veere structuurvisie zoutelande structuurvisie zoutelande

opdrachtgever : gemeente Veere nummer : 000725.006392.00 datum : 4 juli 2002 opdrachtleider : ir C.A. Louws auteur(s) : ir J.F.M. Taminiau ir C.A. Louws

Inhoud 1

1. Inleiding blz. 3 1.1. Aanleiding 3 1.2. Doelstelling 3 1.3. Profiel Zoutelande 3 1.4. Opbouw structuurvisie 6

2. Beleidskader 7

3. Analyse 9 3.1. Ruimtelijke structuur 9 3.2. Functionele analyse 12 3.3. Sterkte-zwakte analyse 17

4. Visie 19 4.1. Visie uitgangspunten 19 4.2. Ruimtelijke hoofdstructuur 19

5. Inspraak 25 5.1. Inleiding 25 5.2. Samenvatting en beantwoording inspraakreacties 25 5.3. Ambtshalve aanpassingen 35

Bijlagen: 1. Beleidskader 2. Verslag inspraakbijeenkomst (niet in pdf opgenomen, op verzoek verkrijgbaar) 3. Inspraakreacties (niet in pdf opgenomen, op verzoek verkrijgbaar)

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inhoud 2

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

1. Inleiding 3

1.1. Aanleiding

Na de samenvoeging van de voormalige gemeenten tot de huidige gemeente Veere was het ontwikkelen van een samenhangende ruimtelijke visie op de ontwikkeling van de kernen een belangrijke prioriteit. Daarbij is een stapsgewijze benadering gehanteerd. Allereerst is een aan- tal beleidsnota’s opgesteld, met als doel richting te geven aan het ruimtelijk beleid van de nieuwe gemeente. Op 22 april 1999 zijn de volgende nota’s vastgesteld door de gemeenteraad: - beleidsoriëntatie kernen; - notitie “profilering /beleidsaccenten kernen”; - notitie “bedrijventerreinen”; - Volkshuisvestingsplan, fase 1; - Woningbouwprogramma 1997 t /m 2006; - notitie “uitgangspunten voor de benutting van het kwaliteitscontingent”.

Voorts is op 3 juni 1999 de notitie “omschrijving van de identiteit van de gemeente Veere en de daaruit voortvloeiende beleidsprioriteiten” vastgesteld door de gemeenteraad.

Deze nota’s zijn richtinggevend voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid voor de 13 gemeentelijke kernen. De nota’s vormen het vertrekpunt voor het opstellen van ruimtelijke structuurbeleid voor alle kernen. Daarom is – ook in de raadsvergadering van 22 april 1999 – besloten om als ver- volg op de vastgestelde notities structuurvisies voor alle kernen op te stellen. Per kern zal in de structuurvisies het toekomstig ruimtelijk en planologisch beleid op hoofdlijnen worden vastge- legd. De structuurvisies vormen het beleidskader voor ruimtelijke ontwikkelingen in de kernen. Dat beleidskader zal vervolgens worden vertaald in een bestemmingsplan per kern.

Voor u ligt de structuurvisie voor Zoutelande.

1.2. Doelstelling

Zoals aangegeven dienen de ruimtelijke beleidsnota’s per kern vertaald te worden als basis voor de ruimtelijke ontwikkeling van de kernen. De structuurvisies vormen het kader voor het toetsen van de toelaatbaarheid van concrete ontwikkelingen. De structuurvisies zullen juridisch worden vertaald in de voor de kernen op te stellen bestemmingsplannen.

De ruimtelijke kenmerken van de kernen (kwaliteiten en knelpunten) vormen – in relatie tot de omgeving – het vertrekpunt voor de structuurvisies. Op grond daarvan wordt bepaald welke ontwikkelingen in de toekomst mogelijk en / of gewenst zijn en welke ontwikkelingen niet ge- wenst zijn. Daarbij wordt uitgegaan van een periode van 10 jaar (planhorizon). De 13 gemeentelijke kernen hebben elk hun eigen specifieke identiteit. Behoud en versterking van die eigenheid is gewenst.

Gelet op het voorgaande luidt de hoofddoelstelling voor de structuurvisies als volgt: Het ontwikkelen van een integrale, toekomstgerichte ruimtelijke beleidsvisie, gericht op behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit en de identiteit van de verschillende ker- nen in de gemeente.

1.3. Profiel Zoutelande

Zoutelande is een van de Veerse badplaatsen met een belangrijke verblijfsrecreatieve functie. Zoutelande is gelegen in de zuidwestelijke kustzone van , direct achter de duinenrij. De verblijfsrecreatie met de daarbij behorende voorzieningen en de ligging direct onder de dui- nen met het strand bepalen het karakter van de kern in belangrijke mate.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inleiding 4

De kern bestaat uit een aantal delen: het oude dorp, het bosgebied met een gemengde ver- blijfsrecreatie- en woonfunctie aan de zuid-oostzijde en de naoorlogse uitbreidingen aan de noord- en noordoostzijde. Deze drie gebieden hebben elk duidelijk hun eigen sfeer. De duinen vormen een belangrijke structuurlijn. Aan de noordwestzijde van de kern ligt op enige afstand het verblijfsrecreatiepark Het Kustlicht. Zoutelande heeft een bedrijventerrein aan de Molenweg.

Zoutelande en zijn in de Notitie profilering/beleidsaccenten kernen aangemerkt als de Veerse badplaatsen. Als zodanig is Zoutelande zeer bepalend voor het recreatieve gezicht van de gemeente Veere. Toerisme en recreatie vormen met wonen de belangrijkste beleidsaccen- ten voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van Zoutelande. Gelet op de grote druk door recre- atie en toerisme op de woonfunctie in de kern is afstemming van deze functies onderling bo- vendien een belangrijk aandachtspunt.

Figuur 1: ligging plangebied

Op figuur 1 is de ligging van Zoutelande in de omgeving aangegeven en is het gebied waarop de structuurvisie betrekking heeft globaal begrensd. Figuur 2 geeft de straatnamen in de kern weer.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inleiding 5

Figuur 2: straatnamen

1.4. Opbouw structuurvisie

In hoofdstuk 2 van de structuurvisie (Beleidskader) wordt het voor de ruimtelijke ontwikkeling van Zoutelande van belang zijnde beleid van de gemeente kort beschreven. In hoofdstuk 3 (Analyse) wordt de bestaande situatie beschreven en gewaardeerd. Hoofdstuk 4 ten slotte be- vat de visie van het gemeentebestuur op de ruimtelijke ontwikkeling van Zoutelande voor de Komende 10 jaar. In hoofdstuk 5 zijn de inspraakreacties samengevat en beantwoord. Tevens wordt ingegaan op een aantal ambtshalve aanpassingen.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inleiding 6

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

2. Beleidskader 7

In bijlage 1 wordt het voor de structuurvisie van Zoutelande relevante ruimtelijk beleid van provincie en gemeente samengevat.

In dit hoofdstuk worden alleen de belangrijkste beleidsuitgangspunten uit het gemeentelijk beleid kort beschreven, als basis voor de structuurvisie.

De beleidsoriëntatie kernen vormt met de notitie profilering /beleidsaccenten kernen de aanzet voor de structuurvisies. Zoutelande is hierin gekarakteriseerd als badplaats. Het accent voor het ruimte- lijk beleid ligt op de kwaliteit van het bestaande verblijfsrecreatieve aanbod en de functie als cen- trale voorziening in relatie tot het strandtoerisme. De recreatieve functie en betekenis dient te wor- den behouden en versterkt. Daarnaast is het beleid gericht op behoud van een kwantitatief en kwa- litatief hoogwaardige woonomgeving. Dat vraagt om een goede ruimtelijke afstemming tussen toe- ristisch-recreatieve functies en wonen. Met name in het hoogseizoen is de doorgaande wegverbinding door de kern een belasting van de woonomgeving. Sturing en geleiding van de toeristisch-recreatieve mobiliteit heeft dan ook priori- teit, in de vorm van een sturend parkeerbeleid en de mogelijke aanleg van een rondweg.

In de Notitie profilering/beleidsaccenten kernen is Zoutelande met Domburg aangemerkt als bad- plaats. Beide kernen zijn zeer bepalend voor het recreatieve gezicht van de gemeente Veere. In de notitie wordt ingezet op het behoud en koesteren van de functie en uitstraling van de beide bad- plaatsen, rekening houdend met de onderlinge verschillen tussen Domburg en Zoutelande. Verdere ontwikkeling als toeristische kern mag echter niet leiden tot verdringing van de woonfunc- tie. Toerisme en recreatie vormen de belangrijkste beleidsaccenten voor de verdere ruimtelijke ontwik- keling van Zoutelande. Aandachtspunten voor het ruimtelijk beleid met betrekking tot toerisme en recreatie zijn onder andere de kwaliteit centrumgebied (kwaliteitsverbetering, mogelijk uitbreiding centrumgebied), het voorkomen van strijdige functies en het voorkomen van sfeer- en beeldversto- rende bebouwing. Wat betreft het wonen is verbetering van de woon- en leefklimaat een belangrijk doel, waarbij een hogere acceptatie van de aanwezige recreatiedruk geldt dan in andere kernen.

In het gemeentelijk woningbouwprogramma 1997 t /m 2006 zijn voor Zoutelande 69 nieuwe wonin- gen opgenomen. Hiervan zijn er inmiddels 51 gebouwd in de Zoutelandse Tienden; van het pro- gramma resteren derhalve nog 18 te bouwen woningen.

Met name voor kernen aan de kust is het tweede-woningenbeleid van groot belang. Met het oog op de leefbaarheid en woonkwaliteit is het tegengaan van het gebruik van woningen als tweede wo- ning in de kernen van groot belang. Op basis van de Gebruiksverordening tweede woningen voert de gemeente een gericht handhavingsbeleid.

Zoals aangegeven in de notitie Bedrijventerreinen dienen nieuwe bedrijven of bedrijven die ver- plaatst moeten worden vanwege ruimtegebrek of ruimtelijke of milieuknelpunten zich te vestigen op de centrale gemeentelijke bedrijventerreinen in Koudekerke of Serooskerke. Voor het overige kun- nen bestaande bedrijven worden gehandhaafd. Indien niet strijdig met andere functies kunnen deze bedrijven ook nog – beperkt – uitbreiden.

Zoals blijkt uit het gemeentelijke milieubeleidsplan en het projectenprogramma Stedelijke Ver- nieuwing 2000 t /m 2004 heeft het gemeentebestuur een hoog ambitieniveau waar het gaat om ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Zowel voor bestaande woon- en werkgebieden als voor nieuwe wordt versterking van de ruimtelijke kwaliteit voorgestaan. Dat uit zich onder andere in

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Beleidskader 8

de volgende uitgangspunten: - door bundeling, verdichting en intensivering wordt het ruimtebeslag door uitbreiding van woon- en werkgebieden beperkt; - het verkeers- en waternetwerk staan centraal in het duurzaam ontwerp van nieuwe ontwikkelingen; - de openbare ruimte dient kwalitatief hoogwaardig te worden ingericht.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

3. Analyse 9

3.1. Ruimtelijke structuur

Algemeen De ligging onderaan de duinen is bepalend voor het karakter van Zoutelande. Ter hoogte van het dorpscentrum zijn de duinen vervangen door een dijk. De duinen zijn bepalend voor het beeld van de kern, ook vanuit het open agrarisch gebied. De duinen zijn dan ook van groot be- lang voor de ruimtelijke kwaliteit van Zoutelande. Voor het overige grenst de kern aan het achterliggende agrarisch gebied.

Hoofdopzet Zoutelande is als ringdorp om de kerk ontstaan aan de voet van de duinen. Ter plaatse van het dorp zijn de duinen in de loop van de tijd door afslag verdwenen en vervangen door een dijk.

Zoutelande heeft 3 verschillende deelgebieden met elk een eigen sfeer: - het oude kerngedeelte met een zeer kleinschalig karakter door de lage bebouwing, de smalle straatjes en de binnenruimten tussen de bebouwing; - het bosrijke gebied aan weerszijden van de Bosweg met villa's op grote percelen; - de planmatige uitbreidingen aan de noordzijde en recent ook aan de noordoostzijde (Zoutelandse Tienden).

Figuur 3: hoofdstructuur

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Analyse 10

De Langendam /Langstraat vormt een centrale as, die met de Nieuwstraat/Ooststraat bepalend is voor de inwendige structuur van Zoutelande. Het kruispunt van de Langendam met de Bos- weg en de Ooststraat is een duidelijk knooppunt, zowel door de hier gevestigde publieke func- ties als door de ruimtevorming.Het dorpscentrum ligt aan de zuidrand van de oude kern direct tegen de dijk aan. De Langstraat met zijn winkels en horecavoorzieningen, het langgerekte plein en de kerkring bepalen de drie sferen van het centrum. De wat afzijdige ligging van de kerkring direct onderaan de duinen is bijzonder. In de duinen komen verspreide bebouwingselementen voor (hotels en woningen) die de relatie van de kern met de zee en de sfeer van badplaats versterken.

Ruimtelijke kwaliteit De deelgebieden, waaruit de kern bestaat, hebben zoals hiervoor aangegeven elk hun speci- fieke kwaliteit. De oude kern, met zijn kleinschalige gevarieerde bebouwing en helder op de kust georiënteerd stratenpatroon en de bosrijke villawijk aan de Bosweg, springen er het meest uit. Het raamwerk van de hoofdwegenstructuur is minder duidelijk herkenbaar. De kwaliteit van de openbare ruimte en het functiepatroon beantwoorden maar ten dele aan de structurele beteke- nis ervan. Met name de Langstraat en de knooppunten (Langendam-Ooststraat-Bosweg, Langstraat-Duinweg en Langstraat-Nieuwstraat) zijn voor verbetering vatbaar, wat betreft de in- richting van de openbare ruimte en functiepatroon. In combinatie met het knooppunt Langstraat- Nieuwstraat is de zone tussen de kern en Het Kustlicht van groot belang voor de identiteit van de kern. De ruimtelijke kwaliteit in deze zone is beperkt en het functiegebruik sluit niet aan op de structurele positie van dit gebied.

Water In de structuur van de kern heeft water nauwelijks betekenis. Oppervlaktewater komt alleen als watergang langs de noordrand van de kern voor. Deze vormt de fysieke begrenzing van de noordelijke kernrand. Op grond van de Waterkansenkaart uit het provinciaal Waterhuishoudingsplan kan worden ge- concludeerd dat de hydrologische situatie van de binnenduinrand gevoelig is. Op grond van een algemene, kwalitatieve beoordeling kan mogelijke wateroverlast een aandachtspunt zijn bij uit- breiding van de kern (bron: provinciaal waterhuishoudingsplan 2001-2006).

Op enkele plaatsen in de kern komt periodiek wateroverlast voor. Met name in de oude kern is dat van belang. Bij grote buien is wateroverlast langs de Nieuwstraat/Ooststraat geen uitzonde- ring.

Groenstructuur De duinrand vormt een zeer belangrijk en waardevol structuurelement voor Zoutelande. Ook het bosgebied aan weerszijden van de Bosweg, is beeldbepalend voor het zuidoostelijk deel van de kern. In de oude kern is groen zeer beperkt. Daarbij speelt de ligging direct aan de zee een rol; wind en zout water zijn beperkende factoren voor de ontwikkeling van groen. Bestaande groenele- menten zijn de nog jonge laanbeplanting langs de Langendam en enkele open ruimten (Oranje- plein en kerk). Voor het overige heeft de oude kern een relatief stenig karakter. In de latere uitbreidingswijken zijn enkele groengebieden opgenomen (bijvoorbeeld de molen met omgeving). Aan de buitenrand zijn de randbeplantingen rond specifieke functies als sport- velden, bedrijventerrein, begraafplaats en boerderijen van belang als markering en geleding van de overgang naar het open agrarisch gebied. In het kader van de ruilverkaveling Walcheren is in het tussengebied tussen sportpark en Kust- licht een bosstrook voorzien, waardoor een duurzame invulling ontstaat. Ook langs de oostelijke grens van de kern (Swaalingestraat) wordt ten noorden van Werendijke in het kader van de ruil- verkaveling bos aangelegd. De inrichting van het Oranjeplein wordtaangepast, waarbij het verblijfskarakter van het plein wordt versterkt. Het in voorbereiding zijnde Groenbeleidsplan zal het gemeentelijk beleidskader vormen voor ontwikkelingen met betrekking tot de groenstructuur in de gemeentelijke kernen.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Analyse 11

Cultuurhistorie en archeologie De oude dorpskern herbergt archeologische waarden en is op de provinciale Archeologische Monumentenkaart aangemerkt als “kern met hoge archeologische waarde” (zie figuur 3). Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden is de omgeving van Zoutelande opgenomen in de categorie "trefkans middelhoog". Dat wil zeggen dat de kans om in de omgeving archeologische sporen te vinden relatief groot is. De kerk en de molen hebben cultuurhistorische waarde als monumenten. Daarnaast komt op verschillende plaatsen karakteristieke bebouwing voor; vooral langs de Molenweg, Smidsstraat en Langstraat. Ook de villa’s in de duinen en langs de Duinweg zijn ten dele als waardevolle ka- rakteristieke bebouwing aan te merken. Door (ver)nieuwbouw is veel van de oorspronkelijke ka- rakteristieke bebouwing verloren gegaan.

