115

Krijgt Echt lepelblad in

de Polder Westzaan een kans? Ontstaan van brakwatervenen :;3ï:WW:;:s^ In het Holoceen, ongeveer 10.000 jaar geleden, ontwikkelde zich in Noord- en West-Nederland achter de strandwallen hoogveen in een vooral door regenwater J. Rozema, R.W. Hollander, W. Stam & W. Althuis gevoed moeras. In de veengebieden in West-Nederland vond sinds de 12e en Veenweidegebieden, in het bijzonder die met een brakwater 13e eeuw ontginning plaats. In de Mid­ karakter, hebben nationaal en internationaal grote betekenis. deleeuwen werden de veengebieden om- Naast dé rijkdom aan weidevogels, zijn vooral de veenmos dijkt; de waterstand werd geregeld door ebsluizen op de en het IJ. Na 1600 verlandingsvegetaties zeer waardevol. In de polder Westzaan werden grote droogmakerijen aangelegd, vormen vooral vervuiling en verzoeting een grote bedreiging. waarbij met windmolens overtollig water Kenmerkende brakwatersoorten, zoals Echt lepelblad {Cochle- werd uitgemalen. Door overstromingen aria officinalis) worden dan ook bedreigd. Mogelijkheden tot en inlaat van brakwater in de zomer heb­ herstel en beheer worden bediscussieerd. ben de veenweidepolders in Noord-Hol­ land een brak karakter gekregen. Ten Noorden van Amsterdam ken­ nen we de volgende brakwaterveenweide-

/

1

V

NOORD - HOLLAND \

1 ALKMAAR Eilands-/|pg^^ )

/ ,., ^^W / A \ P0ld6r / Wormeren'»' / 4 l Zeevang / Jispervett/"\_^ / -+S \

/ Polder l ƒ West- • / ^\ zaan ü

AMSTERDAM^ST^

Fig. 1. De belangrijkste Fig. 2. Het herinrichtings­ ontwikkeling en bedrijfs­ brakwaterveenweide- gebied Westzaan. Het voering met zoogkoeien. gebieden in Noord-Holland noordelijke Guisveld is in In het zuidelijk deel be­ 1. Eilandspolder, hoofdzaak slechts per boot staan verder mogelijkhe­ 2. Wormer en Jisperveld, bereikbaar, in tegenstelling den voor duurzame melk­ 3. Polder Westzaan, tot het gebied ten zuiden veehouderijen en neven 4. Polder Zeevang, van de autosnelweg A8. beroepsbedrijven (Landin­ 5. Polder en Opties voor de herinrich­ richtingscommissie, 1992). llperveld (5a) en ting van het Guisveld zijn Waterland-Oost (5b) natuurbehoud, natuur- 116

Wit bloeiend Echt lepel­ blad in rietoevers in de Polder Westzaan. Een landschap dat verdient behouden te worden (foto: J. Rozema).

