PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Over Multatuli. Delen 24-25 bron Over Multatuli. Delen 24-25. Huis aan de Drie Grachten, Amsterdam 1990 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006199001_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 3 [Nummer 24] Sitor Situmorang Multatuli en de Indonesische cultuur Een terugblik op zijn Sumatraanse periode In 1972 kwam Multatuli's Max Havelaar voor het eerst uit in het modern Indonesisch. In zijn voorwoord bij die uitgave schreef de toenmalige Indonesische minister van onderwijs, Mashuri, over de betekenis van de Havelaar en Multatuli's optreden in de beginfase van de nationalistische beweging omstreeks de eeuwwisseling. Hij beschouwde het boek ook als een belangrijk sociaal-historisch document, daarbij doelend op de geschiedenis van het Nederlandse kolonialisme en de reactie daarop van Indonesische kant in de tweede helft van de 19e eeuw. Tegen het einde van de 19e eeuw was de Havelaar voor een groot deel van de eerste generatie van de westers opgeleide Indonesische intelligentsia op Java een eye-opener voor de realiteit van het koloniale bestel, en tevens een aanklacht tegen de eigen medeplichtigheid daaraan. De meeste, zo niet alle leden van die intelligentsia, kwamen namelijk voort uit de inheemse bestuursaristocratie, de priaji's, de klasse waartoe ook de Boepati van Lebak, Kartanegara, behoorde. Juist in de tijd dat men nieuwe westerse liberale en democratische ideeën opdeed, gaf de Havelaar nog een impuls tot een kritische kijk op de eigen medeverantwoordelijkheid in het systeem, en uiteraard op het systeem zelf. Dit leidde tot culturele bezinning, tot vragen over de eigen Adat, het geheel van ongeschreven regels waarop de traditionele maatschappij verondersteld werd te rusten, ook in de koloniale situatie. Door zijn gebruik van de term ‘Insulinde’ gaf Multatuli ook de eerste aanzet tot saamhorigheidsgevoel onder de verschillende Indonesische volken. Om de betekenis van de impulsen van de Havelaar voor de Indonesische elite (en de positie van die elite) te begrijpen, moeten we teruggaan naar de geschiedenis van Nederlands-Indië vóór de Havelaar, naar het milieu waarin Eduard Douwes Dekker zich ontwikkelde tot de latere schrijver Multatuli. Nederlands-Indië was in die tijd praktisch gesproken niet veel meer dan Java. Kort geschetst zien wij het volgende beeld. Sinds de feitelijke onderwerping van het Javaanse rijk Mataram (1755) was tot het verschijnen van de Havelaar ruim een eeuw voorbijgegaan met opeenvolgende experimenten op bestuurlijk en economisch gebied, die, eerst op Java en later van daaruit over de gehele archipel, Over Multatuli. Delen 24-25 4 resulteerden in een Nederlandse koloniale staat, geregeerd door de Gouverneur-Generaal in Batavia, namens de Minister van Koloniën in Den Haag. Tot de Nederlandse grondwetswijziging in 1848 werd Nederlands-Indië als zuiver wingewest en als kroondomein geregeerd. Het Nederlandse parlement had geen zeggenschap over de wijze waarop dat gebeurde. De Gouverneur-Generaal had zoveel volmachten dat men hem bijna een alleenheerser kan noemen. Slechts aan de Minister van Koloniën was hij verantwoording schuldig. Zijn status werd later onder andere vastgelegd in artikel 55 van het ‘Regerings-Reglement van Nederlandsch-Indië’ uit 1844, dat als volgt luidt: De bescherming der inlandse bevolking, van wien ook, is een der gewichtigste plichten van den Gouverneur-Generaal. Hij zorgt, dat de besturende ambtenaren bestaande of nader uit te vaardigen verordeningen stiptelijk nakomen, en dat inlanders overal gelegenheid gegeven worde, om vrijelijk in te leveren. De geest van dit artikel verwijst dus naar het bestaan van willekeur en naar de omstandigheid dat inlanders in feite niet altijd vrij waren om hun klachten in te leveren. Dit artikel werd van kracht in 1855, dus precies één jaar voordat Dekker benoemd werd als assistent-resident van Lebak. Welke vormen nam de willekeur aan? De Havelaar gaat daarover. Het boek is een