Programmabegroting 2019 - 2022

Behandeling in de gemeenteraad op 8 november 2018

1 2 Inhoudsopgave

1. INLEIDING ...... 5

1.1 UITGANGSPUNTEN ...... 5 1.2 VERBINDENDE THEMA’S EN GEBIEDSGERICHT WERKEN ...... 5 1.3 OPBOUW PROGRAMMABEGROTING ...... 7 1.4 FINANCIËLE UITGANGSPUNTEN EN FINANCIËLE SITUATIE ...... 7 1.5 FINANCIËLE POSITIE ...... 8 PROGRAMMAPLAN ...... 9

PROGRAMMA 1: KRACHTIGE DORPEN ...... 9 PROGRAMMA 2: PARTICIPATIE, ONDERSTEUNING EN ZORG ...... 14 PROGRAMMA 3 VEILIGE DORPEN ...... 19 PROGRAMMA 4 ECONOMIE, NATUUR, TOERISME EN CULTUUR ...... 23 PROGRAMMA 5 WOONOMGEVING ...... 29 PROGRAMMA 6 MOBILITEIT, INFRASTRUCTUUR EN OPENBAAR GROEN ...... 33 PROGRAMMA 7 BESTUUR, ORGANISATIE EN DIENSTVERLENING ...... 39 PROGRAMMA 8 ALGEMENE MIDDELEN ...... 44 PARAGRAFEN ...... 49

PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING ...... 49 PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN ...... 51 PARAGRAAF GEMEENTELIJK GRONDBELEID ...... 55 PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN ...... 58 PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN ...... 63 PARAGRAAF FINANCIERING ...... 85 PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING ...... 91 FINANCIËN IN HOOFDLIJNEN ...... 97

VERLOOP VAN SALDO ...... 97 OVERZICHT BATEN EN LASTEN ...... 100 OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN ...... 101 INVESTERINGSSCHEMA ...... 102 OVERZICHT BEGROTINGSEVENWICHT ...... 103 BIJLAGEN ...... 104

OVERZICHT BATEN EN LASTEN (TAAKVELDEN) ...... 104 OVERZICHT BELEIDSINDICATOREN ...... 107 TOTAAL OVERZICHT DOELEN EN ICOONTJES ...... 111 AFKORTINGENLIJST ...... 113

3 4 1. Inleiding

Wij geloven in de kracht van mensen. Zij vormen de gemeenschap van Roerdalen. Een sterke gemeenschap is een antwoord op eenzaamheid. Inwoners raken betrokken en nemen initiatief. Initiatieven zijn talrijk. Er is een nieuwe beweging ontstaan. Wij willen deze beweging samen met onze inwoners versterken, zodat steeds meer mensen enthousiast raken en een bijdrage leveren. Zij maken zèlf de samenleving. Wij maken het inwoners zo gemakkelijk mogelijk om hier aan mee te doen. Op weg naar een andere overheid. Wij kiezen voor maatwerk in een dorpsgerichte aanpak, waarbij we aansluiten bij initiatieven van onze inwoners en de gemeenschap. Ontwikkelen van nieuw beleid en nieuwe maatregelen doen we samen met de inwoners waar het voor bedoeld is. De praktijk en de behoeften van de inwoners zijn leidend voor de koers en de keuzes die we maken. Zoals gezegd vinden wij de manier waarop we dat doen, het samendoen, erg belangrijk. We experimenteren en zoeken naar nieuwe slimme wegen en verbindingen. We verbeteren de dienstverlening en de communicatie. We leren van successen en van wat niet blijkt te werken. Regels dienen een hoger doel. Wij werken vanuit dit doel of ‘de bedoeling’: dit betekent voor ons dereguleren en experimenteren.

Met deze programmabegroting 2019-2022 bepaalt de gemeenteraad het inhoudelijk en financieel kader voor een nieuwe raadsperiode.

Het financieel perspectief is gunstig maar onzeker. Tegenover het gunstig perspectief staan nieuwe afspraken met het Rijk, vertaald in het Interbestuurlijk Programma. Bovendien staan we nog altijd voor een grote financiële opgave in het sociaal domein.

1.1 Uitgangspunten1  Wij werken dorpsgericht: een dorpsgerichte aanpak  Wij laten los en durven te experimenteren  Wij werken resultaatgericht  Wij werken aan een compacte slagvaardige en financieel gezonde organisatie  Wij werken aan een communicatieve organisatie  Wat lokaal kan doen we lokaal en wat op een regionale schaal moet, doen we regionaal: samenwerken vanuit democratische legitimiteit.

1.2 Verbindende thema’s en gebiedsgericht werken We willen anders werken. Integraal en gebiedsgericht. Resultaatgericht met autonomie en daadkracht van onze medewerkers. We beperken de onnodige bureaucratie en de verkokering. Deze ontwikkeling kost tijd. Slimme verbindingen worden door deze manier van werken mogelijk. We willen in Vlodrop starten met een gebiedsgerichte herstructurering waarbij naast de ruimtelijke aspecten ook wordt gekeken naar impulsen voor de sociale samenhang. We faciliteren de kopgroep van mensen uit Vlodrop die het voortouw nemen in de aanpak van de leefbaarheid van dit dorp. We bekijken de ontwikkelingen in samenhang. Uiteraard zijn ook onze dorpscontactpersonen vooruitgeschoven posten met een in- en extern verbindende rol. We willen experimenteren met nieuwe werkvormen en inzet van onze budgetten. Dit doen we om snellere en betere resultaten te bereiken. (zie ook programma 7 Experimenteerruimte). Slimme verbindingen zijn ook mogelijk vanuit onze buitendienst. Zij vormen de ogen en oren van de dorpen. Zij krijgen een signalerende rol in de aanpak van ondermijning en het bevorderen van de veiligheid. Bovendien onderzoeken we de mogelijkheden om ons takenpakket uit te breiden met het groenonderhoud in eigen beheer, door de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

1 Zie ook de Kadernota voor meer uitgebreide toelichting.

5 De drie verbindende thema’s zijn integrale thema’s. Zij kunnen betrekking hebben op meerdere programma’s:

De Mens Centraal Wij versterken de op de persoonlijke situatie gerichte ondersteuning van inwoners met een hulpvraag en vergroten de weerbaarheid en de veerkracht van mensen in een mogelijk kwetsbare situatie.

Duurzaamheid De aanpak op het gebied van duurzaamheid krijgt een behoorlijke impuls. We verkennen eerst de mogelijkheden en maken op basis daarvan nadere keuzes in de vorm van een actieplan.

Wonen, werk en leefomgeving in sociale samenhang Dit thema bevordert de sociale samenhang en leefbaarheid in de brede zin: omgevingsgericht en zowel fysiek als sociaal.

Per programma verbeelden we deze thema’s met een icoontje. Daarmee laten we zien in welke mate de programma’s hier aan bijdragen. Daarnaast bevat ieder programma een strategisch doel, dat vertaald wordt in operationele doelen en concrete acties.

6 1.3 Opbouw Programmabegroting Na dit inleidend hoofdstuk werken we de koers van de Kadernota 2019 uit in acht programma’s, een financieel perspectief en de paragrafen. Per programma maken wij inzichtelijk in welke mate dat programma bijdraagt aan een verbindend thema: gevisualiseerd met icoontjes. Het strategisch programmadoel vertalen wij vervolgens naar subdoelen en acties op tactisch of operationeel niveau, gevolgd door een financiële vertaling (zie bovenstaande verbeelde doelenboom). Per programma geven wij enkele betekenisvolle indicatoren weer, die een beeld geven van de mate waarin een ontwikkeling of verschijnsel zich voordoet, bijvoorbeeld het percentage kwetsbare inwoners in onze gemeente. Komende periode werken wij de betekenisvolle indicatoren verder uit, om inzicht te geven in de ontwikkelingen en de resultaten van onze acties. Bovendien kan op die manier een trend worden weergegeven. We zijn daarvoor afhankelijk van de beschikbare data, in de eerste plaats van Waarstaatjegemeente.nl. Nadrukkelijk kiezen wij voor een beperkt aantal indicatoren. In de Kadernota gaven wij al aan, dat aanvullende kwalitatieve data in de zin van gesprekken met inwoners of cliënten net zo belangrijk zijn.

Deze programmabegroting is zo beknopt mogelijk opgesteld. In de Kadernota is uitgebreid ingegaan op relevante lokale en landelijke ontwikkelingen. Die worden hier niet herhaald. Centraal staat de concrete uitwerking van onze visie en in de Kadernota vastgelegde ambities.

1.4 Financiële uitgangspunten In de Kadernota 2019 zijn de financiële uitgangspunten voor het opstellen van deze begroting 2019 opgenomen:  We zorgen voor een realistische, structureel sluitende meerjarenbegroting  We gaan uit van 0% kostenstijging als algemeen inflatiepercentage.

7  Voor de ontwikkeling van de loonkosten gaan we uit van 3% conform CPB-raming prijs overheidsconsumptie beloning werknemers  Voor de onroerende zaakbelasting gaan we uit van opbrengstenstijging van 2%  We hanteren een rekenrente van 2% over het financieringstekort  De algemene uitkering ramen we op basis van de meicirculaire 2018.

We hebben deze begroting voorbereid op basis van de meest actuele financiële gegevens. Er ligt nu een meerjarig sluitende begroting voor, waarin we zoveel mogelijk rekening hebben gehouden met wensen die de raadsfracties hebben ingebracht bij de behandeling van de Kadernota 2019.

1.5 Financieel beeld

In onderstaand overzicht staat een samenvatting van de financiële begroting voor de komende jaren. In de programma’s hebben we de financiële gegevens verder uitgewerkt bij het onderdeel “Wat mag het kosten? “. Daarnaast is in het hoofdstuk “Financiën in hoofdlijnen” het verloop van het saldo opgenomen vanaf de vaststelling van de begroting 2018. In de bijlage is tot slot het overzicht opgenomen met de baten en lasten per programma verdeeld naar de verschillende taakvelden.

bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB Overzicht programma's 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten 1. Krachtige dorpen - 4.867 - 4.604 - 3.935 - 3.987 - 3.916 - 3.913 2. Participatie, ondersteuning en zorg - 20.600 - 20.933 - 20.193 - 20.020 - 19.781 - 19.824 3. Veilige dorpen - 2.597 - 2.544 - 2.728 - 2.708 - 2.712 - 2.708 4. Economie, natuur, toerisme en cultuur - 1.844 - 1.991 - 1.027 - 829 - 753 - 753 5. Woonomgeving - 3.045 - 3.377 - 3.360 - 3.081 - 2.968 - 2.972 6. Mobiliteit, infrastructuur en openbaar groen - 5.280 - 5.566 - 5.818 - 5.980 - 5.974 - 6.065 7. Bestuur, organisatie en dienstverlening - 9.099 - 10.610 - 9.060 - 8.702 - 8.580 - 8.541 8. Algemene middelen - 358 - 751 - 1.008 - 1.089 - 971 - 956 Totaal Lasten - 47.690 - 50.376 - 47.130 - 46.396 - 45.655 - 45.731

Baten 1. Krachtige dorpen 684 695 235 235 235 235 2. Participatie, ondersteuning en zorg 5.064 4.744 4.374 4.439 4.503 4.568 3. Veilige dorpen 247 42 42 42 42 42 4. Economie, natuur, toerisme en cultuur 948 1.208 382 482 482 482 5. Woonomgeving 3.154 3.469 4.124 3.363 3.056 3.060 6. Mobiliteit, infrastructuur en openbaar groen 2.260 2.358 2.278 2.278 2.278 2.278 7. Bestuur, organisatie en dienstverlening 632 394 373 373 373 373 8. Algemene middelen 32.274 34.026 34.662 34.908 35.088 35.182 Totaal Baten 45.263 46.936 46.470 46.120 46.057 46.220

Totaal Saldo van baten en lasten - 2.428 - 3.440 - 660 - 276 402 489

Mutatie reserves Toevoegingen - 1.901 - 2.142 - 889 - 235 - 41 - 41

Onttrekkingen 4.242 5.784 1.591 731 454 454

Totaal Mutatie reserves 2.340 3.642 703 496 413 413

Resultaat - 87 202 43 220 816 902

8 Programmaplan

Programma 1: Krachtige dorpen

Inleiding Het programma Krachtige Dorpen geeft invulling aan de sociale samenhang en de leefbaarheid van de gemeenschap en de dorpskern en omvat de sociale basisvoorzieningen zoals de school, de vereniging, het dorpshuis of het consultatiebureau. Het gaat om de mogelijkheden voor inwoners om elkaar te ontmoeten, zich te ontspannen en te ontplooien. Sociale samenhang wordt door het CBS gedefinieerd in termen van sociale participatie of maatschappelijke deelname. Wij willen dat iedereen kan meedoen aan de samenleving en niemand wordt uitgesloten. Programma 1 gaat ook over het vanuit preventie versterken van de veerkracht en de weerbaarheid van mensen in een (potentieel) kwetsbare situatie.

Afgelopen jaren is er een netwerk van burgerinitiatieven ontstaan en raken steeds meer inwoners betrokken en voelen zich verantwoordelijk. Er is een sterke relatie met wonen en leefomgeving. Programma 1 raakt het fundament van het sociaal domein. Programma 1 en programma 2 (Participatie) gaan vloeiend in elkaar over en hebben sterke verwantschap, waarbij programma 1 overwegend gericht is op de gemeenschap en programma 2 op individuele ondersteuning.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Strategisch programmadoel: Krachtige dorpen met veel sociale samenhang, goede basisvoorzieningen en weerbare inwoners.

Met de meeste inwoners gaat het gelukkig goed. Zij voelen zich gezond en gelukkig en voeren zelf regie over hun eigen leven en zijn autonoom. Van de inwoners van Roerdalen voelt zich 95% gelukkig.2 Inwoners die initiatieven nemen die bijdragen aan de sociale samenhang, leefbaarheid en duurzaamheid, willen we blijven faciliteren. We hebben oog voor wat mensen nodig hebben en luisteren naar de wensen van onze inwoners.

Vergroten van de weerbaarheid, de veerkracht en preventie Van de inwoners bevindt zich 19% in een kwetsbare situatie en 2,5% in een zorgwekkende situatie3 Wij willen mensen in een (potentieel) kwetsbare situatie die vanuit hun eigen verantwoordelijkheid een hulpvraag uiten of waarvan de veiligheid in het gedrang is, ondersteunen met maatwerk volgens het concept positieve gezondheid. Ons criterium is de mate van zelfredzaamheid en veerkracht. In de

2 Waarstaatjegemeente.nl/2018 3 Waarstaatjegemeente.nl/2018

9 Kadernota hebben we laten zien dat de sociale en economische ongelijkheid toeneemt. Mensen voelen zich buitengesloten en kunnen niet meedoen. Er is een groter wordende groep kwetsbaren met een toenemende kans op een samenspel van problemen op het gebied van gezondheid, werk en inkomen, opvoeden en laaggeletterdheid. Ook is er een kleine groep ouderen en alleenstaanden die niet zelfredzaam is. Wij ondersteunen de veerkracht en weerbaarheid van deze inwoners vanuit één visie op basis van het concept positieve gezondheid: we benaderen de problemen en leefdomeinen in onderlinge samenhang. Positieve gezondheid gaat ervan uit dat mensen zelf verantwoordelijk zijn, maar dat zij met hulp hun weerbaarheid in kwetsbare situaties kunnen versterken. Daarnaast vergroten wij de inzet op preventie en preventieve maatregelen en vroegtijdig signaleren. Positieve gezondheid gaat over de veerkracht op meerdere levensdomeinen:

Gezondheid is het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.

Doel 1: Inwoners in een (potentieel) kwetsbare situatie worden weerbaarder, méér bewust van de eigen invloed op gezondheid en ontwikkelen veerkracht en vaardigheden.

Actie 1: Coaching op het gebied van leefstijl, werk en inkomen en gezondheid Coaching op het gebied van leefstijl, werken en inkomen en het ontwikkelen van gezondheidsvaardigheden breiden wij uit naar mensen met een vergrote kans om in een kwetsbare situatie terecht te komen. We geven een vervolg aan maatwerk of anders gezegd de persoonlijke benadering van burgers: voor inwoners die een uitkering ontvangen op grond van de Participatiewet, zoeken we naar mogelijkheden gericht op de individuele situatie. We werken samen met Wonen op het gebied van budget coaching en leefbaarheid in buurten en wijken.

Actie 2: Smaaklessen, leefstijllessen en fittesten op alle scholen Op alle basisscholen worden in 2019 en 2020 de kinderen door smaaklessen, leefstijllessen en fittesten bewust gemaakt van de eigen invloed op (positieve) gezondheid.

Actie 3: Orthopedagoog We zetten een orthopedagoog in voor de laagdrempelige ondersteuning van jeugdigen, ouders, leerkrachten en huisartsen en ontwikkelen verder passend preventief aanbod (denk hierbij ook aan de jeugdhuizen en het jeugdwerk). We starten in 2018-2019 met vijf scholen en een huisarts. We breiden het vervolgens uit naar alle scholen.

Actie 4: Vraagverkenning en gesprekken met statushouders We verkennen de vraag en de behoeften van jongeren, ouderen, statushouders en ondernemers en faciliteren die waar mogelijk. Dialoog en draagvlak vinden wij belangrijk. Vanaf 2019 voeren we gesprekken met alle nieuwe statushouders, maken per statushouder een persoonlijk plan en peilen de behoefte van jongeren en ouderen.

Doel 2: Inwoners nemen initiatieven die de gezondheid bevorderen. We gaan zoals gezegd verder met het concept positieve gezondheid, dat ervan uit gaat dat mensen zelf verantwoordelijk zijn, maar dat zij met wat steun hun weerbaarheid kunnen versterken. Positieve gezondheid staat gelijk met veerkracht op meerdere levensdomeinen: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren. Een individueel of persoonsgerichte benadering vanuit de maatwerkgedachte vergroot de kans op succes.

10 Actie 1: Bekendheid positieve gezondheid We geven breed bekendheid aan en zoeken draagvlak voor het concept positieve gezondheid bij inwoners, huisartsen en andere professionals in het sociaal domein. We organiseren in 2019 en 2020 dorpsgesprekken en benaderen professionals.

Actie 2: Stimuleren initiatieven op het gebied van positieve gezondheid We stimuleren en faciliteren initiatieven van inwoners op het gebied van positieve gezondheid en evalueren de resultaten en de inzet van extra middelen van afgelopen periode.

Doel 3: burgers nemen initiatieven op het gebied van leefomgeving en sociale samenhang

Actie 1: Nieuw subsidiestelsel We ontwikkelen het subsidiestelsel samen met de gebruikers. We vereenvoudigen het stelsel en verruimen de mogelijkheden. Verenigingen worden weerbaar en zoeken naar nieuwe wegen.

Actie 2: Faciliteren burgerinitiatieven We faciliteren burgerinitiatieven en verkennen de vraag en behoeften van inwoners.

Actie 3: Afronden accommodatiebeleid We ronden de besluitvorming over het accommodatiebeleid af. We stimuleren en faciliteren de verdere invulling van de dorpshuizen in alle dorpen.

Actie 4: Herstructurering van het marktgebied Vlodrop We zetten in op herstructurering van het marktgebied Vlodrop (zie ook programma 6) in samenhang met de initiatieven van inwoners op het gebied van communicatie, dorpshuis en leefbaarheid.

Grip op samenwerking Servicecentrum MER-Sociaal domein Deze verbonden partij ondersteunt inwoners op het gebied van participatie, werk, inkomen en zorg. MER heeft een belangrijke rol in de persoonsgerichte benadering en maatwerk.

Veiligheidsregio-GGD Heeft een sleutelrol op het gebied van gezondheid. Brengt de gezondheidssituatie in kaart en heeft een rol in het preventief beleid. We willen de databank van de GGD koppelen aan onze eigen data, waardoor we een completer beeld krijgen van de cijfers die over onze gemeente bekend zijn.

11 Reguliere werkzaamheden  Onderwijs (Voor- en vroegschoolse educatie, leerplicht, leerlingenvervoer)  Jeugdbeleid (in de brede zin van preventie tot inkoop specialistische jeugdhulp)  Subsidiebeleid en accommodatiebeleid  Gezondheidsbeleid (regie en aansturing GGD)  Kinderopvang  Wmo  Huisvesting en begeleiding van statushouders

Betekenisvolle indicatoren:  Klantgesprekken en gesprekken met deelnemers (kwalitatieve dialoog);  Betekenisvolle indicatoren : percentage weerbare en kwetsbare inwoners4 /waardering buurt als leefomgeving (geven een beeld, Komende metingen van WSJG.nl en de burgerpeiling moeten een trend weergeven).

Wat mag het kosten? In 2017 en 2018 is een aantal onderdelen van het accommodatiebeleid uitgevoerd. In 2017 en 2018 zijn voor deze ontwikkelingen meer kosten gemaakt. Die zijn gedekt uit de reserve accommodatiebeleid. Daarnaast heeft in 2017 de extra afschrijving van het Apollocomplex plaatsgevonden. Vanaf 2019 zijn de structurele lasten en baten verwerkt. We willen in 2019 ook onderzoek doen naar de toekomst van de buitenbaden (€ 15.000).

Voor de uitvoering van het positief gezondheidsbeleid is voor de komende twee jaar een extra investering voorzien van € 75.000,-- per jaar. Daarna verwachten we dit binnen het reguliere budget op te kunnen vangen.

Overzicht baten en lasten bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 1. Krachtige dorpen 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten - 4.867 - 4.604 - 3.935 - 3.987 - 3.916 - 3.913 Baten 684 695 235 235 235 235 Totaal Saldo van baten en lasten - 4.183 - 3.908 - 3.700 - 3.751 - 3.681 - 3.678

Mutatie reserves Toevoegingen - - 20 - - - - Onttrekkingen 588 940 365 365 365 365 Totaal Mutatie reserves 588 920 365 365 365 365

Resultaat - 3.595 - 2.988 - 3.335 - 3.387 - 3.316 - 3.313

4 Waarstaatjegemeente.nl

12 Overzicht mutaties reserves bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 1. Krachtige dorpen 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Toevoegingen Reserve Accommodatiebeleid - - 20 - - - - Totaal Toevoegingen - - 20 - - - -

Onttrekkingen Reserve Accommodatiebeleid 224 576 - - - - Reserve dekking investeringen economisch nut 365 365 365 365 365 365 Totaal Onttrekkingen 588 940 365 365 365 365

Totaal mutatie reserves 588 920 365 365 365 365

Overzicht incidentele baten en lasten bedragen x € 1.000

1. Krachtige dorpen Begroting MJB MJB MJB Incidentele baten en lasten 2019 2020 2021 2022 Incidentele lasten Onderzoek toekomst buitenbaden - 15 Positieve gezondheid - 75 - 75

Totaal incidentele lasten - 90 - 75 - -

Incidentele baten

Totaal incidentele baten - - - -

Totaal incidentele baten en lasten - 90 - 75 - -

13 Programma 2: Participatie, ondersteuning en zorg

Inleiding Programma 2 gaat over de ondersteuning van inwoners met een hulpvraag. Wij gaan daarbij uit van nabijheid, maatwerk en empathie. Er is sprake van dorpsgericht samenwerken van professionals en vrijwilligers in het sociaal domein. Komende jaren staan in het teken van verdere ontschotting van het sociaal domein. Het Rijk voegt de deelbudgetten samen tot één geldstroom. In programma 1 gaven we al aan dat we steeds meer uitgaan van een totaalaanpak voor het sociaal domein op basis van maatwerk en het concept positieve gezondheid.

Regionaal actualiseren we het beleid voor het sociaal domein, met name gericht op de regionale taken, zoals inkoop. Wij vullen dit plan aan met een lokale visie en een lokale aanpak sociaal domein, specifiek voor Roerdalen en onze inwoners. Wij streven naar budgettaire neutraliteit in het sociaal domein. Tegelijkertijd hebben wij als gemeente een zorgplicht en mag budgettaire restrictie niet leiden tot kwaliteitsverlies of wachtlijsten. Vanuit de integrale aanpak van het sociaal domein, krijgen sommige doelgroepen of thema’s aparte aandacht. Wij belichten er een aantal:

Jeugd In 2017 zijn wij gestart met een preventieve aanpak jeugd. We zien een lichte afname van het beroep op specialistische jeugdhulp, terwijl de omvang van de casuïstiek van het CjG toeneemt. We hebben de capaciteit van het CjG tijdelijk uitgebreid. We overwegen of dat ook voor de toekomst nodig is. De grip op het verloop van trajecten wordt zo verstevigd. Tegelijkertijd wordt er eerder en preventiever ingegrepen en ontstaat er een goede samenwerking met de huisartsen. Het zal komende jaren nog moeten blijken hoe het beroep op jeugdhulp zich verder ontwikkelt. Op basis van de uitkomsten van het kwalitatief onderzoek zetten wij in op toegankelijke ondersteuning van ouders, jeugdigen, huisartsen en leerkrachten. Dat doen we onder andere met de inzet van een orthopedagoog. We versterken de samenhang tussen de voorschoolse en schoolse periode en de jeugdhulp en ontwikkelen verder preventief aanbod.

Positieve gezondheid Wij gaan zoals gezegd verder met de benadering van het concept positieve gezondheid en passen dit toe als maatwerk naar inwoners met een hulpvraag. Positieve gezondheid raakt alle aspecten van het sociaal domein: van lichamelijk welbevinden en zingeving tot sociale contacten en participatie. Deze worden in samenhang bekeken. Het gaat hier om het ontwikkelen van veerkracht en gezondheidsvaardigheden: leren omgaan met gewijzigde omstandigheden. Mensen kunnen hierbij worden ondersteund, maar het blijft uiteraard een eigen verantwoordelijkheid. In 2019 evalueren wij de inzet op het gebied van gezondheidsbeleid.

Statushouders en arbeidsmigranten De enigszins gefragmenteerde aanpak wijzigen wij in een op maat gerichte aanpak van statushouders op het gebied van huisvesting, inburgering en integratie, samen met het opbouwwerk en MER. Naast

14 de statushouders betrekken wij andere inwoners: integratie is een wederkerig proces. Per statushouder wordt een persoonlijk traject ingezet. We besteden meer aandacht aan inburgering. Naast de huisvesting van arbeidsmigranten, besteden wij voor deze doelgroep aandacht aan taalbevordering en integratie, uiteraard afhankelijk van de vestigingsduur.

Participatie, werk & inkomen Wij willen graag dat alle inwoners mee kunnen doen in de samenleving, via betaald werk of anderszins. Met een aantrekkende economie lijkt dat voor steeds meer mensen te lukken. Toch blijkt in de praktijk dat er sprake is van groeiende inkomensongelijkheid en een toenemende druk op participatie en zelfredzaamheid. Ook is de afgelopen jaren gebleken dat het nog niet voldoende lukt om minima te bereiken, het beleid te bureaucratisch is en er onvoldoende inzicht in de leefwereld van de doelgroep is waardoor de hulpverlening niet effectief genoeg is. Wij willen in een gezamenlijke inspanning van de gemeente, maatschappelijke organisaties en de inwoners verborgen armoede inzichtelijk maken en werken aan preventie en weerbaarheid. Hierbij stellen wij de mens centraal vanuit het concept van positieve gezondheid, dat gericht is op het vermogen dat iemand heeft om zich aan te passen en zelf regie te hebben in zijn of haar leven. Wij gaan inzetten op actief armoedebeleid, duurzaam inzetten op kinderen, een nieuwe werkwijze op het gebied van re-integratie, verder met dereguleren en veel meer het proces op gang proberen te brengen waarbij verbindingen worden gelegd en/ of verstrekt.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Strategisch Programmadoel: zelfredzame inwoners die kunnen deelnemen in de samenleving.

Doel 1: Mensen met een hulpvraag kunnen makkelijk terecht, worden sneller en beter geholpen en voelen zich gehoord.

Actie 1: Verbeteren dienstverlening MER sociaal domein Verbeteren en verder ontwikkelen van de dienstverlening MER sociaal domein: basis bedrijfsvoering Wmo en Participatie op orde brengen, het verkorten van de doorlooptijd naar maximaal 3 weken en een grotere nabijheid en maatwerk naar de inwoner toe.

Actie 2: Omvormen Sociaal wijkteam Omvormen van het Sociaal wijkteam (SWT) tot één organisatie waar inwoners met een hulpvraag makkelijk terecht kunnen en van waaruit professionals ondersteuning bieden. Inwoners kunnen in principe voor alle hulpvragen bij één contactpersoon terecht, waarbij gekeken wordt naar de algehele situatie van de persoon en diens behoeften. Wij richten daarom een integrale toegang in via het sociaal wijkteam. En stellen een budget beschikbaar dat het sociaal wijkteam zelfstandig kan inzetten voor snelle oplossingen. Alle gesubsidieerde professionals opereren vanuit het SWT en niet meer apart of ‘versnipperd’. We pakken de verkokering verder aan. Op deze manier worden mensen eerder en sneller geholpen.

Actie 3: Positieve gezondheid implementeren Positieve gezondheid implementeren in de eerstelijnshulp: we streven naar minimaal één huisartsenpraktijk die werkt volgens de visie positieve gezondheid. Ook het Sociaal wijkteam en MER, Afdeling Sociaal Domein en de gesubsidieerde partners bieden ondersteuning volgens de

15 dimensies van positieve gezondheid (dus ook de keukentafelgesprekken en de ondersteuning werk en inkomen). Zie ook programma 1.

Actie 4: Algemene voorzieningen We verkennen de behoeften aan algemene voorzieningen en vormen van dagbesteding en ontwikkelen op basis hiervan inventieve laagdrempelige voorzieningen of faciliteren die in de vorm van nadere subsidieregels. Denk bijvoorbeeld aan kleinschalige initiatieven in onze dorpen.

Actie 5: Beter passend specialistisch aanbod Jeugd en Wmo Met de regio werken wij aan een beter passend specialistisch aanbod Jeugd en Wmo, dat veel beter aansluit op de wens naar maatwerk voor onze inwoners. Dat doen we via gezamenlijke inkoop. Wij zetten in op een overzichtelijk aantal kwalitatief goede aanbieders. Wij streven naar een kleiner aantal. Een fundamentele omslag is nodig ten opzichte van de bestaande situatie.

Actie 6: Datakoppeling We zetten in op datakoppeling en een betere grip op financiële en cijfermatige ontwikkelingen in het sociaal domein. Per dorp willen we zoveel mogelijk een integraal beeld van de sociale situatie en het beroep op hulp en ondersteuning.

Actie 7: Armoedebeleid We nemen gerichte maatregelen op het gebied van armoede, die we opnemen in de Nota armoedebeleid. We zetten in op het verkrijgen van meer inzicht in verborgen eenzaamheid en armoede.

Actie 8: Organisatie groenonderhoud We zien kansen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten in onze buitendienst. In 2019 wordt een plan uitgewerkt over de definitieve invulling van het groenonderhoud en de organisatie daarvan in onze buitendienst. Hierover nemen we een besluit.

Het beoogd resultaat van de aanpak gericht op preventie en de individuele situatie is, dat in toenemende mate problemen ‘met elkaar’ in het eigen dorp of de eigen gemeente kunnen worden opgelost. Bovendien leidt de ontkokering tot een meer gerichte actieve en effectieve bijdrage van professionele partners. Deze lijn volgend verwachten we dat de kosten niet zullen toenemen en na een aantal jaren mogelijk afnemen.

Grip op samenwerking Servicecentrum MER-Sociaal domein: deze verbonden partij ondersteunt inwoners op het gebied van participatie, werk, inkomen en zorg. MER heeft een belangrijke rol in de persoonsgerichte benadering en maatwerk.

Gemeenschappelijke regeling Westrom: deze partij helpt bij de ondersteuning van kwetsbare doelgroepen in de gemeente;

Regionale samenwerking Sociaal Domein Midden-Limburg-Oost: op het gebied van beleid, inkoop en business control.

Gemeenschappelijke regeling Omnibuzz: Omnibuzz verzorgt het doelgroepenvervoer in onze gemeente.

16 Reguliere werkzaamheden  Beleid Werk & Inkomen  Aanpak Bemoeizorg  Ondersteuning Mantelzorg  Aansturing Algemeen Maatschappelijk Werk & MEE  Aansturing MER Sociaal Domein  Aansturing CJG  Beleid Jeugdhulp & Wmo

Betekenisvolle indicatoren:  Klantgesprekken en gesprekken met deelnemers (kwalitatieve dialoog);  Betekenisvolle indicatoren: percentage kwetsbare inwoners5 (geven een beeld, Komende metingen van WSJG.nl en de burgerpeiling moeten een trend weergeven).