Figuur 4: Cultuurhistorie en archeologie

Kernranden De duinen met de verspreide bebouwing en de dijk ter plaatse van het dorpscentrum vormen een duidelijke groene afscherming van de dorpskern. Naar het oosten gaan duinen en kern over in het bosgebied aan weerszijden van de Bosweg, waardoor een waardevolle groene overgang naar het agrarisch gebied ontstaat. Aan de westzijde van de kern grenzen de duinen direct aan de Westkapelseweg; hier komt aan de voet van de duinen geen bosstrook voor. De overgangszone tussen kern en de omgeving van het recreatiecomplex Het Kustlicht is door de veelheid aan functies onsamenhangend, met name ter hoogte van het sportpark aan de West- kapelseweg. Aan de noordzijde van de kern is de overgang tussen kern en landelijk gebied relatief geleidelijk door de verschillende functies met hun groene inpassing (watergang, minicamping, bedrijven- terrein, volkstuinen). De structurele betekenis van de kernrand zou echter verder kunnen wor- den benadrukt.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Analyse 12

De overgang van de jongste uitbreiding de Zoutelandse Tienden, naar het open agrarisch ge- bied is tamelijk hard. Nieuwe ontwikkelingen in de kernranden zullen worden getoetst aan de in paragraaf 3.1. beschreven kwaliteiten.

Figuur 5: Kernranden

3.2. Functionele analyse

Wonen De kern Zoutelande herbergt 599 permanente woningen en 162 tweede woningen (21%; cijfers 01-01-2001). Vrijwel al deze woningen zijn in de kern gelegen. Het aandeel tweede wonigen in de kern is naar verhouding erg groot. In Het Kustlicht komen voorts ruim 450 recreatiewoningen voor. Na de ontwikkeling van de Zoutelandse Tienden heeft Zoutelande, op basis van de cijfers uit het woningbouwprogramma, voor de periode tot en met 2006 nog een bouwcapaciteit van 18 woningen. In vigerende bestemmingsplannen is geen woningbouwcapaciteit meer aanwezig.

Gelet op de woningbouwopgave en de beperkte plancapaciteit in Zoutelande is het ontwikkelen van een nieuwe woningbouwlocatie van groot belang.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Analyse 13

Figuur 6: Functionele analyse

Bedrijven Aan de Molenweg is een bedrijventerrein gevestigd, waar een garagebedrijf en diverse bedrijfs- verzamelgebouwen zijn gevestigd. Daarnaast komen in de kern een autobedrijf, aannemersbe- drijf en twee schildersbedrijven voor. Ook het opslagterrein van gemeentewerken aan de Sloestraat behoort tot de categorie bedrijven. Het gebruik van dit terrein zal over enige tijd wor- den beëindigd.

Voorzieningen Wat betreft de voorzieningen wordt onderscheid gemaakt in commerciële voorzieningen (ho- reca, detailhandel, zakelijke dienstverlening) en niet-commerciële voorzieningen (maatschappe- lijke functies: scholen, sportvoorzieningen, maatschappelijke dienstverlening).

Commerciële voorzieningen Aan de Langstraat is sprake van een concentratie van horeca (café’s en restaurants) en detail- handel. De Langstraat kan worden aangemerkt als het centrumgebied van Zoutelande. Aansluitend komen aan de aangrenzende delen van het Willibrordusplein, de Langendam en de Duinweg nog enkele horeca- en detailhandelsvestigingen voor. Daarnaast komen verspreid in met name het oude kerndeel en de duinstrook diverse pensions en hotels voor.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Analyse 14

Op grond van de beschikbare gegevens uit 2000 komen in de kern van Zoutelande 17 detail- handelsvestigingen voor, waarvan 5 in de dagelijkse sector (voeding en drogisterij) en 12 in de niet-dagelijkse sector (overige winkels). De totale verkoopvloeroppervlakte detailhandel in de kern bedraagt 1.235 m2. Naast de detailhandel zijn overige commerciële voorzieningen twee kappers, het postagentschap, de Rabobank en het VVV-kantoor. Ook het klederdrachtmuseum hoort tot de commerciële voorzieningen.

Wanneer de omvang van de detailhandel in Zoutelande wordt vergeleken met gemiddelden voor andere kernen blijkt dat het aantal vestigingen ongeveer twee maal groter is dan gemid- deld in kernen met een vergelijkbare omvang. De verkoopvloeroppervlakte is slechts in be- perkte mate groter dan in vergelijkbare kernen. Wanneer de vergelijking wordt gemaakt met gemiddelden voor toeristische kernen, is het aantal vestigingen in Zoutelande enigszins groter en de verkoopvloeroppervlakte ruim kleiner. Zoutelande kent al lange tijd een supermarktprobleem. De bestaande supermarkt wil uitbreiden. Omdat dat op de bestaande locatie aan de Langstraat niet mogelijk is, moet hiervoor een an- dere locatie worden gezocht. In het verleden is sprake geweest van verplaatsing naar de locatie van de garage aan de Langedam. Deze plannen zijn echter niet gerealiseerd. In combinatie met de elk-weer-voorziening die bij Het Kustlicht zou worden gerealiseerd is vervolgens sprake ge- weest van de vestiging van een tweede supermarkt. Ook deze ontwikkeling is niet gerealiseerd, mede in verband met het faillissement van Het Kustlicht.

In Zoutelande komen 17 horecagelegenheden voor, onder te verdelen in drie cafés, een disco- theek en een bar, twee snackbars, drie lunchrooms, een restaurant en zes hotels. Gerelateerd aan het aantal inwoners betekent dat een aantal van ongeveer 12 vestigingen per 1.000 inwoners. Gemiddeld is dat aantal in Noordzeebadplaatsen 4,4, in heel 4,6 en in Nederland 2,9. Het aantal horecavestigingen in Zoutelande is derhalve fors groter dan in deze referentiegebieden. Het risico van een hoog voorzieningenniveau (horeca en detailhandel) en een te sterke gericht- heid op recreatie en toerisme is dat een aantal voorzieningen alleen ’s zomers geopend is. Met het oog op de leefbaarheid in de kern is een dergelijke ontwikkeling ongewenst. In Zoutelande komen dergelijke seizoensgebonden voorzieningen niet voor.

Geconcludeerd kan worden dat de winkels in Zoutelande relatief klein zijn. Het aantal winkels komt overeen met wat voor een kern met de recreatieve functie van Zoutelande kan worden verwacht. De beperkte gemiddelde oppervlakte van de winkels kan worden verklaard door de relatief kleine supermarkt en de kleine oppervlakte van de overige winkels. Uitbreiding van de verkoopvloeroppervlakte van de supermarkt is gewenst om het voorzieningenniveau te verbete- ren. Een aandachtspunt is de kwaliteit van de voorzieningen. Met name wanneer het aanbod te groot wordt neemt het risico op kwaliteitsvermindering van de voorzieningen in het algemeen toe. Op grond van de huidige omvang van horeca en detailhandel is de komende jaren geen sub- stantiële uitbreiding van het aanbod aan winkels of horecavoorzieningen te verwachten.

Niet-commerciële voorzieningen Het aanbod aan niet-commerciële voorzieningen is relatief goed in Zoutelande: de Willibrordus- school, zaal Middendorp, de gymzaal, het sportveldencomplex met voetbal- en tennisaccom- modatie en het volkstuinencomplex aan de Molenweg. Tegen de kernrand ten noorden van We- rendijke wordt een nieuwe brandweerkazerne gebouwd.

Recreatie Zoutelande heeft als badplaats een belangrijke (verblijfs)recreatieve en toeristische functie. In de kern komt een relatief groot aantal tweede woningen voor, naast de verschillende hotels en pensions. In de directe omgeving van de kern zijn voorts verschillende (mini)campings en re- creatiewoningenterreinen gelegen. Daarnaast komen verschillende individuele recreatiewonin- gen voor. Zoutelande heeft een belangrijke functie voor toeristen (dagjesmensen). Het centrumgebied, met de horeca- en detailhandelsvestigingen, direct achter de dijk, is een belangrijke trekpleister.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Analyse 15

Daarnaast is het kleinschalige karakter van de oude kern een belangrijk element in de aantrek- kelijkheid voor toeristen. Het klederdrachtmuseum kan als slecht-weervoorziening worden aan- gemerkt.

Het grote aantal tweede woningen en de toeristische en recreatieve druk op het centrumgebied geeft een druk op de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van de kern.

Verkeer Doorgaand verkeer De route Werendijke-Langendam-Ooststraat-Nieuwstraat-Westkapelseweg is de enige door- gaande verbinding door de kern. Daarnaast wordt de Bosweg frequent gebruikt door sluipver- keer van en naar Vlissingen. De functie en inrichting van deze weg is echter niet geschikt voor doorgaand verkeer. Doorgaand verkeer moet dan ook worden ontmoedigd. Om die reden is de Bosweg voorzien van verkeersremmende voorzieningen. Deze maatregelen zijn echter niet af- doende.

Het doorgaande verkeer via de Ooststraat-Nieuwstraat geeft met name in het zomerseizoen de nodige overlast, ook al worden de nadelige effecten zo veel mogelijk geminimaliseerd, door de asfaltverharding en het 30 km/uurs-regiem.

De Langstraat wordt gedurende het zomerseizoen afgesloten voor alle verkeer (met uitzonde- ring van fietsers).

Recent onderzoek door de provincie naar de omvang van het doorgaand verkeer in een aantal Walcherse kernen (waaronder Zoutelande) geeft een indicatie van de in 2010 te verwachten intensiteiten. Daarbij is onderscheid gemaakt in twee situaties: - de huidige verkeerscirculatie; - een autoluw middengebied.

Afhankelijk van de periode bedragen de intensiteiten van het doorgaand verkeer door de kern in het jaar 2010 maximaal 5.100 mvt/etmaal in het zomerseizoen en maximaal 2.950 mvt/etmaal buiten het zomerseizoen. Op basis van tellingen van de provincie Zeeland blijkt dat dit aandeel doorgaand verkeer circa 55% van de totale verkeersintensiteiten in die betreffende periode in de kern bedraagt. De totale verkeersintensiteiten door de kern bedragen dan ook maximaal 9.300 mvt/etmaal in het zomerseizoen en maximaal 5.400 mvt/etmaal buiten het zomerseizoen. Indien er vanuit wordt gegaan dat het doorgaand verkeer gebruik zal maken van een randweg langs de kern, kan worden gesteld dat de aanleg van een dergelijke randweg de verkeers- stroom in Zoutelande aanzienlijk kan reduceren. Vanuit verkeerskundig oogpunt lijkt een rand- weg dan ook een aan te bevelen uitgangspunt. Nader onderzoek moet echter uitwijzen of de nut en de noodzaak van een randweg vanuit diverse gezichtvelden gerechtvaardigd is. Door de provincie Zeeland wordt dit onderzoek dan ook opgestart. Daarin zal de bestaande verkeerssi- tuatie worden geanalyseerd op de volgende onderwerpen: - geluidsbelasting; - luchtverontreiniging; - externe veiligheid; - trillingshinder; - oversteekbaarheid; - verkeersveiligheid; - beleving van de verkeershinder.

Parkeren Zoutelande heeft een algemeen parkeerterrein, aan het Wulkpad. Daarnaast heeft het Willibror- dusplein een parkeerfunctie. Verder is er een parkeerstrook voor het postagentschap en het VVV-kantoor aan de Bosweg. Buiten de kern is een parkeerterrein aan de Westkapelseweg gelegen. Voor het overige vindt het parkeren langs de straten in het centrumgebied plaats. In het Parkeerbeleidsplan Kust is het parkeeraanbod en de parkeerbehoefte geanalyseerd als basis voor nieuw parkeerbeleid. Daaruit blijkt dat in Zoutelande voor dagrecreatief bezoek 75 parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Tijdens drukke dagen in het hoogseizoen is dat te weinig.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Analyse 16

Daarnaast zijn onder andere de volgende problemen geconstateerd: - het aanbod aan parkeerruimte is onduidelijk en gefragmenteerd, met als gevolg veel zoe- kend verkeer en een te grote nadruk op het autoverkeer in het centrumgebied; - het ontbreken van een kwalitatief goed aanbod aan fietsenstallingsmogelijkheden op de juiste locaties.

Voor de oplossing van de parkeerproblemen wordt in eerste instantie gestreefd naar maatre- gelen in de sfeer van verkeerscirculatie en regulering van het gebruik van de huidige parkeer- plaatsen in de kern (betaald parkeren en vergunningparkeren). Daarnaast wordt gezocht naar uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen voor de opvang van dagrecreatief verkeer aan de rand van het centrumgebied. In het Parkeerbeleidsplan worden daarbij twee locaties genoemd: achter de Nieuwstraat en tussen de Bosweg en de woningen aan de David Koddelaan Bij de vaststelling van de structuurvisie heeft de gemeenteraad zich uitgesproken tegen aantasting van het groen tussen Bosweg en David Koddelaan ten behoeve van parkeergelegenheid. Dat betekent dat deze locatie vervalt als mogelijk parkeerterrein.

Bevoorrading centrumgebied De bevoorrading in het centrumgebied vindt plaats vanaf de Langstraat. Daardoor ontstaan re- gelmatig opstoppingen en conflicten met het verblijfskarakter van de straat.

Fietsvoorzieningen De fietsvoorzieningen zijn beperkt in Zoutelande. Langs de Ooststraat-Nieuwstraat zijn fiets- suggestiestroken aangegeven. Langs de Westkapelseweg en Langendam/Werendijke zijn vrij- liggende fietspaden gerealiseerd. Daarnaast zijn er vrijliggende toeristische fietspaden onder- langs de duinen in de richting van Westkapelle en Vlissingen. Wat betreft de mogelijkheden voor fietsenstalling is het aantal plaatsen voldoende, kwalitatief is het aanbod echter slecht en niet gelegen op de juiste locaties.

Milieuaspecten De volgende milieuaspecten zijn van belang voor de structuurvisie: - relatie wonen-bedrijven; - verkeer; - bodemkwaliteit.

Relatie wonen-bedrijven De meeste bedrijven zijn op het bedrijventerrein aan de Molenweg gevestigd. Hier is geen sprake van conflicten met aangrenzende woningen. Ook met betrekking tot de overige ver- spreide bedrijven in de kern is geen sprake van milieu-conflicten met omliggende woningbouw. Verplaatsing van bedrijven vanwege milieu-oogpunt is dan ook niet aan de orde.

Verkeer De doorgaande wegen door Zoutelande hebben door de hoge verkeersintensiteiten negatieve effecten op het woon- en leefklimaat: barrièrewerking, verkeersveiligheid, geluidshinder en luchtverontreiniging. Met de aanleg van een rondweg zal deze hinder in belangrijke mate afne- men.

