19 Spinnen En Hooiwagens V
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Natuur atlas Zaanstad Bijlage 6 Spinnen en Hooiwagens in Zaanstad Ron van ’t Veer & Jinze Noordijk, 2012 Citeren als Veer, R. van ’t, & J. Noordijk, 2012. Spinnen en Hooiwagens in Zaanstad. CDROM-Bijlage 6 Natuuratlas Zaanstad. Ecologisch Adviesbureau Van ’t Veer & De Boer, Jisp & Stichting Natuur & Milieu Educatie - Zaanstreek. SPINNEN EN HOOIWAGENS IN ZAANSTAD 1) Ron van ’t Veer & Jinze Noordijk (European Invertebrate Survey – Nederland) Spinnen, hooiwagens, mijten en pseudoschorpioenen behoren tot de spinachtigen. Van de landbewonende spinachtigen is weinig bekend uit Zaanstad en alleen van spinnen en hooiwagens bestaan voldoende gegevens om er iets zinvols over te schrijven. Van de spinachtigen vallen de spinnen wel het meest op door hun zichtbaarheid en grote verscheidenheid aan soorten. Spinnen komen in allerlei leefgebieden voor en vertonen een sterke specialisatie; zo zijn er bijvoorbeeld typische soorten van moerassen, bossen, kaal zand, maar ook van binnenshuis. Hooiwagens zijn overal te vinden waar wat beschutting tegen uitdroging aanwezig is, zoals in plantenruigtes, de strooisellaag of aan de schaduwkant van boomstammen of muren. Hier geven we een overzicht van wat we weten van de soortensamenstelling van deze twee groepen. Biodiversiteit In Zaanstad zijn in totaal 132 spinnensoorten aangetroffen van de ruim 600 met zekerheid in ons land voorkomende soorten. Van de spinnen zijn inventarisatiegegevens aanwezig vanaf de jaren 1980. Van de hooiwagens hebben de eerste en enige inventarisaties plaatsgevonden in 2007 en 2009. Spinnen - Araneae De spinnen zijn waargenomen tijdens verschillende veldinventarisaties of als losse waarnemingen. De gehele gemeente is nooit systematisch onderzocht op spinnen en leefgebieden als stadsparken, droge bosschages en graslanden (inclusief bermen) zijn tot nu toe onderbemonsterd gebleven. Van de broekbossen, veenmosterreinen, rietlanden, boomstammen en huizen is relatief veel bekend. Tot de meest kenmerkende soorten van Zaanstad behoren de spinnensoorten die gebonden zijn aan de permanent natte omstandigheden van het veenweidegebied, zie tabel 1. Inmiddels zijn meer dan 130 soorten uit Zaanstad bekend. Het totaal aantal soorten dat in de gemeente kan worden verwacht, zal waarschijnlijk meer dan 200 bedragen. Hooiwagens - Opiliones Er zijn 13 soorten hooiwagens waargenomen in Zaanstad. Voor Nederland als geheel zijn momenteel 30 en in Noord-Holland 17 soorten bekend, Zaanstad herbergt dus 43% van de Nederlandse en 76% van de Noord-Hollandse hooiwagenfauna. Vanwege het geringe aantal soorten, worden alle hooiwagensoorten hieronder besproken. Van de spinnen beperken we ons tot de meest kenmerkende soorten. Tabel 1. Enkele karakteristieke spinnensoorten van Zaanstad Soort Status in Leefgebied in Zaanstad Zaanstad Waterspin - Argyroneta aquatica vrij algemeen helder water Moswolfspin - Arctosa leopardus vrij algemeen veenmosrietland Kust-putkopje - Baryphyma trifrons zeldzaam nat rietland, veenmosrietland Moeraswevertje - Bathyphantes approximatus vrij algemeen veenmosrietland en nat rietland Moerastongpalpje - Centromerus semiater vrij algemeen veenmosrietland