BUZA Beleidsdoorlichting Nederlandse

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

BUZA Beleidsdoorlichting Nederlandse IOB Evaluatie | nr. 365 IOB Evaluatie | nr. IOB Evaluatie Tactische diplomatie voor een Strategisch Concept De Nederlandse inzet voor het NAVO Strategisch Concept 2010 Tactische diplomatie voor een Strategisch Concept | IOB Evaluatie | nr. 365 | Tactische diplomatie voor een Strategisch Concept | IOB Evaluatie | nr. 351 | Dutch support to Tactische diplomatie voor een Strategisch Concept Tactische IOB Evaluatie Tactische diplomatie voor een Strategisch Concept De Nederlandse inzet voor het NAVO Strategisch Concept 2010 Mei 2012 Tactische diplomatie voor een Strategisch Concept Voorwoord De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie bestaat al zo lang dat de meeste Nederlanders geboren zijn in een tijdperk waarin ons land deel uitmaakt van deze organisatie en het lidmaatschap daarmee welhaast een vanzelfsprekendheid lijkt te zijn geworden. Het beleid dat Nederland voert met betrekking tot de NAVO maakt onderdeel uit van beleidsartikel 2 van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, gericht op “Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur”, en meer in het bijzonder op operationele doelstelling 2.1 “Goede internationale samenwerking ter bevordering van de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid”. Vrij snel na de val van de Muur in 1989 heeft de NAVO een vernieuwd Strategisch Concept opgesteld (1991) dat een principiële keuze bevatte om Midden- en Oost-Europese landen als lid toe te laten die aan alle criteria voldeden. Latere NAVO documenten, waaronder het bijgestelde Strategisch Concept uit 1999, bevestigden dit uitgangspunt. In 2009 is – tijdens de top van Straatsburg-Kehl – het besluit genomen een geheel nieuw Strategisch Concept op te stellen, waarin alle nieuwe lidstaten ook een stem konden hebben. Dit Strategisch Concept – waarin de 28 lidstaten van de NAVO zich konden vinden – kwam eind 2010 tot stand in Lissabon. | 3 | Deze beleidsdoorlichting van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) richt zich op de Nederlandse inzet voor het politieker en efficiënter laten functioneren van de NAVO, en meer specifiek op de Nederlandse inzet bij en tijdens de totstandkoming van het nieuwe Strategisch Concept van de NAVO gedurende de periode 2008-2010. Het gaat er in deze doorlichting om vast te stellen in hoeverre Nederland actief en succesvol is geweest bij het uitdragen – en in het Strategisch Concept opgenomen krijgen – van Nederlandse prioriteiten. Voor deze beleidsdoorlichting is hiertoe een groot aantal betrokken personen geïnterviewd. Er is gebruik gemaakt van het zgn. EAR instrument, waarbij naar percepties van bij de onderhandelingen betrokken personen is gevraagd over de Nederlandse inzet bij de onderhandelingen over het nieuwe Strategisch Concept. Op basis van de interviews en een analyse van het krachtenveld op een 10-tal onderwerpen zijn de uitkomsten van het onderhandelingsproces getraceerd. De uitkomsten hiervan zijn getrianguleerd met de informatie uit archief- en documentenonderzoek om zodoende tot een gefundeerd oordeel te komen of, en zo ja, in welke mate Nederland invloed heeft gehad bij de totstandkoming van het Strategisch Concept. De belangrijkste eindconclusie van de studie is dat Nederland – over het geheel genomen, maar variërend per thema – daadwerkelijk invloed heeft uitgeoefend. Beïnvloeding is mede mogelijk gemaakt door een aantoonbare pro-actieve opstelling van betrokken ambtenaren op de permanente vertegenwoordiging (PV) van Nederland bij de NAVO, door de heldere kaderinstructies van de minister van Buitenlandse Zaken waarbinnen de PV over een zekere speelruimte kon beschikken, en door de adequate wisselwerking en vrijwel dagelijkse informatieuitwisseling tussen de PV en ministerie, in het bijzonder de Directie