19 Spinnen En Hooiwagens V

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

19 Spinnen En Hooiwagens V Natuur atlas Zaanstad Bijlage 6 Spinnen en Hooiwagens in Zaanstad Ron van ’t Veer & Jinze Noordijk, 2012 Citeren als Veer, R. van ’t, & J. Noordijk, 2012. Spinnen en Hooiwagens in Zaanstad. CDROM-Bijlage 6 Natuuratlas Zaanstad. Ecologisch Adviesbureau Van ’t Veer & De Boer, Jisp & Stichting Natuur & Milieu Educatie - Zaanstreek. SPINNEN EN HOOIWAGENS IN ZAANSTAD 1) Ron van ’t Veer & Jinze Noordijk (European Invertebrate Survey – Nederland) Spinnen, hooiwagens, mijten en pseudoschorpioenen behoren tot de spinachtigen. Van de landbewonende spinachtigen is weinig bekend uit Zaanstad en alleen van spinnen en hooiwagens bestaan voldoende gegevens om er iets zinvols over te schrijven. Van de spinachtigen vallen de spinnen wel het meest op door hun zichtbaarheid en grote verscheidenheid aan soorten. Spinnen komen in allerlei leefgebieden voor en vertonen een sterke specialisatie; zo zijn er bijvoorbeeld typische soorten van moerassen, bossen, kaal zand, maar ook van binnenshuis. Hooiwagens zijn overal te vinden waar wat beschutting tegen uitdroging aanwezig is, zoals in plantenruigtes, de strooisellaag of aan de schaduwkant van boomstammen of muren. Hier geven we een overzicht van wat we weten van de soortensamenstelling van deze twee groepen. Biodiversiteit In Zaanstad zijn in totaal 132 spinnensoorten aangetroffen van de ruim 600 met zekerheid in ons land voorkomende soorten. Van de spinnen zijn inventarisatiegegevens aanwezig vanaf de jaren 1980. Van de hooiwagens hebben de eerste en enige inventarisaties plaatsgevonden in 2007 en 2009. Spinnen - Araneae De spinnen zijn waargenomen tijdens verschillende veldinventarisaties of als losse waarnemingen. De gehele gemeente is nooit systematisch onderzocht op spinnen en leefgebieden als stadsparken, droge bosschages en graslanden (inclusief bermen) zijn tot nu toe onderbemonsterd gebleven. Van de broekbossen, veenmosterreinen, rietlanden, boomstammen en huizen is relatief veel bekend. Tot de meest kenmerkende soorten van Zaanstad behoren de spinnensoorten die gebonden zijn aan de permanent natte omstandigheden van het veenweidegebied, zie tabel 1. Inmiddels zijn meer dan 130 soorten uit Zaanstad bekend. Het totaal aantal soorten dat in de gemeente kan worden verwacht, zal waarschijnlijk meer dan 200 bedragen. Hooiwagens - Opiliones Er zijn 13 soorten hooiwagens waargenomen in Zaanstad. Voor Nederland als geheel zijn momenteel 30 en in Noord-Holland 17 soorten bekend, Zaanstad herbergt dus 43% van de Nederlandse en 76% van de Noord-Hollandse hooiwagenfauna. Vanwege het geringe aantal soorten, worden alle hooiwagensoorten hieronder besproken. Van de spinnen beperken we ons tot de meest kenmerkende soorten. Tabel 1. Enkele karakteristieke spinnensoorten van Zaanstad Soort Status in Leefgebied in Zaanstad Zaanstad Waterspin - Argyroneta aquatica vrij algemeen helder water Moswolfspin - Arctosa leopardus vrij algemeen veenmosrietland Kust-putkopje - Baryphyma trifrons zeldzaam nat rietland, veenmosrietland Moeraswevertje - Bathyphantes approximatus vrij algemeen veenmosrietland en nat rietland Moerastongpalpje - Centromerus semiater vrij algemeen veenmosrietland Moerasblinker - Heliophanus auratus zeldzaam natuuroever Noordzeekanaal Poelpiraat - Pirata piscatorius zeldzaam nat veenmosrietland Bleek heidegroefkopje - Pocadicnemis juncea vrij algemeen veenmosrietland Rietstrekspin - Tetragnatha striata zeldzaam oeverriet en brede rietzomen Rood visgraatje - Theridion pictum vrij algemeen berkenbroek Gehoornd schaduwdubbelkopje - Walckenaeria alticeps zeldzaam berkenbroek Tweeknopje - Walckenaeria kochi vrij zeldzaam rietkragen N.B.: er bestaat geen Nederlandse Rode Lijst van spinnensoorten. 