Status rapport 2005 en Prognose tot het jaar 2050

december 2005

SAMENVATTING Bodemdaling door Aardgaswinning NAM-velden in , en het noorden van Drenthe

180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000 0 0

62000 N 62000

AMELAND- WESTGAT

0 AMELAND- 0 OOST 1 26 10 22 61000 8 0 30 61000 3 0 2 2 6 2 3 26 2 14 2 2 2 LAUWERSOOG- 6 LAUWERSOOG-C OOST 34 LAUWERSOOG-WEST MODDERGAT VIERHUIZEN- NES 1 OOST 42 0 2 VIERHUIZEN-WEST ANJUM 600000 6 600000 METSLAWIER 4 BLIJA- 1 BLIJA EZUMAZIJL ZUID MUNNEKEZIJL 10 FERWERDERADEEL OOST RODEWOLT 6 SAAKSUM Delfzijl OOST 2 Dokkum 4 2 OOSTRUM 22 ENGWIERUM 6 SAAKSUM WEST FEERWERD KOLLUM NOORD

0 KOMMERZIJL 0 8 10 KOLLUM 3 2 59000 59000 KOLLUMERLAND GRONINGEN

GROOTEGAST MOLENPOLDER

GRONINGEN 6 0 0

LEEUWARDEN PASOP 4 58000 26 58000

1 BOERAKKER SUAWOUDE 10 SURHUISTERVEEN TIETJERKSTERADEEL Sappemeer OOST Leek 1 6 0 18 MARUMERLAGE 14 Winschoten RODEN KIELWINDEWEER

6 0 0 ZUIDWENDIG daling in cm URETERP ZEVENHUIZEN VEENDAM OOST 57000 DRACHTEN VRIES NOORD OUDE 57000 2 - 6 NORG 6 PEKELA EEN 6 - 10 ANNERVEEN BLIJHAM VRIES CENTRAAL 10 - 14 14 - 18 2

0 18 - 22 NORG ZUID 0 22 - 26 56000 VRIES ZUID 56000 DONKERBROEK ASSEN 26 - 30 ASSEN 30 - 34 2 34 - 38 APPELSCHA 38 - 42 HEERENVEEN ELEVELD

0 0 10 2 0 Km 55000 55000

180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000 Dit is een samenvatting van het rapport Bodemdaling door Aardgaswinning (statusrapport 2005).

Het volledige rapport kan worden besteld via www.nam.nl of bij de afdeling External Affairs van de NAM, postbus 28000, 9400 HH Assen. Telefoon 0592-368222

Bodemdaling door Aardgaswinning is een uitgave van NAM EPE-T-D (Bodembeweging)

Grafische vormgeving en begeleiding: Reclameadviesbureau Unicom bv, Groningen m.m.v. NAM External Affairs en NAM EPT-IT-ED

© Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. 2005

2 Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting In het kort

Deze brochure vormt een samenvatting van het rapport De bodemdaling is berekend voor 2050 (de eindfase voor de “Bodemdaling door Aardgaswinning – NAM-velden in meeste velden), en voor de tussenliggende jaren 2010 en 2025. Groningen, Friesland en het noorden van Drenthe 2005”. In de prognoses zijn de laatste gegevens verwerkt met betrek- Dat rapport beschrijft de huidige situatie met betrekking tot king tot het compactiegedrag en modelparameters als dikte, bodemdaling als gevolg van gaswinning in de provincies druk en diepte van de reservoirs. In het scenario voor Groningen, Friesland en het noorden van Drenthe, en geeft de prognose voor het jaar 2050 en tussenliggende jaren is een prognose tot het jaar 2050. aangenomen dat de twee velden die worden gebruikt voor ondergrondse gasopslag, Norg en Grijpskerk, hiervoor op In een tweetal overeenkomsten – de Overeenkomsten dat tijdstip nog in gebruik zijn. Boven deze velden zal op dat Groningen - NAM en Tietjerksteradeel (Fryslân) - NAM inzake moment de bodemdaling minder zijn dan wanneer deze velden regeling vergoeding kosten bodemdaling aardgaswinning – is leeggeproduceerd zouden zijn. vastgelegd dat de NAM eens in de vijf jaar zal rapporteren over haar bodemdalingsverwachtingen, rekening houdend met In 2003 is in Noord-Nederland de vijfjaarlijkse grote waterpas- resultaten van actuele metingen en specifiek onderzoek op dit sing uitgevoerd met het doel de bodemdaling door gaswinning gebied. gedetailleerd in kaart te brengen. Hieruit is gebleken dat de bodemdaling die tot 2003 in het centrum van de schotel boven De vorige prognose dateert uit het jaar 2000. De toen gedane het gasveld Groningen is opgetreden circa 24,5 cm bedraagt. voorspelling over bodemdaling door gaswinning is in grote Dit komt in grote lijnen overeen met de prognose die in 2000 lijnen correct gebleken. Boven het Groningen-gasveld zijn de werd uitgebracht. verschillen tussen de voorspelde en in 2003 gemeten bodem- daling gemiddeld kleiner dan 10%. Deze verschillen geven geen aanleiding tot aanzienlijke bijstelling van de prognose in dit gebied. Boven de randen van het Groningen-veld en boven sommige velden in Friesland is de bodemdaling minder dan in de vorige prognose verwacht werd.

