Provincie Arrondissement Stad Lommel

Februari 2011

Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving” Aangepaste screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Opdrachtgever: Stad Lommel Hertog Janplein 1 3920 Lommel

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Revisie Opmerking

A screeningsnota

Naam Handtekening datum

Opgemaakt: Ruimt. planner/ Lut Gijsenbergs projectleider

Geverifieerd: Ruimt. planner/ Kristel Bosmans

projectleider Vrijgegeven: Afdelingshoofd

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 2/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht Inhoud

1 INLEIDING ...... 7 1.1 INHOUD ...... 7 1.2 INITIATIEFNEMER ...... 7 2 HET PLANGEBIED ...... 8 2.1 RUIMTELIJKE SITUERING ...... 8 2.2 BESCHRIJVING VAN DE RUIMERE OMGEVING VAN HET PLANGEBIED ...... 8 2.3 BESCHRIJVING VAN HET PLANGEBIED EN ZIJN OMGEVING ...... 9 3 TER UITVOERING VAN RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN...... 13 3.1 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN (GOEDGEKEURD D.D. 23/09/1997)...... 13 3.2 PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN LIMBURG...... 13 3.2.1 Richtinggevend deel ...... 13 3.2.2 Bindende bepalingen ...... 15 3.3 RICHTINGGEVENDE BEPALINGEN GRS LOMMEL...... 15 3.3.1 Gewenste nederzettingsstructuur ...... 15 3.3.2 Visie op de open ruimte structuur ...... 15 3.3.3 Visie op de lijninfrastructuur...... 16 3.4 OVERIGE RELEVANTE BELEIDSDOCUMENTEN EN JURIDISCHE CONTEXT ...... 17 3.4.1 Gewestplan -Bree ((KB 1978-03-20 en gewijzigd 1995-07-28)...... 17 3.4.2 Bijzondere plannen van aanleg /Ruimtelijk uitvoeringsplannen...... 17 3.4.3 Verkavelingplannen ...... 17 3.4.4 Stedenbouwkundige vergunningen ...... 18 3.4.5 Planologisch attest...... 20 3.4.6 Stedenbouwkundig attest...... 20 3.4.7 Atlas der buurtwegen ...... 20 3.4.8 HAG ...... 20 3.4.9 Beschermd landschap ...... 20 3.4.10 VEN ...... 21 3.4.11 Vogelrichtlijn habitatgebied ...... 21 3.4.12 Waterwingebieden...... 21 3.4.13 Ruiterpaden ...... 21 4 DOELSTELLINGEN, REIKWIJDTE EN DETAILLERINGSGRAAD VAN HET RUP ...... 22 4.1 AANLEIDING TOT OPMAAK VAN HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ...... 22 Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 3/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

4.2 DOELSTELLINGEN EN PROGRAMMA VAN HET RUP...... 22 4.3 RICHTINGGEVEND PROGRAMMA ...... 22 4.4 DETAILLERINGSGRAAD VAN HET RUP ...... 23 4.5 CONCEPTEN...... 24 4.6 STRUCTUURSCHETS ...... 27 4.7 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN ...... 28 4.8 MOGELIJKE ALTERNATIEVEN ...... 28 5 AFTOETSING PLAN-MER-PLICHT ...... 30 5.1 DABM VAN TOEPASSING ...... 30 5.2 PLAN-MER-PLICHT ...... 30 5.2.1 Algemeen ...... 30 6 SCREENING MILIEU-EFFECTEN ...... 31 6.1 BODEM ...... 31 6.2 WATER ...... 32 6.2.1 Algemeen ...... 32 6.2.2 Watertoets ...... 33 6.3 LUCHT EN KLIMATOLOGISCHE FACTOREN ...... 36 6.4 GELUID ...... 38 6.5 FAUNA EN FLORA, BIODIVERSITEIT...... 38 6.5.1 Biologische waarderingskaart...... 38 6.5.2 Habitat- en vogelrichtlijngebieden...... 39 6.5.3 Afbakening Ven-gebieden...... 39 6.5.4 Ramsar-gebieden...... 39 6.5.5 Beschermde duingebieden...... 39 6.5.6 Ecologische gebieden volgens bestemmingsplannen...... 39 LANDSCHAP EN CULTUREEL ERFGOED ...... 40 6.5.7 Onroerend Erfgoed ...... 40 6.5.8 Landschap: aanwezigheid ankerplaatsen en relictzones...... 40 6.6 RUIMTELIJKE ORDENING ...... 41 6.7 ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN ...... 42 6.8 MENS ...... 43 6.8.1 Mens – hinder en risico’s ...... 43 6.8.2 Mens – sociaal organisatorische aspecten ...... 44 6.9 MOBILITEIT ...... 45 6.9.1 Algemeen ...... 45 6.10 LICHT, WARMTE EN STRALINGEN ...... 47

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 4/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht 7 CONCLUSIE ...... 48 8 BIJLAGE 1: RESULTATEN VAN DE ADVIESRONDE EN WEERLEGGING ...... 50 8.1 SAMENVATTING ADVIEZEN SCREENINGSNOTA ...... 51

Lijst van figuren

Figuur 1: Situering plangebied in ruime omgeving ...... 8 Figuur 2: Situering ...... 9 Figuur 4: gewenste structuur deelruimte Lommel (kaart 45 GRS) ...... 16 Figuur 5: Structuurschets ...... 27 Figuur 6: Bodemkaart (GIS vlaanderen)...... 31 Figuur 7: Vlaamse Hydrografische Atlas (GIS Vlaanderen) ...... 32

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 5/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 6/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

1 INLEIDING

1.1 INHOUD

Vanaf 1 juni 2008 dient er bij de opmaak van RUP‟s formeel rekening gehouden te worden met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie van de bestemmingen in dit RUP kunnen teweegbrengen. In de praktijk betekent dit dat voor elk RUP minimaal een „onderzoek tot m.e.r.‟ moet uitgevoerd worden.

De resultaten van het onderzoek tot m.e.r. geven aan of de opmaak van een plan- MER al dan niet noodzakelijk is. Bijkomend worden de resultaten aangewend om de ruimtelijke keuzes die in het RUP gemaakt worden inhoudelijk te versterken en te onderbouwen. Dit document is opgebouwd uit volgende onderdelen:

▪ situering en beschrijving van het plangebied; ▪ beschrijving van de doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het RUP; ▪ relevante elementen van de ruimtelijke en juridisch-beleidsmatige planningscontext; ▪ aftoetsing plan-MER-plicht van rechtswege; ▪ screening van de verwachte significante milieueffecten, rekening houdend met de doelstellingen van het plan en de kwetsbaarheid van de omgeving; ▪ eindconclusie.

1.2 INITIATIEFNEMER

De initiatiefnemer voor het plan waarop dit onderzoek tot m.e.r. betrekking heeft is:

Stad Lommel Contactpersoon: Miriam Pauwels 089/ Hertog Janplein 1 3920 Lommel

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 7/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

2 HET PLANGEBIED

2.1 RUIMTELIJKE SITUERING 2.2 BESCHRIJVING VAN DE RUIMERE OMGEVING VAN HET PLANGEBIED

Lommel is gelegen in het uiterste noorden van de provincie Limburg. Lommel maakt deel uit van de “Kempische As”, een grensoverschrijdend stedelijk Lommel, in het noordwesten v.d. provincie Limburg, behoort tot het arrondissement netwerk dat vanaf Herentals, Geel en Mol in de provincie Antwerpen, over Lommel, Maaseik. De stad grenst aan de provincie Antwerpen en aan Nederland. Ze wordt /Neerpelt en Hamont-Achel in provincie Limburg, reikt tot aan Weert in begrensd door de gemeenten Neerpelt - Overpelt en Hechtel - Eksel in het zuidoosten, Nederlands Limburg. door en Mol in het westen, en door de Nederlandse gemeenten Luyksgestel en . Lommel vormt een belangrijk knooppunt in de verstedelijkte Kempische As De Kempische as is historisch gegroeid rond enkele infrastructuren (Kempisch kanaal (Herentals – Geel – Mol – Lommel – Neerpelt-Overpelt – Hamont-Achel). en Ijzeren Rijn) en industrieën. Vandaag vormt het een zoekzone voor het opzetten van nieuwe grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden. Lommel neemt als grensgemeente een strategische positie binnen dit netwerk in.

Figuur 1: Situering plangebied in ruime omgeving Het gebied omvat naast Lommel ook de steden Herentals (ca. 25.000 inwoners), Geel (ca. 34.000 inwoners), Mol (ca. 32.000 inwoners), Neerpelt- Overpelt (ca. 29.000 inwoners) en de gemeenten Olen (ca. 11.000 inwoners) en Hamont-Achel (ca. 14.000 inwoners). Deze verstedelijkte band is een aaneenschakeling van woongebieden, industrieterreinen en ontginningsgebieden, toeristisch-recreatieve infrastructuur en natuurgebieden.

De gemeente heeft een gemengd karakter, deels wonen, deels agrarisch, deels natuurgebied met evenwel een belangrijk aandeel industrie.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 8/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Figuur 2: Situering

2.3 BESCHRIJVING VAN HET PLANGEBIED EN ZIJN OMGEVING RUIMTELIJKE ANALYSE PLANGEBIED

ALGEMEEN Het plangebied wordt begrensd door de Norbert Neeckxlaan in het noorden en de stedelijke begraafplaats in het zuiden. De huidige entree naar de stedelijke Het gebied situeert zich in het oosten van Lommel. Het gebied is volgens het begraafplaats vanaf de Norbert Neecxklaan bestaat uit een dreef. De in het landschap gewestplan bestemd als “gebied voor agrarische zone” zoals aangegeven op kaart 2 beeldbepalende dreef bestaat uit volwassen rode beuken met coniferen. De (± 6.6 ha) en is in het zuiden begrensd door een zone voor entreeweg heft een breedte van ruim 5 meter. gemeenschapsvoorzieningen. In deze zone is de stedelijke begraafplaats gesitueerd. Langs de Norbert Neecxklaan zijn er binnen het plangebied 6 gebouwen ingeplant Het plangebied vormt een gebied dat omsloten is door bebouwing langs de Norbert waarvan 4 bestaan uit woningen en 2 volumes met een bestemming als garage. Neecxklaan (in het noorden), en het open landbouwgebied in het oosten en westen en De woningen zijn allen 1 bouwlaag hoog en voorzien van een dak m.u.v. de woning bij de stedelijke begraafplaats (in het zuiden). de opelgarage. De in het oosten gesitueerde woning bestaat uit een typische langgevelwoning met mansardedak. Deze woning is niet binnen de goedgekeurde verkaveling gelegen. Achter deze woning is een paardenstal vergund en uitgevoerd. De garages waarvan één de vergunde opelgarage (verkoop en herstel) is en een tweede eveneens vergunde autoherstelplaats Geysen. De opelgarage is gesitueerd op de hoek van de entree naar de begraafplaats. Aan de zijde van de gewestweg is een verharde asfaltparking voorzien voor de verkoopzaal. Naar het oosten toe is een tweede toegang naar de opelgarage voorzien tussen de omheinde parking van de herstelplaats. Het hoofdvolume is twee bouwlagen hoog en bevat de woning. De herstelplaats is 1 bouwlaag hoog waarbij lichtstraten in het platte dak zijn voorzien. De tweede fordgarage Geysen is gesitueerd tussen de overige woningen in. De kroonliijsthoogte van het volume bedraagt 5 meter. Het volume is uitgevoerd in staalplaten in tegenstelling tot de vergunning waarin metselwerk werd voorzien. De volledige voortuin wordt als parking gebruikt en is uitgevoerd in een halfverharding. Achter de garageherstelplaats is een tuinberging met tuin gesitueerd. In het oosten wordt het plangebied begrensd door een halfverharde weg, tevens paardenroute en deel van Bosland. Deze route verbindt de Norbert Neeckxlaan met de Ringlaan. De route wordt veelvuldig gebruik door wandelaars. Het hoekperceel tussen deze halfverharde weg en de Norbert Neecxklaan is een maïsakker. In het verlengde de Weidestraat is er een verharde weg voorzien naar de hoofdentree van de stedelijke begraafplaats. Deze entree wordt geflankeerd aan de noordzijde door een inheemse eiken/berken houtkant.. De zone die gelegen is tussen het verlengde van de Weidestraat en de tuinen van de woningen van de Norbert Neeckxlaan worden gebruikt als paardenweiden en zijn afgemaakt met een houten afsluiting. Er bevinden geen waardevolle groenelementen in de paardenweilanden. Er is één schuilhok ingeplant langs de weg. Het schuilhok is niet vergund en bestaat uit hout en is voorzien van een zadeldak.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 9/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

struikheidevegetatievlakken. De parking is beklinkerd waarbij de parkeervakken geasfalteerd zijn. De groenstructuur zorgt ervoor dat de parking landschappelijk ingekleed is. Aan de toegang is een fietsenstalling voorzien (16 fietsklemmen). De percelen westelijk van de hoofdentree van de stedelijke begraafplaats zijn in gebruik als maïsakker en grasland. Deze percelen grenzen aan de stedelijke begraafplaats in het zuiden en worden in het noorden begrensd door een sterke eiken met berken houtkant. Op de percelen zelf zijn geen waardevolle groenelementen aanwezig. Het terrein is vlak. De begraafplaats zelf is een parkachtig kerkhof omzoomd door bosgebied bestaande uit naaldbomen. Het park zelf is opgebouwd uit gazonvlaktes met hoogstammige parkbomen zoals eiken, beuken, esdoornen e.a. Het „groene‟ kerkhof heeft één entree die geaccentueerd is door een open toren aan de ingang. De bedoeling van de open constructie is dat de ziel naar de hemel kan gaan. Aan weerszijden van de ingang zijn aan de oostzijde een kleine kapel voorzien, een open kapel met zitbanken, een columbarium en een strooiweide. Aan de westzijde van de entree is een klein administratief gebouw voorzien met toiletten en bergplaats. De begraafplaats is opgedeeld in 22 zones waar graven voorzien zijn. Van de 22 zones zijn er 16 in gebruik. Vanuit de entree zorgt een sterke groenas (wegenis, gazon afboord met met volwassen rode beuken) voor een heldere sterke structuur. De dienstingang van de begraafplaats bevindt zich op het einde van het verlengde van de Weidestraat. De weg vanaf de entree van de begraafplaats tot de dienstingang is halfverhard. De sterke bebossing van de begraafplaats betekent dat de landschappelijke inbedding maximaal is. De Ringlaan ten zuiden van de begraafplaats wordt gebufferd door naaldbos.

Kaart 1 orthofoto De heringerichte parking van de stedelijke begraafplaats wordt gestructureerd door een reeds aanwezige inheemse eikendreef , haagbeukmassieven en Kaart 2 gewestplan

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 10/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 11/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Libost -Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 12/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

impulsen voor het creëren van meer stedelijkheid zijn daarom onontbeerlijk. Daartoe 3 TER UITVOERING VAN RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN. is het nodig stedelijke gebieden functies uit te bouwen in of aansluitend bij de steden.

Nieuwe voorzieningen dienen zich bij voorkeur te concentreren in de steden. Ook 3.1 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN (GOEDGEKEURD D.D. meer kwaliteitsvolle stedelijke en geconcentreerde woonvormen dragen bij tot de 23/09/1997). kernversterking. Verdere versnippering moet zo veel als mogelijk worden tegengegaan. Zuinig ruimtegebruik is aangewezen. Als „contramal‟ betekent dat In het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) is Lommel aangeduid als kleinstedelijk versnippering van middelen tegen te gaan, dienen er keuzes te worden gemaakt waar gebied op provinciaal niveau.1 prioritair in stedelijkheid moet worden geïnvesteerd.