Veiligheidsbeleid (DVB). Uit de interviews bleek vooral dat Nederland diplomatiek succesvol kon opereren indien de PV over een zekere ruimte beschikte om zelf te onderhandelen, Voorwoord waarbij pro-actieve participatie – in wisselend samengestelde verbanden – het mogelijk maakte om tijdig tekstvoorstellen in te brengen die Nederland bij de voorbereiding van de bespreking van bepaalde onderdelen van het Strategisch Concept van belang achtte. Een aantal leden van de NAVO-raad benadrukte in dit verband de typisch Nederlandse diplomatie van bruggenbouwen, waarin niet alleen met zgn. “like-minded countries” wordt samengewerkt, maar op specifieke onderwerpen ook actief samenwerking wordt gezocht met landen die niet tot de natuurlijke bondgenoten worden gerekend. Een ander aspect van deze beleidsdoorlichting betrof de maatschappelijke en politieke consultaties. Op dit terrein wordt geconstateerd dat de maatschappelijke consultaties zich grotendeels hebben beperkt tot de ‘usual suspects’, met name in de vorm van deskundigenbijeenkomsten. Het valt niet goed vast te stellen of dit voortkomt uit gebrek aan belangstelling voor het onderwerp bij het publiek of door gebrek aan actieve regievoering van de zijde van het ministerie. De politieke consultaties tussen regering en parlement verliepen grotendeels langs het gebruikelijke stramien van brieven en overleg. Gedurende het hele proces gaf een Kamermeerderheid aan het kabinetsbeleid te kunnen volgen. Het onderzoek is uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van IOB-inspecteur drs. Frans van der Wel, tezamen met IOB-onderzoeksmedewerker mw. Barselina Strietman MA en externe | 4 | onderzoeker dr. Christ Klep (militair-historisch onderzoeker). De beleidsdoorlichting is ondersteund door een referentiegroep met drie externe leden en twee vertegenwoordigers van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De externen waren prof. dr. Bas Arts (Wageningen UR), prof. dr. ir. Georg Frerks (Universiteit van Utrecht) en generaal-majoor bd mr. drs. Kees Homan. De interne leden waren drs. André van Wiggen (DVB) en drs. Kees Beemsterboer (voormalig ISB). Dank gaat uit naar de leden van de referentiegroep voor hun waardevolle commentaar. Binnen IOB hebben drs. Bas Limonard en mw. dr. Marijke Stegeman de beleidsdoorlichting begeleid. Zowel de referentiegroep als de IOB-meelezersgroep werden voorgezeten door plaatsvervangend directeur IOB dr. Henri Jorritsma. Een speciaal woord van dank is hier op zijn plaats voor de archivarissen van DVB, die telkens bereid waren de noodzakelijke assistentie te verlenen bij het archiefonderzoek, alsmede de medewerkers van DVB. Met name Max Valstar, voormalig beleidsmedewerker DVB en secretaris van Jeroen van der Veer, die als vice-voorzitter deel uitmaakte van de Groep van Experts, leverde een essentiële bijdrage aan deze beleidsdoorlichting door meermaals met het onderzoeksteam zijn ervaringen te willen delen. Ten slotte bedanken wij ook de Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger Frank Majoor, die het met zijn staf mogelijk heeft gemaakt dat de onderzoekers met veel betrokkenen, zowel uit de NAVO-raad als uit de internationale staf, heeft kunnen spreken. IOB draagt de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor dit rapport. Prof. dr. Ruerd Ruben Directeur Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en beleidsevaluatie (IOB) Ministerie van Buitenlandse Zaken Tactische diplomatie voor een Strategisch Concept Inhoudsopgave Voorwoord 3 Lijst van figuren en tabellen 9 Lijst van afkortingen 10 1 Samenvatting en conclusies 12 1.1 Inleiding 13 1.2 Context van de totstandkoming Strategisch Concept 15 1.3 Typering van het onderhandelingsproces 16 1.4 Bevindingen 19 1.4.1 Samenwerking DVB en PV NAVO 19 1.4.2 Nederlandse diplomatie van bruggenbouwen 21 1.4.3 Expertgroep als diplomatiek instrument 22 1.4.4 Tekstvoorstellen