Tussen Societas En Universitas De
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Tussen societas en universitas De beursvennootschap en haar aandeelhouders in historisch perspectief Omslagontwerp: H2R+ creatieve communicatie bv ISBN 978-90-13-12042-4 ISBN 978-90-13-12043-1 (E-book) NUR 827-715 © 2014, J.M. de Jongh Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voor- afgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h t/m 16m Auteurswet jo. het Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor verschuldigde wettelijke vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. Kluwer BV legt de gegevens van abonnees vast voor de uitvoering van de (abonnements)- overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen. Op alle uitgaven van Kluwer zijn de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.kluwer.nl of kunt u opvragen bij onze klantenservice. Tussen societas en universitas De beursvennootschap en haar aandeelhouders in historisch perspectief Between Societas and Universitas The listed company and its shareholders in historical perspective PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de Rector Magnificus prof.dr. H.A.P. Pols en volgens besluit van het College voor Promoties. De openbare verdediging zal plaatsvinden op donderdag 23 januari 2014 om 15.30 uur door Johan Matthijs de Jongh geboren te Amsterdam SAMENSTELLING PROMOTIECOMMISSIE: Promotoren: prof.mr. L. Timmerman prof.mr. J.H.A. Lokin Overige leden: prof.mr. B.F. Assink prof.mr. M.J. Kroeze prof.mr. L.C. Winkel Aan mijn vrouw en kinderen Die Funktion der Generalversammlung ist hauptsächlich eine negative und zwar wenig komplizierte; sie besteht darin, daβ wenn zwischen der Handlungsweise der Direktion und den Interessen der Massen der Aktionäre eine wesentliche Disharmonie entsteht, die Generalversammlung dagegen durch Grollen und Empörung reagiert. Petražycki 1906, 191 Die lebendige Gegenwart hat ihre eigenthümlichen Ansprüche, und sie soll weder durch den Willen der Vergangenheit unbedingt gebunden, noch dem Interesse der Zukunft geopfert werden. Aber sie soll ihre vorübergehende Herrschaft über dauernde Güter und Zwecke mit Weisheit und Mäβigung ausüben, nicht aus Beschränktheit und Selbstsucht den nachfolgenden Geschlechtern die Mittel eines erfreulichen Zustandes entziehen. Savigny 1840, § 97 Voorwoord Dit boek bevat het promotie-onderzoek waarop Matthijs de Jongh op 23 januari 2014 is gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Als promotoren traden op prof.mr. L. Timmerman en prof.mr. J.H.A. Lokin. In zijn proefschrift onderzoekt De Jongh de verhouding tussen aandeel- houders en de beurs-NV in historisch perspectief. Aangezien aandeelhouders een centrale rol spelen in de vennootschap, biedt een studie naar de rol van aandeelhouders een geschikte invalshoek om het inzicht te verdiepen in de rijke geschiedenis van de Nederlandse kapitaalvennootschap. De Jongh analyseert hoe de zeggenschapsverhoudingen in de loop van de eeuwen zijn ontwikkeld. Daarbij plaatst hij het vennootschapsrecht in zijn maatschappelijke en econo- mische context. De Jongh laat zien hoe door de eeuwen is teruggegrepen op twee van oorsprong romeinsrechtelijke rechtsvormen: societas (maatschap) en univer- sitas (corporatie). Deze rechtsvormen zijn in veel opzichten elkaars tegenpool. Binnen de societas kwam veel betekenis toe aan het belang van individuele vennoten, terwijl bij de universitas eerder het collectieve belang van de organisatie voorop stond. Zo symboliseren deze rechtsvormen een problematiek die in de loop van de geschiedenis telkens in andere gedaante naar voren komt: de belangentegenstelling tussen (individuele) aandeelhouders en de vennoot- schap. Dergelijke belangenconflicten speelden bijvoorbeeld in 1622 tijdens het conflict tussen VOC en bewindhebbers, bij de invoering van een bescher- mingsconstructie door Koninklijke Olie in 1898 en toen aandeelhoudersacti- visten in 2007 aandrongen op de splitsing van Stork. Dit boek is niet louter rechtshistorisch. De Jongh onderwerpt de invloedrijke agency-theorie aan een kritische analyse en doet voorstellen om kortetermijn- gedrag van aandeelhouders tegen te gaan. In het slothoofdstuk behandelt hij de belangentegenstelling tussen indivi- duele aandeelhouders en het vennootschapsbelang vanuit eigentijds perspectief. Weliswaar kunnen aandeelhouders het initiatief nemen dankzij het agenderings- en convocatierecht en het benoemings- en ontslagrecht, deze rechten