Screening Plan-Mer-Plicht RUP 'Stationsomgeving Haaltert' VERZOEK TOT RAADPLEGING
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Screening plan-Mer-plicht RUP ‘Stationsomgeving Haaltert’ VERZOEK TOT RAADPLEGING COLOFON Opdracht: Screening plan-Mer-plicht RUP “Stationsomgeving Haaltert” Verzoek tot raadpleging Opdrachtgever: Gemeentebestuur Haaltert Hoogstraat 41 9450 Haaltert Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei 23 2000 Antwerpen Tel 03/221 55 00 Fax 03/ 221 55 03 Soresma is ISO 9001:2000 - gecertificeerd Identificatienummer: 1299173000/scl Datum: status / revisie: april 2010 Vrijgave: Jan Parys, Contractmanager Projectmedewerkers: Inge Van der Mueren, MER-deskundige Koen Janssens, ruimtelijk planner Sofie Claerbout, adviseur Soresma 2010 Inhoud Inhoud 3 1 Kadering van het verzoek tot raadpleging 7 2 Beschrijving plan en afbakening plangebied 9 2.1 Initiatiefnemer 9 2.2 Planomschrijving 9 2.2.1 Plangebied 9 2.2.2 Knelpunten, kwaliteiten en potenties 10 2.2.3 Visie 10 2.2.4 Grafisch plan en voorschriften 12 2.2.5 Planalternatieven 12 3 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden 13 3.1 Juridische randvoorwaarden 13 3.2 Beleidsmatige randvoorwaarden 14 3.2.1 Haaltert in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 14 3.2.2 Haaltert in het Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen 15 3.2.3 Afbakening van het regionaalstedelijk gebied Aalst 15 3.2.4 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Haaltert 15 3.3 Gemeentelijke sectorale plannen 19 3.3.1 Gemeentelijk mobiliteitsplan 19 3.3.2 Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan 19 3.4 Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos 20 4 Bepalen van de plan-MER-plicht 21 5 Potentiële milieueffecten van het plan 22 5.1 Bodem 22 5.1.1 Referentiesituatie 22 5.1.2 Mogelijke effecten 23 1299173000/scl 3 van 46 Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Stationsomgeving Haaltert: verzoek tot raadpleging 5.1.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief/autonome evolutie 24 5.1.4 Milderende maatregelen 24 5.1.5 Conclusie 24 5.2 Water 25 5.2.1 Referentiesituatie 25 5.2.2 Mogelijke effecten 27 5.2.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief/autonome evolutie 28 5.2.4 Milderende maatregelen 28 5.2.5 Conclusie 28 5.3 Fauna en flora 29 5.3.1 Referentiesituatie 29 5.3.2 Mogelijke effecten 30 5.3.2.1 Ecotoop/habitat-winst of –verlies 30 5.3.2.2 Barrièrewerking 31 5.3.2.3 Verdroging/ vernatting 31 5.3.2.4 (Rust)verstoring 31 5.3.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief/autonome evolutie 32 5.3.4 Milderende maatregelen 32 5.3.5 Conclusie 32 5.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 33 5.4.1 Referentiesituatie 33 5.4.2 Mogelijke effecten 36 5.4.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief/autonome evolutie 38 5.4.4 Milderende maatregelen 38 5.4.5 Conclusie 38 5.5 Mens 38 5.5.1 Referentiesituatie 38 5.5.2 Mogelijke effecten 39 1299173000/scl 4 van 46 Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Stationsomgeving Haaltert: verzoek tot raadpleging 5.5.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief/autonome evolutie 41 5.5.4 Milderende maatregelen 41 5.5.5 Conclusie 41 5.6 Leemten in de kennis 41 5.7 Grensoverschrijdende effecten 41 5.8 Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten 41 6 Bijlagen 42 Bijlage 1: Fotoreportage 42 Bijlage 2: plan bestaande toestand 44 Bijlage 3: Conceptnota stedenbouwkundige voorschriften 45 Bijlage 4: Concept grafisch plan 46 Lijst van figuren Figuur 2-1:Macrosituering plangebied ................................................................... 9 Figuur 2-2 Microsituering van het studiegebied ................................................... 10 Figuur 3-1 Uitreksel gewestplan .......................................................................... 14 Figuur 3-2 afbakeningslijn - bedrijventerrein Erembodegem Zuid....................... 15 Figuur 3-3 Groen dooraderd woonlandschap (GRS) ........................................... 16 Figuur 3-4 Zones voor kernversterking (GRS)..................................................... 16 Figuur 3-5 aanduiding van zonevreemde bedrijven in het studiegebied (GRS).... 17 Figuur 3-6: GRS Haaltert - conceptelementen..................................................... 18 Figuur 3-7 visie op LV-verbindingen (GRS) ......................................................... 18 Figuur 3-8 Openbaar vervoer (GRS) ................................................................... 