aanklacht, voornamelijk gericht tegen de knevelarijen van prijaji Kartanegara, de Boepati van Lebak, tegen de plichtsverzaking van de Gouverneur-Generaal, en tegen het schipperen van resident Brest van Kempen. Van de maatschappelijke en bestuurlijke verhoudingen die de achtergrond waren van de beschreven gebeurtenissen, krijgen we slechts een klein deel te zien. Wel een zeer suggestief deel, als we lezen over de leegloop van het gebied Lebak als gevolg van wanbestuur. De weglopers trokken naar de Particuliere Landerijen van Batavia, waar zij bijna als slaven werkten; anderen vluchtten overzee naar de Lampongs in Zuid-Sumatra om daar aan een gewapende opstand deel te nemen. Dit was het topje van een ijsberg van maatschappelijke en agrarische ontwrichting als gevolg van de toepassing van het ‘Particuliere Landerijen Stelsel’1 sinds het begin van de 17e eeuw. De Landerijen waren in handen van 1 Sinds het begin van de VOC-tijd werden op Java in de omgeving van Batavia en vooral aan de noordkust uitgestrekte percelen ter beschikking gesteld aan particulieren, die optraden als landheren met belangrijke bestuursrechten tegenover de ‘opgezetenen’, landloze kleine Javaanse boeren, pachters. Zo'n Landerij groeide uit tot een soort staat-in-een-staat. (Zie ‘Particuliere Landerijen’, ENI, p. 345). Over Multatuli. Delen 24-25 5 landheren-pachters, voor de verbouw van produkten voor de Europese markt aan de noordkust van West-Java. De ontwrichting werd nog sterk aangewakkerd door de invoering van het beruchte Cultuurstelsel onder Gouverneur-Generaal Van den Bosch, als staatsmonopolie over geheel Java. Voor de Indonesiërs was het de ‘Tanam Paksa’, de gedwongen cultuur. We spreken nu over het hoogtepunt van de koloniale uitbuiting op Java onder het Cultuurstelsel, officiëel van toepassing van 1830 tot en met 1870, maar waarvan de gevolgen lang daarna en zelfs tot op heden nog merkbaar zijn, doordat de landbouw te maken heeft met onoplosbare problemen waardoor miljoenen mensen verpauperen. Voor de Indonesiër van vandaag is de Saïdjah en Adinda-episode in de Havelaar zodoende een literaire documentatie van de sociale geschiedenis van Java. W.F. Hermans parafraserend kunnen we daarom zeggen, dat Multatuli ‘geschiedenis zonder bewijs’ bedrijft; koloniale geschiedenis in menselijke termen. In die zin is de Havelaar een van de beste documenten van een bijzonder aspect van de koloniale geschiedenis van Indonesië, ondanks de twijfels in bepaalde Hollandse kringen omtrent de integriteit van Multatuli als mens en als schrijver. Intussen stond voor de voormannen van de Indonesische nationalistische beweging in opkomst omtreeks de eeuwwisseling wel vast, dat de Havelaar een bijdrage leverde aan hun eigen bewustwording. Multatuli was in hun ogen een anti-koloniale medestrijder avant la lettre. In Holland betwijfelde men zijn oprechtheid in de Lebak-zaak. Men beschouwde zijn opkomen voor de ‘Javaan’ als een bedenksel achteraf, om zijn eigen falen als bestuursambtenaar te verbloemen, en meende dat zijn oordeel en zijn wijze van optreden in deze zaak gebaseerd waren op zijn onbekendheid met de verhoudingen op Java. Maar achteraf gezien moeten wij vaststellen dat Multatuli wel degelijk met kennis van zaken heeft gehandeld, en dat zijn opkomen voor de Javaan geen bedenksel achteraf was, maar dat hij lang voor Lebak, toen hij misschien nog niet eens het idee had ooit schrijver te worden, al daadwerkelijk in opstand kwam tegen de uitwassen van het systeem. Met name in 1842-43, in Natal op Sumatra. Over de betekenis van Dekkers ‘Sumatraanse avontuur’ schrijft Du Perron in zijn boek De man van Lebak het volgende: ‘Iemand als Dekker levert het bewijs dat men nooit werkelijk verandert, want het is spannend na te gaan hoe in zijn avontuur op Sumatra's Westkust de hele Lebak-zaak zich al afspeelt.’ Inderdaad, die Sumatraanse periode geeft ons een vooruitblik op de latere Dekker/Multatuli. Deze zelfde periode was voor hem ook zijn leertijd als bestuursambtenaar en bepaalde zijn ontwikkeling als mens. Maar juist deze periode is tot en met vandaag onderbelicht gebleven. Met uitzondering van Du Perron, heeft bij mijn weten niemand er ooit Over Multatuli. Delen 24-25 6 serieuze aandacht aan besteed, en dus ook niet aan de eventueel beslissende betekenis ervan voor Multatuli's latere ‘on-Javaanse’ wijze van optreden op Java. Ook de Leidse geleerde Snouck Hurgronje gaat hieraan voorbij als hij in de beoordeling van de betekenis van de Havelaar en de rol van Multatuli zegt dat Multatuli ‘de Indonesische ziel’ niet kent en geen Indonesische taal spreekt, kennelijk om Multatuli's autoriteit in ‘Indische zaken’ af te zwakken. In De mythe van Lebak schrijft Rob Nieuwenhuys iets van dien aard als hij wijst op Multatuli's onbekendheid met ‘Javaanse verhoudingen’ in de kwestie Lebak. Multatuli had voor zijn benoeming als assistent-resident inderdaad niet de nodige ervaring en hij had evenmin de normale Javacentrische vooropleiding genoten voor bestuursambtenaar. Maar hij kende wel een Indonesische taal, het Maleis, waarin hij de gedichten schreef die later de grondtekst vormden van de Saïdjah-liedjes in de Havelaar, en hij moet wel op de hoogte zijn geweest van maatschappelijke ontwikkelingen in de koloniën. Ook moet hij belangrijke inzichten hebben verworven in de mentaliteit van de Indonesiër en in Adatverhoudingen. Daarom moeten wij wel een belangrijke omstandigheid in het oog houden: dat hij zijn eerste directe kennis van de Adat niet op Java heeft verkregen, maar op Sumatra. Dit geografische gegeven in zijn biografie is van uitzonderlijk belang voor de beoordeling van Multatuli's kennis van de ‘Indonesische ziel’, de taal en de Adat. Het heeft geleid tot zijn ‘on-Javaanse’2 wijze van optreden in de Lebak-zaak. Als wij afgaan op wat er in de Havelaar staat, kunnen wij met Rob Nieuwenhuys de volgende conclusie trekken: in het conflict met zijn meerderen en met de Boepati Kartanegara is hij uitermate tekort geschoten in wellevendheid, beoordeeld naar de gangbare normen waaraan de Hollandse bestuursambtenaar zich te houden had in de omgang met iemand in zo'n hoge positie als Kartanegara. Multatuli maakte zich schuldig aan de hoofdzonden van ‘kasar’ (onbeschaafd zijn).
Recommended publications
  • Dari Kartini Hingga Ayu Utami: Memposisikan Penulis Perempuan Dalam Sejarah Sastra Indonesia
    1 DARI KARTINI HINGGA AYU UTAMI: MEMPOSISIKAN PENULIS PEREMPUAN DALAM SEJARAH SASTRA INDONESIA Oleh Nurhadi Abstract There is an interesting phenomenon in the end of 20-th century and in the beginning of 21-th century in Indonesian literature history. That’s phenomenon are so many women writer whose productive in writing poetry or fiction. Is this a suddenly phenomenon? There is a series moment that couldn’t ignored, because there were some women writers in the beginning of Indonesian literary history, especially in 1920- ies, a milestone in modern Indonesian literary history. The modern Indonesian literary history itself is impact of acculturation by western culture. This acculturation appears in Kartini herself, a woman writer who never mention in history about her literature activity. Limitation to women writers in the past often interrelated by the edge of their role, for example, they were: never categorized as qualified literature writer, or as a popular writer, or just a peripheral writer, not as a prominent writer in their generation of writer. Is installation of Ayu Utami as a pioneer in novel genre in Indonesian 2000 Generation of Literature as one strategy of contrary to what happen recently? Apparently, the emergent of women writers weren’t automatically had relation by feminism movement. The writer who had struggle for Kartini’s history is Pramoedya Ananta Toer, a man writer. Key words: women writers, feminism, Indonesia literary history, the role of historical writing. A. PENDAHULUAN Memasuki tahun 2000 terjadi fenomena menarik dalam sejarah sastra Indonesia, khususnya ditinjau dari feminisme. Ayu Utami menerbitkan novel Saman pada 1998.