doen niet af aan de autonomie van het bestuur. In de regel ligt het initiatief bij het bestuur en keuren aandeelhouders voorstellen van het bestuur goed of af. Met een voornamelijk reactieve uitoefening van zeggenschap door beursaandeelhouders wordt een evenwicht bereikt tussen de legitieme belangen van aandeelhouders en het belang van de beurs-NV bij een slagvaardig bestuur, zo betoogt De Jongh. In geval van conflict vervullen de redelijkheid en billijkheid, in te vullen VII VOORWOORD aan de hand van het evenredigheidsbeginsel, een belangrijke rol bij het vinden van een oplossing die recht doet aan alle betrokken belangen. In dit veelzijdige boek legt De Jongh tal van onbekende episodes van de vennootschapsgeschiedenis bloot. Tegelijk maakt hij op toegankelijke wijze de verbinding met het huidige recht. Met genoegen nemen wij dit proefschrift op in de reeks van uitgaven vanwege het Instituut voor Ondernemingsrecht. M.J. Kroeze J.B. Wezeman VIII Verkorte inhoudsopgave (verwezen wordt naar paginanummers) Voorwoord VII Afkortingen XIX Inleiding en analytisch kader. XXI Deel I: Wortels van de kapitaalvennootschap 1 Hoofdstuk 1. Societas en universitas 3 Deel II: De actiëncompagnie 57 Hoofdstuk 2. De handelscompagnieën uit de 17e eeuw en hun participanten 59 Hoofdstuk 3. ‘Privatisering’ van de actiëncompagnie in de 18e eeuw 133 Deel III: De open kapitaalvennootschap in de 19e eeuw 165 Hoofdstuk 4. Het vennootschapsrecht gecodificeerd: 1800–1838 167 Hoofdstuk 5. De broedplaats van het moderne vennootschapsrecht: 1838~1910 199 Deel IV: Oligarchie en groei van de onderneming 265 Hoofdstuk 6. Oligarchie en wetsherziening: 1900–1928 267 Hoofdstuk 7. Nieuwe perspectieven op vennootschap en onderneming: 1929–1971 295 Hoofdstuk 8. De bodem bereikt: 1971~1985 367 Deel V: Onder rechtseconomisch gesternte 381 Hoofdstuk 9. Aandeelhouders herwinnen terrein: 1985–2013 383 Hoofdstuk 10. Tussen societas en universitas in de moderne kapitaalmarkt 471 Conclusie en slotbeschouwing 541 Summary and concluding observations 555 Literatuurlijst 569 Trefwoordenregister 637 Jurisprudentieregister 643 Bijlage I. De société anonyme in de Code de Commerce (1807) 647 Bijlage II. De NV in het Wetboek van Koophandel (1838) 649 Bijlage III. Ontwerp Jolles (1871), § 4 en 5 653 Bijlage IV. Ontwerp Kist (1890), § 4–7 657 Dankwoord 663 Curriculum vitae 665 IX Inhoudsopgave (verwezen wordt naar paginanummers) Voorwoord VII Verkorte inhoud IX Inhoudsopgave XI Afkortingen XIX Inleiding en analytisch kader XXI 1. De kapitaalvennootschap. XX1 2. Entity shielding. XXIII 3. Beperkte aansprakelijkheid van alle kapitaalverschaffers. XXIV 4. Overdraagbaarheidvanaandelen. XXV 5. Scheiding van kapitaal en leiding. XXVI 6. Winsten en het liquidatie-overschot komen uiteindelijk toe aan de aandeelhouders. XXVIII 7. Agency-problematiek. XXVIII 8. Agency-kosten; verhouding bestuur en aandeelhouders. XXIX 9. Agency-problematiek; geconcentreerd aandelenbezit. XXXI 10. Exit en voice. XXXII 11. Gradaties van betrokkenheid. XXXIII 12. Marktfalen. XXXV 13. Aandeelhoudersbelang of belangenpluralisme? XXXVI 14. Tussen societas en universitas: onderzoeksvraag. XXXVII 15. Plan van behandeling. XL Deel I: Wortels van de kapitaalvennootschap 1 Hoofdstuk 1. Societas en universitas 3 16. Inleiding: Societas en universitas als tegenpolen. 3 1.1 Personenvennootschappen 4 1.1.1 Van societas naar firma-vennootschap 4 17. De societas in het Romeinse recht. 4 18. Middeleeuwen; externe aansprakelijkheid. 5 19. De Nederlanden. 7 1.1.2 De commenda, societas per viam accomanditae en de factorijvennootschap 8 20. Verspreiding vanuit Italië. 8 21. Antwerpen. 11 22. Factorijvennootschap. 12 XI INHOUDSOPGAVE 1.1.3 Partenrederij 14 23. Algemene karakteristiek. 14 24. Externe aansprakelijkheid. 15 1.1.4 De voorcompagnieën 17 25. Inleiding en economische achtergrond. 17 26. Aansprakelijkheid van bewindhebbers. 19 27. Positie van participanten. 20 1.1.5 Betekenis voor ontstaan actiëncompagnie 23 28. Bouwstenen voor verdere evolutie. 23 1.2 Universitas en corporation 25 29. Inleiding. 25 1.2.1 De universitas in het Romeinse recht. 26 30. Publiekrechtelijke achtergrond. 26 31. Deelname aan het rechtsverkeer. 27 32. Besluitvorming. 29 33. Societas publicanorum. 29 1.2.2 Wasdom in de Middeleeuwen 31 34. Algemene schets. 31 35. Persona ficta. 32 36. Institutioneel karakter. 35 37. Meerderheidsbeginsel. 38 1.2.3 De Engelse corporation als bakermat van de joint stock company 41 38. Van gilden naar