en de rol van SG NAVO 23 1.4.5 Politiek en maatschappelijk debat 24 1.4.6 Nederlandse invloed bij onderhandelingsthema’s 24 1.5 Conclusies 27 1.6 Aandachtspunten 28 | 5 | 2 Inleiding 30 2.1 Aanleiding beleidsdoorlichting 31 2.2 Het instrument beleidsdoorlichting 31 2.3 Doel van deze beleidsdoorlichting 32 2.4 Reikwijdte en beperkingen van deze beleidsdoorlichting 32 2.5 Methodiek 33 2.5.1 Invloed 33 2.5.2 Vooronderzoek 34 2.5.3 Procesreconstructie en –analyse 35 2.5.4 Verklaringen voor invloed 37 2.5.5 Het trekken van lessen 37 2.5.6 Toepassing van de methoden: voordelen en beperkingen 37 2.6 Opbouw rapport 38 3 Context van de totstandkoming Strategisch Concept 40 3.1 Inleiding 41 3.2 Wortels van het Strategisch Concept 2010 42 3.3 Expertgroep en de rol van Rasmussen 44 3.4 NAVO-top Lissabon november 2010 47 Inhoudsopgave 4 Nederlandse beleidsdoelstellingen 50 4.1 Inleiding 51 4.2 Initiële inzet 52 4.3 Rolopvatting en appreciatie uitkomsten Strategisch Concept 55 4.4 Actoren 57 4.5 Maatschappelijke en parlementaire consultaties 59 4.5.1 Informatieverstrekking aan de Kamer 59 4.5.2 Moties vanuit de Kamer: ontwapening en breed debat 60 4.5.3 Wens tot politieke en maatschappelijke gedachtenwisseling 61 4.5.4 Maatschappelijke consultatie en discussie 63 4.5.5 Parlementaire consultatie 65 4.5.6 Conclusie 66 5 Groep van Experts 68 5.1 Inleiding 69 5.2 Nederlandse deelname 70 5.3 Totstandkoming adviesrapport 71 5.3.1 Reflectiefase 71 5.3.2 Consultatiefase 74 | 6 | 5.4 Uitkomsten 75 5.4.1 Overeenkomsten en verschillen met de Nederlandse standpunten 75 5.5 Conclusie 76 6 Onderhandelingsthema’s 78 6.1 Inleiding 79 6.2 Artikel 5 versus out of area 79 6.2.1 Achtergrond 79 6.2.2 Nederlandse inzet 80 6.2.3 Krachtenveld 82 6.2.4 Onderhandelingsproces 83 6.2.5 Uitkomsten 86 6.2.6 Conclusie 86 6.3 Artikel 4 88 6.3.1 Achtergrond 88 6.3.2 Nederlandse inzet 88 6.3.3 Krachtenveld 89 6.3.4 Onderhandelingsproces 89 6.3.5 Uitkomsten 90 6.3.6 Conclusie 91 6.4 Ontwapening, wapenbeheersing
Recommended publications
  • B BOOM081 Binnenwerk.Indd 71 29-10-2012 14:15:56 Carla Van Baalen E.A
    Carla van Baalen e.a. (red.) Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2012, pp. 71-81 www.ru.nl/cpg Goede raad is duur Het Nederlandse parlement en de Europese Raad1 Wim van Meurs De Europese Unie is niet alleen het Europa van inmiddels 500 miljoen burgers, maar ook het Europa van sinds kort (met Kroatië) 28 staten. Deze dubbele representatie doordesemt de hele Europese architectuur en de Europese besluitvormingsprocedures. Sinds de invoering van directe verkiezingen in 1979 is het Europees Parlement het meest democratische orgaan van de Unie. De Europese Raad als regelmatige ontmoeting van staatshoofden en regeringsleiders representeert daarentegen de wil van de Europese burgers slechts indirect en onttrekt zich aan het oog van de publieke opinie en aan democratische controle. Europese regeringen nemen immers in Brussel achter de gesloten deuren van de Europese Raad besluiten over reddingspakketten van honderden miljarden euro’s en ‘ombuigingen’ in de nationale begrotingen voor miljarden euro’s. In Zuid-Europa worden nationale regerin- gen gedwongen om door Brussel gedicteerde bezuinigingspakketten uit te voeren en wordt de bijbehorende wetgeving meer slecht dan recht door het parlement geloodst. Ook in het Noord-Europa van de ‘nettobetalers’ voelen de nationale parlementen en de kiezers zich door Europa in hun democratische rechten beknot. De democratische volksvertegenwoordiging in elke lidstaat staat voor een grote uitdaging: hoe kan ze in deze fase van strategische koers- bepaling haar stem laten horen en zo invloed en controle uitoefenen?2 Deze spanning tussen nationale democratie en Europese besluitvorming is het duidelijkst bij de Europese Raad, de in 1975 geïnstitutionaliseerde regelmatige ontmoeting van staatshoofden en regeringsleiders.