19 Figuur 3-9 Herbevestiging agrarische structuur – overzicht operationeel uitvoeringsprogramma .................................................................................. 20 Figuur 5-1:plangebied op de Bodemkaart (bron, Agiv) en aanduiding van de bodemonderzoeken. ..................................................................................... 22 Figuur 5-2 Infiltratiegevoelige gebieden (bruin); niet-infiltratiegevoelige gebieden (geen inkleuring)............................................................................ 26 Figuur 5-3 Overstromingsgevoelige gebieden (donkerblauw), mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauw); niet overstromingsgevoelige gebieden (geen inkleuring)............................................................................ 26 Figuur 5-4 Erosiegevoelige gronden (groen), niet-erosiegevoelige gronden (geen inkleuring) ........................................................................................... 26 1299173000/scl 5 van 46 Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Stationsomgeving Haaltert: verzoek tot raadpleging Figuur 5-5 Grondwaterstromingsgevoelige gebieden, zeer gevoelig (donkerbruin); matig gevoelig (lichtbruin), weinig gevoelig (groen)................ 26 Figuur 5-6: aanduiding van het plangebied op de Biologische waarderingskaart. 29 Figuur 5-7: situering van het plangebied op de landschapsatlas.......................... 33 Figuur 5-8: situering van het plangebied op de landschapskenmerkenkaart en aanduiding van het bouwkundig erfgoed....................................................... 34 Figuur 5-9: weergave van de CAI ter hoogte van het plangebied ........................ 35 Lijst van tabellen Tabel 3-1 Juridische randvoorwaarden RUP Stationsomgeving Haaltert ......... 13 1299173000/scl 6 van 46 Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Stationsomgeving Haaltert: verzoek tot raadpleging 1 Kadering van het verzoek tot raadpleging De gemeente Haaltert heeft beslist om over te gaan tot het opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Stationsomgeving Haaltert”. Doel is de uitbouw van een aantrekkelijke stationsomgeving met mogelijkheden voor kwalitatieve verdichting. Verder moet een mogelijke differentiëring van de ambachtelijke zone bekeken worden, waarin naast de mogelijkheden voor handel en horeca ook dienstverlening en kantoorachtigen kunnen bekeken worden. Het RUP is een uitvoering van de visie van het GRS om hogere woningdichtheden na te streven in de stationsomgeving, waarbij een extra bouwlaag kan onderzocht worden. Daarnaast kunnen de mogelijkheden voor het uitbouwen van publieke en private voorzieningen worden bekeken. Binnen het GRS speelt ook de visie voor de ontdubbeling van de N460 naar een parklint waarin de langzaam verkeersroute parallel aan de N460 Stationsstraat een plaats kan krijgen. De vallei van de Klopputbeek kan aangegrepen worden als kern van een groene parkachtige omgeving. De opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan gebeurt conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening d.d.01.09.2009. In het kader van de wettelijke verplichting 1 voor het RUP ‘Stationsomgeving Haaltert’ wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. Voorliggend document vormt het zogenaamde ‘verzoek tot raadpleging’. Het verzoek heeft betrekking op het concept voorontwerp RUP dat na verdere verfijning zal worden verzonden i.f.v. de plenaire vergadering. Overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (de gemeente Haaltert) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties: • 1° de deputatie van de provincie, waarop het voorg enomen plan of programma milieueffecten kan hebben; • 2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligg ing en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit. Op 19/04/2010 werd hiertoe een adviesvraag geformuleerd aan de Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen (BGP). Op 22/04/2010 werd door de dienst BGP een selectie van relevante betrokken instanties die in het licht van het onderzoek naar de plan- MER-plicht dienen aangeschreven te worden, meegedeeld. Het betreft: o Provinciebestuur Oost-Vlaanderen – Dienst Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw 1 De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007. Artikel 49 inzake de overgangsregeling van plan- MER’s voor RUP’s zoals vermeld in het programmadecreet van 25 mei 2007 (publicatie B.S. 19/06/2007), stelt dat de betreffende nieuwe regelgeving van toepassing is op ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarvan de plenaire vergadering gehouden wordt