Onderzoekschool Ius Commune

Wetenschappelijk verslag 2005-2007

VERANTWOORDING

A. ALGEMEEN

In dit wetenschappelijk verslag van de Onderzoeksschool Ius Commune is de productie over de jaren 2005, 2006 en 2007 opgenomen. De verslaglegging vindt hier plaats per subprogramma. Achtereenvolgens zijn dat de program- ma's: Algemeen verbintenissen- en contractenrecht; Europees personen-, fami- lie- en erfrecht; Goederenrecht; Aansprakelijkheid en verzekering; Grensover- schrijdend milieurecht; Rechtspersonen in Europa; Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa; Publiekrechtelijke rechtsvergelijking; Constitutionele processen in Europa en Constitutionele processen in de interna- tionale rechtsorde.

De aan de Onderzoeksschool verbonden geassocieerde (deel)programma’s Fis- cale vraagstukken in de interne markt en Intellectuele eigendom zijn eveneens opgenomen in dit verslag.

B. UITGANGSPUNTEN VOOR VERSLAGLEGGING

I. Algemeen

In dit verslag wordt onderscheid gemaakt tussen proefschriften, wetenschappe- lijke publicaties, vakpublicaties en annotaties. Het gehanteerde onderscheid is gebaseerd op de door de VSNU in haar Protocol 1998 ontwikkelde criteria voor beoordeling van het wetenschappelijk onderzoek. Bij de overzichten van publi- caties is afgezien van het opnemen van een rubriek ‘Overige producten van we- tenschappelijke activiteiten’ (redacteurschappen, lezingen, gastcolleges, etc.). Annotaties – geen officiële categorie binnen genoemde indeling – zijn groten- deels apart opgenomen. Sommige annotaties in met name enkele Belgische tijdschriften hebben echter een omvang en kwaliteit die opneming in de catego- rie ‘wetenschappelijke publicatie’ rechtvaardigen. Publicaties die volgens de VSNU-normen niet anders dan als vakpublicatie kunnen worden gekwalifi- ceerd (o.a. bijdragen aan losbladige uitgaven, aan praktijkuitgaven, etc.) wor- den als zodanig aangeduid.

Volgens de VSNU-criteria wordt een publicatie als wetenschappelijk aange- merkt wanneer deze voldoet aan het criterium ‘increasing the body of academic knowledge’. Daaruit volgt dat publicaties voor het onderwijs, wetboeken, maar ook bijdragen die gericht zijn op het presenteren van een overzicht van recht- spraak of wetgeving in beginsel geen wetenschappelijke publicatie vormen, maar een vakpublicatie. Deze laatsten zijn publicaties die gericht zijn op het verspreiden van kennis aan de vakgenoten, maar (behoudens tegenbewijs) niet bijdragen aan ‘increasing the body of academic knowledge’. Het spreekt voor zich dat het hier om uitgangspunten gaat. Een overzicht van rechtspraak kan

i Wetenschappelijk verslag 2005-2007 derhalve wel degelijk als wetenschappelijk worden gekwalificeerd wanneer de auteur aantoont dat deze voldoet aan het criterium van ‘increasing the body of academic knowledge’ en dit als zodanig door de bevoegde programmaleider wordt geaccordeerd.

Hetzelfde geldt in beginsel ook (wederom behoudens het bewijs van tegendeel) voor rapporten die in opdracht van derden werden geschreven. Het probleem bij dergelijke rapporten is dat zij, als zij al werden gepubliceerd, doorgaans niet een wetenschappelijke toets (van bijvoorbeeld een redactie) hebben doorstaan. In beginsel zijn dit derhalve vakpublicaties (als het überhaupt al publicaties zijn in de zin dat er een ISBN-nummer aan is toegekend of dat zij in een tijdschrift zijn gepubliceerd). Elektronische publicaties kunnen als publicatie worden be- schouwd voor zover er wederom een redactionele toets heeft plaatsgevonden. Adviezen voor derden die niet werden gepubliceerd vormen in beginsel geen publicatie (behoudens uiteraard wanneer nadien publicatie plaatsvindt). Het- zelfde lot geldt rapporten die voor externe opdrachtgevers (EU, ministeries, of het bedrijfsleven) werden geschreven. Als het al publicaties zijn zijn het in be- ginsel vakpublicaties. Wederom geldt dat het hier om een uitgangspunt gaat: het tegendeel kan worden aangetoond wanneer blijkt dat sprake is van ‘increas- ing the body of academic knowledge’.

Hetgeen zojuist vermeld werd ten aanzien van niet-gepubliceerde rapporten of adviezen geldt eveneens voor zogenaamde working papers: vermits dit (nog) geen publicaties zijn zijn deze in beginsel niet opgenomen, tenzij een working paper in een wetenschappelijk (al dan niet elektronisch) tijdschrift zou zijn ge- publiceerd. Dan betreft het een publicatie en kan worden nagegaan of het een wetenschappelijke dan wel een vakpublicatie betreft.

Het verslag is opgesteld volgens het zogenaamde Standaard Evaluation Proto- col (SEP). De Nederlandse universiteiten hebben zich ertoe verbonden bij (ex- terne) evaluaties dit SEP te volgen en derhalve is de verslaglegging daarop af- gesteld. Aan de programmaleiders is dan ook gevraagd om bij de verslagleg- ging rekening te houden met de volgens het SEP relevante criteria. De aanwij- zing van de programmaleiders is opgenomen in bijlage bij dit verslag.

Bewust is in dit verslag gekozen voor een volledige opname van de publicaties van de onderzoeksgroepen. Alleen op die manier wordt een volledig beeld ver- kregen van de kwantiteit en kwaliteit van de productie binnen die groepen.

II. Specifiek

Hoewel in dit wetenschappelijk onderzoek de productie over de jaren 2005, 2006 en 2007 is opgenomen, zijn sommige publicaties die slechts begin 2008 verschenen toch opgenomen wanneer het betreffende onderzoek in 2007 werd afgesloten. ii Verantwoording

Alle publicaties (wetenschappelijke dan wel vak) worden in beginsel slechts éénmaal opgenomen, ook wanneer er meerdere auteurs zijn. De publicatie wordt dan opgenomen op basis van de alfabetische naamsvolgorde van de eer- ste auteur. Publicaties kunnen uiteraard in beginsel ook slechts in één pro- gramma worden opgenomen. Bepaalde publicaties kunnen daarentegen wel als kernpublicatie in meer dan één programma worden opgevoerd, mits door de programmaleider wordt toegelicht waarom zulks gebeurt.

Uiteraard bestaat ten aanzien van deze en de hierna vermelde criteria de nodige interpretatievrijheid. De uiteindelijke verantwoordelijkheid (mits een toets door wetenschappelijk directeur en bestuur) voor de wijze van verslaglegging (en dus ook de indeling) ligt bij de coördinerend programmaleider.

III. Input/output criteria

In beginsel dient een voltijds onderzoeker minimaal 0,2 fte in een programma onder te brengen. Vandaar dat bij de overzichten van onderzoekers ook steeds hun participatie binnen het programma is aangegeven. Participatie in meerdere programma's is mogelijk, doch (wederom bij een voltijds aanstelling) dan ook voor minimaal 0,2 fte. Dit betekent dat men bij een voltijdse aanstelling maxi- maal in twee programma's kan participeren (voor 0,2 fte per programma) ervan uitgaande dat men een 0,4 onderzoeksaanstelling heeft. Lagere aanstellingen zijn slechts aanvaardbaar voor honoraire onderzoekers, deeltijders of promo- vendi.

Participatie in meerdere programma's is dus mogelijk. Wanneer hiervan syste- matisch sprake is zou dit via een formele participatie in het andere programma (dus via een deeltijdfactor) moeten worden duidelijk gemaakt. Een onderzoeker heeft uiteraard de vrijheid om ook te publiceren in andere programma's. Wan- neer een onderzoeker occasioneel binnen een ander programma publiceert wordt die publicatie uiteraard in het betreffende programma opgevoerd en wordt de onderzoeker aldaar als ‘gastonderzoeker’ aangemerkt. Publicaties die geen uitvoering vormen van enig programma binnen de Ius Commune Onder- zoekschool worden binnen het programma waarin de onderzoeker participeert onder de rubriek ‘overige publicaties’ opgenomen.

De per programma opgenomen publicatieresultaten dienen dus in beginsel een uitvoering te vormen van het programma van de onderzoekschool. Voor zover dat niet het geval is worden de publicaties van de betreffende onderzoeker in de categorie ‘overige publicaties’ opgenomen.

Wat de outputcriteria betreft geldt dat bij een voltijdse onderzoeksaanstelling (dus 0,4 fte) van een onderzoeker in beginsel vereist wordt dat hij drie weten- schappelijke publicaties per jaar heeft op het terrein van de onderzoekschool. Bij participatie in meerdere programma's vindt ook een proportionele reductie van de publicatie-eisen plaats en datzelfde geldt uiteraard bij een beperktere

iii Wetenschappelijk verslag 2005-2007 input in een specifiek programma. ‘Overige publicaties’ gelden in beginsel niet om aan de publicatie-eisen te voldoen. Echter, bij de beoordeling van de vraag of aan de outputvereisten is voldaan berust een grote beoordelingsvrijheid bij de (coördinerend) programmaleider. Bijvoorbeeld bij publicatie van één sub- stantieel artikel in een belangrijk internationaal tijdschrift kan de programma- leider van oordeel zijn dat toch aan het outputcriterium is voldaan. Dit hangt ook in grote mate met de aard van het vakgebied samen.

Op promovendi rust, behoudens het schrijven van hun proefschrift, geen publi- catieplicht.

Samenvattend: Wanneer een onderzoeker vooraf (via de deeltijdfactor) heeft aangegeven voor een bepaald deel van de onderzoekstijd in een ander programma werkzaam te willen zijn, zullen ook publicaties in dat andere programma vanzelfsprekend worden meegewogen bij de beoordeling van de vraag, of aan publicatie-eisen is voldaan;

- wetenschappelijke publicaties die niet onder het programma van de onder- zoekschool vallen worden niet meegewogen in de beoordeling of een on- derzoeker heeft voldaan aan de publicatie-eisen van de onderzoekschool;

- de vraag in hoeverre een boek dan wel internationale publicaties zwaarder dienen te worden meegewogen, behoort in beginsel aan de beoordeling van de programmaleider;

- of een publicatie uitvoering vormt van het programma behoort eveneens tot de beoordelingsbevoegdheid van de (coördinerend) programmaleider. Zulks wordt ex post (marginaal) getoetst door de wetenschappelijk directeur en door het bestuur van de Ius Commune Onderzoekschool.

IV. Nationaal recht, rechtsvergelijking en Ius Commune

Anders dan in het verleden bij verslaglegging het geval was is afgezien van het zetten van sterretjes (*) bij publicaties die als zuivere Ius Commune publicaties konden worden aangezien. Relevante vraag (te beoordelen door de programma- leider) is of een publicatie uitvoering vormt van het specifieke programma en daarmee van de missie van de Ius Commune Onderzoekschool. Uitvoering ge- ven aan die missie zal allicht het geval zijn bij rechtsvergelijkende publicaties en publicaties die onderzoeken in welke mate het wenselijk is een Ius Commu- ne op een bepaald rechtsgebied tot stand te brengen. Echter, ook zuiver natio- naal-rechtelijke publicaties zijn niet per definitie uitgesloten in de mate dat zij ondersteunend kunnen zijn voor het grondslagendebat over de totstandkoming van een Ius Commune en daarmee ook een bijdrage leveren aan de uitvoering van het programma en daarmee van de missie van de onderzoekschool. iv Verantwoording

Deze missie wordt uitgevoerd door:

- binnen de afzonderlijke rechtsgebieden (privaatrecht, publiekrecht) van grondslagen onderzoek te doen vanuit de gedachte dat inzicht in deze grondslagen kan bijdragen aan (kennis over) integratieprocessen;

- het uitvoeren van rechtsvergelijkend onderzoek met hetzelfde doel;

- de bestudering van de rol van het Europees en internationaal recht bij ge- noemde integratieprocessen.

Veel van het onderzoek in de Ius Commune Onderzoekschool is gericht op de (on)mogelijkheid van integratie/harmonisatie van rechtsregels in regionale sa- menwerkingsverbanden, zoals Europa, zonder dat evenwel harmonisatie op normatief vlak door de school wordt nagestreefd of bevorderd.

Maastricht, 1 februari 2008

v

INHOUDSOPGAVE

VERANTWOORDING...... i A. Algemeen ...... i B. Uitgangspunten voor verslaglegging...... i I. Algemeen...... i II. Specifiek ...... ii III. Input/output criteria ...... iii IV. Nationaal recht, rechtsvergelijking en Ius Commune...... iv

IUS COMMUNE...... 1 A. Centrale probleemstelling...... 1 B. De programmastructuur...... 1 C. Gezamenlijke wetenschappelijke activiteiten binnen het programma...... 2

EUROPEES PRIVAATRECHT ...... 5

ALGEMEEN VERBINTENISSEN- EN CONTRACTENRECHT ...... 7 A. Volledige titel...... 7 B. Deelprogramma's...... 7 C. Onderzoeksleden programma...... 7 D. Trefwoorden...... 9 E. Samenvatting programmaopzet...... 9 I. Programmaopzet...... 9 a. Oorspronkelijke probleemstelling, doelstellingen en methode ...... 9 b. Actualisering ...... 11 II. Beoogde resultaten ...... 11 III. Academische reputatie en verspreiding van onderzoeksresultaten ...... 12 IV. Relatie tot de onderzoeksschool...... 12 V. Effecten van de samenwerking ...... 13 VI. Onderzoeksfaciliteiten en middelentoekenning ...... 13 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 13 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 13 I. Publicaties...... 13 II. Gezamenlijke activiteiten...... 14 III. Verkregen subsidies...... 16 H. Voortzetting...... 16 I. Kernpublicaties...... 16 J. Uitstekende publicaties...... 17 K. Dissertaties ...... 17 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 18 Wetenschappelijke publicaties...... 18 Vakpublicaties ...... 42 Annotaties ...... 59

vii Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 62 Overige publicaties...... 64

EUROPEES PERSONEN-, FAMILIE- EN ERFRECHT...... 77 A. Volledige titel...... 77 B. Deelprogramma's...... 77 C. Onderzoeksleden programma...... 77 D. Trefwoorden...... 78 E. Samenvatting programmaopzet...... 78 I. Oorspronkelijke probleemstelling en doelstellingen...... 78 II. Onderzoeksthema's...... 79 F. Inhoudelijk overzicht resultaten over verslagperiode...... 79 I. Deel I: Gezamenlijke activiteiten...... 79 II. Deel II: Activiteiten die niet gezamenlijk zijn, maar die binnen het gebied Ius Commune vallen...... 80 G. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 85 H. Voortzetting...... 85 I. Kernpublicaties...... 87 J. Uitstekende publicaties...... 88 K. Dissertaties ...... 88 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 88 Wetenschappelijke publicaties ...... 88 Vakpublicaties...... 102 Annotaties ...... 108 Overige publicaties...... 112

GOEDERENRECHT ...... 113 A. Volledige titel...... 113 B. Deelprogramma's...... 113 C. Onderzoeksleden programma...... 113 D. Trefwoorden...... 114 E. Samenvatting programmaopzet...... 114 I. Leiderschap en managementstijl...... 114 II. Programmaopzet...... 115 III. Actualisering...... 118 IV. Methodiek ...... 119 V. Beoogde resultaten ...... 120 VI. Effecten van samenwerking...... 120 VII. Relatie tot de onderzoekschool ...... 121 VIII. Academische reputatie ...... 122 IX. Onderzoeksfaciliteiten, middelentoewijzing...... 123 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 123 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 124 I. Algemeen...... 124 II. Gemeenschappelijke Activiteiten ...... 124 viii Inhoudsopgave

H. Voortzetting...... 126 I. Kernpublicaties...... 127 J. Uitstekende publicaties...... 127 K. Dissertaties ...... 128 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 128 Wetenschappelijke publicaties...... 128 Vakpublicaties ...... 139 Annotaties ...... 146 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 148 Overige publicaties...... 149

AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING...... 153

A. Volledige titel...... 153 B. Deelprogramma's...... 153 C. Onderzoeksleden programma...... 153 D. Trefwoorden...... 154 E. Samenvatting programmaopzet...... 154 I. Leiderschap, managementstijl & communicatie...... 154 II. Programmaopzet...... 155 III. Beoogde resultaten ...... 156 IV. Relatie tot de onderzoeksschool...... 157 V. Academische reputatie ...... 157 VI. Effecten van de samenwerking ...... 158 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 158 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 158 I. Shifts in Governance ...... 158 II. Gemeenschappelijke activiteiten en publicaties...... 159 III. Contractonderzoek...... 161 IV. Samenwerking met de European Group on Tort Law, ECTIL en Cambridge...... 162 H. Voortzetting...... 163 I. Kernpublicaties...... 164 J. Uitstekende publicaties...... 164 K. Dissertaties ...... 165 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 165 Wetenschappelijke publicaties ...... 165 Vakpublicaties ...... 190 Annotaties ...... 198 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 202 Overige publicaties...... 204

GRENSOVERSCHRIJDEND MILIEURECHT...... 209 A. Volledige titel...... 209 B. Deelprogramma's...... 209 C. Onderzoeksleden programma...... 209 ix Wetenschappelijk verslag 2005-2007

D. Trefwoorden...... 211 E. Samenvatting programmaopzet...... 211 I. Leiderschap, managementstijl & communicatie...... 211 II. Programmaopzet...... 212 a. Thema: grensoverschrijdend milieurecht ...... 212 b. Methodologie ...... 213 c. Thema's ...... 214 III. Beoogde resultaten ...... 216 IV. Relatie tot de onderzoekschool ...... 217 V. Academische reputatie ...... 217 VI. Effecten van de samenwerking ...... 218 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 219 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 219 I. Bijeenkomsten ...... 219 II. Gezamenlijke publicaties...... 221 III. Deelname aan door de EU gefinancierde onderzoeks- programma's (6de kader programma)...... 222 IV. Contractonderzoek...... 222 H. Voortzetting...... 222 I. Kernpublicaties...... 224 J. Uitstekende publicaties...... 224 K. Dissertaties ...... 225 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 226 Wetenschappelijke publicaties...... 226 Vakpublicaties ...... 245 Annotaties ...... 258 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 264 Overige publicaties...... 265

RECHTSPERSONEN IN EUROPA ...... 271 A. Volledige titel...... 271 B. Deelprogramma's...... 271 C. Onderzoeksleden programma...... 271 D. Trefwoorden...... 272 E. Samenvatting programmaopzet...... 272 I. Leiderschap, managementstijl en communicatie ...... 272 II. Programmaopzet...... 273 a. Oorspronkelijke probleemstelling en doelstellingen ...... 273 b. Actualisering; huidige programmaopzet ...... 273 1. Aspecten van formele harmonisatie ...... 273 2. Aspecten van materiële harmonisatie...... 275 3. Corporate Governance ...... 276 4. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen...... 277 c. Methodiek en beoogde resultaten...... 278 d. Relatie tot de onderzoekschool...... 278 e. Academische reputatie en effecten van de samenwerking ...... 279 x Inhoudsopgave

F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 279 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 279 H. Voortzetting...... 280 I. Kernpublicaties...... 280 J. Uitstekende publicaties...... 280 K. Dissertaties ...... 281 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 281 Wetenschappelijke publicaties...... 281 Vakpublicaties ...... 290 Annotaties ...... 295 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 296

FISCALE VRAAGSTUKKEN IN DE INTERNE MARKT (GEASSOCIEERD PROGRAMMA)...... 297 A. Volledige titel...... 297 B. Deelprogramma's...... 297 C. Onderzoeksleden programma...... 297 D. Trefwoorden...... 298 E. Samenvatting programmaopzet...... 298 I. Programmaopzet...... 298 II. Programma gedetailleerd ...... 299 a. Invloed van het Europees recht op het nationale belastingrecht..299 b. Economie en belastingen...... 300 c. Rechtsvergelijking: fiscale concurrentie en staatssteun in Europa ...... 300 d. Omzetbelasting...... 301 e. Vergelijkende belasting van inkomsten uit arbeid (incl. grensarbeiders en pensioenen) ...... 302 III. Beoogde resultaten ...... 303 IV. Academische reputatie ...... 303 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 304 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 304 H. Voortzetting...... 304 I. Kernpublicaties...... 304 J. Uitstekende publicaties...... 304 K. Dissertaties ...... 305 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 305 Wetenschappelijke publicaties...... 305 Vakpublicaties ...... 309 Annotaties ...... 315 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 316 Overige publicaties...... 316

xi Wetenschappelijk verslag 2005-2007

GRONDSLAGEN EN BEGINSELEN VAN BURGERLIJK PROCESRECHT IN EUROPA ...... 317 A. Volledige titel...... 317 B. Deelprogramma's...... 317 C. Onderzoeksleden programma...... 317 D. Trefwoorden...... 318 E. Samenvatting programmaopzet...... 318 I. Achtergronden ...... 318 II. Afbakening en doelstelling van het programma ...... 320 III. Werkwijze...... 322 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 323 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 323 H. Voortzetting...... 327 I. Kernpublicaties...... 328 J. Uitstekende publicaties...... 328 K. Dissertaties ...... 328 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 329 Wetenschappelijke publicaties...... 329 Vakpublicaties ...... 339 Annotaties ...... 344 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 347

INTELLECTUELE EIGENDOM (GEASSOCIEERD PROGRAMMA)...... 349 A. Volledige titel...... 349 B. Deelprogramma's...... 349 C. Onderzoeksleden programma...... 349 D. Trefwoorden...... 350 E. Samenvatting programmaopzet...... 350 I. Leiderschap, managementstijl & communicatie...... 350 II. Programmaopzet...... 350 a. Summary and Contents of the research programme...... 350 b. Actualisering ...... 354 III. Beoogde resultaten ...... 355 a. General nature ...... 355 b. Research subject chosen...... 356 IV. Relatie tot de onderzoekschool ...... 357 a. EU ...... 357 b. International ...... 357 V. Academische reputatie ...... 358 VI. Effecten van de samenwerking ...... 359 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 360 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 360 I. Conferences and Seminars organised...... 360 II. Contractonderzoek...... 361 xii Inhoudsopgave

H. Voortzetting...... 361 I. General...... 361 II. Personnel...... 362 III. Activities ...... 362 IV. PhDs...... 362 I. Kernpublicaties...... 363 J. Uitstekende publicaties...... 363 K. Dissertaties ...... 364 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 364 Wetenschappelijke publicaties...... 364 Vakpublicaties ...... 371 Annotaties ...... 373 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 375 Overige publicaties...... 375

IUS COMMUNE EN PUBLIEKRECHT ...... 377 A. Algemene inleiding...... 377 B. Toekomst...... 378

PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSVERGELIJKING ...... 381 A. Volledige titel...... 381 B. Deelprogramma's...... 381 C. Onderzoeksleden programma...... 381 D. Trefwoorden...... 383 E. Samenvatting programmaopzet...... 383 I. Doelstellingen, onderzoeksobjecten ...... 383 II. Beoogde resultaten; effecten van de samenwerking...... 383 III. Academische reputatie ...... 384 IV. Organisatie en management...... 384 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 384 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 385 I. Inleiding ...... 385 II. SARO-project ‘Politieke controle in Europa’ ...... 385 III. Gezamenlijke publicaties en congressen...... 386 H. Voortzetting...... 387 I. Kernpublicaties...... 388 J. Uitstekende publicaties...... 388 K. Dissertaties ...... 389 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 390 Wetenschappelijke publicaties ...... 390 Vakpublicaties ...... 412 Annotaties ...... 424 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 444 Overige publicaties...... 444 Bijlage: Activiteitenplan Montesquieu-instituut Maastricht 2008-2009...... 445 xiii Wetenschappelijk verslag 2005-2007

CONSTITUTIONELE PROCESSEN IN EUROPA...... 457 A. Volledige titel...... 457 B. Deelprogramma's...... 457 C. Onderzoeksleden programma...... 457 D. Trefwoorden...... 458 E. Samenvatting programmaopzet...... 458 I. Inhoudelijke samenvatting ...... 458 II. Aansturing en werkverbanden...... 461 III. Methodiek en doelgroep...... 462 IV. Verspreiding onderzoeksresultaten...... 462 V. Onderzoeksfinanciering, reputatie onderzoekers...... 463 VI. Opleiding en coaching...... 463 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 463 G. Inhoudelijk overzicht resultaten ...... 464 H. Voortzetting...... 465 I. Kernpublicaties...... 466 J. Uitstekende publicaties...... 466 K. Dissertaties ...... 466 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 467 Wetenschappelijke publicaties...... 467 Vakpublicaties ...... 479 Annotaties ...... 486 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 489 Overige publicaties...... 490 Bijlage 1 bij deelprogramma II: Globale inhoud Binding Unity/Divergent Concepts project ...... 493 Bijlage 2 bij deelprogramma II: Deelenemers aan het Binding Unity project en hun bijdragen...... 495

CONSTITUTIONELE PROCESSEN IN DE INTERNATIONALE RECHTSORDE ...... 499 A. Volledige titel...... 499 B. Deelprogramma's...... 499 C. Onderzoeksleden programma...... 499 D. Trefwoorden...... 500 E. Samenvatting programmaopzet...... 500 F. Opbouw onderzoeksinput wetenschappelijk personeel...... 501 G. Inhoudelijk overzicht resultaten over verslagperiode...... 501 H. Voortzetting...... 504 I. Kernpublicaties...... 504 J. Uitstekende publicaties...... 505 K. Dissertaties ...... 505 L. Overzicht van alle overige publicaties ...... 506 Wetenschappelijke publicaties ...... 506 Vakpublicaties ...... 514 xiv Inhoudsopgave

Annotaties ...... 520 Publicaties ‘gastonderzoekers’...... 521 Overige publicaties...... 521

Bijlage bij Ius Commune en publiekrecht: Constitutionele processen: de (wisselwerking tussen de) nationale, Europese en internationale dimensie...... 525

xv

IUS COMMUNE

A. CENTRALE PROBLEEMSTELLING

Voor een beschrijving van de probleemstelling van de Onderzoeksschool en van de uitgangspunten voor het gemeenschappelijk onderzoek, zij verwezen naar de hererkeningsaanvraag. De voorgeschiedenis van het onderzoekspro- gramma is te vinden in het Wetenschappelijk verslag 1995-1998.

B. DE PROGRAMMASTRUCTUUR

Programma:

IUS COMMUNE EN PRIVAATRECHT

Deelprogramma's en onderzoeksgroepen: ¾ Europees privaatrecht - Algemeen verbintenissen- en contractenrecht - Personen- en familierecht - Consumentenrecht - Goederenrecht ¾ Aansprakelijkheid en verzekering ¾ Grensoverschrijdend milieurecht ¾ Ondernemingen in Europa - Rechtspersonen in Europa - Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma) ¾ Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa ¾ Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

Programma:

IUS COMMUNE EN PUBLIEKRECHT

Deelprogramma's en onderzoeksgroepen: ¾ Publiekrechtelijke rechtsvergelijking ¾ Constitutionele processen in Europa ¾ Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

1 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

C. GEZAMENLIJKE WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN BINNEN HET PROGRAMMA

Hierbij wordt een overzicht geboden van activiteiten die door de Ius Commune Onderzoeksschool als geheel zijn ondernomen en derhalve niet terug te voeren zijn tot een of meer programma's.

De jaarlijkse Ius Commune congressen vonden in de verslagperiode plaats op: - 1 en 2 december 2005 te Edinburgh; - 30 november en 1 december 2006 te Utrecht; - 29 en 30 november 2007 te Luik. Sedert september 2007 beschikt de Onderzoekschool Ius Commune over een geheel vernieuwde website: .

Sinds 2000 worden onder redactie van Hesselink, Hondius, Smits en Stijns de Ius Commune Lectures on European Private Law gepubliceerd. Verschenen zijn de volgende delen:

1. Hector MacQueen, Scots law and the Road to the New Ius Commune. 2. Alan Watson, Legal Transplants and European Private Law 3. Martin A. Hogg, Lowlands to Low Country: Perspectives on the Scottish and Dutch Law of Unjustified Enrichment 4. Aharon Barak, Some Reflections on the Israeli Legal System and its Judici- ary 5. Hector MacQueen, Laws and Languages: Some Historical Notes from Scot- land 6. Christian Joerges, On the Legitimacy of Europeanising Private Law 7. Horatia Muir Watt, Choice of Law in Integrated and Interconnected Mar- kets: a Matter of Political Economy 8. Roy Goode, Contract and Commercial Law: the Logic and Limits of Har- monisation 9. Wouter Snijders, Building a European Contract Law; five Fallacies and two Castles in Spain 10. Anne-Françoise Debruche, Judicial Fairness in the Realm of Strict Law: Comparative Insights around a Classic Encroachment Case

In 2001 werd de Ius Commune Prize ingesteld voor de beste publicatie van een jonge onderzoeker op het terrein van ius commune. De jury heeft bestaan uit

2 Ius Commune leden van de in de Onderzoekschool deelnemende faculteiten. Winnaars van de Ius Commune Prize in de verslagperiode waren:

- Michal Bobek, The Binding Force of Babel: The Enforcement of EC Law Unpublished in the Languages of the New Member States (2007) - Pål Wennerås, A New Dawn for Commission Enforcement under Articles 226 and 228 EC: General and Persistent (GAP) Infringements, Lump Sums and Penalty Payments (2006) - Ian Curry-Sumner, Uniform Trend in Non-Marital Registered Relationships in Europe (2005)

3

EUROPEES PRIVAATRECHT

De centrale doelstelling binnen het overkoepelende deelprogramma Europees privaatrecht is tweeërlei. Binnen het deelprogramma wordt zowel onderzoek verricht naar de spanning tussen nationaal privaatrecht en het recht van de Eu- ropese institutionele organen (met name de Europese Unie en de Raad van Eu- ropa) als naar de mogelijkheden om ook los van die supra-Europese organisa- ties een Europees privaatrecht te bewerkstelligen.

In de eerste plaats geldt immers dat door de toenemende economische, sociale en politieke integratie van de lidstaten van de Europese Unie de uit Brussel afkomstige regelgeving in de diverse lidstaten een steeds belangrijker plaats inneemt. Ook van het EVRM en van de daarop gebaseerde rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens gaat een harmoniserende invloed uit. Daarnaast bestaan ook verdragen op deelterreinen (zoals vele verdragen op het terrein van het personen- en familierecht en het Weens Koopverdrag). Elk van deze instrumenten heeft een weliswaar unificerend effect op Europees ni- veau, maar ook een desintegrerend effect op nationaal niveau. Doordat de har- monisatie beperkt is tot deelgebieden van nationaal recht, ontstaat immers in de lidstaten, binnen een zelfde rechtsgebied, een cesuur tussen nationaal recht dat geharmoniseerd is met het recht van andere lidstaten en recht dat aan deze har- monisatie ontsnapt. Gevolg daarvan is een grotere dispariteit binnen het recht van elke lidstaat, hetgeen kan leiden tot onevenwichtigheid en een geringere transparantie van het nationale recht. Reeds dit roept de vraag op naar de moge- lijkheid van formulering van beginselen die commuun zijn aan de privaat- rechtsstelsels van de Europese lidstaten: alleen door een beklemtoning van de grondslagen en algemene beginselen van de diverse rechtsstelsels kan een zeke- re graad van cohesie binnen het op het grondgebied van een zelfde lidstaat gel- dende regelenbestand – wat ook de oorsprong daarvan moge zijn (cf. het plura- lisme van rechtsbronnen) – worden bewerkstelligd.

In de tweede plaats geldt dat ook de andere mogelijkheden om een Europees privaatrecht te bewerkstelligen en hun mogelijke invloed op nationale rechts- stelsels een wetenschappelijke bestudering behoeven. In dit verband dient we- derom de ontwikkeling van algemene beginselen van Europees privaatrecht te worden genoemd, doch nu niet zozeer als panacee voor praktische nationale problemen als wel als zelfstandige methode van niet-centralistische unificatie. Noodzakelijk onderdeel van dit onderzoek is het bestuderen van beginselen en regelingen die aan Europese rechtstelsels gemeenschappelijk zijn, waarvan er vele zijn voortgekomen uit dezelfde historische wortels, met name uit hetgeen vroeger als Europees ‘ius commune’ werd ervaren. Eveneens noodzakelijk on- derdeel hiervan is bestudering van de vraag in hoeverre de rechtsstelsels van de civil law- en de common law-traditie nader tot elkaar kunnen worden gebracht en welke ervaringen daarmee zijn opgedaan in de zogenaamde ‘gemengde rechtsstelsels’.

5 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

In overeenstemming met de traditionele privaatrechtelijke systematiek in de civil law-traditie wordt vervolgens onderscheiden in de projecten Algemeen verbintenissen- en contractenrecht, Personen- en familierecht, en Goederen- recht.

6

ALGEMEEN VERBINTENISSEN- EN CONTRACTENRECHT

A. VOLLEDIGE TITEL

Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

B. DEELPROGRAMMA'S

Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde coördinerend onderzoeksleider Dhr. Prof.Mr. J.M. Smits(UM) 01-01-99

onderzoeksleiders Dhr. Prof.Mr. M. Hesselink (UvA) 01-10-03 Dhr. Prof.Mr. E.H. Hondius (UU) 01-01-95 Mw. Prof.Dr. S. Stijns (KUL) 01-01-99

senior onderzoekers Dhr. Prof.Dr. R. Van den Bergh (EUR)* 01-02-00 Mw. Prof.Dr. K. Boele-Woelki (UU) 01-01-95 Dhr. Mr. D. Busch (UU) 01-09-98 Dhr. Prof.Mr. C.E. Du Perron (UvA) 01-10-99 Dhr. Mr. J. Hage (UM)* 01-05-04 Dhr. Prof.Mr. J. Hallebeek (VU)* 01-10-00 Dhr. Prof.Mr. A.S. Hartkamp (RU) 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. T. Hartlief (UM) 01-10-99 Dhr. Prof.Mr. M. Hesselink (UvA) 01-01-95 30-09-03 Dhr. Prof.Mr. Ch. Jansen (VU) 01-10-04 Dhr. Dr. R.J.Q. Klomp (UU) 01-03-02 Dhr. Prof.Mr. M. Loos (UvA) 01-10-03 Dhr. Prof. A.I. Ogus (UM / Manchester)* 01-09-98 Dhr. Prof.Mr. J.G.J. Rinkes (UM / OU)** 01-01-95 Dhr. Dr. A.C. van Schaick (UU) 01-03-02 Dhr. Prof.Mr. E.J.H. Schrage (UvA) 01-10-05 Dhr. Prof.Dr. M.E. Storme (KUL) 01-01-95 Dhr. Prof.Dr. J. Stuyck (KUL) 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. R.P.J.L. Tjittes (VU) 01-09-98

7 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Begin Einde

onderzoekers Dhr. Mr. C. Bollen (UM) 01-01-95 Mw. O. Bueno Diaz (UvA) 03-11-07 Mw. C. Cauffman (KUL) 01-06-99 Mw. O.O. Cherednychenko (VU) 19-04-07 Mw. Mr. T.E. Deurvorst (UU) 01-10-03 Dhr. Mr. J.H. Dondorp (VU)* 01-10-03 Dhr. Mr. Ch. Jeloschek (UU) 01-10-99 31-01-06 Mw. Mr. S.A. Kruisinga (UU) 01-10-07 Mw. Mr. C.B.P. Mahé (UU) 03-03-06 Mw. Dr. C. Mak (UvA) 27-09-07 Dhr. Dr. W. Rauws (UM) 01-10-04 Mw. Mr. J. Rutgers (UvA) 01-07-01 Mw. I. Samoy (KUL) 01-06-99 Mw. Mr. M. Schaub (UU) 01-10-05 Mw. Mr. H. Schelhaas 01-10-97 Mw. H. Sivesand (UU) 01-02-00 Dhr. Mr. G.J.P. de Vries (UvA) 01-10-99 Dhr. Prof.Dr. P. Wéry (UCL) 14-02-03 Dhr. Prof.Mr. L.C. Winkel (EUR) 01-04-05

promovendi Dhr. D. Alessi (UU) 01-05-06 Dhr. G. Arnokouros (UU) 01-10-99 31-05-07 Dhr. Mr. J. Baaij (UvA) 01-10-06 Mw. O. Bueno Diaz (UvA) 01-10-00 02-11-07 Mw. O.O. Cherednychenko (VU)* 01-10-02 18-04-07 Dhr. Mr. R. Hardy (UM) 01-10-02 Mw. Mr. G. Hesen (UM) 01-04-05 Dhr. Mr. B. van Hofstraeten (UM)* 01-03-03 Mw. N. Kornet (UM) 01-10-02 28-09-06 Mw. Mr. K. Kryczka (UU) 01-10-02 Mw. Mr. J. Luzak (UvA) 01-10-05 Mw. Mr. C.B.P. Mahé (UU) 01-09-97 02-03-06 Mw. Mr. C. Mak (UvA)* 01-10-02 26-09-07 Dhr. R. Manko (UvA)* 01-04-05 Dhr. Mr. H. Martius (OU) 01-03-03 14-12-07 Mw. Mr. S. Mutluer (VU) 01-02-07 Mw. A. Nottet (ULG) 01-10-07 Dhr. Mr. J. Oosterhuis (VU) 01-02-07 8 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Begin Einde Mw. Mr. J. van Ooststroom (UvA) 01-10-06 31-05-07 Mw. I. Raiwa (UvA) 01-10-03 30-09-07 Mw. Mr. S. Tamboer (UvA) 01-10-06 Mw. K. Vanderschot (KUL) 01-04-05 31-05-06 Dhr. Mr. M. van der Veen (TU Delft) 01-10-04 Mw. Mr. H. Veenstra (UU) 01-10-04 Mw. Mr. M. Veldman (UvA) 01-07-01 30-09-07 Mw. Mr. M. Vermeer (UU) 01-09-98 Mw. A. Wiewiorowska-Domagalska (UU) 01-10-00 Dhr. Mr. B. van Zelst (UvA) 01-10-05

emeriti Dhr. Prof.Dr. W. van Gerven (KUL/UvT)* 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. F.W. Grosheide (UU) 01-01-95 Dhr. Prof.Dr. J. Herbots (KUL) 01-01-95

* Participeerde voorheen in het opgeheven programma ‘Grondslagen van het privaatrecht’ ** Participeerde voorheen in het opgeheven programma ‘Consumentenrecht’

D. TREFWOORDEN

Europees privaatrecht; Rechtsvergelijking; Harmonisatie; Europese richtlijnen; Contractenrecht; verrijkingsrecht

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Programmaopzet a. Oorspronkelijke probleemstelling, doelstellingen en methode

De hieronder weergegeven oorspronkelijke probleemstelling, doelstelling en methode van het programma zijn aldus vastgesteld bij aanvang van het pro- gramma. De actualisering (en dus de hoofdthema's van de periode 2005-2007) is te vinden onder b.

Het onderzoek richt zich zowel op meer algemene vragen van harmonisatie en eenwording, en de moeilijkheden die daarbij optreden, als op de traditionele rechtsvergelijking. Door de rechtsvergelijking op deelonderwerpen van het con- tracten- en overig verbintenissenrecht te bezien in het licht van de meer alge- mene vragen ontstaat een vruchtbaar onderzoeksterrein. Bij die algemene vra- gen kan worden gedacht aan de bevoegdheid van de EG om op het terrein van het contractenrecht nadere regels te stellen, aan de problematiek van de funda-

9 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 mentele verschillen tussen common law en civil law-systemen en uiteraard aan de compatibiliteit van de verschillende civil law systemen onderling. Zo bestaat twijfel over de vraag of het EG-verdrag nu wel of niet een bevoegdheids- grondslag biedt voor een Europees contractenwetboek. Verder wordt er door de een pessimistischer dan door de ander geoordeeld over de mogelijkheid om de common law en de civil law op één lijn te krijgen. Welke methode van eenwor- ding dient te worden gekozen (Europese richtlijnen, Principles, Verdragen, vrij verkeer van rechtsregels, leidend tot een ‘gemengd’ rechtsstelsel, etc.), en wel- ke nadelen aan deze methoden zijn verbonden, wordt steeds uitdrukkelijk in het onderzoek betrokken.

Het onderzoek op het terrein van het contracten- en overig verbintenissenrecht richt zich enerzijds op het doorlichten van het eigen Nederlandse recht (en van andere nationale rechtsstelsels) tegen de achtergrond van een Europees privaat- recht, anderzijds op de analyse van de wenselijkheid en de mogelijkheid van het totstandbrengen van een Europees contracten- en overig verbintenissen- recht. Daarbij ligt de nadruk sinds de integratie met het vroegere programma Grondslagen zowel op het contracten- en (in mindere mate) het verrijkingsrecht als op grondslagenonderzoek (met name het harmonisatiedebat in algemene zin).

De onderwerpen van verbintenissenrecht die in dit kader worden bestudeerd zijn totstandkoming, inhoud en niet-nakoming van de overeenkomst, alsmede de verhouding tussen de overeenkomst en de andere bronnen van verbintenis. Wat dit laatste aangaat, komt met name de verhouding tussen het verrijkings- recht (onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking en zaakwaar- neming) en het overeenkomstenrecht aan de orde. Hier is alle reden voor nu in rechtsvergelijkend opzicht deze bronnen onderling sterk met elkaar verbonden zijn. In het onderzoek wordt gepoogd om door middel van rechtsvergelijking verkregen inzichten te transplanteren naar het Nederlandse en Belgische recht. Ook wordt onderzoek gedaan naar de beginselen van contractenrecht die de Europese stelsels gemeen hebben en wat daarvan typisch civil law en wat ty- pisch common law is. In dat kader wordt traditioneel ook gekeken naar de waarde die gemengde rechtsstelsels (met name Zuid-Afrika en Schotland) kun- nen hebben voor een toekomstig Europees privaatrecht. Er zij op gewezen dat het aansprakelijkheidsrecht grotendeels is ondergebracht in het programma Aansprakelijkheid en verzekering.

Nauw verbonden met het voorafgaande is de invloed van Europese instrumen- ten van harmonisatie (met name richtlijnen) op het nationale recht. De inhoud en de wijze van implementatie van richtlijnen op het terrein van het contracten- recht worden voor het Nederlandse recht (in vergelijking met enkele andere rechtsstelsels) onderzocht. Dit onderzoek mondt uit in conclusies over zowel de kwaliteit van en geschiktheid voor hun doel van richtlijnen als over de mate waarin Staten voldoen aan hun Europese implementatieverplichtingen.

10 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

In het onderzoeksprogramma zijn ter uitvoering van het voorgaande drie hoofdgebieden aangewezen:

1. onderzoek naar de meest gewenste wijze van rechtsunificatie op het terrein van het contracten- en overig verbintenissenrecht in het licht van de doel- stellingen van de Europese Unie. 2. De descriptieve rechtsvergelijking op het vlak van de totstandkoming, in- houd en niet-nakoming van de overeenkomst en op het vlak van de overige bronnen van verbintenis (waaronder het verrijkingsrecht). 3. Onderzoek naar de invloed van Europese instrumenten (met name richtlij- nen) op het nationale recht. b. Actualisering

Binnen het programma zijn op alle drie de hoofdgebieden de laatste twee jaar nieuwe accenten gelegd:

1. De initiatieven van de Europese Unie op het terrein van het contractenrecht zijn geïntensiveerd: het debat over de toekomstige vormgeving van met na- me het Europees contractenrecht is geïntensiveerd sinds de Europese Com- missie zijn Mededelingen op dit terrein het licht deed zien. De onderzoeks- groep heeft in sterke mate bijgedragen aan dit (internationale) debat. Dit geldt zowel voor de inhoud van een toekomstig contractenrecht (bijdragen aan het European Civil Code project) als voor de meer methodologische as- pecten (kritische discussie over de methodologische aspecten van harmoni- satie). Hier wordt ook promotieonderzoek naar verricht.

2. In de vorige verslagperioden is gewerkt aan een vergelijking van Belgisch en Nederlands recht op het vlak van de contractuele remedies, de totstand- koming en de inhoud van de overeenkomst. In de huidige verslagperiode is het accent verlegd naar diverse andere aspecten. Eén gezamenlijk groot pro- ject is uitgevoerd over specific performance, dat leidt tot een boek dat thans gereed is (publiatiedatum 2008). Ook op dit terrein wordt promotieonder- zoek verricht. Daarnaast is aandacht blijven bestaan voor vele andere thema's van verbin- tenissenrecht. Deze betreffen onder meer de precontractuele fase en de bronnen van verbintenissen. Hierover wordt zoveel mogelijk in zowel rechtsvergelijkend perspectief gepubliceerd, zowel in artikelen als in hand- boeken en proefschriften.

II. Beoogde resultaten

Het Europees-privaatrechtelijk debat vindt vooral plaats op internationaal ni- veau. Dat betekent dat het in de visie van de onderzoeksleiding essentieel is dat niet alleen wordt deelgenomen aan het nationale, maar ook aan het internatio- nale debat. Het programma kent dan ook een relatief groot aantal Engelstalige

11 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 publicaties: de uitdrukkelijke bedoeling is om internationaal een voortrekkers- rol te vervullen. Het streven van de groep is dan ook zowel om bij te dragen aan de vormgeving van een Europees privaatrecht (bijv. middels bijdragen aan het European Civil Code-project) als om dit proces kritisch te volgen en daarop te reflecteren. In de onderzoeksgroep zijn verschillende benaderingen over de beste wijze van totstandkoming van uniform privaatrecht vertegenwoordigd.

III. Academische reputatie en verspreiding van onderzoeksresultaten

De academische reputatie van de onderzoeksgroep blijkt uit verschillende om- standigheden. De programmaleiders zijn redacteur van vooraanstaande weten- schappelijke tijdschriften (Hondius onder meer van de European Review of Private Law, Smits van de Maastricht Journal of European and Comparative Law, Hesselink van de European Review of Contract Law). De leden van het programma doen bovendien mee aan een keur van internationale samenwer- kingsverbanden en ontvingen externe financiering. Belangrijker is echter dat de publicaties die binnen het programma zijn verwezenlijkt een grote rol spelen in het internationale debat en dat individuele leden vanwege hun academische verdiensten regelmatig uitnodigingen krijgen om te spreken op internationale congressen, op te treden als gasthoogleraar of deel te nemen aan beoordelings- commissies (een overzicht is op aanvraag beschikbaar). Om verspreiding van onderzoeksresultaten te bevorderen wordt vanuit de programmaleiding sterk gestimuleerd om zoveel mogelijk ook in internationale tijdschriften en boeken- series te publiceren. De rol die het programma in nationaal opzicht vervult wordt echter ook serieus genomen: dat blijkt onder meer uit het relatief grote aantal hand- en studieboeken dat binnen dit programma tot stand komt. Tot deze handboeken behoort het standaardwerk op het terrein van het Nederlands contractenrecht: Asser-Hartkamp II (Algemene leer der overeenkomsten; 12de druk 2005).

IV. Relatie tot de onderzoeksschool

De centrale probleemstelling van de Onderzoeksschool is wat de rol is van het recht bij internationale integratieprocessen. Het programma Algemeen verbin- tenissen- en contractenrecht ligt op een privaatrechtelijk terrein waar de Euro- pese integratie ver is gevorderd: veel Europese privaatrechtelijke richtlijnen handelen over het contractenrecht. Bovendien wordt juist op dit terrein het de- bat over de verdere ontwikkeling van een Europees privaatrecht gevoerd.

In 2006 is besloten tot het opheffen van de programma's Grondslagen en Con- sumentenrecht. Enkele leden van deze programma's zijn lid geworden van het huidige programma. Dit is uiteraard slechts geschied voor zover hun onderzoek hier reeds binnen past of in de nabije toekomst binnen gaat passen.

12 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

V. Effecten van de samenwerking

De samenwerking leidt nog altijd tot gezamenlijke projecten en publicaties en in algemene zin tot een hoger niveau van onderzoek dankzij uitwisseling van ideeën en gezamenlijke wetenschappelijke discussie. De facultaire onderzoeks- groepen die in Contractenrecht participeren worden in de huidige tijd van ‘fo- cus en schaalvergroting’ vaak te klein bevonden om als zelfstandige onder- zoekseenheid te functioneren. Initiatieven die een facultaire onderzoeksgroep alleen niet kan ondernemen, kunnen wel in samenwerking met de groepen in andere faculteiten worden uitgevoerd.

VI. Onderzoeksfaciliteiten en middelentoekenning

Congressen en workshops binnen dit programma worden primair gefaciliteerd door de verschillende faculteiten, maar waar nodig kan worden teruggevallen op ondersteuning door de penvoerder van de onderzoekschool (Maastricht). Tevens financiert de penvoerder vanuit ‘breedtestrategie’-gelden congressen die vallen binnen de missie van de School. Onderzoekers binnen het program- ma maken geregeld gebruik van bibliotheken van de andere faculteiten.

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 3,65 3,85 4,25 Universitair hoofddocent 0,90 0,90 0,55 Universitair docent 1,10 1,20 1,42 Postdocs 1,00 1,00 1,00 Junior onderzoekers (AIO/OIO) 10,50 12,92 12,95

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

Hieronder wordt achtereenvolgens ingegaan op publicaties (I), gezamenlijke activiteiten (II) en verkregen subsidies (III).

I. Publicaties

De publicaties van de groep vallen uiteen in een aantal categorieën: Engelstali- ge bijdragen in de kern van het onderzoeksprogramma, Nederlands- en Fransta- lige handboeken en overige publicaties. Enkele van deze publicaties zijn ook gemeenschappelijk ten bewijze van samenwerking binnen de onderzoeksgroep.

Leden van onze onderzoeksgroep hebben zich beziggehouden met het vervaar- digen van principles of European private law in het kader van de Study Group on a European Civil Code. In 2006 verscheen het werk Commercial Agency, Franchise and Distribution Contracts (PEL CAFDC). De auteurs zijn allen lid 13 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 of oud-lid van onze onderzoeksgroep (Hesselink, Rutgers, Bueno Díaz, Scotton en Veldman). Aan dit boek werd meegewerkt door Chris Jansen en Marco Loos, beiden lid van onze onderzoeksgroep. In 2007 verscheen het werk Prin- ciples of European Service Contracts (PEL SC). Aan dit boek werd meege- werkt door Chris Jansen en Marco Loos, beiden lid van onze onderzoeksgroep.

Tegelijkertijd is het harmonisatieproces kritisch gevolgd, door Van den Bergh en Ogus vanuit een rechtseconomische analyse, maar op andere wijze ook door Hesselink (onder meer het belangrijke werk over The Politics of a European Civil Code (2006)), door Loos, door Rutgers en door Smits (onder meer in zijn NJV preadvies 2006, ook in Engelse versie verschenen). Tevens bestond aan- dacht voor de belangrijke vraag naar fundamentele rechten in het (Europees) privaatrecht. Zowel Cherednychenko als Mak promoveerden op dit thema ter- wijl onder meer Hondius en Smits er op andere wijze over publiceerden. Ook wordt hier gewezen op Van Gervens boek over Europa als een ‘polity of States and peoples’. In algemene zin geldt dat enkele leden van de onderzoeksgroep het Europese harmonisatiedebat op privaatrechtelijk terrein sterk hebben beïn- vloed.

Leden van de onderzoeksgroep hielden zich ook bezig met algemene rechtsver- gelijking. Ogus en Garoupa schreven een belangrijk artikel over legal trans- plants, Schrage schreef over ongerechtvaardigde verrijking en Smits redigeerde de Elgar Encyclopedia of Comparative Law (2006).

De onderzoeksgroep heeft in de verslagperiode ook een aantal handboeken ge- produceerd. Stijns publiceerde haar Leerboek Verbintenissenrecht (deel 1 2005), Smits en Stijns redigeerden gezamenlijk het werk Inhoud en werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht (2005) en Stijns publi- ceerde met Cousy, Tilleman en Verbeke het werk Droit des contrats. France- Belgique (2005). Ook de 12de druk van Asser-Hartkamp 4-II verscheen in de verslagperiode en Hallebeek publiceerde een historische inleiding in het ver- mogensrecht.

Onder de overige publicaties valt op dat aandacht is blijven uitgaan naar de vernieuwing van het kooprecht onder invloed van de Europese richtlijn 1999/44 (o.a. werk van Stijns en het proefschrift van Sivesand). Ook is het nodige ge- daan op het terrein van nietigheden (Wéry, Stijns en De Vries) en contractuele remedies. Daarnaast blijft het Europees consumentenrecht punt van aandacht.

II. Gezamenlijke activiteiten

In de verslagperiode werd een aantal activiteiten georganiseerd, zowel geza- menlijk als door de deelnemende faculteiten apart:

¾ Op de Ius Commune congressen van 2005 en 2006 zijn workshops georga- niseerd waar de leden van de onderzoeksgroep aan deelnamen. Op het tien-

14 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

de Ius Commune congres (Edinburgh, 1-2 december 2005) en op het elfde Ius Commune congres (Utrecht, 29-30 november 2006) was deze workshop gewijd aan specific performance, waarbij achtereenvolgens rechtsvergelij- kende en rechtshistorische presentaties zijn gegeven over dit thema. De or- ganisatie was in handen van Smits en Hallebeek. Dit heeft geresulteerd in twee boeken (waarvan het eerste deel op punt van verschijnen staat en waarvan het tweede – rechtshistorische – deel in 2009 zal uitkomen). Uitge- vers zijn Intersentia en Duncker & Humblot. De redactie wordt gevoerd (voor deel 1: Specific performance: national and other perspectives) door resp. Smits, Haas en Hesen en (voor deel 2: Specific performance in histori- ca perspective) door Hallebeek. Op dit terrein wordt ook promotieonder- zoek verricht (VU).

¾ Op het twaalfde Ius Commune congres (Luik, 29-30 november 2007) is een workshop georganiseerd over de Principles of European Service Contracts zoals gepbliceerd in het kader van de Study Group on a European Civil Co- de. Organisator was Marco Loos.

¾ In de deelnemende faculteiten zijn lezingencycli georganiseerd. In Maas- tricht gebeurde dat onder auspiciën van de Ius Commune School zelf, in Amsterdam in het kader van het Centre for the Study of European Contract Law en in Utrecht binnen het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht. In elk dezer reeksen trad een keur aan gasten op. Organisatoren waren Smits (Maastricht), Hesselink (Amsterdam) en Hondius (Utrecht).

¾ Als resultante van een congres in Maastricht werd het boek The Need for a European Contract Law (2005, editor: Smits) gepubliceerd. Het heeft ver- volgens een belangrijke rol gespeeld in het wetenschappelijk debat. Het format van het Maastrichtse congres werd zelfs gekopieerd door UNCI- TRAL in Wenen, waar (voor de veertigste verjaardag van UNCITRAL) aan enkele hoofdsprekers van het Maastrichtse congres werd gevraagd om hun lezing nog eens te geven.

¾ In 2005 vond in Amsterdam het congres The Politics of a European Civil Code plaats. Dit resulteerde in het boek met de gelijknamige titel (2006).

¾ Op 8 juni 2006 werd in Maastricht het congres European Integration and Law georganiseerd. Sprekers waren Joe McCahery, André Klip, Deirdre Curtin en Jan Smits. Dit resulteerde in het boek European Integration and Law (2006). Op 9 juni 2006 vond de NJV-vergadering plaats, waar dezelfde bijdragen in het Nederlands werden besproken en bediscussieerd (publica- tie: Europese integratie, NJV-preadviezen 2006, Deventer 2006).

¾ Op 5 april 2006 vond te Utrecht een afscheidssymposium plaats voor Wil- lem Grosheide met inleidingen van Coen Drion, Bert van Schaick en Jan

15 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Smits. Dit resulteerde in een boek onder redactie van onder meer Hondius, Contracteren Internationaal (BJU 2006).

¾ In juli 2006 vond te Utrecht het vierjaarlijkse congres van de AIDC plaats. Op dit congres werden verschillende contractenrechtelijke thema's behan- deld.

III. Verkregen subsidies

¾ Hesselink en Smits ontvingen een subsidie van het Hague Institute for the Internationalisation of Law (HIIL) voor een project over National resis- tance against harmonisation of law (220.000 euro).

¾ Hesselink ontving een subsidie van NWO (SARO) voor onderzoek naar definiëring van het begrip Social Justice.

¾ Smits ontving een subsidie van NWO (SARO) voor onderzoek naar metho- dologie van (internationaal) juridisch onderzoek.

¾ In Utrecht financierde de Europese Commissie in het project ‘Common frame of reference’ de aanstelling van twee onderzoekers: de heer Dario Alessi en dr Hanna Sivesand (100.000 euro).

¾ In Leuven werden de onderzoeksprojecten ‘Sanctionering van verboden bedingen’ (Hilde Geens) en ‘De middellijke vertegenwoordiging’ (Ilse Sa- moy) deels gefinancierd door FWO-Vlaanderen. Promotor is Sophie Stijns.

H. VOORTZETTING

De komende jaren zal blijvend aandacht worden besteed aan het Europese har- monisatiedebat, aan rechtsvergelijking op de door het programma bestreken terreinen en aan nationaal contractenrecht in een Europese context. Hiertoe is van belang dat een nieuwe coördinerend programmaleider wordt benoemd (programmaleider Smits legt zijn werkzaamheden vanaf 4 april 2008 neer).

I. KERNPUBLICATIES

Algemene toelichting op de keuze: gelet op de missie van de onderzoeksschool is dit keer gekozen voor twee Engelstalige publicaties in de kern van het pro- gramma, met invloed op het internationale debat, niet afkomstig van emeriti en niet zijnde een proefschrift. Evenmin is gekozen voor één van de beide delen in het European Civil Code project (zie boven) of voor meer beschrijvende artike- len, verzamelwerken of boeken.

Hesselink, M.W. (2006). The Ideal of Codification and the Dynamics of Europeanisation: the Dutch Experience. European Law Journal, 12, 279-305. 16 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Smits, J.M. (2006). European private law: a plea for a spontaneous legal order. In D.M. Curtin, J.M. Smits, A. Klip & J.A. McCahery (Eds.), European Inte- gration and Law: Four Contributions on the Interplay between European Inte- gration and European and National Law to celebrate the 25th Anniversary of Maastricht University's Faculty of Law (Ius Commune Europaeum, 56) (p. 55- 107). Antwerp: Intersentia.

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Algemene toelichting op de keuze: niet gekozen is voor één van de dissertaties omdat die hier onder al apart worden genoemd. De programmaleiding is van oordeel dat zich onder deze dissertaties uitstekende publicaties bevinden die opgave onder J. rechtvaardigen. Evenmin is gekozen voor artikelen of boeken van de onder I. al genoemde auteurs. Ten slotte ligt de nadruk bij deze opgave grotendeels op jongere auteurs

Cherednychenko, O.O. (2006). EU Fundamental Rights, EC Freedoms and Private Law. European Review of Private Law, 14(1), 23-61.

Hardy, R.R.R. (2005). De begrippen consument en ondernemer in het Europees contractenrecht. Tijdschrift voor Privaatrecht, 863-947.

Kornet, N. (2005). The interpretation, implication and supplementation of con- tracts in England and the Netherlands. In J.M. Smits & S. Stijns (Eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht (p. 47-77). Antwerpen: Intersentia.

Loos, M.B.M. (2006). Spontane harmonisatie in het contracten- en consumen- tenrecht. (Inaugurele rede Universiteit van Amsterdam, 3 februari 2006). (76 p.). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

K. DISSERTATIES

Sivesand, H. (7 maart 2005). The buyer's remedies for non-conforming goods: should there be free choice or are restrictions necessary? Universiteit Utrecht (xv + 264 p.) (Munich: Sellier European Law Publishers). Prom.: Prof. E.H. Hondius.

Samoy, I. (25 mei 2005). Middellijke vertegenwoordiging. Vertegenwoordiging herbekeken vanuit het optreden in eigen naam voor andermans rekening. Katholieke Universiteit Leuven (762 p.) (Antwerpen: Intersentia). Prom.: Prof. S. Stijns.

Mahé, C.B.P. (2 maart 2006). La résolution du conflit de conditions générales. Universiteit Utrecht (XI + 253 p.) (Nijmegen: Wolf Legal Publishers). Prom.: Prof. E.H. Hondius.

17 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Kornet, N. (28 september 2006). Contract Interpretation and Gap Filling: Comparative and Theoretical Perspectives. Universiteit Maastricht (485 + xviii p.) (Antwerp: Intersentia). Prom.: Prof. J.M. Smits.

Cherednychenko, O.O. (18 april 2007). Fundamental Rights, Contract Law and the Protection of the Weaker Party: a Comparative Analysis of the Constitu- tionalisation of Contract Law, with Emphasis on Risky Financial Transactions. Universiteit Utrecht (629 p.) (Munich: Sellier European Law Publishers). Prom.: Prof. F.W. Grosheide.

Mak, C. (26 september 2007). Fundamental Rights in European Contract Law. A Comparison of the Impact of Fundamental Rights on Contractual Relation- ships in Germany, the Netherlands, Italy and England. Universiteit van Amsterdam (UvA). (The Hague: Kluwer Law international). Prom./coprom.: Prof. C.E. Du Perron & Prof. M.B.M. Loos.

Bueno Diaz, O. (02 november 2007). Franchising in European Contract Law. A comparison between the main obligations of the contracting parties in the Principles of European Law on Commercial Agency, Franchise and Distribu- tion contracts (PEL CAFDC), French and Spanish Law. Universiteit van Amsterdam (213 p.) (Munich: Sellier European Law Publishers). Prom./ coprom.: Prof. M.W. Hesselink & Dr. J.W. Rutgers.

Martius, H.P.A.J. (14 december 2007). Elektronisch handelsrecht: een verhan- deling over de juridische aspecten van elektronische communicatie in het han- delsrecht met bijzondere aandacht voor het verzekerings- en vervoerrecht. Open Universiteit Heerlen (296 p.) (Heerlen: Open Universiteit). Prom./co prom.: Prof. J.G.J. Rinkes & Dr. M.L. Hendrikse.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Bartels, S.E. & Schaub, M.Y. (2007). De richtlijn elektronische handteke- ningen. In A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh & L.A.D. Keus (Eds.), De invloed van het Europese recht op het Nederlandse privaatrecht (Serie onderneming en recht, 42/1-2) (p. 251-270). Deventer: Kluwer.

Bartels, S.E. & Schaub, M.Y. (2007). De richtlijn elektronische handel. In A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh & L.A.D. Keus (Eds.), De invloed van het Europese recht op het Nederlandse privaatrecht (Serie onderneming en recht, 42/1-2) (p. 271-293). Deventer: Kluwer.

Bergh, R. Van den (2005). Bewuste roekeloosheid in het privaatrecht: eenheid of diversiteit?, Een rechtseconomische analyse. Tijdschrift voor Milieu Aansprakelijkheid, 105-111.

