Railterminal in Gelderland

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Railterminal in Gelderland Bijlage bij Statenbrief - zaaknummer 2012-020480 Railterminal in Gelderland Aanleiding en vertrekpunt Provinciale Staten hebben op 25 april 2012 het Strategisch uitvoeringsprogramma Logistiek en Goederenvervoer 2012-2015, “Logistiek als Gelderse Motor”, vastgesteld. Het programma is opgebouwd rond twee actielijnen: 1. Het voorzien in een goed toegerust multimodaal vervoernetwerk 2. Het versterken van de logistiek als economische sector Een speerpunt binnen de actielijn 1 is het benutten van de Betuweroute. Het gaat om het creëren van een mogelijkheid om containers om te slaan van spoor naar de weg en vice versa. Er is toen een voorkeur voor een locatie bij Valburg uitgesproken. In het programma is aangegeven dat er een verkenning wordt uitgevoerd om te bepalen of een ROP tot de ruimtelijke, financiële en maatschappelijke mogelijkheden behoort en tot voldoende regionale spin-off leidt. Tot medio 2012 is er sprake geweest van een duidelijke samenwerking met een marktpartij (RSC Rotterdam) waarmee samen gewerkt is aan de invulling van de locatie en het opstellen van de businesscase. Vanwege gewijzigde economische omstandigheden heeft deze marktpartij zich terug getrokken. Hiermee is een nieuwe situatie ontstaan. We hebben getracht om een nieuwe marktpartij te vinden die het bedachte concept zou willen overnemen. Deze is toen echter niet direct gevonden. Daarmee komen we uit bij een nieuw startpunt rond de ontwikkeling van het Railopstappunt in Valburg. Bij dit nieuwe startpunt hebben we ook de nieuwe initiatieven betrokken voor het vestigen van railterminals elders in Gelderland. Door het wegvallen van de vorige marktpartij heeft de aangegeven verkenning rond het ROP Valburg een andere uitwerking gekregen. Het vertrekpunt bestaat nu uit het invullen van vier opgaven: - Op zoek gaan naar een nieuwe marktpartij - Ontwikkelen van een nieuw exploitatieconcept - In beeld brengen van de ladingstromen - Het vaststellen van de juiste locatie en inrichting De uitkomst van deze opgaven hebben de input geleverd voor deze notitie. De totale inzet In het Strategisch uitvoeringsprogramma Logistiek en Goederenvervoer is al aangegeven dat er op verschillende vlakken geopereerd moet worden om een aantrekkelijke vestigingslocatie te worden voor logistiek. Eén van de beslissingsfactoren voor vestiging is de compleetheid van een multimodaal netwerk. Het effect van de aanwezigheid van een railterminal is moeilijk meetbaar, maar kan wel net het kantelpunt zijn waarop een bedrijf beslist voor een vestiging in Gelderland of Limburg of Brabant. Bij onze zuiderburen is de multimodale bereikbaarheid reeds vormgegeven. Geografisch gezien heeft het zuidelijk deel van Gelderland (regio Rivierenland en Stadsregio Arnhem Nijmegen) een goede uitgangspositie. Europese distributiecentra (EDC’s) willen zich graag vestigen in het achterland gebied van de haven van Rotterdam. De verbindingsassen Rotterdam-Antwerpen en Rotterdam-Ruhrgebied zijn aantrekkelijke vestigingslocaties. Goederen kunnen vanuit de haven aangevoerd worden en herverpakt worden voor distributie over het Europese achterland. De bedrijventerreinen gelegen aan deze assen vormen een aantrekkekelijke vestigingslocatie voor logistieke bedrijven. West-Brabant (o.a. Hazelaar en Moerdijk, Tilburg en Venlo) zijn al bekende vestigingslocaties voor EDC’s. Het rivierenland van Gelderland heeft vanwege haar ligging aan de Waal, A15 en Betuweroute dezelfde potentie. Doordat we in het verleden minder actief zijn geweest op de werving van logistieke bedrijven dan Venlo en Tilburg hebben we hierin een achterstand. Deze proberen wij nu in te halen. Rondom de regio Tiel zitten veel nationale distributiecentra (NDC’s) die vanuit een centrale locatie hun