3a en 3b staan schematisch een dwars­ doorsnede van een legakker met kragge en een onderbemalingsperceel aangege­ ven. De kwelstroom trekt vanuit het om­ ringende veenpakket grondwater en het daarin nog aanwezige zout naar de grep­ pel of sloot die water uit de onderbema- ling naar het oppervlaktewater afvoert. gebieden: de Eilandspolder (1), Wormer Brakke karakter polder Westzaan De omgeving daarvan is daardoor nog en Jisperveld (2), Polder Westzaan (3), Pol­ Door doorbraken in de strandwallen en steeds relatief brak. De geleidbaarheid der Zeevang (4), Polder Oostzaan en Ilper- later in de dijken werd het laagveen in (EGV) van het grondwater van dit onder­ veld (5a) en Waterland-Oost (5b) (fig. 1). Noord-Holland regelmatig met zeewater bemalingsperceel is veel hoger dan die van Voor de afwatering in de polder West­ overstroomd. De laatste overstroming zonder onderbemaling (tabel 2). Op het zaan zijn de waterlopen in Noord-Zuid­ vond plaats in 1916 door doorbraken in onderbemalingsperceel worden nog tal richting zoals de Reef, de Gouw en de We­ de Zuiderzeedijken. Ook werd in de 19e van brakwater indicatoren aangetroffen, tering van belang. Langs een weg die door en 20e eeuw water uit de brakke Zuider­ zoals Zilte rus, Melkkruid en Schorre- het veen terrein werd aangelegd (thans J.J. zee gedurende de zomerperiode ingelaten zoutgras (Korf, 1977; Van Manen, 1984; Allanstraat in het zuiden en Middel in het in de veenweidepolders van Westzaan. Buys, 1991; Hollander & Stam, 1993). noordelijk gedeelte, het Guisveld) ontwik­ Aanvoer van chloride kan in de vorige eeu­ Figuur 4 geeft een beschrijving van kelde zich, evenals in de andere veenweide- wen ook door dijkkwel vanuit de brakke een aantal abiotische eigenschappen van gebieden in Noord-Holland lintbebou­ boezem hebben plaatsgevonden. Voorts een legakker met kragge. Het hoogtever­ wing (fig. 2). kunnen in en rond het gebied aanwezige schil tussen legakker en het omringende Door het steken en baggeren van Norton-pompen voor aanvoer van zout oppervlaktewater bedraagt ongeveer 30 veen ontstonden er dwars op de grote wa­ zorg dragen. Een belangrijke bron van cm. De pH van het grondwater vlakbij terlopen vele smalle, langgerekte percelen zout water werd tot 1975 gevormd door het oppervlaktewater is hoog (pH = 9) en omringd door sloten. Door de aanwezig­ lekverliezen van de schutsluizen in het neemt sterk afgaande van de oever van de heid van zout in het veen was de kwaliteit Zuiden van de polder Westzaan (fig. 2). kragge naar de scharnierzone en de legak­ als brandstof beperkt. Daardoor is de ont­ Bij het schutten van vaartuigen kwam ker. Het verschil in grondwaterstand tus- veel brak water uit het Noordzeekanaal ginning van de brakke venen minder in­ naar binnen. In 1975 zijn deze sluizen tensief geweest dan in zoete laagveenge- verbeterd. Door deze overstromingen, in­ bieden. Veel percelen die niet grenzen aan Periode Chloride gehalte laat en overige oorzaken was het polderwa­ de hoofdweg zijn alleen over het water be­ mg Cl" per liter ter lange tijd brak tot licht brak (10.000- reikbaar, door vaarboeren. Aan het ge­ 1916-1930 10.000(1) 3.000 mg chloride per liter) (tabel 1). Na bruik van de percelen door deze vaarboe­ 1930-1935 3.000(2) voltooiing van de Afsluitdijk in 1932 heb­ ren heeft het karakteristieke landschap 1945-1965 1.600(2) ben geen overstromingen meer plaatsge­ 700 (2) van dit brakwatergebied mede zijn be­ vonden, en trad geleidelijke verzoeting 1966-1977 staan te danken. Het bedrijf van een vaar- op. Dit komt doordat de Polder Westzaan 1977-1994 350(3) boer wordt o.m. gekenmerkt door klein­ een infiltratiepolder is. Door wegzijging schaligheid en bewerking van het land van water naar dieper liggende droogma­ met licht materieel (vanwege de hoge kerijen, is in de zomer inlaat van zoet Tabel 1. Globaal verloop van grondwaterstand, drassigheid). De renta­ boezemwater nodig. het chloridegehalte van het biliteit van dezeTbedrijfsvoering is gering. oppervlaktewater in het brak- Ondanks financiële compensatie voor Karakteristiek voor het veenweide waterveenweidegebied polder vaarboeren op grond van de Relatienota, landschap zijn de langgerekte percelen. Westzaan (gewijzigd naar neemt het aantal vaarboeren gestaag af. De sloten zijn ontstaan bij het vervenen. Landinrichtingsdienst, 1987; Van de tientallen melkveehouderijen aan De lange stroken waarop eertijds het veen Provincie Noord-Holland, het begin van deze eeuw zijn er in 1994 te drogen werd gelegd heten legakkers. 1989). nog 16 over. Naar verwachting zullen dat Na de periode van veenwinning zijn de 1. van Manen (1984) er rond het jaar 2000 nog 4 zijn (Landin­ natte graslandpercelen vooral door vaar­ 2. Provincie N.H. (1989) richtingscommissie, 1992). boeren gebruikt voor veeteelt. In figuur 3. Hollanderen Stam (1993). 117 t