    [Show full text]
  • Bezinning Op Het Buitenland
    Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) Bezinning op het buitenland Het Nederlands buitenlands beleid Zijn de traditionele ijkpunten van het naoorlogse Nederlandse buitenlandse beleid in een onzekere wereld nog up to date? In hoeverre kan het bestaande buitenlandse beleid van Nederland nog gebaseerd worden op de traditionele consensus rond de drie beginselen van (1) trans-Atlantisch veiligheidsbeleid, (2) Europese economische integratie volgens de communautaire methode, en (3) ijveren voor versterking van de internationale (rechts)orde en haar multilaterale instellingen? Is er sprake van een teloorgang van die consensus en verwarring over de nieuwe werkelijkheid? Recente internationale ontwikkelingen op veiligheidspolitiek, economisch, financieel, monetair en institutioneel terrein, als mede op het gebied van mensenrechten en Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) ontwikkelingssamenwerking, dagen uit tot een herbezinning op de kernwaarden en uitgangspunten van het Nederlandse buitenlandse beleid. Het lijkt daarbij urgent een dergelijke herbezinning nu eens niet louter ‘van buiten naar binnen’, maar ook andersom vorm te geven. Het gaat derhalve niet alleen om de vraag wat de veranderingen in de wereld voor gevolgen (moeten) hebben voor het Nederlandse buitenlands beleid. Ook dient nagegaan te worden in hoeverre de Nederlandse perceptie van de eigen rol in de internationale politiek (nog) adequaat is. In verlengde hiervan zijn meer historische vragen te stellen. In hoeverre is daadwerkelijk sprake van constanten in het
    [Show full text]
  • Magazine 2 Innovatie Is Van Iedereen
    2– 2017 MAGAZINE INNOVATIE IS WILLEN INVESTEREN IN BEKENDE NAAM IN PEIJS STOPT ALS EN DURVEN MARINE TESTEN VOORZITTER NIDV NIDV SYMPOSIUM & TENTOONSTELLING INHOUD Innovatie Innovatie is willen en durven, zegt kolonel ir. Robert Meeuwsen, hoofd Innovatie van de Koninklijke Landmacht. Daarbij moet een organisatie leren om niet te krampachtig aan processen vast te houden. Over innovatie bij Defensie, Politie en Veiligheid en Justitie gaat dit NIDV Magazine. info: www.nidv.eu Voelen, zien en beleven 4 Innovatie is van iedereen 10 Sun Test Systems wereldwijd 20 14 Nulkes’ Notes 26 Defensie moet ambitieus investeren in de Koninklijke Marine. Colofon 27 24 Bijna vijf jaar was Karla Peijs bestuursvoorzitter van de NIDV. Ahoy Rotterdam - 30 november 2017 Bij de voorplaat: Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert nam medio mei 2017 het rapport over de marinebouw in ontvangst van NIDV-voorzitter Karla Peijs. Het belang van het maritieme cluster voor Nederland als zeevarende natie is groter dan ooit, aldus de coalitie van NIDV, VNO-NCW, Netherlands Maritime Technology en Nederland Maritiem Land. Foto: Georges Hoeberechts NIDV MAGAZINE I JUNI 2017, NR. 2 3 De krijgsmacht moderniseert voortdurend. Defensie gebruikt daarvoor zo’n 20 procent van haar budget. Dat is nodig om ook in de toekomst Nederland te verdedigen, civiele diensten te ondersteunen en de strijd aan te gaan met terroristen en piraten. In Soesterberg opende de Koninklijke Landmacht een ‘slimme basis’ om te voelen, zien en beleven. Tekst en foto’s: Riekelt Pasterkamp Landmacht opent ‘slimme basis’ in Soesterberg Voelen, zien en beleven Basis compleet met wachttorens Op 13 juni overhandigde Ineke Dezentjé Hammink, voorzitter van FME, in Soesterberg het bordje Fieldlab en Hesco’s – met stenen afgevulde Smart Base aan de plaatsvervangend commandant van de Koninklijke Landmacht, generaal-majoor Martin zandzakken ter bescherming.