1) Te citeren als: Van ’t Veer, R. & J. Noordijk, 2012. Spinnen en hooiwagens in Zaanstad. In: Van ’t Veer et al. (red.). Natuuratlas Zaanstad. CDROM Bijlage 6. Stichting Uitgeverij Noord-Holland. Van ’t Veer & Noordijk, 2012. Spinnen en hooiwagens in Zaanstad. Natuuratlas Zaanstad – CD ROM Bijlage 6 1 Fig. 1. Schorsmarpissa Marpissa muscosa is tegenwoordig een algemene verschijning op muren en bomen. Foto: André Karwath, Wikimedia Commons. Van ’t Veer & Noordijk, 2012. Spinnen en hooiwagens in Zaanstad. Natuuratlas Zaanstad – CD ROM Bijlage 6 2 Soorten en biotopen Spinnen zijn vrijwel overal aan te treffen, er zijn veel soorten en er is een hoge mate van specialisatie. Het zijn roofdieren die hun prooien kunnen vangen met een web, door ze actief achterna te jagen, of door ze in een hinderlaag op te wachten. Spinnen kunnen zich opvallend goed verspreiden. Als jong spinnetje klimmen ze naar een hoog punt in de begroeiing en spinnen daar een draadje dat vervolgens door de wind wordt gepakt, waarna ze zwevend door de lucht nieuwe leefgebieden kunnen bereiken. Deze verspreidingsmethode wordt in het Engels ‘ballooning’ genoemd. Sommige kleine spinnensoorten en alle dwergspinnen kunnen ook balloonen als ze volwassen zijn. Bij deze kleine spinnetjes gebeurt dit op zonnige dagen soms zo massaal dat er overal de spinseldraadjes vanuit de begroeiing of wapperend in de lucht zijn te zien. De meeste soorten die in Zaanstad zijn aangetroffen zijn vrij gewoon, maar er zijn ook enkele specialisten aangetroffen met een beperkte verspreiding (zie tabel 1). Hoewel er onder de hooiwagens enkele specialisten zijn, zijn de in Zaanstad aangetroffen soorten weinig kieskeurig. Ze komen daarom in zeer veel leefgebieden voor, als er maar bescherming tegen uitdroging aanwezig is, zoals op beschaduwde muren, of in ruigtes, bosschages of een strooisellaag. Verder is er voedsel nodig in de vorm van allerlei kleine diertjes, aas, uitwerpselen, en levend en rottend plantenmateriaal. Hieronder volgt een uiteenzetting van de spinnen die karakteristiek zijn voor de verschillende leefgebieden van Zaanstad. Per leefgebied volgt een korte opsomming van de voorkomende soorten, soms aangevuld met wat meer ecologische informatie. Daar de hooiwagens weinig kieskeurig zijn en in veel verschillende leefgebieden voorkomen wordt deze groep apart behandeld. Spinnen Bebouwing Bebouwing vormt een goed leefgebied voor spinnen, zowel op buitenmuren als binnenshuis komen veel spinnen voor. Zonbeschenen muren zijn overdag goede plekken waar van oorsprong rots- of boomstam bewonende soorten kunnen leven. Vooral springspinnen zijn opvallend, omdat ze met hun ogen de prooi opsporen om ze vervolgens te bespringen. Tot de meest algemene springspinnen van zonbeschenen muren behoren schorsmarpissa (Marpissa muscosa) en huiszebraspin (Salticus scenicus). Zeldzamer is de harige springspin (Sitticus pubescens), die eenmaal op een stalmuur is gevonden in het Guisveld. Fig. 2. De huiszebraspin Salticus scenicus is Fig. 3. De gewone huisspin Tegenaria atrica een zonminnende springspin op muren. komt waarschijnlijk in elk gebouw voor en Foto: Jinze Noordijk soms ook in de polder. Foto: Jinze Noordijk Van ’t Veer & Noordijk, 2012. Spinnen en hooiwagens in Zaanstad. Natuuratlas Zaanstad – CD ROM Bijlage 6 3 Fig. 4. De venstersectorspin Zygiella x-notata Fig, 5. Ook de koffieboonspin Steatoda bipunctata is rond gebouwen zeer algemeen. is het meest bij huizen te vinden. Foto: James K. Lindsey Wikimedia Commons Foto: André Karwath Wikimedia Commons ’s Nachts worden de buitenmuren door andere soorten bevolkt. Webbouwende soorten – zoals de venstersectorspin (Zygiella x-notata), platte wielwebspin, (Nuctenea umbratica) prachtkogelspin (Achaearanea lunata) en de koffieboonspin (Steatoda bipunctata) – vangen allerlei nachtvlinders, mugjes en andere insecten in hun web. De koffieboonspin