sen een natte en droge periode bedraagt in de ongeveer 8 meter brede legakker maximaal 10 cm. Gaande van de oever van de kragge met hoogopgaand rietland waarlangs brakwater indicatoren, zoals Echt lepelblad, voorkomen (Van Manen, 1984) naar de legakker, wordt een verlan- dingsreeks aangetroffen in de richting van veenmosrietland en veenheide (fig. 5). Bedreigingen van natuurwaarden van brakwatervenen De natuurwaarden van brakwaterveen- weidegebieden, zoals de polder Westzaan, zijn hoog. Deze hoge natuurwaarden worden ontleend aan het voorkomen van Scharnierzöne Scharnierzóne unieke vegetatietypen (fig. 5) en aan de hoge dichtheden van weidevogels, zoals de Grutto. Deze natuurwaarden gelden niet alleen landelijk maar ook in interna­ tionaal opzicht (Landinrichtingsdienst, Neerslag (1) 1987; Verhoeven, 1992). Het kleinschali­ ge brakwaterveenweidelandschap komt niet buiten Nederland voor. De bedrei­ Legakker gingen van de natuurwaarden van de Noordhollandse brakwatervenen worden \ gevormd door:

sloot onderbemalingssloot 1. Verdwijnen van traditionele veeteelt door vaarboeren;. 1(3) 2. Afname en versnippering van het areaal (5)" (4\ door wegenaanleg en bebouwing; Wegzijging Wegzijging opwaartsekwel (6) 3. Verzoeting van het oppervlaktewater; 4. Vervuiling van het oppervlaktewater en Fig. 3a. Schematische Fig. 3b. Schematische de waterbodem door zowel eutrofiëring dwarsdoorsnede van de leg­ dwarsdoorsnede van een als door organische en anorganische mi­ akker met kragge en omrin­ onderbemalingsperceel met croverontreinigingen. gend oppervlaktewater. een traditionele molen die Aangegeven zijn compo­ het water uit de onderbe­ Achteruitgang brakwaterplanten nenten van de waterbalans. malingssloot uitslaat op het Sedert 1932 is een voortschrijdende ver­ (1) Neerslag vormt op de aangrenzende oppervlakte­ zoeting van het oppervlaktewater in de legakker een belangrijke water. De componenten brakwaterveenweidegebieden opgetreden. bron van aanvoer van van de waterbalans zijn ge­ In de polder Westzaan bedraagt het chlo­ water, naast de aanvoer (2) nummerd als bij 3a. Door ridegehalte van het oppervlaktewater op van het oppervlaktewater deze onderbemaling is het veel plaatsen thans niet meer dan 350 mg vanuit de omringende sloot. grondwaterpeil van het per­ Cl" per liter (tabel 1). Door de optreden­ De kragge, de drijvende ceel verlaagd. Door het uit­ de verzoeting verdwijnt een aantal brak­ oeverzone, zit met de schar­ slaan van dit water ontstaat water indicator planten. De documentatie nierzöne vast aan de leg­ een opwaartse kwelstroom hiervan is beperkt. In een aantal rapporten akker en ontvangt zowel (6) en aantrekking van brak (Van Manen, 1984; Landinrichtings­ regenwater als wateraan- grondwater uit de veenpak- dienst, 1987; Korf, 1977; Provincie voer vanuit het oppervlakte­ ketten van de oevers'van de Noord-Holland, 1989; Buys, 1991) wordt water. Het grondwater kan legakkers (5). de verspreiding van een aantal brakwater­ neerwaarts wegstromen Water en bodem van de planten gegeven. Algemeen wordt door (inzijging) (3). Water uit de onderbemalingssloot zijn beheerders de achteruitgang van de brak­ polder Westzaan (-1,04 m als gevolg hiervan relatief . waterplanten in de brakwatervenen ge­ NAP) zijgt weg naar onder brak (zie ook tabel 2). Voor­ noemd. In ons land is Echt lepelblad vrij meer de dieper liggende al langs onderbemalings- sterk achteruitgegaan. In 1950 kwam Assendelfter veenpolder sloten worden ook thans Echt lepelblad nog in 159 uurhokken (-2,7 m NAP) (4). nog brakwater oeverplan­ voor, nu nog in 101 (Van der Goes, ten aangetroffen. 1994). Mogelijkheden tot herstel van De Levende 118 Natuur schamierzöne scharnierzöne

