Dirk-Otten-Boerderijnamen-Voorst.Pdf
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Verslag van het onderzoek naar de herkomst en betekenis van de boerderijnamen in de gemeente Voorst door Dirk Otten De belangrijkste redenen om van het onderzoek een kort verslag te schrijven zijn de volgende bevindingen: a. Het onderzoek van het archiefmateriaal uit de periode 800-1950 leverde ruim 900 boerderijnamen op, d.w.z. namen die meer dan één generatie vast met een boerderij verbonden waren. Een dergelijk aantal binnen één middelgrote gemeente is bij mijn weten min of meer uniek. b. Er bleken in Voorst opvallend veel vroege boerderijnamen te zijn, vóór het jaar 1500 waren al meer dan 110 boerderijnamen in gebruik, die bovendien bijna allemaal konden worden gelokaliseerd. Behalve interessante naamkundige informatie gaven de vroege namen ook inzicht in de ontginnings- en bewoningsgeschiedenis. c. Het uitgebreide veldwerk - het bezoeken van ongeveer 700 boerderijen - leverde zo veel informatie op, dat een beschrijving daarvan wellicht kan inspireren tot soortgelijk veldwerk in andere gemeenten. Eerst iets over de drie belangrijkste informatiebronnen: het archiefmateriaal, de secundaire literatuur en het veldwerk. Het archiefonderzoek begon met het selecteren van stukken waarin mogelijk boerderijnamen werden opgetekend. De ervaring heeft geleerd dat vóór het jaar 1300 alleen incidentele vermeldingen voorkomen in oorkonden, vooral schenkingsoorkonden, en in een enkel goederenregister van een klooster. Echte boerderijnamen komen daarin hoogst zelden voor, maar wel buurschaps-, perceels- en landschapsnamen die later op boerderijen overgingen. Een schenkingsoorkonde uit 960 noemt de buurschappen Bursion en Borglo; de buurschapsnamen raakten in onbruik, maar de imposante boerderijen de Grote Beurse, de Kleine Beurse en de Bargel staan er nog. Na 1300 zijn de belangrijkste archivalische bronnen: oorkonden, goederenregisters van kloosters, kapittels, gasthuizen e.d., rekeningen (tijns- en rentmeestersrekeningen), belastingregisters (waarvan de verpondingskohieren en maancedulen uit de 17e eeuw de belangrijkste zijn), vanaf eind 17e eeuw de zogenaamde protocollen (van bezwaar) en vanaf begin 19e eeuw de notariële akten. De protocollen zijn de voorlopers van de notariële akten, waarin allerlei transacties werden vastgelegd (verkoop, verpachting, boedelscheiding enz.). De protocollen en akten geven ook informatie over de grootte van de bedrijven, het gebruik en de kwaliteit van de grond, de opdeling of uitbreiding van een boerderij, de eigenaren, de bijbehorende weilanden, bouwlanden, akkermaalsbossen enz. Het woord ‘boerderij’ komt overigens in de stukken niet voor. In chronologische volgorde zijn de meest voorkomende kwalificaties: mansus, bona, goed, hofstede, erve en goed, katerstede, daghuurdersplaatsje, boerenplaats, adellijk goed, havezate en buitenplaats. Een klein gedeelte van het archiefmateriaal bevindt zich in het Gemeentearchief van Voorst, de vroege documenten en het omvangrijke notariële archief bevindt zich in het Provinciaal Archief in Arnhem. Verreweg het meest tijdrovende werk was het doornemen en bestuderen van de notariële akten, per jaar minimaal 200 documenten. Per dag kon ik in Arnhem de stukken van hooguit vijf jaar onderzoeken. De ‘opbrengst’ was echter navenant. Van elke boerderijnaam heb ik vanaf het begin een dossier aangelegd, waarin, in chronologische volgorde, alle attestaties (met context) en informaties werden genoteerd. Ook de gegevens uit de secundaire literatuur. Over verscheidene bekende en belangrijke boerderijen en landgoederen is vaak al het nodige geschreven, vooral door leden van de Oudheidkundige Kring Voorst. Over markante en belangrijke goederen zijn monografieën verschenen, en ook genealogen hebben soms de geschiedenis van hun ‘stamboerderij’ goed onderzocht. In het dossier kwamen ook de voorlopige verklaringen van de herkomst en betekenis van de boerderijnaam, daarbij gebruik makend van de bekende etymologische en naamkundige naslagwerken, en de historisch-geografische en naamkundige studies. Voor ik aan het veldwerk begon heb ik van elke boerderij een voorlopige tekst gemaakt, zodat ik de boeren en bewoners het een en ander over hun boerderij kon vertellen. Het veldwerk begon met het lokaliseren van de boerderijen. De adressen van honderden boerderijen waren bekend. Veel boerderijnamen zijn nog in gebruik en op de voor- of achtergevel van menige boerderij prijkt de naam. Maar tientallen namen zijn (al lang geleden) in onbruik geraakt en er zijn boerderijen om allerlei redenen verdwenen, waaronder boerderijen die meer dan drie eeuwen onder één naam werden geregistreerd. Onmisbaar bij het lokaliseren was de kadasterkaart van 1832. Op deze kaart, waarop weliswaar veel onjuiste namen werden gezet (in het boek zal daaraan een paragraaf