Vlaanderen is open ruimte

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Oude Kale Eindvoorstel van inrichtingsplan

VLM Regio West - mei 2000

Vlaamse VLM.be overheid LNE.be Landinrichting Oude Kale

COLOFON

Uitvoerder: Vlaamse Landmaatschappij, Regio West Virginie Lovelinggebouw, Koningin Maria Hendrikaplein 70 pb 75 - 9000 Gent 09 244 85 00 - www.vlm.be - [email protected]

Opgemaakt door de Vlaamse Landmaatschappij in toepassing van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 juni 1996 houdende nadere regelen betreffende de landinrichting

Coverfoto: VLM fotoarchief - www.vlm.be

Datum rapport: Mei 2000 Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Inhoud

Inleiding...... 5

1. PROJECTSITUERING...... 8

1.1 Ligging van het projectgebied (zie kaart 1 en 2) ...... 8

1.2 Gebiedsbeschrijving ...... 8 1.2.1 Landschap ...... 8 1.2.2 Natuur (zie kaart 3)...... 10 1.2.3 Hydrologie ...... 12 1.2.3.1 Systeembeschrijving oppervlaktewater (zie figuur 1) ...... 12 1.2.3.2 Systeembeschrijving grondwater...... 16 1.2.3.3 Oppervlaktewaterwinning ...... 17 1.2.4 Landbouw ...... 18 1.2.5 Recreatief medegebruik ...... 21 1.2.6 Archeologie (zie kaart 5) ...... 22 1.2.7 Milieu ...... 23 1.2.7.1 Oppervlaktewaterkwaliteit en waterzuiveringsinfrastructuur ...... 23 1.2.7.2 Ontginningsgebieden en baggerslibstort...... 23 1.2.7.3 Afvalstorten ...... 24

1.3 Juridische en beleidsmatige aspecten ...... 25 1.3.1 Ruimtelijke ordening...... 25 1.3.2 Natuurreservaten...... 27 1.3.3 Gemeentelijke Natuurontwikkelingsplannen ...... 27 1.3.4 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu ...... 28 1.3.5 Beschermde landschappen, monumenten en dorpsgezichten...... 29 1.3.6 Mestdecreet...... 29 1.3.7 Bestemming oppervlaktewater ...... 30 1.3.8 Watering Oude Kale en Meirebeek ...... 30 1.3.9 Bekkencomité ...... 31 1.3.10 Bodemsaneringsdecreet ...... 31 1.3.11 Wet op de onbevaarbare waterlopen ...... 31 1.3.12 Bescherming archeologisch patrimonium ...... 31

2. PROJECTBESCHRIJVING...... 32

2.1 Het richtplan...... 32

2.2 Projectdefinitie, doelstellingen en concept (zie kaart 7) ...... 35

2.3 Inrichtingsmaatregelen (zie kaart 8) ...... 40 2.3.1 Meersen...... 40 2.3.1.1 Waterwinning ...... 40 2.3.1.2 Vergoedingsregeling voor de landbouw ...... 41 2.3.1.3 Waterkwantiteitsbeheer ...... 46 2.3.1.4 Natuurontwikkeling ...... 47 2.3.1.5 Landschapsbehoud en -herstel ...... 48 2.3.2 Bulken...... 49 2.3.3 Kouters ...... 50

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 2

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.3.4 Driesselken...... 50 2.3.5 Afgedekte afvalstorten...... 51 2.3.6 Ontginningsgebied en baggerslibstort (zie kaart 10) ...... 52 2.3.7 Wandelroute ...... 54 2.3.8 Fietsroute...... 56 2.3.9 Kleinschalige waterzuivering...... 57

2.4 Overzicht maatregelen, kostenraming, partners en beheerders...... 58

2.5 Impact van de inrichtingsmaatregelen op de landbouw (zie kaart 13)...... 70 2.5.1 Algemeen ...... 70 2.5.2 Bedrijfsmatige impact ...... 71 2.5.2.1 Grondverwervingen en gebruiksveranderingen ...... 71 2.5.2.2 Opbrengstverliezen door vernatting ...... 74 2.5.2.3 Inpasbaarheid van verwerving - vernatting...... 75 2.5.2.4 Inpasbaarheid van vrijwillige beheersovereenkomsten...... 76

2.6 Archeologische begeleiding van de werken...... 76

3. UITVOERINGSPROGRAMMA ...... 77

4. FINANCIERINGSPLAN ...... 81

Literatuurlijst...... 91

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 3

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Tabellen

Tabel 1: Aantal bedrijven en geregistreerde landbouwoppervlakte per bedrijfstype...... 18 Tabel 2: Aantal bedrijven volgens percentage van de bedrijfsoppervlakte in het projectgebied per bedrijfstype...... 20 Tabel 3: Ruwvoederbalans voor de bedrijven per bedrijfstype...... 21 Tabel 4 : Berekening van de opbrengstverliezen (voor grasland en kleigronden) t.g.v. permanent debiet van 1,7 m³/s gedurende de periode 1 oktober tot 1 mei...... 44 Tabel 5 : Aantal gebruikers per oppervlakteklasse van de gronden met gebruiksverandering ...... 72 Tabel 6 : Aantal gebruikers per klasse van het percentage bedrijfsoppervlakte met gebruiksverandering volgens bedrijfstype ...... 73 Tabel 7 : Aantal bedrijven volgens te compenseren kVEM-verlies (na verwervingen) per bedrijfstype bij een debiet van 1,7 m³/s door de Oude Kale...... 74 Tabel 8: Totale inpasbaarheid van inrichtingsmaatregelen ...... 75

Figuren

Figuur 1 : Ligging van de waterlopen ten opzichte van het WPC Kluizen...... 14 Figuur 2: Win-win situaties voor verschillende sectoren in het inrichtingsconcept voor de Oude Kalevallei...... 36

Kaarten

KAART 1 : Situering KAART 2 : Grondgebruik KAART 3 : Freatofyten KAART 4 : Landbouwgebruik per bedrijfstype KAART 5 : Archeologische sites en losse vondsten KAART 6 : Gewestplan en beschermde dorpsgezichten KAART 7 : Concept KAART 8 : Inrichtingsmaatregelen (excl. wandel- en fietsroute) KAART 9 : Gemodelleerde waterhuishouding in de vallei van de Oude Kale KAART 10 : Presentatieplan ontginningsgebied en baggerslibstort KAART 11 : Inrichtingsmaatregelen wandelroute KAART 12 : Inrichtingsmaatregelen fietsroute KAART 13 : Inpasbaarheidsscore voor vernatting en verwerving

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 4

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

INLEIDING

Regelgeving

Het voorliggend inrichtingsplan werd gemaakt in toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juni 1996 houdende nadere regelen betreffende de landinrichting.

Dit besluit definieert de landinrichtingsplannen, regelt de procedures van adviesverlening en goedkeuring van de plannen. De decretale basis wordt gegeven door het decreet van 21 december 1988 houdende de oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij zoals aangevuld met het decreet van 22 november 1995.

Het landinrichtingsproject Leie en Schelde

Bij het landinrichtingsproject Leie en Schelde zijn 13 gemeenten betrokken: , De Pinte, Gavere, Gent, Kruishoutem, , Merelbeke, Nazareth, , Oudenaarde, Sint-Martens-Latem, Zingem en Zwalm. In oktober 1996 werd het richtplan voor het landinrichtingsproject afgewerkt en werd de inspraak- en adviesprocedure aangevat. Dit leverde een aantal bijkomende elementen die werden verwerkt in het eindvoorstel van richtplan. Op 26.1.1998 werd het eindvoorstel van richtplan door de Commissie voor Landinrichting gunstig geadviseerd en aan de Vlaamse minister bezorgd. Het richtplan werd door de Vlaamse regering goedgekeurd op 30 juni 1998.

Richtplan - inrichtingsplannen

Het richtplan geeft de grote opties van de landinrichting en een overzicht van de maatregelen, handelingen en werken die daarvoor nodig zijn. De uitvoering van al deze maatregelen en werken voor het geheel van het projectgebied kan moeilijk via een enkel plan gerealiseerd worden. Daarom voorziet het besluit van de Vlaamse regering van 6 juni 1996 de uitvoering via verscheidene inrichtingsplannen. Een inrichtingsplan heeft betrekking op de concrete uitwerking van een deel van de in het richtplan voorziene maatregelen of werken die afzonderlijk kunnen gerealiseerd worden.

Het inrichtingsplan omvat ook een uitvoeringsprogramma waarbij de partners voor de uitvoering worden aangewezen en de taken op elkaar worden afgestemd. Aan het inrich- tingsplan wordt een financieringsplan toegevoegd.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 5

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Inspraak en adviesprocedures inrichtingsplan

Het inrichtingsplan wordt ingevolge de regelgeving door de Vlaamse Landmaatschappij opgemaakt, na raadpleging van het landinrichtingscomité. Het inrichtingsplan is onder- worpen aan het advies van de Bestendige Deputatie, de betrokken gemeenteraden en de stuurgroep.

Op basis van de adviezen maakt de Vlaamse Landmaatschappij het eindvoorstel van inrichtingsplan op dat wordt geadviseerd door het landinrichtingscomité en de Commissie voor Landinrichting, waarna het ter goedkeuring aan de Minister wordt voorgelegd.

De stand van zaken betreffende het inrichtingsplan Oude Kale werd op 16 juli 1999 aan het landinrichtingscomité meegedeeld en op 8 september 1999 werd het landinrichtingscomité geraadpleegd. De leden konden hun eventuele verdere opmerkingen op het inrichtingsplan aan het secretariaat overmaken. Schriftelijke reacties werden overgemaakt door AMINAL - afdeling Natuur, AMINAL - afdeling Water, AWZ - afdeling Bovenschelde.

Op 13 september 1999 werd het inrichtingsplan “Oude Kale” meegedeeld aan de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. De Bestendige Deputatie gaf in zitting van 9 december 1999 een gedeeltelijk positief advies. Op 13 oktober 1999 werden opmerkingen overgemaakt door de provinciale dienst Land- en Tuinbouw.

Het inrichtingsplan werd op 13 september 1999 meegedeeld aan het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent. De gemeenteraad van Gent bracht in zitting van 20 december 1999 advies uit.

Het inrichtingsplan werd op 13 september 1999 meegedeeld aan het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Lovendegem. Dit College legde het inrichtingsplan ter inzage van 22 oktober 1999 tot 22 november 1999. Er werden 36 bezwaarschriften en/of suggesties ontvangen. De gemeenteraad bracht in zitting van zitting van 11 december 1999 een positief advies uit mits inachtname van een aantal opmerkingen en suggesties.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 6

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Het inrichtingsplan werd op 13 september 1999 meegedeeld aan het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Nevele. Dit College legde het inrichtings- plan ter inzage van 20 oktober 1999 tot 20 november 1999. Er werden 28 bezwaarschriften en/of suggesties ontvangen. Onder meer van de vzw Natuurreservaten en de Nevelse Natuur- en Milieuvereniging “De Ratel” en een gezamelijke brief van de milieuverenigingen vzw Natuurreservaten - afdeling Lovende- gem, De Ratel - Nevele, Werkgroep Vinderhoute en het Veldbiologisch Centrum De Elzenhoeve te (laatste brief ook ingediend bij College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Lovendegem). Naast de milieuverenigingen werd een brief overgemaakt vanwege de bedrijfsgilde Nevele. De gemeenteraad bracht in zitting van 21 december 1999 een positief advies met enkele opmerkingen en/of suggesties.

Op 10 september 1999 werd het inrichtingsplan voorgesteld aan de stuurgroep en op 29 oktober 1999 door de stuurgroep positief geadviseerd.

Op 21 maart 2000 ontving de Vlaamse Landmaatschappij nog een brief van de Vlaamse Vereniging voor Ruitertoerisme.

Onderwerp van het inrichtingsplan

Het inrichtingsplan “Oude Kale” betreft de inrichting van het valleigebied en directe omgeving van de Oude Kale ten westen van Gent, tussen Merendree en Vinderhoute (grondgebied Nevele, Lovendegem en Gent). De inrichting gebeurt conform het goedge- keurde richtplan in functie van waterwinning, natuur en landschap met landbouw als beheerder, rekening houdend met het voorziene in het richtplan betreffende het kouter/ bulkenlandschap van Leie en Kale als geheel (o.a. op het vlak van landschap en natuur), en betreffende de verhoging van de natuur- en milieukwaliteit van waterlopen.

De partners betrokken bij de uitvoering en/of financiering van het inrichtingsplan zijn de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) (financiering en uitvoering), de Vlaamse Landmaatschappij (uitvoering), de gemeente Nevele en Lovendegem (financiering), de stad Gent (financiering), AMINAL - afdeling Water (financiering en uitvoering), OVAM (financiering en uitvoering), particulieren (financiering en uitvoering), VMW (financiering en uitvoering) en het Vlaams Gewest (financiering).

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 7

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

1. PROJECTSITUERING

1.1 Ligging van het projectgebied (zie kaart 1 en 2)

Het projectgebied Oude Kale ligt in het noorden van het landinrichtingsproject Leie en Schelde. Het heeft een oppervlakte van 443 ha en situeert zich op het grondgebied van de gemeenten Gent (deelgemeente Drongen), Nevele (deelgemeente Merendree) en Lovendegem (deelgemeenten Lovendegem en Vinderhoute).

Het is deels een valleigebied van ca. 5 km lengte (breedte van de vallei: 100 à 600 m) dat zich situeert tussen de dorpen Merendree (gemeente Nevele) en Vinderhoute (gemeente Lovendegem) met als meanderende beek de Oude Kale (een waterloop van 1ste cate- gorie). De rest van het projectgebied bestaat in hoofdzaak uit aangrenzende kouter- /bulkengebieden ten noorden en ten zuiden van de vallei.

1.2 Gebiedsbeschrijving

1.2.1 Landschap

Kwaliteiten

Het gebied van de Oude Kale tussen Merendree en Vinderhoute is één van de meest gave relictlandschappen uit het landinrichtingsproject Leie en Schelde. Zowel het grond- gebruik als het typische patroon van vallei, kouters en bulken is hier nog goed behouden en waarneembaar en geeft het landschap een hoge identiteit : − de Oude Kale zelf heeft nog zijn typische meanderende loop behouden zoals die zich in de postatlantische periode (vanaf ca. 4.500 jaar geleden) heeft ontwikkeld; − de vallei met zijn laaggelegen meersen, met natte klei- en zandleemgronden en plaat- selijke veenopduikingen, en kleine langgerekte percelen is nog goed bewaard geble- ven. De begrenzing van deze vallei is nog goed afleesbaar door de intacte steilrand. Bovendien is de aansluiting met de omliggende landschapsentiteiten (kouters en bulken) nog gaaf. Vlakke gebieden op zandige gronden komen voor ten noorden van de vallei terwijl de vlakke gebieden op zandlemige gronden enkel ten zuiden van de vallei voorkomen; − er liggen rond de vallei nog verschillende kouters die goed open gebleven zijn; − in de nabijheid van de Oude Kalevallei liggen nog enkele bulkengebieden waarin de typische afwisseling tussen akkers en weilanden met perceelsrandbegroeiing nog goed is te zien.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 8

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

De vallei heeft een bijzondere wetenschappelijke waarde omdat ze een goed beeld geeft van het ontstaan en de evolutie van de riviervlakten na de ijstijden. De vallei heeft een bijzondere paleo-geomorfologische waarde (goed bewaarde fossiele geulen die opgevuld zijn met paleontologisch rijk sediment).

Het perceelspatroon in de vallei is grotendeels behouden zoals het landschap destijds door de vroegste ontginners in gebruik werd genomen. De perceelsrandbegroeiing is echter vrij recent en dateert van de overgang van hooiland naar graasweide. Dit is weliswaar cultuurhistorisch niet eigen maar maakt binnen het gebied deel uit van de ecologische infrastructuur en biedt een meerwaarde voor de landschapsbeleving.

De alluviale gronden komen voor langs de oevers van de Oude Kale in smalle stroken van 100 tot 600 m. De gronden werden van nature overstroomd in de winter en zijn vrij vochtig in de zomer. Door de Watering Oude Kale en Meirebeek wordt sedert 1974 via het pompstation te Vinderhoute het waterpeil kunstmatig lager gehouden om wateroverlast te vermijden.

In het projectgebied zijn enkele woonkernen met een goed bewaarde perceelsstructuur van vroegere nederzettingspatronen (het Driesselken in Merendree en de dries Slindonk in Drongen die voor de helft in het projectgebied ligt). Zij hebben een hoge cultuurhisto- rische waarde.

Knelpunten

Het plangebied kampt ook met enkele knelpunten : − een gepland project voor de aanpassing (verbreding) van de waardevolle bedding van de Oude Kale voor waterafvoer en watertransport van de Poekebeek naar het waterproductiecentrum (WPC) Kluizen; − de aantasting van het perceelspatroon en het verdwijnen van kleine landschapsele- menten (KLE’s) en afname van de variatie in teelten door intensivering van de land- bouw. Hierdoor verdwijnt het onderscheid tussen kouters en bulken; − plaatselijke omzettingen van weiland naar akkerland in de vallei. Zij schaden het typische landschappelijke beeld; vaak gaat deze omzetting nog gepaard met het verwijderen van de perceelsrandbegroeiing; − drie afgedekte storten in de vallei (zie 1.2.7.3. Afgedekte afvalstorten). Zij vormen belangrijke aantastingen van het landschap; − de aantasting van het landschap door ontginningen en baggerslibdepositie (zie 1.2.7.2. Ontginningsgebieden en baggerslibstort): de zandontginning aan de Zuurhoek in Vin- derhoute en het opgespoten weiland met baggerslib aan het kanaal Gent - Oostende; − slecht geïntegreerde bedrijfsgebouwen op de rand van de vallei; − bosjes met voederinfrastructuur en streekvreemde aanplantingen in functie van de jacht (wildbosjes); − slecht geïntegreerde hobbyweides en sommige vormen van residentieel wonen: aantasting van de open ruimte en landschapsidentiteit; − hoogstammige populierenrijen en -bosjes in de vallei.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 9

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

1.2.2 Natuur (zie kaart 3)

Kwaliteiten

Hoewel sterk menselijk beïnvloed, blijft de vallei van de Oude Kale een gevarieerde leef- plaats voor planten en dieren. De meersen zijn een graslandgebied met veel sloten en bomenrijen, enkele verruigde stukjes en een aantal (broek)bosjes.

De Oude Kale, een zwak meanderende laaglandbeek met natuurlijke oevers die op vele plaatsen versterkt zijn door de wortels van aanpalende bomenrijen, vormt de centrale natuuras doorheen het projectgebied. De structuur van de beek wordt op basis van lucht- foto-interpretatie als matig geëvalueerd. In de beek zelf komen o.a. sterrekroos, schede- fonteinkruid en gekroesd fonteinkruid voor. De Oude Kale heeft nog een relatief gevari- eerd visbestand (baars, brasem, paling, snoek, …).

Het merendeel van de graslandpercelen is soortenarm. De grasmat wordt gedomineerd door zeer algemene grassoorten als Engels en Italiaans raaigras, ruw beemdgras, gestreepte witbol, … De geknikte vossestaart is de enige soort die hoofdzakelijk of vrijwel uitsluitend binnen de invloedssfeer van het grondwater, dat zich gewoonlijk iets onder het maaiveld bevindt, groeit (een zogenaamde freatofyt (plantensoorten met Londowaarden1 2, 3 en 4)) en nog frequent in de percelen voorkomt. Zelfs de percelen waarin pinksterbloem nog frequent voorkomt zijn schaars. Andere freatofyten zijn nagenoeg volledig naar de perceelsranden verdrongen (zie kaart 3; opmerking : de inventaris (VLM, 1999) is beperkt tot de meersen). Plaatselijk betreft het soortenrijke begroeiingen langs greppels, grachten en sloten met een hoog aantal freatofyten. Voorbeelden zijn dotterbloem, echte koekoeksbloem, poelruit, moerasspirea, scherpe zegge, tweerijige zegge, blaaszege, … Het zijn verruigde relicten (moerasspirearuigte) van eertijds veel meer voorkomende dotterbloemhooilanden. Andere perceelsrandbegroeiingen zijn dan weer veel soortenarmer en worden gedomineerd door riet, rietgras of liesgras.

De talrijke zijsloten, greppels en grachten herbergen de hoogste natuurwaarden van de vallei. Een belangrijk verschil met de Oude Kale zelf is het voorkomen van kwelsoorten als waterviolier en holpijp. De best ontwikkelde vegetaties van dit type worden aangetroffen in parallel aan de Oude Kale verlopende sloten (kwelsloten). Ook andere waterplanten als fijne en grote waterranonkel, (witte of slanke) waterkers en groot moerasscherm zijn tot de diepere sloten beperkt.