Het RSV formuleert volgende ontwikkelingsperspectieven voor de gemeenschaps-en . Kleinstedelijke gebieden in de provincie Limburg nutsvoorzieningen (o.a. begraafplaatsen). Geopteerd wordt de aan het wonen gerelateerde gemeenschaps-en nutsvoorzieningen te concentreren in de stedelijke De provincie onderscheidt drie soorten kleinstedelijke gebieden: gebieden en de kernen van het buitengebied. Voor de gemeenschapsvoorzieningen ▪ De structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Sint-Truiden en wordt de maximale verweving met de woonfunctie nagestreefd. Wat betreft de hebben een sterke stedelijke en concentrerende rol in het zuiden van de ontwikkelingen in voorzieningen met een belangrijke impact op de ruimtelijke structuur provincie. Zij zijn het hiërarchisch centrum voor hun ommeland. De strikte van het stedelijk gebied wordt , veeleer dan voor een herlokalistaie , bij voorkeur scheiding stedelijk gebied – buitengebied wordt hier maximaal gevrijwaard. gekozen voor een optimale ruimtebenutting op de bestaande locatie. Het niveau en de ▪ De stedelijke gebieden Lommel, en Neerpelt-Overpelt zijn reikwijdte van de gemeenschaps-en nutsvoorzieningen wordt afgestemd op het belang stedelijke knooppunten van een netwerk. Hier is de hiërarchische relatie tussen van het stedelijk gebied (groot-, regional stedelijk,…). Dit betekent dat de hier de onderlinge delen van het netwerk veel minder uitgesproken. Daarom moet er vooropgestelde indeling van stedelijke gebieden naar reikwijdte doorwerkt in het een afstemming gebeuren van de ontwikkeling van de stedelijke gebieden in sectorale beleid en bepalend wordt voor de locatiekeuze. Locatiebeleid stelt de relatie tot het volledig netwerk. bereikbaarheid van de verkeersgenererende gemeenschaps-en nutsvoorzieingen ▪ De autonome stedelijke gebieden , Bree, Beringen, en veilig. Voor hinderende nutsvoorzieningen worden in het afbakeningsplan voor Maaseik hebben een duidelijk maar beperkt hinterland. De traditionele relatie stedelijk gebied locaties voorzien die rekening houden met de hinder van deze tussen de kern en het hinterland zijn nog herkenbaar. De autonome stedelijke voorzieningen. De uitwerking van deze ontwikkelingsperspectieven gebeurt in de gebieden zijn omringd door aaneengesloten agrarische gebieden met een soms ruimtelijke structuur-en uitvoeringsplannen op provinciaal en gemeentelijk niveau. sterk contrast tussen stad en landschap. De ruimtelijke structuur wordt behouden en versterkt. Het ruimtelijk beleid van de hoofdkern en van de andere 2 3.2 PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN LIMBURG . gemeenten moeten op elkaar worden afgestemd.

. Ontwikkelingsperspectieven voor Lommel binnen het stedelijk netwerk 3.2.1 Richtinggevend deel De provincie beschouwt het kleinstedelijk gebied als een hoogdynamisch zwaartepunt Het provinciaal structuurplan werd goedgekeurd door de Vlaamse regering op van de Kempische As, dat in het kader van de versterking van de stedelijke en 12/02/03. economische structuur van Noord-Limburg van groot belang is. Binnen het netwerk . Visie op stedelijkheid van de Kempische As worden de economische activiteiten gekoppeld aan De provincie Limburg gaat voor de uitbouw van en coherent systeem aan stedelijke multimodale vervoerswijzen. gebieden en stedelijke netwerken. Heden wordt het gebrek aan voldoende stedelijkheid nog altijd als een comparatief nadeel voor Limburg vermeld. Nieuwe Het Kempisch Plateau wordt maximaal gevrijwaard van hoogdynamische ontwikkelingen. Aan de rand van het plateau daarentegen wordt de ontwikkeling van hoogdynamische stedelijke en toeristisch-recreatieve functies gestimuleerd.

1 RSV, bindende bepalingen, p. 581-582 2 In het verlengde van de positie in het netwerk van de Kempische As wenst de Provincie Limburg, Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg, goedgekeurd bij MB op 12/02/2003 provincie een eigen beleid te voor Lommel, Overpelt en Neerpelt. De provincie Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 13/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht wenst dit gebied als geheel te onderzoeken voor de achtergrond van een provinciaal De primaire groei van het stedelijk gebied dient met name de inwendige inbreiding te stedelijk netwerk Lommel-Overpelt-Neerpelt als noordelijke economische poort stimuleren. De versterking van de stedelijke ontwikkelingen in de kern van Lommel van Limburg. staat voorop.

De ontwikkeling van Lommel is tevens in de invloedssfeer van het regionaal stedelijk Bijkomende stedelijke ontwikkelingen dienen vooral gestimuleerd te worden langs de gebied -Lommel gelegen. N71 op het kruispunt met de Stationsstraat.

Grensoverschrijdende verbindingen en economische uitwisselingen ondersteunen de Afbakenen van de stedelijke structuren rol van Lommel als een dynamisch kleinstedelijk gebied aan de grens met Nederland. Infrastructuren zoals de N71, N769, het kanaal Herentals-Bocholt of de spoorweg kunnen als grenzen worden beschouwd. Vervaging van de kernen en suburbanisatie . Ontwikkelingsperspectieven voor Lommel als kleinstedelijk gebied worden tegengegaan.

Stedelijke ontwikkelingen Verschillende soorten infrastructuur als economische drager Inzake ruimtelijk functioneren speelt Lommel een hoofdrol in Noord-Limburg. De stad De bestaande functionele en infrastructurele verbindingen in de Kempische As en is uitgegroeid tot een centrumstad van de regio op vlak van wonen, dienstverlening met name langs de bundel van N71 en Ijzeren Rijn dienen te worden en bedrijvigheid, handel en voorzieningen maar ook toerisme en vrije tijd. De geoptimaliseerd. Naast haar transportfunctie vervult het kanaal Herentals-Bocholt in gewenste afbakening van het kleinstedelijk gebied dient verdere suburbane het gebied Lommel-Neerpelt-Overpelt een belangrijke betekenis als vestigingsplaats ontwikkelingen te beperken. voor watergebonden bedrijven.

. Ontwikkelingsperspectieven voor bedrijventerreinen binnen het kleinstedelijk gebied

Lommel als industriële pool Lommel beschikt over zeer grote bedrijventerreinen. De industriële pool Lommel dient vooral te worden bekeken binnen het stedelijke netwerk van de Kempische As. Omwille van het grote aanbod aan bedrijventerreinen, bestaat er geen dwingende noodzaak tot uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen.3 Het aantrekken van spoorgebonden bedrijven dient te worden gestimuleerd; daarnaast is er ontsluiting mogelijk langs de N71 of de bestaande spoorlijn Antwerpen- Neerpelt. In het BPA is verder een zone aangeduid voor een open ruimte verbinding en een natuurverbindingsgebied over de terreinen van Balim en Balendijk. In totaal is Bedrijventerrein Balendijk reeds uitgebreid met 142 ha. Zowel Maatheide als Balendijk hebben potenties om te worden uitgebouwd tot multimodale overslagpunten ( gekoppeld aan N71, spoor en kanaal van Beverlo).

Reserve bestaande bedrijventerreinen Het voormalige PRB- terrein te Lommel (Balimgronden) kan met het oog op de mogelijke heropening van de IJzeren Rijn een interessante locatie vormen voor de inplanting van een overslagcentrum en andere logistieke en op distributie afgestemde economische activiteiten. Er wordt voorgesteld dit terrein te behouden als een strategische reserve.

3 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg, richtinggevende gedeelte, p. 207 ev Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 14/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

. nr. 26: selectie van open ruimte verbinding tussen Kattenbosserheide en Zeven Heerlijkheden 3.2.2 Bindende bepalingen . nr. 29: de provincie bakent in ruimtelijke uitvoeringsplannen de kleinstedelijke gebieden af. Zij doet dat in samenwerking met de betrokken gemeenten en De volgende bindende bepalingen uit het structuurplan van de provincie Limburg zijn belanghebbende partijen. van belang voor het kleinstedelijk gebied Lommel:4

. nr. 6: selectie van droge natuurverbindingen - Lommel, Mol, tussen Kattenbosserheide en Zeven Heerlijkheden via 3.3 RICHTINGGEVENDE BEPALINGEN GRS LOMMEL. Hoge Maatheide - Lommel, Neerpelt, tussen Lommelse Watering en Hageven Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lommel werd op 28.10.2004 goedgekeurd selectie van natte natuurverbindingen door de Bestendige Deputatie. - Lommel, Balen, Pijnven tot voorbij kanaal van Beverlo tot aan provincie Antwerpen, via Balengracht (zijbeek Grote ) . nr. 8: selectie van het gebied Lommel- Neerpelt- Overpelt als stedelijk netwerk 3.3.1 Gewenste nederzettingsstructuur van provinciaal niveau Bepaalde groepen van woningen, die gelegen zijn in de open ruimte, worden . nr. 11: selectie van de poort “Kempische As” als economische poort van geselecteerd als erkende woninggroep. Het gaat om kleine groepjes van woningen minstens provinciaal belang (dit is het gebied Lommel-Neerpelt-Overpelt) (indicatief minimum 5 woningen) die omwille van hun samenhang, hun specifieke . nr. 13: selectie van de Buitensingel te Lommel als kleinhandelsconcentratie type II5 ligging in de open ruimte of hun historische eigenheid een aparte entiteit vormen. De woninggroepen kunnen behouden blijven als aparte entiteit. De . selectie van Lommel als multimodaal knooppunt voor personenvervoer van ontwikkelingsperspectieven voor de individuele woningen worden gekaderd in een provinciaal niveau 6 toekomstvisie voor de totale woninggroep. Mogelijke ontwikkelingen van de . nr. 18: selectie van Lommel als toeristisch recreatieve gemeente type I . nr. 19: selectie van toeristische recreatieve knooppunten type IIa7: woninggroep worden afgewogen ten opzichte van de impact op de open ruimte, de bereikbaarheid, de interne samenhang tussen de woningen, de woonkwaliteit, de Heeserbergen, Aqua Paradiso en jachthaven, Kattenbos, Center Parcs De aanwezigheid van verschillende functies, … In functie van een betere woonkwaliteit en Vossenmeren een betere leefbaarheid kunnen de woninggroepen opnieuw gestructureerd worden. Het aantal zonevreemde woningen van een woninggroep mag echter niet toenemen. 4 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg, bindend gedeelte, p. 264-272. De Norbert Neeckxlaan – Sint-Ritastraat (11) en Norbert Neeckxlaan – Weidestraat 5 De ontwikkelingskansen van de kleinhandelsconcentraties type II worden bepaald (12) worden geselecteerd als erkende woninggroep (niet limitatieve opsomming). door de afbakeningsprocessen van de stedelijke gebieden. Als daarbij blijkt dat een kleinhandelsconcentratie binnen de grenslijn van het stedelijk gebied ligt, dan wordt het beleid- enerzijds uitbreiding of anderzijds hoogstens behoud en herstructurering- 3.3.2 Visie op de open ruimte structuur8 bepaald in het afbakeningsproces. Als de kleinhandelsconcentratie buiten de grenslijn valt, geldt het beleid van type III (RSPL, richtinggevend gedeelte, p37) De natuurverbindingen zijn gebieden die een verbinding realiseren tussen de 6 Toeristisch-recreatieve knooppunten type I zijn gemeenten. In de gemeenten kunnen geselecteerde natuurgebieden. onder strikte voorwaarden nog toeristisch-recreatieve voorzieningen van provinciaal Als natte natuurverbinding worden de de Eindergatloop – Bijkensdijkloop geselecteerd: niveau bijkomen. Een aantal bestaande voorzieningen die nog niet van provinciaal niveau zijn, kunnen doorgroeien tot toeristisch-recreatieve voorzieningen van provinciaal niveau. (RSPL, richtinggevend gedeelte, p41) Type IIa omvat knooppunten waar onder voorwaarden nog uitbreiding van de 7 Toeristisch-recreatieve knooppunten type II zijn bestaande toeristisch-recreatieve toeristisch- recreatieve infrastructuur mogelijk is buiten de perimeter van de voorzieningen van provinciaal niveau gelegen in het buitengebied aangevuld met recreatiezone. Voor type IIb is er zelf onder voorwaarden geen uitbreiding mogelijk. enkele terreinen voor gemotoriseerde sporten […] Binnen de toeristisch recreatieve (RSPL, richtinggevend gedeelte, p41) knooppunten type II maakt de provincie een onderscheid naar type IIa en type IIb. 8 GRS richtinggevend deel pg 267 Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 15/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Als droge natuurverbinding wordt de verbinding tussen de Karrestraterheide en de Bijkensdijkloop in Barrier. De verbinding tussen de Karrestraterheide en de Bijkensdijkloop te Barrier vervult zowel een verbindende als een bufferende functie. Dit gebied moet immers een buffer Figuur 3: gewenste structuur deelruimte Lommel (kaart 45 GRS) vormen tussen de industriezone van Overpelt en de kern Barrier. Daarom wordt hier een dichte bosaanplanting voorzien, die wel rekening houdt met de gebiedsspecifieke kenmerken (o.m. de overgang tussen heidegebied en een valleigebied).9

Het noordelijk deel van het plangebied is gelegen in de samenhangende landbouwgebieden. Dit zijn gebieden die een belangrijke grondgebonden landbouwfunctie dragen en waar het agrarisch grondgebruik in functie van de beroepslandbouw ruimtelijk ondersteund wordt. De nadruk ligt op de zuivere bedrijfsvoering. Hierbij kunnen maatregelen genomen worden om de agrarische structuur voor de beroepslandbouw te verbeteren (o.m. ruilverkaveling, kavelruil, planologische ruil).

Elementen landschappelijke structuur Voor het open valleigebied van de Eindergatloop staat het streven naar het behoud van de openheid en de kleinschaligheid van het landschap voorop.

3.3.3 Visie op de lijninfrastructuur10. Voor de categorisering van de wegen op lokaal niveau wordt een onderscheid gemaakt tussen drie types: - lokale wegen I zijn lokale wegen met een verbindende functie; - lokale wegen II zijn lokale wegen met een verzamelende functie; - lokale wegen III zijn de overige wegen van Lommel. De N712 (Norbert Neeckxlaan) wordt geselecteerd als lokale weg II.

BINDENDE BEPALINGEN

Met betrekking tot de gewenste ontwikkeling van het plangebied zijn geen bindende bepalingen van toepassing.

9 GRS richtinggevend deel pg 265 10 GRS richtinggevend deel pg 294 Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 16/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

3.4 OVERIGE RELEVANTE BELEIDSDOCUMENTEN EN JURIDISCHE CONTEXT

Plan SCHANSSTRAAT Relevante beleidselementen NORBERT NEECKXLAAN

666 7 6 777 4 444

139139139 161616 139 16

141 138138138 141141141 138 NORBERT NEECKXLAAN 142142142 142 143A 144144144 143143143143A143A143A 144 143143B143B143B 33 353535 143B 101010 333333 35 146146146 10 WEIDESTRAAT 146 148 31 148148148 313131 292929 145145145 27 29 464646 150A150A150A 145 272727 46 150A 44 444444 147 25 147147147 252525 23A 23A23A23A 23 212121 232323 SINT-RITASTRAAT 21

156 WEIDESTRAAT 156156156 242424 24 158 144 158158158 KIEZELVENSTRAAT 144144144 11 162 111111 162162162 3.4.1 Gewestplan Neerpelt-Bree ((KB 1978-03-20 en gewijzigd 1995-07-28). 162 999 9 777 555 7 5 164164164 168 164 168168168 172 3 172172172 333 171 171171171 171 1 111 148148148 148 175 175175175 150 150150150

152152152 152

185 NORBERT NEECKXLAAN185185185 Agrarische zone 156 187 156156156 187187187

193 193193193 195195195 197197197 195 197 NORBERT NEECKXLAAN NORBERT NEECKXLAAN

VergunningsplichtigeVergunningsplichtige bestemmingenbestemmingen enen bestemmingswijzigingenbestemmingswijzigingen N71

N71

N71

N71

N71

3.4.2 Bijzondere plannen van aanleg /Ruimtelijk uitvoeringsplannen.

Grenzend aan het plangebied zijn er geen ruimtelijke uitvoeringsplannen noch plannen van aanleg.