Wat de maximale bodemdaling boven het Groninger gasveld betreft, wijkt de huidige prognose weinig af van de vorige. Thans is de verwachting dat de daling in het centrum van de kom in het jaar 2050 minder dan 48 cm zal bedragen. Een waarde van ca. 42 cm wordt nu het meest waarschijnlijk geacht. Sinds 2000 is er weer een aantal nieuwe gasvelden in de winningsvergunningen Groningen en Noord-Friesland aangetoond of in ontwikkeling gebracht. De bodemdaling ten gevolge van de (voorgenomen) productie van deze velden is in de modellering meegenomen.

Verklarende woordenlijst

aquifer: watervoerend deel van het reservoirgesteente

compactie: het samendrukken van het reservoirgesteente door, het gewicht van bovenliggende gesteenten

compressibiliteit: samendrukbaarheid

depletie: het onttrekken van koolwaterstoffen (gas/olie) uit gesteente, waardoor drukdaling optreedt

in-situ: ter plaatse (in de ondergrond)

inversie: methode waarbij uit gemeten bodemdaling en kennis van de geologische structuur het compactiegedrag van het reservoir in de diepte wordt afgeleid

BodemdalingBodemdaling door aardgaswinning door aardgaswinning 2005 - Samenvatting 2005 3 1) Inleiding