1 Londo (1988) rangschikt de Nederlandse vaatplanten in negen verschillende categorieën die weergeven in hoeverre een bepaalde grondwaterstand noodzakelijk is voor een goede ontwikke- ling en voltooiing van de levenscyclus. Freatofyten zijn soorten die in een bepaald gebied in hun voorkomen beperkt zijn tot de invloedssfeer van het grondwateroppervlak. Afreatofyten zijn soorten die niet aan die invloedssfeer gebonden zijn.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 10

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

De ‘bossen’ bestaan dikwijls uit bonte verzamelingen van exoten. Het betreft bosjes die dikwijls zijn aangelegd in functie van de jacht. Nitrofiel alluviaal elzenbos is beperkt tot enkele kleine percelen. Deze bospercelen herbergen zowel typische bosplanten, moeras- planten als ruigtekruiden. Bijna alle bospercelen werden ingeplant met Canadese populier.

De ecologisch infrastructuur in de vallei en in het omgevend bulkengebied wordt naast beken, sloten, grachten en greppels voornamelijk gevormd door de talrijke bomenrijen. Het betreft meestal schietwilgen of Canadese populieren. De talrijke knotbomen bieden goede broedgelegenheden aan holenbroeders als holenduif, spreeuw en zwarte rood- staart.

De noordoostelijk gesitueerde open waters oefenen een grote aantrekkingskracht uit op overwinterende watervogels (kuifeend, bergeend, aalscholver, ...). In de steile oevers van één van de ontginningen broeden oeverzwaluw en ijsvogel. De ‘Molenmeers’ wordt beheerd als natuurreservaat. Langs de oevers komen interessante kwelvegetaties met bosbies en dotterbloem voor. Verspreid is er spontane opslag van wilgenstruweel. Het talud rondom de grootste ontginning is begroeid met een zeer ruderale vegetatie (nage- noeg uitsluitend grote brandnetel).

De omgevende kouters en bulken bestaan uit een aaneenschakeling van intensief bewerkte akkers en graslanden. De natuurwaarden op kouters en bulken zijn beperkt tot verspreide perceelsrandbegroeiing, smalle wegbermen, een verarmde akkerflora, de poel op het Driesselken en enkele hoogstamboomgaarden.

Knelpunten

De eertijds algemene en voor minder voedselrijke milieus indicatieve plantensoorten werden door de hoge bemesting en de ontwatering naar perceelsranden verwezen.

De vroege eerste maaibeurt (half mei) maakt dat grassen gestimuleerd worden om nieuwe uitlopers te vormen en dat weinig plantensoorten in bloei kunnen komen. Op die manier verdwijnen zelfs algemene soorten als witte klaver, kruipende en scherpe boter- bloem uit de hooiweiden en hooilanden. Ook kuikens van weidevogels (kievit) worden hierdoor weinig overlevingskansen geboden. Langs de waterlopen leidt de vroege maai- beurt tot een sterke vermindering van de beschuttingsmogelijkheden voor kuikens van watervogels. Een aantal graslandpercelen in de meersen is omgezet tot akkerland. De perceelsrand- begroeiing (vooral moerasspirearuigte) wordt plaatselijk met herbiciden bestreden. De beplanting van percelen ten behoeve van de jacht gebeurt dikwijls met niet-streekeigen soorten.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 11

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Het pompstation te Vinderhoute vormt een migratieprobleem voor aquatische organismen. De Oude Kale valt plaatselijk en tijdelijk droog gedurende de zomer. Ook enkele poelen zijn sterk verland en dreigen dicht te groeien. De kwelvegetatie langs de noordwestelijke oever van de ‘Molenmeers’ grenst onmiddellijk aan intensief gebruikt akkerland.

1.2.3 Hydrologie

1.2.3.1 Systeembeschrijving oppervlaktewater (zie figuur 1)

Het bekken van de Oude Kale en Meirebeek (ca. 4.000 ha) wordt in het westen begrensd door het Schipdonkkanaal, in het noorden door het kanaal Gent - Oostende, in het zuiden en het oosten door het Leiebekken en de stadsrand van Gent. Het bekken van de Oude Kale zelf heeft een oppervlakte van 1.335 ha.

Het niet-gekalibreerde deel van de Oude Kale tussen Merendree en Vinderhoute is te omschrijven als een zwak meanderende laaglandbeek met nog veel structuurkwaliteit. Het deel stroomopwaarts, buiten het studiegebied, parallel met het Schipdonkkanaal is reeds rechtgetrokken. De Oude Kale (een waterloop van 1ste categorie) is geen bronbeek maar een regenbeek waardoor het debiet afhankelijk is van de neerslag.

Vroeger vormde de Oude Kale het natuurlijke verlengde van de Poekebeek. De oorspronkelijke stroom bestond uit de Poekebeek als bovenloop, de Oude Kale als middenloop en de Durme als benedenloop. Sinds de aanleg van het Schipdonkkanaal in de 19de eeuw werden de Poekebeek en de Oude Kale van elkaar geïsoleerd. Door de aanleg van het kanaal Gent - Oostende en het kanaal Gent - Terneuzen werd de Oude Kale tweemaal afgesneden van de Durme. De belangrijkste zijbeek van de Oude Kale aan de rechteroever is de Kalebeek (een waterloop van 2de categorie). De Meirebeek (een waterloop van 2de categorie en gedeeltelijk 1ste categorie) en de Oude Kale vloeien samen aan het pompstation te Vinderhoute. De Meirebeek is via de Borisgracht (een waterloop van 1ste categorie) verbonden met de Oude Kale. De Reigersgracht is een zijbeek aan de linkeroever van de Kalebeek. Een andere zijbeek aan de linkeroever van de Oude Kale is het Geleed, die tevens de scheiding vormt tussen de gemeenten Nevele en Lovendegem.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 12

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Het waterpeil van de Oude Kale en de Meirebeek wordt momenteel geregeld d.m.v. een pompstation te Vinderhoute. Dit pompstation bestaat uit vijf pompen met een capaciteit van elk 1 m³/s. Het water van de Oude Kale en Meirebeek kan hier verpompt worden naar (zie figuur 1) :

− de Lieve en verder naar het Waterproductiecentrum (WPC.) Kluizen van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) (maximaal 2 m³/s); − de Caelene en verder in het kanaal Gent - Terneuzen; − of het kanaal Gent - Oostende.

Het water van de Poekebeek kan via een sifon onder het Schipdonkkanaal te Nevele afgeleid worden naar het bekken van Oude Kale en Meirebeek.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 13

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Figuur 1 : Ligging van de waterlopen ten opzichte van het WPC Kluizen. (Bron: MER Waterbeheersingswerken in de vallei van de Oude Kale, AMINAL - afdeling Water, 1996)

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 14

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

De Oude Kale heeft een gering verhang en als gevolg daarvan een geringe stroom- snelheid (gemiddeld 0,22 m/s bij een debiet van 0,5 m³/s). In 1999 voerde de afdeling Water ruimingswerken uit aan de Oude Kale. Hierdoor werd de afvoercapaciteit verhoogd.

De maximale afvoercapaciteit van de Oude Kale is heden na de ruimingswerken 1,4 m³/s. Bij dit debiet treedt de Oude Kale op twee plaatsen een weinig buiten haar oevers. Tussen het stort van de gemeente Lovendegem (aan het einde van de Brouwerijstraat) en het groot stort van de stad Gent (aan de Borisgracht) treedt de Oude Kale een viertal meter buiten de linkeroever. Ten noordwesten van het Driesselken treedt zij enkele meter buiten haar rechteroever. Op de overige plaatsen blijft bij dit debiet het waterpeil 5 à 20 cm onder het maaiveld2.

Ter illustratie : enkele foto’s genomen bij debietsmetingen uitgevoerd door AMINAL – afdeling Water vóór ruiming van de Oude Kale.

Foto 1 : Oude Kale afwaarts stort “Borisgracht” (22 maart 1999) – debiet 1,1 m³/s – foto AMINAL - afdeling Water

Foto 2 : Oude Kale afwaarts “Borisgracht” (23 maart 1999) – debiet 1,3 m³/s – foto AMINAL - afdeling Water

2 Bronnen : hydraulische modellering d.m.v. ISIS, 1999 ; debietsmeting afdeling Water op Oude Kale, 1999 en 2000.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 15

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

1.2.3.2 Systeembeschrijving grondwater

De vallei van de Oude Kale is onderhevig aan lokale kwel afkomstig van de omgevende hoger gelegen infiltratiegebieden (kouters-bulken). Het grondwater is permanent in die zin dat, hoewel de stand ervan in de loop van het jaar wisselt, steeds op relatief geringe diepte een grondwatertafel voorhanden is. De huidige drainageklassen van de vallei- gronden (bijna uitsluitend U-(= zware klei) en L-(= zandleem) gronden) zijn overwegend drainageklasse e (begin roestverschijnselen of gemiddelde hoogste grondwaterstand tussen 30 en 50 cm onder maaiveld), plaatselijk d (tussen 50 en 80 cm onder maaiveld) of f (0 tot 30 cm onder maaiveld)3.

3 Bronnen: Bodemkaart van België 1963, actualisering van de drainageklassen van de bodemkaart (provincie Oost-Vlaanderen, 1997); in situ bodemkarteringen VLM, 1999.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 16

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

1.2.3.3 Oppervlaktewaterwinning

De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) beschikt te Kluizen (gemeente Evergem) over een drinkwaterproductiecentrum (WPC). Het stroomgebied van de Oude Kale en Meirebeek maakt deel uit van het oppervlaktewaterwingebied voor Kluizen. Vanwege het voortdurend stijgend waterverbruik werd het WPC - Kluizen in 1996 uitge- breid met een tweede spaarbekken. Om de spaarbekkens van Kluizen volwaardig te kunnen inzetten en de vooropgestelde productie in de nabije toekomst van 70.000 m³/dag gedurende het volledige jaar te kunnen handhaven (productie 25.550.000 m³/jaar), is er volgens de VMW een captatiegebied vereist met een totale oppervlakte van minimum 28.000 ha. De VMW neemt hierbij aan dat in een droog jaar slechts 900 m³/ha kan geleverd worden. Deze oppervlakte is beschikbaar door de volgende stroomgebieden: (a) Burggravenstroom, Brakeleiken, Lieve, Oude Kale en Meirebeek ± 11.000 ha (b) Poekebeek ± 11.000 ha (c) Sleidingsvaardeken, Molenvaardeken, Avrijevaart, Kruisstraatwaterloop, Eeklo’s Leike ± 6.000 ha (d) Wagenmakersbeek, Ede en Sleepdammewatergang ± 10.000 ha Enkel het innamegebied (a) is vandaag in gebruik. Om de innamegebieden (c) en (d) in gebruik te nemen zijn bijkomende infrastructuurwerken noodzakelijk. De mogelijke innameperiode beperkt zich volgens de VMW in de praktijk van 1 oktober tot 30 april. Buiten deze periode is er nooit zekerheid op gebied van kwaliteit en kwantiteit. Zelfs tijdens de innameperiode kan door kwaliteitsredenen of door werken aan de waterloop geen waterinname gebeuren.

Bijgevolg voorziet de VMW het nieuwe spaarbekken te bevoorraden met water uit het stroomgebied van de Poekebeek. Dit kan door gebruik te maken van de sifon onder het Schipdonkkanaal te Nevele. De VMW wenst gedurende de innameperiode ter hoogte van het pompstation te Vinderhoute de beschikking te hebben over 2 m³/s (te leveren door enerzijds Oude Kale en de Meirebeek, anderzijds de Poekebeek). Rekening houdend met het eigen debiet van de Meirebeek (0,3 m³/s, variabel) en de Oude Kale (0,2 m³/s) betekent dit een door de VMW vanaf 2006 maximaal gewenst debiet van 1,5 m³/s vanuit de Poekebeek of gedurende de innameperiode een maximaal debiet van 1,7 m³/s door de Oude Kale 4. Dit maximaal debiet zal statistisch éénmaal om de 4 jaar nodig zijn. Gedurende de overige drie jaren blijft het door de VMW gevraagde debiet in de Oude Kale gedurende de ganse captatieperiode kleiner dan 1 m³/s. Vóór 2006 zal nooit meer dan 1 m³/s water door de Oude Kale gestuurd worden. Uit de statistische verwerking van de afvoergegevens van de Poekebeek ter hoogte van het Schipdonkkanaal over de periode 1984-1997 blijkt dat een gemiddeld dagdebiet van 1,5 m³/s, jaarlijks gemiddeld 55 dagen voorkomt in de periode van oktober tot april. De Oude Kale kan een debiet van 1,7 m³/s niet aan. Om dit debiet mogelijk te maken zijn aanpassingswerken (in hoofdzaak verbreding) aan de Oude Kale gepland door de afdeling Water van AMINAL. In opdracht van de afdeling Water werd i.v.m. de voormelde aanpassingswerken een beleids-MER opgemaakt (conformiteitscode 01/04/1996).

4 Bron: MER, afdeling Water, 1996 en brief VMW van 14 april 2000.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 17

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

1.2.4 Landbouw

Situering van het landbouwgebruik

86% van de oppervlakte van het projectgebied (met uitzondering van het ontginnings- gebied, de twee kasteelparken en het kanaal Gent - Oostende) is geregistreerd bij de mestbank (1998). De totale geregistreerde landbouwoppervlakte in het projectgebied is 340 ha 5. De landbouwpercelen in het projectgebied worden door 59 landbouwers gebruikt. In het projectgebied zijn 20 bedrijfszetels gesitueerd, alle buiten het meersen- gebied van de vallei. Het agrarisch grondgebruik beslaat voornamelijk 204 ha gras (113 ha in het meersengebied), 85 ha maïs en 17 ha granen.

Bedrijfstypes (zie kaart 4)

De belangrijkste voorkomende productietakken zijn melkkoeien en varkens. De productie- takken kunnen op de bedrijven op verschillende manieren gecombineerd (zie tabel 1). De helft van de bedrijven zijn melkveebedrijven (gespecialiseerd of gemengd). Acht bedrijven zijn gespecialiseerde varkensbedrijven. In het projectgebied komen 3 bedrijven met tuinbouw voor. Twaalf bedrijven zijn zodanig klein dat ze getypeerd worden als andere bedrijfstypes. Bijna de helft van de landbouwoppervlakte in het projectgebied is in gebruik bij gespecialiseerde melkveebedrijven. De bedrijfstypes komen verspreid over het projectgebied voor.

Tabel 1: Aantal bedrijven en geregistreerde landbouwoppervlakte per bedrijfstype

Bedrijfstype Aantal bedrijven met gebruik Oppervlakte geregistreerd in in het projectgebied het projectgebied (ha) Tuinbouw 3 3 Melkkoeien 20 156 Melkkoeien - mestvee 4 25 Melkkoeien - varkens 8 68 Mestvee 4 27 Varkens 8 34 Andere 12 24 Totaal 59 340

5 Het schaalniveau waarop door de Mestbank geregistreerd wordt is verschillend van het schaal- niveau waarop de inventarisaties in het kader van dit inrichtingsplan uitgevoerd zijn. Daardoor kunnen er (kleine) verschillen optreden in oppervlakte tussen de verschillende hoofdstukken van dit rapport.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 18

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Productieomvang

De bedrijfskenmerken die de productieomvang bepalen zijn o.a. de bedrijfsoppervlakte, de teelten en de veestapel. Op basis hiervan worden de bedrijven onderverdeeld in grootte-klassen, gaande van zeer klein (grootte-index 1) over gemiddeld (grootte-index 3) tot uiterst groot (grootte-index 5). De grootte van het bedrijf is ook een graadmeter voor de leefbaarheid van het bedrijf. De bedrijven hebben een gemiddelde grootte-index van 3,1 6. De bedrijven zijn sterk gespreid over de verschillende grootte-klassen. In het projectgebied komen relatief veel zeer kleine en kleine bedrijven (17 resp. 8) voor en relatief veel zeer grote bedrijven (19). De grootste bedrijven zijn de gespecialiseerde varkensbedrijven en de gemengde bedrijven met melkkoeien. Enkel mestvee scoort onder het gemiddelde. 158 ha wordt gebruikt door zeer grote bedrijven, 46 ha door zeer kleine bedrijven.

Leeftijd van de bedrijfsleiders

De gemiddelde leeftijd van de bedrijfsleiders is 47 jaar. Vijf bedrijfsleiders zijn ouder dan 65 jaar en zeven bedrijfsleiders zijn tussen 55 en 65 jaar. Acht bedrijfsleiders zijn jonger dan 35 jaar, 17 tussen 35 en 45 jaar. In vergelijking met de rest van Vlaanderen is dit een vrij jonge landbouwbevolking. De gepensioneerden gebruiken 8 ha in het projectgebied, de gebruikers tussen 55 en 65 jaar 25 ha. Het aantal uitbollende bedrijven wordt geraamd op 3 tot 6. Procentueel is dit weinig in vergelijking met de rest van Vlaanderen.

Absolute en relatieve bedrijfsoppervlakte in het projectgebied

Ongeveer de helft van de bedrijven (30) bewerken meer dan 3 ha in het projectgebied. De “kleine” gebruikers (minder dan 1,5 ha) gebruiken 10 ha in het projectgebied.

Tabel 2 geeft het percentage van de bedrijfsoppervlakte binnen het projectgebied weer. Gemiddeld ligt 35% van de bedrijfsoppervlakte in het projectgebied. Bij de bedrijven met melkkoeien ligt het gemiddeld percentage sterk onder het gemiddelde. De gespeciali- seerde varkensbedrijven hebben een groot percentage van hun bedrijfsoppervlakte liggen in het projectgebied. Van zeven grote tot zeer grote bedrijven ligt meer dan 50% van hun bedrijfsoppervlakte in het projectgebied. Deze bedrijven gebruiken dus weinig oppervlakte buiten het projectgebied.

6 De gemiddelde kengetallen van één bedrijf met grootte-index 3 zijn : − voor bedrijfsoppervlakte : 24 ha (waarvan 15 ha gras en 5 ha maïs), − voor GrootVee-Eenheden : 55 stuks (waarvan 25 stuks melkkoeien), − voor zeugen : 10 stuks, − voor mestvarkens : 104 stuks.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 19

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Tabel 2: Aantal bedrijven volgens percentage van de bedrijfsoppervlakte in het project- gebied per bedrijfstype.

Bedrijfstype Totaal % van de bedrijfsoppervlakte in het projectgebied Gemiddeld < 10 % 10 - 20 % 20 - 30 % 30 - 50 % 50 - 80 % > 80 % percentage Andere 12 4 2 1 3 2 41 % Melkkoeien 20 5 4 2 5 4 29 % Mestvee 4 1 1 2 49 % Melkkoeien- 4 2 1 1 21 % mestvee Melkkoeien- 8 5 2 1 21 % varkens Tuinbouw 3 1 1 1 39 % Varkens 8 1 1 2 1 3 55 % Totaal 59 15 9 7 11 11 6 35 %

Veebezetting en ruwvoederbalans

De intensiteit van het graslandgebruik kan geschat worden aan de hand van de veebe- zetting. Het gemiddeld aantal GrootVee Eenheden (GVE) per ha grasland bedraagt 4,2 en benadert de landbouwkundig optimale veebezetting (tussen 3,5 en 4,5 GVE/ha). De bedrijven met veel GVE benaderen gemiddeld het optimale. Bedrijven met weinig GVE zijn eerder intensief (meer dan 5,5 GVE/ha) of extensief (minder dan 2,5 GVE/ha).

De bedrijven met extensieve, resp. intensieve graslandbezetting gebruiken circa 28% en 44% van de landbouwoppervlakte7 in het projectgebied. Voor de meersen is 40% gebruikt door bedrijven met intensieve graslanduitbating, 36% door bedrijven met optimale gras- landuitbating en 25% door bedrijven met extensieve graslanduitbating.

De groepering van de percelen rond de bedrijfszetel is aangeduid op kaart 4. Zeventien bedrijven hebben geheel of gedeeltelijk hun huiskavel in het projectgebied. Voor vier bedrijven met melkkoeien ligt een gedeelte van de huiskavel in de meersen.

7 De totale bedrijfsoppervlakte in het gebied: grasland en maïs.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 20

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

De ruwvoederbalans is de verhouding van het aanbod van voeder t.o.v. de vraag naar ruwvoeder van de graasdieren (rundvee). De meest voorkomende ruwvoeders zijn gras- land, maïs en voederbieten. Gemiddeld hebben de bedrijven een ruwvoederoverschot. Tussen de bedrijfstypes is het verschil groot. De bedrijven met melkkoeien zijn de enige bedrijven die rond het evenwicht schommelen. Alle andere bedrijven hebben gemiddeld een ruwvoederoverschot (zie tabel 3).

Tabel 3: Ruwvoederbalans voor de bedrijven per bedrijfstype.