3.4.3 Verkavelingplannen . V0018 Nr. Arohm 7105V00-0016 dd. 24/06/1965.

Wijzigingen Samenvoegen loten 7 en 8 dd 02/12/1985. Herverkavelen van de loten 4 en 5 tot de loten 4 bis en 5bis respectievelijk 18 en 22 meter breed dd. 29/08/1994.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 17/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Plan Relevante beleidselementen

3.4.4 Stedenbouwkundige vergunningen

5b1119n11 1. 2004/00242-01 BOUWEN VAN EEN PAARDENSTAL dd.20/09/2004

5 B 1119H11 Norbert Neeckxlaan 156 - 1970/01859 BOUWEN VAN EEN GARAGE MET SHOWROOM EN WONING dd. 16/03/1970

- 1970/01998 BOUWEN VAN POMPENEILAND MET 3 BENZINE- EN DIESELVERDEELPOMPEN dd. 14/06/1971 - 2002/00304 VERBOUWEN GARAGE V_HANDEL dd. 23/09/2002 - 2008/00441 VERNIEUWEN VAN GEVELBEKLEDING EN POORTEN NAAR AANLEIDING VAN DE REORGANISATIE VAN DE WERKPLAATS AAN GARAGE BERCKMANS Voorwaardelijk vergund dd. 15/12/2008

5 B 1119C11 Norbert Neeckxlaan 158 - 1995/00048 BOUWEN VAN EEN WONING dd. 14/04/1995 - 1999/00365 UITBREIDEN VAN DE WONING dd. 04/10/1999 - 2006/00038 BOUWEN VAN EEN TUINHUISJE dd. 10/04/2006

5 B 1119C6 Norbert Neeckxlaan 160 - 1976/03424BOUWEN VAN EEN WONING dd. 02/08/1976

5 B 1119D6 Norbert Neeckxlaan 162+ - 1986/00029 BOUWEN VAN EEN AUTOHERSTELPLAATS dd. 17/03/1986

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 18/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Plan Relevante beleidselementen

5 B 1119F6 Norbert Neeckxlaan 168 - 1987/00292 BOUWEN VAN EEN WONING dd. 07/12/1987

5 B 1119L11 Norbert Neeckxlaan 172 - 2004/00242 VERBOUWEN VAN EEN WONING dd. 20/09/2004

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 19/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Plan Relevante beleidselementen

Geen stedenbouwkundige vergunningen op de percelen 5b 1118k, 5b 1118l, 5b118m, 5b118w, 5b1118x, 5b1118v, 5b 1118p2, 5b1118f , 5b1118e2, 5b 1119v5, 5b1119x8, 5b1119y8,5b1119d7, 5b1119g6,5 B 1119M11, 5 B 1119E6.

Grenzend aan het plangebied perceel 5 B 1118G2 bestaand kerkhof - 1964/00540 BOUWEN VAN INKOMGEBOUWEN KERKHOF dd. 04/09/1964 - 2006/00213 HERINRICHTEN BEGRAAFPLAATS "CENTRUM" PARKING dd. 29/08/2006

3.4.5 Planologisch attest. PLAT/2008/00001 Norbert Neeckxlaan 156 dd. indiening 16/10/2008. Lopende.

3.4.6 Stedenbouwkundig attest. - SA2003/043 perceel 5 B 1119B6 Norbert Neeckxlaan 160 Nieuwbouw handel, horeca, diensten. afgeleverd dd.23/02/2004. - Norbert Neeckxlaan 162 STED/2009/00037 dd. indiening 15/06/2009 MOGELIJKHEID TOT BOUWEN EENGEZINSWONING EN GEDEELTELIJKE REGULARISATIE GARAGE lopende.

3.4.7 Atlas der buurtwegen

3.4.8 HAG Het plangebied is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied.

3.4.9 Beschermd landschap

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 20/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Plan Relevante beleidselementen Niet van toepassing

3.4.10 VEN Niet van toepassing

3.4.11 Vogelrichtlijn habitatgebied Niet van toepassing

3.4.12 Waterwingebieden. . Niet van toepassing

3.4.13 Ruiterpaden Grenzend aan het plangebied bevindt zich een ruiterpaden parcours 4 en is 16 km lang.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 21/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

4 DOELSTELLINGEN, REIKWIJDTE EN DETAILLERINGSGRAAD VAN HET RUP

4.1 AANLEIDING TOT OPMAAK VAN HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

De stad Lommel wenst over te gaan tot de opmaak van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Stedelijke begraafplaats en omgeving”. De stad Lommel heeft de intentie een crematorium te bouwen op de site nabij de stedelijke begraafplaats van Lommel aan de Norbert Neeckxlaan. Gelijktijdig wenst de stad Lommel de toegangen langs de Norbert Neecklxaan te verduidelijken en tegelijkertijd rechtzekerheid te bieden aan een aantal zonevreemde woningen gelegen langs de Norbert Neeckxlaan. Het betreft ondermeer de garage gelegen langs de Norbert Neeckxlaan 165. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (B.D. 11/05/2006) en de kennis van de bouw van andere crematoria in Vlaanderen vormen het ruimtelijke kader voor dit RUP. Aangezien de inplanting van een crematorium op deze site als strijdig te beschouwen is met de bestemming van het gewestplan dient er een RUP opgemaakt te worden om de agrarische zone om te zetten naar zone voor gemeenschapsvoorzieningen. .Het RUP moet het juridisch kader vormen waarbinnen deze ambitie kan waargemaakt worden.

4.2 DOELSTELLINGEN EN PROGRAMMA VAN HET RUP

Dit Ruimtelijk Uitvoeringsplan beoogt een goede ruimtelijke ordening aan de hand van het opstellen van richtlijnen en structurele ingrepen die de goede ruimtelijke kwaliteit beogen. Dit RUP beoogt geen architecturaal maatpak te zijn: daarom worden er vanuit de bestaande ruimtelijke context een aantal randvoorwaarden gedefinieerd. Aan de hand van deze randvoorwaarden wordt er bebouwings-,verhardings- en groenpercentage vastgelegd. Daarbij wordt een maximale bouwhoogte gedefinieerd waarbinnen gebouwd moet worden. Deze worden aangevuld met een aantal voorschriften die een optimale ruimtelijke kwaliteit beogen, complementair aan een optimale omgevingskwaliteit. In een latere fase zal via de stedenbouwkundige vergunning de ruimtelijke kwaliteit vertaald worden al dan niet via een open oproep (bouwmeester).

Elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag met betrekking tot nieuwbouw moet verantwoord worden met een inrichtingsplan. Dit plan duidt aan hoe de nieuwbouw ruimtelijk geïntegreerd wordt en welke ruimtelijke en functionele relaties bestaan. Dit plan duidt tevens aan hoe het ontwerp ingepast wordt in de gewenste kwalitatieve inrichting van het gebied zoals opgenomen in de visie, randvoorwaarden, afwegingscriteria en de gehanteerde referentiebeelden uit de toelichtingsnota en hoe duurzaamheids- principes geïmplementeerd worden. Het inrichtingsplan hanteert schetsen en tekeningen om het voorkomen en de inrichting van de omgeving duidelijk weer te geven.

De globale doelstellingen van onderhavig RUP zijn:

- Ontwikkeling van een uitbreiding van de stedelijke begraafplaats en dit voor de bouw van een crematorium; - Ontwikkeling van een sterke buffering tussen het woongebied en de uitbreidingszone gemeenschapsvoorzieningen; - Rechtszekerheid bieden voor de garagebedrijven en de zonevreemde woningen; - Maximaal behoud van de oostelijke landbouwzone; - Versterken van de (aanwezige) groeninfrastructuur; - Het voorzien van de nodige randvoorwaarden voor de aanleg van de publieke ruimte als drager van de ruimtelijke structuur. De inrichting van de publieke ruimte versterkt immers de belevingswaarde van de historische kern, de verblijfskwaliteit van de woongebieden, de doorstroming van het verkeer.

4.3 RICHTINGGEVEND PROGRAMMA

CREMATORIUM

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 22/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Het inhoudelijke programma van het crematorium omvat de volgende functies:

Een gebouw van ongeveer 3000 m² met: . een technisch gebouw voor 3 crematieovens met uitbreidingsmogelijkheden voor eventuele nieuwe vormen van lijkbezorging; . administratieve ruimten . twee aula‟s met bijbehorende familiekamers en een wachtruimte . familiekamers . oveninvoer met een aparte ruimte voor het bijwonen van de inbreng van de kist . ontvangstbalie . sanitaire voorzieningen . een gebouw voor cafetaria en rouwmaaltijden . eventueel een funerarium

De buitenruimte met: . de aanleg van parkings (tenminste 20 pp.) . wateropvang . wegenis . parkachtige ingerichte buitenruimte

4.4 DETAILLERINGSGRAAD VAN HET RUP

De visie die in het RUP wordt aan de hand van een aantal concepten . Voor elk thema wordt een visie naar voor geschoven waarna door compilatie van deze thema‟s een gewenst beeld voor de kern ontstaat. Dit eindbeeld zal in het RUP door middel van stedenbouwkundige voorschriften in combinatie met een grafisch plan vastgelegd worden.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 23/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

4.5 CONCEPTEN

Uitbreidingszone stedelijke begraafplaats Versterken groenstructuren Maximaal behoud agrarisch landschap Woonlint perceelsdiepte goedgekeurde Buffer van tenminste 15 meter achter woongebied verkaveling De grenzen van de uitbreidingszone gemeenschapsvoorzieningen worden bepaald door de reeds bestaande zone Om de woonkwaliteit te waarborgen en zelfs te versterken en de Door de zone grenzend aan het woonlint Norbert Neeckxlaan niet gemeenschapsvoorzieningen volgens het gewestplan, de afstand achterkantsituaties te bufferen wordt in eerste instantie een visuele als zone voor gemeenschapsvoorzieningen te bestemmen maar tot het woonlint Norbert Neeckxlaan en de hoge waardering van de groenbuffer voorzien waardoor het woonlint vanuit de stedelijke als agrarisch gebied te bestemmen (reservatiezone voor landbouwgrond in het oosten. De zone sluit overwegend aan op begraafplaats niet zichtbaar zijn. uitbreiding) wordt de landschapsverbinding met het in het oosten de stedelijke begraafplaats en is ontsluitbaar via de reeds in De buffer is tenminste 15 meter breed en dient groen ingericht te gesitueerde landbouwgebied bewerkstelligd. De ruimte is gebruik zijnde dienstweg van de stedelijke begraafplaats. De zone worden. aanwezig om een zone van tenminste 30 meter te bestemmen als wordt ontsloten via de Norbert Neeckxlaan lokale weg. Een Het projectgebied biedt tevens voldoende mogelijkheden om de agrarisch gebied. De openheid en de kleinschaligheid van het afscheidscentrum en crematorium is een emotionele plaats waar bestaande groenstructuren te versterken. Het betreft de eiken landschap staat voorop in deze zone. op een waardige wijze afscheid kan worden genomen. Het is een berken houtkanten en de dreef in de centrale as vanaf de Norbert publieke pluralistische plaats waar mensen ongeacht geloofs- en Neecxklaan. filosofi sche overtuigingen terecht kunnen. De architectuur die De bestaande houtwallen worden als element gebruikt voor de dient uiteraard kwaliteitsvol te zijn, met respect voor de omgeving invulling van de landschappelijke en ecologische structuur. en voor de emoties van de mensen die er van hun overledenen De houtkanten blijven behouden waardoor er een komen afscheid nemen. Het gebouw moet transparant zijn en aaneengeschakeld groengebied ontstaat dat tevens dienst doet bijzondere aandacht zal besteed worden aan de efficiënte en als „buffer„ tussen het woonlint en de stedelijke begraafplaats. duidelijke routing. De grenzen van het woonlint langs de Norbert De houtwallen zijn gesitueerd in het oosten en in het westen op de Neeckxlaan worden bepaald door de 50 meter zone voor landelijk plangrens. Ze worden als een harde groenstrook hersteld wonen.. Op deze wijze kan het volledige woonlint opgenomen waardoor er gelijktijdig een natuurlijke buffer tussen het worden in de zone voor landelijk wonen. De bestaande woongebied en de zone voor gemeenschapsvoorzieningen garagebedrijven kunnen voorwaardelijk behouden blijven en ontstaat en er een sterke landschapsinkadering mogelijk wordt. beperkt uitbreiden. Om het landelijke en kleinschalige karakter te De inlandse eiken blijven behouden. bewaren worden de nieuwe woningen zoveel mogelijk opgevat als eengezinswoning met tuin. De verkaveling wordt opgeheven.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 24/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 25/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Netwerk van trage wegen niet kruisend met Centraal scharnierpunt als entree stedelijke Behoud afstand van tenminste 200 meter oven wegen voor gemotoriseerd verkeer begraafplaats , crematorium en parking in relatie crematorium – woonlint met de groenstructuur De relatie tussen de Ringlaan N71 en de stedelijke begraafplaats De huidige entree van de stedelijke begraafplaats wordt aangeduid Het crematorium schrijft zich in in het concept van de bestaande met zijn uitbreiding moet versterkt worden. Een goede inrichting als het „scharnierpunt‟ van de site. Twee zichtassen naar deze begraafplaats. Er wodt gestreefd naar een eenheid van van het plangebied kan hiertoe bijdragen. Een netwerk van trage entree worden vastgelegd in het RUP. Een eerste as bestaat uit organisatie, eenheid van beeld, eenheid van sfeer, eenheid van wegen voor voetgangers en fietsers en groenstructuren zijn mede de toegang vanaf de Norbert Neeckxlaan naar de ingang van de architecturale kwaliteit voor het integrale project van begraafplaats het bindend element. Tussen de Ringlaan en de huidige entree stedelijke begraafplaats met zijn ruim 10 meter hoge betonnen met crematorium. van de stedelijke begraafplaats bevindt zich een ruim 30 meter poort (de ziel gaat doorheen de poort naar de hemel). De tweede Doel van de uitbreidingszone is duurzaam ruimtegebruik. Dit brede noord zuid georiënteerde allee (tevens sterke visuele as as bevindt zich in de stedelijk begraafplaats zelf, zijnde de 30 betekent dat in functie van visueel-landschappelijke impact op de voorzien van hoogstambomen-beuken). De mogelijkheid bestaat meter brede allee met de rode beuken. omgeving het gebouw minimaal 200 m ingeplant dient te worden om de as door te trekken naar een nieuw in te planten openbaar Zowel de entree naar het crematorium als de entree naar de van de omgevende bewoning. Het ruimtegebruik dient zo efficiënt vervoershalte langs de Ringlaan. Hierdoor kan de zone optimaal stedelijke begraafplaats is gericht naar het scharnierpunt. In deze mogelijk georganiseerd wordt. ontsloten worden voor het openbaar vervoer (regionaal net). Aan as worden publieke en semi-publieke ruimten aangelegd met doel de zijde van de Norbert Neeckxlaan blijft de belbus halte behouden verschillende herkenbare verblijfsgebieden te creëren. De relatie (lokaal net). De Norbert Neeckxlaan staat in voor de ontsluiting en tussen stedelijke begraafplaats en het crematorium kan tevens de bereikbaarheid van de site. Het gemotoriseerd verkeer wordt versterkt worden. opgedeeld in een in-en uitrit. Op deze wijze is het mogelijk een Bij herinrichting van het terrein wordt een inkomplein aangelegd voorplein te voorzien voor de stedelijke begraafplaats waarin er wat eveneens plaats geeft aan groenelementen zoals bomen en geen kruisend verkeer tussen de voetganger en het gemotoriseerd hagen zonder dat deze de interne circulatie belemmeren. De verkeer gebeurt. groenelementen moeten het geheel een groen kader geven en integreren in de omgeving.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 26/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