Bodemkwaliteit Door de gemeente Veere zijn bodemkwaliteitskaarten opgesteld (vastgesteld augustus 2002), voor alle kernen en het buitengebied. Doel van de bodemkwaliteitskaarten is de uitwisselbaar- heid van partijen grond uit de verschillende onderscheiden deelgebieden vast te leggen (moge- lijkheden voor import en export van partijen grond tussen de verschillende deelgebieden), door per deelgebied de kwaliteit van de grond te bepalen. De bodemkwaliteitskaarten zijn gebaseerd op een indeling in deelgebieden op grond van de historische ontwikkeling in het bodemgebruik. Voor alle gemeentelijke kernen (met uitzondering van Veere) zijn twee bodemkwaliteitszones onderscheiden, te weten het bebouwde gebied voor 1945 en het bebouwde gebied van na 1945. Per deelgebied is de bodemkwaliteit gewaardeerd. Daarbij is onderscheid gemaakt in twee bo- demlagen (dieptetrajecten), te weten de bovengrond (0 tot 0,5 meter onder maaiveld) en de on-

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Analyse 17

dergrond (0,5 tot 1 meter beneden maaiveld). Bij het waarderen van de bodemkwaliteit zijn vier categorieën onderscheiden: − schoon; − licht verontreinigd homogeen; − licht verontreinigd heterogeen; − ernstig verontreinigd.

Op grond van een analyse van de bodemonderzoeksgegevens is een grondstromenmatrix op- gesteld. Daarin wordt weergegeven of grond uit een bepaald deelgebied naar een ander deel- gebied kan worden geëxporteerd. Grond uit een bodemkwaliteitszone die is aangemerkt als schoon mag zonder keuring of toetsing in alle zones worden toegepast. Grond uit een homo- geen, licht verontreinigde zone kan worden toegepast in zones met een vergelijkbare kwaliteit. Grond uit een heterogeen, licht verontreinigde zone kan slechts worden toegepast indien een partijkeuring heeft plaatsgevonden en de gemiddelde kwaliteit van de partij overeenkomt met de kwaliteit van de toepassingszone. Grond uit een ernstig verontreinigde zone mag alleen worden toegepast na het uitvoeren van een partijkeuring en de gemiddelde kwaliteit van de partij verge- lijkbaar is met de kwaliteit van de toepassingszone en waarbij het geen ernstig verontreinigde partij betreft. De bovengrond in het deelgebied Zoutelande is licht verontreinigd, homogeen. Er is sprake van een beperkte verontreiniging met lood, minerale olie en PAK, die lager is dan de tussenwaarde. De ondergrond is schoon, waarbij de verontreiniging met lood lager is dan de interventiewaarde en de verontreiniging met kwik, minerale olie, PAK en zink kleiner dan de tussenwaarde. In het deelgebied Zoutelande na 1945 is zowel de boven- als de ondergrond schoon, waarbij de ver- ontreiniging met minerale olie, lood en PAK lager is dan de tussenwaarde. Overigens is het be- drijventerrein Molenweg niet opgenomen in de bodemkwaliteitskaart. Bekend is dat vormzand, afkomstig uit de ijzergieterij uit Middelburg, gebruik is voor de opvul- ling van sloten aan de Langendam. Brandstoffenverkooppunten aan de Langstraat en de Duin- weg zijn in het verleden gesaneerd. Grond uit de kwaliteitszone van na 1945 kan in alle andere deelgebieden worden hergebruikt; grond uit de kwaliteitszone van voor 1945 kan in zones met dezelfde kwaliteit worden herge- bruikt. Voor Zoutelande betekent dat dat de grond uit het deelgebied van voor 1945 in hetzelfde gebied kan worden hergebruikt, maar ook in Koudekerke van voor 1945.

3.3. Sterkte-zwakte analyse

Kwaliteiten In deze paragraaf worden de belangrijkste kwaliteiten en knelpunten in de ruimtelijke structuur van Zoutelande samengevat als basis voor de structuurvisie.

Een belangrijke kwaliteit van Zoutelande is de ligging direct aan zee. Dat geldt voor de kern als geheel, maar in het bijzonder voor het centrumgebied. Deze ligging van het centrumgebied is uniek in de gemeente. Het functioneel centrumgebied (Langstraat / Willibrordusplein) is heel herkenbaar en bepalend voor de ruimtelijke structuur en kwaliteit van de kern. Aan de flanken van de kern is de ruimte- lijke karakteristiek door de breder wordende duinen weer geheel anders. De kern kent 3 verschillende sferen (oude kern, boswijk en nieuwbouwwijken) die ieder hun specifieke kwaliteiten hebben en in de ruimtelijke structuur op logische plaatsen liggen. De kleinschalige ruimtelijke opbouw en bebouwing zijn kenmerkend voor de oude kern. De boswijk heeft een sterk groen karakter. De kerktoren en de molen zijn markante punten in de kern.

Aandachtspunten De volgende aandachtspunten zijn van belang voor de structuurvisie: - de uitstraling van Zoutelande als badplaats is niet optimaal; de kwaliteit van de inrichting van de openbare ruimte van met name de Langstraat is voor verbetering vatbaar;

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Analyse 18

- de entrees van de kern (Westkapelseweg-Nieuwstraat en Langendam-Ooststraat-Bosweg) missen de uitstraling van structurele knooppunten; - de noordoostelijke kernrand is hard; - de zone tussen de kern en Het Kustlicht is door de diversiteit aan functies onsamenhan- gend; - het doorgaande verkeer via de Oost- en Nieuwstraat gaat ten koste van de verblijfskwali- teit; - het grote aantal tweede woningen gaat ten koste van de leefbaarheid.

Ontwikkelingen Aan de noordrand van de kern wordt in het kader van de ruilverkaveling bos gerealiseerd. Voor de ontlasting van doorgaand verkeer door de kern wordt een randweg overwogen. Nut en noodzaak worden door de provincie onderzocht. Ter verbetering van de parkeersituatie wordt de realisatie van een parkeerterrein aan de rand van de kern nagestreefd. De gemeentewerf zal worden verplaatst. Op deze locatie wordt de realisatie van een rioolwa- terberging overwogen.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

4. Visie 19

4.1. Visie uitgangspunten

Voor de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van de kern gelden de volgende uitgangspun- ten: - behoud en versterking van een aantrekkelijk woonmilieu met de daarbij behorende voorzieningen; - behoud en versterking van de recreatieve waarde van de kern.

In dit hoofdstuk wordt op basis van de ruimtelijke analyse uit hoofdstuk 3 en binnen de kaders van het in hoofdstuk 2 beschreven beleid de ontwikkelingsvisie voor Zoutelande beschreven. Deze ruimtelijke hoofdstructuur is op kaart 7 aangegeven. De visie op deze hoofdstructuur wordt aan de hand van relevante functies en ruimtelijke eenheden nader beschreven.

4.2. Ruimtelijke hoofdstructuur

Water Met het oog op een duurzame ruimtelijke planning is het watersysteem van groot belang. Water dient sturend te zijn voor de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunt voor bouwactiviteiten is wa- terneutraal bouwen: nieuwbouw mag het watersysteem niet negatief beïnvloeden. Infiltratie en buffering van regenwater is daarbij een belangrijk aspect. Wanneer de drooglegging onvol- doende is, verdient het met het oog op het watersysteem aanbeveling het maaiveld op te hogen in plaats van het verlagen van de grondwaterstand. Om de waterbalans zo weinig mogelijk te beïnvloeden is infiltratie van regenwater in de bodem gewenst, door afkoppeling van de riolering. In bestaand stedelijk gebied is het streven gericht op 20% afkoppeling, in nieuw stedelijk gebied 60% (waar mogelijk 100%).

In verband met het ontbreken van oppervlaktewater in Zoutelande is afkoppeling van het re- genwater in de bestaande kern moeilijk te realiseren. Waar mogelijk is afkoppeling in de be- staande kern echter gewenst. Bij de herinrichting van het Oranjeplein is een belangrijk aan- dachtspunt vergroting van de bergings- en infiltratiecapaciteit, met als doel het voorkomen van wateroverlast.

De watergang langs de noordelijke kernrand kan een grotere structurele betekenis krijgen, door bijvoorbeeld aanleg van een fiets- en wandelpad en beplanting. De watergang kan zo een structurele betekenis krijgen als drager van een duurzame kernrand. Bovendien kan deze groenzone de beide in het kader van de ruilverkaveling aan te leggen bossen ten westen en oosten van Zoutelande met elkaar verbinden.

Groenstructuur Het bosrijke villagebied langs de Bosweg vormt een bijzondere kwaliteit; als woonmilieu en voor de identiteit de kern. Een verdere uitbreiding van dit gebied in noordelijke richting kan dit boska- rakter verder versterken. Het is gewenst de groenstructuur in de rest van de kern te versterken. Aandachtspunten zijn de hoofdstructuur van de kern in de vorm van de lijnen van de Langendam en Langstraat en de kernentrees. Een stevige boombeplanting zal de herkenbaarheid van de structuur en de bele- vingswaarde ten goede komen. Ook de belevingswaarde van de groene pleinen in de woongebieden zal door een robuustere beplanting toenemen. De kerkring en het Oranjeplein komen hiervoor in aanmerking. Zoals aangegeven is voor het Oranjeplein al een herinrichting in voorbereiding. Langs de randzone liggen diverse groenelementen met een stevige beplantingssingel. Deze elementen zijn belangrijk voor het dorpssilhouet. Behoud en versterking van deze elementen is gewenst.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Visie 20

Het Groenbeleidsplan bevat het gemeentelijke beleid met betrekking tot de groenvoorzieningen in de gemeentelijke kernen.

Karakteristieke bebouwing Het oude compacte kerngedeelte en de omgeving van de Duinweg bevatten veel karakteris- tieke bebouwingselementen (massa, vorm). In combinatie met de smalle straatjes is het oude centrum zeer kenmerkend. Behoud van deze elementen is voor de identiteit van Zoutelande belangrijk. Tevens vormen zij de basis voor de normstelling voor eventuele veranderingen bin- nen deze gebieden. Wanneer beeldverstorende panden aangepast worden of verdwijnen is het van groot belang om nieuwe gebouwen af te stemmen op de omgeving. De ruimtelijke ordening biedt onvoldoende mogelijkheden om de bestaande kwaliteiten van deze gebieden afdoende veilig te stellen. Het welstandsbeleid biedt daarvoor betere mogelijk- heden. Op basis van de op stapel staande wijziging van de Woningwet dient de gemeente een welstandsnota op te stellen waarin het te voeren beleid naar gebieden en objecten gedifferenti- eerd kan worden. Deze nota wordt door de gemeenteraad vastgesteld en wordt daarmee rich- tinggevend voor het welstandsbeleid. Voor de karakteristieke bebouwing in het oude kernge- deelte en de Duinweg zal in dat kader een toegespitst beleid voor bestaande en nieuwe be- bouwing worden geformuleerd.

Centrumgebied Langstraat De verblijfskwaliteit van het dorpshart blijft achter bij de potentie van Zoutelande als badplaats. De inrichtingsmogelijkheden hangen nauw samen met de verkeersfunctie van de straat. Door het autoverkeer te weren kan de ruimtelijke kwaliteit van de straat aanzienlijk worden verbeterd tot een aantrekkelijk winkel- en verblijfsgebied. Bij herinrichting van het gebied vraagt de zone tussen de Timmermanstraat en het Willibrordusplein bijzondere aandacht.

Binnenruimten oude kern Achter de bebouwing van het centrumgebied komt een aantal open ruimten voor. Deze ruimten dragen bij aan de kwaliteit van het wonen in dit deel van de kern. Behoud is gewenst.

Kernranden De duinstrook vormt de ruggengraat van de kern. De incidentele bebouwing in de duinen be- paalt mede het karakter van Zoutelande. In de huidige situatie is er een goed evenwicht tussen de verschillende functies als bebouwing, wandelroutes, duinovergangen en natuurwaarden. De natuur- en belevingswaarden staan daarbij voorop. Voor de bestaande bebouwing zijn er in principe geen uitbreidingsmogelijkheden. Aan de noordzijde op de overgang naar het agrarisch gebied vraagt het karakteristieke silhouet van Zoutelande tegen de duinrand de nodige aandacht. In het kader van de ruilverkaveling is hier bos gepland langs een groot deel van de kernrand. De gelede invulling van deze randzone met open en dichte gebieden en meerdere lijnen als bebouwingsrand, watergang en wegen met beplanting is voor het noordoostelijk deel maatgevend. Dit afwisselende patroon met doorkijkjes op strategische plekken moet worden gewaarborgd en versterkt. De aanleg van een voet- en fietspad, zoals hiervoor beschreven, kan hieraan bijdragen. Ontwikkelingen in de kernranden worden getoetst aan de beschreven kwaliteiten van de ran- den.

Zone kern – Kustlicht Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de ruimtelijk-structurele betekenis van het gebied tussen de kern en Het Kustlicht is van groot belang voor Zoutelande. Zowel in functioneel op- zicht als wat betreft de inrichting van het gebied is verbetering van deze locatie gewenst. Uit functioneel oogpunt is voor deze zone een aantal ruimteclaims van belang: - nieuw bos; - de elk-weervoorziening bij Het Kustlicht; - vestiging van een nieuwe supermarkt; - uitbreiding parkeervoorzieningen voor het centrumgebied.

Gelet op de huidige ruimtelijke kwaliteit in relatie tot de genoemde (potentiële) ruimteclaims is het noodzakelijk om een integrale visie op te stellen voor de betreffende zone, waarin de ruim-

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Visie 21

teclaims in onderlinge samenhang kunnen worden getoetst. Het verdient aanbeveling daarbij de zone tussen de Westkapelseweg en Het Kustlicht te betrekken. Voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit en de structurele betekenis van de zone tussen de kern en Het Kustlicht is verplaatsing van de sportvelden een belangrijk aandachtspunt. In- dien de sportvelden zouden worden verplaatst ontstaat de nodige ruimte om de randzone te herstructureren en andere ruimteclaims een structurele plaats te geven. Onderzocht dient te worden of een dergelijke verplaatsing haalbaar is.

Woongebieden De bestaande woongebieden geven over het algemeen geen aanleiding voor een ingrijpende aanpak. Wel kunnen, afhankelijk van de woningmarktontwikkeling en de vergrijzing maatrege- len nodig blijken voor verouderde delen van het woningenbestand. Met name het oude kernge- deelte vraagt aandacht. Voor een planmatige uitbreiding is nog geen locatie bepaald. Het ligt voor de hand in de noord- oosthoek van de kern in aansluiting op het recente uitbreidingsgebied de Zoutelandse Tienden en de "boswijk" uitbreidingsmogelijkheden te zoeken. Deze locatie is uitstekend geschikt voor woningbouw en biedt voldoende ruimte voor het programma van 18 woningen tot 2006 en de daarna.

Andere mogelijkheden voor woningbouw zijn: - strook Molenweg; - de open ruimte achter de Nieuwstraat; - langs de Westkapelseweg bij een eventuele verplaatsing van de sportaccommodaties; - vrijkomende gronden bij een eventuele bedrijfsverplaatsing; - incidentele inbreidingslocaties.

Aan de Molenweg is ruimte van de bouw van een of enkele woningen, ten zuiden van de be- graafplaats. De open ruimte achter de Nieuwstraat is in beginsel een geschikte locatie voor wo- ningbouw. Ook de bouw van een supermarkt of aanleg van een parkeerterrein zijn echter denk- baar. De keuze voor een van deze ontwikkelingen hangt samen met de ontwikkelingsrichting voor de zone tussen kern en Het Kustlicht, langs de Westkapelseweg. Indien in het kader van de herstructurering van het gebied tussen de kern en Het Kustlicht, de verplaatsing van de sportaccommodatie aan de Westkapelseweg aan de orde zou komen, wordt woningbouw op deze locatie een mogelijke optie. Door verplaatsing van bedrijven uit de kern zouden enkele geschikte woningbouwlocaties kun- nen ontstaan. Het beleid van het gemeentebestuur is echter in beginsel gericht op handhaving van de bestaande bedrijvigheid, indien geen sprake is van ruimtelijke of milieuproblemen. Be- drijvigheid in een kern draagt ook bij aan de levendigheid en daarmee aan de leefbaarheid. Woningbouw op inbreidingslocaties is in het algemeen een positieve ontwikkeling, mits passend in de omgeving. In het algemeen is verdichting door bebouwing van kleine bospercelen in de "boswijk" of op de binnenterreinen niet wenselijk. In incidentele gevallen kan medewerking wor- den verleend aan passende ontwikkelingen, die het bestaande karakter van de omgeving niet aantasten en waar mogelijk versterken.