was vroeger, samen met de bruggenspin (Larinioides sericatus), een algemene bewoner van telefooncellen, maar dit milieu is na de opkomst van de mobiele telefoon verloren gegaan. De bruggenspin heet zo omdat hij onder vrijwel elke brug wel te vinden is, maar ook op andere bouwsels komt deze soort veelvuldig voor. De muurkaardespin (Amaurobius similis) en de boomzesoog (Segestria senoculata) bouwen trechtervormige webjes in gaten van stenen muren. Uit zo’n trechtertje lopen allerlei struikeldraden die over de stenen zijn gesponnen. Zodra een prooi over zo’n struikeldraad loopt, schiet de spin uit zijn holletje en verschalkt zijn prooi. Wie een stemvork bezit moet maar eens proberen om de boomzesoog uit zijn hol te lokken, want zodra de trillende vork op de struikeldraad wordt geplaatst komt de spin te voorschijn. Kennelijk moet het een heel fijne trilling zijn, want wie met een takje of een vinger op de struikeldraad tikt krijgt de boomzesoog vrijwel nooit te zien. Fig. 6. De grote trilspin Pholcus phalangioides Fig, 7. De lijmspuiter Scytodes thoracica komt algemeen in huizen voor. bespuit haar prooi met een kleefdraad. Foto: Fritz Geller-Grimm Wikimedia Commons Foto: Fritz Geller-Grimm Wikimedia Commons Binnenshuis komen enkele zeer kenmerkende spinnensoorten voor, waarvan de huisspinnen (Tegenaria-soorten) en de grote trilspin (Pholcus phalangioides) tot de bekendste behoren. De grote trilspin maakt haar webjes in allerlei hoekjes en zelfs gewoon aan het plafond. Het is een tengere, bleekgekleurde spin met zeer lange en dunne poten die vaak in wc’s en badkamers is te vinden. Deze soort begint bij verstoring hevig te schudden en is hierdoor goed te herkennen. De meest bekende spin uit onze huizen is wel de gewone huisspin, omdat deze soort zeer groot, donker en harig is. Er bestaan verschillende soorten huisspinnen, maar ze worden vanwege hun nachtelijke leefwijze maar af en toe gezien. De gewone huisspin (Tegenaria atrica) kan flink grote, trechtervormige webben maken in de kruipruimte, schuur
Recommended publications
  • Comparative Functional Morphology of Attachment Devices in Arachnida
    Comparative functional morphology of attachment devices in Arachnida Vergleichende Funktionsmorphologie der Haftstrukturen bei Spinnentieren (Arthropoda: Arachnida) DISSERTATION zur Erlangung des akademischen Grades doctor rerum naturalium (Dr. rer. nat.) an der Mathematisch-Naturwissenschaftlichen Fakultät der Christian-Albrechts-Universität zu Kiel vorgelegt von Jonas Otto Wolff geboren am 20. September 1986 in Bergen auf Rügen Kiel, den 2. Juni 2015 Erster Gutachter: Prof. Stanislav N. Gorb _ Zweiter Gutachter: Dr. Dirk Brandis _ Tag der mündlichen Prüfung: 17. Juli 2015 _ Zum Druck genehmigt: 17. Juli 2015 _ gez. Prof. Dr. Wolfgang J. Duschl, Dekan Acknowledgements I owe Prof. Stanislav Gorb a great debt of gratitude. He taught me all skills to get a researcher and gave me all freedom to follow my ideas. I am very thankful for the opportunity to work in an active, fruitful and friendly research environment, with an interdisciplinary team and excellent laboratory equipment. I like to express my gratitude to Esther Appel, Joachim Oesert and Dr. Jan Michels for their kind and enthusiastic support on microscopy techniques. I thank Dr. Thomas Kleinteich and Dr. Jana Willkommen for their guidance on the µCt. For the fruitful discussions and numerous information on physical questions I like to thank Dr. Lars Heepe. I thank Dr. Clemens Schaber for his collaboration and great ideas on how to measure the adhesive forces of the tiny glue droplets of harvestmen. I thank Angela Veenendaal and Bettina Sattler for their kind help on administration issues. Especially I thank my students Ingo Grawe, Fabienne Frost, Marina Wirth and André Karstedt for their commitment and input of ideas.