4.6 STRUCTUURSCHETS De structuurschets bundelt de conceptelementen. Belangrijke aanduidingen zijn:

1. Ontwikkelen van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen t.b.v. bouw crematorium 2. Ordenen van de functies 3. Woonlint 50 meterdiepte 4. Buffer van tenminste 15 meter achter woongebied 5. Maximaal behoud agrarisch landschap en versterken groenstructuren 6. Netwerk van trage wegen niet kruisend met wegen voor gemotoriseerd verkeer 7. Centraal scharnierpunt als entree stedelijke begraafplaats, crematorium en parking in relatie met de groenstructuur 8. Behoud afstand van tenminste 200 meter oven crematorium – woonlint

Figuur 4: Structuurschets

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 27/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Als kleinstedelijk gebied in Noord Limburg en gezien de groeiende tendens tot 4.7 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN crematies is het logisch dat een nieuw crematorium gelegen zou zijn in Lommel. Lommel is gelegen op de grens met de provincie Antwerpen. De ontwikkeling van het plangebied kadert in de visie van het beleid dat gericht is op In een straal van 20 km rond Lommel zijn de gemeenten Mol (33.000 inw.), de versterking van Lommel als kleinstedelijk gebied. Deze versterking moet Valkenswaard (31.000 inw.)., Overpelt-Neerpelt (43.000 inw.), Hechtel Eksel (11.000 beschouwd worden in een verstedelijkte as of netwerk in het noorden van de inw.),Peer (15.600), Houthalen Helchteren (30.000 inw.), Hamont Achel 14.000 inw.) provincies Antwerpen en Limburg, de zogenaamde “Kempische As” (zoals ook Dessel (8.700 inw.), Leopoldsburg (14.500 inw). geselecteerd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen). Deze “Kempische As” is een Net buiten deze grens zijn de steden Geel (24 km afstand gelegen 35.000 inw. ) en grensoverschrijdend stedelijk netwerk dat vanaf Herentals, Geel en Mol in de provincie Bree ( op 22 km gelegen en ongeveer 15.000 inw.) en (op 23 km en Antwerpen, over Lommel, Overpelt/Neerpelt en Hamont-Achel in provincie Limburg, 17.500 inw), Weert (NL 48.300 inw.. In totaal wonen er in de omgeving ruim 200.000 reikt tot aan Weert in de provincie Noord-Brabant in Nederland. inwoners binnen een straal van 20 km en een 320.000 inwoners binnen een straal van De ontwikkeling in het plangebied voorziet een opwaardering i.v.m. dienstverlening 25 km. voor wat betreft het aanbieden van een crematorium te realiseren. Hierdoor kunnen we stellen dat dit specifiek marktgebied over Noord Limburg, de zuid oostelijke Op basis van bovenstaande criteria werden 3 locaties in Lommel ten opzichte van gemeenten van Antwerpen en de aangrenzende gemeenten in Nederland zal elkaar afgewogen, telkens in de omgeving van een zone voor uitgebreid worden. De aantrekkingskracht van Lommel ten opzichte van het hinterland gemeenschapsvoorzieningen. verhoogd aanmerkelijk waardoor een zeker grensoverschrijdend effect zal ontstaan. Het ging om locaties aan de kerk van Stevensvennen, de zone in de directe omgeving De belangstelling van de inwoners voor de crematoria van Hasselt, Turnhout en van de stedelijke begraafplaats , de zone van de oude werf achter de Bekelaar. Hieruit Eindhoven zal verminderen door het verhoogde aanbod. bleek dat de inplanting van een crematorium aansluitend bij de begraafplaats Lommel

de beste keuze zou zijn. De site is ruim 6 ha groot en gelegen langs de gewestweg N712 . 4.8 MOGELIJKE ALTERNATIEVEN Op de begraafplaats is reeds heel wat infrastructuur aanwezig die nodig is voor het Een crematorium is meer dan de technische installaties alleen. Het onthaal en de functioneren van een crematorium. De begraafplaats beschikt zelf over een opvang van de familieleden en vrienden en de rouwmaaltijden zijneven belangrijk als strooiweide, een columbarium, een urnenbegraafplaats, een kleine kapel en een ruime de crematie zelf. parkeerplaats. Het crematorium kan aansluiten op de hoofdentree van de stedelijke De intercommunale voor crematoriumbeheer in de provincie oost Vlaanderen begraafplaats. ontwikkelende een eigen visie voor de inplanting van crematoria waarbij rekening Het crematorium zou geen noemenswaardige hinder teweeg brengen voor het gehouden wordt met een aantal parameters: verkeer. Er zijn reeds twee toegangen vanaf de gewestweg aanwezig. . Een crematorium moet gelegen zijn in een dicht bevolkte streek, liefst in de In functie van visueel-landschappelijke impact op de omgeving dient het gebouw nabijheid van een stad (bereik van 400.000 inwoners binnen een straal van 15 minimaal 200 m ingeplant van de omgevende bewoning. Er wordt een maximale km). bebouwbare oppervlakte opgelegd voor het gebouw, alsook een maximum hoogte van . Op jaarbasis betekent dit 4.000 overlijdens of een potentieel van 2000 crematies. 15 meter. De milieuhinder in verband met de uitstoot van schadelijke stoffen blijft streng gecontroleerd. Een crematorium moet goed en vlot bereikbaar zijn, zowel met de wagen als het . openbaar vervoer. Het stadsbestuur opteert ervoor om de locatie nabij de stedelijke begraafplaats voor te . Een crematorium moet ingeplant kunnen worden op of naast (palend aan) een behouden als mogelijke inplantingsplaats voor een nieuw crematorium. De locatie sluit bestaande begraafplaats. namelijk aan bij de stedelijke begraafplaats, is goed bereikbaar, kan landschappelijk . Er dient een beschikbare oppervlakte aanwezig te zijn van 4 ha voor gebouwen, ingekaderd worden en bevindt zich op voldoende afstand van de woningen. Het parkeerplaatsen en groen. Er dient een gebouw te kunnen ingeplant worden van ruimtelijk uitvoeringsplan moet de stedenbouwkundige randvoorwaarden vastleggen 2.000 – 2.500 m² en een parkeerplaats voor 100 wagens. voor de bouw van het crematorium.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 28/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

4.9 EVENTUELE ALTERNATIEVEN VOOR KLASSIEKE CREMATIE verbroken, waardoor een stoffelijk overschot tot 3% van zijn oorspronkelijke gewicht Het begraven en cremeren zijn totnutoe de enige vormen van lijkbezorging die in wordt gereduceerd. Blijft over: een hoopje calciumfosfaat (minerale as) en vloeistof. Europa aanvaard worden. Op dit ogenblik zijn er drie technieken van lijkbezorging die Het proces zou goedkoper zijn dan crematie, schoon en milieuvriendelijk. Het in onderzoek zijn11 : afvalwater kan via de normale waterzuiveringsinstallaties worden verwerkt en de as 1. sublimatie gaat in een urn. Deze methode leidt tevens tot een aanzienlijke besparing van gewicht 2. lyofilisatie of droogvriezen en ruimte, omdat het stoffelijk overschot met 97% wordt gereduceerd. 3. uitlogen Het In de VS is de methode een paar keer toegepast op menselijke lichamen in onderzoeksinstellingen in Minnesota en Florida. Metalen uit het lichaam kunnen na de Sublimatie verwerking worden verwijderd en gerecycled. Deze methodes zou je dus wel schoon Enige jaren geleden stelde een Franse uitvaartondernemer een andere methode van kunnen noemen, maar niet per se milieuvriendelijk omdat ze allebei en vooral lijkbezorging voor: sublimatie. Zijn idee was om gebruik te maken van de specifieke vriesdrogen energie `vreten`. brandstof die ook in de ruimtevaart wordt gebruikt. Hiermee zou in een paar seconden een volledige verbranding kunnen plaatsvinden, waarbij er zo goed als niets overblijft Conclusie van het lichaam. Voorlopig is dit bij een idee gebleven. De faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft hebben de milieubelasting van vier verschillende manieren van lijkverwerking onderzocht: begraven, cremeren, Vriesdrogen vriesdrogen en alkalische hydrolyse. Ze richtten zich hierbij op factoren als energie- De eerste die het vriesdrogen (ook wel lyofilisatie genoemd) voorstelde als een efficiëntie, grondgebruik en milieuemissies. Ook analyseerden ze de milieubelasting milieuvriendelijke manier van lijkbezorging is de Zweedse bioloog Susanne Wiigh- van ondermeer de kist, de koelplaat en de begrafenisstoet. Het resultaat is een Mäsak. De eerste cryomatie/lyofilisatie laat echter nog op zich wachten. cijfermatig overzicht van hoeveel vervuiling de gemiddelde dode per methode oplevert. Het lichaam wordt bevroren. Anderhalve week later, als het lichaam -18 graden Begraven, cremeren en alkalische hydrolyse zijn ongeveer even milieu-(on)vriendelijk, Celcius is wordt het ondergedompeld in vloeibaar stikstof van -196 graden. Dat maakt zij ontvangen op de `Eco-indicator 99` circa 4,6 milieupunten. Het slechts scoort het lichaam breekbaar. Vervolgens wordt het onderworpen aan een trilling van een vriesdrogen met 10,7 punten. (De Eco-indicator 99 is een in Nederland ontwikkelde en bepaalde sterkte, waardoor het uiteenvalt in een organisch poeder. Tenslotte wordt in erkende methode om een levenscyclusanalyse (LCA) van producten en diensten te een vacuüm kamer het water uit het lichaamsstof verwijderd. Wat overblijft is een maken. Van alle stappen wordt in beeld gebracht wat de milieu-effecten zijn.) droog poeder, dat alleen nog door een machine hoeft om chirurgisch en ander metaal te verwijderen. Vervolgens is het de bedoeling dat dit poeder wordt begraven in een Vanuit milieu oogpunt, meer bepaald vanuit energieverbruik zijn de eerste twee afbreekbare kist in een ondiep graf in `levende grond` waar lichaam en kist binnen zes genoemde technieken niet aangewezen. Zowel het droogvriezen als de sublimatie maanden gecomposteerd zijn. Op de plek van het lichaam kan eventueel een boom of vragen een veel groter energieverbruik dan de klassieke crematietechniek. struik worden geplant. Vanaf het begin heeft Wiigh-Mäsak het vriesdrogen als een Vriesdrogen kost met 2640 megajoule meer dan twee keer zoveel energie als milieuvriendelijke methode aangeprezen, waar weinig energie bij zou worden verbruikt cremeren, en ruim twintig keer zoveel energie als begraven. Over de laatste techniek, en geen schadelijk stoffen bij vrijkomen, zoals bij crematie wel het geval is. Het de uitloging, is de methode in de VS een paar keer toegepast op menselijke lichamen hedendaagse begraven noemt ze onvriendelijk voor het milieu én voor het dode in onderzoeksinstellingen in Minnesota en Florida. Tot nu toe is het nog wachten op de lichaam. Ook zou het totaal tegen de natuur ingaan. Wiigh-Mäsak: "We weten dat een eerste commerciële resomation (uitloging). lichaam zuurstof nodig heeft om snel tot ontbinding over te gaan, maar wat doen we? Er kan niet worden uitgesloten dat op lange termijn nieuwe alternatieven procedures We begraven onze doden op een diepte waar geen zuurstof is en laten we ze op een voor lijkbezorging kunnen meebrengen, doch op de dag van vandaag is er nog geen onnodige en onaangename manier verrotten." enkele technologie bekend die een waardig alternatief betekent voor de vooropgestelde crematietechniek. Uitlogen Een andere methode die wordt gepresenteerd als milieuvriendelijk alternatief is alkalische hydrolyse, meestal kortweg hydrolyse genoemd. Hierbij worden onder invloed van alkali (natronloog) en water de chemische verbindingen in het lichaam

11 www.groeneuitvaart.nl Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 29/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

5 AFTOETSING PLAN-MER-PLICHT

5.1 DABM VAN TOEPASSING

Een ruimtelijk uitvoeringsplan vormt het kader voor het toekennen van stedenbouwkundige vergunningen. Het RUP valt dus onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende de Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM).

5.2 PLAN-MER-PLICHT

5.2.1 Algemeen

Sedert 1 december 2007 is het nieuwe plan-MER-decreet (BS 20/06/2007) in voege. Deze nieuwe regelgeving bepaalt dat elk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen het toepassingsgebied van het plan-MER-decreet valt.

RUP‟s die het kader vormen voor project-MER-plichtige activiteiten, zoals bepaald in bijlage I en II van het BVR van 10/12/2004 of waarbij een Passende Beoordeling van toepassing is, zijn van rechtswege plan-MER-plichtig indien zij geen betrekking hebben op een klein gebied van lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden.

Voor andere RUP‟s dient concreet nagegaan te worden of er ten gevolge van het plan aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Indien er geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden, komt het plan in aanmerking voor een ontheffing van de plan-MER-plicht. In het andere geval dient evenwel toch nog een plan-MER opgesteld te worden.

De activiteiten die binnen het planologisch kader van het RUP “Stedelijke begraafplaats en omgeving” zullen kunnen gerealiseerd worden, vallen niet onder bijlage I en II.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 30/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

6 SCREENING MILIEU-EFFECTEN

Wat volgt is een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan per discipline.

Bij de beoordeling van de effecten wordt gebruik gemaakt van onderstaand beoordelingsschema:

Effectenbeoordeling Positief Neutraal negatief Sterk +3 0 -3 Matig +2 0 -2 Gering +1 0 -1

6.1 BODEM De stedelijke begraafplaats wordt gekarteerd als „kunstmatige grond‟. Figuur 5: Bodemkaart (GIS vlaanderen) De zone grenzend aan de stedelijke begraafplaats wordt gekarteerd als t-Zdg (Matig natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont). Naar de Norbert Neeckxlaan bestaat de zandbodem uit een t-Zeg (Natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont). Deze komen echter in beperkte mate voor in het noorden van het plangebied. Het bodemgebruik wordt zeer beperkt gewijzigd binnen het plangebied, de bebouwing wordt evenwel geïntensifieerd ten noorden van de stedelijke begraafplaats. De structuur van overblijvende niet bebouwde delen wijzigt niet. Ook het profiel van de bestaande bodem wordt nergens waarneembaar aangetast. Er bestaat geen gevaar op aantasting van de bodem door gevaarlijke stoffen aangezien er enkel bewoning en diensten (crematorium) in het RUP voorzien worden.

Aangezien het gebied langs de Norbert Neeckxlaan al zodanige invloed heeft gekend van bebouwing, zal de realisatie van het RUP geen invloed hebben op het bodemtype. De nieuw te ontwikkelen bebouwing van het crematorium heeft een beperkte oppervlakte en bevindt zich in matig natte zandbodem.

Besluit: Gezien het hier gaat om antropogene, sterk vergraven gronden en matig natte zandbodem en gezien het feit dat het RUP de inrichting binnen reeds bestaande woonzone concretiseert en de bijkomende bebouwing beperkt is, zal de uitvoering van het RUP geen betekenisvolle negatieve effecten hebben op de discipline bodem. De effectbeoordeling is daarom licht negatief (-1). Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 31/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

6.2 WATER

6.2.1 Algemeen

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (decreet IWB) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. De watertoets geeft uitvoering aan het principe van de integratie van integraal waterbeleid bij de opmaak van plannen, programma‟s en vergunningen, waarin wordt gesteld dat er bij eender welk nieuw initiatief geen schadelijk effect mag ontstaan of dat dit schadelijk effect zoveel mogelijk wordt beperkt en indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Overeenkomstig het Decreet Integraal Waterbeleid dienen de beslissende overheden te onderzoeken of de betrokken activiteit een schadelijk effect op het watersysteem kan doen ontstaan dat vermijdbaar is.

De watertoets kan m.a.w. omschreven worden als het proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de mogelijke schadelijke effecten van plannen, programma‟s of vergunningsbesluiten op het watersysteem. Doel is preventief te werk te gaan door reeds in een vroeg stadium het watersysteem mee te nemen in de afweging.

Een schadelijk effect wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of Figuur 6: Vlaamse Hydrografische Atlas (GIS Vlaanderen) bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze elementen".

De uitvoering van de watertoets gebeurt op basis van de projectgegevens zoals deze tot op heden beschikbaar zijn. De beoordeling gebeurt op basis van ingreepgroepen (en ermee samenhangende effectgroepen) die in functie van de aard van de projectingreep als een mogelijk knelpunt worden beschouwd.