retailvestigingen in het land bevoorraden, danwel direct aan de klant leveren. Voorbeelden hiervan zijn: Albert Heijn, Blokker, Wehkamp en Van Uden Logistics. Om voor bedrijven aantrekkelijk te zijn als vestigingslocatie is het belangrijk om als overheidspartijen positief te staan ten opzichte van deze ontwikkelingen en de bedrijven met open armen te ontvangen. Dit is de basis van de groei van Venlo. Daarnaast is het belangrijk om de infrastructuur op orde te hebben. Het gaat om een goede bereikbaarheid per weg, spoor en water. De zuidelijke corridor van Gelderland heeft hierin een goede uitgangspositie met een in de toekomst doorgetrokken A15, een snelle verbinding over water via de Waal en de Betuweroute voor het spoorvervoer. Voor het water zijn er twee overslagpunten actief bij Tiel en Nijmegen. Voor het spoor is er echter geen actieve railterminal. Dit in tegenstelling tot Brabant en Limburg die nu en in het verleden veelvuldig investeren in de ontwikkeling van railterminals (zie kaartje). Kaart: Inland terminals en spoornetwerk Gelderland e.o. Ook onze oosterburen plegen een stevige inzet in het bevorderen van multimodale vervoerswijzen. Met overheidssteun worden daar rail- en bargeterminals gerealiseerd. In Belgie wordt het vervoer per spoor en water zelfs gesubsidieerd op basis van een bijdrage per container. De provincie Gelderland heeft met de inzet op de binnenvaartterminal te Tiel en Nijmegen al een grote sprong voorwaarts gemaakt. Wat rest is een inzet op het realiseren van een railterminal. Gelderland heeft er op dit moment geen. 2 Netwerkanalyse Voor het compleet maken van een multimodaal netwerk is er een netwerkanalyse nodig. Deze wordt gevoed vanuit de ladingstromen van en naar de Maasvlakte en tussen de regio’s en het Europese achterland en door de beschikbaarheid van overslag terminals. Het netwerk dat via het wegvervoer wordt aangeboden is reeds fijnmazig en wordt verder gecomplementeerd met de doortrekking van de A15. De binnenvaartterminals bezitten ook een voldoende fijnmazig netwerk met vestigingen Tiel, Nijmegen en Harderwijk en mogelijk nieuwe initiatieven in Doesburg en Arnhem. Kort over de provinciegrens zijn de terminals van Kampen, Utrecht, Den Bosch, Oss, Veghel, Cuijk en Emmerich op betrekkelijk korte afstand bereikbaar. Echter we hebben geen operationale railterminals in Gelderland. Hiervoor wordt uitgeweken naar de terminals in Venlo, Oss, Coevorden en sinds kort ook Emmerich. Terwijl de railterminals in Duisberg en Neuss ook nog te berijden zijn. Zie vorige kaart met alle terminals in en rondom Gelderland. EU, Witboek 2050 Het Witboek Vervoer 2050 van de Europese Commissie bevat ambities die voor spoorvervoer en binnenvaart van belang zijn en dus ook voor de achterlandknooppunten. De centrale doelstelling van het witboek is de reductie van broeikasgasemissies met 60% in 2050. Hiervoor zijn tien doelstellingen vastgesteld, waaronder ook een doelstelling voor het goederenvervoer. Het betreft de ambitie dat tegen 2030 30% van het goederenvervoer via de weg over afstanden van meer dan 300 kilometer per spoor of over het water moet gebeuren en tegen 2050 meer dan 50%. Om deze ambities te kunnen realiseren zal meer achterlandvervoer, maar ook continentaal vervoer per spoor en binnenvaart dienen plaats te vinden. Het Witboek heeft dan ook de ambitie dat er tegen 2030 een volledig functioneel en gebiedsdekkend multimodaal TEN-T kernnetwerk1 is, en tegen 2050 een hoogwaardig netwerk met bijbehorende informatiediensten. Het huidige netwerk van vervoersdiensten, met name in het containervervoer per spoor en binnenvaart, is nagenoeg volledig gericht op het achterlandvervoer van en naar de Europese Zeehavens. Om het continentaal vervoer te faciliteren zijn onderlinge verbindingen nodig tussen de knooppunten. Bepaalde achterlandknooppunten in Nederland