    [Show full text]
  • Pramoedya's Developing Literary Concepts- by Martina Heinschke
    Between G elanggang and Lekra: Pramoedya's Developing Literary Concepts- by Martina Heinschke Introduction During the first decade of the New Order, the idea of the autonomy of art was the unchallenged basis for all art production considered legitimate. The term encompasses two significant assumptions. First, it includes the idea that art and/or its individual categories are recognized within society as independent sub-systems that make their own rules, i.e. that art is not subject to influences exerted by other social sub-systems (politics and religion, for example). Secondly, it entails a complex of aesthetic notions that basically tend to exclude all non-artistic considerations from the aesthetic field and to define art as an activity detached from everyday life. An aesthetics of autonomy can create problems for its adherents, as a review of recent occidental art and literary history makes clear. Artists have attempted to overcome these problems by reasserting social ideals (e.g. as in naturalism) or through revolt, as in the avant-garde movements of the twentieth century which challenged the aesthetic norms of the autonomous work of art in order to relocate aesthetic experience at a pivotal point in relation to individual and social life.* 1 * This article is based on parts of my doctoral thesis, Angkatan 45. Literaturkonzeptionen im gesellschafipolitischen Kontext (Berlin: Reimer, 1993). I thank the editors of Indonesia, especially Benedict Anderson, for helpful comments and suggestions. 1 In German studies of literature, the institutionalization of art as an autonomous field and its aesthetic consequences is discussed mainly by Christa Burger and Peter Burger.
    [Show full text]
  • SITOR SITUMORANG Pcnerima Hadiah Sastra Asia Tenggara 2006 Awardee of the S.E.A
    3 .44 ~ s- SASTRAWAN INDONESIA INDONESIAN WRITER Sas trawan Indonesia Indonesian Writer SITOR SITUMORANG Pcnerima Hadiah Sastra Asia Tenggara 2006 Awardee of the S.E.A. Write Award 2006 -----~-- --- PEttPIJSTA:G\,..N FUSAT BA~ ASA " "ARTEr..' CN "E.,m,o:;CA , • r Pusat Bahasa Departemen Pendidikan Nasional National Language Center Ministry of National Education Jakarta 2006 TSBN 979 685-580 1 f L\K CTPTA DILTNDUNGLUNl.l.l~ .~-Y~H::>ANC I v ... T BAHASi\ tJo. lndul; . w261>-(, Tgi ~1A Ttd. ·-- -- Isi buku ini, baik sebagian maupun selunihnya, <lilarang dipcrbanyak dalam bcntuk apa pun tanpa izin tcrtulis clan pcncrbit, kccuali dalam hal pcngutipan untuk kcpcrluan penulisan artikel atau karangan ilmiah. 1\ 0 f'ill1 o/this book. ma)' be copied or reprodlfced wilholfl wrille11 pmm>..-lrm/ivm the publfrher, except.for research and sdenli/i<' wrili1(~ purposes. IV PUS.\T B.\1-L\S.\ DEP:\RTE;\IEN PENDIDIK..\N N.\SI()J\;_\1. Buku im di~u s nn dan disunung oleh J J. Rizal dan Pnh Sulurto dcngan bantuan John .\IcGlyn (Yayasan Lontar), 1·ang telah menglZlnkan penerbitan kembali terjemahan bahasa Iny.,gns sejumlah s:11ak Sitor S1tumorang dalam buku To Lot•e. To lfa11der. 1lie l'nefr)' o(\L!or 1·11umo ra1{~ (Lontar Fow1dation, 1996) dan meneqemahkan heberapa >;11a k barn clan kumpulan Biksu Tak Berjubah (Komumtas Rambu, 211tq) Selatn John i\IcGlyn, Harn- :\vcling 1uga terhbar dengan mcncqcmakan ccrpen S1tor S1tumorang yang bequdul "!bu Pcrgt kc Sorga" Buku 1111 disusun dalam rangka penyerahan Had1ah Sastra The SI: \ Wnte .\ward 2006 oleh Putra Mahkota Kerajaan Thailand Y.1ng .\lulrn \'a1iralongkom, tanggal 8 Oktober 2006, d1 Bangkok.