18 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Bergh, R. Van den (2005). Competition in Professional Services Markets: Are Latin Notaries different? (Siena Memos and Papers on Law and Economics, 40/05). Siena: Siena University [Online]. Available from: http://www.unisi.it/ lawandeconomics/working.html [01-11-2005]. (20 p.)

Bergh, R. Van den & Camesasca, P.D. (2006). European Competition Law and Economics: A Comparative Perspective. London: Sweet & Maxwell. (XXII + 465 p.)

Bergh, R. Van den (2006). Compulsory Catastrophe Extension of First Party Property Insurance from a Competition Policy Perspective. In M. Faure & T. Hartlief (Eds.), Financial Compensation for Victims of Catastrophes. A Comparative Legal Approach (Tort and insurance law, 14) (p. 361-387). Wien New York: Springer.

Bergh, R. Van den (2006). Towards Efficient Self-Regulation in Markets for Professional Services. In C.D. Ehlermann & I. Atanasiu (Eds.), European Competition Law Annual 2004: The Relationship Between Competition Law and the (Liberal) Professions (European Competition Law Annual, 9) (p. 155- 176). Oxford: Hart Publishing.

Bergh, R. Van den & Visscher, L. (2006). Economische baten en kosten van eenvormig bedrijfsrecht. In F. De Ly, K. Haak & W. van Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: Realiteit of Utopie (Rotterdam Institute of Private Law, 1) (p. 17-47). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Bergh, R. Van den & Visscher, L. (2006). The Principles of European Tort Law: The Right Path to Harmonisation? European Review of Private Law, 511- 543.

Bergh, R. Van den (2007). Der Gemeinsame Referenzrahmen: Abschied von der Harmonisierung des Vertragsrechts? In H.B. Schäfer & T. Eger (Eds.), Entwicklungstendenzen des Zivilrechts in Europa (p. 111-126). Tübingen: Mohr Siebeck.

Bergh, R. Van den (2007). Should Consumer Protection Laws Be Publicly Enforced? In W. van Boom & M. Loos (Eds.), Collective Enforcement of Consumer Law (p. 177-203). Groningen: Europa Law Publishing.

Bergh, R. Van den (2007). The Economics of Competition Policy and the Draft of the Chinese Competition Law. In T. Eger, M. Faure & N. Zhang (Eds.), Law and Economics in China (p. 77-111). Cheltenham: Edward Elgar.

Bergh, R. Van den (2007). The Uneasy Case for Harmonising Consumer Law. In K. Heine & W. Kerber (Eds.), Zentralität und Dezentralität von Regulierung in Europa (p. 183-206). Stuttgart: Lucius & Lucius.

19 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Bergh, R. Van den & Visscher, L. (2007). Personenschade van de reiziger – een rechtseconomische tour d'horizon. In K.F. Haak & S.D. Lindebergh (Eds.), Personenschade van de reiziger in Europees perspectief (p. 83-112). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Bollen, C.J.M. (2005). Onjuiste mededelingen en de samenloop tussen dwaling en wanprestatie in Nederland: de ene mededeling is de andere niet! In J. Smits & S. Stijns (Eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht (p. 159-186). Antwerpen: Intersentia.

Bollen, C.J.M. (2005). Walford v Miles [1992] 1 All ER 453, [1992] 2AC 128. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 10/2005, 386-392.

Boele-Woelki, K. (2006). Nieuw Europees IPR voor overeenkomsten. Van Verdrag naar Verordening. In M. de Cock Buning, E.H. Hondius & J.J. Brinkhof (Eds.), Internationaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide (p. 257-273). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Boele-Woelki, K. & Lazic, V. (2007). Where do we stand on the Rome I regulation? In K. Boele-Woelki & F.W. Grosheide (Eds.), The Future of European Contract Law (p. 19-41). Alphen aan den Rijn: Wolters Kluwer Law & Business.

Boom, W.H. van & Loos, M.B.M. (Eds.). (2007), Collective Enforcement of Consumer Law in Europe. Securing Compliance in Europe through Private Group Action and Public Authority Intervention (p. 3-9). Groningen: Europa Law Publishing.

Boom, W.H. van & Loos, M.B.M. (2007). Introduction, in: W.H. van Boom & M.B.M. Loos (eds.), Collective Enforcement of Consumer Law in Europe. Securing Compliance in Europe through Private Group Action and Public Authority Intervention (p. 3-9). Groningen: Europa Law Publishing.

Boom, W.H. van & Loos, M.B.M. (2007). Effective Enforcement of Consumer Law in Europe, in: W.H. van Boom & M.B.M. Loos (eds.), Collective Enforcement of Consumer Law in Europe. Securing Compliance in Europe through Private Group Action and Public Authority Intervention (p. 231-254). Groningen: Europa Law Publishing.

Busch, D. (2005). Indirect Representation in European Contract Law. The Hague: Kluwer Law International. (XXI + 403 p.)

Busch, D., Hondius, E.H., Schelhaas, H. & Kooten, H. van (Eds.). (2006). The principles of European contract law (part III) and Dutch law: a commentary II (Principles of European contract law, 3). The Hague: Kluwer Law Internatio- nal. (XII + 292 p.)

20 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Busch, D. (2006). Chapter 10. Plurality of Parties. In D. Busch et al. (Eds.), The principles of European contract law (part III) and Dutch law: a commentary II (Principles of European contract law, 3) (p. 1-76). The Hague: Kluwer Law International.

Busch, D. (2006). Chapter 16. Conditions. In D. Busch et al. (Eds.), The principles of European contract law (part III) and Dutch law: a commentary II (Principles of European contract law, 3) (p. 259-272). The Hague: Kluwer Law International.

Busch, D. (2007). De civielrechtelijke aansprakelijkheid van financiële toezichthouders jegens derden. In D. Busch, D. Doorenbos, N. Lemmers, M. Nieuwe Weme, R. Maatman & W.A.K. Rank (Eds.), Onderneming en financieel toezicht (2007) (Onderneming en Recht) (p. 599-660). Deventer: Kluwer.

Busch, D. (2007). De Principles of European Contract Law voor de Hoge Raad der Nederlanden. Over de invloed van de PECL in de Nederlandse rechts- praktijk. In D. Busch & H.N. Schelhaas (Eds.), Vergelijkender Wijs – opstellen aangeboden aan prof. Mr. Ewoud Hondius (Kluwer Rechtswetenschappelijke Publicaties) (p. 259-274). Deventer: Kluwer.

Busch, D. & Schelhaas, H.N. (2007). Ten geleide. In D. Busch & H.N. Schelhaas (Eds.), Vergelijkender Wijs – opstellen aangeboden aan prof. Mr. Ewoud Hondius (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (p. ix-x). Deventer: Kluwer.

Busch, D. (2007). Toezichthouderaansprakelijkheid: de stand van zaken. Aansprakelijkheid van financiële toezichthouders jegens derden na HR 13 oktober 2006, JOR 2006/295 (DNB/Stichting Vie d'Or) m.nt. Busch en HR 23 februari 2007, JOR 2007/96 m.nt. Roth (X/DNB). Vermogensrechtelijke Analyses, 3, 43-77.

Busch, D. & Macgregor, L. (2007). International Perspectives on Apparent Authority in Scots Law. Edinburgh Law Journal, 349-378.

Cauffman, C. (2005). La résolution partielle. In H. Cousy, S. Stijns, B. Tilleman & A. Verbeke (Eds.), Droit des contrats France, Belgique (p. 78-98). Louvain-la-Neuve/Paris: De Boeck Services/LGDJ.

Cauffman, C. (2005). Beloften van prijzen in de reclame in grensoverschrijdend perspectief. Droit de la consommation/Consumentenrecht, 3-33.

Cherednychenko, O.O. & Grosheide, F.W. (2005). Naar een betere afstemming van de controle van standaardvoorwaarden in een Europees contractenrecht. Contracteren, 7(3), 74-76.

21 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Cherednychenko, O.O. (2006). Fundamental Rights and Contract Law. European review of contract law, 2(4), 489-505.

Cherednychenko, O.O. (2006). Towards the Control of Private Acts by the European Court of Human Rights? Maastricht Journal of European and Com- parative Law, 13(2), 195-218.

Cherednychenko, O.O. (2007). Fundamental Rights and Private Law: A Rela- tionship of Subordination or Complementarity? Utrecht Law Review, 3(2), 1- 25.

Cherednychenko, O.O. (2007). The Harmonisation of Contract Law in Europe by Means of the Horizontal Effect of Fundamental Rights? Erasmus Law Review, 1(1), 37-57.

Cherednychenko, O.O. (2007). Zorgplichten bij financiële contracten: is er nog een wezenlijke rol voor het contractenrecht weggelegd? Contracteren, 4, 85-89.

Cousy, H., Stijns, S., Tilleman, B. & Verbeke, A. (Eds.). (2005). Droit des contrats France, Belgique. Louvain-la-Neuve/Paris: De Boeck Services/LGDJ. (314 p.)

Dondorp, J.H. (2005). The reception of Inst. 3.19.19 in France. In R. van den Bergh, J. Hallebeek, L.C. Winkel et al. (Eds.), Ex iusta causa traditum: essays in honour of Eric H. Pool (Fundamina) (p. 69-80). Pretoria: University of South Africa.

Dondorp, J.H. & Hallebeek, J. (2005). Grotius’ doctrine on adquisitio obliga- tionis per alterum and its roots in the legal past of Europe. In O. Condorelli (Ed.), Panta rei. Studi dedicati a Manlio Bellomo (p. 205-244). Rome: Il Cigno Galileo Galilei.

Ernes, A.L.H., Mölenberg, L.J.H. & Rinkes, J.G.J. (2005). Bijzondere Proce- dures. In A.W. Jongbloed & M.L. Hendrikse (Eds.), Burgelijk procesrecht praktisch belicht (p. 413-453). Deventer: Kluwer.

Gerven, W. van (2005). The . A Polity of States and Peoples. Oxford: Hart Publishing. (XVII + 397 p.)

Gerven, W. van (2005). Bringing (Private) Laws closer to each other at the European Level. In F. Cafaggi (Ed.), The Institutional Framework of European Private Law (p. 37-77). Oxford: Oxford University Press.

Grosheide, F.W. (2006). The Duty to Deal Fairly in Commercial Contracts. In S. Grundmann & D. Mazeaud (Eds.), General Clauses and Standards in European Contract Law (Private law in European context series, 6) (p. 197- 204). The Hague: Kluwer Law International.

22 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Grosheide, F.W. (2007). Reflections on the Protection of the Weak Party in Dutch and EU Contract Law. In K. Boele-Woelki & F.W. Grosheide (Eds.), The Future of European Contract Law (p. 247-264). Alphen aan den Rijn: Wolters Kluwer Law & Business.

Hage, J.C. (2005). Studies in Legal Logic. Dordrecht: Springer. (328 p.)

Hage, J.C. (2005). Economics and Uniform Contract Law: A Sceptical View. In J. Smits (Ed.), The Need for a European Contract Law (p. 55-68). Groningen: Europa Law Publishing.

Hage, J.C. (2006). Legal Reasoning. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (p. 407-422). Cheltenham: Edward Elgar.

Hage, J.C. (2006). Rechtsplichten, verbintenissen en schadevergoeding bij rechtmatige daad. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 7, 264-271.

Hage, J.C. (2007). De wondere wereld van het recht. Inaugurale rede Univer- siteit Maastricht (15 juni 2007). Maastricht: Jaap Hage.

Hage, J.C. (2007). Wetenschappelijke rechtsfilosofie. Nederlands tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 7-12.

Hallebeek, J. (2006). Fons et origo iuris; Een historische inleiding tot het vermogensrecht. Amsterdam: VU University Press. (XXII + 436 p.)

Hallebeek, J. & Sirks, A.J.B. (Eds.). (2006). Nederland in Franse schaduw; Recht en bestuur in het Koninkrijk Holland (1806-1810). Hilversum: Verloren. (298 p.)

Hallebeek, J. (2006). Het abstracte en causale stelsel van eigendomsoverdracht. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 55, 174-181.

Hallebeek, J. (Ed.). (2007). Fons et origo iuris; Een historische inleiding tot het vermogensrecht. Amsterdam: VU University Press. (xxii + 448 p.)

Hardy, R.R.R. (2005). Precontractuele informatieplichten in het EG-contracten- recht. In J. Smits & S. Stijns (Eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht (p. 135-158). Antwerpen: Intersentia.

Hardy, R.R.R. (2005). Harmonisatie van het overeenkomstenrecht in Europa en artikel 95 van het EG-Verdrag als rechtsbasis daarvoor: enige opmerkingen naar aanleiding van HvJEG 14 december 2004, C-434/02 (Arnold Andre) en C- 21-/03 (Swedish Match). Vermogensrechtelijke annotaties, 40-60.

23 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hartkamp, A.S. (2005). Het nieuwe Burgerlijk Wetboek vergeleken met de Code Civil. In D. Heirbaut & G. Martyn (Eds.), Napoleons nalatenschap. Tweehonderd jaar Burgerlijk Wetboek in België/Un héritage Napoléonien. Bicentenaire du Code civil en Belgigue (p. 337-352). Mechelen: Kluwer. (XXIV + 621 p.)

Hartlief, T. & Bollen, C.J.M. (2006). The Netherlands. European review of contract law, 2(3), 406-428.

Herbots, J. (2005). Le droit privé composite d’Afrique du Sud et le ius commune européen en devenir. In A. Wijffels (Ed.), Le Code civil, entre ius commune et droit privé européen (p. 151-180). Bruxelles: Bruylant.

Herbots, J. (2006). Belgian report. In E. Dirix & Y.-H. Leleu (Eds.), The Belgian reports at the Congress of Utrecht of the International Academy of Comparative Law = Rapports belges au Congrès de l'Academie Internationale de Droit comparé à Utrecht = De Belgische rapporten voor het Congres van de ‘Academie Internationale de Droit comparé´ te Utrecht (p. 77-97). : Bruylant.

Herbots, J. (2006). Interpretation of Contracts. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (p. 325-347). Cheltenham: Edward Elgar.

Herbots, J. (2007). Kennismaking met het Chinees contractenrecht. L. Ballon, H. Cousy, W. Devroe, K. Geens, J. Stuyck, B. Tilleman & P. Van Orshoven (Eds.), Liber Amicorum Frans Vanistendael (p. 183-191). Herentals: Knops Publishing.

Hesen, G.G. & Hardy, R.R.R. (2006). Europese klassiekers: Hadley v. Baxendale: perhaps the best-known of all English contract cases? Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 50, 326-331.

Hesen, G (2007). The governance of inter-firm technology partnerships and contract law – an analysis of different modes of partnering and their contractual implications. Journal of Management Studies, 44, 342-365.

Hesselink, M.W. (2005). La nuova cultura giuridica europea. Napoli: Edizioni Scientifiche Italiane. (140 p.)

Hesselink, M.W. (2005). Capacity and Capability in European Contract Law. European Review of Private Law. European Review of Private Law, 11, 491- 507.

Hesselink, M.W. (2005). Non-Mandatory Rules in European Contract Law. European review of contract law, 1(1), 43-84.

24 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Hesselink, M.W. (Ed.). (2006). The Politics of a European Civil Code (Private law in European context series, 7). The Hague: Kluwer Law International. (X + 195 p.)

Hesselink, M.W., Rutgers, J.W., Bueno Diaz, O., Scotton, M. & Veldman, M. (Eds.). (2006). Principles of European Law, volume 3: Commercial agency, Franchise, and Distribution Contracts (Principles of European law/Study Group on a Civil Code, vol. 2). Oxford: Oxford University Press. (XLIII + 371 p.)

Hesselink, M.W. (2007). European Contract Law: A Matter of Consumer Protection, Citizenship, or Justice? In S. Andenas, S. Diaz Alabart, B. Markesinis, H.W. Micklitz & N. Pasquini (Eds.), Liber Amicorum Guido Alpa: Private Law Beyond the National Systems (p. 500-525). London: British Institute of International and Comparative Law.

Hesselink, M.W. (2007). SME's in European Contract Law. In K. Boele- Woelki & W. Grosheide (Eds.), The Future of European Contract Law. Essays in honour of Ewoud Hondius to commemorate his retirement as professor of Civil Law at the University of Utrecht (p. 349-371). Alpen aan den Rijn: Wolters Kluwer Law & Business.

Hesselink, M.W. (2007). European Contract Law: A Matter of Consumer Protection, Citizenship, or Justice? European Review of Private Law, 15(3), 323-348.

Hondius, E.H., Rinkes, J.G.J. & Buren-Dee, N. van (Eds.). (2005). Jaarboek consumentenrecht 2003. Antwerpen: Intersentia. (xiv + 170 p.)

Hondius, E.H. (2005). America rules the waves. In De tous horizons/Mélanges Xavier Blanc-Jouvan (p. 341-349). Paris: Litec.

Hondius, E.H. (2005). Prospettive e problemi relativi al codice civile europeo: la prospettiva olandese. In V. Roppo (Ed.), A European Civil Code/Perspec- tives & problems (p. 79-112). Milan: Giuffrè.

Hondius, E.H. (2005). Precedent in east and west. Penn State International Law Review, 23, 521-533.

Hondius, E.H. (2006). Towards a European Tort Law. In M. Bussani (Ed.), European Tort Law: Perspectives from the East & West (p. 47-54). Munich: Sellier European Law Publishers.

Hondius, E.H. (2006). Onder ondernemers: kennisgeving van algemene voor- waarden gewenst. In M. de Cock Buning, E.H. Hondius & J.J. Brinkhof (Eds.), Internationaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide (p. 197-205). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

25 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hondius, E.H. (2006). Legal transplants: the case of Sweden. In H. Tiberg et al. (Eds.), Essays on tort, insurance, law and society in honour of Bill W. Dufwa (p. 575-579). Stockholm: Jure Förlag AB.

Hondius, E.H. (2006). Fundamental rights and private law: the case of the Netherlands. In S. Arkan & A. Yongalik (Eds.), Tugrul Ansay: Festschrift: zum 75. Geburtstag/Liber amicorum: in honour of his 75th birthday (p. 125-130). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International.

Hondius, E.H. (2006). Chapter 5. Classification. In J.M.J. Chorus, P.H.M. Gerver & E.H. Hondius (Eds.), Introduction to Dutch law (4th rev. ed) (p. 69- 71). Alpen aan de Rijn: Kluwer Law International.

Hondius, E.H. (2006). Chapter 13. Specific contracts. In J.M.J. Chorus, P.H.M. Gerver & E.H. Hondius (Eds.), Introduction to Dutch law (4th rev. ed) (p. 227- 240). Alpen aan de Rijn: Kluwer Law International.

Hondius, E.H. & Mom, A. (2006). Die Durchsetzung von Verbraucherrechten in den Niederlanden/Zwischen alternativer Konfliktlösung, Verbandsklage und ‘Polderclass action’. In H.W. Micklitz (Ed.), Kollektive Rechtsdurchsetzung – Chancen und Risiken (p. 157-176). Berlin: Bundesministerium für Ernäherung, Landwirtschaft und Verbraucherschutz.

Hondius, E.H. (2006). Rechtsvorming: een blik over de grenzen. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 131-146.

Hondius, E.H. (2006). The notion of consumer: European Union versus member states. Sydney Law Review, 89-98.

Hondius, E.H. (2007). Sense and nonsense in the law/Towards clarity and plain meaning. Accepting the Faculty Chair in European Private Law University of Utrecht (28 november 2007). Deventer: Kluwer.

Hondius, E.H. (2007). Commercial law: is it special? In R. Cranston, J. Ramberg & J. Ziegel (Eds.), Commercial law challenges in the 21st century/ Jan Hellner in memoriam (p. 137-144). Stockholm: Iustus förlag.

Hondius, E.H. (2007). Die Errungenschaften der deutschen Zivilrechts- wissenschaft: ein Blick aus dem Ausland. In A. Heldrich, J. Prölls & I. Koller (Eds.), Festschrift für Claus-Wilhelm Canaris zum 70. Geburtstag (p. 1135- 1160). München: Beck.

Hondius, E.H. (2007). Looking at Hansard's: should courts be allowed to switch on the light?/Some observations on constructing statutes in the light of their parliamentary history. In A. Brzozowski, W. Kocot & K. Michalowska (Eds.), W kierunku europeizacji prawa prywatnego/Ksiega pamiatkowa dedykowana profesorowi Jerzemu Rajskiemu – Towards Europeanization of private law/ Essays in honour of Professor Jerzy Rajski (p. 111-118). Warschau: Beck. 26 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Hondius, E.H. (2007). Precedent and the law. In K. Boele-Woelki & S. van Erp (Eds.), General reports of the XVIIth congress of the international academy of comparative law (p. 31-50). Brussels/Utrecht: Bruylant/Eleven Publishing.

Hondius, E.H. (2007). Les bases doctrinales du nouveau code néerlandais. In C. Ophèle & P. Remy (Eds.), Traditions savantes et codifications (p. 257-272). Paris: LGDJ.

Hondius, E.H. (2007). CISG and the future European Civil Code. Rabels Zeitschrift fur Auslandisches und Internationales Privatrecht, 99-114.

Hondius, E.H. (2007). Towards a new general part of the French law of obligations – two faces of the Catala project. European Review of Private Law, 6, 835-839.

Hondius, E.H. (2007). Weens koopverdrag: sukses of mislukking? Maandblad voor vermogensrecht, 146-150.

Jansen, C.E.C., Barendrecht, J.M. et al. (2006). Principles of European law on service contracts. Munich: Sellier European Law Publishers. (1034 p.)

Jansen, C.E.C. (2007). Belemmeringen bij de aanbesteding en contractvorming. In A.G. Bregman, M.A.B. Chao-Duivis, C.E.C. Jansen & A.Z.R. Koning (Eds.), Institutioneel kader: de invloed van regels op de organisatie, het verloop en de resultaten van bouwprocessen (p. 324-347). Gouda: PSIBouw.

Jansen, C.E.C. & Mutluer, S. (2007). Mogelijke contractenrechtelijke remedies ter correctie van machtsoverwicht van aanbesteders. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 186-193.

Kornet, N. (2005). The Moorcock (1889). LR 14 PD 64, Europese Klassiekers. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, p. 108-113.

Kruisinga, S.A. (2007). Valkuilen bij een internationale overeenkomst van koop en verkoop. In B. Wessels (Ed.), Contracten maken (Serie Praktijkhand- leidingen). (5de gew. druk). (p. 221-237). Deventer: Kluwer.

Kruisinga, S.A. (2007). Uitleg van bankgaranties, over Haviltex en strikte conformiteit. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 379-385.

Kryczka, K. (2006). O umowach zawieranych drogą elektroniczną – prawo europejskie i polski kodeks cywilny (On electronic contracts – the EU law and Polish Civil Code). Przeglad Sadowy, 7-8, 96-122.

Loos, M.B.M. & Rinkes, J.G.J. (2005). Van basisbeginselen, vertrouwen en eerlijke handelspraktijken. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handelsprak- tijken, 1, 1-3.

27 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Loos, M.B.M., Barendrecht, J.M. et al. (2006). Principles of European Law on Service Contracts. Munich: Sellier/European Law Publishers. (LX + 1034 p.)

Loos, M.B.M. (2006). The role of European consumer law in the creation of European contract law. In Zielona Ksiga. Optymalna wizja Kodeksu cywilnego w Rzeczpospolitej Polskiej (p. 436-462). Warsaw: Ministerstwo Sprawied- liwoci.

Loos, M.B.M. (2007). De reisovereenkomst (Titel 7.7A BW). In A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh & L.A.D. Keus (Eds.), De invloed van het Europese recht op het Nederlands privaatrecht (Onderneming en Recht, 42-II) (p. 113- 152). Deventer: Kluwer.

Loos, M.B.M. (2007). Reaction to the consultation on doorstep selling (response sent to the European Commission). Amsterdam: Centre for the Study of European Contract Law (7 p.).

Loos, M.B.M. (2007). Ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten: zou de Hoge Raad de rechtspraak van het Hof van Justitie niet ook eens moeten lezen? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6727, 867-869.

Loos, M.B.M. (2007). De invloed van het Europees richtlijnenrecht op de coherentie van het Nederlandse privaatrecht. Reactie op 'Europa en de erfenis van Meijers'. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 4, 176-179.

Loos, M.B.M. (2007). Exoneraties in consumentenovereenkomsten. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 10, 741-747.

Loos, M.B.M. (2007). The case for a uniformed and efficient right of with- drawal from consumer contracts in European Contract Law. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 1, 5-36.

Loos, M.B.M. (2007). The Influence of European Consumer Law on General Contract Law and the Need for Spontaneous Harmonisation. European Review of Private Law, 4, 515-532.

Mahé, C.B.P. (2006). Pleidooi voor een herziening van de Nederlanse battle of forms-regeling. Vermogensrechtelijke annotaties, 3, 5-25.

Mahé, C.B.P. (2007). Vreemde ogen dwingen! Geldt dit ook voor de opstellers van het herzieningsvoorstel van de Code civil? In D. Busch & H. Schelhaas (Eds.), Vergelijkender Wijs. Opstellen aangeboden aan prof.mr. Ewoud H. Hondius (p. 275-287). Deventer: Kluwer.

Mak, C. (2007). Harmonising Effects of Fundamental Rights in European Contract Law. Erasmus Law Review, 1, 59-79.

28 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Manko, R. (2005). The Action for Damages Against the Community. In A. Lazowski (Ed.), European Union: Institutiona and Economic Law (p. 637-673). Warschau: Dom Wydawniczy.

Manko, R. (2005). Idea europejskiego kodeksu cywilnego w świetle zasady pomocniczości – przyczynek do dyskusji (= The Idea of a European Civil Code in the Light of the Principle of Subsidiarity – A Starting Point for Discussion). Zeszyty Prawnicze TBSP UJ, 13, 165-177.

Manko, R. (2005). The Culture of Private Law in Central Europe After Enlargement: A Polish Perspective. European Law Journal, 11(5), 527-548.

Manko, R. (2006). Skarga odszkodowawcza przeciwko Wspólnocie [The Action for Damages Against the Community]. In A. Lazowski (Ed.), Unia Europejska: Prawo instytucjonalne i gospodarcze [European Union: Institu- tional and Economic Law] (2nd edition). (p. 675-736). Warszawa: Wydaw- nictwo ABC.

Manko, R. (2006). Zasady umów dlugoterminowych. Wprowadzenie i komen- tarz [Principles of Long-Term Contracts: Introduction and Commentary]. Kwartalnik Prawa Prywatnego, 2(15), 531-563.

Manko, R. (2007). Is the Socialist Legal Tradition 'Dead and Burried'? The Continuity of Certain Elements of Socialist Legal Culture in Polish Civil Procedure. In Th. Wilhelmsson, E. Paunio & A. Pohjolainen (Eds.), Private Law and the Many Cultures of Europe (p. 81-104). The Hague/London/Boston: Kluwer.

Manko, R. (2007). Stosunki kontraktowe Wspólnot Europejskich (The Con- tractual Relationships of the European Communities). In A. Lazowski (Ed.), European Unia Europejska: Prawo instytucjonalne i gospodarcze (European Union: Institutional and Economic Law) (3rd edition). (p. 541-562). The Hague/London/Boston: Warszawa ABC – A Wolters Kluwer Business.

Manko, R. (2007). Odpowiedzialnosc deliktowa Wspólnot Europejskich (The Delictual Liability of the European Communities). In A. Lazowski (Ed.), Unia Europejska: Prawo instytucjonalne i gospodarcze (European Union: Institu- tional and Economic Law) (p. 563-616). The Hague/London/Boston: Wars- zawa: ABC – Wolters Kluwer Business.

Martius, H.P.A.J. (2006). Algemene voorwaarden en E-commerce. In M.L. Hendrikse, B. Wessels & R.H.C. Jongeneel (Eds.), Algemene Voorwaarden (Recht en Praktijk, 143) (p. 379-408). (4de druk). Deventer: Kluwer.

Ogus, A.I. (2005). Regulatory Paternalism: When is it justified? In K.J. Hopt, E. Wyrmeesch, H. Kanda & H. Baum (Eds.), Corporate Governance in Context: Corporations, States, and Market in: Europe, Japan and the United States (p. 303-320). Oxford: Oxford University Press. 29 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Ogus, A.I. & Zhang, Q. (2005). Licensing East and West. International Review of Law and Economics, 25, 124-142.

Ogus, A.I. (2006). Costs and Cautionary Tales: Economic Insights for the Law (Legal theory today). Oxford: Hart Publishing. (xiii + 320 p.)

Ogus, A.I. & Zhang, Q. (2006). Regulatory Reform in Developing Countries: Designing Business Set-Up Processes. In M. Minogue & L. Carino (Eds.), Regulatory Governance in Developing Countries (p. 115-137). Cheltenham: Edward Elgar.

Ogus, A.I. & Garoupa, N. (2006). A Strategic Interpretation of Legal Trans- plants. Journal of Legal Studies, 35, 339-363.

Ogus, A.I., Faure, M.G. & Philipsen, N.J. (2006). Best Practices for Consumer Policy: Report on the Effectiveness of Enforcement Regimes. Report prepared for the UK Department of Trade and Industry and OECD. [Online] London: DSTI/CP. Available from: [20- 12-2006].

Ogus, A.I. (2007). Better Regulation – Better Enforcement. In S. Weatherill (Ed.), Better Regulation (p. 107-113). Oxford: Hart Publishing.

Ogus, A.I. (2007). Regulatory Arrangements and Incentives for Opportunistic Behaviour. In T. Eger, M. Faure & Z. Naigen (Eds.), Economic Analysis of Law in China (p. 151-163). Cheltenham: Edward Elgar.

Ogus, A.I. (2007). Shifts in Governance for Compensation to Damage: A Framework for Analysis. In W.H. van Boom & M. Faure (Eds.), Shifts in Compensation between Private and Public Systems (Tort and Insurance Law, 22) (p. 31-41). Wien New York: Springer.

Ogus, A.I. (2007). The Economic Approach: Competition between Legal Systems. In D. Nelken & E. Örücü (Eds.), Comparative Law: A Handbook (p. 155-167). Oxford: Hart Publishing.

Ogus, A.I. (2007). The Relationship between Regulation and Tort Law: Goals and Strategies. In W.H. von Boom, M. Lukas & C. Kissling (Eds.), Tort and Regulatory Law (p. 376-389). Wien New York: Springer.

Oosterhuis, J. (2006). Nakoming in natura van de Duitse handelskoop in de negentiende eeuw. In J.H.A. Lokin, F. Brandsma, C.J.H. Jansen & W.J. Zwalve (Eds.), Groninger opmerkingen en mededelingen (p. 81-93). Groningen: Chimaira B.V..

Rinkes, J.G.J. (2005). European consumer law: making sense (Inaugurele rede 18 november 2005). Zutphen: Paris.

30 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Rinkes, J.G.J. (2005). De invloed van het Europese recht op het (Nederlandse) privaatrecht. In J.M. van Buren-Dee, E.H. Hondius & J.G.J. Rinkes (Eds.), Jaarboek Consumentenrecht 2003 (p. 1-13). Antwerpen: Intersentia.

Rinkes, J.G.J. (2006). Reasonable Expectations of honest men: over privaat- recht, contractenrecht en vertrouwen (Inaugurele rede Open Universiteit, 7 oktober 2005). Zutphen: Paris.

Rinkes, J.G.J. (2006). European Consumer Law: making sense (Inaugurele rede Universiteit Maastricht, 18 november 2005). Zutphen: Paris.

Rinkes, J.G.J. & Hendrikse, M.L (2006). Naar een klachteninstituut financiële dienstverlening: preadvies voor de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening 2006. Zutphen: Paris. (163 p.)

Rinkes, J.G.J. (2006). Europees Consumentenrecht. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek Consumentenrecht (p. 31-59). Deventer: Kluwer.

Rinkes, J.G.J. (2006). Informatieplichten. In B. Wessels, R.H.C. Jongeneel & M.L. Hendrikse (Eds.), Algemene voorwaarden (Recht en Praktijk, 147) (p. 143-172). Deventer: Kluwer

Rutgers, J.W. (2005). Ambtshalve toepassing van Europees recht in het civiele geding. In R.J.C. Flach et al. (Eds.), Amice: Rutgers-bundel: opstellen, op 26 april 2005 aangeboden aan Prof. Mr. G.R. Rutgers, ter gelegenheid van zijn afscheid van de Rijksuniversiteit Groningen (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (p. 295-303). Deventer: Kluwer.

Rutgers, J.W. (2005). The Rule of Reason and Private Law or the Limits to harmonization. In A.A.M. Schrauwen (Ed.), Rule of Reason, Rethinking an- other Classic of European Legal Doctrine (The Hogendorp papers, 4) (p. 145- 159). Groningen: Europa Law Publishers.

Rutgers, J.W. & Rutgers, G.R. (2005). Reform of the Code of Civil Procedure in the Netherlands. In N. Trocker & V. Varano (Eds.), The Reforms of Civil Procedure in Comparative Perspective (Quaderni CESIFIN, 21) (p. 131-142). Torino: Giappichelli Editore.

Rutgers, J.W. (2006). Harmonisation of security rights and the Communica- tions on Contract Law. In U. Drobnig, H.J. Snijders & E.-J. Zippro (Eds.), Divergences of Property Law, an obstacle to the internal market (p. 217-227). Munich/Groningen: Sellier European Law Publishers/Europa Law Publishers.

Rutgers, J.W. (2006). An Optional Instrument and Social Dumping. European review of contract law, 2(2), 199-212.

Rutgers, J.W. (2006). Europa en Contractsvrijheid. Nederlands Juristenblad, 702-703. 31 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Rutgers, J.W. (2007). 'De agentuurovereenkomst', in: De invloed van het Euro- pese recht op het Nederlandse privaatrecht. In A.S. Hartkamp, L.A.D. Keus & C.H. Sieburgh (Eds.), Serie Onderneming en Recht (Serie Onderneming en Recht, 42-2) (p. 71-91). Deventer: Kluwer.

Rutgers, J.W. (2007). O & M, Europees Burgerlijk Wetboek: we kunnen niet rustig gaan slapen. Nederlands Juristenblad, 2750-2751.

Samoy, I. (2005). Commerciële garanties en het dwingend karakter van de nieuwe regels. In S. Stijns & J. Stuyck (Eds.), Het nieuwe kooprecht (p. 103- 127). Antwerpen: Intersentia.

Samoy, I. (2005). De gevolgen van gesimuleerde rechtshandelingen, met bijzondere aandacht voor de overeenkomst van naamlening. In J. Smits & S. Stijns (Eds.), Inhoud en werking van overeenkomsten naar Belgisch en Nederlands recht (Ius Commune Europaeum, 50) (p. 249-280). Antwerpen: Intersentia.

Samoy, I. (2005). Een zichtbaar gebrek van de wet consumentenkoop? Pleidooi voor het behoud van de spoedige protestplicht van de koper op straffe van aanvaarding van de zichtbare gebreken. Rechtskundig Weekblad, 472-473.

Samoy, I. & Thiery, Y. (2006). Das Antidiskriminierungsrecht in Belgien: Stand der Gesetzgebung und der Rechtsprechung. In X (Ed.), Jahrbuch Junger Zivilrechtswissenschaftler 2005, Zugang und Ausschluß als Gegenstand des Privatrechts (p. 265-279). Stuttgart: Richard Boorberg Verlag.

Samoy, I. (2006). De ware aard van een beding van commandverklaring in het contractenrecht. Notariaat: notarieel en fiscaal maandblad, 169-185.

Samoy, I. (2007). Zaakwaarneming: de rol en de gevolgen van vertegenwoordi- ging. Tijdschrift voor Belgisch burgerlijk recht, 3-21.

Schaick, A.C. van (2006). Illegality. In D. Busch et al. (Eds.), The principles of European contract law (part III) and Dutch law: a commentary II (Principles of European contract law, 3) (p. 243-258). The Hague: Kluwer Law Inter- national.

Schaick, A.C. van (2006). Verkrijgende verjaring soms in strijd met art. 1 EP bij het EVRM. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 10, 90-94.

Schaick, A.C. van (2007). Beperkingen van de bevoegdheid tot ontbinding van een wederkerige overeenkomst. In E.H. Hondius (Ed.), Contracteren Interna- tionaal (Grosheide-bundel) (p. 197-215). Den Haag: Boom Juridische uit- gevers.

Schaub, M.Y. (2006). Overeenkomsten op afstand met betrekking tot financiële diensten. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 10, 404-414. 32 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Schaub, M.Y. (2007). Overeenkomsten op afstand, commentaar bij afd. 7.1.9A (art. 7:46a-46j) BW. In A.P.A. de Klerk-Leenen & B. Wessels (Eds.), Bijzon- dere overeenkomsten (losbl.). Deventer: Kluwer.

Schaub, M.Y. (2007). Beginselen van Europees recht inzake dienstverlenings- overeenkomsten. Contracteren, 3, 54-62.

Schelhaas, H. (2005). Contractuele rechtszekerheid en rechterlijke interventie. Contracteren, 3, 56-61.

Schelhaas, H. (2005). Strafbeding versus annuleringsbeding. Tijdschrift voor Belgisch burgerlijk recht, 2, 102-109.

Schelhaas, H. (2005). Beginselen voor internationale handelscontracten: een overzicht van de Unidroit Principles 2004. Weekblad voor Privaatrecht, Nota- riaat en Registratie, 6627, 532-542.

Schelhaas, H. (2006). De koopovereenkomst. In A. Verheij & B. Wessels (Eds.), Bijzondere contracten (Studiereeks burgerlijk recht, 6) (p. 23-62). Deventer: Kluwer.

Schelhaas, H. (2006). De overeenkomst tot schenking. In A. Verheij & B. Wessels (Eds.), Bijzondere contracten (Studiereeks burgerlijk recht, 6) (p. 63- 80). Deventer: Kluwer.

Schelhaas, H. (2006). De overeenkomst tot borgtocht. In A. Verheij & B. Wessels (Eds.), Bijzondere contracten (Studiereeks burgerlijk recht, 6) (p. 253- 272). Deventer: Kluwer.

Schelhaas, H. (2006). Commentary on Chapter 14, Section 1, 2 and 3 (Prescription). In D. Busch, E.H. Hondius, H.J. van Kooten & H.N. Schelhaas (Eds.), The Principles of European Contract Law III and Dutch Law – A Commentary (p. 167-224). The Hague/London/New York: Kluwer Law International.

Schelhaas, H. (2006). Commentary on Chapter 17 (Capitalisation of Interest) PECL. In D. Busch, E.H. Hondius, H.J. van Kooten & H.N. Schelhaas (Eds.), The Principles of European Contract Law III and Dutch Law – A Commentary (p. 273-276). The Hague/London/New York: Kluwer Law International.

Schelhaas, H. (2006). De uitleg van overeenkomsten ná SDM/Fox. Maandblad voor vermogensrecht, 2, 26-32.

Schelhaas, H.N. (2007). De entire agreement clause in het Europese contracten- recht. In H.N. Schelhaas & D. Busch (Eds.), Vergelijkender Wijs – opstellen aangeboden aan prof. Mr. Ewoud Hondius (p. 289-303). Deventer: Kluwer.

33 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Schelhaas, H.N. (2007). Contactuele rechtzekerheid in de praktijk. In B. Wessels (Ed.), Contracten maken (p. 141-158). Deventer: Kluwer.

Schrage, E.J.H. (2005). Résistances à l'Élaboration et à la Diffusion du Code. In J.Ph. Dunand & B. Winiger (Eds.), Le Code Civil Français dans le Droit Européen. Actes du colloque sur le bicentenaire du Code civil Français organisé à Genève les 26-28 février 2004 (p. 79-91). Bruxelles: Bruylant.

Schrage, E.J.H. (2005). Sources of law. The comparative legal history of a concept. In R. Van den Bergh et al. (Eds.), Ex iusta causa traditum: essays in honour of Eric H. Pool (Fundamina) (p. 275-284). Pretoria: University of South Africa.

Schrage, E.J.H. (2005). Contra proferentem. Vermogensrechtelijke annotaties, 34-65.

Schrage, E.J.H. (2005). Huurovereenkomst en verrijkingsrecht. Vermogens- rechtelijke annotaties, 68-81.

Schrage, E.J.H. (2005). Onrechtvaardige Verrijking. Ars Aequi, 54, 815-823.

Schrage, E.J.H. (2006). Dat kan mijn kleine broertje ook! Over het onder- scheidend vermogen van het begrip ‘kunst’ in het recht (Inaugurele rede Katholieke Universiteit Leuven, Leerstoel van het Tijdschrift voor Privaatrecht, 4 mei 2006). Gent: Story Scientia.

Schrage, E.J.H. (2006). La Restituzione in Seguito alla Dissoluzione di un Contratto. Il Diritto Intermedio. In L. Vacca (Ed.), Caducazione degli Effetti del Contratto e Pretese di Restituzione. Seminario ARISTEC per Berthold Kupisch, Roma 20-22 giugno 2002 (p. 95-107). Torino: Giappichelli.

Schrage, E.J.H. (2006). Unjust Enrichment: The Tenant's Tale. In A. Burrows & Lord Roger of Earlsferry (Eds.), Mapping the law: essays in memory of Peter Birks (p. 525-541). Oxford: Oxford University Press.

Schrage, E.J.H. (2006). Velox inopes usura trucidat. Enige gedachten over het bedingen van rente door de eeuwen heen. In M.H. Wissing & T.H.M. van Wechem (Eds.), Betalingsachterstanden bij handelstransacties: de richtlijn betalingsachterstanden in het Nederlandse recht (CRBS-reeks, 12) (p. 19-35). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Schrage, E.J.H. (2007). Misbruik van bevoegdheid (Monografieën BW. A-serie, 4). Kluwer: Deventer. (XVII + 103 p.)

Schrage, E.J.H. (2007). Rechtsverwerking en gerechtvaardigd vertrouwen. In B. Wessels (Ed.), Contracten maken (Serie praktijkhandleidingen) (5de [gew.] druk) (p. 177-219). Deventer: Kluwer.

34 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Smits, J.M. (Ed.). (2005). The Need for a European Contract Law: Empirical and Legal Perspectives. Groningen: Europa Law Publishing. (188 p.)

Smits, J.M. & Stijns, S. (Eds.). (2005). Inhoud en werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht (Ius Commune Europaeum, 50). Antwerpen: Intersentia. (449 p.)

Smits, J.M. (2005). Diversity of Contract Law and the European internal market. In J.M. Smits (Ed.), The Need for a European Contract Law: Empirical and Legal perspectives (p. 153-186). Groningen: Europa Law Publishing.

Smits, J.M. (2005). Inhoud en werking van de overeenkomst in België en Nederland: een synthese. In J.M. Smits & S. Stijns (Eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht (p. 1-19). Antwerpen: Intersentia.

Smits, J.M. (2005). Introduction. In J.M. Smits (Ed.), The Need for a European Contract Law: Empirical and Legal Perspectives (p. 5-7). Groningen: Europa Law Publishing.

Smits, J.M. (2005). The Principles of European Contract Law and the Harmoni- sation of Private Law in Europe. In A. Vacquer (Ed.), La Tercera Parte de Los Principios de Derecho Contractual Europeo (p. 567-590). Valencia: Tirant.

Smits, J.M. (2006). Common Frame of Reference and Optional Code: How to Find the Best Rules for European Contract Law? Universität Bonn: Schriften- reihe Zentrum fur europaïsches Wirtschaftsrecht. (12 p.)

Smits, J.M. (Ed.). (2006). Elgar Encyclopedia of Comparative Law. Chelten- ham-Northampton: Edward Elgar. (XVIII + 821 p.)

Smits, J.M. (2006). The Netherlands. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia on Comparative Law (p. 493-496). Cheltenham: Edward Elgar.

Smits, J.M. (2006). Europese integratie in het vermogensrecht: een pleidooi voor keuzevrijheid, preadvies NJV. In NJV (Ed.), Europese integratie (Hande- lingen Nederlandse Juristen-Vereniging, 1) (p. 57-104). Deventer: Kluwer.

Smits, J.M. (2006). Private Law and Fundamental Rights: A Sceptical View. In T. Barkhuysen & S. Lindenbergh (Eds.), Constitutionalisation of Private Law (p. 9-22). Leiden/Boston: Brill.

Smits, J.M. (2006). Comparative Law and its Influence on National Legal Systems. In R. Zimmermann & M. Reimann (Eds.), Oxford Handbook of Comparative Law (p. 513-538). Oxford: Oxford University Press.

Smits, J.M. (2006). Belangenafweging door de rechter in het vermogensrecht: een kritische beschouwing. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 134-140.

35 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Smits, J.M. (2006). Competitie tussen vennootschapsvormen: wat is het ‘beste’ stelsel van ondernemingsbestuur? Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 21-26.

Smits, J.M. (2006). The Principle of Unjust Enrichment and Formation of Contract: The Importance of a Hidden Policy Factor. European Review of Private Law, 423-435.

Smits, J.M. (2007). Convergence of private law in Europe: towards a new ius commune? In E. Örücü & D. Nelken (Eds.), Comparative law: A handbook (p. 219-240). Oxford: Hart Publishing.

Smits, J.M. (2007). De toekomst van het Europees privaatrecht: gemeenschap- pelijk referentiekader, optionele code en implementatie van richtlijnen. In A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh & L.A.D. Keus (Eds.), De invloed van het Europese recht op het Nederlandse privaatrecht (p. 281-297). Deventer: Kluwer.

Smits, J.M. (2007). Legal Culture as Mental Software, or: How to Overcome National Legal Culture? In T. Wilhelmsson, E. Paunio & A. Pohjolainen (Eds.), Private Law and the Many Cultures of Europe (p. 141-151). The Hague: Kluwer Law International.

Smits, J.M. (2007). Nordic law in a European context: some comparative observations. In J. Husa, K. Nuotio & H. Pihlajamäki (Eds.), Nordic Law – Between Tradition and Dynamism (p. 55-64). Antwerp: Intersentia.

Smits, J.M. (2007). Dret Privat Europeu: Per Un Ordre Jurídic Espontani. Revista Catalana de Dret privat, 7, 147-197.

Smits, J.M. (2007). Law Making in the European Union: On Globalization and Contract Law in Divergent Legal Cultures. Louisiana Law Review, 67, 1181- 1203.

Stijns, S. & Stuyck, J. (Eds.). (2005). Het nieuwe kooprecht: de wet van 1 sep- tember 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen. Antwerpen: Intersentia. (xiii + 165 p.)

Stijns, S. (2005). De matigingsbevoegdheid van de rechter bij misbruik van contractuele rechten in de rechtspraak van het Belgische Hof van Cassatie. In J. Smits & S. Stijns (Eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht (Ius Commune Europaeum, 50) (p. 79-100). Antwerpen: Intersentia.

Stijns, S. (2005). De remedies van de koper bij niet-conformiteit. In S. Stijns & J. Stuyck (Eds.), Het nieuwe kooprecht. De Wet van 1 september 2004 betref- fende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consuptiegoederen (p. 53-82). Antwerpen: Intersentia.

36 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Stijns, S. (2005). Le rôle du juge dans la résolution judiciaire et non judiciaire pour inexécution d’un contrat. In H. Cousy, S. Stijns, B. Tilleman & A. Verbeke (Eds.), Droit des contrats. France-Belgique (p. 91-123). Bruxelles/ Paris: Larcier/LGDJ.

Stijns, S. (2005). Les garanties commerciales et l'action récursoire du vendeur final. In C. Biquet-Mathieu & P. Wéry (Eds.), La nouvelle garantie des biens de consommation et son environnement légal (p. 161-183). Bruges: la Charte.

Stijns, S. & Vuye, H. (2005). Zakenrecht: tweehonderd jaar oud of tweehon- derd jaar jong? In D. Heirbaut & G. Martyn (Eds.), Napoleons Nalatenschap. Tweehonderd jaar Burgerlijk Wetboek in België (p. 157-194). Mechelen: Kluwer.

Stijns, S., Dambre, M. & Hubeau, B. (Eds.). (2006). Handboek Algemeen Huurrecht (Huurrecht). Brugge: die Keure. (707 p.)

Stijns, S. (2006). Uitdrukkelijk ontbindende bedingen, ontbindende voorwaar- den en vervangingsbedingen. In S. Stijns & K. Vanderschot (Eds.), Contrac- tuele clausules rond de (niet-)uitvoering en de beëindiging van contracten (p. 77-131). Antwerpen: Intersentia.

Stijns, S. & Samoy, I. (2006). La confiance légitime en droit privé contrats. Rapport Belge. In E. Dirix & Y.-H. Leleu (Eds.), The Belgian Reports at the Congress of Utrecht of the International Academy of Comparative Law (p. 223- 280). Brussels: Bruylant.

Stijns, S., Vanderschot, K. & Vermander, F. (2006). Schorsing en de beëindi- ging van de huurovereenkomst naar gemeen recht. In M. Dambre, B. Hubeau & S. Stijns (Eds.), Handboek Algemeen Huurrecht (Huurrecht) (p. 529-599). Brugge: die Keure.

Stijns, S. & Wéry, P. (Eds.). (2007). De bronnen van niet-contractuele verbin- tenissen – Les sources d’obligations extracontractuelles. Brugge: die Keure. (258 p.)

Stijns, S. (2007). Contractanten en derden: derde-medeplichtigheid en actio pauliana, sterkmaking en schijnvertegenwoordiging, derdenbegunstiging. In S. Stijns (Ed.), Verbintenissenrecht (Themis-cahier, vormingsonderdeel 5) (p. 25-50). Brugge: die Keure.

Stijns, S. (2007). De sanctionering van de wilsgebreken. In R. van Ransbeeck (Ed.), Wilsgebreken – Leerstoel Constant Matheeussen 2006 (p. 132-168). Brugge: die Keure.

Stijns, S. & Swaenepoel, E. (2007). Hoofdstuk 4: Onrechtmatige bedingen. In E. Terryn (Ed.), Handboek Consumentenkrediet (p. 169-203). Brugge: die Keure. 37 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Stijns, S. & Wéry, P. (2007). La confiance légitime et droit des obligations. In S. Stijns & P. Wéry (Eds.), De bronnen van niet-contractuele verbintenissen – Les sources d'obligations extracontractuelles (p. 47-98). Brugge: die Keure.

Storme, M.E. (2006). De juridisering van sociale verhoudingen van de negen- tiende eeuw tot vandaag. In D. Heirbaut, G. Martyn & R. Opsommer (Eds.), De geschiedenis van het recht in de twintigste eeuw (Iuris Scripta Historica) (p. 27- 75). Brussel: Koninklijke Academie WLSK.

Storme, M.E. (2006). The Belgian legal tradition: from a long quest for legal independence to a longing for dependence?, Belgian report for the XVII International Congress of comparative law, Topic 1A ‘National legal traditions and historical backgrounds’. In E. Dirix & Y.-H. Leleu (Eds.), The Belgian reports at the Congress of Utrecht of the International Academy of Compar- ative Law/Rapports belges au Congrès de l'Académie Internationale de Droit comparé à Utrecht/De Belgische rapporten voor het Congres van de Académie Internationale de Droit comparé te Utrecht (p. 3-43). Brussels: Bruylant.

Storme, M.E. & Heirbaut, D. (2006). The Belgian legal tradition: from a long quest for legal independence to a longing for dependence?, Belgian report for the XVII International Congress of comparative law, Topic 1A ‘National legal traditions and historical backgrounds´. European Review of Private Law, 14(5/6), 645-683.

Storme, M.E. et al. (o.l.v. prof. Ulrich Drobnig) (2007). Principles of European Law of personal Securities (Principles of European law, 4). Munich: Sellier European Law Publishers. (XXXI + 567 p.)

Stuyck, J. (2007). Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation. L. Ballon, H. Cousy, W. Devroe, K. Geens, J. Stuyck, B. Tilleman & P. Van Orshoven (Eds.), Liber Amicorum Frans Vanistendael (p. 359-366). Herentals: Knops Publishing.

Stuyck, J. (2007). The Unfair Commercial Practices Directive and its Conse- quences for the Regulation of Sales Promotions and the Law of Unfair Competition. In U. Bernitz & S. Weatherill (Eds.), The Regulation of Unfair Commercial Practices under EC Directive 2005/29. New Rules and New Techniques (p. 159-174). Oxford: Hart Publishing.

Stuyck, J. (2007). Who is a Consumer? In K. Boele-Woelki & W. Grosheide (Eds.), The Future of European Contract law, Essays in Honour of Ewoud Hondius (p. 425-434). Alphen aan de Rijn: Kluwer Law International.

Stuyck, J. & Dyck, T. van (2007). Op naar een nieuw consumentenkrediet- recht? Het (Gewijzigd) Voorstel van de Richtlijn Consumentenkrediet nader bekeken. In E. Terryn (Ed.), Handboek Consumentenkrediet (p. 573-590). Brugge: die Keure.

38 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Stuyck, J. & Terryn, E. (2007). Le droit européen de la consommation. Développements récents. Journal des Tribunaux – Droit européen, 143, 257- 266.

Tjittes, R.P.J.L. (2005). Europese klassiekers, BVerfG 19 oktober 1993, BVerfGE 89, 214; NJW 1994, 36 (Bürgschaft). Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 7, 301-308.

Tjittes, R.P.J.L. (2005). Uitleg van schriftelijke contracten. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 1, 2-29.

Tjittes, R.P.J.L. (2006). Koop van een woning. Non-conformiteit. Uitleg artikel 5.3 NVM-koopakte. Vermogensrechtelijke annotaties, 89-103.

Tjittes, R.P.J.L. (2006). Privaatrecht Actueel. Koop van een woning met verborgen gebreken. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 231-233.

Tjittes, R.P.J.L. (2006). De afbraak van de aansprakelijkheid voor afgebroken onderhandelingen. In A.S. Hartkamp (Ed.), Hartkamp variaties (p. 139-149). Deventer: Kluwer.

Tjittes, R.P.J.L. (2006). De uitleg van een contract jegens derden. In M. Cock Buning, E.H. Hondius & J.J. Brinkhof (Eds.), Internationaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide (p. 73-86). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Veen, M. van der, Bemmel, J. van & Korthals Altes, W.K. (2006). Contracts and learning in complex urban projects. In S.F. Pena & E.S. Alva (Eds.), Second world planning schools congress – diversity and multiplicity: A new agenda for the world planning community (p. 1-18). Mexico: National Auto- nomus University of Mexico.

Veen, M. van der & Janssen-Jansen, L. (2006). Money from the market? Possibilities for TDR-like instruments in the Dutch planning system. In S.F. Pena & E.S. Alva (Eds.), Second world planning schools congress – diversity and multiplicity: A new agenda for the world planning community (p. 1-22). Mexico: National Autonomus University of Mexico.

Veen, M. van der (2006). Public goals and private contracts; the case of the Amsterdam Zuidas and Battery Park City (New York City). In M. Carmona, M. Tewdwr-Jones et al. (Eds.), Planning Research Conference ‘Global Places, Local Spaces’ (p. 1-13). London: University College London, The Bartlett School of Planning.

Vries, G.J.P. de (2006). Dienstverlening: de overeenkomst van opdracht. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek Consumentenrecht (p. 151-173). Zutphen: Paris. 39 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Vries, G.J.P. de (2006). Extinctive prescription of claims according to the PECL and Dutch Law. In A.F. Salomons & G.J.P. de Vries (Eds.), Pro forma? Essays on the role of Formal Rules and Formal Requirements in Private Law (p. 175-193). The Hague: Boom Juridische uitgevers.

Vries, G.J.P. de & Schelhaas, H. (2006). Chapter 14: Prescription. In H. Schelhaas & D. Busch (Eds.), The Principles of European Contract Law (Part III) and Dutch Law, A Commentary II (p. 167-244). The Hague: Kluwer Law International.

Vries, G.J.P. de (2006). Remedies naar aanleiding van niet-nakoming op grond van het Weens koopverdrag zijn beperkter dan die naar Nederlands recht. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 1, 13-16.

Vries, G.J.P. de (2007). Estoppel in Dutch law. In B. Fauvarque-Cosson (Ed.), La Confiance légitime et l'estoppel (p. 319-320). Paris: Société de législation comparé.

Vries, G.J.P. de (2007). Opzegbaarheid van overeenkomsten voor onbepaalde tijd. Kwestie van contractvrijheid. Nederlands Juristenblad, 82(37), 2356-2362.

Vries, G.J.P. de (2007). Paal en perk aan bedingen ter stilzwijgende verlenging van consumentenovereenkomsten? Tijdschrift voor Consumentenrecht & Han- delspraktijken, 4, 122-124.

Vries, G.J.P. de (2007). Weens Koopverdrag stuurt in geval van niet-nakoming aan op schadevergoeding. Maandblad voor vermogensrecht, 17(7/8), 160-162.

Winkel, L.C. (2005). A Never Ending History: varia over de indelingen van verbintenissen en van contracten. In G. ten Berge et al. (Eds.), Inter Alia, Opstellen en andere bijdragen aangeboden aan Dr. Marijke van de Vrugt (p. 205-210). Utrecht: Universiteit Utrecht.

Wéry, P. & Biquet-Mathieu, C. (Eds.). (2005). La nouvelle garantie des biens de consommation et son environnement légal. Bruxelles: la Charte. (257 p.)

Wéry, P. & Dubuisson, B. (Eds.). (2005). La mise en vente de l'immeuble. Ouvrage en hommage à Nicole Verheyden-Jeanmart. Bruxelles: Larcier. (288 p.)

Wéry, P. (2005). L'action oblique et les actions directes en droit belge. In J. Smits & S. Stijns (Eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht (Ius Commune Europaeum, 50) (p. 307-340). Antwerpen: Intersentia.

40 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Wéry, P. (2005). La conclusion du contrat de vente par l'entremise d’un agent immobilier. In P. Wéry & B. Dubuisson (Eds.), La mise en vente de l'immeuble. Ouvrage en hommage à Nicole Verheyden-Jeanmart (p. 11-45). Bruxelles: Larcier.

Wéry, P. (2005). Le droit commun des obligations contractuelles face à l'émergence des nouvelles législations. In A. Wijffels (Ed.), Le Code civil, entre ius commune et droit privé européen (p. 391-412). Bruxelles: Bruylant.

Wéry, P. (2005). Les principes généraux du droit en matière d’obligations contractuelles. In C. Biquet-Mathieu et al. (Eds.), Liber Amicorum Paul Delnoy (p. 587-603). Bruxelles: Larcier.

Wéry, P. (Ed.). (2006). La nullité des contrats (Commission Université-Palais (CUP), 88). Bruxelles: Larcier. (288 p.)

Wéry, P. et al. (Eds.). (2006). Le droit commun du bail. Bruxelles: la Charte. (781 p.)

Wéry, P. & Coipel, M. (Eds.). (2006). Les pratiques du commerce, l'informa- tion et la protection du consommateur. Bruxelles: Kluwer. (472 p.)

Wéry, P. (2006). Droit applicable à l'effet de la représentation à l’égard de tiers. In J. Erauw et al. (Eds.), Het Wetboek Internationaal Privaatrecht becom- mentarieerd/Le Code de droit international privé commenté (p. 560-563). Antwerpen: Intersentia.

Wéry, P. (2006). L'aliénation du bien loué. In P. Wéry et al. (Eds.), Le droit commun du bail (p. 459-491). Bruxelles: la Charte.

Wéry, P. (2006). Les clauses pénales. In S. Stijns & K. Vanderschot (Eds.), Contractuele clausules rond de (niet-)uitvoering en de beëindiging van contracten (p. 183-226). Antwerpen: Intersentia.

Wéry, P. (2006). Les contrats de services gratuits. In B. Tilleman & A. Verbeke (Eds.), Knelpunten. Dienstencontracten (Knelpunten Contractenrecht, 4) (p. 59- 95). Antwerpen: Intersentia.

Wéry, P. (2006). Nullité, inexistence et réputé non écrit. In P. Wéry (Ed.), La nullité des contrats (Commission Université-Palais (CUP), 88) (p. 7-33). Bruxelles: Larcier.

Wéry, P. (2006). Vue d’ensemble sur le régime des clauses abusives de la loi du 14 juillet 1991. In Jeune Barreau de Liège (Ed.), La protection du con- sommateur, Actes du colloque organisé par la Commission Barreau-Notariat de Liège le 20 avril 2006 (p. 7-50). Liège: Editions du Jeune Barreau de Liège.

41 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Wéry, P. (2007). L'article 1370 du Code civil et la nomenclature des sources des obligations. In S. Stijns & P. Wéry (Eds.), Les sources d'obligations extracontractuelles (p. 1-18). Bruxelles: la Charte.

VAKPUBLICATIES

Bartels, S.E. (2005). De snijbrander en het rieten dak. Ars Aequi, 9, 655-657.

Bergh, R. Van den (2005). [Bespreking van het boek Regulation of and by Pharmacists in the Netherlands and : An Economic Approach]. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 46-50.

Bergh, R. Van den, Huls, N. & Loth, M. (2007). Reguleren doe je samen. Pleidooi voor een nieuw kabinetsstandpunt over de hervorming van de advo- catuur na drie gemiste kansen. Nederlands Juristenblad, 4550-556.

Boele-Woelki, K. & Grosheide, F.W. (Eds.). (2007). The Future of European Contract Law. Alphen aan den Rijn: Wolters Kluwer Law & Business. (XI + 434 p.)

Bollen, C.J.M., Klomp, R.J.Q. & Schelhaas, H. (Eds.). (2006). Verbintenis- senrecht geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (227 p.)

Bollen, C.J.M. (2006). De gevolgen van het niet nakomen van een verbintenis. In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H.N. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (2de druk) (p. 87-104). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Bollen, C.J.M. (2006). Ontbinding van de wederkerige overeenkomst. In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H.N. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (2de druk) (p. 105-115). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Bollen, C.J.M. (2006). Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst. In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H.N. Schelhaas (Eds.), Verbin- tenissenrecht geschetst (2de druk) (p. 181-203). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Bollen, C.J.M. (2006). Een belangrijk arrest over afbreken van onderhande- lingen dat weinig nieuws brengt. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 62-69.

Bollen, C.J.M. (2007). Artikelen 6:265-6:279 BW. In T. Hartlief, C.E. du Perron & A.C. van Schaick (Eds.), Wet en Rechtspraak Burgerlijk Wetboek, 3, 5 en 6 (p. 1009-1021). Deventer: Kluwer.

Busch, D. (2005). Bewerking artikelen 6:21 t/m 26 (voorwaardelijke verbinte- nissen). In E. Hondius (Ed.), Verbintenissenrecht (losbladig). Deventer: Kluwer.

42 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Busch, D., du Perron, C.E. et al. (Eds.). (2006). Toezicht Financiële Markten (Groene Serie). Deventer: Kluwer (losbladig).