Sloot Kragge Legakker Kragge Sloot 9 Fig. 4. Abiotische eigen­ schappen gemeten langs een t-8 gradiënt van een legakker, kragge en omringend sloot­ water. Het hoogteverschil y 7 _ tussen legakker en sloot O OJ bedraagt maximaal 30 cm. X 6x o. 5 brakwatervenen worden besproken door -10 4 Van der Sluis et al. in dit nummer.

-30 -i 1 i 1 1 1 1 1 1 1 1 1 r Zware metalen en organische -2 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 microverontreinigingen Afstand t.o.v. oever (m) Het brakwaterveenweidegebied Westzaan is van oudsher vervuild geraakt door Maaiveld hoogte doorspoeling met water van de Zaan met — pH grondwater talrijke huishoudelijke en industriële lo­ - Grondwaterstand natte periode zingen. In deze regio kwamen al sedert de Grondwaterstand droge periode 16e eeuw verf- en papiermolens voor. De —^ slootpeil verontreiniging betreft zowel organische (-1.04m NAP) als anorganische microverontreinigingen (Landinrichtingsdienst, 1987). Vooral in de grote waterlopen in de buurt van in- Oligotroof Kraai heide laatpunten overschrijden de gehaltes van Veenheide Dopheide Struikheide zware metalen en organische microver­ pH = 5.0 ontreinigingen in een aantal gevallen de Lager interventiewaarden bodemsanering. Eén Maaien grondwater peil t van de gevolgen hiervan voor het huidige beheer is dat baggeren van de watergan­ Zonnedauw- gen belemmerd wordt, omdat de bagger Veenmos rietland Verzuring te sterk verontreinigd is om, zoals bij het Maaien traditionele landbouwkundige gebruik t door de boeren, op de slootkant te wor­ den gebracht. Het afvoeren van de ver­ pH = 5.5 rv Veenmos rietland ontreinigde baggerspecie brengt zeer hoge •kosten met zich mee. Reeds jarenlang zijn Verzuring veel sloten in de polder Westzaan daarom Bodemophoping Maaien niet gebaggerd. Als gevolg hiervan is de vaardiepte op veel plaatsen zeer gering. pH = 7.0 t Vestiging veenmos verzuring m Bloemrijk rietland Hoog grondwater peil Ontwikkeling zoetwaterlens A Maaien Fig. 5. Schema van vegetatie­ Isolatie van successie in een verlandings- oppervlaktewater reeks in een (brak)water veen- Moerasmelkdistel weidegebied. Het maaien en Kragge komt boven Ruig rietland Koninginnekruid afvoeren van maaisel is essen­ water tieel. Bij niet maaien gaat o.a. Kleine watereppe Riet domineren. Het laten lig­ gen van maaisel bevordert Echt lepelblad grassen. Maaien bij II maakt t kieming en vestiging van Riet nieuwe, vaak laag blijvende Bodemophoping „j:„„ /u,_u\ „«„„.. Kleine lisdodde Ondien p (brak) opper- soorten mogelijk. Gewijzigd en -verdichting Ruwe bies Eutroof vlaktewater Zeebies naar'Buys (1991).