    [Show full text]
  • A Comparative Study of Pramoedya Ananta Toer's
    COLONIAL IDENTITIES DURING COLONIALISM IN INDONESIA: A COMPARATIVE STUDY OF PRAMOEDYA ANANTA TOER’S CHILD OF ALL NATIONS AND MULTATULI’S MAX HAVELAAR AN UNDERGRADUATE THESIS Presented as Partial Fulfillment of the Requirements for the Degree of Sarjana Sastra in English Letters By LETYZIA TAUFANI Student Number: 054214109 ENGLISH LETTERS STUDY PROGRAMME DEPARTMENT OF ENGLISH LETTERS FACULTY OF LETTERS SANATA DHARMA UNIVERSITY YOGYAKARTA 2008 i ii iii “Nothing is more dangerous than an idea especially when we have only one.” Paul Claudel iv This Undergraduate Thesis Dedicated to: My Daughter Malia Larasati Escloupier and My Husband Cédric v LEMBAR PERNYATAAN PERSETUJUAN PUBLIKASI KARYA ILMIAH UNTUK KEPENTINGAN AKADEMIS Yang bertanda tangan di bawah ini, saya mahasiswa Universitas Sanata Dharma: Nama : Letyzia Taufani Nomor Mahasiswa : 054214109 Demi pengembangan ilmu pengetahuan, saya memberikan kepada Perpustakaan Universitas Sanata Dharma karya ilmiah saya yang berjudul: COLONIAL IDENTITIES DURING COLONIALISM IN INDONESIA: A COMPARATIVE STUDY OF PRAMOEDYA ANANTA TOER’S CHILD OF ALL NATIONS AND MULTATULI’S MAX HAVELAAR Beserta perangkat yang diperlukan (bila ada). Dengan demikian saya memberikan kepada Perpustakaan Universitas Sanata Dharma hak untuk menyimpan, mengalihkan dalam bentuk media lain, mengelolanya dalam bentuk pangkalan data, mendistribusikan secara terbatas, dan mempublikasikannya di internet atau media lain untuk kepentingan akademis tanpa perlu meminta ijin dari saya maupun memberikan royalty kepada saya selama tetap mencantumkan nama saya sebagai penulis. Demikian pernyataan ini yang saya buat dengan sebenarnya. Dibuat di Yogyakarta Pada tanggal : 1 Desember 2008 Yang menyatakan (Letyzia Taufani) vi ACKNOWLEDGEMENTS I would like to thank and express my greatest gratitude to all of those who gave me guidance, strength and opportunity in completing this thesis.
    [Show full text]
  • Multatuli, 1860)
    COPYRIGHT NOTICE: Edited by Franco Moretti: The Novel, Volume 2: Forms and Themes is published by Princeton University Press and copyrighted, © 2006, by Princeton University Press. All rights reserved. No part of this book may be reproduced in any form by any electronic or mechanical means (including photocopying, recording, or information storage and retrieval) without permission in writing from the publisher, except for reading and browsing via the World Wide Web. Users are not permitted to mount this file on any network servers. Follow links Class Use and other Permissions. For more information, send email to: [email protected] BENEDICT ANDERSON Max Havelaar (Multatuli, 1860) These were truly four anni mirabiles. In 1818 were born Ivan Turgenev and Emily Brontë, in 1819, Herman Melville and George Eliot; and in 1821, Fy­ odor Dostoevsky and Gustave Flaubert. Right in the middle, in 1820, came Eduard Douwes Dekker, better known by his nom de plume, Multatuli. His novel Max Havelaar, which over the past 140 years has been translated into more than forty languages and has given him a certain international rep­ utation, appeared in 1860. It was thus sandwiched between, on the one side, On the Eve (1860), The Mill on the Floss (1860), George Sand’s Le marquis de Villemer (1860), Great Expectations (1860–61) Adam Bede, The Confi­ dence Man, Madame Bovary, and Oblomov (all in 1857); and on the other, Silas Marner (1861), Fathers and Sons, Salammbo, and Les misérables (1862), War and Peace (starting in 1865), and Crime and Punishment (1866). This was the generation in which Casanova’s “world republic of letters,” subdivi­ sion the novel, hitherto dominated by French and British males, was first profoundly challenged from its margins: by formidable women in the Channel-linked cores and by extraordinary figures from beyond the Atlantic and across the steppe.