worden besteed), staan de boerderijen op de juiste plek en op schaal ingetekend, met de kadastrale nummers erbij. De kadastrale nummers staan ook in de notariële akten, veilingboekjes, advertenties enz. van ná 1832. Door vergelijking van deze kaart met latere en recente kaarten was het mogelijk om de locaties van boerderijen te bepalen, die verdwenen zijn door: de aanleg van onder meer het Vliegveld Teuge, van het Recreatiegebied Bussloo, de nieuwe woonwijken, de aanleg van de A1, de industrie- en sportterreinen. Alleen al voor het Recreatiegebied Bussloo moesten meer dan 30 boerderijen het veld ruimen. Met de belangrijkste gegevens op zak ben ik begonnen aan de fietstochten langs de boerderijen. De ontmoeting met de boeren en bewoners begon altijd met het geven van informatie over het onderzoek en het meedelen van enkele zaken die ik over de boerderij in het archiefmateriaal had aangetroffen, vooral de informatie wanneer de boerderij voor het eerst in de stukken was geregistreerd. De belangstelling en de medewerking waren optimaal. Vaak moest er binnen uitgebreid worden gepraat, vooral wanneer duidelijk was geworden, dat de geschiedenis van de boerderij enkele eeuwen verder terug ging dan was gedacht. Daarna volgde vaak een kleine rondgang, waarbij metselwerk, bouwsporen, gevel- en sluitstenen, muurankers, jaartallen in gebinten, de plekken waar een bakhuis had gestaan werden bekeken. Wanneer de betrokkenheid van de bewoner bij de geschiedenis van de boerderij groot was, sprak ik af dat ik een voorlopige tekst zou maken en die binnen een week zou toesturen. Eventuele veranderingen en aanvullingen zou ik in de tweede versie verwerken. Tijdens het veldwerk, dat ongeveer anderhalf jaar in beslag nam, verschenen ook stukjes over de vorderingen in het boerderijnamenonderzoek in de plaatselijke krant. Het was bijvoorbeeld belang(stelling)wekkend genoeg om bekend te maken dat alleen al in de kadastrale gemeente Nijbroek (één van de vier kadastrale gemeenten van Voorst), ongeveer 200 boerderijen een naam hadden (gehad). In de definitieve teksten zal behalve de verklaring van de naam ook iets staan over de geschiedenis van de boerderij: bijvoorbeeld wanneer de boerderij werd verwoest of afbrandde, wanneer er herbouwd en verbouwd werd, welke abdij lange tijd de eigenaar was, waar de oorspronkelijke boerderij precies stond, wat nog aan de verdwenen boerderij herinnert (bijvoorbeeld een paar dikke bomen of een zichtbaar hogere plek), wat de gevolgen waren van de hevige gevechten in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog, maar ook dat de naam oorspronkelijk bij een andere, naburige boerderij hoorde en onder welke naam de boerderij vroeger ook bekend was, kortom in kort bestek datgene waardoor het naamkundige verhaal een beetje tot leven komt. Boerderijnamen gemeente Voorst A. De namen die vóór 1500 in gebruik waren Averenk, Averkamp (nu Haverkamp), Avervoorde Badijk, Bargel, Basselt (later Grote Basselt), Beele, Beernink, Belemansgoed (nu Bouwmanshofstede), Bellinkhof, Besselink, Beukelaar, Bijvank, Blake, Bolkhorst, Bolkshofstede, Bornink (nu Groot Bornink), Bremte, Breuninkhof, Brinkink, Broekhuis, Broekhorst (nu Buddezand) Dasselaarshoeve, Dernhorst, Dijkseinde, Duistervoorde Egelink, Eikelboom (nu Dijkkamp), Einoldink (ook Stakenberg), Emmelinkhof, Everwijn Goorhuis, Grale, Groot Soeren, Groot Zuidwijk, Grote Basselt, Grote Beurse, Grote Hazelt (nu Hazelt), Grote Maat Hagenhoeve, Ham, Hartelaar, Heurne (nu Hunne), Hilderink, Hissink (nu Groot Hissink), Hoeberdink (nu Hoebrinkshofstede), Hoen, Hof te Appen, Hof ter Waarde, Holt, Holthuis, Holtwijk, Hombrake (2 boerderijen), Honschoten, Horst, Hugo Hopsgoed (nu Grote Lochem), Huismannink, Hunderen, Hunne Jurderink Keurhorst (nu Grote Keurhorst), Kleine Basselt, Kleine Hazelt, Kleine Wezeveld, Kleine Zuidwijk, Klein Soeren, Klein Warnsink, Konijnenbos, Kranenkamp (nu Grote Kranenkamp) Lathmer, Leusbos, Leusveld (nu Grote Leusveld), Lieferink, Loine (nu Oude Loïne), Luttike Beurse (nu Kleine Beurse), Luttike Hombrake (nu Kleine Hombrake), Luttike Wezeveld (later Kleine Wezeveld), Luttike Zuidwijk (later Kleine Zuidwijk) Maatakker, Meijerink, Melklede (nu Melkleen), Mentink, Molentien Nijenhuis (later Hof te Voorst) Orink (nu Groot Oerink), Overenk (later Hofenk, nu Hovenk) Parkelaar, Perle, Poll, Presink Quabbenburg Rakhorst, Rode Hoeve, Ryplickerhof Schadewijk (nu Groot Schadewijk), Schelenhuis, Scherpenhof, Schokkenkamp, Schurink, Seberdink, Sepel, Siemerink, Sinderen, Slijkhuis, Snauwert, Stakenberg, Steunenberg Ten Bos, Ten Holte (nu Holt), Ten Kolke (later de Gate), Ten Voorde (nu Voorde) Veen, Vernoeden (nu Vernoen) Warnsink, Wellinkhof, Wezeveld (nu Oud Wezeveld), Wisselaar, Wolberdink Ziele, Zonneberg, Zuidwijk (nu Groot Zuidwijk) B. Bestand boerderijnamen Voorst (wordt register van het boek Boerderijnamen