Busch, D. (2006). Commentaar op artikel 1 Bte 1995. In D. Busch, E. du Perron et al. (Eds.), Toezicht Financiële Markten (Groene Serie, Losbladige uitg. met aanvullingen). Deventer: Kluwer.

Busch, D. (2006). Commentaar op artikel 1a Bte 1995. In D. Busch, E. du Perron et al. (Eds.), Toezicht Financiële Markten (Groene Serie, Losbladige uitg. met aanvullingen). Deventer: Kluwer.

Busch, D. (2006). Commentaar op artikel 3 Wte 1995. In D. Busch, E. du Perron et al. (Eds.), Toezicht Financiële Markten (Groene Serie, Losbladige uitg. met aanvullingen). Deventer: Kluwer.

Busch, D. & Alferink, T.G.A. (2006). TamTam. Beantwoording rechtsvraag (326) Bank- en effectenrecht (casus over prospectusaansprakelijkheid). Ars Aequi: juridisch studentenblad, 551-558.

Busch, D., Doorenbos, D., Lemmers, N., Nieuwe Weme, M., Maatman, R. & Rank, W.A.K. (Eds.). (2007). Onderneming en financieel toezicht (Serie onder- neming en Recht, 40). Deventer: Kluwer. (XXIV + 688 p.)

Busch, D. & Schelhaas, H.N. (Eds.). (2007). Vergelijkender Wijs (promoti- bundel ter ere van het emeritaat van prof.mr. Ewoud H. Hondius) (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties). Deventer: Kluwer. (X + 359 p.)

Busch, D. & Hoevers, J.W. (2007). Dutch securities regulator AFM grants non- EU SEC registered companies fast track access to European equity capital markets. Journal of International Banking Law and Regulation, 621-624.

Cauffman, C. (2005). De natuurlijke verbintenis. In Commentaar verbinte- nissen (losbladig). Mechelen: Kluwer.

Cauffman, C. (2005). De verbintenisscheppende eenzijdige wilsuiting. In Com- mentaar verbintenissen (losbladig). Mechelen: Kluwer.

Cauffman, C. (2005). De vertrouwensleer. In Commentaar verbintenissen (los- bladig). Mechelen: Kluwer.

Cauffman, C. (2005). [Bespreking van het boek De aansprakelijkheid van de wegbeheerder]. T.P.R., 747-749.

Cauffman, C. (2005). [Bespreking van het boek Le crédit à la consommation]. T.P.R., 750.

Cauffman, C. (2005). [Bespreking van het boek Honderd jaar Duits Burgerlijk Wetboek (BGB) 1 januari 1900 – 31 december 1999]. T.P.R., 1561.

43 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Cauffman, C. (2005). [Bespreking van het boek Tertium datur. De niet uitge- sloten derde in het burgerlijk recht]. T.P.R., 2068-2069.

Cauffman, C. (2006). [Bespreking van het boek Pratiques de la négociation]. T.P.R., 1385-1386.

Cauffman, C. (2007). Derde-medeplichtigheid aan contractbreuk. In Bijzondere overeenkomsten/Verbintenissen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer. Mechelen: Kluwer.

Cauffman, C. (2007). Pauliaanse vordering. In Bijzondere overeenkomsten/ Verbintenissen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer. Mechelen: Kluwer.

Cauffman, C. (2007). Gekwalificeerde benadeling. In Commentaar Verbin- tenissen. Mechelen: Kluwer.

Cauffman, C. (2007). Punitieve elementen in het verbintenissenrecht. Een rechtsvergelijkende studie naar de draagwijdte, de (grond)wettigheid en de wenselijkheid van het bestraffend karakter van het verbintenissenrecht. Tijd- schrift voor Privaatrecht.

Cauffman, C. (2007). [Bespreking van het boek The Institutional Framework of European Private Law]. C.M.L.Rev., 868-870.

Cauffman, C. & Mailleux, B. (2007). De nieuwe wet met betrekking tot de kosteloze borgtocht. Notariaat: notarieel en fiscaal maandblad, 239-258.

Deurvorst, T.E. (2006). A Camel is a horse designed by a committee. Het Haags Verdrag inzake Forumkeuzebedingen. In M. de Cock Buning, E.H. Hondius & J.J. Brinkhof (Eds.), Internationaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide (p. 293-302). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Dondorp, J.H. & Hallebeek, J. (2006). The Church as Promoter of the Law: The Emergence of Canon Law as a Separate Discipline in the Middle Ages. In J. Wolff (Ed.), Kultur- und rechtshistorische Wurzeln Europas; Arbeitsbuch (p. 43-62). Mönchengladbach: Forum Vlg Godesberg.

Grosheide, F.W. & Maanen, G.E. van (2005). Een groeifonds of een grabbel- ton? Art. 1 Eerste Protocol en de Nederlandse rechtsorde. Bespreking van de preadviezen van Barkhuysen & van Emmerik voor de voorjaarsvergadering van de Vereniging voor Burgerlijk Recht [Bespreking van het boek Preadviezen van T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik voor de voorjaarsvergadering van de Vereniging voor Burgerlijk Recht]. NTBR, 142-151.

Grosheide, F.W. (2006). Auteursrechtelijk contractenrecht. Contracteren, 1, 2- 3.

44 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Grosheide, F.W. (2007). Ad Rem. Contracteren, 2, 34-35.

Grosheide, F.W. (2007). Impressies (interview Prof.mr. M.W. Hesselink). Contracteren, 2, 49-50.

Grosheide, F.W. (2007). UNCITRAL's Modelwet voor grensoverschrijdende zekerheden en intellectuele eigendommen. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6705, 303-305.

Haentjens, M. & Perron, C.E. du (2005). Commentaar Bijzondere Overeen- komsten: Boek 7 titel 14 (borgtocht) Burgerlijk Wetboek (‘Groene Kluwer’). Deventer: Kluwer. (91 p.)

Hage, J.C., Schlössels, R.J.N. & Wolleswinkel, M.W. (Eds.). (2006). Recht, vaardig en zeker. Een inleiding in het recht (Boom juridische studieboeken) (3de [gew.] druk). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (443 p.)

Hage, J.C. (2006). Rechtsfilosofie. In J.C. Hage, R.J.N. Schlössels & R. Wolleswinkel (Eds.), Recht, vaardig en zeker (p. 367-398). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Hage, J.C. (2007). Het harmonisatiewetarrest. In R. Janse, S. Taekema & T. Hol (Eds.), Rechtsfilosofische annotaties (p. 14-16). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Hage, J.C. (2007). Wat is een rechtsnorm? In J. Donkers (Ed.), Liber Amicorum ter gelegenheid van de 60e verjaardag van Prof. dr. J. Jaap van den Herik (p. 98-106). Maastricht: Maastricht ICT Competence Center.

Hage, J.C. (2007). Why norms are not imperatives. In J. Aguilo-Regla (Ed.), Logic, Argumentation and Interpretation, Proceedings of the 22nd IVR World Congress Granada 2005 (p. 151-159). Stuttgart: Franz Steiner Verlag.

Hage, J.C. (2007). A propos of a treatise of legal philosophy and general jurisprudence. Ratio Juris, 20, 432-441.

Hage, J.C. (2007). Fatsoenlijke belastingheffing. In Fiscaal Fatsoen (p. 67-73). Maastricht: LOF.

Hage, J.C. & Brouwer, B. (2007). Basic Concepts of European Private Law. European Review of Private Law, 15, 3-26.

Hallebeek, J. (2005). ‘Laudatio’ en ‘Bibliography’. In Bergh, R. van den, Hallebeek, J., Winkel, L.C. et al. (Eds.), Ex Iusta Causa Traditum, Festschrift für Eric Pool (Fundamina) (p. XIII-XV & p. XVI-XVII). Pretoria: University of South Africa.

45 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hallebeek, J. (2005). Nicolaas Everaerts (Nicolaus Everardi). In R. Domingo (Ed.), Juristas Universales (Juristas modernas, Vol. II) (p. 92-94). Barcelona/ Madrid: Marcial Pons.

Hallebeek, J. (2005). [Bespreking van het boek Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Franeker Universiteit tot 1811]. Pro memorie: bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 7, 185-186.

Hallebeek, J. (2005). [Bespreking van het boek ‘Ketzerinnen’ – Frauen gehen ihren eigenen Weg]. Millennium: tijdschrift voor Middeleeuwse studies, 19, 203-205.

Hallebeek, J. (2006). Nederlandse vertaling van Chr. Hattenhauer, Het Konink- rijk Westfalen (1807-1813). In J. Hallebeek & A.J.B. Sirks (Eds.), Nederland in Franse schaduw; Recht en bestuur in het Koninkrijk Holland (1806-1810) (p. 271-296). Hilversum: Verloren.

Hallebeek, J. & Sirks, A.J.B. (2006). Recht en bestuur in het Koninkrijk Holland. In J. Hallebeek & A.J.B. Sirks (Eds.), Nederland in Franse schaduw; Recht en bestuur in het Koninkrijk Holland (1806-1810) (p. 7-10). Hilversum: Verloren.

Hallebeek, J. (2006). [Bespreking van het boek Vorst tussen volk en wet: over volkssoevereiniteit en rechtsstatelijkheid in het werk van Fernando Vázquez de Menchaca (1512-1569)]. Revista de estudios histórico-jurídicos, 28, 769-772.

Hallebeek, J. (2006). [Bespreking van het boek Van Bijnkershoeks Observa- tiones 2018-2913 (deel III) in het Nederlands samengevat ... and Index in Observationes tumultuarias Cornelii van Bijnkershoek et Wilhelmi Pauw]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 74, 398-399.

Hallebeek, J. (2007). Het herziene Statuut voor de Oud-Katholieke Kerk van Nederland. Nederlands Tijdschrift Kerk & Recht, 35-56.

Hallebeek, J. (2007). [Bespreking van het boek Das Basler Konzil; Synodale Praxis zwischen Routine und Revolution]. Internationale Kirchliche Zeitschrift, 97, 223-224.

Hallebeek, J. (2007). [Bespreking van het boek Das Basler Konzil; Synodale Praxis zwischen Routine und Revolution]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 75, 61-64.

Hallebeek, J. (2007). [Bespreking van het boek Les origines de la responsa- bilité pour faute personelle dans le Code Civil de 1804]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 75, 64-66.

Hardy, R.R.R. & Hesen, G.G. (2007). Independent Music Publishers and Labels Association. Markt & Mededinging, 8, 250-254. 46 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Hartkamp, A.S. (2005). Compendium Vermogensrecht voor de rechtspraktijk (6de [gew. en uitgebreide] druk). Deventer: Kluwer. (XXX + 493 p.)

Hesen, G.G. & Smits, J.M. (2006). Rechtshandelingen. In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht Geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 21-31) (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Hesen, G.G. & Smits, J.M. (2006). Overeenkomsten in het algemeen. In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht Geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 33-37). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Hesen, G.G. & Smits, J.M. (2006). Rechtsgevolgen van de overeenkomst. In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht Geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 55-60). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Hesen, G.G. & Hardy, R.R.R. (2006). [Bespreking van het boek The Need for a European Contract Law; Empirical and Legal Perspectives]. ICLQ, 55(3), 770- 772.

Hesselink, M.W. (2005). Who has a stake in European contract law. European review of contract law, 1(3), 295-296.

Hesselink, M.W. (2007). SME's in European Contract Law. Background note for the European Parliament on the position of small and medium sized enterprises (SMEs) in a future Common Frame of Reference (CFR) and in the review of the consumer law acquis. Amsterdam: Centre for the Study of European Contract Law. (28 p.)

Hesselink, M.W., Rutgers, J.W. & Booys, T. de (2007). The legal basis for an optional instrument on European contract law. Short study for the European Parliament on the different options for a future instrument on a Common Frame of Reference (CFR) in EU contract law, in particular the legal from and the legal basis for any future optional instrument. Amsterdam: Centre for the Study of European Contract Law. (80 p.)

Hesselink, M.W. (2007). Naar een (Europees) Wetboek van Consumenten- recht? Nederlands Juristenblad, 850-857.

Hesselink, M.W. (2007). De Tilburgse inquisitie. Nederlands Juristenblad, 82(33), 2086-2087.

Hesselink, M.W. (2007). Een Europees Burgerlijk Wetboek door de voordeur. Nederlands Juristenblad, 2484-2485.

Hesselink, M.W. (10-10-2007). Een Europees Burgerlijk Wetboek is juist goed idee. Nrc-Handelsblad. 47 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hesselink, M.W. (11-10-2007). Begin maar eens een bedrijfje zónder Europese regels. Nrc Handelsblad; Next.

Hondius, E.H. (2005). Asser-serie: De wereld van J.B.M. Vranken. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6620, 363-364.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 33-41.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 69-81.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 113-129.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 161-176.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 209-217.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 273-279.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 309-324.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 393-405.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 446-454.

Hondius, E.H. (2005). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 502-505.

Hondius, E.H. & Rijken, G.J. (Eds.). (2006). Handboek consumentenrecht: een overzicht van de rechtspositie van de consument. Zutphen: Paris (2de druk). (516 p.)

Hondius, E.H., Chorus, J.M.J. & Gerver, P.H.M. (Eds.). (2006). Introduction to Dutch law (4th rev. ed). Alpen aan de Rijn: Kluwer Law International. (XVI + 549 p.)

Hondius, E.H. (2006). Bankovereenkomst. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek consumentenrecht: een overzicht van de rechtspositie van de consument (p. 211-218). (2de druk). Zutphen: Paris.

48 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Hondius, E.H. (2006). Geschillencommissies. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek consumentenrecht: een overzicht van de rechtspositie van de consument (p. 471-491). (2de druk). Zutphen: Paris.

Hondius, E.H. (2006). Diskussionsbeitrag. In E. Lorenz (Ed.), Schuldrechts- modernisierung – Erfahrungen seit dem 1. Januar 2002 (VersR-Schriftenreihe, 34) (p. 225-230). Karlsruhe: Verlag Versicherungswirtschaft.

Hondius, E.H. (2006). Preface. In C. Jeloschek (Ed.), Examination and notifi- cation duties in consumer sales law: how far should we go in protecting the consumer? (Schriften zur Europäischen Rechtswissenschaft) (p. VII-VIII). Munich: Sellier European Law Publishers.

Hondius, E.H. (2006). A Spanish commentary of the Gandolfi Codeland some other Spanish. European review of contract law, 429-437.

Hondius, E.H. (2006). De basis van ons privaatrecht. Weekblad voor Privaat- recht, Notariaat en Registratie, 6673, 519-521.

Hondius, E.H. (2006). Schadefondsen: 11 september en de claimcultuur. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 9, 373.

Hondius, E.H. (2006). Productenaansprakelijkheid. ELSA Leiden Magazine, 3, 4-7.

Hondius, E.H. (2006). From the Editor. European Review of Private Law, 14, 631-633.

Hondius, E.H. (2006). The Seventeenth Congress of the International Academy of Comparative Law. European Review of Private Law, 839-843.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek van het consumentenrecht. Europa in Nederland. Nederlands Juristenblad, 1811-1821.

Hondius, E.H. (2006). Zeventiende congres van de Académie Internationale de Droit Comparé. Nederlands Juristenblad, 2474-2475.

Hondius, E.H. (2006). Consumentenrecht. Ars Aequi Katern, 98, 5438-5440.

Hondius, E.H. (2006). Consumentenrecht. Ars Aequi Katern, 99, 5500-5502.

Hondius, E.H. (2006). Consumentenrecht. Ars Aequi Katern, 100, 5572-5574.

Hondius, E.H. (2006). Consumentenrecht. Ars Aequi Katern, 101, 5639-5643.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 19-25.

49 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 57-62.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 106-113.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 139-146.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 170-177.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 231-242.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 283-292.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 332-345.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 383-391.

Hondius, E.H. (2006). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 423-435.

Hondius, E.H. (2006). [Bespreking van het boek Prevention and compensation of treatment injury: a roadmap for reform]. Lex Medicinae – Revista Por- tuguesa de Direito da Saúde, 191-192.

Hondius, E.H. (2007). Preface. In A.J. van den Berg (Ed.), The politics of European codification: a history of the unification of law in France, Prussia, the Austrian monarchy and the Netherlands (p. vii). Groningen: Europa Law Publishing.

Hondius, E.H. (2007). Le Contrat en Europe: Aujourd'hui et Demain – Luxembourg 22 June 2007. European Review of Private Law, 749-750.

Hondius, E.H. (2007). European contract law in Italy: Some recent publica- tions. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 15(1), 382-389.

Hondius, E.H. (2007). De canon van het Nederlands privaatrecht/een proeve. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6697, 127-129.

Hondius, E.H. (2007). Amerikaans consumentenrecht, wo bestu bleven? Tijd- schrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 73-74.

50 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Hondius, E.H. (2007). Amerikaanse toestanden – is het echt zo erg? Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 333-337.

Hondius, E.H. (2007). Consumentenrecht. Ars Aequi Katern, 102, 5707-5710.

Hondius, E.H. (2007). Consumentenrecht. Ars Aequi Katern, 103, 5772-5774.

Hondius, E.H. (2007). Consumentenrecht. Ars Aequi Katern, 104, 5842-5844.

Hondius, E.H. (2007). Consumentenrecht. Ars Aequi Katern, 105, 5900-5903.

Hondius, E.H. (2007). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 19-25.

Hondius, E.H. (2007). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 68-81.

Hondius, E.H. (2007). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 116-130.

Hondius, E.H. (2007). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 158-169.

Hondius, E.H. (2007). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 199-212.

Hondius, E.H. (2007). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 237-251.

Hondius, E.H. (2007). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 287-296.

Hondius, E.H. (2007). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 334-342.

Hondius, E.H. (2007). Kroniek Algemeen. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 396-406.

Hondius, E.H. & Paijmans, B. (2007). Van jeugdige vandalen en gevaarlijk overstekende kinderen/over de aansprakelijkheid van en voor kinderen. Ouranostra, 32-35.

Jongbloed, A.W., Klomp, R.J.Q., Mak, C., Rhee, C.H. van & Spath, J.B. (Eds.). (2007). Wetseditie Burgerlijk recht 2007/2008. Nijmegen (3de druk): Ars Aequi Libri. (1193 p.)

Jansen, C.E.C. & Manunza, E.R. (2006). Naschrift. Nederlands Juristenblad, 2129-2130.

51 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Jansen, C.E.C. (2006). Leidraad aanbesteden in de bouw. Cobouw. [Online]. Available from: [13-12-2006].

Klomp, R.J.Q. & Mak, C. (Eds.). (2005). Burgerlijk Wetboek 2005-2006 (14de herz. druk) (Ars Aequi wetsedities). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (778 p.)

Klomp, R.J.Q. & Mak, C. (Eds.). (2006). Burgerlijk Wetboek 2006-2007 (Ars Aequi wetsedities). (15de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (788 p.)

Klomp, R.J.Q. & Spath, J.B. (Eds.). (2006). Burgerlijk recht 2006-2007 (Ars Aequi Wetseditie). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (1128 p.)

Klomp, R.J.Q. (2006). Bijwerking Losbladige Verbintenissenrecht art. 6:51-57 BW (Supplement 135). Deventer: Kluwer. (24 p.)

Klomp, R.J.Q. (2006). Vermogensrecht in het Burgerlijk Wetboek (bewerking van bijdrage H.J. de Kluiver en R.H.C. Jongeneel). In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 15-20). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Klomp, R.J.Q. (2006). Opschorting (Afd. 6.1.7 en 6.5.5). In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 117-127). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Klomp, R.J.Q. (2006). Verrekening (Afd. 6.1.12). In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 129-138). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Klomp, R.J.Q. (2006). Onrechtmatige daad: algemeen (Afd. 6.3.1) (bewerking van bijdrage G.H. Lankhorst). In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 157-166). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Klomp, R.J.Q. (2006). Onrechtmatige daad: kwalitatief (Afd. 6.3.2) (bewerking van bijdrage G.H. Lankhorst). In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 167-173). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Klomp, R.J.Q. (Ed.). (2007). Kunst en recht 2007/2010. Wetseditie. (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (303 p.)

Klomp, R.J.Q. & Mak, C. (Eds.). (2007). Burgerlijk wetboek 2007/2008: Boeken 1 t/m 8 (Ars Aequi wetsedities). (16de herz. druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (835 p.)

Klomp, R.J.Q. (2007). Verbintenissenrecht Art. 6:127-141 BW. Supplement 141. Deventer: Kluwer. (losbl.)

52 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Klomp, R.J.Q. (2007). Verbintenissenrecht Art. 6:52-57 en 6:261-264 BW. Supplement 143. Deventer: Kluwer. (losbl.)

Klomp, R.J.Q. (2007). Hoofdstuk Overeenkomsten: de koop (bewerking van bijdrage R.H.C. Jongeneel). In Juridisch Zakboek (supplement 125) (p. IXA – 1 t/m IXA – 224 en IXB – 1 t/m IXB – 26. Den Haag: Sdu.

Klomp, R.J.Q., Joustra, C.A. & Wiewel, P.G. (Eds.). (2007). Beklaagde hoven: klachtenregeling in de rechterlijke organisatie (Prinsengrachtreeks, 2007/2). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (98 p.)

Klomp, R.J.Q. (2007). Teruggeven is geen kunst. Ars Aequi: juridisch studen- tenblad. [Online]. Available from: [15-10- 2007].

Kornet, N. (2005). Is there a Need for a Uniform Contract law in Europe? Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 13, 677-679.

Loos, M.B.M. (2006). Algemene voorwaarden bij consumentenovereen- komsten. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek Consumentenrecht: een overzicht van de rechtspositie van de consument (2de druk). (p. 61-91). Zutphen: Paris.

Loos, M.B.M. (2006). Verboden exoneraties in energieleveringsovereen- komsten en vernietiging van met de wet strijdige bindende adviezen. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 3-6.

Loos, M.B.M. (2007). Naschrift bij A.S. Hartkamp. Ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten. Heeft de Hoge Raad de jurisprudentie van het Hof van Justitie gemist? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6736, 1057-1058.

Mak, C. (2007). Het gemeenschappelijk Referentiekader en de toekomst van het Europees contractenrecht. Contracteren, 3, 72-74.

Ogus, A.I. (2007). Responding to Threats of Terrorism: How the Law Can Generate Appropriate Incentives. Journal of Interdisciplinary Economics, 19, 35-55.

Perron, C.E. du & Hart, F.M.H. 't (2006). De Geïnformeerde Consument. Is informatieverstrekking een effectief middel om consumenten afgewogen finan- ciële beslissingen te laten nemen? (Serie vanwege het Van der Heijden Instituut te Nijmegen, 90). Deventer: Kluwer. (IX + 204 p.)

Perron, C.E. du, Schaick, A.C. van & Hartlief, T. (Eds.). (2007). Burgerlijk Wetboek, boeken 3, 5 en 6 (Wet en Rechtspraak) (Wet en rechtspraak). Deventer: Kluwer. (XIV + 1094 p.)

53 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Rauws, W.J.M., Engels, C., Humblet, P., Janvier, R., Rigaux, M. & Eeckhoutte, D. van (Eds.). (2005). Codex Arbeidsrecht, 2005-2006. Brugge: die Keure. (1168 p.)

Rauws, W.J.M., Vos, M. de & Eeckhoutte, W. van (2006). Codex Arbeidsrecht 2006-2007. Brugge: die Keure. (1500 p.)

Rauws, W.J.M., Eeckhoutte, W. van, Rigaux, M. & Steenberge, J. van (2006). Bamacodex sociaal recht 2006-2007. Brugge: die Keure. (682 p.)

Rauws, W.J.M. (2006). Discriminatie in het onderwijs. Rechtskundig Week- blad, 2006(7), 310-322.

Rauws, W.J.M. (2007). ‘Dura lex, sed lex’, ‘summun jus, summa injuria’. Is het lezen van Antigone van Sophocles nuttig voor juristen? In K. Lemmens & F. Jongen (Eds.), Recht en literatuur (p. 215-225). Brugge: die Keure.

Rinkes, J.G.J. (2006). Kroniek Europees Consumentenrecht. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 48-60.

Rinkes, J.G.J. & Boom, W.H. van (2006). Redactioneel. Toezicht op consu- mentenrecht en de komst van de Consumentenautoriteit. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 5, 135-138.

Rutgers, J.W. (2005). Europees Privaatrecht. Ars Aequi Katern, 94, 5181-5182.

Rutgers, J.W. (2005). Europees Privaatrecht. Ars Aequi Katern, 96, 5314-5315.

Rutgers, J.W. & Hesselink, M.W. (Eds.). (2006). ECJ Cases on European Contract law: A Selection (Ars Aequi Jurisprudentie). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (184 p.)

Rutgers, J.W. (2006). Europees Privaatrecht. Ars Aequi Katern, 98, 5442-5443.

Rutgers, J.W. (2006). Europees Privaatrecht. Ars Aequi Katern, 99, 5505-5506.

Rutgers, J.W. (2006). Europees Privaatrecht. Ars Aequi Katern, 100, 5576- 5577.

Rutgers, J.W. (2006). Europees Privaatrecht. Ars Aequi Katern, 101, 5645- 5646.

Rutgers, J.W. (2007). Interventie bij het preadvies van Prof. mr. J.M. Smits en gezamenlijk vraagpunt, Europese Integratie. In Handelingen Nederlandse Juristen-Vereniging (p. 75-77). Deventer: Kluwer.

Rutgers, J.W. (2007). Europees Privaatrecht. Ars Aequi Katern, 102, 5712- 5713.

54 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Rutgers, J.W. (2007). Europees privaatrecht. Ars Aequi Katern, 105, 5905- 5906.

Samoy, I. (2005). [Bespreking van het boek Consumentenkoop, in Monogra- fiëen Nieuw B.W.]. R.W., 760.

Samoy, I. (2005). [Bespreking van het boek Koop en consumentenkoop]. R.W., 800.

Samoy, I. (2006). [Bespreking van het boek Mr. C. Assers handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht, Vertegenwoordiging en Rechtspersoon, De vertegenwoordiging]. R.W., 920.

Samoy, I. (2006). [Bespreking van het boek De overdracht van schuldvor- deringen. Naar een meer eenvormige tegenwerpbaarheidsregeling voor over- drachten in de burgerrechtelijke en handelsrechtelijke sfeer]. R.W., 999.

Samoy, I. (2007). Aspecten van het nieuwe afstammingsrecht, met bijzondere aandacht voor het overgangsrech. In P. Senaeve (Ed.), Themis-cahier Perso- nen- en familierecht (p. 57-77). Brugge: die Keure.

Samoy, I. (2007). Pijnpunten bij het opstellen van consortium- en andere over- eenkomsten met meer dan twee partijen. In S. Stijns (Ed.), Themis-cahier Verbintenissenrecht (p. 51-70). Brugge: die Keure.

Samoy, I. (2007). Gevolgen van de lastgeving (art. 1991 tot 2002 B.W.). In Bijzondere overeenkomsten, Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer (p. 9-74). Deurne: Kluwer.

Samoy, I. (2007). Le caméléon du droit des obligations: le contrat multipartite. Questions théoriques et pratiques concernant la conclusion des contrats à multiples parties. In P. Wéry (Ed.), Droits des obligations: développements récents et pistes nouvelles (p. 7-36). Luik: Anthémis.

Samoy, I. (2007). Zaakwaarneming: de rol en de gevolgen van vertegenwoor- diging. In S. Stijns & P. Wéry (Eds.), De bronnen van niet-contractuele verbin- tenissen: de theorie in de praktijk (p. 173-208). Brugge: die Keure.

Samoy, I. & Allaerts, V. (2007). Dit is geen vermomde schenking! In C. Castelein, A. Verbeke & L. Weyts (Eds.), Notariële clausules, Liber Amicorum Professor Johan Verstraete (p. 295-322). Antwerp: Intersentia.

Samoy, I. & Stijns, S. (2007). La confiance légitime en droit des obligations. In B. Fauvarque-Cosson (Ed.), La confiance légitime et l'estoppel (Droit privé comparé et européen, vol. 4) (p. 167-224). Paris: Société de législation com- parée.

55 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Schaick, A.C. van, Boonekamp, R.J.B. & Wesseling-van Gent, E.M. (Eds.). (2007). Burgerlijke rechtsvordering: (incl. EEX-verordening) (Wet en recht- spraak) (Wet en rechtspraak). Deventer: Kluwer. (LXIV + 1156 p.)

Schaick, A.C. van (2007). Artikelen 3:60-79 BW, 3:99-106 BW, 3:107-125 BW, 3:296-326, 6:1-26 BW, 6:52-73 BW, 6:142-161 BW, 6:198-202, 213-216, 231-247. In A.C. van Schaick, C.E. du Perron & T. Hartlief (Eds.), Burgerlijk wetboek, boeken 3, 5 en 6 (Wet en rechtspraak) (p. 78-938). Deventer: Kluwer.

Schaick, A.C. van (2007). Artikelen 78-148 Rv, 208-253 Rv, 612-616 Rv, 1003-1018 Rv, 1019j-1019v Rv. In A.C. van Schaick, R.J.B. Boonekamp & E.M. Wesseling-Van Gent (Eds.), Burgerlijke rechtsvordering: (incl. EEX- verordening) (Wet en rechtspraak) (p. 93-946). Deventer: Kluwer.

Schaub, M.Y. (2007). Handhaven met twee gezichten. Impressie van de themabijeenkomst over het duale stelsel van de Wet handhaving consumenten- bescherming, 16 november 2007 Den Haag. Contracteren, 4, 99-101.

Schaub, M.Y. (2007). Report of the SECOLA conference on the common frame of reference and the future of European contract law (1-2 June 2007). European Review of Private Law, 5, 751-755.

Schelhaas, H. (2005). Bewerking artikelen 6:91 tot en met 6:94. In E.H. Hondius (Ed.), Verbintenissenrecht (Losbladig). Deventer: Kluwer.

Schelhaas, H. (2005). Bewerking van artikelen 7:31-38 (bijzondere gevallen van verzuim, ontbinding en schadevergoeding bij koop), 7:39-44 (reclame- recht), 7:45-48 (koop op proef en koop van vermogensrechten). In B. Wessels (Ed.), Bijzondere Overeenkomsten (Losbladig). Deventer: Kluwer.

Schelhaas, H. (2005). Verbintenissenrecht. Algemene leer der overeenkomsten (11de druk, 2001). Asser Actueel, 1, 1-3.

Schelhaas, H. (2005). Verbintenissenrecht. Algemene leer der overeenkomsten (11de druk, 2001). Asser Actueel, 2, 17-19.

Schelhaas, H. (2005). Verbintenissenrecht. Algemene leer der overeenkomsten (11de druk, 2001). Asser Actueel, 3, 37-39.

Schelhaas, H. (2006). Algemene voorwaarden. In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H.N. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht Geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 67-78). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Schelhaas, H. (2006). Nakoming van verbintenissen. In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H.N. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht Geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 79-93). (2de druk).Nijmegen: Ars Aequi Libri.

56 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Schelhaas, H. (2006). Productaansprakelijkheid. In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H.N. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht Geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 181-187). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Schelhaas, H.N. (2007). Artikel 6:74-6:80 en 6:90-6:94. In A.C. van Schaick, C.E. du Perron & T. Hartlief (Eds.), Burgerlijk wetboek, boeken 3, 5 en 6 (Wet en rechtspraak) (p. 422-439-448-453). Deventer: Kluwer.

Schrage, E.J.H. (2005). [Bespreking van het boek Die Struktur des Haftungs- rechts. Geschichte, Theorie und Dogmatik außervertraglicher Ansprüche auf Schadenersatz [Jus Privatum, Beiträge zum [Privatrecht Band 76]]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIII, 426-427.

Schrage, E.J.H. (2005). [Bespreking van het boek Grenzen van Rechtsobjecten. Een onderzoek naar de grenzen van objecten van eigendomsrechten en intellectuele eigendomsrechten]. WPNR, 6615, 256-259.

Schrage, E.J.H. (2006). Rechtsverwerking en gerechtvaardigd vertrouwen. Vermogensrechtelijke annotaties, 2, 71-111.

Schrage, E.J.H. (2006). Wie betaalt bepaalt, of niet soms? Vermogensrechte- lijke annotaties, 3, 26-62.

Schrage, E.J.H. (2006). [Bespreking van het boek Historisch-kritischer Kom- mentar zum BGB]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIV, 210-213.

Schrage, E.J.H. (2006). [Bespreking van het boek Das Verbot der eigenmäch- tigen Besitzumwandlung im römischen Privatrecht: ein Beitrag zur rechtshisto- rischen Spruchregelforschung]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIV, 162-164.

Schrage, E.J.H. (2007). De regelen der kunst (deel III). Amsterdam: Russell Advocaten. (152 p.)

Smits, J.M. (2005). [Bespreking van het boek Het boetebeding in het Europese contractenrecht]. WPNR, 6638, 782-785.

Smits, J.M. (2005). [Bespreking van het boek Comparative Legal Studies: Traditions and Transitions]. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 12(1), 95-97.

Smits, J.M., Hardy, R.R.R., Hesen, G.G. & Kornet, N. (Eds.). (2006). Euro- pean Private Law (Ars Aequi wetseditie). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (454 p.)

Smits, J.M. (2006). Preface. In J.M. Smits & J.M. Smits (Eds.), Elgar Ency- clopedia of Comparative Law (p. xvii-xviii). Cheltenham: Edward Elgar.

57 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Smits, J.M. (2006). [Bespreking van het boek The European Codification Process: Cut and Paste]. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 14, 927-929.

Smits, J.M. (2006). Review of La réception du droit communautaire en droit privé des Etats membres [Bespreking van het boek La réception du droit com- munautaire en droit privé des Etats membres]. C.M.L.Rev., 43, 620-621.

Smits, J.M. (2007). Europees Burgerlijk Wetboek mag enkel een optionele code zijn. Nederlands Juristenblad, 82, 2487-2488.

Smits, J.M. (2007). [Bespreking van het boek European Contract Law: Scots and South African Perspectives]. Edinburgh Law Review, 11, 289.

Stijns, S. (2005). Voorwoord. In I. Samoy (Ed.), Middellijke vertegenwoor- diging (p. vii-xi). Antwerpen: Intersentia.

Stijns, S. (Ed.). (2007). Verbintenissenrecht (Themis-cahier, vormingsonder- deel 5). Brugge: die Keure. (93 p.)

Stijns, S. & Vuye, H. (2007). Burenhinder: een toepassing van het gelijkheids- beginsel, dan wel van de evenwichtsleer? Bedenkingen in het licht van de ver- antwoordigngsverplichting van het Hof van Cassatie. In W. Pintens, A. Alen, E. Dirix & P. Senaeve (Eds.), Vigilantibus ius scriptum. Feestbundel voor Hugo Vandenberghe (p. 289-303). Brugge: die Keure.

Storme, M.E. (2005). Lizin ontsnapt onterecht aan politieke verantwoor- delijkheid. Juristenkrant, 106 (23-03-2005), 4.

Storme, M.E. et al. (2005). Hoe relatief is het recht? Relativiteit in het recht. ().

Stuyck, J. (2007). Cliënt maakt best duidelijke afspraken over ereloon. Juris- tenkrant, 147, 9.

Stuyck, J. (2007). Wet handelspraktijken blijft hopeloos verouderd. Juristen- krant, 154, 15.

Stuyck, J. (2007). [Bespreking van het boek The Harmonisation of European Contract Law: Implications for European Private Laws, Business and Legal Practice]. C.M.L.Rev., 44, 528-531.

Tamboer, S. (2007). Boom Basics Consumentenkoop. Den Haag: Boom Juri- dische uitgevers. (101 p.)

Tjittes, R.P.J.L. (2006). Naschrift bij C.H.M. Vlaanderen. Vermogensrechte- lijke annotaties, 2, 148-150.

58 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Vries, G.J.P. de (2006). [Bespreking van het boek Contractdwang]. NTBR, 4, 137-139.

Vries, G.J.P. de (2007). [Bespreking van het boek Algemene Voorwaarden]. Praktisch Procederen, 9(5), 147-149.

ANNOTATIES

Busch, D. (2006). Noot bij: HR (13-10-2006), (Stichting Vie d’Or/DNB). JOR 2006-295, p. 2181-2185.

Cauffman, C. (2005). Noot bij: Antwerpen (15-03-2004), (De tegenstelbaarheid aan derden van een conventioneel retentierecht). N.J.W., p. 686-689.

Cauffman, C. (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (14-10-2004), (Verval van een verbintenis ten gevolge van het verdwijnen van haar voorwerp: een algemeen rechtsbeginsel). R.W. 2005, p. 860-863.

Cauffman, C. (2005). Noot bij: Vrederechter Zelzate (09-12-2004), (De tussen- komst van een takelfirma op vraag van de politie: een toepassingsgeval van de zaakwaarneming?). T.B.B.R., p. 531-534.

Cauffman, C. (2006). Noot bij: Hof van Cassatie (14-10-2004), (Het verval van een verbintenis ten gevolge van het verdwijnen van haar voorwerp: een alge- meen rechtsbeginsel). R.W. 2006-22, p. 860-863.

Cauffman, C., Luts, L. & Santini, L. (2006). Noot bij: Kh. Tongeren (17-05- 2005), (Zelfmoord in het verzekeringsrecht. Over het opzettelijk karakter van zelfmoord ten aanzien van het verzkeringsrecht en de tegenstelbaarheid, de gel- digheid en de toepasselijkheid van de contractuele vervalclausule van onmis- kenbaar roekeloze of gevaarlijke daden). DAOR-80, p. 449-458.

Cauffman, C. (2007). Noot bij: Cassatie (23-03-2006), (Vers un endiguement du pouvoir modérateur du juge en cas de nullité). RCJB, p. 428-446.

Deurvorst, T.E. (2007). Noot bij: Rb. Breda (25-10-2006), (Autodesk/Aztec). Computerrecht 2007-47, p. 113-120.

Deurvorst, T.E. (2007). Noot bij: HR (08-12-2006), (Sjopspel). AMI 2007-11, p. 89-92.

Hesen, G.G. & Hardy, R.R.R. (2006). Noot bij: Gerecht van Eerste Aanleg (13- 07-2006), T-464/04, (Independent Music Publishers and Labels Association (IMPALA, International Association)/Commissie). Markt & Mededinging 2006-8, p. 250-254.

Hesselink, M.W. (2006). Noot bij: ECR (01-04-2004), (Case 237/02[2004]. ECJ-Freiburger Kommunalbauten v Hofstetter). ERCL 2006-3, p. 366-375. 59 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Loos, M.B.M. (2006). Noot bij: Rb. Dordrecht (02-02-2005), (Gebondenheid van de verkoper bij mondelinge overeenstemming bij de koop van een woning door een consument). TvC 2006-1, p. 19-22.

Loos, M.B.M. (2006). Noot bij: Geschillencommissie Thuiswinkel (22-11- 2005), TvC 2006-5, p. 170-171.

Loos, M.B.M. (2006). Noot bij: Geschillencommissie Thuiswinkel (22-11-2005 en 11-04-2005), TvC 2006-5, p. 171-173.

Loos, M.B.M. (2007). Noot bij: HvJEG (26-10-2006), (EJC-Mostaza). ERCL 2007-4, p. 439-445.

Mak, C. (2007). Noot bij: HvJEG (07-09-2006), 81/05, (ECJ-Cordero Alonso v Fogasa). ERCL 2007-4, p. 432-438.

Perron, C.E. du (2005). Noot bij: HR (11-07-2003), 103, NJ, p. 957-959.

Perron, C.E. du (2005). Noot bij: HR (20-02-2004), 493, NJ, p. 4309-4312.

Perron, C.E. du (2005). Noot bij: HR (27-02-2004), 498, NJ, p. 4386-4387.

Perron, C.E. du (2005). Noot bij: HR (01-10-2004), 499, NJ, p. 4397-4398.

Perron, C.E. du (2005). Noot bij: HR (12-11-2004), 500, NJ, p. 4412-4413.

Rauws, W.J.M. (2005). Noot bij: Arbitragehof (14-01-2004), (Leefloonwet op de rooster van de Liga van de Mensenrechten). R.W. 2005-28, p. 1099-1100.

Rauws, W.J.M. (2006). Noot bij: Arbitragehof (11-05-2005), (De immuniteits- regeling bij professionele arbeidsongeschiktheid en terbeschikkingstelling van werknemers). R.W. 2006-2, p. 54-55.

Rauws, W.J.M. (2007). Noot bij: Cass. (18-09-2006), (Variaties op het loon- begrip in de jaarlijkse vakantiewetgeving volgens het Hof van Cassatie). R.W. 2007, p. 273-275.

Rauws, W.J.M. (2007). Noot bij: Cass. (14-11-2005), (Wetsontduiking en de subjectieve wil een dwingende wetsbepaling of een bepaling van openbare orde te omzeilen). R.W. 2007, p. 486-487.

Rauws, W.J.M. (2007). Noot bij: Cass. (30-10-2006), (Het begrip technische bedrijfseenheid in de Programmawet van 30 december 1988). R.W. 2007, p. 1678-1679.

Rutgers, J.W. (2005). Noot bij: ECJ (27-06-2000 en 21-11-2002), (Cases ECJ- Océano Grupo/Cofidis). ERCL 2005-1, p. 87-96.

60 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Samoy, I. (2005). Noot bij: Brussel (04-06-2002), (Een notaris vraagt een bodemonderzoek aan in het kader van een verkoop. Wie betaalt de rekening?). Not. Fisc. M., p. 327-329.

Samoy, I. & Vanderschot, K. (2006). Noot bij: Hof van Beroep Antwerpen (20- 09-2004), (Nietigheid van ongeoorloofde schadebedingen in het gemeen recht: welles nietes?). R.W. 2006-19, p. 797-801.

Samoy, I. (2007). Noot bij: Cassatie (06-02-2006), (Over de mogelijkheid van plaatsvervanging bij lastgeving: lastgeving is al lang geen vriendendienst meer...). T.B.B.R., p. 103-104.

Schaick, A.C. van (2005). Dutch case note to OGH 6 December 2001 (Wirkliche Uebergabe bei Schenkung und Besitzkonstitut). European Review of Private Law, p. 204-207.

Schaub, M.Y. (2007). Noot bij: Rb. Rotterdam, sector kanton (19-01-2006), (Informatieplichten). TvC 2007-1, p. 27-29.

Schaub, M.Y. (2007). Noot bij: Rb. Arnhem (26-06-2006), TvC 2007-6, p. 214- 216.

Schelhaas, H. (2005). Noot bij: HR (03-12-2004), (Ohra/Epon). NTBR 2005-3, p. 134-135.

Schelhaas, H. (2005). Noot bij: HR (10-12-2004), (Het startpunt van de subjec- tieve verjaringstermijn bij een vordering uit onverschuldige betaling en on- rechtmatige daad). NTBR 2005-10, p. 56-61.

Schelhaas, H. (2005). Noot bij: HR (12-11-2004), (Aansprakelijkheid voor kinderen). TVP 2005-1, p. 26-30.

Schelhaas, H. (2006). Noot bij: HR (24-03-2006), (Matiging versus vernietig- baarheid van een contractuele boete). NTBR 2006-6, p. 249-255.

Stuyck, J. (2007). Noot bij: Mons (20-03-2006), (Des lunettes à prix réduits pour le législateur). D.C.C.R., p. 43-45.

Vries, G.J.P. de (2005). Noot bij: BGH (17-07-2003), (Dutch case note (BGH: 17 juli 2003)). ERPL 2005-1, p. 40-44.

Vries, G.J.P. de (2005). Noot bij: HR (22-10-2004), (De ingebrekestellingseis onder druk). VrA 2005-1, p. 96-107.

Wéry, P. (2005). Noot bij: Cour de Cassation (25-04-2003), (Brèves observa- tions à propos des sanctions des clauses illicites). T.B.B.R., p. 47-48.

61 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Wéry, P. (2005). Noot bij: Mons (13-01-2005), (L'interprétation contra profe- rentem). JLMB, p. 1050-1053.

Wéry, P. (2006). Noot bij: Cour de Cassation (21-11-2003), (L'exception d’inexécution dans la jurisprudence de la Cour de cassation). RGDC, p. 40-43.

Wéry, P. (2007). Noot bij Liège (19-04-2005). (Le caractère impressionnant et illicite des menaces constitutives de violence dans la conclusion des actes juridiques). Revue trimestrielle de droit familial, 840-847.

Wéry, P. (2007). Noot bij: Cass. (06-01-2005), (Le caractère ‘volontaire’ de la gestion d'affaires et des quasi-contrats). RCJB, p. 181-238.

Wéry, P. (2007). Noot bij: C. trav. Liège (section Namur) (14-04-2005), (Actes équipollents à rupture du contrat de travail et exécution en nature de l'obligation contractuelle). RGDC, p. 92-95.

Wéry, P. (2007). Noot bij: Cass. (26-05-2006), (La nullité des contrats d'organi- sation de voyages et d'intermédiaire de voyages pour méconnaissance des for- malités légales). RGDC, p. 479-482.

Wéry, P. (2007). Noot bij: Cass. (26-05-2006), (La nullité du contrat d'orga- nisation de voyages et du contrat d'intermédiaire de voyages pour inobservation des formalités légales). DCCR, p. 202-204.

Wéry, P. (2007). Noot bij: JP Charleroi (25-10-2006), (Le pouvoir du juge de soulever d'office la violation de l'article 32, 15 de la loi du 14 juillet 1991). JLMB, p. 201-204.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Allemeersch, B. (2006). Toetsing van de geoorloofdheid van een overeen- komst: procesrechtelijke aspecten. In X (Ed.), Liber Alumnorum KULAK (p. 35-48). Brugge: die Keure.

Bartels, S.E. & Giesen, I. (2007). The Principles of European Law on Service Contracts: the Rules on Medical Treatment in a Future Europe compared to the rules in the Netherlands. In K. Boele-Woelki & F.W. Grosheide (Eds.), The Future of European Contract Law. Liber Amicorum E.H. Hondius (p. 169-181). Alphen aan den Rijn: Wolters Kluwer Law & Business.

Cousy, H., Tilleman, B., Verbeke, A. & Thévenoz, L. (Eds.). (2006). Droit des contrats: France, Suisse, Belgique (Contrats & Patrimoine). Bruxelles: De Boeck & Larcier. (336 p.)

62 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Curry-Sumner, I. (2007). An age-old dilemma: is it time for a ‘revolutionary approach?’ A Commentary on Harding v. Wealands. In P. Sarcevic & P. Volken (Eds.), Yearbook of Private International Law (p. 85-96). Munich: Sellier. European Law Publishers.

Dirix, E. (2007). Privaatrecht en multiculturaliteit. rede uitgesproken bij de aanvaarding van de Francqui-leerstoel aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Brussel (27 februari 2007). Antwerpen: Intersentia.

Ernes, A.L.H. (2005). De positie van de tussenpersoon jegens een derde; instaan voor bestaan en omvang van een volmacht. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2, 73-80.

Ernes, A.L.H. (2006). Opdracht. In B. Wessels, A.J. Verheij et al. (Eds.), Bijzondere overeenkomsten (Studiereeks Burgerlijk Recht, 6) (p. 81-97). Deventer: Kluwer.

Ernes, A.L.H. (2006). Volmacht. In C. Bollen, R.J.Q Klomp & H.N. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (Burgerlijk recht geschetst, 5) (p. 39-55). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Heirbaut, D. (2005). Comparative law and Zimmermann's new ius commune: a life line or a death sentence for legal history? Some reflections on the use of legal history for comparative law and vice versa. In R. Van den Bergh et al. (Eds.), Ex iusta causa traditum: essays in honour of Eric H. Pool (Fundamina) (p. 136-153). Pretoria: University of South Africa.

Hendrikse, M.L., Jongeneel, R.H.C. & Wessels, B. (Eds.). (2006). Algemene Voorwaarden (Recht en Praktijk, 143). (4de druk). Deventer: Kluwer. (XXVI + 717 p.)

Heutger, V. (2005). The Commission's revised proposal for a new EU Con- sumer Credit Law – Strengthening cross-border trade? Tijdschrift voor Consu- mentenrecht & Handelspraktijken, 94-99.

Heutger, V. (2005). UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts, Die Aktualität der «UNIDROIT Prinzipien» – zur Neuauflage 2004. European Review of Private Law, 13(1), 83-90.

Heutger, V. (2005). [Bespreking van het boek Het kopijrecht, 16de tot 19de eeuw]. Zeitschrift der Savigny-Stiftung für Rechtsgeschichte, 122, 730-732.

Heutger, V. (2005). Reaktion auf das Grünbuch zur Finanzdienstleistungs- politik (2005-2010). Http://forum.europa.eu.int/Public/irc/markt/markt_consul tations/library?l=/financial_services/financial_2005-2010&vm=detailed&sb=Ti tle.

63 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Milo, J.M. (2005). Overeenkomst van opdracht, arbeidsovereenkomst, aanne- ming van werk. Asser Actueel, 1, 9.

Milo, J.M. (2005). Overeenkomst van opdracht, arbeidsovereenkomst, aanne- ming van werk. Asser Actueel, 2, 33-34.

Milo, J.M. (2005). Overeenkomst van opdracht, arbeidsovereenkomst, aanne- ming van werk. Asser Actueel, 3, 56-57.

Tilleman, B. & Verbeke, A. (2005). Bijzondere overeenkomsten in kort bestek (tweede en uitgebreide editie). Antwerpen: Intersentia. (XXXIV + 312 p.)

Veen, M. van der, Janssen-Jansen, L. & Salet, W.G.M. (2007). Planning by contracts? Principles, rationalities and consequences of public contracting. In F.D. Moccia, L. de Leo & G.G.E. Coppola (Eds.), Planning for the risk society: Dealing with uncertainty, challenging the future (p. 1-11). Napels: Aesop.

OVERIGE PUBLICATIES

Bergh, R. van den, Hallebeek, J., Winkel, L.C. et al. (Eds.). (2005). Ex iusta causa traditum. Essays in honour of Eric H. Pool (Fundamina). Pretoria: University of South Africa. (xvii + 441 p.)

Bergh, R. Van den (2006). Schadevorderingen wegens schending van het mededingingsrecht in het spanningsveld tussen compensatie en optimale afschrikking. Markt & Mededinging, 143-151.

Bergh, R. Van den & Montangie, Y. (2006). Competition in Professional Services Markets: Are Latin Notaries Different? Journal of Competition Law and Economics, 189-214.

Bollen, C.J.M. & Hartlief, T. (2006). Borgtocht. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek Consumentenrecht (p. 219-242). Zutphen: Paris.

Cauffman, C. (2005). Bronnen van verbintenissen. In Commentaar verbintenis- sen (losbladig). Mechelen: Kluwer.

Cauffman, C. & Verbeke, A. (2005). Een jaar Wet Consumentenkoop. In B. Tilleman & A. Verbeke (Eds.), Bijzondere Overeenkomsten (p. 27-58). Antwerpen: Intersentia.

Cauffman, C. (2006). Discriminatie bij bijzondere overeenkomsten. Rechtskun- dig Weekblad, 7(70), 287-309.

Cauffman, C. (2006). Is er plaats voor de plaatsvervulling van de verwerpende erfgenaam? Rechtskundig Weekblad, 32(69), 1241-1250.

64 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Grosheide, F.W. (2006). Onder vrienden is alles gemeenschappelijk – Over vriendschap als bron van gemeenschappelijk eigendom. Rechtsgeleerd Maga- zijn Themis, 2, 49-54.

Hage, J.C. (2005). Comparing Alternatives in the Law. Artificial Intelligence and Law, 12, 181-225.

Hage, J.C. (2005). The Logic of Analogy in the Law. Argumenten, 78(2), 401- 415.

Hallebeek, J. & Bergh, A.J. van den (2005). De drie Hoofdgeschillen van Het Zwarte Boek (Publicatieserie Stichting Oud-Katholiek Seminarie, 38). Amers foort/Sliedrecht: Stichting Oud-Katholiek Seminarie/Merweboek. (72 p.)

Hallebeek, J. (2005). Church asylum in late Antiquity: Concession by the Emperor or competence of the Church? In E.C. Coppens (Ed.), Secundum Ius: Opstellen aangeboden aan prof. mr. P.L. Nève (Rechtshistorische reeks van het Gerard Noodt Instituut, 49) (p. 163-182). Nijmegen: GNI.

Hallebeek, J. (2005). Observaciones sobre el sentido de los conceptos romanos servitus y servus en el mundo medieval. In Bergh, R. van den, Hallebeek, J., Winkel, L.C. et al. (Eds.), Ex Iusta Causa Traditum, Festschrift für Eric Pool (Fundamina) (p. 121-135). Pretoria: University of South Africa.

Hallebeek, J. (2005). Bericht über die kirchenrechtsgeschichtliche Forschung im Gebiet der Niederlande und Belgiens. Zeitschrift der Savigny-Stiftung für Rechtsgeschichte, (Kan.abt.)(22), 421-445.

Hallebeek, J. (2005). LVIIIste zitting van de ‘Société Internationale ‘Fernand de Visscher’ pour l'Histoire des Droits de l'Antiquité’ te Angra dos Reis/São Paulo (20-25 september 2004). Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 73, 225- 226.

Hallebeek, J. (2006). Some remarks concerning the Disputationum libri XXI of Tryphoninus. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 74, 149-157.

Hallebeek, J. (2007). Papal prohibitions midway between rigor and laxity. On the issue of depicting the Holy Trinity,. In W. van Asselt (Ed.), Iconoclasm and Iconoclash. Struggle for Religious Identity (Jewish and Christian perspectives series, 14) (p. 353-383). Leiden-Boston: Brill.

Hartkamp, A.S. (2005). Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht (Asser serie 4: Verbintenissenrecht) (Dl. II. Al- gemene leer der overeenkomsten) (12de druk bew. door A.S. Hartkamp). Deventer: Kluwer.

65 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Herbots, J. (2007). Horace Rumpole et ses confreres face aux Principes de droit de la responsabilité civile européen. In Feestbundel Hugo Vandenberghe (p. 151-165). Brugge: die Keure.

Hondius, E.H. (2005). Juristenportretten: raadsheren moeten voor het voetlicht. In R.J.C. Flach et al. (Eds.), Rutgers-bundel, Opstellen, op 26 april 2005 aan- geboden aan Prof. Mr. G.R. Rutgers (Kluwer rechtswetenschappelijke publi- caties) (p. 157-165). Deventer: Kluwer.

Hondius, E.H. (2005). A snuff, sir? Et ego in Arcadia – op sabbatical in Cambridge. Ars Aequi, 1, 16-20.

Hondius, E.H. (2005). Entartete Musik. Ars Aequi, 2, 71.

Hondius, E.H. (2005). Omzien in verwondering. Ars Aequi, 3, 129.

Hondius, E.H. (2005). Wild Bill. Ars Aequi, 4, 213.

Hondius, E.H. (2005). Hamburg: privaatrechtelijk paradijsje aan de Aussen- alster. Ars Aequi, 5, 330-334.

Hondius, E.H. (2005). Juridisch argumenteren. Ars Aequi, 6, 445.

Hondius, E.H. (2005). Ars longa, vita longa. Ars Aequi, 9, 665.

Hondius, E.H. (2005). Parijse notities. Ars Aequi, 10, 802-806.

Hondius, E.H. (2005). Plagiaat. Ars Aequi, 11, 917.

Hondius, E.H. (2005). Hoor en wederhoor. Ars Aequi, 12, 991.

Hondius, E.H. (2005). De toegevoegde waarde van publicatie van rechtspraak. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 37-38.

Hondius, E.H. (2006). Towards a European small claims procedure. In L. Thévenoz & N. Reich (Eds.), Droit de la consommation/Liber amicorum Bernd Stauder (p. 131-146). Baden-Baden/Genève: Nomos/Schulthess.

Hondius, E.H. (2006). Levensbericht Peter Birks. In KNAW (Ed.), Levens- berichten en herdenkingen 2006 (p. 16-21). Amsterdam: Koninklijke Neder- landse Akademie van Wetenschappen.

Hondius, E.H. (2006). Jugoistocna Evropa i Evropsko privatno pravo. Evropski Pravnik/European Lawyer Journal, 15-30.

Hondius, E.H. (2006). Naar een Nederlandse small claims procedure? Neder- lands Juristenblad, 197-202.

Hondius, E.H. (2006). Entartetes Recht. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 17. 66 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Hondius, E.H. (2006). Ranking. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 101.

Hondius, E.H. (2006). Terugwerkende kracht. Ars Aequi: juridisch studenten- blad, 3, 173.

Hondius, E.H. (2006). Pleiten pleite? Ars Aequi: juridisch studentenblad, 251.

Hondius, E.H. (2006). Wie was toch Suijling? Ars Aequi: juridisch studenten- blad, 5, 333.

Hondius, E.H. (2006). Kopstukken. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 409.

Hondius, E.H. (2006). Onder professoren/over wetenschappelijke integriteit. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 471.

Hondius, E.H. (2006). Over wetenschappelijke integriteit II. Ars Aequi: juri- disch studentenblad, 571.

Hondius, E.H. (2006). Pronken met andermans veren. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 702.

Hondius, E.H. (2006). Entartete Opernfreude. Ars Aequi: juridisch studenten- blad, 875.

Hondius, E.H. (2007). Kritiek, maar met mate. Ars Aequi: juridisch studenten- blad, 19-20.

Hondius, E.H. (2007). Don Quichotte en de nepauteurs. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 118.

Hondius, E.H. (2007). De eenheid van het burgerlijk recht. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 129.

Hondius, E.H. (2007). Paard en recht. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 200.

Hondius, E.H. (2007). Unter Professoren. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 301.

Hondius, E.H. (2007). De feestbundel: vloek of zegen? Ars Aequi: juridisch studentenblad, 421.

Hondius, E.H. (2007). De vrouwen van Radboud. Ars Aequi: juridisch studen- tenblad, 495.

Hondius, E.H. (2007). Civielrechtelijke plaatsopneming. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 572-573.

Hondius, E.H. (2007). De scriptie. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 739- 740. 67 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hondius, E.H. (2007). Hand in hand kameraden: schade verhalen op voetbal- vandalen. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 652.

Hondius, E.H. (2007). Wat is kunst: voer voor juristen. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 941.

Jansen, C.E.C. (2006). Beter aanbesteden in de bouw. Regels bieden ruimte voor kwaliteit, efficiency en innovatie (wetenschappelijke studie). Gouda: Regieraad Bouw. (61 p.)

Jansen, C.E.C. (2006). Algemene voorwaarden en de bouw. In M.L. Hendrikse, R.H.C. Jongeneel & B. Wessel (Eds.), Algemene Voorwaarden (Recht en Praktijk, 143) (p. 561-580). Deventer: Kluwer.

Jansen, C.E.C. (2006). Eigen schuld in het contractenrecht: mogelijke incon- sistentie met regels omtrent prijsaanpassing bij de aanneming van werk. Neder- lands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 29, 202-212.

Jansen, C.E.C. & Manunza, E.R. (2006). (On)gewenste ontwikkelingen in het aanbestedingsrecht? Nederlands Juristenblad, 1038-1043.

Jansen, C.E.C. & Manunza, E.R. (2006). Onbegrip over kort geding bij aanbe- stedingsgeschil. Cobouw. [Online]. Available from: [10-05-2006].

Jansen, C.E.C., Bregman, A.G., Chao-Duivis, M.A.B. & Koning, A.Z.R. (Eds.). (2007). Institutioneel kader: de invloed van regels op de organisatie, het verloop en de resultaten van bouwprocessen. Gouda: PSIBouw. (462 p.)

Jansen, C.E.C. (2007). Grenzen aan de ontvankelijkheid van de ongeldige inschrijver. Tijdschrift Aanbestedingsrecht, 333-341.

Klomp, R.J.Q. (2005). Privaatrechtelijk perspectief; Over het nut van algemene voorwaarden en een levenslang museumverbod. In F. Kuitenbouwer & T. Schiphof (Eds.), Kunstvandalisme; Het recht en een taboe van ons openbaar kunstbezit (p. 11-22). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Klomp, R.J.Q., Helstone, A. & Loor, E. (2005). Model bezoekersvoorwaarden (Bijlage). In F. Kuitenbouwer & T. Schiphof (Eds.), Kunstvandalisme; Het recht en een taboe van ons openbaar kunstbezit (p. 119-127). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Klomp, R.J.Q. (2006). Literaire parodie. In F.W. Grosheide (Ed.), Parodie: pa- rodie en kunstcitaat: monografie van de uitgewerkte en geactualiseerde voor- drachten die zijn gehouden tijdens de bijeenkomst van Vereniging voor Auteur- srecht 30 januari 2004 (p. 53-82). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Klomp, R.J.Q. (2005). Volgrecht; De implementatie van Richtlijn 2001/84/EG. Maandblad voor vermogensrecht, 204-206. 68 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Klomp, R.J.Q. (2006). Het recht van de kunstenaar bij doorverkoop van een kunstwerk; Implementatie van Richtlijn 200 1/84/EG. Praktisch Procederen, 5, 173-175.

Klomp, R.J.Q. (2007). Volgrecht; Richtlijn 2001/84/EG en het Nederlandse auteursrecht (Special bij Juridisch Zakboek 2007/13). Den Haag: Sdu. (62 p.)

Klomp, R.J.Q., Joustra, C.A. & Wiewel, P.G. (2007). Ter introductie. In C.A. Joustra, R.J.Q. Klomp & P.G. Wiewel (Eds.), Beklaagde hoven: klachten- regeling in de rechterlijke organisatie (Prinsengrachtreeks, 2007/2) (p. 1-5). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Loos, M.B.M. (2006). Binding van de verkoper bij de ‘consumentenkoop’ van woningen aan de mondelinge wilsovereenstemming: drie jaar ervaring maar nog altijd geen duidelijkheid. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handels- praktijken, 6, 179-181.

Loos, M.B.M. (2006). Grenzeloos kopen. Consumentengids mei 2006.

Loos, M.B.M. (2007). Reactie op het Consultatiedocument 2007 van de Consu- mentenautoriteit. [Online] Den Haag: Consumentenautoriteit. Available from: [10-10- 2007].

Loos, M.B.M. (2007). Noot bij: Rb. Leeuwarden, sector Kanton, locatie Leeuwarden (21-07-2006), (Bewijslast en bewijsrisico bij de wettelijke en commerciële garantie). TvC 2007-1, p. 30-31.

Loos, M.B.M. (2007). Noot bij: Hof Amsterdam (15-06-2006), TvC 2007-3, p. 83-85.

Loos, M.B.M. (2007). Noot bij: Vzngr. Rb. Breda (31-01-2007), (Bewijslast en bewijsrisico bij de wettelijke en commerciële garantie). TvC 2007-3, p. 86-89.