Eén van de verantwoordelijkheden van de Nederlandse kelen gasvelden onder de Waddenzee opgenomen. Het in Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) is na te gaan in hoeverre productie nemen van deze nieuwe gasvelden is echter afhan- de productieactiviteiten aanleiding kunnen geven tot bodem- kelijk van het verkrijgen van de benodigde vergunningen. daling als gevolg van compactie van de poreuze gesteentelagen De door gaswinning veroorzaakte bodemdaling manifesteert waaruit aardolie of -gas wordt gewonnen. Met de resultaten zich in de vorm van een platte, zeer gelijkmatige schotel. van dergelijke studies kan een inschatting worden gemaakt Die veroorzaakt een zekere scheefstand van het maaiveld, van de eventuele effecten van bodemdaling op bijvoorbeeld de die echter uitermate gering is (enkele centimeters verval per waterhuishouding of het milieu. Vervolgens kan worden bezien strekkende kilometer). welke maatregelen getroffen kunnen worden om deze effecten Om een regeling te treffen voor de vergoeding van kosten, te voorkomen dan wel te beperken. Hiertoe wordt voortdurend die teruggevoerd kunnen worden op bodemdaling ten gevolge onderzoek verricht en zijn, in de provincie Groningen al sinds van gaswinning in de provincie Groningen, werd op 1964 en in Friesland sinds 1969, regelmatig veldmetingen 31 augustus 1983 de overeenkomst Groningen-NAM inzake gedaan. de regeling vergoeding kosten bodemdaling aardgaswinning aangegaan. Deze overeenkomst gaf aanleiding tot de In een gasveld veroorzaakt de winning van aardgas een installatie op 9 maart 1984 van de Commissie Bodemdaling vermindering van de poriëndruk in de gasvoerende gesteente- door Aardgaswinning. De Commissie heeft tot taak vast te laag. Daarbij wordt het gesteente langzaam iets samengedrukt stellen welke maatregelen aan te merken zijn als redelijkerwijs onder het gewicht van de bovenliggende lagen. noodzakelijk om nadelige effecten van bodemdaling door aard- Deze zogenaamde compactie hangt af van verschillende gaswinning te voorkomen, te beperken of te herstellen. Tevens factoren, zoals de materiaaleigenschappen van het reservoir- beoordeelt de Commissie welke kosten de NAM, op grond gesteente, de grootte van de drukdaling en de dikte van het van de overeenkomst, dient te vergoeden. Uitgangspunt bij de depleterende reservoir. De mate waarin de compactie wordt besluitvorming over te nemen maatregelen is onder meer de omgezet in bodemdaling op maaiveldniveau is afhankelijk van bodemdalingsprognose van de NAM. de diepte en omvang van het depleterende gasveld. Bij een Met de provincie Fryslân en het waterschap Fryslân is een zeer groot gasveld als Groningen zal de bodemdaling boven het dergelijke overeenkomst gesloten in het jaar 2000 voor het centrum van het veld vrijwel gelijk zijn aan de ondergrondse gebied betrekking hebbend op de winningsvergunning compactie. Bij kleinere velden, zoals de meeste velden in (voorheen concessie) Tietjerksteradeel. Het is de bedoeling Friesland, zal de bodemdaling aan het aardoppervlak slechts deze interimovereenkomst te vervangen door een definitieve een fractie van de compactie van het reservoirgesteente overeenkomst, waarin ook voorzien wordt in een regeling bedragen. voor de wijze van afhandeling van kosten ten gevolge van De bodemdalingsschotel van een veld beslaat een groter bodemdaling veroorzaakt door aardgaswinning in andere oppervlak dan het veld zelf. In Noord-Nederland zijn veel gas- gebieden in de provincie Fryslân, waar NAM (mede)houder velden zo dicht bij elkaar gelegen dat de bodemdalingsschotels is van een winningsvergunning. elkaar overlappen. Evenals in het jaar 2000 zijn ook in deze prognose alle door de NAM geëxploiteerde gasvelden in De NAM werkt sinds de start van de gasproductie in Groningen, Friesland en het noorden van Drenthe opgenomen. Nederland continu aan het verbeteren van het voorspellen van Vanwege de genoemde wederzijdse beïnvloeding is in deze de bodemdaling. De inhoud van dit rapport vormt de weerslag nieuwe prognose voor het eerst ook de prognose van de velden van alle over de afgelopen decennia opgedane kennis en onder Ameland en van enkele in de nabije toekomst te ontwik- ervaring.

daling van de bodem minder dan compactie van het reservoir Bodemdaling

Diepte Compactie Omvang

Drukdaling

Samendrukbaarheid gesteente Gas / water gas

water Laagdikte

Figuur 1 Drukdaling in het reservoir resulteert in Figuur 2 De bodemdalingsschotel beslaat een groter bodemdaling. Factoren van invloed. oppervlak dan het reservoir. De grootte van de bodem- daling is echter kleiner dan de reservoircompactie.

4 Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting 2) Observaties & nieuwe ontwikkelingen sinds 2000

De waterpassing (bodemdalingsmeting) die in 2003 is uitgevoerd, is in combinatie met eerder uitgevoerde water- passingen geanalyseerd. Vergelijking van de geanalyseerde waterpassingen met de prognose die in 2000 is uitgebracht laat in grote lijnen een drietal trends zien: 1. de bodemdaling boven het Groningen-veld is niet wezenlijk anders verlopen dan in 2000 verwacht werd; 2. boven de aquifers - het watervoerende deel van het reservoirgesteente - van het Groningen-veld is minder bodemdaling opgetreden dan verwacht werd; 3. boven de velden ten westen van het Groningen-veld en boven velden in Friesland, met uitzondering van Tietjerksteradeel, is minder bodemdaling opgetreden dan in de vorige prognose werd voorspeld.