zouden zich hiervoor kunnen ontwikkelen tot hubs voor het continentale vervoer. Naast Duisburg en Antwerpen worden Venlo, Moerdijk en het nog te ontwikkelen Valburg als kandidaten genoemd. TNO-onderzoek In het TNO-onderzoek “Quick scan: overzicht van netwerk logistieke hot spots in Nederland (uit 2009).is al aangegeven dat Gelderland een witte vlek heeft qua railterminals. De regio Arnhem/Nijmegen vormt volgens dit rapport een white spot op de logistieke hot spot kaart van Nederland. De regio heeft kansen om als knooppunten voor goederenstromen vanuit Midden- en Noord-Nederland richting het Europese achterland te gaan fungeren, waarbij naast overslag er ook waardetoevoegende (VAL/VAS) activiteiten kunnen plaatsvinden. Op dit moment is dit nog niet aan de orde, er is namelijk nog geen echte mogelijkheid om vanuit deze regio containers op het spoor van de Betuweroute te zetten. Het schort hier bovendien nog aan enkele logistieke parken nabij de overslagkansen aan de transportcorridors om als logistieke regio tot bloei te komen. Aldus volgens dit rapport. 1 De Europese Commissie wil het huidige kluwen van Europese wegen, spoorwegen, luchthavens en kanalen omvormen tot één geïntegreerd kernvervoersnetwerk (TEN-T). Om het nieuwe kernnetwerk tot stand te brengen worden knelpunten weggewerkt, wordt de infrastructuur verbeterd en wordt het grensoverschrijdend vervoer van passagiers en goederen binnen de EU gestroomlijnd. Dankzij het kernnetwerk komen er betere verbindingen tussen de verschillende vervoerswijzen, wat bijdraagt tot de klimaatdoelstellingen van de EU. 3 TNO-rapport: Integrale netwerkkaart van logistieke hot spots in Nederland In de tussentijd is er hard gewerkt aan de totstandkoming van vele logistieke bedrijventerreinen zoals het A15-park, Medel, Bijsterhuizen etc. Alleen de overslag op het spoor hapert. Bij het goederenemplacement Arnhem-Oost is er een mogelijkheid tot containeroverslag alleen wordt hiervan geen gebruik gemaakt. De aanbeveling van het TNO-rapport volgend is inzet op
Recommended publications
  • Signalling on the High-Speed Railway Amsterdam–Antwerp
    Computers in Railways XI 243 Towards interoperability on Northwest European railway corridors: signalling on the high-speed railway Amsterdam–Antwerp J. H. Baggen, J. M. Vleugel & J. A. A. M. Stoop Delft University of Technology, The Netherlands Abstract The high-speed railway Amsterdam (The Netherlands)–Antwerp (Belgium) is nearly completed. As part of a TEN-T priority project it will connect to major metropolitan areas in Northwest Europe. In many (European) countries, high-speed railways have been built. So, at first sight, the development of this particular high-speed railway should be relatively straightforward. But the situation seems to be more complicated. To run international services full interoperability is required. However, there turned out to be compatibility problems that are mainly caused by the way decision making has taken place, in particular with respect to the choice and implementation of ERTMS, the new European railway signalling system. In this paper major technical and institutional choices, as well as the choice of system borders that have all been made by decision makers involved in the development of the high-speed railway Amsterdam–Antwerp, will be analyzed. This will make it possible to draw some lessons that might be used for future railway projects in Europe and other parts of the world. Keywords: high-speed railway, interoperability, signalling, metropolitan areas. 1 Introduction Two major new railway projects were initiated in the past decade in The Netherlands, the Betuweroute dedicated freight railway between Rotterdam seaport and the Dutch-German border and the high-speed railway between Amsterdam Airport Schiphol and the Dutch-Belgian border to Antwerp (Belgium).