Loos, M.B.M. (2007). Noot bij: Geschillencommissie Thuiswinkel (07-11- 2006), TvC 2007-3, p. 89-90.

Loos, M.B.M. (2007). Noot bij: Rb. Utrecht (12-07-2006), (Bewijslast en be- wijsrisico bij de wettelijke en commerciële garantie). TvC 2007-4, p. 129-130.

Loos, M.B.M. (2007). Noot bij: Geschillencommissie Voertuigen (15-02-2006) (Bewijslast en bewijsrisico bij de wettelijke en commerciële garantie). TvC 2007-4, p. 130-133.

Loos, M.B.M. & Biggelaar, P.J.M. van (2007). Concentratie rechtsbijstand in massaschade loont. Nederlands Juristenblad, 41, 2625-2632.

69 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Oderkerk, A.E. (2007). The CFR and the Method(s) of Comparative Legal Research. European review of contract law, 3(3), 315-331.

Ogus, A.I. & Zhang, Q. (2006). Licensing Procedures in Developing Countries: Should They Be Part of the Set-Up Process. International Journal of Public Administration, 29, 1091-1108.

Rauws, W.J.M. (2005). Aansprakelijkheids-en tuchtregeling voor contractuelen bij de overheid. In M. De Vos & I. Plets (Eds.), Contractuele tewerkstelling in de overheid (p. 129-168). Brugge: die Keure.

Rauws, W.J.M. (2005). Enige beschouwingen over de bedongen arbeid in Nederlands-Belgisch perspectief. In A. Van Oevelen (Ed.), De bedongen arbeid. Notie en relatie tot de goede trouw en goed werkgeverschap (p. 71-98). Antwerpen: Intersentia.

Rauws, W.J.M. (2005). Loon is (slechts) een (gekwalificeerde) geldschuld. In D. Simoens et al. (Eds.), Sociale zekerheden in vraagvorm; Liber Amicorum Jef Van Langendonck (p. 361-371). Antwerpen: Intersentia.

Rauws, W.J.M., Humblet, P., Janvier, R. & Rigaux, M. (2006). Synopsis van het Belgisch arbeidsrecht (3de druk). Antwerpen: Intersentia. (xxxiii + 426 p.)

Rauws, W.J.M. (2006). Collective bargaining at the enterprise level: some comparative observations. In M. Rigaux & J. Rombouts (Eds.), The Essence of Social Dialogue in (South East) Europe (p. 333-348). Antwerp: Intersentia.

Rauws, W.J.M. (2006). De geldigheid van de collectieve arbeidsovereenkomst. In G. Cox, M. Rigaux & J. Rombouts (Eds.), Collectief onderhandelen (p. 127- 149). Mechelen: Kluwer rechtswetenschappen.

Rauws, W.J.M. (2006). Enige collectiefrechtelijke problemen bij herstructu- rering van ondernemingen. In W. Rauws & J. Peeters (Eds.), Herstructurering doorheen het (arbeids)recht (p. 143-180). Antwerpen: Intersentia.

Rauws, W.J.M. (2006). Loonbetaling bij ziekte. Een comparatieve kanttekening over het Belgische en Nederlands recht. In S. Klosse (Ed.), Arbeid en gezond- heid. Schipperen tussen verantwoordelijkheid en bescherming (p. 289-298). Maastricht: Universitaire Pers Maastricht.

Rauws, W.J.M. (2006). De kwalificatie van de (arbeids)overeenkomst. Journal des Tribunaux du Travail, 93-101.

Rauws, W.J.M. (2007). De verjaring in het arbeidsrecht. In Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten, Universiteit Antwerpen (Ed.), De verja- ring (p. 1-31). Antwerpen: Intersentia.

70 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Rauws, W.J.M. & Nevens, K. (2007). De recente uitspraak van het Hof van Cassatie in het sociale zekerheidsrecht. In R. Janvier, A. van Regenmortel & V. Vervliet (Eds.), Actuele problemen van het sociale zekerheidsrecht (Recht en sociale zekerheid) (3de editie, 12) (p. 95-182). Brugge: die Keure.

Rauws, W.J.M. (2007). De sociale verantwoordelijkheid van de onderne- mingen: een juridische analyse. Tijdschrift voor Sociaal Recht, 199-216.

Rinkes, J.G.J. & Wechem, T.H.M. van (2005). Financiele dienstverlening. Tijd- schrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 73-77.

Rinkes, J.G.J. & Wechem, T.H.M. van (2005). Doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend? Aangescherpte maatregelen bij vernieuwde regeling product- veiligheid. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 209-211.

Rutgers, J.W., Flach, R.J.C., Klap-de Nooyer, L.M. & Wesseling-van Gent, E.M. (Eds.). (2005). Amice: Rutgers-bundel: opstellen, op 26 april 2005 aange- boden aan Prof. Mr. G.R. Rutgers, ter gelegenheid van zijn afscheid van de Rijksuniversiteit Groningen (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties). Deventer: Kluwer. (xi + 394 p.)

Samoy, I. & Thiery, Y. (2006). De wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie: een eerste kennismaking. In S. Stijns & P. Wéry (Eds.), Antidi- scriminatiewet en contracten (p. 1-16). Brugge: die Keure.

Samoy, I. & Sagaert, V. (2007). De Wet van 21 april 2007 betreffende de ver- haalbaarheid van kosten en erelonen van een advocaat. Rechtskundig Weekblad, 674-698.

Samoy, I. & Sagaert, V. (2007). De wetsvoorstellen inzake de verhaalbaarheid van erelonen van de advocaat: oproep om de Wet Betalingsachterstand niet uit het oog te ver. Rechtskundig Weekblad, 1137-1139.

Schaick, A.C. van (2005). Dief wordt vaak geen eigenaar. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6617, 289-290.

Schaick, A.C. van (2005). Verbergende dieven usucapiëren niet, Naschrift bij reacties van J.E. Jansen en A.F. Salomons op ‘Dief wordt vaak geen eigenaar’. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6639, 806-808.

Schaick, A.C. van (2006). Bewijsovereenkomsten en geheimhoudingsafspra- ken. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 18, 131-136.

Schaub, M.Y. (2006). Digitale muziek, DRM en de thuiskopie: biedt het consumentenrecht uitkomst? Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handels- praktijken, 2, 38-47.

71 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Schelhaas, H. (2005). Productaansprakelijkheid en Europees Privaatrecht: het Duitse ontploffende mineraalwaterflesje. Nederlands Tijdschrift voor Burger- lijk Recht, 5, 204-209.

Stijns, S. (2005). Leerboek Verbintenissenrecht, Boek I. Brugge: die Keure. (268 p.)

Stijns, S. (2007). Leerboek Verbintenissenrecht, Boek 3. Brugge: die Keure. (81 p.)

Stijns, S. & Vanderschot, K. (Eds.). (2006). Contractuele clausules rond de (niet-)uitvoering en de beëindiging van contracten. Antwerpen: Intersentia. (xvi + 333 p.)

Stijns, S. & Wéry, P. (Eds.). (2006). La loi antidiscrimination et les contrats/ Antidiscriminatiewet en contracten. Bruxelles: la Charte. (315 p.)

Stijns, S. (2007). Leerboek Verbintenissenrecht (Boek 3). Brugge: die Keure. (81 p.)

Storme, M.E. et al. (2005). Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa. Brussel: Denkgroep in de Warande. (252 p.)

Storme, M.E. (2005). Het vrije woord en de ideologie van de multiculturele samenleving. Ethische Perspectieven, 3, 207-215.

Storme, M.E. (2005). De fundamenteelste vrijheid: de vrijheid om te discrimi- neren. Teksten, kommentaren en studies, 118, 3-14.

Storme, M.E. (2005). De fundamenteelste vrijheid: de vrijheid om te discrimi- neren. Vivat Academia, 126, 3-27.

Storme, M.E. (05-02-2005). De fundamentele vrijheid om te discrimineren. De Standaard.

Stuyck, J., Devroe, W. & Wytinck, P. (Eds.). (2007). De nieuwe Belgische mededingingswet 2006. Mechelen: Kluwer. (xiii + 260 p.)

Stuyck, J. (2007). Restrictieve mededingingspraktijken. In W. Devroe, J. Stuyck & P. Wytinck (Eds.), De nieuwe Belgische Mededingingswet 2006 (p. 21-62). Nijmegen: Kluwer.

Stuyck, J., Devroe, W. & Wytinck, P. (2007). Institutionele aspecten en samen- werking tussen toezichthouders. In J. Stuyck, W. Devroe & P. Wytinck (Eds.), De nieuwe Belgische mededingingswet 2006 (p. 127-186). Mechelen: Kluwer.

72 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Stuyck, J. & Dyck, T. van (2007). Des ‘class actions’ en Europe? Diversités culturelles entre Etats membres et limites d'une intervention de l'Union euro- péenne. In Y. Blais (Ed.), Le droit de la consommation sous influences (p. 63- 92). Québec: Cand.

Tjittes, R.P.J.L. (2005). Hoe verkeerd doen de civielrechtelijke wetenschap en rechtspraak het eigenlijk? Nederlands Juristenblad, 36, 1879-1884.

Tjittes, R.P.J.L. (2005). Lekenrechtspraak. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 279-281.

Tjittes, R.P.J.L. (2005). Lekenrechtspraak. JustitieMagazine, 10.

Veenstra, H.M. (2007). Uitleg van een collectieve regeling tot vergoeding van massaschade. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 1, 2-8.

Winkel, L.C. et al. (Eds.). (2005). Privatisering van Veiligheid/Privatisation of Security, Opstellen uitgegeven ter gelegenheid van het 8e lustrum van de Fa- culteit der Rechtsgeleerdheid, Erasmus Universiteit Rotterdam (Onderzoek- school Maatschappelijke Veiligheid, 9). Den Haag: Boom Juridisch uitgevers. (223 p.)

Winkel, L.C. (2005). A Never Ending History: varia over de indelingen van verbintenissen en van contracten. In G. ten Berge et al. (Eds.), Inter Alia, Opstellen en andere bijdragen aangeboden aan Dr. Marijke van de Vrugt (p. 205-210). Utrecht: Universiteit Utrecht.

Winkel, L.C. (2005). Introduction. In L.C. Winkel et al. (Eds.), Privatisering van Veiligheid/Privatisation of Security, Opstellen uitgegeven ter gelegenheid van het 8e lustrum van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Erasmus Univer- siteit Rotterdam (Onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid, 9) (p. 1-3). Den Haag: Boom Juridisch uitgevers.

Winkel, L.C. (2005). Quintus Mucius Scaevola once again. In J. Hallebeek, L.C. Winkel et al. (Eds.), Ex iusta causa traditum, Essays in Honour of Eric Pool (Fundamina) (p. 425-433). Pretoria: University of South Africa.

Winkel, L.C. (2005). La Technique législative des Sévères. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIII, 399-402.

Winkel, L.C. (2005). [Bespreking van het boek Historiae Iuris Antiqui, Gesam- melte Schriften]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIII, 168-169.

Winkel, L.C. (2005). [Bespreking van het boek Institut und Prinzip, Sied- lungsgeschichtliche Grundlagen, philosophische Einflüsse und das Fortwirken der beiden republikanischen Konzeptionen in den kaiserzeitlichen Rechts- schulen]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIII, 405-406.

73 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Winkel, L.C. (2005). [Bespreking van het boek International Law in Antiquity]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIII, 403-405.

Winkel, L.C. (2005). [Bespreking van het boek Scritti scelti di diritto romano, Servi filii nuptiae]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIII, 406-407.

Winkel, L.C. (2005). [Bespreking van het boek The Broken Chain of Being: James Brown Scott and the Origins of Modern International Law]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIII, 436-438.

Winkel, L.C. (2006). Ratio decidendi? Legal Reasoning in Roman Law. In W.H. Bryson & S. Dauchy (Eds.), Ratio decidendi, Guiding Principles of Judi- cial Decisions, Vol. I: Case: Law [=Comparative Studies in Continental and Anglo-American Legal History 25/1] (p. 9-24). Berlin: Duncker & Humblot.

Winkel, L.C. (2006). Romeins recht tussen casuïstiek en systeem. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 55(6), 403-408.

Winkel, L.C. (2006). [Bespreking van het boek Rechtsgeschichtliche Bibel- kunde]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIV, 159.

Winkel, L.C. (2006). [Bespreking van het boek Operis novi nuntiatio juris publici tuendi gratia]. Zeitschrift der Savigny-Stiftung für Rechtsgeschichte, 124, 509-511.

Winkel, L.C. (2006). [Bespreking van het boek L'histoire du droit entre philo- sophie et histoire des idées]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXIV, 213- 214.

Winkel, L.C. (2007). Cujas (Cujacius) Jacques. In P. Arabeyre, J.L. Halpérin & J. Krynen (Eds.), Dictionnaire historique des juristes français (p. 220-222). Paris: PUF.

Winkel, L.C. (2007). Time, restitution and the law. In R. de Lange (Ed.), Aspects of Transitional Justice and Human Rights (p. 79-86). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Winkel, L.C., Spruit, J.E. & Forrez, R. (2007). Vertaling Codex Justinianus boek 7 in: Corpus Iuris Civilis, Tekst en Vertaling. In VIII: Codex Justinianus 4-8 (p. 659-839). Amsterdam: KNAW, Afd. Edita.

Winkel, L.C. (2007). LXe Session de la Société ‘Fernand de Visscher’ pour l'histoire des droits de l'Antiquité à Komotini. Tijdschrift voor Rechtsgeschie- denis, LXXV, 110-112.

Winkel, L.C. (2007). Das Vorabentscheidungsverfahren beim Europäischen Gerichtshof und dessen historische Vorbilder. Tijdschrift voor Rechtsgeschie- denis, LXXV, 231-237.

74 Algemeen verbintenissen- en contractenrecht

Winkel, L.C. (2007). Francesco de Vitoria on just war and on the legal position of Burgundy. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXV, 355-362.

Winkel, L.C. (2007). [Bespreking van het boek Le nouveau testament et les droits de l'Antiquité, présenté et annoté par Marie-Bernadette Bruguière]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXV, 409-410.

Winkel, L.C. (2007). [Bespreking van de boeken ‘Gesetz’ und ‘Naturgesetz’ in der frühen Neuzeut & Recht als Wissenschaft, Geschichte der juristischen Methode vom Humanismus bis zur historischen Schule (1500-1850)]. Tijd- schrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXV, 416-417.

Winkel, L.C. (2007). [Bespreking van het boek The 'Nazification' and 'Denazi- fication' of the Courts in Belgium, Luxembourg and the Netherlands]. Trema, 10, 444-445.

75

EUROPEES PERSONEN-, FAMILIE- EN ERFRECHT

A. VOLLEDIGE TITEL

Europees Personen-, familie- en erfrecht

B. DEELPROGRAMMA'S

Niet van toepassing

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde coördinerend onderzoeksleider Mw. Prof.Dr. K. Boele-Woelki (UU) 01-01-95

onderzoeksleiders Mw. Prof.Dr. M.V. Antokolskaia (VU) 01-02-07 Mw. Prof.Dr. C. Forder LL.M. (UM) 01-01-97 31-05-07 Dhr. Prof.Mr. G.R. de Groot (UM) 01-01-95 Dhr. Prof.Dr. P. Senaeve (KUL) 01-01-97

senior onderzoekers Mw. Prof.Dr. M.V. Antokolskaia (VU) 01-01-99 31-01-07 Mw.Mr. P.M.M. Mostermans (UU) 01-02-00 Mw. Prof.Mr. B. Reinhartz (UvA) 01-04-05 Mw. Mr. S.W.E. Rutten (UM) 01-01-97 Mw. Mr. W.M. Schrama (UU) 01-09-97 Dhr. Prof.Dr. A. Verbeke (KUL) 01-03-03 31-05-07

onderzoekers Mw. Mr. B Braat (UU) 01-09-98 Mw. Mr. L. Coenraad (VU) 01-10-04 Dhr. I. Curry-Sumner (UU) 15-12-05 Mw. Mr. Drs. A.E. Oderkerk (UvA) 01-04-99 Dhr. Dr. K. Uytterhoeven 01-09-97 Mw. Mr. M. Vonk (UU) 20-12-07

promovendi Dhr. Mr. R. Blauwhoff (UU) 01-04-05 Mw. Mr.Drs. M.I. Jaarsma (UU) 01-10-03 31-05-06 Mw. Ch. Jeppesen (UU) 01-03-02

77 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Mw. Mr. M. Jonker (UU) 01-02-07 Mw. Mr. P. Kruiniger (UM) 01-10-07 Mw. Mr. M. Lenaerts (UM) 01-10-06 Mw. Mr. P. Lokin (UU) 01-10-07 Dhr. Mr. K. Saarloos (UM) 01-10-04 Dhr. Mr. F. Schonewille (UU) 01-02-06 Mw. Mr. N. Spalter (VU) 01-02-07 Dhr. I. Curry-Sumner (UU) 01-03-02 14-12-05 Mw. Mr. M. Vonk (UU) 01-10-02 19-12-07 Mw. Mr. N. de Vries (UU) 01-02-07 Dhr. E. Vrinds (UM) 01-05-04 31-08-06

D. TREFWOORDEN

Familierecht, erfrecht, nationaliteitsrecht, unificatie, harmonisatie

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Oorspronkelijke probleemstelling en doelstellingen

Binnen de EU is er tot op heden geen sprake geweest van institutionele of in- ternationaal gecoördineerde onderlinge afstemming van het familierecht van de lidstaten. De vaak grote onderlinge verschillen tussen de nationale wetgevingen vormen binnen een Europa zonder grenzen een ernstige belemmering om tot een daadwerkelijke Europese identiteit te geraken. De economische en politieke integratie zal uiteindelijk een integratie of althans een behoorlijke mate van onderlinge afstemming van het familierecht noodzakelijk maken. Bij het voor- alsnog ontbreken van een institutioneel kader binnen de EU om de convergentie van het familierecht te initiëren, laat staan af te dwingen, is het aan de weten- schap om een fundament te leggen door aan de hand van structureel en funda- menteel rechtsvergelijkend onderzoek de verschillen en overeenkomsten bloot te leggen en aldus inzichtelijk te maken, en om vervolgens voorstellen uit te werken voor normen of beginselen van Europees familierecht.

De verschillen en overeenkomsten in de nationale wetgevingen worden door middel van de rechtsvergelijkende methode gepresenteerd. Op basis daarvan kunnen beginselen van Europees familierecht worden geformuleerd, hetzij in de vorm van een ‘Restatement’ naar Amerikaans model, hetzij in de vorm van meer uitgewerkte ‘Principles of European Family Law’ op de voet van de door UNI-DROIT in 1994 geformuleerde ‘Principles of International Commercial Contracts’ en de door de in de commissie-Lando werkzame rechtsvergelijkers uitgewerkte ‘Principles of European Contract Law’.

Het onderdeel geeft aanzet voor een daadwerkelijke convergentie van het fami- lierecht in Europa en geeft mede uitwerking aan de resolutie van het Europese 78 Europees personen-, familie- en erfrecht

Parlement van 29 oktober 1993, nr C 315/654, waarin aan de Commissie is verzocht een rechtsvergelijkend onderzoek te doen naar de wetgevingen van de lidstaten op het gebied van huwelijken, echtscheidingen, de toewijzing van kin- deren en het familierecht in het algemeen, teneinde de lidstaten aan te bevelen nationale en/of internationale bepalingen uit te werken die nodig zijn om (o.a.) zowel de bescherming als de toepassing van de rechten van kinderen en ouders te verzekeren.

II. Onderzoeksthema's

De bevordering van convergentie van het familierecht binnen de EU-lidstaten door het ontwikkelen en formuleren van Europese normen aan de hand van rechtsvergelijking en van verdragsnormen wordt op de volgende gebieden on- derzocht:

1. Vermogensrechtelijke aspecten samenlevingsvormen 2. Rechten en bescherming van minderjarigen 3. Personeel statuut (waaronder naam, nationaliteit, afstamming, huwelijk, echtscheiding) 4. Positie van erfgenamen 5. Invloed van Europese normen op het familierecht

F. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN OVER VERSLAGPERIODE

Dit verslag bevat twee onderdelen: deel I over gezamenlijke activiteiten; deel II over activiteiten die in de instellingen afzonderlijk hebben plaatsgehad, maar die wel binnen het terrein van de Ius Commune vallen.

I. Deel I: Gezamenlijke activiteiten

Collaboratie Alain Verbeke (Leuven) en Caroline Forder (Maastricht) Op 8 en 9 november 2003 is in het kader van Ius Commune een workshop in Maastricht georganiseerd over de juridische regeling van partnerrelaties: Ge- huwd of niet: maakt het iets uit? Voor deze workshop is een subsidie door de SaRo-NWO commissie toegekend. Dit project werd voortgezet: in 2005 hebben twee studiemiddagen plaats gevonden: één in Maastricht (16 september 2005) en één in Leuven (14 oktober 2005) en is een boek met dezelfde titel, onder redactie van Forder en Verbeke, bij uitgeverij Intersentia uitgebracht (C. Forder & A. Verbeke (eds.), Gehuwd of niet: maakt het iets uit?, Ius Commune Euro- paeumreeks nr. 55, Antwerpen, Intersentia, 2005, 673 p.). Bij dit project is ook W. Schrama (UU) betrokken. Er wordt nu gewerkt aan Engelstalige artikelen en aan andere projecten die uit dit project voortvloeien.

79 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Collaboratie alle onderzoekers Tijdens het ius commune congres te Edinburgh op 1 en 2 december 2005 werd een workshop verzorgd door Richard Blauwhoff, Kees Saarloos en Kenneth Norrie (University of Strathclyde).

Tijdens het ius commune congres te Utrecht op 30 november en 1 december 2006 werd een workshop verzorgd door Wendy Schrama, Ian Curry-Sumner en Miranda Iansen (sociologie UU), Patrick Senaeve, Krystoff Uytterhoeven en Gerard René de Groot over het gelijkgeslachtelijke huwelijk en het geregi- streerd partnerschap.

Tijdens het ius commune congres in Luik op 29 en 30 november 2007 stond de workshop in het teken van de herziening van het echtscheidingsrecht in België en Nederland. Inleidingen werden verzorgd door Lieke Coenraad (VU), Merel Jonker (UU), Naomi Spalter (VU), Yves-Henri Leleu (Luik) en Frederik Swen- nen (Antwerpen).

II. Deel II: Activiteiten die niet gezamenlijk zijn, maar die binnen het gebied Ius Commune vallen

Amsterdam 2005 In 2005 is aan de VU het onderzoeksprogramma ‘Divorce and its consequen- ces’ van start gegaan. In het kader van dit programma heeft Masha Antokols- kaia op 29 augustus 2005 een studiedag georganiseerd: Herziening van het echtscheidingsrecht. Administratieve echtscheiding, mediation, voortgezet ou- derschap. Tijdens deze studiedag stonden de wetsvoorstellen Donner en Luch- tenveld centraal. De deelnemers waren afkomstig uit wetenschap (waaronder Masha Antokolskaia), politiek (toenmalig VVD-kamerlid Luchtenveld was een van de inleiders) en rechtspraktijk. De studiedag heeft geresulteerd in een con- gresbundel: M.V. Antokolskaia (red.), Herziening van het echtscheidingsrecht. Administratieve echtscheiding, medtaion, voortgezet ouderschap, SWP, Am- sterdam, 2006, 303 p.

Het onderzoeksprogramma heeft in 2005 voorts geresulteerd in een aantal pu- blicaties van de hand van Masha Antokolskaia. Voorts heeft zij een keynote speeches verzorgd tijdens de 12e Wereldconferentie van de International Socie- ty of Family Law, 19-23 juli 2005, Salt Lake City, VS en tijdens de internatio- anle conferentie ‘Gezin en recht: 10 jaar van het Familiewetboek van de Russi- sche Federatie’, 5-7 december 2005, Moskou, Rusland.

80 Europees personen-, familie- en erfrecht

2006 Vanaf 2006 participeren, naast Masha Antokolskaia, ook Lieke Coenraad en Naomi Spalter in het VU-onderzoeksprogramma ‘Divorce and its consequen- ces’.

In de zomer van 2006 heeft het WODC (Ministerie van Justitie) opdracht gege- ven tot het verrichten van een rechtsvergelijkend onderzoek (Nederland, Oos- tenrijk, Portugal, Servië en Slovenië) naar het opleggen van de verplichting om een ouderschapsplan op te stellen aan scheidende ouders in informele relaties. Dit onderzoek is door Masha Antokolskaia en Lieke Coenraad uitgevoerd: M.V. Antokolskaia en L.M. Coenraad, Afspraken met betrekking tot kinderen bij scheiding van ongehuwde/niet-geregistreerde ouders. Een rechtsvergelij- kend onderzoek in opdracht van het Ministerie van Justitie, Vrije Universiteit Amsterdam 2006, 51 p. Zie: . Ook gepubliceerd als bijlage bij Kamerstukken II 2006-2007, 30 800 VI, nr. 71.

Naomi Spalter is begonnen met haar promotieonderzoek De grondslagen van partneralimentatie.

Het onderzoeksprogramma heeft in 2006 voorts geresulteerd in een aantal pu- blicaties van de hand van Masha Antokolskaia en Lieke Coenraad. Voorts heeft Masha Antokolskaia voordrachten verzorgd tijdens een seminar over adoptie georganiseerd door de Raad van Europa, 19-20 oktober 2006, Moskou, Rusland en tijdens the 18th Conference of Central European Notaries Public, 23-25 november 2006, Keszthely, Hongarije.

2007 In het kader van haar promotieonderzoek heeft Naomi Spalter een aanvraag voor een subsidie bij NWO (open competitie) voorbereid, die zij februari 2008 zal indienen bij NWO.

In 2007 heeft het WODC (Ministerie van Justitie) opdracht gegeven tot het verrichten van een rechtsvergelijkend onderzoek (Nederland, Duitsland, Enge- land, Frankrijk) naar internationale kinderontvoering. In de tweede helft van 2007 zijn Masha Antokolskaia en Geeske Ruitenberg met de uitvoering van dit onderzoek begonnen en zij zullen dit aanvang 2008 afronden.

Het onderzoeksprogramma heeft in 2007 voorts geresulteerd in een aantal pu- blicaties van de hand van Masha Antokolskaia, Lieke Coenraad en Naomi Spal- ter. Voorts hebben Masha Antokolskaia (keynote speech) en Lieke Coenraad voordrachten verzorgd tijdens de slotconferentie van het WELLCHI project How can the well-being of children in a knowledge-based society be ameliora- ted? Convergence and divergence patterns in a European perspective, 7-10 februari 2007, Barcelona, Spanje.

81 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Maastricht In Maastricht is in het najaar 2005 een onderzoek uitgevoerd over de internati- onale verdragsbepalingen (mensenrechten en kinderrecht) die van toepassing zijn op maatregelen van kinderbescherming. Door de algemene toepassing van de internationale verdragsbepalingen in Europa blijkt uit dit onderzoek welke bepalingen van toepassing zijn door heel Europa. Er is ook aandacht geweest voor de knelpunten van het streven naar een ‘common core’ (zelfs als deze maar een minimum norm bevat), zoals de moeilijkheid om landen als Rusland onder de internationale normen te brengen. Dit onderzoek is in een keynote speech in een internationale conferentie over kinderbescherming gepresenteerd (Amsterdam 30 november-4 december 2005), alsmede in een publicatie in In- ternational Family Law.

In de verslagperiode is door de Maastrichtse onderzoeksgroep in het bijzonder aandacht besteed aan consequenties die het Europese recht heeft, respectieve- lijk dient te hebben voor het personen- en familierechtelijke conflictenrecht van de lidstaten van de Europese Unie. Speciaal punt van aandacht was in deze sa- menhang de groeiende multiculturaliteit in Europa, in het bijzonder de positie van in Europa wonende moslims.

Op het gebied van het nationaliteitsrecht is gewerkt aan vergelijkende studies van de verwervings- en verliesgronden van de nationaliteit, waarbij in het bij- zonder aandacht werd besteed aan de gevolgen van de Europese integratie voor de regeling van de nationaliteit

Utrecht 2005 In 2005 heeft Wendy Schrama haar aanvraag voor een VENI subsidie bij NWO voorbereid. Deze aanvraag was succesvol en het onderzoek naar ‘Familierela- ties terecht (niet) in het recht?’ zal in 2006-2009 worden uitgevoerd.

In het kader van de werkzaamheden van de Commission on European Family Law vond een viertal bijeenkomsten plaats, die door Katharina Boele-Woelki (voorzitter) en Bente Braat (secretaris) samen met drie andere leden van de CEFL (Walter Pintens, Frédérique Ferrand en Maarit Jänterä-Jareborg) werden georganiseerd: Leuven (10-13 februari), Lyon (7-10 april), Utrecht (14-18 sep- tember) en Uppsala (8-11 december). Tijdens alle bijeenkomsten werd gewerkt aan de totstandkoming van de Principles of European Family Law regarding Parental Responsibilities, die eind 2006 zullen worden gepubliceerd. De activi- teiten van de CEFl werden in 2005 door de Europese commissie gefinancierd onder het Framework Programme of Judicial Cooperation in Civil Matters als- mede de organiserende universiteiten.

In november 2005 heeft het WODC (Ministerie van Justitie) aan een onder- zoeksgroep van het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht (Katharina Boele- 82 Europees personen-, familie- en erfrecht

Woelki, Ian Curry-Sumner, Miranda Jansen (Sociologie, UU) en Wendy Schrama) opdracht gegeven om de Wet openstelling huwelijk en de Wet inzake invoering van het geregistreerd partnerschap te evalueren. Dit onderzoek is in de verslagperiode gestart en wordt per 1 november 2006 afgesloten. Het onder- zoek bestaat uit een nationaal-juridisch deel, een internationaal deel en een so- ciologisch deel.

De onderzoekers (Blauwhoff, Boele-Woelki, Braat, Jeppesen-De Boer, Schra- ma en Vonk) maken deel uit van de Utrechtse multidisciplinaire samenwerking op het terrein van familierelaties. Deze samenwerking is in 2003 van start ge- gaan en omvat de disciplines: rechten, economie, pedagogiek, sociologie, gen- der studies en medische ethiek).

2006 Het onderzoek heeft zich in Utrecht in 2006 verder ontwikkeld langs de eerder uitgezette lijnen van interdisciplinair onderzoek en het tot stand brengen en versterken van verdergaande samenwerking met andere disciplines, waarbij het centrale thema het internationale familierecht is. Drie pijlers zijn in het over- koepelende onderzoek in 2006 te onderscheiden. In de eerste plaats heeft het onderzoeksprogramma ‘Divorce in Europe’ een belangrijke functie vervuld waarbij het onderzoek geconcentreerd is op (internationale) echtscheiding in een rechtsvergelijkende en Europese context. In de tweede pijler is sprake van interne consistentie waar het gaat om het promotie onderzoek naar de rechtspo- sitie van ouders en kinderen. Het grote onderzoek naar de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en de wet geregistreerd partnerschap past goed in het aandachtsgebied inzake informele relatievormen in nationale en internationale verhoudingen. In november 2006 heeft de onderzoeksgroep bestaande uit Kat- harina Boele-Woelki, Ian Curry-Sumner, Miranda Jansen (Sociologie, UU) en Wendy Schrama het evaluatierapport voltooid. Dit onderzoek werd in opdracht van het WODC uitgevoerd. Het rapport is gepubliceerd in de serie Ars Notaria- tus no. 134 (Huwelijk of geregistreerd partnerschap?) Het onderzoek bestaat uit een nationaal-juridisch deel, een internationaal deel en een sociologisch deel.

In het kader van de werkzaamheden van de Commission on European Family Law vond een tweetal bijeenkomsten plaats, die door Katharina Boele-Woelki (voorzitter) en Bente Braat (secretaris) samen met twee andere leden van de CEFL (Dieter Martiny en Walter Pintens) in 2006 werden georganiseerd: Frankfurt/Oder (16-19 maart) en Brussel (23-26 november). Tijdens deze bij- eenkomsten werd gewerkt aan de totstandkoming van de Principles of Europe- an Family Law regarding Parental Responsibilities, die in maart 2007 werden gepubliceerd. De activiteiten van de CEFl werden in 2006 door de organiseren- de universiteiten van de CEFL (Barcelona, Cardiff, Frankfurt/Oder, Leuven, Lyon, Uppsala en Utrecht) .

83 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Voor het in juli 2006 in Utrecht gehouden congres van de International Aca- demy of Comparative Law waren Boele-Woelki (voorzitter) en Curry-Sumner leden van het organiserend comité.

2007 Interdisciplinair onderzoek en het versterken en uitbreiden van samenwerking met andere disciplines zijn ook in 2007 belangrijke speerpunten van de Utrechtse onderzoekers geweest. Het onderzoek op het terrein van het interna- tionale en Europese familierecht heeft zich in 2007 toegespitst op drie pijlers: (1) In de eerste plaats is het onderzoeksprogramma ‘Maintenance in Europe’ opgestart dat zich concentreert op (internationale) alimentatie in een rechtsver- gelijkende en Europese context (Curry-Sumner, Jonker, Schrama). (2) In de tweede pijler is sprake van interne consistentie waar het gaat om rechtsvergelij- kend onderzoek naar de rechtspositie van ouders en kinderen (promotieonder- zoek van Blauwhoff, Jepessen-De Boer, Jonker, Vonk en De Vries, onderzoek van Van der Linden en het onderzoek van Boele-Woelki in het kader van de Commission on European Family Law (CEFL) over ouderlijke verantwoorde- lijkheid). (3) Het multidisciplinaire onderzoek naar de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en de wet geregistreerd partnerschap dat in 2007 is gepu- bliceerd, past goed in het derde aandachtsgebied inzake de betekenis van in- formele relatievormen in nationale en internationale verhoudingen, waartoe naast het onderzoek van Schonewille en het VENI-onderzoek van Schrama (publicatie in RM-Themis), ook het ipr-onderzoek (Boele-Woelki en Moster- mans) gerekend kan worden. Boele-Woelki heeft hierover in Washington, Cape Town, Oslo en Trier (ERA) presentaties verzorgd. Schrama heeft in het kader van informele relaties in Ars Aequi een artikel over de multidisciplinaire on- derzoeksmethode geschreven.

Op 9 februari 2007 werd met een symposium het Utrecht Centre for European Research into Family Law (UCERF) opgericht dat onderzoek op het terrein van het familie- en erfrecht vanuit een rechtsvergelijkende, internationale en multi- disciplinaire benadering bundelt. Het kenniscentrum besteedt naast het onder- zoek ook aandacht aan activiteiten op de terreinen onderwijs en maatschappe- lijke dienstverlening. UCERF verenigt alle onderzoekers van het departement rechtsgeleerdheid die zich in het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht met het familierecht bezig houden. Naast deskundigheid van het Nederlandse, Eu- ropese en internationale familierecht (internationaal privaatrecht) bestaat bij- zondere expertise op het terrein van het Antilliaanse, Duitse, Engelse, Franse, Portugese, Scandinavische en Zwitserse familierecht alsmede het Islamitische familierecht.

Het onderzoek van de promovendi Blauwhoff, Jonker, Lokin, Schonewille en De Vries is volgens planning verlopen, hetgeen ook heeft geresulteerd in een aantal artikelen en bijdragen aan conferenties. De promotie van Vonk heeft plaatsgevonden op 19 december 2007.

84 Europees personen-, familie- en erfrecht

Op 18 december 2007 werd bekend dat Ian Curry-Sumner voor zijn onderzoek ‘Transnational recovery of child maintenance in Europe’ een VENI beurs voor de komende vier jaar van NWO ontvangt. Daarmee behoren tot de Utrechtse onderzoeksgroep twee VENI-onderzoekers, hetgeen in vergelijking met andere onderzoeksgroepen uitzonderlijk is.

In 2007 is ook de universitaire samenwerking voortgezet binnen Familierela- ties, een interdisciplinair samenwerkingsverband binnen de Universiteit Utrecht met onderzoekers uit de juridische, sociaal-wetenschappelijke en ethische dis- cipline met als thema familierelaties, waarbij een tweede onderzoeksprogram- ma is vastgesteld voor de periode 2008 -2012. In dit vervolgprogramma dat in het Utrechtse universitaire focus en massa programma ‘Coordinating Societal Change’ een belangrijke rol zal spelen zal de samenwerking o.a. binnen de fa- culteit REBO meer gestalte krijgen. Met belastingrecht (Michielse), strafrecht (Kelk, Wijers) en economie (Schippers) zijn een drietal nieuwe promotieprojec- ten opgezet en ook sociaal-geografen zullen in het nieuwe programma partici- peren.

In het kader van de Commission on European Family Law (CEFL) hebben Boele-Woelki en Curry-Sumner de 3e CEFL conferentie die van 6-9 juni in Oslo heeft plaatsgevonden in samenwerking met Tone Sverdrup en Peter Lødrup (Universiteit van Oslo) georganiseerd. In 2007 werd door de CEFL de derde questionnaire voor de vermogensrechtelijke relaties tussen echtgenoten opgesteld.

De succesvolle internationale samenwerking binnen de CEFL heeft tenslotte in 2007 geresulteerd in een nominatie voor de prestigieuze Descartes-onderzoeks- prijs 2007 voor transnationale samenwerking. Daarmee behoort de CEFL tot de 10 beste onderzoeksgroepen in Europa waarbij deze commissie concurreert met alle disciplines.

G. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 1,70 1,70 1,47 Universitair hoofddocent 0,96 0,96 0,96 Universitair docent 0,63 1,15 1,15 Postdocs - - - Junior onderzoekers (AIO/OIO) 4,25 3,78 5,80

H. VOORTZETTING

De Utrechtse onderzoekers zullen uitvoering geven aan het onderzoek op het terrein van alimentatie (vaststelling en inning) in Europa. Eind maart 2008 zal een door NWO en de British Council For Research gefinancierd expertmeeting

85 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

In Utrecht onder leiding van Ian Curry-Sumner plaatsvinden. Zijn VENI onder- zoek naar de transnationale inning van alimentatie in Europa zal op deze bij- eenkomst worden toegelicht. Ook Merel Jonker zal haar onderzoek naar het Scandinavische alimentatiesysteem voortzetten en hierover publiceren. De tweede activiteit is het 2e UCERF symposium dat op 18 april 2008 in Utrecht plaatsvindt. Op het programma staan bijdragen over het huwelijksvermogens- recht, duo-moederschap, zorg voor ouderen, islamitisch familierecht en interna- tionale kinderontvoering. De bijdragen worden vooraf in de UCERF reeks ge- publiceerd. De derde activiteit vormt een expert meeting over ‘Current debates in family law around the globe’ onder leiding van Katharina Boele-Woelki dat op 28 juni 2008 in Utrecht zal plaatsvinden. 15 familierechtdeskundigen zullen over hun bijdrage die voorafgaand aan de bijeenkomst in de Utrecht Law Re- view zullen verschijnen rapporteren.

In de komende jaren zal de Maastrichtse onderzoeksgroep zwaartepuntmatig aandacht besteden aan de consequenties van het Europese recht voor het perso- nen- en familierechtelijke conflictenrecht in de Europese Unie. Daarbij zal ge- detailleerde aandacht gegeven worden aan Europese rechtspraak en (ontwerp) regelgeving. Speciale aandacht zal daarbij uitgaan naar de gevolgen van het Europese recht voor het internationale namenrecht (Gerard-René de Groot/ Susan Rutten) en het internationale afstammingsrecht (Saarloos) Bijzonder punt van aandacht is voorts de positie van in Europa wonende moslims (Susan Rut- ten en Pauline Kruininger).

Op het gebied van het nationaliteitsrecht wordt verder gewerkt aan vergelijken- de studies over de verwervings- en verliesgronden van de nationaliteit, in het bijzonder in de Lid Staten van de Europese Unie. Daarbij zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan recente ontwikkelingen, mede in het licht van het Europees Verdrag inzake Nationaliteit. Speciale attentie zal de sterk wijzigende houding ten opzichte van gevallen van meervoudige nationaliteit hebben, als- mede de regels ter voorkoming van staatloosheid. Nader onderzoek. zal worden gedaan over de gevolgen van het Europese burgerschap voor de regeling van de nationaliteit in de Lid Staten.

Te verwachten is dat het Europese Hof van Justitie in 2008 opnieuw over het internationale namenrecht een uitspraak zal doen (Grunkin-Paul II). Mocht het Hof tot de conclusie komen, dat het Duitse IPR niet door de Europese beugel kan, dan zal in Maastricht voor de gehele onderzoeksgroep een expert-zitting worden georganiseerd over de consequenties van de uitspraak. Daarnaast zal voor de workshop op het ius commune congres in Amsterdam in 2008 opnieuw naar een actueel thema worden gezocht dat gezamenlijk zal worden bediscussi- eerd.

De onderzoeksgroep zal vanaf 2008 de collega's van de universiteit Luik bij haar activiteiten betrekken. Yves-Henri Leleu en Patrick Wautelet hebben eer-

86 Europees personen-, familie- en erfrecht der hun bereidheid daartoe getoond. Er wordt op een vruchtbare samenwerking met hen en hun onderzoekers gerekend.

I. KERNPUBLICATIES

Toelichting op de keuze van de kernpublicaties:

Het boek van Masha Antokolskaia waarvoor zij vijf jaar lang door de KNAW tijdens haar aanstelling in Utrecht als KNAW fellow werd gefinancierd vormt de grondslag van het gehele onderzoeksprogramma. De historische benadering van een aantal belangrijke instituten in het familierecht is van fundamentele betekenis voor verder onderzoek op dit terrein. Het boek geeft inzicht in de ontwikkeling van een groot aantal Europese rechtsstelsels. Het bevat een grote bron aan informatie. Daarnaast is sprake van een scherpe en diepgaande analy- se. De grote lijnen worden bloot gelegd. Het boek nodigt uit tot nadere reflectie over hoe het familierecht zich in de toekomst zal gaan ontwikkelen.

Het boek van Katharina Boele-Woelki, dat zij in samenwerking met zes andere professoren uit Europa heeft geschreven, bevat de Beginselen van de Commis- sion on European Family Law (CEFL) voor de Ouderlijke Verantwoordelijk- heid. Het eindresultaat is gebaseerd op omvangrijk rechtsvergelijkend onder- zoek waarbij 22 familierechtssystemen in Europa werden betrokken alsmede alle relevante internationale en Europese instrumenten. Het boek toont aan dat ten eerste sprake is van spontane harmonisatie vanwege de vele internationale en Europese verdragen, verordeningen, aanbevelingen etc. op dit terrein. Ten tweede wordt duidelijk dat in de Europese stelsels in nagenoeg alle gevallen overeenstemmende oplossingen zijn te vinden. Daarop zijn de beginselen van de CEFL gebaseerd. Voor gevallen waar in de nationale systemen nog geen regelgeving is vastgesteld, zoals verblijfs-co-ouderschap en relocatie, stellen de Beginselen inzake Ouderlijke Verantwoordelijkheid nieuwe regels voor. De Beginselen zijn een referentiekader dat bij de harmonisatie van het familierecht in Europa kan worden gebruikt.

Antokolskaia, M.V. (2006). Harmonisation of Family Law in Europe: A Historical Perspective: a tale of two millennia (European Family Law Series, 13). Antwerp: Intersentia. (XXVIII + 565 p.)

Boele-Woelki, (2007). Principles of European Family Law Regarding Parental Responsibilities (European Family Law Series, 16). Antwerp: Intersentia. (332 p.) (in cooperation with: K., Ferrand, F., Gonzàlez Beilfuss, C., Jänterä- Jareborg, M., Lowe, N., Martiny, D. & Pintens, W.)

87 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Boele-Woelki, K. (2005). The working method of the Commission on Euro- pean Family Law. In K. Boele-Woelki (Ed.), Common Core and Better Law in European Family Law (European Family Law Series, 10) (p. 14-38). Antwerp: Intersentia.

Forder, C.J. & Verbeke, A. (Eds.). (2005). Gehuwd of niet: maakt het iets uit? (Ius Commune Europaeum, 55). Antwerpen: Intersentia. (XXII + 649 p.)

Schrama, W.M. (2007). Is het Nederlandse afstammingsrecht in strijd met het gelijkheidsbeginsel? Over kinderen en badwater. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 3, 86-94.

Vonk, M. (2007). Children and their parents: A comparative study of the legal position of children with regard to their intentional and biological parents in English and Dutch law. (European Family Law Series, 19). Antwerp: Intersentia. (xx + 304 p.)

K. DISSERTATIES

Curry-Sumner, I. (14 december 2005). All's well that ends registered? The sub- stantive and private international law aspects of non-marital registered rela- tionships in Europe. UU Utrecht (XXV + 600 p.) (Antwerp: Intersentia). Prom.: Prof. K. Boele-Woelki.

Vonk, M. (19 december 2007). Children and their parents: A comparative study of the legal position of children with regard to their intentional and bio- logical parents in English and Dutch law. Universiteit van Utrecht (xx + 304 p.) (Antwerp: Intersentia (European Family Law Series19)). Prom.: Prof. K. Boele-Woelki.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Antokolskaia, M.V. (2005). Het project van het Europees Burgerlijk Wetboek en de problemen van harmonisatie van het familierecht. In M. Mclean (Ed.), Ejegodnik sravnitelnogo pravovedenia (p. 5-34). Moskou: Norma.

Antokolskaia, M.V. (2005). Family Values and the Harmonisation of Family Law. In M. Mclean (Ed.), Family Law and Family Values (p. 295-310). Oxford: Hart Publishing.

88 Europees personen-, familie- en erfrecht

Antokolskaia, M.V. (2005). De voorstellen tot hervorming van het echtschei- dingsrecht: naar de vorm modern, naar de inhoud een stap terug. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6636, 737-744.

Antokolskaia, M.V. (2005). The ‘Better Law’ Approach and the Harmonisation of Family Law. European Journal of Law Reform, 6(1/2), 159-179.

Antokolskaia, M.V. (2006). Nederlands echtscheidingsrecht en the CEFL Principles on Divorce (Inaugurele rede Vrije Universiteit Amsterdam, 30 september 2006). Amsterdam: Vrije Universiteit. (21 p.)

Antokolskaia, M.V. (2006). Inleiding. In M. Antokolskaia (Ed.), Herziening van het echtscheidingsrecht: administratieve echtscheiding, mediation, voort- gezet ouderschap (ACK) (p. 7-19). Amsterdam: SWP.

Antokolskaia, M.V. (2006). Administratieve echtscheiding vanuit nationaal en internationaal perspectief. In M. Antokolskaia (Ed.), Herziening van het echt- scheidingsrecht: administratieve echtscheiding, mediation, voortgezet ouder- schap (ACK) (p. 32-68). Amsterdam: SWP.

Antokolskaia, M.V. (2006). The Search for Common Core of Divorce Law: State Intervention v. Spouses’ Autonomy. In M. Martin-Casals & J. Rabot (Eds.), The Role of Self-Determination in the Modernisation of Family Law in Europe (p. 33-59). Girona: Documenta Universitaria.

Antokolskaia, M.V. (2006). Convergence of Divorce Law in Europe. Child and Family Law Quarterly, 18(3), 307-330.

Antokolskaia, M.V. (2006). Nederlands echtscheidingsrecht en the CEFL Principles on Divorce. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 262-269.

Antokolskaia, M.V. (2006). The ‘Better Law’ Approach and the Harmonisation of Family Law. European Journal of Law Reform, 6(1/2), 159-179.

Antokolskaia, M.V. (2007). Comparative Family Law: Moving with the Times? In D. Nelken & E. Orücü (Eds.), Comparative Legal Studies: A Handbook (p. 241-263). Oxford: Hart Publishing.

Antokolskaia, M.V. (2007). Convergence of Divorce Laws in Europe. In L. Waldle & C. Williams (Eds.), Family Law: Balancing Interests and Pursuing Priorities (p. 523-533). Buffalo/New York: Hein.

Antokolskaia, M.V. (2007). Introduction. In M.V. Antokolskaia (Ed.), Conver- gence and Divergence of Family Law in Europe (European Family Law Series, 18) (p. 1-11). Antwerp: Intersentia.

89 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Antokolskaia, M.V. (2007). Harmonisation of Family Law in Europe: A Historical Perspective. In M.V. Antokolskaia (Ed.), Convergence and Diver- gence of Family Law in Europe (European Family Law Series, 18) (p. 11-25). Antwerp: Intersentia.

Antokolskaia, M.V. (2007). Objectives and Values of Substantive Family Law. In J. Meeusen et al. (Eds.), International Family Law for the European Union (p. 49-69). Antwerp: Intersentia.

Antokolskaia, M.V. (2007). Nederlandse avonturen met het echtscheidings- recht, redactioneel. Tijdschrift voor Privaatrecht, 761-770.

Blauwhoff, R. (2005). ‘Motherless’ paternity tests in Europe. International Family Law, 3, 146-156.

Blauwhoff, R. (2005). ‘Motherless’ paternity tests and minors in Europe. International Family Law, 4, 146-157.

Blauwhoff, R. (2006). A determinação e a impugnação da paternidade na Holanda. Lex Familiae, Revista Portuguesa de Direito da Família, 5, 19-30.

Blauwhoff, R. (2006). Procesrechtelijke kunstgrepen bij de gerechtelijke vast- stelling van het vaderschap. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 5, 132- 138.

Boele-Woelki, K. (2005). Parental responsibilities – CEFL's initial results. In K. Boele-Woelki (Ed.), Common Core and Better Law in European Family Law (European Family Law Series, 10) (p. 141-168). Antwerp: Intersentia.

Boele-Woelki, K. (2005). Comisión de Derecho de Familia Europeo: Formu- lando Principios en el ámbito de divorcio y alimentos entre cónyuges divorcia- dos. In Àrea de Dret Civil, UdG (Ed.), Nous reptes del Dret de família. Materials de les Tretzenes Jornades de Dret Català a Tossa (p. 39-60).

Boele-Woelki, K. & Schrama, W.M. (2005). Die nichteheliche Lebensgemein- schaft im niederländischen Recht. In N. Yassari & J.M. Scherpe (Eds.), Die Rechtsstellung nichtehelicher Lebensgemeinschaften = The legal status of cohabitants (Beiträge zum ausländischen und internationalen Privatrecht, 81) (p. 307-374). Tübingen: Mohr Siebeck.

Boele-Woelki, K., Schrama, W.M. & Vonk, M. (2005). Parental responsibil- ities in The Netherlands. In K. Boele-Woelki, B. Braat & I. Curry-Sumner (Eds.), European Family Law in Action, Volume III: Parental Responsibilities (European Family Law Series, 9). Antwerp: Intersentia.

Boele-Woelki, K. (2005). La famille et le droit international – introduction. International law FORUM du droit international, 3(10), 146-152.

90 Europees personen-, familie- en erfrecht

Boele-Woelki, K. (2005). The Principles of European Family Law: Its Aims and Prospects. Utrecht Law Review, 2, 160-168. [Online]. Available from: [01-12- 2005].

Boele-Woelki, K. & Mom, A. (2006). De erkenning van administratieve echtscheidingen in Europa. In M.V. Antokolskaia (Ed.), Herziening van het echtscheidingsrecht: administratieve echtscheiding, mediation, voortgezet ouderschap (ACK) (p. 218-247). Amsterdam: SWP.

Boele-Woelki, K. (2006). The European agenda: an overview of the current situation in the field of private international law and substantive law. International Family Law, 149-154.

Boele-Woelki, K. (2006). Os princípos do direito da familia europeu: os seus objectivos e as suas perspectivas. Lex Familiae, Revista Portuguesa de Direito da Família, 5, 5-17.

Boele-Woelki, K. & Martiny, D. (2006). Die Prinzipien zum Europäischen Familienrecht betreffend Ehescheidung und nachehelicher Unterhalt. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 1, 6-20.

Boele-Woelki, K. & Mom, A. (2006). Europäisierung des Unterhaltsrechts: Vereinheitlichung des Kollisionsrechts und Angleichung des materiellen Rechts. Familie, Partnerschaft, Recht, Heft 6, 232-237.

Boele-Woelki, K. (2007). Building on Convergence and Coping with Diver- gence in the CEFL Principles on European Family Law. In M.V. Antokolskaia (Ed.), Convergence and Divergence in European Family Law (European Family Law Series, 18) (p. 253-269). Antwerp: Intersentia.

Boele-Woelki, K. & Gonzàlez Beilfuss, C. (2007). The Impact and Application of the Brussels II bis Regulation in the Member States: Comparative Synthesis. In K. Boele-Woelki & C. Gonzàlez Beilfuss (Eds.), Brussels IIbis: Its Impact and Application in the Member States (European Family Law Series, 14) (p. 23-40). Antwerp: Intersentia.

Boele-Woelki, K., Curry-Sumner, I., Jansen, M. & Schrama, W.M. (2007). Huwelijk of geregistreerd partnerschap? Een evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en de wet geregistreerd partnerschap (Ars Notariatus, 134). Deventer: Kluwer. (346 p.)

Boele-Woelki, K., Curry-Sumner, I., Jansen, M. & Schrama, W.M. (2007). The Evaluation of Same-Sex Marriages and Registered Partnerships in the Nether- lands. In P. Sarcevic, P. Volken & A. Bonomi (Eds.), Yearbook of Private International Law (p. 27-37). Munich: Sellier European Law Publishers.

91 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Boele-Woelki, K. & Martiny, D. (2007). The CEFL and its Principles of European Family Law Regarding Parental Responsibilities. ERA-Forum: scripta iuris europaei, 125-143.

Bollen, C.J.M. & de Groot, G.R. (2005). Nationality law of the Kingdom of the Netherlands in international perspective. In L.A.M.N. Barnhoorn et al. (Eds.), Netherlands Yearbook of International Law (p. 205-250). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Braat, B. (2005). Wetsvoorstel 268 867 in rechtsvergelijkend perspectief. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6617, 290-300.

Braat, B. (2006). Les régimes matrimoniaux aux Pays-Bas. In A. Bonomi & M. Steiner (Eds.), Les régimes matrimoniaux en droit comparé et en droit international privé: actes du Colloque de Lausanne du 30 septembre 2005 (Comparativa, 76) (p. 177-200). Genève: Librairie Droz.

Braat, B. (2007). Matrimonial property law: diversity of forms, equivalence in substance. In M.V. Antokolskaia (Ed.), Convergence and Divergence in Euro- pean Family Law (European Family Law Series, 18) (p. 237-250). Antwerp: Intersentia.

Braat, B. (2007). Enkele ontwikkelingen in het Franse familierecht. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 12, 322-327.

Cappon, C.M. & Reinhartz, B. (2006). Rechtszekerheid en doelmatigheid in het testamentair erfrecht. De opstelling en afwikkeling van testamenten in Neder- land, Frankrijk, België en Duitsland mede bezien in historisch perspectief. In A.F. Salomons & G.J.P. de Vries (Eds.), Pro forma? Essays on the role of Formal Rules and Formal Requirements in Private Law (p. 235-273). The Hague: Boom Juridische uitgevers.

Coenraad, L.M. (2005). Mediation und die Scheidungsproblematik in den Niederlanden, Analyse einer Diskussion der Scheidungsmediation. Die Praxis des Familienrechts, 2, 250-261.

Coenraad, L.M. (2006). A harmonised divorce mediation procedure in Europe? The desirability and feasibility of harmonising the procedure of divorce media- tion. In M. Martin-Casals & J. Ribot (Eds.), The role of self-determination in the modernisation of family law in Europe, Book of the 2003 European Region- al Conference of the International Society of Family Law (p. 15-31). Girona: Documenta Universitaria.

Coenraad, L.M. (2006). Procederen over het voortgezet ouderschap, Te weinig aandacht voor het procesrecht in het Wetsvoorstel Luchtenveld. In M.V. Antokolskaia (Ed.), Herziening van het echtscheidingsrecht: administratieve echtscheiding, mediation, voortgezet ouderschap (ACK) (p. 69-98). Amster- dam: SWP. 92 Europees personen-, familie- en erfrecht

Coenraad, L.M. & Antokolskaia, M.V. (2006). Afspraken met betrekking tot kinderen bij scheiding van ongehuwde/niet-geregistreerde ouders. Een rechts- vergelijkend onderzoek in opdracht van het Ministerie van Justitie. Den Haag/ Amsterdam: WODC/VU. [Online] Available from: [15-09-2006].

Curry-Sumner, I. (2005). General Patterns in Registration Schemes for Unmarried Couples and the Implications for Ireland. Irish Journal of Family Law, 3, 187-195.

Curry-Sumner, I. (2005). Uniform patterns regarding same-sex relationships. International law FORUM du droit international, 3, 9-14.

Curry-Sumner, I. (2006). Private international law aspects of homosexual couples: The Netherlands Report. In S. van Erp & L.P.W. van Vliet (Eds.), Netherlands Report to the Seventeenth International Congress of Comparative Law (p. 147-175). Antwerp: Intersentia.

Curry-Sumner, I. (2006). It's marriage Jim but not as we know it. Is the ban on same-sex marriage in the United Kingdom justified? Irish Journal of Family Law, 1, 2-10.

Curry-Sumner, I. & Vonk, M. (2006). Adoptie door paren van hetzelfde geslacht: wie probeert de wet te beschermen? Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 2, 39-44.

Curry-Sumner, I. (2007). Transnational recovery of child maintenance in Europe: The future is bright, the future is central authorities. [CD-ROM] Days of Public Law. Collection of Articles. Brno: Masaryk University.

Forder, C.J. (2005). Family Rights and Immigration Law: a European Perspective. In H. Schneider (Ed.), Migration, Integration and Citizenship, A challenge for Europe's future (vol. II) (p. 71-108). Maastricht: Forum Maastricht.

Forder, C.J. (2005). Over de kern en de grensgevallen van het familierecht. In V. Van den Eeckhout, C.J. Forder, E. Hooghiemstra, E. Nicolaï & S.K. van Walsum (Eds.), Transnationale gezinnen in Nederland (p. 21-116). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Forder, C.J. & Verbeke, A. (2005). Inleiding. In C.J. Forder & A. Verbeke (Eds.), Gehuwd of niet: Maakt het iets uit? (Ius Commune Europaeum, 55) (p. 1-99). Antwerpen: Intersentia.

Forder, C.J. & Verbeke, A. (2005). Geen woorden maar daden. In C.J. Forder & A. Verbeke (Eds.), Gehuwd of niet: Maakt het iets uit? (Ius Commune Europaeum, 55) (p. 489-647). Antwerpen: Intersentia. 93 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Forder, C.J. (2005). Bescherming van het ongeboren leven (protection of unborn life). Nederlands Juristenblad, 686-688.

Forder, C.J. (2005). Kroniek van het personen en familierecht. Nederlands Juristenblad, 1663-1669.

Forder, C.J. (2005). De verplichting van een ouder om in het levenonderhoud van haar of zijn kind te voorzien. Nederlands Juristenblad, 2198-2198.

Forder, C.J. & Curry-Sumner, I. (2006). The Dutch Family Law Chronicles: continued parenthood notwithstanding divorce. In A. Bainham & B. Rwezaura (Eds.), International Survey of Family Law 2006 (p. 261-304). Bristol: Jordans Publishing.

Forder, C.J. (2006). Child protection: Human and Children's Rights. Inter- national Family Law, 88-96.

Forder, C.J. (2006). Vermogensrechtelijke perikelen in het huwelijk onder de bezem. Nederlands Juristenblad, 1, 15-18.

Forder, C.J. (2006). Een nieuwe ontwikkelingsfase van het jeugdrecht. Nederlands Juristenblad, 45(45), 2602-2605.

Forder, C.J. (2006). Ongehuwd samenwonen en vermogensrecht: een waaier van mogelijkheden. Tijdschrift Estate Planning, 331-365.

Forder, C.J. & Curry-Sumner, I. (2006). The Dutch Family Law Chronicles: continued parenthood notwithstanding divorce. In A. Bainham (Ed.), Inter- national Survey of Family Law 2006 (p. 261-304). Bristol: Jordans Publishing.

Forder, C.J. & Saarloos, K. (2007). The Establishment of Parenthood: a Story of Succesful Convergence? In M. Antokolskaya (Ed.), Convergence and Diver- gence of Family Law in Europe (European Family Law Series, 18) (p. 169- 235). Antwerp: Intersentia.

Groot, G.R. de (2005). Towards a European nationality law. In H. Schneider (Ed.), Migration, integration and citizenship, A challenge for Europe's future (p. 13-54). Maastricht: Forum Maastricht.

Groot, G.R. de (2005). Conditions for acquisition of nationality by operation of law or by lodging a declaration of option. In H. Schneider (Ed.), Migration, integration and citizenship, A challenge for Europe's future (p. 187-224). Maastricht: Forum Maastricht.

94 Europees personen-, familie- en erfrecht

Groot, G.R. de (2005). De geschiedenis van het Nederlandse nationaliteitsrecht in de negentiende eeuw. In A.M.J.A. Berkvens & Th.J. van Rensch (Eds.), Wordt voor recht gehalden, Opstellen ter gelegenheid van vijfentwintig jaar Werkgroep Limburgse Rechtsgeschiedenis (p. 375-420). Maastricht: Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap.

Groot, G.R. de (2005). The access to European citizenship for third country spouses of a European citizen. In C. Biquet-Mathieu (Ed.), Liber amicorum Paul Delnoy (p. 93-133). Brussels: Larcier.

Groot, G.R. de (2005). Het ontnemen van het Nederlanderschap wegens terroristische activiteiten. In P. van der Grinten & T. Heukels (Eds.), Crossing borders, Essays in European and Private International Law, Nationality Law and Islamic Law in Honour of Frans van der Velden (p. 215-230). Deventer: Kluwer.

Groot, G.R. de (2005). Een onwenselijk wetsontwerp ter wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Kritische beschouwingen over wetsontwerp 30 166 (R 1795). Journaal Vreemdelingenrecht, 439-449.

Groot, G.R. de (2005). Waar is het land van hun jeugd? Opmerkingen over de interpretatie van artikel 15 lid 2 en artikel 26 lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Migrantenrecht, 248-252.

Groot, G.R. de & Vrinds, E.P.J. (2005). De invloed van ouders in het nationaliteitsrecht. Migrantenrecht, 40-51.

Groot, G.R. de (2006). Nationality. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative law (p. 476-492). Cheltenham: Edward Elgar.

Groot, G.R. de (2006). Identiteitsfraude en het Nederlanderschap van vóór 1 april 2003 genaturaliseerde personen. In Groenboek, Drie opstellen aangebo- den aan Bart Groen (p. 42-60). Maastricht: Universiteit Maastricht.

Groot, G.R. de (2006). The relationship between the general legal nationality of a person and his ‘sporting nationality’. In D. Oswald (Ed.), La nationalité dans le sport. Enjeux et problèmes. Actes du Congrès des 10 et 11 novembre 2005 (p. 147-169). Neuchâtel: Editions CIES.