Wanneer zich ergens inbreidingsmogelijkheden voordoen, zal een zorgvuldige ruimtelijke toets plaatsvinden. Belangrijke aspecten daarbij zijn: - de ruimtelijke en stedenbouwkundige structuur (aard en schaal van de omgeving, bebou- wingspatroon); - groenstructuur; - de overgang tussen kern en landelijk gebied; - beeldkwaliteit; - bereikbaarheid /parkeren.

Het gemeentebestuur hanteert een hoog ambitieniveau bij de realisatie van inbreidingen. In- breidingen dienen aan te sluiten op de omgeving en zo mogelijk de ruimtelijke kwaliteit te ver- sterken. Voorkomen moet worden dat een te sterke verdichting of verstening ontstaat, waardoor de kwaliteit van de woonomgeving verschraalt. Inbreidingen in de bebouwingslinten vergen bij-

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Visie 22

zondere aandacht, vanwege de bestaande kwaliteiten. Behoud van doorzichten en afwisseling in bebouwingsdichtheid dienen te worden gewaarborgd.

Ook het tegengaan van tweede woningen in de kern kan op termijn bijdragen aan extra woon- mogelijkheden en het vergroten van de leefbaarheid in de kern.

Beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis In combinatie met de woonfunctie komen regelmatig ondergeschikte activiteiten voor die niet di- rect als wonen kunnen worden aangemerkt, maar daarmee wel samenhangen. Gedacht kan onder meer worden aan traditionele vrije beroepen (arts, notaris, advocaat, logopedist, fysiothe- rapeut), andere vrije beroepen (adviesbureaus, kunstenaars, ontwerpers, privé-onderwijs) en andere bedrijfsmatige activiteiten (kapsalons, pedicures, reclamebureaus, makelaars, compu- terservice, kinderopvang). Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen zal dit gebruik in de toe- komst alleen maar toenemen. Een planologische regeling voor deze activiteiten is gewenst. Voor de vrije beroepen is – op ba- sis van vaste jurisprudentie – een afzonderlijke regeling in het bestemmingsplan niet nodig. In- dien deze functies ondergeschikt zijn aan de woonfunctie en aan overige criteria uit de jurispru- dentie voldoen zijn deze – als onderdeel van de woonfunctie – algemeen toegestaan. Voor de overige bedrijfsmatige activiteiten is echter wel een bestemmingsregeling nodig en gewenst. In de bestemmingsplannen voor de kernen zal voor deze functies een vrijstellingsregeling, voor- zien van een aantal voorwaarden, worden opgenomen. Met betrekking tot de toelaatbaarheid van dergelijke activiteiten zal gelet worden op de hinder die het gebruik oplevert voor het woonmilieu en de afbreuk die het gebruik doet aan het woon- karakter van de wijk of buurt. Activiteiten die een onevenredige hinder voor het woonmilieu en onevenredige afbreuk van het woonkarakter van de wijk of buurt veroorzaken zijn niet toege- staan. Bij de beoordeling hiervan is onder meer van belang of de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit, de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft en er geen oneven- redige nadelige invloed op de verkeersafwikkeling en parkeerbalans ontstaat. Als maximale op- pervlaktemaat voor deze activiteiten wordt 25 m2 aangehouden.

Horeca en detailhandel Het concentratiegebied van voorzieningen aan de Langstraat biedt in principe voldoende capa- citeit voor een goed voorzieningenniveau. Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 is het aantal vestigingen van horeca en detailhandel in Zou- telande relatief groot, gelet op omvang van de kern en de verblijfsrecreatieve functie. Met name het aantal horecagelegenheden is groot. Een sterke uitbreiding wordt dan ook niet voorgestaan. Enige uitbreiding van horeca en detailhandel is echter, gelet op de belangrijke recreatiefunctie van Zoutelande en de huidige concentratie van horeca en detailhandel, niet bezwaarlijk. Verdere ontwikkeling van horeca en detailhandel wordt alleen aan de Langstraat toegelaten. Behoud van de enkele woningen die hier nog voorkomen wordt niet noodzakelijk geacht. On- beperkte uitbreiding van de horeca wordt echter niet gewenst geacht. Tegen die achtergrond wordt voorgesteld een maximum te stellen aan het aantal horecavestigingen. Uitgaande van de huidige 9 vestigingen kan een maximum van 12 horecagelegenheden als maximum worden aangehouden (uitbreiding aantal vestigingen met 30%). Dat betekent dat er in het centrumge- bied (van de Langstraat) nog drie nieuwe vestigingen bij kunnen komen. Binnen het centrum- gebied bestaat er voor het overige geen bezwaar tegen het uitbreiden van detailhandel. Dat betekent dat functiewisseling van wonen naar horeca (mits elders in de kern een horecagele- genheid wordt beëindigd) of detailhandel in beginsel mogelijk is. Nieuwe horeca mag geen overlast veroorzaken. In dat licht zal uitsluitend lichte daghoreca wor- den toegelaten, in de vorm van bijvoorbeeld een lunchroom of restaurant.

De supermarktproblematiek vergt de nodige aandacht. Daarbij is de vraag essentieel of er in Zoutelande voldoende ruimte is voor twee supermarkten. Gelet op het aantal inwoners en re- creanten lijkt er onvoldoende draagvlak te zijn voor twee (volwaardige) supermarkten. Op grond daarvan is het gewenst te streven naar de één goed functionerende supermarkt in Zoutelande. Wat betreft de locatie voor een supermarkt kan worden geconstateerd dat de bestaande locatie aan de Langstraat ongeschikt is voor uitbreiding van de bestaande supermarkt. Er dient der- halve te worden gezocht naar een alternatieve locatie. Gelet op de levendigheid en de leef-

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Visie 23

baarheid in de kern heeft een locatie in of direct grenzend aan de kern de voorkeur voor een lo- catie op grotere afstand. Een supermarkt in of in aansluiting op Het Kustlicht heeft een onder- mijnend effect op het voorzieningenniveau in de kern. Geschikte locaties voor een nieuwe su- permarkt, die ook in het verleden al zijn genoemd zijn de locatie van het garagebedrijf aan de Langedam, de locatie achter de Nieuwstraat en het huidige terrein van de sportvelden. Ook de locatie van de Rabobank is in beginsel geschikt voor de vestiging van een supermarkt, waarbij de afstand tot de omliggende woningen een aandachtspunt is. Nader onderzoek is nodig.

Niet-commerciële voorzieningen Het aanbod en de ligging van deze functies geven geen aanleiding voor ingrijpende veranderin- gen. Er zijn geen bijzondere knelpunten of uitbreidingswensen. Voor de groene functies zoals begraafplaats, volkstuinen en sportcomplex is een beperkte uitbreiding van bestaande locaties in beginsel mogelijk indien de behoefte daaraan zich voordoet.

Bedrijven De verspreid over de kern gelegen bedrijven zijn beperkt van omvang. Voor substantiële uit- breiding is in het algemeen geen ruimte. Dit is ook niet wenselijk vanwege de nabijheid van wo- ningen. Conform het gemeentelijk beleid is verplaatsing naar het bedrijventerrein in Seroos- kerke en Koudekerke de enige optie indien bestaande bedrijven willen uitbreiden. Ook nieuwe bedrijven zijn op deze centrale bedrijventerreinen aangewezen. Indien in zeer bijzondere gevallen een bestaand bedrijf zo’n specifieke binding heeft met Zou- telande dat vestiging in Serooskerke of Koudekerke niet mogelijk is, kan worden overwogen vestiging mogelijk te maken aansluitend aan het bestaande bedrijventerrein Molenweg.

Autoverkeer De aanleg van een randweg ten noorden van de kern tussen Het Kustlicht (Thijsweg) en We- rendijke zal de verkeersdruk in de kern verlichten. Het recreatiepark krijgt daardoor een recht- streekse verbinding met het bovenlokale wegennet. Het verkeer door de kern zal in belangrijke mate afnemen.

Wat betreft het doorgaand verkeer door Zoutelande worden de resultaten van het door de pro- vincie uit te voeren onderzoek afgewacht. Vooralsnog houdt het gemeentebestuur echter reke- ning met de aanleg van een rondweg. Onderkend wordt dat de aanleg van een rondweg ruimte- lijke gevolgen heeft in de vorm van barrièrewerking en aantasting van landschappelijke waar- den. De inpassing van een mogelijke randweg vergt grote zorgvuldigheid. Bij de aanleg van een randweg kunnen de Oost- en de Nieuwstraat worden heringericht waarbij het verblijfskarakter kan worden versterkt.

Parkeren De aanleg van een nieuw parkeerterrein is dringend noodzakelijk. Voorwaarden vanuit ver- keersoogpunt aan de locatie zijn een goede bereikbaarheid en ligging zo dicht mogelijk bij het centrumgebied. Geschikte locaties zijn mogelijk het gebied achter de Nieuwstraat en de omge- ving van Noordendolfer en/of Molenweg. De locatie tussen de Bosweg en de David Koddelaan is in het Parkeerbeleidsplan ook aangemerkt als geschikte locatie voor een parkeerterrein. De gemeenteraad is echter van mening dat het bestaande groen in dit gebied niet mag worden op- geofferd voor de aanleg van een parkeerterrein. Dat betekent dat deze locatie vervalt als toe- komstig parkeerterrein. Realisatie en locatie zijn mede afhankelijk van de aanleg van de randweg en in verband daarmee de mogelijke realisatie van een transferium. Afstemming op de planvorming met betrekking tot de mogelijke rondweg is noodzakelijk. Voor de realisatie van een nieuw parkeerterrein is het gebied tussen Het Kustlicht en het dorp een goed alternatief voor de locaties die in het parkeerbeleidsplan zijn aangegeven. Omvang, locatie en ontsluitingsmogelijkheden dienen nader te worden onderzocht in samenhang met de inrichting van het tussengebied tussen de kern en Het Kustlicht. Cruciaal in dat verband is de vraag of het mogelijk is om de bestaande sportvelden te verplaatsen. Het toekomstige parkeerbeleid is erop gericht in het centrumgebied alleen vergunningparkeren toe te staan, met uitzondering van de Langstraat en het Willibrordusplein. Op termijn zal worden beoordeeld of het centrumgebied als verblijfsgebied kan worden ingericht (autoluw/autovrij).

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Visie 24

Voordat het vergunningparkeren wordt ingevoerd dient voldoende parkeerruimte beschikbaar te zijn.

Langzaam verkeer De relatie tussen de kern en Het Kustlicht bestaat alleen uit de Westkapelseweg. Verbetering van de verbinding tussen kern en recreatiegebied voor fietsers en voetgangers wordt nage- streefd. Een nieuwe verbinding, centraal door het nog te realiseren bos, zal de bereikbaarheid verbeteren. Een dergelijke nieuwe route kan worden gekoppeld aan een route buitenom langs de water- gang aansluitend op de Westkapelseweg. Daarmee wordt een structureel element aan de noordelijke kernrand toegevoegd die de overgang naar het agrarisch gebied markeert.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

5. Inspraak 25

5.1. Inleiding

De ontwerpstructuurvisie voor Zoutelande heeft van 8 november 2001 tot en met 5 december 2001 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode heeft een ieder de gelegenheid gehad schriftelijke reacties in te dienen. Tijdens de periode van terinzagelegging is op 19 november een inspraakavond gehouden, waar de structuurvisie is gepresenteerd aan de bevolking. Op deze avond zijn verschillende vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Bijlage 2 bevat het ver- slag van de inspraakavond.

In het kader van de inspraak zijn schriftelijke reacties ingediend door de volgende personen: 1. W. Geelhoed, De Bellink 12, 4374 EH Zoutelande; 2. drs P.C. Leijnse, Bosweg 44, 4374 EN Zoutelande; 3. W. Ovaa, Swaalingestraat 56a, 4374 BZ Zoutelande; 4. mevr. G. van der Hoeven – Van Zanten, De Bellink 10, 4374 EH Zoutelande; 5. H. van de Vreugde, Swaalingestraat 28, 4374 BZ Zoutelande; 6. ing. J.H. Warmelink, David Koddelaan 34, 4374 ET Zoutelande; 7. Ondernemersvereniging Zoutelande ZOMID, Postbus 57, 4374 ZG. Zoutelande.

In paragraaf 5.2 worden de inspraakreacties samengevat en beantwoord.

Naast de inspraakreacties is op een aantal punten aanpassing van de structuurvisie Zoutelande gewenst naar aanleiding van ambtshalve overwegingen. Deze aanpassingen worden in para- graaf 5.3 beschreven.

5.2. Samenvatting en beantwoording inspraakreacties

1. W. Geelhoed, De Bellink 12, 4374 EH Zoutelande

Reactie Inspreker betreurt het dat de provincie in de nota Walcheren 2000+ voor de zuidwestkust van Walcheren heeft gekozen voor het beachconcept, waarbij Zoutelande is aangewezen als “concentratiepunt intensieve dagrecreatie”. Zowel uit economisch als uit ecologisch oogpunt lijkt de keuze voor een kwaliteitsimpuls van het verblijfstoerisme beter, waarbij Zoutelande zich als familiebadplaats moet blijven profileren.

Beantwoording De Regiovisie Walcheren 2000+ is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen provincie en diverse andere partijen, waaronder de gemeenten op Walcheren. In de Regi- ovisie is op basis van de specifieke kwaliteiten en kenmerken onderscheid gemaakt in een aantal zones. Gelet op de omvang van de verblijfsrecreatieve complexen in de zuidweste- lijke kustzone en de directe relatie daarvan met het strand is voor deze zone gekozen voor het zogenaamde “beach-concept”. Hoewel ook in de noordwestelijke kustzone sprake is van aanzienlijke verblijfsrecreatieve complexen, is door de ligging van de kernen en de grote natuurwaarde van de Manteling in deze zone gekozen voor een sterker accent op een extensiever ontwikkeling van toerisme en recreatie. Zoals aangegeven in de regiovisie staat in het beach-concept versterking van de strandrecreatie en de dagrecreatieve betekenis voor de inwoners en verblijfsrecreanten centraal. Dit kan worden ingevuld door aanpassing en uitbreiding van binnen het concept passende dagrecreatieve voorzieningen, gericht op het thema strandvakanties en amuse- ment. Bijzondere aandacht verdient het versterken van elk-weer-voorzieningen. Groot- schalige voorzieningen die zich primair richten op het aantrekken van dagrecreanten pas- sen niet in het zuidwestelijke kustgebied.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 26

Het gemeentebestuur ondersteunt de zonering uit de Regiovisie. Daarbij geldt echter wel een aantal randvoorwaarden, die ook uitgangspunt zijn voor de structuurvisie. De belang- rijkste voorwaarde is dat door recreatieve ontwikkelingen de leefbaarheid en het woonmi- lieu van Zoutelande niet (verder) onder druk mag komen te staan. Anderzijds is gelet op de omvang van de kern in relatie tot de betekenis als badplaats in delen van de kern een zekere overlast niet te vermijden. Grootschalige intensieve recreatieve ontwikkelingen, bijvoorbeeld in de vorm van discotheken, passen echter niet in het gemeentelijk beleid voor de kern. Wel past de ontwikkeling van een elk-weervoorziening in het beleid.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie Inspreker is het eens met de waardering voor het bosrijke gebied langs de Bosweg als bijzondere kwaliteit van Zoutelande. Niet begrepen wordt dat hier parkeerplaatsen worden voorgesteld in het Parkeerbeleidsplan.