    [Show full text]
  • Promoting Good Governance in the Security Sector: Principles and Challenges
    Promoting Good Governance in the Security Sector: Principles and Challenges Mert Kayhan & Merijn Hartog, editors 2013 GREENWOOD PAPER 28 Promoting Good Governance in the Security Sector: Principles and Challenges Editors: Mert Kayhan and Merijn Hartog First published in February 2013 by The Centre of European Security Studies (CESS) Lutkenieuwstraat 31 A 9712 AW Groningen The Netherlands Chairman of the Board: Peter Volten ISBN: 978-90-76301-29-7 Copyright © 2013 by CESS All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopy, recording or any information storage and retrieval system, without permission in writing from the publisher. The Centre for European Security Studies (CESS) is an independent institute for research, consultancy, education and training, based in the Netherlands. Its aim is to promote transparent, accountable and effective governance of the security sector, broadly defined. It seeks to advance democracy and the rule of law, help governments and civil society face their security challenges, and further the civilized and lawful resolution of conflict. The Man behind the Greenwood Papers Resting his fists on the lectern, he would fix his audience with a glare and pronounce: “REVEAL, EXPLAIN AND JUSTIFY.” It was his golden rule of democratic governance. David Greenwood was born in England in 1937 and died in 2009 in Scotland. He first worked for the British Ministry of Defence, then went on to teach political economy at Aberdeen University, where he later became the director of the Centre for Defence Studies. In 1997, David Greenwood joined the Centre for European Security Studies in the Netherlands as its Research Director.
    [Show full text]
  • Países Bajos
    20 PAÍSES BAJOS NUEVO GOBIERNO El pasado 14 de octubre se formó y posó junto a la Reina Beatriz el nuevo Gabinete Rutte, de coalición entre el partido Liberal, VVD, y el partido Democristiano, CDA, que gobernará con el apoyo del Partido para la Libertad, PVV, de tendencia antimusulmana. Tras unas elecciones anticipadas, como consecuencia de la ruptura de la coalición gubernamental anterior, y tras muchos meses de negociaciones por el difícil tablero parlamentario que resultó de las urnas, por fin se alcanzaron unos acuerdos para formar un gobierno de derechas en minoría con el apoyo de un partido de tendencia antimusulmana. El Ministro Presidente es Marc Rutte, líder del partido más votado, el partido Liberal y actualmente bien valorado por la juventud y el Vicepresidente es Máxime Verhagen, líder del Partido Demócrata-Cristiano, CDA. El nuevo ejecutivo está integrado por 12 Ministros y 8 Secretarios de Estado. El número de miembros del gobierno se ha reducido a 20; anteriormente eran 27. Hay seis ministros del VVD y otros seis del CDA. Además, hay 8 secretarios de estado, cuatro de cada uno de los partidos de la coalición. El número de ministerios ha bajado de 13 a 11. Los Ministerios de Asuntos Económicos (EZ) y el de Agricultura, Naturaleza y Calidad Alimentaria (LNV) se han unido para formar el nuevo Ministerio de Economía e Innovación. Por otra parte se han fusionado el Ministerio de Transporte y de Regulación de las Aguas (MOT) y el Ministerio de Vivienda, Ordenación Territorial y Medio Ambiente, para constituir el nuevo Ministerio de Infraestructura y Medio Ambiente.