Wat mag het kosten? De totale rijksbijdrage participatie (deze inkomsten vanuit het gemeentefonds worden verantwoord in programma 8) bestaat uit twee componenten. Eén component betalen wij één-op-één door aan Westrom en de andere component zetten wij in voor re-integratie. De doorbetaling en het budget re-integratie maken onderdeel uit van programma 2. De totale omvang van de rijksbijdrage participatie daalt jaarlijks vanwege het feit dat het rijk aanzienlijk minder bijdraagt in de kosten voor de sociale werkvoorziening terwijl de component re-integratie enigszins stijgt. In totaliteit zorgt dit voor een daling van de kosten binnen programma 2.

Ten opzichte van voorgaande jaren daalt ook de gemeentelijke bijdrage aan Westrom vanwege een nieuwe verdeelsleutel.

In 2018 verwachten we grotendeels uitvoering te geven aan het project preventie maatregelen jeugd. Dit heeft tot gevolg dat de kosten in dat jaar incidenteel hoger zijn. Deze kosten worden gedekt uit de reserve decentralisaties. Het doel van dit project is het terugdringen van de kosten jeugdzorg.

We zetten de komende twee jaar extra geld (€ 75.000 per jaar) in voor de intensivering van de Sociaal wijkteams. Daarna verwachten we dat geen extra geld meer nodig is.

De komende jaren krijgen we jaarlijks meer rijksgelden voor het uitvoeren van het onderwijsachterstandsbeleid.

Tot slot wordt de verlaging van bijdrage aan het Servicecentrum MER – sociaal domein, als gevolg van efficiencyvoordelen en de aanpassing van de kostenverdeelsystematiek zichtbaar in de afnemende lasten.

5 Waarstaatjegemeente.nl

17 Overzicht baten en lasten bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 2. Participatie, ondersteuning en zorg 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten - 20.600 - 20.933 - 20.193 - 20.020 - 19.781 - 19.824 Baten 5.064 4.744 4.374 4.439 4.503 4.568 Totaal Saldo van baten en lasten - 15.536 - 16.190 - 15.819 - 15.581 - 15.278 - 15.256

Mutatie reserves Onttrekkingen 509 743 217 - - - Totaal Mutatie reserves 509 743 217 - - -

Resultaat - 15.027 - 15.447 - 15.602 - 15.581 - 15.278 - 15.256 Overzicht mutaties reserves bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 2. Participatie, ondersteuning en zorg 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Onttrekkingen Reserve Decentralisaties 509 743 217 - - - Totaal Onttrekkingen 509 743 217 - - -

Totaal mutatie reserves 509 743 217 - - -

Overzicht incidentele baten en lasten bedragen x € 1.000

2. Participatie, ondersteuning en zorg Begroting MJB MJB MJB Incidentele baten en lasten 2019 2020 2021 2022 Incidentele lasten Intensivering Sociaal wijkteam - 75 - 75 - - - - - Totaal incidentele lasten - 75 - 75 - -

Incidentele baten Onttrekking reserve decentralisaties ivm tekort sociaal domein 217 - - -

Totaal incidentele baten 217 - - -

Totaal incidentele baten en lasten 142 - 75 - -

18 Programma 3 Veilige dorpen

Inleiding Dit programma gaat over de veiligheid. Veiligheid is een gezamenlijke zorg van gemeente, politie en inwoners. Onze inwoners treffen waar mogelijk maatregelen om te voorkomen dat ze in onveilige situaties terecht komen of deze onbedoeld in de hand werken. Waar nodig worden zij hierbij ondersteund door de partners in het veiligheidsdomein (Gemeente, Politie, Veiligheidsregio zorgpartners) In geval deze situaties zich toch voordoen draagt de gemeente in samenwerking met haar veiligheidspartners (OM, Politie, zorgpartners, verzekeraars) zorg voor het opsporen en berechten van daders en de zorg voor de slachtoffers. Inwoners die als dader of slachtoffer betrokken zijn worden, waar nodig, ondersteund bij het oppakken van het dagelijkse leven. Aanpak bij daders is gericht op voorkomen van herhaling.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Strategisch Programmadoel: Veilige dorpen.

Doel 1: Inwoners treffen zelf preventieve maatregelen om te voorkómen dat ze slachtoffer worden van een misdrijf of situatie van overlast. Hierbij worden ze ondersteund door de gemeente en haar partners in het veiligheidsdomein.

Actie 1: Inwoners faciliteren op het gebied van veiligheid Doorontwikkelen van instrumenten gericht op het faciliteren van inwoners zoals buurtpreventie, what’s app, MMA, burgernet, gericht op het ontvangen van signalen van ondermijning. Er wordt onder andere gewerkt aan een serie met OR6 over hoe het werkt bij de politie, de BOA en de zorg als het gaat om de bestrijding van overlast en criminaliteit.

Actie 2: Vergroten bewustwording over ondermijning Vergroten van de bewustwording en het laten zien van de gevolgen van ondermijnende activiteiten voor de gemeenschap indien niet tijdig hulp wordt geboden of wordt ingegrepen.

Actie 3: Duidelijkheid over meldingen Zorgen dat voor inwoners duidelijk is waar ze terecht kunnen in geval er sprake is van kritieke situaties. Veiligheidspartners (Politie, BOA, brandweer, zorg) informeren gericht melders over hetgeen met een melding is gebeurd.

19 Actie 4: Zichtbaarheid van de BOA’s en wijkagenten Zichtbaarheid van de BOA’s en wijkagenten wordt vergroot. Naast het treffen van organisatorische maatregelen zal dit gebeuren door uitbreiding van de capaciteit.

Actie 5: Optimaliseren van de communicatie Vergroten van de beleving van “blauw op de straat” door optimalisering van de communicatie met de burger.

Actie 6: Brandpreventie Verkleinen kans op brand door treffen van preventieve maatregelen natuurbrand en opzetten voorlichtingsproject brandveilig leven.

Actie 7: Verkeersveiligheid We intensiveren de samenwerking met het verkeershandhavingsteam om de verkeersveiligheid in onze gemeente te vergroten

Doel 2: Door gezamenlijk optreden met onze veiligheidspartners worden ondermijnende en overlast gevende activiteiten voorkomen en beëindigd.

Actie 1: Aanpak ondermijning In nauwe samenwerking met de veiligheidspartners komen ondermijnende activiteiten (witwassen, hennepteelt, drugshandel, uitbuiting, patsergedrag e.d.) binnen de gemeente vroegtijdig in beeld en wordt hier actief en gericht tegen opgetreden (sluiten van panden, intrekken van vergunningen, terugvorderen van uitkeringen, etc.)

Actie 2: Vergroten bewustzijn in de organisatie Creëren van bewustwording in de gemeentelijke organisatie, van baliemedewerker tot beleidsmedewerker en van teamleider tot medewerker van de buitendienst, opdat signalen van ondermijning die in werk worden gesignaleerd tijdig en op de juiste plek in beeld komen.

Actie 3: Wet “woonoverlast” Op basis van ervaringen in de regio en in het land maken van de afweging of de Wet “woonoverlast” wordt ingevoerd.

Actie 4: Deregulering APV In het kader van deregulering wordt kritisch afgewogen welke regels in de APV gehandhaafd worden en welke kunnen vervallen.

Doel 3: Slachtoffers, maar ook daders (na het uitzitten van hun straf), dienen zo snel als mogelijk zelfstandig te kunnen deelnemen aan het dagelijkse leven. Waar nodig wordt tijdelijke ondersteuning geboden.

Actie 1: Personen met problemen in eerder in beeld Samen met onze ketenpartners in beeld krijgen van personen met problemen en/of strafbare feiten door het vergroten van de bewustwording van de gevolgen voor de gemeenschap indien niet tijdig hulp wordt geboden dan wel wordt ingegrepen.

20 Actie 2 : Ontwikkelen samenwerking tussen hulpverleners De samenwerking tussen hulpverleners inrichten volgens de aanpak van “de nieuwe route”. Dit betekent dat mensen een grote stem hebben in de oplossing.

Actie 3: 2e kansen aanpak In samenwerking met Veiligheids- en zorgpartners zetten we een “2e kansen aanpak” op voor daders van strafbare feiten. Aanpak is gericht op het bieden van een uitweg uit het criminele netwerk en voorkomen van recidive. Einddoel is zelfstandig en weerbaar kunnen functioneren in de lokale gemeenschap.

Actie 4: Personen met verward gedrag Inrichten van een integrale aanpak gericht op het tijdig in beeld krijgen en bieden van passende hulp aan “personen met verward gedrag”.

Grip op samenwerking Nadrukkelijk is er sprake van een ketensamenwerking. Belangrijk is de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Limburg Noord.

Reguliere werkzaamheden  Borgen van operationele beschikbaarheid van de Brandweer  Borgen van de Rampen en crisisbestrijding  Damocles beleid (bestuurlijke aanpak drugs)  Bibob (bestuurlijke aanpak integriteit)  Bemoeizorg ( Integrale aanpak multi-probleem huishoudens en zorgmijders)  Veiligheidshuis (Integrale aanpak multi-probleem in combinatie met criminaliteit)  Handhaving Openbare orde en veiligheid (Toezicht, handhaving en buurtbemiddeling)

Betekenisvolle indicatoren  Indexcijfer onveiligheidsgevoelens 105 (2016): ten opzichte van 2012 is het gevoel van onveiligheid met 5% toegenomen;  Criminaliteitsindexcijfer (2016): 626: ten opzichte van 2012 is de veiligheid (ontleend aan criminaliteit/diefstallen/veiligheidsmonitor) toegenomen met 38%.

Wat mag het kosten? Het takenpakket en de verantwoordelijkheden op het gebied van veiligheid en openbare orde is de afgelopen jaren gestaag gegroeid. Naast de uitbreiding van het takenpakket is er ook sprake van een toename van de problematiek. Verder is de samenwerking met en de inzet van de Veiligheidspartners geïntensiveerd. Tot slot is in het verlengde van dorpsgerichte aanpak sprak van een toename van de betrokkenheid van de burgers bij veiligheid.

6 Waarstaatjegemeente.nl

21 Het opvangen van deze ontwikkelingen is tot op heden intern gevonden door het treffen van organisatorische maatregelen. Dit is echter niet meer mogelijke zonder extra budget. €40.000,-- Uitbreiding capaciteit Veiligheid met een ½ fte ten behoeve van “Ondermijning”. (zie ook paragraaf bedrijfsvoering). €20.000,-- Uitbreiding capaciteit BOA ten behoeve van meer Blauw op straat. €21.000,-- Regionale aanpak “verwarde personen” (€1,00/inwoner).

Onze bijdrage aan de Veiligheidsregio is gestegen. In 2017 zijn dwangsommen verantwoord. Deze bedragen zijn gestort in de voorziening dubieuze debiteuren.

Overzicht baten en lasten bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 3. Veilige dorpen 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten - 2.597 - 2.544 - 2.728 - 2.708 - 2.712 - 2.708 Baten 247 42 42 42 42 42 Totaal Saldo van baten en lasten - 2.349 - 2.502 - 2.686 - 2.666 - 2.670 - 2.666

Resultaat - 2.349 - 2.502 - 2.686 - 2.666 - 2.670 - 2.666

22 Programma 4 Economie, Natuur, Toerisme en Cultuur

Inleiding Dit programma richt zich op het bevorderen van de ruimtelijke-, economische en sociale samenhang, met het accent op ruimtelijke ontwikkeling en economische activiteiten. Economie, natuur en cultuur worden daarmee in het kader van toeristisch-recreatieve ontwikkeling met elkaar in verband gebracht. Bestaande economische dragers worden gefaciliteerd, evenals nieuwe initiatieven met een economische spin-off. We werken steeds meer integraal en gebiedsgericht. De Omgevingswet geeft ons hiervoor meer mogelijkheden. Komende periode zetten we steviger in op het thema Duurzaamheid. In de Kadernota zijn middelen vrijgemaakt om in 2018 een actieplan voor duurzaamheid op te stellen. Al in 2019 willen we de eerste acties uitvoeren. Daarmee benadrukken we dat duurzaamheid een belangrijk thema voor ons is geworden.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Strategisch Programmadoel: Bevorderen van duurzaamheid en het versterken van de gebiedsgerichte ruimtelijke, sociale en economische samenhang.

Het uiteindelijke doel van dit programma is om nieuwe mogelijkheden op het gebied van recreatie, toerisme, natuur en cultuur te creëren. Hierdoor kunnen we bestaande werkgelegenheid in stand houden en ontstaat er wellicht extra werkgelegenheid voor onze inwoners en wordt onze lokale economie verder versterkt. Nog meer dan voorgaande jaren willen we hierbij het thema duurzaamheid betrekken. Economische ontwikkelingen zijn goed, maar moeten uiteindelijk wel duurzaam plaatsvinden.

Roerdalen is een grensgemeente. Wanneer wij een cirkel rondom Roerdalen trekken met een doorsnee van 30 kilometer, dan valt een groot deel van deze cirkel in Duitsland. Het is dus logisch om hierbij samen te werken met onze Duitse partners. Wij zetten ons Euregionaal in en ook dat biedt daarmee nieuwe kansen. Verder werken we samen in de Samenwerking Midden-Limburg.

Doel 1: Bevorderen van de ruimtelijke en sociale samenhang van de dorpskernen en het buitengebied.

Actie 1: Uitvoeren programmaplan Omgevingswet Onze inwoners geven door de omgevingswet straks meer invulling aan hun eigen leefomgeving. Eveneens zorgt de omgevingswet voor het samenvoegen van wetten en een vereenvoudiging van de regels. In november 2017 heeft de gemeenteraad het Programmaplan implementatie omgevingswet vastgesteld. In 2018 is gestart met de eerste werkzaamheden voor het opstellen van de

23 gemeentelijke omgevingsvisie (vervanger structuurvisie) waarbij er een integrale visie op de leefomgeving komt. De vaststelling van de omgevingsvisie is in 2019 voorzien. De daaropvolgende jaren zal worden gewerkt aan de wettelijk verplichte programma’s, het opstellen van een Omgevingsplan (vervanger bestemmingsplan) en het ontsluiten van het digitaal loket. In toenemende mate werken we integraal en gebiedsgericht. De Omgevingswet geeft ons hiertoe de mogelijkheden.

Actie 2: Herijken gemeentelijk grondbeleid Eind 2019 loopt het huidige grondbeleid af. In 2019 stellen we daarom nieuw grondbeleid op. Bij de herijking van het grondbeleid leggen we een koppeling naar het thema duurzaamheid en ons ruimtelijk beleid. Onderdeel van het grondbeleid is het pachtbeleid (de inzet van de vrijkomende agrarische gronden). Mede in relatie tot het thema duurzaamheid maken we een bewuste afweging tussen de opbrengst en meerwaarde van agrarische grond versus de opbrengst en meerwaarde wanneer deze gronden worden ingezet als ‘energieleverancier’. Bijvoorbeeld door zonnepanelen te plaatsen.

Concrete actiepunten in het grondbeleid zijn de grondverwerving voor de realisatie van een vrij liggend fietspad langs de Rothenbacherweg en het faciliteren van het gebiedsontwikkelingsproject van de provincie “Schil van Montfort” en het verbeteren van de oversteek Nieuw Holsterweg.

Actie 3: Duurzaam beheer bossen en natuur In onze gemeente bestaat een groot gedeelte van ons grondgebied, circa 400 hectare, uit natuur en bos. De gemeente Roerdalen streeft naar een multifunctioneel bos en overig natuurareaal waarbij functies natuur, recreatie, cultuurhistorie en houtteelt zo goed mogelijk samengaan en aansluiting vinden bij het Nationaal Park De Meinweg. Wij staan voor een duurzaam bosbeheer met een financieel rendement. De Gemeente Roerdalen voert haar beheer dan ook uit conform de principes voor duurzaam bosbeheer van het FSC®. Hiertoe heeft zij haar bossen ondergebracht in het FSC®- groepscertificaat van de Unie van Bosgroepen. Onder leiding van Staatsbosbeheer worden jaarlijks ‘hakhoutbrigades’ ingezet waarbij geïnteresseerde burgers zelf brandhout verzamelen voor eigen gebruik.

Actie 4: Verbeteren toeristische en recreatieve mogelijkheden Onze gemeente heeft een sterk toeristisch recreatief profiel. Zowel op het gebied van dagrecreatie alsook verblijfsrecreatie. Dit draagt bij aan de economische ontwikkeling van de gemeente. Het goed onderhouden van het buitengebied en het in standhouden van onze wandel-, fiets-, ruiter- en menpaden biedt ruimte voor recreatieve en toeristische mogelijkheden. Eveneens bieden onze geluksplekken mogelijkheden voor onze recreatieve routes. Als specifiek aandachtspunt zetten we de handhaving op het gebied van illegale bewoning voort. Aangaande het Elfenmeer willen we een kwalitatief en toekomstbestendig park dat aansluit bij de sfeer en beleving van ons Nationaal Park.

Actie 5: Aanpak verkrotting en leegstand Om de ruimtelijke uitstraling van onze gemeente te beschermen, en daarmee ook ons economisch perspectief, willen we verkrotting van panden tegengaan door een actieve aanpak. We denken dan ook actief mee bij de herbestemming van vrijkomende bebouwing.

Verder zal ook onze gemeente in de toekomst geconfronteerd worden met vrijkomende agrarische bebouwing (VAB). Herinvulling van de VAB’s moet zorgvuldig gebeuren in het kader van de juiste functie op de juiste plaats. We willen immers geen onbeperkte functiemenging in het buitengebied. Niet alle herinvullingen zijn wenselijk. Indien VAB’s niet worden ingevuld kunnen deze wel een risico opleveren in het kader van leefbaarheid en ondermijning. Dit levert een spanningsveld op.

24 Doel 2: Bevorderen van bedrijvigheid en werkgelegenheid op het gebied van toerisme en recreatie, kunst en cultuur

Actie 1: Ondersteunen ondernemers We blijven in gesprek met onze ondernemers. Zij nemen al een maatschappelijke verantwoordelijkheid. We willen achterhalen waarin wij ze verder kunnen ondersteunen. Ondernemers met goede duurzame plannen op het gebied van cultuur, recreatie en toerisme moeten worden gefaciliteerd, eventueel middels maatwerk. Ontwikkelingen met een economische spin-off kunnen eventueel door middel van een bijdrage uit de subsidie Economie worden ondersteund.

Actie 2: Ondersteunen inwonerinitiatieven Buiten de initiatieven van ondernemers willen we ook burgerinitiatieven op het gebied van cultuur met een economische spin-off faciliteren. Hierdoor krijgt ook cultuur meer aandacht.

Actie 3: Regionale samenwerking We zijn ons er terdege van bewust dat we ons als regio moeten profileren om toekomstgerichte bedrijven over te halen zich in de regio te vestigen, en niet als Midden Limburgse gemeente(n) afzonderlijk. Daarom werken we regionaal samen in SML-verband, OML verband en in het kader van Keyport om Midden Limburg als aantrekkelijke bedrijfsvestigingslocatie nadrukkelijker onder de aandacht te brengen.

Ten behoeve van de economische samenwerking is in 2016 in SML-verband de Strategische Investeringsagenda voor Midden-Limburg opgesteld. Daarin zijn de opgave en ambities van de regio nader ingevuld. Bij onze projecten op het vlak van economie, toerisme en recreatie leggen we de lokale verbindingen met de doelen en projecten uit de investeringsagenda. Verder is er krapte op de arbeidsmarkt waardoor de – al dan niet tijdelijke- inzet van buitenlandse arbeidskrachten steeds vaker nodig is. In overleg met de regio zullen we ook kijken naar geschikte huisvesting van deze groep (zie verder onder programma 5).

Actie 4: Grensoverschrijdend Leren en Werken Een goede voorbereiding op de Euregionale arbeidsmarkt begint in het onderwijs. Wij willen het Euregionaal onderwijs versterken door te stimuleren en faciliteren, dat basisscholen in onze gemeente deelnemen aan het actieplan Grensoverschrijdend Leren en Werken. De provincie ondersteunt dit met een subsidiemogelijkheid. Jongeren worden zo voorbereid op het werken in een Euregionale context en zijn in staat om baankansen aan de andere kant van de grens te verzilveren. We verkennen met onze basisscholen de mogelijkheid hier op in te spelen.

Doel 3: Bevorderen van de duurzaamheid en invulling geven aan de energietransitie

Actie 1: Actieplan duurzaamheid We willen duurzaamheid een prominentere plek geven in onze organisatie. We willen niet alleen visies en beleid maken, maar vooral maatregelen uit (laten) voeren. Daarom starten we in 2018 met het opstellen van een Actieplan Duurzaamheid met daarin concrete maatregelen op het gebied van duurzaamheid. Vaststelling van het Actieplan is voorzien in 2019. In 2019 wordt gestart met de uitvoering van de eerste actiepunten. Overigens kijken we in het actieplan breder dan alleen het thema “energie”. Ook zaken als de “klimaat-stresstest”, “duurzame inrichting openbare ruimte”, en een “stimuleringsfonds duurzame energie” krijgen een plaats in het actieplan. Aan de hand van urgentie, mogelijkheden en middelen wordt de prioritering bepaald en welke actiepunten als eerste

25 uitgevoerd kunnen worden. Hierin wordt ook nadrukkelijk de samenwerking met Duurzaam Roerdalen gezocht.

Eén concreet actiepunt is dat in 2019 de mogelijkheid naar het plaatsen van zonnepanelen op de stortplaats van Montfort wordt onderzocht.

Grip op samenwerking Om al onze doelen in dit programma te behalen wordt samengewerkt met de volgende verbonden partijen: Servicecentrum MER-Omgevingsdienst (Gemeenschappelijke Regeling), Grenspark Maas- Swalm-Nette (gemeenschappelijke regeling), Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML, vennootschap), Stichting Ons WCL (stichting), de Regionale uitvoeringsdienst Limburg-Noord (gemeenschappelijke regeling, Euregio Rijn-Maas-Noord (overige verbonden partij), SML en Keyport.

Reguliere werkzaamheden  Afronden ontwikkeling LOG Montfort  Pacht- en grondzaken  Economie  Recreatie en toerisme  Cultureel erfgoed/cultuur  Ruimtelijk beleid  Deelname in grenspark Maas, Swalm, Nette  Deelname Samenwerking Midden Limburg  Deelname Keyport  Deelname Euregio  Deelname in VVV Midden-Limburg  Euregionale samenwerking ( en Niederkrüchten)

Betekenisvolle indicatoren  Banen recreatie en toerisme 36,5 per 1000 inwoners (2016)7. Komende metingen van WSJG.nl moeten een trend weergeven;  Duurzaamheidsscore (2017) 50 (Betreft het oordeel over de mate waarin de gemeente duurzaam is, op basis van ecologisch, sociaal-cultureel en economisch kapitaal, uitgedrukt in een score van 0 (zeer laag) -100 (zeer hoog). Komende metingen van WSJG.nl moeten een trend weergeven.

Wat mag het kosten? Eén van de verbindende thema’s in de begroting betreft duurzaamheid. Hiervoor hebben we structureel € 50.000 opgenomen. Daarnaast gaan we een onderzoek doen naar de elektriciteitsvoorzieningen in de openbare ruimte, hiervoor is incidenteel € 10.000 opgenomen. We verwachten hiermee op termijn structureel geld te kunnen besparen.

In dit programma worden diversen projecten uitgevoerd, het gaat dan om het LOG Montfort (afronding in 2018), Herkenbosscher Broek en de implementatie van de Omgevingswet. Hierdoor zijn er fluctuaties in zowel de lasten en de baten. Het gemeentelijke aandeel van deze projecten worden gedekt door onttrekkingen uit reserves.

7 Waarstaatjegemeente.nl

26 Daarnaast hebben we als gevolg van aanpassing van het pachtprijzenbesluit de pachtopbrengsten naar beneden moeten bijstellen.

Overzicht baten en lasten bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 4. Economie, natuur, toerisme en cultuur 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten - 1.844 - 1.991 - 1.027 - 829 - 753 - 753 Baten 948 1.208 382 482 482 482 Totaal Saldo van baten en lasten - 896 - 783 - 646 - 348 - 271 - 271

Mutatie reserves Toevoegingen - - 139 - - - - Onttrekkingen 349 589 345 77 - - Totaal Mutatie reserves 349 450 345 77 - -

Resultaat - 547 - 333 - 301 - 271 - 271 - 271

Overzicht mutaties reserves bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 4. Economie, natuur, toerisme en cultuur 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Toevoegingen Algemene reserve - - 139 - - - - Reserve toerisme ------Totaal Toevoegingen - - 139 - - - -

Onttrekkingen Algemene reserve 36 - 100 - - - Reserve toerisme 8 113 - - - - Reserve Gebiedsvisie LOG Montfort - Mariahoop 300 248 - - - - Reserve overige bestemmingen 6 - 100 - - - Reserve Programmaplan Omgevingswet - 227 145 77 - - Totaal Onttrekkingen 349 589 345 77 - -

Totaal mutatie reserves 349 450 345 77 - -

27 Overzicht incidentele baten en lasten bedragen x € 1.000

4. Economie, natuur, toerisme en cultuur Begroting MJB MJB MJB Incidentele baten en lasten 2019 2020 2021 2022 Incidentele lasten Project Herkenbosscher Broek - 100 - - - Voorbereidingskosten Omgevingswet - 145 - 77 - - Uitbreiding Startersleningen - 100 - - - Procedurekosten - 20 Onderzoek elektriciteitsvoorzieningen openbare ruimte - 10 - - -

Totaal incidentele lasten - 375 - 77 - -

Incidentele baten onttrekking Algemene reserve ivm project Herkenbosscher Broek 100 - - onttrekking reserve Programmaplan Omgevingswet 145 77 - - onttrekking reserve Overige bestemmingen i.v.m. Startersleningen 100 - - -

Totaal incidentele baten 345 77 - -

Totaal incidentele baten en lasten - 30 - - -

28 Programma 5 Woonomgeving

Inleiding: Dit programma omvat alle aspecten ten aanzien van de woonomgeving van onze inwoners. Onze gemeente is een prachtige gemeente waar het mooi wonen in het groen is. Natuur, werkgelegenheid en voorzieningen zijn nabij. De sociale samenhang in onze dorpen is groot met een actief verenigingsleven. Deze sterke punten willen we blijven inzetten en versterken om zo nog aantrekkelijker te worden voor nieuwe inwoners. Momenteel is er ook een toename van de bouwactiviteiten. Tegelijk hebben we te maken met een demografische transitie (vergrijzing en ontgroening) die nog een grote invloed heeft en een rol speelt bij de keuzes voor de toekomst en de gewenste ontwikkelingen. De bestaande woningvoorraad is voor een deel niet levensloopbestendig. We zien plannen voor ruimtelijk en economische ontwikkelingen op de voormalige luchtmachtbasis in Elmpt. Dat biedt kansen voor werkgelegenheid en kan wellicht leiden tot extra inwoners voor onze gemeente. Bovendien zijn er arbeidsmigranten die (tijdelijk) gehuisvest moeten worden. Deze aspecten en de demografische transitie vragen nog altijd om een regionale aanpak.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Strategisch Programmadoel: Huisvesting die past bij de behoefte van onze inwoners, in relatie tot krachtige dorpen, leefbaarheid en openbare ruimte

Uiteindelijk willen we dat onze inwoners kunnen (blijven) wonen in een woning die voldoet aan hun eigen behoefte, in een prettige en veilige leefomgeving. Hiervoor is een woningvoorraad nodig die goed aansluit op de toekomstige woonbehoefte van onze huidige en nieuwe inwoners. Hierbij zijn er twee belangrijke deeldoelen: een woningvoorraad die kwalitatief goed aansluit bij de wensen van onze inwoners en een woningvoorraad die qua aantallen aansluit op de behoefte. Verder is een goede sociale samenhang belangrijk en dat bewoners en verenigingen zelf ook bijdragen aan het woon- en leefklimaat (zie ook programma 1).

Doel 1: het bereiken van een woningvoorraad en woonomgeving die kwalitatief aansluit bij de behoefte van onze inwoners

Actie 1: Nieuwe structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving vertalen in lokaal beleid Eind 2014 hebben alle gemeenteraden in Midden-Limburg de regionale structuurvisie Wonen Zorg en Leefomgeving vastgesteld. Destijds zijn afspraken gemaakt over het afbouwen van de planvoorraad. Momenteel wordt gewerkt aan de actualisatie van de structuurvisie. Eén van de bouwstenen van de structuurvisie is een woonwensenonderzoek. De resultaten hiervan worden eind 2018 verwacht. De structuurvisie is vervolgens voor de zomer van 2019 gereed. Nadat de geactualiseerde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving is vastgesteld kunnen we,

29 in aansluiting daarop en samen met inwoners, corporatie en huurdersbelangenvereniging, de gevolgen voor ons lokaal beleid in beeld brengen en uitwerken. Hierbij gaan we wel door met het creëren van ruimte voor kwalitatief goede plannen. Na het vaststellen van de nieuwe structuurvisie kunnen ook de woningbouwontwikkelingen op Holsterveld in Vlodrop opnieuw worden onderzocht.

Actie 2: Prestatieafspraken Wonen Limburg In de prestatieafspraken met Wonen Limburg is duurzaamheid van de woningen reeds een thema. We willen de komende jaren echter ook prestatieafspraken maken met Wonen Limburg aangaande het levensloopbestendig maken van woningen, evenals herstructurering en verdunning van onze woongebieden. Ook de sociale partners zullen meer worden betrokken bij de lokale prestatieafspraken.

Actie 3: Stimuleren levensloopbestendig maken van woningen Buiten het verduurzamen van huurwoningen willen we ook stimuleren dat de particuliere woningvoorraad levensloopbestendig en duurzaam wordt gemaakt. We willen dat de bewoners hier zelf de verantwoordelijkheid in nemen én we willen de bewustwording vergroten. We hebben ook aandacht voor een integrale aanpak van de energietransitie voor en de woonomgeving; de maatregelen kunnen zowel invloed hebben op de woning alsook op de ondergrondse infrastructuur.

Actie 4: Afwegingskader voor huisvesting van de arbeidsmigranten We actualiseren het afwegingskader voor huisvesting van de arbeidsmigranten op basis van regionale en provinciale afspraken. Hierbij gaan we verschil maken tussen enerzijds beleid voor de arbeidsimmigranten die zich duurzaam gaan vestigen én beleid voor de arbeidsmigranten die hier slechts kortere periodes aanwezig zijn. Belangrijk hierbij vinden we dat ook de omgeving wordt meegenomen in de besluitvorming, evenals het thema economie (arbeidsmigranten zorgen voor inkomsten voor de lokale bedrijvigheid).

Actie 5: Nieuwe Afvalnota Onze Afvalnota loopt dit jaar af en wordt in 2019 geactualiseerd. De actualisatie biedt ons een goede kans om het Actieplan Duurzaamheid hierin mee te nemen. Bij het nieuwe afvalbeleid willen we inzetten op bewustwording rondom afval. We zetten in op minder restafval per huishouden. Enerzijds zal er meer afval gescheiden moeten worden, anderzijds willen we ook dat de hoeveelheid afval vermindert. We blijven de verenigingen de mogelijkheid bieden om gescheiden afval op te halen en daarmee financiële ondersteuning te behouden.

Doel 2: het bereiken van een woningvoorraad die aansluit bij onze demografische behoefte

Actie 1: Regionale afspraken transformatieopgave In 2014 hebben we op basis van de structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving regionale afspraken gemaakt over de transformatieopgave en de afbouw van de planvoorraad. Momenteel wordt de structuurvisie geactualiseerd (gereed voor de zomer van 2019). Zolang er geen nieuwe structuurvisie is vastgesteld werken we voort op basis van de gemaakte afspraken. Tot die tijd zetten we het proces voort om de planvoorraad verder af te bouwen en trekken we onbenutte omgevingsvergunningen in. Nadat de regionale structuurvisie is geactualiseerd kunnen we in de regio nieuwe afspraken vastleggen over de transformatieopgave. Vanuit ruimtelijk oogpunt (zie ook programma 4) krijgt herstructurering en transformatie voorrang boven uitbreiding en nieuwbouw.

30 Actie 2: Herstructureringsontwikkelingen Als gemeente hebben we in 2014 de beleidsregel “Woningbouwcompensatie” vastgesteld. De middelen die we daarmee ontvangen willen we inzetten op herstructureringsontwikkelingen. Hierbij moet worden gedacht aan het aanpakken van locaties met een negatieve impact op de leefbaarheid/woonomgeving. In de structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving zullen verdunningsgebieden worden aangewezen waar deze middelen ingezet kunnen worden.

Grip op samenwerking Om al onze doelen in dit programma te behalen wordt samengewerkt met de volgende verbonden partijen: Servicecentrum MER-Omgevingsdienst (Gemeenschappelijke Regeling), Reinigingsdienst Maasland (gemeenschappelijke regeling) en de Regionale uitvoeringsdienst Limburg-Noord (overige verbonden partij). Verder wordt samenwerking in SML-verband en met de woningcorporatie.