pH = 8.0-9.0 119 3IHL

lisatie van organisch materiaal is de be­ A. geen onderbemaling B. met onderbemaling schikbaarheid van o.a. nitraat en kalium Afstand t.o.v oever pH EGV pH . EGV hoog. Wellicht gedraagt Echt lepelblad oppervlaktewater (m) 0 7.7 1300 7.5 3100 zich niet alleen als halofyt, maar ook als 2 6.1 615 6.5 2200 nitrofyt d.w.z. als plant die goed gedijt op 4 5.7 690 7.1 9300 een groeiplaats met een hoog aanbod van 6 5.0 462 6.6 12100 anorganische stikstof. Een dergelijke eco- 8 5.6 612 6.7 10800 fysiologische respons is ook voor vloed- 10 5.7 591 6.9 10000 merksoorten, zoals Zeeraket, Loogkruid, 12 5.1 390 7.0 7100 Strandmelde en Spiesmelde, geconsta­ 14 5.7 727 6.9 8000 teerd (Rozema et al., 1983). Momenteel wordt onderzocht of Echt lepelblad op ru­ derale plaatsen kalium ophoopt in plaats van natrium en nitraat in plaats van chlori­ de. Tabel 2. pH (H20) en Elek­ trische Geleidbaarheid (EGV in het laagveengebied van de polder West­ Dat Echt lepelblad, als zouttolerante uitgedrukt in uS. cm"1) van zaan ook interne eutrofiëring optreedt. Er soort in de verzoetende brakke veenpol- freatisch water van een wordt verder nagegaan of de verzoeting ders, nog niet verdrongen is, komt waar­ laagveenperceel zonder (A) van het brakwaterveen direct of indirect schijnlijk ook doordat de soort vooral in en met (B) onderbemaling, veenafbraak beïnvloedt. het voorjaar groeit en bloeit. Voorjaars- langs een transect lood­ bloeiers als Speenkruid en Dotterbloem recht op de oever. De me­ Nieuwe kansen voor Echt lepel­ worden nauwelijks op groeiplaatsen van tingen werden in het veld blad Echt Lepelblad aangetroffen. 'verricht op 8 juli 1992. Brakwaterhalofyten verliezen terrein in Naast deze factoren kan een gericht Noord-Holland. De voortschrijdende ver­ beheer bijdragen tot handhaving van Echt zoeting van het "oppervlaktewater in de lepelblad door het versterken van zijn laagveengebieden zal hier zeker een oor­ concurrentiepositie t.o.v. andere soorten. zaak van zijn. Van Echt lepelblad werd op Een dergelijk beheer dient gericht te zijn Eutrofiëring basis van karteringen de verspreiding in op 1. maaien van oeverkanten; 2. deposi­ De inlaat van vervuild water houdt naast de polder Westzaan in 1975 (naar Korf, tie van bagger op de oever en 3. ontoe­ de aanvoer van zware metalen en organi­ 1977) vergeleken met die in 1994. Hoe­ gankelijkheid (drassigheid) van de sloot­ sche en anorganische microverontreinigin­ wel er sprake is van een duidelijke achter­ kant voor vee, dat graag Echt lepelblad gen ook de aanvoer in van voedingsstoffen, uitgang, handhaaft deze winterannuel consumeert. In de Polder Westzaan en in zoals stikstof en fosfaat. Verhoogde gehal­ zich vooral aan de oevers van de hoofdwa­ de Polder Wormer en Jisperveld wordt tes van deze nutriënten (eutrofiëring) lei­ terlopen (fig. 6). Het chloridegehalte van door de vakgroep Oecologie en Oecotoxi­ den tot overmatige groei van algen, waar- het oppervlaktewater bedraagt ongeveer cologie van de Vrije Universiteit geëvalu­ . door het water troebel wordt en soms lage 350 mg per liter (tabel 1). Uit ecofysiolo- eerd of zo'n beheer daadwerkelijk tot zuurstofgehaltes bevat. In dergelijke wate­ gisch onderzoek (Rozema & Broekman, handhaving, herstel of uitbreiding van ren kan de Brasem gaan overheersen. 1995) komt naar voren dat de groei van Echt lepelblad leidt. Deze zoekt voedsel door de waterbodem Echt lepelblad bij hoge chloridegehaltes om te woelen. Ook dit draagt bij tot ver­ (3.000 tot 10.000 mg Cl" per liter) wei­ Nieuwe kansen voor het brak- troebeling van het water. nig lager is dan bij lage gehaltes (0 tot 300 waterveengebied Voor de polder Westzaan gaat het om mg Cl" per liter). Veel andere planten Verzoeting en vervuiling van het opper­ de inlaat van verontreinigd water uit de worden bij 3.000 tot 10.000 mg Cl" per vlaktewater zijn milieuaspecten die met Zaan, Nauernasche Vaart en het Noord­ liter wel aanzienlijk in hun groei geremd. name tot de taken van de waterkwaliteits­ zeekanaal (Landinrichtingsdienst, 1987) Hieruit kan worden afgeleid dat de con­ beheerder (Hoogheemraadschap Uitwate- (fig. 2, p. 115). Dit eutrofe inlaatwater currentiepositie van Echt lepelblad ten rende Sluizen) en de waterkwantiteitsbe­ (externe eutrofiëring) is niet alleen rijk opzichte, van andere oeverplanten bij heerder (Waterschap Het Lange Rond) aan stikstof en fosfaat, het bevat ook een brakke omstandigheden sterker is dan behoren. De provincie Noord-Holland hoog bicarbonaatgehalte en is alkalisch, onder lichtbrakke of zoete omstandighe­ heeft vooral als taak het beleid te bepalen het heeft een hoge pH. Dit kan er de oor­ den. Dit betekent dat Echt Lepelblad zich voor de waterhuishouding, waarin ecohy- zaak van zijn dat dergelijk inlaatwater in kan herstellen wanneer hydrologische drologische aspecten een rol spelen (Pro­ de laagveenpolder tot interne eutrofiëring maatregelen tot verbrakking van de pol­ vincie Noord-Holland, 1991). leidt door versnelde veenafbraak (Bloe- der Westzaan worden uitgevoerd (zie ook Van der Sluis et al., dit nummer). De polder Westzaan is in 1989 door mendaal & Roelofs, 1988; Koerselman & de natuurwetenschappelijke commissie Verhoeven, 1993), ook wel aangeduid De standplaats van Echt lepelblad van de Natuurbeschermingsraad (ministe­ met veenrot. heeft naast een brak karakter ook een ru­ rie LNV) als herinrichtingsgebied aanbe­ Momenteel wordt door de Vakgroep deraal karakter. Zaad van Echt lepelblad volen (Landinrichtingscommissie, 1992). Oecologie en Oecotoxicologie van de VU kiemt massaal op oevers waarop wat Er bestaan dan ook mogelijkheden om op onderzocht of naast externe eutrofiëring slootbagger is gedeponeerd. Door minera- basis van een landinrichtingsplan en een De_ Levende 120 Natuur