Het volledige plangebied ligt in het Maasbekken. In het plangebied komen geen waterlopen voor. Net ten noorden van het plangebied vinden we de noord zuid gerichte Eindergatloop.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 32/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

6.2.2 Watertoets

Gewijzigd overstromingsregime Gewijzigde infiltratie naar het grondwater De kaarten duiden aan dat binnen de afbakening van het RUP geen sprake is van Het plangebied is infiltratiegevoelig muv de omgeving van de woning (garage op de overstromingsgevoelige zones. Het overstromingsregime wordt door de realisatie van hoek entree begraafplaats) en het oostelijk deel van het plangebied. Deze zones zijn het plan niet gewijzigd. Een positieve uitspraak over de vergunningsaanvraag is niet infiltratiegevoelig.. De totaliteit van de te realiseren gebouwen en verhardingen mogelijk indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt betekent uiteraard een verhoging van de niet waterdoorlatende oppervlakte. Het is nageleefd. Binnen de voorschriften wordt bepaald dat het hemelwater op het perceel derhalve van belang dat er een aantal maatregelen in de voorschriften opgenomen opgevangen dient te worden. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met worden om wateroverlast te vermijden door: de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

- Het regenwater van de nieuwe gebouwen en verharde terreinen maximaal op te Gewijzigde afstromingshoeveelheid vangen; Aangezien in het projectgebied gronden zullen worden bebouwd in functie van de - Het regenwater maximaal te laten infiltreren in de bodem door gebruik van uitbreiding van de stedelijke begraafplaats zullen er naast gebouwen ook waterdoorlatende materialen; verhardingen (wegenis, pleinen, …) worden aangelegd. Er dient het advies - De gewestelijke verordening regenwater strikt toe te passen bij de ingewonnen te worden van de advies-instanties vermeld in artikel 5, met betrekking tot vergunningverlening; het begroten van het effect van het gewijzigde afstromingshoeveelheid.

Aangezien al het hemelwater binnen het projectgebied zal opgevangen worden en er Indien er in de toekomst gebouwen, ondergrondse constructies en/of verhardingen ruimte wordt voorzien voor een vertraagde infiltratie (wadi), kan verondersteld worden worden voorzien waarbij de totale toename van deze constructies meer is dan dat de afstromingshoeveelheid niet zal wijzigen. In het plan wordt een minimaal 1ha, dan dient er advies gevraagd te worden aan de adviesinstantie VMM; percentage vastgesteld voor de opvang van water in wadi‟s of open watervlakken.  Wanneer de totale toename meer dan 0,1ha en minder dan 1ha bedraagt en Het plangebied is deel van het Maasbekken. het project aanleiding geeft tot een vermindering van infiltratie in de bodem is Het hemelwater stroomt af naar de Eindergatloop, een onbevaarbare waterloop van het eveneens vereist dat men advies vraagt aan de adviesinstantie. Als het 3de categorie met een verantwoordelijkheid van de gemeente Lommel. project echter geen aanleiding geeft tot een vermindering van infiltratie in de Indien de oppervlakte van de totale toename van de horizontale dakoppervlakte van bodem is een positieve uitspraak mogelijk gezien in de voorschriften wordt de gebouwen en de verharding van het project kleiner is dan 1 ha is een positieve opgenomen dat de “gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake uitspraak mogelijk als voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en lozing van afvalwater en hemelwater” van toepassing is bij een aanvraag; gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Indien de oppervlakte groter is dan 1  Wanneer de totale toename minder dan 0,1ha bedraagt, is een positieve ha moet er advies gevraagd worden aan de bevoegde adviesinstantie, in dit geval de uitspraak mogelijk gezien in de voorschriften wordt opgenomen dat de

Gewijzigde grondwaterstromingspatroon “gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van Het volledig plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Dat wil afvalwater en hemelwater” van toepassing is bij een aanvraag. zeggen dat er bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet nagegaan worden wat de dimensies van de ondergrondse constructies zijn. Indien er gekozen Erosiegevoelige gebieden wordt voor de realisatie van een ondergrondse parking met een diepte van meer dan Het projectgebied is niet erosiegevoelig. De ontwikkeling binnen het plangebied heeft 3.00 m kan dat gevolgen hebben op de grondwaterstroming. De inplanting van een geen nadelige gevolgen ten gevolge van de aanwezigheid van erosiegevoelige ondergrondse parking vergt het advies van de bevoegde instanties, met name de gronden VMM afdeling operationeel waterbeheer.

Indien noodzakelijk blijkt dat er milderende maatregelen dienen voorzien te worden, Hellingskaart zullen deze van bij de fase van vergunningsaanvraag opgenomen worden in de Het plangebied is vrij vlak. Enkel ter hoogte van de houtkanten is een beperkte helling bouwplannen. aanwezig kleiner dan 0.5 %. Het overige deel van het plangebied kent een Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 33/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht hellingsgsgraad gaande van 0.5 %-5%.. De realisatie van het plan staat niet in relatie tot de helling van het terrein. Daarenboven worden de houtkanten met hun beperkte helling behouden waardoor de hellingskaart door de realisatie van het plan niet gewijzigd.

Winterbedkaart Het plangebied is niet gelegen in een winterbedding.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 34/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

 gezien alle hemelwateroppervlakte water volledig moet infiltreren binnen het plangebied zoals aangeduid op het grafisch pan zonder afvoer naar buitenaf

 gezien voor verharding groter dan 1000 m² er een opvang van hemelwater op

eigen terrein voorzien moet worden

Besluit: Het plangebied bestaat voor een klein gedeelte uit reeds bebouwde en  gezien er wordt gekozen voor open waterstructuren, wadi‟s vijvers die worden verharde ruimte. Daarnaast worden ten noorden van de stedelijke vastgesteld op het grafisch plan met een minimum te realiseren percentage water. begraafplaats bebouwingsmogelijkheden gecreëerd op een wijze dat de Dit percentage dient nog te worden bepaald; bestaande bebouwing en verharding toeneemt.  gezien dat m.b.t. de grondkwaliteit zal worden opgenomen dat een gescheiden stelsel zal voorzien moet worden voor nieuwe infrastructuren Het R.U.P. leidt niet tot een verhoogd risico op overstromingen en biedt een  gezien het plangebied niet gelegen is in NOG, ROG en overstromingsgevoelig passende oplossing voor de infiltratie van hemelwater. De uitvoering leidt niet gebied of nauwelijks tot een aantasting van de grondwaterstromen.  gezien een beperkte toename van de bebouwde oppervlakte t.o.v. het totale plangebied; Niettemin zijn volgende aandachtspunten voor het plan van toepassing:  gezien de ligging in een weinig tot zeer matig gevoelig gebied wat betreft grondwaterstromingsgevoeligheid  Het regenwater van de nieuwe gebouwen wordt maximaal opgevangen;  gezien de richtlijnen van de “gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake  Het regenwater krijgt kansen voor een zo ruim mogelijke infiltratie in de bodem. Er hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden moet voldoende open ruimte blijven bestaan om mogelijkheden tot infiltratie te lozing van afvalwater en hemelwater” in de stedenbouwkundige voorschriften voorzien; opgenomen zijn  Verhardingen worden waar mogelijk voorzien in waterdoorlatende materialen;  De gewestelijke verordening hemelwater en de noodzakelijke adviesvragen die uit kunnen de effecten als neutraal beschouwd worden. (0) de watertoets voor een specifiek project noodzakelijk zijn dienen strikt gevolgd te worden

 Door de opname van de aandachtspunten in het ontwerp veroorzaken de beoogde projectdoelstellingen geen schadelijk effecten op de waterhuishouding. Gezien de toepassing van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening

Gezien voor wat betreft het aspect van infiltratie de schadelijke effecten worden ondervangen worden indien de aanvragen voldoen aan de gewestelijk stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake hemelwaterputten .e.a  gezien er verder voldaan moet worden aan art. 6.2.2.1.2. 4 van Vlarem II m.b.t. de afvoer van hemelwater  gezien dat er prioritair moet worden uitgegaan van hergebruik van hemelwater en vervolgens infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer  gezien er geen bijkomend afvoer debiet te laten ontstaan door het omzetten van onverharde oppervlakte in verharde ondoordringbare oppervlakten moet binnen het plangebied de nodige ruimte voorzien worden voor waterinfiltratie en/of waterberging

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 35/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

De schoorsteen en de afvoerkanalen worden uitgerust met meetopeningen en een 6.3 LUCHT EN KLIMATOLOGISCHE FACTOREN meetplatform overeenkomstig de norm NBN x 44.002 of een equivalente norm. De meetopeningen hebben een diameter van ten minste 12 cm. Artikel 5.58.3. De discipline 'lucht' bestudeert de effecten van emissies op de kwaliteit van de Elke verbrandingsinrichting moet, wanneer zij in bedrijf is, aan de volgende omgevingslucht, de kleinschalige en grootschalige transporten van polluenten in de voorwaarden voldoen: lucht, de invloed van verontreiniging op de chemische samenstelling van de deposities (zowel van droge als natte deposities), de effecten van deze deposities en de effecten 1° de concentratie van verontreinigende stoffen in de rookgassen als daggemiddelde van het transport van stof en zwevende deeltjes. mag niet hoger zijn dan: parameter emissiegrenswaarde Het RUP is grotendeels een concretisering van bestaande bestemmingen voor wat betreft de woningen langs de Norbert Neeckxlaan. Het volledige woonlint wordt totaal stof 30 mg/Nm3 opgenomen in de zone voor landelijk wonen. De bestaande garagebedrijven kunnen kwik- en kwikverbindingen, uitgedrukt als kwik (Hg) 0,2 mg/Nm3 voorwaardelijk behouden blijven en beperkt uitbreiden. Nieuwe zijn niet mogelijk. Een zwaveldioxide, uitgedrukt als SO2 300 mg/Nm3 uitdoofscenario wordt voorgesteld voor de twee garagebedrijven langs de Norbert Nox, uitgedrukt als NO2 400 mg/Nm3 Neeckxlaan. De effecten op de luchtvervuiling ten gevolge van de bestemming landelijk wonen zijn echter beperkt en er is geen sprake van een significant negatief 2° bij normaal bedrijf mag geen neerslag van waterdruppels uit de rookgassen in de effect. omgeving voorkomen; 3° de concentratie van polychloordibenzodioxines (PCDD‟s) en Voor het crematorium kunnen we stellen dat de uitvoering van het programma een polychloordibenzofuranen (PCDF‟s), berekend overeenkomstig de wijze vermeld in beperkt bijkomend aantal voertuigen zal genereren. Deze berekening is bij het thema de definitie van « dioxines en furanen » zoals vastgesteld in artikel 1.1.2, « definities mobiliteit verder uitgewerkt. De effecten op de luchtvervuiling ten gevolge van het algemeen », uitgedrukt als nanogram dioxine toxisch equivalent per Nm3 (ng verkeer zijn echter beperkt en er is geen sprake van een significant negatief effect. TEQ/Nm3) en betrekking hebbend op een volumegehalte aan zuurstof in de afvalgassen van 11 %, mag een grenswaarde van 0,1 ng TEQ/Nm3 niet Voor het overige wordt met het crematorium een functie toegelaten die door eventuele overschrijden op alle in een bemonsteringstijd van minimum 6 en maximum 8 uur uitstoot luchtvervuiling teweeg zullen brengen. Het RUP legt wel een aantal gemeten gemiddelde waarden; randvoorwaarden op waarbinnen deze ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. De bouw van een crematorium hangt samen met de VLAREM wetgeving die zeer strikt is. In het De massaconcentratie aan PCDD‟s en PCDF‟s wordt gemeten volgens de hoofdstuk 5.58 van VLAREM worden de volgende randvoorwaarden gehanteerd: voorschriften van de Belgische norm T95-R-NBN EN 1948-1, 2 of 3; deze concentratie § 1. wordt ten minste éénmaal per jaar gemeten door een voor deze meting erkend De verbrandingsinrichting wordt zodanig uitgerust en geëxploiteerd dat de emissies in milieudeskundige; de lucht die zouden leiden tot luchtverontreiniging van betekenis aan de grond, worden elke meting uitgevoerd volgens bovenvermelde methode moet, na verrekening van de voorkomen. nauwkeurigheid bedoeld in artikel 4.4.4.2, § 5, voldoen aan de voorgeschreven § 2. emissiegrenswaarde; indien de gemeten concentratie, na verrekening van voormelde De rookgassen worden op gecontroleerde wijze langs een schoorsteen geloosd. nauwkeurigheid, de emissiegrenswaarde overschrijdt, wordt binnen de drie maand een § 3. nieuwe monstername en analyse verricht. De schoorsteenhoogte wordt zodanig berekend dat de menselijke gezondheid en het milieu voor gevaar worden behoed. De exploitant berekent de schoorsteenhoogte Crematoria moeten zich aan strenge milieueisen houden. Tegenwoordig zijn de ovens volgens de algemene schoorsteenhoogteberekeningsmethode vermeld in bijlage 4.4.1 voorzien van een filterinstallatie. De temperatuur van de luchtstroom wordt vanuit de van dit reglement of volgens een gelijkwaardig systeem. De minimum of maximum oven teruggebracht van 900°C naar ongeveer 200°C. Een boiler zorgt voor dit schoorsteenhoogte kan worden bepaald in de milieuvergunning. afkoelingsproces. Deze zit tussen de oven en filterinstallatie. Vervolgens wordt de § 4. afgekoelde luchtstroom naar de filterinstallatie geleid. Daar worden de rookgassen gezuiverd van de eventueel aanwezige verontreinigingen. Door deze filtering ontstaat Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 36/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht geen schade voor de omgeving en zal er geen gezondheidsrisico ontstaan in de buurt van een crematorium. Door toepassing van de Vlaams en Europese regelgeving met de normen voor luchtkwaliteit, wordt verwacht dat het effecten van de realisatie van het crematorium neutraal is (0).

Besluit: Gezien de zeer strenge VLAREM wetgeving waaronder de bouw van het crematorium valt en gezien het bijkomend genereren van deze dienstverlening er een beperkt hoger aantal vervoersbewegingen te verwachten valt zijn er geen significante effecten te verwachten voor de discipline “lucht en klimatologische factoren”. De effectenbeoordeling is licht negatief (-1).

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 37/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

- Beschermde duingebieden of voor het duingebied belangrijk landbouwgebied 6.4 GELUID zoals aangegeven ter uitvoering van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van kustduinen; - Natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde en de ermee Het RUP is grotendeels een concretisering van bestaande bestemmingen langs de vergelijkbare gebieden, aangewezen op de plannen van aanleg en de Norbert Neecxklaan. Omdat de aard van de functies die in de toekomst mogelijk zullen ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening; zijn in het plangebied – met name een crematorium – geen lawaaierige functies zijn, - Bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, overstromingsgebieden, kan aangenomen worden dat zij geen extra hinder inzake geluid met zich zullen agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde en de meebrengen. ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen op plannen van aanleg en de

ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening; Geluidseffecten ten gevolge van verkeer zijn niet significant. Aangezien er geen - Beschermde landschappen, stads- of dorpsgezichten, monumenten of doorgaand verkeer aanwezig is in het plangebied en er gezocht wordt om een goede archeologische zones; OV ontsluiting via de Ringlaan te voorzien zal de geluidshinder afkomstig van het - Waterwingebieden en bijhorende beschermingszones type I en II vastgesteld doorgaand verkeer, dat in principe verlaagd, afnemen. Enkel het bestemmingsverkeer ter uitvoering van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen kan nog enige vorm van geluidshinder genereren. inzake het grondwaterbeheer;

- Het Vlaams Ecologisch Netwerk overeenkomstig het decreet van 21 oktober Gelet op de beperkte mobiliteitseffecten en het feit dat het plan enkel in een beperkte 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; mate bijkomende ruimte creëert voor bijkomende ontwikkelingen, zijn de te verwachten - Een volgens een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan vastgesteld effecten voor de discipline geluid beperkt. De geluidsproductie anders dan van erfgoedlandschap voertuigen en verwarmingstoestellen is beperkt tot dat van bezoekers gedurende een beperkt tijdsbestek (een aantal uur). Deze activiteiten overschrijden de geluidsnormen niet, de omgevingskwaliteit wordt niet aangetast. 6.5.1 Biologische waarderingskaart.