    [Show full text]
  • Information to Users
    INFORMATION TO USERS The most advanced technology has been used to photograph and reproduce this manuscript from the microfilm master. UMI films the text directly from the original or copy submitted. Thus, some thesis and dissertation copies are in typewriter face, while others may be from any type of computer printer. The quality of this reproduction is dependent upon the quality of the copy submitted. Broken or indistinct print, colored or poor quality illustrations and photographs, print bleedthrough, substandard margins, and improper alignment can adversely affect reproduction. In the unlikely event that the author did not send UMI a complete manuscript and there are missing pages, these will be noted. Also, if unauthorized copyright material had to be removed, a note will indicate the deletion. Oversize materials (e.g., maps, drawings, charts) are reproduced by sectioning the original, beginning at the upper left-hand corner and continuing from left to right in equal sections with small overlaps. Each original is also photographed in one exposure and is included in reduced form at the back of the book. Photographs included in the original manuscript have been reproduced xerographically in this copy. Higher quality 6" x 9" black and white photographic prints are available for any photographs or illustrations appearing in this copy for an additional charge. Contact UMI directly to order. University Microfilms International A Bell & Howell Information Company 300 North Zeeb Road. Ann Arbor, Ml 48106-1346 USA 313/761-4700 800/521-0600 Order Number 9111799 Evolutionary morphology of the locomotor apparatus in Arachnida Shultz, Jeffrey Walden, Ph.D.
    [Show full text]
  • Harvest-Spiders 515
    PROVISIONAL ATLAS OF THE REF HARVEST-SPIDERS 515. 41.3 (ARACHNIDA:OPILIONES) OF THE BRITISH ISLES J H P SANKEY art å • r yz( I is -..a .e_I • UI II I AL _ A L _ • cta • • .. az . • 4fe a stir- • BIOLOGICAL RECORDS CENTRE Natural Environment Research Council Printed in Great Britain by Henry Ling Ltd at the Dorset Press, Dorchester, Dorset ONERC Copyright 1988 Published in 1988 by Institute of Terrestrial Ecålogy Merlewood Research Station GRANGE-OVER-SANDS Cumbria LA1/ 6JU ISBN 1 870393 10 4 The institute of Terrestrial Ecology (ITE) was established in 1973, from the former Nature Conservancy's research stations and staff, joined later by the Institute of Tree Biology and the Culture Centre of Algae and Protozoa. ITO contribbtes to, and draws upon, the collective knowledge of the 14 sister institutes which make up the Natural Environment Research Council, spanning all the environmental sciences. The Institute studies the factors determining the structure, composition and processes of land and freshwater systems, and of individual plant and animal species. It is developing a sounder scientific basis for predicting and modelling environmental trends arising from natural or man-made change. The results of this research are available to those responsible for the protection, management and wise use of our natural resources. One quarter of ITE's work is research commissioned by customers, such as the Department of Environment, the European Economic Community, the Nature Conservancy Council and the Overseas Development Administration. The remainder is fundamental research supported by NERC. ITE's expertise is widely used by international organizations In overseas projects and programmes of research.