VOORJAAR 1975

ZAANDAMMERPOLDER

Fig. 6. De verspreiding gericht beheer (deels uit te voeren door Klooker, 1990). Het is overigens de vraag van Echt lepelblad in Staatsbosbeheer, deels uit te voeren door of een cultuurtechnische en landschappe­ de Polder Westzaan in boeren in het gebied), natuurwaarden te lijke inrichting van een dergelijk depot 1975 en in 1994. behouden en te versterken. In het schets­ (retentiebekken) haalbaar is. ontwerp herinrichting Westzaan (Landin­ Verder wordt herstel van het brakke richtingscommissie, 1992) worden goede karakter van het oppervlaktewater, zoals bestaansmogelijkheden genoemd voor dat rond 1932 voorkwam, aanbevolen een aantal melkveebedrijven. (Van der Sluis et al., in dit nummer). Kan van vervuilde deeltjes en doorvoer door Eutrofiëring kan voor een deel wor­ de voortschrijdende verzoeting in de Pol­ een helofytenfilter worden nagestreefd. den teruggebracht door een aangepaste der Westzaan worden omgezet in ver- Wellicht zal na realisering van het herstel hydrologische inrichting. Door het op­ brakking? De inlaat van brak water is mo­ van het brakke karakter van het opper­ slaan van overtollige neerslag gedurende gelijk. Aanvoer kan onder andere vlaktewater (1000-3000 mg chloride per het winter halfjaar in het veenweidege- plaatsvinden uit het Noordzeekanaal liter) slechts nog in beperkte mate brak bied, is inlaat van geëutrofieerd water (5000 mg Cr/l). Inlaat van dergelijk water dienen te worden ingelaten. Dit is overbodig of kan beperkt worden. Op brakwater wordt momenteel als een seri­ afhankelijk van de waterbalans. Er zal wèl grond van de waterbalans en chlorideba­ euze optie overwogen (Van der Sluis et wegzijging naar droogmakerijen blijven lans van de polder Westzaan wordt deze al., in dit nummer). Om eventuele ver­ optreden. De lekverliezen van de sluizen optie uitvoerbaar geacht (Kleyberg & vuiling tegen te gaan kan sedimentatie bij Nauerna uit het Noordzeekanaal heb- 121