Besluit: Er zijn geen significante effecten te verwachten voor de bewoners van het plangebied inzake de discipline “geluid”. De effectenbeoordeling is neutraal (0).

6.5 FAUNA EN FLORA, BIODIVERSITEIT

In het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage wordt aangegeven wat er verstaan wordt onder “bijzonder beschermde gebieden”: - De speciale beschermingszones overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; - Gebieden aangeduid overeenkomstig de Conventie van Ramsar inzake watergebieden van internationale betekenis; Het overgrote deel van het plangebied is biologisch niet waardevol met uitzondering van het complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen zijnde akkers op een zandige bodem en bomenrijen met dominantie van berk (Betulus sp.).

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 38/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Deze zone van akkers op een zandige bodem en bomenrijen met dominantie van berk „Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariahof‟ . wordt in het grafisch plan aangeduid als te behouden en pas aan te snijden indien de noodzaak zich voordoet om de stedelijke begraafplaats uit te breiden. Indien de zone 6.5.3 Afbakening Ven-gebieden. toch aangesneden wordt dient er een beheersplan opgesteld te worden door de beherende instantie. Dit beheer moet uitgevoerd worden volgens de principes van In het plangebied is geen Ven-gebied aanwezig. In de verre omgeving van het duurzaam ecologisch beheer. plangebied, in het zuidoosten in de gemeente Overpelt bevindt zich het Ven-gebied

Gezien de aanwezigheid van de groenstructuren als structuurdrager binnen de „Overpelt ‟t Plat nr. 450 op een afstand van 3300 m. afbakening van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan aangeduid zijn en het één van de uitgangspunten is om de biologische waarde van de houtkanten niet in het gedrang te 6.5.4 Ramsar-gebieden. brengen wordt er geen ecotoopverlies verwacht. In het RUP worden deze lineaire Er is geen ramsargebied aanwezig in het plangebied. groenstructuren aangeduid zodat ze behouden moeten blijven en versterkt dienen te worden. Daarenboven wordt er slechts beperkt bebouwing binnen de zone voor 6.5.5 Beschermde duingebieden. gemeenschapsvoorzieningen toegelaten: Ook de maximale oppervlakte bijkomende verharding en een minimum aan groen wordt vastgelegd binnen de voorschriften van Er zijn geen beschermde duingebieden aanwezig in het plangebied. dit RUP. 6.5.6 Ecologische gebieden volgens bestemmingsplannen. 6.5.2 Habitat- en vogelrichtlijngebieden. In het plangebied zijn er geen natuurgebieden, bosgebieden, valleigebieden, brongebieden of agrarische gebieden met ecologisch belang of waarde gelegen volgens het vigerende gewestplan.

Besluit: Voor de discipline „Fauna en Flora – Biodiversiteit‟ worden er een aantal maatregelen opgenomen om de biologische waarde van de houtkanten te garanderen. Er is geen sprake van een verlies van ecosysteem of habitat. In het plangebied zijn er geen natuurgebieden, bosgebieden, valleigebieden, brongebieden of agrarische gebieden met ecologisch belang of waarde gelegen volgens het vigerende gewestplan. Er zijn geen Natura 2000 gebieden aanwezig in het plangebied. Er zijn geen beschermde duingebieden aanwezig in het plangebied. Er is geen Ramsargebied aanwezig in het plangebied.

Er zijn geen vogelrichtlijngebieden of habitatrichtlijnen binnen de afbakening van het plangebied. In de verre omgeving van het plangebied bevindt zich op zo een 4100m Besluit: Voor de discipline „Fauna en Flora – Biodiversiteit‟ worden er een aantal het habitatrichtlijngebied Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, maatregelen opgenomen om de biologische waarde van de houtkanten te moerassen en heiden en op een afstand van 5800 meter van vogelrichtlijngebied garanderen. Er is geen sprake van een verlies van ecosysteem of habitat. In het plangebied zijn er geen natuurgebieden, bosgebieden, valleigebieden, brongebieden of agrarische gebieden met ecologisch belang of waarde gelegen volgens het vigerende gewestplan. Er zijn geen Natura 2000 gebieden aanwezig in het plangebied. Er zijn geen beschermde duingebieden aanwezig in het plangebiedIn het plangebied zijn

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 39/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

geen extra invloeden op de aspecten fauna, flora en biodiversiteit aangezien we ons in een stedelijke context bevinden. Er wordt geen ecotoopverlies LANDSCHAP EN CULTUREEL ERFGOED verwacht van habitatwaardige oppervlakte. Er is geen impact op bijlage III- soorten. De effectenbeoordeling is neutraal (0). 6.5.7 Onroerend Erfgoed

Er is geen beschermd dorpsgezicht aanwezig.

6.5.8 Landschap: aanwezigheid ankerplaatsen en relictzones.

Er is geen ankerplaats, relictzone, lijnrelict: noch puntrelict aanwezig.

Op de landschapsatlas zijn geen specifieke elementen terug te vinden die van belang zijn voor het plangebied. Binnen het plangebied komen geen beschermde monumenten en dorpsgezichten voor

Besluit: Gezien in het RUP geen ankerplaats, relictzone, lijnrelict: noch puntrelict en geen beschermd dorpsgezicht aanwezig is de effectenbeoordeling neutraal (0).

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 40/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

6.6 RUIMTELIJKE ORDENING In de stedenbouwkundige voorschriften zal rekening gehouden worden met de Het hoofdconcept binnen dit RUP richt zich op de uitbouw van een crematorium bestaande morfologie van het omringende landschap en de inpassing van een aansluitend op de bestaande stedelijke begraafplaats en het behoud van het woonlint crematorium zodat de bestaande, reeds gerealiseerde bebouwing langs de Norbert langs de Norbert Neeckxlaan. Neeckxlaan niet tegenstrijdig wordt met de nieuwe voorschriften. Het GRS opteert namelijk duidelijk voor het behoud van dit woonlint.

1. ruimtelijk: Besluit: Gezien de toekomstige morfologie van de gebouwen moet zorgen voor een ▪ Ontwikkeling van een sterke buffering tussen het woongebied en de geïntegreerd, samenhangend geheel binnen het bestaande landschap, zijn er uitbreidingszone gemeenschapsvoorzieningen; voor de discipline “ruimtelijke ordening” geen significante effecten te ▪ rechtszekerheid bieden voor de garagebedrijven en de verwachten door de realisatie van dit RUP. Er kan geoordeeld worden dat de zonevreemde woningen waardoor de leefbaarheid gegarandeerd effectenbeoordeling neutraal is (0). wordt; ▪ versterken van de (aanwezige) groenstructuur; ▪ het voorzien van de nodige randvoorwaarden voor de aanleg van de publieke ruimte als drager van de ruimtelijke structuur. De inrichting van de publieke ruimte versterkt immers de belevingswaarde; ▪ een kwaliteitsvol openbaar domein wordt nagestreefd, zowel van het het crematorium als de omgeving. Doel is hoogwaardige architectuur na te streven. Er wordt een centrale entree voorzien ter hoogte van de huidige entree van de huidige stedelijke begraafplaats. Door het centraliseren van de entree wordt de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving verhoogd. In de structuurschets wordt deze entree gekoppeld aan een openbaar vervoersas die ontwikkeld kan worden langs de Ringlaan. Dit betekent dat er langs de Ringlaan een baken gecreëerd kan worden voor het crematorium (bijvoorbeeld met een architectrurale sterke baken). Ruimtelijk is dit een meerwaarde op regionale schaal.

2. functioneel: ▪ de aansluiting op de bestaande stedelijke begraafplaats met een crematorium betekent een meervoudig gebruik van de reeds bestaande infrastructuur; ▪ maximaal behoud van de oostelijke landbouwzone; ▪ waardoor de leefbaarheid en de beleefbaarheid van de stedelijke begraafplaats en zijn uitbreiding met een crematorium gegarandeerd wordt.

3. economisch: ▪ door het toelaten van de functies (crematorium) wordt het dienstverlenende apparaat van Lommel versterkt en wordt er zowel gezorgd voor tewerkstelling als voor het genereren van inkomsten en uitgaven. Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 41/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

6.7 ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN

De hoofdactiviteit binnen dit RUP wordt zone voor gemeenschapsvoorzieningen en wonen. Daarvoor zal ook slechts een beperkte wijziging van energieverbruik en verbruik van grondstoffen tot stand komen. In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP zal het toegelaten worden dat zonnepanelen geplaatst worden op de dakvlakken,). Dat wil zeggen dat de mogelijkheid bestaat om aan duurzame energievoorziening te doen binnen het plangebied. De mogelijkheid bestaat een gesloten energiebalans te voorzien in het crematorium. Met de warmte die vrijkomt door de verbranding dient het gebouw verwarmd te worden.

Besluit:: Voor de discipline “energie- en grondstoffenvoorraden” worden geen significante effecten verwacht (0).

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 42/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

In de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werden bepalingen ingevoegd die de 6.8 MENS ruimtelijke planner verplicht om rekening te houden met de aspecten van risico‟s van zware ongevallen van Seveso inrichtingen. Het Besluit RVR-criteria bevat de criteria om te beslissen of bij een ruimtelijk uitvoeringsplan effectief een ruimtelijk veiligheidsrapport vereist is. 6.8.1 Mens – hinder en risico’s Om erop toe te zien dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het risico van zware ongevallen niet vergroot of de gevolgen van zware ongevallen niet ernstiger kunnen worden, Het RUP Stedelijke begraafplaats en omgeving is enerzijds een concretisering van de definieerde de Vlaamse overheid zogenaamde aandachtsgebieden. Dit zijn gebieden bestaande bestemmingen wat betreft de gezondheid en veiligheid van de mens. Het die bij het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen bijzondere aandacht vragen: betreft een verfijning van de woonbestemming en er worden binnen het plangebied  ofwel vanwege de aanwezigheid van grote groepen van personen: woongebieden, een crematorium gerealiseerd. Het RUP beoogt het vastleggen van een aantal druk bezochte gebouwen, belangrijke transportassen,…. Dit zijn ruimtelijke randvoorwaarden om een zekere kwaliteit te garanderen. aandachtsgebieden omdat ze de gevolgen van een zwaar ongeval ernstiger kunnen maken door een hoger aantal menselijke slachtoffers; Binnen de bestaande toestand is de functie wonen toegelaten. Dat zal in de toekomst  ofwel vanwege hun milieu- en/of natuurwaarde: waardevolle of bijzonder zo blijven. kwetsbare natuurgebieden,…. Dit zijn aandachtsgebieden omdat ze de Iedere RUP handelt vanuit de kwaliteitsbewaking van de ruimte, maar dit kan nooit milieuschade mogelijk verhogen; losgekoppeld worden van de gezondheid van de mens. De herinrichtingen die er  ofwel vanwege de intrinsieke mogelijkheid om zware ongevallen te veroorzaken: binnen dit RUP zijn opgenomen beogen steeds de ruimtelijke beleving van de ruimte externe gevarenbronnen. Dit zijn aandachtsgebieden omdat ze de kans op een te verbeteren en op die manier ondersteunen deze indirect de gezondheid en het zwaar ongeval, en aldus ook het risico van een zwaar ongeval, vergroten. behaaglijkheidsgevoel van de mens. Het in acht nemen van een afstand van 200 meter ten opzichte van de ovens van het crematorium tot de woningen betekent dat er De Vlaamse overheid ontwikkelde een procedure die de wisselwerking tussen geen hinder zal ontstaan voor de gezondheid van de mensen en bovendien ook de bestaande en/of geplande Seveso-inrichtingen enerzijds en bestaande en/of geplande veiligheid van de mensen verbeteren. De garantie dat de bouw van een crematorium aandachtsgebieden anderzijds moet bestuderen teneinde mogelijke gekoppeld is aan een strikte milieuvergunning betekent dat er geen hinder zal ontstaan onverenigbaarheden reeds tijdens de planningsfase op te sporen en er op gepaste voor de omwonenden. wijze op te reageren. Het moet voorkomen dat in de toekomst aandachtsgebieden te dicht bij Seveso-inrichtingen ingeplant worden (maar ook omgekeerd) waardoor mens Op 29 juni werd het besluit houdende nadere regels inzake de ruimtelijke of milieu aan te hoge risico's van zware ongevallen zouden blootgesteld worden. De veiligheidsrapportage van kracht (BS 19/06/2007). Dit besluit legt in de vorm van een ruimtelijke veiligheidsrapportage verbindt aldus het beleid ruimtelijke ordening met het schema de criteria vast die de dienst Veiligheidsrapportering hanteert om te beslissen industriële veiligheidsbeleid inzake risico's van zware ongevallen waarbij gevaarlijke of bij een gemeentelijk, een provinciaal of een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan stoffen betrokken zijn. In het ruimtelijke planningsproces moet rekening gehouden (RUP) al dan niet een ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden opgemaakt. worden met de resultaten van het ruimtelijk veiligheidsrapport. Hierbij is het mogelijk Tegelijkertijd traden ook de bepalingen in het decreet Ruimtelijke Ordening met dat (ontwerpen van) ruimtelijke uitvoeringsplannen moeten bijgestuurd of aangepast betrekking tot de procedure voor adviesvraag voor het opstellen van een ruimtelijk worden. veiligheidsrapport bij een ruimtelijk uitvoeringsplan, in werking. Concreet betekent dit dat alle voorontwerpen van ruimtelijke plannen sindsdien ter advies aan de dienst Het RUP voorziet niet dat Seveso inrichtingen zich in het plangebied kunnen vestigen. Veiligheidsrapportering dienen voorgelegd te worden, en dit ten laatste 21 dagen voor Er is wel een Seveso-inrichting op minder dan 2 kilometer van het plangebied de plenaire vergadering. aanwezig Nolimpark Overpelt). Verwacht wordt dat gezien de bestemming gemeenschapsvoorzieningen een crematorium is en er geen woongelegenheden bij Wanneer een ruimtelijk uitvoeringsplan een bestemmingswijziging beoogt, ziet de gecreëerd wordt er geen problemen zullen ontstaan. De dienst Veiligheidsrapportering ruimtelijke veiligheidsrapportage erop toe dat door de nieuwe bestemming de dient hierover te beslissen. preventie of de beperking van de gevolgen van zware ongevallen niet in het gedrang komt. Het ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) onderzoekt, wanneer nodig de risico‟s.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 43/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