    [Show full text]
  • European Defence Cooperation
    EUROPEAN DEFENCE COOPERATION The Advisory Council on International Affairs is an advisory body for the Dutch SOVEREIGNTY AND THE CAPACITY TO ACT government and parliament. In particular its reports address the policy of the Minister of Foreign Affairs, the Minister of Defence and the Minister for European Affairs and No. 78, January 2012 International Cooperation. The Council will function as un umbrella body with committees responsible for human rights, peace and security, development cooperation and European integration. While retaining expert knowledge in these areas, the aim of the Council is to integrate the provision of advice. Its staff are: Ms D.E. van Norren, T.D.J. Oostenbrink, J. Smallenbroek, A.D. Uilenreef and M.W.M. Waanders. ADVISORY COUNCIL ON INTERNATIONAL AFFAIRS ADVISORY COUNCIL ON INTERNATIONAL AFFAIRS P.O.BOX 20061, 2500 EB THE HAGUE, THE NETHERLANDS ADVIESRAAD INTERNATIONALE VRAAGSTUKKEN TELEPHONE +31(0)70 348 5108/60 60 FAX +31(0)70 348 6256 AIV [email protected] WWW.AIV-ADVICE.NL Members of the Advisory Council on International Affairs Chair F. Korthals Altes Vice-chair Professor W.J.M. van Genugten Members Professor J. Gupta Dr P.C. Plooij-van Gorsel Professor A. de Ruijter Ms M. Sie Dhian Ho Professor A. van Staden Lt. Gen. M.L.M. Urlings (ret.) Ms H.M. Verrijn Stuart Professor J.J.C. Voorhoeve Executive Secretary T.D.J. Oostenbrink P.O. Box 20061 2500 EB The Hague The Netherlands Telephone + 31 70 348 5108/6060 Fax + 31 70 348 6256 [email protected] www.aiv-advice.nl Combined European Defence Cooperation Committee Chair Professor A.
    [Show full text]
  • Duncan, Fraser W. (2003) a Comparative Study of Christian Democratic Parties in Germany, Austria and the Netherlands: at the Crossroads Between Tradition and Adaption
    Duncan, Fraser W. (2003) A comparative study of Christian Democratic parties in Germany, Austria and the Netherlands: at the crossroads between tradition and adaption. PhD thesis. http://theses.gla.ac.uk/5615/ Copyright and moral rights for this thesis are retained by the author A copy can be downloaded for personal non-commercial research or study, without prior permission or charge This thesis cannot be reproduced or quoted extensively from without first obtaining permission in writing from the Author The content must not be changed in any way or sold commercially in any format or medium without the formal permission of the Author When referring to this work, full bibliographic details including the author, title, awarding institution and date of the thesis must be given Glasgow Theses Service http://theses.gla.ac.uk/ [email protected] A comparative study of Christian Democratic parties in Germany, Austria and the Netherlands: at the crossroads between tradition and adaptation by Fraser W. Duncan A thesis submitted for the degree of Doctor of Philosophy to the Department of Politics, Faculty of Social Sciences, University of Glasgow September 2003 Abstract This study is an in-depth investigation into the Christian Democratic parties of Germany, Austria and the Netherlands, focusing particularly on these parties during the 1990s. The primary intention is to give greater coverage to these oft-neglected parties through an account of political, electoral, programmatic and organisational developments. The research probes the position of the parties in the 1990s and analyses the extent to which the electoral decline of these parties after 1990 was the result of common factors as well as the role of nationally specific contextual variables.