Bedrijfstype Ruwvoederbalans Totaal Gemiddelde tekort klein klein overschot balans tekort overschot Andere 7 7 3,2 Melkkoeien 4 9 7 20 1,2 Mestvee 1 3 4 1,5 Melkkoeien-mestvee 3 1 4 0,9 Melkkoeien-varkens 6 2 8 1,3 Varkens 1 1 1 3 2,1 Totaal 1 8 17 20 46 1,6

1.2.5 Recreatief medegebruik

In de omgeving zijn er veel wandelroutes. Ze liggen allemaal aan de rand van het plange- bied en laten de wandelaar nauwelijks kennismaken met de Oude Kalevallei en directe omgeving. Geen enkele wandelroute dwarst de Oude Kale tussen Merendree en de Molenbrug. Volgende uitgestippelde wandelroutes zijn gedeeltelijk binnen het project- gebied gelegen : − Kastelenwandeling (Nevele, 9 km) : langs de Veldestraat en Langenakker; − Soete Beese pad (Nevele, 11 km) : langs de Langenakker; − Kleine Lowandeling (Lovendegem, 4 km) : langs de Peperhoek, Hooimeersslag en Molendam; − Tussen Kale en Lieve (Lovendegem, 26 km) : langs de Peperhoek, Hooimeersslag, Molendam, Molenslag en Poekstraat; − Vinderhoutepad (Lovendegem, 6 km) : langs de Molenslag en de Poekstraat.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 21

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

De fietsroutes liggen ook aan de rand van het plangebied. Volgende fietsroutes zijn gedeeltelijk binnen het projectgebied gelegen : − Nevellandroute (Nevele, 50 km): langs de Veldestraat, Langenakker, Biezestraat, Ooststraat en Alsemweg; − Landelijke Fietsroute Vlaanderen n° 5 (Lovendegem): langs de Molendam en Molen- slag; − Fietsroute VVV De Lieve n° 3 (Lovendegem): langs de Peperhoek, Hooimeersslag, Molendam, Molenslag en Poekstraat; − Fietsroute ‘Het kanaal Gent - Brugge, een kanaal met een verhaal’ (vzw Natuur- reservaten).

Langs de talrijke recreatieve routes in de omgeving van de Oude Kalevallei zijn er enkele rustplaatsen voorzien : − grondgebied van Nevele: een kleine uitgeruste picknickplaats in de Ooststraat aan de kruising met de Reigersgracht; − grondgebied van Lovendegem: bank langs de Molendam.

In het projectgebied zijn geen echte ruiterroutes. De bermen van het jaagpad langs het kanaal Gent - Oostende worden soms gebruikt door ruiters. Er is een paardenmanege op het grondgebied van Gent (Poekstraat).

De landbouwgronden in het projectgebied worden gebruikt voor jachtdoeleinden. Hier en daar staan wildbosjes in het landschap.

1.2.6 Archeologie (zie kaart 5)

In het kader van het landinrichtingsproject Leie en Schelde werd in opdracht van de VLM een archeologische inventaris gemaakt door de Universiteit Gent (UG) van het gedeelte van het landinrichtingsproject Leie en Schelde gelegen ten noorden van de spoorlijn Gent - Brugge (1999).

In het projectgebied van de Oude Kale werden door prospectie en archivalisch onderzoek sporen gevonden uit de Steentijd, de Metaaltijd, de Romeinse periode en de Middel- eeuwen.

Een groot deel van het ontginningsgebied in het noordoosten en de drie afgedekte storten hebben geen archeologische potentie (verstoord). Een groot deel ten zuiden van de Oude Kalevallei en de noordelijke rand van het projectgebied hebben een geringe archeolo- gische potentie. Een groot deel ten noorden en ten noordoosten van de vallei en ter hoogte van de Alsemweg bij de Kalebeek hebben een zekere potentie en de vallei zelf heeft een grote archeologische potentie volgens de studie.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 22

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Over een klein deel in het zuiden aan de linkeroever van de Kalebeek en een klein gebied ten zuidwesten van het stort aan de Borisgracht op de rechteroever van de Kalebeek bestaat er onvoldoende gekende archeologische informatie. Volgens de archeologische studie is de omgeving rond het Kasteel Ten Walle, de om- geving rond de Van Vlaenderensmolen en het grootste deel van de vallei waardevol. Twee plaatsen in de vallei (ten noorden van de Reigersgracht en ter hoogte van het Geleed), één plaats net buiten de vallei bij het Geleed en een deel tussen de Molenslag en de Sint-Annadreef hebben als knelpunt het akkerlandgebruik (waar graslandgebruik meer aangewezen is).

1.2.7 Milieu

1.2.7.1 Oppervlaktewaterkwaliteit en waterzuiveringsinfrastructuur

Binnen het projectgebied bevinden zich twee meetpunten van het VMM-meetnet, beide op de Oude Kale. Eén meetpunt is gesitueerd ter hoogte van de Molenbrug te Vinderhoute, het andere ter hoogte van het pompstation van Vinderhoute. Op basis van de Prati-index is het water van de Oude Kale ter hoogte van de Molenbrug matig verontreinigd en ter hoogte van het pompstation verontreinigd. De Biotische Index bedraagt op beide meetpunten 7. Dit betekent weinig verontreinigd water (1997).

Wat de bovengemeentelijke waterzuiveringsinfrastructuur betreft, kan gesteld worden dat deze praktisch volledig gerealiseerd is. Op diverse plaatsen dienen nog wel gemeentelijke rioleringen aangelegd te worden om geïsoleerde lozingspunten te saneren. Deze uitbouw kan nog enige tijd in beslag nemen.

1.2.7.2 Ontginningsgebieden en baggerslibstort

Er ligt een zandontginningsgebied in het noordoosten aan de Zuurhoek in Vinderhoute (zie kaart 2). Het is eigendom van de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ), met een vergunning die loopt tot 2011. Als gevolg van deze zandwinning zijn een aantal waterplassen ontstaan. Enkel het meest oostelijke gedeelte van het ontginningsgebied wordt nog actief ontgonnen.

Een perceel ten noordwesten van de Molenmeers, langs het kanaal Gent - Oostende, werd opgespoten met baggerslib. Het is eigendom van AWZ en wordt nu gebruikt als weiland.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 23

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

1.2.7.3 Afvalstorten

Binnen het gebied komen drie afgedekte afvalstorten voor met voor zover gekend hoofd- zakelijk huishoudelijk afval (zie kaart 2) :

− een 10,8 ha groot stort aan de rechteroever van de Oude Kale ter hoogte van de Borisgracht, in gebruik als akkerland en weiland en dat 2 à 3 meter uitsteekt boven de meersen. Het gaat om een stort dat in gebruik is geweest in de periode begin jaren ’70 tot begin jaren ’80; er is o.a. gemengd huisvuil gestort van Drongen en Sint-Amands- berg en later Groot-Gent, naast ander afval. Het stort werd afgedekt met aarde. − een stort (ca. 0,3 ha) aan de rechteroever ten zuiden van de Molenbrug (de brug over de Oude Kale, nabij de Van Vlaenderensmolen) is wildakker (maïs) en is op de rand begroeid met middelhout of hoogstammig loofhout met ondergroei van struiken en ruderale vegetatie. Het betreft een gemeentelijk stort van huisafval en grof huisvuil dat ongeveer 5 jaar in gebruik was en gesloten werd op 31 december 1981; de diepte van het stort bedraagt ongeveer 3 m. Het stort werd afgedekt met aarde. − een omheind stort (ca. 0,65 ha) op de linkeroever op het einde van de Brouwerijstraat. Het bestaat uit ruigte. Het is een soortgelijk stort als dat aan de Molenbrug dat ongeveer 4 jaar in gebruik was en eveneens werd gesloten op 31 december 1981. Het stort werd afgedekt met aarde.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 24

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

1.3 Juridische en beleidsmatige aspecten

1.3.1 Ruimtelijke ordening

Gewestplan (zie kaart 6)

Volgens het gewestplan Gentse en Kanaalzone is de Oude Kale met zijn aanpalende percelen (meersen) een valleigebied (158,5 ha). Daarnaast komt er landschappelijk waardevol agrarisch gebied (183,3 ha) voor, ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied (29,3 ha), agrarisch gebied (61,5 ha), woongebied (4,9 ha) en woon- gebied met landelijk karakter (2,3 ha).

Ruimtelijke Structuurplannen

In de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is Gent geselec- teerd en ingedeeld als grootstedelijk gebied. Volgens dit structuurplan zijn beken en rivieren met bijbehorende alluvia dominante structurerende elementen voor de natuurlijke structuur in het buitengebied. De Kalevallei is volgens kaart 2.1. uit het Structuurplan een structuurbepalende beekvallei in Vlaanderen.

De startnota van het Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen werd in 1998 afgerond en vormt de basis voor de volgende planfase. In juli 1999 werd het voorontwerp van het informatief gedeelte van dit provinciaal Ruimtelijk Structuurplan beëindigd en het overleg gestart. In maart 2000 werd het concept van het richtinggevend gedeelte van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan voorlopig afgerond, waarna een informatie- en overlegronde georganiseerd is.

De gemeente Nevele beschikt over een Ruimtelijk Structuurplan, goedgekeurd door de Minister van Ruimtelijke Ordening op 9 april 1998. In dit Structuurplan worden onder het programma voor actie en maatregelen van het richtinggevend gedeelte enkele doel- stellingen geformuleerd die o.a. betrekking hebben op de Oude Kalevallei. Het vallei- gebied is aangeduid als een zone met een grondgebonden agrarische functie waar niet gebouwd mag worden. Dit gebied heeft een hoge landschappelijke en natuurwaarde. Deze moet ondersteund worden door een verweving van landbouw en natuur. Het gebied is aangewezen voor beheerslandbouw. Om deze belangrijke groenas te beschermen tegen verdere aantasting moeten er ook bijkomende beperkingen opgelegd worden naar recreatie en bebouwing toe. Nieuwe recreatieve inrichtingen kunnen er niet langer inge- plant worden. Recreatief fietsen en wandelen kan wel en kan zelfs bevorderd worden. De waterkwaliteit moet verbeterd worden en de kleine landschapselementen moeten behouden en verder ontwikkeld worden. Voor wat de omliggende bulken betreft, wordt een behoud en herstel van het gesloten karakter vooropgesteld. Het open karakter van de omliggende kouters dient behouden te blijven.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 25

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

De gemeente Lovendegem is in juli 1999 gestart met de opmaak van haar Ruimtelijk Structuurplan. Een startnota betreffende het informatief gedeelte (o.a. knelpunten) werd ondertussen afgewerkt en wordt getoetst naar de bevolking toe.

De Ruimtelijke Ontwikkelingsstructuur Gent (ROS-1993) geeft een inzicht in de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de stad op langere termijn. Hierin voorziet men o.m. groen- assen die ontwikkeld worden als lineaire parken. Zij vormen dan de drager voor de uit- bouw van een net van wandel- en fietspaden en recreatieve voorzieningen tussen de landelijke gebieden en de binnenstad. Deze groenassen functioneren tevens als de basis van de ecologische structuur van de stad. Groenas 7, de verbinding van de Coupure naar Vinderhoute, sluit morfologisch aan op de vallei van de Oude Kale.

In verband met het Ruimtelijk Structuurplan voor Gent is de fase van het informatief gedeelte afgerond. Het richtinggevend gedeelte is in opmaak. Het ontwerp Ruimtelijk Structuurplan is voorzien tegen het voorjaar van 2001.

Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) in opmaak

In opdracht van de gemeente Nevele werd op 23 april 1998 een ontwerper aangesteld voor het BPA Kalevallei en Bulkengebied Landegem - Merendree. Het deel van het projectgebied van het inrichtingsplan op het grondgebied van de gemeente Nevele zit helemaal vervat in dit BPA. Het gebied van het BPA is ruimer dan het projectgebied van het inrichtingsplan: het loopt nog door tot de spoorweg Gent - Brugge in het zuiden en loopt ook nog voor een deel langs de loop van de Oude Kale naast het Schipdonkkanaal.

Het BPA werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 april 2000. Het openbaar onderzoek is voorzien in mei-juni 2000.

De gemeente Nevele wil met het BPA Kalevallei en Bulkengebied Landegem - Merendree haar Ruimtelijk Structuurplan toepassen dat o.a. in een gedifferentieerde benadering voorziet tussen valleigronden en bulkengebieden. In het BPA zijn o.m. voorzien : een meer natuurgerichte bestemming voor delen van de Kalevallei, mogelijkheden voor recreatief medegebruik (fietsen, wandelen), afgebakende uitbreidingsmogelijkheden voor land- en tuinbouwbedrijven en bepalingen rond het wonen. Het inrichtingsplan Oude Kale is afgestemd op het BPA Kalevallei en Bulkengebied Landegem - Merendree.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 26

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

1.3.2 Natuurreservaten

Erkende of Vlaamse natuurreservaten komen niet voor in het projectgebied noch in de directe omgeving.

Sinds 1985 loopt er een aankoopproject van Natuurreservaten vzw (project ‘617 Kalevallei’). In totaal worden anno 1999 zes ha beheerd door Natuurreservaten vzw - afdeling Lovendegem i.s.m. natuur- en milieuvereniging De Ratel vzw uit Nevele en werkgroep De Elzenhoeve vzw uit Drongen. Deze 6 ha omvat vijf verspreid gelegen percelen (zie kaart 2): − een (inmiddels gerooide) populierenaanplant in Merendree; − een perceel hooiweide in Merendree; − een broekbosje in Merendree; − een perceel hooiland (‘beheersperceel C111’) in Lovendegem; − een oude zandwinningsput met een broekbosje (de Molenmeers) in Vinderhoute.

Met uitzondering van de Molenmeers (eigendom van AWZ) zijn alle hogervermelde percelen eigendom van Natuurreservaten vzw. Momenteel is een erkenningsdossier (aanvraag voor erkenning als natuurreservaat) in opmaak door Natuurreservaten vzw.

1.3.3 Gemeentelijke Natuurontwikkelingsplannen

De drie gemeenten in het projectgebied (Nevele, Lovendegem en Gent) hebben een Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (G.N.O.P.).

De algemene doelstellingen in het G.N.O.P. van Nevele voor de vallei van de Oude Kale zijn : − het valleigebied vrijhouden van constructies en gebiedsvreemde aanplantingen; − het behouden en ontwikkelen van de kleine landschapselementen, met name bomen- rijen en landwegels; − de waterkwaliteit verbeteren; − een waterlopenbeheer waar rekening wordt gehouden met ecologische randvoorwaar- den; − een voldoende hoog grondwaterpeil waarbij ook gecontroleerde overstromingen, met het oog op het verhogen van de biologische waarden, mogelijk zijn; − de authenticiteit van het valleigebied niet verder aantasten door nieuwe zandwinningen of opspuitingen; − het uitwerken van natuurleerpaden in samenwerking met de gemeente Lovendegem; − de floristische waarde en de aantrekkelijkheid voor weidevogels van de biologisch waardevolle graslanden behouden en ontwikkelen door het sluiten van beheersover- eenkomsten met o.a. een aangepast maaibeheer en bemesting en het maximaal behoud van de graslanden door controle op naleving van de vigerende wetgeving.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 27

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Het GNOP van Nevele heeft ook als algemene doelstelling het bulkengebied te behouden en te herstellen, waarbij men de kleine landschapselementen kan behouden en ontwik- kelen. Het belangrijkste kenmerk van de koutergebieden is de openheid ervan. Deze moet dan ook zoveel mogelijk hersteld en bewaard worden.

Volgens het GNOP van de gemeente Lovendegem is de vallei van de Oude Kale een prioritair gebied. De optie en het streefdoel in het GNOP is om de vallei te ontwikkelen tot een gebied met een verweving van landbouwfunctie en natuurfunctie. De landbouw bestaat bij voorkeur uit een beheerslandbouw om de natuurwaarden te behouden en te versterken, d.w.z. een hooiland- en graasweidebeheer met onder meer beperkingen naar bemesting en veedichtheden, aangepaste tijdstippen van maaien en een natuurgericht beheer van de grondwatertafel met variërend zomer- en winterpeil.

Het GNOP van Gent vermeldt bij de gebiedsgerichte acties dat indien de bescherming en herwaardering van de Oude Kalevallei aangepakt wordt, een oplossing zal moeten gevonden worden voor het oud stort aan de Borisgracht op het Gents grondgebied. Voor de graslanden kan een grondgebonden landbouw voorgesteld worden met beheers- overeenkomsten. Initiatieven worden verwacht om de Oude Kalevallei in de Natuurlijke Structuur Vlaanderen op te nemen als ‘verwevingsgebied’ met de landbouw.

1.3.4 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

Bedoeld wordt hier het decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997.

Het natuurdecreet voert het stand-still beginsel in : de bestaande natuur mag zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht niet meer achteruitgaan. Het voert ook een zorgplicht in voor zowel overheid als burgers. Het principe van de ecologische compensatie houdt in dat schadelijke effecten en aantastingen voor zover ze niet kunnen worden vermeden, teniet gedaan worden door kwalitatief en kwantitatief evenwichtige maatregelen die voorzien in mogelijkheden voor vervanging en herstel van natuur. Het voorkomings- beginsel komt tot uiting in preventief optreden en vermijden van aantasting en schade aan natuur en het natuurlijk milieu.

Het Besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 regelt de procedure voor de afbakening van het VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk) en IVON (Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk). Verder is er een invulling van het recht van voorkoop volgens het natuurdecreet. Een derde deel geeft een regeling voor het wijzigen van vegetatie en van kleine landschapselementen. Een vierde onderdeel bepaalt de uitvoering van natuurinrichtingsprojecten.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 28

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

De bescherming van de vegetatie en kleine landschapselementen wordt geregeld door het besluit van 23 juli 1998 van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. Deze regelgeving vervangt het vroegere Vegetatiebesluit (B. Vl. Ex. 04/12/1991).

Afhankelijk van de bestemming op het gewestplan en de aard van vegetatie en kleine landschapselementen is de regelgeving inzake wijziging (wijziging, vernietiging, reliëf- wijziging, wijziging waterhuishouding, …) geregeld volgens een wijzigingsverbod, een vergunningsplicht of een meldingsplicht.

1.3.5 Beschermde landschappen, monumenten en dorpsgezichten

De loop van de Oude Kale is in 1995 voorlopig beschermd geweest als landschap omdat de vallei van de Oude Kale een historisch waardevol gebied is met een grote weten- schappelijke (geomorfologische) en esthetische waarde en van nationaal belang. De bedoeling was de oorspronkelijke bedding van de Oude Kale te behouden. Het is niet tot een definitieve bescherming gekomen.

Twee monumenten zijn beschermd : − het driehoekige pleintje van de dries, zogenaamd Driesselken, in de Biezestraat in Nevele (Merendree) (M.B. van 5/12/1995); − de Van Vlaenderensmolen te Lovendegem (Vinderhoute) (M.B. van 30/04/1945).

Twee dorpsgezichten zijn beschermd : − de onmiddellijke omgeving van het Driesselken in de Biezestraat in Nevele (Merendree) (M.B. van 5/12/1995); − de omgeving van de Van Vlaenderensmolen te Lovendegem (Vinderhoute) (M.B. van 21/05/1984).

1.3.6 Mestdecreet

Het projectgebied is gelegen in het oppervlaktewaterwingebied van Kluizen, zone A (Besluit Vlaamse regering 20 december 1995). Dit valt onder de gebiedsgerichte verscherping van de ‘groep water’. Er gelden strengere bemestingsnormen. Wat betreft de uitrijregeling geldt er een verbodsperiode van 1 september tot 15 februari.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 29

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

27 bedrijven hadden in 1998, volgens de toen geldende wetgeving, op bedrijfsniveau een mestoverschot. Deze 27 bedrijven hebben samen een mestoverschot van 127.000 eenheden stikstof en 50.000 eenheden fosfaat. Een klein aantal bedrijven hebben een zeer groot mestoverschot : zeven bedrijven hebben een grondtekort tussen 10 en 30 ha, tien bedrijven hebben een grondtekort van meer dan 30 ha.

Bemesting is verboden binnen een afstand van 5 m landinwaarts gemeten van de bovenste rand van een permanent waterhoudende waterloop.

Met de publicatie in het BS (30 maart 2000) van het decreet tot wijziging van het mestdecreet van 1991, en van een aantal uitvoeringsbesluiten, is MAP II van toepassing geworden. Het mestbeleid evolueert door MAP II van een spreidingsbeleid naar een driesporenbeleid : − aanpak aan de bron; − oordeelkundige bemesting; − mest- en nutriëntenverwerking.

De maatregelen hebben o.m. betrekking op : − nutriëntenhalte (bevriezing van de productie van dierlijke meststoffen op inrichtingsniveau); − efficiëntere veevoeding (bv. fosforarm voeder); − het nutriëntenbalansstelsel (uitscheidingsbalans, bodembalans, nitraatresidubepa-ling).

De wijzigingen aan MAP II hebben o.m. betrekking op het transport van meststoffen, de registerplicht, de bemestings- en uitscheidingsnormen, de berekening van het mest- overschot, de mestverwerkingsplicht en de nutriëntenhalte.

1.3.7 Bestemming oppervlaktewater

Volgens het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 (ter vervanging van het besluit van 21 oktober 1987) ressorteert het bekken van Oude Kale en Meirebeek (evenals het stroomgebied van de Poekebeek) onder de oppervlaktewateren bestemd voor de productie van drinkwater categorie A3. De overeenkomstige milieudoelstellingen zoals bepaald in Vlarem II zijn geldig.

1.3.8 Watering Oude Kale en Meirebeek

Met uitzondering van het kanaal Gent - Oostende behoort het volledige projectgebied tot de Watering Oude Kale en Meirebeek.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 30

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

1.3.9 Bekkencomité

Het projectgebied valt in het werkingsgebied van het bekkencomité Gentse Kanalen. Dit comité werd geïnstalleerd in 1998.