Beantwoording In het Parkeerbeleidsplan is vermeld dat Zoutelande over onvoldoende parkeerplaatsen beschikt, vooral bij drukke dagen in het hoogseizoen. Verder is het aanbod aan parkeer- gelegenheid verspreid gelegen en niet altijd goed te vinden, wat veel zoekend autoverkeer tot gevolg heeft. Een oplossing hiervoor wordt in eerste instantie gezocht in verbetering van de verkeerscir- culatie en van het gebruik van de bestaande parkeerplaatsen (via betaald parkeren en vergunningparkeren). Daarnaast wordt bekeken of uitbreiding van het aantal parkeerplaat- sen voor opvang van het dagrecreatieve verkeer aan de rand van het centrumgebied mo- gelijk is. De realisatie van parkeerplaatsen is alleen effectief als de afstand tot het cen- trumgebied niet te groot is. Gelet op de beschikbare ruimte en de afstand tot het centrum- gebied zijn in beginsel twee locaties geschikt voor de aanleg van parkeerterreinen: achter de Nieuwstraat en een terrein achter de Langendam, tussen de Koddelaan en de Bosweg. Onderkend wordt dat de aanleg van een parkeerterrein op de locatie Koddelaan /Bosweg zal leiden tot het rooienvan een deel van de bestaande beplanting. Bij de vaststelling van de structuurvisie heeft de gemeenteraad bepaald dat het groen tussen de Bosweg en de David Koddelaan niet mag worden opgeofferd voor parkeergelegenheid. Dat betekent dat deze locatie vervalt als toekomstig parkeerterrein.

Conclusie In de structuurvisie zal worden aangegeven dat de realisatie van een parkeerterrein tussen de Bosweg en de David Koddeweg ongewenst is.

Reactie Het doorgaande verkeer is de laatste jaren sterk toegenomen, met kwalijke gevolgen als milieuoverlast en verkeersonveiligheid. Een sterker accent op dagrecreatie zal deze overlast versterken. Een rondweg zal veel overlast in het dorp wegnemen.

Beantwoording Zoals hiervoor is aangegeven, is het gemeentelijk beleid niet gericht op het creëren van nieuwe dagrecreatieve attracties in de kern van Zoutelande, met een aanzienlijke ver- keersaantrekkende werking. Onderkend wordt dat met name het doorgaande verkeer in Zoutelande voor problemen zorgt. De aanleg van een rondweg om Zoutelande heeft, gelet op het relatief grote aandeel doorgaand verkeer in de kern, een belangrijke meerwaarde voor het dorp. Daar komt bij dat bij Zoutelande relatief eenvoudig en met beperkte gevolgen voor het buitengebied een rondweg kan worden gerealiseerd. Nut en noodzaak van de rondweg worden door de pro- vincie nader onderzocht. Het gemeentebestuur wacht de uitkomsten van dit onderzoek af.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 27

Reactie Oplossing van het parkeerprobleem is mogelijk door de binnenzijde van het Oranjeplein een parkeerfunctie te geven. Betaald en vergunningparkeren leidt voor bewoners tot dure vergunningen.

Beantwoording Parkeren op het gras van het Oranjeplein is geen structurele oplossing voor de parkeerproblemen in Zoutelande. Bovendien wordt het Oranjeplein opnieuw ingericht. Daarbij wordt het aantal parkeerplaatsen enigszins uitgebreid. Het is echter met het oog op veiligheid, leefbaarheid en de kwaliteit van de woonomgeving niet gewenst het gehele middengebied te gebruiken als parkeerterrein. Structurele oplossing van het parkeerprobleem vergt regulerende maatregelen in de vorm van het invoeren van betaald parkeren en het uitbreiden van de parkeercapaciteit. Het streven is er op gericht om de kosten van het vergunningparkeren voor de inwoners zo laag mogelijk te houden. Het is de bedoeling deze voor het grootste deel te verhalen op de recreanten, omdat deze ook de veroorzakers van de problematiek zijn.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie De Langstraat blijft achter bij de potentie van Zoutelande als badplaats. De straat heeft niet de uitstraling van een aantrekkelijke promenade met winkels, cafés en terrassen, die een badplaats gezellig maken.

Beantwoording In de structuurvisie is ook aangegeven dat de ruimtelijke kwaliteit van de Langstraat verbe- tering behoeft. Op dit moment kan echter nog niet worden aangegeven wanneer de inrich- ting van de Langstraat kan worden verbeterd.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

2. drs P.C. Leijnse, Bosweg 44, 4374 EN Zoutelande

Reactie Het beleid uit de structuurvisie staat haaks op de voorwaarde dat verdere ontwikkeling als toeristische kern niet mag leiden tot verdringing van de woonfunctie. De leefbaarheid in Zoutelande is al aangetast door (verkeers-)overlast door disco’s, Kustlicht, etcetera. Door het propageren van het beach-concept wordt dat versterkt. De bedaarde verblijfsrecreant moet naar en Domburg, terwijl dagjesmensen en het daarmee gemoeide vertier aan Zoutelande zijn toebedacht.

Beantwoording De stelling over de gevolgen van de introductie van het beach-concept van inspreker is niet juist. De Regiovisie Walcheren 2000+ is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen provincie en diverse andere partijen, waaronder de gemeenten op Walcheren. In de Regiovisie is op basis van de specifieke kwaliteiten en kenmerken onderscheid gemaakt in een aantal zones. Gelet op de omvang van de verblijfsrecreatieve complexen in de zuid- westelijke kustzone en de directe relatie daarvan met het strand is voor deze zone geko- zen voor het zogenaamde “beach-concept”. Hoewel ook in de noordwestelijke kustzone sprake is van aanzienlijke verblijfsrecreatieve complexen, is door de ligging van de kernen en de grote natuurwaarde van de Manteling in deze zone gekozen voor een sterker accent op een extensiever ontwikkeling van toerisme en recreatie. Zoals aangegeven in de regiovisie staat in het beach-concept versterking van de strandre- creatie en de dagrecreatieve betekenis voor de inwoners en verblijfsrecreanten centraal. Dit kan worden ingevuld door aanpassing en uitbreiding van binnen het concept passende

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 28

dagrecreatieve voorzieningen, gericht op het thema strandvakanties en amusement. Bij- zondere aandacht verdient het versterken van elk-weer-voorzieningen. Grootschalige voorzieningen die zich primair richten op het aantrekken van dagrecreanten passen niet in het zuidwestelijke kustgebied. Het gemeentebestuur ondersteunt de zonering uit de Regiovisie. Daarbij geldt echter wel een aantal randvoorwaarden, die ook uitgangspunt zijn voor de structuurvisie. De belang- rijkste voorwaarde is dat door recreatieve ontwikkelingen de leefbaarheid en het woonmi- lieu van Zoutelande niet (verder) onder druk mogen te staan. Anderzijds is gelet op de om- vang van de kern in relatie tot de betekenis als badplaats in delen van de kern een zekere overlast niet te vermijden. Grootschalige intensieve recreatieve ontwikkelingen, bijvoor- beeld in de vorm van discotheken, passen echter niet in het gemeentelijk beleid voor de kern. Wel past de ontwikkeling van een elk-weervoorziening in het beleid. Het gemeentelijk beleid is niet gericht op een toename van dagtoerisme in Zoutelande, maar op het versterken van de huidige betekenis van de kern voor dag- en verblijfsrecrea- tie, bijvoorbeeld door een beperkte uitbreiding van horeca en detailhandel en herinrichting van het centrumgebied.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie De Bosweg wordt frequent gebruikt door verkeer van en naar Vlissingen. Functie en inrichting van deze weg zijn echter niet geschikt voor doorgaand verkeer. De maatregelen die zijn genomen om het doorgaand verkeer te ontmoedigen zijn echter niet afdoende. Het instellen van een 30 km /uur-regiem is onvoldoende als de snelheid niet wordt gehandhaafd.

Beantwoording Onderkend wordt dat de Bosweg een ongewenste functie heeft voor sluipverkeer. Daarbij wordt tevens opgemerkt dat oplossing van deze problemen ingrijpende maatregelen vergt. Het gebruik van de Bosweg voor doorgaand verkeer moet zeer onaantrekkelijk gemaakt worden, bijvoorbeeld door verzwaring van de drempels of het knippen van wegen in de omgeving. Maatregelen buiten de Bosweg zullen in het kader van de Regiovisie Walche- ren 2000+ worden onderzocht. Wat betreft de inrichting van de Bosweg zelf zal de ge- meente met de bewoners overleggen over mogelijke maatregelen om sluipverkeer te we- ren.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie De voorgestelde oplossingen voor het doorgaande verkeer schieten tekort. Het is een illusie te denken dat binnen 5 jaar een rondweg gerealiseerd zal zijn. In de brief van 4 januari 2001 heeft een aantal bewoners in een brief aan het gemeentebestuur concrete voorstellen gedaan voor verkeersmaatregelen.

Beantwoording Onderkend wordt dat de realisatie van een rondweg de nodige tijd vergt. Wat betreft de brief van 4 januari 2001 moet worden opgemerkt dat oplossing van de verkeersproblemen niet eenvoudig is. Bovendien zijn er in de kern verschillende meningen (bewoners willen doorgaand verkeer kwijt; ondernemers vrezen omzetverlies). De vraag om parkeerruimte wordt door alle partijen ondersteund. Het is echter niet eenvoudig geschikte ruimte te vinden, in of in de directe omgeving van de oude dorpskern. Aantasting van bestaande groenvoorzieningen en bosgebied is in beginsel ongewenst. Slechts op enkele plaatsen is het in beginsel mogelijk om parkeerruimte op korte afstand van het dorpscentrum te realiseren: tussen Bosweg en David Koddelaan en tussen de Nieuwstraat en de oude begraafplaats. Bij de vaststelling van de structuurvisie heeft de gemeenteraad bepaald dat het groen tussen de Bosweg en de David Koddelaan niet mag worden opgeofferd voor parkeergelegenheid. Dat betekent dat deze locatie vervalt als

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 29

toekomstig parkeerterrein. Structurele ruimte voor parkeren zou gecreëerd kunnen worden ter plaatse van de sportvelden: dicht bij de kern en dicht bij het strand. Een deel van het terrein zou bovendien bebouwd kunnen worden.

Conclusie In de tekst van hoofdstuk 4 zal worden aangegeven dat de locatie van de bestaande sportvelden geschikt is voor het creëren van parkeerruimte. Als de sportvelden worden verplaatst, zou hier (naast andere functies) een parkeerterrein gerealiseerd kunnen worden. In de structuurvisie zal worden aangegeven dat de realisatie van een parkeerterrein tussen de Bosweg en de David Koddelaan ongewenst is.

Reactie Het dagrecreatieve bezoek, dat wordt versterkt door middel van het beachconcept, leidt tot parkeerproblemen. Onderkend moet worden dat de parkeercapaciteit niet kan worden gedimensioneerd op een aantal zomerse dagen.

Beantwoording Het gemeentebestuur streeft geen substantiële uitbreiding van het aantal dagjesmensen na. De parkeerproblemen zullen als gevolg daarvan dan ook niet toenemen. Met inspreker is de gemeente voorts van mening dat de parkeercapaciteit niet op zomerse piekdagen kan en moet worden gedimensioneerd. Dat laat onverlet dat de huidige parkeerproblemen maatregelen vergen.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie Bezwaar wordt gemaakt tegen de mogelijkheid om een parkeerlocatie te realiseren tussen Bosweg en David Koddelaan. Realisatie van een parkeerterrein op deze plek leidt tot extra overlast (versterking bestaande overlast en nieuwe overlast in de vorm van nachtelijke herrie door dichtslaande autoportieren, geschreeuw en ander storend gedrag van aangeschoten jongeren en een aanzuigende werking op criminelen). Bovendien is een dergelijk parkeerterrein strijdig met de bijzondere kwaliteit die in de structuurvisie wordt toegekend aan het groen langs de Bosweg.

Beantwoording Bij de locatiekeuze voor en de inrichting van een nieuw parkeerterrein zal het aspect hinder en veiligheid worden meegenomen. Voorts wordt onderkend dat realisatie van een parkeerterrein tussen Bosweg en David Koddelaan gevolgen heeft voor de aanwezige beplanting. Ook dit aspect zal bij de besluitvorming worden betrokken. Overigens is de tekst van de structuurvisie op dit onderdeel een weergave van het Parkeerbeleidsplan. Dit plan is reeds in augustus 2000 vastgesteld. Zoals tijdens de kernavond al is gezegd wor- den de inwoners op de hoogte gehouden van en betrokken bij de verdere uitvoering van het Parkeerbeleidsplan.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie De Bosweg wordt als parkeerstraat gebruikt. Als het autoverkeer uit het dorpshart wordt geweerd, gaat dat ten koste van de leefbaarheid in de rest van de kern.

Beantwoording Onderkend wordt dat de invoering van betaald parkeren en belanghebbendenparkeren in de dorpskern gevolgen kan hebben voor de gebieden direct daarbuiten. Juist om die reden is het van groot belang om zo dicht mogelijk bij het dorpscentrum goed bereikbare par- keerplaatsen te realiseren.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 30

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie De principiële bezwaren tegen het vernietigen van de laatste restjes bosgebied zijn op de inspraakavond uitstekend verwoord door de heer Warmelink. Het vernietigen van bomen in dit gebied is extra schrijnend nu in de structuurvisie wordt voorgesteld nieuw bos te realiseren.

Beantwoording Zoals hiervoor aangegeven is uitbreiding van de parkeercapaciteit in de directe nabijheid van het centrumgebied noodzakelijk voor Zoutelande. Een van de geschikte locaties is het gebied tussen de David Koddelaan en de Bosweg. Bij de nadere besluitvorming over de parkeerlocaties zal de invloed op de groenstructuur worden meegenomen.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

3. W. Ovaa, Swaalingestraat 56a, 4374 BZ Zoutelande

Reactie De heer Ovaa heeft telefonisch gereageerd op de conceptstructuurvisie voor Zoutelande. De bewoners van de Swaalingestraat hebben grote bezwaren tegen het voorgestelde fietspad langs de Langedamsprink. In het kader van de ruilverkaveling hebben de bewoners hiertegen bezwaar gemaakt.

Beantwoording In het kader van de ruilverkaveling is naar aanleiding van de reacties van de bewoners van de Swaalingestraat besloten om het fietspad, dat direct achter de percelen van de be- zwaarden was geprojecteerd, te laten vervallen. Uit ruimtelijk oogpunt heeft de aanleg van een fietspad voor Zoutelande echter een meerwaarde. Daarbij komt dat het mogelijk is het fietspad op grotere afstand van de woningen in het nieuwe bos, of aan de oostrand ervan te realiseren. Het fietspad wordt in het kader van de structuurvisie dan ook gehandhaafd. Wel wordt het pad verschoven naar de oostzijde van het nieuwe bos.

Conclusie Op de structuurvisiekaart zal het fietspad naar de oostrand van het bos worden verschoven.

4. mevr. G. van der Hoeven – Van Zanten, De Bellink 10, 4374 EH Zoutelande

Reactie De locatie voor een nieuwe supermarkt aan de Westkapelseweg is niet centraal genoeg. Vooral voor de wijk de Zoutelandse Tienden (met veel ouderen) zou het beter zijn als de supermarkt aan de Langendam zou komen. Dat wordt versterkt door mogelijke toekomstige woningbouw achter de Koddelaan.

Beantwoording Aangezien de bestaande supermarkt niet kan uitbreiden op de huidige locatie en een goed functionerende, volwaardige supermarkt gewenst is in Zoutelande, is het gewenst een nieuwe locatie te zoeken. Onderkend wordt dat een locatie in de kern voordelen heeft voor de bewoners. De vraag is echter of binnen de kern geschikte locaties beschikbaar zijn, hoezeer dat ook gewenst zou zijn voor de oudere bewoners van De Zoutelandse Tienden. De locatie van de Rabobank is in beginsel een uitstekende locatie, mits er voldoende ruimte is voor ontsluiting en parkeren en voldoende afstand kan worden aangehouden ten opzichte van de omliggende woningen. Gelet op de betekenis voor zowel het dorp als voor de recreatiewoningen in Het Kustlicht is ook het tussenliggende gebied in beginsel uitstekend geschikt voor de vestiging van een supermarkt.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 31

Zolang de problematiek rondom Kustlicht II echter niet afgerond is kan over de invulling van het tussengebied nog geen definitief standpunt worden ingenomen.

Conclusie In de tekst van de structuurvisie zal worden aangegeven dat de locatie van de Rabobank in beginsel – en onder voorwaarden – geschikt is voor de vestiging van een nieuwe supermarkt.