    [Show full text]
  • De Hooiwagens 1St Revision14
    Table of Contents INTRODUCTION ............................................................................................................................................................ 2 CHARACTERISTICS OF HARVESTMEN ............................................................................................................................ 2 GROUPS SIMILAR TO HARVESTMEN ............................................................................................................................. 3 PREVIOUS PUBLICATIONS ............................................................................................................................................. 3 BIOLOGY ......................................................................................................................................................................... 3 LIFE CYCLE ..................................................................................................................................................................... 3 MATING AND EGG-LAYING ........................................................................................................................................... 4 FOOD ............................................................................................................................................................................. 4 DEFENCE ........................................................................................................................................................................ 4 PHORESY,
    [Show full text]
  • Harvestmen of the Family Phalangiidae (Arachnida, Opiliones) in the Americas
    Special Publications Museum of Texas Tech University Number xx67 xx17 XXXX July 20182010 Harvestmen of the Family Phalangiidae (Arachnida, Opiliones) in the Americas James C. Cokendolpher and Robert G. Holmberg Front cover: Opilio parietinus in copula (male on left with thicker legs and more spines) from Baptiste Lake, Athabasca County, Alberta. Photograph by Robert G. Holmberg. SPECIAL PUBLICATIONS Museum of Texas Tech University Number 67 Harvestmen of the Family Phalangiidae (Arachnida, Opiliones) in the Americas JAMES C. COKENDOLPHER AND ROBERT G. HOLMBERG Layout and Design: Lisa Bradley Cover Design: Photograph by Robert G. Holmberg Production Editor: Lisa Bradley Copyright 2018, Museum of Texas Tech University This publication is available free of charge in PDF format from the website of the Natural Sciences Research Laboratory, Museum of Texas Tech University (nsrl.ttu.edu). The authors and the Museum of Texas Tech University hereby grant permission to interested parties to download or print this publication for personal or educational (not for profit) use. Re-publication of any part of this paper in other works is not permitted without prior written permission of the Museum of Texas Tech University. This book was set in Times New Roman and printed on acid-free paper that meets the guidelines for per- manence and durability of the Committee on Production Guidelines for Book Longevity of the Council on Library Resources. Printed: 17 July 2018 Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Special Publications of the Museum of Texas Tech University, Number 67 Series Editor: Robert D. Bradley Harvestmen of the Family Phalangiidae (Arachnida, Opiliones) in the Americas James C.
    [Show full text]
  • Arachnida, Opiliones)
    A peer-reviewed open-access journal ZooKeys 341:Harvestmen 21–36 (2013) of the BOS Arthropod Collection of the University of Oviedo (Spain)... 21 doi: 10.3897/zookeys.341.6130 DATA PAPER www.zookeys.org Launched to accelerate biodiversity research Harvestmen of the BOS Arthropod Collection of the University of Oviedo (Spain) (Arachnida, Opiliones) Izaskun Merino-Sáinz1, Araceli Anadón1, Antonio Torralba-Burrial2 1 Universidad de Oviedo - Dpto. Biología de Organismos y Sistemas, C/ Catedrático Rodrigo Uría s/n, 33071, Oviedo, Spain 2 Universidad de Oviedo - Cluster de Energía, Medioambiente y Cambio Climático, Plaza de Riego 4, 33071, Oviedo, Spain Corresponding author: Antonio Torralba-Burrial ([email protected]) Academic editor: Vishwas Chavan | Received 20 August 2013 | Accepted 1 October 2013 | Published 7 October 2013 Citation: Merino-Sáinz I, Anadón A, Torralba-Burrial A (2013) Harvestmen of the BOS Arthropod Collection of the University of Oviedo (Spain) (Arachnida, Opiliones). ZooKeys 341: 21–36. doi: 10.3897/zookeys.341.6130 Resource ID: GBIF key: http://gbrds.gbif.org/browse/agent?uuid=cc0e6535-6bb4-4703-a32c-077f5e1176cd Resource citation: Universidad de Oviedo (2013-). BOS Arthropod Collection Dataset: Opiliones (BOS-Opi). 3772 data records. Contributed by: Merino Sáinz I, Anadón A, Torralba-Burrial A, Fernández-Álvarez FA, Melero Cimas VX, Monteserín Real S, Ocharan Ibarra R, Rosa García R, Vázquez Felechosa MT, Ocharan FJ. Online at http://www. gbif.es:8080/ipt/archive.do?r=Bos-Opi and http://www.unioviedo.es/BOS/Zoologia/artropodos/opiliones, version 1.0 (last updated on 2013-06-30), GBIF key: http://gbrds.gbif.org/browse/agent?uuid=cc0e6535-6bb4-4703-a32c- 077f5e1176cd, Data paper ID: doi: 10.3897/zookeys.341.6130 Abstract There are significant gaps in accessible knowledge about the distribution and phenology of Iberian har- vestmen (Arachnida: Opiliones).