ben lange tijd bijgedagen tot het brakke Goes, H. van der, 1994. Steeds meer 'doodge­ The survival of diis brackish wetland ecosystem karakter van de aangrenzende percelen wone' planten stofferen het landschap. Noord­ is uncertain, because of a. decreasing salinity, b. (mond. mededeling GJ. Baayens, 1994). hollands Landschap 21: 17-32. increase of nutrients (eutrophication), c. pollu- In deze zin is de inlaat van brakwater op Hollander, R.W. & W. Stam, 1993. Regene­ tion with heavy metals and organic micropol- deze wijze niet kunstmatig, maar eigen ratie van brakwatergemeenschappen en brak- lutants. Moreover the management of the aan de hydrologische inrichting van de waterverlandingsgemeenschappen in het Guis- landscape by small-scale farmers, including Polder Westzaan. veld. Doctoraal Verslag, Vrije Universiteit. transport to the peatland by boat, is reduced Kleyberg, RJ.H. & J. Klooker, 1990. Verken­ drastically. Some environmental characteristics Herstel van het brakke karakter van het ning hydrologische inrichting Polder West­ of brackish peatland are discussed. The acidity veenweidegebied de polder Westzaan zaan. Bureau voor Landschapsoecologisch On­ of the phreatic water of the peatland strips in- wordt aanbevolen omdat: derzoek. I.o.v. NBLF Noord-Holland. creases from the edges (pH = 8.5) to Sphag- 1. Dit nieuwe kansen biedt voor handha­ Koerselman, W. & J.T.A. Verhoeven, 1993. num dominated parts (pH=5.5) over a distance ving, herstel en uitbreiding van de unieke Eutrofiëring van laagvenen. Interne of externe of about 10 meter. The rapid development of brakwater veenweide vegetatietypen (Van oorzaken? Landschap 10: 31-44. Sphagnum peatland may relate to acidification der Sluis et al., in dit nummer). Onder Korf, B., 1977. De biologische betekenis van of small fresh water lenses on top of brackish brakke omstandigheden is waarschijnlijk het buitengebied van . Gemeente groundwater. minder intensief (en dus minder kost­ Zaanstad. As yet it is uncertain whether high levels of in- baar) beheer (maaien, schonen van sloot­ Landinrichtingscommissie, 1992. Schetsont­ organic nutrients in the surface water relate to kanten, verhinderen van vestiging van els) werp herinrichting Westzaan. internal or external eutrophication. The pollu- noodzakelijk Om zeldzame plantesoorten Landinrichtingsdienst, 1987. Inventarisatie tion with heavy metals and micropollutants re- als Echt lepelblad te behouden. rapport abiotisch milieu en biotisch milieu in lates to industrial origin in the past and causes 2. De unieke veenmosvegetaties danken de polder Westzaan. Rapporten 86-22-MO, two serious problems a. toxic effects to species hun bestaan mede aan door regenwater 87-29-GS en 12-1987. of the peatland ecosystem and b. high levels of gevoede zoetwaterlensen die drijven op Manen, Y.J. van, 1984. Brakwaterkarakter the contaminants prevent the traditional dred- een pakket van brak grondwater. In deze Nationaal Landschap Waterland, aan de hand ging of ditches and disposal of the peat mud to zoetwaterlensen treedt pH daling op en van het voorkomen van Echt lepelblad {Cochle­ the edges of die peatland strips. kan zich snel een ontwikkeling voordoen aria officinalis). Provinciale Waterstaat Noord- Adjusted hydrobiological management of the naar veenmosvegetaties (fig. 5). Voor deze Holland. peatland polder such as storage of precipitation snelle ontwikkeling vormt het brakke Provincie Noord-Holland, 1989. Brakwater and reduced inlet of 'boezem' water will help grondwater waarschijnlijk een belangrijke aspecten Zaans Veenweidegebied. Dienst Mi­ to restore the low level of nutrients in the peat­ voorwaarde. lieu en Water/Dienst Ruimte en Groen, Haar­ land ecosystem. 