1.3.10 Bodemsaneringsdecreet

Het stort ter hoogte van de Borisgracht is opgenomen in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken en waarvoor een oriënterend bodemonderzoek dient uitgevoerd bij overdracht van gronden zoals bepaald in het bodemsaneringsdecreet van 22 februari 1995 en latere wijzigingen.

1.3.11 Wet op de onbevaarbare waterlopen

In het gebied bevinden zich diverse geklasseerde onbevaarbare waterlopen. Bijgevolg geldt de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen aangevuld door het decreet van 21 april 1983 en hun respectievelijke uitvoeringsbesluiten.

1.3.12 Bescherming archeologisch patrimonium

Het decreet betreffende de bescherming van het archeologisch patrimonium van 30 juni 1993 regelt de bescherming, het behoud, de instandhouding, het herstel en het beheer van het archeologisch patrimonium. Tevens worden de archeologische opgravingen georganiseerd en geregelementeerd.

Bouwvergunningen voor openbare besturen die worden afgeleverd door de Vlaamse minister bevoegd voor ruimtelijke ordening, zijn onderworpen aan een voorafgaand bindend advies van de directeur van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium (IAP).

Bij een toevalsvondst dient de vinder binnen drie dagen aangifte bij het IAP te doen. De gevonden archeologische monumenten en hun vindplaats moeten tot de tiende dag na de melding in onveranderde toestand bewaard blijven, beschermd worden tegen beschadi- ging of vernieling en toegankelijk gesteld worden voor onderzoek door het IAP.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 31

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2. PROJECTBESCHRIJVING

2.1 Het richtplan

In het eindvoorstel van richtplan van het landinrichtingsproject Leie en Schelde zijn volgende opties opgenomen die relevant zijn voor het inrichtingsplan Oude Kale :

1) Inrichting Oude Kalevallei tussen Vinderhoute en Merendree voor waterwinning, natuur en landschap met landbouw als beheerder.

Volgens het richtplan dienen de geplande hydrologische ingrepen en aanpassings- werken aan de Oude Kale, in functie van de waterwinning, in samenhang gezien te worden met de opties om het huidige landschap te behouden en te herstellen en de natuurwaarde van de Oude Kale te verhogen. Tevens dient men rekening te houden met de landbouw en met name de landbouw te vergoeden voor productieverliezen en te begeleiden bij nadelige ingrepen. Deze landbouw is te beschouwen in relatie met het aangrenzend kouter/bulkengebied. De visie van het richtplan i.v.m. dit deel van de Oude Kalevallei is dus in se integraal, dit wil zeggen dat ze rekening wil houden met alle relevante sectoren.

Het richtplan voorziet verschillende maatregelen.

Zo beoogt het richtplan de vallei van de Oude Kale tussen Merendree en Vinderhoute te beschermen als landschap op een wijze die rekening houdt met de gestelde optie, d.w.z. dat de bescherming afgestemd is op landschap, natuur, watervoorziening en landbouw.

Het verhogen van de natuurwaarde omvat het behoud van de meandering en de natuurlijke oevers van de Oude Kale, het mogelijk maken van de verhoging van het waterpeil door bv. winteroverstromingen, en het verbeteren van de waterkwaliteit. Bij een verhoging van het waterpeil is het de bedoeling de effecten te beperken tot de eigenlijke valleigronden. Het behoud en de ontwikkeling van de floristische waarde en aantrekkelijkheid voor fauna in de vallei van de Oude Kale gaat gepaard met het behoud van het extensief gebruik van vochtige graslanden, het stimuleren van het hooilandgebruik, natuurgericht bosbeheer en het verwerven van gronden door overheid of privé-natuurverenigingen.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 32

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Deze maatregelen voor natuur en landschap dienen - steeds volgens het richtplan - gepaard te gaan met compensatie en begeleiding voor de bestaande agrarische bedrijfsvoering. Dit kan o.a. gebeuren door beheersovereenkomsten. Daarnaast moeten de agrarische activiteiten in de Oude Kalevallei gezien worden in relatie tot de omliggende kouter/bulkengebieden. Met name in het kader van de kavelruilherstruc- turering die gepland is voor de omliggende gebieden dient rekening gehouden te worden met de specifieke situatie van die landbouwbedrijven die gronden gebruiken in de Oude Kalevallei (de kavelruilherstructurering kan in dit verband betrekking hebben op bepaalde gronden in de vallei, in zoverre de algemene optie m.b.t. de vallei gerespecteerd blijft).

De hydrologische ingrepen aan de Oude Kale in het kader van de drinkwatervoor- ziening van Kluizen kunnen, gezien de randvoorwaarden voor landschap en natuur, geenszins ingrijpende structuurwijzigingen aan de waterloop omvatten. Alleen ruiming en plaatselijke verbredingen op natuurtechnische basis zijn aangewezen. Verwerving van oeverstroken kan noodzakelijk zijn voor een natuurtechnisch verantwoorde afwerking van de oevers.

In het kader van de algemene optie om de vallei van de Oude Kale tussen Merendree en Vinderhoute in te richten voor waterwinning, natuur en landschap met landbouw als beheerder, opteert het richtplan het stort langs de Borisgracht te saneren en het ontginningsgebied in de nabijheid van het kanaal Gent - Oostende in Vinderhoute multifunctioneel te ontwikkelen (namelijk uitbouw als wachtbekken met aandacht voor landschapsintegratie en natuurontwikkeling).

2) Landschappelijke integratie en natuurontwikkeling kunstmatige gronden met aandacht voor recreatief medegebruik.

3) Verbetering agrarische structuur ‘gemengde’ bedrijven met behoud kouter/bulken- karakter.

Het richtplan opteert voor de verbetering van de agrarische structuur voor de ‘gemengde’ bedrijven (bv. gecombineerde melkvee/veredelingsbedrijven) en het behoud van de open kouters en van het bulkenkarakter. Landschappelijke integratie van de aanwezige residentiële en agrarische bebouwing is bij dit alles gewenst. Specifieke aandacht kan daarbij uitgaan naar de aanwezige driesgehuchten, waar- onder de site Slindonk.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 33

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Het richtplan voorziet ook enkele maatregelen. Het kouterlandschap behouden veronderstelt dat de openheid dient te worden gevrijwaard en dat het specifiek grondgebruik (akkerbouw) bestendigd wordt. Herverkaveling wordt voorgesteld indien dit vanuit landbouwoogpunt wenselijk wordt geacht. Door deze herverkaveling kan de grootschaligheid en de openheid van de kouters benadrukt worden. De natuurwaarden van de kouters kunnen verhoogd worden door een aangepast wegbermbeheer en door het creëren en beheren van overhoeken, snippers onbewerkt land e.d.

Het bulkengebied dient volgens het richtplan vooral behouden te worden. Er wordt eerder een kleinmazige netwerkstructuur van kleine landschapselementen voorgesteld, waar de perceelsrandbegroeiing dient bewaard en zelfs ontwikkeld te worden. De nadelen voor de landbouwactiviteiten van deze kleinschaligheid kunnen verminderd worden door kavelruiloperaties. Beheersovereenkomsten kunnen enerzijds de lijn- vormige netwerkstructuur bestendigen en versterken en anderzijds tegemoet komen aan de randvoorwaarden voor natuur en ook een financiële compensatie voor de land- bouw bieden. Plaatselijk kan de netwerkstructuur van kleine landschapselementen verdicht worden uit oogpunt van landschap en natuur.

Schermgroen in de vorm van (streekeigen) aanplantingen ten aanzien van bebouwingen is selectief aangewezen. M.b.t. de agrarische bebouwing acht het richtplan erfbeplanting (met o.a. aandacht voor boomgaarden) selectief aangewezen.

4) Verhoging natuur- en milieukwaliteit waterlopen.

De waterlopen zoals Kalebeek, Meirebeek en Borisgracht hebben momenteel weinig natuur- en landschapsvisuele waarde. Het richtplan opteert hun natuurwaarde te verhogen om beter als ecologische verbindingsstructuur te functioneren. Het verhogen van de natuur- en milieukwaliteit omvat enerzijds het verbeteren van structuur- kenmerken (naargelang van het type beek) en van de waterkwaliteit van de water- lopen, anderzijds het verhogen van de natuurwaarde van begeleidende ecosystemen. De optie omtrent het verhogen van de natuurkwaliteit van de waterlopen is congruent met de optie om een blijvende en beter herkenbare landschapsstructuur aan te brengen in de geopende deelgebieden, alsook met de optie een bijdrage te leveren i.v.m. het tegengaan van sedimentatie in waterlopen.

Het richtplan voorziet ook enkele maatregelen. Het verhogen van de natuur- en milieukwaliteit van de waterlopen kan gebeuren door natuurtechnische milieubouw, extensiveren van aanpalende gronden, de aanleg van bufferstroken, natuurtechnische inrichting, het aanbrengen van begeleidende beplanting (van riet tot spontane bosontwikkeling), de aanleg van kleinschalige zuivering, de verbetering van over- storten, enz. De kleinschalige waterzuivering moet volgens het richtplan afgestemd worden op de planning van de VMM. De opportuniteit ervan moet geval per geval geëvalueerd worden.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 34

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.2 Projectdefinitie, doelstellingen en concept (zie kaart 7)

Voor het inrichtingsplan Oude Kale wordt het projectgebied naar inrichting toe integraal benaderd, en met name zoals voorzien in het richtplan voor zowel waterwinning, natuur, milieu, landschap, recreatie en landbouw.

De concretisering van de inrichtingsmaatregelen gebeurt situationeel, d.w.z. op basis van en afhankelijk van de kenmerken van het gebied (bestaande toestand, potenties, beperkingen, draagkracht, knelpunten enz. zoals deze verkort aan bod zijn gekomen onder 1.2. Gebiedsbeschrijving). Daar de kenmerken van het projectgebied, in functie van de na te streven inrichting, ruimtelijk gedifferentieerd zijn, wordt in eerste orde een zonaal concept gehanteerd. Het projectgebied wordt benaderd volgens de drie ruimtelijke deel- gebieden kouters - bulken - meersen waarvoor onderscheiden inrichtingen worden voor- gesteld.

De storten, ontginningsgebieden en driesen binnen het projectgebied vormen particula- riteiten die niet zonder meer rubriceerbaar zijn binnen de driedelige zonering en vragen een aparte benadering.

Op recreatief gebied liggen de potenties vooral op het vlak van fietsen en wandelen en is een deelgebiedsoverschrijdende benadering wenselijk.

Op milieuhygiënisch vlak zijn een aantal initiatieven mogelijk in het projectgebied naar aanleiding van specifieke knelpunten.

Op het vlak van archeologie geldt dat grootschalige ingrepen, rekening houdende met de in de inventaris onderkende potenties (Bourgeois, 1999), vermeden worden en dat een archeologische begeleiding van de werken voorzien wordt.

(1) Meersen

Voor de meersen wordt een inrichting nagestreefd die gericht is op het maximaliseren van de win-win situaties voor de relevante aspecten waterwinning, natuur, landschap en landbouw. Deze maximalisatie wordt bereikt in een scenario waarbij de geplande waterwinning (zie 1.2.3.3. Oppervlaktewaterwinning) gepaard gaat met vernatting van de meersen in winteromstandigheden met een statistische retourperiode van één maal om de 4 jaar mits een compensatieregeling voor de landbouw (zie figuur 2).

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 35

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Figuur 2: Win-win situaties voor verschillende sectoren in het inrichtingsconcept voor de Oude Kalevallei.

Natuur meer kansen bieden

Landschap Milieu-kwaliteit inclusief cultuurhistorie verbeteren conserveren en Waterwinning opwaarderen mogelijk maken met vernatting en compensatie voor de landbouw

Recreatieve fiets- en Archeologische wandelmogelijkheden potenties conserveren vergroten

heeft een duidelijke positieve invloed op …

heeft een zekere positieve invloed op …

Een dergelijk scenario maakt enerzijds de waterwinning mogelijk, verhoogt in zekere mate de potenties voor natuurontwikkeling, is conserverend ten aanzien van het landschap (o.a. wat betreft het meersenkarakter en de geomorfologie van de loop van de Oude Kale), terwijl vernatting ook het archeologisch bodemarchief beter beschermt. Indirect houdt het scenario positieve invloeden in op de fiets- en wandelmogelijkheden (o.a. belevingswaarde, didactische waarde). De effecten op landschap zijn tevens positief voor natuur. Bijkomend werken milieukwaliteitsverbeterende maatregelen in het gebied (zie storten, kleinschalige waterzuivering) positief naar waterwinning en natuur toe. Landbouwers worden in de captatieperiode (winterperiode) statistisch éénmaal om de 4 jaar geaffecteerd door lokale overstromings- en vernattingseffecten en de opbrengstverliezen dientengevolge dienen te worden gecompenseerd.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 36

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Tenslotte kan het waterkwantiteitsbeheer in het gebied het gehele jaar door onder- steund en beter onderbouwd worden door een beter zicht te garanderen op water- peilen en debieten.

Naar natuur en landschap toe wordt een versterking van het valleikarakter vooropgezet (extensief gebruikte vochtige meersen, omvorming populierenbestanden, verdichten landschapselementen, …). Door de geschetste integrale aanpak zullen de Oude Kale en haar vallei landschaps- ecologisch opnieuw functioneren als een ‘levende beek’.

Te vermelden valt dat het middel bescherming als landschap zoals vermeld in het richtplan in het geschetste scenario geen conditio sine qua non is om de vooropgezette doelstellingen voor het gebied te realiseren.

(2) Bulken

Er kunnen binnen de bulken op een lager niveau drie zoneringen onderscheiden worden : − zones met een vrij intakt bulkenkarakter: deze zones hebben een vrij gesloten karakter maar op sommige plaatsen is er begroeiing verdwenen of komt veel bebouwing voor. Hier wordt gestreefd naar verdichting van de lineaire landschaps- elementen om de landschappelijke integratie en eenheid te verwezenlijken. Hierdoor wordt tevens het landschapsecologische netwerk versterkt; − zones met een geopend bulkenkarakter: het typische gesloten bulkenkarakter is hier op veel plaatsen aangetast. Herstel en uitbouw van de lineaire landschaps- elementen komen natuur en landschap ten goede. Een relatief grofmazig netwerk wordt nagestreefd; − zones met een sterk geopend bulkengebied: deze drogere gronden hebben land- schappelijk niet echt (meer) het karakter van een bulkengebied. Omwille van hun agrarische functie (veel akkerbouw) en voor het behoud van de landschaps- diversiteit op microniveau, wordt er voor geopteerd om deze in hun halfopen tot open toestand te behouden.

Voor de bulkengebieden in het projectgebied wordt een verbetering van de agrarische structuur d.m.v. kavelruil zoals vermeld in het richtplan niet voorgesteld, omdat er slechts beperkte perceelsgroepering nodig is en kavelruil geen aanleiding kan geven tot verbetering van perceelsvormen.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 37

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(3) Kouters

Het open landschap in deze deelgebieden dient behouden te blijven en het grondge- bruik als akkerland ondersteund.

(4) Driesselken

Het Driesselken kan ingericht worden waarbij het drieskarakter benadrukt wordt (karakter van zijn functie als verzamelweide voor vee met drinkpoel uit de vroege Middeleeuwen).

(5) Afgedekte afvalstorten

Van het groot stort ter hoogte van de Borisgracht worden mogelijke milieu-effecten vermoed. Ter onderbouwing van een eventuele saneringsoptie zoals voorzien in het richtplan, voorziet dit inrichtingsplan in eerste instantie nader onderzoek naar de invloed op het omliggende milieu en op de waterwinning. Een eigenlijke sanering dient uitgevoerd conform het bodemsaneringsdecreet.

Om de twee kleinere afvalstorten als landschappelijke entiteit beter te onderscheiden van de meersen kunnen deze bebost worden, rekening houdend met de bepalingen van Vlarem II, wat tevens het gesloten karakter van de vallei accentueert en een zekere ecologische meerwaarde kan bieden. Ook voor deze kleinere storten wordt voorafgaandelijk de bebossing een onderzoek gepland naar de mogelijke invloed op het omliggend milieu en de waterwinning.

(6) Ontginningsgebied en baggerslibstort

Dit gebied, uitgezonderd het nog actieve deel van de ontginning, leent zich vanuit zijn kenmerken en potenties tot inrichting voor natuur (inclusief natuurexploratie) en land- schap (vooral landschappelijke integratie). Een uitbouw als wachtbekken blijkt slechts een minieme invloed te hebben op stockering van water en op uit de Poekebeek te betrekken hoeveelheden water8 en is daarom niet relevant.

8 Er kan maximum 20 cm water gravitair gestockeerd worden in de grootste ontginningsput (6 ha); dit correspondeert met 12.000 m³ water; bij pompen aan 2 m³/s betekent dit 1u 40 min pompen gedurende dewelke men tijdelijk minder water uit de Poekebeek moet betrekken om aan het gewenste debiet te voldoen.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 38

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(7) Recreatie

Omwille van het authentieke karakter van de Oude Kalevallei kunnen er in de meersen zelf enkel zachte vormen van recreatie toegelaten worden (wandelaars, geen fietsers) Hiertoe worden op de meest kwetsbare plaatsen van de wandelroute maatregelen (summiere verharding, veesluizen) voorzien om hardere recreatievormen te weren (gemotoriseerd verkeer, ruitersport, mountainbiking,…). Gezien het landschaps- ecologisch, cultuurhistorisch en archeologisch belang van de vallei ligt een wandel- route gericht op landschapsbeleving voor de hand. Daarnaast wordt er geopteerd om de recreatieve fietsvoorzieningen vanuit de aanpalende kouter- en bulkengebieden naar met name drie landschappelijk aantrekke- lijke deelgebieden in de nabijheid te vergroten: − het gebied rond Durmen (aan de kruising van het kanaal Gent - Oostende en het Schipdonkkanaal); − het gebied rond de Vinderhoutse Bossen en de Groene Velden; − het bulkengebied van Lovendegem - Merendree; − het gebied van Overpoeke, naar de dorpskern van Landegem. Aldus wordt voor wat de eerste twee gebieden betreft de link gelegd met twee andere inrichtingsplannen in het kader van het landinrichtingsproject.

(8) Kleinschalige waterzuivering

Ter hoogte van het Driesselken en in de Brouwerijstraat zijn er lokale knelpunten met lozingen van afvalwater. Er is geen oplossing voorzien in de lopende en geplande waterzuiveringsprogramma’s. Ter verbetering van de milieukwaliteit is kleinschalige waterzuivering aangewezen. Voor individuele woningen gelegen binnen het project- gebied en die niet kunnen aangesloten worden op de kleinschalige waterzuivering zou individuele zuivering kunnen overwogen worden via een gemeentelijke subsidiërings- reglement.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 39

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.3 Inrichtingsmaatregelen (zie kaart 8)

De concrete inrichtingsmaatregelen en handelingen die op basis van het concept voor- gesteld worden, kunnen ingedeeld worden in een aantal uitvoeringseenheden.

2.3.1 Meersen

2.3.1.1 Waterwinning

Het richtplan en het concept van inrichtingsplan Oude Kale impliceren de uitwerking van ‘zachte’ hydrologische ingrepen in het kader van de watervoorziening van Kluizen in overeenstemming met randvoorwaarden voor landschap en natuur. Verbredings- of verdiepingswerken zijn met andere woorden niet gewenst. Met zorg uitgevoerde ruimingswerken (zoals deze uitgevoerd door de afdeling Water in 1999) kaderen wel binnen het concept aangezien ze niet alleen een hydraulische verbetering inhouden maar ook een belangrijke impact hebben op de ecologische kwaliteit van de waterloop. De afvoercapaciteit van de Oude Kale bedraagt heden 1,4 m³/s.

Het door de VMW om de 4 jaar gewenste debiet van 1,7 m³/s door de Oude Kale sturen, zal in een scenario zonder herprofilering bepaalde gronden grenzend aan de Oude Kale natter maken. De gevolgen statistisch éénmaal om de 4 jaar tijdens de captatieperiode van 1 oktober tot 1 mei en bij effectieve capatatie wat betreft de waterhuishouding van de vallei van de Oude Kale zijn weergegeven op kaart 9 (berekend via modellering) : − 1,68 ha komt effectief onder water te staan; − op 6,11 ha komt het water ongeveer aan het maaiveld te staan (plas-dras situatie); − op 19,6 ha staat de grondwatertafel tussen 0 en 10 cm onder het maaiveld; − bij in totaal 97 ha staat de grondwatertafel op minder dan 50 cm van het maaiveld.

De gevolgen voor de vallei van de Kalebeek zijn minimaal. De vallei van de Kalebeek ligt gemiddeld 0,5 m hoger dan de vallei van de Oude Kale en de grondwatertafel bevindt zich op meer dan 100 cm van het maaiveld.

De effecten beperken zich quasi uitsluitend tot de fysische valleigronden, de aangrenzen- de kouter-bulkengebieden worden niet geaffecteerd.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 40

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Het bodemgebruik van de ca. 27,5 ha die ofwel onder water komen te staan (1,68 ha), in een plas-drassituatie (6,11 ha), of die een grondwatertafel hebben tussen 0 en 10 cm (19,6 ha), is voor : − 82% weiland en 7% hooiweiland: samen is dit 89%; − 3% hobbyweide; − 3% populier; − 1,3% akkerland; − 1% wildbosje; + rest.