    [Show full text]
  • Volume 145 (1) (January, 2015)
    Belgian Journal of Zoology Published by the KONINKLIJKE BELGISCHE VERENIGING VOOR DIERKUNDE KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN — SOCIÉTÉ ROYALE ZOOLOGIQUE DE BELGIQUE INSTITUT ROYAL DES SCIENCES NATURELLES DE BELGIQUE Volume 145 (1) (January, 2015) Managing Editor of the Journal Isa Schön Royal Belgian Institute of Natural Sciences OD Natural Environment, Aquatic & Terrestrial Ecology Freshwater Biology Vautierstraat 29 B - 1000 Brussels (Belgium) CONTENTS Volume 145 (1) Izaskun MERINO-SÁINZ & Araceli ANADÓN 3 Local distribution pattern of harvestmen (Arachnida: Opiliones) in a Northern temperate Biosphere Reserve landscape: influence of orientation and soil richness Jan BREINE, Gerlinde VAN THUYNE & Luc DE BRUYN 17 Development of a fish-based index combining data from different types of fishing gear. A case study of reservoirs in Flanders (Belgium) France COLLARD, Amandine Collignon, Jean-Henri HECQ, Loïc MICHEL 40 & Anne GOFFART Biodiversity and seasonal variations of zooneuston in the northwestern Mediter- ranean Sea Fevzi UÇKAN, Rabia ÖZBEK & Ekrem ERGIN 49 Effects of Indol-3-Acetic Acid on the biology of Galleria mellonella and its endo- parasitoid Pimpla turionellae Dorothée C. PÊTE, Gilles LEPOINT, Jean-Marie BOUQUEGNEAU & Sylvie 59 GOBERT Early colonization on Artificial Seagrass Units and on Posidonia oceanica (L.) Delile leaves Mats PERRENOUD, Anthony HERREL, Antony BOREL & Emmanuelle 69 POUYDEBAT Strategies of food detection in a captive cathemeral lemur, Eulemur rubriventer SHORT NOTE Tim ADRIAENS & Geert DE KNIJF 76 A first report of introduced non-native damselfly species (Zygoptera, Coenagrioni- dae) for Belgium ISSN 0777-6276 Cover photograp by the Laboratory of Oceanology (ULg): Posidonia oceanica meadow in the harbor of STARESO, Calvi Bay, Corsica; see paper by PÊTE D.
    [Show full text]
  • WCO-Lite: Online World Catalogue of Harvestmen (Arachnida, Opiliones)
    WCO-Lite: online world catalogue of harvestmen (Arachnida, Opiliones). Version 1.0 Checklist of all valid nomina in Opiliones with authors and dates of publication up to 2018 Warning: this paper is duly registered in ZooBank and it constitutes a publication sensu ICZN. So, all nomenclatural acts contained herein are effective for nomenclatural purposes. WCO logo, color palette and eBook setup all by AB Kury (so that the reader knows who’s to blame in case he/she wants to wield an axe over someone’s head in protest against the colors). ZooBank register urn:lsid:zoobank.org:pub:B40334FC-98EA-492E-877B-D723F7998C22 Published on 12 September 2020. Cover photograph: Roquettea singularis Mello-Leitão, 1931, male, from Pará, Brazil, copyright © Arthur Anker, used with permission. “Basta de castillos de arena, hagamos edificios de hormigón armado (con una piscina en la terraza superior).” Miguel Angel Alonso-Zarazaga CATALOGAÇÃO NA FONTE K96w Kury, A. B., 1962 - WCO-Lite: online world catalogue of harvestmen (Arachnida, Opiliones). Version 1.0 — Checklist of all valid nomina in Opiliones with authors and dates of publica- tion up to 2018 / Adriano B. Kury ... [et al.]. — Rio de Janeiro: Ed. do autor, 2020. 1 recurso eletrônico (ii + 237 p.) Formato PDF/A ISBN 978-65-00-06706-4 1. Zoologia. 2. Aracnídeos. 3. Taxonomia. I. Kury, Adriano Brilhante. CDD: 595.4 CDU: 595.4 Mônica de Almeida Rocha - CRB7 2209 WCO-Lite: online world catalogue of harvest- men (Arachnida, Opiliones). Version 1.0 — Checklist of all valid nomina in Opiliones with authors and dates of publication up to 2018 Adriano B.