    [Show full text]
  • Voortgangsrapport 14/2003 ® Betuweroute Inhoud
    1 - Voortgangsrapport 14/2003 ® Betuweroute Inhoud 1 Inleiding en samenvaUing 4 Leeswijzer 4 Samenvatting 4 2 Essentialia van het project 7 3 De omgeving van het project 9 3.1 Beleidsontwikkelingen 9 3.2 Communicatie 9 3.3 Voortgang per deelproject 9 Zuid-Holland 9 Gelderland 13 Bovenbouw 17 4 Projectbeheersi ng 19 4.1 Scope 19 4.2 Planning 19 4.3 Financien 20 4.4 Risico's 28 4.5 I<waliteit 29 4.6 Audits en onderzoeken door derden 30 Betuweroute, Voortgangsrapport 1412003 3 .. ,1 InleJdingen samenvatting . In dit veertiende rapport over de voortgang van de aanleg van de Betuweroute wordt verantwoording afgelegd over de werkzaamheden in de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2003. Het rapport wordt twee maal per jaar uitgebracht aan de Tweede Kamer. Het project Betuweroute valt onder de procedureregeling 'Grote Projecten' van de Tweede Kamer. Deze regeling voorziet in een halfjaarlijkse rapportage over de vorderingen van het project. Zowel qua uitvoering als qua financien. In de rapporten komen naast de voort­ gang, ook de wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke projectbeschrijving en het vorige voortgangsrapport aan de orde. Op deze wijze rapporteert Verkeer en Waterstaat vanaf januari 2002 over alle grote projecten. Dit zijn naast de Betuweroute ook de HSL, Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken. Leeswijzer Dit voortgangsrapport bestaat uit twee hoofdonderdelen. Na een korte blik op de omgeving van de Betuweroute beschrijft het de voortgang per projectonderdeel (hoofdstuk 3). Vervolgens informeert het rapport u over de stand van zaken aan de hand van de verschillende aspecten van de projectbeheersing (hoofdstuk 4).
    [Show full text]
  • Railterminal Gelderland
    Inpassingsplan | Toelichting Railterminal Gelderland Provincie Gelderland Datum: 23 november 2018 Projectnummer: 170537 ProjectnummStatus: voorontwerper: 170537 ID: NL.IMRO.9925.RailterminalGLD-vo01 Projectnummer: 170537 Projectnummer: 170537 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Ligging en begrenzing plangebied 3 1.4 Bij het plan behorende stukken 4 1.5 Vigerende bestemmingsplan 4 1.6 Keuze voor provinciaal inpassingsplan 5 1.7 Leeswijzer 6 2 Bestaande feitelijke situatie 7 2.1 Ruimtelijke structuur 7 2.2 Functionele structuur 8 3 Beleidskader 9 3.1 Europees beleid 9 3.2 Rijksbeleid 10 3.3 Provinciaal beleid 14 3.4 Gemeentelijk beleid 18 4 Planbeschrijving 20 4.1 Voorgeschiedenis van het inpassingsplan 20 4.2 Concept-gebiedsvisie/gebiedsprogramma Knoop 38 24 4.3 Programma van het inpassingsplan 26 5 Onderzoek en verantwoording 34 5.1 Inleiding 34 5.2 Besluit milieueffectrapportage (m.e.r.) 35 5.3 Archeologie 37 5.4 Bedrijven en milieuzonering 40 5.5 Behoefte 42 5.6 Bodem 45 5.7 Cultuurhistorie 47 5.8 Explosieven 49 5.9 Externe veiligheid 51 5.10 Flora en fauna 55 5.11 Geluidhinder 58 5.12 Geurhinder 63 5.13 Kabels en leidingen 66 5.14 Landschap 71 5.15 Lichthinder 75 5.16 Luchtkwaliteit 77 5.17 Verkeer en parkeren 79 5.18 Water(toets) 84 5.19 Conclusie 88 6 Juridische planopzet 89 6.1 Inleiding 89 6.2 Bevoegd gezag omgevingsvergunningen en wijzigingsplannen 89 6.3 Opbouw van de verbeelding en regels 90 6.4 Bestemmingen 91 7 Economische uitvoerbaarheid 95 7.1 Inleiding 95 7.2 Beoordeling plan 95 7.3 Grondverwerving 95 7.4 Conclusie 95 8 Overleg en zienswijzen 96 8.1 Inleiding 96 8.2 Inbreng en informatie omgevingspartijen in voorbereidingsfase: 96 8.3 Zienswijzen 97 8.4 Crisis- en herstelwet 97 Bijlagen 1.
    [Show full text]
  • Rhine-Alpine Corridor Work Plan
    Rhine DECEMBER 2016 Alpine Second Work Plan of the European Coordinator Paweł Wojciechowski Mobility and Transport DECEMBER 2016 This report represents the opinion of the European Coordinator and does not prejudice the official position of the European Commission. Table of Contents Table of Contents ...........................................................................................1 Table of Figures ..............................................................................................2 Table of Tables ...............................................................................................2 Abbreviations .................................................................................................3 1 Towards the updated work plan of the Rhine-Alpine Corridor.............................4 2 Charac teristic s of the Rhine-Alpine Corridor ...................................................6 2.1 Corridor alignme nt ..............................................................................7 2.2 Compliance with the technical infrastructure parameters of the TEN-T guidelines (including KPI's analysis results) .................................................... 10 3 Results of the Multimodal transport market study (MTMS) .............................. 14 3.1 Current market characteristics ............................................................ 14 3.2 Market forecasts ............................................................................... 15 3.3 Conclusions of transport market study .................................................