De woonkwaliteit van de bestaande en nieuw te ontwikkelen woningen mag niet Besluit: De toekomstige bestemming van het plangebied is van die aard dat het geen beperkt worden door de vestiging van de in omvang beperkte uitbreiding van de risico‟s voor de gezondheid en de veiligheid van de mens oplevert (noch stedelijke begraafplaats met een crematorium. Dit wordt nagestreefd door het binnen het plangebied, noch in de omgeving ervan). De effectbeoordeling is vrijwaren van de tuinen, het aanleggen van een kwaliteitsvolle buffer, het hanteren neutraal (0). van afstandsregels en het toepassen van principes van de milieuzonering waardoor storende functies niet naar de woonzijde gericht mogen worden (afstand van 200 meter van de inplanting van de ovens).). Bij het woongebied wordt dient er een buffer voorzien te worden van tenminste 15 meter t.o.v. de achterliggende zone. 6.8.2 Mens – sociaal organisatorische aspecten WIJZIGING RUIMTELIJKE STRUCTUUR EN SAMENHANG Bij de beoordeling van het RUP voor de discipline mens socio-organisatorische aspecten worden volgende effectgroepen onderscheiden: De geplande ontwikkelingen zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de - Wijziging in ruimtegebruik/bestemming ontwikkeling van de kleinstedelijke structuur van Lommel. - Wijziging ruimtelijke kwaliteit De landouwgebieden zijn een belangrijk geomorfologisch gegeven die het landschap - Wijziging ruimtelijke structuur en samenhang. hebben bepaald. Het is van belang dat de waardevolste landbouwgronden gevrijwaard worden van bebouwing. Het behouden van zichtrelaties en het creëren WIJZIGING IN RUIMTEGEBRUIK/BESTEMMING van een toegankelijkheid naar de groengebieden is wenselijk. De bestaande waardevolle kenmerken (groenelementen) dragen bij tot de identiteit en worden De beschreven planopties, zoals ondermeer een crematorium, leiden duidelijk tot een behouden. winst aan functies in het kleinstedelijk gebied Lommel. Dit is bij uitstek een functie die thuis hoort in een centrumgebied. De aansluiting op de stedelijke begraafplaats zorgt voor complementair ruimtegebruik. Zo wordt de parking dubbel gebruikt en is er geen Besluit: Door de koppeling van het crematorium aan de reeds bestaande stedelijke nieuwe ontsluiting nodig voor het crematorium. De bestaande entree van de stedelijke begraafplaats ontstaat een optimaler ruimtegebruik. begraafplaats wordt ingericht als scharnierpunt. Binnen het RUP wordt ingezet op de heraanleg en verbinding van de WIJZIGING RUIMTELIJKE KWALITEIT verschillende publieke ruimtes op een kwalitatieve manier. Vooral de structuur wordt in het RUP vastgelegd waarna een flexibele invulling van de De architectuur van het crematorium dient kwaliteitsvol te zijn, met respect voor de bebouwbare ruimte mogelijk blijft. omgeving en voor de emoties van de mensen die er van hun overledenen komen afscheid nemen. De stedenbouwkundige vergunning wordt daarom verplicht Het RUP wordt opgesteld in uitvoering van de visie zoals ze werd opgesteld in gekoppeld aan ofwel de procedure van de open oproep met de Vlaamse Bouwmeester de structuurschets waardoor passende en samenhangende invulling ofwel een kwaliteitsbewaking met externe deskundigen. gegarandeerd blijft. Als kwaliteitsbewaking wordt in de stedenbouwkundige Doorheen de opbouw van het RUP werd telkens uitvoerig rekening gehouden met de voorschriften . aanleg en inrichting van voldoende groene ruimte die bovendien publiek toegankelijk zal zijn. Door de aanleg van een netwerk van trage wegen ontstaat een route via de Globaal gezien beoogd het RUP de ontwikkeling van een aantrekkelijke site opeenvolgende openbare ruimtes. De inrichting en de structuur zijn dus een waar het goed verblijven is. De effectbeoordeling voor de discipline mens – belangrijke voorwaarde voor de omgevingskwaliteit. In het RUP wordt vooral de sociaal organisatorische aspecten is gelet op bovenstaande aspecten positief structuur van de publieke ruimte verbeterd. (+2) De publieke ruimte vormt de drager van de open ruimte structuur en versterkt door haar inrichting de belevingswaarde. In eerste instantie door de maximalisatie van de aanwezige potentie van de bestaande groenstructuren.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 44/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Intensiteiten kruispunt N.Neeckxlaan / Kon.Leopoldlaan (pae) Intensiteiten kruispunt N.Neeckxlaan / Kon.Leopoldlaan (pae) donderdag 25-10-2007 van 16.45 tot 17.45 uur vrijdag 16-11-2007 van 15.45 tot 16.45 uur 6.9 MOBILITEIT

6.9.1 Algemeen

In het RUP wordt 3000m² gereserveerd voor gemeenschapsvoorzieningen. Voor de inschatting van een orde van grootte waaraan de capaciteit van het nieuwe 540 442 442 477 576 487 487 539 crematorium zou moeten voldoen, wordt theoretisch ingeschat dat er jaarlijks circa 98 35 89 52 1.308 crematies zouden plaatsvinden. N.Neeckxlaan (rotonde) 1176 993 Kon.Leopoldlaan N.Neeckxlaan (rotonde) 1048 923 Kon.Leopoldlaan Het crematorium zal in de praktijk 6 dagen per week werken, van maandag tot 636 485 485 516 472 354 354 384 zaterdag (of circa 310 dagen per jaar). Er kunnen theoretisch 7 crematies per oven 151 31 118 30 per dag plaatsvinden maar gemiddeld zullen er minder crematies per dag plaatsvinden. 315 289 Het werkingsregime per werkingsdag kan nogal variëren. Algemeen kan gesteld 151 35 98 31 118 52 89 30 worden dat maandag en dinsdag minder crematies uitgevoerd zullen worden dan 186 129 170 119 N N tijdens de overige weekdagen. Zaterdag vinden de meeste crematies plaats. Als Libost-Groep nv N.Neeckxlaan Libost-Groep nv N.Neeckxlaan algemene schatting kan het volgens werkingsregime voorgesteld worden: Maandag ± 2 crematies Er kan worden gesteld dat de gemiddelde avondspitsuurdrukte in 2007 rond de 300 Dinsdag ± 2 crematies pae lag. Verrekend naar etmaalbasis impliceert dat een etmaalintensiteit van 3.600- Woensdag ± 2 crematies 3.700 pae/etmaal. Donderdag ± 4 crematies Geconfronteerd met de theoretische wegvakcapaciteit van 20.000 pae/etmaal betekent Vrijdag ± 7 crematies het voorgaande dat de weg nog over een (zeer) ruime reservecapaciteit beschikt. Zaterdag ± 9 crematies De parkeerplaatsen noodzakelijk voor de stedelijke begraafplaats (100 pp.) bevinden De stedelijke begraafplaats en het crematorium worden ontsloten via de Norbert zich momenteel ten noorden van de entree van de stedelijke begraafplaats. Neeckxlaan N712. Deze voorziening zal echter weinig tot geen nieuw verkeer Aangezien het RUP een beperkt aantal extra parkeerplaatsen voorziet (20 pp.) moeten genereren. Een crematorium is geen grote publiekstrekker , daarenboven functioneert er geen extra parkeerplaatsen voorzien worden ten gevolge van de planopties. Deze het nieuwe crematorium overwegend buiten de traditionele spitsuren, waardoor de parking is voldoende ruim voor én het crematorium én de stedelijke begraafplaats. De impact op de verkeersbelasting van de N712-N. Neeckxlaan beperkt zal zijn. mogelijkheid bestaat een extra beperkte parking voor een 20+tal auto‟s te voorzien in Het aantal verkeersbewegingen binnen dit RUP zal dus beperkt toenemen. de uitbreidingszone. Het crematorium zal extra verkeer met zich meebrengen dat via een gescheiden in- en uitrit ontsloten wordt. De verkeersafwikkeling op de gewestweg vormt geen probleem. Er wordt in het RUP aandacht gegeven aan de ontwikkeling van een nieuwe openbare De huidige dimensie van deze straat is van die aard dat het mogelijk is om deze vervoershalte langs de Ringlaan voor het regionale net. De ontwikkeling van de ontwikkeling op te vangen, en wordt verbeterd door een herinrichting naar een overige gebouwen crematorium en de stedelijke begraafplaats kunnen vlot ontsloten éénrichtingsstraat van de toe- en uitgangen: De gescheiden in-en uitrit zal ook de worden via de bestaande wegenis. Dit wil zeggen dat alle nieuwe ontwikkelingen vlot kwaliteit van de woonomgeving van de huidige bewoners ten goede komen. en snel ontsloten kunnen worden via de Norbert Neeckxlaan: deze weg is zo gedimensioneerd dat dit geen aanzienlijke verandering in verkeersintensiteit zal Nevenstaande tellingen dateren van een 2007 en gelden voor een donderdagavond- betekenen. en vrijdagavondspitsuur. Alhoewel de tellingen plaats vonden ter hoogte van de Voor dit RUP is er dus geen sprake van een verkeersgenererend effect vanuit de aansluiting van de N712-Neeckxlaan met de Kon. Leopoldlaan, zijn zij indicatief voor gemeenschapsvoorzieningen. de (overigens matige) verkeersdrukte in de N712-Neeckxlaan. Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 45/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Besluit: Globaal kan men stellen dat de effecten op het vlak van mobiliteit mits aanpassing van de in-en uitrit neutraal is (0).

Wat betreft de noodzakelijke parkeerplaatsen wordt binnen het RUP voldoende ruimte voorzien voor parkeerplaatsen zodat het ruimtegebruik en te verwachten effect neutraal is ( 0).

Er zijn geen significante effecten te verwachten inzake de discipline “Mobiliteit”.

Figuur 7: Resultaten verkeerstellingen kruispunt Neeckxlaan x Kon. Leopoldlaan 2007 - donderdagavond- en vrijdagavondspits Bron: Verkeerskwaliteitsplan Lommel - 2009

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 46/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

6.10 LICHT, WARMTE EN STRALINGEN

In het plangebied van het RUP kunnen geen activiteiten ontwikkeld worden die geluidshinder of –overlast met zich meebrengen. Bijkomend verkeer ten gevolge van nieuwe ontwikkelinningen zal geen merkbare gevolgen met zich meebrengen. Gezien de toegelaten functies worden er beperkt negatieve effecten verwacht inzake licht, warmte en stralingen.

Besluit: Er worden geen significante effecten verwacht voor de discipline “licht, warmte en stralingen”. De effectenbeoordeling is neutraal (0).

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 47/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

. In het grafisch plan wordt de zone waar de oven gesitueerd dient te worden 7 CONCLUSIE aangeduid op een afstand van 200 meter van de woningen.

Synthesetabel Het RUP streeft er immers naar om via de stedenbouwkundige voorschriften ervoor Discipline Effectbeoordeling te zorgen dat de zone voor gemeenschapsvoorzieningen en het woongebied op een duurzame manier geïntegreerd wordt in het bestaande landschap met Bodem -1 maximaal behoud van de bestaande potenties. Water 0 Uit de toelichting van het plan en de screening van de mogelijke effecten blijkt dat Lucht - Klimaat -1 er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Alle mogelijke permanente Geluid 0 milieueffecten die redelijkerwijze bij uitvoering van het plan kunnen verwacht worden, zijn geanalyseerd. Hieruit blijkt dat een verdere ontwikkeling van het Fauna - Flora 0 plangebied als zone voor gemeenschapsvoorzieningen, als woongebied en als Landschap 0 agrarisch gebied geen aanzienlijke effecten heeft op de omgeving. Ruimtelijke ordening 0 Energie - Grondstof 0 Er kan in het algemeen gesteld worden dat het realiseren van de doelstellingen van het RUP geen significante milieueffecten in de verschillende disciplines zal teweeg Mens - Mobiliteit 0 brengen, daar het RUP een juridisch-planologisch kader vormt dat de aanvulling is Mens - Hinder 0 op bestaande wetgeving en normen zowel op Vlaams als nationaal als Europees of Mens – Sociaal organisatorische +2 internationaal niveau die de milieueffecten tot een minimum willen herleiden.

Licht - Straling 0 Wel komen uit deze scoping een aantal aandachtspunten naar voor om mee te Totaal 0 nemen bij de verdere uitwerking van het RUP „Crematorium‟: . In de stedenbouwkundige voorschriften de nodige maatregelen en Het plangebied maakt geen deel uit van de bijlage I van het BVR van 10/12/2004. voorzieningen opnemen die de biologische waarde van de groenstructuren behouden; Het plangebied is ook niet gelegen in een SBZ of in de onmiddellijke omgeving van . In de stedenbouwkundige voorschriften opnemen dat er slechts een een SBZ. De opmaak van een passende beoordeling voor het RUP is dan ook niet beperkt oppervlakte aan verharding mag worden gerealiseerd: dit om de vereist. infiltratiegevoeligheid van het gebied niet in het gedrang te brengen; Het plangebied en de nabije omgeving vertonen geen relevante bijzondere . In de stedenbouwkundige voorschriften de kwetsbaarheden die mogelijk onderhevig kunnen zijn aan aanzienlijke milieu- grondwaterstromingsgevoeligheid in rekening brengen door een effecten. Er zijn geen beschermingen in het plangebied of in de nabijheid beperking op te leggen aan ondergrondse realisaties. aanwezig die bijzondere aandacht vergen. Er zjin geen bijzondere kwetsbaarheden die de te verwachten milieu-impact zwaarder zullen doen Er kan in het algemeen gesteld worden dat het realiseren van de doelstellingen van doorwegen. het RUP.

In het RUP worden een aantal maatregelen genomen die de toekomstige Effectenbeoordeling ontwikkelingen ertoe verplichten om ervoor te zorgen dat de milieueffecten zo Positief Neutraal negatief minimaal mogelijk zijn: Sterk +3 0 -3 . de waardevolle groenelementen worden behouden, Matig +2 0 -2 . er wordt een buffer voorzien tussen het woongebied en de uitbreidingszone Gering +1 0 -1 gemeenschapsvoorzieningen voorzien;

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 48/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Besluit: De effecten zijn gering (+1). Er kan in het algemeen gesteld worden dat het realiseren van de doelstellingen van het RUP geen significante milieueffecten in de verschillende disciplines zal teweeg brengen.

Er wordt dan ook verzocht om in navolging van dit document uiterlijk binnen de 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot raadpleging het advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs aan de initiatiefnemer.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 49/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

8 BIJLAGE 1: RESULTATEN VAN DE ADVIESRONDE EN WEERLEGGING

In het kader van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan „Stedelijke begraafplaats en omgeving‟ werd een zogenaamde screeningsnota opgesteld om een inschatting te maken van de implicaties van het plan op het leefmilieu. De screeningsnota werd opgemaakt en voor advies overgemaakt aan verschillende adviesverlenende instanties. Het dossier is a.d.v. de opmerkingen van deze instanties aangepast geworden. Vervolgens wordt de sreeningsnota voor het PlanMER-besluit overgemaakt aan de Dienst Mer. De Dienst Mer dient te concluderen dat het voorliggende plan al dan niet een aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een planMER al dan niet nodig is. Onderstaand worden de verschillende adviezen besproken en samengevat waarna een overweging wordt weergegeven met betrekking tot de gemaakte opmerkingen.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 50/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

8.1 SAMENVATTING ADVIEZEN SCREENINGSNOTA

Deze samenvatting bevat: . een lijst van de aangeschreven adviesinstanties; . een samenvatting van de ontvangen adviezen en ev. een voorstel tot verwerking van de ontvangen advies binnen het verdere planproces.

Geraadpleegde adviesinstanties De screening werd op 20 december 2010 bezorgd aan onderstaande instanties:

. Deputatie Provincie Limburg, Sectie 3.2.2 ruimtelijke ordening – plannen en beleid Provinciehuis, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

. Agentschap R-O Limburg, Gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar, Koningin Astridlaan 50 bus 1, 3500 Hasselt

. R-O Vlaanderen, Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, Koningin Astridlaan 50 bus 1, 3500 Hasselt

. Departement Landbouw en Visserij, Afdeling duurzame landbouwontwikkeling, Koningin Astridlaan 50 bus 6, 3500 Hasselt

. Departement Landbouw en Visserij, Duurzame landbouwontwikkeling, Koning Albert II-Laan 35 bus 40, Brussel

. Agentschap voor Natuur en Bos, Koningin Astridlaan 50 bus 5, 3500 Hasselt

. Departement LNE, Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen, Dienst Land en Bodembescherming, Koning Albert II-laan 20 bus 20, Brussel

. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Graaf De Ferrarisgebouw, Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Koning Albert II-laan 20 bus 8, BRUSSEL

. VMM, Tav de heer Bram Vogels, Graaf De Ferrarisgebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 16, BRUSSEL

. Agentschap Infrastructuur, Vlaams Administratief Centrum, Koningin Astridlaan 50 bus 4, 3500 Hasselt.