Groot, G.R. de (2006). Een pleidooi voor meervoudige nationaliteit. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrijdend recht (Ius Commune Euro- paeum, 58) (p. 73-86). Antwerpen: Intersentia.

Groot, G.R. de & Schneider, H.E.G.S. (2006). Die zunehmende Akzeptanz von Fällen mehrfacher Staatsangehörigkeit in West-Europa. In H. Menckhaus & F. Sato (Eds.), Japanischer Brücken-bauer zum deutschen Rechtskreis, Festschrift für Koresuke Yamauchi zum 60. Geburtstag (p. 65-80). Berlin: Duncker & Humblot. 95 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Groot, G.R. de (2006). Een pleidooi voor meervoudige nationaliteit. Migran- tenrecht, 100-105.

Groot, G.R. de (2006). Het optierecht van in Nederland geboren staatloze kinderen op het Nederlanderschap. Migrantenrecht, 9, 312-318.

Groot, G.R. de (2006). Sports and unfair competition via nationality law. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 161-171.

Groot, G.R. de (2006). The relationship between the general legal nationality of a person and his ‘sporting nationality’. International Sports Law Journal, 1-2, 3-9.

Groot, G.R. de & Kuipers, J.-J. (2006). Sport en nationaliteit. Opmerkingen over de relatie tussen de algemene juridische nationaliteit van een persoon en zijn ‘sportnationaliteit’. Migrantenrecht, 141-149.

Groot, G.R. de (2007). Achtentwintig Nederlanders, Bewerkte adviezen en casus over de toepassing van de Nederlandse nationaliteitswetgeving. Den Haag: Elsevier Overheid. (320 p.)

Groot, G.R. de (2007). Nationaliteit en rechtszekerheid. Verkorte versie van de rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar aan de Uni- versiteit van Aruba op 28 september 2007. Tijdschrift voor Antilliaans Recht- Justicia, 2007, 230-244.

Groot, G.R. de & Schneider, H.E.G.S. (2007). Erschlichene Einbürgerungen, Identitätsbetrug und Entzug der Staatsangehörigkeit in Deutschland und den Niederlanden. In E. Klein, S.U. Pieper & G. Ress (Eds.), Rechtsstaatliche Ordnung Europas – Gedächtnisschrift für Albert Bleckmann (p. 79-102). Köln: Carl Heymanns Verlag.

Groot, G.R. de (2007). Private international law aspects of homosexuals couples. In K. Boele-Woelki & S. van Erp (Eds.), General reports of the XVIIth Congress of the International Academy of Comparative Law (p. 325-362). Utrecht: Eleven International Publishing.

Groot, G.R. de (2007). Identiteitsfraude en het Nederlanderschap van vóór 1 april 2003 genaturaliseerde personen. Nederlands Juristenblad, 82(2), 74-80.

Groot, G.R. de (2007). Staatloosheid: Lessen uit Spanje. Aantekeningen over: Aurelia Alvarez Rodríguez y Observatorio Permanente de la Inmigración, Nacionalidad de los hijos de extranjeros nacidos en España. Migrantenrecht, 115-116.

96 Europees personen-, familie- en erfrecht

Israël, J. & Saarloos, K. (2007). Europees internationaal privaat- en proces- recht. In A.S. Hartkamp, C.H. Sieburg & L.A.D. Keus (Eds.), De invloed van het Europese recht op het Nederlandse privaatrecht (Serie Onderneming en Recht, 42-II) (p. 629-698). Deventer: Kluwer.

Jeppesen de Boer, C.G. (2005). Administratieve echtscheiding in Denemarken. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 10, 231-235.

Jeppesen de Boer, C.G. & Kronborg, A. (2006). Tensions between legal, biological conceptions of parentage. In I. Schwenzer (Ed.), Tensions between Legal, Biological and Social Conceptions of parentage (European Family Law Series, 15) (p. 141-157). Antwerp: Intersentia.

Mostermans, P.M.M. (2006). Echtscheiding (Praktijkreeks IPR, 5). (3de vol- ledig herziene druk). Deventer: Kluwer. (XV + 169 p.)

Mostermans, P.M.M. (2007). The Impact and Application of the Brussels II bis Regulation in The Netherlands. In K. Boele-Woelki & C. Gonzàlez Beilfuss (Eds.), Brussels IIbis: Its Impact and Application in the Member States (Euro- pean Family Law Series, 14) (p. 217-235). Antwerp: Intersentia.

Oderkerk, A.E. (2005). Olanda. In F.B. Brunetta d'Usseaux (Ed.), Il diritto di famiglia nell'unione europea – Formazione, vita e crisi della coppia (p. 213- 251). Padova: Cedam.

Oderkerk, A.E. (2005). Tussen formele en materiële rechtvaardigheid. Een analyse van de law in action naar aanleiding van de wijziging van artikel 4 (oud) Rijkswet op het Nederlanderschap. Nederlands Internationaal Privaat- recht, 23(4), 389-396.

Oderkerk, A.E. (2006). Het Groenboek inzake het toepasselijke recht en de rechterlijke bevoegdheid in echtscheidingszaken: een beschrijving en analyse van het Groenboek en de daarop gegeven reacties van belanghebbenden. Nederlands Internationaal Privaatrecht, 2, 119-128.

Reinhartz, B. et al. (2005). Hoofdstukken IX t/m XIII (behoudens nr. 139 en 140). In W.G. Huijgen et al. (Eds.), Compendium erfrecht (p. 132-266). Deventer: Kluwer.

Reinhartz, B. (2005). Haken en ogen aan het voorstel tot wijziging van de bestuursregeling in het huwelijksvermogensrecht. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6614, 231-233.

Reinhartz, B. (2005). Van oude menschen... Oftewel: van je kinderen moet je het maar hebben. Nieuw Erfrecht, 6(5), 81-85.

97 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Reinhartz, B. (2006). Recent Changes in the Law of Succession in the Netherlands. In J.H.M. van Erp & L.P.W. van Vliet (Eds.), Netherlands Reports to the Seventeenth International Congress of Comparative Law (p. 59- 81). Antwerp: Intersentia.

Reinhartz, B. (2006). De nieuwe voorstellen ter aanpassing van de wettelijke gemeenschap van goederen. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 1(28), 3- 14.

Reinhartz, B. (2006). Internationaal privaatrechtelijke aspecten van de schen- king in Nederland en België. Kwartaalbericht Estate Planning, 3, 14-20.

Reinhartz, B.E. (2007). Recent Changes in the Law of Succession in the Netherlands: On the Road towards a European Law of Succession? Electronic Journal of Comparative Law, 11, 1-18.

Rutten, S.W.E. (2005). Verzoening. Islamitisch recht in West-Europa. Maastricht: Datawyse/Univer-sitaire Pers. (175 p.)

Rutten, S.W.E. (2005). Cultuur en familierecht in eigen kring. In Multicultura- liteit in het recht. Preadvies voor de Nederlandse Vereniging voor Rechtsverge- lijking (Geschriften van de Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking, 66) (p. 39-94). Deventer: Kluwer.

Rutten, S.W.E. (2005). Familiewaarden van buiten, in de rechtszaal naar binnen. Trema: tijdschrift voor de rechterlijke macht, 266-272.

Rutten, S.W.E. (2005). Perpetuatio fori in ouderlijk gezagskwesties. Neder- lands Internationaal Privaatrecht, 1, 11-19.

Rutten, S.W.E. & Foblets, M.-C. (2006). De toelaatbaarheid van de verstoting: recente ontwikkelingen in Nederlands, Frans en Belgisch internationaal pri- vaatrecht. In P. van der Grinten & T. Heukels (Eds.), Crossing borders: essays in European and private international law, nationality law and islamic law in honour of Frans van der Velden (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (p. 195-213). Deventer: Kluwer.

Rutten, S.W.E. (2007). De bruidsgave: op zoek naar goud. Nederlands Inter- nationaal Privaatrecht, 2, 101-115.

Rutten, S.W.E. & Saarloos, K. (2007). De erkenning van de kafala in het IPR en het vreemdelingenrecht. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 12, 300- 309.

Rutten, S.W.E. (2007). SHARIAH-testamenten. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6705, 305-313.

98 Europees personen-, familie- en erfrecht

Saarloos, K. (2006). Bezit van staat of het wormvormig aanhangsel van het Nederlandse afstammingsrecht? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6654, 123-129.

Saarloos, K. (2006). Nederlanderschap en postume procreatie in het buitenland – Opmerkingen over de toepassing van de openbare orde exceptie in de WCA. Migrantenrecht, 9, 319-323.

Saarloos, K. (2007). Duo-moederschap in Nederland. Op de grens van afstamming en adoptie. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 6, 142-148.

Schonewille, F. (2005). Pech für Gretchen, oder nicht? Contractsvrijheid tussen (ex-)echtgenoten in Duitsland. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 10, 249-258.

Schonewille, F. (2006). Een scheidingsbemiddelaar is altijd een mediator, een mediator niet altijd een scheidingsbemiddelaar. Mediation in het nieuwe echtscheidingsrecht. In M.V. Antokolskaia (Ed.), Herziening van het echtschei- dingsrecht: administratieve echtscheiding, mediation, voortgezet ouderschap (ACK) (p. 115-154). Amsterdam: SWP.

Schonewille, F. (2006). Wikiwetgeving? In P. Sliepenbeek et al. (Eds.), What's in a family Liber Amicorum mr. J.W. Wladimiroff-Nater (p. 27-34). Den Haag: Sdu.

Schonewille, F. (2006). Rechtspolitieke rede aan de open groeve (?) van wets- voorstel 28 867. Echtscheidingsbulletin, 1, 19-24.

Schonewille, F. (2007). Inleiding, kosten van de huishouding. In F. Schonewille (Ed.), Relatievermogensrecht Geschetst (p. 1-8). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Schonewille, F. (2007). Geregistreerd partnerschap. In F. Schonewille (Ed.), Relatievermogensrecht Geschetst (p. 151-154). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Schonewille, F. (2007). De voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst revisited. Of: het belang van het opnemen van een considerans in huwelijkse voor- waarden. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 161-168.

Schonewille, F. (2007). Kunnen huwelijkse voorwaarden een ouderschapsplan bevatten? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 604-607.

Schrama, W.M. (2005). General lessons for Europe based on a comparison of the legal status of non-marital cohabitants in The Netherlands and Germany. In K. Boele-Woelki (Ed.), Common Core and Better Law in European Family Law (European Family Law Series, 10) (p. 257-281). Antwerp: Intersentia.

99 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Schrama, W.M. (2005). Vermogensrechtelijke aspecten van de niet-huwelijkse samenleving: de moeizame verhouding tussen de affectieve relatie en het (vermogens-)recht. In C. Forder & A. Verbeke (Eds.), Gehuwd of niet: maakt het iets uit? (Ius Commune Europaeum, 55) (p. 65-89). Antwerpen: Intersentia.

Schrama, W.M. (2006). Ongehuwd samenleven: het stiefkind van het familierecht. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 10, 724-726.

Schrama, W.M. (2007). Relatievermogensrecht voor ongehuwde samenlevers. In F. Schonewille (Ed.), Relatievermogensrecht Geschetst (p. 161-180). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Schrama, W.M. (2007). Een multidisciplinaire benadering van het ongehuwd samenleven, Meerwaarde en minpunten van de combinatie van juridisch en sociaalwetenschappelijke onderzoek. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 11, 869-876.

Senaeve, P. & Aerts, C. (Eds.). (2006). Onderhoudsgeld tijdens de echtschei- dingsprocedure en na echtscheiding op grond van bepaalde feiten. Civielrech- telijke en fiscaalrechtelijke aspecten. Antwerpen: Intersentia. (136 p.)

Senaeve, P. & Swennen, F. (Eds.). (2006). De hervorming van de interne en de interlandelijke adoptie. Commentaar op de Wetten van 13 maart en 24 april 2003 en het Decreet van 15 juli 2005. Antwerpen: Intersentia. (442 p.)

Senaeve, P. (2006). De bevoegdheid en de rechtspleging inzake interne adopties. In P. Senaeve & F. Swennen (Eds.), De hervorming van de interne en de internationale adoptie. Commentaar op de Wetten van 13 maart en 24 april 2003 en het Decreet van 15 juli 2005 (p. 213-250). Antwerpen: Intersentia.

Senaeve, P. & Vanbockrijck, H. (2006). De Wet van 18 juli 2006 op het ver- blijfsco-ouderschap, de blijvende saisine van de jeugdrechtbank en de tenuit- voerlegging van uitspraken aangaande verblijf en omgang. Echtscheidings- journaal, 117-143.

Senaeve, P. (2007). De fiscale wetgever in het spoor van de civiele wetgever: het geval van het gezagsco-ouderschap en het verblijfsco-ouderschap. L. Ballon, H. Cousy, W. Devroe, K. Geens, J. Stuyck, B. Tilleman & P. Van Orshoven (Eds.), Liber Amicorum Frans Vanistendael (p. 337-341). Herentals: Knops Publishing.

Senaeve, P. (2007). De hervorming van het afstammingsrecht door de Wetten van 1 juli 2006 en 27 december 2006. In L. Weyts & Ch. Castelein (Eds.), Notariële blikvangers (p. 129-156). Antwerpen: Intersentia.

100 Europees personen-, familie- en erfrecht

Senaeve, P. (2007). De regeling aangaande de minderjarige kinderen in de overeenkomst echtscheiding door onderlinge toestemming. In C. Castelein, A. Verbeke & L. Weyts (Eds.), Notariële clausules. Liber Amicorum Professor Johan Verstraete (p. 323-332). Antwerpen: Intersentia.

Senaeve, P. (2007). De wettelijke moederlijke afstamming. In P. Senaeve, F. Swennen & G. Verschelden (Eds.), De hervorming van het afstammingsrecht. Commentaar op de Wetten van 1 juli 2006, 27 december 2006 en 6 juli 2007 (p. 1-8). Antwerpen: Intersentia.

Senaeve, P. (2007). De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk. In P. Senaeve, F. Swennen & G. Verschelden (Eds.), De hervorming van het afstam- mingsrecht. Commentaar op de Wetten van 1 juli 2006, 27 december 2006 en 6 juli 2007 (p. 9-85). Antwerpen: Intersentia.

Senaeve, P. (2007). Van concubinaat naar wettelijke samenwoning en verder. In W. Pintens, A. Alen, E. Dirix & P. Senaeve (Eds.), Vigilantibus ius scriptum. Feestbundel voor Hugo Vandenberghe (p. 275-288). Brugge: die Keure.

Senaeve, P. (2007). De hervorming van het afstammingsrecht door de wetten van 1 juli 2006 en van 27 december 2006 (deel 1). Tijdschrift voor Familie- recht, 62-80.

Spalter, N. (2007). Gevangen in het huwelijk. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 29(2), 37-43.

Uytterhoeven, K. & Robert, T. (2005). Naar de invoering van een schuldloze echtscheiding in België. Het bos en de bomen... Echtscheidingsjournaal, 78-84.

Uytterhoeven, K. (2007). Het materiële echtscheidingsrecht en familiaal procesrecht: een (artificieel) gescheiden siamese tweeling? Tijdschrift voor Familierecht, 61-62.

Vonk, M. (2005). Enige overdenkingen bij de voorgestelde wijziging van 1:253o en de positie van de opvoeder niet-ouder. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 2, 34-39.

Vonk, M. (2006). Tensions between legal, biological and social conceptions of parenthood in Dutch Family Law. In S. van Erp & L.P.W. van Vliet (Eds.), Netherlands Report to the Seventeenth International Congress of Comparative Law (p. 83-108). Antwerp: Intersentia.

Vonk, M. (2007). Parent-child relationships in Dutch family law. In I. Schwenzer (Ed.), Tensions between legal, biological and social conceptions of parentage (European Family Law Series, 15) (p. 279-307). Antwerp: Intersentia.

101 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

VAKPUBLICATIES

Antokolskaia, M.V. (2005). De voorstellen tot hervorming van het echtschei- dingsrecht: naar de vorm modern, naar de inhoud een stap terug. Naschrift. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6648, 1048-1050.

Antokolskaia, M.V. (Ed.). (2006). Herziening van het echtscheidingsrecht: administratieve echtscheiding, mediation, voortgezet ouderschap (ACK). Amsterdam: SWP. (303 p.)

Antokolskaia, M.V., Dettmeijer-Vermeulen, C., Jansen, S., Meuwese, S. & Vlaardingerbroek, P. (Eds.). (2007). 100 Years of Child Protection. Nijmegen: Wolf Legal Publishers. (276 p.)

Antokolskaia, M.V. (Ed.). (2007). Convergence and Divergence of Family Law in Europe (European Family Law Series, 18). Antwerp: Intersentia. (282 p.)

Boele-Woelki, K. (Ed.). (2005). Common Core and Better Law in European Family Law (European Family Law Series, 10). Antwerp: Intersentia. (372 p.)

Boele-Woelki, K., Braat, B. & Curry-Sumner, I. (Eds.). (2005). European Family Law in Action, Volume III: Parental Responsibilities (European Family Law Series, 9). Antwerp: Intersentia. (821 p.)

Boele-Woelki, K. (2005). Erkenning van het homohuwelijk op de Nederlandse Antillen en Aruba. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 10, 221.

Boele-Woelki, K. (2005). Geplante Änderungen im niederländischen Familien- recht. Zeitschrift für das gesamte Familienrecht, 1632-1633.

Boele-Woelki, K. (2005). Internationaal privaatrecht, Twee sporen: EET-Ver- ordening en voorstel EBB- Verordening, Voorstel EG-Richtlijn betreffende bemiddeling, Nog geen interlandelijke adoptie door een paar van hetzelfde ge- slacht, Toelating van mannelijke en vrouwelijke verbuigingen in het namen- recht. Ars Aequi Katern, 94, 5179-5181.

Boele-Woelki, K. (2005). Internationaal privaatrecht, Twee Groenboeken: erfopvolging en testamenten en echtscheiding, Uitvoeringswet internationale kinderbescherming. Ars Aequi Katern, 95, 5245-5247.

Boele-Woelki, K. (2005). Internationaal Privaatrecht Uitvoeringswet EET Verordening, Particulier of beroepsmatig gebruik van een goed, Buitenlandse erkenning door gehuwde Nederlander in strijd met openbare orde, Wrongful birth. Ars Aequi Katern, 96, 5312-5314.

102 Europees personen-, familie- en erfrecht

Boele-Woelki, K. (2005). Internationaal privaatrecht, Het Haags Verdrag inzake forumkeuze, Parallelverdragen tussen de EU en Denemarken, Admini- stratieve echtscheiding, Gedwongen huwelijken. Ars Aequi Katern, 97, 5370- 5372.

Boele-Woelki, K. (2005). [Bespreking van het boek Code de droit international privé 2004. Édition à jour au 1er septembre 2004]. ERPL, 217.

Boele-Woelki, K. (2006). Internationaal privaatrecht: verordeningen, verdra- gen & wetten 2006/2008 (Ars Aequi wetseditie). (6de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (465 p.)

Boele-Woelki, K. (2006). Een nieuwe discipline: familiewetenschappen. Tijd- schrift voor Familie- en Jeugdrecht, 4, 97.

Boele-Woelki, K. (2006). Internationaal privaatrecht. In aantocht: De Veror- dening betreffende het recht dat van toepassing is op contractuele verbinte- nissen (Rome I). alsmede de Verordening betreffende de bevoegdheid, het toe- passelijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen; Nederlandse ant- woorden op de Groenboeken erfrecht en echtscheiding; Uitleg Betekeningsver- ordening door Hof van Justitie; Duits commentaar op het IPR. Ars Aequi Katern, 98, 5440-5442.

Boele-Woelki, K. (2006). Internationaal privaatrecht. Uitvoering van het Haagse Kinderontvoeringsverdrag vanuit Nederlands perspectief; Nieuw Ver- drag van Lugano: exclusieve bevoegdheid EG. Prorogatie van rechtsmacht in scheidingszaken gewenst. Verwerping nalatenschap namens minderjarige is een kinderbeschermingsmaatregel. Waarmerking als EET: wanneer is sprake van een onbetwiste vordering? Ars Aequi Katern, 99, 5502-5505.

Boele-Woelki, K. (2006). Internationaal privaatrecht. Meer zichtbaarheid van de Haagse Conferentie voor IPR in kinderontvoeringszaken. Schadevorde- ringen wegens schending van de communautaire antitrustregels. Ontbreken begunstigingsregel in art. 6 WC. Afstamming in strijd met art. 8 EVRM. Ars Aequi Katern, 100, 5574-5576.

Boele-Woelki, K. (2006). Internationaal privaatrecht. Vervanging van de Brussel IIbis Verordening. Groenboek huwelijksvermogensrecht. Woonplaats en gewone verblijfplaats zijn niet identiek. Ars Aequi Katern, 101, 5643-5645.

Boele-Woelki, K. (2006). Verblijfs-co-ouderschap: regel of uitzondering? Tijd- schrift voor Familie- en Jeugdrecht, 12, 303.

Boele-Woelki, K. & Gonzàlez Beilfuss, C. (Eds.). (2007). Brussels II bis: Its Impact and Application in the Member States (European Family Law Series, 14). Antwerp: Intersentia. (322 p.)

103 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Boele-Woelki, K. (2007). Toelichting op UCERF. Actuele ontwikkelingen in het familierecht (UCERF, 1). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (9-15 p.)

Boele-Woelki, K. (2007). Huwelijk of geregistreerd partnerschap? Actuele ontwikkelingen in het familierecht (UCERF, 1). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (71-76 p.)

Boele-Woelki, K. (2007). Editorial XVIIth World Conference on Comparative Law. European Journal of Law Reform, 1-2.

Boele-Woelki, K. (2007). Forum- en rechtskeuze in de nieuwe familie- rechtelijke verordeningen. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 12, 297.

Boele-Woelki, K., Curry-Sumner, I., Jansen, M. & Schrama, W.M. (2007). Het geregistreerd partnerschap de rechtsorde uit. Of juist niet? Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 60-65.

Boele-Woelki, K. (2007). Internationaal privaatrecht, Europese betalingsbevel- procedure, Flash Eurobarometer: Family Law, Erkenning van geformaliseerde relaties van paren van gelijk geslacht in het buitenland, Dubbele forum- en rechtskeuze. Ars Aequi Katern, 102, 5710-5712.

Boele-Woelki, K. (2007). Internationaal privaatrecht, Nieuw (ontwerp-) ver- drag van Lugano, Parallelverdragen met Denemarken, Toestemming tot erken- ning door Marokkaanse moeder, Alimentatie ten behoeve van een in de VS verblijvend kind, Art. 2 Verdrag van Istanbul inzake naamsverandering in strijd met art. 12 EG Verdrag, Nauwste verbondenheid van een overeenkomst. Ars Aequi Katern, 103, 5775-5777.

Boele-Woelki, K. (2007). Internationaal privaatrecht, Rome II, Europese proce- dure voor geringe geldvorderingen, Verscheidenheid van leveringsplaatsen bin- nen één lidstaat, Bevoegdheid op grond van art. 2 en art. 9 sub c Rv, Cautio iudicatum solvi, Flitsscheiding erkend in België. Ars Aequi Katern, 105, 5903- 5905.

Boele-Woelki, K. (2007). Keynote addresses at the XVIIth IACL Congress. European Journal of Law Reform, 8(1), 171.

Boele-Woelki, K. (2007). Stellungnahme zur Unterhaltsverordnung und Schei- dungsverordnung anlässlich der gemeinsamen öffentlichen Anhörung der EP- Ausschüsse LIBE und JURI zur europäischen Zusammenarbeit im Familien- recht – Unterhaltsverpflichtungen – Scheidung und Trennung. [Online] Avail- able from: [11-09-2007].

Coenraad, L.M. (2006). Scheiden: administratief of rechterlijk? Het wetsvoor- stel Luchtenveld is nog niet rijp. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 1, 1-5.

104 Europees personen-, familie- en erfrecht

Coenraad, L.M. (2007). Kroniek Algemene beginselen. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 4, 122-127.

Coenraad, L.M. & Antokolskaia, M.V. (2007). Joint Parental Responsibilities and Compulsory Arrangements with Regard to Children upon Divorce (Well- chi's Collection of Working Papers). Barcelona: Wellchi Network Wellbeing of Children. (15 p.)

Curry-Sumner, I. & Warendorf, H. (2005). Book I of the Netherlands Antilles Civil Code. Family Law and the Law of Persons. Antwerp: Intersentia. (XXVI + 202 p.)

Curry-Sumner, I. & Warendorf, H. (2005). Inheritance Law Legislation of the Netherlands (European Family Law Series, 8). Antwerp: Intersentia. (xii + 108 p.)

Forder, C.J. (2005). Basisvoorwaarden ter discussie: transnationale gezinnen versus andere gezinnen. In E. Hooghiemstra & M. Wijers (Eds.), Allochtone Gezinnen, juridische positie (p. 16-36). Den Haag: Nederlandse Gezinsraad.

Forder, C.J. & Verbeke, A. (2005). Voorwoord. In C.J. Forder & A. Verbeke (Eds.), Gehuwd of niet: Maakt het iets uit? (Ius Commune Europaeum, 55) (p. v-vi). Antwerpen: Intersentia.

Forder, C.J. (2006). Personen- en familierecht (onderdeel van Hoofdstuk 3 ‘Privaatrecht’). In J.C. Hage et al. (Eds.), Recht, vaardig en zeker. Een inleiding in het recht (Boom juridische studieboeken) (3de [gew.] druk) (p. 101-117). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Forder, C.J. (2006). Kroniek van het personen- en familierecht. Nederlands Juristenblad, 31, 1791-1800.

Groot, G.R. de (2005). Bewerking onderdeel Nationaliteitsrecht. In Personen- en Familierecht (losbladig). (160 p.) Deventer: Kluwer.

Groot, G.R. de (2005). De naam: een kwestie van identiteit! Burgerzaken en recht, 10-13.

Groot, G.R. de (2005). Woonplaats. Personen- en Familierecht, 2005-5, 42-42.

Groot, G.R. de (2006). Rijkswet op het Nederlanderschap 2007/2008, met Uitvoeringsbesluiten en de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Den Haag: Elsevier Overheid. (711 p.)

Groot, G.R. de (Ed.). (2007). Jurisprudentie nationaliteitsrecht 2008/2009. Den Haag: Elsevier Overheid. (833 p.)

105 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Groot, G.R. de (2007). A clarification of the fundamental rights implications of stateless and erased persons. Briefing paper European parliament. Brussels: European Parliament. (26 p.)

Groot, G.R. de & Laer, C.J.P. van (2007). The dubious quality of legal diction- aries. In M. Thelen & B. Lewandowska-Tomaszczyk (Eds.), Translation and Meaning (Translation and Meaning, 7) (p. 173-187). Maastricht: University Press.

Reinhartz, B. et al. (Eds.). (2005). 100 jaar notarieel toezicht (Ars notariatus, 130). Amsterdam/Deven ter: Stichting tot Bevordering der Notariële Weten- schap/Kluwer. (V + 64 p.)

Reinhartz, B. (2005). Verdere mogelijkheden bij tweetrapsmakingen? Nieuw Erfrecht, 6(2), 36.

Reinhartz, B. (2005). [Bespreking van het boek Huwelijksgoederen- en erf- recht, tweede gedeelte]. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 166(2), 85-91.

Reinhartz, B. (2006). Actualisering Boek 4 titel 6 BW. In Gr. van der Burght (Ed.), Erfrecht (losbladige uitgave, supplement 6) (p. 183-1 – 233-2-6). Deventer: Kluwer.

Reinhartz, B., Kolkman, W.D., Verstappen, L.C.A. & Vijfeijken, I.J.F.A. (Eds.). (2006). Erfrecht: de tekst van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek en aanverwante wetten voorzien van commentaar (Tekst & commentaar). (2de druk). Deventer: Kluwer. (XVI + 1217 p.)

Reinhartz, B. (2006). 14: Haags testamentsvormenverdrag 1961, 15: Haags erfrechtverdrag 1989, 16: Wet conflictenrecht erfopvolging. In W.D. Kolkman, B.E. Reinhartz, L.C.A. Verstappen & I.J.F.A. Vijfeijken (Eds.), Erfrecht: de tekst van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek en aanverwante wetten voorzien van commentaar (Tekst & commentaar) (p. 1083-1119). (2de druk). Deventer: Kluwer.

Reinhartz, B. (2006). Boek 4 Titel 5, afd. 1, 2, 3 en 4 (art. 4:115-135). In W.D. Kolkman, B.E. Reinhartz, L.C.A. Verstappen & I.J.F.A. Vijfeijken (Eds.), Erfrecht: de tekst van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek en aanverwante wet- ten voorzien van commentaar (Tekst & commentaar) (p. 143-168). (2de druk). Deventer: Kluwer.

Reinhartz, B. (2006). Recente ontwikkelingen betreffende gezag en omgang. Juridische Berichten voor het Notariaat, 16(1(16)), 7-10.

Reinhartz, B. (2006). Recente ontwikkelingen betreffende afstamming. Juri- dische Berichten voor het Notariaat, 16(3(15)), 11-12.

106 Europees personen-, familie- en erfrecht

Reinhartz, B. (2006). Rechtspraakoverzicht met betrekking tot art. 1:88 BW. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6685, 755-758.

Reinhartz, B.E. (2007). Valt een geërfde woning in Polen in de Nederlandse gemeenschap van goederen? Juridische Berichten voor het Notariaat, 17, 9-10.

Rutten, S.W.E. (2006). [Bespreking van het boek Echtscheiding]. FJR, 320- 321.

Saarloos, K. (2007). Ontdooid Zaad. In G.R. de Groot (Ed.), Achtentwintig Nederlanders? Bewerkte adviezen en casus over de toepassing van de Neder- landse nationaliteitswetgeving (p. 273-282). Den Haag: Elsevier Overheid.

Schonewille, F., Holtman, R. & Lekkerkerker, G. (2006). Rechtspraak Beroepsuitoefening Notaris. Den Haag: Sdu. (137 p.)

Schonewille, F. (Ed.). (2007). Relatievermogensrecht Geschetst. Nijmegen: Ars Aequi Libri. (212 p.)

Schonewille, F. (2007). Minor Mediation aan Universiteit Utrecht. Forum voor Conflictmanagement, 2, 73-74.

Senaeve, P. (2005). Harmonisatie van het familierecht binnen Europa: nood- zaak en/of utopie? In Lustrumboek 40 jaar Jura Falconis (p. 117-134). Brussel: Larcier.

Senaeve, P. (2006). Compendium van het Personen- en Familierecht. Boekdeel 1: Personenrecht. Leuven/Voorburg: Acco. (293 p.)

Senaeve, P. (2006). Compendium van het Personen- en Familierecht. Boekdeel 2: Familierecht. Leuven/Voorburg: Acco. (242 p.)

Senaeve, P. (2006). Compendium van het Personen- en Familierecht. Boekdeel 3: Familierecht (vervolg). Leuven/Voorburg: Acco. (242 p.)

Senaeve, P., Swennen, F. & Verschelden, G. (Eds.). (2007). De hervorming van het afstammingsrecht. Commentaar op de Wetten van 1 juli 2006, 27 december 2006 en 6 juli 2007. Antwerpen: Intersentia. (444 p.)

Senaeve, P., Swennen, F. & Verschelden, G. (Eds.). (2007). Verblijfsco- ouderschap. Uitvoering en sanctionering van verblijfs- en omgangsregelingen. Adoptie door personen van hetzelfde geslacht. Commentaar op de Wetten van 18 juli 2006 en 18 mei 2006. Antwerpen: Intersentia. (267 p.)

Senaeve, P., Pintens, W., Alen, A. & Dirix, E. (Eds.). (2007). Vigilantibus ius scriptum. Feestbundel voor Hugo Vandenberghe. Brugge: die Keure. (472 p.)

107 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Senaeve, P. (2007). Onderhoudsplicht van de ouders. In L. van Hoestenberghe & R. Verstegen (Eds.), Studentenrecht. Juridische en sociale gids voor het hoger onderwijs (p. 483-500). Leuven: Acco.

Senaeve, P. (2007). Editoriaal. Tijdschrift voor Familierecht, 1.

Vonk, M. (2005). De ene donor is de andere niet. Nederlands Juristenblad, 12, 634.

Vonk, M. (2006). Voorkinderen en gezamenlijk gezag door huwelijk. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6671, 457-459.

Vonk, M. (2007). Kinderen, co-moeders en het afstammingsrecht. Nederlands Juristenblad, 425, 448-449.

Vonk, M. (2007). Kroniek personen- en familierecht. Nederlands Juristenblad, 1832, 2277-2285.

ANNOTATIES

Forder, C.J. (2005). Noot bij: Schweizerisches Bundesgericht (16-10-2003), (Zum Anspruch des Scheinvaters auf Erstattung geleisteten Kindesunterhalts gegen den leiblichen Vater aus ungerechtfertigter Bereicherung). ERPL 2005- 13, p. 868-878.

Forder, C.J. & Whittingham, J.R.D. (2006). Noot bij: EHRM (07-03-2006), (Besluitvorming door (ex-)partners om wel of niet ouder te worden (Evans/ V.K.)). NJCM-bulletin 2006-6, p. 874-880.

Groot, G.R. de (2005). Noten onder HR 3 september 2004; Raad van State 3 februari 2004; RvSt 25 juni 2003; RvSt 18 augustus 2004; RvSt 25 augustus 2004. In P.E. Minderhoud & K.M. Zwaan (Eds.), Rechtspraak Vreemdelingen- recht 2004 (p. 150-159 en p. 165-170). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Groot, G.R. de (2005). Noot bij: Afdeling Bestuursrechtspraak (28-04-2005), Jurisprudentie Vreemdelingenrecht, p. 1400-1403.

Groot, G.R. de (2005). Noot bij: Rb. 's-Gravenhage (28-04-2005), Jurispru- dentie Vreemdelingenrecht, p. 1461-1464.

Groot, G.R. de (2005). Noot bij: Afdeling rechtspraak Raad van State (20-06- 2005), 276, JB, p. 1353-1358.

Groot, G.R. de (2006). Noten onder HR 11 november 2005, Rb. 's-Gravenhage 28 april 2005, Rb. Rotterdam 9 december 2005, Hof Arnhem 14 juni 2005, Hof ’s-Hertogenbosch 27 oktober 2005. In H. Battjes & K.M. Zwaan (Eds.), Recht- spraak Vreemdelingenrecht 2005 (p. 193-209). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

108 Europees personen-, familie- en erfrecht

Groot, G.R. de (2007). Noten onder Europees Hof van Justitie 12 september 2006 (Eman), HR 28 april 2006 (Vietnamese erkenning), HR 30 juni 2006 (identiteitsfraude bij natura). Ars Aequi: juridisch studentenblad, 495-523.

Groot, G.R. de (2007). Noot bij: ARvS (13-06-2007), 439, Jurisprudentie Vreemdelingenrecht, p. 1712-1717.

Groot, G.R. de (2007). Noot bij: HR (30-06-2006), NJ 2007-551, p. 5665-5667.

Oderkerk, A.E. (2005). Noot bij: Rb. Haarlem en Rb. Groningen (26-10-2004), 58 en 59, (Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap). JPF 2005-4, p. 284- 287.

Oderkerk, A.E. (2005). Noot bij: Gerechtshof Amsterdam en Gerechtshof Arnhem (14-06-2005), 71, (Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Nationaliteit). JPF 2005-5, p. 334-337.

Oderkerk, A.E. (2005). Noot bij: Rb. Roermond (25-05-2005), 71, (Reikwijdte art. 21 Haags Kinderontvoeringsverdrag. aard en doel Haags Kinderontvoe- ringsverdrag (art. 1 HKOV). Taak Centrale Autoriteit). JPF 2005-6, p. 455- 457.

Oderkerk, A.E. (2005). Noot bij: HR (27-05-2005), 111, (Buitenlandse erken- ning door gehuwde Nederlandse man in strijd met openbare orde). JPF 2005-7, p. 526-527.

Oderkerk, A.E. (2006). Noot bij: Gerechtshof Leeuwarden (16-12-2005), 18, (Erkenning door gehuwde man; alleen toegestaan voorafgaande aan een voor- genomen erkenning). JPF 2006-1, p. 89.

Oderkerk, A.E. (2006). Noot bij: Gerechtshof Amsterdam (09-02-2006), 71, (Internationaal privaatrecht. Gerechtelijke vaststelling vaderschap. Toepassing art. 6 Wet conflictenrecht afstamming in strijd met art. 8 EVRM en de openbare orde). JPF 2006-4, p. 361-363.

Oderkerk, A.E. (2006). Noot bij: Rb. Den Haag (05-10-2005) en Utrecht (08- 03-2006), 72/73, (Erkenning zwakke Ethiopische adoptie. Omzetting in een adoptie naar Nederlands recht. Erkenning Marokkaanse kafala als adoptie niet mogelijk). JPF 2006-4, p. 369-370.

Oderkerk, A.E. (2006). Noot bij: HR (28-04-2006), 102, (Erkenning buiten- landse erkenning door gehuwde Nederlandse man). JPF 2006-6, p. 488-490.

Oderkerk, A.E. (2006). Noot bij: HR (01-09-2006), 136, (Internationale echt- scheiding: bevoegdheid rechter. Verordeningsautonome uitleg begrip ‘gewone verblijfplaats’. Forum necessitatis). JPF 2006-8, p. 637-638.

109 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Oderkerk, A.E. (2007). Noot bij: HR (01-12-2006), 35, (Internationale kinder- ontvoering). JPF 2007-2, p. 223.

Oderkerk, A.E. (2007). Noot bij: HR (26-01-2007), 45, (Vaststelling Neder- landerschap). JPF 2007-3, p. 263-265.

Oderkerk, A.E. (2007). Noot bij: Rb. Rotterdam (21-12-2006), 47, (Inter- regionaal Privaatrecht). JPF 2007-3, p. 268-269.

Oderkerk, A.E. (2007). Noot bij: Gerechtshof 's-Hertogenbosch (15-11-2006), 52, (Internationale kinderontvoering). JPF 2007-3, p. 287.

Oderkerk, A.E. (2007). Noot bij: Gerechtshof 's-Gravenhage (24-01-2007), 63, (Internationaal Privaatrecht. Toepasselijk recht op het verzoek tot partner- c.q. kinderalimentatie. Toepasselijkheid van de Nederlandse indexeringsregeling). JPF 2007-4, p. 356-358.

Oderkerk, A.E. (2007). Noot bij: HR (13-04-2007), 73, (Interregionaal Privaat- recht). JPF 2007-5, p. 410.

Oderkerk, A.E. (2007). Noot bij: Rb. Rotterdam (03-04-2004), 83, (Gerechte- lijke vaststelling vaderschap). JPF 2007-5, p. 450-451.

Oderkerk, A.E. (2007). Noot bij: Rb. Rotterdam (13-07-2007), 103, (Interlan- delijke adoptie). JPF 2007-6, p. 539.

Oderkerk, A.E. (2007). Noot bij: Rb. Almelo (21-02-2007), 122, (Klemcri- terium). JPF 2007-7, p. 605.

Reinhartz, B. (2005). Noot bij: Gerechtshof Arnhem (20-07-2004), 25, (De begrippen ‘zuivere inkomsten’ en ‘winst uit onderneming’ in huwelijkse voor- waarden). JPF 2005-2, p. 115-116.

Reinhartz, B. (2005). Noot bij: Rb. Den Haag (29-11-2004), 25, (Inschrijfbaar- heid Eingetragene Lebenspartnerschaft in de burgerlijke stand in Nederland). JPF 2005-2, p. 123.

Reinhartz, B. (2005). Noot bij: Rb. Arnhem (29-11-2004), 28, (Voorschot op verdeling huwelijksgemeenschap om te kunnen schenken aan kinderen door onderbewindgestelde echtgenoot). JPF 2005-2, p. 133-134.

Reinhartz, B. (2005). Noot bij: Voorzitter Rb. Haarlem (28-01-2005), 129, (Dwaling bij echtscheidingsconvenant). JPF 2005-3, p. 173-175.

Reinhartz, B. (2005). Noot bij: Rb. Zwolle (03-01-2005), 42, (Bevoegdheid en toepasselijk recht bij machtiging tot verwerping nalatenschap van kinderen in Duitsland). JPF 2005-3, p. 194.

110 Europees personen-, familie- en erfrecht

Reinhartz, B. (2005). Noot bij: Gerechtshof Den Bosch (29-03-2005), (Verer- ving van pensioenachtige voorzieningen, kwalificatie FOR-dotatie). JPF 2005- 4, p. 227-228.

Reinhartz, B. (2005). Noot bij: Gerechtshof Den Haag (13-04-2005), 318, (Afwikkeling huwelijkse voorwaarden). JPF 2005-5, p. 317.

Reinhartz, B. (2005). Noot bij: Rb. Maastricht (06-04-2005), 129, (Peildatum bij eerste huwelijksdomicilie in het IPR-huwelijksvermogensrecht). JPF 2005- 8, p. 602-603.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Rb. Amsterdam (07-12-2005), LJN AU8009, 24, (HR 8-7-2005, NJ 2006, 96; HR 13-1-2006, NJ 2006, 61; HR 20-1-2006, NJ 2006, 79). JPF 2006-2, p. 133-135.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Hof Arnhem (12-07-2005), 27, (IPR-toestem- mingsvereiste bij borgtocht, rol van 11 EVO). JPF 2006-2(2), p. 156-157.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Hof Leeuwarden/Rb. Leeuwarden (18-01-2006), 37/38, (Alimentatie: hoeveel moet de debiteur over kunnen houden om te leven?). JPF 2006-2(2), p. 197-199.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Hof Amsterdam (03-11-2005), 40, (Weigerings- grond bij teruggeleiding ontvoerd kind (art. 13 Haags kinderontvoeringsverdrag 1980)). JPF 2006-2(2), p. 204-205.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Rb. Maastricht (15-03-2006), 47, (Toestemming echtgenoot die in Nederland woont). JPF 2006-2(3), p. 237-238.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Rb. Den Haag (02-12-2006), 51, (Verknochte schulden). JPF 2006-2(3), p. 275-276.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Rb. Zutphen (22-03-2006), 85, (Verknochtheid overbruggingsuitkering PGGM). JPF 2006-2(5), p. 414-415.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Rb. Alkmaar (31-05-2006), 101, (Beëindiging IPR-partneralimentatie). JPF 2006-2 (6), p. 477-479.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Hof Amsterdam (13-07-2006), 119, (Kinder- alimentatie: behoefte en draagkracht). JPF 2006-2 (7), p. 557-558.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: Hof Den Bosch (09-05-2006), 135, (IPR huwe- lijksvermogensrecht: valt Pools geërfd huis in Nederlandse huwelijksgemeen- schap?). JPF 2006-2 (7), p. 632-633.

Reinhartz, B. (2006). Noot bij: HR, NJ 2006, 584 (21-04-2006), 141, (Toestem- mingsvereiste zaaddonor met family life bij adoptie). JPF 2006-2 (7), p. 672- 673.

111 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Reinhartz, B.E. (2007). Noot bij: HR (20-10-2006), (Over dwaling toepasse- lijkheid huwelijksvermogensrecht; billijkheidscorrectie). JPF 2007-4, p. 48-50.

Rutten, S.W.E. (2007). Noot bij: HR (15-09-2006), JBPr 2007-27, p. 192-203.

Senaeve, P. (2005). Noot bij: Arbitragehof (20-10-2004), (Wet op het homo- huwelijk niet strijdig bevonden met de grondwet). E.J., p. 25-30.

Senaeve, P. (2006). Noot bij: Cass. (20-02-2006), (Over dringende voorlopige maatregelen en voorlopige maatregelen). E.J., p. 38-41.

Senaeve, P. (2006). Noot bij: Arbitragehof (14-09-2006), (De schorsing van de verjaring (enkel) tussen gehuwde personen getoetst aan het gelijkheids- beginsel). E.J., p. 98-100.

Senaeve, P. (2006). Noot bij: Cass. (29-05-2006), (Art. 223 B.W.: vervolg en (nog) geen einde). E.J., p. 115-116.

Senaeve, P. (2007). Noot bij: Hof van Cassatie (15-09-2006), (De volstrekte bevoegdheid aangaande vorderingen tot het bekomen van een provisionele onderhoudsuitkering na echtscheiding). Tijdschrift voor Familierecht, p. 56-59.

OVERIGE PUBLICATIES

Coenraad, L.M. (2005). [Bespreking van het boek Il crimen calumniae. Contributo allo studio del processo criminale romano]. Zeitschrift der Savigny- Stiftung für Rechtsgeschichte, 402-404.

Groot, G.R. de (2006). Legal Translation. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Ency- clopedia of Comparative law (p. 423-433). Cheltenham: Edward Elgar.

Groot, G.R. de (2006). Legal education and the legal profession. In J. Chorus, P.-H. Gerver & E.H. Hondius (Eds.), Introduction to Dutch law for foreign lawyers (p. 63-68). Deventer: Kluwer.

Groot, G.R. de & Laer, C.J.P. van (2006). Bilingual and multilingual legal dictionaries within the European Union. [Online] Available from: [01-01-2006].

Groot, G.R. de (2006). The dubious quality of legal dictionaries. International Journal of Legal Information, 34, 65-86.

Groot, G.R. de (2007). Ars Aequi Prijs 2006. Ars Aequi: juridisch studen- tenblad, 737-738.

Schrama, W.M. (2006). Waarom moet een verdachte naar het stadhuis gaan? Een pleidooi voor aanpassing van het straf(proces)recht aan het ongehuwd samenleven. Nederlands Juristenblad, 5, 257-260. 112

GOEDERENRECHT

A. VOLLEDIGE TITEL

Goederenrecht

B. DEELPROGRAMMA'S

Niet van toepassing

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde coördinerend onderzoeksleider Dhr. Prof.Mr. J.H.M. van Erp (UM) 01-01-99

onderzoeksleiders Dhr. Prof.Dr. E. Dirix (KUL) 01-01-95 31-03-05 Dhr. Mr. J.M. Milo (UU) 01-01-99 Dhr. Prof.Dr. V. Sagaert (KUL/UA) 01-04-05

senior onderzoekers Dhr. Prof.Mr. S.E. Bartels (UU) 01-02-00 Dhr. Prof.Dr. E. Dirix (KUL) 01-04-05 Dhr. Mr. J.E. Fesevur (UU) 01-10-00 31-01-06 Dhr. Prof.Mr. H.W. Heyman (UU) 01-10-00 31-05-07 Mw. Prof.Mr. J. de Jong (TU Delft) 01-10-05 Dhr. Prof.Mr. A.F. Salomons (UvA) 01-10-99 Dhr. Prof.Dr. M.E. Storme (KUL) 01-06-00

onderzoekers Mw. Mr. Y.E.M. Beukers (UU) 01-01-00 30-09-05 Mw. Mr. T. Bos (UvA) 01-10-05 Dhr. Mr. M. Haentjens (UvA) 28-09-07 Mw. Mr. N. van Oostrom-Streep (UU) 22-12-06 Dhr. Mr. Dr. H.D. Ploeger (TU Delft) 01-10-02 Dhr. Prof.Dr. V. Sagaert (KUL/UA) 01-06-00 31-03-05 Dhr. Mr. L. van Vliet (UM) 01-01-95 Dhr. Mr.Dr.ir. J.A. Zevenbergen (TU Delft) 01-10-05

113 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Begin Einde promovendi Dhr. Mr. B. Akkermans (UM) 01-05-04 Dhr. R. Fransis (KUL) 01-02-07 Mw. Mr. S. de Groot (UvA) 01-10-02 Dhr. Mr. M. Haentjens (UvA) 1-5-2004 27-09-07 Dhr. Mr. B.P. Honnebier (UU) 01-10-00 Mw. G.E. Mercangöz-Ploeger (UU) 01-10-04 Mw. Mr. N. van Oostrom-Streep (UU) 01-10-02 21-12-06 Dhr. Mr. P.C. Slangen (OU) 01-03-03 Mw. M. De Theije (KUL) 01-04-05 31-01-07 Dhr. Mr. R. de Weijs (UvA) 01-10-05 Mw. Mr. E. Wolfert (VU) 01-06-02 06-12-07

Emeritus lid Dhr. Prof.Mr. H.W. Heyman (UU) 01-06-07

D. TREFWOORDEN

Goederenrecht, zakenrecht, property law, zekerheidsrechten, real (security) rights, trusts

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Leiderschap en managementstijl

In het goederenrecht bestaat er weliswaar een zich ontwikkelend Ius Commune (gedeelde historische wortels, alsmede gemeenschappelijke rechtspolitieke uit- gangspunten, fundamentele beginselen, begrippen en regels), dat mede tot uit- drukking komt in Europees goederenrecht, maar om het Ius Commune verder te exploreren en te ontwikkelen dient op rechtsvergelijkend vlak nog altijd fun- damenteel onderzoek te worden verricht. Gezien de complexiteit van dit rechts- gebied, waar civil law en common law (Engeland/Wales en Ierland) een grote divergentie vertonen, terwijl ook binnen de Europees-continentale rechtsstelsels (civil law) duidelijk herkenbare verschillen in tradities bestaan (Frankrijk, Duitsland, de Scandinavische landen, de nieuwe EU lidstaten en de zogenaam- de gemengde rechtsstelsels van Schotland, Malta en Cyprus), is goede samen- werking van een zeer groot belang. De programmaleiding probeert dan ook door samenwerking een productief onderzoeksklimaat te creëren, waarin on- derzoekers, de gelegenheid hebben hun ideeën en onderzoeksresultaten met elkaar te bespreken en aan derden kenbaar te maken.

De programmaleiding neemt doorgaans het initiatief voor het organiseren van bijeenkomsten, zowel in het kader van de door de onderzoekschool georgani-

114 Goederenrecht seerde activiteiten als daarbuiten. Op het jaarlijkse Ius Commune congres wordt altijd een bijeenkomst van twee dagdelen besteed aan het goederenrechtelijk onderzoek. Tijdens deze bijeenkomsten wordt, aan de hand van het thema van de conferentie, goederenrechtelijk onderzoek gepresenteerd. Daarnaast bestaat er, en dit is de uitdrukkelijke opzet van de programmaleiding, voldoende ruimte voor het bespreken van lopend onderzoek. In dit laatste onderdeel wordt met name voorrang gegeven aan promovendi, om ook deze groep onderzoekers bij het onderzoek goederenrecht in de onderzoekschool te betrekken.

Naast de door de onderzoeksschool georganiseerde activiteiten besteedt de pro- grammaleiding ook aandacht aan het organiseren van eigen activiteiten, zoals het organiseren van congressen en bijeenkomsten voor discussies over een be- paald goederenrechtelijk thema. Ook op facultair niveau organiseren de pro- grammaleiders bijeenkomsten. Over het algemeen vindt participatie aan alle van deze bijeenkomsten plaats door de leden van de onderzoeksgroep, maar zeker ook van daarbuiten.

Vanuit Maastricht wordt het programma gecoördineerd (Van Erp) in voortdu- rend overleg met de programmaleiders uit Amsterdam (Salomons), Leuven (Dirix/Sagaert) en Utrecht (Milo). De lijnen naar de overige onderzoekers zijn kort en informeel. Regelmatig worden bovengenoemde bijeenkomsten dan ook samen met deze overige onderzoekers georganiseerd. Daarnaast vindt ook over- leg plaats met participerende seniorleden uit Edinburgh (Reid/Gretton), Delft (De Jong) en Stellenbosch (De Waal/Van der Walt/Van der Merwe). Inmiddels wordt ook samengewerkt met Schulze (directeur Centrum für Europäisches Privatrecht, Münster) en Lecocq (Luik). De samenwerking met Schulze betreft in het bijzonder deelname aan bijeenkomsten, waarin onder meer de vraag cen- traal staat of het Common Frame of Reference (een eerste aanzet om te komen tot een model voor een Europees BW) ook regels dient te bevatten met betrek- king tot het goederenrecht en of daartoe voldoende aanknopingspunten zijn te vinden in het acquis communautaire. Verder wordt beoogd om aldus de inbreng vanuit het Duitse recht te versterken. De samenwerking met Lecocq is erop gericht de inbreng vanuit het Belgische (en Franse) recht te versterken.

De sfeer op al deze bijeenkomsten wordt gekenmerkt door wederzijds enthou- siasmeren, elkaar stimuleren en, daarmee direct samenhangend, grote betrok- kenheid van de onderzoekers bij elkaars onderzoek en de bereidheid (ook in teamverband) met elkaar samen te werken.

II. Programmaopzet

Naar aanleiding van de mid-term peer review over 2003-2004 en de commen- taar van de commissie in deze, heeft de onderzoeksleiding getracht het onder- zoek binnen de onderzoeksgroep opnieuw te structureren. Hierbij is niet alleen plaats gegeven aan klassiek rechtsvergelijkend onderzoek maar is ook getracht dit rechtsvergelijkend onderzoek beter in het perspectief van de doelstellingen

115 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 van het programma goederenrecht en de doelstellingen van de onderzoekschool te plaatsen. Met betrekking tot de omvang van de onderzoeksgroep is aanslui- ting gezocht bij de Technische Universiteit Delft, waarvan drie leden tot de onderzoeksgroep zijn toegetreden (De Jong, Zevenbergen en Ploeger). Met deze toetreding is getracht een belangrijk kritiekpunt van de peer review com- missie over massa van de onderzoeksgroep en de continuïteit van het onderzoek tegemoet te komen. Verder is op deze wijze een lacune in het programma op- gevuld, omdat deze onderzoekers zich in het bijzonder richten op recht betref- fende onroerende zaken en systemen van landregistratie.

Het onderzoek van de onderzoeksgroep goederenrecht beoogt inzicht te ver- krijgen in de mogelijkheid en de wenselijkheid van harmonisatie en/of unifica- tie van het goederenrecht in Europa. Om dit te bereiken is naast uitgebreide rechtsvergelijkende, ook internationaal privaatrechtelijke, Europeesrechtelijke en internationaalrechtelijke kennis vereist.

Het goederenrecht bestaat veelal uit regels van dwingend recht waarvan de kern met name om historische redenen de inhoud heeft, zoals wij deze nu kennen. Het onderzoek in het goederenrecht is traditioneel met name nationaal georiën- teerd en dit geldt zowel voor de Europees-continentale systemen als de common law. Dit hangt samen met het dwingende karakter van de goederenrechtelijke regels, het systeemdenken dat aan die regels ten grondslag ligt en de grote be- hoefte die er in het goederenrecht bestaat aan rechtszekerheid en voorspelbaar- heid. Dit uitgangspunt komt onder andere tot uitdrukking in het internationale goederenrecht – het internationale privaatrecht met betrekking tot het goederen- recht – via de welhaast universele toepassing van de zogenaamde situs-regel, ofwel het beginsel van de lex rei sitae: van toepassing is het recht van de Staat waar de zaak zich bevindt.

De doelstelling van het Ius Commune onderzoek goederenrecht is om via rechtsvergelijking de traditionele benadering van het goederenrecht te doorbre- ken en te zoeken naar transsystematische gemeenschappelijke uitgangspunten en benaderingen van het goederenrecht. Er wordt gezocht naar de dynamiek in het goederenrecht op snijvlakken (nationaal en vergelijkend) goederen-/verbin- tenissenrecht, Europees en internationaal recht, alsmede internationaal privaat- recht. In deze aanpak is tevens ruimte voor het aangeven en bespreken van de verschillen in uitgangspunten en benaderingen. Met andere woorden: er wordt zowel onderzoek gedaan naar convergentie als divergentie. Via verschillende initiatieven wordt tevens gezocht naar nieuwe methoden om de onderzoeksre- sultaten te presenteren. Niet alleen via conferenties, bundels, boeken en artike- len, maar ook via het Ius Commune casebook Property Law wordt gezocht naar deze nieuwe methoden.

Het onderzoek van de onderzoeksgroep goederenrecht verloopt langs drie on- derzoekslijnen:

116 Goederenrecht

1. Alle stelsels van goederenrecht in Europa maken gebruik van gemeen- schappelijke uitgangspunten en beginselen. De bestudering van deze begin- selen, in het Engels principles, lijdt tot een beter begrip van de structuur en dogmatische keuzes van een goederenrechtelijk stelsel. Op deze manier worden de traditionele verschillen tussen civil law en common law systemen op een andere, vernieuwende, manier in kaart gebracht. Dit deel richt zich met name op gemeenschappelijke benaderingen. Qua onderzoek in de onderzoeksgroep is in dit kader te denken aan de Zes- de Van Gerven Lezing, gehouden in December 2006 door Van Erp en het onderzoek van Akkermans naar het numerus clausus beginsel in het Euro- pese goederenrecht.

2. De stelsels van goederenrecht in Europa zijn op verschillende manieren in te delen. Niet alleen volgens het traditionele onderscheid tussen civil law en common law, maar er bestaan ook duidelijke verschillen tussen de civil law stelsels onderling. Men denke aan het Duitse abstracte traditie stelsel van overdracht ten opzichte van het Franse consensuele stelsel. Dit deel van het onderzoeksprogramma goederenrecht concentreert zich met name op deze technische verschillen en vormt zo een belangrijke bijdrage aan het in kaart brengen van de problemen rond de totstandkoming van een Europees goe- derenrecht. In het kader van dit onderzoek worden ook, vanuit het gezichtspunt van het Nederlandse en Belgische goederenrecht, vergelijkingen met andere Euro- pese stelsels, het Noord-Amerikaanse recht (in het bijzonder de V.S., maar ook Canada) en het Zuid-Afrikaanse recht gemaakt.

3. Naast de nationale ontwikkelingen wordt ook aandacht besteed aan de in- ternationale ontwikkelingen op het gebied van het goederenrecht. Voor- beelden van ontwikkelingen binnen de Europese Unie zijn: de Richtlijn Be- talingsachterstanden; de Richtlijn Financiële Zekerheidsovereenkomsten; de Europese Insolventieverordening en het werk van de Europese Commissie aan de eenmaking van de hypothekenmarkt in Europa. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan internationaalrechtelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld het Verdrag van Kaapstand inzake mobiel materieel (vliegtuigen, spoorweg- rijtuigen) en de Haagse Trust Conventie. Ten slotte wordt ook de recht- spraak van het Europese Hof van Justitie en van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens inzake goederenrecht nauwlettend gevolgd. Dit deel van het Ius Commune goederenrechtelijk onderzoek besteedt aandacht aan deze internationale, maar ook aan de verhouding tussen genoemde ontwik- kelingen en het nationale recht. Op onderzoeksgebied valt hierbij te denken aan de conferentie ‘CFR and Property Law’, die in juni 2007 in Maastricht werd georganiseerd, over de plaats van het goederenrecht binnen het Com- mon Frame of Reference.

Naast deze onderzoekslijnen loopt sinds 2004 het werk aan het academische Ius Commune Casebook for the Common Law of Europe, Property Law. In dit

117 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 casebook, dat voor het eerst materiaal en bronnen uit verschillende stelsels van goederenrecht door langdurig en intensief gezamenlijk onderzoek bij elkaar brengt, wordt via een presentatie van het goederenrecht, gebaseerd op de drie hierboven genoemde onderzoekslijnen, de lezer ingeleid in het vergelijkende en Europese goederenrecht. Vanuit de onderzoeksgroep nemen Van Erp (tevens director), Milo, Sagaert, Van Vliet en Akkermans deel aan dit project.

III. Actualisering

Binnen het programma goederenrecht zijn, met name onder invloed van Euro- pese ontwikkelingen, in de laatste twee jaar op elk van de drie onderzoekslijnen nieuwe accenten aangebracht.

1. Naar aanleiding van het werk van met name Van Erp in NTBR (De osmose van Nederlands en Europees Goederenrecht), het Oxford Handbook of Comparative Law, de zesde Walter van Gerven lezing en in een (zeer bin- nenkort te verschijnen) bijdrage aan het Festschrift voor Konstantin Ker- ameus over de toenemende invloed van het Europese recht op fundamentele beginselen van het goederenrecht (te weten: numerus clausus, publiciteit en specificiteit) is meer nadruk komen te liggen op het verder verdiepen van de kennis over deze drie fundamentele beginselen van goederenrecht. Het on- derzoek in deze onderzoekslijn heeft daarmee een nieuwe focus gekregen. Het proefschrift van Akkermans over het numerus clausus beginsel in het Europese goederenrecht is in 2007 tot een afronding gekomen en zal in 2008 verdedigd en gepubliceerd worden.

2. Als gevolg van het werk aan het Common Frame of Reference (CFR) door de Study Group on a European Civil Code en de Research Group on EC Private Law (Acquis Group), waarin ook aandacht wordt besteed aan delen van het goederenrecht en het onderzoek naar het common core van het Eu- ropese privaatrecht (waaronder het goederenrecht) door de Trento groep, is de noodzaak voor thematische rechtsvergelijking in deze onderzoekslijn te- vens sterker geworden. Daarnaast zijn er ook andere Europese ontwikke- lingen die rechtsvergelijking in deze onderzoekslijn gestuurd hebben. Voor- beelden hiervan zijn de nationale rapporten van Salomons en Sagaert voor respectievelijk het Nederlandse en het Belgische recht inzake de regels be- treffende overdracht van roerende zaken in het kader van het CFR project van de Study Group on a European Civil Code, het werk van Van Vliet, Sa- gaert en Van Erp aan de implementatie van de financiële zekerheids- overeenkomst en het werk van Ploeger aan het door de Europese Commis- sie omarmde European Land Information System (Europese koppeling van nationale registratiesystemen) en Euro-Title (een overkoepelend systeem van landregistratie) en het werk van Van Erp, Sagaert, Van Vliet en Akker- mans aan de conferentie ‘CFR and Property Law’ gehouden in juni 2007 in Maastricht.

118 Goederenrecht

3. In de derde onderzoekslijn wordt het onderzoek bijna geheel gestuurd door huidige ontwikkelingen. Niet alleen het sluiten van het Verdrag van Kaap- stad, maar ook de toename aan Europese wetgeving met een effect op het goederenrecht hebben veel aandacht gekregen. Daarnaast worden in het ka- der van Artikel 1 Eerste Protocol EVRM door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens niet alleen uiterst belangrijke uitspraken gedaan over de bescherming van het recht van eigendom in brede zin, maar zijn inmid- dels ook twee fundamentele uitspraken gedaan over de verjaringsregels in het Engelse recht in de zaak Pye. Met name Milo heeft zich van het begin af aan als een expert op dit terrein ontwikkeld. Ook Sagaert en Ploeger (Delft) publiceerden over deze problematiek. Onderzoek en publicaties in deze richting betreffen de analyse van de uitspraak van het Europese Hof, maar ook de implicaties hiervan op de nationale stelsels van goederenrecht. Ook de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie wordt voor het goederen- recht steeds belangrijker. Hieraan wordt dan ook eveneens steeds meer aan- dacht besteed.