    [Show full text]
  • Skripsi Sastra, Sastra Indonesia, Fib, Unpad
    SKRIPSI SASTRA, SASTRA INDONESIA, FIB, UNPAD NO NPM NAMA JUDUL BID KAJIAN 1. 180110160060 PARANTI SIMBOL-SIMBOL CELENG DALAM NOVEL MENYUSU CELENG SASTRA KARYA SINDHUNATA SEBAGAI KRITIK TERHADAP PEMERINTAH:PENDEKATAN SEMIOTIKA CHARLES SANDERS PEIRCE 2. 180110150086 NIKITA REMIGIA PUTRI ANALISIS BENTUK, MAKNA, DAN FUNGSI ONOMATOPE SASTRA PUJIYANTO PADA KOMIK TERJEMAHAN CODE BREAKER VOLUME SATU KARYA AKIMINE KAMIJYO 3. 180110150078 HELMI AFAN FAHMI DAMPAK KONFLIK AGRARIA TERHADAP KONDISI PSIKOLOGIS SASTRA TOKOH UTAMA DALAM NOVEL DAWUK KARYA MAHFUD IKHWAN 4. 180110150058 RISWANTO GENDER DALAM PERSPEKTIF KEBUDAYAAN DAYAK BENUAQ SASTRA DALAM NOVEL UPACARA KARYA KORRIE LAYUN RAMPAN 5. 180110150051 JULISA YARNI REPRESENTASI REMAJA TAHUN 1990-AN DAN 2000-AN SASTRA DALAM NOVEL DILAN 1990 KARYA PIDI BAIQ DAN JOMBLO KARYA ADHITYA MULYA 6. 180110150038 LUKMAN HADI RAHMAN INDONESIA PERIODE ORDE BARU PADA NOVEL ORANG- SASTRA ORANG PROYEK KARYA AHMAD TOHARI 7. 180110150012 DZIKRI MAULANA A PENGARUH MODERNISASI PADA MASYARAKAT TORAJA SASTRA MELALUI REPRESENTASI TOKOH DALAM NOVEL PUYA KE PUYA KARYA FAISAL ODDANG 8. 180110140086 IRFAN HADI NUGRAHA ASPEK BIOGRAFIS ACHDIAT KARTA MIHARDJA DALAM NOVEL SASTRA MANIFESTO KHALIFATULLAH SKRIPSI SASTRA, SASTRA INDONESIA, FIB, UNPAD 9. 180110140071 RIZKA KHAERUNNISA MOBILITAS SOSIAL DALAM INDUSTRI KRETEK SASTRA PADA NOVEL GADIS KRETEK KARYA RATIH KUMALA DAN NOVEL SANG RAJA KARYA IKSAKA BANU 10. 180110140070 IHFA FIRDAUSYA DEKONSTRUKSI PENGGAMBARAN PEREMPUAN DALAM SASTRA EMPAT CERPEN INTAN PARAMADITHA DALAM ANTOLOGI KUMPULAN BUDAK SETAN 11. 180110140060 MUHAMAD RIZQI KECEMASAN TOKOH UTAMA DALAM NOVEL DAN SENJA PUN SASTRA HIDAYAT TURUN KARYA NASJAH DJAMIN 12. 180110140044 SUCI PURNAMA PERMASALAHAN SOSIAL DALAM NOVEL DAWUK : KISAH SASTRA CAHYANI KELABU DARI RUMBUK RANDU KARYA MAHFUD IKHWAN 13.
    [Show full text]
  • SETTING HISTORY STRAIGHT? INDONESIAN HISTORIOGRAPHY in the NEW ORDER a Thesis Presented to the Faculty of the Center for Inte
    SETTING HISTORY STRAIGHT? INDONESIAN HISTORIOGRAPHY IN THE NEW ORDER A thesis presented to the faculty of the Center for International Studies of Ohio University In partial fulfillment of the requirements for the degree Master of Arts Sony Karsono August 2005 This thesis entitled SETTING HISTORY STRAIGHT? INDONESIAN HISTORIOGRAPHY IN THE NEW ORDER by Sony Karsono has been approved for the Department of Southeast Asian Studies and the Center for International Studies by William H. Frederick Associate Professor of History Josep Rota Director of International Studies KARSONO, SONY. M.A. August 2005. International Studies Setting History Straight? Indonesian Historiography in the New Order (274 pp.) Director of Thesis: William H. Frederick This thesis discusses one central problem: What happened to Indonesian historiography in the New Order (1966-98)? To analyze the problem, the author studies the connections between the major themes in his intellectual autobiography and those in the metahistory of the regime. Proceeding in chronological and thematic manner, the thesis comes in three parts. Part One presents the author’s intellectual autobiography, which illustrates how, as a member of the generation of people who grew up in the New Order, he came into contact with history. Part Two examines the genealogy of and the major issues at stake in the post-New Order controversy over the rectification of history. Part Three ends with several concluding observations. First, the historiographical engineering that the New Order committed was not effective. Second, the regime created the tools for people to criticize itself, which shows that it misunderstood its own society. Third, Indonesian contemporary culture is such that people abhor the idea that there is no single truth.
