Dorpstraat 46A, Lopik
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Dorpstraat 46a, Lopik rapport 4414 Dorpstraat 46a te Lopik (gemeente Lopik) Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek I.S.J. Beckers 2 Colofon ADC Rapport 4414 Dorpstraat 46a te Lopik (gemeente Lopik) Een bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek Auteur: I.S.J. Beckers In opdracht van: V.O.F. van Klaren-Wagter © ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, 12 december 2017 Foto’s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld Status onderzoek: definitief Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. Autorisatie: R.M. van der Zee ISSN 1875-1067 ADC ArcheoProjecten Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Tel. 033-299 81 81 E-mail [email protected] 3 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding en administratieve gegevens 7 2 Bureauonderzoek 9 2.1 Doelstelling en vraagstelling 9 2.2 Methodiek 9 2.3 Resultaten 9 2.4 Gespecificeerde verwachting en conclusie 14 3 Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 15 3.1 Plan van Aanpak 15 3.2 Resultaten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 16 3.3 Conclusies 16 4 Aanbeveling 17 Literatuur 18 Geraadpleegde websites 19 Lijst van afbeeldingen en tabellen 19 Bijlage 1 Boorgegevens 24 4 5 Samenvatting In opdracht van V.O.F. van Klaren-Wagter heeft ADC ArcheoProjecten in augustus 2017 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Dorpstraat 46a te Lopik, gemeente Lopik. De aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen bouw van een agrarische bedrijfswoning. Op basis van het bureauonderzoek is een gespecificeerde verwachting opgesteld. Hieruit blijkt dat het plangebied deel uitmaakt van de Lopikerwaard. De Lopikerwaard is een voormalig veengebied dat doorsneden werd door enkele stroomgordels, de voorlopers van de huidige Rijn. Nadat deze inactief waren geworden, bleven ze als een hoogte in het landschap achter. Deze zogenoemde stroomruggen ontstonden als gevolg van klink tussen de kleiige komafzettingen en de zandige stroomgordelafzettingen. Vanwege hun hogere ligging en makkelijker bewerkbare gronden vormden stroomruggen relatief gunstige locaties voor bewoning en landbouw. In het onderzoeksgebied kunnen oeverafzettingen van de Achthovense meandergordel aanwezig zijn, op ca. 3,5 tot 4,5 m –mv. Deze meandergordel bevindt zich ten noorden van het plangebied en was actief van ca. 4.240 tot 3.400 v. Chr. Waarschijnlijk bevond het plangebied zich buiten de oeverzone van de Achthovense meandergordel en vond enkel afzetting van komklei plaats. Nadat het riviersysteem inactief was geworden, vond opnieuw veengroei plaats en raakten de rivierafzettingen overdekt met veen. Het veen wordt naar verwachting afgedekt door een 40 tot 80 cm dik pakket komafzettingen, dat is gevormd vanuit de Lek. Dit pakket is gezien de ontstaansgeschiedenis van deze rivier gevormd tijdens de Romeinse tijd en de Middeleeuwen (totdat de rivier werd voorzien van doorgaande dijken). In het begin van de Late Middeleeuwen is de Lopikerwaard systematisch ontgonnen en werd ter plaatse van een voormalig veenriviertje de Lopikerwetering gegraven. Hierlangs ontstond de nederzetting Lopik. Het plangebied bevindt zich in de kern van Lopik, maar lijkt volgens het historisch kaartmateriaal niet bebouwd te zijn geweest. In de omgeving van het plangebied komt echter wel bebouwing voor (ter plaatse van de huidige bebouwing op de locatie Dorpstraat 46). Mogelijk zijn in het plangebied daarom nog resten van een voormalig erf aanwezig, zoals putten, hooimijten en bijgebouwen. Deze resten zullen zich waarschijnlijk direct onder het maaiveld bevinden en zullen zich manifesteren als een humeuze laag met aardewerk- en baksteenfragmenten en dierlijk botmateriaal. Het niveau direct onder het maaiveld is waarschijnlijk omgewerkt door recente bodemingrepen. Teneinde deze verwachting te toetsen en waar nodig aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de ondergrond van het plangebied uit een mineraalarm bosveenpakket bestaat, dat op ca. 90-150 cm –mv geleidelijk overgaat in komafzettingen van de Lek. In de top hiervan bevindt zich de huidige bouwvoor. Deze heeft in boring 1 een dikte van 15 cm. In boring 2 is de top van de komafzettingen waarschijnlijk opgenomen in een matig humeus pakket met een dikte van 50 cm. Waarschijnlijk houdt deze verstoring verband met het vroegere gebruik van het gebied als boomgaard. In boring 3 is van 25 tot 60 cm –mv een zandpakket aangetroffen, dat waarschijnlijk een dempingspakket uit de 20e eeuw is van een sloot die in het centrale deel van het plangebied heeft gelegen. Het slootdempingspakket wordt afgedekt door een recente bouwvoor. Er zijn tijdens het onderzoek geen archeologische relevante afzettingen, lagen en/of vondsten aangetroffen, die aan het langs de Dorpsstraat gelegen bewoningslint te relateren zijn. Mogelijk heeft de locatie geen bebouwing gekend en had zij enkel een agrarisch grondgebruik. De archeologische verwachting dient daarom naar laag te worden bijgesteld. ADC ArcheoProjecten adviseert daarom het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter nooit volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zo- als aangegeven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet. Wij wijzen erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies. 6 Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden. Periode Afkorting Tijd in jaren Nieuwe tijd NT 1500 - heden Middeleeuwen: XME 450 – 1500 na Chr. Late Middeleeuwen LME 1050 - 1500 na Chr. Vroege Middeleeuwen VME 450 - 1050 na Chr. Romeinse tijd: ROM 12 voor Chr. – 450 na Chr. Laat-Romeinse tijd ROML 270 - 450 na Chr. Midden-Romeinse tijd ROMM 70 - 270 na Chr. Vroeg-Romeinse tijd ROMV 12 voor Chr. - 70 na Chr. IJzertijd: IJZ 800 – 12 voor Chr. Late IJzertijd IJZL 250 - 12 voor Chr. Midden-IJzertijd IJZM 500 - 250 voor Chr. Vroege IJzertijd IJZV 800 - 500 voor Chr. Bronstijd: BRONS 2000 - 800 voor Chr. Late Bronstijd BRONSL 1100 - 800 voor Chr. Midden-Bronstijd BRONSM 1800 - 1100 voor Chr. Vroege Bronstijd BRONSV 2000 - 1800 voor Chr. Neolithicum (Jonge Steentijd): NEO 5300 – 2000 voor Chr. Laat-Neolithicum NEOL 2850 - 2000 voor Chr. Midden-Neolithicum NEOM 4200 - 2850 voor Chr. Vroeg-Neolithicum NEOV 5300 - 4200 voor Chr. Mesolithicum (Midden-Steentijd): MESO 8800 – 4900 voor Chr. Laat-Mesolithicum MESOL 6450 - 4900 voor Chr. Midden-Mesolithicum MESOM 7100 - 6450 voor Chr. Vroeg-Mesolithicum MESOV 8800 - 7100 voor Chr. Paleolithicum (Oude Steentijd): PALEO tot 8800 voor Chr. Laat-Paleolithicum PALEOL 35.000 - 8800 voor Chr. Midden-Paleolithicum PALEOM 300.000 – 35.000 voor Chr. Vroeg-Paleolithicum PALEOV tot 300.000 voor Chr. Bron: Archeologisch Basis Register 1992 7 1 Inleiding en administratieve gegevens In opdracht van V.O.F. van Klaren-Wagter heeft ADC ArcheoProjecten in augustus 2017 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Dorpstraat 46a te Lopik, gemeente Lopik (afb. 1 en 2). De aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen bouw van een agrarische bedrijfswoning. Sinds 1 juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden en is de Monumentenwet 1988 komen te vervallen. De bepalingen van de Monumentenwet zijn echter opgenomen in de Erfgoedwet. Op grond van de Erfgoedwet moeten archeologische (verwachtings)waarden gewaarborgd zijn in het bestemmingsplan. In het huidige bestemmingsplan, 'Lopik 2e herziening Landelijk Gebied', dat op 28 juni 2010 door de gemeente Lopik is vastgesteld, is dit niet het geval. Het vigerende archeologiebeleid is daarentegen vastgelegd in de 'Nota Archeologiebeleid gemeente Lopik 2010'. Volgens de hierin opgenomen maatregelenkaart bevindt het plangebied zich in beleidszone categorie 2. In dit gebied geldt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij bodemingrepen met een oppervlakte van meer dan 100 m2 en dieper dan 30 cm –mv.1 Ten behoeve van het verkrijgen van een omgevingsvergunning dient de initiatiefnemer een rapport te overleggen waarin naar oordeel van de bevoegde overheid de archeologische waarde van het plangebied voldoende is vastgesteld. In het kader van dit proces heeft het in dit rapport beschreven onderzoek plaatsgevonden. In Nederland dient het vaststellen van de archeologische waarde van een plangebied te gebeuren op grond van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 4.0).2 Gemeenten kunnen hierop aanvullende uitvoeringskaders vaststellen. De gemeente Lopik heeft voor zover bekend echter geen aanvullende uitvoeringskaders vastgesteld voor het uitvoeren van archeologisch vooronderzoek, noch zijn deze voor dit project afzonderlijk opgesteld.3 Dit onderzoek is dus gebaseerd op de algemene criteria die in de KNA staan geformuleerd. 1 Alkemade et al. 2010. 2 SIKB 2013. 3 Dit is gecontroleerd middels telefonisch contact met de gemeente Lopik. 8 De volgende administratieve gegevens zijn van toepassing: Opdrachtgever: V.O.F. van Klaren-Wagter Dhr.