IV. Methodiek

De onderzoeksgroep goederenrecht probeert het onderzoek op een ver- nieuwende manier te benaderen. Hierbij is het belangrijk te vermelden dat zo- wel klassieke (‘horizontale’) rechtsvergelijking van bestaande nationale rechts- systemen als ‘verticale’ rechtsvergelijking, zowel in historisch als in internatio- naal en (supranationaal) Europeesrechtelijk perspectief, worden geacht bij te dragen aan de doelstellingen van het programma goederenrecht binnen de on- derzoekschool.

Afhankelijk van het onderwerp worden ook andere vakgebieden bij het onder- zoek betrokken. Voorbeelden zijn rechtseconomische uitgangspunten over het gesloten stelsel van goederenrecht (Van Erp/Sagaert/Akkermans), maar ook onderwerpen uit het Europese recht of uit het recht van de Europese Unie.

Goederenrecht is in hoge mate bepaald door historische ontwikkelingen. Met name in het onderzoek in de eerste en tweede onderzoekslijn (zie II.1 en II.2) wordt daarom aandacht besteed aan de historische ontwikkeling van het goede- renrecht als verklaringsmodel voor de totstandkoming van de goederenrech- telijke stelsels. Het is ook in deze gebieden waarin interdisciplinair onderzoek, met name rechtseconomisch, zijn plaats vindt.

In het kader van de derde onderzoekslijn (II.3) wordt aandacht besteed aan al- gemene beginselen van mensenrechten (Art. 1 1e protocol EVRM) en de door- werking in het goederenrecht van het recht van de Europese Unie. Daarbij gaat het niet alleen om richtlijnen en verordeningen, maar ook om de beginselen van de interne markt (de ‘vier vrijheden’) en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie. Dit zal ertoe leiden dat vaker zal worden samengewerkt met des-

119 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 kundigen op het gebied van het Europese recht en dat de onderzoeksgroep meer interdisciplinair bezig zal moeten zijn.

V. Beoogde resultaten

Het onderzoek beoogt inzicht te verkrijgen in mogelijkheid en wenselijkheid van Europese harmonisatie van (delen van) het goederenrecht. Binnen deze meest overkoepelende doelstelling tracht het onderzoek inzicht te verkrijgen in de mate waarin nationaal goederenrecht in staat is in te spelen op verande- ringen, te weten, of het nationale goederenrecht in staat is zowel de internatio- nale rechtspraktijk als supranationale regelingen te accommoderen.

Het is hiervoor belangrijk dat de leden van de onderzoeksgroep niet alleen op nationaal niveau, maar met name ook op een internationaal niveau een voor- trekkersrol vervullen. Vele publicaties van de onderzoeksgroep zijn daarom in het Engels. Daarnaast wordt, door het geven van lezingen en het participeren in verschillende internationale werkgroepen getracht de verspreiding van de ken- nis over het rechtsvergelijkende en Europese goederenrecht te bevorderen. Zo is Van Erp, in zijn hoedanigheid van raadsheer-plaatsvervanger bij het Ge- rechtshof 's-Hertogenbosch, als stakeholder lid van het Common Frame of Re- ference (CFR) netwerk van praktijkjuristen en specialisten, die op verzoek van de Europese Commissie het door de Study Group on a European Civil Code en de Research Group on EC Private Law (Acquis Group) samengestelde CFR beoordelen op praktische hanteerbaarheid. Verder is Van Erp extern deskundi- ge voor Europees privaatrecht geweest bij de voorbereiding van het Internatio- naal Beleidskader van het Nederlandse Ministerie van Justitie. Ook is hij als adviseur nauw betrokken bij de hercodificatie van het burgerlijk recht in Polen, in het bijzonder die delen van het BW die betrekking hebben op het goederen- recht. Dit advieswerk is het uitvloeisel van een samenwerkingsproject tussen het Nederlandse en het Poolse Ministerie van Justitie en de Poolse Wetgevings- commissie. Programmaleiders Salomons en Sagaert zijn van hun kant als rap- porteurs betrokken bij het CFR-project over Transfer of Movables.

VI. Effecten van samenwerking

De effecten van samenwerking zijn groot. Zij zijn concreet te vinden in de ge- zamenlijke onderzoeksprojecten, in gezamenlijke publicaties, maar ook in we- derzijdse participatie in onderwijs. De effecten zijn merkbaar in opleiding en onderzoek van promovendi, waarbij met meer efficiëntie en diepgang goede- renrechtelijke rechtsvergelijking kan worden bedreven; dat geldt ook voor het onderzoek van gepromoveerde onderzoekers.

Promovendi wordt gestimuleerd om hun werk ook voor te leggen aan andere leden van de onderzoeksschool/onderzoeksgroep dan de promotor. Zo hebben Sagaert en Van Erp samengewerkt met haar promotor Storme bij de begelei- ding van het proefschriftonderzoek van Lebon, ook al was zij formeel gezien

120 Goederenrecht geen lid van de onderzoeksgroep. Haar onderzoek en haar bijdrage aan het Ca- sebook Property Law vond om die reden in feite onder de vlag van de onder- zoeksgroep plaats, hetgeen ertoe leidde dat ook dit proefschrift beschouwd kan worden als resultaat van de samenwerking binnen de onderzoeksgroep.

Er wordt met enige regelmaat gezamenlijk gepubliceerd en er wordt met name samengewerkt in internationale werkgroepen op het terrein van het goederen- recht, waar vaak verschillende leden van de onderzoeksgroep, gezien hun ex- pertise, deel van uitmaken. Als voorbeeld hiervoor kan de werkgroep worden genoemd die het Ius Commune Casebook Property Law samenstelt (Van Erp/ Milo/Sagaert/Van Vliet/Lebon/Akkermans). De andere leden van deze werk- groep zijn Hinteregger (Graz), Swadling (Brasenose College, Oxford) en Braun (St. John's College, Oxford).

Met betrekking tot de opleiding van de onderzoekers kan nog worden opge- merkt dat de aan de onderzoeksschool verbonden promovendi deelnemen aan een gezamenlijke opleiding, gericht op hun academische scholing als onder- zoeker. Vanuit het programma goederenrecht werd in de verslagjaren aan die opleiding deelgenomen door Akkermans (Maastricht), Anderson, Maslin en Mcleod (Edinburgh). Akkermans (promovendus goederenrecht) was voorzitter van de promovendiraad en als zodanig adviseur van het bestuur van de onder- zoekschool. Hij richtte zich onder meer sterk op handhaving van de kwaliteit van de onderzoekersopleiding.

VII. Relatie tot de onderzoekschool

Het programma goederenrecht betreft een rechtsgebied waar de integratie van het recht nog niet ver gevorderd is, alhoewel deze vanuit de Europese praktijk, in het bijzonder waar het zekerheidsrechten betreft, wel als gewenst wordt erva- ren. Slechts op enkele aspecten heeft de Europese of internationale wetgever harmoniserende wetgeving tot stand gebracht. Hoewel in toenemende mate het goederenrecht bij de integratie van het recht in, met name, de Europese Unie wordt betrokken (bijvoorbeeld in het CFR project), is voorbereidend en harmo- nisatie/unificatie faciliterend rechtsvergelijkend onderzoek nog steeds noodza- kelijk.

Door middel van de uitgezette onderzoekslijnen beoogt het programma goede- renrecht op een constructieve wijze langdurig bij te kunnen dragen aan integra- tie van het recht binnen Europa om aldus een belangrijke doelstelling van de onderzoeksschool te kunnen realiseren. Het goederenrecht is van aanvang af een onderzoeksobject geweest van de onderzoeksschool. Het programma zal dan ook in de toekomst worden voortgezet. Met name gezien de te verwachten toename in de betrokkenheid van het goederenrecht aan het Europese integra- tieproces zullen de uitgezette onderzoekslijnen moeten kunnen blijven bijdra- gen aan de doelstellingen van de onderzoeksschool. Verder is de onderzoeks- groep versterkt en wordt de samenwerking met niet-leden verder uitgebouwd,

121 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 mede naar aanleiding van de door de mid-term peer review commissie uitge- sproken zorg over de continuïteit van de onderzoeksgroep.

VIII. Academische reputatie

De academische reputatie van de onderzoeksgroep komt op verschillende wij- zen tot uitdrukking. Leden van de onderzoeksgroep vervullen maatschappelijk en juridisch belangrijke functies, zoals: Raadsheer in het Belgische Hof van Cassatie en voorzitter van de Belgische Vereniging voor Rechtsvergelijking (Dirix); voorzitter Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking, medeorga- nisator van het XVIIe vierjaarlijkse International Congress of Comparative Law onder auspiciën van de Académie Internationale de Droit Comparé (AIDC, gevestigd te Parijs) in 2006 gehouden te Utrecht (Van Erp); TPR Leerstoel Utrecht (Sagaert).

De onderzoeksleiders zijn vaak redacteur van vooraanstaande wetenschap- pelijke tijdschriften. (Van Erp, medeoprichter en hoofdredacteur van het Elec- tronic Journal of Comparative Law: ; Dirix, redacteur Rechts- kundig Weekblad; Sagaert, redacteur Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht). Van Erp is verder gevraagd om managing editor te worden van een nieuw op te rechten gedrukt en elektronisch Europees tijdschrift op het gebied van het Europese goederenrecht, de European Review of Property Law. Verder is Van Erp bezig met het oprichten van een internationale vereniging voor Europees goederenrecht; de bedeling is dat het orgaan van deze vereniging het al genoemde tijdschrift zal zijn. Daarnaast participeren de leden van de onder- zoeksgroep volop in het goederenrechtelijke onderzoek zowel op nationaal als internationaal niveau; bij dat laatste dient vermelding de participatie van leden van de onderzoeksgroep in internationale onderzoeksprojecten (Ius Commune Casebooks for the Common Law of Europe; Trento Common Core Project, CFR Project: Study Group on a European Civil Code, Transfer of Movables).

In 2005 en 2006 was Van Erp Marie Curie Fellow aan het Zentrum für Euro- päische Rechtspolitik, in 2005 tevens Lehrbeauftragter für Sachenrecht, aan de Universiteit Bremen, met als onderzoeksopdrachten rechtsvergelijkend onder- zoek inzake het recht betreffende persoonlijke zekerheden (borgtocht) en door- werking van grondrechten in het privaatrecht, waaronder goederenrecht. In 2006 was Sagaert hoogleraar aan de Universiteit Utrecht in het kader van de Wisselleerstoelwisselleerstoel van het Tijdschrift voor Privaatrecht en was Van Vliet gastdocent in Aberdeen.

De senioronderzoekers uit Edinburgh en Stellenbosch, met wie nauw wordt samengewerkt, hebben een grote reputatie. Reid was resp. Gretton is (beiden Edinburgh) Law Commissioner voor Schotland en in die hoedanigheid direct verantwoordelijk voor de grote wetgevende projecten in Schotland op het ge- bied van het goederenrecht. Zo is Reid de ontwerper van de wet waarbij in Schotland het feodale stelsel is afgeschaft en vervangen door een op de civil

122 Goederenrecht law gebaseerd eigendomsbegrip. Van der Walt (Stellenbosch) richt zich op de herziening van de positie van landgebruikers in Zuid-Afrika.

De academische reputatie van de onderzoeksgroep blijkt bovendien uit de par- ticipatie (voor en tijdens de verslagperiode) door gerenommeerde buitenlandse juristen als spreker tijdens studiedagen en deelnemer aan onderzoeksprojecten van de onderzoeksgroep. Te noemen vallen: Ancel (Saint-Etienne), Cabrillac (Mont Pellier), Cantin Cumyn (McGill University, Montreal), Casman (Brus- sel), Crocq (Paris II), Lord Eassie (voorzitter Schotse Law Commission), French (University of California, Los Angeles: UCLA, tevens Reporter Re- statement of the Law 3rd., Property, Servitudes), Hinteregger (Graz), Lord Mance (House of Lords), Nasarre Aznar (Tarragona), Navas Navarro (Univer- sitat Autònoma de Barcelona). Parchomovsky (University of Pennsylvania), Randou (Lille II), Ritaine-Cashin (directeur Institut Suisse de Droit Comparé, Lausanne), Stöcker (Verband Deutsdcher Pfandbriefbanken, Berlijn), Swadling (Brasenose College, Oxford), Manfred Wolf (Frankfurt a/M) en Yiannopoulos (Tulane Law School, New Orleans).

IX. Onderzoeksfaciliteiten, middelentoewijzing

Conferenties en andere bijeenkomsten die binnen dit programma worden geor- ganiseerd worden primair door de verschillende faculteiten ondersteund. Waar nodig kan worden teruggevallen op financiële steun van de penvoerder van de onderzoeksschool (Maastricht).

Daarnaast werd in het kader van de subsidiesubsidiemogelijkheden voor bij- eenkomsten van experts subsidie verkregen van NWO en de KNAW voor de conferentie Towards a Unified System of Land Burdens?, gehouden in mei 2005.

Onderzoekers binnen het programma maken vanzelfsprekend geregeld gebruik van de bibliotheken (inclusief IT faciliteiten en toegang tot databanken) van aan de onderzoeksschool deelnemende instellingen. Onderzoek wordt vaak gecom- bineerd met deelname aan bijv. een conferentie of een bijeenkomst van het casebook team ‘Property Law’.

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 2,51 2,58 2,35 Universitair hoofddocent 0,76 1,04 1,02 Universitair docent 0,99 0,84 0,84 Postdocs - - - Junior onderzoekers (AIO/OIO) 4,10 4,80 3,97

123 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

I. Algemeen

In de verslagjaren is geprobeerd een vertaalslag te maken van het klassieke rechtsvergelijkend onderzoek naar de toepassing van dit rechtsvergelijkend onderzoek in een Europese en internationale context. Hiermee komen de doel- stellingen van het programma goederenrecht beter tot hun recht en is te verkla- ren wat voor onderzoek er in de vorige verslagperiode gedaan is. Waar in de vorige verslagperiode gezocht werd naar historische en rechtsvergelijkende grondslagen van het goederenrecht worden deze inmiddels in het kader van de Europese integratie geplaatst. Niet alleen in de publicaties, maar ook in de door de onderzoeksgroep georganiseerde gezamenlijke activiteiten, wordt daarom steeds vaker aandacht besteed aan de toekomstige ontwikkelingen en de vraag gesteld hoe een toekomstig Europees goederenrechtelijke Ius Commune eruit zou moeten resp. kunnen zien.

Met betrekking tot de drie onderzoekslijnen zijn in de eerste onderzoekslijn met name in publicaties de fundamentele grondslagen van het goederenrecht ver- kend. Hier gaat het niet alleen om studies naar fundamentele grondslagen per se, maar ook naar de effecten van Europese integratie op het nationale recht. Vaak is het de inwerking van het Europese en het internationale recht, welke door veel nationale goederenrechtjuristen nog steeds als invloed ‘van buiten’ wordt gezien, die aanleiding is om fundamentele vragen met betrekking tot de uitgangspunten en het functioneren van het nationale recht te stellen. De beide kernpublicaties (Van Erp/Sagaert) hebben op deze eerste onderzoekslijn be- trekking.

Onderzoeksresultaten zijn verder vooral in de tweede en derde onderzoekslijn gepresenteerd en er is tot meer vergaande samenwerking gekomen. Hierbij gaat het onder meer om gebruiksrechten op grond, zekerheidsrechten op grond en zekerheidsrechten op roerende zaken en vorderingen. Zie de hieronder ge- noemde publicaties van Salomons, Van Erp en Van Vliet. Het is met name op het terrein van de zekerheidsrechten dat de Europese wetgever opeens in bewe- ging lijkt te zijn gekomen.

II. Gemeenschappelijke Activiteiten

¾ Op 20 Mei 2005 vond in Maastricht de conferentie Towards a Unified Sys- tem of Land Burdens? Can civil law systems learn from the Anglo-American experience? plaats. Sprekers waren French (UCLA), Parchomovsky (Penn- sylvania), Reid (Edinburgh), Swadling (Oxford), Ploeger (Delft), Sagaert (Leuven), Van Erp (Maastricht), Van Vliet (Maastricht) en Akkermans (Maastricht). Doel van deze conferentie was te zoeken naar gemeenschap- pelijke benaderingen bij erfdienstbaarheden en andere goederenrechtelijke gebruiksrechten op grond. Zie voor de publicatie onder. 124 Goederenrecht

¾ Op 29 september 2005 werd in Utrecht het symposium De Toekomst van het Goederenrecht gehouden. Sprekers hier waren onder meer Heyman (Utrecht), Van Maanen (Maastricht), Bartels (Nijmegen/Utrecht) en Snijders (Amsterdam). Doel van deze bijeenkomst was om de Europese ont- wikkelingen met betrekking tot het goederenrecht in kaart te brengen. Thema's die werden aangesneden waren onder andere het Europese Ge- meenschapsrecht en Artikel 1 Eerste Protocol EVRM.

¾ Op 6 oktober 2005 werd in Utrecht een symposium over het goederenrecht georganiseerd ter gelegenheid van het afscheid van Hans Heyman. Sprekers op dit symposium waren Kortmann (Nijmegen), Bartels (Utrecht) en Sagaert (Leuven). De aandacht tijdens dit symposium ging uit naar het werk van Heyman op het terrein van het goederenrecht, het recht betreffende za- kelijke rechten op onroerende zaken, zowel in nationaal, als in rechts- vergelijkend perspectief.

¾ Op 2 december 2005 organiseerde Van Erp (Maastricht) tijdens het jaarlijk- se Ius Commune congres in Edinburgh, Schotland, een workshop over de Richtlijn Financiële Zekerheidsovereenkomsten onder de titel The Financial Collateral Directive as an example of the impact of European law on natio- nal systems of property law. Sprekers waren onder anderen Gretton (Edin- burgh), De Theije (Leuven), Van Vliet (Maastricht), Sagaert (Leuven) en Hage (Maastricht). Het doel van deze bijeenkomst was om de zeer uiteenlo- pende implementatie van de richtlijn te bespreken.

¾ Op 1 december 2006 organiseerde De Jong (Delft) tijdens het jaarlijkse Ius Commune congres te Utrecht een workshop over Euro-Title en Euro- mortgage. Sprekers tijdens deze bijeenkomst waren Van Velten (Amster- dam), Ploeger (Delft) en Zevenbergen (Delft). Doel van deze bijeenkomst was om, nu het lijkt dat het Europese recht zich gaat uitbreiden naar de markt in onroerende zaken en met name zekerheden op onroerende zaken, aandacht te besteden aan deze Europese ontwikkelingen. De Euro-Title, een academisch project om te komen tot een meer eenvoudige overdracht van onroerende zaken in Europa, werd hier gepresenteerd.

¾ Op 8 juni 2007 organiseerden Van Erp, Van Vliet en Akkermans (Maas- tricht) een conferentie over het gemeenschappelijk referentiekader (CFR) en goederenrecht onder de titel CFR and Property Law. Sprekers tijdens deze conferentie waren Lord Mance (House of Lords), Swadling (Oxford), Ritai- ne-Cashin (Lausanne), Sagaert (Leuven), Van Erp (Maastricht), Stöcker (Berlijn), Nasarre Aznar (Tarragona) en Ploeger (Delft). Doel van deze con- ferentie was om de meest recente ontwikkelingen op het terrein van het Eu- ropese goederenrecht te belichten. Publicatie van de bijdragen van de spre- kers is voorzien in 2008.

125 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

¾ Op 21 september 2007 organiseerde Sagaert (Leuven) een studiedag over de hervormingen in het Franse privaatrecht, met name het zekerhedenrecht en trustrecht in Frankrijk. Titel van deze bijeenkomst was La réforme du droit privé en France, un modèle pour le droit privé Européen? Sprekers waren Randou (Lille II), Casman (Brussel), Crocq (Paris II), Van Erp (Maastricht), Ancel (Saint-Etienne), Dirix (Leuven), Cabrillac (Montpellier), Stijns (Leu- ven) en Sagaert (Leuven). Doel van deze conferentie, die geheel in het Frans werd gehouden, was om meer en beter inzicht te krijgen in de her- vormingen van het Franse privaatrecht en de betekenis en rol van deze her- vormingen voor de ontwikkeling van het Europese privaatrecht.

¾ Op vrijdag 9 november 2007 organiseerde Milo (Utrecht) een symposium over Uitleg in het goederenrecht. Sprekers waren onder anderen prof.dr. S.E. Bartels (Universiteit Utrecht, voorzitter), Van der Beek (Universiteit Utrecht, Utrecht School of Economics), Beekhoven van den Boezem (ING Bank), Breedveld-de Voogd (Leiden), Jarigsma (Loyens & Loeff advoca- ten), Milo (Universiteit Utrecht), Sagaert (Leuven), Struycken (Utrecht, te- vens advocaat bij NautaDutilh).

¾ Tijdens het jaarlijkse Ius Commune Congres op 30 november 2007 in Luik organiseerden Sagaert (Leuven) en Lecocq (Luik) een workshop over Judi- cial Control and Party Autonomy in Property Law. Sprekers waren onder anderen Navas Navarro (Barcelona), Fransis (Leuven), Akkermans (Maas- tricht), Muylle (Leuven), Reid (Edinburgh), Milo (Utrecht) en Nguyen Dinh (Luik)

H. VOORTZETTING

Het programma wordt voortgezet waarbij in toenemende mate fundamentele beginselen van goederenrecht de aandacht zullen krijgen. Tevens worden de ontwikkelingen op een Europees niveau dermate concreet dat ook hieraan meer aandacht zal moeten worden besteed. In het bijzonder kan gedacht worden aan het CFR (overdracht van vorderingen en roerende zaken, zekerheden met be- trekking tot vorderingen en roerende zaken, en trusts) en de voorstellen met betrekking tot het scheppen van een geïntegreerde markt voor hypotheken (met voorstellen om te komen tot een ‘euromortgage’). Niet alleen het primaire en secondaire gemeenschapsrecht zal meer aandacht dienen te krijgen, maar ook de in belang toenemende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie inzake de interne markt en de toepassing van de vier Europese vrijheden (vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal) en het Europese mededingings- recht, alsmede de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens inzake artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Met betrekking tot fundamentele beginselen van het goederenrecht zal vooral ook de verhouding tot het verbin- tenissenrecht, niet in klassieke zin, maar in het Europese privaatrecht, aan de orde komen. Verder wordt steeds duidelijker dat harmonisatie van goederen- recht ook indirect kan plaatsvinden, namelijk via het i.p.r. (gedwongen erken-

126 Goederenrecht ning van in het nationale recht onbekende rechtsfiguren, zoals in continentaal- Europese rechtsstelsels de common law trust). Ook het snijvlak materieel recht, i.p.r. en Europees/internationaal recht zal daarom voor wat betreft het goede- renrecht nader moeten worden geanalyseerd en doordacht.

Het werk aan het Ius Commune Casebook Property Law, waar sinds 2003 aan wordt gewerkt, komt in 2008 tot een einde. Publicatie is voorzien in het najaar van 2008. Ter gelegenheid van de afronding en presentatie van dit casebook wordt gewerkt aan de organisatie van meerdere conferenties in 2008 en 2009 over het thema Europees goederenrecht. Organisatie van deze conferenties is in handen van Van Erp en Akkermans (beiden Maastricht). Verder bestaan con- crete plannen om nieuwe conferenties en expert meetings te organiseren, met als onderwerp onder meer het Europese trustrecht. Met betrekking tot het trustrecht zal de organisatie in handen zijn van Akkermans (Maastricht), Braun (St. John's College, Oxford) en De Waal (Stellenbosch). In 2008 zullen verder Akkermans (Maastricht) en De Groot (Amsterdam) promoveren.

Ten slotte zal in 2008 een Europees/internationaal tijdschrift European Review of Property Law worden opgericht, evenals een vereniging voor Europees goe- derenrecht. Initiatiefnemers zijn Salomons (Amsterdam) en Van Erp (Maas- tricht).

I. KERNPUBLICATIES

Als kernpublicaties worden opgevoerd de Walter van Gerven lezing van S. van Erp en de inaugurale rede van V. Sagaert. Wat betreft de Van Gerven lecture: deze heeft betrekking op fundamentele vragen van Europees goederenrecht. In zijn inaugurele rede bespreekt Sagaert de grondslagen van goederenrechts- systemen (‘Het goederenrecht als open systeem van verbintenissen? Poging tot een nieuwe kwalificatie van de vermogensrechten’)

Sagaert, V. (2005). Het goederenrecht als open systeem van verbintenissen? Poging tot een nieuwe kwalificatie van de vermogensrechten. Tijdschrift voor Privaatrecht, 42(3), 983-1086.

Erp, J.H.M. van (2006). European and national property law: Osmosis or growing antagonism? (Walter van Gerven Lectures, 6). Groningen: Europa Law Publishing. (25 p.)

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Erp, J.H.M. van (2005). Surety agreements and the principle of accessority – Personal security in the light of a European property law principle. European Review of Private Law, 13, 309-331.

127 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Dirix, E. (2006). Effect of Security Rights vis à vis Third Persons. In U. Drobnig, H.J. Snijders & E.-J. Zippro (Eds.), Divergences of Property Law, an obstacle to the Internal Market? (p. 69-93). Munich: Sellier European Law Publisher.

Milo, J.M. (2007). Constitutionele en rechtsvergelijkende proportionaliteit in het goederenrecht. De invloed van artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 2, 46-55.

Salomons, A.F. (2007). Deformalisation of Assignment Law and the position of the debtor in European Property Law. European Review of Private Law, 5, 639- 657.

K. DISSERTATIES

Oostrom-Streep, N. (21 december 2006). De kwalitatieve verplichting. UU Universiteit Utrecht (291 p.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers). Prom./co- prom.: Prof. H.W. Heyman.

Haentjens, M. (27 september 2007). Harmonisation of Securities Law, Custody and Transfer of Securities in European Private Law. Universiteit van Amsterdam (413 p.) (Alphen aan den Rhijn: Kluwer Law International). Prom./coprom.: Prof. C.E. Du Perron & Prof.Mr. A.F. Salomons.

Wolfert, E.C.M. (6 december 2007). De kwaliteitsrekening. VU (ix + 225 p.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof. C.C. van Dam & W.H.M. Reehuis.

Lebon, C. (1 juni 2007). Het zakenrechtelijk statuut van schuldvorderingen, Katholieke Universiteit Leuven (700 p.) (Antwerpen: Intersentia), Prom.: Prof. M.E. Storme.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Adriaansens, C.A. & Sagaert, V. (Eds.). (2007). Ondergrondse constructies (Ius Commune Europaeum, 67). Antwerpen: Intersentia. (196 p.)

Akkermans, B. (2006). The New Dutch Civil Code: the Borderline between Property and Contract. In S. van Erp & B. Akkermans (Eds.), Towards a Unified System of Land Burdens? (Ius Commune Europaeum, 59) (p. 163-183). Antwerp: Intersentia.

Bartels, S.E. (2006). Grenzen van de contractsvrijheid na de implementatie van de Europese richtlijn ‘betalingsachterstand bij handelstransacties’. In M.H. Wissink & T.H.M. van Wechem (Eds.), Betalingsachterstanden bij handels- transacties (CRBS-reeks, 12) (p. 68-80). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

128 Goederenrecht

Bartels, S.E. (2006). Ook bij faillissement van de cliënt is de notaris ten aanzien van de notariële kwaliteitsrekening exclusief bevoegd. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6687, 794-796.

Bartels, S.E. (2006). De Vormerkung drie jaar van kracht. Bouwrecht, 12, 1068-1077.

Bartels, S.E. & Heyman, H.W. (2006). Is een huis bestanddeel van de grond; een rechtsgeleerde dialoog tussen H.W. Heyman en S.E. Bartels. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 7, 271-275.

Bartels, S.E. & Heyman, H.W. (2006). Overbruggingshypotheek en Vormer- kung. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6654, 121-123.

Bartels, S.E. & Timmerman, L. (2006). Eén hypotheekrecht op meerdere goederen, kan dat? Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 3, 94-100.

Bartels, S.E. (2007). Eigendomsvoorbehoud en zaakvorming. In N.E.D. Faber, C.J.H. Jansen & N.S.G.J. Vermunt (Eds.), Fiduciaire verhoudingen, Libellus Amicorum Prof.mr. S.C.J.J. Kortmann (Serie onderneming en recht, 41) (p. 3- 20). Deventer: Kluwer.

Bos, T.M. (2005). Grensoverschrijdende insolventieprocedures en (de aanspra- kelijkheid van bestuurders van) pseudo-buitenlandse vennootschappen. Week- blad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6638, 773-782.

Bos, T.M. (2006). The interaction of Form and Substance in the European Regulation on Insolvency Proceedings. In A.F. Salomons & G.J.P. de Vries (Eds.), Pro forma? Essays on the role of Formal Rules and Formal Require- ments in Private Law (p. 47-67). The Hague: Boom Juridische uitgevers.

Bos, T.M. (2006). Diffusie van het Europees insolventierecht en de rol van sociale partners. Nederlands Tijdschrift voor Sociaal Recht, 21(4), 122-128.

Cousy, H., Dirix, E. et al. (Eds.). (2006). Curatoren en vereffenaars: actuele ontwikkelingen. Antwerpen: Intersentia. (xxxvii + 1029 p.)

Dirix, E. (2005). Herwerking: René Dekkers, Handboek Burgerlijk Recht, II. Antwerpen: Intersentia. (589 p.)

Dirix, E. (2005). Het nut van de Nederlandse ervaringen voor België. In D. Heirbaut & G. Martyn (Eds.), Napoleons nalatenschap: tweehonderd jaar Burgerlijk Wetboek in België (p. 365-376). Mechelen: Kluwer.

Dirix, E. (2005). Posities van schuldeisers en hun zekerheidsrechten in de kering. In Jura Falconis (Ed.), Lustrumboek 40 Jaar Jura Falconis (p. 35-50). Brussel: Larcier.

129 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Dirix, E. (2005). Historische verkenningen in het faillissementsrecht. Rechtskundig Weekblad, 212-216.

Dirix, E. & Peeters, I. (2005). De hypotheek ‘voor rekening’ – een juridische bouwsteen voor de financiering van grote projecten. Rechtskundig Weekblad, 837-839.

Dirix, E. & Leleu, Y.-H. (Eds.). (2006). The Belgian reports at the Congress of Utrecht of the International Academy of Comparative Law // Rapports belges au Congrès de l'Académie Internationale de Droit comparé à Utrecht/De Belgische rapporten voor het Congres van de Académie Internationale de Droit comparé te Utrecht. Brussels: Bruylant. (838 p.)

Dirix, E. & Sagaert, V. (2006). De Europese Insolventieverordening. In E. Dirix (Ed.), Faillissement en Gerechtelijk Akkoord. Antwerpen: Kluwer Rechtswetenschappen.

Dirix, E. (2006). Historische verkenningen in het faillissementsrecht. Rechts- kundig Weekblad, 212-216.

Dirix, E. & Sagaert, V. (2006). Cross-Border Insolvency in Belgian Private International Law. International Insolvency Review, 57-69.

Dirix, E. (2007). Belgian report. In E.-M. Kieninger & H. Sigman (Eds.), Cross-Border Security over Tangibles (p. 221-241). Munich: Sellier European Law Publisher.

Dirix, E. (2007). Functionele analyse van zekerheidsrechten. In Liber ami- corum H. Vandenberghe (p. 119-128). Brugge: die Keure.

Dirix, E. (2007). Verhaalsrechten van zekerheidschuldeisers en de Europese rechtscultuur. In N.E.D. Faber, C.J.H. Jansen & N.S.G.J. Vermunt (Eds.), Fidu- ciaire verhoudingen, Libellus amicorum prof.mr. S.C.J.J. Kortmann (Onder- neming en Recht, 41) (p. 21-31). Deventer: Kluwer.

Dirix, E. (2007). De kosteloze borg. Rechtskundig Weekblad, 218-223.

Erp, J.H.M. van (2005). Naar een ingrijpende herziening van het Franse goede- renrecht vanuit een ‘vision d'ensemble’. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 22, 350-353.

Erp, J.H.M. van (2005). Naschrift. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6615, 252-255.

Erp, J.H.M. van & Akkermans, B. (Eds.). (2006). Towards a Unified System of Land Burdens? (Ius Commune Europaeum, 59). Antwerp: Intersentia. (183 + xii p.)

130 Goederenrecht

Erp, J.H.M. van (2006). Servitudes: The borderline between contact and (virtual) property. In Towards a unified system of land burdens? (Ius Commune Europaeum, 59) (p. 1-9). Antwerp: Intersentia.

Erp, J.H.M. van (2006). Personal and real security. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (p. 517-529). Cheltenham: Edward Elgar.

Erp, J.H.M. van (2006). Comparative property law. In M. Reimann & R. Zimmermann (Eds.), The Oxford Handbook of Comparative Law (p. 1043- 1070). Oxford: Oxford University Press.

Erp, J.H.M. van (2006). Nieuw Frans zekerhedenrecht. Weekblad voor Privaat- recht, Notariaat en Registratie, 6674, 537-538.

Erp, J.H.M. van (2006). Naschrift bij ‘Reactie op “Nieuw Frans zekerheden- recht”’. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6691, 868.

Erp, J.H.M. van & Ioriatti, E. (2007). La tutela della proprietà nel codice civile dei Paesi Bassi (Nieuw Burgerlijk Wetboek). Milaan: Led on Line [Online]. Available from: [01-10-2007]. (24 p.)

Erp, J.H.M. van (2007). New developments in succession law. In K. Boele- Woelki & J.H.M. van Erp (Eds.), General reports of the XVIIth congress of the International Academy of Comparative Law/Rapports Généraux du XViie congrès de l'Académie Internationale de Droit Comparé (p. 73-94). Bruxelles/ Utrecht: Bruylant/Eleven International Publishing.

Erp, J.H.M. van (2007). Protection of non-professional sureties under Dutch law: A fragmented approach. In A.C. Ciacchi (Ed.), Protection of non-profes- sional sureties in Europe: formal and substantive disparity (p. 141-153). Baden-Baden: Nomos.

Groot, S. de (2007). Fiduciary Transfer and Ownership. In W. Faber & B. Lurger (Eds.), Rules for the Transfer of Movables. A Candidate for European Harmonisation of national Reforms? (European Legal Studies) (p. 161-173). Munich: Sellier European Law Publishers.

Haentjens, M. (2006). The Law Applicable to Indirectly Held Securities. The Plumbing of International Securities Transactions (Allen & Overy onderzoeks- reeks, 3). The Hague: Sdu. (119 p.)

Hamers, J.J.A. & Vliet, L.P.W. van (2005). De personenvennootschappen naar titel 7:13 BW. Doetinchem: Reed Business Information. (199 p.)

Honnebier, B.P. (2005). The Cape Town Convention and the Aircraft Equip- ment Protocol: protecting the registered secured interests of airline lessees. Air and Space Law, xxx(1), 27-36. 131 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Honnebier, B.P. (2005). The fully-computerized International Registry for security interests in aircraft and the Aircraft Protocol that will become effective towards the beginning of 2006. Journal of air law and commerce, 1, 63-83.

Jong, J. de & Spaans, M. (2005). A new approach to spatial planning projects in the Netherlands: trade-offs at regional level as a source of inspiration. In J. Jiang, L. de Bonis et al. (Eds.), 49th IFHP World Congress Urban Futures: continuities and discontinuities (p. 1-18). The Hague: IFHP.

Jong, J. de (2005). Eigendom, bouwrecht en concurrentiebevordering op ont- wikkelingslocaties. Bouwrecht, 6, 499-504.

Jong, J. de & Vries, H.J. de (2005). Digitale ruimtelijke plannen en het recht. Bouwrecht, 8, 663-673.

Jong, J. de (2007). Blijft erfpacht de moeite waard? Publiekrechtelijke rand- voorwaarden van het erfpachtstelsel. In K. Voors (Ed.), RFPCHT – 111 Jaar Erfpacht Amsterdam (p. 199-213). Amsterdam: Ontwikkelingsbedrijf Ge- meente Amsterdam.

Milo, J.M. (2005). Aengaende Civiele Saken van gedaent-Gevin. In G. ten Berge et al. (Eds.), Inter Alia. Opstellen en andere bijdragen aangeboden aan Dr. Marijke van de Vrugt ter gelegenheid van haar afscheid op 1 september 2005 (p. 141-147). Utrecht: Universiteit Utrecht.

Milo, J.M. (2005). Sharp v. Thomson en Burnett's Trustees v Grainger: conver- gentie van civil law en common law goederenrecht. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 4, 152-160.

Milo, J.M. (2006). Property and Real Rights. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (p. 587-602). Cheltenham: Edward Elgar.

Milo, J.M. (2006). Assignment of claims. In D. Busch et al. (Eds.), The princi- ples of European contract law (part III) and Dutch law: a commentary II (Principles of European contract law, 3) (p. 79-104). The Hague: Kluwer Law International.

Milo, J.M. & Vliet, L.P.W. van (2006). Chapter 11. Assignment of Claims, general introduction. In D. Busch et al. (Eds.), The principles of European Con- tract Law (Part III) and Dutch Law, A Commentary II (p. 77-78). The Hague: Kluwer Law International.

Milo, J.M. (2006). Over de constitutionaliteit van adverse possession, bevrij- dende en verkrijgende verjaring en goederenrecht in het algemeen. Vermo- gensrechtelijke annotaties, 1, 72-88.

132 Goederenrecht

Milo, J.M. (2007). La Recepción del Trust en Los Países Bajos (The reception of the trust in the Netherlands). In E. Arroy i Amayuelas (Ed.), El Trust en el Derecho civil (p. 203-225). Barcelona: Bosch.

Milo, J.M. (2007). Timeshare in het Nederlandse recht. In A.S. Hartkamp (Ed.), De invloed van het Europese recht op het Nederlandse privaatrecht II (Serie onderneming en recht, 42-II) (p. 193-215). Deventer: Kluwer.

Milo, J.M. (2007). Pye in de grote Kamer te Straatsburg: Adverse possession en privaatrecht naar de constitutionele marge van nationale autonomie. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 9, 368-372.

Milo, J.M. (2007). On the constitutional proportionality of property law in the Netherlands. European Review of Private Law, 2, 251-263.

Oostrom-Streep, N. (2005). De kwalitatieve verplichting als twee-eenheid? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6638, 786-788.

Oostrom-Streep, N. (2006). De kwalitatieve verplichting na executoriale ver- koop. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6666, 379-383.

Ploeger, H.D. (2005). De eigendomsbescherming van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en het Nederlandse burgerlijk recht: het nationale civielrechtelijke perspectief. In T. Barkhuysen et al. (Eds.), De eigendoms- bescherming van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en het Nederlandse burgerlijk recht (p. 105-120). Deventer: Kluwer.

Ploeger, H.D. (2005). De grenzen van superficies solo credit. In W.G. Huijgen (Ed.), 2000 jaar eigendom en beperkte rechten (p. 33-52). Deventer: Kluwer.

Ploeger, H.D. et al. (2005). Analysis of 3D property situations in the USA. In A. Abdelaal et al. (Eds.), Proceedings of the FIG Working Week 2005 and 8th International Conference on the Global Spatial Data Infrastructure (GSDI-8) ‘From Pharaohs to Geoinformatics’ (p. 1-17). Frederiksberg: FIG.

Ploeger, H.D., Zevenbergen, J.A. et al. (2005). Un modelo estandar para el ambito catastral (A modular standard for the cadastral domain). In I. Duyran Boo (Ed.), CT Catastro (p. 33-54). Madrid: Direccion General del Catastro.

Ploeger, H.D. (2005). Kabels en leidingen: recht op netwerk en grond. Een kritische blik op de verticale natrekking. Bouwrecht, 1, 7-14.

Ploeger, H.D. & Stoter, J. (2005). 3D Kadaster en volume-percelen. Ruimte- lijke verdeling van vastgoed. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Regis- tratie, 6609, 113-118.

133 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Ploeger, H.D. & Stoter, J. (2005). Cadastral registration of 3D property situa- tions; Improving cadastral registration in threedimensional (3D) property situations. Notarius International, 10(1-2), 9-18.

Ploeger, H.D., Kap, A.P., Loenen, B. van & Stoter, J. (2005). Kabels en lei- dingen: de chaos in de bodem. Nederlands Juristenblad, 23, 1186-1191.

Ploeger, H.D., Loenen, B. van & Nasarre-Aznar, S. (2005). EuroTitle: land reg- istry standard; paving the way to a common property market. GIM Interna- tional, 19(12), 34-37.

Ploeger, H.D., Mijnssen, F.H.J. et al. (2006). Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, goederenrecht, algemeen goederenrecht (15de druk) (Asser Serie Goederenrecht). Deventer: Kluwer. (XXXVI + 604 p.)

Ploeger, H.D. & Groetelaers, D.A. (2006). My home is my castle: article 1, pro- tocol 1 and article 8 ECHR. In B. Cernic Mali (Ed.), ENHR conference 2006: Housing in an expanding Europe. Theory, policy, implementation and partici- pation (p. 1-17). Ljubljana, Slovenia: Urban Planning Institute of the Republic of Slovenia.

Ploeger, H.D., Oosterom, P.J.M. van et al. (2006). Aspects of a 4D cadastre: a first exploration. In M. Villikka (Ed.), Shaping the Change: XXIII International FIG congress (p. 1-23). Frederiksberg: FIG Office.

Ploeger, H.D. & Loenen, B. van (2006). EuroTitle: onmisbaar voor Europese vastgoedmarkt. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6677, 593-594.

Ploeger, H.D. (2007). Registratie van kabels en leidingen in het Nederlandse recht. In C. Adriaansens & V. Sagaert (Eds.), Ondergrondse constructies in het Belgische en Nederlandse recht (p. 151-164). Antwerpen: Intersentia.

Ploeger, H.D. & Loenen, B. van (2007). Security in real estate titles: pre- requisite for an European housing market. In P. Boelhouwer, D. Groetelaers & E. Vogels (Eds.), ENHR Sustainable Urban Areas (p. 1-12). Delft: ENHR/ Onderzoeksinstituut OTB.

Ploeger, H.D. & Groetelaers, D.A. (2007). Juritecture of the built environment: a different view on legal design for multiple use of land. Structural Survey, 25(3), 293-305.

Ploeger, H.D. & Groetelaers, D.A. (2007). The importance of the fundamental right to property for the practice of planning: an introduction to the case law of the European Court of Human Rights on article 1, protocol 1. European Planning Studies, 15(10), 1423-1438.

134 Goederenrecht

Sagaert, V. (2005). Het onderscheid tussen persoonlijke en zakelijke vorde- ringen. Het verjaringsregime van zakelijke vorderingen nader geanalyseerd. In I. Claeys (Ed.), Verjaring in het privaatrecht (p. 1-30). Mechelen: Kluwer.

Sagaert, V. (2005). Het tontinebeding door de bril van het goederenrecht. In B. Tilleman & A. Verbeke (Eds.), Actualia Vermogensrecht. Liber Alumnorum Kulak (p. 145-167). Brugge: die Keure.

Sagaert, V. (2005). Kwalitatieve verbintenissen in het Belgische en Neder- landse recht. In J. Smits & S. Stijns (Eds.), De inhoud en de werking van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht (Ius Commune Europaeum, 50) (p. 341-363). Antwerpen: Intersentia.

Sagaert, V. (2005). Nieuwe perspectieven op het eigendomsrecht na twee- honderd jaar Burgerlijk Wetboek. In B. Tilleman & P. Lecocq (Eds.), Zaken- recht (p. 43-85). Brugge: die Keure.

Sagaert, V. (2005). De rol van zaakvervanging in het testamentaire erfrecht. Notariaat: notarieel en fiscaal maandblad, 181-190.

Sagaert, V. & Seeldrayers, H. (2005). De Wet Financiële Zekerheden. Rechts- kundig Weekblad, 1521-1550.

Sagaert, V. (2006). Het verbod van erfstellingen over de hand voorbijgestreefd? Naar een moderne invulling van de beschikkingsbevoegdheid in het vermo- gensrecht. In F. Swennen & R. Barbaix (Eds.), Over Erven. Liber amicorum Mieken Puelinckx-Coene (p. 387-409). Mechelen: Kluwer.

Sagaert, V. (2006). Het eigendomsrecht als volwaardig zekerheidsinstrument? In E. Alofs (Ed.), Insolventierecht: XXXIe postuniversitaire cyclus Willy Delva 2004-05 (p. 189-230). Mechelen: Kluwer.

Sagaert, V. (2006). The fragmented system of land burdens in French and Belgian law. In S. van Erp & B. Akkermans (Eds.), Towards a unified system of land burdens? (Ius Commune Europaeum, 59) (p. 31-52). Antwerp: Intersentia.

Sagaert, V. & Seeldrayers, H. (2006). De Wet Financiële Zekerheden ontleed. In C.B.R. Jaarboek 2005-06 (p. 409-473). Antwerpen: Maklu.

Sagaert, V., Kieninger, E.M. & Sigman, H.C. (2006). De cessie van schuldvor- deringen in het voorstel van Rome I Verordening: een kritische analyse? Financieel Forum – Bank en Financiewezen/Forum Financier – Revue Ban- caire et Financière, 336-347.

Sagaert, V. (2007). Ondergrondse constructies in het Belgische goederenrecht. In C. Adriaansen & V. Sagaert (Eds.), Ondergrondse constructies (Ius Com- mune Europaeum, 67) (p. 1-30). Antwerpen: Intersentia.

135 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Sagaert, V. (2007). Bij wijze van uitgeleide: quo vadis met ondergrondse con- structies? In C. Adriaansen & V. Sagaert (Eds.), Ondergrondse constructies (p. 197-200). Antwerpen: Intersentia.

Sagaert, V. (2007). Cessie van kredietovereenkomsten en van vorderingen uit kredietovereenkomst. In E. Terryn (Ed.), Handboek consumentenkrediet (p. 313-333). Brugge: die Keure.

Sagaert, V. (2007). The protection of non-professional sureties in Belgian law. In A. Colombi-Ciacchi (Ed.), Protection of non-professional sureties in Europe: formal and substantive disparity (p. 121-139). Baden-Baden: Nomos.

Sagaert, V. (2007). Rechtszekerheid bij de handel in kunstvoorwerpen. Een wankel evenwicht tussen patrimoniumbescherming en bezitsbescherming. In F. Swennen (Ed.), Kunst en recht (p. 57-72). Antwerpen: Intersentia.

Sagaert, V. (2007). The French can not tame the trust. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 5, p. 185.

Salomons, A.F. (2005). Dief wordt doorgaans wel bezitter. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6639, 803-806.

Salomons, A.F. (2006). Deformalisation of Assignment law and the position of the debtor on European Property law. In A.F. Salomons & G.J.P. de Vries (Eds.), Pro forma? Essays on the role of Formal Rules and Formal Require- ments in Private Law (Amsterdams Instituut voor Privaatrecht, 3) (p. 275-291). The Hague: Boom Juridische uitgevers.

Salomons, A.F. (2007). Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cul- tuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lid- staat zijn gebracht. In A.S. Hartkamp, C.H. Sieburg & L.A.D. Keus (Eds.), De invloed van het Europese recht op het Nederlandse privaatrecht. Serie Onde- rneming en Recht deel 42-II (Onderneming en Recht, 42-II) (p. 153-177). Deventer: Kluwer.

Salomons, A.F. & Vries, G.J.P. de (Eds.). (2006). Pro forma?: Opstellen over de rol van formele regels en vormvoorschriften in het privaatrecht (Amster- dams Instituut voor Privaatrecht, 3). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (IX + 291 p.)

Storme, M.E. (2005). De gevolgen van een handhavingsarrest van het Arbitra- gehof voor hangende gedingen. Tijdschrift voor Privaatrecht, 2004-3, 1345- 1349.

Storme, M.E. (2005). De goede trouw vereist om een voorrecht van de commis- sionair, retentierecht of ander vuistpandrecht te verkrijgen ondanks de onbe- voegdheid van de pandgever. Rechtskundig Weekblad, 1179-1183.

136 Goederenrecht

Storme, M.E. (2006). Paritas creditorum, voorrang en roerende zekerheden, deel I tot III van het preadvies voor de Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht in België en Nederland, Jaarvergadering 2006, sectie privaatrecht. Tijdschrift voor Privaatrecht, 2, 939-1100.

Storme, M.E. (2007). Juridische stellagebouw die het zicht op Europa belet, geïllustreerd aan de hand van de bezitsverschaffing van financiële activa (de redactie privaat). Tijdschrift voor Privaatrecht, 3, 1249-1262.

Theije, M. de (2005). De wet van 14 juni 2004 betreffende de onbeslagbare en onoverdraagbare tegoeden op zichtrekening. Rechtskundig Weekblad, 5, 721- 725.

Theije, M. de (2005). Wijzigingen op het vlak van schuldvergelijking (Wet financiële zekerheden en de Programmawet 27 december 2004). Fare Actua, 2, 12-15.

Vliet, L.P.W. van (2005). De financiëlezekerheidsovereenkomst, een tussen- balans. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 5, 190-204.

Vliet, L.P.W. van (2006). Transfer of movable property. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (p. 730-737). Cheltenham/UK and Northampton, MA/USA: Edward Elgar.

Vliet, L.P.W. van (2006). Acquisition of a servitude by prescription in Dutch law. In S. van Erp & B. Akkermans (Eds.), Towards a Unified System of Land Burdens? (Ius Commune Europaeum, 56) (p. 53-61). Antwerp: Intersentia.

Vliet, L.P.W. van (2006). Chapter 11, Assignment of Claims, Sections 3 and 4. In D. Busch, E.H. Hondius, H.J. van Kooten & H.N. Schelhaas (Eds.), The Principles of European Contract Law (PartIII) and Dutch Law, A Commentary II (p. 105-129). The Hague: Kluwer Law International.

Vliet, L.P.W. van (2006). Goede trouw bij de koop van tweedehands auto's in rechtsvergelijkend perspectief. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 5, 191-198.

Weijs, R.J. de (2006). Overwaardearrangementen, de actio Pauliana en de ver- deling van zure vruchten. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Regis- tratie, 6652, 82-88.

Weijs, R.J. de (2006). Pauliana en onrechtmatige daad: Wederzijdse gevange- nen? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6686, 761-770.

137 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Wolfert, E.C.M. (2005). Art. 3:84 lid 3 en vruchtgebruik gelegateerd onder de ontbindende voorwaarde van faillissement van de legataris of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling (Privaatrecht Actueel). Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6624, 455- 456.

Zevenbergen, J.A. et al. (2005). Further progress in the development of the core cadastral domain model. In A. Abdelaal et al. (Eds.), Proceedings of the FIG Working Week 2005 and 8th International Conference on the Global Spatial Data Infrastructure (GSDI-8) ‘From Pharaohs to Geoinformatics’ (p. 1-28). Frederiksberg: FIG.

Zevenbergen, J.A. (2006). Slowly towards trustworthy land records of pre- exiting land rights. In T. Gollwitzer, K. Hillinger & M. Villikka (Eds.), Shaping the Change; XXIII international FIG congress (p. 1-12). Denmark: FIG Office.

Zevenbergen, J.A. & Loenen, B. van (2006). One access policy for high-quality geographic information: results from a US – EU comparative study. In H. Onsrud & A. Stevens (Eds.), Proceedings of the GSDI-9 conference 2006 (p. 1- 14). Chile: GSDI Association.

Zevenbergen, J.A., Lemmen, C.H.J. et al. (2006). Further progress in the development of the core cadastral domain model. In J. Kalf (Ed.), Land admin- istration: the path towards tenure security, poverty alleviation and sustainable development (p. 97-125). Enschede: ITC.

Zevenbergen, J.A., Lemmen, C.H.J. et al. (2006). Further progress in the devel- opment of the core cadastral domain model. In C.H.J. Lemmen & P. van der Molen (Eds.), Innovative technology for land administration (p. 81-106). Frederiksberg: FIG.

Zevenbergen, J.A. (2006). Trustworthiness of Land Records – The basis of Land Administration Systems. GIS Development Asia Pacific, 10(06), 30-33.

Zevenbergen, J.A., Hespanha, J.P. et al. (2006). A modular standard for the cadastral domain: applications to the Portuguese cadastre. Computers, environ- ment and urban systems, 30(5), 562-584.

Zevenbergen, J.A., Oosterom, P.J.M. van, Ploeger, H.D. et al. (2006). The core cadastral domain model. Computers, environment and urban systems, 30(5), 627-660.

Zevenbergen, J.A., Frank, A. & Stubkjaer, E. (Eds.). (2007). Real Property Transactions – Procedures, transaction costs and models. Amsterdam: IOS Press. (279 p.)

138 Goederenrecht

Zevenbergen, J.A. & Asperen, P.C.M. van (2007). Can lessons be learnt from improving tenure security in informal settlements? In P. Boelhouwer, D. Groetelaers & E. Vogels (Eds.), ENHR Sustainable Urban Areas (p. 1-13). Delft: ENHR/Onderzoeksinstituut OTB.

Zevenbergen, J.A., Ferlan, M. & Mattson, H. (2007). Pre-emption rights com- pared – The Netherlands, Slovenia and Sweden. In J.A. Zevenbergen, A. Frank & E. Stubkjaer (Eds.), Real Property Transactions – Procedures, transaction costs and models (p. 261-278). Amsterdam: IOS Press.

Zevenbergen, J.A., Stubkjaer, E. & Frank, A. (2007). Modelling real property transactions – An overview. In J.A. Zevenbergen, A. Frank & E. Stubkjaer (Eds.), Real Property Transactions – Procedures, transaction costs and models (p. 3-24). Amsterdam: IOS Press.

VAKPUBLICATIES

Akkermans, B. (2005). De trust. Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht [Bespreking van het boek De trust. Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse Recht]. Electronic Journal of Comparative Law, 9.2.

Bartels, S.E. (2005). Bewerking Losbladige Vermogensrecht, art. 3:16 t/m 3:31. Deventer: Kluwer.

Bartels, S.E. (2006). Bewerking vermogensrecht artt. 3:16 t/m 3:31 BW (los- bladig). Deventer: Kluwer.

Bartels, S.E. (2006). Chapter 12, Substitution of New Debtor: Transfer of Contract. In D. Busch, E.H. Hondius, H. Schelhaas & H. van Kooten (Eds.), The principles of European contract law (part III) and Dutch law: a commen- tary II (Principles of European contract law, 3) (p. 131-144). The Hague: Kluwer Law International.

Bartels, S.E. & Vermunt, N. (2006). Rapport pour les Pays-Bas. In L. Aynès (Ed.), Étude comparative et prospective du crédit bancaire (Études du Centre de recherche sur le droit des affaires) (p. 197-340). Paris: Litec.

Bartels, S.E. (2006). Rechtspraak Goederenrecht 2005. Onderneming & Financiering, 2-6.

Bartels, S.E. (2006). Koop van vastgoed en de Commissie Hammerstein. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 3, 89.

Bartels, S.E. & Nielen, W.J.B. van (2006). Kroniek van 5 jaar insolventierecht. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 5, 177-190.

139 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Bartels, S.E. (2007). Artt. 3:1-3:31 en 3:227-3:259. In A.C. van Schaick, C.E. du Perron & T. Hartlief (Eds.), Burgerlijk wetboek, Boeken 3, 5 en 6 (Wet & Rechtspraak). Deventer: Kluwer.

Bartels, S.E. (2007). Een nog steeds niet beantwoorde vraag over derdenbeslag en onverschuldigde betaling. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 3, 87.

Boele-Woelki, K. & Erp, J.H.M. van (Eds.). (2007). General Reports of the XVIIth Congress of the International Academy of Comparative Law/Rapports Généraux du XViie Congrès de l'Académie Internationale de Droit Comparé. Bruxelles/Utrecht: Bruylant/Eleven International Publishing. (xvi + 1037 p.)

Bos, T.M. (2007). [Bespreking van het boek Crossing Borders: Essays in Euro- pean and Private International Law in Honour of Frans van der Velden]. Netherlands International Law Review, 1, 168-173.

Cousy, H. & Dirix, E. (Eds.). (2006). Insolventierecht (Themis Cahiers). Brugge: die Keure. (93 p.)

Dirix, E. et al. (2005). Handels- en economisch recht in hoofdlijnen (7de editie). Antwerpen: Intersentia. (479 p.)

Dirix, E., Orshoven, P. Van & Tilleman, B. (Eds.). (2005). De Valks Juridisch Woordenboek (2de editie). Antwerpen: Intersentia. (469 p.)

Dirix, E. (2005). Kroniek Belgisch insolventierecht. Tijdschrift voor Insol- ventierecht: Onderneming, Financiering, Reorganisatie, 99-106.

Dirix, E. & Corte, R. de (2006). Zekerheidsrechten (Beginselen van Belgisch privaatrecht, 12). Mechelen: Kluwer. (XXIV + 519 p.)

Dirix, E. (2006). Recente arresten faillissement, gerechtelijk akkoord en zekerheden. In H. Cousy & E. Dirix (Eds.), Themis-Insolventierecht (p. 45-72). Brugge: die Keure.

Dirix, E. (2007). Controle door de pandhouder van een schuldvordering en de Wet Financiële Zekerheden. Rechtskundig Weekblad, 7, 1337-1338.

Erp, J.H.M. van (2005). Editorial – European private law: A European standing committee on legal terminology as a next step. Electronic Journal of Com- parative Law, 9(2).

Erp, J.H.M. van (2005). Editorial – Principles of European property law: A pragmatic choice between convergence and divergence. Electronic Journal of Comparative Law, 9(4).

140 Goederenrecht

Erp, J.H.M. van (2005). Vorwort – A new approach to the study of law in Europe. Hanse Law Review, 1(1), 1-3.

Erp, J.H.M. van & Vliet, L.P.W. van (Eds.). (2006). Netherlands reports to the seventeenth International Congress of Comparative Law. Antwerp: Intersentia. (XIII + 542 p.)

Erp, J.H.M. van & Jacobs, B.C.M. (2006). Middenstandskrediet, bankwezen en het geruchtmakende faillissement van de Credietvereeniging ‘De Hanzebank’ te 's-Hertogenbosch. In E.J.F.M.C. Broers, B.C.M. Jacobs & R.C.H. Lesaffer (Eds.), Ius Brabanticum, Ius Commune, Ius Gentium. Opstellen aangeboden aan prof. mr. J.P.A. Coopmans ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag (p. 33-59). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Erp, J.H.M. van (2006). Sale does not break a lease. ‘Cour de cassation, ass. plén., arrêt No. 520 du 6 décembre 2004 – Le contrat de cautionnement qui garantit le paiement des loyers d'un immeuble donné à bail se transmet-il de plein droit, en cas de vente de cet immeuble, au nouveau propriétaire’. Euro- pean Review of Private Law, 63-69.

Erp, J.H.M. van & Vaquer, A. (Eds.). (2007). Introduction to Spanish patri- monial law. Granada: Dykinson. (xx + 362 p.)

Erp, J.H.M. van (2007). Comparative Private Law in Practice: The Process of Law Reform. In E. Örücü & D. Nelken (Eds.), Comparative Law. A Handbook (p. 399-409). Oxford/Portland: Hart Publishers.

Erp, J.H.M. van (2007). Wstepne uwagi poswiecone instytucjom dzierzawy wieczystej i prawa zabudowy w prawie niderlandzkim. In Z. Radwanskiego (Ed.), Zielona Ksiega. Optymalna wizja Kodeksu cywilnego w Rzeczypospolitej Polskiej (p. 335-342). Warsaw: Ministerstwo Sprawiedliwosci.

Erp, J.H.M. van (2007). The new Dutch law of succession. In K.G.C. Reid, M.J. de Waal & R. Zimmerman (Eds.), Exploring the law of succession. Studies national, historical and comparative (Edinburgh studies in law, 5) (p. 193- 208). Edinburgh: Edinburgh University Press.

Erp, J.H.M. van (2007). Editorial – (D)CFR, Consumer Acquis, Property Law and Euromortgage: The benefits of Unification, the Dangers of Fragmentation and the Unwanted Effect of Legal Transplants. Electronic Journal of Com- parative Law, 11(4). [Online]. Available from: [01-01-2007].

Groot, S. de (2007). Bewerking titel 5.1 Eigendom in het Algemeen. In Zakelijke Rechten (Kluwer losbladige groene serie). Deventer: Kluwer.

141 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Haentjens, M. (2007). Commentaar Wet giraal effectenverkeer. In R. Batten, K. Frielink, E.P.M. Joosen, G.T.M.J. Raaijmakers, R.P. Raas & H.M. Vletter-van Dort (Eds.), Commentaar Financieel Recht, Deel I – Wet op het financieel toezicht en Wet giraal effectenverkeer (p. 1021-1112). Den Haag: Sdu.

Honnebier, B.P. (2005). [Bespreking van het boek Official Commentary to the Convention on International Interests in Mobile Equipment and Aircraft Equipment Protocol]. The International and Comparative Law Quarterly, 1, 268-273.

Honnebier, B.P. (2006). De Cape Town Convention, het Aircraft Equipment Protocol en het International Registry zijn sinds 1 maart 2006 operationeel. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6661, 1-2.

Honnebier, B.P. (2006). New protocols and the financing of aircraft engines, American Bar Association. Air and Space Law, 21(1), 15-16 en 26.

Janssen-Jansen, L., Spaans, M. & Veen, M. van der (2007). The Netherlands: TDR-like initiatives for exchanging developments. In L. Janssen-Jansen, R. Alterman, H.E. van Rij & W.G.M. Salet (Eds.), International Academic Forum on Planning, Law and Property Rights (p. 1-18). Amsterdam: Aesop.

Jong, J. de, Zevenbergen, J.A. & Loenen, B. van (2005). Toegang tot over- heidsinformatie blijft onnodig zaak van professionele elite. Vastgoedinformatie Matrix, 13(4), 28-30.

Milo, J.M. (2006). Rechtsvraag (327) goederenrecht. Factormaatschappij Alpha. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 4, 320.

Milo, J.M. (2006). Beantwoording rechtsvraag (327). Factormaatschappij Alpha. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 10, 768-770.

Milo, J.M. (2006). Recent case law, The Netherlands. European Review of Private Law, 2, 239-281.

Milo, J.M. (2006). Recent case law, The Netherlands. European Review of Private Law, 4, 577-617.

Milo, J.M. (2005). [Bespreking van het boek Land and Freedom. Law, property rights and the British Diaspora]. ERPL, 1, 78-81.

Milo, J.M. (2005). [Bespreking van het boek Land Law in a Comparative Perspective]. ERPL, 3, 273-274.

Oostrom-Streep, N. (2006). Moet de notaris nu we1 of niet dienst weigeren bij dreigende wanprestatie van een der partijen? De meest recente stand van zaken. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6675, 565-567.