De verschillen tussen de gemeten en de voorspelde daling boven de ten westen van Groningen gelegen velden en aquifers worden in hoofdzaak veroorzaakt door twee factoren:

• De Ameland-kleisteenformatie, een kleilaag tussen het bovenste en onderste deel van het gasvoerende Slochteren-gesteente, blijkt zich verder uit te strekken dan in vorige prognoses werd aangenomen. Als gevolg hiervan is voor een aantal velden de dikte van de laag waarin de druk afneemt minder. Hierdoor heeft er minder compactie en dus ook minder bodemdaling plaats gevonden. • Zoals in vorige prognoses al werd beschreven, compacteert niet alleen het gasvoerende reservoir- gesteente, maar zijn ook watervoerende gesteentelagen (aquifers), voor zover die met het gasvoerende reservoir- gesteente in verbinding staan, aan drukdaling en dus compactie onderhevig. Uit de nieuwe waterpasmetingen is af te leiden dat zowel rond het Groningen-reservoir als bij velden ten westen daarvan minder drukdaling is opgetreden in deze watervoerende lagen dan in eerdere bodemdalingsmodellen werd aangenomen.

Nadere bestudering van de beschikbare metingen boven het centrum van het Groningen-veld heeft aangetoond dat de beschrijving van het compactiegedrag van het Slochteren- zandsteen verbeterd kan worden door een nagenoeg lineair model, waarbij er enige tijd overheen gaat (variërend van veld tot veld) voordat de compactiecoëfficiënt de constante eindwaarde bereikt. In het algemeen is dit een klein effect. Eventuele verschillen met de vorige prognose zijn daarom in hoofdzaak gerelateerd aan andere oorzaken dan de aanpassing in het compactiemodel.

Deze nieuwe inzichten zijn in de huidige prognose meege- nomen.

Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting 5 3) Metingen en analyse

Waterpassingen Interpretatie van de tot dusver geregistreerde meetgegevens Om de bodemdaling als gevolg van gaswinning nauwkeurig heeft geleerd dat er voldoende waarnemingen beschikbaar zijn in kaart te brengen, worden er in het noorden van Nederland om betrouwbare trends m.b.t. de ondiepe compactie ter plaatse sinds 1963 regelmatig hoogteverschilmetingen (waterpas- vast te stellen, en dat het onwaarschijnlijk is dat voortzetting singen) uitgevoerd. De plaatsen van de metingen en de van de meetreeks nog tot nieuwe inzichten zal leiden. Een meetfrequenties worden tegenwoordig – in het kader van tweede belangrijke conclusie van de analyse was dat de geme- de nieuwe Mijnbouwwet – vastgelegd in een meetplan, dat ten ondiepe compactie sterk varieert van locatie tot locatie. De wordt beoordeeld door Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). meetresultaten zijn slechts lokaal geldig en kunnen daarom niet De metingen worden door ingenieursbureaus uitgevoerd en worden gebruikt om door middel van interpolatie een betrouw- voldoen aan de richtlijnen en toleranties zoals die door de baar inzicht te geven in ondiepe compactie boven het gehele Adviesdienst Geo-Informatie en ICT van Rijkswaterstaat (AGI) gasveld Groningen. Daarom is in overleg met de Commissie gehanteerd worden. Bovendien worden alle meetresultaten Bodemdaling Groningen en Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) aan AGI geleverd voor geodetische controle en vereffening, besloten deze metingen niet langer voort te zetten. De metin- waarna nieuwe peilmerkhoogten in NAP worden vastgesteld. gen in Tietjerksteradeel en Annerveen, die sinds 1992 worden uitgevoerd, zullen voorlopig wel worden voortgezet. Compactiemetingen in ondiepe observatieputten Om een onderscheid te maken tussen bodemdaling veroor- De in-situ compactiemetingen in het Groningen-reservoir zijn zaakt door diepe compactie ten gevolge van gaswinning en voortgezet. Over de afgelopen vijf jaar zijn de licht radioactieve bodemdaling veroorzaakt door ondiepe compactie door andere kogels, die in de producerende lagen van het reservoir oorzaken is sinds 1970 in de provincie Groningen de compactie geschoten zijn, in drie van deze observatieputten opnieuw van de ondiepe ondergrond tussen 0 en 400m gemeten, zoals aangemeten. In lijn met eerdere observaties blijkt de compactie beschreven in het bodemdalingsrapport 2000. Deze metingen lineair met de drukdaling te zijn toegenomen. werden in veertien over de provincie verspreide ondiepe compactieputten uitgevoerd.