Reactie Nu de eigenaar van zaal Middendorp de oude brandweergarage kan kopen is de vraag of de bestaande zaal zal blijven bestaan.

Beantwoording Met de huidige exploitant van zaal Middendorp is een overeenkomst gesloten voor de pe- riode tot 1 januari 2003. In de loop van 2002 wordt met hem nader overleg gevoerd over verlenging van deze overeenkomst. Er zijn geen plannen om een apart verenigings-ge- bouw te realiseren in Zoutelande.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie Een gemeenschapshuis of een supermarkt brengt bedrijvigheid met zich mee; de mogelijke sluiting van de Rabobank zou kunnen bijdragen aan oplossingen daarvoor.

Beantwoording Als de Rabobank zou worden opgeheven, kan op deze locatie een nieuwe publieksge- richte voorziening worden gevestigd. In die situatie kan worden beoordeeld of de vestiging van een supermarkt mogelijk is. Gelet op de ligging in de kern, wat betreft ontsluiting en bereikbaarheid en relatie met het centrumgebied, is deze locatie in beginsel zeer geschikt voor een dergelijke ontwikkeling. Een dergelijke ontwikkeling past in de structuurvisie. Wanneer dat aan de orde komt zal moeten worden onderzocht of een supermarkt op deze locatie is in te passen, in verband met de benodigde oppervlakte, parkeervoorzieningen en afstanden ten opzichte van omliggende woningen.

Conclusie In de structuurvisie zal in paragraaf 4.2. worden aangegeven dat de Rabobank in beginsel een geschikte locatie is voor een nieuwe supermarkt.

5. H. van de Vreugde, Swaalingestraat 28, 4374 BZ Zoutelande

Reactie Verzocht wordt om naar aanleiding van de structuurvisie eerder ingediende verzoeken in heroverweging te nemen: - wijziging bestemming Timmermanstraat 2 van Gemengde bebouwing naar Horeca; - verlening van een horecavergunning voor de huidige vestiging (Konditorei Petit Plaisir) aan de Timmermanstraat-hoek Langstraat.

Insprekers menen met de Konditorei in een behoefte te voorzien en willen de bestaande situatie handhaven, uitbreiden en verhogen. Een dergelijke ontwikkeling past in de structuurvisie.

Beantwoording In de structuurvisie is de bakkerij opgenomen in het centrumgebied. Tevens is aangegeven dat er in het centrumgebied onder voorwaarden en in beperkte mate ruimte is voor uitbreiding van lichte horeca. Het is de bedoeling om na het vaststellen van de structuurvisie een nieuw bestemmingsplan voor de kern Zoutelande te maken. De procedure daarvoor zal in de tweede helft van dit jaar gestart worden. Het verzoek zal

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 32

worden betrokken bij het opstellen van dit bestemmingsplan. Eventueel kan na de vaststelling van de structuurvisie een artikel 19 WRO-procedure worden gevoerd.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

6. Ing. J.H. Warmelink, David Koddelaan 34, 4374 ET Zoutelande

Reactie Mede namens een aantal bewoners van de Bosweg, de David Koddelaan en Noordendolfer wordt bezwaar gemaakt tegen de mogelijkheid om een parkeerterrein te realiseren tussen David Koddelaan en Bosweg. Dit voornemen is strijdig met andere passages uit de structuurvisie (groenstructuur en kernranden, behoud groen, leefbaarheid). Een parkeerterrein zal een onverantwoorde verkeersdruk op de genoemde wegen veroorzaken. Het vigerende bestemmingsplan en het groenstructuurplan van de voormalige gemeente Valkenisse laat de aanleg van een parkeerterrein niet toe. De kwaliteit van leefbaarheid, woongenot, veiligheid en rust mag niet negatief worden beïnvloed door overlast door dagrecreatie. Een nieuw parkeerterrein kan beter aan de rand van de kern worden gerealiseerd. Voorwaarden zijn een korte afstand tot de stranden en dat het verkeer zo veel mogelijk buiten de bebouwde kom wordt geleid.

Beantwoording In het Parkeerbeleidsplan is vermeld dat Zoutelande over onvoldoende parkeerplaatsen beschikt, vooral bij drukke dagen in het hoogseizoen. Verder is het aanbod aan parkeer- gelegenheid verspreid gelegen en niet altijd goed te vinden, wat veel zoekend autoverkeer tot gevolg heeft. Een oplossing hiervoor wordt in eerste instantie gezocht in verbetering van de verkeerscir- culatie en van het gebruik van de bestaande parkeerplaatsen (via betaald parkeren en vergunningparkeren). Daarnaast wordt bekeken of uitbreiding van het aantal parkeerplaat- sen voor opvang van het dagrecreatieve verkeer aan de rand van het centrumgebied mo- gelijk is. De realisatie van parkeerplaatsen is alleen effectief als de afstand tot het cen- trumgebied niet te groot is. Gelet op de beschikbare ruimte en de afstand tot het centrum- gebied zijn in beginsel twee locaties geschikt voor de aanleg van parkeerterreinen: achter de Nieuwstraat en een terrein achter de Langendam, tussen de Koddelaan en de Bosweg. Het is op dit moment nog niet bekend voor welke oplossing uiteindelijk gekozen zal wor- den. Besluitvorming hangt samen met de besluitvorming over de rondweg en de eventuele realisatie van een transferium. Het gemeentebestuur wacht het provinciale onderzoek dienaangaande af. Onderkend wordt dat de aanleg van een parkeerterrein op de locatie Koddelaan /Bosweg zal leiden tot het rooien van een deel van de bestaande beplanting. Bij de vaststelling van de structuurvisie heeft de gemeenteraad bepaald dat het groen tussen de Bosweg en de David Koddelaan niet mag worden opgeofferd voor parkeergelegenheid. Dat betekent dat deze locatie vervalt als toekomstig parkeerterrein. Bij de locatiekeuze voor en de inrichting van een nieuw parkeerterrein zal het aspect hinder en veiligheid worden meegenomen. Voorts wordt onderkend dat realisatie van een parkeerterrein tussen Bosweg en David Koddelaan gevolgen heeft voor de aanwezige beplanting. Ook dit aspect zal bij de besluitvorming worden betrokken. Overigens is de tekst van de structuurvisie op dit onderdeel een weergave van het Parkeerbeleidsplan. Dit plan is reeds in augustus 2000 vastgesteld. Zoals tijdens de kernavond al is gezegd wor- den de inwoners op de hoogte gehouden van en betrokken bij de verdere uitvoering van het Parkeerbeleidsplan.

Conclusie In de structuurvisie zal worden aangegeven dat de realisatie van een parkeerterrein tussen de Bosweg en de David Koddeweg ongewenst is.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 33

7. Ondernemersvereniging Zoutelande ZOMID, Postbus 57 4374 ZG Zoutelande

Reactie ZOMID had het op prijs gesteld en voor de hand liggend gevonden als de vereniging in een eerder stadium bij de ontwikkeling van de structuurvisie betrokken was geweest.

Beantwoording De conceptstructuurvisie is opgesteld door het stedebouwkundig adviesbureau, in sa- menwerking met het ambtelijk apparaat van de gemeente. De conceptstructuurvisie is nog niet bestuurlijk behandeld. Bewust is ervoor gekozen om het concept in de inspraak te brengen om een open discussie te kunnen hebben met alle bewoners, gebruikers en be- langengroepen. Pas na de beoordeling van de inspraakreacties nemen burgemeester en wethouders een standpunt in over de conceptstructuurvisie. Daarna wordt deze, in aange- paste vorm, om advies voorgelegd aan de commissie ROVM en vervolgens ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie Bij de studie naar nut en noodzaak van een rondweg zouden ook de economische consequenties moeten worden onderzocht voor het bedrijfsleven in Zoutelande.

Beantwoording Zoals in de structuurvisie aangegeven voert de provincie onderzoek uit naar nut en nood- zaak van de aanleg van de rondweg in het kader van de Regiovisie Walcheren 2000+. Dit onderzoek is een eerste stap in de mogelijke realisatie van een rondweg Zoutelande. In een volgende stap zal de provincie onder andere onderzoek uitvoeren naar de economi- sche effecten van een randweg voor het bedrijfsleven.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie De verkeersveiligheid op de Westkapelseweg tussen Melsesweg en Nieuwstraat vraagt om actie, vooruitlopend op oplossing van de problemen rond Kustlicht.

Beantwoording De gemeente is in onderhandeling met de provincie over invoering van een maximum snelheid van 60 km /uur. Naast aanpassing van de maximumsnelheid zal ook de inrichting van de weg worden aangepast, indien mogelijk nog voor het zomerseizoen van 2002. In eerste instantie zal het daarbij gaan om tijdelijke maatregelen, die later kunnen worden in- gepast in een totaalplan, dat mede afhankelijk is van de ontwikkelingen met betrekking tot Kustlicht.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie Wat betreft het parkeren dient eerst extra parkeercapaciteit van voldoende omvang te worden gerealiseerd in de directe nabijheid van de oude kern; aanvullend kunnen andere vormen van parkeerregulering worden ingevoerd. Diverse suggesties voor geschikte terreinen zijn al eerder aangedragen.

Beantwoording Onderkend wordt dat het gewenst is om eerst voldoende parkeercapaciteit te realiseren voordat andere maatregelen, zoals betaald parkeren, worden getroffen. Eerst zullen dan

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 34

ook voldoende parkeermogelijkheden worden gerealiseerd aan de rand van het dorp. Pas daarna zal het betaald en vergunningparkeren worden ingevoerd in de kern.

Conclusie In de structuurvisie zal worden aangegeven dat vergunningparkeren pas wordt ingevoerd nadat voldoende parkeermogelijkheden zijn gerealiseerd.

Reactie ZOMID onderschrijft de structuurvisie van harte wat betreft de voorstellen voor herstructurering van de zone tussen de kern en Het Kustlicht. In deze zone zou mogelijk ook nieuwbouw van de Willibrordusschool kunnen worden gerealiseerd. De huidige locatie is uit een oogpunt van verkeersveiligheid niet ideaal. Bovendien zou de huidige locatie benut kunnen worden voor woningbouw of de realisatie van een parkeerterrein.

Beantwoording De wens tot verbetering van deze zone wordt onderschreven, maar mede gelet op de fi- nanciële consequenties kan het nog geruime tijd duren voordat hier concrete maatregelen genomen kunnen worden. De verkeerssituatie bij de Willibrordusschool is inderdaad niet ideaal. Vooralsnog is echter uitgangspunt dat de verkeerscirculatie zal worden aangepast en verbeterd door onder an- dere de aanleg van een rondweg. Bovendien is nieuwbouw vooralsnog niet aan de orde; in de meerjarenraming tot en met 2005 is geen krediet opgenomen, ook al omdat de voor- gaande jaren enigen honderdduizenden guldens zijn besteed aan onderhoud van het be- staande gebouw. Indien op langere termijn wordt overgegaan tot nieuwbouw dan zal dit waarschijnlijk op een andere locatie zijn.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie Vestiging van een nieuwe supermarkt in de zone tussen de kern en Het Kustlicht wordt ondersteund.

Beantwoording De voorkeur voor de locatie voor een nieuwe supermarkt gaat uit naar een plaats in of di- rect grenzend aan de kern. Zolang echter de problematiek rondom Kustlicht II niet afge- rond is kan hierover nog geen definitief standpunt worden ingenomen.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Reactie De uitstraling van Zoutelande als badplaats is terecht als belangrijk aandachtspunt aangemerkt. Deze uitstraling behoeft dringend verbetering. Behalve aan de inrichting schort het ook aan voldoende onderhoud. Aandachtspunten zijn de Langstraat, de entrees aan de Langendam en de Westkapelseweg.

Beantwoording Zoals uit de concept-structuurvisie blijkt worden de opmerkingen ten aanzien van de uit- straling van Zoutelande en de verbetering van een aantal concrete locaties onderschreven. Het voornemen is om hiertoe over te gaan, maar mede gelet op de financiële consequen- ties kan het echter nog geruime tijd duren voordat hiertoe concrete stappen worden gezet. Het gemeentebestuur is het eens met de opmerking dat een dergelijk proces niet alleen een zaak is van de overheid maar dat ondernemers en inwoners hier ook hun verantwoor- delijkheid in hebben.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 35

Reactie Voor de verbetering van de kwaliteit van de Langstraat zou de muziektent moeten worden verwijderd. Eventueel kan herbouw op het Oranjeplein worden overwogen.

Beantwoording Bij de concrete planvorming voor herinrichting van het centrumgebied zal de positie van de muziektent worden meegenomen.

Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van de structuurvisie.

5.3. Ambtshalve aanpassingen

Op een aantal punten is aanpassing van de structuurvisie voor Zoutelande naar aanleiding van ambtshalve overwegingen gewenst. Hierna wordt een beknopt overzicht gegeven van de inhoudelijke aanpassingen. Daarnaast worden enkele onjuistheden in de spelling van namen aangepast en enige redactionele aanpassingen doorgevoerd.

1.3. Profiel Zoutelande In paragraaf 1.3. zal kort worden ingegaan op de notitie Beleidsaccenten kernen.

3.1. Ruimtelijke structuur Hoofdopzet De beschrijving van de hoofdopzet van de kern wordt aangevuld met een korte aanduiding van de onstaanswijze van de kern.

3.2. Functionele structuur Figuur 6 Op figuur 6 zal de begrenzing van het bedrijventerrein aan de Molenweg worden aangepast. Verder zullen de gemeentewerkplaats en de nieuwe brandweerkazerne worden aangegeven.

Bedrijven De beschrijving van het bedrijventerrein Molenweg wordt aangepast; hier zijn gevestigd een garagebedrijf en diverse bedrijfsverzamelgebouwen. Ook de beschrijving van de bedrijven in de kern wordt aangepast; in de kern komen voor een autobedrijf, aannemersbedrijf en twee schildersbedrijven.

Verkeer Aan de beschrijving van het doorgaand verkeer door de kern zal worden toegevoegd dat de Langstraat gedurende het zomerseizoen wordt afgesloten voor alle verkeer (met uitzondering van fietsers). Bij de beschrijving van het parkeren in de kern zal de Willibrordusring worden toegevoegd. Wat betreft de fietsenstallingsmogelijkheden is het aantal plaatsen voldoende, kwalitatief is het aanbod echter slecht en niet gelegen op de juiste locaties.

4.2. Ruimtelijke hoofdstructuur Groenstructuur Het Groenbeleidsplan zal worden genoemd als beleidskader voor het versterken van de groenstructuur.

Kernranden Toegevoegd zal worden dat ontwikkelingen in de kernranden getoetst worden aan de beschreven kwaliteiten van de randen.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

Inspraak 36

Parkeren Het laatste tekstblok onder het kopje Verkeer wordt voorzien van het kopje Parkeren. Daaraan wordt de volgende tekst toegevoegd: “het toekomstige parkeerbeleid is erop gericht in het centrumgebied alleen vergunningparkeren toe te staan, met uitzondering van de Langstraat en het Willibrordusplein. Op termijn zal worden beoordeeld of het centrumgebied als verblijfsgebied kan worden ingericht (autoluw /autovrij).”. Naast de twee in de structuurvisie genoemde locaties is nog een locatie voor een parkeerterrein mogelijk: op het bestaande sportterrein. De tekst zal hierop worden aangepast.

Kaart 7 De begrenzing van het bedrijventerrein aan de Molenweg zal worden aangepast. Tevens zal de uitbreiding van de begraafplaats worden aangegeven. Verder zullen de volkstuinen aansluitend op het bedrijventerrein worden aangegeven.

Adviesbureau RBOI 000725.006392.00 Rotterdam / Middelburg

bijlagen

Bijlage 1. Beleidskader 1

In deze bijlage wordt het beleid van provincie en gemeente beschreven dat van invloed is op het gemeentelijk ruimtelijk beleid voor Zoutelande.