Reguliere werkzaamheden  Uitvoering afvalnota  Grondexploitaties  Gebiedsontwikkeling  Ruimtelijke plannen  Planschadezaken  Trekkersrol Samenwerking Midden-Limburg (SML) op het gebied van Wonen, Zorg en Woonomgeving  Deelname Samenwerking Midden Limburg  Lokale Driehoek (woningcorporatie, gemeente en huurdersbelangenvereniging)  Huisvesting statushouders

Betekenisvolle indicatoren:  passend gehuisveste huishoudens (2016): 82,8%8 (betreft het percentage van de huishoudens dat gehuisvest is in een woning met een huurprijs die past bij het huishoudinkomen: betreft alleen woningen van de woningcorporatie). Komende metingen van WSJG.nl moeten een trend weergeven: sinds 2014 is het cijfer relatief stabiel. Aanvullend kijken wij naar gegevens over koopwoningen en de mate van geschiktheid voor mensen met een zorg- of ondersteuningsbehoefte.

Wat mag het kosten? Aanpassingen in de gesloten exploitatie van afval hebben een positief effect op de baten van dit programma. Het betekent wel een lastenstijging voor onze inwoners (zie paragraaf lokale heffingen). Daarnaast zorgen de lasten en baten van de bouwgrondexploitaties voor fluctuaties. Voor 2019 hebben we ook een bijdrage opgenomen voor de startersleningen.

8 Waarstaatjegemeente.nl

31 Overzicht baten en lasten bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 5. Woonomgeving 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten - 3.045 - 3.377 - 3.360 - 3.081 - 2.968 - 2.972 Baten 3.154 3.469 4.124 3.363 3.056 3.060 Totaal Saldo van baten en lasten 110 92 764 282 88 88

Mutatie reserves Toevoegingen - - 431 - 748 - 194 - - Onttrekkingen 213 285 - - - - Totaal Mutatie reserves 213 - 146 - 748 - 194 - -

Resultaat 322 - 54 16 88 88 88

Overzicht mutaties reserves bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 5. Woonomgeving 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Toevoegingen Reserve bouwgrondexploitatie - - 431 - 748 - 194 - - Totaal Toevoegingen - - 431 - 748 - 194 - -

Onttrekkingen Algemene reserve 13 135 - - - - Reserve overige bestemmingen 200 150 - - - - Totaal Onttrekkingen 213 285 - - - -

Totaal mutatie reserves 213 - 146 - 748 - 194 - -

Overzicht incidentele baten en lasten bedragen x € 1.000

5. Woonomgeving Begroting MJB MJB MJB Incidentele baten en lasten 2019 2020 2021 2022 Incidentele lasten storting winsten bouwgrondexploitaties in reserve bge - 748 - 194 - - - - Totaal incidentele lasten - 748 - 194 - -

Incidentele baten Toevoeging positief resultaat bouwgrondexploitaties aan reserve BGE 748 194 -

Totaal incidentele baten 748 194 - -

Totaal incidentele baten en lasten - - - -

32 Programma 6 Mobiliteit, infrastructuur en openbaar groen

Inleiding: Dit programma richt zich op de directe leefomgeving van onze inwoners. Zowel op het onderhoud als op de ontwikkeling van de openbare ruimte. Er is dus een relatie met de nulde lijn: een verbetering van de sociale samenhang, leefbaarheid en burgerkracht in de dorpen.

We gaan door met het actief betrekken van onze inwoners bij initiatieven op het gebied van veiligheid en leefbaarheid en bij de keuzes die gemaakt moeten worden in de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte. Dat doen we binnen duidelijke kaders. We hebben hier al goede ervaringen mee opgedaan. We werken wijkgericht, waardoor we een goed contact met onze inwoners hebben. Onze medewerkers van de buitendienst zijn herkenbaar in de dorpen aanwezig en makkelijk aanspreekbaar. Klachten, meldingen en vragen pakken we hierdoor makkelijk op. De medewerkers van onze buitendienst voelen zich verantwoordelijk, ze hebben een sterke binding met de kernen en weten wat er in een dorp leeft.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Strategisch Programmadoel: Krachtige, leefbare dorpen waar inwoners en toeristen zich prettig voelen. Een veilige openbare ruimte waarin een aantrekkelijke kwaliteit tot uiting komt.

We doen dit met integrale ontwerp vanuit visie, met betrokkenheid van de inwoners. Toepassing van duurzame materialen, oog voor kunstwerken en historische elementen en groen levert mooie en leefbare kernen op. Dit is belangrijk voor onze inwoners, potentiële bewoners en tegelijkertijd verhoogt het de aantrekkelijkheid van onze gemeente voor toeristen en recreanten. Ook heeft de omgeving invloed op de waarde van het vastgoed. Zo bieden we zoveel mogelijk tegenwicht aan de negatieven gevolgen van de krimp.

Prettig wonen draagt ook bij aan het halen van de doelen vanuit WMO. De relatie tussen leefbaarheid en openbare ruimte uit zich ook bij onder andere parkeren, (veilige) bereikbaarheid van de algemene/openbare voorzieningen zoals scholen, sportaccommodaties, BMV2 (dorps- of gemeenschapshuizen) en de in onze gemeente aanwezige clusters van winkels en horeca.

We dragen, onder andere vanuit team Onderhoud, bij aan een hogere veiligheid door met een kritische blik te kijken naar ontwikkelingen in kernen. Daar waar aanwijzingen zijn van oneigenlijk en/of criminele activiteiten (bv dumpingen drugsafval) worden die gedeeld met de partijen die een rol spelen in het veiligheidsdomein. Hier ligt een link met programma 3.

We kiezen ieder jaar welke projecten we wel en nog niet oppakken. Hierin speelt de situatie ter plekke een belangrijke rol. Wat is de staat van onderhoud, ontstaat er mogelijk op korte termijn een

33 gevaarlijke situatie, welke kansen kunnen we in het gebied benutten en kunnen we zaken samenvoegen? Vanuit het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) zijn de kaders rondom verkeerskundige inrichting en verkeersveiligheid vastgelegd. Verkeer heeft een leidende rol binnen de prioritering van projecten en bij de inrichting van wegen.

Zoals gezegd zijn mobiliteit en verkeersveiligheid, naast de andere elementen in de openbare ruimte, een belangrijke factor. We voeren dit uit conform het GVVP. Bij besluitvorming hiervan is ook het thema om mogelijk te komen tot nieuwe aanvullende infrastructuur rondom Sint Odiliënberg aan de orde geweest. We brengen dit in bij de provincie Limburg in het kader van het Provinciaal Mobiliteitsplan.

De diverse kwaliteitsniveaus in de openbare ruimte, op het gebied van wegen, groen en riolering bijvoorbeeld, zijn vastgelegd in de betreffende beleidsdocumenten. We continueren de gekozen kwaliteitsniveaus. De benodigde budgetten moeten aansluiten bij de gekozen ambitie. Een waarschuwing voor de toekomst is aan de orde. We zien dat op alle vlakken de markt aantrekt. Goed personeel is schaars, grondstoffen worden duurder. We zien tekenen dat het prijspeil van materieel, materiaal en arbeid stijgt. Waarschijnlijk leidt dit op termijn tot stijging van de kosten, om hetzelfde kwaliteitsniveau in stand te houden. Zodra we hier meer concreet inzicht in hebben zullen we u hierover informeren.

Doel 1: Samen met inwoners werken aan integrale gebiedsgerichte projecten

Actie 1: Afronden reconstructie Roermondseweg. We zijn gestart met de reconstructie van de Roermondseweg, na een uitvoerig communicatietraject met omwonenden. 1e helft van 2019 ronden we deze werkzaamheden af.

Actie 2: Voorbereidingen treffen voor en uitvoering geven aan de reconstructie van de Hoofdstraat in Posterholt. We kiezen in de dorpen zoveel mogelijk voor een gebiedsgerichte aanpak. De Roermondseweg in Posterholt wordt op dit moment gereconstrueerd, de Oude Markt is net gerealiseerd. Het ontbrekende deel tussen beide trajecten pakken we nu ook op en realiseren we aansluitend aan de reconstructie van de Roermondseweg.

Actie 3: Voorbereidingen treffen voor groot onderhoud aan de Leropperweg binnen en buiten de bebouwde kom. De Leropperweg is in slechte staat. Samen met de inwoners van Lerop gaan we de reconstructie hiervan voorbereiden. Realisatie vindt plaats in 2020. In 2019 worden al diverse kabels en leidingen aangepast in het gebied.

Doel 2: Groenonderhoud op het gewenste niveau, met aandacht voor de mensen die dit werk doen

Actie 1: Besluit nemen over de toekomstige organisatie van team Onderhoud en het groenbedrijf. Vanwege ontwikkelingen in de samenwerking tussen Westrom en Prioverve, moeten we er rekening mee houden dat deze mogelijk eindigt. Daarnaast heeft de nieuwe aanbestedingswet gevolgen voor de aanbesteding van het groenonderhoud. Dit heeft grote gevolgen voor ons groenonderhoud en de onkruidbestrijding op verhardingen. In 2019 wordt met een éénjarige overeenkomst de uitvoering van het onderhoud (door Prioverve) gecontinueerd. Daarnaast onderzoeken we mogelijkheden om in

34 de toekomst Westrom medewerkers te detacheren bij team Onderhoud om deze werkzaamheden uit te voeren in eigen beheer.

Actie 2: Het nieuwe maaibeleid geeft een impuls aan natuurontwikkeling We geven anders invulling aan het maaien. We maaien minder en op andere tijdstippen. We zijn hiermee gestart in 2017 en zien dat dit de gewenste impuls geeft aan de ontwikkeling van natuur. We gaan verder met deze aanpak.

Doel 3: Naast een mooie en veilige omgeving voor onze inwoners dragen we ook bij aan recreatie en toerisme

Actie 1: Renoveren fietspaden In 2019 worden de fietspaden Boomstraat, Angsterweg, Vlodropperweg, Postweg en Waarderweg opgeknapt. Ze worden aangepast aan de richtlijnen van deze tijd, zoals juiste breedtes, zoveel mogelijk voorzien van duurzame elementen zoals beton en duurzame verlichting. We doen dit met cofinanciering van de provincie en dragen hiermee bij aan het aantrekkelijk maken en houden van de gemeente voor toeristen.

Actie 2: We geven een extra impuls aan onderhoud van recreatieve routes in de buitengebieden en het Nationaal Park In 2018 heeft het Routebureau de bebording van de recreatieve routes geïnspecteerd. Het onderhoud van de ondergrond doen we als gemeente zelf. Dit laatste met uitzondering van de wandelroutes in het Meinweggebied, die door Staatsbosbeheer worden onderhouden. Hierover gaan we betere afspraken maken. Voor wat betreft de gemeentelijke taken intensiveren we het onderhoud.

Doel 4: We dragen bij aan duurzaamheid

Actie 1: Afkoppelen van regenwater van de riolering, campagne Waterklaar In alle werkzaamheden onderzoeken we mogelijkheden regenwater niet af te voeren maar in het gebied te houden. Dit geeft minder wateroverlast doordat de riolering de hoeveelheden water niet aankan, en draagt bij aan het tegengaan van verdroging door het in standhouden van grondwaterstanden. Daarnaast wordt minder zuiver water naar een zuiveringsinstallatie getransporteerd. We stimuleren de inwoners om op eigen terrein ook af te koppelen.

Actie 2: Duurzame machines Bij aanschaf c.q. vervanging van vervoermiddelen en machines houden we rekening met de nieuwste normen en technieken op het gebied van uitstoot en verbruik. We bekijken tevens de mogelijkheden om meer brandstof aangedreven machines te vervangen door accu aangedreven machines.

Actie 3: In reconstructies van wegen en riolering en bij onderhoud aan de openbare verlichting houden we rekening met duurzaamheidsaspecten. Bij onderhoud aan de riolering doen we dit waar mogelijk van binnen uit (relining). Hierdoor hoeft niet de hele weg opengebroken te worden. Bij wegen maken we gebruik van duurzame, zoals gebakken of betonnen, materialen. We kiezen voor producten waarin gerecyclede materialen zijn toegepast. Bij openbare verlichting meten we na de theoretische afschrijvingstermijn de kwaliteit van de masten. Hieruit blijkt dat deze in veel gevallen nog niet vervangen hoeven te worden. Daarnaast

35 passen we LED verlichting toe bij vervanging van lampen. Daarmee zorgen we voor het meeste rendement, zowel vanuit financieel als milieuoogpunt

Grip op samenwerking We werken samen met Westrom / Prioverve op het gebied van groenonderhoud in de openbare ruimte. Daarnaast hebben we op het gebied van water en riolering regionale samenwerking (o.a. Limburgse Peelen), waarbij we aan het onderzoeken zijn hoe deze samenwerking in de toekomst verder vormgegeven kan worden.

Reguliere werkzaamheden In 2019 werken we ook aan de volgende reguliere taken:

 Beheer en onderhoud wegen, riolering, groen, verkeer, openbare verlichting, civiele kunstwerken en accommodaties*;  Op vraag advisering Omgevingsdienst bij vergunningen op het gebied van water, groen, uitwegen en evenementen;  Behandelen meldingen en klachten op het gebied van wegen, water, openbare verlichting, verkeer en groen*;  Integrale samenwerking met andere teams, onder andere bij ruimtelijke ontwikkelingen;  Samenwerkingsverbanden in de regio op het gebied van wegen, water, verkeer en groen;  We voldoen aan de verplichtingen vanuit de diverse Basisregistraties, zoals de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie en de BAG (Basisregistratie Administratie en Gebouwen). We hebben dit zo efficiënt mogelijk aangepakt. Vanuit de wettelijke kaders betekent het beheren van de BGT meer werk dan in het verleden. We hebben met gemeente Echt-Susteren afspraken gemaakt over de aanpak, vanuit het principe minder meerwerk. We benutten de kracht van de MER-samenwerking en maken gebruik van de expertise van Echt Susteren, zodat wij tegen zo laag mogelijke kosten kunnen voldoen aan deze wettelijke verplichting.

Betekenisvolle indicatoren:  Ontwikkeling buurt, 12% (2017) vindt de buurt erop vooruit gegaan (geeft een beeld)9. Komende metingen van de burgerpeiling van WSJG.nl moeten een trend weergeven.

Relatie met paragraaf kapitaalgoederen

Meerjarig perspectief integrale projecten We hebben een meerjarenprogramma ontwikkeld, gericht op integrale, en waar mogelijk gebiedsgerichte, reconstructies. Vanuit diverse disciplines is er aanleiding om zaken in de openbare ruimte te reconstrueren. Dit is niet alleen de onderhoudstoestand, maar ook ontwikkelingen op het gebied van riolering en water, groen of verkeer. We willen duidelijkheid scheppen in de grote integrale projecten voor de komende jaren. De prioritering wordt in grote mate bepaald vanuit het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan. Daarnaast voeren we nog (groot) asfaltonderhoud uit op diverse plekken in de gemeente, zowel plaatselijk als op grote delen van wegen. In al deze projecten speelt burgerparticipatie een belangrijke rol. We maken per project afspraken hoe we

9 Waarstaatjegemeente.nl

36 burgerparticipatie en communicatie vorm geven. Dit kan verschillen per project. We stellen voor de integrale projecten de volgende volgorde vast:

2019  Afronden realisatie Roermondseweg Posterholt  Renovatie fietspaden Angsterweg, Vlodropperweg, Boomstraat, Postweg Posterholt;  Renovatie fietspad Waarderweg;  Voorbereiden en uitvoering geven aan de reconstructie van de Hoofdstraat te Posterholt;  Voorbereiding treffen voor de reconstructie van de Sportlaan, Achter de Hoven, Wilhelminastraat, Julianastraat, Zandstraat Montfort;  Voorbereidingen treffen voor groot onderhoud aan de Leropperweg binnen en buiten de bebouwde kom, inclusief realisatie fietsstroken;  Voorbereidingen treffen voor de aanleg van een nieuwe fietsvoorziening langs de Rothenbacherweg Etsberg;  Starten met het treffen van voorbereidingen voor de reconstructie van het centrum (Markt) Vlodrop. 2020  Realisatie groot onderhoud Leropperweg binnen en buiten de bebouwde kom, inclusief realisatie fietsstroken;  Realisatie van de reconstructie van de Sportlaan, Achter de Hoven, Wilhelminastraat, Julianastraat, Zandstraat Montfort;  Realiseren van een nieuwe fietsvoorziening langs de Rothenbacherweg Etsberg;  Realisatie van groot onderhoud aan de Waarderweg;  Vervolg van de voorbereidingen voor de reconstructie van het centrum (Markt) Vlodrop;  Verwijderen diverse bomen Grote Bergerweg in verband met de toegankelijkheid van deze weg voor grote voertuigen;  Voorbereidingen treffen voor de reconstructie van de wegen in ’t Reutje;  Voorbereidingen treffen voor de reconstructie van de Bernhardlaan te Sint Odiliënberg. 2021/2022  Realisatie van de reconstructie van het centrum (Markt) Vlodrop;  Realisatie van de reconstructie van de Bernhardlaan te Sint Odiliënberg;  Realisatie van de reconstructie van de wegen in ’t Reutje;  Voorbereiding en realisatie van de reconstructie van de omgeving van de Rector van de Boornlaan in Posterholt;  Voorbereiding en realisatie van de reconstructie Dorpsstraat / Groenstraat Melick.

Wat mag het kosten? De belangrijkste fluctuatie in de lasten heeft betrekking op de stijgende kapitaallasten als gevolg van de investeringen in wegen en riolering. Voor het onderhoud en beheer van het groenonderhoud houden we rekening met een kostenstijging (€ 100.000). Dit is een gevolg van de nieuwe aanbesteding. Daarnaast is in 2020 voor de renovatie van de bomen aan de Grote Bergerweg € 100.000 opgenomen. Tot slot is rekening gehouden met € 15.000 structureel voor de herstructurering van gemeentelijke speelplekken.

37 Overzicht baten en lasten bedragen x € 1.000

6. Mobiliteit, infrastructuur en openbaar Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB groen 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten - 5.280 - 5.566 - 5.818 - 5.980 - 5.974 - 6.065 Baten 2.260 2.358 2.278 2.278 2.278 2.278 Totaal Saldo van baten en lasten - 3.021 - 3.208 - 3.540 - 3.702 - 3.696 - 3.787

Resultaat - 3.021 - 3.208 - 3.540 - 3.702 - 3.696 - 3.787

Overzicht incidentele baten en lasten bedragen x € 1.000

6. Mobiliteit, infrastructuur en openbaar groen Begroting MJB MJB MJB Incidentele baten en lasten 2019 2020 2021 2022 Incidentele lasten Renovatie bomen Grote Bergerweg - - 100 -

Totaal incidentele lasten - - 100 - -

Incidentele baten

Totaal incidentele baten - - - -

Totaal incidentele baten en lasten - - 100 - -

38 Programma 7 Bestuur, organisatie en dienstverlening

Inleiding Dit programma gaat vooral over HOE we werken. Een andere overheid is voor ons een overheid die meer dienend is aan de gemeenschap, minder van de regels en waar mogelijk ook goedkoper voor de gemeenschap. Onze manier van werken kenmerkt zich door de kernwaarden respect, gelijkwaardigheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid, zowel in de organisatie als naar de lokale samenleving. We werken steeds meer met in plaats van voor onze inwoners aan een krachtig Roerdalen. Dit doen we met een communicatieve organisatie en met medewerkers die ruimte krijgen voor het ontwikkelen van hun talenten. Daarvoor investeren we in verbetering van onze communicatie en dienstverlening. We dereguleren waar het kan en investeren in de ontwikkeling van burger- en overheidsparticipatie. Samen met de gemeenteraad werken we aan de ontwikkeling van ons lokaal bestuur; de manier waarop we inwoners kunnen betrekken bij beleidsontwikkeling, besluitvorming en uitvoering. We werken regionaal samen. Een toenemend aantal taken wordt uitgevoerd door verbonden partijen zoals de MER, Maasland en de Veiligheidsregio. We willen onze grip op deze samenwerking verbeteren. Het sleutelwoord is communicatie. Daarom investeren we fors in de verbetering hiervan in onze eigen organisatie. Daarnaast sturen we ook in de samenwerking op de kwaliteit van communicatie, bijvoorbeeld bij het servicecentrum MER. Veel inwoners hebben immers vooral contact met de gemeente via de Omgevingsdienst of de afdeling Sociaal Domein. Onze invloed daarop is minder direct, we sturen via de uitvoeringsplannen op de gewenste ontwikkeling.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Strategisch Programmadoel: Een eigentijdse, open en transparante vorm van besturen. Een communicatieve organisatie, die de kracht van de samenleving ondersteunt en stimuleert, ruimte geeft aan initiatieven en de gemeenschap als partner betrekt.

We werken aan de verbetering van de gemeentelijke organisatie, op weg naar een andere overheid. Het is een ontwikkeling waarin onze kernwaarden tastbaar worden. Zowel in alle contacten met inwoners en ondernemers, als in onze manier van besturen en organiseren. Vernieuwen betekent samen met inwoners ontdekken wat het beste werkt. Daarom zorgen we voor ruimte om te experimenteren; anders uitvoeren, anders verantwoorden, anders reguleren, anders organiseren en anders financieren. We willen de komende twee jaar ook geld beschikbaar stellen om experimenten mogelijk te maken. Succesvolle resultaten vertalen we in reguliere takenpakket. Wat we gaan doen stemmen we af met onze inwoners en ondernemers. Mogelijke onderwerpen zijn het nieuwe subsidiebeleid en het vergroten van het mandaat van de Sociaal wijkteams.

39 Doel 1: Communicatieve organisatie en toegankelijke dienstverlening waardoor inwoners zich gehoord, geholpen en betrokken voelen

Actie 1: Verbeteren werkprocessen We beoordelen onze werkprocessen vanuit het perspectief van onze inwoners en passen ze aan, zodat het voor inwoners waar mogelijk duidelijker, logischer en makkelijker wordt.

Actie 2: Verbeteren digitale dienstverlening We verbeteren onze digitale dienstverlening, waardoor inwoners en ondernemers steeds meer zaken zelf kunnen regelen via internet. Dit vergroot het gemak voor inwoners. Digitaal waar het kan, maar altijd persoonlijk. Post, balie en telefoon blijven uiteraard beschikbaar. Inwoners kiezen zelf wat voor hen het beste werkt.

Actie 3: Nieuwe website Met hulp van een aantal inwoners maken we een nieuwe website die in het eerste kwartaal van 2019 beschikbaar is.

Actie 4: Gegevensveiligheid We zorgen voor veilige en betrouwbare gegevens volgens de nieuwe AVG en wet digitale overheid

Actie 5: Veerkracht organisatie We investeren in de ontwikkeling van de veerkracht onze organisatie, zodat die beter in staat is mee te bewegen met de maatschappelijke ontwikkeling.

Doel 2: Minder en duidelijkere regels, doen wat nodig is

Actie 1: Deregulering We verminderen of vereenvoudigen het aantal regels. De regels die blijven zijn duidelijk en begrijpelijk. Daarmee willen de regeldruk voor onze inwoners én onze medewerkers beperken.

Actie 2: Werken vanuit de bedoeling Minder regelen, uitgaan van vertrouwen betekent meer werken vanuit de bedoeling van de regels in plaats van het strikt toepassen ervan. We zullen bewuster risico’s afwegen en accepteren.

Doel 3: Meer samenwerken met inwoners en ondernemers

Actie 1: Uitwerken van de begroting met inwoners Meerdere inwoners hebben aangegeven actief betrokken te willen zijn bij de uitvoering van de begroting. We nodigen hen uit dit samen vorm te geven. Al werkende ontwikkelen we zo de rolverdeling tussen inwoners en gemeente.

Actie 2: Aanbevelingen rekenkamercommissie uitvoeren We vertalen de aanbevelingen van de rekenkamercommissie over burgerinitiatieven (Roerdalen roert zich) samen met de gemeenteraad en onze inwoners in concrete acties. Onderdeel hiervan is de verkenning van een andere vergaderstructuur van de gemeenteraad en de raadsadviescommissie.

40 Actie 3: Experimenteerruimte We bepalen samen met onze inwoners en ondernemers welke taken of onderwerpen het meest kansrijk zijn om te experimenteren met nieuwe manieren van werken. Het gaat er om dat we sneller, effectiever en beter tot resultaten komen.

Grip op samenwerking Het MER servicecentrum is een verlengstuk van onze gemeentelijke organisatie op het gebied van de bedrijfsvoering, sociaal domein en de omgevingsdienst. We sturen op verbetering van de dienstverlening van de MER-organisatie. De verschillende afdelingen kennen een verschillend stadium van ontwikkeling: in 2020 willen we balans bereiken. Met het oog daarop willen we vanuit Roerdalen in 2019 op de volgende acties inzetten:  een integrale begroting 2020 voorbereiden;  de dienstverlening verbeteren naar het niveau van het Roerdalense dienstverleningsconcept;  onderzoeken of een onafhankelijke inrichting van MER-directie in een volgende fase beter past;  de investeringen op het gebied van informatisering en automatisering heroverwegen en de daarbij behorende projectenkalender actualiseren.

Daarnaast bepalen we in afstemming met de gemeenteraad welke sturingsinformatie de gemeenteraad nodig heeft om haar controlerende en kaderstellende taak richting verbonden partijen goed uit te kunnen voeren.

Reguliere werkzaamheden  Bestuursorganen;  Bestuursondersteuning B&W;  Bestuursondersteuning gemeenteraad/rekenkamer;  Burgerzaken;  Bestuurlijke samenwerking;  Planning- en controlcyclus;

Betekenisvolle indicatoren  Waardering directe dienstverlening, rapportcijfer, 6,77 (2017)10 Komende metingen van de burgerpeiling van WSJG.nl moeten een trend weergeven.

Wat mag het kosten? Voor de experimenteerruimte is voor 2019 € 100.000 opgenomen en voor 2020 € 200.000.

Door het Rijk worden jaarlijks de bedragen voor bezoldiging van het bestuur bepaald, hiervoor wordt de rijks cao gevolgd. Deze bezoldiging is afhankelijk van de grootte van de gemeente. Op basis van deze doorrekening nemen de salariskosten voor het bestuur toe met € 46.000,-- in 2019 oplopend naar € 56.000. Daarnaast is op basis van de doorrekening de storting in de voorziening pensioenverplichtingen wethouders met € 21.000 structureel gestegen.

In de raadsinformatiebrief van 14 augustus 2018 bent u geïnformeerd over de taakstelling en organisatieontwikkeling. In deze brief is geconcludeerd dat volgens de huidige inzichten de

10 Waarstaatjegemeente.nl/burgerpeiling.

41 taakstelling behaald wordt. Een deel van de bezuinigings-opbrengsten zijn ten goede gekomen aan de algemene middelen, waardoor de stelpost afgeboekt moet worden. Om te zorgen dat de ontwikkeling op het gebied van bedrijfsvoering (zowel binnen de MER als voor Roerdalen) door gaat wordt verwacht dat er een storting van € 100.000 nodig is in de reserve organisatieontwikkeling.

De verlaging van bijdrage aan het servicecentrum MER – bedrijfsvoering, als gevolg van efficiencyvoordelen, de afloop van de projectenkalender ICT en de aanpassing van de kostenverdeelsystematiek worden zichtbaar in de afnemende lasten.

De verwachting is dat de projecten in het kader van het programma digitale dienstverlening in 2018 financieel zijn afgerond. Deze kosten hiervoor worden gedekt uit de reserve.

Overzicht baten en lasten bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 7. Bestuur, organisatie en dienstverlening 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten - 9.099 - 10.610 - 9.060 - 8.702 - 8.580 - 8.541 Baten 632 394 373 373 373 373 Totaal Saldo van baten en lasten - 8.467 - 10.216 - 8.687 - 8.330 - 8.208 - 8.168

Mutatie reserves Toevoegingen - - - 100 - - - Onttrekkingen 625 1.627 326 - - - Totaal Mutatie reserves 625 1.627 226 - - -

Resultaat - 7.842 - 8.590 - 8.462 - 8.330 - 8.208 - 8.168

Overzicht mutaties reserves bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 7. Bestuur, organisatie en dienstverlening 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Toevoegingen Reserve organisatieontwikkeling - - - 100 - - - Totaal Toevoegingen - - - 100 - - -

Onttrekkingen Algemene reserve - 100 - - - - Reserve organisatieontwikkeling 268 561 159 - - - Reserve toerisme 5 - - - - - Reserve overige bestemmingen - 35 - - - - Reserve Progr. Dig. Dienstverlening 97 332 - - - - Res. uitv. proj.kalender realisatie MER info.arch. 255 598 167 - - - Totaal Onttrekkingen 625 1.627 326 - - -

Totaal mutatie reserves 625 1.627 226 - - -

42 Overzicht incidentele baten en lasten bedragen x € 1.000

7. Bestuur, organisatie en dienstverlening Begroting MJB MJB MJB Incidentele baten en lasten 2019 2020 2021 2022 Incidentele lasten Experimenteerruimte - 100 - 200 Bijdrage GR MER ict, projectenkalender 1.0 - 7 Bijdrage GR MER ict, projectenkalender 2.0 - 160 - - - Totaal incidentele lasten - 267 - 200 - -

Incidentele baten onttrekking reserve projectenkalender I&A MER 167

Totaal incidentele baten 167 - - -

Totaal incidentele baten en lasten - 100 - 200 - -

Overzicht kosten overhead en incidentele baten en lasten bedrijfsvoering Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat de baten en lasten van overhead niet meer onder de afzonderlijke programma’s mogen worden opgenomen. Overhead is gedefinieerd als 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van het primaire proces'. Deze kosten zijn verantwoord in dit programma. De geraamde kosten voor overhead voor de begroting 2019 zijn als volgt: bedragen x € 1.000 Overhead 2019

Personeelskosten - 2.847 Bedrijfsvoering - 425 Bedrijfsvoering MER - 1.928 ICT kosten - 327 Huisvestingskosten - 253 Bedrijfsmiddelen openbare werken - 375 Communicatie - 132 Totaal -6.289

bedragen x € 1.000

Bedrijfsvoering Begroting MJB MJB MJB Incidentele baten en lasten 2019 2020 2021 2022 Incidentele lasten Kosten verdere organisatieontwikkeling - 44

Totaal incidentele lasten - 44 - - -

Incidentele baten onttrekking reserve organisatieontwikkeling. 44 onttrekking reserve organisatieontwikkeling t.b.v. dorpsgericht werken. 114

Totaal incidentele baten 159 - - -

Totaal incidentele baten en lasten 114 - - -

43 Programma 8 Algemene middelen

Inleiding In dit programma staat de financiële positie van de gemeente Roerdalen centraal. Een solide financiële positie is randvoorwaardelijk voor het realiseren van onze ambities. Er moet ruimte zijn om te investeren, zodat de leefbaarheid in onze gemeente duurzaam wordt verstrekt. Het programma draagt vanuit dat oogpunt indirect bij aan de verbindende thema’s.

Dit programma zorgt op zich zelf niet voor een solide financiële positie, maar we beschrijven hier wel het strategische doel in dit kader.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Strategisch Programmadoel: Een duurzaam gezonde financiële huishouding van de gemeente.

Wij willen een sluitende begroting met een gezond meerjarenperspectief. We streven naar jaarlijks repressief toezicht van de provincie. We hebben voldoende middelen beschikbaar voor het opvangen van tegenvallers. Dat wil niet zeggen dat we een risicomijdende gemeente zijn. We hebben echter een bewuste risicohouding. De schuldpositie van de gemeente bevindt zich op een verantwoord niveau.

De lastendruk voor de burgers heeft een acceptabel niveau. Voor ons betekent dit in ieder geval dat op de plaatsen waar zich dit voordoet, zoveel mogelijk gestreefd wordt naar kostendekkendheid. Ofwel de gebruiker betaalt. Daarnaast nemen de algemene belastingen niet meer toe dan noodzakelijk is.

De effecten op de verschillende onderdelen van de financiële positie zijn uitgewerkt in de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing, de paragraaf financiering en de paragraaf lokale heffingen. Hier zijn tevens de kengetallen weergegeven die hiermee samenhangen.

Grip op samenwerking Belastingsamenwerking gemeenten en waterschap (BsGW) De heffing en inning van belastingen wordt uitgevoerd door de BsGW. Hiermee hebben we de kwaliteit geborgd, zijn we efficiënter gaan werken en heeft er kostenreductie plaatsgevonden. De gemeenteraad bepaalt nog wel zelf welke belastingen er geheven worden en welke voorwaarden en tarieven gehanteerd worden.

Servicecentrum MER-Bedrijfsvoering (SC-MER BV) Een groot deel van de uitvoering van de treasuryfunctie vindt plaats binnen SC-MER BV. Wij stellen hiervoor wel de kaders. De SC-MER BV doet de dagelijkse uitvoering en adviseert over het aantrekken en uitzetten van gelden.

Verschillende deelnemingen Wij hebben aandelen in bezit van een aantal vennootschappen. Hoewel er geen direct belang is bij het aanhouden van deze aandelen, krijgen we ieder jaar dividend hiervan uitgekeerd.