180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000

620000 N 620000

AMELAND- WESTGAT

AMELAND-OOST 610000 610000 LAUWERSOOG- LAUWERSOOG-COOST LAUWERSOOG-WEST USQUERT

MODDERGAT VIERHUIZEN-OOST

NES VIERHUIZEN-WEST WARFFUM

600000 ANJUM 600000 BLIJ A BLIJA-ZUID OOST EZUMAZIJL LEENS RODEWOLT FERWERDERADEEL MUNNEKEZIJL SAAKSUM OOST Delfzijl Dokkum OOSTRUM SAAKSUM WEST BEDUM ENGWIERUM FEERWERD KOLLUM NOORD KOMMERZIJL KOLLUM GRONINGEN

590000 GRIJPSKERK 590000 KOLLUMERLAND MOLENPOLDER

SEBALDEBUREN GRONINGEN

LEEUWARDEN PASOP

580000 BOERAKKER 580000 SURHUISTERVEEN SUAWOUDE Sappemeer TIETJERKSTERADEEL OPENDE Leek OOST MARUMERLAGE Winschoten RODEN MARUM KIELWINDEWEER URETERP ZEVENHUIZEN VEENDAM VRIES NOORD ZUIDWENDIG OOST 570000 DRACHTEN OUDE 570000 NORG ANNERVEEN BLIJHAM EEN PEKELA VRIES CENTRAAL

NORG ZUID VRIES ZUID 560000 DONKERBROEK ASSEN 560000 ASSEN

HEERENVEEN APPELSCHA 0 10 ELEVELD Km 550000 550000 180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000

Figuur 3 Waterpasnet Noord-Nederland 2003.

6 Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting 3) Metingen en analyse

180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000

620000 N 620000

AMELAND- WESTGAT

AMELAND-OOST 14 20 14 2 26 610000 14 610000 20 8 LAUWERSOOG- 8 8 1 LAUWERSOOG-COOST LAUWERSOOG-WEST USQUERT 4 1 MODDERGAT 2 VIERHUIZEN- OOST NES VIERHUIZEN-WEST WARFFUM 4 600000 ANJUM 2 600000 BLIJA BLIJA-ZUID OOST EZUMAZIJL MUNNEKEZIJL LEENS RODEWOLT FERWERDERADEEL 4 SAAKSUM OOST Delfzijl Dokkum OOSTRUM SAAKSUM WEST BEDUM ENGWIERUM FEERWERD KOLLUM NOORD KOMMERZIJL KOLLUM 2 2 GRONINGEN 590000 KOLLUMERLAND GRIJPSKERK 590000 4 2 GROOTEGAST MOLENPOLDER 0 1 2 SEBALDEBUREN GRONINGEN LEEUWARDEN 6 PASOP 4 580000 1 BOERAKKER 580000 0 1 SURHUISTERVEEN 6 SUAWOUDE Sappemeer TIETJERKSTERADEEL OPENDE Leek OOST MARUMERLAGE Winschoten RODEN MARUM KIELWINDEWEER 6 URETERP 2 ZEVENHUIZEN VEENDAM VRIES NOORD ZUIDWENDIG OOST 570000 DRACHTEN OUDE 570000 NORG ANNERVEEN BLIJHAM EEN PEKELA VRIES CENTRAAL 2 NORG ZUID VRIES ZUID 560000 DONKERBROEK ASSEN 560000 ASSEN

HEERENVEEN APPELSCHA 2 0 10 ELEVELD Km 550000 550000 180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000 Figuur 4 Contourkaart voor bodemdaling door gaswinning opgetreden tussen 1964 en 2003. Daling weergegeven in cm.