    [Show full text]
  • Opiliones) with Five Species New to Norway 59-62 © Arachnologische Gesellschaft E.V
    ZOBODAT - www.zobodat.at Zoologisch-Botanische Datenbank/Zoological-Botanical Database Digitale Literatur/Digital Literature Zeitschrift/Journal: Arachnologische Mitteilungen Jahr/Year: 2017 Band/Volume: 54 Autor(en)/Author(s): Bezdecka Pavel, Bezdeckova Klara, Kvamme Torstein Artikel/Article: Revised checklist of Nordic harvestmen (Opiliones) with five species new to Norway 59-62 © Arachnologische Gesellschaft e.V. Frankfurt/Main; http://arages.de/ Arachnologische Mitteilungen / Arachnology Letters 54: 59-62 Karlsruhe, September 2017 Revised checklist of Nordic harvestmen (Opiliones) with five species new to Norway Pavel Bezděčka, Klára Bezděčková & Torstein Kvamme doi: 10.5431/aramit5413 Abstract. We present a revised checklist of harvestmen (Opiliones) covering all the Nordic countries, including Iceland and the Faroe Islands. Altogether 31 species from 18 genera and four families are currently known, of which 23 are from Norway, 21 from Sweden, 17 from Finland, 25 from Denmark, five from the Faroe Islands and four from Iceland. Five species are documented for the first time in Norway: Lacinius dentiger (C. L. Koch, 1847), Lacinius horridus (Panzer, 1794), Opilio saxatilis C. L. Koch, 1839, Leiobunum blackwalli Meade, 1861 and Leiobunum limbatum L. Koch, 1861. Keywords: first records, Nordic countries, Phalangiidae, Scandinavia, Sclerosomatidae Zusammenfassung: Überarbeitete Checkliste der Nordischen Weberknechte (Opiliones) mit fünf Neunachweisen für Norwegen. Wir stellen eine aktualisierte Checkliste der Weberknechte (Opiliones) der nordischen Länder vor. Aktuell sind 31 Arten aus 18 Gattungen und vier Familien, darunter 23 aus Norwegen, 21 aus Schweden, 17 aus Finnland, 25 aus Dänemark, fünf von den Färöer Inseln und vier aus Island, bekannt. Fünf Arten werden erstmals für Norwegen nachgewiesen: Lacinius dentiger (C. L. Koch, 1847), Lacinius horridus (Pan- zer, 1794), Opilio saxatilis C.
    [Show full text]
  • Vevkjerring-Faunaen (Opiliones) På Nord-Vestlandet
    Insekt-Nytt • 34 (3) 2009 Insekt-Nytt presenterer populærvitenskapelige Insekt-Nytt • 34 (3) 2009 oversikts- og tema-artikler om insekters (inkl. edder koppdyr og andre landleddyr) økologi, Medlemsblad for Norsk entomologisk systematikk, fysiologi, atferd, dyre geografi etc. forening Likeledes trykkes artslister fra ulike områder og habitater, ekskursjonsrap por ter, naturvern-, Redaktør: nytte- og skadedyrstoff, bibliografier, biografier, Anders Endrestøl his to rikk, «anek do ter», innsamlings- og prepa re- ringstek­­ nikk,­­ utstyrstips, bokanmeldelser m.m. Redaksjon: Vi trykker også alle typer stoff som er relatert Lars Ove Hansen til Norsk entomologisk forening og dets lokal- Jan Arne Stenløkk av de linger: årsrapporter, regnskap, møte- og Leif Aarvik ekskur sjons-rapporter,­­ debattstoff etc. Opprop og Halvard Hatlen kon taktannonser er gratis for foreningens med lem- Hallvard Elven mer. Språket er norsk (svensk eller dansk) gjerne Eirik Rindal med et kort engelsk abstract for større artik ler. Våre artikler refereres i Zoological record. Nett-ansvarlig: Eirik Rindal Insekt-Nytt vil prøve å finne sin nisje der vi ikke overlapper med vår forenings fagtidsskrift Adresse: Norwegian­­ Journal of Entomology. Origi na le Insekt-Nytt, v/ Anders Endrestøl, vitenskapelige undersøkelser, nye arter for ulike NINA Oslo, faunaregioner og Norge går fortsatt til dette. Gaustadalléen 21, Derimot tar vi gjerne artikler som omhandler 0349 Oslo «interessante og sjeldne funn», notater om arters Tlf.: 99 45 09 17 [Besøksadr.: Gaustadalléen 21, 0349 Oslo] habitatvalg og levevis etc., selv om det nødven- digvis ikke er «nytt». E-mail: [email protected] Annonsepriser: Sats, lay-out, paste-up: Redaksjonen 1/4 side kr. 500,– 1/2 side kr. 800,– Trykk: Nordberg Aksidenstrykkeri AS, Oslo.