44 Reguliere werkzaamheden  Heffing en inning van belastingen (zie paragraaf lokale heffingen)  Uitvoeren treasuryfunctie (zie paragaaf financiering)  Aandelenbeheer (zie paragraaf verbonden partijen)  Analyse en berekeningen gemeentefonds

Wat mag het kosten? De financieringskosten nemen als gevolg van hogere rentelasten toe met € 76.000. De fluctuaties in de gemeentefondsuitkering zorgen voor grote verschillen in baten van de verschillende jaren. Daarnaast stijgen de opbrengsten door de verhoging van de toeristenbelasting en de onroerendzaakbelasting.

Overzicht baten en lasten bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 8. Algemene middelen 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten - 358 - 751 - 1.008 - 1.089 - 971 - 956 Baten 32.274 34.026 34.662 34.908 35.088 35.182 Totaal Saldo van baten en lasten 31.915 33.274 33.654 33.819 34.117 34.226

Mutatie reserves Toevoegingen - 1.901 - 1.552 - 41 - 41 - 41 - 41 Onttrekkingen 1.957 1.600 340 290 90 90 Totaal Mutatie reserves 56 49 299 249 49 49

Resultaat 31.971 33.323 33.953 34.068 34.166 34.275

Overzicht mutaties reserves

bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB 8. Algemene middelen 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Toevoegingen Algemene reserve - 255 - 1.351 - - - - Reserve organisatieontwikkeling - 545 - - - - - Reserve toerisme - 56 - 41 - 41 - 41 - 41 - 41 Reserve Decentralisaties - 142 - - - - - Reserve overige bestemmingen - - 160 - - - - Res. uitv. proj.kalender realisatie MER info.arch. - 455 - - - - - Reserve Programmaplan Omgevingswet - 449 - - - - - Totaal Toevoegingen - 1.901 - 1.552 - 41 - 41 - 41 - 41

Onttrekkingen Algemene reserve 1.449 160 - - - - Reserve bouwgrondexploitatie 135 611 250 200 - - Reserve strategische aankopen - 740 - - - - Reserve dekking investeringen economisch nut 90 90 90 90 90 90 Mutatie reserve 0 - - - - - Saldi reserve 284 - - - - - Totaal Onttrekkingen 1.957 1.600 340 290 90 90

Totaal mutatie reserves 56 49 299 249 49 49

45 Overzicht incidentele baten en lasten

bedragen x € 1.000

8. Algemene middelen Begroting MJB MJB MJB Incidentele baten en lasten 2019 2020 2021 2022 Incidentele lasten

Totaal incidentele lasten - - - -

Incidentele baten Onttrekking reserve Bouwgrondexploitatie 250 200 - -

Totaal incidentele baten 250 200 - -

Totaal incidentele baten en lasten 250 200 - -

Algemene dekkingsmiddelen In de eerste zeven programma’s zijn de specifieke baten per programma opgenomen. Het grootste deel van de baten van de gemeenten kan niet rechtstreeks worden toegerekend aan een inhoudelijk programma. De belangrijkste algemene dekkingsmiddelen zijn de gemeentefondsuitkering, de belastingen en de opbrengsten van obligaties en aandelen.

Belastingen Voor een toelichting op de belastingen verwijzen we naar de paragraaf lokalen heffingen.

Gemeentefondsuitkering Het gemeentefonds kent drie uitkeringstypen:  Algemene uitkering  Decentralisatie- en integratie-uitkeringen  Aanvullende uitkeringen De algemene uitkering is de grootste inkomstenpost voor de gemeente. Wij kunnen dit geld naar eigen inzicht besteden aan medebewindstaken of autonoom beleid. De verdeling van de algemene uitkering vindt plaats via diversen verdeelmaatstaven. De decentralisatie- en integratie-uitkeringen zijn van tijdelijke aard. De duur hiervan is maximaal 5 jaar. De reden voor deze uitkeringen kunnen zijn dat er een andere verdeelsystematiek wordt gevolgd of een andere indexering plaats vindt. Er kunnen door het rijk beleidsafspraken over gemaakt worden. Aanvullende uitkeringen zijn uitkeringen die gemeenten specifiek krijgen, bijvoorbeeld artikel 12 uitkering. Deze uitkeringen worden bekostigd uit de gemeentefondsuitkering en worden dus door alle gemeenten gezamenlijk betaald. De gemeente Roerdalen heeft geen aanvullende uitkeringen.

De ontwikkeling van het gemeentefonds hangt af van de ontwikkeling van de uitgaven van het Rijk. Stijgen deze uitgaven dan groeit het gemeentefonds, dalen deze uitgaven dan krimpt het gemeentefonds. Dit is de normeringssystematiek die ook wel de “samen de trap op, samen de trap- af methode” wordt genoemd. Het ministerie van Binnenlandse Zaken informeert de gemeenten in diversen circulaires over het verloop van het gemeentefonds.

In onderstaand overzicht is de opbouw van de gemeentefondsuitkering voor de gemeente Roerdalen weergegeven. De gemeentefondsuitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2018.

46 bedragen x € 1.000 Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB Gemeentefondsuitkering 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Algemene Uitkering 14.902 16.072 25.064 25.430 25.747 25.950 Integratie uitkering Sociaal deelfonds 10.193 10.565 3.827 3.632 3.508 3.404 Integratie uitkering WMO-hulp bij het huidhouden 1.768 1.840 - - - - Overige integratie en decentralisatie uitkeringen 377 297 296 306 293 293 Subtotaal 27.240 28.774 29.187 29.368 29.548 29.647

Verrekening voorgaande jaren 3

Totaal Algemene Uitkering 27.243 28.774 29.187 29.368 29.548 29.647

Vanaf 2019 is het grootste deel van de integratie-uitkeringen voor het sociaal domein geïntegreerd in de algemene uitkering (sociaal deelfonds en WMO-hulp bij het huishouden). Voor het deel participatie dat betrekking heeft op de sociale werkvoorziening en voor de gelden die we krijgen voor de uitvoering van de taken in het kader van voogdij voor 18+ zijn nog wel integratie-uitkeringen opgenomen.

In de raadsinformatiebrieven van 17 april 2018 en van 3 juli 2018 hebben wij u geïnformeerd over de effecten van de maart- en meicirculaire 2018. De belangrijkste redenen voor de stijging van de gemeentefondsuitkering hebben te maken met de hogere uitgaven van het Rijk. Een deel van deze stijging heeft te maken met de uitvoering van het interbestuurlijk programma (IBP).11

Treasury We ontvangen jaarlijks dividenduitkeringen, omdat we aandelen bezitten in onder andere de Bank Nederlandse Gemeenten en Enexis BV. De raming van het dividend is uitgegaan van de ontvangsten van eerdere jaren. Naast het dividend op aandelen, valt hier ook de beleggingsopbrengst van de obligaties onder. Door de invoering van het schatkistbankieren, mag de gemeente de vrijgevallen obligaties niet opnieuw beleggen. Dit heeft tot gevolg dat onze rente-inkomsten naar de toekomst afnemen.

Voor een nadere toelichting op treasury verwijzen we naar de paragraaf financiering.

Onvoorzien We nemen in de begroting een bedrag van € 100.000 op voor onvoorziene uitgaven.

11 In het IBP zijn afspraken gemaakt over grote maatschappelijke opgaven die de verschillende overheden gezamenlijk gaan oppakken. Het betreft opgaven die de grenzen van een gemeente of regio overschrijden.

47 48 Paragrafen

Het karakter van een paragraaf in de programmabegroting is dat het een onderwerp behandelt dat invloed heeft op meerdere programma’s van de begroting.

Paragraaf Bedrijfsvoering

Sinds juli 2017 zijn de bedrijfsvoeringstaken grotendeels ondergebracht bij het Servicecentrum MER. Deze afdeling bedrijfsvoering binnen het Servicecentrum is dus nog betrekkelijk jong. Dat is nu nog goed merkbaar. Verschillende opstartproblemen zijn aan de orde. Bijvoorbeeld: de werkprocessen binnen bedrijfsvoering moeten beter op elkaar worden afgestemd. Daarnaast waren vanaf de start van de nieuwe afdeling enkele belangrijke functies vacant en zijn er wisselingen in sleutelfuncties geweest.

Ons uitgangspunt is dat vooruitgang wordt geboekt op de zogenaamde drie k’s12 met de samenvoeging van de bedrijfsvoeringstaken binnen de MER. Rekening houdend met de organisatieontwikkeling van het Servicecentrum is zoals afgesproken het de bedoeling dat in de MER begroting 2020 een duurzaam perspectief zichtbaar is. Het effect van de opstartproblemen is, dat de professionalisering van onze eigen gemeentelijke bedrijfsvoering en de ontwikkeling van het opdrachtgeverschap met de concern control en business- control rollen voor onze organisatie minder voorspoedig verlopen.

Daar boven op komen de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering. Hoe meer zaken digitaal gaan, hoe meer eisen er ook gesteld zijn aan stabiliteit, betrouwbaarheid, veiligheid en kwaliteit van de digitale informatiestromen. Er is informatie-uitwisseling tussen gemeente en inwoners, maar ook tussen overheden of tussen gemeente en professionele organisaties. Vandaar dat de organisatie en borging van informatieveiligheid, privacy, en verantwoording via ENSIA13 voor bedrijfsvoering aandachtspunten zijn. Afgelopen jaar is hierover nieuwe wetgeving van kracht geworden. Het streven is deze zaken in ieder geval goed geregeld te hebben, zodat onze burgers, bedrijven en ketenpartners er op kunnen vertrouwen dat gegevens bij de gemeente in goede handen zijn.

Met de aantrekkende economie ontstaat er schaarste op de arbeidsmarkt. Het wordt steeds lastiger onze vacatures goed ingevuld te krijgen. Daarom gaan we waar mogelijk gebruik maken van trainees die worden begeleid door ervaren krachten. Ook verwachten we dat we vaker capaciteit moeten inhuren om alle taken goed uit te voeren

De ambtelijke organisatie van de gemeente Roerdalen bestaat uit 90,5 fte (fulltime-equivalenten). Dit is inclusief de griffie. In de begroting is hier voor een totale loonsom van afgerond € 6,2 miljoen. In onderstaande tabel is de verdeling van alle fte’s over de verschillende teams opgenomen.

12 Klanttevredenheid, kosten efficiency, kwaliteit. 13 ENSIA: Eenduidige Normatiek Single Information Audit heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren door het toezicht te bundelen en aan te sluiten op de gemeentelijke Planning & Control cyclus. Hierdoor heeft het gemeentebestuur meer overzicht over de stand van zaken van de informatieveiligheid en kan het hier ook beter op sturen. 49 Overzicht personeel: (bron: geactualiseerd functieboek medio 2018).

Sinds de invoering van de nieuwe BBV voorschriften (2016) zijn er op het gebied van bedrijfsvoering indicatoren vastgesteld die verplicht opgenomen worden in de begroting en jaarrekening. In onderstaande tabel zijn deze vijf indicatoren bepaald op basis van alle actuele gegevens van deze begroting. Ter vergelijking zijn de werkelijke indicatoren vanuit het jaar 2017 opgenomen.

Indicator Toelichting 2017 2019 Formatie De toegestane formatie in fte's per 5,30 4,37 * 1.000 inwoners Bezetting De werkelijke bezetting in fte's per 5,10 4,05 1.000 inwoners Apparaatskosten Overhead en direct toewijsbare € 452 € 400 bedrijfskosten aan producten per inwoner Externe inhuur Kosten inhuur externe als % van de 24,3% 14,8% ** totale loonsom + de kosten inhuur externen Overhead % van de kosten voor de overhead ten 14,3% 13,3% opzichte van de totale lasten

* Incl. griffie 2,0 fte en 0,89 tijdelijke inzet tot 1/8/2019 bij team MO ** Betreft inhuur ziekte, Westrom en externe inhuur t.l.v. vacature ruimte

50 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding Het grondgebied van de gemeente Roerdalen beslaat een oppervlakte van ongeveer 88,5 km². Hier wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd. De gemeente heeft daarbij de directe zorg voor de noodzakelijke infrastructuur zoals wegen, riolering, bruggen, groen, openbare verlichting, sport- en spelfaciliteiten en een aantal gebouwen. Een groot deel van het vermogen van de gemeente bestaat uit deze kapitaalgoederen. Deze bevinden zich meestal op, maar ook onder de grond. Op deze kapitaalgoederen wordt over meerdere jaren afgeschreven. De levensduur wordt gemaximaliseerd door planmatig en adequaat onderhoud aan de kapitaalgoederen te plegen. De kapitaalgoederen bepalen grotendeels de kwaliteit van de openbare ruimte. In deze paragraaf worden de kaders gesteld voor het onderhoud van de infrastructuur.

De huidige kwaliteitsniveaus zijn vastgelegd in de betreffende beleidsdocumenten. We continueren de gekozen kwaliteitsniveaus. De benodigde budgetten moeten aansluiten bij de gekozen ambitie. Een waarschuwing voor de toekomst is aan de orde. We zien dat op alle vlakken de markt aantrekt. Goed personeel is schaars, grondstoffen worden duurder. We zien tekenen dat het prijspeil van materieel, materiaal en arbeid stijgt. Waarschijnlijk leidt dit op termijn tot stijging van de kosten, om hetzelfde kwaliteitsniveau in stand te houden. Zodra we hier meer concreet inzicht in hebben zullen we u hierover informeren.

Riolering en water Het GRP 2017-2021 en het Waterketenplan zijn het kader op het gebied van riolering en water. Hierin komt de regionale samenwerking verder tot uitdrukking en is ook gekeken naar de veranderende klimatologische omstandigheden. De stimuleringsregeling voor het afkoppelen van hemelwater is een goed voorbeeld hiervan. Onderzocht wordt of nog verdergaande samenwerking op onderdelen gunstiger kan zijn.

Voor het onderhoud aan en vervanging van rioleringen zijn de volgende bedragen beschikbaar.

Bedragen * € 1.000 2019 2020 2021 2022 regulier onderhoud openbaar groen 275 275 275 275 (vervangings)investeringen openbaar groen 1.182 1.182 1.182 1.182

Wegen De onderhoudsplicht van de wegen valt onder de Wegenwet. Als wegbeheerder is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de wegen. De gemeente vindt het belangrijk om het onderhoudspeil van de wegen op een kwalitatief voldoende niveau te brengen en te houden. Conform het wegenbeleidsplan onderhouden we de verharde wegen binnen de kernen op niveau basis (cf. CROW normen) en de wegen in het buitengebied op niveau laag, met uitzondering van de recreatieve routes en verbindingswegen.

51 We hebben een meerjarenprogramma ontwikkeld, zie hiervoor tevens programma 6. In 2019 worden onder andere de volgende investerings- en onderhoudswerken uitgevoerd: - Afronden realisatie Roermondseweg Posterholt; - Renovatie fietspaden Angsterweg, Vlodropperweg, Boomstraat, Postweg Posterholt; - Renovatie fietspad Waarderweg; - Groot onderhoud Camerberg en Beatrixweg Montfort, Irenelaan en Margrietlaan Melick;

Daarnaast worden asfaltwegen, elementenverhardingen en andere onderdelen in de openbare ruimte regulier onderhouden. We hebben hierbij het volgende ambitieniveau vastgesteld:

Voor het onderhoud aan en vervanging van verhardingen zijn de volgende bedragen beschikbaar. Uit het wegenbeheerplan volgen de gemiddelde budgetten benodigd om het onderhoudsniveau te bereiken en handhaven. Vervolgens verwerken we de investeringsbedragen per jaar op basis van de planning van de werkzaamheden. Zie hiervoor het investeringsschema.

Bedragen * € 1.000 2019 2020 2021 2022 regulier onderhoud openbaar groen 814 814 814 814 (vervangings)investeringen openbaar groen 1.302 1.302 1.302 1.302

Openbare verlichting Goede openbare verlichting draagt bij aan het veiligheidsgevoel van inwoners en de leefbaarheid in de gemeente. Openbare verlichting is ook belangrijk voor de verkeersveiligheid. Het nieuwe Beleidsplan Openbare Verlichting is door de gemeenteraad vastgesteld. We dragen daarmee ook bij aan duurzaamheid. We passen LED-verlichting toe. De lichtmasten vervangen we pas als het echt nodig is.

52 Eind 2018 loopt het huidige beheer- en onderhoudsovereenkomst af. Dit speelt niet alleen in Roerdalen, maar tevens in Echt-Susteren en . We werken gefaseerd naar nieuwe beheer- en onderhoudsafspraken. De aanbesteding voor het beheer van de openbare verlichting in de gemeente is afgerond. Daarnaast is in 2018 het onderhoud aanbesteed. Beide aanbestedingen hebben we samen met Echt Susteren en Maasgouw gedaan. Vanaf 2019 gaan werken we volgens de nieuwe overeenkomsten.

Voor het onderhoud aan en de vervanging van de openbare verlichting zijn de volgende bedragen beschikbaar:

Bedragen * € 1.000 2019 2020 2021 2022 regulier onderhoud openbaar groen 114 114 114 114 (vervangings)investeringen openbaar groen 108 108 108 108

Openbaar groen Roerdalen beschikt over circa 100 hectare groen in de vorm van plantsoenen en gazons en zo’n 21.000 bomen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de groene ligging een groot deel van het uiterlijke aanzien van onze gemeente bepaalt. De kwaliteit van de openbare ruimte en in dit geval het groen maakt Roerdalen een aantrekkelijke gemeente om in te wonen en te recreëren. Het is voor ons daarom belangrijk de groene landschappelijke uitstraling zoveel mogelijk te behouden. Tussen deze paragraaf en programma 6 zit een verbinding. In het programma leest u meer over de beleidskeuzes en onderhoudsniveaus. We handhaven de vastgestelde onderhoudsniveaus in 2019 en verder.

In verband met de toegankelijkheid van de Grote Bergerweg voor grote landbouwvoertuigen en vrachtverkeer is het noodzakelijk diverse bomen te verwijderen langs deze weg. Dit is met name van belang omdat dit een belangrijke weg is voor verkeer richting Montfort / het Landbouwontwikkelingsgebied en omgeving. De renovatie van de bomenrij(en) was oorspronkelijk gepland voor 2018. Hier is een bedrag mee gemoeid van €100.000, -. Het is noodzakelijk dit op korte termijn (1-3 jaar) uit te voeren. Gezien de druk op de begroting voor 2018 is toen besloten dit niet in 2018 maar in 2020 te realiseren.

Bedragen die beschikbaar zijn voor het onderhoud openbaar groen: Bedragen * € 1.000 2019 2020 2021 2022 regulier onderhoud openbaar groen 1.071 1.086 1.086 1.086 (vervangings)investeringen openbaar groen - 100 - -

Civiele kunstwerken Binnen de gemeente Roerdalen liggen 38 civiele kunstwerken. Dit zijn bruggen, viaducten, etc. Meer dan de helft van deze kunstwerken is aangelegd in de jaren ’70 en ’80. Het betreft met name betonnen kunstwerken.

Kunstwerken maken een essentieel onderdeel uit van een deugdelijk functionerend en veilig netwerk. Voor het beheer en onderhoud is per jaar een bedrag van € 90.000 - € 100.000,- nodig. In de programmabegroting 2018-2021 is besloten hiervoor in 2018 €50.000,- op te nemen reserveren en dit in 2019 te verhogen met € 25.000,-. Vanaf 2020 verhogen we dit verder tot structureel € 95.000,-.

53 Gebouwen Relatie met de programma’s De hoofddoelstelling in het programma Krachtige Dorpen is om dorpskernen met veel sociale samenhang en passende basisvoorzieningen te realiseren en/of te behouden. Hierin ligt een directie relatie met de begrotingsprogramma’s 1 en 6. We onderscheiden 3 categorieën:  Accommodatiebeleid: Dit is actueel, hierover zijn in 2017 en begin 2018 meerdere besluiten genomen. In 2018 en 2019 wordt uitvoering gegeven aan deze besluiten en worden ter afronding van dit thema ook nog enkele besluiten voorbereid.  Overig vastgoed, dat niet onder accommodatiebeleid valt: in 2018 is het merendeel van het “overtollige” vastgoed afgestoten en is gestart met het onderzoeken van de toekomst van het maatschappelijk vastgoed dat niet onder het accommodatiebeleid valt (buitenbaden, jeugdhuizen, buurthuizen). De bedoeling is om medio 2019 keuzes voor dit vastgoed ter besluitvorming voor te leggen aan de gemeenteraad  Cultureel vastgoed: In 2018 is gestart met onderzoeken van alternatieven voor dit vastgoed en de bedoeling is om begin 2019 keuzes hiervoor ter besluitvorming voor te leggen (molens, kapellen, wegkruizen).

Onderhoud Voor al het gemeentelijke vastgoed zijn de meerjarige onderhoudsplannen (MOP’s) geactualiseerd voor de gebouwen die behouden blijven. De onderhoudskosten uit de MOP’s zijn opgenomen in de meerjarenbegroting. Opname in de begroting en uitvoering van de MOP’s van het overige vastgoed gebeurt afhankelijk van besluitvorming. Tot die tijd wordt onderhoud in relatie met veiligheid, wet- en regelgeving uitgevoerd. Hiermee wordt ook beoogd om risico’s van hoge kosten als gevolg van achterstallig onderhoud te beperken.

Basisschool ’t Kempke Sint Odiliënberg U heeft in 2017 een besluit genomen over basisschool ’t Kempke in Sint Odiliënberg; door prijsstijgingen in de periode tussen besluitvorming en gunning is het vooraf berekende projectbudget ontoereikend gebleken. Over de benodigde hogere gemeentelijke bijdrage in het project als gevolg hiervan, is in september 2018 een besluit genomen. De financiële gevolgen hiervan zijn ca. €12.000,- hogere jaarlijkse afschrijving en circa €5.000,- hogere jaarlijkse lasten.

Lasten verbonden aan vastgoed Door verkoop van “overtollig” vastgoed besparen we structureel op beheer- en onderhoudslasten. Dit bereiken we ook met de overdracht van accommodaties naar beheerstichtingen (burgerinitiatieven). Anderzijds dragen we incidenteel en structureel bij in de realisatie, respectievelijk de exploitatie van deze accommodaties. De opdracht om vanaf 2017 tegen structureel lagere kosten te opereren is grotendeels afgerond. Het resterende deel van deze opdracht zal gerealiseerd worden met de afronding van het accommodatiebeleid.

54 Paragraaf Gemeentelijk grondbeleid

Beleidskaders Grondposities zijn belangrijk voor ons. Zij helpen ons om ruimtelijke doelen te realiseren. Deze ruimtelijke doelen zijn vastgelegd in de structuurvisie Roerdalen 2030 en in de bestemmingsplannen. Ook de structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg is een belangrijk kader voor het grondbeleid. Momenteel wordt gewerkt aan een actualisatie van deze structuurvisie. Daarnaast is er de Kadernota grondbeleid 2016-2019 en de uitwerkingsnota grondbeleid, waarin de kaders worden gesteld waarbinnen het grondbeleid wordt uitgevoerd en grondzaken worden afgehandeld. De Kadernota en uitwerkingsnota worden in 2019/2020 geactualiseerd.

Bouwgrondexploitatie

Ontwikkelingen De stagnatie die zich de afgelopen jaren heeft voorgedaan in de woningbouw als gevolg van de sombere economische situatie, lijkt voorbij. De vraag is echter of de huidige, aantrekkende, woningmarkt doorzet. Daarnaast is nog niet duidelijk wat de invloed is van de recente toestroom van statushouders.

De behoefte aan een transformatie van de bestaande woningmarkt (vaak particulier eigendom) wordt steeds prominenter. Het huidige aanbod sluit niet meer aan op de toekomstige vraag. In de ontwikkelingen worden de regionale afspraken steeds belangrijker. Samen richten we onze aandacht de komende jaren vooral op het bewust maken van onze inwoners zodat ze langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Daarom communiceren en stimuleren we mogelijkheden om woningen duurzamer (levensloopbestendiger en energiezuiniger) te maken.

Bouwgrondexploitatie Wij hebben nog drie grotere uitbreidings- of uitleggebieden in eigendom die bestemd zijn voor woningbouw. Dit zijn Wienkeskoel ll in Melick, Oortjensveld III in Herkenbosch en Holsterveld in Vlodrop. Aanvullende nieuwe uitbreidings- of uitleggebieden zijn niet gepland door de afnemende behoefte die vanuit de bevolkings- en huishoudensprognoses wordt voorspeld. Daarom wordt binnen de gemeente Roerdalen een passief grondbeleid gehanteerd en worden er geen nieuwe uitbreidingslocaties voor woningbouw aangekocht. Een focus ligt daarom op inbreidingslocaties en op de mogelijkheden tot de herontwikkeling van vrijkomende gronden en stedenbouwkundig rotte plekken in afstemming met de behoefte. Een woningbehoefteonderzoek is in 2018 uitgevoerd, om op basis van de juiste gegevens een goede afweging te kunnen maken. Momenteel wordt het woningbehoefteonderzoek gebruikt als bouwsteen voor de actualisatie van de structuurvisie Wonen Zorg en Leefomgeving (gereed voor de zomer van 2019).

Bouwgrond is een middel om het gemeentelijke ruimtelijk beleid te realiseren. De gemeente richt zich op doelen met een algemeen sociaal maatschappelijk belang. Het voeren van een marktconform grondprijsbeleid wordt hierbij steeds belangrijker. Overeenkomstig de wettelijke eisen moeten de bouwgrondprijzen op basis van een onafhankelijk onderzoek regelmatig worden geëvalueerd. In 2013 heeft een dergelijk onafhankelijk onderzoek plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in het adviesrapport "Grondprijzen woningmarkt Roerdalen" dat een woningmarktanalyse en grondprijsadvies bevat.

Braakliggende bouwkavels kunnen, totdat deze worden verkocht, verpacht worden aan agrariërs.

55 De gemeente bespaart hierdoor op de onderhoudskosten van deze gronden. Ondanks deze aanpassingen verwachten we nog steeds een positief resultaat op elk complex, al is dat waarschijnlijk lager dan voorheen:  De exploitatie voor Holsterveld (Vlodrop) is reeds enkele jaren gesloten. Er zal onderzocht gaan worden wat ter plaatse nog mogelijk is in relatie tot de nieuwe structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving.  In Oortjensveld III (Herkenbosch) is gestart met de verkoop van de toplocaties aan de Dukatenlaan om extra inkomsten te genereren. In 2018 zijn de eerste kavels in de verkoop gezet. Voor enkele kavels zijn inmiddels koopovereenkomsten aangegaan. De resterende kavels volgen in 2019/2020. De grondprijzen per m2 voor deze toplocaties zijn hoger vastgesteld. Buiten de verkoop van de kavels aan de Dukatenlaan worden ook de laatste percelen aan de Daalderdreef en Muntsingel, conform eerdere afspraken, verkocht aan een ontwikkelaar. Aangezien er gebleken is dat er een hoge parkeerdruk ontstaat in de wijk heeft het college besloten minder bouwgrond te verkopen en een (tijdelijke) parkeerplaats te verplaatsen naar een permanente plek. Hierdoor zijn de opbrengsten van de grondverkoop naar verwachting circa €70.000 lager. Hiermee wordt wel een parkeerprobleem in de wijk voorkomen.  In Wienkeskoel II (Melick) dekken de gerealiseerde verkopen op dit moment ruimschoots alle reeds gemaakte kosten. Dit geldt ook voor de kosten die we nog zullen maken en de verkopen die we nog moeten realiseren. In 2018 zijn de laatste 4 kavels in de verkoop gegaan en inmiddels zijn voor alle kavels koopovereenkomsten gesloten. Na de bouw van de woningen kunnen de laatste werkzaamheden aangaande het woonrijp maken worden uitgevoerd. Als er behoefte aan is, kunnen we het plangebied nog uitbreiden. Financieel houden we daar nu nog geen rekening mee.

(bedragen * € 1.000) Huidige Prognose 2018-2020 Waarde eind waarde Lasten Baten doorlooptijd Oortjensveld -313 -136 953 504 Wienkeskoel 691 -183 319 827 378 -319 1.272 1.330

(bedragen * € 1.000) Winstneming per jaar Totale winst- 2018 2019 2020 neming Oortjensveld 117 192 194 504 Wienkeskoel 271 556 0 827 388 748 194 1.330

De winstneming wordt in de reserve bouwgrondexploitatie gestort. Als de winsten worden gebruikt voor dekking van het begrotingssaldo worden deze hieruit onttrokken. In de winstneming is nog geen rekening gehouden met de vennootschapsbelasting die hierover betaald moet worden. De mogelijke betaling hiervan wordt ten laste gebracht van de reserve bouwgrondexploitatie.

Landbouwgrond Als gemeente hebben we ongeveer 470 ha landbouwgrond in eigendom. Deze gronden verpachten we grotendeels langjarig middels reguliere (langjarige) pachtcontracten. Daarnaast verpachten we nog ongeveer 31 ha voor periodes van 1, 3 of 6 jaar middels liberale pachtcontracten; deze grond

56 kunnen we in principe inzetten voor gebiedsontwikkelingen. Afgelopen jaren is het areaal kortlopende pacht teruggelopen, omdat dit is ingezet om ruimtelijke- en natuurontwikkelingen en kavelruilen te realiseren.

Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische hoofdstructuur) Als gemeente hebben we ook ruim 400 ha bos- en natuurgebieden in eigendom. Deze liggen grotendeels in het Nationaal Park de Meinweg en in het Roerdal. We beheren de gronden op een duurzame wijze volgens de beheervisie voor de gemeentelijke bossen, natuurterreinen en landschapselementen. Dit doen we aan de hand van jaarlijkse werkplannen.

Landelijk en Europees natuurbeleid spelen een belangrijke rol bij onze grondpositie. Dankzij een actieve grondpolitiek kunnen we de provincie ondersteunen bij het realiseren van prioritaire Rijksdoelen zoals Natura 2000, het Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Ook kunnen we onze agrariërs zo helpen aan een betere (concurrentie)positie bij het uitvoeren van hun kerntaak als voedselproducent. Dit doen we door gemeentegronden in te zetten voor structuurverbetering van de toekomstgerichte agrarische bedrijven.

Gezien de verplichtingen naar Europa moeten we de prioritaire gebieden (Natura 2000) met voorrang realiseren. Dankzij de inzet van gemeentelijke gronden ontstaan er meer kavelruilmogelijkheden waardoor de gewenste doelen sneller worden gerealiseerd. We willen dat dit budgettair neutraal gebeurt. In 2019 wordt onder andere gestart met de ruilverkaveling “Schil van Montfort”.

57 Paragraaf lokale heffingen

Inleiding De lokale heffingen zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. Ze raken de burgers, bedrijven en instellingen heel direct. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid te bepalen welke belastingen een gemeente heft, welke heffingsmaatstaven worden gehanteerd en welke tarieven daarbij gelden. De mogelijke belastingen die een gemeente kan heffen zijn bij wet bepaald.

Met de belastingen (onroerendezaakbelasting, hondenbelasting en toeristenbelasting) worden algemene uitgaven gedekt. Dat betekent dat er geen direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover de heffing van deze belastingen staat. Er is wettelijk geen maximum bedrag of opbrengst voorgeschreven. Wel zijn er landelijk afspraken gemaakt over de stijgingen van de onroerend zaakbelasting. Bij leges en andere betalingen voor overheidsdiensten staat er wel een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover. Hiervoor is bepaald dat er geen winst mag worden gemaakt. De opbrengst van de heffing mag dan in totaliteit niet hoger zijn dan de kosten die de gemeente moet maken om de diensten te verlenen. De opbrengsten mogen wel lager zijn.

Beleid De uitgangspunten die wij hanteren bij het opleggen van lokale heffingen zijn: - Een beheerste lastendruk ontwikkeling realiseren door samenhang tussen de OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffingen; - Voor de rechten die we als gemeenten heffen wordt zoveel mogelijk met kostendekkende tarieven gewerkt.

In de kadernota 2019 zijn geen nieuwe verhogingen van belastingen voorgesteld. De verhogingen die in het meerjarig perspectief van de begroting 2018 waren opgenomen zijn gehandhaafd.

In Roerdalen worden de volgende belastingen en rechten geheven:

Belastingen Rechten Onroerendezaakbelasting Rioolheffing Toeristenbelasting Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Begraafrechten Leges

Kwijtscheldingsbeleid Als inwoners niet in staat zijn om de belastingaanslag te bepalen, kunnen zij hiervoor kwijtschelding aanvragen. Om voor kwijtschelding in aanmerking te komen wordt gekeken naar de financiële situatie van de aanvraag. De kwijtscheldingsnorm die hiervoor wordt gehanteerd is 100% van de bijstandsnorm. Alleen particulieren, die geen zelfstandig beroep uitoefenen en geen ondernemer zijn komen in aanmerking voor kwijtschelding. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor het basisbedrag van de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting (alleen 1ste hond).