De waterhuishouding van de landbouwpercelen zal dus statistisch éénmaal om de vier jaar gedurende de wintermaanden (captatieperiode) verslechten t.o.v. de huidige situatie. Een knelpunt op de Oude Kale vormt de duiker aan de Molenslag (de Molenbrug). Dit bouwwerk in zeer slechte staat zorgt voor opstuwing en wordt bij vervanging best gedimensioneerd voor debieten van 1,7 m³/s.

Het geschetste scenario veronderstelt dus feitelijk geen inrichtingsmaatregelen op het vlak van hydrologie aan de Oude Kale (N.B.: voor het herstel van het brugje aan de Molenslag, zie 2.3.8. Fietsroute).

Het water- en waterwinningsbeheer blijft behoren tot de bevoegdheid van de afdeling Water en de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW).

2.3.1.2 Vergoedingsregeling voor de landbouw

Verwerving: aankoop in der minne of onteigening

Het concept voorziet de verwerving van bepaalde gronden (zie 2.5.1). De vergoeding voor het verlies aan eigendom en gebruik van de te verwerven gronden zal in overleg met de eigenaar en de gebruiker bepaald worden.

Algemeen wordt voor de landbouw bij onteigening een vergoeding gegeven voor reeds gedane bewerkingen en het verlies van wassende oogst, de vetten en navetten, de drempelvergoeding, verlies op dieren, materiaal en alaam, de gedeeltelijke inproductiviteit van de hoevegebouwen ingevolge onteigening, de verhoogde exploitatiekosten ingevolge de splitsing van een blok gronden door de onteigening, het ontstaan of toename van het mestoverschot, ...

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 41

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Op het grootste deel van de te verwerven oppervlakte wordt aan de huidige gebruikers het gebruiksrecht aangeboden, zelfs na vergoeding van het gebruiksverlies, mits naleving van opgelegde beperkingen (zie 2.3.1.4).

Niet verworven gronden: vergoeding voor vernatting tijdens wintermaanden

Op niet verworven gronden (landbouwpercelen) worden landbouwkundige opbrengst- verliezen ten gevolge van het beschreven waterwinningscenario financieel gecompen- seerd. Tijdens het groeiseizoen heeft zowel een te ondiepe grondwaterstand (slechte luchthuishouding) als een te diepe grondwaterstand (slechte beschikbaarheid van vocht) een nadelige invloed op gewasopbrengsten. De grondwaterstand buiten het groeiseizoen beïnvloedt eveneens de gewasopbrengsten: een te hoge grondwaterstand in de winter en vooral ook het voorjaar heeft een nadelige invloed op de opbrengsten in het eropvolgende teeltseizoen.

Om de invloed van de waterhuishouding op de productie van het perceel te kwantificeren, wordt gebruik gemaakt van de notie “opbrengstdepressie”, de Nederlandse HELP - tabellen en omzettingstabellen naar de Belgische bodemclassificatie. In de HELP - tabellen worden voor verschillende bodemtypes en grondwatertrappen (Vlaanderen: drainageklassen) de relatieve opbrengstdepressie (uitgedrukt in %) t.o.v. een onder ideale productieomstandigheden maximale opbrengst weergegeven. De opbrengstverliezen ten gevolge van de vernatting worden als volgt berekend:

opbrengst bij huidige waterhuishouding min opbrengst bij toekomstige gemodelleerde waterhuishouding = te vergoeden opbrengst ten gevolge van de vernatting.

Het te vergoeden opbrengstverschil kan financieel bepaald worden door koppeling met de maximale opbrengst, voor in dit geval een perceel grasland (10.000 kVEM = kilo Voedereenheid Melk per ha per jaar; waarde van 1 kVEM = 6 bef., zijnde het gemiddelde tussen de kostprijs van ruwvoeder en krachtvoeder) 9.

9 Het landbouwbarema m.b.t. de inkomsten van 1998 bedraagt 47.500 BF/ha ruwvoedergewassen voor zandgronden met melkvee.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 42

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Zoals beschreven in het hoofdstuk m.b.t. oppervlaktewaterwinning (zie 1.2.3.3) zal het debiet in de Oude Kale sterk variëren gedurende het (winter)seizoen en tussen de verschillende jaren: • De waterhoeveelheid is afhankelijk van de hoeveelheid neerslag: een gemiddeld dagdebiet in de Poekebeek van 1,5 m³/s komt slechts gemiddeld 55 dagen voor in de periode van 1 oktober tot 1 mei. • De VMW heeft gemiddeld maar één keer om de 4 jaar nood aan 1,5 m³/s uit de Poekebeek gedurende de captatieperiode (situatie vanaf 2006). Vóór 2006 zal nooit meer dan 1m³/s door de Oude Kale gestuurd worden. Rekening houdend met het eigen debiet van de Oude Kale (gemiddeld 0,2 m³/s) betekent dit laatste een debiet van 1,7m³/s door de Oude Kale. De maximale afvoercapaciteit van de Oude Kale zal dus statistisch éénmaal om de vier jaar overschreden worden gedurende een aantal dagen in de periode van 1 oktober tot 1 mei. Als gevolg hiervan worden bepaalde gronden grenzend aan de Oude Kale natter (kaart 9).

De vergoeding relateren aan de werkelijke vernatting en bedrijfsmatige verliezen vraagt bijgevolg zeer veel opvolging. Daarom wordt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding per perceel voorgesteld, wat bovendien een landbouwkundige bedrijfszekerheid garandeert. Het jaarlijks forfaitaire vergoedingssysteem gaat uit van een permanent debiet van 1,7 m³/s gedurende de captatieperiode, alhoewel dit debiet in geen geval gedurende de volledige captatieperiode voorhanden is.

Tabel 4 geeft een overzicht van de landbouwkundige verliezen. Rekening houdende met de verwerving (vooropgesteld onder 2.3.1.4 Natuurontwikkeling), is de te betalen ver- goeding 1.031.000 bef bij een debiet van 1,7 m³/s door de Oude Kale. De jaarlijkse te betalen vergoeding is, gezien dit debiet gemiddeld maar één keer om de 4 jaar nodig is, 257.750 bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 43

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Tabel 4 : Berekening van de opbrengstverliezen (voor grasland en kleigronden) t.g.v. permanent debiet van 1,7 m³/s gedurende de periode 1 oktober tot 1 mei.

Huidige situatie 10 Debiet van 1,7 m³/s Berekening van te vergoeden Jaarlijks te vergoeden verlies verlies van 1 oktober tot 1 mei 11 Drainage- GWS (grond- Opbrengst- GWS (grond- Drainage- Opbrengst Verschil in Vergoeding Oppervlakte 14 Totaal klasse waterstand) depressie12 waterstand) klasse depressie opbrengst- (bef./ha/jaar) (ha) (bef. /jaar) (in cm onder (%) (in cm onder 13 (%) depressie het maaiveld) het maaiveld) (%) f 15

10 Bron: Belgische Bodemkaart 1963, in situ bodemkarteringen VLM 1999. 11 Toestand zoals gemodelleerd onder 2.3.1.1.Waterwinning 12 Bron: HELP-tabellen en omzettingstabellen Belgische bodemclassificatie. 13 Idem 12 14 Totale benaderende oppervlakten door GIS-bewerkingen na verwervingen

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 44

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Toelichting voor het gebruik van tabel 4 :

→ Eén van de nattere gronden, in huidige toestand drainageklasse f, in toekomst moge- lijks overstroomd: cfr. 1e lijn van tabel 4.

In de huidige toestand heeft deze grond een vermindering van 19%. Dit levert een opbrengst van 8.100 kVEM/ha of 48.600 bef./ha. In de toekomst heeft deze grond een vermindering van 72%. Dit levert een opbrengst van 2.800 kVEM/ha of 16.800 bef./ha. Het verschil moet vergoed worden (dit is de schade door de vernatting) en bedraagt 5.300 kVEM/ha of 31.800 bef./ha. Vermits het debiet van 1,7 m³/s slechts 1 keer per 4 jaar voorkomt wordt ¼ van dit bedrag jaarlijks uitbetaald nl. 7.950 bef.

→ Een drogere grond, in huidige toestand drainageklasse d, in toekomst drainageklasse f tot e : cfr. 6e lijn van tabel 4.

Huidige toestand: vermindering 2 %, opbrengst 9.800 kVEM/ha of 58.800 bef./ha. Toekomst: vermindering 23 %, opbrengst 7.700 kVEM/ha of 46.200 bef./ha. Verschil: 2.100 kVEM/ha of 12.600 bef./ha. Vermits het debiet van 1,7 m³/s slechts 1 keer per 4 jaar voorkomt wordt ¼ van dit bedrag jaarlijks uitbetaald nl. 3.150 bef.

Uitvoerende partner

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) (de VLM staat in voor de ondersteuning bij de berekeningen)

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 45

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.3.1.3 Waterkwantiteitsbeheer

Ter ondersteuning van het waterkwantiteitsbeheer en de waterwinning in het gebied wordt het ontwerp en de operationalisering van een meet- en regelsysteem voorgesteld. Een systeem wordt voorgesteld van continue peil- en debietsregistratie, met afstands- bedieningsmogelijkheden van de pompen te Vinderhoute en de afsluiters en/of stuwen, ter hoogte van de sifon in Nevele op de Poekebeek, de Borisgracht en eventueel de Meirebeek. Hierdoor wordt een beter onderbouwde en meer gerichte waterwinning en waterbeheersing mogelijk.

Praktisch kan dit meet- en regelsysteem o.m. het volgende beogen : − het water in de Poekebeek naar de Oude Kale laten stromen op het moment dat het pompstation te Vinderhoute effectief naar Kluizen pompt, dus op het moment van effectieve waterwinning; − daarenboven alleen die hoeveelheid Poekebeekwater toelaten die effectief gevraagd wordt in het waterproductiecentrum (WPC) te Kluizen; − de bedieningsmogelijkheden van het volledige systeem (stuwen, afsluiters, pomp- station, …) vanuit het pompstation te Vinderhoute en vanuit het WPC te Kluizen; − de automatische bediening van het pompstation te Vinderhoute met automatische om- schakeling van het pompregime naar Kluizen of pompen in Brugse Vaart; − het handhaven van een bepaald minimumpeil in het bekken van de Oude Kale en Meirebeek ten behoeve van de landbouw gedurende drogere zomerperiodes.

Voor de operationalisering van dit meet- en regelsysteem zullen mogelijk ook aanpas- singswerken nodig zijn aan de bestaande installaties (bv. het pompstation te Vinderhoute) en bestaande stuwen, en/of dient bijkomende randapparatuur aangebracht te worden.

Het verdient aanbeveling dit meet- en regelsysteem uit te werken en te operationaliseren vóór 2006. Vanaf 2006 wil de VMW statistisch éénmaal om de 4 jaar een debiet van 1,7 m³/s door de Oude Kale sturen gedurende de captatieperiode.

Uitvoerende partner

Afdeling Water in overleg met de VMW.

Toekomstig beheer

Afdeling Water en Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW).

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 46

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.3.1.4 Natuurontwikkeling

Ter realisatie van de optie natuurontwikkeling worden maatregelen voorgesteld om een ruggengraat voor natuur in de meersen uit te bouwen.

Om verspreid langs de beek de tot de perceelsranden teruggedrongen vegetaties opnieuw een kans te geven wordt ongeveer 18,2 ha verwerving van gronden voorzien met inrichting in functie van extensief begrazings- of maaibeheer. De huidige gebruikers wordt als eerste het gebruiksrecht aangeboden, mits naleving van de opgelegde beperkingen (geen bemesting en respecteren van maaidata en data voor beweiding). De selectie van de te verwerven percelen is enerzijds gebeurd op basis van potenties vanuit de perceelsranden. De belendende percelen van de perceelsranden met het hoogste aantal freatofyten (soorten die uitsluitend groeien binnen de invloedssfeer van het grondwater) worden weerhouden. Vele van deze freatofyten hebben een hoge natuurbehoudswaarde en worden verondersteld uit te breiden bij de periodieke geplande vernatting én bij een extensiever landbouwgebruik. Gedeeltelijk komen de te verwerven percelen overeen met volgens de berekeningen voorspelde percelen met plaatselijk wateroverlast in de captatieperiode. Circa 45% van de oppervlakte van de natste klasse (watertafel in de winter hoger dan 25 cm onder het maaiveld) wordt verworven alsook circa 1/3 van de oppervlakte van de gronden met een watertafel in de winter hoger dan 50 cm. Als inrichtingsmaatregelen worden het opbreken en plaatsen van afsluitingen en het graven van poelen voorgesteld.

Door de verwerving van een bufferstrook van 5 m breed aan weerszijden van de Oude Kale, de Kalebeek en een kwelsloot (ongeveer 5 ha in totaal) wordt de corridorfunctie van deze waterlopen vergroot. De bufferstrook langs de Oude Kale verbindt de percelen die verworven en nadien extensief beheerd worden. Op die manier wordt een netwerk van stapstenen, onderling verbonden door een corridor, gerealiseerd. De bufferstrook zal bovendien bijdragen tot een betere waterkwaliteit (minder uitspoeling van nitraten en fosfaten) en een verminderde erosie (minder slib). De bufferstroken worden voorzien van afsluitingen waarbij veedrinkplaatsen ingericht worden.

Voor de overige percelen in de meersen worden vrijwillige beheersovereenkomsten voorzien afgestemd op extensief graslandbeheer met vergoeding. Daarbij zijn verschil- lende scenario’s denkbaar (hooiland, hooiweide of weiland, maaidata, bemesting, veebe- zetting, …) teneinde de floristische en faunistische waarde te vergroten. De detaillering van de pakketten en de daaraan gekoppelde vergoedingen geschiedt in de fase uitvoering.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 47

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Grondverwerving

− Vlaamse Landmaatschappij (VLM) − Afdeling Water : bufferstrook Oude Kale

Uitvoerende partner

− Vlaamse Landmaatschappij (VLM) − Afdeling Water : bufferstrook Oude Kale − Provincie Oost-Vlaanderen : beheersovereenkomsten

Toewijzing van de gronden na uitvoering

− Gemeenten Nevele, Lovendegem − Afdeling Water : bufferstrook Oude Kale − Provincie Oost-Vlaanderen : bufferstrook Kalebeek

Toekomstig beheer

− Gemeenten Nevele, Lovendegem en stad Gent / extensief beheer door (zittende) landbouwer − Afdeling Water : bufferstrook Oude Kale − Provincie Oost-Vlaanderen : bufferstrook Kalebeek

2.3.1.5 Landschapsbehoud en -herstel

De geplande vernatting in functie van waterwinning zal conserverend werken ten aanzien van het meersenkarakter (behoud permanent grasland, perceelsstructuur en kleine land- schapselementen, behoud geomorfologische loop). Een aantal bijkomende inrichtings- maatregelen wordt nog uitgevoerd. Via het inrichtingsplan erfbeplanting kouter-bulken- gebied en via aanplanting op openbaar domein wordt naar een verdichting van de perceelsrandbegroeiing gestreefd. De aanplantingen zullen gebeuren met zoveel mogelijk autochtoon materiaal en standplaatseigen soorten.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 48

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

De voorziene bufferstrook ten zuiden van de Oude Kale wordt plaatselijk beplant met bomen en houtkanten. Naast het accentueren van de ligging van de Oude Kale zal dit ook de sedimentatie in de waterloop reduceren. De noordelijke steilrand die de begrenzing vormt van de vallei en de overgang naar kouters of bulkengebieden, wordt eveneens extra benadrukt met opgaand groen (houtkant / bomen). Het accentueren van deze valleirand gebeurt op openbaar domein (langs de voorziene wandelroute) of in het kader van het inrichtingsplan erfbeplanting kouter-bulkengebied. Het homogene populierenbos ten noorden van de Ooststraat wordt in samenwerking met de eigenaar omgevormd naar een meer gevarieerd bosje met standplaatseigen soorten.

Uitvoerende partners

− Vlaamse Landmaatschappij (VLM) − Afdeling Water : bufferstrook Oude Kale − Privé-persoon (VLM staat in voor coördinatie bij uitvoering) : bosomvorming

Toekomstig beheer

− Gemeenten Nevele, Lovendegem − Provincie Oost-Vlaanderen : bufferstrook Kalebeek − Afdeling Water : bufferstrook Oude Kale − Privé-persoon : populierenbos ten noorden van de Ooststraat

2.3.2 Bulken

In de zones met vrij intact bulkenkarakter wordt volgens het concept een relatief dicht netwerk van landschapselementen nagestreefd. Plaatselijk zal recent verdwenen begroei- ing aangevuld worden met straatbeplanting op openbaar domein of d.m.v. erfbeplanting (in het inrichtingsplan erfbeplanting kouter-bulkengebied).

In de zones met geopend bulkenkarakter, waar het concept een grofmazig netwerk van landschapselementen vooropstelt, zijn beplantingen voorzien in openbaar domein van wegen en in de voorziene bufferstroken langs waterlopen. Een aandeel invulling van binnenruimtes kan gebeuren via erfbeplanting in het inrichtingsplan erfbeplanting kouter- bulkengebied. De aanplantingen zullen zoveel mogelijk gebeuren met autochtoon materiaal en standplaatseigen soorten.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 49

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoerende partner

Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Toekomstig beheer

− Gemeenten Nevele, Lovendegem − Provincie Oost-Vlaanderen (bufferstrook Kalebeek)

2.3.3 Kouters

De uitbouw van de bulken en meersen als coherente landschapseenheden zal het onderscheid met de kouters verduidelijken. Voor de kouter aan de Van Vlaenderenmolen werd de mogelijkheid onderzocht om de wet inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne toe te passen (Wet van 10 januari 1978, houdende nadere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendom- men in der minne). De bedoeling was het huidig aantal kavels te vervangen door een kleiner aantal nieuwe kavels. Na uitsluiting van een aantal vaste bebouwde percelen bedraagt de oppervlakte van dit gebied circa 35 ha. Deze oppervlakte is eigendom van 21 eigenaars en wordt gebruikt door 7 gebruikers. Gezien de aard van de procedure werden enkele cruciale eigenaars en gebruikers geënquêteerd. De houding van deze betrokke- nen varieert van onverschillig tot negatief. Een ruilverkaveling waarbij eigenaars en gebruikers akkoord zijn over een gezamenlijk voorstel van herverkaveling is bijgevolg niet haalbaar.

2.3.4 Driesselken

Ten einde het drieskarakter te benadrukken en te behouden, wordt gepland om het Driesselken (± 0,3 ha) te verwerven. Naar inrichting toe wordt geopteerd om de kaprijpe populieren te vellen, enkele hoog- stamfruitbomen aan te planten en de bestaande veedrinkpoel plaatselijk derwijze aan te passen dat de oevers minder steil worden en vertrappeling door vee wordt tegengegaan. De weide zelf wordt verder gebruikt als extensieve weide.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 50

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Grondverwerving

Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Uitvoerende partner

Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Toewijzing van de gronden na uitvoering

Gemeente Nevele

Toekomstig beheer

Gemeente Nevele / extensief beheer door (zittende) landbouwer

2.3.5 Afgedekte afvalstorten

Zoals hoger reeds aangehaald, bevinden zich in het gebied een drietal gekende afge- dekte afvalstorten: 1. Het omheind stort op het einde van de Brouwerijstraat te Lovendegem: dit zal gedeeltelijk bebost worden rekening houdend met de Vlarembepalingen terzake met streekeigen pionierssoorten zoals wilg, es, vuilboom,… na het gedeeltelijk verwijderen van de bestaande begroeiing (in hoofdzaak ruigte). Op bepaalde gedeelten wordt spontane verbossing nagestreefd. De bestaande afsluiting wordt verwijderd en vervangen door een minder opvallende afsluiting. Voorafgaand wordt een milieuonderzoek uitgevoerd (oriënterend + eventueel beschrijvend bodemonderzoek). 2. Het stort ten zuiden van de Molenbrug te Vinderhoute (Lovendegem): een gedeelte van de begroeiing wordt verwijderd (bv. aanwezige kerstsparren, Italiaanse populieren). De nog niet beboste delen in het stort worden gedeeltelijk bebost rekening houdend met de Vlarembepalingen terzake met streekeigen groen(es, els, wilg, …). Op bepaalde gedeelten wordt spontane bebossing nagestreefd. Ook hier wordt analoog aan het stort aan de Brouwerijstraat een milieuonderzoek uitgevoerd.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 51

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

3. Stort “Borisgracht” te Drongen (Gent): om mogelijke milieu-invloeden van het stort op zowel de grond- als de oppervlakte- waterkwaliteit in te schatten, wordt in eerste instantie een uitgebreid onderzoek voor- gesteld, met een studie van de grondwaterstromen, het plaatsen van peilbuizen en de nodige labo-analyses, een rapportering en voorstellen om mogelijke negatieve milieu- invloeden te elimineren.