Moerasblinker - Heliophanus auratus zeldzaam natuuroever Noordzeekanaal Poelpiraat - Pirata piscatorius zeldzaam nat veenmosrietland Bleek heidegroefkopje - Pocadicnemis juncea vrij algemeen veenmosrietland Rietstrekspin - Tetragnatha striata zeldzaam oeverriet en brede rietzomen Rood visgraatje - Theridion pictum vrij algemeen berkenbroek Gehoornd schaduwdubbelkopje - Walckenaeria alticeps zeldzaam berkenbroek Tweeknopje - Walckenaeria kochi vrij zeldzaam rietkragen N.B.: er bestaat geen Nederlandse Rode Lijst van spinnensoorten. 1) Te citeren als: Van ’t Veer, R. & J. Noordijk, 2012. Spinnen en hooiwagens in Zaanstad. In: Van ’t Veer et al. (red.). Natuuratlas Zaanstad. CDROM Bijlage 6. Stichting Uitgeverij Noord-Holland. Van ’t Veer & Noordijk, 2012. Spinnen en hooiwagens in Zaanstad. Natuuratlas Zaanstad – CD ROM Bijlage 6 1 Fig. 1. Schorsmarpissa Marpissa muscosa is tegenwoordig een algemene verschijning op muren en bomen. Foto: André Karwath, Wikimedia Commons. Van ’t Veer & Noordijk, 2012. Spinnen en hooiwagens in Zaanstad. Natuuratlas Zaanstad – CD ROM Bijlage 6 2 Soorten en biotopen Spinnen zijn vrijwel overal aan te treffen, er zijn veel soorten en er is een hoge mate van specialisatie. Het zijn roofdieren die hun prooien kunnen vangen met een web, door ze actief achterna te jagen, of door ze in een hinderlaag op te wachten. Spinnen kunnen zich opvallend goed verspreiden. Als jong spinnetje klimmen ze naar een hoog punt in de begroeiing en spinnen daar een draadje dat vervolgens door de wind wordt gepakt, waarna ze zwevend door de lucht nieuwe leefgebieden kunnen bereiken. Deze verspreidingsmethode wordt in het Engels ‘ballooning’ genoemd. Sommige kleine spinnensoorten en alle dwergspinnen kunnen ook balloonen als ze volwassen zijn. Bij deze kleine spinnetjes gebeurt dit op zonnige dagen soms zo massaal dat er overal de spinseldraadjes vanuit de begroeiing of wapperend in de lucht zijn te zien. De meeste soorten die in Zaanstad zijn aangetroffen zijn vrij gewoon, maar er zijn ook enkele specialisten aangetroffen met een beperkte verspreiding (zie tabel 1). Hoewel er onder de hooiwagens enkele specialisten zijn, zijn de in Zaanstad aangetroffen soorten weinig kieskeurig. Ze komen daarom in zeer veel leefgebieden voor, als er maar bescherming tegen uitdroging aanwezig is, zoals op beschaduwde muren, of in ruigtes, bosschages of een strooisellaag. Verder is er voedsel nodig in de vorm van allerlei kleine diertjes, aas, uitwerpselen, en levend en rottend plantenmateriaal. Hieronder volgt een uiteenzetting van de spinnen die karakteristiek zijn voor de verschillende leefgebieden van Zaanstad. Per leefgebied volgt een korte opsomming van de voorkomende soorten, soms aangevuld met wat meer ecologische informatie. Daar de hooiwagens weinig kieskeurig zijn en in veel verschillende leefgebieden voorkomen wordt deze groep apart behandeld. Spinnen Bebouwing Bebouwing vormt een goed leefgebied voor spinnen, zowel op buitenmuren als binnenshuis komen veel spinnen voor. Zonbeschenen muren zijn overdag goede plekken waar van oorsprong rots- of boomstam bewonende soorten kunnen leven. Vooral springspinnen zijn opvallend, omdat ze met hun ogen de prooi opsporen om ze