58 De BsGW voert het kwijtscheldingsbeleid uit. Zij maken hierbij gebruik van het Inlichtingenbureau14. Deze toetsen de gegevens van de aanvrager die nodig zijn om voor kwijtschelding in aanmerking te komen.

Overzicht van diverse heffingen en de ontwikkelingen

Vaststelling belastingverordeningen 2018 De vaststelling van de tarieven voor de verschillende belastingen en rechten vindt plaats bij het vast stellen van de belastingverordeningen in de raad.

Onroerendezaakbelasting (OZB) De OZB wordt geheven over de WOZ-waarde van woningen en niet-woningen. De taxatie van deze waarde vindt jaarlijks plaats. Voor het belastingjaar 2019 wordt de WOZ-waarde gebruikt met peildatum 1 januari 2018. De taxaties hiervan zijn nog niet gereed.

Landelijk is de gemiddelde WOZ-waarde van woningen tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2017 gestegen met 6,5%. De gemiddelde WOZ-waarde per woning komt daarmee landelijk uit op € 230.000. In Roerdalen is deze gemiddelde waarde per 1 januari 2018 € 209.00015. Dit is ten opzichte van 2017 een stijging van 3,5%. In de provincie Limburg steeg de gemiddelde WOZ-waarde per woning in die zelfde periode met 4,4% (van € 182.000 naar € 190.000).

Voor het jaar 2018 was de macronorm voor de OZB stijging landelijk vastgesteld op 3,2%. De daadwerkelijke stijging was 2,36%. De landelijke stijging is hiermee binnen de macronorm gebleven, waardoor er geen correctie hoeft plaats te op de macronorm voor 2019. Deze is in de meicirculaire vastgesteld op 4%. In de nu voorliggende begroting is rekening gehouden met een stijging van de OZB van 2%.

Tussen het Rijk en de VNG is afgesproken om een vervolgonderzoek in te stellen naar de invulling van het alternatief voor de macronorm OZB.

Toeristenbelasting Bij toeristenbelasting is het tarief per overnachting bij de vaststelling van de belastingverordeningen 2018 voor het jaar 2019 reeds vastgesteld op € 1,70 per overnachting. Bij de vaststelling van de belastingverordeningen 2019 wordt een voorstel gedaan voor het tarief voor het jaar 2020. Deze vervroegde vaststelling vindt plaats op verzoek van de ondernemers. De opbrengst toeristenbelasting is voor de jaren 2020 en verder niet verhoogd ten opzichte van 2019. Wel is als gevolg van de ontwikkelingen rondom het Elfenmeer een onzekerheid voor de totale inning.

Hondenbelasting De tarieven van de hondenbelasting zijn ten opzichte van 2018 gelijk gebleven.

14 Het inlichtingenbureau is een landelijke stichting die actief is de informatiedistributie voor gemeenten. Zij doen dit doen het verzamelen van gegevens uit verschillende bronnen. Door slim combineren van de verzamelde gegevens maken zij de informatie makkelijk toepasbaar. Dit helpt bij het beslissen of inwoners recht hebben op bepaalde voorzieningen. In dit geval kwijtschelding van lokale belastingen. 15 Bron CBS gemiddelde WOZ-waarde woningen per gemeente, 2018 59 Rioolheffing De rioolheffing wordt geheven over het waterverbruik en wordt berekend op basis van 100% kostendekking. Aanpassingen in de kosten worden verrekend met de voorziening riolering. De rioolheffing wordt tot en met 2021 jaarlijks verhoogd met € 2,-. Dit is conform het Gemeentelijk Rioleringsplan 2017-2021. De totale opbrengsten voor 2019 zijn geraamd op € 2.169.000.

bedragen x € 1.000 Berekening kostendekkendheid riolering Netto kosten Directe kosten 1.151 Voorziening storting 482 Inkomsten taakveld (excl. Heffingen) 0 Totaal netto kosten taakveld 1.633 Toe te rekenen kosten Overhead 269 BTW 107 Extra toegerekende rente cnf GRP 160 Totaal toe te rekenen kosten 536

Totale kosten 2.169

Opbrengsten heffingen 2.169

Dekkinspercentage 100%

Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing vindt plaats op basis van het vastrecht en bedrag per container gebaseerd op de grootte (grijs en groen). De groene container wordt hiervoor iedere twee weken geledigd. De grijze container, voor restafval, wordt voor dit bedrag 14 keer per jaar geledigd. Voor iedere lediging extra wordt een bedrag per lediging in rekening gebracht. De berekening van de afvalstoffenheffing is gebaseerd op 100% kostendekking. In 2018 is bij de vaststelling van de tarieven besloten om een deel van de kosten (€ 132.500) te betalen uit de voorziening afval. Daardoor konden we in 2018 de stijging beperken. Deze mogelijkheid hebben we nu niet meer omdat de voorziening is uitgeput. Daarnaast stijgt de doorgerekende BTW en de overhead kosten. Voor 2019 is de totale opbrengst begroot op € 1.829.400 (op basis van 100% kostendekking).

60 bedragen x € 1.000 Berekening kostendekkendheid afval Netto kosten Directe kosten 2.211 Inkomsten taakveld (excl. Heffingen) 949 Totaal netto kosten taakveld 1.262 Toe te rekenen kosten Overhead 251 BTW 316

Totaal toe te rekenen kosten 567

Totale kosten 1.829

Opbrengsten heffingen 1.829

Dekkingspercentage 100%

Begraafrechten Vorig jaar is de verordening begraafrechten en de daarbij behorende tarieventabel vereenvoudigd. De tarieven van de begraafrechten zijn ten opzichte van 2018 gelijk gebleven.

Legesverordening De onderbouwing voor de leges opbrengsten op basis van de legesverordening is nog niet gereed. Uit de berekening van vorig jaar is gebleken dat de kostendekking voor leges uit kwam op 69%. Op basis van deze berekening zijn de totale opbrengsten van leges verhoogd met € 20.000. Bij de nieuwe vaststelling van de legesverordening en de daarbij behorende tarieven wordt ook de onderbouwing van de kostendekking leges meegenomen.

61 Financiële gegevens gemeentelijke heffingen Hieronder volgt een overzicht van de totale inkomsten uit gemeentelijke heffingen:

bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB Lokale heffingen 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Belastingen en WOZ Baatbelasting 0 0 0 0 0 0 Hondenbelasting 117 117 117 117 117 117 OZB eigendom niet-woningen - 404 412 421 421 421 OZB eigendom woningen 2.372 2.486 2.537 2.589 2.589 2.589 OZB gebruik niet-woningen 608 239 243 248 248 248 Toeristenbelasting 330 408 508 508 508 508 Totaal Belastingen en WOZ 3.428 3.655 3.818 3.883 3.883 3.883

Afval Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 1.235 1.599 1.829 1.834 1.840 1.844 Totaal Afval 1.235 1.599 1.829 1.834 1.840 1.844

Riolering Rioolrechten 2.119 2.169 2.169 2.169 2.169 2.169 Totaal Riolering 2.119 2.169 2.169 2.169 2.169 2.169

Begraafplaatsen Grafrechten 42 40 40 40 40 40 Totaal Begraafplaatsen 42 40 40 40 40 40

Totaal lokale heffingen 6.824 7.463 7.857 7.926 7.932 7.936

Lastendruk Bij de lastendruk kijken we naar de belastingen en heffingen die een gemiddeld gezin aan de gemeente moet betalen. Dit betekent dat er gekeken wordt naar de onderdelen OZB, afval en riolering. Aangezien de tarieven voor de verschillende onderdelen nog niet duidelijk zijn, wordt er nu een indicatie gegeven dan de verwachte ontwikkeling van de lastendruk. De belangrijkste stijging is het gevolg van de effecten binnen afval zoals deze hierboven zijn beschreven.

Indicatie lastendruk gemiddeld gezin 2018 % wijziging 2019

OZB-eigendom van een woning € 264,93 2,0% € 270,23 Rioolheffing € 208,00 1,0% € 210,00 Afvalstoffenheffing € 195,48 14,4% € 223,60

Totaal lastendruk gemiddeld gezin € 668,41 € 703,83

62 Paragraaf Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn organisaties waaraan we ons bestuurlijk en financieel verbonden hebben. Als de gemeente stemrecht heeft of een zetel heeft in het bestuur, is er sprake van een bestuurlijk belang. Als de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die we kwijt zijn bij een faillissement of als financiële problemen verhaald kunnen worden op de gemeente, is er sprake van een financieel belang.

We willen meer grip krijgen op de verbonden partijen en de ontwikkeling van sommige samenwerkingsverbanden naar WGR (Wet gemeenschappelijke regeling). We willen daarbij voor de gemeenteraad de medebewindstaken inzichtelijker maken.

Beleidskaders In 2015 is de nota ‘Governance bij verbonden partijen’ vastgesteld. Hierin zijn algemene kaders gesteld met betrekking tot het aangaan van verbonden partijen16, tijdens de uitvoeringsfase en het beëindigen van een verbonden partij. Tevens is een kader afgesproken op basis waarvan een risicoanalyse van de verbonden partijen wordt uitgevoerd. De uitkomst van deze risicoanalyse bepaalt het van toepassing zijnde toezichtarrangement.

Er is sprake van ‘Good Governance’ als de te onderscheiden pijlers van het Governance model juist en evenwichtig worden toegepast. De belangen zijn groot omdat verbonden partijen:  (publieke) doelen voor ons realiseren;  financiële, bestuurlijke en organisatorische risico’s voor ons kunnen impliceren.

Met de beleidskaders krijgen we meer grip op de verbonden partijen en de ontwikkeling van sommige samenwerkingsverbanden naar WGR (Wet gemeenschappelijke regeling). Ter ondersteuning van de toezichthoudende taak van de gemeenteraad maken we de medebewindstaken inzichtelijker.

Overzicht verbonden partijen Hieronder staan de partijen waaraan we ons verbonden hebben. Het zijn vooral gemeenschappelijke regelingen. Daarnaast hebben we aandelen in een aantal NV’s en BV’s (deelnemingen). Het merendeel van deze deelnemingen is voor het bereiken van onze doelstellingen niet direct van belang. Deze verbintenissen zijn gebaseerd op wettelijke kaders, waarbij de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) BV een uitzondering vormt. Voor de overige deelnemingen is aan het einde van de paragraaf een totaaloverzicht opgenomen met het aantal en percentage aandelen, de waarde van de bezitting, de dividenduitkering en de waarde van het eigen vermogen en vreemd vermogen.

Als in onderstaande overzichten een bronverwijzing is opgenomen, wordt hiermee verwezen naar de documenten van de desbetreffende verbonden partij.

16 De kaders zijn toepasbaar op alle soorten van samenwerkingsverbanden omdat ze betrekking hebben op risicobeheersing bij het uitbesteden van taken.

63 1. Gemeenschappelijke regelingen 1 Veiligheidsregio Noord Limburg (VRLN) 2 Westrom 3 Reinigingsdienst Maasland 4 Servicecentrum MER 5 Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) 6 Grenspark Maas-Swalm-Nette (MSN) 7 Omnibuzz 8 Regionale uitvoeringsdienst Limburg-Noord 2. Vennootschappen en corporaties 1 Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) 2 NV BNG 3 Enexis Holding BV 4 Vordering op Enexis BV 5 CSV Amsterdam BV 6 Verkoop Vennootschap BV 7 PBE BV 8 CBL Vennootschap BV 9 NV WML 10 Nazorg Limburg BV (Bodemzorg Limburg) 3. Stichtingen en verenigingen 1 Ons WCL 4. Overige verbonden partijen 1 Euregio Rijn-Maas-Noord (RMN)

64 Risicomatrix Verbonden partijen Bestuurlijk Risico

Laag Gemiddeld Hoog

Grenspark MSN Vennotschappen en Ons WCL corporaties (exclusief

Laag Euregio Rijn Maas Noord OML BV) RUD

Veiligheidsregio RD Maasland Omnibuzz OML BV Gemiddeld Financieel Financieel Risico

Westrom

Hoog Servicecenturm MER

Toezichtsarrangement Basis (Bron : Nota Governance bij verbonden partijen 2015) Plus PlusPlus

In de nota verbonden partijen is het volgende toezichtsarrangement opgenomen:  Basis: De gemeenteraad wordt over verbonden partijen geïnformeerd bij de gemeentelijke begroting en jaarrekening. Dit gebeurt in de paragraaf verbonden partijen;  Pluspakket: Aanvullend op het Basis pakket wordt de gemeenteraad ook bij de gemeentelijke halfjaarrapportage geïnformeerd over deze verbonden partijen. Daarnaast zal de bestuurlijke en ambtelijke overleg frequentie met deze verbonden partijen hoger zijn dan bij de partijen in het basispakket. Tot slot worden deze verbonden partijen ook periodiek geagendeerd in het college;  Plusplus pakket: Verbonden partijen waarbij de gemeente een hoog bestuurlijk en financieel risico loopt worden ingedeeld in het Plusplus pakket. Aanvullend op het Plus pakket wordt de bestuurlijke en ambtelijke overleg frequentie met deze verbonden partijen verder opgevoerd.

65 Naam Veiligheidsregio Limburg-Noord Openbaar belang De Veiligheidsregio Limburg-Noord heeft tot doel:

De behartiging van de belangen van de gemeente en hun ingezetenen op het gebied van:  brandweerzorg;  geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen;  rampenbestrijding en crisisbeheersing;  het bevorderen van de multidisciplinaire uitvoering van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de bestrijding van zware ongevallen;  het bevorderen van een samenhangend integraal veiligheidsbeleid in de regio;  de publieke gezondheidzorg als bedoeld in de Wet publieke gezondheid (Wpg). Deelnemers Aantal gemeenten op 1 januari 2019: 15 , Bergen, Echt-Susteren, , , , Maasgouw, , , , Roerdalen, , , , . Bestuursstructuur Openbaar lichaam, ingesteld bij gemeenschappelijke regeling.

Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten. Daarnaast kent de gemeenschappelijke regeling twee bestuurscommissies: GGD en Veiligheid. Daarin vindt periodiek overleg plaats met de betreffende portefeuillehouders uit de aangesloten gemeenten. Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 2.774.000 € 2.839.000 Vreemd vermogen € 51.343.000 € 52.733.000 Verwacht resultaat 2019: 0 De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2019 bedraagt € 1.936.000 (bron: begroting 2018) (2018: € 1.891.000 ) en vindt plaats vanuit de programma’s 1 en 3. Risico De deelnemende gemeenten kunnen bij het niet nakomen van financiële verplichtingen, als gevolg van aangetrokken geldleningen, verstrekte garanties of claims van derden, hoofdelijk worden aangesproken (art. 32). Bij uittreding uit de gemeenschappelijke regeling regelt het algemeen bestuur de gevolgen hiervan. Bij opheffing wordt een liquidatieplan opgesteld met daarin de gevolgen voor de deelnemende gemeenten.

Ontwikkelingen Meerjarenstrategie De meer-jarenstrategie van de VRLN kent 3 speerpunten:  risicogericht: door sturing op risico’s en continue omgevingsanalyse kunnen we onze inspanningen beter richten (effectiviteit);  vraaggericht: elke vraag gaat eigenlijk over een risico. We helpen de klant het liefst voordat hij een vraag stelt;  informatie gestuurd: we maken op een slimme manier informatie levend en versterken hiermee de betrouwbare en deskundige informatiepositie.

66 Naam Veiligheidsregio Limburg-Noord Verdeelsystematiek algemene bijdrage gemeenten (harmonisatie) Met ingang van de begroting 2017 is de besluitvorming over de verdeling van de kosten en opbrengsten naar de deelnemende gemeenten geharmoniseerd. Er zijn verdeelsleutels vastgesteld die bepalend zijn voor de toewijzing van de kosten en opbrengsten van de diverse programma’s over de deelnemende gemeenten. Bij de vaststelling van de nieuwe verdeelsystematiek is met de gemeenten een ingroeiregeling afgesproken van 4 jaar, de verschillen worden telkens in stappen van 25% vereffend. Dat betekent dat het verschil tussen de gemeentelijk aandeel volgens de oude systematiek en de nieuwe systematiek in het vierde jaar conform de gewenste situatie is. In 2019 zijn in het derde jaar van het ingroeimodel, waarbij er dus een verrekening plaatsvindt op basis van 75%.

Regionaal beleidsplan en Risicoprofiel Periodiek dient de Veiligheidsregio het risicoprofiel te actualiseren. In het verlengde hiervan wordt bepaald welke maatregelen nodig zijn om de gewijzigde risico’s beheersbaar te houden. Daarnaast wordt ingespeeld op de maatschappelijke ontwikkelingen en de invloed hiervan op de brandweerorganisatie. Hierbij zal nadrukkelijk aandacht zijn voor de brandweervrijwilliger, de effecten van de nieuwe Omgevingswet en de effecten van de harmonisatie convenant Rode Kruis in kader van beheersing rampen en crisis.

Gezondheid De rode draad in 2018 is de omslag van denken in termen van ‘ziekte, zorg en afhankelijkheid’ naar ‘gezondheid, preventie, participatie en eigen kracht’. Kortom: Positieve gezondheid. Positieve gezondheid is “het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.” (Huber, 2011) De rol van burgers, zorgverleners, verzekeraars en de overheid verandert. Dit heeft consequenties voor de manier waarop de publieke gezondheidszorg geborgd en georganiseerd wordt en een logisch samenhangend geheel is met de rest van de zorg. De GGD levert een goede bijdrage aan langer gezond leven voor de inwoners van Noord- en Midden-Limburg door mensen en gemeenschappen te helpen om gezonde en veilige keuzes te maken. Met het bestuur is in 2016 afgesproken dat onze ontwikkelagenda voor de komende jaren de volgende lijnen kent:  een flexibele jeugdgezondheidszorg;  het verbinden en versterken van netwerken met de kennis en informatie die we hebben;  kwetsbare groepen;  ouderen.

DE GGD wil een betere aansluiting van haar inzet op de lokale situatie.

Risk Factory In de Bestuurscommissie Gezondheid van 7 juni en de Bestuurscommissie Veiligheid van 9 juni 2017 is de bestuurlijke wens uitgesproken om tot de

67 Naam Veiligheidsregio Limburg-Noord vaststelling van een bestuurlijk kader te komen voor definitieve besluitvorming over het al dan niet inrichten van een Risk Factory in Limburg-Noord.

Vanuit schoolbestuurders in het primair onderwijs zijn er signalen ontvangen om ‘ontzorgd’ te worden via een integraal en interactief uitvoeringsprogramma Veilig Leven en Positieve Gezondheid. Een programma dat continuïteit biedt en een structureel karakter heeft en waarmee de scholen invulling kunnen geven aan de kerndoelen van het onderwijs en meer concreet het bijdragen aan het versterken van de integrale beleving rondom veilig leven en positieve gezondheid van basisscholieren groep 7 en 8, inclusief het aanbieden van concrete handelingsperspectieven en beïnvloeden van het gedrag (individu en groep). Een ontwikkeling die hierbij aansluit is dat aanbieders van educatieve programma’s op het gebied van veilig leven en positieve gezondheid deze behoefte binnen scholen zien én onderkennen door programma’s als de Risk Factory een plek te geven in de door hen ontwikkelde landelijke leerlijnen gericht op een leven lang leren. Het gezamenlijk optrekken naar de scholen via een integraal uitvoeringsprogramma biedt daarbij een interessant alternatief en meerwaarde ten opzichte van de huidige individuele strategie. Insteek in Limburg-Noord is nadrukkelijk om het concept van de Risk Factory niet alleen te richten op de doelgroep basisscholen, echter ook nadrukkelijk het concept in de verdere doorontwikkeling open te stellen en in te richten voor de doelgroep senioren. In de opstartperiode ligt, gezien de ervaringen in Twente, de primaire focus op de doelgroep basisscholen. Burgemeester Monique de Boer is voorgedragen als een van de leden van de Stuurgroep die hiermee aan de slag gaan.

Naam Westrom Openbaar belang Westrom integreert mensen, die om welke reden dan ook een afstand hebben tot de arbeidsmarkt in de samenleving door middel van werk. In dit kader is de Westrom partner voor de uitvoering van de participatiewet. Daarnaast kan beheer van diverse contractactiviteiten bij Westrom worden ondergebracht. In het kader van de participatiewet zorgt Westrom voor werkplekken voor beschut werken, voor mensen die op basis van de oude WSW zijn aangewezen op werk onder aangepaste omstandigheden. Deelnemers Aantal gemeenten: 5 Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond.

Aantal inwoners 1-1-2018: 169.795 (1-1-2017: 169.569) Bestuursstructuur Gemeenschappelijke regeling.

De gemeente is met 2 leden vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. De deelname is gebaseerd op het aantal inwoners.

Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen 2.675.000 2.845.000 Vreemd vermogen 4.070.000 4.592.000 Verwacht resultaat 2019: €169.000

68 Naam Westrom Bijdrage De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2019 bedraagt € 719.000 (bron gemeente begroting Westrom 2019) (2018: € 866.000). Daarnaast betaalt de gemeente een bedrag per WSW-er aan de Westrom, bekostigd vanuit het participatiebudget. In 2019 bedraagt de bijdrage uit het participatiebudget € 2.835.000 (bron: meicirculaire 2018) (2018: € 3.045.000) en vindt plaats vanuit programma 2. Risico De gemeente betaalt mee aan een eventueel exploitatietekort. Het opvangen van het oplopende subsidietekort vanuit de reserves of het operationeel resultaat is nauwelijks meer mogelijk, getuige de verhoogde gemeentelijke bijdrage de afgelopen jaren. In 2018 is de GR aangepast. Tevens is de verdeelsleutel op basis waarvan de gemeentelijke bijdrage wordt toegerekend aan de verschillende gemeenten aangepast met ingang van begroting 2019. Dit heeft voor Roerdalen een positief effect opgeleverd voor 2019 van € 288.000 (van € 1.007.000 naar € 718.000).

De weerstandscapaciteit in 2019 is voldoende om de geïnventariseerde risico’s, zoals die genoemd zijn in de begroting, op te vangen.

PrioVerve Westrom heeft in 2017 bekend gemaakt te willen stoppen met het schoonmaak- en groenbedrijf PrioVerve. Naar aanleiding hiervan hebben de Risse en Vebego in 2017 aan mede- aandeelhouder Westrom laten weten dat ze de vennootschap per 1 januari 2018 willen ontbinden. Er is een drietal deskundigen aangesteld om de juridische en financiële risico’s en consequenties in kaart te brengen.

Ontwikkelingen Door aanscherping van de aanbestedingswet is het vanaf 2019 niet meer mogelijk om het groenbeheer en onkruidbestrijding op verhardingen via Westrom aan/uit te besteden bij PrioVerve. Deze diensten zullen in 2019 direct worden belegd middels een contract bij PrioVerve Groen. Als dit niet mogelijk blijkt, wordt een Europese aanbestedingstraject gestart. 2019 zal gebruikt worden om de toekomstscenario's voor het groenonderhoud en onkruidbestrijding nader te onderzoeken.

Naam RD Maasland Openbaar belang Het vervullen van de zorgplicht van de lokale overheid ten aanzien van de inzameling van huishoudelijk afval en kunststofverpakkingsafval tegen de laagst mogelijke kosten met de meest optimale service. Deelnemers Aantal gemeenten: 4 Leudal, Maasgouw, Roerdalen en Echt-Susteren (noord). De gemeente Peel en Maas is inmiddels nagenoeg uitgetreden.

Aantal aansluitingen: 43.410 (Roerdalen: 9.050) (bron: begroting RD Maasland 2019) Bestuursstructuur Gemeenschappelijke regeling

De gemeente is met 2 leden vertegenwoordigd in het algemeen bestuur.

69 Naam RD Maasland Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 2.421.000 € 1.649.000 Vreemd vermogen € 6.051.000 € 6.051.000 Verwacht resultaat 2018: € 0 Bijdrage De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2019 bedraagt € 452.203 (bron gemeente begroting 2019) (2018: € 404.635) en vindt plaats vanuit programma 5. Risico De gemeente betaalt mee aan een eventueel exploitatietekort. Ontwikkelingen De volgende beleidsmatige ontwikkelingen worden doorgevoerd: - Etalering van de sterke punten van RD Maasland: lage afvalstoffenheffing, hoog milieurendement en tevreden afnemers, teneinde andere (nieuwe) klanten te verleiden diensten te gaan afnemen; - Afwikkeling van de uittreding van de Gemeente Peel & Maas en streven naar compensatie van het verlies aan diensten door die uittreding; - Waar mogelijk vergroten van de omzet van bedrijfsmatige klanten, en hun winstgevendheid; - Onverminderd streven naar efficiency-verbeterings-mogelijkheden.

Naam Servicecentrum MER Openbaar belang De Gemeenschappelijke Regeling MER (GR-MER) behartigt de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de gemeenten Maasgouw, Echt-Susteren en Roerdalen op de taakvelden back office dienstverlening voor de afdelingen Omgevingsdienst (OD) (sinds 1-9-2013) en Sociaal Domein (SD) (sinds 1-1-2016). Op 1 juli 2017 zijn ook de bedrijfsvoeringstaken op de gebieden Personeel & Organisatie (HRM), Financiën, Digitale Informatie Voorziening (DIV) en Informatie & Automatisering (I&A) overgedragen.

De MER-gemeenten beogen met de samenvoeging: - continuïteit in verbetering van de dienstverlening als eerste overheidsloket voor inwoners; - zo efficiënt mogelijk te werken; - afname van de kwetsbaarheid van de drie afzonderlijke gemeenten. Door de schaalvoordelen van samenwerking te benutten zullen de toekomstbestendigheid van de organisaties van de gemeenten en de bestuurskracht toenemen en zullen op den duur besparingen worden bereikt. Deelnemers Aantal gemeenten: 3 Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen

Bestuursstructuur Gemeenschappelijke regeling

De colleges van de deelnemende gemeenten vormen het algemeen bestuur. De burgemeesters van de deelnemende gemeenten vormen het dagelijks bestuur. De directie bestaat uit de gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten.

Financiën Per 1 januari 207 31 december 2017 verbonden partij Eigen vermogen €644.258 €364.350 Vreemd vermogen €3.800.871 €5.829.624 Resultaat 2017: 0

70 Naam Servicecentrum MER Bijdrage gemeente De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2019 bedraagt € 5.181.861 (bron begroting 2018). Deze bijdrage is als volgt opgebouwd: 2019 2018 Omgevingsdienst € 1.282.000 € 1.264.000 UP 2019 € 39.400 pm VVGB € 19.502 € 19.502 Sociaal Domein € 1.285.000 € 1.294.000 Bedrijfsvoering € 2.498.000 € 2.968.000 Bestuur en €58.000 €47.000 organisatie De bijdrage vindt plaats vanuit de programma’s 2 (SD), 3 (OD) en 7 (Bedrijfsvoering) Risico De gemeente blijft beleidsmatig en financieel verantwoordelijk en is hierbij ook afhankelijk van besluitvorming van de samenwerkingspartners. De GR MER heeft zelf een algemene reserve van beperkte omvang. De GR MER vormt, vanwege de recente oprichting, een specifiek aandachtspunt in het kader van risicomanagement. De administratieve organisatie wordt nog verder ontwikkeld. De Wet Kwaliteitsborging voor de bouwsector en de Omgevingswet kunnen effect hebben op de aard en omvang van de werkzaamheden en daarmee ook financieel effecte hebben voor de afdeling MER/OD. Ontwikkelingen Voor het MER Servicecentrum is het voor de pas gevormde afdeling bedrijfsvoering belangrijk om de organisatie goed uit te kristalliseren en de ontwikkeling in te zetten om resultaten in te gaan boeken op het gebied van de drie k's (klanttevredenheid/kwaliteit, kwetsbaarheid en kostenbeheersing). De afdeling Sociaal Domein zet in op het verder verbeteren van de dienstverlening. Dit betekent uitgaan van maatwerk gericht op de persoonlijke situatie van de klant, het verkorten van doorlooptijden en het verstevigen van de basis van de bedrijfsvoering. Met het oog daarop willen we vanuit Roerdalen in 2019 op de volgende acties inzetten:  een integrale begroting 2020 voorbereiden;  de dienstverlening verbeteren naar het niveau van het Roerdalense dienstverleningsconcept;  onderzoeken of een onafhankelijke inrichting van MER-directie in een volgende fase beter past;  de investeringen op het gebied van informatisering en automatisering heroverwegen en de daarbij behorende projectenkalender actualiseren.

71 Naam Belastingsamenwerking gemeenten en waterschap Openbaar belang De BsGW draagt zorg voor het heffen en innen van alle lokale belastingen en beheert de basisregistratie WOZ (administratie en waardering). Tot het takenpakket horen:  Advisering en opstellen van conceptverordening(en);  De opbouw van benodigde basisregistraties;  Het opleggen en innen van de aanslagen tot en met de dwanginvordering en oninbaarverklaring;  Afhandeling van klantreacties gedurende al deze processtappen. De BsGW doet dit tegen de laagst mogelijke kosten, uitgaande van de beste prijs/prestatie verhouding gekoppeld aan een optimaal niveau van dienstverlening. In het kader van efficiency hoort hierbij ook de uitbouw van de samenwerking als groeimodel gericht op uitbreiding met andere deelnemende gemeenten. Deelnemers Aantal gemeenten: 30 Alle Limburgse gemeenten met uitzondering van de gemeenten Venray, Horst aan de Maas en Mook en Middelaar

Aantal waterschappen: 1 Waterschap Limburg. Bestuursstructuur Openbaar lichaam ingesteld bij gemeenschappelijke regeling.

De gemeente is met 1 lid vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. De stemverhouding is gebaseerd op het aandeel van de deelnemer in de kosten van de regeling zoals die voortvloeit uit de begroting. Financiën Per 1 januari 2019 31 December 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 593.000 € 593.000 Vreemd vermogen p.m. p.m. Verwacht resultaat 2019: 0 Bijdrage gemeente De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2019 bedraagt € 231.000 (bron: begroting 2018) (2018: € 221.000). Risico De gemeente betaalt mee aan een eventueel exploitatietekort. Deze kunnen ontstaan door bedrijfsvoeringsrisico’s. BsGW heeft een risicoanalyse uitgevoerd op haar bedrijfsvoeringsrisico’s. Het totale benodigde weerstandsvermogen voor de geïnventariseerde risico’s is € 593.000. Als dit wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt de ratio – 1. Hiermee kan de BsGW net voldoen aan de risico’s. Het grootste risico voor de BsGW blijven de proceskosten als gevolg van bezwaar- en beroepsprocedure ten aanzien van WOZ-waarde. Ontwikkelingen De BsGW is na de groei die ze in korte tijd heeft doorgemaakt nu toe aan een periode van stabilisatie, consolidatie en optimalisatie. Om dit te bereiken is ingezet op organisatieontwikkeling en verbetering van de ICT-omgeving. Dit zal de komende jaren in beslag nemen. Naast de verbetering van de ICT-omgeving heeft de BsGW net als de gemeenten te maken landelijke ontwikkelingen in dit kader. Belangrijk hierbij is het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid. De ontwikkeling rondom de belastingwetgeving kunnen invloed hebben op de werkzaamheden van de BsGW. Onduidelijk is nog of de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 ook gaat gelden voor de lager overheden. Daarnaast is er nog steeds geen duidelijkheid over de uitwerking van de

72 Naam Belastingsamenwerking gemeenten en waterschap belastingherziening en dan met name de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied. In de begroting 2019 van de BsGW zijn bovenstaande ontwikkelingen verder uitgewerkt.

Naam Grenspark Maas-Swalm-Nette (MSN) Openbaar belang Het Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette is opgericht met het doel de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren. Het uiteindelijke doel is het realiseren van een regionale grensoverschrijdende identiteit, die gebaseerd is op de verscheidenheid van de natuur- en cultuurlandschappen binnen het Grenspark en het karakter van de mensen die hier leven. Eén van de belangrijkste doelen van de grensoverschrijdende samenwerking is het behoud en de ontwikkeling van de karakteristieke natuur en cultuurlandschappen.

Door de samenwerking over de grens heen kan de regio zich beter en breder presenteren. Het presenteren en het verder verbeteren van de mogelijkheden tot recreatief gebruik van de gebieden aan weerszijde van de grens is een doel van de samenwerking. De basis voor het wekken van interesse voor dit waardevol grensgebied ligt in een afgestemde en uitgebreide milieueducatie en voorlichting. Deelnemers Aantal gemeenten: 7 Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond, Venlo Aantal instellingen: 1 Naturpark Schwalm-Nette (Duits) Bestuursstructuur Internationaal openbaar lichaam ingesteld bij gemeenschappelijke regeling.

De gemeente is met 1 lid vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 39.000 € 39.000 Vreemd vermogen € 101.000 € 101.000 Verwacht resultaat 2018: 0 Bijdrage De bijdrage (lidmaatschap) van de gemeente Roerdalen over 2019 bedraagt gemeente € 2.900 (2018: € 2.900). Risico Verplichting naar rato van bijdrage (voor Roerdalen 17%) aan openstaande verplichtingen bij ontbinding en vereffening. Ontwikkelingen Het grenspark MSN continueert haar werkzaamheden voor de deelnemende gemeenten, onder andere via het project: Cultuurgeschiedenis Verdigitaald.