Uitvoerende partners

Beplanten stort “Brouwerijstraat” privé-personen (de VLM staat in voor de coördinatie bij en stort “Molenbrug” de uitvoering)

Milieuonderzoek stort “Borisgracht” - OVAM stort “Brouwerijstraat” gemeente Lovendegem met begeleiding van OVAM stort “Molenbrug” gemeente Lovendegem met begeleiding van OVAM

Toekomstig beheer stort “Brouwerijstraat” en stort “Molenbrug”: de desbetreffende privé-personen

2.3.6 Ontginningsgebied en baggerslibstort (zie kaart 10)

Conform het concept wordt voor dit gebied een inrichting voorzien voor natuur (inclusief natuurexploratie) en landschap (vooral landschappelijke integratie).

In overleg met AWZ en de gemeente Lovendegem (belangrijkste grondeigenaars) wordt een uitbreiding van het reservaat ‘Molenmeers’ gerealiseerd. Het doel is een integraal begrazingsblok met behoud van de grote waterplassen en dat voor de wandelaar toe- gankelijk is. Een bijkomende verwerving van ca. 0,8 ha grond is hiervoor nodig. De uitvoering zal gefaseerd worden.

AWZ beschikt over een vergunning die toelaat de gerealiseerde ontginningen tot het maaiveld terug op te vullen. De vergunning voor de ontginning loopt tot 2011. Er wordt voorgesteld om met name de grootste ontginningsput slechts gedeeltelijk op te vullen zodat een voor natuur kansrijke waterpartij ontstaat met een maximale diepte van 3 m, een reliëfrijke bodem die zachthellend is naar de oever en een eiland. Het opvullen (minder diep maken) van de put zal aangezien AWZ de put nog tijdelijk als zandwinning wil gebruiken, meerdere jaren in beslag nemen. Ondanks het feit dat de vergunning loopt tot 2011 is AWZ eventueel bereid de termijn in te korten.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 52

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Om de visuele relatie te herstellen tussen de in de vallei gelegen zandontginning en de kouter rond de Van Vlaenderensmolen, wordt het ruderale talud rond de grote waterplas voor het grootste deel verwijderd. Een deel van het talud blijft behouden in functie van oeverzwaluwen en holenbroeders. Er worden enkele vooruitstekende moeraszones gecreëerd, die ook de vroegere repelstructuur in de vallei insinueren. De zuidoostelijke begrenzing van de natuurzone (de grens kouter-vallei) wordt versterkt door de aanplant van knotbomen.

Voor het verworven perceel in het zuiden wordt door afgraving een geleidelijke overgang naar het wateroppervlak gerealiseerd. De noordwestelijke oever van de Molenmeers (kwelzone) wordt gebufferd door de verwerving en beplanting van een 5 m brede strook.

Tussen de Molenmeers en de Oude Kale wordt de bestaande, maar niet-functionele greppel verdiept en afgesloten door een stuw in de vorm van een vistrap. Bij een betere waterkwaliteit van de Oude Kale kan de Molenmeers fungeren als paaiplaats. De vistrap dient ook te verhinderen dat het waterpeil in de Molenmeers drastisch gewijzigd wordt. De populieren op de kleine bospercelen en langs de Oude Kale worden gerooid en gedeeltelijk vervangen door streekeigen soorten (els, es).

Om het geheel als één extensief begrazingsblok te kunnen beheren, wordt het volledige gebied omheind, worden bestaande overbodige omheiningen afgebroken, en wordt in het zuiden een brug geplaatst over de Oude Kale. Natuurbelevers krijgen via twee toegangs- sluizen met informatiebord toegang tot het gebied. Eveneens wordt voorzien in een vogel- kijkhut / schuilplaats. De nu nog actieve zandontginning is op lange termijn uitstekend geschikt voor de inrichting in functie van zachte recreatievormen zoals vissen en wandelen. Er wordt voorgesteld het ontginningsgebied inzake nabestemming te wijzigen naar natuur en zachte recreatie.

Grondverwerving

Vlaamse Landmaatschappij (VLM) (bufferstrook Molenmeers + zuidelijk perceel)

Uitvoerende partners

− Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) (de VLM staat in voor de coördinatie bij het ontwerp en de uitvoering) − Vlaamse Landmaatschappij (VLM) (bufferstrook Molenmeers + zuidelijk perceel + eigendom Lovendegem)

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 53

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Toewijzing van de gronden na uitvoering

Gemeente Lovendegem (bufferstrook Molenmeers + zuidelijk perceel)

Toekomstig beheer

− Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) met als mogelijke partner Natuurreservaten vzw / extensief gebruik door landbouwer − Gemeente Lovendegem

2.3.7 Wandelroute

Om conform het concept zachte vormen van recreatie mogelijk te maken met het accent op landschapsbeleving werd een wandelroute, met een totale lengte van ongeveer 9 km, uitgestippeld die zich situeert tussen Merendree en Vinderhoute en zich veelal bevindt op de rand van de vallei van de Oude Kale. Ten behoeve van wandelingen met een educatief karakter wordt de mogelijkheid voorzien om de wandeling in te korten tot 4 à 5 km door een lussensysteem. De ene lus vertrekt vanuit Merendree, de andere vanuit de omgeving Vinderhoute. De route is vlot bereikbaar vanaf Merendreedorp. Ook de Campagne (stedelijk domein) te Drongen ligt binnen redelijke afstand van de route en is eveneens een mogelijke uitvalsbasis. Het uitgestippeld tracé (zie kaart 11) bestaat uit een aantal bestaande wegen op openbaar domein; andere bestaande delen dienen verworven en/of openbaar gemaakt. De fysisch niet bestaande delen dienen verworven en openbaar gemaakt. De nodige technische ingrepen worden voorzien om ongewenst gebruik te verhinderen (minimale verharding + veesluizen).

De reeds bestaande onderdelen van het pad blijven behouden in hun huidige staat (tracé en verharding). De nieuwe onderdelen van het traject worden in de nattere zones ingericht als een grazig pad (onderfundering steenslag met afdekking aarde) van ongeveer 2 m breed (± 1.850 m) of worden gewoon afgebakend zonder bijkomende verharding (drogere zones).

Ten behoeve van de wandelaar worden langs het traject een aantal informatieborden, met o.a. gedragsregels, geplaatst. T.h.v. het Geleed langsheen een archeologisch zeer waardevol perceel wordt een infobord aangaande archeologie geplaatst. De volledige route wordt bewegwijzerd op een sobere manier. Tevens worden enkele rustplaatsen voorzien nl. ter hoogte van het Driesselken (picknicktafel), ter hoogte van de doorsteek door de Kalevallei te Merendree (zitbank), ter hoogte van de doorsteek aan de Brouwerijstraat (zitbank) en ter hoogte van de Molenbrug (zitbank).

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 54

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Waar nodig worden bestaande afsluitingen opgebroken en/of worden nieuwe afsluitingen geplaatst. Op die plaatsen waar het pad gebruiksblokken doorsnijdt, worden veesluizen (doorgangen) voorzien. Ter hoogte van het Geleed en in het verlengde van de Brouwerijstraat worden doorsteken door de vallei zelf gerealiseerd. Hiervoor worden twee houten brugjes over de Oude Kale aangelegd.

Een gedeelte van het tracé van het wandelpad valt samen met het tracé van het voorgestelde fietspad. De ingrepen op dit traject zijn voorzien in het gedeelte 2.3.8. Fietsroute. Op sommige plaatsen worden langs het pad beplantingen aangebracht (zie rubriek 2.3.1.5. Landschapsbehoud en -herstel).

Grondverwerving

Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Uitvoerende partner

Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Toewijzing gronden na uitvoering

Gemeenten Nevele, Lovendegem en Gent

Toekomstig beheer

Gemeenten Nevele, Lovendegem en Gent

Wijzigingen aan het openbaar domein

Gemeenten Nevele, Lovendegem en Gent

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 55

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.3.8 Fietsroute

Het concept voorziet de uitbouw van een bovenlokale recreatieve fietsroute. Door de realisatie van deze fietsroute wordt beoogd de recreatieve fietsvoorzieningen vanuit het kouter-bulkengebied dat grenst aan de vallei van de Oude Kale uit te bouwen en een verbinding te vormen met aantrekkelijke deelgebieden in de omgeving, meer bepaald Durmen (kruising kanaal Gent - Oostende en Schipdonkkanaal), het gebied Vinderhoutse Bossen en Groene Velden, het bulkengebied van Landegem - Merendree. De geplande route heeft een lengte van ongeveer 30 km. De route situeert zich (zie kaart 12) tussen Gent - Mariakerke (stedelijk domein Claeys-Bouüaert, eindpunt van groenas 7 van de stad Gent) en Durmen te Merendree (Nevele). Als alternatief onderdeel van de fietsroute wordt een verharding tussen Overpoeke (Broekstraat te Nevele) en de Alsemweg en een verbinding vanaf de spoorweg Gent-Oostende richting Alsemweg gerealiseerd. De route maakt grotendeels gebruik van bestaande landelijke wegen. Hier en daar zijn een aantal verwervingen noodzakelijk en/of dienen bepaalde delen openbaar gemaakt.

Bestaande wegen in slechte staat (aarde, puin e.d.) en die ook gebruikt worden als land- bouwontsluiting krijgen een verharding in steenslag (type IIA d.w.z. steenslag gemengd met een kleine hoeveelheid cement) en worden 3 m breed. Nieuwe gedeelten van het tracé krijgen een verharding van 2 m breed. De aard van de verharding is naargelang het geval dolomiet of steenslag (type IIA). Waar nodig worden afsluitingen opgebroken en/of worden nieuwe afsluitingen geplaatst. De volledige route wordt degelijk bewegwijzerd. De Molenbrug wordt omwille van haar slechte staat vernieuwd met respect voor het land- schappelijk karakter.

De maatregelen alsook de kostprijs van de realisatie van het fietspad gelegen binnen het inrichtingsplan Vinderhoutse Bossen en Groene Velden zijn reeds voorzien in het desbetreffende plan.

Grondverwerving

Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Uitvoerende partner

Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 56

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Toewijzing van de gronden na uitvoering

Gemeenten Nevele, Lovendegem en stad Gent

Toekomstig beheer

Gemeenten Nevele, Lovendegem en stad Gent

Wijzigingen aan het openbaar domein

Gemeenten Nevele, Lovendegem en stad Gent

2.3.9 Kleinschalige waterzuivering

De bestaande lozingen van huishoudelijk afvalwater in het grachtenstelsel ter hoogte van de Brouwerijstraat te Lovendegem en het Driesselken te Merendree (Nevele) zullen worden gesaneerd via kleinschalige waterzuivering met waterplanten.

Ter hoogte van de Brouwerijstraat komt een installatie met een capaciteit van 30 IE (inwonersequivalent) (ca. 300 m²), ter hoogte van het Driesselken een installatie met een capaciteit van 100 IE (ca. 1.000 m²). Ten behoeve van de installatie aan het “Driesselken” en aan de “Brouwerijstraat” dient een verbindingsriool aangelegd.

Grondverwerving

Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Uitvoerende partner

Vlaamse Landmaatschappij (VLM)

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 57

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.4 Overzicht maatregelen, kostenraming, partners en beheerders

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) 1. Meersen a) Verwerving − Bufferstroken Oude Kale 42.000 m² 70 2.940.000 AMINAL, AMINAL, afdeling Water afdeling Water Kalebeek 2.200 m² 70 154.000 VLM Provincie Oost-Vlaanderen Niet-geklasseerde 3.750 m² 70 262.500 VLM Nevele waterlopen − Percelen 30.000 m² 70 2.100.000 VLM Nevele (gebruikers) 152.000 m² 70 10.640.000 VLM Lovendegem (gebruikers) b) Beheersovereenkomsten 100.000 m² 1,45 /m²/jaar 145.000 Provincie Oost- Gebruiker (controle Vlaanderen Provincie Oost- Vlaanderen) c) Jaarlijkse forfaitaire vergoeding voor opbrengstverlies als gevolg van vernatting bepaalde percelen door waterwinning Totale som 260.000/jaar15 VMW VMW d) Aanleg poelen 2 stuks 50.000 100.000 VLM Nevele 1 stuk 50.000 50.000 VLM Lovendegem

15 Captatieperiode 1/10 t.e.m. 30/04

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 58

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) e) Beplantingen − Hoogstammen Buffer Oude Kale 5 stuks 1.200 6.000 AMINAL, afdeling AMINAL, afdeling Water Water Buffer Kalebeek 2 stuks 1.200 2.400 Provincie Oost-Vlaanderen Openbaar domein Nevele 3 stuks 1.200 3.600 VLM Nevele Openbaar domein 10 stuks 1.200 12.000 Lovendegem Lovendegem − Knotbomen Buffer Oude Kale 30 stuks 700 21.000 AMINAL, afdeling AMINAL, afdeling Water Water Buffer Kalebeek 10 stuks 700 7.000 Provincie VLM Oost-Vlaanderen Openbaar domein Nevele 100 stuks 700 70.000 Nevele − Bosgoed Openbaar domein Lovende- 150 stuks 50 7.500 VLM Lovendegem gem Buffer Oude Kale 280 stuks 50 14.000 AMINAL, afdeling AMINAL, afdeling Water Water − Omvormen populierenbos Rooien populieren 280 stuks 1.500 420.000 Aanplant bosgoed 750 stuks 50 37.500 Particulier Particulier Graven poel 1 stuk 20.000 20.000

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 59

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) − Opbraak bestaande afsluitingen Buffer Oude Kale 1.500 m 40 60.000 AMINAL, afdeling AMINAL, afdeling Water Water Buffer Kalebeek 200 m 40 8.000 Provincie Oost- Vlaanderen Verworven percelen 1.000 m 40 40.000 VLM Lovendegem Lovendegem Verworven percelen Nevele 500 m 40 20.000 Nevele − Leveren en plaatsen nieuwe afsluitingen Buffer Oude Kale 5.000 m 120 600.000 AMINAL, afdeling AMINAL, afdeling Water Water Buffer Kalebeek 300 m 120 36.000 Provincie Oost-Vlaanderen Verworven percelen 3.000 m 120 360.000 Lovendegem Lovendegem VLM Verworven percelen Nevele 1.000 m 120 120.000 Nevele Buffer niet-geclasseerde 500 m 120 60.000 Nevele waterlopen f) Leveren en plaatsen meet- en regelsysteem met betrekking tot waterkwantiteitsbeheer incl. aanpassingen bestaande installaties en leveren en plaatsen nieuwe apparatuur Totale som 15.000.000 15.000.000 AMINAL, afdeling AMINAL, afdeling Water / Water in overleg met VMW VMW

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 60

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) 2. Bulken a) Verwervingen Bufferstrook Kalebeek 12.000 m² 70 840.000 Provincie Oost- VLM Vlaanderen Bufferstrook niet- 2.860 m² 70 200.200 Lovendegem geklasseerde waterloop b) Aanplantingen − Hoogstammen Openbaar domein Nevele 15 stuks 1.200 18.000 Nevele Openbaar domein 10 stuks 1.200 12.000 Lovendegem Lovendegem VLM Buffer Kalebeek 3 stuks 1.200 3.600 Provincie Oost- Vlaanderen − Bosgoed Openbaar domein Nevele 50 stuks 50 2.500 Nevele Openbaar domein 1.600 stuks 50 80.000 VLM Lovendegem Lovendegem Buffer Kalebeek 450 stuks 50 9.000 Provincie Oost- Vlaanderen − Knotbomen Openbaar domein Nevele 231 stuks 700 161.700 Nevele Openbaar domein 119 stuks 700 83.300 Lovendegem Lovendegem VLM Buffer Kalebeek 10 stuks 700 7.000 Provincie Oost- Vlaanderen

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 61

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) − Opbraak bestaande afsluitingen Buffer Kalebeek 1.200 m 40 48.000 VLM Provincie Oost- Vlaanderen − Leveren en plaatsen nieuwe afsluitingen Buffer Kalebeek 2.400 m 120 288.000 VLM Provincie Oost- Vlaanderen − Leveren en plaatsen nieuwe afsluitingen Buffer niet-geklasseerde 500 m 120 60 000 VLM Lovendegem waterlopen 3. Driesselken Verwervingen 3.000 m² 80 240.000 Rooien kaprijpe populieren 15 stuks 1.500 22.500 Aanplanten hoogstamfruit- 10 stuks 1.800 18.000 bomen incl. bescherming VLM Nevele/gebruiker tegen vee Aanpassingswerken totale som 20.000 20.000 veedrinkpoel (grondwerken en afsluitingen) 4. Afgedekte afvalstorten a) Stort Borisgracht Onderzoek effecten op totale som 2.500.000 2.500.000 OVAM grond- en oppervlaktewater

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 62

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) b) Stort Brouwerijstraat Oriënterend + beschrijvend totale som 500.000 500.000 Gemeente bodemonderzoek Lovendegem ism OVAM Verwijderen begroeiing 6.400 m² 20 128.000 Particulier Particulier (ruigte, houtopslag, enz) Verwijderen afsluiting 300 m 40 12.000 Particulier Particulier Leveren en plaatsen nieuwe 300 m 120 36.000 Particulier Particulier afsluiting Aanplant bosgoed 2.500 stuks 50 125.000 Particulier Particulier c) Stort ter hoogte van Molenmeers Oriënterend en beschrijvend totale som 300.000 300.000 Gemeente bodemonderzoek Lovendegem ism OVAM Gedeeltelijke verwijdering 500 m² 20 100.000 Particulier Particulier van begroeiing Leveren en plaatsen nieuwe 150 m 120 18.000 Particulier Particulier afsluiting Aanplant bosgoed 1.000 stuks 50 50.000 Particulier Particulier

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 63

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) 5. Ontginningsgebied en baggerslibstort a) Op gronden AWZ Grondwerken m.b.t. water- plas (afgraven taluds + aan- 9.300 m³ 200 1.860.000 leg eiland + moeraszone) Leveren en plaatsen vogelkijkhut 1 stuk 150.000 150.000 Leveren en plaatsen houten brug over de Oude Kale 1 stuk 400.000 400.000 (2,5 m breed) Voetgangerssluis 2 stuks 8.000 16.000 AWZ AWZ met als Rooien hoogstampopulieren 90 stuks 1.500 135.000 mogelijke partner Aanplant knotbomen 20 stuks 700 14.000 vzw Natuurreservaten/ Aanpl hoogstammen (els, es) 40 stuks 1.100 44.000 gebruiker Aanplant bosgoed 700 stuks 50 35. 000 Opbreken afsluitingen 2.500 m 40 100.000 Leveren en plaatsen nieuwe 1.150 m 120 138.000 afsluitingen Realiseren verbinding Molen- 1 stuk 200.000 200.000 meersvijver - Oude Kale (vistrap)

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 64

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) b) Op gronden Lovendegem Verwervingen 7.840 m² 70 548.800 Grondwerken (moeraszone) 300 m³ 200 60.000 Aanplant bosgoed 800 stuks 50 40.000 VLM Natuurreservaten vzw gebruiker Opbreken afsluitingen 320 m 40 12.800 Leveren en plaatsen nieuwe afsluitingen 320 m 120 38.400 6. Wandelroute a) Verwervingen (incl. te beplanten zones) Grondgebied Nevele 5.000 m² 70 350.000 Nevele Grondgebied Lovendegem 16.100 m² 70 1.127.000 VLM Lovendegem Grondgebied Gent 96 m² 70 6.720 Gent b) Leveren en plaatsen infoborden Grondgebied Nevele 4 stuks 1.500 6.000 VLM Nevele Grondgebied Lovendegem 2 stuks 1.500 3.000 Lovendegem c) Leveren en plaatsen houten brug over de Oude Kale (breedte 2 m) 2 stuks 400.000 800.000 VLM Nevele d) Leveren en plaatsen overgangen Grondgebied Nevele 15 m 3.000 45.000 VLM Nevele Grondgebied Lovendegem 15 m 3.000 45.000 Lovendegem e) Opbreken bestaande afsluitingen Grondgebied Nevele 1.100 m 40 44.000 Nevele Grondgebied Lovendegem 1.100 m 40 44.000 VLM Lovendegem Grondgebied Gent 100 m 40 4.000 Gent

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 65

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) f) Aanleg grazig pad met onderfundering van steenslag (breedte 2m) Lovendegem 1.000 m 500 500.000 Lovendegem Nevele 800 m 500 400.000 VLM Nevele Gent 48 m 500 24.000 Gent g) Leveren en plaatsen nieuwe afsluitingen Lovendegem 3.000 m 120 360.000 Lovendegem Nevele 1.600 m 120 192.000 VLM Nevele Gent 200 m 120 24.000 Gent h) Bewegwijzering Lovendegem totale som 15.000 15.000 Lovendegem Nevele totale som 12.000 12.000 VLM Nevele Gent totale som 3.000 3.000 Gent i) Veesluizen Lovendegem 3 stuks 2.500 7.500 VLM Lovendegem Nevele 1 stuk 2 500 2 500 Nevele j) Leveren en plaatsen zitbank Lovendegem 2 stuks 5.000 10.000 VLM Lovendegem Nevele 1 stuk 5.000 5.000 Nevele k) Leveren en plaatsen picknicktafel en bijhorigheden 1 stuk 15.000 15.000 VLM Nevele