    [Show full text]
  • Brabantse Spoor Agenda 2030
    Brabantse Spooragenda Brabantse Spoor Agenda 2030 Juni 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding……………………………………………………………………………………………………… 3 DEEL 1 DE COMPACTE AGENDA 1. Aanleiding……………………………………………………………………………………………….6 2. De Agenda…………………………………………………………………………………………….10 DEEL 2 TOELICHTING EN ACHTERGRONDEN 1. Inleiding…………………………………………………………………………………………………22 2. Beleidskaders…………………………………………………………………………………..….…24 3. Ambities…………………………………………………………………………………………………26 4. Aanpak/activiteiten…………………………………………………………………..…………….47 BIJLAGEN…………………………………………………………………………………………………..57 Brabantse Spoor Agenda 2030 Inleiding De provincie Noord-Brabant heeft samen met spoorgemeenten en –partijen deze Brabantse Spoor Agenda opgesteld. Deze agenda sluit aan op de ambitie om Brabant verder te ontwikkelen als Europese top kennis- en innovatieregio, zoals die in de afgelopen jaren door samenwerkende partijen onder andere is geformuleerd in de MIRT-Gebiedsagenda (Rijk en regionale overheden), de Agenda van Brabant (provincie Noord-Brabant), de Strategische Agenda BrabantStad, de visie Brainport 2020 en de Strategische Agenda West-Brabant. Deze spooragenda vormt een strategisch en operationele agenda van de provincie en partners rondom vijf speerpunten: internationale verbindingen, het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS), dedicated goederenverbindingen voor Zuid-Nederland, spoorontsluiting bedrijven(terreinen) en spoorse doorsnijdingen (Spodo). Het geeft overzicht van een samenhangende, integrale inzet van diverse belanghebbende partijen op alle aspecten van het spoorvervoer
    [Show full text]
  • Rln00445-V001.Pdf
    Assetmanagement Richtlijn ETCS System Compatibility (ESC) Beherende instantie: AM Architectuur en Techniek Inhoud verantwoordelijke: Manager AM Treinbeveiliging Status: Definitief Datum van kracht: Versie: Documentnummer: 01-06-2020 V001 RLN00445 © 2020 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen mag niets © 2020 Apart from the exceptions in or by virtue of the 1912 copyright law no part uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, of this document may be reproduced or published by print, photocopying, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke microfilm or any other means without written permission from the author. toestemming van de auteur. model versie 2012 RLN00445 ETCS System Compatibility (ESC) INHOUD 1 Revision information ................................................................................5 2 General ......................................................................................................6 2.1 Language ............................................................................................................................. 6 2.2 Scope ................................................................................................................................... 6 2.3 Terms and abbreviations / Definities en afkortingen ........................................................... 6 3 Process ......................................................................................................8
    [Show full text]
  • Post-2020 Multiannual Financial Framework: Views of the Rail Sector
    VIEWS OF THE RAIL SECTOR POST-2020 MULTIANNUAL FINANCIAL FRAMEWORK 0 For the Commission, rail is a key sector: You are the centre piece of our decarbonisation strategy. We want to see more people travelling by train and more companies choosing to move their goods by rail. I have faith in the sector, I fully support you: but I am relying on you to keep your side of the bargain. Violeta Bulc, EU Commissioner of Transport Innotrans, September 2016 In the context of the budgetary discussions for the post-2020 period, we – the European associations representing the rail sector – would like to explain in this joint paper why it is important for the European Union to continue investing in rail projects, particularly considering the benefits of rail transport for the economy and the whole society. Besides illustrating the European added value of rail projects, the paper also highlights the considerable financial resources still required to complete the TEN-T rail network, modernise and digitalise rail infrastructure in Europe for the benefit of Europe’s citizens. Investments in rail as a key lever for social inclusion, economic growth, and environmental sustainability As the greenest1 and safest mode of transport, rail provides a significant contribution to the EU economy and to the completion of the Single Market. To enhance Europe’s competitiveness internationally, it is therefore necessary to further develop the efficiency of the rail system for the benefit of all EU citizens. There is an enormous need for investment in rail transport at all levels: European, national, regional and urban. The European Commission estimates that €430 billion is needed in rail investment by 2030.2 The resources allocated to rail transport in the post-2020 Multiannual Financial Framework will play a key role in ensuring that the transport system as a whole efficiently supports EU’s economic growth.