73 Naam Omnibuzz Openbaar belang Omnibuzz is ingesteld in het belang van een kwalitatief hoogwaardige en een zo doelmatig mogelijke gezamenlijke regie op en uitvoering van het aan de gemeenten opgedragen doelgroepenvervoer. In opdracht van de colleges van de deelnemende gemeenten voert Omnibuzz sinds 11 december 2016 de regie over en het doelgroepenvervoer uit voor die gemeenten en eventueel voor derden. Gelet op de ambitie van de samenwerking zullen de colleges in beginsel ook toekomstige opdrachten met betrekking tot doelgroepenvervoer die voortkomen uit wet- en regelgeving opdragen aan Omnibuzz. De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ligt ten grondslag aan de huidige opdracht voor Omnibuzz. Aan uitbreiding van de opdracht liggen andere wetten ten grondslag. Omnibuzz voert overleggen met stakeholders, in het bijzonder met de provincie Limburg, om te komen tot een zo optimaal mogelijk doelgroepenvervoer in de provincie Limburg. Participanten De gemeenten , Beesel, Bergen, , Echt-Susteren, Eijsden- Margraten, Gennep, Gulpen-Wittem, , Horst aan de Maas, , , Leudal, Maasgouw, , , Nederweert, Nuth, Onderbanken, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Schinnen, , Sittard-Geleen, Stein, , , Venlo, Venray, en Weert (22 gemeenten, waaronder gemeente Roerdalen, traden per 1 april 2016 toe tot de GR). Bestuursstructuur Gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz wordt gevormd door collegeleden van de 32 deelnemende gemeenten. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door 7 wethouders. Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 Eigen vermogen € 1.185.000 € 1.138.000 Vreemd vermogen € 1.499.000 € 1.451.000 Verwacht resultaat 2019: 0 Bijdrage/Belang De jaarlijkse vervoerskosten zijn afhankelijk van de vervoersstromen en de bij aanbesteding te bepalen tarieven. In 2019 is het vervoersresultaat begroot op € 168.838 (in 2018: € 165.530). Daarnaast draagt de gemeente bij in de organisatiekosten van Omnibuzz voor 2019 bedragen deze € 81.000 (2018: € 64.000) Risico Financiële risico's Als de synergievoordelen door de samenwerking niet worden behaald kan er een financieel risico ontstaan. Maatschappelijk risico Er is relatief weinig risico voor de exploitatie, de omvang daarvan wordt bepaald door de vervoerskosten en het beleid van de gemeente. Afbreuk- en strategisch risico Als er vertragingen ontstaan in de uitvoering worden eventuele efficiëntievoordelen pas later behaald. Bij een complexere aanbestedingsperiode voor meerdere vervoersstromen tegelijk (regiemodel) kan meer geld kosten. Als Omnibuzz een jaar met een tekort afsluit moeten de gemeenten financieel bijspringen.

74 Naam Omnibuzz Ontwikkelingen Gefaseerde Instroom WMO-begeleid vervoer, leerlingenvervoer en jeugdzorgvervoer

Omnibuzz is in 2016 gestart met de uitvoering van de voormalige ‘Wmo- regiotaxi.’ De gefaseerde verdere instroom van andere vormen van doelgroepenvervoer wordt in provinciale werkgroepen nader uitgewerkt (jeugdzorg/Wmo/leerlingenvervoer). De voorziene instroom van het Wmo- begeleid vervoer is 2020 en niet 2019. Eind 2018 volgen adviezen over de gefaseerde instroom van Wmo/Jeugd en leerlingenvervoer, gevolgd door de daadwerkelijke aanbesteding. Daarbij wordt rekening gehouden met verschillende scenario’s.

Naam Regionale Uitvoeringsdienst Limburg-Noord Openbaar belang De RUD Limburg-Noord heeft als doel de verbetering van:  de dienstverlening bij de uitvoering van de vergunnings-verlenings-, toezichts- en handhavingstaken (VTH-taken);  de kwaliteit, veiligheid en gezondheid van de leefomgeving. Daarbij ligt de focus van de RUD hoofdzakelijk op het zicht en grip hebben op risicovolle inrichtingen, activiteiten en milieucriminaliteit. De regionale uitvoeringsdienst Limburg Noord is per 1 januari 2018 voortgezet op basis van een gemeenschappelijke regeling. Deelnemers Aantal gemeenten op 1 januari 2019: 15 Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray, Weert. Provincie Limburg.

Bestuursstructuur Netwerkorganisatie op basis van een bestuursovereenkomst. Per 1-1-2018 is de netwerkorganisatie omgezet in een Gemeenschappelijke Regeling (GR), waarbinnen de netwerkconstructie in stand blijft.

In het bestuurlijk overleg (AB) is per gemeente 1 bestuurslid vertegenwoordigt. Daarnaast is Roerdalen vertegenwoordigd in het DB (burgemeester)

Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 Eigen vermogen € 93.000 € 93.000 Vreemd vermogen € 0 € 0 Resultaat 2019: € 0 Bijdrage De bijdrage in 2019 is € 51.906 (2018: € 49.917). gemeente Risico Bij de GR Limburg Noord blijven de medewerkers in dienst van de eigen gemeente (of in ons geval het servicecentrum MER) en vindt de dagelijkse aansturing ook van daar uit plaats. Het risico bestaat dat de medewerkers grotendeels voor hun eigen organisatie blijven werken en dat niet optimaal geprofiteerd wordt van de samenwerking. De beoogde kwaliteits- en efficiencyverbeteringen kunnen dan in de knel komen. Er is nu gekozen voor een “lichte” GR waarbij de netwerkconstructie grotendeels in stand blijft. We voldoen hiermee aan de wettelijke verplichting.

75 Naam Regionale Uitvoeringsdienst Limburg-Noord Het risico blijft dat de minister dit niet ver genoeg vindt gaan. Dat kan betekenen dat er alsnog een “zware” GR moet komen, waarbij ook personeel over gaat.

Ontwikkelingen De constructie van de GR RUD-LN wordt geëvalueerd, hier volgen mogelijk nog zaken uit die aangescherpt kunnen worden in de RUD structuur, of de GR zelf.

Naam Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg BV (OML) Openbaar belang OML is een onderneming (BV) die is opgericht door een aantal gemeenten in de regio Midden-Limburg. Doel is om namens de aandeelhoudende gemeenten het aanspreekpunt en Servicecentrum te zijn voor het bedrijfsleven. Getracht wordt om het vestigingsklimaat te verbeteren en de regionale economische structuur te versterken. De doelen van OML BV zijn als volgt:  het ontwikkelen, beheren en revitaliseren van bedrijfsterreinen in de regio;  het fungeren als intermediair tussen bedrijfsleven en overheidsorganisaties;  het uitvoeren van structuurversterkende projecten in de regio;  het bevorderen van en het invullen van de één loket functie binnen de gemeenten. Deelnemers Aandeelhoudende gemeenten: 5 Echt-Susteren (725 aandelen), Leudal (799), Maasgouw (533 aandelen), Roerdalen (463 aandelen), Roermond (1.713 aandelen). Bestuursstructuur OML is een besloten vennootschap. De gemeente is op basis van aandelenbezit vertegenwoordigd via de algemene vergadering van aandeelhouders. Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 17.453.000 € 18.127.000 Vreemd vermogen € 10.160.000 € 6.695.000 Resultaat 2019 € 842.000 Bijdrage gemeente De gemeente heeft geen vaste jaarlijkse bijdrage aan de OML. De gemeente Roerdalen bezit 463 aandelen met een nominale waarde van € 450. De aanschafwaarde (= boekwaarde) van de deelneming bedraagt € 721.000. Dividend wordt enkel uitgekeerd bij een solvabiliteitsratio hoger dan 40% én daarbij geldt dat dividenduitkering met voorrang zal worden ingezet om achtergestelde leningen mee af te lossen. Risico Per 30 januari 2018 is de financieringsovereenkomst (kredietarrangement) tussen OML en de BNG gewijzigd. Dit heeft tot gevolg dat het bedrag van de borgsom van de deelnemende gemeenten is gedaald van 6 miljoen tot 2 miljoen. Voor Roerdalen betekent dit een daling van de borgsom naar €250.270,-. Ontwikkelingen Er is een nieuw ondernemingsplan 2018-2021 opgesteld. Dit ondernemingsplan vormt het kader voor de komende jaren voor de activiteiten van OML.

76 Naam NV BNG Vestigingsplaats Den Haag Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Volgens de statuten is de BNG ‘bankier ten dienste van overheden’, zoals gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen, politieregio’s en met overheden verbonden instellingen en bedrijven op het terrein van volkshuisvesting, openbaar nut, onderwijs en gezondheidszorg. Deelnemers Aandeelhouders Bestuursstructuur Naamloze Vennootschap Financiën Per 1 januari 2017 31 december 2017 verbonden partij Eigen vermogen € 4.486.000.000 € 4.953.000.000 Vreemd vermogen € 149.514.000.000 € 135.014.000.000 Resultaat 2017 € 393.000.000 Aantal aandelen: 17.199. In % van totaal 0.03% Waarde van de aandelen € 1.485.900 Dividend Verwacht dividend 2018 € 41.000

Risico Het bedrag dat de bank jaarlijks aan dividend uitkeert is afhankelijk van de winst die de bank in enig jaar behaald. Bij een lage of geen winst, wordt ook geen dividend uitgekeerd.

Ontwikkelingen -

Naam Enexis Holding BV Vestigingsplaats ‘s-Hertogenbosch Openbaar belang Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland is Essent in 2009 gesplitst in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Het Productie- en Levering Bedrijf (PLB) is per 1 oktober 2009 verkocht aan RWE. Op basis van de wet werden de publieke aandeelhouders van Essent voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van het nieuwe zelfstandig opererende netwerkbedrijf, dat vanaf 2010 Enexis (Holding N.V.) heet. De vennootschap heeft ten doel:  Het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water;  Het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie;  Het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld;  Het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten.

Deelnemers De aandeelhouders zijn zes provincies en 116 gemeenten.

Bestuursstructuur Naamloze Vennootschap

77 Naam Enexis Holding BV Financiën Per 1 januari 2017 31 december 2017 verbonden partij Eigen vermogen € 3.704.000.000 € 3.808.000.000 Vreemd vermogen € 3.580.000.000 € 3.860.000.000 Resultaat 2017 € 207.000.000 Aantal aandelen 577.800 In % van totaal 0.39% Waarde aandelen € 14.851.200 Dividend Verwacht dividend 2018: € 398.000 Risico Laag

Naam Vordering op Enexis BV Vestigingsplaats ’s-Hertogenbosch Openbaar belang Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent) Deelnemers De aandeelhouders zijn zes provincies en 116 gemeenten. Bestuursstructuur Besloten Vennootschap Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 0 € 0 Vreemd vermogen € 356.505.000 € 0 Verwacht resultaat 2019 € - 20.000 Aantal aandelen 7.720 In % van totaal 0.39% Waarde aandelen € 0 Rentevergoeding Vergoeding 2019 € 73.710 Risico De aandeelhouders lopen zeer beheerst geachte risico’s op Enexis voor de niet -tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis en voor het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.:81 BW. Ontwikkelingen Op dit moment resteert alleen nog de lening van de 4e tranche. De 4e tranche mag niet vervroegd worden afgelost. Afhankelijk van het resultaat van een aantal financiële ratio’s zou de 4e tranche eventueel geconverteerd kunnen worden in eigen vermogen.

Naar verwachting zal de vennootschap eind 2019/begin 2020 geliquideerd kunnen worden.

78 Naam CSV Amsterdam BV Vestigingsplaats ’s-Hertogenbosch Openbaar belang Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent en Attero. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent en Attero) Deelnemers De aandeelhouders zijn zes provincies en 116 gemeenten. Bestuursstructuur Besloten Vennootschap Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 770.000 € 670.000 Vreemd vermogen € 0 € 0 Verwacht resultaat 2019: - € 100.000 Aantal aandelen 7.720 In % van totaal 0.39% Waarde aandelen € 2.600 Dividend Verwacht dividend 2018 € 0 Risico Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven tot het bedrag van € 8.035.783,- die nog resteert op de escrow- rekening en voor het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.:81 BW. Ontwikkelingen De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat claims worden afgewikkeld. Eventuele claims kunnen door Waterland tot 5 jaar na completion (mei 2019) worden ingediend. Na afwikkeling van deze eventuele claims van Waterland zal de escrow- rekening kunnen worden opgeheven en het restant op deze rekening kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.

Naar verwachting zal de vennootschap eind 2019/begin 2020 kunnen worden geliquideerd.

Naam Verkoop Vennootschap BV Vestigingsplaats ’s-Hertogenbosch Openbaar belang Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders Essent) Deelnemers De aandeelhouders zijn zes provincies en 116 gemeenten. Bestuursstructuur Besloten Vennootschap Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 137.500 € 125.000 Vreemd vermogen € 7.500 € 7.500 Verwacht resultaat 2019 - € 12.500 Aantal aandelen 7.720 In % van totaal 0.39% Waarde aandelen € 500 Dividend Verwacht dividend 2018 € 0

79 Naam Verkoop Vennootschap BV Risico Met de liquidatie van het General Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Het financiële risico is na de liquidatie van het General Escrow Fonds relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.:81 BW. Ontwikkelingen Het initieel vermogen in het General Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, € 800 mln.

Eind juni 2016 is het General Escrow Fonds geliquideerd. Het restantbedrag is volledig uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang in de vennootschap.

Ondanks dat het General Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden geliquideerd.

Naam Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Vestigingsplaats ’s-Hertogenbosch Openbaar belang Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders Essent Deelnemers De aandeelhouders zijn zes provincies en 116 gemeenten. Bestuursstructuur Besloten Vennootschap Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 1.610.000 € 1.590.000 Vreemd vermogen € 5.000 € 0 Verwacht resultaat 2019 - € 20.000 Aantal aandelen 577.800 In % van totaal 0.39% Waarde aandelen € 6.200 Dividend Verwacht dividend 2018: 0 Risico Met de liquidatie van het General Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 1.496.822) (art 2.:81 BW).

80 Naam Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Ontwikkelingen Ondanks dat het General Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden geliquideerd

Naam CBL Vennootschap BV Vestigingsplaats ’s-Hertogenbosch Openbaar belang Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent) Deelnemers De aandeelhouders zijn zes provincies en 116 gemeenten. Bestuursstructuur Besloten Vennootschap Financiën Per 1 januari 2019 31 december 2019 verbonden partij Eigen vermogen € 135.000 € 125.000 Vreemd vermogen € 5.000 € 5.000 Verwacht resultaat 2019 - € 10.000 Aantal aandelen 7.720 In % van totaal 0.39% Waarde aandelen € 500 Dividend Verwacht dividend 2018 € 0 Risico Met de liquidatie van het CBL Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat als werkkapitaal wordt aangehouden in de vennootschap. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.81 BW. Ontwikkelingen Het initieel vermogen in het CBL Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, $ 275 mln.

Eind juni 2016 is het CBL Escrow Fonds geliquideerd. Het restantbedrag is volledig uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang in de vennootschap.

Ondanks dat het CBL Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden geliquideerd.

81 Naam NV WML Vestigingsplaats Maastricht Openbaar belang De kerntaak van WML is het duurzaam en doelmatig leveren van leidingwater aan inwoners, bedrijven en (overheids)instellingen in Limburg. WML stelt de openbare watervoorziening veilig, beschermt bronnen en stimuleert duurzaam gebruik van water Deelnemers Limburgse Gemeenten en Provincie Limburg Bestuursstructuur Naamloze Vennootschap Financiën Per 1 januari 2017 31 december 2017 verbonden partij Eigen vermogen € 194.707.000 € 203.151.000 Vreemd vermogen €384.252.000 € 377.182.000 Resultaat 2016 € 8.444.000 Aantal aandelen 7 In % van totaal 1.4% Bijdrage gemeente - Risico Laag Ontwikkelingen Er zal gericht aandacht worden besteed aan behoud van kwalitatieve goede waterbronnen, betrokkenheid bij omgevingsplannen, informatiebeveiliging en signalering van externe en interne ontwikkelingen en afwijkingen die van invloed kunnen zijn.

Naam Bodemzorg Limburg Vestigingsplaats Maastricht Openbaar belang Nazorg over veertien (gesloten) stortplaatsen in Limburg. Deelnemers Limburgse Gemeenten Bestuursstructuur Naamloze Vennootschap Financiën Per 1 januari 2017 31 december 2017 verbonden partij Eigen vermogen € 3.209.000 € 3.852.237 Vreemd vermogen € 27.000.000 € 29.590.750 Resultaat 2017 € 642.991 Aantal aandelen 510 (van 55.280) In % van totaal 0.93% Bijdrage gemeente 2017 € 5.310 Risico Laag Ontwikkelingen Bodemzorg Limburg (voorheen bekend onder de naam Nazorg Limburg BV) functioneert vanaf 1998 als zelfstandige vennootschap. Vanaf 2003 is er een organisatorische scheiding aangebracht tussen Bodemzorg Limburg en Essent Milieu. Dit betekent dat Bodemzorg Limburg als een geheel zelfstandige onderneming functioneert. Bodemzorg Limburg blijft haar activiteiten uitvoeren: Administratieve vastlegging van alle gegevens en verplichtingen die van toepassing zijn op de desbetreffende locatie; Het meten en registreren van de invloed van de stortlocaties op de omgeving (monitoring) en rapportage aan het bevoegd gezag; Het beheren en in stand houden van alle voorzieningen die zijn aangebracht en het voldoen aan alle verplichtingen die te maken hebben met het eigendom; Het vervangen van bestaande voorzieningen of het aanbrengen van nieuwe voorzieningen mocht dat noodzakelijk zijn.

82 Naam Bodemzorg Limburg Voortvloeiend uit de afspraken tussen de Limburgse colleges met Bodemzorg Limburg wordt voor het beheer van voormalige stortplaatsen een inwonerbijdrage van € 0,25 in de afvalbegroting opgenomen.

Naam Ons WCL Openbaar belang De Stichting Ons Waardevol Cultuurlandschap Midden-Limburg (Ons WCL) is opgericht d.d. 28 november 1994. Het werkgebied van de Stichting Ons WCL bestaat uit 5 gemeenten. Door Ons WCL worden projecten gefinancierd en uitgevoerd die een bijdrage leveren aan de vergroting van de kwaliteit van het landelijk gebied in Midden- Limburg. De Stichting Ons WCL (Ons Waardevol Cultuur Landschap Midden-Limburg) heeft als doel: . het adviseren, ondersteunen en aanjagen van projecten in het kader van inrichting en beheer van het werkgebied. Zowel aan subsidiegevers als aan de indieners van deze te subsidiëren projecten; . het zelfstandig uitvoeren van projecten, maar ook het afmaken van lopende WCL-projecten; . het in stand houden van een netwerk van organisaties, overheden en instellingen die werkzaam zijn in of belang hebben bij de inrichting en het beheer van het landelijk gebied. Participanten Deelnemende gemeenten: Beesel, Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen en Roermond. Bestuursstructuur Stichting Financiën Per 1 januari 2017 31 december 2017 Eigen vermogen € 434.800 € 446.200 Vreemd vermogen € 141.450 € 144.600 Resultaat 2017 € 11.400 Bijdrage € 39.500 Jaarlijks Risico Zeer klein Ontwikkelingen Ons WCL continueert haar werkzaamheden voor de deelnemende gemeenten.

Naam Euregio Rijn-Maas-Noord Openbaar belang De Euregio Rijn-Maas-Noord zet zich sinds 1978 in om de Europese integratie tastbaar te maken voor de circa 2 miljoen inwoners van dit gebied. Ze wil het wederzijds begrip van de Nederlandse en Duitse inwoners van de Euregio versterken, de contacten verdiepen en samenwerking stimuleren. De Europese Unie, de deelstaat Nordrhein-Westfalen en de Nederlandse regering ondersteunen dit streven middels verschillende subsidieregelingen.

83 Naam Euregio Rijn-Maas-Noord Deelnemers De Euregio Rijn-Maas-Noord telt op dit moment 29 leden. Aantal Nederlandse gemeenten: 13 Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Nederweert, Maasgouw, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, en Venray. Aantal Nederlandse instellingen: 1 Kamer van Koophandel Limburg-Noord. Aantal Duitse participanten: 15 Mönchengladbach, Krefeld, het zuidelijk deel van de Kreis Kleve, Brüggen, Niederkrüchten, Straelen, Geldern, Nettetal, Wassenberg en , de Kreis Viersen, de Rhein-Kreis Neuss, de Industrie- und Handelskammer Mittlerer Niederrhein en de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer in Duisburg en Landeshaupstadt Düsseldorf. Bestuursstructuur Publiekrechtelijk openbaar lichaam naar Duits recht.

De gemeente is met 3 stemmen vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en de burgemeester zit als enige lid in het dagelijks bestuur. Financiën Per 1 januari 2017 31 december 2017 Eigen vermogen € 340.832 € 372.798 Vreemd vermogen Pm Pm Verwacht resultaat 2018: 0 Begrotingsvolume 2018: € 1.1 mln. Formatie 2018: 11,13 fte/15 medewerkers Bijdrage De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2019 bedraagt € 10.320 (betreft gemeente 3 stemmen) (2018 € 10.320). Risico Risico’s zijn beperkt, kleine organisatie met financiële reserve en bij ontbinding/liquidatie naar rato van stemmen verdeling kosten. Ontwikkelingen Met de Euregio-visie 2014 – 2020+ gaat de Euregio Rijn-Maas-Noord de nieuwe uitdagingen aan van een enerzijds globaliserende en anderzijds regionaliserende wereld. Tevens voldoet ze aan de eisen die in de nieuwe structuurfondsperiode worden gesteld en waarmee ook de Europese Unie nieuwe maatstaven hanteert. Aan de gemeenschappelijke benutting van het economische, sociaal-culturele, toeristische en infrastructurele potentieel aan weerszijden van de grens wordt daarom de hoogste prioriteit toegekend.

84 Paragraaf Financiering

Inleiding Wij bekostigen onze activiteiten met eigen middelen, maar ook met geleend geld. Daarnaast hebben we geld belegd in obligaties en verstrekken we soms leningen in het kader van de publieke taak. De financiering van al deze onderdelen is aan veel wettelijke kaders gebonden, die zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO).

Het belangrijkste uitgangspunt rondom financiering is het beheersen van de risico’s die hiermee samen hangen. De wettelijke regels zijn er op gericht dat grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen worden vermeden.

Gedurende het jaar ontvangen we geld en doen we betalingen, deze lopen in tijd niet synchroon. Om deze schommelingen op te kunnen vangen, lenen we geld om op tijd aan onze betalingen te kunnen voldoen.

Beleid De belangrijkste doelen van ons beleid zijn:  voorzien in de financieringsbehoefte op korte en lange termijn;  vanuit onze publieke taak, waar nodig, instellingen helpen bij hun financiering;  risico’s beheersen en beperken bij het aangaan of het verstrekken van een lening;  leningen aantrekken tegen zo laag mogelijke (rente)kosten;  voldoen aan wet- en regelgeving, waaronder de Wet Fido (Wet Financiering decentrale overheden).

Om deze doelen te bereiken beoordelen we voordat we leningen voor de langere termijn aantrekken of dit vanuit rente-oogpunt voordeliger is, dan een deel van onze obligatieportefeuille te verhandelen. Doel van deze afweging is het renteresultaat voor de gemeente zo gunstig mogelijk te houden. Het merendeel van de leningen hebben we afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten. We lossen hierop jaarlijks af. Bij nieuwe leningen wordt beoordeeld of deze jaarlijks afgelost worden of aan het einde van de looptijd. Voor leningen op de korte termijn wordt gekeken naar het daadwerkelijke banksaldo. Op basis hiervan worden kasgeldleningen met verschillende looptijden afgesloten, variërend van 2 weken tot 2 maanden. Bij het verstrekken van leningen of borgstellingen worden zoveel mogelijk zekerheden gesteld, de gemeente is immers geen bank. Wij willen dat instellingen en verenigingen zelf lenen zonder onze tussenkomst. Slechts indien dit niet lukt kan door een instelling of vereniging aan de gemeente gevraagd worden om een lening of een borgstelling, waarbij borgstelling onze voorkeur heeft.

Hoeveel lenen we als gemeente? De behoefte aan financiering ontstaat hoofdzakelijk door investeringen en leningen aan derden. Investeren kost geld; dit betreft bijvoorbeeld onze gebouwen, wegen en riolering. Ook als we aan derden leningen verstrekken moeten we dit zelf financieren. In onderstaand overzicht is de verwachte financieringsbehoefte opgenomen van 2019 tot en met 2022.

85 bedragen x € 1.000 Begroting MJB MJB MJB Financieringsbehoefte 2019 2020 2021 2022 Boekw aarde investeringen 66.700 62.426 60.074 55.737 Vaste financieringsmiddelen 58.371 64.086 56.899 53.781

Financieringstekort (-) overschot (+) - 8.329 1.660 - 3.175 - 1.956

Op basis van deze berekening verwachten we dat er nieuwe leningen afgesloten moeten gaan worden. In hoeverre het nu gecalculeerde financieringstekort zich ook daadwerkelijk voordoet in 2019 is onzeker. Voor de ruimte van het financieringstekort is in de begroting wel rekening gehouden met rente voor deze financieringsbehoefte.

Ons huidige leningenportefeuille is laag. Dit blijkt ook uit de financiële kengetallen (zie paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing). Onze netto-schuldquote in 2017 was lager dan 0%, terwijl het gemiddelde van de andere gemeenten met minder dan 25.000 inwoners ruim 30% is. Ook de verdeling van eigen en vreemd vermogen laat dit zien, deze zit boven de 50% wat betekent dat we meer financieren met eigen geld dan met vreemd geld. In onderstaand overzicht is het verloop van de leningenportefeuille weergegeven. Begin 2019 hebben we in totaal vier leningen uitstaan, waarvan de laatste wordt afgelost in 2022. Het gemiddelde rentepercentage dat we over de uitstaande leningen betalen in 2019 is 1,59%.

bedragen x € 1 mln.

Begroting MJB MJB MJB Leningenportefeuille 2019 2020 2021 2022

Stand per 1 januari 8,4 7,6 6,8 6,0

Nieuwe leningen 3,5 0,0 0,0 0,0 Reguliere aflossingen -0,8 -0,8 -0,8 -2,0 Vervroegde aflossingen 0,0 0,0 -3,5 0,0

Stand per 31 december 11,1 6,8 2,5 4,0

Waar hebben we ons geld in belegd? De gemeente heeft beleggingen, doordat we aandelen bezitten in een aantal vennootschappen (deelnemingen). In de paragraaf verbonden partijen zijn alle deelnemingen en de daaraan verbonden risico’s opgenomen. De grootste deelnemingen betreffen Enexis, OML en de BNG. Gesteld kan worden dat in dit kader in totaliteit sprake is van een beperkt risico.

In 2010 heeft de gemeente de middelen die zijn ontvangen door de verkoop van de aandelen Essent belegd in obligaties. De marktwaarde van deze belegging was op 30 juni 2018 € 22,3 mln. Het cumulatief rendement dat we tot nu toe hebben behaald over de obligatieportefeuille bedraagt 46,29%. Bij aanschaf van de obligaties voldeden deze aan de voorwaarden die toen in het treasurystatuut stonden. Door de economische ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden in de afgelopen jaren voldoen niet meer alle obligaties hieraan. De hogere risico’s die dit met zich mee brengt zijn al verwerkt in de marktwaarde, verkoop hiervan op dit moment levert geen lager risico meer op. Bovendien mogen we als gevolg van de invoering van het schatkistbankieren niet meer opnieuw beleggen, maar moeten overtollige liquide middelen worden weggezet op de rekeningcourant bij het Rijk.

86 De verdeling van de obligatie is als volgt:

Bedrag * € 1 mln Soorten instellingen RATING TOTAAL AAA AA A BBB Overheid en overheidgerelateerd 2,12 (9,5%) 2,97 (13,3%) 1,45 (6,5%) 0,56 (2,5%) 7,10 (31,9%) Financiële instellingen 5,77 (25,9%) 7,24 (32,5%) 0,00 (0,0%) 2,18 (9,8%) 15,19 (68,1%)

7,89 (35,4%) 10,21 (45,8%) 1,45 (6,5%) 2,74 (12,3%) 22,30 De percentages geven aan om welk deel van de totale portefeuille het gaat.

In de komende jaren hebben we jaarlijks te maken met vrijval van obligaties. De laatste obligaties worden in 2027 afgelost. Zoals hierboven al aangegeven mogen we niet meer in nieuwe obligaties beleggen. Obligaties die worden afgelost worden ingezet als financieringsmiddelen of weggezet op de rekeningcourant bij het Rijk.

In onderstaand overzicht is het vrijvalschema voor de resterende looptijd opgenomen.

bedragen x € 1.000

Overzicht vrijval beleggingsportefeuille Nominaal bedrag

Jaar van vrijval 2019 1.000 2020 7.455 2021 4.100 2022 2.750 2023 1.000 2024 1.600 2025 700 2026 100 2027 585

Totale vrijval 19.290

Risicobeheersing Door het Rijk zijn verschillende normen gesteld die erop moeten toe zien dat overheidsinstellingen op verantwoorde wijze met hun financiering omgaan. Deze normen zijn: - de kasgeldlimiet - de renterisiconorm - het EMU-saldo - het drempelbedrag voor schatkistbankieren.

Vanuit risicobeheersing zijn door het Rijk financiële kengetallen verplicht gesteld, om een valide risico-inschatting te kunnen maken. Deze zijn opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, aangezien deze over de totale financiële risicobeheersing van de gemeente gaan en niet alleen maar betrekking hebben op financiering.

Kasgeldlimiet Beheersing van het rente risico op korte schuld wordt weergegeven in de kasgeldlimiet.

Met deze limiet wil de wetgever voorkomen dat uitsluitend kortlopende leningen worden afgesloten. Het aantrekken van dit type leningen is aantrekkelijk wanneer de rente erg laag is. Het risico van een stijgende rente bij herfinanciering is daarmee in verhouding groot. Daarom is bepaald dat gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mogen gebruiken voor kortlopende leningen.

87 Renterisiconorm Beheersing van het rente risico op langlopende schuld wordt weergegeven door de renterisiconorm.

Deze norm draagt bij aan een zodanige opbouw van de langlopende leningenportefeuille dat tegenvallers als gevolg van renteaanpassingen en herfinanciering in voldoende mate wordt beperkt. Het totaal aan aflossingen en herfinanciering mag jaarlijks maximaal 20% bedragen van het begrotingstotaal. Door een goede spreiding van de looptijd wordt flexibiliteit in de toekomst behouden tegen zo laag mogelijke rentekosten.

bedragen x € 1 mln. Begroting MJB MJB MJB Bepaling renterisico 2019 2020 2021 2022 Renterisiconorm 9,6 9,3 9,1 9,2 Renterisico 0,8 0,8 0,8 2,0

Ruimte onder renterisiconorm 8,8 8,5 8,3 7,2

EMU-saldo Voor landen die deelnemen aan de Europese Monetaire Unie (EMU) gelden Europese begrotingsvoorschriften waaronder de zogenaamde EMU-normen. De EMU-normen stellen limieten aan de overheidsschuld van een land. De jaarlijkse groei van de netto overheidsschuld, ook wel het financieringstekort of EMU-saldo genaamd, mag in een jaar niet meer bedragen dan 3% van de omvang van de economie (bruto binnenlands product). Naar aanleiding van de schuldencrisis heeft Nederland in Europees verband afgesproken de Europese normen in nationale wetgeving te verankeren. Met de wet houdbare overheidsfinanciën (wet Hof) is daar gevolg aan gegeven.

Ook gemeenten en hun gemeenschappelijke regelingen vallen onder de Nederlandse overheid. De schulden van de gemeenten en de jaarlijkse groei van deze schulden tellen mee in de EMU-schuld en het EMU-saldo van de Nederlandse overheid. Daarom gaat de wet Hof ook over de ontwikkeling van de schulden van gemeenten en hun gemeenschappelijke regelingen.

Het EMU-saldo (begrotingssaldo) is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de overheid (Rijksoverheid, sociale fondsen en de decentrale overheden) van een bepaald land in een bepaald jaar. Er kan een tekort of een overschot op de begroting zijn. Decentrale overheden moeten het EMU-saldo berekenen, zodat op macro niveau het EMU-saldo voor Nederland kan worden bepaald. Ons EMU-saldo voor de begroting 2019-2022 is in het volgende overzicht berekend.