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 66

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) 7. Fietsroute Voorafgaande noot: maatregelen met uitzondering van diegene voorzien in het inrichtingsplan Vinderhoutse bossen en Groene Velden a) Verwervingen Grondgebied Nevele 7.800 m² 70 546.000 Nevele Grondgebied Gent 1.260 m² 70 88.200 VLM Gent Grondgebied Lovendegem 660 m² 70 46.200 Lovendegem b) Bewegwijzering fietsroute Grondgebied Nevele totale som 120.000 120.000 Nevele Grondgebied Gent totale som 27.000 27.000 VLM Gent Grondgebied Lovendegem totale som 48.000 48.000 Lovendegem c) Leveren en plaatsen steenslagverharding (breedte 2m) Grondgebied Nevele 1.250 m 900 1.125.000 VLM Nevele d) Leveren en plaatsen steenslagverharding (breedte 3 m) Grondgebied Nevele 2.530 m 1.350 3.415.500 Nevele Grondgebied Gent 640 m 1.350 864.000 VLM Gent Grondgebied Lovendegem 1.100 m 1.350 1.485.000 Lovendegem e) Leveren en plaatsen dolomietverharding met onderfundering steenslag (breedte 2m) Grondgebied Gent 420 m 900 378.000 VLM Gent Grondgebied Lovendegem 740 m 900 660.000 Lovendegem f) Opbreken bestaande afsluitingen Grondgebied Nevele 1.000 m 40 40.000 VLM Nevele g) Leveren en plaatsen nieuwe afsluitingen Grondgebied Nevele 2.700 m 120 324.000 VLM Nevele

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 67

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs (bef.) Kostenraming Uitvoerende partner Toekomstig beheer excl. BTW (bef.) h) Leveren en plaatsen nieuwe brug aan de Oude Kale ter hoogte van de Molendam totale som 600.000 600.000 AMINAL, afdeling AMINAL, afdeling Water : (AMINAL) Water i.s.m de ge- onderbouw 600.000 600.000 meente Lovendegem Gemeente Lovendegem : (Lovendegem) wegdek 8. Kleinschalige waterzuivering a) Verwervingen - kleinschalige waterzuivering Driesselken 1.000 m² 80 80.000 VLM Nevele Brouwerijstraat 300 m² 80 24.000 Lovendegem b) Aanleg kleinschalige waterzuivering Driesselken totale som 500.000 Nevele Verbindingsriool Driesselken totale som 1.000.000 VLM Brouwerijstraat totale som 250.000 Lovendegem Verbindingsriool Brouwerij- totale som 200.000 straat

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 68

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

RECAPITULATIE KOSTENRAMING EXCLUSIEF BTW

1. Meersen Met grondverwerving 33.556.500 bef. Zonder grondverwerving 17.460.000 bef. 2. Bulken Met grondverwerving 1 813.300 bef. Zonder grondverwerving 773.100 bef. 3. Driesselken Met grondverwerving 300.500 bef. Zonder grondverwerving 60.500 bef. 4. Afgedekte afvalstorten 3.769.000 bef. 5. Ontginningsgebied en baggerslibstort Met grondverwerving 3.792.000 bef. Zonder grondverwerving 3.243.200 bef. 6. Wandelpad Met grondverwerving 4.044.720 bef. Zonder grondverwerving 2.561.000 bef. 7. Fietspad Met grondverwerving 10.366.900 bef. Zonder grondverwerving 9.686.500 bef. 8. Kleinschalige waterzuivering Met grondverwerving 2.054.000 bef. Zonder grondverwerving 1.950.000 bef.

Totaal zonder grondverwerving 39.503.300 bef. Totaal grondverwerving 20.193.620 bef. Totaal met grondverwerving 59.696.920 bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 69

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.5 Impact van de inrichtingsmaatregelen op de landbouw (zie kaart 13)

2.5.1 Algemeen

De verschillende inrichtingsmaatregelen van het inrichtingsplan Oude Kale met effecten op landbouw kunnen als volgt samengevat worden:

Onderdeel inrichtingsplan Effecten voor landbouw − vernatting als gevolg van waterwinning − opbrengstverliezen in de vallei (vergoed) − meet- en regelsysteem − mogelijkheid tot watervoorziening in zomeromstandigheden − verwerving en inrichting percelen voor − grondverlies in eigendom (ca. 18,2ha) natuurontwikkeling in de meersen − gratis hergebruik door landbouw maar extensiever − mogelijke kavelruil met andere verworven percelen − verwerving en inrichting bufferstroken − grondverlies in eigendom en gebruik (ca. 6,2 ha) − veedrinkplaatsen gegarandeerd − beheersovereenkomsten voor − vrijwillig tegen vergoeding graslandbeheer in de meersen − beplantingen langs wegen − erfbeplanting (inrichtingsplan − vrijwillig met subsidie erfbeplanting kouter-bulkengebied) − integratie bedrijf in omgeving − participatie landschapsherstel − omvorming bosperceel (ca. 1,1 ha) − inrichting Driesselken − grondverlies in eigendom (ca. 0,3 ha) − gratis hergebruik door landbouw maar extensiever − maatregelen i.v.m. afgedekte afvalstorten − inrichting ontginningsgebied en − grondverlies in eigendom (ca. 0,8 ha) baggerslibstort − gratis hergebruik door landbouw maar extensiever (ca. 4,3 ha)

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 70

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Onderdeel inrichtingsplan Effecten voor landbouw − wandelroute − grondverlies in eigendom (ca. 2,2 ha) − grondverlies in gebruik (ca. 0,8 ha) − doorgang voor het vee gewaarborgd − fietsroute (deel binnen het afgebakend − grondverlies in eigendom (ca. 0,5 ha) projectgebied) − grondverlies in gebruik (ca. 0,4 ha) − kleinschalige waterzuivering − grondverlies in eigendom en gebruik (ca. 1.300 m²)

I.v.m. het inrichtingsplan Oude Kale gaat de relatief grootste negatieve impact voor de landbouw uit van de geplande verwervingen annex extensiveringsmaatregelen, ook al gaat het grotendeels om natte kleigronden die gedeeltelijk in hergebruik voor landbouw komen. Ook het (eventueel cumulatief) effect van de opbrengstverliezen ten gevolge van het vernattingsscenario - weliswaar vergoed - kan, afhankelijk van de bedrijfssituatie, negatieve gevolgen hebben. Maatregelen zoals de genoemde vergoedingen en het her- gebruik, vormen anderzijds impactverzachtende elementen naar landbouw toe die bewust ingebouwd werden in het inrichtingsplan.

2.5.2 Bedrijfsmatige impact

2.5.2.1 Grondverwervingen en gebruiksveranderingen

Uit 2.5.1. Algemeen kan afgeleid worden dat : − ca. 8 ha ten gevolge van het plan verloren gaat voor landbouwgebruik door de inrichting van bufferstroken, de kleinschalige waterzuivering, de wandelroute en de fietsroute; − ca. 22,8 ha grond in de meersen door het plan verplicht beheersmatig overgaat van landbouwgebruik in zijn huidige vorm naar extensief landbouwgebruik door inrichting van percelen voor natuurontwikkeling in de meersen, het Drieselken, gedeelte van het ontginningsgebied en baggerslibstort. Hiervan is 3,5 ha momenteel in gratis gebruik. Dit gaat gepaard met de verwerving in eigendom door de overheid van 27,3 ha. Voor wat de impact op de landbouwbedrijven betreft, spelen in de eerste plaats de effecten inzake gebruiksveranderingen die tot op zekere hoogte gebonden zijn aan de verwerving.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 71

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Betrokken gebruikers en absolute oppervlakte Tabel 5 geeft een overzicht van de gronden met gebruiksverandering (uit landbouw- gebruik + extensief te hergebruiken) per landbouwbedrijf. Tabel 5 : Aantal gebruikers per oppervlakteklasse van de gronden met gebruiksverande- ring16

Doel verwerving Oppervlakte per gebruiker Eindtotaal < 0,5 ha 0,5 - 1,5 ha 1,5 - 2,5 ha 2,5 - 3,5 ha 3,5 - 5 ha17 Wandelwegen 16 1 17 Natuur 4 5 4 1 1 15 Buffer 41 1 42 Ontginningsgebie 2 2 1 5 d Driesselken 1 1 Totaal 32 7 2 3 2 46

Twee ha is een belangrijke oppervlakte landbouwgrond gezien de gronddruk in de regio. Tien bedrijven verliezen (uit gebruikname of extensief hergebruik) meer dan 1 ha. Zeven bedrijven verliezen meer dan 1,5 ha. Twee bedrijven verliezen meer dan 3,5 ha. De twee meest getroffen bedrijven betreffen: 1) Een mestveebedrijf (in nevenberoep). De gronden die dit bedrijf verliest zijn opgespoten gronden die het momenteel gratis, met jaarcontracten in gebruik heeft. 2) Een groot melkvee-varkensbedrijf.

De helft van de bedrijven met een verlies van meer dan 1 ha had in 1998 een mest- overschot. Bijna alle te verwerven gronden zijn geen eigendom van de gebruikers. Het aanbod aan pachtgronden is zeer klein. De landbouwer zal andere gronden moeten aankopen wil hij zijn bedrijfsoppervlakte op hetzelfde niveau houden.

Betrokken bedrijfstypes en relatieve oppervlaktes

Naast de absolute oppervlakte is het aandeel van de oppervlakte in de totale bedrijfs- oppervlakte van belang. Tabel 6 geeft een overzicht van het percentage van de bedrijfs- oppervlakte dat in de gebruiksverandering betrokken is.

16 Effecten van de fietsroute (gebruiksverlies 0,4 ha) en van de kleinschalige waterzuivering (0,1 ha) werden buiten beschouwing gelaten 17 Eén gebruiker gebruikt 4,2 ha kosteloos van AWZ. Dit is een tijdelijke regeling. De impact moet daarom gerelativeerd worden.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 72

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Tabel 6 : Aantal gebruikers per klasse van het percentage bedrijfsoppervlakte met gebruiks- verandering volgens bedrijfstype

Bedrijfstype gemiddeld % van % van bedrijfsoppervlakte in gebruiks- totaal bedrijfsoppervlakte verandering 0 - 5 % 5 - 10 % 10 - 15 % 30 - 40 % Mestvee 15% 1 1 1 1 4 Melkoeien- 4% 3 1 4 mestvee Ander 3% 6 1 1 8 Melkkoeien 2% 14 2 1 17 Melkkoeien- 2% 6 1 7 varkens Varkens 2% 6 6 Eindtotaal 4% 36 5 4 1 46

Bij een passende vergoeding is een verwerving (aankoop in der minne of onteigening) van maximaal 15% van de bedrijfsoppervlakte overbrugbaar. Voor vijf bedrijven bedraagt de gebruiksverandering 5 à 10% van de bedrijfsoppervlakte, voor vier bedrijven 10 - 15% en voor één bedrijf 30 à 40%. Het bedrijf met het relatief grootste verlies is het reeds geciteerde nevenberoepsmestveedrijf.

Voederverliezen met extensief hergebruik

De totale opbrengst in kVEM van de oppervlakte met gebruiksverandering (rekening houdende met de bodemkwaliteit) is 298.000 kVEM. Het inrichtingsplan voorziet dat de bedrijven de gronden nog gedeeltelijk kunnen verder gebruiken. Bij een maximale toegelaten veebezetting van 2 GVE (en nulbemesting) wordt het verlies in opbrengst 18 (in kVEM) voor 33 landbouwers praktisch onbestaande. Voor een 13-tal landbouwers zijn er jaarlijkse effecten: voor een viertal landbouwers is er verlies van voeder voor 1 à 2 melkkoeien. Voor vier andere bedrijven loopt het verlies nog op tot 2 à 5 melkkoeien, voor één bedrijf 5 à 7 melkkoeien en voor vier bedrijven 7 à 8 melkkoeien. Onder deze vier bedrijven ressorteren het reeds geciteerde nevenberoeps- mestveebedrijf en het geciteerde melkvee-varkensbedrijf.

18 Rekening houdende met de bodem, niet met de huidige veebezetting

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 73

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.5.2.2 Opbrengstverliezen door vernatting

Bedoeld wordt hier de resterende, gecompenseerde opbrengstverliezen aan ruwvoeder door vernatting in niet-verworven percelen. Tabel 7 geeft een overzicht van de berekende opbrengstverliezen (in kVEM) voor de landbouwsector bij een debiet van 1,7 m³/s door de Oude Kale.

Tabel 7 : Aantal bedrijven volgens te compenseren kVEM-verlies (na verwervingen) per bedrijfstype bij een debiet van 1,7 m³/s door de Oude Kale

Bedrijfstype Klassen van kVEM-verlies per jaar bij debiet van Gemiddeld 1,7 m³/s 19 < 3.000 3.000 - 6.000 - 9.000 - 12.000 - kVEM-verlies 6.000 9.000 12.000 24.000 per jaar bij een debiet van 1,7 m³/s Ander 5 1 1.017 Melkkoeien 5 7 4 1 4.636 Mestvee 3 1 1.832 Melkkoeien - mestvee 1 2 1 4.793 Melkkoeien - varkens 3 1 1 6.923 Varkens 4 1 1.516 Eindtotaal 21 12 5 2 1 3.746

Bij een debiet van 1,7m³/s door de Oude Kale, verliezen de bedrijven gemiddeld het voeder voor 1,3 melkkoeien en de bedrijven hebben daar een gemiddelde schade van 22.000 bef door. Het debiet van 1,7 m³/s komt statistische slecht 1 keer per 4 jaar voor: de jaarlijkse vergoeding zal dus 22.000 bef/4 bedragen, t.t.z. 5.500 bef. Eén bedrijf heeft 1 keer per 4 jaar een verlies van voeder voor circa 7 melkkoeien en krijgt daar voor 4 jaar een totale vergoeding voor van bijna 120.000 bef. (30.000 bef/jaar). Ter compensatie zou het bedrijf circa 0,5 ha intensief grasland ter beschikking kunnen gesteld worden. Twee bedrijven verliezen om de 4 jaar het voeder voor 3 à 4 melkkoeien. De overeenkomstige vergoeding bedraagt 59.000 bef./4 jaar à 64.000 bef./4 jaar. Vijf bedrijven hebben een verlies van 2 à 3 melkkoeien om de 4 jaar. De overeenkomstige vergoeding bedraagt 39.000 bef./4 jaar à 50.000 bef./4 jaar. Twaalf bedrijven hebben een verlies van voeder voor 1 à 2 melkkoeien om de 4 jaar. De vergoeding hiervoor zou 19.000 bef./4 jaar à 35.000 bef./4 jaar bedragen. Voor 21 bedrijven is het verlies gering.

19 2940 kVEM stemt overeen met de voederbehoefte van 1 melkkoe.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 74

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.5.2.3 Inpasbaarheid van verwerving - vernatting

Om de inpasbaarheid van de verwervingen / gebruiksveranderingen en de vernatting samen na te gaan werd per bedrijf een inpasbaarheidsscore berekend. Hierbij worden volgende principes gehanteerd: − groot verlies aan ruwvoeder door verwerving (incl. herbruik met beperkingen) Æ lage inpasbaarheid − relatief hoge oppervlakte verwerving Æ lage inpasbaarheid − groot verlies aan ruwvoeder door vernatting Æ lage inpasbaarheid − ruwvoederbalans negatief Æ lage inpasbaarheid − mestoverschot Æ lage inpasbaarheid

Correcties die aan deze inpasbaarheidsscores kunnen worden aangebracht houden verband met leeftijd van de bedrijfsleider, bedrijfsgrootte en terreingegevens (o.a. huiskavel, pachtovereenkomst). Tabel 8 geeft een samenvattend overzicht van de totaal- score. Het niveau van de inpasbaarheid is algemeen van die aard dat met de vergoeding voor opbrengstverlies door vernatting en een gepaste onteigeningsvergoeding de bedrijven in staat moeten zijn verder te werken (zie 2.3.1.2). Voor 40 bedrijven hebben de ingrepen in het inrichtingsplan geen gevolgen. Voor een tweetal bedrijven zijn er lichte effecten (matig inpasbaar). Voor twee bedrijven zijn de inrichtingsmaatregelen minder inpasbaar, voor twee bedrijven zijn ze moeilijker inpasbaar. Eén bedrijf valt op door de relatief slechte inpasbaarheid (het eerder geciteerde melkvee- varkensbedrijf).

Tabel 8: Totale inpasbaarheid van inrichtingsmaatregelen

Bedrijfstype gemakkelijk inpasbaar matig minder moeilijker Eindtotaal inpasbaar inpasbaar inpasbaar inpasbaar Ander 9 9 Melkkoeien 13 1 1 1 1 17 Mestvee 3 1 4 Melkkoeien - 1 1 1 1 4 mestvee Melkkoeien - 2 4 1 7 varkens Varkens 1 4 5 Eindtotaal 29 11 2 2 2 46

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 75

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

2.5.2.4 Inpasbaarheid van vrijwillige beheersovereenkomsten

Globaal zijn de beheersovereenkomsten inpasbaar voor 44 bedrijven. Zij hebben na de verwerving en de vernatting nog een ruwvoederoverschot. Op basis van de ruwvoeder- balans en hun oppervlakte in het projectgebied wordt de oppervlakte die bedrijfsmatig in aanmerking komt voor beheersovereenkomsten geschat op 139 ha waarvan 59 ha in de meersen.

2.6 Archeologische begeleiding van de werken

Bij de werken uit te voeren door de Vlaamse Landmaatschappij is een archeologische begeleiding, op te nemen in de besteksbepalingen, voorzien.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 76

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

3. UITVOERINGSPROGRAMMA

Het inrichtingsplan voorziet dat de Vlaamse Minister met de goedkeuring van het inrich- tingsplan:

(1) de afdeling Water van AMINAL belast met de noodzakelijke werken voor de maat- regelen :

− de inrichting van de bufferstrook langs de Oude Kale, inclusief de grondverwerving; − de plaatsing van het meet - en regelsysteem i.v.m. het waterkwantiteitsbeheer; − het bouwen van een nieuwe brug over de Oude Kale ter hoogte van de Molendam; i.s.m. de Vlaamse Landmaatschappij;

waarbij: − het toekomstig beheer gebeurt door de afdeling Water en de VMW voor wat het meet - en regelsysteem betreft en de gemeente Lovendegem voor wat het wegdek van de nieuwe brug over de Oude Kale ter hoogte van de Molendam betreft.

(2) de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) belast met de noodzakelijke werken voor de maatregelen :

− de inrichting van het ontginningsgebied en baggerslibstort ter hoogte van de Molenmeers - Zuurhoek, voor wat het gedeelte in eigendom van AWZ betreft;

waarbij : − de coördinatie bij het ontwerpen en uitvoeren berust bij de Vlaamse Landmaat- schappij (VLM); − het beheer van de werken vanaf de voorlopige oplevering gebeurt door Natuur- reservaten vzw, met onderbeheer door de gebruiker (zittende landbouwer) voor wat de begrazing betreft.

Aangezien de betrokken administratie niet onder de bevoegdheid valt van de Vlaamse minister bevoegd voor landinrichting, is ingevolge art.16 §5 van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 juni 1996 20, een voorafgaandelijk akkoord van de bevoegde Vlaamse minister nodig.

20 Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 1996 houdende nadere regelingen betreffende de landinrichting

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 77

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(3) de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) mits haar instemming overeenkomstig art. 13 § 5 van het decreet 21 belast met:

− het jaarlijks vergoeden van de opbrengstverliezen ten gevolge van het vernattings- scenario aan de betrokken gebruikers van gronden;

waarbij : − de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) ondersteuning geeft bij het berekenen van de vergoedingen.

(4) de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) belast met het onderzoek naar de milieueffecten van het stort aan de Borisgracht inzake grond- en oppervlaktewater.