Compactiemetingen in diepe observatieputten Om de afstand tussen elk aangrenzend paar kogels te bepalen, Enkele jaren na het begin van de gasproductie uit het wordt een meetinstrument, waarin zich een aantal gamma- Groningen-veld werd besloten een meetprogramma op te zetten detectoren bevindt, in het gat gelaten en aan een (elektrische) om de samendrukbaarheid (compressibiliteit) van het reservoir- kabel langs de kogels geleid. Als een van de detectoren zich gesteente in het reservoir zelf te meten. recht tegenover een kogel bevindt, is het aantal door die detector ontvangen gammastralen per tijdseenheid maximaal. Hiertoe zijn in het verleden in elf observatieputten laag-radio- Dit maximum geeft zo de positie van de kogel aan. Uit de actieve kogels om de 10m over het gehele reservoir geschoten. onderlinge afstand van de maxima en de afstand tussen de Van deze observatieputten zijn er nu nog zeven in gebruik. Door detectoren kan de afstand tussen twee naburige kogels worden periodiek de (verandering van de) afstand tussen de kogels te berekend. Door deze afstand voor elk paar naburige kogels bepalen, kan inzicht in de reservoircompactie worden verkregen. periodiek te meten en de resultaten te combineren, kan de in De putten zijn over het veld verspreid, zodat alle variaties in het reservoir optredende compactie worden bepaald. Uit de gesteenten vertegenwoordigd zijn. Om informatie te verkrijgen metingen die de afgelopen vijf jaar zijn uitgevoerd, blijkt de omtrent de compactie van de formaties boven en onder het compactie sinds het begin van de metingen in 1983 nog steeds reservoir, zijn in drie putten (Roode Til, Ten Boer en De Hond) lineair met de drukdaling te zijn toegenomen. ook kogels geschoten in het bovenliggende Ten Boer-kleisteen en in de onderliggende Limburg-formatie.

Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting 7 3) Metingen en analyse

contragewicht balansarm kabel meetinstrument maaiveld computer

b a Holoceen

b

Ten Boer kleisteen

Holocene compactie: a licht Pleistocene compactie: b radioactieve Slochteren zandsteen

Pleistoceen Totale bodemdaling: a+b kogels diepte ±3000 meter

Limburg

ankergewicht diepte ±400 meter

Figuur 5 Principe van de meetmethode in ondiepe Figuur 6 Principe van in-situ reservoir- compactieputten. compactiemetingen.

180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000

620000 N 620000

AMELAND- WESTGAT

AMELAND-OOST

610000 610000 LAUWERSOOG- l LAUWERSOOG-COOST LAUWERSOOG-WEST USQUERT MODDERGAT VIERHUIZEN-OOST lDE HOND NES VIERHUIZEN-WEST WARFFUM

600000 ANJUM 600000 BLIJA BLIJA-ZUID OOST EZUMAZIJL LEENS RODEWOLT FERWERDERADEEL MUNNEKEZIJL SAAKSUM OOST l Delfzijl STEDUM Dokkum OOSTRUM SAAKSUM WEST BEDUM ENGWIERUM FEERWERD DELFZIJL KOLLUM NOORD KOMMERZIJL l KOLLUM GRONINGEN l SCHILDMEER 590000 GRIJPSKERK 590000 KOLLUMERLAND MOLENPOLDER l TEN BOER GROOTEGAST

SEBALDEBUREN GRONINGEN ROODE TIL PASOP LEEUWARDEN TIETJERK'DEEL l 580000 l BOERAKKER 580000 SURHUISTERVEEN SUAWOUDE Sappemeer TIETJERKSTERADEEL OPENDE Leek OOST MARUMERLAGE Winschoten RODEN MARUM KIELWINDEWEER URETERP ZEVENHUIZEN VEENDAM VRIES NOORD ZUIDWENDIG OOST 570000 DRACHTEN OUDE 570000 NORG ANNERVEEN ANNERVEEN BLIJHAM EEN l PEKELA VRIES CENTRAAL

l regelmatig gemeten NORG ZUID VRIES ZUID 560000 l onderhouden DONKERBROEK ASSEN 560000 l ondiepe compactieput ASSEN

HEERENVEEN APPELSCHA 0 10 ELEVELD Km 550000 550000 180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000

Figuur 7 Overzichtskaart van de locaties van de diepe compactieputten en ondiepe compactieputten. De drie geselecteerde putten waarin sinds 1998 nog regelmatig diepe compactiemetingen worden uitgevoerd, zijn in rood aangegeven. De overige observatieputten (in blauw aangegeven), worden niet meer regelmatig aangemeten, maar wel zodanig onderhouden dat ze als observatieput bruikbaar blijven.