88 bedragen x € 1.000 Begroting MJB MJB MJB EMU-saldo 2019 2020 2021 2022 (+) Exploitatiesaldo voor toevoeging aan of - 660 - 276 402 489 onttrekking uit reserves (+) Afschrijvingen ten laste van exploitatie 1.821 1.904 1.931 1.935 (+) Storting in voorzieningen 862 878 874 883 (-) Onttrekking uit voorzieningen - 674 - 494 - 590 - 323 (-) Investeringen - 4.486 - 5.149 - 3.854 - 642 EMU-saldo -3.137 -3.137 -1.237 2.342

Schatkistbankieren Met ingang van 1 januari 2014 zijn decentrale overheden verplicht alle overtollige middelen boven een drempelbedrag in de schatkist te houden. Dagelijks wordt bepaald of er overtollige middelen zijn. Het drempelbedrag wordt bepaald op 0,75% van het begrotingstotaal. Voor Roerdalen is deze drempel afgerond dus € 350.000. Afhankelijke van de liquiditeitsbehoefte worden deze gelden teruggehaald vanuit de schatkist naar de rekening courant van de gemeente.

Rentevisie Naast deze wettelijke normen die vooral kijken naar de huidige financieringsstructuur, hebben we als gemeente ook te maken met de renteontwikkeling op de markt. Het monetaire beleid van de ECB blijft zeer ruim. De effectenaankopen zullen na september 2018 verder worden verminderd, maar de officiële tarieven blijven onveranderd. De lange rentetarieven lopen in de komende 12 maanden naar verwachting wat op.

Rentetoerekening Deze toerekening geeft inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden worden toegerekend. Door de ontvangen rente op de obligatieportefeuille hebben we een positief renteresultaat. Hierdoor is de omslagrente die wordt gebruikt voor de rentetoerekening aan vaste activa 0%. Er vindt dus geen rentetoerekening plaats aan de verschillende taakvelden. bedragen x € 1.000

Renteschema

Externe rentelasten over de korte en lange financiering 196 Externe rentebaten (idem) 916

Saldo rentelasten en rentenbaten 1.112

Rente die moet worden doorgerekend aan de grondexploitatie - Rente projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend - Rentebaat van doorverstrekte leningen in geval van projectfinanciering, die aan het - betreffende taakveld moet worden toegerekend

Aan taalkvelden toe te rekenen externe rente -

Rente over eigen vermogen - Rente over voorzieningen 28

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 1.140

De aan taakvelden toegerekende rente (rentomslag) -

Renteresultaat op het taakveld Treasury 1.140

89 Meerjarenbalans Zoals voorgeschreven in de BBV is onderstaande geprognotiseerde balans opgesteld.

bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting Activa 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Vaste Activa Immateriële vaste activa - Materiële vaste activa 38.626 43.943 46.234 49.415 51.163 49.576 Financiële vaste activa 22.316 21.466 20.466 13.011 8.911 6.161

Totaal Vaste Activa 60.942 65.409 66.700 62.426 60.074 55.737

Vlottende Activa Voorraden - 348 - 459 91 30 30 30 Uitzettingen korter dan één jaar 5.131 4.000 3.500 3.500 3.500 3.500 Liquide Middelen 64 50 50 50 50 50 Overlopende activa 1.155 1.100 1.100 1.100 1.100 1.100

Totaal Vlottende Activa 6.002 4.691 4.741 4.680 4.680 4.680

Totaal Activa 66.944 70.100 71.441 67.106 64.754 60.417

Realisatie Begroting Passiva 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Vaste passiva Eigen vermogen 37.446 33.935 33.233 32.737 32.324 31.910 Gerealiseerde resultaat - 87 202 43 220 816 902 Voorzieningen 10.124 9.963 10.151 10.535 10.820 11.380 Vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer 9.218 8.412 11.105 10.300 6.000 4.000

Totaal Vaste passiva 56.701 52.512 54.532 53.792 49.960 48.192

Vlottende Passiva Netto vlottende schulden met looptijd korter dan één jaar 8.176 14.588 13.909 10.314 11.794 9.225 Overlopende passiva 2.067 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000

Totaal Vlottende Passiva 10.243 17.588 16.909 13.314 14.794 12.225

Totaal Passiva 66.944 70.100 71.441 67.106 64.754 60.417

90 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding Het weerstandsvermogen geeft aan of we in staat zijn om financiële tegenvallers op te vangen. Daarvoor is ten eerste inzicht nodig in de omvang van de risico’s. Het gaat dan om risico’s waarvoor geen (afdoende) maatregelen zijn getroffen of zijn te treffen en die gevolgen kunnen hebben voor de financiële positie. Ten tweede is inzicht nodig in de middelen die beschikbaar zijn om deze niet- begrote kosten te dekken (weerstandscapaciteit). Zolang er evenwicht is tussen de risico’s en de weerstandscapaciteit kan de gemeente, gegeven het risicoprofiel, risico’s die zich manifesteren opvangen, zonder te hoeven ingrijpen in het beleid. Om dit te bereiken is risicobeheersing van groot belang.

De beoordeling van het weerstandsvermogen De benodigde weerstandscapaciteit (totaal inschatting risico’s) wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

퐵푒푠푐ℎ𝑖푘푏푎푟푒 푤푒푒푟푠푡푎푛푑푠푐푎푝푎푐𝑖푡푒𝑖푡 푅푎푡𝑖표 푤푒푒푟푠푡푎푛푑푠푣푒푟푚표𝑔푒푛 = 퐵푒푛표푑𝑖𝑔푑푒 푤푒푒푟푠푡푎푛푑푠푐푎푝푎푐𝑖푡푒𝑖푡 (푟𝑖푠𝑖푐표′푠)

Aan deze ratio wordt de volgende waardering gegeven (bron: Nederlands Adviesbureau Risicomanagement).

Ratio Waardering > 2,0 Uitstekend 1,5 – 2,0 Ruim voldoende 1,0 – 1,5 Voldoende 0,8 – 1,0 Matig 0,6 – 0,8 Onvoldoende < 0,6 Ruim onvoldoende

Conclusie Voor onze gemeente is de ratio voor het weerstandsvermogen 6,42. Het weerstandsvermogen is dus uitstekend.

Risico-inventarisatie en risicobeheersing Een goed werkend systeem van risicomanagement begint met het inventariseren en beheersen van risico’s. Risico’s moeten tenslotte worden opgevangen met het eigen vermogen, door belastingverhoging of door beleidsmatige ombuigingen op de begroting. Dit laatste in het geval als de weerstandsratio niet minimaal als ‘voldoende’ is aangemerkt. Door al in een vroeg stadium na te denken over de mogelijke risico’s van beleid of de uitvoering daarvan, zijn risico’s nog te voorkomen, of ernstige gevolgen ervan te beperken. Daarnaast kunnen risico’s ook worden geaccepteerd of overgedragen.

Hierna volgt een overzicht van de geïnventariseerde risico’s, waarbij we aangeven wat de mogelijke financiële consequenties zijn als een risico zich voordoet.

91 Risico Kwantificering (€) Kans % voor Totaal (€) berekening Obligatie's € 22.298.999 10% € 2.185.300 Verbonden partijen € 2.397.900 27% € 463.000 Maatschappelijk Vastgoed € 726.000 50% € 363.000 Garantie's met achtervang € 34.000.000 1% € 340.000 Decentralisaties sociaal domein € 270.000 80% € 216.000 Open einde regeling € 370.000 50% € 185.000 Grondexploitaties € 267.787 50% € 133.900 Garantie's zonder achtervang € 4.198.000 3% € 125.900 Financiering € 61.220 50% € 30.600 Vennootschapbelasting € 20.000 25% € 5.000 Juridische risico's, publiek rechterlijk pm Privacy (AVG) pm Eindtotaal € 4.047.700

De risicokaart plaatst de risico’s qua urgentie in een schema op basis van de risicoscore (kans x impact) op basis van een schaal van 1 tot 5 voor zowel de kans (= waarschijnlijkheid) als de impact. De scores kunnen als volgt worden geduid:

Risicoscore (= Risico X Kans) 0 < 3 minimaal 3 < 5 laag 5 < 10 gemiddeld 10 < 20 hoog > 20 urgent

Risicokaart Risico Impact < € 100.000 € 100.000 - € 250.000 € 250.000 - € 500.000 € 500.000 - € 1.000.000 > € 1.000.000

1 2 3 4 5 ( Verbonden partijen, Verbonden partijen Garanties met Obligaties n aandeelhouderschap (GR-en) achtervang e Zeer klein 1 t Garanties zonder t achtervang o

) Financiering Grondexploitaties

w Klein 2 Vennootschaps- a belasting a r Open einde regeling Maatschappelijk s Inkomensdeel vastgoed c 50/50 3 participatie (BUIG) h Verbonden partijen i (Garantie OML) j Decentralisaties n sociaal domein l Groot 4 i j k h e Zeer groot 5 i d NB. Juridische risico’s en Privacy (AVG) kunnen niet geduid worden op de risicokaart

92 Toelichting op risico’s

Obligaties De gemeente heeft de opbrengst van de verkoop van Essent belegd in obligaties. Voor de staatsobligaties bestaat een risico dat deze afgewaardeerd kunnen worden als het land niet aan de verplichtingen kan voldoen. Daarnaast lopen we bij financiële instellingen het risico dat bij faillissement niet of beperkt wordt uitbetaald. Door de financiële crisis is de kredietwaardigheid van een aantal landen en financiële instellingen onder druk komen te staan. Daarnaast voldoet een aantal obligaties niet meer aan de randvoorwaarden bij afsluiten. Deze obligaties mogen volgens de wet Financiering Decentrale Overheden in portefeuille blijven tot dat deze afgelost of verkocht worden. Het risico (kolom kans in tabel) is berekend aan de hand van het percentage obligaties dat niet meer binnen de randvoorwaarden valt.

Verbonden partijen Voor de risico’s van de verbonden partijen willen we verwijzen naar de paragraaf verbonden partijen. Per partij staat hier het risico vermeldt. Het grootste risico dat we als gemeente op dit moment hebben is de garantstelling bij Ontwikkelingsmaatschappij Midden Limburg (OML). Dit risico is vanaf maart 2018 aanzienlijk gedaald (€ 250.000 ipv € 876.000). Bij de verhoging van de garantstelling in 2016 zijn in een onafhankelijk rapport de risico’s geïnventariseerd en gewogen. In de doorgerekende scenario’s worden de ondergrenzen van de financiële positie niet bereikt, wat leidt tot de conclusie dat het risico laag is.

Maatschappelijk Vastgoed In 2018 heeft Laco het Apollocomplex van de gemeente gekocht. Hierbij is een exploitatiebijdrage voor de komende 20 jaar overeengekomen. Afgesproken is om voor de komende 10 jaar, circa 2/3e deel van de exploitatiebijdrage ten behoeve van het zwembad, vooruit te betalen. Laco gebruikt deze vooruitbetaalde bedragen voor de verbouwing van het pand naar de gewenste maatschappelijke functie. De gemeente loopt hierbij een financieel risico wanneer het Apollocomplex na verbouwing en binnen 10 jaar niet levensvatbaar blijkt.

In het kader van het overdragen van maatschappelijk vastgoed naar beheerstichtingen worden de stichtingen in hun exploitatie financieel ondersteund door de gemeente middels een exploitatiebijdrage. De beheerstichtingen ontvangen daarnaast een incidentele bijdrage in de investeringen die gedaan moeten worden om het gebouw zodanig in te richten dat het onderdak kan bieden aan de gewenste maatschappelijke functie. Voor het resterende deel van de investering dient de beheerstichting zelf voor financiering te zorgen. In de besluitvorming rondom dorpshuizen is aangegeven dat wanneer de beheerstichting dit resterende deel niet via een lening uit de markt kan financieren, zij een beroep kunnen doen op de gemeente. De beheerstichting kan dit gedeelte van de investering in dat geval tegen marktconforme voorwaarden bij de gemeente lenen. Hier is vooralsnog alleen door Stichting Dorpshuis De Roerparel gebruik van gemaakt, zodat het risico op het niet kunnen terugbetalen van de lening zich enkel hier voordoet.

Er blijft altijd een risico dat deze complexen op termijn niet levensvatbaar blijken te zijn. Na 4 jaar resteert een totaal bedrag waarover risico gelopen wordt van € 726.900.

Hiernaast is aan het integraal kind centrum ’t Kempke een borgstelling toegezegd, voor de lening die het schoolbestuur aan dient aan te trekken om haar aandeel in de verbouwing van IKC ’t Kempke te financieren. Het schoolbestuur heeft nog geen lening met borgstelling door de gemeente afgesloten. Hierdoor is het risico dat de gemeente verantwoordelijk wordt voor aflossing van de lening op dit moment slechts latent aanwezig.

93 Tenslotte loopt het proces van het contract vrij maken van accommodaties nog. De uitkomst van dit proces is nog niet bekend. Afhankelijk van de uitkomst zal duidelijk worden in hoeverre de reserve accommodatiebeleid toereikend is om het contract vrij maken financieel af te ronden.

Decentralisaties sociaal domein Sinds 2015 is gemeente verantwoordelijk voor jeugdzorg en WMO-nieuw. Hiermee heeft de gemeente een groot financieel risico erbij gekregen. De afgelopen jaren is gebleken dat met name in de Jeugdzorg er sprake was van aanzienlijke tekorten. De ingezette lijn om de onzekerheden verder te minimaliseren wordt in 2019 verder doorgezet. Binnen de jeugdzorgkosten is een belangrijk risico de fluctuatie en soms onvoorspelbaarheid hiervan. Voor een groot deel wordt dit risico gemonitord binnen de P&C-cyclus. Voor de specialiste jeugdzorg en de jeugdzorgplus kwantificeren we de kosten van 1 instromer (€ 270.000).

Privacy - Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) Per 25 mei 2016 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. De wetgeving verlangt dat we als gemeente de bescherming van persoonsgegevens aantoonbaar beheersen. De AVG vraagt om een gestructureerde implementatie. Het streven is dan ook om privacyrisico’s in werkprocessen op zo kort mogelijke termijn op te nemen in de reguliere planning en controlecyclus.

De gemeente is gestart met het inrichten van de basis beheersprocessen in het kader van de AVG. De gemeente is- zeker in het licht van de bijzondere aandacht die de AP heeft voor lokale overheden - extra kwetsbaar bij eventuele toezichts- en handhavingsacties van de autoriteit. De autoriteit past daarbij uiteenlopende toezichts- en handhavingsinstrumenten toe; van het versturen van een waarschuwingsbrief tot het opleggen van een dwangsom of het opleggen van een boete. Als uitgangspunt geldt dat de autoriteit kiest voor het handhavingsinstrument dat het minst ingrijpend is en waarmee het meeste effect wordt bereikt.

Naast het risico van opgelegde geldboetes zijn er risico’s in het kader van bedrijfscontinuïteit (verwerkingsbeperking of –verbod), imagoschade (negatieve pers) en risico’s op claims na incidenten.

Ook in een organisatie die de risico’s volledig beheerst kunnen altijd incidenten optreden. De kans op het optreden van de bovenstaande risico’s is moeilijk in te schatten en hierdoor niet in financiële termen uit te drukken. Het grootste risico komt voort uit de mate waarin de organisatie brede inrichting van privacybeheer heeft vorm gekregen. Naarmate aantoonbaar gemaakt kan worden dat gestructureerd wordt gewerkt aan het op orde krijgen van deze inrichting neemt het risico op boetes en dwangsommen af en is de kans groot dat de reactie van de AP zich beperkt tot een waarschuwing of een bindende aanwijzing.

Vennootschapsbelasting Met ingang van 2016 zijn gemeenten geconfronteerd met de gevolgen van de invoering van de vennootschapsbelasting (Vpb). In de tussentijd is er steeds meer duidelijk over de financiële effecten hiervan. Zoals het nu uitziet doet de kans op betaling van Vpb zich alleen voor bij de grondexploitatie. Voor 2016 en 2017 verwachten we hier een uiterst bescheiden verplichting (minder dan € 5.000,- in 2016 en €15.000 voor 2017). Wel is er in zijn algemeen nog onduidelijkheid rondom de invoering van de vennootschapsbelasting bij gemeenten. Dit komt mede doordat er nog geen ervaring is opgebouwd binnen de belastingdienst en er ook nog geen jurisprudentie hierover is.

De invoering van de vennootschapsbelasting zal nog de nodige administratieve lasten met zich meebrengen. De straks onder de Vpb vallende onderdelen, zullen administratief verwerkt moeten

94 worden volgens de regels van de Vpb. Deze wijken nogal af op het gebied van bijvoorbeeld het activeren van investeringsuitgaven en kostentoerekening.

Juridische risico’s, publiekrechtelijk en privaatrechtelijk Wij zijn bezig met dorpsgericht werken. Deze manier van werken gaat uit van vertrouwen in de burger en het zo veel mogelijk praktisch aanpakken en oplossen van zaken. Dit uitgangspunt past bij de gewenste ontwikkelingen binnen Roerdalen. Wel is het van belang dat vanuit juridisch oogpunt gezocht wordt naar een balans tussen praktische oplossingen en wettelijke mogelijkheden en risico’s.

Daarnaast zijn we verwikkeld in een juridische procedure rondom vakantieparken en zijn er enkele bouwplannen die privaatrechtelijk wellicht in een juridische procedure belanden. Onbekend is wat de gevolgen van deze procedures zijn.

De weerstandscapaciteit

Bij de weerstandscapaciteit kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele capaciteit en tussen directe en indirecte capaciteit.  De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten éénmalig op te vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken. Het valt samen met de (algemene) reservepositie.  De structurele weerstandscapaciteit zijn de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken.  De direct beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit gelden die direct kunnen worden gebruikt voor de kosten van een calamiteit.  De niet direct beschikbare weerstandscapaciteit zijn gelden waarvan besloten kan worden om ze vrij te maken. Hiervoor moeten eerst trajecten in gang worden gezet

bedragen x € 1.000 Weerstandscapaciteit per 1 januari 2019 Structureel Incidenteel

Direct beschikbaar post onvoorzien 100 algemene reserve 3.990 Totaal direct beschikbaar 100 3.990

Niet direct beschikbaar onbenutte belastingcapaciteit 1.402 bestemmingsreserve (excl. reserve investeringen economisch nut) 20.499 stille reserves p.m. Totaal niet direct beschikbaar 1.402 20.499

Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 1.502 24.489

95 Kengetallen financiële positie

Als richtlijn voor de streefwaarden van de financiële positie gaan we uit van de classificaties die door de provincie Limburg zijn afgegeven. Voor de weerstandsratio gaan we uit van de normen van het Nederlands Adviesbureau Risicomanagement.

Deze streefwaarden geven een richting aan. Als niet voldaan wordt aan de streefwaarden betekent dit dat inspanningen verricht moeten worden om tijdig bij te sturen. De kengetallen worden dan ook niet als harde norm voorgesteld, maar moeten altijd in samenhang worden bekeken.

Jaarrekening Begroting Begroting Streef- Begroting Begroting Begroting Financiële kengetallen 2017 2018 2019 waarden 2020 2021 2022 Ratio weerstandsvermogen 8,19 7,51 6,42 > 1 6,36 6,35 6,36 Netto schuldquote -15,30% 8% 6% < 90% 13% 16% 12% Netto schuldquote gecorrigeerd voor -18,30% 6% 8% < 90% 15% 18% 14% doorgeleende bedragen Solvabiliteitsratio 55,60% 52% 47% > 50% 49% 51% 54% Grondexploitatie -0,80% -0,30% 0,20% < 20% 0,10% 0,10% 0,10% Structurele exploitatieruimte -2,00% -1% -0,30% > 0% 1,00% 1,80% 2,00% Belastingcapaciteit 85,20% 94% 95% < 95% 96% 96% 96% Omvang Alg. reserve (* € 1.000) 2.983 3.786 3.990 3.500 3.890 3.890 3.890

Conclusie Wij vallen bij een groot deel van de categorieën binnen de streefwaarde zoals deze zijn benoemd in de Kadernota 2019. Het grootste probleem is het feit dat de structurele exploitatieruimte niet sluitend is. Als dit echter wordt afgezet tegen het ratio van de weerstandscapaciteit is dit risico van beperkte omvang. Bovendien laat het meerjarig perspectief in de begroting 2019 zien dat dit van tijdelijke aard is. Wel blijft het noodzakelijk om hier ook naar de toekomst toe alert op te blijven. Voor de omvang van de algemene reserve en de solvabiliteitsratio kan een zelfde conclusie worden getrokken.

Uitleg kengetallen Netto schuldquote De netto schuldquote beoordeelt de schuld als aandeel van de inkomsten. Bij een lage netto schuldquote is dit een indicatie dat de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie laag zijn. Hoe lager het percentage, hoe gunstiger. Om een zuiver beeld te krijgen van het (netto) effect, wordt het bedrag aan schulden gecorrigeerd met het bedrag dat is doorgeleend.

Solvabiliteitsratio Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin wij in staat zijn aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Dit gebeurt door het eigen vermogen uit te drukken in een percentage van het totale vermogen.

Grondexploitatie Dit kengetal is in het algemeen vooral opgenomen vanwege de mogelijke impact van de grondexploitatie op de financiële positie van een gemeente. Hiervan is vooral sprake als een gemeente geldleningen heeft afgesloten om grond van toekomstige woningbouwprojecten te verwerven. Dit is bij ons niet het geval.

Structurele begrotingsruimte Het kengetal geeft in verhouding aan wat de structurele begrotingsruimte is door het saldo van de structurele lasten en lasten te vergelijken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Er is dan sprake van een structureel sluitende begroting.

Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid.

96 Financiën in hoofdlijnen

Verloop van Saldo

Hieronder schetsen we in grote lijnen het financiële verloop van de vaststelling van de begroting 2018-2021 tot en met de nu voorliggende programmabegroting 2019-2022.

In onderstaand overzicht ziet u de stand vanaf de primaire begroting tot en met de Kadernota 2019.

(bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022

Saldo primaire begroting 2018-2021 1 92 276 302

Ontwikkelingen financieel meerjarig perspectief in Kadernota Raadsbesluiten -41 -41 -41 -41 Financiële ontwikkelingen obv raadsinformatiebrieven (o.a. 882 1.371 1.736 2.341 circulaires) Aanpassingen bijdrage gemeenschappelijke regelingen 137 120 75 48 Loonkosten ontwikkeling -85 -85 -85 -85 Bijstelling bestaand beleid sociaal domein -335 -321 -321 -321 Bijstelling bestaand beleid ruimtelijk domein - -11 -32 -32

Bijstellingen o.b.v. raadsbesluiten en Kadernota 557 1.034 1.332 1.910

Bijstellingen volgens Kadernota 557 1.034 1.332 1.910

Begrotingssaldo 2019-2022 volgens Kadernota 559 1.126 1.608 2.213

Voor een verdere toelichting op bovenstaande bedragen verwijzen wij u naar de Kadernota 2019, zoals deze is behandeld in de raad van 5 juli 2018.

Bij het opstellen van de Kadernota waren de effecten vanuit de meicirculaire nog niet bekend. In de raadsinformatiebrief van 3 juli 2018 is deze informatie alsnog met u gedeeld. In onderstaande tabel is het effect van de meicirculaire weergegeven.

(bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022

Begrotingssaldo 2019-2022 volgens Kadernota 559 1.126 1.608 2.213

Meicirculaire 2018 Bijstellingen gemeentefondsuitkering 97 -65 -22 -421

Meicirculaire 2018 97 -65 -22 -421

Bijstellingen volgens meicirculaire 97 -65 -22 -421

Begrotingssaldo 2019-2022 na effecten meicirculaire 2018 656 1.060 1.586 1.792

97 In de raadsvergadering van 20 september 2018 heeft u de halfjaarrapportage 2018 behandeld. In deze rapportage zijn de effecten voor de begroting 2018 in beeld gebracht. Een aantal van deze effecten heeft echter een meerjarige impact en dus een effect op de nu voorliggende programmabegroting 2019-2022. Hieronder is dit meerjarige effect in beeld gebracht.

(bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022

Begrotingssaldo 2019-2022 na effecten meicirculaire 2018 656 1.060 1.586 1.792

Halfjaarrapportage 2018 Meerjarige effecten vanuit halfjaarrapportage 2018 -199 -199 -199 -199

Halfjaarrapportage 2018 -199 -199 -199 -199

Bijstellingen obv effecten halfjaarrapportage 2018 -199 -199 -199 -199

Begrotingssaldo 2019-2022 na effecten halfjaarrapportage 2018 457 862 1.388 1.593

Na de vaststelling van de Kadernota 2019 en het opstellen van de halfjaarrapportage 2018 zijn er nog ontwikkelingen geweest die leiden tot financiële bijstellingen. Deze bijstellingen zijn opgenomen in onderstaand overzicht en zijn toegelicht in de programma’s en paragrafen van deze begroting. De bijstellingen zijn onderverdeeld:

 Ontwikkelingen op basis van rijksbeleid Deze ontwikkelingen zijn een gevolg van gewijzigd beleid van de Rijksoverheid. Met een afnemende rijksbijdrage, of stijgende gemeentelijke kosten als gevolg.  Aanpassingen bestaand beleid en nieuw beleid.

98 (bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022

Begrotingssaldo 2019-2022 na effecten halfjaarrapportage 2018 457 862 1.388 1.593

Ontwikkelingen op basis van rijksbeleid Prog. 3 Aanpak 'personen met verward gedrag' -21 -21 -21 -21 Prog. 7 Verkiezing Tweede Kamer 17/3/2021 + Gemeenteraad 16/3/2022 - - -25 -25 Prog. 7 Financiering gezamenlijke gemeentelijke activiteiten (VNG) -53 -53 -53 -53 Prog. 8 Effect mutatie gemeentefondsuitkering mei 2018 - - - -60

Ontwikkelingen op basis van rijksbeleid -74 -74 -99 -159

Aanpassingen bestaand beleid en nieuw beleid Prog. 1 Positieve gezondheid -75 -75 - - Prog. 1 Onderzoek naar toekomst buitenbaden -15 - - - Prog. 2 Intensivering Sociale Wijkteams -75 -75 - - Prog. 2 Onttrekking aan de reserve decentralisaties sociaal domein 217 - - - Prog. 3 Uitbreiding capaciteit BOA -20 -20 -20 -20 Prog. 3 Uitbreiding personele capaciteit i.v.m. uitbreiding functieboek met de -40 -40 -40 -40 functie Veiligheid Prog. 4 Verlaging pachtopbrengsten -43 -43 -43 -43 Prog. 4 Duurzaamheid -50 -50 -50 -50 Prog. 4 Onderzoek naar elektriciteitsvoorzieningen in de openbare ruimte -10 - - - Prog. 6 Herstructurering gemeentelijke speelplekken -15 -15 -15 -15 Prog. 6 Aanbesteding groenonderhoud/onkruidbestrijding -100 -100 -100 -100 Prog. 7 Hogere storting in de voorziening pensioenverplichting wethouders -21 -21 -21 -21 Prog. 7 Bezoldiging bestuurders/vergoeding raadsleden -46 -56 -56 -56 Prog. 7 Experimenteerruimte -100 -200 - - Prog. 7 Taakstelling bedrijfsvoering - - -123 -123 Prog. 7 Storting in de reserve organisatieontwikkeling -100 - - - Prog. 8 Onttrekking aan de reserve bouwgrondexploitatie 250 200 - - Prog. 8 Financieringseffect -76 -76 - - § OK Hogere afschrijvingslasten -95 -114 -169 -246 § LH Effect gesloten exploitatie afval 90 90 90 90 § LH Effect gesloten exploitatie riolering 18 57 93 112

Diverse kleine aanpassingen -34 -30 -19 -19

Aanpassingen bestaand beleid en nieuw beleid -340 -568 -473 -531

Totaal actuele ontwikkelingen -414 -642 -572 -690

Begrotingssaldo 2019-2022 na actuele ontwikkelingen 43 220 816 902

99 Overzicht baten en lasten

bedragen x € 1.000

Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB Programmabegroting 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Programma's Lasten - 47.690 - 50.376 - 47.130 - 46.396 - 45.655 - 45.731 1. Krachtige dorpen - 4.867 - 4.604 - 3.935 - 3.987 - 3.916 - 3.913 2. Participatie, ondersteuning en zorg - 20.600 - 20.933 - 20.193 - 20.020 - 19.781 - 19.824 3. Veilige dorpen - 2.597 - 2.544 - 2.728 - 2.708 - 2.712 - 2.708 4. Economie, natuur, toerisme en cultuur - 1.844 - 1.991 - 1.027 - 829 - 753 - 753 5. Woonomgeving - 3.045 - 3.377 - 3.360 - 3.081 - 2.968 - 2.972 6. Mobiliteit, infrastructuur en openbaar groen - 5.280 - 5.566 - 5.818 - 5.980 - 5.974 - 6.065 7. Bestuur, organisatie en dienstverlening - 9.099 - 10.610 - 9.060 - 8.702 - 8.580 - 8.541 8. Algemene middelen - 358 - 751 - 1.008 - 1.089 - 971 - 956 Baten 26.144 26.596 15.021 14.490 14.247 14.311 1. Krachtige dorpen 684 695 235 235 235 235 2. Participatie, ondersteuning en zorg 5.064 4.744 4.374 4.439 4.503 4.568 3. Veilige dorpen 247 42 42 42 42 42 4. Economie, natuur, toerisme en cultuur 948 1.208 382 482 482 482 5. Woonomgeving 3.154 3.469 4.124 3.363 3.056 3.060 6. Mobiliteit, infrastructuur en openbaar groen 2.260 2.358 2.278 2.278 2.278 2.278 7. Bestuur, organisatie en dienstverlening 632 394 373 373 373 373 8. Algemene middelen 13.155 13.686 3.213 3.278 3.278 3.273 Totaal Programma's - 21.546 - 23.780 - 32.109 - 31.906 - 31.408 - 31.420

Algemene dekkingsmiddelen Baten 19.119 20.340 31.449 31.630 31.810 31.909 Algemene uitkering 17.050 18.209 29.218 29.399 29.579 29.678 Baatbelasting 0 0 0 0 0 0 Dividend 1.613 1.606 1.606 1.606 1.606 1.606 Hondenbelasting 117 117 117 117 117 117 Toeristenbelasting 338 408 508 508 508 508 Totaal Algemene dekkingsmiddelen 19.118 20.340 31.449 31.630 31.810 31.909

Mutatie reserves Lasten - 1.901 - 2.142 - 889 - 235 - 41 - 41 1. Krachtige dorpen - - 20 - - - - 4. Economie, natuur, toerisme en cultuur - - 139 - - - - 5. Woonomgeving - - 431 - 748 - 194 - - 7. Bestuur, organisatie en dienstverlening - - - 100 - - - 8. Algemene middelen - 1.901 - 1.552 - 41 - 41 - 41 - 41 Baten 4.242 5.784 1.591 731 454 454 1. Krachtige dorpen 588 940 365 365 365 365 2. Participatie, ondersteuning en zorg 509 743 217 - - - 4. Economie, natuur, toerisme en cultuur 349 589 345 77 - - 5. Woonomgeving 213 285 - - - - 7. Bestuur, organisatie en dienstverlening 625 1.627 326 - - - 8. Algemene middelen 1.957 1.600 340 290 90 90 Totaal Mutatie reserves 2.340 3.642 703 496 413 413