    [Show full text]
  • Corruption in the Dutch–Indonesian Relationship in the Nineteenth and Early Twentieth Centuries
    CHAPTER 7 Colonial Normativity? Corruption in the Dutch–Indonesian Relationship in the Nineteenth and Early Twentieth Centuries Ronald Kroeze Introduction There are many historical accounts that, one way or the other, have linked Dutch colonial rule of Indonesia to corruption. Works of histo- rians have pointed at how the existence of a variety of corrupt practices, from bribery and patronage to all kinds of “extractive institutions”, under- mined social and economic development.1 Others have paid attention to singular corruption scandals,2 or touched upon the theme of corruption in their analyses of ideological debates about decline and reform in the wake of the end of the Dutch United East India Company (Vereenigde Oostindische Compagnie/ VOC), and the emergence of the modern colo- nial state from around the year 1800.3 In the decades around 1900, R. Kroeze (B) Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam, The Netherlands e-mail: [email protected] © The Author(s) 2021 173 R. Kroeze et al. (eds.), Corruption, Empire and Colonialism in the Modern Era, Palgrave Studies in Comparative Global History, https://doi.org/10.1007/978-981-16-0255-9_7 174 R. KROEZE corruption was linked to the granting and use of concession rights by big companies active in the colony,4 as well as to how public morality was understood and maintained by the colonial police.5 Even the famous novel Max Havelaar (1860), an accusation against colonial abuses written by the former colonial administrator Eduard Douwes Dekkers, can be considered as a book mainly about corruption.6 One of the rare academic texts that has colonial corruption as its main theme was written by Willem Wertheim in 1961.
    [Show full text]
  • Culture System” in Dutch Indonesia 1830–1870: How Rawls’S Original Position Ethics Were Violated
    University of Wollongong Research Online Faculty of Commerce - Papers (Archive) Faculty of Business and Law January 2006 The “Culture System” in Dutch Indonesia 1830–1870: How Rawls’s Original Position Ethics were Violated Parulian Silaen University of Wollongong, [email protected] Ciorstan J. Smark University of Wollongong, [email protected] Follow this and additional works at: https://ro.uow.edu.au/commpapers Part of the Business Commons, and the Social and Behavioral Sciences Commons Recommended Citation Silaen, Parulian and Smark, Ciorstan J.: The “Culture System” in Dutch Indonesia 1830–1870: How Rawls’s Original Position Ethics were Violated 2006. https://ro.uow.edu.au/commpapers/135 Research Online is the open access institutional repository for the University of Wollongong. For further information contact the UOW Library: [email protected] The “Culture System” in Dutch Indonesia 1830–1870: How Rawls’s Original Position Ethics were Violated Abstract The “Culture System” was enforced in Java and other parts of Indonesia by the Dutch colonial government between 1830 and 1870. Under this system, Indonesian farmers were forced to put aside part of their land and labour for growing cash crops such as sugar, coffee, indigo, tobacco and pepper, so that they could pay their land tax to the Dutch. This paper examines the ramifications of two aspects of the Culture System and the policies that allowed its administration. The first of these is the segregation of education and access to higher-level employment on the grounds of race. The second is the monopoly of transportation and trade held by the NHM (Nederlandsche Handel-Maatschappij) during this period.
    [Show full text]
  • Postcolonial Analysis on Multatuli's Max Havelaar
    JELLT, VOL 2, NO 2 Desember 2017 printed ISSN : 2548-7728 E- ISSN: 2599-0373 POSTCOLONIAL ANALYSIS ON MULTATULI’S MAX HAVELAAR Herminus Efrando Pabur ABSTRACT This work aims at sharing a postcolonial analysis on the content and the message in Max Havelaar written by Mulatuli in 1859 in Belgia and then published in Dutch in 1860. Max Havelaar could be assumed as a postcolonial literary work. Besides applying the postcolonial theory, the anthropology theory is also considered being used in the analysis process. The finding shows that Max Havelaar is clearly a postcolonial literary work. Despite basing on its year of publication and place of publication, Max Havelaar is hard to be categorized as a postcolonial literary work. However, its content, message, and author‘s background, Max Havelaar can be viewed as a postcolonial literary work. The finding also reveals that Max Havelaar has a unique and strong characteristic namely the ability to move the sense of humanity of its readers especially for those are facing colonialization. Keywords: Max Havelaar, Postcolonial Literature.Multatuli Introduction Nowadays literature becomes more interesting. It is because literature offers many things: moral value, new knowledge and even entertainment. By the benefit given by literature many people started to like literature. An important point to be noted regarding the literature (literary works: Poem, Novel and Drama) is its function as ‗mirror‘ (Gann, 2012). It means that literary works reflect the life of people or reflect the society. Maru in his dissertation entitled Puritanism in American Presidents „Mark of Power: A Study on The Inaugural Addresses from Reagan to Obama (2013) quoting Tate stated, ―Many of the forces at work in the fiction are clearly social origin‖ (p.38).