3. Door herstel van het brakke karakter lem. The future of both characteristic brackish van oppervlaktewater en bodem wordt op Provincie Noord-Holland, 1991. Waterhuis- marshland halophytes such as Cochlearia offici­ natuurlijke wijze opslag voorkomen van houdingsplan. Natuurlijk water. Ecologische nalis and oligotrophic peatland species is briefly elzenbroekbossen. Immers, de vestiging aspecten en normdoelstelling. Haarlem, discussed. door kieming van els wordt al door chlori­ Rozema, J., T. Dueck, H. Wesselman & F. degehaltes van 700 mg per liter geremd Bijl, 1983. Nitrogen dependent growth stimu- Dankwoord (Buys, 1991). De brakwatervenen in lation by sak in strand-line species. Oecologia De auteurs zijn dank verschuldigd aan Drs. Noord-Holland zijn van oudsher arm aan Plantarum4:4l-52, Y.J. van Manen (NBLF, Haarlem, thans opslag van Elzen. De meeste elzenbroek­ Rozema, J. & RA. Broekman, 1995. Germina- PWN, Bloemendaal), Drs. G.J. Baayens (IKC- bossen die in de brakwater veenweidege- tion, growth and mineral relationships of Cochlea­ NBLF, Wageningen), Drs. E. Buys (Landin­ bieden voorkomen zijn aangeplant. Door ria officinalis from a desalinating brackish peat- richtingsdienst, Haarlem) en Drs. T. Spruyt het tegengaan van moerasbosontwikke­ land polder in The . (Dienst Milieu en Water, sectie Milieu-ecolo- ling behouden de brakwatervenen hun Verhoeven, J.T.A. (red.), 1992. Fens and bogs gie, Provincie Noord-Holland, Haarlem) voor karakteristieke open karakter. Dit ver­ in the Netherlands. Vegetation, history, nu­ de waardevolle suggesties, aanvullingen en het sterkt verder de kansen voor het behoud triënt dynamics and conservation. Geobotany. kritisch doorlezen van het manuscript. van de weidevogelpopulaties. 18. Kluwer Academie Publishers, Dordrecht. 4. Chloridegehaltes tot 2000 mg Cl" per Dr. J. Rozema, RW. Hollander, W. Stam & liter in het oppervlaktewater zijn verenig­ Summary W. Althuis baar met zowel melkvee- als zoogkoebe- Chances for Cochlearia officinalis in the brack­ Vakgroep Oecologie en Oecotoxicologie, drijfsvoering (Landinrichtingscommissie, ish peadand Polder Westzaan, a survey of envi- Sectie Toegepaste Oecologie en Milieubeheer, 1992). ronmental problems and future management. Vrije Universiteit, Peadand in the province of North-Holland has De Boelelaan 1087, * Literatuur been influenced by brackisch water of the for- 1081 HV Amsterdam. Bloemendaal, F.H.J.L. & J.G.M. Roelofs mer Zuiderzee until 1932. By inlet of coastal (red.), 1988. Waterplanten en waterkwaliteit. water or by bursts of dikes brackish Zuiderzee­ KNNV. water flooded the peatland polders. Among Buys, E., 1991. Verlanding in de Zaanstreek other species, the winterannual Cochlearia offi­ en Waterland. Stichting voor natuur-studie en cinalis is a characteristic species of this brackish milieueducatie 'De Poelboerderij'. Wormer. peatland ecosystem.