8 Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting 4) Prognose tot 2050

Op de kaart (op bladzijde 11) is de verwachte bodemdaling In het algemeen kan met betrekking tot de onzekerheid in de weergegeven voor het jaar 2050. Voor de prognose is het com- prognoses van berekende bodemdaling het volgende worden pactiegedrag van het reservoir en het gedrag van de aquifers gesteld: op diepte geijkt aan de hand van beschikbare gegevens over de • boven het centrum van het Groningen-veld is de onzeker- gemeten bodemdaling en de geologische structuur (inversie). heidsmarge het kleinst en bedraagt daar zo’n 15%; De • aan de randen van het Groningen-veld en boven de uiteindelijk verwachte bodemdaling boven het Groningen-veld kleinere velden die al langer in productie zijn, is de zal in 2050 maximaal 42 cm bedragen. Dit is 4 cm meer dan onzekerheid ongeveer 25% van de uiteindelijk verwachte verwacht in de vorige prognose, maar valt binnen de destijds daling; aangegeven onzekerheidsmarge. • voor nieuw te ontwikkelen velden is de onzekerheid groter en wordt een marge van 30% aangehouden. Onzekerheden De onzekerheid in de uiteindelijk verwachte bodemdaling Additionele bodemdaling door tijdsafhankelijke processen veroorzaakt door gaswinning is afhankelijk van de onzeker- (kruip/na-ijlen) die nog optreedt na het verlaten van het veld heden in de invoergegevens en van de betrouwbaarheid van is grofweg vergelijkbaar met het effect van nog enkele jaren het gebruikte gesteentemechanische model. voortgaande bodemdaling na beëindiging van de gaswinning en is op deze wijze in de genoemde onzekerheden meegenomen. Voor alle hierboven genoemde onzekerheden geldt een ondergrens van 2 cm.

180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000

620000 N 620000

AMELAND- WESTGAT

AMELAND-OOST 610000 610000 LAUWERSOOG- LAUWERSOOG-COOST LAUWERSOOG-WEST USQUERT

MODDERGAT VIERHUIZEN-OOST

NES VIERHUIZEN-WEST WARFFUM

600000 ANJUM 600000 BLIJA BLIJA-ZUID OOST EZUMAZIJL LEENS RODEWOLT FERWERDERADEEL MUNNEKEZIJL SAAKSUM OOST Delfzijl Dokkum OOSTRUM SAAKSUM WEST BEDUM ENGWIERUM FEERWERD KOLLUM NOORD KOMMERZIJL KOLLUM GRONINGEN

590000 GRIJPSKERK 590000 KOLLUMERLAND MOLENPOLDER GROOTEGAST

SEBALDEBUREN GRONINGEN

LEEUWARDEN PASOP

580000 BOERAKKER 580000 SURHUISTERVEEN SUAWOUDE Sappemeer TIETJERKSTERADEEL OPENDE Leek OOST MARUMERLAGE Winschoten RODEN MARUM KIELWINDEWEER URETERP ZEVENHUIZEN VEENDAM VRIES NOORD ZUIDWENDIG OOST 570000 DRACHTEN OUDE 570000 NORG ANNERVEEN BLIJHAM EEN PEKELA VRIES CENTRAAL

NORG ZUID VRIES ZUID 560000 DONKERBROEK ASSEN 560000 ASSEN

HEERENVEEN APPELSCHA 0 10 ELEVELD Km 550000 550000 180000 190000 200000 210000 220000 230000 240000 250000 260000 270000 280000

Figuur 8 Overzicht van de gasvelden die in deze prognose zijn meegenomen.

Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting 9 4) Prognose tot 2050

Bodemdalingsprognose voor het jaar 2050. Daling weergegeven in cm.