    [Show full text]
  • The Relation Between Port Competition and Hinterland Connections
    1 THE RELATION BETWEEN PORT COMPETITION AND HINTERLAND CONNECTIONS THE CASE OF THE ‘IRON RHINE’ AND THE ‘BETUWEROUTE’ Hilde Meersman, Tom Pauwels, Eddy Van de Voorde and Thierry Vanelslander Department of Transport and Regional Economics University of Antwerp, Prinsstraat 13, B-2000 Antwerp, Belgium Abstract This paper discusses the relationship between port competition and hinterland connections. The analysis presented is based on expected trends in maritime transport and the likely consequences for seaports. The inauguration of the Betuweroute in 2007 offered the port of Rotterdam additional rail capacity to Germany. The port of Antwerp, meanwhile, is pressing for the reactivation of the Iron Rhine, a direct rail link to that same German hinterland. Research has shown capacity to be the key to success, both in maritime throughput and in hinterland transportation services. Keywords Port competition , hinterland connection, capacity, Iron Rhine, Betuweroute 1. Introduction Within the Hamburg-Le Havre range, the ports of Antwerp and Rotterdam are engaged in a competitive struggle involving two railway lines to the German hinterland. In 2007, the Netherlands inaugurated the so-called Betuweroute, connecting Rotterdam with the Ruhr Area in Germany. Belgium, for its part, intends to reactivate the Iron Rhine, an existing line between Antwerp and the Ruhr. So here we have two transport projects to the same destination zone: a perfect illustration of how port competition can manifest itself on the battlefield of hinterland transportation. In
    [Show full text]
  • PDF995, Job 91
    Cost Overrun in the Public Sector, A Case Study Dr Maarten S.A. Vrijland, University of Twente, Enschede, The Netherlands Summary The case studied is that of the Betuwe Route, a new 160 km double track railway, exclusively for freight, that will link the Port of Rotterdam with her European hinterland. This megaproject has been strongly disputed ever since it’s conception. Government, opponents and proponents have spent tremendous efforts in studies and reports. In most cases these are easily accessible to the general public. At first sight the cost seems to have tripled in ten years. Was it so difficult then to provide a reliable estimate, or should an explanation be sought elsewhere? With this question in mind many reports were studied, and the final conclusion is that not so much the estimators as well as politicians are responsible. Introduction Mid 1997 first ground was broken for the construction of the so called Betuwe Route, a new 160 km double track electrified railroad, exclusively for freight. As from 2006 it will be an addition to existing rail-, road- and water-ways linking the Port of Rotterdam with her European Union hinterland. Most likely the total cost of this civil construction project will exceed 5 milliard. This fact classifies it as a megaproject, less spectacular, but nevertheless in the same order of magnitude as the Channel tunnel between France and England, the Øresund bridge between Denmark and Sweden, or the Three Gorges Dam in China. Such projects tend to have strikingly poor performance records in terms of economy, environment and public support.
    [Show full text]
  • The Relationship Between Seaports and the Inter- Modal Hinterland in Light of Global Supply Chains European Challenges
    JOINT TRANSPORT RESEARCH CENTRE Discussion Paper No. 2008-10 March 2008 The relationship between seaports and the inter- modal hinterland in light of global supply chains European challenges Theo NOTTEBOOM ITMMA University of Antwerp, Belgium The views expressed in this paper are those of the author and do not necessarily represent positions of the University of Antwerp, the OECD or the International Transport Forum. 2 Notteboom — Discussion Paper 2008-10 — © OECD/ITF, 2008 Research Round Table, Paris, 10-11 April 2008 ‘Seaport Competition and Hinterland Connections’ THE RELATIONSHIP BETWEEN SEAPORTS AND THE INTERMODAL HINTERLAND IN LIGHT OF GLOBAL SUPPLY CHAINS: EUROPEAN CHALLENGES Rapporteur: Professor Theo Notteboom ITMMA – University of Antwerp 14 March 2008 Abstract The seaport-hinterland interaction plays an increasingly important role in shaping supply chain solutions of shippers and logistics service providers. Scarcity concerns combined with concerns over the reliability of transport solutions have led seaports and hinterland corridors to take up a more active role in supply chains. This contribution looks at port developments and logistics dynamics in Europe and proposes some steps towards a further integration between seaports and the hinterland. The key point put forward in this paper is that the competitive battle among ports will increasingly be fought ashore. Hinterland connections are thus a key area for competition and coordination among actors. The paper approaches port-hinterland dynamics from the perspective of the various market players involved, including port authorities, shipping lines, terminal operators, transport operators (rail, barge, road and short sea) and logistics service providers. The paper will address the impact of horizontal and vertical relations in supply chains on the structure of these chains and on the relationships between seaports and the intermodal hinterland.