142 Goederenrecht

Oostrom-Streep, N. (2007). Artt. 3:259-270. In A.C. van Schaick, T. Hartlief & C.E. du Perron (Eds.), Burgerlijk wetboek, boeken 3, 5 en 6 (Wet en recht- spraak). Deventer: Kluwer.

Oostrom-Streep, N. (2007). Verplichtingen tot dulden en niet-doen versus die tot een doen, ofwel: is het Nebula-arrest nu echt zo verrassend? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6720, 667-670.

Oostrom-Streep, N. (2007). Proefschrift: drie stellingen. De kwalitatieve verplichting. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6726, 857- 859.

Ploeger, H.D. (2005). Zakelijke rechten. Eigendom van onroerende zaken (titel 5.3), supplement 33. In W.M. Kleijn & A.A. Velten (Eds.), Zakelijke rechten (p. 22-1-36-2). Deventer: Kluwer.

Ploeger, H.D., Oosterom, P.J.M. van & Stoter, J. (2005). Volumepercelen in de kadastrale registratie. Geo-info, 2(2), 84-89.

Ploeger, H.D. (2006). Schenking. In W.D. Kolkman, B.E. Reinhartz et al. (Eds.), Erfrecht, tekst & commentaar (p. 453-469). Deventer: Kluwer.

Ploeger, H.D. (2007). Eigendom van onroerende zaken. In A.C. van Schaick, T. Hartlief & C.E. du Perron (Eds.), Wet en rechtspraak burgerlijk wetboek, boeken 3, 5 en 6 (p. 294-300). Deventer: Kluwer.

Ploeger, H.D. (2007). Schenking. In J.H. Nieuwenhuis, C.J.J.M. Stolker & W.L. Valk (Eds.), Burgerlijk wetboek; tekst & commentaar (p. 2849-2864). Deventer: Kluwer.

Ploeger, H.D. & Groetelaers, D.A. (2007). Privaatrecht: ook hier geldt ‘meten is weten’. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 24(7), 306-307.

Ploeger, H.D. & Stoter, J. (2007). Eigendom van netwerken en het kadaster; Eerste stap in 3D eigendomsregistratie. Bouwrecht, 44(12), 1019-1025.

Sagaert, V. (2005). Eigendom, burenhinder en afstanden tussen buren. In B. Hubeau & F. Voets (Eds.), Ruimtelijke Ordening voor Beginners (p. 186-201). Brugge: die Keure.

Sagaert, V. (2005). Belgisch rapporteur van ‘Recent Case law’; bespreking van Cass. 22 april 2005, Cass. 11 maart 2004, Cass. 18 maart 2004; Cass. 23 september 2004; Cass. 29 oktober 2004 (met rapporteurs uit andere Europese landen). European Review of Private Law, 225-263.

143 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Sagaert, V. (2005). Belgisch rapporteur van ‘Recent Case law’; bespreking van Cass. 23 september 2004, 3 februari 2005, Cass. 13 januari 2005 en Cass. 7 januari 2005 (met rapporteurs uit andere landen). European Review of Private Law, 553-592.

Sagaert, V. (2005). Belgisch rapporteur van ‘Recent Case law’; bespreking van Cass. 19 mei 2005, Cass. 20 juni 2005, 23 mei 2005, Cass. 23 juni 2005, Cass. 11 februari 2005 (met rapporteurs uit andere landen). European Review of Private Law, 889-934.

Sagaert, V. (2006). Aandachtspunten van de verschoonbaarheid bij faillisse- ment en de collectieve schuldenregeling. In Belgische Federatie van Notarissen (Ed.), Enkele aandachtspunten voor het notariaat. Verslagboek congres 28 september 2006 (p. 1-32). Brussel: Belgische Federatie van Notarissen.

Sagaert, V. (2006). Actuele ontwikkelingen inzake erfdienstbaarheden. In H. Vandenberghe (Ed.), Themis. Zakenrecht (p. 57-87). Brugge: die Keure.

Sagaert, V. (2006). Belgian law. In G. Moss & B. Wessels (Eds.), EU banking and insurance insolvency (p. 171-188). Oxford: Oxford University Press.

Sagaert, V. (2006). Het voorrecht van de niet-betaalde verhuurder en huurwaar- borg. In M. Dambre et al. (Eds.), Handboek algemeen huurrecht (Huurrecht) (p. 380-398). Brugge: die Keure.

Sagaert, V. (2006). Huurrecht en goederenrecht. In M. Dambre et al. (Eds.), Handboek algemeen huurrecht (Huurrecht) (p. 48-61). Brugge: die Keure.

Sagaert, V. (2006). Praktische knelpunten van de Wet Financiële Zekerheden. In E. Dirix & H. Cousy (Eds.), Themis. Insolventierecht (p. 77-97). Brugge: die Keure.

Sagaert, V., Lecocq, P. & Vanbrabant, B. (2006). La notion de biens. In E. Dirix & Y.-H. Leleu (Eds.), Rapports belges pour l'Académie Internationale de Droit Comparé à Utrecht (p. 177-224). Bruxelles: Bruylant.

Sagaert, V. (2006). Recent Case law. Bespreking van Cass. 23 juni 2005, Cass. 30 juni 2005, Cass. 12 oktober 2005, Cass. 1 december 2005. European Review of Private Law, 577-617.

Sagaert, V., Tilleman, B. & Verbeke, A. (2007). Vermogensrecht in kort bestek. Antwerpen: Intersentia. (485 p.)

Sagaert, V. (2007). De onteigening op nieuwe paden. In Liber amicorum Hugo Vandenberghe (p. 257-273). Brugge: die Keure.

144 Goederenrecht

Sagaert, V. (2007). Wat als het vermogen gaat schuiven? Casuïstiek rond zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking. In S. Stijns (Ed.), Themis Verbintenissenrecht (p. 71-94). Brugge: die Keure.

Sagaert, V. (2007). De verkrijgende verjaring van onroerende goederen herbe- zocht. Een aanzet tot het debat over het verjaringsrecht. Rechtskundig Week- blad, 1582-1597.

Salomons, A.F. (2006). Transfer of title concerning movables. part IV. Nation- al report: The Netherlands (Salzburger Studien zum Europäischen Privatrecht, 21). Frankfurt am Main: Peter Lang. (102 p.)

Salomons, A.F. (2006). De onderzoeksplicht van de verkrijger van een tweede- hands auto. N.a.v. HR 7 oktober 2005, RvdW 2005, 112 (Coppes/Van de Kolk). Vermogensrechtelijke annotaties, 3(3), 101-124.

Salomons, A.F. (2007). Nieuwe regels omtrent de eigendom van roerende monumenten ingevolge de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Over archeologische bodemvondsten, schatvinding, toe-eigening, verkrijgende verja- ring en de positie van de grondeigenaar. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6718, 613-620.

Salomons, A.F. (2007). [Bespreking van het boek Vergissingen in het goede- renrecht]. WPNR, 6714, 544-548.

Vliet, L.P.W. van (2006). The boundaries of property rights: Netherlands national report 2006. In S. van Erp & L.P.W. van Vliet (Eds.), Netherlands Report to the Seventeenth International Congress of Comparative Law (p. 109- 123). Antwerp: Intersentia.

Weijs, R.J. de & Huurdeman, N.J. (2007). Kortsluiting in schuldeiser- bescherming: Over de onwenselijkheid van gelijkschakeling van de criteria van art. 47 Fw en art. 54 Fw. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6713, 511-518.

Weijs, R.J. de (2007). Naar een flexibele benadering van de wetenschap van benadeling onder de Pauliana. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6726, 848-857.

Zevenbergen, J.A. & Rij, H.E. (2005). Het ontwerp Wet inrichting landelijk gebied (Wilg), een eerste verkenning. Agrarisch Recht, 65(11), 676-692.

Zevenbergen, J.A. & Abdulharis, R. (2006). Evaluating effectiveness of land administration in post disaster areas: the case of Banda Aceh, Indonesia. In A. Kadir Taib et al. (Eds.), Proceedings of the International Symposium on Geo- information 2006 (p. 1-10). Shah Alam: Universiti Teknologi MARA (UiTM).

145 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Zevenbergen, J.A., Deininger, K. & Ali, D.A. (2006). Assessing the certifica- tion process of Ethiopia's rural lands. In At the frontier of land issues: social embeddedness of rights and public policy (p. 1A.2-1A.15). Montpellier: IRD, IAMM/CICHEAM, ENSAM.

Zevenbergen, J.A. (2007). Beheer gemeentelijke Wkpb-administratie – Hand- reiking en lesmateriaal voor zelfstudie. Den Haag: Ministerie VROM en VNG. (117 p.)

Zevenbergen, J.A., Abdulharis, R., Sarah, K., Hendriatiningsih, S. & Hernandi, A. (2007). Identification of customary area and land parcelling thereon: case of Kasepuhan Banten Kidul, Indonesia. In P. Boelhouwer, D. Groetelaers & E. Vogels (Eds.), ENHR Sustainable Urban Areas (p. 1-11). Delft: ENHR/ Onderzoeksintsituut OTB.

Zevenbergen, J.A. & Asperen, P.C.M. van (2007). Improving tenure security in peri-urban areas through innovative land administration. In C. Kibirango (Ed.), Housing and Livelihoods (p. 1-18). Uganda: ISU/CASLE.

Zevenbergen, J.A. (2007). De Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, ‘Lang verwacht, toch gekomen’. Bouwrecht, 44(7), 560-572.

ANNOTATIES

Bartels, S.E. (2005). Bijzondere lasten en beperkingen bij verkoop en levering van vastgoed. Vermogensrechtelijke annotaties, 29-39.

Bartels, S.E. (2006). Noot bij: Gerechtshof Leeuwarden (26-10-2005), (Van der Spek q.q./Graphic Lease). JOR 2006-54.

Bartels, S.E. (2007). Noot bij: HR (22-06-2007), (Actieve inning van stil verpande vordering door de curator (ING/Verdonk q.q.)). AA, p. 972-976.

Bartels, S.E. (2007). Noot bij: Voorzieningenrechter Rb. 's-Gravenhage (24-08- 2007), JOR 2007-286.

Bartels, S.E. (2007). Noot bij: Gerechtshof Leeuwarden (18-10-2006), (Wals/ Wals). JBPr 2007-17.

Bartels, S.E. & Kortmann, S.C.J.J. (2007). Noot bij: HR (03-11-2006), (Nebula). JOR 2007-76.

Bos, T.M. (2005). Noot bij: HR (03-12-2004), (Meerderjarigenadoptie). JPF 2005-4, p. 263-265.

Bos, T.M. (2007). Noot bij: Rb. Amsterdam (27-12-2006), (Van Hees q.q./ MOC AG; Toepasselijk bewijsrecht). JBPr 2007-2, p. 313-314.

146 Goederenrecht

Dirix, E. (2005). Noot bij: Hof Gent (16-06-2003), (Pand handelszaak en publiciteit). R.W., p. 899-901.

Dirix, E. (2005). Noot bij: Hof Gent (29-05-2002), (Grensconflicten tussen beslag en faillissement). R.W, p. 1265-1266.

Fransis, R. (2007). Noot bij: Cass. (15-06-2006), (Beslag onder derden in handen van de bank en lopende verrichtingen op bankrekeningen). R.W. 2007- 2008, p. 232-235.

Jong, J. de (2006). Noot bij: HR (24-12-2004), (Kettingbeding Amsterdam). Bouwrecht 2006-43(3), p. 271-273.

Milo, J.M. (2006). Noot bij: EHRM (15-11-2005), EHRC 2006-1, nr. 4, p. 38- 52.

Milo, J.M. (2007). Noot bij: EHRM (30-08-2007), (J.A. Pye tegen het Verenigd Koninkrijk). EHRC 2007-11, p. 1195-1196 & p. 1210-1214.

Oostrom-Streep, N. (2007). Noot bij: Hof 's-Hertogenbosch (26-09-2006), JOR 2007-134.

Ploeger, H.D. (2006). Noot bij: Hof Amsterdam (01-09-2005), (Verticale natrekking en kabelschade). Bouwrecht 2006-43(7), p. 674-678.

Sagaert, V. (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (19-12-2002), (Onverschuldigde betaling via bankoverschrijving: wie betaalt het gelag?). T.B.B.R., p. 398-404.

Sagaert, V. (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (03-06-2004), (De vereniging van mede-eigenaars in een groep van appartementsgebouwen). R.W., p. 144- 146.

Sagaert, V. (2006). Noot bij: EHRM (15-11-2005), (Prescription in French and Belgian property law after the Pye-judgment). ERPL, p. 265-272.

Sagaert, V. (2006). Noot bij: Cass. (01-06-2006), (Schuldvergelijking en gerechtelijk akkoord: continuïteit creëert connexiteit). R.W. 2006, p. 565-567.

Sagaert, V. (2006). Noot bij: Cass. (13-05-2005), (De overdracht van de onderneming in het gerechtelijk akkoord: naar een veralgemeende hypothecaire zuivering bij samenloopprocedures?). R.W. 2006-29, p. 1139-1141.

Sagaert, V. (2007). Noot bij: Cassatie (18-05-2007), (Opstal en openbaar domein: een doorbraak). R.W. 2007, p. 737-740.

Sagaert, V. (2007). Noot bij: Hof van Cassatie (02-02-2007), (Het Hof van Cassatie geeft groen licht voor het minnelijk kantonnement). R.W. 2007, p. 1680-1683.

147 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Storme, M.E. & Jansen, R. (2007). Noot bij: Cass. (27-12-2006), (Zakenrechte- lijke perikelen bij de verkoop van een aandeel in mede-eigendom: Molenaers revisited). T.B.B.R., p. 373-378.

Theije, M. de (2005). Noot bij: Bundesgerichtshof (17-07-2003), (Set-off and retroactivity). ERPL, p. 61-65.

Theije, M. de (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (27-05-2004 en 23-09-2004), C020424F + C020469F (De rechtstreekse vordering van de onderaannemer nader bekeken). TBO, p. 66-69.

Theije, M. de (2005). Noot bij: Rb. Brussel (13-05-2005), (Fiscale schuld- vergelijking). R.W. 2005-6, p. 1070-1072.

Theije, M. de (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (18-03-2004), (Verhaalbaar- heid van interesten op batig saldo na faillissement van een vennootschap). R.W. 2005-5, p. 1102-1105.

Zevenbergen, J.A. (2006). Noot bij: Hof Amsterdam (30-06-2005 en 11-06- 2002), Agrarisch Recht 2006-66 (11), p. 658-663.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Allemeersch, B. & Verbeke, A. (2005). Commercial Trusts – Belgian Reports. In U. Mattei & L. Smith (Eds.), Commercial Trusts in European Private Law. Cambridge: Cambridge University Press.

Bergh, R. Van den (2005). Competition in Professional Services Markets: Are Latin Notaries different? (Siena Memos and Papers on Law and Economics, 40/05). Siena: Siena University [Online]. Available from: [01-11-2005]. (20 p.)

Cousy, H. (2006). Beginselen van insolventierecht: enkele beschouwingen ter inleiding en duiding. In H. Cousy, E. Dirix et al. (Eds.), Curatoren en vereffe- naars: actuele ontwikkelingen (p. 3-25). Antwerpen: Intersentia.

Maanen, G.E. van, Reehuis, W.H.M., Heisterkamp, A.H.T. & Jong, G.T. de (2006). Het Nederlands burgerlijk recht. Deel 3 Goederenrecht. Deventer: Kluwer. (823 p.)

Maanen, G.E. van (2006). Hoofdstuk 10.1. In G.E. van Maanen, W.H.M. Reehuis, A.H.T. Heisterkamp & G.T. de Jong (Eds.), Het Nederlands burger- lijk recht. Deel 3 Goederenrecht (p. 377-403). Deventer: Kluwer.

Maanen, G.E. van (2006). Hoofdstuk 10.3. In G.E. van Maanen, W.H.M. Reehuis, A.H.T. Heisterkamp & G.T. de Jong (Eds.), Het Nederlands burger- lijk recht. Deel 3 Goederenrecht (p. 419-437). Deventer: Kluwer.

148 Goederenrecht

Maanen, G.E. van (2006). Hoofdstuk 13. In G.E. van Maanen, W.H.M. Reehuis, A.H.T. Heisterkamp & G.T. de Jong (Eds.), Het Nederlands burger- lijk recht. Deel 3 Goederenrecht (p. 537-557). Deventer: Kluwer.

Maanen, G.E. van (2006). Is een gebouw bestanddeel van de grond? Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 228-231.

Maanen, G.E. van (2006). [Bespreking van het boek De actio negatoria. Een studie naar de rechtsvorderlijke zijde van het eigendomsrecht]. NTBR, 7, 293- 294.

OVERIGE PUBLICATIES

Dirix, E. (2006). Recht en literatuur. Limburgs Rechtsleven, 1-28.

Erp, J.H.M. van (Ed.). (2006). Nederlandse rechtsbegrippen vertaald: Frans, Engels, Duits (3de gew. druk). Den Haag: T.M.C. Asser Press. (XIV + 89 p.)

Erp, J.H.M. van (2006). Voorwoord. In J.H.M. van Erp (Ed.), Nederlandse rechtsbegrippen vertaald: Frans, Engels, Duits (p. v-vii). (3de gew. druk). Den Haag: T.M.C. Asser Press.

Erp, J.H.M. van (2007). Foreword/Préface. In K. Boele-Woelki & J.H.M. van Erp (Eds.), General reports of the XVIIth congress of the International Acade- my of Comparative Law/Rapports Généraux du XViie congrès de l'Académie Internationale de Droit Comparé (p. xiii-xvi). Bruxelles/Utrecht: Bruylant/ Eleven International Publishing.

Erp, J.H.M. van (2007). Editorial – Dutch Reports to the XVIIth International Congress of Comparative Law. Electronic Journal of Comparative Law, 11(1). [Online]. Available from: [01-01- 2007].

Erp, J.H.M. van (2007). Editorial – General Reports to the XVIIth International Congress of Comparative Law. Electronic Journal of Comparative Law, 11(3). [Online]. Available from: [01-01- 2007].

Honnebier, B.P. (2005). Reeds vijftig jaar is binnen het Koninkrijk het lucht- vervoer kostbaar. Er bestaat een grote behoefte aan minder dure vliegtuigen en tickets. In A. van Romondt et al. (Eds.), Gedenkboek 50 jaar statuut: een Koninkrijksbundel (p. 167-183). Zutphen: Walburg Pers.

Honnebier, B.P. (2006). Servisch Juridisch Opleidingsinstituut zoekt samen- werking met de Nederlandse universiteiten en commerciële rechtspraktijk. Nederlands Juristenblad, 19, 1085.

149 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Jong, J. de & Welle Donker, F.M. (2007). To free or not to free... RGI-117 Geodata, van vertrekking naar toegang. Verkenning van voorwaarden en prijs. In Y. Pluijmers (Ed.), Proceedings werkconferentie, projectresultaten 2006 (p. 101-126). Rotterdam: Bedrijvenplatform Geo-informatie.

Jong, J. de & Bueren, E. van (2007). Establishing sustainability: policy and Land Development. Building Research and Information, 35(5), 543-556.

Jong, J. de (2007). Het exploitatieplan. Bouwrecht, 44(3), 187-189.

Jong, J. de & Welle Donker, F.M. (2007). Vrijgeven van overheidsdata: belem- meringen en maatregelen. Geo-info, 9(4), 342-347.

Loenen, B. van & Jong, J. de (2007). Institutions matter; The impact of institu- tional choices relative to access policy and data quality on the development of geographic information infrastructures. In H. Onsrud (Ed.), Research and theory in advancing spatial data infrastructure concepts (p. 215-229). Redlands CA USA: ESRI Press.

Loenen, B. van & Jong, J. de (2007). SDIs and privacy: conflicting interests of the spatially enabled society. In A. Rajabifard (Ed.), Towards a spatially enabled society (p. 271-284). Melbourne: University of Melbourne.

Loenen, B. van, Groetelaers, D.A., Zevenbergen, J.A. & Jong, J. de (2007). Privacy versus national security: The impact of privacy law on the use of location technology for national security purposes. In S.I. Fabrikant & M. Wachowicz (Eds.), The European Information Society: Leading the way with Geo-Information (p. 135-152). Berlin: Springer.

Loenen, B. van & Zevenbergen, J.A. (2007). Privacy (regimes) do not threaten location technology development. In B. Köning-Ries (Ed.), The 8th Inter- national Conference on Mobile Data Management (MDM'07) Workshop Proceeding (p. 1-5). Mannheim: Universitat Mannheim.

Ploeger, H.D. (2005). Boek 7, Titel 3, Schenking. In J.H. Nieuwenhuis et al. (Eds.), Burgerlijk Wetboek, tekst en commentaar (p. 2671-2686). Deventer: Kluwer.

Ploeger, H.D. & Groetelaers, D.A. (2006). Informal settlements and fun- damental rights. In T. Gollwitzer, K. Hillinger & M. Villikka (Eds.), Shaping the Change; XXIII international FIG congress (p. 1-11). Denmark: FIG Office.

Theije, M. de (2005). Compensatie. Algemeen. In Artikelsgewijze commentaar voorrechten en hypotheken (losbladig). Mechelen: Kluwer.

150 Goederenrecht

Zevenbergen, J.A., Abdulharis, R. & Loenen, B. van (2005). Legal aspects of access to Geo-information within Indonesian spatial data infrastructure. In J. Jiang (Ed.), The International Archives of ISPRS. Lemeer: ISPRS working groups – WG IV/1.

Zevenbergen, J.A. & Abdulharis, R. (2006). Reinventing land administration at post disaster areas: case of Banda Aceh. In S.K. Pathna et al. (Eds.), Remote sensing and GIS techniques for monitoring and prediction of disasters; 2nd International Symposium on Geo-information for disaster management (p. 1-6). Ahmedabad, India: Space Application Centre.

Zevenbergen, J.A. & Asperen, P.C.M. van (2006). Towards effective pro-poor tools for land administration in Sub-Saharan Africa. In T. Gollwitzer, K. Hillinger & M. Villikka (Eds.), Shaping the Change; XXIII international FIG congress (p. 1-15). Denmark: FIG Office.

Zevenbergen, J.A. (2007). Toelichting op de Wet Inrichting landelijk gebied (WILG). In Wetgeving Landelijk Gebied (p. 1-62). Deventer: Kluwer.

Zevenbergen, J.A., Giff, G.A. & Loenen, B. van (2007). Policies supporting sharing and reuse of GI in Norway and the UK: are they within the spirit of recent EU directives? In K. Fullerton & E. Paukenerova (Eds.), 13th EC GI&GIS Workshop: Inspire time: ESDI for the environment (p. 107-111). Ispra: European Commission Joint Research Centre.

Zevenbergen, J.A. & Welle Donker, F.M. (2007). Value added GI services: Respective roles of private and public sector players. In K. Fullerton & E. Paukenerova (Eds.), 13th EC GI&GIS Workshop: Inspire time: ESDI for the environment (p. 53-56). Ispra: European Commission Joint Research Centre.

151

AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING

A. VOLLEDIGE TITEL

Aansprakelijkheid en verzekering

B. DEELPROGRAMMA'S

Niet van toepassing

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde coördinerend onderzoeksleiders Dhr. Prof.Dr. M.G. Faure LL.M. (UM) 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. T. Hartlief (UM) 01-10-99

onderzoeksleiders Dhr. Prof.Mr. A. Akkermans (VU) 01-10-99 Dhr. Prof.Dr. H. Cousy (KUL) 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. I. Giesen (UU) 01-10-04 Dhr. Prof.Mr. G.E. van Maanen (UM) 01-01-95

senior onderzoekers Dhr. Prof.Mr. W. van Boom (EUR) 01-10-05 Dhr. Mr. E.H.P. Brans (VU) 01-06-99 Dhr. Prof.Mr. C.C. van Dam (UU) 01-09-98 Dhr. Dr. N. Frenk (VU) 01-03-02 Mw. Prof.Mr. S. Klosse (UM) 01-10-04 Dhr. Prof.Mr. S.D. Lindenbergh (EUR) 01-02-07 Dhr. Mr. S.Y.Th. Meyer (VU) 01-09-98 30-09-06 Dhr. Prof.Dr. J. Neethling (UNISA) 01-04-05 Dhr. Prof.Dr. H. Nys (KUL/UM)* 01-02-06 Mw. Prof.Dr. G. Schamps (UCL) 01-04-05 Mw. Dr. C. van Schoubroeck (KUL) 01-01-95 Dhr. Dr. R. Schwitters (UvA) 01-10-07 Dhr. Prof.Mr. J. Spier (UM) 01-10-99 Dhr. Dr. A. Van (VU) 01-03-02 Dhr. Mr. A.J. Verheij (UU) 01-09-98

onderzoekers Dhr. Dr. M. van Dam 01-10-99 31-03-05

153 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Begin Einde Mw. Mr. H. Eijk-van Graveland (UU) 01-01-97 31-05-06 Mw. Mr. E.F.D. Engelhard (UU) 04-10-03 Dhr. Prof.Mr. Ph.H.J.G. van Huizen (UU) 01-01-95 Dhr. Drs. N.J. Philipsen (UM)* 01-02-06 Mw. Mr.Drs. M.S.A. Vegter (VU) 27-09-05 Dhr. Dr. T. Vanden Borre 01-07-01 31-03-05

promovendi Mw. V. Bruggeman (UM) 01-10-05 Mw. Mr. J. van de Bunt (UL) 01-02-02 Mw. Mr. L. Deben (LUC/UM) 01-10-03 21-12-07 Dhr. Mr. E. van Dongen (UM) 01-10-07 Dhr. D. Droshout (KUL/UM) 01-05-04 Mw. Mr. T.A. Hekster (VU) 01-01-01 Mw. Mr. L. Hendrix (VU) 01-02-07 Dhr. Mr.Ing. N.J. Margetson (UvA) 01-10-05 Mw. Mr. R. Rijnhout (UU) 01-10-07 Dhr. Mr. L. Smeehuijzen (VU) 01-02-07 Dhr. Mr. F. Sobczak (UM) 01-10-07 Mw. Mr. M. Stouten (UU) 01-10-07 Mw. Mr.Drs. M.S.A. Vegter (VU) 01-06-00 26-09-05

* Participeerde voorheen in het opgeheven programma ‘Consumentenrecht’

D. TREFWOORDEN

Aansprakelijkheid, Schadevergoeding, Verzekering

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Leiderschap, managementstijl & communicatie

Het programma wordt geleid door twee aan de Universiteit Maastricht verbon- den onderzoeksleiders, Michael Faure en Ton Hartlief, die de coördinatie van de werkzaamheden binnen het programma voor hun rekening nemen. Zij on- derhouden regelmatig contacten met de andere onderzoeksleiders. In beginsel is er één onderzoeksleider per betrokken instelling. Het betreft Arno Akkermans voor de Vrije Universiteit Amsterdam, Herman Cousy voor de Katholieke Uni- versiteit Leuven, Gerrit van Maanen (eveneens Universiteit Maastricht) en se- dert (2005) zijn overgang van Tilburg naar Utrecht eveneens Ivo Giesen (Uni- versiteit Utrecht).

154 Aansprakelijkheid en verzekering

Vanuit de coördinatoren wordt regelmatig via e-mailcorrespondentie met ande- re onderzoeksleiders overlegd over te ondernemen activiteiten, bijvoorbeeld gezamenlijke congressen of de te organiseren workshop op de jaarlijkse Ius Commune conferentie.

Daarnaast vinden regelmatig workshops plaats waaraan een groot deel van de bij het programma betrokken onderzoekers deelnemen. Alle onderzoekers bin- nen het programma treffen elkaar derhalve minstens éénmaal per jaar tijdens de jaarlijkse Ius Commune conferentie. Daarnaast wordt ook in het kader van vele onderzoeksprojecten samengewerkt, in welk kader ook workshops en congres- sen worden georganiseerd.

II. Programmaopzet

Het gezamenlijk onderzoek dat in het kader van deze onderzoeksgroep wordt verricht richt zich op het blootleggen van de grondslagen van aansprakelijkheid en verzekering. De groep kenmerkt zich qua methodologie door enerzijds een gerichtheid op zowel positiefrechtelijk als fundamenteel onderzoek en ander- zijds rechtsvergelijkend en multidisciplinair onderzoek. Het positiefrechtelijk fundamenteel onderzoek richt zich meer bepaald op de vraag naar de doelstel- lingen van aansprakelijkheid en verzekering en naar de relatie tussen aanspra- kelijkheid en verzekering. Daarin staat bijvoorbeeld de vraag centraal in hoe- verre een uitbreidende aansprakelijkheidslast van invloed is op de verzeker- baarheid van bepaalde risico's. Omgekeerd wordt ook de vraag gesteld in hoe- verre verzekerbaarheid een criterium dient te zijn bij het afbakenen van de grenzen van de aansprakelijkheid. Ten dele wordt, ter invulling van die vraag, positiefrechtelijk onderzoek verricht waarin de aandacht uitgaat naar ontwikke- lingen in het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht, mede in het licht van ont- wikkelingen in het buitenland en in Europa. Daarnaast wordt ook kritisch gere- flecteerd op de rol van het aansprakelijkheidsrecht als compensatiemechanisme, mede in het licht van andere vergoedingssystemen (aansprakelijkheidsverzeke- ring, directe verzekering, sociale zekerheid, compensatiefondsen).

Het rechtsvergelijkend onderzoek heeft onder meer tot doel te pogen de grond- slagen van het aansprakelijkheidsrecht in Europa bloot te leggen. Bij dat stre- ven participeren de onderzoekers in verschillende Europese gremia die een ge- lijkaardige doelstelling hebben. Zo wordt door leden van de groep gepartici- peerd in de European Group on Tort and Insurance Law, het project over the European civil code en het case-books project. De multidisciplinaire benade- ringswijze bestaat in de eerste plaats in een samenwerking met rechtseconomen en verzekeringseconomen. De gedachte is dat een goed inzicht in verzeker- baarheid van aansprakelijkheid uitsluitend verkregen kan worden door ook de rechtseconomie bij de analyse te betrekken. Daarnaast wordt sinds kort ook voorzichtig bezien in hoeverre de cognitieve psychologie een inspiratiebron kan zijn voor een juiste wijze van omgaan met het aansprakelijkheidsrecht (vgl.

155 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 vooral de Utrechtse oratie van Giesen en, doch in mindere mate, de Rotter- damse oratie van Van Boom).

De onderzoeksgroep streeft bovendien ook naar het verwerven van middelen vooral uit de tweede geldstroom, maar ten dele ook uit de derde geldstroom. Bij dat laatste staat de onderzoeksgroep echter steeds voor ogen dat het derdegeld- stroomonderzoek ondersteunend dient te zijn voor het fundamenteel weten- schappelijk onderzoek. Vereist is dan ook steeds dat onderzoeksresultaten, ook wanneer deze door externe financiering tot stand kwamen, van zodanige kwali- teit zijn dat publicatie kan plaatsvinden. De onderzoeksgroep participeert in een groot aantal tweede- en derdegeldstroomprojecten.

De onderzoeksgroep is voornemens om gezamenlijk met de partners uit de on- derzoekschool de uitvoering van het onderzoeksprogramma voort te zetten. In concreto betekent dit dat de aandacht zal blijven uitgaan naar congres- organisatie, gezamenlijke publicaties en publicatie van onderzoeksresultaten in peer-reviewed tijdschriften. Ook zal steeds gepoogd worden via tweede- en derdegeldstroomonderzoek extra middelen te werven.

De maatschappelijke relevantie van het binnen de onderzoeksgroep uitgevoerde onderzoek behoeft nauwelijks enige toelichting. De onderzoeksgroep houdt zich bezig met rechtseconomisch (multidisciplinair) en rechtsvergelijkend on- derzoek waarbij, conform de centrale probleemstelling van het programma, wordt onderzocht hoe aansprakelijkheid en verzekering kunnen worden ingezet ter preventie van ongevallen en hoe een optimale compensatie kan worden ge- boden aan slachtoffers van ongevallen. Door dit vergelijkend onderzoek wordt nagegaan welke de gemeenschappelijke grondslagen zijn van het aanspra- kelijkheidsrecht in Europa. Tegelijk wordt onderzocht in hoeverre een uitdijend aansprakelijkheidsrecht de verzekerbaarheid in gevaar brengt en of op zoek moet worden gegaan naar alternatieve mechanismen om compensatie aan slachtoffers van ongevallen te bieden. Die vragen zijn, mede gelet op enkele tragische voorvallen in de recente actualiteit, zeker maatschappelijk relevant.

III. Beoogde resultaten

Uit de hierboven beschreven programmaopzet volgt duidelijk dat de onderzoe- kers binnen dit programma aansprakelijkheid en verzekering beogen via zowel positiefrechtelijk fundamenteel onderzoek als via rechtsvergelijkend en multi- disciplinair onderzoek de grondslagen van aansprakelijkheid en verzekering bloot te leggen. Deels wordt als resultaat beoogd beter inzicht te krijgen in de rol van instrumenten zoals aansprakelijkheid en verzekering bij de preventie van verschillende soorten ongevallen; daarbij wordt ook specifiek aandacht besteed aan de onderscheiden rol van aansprakelijkheid en verzekering als compensatiemechanisme naast andere vergoedingsmechanismen zoals sociale zekerheid en compensatiefondsen. Deels wordt ook beoogd door het onderzoek beter inzicht te krijgen in onderscheiden in aansprakelijkheid en verzekerings-

156 Aansprakelijkheid en verzekering recht in verscheidene Europese rechtsstelsels en tenslotte wordt eveneens be- oogd inzicht te verkrijgen in de vraag in welke mate een harmonisatie of min- stens betere afstemming van het aansprakelijkheidsrecht binnen Europa in ont- wikkeling is en in welke mate zulks als wenselijk kan worden gekwalificeerd.

IV. Relatie tot de onderzoeksschool

Er kan zowel een inhoudelijke als een praktische relatie tussen dit programma en de onderzoeksschool Ius Commune worden blootgelegd. Op praktisch vlak zijn de lijnen met de wetenschappelijke leiding van de Ius Commune onder- zoeksschool uiteraard bijzonder kort aangezien een van de coördinatoren van het programma aansprakelijkheid en verzekering tevens wetenschappelijk di- recteur van de Ius Commune onderzoekschool is. Dit garandeert een soepele en vlotte doorstroming van informatie vanuit de wetenschappelijke leiding van de Ius Commune onderzoekschool naar het programma en vice versa.

Op inhoudelijk vlak moge duidelijk zijn dat dit programma, zoals zojuist om- schreven in de opzet, een bijdrage levert aan de centrale probleemstelling van de Ius Commune onderzoeksschool. Immers, centraal in de onderzoeksschool staat de vraag welke de rol is van het recht bij internationale integratieproces- sen. Precies die vraag wordt binnen dit programma onderzocht op het specifie- ke terrein van het aansprakelijkheidsrecht en, in verband daarmee, de beschik- bare verzekeringsdekking. Die fundamentele Ius Commune vraag wordt echter niet alleen vanuit de traditionele rechtsvergelijking bekeken (onder meer door de noodzaak van harmonisatie kritisch te bestuderen), doch tevens wordt fun- damenteel onderzoek verricht naar de grondslagen van het aansprakelijkheids- recht, ook in relatie tot andere instrumenten die parallel met het aansprakelijk- heidsrecht kunnen worden ingezet ter vergoeding van slachtoffers.

V. Academische reputatie

Vele onderzoekers uit de onderzoeksgroep participeren in internationale sa- menwerkingsverbanden. Hieronder zal bijvoorbeeld worden gewezen op de participatie van leden van de groep in de European Group on Tort Law. Ook in andere verbanden wordt samengewerkt zoals de Trento Group (meer bepaald is Giesen namens Nederland nationaal rapporteur voor het onderdeel personal injury compensation). Uit de publicatielijsten blijkt tevens dat vele leden van de onderzoeksgroep publiceren in multidisciplinaire en ook internationale tijd- schriften met een systeem van peer review. Daarnaast zijn ook vele leden van de onderzoeksgroep (vooral de onderzoeksleiders) betrokken bij redactie van tijdschriften en worden zij ook herhaaldelijk gevraagd om contractonderzoek uit te voeren, hetzij voor de overheid (bijvoorbeeld het Ministerie van Justitie), hetzij voor betrokken maatschappelijke actoren (zoals het Verbond van Verze- keraars of de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg). Zulks kan als een indi- catie van de reputatie van het programma worden beschouwd.

157 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Wat de indicaties van de reputatie van de onderzoeksgroep betreft kan in de eerste plaats worden gewezen op de wervende kracht van de onderzoeksgroep op het vlak van tweede- en derdegeldstroomonderzoek. De onderzoeksgroep is in staat gebleken enkele grote projecten (vanuit SaRO en ZON) aan te trekken. Daarenboven is de onderzoeksgroep ook in staat gebleken internationaal (voor- al bij de Europese Commissie en de OESO) een wervende kracht op potentiële opdrachtverstrekkers uit te oefenen, hetgeen als een indicatie van reputatie kan worden gezien.

VI. Effecten van de samenwerking

De samenwerking heeft binnen dit programma de facto geleid tot vele projec- ten, gezamenlijke boeken en bundels, evenals conferenties die zonder de sa- menwerking in het kader van de Ius Commune onderzoekschool niet tot stand zouden zijn gekomen. Bijna jaarlijks wordt een gezamenlijke bundel gepubli- ceerd en de samenwerking in het kader van eerst het SaRO-project en vervol- gens het door NWO gefinancierde Shifts in Governance-programma maken duidelijk dat ten gevolge van de samenwerking onderzoeksresultaten zijn gege- nereerd die ook tot onderzoeksverbanden met anderen leiden. Bijvoorbeeld de beide genoemde (door NWO gefinancierde) projecten (SaRO en Shifts in Governance) werden uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit van Til- burg. Bovendien kan nogmaals gewezen worden op de samenwerking met de European Group on Tort Law en het European Centre of Tort and Insurance Law (in Wenen).

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 2,85 2,95 3,13 Universitair hoofddocent 0,20 0,20 0,30 Universitair docent 0,60 0,43 0,20 Postdocs 0,23 0,30 0,30 Junior onderzoekers (AIO/OIO) 1,20 1,20 3,43

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

I. Shifts in Governance

Deels als voortzetting van het SaRO-programma participeerden verscheidene onderzoekers van het programma (onder meer Engelhard, Philipsen, Faure, Hartlief en Van Maanen) in een nieuw programma dat in samenwerking met de Universiteit van Tilburg (later: Erasmus Universiteit Rotterdam) is ontwikkeld onder het motto ‘Shifts in Governance’. Dit NWO-gefinancierd programma draagt als titel ‘The shift from civil law to public funding and backward’ en werd gecoördineerd door Willem van Boom (thans EUR) in samenwerking met

158 Aansprakelijkheid en verzekering

Michael G. Faure (Maastricht). Het project had een looptijd van drie jaren en is van start gegaan op 1 april 2004 en liep dus tot 1 april 2007.

Er vonden regelmatig workshops plaats en tweemaal werd ook een internatio- nale conferentie gehouden, waarbij ook de andere onderzoekers van het pro- gramma worden betrokken.

In de kern bestudeerde het programma Shifts in Governance in welke mate een verschuiving tussen private en publieke financieringssystemen heeft plaats- gevonden en wordt derhalve de relatie tussen het aansprakelijkheidsrecht, ver- zekering en andere financieringssystemen (zoals sociale zekerheid en compen- satiesystemen) bestudeerd.

Dit gebeurt op de volgende terreinen: - arbeidsongevallen en beroepsziekten; - milieu; - medische aansprakelijkheid en medische experimenten; - rampen en terrorisme.

De belangrijkste resultaten van dit programma werden gepubliceerd in:

¾ Van Boom, W.H. en Faure, M. (eds.), Shifts in compensation between pri- vate and public systems, Wien New York: Springer, 2007.

¾ Faure, M. en Verheij, A. (eds.), Shifts in compensation for environmental damage, Wien New York: Springer, 2007.

¾ Klosse, S. en Hartlief, T. (eds.), Shifts in compensating work-related inju- ries and diseases, Wien New York: Springer, 2007.

II. Gemeenschappelijke activiteiten en publicaties

Verscheidene gezamenlijke publicaties en onderzoeksactiviteiten vonden de afgelopen jaren plaats. Wij wijzen ondermeer op:

¾ European Group on Tort Law (eds.), Principles of European Tort Law. Text and commentary, Wien New York: Springer, 2005.

¾ Faure, M. and Hartlief, T. (eds.), Financial Compensation for Victims of Catastrophes. A Comparative Legal Approach, Wenen, Springer, 2006.

¾ Faure, M. and Hartlief, T., (red.), Financiële voorzieningen na rampen in het buitenland, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2006.

¾ Verscheidene leden van de onderzoekschool (en van dit programma Aan- sprakelijkheid en verzekering) hebben bijgedragen aan: Van Tiggelen-van 159 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

der Velde, N., Kamphuisen, J.G.C. en Lauwerier, B.K.M. (red.), Liber Ami- corum Prof.Mr. J.H. Wansink, Deventer, Kluwer, 2006 (met bijdragen van onder meer Van Boom, Cousy, Faure en Hartlief en Van Schoubrouck.

¾ Op 20-21 januari 2005 werd een conferentie georganiseerd te Maastricht onder de titel Financial compensation for victims of catastrophes. Deze conferentie vormde de voortzetting van een contractonderzoek (zie infra onder 4) over de financiële vergoeding voor slachtoffers van rampen. Aan deze conferentie werd door vele onderzoekers in het programma deel- genomen.

¾ Tijdens het jaarlijks Ius Commune congres te Edinburgh op 1 december 2005 vond een workshop plaats met als thema Liability of Supervisors.

¾ Er vond een congres plaats in Leuven met als thema The Principles of Euro- pean Tort Law, op 19 mei 2006.

¾ Tijdens de Ius Commune jaarvergadering te Utrecht op 30 november 2006 werd een workshop gehouden met als thema Rechtsvorming, aanspra- kelijkheid en verzekering in Ius Commune perspectief. Diverse onderzoe- kers bespraken dat thema vanuit een eigen perspectief, waarbij Giesen bij- voorbeeld reeds enkele voorlopige resultaten van zijn onderzoek voor diens latere NJV-preadvies inzake ‘Alternatieve regelgeving’ (verdedigd te Haar- lem op 8 juni 2007) besprak en ter discussie voorlegde aan de groep.

¾ Op 13 juni 2007 werd er ter ere van de inaugurale rede van W.V.H. Rogers aan de UU als Wiarda-gasthoogleraar 2006 op het terrein van het ‘European Tort Law’ een expert meeting gehouden over Third Parties Losses in a Comparative Perspective onder leiding van dagvoorzitter Spier, met bijdra- gen van de onderzoekers Van Boom, Van Dam, Engelhard en Giesen. Dit resulteerde tevens in een gezamenlijke publicatie in de Utrecht Law Review eind 2007.

¾ Tijdens de Ius Commune jaarvergadering te Luik op 30 november 2007 werd een workshop gehouden met als thema The role of experts in establis- hing the amount of damage. De resultaten daarvan zullen in een thema- nummer van het Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR) worden gepubliceerd en daarnaast zal ook een bundel tot stand komen onder redactie van S. Lindenbergh en G. Van Maanen.

¾ In 2007 werd door de onderzoekers van de Ius Commune Onderzoekschool geparticipeerd in een project over de rol van gedragswetenschappen in het privaatrecht (onder leiding van I. Giesen, A.J. Verheij en W.H. van Boom). Vanuit de onderzoekschool werd, naast die drie redacteuren, onder meer geparticipeerd door M. Faure, E. Engelhard en S. Lindenbergh. In de eerste helft van 2008 zullen de resultaten van een en ander in boekvorm verschij-

160 Aansprakelijkheid en verzekering

nen (bij BJu). Het project markeert de multidisciplinaire benadering die binnen de onderzoeksschool meer en meer in zwang is geraakt.

III. Contractonderzoek

Rechtsvergelijkend onderzoek van griffierechtenstelsels Het WODC-onderzoek gaat na op welke wijze de wetgeving in het buitenland voorziet in een bijdrage van procederende partijen aan de kosten van de recht- spraak die door de overheid voor haar rekening wordt genomen in zaken van niet-strafrechtelijke aard. Het onderzoek wordt uitgevoerd met het oog op het verschaffen van inzicht in de relatie tussen bekostiging van de rechtspraak door bijdragen van partijen enerzijds en anderzijds: a. de hoogte van die kosten die voor rekening van de overheid blijven; b. het beroep dat op door de overheid aan zich getrokken geschilbeslechting wordt gedaan; c. de kosten die voor rekening van partijen blijven; d. de wijze waarop partijen de voor hun rekening blijvende kosten opbrengen; e. de eisen die aan de toegang tot de rechtspraak worden gesteld door art. 6 EVRM. Het rapport is beschikbaar via: .

Internationale Vergelijking van Beloningssystemen in Juridische Beroepen Ten gevolge van een discussie in Nederland of het actuele beloningssysteem voor juridische beroepen en, strikter genomen of een resultaat gerelateerd belo- ningssysteem wenselijker zou zijn, concentreert dit WODC-onderzoeksproject zich op de situatie in andere landen: verbieden zij het resultaat gerelateerd be- loningssysteem of tolereren zij het, en als dat zo is onder welke voorwaarden? De kern van het onderzoek richt zich op de internationale vergelijking van be- loningssystemen in juridische beroepen in 7 landen: Ierland, Verenigd Konink- rijk, Griekenland, Duitsland, België, Frankrijk en Denemarken. Het doel van dit project is de situatie te exploreren met betrekking tot dit resul- taat gerelateerde beloningssysteem in de bovengenoemde landen en de moge- lijke gevolgen voor het debat in Nederland. Het rapport is beschikbaar via: .

Honoraria van Belangenbehartigers in Letselschadezaken Onderzoek in opdracht van de Stichting Personenschade Instituut van Verzeke- raars (PIV). Onderzoekers: M. Faure, N. Philipsen, F. Fernhout. Onderzocht is hoe de Buitenrechtelijke Kosten (BGK) zijn geëvolueerd van 2001-2006, onder meer in vergelijking met andere parameters, zoals het index- cijfer. Op basis van een onderzoek van meer dan duizend dossiers is onder

161 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 meer inzicht verkregen in de relatie tussen het bedrag aan BGK en de totale schadevergoeding.

Aansprakelijkheid van toezichthouders Cees van Dam deed in 2006 in opdracht van het WODC onderzoek naar de aansprakelijkheid van toezichthouders in Nederland en de landen om ons heen, inclusief de EU en het stelsel van het EVRM. Meer bepaald werd onderzocht in hoeverre het huidige Nederlandse systeem van aansprakelijkheid op dit vlak momenteel voldoende functioneert en of wijzigingen daarin nodig zouden zijn. Van Dam concludeert onder andere dat de huidige regels prima geschikt zijn om deze nieuwe vorm van aansprakelijkheid te reguleren en dat een immuniteit van toezichthouders niet aan de orde is. Het rapport is beschikbaar via: deel 1: . deel 2: .

IV. Samenwerking met de European Group on Tort Law, ECTIL en Cambridge

Verscheidene leden van de onderzoekschool (Akkermans, Van Boom, Cousy, Faure, Giesen, Hartlief) nemen deel aan activiteiten in het kader van het Euro- pean Centre of Tort and Insurance Law en het daaraan gelieerde Research Unit for European Tort Law en participeren in de publicaties van het centre.

Zo participeerden Van Boom, Cousy en Faure aan de publicatie van P. Widmer over Unification of Tort Law: Fault (The Hague, Kluwer Law International, 2005) en participeerden verschillende leden (waaronder Faure en Spier) aan het door G. Wagner geredigeerde boek Tort Law and Liability Insurance (Wien New York: Springer, 2005). Ook werd door verschillende leden (onder meer van Boom) bijgedragen aan de ECTIL publicatie onder redactie van Martin- Casals over Children in Tort Law: part I: Children as Tort Feasors (Wien New York: Springer, 2006). Bovendien participeerden Van Boom en Giesen in het vanuit het ECTIL opgezette Digest project (gericht op de Engelstalige ontslui- ting van nationale rechtspraak uit diverse Europese landen over thema's uit het aansprakelijkheidsrecht), waarvan het eerste deel over condicio sine qua non in 2007 verscheen.

Tevens werd in 2006 een begin gemaakt met een samenwerking met Cambrid- ge in een project over European Legal Development (o.l.v. John Bell en David Ibbetson) dat speciaal focust op het aansprakelijkheidsrecht en de ontwikkeling van ‘fault’ tussen 1850 en 2000 (Giesen, Hondius, Verheij, Van Dam, Van Maanen en Engelhard).

162 Aansprakelijkheid en verzekering

Verscheidene onderzoekers participeerden ook in het door van Boom geïniti- eerde project over tort law and regulatory law. In dat kader werd een conferen- tie bij Ectil in Wenen georganiseerd en in 2007 een bundel gepubliceerd met verscheidene bijdragen van onderzoekers van de school.

H. VOORTZETTING

Waar het oorspronkelijke programma voornamelijk de nadruk legde op het klassieke aansprakelijkheidsrecht en verzekering is, na de actualisering van het programma en aanpassing van de methodologische benadering, een lichte in- houdelijke bijstelling waar te nemen:

- waar in een eerste periode voornamelijk rechtsvergelijkend aan aansprake- lijkheidsrecht werd gedaan, waarbij de verschillen tussen aansprakelijk- heidssystemen in Europa in kaart werden gebracht onderzoekt de onder- zoeksgroep nu in toenemende mate ook kritisch in hoeverre een harmoni- satie van aansprakelijkheidsrecht in Europa daadwerkelijk tot stand moet; dit kritische verkennen van de grenzen van harmonisatie zal ook de komen- de jaren verder worden gezet;

- aanvankelijk werd ook vooral onderzoek gedaan naar de functie van het aansprakelijkheidsrecht, ook in relatie tot de mogelijke verzekerbaarheid. Dat onderzoek van verschillende leden van de onderzoeksgroep heeft echter tot de vraag geleid of er geen aanleiding is tot een fundamentele heroriënte- ring van het aansprakelijkheidsrecht: een oproep waaraan door de onder- zoeksgroep gehoor zal worden gegeven (zo is er in Utrecht een aio-project van start gegaan over het nut en de noodzaak van een fundamentele herzie- ning van het schadevergoedingsrecht voor derden);

- waar oorspronkelijk voornamelijk aandacht werd besteed aan de wissel- werking tussen aansprakelijkheid en verzekering (bijvoorbeeld door onder- zoek naar regres, maar ook naar de verzekerbaarheid van aansprakelijkheid) wordt thans ook in toenemende mate aandacht besteed aan de relatie tussen het aansprakelijkheidsrecht en andere vergoedingssystemen, zoals het so- ciale zekerheidsrecht, maar ook compensatiefondsen. Specifiek bij nieuwe risico's en grootschalige schadegevallen zoals rampen rijst de vraag naar de specifieke functie van het aansprakelijkheidsrecht vergeleken met andere compensatiesystemen. Juist daarom zoekt de onderzoeksgroep steeds meer samenwerking met sociale zekerheidsjuristen;

- deze multidisciplinaire is ook voortgezet bij de zoektocht naar de functies van het aansprakelijkheidsrecht. Bijvoorbeeld bij het zoeken naar de rol van het aansprakelijkheidsrecht bij de verwerking van persoonlijk leed wordt ondermeer door samenwerking met psychologen nagegaan welke gevolgen een schadegeval voor een slachtoffer heeft en in welke mate het aansprake- lijkheidsrecht daaraan tegemoet kan komen. In dit verband kan ook worden

163 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

gewezen op het door Akkermans en collegae uitgevoerde onderzoek, waar- bij de behoeften van slachtoffers werden geïnventariseerd;

Dit maakt duidelijk dat ook een samenwerking met medici en meer bepaald een onderzoek naar de medische expertise noodzakelijk is. In toenemende mate wordt dan ook aandacht besteed aan de rol van deskundigen voor de beoorde- ling van aansprakelijkheid en verzekering. Traditioneel werd dit door vele le- den van de onderzoeksgroep reeds onderzocht in het kader van causaliteitsvra- gen, toch thans wordt ook in ruimer kader aan de (medische) expertise aandacht besteed.

I. KERNPUBLICATIES

De gekozen kernpublicaties bieden een beeld van het type onderzoek dat bin- nen de onderzoeksgroep wordt verricht. De bundels bevatten bijdragen van verschillende leden uit de onderzoeksgroep vanuit de diverse faculteiten. Daar- enboven behandelen de bundels belangrijke thema's vanuit een grensverleggend perspectief.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (Eds.). (2006). Financial Compensation for Victims of Catastrophes. A Comparative Legal Approach. Wien New York: Springer. (466 + xvi p.)

Boom, W.H. van & Faure, M.G. (Eds.). (2007). Shifts in Compensation between Private and Public Systems (Tort and Insurance Law, 22). Wien New York: Springer. (vii + 246 p.)

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Giesen, I. (2005). Toezicht en aansprakelijkheid. Een rechtsvergelijkend onder- zoek naar de rechtvaardiging voor de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van toezichthouders ten opzichte van derden (Recht en Praktijk, 132). Deventer: Kluwer. (XII + 251 p.)

Boom, W.H. van (2006). Efficacious Enforcement in Contract and Tort (Inaugurele rede Erasmus Universiteit, 21 april 2006). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (63 p.)

Dam, C.C. van (2006). European Tort Law. Oxford: Oxford University Press. (LVIII + 538 p.)

Hartlief, T. & Klosse, S. (Eds.). (2007). Shifts in compensating work-related injuries and diseases (Tort and Insurance Law, 20). Wien New York: Springer Verlag. (ix + 236 p.)

164 Aansprakelijkheid en verzekering

K. DISSERTATIES

Vegter, M.S.A. (26 september 2005). Vergoeding van psychisch letsel door de werkgever. Vrije Universiteit (756 p.) (Den Haag: Sdu). Prom./coprom.: Prof. A. Akkermans & Prof. G.J.J. Heerma van Voss.

Deben, L. (21 december 2007). De optimale inrichting van de verkeersboete in België en Nederland vanuit een strafrechtelijk en bestuursrechtelijk perspectief. Een juridische en rechtseconomische analyse (xxi + 405 p.) (Antwerpen: Intersentia). Prom/coprom.: Prof. M.G. Faure & Prof. L. Vereeck.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Akkermans, A. (2005). Proportional liability in cases of lung cancer. In S.P. McGriffen (Ed.), The Polluter pays. Notes from the international conference on asbestos held in Amsterdam in May, 2004 (p. 131-134). Hoorn: Comité Asbest- slachtoffers.

Akkermans, A. (2005). Verbeterde vraagstelling voor medische expertises. Een inventarisatie van knelpunten, verbeteringen en mogelijke verdere aanpak. Tijd- schrift voor Vergoeding Personenschade, 2005-3, 69-80.

Akkermans, A., Van, A.J. & Elferink, M.H. (2005). Verbetering van het medische traject: De activiteiten van de Projectgroep medische deskundigen in de rechtspleging en de IWMD. Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, 4, 116-121.

Akkermans, A. (2006). Verbetering van het medische traject. In J. Smit (Ed.), Kwaliteitsverbetering van het letselschadetraject: inleidingen gehouden op het symposium van de Vereniging van Letselschade Advocaten 2006 (Letsel- schadereeks, 17) (p. 53-65). Den Haag: Sdu.

Akkermans, A. & Orsouw, E.M. van (2006). Nu is het er dan toch echt: het nieuwe verzekeringsrecht. In M.M. MacLean (Ed.), Nieuw verzekeringsrecht. De wettelijke regeling per 1 januari 2006 (p. 14-32). Amsterdam: Kennedy Van der Laan.

Akkermans, A.J. (2007). Meer aandacht voor emotionele dimensie komt herstel van het slachtoffer ten goede. PIV-Bulletin, 7, 1-6.

Akkermans, A.J. & Groot, G. (2007). Schadevaststelling, bewijslastverdeling en deskundigenbericht. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 501-509.

165 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Akkermans, A.J. & Hendrix, L.G.J. (2007). Causaliteitsonzekerheid bij informed consent. Beschouwingen naar aanleiding van Chester v. Afshar. Tijd- schrift voor Gezondheidsrecht, 7, 498-515.

Akkermans, A.J. & Wees, K.A.P.C. (2007). Het letselschadeproces in thera- peutisch perspectief. Hoe door verwaarlozing van zijn emotionele dimensie het afwikkelingsproces van letselschade tekortschiet in het nastreven van de eigen doeleinden. Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, 4, 103-118.

Akkermans, A.J., Wees, K.A.P.C., Huver, R.M.E. & Elbers, N.A. (2007). Meer dan geld alleen. Resultaten van een onderzoek naar behoeften, verwachtingen en ervaringen van slachtoffers en hun naasten met betrekking tot het civiele aansprakelijkheidsrecht. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 56, 852-861.

Boom, W. van (2005). Fault under Dutch Law. In P. Widmer (Ed.), Unification of Tort Law: Fault (p. 167-178). The Hague: Kluwer Law International.

Boom, W. van (2005). 29 955: een klein wetsvoorstel dat grote ergernis teweeg brengt. Nederlands Juristenblad, 12, 635-636.

Boom, W. van (2005). Een uiting van maatschappelijke betrokkenheid. Aan- sprakelijkheid, Verzekering & Schade, 2(11), 60-67.

Boom, W. van (2005). Some remarks on the Decline of Rylands v Fletcher and the Disparity of European Strict Liability Regimes. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 3, 618-637.

Boom, W.H. van et al. (Eds.). (2006). Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (Rotterdam Institute of Private Law, 1). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (VIII + 380 p.)

Boom, W.H. van (2006). Children as victims under Dutch law. In M. Martín- Casals (Ed.), Children in Tort Law Part II: Children as Victims (Tort and insurance law, 17 and 18) (p. 175-189). Wien New York: Springer.

Boom, W.H. van (2006). Children as tortfeasors under Dutch law. In M. Martín-Casals (Ed.), Children in Tort Law: Part I: Children as Tortfeasors (Tort and insurance law, 17 and 18) (p. 291-309). Wien New York: Springer.

Boom, W.H. van (2006). Compensatie bij geboorteschade – verschuivingen van aansprakelijkheid naar alternatieve vergoedingsarrangementen. In M. Buijsen (Ed.), Onrechtmatig leven? Opstellen naar aanleiding van Baby Kelly (p. 181- 230). Nijmegen: Valkhof Pers.

Boom, W.H. van (2006). Compensating and preventing damage: is there any future left for tort law? In H. Tiberg (Ed.), Essays on tort, insurance, law and society in honour of Bill W. Dufwa (p. 287-293). Stockholm: Jure Förlag AB.

166 Aansprakelijkheid en verzekering

Boom, W.H. van (2006). Oublié d’assurer, obligé de compenser? Enige opmerkingen over aansprakelijkheid van de werkgever wegens het niet verze- keren van zijn werknemer. In N. van Tiggele-van der Velde et al. (Eds.), De Wansink-bundel: van draden en daden: liber amicorum prof. mr. J.H. Wansink (Serie verzekeringsrecht) (p. 61-72). Deventer: Kluwer.

Boom, W.H. van & Doorn, C.J.M. van (2006). Productaansprakelijkheid en productveiligheid. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek consu- mentenrecht: een overzicht van de rechtspositie van de consument (p. 261-280). Zutphen: Paris.

Boom, W.H. van & Kottenhagen, R.J.P. (2006). De Richtlijn oneerlijke bedingen en haar plaats in het Nederlandse recht. In W. van Boom et al. (Eds.), Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (Rotterdam Institute of Private Law, 1) (p. 181-230). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Boom, W.H. van (2006). Compensatie voor geboorteschade – van aansprake- lijkheid naar ‘no-fault’? Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 1, 8-24.

Boom, W.H. van (2006). Financiële toezichtwetgeving en nietige overeen- komsten. Vermogensrechtelijke annotaties, 1, 1-36.

Boom, W.H. van, Lindenbergh, S.D. & Pape, S.B. (Eds.). (2007). Privaatrecht ondersteund – Doelen, baten, kosten en effecten van bijzondere ondersteuning door de overheid van privaatrechtelijke handhaving. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (239 p.)

Boom, W.H. van, Lukas, M. & Kissling, C. (Eds.). (2007). Tort and Regulatory Law (Tort and Insurance Law, 19). Wien New York: Springer. (xi + 477 p.)

Boom, W.H. van (2007). On the Intersection between Tort Law and Regulatory Law – A Comparative Analysis. In W.H. van Boom, M. Lukas & C. Kissling (Eds.), Tort and Regulatory Law (Tort and Insurance Law, 19) (p. 419-448). Wien New York: Springer.

Boom, W.H. van & Faure, M.G. (2007). Introducing Shifts in Compensation between Private and Public Systems. In W.H. van Boom & M. Faure (Eds.), Shifts in Compensation between Private and Public Systems (Tort and Insurance Law, 22) (p. 1-27). Wien New York: Springer.

Boom, W.H. van & Faure, M.G. (2007). Concluding Remarks. In W.H. van Boom & M. Faure (Eds.), Shifts in Compensation between Private and Public Systems (Tort and Insurance Law, 22) (p. 219-236). Wien New York: Springer.

Boom, W.H. van & Pinna, A. (2007). Shifts from Liability to Solidarity: The Example of Compensation of Birth Defects. In W.H. van Boom & M.G. Faure (Eds.), Shifts in Compensation between Private and Public Systems (Tort and Insurance Law, 22) (p. 143-180). Wien New York: Springer. 167 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Boom, W.H. van, Lindenbergh, S.D. & Pape, S.B. (2007). Inleiding. In W.H. van Boom, S.D. Lindenbergh & S.B. Pape (Eds.), Privaatrecht ondersteund – Doelen, baten, kosten en effecten van bijzondere ondersteuning door de overheid van privaatrechtelijke handhaving (p. 1-12). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Boom, W.H. van (2007). Effectuerend handhaven in het privaatrecht. Nederlands Juristenblad, 16, 982-991.

Boom, W.H. van, Doorn, C.J.M. van, Pape, S.B., Sujecki, B. & Tuil, M.L. (2007). Informatie en financiële dienstverlening aan consumenten. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 3, 75-82.

Borry, P., Nys, H. & Dierickx, K. (2007). Carrier testing in minors: conflicting views. Nature Review Genetics, 8, 828.

Borry, P., Goffin, T., Nys, H. & Dierickx, K. (2007). Attitudes regarding carrier testing in incompetent children. A survey of European clinical geneticists. European Journal of Human Genetics, 15, 1211-1217.

Borry, P., Stultiëns, L., Nys, H. & Dierickx, K. (2007). Attitudes towards predictive genetic testing in minors for familial breast cancer: a systematic review. Critical Reviews in Oncology Hematology, 64, 173-181.