. OVAM, Stationsstraat 110, Mechelen Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 51/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

. Departement LNE , Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen , Buitendienst Antwerpen en Limburg, Koningin Astridlaan 50, bus 6, 3500 Hasselt

. Departement LNE , Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid, Dienst Lucht en Klimaat , Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 Brussel

Ontvangen adviezen

Provinciebestuur Limburg, Directie Ruimte, Ruimtelijke planning en Beleid Datum advies: 17.01.2011 Opmerkingen In de screeningsnota wordt gesteld dat een crematorium geen grote publiekstrekker is en overwegend buiten de traditionele spitsuren functioneert en dat daardoor de verkeersbelasting beperkt is. In de toelichtingnota wordt nochtans gerekend met 2000 crematies per jaar en een parkeerplaats van 100 wagens. Dit betekent minstens 5 tot 6 crematies per dag. Conclusie : er zullen continue verkeersbewegingen zijn. Het crematorium sluit aan op een lokale weg. De impact hierop moet voldoende worden onderzocht . Er dient voldoende aandacht uit te gaan naar de omliggende bebouwing en de mogelijke hinder voor de in buurt gelegen woongebieden.

Weerlegging De theoretische capaciteit van een weg zoals de Norbert Neeckxlaan (2x1 profiel) bedraagt 20.000 pae/etmaal. De etmaalintensiteit bedroeg in 2007 3.600-3.700 pae/etmaal. Dit komt overeen met amper 18,00 à 18,50% van de theoretische capaciteit. De aanwezige restcapaciteit is dus nog erg ruim. Er kan gesteld worden dat per crematie 15 tot 18 extra voertuigbewegingen gegenereerd zullen worden. Voor de verwachte 5 crematies per dag betekent dit maximaal 90 pae/etmaal extra. Dit is een stijging van de etmaalintensiteit in de Norbert Neeckxlaan met 2,4%. Dit is erg beperkt en kan niet als een significante stijging bestempeld worden. Ten opzichte van de theoretische capaciteit wordt verwacht dat in de toekomst 18,45 à 18,95% wordt gebruikt. Uit voorgaande cijfers blijkt dat de stijging van de intensiteiten niet significant is en dat er nog een ruime restcapaciteit overblijft. Daarenboven is de Norbert Neeckxlaan in het (vernieuwde) mobiliteitsplan van de stad Lommel geselecteerd als lokale weg type II. Deze straat heeft dus een ontsluitende functie op lokaal niveau en is bedoeld om deze hoeveelheid en type verkeer te verwerken.

Agentschap RO-Vlaanderen, R-O Limburg onroerend erfgoed Datum advies: 25.01.2011 Opmerkingen: - Landschappelijk erfgoed: geen bezwaar - Momentaal erfgoed: geen bezwaar. - Archeologisch erfgoed: Ongunstig. Archeologie werd niet behandeld. De studielocatie bevindt zich tussen twee belangrijke polygonen van de CAI (Centraal Archeologische Inventaris). Bekijkt men de bodemkaart dan is de zone inderdaad “kunstmatige gronden” , de andere zone heeft de bodemserie tZdg en tZeg waardoor het archeologisch een interessante locatie blijft.. Archeologie dient bijgevolg behandeld te worden.

Aanpassing In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat er voorafgaand aan de bouwaanvraag een archeologisch vooronderzoek dient uitgevoerd te worden. De tekst zal worden aangepast als volgt:

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 52/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Aangezien de site gelegen is in een gebied met een hoge archeologisch potentie dient er voorafgaand aan een bouwdossier een archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden.

Agentschap RO-Vlaanderen, R-O Limburg Ruimte en erfgoed Datum advies: 19.01.2011 Opmerkingen: Geen. De screeningsnota maakt een voldoende inschatting van de milieu effecten voor de ruimtelijke ordening.

Aanpassing: n.v.t.

Departement Landbouw en Visserij Datum advies: 20.01.2011 Opmerkingen: Voorwaardelijk positief advies. Het plangebied is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied. De plannen dienen te voldoen aan omzendbrief RO2010801. Uitgangspunt is dat de overheid een planningsinitiatief neemt om de bestemming van een HAG te wijzigen en in de mate van het mogelijke de nodige acties onderneemt om een planologisch evenwicht te herstellen: - Onderzoek naar alternatieve locaties - Onderzoek naar de impact op de ruimtelijke functionele samenhang van de agrarische structuur - Onderzoek naar flankerende maatregelen voor de landbouw Een landbouwimpactstudie waarbij het effect van deze herbestemming op de landbouwstructuur moet een onderdeel uitmaken van de plan MER screening. Uit de screening moet blijken waarom de inplanting van het crematorium niet mogelijk is op het huidige kerkhof. Het woongebied met landelijk karakter langs de Norbert Neeckxlaan is een bestendiging van de bestaande toestand. Hierover zijn geen opmerkingen. Het aanleggen van een bufferzone biedt geen ruimtelijke meerwaarde en betreft een onnodige herbestemming van HAG.

Weerlegging - Onderzoek naar alternatieve locaties - Onderzoek naar de impact op de ruimtelijke functionele samenhang van de agrarische structuur - Onderzoek naar flankerende maatregelen voor de landbouw

Onderzoek naar alternatieve locaties Voorafgaandelijk aan de opmaak van het RUP werd een summier locatie onderzoek uitgevoerd. De memorie van toelichting zal worden aangevuld met dit lokatie onderzoek. Hieruit blijkt dat de voorgestelde locatie de beste locatie is.

De reden waarom de inplanting van het crematorium niet mogelijk is op het huidige kerkhof hangt samen met de nood aan grafvelden voor de stad Lommel. De begraafplaats is immers de stedelijke begraafplaats van Lommel. In de onderstaande figuur is reeds duidelijk dat een groot deel in gebruik is voor graven (zwarte lijnen). Hieruit blijkt dat er geen extra ruimte is voor de inplanting van het crematorium in de „blauwe zone‟ (= zone voor gemeenschapsvoorzieningen). Daarbij wenst de stad Lommel het groene karakter van de bestaande stedelijke begraafplaats te behouden. Indien er een crematorium (aanéénsluitend gebouw van 3000 m²) op het huidige kerkhof voorzien zou worden betekent dit de kap van bomen. Dit is niet wenselijk omdat hierdoor het groene karakter verdwijnt. De locatie van het crematorium wordt daarom voorzien in een zone waar er geen bomen gekapt moeten worden.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 53/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Onderzoek naar de impact op de ruimtelijke functionele samenhang van de agrarische structuur De ruimtelijke kenmerken (ligging en configuratie van percelen en bedrijfszetels, kenmerken van de bodem, het hoofdige effectieve landgebruik en de impact op de landbouwbedrijven worden beschreven in de volgende aanvulling.

Aanvulling12 Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur: Het betrokken landbouwgebied is in eigendom van drie eigenaars. Volgens de landbouwtyperingskaart heeft het agrarisch gebied ten westen van de toegangsweg naar de stedelijke begraafplaats een matige waardering. Deze matige waardering wordt verklaard door de aanwezige bodemtypes: een zeer natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont in het noordelijk deel en een matig natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont in het zuidelijke deel. Ten oosten van de toegangsweg krijgt de landbouwtypering lage waardering en dit door het aanwezige bodemtype van een matig natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont.

Kadastrale gegevens van de landbouwpercelen gelegen binnen het plangebied13:

Rode lijn: de omtrek van de landbouwpercelen in de vorm hoe ze door de verschillende landbouwers worden bewerkt. In het noordoosten wordt er 1 perceel gebruikt door 1 landbouwer. In het westen van het plangebied zijn 2 percelen in professioneel landbouwgebruik door 2 verschillende landbouwers. De percelen behoren tot de afdeling 5 sectie B. Landbouwgebruikerskaart, gegevens gebaseerd op productiejaar 2010

12 Ontvangen gegevens Departement landbouw en visserij. 13 Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 54/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Het effectieve landgebruik van de landbouwpercelen in het westen zijn akkerbouw en weiland met akkerbouw. Het perceel in het oosten is in gebruik als akkerbouw. In het plangebied zijn evenwel geen bedrijfszetels gevestigd. De gronden zijn wel in gebruik door de landbouw.

Het gebied ten westen van de toegangsweg dat in aanmerking komt voor de bouw van een crematorium is in bezit van twee eigenaars In onderstaande tabel worden een aantal gegevens m.b.t. de eigenaar die het grootste deel in eigendom (inwoner Lommel) heeft, opgelijst. Het is een landbouwer in hoofdberoep Gebruiker Totale opp. in waarvan Aandeel van Opvolging ha volgens opp. binnen de totale landgebruik plangebied bedrijfsopp. (x) (in ha) F Beysen cultuurgrond 93.7 are 3,4 % Neen (4 Hoofdzetel: 5747 are bouwland dochters) Schansstraat 76 te Lommel voedermais 495 grasland 129, 9 are weiland 272 are braakland

totaal 6514 are totaal 223,62 are

Voor de eigenaar met de meeste gronden in het plangebied wordt de impact op de bedrijfsvoering niet als significant beoordeeld, aangezien de oppervlakte binnen het plangebied max. slechts 3,4 % van de gronden in hun gebruik verliezen. Flankerende maatregelen voor landbouw kunnen deze negatieve gevolgen temperen.

Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen voor landbouw: Binnen de gemeente werd gezocht naar eventuele andere compensatiemogelijkheden. Er blijkt een zone met zonevreemde landbouw in aanmerking te kunnen komen om eventueel zone-eigen te maken. Het betreft het iets verder gelegen perceel 1120 H5 (in het rood aangeduid) langs de Norbert Neeckxlaan. Dit perceel is echter gelegen in een aaneensluitend natuurgebied en sluit niet aan op HAG waardoor dit perceel geen significante rol kan spelen in de compensatie. Deze locatie werd niet geschikt bevonden.

Als flankerende maatregelen zal de aankoop (financiële compensatie) van de desbetreffende percelen naar voren geschoven worden. Andere maatregelen kunnen gaan naar het geven van extra tijd om de landbouwgronden om te vormen. De landbouwgronden in het oosten blijven sowieso behouden als agrarische zone. Deze gronden zijn in eigendom van de stad Lommel en worden verpacht. Dit blijft behouden. Het behouden van het gebruik van landbouw is eveneens mogelijk voor een deel van de gronden in het noord westen. Dit kan overeen gekomen worden met de landbouwer.

Aanpassing Het aanleggen van een bufferzone biedt volgens het Departement Landbouw en Visserij geen ruimtelijke meerwaarde en betreft een onnodige herbestemming van HAG.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 55/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

De op het grafisch plan aangepaste buffer zal geschrapt worden. Wel zal in de stedenbouwkundige voorschriften melding gemaakt worden van een gewenste buffering.

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Graaf De Ferrarisgebouw, Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Datum advies: 13.01.2011 Opmerkingen: Het aspect externe veiligheid werd door de dienst VR opgesteld. Op vlak van externe veiligheid zijn er geen aanzienlijke effecten te verwachten. Er dient geen RVR opgemaakt te worden.

Agentschap voor Natuur en Bos Datum advies: 11.01.2011 Opmerkingen: Geen. De impact is beperkt. Bijkomende opmerking: indien er een relatie tussen de N71 wordt gerealiseerd opstellen bosbeheersplan.

Weerlegging Aangezien de opmerking niet in het plangebied gelegen is zijn er geen aanpassingen van toepassing.

OVAM Datum advies: 25.01.2011 Opmerkingen: Voorstel tot de opmaak van een RUP of MER brengt geen onderzoeksverplichting mee i.k.v. het Bodemdecreet.

Aanpassing: n.v.t.

VMM Datum advies: 26.01.2011 Opmerkingen: Gunstig. Pg 30 de adviesinstantie correct weergeven onder gewijzigd grondwaterstromingspatroon en dat het aspect afvalwater wordt aangevuld met o.a. het zoneringsplan.

Aanpassing: pg 30 correctie aanbrengen. De tekst wordt gewijzigd als volgt: Bij de aanleg van een ondergrondse parking dient er advies gevraagd te worden aan VMM afdeling operationeel waterbeheer.

Aanvulling aspect afvalwater: Het plangebied grenst aan cluster 115/8022 welk is aangeduid als collectief te optimaliseren buitengebied. Zie volgende figuur zoneringsplan.

Departement LNE , Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen, Buitendienst Antwerpen en Limburg Datum advies: 12.01.2011 Opmerkingen: Geen. Voor wat betreft het aspect bodem en de ondergrond zijn er geen aanzienlijke effecten te verwachten. Aanpassing: n.v.t.

Departement LNE Dienst BGP Datum advies: 23.02.2011 Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 56/57

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “”Stedelijke begraafplaats Lommel en omgeving Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Opmerkingen: 1. grensoverschrijdende effecten. Aanvullen met een beoordeling over mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het RUP in Nederland m.b.t. luchtkwaliteit en mobiliteit 2. Plan MER plicht paragraaf 5.2.1. aanvullen met „zijn van rechtswege plan-MER-plichtig indien zij geen betrekking hebben op een klein gebied van lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden‟. Voorafgaand an ed derde paragraaf toevoegen : voor andere RUP‟s dient concreet nagegaan te worden of er…‟ 3. het verdwijnen van herbevestigd agrarisch gebied dient in de effectbespreking aan bod te komen.

Weerlegging Luchtkwaliteit van het RUP in Nederland Omdat er in kader van dit RUP geen plan mer opgesteld is, wordt verwezen naar de studie van het crematorium Hoog Kortrijk waarbij een evaluatie van de milieu impact werd onderzocht (oktober 2006). Hieruit blijkt dat de geplande exploitatie aanleiding zal geven tot restemissies van diverse stoffen. De belangrijkste parameters die uitgestoten zullen worden zijn NOx, SO2, kwik en dioxines. De uitstoot leidt tot een bijdrage aan de imissieconcetrateis en deposities van deze stoffen in de omgeving. De verschillende toetsingswaarden worden echter nergens in de omgeving overschreden. De impact kan als aanvaardbaar bestempeld worden . De grootste impact in de omgeving wordt ter hoogte van receptorpunt 1 gesitueerd (een punt in de directe omgeving). De studie stelt dat met een schoorsteenhoogte van 6 meter de berekende immissieconcentraties voor geen enkele parameter de luchtkwaliteitsnormen overschrijden en dus m.a.w. aanvaardbaar zijn. Er wordt evenwel voorgesteld om de schoorsteenhoogte op 8 tot 10 meter te brengen.

Aangezien de Nederlandse grens t.o.v. het plangebied gelegen is op ruim 5 km en er uit de studie van Kortrijk in de directe omgeving de luchtkwaliteitsnormen niet overschrijden worden betekent dit dat er in Neerland geen grensoverschrijdend effect zal optreden. Daarbij heeft de stad Lommel het initiatief genomen om een vergelijkbare studie op te stellen. Indien hieruit zou blijken dat er milderenede maatregelen nodig zijn dan zullen deze toegepast worden.

Mobiliteit van het RUP in Nederland

Zie ook weerlegging advies Provinciebestuur Limburg, Directie Ruimte, Ruimtelijke planning en Beleid Voor de verwachte 5 crematies per dag betekent dit maximaal 90 pae/etmaal extra. Dit bijkomend verkeer zal zich verdelen en slechts gedeeltelijk op de N74 komen. Op het grondgebied van België is deze N74 ten noorden van de E314/A2, tussen en Nederland, geselecteerd als primaire weg categorie I. en maakt deze weg maakt tevens onderdeel uit van het “Trans-European Network” (het Europees netwerk van transportassen). Met zijn 2x2 is de capaciteit voldoende. De N74 vormt als primaire weg I een tussenschakel in de maas van het hoofdwegennet tussen de E313,E314, E25 en E34. De N74 vormt hierbij een verbinding tussen de E314 (te Houthalen) en de E34 (te Eindhoven). Op het grondgebied in Nederland versmalt deze weg naar een 2x1. De ochtend- en avondspits vormt een knelpunt maar aangezien de werking van het crematorium zich buiten de spitsuren bevindt kan men stellen dat de komst van het crematorium een verwaarloosbaar effect zal hebben op de N74 in Nederland.

Agentschap Wegen en Verkeer, buitendienst Limburg Datum: geen advies ontvangen.

Departement LNE , Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid, Dienst Lucht en Klimaat , Graaf de Ferraris-gebouw Datum: geen advies ontvangen.

Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau screeningsnota februari 2011 pag. 57/57