    [Show full text]
  • Occasional Writer, Sensational Writer: 295
    Occasional Writer, Sensational Writer: 295 Chapter 15 Occasional Writer, Sensational Writer: Multatuli as a Sentimental Benevolence Writer in the 1860s1 Laurens Ham Introduction In 2007, Darren C. Zook published a surprising article about Multatuli’s Max Havelaar (1860). According to Zook, this centrepiece of the Dutch literary can- on is a little overrated. Too often, Dutch readers have regarded Max Havelaar, the writer’s debut novel, as a wonderfully modern book which defends pro- gressive political ideas. Zook states: “Multatuli’s Max Havelaar was not an anti- colonial text and […] its stylistic innovations were not radically new and did not single-handedly invent Dutch literary modernity.”2 Admittedly, for many non-professional Dutch readers Multatuli (1820–1887) is the anti-colonial writ- er, although this interpretation may be based as much on the fact that a fair trade company adopted the name “Max Havelaar” in the 1980s as on his novels. Many important non-Dutch readers have defended an “anti-colonial” reading too: Benedict Anderson, Edward Said, Pramoedya Ananta Toer, even Vladimir Lenin.3 However, when Zook claimed that a revisionist reading of Multatuli’s works was never attempted, he certainly was wrong.4 The Dutch novelist Wil- lem Frederik Hermans, to name but one influential reader, wrote in his 1976 Multatuli biography that the author was not a revolutionary at all. Multatuli did not want to reorganize the societal structure, but he wanted individuals to change their behaviour. Admitting that it would be disastrous if Holland lost 1 This paper was realized as part of the PhD-project “The autonomy of the Dutch literary author: boundaries and possibilities.” It is part of the NWO-funded project “The power of autonomous literature: Willem Frederik Hermans” (supervised by Wilbert Smulders, Frans Ruiter and Geert Buelens).
    [Show full text]
  • LOCATIONS of THEOLOGICAL ANTHROPOLOGY in INDONESIA a Postcolonial Literary Offer in Max Havelaar1
    Indonesian Journal of Theology Vol. 9, No. 1 (Juli 2021): 93-124 E-ISSN: 2339-0751 DOI: https://doi.org/10.46567/ijt.v9i1.190 LOCATIONS OF THEOLOGICAL ANTHROPOLOGY IN INDONESIA A Postcolonial Literary Offer in Max Havelaar1 Toar B. Hutagalung Garrett-Evangelical Theological Seminary [email protected] Abstract Colonization takes over many dimensions of life, e.g., theology, economy, history, and the idea of humanity itself (anthropology). In Indonesia, colonization by the Dutch Empire has been determining the life of the Indonesian people since the eighteenth century. The twin gazes, namely of the European orientalists and of the colonized natives, have colluded to maintain certain ruptures in the mentality of the common Indonesian person, including how they treat other human beings. Such a malforming situation is obscured from historical analysis, given what history’s very construction owes to colonial influence. To retrace a more affirming and dignified history, I look elsewhere than the formal record and, by doing so, propose that such a decolonial task lies in availing contemporaneous literary works. In this essay, I present an analysis of the colonial-era novel Max Havelaar, wherein I parse the hidden historical archive offered both in and by the text. Through this analysis, I consider how such an alternative archive affects one’s theological imaginary and promotes the (re)construction of a theological anthropology that escapes the confinement of the white Western orientalist gaze. Keywords: Max Havelaar, literatuary criticism, orientalism, postcolonial/decolonial analysis, theological anthropology 1 Multatuli, Max Havelaar, trans., Ingrid Dwijani Nimpoeno (Bandung: Qanita, 2019). This book was written originally in Dutch and published as Max Havelaar, of de koffi-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappy (Amsterdam: J.
    [Show full text]