    [Show full text]
  • Personalization of Political Newspaper Coverage: a Longitudinal Study in the Dutch Context Since 1950
    Personalization of political newspaper coverage: a longitudinal study in the Dutch context since 1950 Ellis Aizenberg, Wouter van Atteveldt, Chantal van Son, Franz-Xaver Geiger VU University, Amsterdam This study analyses whether personalization in Dutch political newspaper coverage has increased since 1950. In spite of the assumption that personalization increased over time in The Netherlands, earlier studies on this phenomenon in the Dutch context led to a scattered image. Through automatic and manual content analyses and regression analyses this study shows that personalization did increase in The Netherlands during the last century, the changes toward that increase however, occurred earlier on than expected at first. This study also shows that the focus of reporting on politics is increasingly put on the politician as an individual, the coverage in which these politicians are mentioned however became more substantive and politically relevant. Keywords: Personalization, content analysis, political news coverage, individualization, privatization Introduction When personalization occurs a focus is put on politicians and party leaders as individuals. The context of the news coverage in which they are mentioned becomes more private as their love lives, upbringing, hobbies and characteristics of personal nature seem increasingly thoroughly discussed. An article published in 1984 in the Dutch newspaper De Telegraaf forms a good example here, where a horse race betting event, which is attended by several ministers accompanied by their wives and girlfriends is carefully discussed1. Nowadays personalization is a much-discussed phenomenon in the field of political communication. It can simply be seen as: ‘a process in which the political weight of the individual actor in the political process increases 1 Ererondje (17 juli 1984).
    [Show full text]
  • INDUSTRY GUIDE 2021 Industry Guide 2021 | 2 Industry Guide 2021 | 3 Colophon
    INDUSTRY GUIDE 2021 Industry guide 2021 | 2 Industry guide 2021 | 3 Colophon This is a publication of the Dutch Industry for Defense and Security. Bezuidenhoutseweg 161 2594 AG The Hague The Netherlands This brochure appears every two years with an update of the NIDV participants. Although this guide is created with the greatest possible care, no rights or claims can be made from this guide to the correctness and completeness of the content. Are you also interested in participating in the NIDV or would you like more information about our foundation? You can find us at www.nidv.eu. You can contact us via +31 (0)70 364 48 05 or [email protected]. Industry guide 2021 | 4 Preamble by chairman Hans Hillen Dear reader, The defence- and security industry is a fast-paste, high-quality, and innovative sector. As part of the security ecosystem, the Dutch DSI fulfills an important role in society. There are 110,000 jobs in the Netherlands associated with the work we do, and over 38% of turnover is generated in research and development. We’re proud of what we do and what our work contributes to. The armed forces, the police, the coast guard, the fire brigade, first responders, and other public emergency and security services buy billions of euros in products and services every year to make the Netherlands safer. The high demands placed on the equipment and the extreme conditions in which it has to function, drive the industry to the limit in engineering and innovation. The sector thus retains a special attraction for technically trained personnel and drives civilian spin-off.
    [Show full text]
  • Mediapoliticus Van Het Jaar Mark Rutte
    www.nieuwsmonitor.net Mediapoliticus van het Jaar Mark Rutte Meer weten? Internet www.nieuwsmonitor.net Twitter: @Nieuwsmonitor Onderzoekers Joep Schaper Kasper Welbers Maurits Denekamp Kim Janssen Nel Ruigrok 06 27 588 586 [email protected] www.nieuwsmonitor.net I n l e i dDe i n g politicus die het afgelopen jaar het meest in het nieuws is geweest is premier Mark Rutte. Daarom roepen wij hem uit tot ‘Mediapoliticus van het Jaar’. Het zal niet verbazen dat de premier ook het meest het nieuws haalde, maar vorig jaar was dat anders. Destijds won Rutte de verkiezingen, werd hij premier, maar was het toch Geert Wilders die het meest genoemd werd in de media. Dit jaar komt Wilders op de tweede plaats, maar zijn er weer andere verrassingen. Zo haalde Jolande Sap vaker het nieuws dan haar oppositiecollega’s Emile Roemer en Alexander Pechtold, zien we staatssecretaris Halbe Zijlstra vaker terug dan zijn eigen minister Marja van Bijsterveldt en was Ronald Plasterk het meest genoemde ‘normale’ Kamerlid. Nieuwsmedia en methode Deze media-analyse is gebaseerd op een automatische inhoudsanalyse1 van het politieke nieuws zoals gevonden in de dagbladen, het NOS journaal en enkele actualiteitenrubrieken. De kranten meegenomen in dit onderzoek zijn: NRC Handelsbad, NRC Next, De Telegraaf, de Volkskrant, Trouw, NRC Next, Sp!ts, Metro, De Pers, Dagblad van het Noorden en De Limburger. Voor de televisie zijn de volgende programma’s meegenomen: EénVandaag, De Wereld Draait Door, het NOS achtuurjournaal, Nieuwsuur, Pownews en Pauw & Witteman. De onderzoeksperiode bedraagt 1 januari 2011 tot en met 14 december 2011. Mediapoliticus van het jaar - dagbladen En de winnaar is....Mark Rutte! We vinden de premier terug in 4154 artikelen.