(5) de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) overeenkomstig art 13 §4 van het decreet 22 belast met de noodzakelijke werken voor de maatregelen :

− de inrichting van een buffer langs de Kalebeek, inclusief de grondverwerving; − de inrichting van twee buffers langs niet-geklasseerde waterlopen, inclusief de grondverwerving; − de inrichting van de percelen voor natuurontwikkeling in de vallei van de Oude Kale, inclusief de grondverwerving; − de inrichting van de kleinschalige waterzuiveringsinstallaties ter hoogte van het Driesselken en de Brouwerijstraat, inclusief de grondverwerving; − de inrichting van de dries “het Driesselken”, inclusief de grondverwerving; − de inrichting van het ontginningsgebied en baggerslibstort ter hoogte van de Molenmeers - Zuurhoek, voor wat het gedeelte niet in eigendom van AWZ betreft, inclusief de grondverwerving; − de inrichting van de wandelroute in functie van landschapsbeleving, inclusief de grondverwerving; − de inrichting van de bovenlokale fietsroute, inclusief de grondverwerving; − beplantingswerken op de betrokken openbare domeinen van Nevele en Lovende- gem;

21 Decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij zoals aangevuld met het decreet van 22 november 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1995 22 Idem 21

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 78

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

waarbij : − het beheer van de werken vanaf de voorlopige oplevering gebeurt door: • de Provincie Oost-Vlaanderen (buffer Kalebeek); • Natuurreservaten vzw (met onderbeheer door de gebruiker - zittende land- bouwer voor wat de begrazing betreft) (ontginningsgebied en baggerslibstort Molenmeers - Zuurhoek); • de gemeenten Nevele en Lovendegem en de stad Gent (rest van de werken), met onderbeheer door de gebruikers (zittende landbouwers) voor wat het graslandgebruik betreft. − de werken na de definitieve oplevering overgedragen worden aan: • de Provincie Oost-Vlaanderen (buffer Kalebeek); • de gemeente Lovendegem (ontginningsgebied en baggerslibstort Molenmeers - Zuurhoek); • de gemeente Lovendegem, Nevele en de stad Gent (rest van de werken). − de verworven gronden overgedragen worden aan de gemeenten Lovendegem (incl. verworven gronden voor het ontginningsgebied en baggerslibstort Molenmeers - Zuurhoek), de gemeente Nevele en de stad Gent. − de wijzigingen aan het openbaar domein voor de wandelroute en de fietsroute gebeuren door de gemeente Nevele en Lovendegem en de stad Gent. − de gemeente Lovendegem de nodige maatregelen neemt voor de bestemmings- wijziging van het ontginningsgebied en baggerslibstort m.n. nabestemming “landbouw” veranderen in nabestemming “natuur”.

(6) mits haar instemming, overeenkomstig art. 13 § 5 van het decreet 23, de Provincie Oost-Vlaanderen belast met:

− het sluiten en subsidiëren van de vrijwillige beheersovereenkomsten in de vallei van de Oude Kale in functie van extensief graslandbeheer.

(7) mits haar instemming overeenkomstig art. 13 §5 van het decreet 24, de gemeente Lovendegem belast met:

− het onderzoek naar de milieu-effecten van de storten ter hoogte van de Molenmeers en de Brouwerijstraat (oriënterend en eventueel beschrijvend bodemonderzoek)

waarbij: − de gemeente Lovendegem overleg pleegt met Openbare Vlaamse Afvalstoffen- maatschappij (OVAM)

23 idem 21 24 idem 21

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 79

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(8) mits hun instemming overeenkomstig art. 13 § 6 van het decreet 25, de betrokken natuurlijke personen belast met de noodzakelijke werken voor de maatregelen:

− de inrichting van het stort Brouwerijstraat en de inrichting van het stort Molendam, onder voorbehoud van tussen partijen opgestelde overeenkomst goed te keuren door de Vlaamse regering (art 16 § 5 decreet 22 november 1995); − de inrichting van een om te vormen bosperceel in de vallei van de Oude Kale, onder voorbehoud van tussen partijen opgestelde overeenkomst goed te keuren door de Vlaamse regering (art 16 § 5 decreet 22 november 1995);

waarbij: − de VLM instaat voor de coördinatie bij de uitvoering

Planning van de werken :

De werken zijn voorzien om uit te voeren in de periode 2001-2003 met uitzondering van : − AMINAL – afdeling Water : meet- en regelsysteem : tegen 2006; − Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) : inrichten vijver “Zuurhoek” en directe omgeving : tegen 2011 − Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening : watercaptatie uit het Poekebeekbekken : vanaf 2006 (ingebruikname 2de drinkwaterproductielijn in Kluizen).

25 idem 21

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 80

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

4. FINANCIERINGSPLAN

(1) Uit te voeren werken door AMINAL - afdeling Water.

Uitvoeringseenheid “Meersen” (buffer Oude Kale, meet- en regelsysteem)

Kostprijs excl. 21% BTW 15.701.000,- bef. Algemene kosten 10% 1.570.100,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 20.898.031,- bef. Grondverwerving 2.940.000,- bef.

Totale kostprijs 23.838.031,- bef.

Uitvoeringseenheid “Fietsroute” (brug Oude Kale)

Kostprijs excl. 21% BTW 600.000,- bef. Algemene kosten 10% 60.000,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 798.600,- bef.

Totale kostprijs incl. algemene kosten en 21% BTW voor de uitvoeringseenheden

“Meersen” “Fietsroute” 24.636.631,- bef.

Aandeel AMINAL - afdeling Water (100%) 24.636.631,- bef.

(2) Uit te voeren werken door de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ)

Uitvoeringseenheid “Ontginningsgebied en baggerslibstort”

Kostprijs excl. 21% BTW 3.092.000,- bef. Algemene kosten 10% 309.200,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 4.115.452,- bef.

Ten laste van AWZ 100% 4.115.452,- bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 81

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(3) Uit te voeren werken door de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

Uitvoeringseenheid “Meersen” (vergoeding opbrengsverliezen)

Kostprijs 260.000,- bef./jaar

Aandeel VMW 100% 260.000,- bef./jaar

(4) Uit te voeren werken door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) op gronden die door de provincie Oost-Vlaanderen worden of zullen worden beheerd.

Uitvoeringseenheid “Meersen” (buffer Kalebeek)

Kostprijs excl. 21% BTW 53.400,- bef. Algemene kostprijs 10% 5.340,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 71.075,- bef. Grondverwerving 154.000,- bef.

Totale kostprijs 225.075,- bef.

Uitvoeringseenheid “Bulken” (buffer Kalebeek)

Kostprijs excl. 21% BTW 355.600,- bef. Algemene kostprijs 10% 35.560,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 473.304,- bef. Grondverwerving 840.000,- bef.

Totale kostprijs 1.313.304,- bef.

Totale kostprijs incl. algemene kosten en 21% BTW voor de uitvoeringseenheden

“Meersen” “Bulken” 1.538.379,- bef.

Aandeel Oost-Vlaanderen (30%) 461.514,- bef.

Het bedrag van de uitgaven die niet door de provincie ten laste worden genomen is ten laste van het Vlaams Gewest, als subsidie aan de Vlaamse Landmaatschappij in toepassing van art. 4 van het Besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 houdende subsidiëring van de landinrichtingswerken (100% van het bedrag niet ten laste genomen door de provincie). 1.076.865,- bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 82

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(5) Uit te voeren werken door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) op gronden die door de stad Gent worden of zullen worden beheerd.

Uitvoeringseenheid “Wandelroute”

Kostprijs excl. 21% BTW 55.000,- bef. Algemene kosten 10% 5.500,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 73.205,- bef. Grondverwerving 6.720,- bef.

Totale kostprijs 79.925,- bef.

Uitvoeringseenheid “Fietsroute”

Kostprijs excl. 21% BTW 1.269.000,- bef. Algemene kosten 10% 126.900,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 1.689.039,- bef. Grondverwerving 88.200,- bef.

Totale kostprijs 1.777.239,- bef.

Totale kostprijs incl. algemene kosten en 21% BTW voor de uitvoeringseenheden:

“Wandelroute” “Fietsroute” 1.857.164,- bef. Aandeel stad Gent 30% 557.149,- bef.

Het bedrag van de uitgaven die niet door de stad Gent ten laste worden genomen is ten laste van het Vlaams Gewest, als subsidie aan de Vlaamse Landmaatschappij in toepassing van art. 4 van het Besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 houdende subsidiëring van de landinrichtingswerken (100% van het bedrag niet ten laste genomen door de stad Gent). 1.300.015,- bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 83

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(6) Uit te voeren werken door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) op gronden die door de gemeente Lovendegem worden of zullen worden beheerd.

Uitvoeringseenheid “Meersen” (natuurontwikkeling, beplantingen,…)

Kostprijs excl. 21% BTW 469.500,- bef. Algemene kosten 10% 46.950,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 624.905,- bef. Grondverwerving 10.640.000,- bef.

Totale kostprijs 11.264.905,- bef.

Uitvoeringseenheid “Bulken” (beplantingen)

Kostprijs excl. 21% BTW 235.300,- bef. Algemene kosten 10% 23.530,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 313.184,- bef. Grondverwerving 200.200,- bef.

Totale kostprijs 513.384,- bef.

Uitvoeringseenheid “Ontginningsgebied en baggerslibstort”

Kostprijs excl. 21% BTW 151.200,- bef. Algemene kosten 10% 15.120,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 201.247,- bef. Grondverwerving 548.800,- bef.

Totale kostprijs 750.047,- bef.

Uitvoeringseenheid “Wandelroute”

Kostprijs excl. 21% BTW 984.500,- bef. Algemene kosten 10% 98.450,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 1.310.370,- bef. Grondverwerving 1.127.000,- bef.

Totale kostprijs 2.437.370,- bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 84

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid “Fietsroute”

Kostprijs excl. 21% BTW 2.793.000,- bef. Algemene kosten 10% 279.300,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 3.717.483,- bef. Grondverwerving 46.200,- bef.

Totale kostprijs 3.763.683,- bef.

Uitvoeringseenheid “ Kleinschalige waterzuivering” (Brouwerijstraat)

Kostprijs excl. 21% BTW 450.000,- bef. Algemene kosten 10% 45.000,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 598.950,- bef. Grondverwerving 24.000,- bef.

Totale kostprijs 622.950,- bef.

Totale kostprijs incl. algemene kosten en 21% BTW voor de uitvoeringseenheden:

“Meersen” “Bulken” “Ontginningsgebied & baggerslibstort” “Wandelroute” “Fietsroute” “Kleinschalige waterzuivering” 19.352.339,- bef.

Aandeel gemeente Lovendegem 30% 5.805.702,- bef.

Het bedrag van de uitgaven die niet door de gemeente Lovendegem ten laste worden genomen is ten laste van het Vlaams Gewest, als subsidie aan de Vlaamse Landmaatschappij in toepassing van art. 4 van het Besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 houdende subsidiëring van de landinrichtingswerken (100% van het bedrag niet ten laste genomen door de gemeente Lovendegem). 13.546.637,- bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 85

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(7) Uit te voeren werken door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) op gronden die door de gemeente Nevele worden of zullen worden beheerd.

Uitvoeringseenheid “Meersen” (natuurontwikkeling, beplantingen,…)

Kostprijs excl. 21% BTW 373.600,- bef. Algemene kosten 10% 37.360,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 497.262,- bef. Grondverwerving 2.362.500,- bef.

Totale kostprijs 2.859.762,- bef.

Uitvoeringseenheid “Bulken” (beplantingen)

Kostprijs excl. 21% BTW 182.200,- bef. Algemene kosten 10% 18.220,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 242.508,- bef.

Uitvoeringseenheid “ Driesselken”

Kostprijs excl. 21% BTW 60.500,- bef. Algemene kosten 10% 6.050,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 80.526,- bef. Grondverwerving 240.000,- bef.

Totale kostprijs 320.526,- bef.

Uitvoeringseenheid “ Wandelroute”

Kostprijs excl. 21% BTW 1.521.500,- bef. Algemene kosten 10% 152.150,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 2.025.117,- bef. Grondverwerving 350.000,- bef.

Totale kostprijs 2.375.117,- bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 86

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Uitvoeringseenheid “Fietsroute”

Kostprijs excl. 21% BTW 5.024.500,- bef. Algemene kosten 10% 502.450,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 6.687.610,- bef. Grondverwerving 546.000,- bef.

Totale kostprijs 7.233.610,- bef.

Uitvoeringseenheid “Kleinschalige waterzuivering” (Driesselken)

Kostprijs excl. 21% BTW 1.500.000,- bef. Algemene kosten 10% BTW 150.000,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 1.996.500,- bef. Grondverwerving 80.000,- bef.

Totale kostprijs 2.076.500,- bef.

Totale kostprijs incl. algemene kosten en 21% BTW voor de uitvoeringseenheden

“Meersen” “Bulken” “Driesselken” “Wandelroute” “Fietsroute” “Kleinschalige waterzuivering” 15.108.023,- bef.

Aandeel gemeente Nevele 30% 4.532.407,- bef.

Het bedrag van de uitgaven die niet door de gemeente Nevele ten laste worden genomen is ten laste van het Vlaams Gewest, als subsidie aan de Vlaamse Landmaatschappij in toepassing van art. 4 van het Besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 houdende subsidiëring van de landinrichtingswerken (100% van het bedrag niet ten laste genomen door de gemeente Nevele). 10.575.616,- bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 87

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(8) Uit te voeren werken door de Provincie Oost-Vlaanderen.

Uitvoeringseenheid “Meersen” (beheersovereenkomsten)

Totale kostprijs 145.000,- bef./jaar

Ten laste van Provincie Oost-Vlaanderen 100 % 145.000,- bef./jaar

(9) Uit te voeren werken door de gemeente Lovendegem

Uitvoeringseenheid “Afgedekte afvalstorten” (onderzoek storten ter hoogte van de Molenmeers en Brouwerijstraat)

Kostprijs excl. 21% BTW 800.000,- bef. Algemene kosten 10% 80.000,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 1.064.800,- bef.

Aandeel gemeente Lovendegem (30%) 319.440,- bef.

Het bedrag van de uitgaven die niet door de gemeente Lovendegem ten laste worden genomen is ten laste van het Vlaams Gewest, als subsidie aan de Vlaamse Landmaatschappij in toepassing van art. 4 van het Besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 houdende subsidiëring van de landinrichtingswerken (100% van het bedrag niet ten laste genomen door de gemeente Lovendegem). 745.360,- bef.

(10) Uit te voeren werken door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM)

Uitvoeringseenheid “afgedekte afvalstorten” (onderzoek stort “Borisgracht”)

Kostprijs excl. 21% BTW 2.500.000,- bef. Algemene kosten 10% 250.000,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 3.327.500,- bef.

Aandeel OVAM (100%) 3.327.500,- bef.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 88

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

(11) Uit te voeren werken door natuurlijke personen

Uitvoeringseenheid “afgedekte afvalstorten” (storten Brouwerijstraat en Molendam)

Kostprijs excl. 21% BTW 469.000,- bef. Algemene kosten 10% 46.900,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 624.239,- bef.

Uitvoeringseenheid “meersen” (beplantingen – omvormen populierenbos ten noorden van de Ooststraat)

Kostprijs excl. 21% BTW 477.500,- bef. Algemene kosten 10% 47.750,- bef. Kostprijs incl. 21% BTW 635.553,- bef.

Totale kostprijs incl. algemene kosten en 21 % BTW voor de uitvoeringseenheden “afgedekte afvalstorten” (Brouwerijstraat en Molendam) en “meersen” (omvormen populierenbos) 1.259.792,- bef.

Waarvan ten laste van het Vlaams Gewest, als subsidie aan particulieren in toepassing van art. 9 van het Besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 houdende subisidiëring van de landinrichtingswerken (80 %) 1.007.834,- bef.

Aandeel particulieren (20%) 251.958,- bef.

Het gesubsidieerde werk heeft het karakter van algemeen belang aangezien het vroegere gemeentelijke storten betreft die door landinrichtingsmaatregelen land- schappelijk beter geïntegreerd worden en een zeker ecologisch belang krijgen. Het andere gedeelte betreft een bosomvorming conform de bepalingen van dit inrich- tingsplan.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 89

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Overzicht financieringsplan (inclusief B.T.W. en algemene kosten)

Partner Raming subsidie Raming aandeel Raming jaarlijkse landinrichting (bef.) partner (bef.) vergoedingen (bef./jaar) AMINAL — 24.636.631 — afdeling Water AWZ — 4.115.452 —

OVAM — 3.327.500

VMW — — 260.000

Vlaamse Landmaatschap 27.244.493 — — pij Provincie Oost- — 461.514 145.000 Vlaanderen Stad Gent — 557.149 —

Gemeente — 6.125.142 — Lovendegem Gemeente — 4.532.407 — Nevele Particulieren 1.007.834 251.958 —

Algemeen totaal 72.260.080 405.000

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 90

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Literatuurlijst

Bogaert, G. (1998). Van dotterbloem tot ossetong. Landschap en natuur in de vallei van de Oude Kale. 142 p.

Bourgeois, J. e.a. (1999). Archeologische inventaris Landinrichtingsproject Leie en Schelde - Zone 1. Universiteit Gent, Vakgroep Archeologie en Oude Geschiedenis van Europa, 52 p. + kaarten.

Cocquyt, M. (1997). Relatie tussen agrarisch grondgebruik in de vallei van de Oude Kale en het landinrichtingsproject Leie en Schelde. Scriptie, UG, Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, 110 p.

De Brabander, D. e.a. (1993). Kostprijsraming ruwvoeders 1993-1994, C.L.O. Gent, R.v.P Merelbeke, Ministerie van Landbouw, B.B. en Bodemkundige Dienst van België, 2 p.

De Bruyne, H., e.a. (1992). Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan Nevele. Esher.

De Bruyne, H., e.a. (1996). Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan Lovendegem. Esher.

De Meirsman, R. (1995). Voorstel tot voorlopige rangschikking als landschap. AROHM, Bestuur Monumenten en Landschappen, Buitendienst Gent, 5p.

Dehaene, N. e.a. (1993). Ruimtelijke Ontwikkelingsstructuur Gent 1993. Technische dienst stedebouw en ruimtelijke ordening van de stad Gent.

Delattre D., Hellemans R. & Taragola N. (1998). Bruto standaardsaldi voor de gewassen en de veehouderij. Ministerie van Middenstand en Landbouw, DG6, Centrum voor landbouweconomie, 67 p.

Keppler, U., e.a. (1997). Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Nevele. Groep Planning.

Keppler, U., e.a. (1999). BPA Kalevallei en bulkengebied Landegem - Merendree (in opmaak). Knelpuntennota. Groep Planning.

Landinrichtingsdienst Utrecht (1983). De Help-methode voor de evaluatie van land- inrichtingsprojecten, 194 p.

Londo, G. (1988). Nederlandse freatofyten. Pudoc, Wageningen. 108 p.

Meirsschaut, M. & Heyneman, G. (1996). Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan Gent. Eindrapport 1996. Dienst Leefmilieu en Natuurontwikkeling, Stad Gent, 98p.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 91

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (1998). Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Integrale versie, Brussel, 594 p.

Nagels, A., Schneiders, A., Weiss, L., Wils, C., Peymen, J., Clement, L. & Verheyen, R.F. (1994). Onderzoek naar de verspreiding en de typologie van ecologisch waardevolle waterlopen in het Vlaams Gewest. Bekken van de polders en de Gentse kanalen. Universitaire Instelling Antwerpen i.o.v. AMINAL. 97 p. + figuren en tabellen.

Nicaise, J.P., (1999). Ongetiteld. Beheersplannen natuurpercelen natuurreservaten in de Oude Kalevallei.

Provincie Oost-Vlaanderen (1996). Studie Landelijk Gebied, Deel 1 : Analyse van de bodemgeschiktheid, Dienst 102 Land- en Tuinbouw, 64 p.

Provincie Oost-Vlaanderen (1997). Inventarisatie en waardering van het agrarisch productiepotentieel in 5b-. Deel 4: Actualisatie van de drainageklassen van de bodemkaart. Dienst 102 Land- en Tuinbouw, 40 p.

Rogge, W. & Liekens, L. (1997). Bouwkundige en behandelingstechnische aspecten bij de bouw en de exploitatie van de oppervlaktewaterwinning Kluizen. Water nr. 96.

Samsoen, L. (1993). Visstandsonderzoek van de Oude Kale, Meirebeek en Lieve. Rapport. Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Provincie Oost-Vlaanderen.

Tavenier, Ph. & Lammerant, J. (1996). Milieueffectenrapport waterbeheersingswerken in de vallei van de Oude Kale. Opdrachtgever : Aminal, afdeling Water. Milieu en veiligheid vzw.

Tavernier, R. & Vandenhoudt, H. (1967). Bodemkaart van België. Verklarende tekst bij het kaartblad Nevele 54 E. Centrum voor bodemkartering, 85p.

VLM (1996). Gids bij het nieuwe mestdecreet.

VLM (1998). Landinrichtingsproject Leie en Schelde. Eindvoorstel van richtplan. Deel 2 : Planconcept, opties en maatregelen. Geïntegreerde tekst, 73 p.

Van Huylenbroeck, G. & Lagaert, C. (1993). Bepaling van agrarische effecten van herinrichtingsmaatregelen. Universiteit Gent, faculteit landbouwkundige en toegepaste biologische wetenschappen, vakgroep landbouweconomie (8 delen).

Van Huylenbroeck, G. (1993). Evaluatie van ruilverkavelingen met behulp van multicriteria -analyse. Universiteit Gent, faculteit landbouwkundige en toegepaste biologische weten- schappen, vakgroep landbouweconomie, 284 p.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 92

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

Van Paassen, A., e.a. (1998). Handboek Agrarisch Natuurbeheer, Centrum voor Landbouw en Milieu, De Landbouw Voorlichting en Landschapsbeheer Nederland.

Verhoeve, A. e.a. (1995). Landinrichting “Leie en Schelde”. Eindrapport Landschaps- studie. Universiteit Gent, Vakgroep Geografie, in opdracht van VLM.

VMM (1997), Meetnet oppervlaktewateren.

Werkgroep HELP-tabel (1987). De invloed van de waterhuishouding op de landbouw- kundige productie. Mededelingen Landinrichtingsdienst, Utrecht.

Eindvoorstel van inrichtingsplan Oude Kale 93

Vlaamse VLM.be overheid LNE.be