinetsformatie is een van de cruciale fases in het proces van politieke machtsverwerving. Het is het moment waarop de politieke verhoudingen binnen de nationale uitvoerende macht worden vastgelegd. Sedert de Eerste Wereldoorlog gaat het daarbij, op enkele uitzonderingen na, steeds om coalitievormingen. De samenstelling van een regering werd daardoor een ingewikkeld spel tussen diverse actoren. Grondwettelijk gezien is het de Koning die zijn kabinet samenstelt2, maar al sedert 1831 maakt deze daarvoor gebruik van een formateur. In meerderheidssystemen heeft het Staatshoofd daarbij weinig keuze: hij duidt doorgaans de leider van de meerderheidspartij aan. Door de verdeeldheid in het parlement na 1919 kreeg de Belgische Koning als centrale bemiddelende figuur meer bewegingsvrijheid. Hij kon zijn formateur kiezen uit diverse partijen, en soms werd zelfs iemand van buiten de politieke partijen aangetrokken. Dit was o.m. het geval bij de vorming van de regering-van Zeeland. In de negentiende eeuw oefende de Koning zijn recht om afzonderlijke ministers te benoemen of te ontslaan ook effectief uit, maar vanaf Albert I werd dit prerogatief nog maar zelden toegepast. Dat wil echter niet zeggen dat hij de regeringsvorming uit handen gaf. Integendeel, zeker tot aan de Tweede Wereldoorlog bleef de vorst actief interfereren: hij bepaalde welke coalitie er kon worden gevormd, in welke richting het regeringsprogramma moest gaan, stelde zijn veto tegen bepaalde kandidaat-ministers en drong er andere op (zie Stengers, 1992,41-72). 1 Dit artikel is een van de case studies in het kader van FKFO-project 8.0012.93 "Rege- ringsvorming in België, 1909-1940" met prof.
    [Show full text]