60000 550000 560000 570000 580000 590000 0 620000 610000 0 0 28000 28000 N 0 0 M 6 27000 27000 HA

10 IJ BL en ot nsch KELA UDE O Wi G PE NDI 0 0 WE OOST ID 26000 26000 jl ZU zi

lf De 2 DAM EN VE EEN

26 14 8

RV 1

0 0

er 38 NE ER

22 me AN WE 25000 25000

34 ppe N 42 NDE Sa WI GE

EL 42

30 KI 6 GRONIN

26 0 0 24000 24000 ID RT D ES ZU ES RAAL I LT N USQUE NT

VR N

GE D WO 22 EVEL M N 2 M OR EL SE ASSE IES CE IES FFU DU RODE R AS GRONIN VR BE 0 0 ES NO ES I WA VR 23000 23000 RD N ID WE A RODE EER

F 2 M NORG ZU NORG 10 NORG 2 PELSCH

2 P S AP ek OOST

AAKSU 6 Le S ASO N EEN P L IZEN EST K EE R 220000 220000 - 10 ERAKKER M W M JL DE N ERZIJL L ZI BO IZEN VENHU PSKER ST E

ZE HU 6 OO AAKSU HOUW GRIJ ER S MMER VI EST ST KO K MOLENPOL UNNEKEZIJ -W EBALDEBURE M ND

S EST

L LA 6 IZEN W D MARUMERLAG VEEN ERSOOG- ROOTEGAST ER OOST HU G AZIJ M C PENDE OO PENDE UW 210000 210000 ER UM O UM VI LA NOOR LL

DONKERBROE

UM EZ ERSOOG- 6 MARU UM 10 KO LL RHUISTER M M URETERP LL UW ERSOOG-

JU KO

SU RU 14 KO LA AT AN UW

2 LA GWIE ER KSTERADEEL

EN R WI OOSTRUM 14 S ODDERG JE DRACHTEN LA

6 M NE ET TS 200000 200000 TI ME

10 kkum

T

Do 22 26 STGA

ELAND- ELAND-

OUDE OOST 30 WE

AM AM

AW 30 A- ID SU 190000 190000 IJ EERENVEEN H ZU OOST 26 22 BL Km 0

18 14 1

10 6 N

2 A IJ 2 ARDE 14 18 22 42 26 30 34 38 cm BL 10 6 ------

- - - - 10 38 14 18 22 6 6 26 30 34 2 2 RWERDERADEEL EEUW L FE 180000 180000 daling in

0

0 550000 560000 570000 580000 590000 60000 610000 620000

10 Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting 5) Conclusies

• De resultaten van de waterpasmeting van 2003 hebben aangetoond dat de bodemdaling door gaswinning boven de meeste velden in Groningen, Friesland en het noorden van Drenthe de afgelopen jaren is verlopen in overeen- stemming met de verwachtingen zoals aangegeven in de vorige prognose.

• Inversie van de gemeten bodemdaling heeft aangetoond dat de drukdaling in de aan het Groningen-veld gren- zende aquifers en in de aquifers van sommige velden in Friesland lager is dan in eerdere prognoses werd aan- genomen. Het effect hiervan is dat er op veel plaatsen boven deze aquifers minder bodemdaling is opgetreden dan verwacht werd. Hierdoor is ook de prognose van nog te verwachten bodemdaling door gaswinning op deze plaatsen naar beneden bijgesteld.

• Volgens de huidige inzichten zal de bodemdaling als gevolg van gasproductie boven het Groningen-gasveld omstreeks het jaar 2050 een waarde tussen de 38 centi- meter en 48 centimeter (95% betrouwbaarheidsinterval) op het diepste punt bereiken. Een waarde van 42 centi- meter wordt het meest waarschijnlijk geacht.

• De onzekerheidsmarge voor de huidige prognose is niet constant over het hele gebied. Zo is op plaatsen boven aquifers, waarvan het gedrag (nog) niet goed bekend is, en ook boven nieuw te ontwikkelen velden de onzeker- heid groter dan op plaatsen waar reeds significante bodemdaling is opgetreden en waar met behulp van inversie van de meethistorie de onzekerheden beperkt konden worden. Voor het centrum van het Groningen-veld wordt een onzekerheidsmarge van 15% aangehouden. Aan de ran- den van het Groningen-veld en boven de kleine velden die al langer produceren is dit 25%. Boven velden die recentelijk in productie zijn genomen of waarvan dat binnenkort zal gebeuren geldt een grotere onzekerheids- marge van 30%. Kruip is reeds in de hierboven genoemde onzekerheidsmarges meegenomen. Voor alle hierboven genoemde onzekerheden geldt een ondergrens van 2 cm.

Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting Bodemdaling door aardgaswinning 2005 - Samenvatting 11