1.1. Provinciaal beleid

1.1.1. Streekplan Zeeland

Algemeen Belangrijkste uitgangspunt van het provinciale beleid voor de functies in het bebouwd gebied (woningen, bedrijven en infrastructuur) is het bundelingsprincipe. De provincie hanteert daarbij drie gebiedscategorieën: stedelijke ontwikkelingszones, dragende kernen en woonkernen. Alle kernen binnen de gemeente Veere zijn aangeduid als woonkern. Deze kernen hebben op het gebied van wonen, werken en voorzieningen vooral een lokale functie. Een uitzondering wordt gemaakt voor Koudekerke. Deze kern is namelijk onderdeel van de stedelijke ontwikke- lingszone van het Stadsgewest Middelburg-Vlissingen.

Wonen Het beleid voor de woonkernen moet zich richten op versterking van de woonkwaliteit. Nieuw- bouw dient te zijn afgestemd op natuurlijke groei van de bevolking, verbetering van de woon- omgeving door dorpsvernieuwing en het behoud van permanente bewoning. Doel daarbij is het in stand houden en versterken van de kwaliteit en leefbaarheid van de kernen. Dit betekent on- der meer het creëren van bouwmogelijkheden voor de lokale woningbehoefte. Voor woonker- nen kunnen gemeenten zelf accenten leggen, door de ene kern wat meer mogelijkheden te bie- den dan de andere kern. Daarmee kan worden ingespeeld op specifieke situaties en bijzondere lokale omstandigheden. Met het oog op het streven naar zuinig ruimtegebruik geldt de volgende prioriteitsvolgorde: 1. vernieuwing/hergebruik van de bestaande situatie; 2. inbreiding; 3. uitbreiding.

Bedrijvigheid Ten aanzien van bedrijvigheid is aangegeven dat bedrijventerreinen bij woonkernen hoofdzake- lijk een lokale functie hebben. Vestigingsmogelijkheden moeten afgestemd worden op de aard, schaal en functie van de kern. Voor het ontwikkelen van een lokaal bedrijventerrein geldt een eindomvang van 5 ha. Het aanhouden van een voorraad uitgeefbaar bedrijventerrein wordt in het algemeen niet wenselijk geacht. Alleen in relatie tot bedrijfsverplaatsing in het kader van stads- en dorpsvernieuwing is het aanhouden van enige voorraad toelaatbaar. Bij de uitgifte van bedrijfspercelen geldt de volgende prioriteitsvolgorde: 1. inbreiding; 2. uitbreiding van bestaande terreinen; 3. ontwikkeling van nieuwe terreinen.

De mogelijkheden voor revitalisering en herstructurering van bestaande terreinen dienen te worden bezien. Ten aanzien van het toestaan van bedrijfswoningen op bedrijventerreinen of –concentraties is grote terughoudendheid vereist.

Recreatie Walcheren is in het streekplan aangemerkt als recreatieve herstructureringszone. Voor deze gebiedscategorie is een voorwaardenscheppend en gebiedsgericht beleid nodig, gericht op vernieuwing/aanpassing en kwaliteitsverbetering van het bestaande toeristisch-recreatief pro- duct. Dit beleid moet in een samenhangende en op uitvoering gerichte toekomstvisie vorm wor- den gegeven.

Adviesbureau RBOI 000725.006392. Rotterdam / Middelburg

Bijlage 1. Beleidskader 2

Daarnaast is Walcheren aangewezen als ontwikkelingszone plattelandstoerisme. Dit houdt in dat ruimtelijk beleid is gericht op het bieden van kansen in het landelijk gebied voor de ontwik- keling van kleinschalige recreatieve voorzieningen. De nadruk ligt daarbij op dagrecreatieve voorzieningen. Op initiatief van de provincie en in samenwerking met gemeenten en het recrea- tieve bedrijfsleven is de Regiovisie Walcheren 2000+ opgesteld.

Verkeer Gestreefd wordt naar een duurzaam veilige indeling en vormgeving van het wegennet conform de principes van duurzaam veilig. Duurzaam veilig is opgebouwd uit drie grondbeginselen: - functioneel gebruik (voorkom onbedoeld gebruik van het wegennet); - homogeen gebruik (voorkom ontmoetingen met grote snelheids- en richtingsverschillen); - voorspelbaar gebruik (voorkom onzeker gedrag van verkeersdeelnemers).

Uitgegaan wordt van een preventieve aanpak: maatregelen die nodig zijn om ongelukken in de toekomst te vermijden. Daartoe vindt een categorisering van wegen plaats waarbij de wegen in relatie tot hun functie zonodig worden aangepast.

Archeologie In navolging van het “Verdrag van Malta” is het provinciaal beleid gericht op het bevorderen van archeologisch onderzoek als een vast onderdeel van ruimtelijke planvorming. Plannen dienen te worden getoetst aan het belang van het behoud van het archeologisch erfgoed en de conse- quenties voor het archeologisch bodemarchief. Met behulp van respectievelijk de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) kan worden nagegaan of gronden een archeologi- sche betekenis hebben. Op de AMK zijn alle bekende archeologische terreinen (monumenten) aangegeven, waarbij vier waarderingscategorieën worden onderscheiden: - terreinen van zeer hoge archeologische waarde: terreinen van nationaal belang die deels wettelijk beschermd zijn of voor bescherming in aanmerking komen; - terreinen van hoge archeologische waarde: terreinen van provinciaal of regionaal belang, waarvan bekend is dat ze waardevolle archeologische resten bevatten; - terreinen van archeologische waarde: terreinen van lokaal belang, waarvan de archeologi- sche waarde grotendeels verloren is gegaan door natuurlijke erosie en/of door grondwerk- zaamheden, maar waar nog belangrijke archeologische resten aanwezig kunnen zijn; - terreinen van archeologische betekenis: terreinen waarvoor nader onderzoek nodig is om ze in één van de bovenstaande categorieën te kunnen indelen.

1.1.2. Regiovisie Walcheren 2000+ Algemeen Om invulling te geven aan de in het streekplan aangekondigde herstructurering van de recreatie op Walcheren is de Regiovisie Walcheren 2000+ opgesteld. Belangrijkste doelstelling voor de Regiovisie is behoud en versterking van de sociaal-economische betekenis van recreatie en toerisme en van de kwaliteit van voorzieningen. Belangrijke aspecten daarbij zijn verbreding van het dagrecreatieve aanbod, seizoensverlenging, realisatie van voorzieningen ten behoeve van plattelandstoerisme, het waarborgen van een goede bereikbaarheid, versterking van de landschappelijke kwaliteit en het verminderen van de recreatiedruk op natuurgebieden.

De Regiovisie bevat een aantal integrale gebiedsuitwerkingen: - zuidwestkust; - noordwestkust; - wegelingengebied; - middengebied; - stedelijk gebied.

Voor Zoutelande is het beleid voor de zuidwestkust van belang. Het accent van de toeristisch- recreatieve ontwikkeling van Walcheren ligt op het zuidwestelijk kustgebied. In deze zone wordt ingezet op het realiseren van het beach-concept: versterken van de strandrecreatie en de dag-

Adviesbureau RBOI 000725.006392. Rotterdam / Middelburg

Bijlage 1. Beleidskader 3

recreatieve betekenis voor bewoners en verblijfsrecreanten, in samenhang met behoud en ver- sterking van natuur en landschap. De kern Zoutelande is een van de recreatieconcentraties.

Verblijfs- en dagrecreatie Een verantwoorde uitbreiding van verblijfsrecreatie in het zuidwestelijk kustgebied is alleen mo- gelijk indien dat gepaard gaat met versterking van natuur en landschap. De vestiging van nieuwe campings of bungalowcomplexen wordt niet toegestaan. Wel kunnen bestaande bedrij- ven onder voorwaarden worden verplaatst naar daartoe aangewezen compensatielocaties. Uit- breiding van bestaande complexen is alleen mogelijk op basis van een goedgekeurd verbete- ringsplan. Nieuwe hotels zijn niet toegestaan, tenzij het gaat om de verplaatsing van een be- staand bedrijf of een vernieuwend concept. Bestaande hotels mogen uitbreiden, mits dat nood- zakelijk is voor kwaliteitsverbetering of productdifferentiatie. Nieuwe verblijfsrecreatieve voor- zieningen zijn mogelijk in de vorm van hofstedecampings, appartementen-in-de-schuur. Het dagrecreatieve aanbod dient te worden aangepast aan het beach-concept. Daartoe kan in de recreatieconcentraties ruimte worden geboden voor aanpassing en uitbreiding van binnen het beach-concept passende dagrecreatieve voorzieningen, die aansluiten op het thema strandvakanties en amusement. Met name het versterken van de elk-weer-voorzieningen vergt aandacht. Streefbeeld is een kustzone waar ter plaatse van de diverse recreatieconcentraties dagrecreatieve concentratiepunten zijn ontstaan.

Landschap In het landschappelijk streefbeeld staan het versterken van het besloten groene karakter vande binnenduinrand centraal. Dit karakter wordt bepaald door open agrarische ruimten die worden begrensd door groene assen tussen de kernen en de kust.

Mobiliteit en infrastructuur Om de bereikbaarheid van het zuidwestelijk kustgebied te waarborgen en de aantrekkelijkheid van het kustgebied als recreatie- en verblijfsgebied te vergroten zal een samenhangend sys- teem van verkeersaders en autoluwe verblijfsgebieden moeten worden gerealiseerd. Het zuid- westelijk kustgebied wordt ontsloten vanaf de A58 bij Vlissingen. Vanaf Koudekerke wordt het autoverkeer over de recreatieverdeelweg (de nieuwe S14/S15) en slagen naar de bestemmin- gen geleid. Naar nut en noodzaak van een rondweg bij Zoutelande wordt nader onderzoek ge- daan. Om de parkeerdruk en de overlast van zoekverkeer in de verblijfsgebieden door met name dag- recreanten te verminderen kunnen twee recreatietransferia worden aangelegd bij en Zoutelande. In samenhang daarmee moet het bestaande parkeerbeleid worden aangepast. I

1.1.3. Provinciaal Woningbouwprogramma 1997-2006 In december 1997 is het woningbouwprogramma 1997-2006 door Gedeputeerde Staten vast- gesteld. In het woningbouwprogramma is de opgave voor de nieuwbouw gekwantificeerd en wordt het kader aangegeven waarbinnen die opgave kan worden gerealiseerd. Het woning- bouwprogramma sluit aan op de nieuwe beleidslijnen uit het streekplan. In het provinciaal Woningbouwprogramma wordt de uitbreidingsbehoefte voor de gehele ge- meente Veere op 512 woningen becijferd; in de periode 1997 t/m 2000 219 woningen en in de daaropvolgende periode 2001 t/m 2006 293 woningen. Gemiddeld komt dit voor de gehele ge- meente neer op 55 respectievelijk 49 woningen per jaar.

1.2. Gemeentelijk beleid

1.2.1. Beleidsprogramma 1997 - 2001 In het beleidsprogramma 1997 – 2001 van de gemeente wordt het voornemen aangegeven om voor de nieuwe gemeente te komen “tot de ontwikkeling van een integrale visie op de planolo- gische ontwikkeling binnen de gemeente waarop de bestemmingsplannen voor alle kernen zul- len worden afgestemd” en “het zorgen voor voldoende (nieuw)bouwmogelijkheden bij elke kern,

Adviesbureau RBOI 000725.006392. Rotterdam / Middelburg

Bijlage 1. Beleidskader 4

gebaseerd op een Veers volkshuisvestingsplan” teneinde de leefbaarheid van de kernen te on- dersteunen. Om invulling te kunnen geven aan dit beleidsvoornemen en om recht te doen aan de kwaliteiten en potenties van de gemeente en de afzonderlijke kernen, heeft de gemeente besloten tot het opstellen van structuurvisies voor de kernen op basis van een integrale visie op hoofdlijnen op de ruimtelijke ontwikkeling van de gehele gemeente.

1.2.2. Beleidsoriëntatie voor de kernen Als eerste stap in de uitvoering van bovengenoemd beleidsvoornemen is een beleidsoriëntatie voor de kernen opgesteld. Op basis van een analyse van de functies wonen, voorzieningen, bedrijvigheid, verkeer en recreatie is een eerste aanzet gegeven voor koersbepaling voor de ruimtelijke ontwikkeling van de kernen, waarbij verschillende accenten en aandachts/keuze- punten expliciet zijn aangegeven. Onderscheid wordt gemaakt in landelijke kernen, gelegen in het agrarische gebied en kustker- nen, gelegen langs de kust. Zoutelande behoort tot de kustkernen en is aangemerkt als bad- plaats. Het accent ligt hier op de kwaliteit van het bestaande verblijfsrecreatieve aanbod en de functie als centrale voorziening in relatie tot strandtoerisme. Voor Zoutelande is het aanwezige duinlandschap van groot belang voor de sfeer van de badplaats. Sturing en geleiding van de toeristisch-recreatieve mobiliteit heeft grote prioriteit: een sturend parkeerbeleid en de noodzaak van een rondweg ter afleiding van het recreatieverkeer in het vakantieseizoen.

Ten aanzien van de woonfunctie is als centrale doelstelling bepaald dat elke kern nieuwbouw- mogelijkheden krijgt. Uitgangspunt voor de verdeling van het woningbouwprogramma over de kernen vormt in principe de natuurlijke groei ofwel een verdeling naar rato van het inwonertal. Niet uitgesloten wordt dat deze evenredige verdeling op termijn enigszins kan worden losgela- ten door meer in te spelen op ruimtelijk-landschappelijke aspecten of marktontwikkelingen. Op basis van de binnen de vigerende planologische regelingen openstaande woningbouwcapa- citeit wordt geconcludeerd dat Zoutelande een tekort heeft aan woningbouwmogelijkheden. In zijn algemeenheid wordt voorkeur gegeven aan inbreidings- c.q. verdichtingsplannen boven uit- breidingsplannen, en kwaliteit boven kwantiteit.

Het voorzieningenniveau in de kernen is over het algemeen goed. Dat geldt ook voor Zoute- lande. In Zoutelande is een woonzorgcomplex gerealiseerd.

De gemeente is van mening dat het vasthouden van bestaande lokale bedrijven gewenst is. Verplaatsing naar een centraal gelegen bedrijventerrein kan gewenst zijn met het oog op de grote druk op de schaarse ruimte en het karakteristieke beeld van de kern. De gedachten gaan hierbij uit naar twee centrale bedrijventerreinen: bij de kernen Serooskerke en Koudekerke.

Met betrekking tot de functie verkeer wordt geconstateerd dat met name in het hoogseizoen de doorgaande verbinding door de kern problemen geeft met de leefbaarheid. Aanleg van een rondweg is dan ook gewenst. Daarbij zijn twee mogelijke tracés aangegeven, een noordelijk en een zuidelijk. Daarnaast is verbetering van de verkeerssituatie gewenst. Wat betreft parkeren vraagt de situatie in Zoutelande om verbetering.

1.2.3. Notitie profilering/beleidsaccenten kernen In vervolg op de Beleidsoriëntatie kernen is de notitie “Profilering/beleidsaccenten kernen” op- gesteld. Deze notitie vormt de neerslag van en het vervolg op de in de Beleidsoriëntatie gege- ven aanzet voor een koersbepaling. Voortgeborduurd wordt op het aangebrachte onderscheid tussen de kustkernen en de landelijke kernen en de daarbij behorende specifieke identiteit en kwaliteitsverschillen tussen de kernen. Inzet is dan ook de aanwezige identiteit en kwaliteit van deze kernen als uitgangspunt te nemen voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling, zonder daarbij het geheel uit het oog te verliezen.

Voor de kustkernen is het ruimtelijk-functioneel, economisch en sociaal klimaat en het toe- komstperspectief gerelateerd aan de recreatieve betekenis van de kernen. De nadruk ligt voor deze kernen op de toegevoegde waarde voor de recreatiegemeente Veere, zonder daarbij de betekenis van de woongemeente Veere uit het oog te verliezen. De onderlinge verscheidenheid

Adviesbureau RBOI 000725.006392. Rotterdam / Middelburg

Bijlage 1. Beleidskader 5

van de kustkernen, ruimtelijk-structureel, functioneel en sociaal-cultureel moet het vertrekpunt vormen voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling.