Resultaat - 87 202 43 220 816 902

100

Overzicht reserves en voorzieningen

- -

- -

- -

0 0

0 0

364.478

200.900

7.175.003

45.818.462

Stand 31-12 Stand

- - 26.549

- - 52.150

- - 1.706.263

- - 563.000

- - 518.399

- - 75.000

- - 12.995

- - 82.879

- -

- - 2.842

- - 7.805.707

- -

- - 517.027

- -

- -

- - 570.000

- - 1.468.569

- - 100.000

- - 17.451.816

- - 324.409

- -

- - 3.890.020

23.400

96.566

2.910.453

780.966

661.000

454.250

14.321.616

31.496.846

1.235.216

Onttrekking

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- - 454.250

- -

60.000

70.718

40.800

40.800

923.864

883.064

504.661

247.685

BEGROTING 2023 BEGROTING

Storting

- -

- -

- -

0 0

0 0

327.878

614.215

7.629.253

Stand 1-1 Stand

- - 26.549

- - 52.150

- - 1.706.263

- - 563.000

- - 518.399

- - 75.000

- - 12.995

- - 82.879

- -

- - 2.842

- - 7.301.046

- -

- - 517.027

- -

- -

- - 570.000

- - 1.468.569

- - 100.000

- - 17.451.816

- - 283.609

- -

- - 3.890.020

23.400

96.566

2.936.301

777.216

322.966

203.000

454.250

Onttrekking

46.129.813

14.219.518

31.910.295

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- - 454.250

- -

60.000

70.718

40.800

40.800

923.864

883.064

504.661

247.685

Storting

- -

- -

- -

0 0

0 0

BEGROTING 2022 BEGROTING

2.842 2.842

26.549 26.549

52.150 52.150

75.000 75.000

12.995 12.995

82.879 82.879

291.278 291.278

569.530 569.530

2.962.149 2.962.149

8.083.503 8.083.503

45.983.165

13.659.420

32.323.745

Stand 1-1 Stand

- -

- -

- 1.706.263 - 1.706.263

- - 563.000

- - 518.399

- -

- -

- -

- -

- -

- 6.796.385 - 6.796.385

- -

- - 517.027

- -

- -

- - 570.000

- 1.468.569 - 1.468.569

- - 100.000

- - 17.451.816

- - 242.809

- -

- 3.890.020 - 3.890.020

23.400

96.566

589.966

470.000

454.250

1.044.216

Onttrekking

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- - 454.250

- -

60.000

71.137

40.800

40.800

914.630

873.830

495.008

247.685

Storting

- -

- -

- -

0 0

0 0

BEGROTING 2021 BEGROTING

254.678

791.845

517.027

8.537.753

Stand 1-1 Stand

46.112.752

- - 26.549

- - 52.150

- - 1.706.263

- - 563.000

- - 518.399

- - 75.000

- - 12.995

- - 82.879

- -

- - 2.842

- - 6.301.377

- -

- -

- - 570.000

- - 1.468.569

- - 100.000

- - 17.451.816

- - 202.009

- -

- - 3.890.020

23.400

96.566

493.966

374.000

730.890

200.000

1.224.856

Onttrekking

13.375.556

2.987.578

32.737.196

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- - 76.640

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- - 454.250

- -

60.000

71.550

40.800

878.221

498.986

247.685

235.030

194.230

1.113.251

Storting

- -

- -

0 0

0 0

BEGROTING 2020 BEGROTING

26.549 26.549

76.640 76.640

218.078

918.160

522.797

100.000

3.012.594

8.992.003

3.890.020

46.224.357

12.991.301

33.233.056

Stand 1-1 Stand

- - 52.150

- - 1.706.263

- - 563.000

- - 518.399

- - 75.000

- - 12.995

- - 82.879

- -

- - 2.842

- - 5.802.391

- - 570.000

- - 1.468.569

- - 17.451.816

- - 161.209

23.400

96.566

673.585

464.000

250.000

158.876

2.264.634

1.591.049

Onttrekking

- - 89.619

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

- - 144.560

- - 99.795

- - 216.655

- -

- -

- -

- - 166.913

- - 454.250

- - 100.000

60.000

71.955

40.800

862.058

482.418

247.685

888.596

747.796

100.000

1.750.654

Storting

0 0

BEGROTING 2019 BEGROTING

2.842 2.842

52.150

75.000

12.995

82.879

25.001

99.795

116.168

181.478

563.000

518.399

221.200

216.655

570.000

158.876

120.409

166.913

3.037.205

1.468.569

3.990.020

Stand 1-1 Stand

46.738.337

12.802.828

33.935.509

17.451.816

Voorziening mobiliteitVoorziening collegeleden

Voorziening mobiliteitVoorziening organisatie

Voorziening pensioenverplichting wethouders pensioenverplichting Voorziening

Voorziening ivm met escrow Atteroivm Voorziening

Voorziening ivm vordering op Verkoop VennootschapVerkoop op vordering ivm Voorziening 1.706.263

Voorziening dubbieuze debiteuren WWB debiteuren dubbieuze Voorziening

Voorziening dubieuze debiteuren dubieuze Voorziening

Voorziening beheer gemeentelijke woningvoorraad beheer Voorziening

Voorziening LKM buiten rode contour LKM Voorziening rode buiten

Voorziening LKM binnen rode contour rode LKM Voorziening binnen

Voorziening natuurontwikkeling Voorziening

Voorziening afval Voorziening

Voorziening riolering toekomstige riolering investeringenVoorziening 5.319.973

Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen onderhoud Voorziening 1.134.475

Reserve Programmaplan Omgevingswet Programmaplan Reserve

Reserve bouwgrondexploitatie Reserve

Reserve overige bestemmingen overige Reserve

Reserve decentralisaties Reserve

Reserve gebiedsvisie LOG Montfort - Maria Hoop - Maria Montfort LOG gebiedsvisie Reserve

Reserve accommodatiebeleid Reserve

Reserve organisatie ontwikkelingorganisatie Reserve

Reserve beleggingen Reserve

Reserve toerisme Reserve

Reserve projectenkalender MER Info.architectuur projectenkalender Reserve

Reserve dekking investeringen met economisch dekkingnut investeringen Reserve 9.446.253

Algemene reserve Algemene

Totaal voorzieningen

Risicovoorzieningen

Voorzieningen gelden derden gelden Voorzieningen

Onderhoudsvoorzieningen

Voorzieningen

Totaal reserves Reserves

101

Investeringsschema

1.000

5.667

1.250

1.000

2.500

3.750

7.500

72.667

52.143

13.857

16.125

47.500

83.040

440.882

368.215

205.550

2022

1.000

1.000

5.667

1.250

1.000

2.500

2.500

5.000

41.952

34.286

10.750

36.875

83.040

315.367

273.415

130.500

2021

Kapitaallasten

0

0

0

667

667

1.250

1.000

2.500

1.250

5.375

2.500

39.450

16.250

76.640

146.882

146.215

2020

0

0

0

0

0

0

0

82.000

12.000

70.000

50.000

641.500

559.500

302.000

107.500

100.000

2022

0

0

0

0

0

0

90.000

50.000

215.000

125.000

107.500

100.000

425.000

3.899.500

3.684.500

3.002.000

2021

2022

0

0

0

10.000

10.000

50.000

50.000

Investeringen

310.000

240.000

107.500

100.000

825.000

160.000

5.194.500

4.884.500

3.642.000

2020

tot en met en tot

0

0

0

2019

10.000

10.000

25.000

25.000

25.000

50.000

107.500

100.000

650.000

4.486.500

4.476.500

1.578.000

1.916.000

2019

Omschrijving

Investeringsschema

Machines gereedschappen en

Vervoermiddelen

Materieel gladheidsbestrijding Materieel

Materieel groenonderhoud Materieel

Machines gereedschappen en

Renovatie voetpaden kerkhoven voetpaden Renovatie

Materieel groenonderhoud Materieel

Uitvoering verkeersveiligheidsplan Uitvoering

Reconstructie wegen

Openbare verlichting Openbare

Herinrichting openbare ruimte openbare Herinrichting

Uitvoering GRP Uitvoering

Algemene basisvoorzieningen Algemene

Totaal vervangingsinvesteringen

Vervangingsinvesteringen

Totaal nieuwe investeringen

Nieuwe investeringen Nieuwe

6

6

6

6

6

6

6

6

6

1

bedrijf

bedrijf

bedrijf Progr. Totaal investeringen

102

Overzicht begrotingsevenwicht

-

-

-

-

9

41

42

454

100

373

482

235

856

753

- 902-

- 413-

- 488-

6.041

5.941

3.271

2.278

3.060

4.568

2.607

6.065

2.972

2.708

3.913

31.918

25.388

14.309

39.697

46.680

45.778

31.909

19.824

- 25.877-

structureel

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

incidenteel incidenteel

waarvan: waarvan:

Begroting 2022 Begroting

-

-

-

9

41

42

454

100

373

482

235

856

753

- 902-

- 413-

- 488-

6.041

5.941

3.271

2.278

3.060

4.568

2.607

6.065

2.972

2.708

3.913

Totaal

31.918

25.388

14.309

39.697

46.680

45.778

31.909

19.824

- 25.877-

-

-

-

-

9

41

42

454

100

373

482

235

871

753

- 816-

- 413-

- 403-

6.067

5.967

3.277

2.278

3.056

4.503

2.620

5.974

2.968

2.712

3.916

31.819

25.349

14.246

39.595

46.519

45.703

31.810

19.781

- 25.752-

structureel

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

incidenteel incidenteel

waarvan: waarvan:

Begroting 2021 Begroting

-

-

-

9

41

42

454

100

373

482

235

871

753

- 816-

- 413-

- 403-

6.067

5.967

3.277

2.278

3.056

4.503

2.620

5.974

2.968

2.712

3.916

Totaal

31.819

25.349

14.246

39.595

46.519

45.703

31.810

19.781

- 25.752-

-

-

-

-

9

41

42

454

- 57 -

100

373

482

235

989

753

- 470-

- 413-

5.997

5.897

3.277

2.278

3.169

4.439

2.612

5.880

3.081

2.708

3.912

31.639

25.584

14.295

39.879

46.388

45.917

31.630

19.945

- 25.641-

structureel

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

77

75

75

250

471

721

- 83 -

277

194

333

333

194

194

527

200

100

incidenteel incidenteel

waarvan: waarvan:

Begroting 2020 Begroting

-

-

-

9

42

731

235

276

100

373

482

235

989

829

- 220-

- 496-

5.997

5.897

3.277

2.278

3.363

4.439

2.812

5.980

3.081

2.708

3.987

Totaal

31.639

25.917

14.489

40.406

46.859

46.638

31.630

20.020

- 25.641-

-

-

-

-

9

41

42

144

454

557

100

373

382

235

908

653

- 413-

6.354

6.254

3.212

2.278

3.376

4.374

2.502

5.818

3.360

2.728

3.845

31.458

25.661

14.272

39.933

46.184

46.328

31.449

20.118

- 25.104-

structureel

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

44

44

44

58

75

90

848

102

748

748

806

267

375

- 187-

- 289-

1.885

1.698

1.137

incidenteel incidenteel

waarvan: waarvan:

Begroting 2019 Begroting

-

-

-

9

42

- 43 -

889

659

100

373

382

235

908

- 703-

6.398

1.591

6.298

3.212

2.278

4.124

4.374

2.769

5.818

3.360

1.027

2.728

3.935

Totaal

31.458

25.719

15.020

40.740

48.069

48.026

31.449

20.193

- 25.060-

Totaal baten Totaal

Totaal lasten Totaal

Totaal resultaat Totaal

Onttrekkingreserves aan

Stortingeninreserves

Baten onvoorzienBaten

Baten vennootschapsbelastingBaten

Baten overheadBaten

Baten algemeneBaten dekkingsmiddel

Overigebaten

Lasten onvoorzienLasten

Lasten vennootschapsbelastingLasten

Lasten overheadLasten

Lasten algemeneLasten dekkingsmiddel

Overigelasten

Baten programma 8. programma Baten

Baten programma 7. programma Baten

Baten programma 6. programma Baten

Baten programma 5. programma Baten

Baten programma 4. programma Baten

Baten programma 3. programma Baten

Baten programma 2. programma Baten

Baten programma 1. programma Baten

Baten per programma per Baten

Lasten programma 8. programma Lasten

Lasten programma 7. programma Lasten

Lasten programma 6. programma Lasten

Lasten programma 5. programma Lasten

Lasten programma 4. programma Lasten

Lasten programma 3. programma Lasten

Lasten programma 2. programma Lasten

Lasten programma 1. programma Lasten

Lasten per programma per Lasten

Resultaat

Reservemutaties

Totale saldo van baten en lasten en baten van saldo Totale

Saldo van diverse baten en lasten en baten diverse van Saldo

Totale baten, diversen baten, Totale

Totale lasten, diversen lasten, Totale

Saldo van baten en lasten programma'slasten en baten van Saldo

Totaal baten programma's baten Totaal Totaal lasten programma'slasten Totaal Recapitulatie begrotingsevenwicht

103

Bijlagen Overzicht baten en lasten (taakvelden) bedragen x € 1.000 Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB Overzicht programma's en taakvelden 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Saldo van baten en lasten Lasten 1. Krachtige dorpen - 4.867 - 4.604 - 3.935 - 3.987 - 3.916 - 3.913 4.2 Onderwijshuisvesting - 638 - 614 - 642 - 718 - 722 - 721 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken - 27 - 33 - 53 - 53 - 53 - 53 5.1 Sport en activering - 108 - 124 - 139 - 139 - 139 - 139 5.2 Sportaccommodaties - 1.753 - 1.554 - 1.088 - 1.071 - 1.070 - 1.070 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en - 271 - 244 - 242 - 242 - 242 - 242 cultuurparticipatie 5.6 Media - 293 - 279 - 276 - 276 - 276 - 276 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - 1.144 - 1.079 - 753 - 753 - 753 - 753 7.1 Volksgezondheid - 632 - 677 - 743 - 734 - 661 - 659

2. Participatie, ondersteuning en zorg - 20.600 - 20.933 - 20.193 - 20.020 - 19.781 - 19.824 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken - 734 - 786 - 861 - 926 - 990 - 1.055 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - 116 - 84 - 60 - 60 - 60 - 60 6.2 Wijkteams - 947 - 1.108 - 1.093 - 1.093 - 1.018 - 1.018 6.3 Inkomensregelingen - 6.583 - 6.726 - 6.374 - 6.356 - 6.313 - 6.295 6.4 Begeleide participatie - 3.857 - 3.796 - 3.428 - 3.245 - 3.119 - 3.111 6.5 Arbeidsparticipatie - 328 - 460 - 493 - 508 - 544 - 544 6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) - 706 - 721 - 707 - 706 - 710 - 715 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ - 2.977 - 2.695 - 2.991 - 2.991 - 2.991 - 2.991 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- - 3.911 - 3.640 - 3.537 - 3.487 - 3.387 - 3.387 6.82 Geëscaleerde zorg 18- - 441 - 649 - 649 - 649 - 649 - 649 7.1 Volksgezondheid - - 268 - - - -

3. Veilige dorpen - 2.597 - 2.544 - 2.728 - 2.708 - 2.712 - 2.708 1.1 Crisisbeheersing en brandweer - 1.393 - 1.433 - 1.498 - 1.478 - 1.482 - 1.477 1.2 Openbare orde en veiligheid - 1.204 - 1.111 - 1.231 - 1.231 - 1.231 - 1.231

4. Economie, natuur, toerisme en cultuur - 1.844 - 1.991 - 1.027 - 829 - 753 - 753 3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen - 244 - 269 - 192 - 162 - 162 - 162 3.4 Economische promotie - 570 - 371 - 294 - 294 - 294 - 294 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en - 51 - 32 - 34 - 34 - 34 - 34 cultuurparticipatie 5.4 Musea - 27 - 23 - 17 - 17 - 17 - 17 5.5 cultureel erfgoed - 184 - 41 - 35 - 35 - 35 - 35 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie - 22 - 617 - 127 - 27 - 27 - 27 7.4 Milieubeheer - - - 50 - 50 - 50 - 50 8.1 Ruimtelijke ordening - 746 - 638 - 279 - 211 - 134 - 134

5. Woonomgeving - 3.045 - 3.377 - 3.360 - 3.081 - 2.968 - 2.972 7.3 Afval - 2.021 - 2.242 - 2.211 - 2.215 - 2.221 - 2.225 7.4 Milieubeheer - 53 - 65 - 65 - 65 - 65 - 65 8.1 Ruimtelijke ordening - 192 - 408 - 253 - 253 - 253 - 253 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) - 28 - 14 - 307 - 123 - 4 - 4 8.3 Wonen en bouwen - 750 - 648 - 525 - 425 - 425 - 425

6. Mobiliteit, infrastructuur en openbaar groen - 5.280 - 5.566 - 5.818 - 5.980 - 5.974 - 6.065 2.1 Verkeer en vervoer - 2.500 - 2.582 - 2.803 - 2.836 - 2.926 - 2.998 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie - 1.055 - 1.218 - 1.238 - 1.353 - 1.253 - 1.253 7.2 Riolering - 1.608 - 1.628 - 1.639 - 1.651 - 1.657 - 1.677 7.5 Begraafplaatsen en crematoria - 116 - 138 - 139 - 140 - 138 - 137

104

bedragen x € 1.000 Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB Overzicht programma's en taakvelden 2017 2018 2019 2020 2021 2022 7. Bestuur, organisatie en dienstverlening - 9.099 - 10.610 - 9.060 - 8.702 - 8.580 - 8.541 0.1 Bestuur - 1.347 - 1.583 - 1.680 - 1.690 - 1.689 - 1.689 0.2 Burgerzaken - 838 - 892 - 941 - 891 - 916 - 916 0.4 Overhead - 6.807 - 8.074 - 6.291 - 5.890 - 5.960 - 5.934 0.5 Treasury - 32 - 8 13 30 47 60 0.8 Overige baten en lasten - 17 7 - 94 - 194 7 7 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - 58 - 60 - 68 - 68 - 68 - 68

8. Algemene middelen - 358 - 751 - 1.008 - 1.089 - 971 - 956 0.4 Overhead - 0 - 7 - 7 - 7 - 7 - 7 0.5 Treasury - 170 - 447 - 714 - 788 - 664 - 643 0.61 OZB woningen - 188 - 198 - 188 - 194 - 200 - 206 0.8 Overige baten en lasten - - 100 - 100 - 100 - 100 - 100 3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen - 0 - 0 - - - -

Totaal Lasten - 47.690 - 50.376 - 47.130 - 46.396 - 45.655 - 45.731

Baten 1. Krachtige dorpen 684 695 235 235 235 235 4.2 Onderwijshuisvesting 92 113 113 113 113 113 5.2 Sportaccommodaties 412 180 106 106 106 106 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 179 402 15 15 15 15 7.1 Volksgezondheid 1 - - - - -

2. Participatie, ondersteuning en zorg 5.064 4.744 4.374 4.439 4.503 4.568 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 117 111 173 238 302 367 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 37 - - - - - 6.3 Inkomensregelingen 4.529 4.336 4.030 4.030 4.030 4.030 6.5 Arbeidsparticipatie 4 - - - - - 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 301 250 125 125 125 125 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 76 46 46 46 46 46

3. Veilige dorpen 247 42 42 42 42 42 1.1 Crisisbeheersing en brandweer 22 42 42 42 42 42 1.2 Openbare orde en veiligheid 226 - - - - -

4. Economie, natuur, toerisme en cultuur 948 1.208 382 482 482 482 3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 452 427 331 431 431 431 3.4 Economische promotie 25 - - - - - 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en 8 7 7 7 7 7 cultuurparticipatie 5.4 Musea 13 13 13 13 13 13 5.5 cultureel erfgoed 138 6 6 6 6 6 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 312 755 25 25 25 25 8.1 Ruimtelijke ordening ------

5. Woonomgeving 3.154 3.469 4.124 3.363 3.056 3.060 0.2 Burgerzaken 1 8 8 8 8 8 7.3 Afval 2.413 2.626 2.778 2.783 2.789 2.793 8.1 Ruimtelijke ordening 49 93 30 30 30 30 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 368 445 1.050 313 - - 8.3 Wonen en bouwen 324 297 257 229 229 229

6. Mobiliteit, infrastructuur en openbaar groen 2.260 2.358 2.278 2.278 2.278 2.278 2.1 Verkeer en vervoer 76 137 57 57 57 57 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 14 - - - - - 7.2 Riolering 2.132 2.181 2.181 2.181 2.181 2.181 7.5 Begraafplaatsen en crematoria 38 40 40 40 40 40

105

bedragen x € 1.000 Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB Overzicht programma's en taakvelden 2017 2018 2019 2020 2021 2022

7. Bestuur, organisatie en dienstverlening 632 394 373 373 373 373 0.1 Bestuur 75 41 - - - - 0.2 Burgerzaken 467 315 335 335 335 335 0.5 Treasury 66 37 37 37 37 37 0.8 Overige baten en lasten 24 - - - - -

8. Algemene middelen 32.274 34.026 34.662 34.908 35.088 35.182 0.4 Overhead 0 9 9 9 9 9 0.5 Treasury 1.613 1.577 1.606 1.606 1.606 1.606 0.61 OZB woningen 2.384 2.902 2.961 3.021 3.021 3.021 0.62 OZB niet-woningen 578 239 243 248 248 248 0.64 Belastingen overig 118 118 118 118 118 118 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen 27.243 28.774 29.218 29.399 29.579 29.673 gemeentefonds 3.4 Economische promotie 338 408 508 508 508 508

Totaal Baten 45.263 46.936 46.470 46.120 46.057 46.220

Totaal Saldo van baten en lasten - 2.428 - 3.440 - 660 - 276 402 489

Mutatie reserves Toevoegingen - 1.901 - 2.142 - 889 - 235 - 41 - 41

Onttrekkingen 4.242 5.784 1.591 731 454 454

Totaal Mutatie reserves 2.340 3.642 703 496 413 413

Resultaat - 87 202 43 220 816 902

106

Overzicht beleidsindicatoren

1. Krachtige dorpen Indicator Toelichting Bron Jaar Gemeente Provincie Niet stede- Gemeente Roerdalen Limburg lijk gebied <25.000 Niet sporters Het percentage inwoners dat Gezondheidsmoni 2016 53,30% 52,90% 53,40% 49,90% niet-wekelijks sport ten tor volwassen (en opzichte van het totaal aantal ouderen) GGD,CBS inwoners. en RIVM

2. Participatie, ondersteuning en zorg Indicator Toelichting Bron Jaar Gemeente Provincie Niet stede- Gemeente Roerdalen Limburg lijk gebied <25.000 Absoluut verzuim Het aantal leerplichtigen dat Ingrado 2017 5,78 1,49 1,26 1,29 niet staat ingeschriven op een school, per 1000 inwoners (5- 18 jaar) Relatief verzuim Het aantal leerplichtigen dat Ingrado 2017 27,72 24,52 19,67 18,83 wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1000 inwoners (5-18 jaar) Voortijdig Het percentage van het totaal DUO - Dienst 2015 1,20% 1,80% 1,10% 1,20% schoolverlaters zonder aantal leerlingen (12-23 jaar) Uitvoering startkwalificatie (vsv-ers) dat voortijdig, dat wil zeggen Onderwijs zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. 2016 1,20% 1,80% 1,10% 1,20% Kinderen in Het percentage kinderen tot Verwey Jonker 2014 3,36% 6,69% 3,09% 3,33% uitkeringsgezin 18 jaar dat in een gezin leeft Instituut - dat van een bijstandsuitkering Kinderen in Tel 2015 4,03% 6,74% 3,30% 3,48% moet rondkomen

Werkloze jongeren Het percentage werkloze Verwey Jonker 2014 1,40% 1,14% 0,95% 0,85% jongeren (16-22 jaar) Instituut - Kinderen in Tel 2015 0,64% 1,23% 1,10% 0,98%

Personen met een Het aantal personen met een CBS - Participatie Eerste 22,5 38,6 22,3 22,3 bijstandsuitkering bijdstandsuitkering, per 1.000 wet halfjaar inwoners 2017 Tweede 21,4 37,6 21,8 21,9 halfjaar 2017

107

2. Participatie, ondersteuning en zorg Indicator Toelichting Bron Jaar Gemeente Provincie Niet stede- Gemeente Roerdalen Limburg lijk gebied <25.000 Aantal re- Het aantal CBS - Participatie Eerste 42 27 22,9 - integratievoorzieningen reintegratievoorzieningen, wet halfjaar per 1.000 inwoners in de 2017 leeftijd van 15-64 jaar Tweede 39,6 27,6 23,3 18,7 halfjaar 2017 Jongeren met jeugdhulp Het percentage jongeren tot CBS - Eerste 12,80% 11,60% 8,70% 8,50% 18 jaar met jeugdhulp ten Beleidsinformatie halfjaar opzichte van alle jongeren tot jeugd 2017 18 jaar Tweede 13,10% 12,10% 8,90% 8,80% halfjaar 2017 Cliënten met een Aantal CBS - Monitor Eerste 28 63 45 45 maatwerkarrangement maatwerkarrangementen Sociaal Domein halfjaar WMO WMO per 1.000 inwoners. WMO 2017 Een maatwerkarrangement is een vorm van specialisitische Tweede 28 59 46 46 ondersteuning binnen het halfjaar kader van de WMO. Voor de 2017 WMO gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 327 deelnemende gemeenten

3. Veilige dorpen Indicator Toelichting Bron Jaar Gemeente Provincie Niet stede- Gemeente Roerdalen Limburg lijk gebied <25.000 Verwijzingen Halt Het aantal verwijzingen naar Bureau Halt 2016 126 125 86 110 Halt, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 12-17 jaar. 2017 118 119 92 113

Jongeren met een delict Het percentage jongeren (12- Verwey Jonker 2014 0,94% 1,82% 1,15% 1,22% voor de rechter 21 jaar) dat met een delict Instituut - voor de rechter is verschenen Kinderen in Tel 2015 0,58% 1,24% 0,81% 0,83% Winkeldiefstallen Het aantal winkeldiefstallen CBS - Diefstallen 2016 70,00% 210,00% 70,00% 80,00% per 1.000 inwoners 2017 50,00% 200,00% 50,00% 70,00%

Geweldsmisdrijven Het aantal geweldsmis- CBS - 2016 270,00% 500,00% 300,00% 320,00% drijven, per 1.000 inwoners Geregistreerde (voorbeelden van geweldsmisdrijven criminaliteit & zijn seksuele midsdrijven, 2017 270,00% 470,00% 280,00% 300,00% levensdelicten zoals moord en diefstallen lichaamlijk letsel door schuld) Diefstallen uit woning Het aantal diefstallen uit CBS - Diefstallen 2016 410,00% 370,00% 210,00% 240,00% woningen, per 1.000 inwoners 2017 290,00% 340,00% 180,00% 220,00%

Vernielingen en Het aantal vernielingen en CBS - 2016 460,00% 560,00% 360,00% 430,00% beschadigingen (in de beschadigingen, per 1.000 Geregistreerde openbare ruimte) inwoners criminaliteit & 2017 270,00% 490,00% 310,00% 350,00% diefstallen

108

4. Economie, natuur, toerisme en cultuur Indicator Toelichting Bron Jaar Gemeente Provincie Niet stede- Gemeente Roerdalen Limburg lijk gebied <25.000 Functiemenging De functiemengingsindex LISA 2016 36,2 49,3 45,5 47,4 weerspielegt de verhouding tussen banen en woningen en varieert tussen 0 (alleen 2017 35,9 49,3 45,8 47,7 wonen) en 100 (alleen werken) Vestigingen (van Het aantal vestigingen van LISA 2016 121,8 126,4 151,7 144,3 bedrijven) bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar 2017 122,8 128,5 155,3 147,1 Banen Het aantal banen, per 1.000 LISA 2016 410,9 706,4 575,1 618,1 inwoners in de leeftijd van 15- 2017 410,3 711,7 586,1 627,9 64 jaar Netto arbeidsparticipatie Het percentage van de CBS - 2016 63,50% 63,20% 66,30% 66,80% werkzame beroepsbevolking Arbeidsdeelname 2017 63,30% 63,60% 67,00% 67,60% ten opzichte van de beroepsbevolking

5. Woonomgeving Indicator Toelichting Bron Jaar Gemeente Provincie Niet stede- Gemeente Roerdalen Limburg lijk gebied <25.000 Omvang huishoudelijk De hoeveelheid restafval per CBS - statistiek 2014 142 140 181 173 restafval bewoner per jaar (kg) huishoudelijk afval 2016 142 138 159 168 Hernieuwbare Hernieuwbare elektriciteit is Rijkswaterstaat 2014 4,70% 5,20% 22,70% 12,6% elektriciteit elektriciteit die is opgewekt Klimaatmonitor uit wind, waterkracht, zon of 2016 5,40% 3,60% - - biomassa Gemiddelde WOZ De gemiddelde WOZ-waarde CBS - statistiek 2017 202 182 223 253 waarde van woningen X € 1.000 waarde onroerende zaken 2018 209 190 229 260 Nieuw gebouwde Het aantal nieuwbouw- ABF - Systeem 2015 3,6 2,5 6,2 7 woningen woningen, per 1.000 woningvoorraad woningen 2016 0,5 3,5 5,7 8,2 Demografische druk De som van het aantal CBS - Bevolkings- 2017 75,80% 70,60% 78,20% 77,80% personen van 0 tot 20 jaar en statistiek 65 jaar of ouder in verhouding 2018 77,30% 71,60% 78,90% 78,50% tot de personen van 20 tot 65 jaar Gemeentelijke Het gemiddelde totaalbedrag COELO. Groningen 2017 558 666 672 685 woonlasten in euro's per jaar dat een eenpersoonshuishouden éénpersoonshuishouden 2018 607 681 676 690 betaalt aan woonlasten Gemeentelijke Het gemiddelde totaalbedrag COELO. Groningen 2017 559 745 756 774 woonlasten in euro's per jaar dat een meerpersoons- meerpersoonshuishouden 2018 650 746 748 766 huishouden betaalt aan woonlasten

109

6. Mobiliteit, infrastructuur en openbaar groen Indicator Toelichting Bron Jaar Gemeente Provincie Niet stede- Gemeente Roerdalen Limburg lijk gebied <25.000 Ziekenhuisopname na Als aandeel van het totaal VeiligheidNL 2014 6,00% 6,00% 7,00% 7,00% verkeersongeval met een aantal ongevallen die leiden motorvoertuig tot een ziekhuisopname 2015 10,00% 7,00% 8,00% 7,00% Overige Als aandeel van het totaal VeiligheidNL 2014 6,00% 8,00% 9,00% 10,00% vervoersongevallen met aantal ongevallen die leiden een gewonde fietser tot een ziekhuisopname 2015 3,00% 9,00% 9,00% 9,00%

110

Totaal overzicht doelen en icoontjes

Progr. Doelen Verbindende thema’s 1 Inwoners in een (potentieel) kwetsbare situatie worden weerbaarder, méér bewust van de eigen invloed op gezondheid en ontwikkelen veerkracht en vaardigheden 1 Inwoners nemen initiatieven die de gezondheid bevorderen

1 Burgers nemen initiatieven op het gebied van leefomgeving en sociale samenhang

2 Mensen met een hulpvraag kunnen makkelijk terecht, worden sneller en beter geholpen en voelen zich gehoord.

3 Inwoners treffen zelf preventieve maatregelen om te voorkómen dat ze slachtoffer worden van een misdrijf of situatie van overlast. Hierbij worden ze ondersteund door de gemeente en haar partners in het veiligheidsdomein. 3 Door gezamenlijk optreden met onze veiligheidspartners worden ondermijnende en overlastgevende activiteiten voorkomen en beëindigd 3 Slachtoffers, maar ook daders (na het uitzitten van hun straf), dienen zo snel als mogelijk zelfstandig te kunnen deelnemen aan het dagelijkse leven. Waar nodig wordt tijdelijke ondersteuning geboden. 4 Bevorderen van de ruimtelijke en sociale samenhang van de dorpskernen en het buitengebied

4 Bevorderen van bedrijvigheid en werkgelegenheid op het gebied van toerisme en recreatie, kunst en cultuur

4 Bevorderen van de duurzaamheid en invulling geven aan de energietransitie

5 Het bereiken van een woningvoorraad en woonomgeving die kwalitatief aansluit bij de behoefte van onze inwoners

5 Het bereiken van een woningvoorraad die aansluit bij onze demografische behoefte

6 Samen met inwoners werken aan integrale gebiedsgerichte projecten

6 Groenonderhoud op het gewenste niveau, met aandacht voor de mensen die dit werk doen

6 Naast een mooie en veilige omgeving voor onze inwoners dragen we ook bij aan recreatie en toerisme

111 Progr. Doelen Verbindende thema’s 6 We dragen bij aan duurzaamheid

7 Communicatieve organisatie en toegankelijke dienstverlening waardoor inwoners zich gehoord, geholpen en betrokken voelen

7 Minder en duidelijkere regels, doen wat nodig is

7 Meer samenwerken met inwoners en ondernemers

112

Afkortingenlijst

AFKORTI NG OMSCHRIJVING AVG Algemene verordening gegevensbescherming AP Autoriteit Persoonsgegevens APV Algemene Plaatselijke Verordening BAG Basisregistratie Adressen en Gebouwen BGT Basisregistratie Grootschalige Topografie BIBOB Bevordering IntegriteitsBeoordelingen door het Openbaar Bestuur BMV2 Brede maatschappelijke voorziening (dorpshuis) BOA Buitengewoon Opsporing Ambtenaar BsGW Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen CBS Central Bureau Statistiek CjG Centrum voor Jeugd en Gezin CPB Centraal Plan Bureau CROW Eigen naam van Stichting: Kennisinstituut voor infrastructuur, openbare ruimte, vervoer en Verkeer. Voorheen: Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek. EHS Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) ENSIA Eenduidige Normatiek Single Information Audit FSC Forest Stewardship Council GGD Gemeentelijke GezondheidsDienst GRP Gemeentelijk RioleringsPlan GVVP Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan IBP Interbestuurlijk Programma LED light-emitting diode LOG LandbouwOntwikkelingsGebied MEE Ondersteunende organisatie voor iedereen met een beperking MER Maasgouw, Echt-Susteren en Roerdalen MLO Midden-Limburg Oost MOP Meerjarig Onderhouds Plan OM Openbaar Ministerie OML Ontwikkelingsmaatschappij Midden Limburg OR6 Omroep Roerdalen kanaal 6 PAS Programmatische Aanpak Stikstof SC Service Centrum SML Samenwerking Midden Limburg SWT Voormalig brugpensioen WCL Waardevol Cultuur Landschap VAB Vrijkomende Agrarische Bebouwing VVV Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer Wmo Wet Maatschappelijke Ondersteuning

113