    [Show full text]
  • New Canadian Records of Nemastoma Bimaculatum (Fabricius), and a Brief Summary of Introduced Eurasian Harvestmen in North America (Arachnida, Opiliones)
    Zootaxa 4088 (1): 139–140 ISSN 1175-5326 (print edition) http://www.mapress.com/j/zt/ Correspondence ZOOTAXA Copyright © 2016 Magnolia Press ISSN 1175-5334 (online edition) http://doi.org/10.11646/zootaxa.4088.1.7 http://zoobank.org/urn:lsid:zoobank.org:pub:85CF2A31-EA5A-4EAF-A145-9A34E941549A New Canadian records of Nemastoma bimaculatum (Fabricius), and a brief summary of introduced Eurasian harvestmen in North America (Arachnida, Opiliones) WILLIAM A. SHEAR Department of Biology, Hampden-Sydney College, Hampden-Sydney VA 23943, USA. E-mail: [email protected] Eurasian harvestmen have been introduced to, and have established themselves in North America. Species known to have been introduced include Trogulus tricarinatus (L.) 1767, Paroligolophus agrestis (Meade) 1855, Rilaena triangularis (Herbst) 1799, Oligolophus tridens (C. L. Koch) 1836, and Nemastoma bimaculatum (Fabricius) 1775, for the last of which new Canadian records (Ontario) are given below. It is not entirely determined if the species Phalangium opilio (L.) 1758, Opilio parietinus (DeGeer) 1778 and Mitopus morio (Fabricius) 1779 are introduced to North America, or are naturally of Holarctic distribution. The former seems the more likely hypothesis for the first two, but M. morio in North America may be native or may not be that species. Detailed descriptions and illustrations of all these species may be found in Martens (1978). Trogulus tricarinatus (Trogulidae) was first recorded in North America from Ellison Park, Rochester, Monroe Co., New York, by Muchmore (1963), who found an established population in a city park. He posited that the introduction was relatively recent, given the small area occupied by the population, and the fact that Sherman C.
    [Show full text]
  • Biodiversity Studies of Six Traditional Orchards in England
    Natural England Research Report NERR025 Biodiversity studies of six traditional orchards in England www.naturalengland.org.uk Natural England Research Report NERR025 Biodiversity studies of six traditional orchards in England M. Lush1, H. J. Robertson, K. N. A. Alexander, V. Giavarini, E. Hewins1, J. Mellings1, C. R. Stevenson, M. Storey & P.F. Whitehead 1Just Ecology Environmental Consultency Limited Published on 23 April 2009 The views in this report are those of the authors and do not necessarily represent those of Natural England. You may reproduce as many individual copies of this report as you like, provided such copies stipulate that copyright remains with Natural England, 1 East Parade, Sheffield, S1 2ET ISSN 1754-1956 © Copyright Natural England 2009 Project details This report results from research commissioned by English Nature and completed after the successor organisation, Natural England, was set up in October 2006. The work was undertaken under English Nature contract CPAU03/02/189 by the following team: Mike Lush, Eleanor Hewins and Jon Mellings of Just Ecology, Heather Robertson, of Natural England during the project, now retired, and individual consultants Keith Alexander, Vince Giavarini, Robin Stevenson and Malcolm Storey. Results from the report were used from 2005 to 2007 to support the proposal to list traditional orchards as a national priority habitat in the Biodiversity Action Plan. Since 2007, the report has been expanded to incorporate previous work by Paul Whitehead on one study site. The study site results are now being made more widely available, in the form of a permanent record, in this Natural England Research Report.
    [Show full text]