De badplaatsen Zoutelande en Domburg zijn zeer bepalend voor het recreatieve gezicht van de gemeente Veere. De ontwikkelingsruimte van deze kernen is beperkt, onder andere als gevolg van de ligging aan de zee, natuur- en landschapswaarden, verblijfsrecreatie, etcetera. Ingezet wordt op behoud en versterking van de functie en uitstraling als badplaats, als speerpunten in de recreatiegemeente, rekening houdend met de karakteristiek van de kernen. De woonfunctie van de kernen dient op niveau te blijven. Voor wonen in Domburg en Zoutelande geldt wel een hogere acceptatiedrempel ten aanzien van de neveneffecten van de recreatieve druk dan in andere kernen, aangezien een ruimtelijke menging van wonen en recreatie als een gegeven moet worden beschouwd.

Toerisme en recreatie en wonen vormen de belangrijkste basisvoorwaarden voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling.

Toerisme en recreatie - Ruimte voor kwaliteitsverbetering van de bestaande toeristisch recreatieve accommoda- ties. - Bezien mogelijkheden voor verruiming van het centrumgebied ten behoeve van kwaliteitsverbetering. - Verdere differentiatie toeristisch-recreatief profiel (Zoutelande beachtoerisme, familiebad- plaats, Domburg kuurtoerisme, kuuroord, cultuur). - Voorkomen sfeer- en beeldverstorende bebouwing. - Aanhouden ruimtelijke geledingszones als scheiding/afbakening tussen kern en verblijfsre- creatieve complexen. - Voorkomen strijdige functies (bedrijvigheid). - Situering verkeersaantrekkende voorzieningen aan de randen van de kern.

Wonen - Relatief hoge acceptatie van de aanwezige recreatiedruk. - Verbeteren woon- en leefklimaat o.a. door gerichte verkeersmaatregelen (parkeren, rond- weg) met inachtname van het toeristisch-recreatieve belang. - Bouwen uitsluitend voor natuurlijke groei. - Restrictief beleid tweede woningen.

1.2.4. Volkshuisvestingsplan fase 1 In de op 22 april 1999 door de gemeenteraad vastgestelde eerste fase van het volkshuisves- tingsplan wordt aan de hand van de bevolkingsontwikkeling, woningvoorraadontwikkeling, sa- menstelling en kwaliteit van de woningvoorraad en woningmarktontwikkelingen ingegaan op het woningmarktprofiel van de gemeente Veere. Tevens bevat het plan een beschrijving van het beleidskader en de beleidsuitgangspunten die in een tweede fase nader zullen worden uitge- werkt. Eén van de onderwerpen, te weten “spreiding nieuwbouw over de kernen” is in de 1e fase reeds nader uitgewerkt en heeft geresulteerd in een door de raad vastgesteld woningbouwpro- gramma voor 1997 t/m 2006.

Met betrekking tot de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad zijn de volgende uitgangs- punten geformuleerd: - streven naar instandhouding en waar nodig verbetering van de kwaliteit van de woningvoorraad; - bevorderen van particuliere woningverbetering in de kernen; - stimuleren van het opwaarderen en voor ouderen aantrekkelijk maken van delen van de woningvoorraad; - bevorderen dat een belangrijk deel van het sociale huurwoningenbestand bereikbaar blijft voor de doelgroep.

Adviesbureau RBOI 000725.006392. Rotterdam / Middelburg

Bijlage 1. Beleidskader 6

Om aan de beleidsintentie voor het zorgdragen van voldoende nieuwbouwmogelijkheden bij elke kern tegemoet te komen zijn enkele uitgangspunten en varianten voor een mogelijke ver- deling uitgewerkt. De volgende drie verdelingsprincipes zijn uitgewerkt: a. evenredige toedeling naar kernen; b. evenredige toedeling van het basisprogramma + reservering van een kwaliteitscontingent; c. toedeling op basis van woningmarktpositie en woonvoorkeuren.

De gemeente heeft gekozen voor variant b, de evenredige toedeling van het basisprogramma + reservering van een kwaliteitscontingent. Het af te splitsen kwaliteitscontingent wordt gebruikt voor herstructureringsprojecten, dorpsvernieuwingsprojecten en bijzondere woonprojecten. Het resterende programma wordt als basisprogramma naar evenredigheid verdeelt over de kernen.

1.2.5. Volkshuisvestingsplan fase 2: beleidsvisie In het ontwerp van de 2e fase van het volkshuisvestingsplan worden de beleidsuitgangspunten uit het volkshuisvestingsplan fase 1 uitgewerkt in een beleidsvisie voor onder andere de vol- gende onderwerpen: - woningvoorraadbeleid; - nieuwbouwbeleid, kwantitatief en kwalitatief; - duurzaam en aanpasbaar bouwen; - woonruimteverdeling.

Per onderwerp zijn de volgende beleidsvoornemens van belang.

Woningvoorraadbeleid - ondersteunen sloop en nieuwbouw verouderde bejaardenwoningen; - bevorderen vernieuwing verouderde delen van de (sociale) huurwoningenvoorraad; - stimuleren levensloopbestendig maken van woningvoorraad.

Nieuwbouwbeleid - hanteren differentiatie-index voor gemeente; - realiseren van koopappartementen in grotere kernen (Koudekerke, Oostkapelle, Westka- pelle); - stimuleren bouw levensloopbestendige woningen in alle kernen; - woonzorgcomplexen situeren op gunstige (inbreidings)locaties ten opzichte van voorzie- ningen; - in kustkernen en Koudekerke een sterker accent op huursector en ouderenhuisvesting dan elders.

Woonruimteverdeling - realiseren van passende huisvesting voor de verschillende doelgroepen (naar inkomen en huishoudenssituatie); - benutten van bruikbare instrumenten om nieuwbouw ten goede te laten komen aan inwo- ners en economisch gebondenen.

1.2.6. Woningbouwprogramma 1997 t/m 2006 In vervolg op het volkshuisvestingsplan fase 1 heeft de gemeente op 22 april 1999 het woning- bouwprogramma 1997 t/m 2006 vastgesteld. Dit programma loopt synchroon aan het provinci- ale woningbouwprogramma. In de jaren 1997 t/m 2006 kunnen binnen de gemeente Veere 561 woningen gebouwd worden. Uitgangspunt bij de verdeling van het woningbouwprogramma over de kernen vormt in principe de natuurlijke groei ofwel een verdeling naar rato van het inwonertal. Niet uitgesloten wordt dat op termijn deze evenredige verdeling enigszins kan worden losgelaten door meer in te spelen op ruimtelijke landschappelijke aspecten of marktontwikkelingen. Gelet op de huidige oneven- wichtigheid in plannen, de druk op de woningmarkt en de onzekerheid van dorpsvernieuwings- projecten is enige flexibiliteit bij de uitwerking van deze koers onontbeerlijk. Daartoe is 20% van het woningbouwprogramma afgezonderd ten behoeve van een kwaliteitscontingent. In de kern Zoutelande mogen in de periode 1997 t/m 2006 op basis van evenredige toedeling van het basisprogramma 69 woningen gebouwd worden.

Adviesbureau RBOI 000725.006392. Rotterdam / Middelburg

Bijlage 1. Beleidskader 7

1.2.7. Beleidsnotitie bedrijventerreinen In de 2e helft van 1997 is via een uitgezette enquête inzicht verkregen in de op dat moment bij de Veerse bedrijven levende wens c.q. behoefte om zich op een bedrijventerrein te vestigen. Op basis van de resultaten van die enquête, het provinciale Streekplan en een aantal andere factoren, zoals ontsluiting/bereikbaarheid, inpasbaarheid in het landschap en financiën is geko- zen voor een centrale, geconcentreerde ontwikkeling van de bedrijvigheid. Uitgangspunt hierbij is dat een centrale, geconcentreerde ontwikkeling van bedrijvigheid de voorkeur verdient boven een decentrale, gespreide ontwikkeling. In uitzonderingssituaties zal voor bestaande, sterk plaatselijk gebonden bedrijven, die aantoonbaar milieuhinderlijk zijn voor de woonomgeving een verhuizing naar de onmiddellijke nabijheid van die kern worden nagestreefd. Als locaties voor een centraal bedrijventerrein zijn gekozen de kernen Serooskerke en Koudekerke.

In veel kernen van de gemeente Veere is een zekere mate van, al dan niet geconcentreerde, bedrijvigheid aanwezig. Een verdere uitbouw, anders dan op basis van de hiervoor aangegeven criteria, acht de gemeente niet wenselijk.

1.2.8. Nota Identiteitsomschrijving en beleidsprioriteiten gemeente Veere Na de gemeentelijke herindeling op 1 januari 1997 heeft de (nieuwe) gemeente Veere zich enige tijd beraden over haar identiteit en de vast te stellen beleidsprioriteiten. Dit heeft geresul- teerd in de nota “Identiteitsomschrijving en beleidsprioriteiten”, die door de gemeenteraad op 3 juni 1999 is vastgesteld. De kernbegrippen in deze notitie zijn ‘kwaliteit’ en ‘kwaliteitsverbetering’. Ook zal de gemeente daar waar mogelijk in haar beleid duurzaamheid nastreven door ervoor te waken dat het be- houden en verbeteren van de kwaliteit van de gemeente Veere, geen onevenredig groot beslag legt op de natuurlijke hulpbronnen. Het beleid wordt afgestemd op de identiteit, het karakter van de gemeente: 1. Veere als woongemeente; 2. Veere als toeristisch-recreatieve gemeente; 3. Veere als groene gemeente; 4. Veere met haar cultuur, cultuurgeschiedenis en cultureel erfgoed.

Voor het gemeentebestuur staat voorop het behouden en waar mogelijk versterken van deze karakteristieke gemeentelijke elementen/kwaliteiten. Ontwikkelingen die leiden tot een ingrijpende verandering van de Veerse identiteit worden niet voorzien en zullen ook niet worden gestimuleerd. De huidige identiteit dient zoveel mogelijk ge- handhaafd te blijven.

1.2.9. Op weg naar duurzame ontwikkeling, het milieubeleidsplan voor Veere 2001-2006 In het milieubeleidsplan staat “duurzaamheid” centraal. Duurzaamheid verwijst primair naar de wijze waarop invulling wordt gegeven aan processen van duurzaamheid. Om die processen “handen en voeten” te geven zijn drie uitgangspunten, de zogenaamde duurzaamheidsprinci- pes, geformuleerd: - integratie van het milieu en andere beleidsterreinen, zoals ruimte, economie en samenle- ving is een voorwaarde om het milieubeleid anders, vernieuwend, in te vullen; - samenwerking in het realiseren van ambities, doelstellingen en actiepunten zorgt voor gedragen milieubeleid. Door burgers, bedrijven, andere overheden, intermediairs en be- langenorganisaties te betrekken ontstaat een gezamenlijk verantwoordelijkheidsbesef. Duurzame ontwikkeling is een collectieve verantwoordelijkheid; - kwaliteit in alle facetten staat centraal. Kwaliteit van de gemeentelijke taken, medewerkers en organisatie moet zorgen voor kwaliteit in de uitvoeringsprocessen die gericht zijn op het realiseren van een duurzame ontwikkeling.

Adviesbureau RBOI 000725.006392. Rotterdam / Middelburg

Bijlage 1. Beleidskader 8

1.2.10. Kadernotitie speelruimtebeleid Veere Deze notitie maakt deel uit van integrale jeugdbeleid van de gemeente Veere. Als beleidsuit- gangspunt is bepaald dat: ‘in nieuwe bestemmingsplannen rekening gehouden dient te worden met speelruimte en speelvoorzieningen voor de diverse categorieën jeugd’. In bestaande wijken dient daar waar mogelijk tot herinrichting van de bestaande ruimte te worden overgegaan, waarbij er naar wordt gestreefd om de speelruimte zo dicht mogelijk bij huis uit te breiden.

1.2.11. Tweede woningenbeleid Tweede woningen spelen in veel kernen een belangrijke rol in de woningmarkt. Zij geven proble- men voor de leefbaarheid en woonkwaliteit (met name in Domburg en Zoutelande). In de Ge- bruiksverordening 2e woningen is het gebruik van woningen als tweede woning verboden. Op basis van deze verordening voert de gemeente een gericht handhavingsbeleid. Flankerend beleid is evenwel noodzakelijk om de bestaande voorraad in de kernen optimaal te kunnen benutten en de negatieve effecten voor de leefbaarheid te beperken. Effecten hiervan zijn naar verwachting pas op langere termijn te verwachten. Het terugbrengen van tweede woningen in de permanente sfeer gaat overigens niet ten koste van de woningbouwcapaciteit.

1.2.12. Projectenprogramma Stedelijke Vernieuwing 2000 t/m 2004 Het projectenprogramma Stedelijke Vernieuwing bevat de gemeentelijke opgave met betrekking tot stedelijke vernieuwing voor de periode van 2000 tot en met 2004. Stedelijke vernieuwing in Veere richt zich vanuit de integrale duurzaamheidsvisie primair op de woongebieden en daar- naast op de bestaande bedrijventerreinen. Wat betreft duurzaamheid staan de Veerse kenmerken en kwaliteiten centraal. Behoud van rust en ruimte en het versterken van Veere als woon-, toeristisch-recreatieve, groene en culturele gemeente zijn daarbij van groot belang. Voorts gelden de volgende uitgangspunten: - maximaal benutten van mogelijkheden binnen bestaande woon-, werk- en recreatieomge- ving; - uitbreidingen duurzaam vormgeven. Door bundeling, verdichting en intensivering kunnen uitbreidingen tot het minimum worden beperkt. Het terugbrengen van tweede woningen in de permanente woningvoorraad is een belangrijke mo- gelijkheid voor intensivering van het ruimtegebruik. Inbreidingen mogen echter niet ten koste gaan van leefbaarheid en veiligheid. Uitbreidingen dienen de identiteit te versterken. Daarbij wordt ge- zocht naar dubben functiegebruik. Het water- en verkeersnetwerk staat centraal in zowel een duur- zame opbouw als een duurzame ontwikkeling van nieuwe gebieden. Woningbouw wordt evenredig gespreid over de kernen, met bijzondere aandacht voor de huisvesting van ouderen. Aanpasbaar bouwen wordt gestimuleerd. Het aantal bereikbare huurwoningen mag niet verminderen. Vanaf het stedebouwkundige plan wordt ingezet op duurzaam bouwen, door te werken met integrale plan- teams en duurzaamheidsprofielen. De gemeente geeft daarbij uitvoering aan het Zeeuws conve- nant Duurzaam Bouwen. Verder wordt in nieuwe bestemmingsplannen rekening gehouden met speelruimte en speelvoorzieningen voor de diverse categorieën jeugd. Gestreefd wordt naar een kwalitatief hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte door esthetische eisen, sociale veilig- heid, leefbaarheid, beleving van de openbare ruimte, energiebesparing en vermindering van de milieubelasting. Met name voor Domburg, Veere en Zoutelande is op het gebied van parkeren sprake van grote knelpunten. Het voorkomen en saneren van geluidshinder wordt gezien als een belangrijke toegevoegde waarde voor de kwaliteit van de leef-, werk- en woonomgeving en de ge- zondheid. Daartoe zullen maatregelen worden ingezet als isolatie van woningen, toepassen van stil asfalt en het instellen van 30-kilometer-per-uur-gebieden. Het ISV-programma bevat onder andere de volgende projecten: - verplaatsing/sanering kunstmesthandel Westkapelle; - sloop 30 bejaardenwoningen WSW en realisatie vervangende nieuwbouw in Koudekerke*; Biggekerke, Domburg en Oostkapelle; - sanering garagebedrijf Oostkapelle; - afronding bebouwing Calandplein Westkapelle; - herstructurering/ontwikkeling Nehalleniagebied Domburg; - bouw woonzorgcomplex Westkapelle; - opstellen archeologische waardenkaart*; - uitvoeren speelkaart Westkapelle*;

Adviesbureau RBOI 000725.006392. Rotterdam / Middelburg

Bijlage 1. Beleidskader 9

- revitalisering bedrijventerrein Westkapelle*; - projectmatige woningverbetering Serooskerke en Westkapelle*; - project “auto’s weren uit het centrum van Domburg”.

De met * gemarkeerde projecten zijn nader uitgewerkt in het kader van het ISV-programma.

Adviesbureau RBOI 000725.006392. Rotterdam / Middelburg