    [Show full text]
  • De Koopman En Dominee Onder De Wapenen
    De Koopman en Dominee onder de wapenen De Nederlandse legitimering van militaire inzet gedurende UNPROFOR en ISAF Masterscriptie – MA Geschiedenis van politiek en maatschappij Naam: Marten Wilco Stooker Studentnummer: 4171624 Begeleider: Dr. Pepijn Corduwener Aantal woorden: 16687 2 Samenvatting Vanaf de oprichting van de Verenigde Naties zou het niet meer mogelijk zijn om vanuit puur nationale belangen een oorlog te beginnen. Een legitimering voor het inzetten van de krijgsmacht vanuit humanitaire gronden daarentegen zou in de tweede helft van de 20ste eeuw gerechtvaardigd zijn. Ook Nederland zou zich in de recente geschiedenis moeten houden aan deze nieuwe spelregels. Maar spelen nationale belangen dan geen rol meer in de legitimering van hedendaagse militaire inzet? Het vergelijkende onderzoek in deze scriptie wijst uit dat dit niet het geval is. Door middel van de analyse naar de Nederlandse deelname aan recente missies in Joegoslavië en Afghanistan is onderzocht op welke manier Nederland haar militaire inzet rechtvaardigde. De analyse naar de door de Nederlandse regeringen gepresenteerde belangen toont aan dat er een combinatie is te zien tussen nationale en humanitaire belangen. De gewapende dominee loopt in hand in hand met de gewapende koopman. 3 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 5 Academische inzichten over het spanningsveld in het Nederlands beleid 7 De legitimering van het onderzoek 10 Legitimeren, nationale belangen en humanitaire belangen 12 De gebruikte methodiek 15 De opbouw van het onderzoek 16 H I: Nederland in Joegoslavië
    [Show full text]
  • European Defence Spending Page 1 Part I
    Epicos 2016 Special Focus: European Defence Spending Volume 8 Number 52 – Wednesday, 28 December 2016 Part I: European Defence Spending 1. Polish Defence Budget & Future Procurements 2. The Netherlands: Defence Budget, Future Procurements and International Cooperation 3. Latvia: Defence Budget and Future Purchases 4. Epicos “Industrial Cooperation and Offset Projects” 5. Provision and Installation of an Airborne Video Surveillance System, for Homeland Security applications, to a targeted country 6. Advanced Fiber Optics Cable Repair System 7. News from our A&D Business Network Part II: Epicos Newsroom 1. The BIBF signs a Strategic Partnership with Gulf Air for IT Human Capital Development 2. AN-132 Gives UOP Access to Markets of Africa and South America 3. Rockwell Collins' 2016 annual report now available online 4. Approved for airline service: how the A321neo received its airworthiness certification 5. From ST to XL: defining the differences between Airbus’ two generations of Beluga aircraft © Epicos Informational Services Page 1 Epicos 2016 Special Focus: European Defence Spending Polish Defence Budget & Future Procurements According to official data provided by Poland’s parliamentary committee of national defence, the defence budget of 2016, was to reach 35.89 billion Polish Zloty -PLN- (approximately 8.5 billion US dollars), a rise of 8.6%, compared to the previous year. As of 2016, Polish authorities are committed to spend 2% of the country’s Gross Domestic Product (GDP) on defence, instead of 1.95% spent until 2016. With the implementation of the 2016 defence budget, Poland is set to join a handful of NATO members, who meet the alliance's target of investing at least 2% of national GDP on defence.
    [Show full text]