vervolgens te bespringen. Tot de meest algemene springspinnen van zonbeschenen muren behoren schorsmarpissa (Marpissa muscosa) en huiszebraspin (Salticus scenicus). Zeldzamer is de harige springspin (Sitticus pubescens), die eenmaal op een stalmuur is gevonden in het Guisveld. Fig. 2. De huiszebraspin Salticus scenicus is Fig. 3. De gewone huisspin Tegenaria atrica een zonminnende springspin op muren. komt waarschijnlijk in elk gebouw voor en Foto: Jinze Noordijk soms ook in de polder. Foto: Jinze Noordijk Van ’t Veer & Noordijk, 2012. Spinnen en hooiwagens in Zaanstad. Natuuratlas Zaanstad – CD ROM Bijlage 6 3 Fig. 4. De venstersectorspin Zygiella x-notata Fig, 5. Ook de koffieboonspin Steatoda bipunctata is rond gebouwen zeer algemeen. is het meest bij huizen te vinden. Foto: James K. Lindsey Wikimedia Commons Foto: André Karwath Wikimedia Commons ’s Nachts worden de buitenmuren door andere soorten bevolkt. Webbouwende soorten – zoals de venstersectorspin (Zygiella x-notata), platte wielwebspin, (Nuctenea umbratica) prachtkogelspin (Achaearanea lunata) en de koffieboonspin (Steatoda bipunctata) – vangen allerlei nachtvlinders, mugjes en andere insecten in hun web. De koffieboonspin was vroeger, samen met de bruggenspin (Larinioides sericatus), een algemene bewoner van telefooncellen, maar dit milieu is na de opkomst van de mobiele telefoon verloren gegaan. De bruggenspin heet zo omdat hij onder vrijwel elke brug wel te vinden is, maar ook op andere bouwsels komt deze soort veelvuldig voor. De muurkaardespin (Amaurobius similis) en de boomzesoog (Segestria senoculata) bouwen trechtervormige webjes in gaten van stenen muren. Uit zo’n trechtertje lopen allerlei struikeldraden die over de stenen zijn gesponnen. Zodra een prooi over zo’n struikeldraad loopt, schiet de spin uit zijn holletje en verschalkt zijn prooi. Wie een stemvork bezit moet maar eens proberen om de boomzesoog uit zijn hol te lokken, want zodra de trillende vork op de struikeldraad wordt geplaatst komt de spin te voorschijn. Kennelijk moet het een heel fijne trilling zijn, want wie met een takje of een vinger op de struikeldraad tikt krijgt de boomzesoog vrijwel nooit te zien. Fig. 6. De grote trilspin Pholcus phalangioides Fig, 7. De lijmspuiter Scytodes thoracica komt algemeen in huizen voor. bespuit haar prooi met een kleefdraad. Foto: Fritz Geller-Grimm Wikimedia Commons Foto: Fritz Geller-Grimm Wikimedia Commons Binnenshuis komen enkele zeer kenmerkende spinnensoorten voor, waarvan de huisspinnen (Tegenaria-soorten) en de grote trilspin (Pholcus phalangioides) tot de bekendste behoren. De grote trilspin maakt haar webjes in allerlei hoekjes en zelfs gewoon aan het plafond. Het is een tengere, bleekgekleurde spin met zeer lange en dunne poten die vaak in wc’s en badkamers is te vinden. Deze soort begint bij verstoring hevig te schudden en is hierdoor goed te herkennen. De meest bekende spin uit onze huizen is wel de gewone huisspin, omdat deze soort zeer groot, donker en harig is. Er bestaan verschillende soorten huisspinnen, maar ze worden vanwege hun nachtelijke leefwijze maar af en toe gezien. De gewone huisspin (Tegenaria atrica) kan flink grote, trechtervormige webben maken in de kruipruimte, schuur