    [Show full text]
  • De Betuweroute: Vervoerde Tonnen, Emissies En Beleid | 3 4 | Kennisinstituut Voor Mobiliteitsbeleid 1 Inleiding
    De Betuweroute Vervoerde tonnen, emissies en beleid Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid | KiM 2 | Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Inhoud 1 Inleiding 5 2 Betuweroute 6 3 Verwacht en gerealiseerd vervoer 7 3.1 Verwachting 7 3.2 Realisatie 8 3.3 Verwachtingen en realisatie vergeleken 9 4 Goederen vervoer beleid en flankerend beleid 10 4.1 Flankerend beleid spoor 10 4.2 Flankerend beleid binnenvaart 13 5 CO2-emissies 15 6 Conclusie 18 Literatuur 19 Bijlage A Omrekenfactoren bruto-netto 22 A.1 Omrekenfactor bruto-netto tonnage 22 A.2 Omrekenfactor bruto-netto aantal tonkilometer 23 Colofon 24 De Betuweroute: vervoerde tonnen, emissies en beleid | 3 4 | Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid 1 Inleiding Op 18 mei 2016 heeft de Algemene Rekenkamer een rapport over de exploitatie van de Betuweroute aangeboden aan de Tweede Kamer (Rekenkamer, 2016). Dit exploitatieon- derzoek heeft betrekking op de periode 2006-2014. Een van de aanbevelingen in het rapport (op p.4) is dat dient te worden getoetst in welke mate de Betuweroute voldoet aan de strategische overwegingen die ten grondslag lagen aan het aanlegbesluit, namelijk die op het terrein van milieu (reductie van CO2-uitstoot) en economie (de positie van Nederland als transport- en distributieland en de positie van de Rotterdamse haven als mainport). De staatssecretaris heeft de aanbeveling van de Rekenkamer overgenomen (TK, 2016a). Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) is gevraagd om onderzoek te doen naar de verwachte en behaalde vervoersresultaten voor de Betuweroute, het destijds voorziene flankerend beleid (en in hoeverre dit is gerealiseerd) en het CO2-effect van de Betuweroute tussen 2007 (het jaar van ingebruikneming) en 2015.
    [Show full text]
  • Railway Map ERTMS Version 3.0 - Memorandum on Alternatives Content
    Railway map ERTMS Version 3.0 - Memorandum on Alternatives Content Management summary 1 1 Introduction: a new protection system – benefits and need 7 2 The creation of the studied favourable scenarios 13 3 The effects of the favourable scenarios 21 4 Opportunities, risks and focus areas for the Preference Decision and Plan Elaboration Phase 39 5 Risks 55 6 Reviews of studies and the entire Exploratory Phase 59 Annex A: Summary of motions 63 Annex B: Verslag tweede marktinformatie 64 Annex C: Report of second and third round of Stakeholder meetings 68 Separate annexes Annex D: Basic report ERTMS Annex E: Report MKBA Annex F: Knowledge Book 2.0 Management summary Review including benefits and need The current train protection system ATB (Dutch: Automatische Trein Beïnvloeding) must be replaced in the coming decades. ERTMS has now expanded (also outside Europe) to become the international standard for train protection. Alongside safety and interoperability, replacement of ATB with the European developed safety and traffic management railway system, ERTMS (European Rail Traffic Management System), also offers potential gains in terms of the other goals from the Long Term Rail Agenda (LTSa) such as capacity, speed and reliability. This primarily concerns the replacement of the (electro) mechanical relay technology by ICT in the basic train protection system. This will enable a system transition that could not otherwise be realised by optimising ATB. The Temporary Maintenance and Innovation for Rail commi#ee (Kuiken commi#ee), the House of Representatives of the States General, the Cabinet and the railway sector believe that ERTMS offers opportunities for the future.
    [Show full text]