Brans, E.H.P. (2005). De EU-richtlijn Milieuaansprakelijkheid. In R. Mellenbergh & R. Uylenburgh (Eds.), Aansprakelijkheid voor schade aan de natuur (p. 33-56). Groningen: Europa Law Publishing.

Brans, E.H.P. (2005). Liability for Damage to Public Natural Resources under the 2004 EC Environmental Liability Directive. European Environmental Law Review, 90-109.

Brans, E.H.P. (2006). De positie van de vervuiler onder de vernieuwde Wet bodembescherming. Tijdschrift voor Milieuschade en Aansprakelijkheid, 2, 43- 45.

Brans, E.H.P. (2007). Het wetsvoorstel tot implementatie van de EU richtlijn Milieuaansprakelijkheid (2004/35/EG). Milieu en Recht, 34(9), 536-545.

Bruggeman, V., Faure, M.G. & Hartlief, T. (2007). Verplichte verzekering in België. Bulletin des Assurances. Tijdschrift voor Verzekeringen, 361, 387-402.

Callens, S., Volbragt, I. & Nys, H. (2007). Legal thoughts on the implications of cost-reducing guidelines for the quality of health care. Health Policy, 83, 422-431.

168 Aansprakelijkheid en verzekering

Cousy, H. (2005). Het regres van de eindverkoper en andere aansprakelijk- heidsvorderingen. In S. Stijns & J. Stuyck (Eds.), Het nieuwe kooprecht. De wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen (p. 129-145). Antwerpen: Intersentia.

Cousy, H. (2005). Het voorzorgsbeginsel: een confrontatie van recht, weten- schap, technologie en verzekering. In Lustrumboek 40 jaar Jura Falconis (Jura Falconis Libri) (p. 1-12). Brussel: Larcier.

Cousy, H. & Droshout, D. (2005). Fault under Belgian Law. In P. Widmer (Ed.), Unification of Tort Law (Principles of European tort law, 10) (p. 27-51). The Hague: Kluwer Law International.

Cousy, H. (2006). Drei Bemerkungen zu gegenwärtigen Tendenzen des europäischen Versicherungsvertragsrechts. In E. Lorenz (Ed.), Karlsruher Forum 2005: Schuldrechtsmodernisierung – Erfahrungen seit dem 1. Januar 2002 (VersR-Schriftenreihe, 34) (p. 218-223). Karlsruhe: Verlag Versiche- rungswirtschaft GmbH.

Cousy, H. (2006). Insurance Law. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (p. 312-324). Cheltenham: Edward Elgar.

Cousy, H. (2006). Le droit des assurances en Belgique ou la question de savoir si le beau ou le mauvais temps à Paris influence toujours celui de Bruxelles (en tant que capitale de la Belgique). In H. Cousy, B. Tilleman, A. Verbeke & L. Thévenoz (Eds.), Droit des contrats: France, Suisse, Belgique (Contrats & Patrimoine) (p. 313-333). Bruxelles: De Boeck & Larcier.

Cousy, H. (2006). The future of insurance contract law: towards a ‘rapprochement’ of insurance contract law and the rules of conduct in financial services. In New Trends in the Law of Insurance Contracts, International Congress of Athens. (p. 12-20). Athens: A.N. Sakkoulas Editions.

Cousy, H. (2006). ‘L'arroseur arrosé’ ou quelques considérations sur la respon- sabilité civile des autorités de surveillance du secteur financier. In M. Asselain, J.-L. Aubert & C. Belleau (Eds.), Responsabilité civile et assurances Etudes offertes à Hubert Groutel (Litec – JurisClasseur) (p. 105-117). Paris: Litec/ LexisNexis.

Cousy, H. (2006). Le spleen de Paris and The Art of Harmonisation and Restatement. In H. Tiberg (Ed.), Essays on Tort, Insurance, Law and Society in honour of Bill W. Dufwa (p. 355-365). Stockholm: Jure Förlag AB.

Cousy, H. & Schoubroeck, C. van (2006). The influence of scientific and technological innovations on personal insurance (Belgian report). XII AIDA World Conference on Insurance Law: Buenos Aires (2006, oktober 16 – 2006, oktober 19). Available from: [31-10-2006].

169 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Cousy, H. (2006). El principio de precaución y sus relaciones con el derecho de seguros. Ibero-Latinoamericana de Seguro, 23, 11-31.

Cousy, H. & Schoubroeck, C. Van (Eds.). (2007). Discriminatie in verzekering – Discrimination et Assurance. Antwerpen/Brussel: Maklu Uitgevers/Academia Bruylant. (294 p.)

Cousy, H., (2007). Het herkwalificatiedebat vanuit verzekeringstechnische hoek bekeken. L. Ballon, H. Cousy, W. Devroe, K. Geens, J. Stuyck, B. Tilleman & P. Van Orshoven (Eds.), Liber Amicorum Frans Vanistendael (p. 71-79). Herentals: Knops Publishing.

Cousy, H. (2007). Pikante details over een beruchte driehoeksverhouding: de rechtstreekse vordering in de aansprakelijkheidsverzekering. In Aansprakelijk- heid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen, 2006-2007 (Gandaius – Postuniversitaire Cyclus Willy Delva) (p. 417-455). Mechelen: Kluwer Rechtswetenschappen.

Cousy, H. & Droshout, D. (2007). De ‘Principles of European Tort Law’ (PETL) – Proeve van een Nederlandstalige versie. In A. Alen, E. Dirix, W. Pin- tens & P. Senaeve (Eds.), Feestbundel Hugo Vandenberghe (p. 71-89). Brugge: die Keure.

Cousy, H. (2007). El fin del seguro? Consideraciones sobre el seguro privado y sus fronteras. Foro de Derecho Mercantil: Revista Internacional, 14, 7-29.

Cousy, H. (2007). Gedragsnormen: een nieuwe rechtsbron in het financiële recht. Le droit des affaires // Het ondernemingsrecht, 82, 253-257.

Cousy, H. (2007). Komt er dan toch een Europese harmonisatie van het verzekeringscontractenrecht? Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht, 8, 741- 746.

Dam, C.C. van (2005). Dutch Case Law on the EU Product Liability Directive. In D. Fairgrieve (Ed.), Product Liability in Comparative Perspective (p. 126- 137). Cambridge: Cambridge University Press.

Dam, C.C. van (2005). De directe actie in het nieuwe verzekeringsrecht. Ver- keersrecht: Juridisch Maandblad Betreffende het Wegverkeer, 53, 101-106.

Dam, C.C. van (2006). Aansprakelijkheid van Toezichthouders. Een analyse van de aansprakelijkheidsrisico's voor toezichthouders wegens inadequaat handhavingstoezicht en enige aanbevelingen voor toekomstig beleid. London: British Institute of International and Comparative Law. (309 p.)

Dam, C.C. van (2006). Toezicht. Interventie bij het preadvies van prof. mr A.A. van Rossum (10 juni 2005). In Handelingen Nederlandse Juristen-Vereniging, 135(2). (p. 25-28). Deventer: Kluwer. 170 Aansprakelijkheid en verzekering

Dam, C.C. van (2006). Het nieuwe verzekeringsrecht en het Indemniteits- beginsel. Verkeersrecht: Juridisch Maandblad Betreffende het Wegverkeer, 5, 133-136.

Dam, C.C. van, Sterk, C.H.W.M. & Wassenaer, G.M. van (2006). 100 Jaar Wegenverkeerswetgeving. De invloed van verkeersarresten op het algemene aansprakelijkheidsrecht. Verkeersrecht: Juridisch Maandblad Betreffende het Wegverkeer, 11, 347-354.

Dam, C.C. van (Ed.). (2007). Aansprakelijkheid van de wegbeheerder. Den Haag: ANWB. (224 p.)

Dam, C.C. van (2007). De gemiddelde consument in Europa: een pluriforme verschijning. In D. Busch & H.N. Schelhaas (Eds.), Vergelijkender Wijs (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (p. 59-73). Deventer: Kluwer.

Dam, C.C. van (2007). European Tort Law and the Many Cultures of Europe. In T. Wilhelmsson, E. Paunio & A. Pohjolainen (Eds.), Private Law and the Many Cultures of Europe (p. 57-80). The Hague: Kluwer Law International.

Dam, C.C. van (2007). Inleiding. In C.C. van Dam (Ed.), Aansprakelijkheid van de wegbeheerder (p. 9-12). Den Haag: ANWB.

Dam, C.C. van & Budaite, E. (2007). The Statutory Frameworks and General Rules on Unfair Commercial Practices in the 25 EU Member States on the Eve of Harmonisation. In C. Twigg-Flesner, D. Parry, G. Howells & A. Nordhausen (Eds.), The Yearbook of Consumer Law 2008 (p. 107-139). Aldershot: Ashgate.

Dam, C.C. van (2007). Aansprakelijkheid van de Europese Commissie en de NMa voor falend toezicht op fusies en overnames. Naar aanleiding van GEA 11 juli 2007, Zaak T-351/03 (Schneider Electric/Commissie). Nederlands tijd- schrift voor Europees recht, 272-283.

Dam, C.C. van (2007). Aansprakelijkheid van de wegbeheerder in Engeland, Frankrijk en Duitsland. Verkeersrecht, 55, 404-407.

Dam, C.C. van, Engelhard, E.F.D. & Giesen, I. (2007). Third Party Losses in a Comparative Perspective – Three Short Lectures in Honour of W.H.V. Rogers. Utrecht Law Review, 3(2), 70-100. [Online]. Available from: [01-06-2007].

De Bauw, M., Decock, G., D'Hanis, H., Janssens, V., Nys, H., Peeters, E., Vancorenland, K. & Vandemoortel, J. (2007). Recht voor Verpleegkundigen en Vroedvrouwen. Mechelen: Kluwer. (501 p.)

Deben, L. & Vereeck, L.M.C. (2007). Naar een nieuw sanctioneringsmodel in het verkeer: welke weg inslaan? Verkeer, aansprakelijkheid en verzekering, 1, 1-7. 171 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Engelhard, E.F.D. (2006). Kroniek Schadevergoedingsrecht. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 14-28.

Engelhard, E.F.D. (2007). Shifts of Work-Related Injury Compensation. Back- ground Analysis: The Concurrence of Compensation Schemes. In T. Hartlief & S. Klosse (Eds.), Shifts in compensating work-related injuries and diseases (Tort and Insurance Law, 20) (p. 9-82). Wien New York: Springer Verlag.

Faure, M.G. (2005). Economic Analysis of Fault. In P. Widmer (Ed.), Unifica- tion of Tort Law: Fault (p. 311-330). The Hague: Kluwer Law International.

Faure, M.G. (2005). Financial compensation in case of catastrophes: a Euro- pean law and economics perspective. In H. Koziol & B.C. Steininger (Eds.), European Tort Law 2004 (p. 2-27). Wien New York: Springer.

Faure, M.G. (2005). Risicodifferentiatie als eis van maatschappelijk verant- woord ondernemen. In J.J.A. Hamers, C.A. Schwarz & B.T.M. Steins Bisschop (Eds.), Noodzaak, plicht of wenselijkheid van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een multi-disciplinaire verkenning (p. 153-168). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Faure, M.G. (2005). The view from law and economics. In G. Wagner (Ed.), Tort Law and Liability Insurance (p. 239-273). Wien New York: Springer.

Faure, M.G. (2005). Solidariteit en individualisering in private verzekering en sociale zekerheid. Nederlands Juristenblad, 1786-1791.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (Eds.). (2006). Financiële voorzieningen na rampen in het buitenland. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (180 + xvii p.)

Faure, M.G. (2006). Accident Compensation. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (p. 1-17). Cheltenham: Edward Elgar.

Faure, M.G. (2006). Solidarity versus Differentiation in Insurance Contracts. In H. Tiberg et al. (Eds.), Essays on Tort, Insurance, Law and Society in Honor of Bill W. Dufwa (p. 445-456). Stockholm: Jure Förlag.

Faure, M.G. (2006). Comparative and Policy Conclusions. In M. Faure & T. Hartlief (Eds.), Financial Compensation for Victims of Catastrophes. A Com- parative Legal Approach (p. 389-452). Wien New York: Springer.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). Introduction. In M. Faure & T. Hartlief (Eds.), Financial Compensation for Victims of Catastrophes. A Comparative Legal Approach (p. 1-6). Wien New York: Springer.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). The Netherlands. In M. Faure & T. Hartlief (Eds.), Financial Compensation for Victims of Catastrophes. A Comparative Legal Approach (p. 195-226). Wien New York: Springer.

172 Aansprakelijkheid en verzekering

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). Inleiding. In M. Faure & T. Hartlief (Eds.), Financiële voorzieningen na rampen in het buitenland (p. 1-7). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). Rechtsvergelijking. In M. Faure & T. Hartlief (Eds.), Financiële voorzieningen na rampen in het buitenland (p. 81- 121). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). Analyse. In M. Faure & T. Hartlief (Eds.), Financiële voorzieningen na rampen in het buitenland (p. 123-158). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). Compensatie voor Beroepsziekten en de Zorg voor betere Arbeidsomstandigheden. In S. Klosse et al. (Eds.), Arbeid en Gezondheid. Schipperen tussen Verantwoordelijkheid en Bescherming. Had Geers het geweten! (p. 179-196). Maastricht: UPM.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). Samenvatting en aanbevelingen. In M. Faure & T. Hartlief (Eds.), Financiële voorzieningen na rampen in het buitenland (p. 159-171). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). The Netherlands. In H. Koziol & B.C. Steininger (Eds.), European Tort Law (p. 414-443). Wien New York: Springer.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). Verplichte verzekering. In N. Vantiggele- Van der Velde, J.G.C. Kamphuizen & B.K.M. Lauwerier (Eds.), De Wansink bundel. Van draden en daden (p. 223-246). Deventer: Kluwer.

Faure, M.G. (2006). Economic Criteria for Compulsory Insurance. Geneva Papers on Risk and Insurance Theory, 31, 149-168.

Faure, M.G. & Bergh, R. van den (2006). Compulsory Insurance of loss to property caused by natural disasters: competition or solidarity? World Com- petition, 29(1), 25-54.

Faure, M.G., Fenn, P. & Young, R. (2006). Defenses in negligence: implica- tions for tort feasor care. International Review of Law and Economics, 26, 67- 87.

Faure, M.G., Hartlief, T. & Philipsen, N.J. (2006). Funding of personal injury litigation and claims culture: Evidence from the Netherlands. Utrecht Law Review, 2(2), 1-21.

Faure, M.G. (2007). Economic Analysis of Tort and Regulatory Law. In W.H. van Boom, M. Lukas & C. Kissling (Eds.), Tort and Regulatory Law (Tort and Insurance Law, 19) (p. 399-415). Wien New York: Springer.

173 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Faure, M.G. (2007). Verzekeringen. In W.C.T. Weterings (Ed.), De economi- sche analyse van het recht (p. 109-117). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Faure, M.G. (2007). Strafrecht. In W.C.T. Weterings (Ed.), De economische analyse van het recht (p. 141-155). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Faure, M.G. & Bruggeman, V. (2007). Causal Uncertainty and Proportional Liability. In L. Tichy (Ed.), Causation in Law (p. 105-121). Praag: Univerzita Carlova.

Faure, M.G. (2007). Compensation for Occupational Diseases and the Importance of Prevention: A Law and Economics Perspective. European Journal of Social Security, 9, 127-168.

Faure, M.G. (2007). Is Risk Differentiation on European Insurance Markets in Danger. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 14, 83-100.

Faure, M.G., Young, R. & Fenn, P. (2007). Multiple Tortfeasors: An Economic Analysis. International Review of Law and Economics, 3(1), 111-132.

Frenk, N (2005). De wet collectieve afwikkeling massaschade en de aandelen- lease-affaire. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6630, 593- 594.

Frenk, N (2005). Subrogatie in het nieuwe verzekeringsrecht (art. 7:962 BW). Verkeersrecht: Juridisch Maandblad Betreffende het Wegverkeer, 265-268.

Frenk, N (2005). Vie d’Or, aandelenlease en de reikwijdte van het collectief actierecht. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 296-300.

Frenk, N (2005). Ziekenfonds of particulier? Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 443-445.

Frenk, N (2005). Voortschrijdend inzicht? (Reactie op het artikel van S.D. Lindenbergh, NJB 2005, p. 841 e.v.). Nederlands Juristenblad, 1295-1296.

Frenk, N. (2006). Naar echte eigen schuld? Over toerekening aan de benadeel- de in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. (Inaugurele rede Vrije Uni- versiteit Amsterdam, 10 februari 2006). Amstelveen: deLex.

Frenk, N. (2006). Aansprakelijkheid, verzekering en verjaring. In N. Van Tiggele-van der Velde, J.G.C. Kamphuisen & B.K.M. Lauwerier (Eds.), De Wansink-bundel: van draden en daden: liber amicorum prof. mr. J.H. Wansink (Verzekeringsrecht) (p. 247-259). Deventer: Kluwer.

Frenk, N. (2006). Hoofdstuk 22. Collectieve acties. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek Consumentenrecht (p. 449-470). Zutphen: Paris.

174 Aansprakelijkheid en verzekering

Frenk, N. (2006). Naar echte eigen schuld? Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 41-47.

Frenk, N. (2006). Utopische wetgeving en verzekerbaarheid. Aansprakelijk- heid, Verzekering & Schade, 108-117.

Frenk, N. (2006). Definitieve afwikkeling van de DES-zaak in zicht. Aanspra- kelijkheid, Verzekering & Schade, 149-153.

Frenk, N. (2006). Het nieuwe verzekeringsrecht: invloed op en afstemming met het pensioenrecht. Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken, 123-128.

Frenk, N. & Salomons, F.R. (2006). De directe actie: verbetering van de moge- lijkheden van slachtoffers om hun schade vergoed te krijgen. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6658, 200-209.

Frenk, N. & Salomons, F.R. (2006). Het nieuwe verzekeringsrecht. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 380-384 & 439-443.

Gastmans, C., Dierickx, K., Nys, H. & Schotsmans, P. (Eds.). (2007). New Pathways for European Bioethics. Antwerp: Intersentia. (224 p.)

Giesen, I. (2005). Handle with care! De waarschuwingsplicht in het buiten- contractuele aansprakelijkheidsrecht. (Inaugurele rede Universiteit Utrecht, 9 november 2005) Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (97 p.)

Giesen, I. (2006). De argumenten voor of tegen aansprakelijkheid van toezicht- houders. Referentie bij het preadvies van Prof.Mr. A.A. van Rossum. In Ver- slag van de op 10 juni 2005 te Den Haag gehouden algemene vergadering over: Toezicht (Handelingen Nederlandse Juristen-Vereniging, 2005-2) (p. 19- 24). Deventer: Kluwer.

Giesen, I. (2006). De psychologie achter de waarschuwing: Handle with care! Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 1, 3-8.

Giesen, I. (2006). Proportioneel vermogensrecht: deining aan de Haagse kust. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6680, 645-646.

Giesen, I. (2006). Regulating Regulators through Liability: the Case for Apply- ing Normal Tort Rules on Supervisors. Utrecht Law Review, 2(1). [Online]. Available from: [01-06-2006].

Giesen, I. (2007). Alternatieve regelgeving en privaatrecht (Monografieën privaatrecht, 8). Deventer: Kluwer. (IX + 178 p.)

Giesen, I. (2007). De rol van de rechter bij massaschade: maatwerk of partij- autonomie. Nederlands Juristenblad, 41, 2613-2614.

175 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Giesen, I. (2007). PETL: de ‘Europese’ omkering van de bewijslast. Aanspra- kelijkheid, Verzekering & Schade, 6, 271-276.

Giesen, I. & Emaus, J. (2007). Limitering van aansprakelijkheid in het perso- nenvervoer in het licht van artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Verkeersrecht, 369-375.

Hartlief, T. (2005). Verzekerbaarheid van aansprakelijkheid in het perspectief van maatschappelijk verantwoord ondernemen. In J.J.A. Hamers, C.A. Schwarz & B.T.M. Steins Bisschop (Eds.), Noodzaak. Plicht of wenselijkheid van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (p. 129-152). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Hartlief, T. (2005). De Hoge Raad en de aansprakelijkheid voor hulppersonen. In P.F.A. Bierbooms, H. Pasman & G.M.F. Snijders (Eds.), Aspecten van aansprakelijkheid (p. 149-167). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Hartlief, T. (2005). Toezichthouders: vertrouwen of aansprakelijkheid? In Geschonden vertrouwen, Jonge balie congresbundel (p. 53-61). Den Haag: Elsevier.

Hartlief, T. (2005). Aansprakelijkheid met terugwerkende kracht, in Krom recht. Ars Aequi, 54, 553-563.

Hartlief, T. (2005). Leven in een claimcultuur: wie is er bang voor Ameri- kaanse toestanden? Nederlands Juristenblad, 80, 830-834.

Hartlief, T. (2005). Aansprakelijkheid van toezichthouders: vertrouwen is goed, controle beter? Bespreking van NJV-preadvies van A.A. van Rossum. Neder- lands Juristenblad, 80, 1126-1130.

Hartlief, T. (2005). Een olifant in het heilige huis van het privaatrecht. Nederlands Juristenblad, 80, 2189-2194.

Hartlief, T. (2005). Asbest en aansprakelijkheid: de reikwijdte van de recht- spraak omtrent werkgeversaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 80, 41-49.

Hartlief, T. (2005). Prognoses in het personenschaderecht. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 5, 159-167.

Hartlief, T. (2005). Bewuste roekeloosheid:consistentie bij begrenzing in het privaatrecht. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6646, 953- 954.

Hartlief, T. (2005). Hollandse Toestanden: de Hoge Raad over ‘wrongful life’. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 22, 232-248.

176 Aansprakelijkheid en verzekering

Hartlief, T. (2005). Kroniek aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht 2004/2005. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 23, 454-470.

Hartlief, T. (2006). Interventie op de NJV-vergadering naar aanleiding van preadvies van A.A. van Rossum over Aansprakelijkheid van de toezichthouder. In Handelingen NJV 2005-II (p. 55-59). Deventer: Kluwer.

Hartlief, T. (2006). De grillige ontwikkeling van het aansprakelijkheidsrecht met het oog op verzekerbaarheid. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 96-108.

Hartlief, T. (2006). Pruisken/Organice: schadevergoeding bij overlijden. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 281-287.

Hartlief, T. (2006). Onkruidverdelging bij de lelieteelt: reflexwerking van risicoaansprakelijkheid. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 899-906.

Hartlief, T. (2006). Oordelen over juridisch onderzoek anno 2006. Nederlands Juristenblad, 420-423.

Hartlief, T. (2006). Wie heeft er recht op vergoeding van personenschade? Enkele opmerkingen over afbakening van de kring van gerechtigheid in het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht (themanr. Derdenschade). Tijd- schrift voor Vergoeding Personenschade, 98-104.

Hartlief, T. (2006). Zicht op toezichthoudersaansprakelijkheid na Linda en Vie d’Or. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6688, 799-801.

Hartlief, T. (2007). De staat van het privaatrechtelijke gezondheidsrecht, in Gezondheidsrecht: betekenis en positie. In preadvies voor de Vereniging voor Gezondheidsrecht, ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Vereniging (p. 53-121). Den Haag: Sdu.

Hartlief, T. & Klosse, S. (2007). Shifts in compensating work-related injuries and diseases. In T. Hartlief & S. Klosse (Eds.), Shifts in compensating work- related injuries and diseases (Tort and Insurance Law, 20) (p. 1-9). Wien New York: Springer Verlag.

Hartlief, T. & Klosse, S. (2007). Concluding Observations. In T. Hartlief & S. Klosse (Eds.), Shifts in compensating work-related injuries and diseases (Tort and Insurance Law, 20) (p. 221-229). Wien New York: Springer Verlag.

Hartlief, T. (2007). Alternatieve regelgeving en privaatrecht, bespreking van NJV-preadvies van I. Giesen. Nederlands Juristenblad, 82, 1288-1294.

Hartlief, T. (2007). Over stelselherzieningen en het geloof in wetten. Nederlands Juristenblad, 82, 1569-1570.

177 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hartlief, T. (2007). Ernstig letsel en eigen schuld: billijkheid of smartengeld? Nederlands Juristenblad, 82, 2672-2675.

Hartlief, T. (2007). PETL: Basic Norm en Liability Based on Fault. Aanspra- kelijkheid, Verzekering & Schade, 7, 49-54.

Hartlief, T. (2007). Waar draait het om in het aansprakelijkheidsrecht? Ars Aequi: juridisch studentenblad, 56, 115-117.

Hartlief, T. (2007). Royal & Sun Alliance/Universal Pictures: redelijkheid en billijkheid als fundament voor een proportionele benadering. Ars Aequi: juri- disch studentenblad, 56, 358-364.

Hekster, T.A. (2005). De aansprakelijkheid van de wegbeheerder van onver- harde wegen. Maandblad voor vermogensrecht, 7-8, 149-152.

Huizen, Ph.H.J.G. van (2005). Hoofdstuk 13: Verzekerbaar belang. In M.L. Hendrikse, Ph.H.J.G. van Huizen & J.G.J. Rinkes (Eds.), Nieuw Verzekerings- recht praktisch belicht (Recht en praktijk, 137) (p. 219-228). Deventer: Kluwer.

Huizen, Ph.H.J.G. van (2005). Het (verzekerbaar) belang. Nederlands Tijd- schrift voor Handelsrecht, 6, 250-254.

Huizen, Ph.H.J.G. van (2006). Algemene voorwaarden en logistiek. In M.L. Hendrikse et al. (Eds.), Algemene Voorwaarden (Recht en Praktijk, 143) (p. 607-624). (4de druk). Deventer: Kluwer.

Huizen, Ph.H.J.G. van & Kruisinga, S.A. (2006). Een bankgarantie: lees maar, er staat wat er staat. In M. de Cock Buning, E.H. Hondius & J.J. Brinkhof (Eds.), Internationaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide (p. 137-145). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Klosse, S. (Ed.). (2006). Arbeid en Gezondheid; schipperen tussen verantwoor- delijkheid en bescherming. Had Geers het geweten! Maastricht: Universitaire Pers Maastricht. (298 p.)

Klosse, S. (2006). Arbeid en Gezondheid, publieke of private verantwoorde- lijkheid? In S. Klosse (Ed.), Arbeid en Gezondheid; schipperen tussen verant- woordelijkheid en bescherming. Had Geers het geweten! (p. 9-23). Maastricht: Universitaire Pers Maastricht.

Klosse, S. (2006). Nieuwe accenten: nieuwe pijlers? In S. Klosse (Ed.), Arbeid en Gezondheid; schipperen tussen verantwoordelijkheid en bescherming. Had Geers het geweten! (p. 259-277). Maastricht: Universitaire Pers Maastricht.

Klosse, S. (2005). Van WAO naar WIA: een verantwoorde omslag? Neder- lands Tijdschrift voor Sociaal Recht, 2005/7-8, 247-258.

178 Aansprakelijkheid en verzekering

Klosse, S. (2006). WIA: prikkel tot werk of tot een toenemend gebruik van het aansprakelijkheidsrecht? Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 5, 139-149.

Klosse, S., Bekker, S. & Wilthagen, T. (2007). Making it work: introduction to the Special Issue on the Future of the European Employment Strategy. International Journal of Comparative Labour Law and Industrial Relations, 4, 489-499.

Lindenbergh, S.D. (2007). Alles is betrekkelijk. Over de relatie tussen norm- schending en sanctie in het aansprakelijkheidsrecht. (Inaugurele rede Erasmus Universiteit Rotterdam 15 december 2006). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Lindenbergh, S.D. & Haak, K.F. (Eds.). (2007). Personenschade van de reizi- ger in Europees perspectief (RIPL series, 2). Den Haag: Sdu. (viii + 160 p.)

Lindenbergh, S.D. (2007). Beperking van aansprakelijkheid bij personenschade van de reiziger, techniek en tendens in het gemene vermogensrecht. In K.F. Haak & S.D. Lindenbergh (Eds.), Personenschade van de reiziger in Europees perspectief (p. 37-49).

Lindenbergh, S.D. (2007). Damages as a Remedy for Infringements upon Privacy. In K. Ziegler (Ed.), Human Rights and Private Law, Privacy as Autonomy (p. 93-101). Oxford: Hart Publishing.

Lindenbergh, S.D. (2007). Principles of European Tort Law: General condi- tions of Liability, Damage. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 83-87.

Lindenbergh, S.D. (2007). Beperking van aansprakelijkheid bij personenschade van de reiziger: techniek en tendens. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 88-93.

Lindenbergh, S.D. (2007). Vaststelling van schade en de rol van de deskundige daarbij. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 10, 428-434.

Maanen, G.E. van & Engelhard, E.F.D. (2005). Europese Klassieker: Phelps v Hillington Borough Council (2001) 2 AC 619. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 6, 267-273.

Maanen, G.E. van (2006). Civiele aansprakelijkheid van toezichthouders. Be- perking door relativiteit, marginale toetsing of immuniteit. Lessen uit Vie d’Or voor Bart Groen. In Groenboek. Drie opstellen aangeboden aan Bart Groen (p. 7-21). Maastricht: Universitaire Pers Maastricht.

Maanen, G.E. van (2006). Frits Stroink in de Hoge Raad! Waarom het bestuursrecht een volwaardige rechtsgang moet krijgen. In A.W. Heringa et al. (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber amicorum prof. mr. F.A.M. Stroink (p. 71-83). Den Haag: Sdu. 179 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Maanen, G.E. van (2006). Subsidiarity of the action for unjustified enrichment. French Law and Dutch Law: different solutions for the same problem. European Review of Private Law, 14(3), 409-421.

Maanen, G.E. van (2006). Civiele letselschadeclaims bij de Centrale Raad van Beroep. Beter af bij de Hoge Raad? Tijdschrift voor Vergoeding Personen- schade, 57-65.

Maanen, G.E. van (2006). Ongerechtvaardigde verrijking. In balans na vijftig jaar. Vermogensrechtelijke annotaties, 1, 37-51.

Maanen, G.E. van (2007). Vie d'Or en de ramkoers van de Linda. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 1, 1.

Maanen, G.E. van (2007). Boek 8: een (lastige) dochter die op kamers woont. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 3, 113-116.

Maanen, G.E. van (2007). Overheidsaansprakelijkheid voor gebrekkig toezicht. Weging van argumenten en juridische technieken naar aanleiding van de Enschedese vuurwerkramp. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 4, 127-141.

Margetson, N.J. & Hendrikse, M.L. (2005). Te late premiebetaling/opzegging van de verzekeringsovereenkomst. In M.L. Hendrikse, Ph.H.J.G. van Huizen & J.G.J. Rinkes (Eds.), Nieuw verzekeringsrecht praktisch belicht (Recht en praktijk, 137) (p. 236-240). Deventer: Kluwer.

Margetson, N.J. & Hendrikse, M.L. (2005). De ´nautische fout’ exceptie van de Hague Rules. Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht, 5, 480-487.

Margetson, N.J., Hendrikse, M.L. & Maters, T.M. (2007). Doorbreking van de bescherming van de CMR-vervoerder. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2, 35-51.

Neethling, J. (2005). Fault under South African law. In P. Widmer (Ed.), Unifi- cation of Tort Law: Fault (Principles of European tort law, 10) (p. 261-285). The Hague: Kluwer Law International.

Neethling, J. (2005). Protection of personality rights against invasions by mass media in South Africa. In H. Koziol & A. Warzilek (Eds.), Persönlichkeits- schutz gegenüber Massenmedien/The Protection of Personality Rights against Invasions by Mass Media (p. 261-285). Wien New York: Springer.

Neethling, J. (2005). Handhawing en miskenning deur die regspraak van die onderskeid tussen die regte op privaatheid en die liggaam (inbegrepe fisies- sinlike gevoelens) as selfstandige persoonlikheidsregte. Tydskrif vir heden- daagse Romeins-Hollandse reg, 344-349.

Neethling, J. (2005). Beskaduwing (‘shadowing’) as onregmatige privaatheid- skending. Tydskrif vir hedendaagse Romeins-Hollandse reg, 521-527.

180 Aansprakelijkheid en verzekering

Neethling, J. (2005). Delictual protection of the right to bodily integrity and security of the person against omissions by the state. South African Law Journal, 558-576.

Neethling, J. (2005). Die Carmichele-sage kom tot 'n gelukkige einde. Tydskrif vir die Suid-Afrikaanse Reg, 402-409.

Neethling, J. (2005). Identical duplication of a rival's product as unlawful com- petition. South African Mercantile Law Journal, 234-240.

Neethling, J. (2005). Personality rights: a comparative overview. Comparative and International Law Journal of Southern Africa, 210-245.

Neethling, J. & Potgieter, J.M. (2005). Middellike aanspreeklikheid van die staat vir verkragting deur polisiebeamptes. Tydskrif vir die Suid-Afrikaanse Reg, 595-602.

Neethling, J., Potgieter, J.M. & Visser, P.J. (2006). Deliktereg. Durban: Lexis Nexis Butterworths. (xii + 433 p.)

Neethling, J. (2006). Personality rights. In J.M. smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (p. 530-547). Cheltenham-Northampton: Edward Elgar.

Neethling, J. (2006). Protection under the South African law of delict of the right to physical-psychological integrity against omissions by the state. In H. Tiberg et al. (Eds.), Essays on tort, insurance, law and society in honour of Bill W. Dufwa (p. 809-832). Stockholm: Jure Förlag AB.

Neethling, J. (2006). Die betekenis en beskerming van die eer, dignitas en menswaardigheid in gemeenregtelike en grondwetlike sin. In C. Nagel (Ed.), Gedenkbundel vir JMT Labuschagne (p. 85-100). Durban: LexisNexis Butterworths.

Neethling, J. (2006). Afwysing van 'n regsplig op polisiebeamptes om die reg op die fisies-psigiese integriteit en sekerheid van die persoon buiteom misdaad- situasies te beskerm. Obiter, 369-378.

Neethling, J. (2006). Blacklisting of debtor as credit risk – infringement of debtor's rights to creditworthiness and earning capacity as personal immaterial property rights. South African Mercantile Law Journal, 376-382.

Neethling, J. (2006). Commissioner South African Revenue Service v TFN Diamond Cutting Works (Pty) Ltd 2005 5 SA 113 (SCA). De Jure, 186-191.

Neethling, J. (2006). Die beskikbaarheid van die actio iniuriarum weens aan- tasting van die reg op die eer deur middel van die inwerking op grondwetlik- verskanste fundamentele regte. Tydskrif vir die Suid-Afrikaanse Reg, 197-205.

181 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Neethling, J. (2006). Owerspel, die vervreemding van gevoelens en die erken- ning van die reg op die gevoelslewe as persoonlikheids- en mensereg. Tydskrif vir hedendaagse Romeins-Hollandse reg, 342-347.

Neethling, J. (2006). Die nasciturus-fiksie verdwyn van die delikteregtoneel. Tydskrif vir hedendaagse Romeins-Hollandse reg, 511-517.

Neethling, J. (2006). The conflation of wrongfulness and negligence: Is it always such a bad thing for the law of delict? South African Law Journal, 204- 214.

Neethling, J. (2006). Toward a European ius commune in tort law: A practical experience. Fundamina, 81-98.

Neethling, J. & Potgieter, J.M. (2006). Die regsoortuiging van die gemeenskap as selfstandige onregmatigheidskriterium. Tydskrif vir die Suid-Afrikaanse Reg, 609-616.

Neethling, J., Potgieter, J.M. & Scott, T.J. (2007). Case Book on the Law of Delict/Vonnisbundel oor die Deliktereg (4th edition). Lansdowne: Juta. (xv + 1061 p.)

Neethling, J. (2007). Die deliktuele aanspreeklikheid van ouditeurs teenoor derdes. De Jure, 174-182.

Neethling, J. (2007). Laster: Relevansie tot relatiewe privilegie, en verantwoor- delikheid vir herpublikasie? De Jure, 193-199.

Neethling, J. (2007). Die Hoogste Hof van Appèl verleen erkenning aan die reg op identiteit as persoonlikheids- en fundamentele reg. Tydskrif vir die Suid- Afrikaanse Reg, 834-838.

Neethling, J. & Potgieter, J.M. (2007). In (self-)defence of the distinction between wrongfulness and negligence. South African Law Journal, 280-284.

Neethling, J. (2007). The passing-off action: requirements and protected interests – a conceptual and critical analysis. South African Law Journal, 459- 469.

Neethling, J. (2007). Raakpunte tussen die Suid-Afrikaanse en Duitse grond- wetlike beskerming van menswaardigheid – enkele riglyne vir die ontplooiing van ons reg. Tydskrif vir hedendaagse Romeins-Hollandse reg, 489-496.

Neethling, J. (2007). Risk-creation and the vicarious liability of employers. Tydskrif vir hedendaagse Romeins-Hollandse reg, 527-539.

182 Aansprakelijkheid en verzekering

Neethling, J. (2007). The protection of false defamatory publications by the mass media: Recent developments in South Africa against the background of Australian, New Zealand and English law. Comparative and International Law Journal of Southern Africa, 103-123.

Neethling, J. & Potgieter, J.M. (2007). Wrongfulness and negligence in the law of delict: a Babylonian confusion? Tydskrif vir hedendaagse Romeins- Hollandse reg, 120-130.

Neethling, J. & Potgieter, J.M. (2007). Middellike aanspreeklikheid vir 'n opsetlike delik. Tydskrif vir die Suid-Afrikaanse Reg, 616-622.

Neethling, J. & Potgieter, J.M. (2007). Noodtoestand: regverdigings- en skuld- uitsluitingsgrond. Tydskrif vir hedendaagse Romeins-Hollandse reg, 668-672.

Nys, H. (2005). Medisch recht. Leuven: Acco. (180 p.)

Nys, H. (2005). Organ transplantation. In J.K.M. Gevers, E.H. Hondius & J.H. Hubben (Eds.), Health Law, Human Rights and the Biomedicine Convention (p. 219-230). The Hague: Koninklijke Brill.

Nys, H. (2005). The Belgian Law of August 22, 2002 concerning the rights of patients. In Yearbook of European Medical Law (p. 91-100). Lidingö: The Institute of medical Law.

Nys, H. (2005). Beroepsgeheim van de verpleegkundigen en vroedvrouwen. In M. De Bouw (Ed.), Recht voor verpleegkundigen en vroedvrouwen (p. 192- 196). Mechelen: Kluwer.

Nys, H. (2005). Wettelijke hulpverleningsplicht. In M. De Bouw (Ed.), Recht voor verpleegkundigen en vroedvrouwen (p. 196-199). Mechelen: Kluwer.

Nys, H. (2005). Toedienen van verdovende middelen. In M. De Bouw (Ed.), Recht voor verpleegkundigen en vroedvrouwen (p. 202-206). Mechelen: Kluwer.

Nys, H. & Adams, M. (2005). Euthanasia in the low countries. Comparative reflections on the Belgian and Dutch euthanasia act. In P. Schotsmans & T. Meulenberghs (Eds.), Euthanasia and palliative care in the Low Countries (Ethical Perspectives Monograph Series) (p. 5-33). Leuven: Peeters.

Nys, H. (2005). Physician assisted suicide in belgian law. European Journal of Health Law, 39-42.

Nys, H. (2005). Wrongful life: enkele beschouwingen tegen de actergrond van de franse rechtspraak. Gezondheidszorg jurisprudentie, 69-72.

183 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Nys, H., Dute, J.C.J., Welie, S.P.K. & Wijmen van, F.C.B. (2005). Patient incompetence and substitute decision-making: an analysis of the role of the health care professional in Dutch law. Health Policy, 73, 21-40.

Nys, H., Callens, S. & Volbragt, I. (2006). Kostenbesparende richtlijnen, kwali- teitsvolle zorg en medische aansprakelijkheid. Antwerpen: Intersentia. (293 p.)

Nys, H., Callens, S. & Volbragt, I. (2006). Impact of cost containment meas- ures on medical liability. Journal of Evaluation in Clinical Practice, 595-600.

Nys, H., Callens, S. & Volbragt, I. (2006). Legal thoughts on the implications of cost-reducing guidelines for the quality of health care. Health Policy, 422- 431.

Nys, H. & Stultiëns, L. (2006). De rechten van de patiënt. Verslag van een onderzoek naar de rechten van de patiënt in België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Achtergrondstudie (Ext. rep. 3). Den Haag: Staat van de Gezondheidszorg. (100 p.)

Nys, H. & Wuyts, T. (2007). De wet betreffende de medisch begeleide voort- planting. Antwerpen: Intersentia. (117 p.)

Nys, H. (2007). Belang van het Biogeneeskunde-Verdrag van de Raad van Europa voor de ontwikkeling van het medisch recht in Europa. In W. Pintens, A. Alen, E. Dirix & P. Senaeve (Eds.), Vigilantibus Ius Scriptum, Feestbundel voor Hugo Vandenberghe (p. 223-236). Brugge: die Keure.

Nys, H. (2007). De ontwikkelingen in het medisch recht in 2006. In Recht in Beweging. 14de VRG-Alumnidag (p. 179-196). Antwerpen: Maklu.

Nys, H. (2007). European biolaw in the making: the example of the rules governing the removal of organs from deceased persons in the EU Member States. In C. Gastmans, K. Dierickx, H. Nys & P. Schotsmans (Eds.), New Pathways for European Bioethics (p. 161-178). Antwerp: Intersentia.

Nys, H. (2007). Physician involvement in a patients death: a continental Euro- pean perspective. In T.S. Jost (Ed.), Readings in comparative health law and bioethics (p. 279-324). Durham: Carolina Academic Press.

Nys, H. & Hansen, B. (2007). Belgien. In A. Eser et al. (Eds.), International perspectives on the status and protection of the extracorporeal embryo (p. 9- 35). Baden-Baden: Nomos.

Nys, H. (2007). Euthanasie: de toekomst van het Belgisch model. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 31, 199-203.

184 Aansprakelijkheid en verzekering

Nys, H., Stultiëns, L., Borry, P., Goffin, T. & Dierickx, K. (2007). Patient rights in EU member States after the ratification of the Convention on Human Rights and Biomedicine. Health Policy, 80, 223-235.

Philipsen, N.J., Adriaansen, C.A. & Maks, J.A.H. (2005). A Law and Economic Approach of the Regulatory Framework for Architects in the Netherlands. In E. Crals & L. Vereeck (Eds.), Regulation of Architects in Belgium and the Nether- lands, A Law and Economics Approach (p. 47-78). Leuven: Lannoo Campus.

Philipsen, N.J. & Maks, J.A.H. (2005). An economic analysis of the regulation of professions. In E. Crals & L. Vereeck (Eds.), Regulation of architects in Belgium and the Netherlands (p. 11-45). Leuven: Lannoo Campus.

Philipsen, N.J. (2005). Vrije beroepen, concurrentie en regeling in Nederland: zijn we op de goede weg? Sociaal-economische Wetgeving: Tijdschrift voor Europees en economisch recht, 53(2), 54-59.

Philipsen, N.J. (2007). Industrial Accidents and Occupational Diseases: Some Empirical Findings for the Netherlands, Belgium, Germany & Great Britain. In T. Hartlief & S. Klosse (Eds.), Shifts in compensating work-related injuries and diseases (Tort and Insurance Law, 20) (p. 159-196). Wien New York: Springer Verlag.

Philipsen, N.J. (2007). Prevention and Compensation of Work Injury in the United States: An Overview of Existing Empirical Evidence. In T. Hartlief & S. Klosse (Eds.), Shifts in compensating work-related injuries and diseases (Tort and Insurance Law, 20) (p. 197-220). Wien New York: Springer Verlag.

Philipsen, N.J. (2007). The Law and Economics of Professional Regulation: What Does the Theory Teach China? In Th. Eger, M.G. Faure & Z. Naigen (Eds.), Economic Analysis of law in China (p. 112-150). Cheltenham: Edward Elgar.

Rijnhout, R. & Vermaat, M.F. (2007). De toepassing van de Wet Maatschap- pelijke Ondersteuning: wie zal betalen? De gemeente of de dader? Tijdschrift voor Privaatrecht, 74-80.

Schamps, G. (2005). Le principe de précaution justifie-t-il une nouvelle responsabilité de droit civil belge? D’autres alternatives existent. In A. Wijffels (Ed.), Le Code civil entre ius commune et droit privé européen (p. 517-542). Bruxelles: Bruylant.

Schamps, G. (2005). The precautionairy principle versus a General Principle for Compensation of Victims of Dangerous Activities in Belgian Law. In H. Koziol & B.C. Steininger (Eds.), European Tort Law 2004 (p. 121-139). Wien New York: Springer.

185 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Schamps, G. (2006). L'application des droits du patient aux détenus et aux malades mentaux. In F. Digneffe & T. Moreau (Eds.), La responsabilité et la responsabilisation dans la justice pénale, Actes du colloque du 75ème anni- versaire de l'Ecole de criminologie de l’U.C.L (Perspectives criminologiques) (p. 55-64). Bruxelles: Larcier.

Schamps, G. (2006). Les nouveaux rôles et responsabilités du médecin. Rap- port de synthèse. In F. Bellivier & C. Noiville (Eds.), Nouvelles frontières de la santé, nouveaux rôles et responsabilités du médecin (Thèmes & commentaires. Actes) (p. 229-236). Paris: Dalloz.

Schamps, G. & Overstraeten, M. van (2007). Sport et politique de santé en Belgique: aperçu d'une problématique aux multiples facettes. In S. Depré (Ed.), Le sport dopé par l'État. Vers un droit public du sport? Actes du colloque orga- nisé le 17 mars 2006 par le Département de droit public de l'Université catho- lique de Louvain (p. 205-246). Bruxelles: Bruylant.

Schoubroeck, C. Van & Graeve, A. De (2005). Rechtsbijstandsverzekering: stand van zaken en actualia. In CBR (Ed.), CBR Jaarboek 2004-2005 (p. 499- 574). Antwerpen: Maklu Uitgevers.

Schoubroeck, C. Van & Thiery, Y. (2005). Fairness and equity in insurance classification. Etudes et Dossiers (Ext. rep. 299). Geneva: Geneva Association.

Schoubroeck, C. van (2005). Over opzettelijk veroorzaakte schadegevallen en verzekering. Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht, 819-829.

Schoubroeck, C. Van (2006). Over grenzen heen: het Belgisch internationaal privaatrecht inzake verzekeringen. In N. van Tiggele-van der Velde, J.G.C. Kamphuisen & B.K.M. Lauwerier (Eds.), De Wansink-bundel Van draden en daden. Liber amicorum Prof. Mr. J. H. Wansink (Verzekeringsrecht) (p. 389- 412). Deventer: Kluwer.

Schoubroeck, C. Van (2006). Rome II and liability insurance: some missed opportunities? In H. Tiberg et al. (Eds.), Essays on Tort, Insurance, Law and Society in Honour of Bill. W. Dufwa (p. 1015-1027). Stockholm: Jure Förlag AB.

Schoubroeck, C. Van & Graeve, A. de (2006). Artikel 29bis WAM-wet. In A. van Oevelen et al. (Eds.), Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commen- taar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer (p. 1-68). Deventer: Kluwer.

Schoubroeck, C. Van & Graeve, A. De (2006). Artikel 29bis WAM-wet. In H. Cousy, L. Schuermans & C. van Schoubroeck (Eds.), Verzekeringen. Artikels- gewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer (p. 1-68). Mechelen: Kluwer.

186 Aansprakelijkheid en verzekering

Schoubroeck, C. Van & Thiery, Y. (2006). Juridische grenzen aan classificatie in verzekeringen. In C. van Schoubroeck & H. Cousy (Eds.), Discriminatie in verzekering – Discrimination et Assurance (p. 137-205). Antwerpen: Maklu Uitgevers.

Schoubroeck, C. Van (2006). Nieuw verzekeringsrecht door de bril van de Belgische ervaring met de Wet op de landverzekeringsovereenkomst. Neder- lands Tijdschrift voor Handelsrecht, 3, 82-91.

Schoubroeck, C. Van & Thiery, Y. (2006). Discriminatie en verzekering, Preadvies 42ste Wetenschappelijk Congres van de Vlaamse Juristenvereniging over Discriminatie en het recht. Rechtskundig Weekblad, 263-286.

Schoubroeck, C. Van & Thiery, Y. (2006). Fairness and Equality in Insurance Classification. Geneva Papers on Risk and Insurance Theory, 190-211.

Schoubroeck, C. Van (2007). L'assurance d'un constructeur français édifiant sur le sol belge. In J. Senechal (Ed.), Journée franco-belge sur les opérations transfrontalières de construction. Regards sur la liberté de prestation de ser- vice (Collection Contrats & Patrimoine) (p. 53-68). Bruxelles: Larcier.

Schoubroeck, C. Van (2007). Vergoeding van verkeersongevallen ongeacht aansprakelijkheid. In Gandaius (Ed.), Aansprakelijkheid, aansprakelijkheids- verzekering en andere vergoedingssystemen, XXXIIIste Postuniversitaire cyclus Willy Delva (p. 519-596). Mechelen: Kluwer.

Schoubroeck, C. Van & Thiery, Y. (2007). Juridische grenzen aan classificatie in verzekeringen. In C. van Schoubroeck & H. Cousy (Eds.), Discriminatie in verzekering – Discrimination et Assurance (p. 137-205). Antwerpen/Brussel: Maklu Uitgevers/Academia Bruylant.

Schoubroeck, C. Van & Thiery, Y. (2007). Discrimination law within the economic sphere of insurance classification. In C. van Schoubroeck & H. Cousy (Eds.), Discriminatie in verzekering – Discrimination et Assurance (p. 207-237). Antwerpen/Brussel: Maklu Uitgevers/Academia Bruylant.

Schoubroeck, C. Van & Schuermans, L. (2007). Alle bouwplaatsrisico's in a nutshell. Bulletin des Assurances. Tijdschrift voor Verzekeringen, 151-178.

Spier, J. (2005). General Introduction and Causation. In European Group on Tort Law (Ed.), Principles of European Tort Law. Text and Commentary (p. 12-18-43-63). Wien New York: Springer.

Spier, J. (2005). The need for More and Detailed Information. In G. Wagner (Ed.), Tort Law and Liability Insurance (Tort and Insurance Law, 16) (p. 201- 205). Wien New York: Springer.

187 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Spier, J. (2005). Het advies van de adviseur. In Handelingen Nederlandse Juristen-Vereniging, 2, (p. 34-37). Deventer: Kluwer

Spier, J. (2006). The Devil and the Deep Blue Sea, Liability for mismana- gement and fraud and a call for a serious debate on truly fundamental issues. In H. Tiberg et al. (Eds.), Essays on Tort, Insurance, Law and Society in honour of Bill W. Dufwa (Deel II) (p. 1063-1074). Stockholm: Jure Förlag.

Spier, J. (2006). Legal aspects of global climate change and sustainable development. [Online] Available from: [24-04-2006].

Spier, J. (2007). Inconvenient Questions: Causation and the Eradication of Poverty and Climate Change. In L. Tichý (Ed.), Causation in Law (p. 69-77). Praag: Univerzita Karlova V Praze Pradvnická Fakulta.

Spier, J. (2007). Civielrechtelijke aansprakelijkheid voor klimaatverandering, doemscenario's voor onverantwoordelijke bedrijven en overheden. In N. Teesing (Ed.), Klimaatverandering en de rol van het milieurecht (Publicatie van de Vereniging voor Milieurecht) (p. 39-45). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Spier, J. (2007). Wer baut auf Wind, baut auf Satans Erbarmen. Nederlands Juristenblad, 2872.

Stouten, M. (2007). Meldplicht witwaspraktijken niet in strijd met artikel 6 EVRM. Nederlands Juristenblad, 82(38), 2432-2437.

Stultiëns, L., Goffin, T., Borry, P., Dierickx, K. & Nys, H. (2007). Minors and informed consent: a comparative approach. European Journal of Health Law, 14, 21-46.

Van, A.J. (2006). De kosten van het (voorlopig) deskundigenbericht. Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, 2, 33-37.

Van, A.J. (2007). Het medisch traject. In J. Wildeboer & S. Brinkhorst (Eds.), Handboek Personenschade (hoofdstuk 4210) (p. 1-154). Deventer: Kluwer.

Vegter, M.S.A. (2005). Aansprakelijkheid voor psychisch letsel op de voet van artikel 7:658 BW. Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, 2, 49-53.

Vegter, M.S.A. (2005). Vergoeding van psychisch letsel op de voet van artikel 7:658 BW. Sociaal Recht, 6, 224-228.

Vegter, M.S.A. (2005). Aansprakelijkheid werkgever op grond van art. 7:611 BW voor verkeersongeval buiten werktijd (deel II). Sociaal Recht, 9, 308-311.

188 Aansprakelijkheid en verzekering

Vegter, M.S.A. (2006). Werkgeversaansprakelijkheid voor psychisch letsel op grond van art. 7:658 BW. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Regi- stratie, 6653, 101-109.

Vegter, M.S.A. (2006). Proportionele aansprakelijkheid bij longkanker. Aan- sprakelijkheid, Verzekering & Schade, 5, 167-171.

Vegter, M.S.A. (2007). Werkgeversaansprakelijkheid. In J. Wildeboer & S. Brinkhorst (Eds.), Handboek personenschade. Deventer: Kluwer.

Vegter, M.S.A. (2007). Inleiding, ontwikkelingen op het gebied van de arbeids- tijden, ontwikkeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, seksuele intimidatie, eenzijdige wijziging arbeidsovereenkomst. Jurisprudentie Arbeids- recht Verklaard, 1, 3-12.

Vegter, M.S.A. (2007). Privacy op de werkplek. Jurisprudentie Arbeidsrecht Verklaard, 7, 3-8.

Vegter, M.S.A. (2007). Zorg nodig voor de ‘35-minners’. Sociaal Recht, 5, 147-148.

Vegter, M.S.A. (2007). Recht op doorwerken na het vijfenzestigste levensjaar. Sociaal Recht, 6, 199-204.

Vegter, M.S.A. (2007). Ontslag wegens drugsgebruik in de vrije tijd (en niet willen ‘afkicken’). Sociaal Recht, 12, 404-406.

Verheij, A.J. (Ed.). (2005). Onrechtmatige daad, Monografieën Privaatrecht. Deventer: Kluwer. (197 p.).

Verheij, A.J. (2005). Onevenwichtig schadevergoedingsrecht m.b.t. de positie van derden: oproep aan de Minister van Justitie voor een meer systematische en empirisch onderbouwde aanpak. Tijdschrift Vervoer & Recht, 205-210.

Verheij, A.J. (2005). Wrongful life: een goede uitspraak. Gezondheidszorg jurisprudentie, 73-79.

Verheij, A.J. & Wessels, B. (Eds.). (2006). Bijzondere overeenkomsten (Studie- reeks burgerlijk recht, 6). Deventer: Kluwer. (XXIX + 333 p.)

Verheij, A.J. (2006). Hoofdstuk 9. Bewaarneming. In A.J. Verheij & B. Wessels (Eds.), Bijzondere overeenkomsten (Studiereeks burgerlijk recht, 6) (p. 169-183). Deventer: Kluwer.

Verheij, A.J. (2006). Hoofdstuk 13. Vaststellingsovereenkomst. In A.J. Verheij & B. Wessels (Eds.), Bijzondere overeenkomsten (Studiereeks burgerlijk recht, 6) (p. 273-295). Deventer: Kluwer.

189 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Verheij, A.J. (2007). Shifts in Governance: Soil Pollution. In M. Faure & A.J. Verheij (Eds.), Shifts in compensation for environmental damage (Tort and Insurance Law, 21) (p. 9-71). Wien New York: Springer.

Verheij, A.J. (2007). Shifts in Governance: Oil Pollution. In M. Faure & A.J. Verheij (Eds.), Shifts in compensation for environmental damage (Tort and Insurance Law, 21) (p. 133-195). Wien New York: Springer.

VAKPUBLICATIES

Akkermans, A. (Ed.). (2006). Privaatrecht als opdracht. Nijmegen: Ars Aequi Libri. (XX + 490 p.)

Akkermans, A.J., Huver, R.M.E., Wees, K.A.P.C. & Elbers, N.A. (2007). Slachtoffers en aansprakelijkheid. Een onderzoek naar behoeften, verwach- tingen en ervaringen van slachtoffers en hun naasten met betrekking tot het civiele aansprakelijkheidsrecht. Deel I: Terreinverkenning. Den Haag: WODC. (116 p.)

Akkermans, A.J. & Wees, K.A.P.C. (2007). Therapeutic Jurisprudence: de studie van de gezondheidseffecten van het recht. Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, 4, 139-141.

Boom, W. van (2005). Een gewaarschuwd mens. Tijdschrift voor Consumen- tenrecht & Handelspraktijken, 5, 173-174.

Boom, W.H. van (2006). Redactioneel. Wet Handhaving Consumenten- bescherming: de ConsumentenAutoriteit staat voor de deur. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 2, 37.

Boom, W.H. van (2006). Redactioneel. Innovatieve handhaving in het vermo- gensrecht. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 4(16), 121.

Boom, W.H. van (2007). Tekst en Toelichting Wet Handhaving Consumenten- bescherming. Den Haag: Sdu. (325 p.)

Boom, W.H. van & Giesen, I. (2007). The Netherlands. In B. Wininger, H. Koziol, B.A. Koch & R. Zimmerman (Eds.), Essential Cases on Natural Causation (Digest of European Tort Law, 1) (p. 32-35; 119-122; 179-180; 214- 216; 292-295; 370-371; 405-409; 487; 513-514; 561-564; 601). Wien New York: Springer.

Boom, W.H. van (2007). Privaatrecht: we stellen te veel en vragen te weinig. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 4(15), 137.

Boom, W.H. van (2007). Privaatrecht: we stellen te veel en vragen te weinig. (naschrift op reactie). Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 7(42), 307.

190 Aansprakelijkheid en verzekering

Cousy, H. & Schoubroeck, C. Van (2005). Wetgeving Verzekeringen 2006. Mechelen: Kluwer. (1099 p.)

Cousy, H. & Geens, K. (2005). Een algemeen overzicht van de wet van 2 augustus 2002 en de hervorming van het toezicht op de financiële sector. In Jan Ronse Instituut (Ed.), Financiële wetgeving: de tussenstand 2004 (Rechts- personen- en vennootschapsrecht, 18) (p. 11-35). Kalmhout: Biblo.

Cousy, H. & Schoubroeck, C. van (2006). Wetgeving Verzekeringen 2007. Mechelen: Kluwer. (1161 p.)

Dam, C.C. van & Budaite, E. (2005). Unfair Commercial Practices. An Analy- sis of the Existing National Laws on Unfair Commercial Practices Between Business and Consumers in the New Member States. London: British Institute of International and Comparative Law.

Dam, C.C. van (2007). European Tort Law (reprint). Oxford: Oxford Univer- sity Press. (538 p.)

Dam, C.C. van, Hijma, J., Schendel, W.A.M. van & Valk, W.L. (Eds.). (2007). Rechtshandeling en overeenkomst (Studiereeks burgerlijk recht, 3). (5de druk). Deventer: Kluwer. (XXXI + 375 p.)

Dam, C.C. van (2007). Hoofdstuk 4: Gronden van nietigheid en vernietig- baarheid. In J. Hijma, C.C. van Dam, W.M.A. van Schendel & W.L. Valk (Eds.), Rechtshandeling en overeenkomst (Studiereeks Burgerlijk Recht, 3) (p. 137-215). (5de druk). Deventer: Kluwer.

Dam, C.C. van (2007). Hoofdstuk 5: Gevolgen van nietigheid en vernietig- baarheid. In J. Hijma, C.C. van Dam, W.M.A. van Schendel & W.L. Valk (Eds.), Rechtshandeling en overeenkomst (Studiereeks Burgerlijk Recht, 3). (p. 216-245). (5de druk)Deventer: Kluwer.

Dam, C.C. van (2007). Boekaankondiging: Letsel door ongevallen en geweld. Kerncijfers (Stichting Consument en Veiligheid, 2007). Verkeersrecht, 55(6), 173-174.

Dam, C.C. van (2007). Boekaankondiging: C.C. van Dam e.a. (red.), Aanspra- kelijkheid van de wegbeheerder (Den Haag: ANWB, 2007). Verkeersrecht, 55(12), 407-408.

Deben, L. (2005). De economische analyse van de motorvoertuigverzekering in België. RA-2005-69. Diepenbeek: Steunpunt Verkeersveiligheid.

191 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Droshout, D. & Schoubroeck, C. van (2007). Belgian Report on the Compensa- tion of Personal Injuries Caused during a Road Car Accident Due to the Con- duct of an Untraced Driver or a Motor Vehicle (between 31 December 1987 and 3 December 2003). London: British Institute of International and Compara- tive Law.

Engelhard, E.F.D. (2006). Gehele harmonisatie van het aansprakelijkheidsrecht is onzin! Ars Aequi, 227-229.

Engelhard, E.F.D. (2007). Kroniek Schadevergoedingsrecht. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 1, 14-28.

Engelhard, E.F.D. (2007). Kroniek Regres. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 5, 241-249.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2005). The Netherlands. In H. Koziol & B.C. Steininger (Eds.), European Tort Law 2004 (p. 420-450). Wien New York: Springer.

Faure, M.G. (2005). Vergoeding van slachtoffers van rampen in het buitenland. Nieuwsbrief Crisisbeheersing, 8-10.

Faure, M.G. (2006). De WTS op de schop? Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 65.

Faure, M.G. (2006). Risk Differentiation Endangered by Recent Policy Trends? Geneva Association Information Newsletter, 53, 1-3.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2007). The Netherlands. In H. Koziol & B.C. Steininger (Eds.), European Tort Law 2006 (Tort and Insurance Law Year- book) (p. 338-360). Wien New York: Springer.

Frenk, N. (2006). De loslippige arts. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 137.

Giesen, I. (2006). Golvende rechtsontwikkeling. Aansprakelijkheid, Verzeke- ring & Schade, 1, 1.

Giesen, I. & Maanen, G.E. van (2006). Civielrechtelijke aansprakelijkheid van toezichthouders, geen immuniteit!, Rubriek ‘Van Twee Kanten’. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 2, 65.

Giesen, I. (2007). [Bespreking van het boek European Tort Law]. Rechtsge- leerd Magazijn Themis, 5, 219-222.

Giesen, I. & Lindenbergh, S.D. (2007). Europese beginselen als bron van inspi- ratie. Redactioneel. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 2, 47.

192 Aansprakelijkheid en verzekering

Hartlief, T. (2005). Leven in een claimcultuur: wie is er bang voor Ameri- kaanse toestanden. In Universiteit Maastricht (Ed.), Redes gehouden ter gele- genheid van de opening van het Academisch Jaar 2004/2005 en de 29e Dies Natalis (p. 29-50). Maastricht: Universiteit Maastricht.

Hartlief, T. (2005). Naschrift bij reactie Giard op Leven in een claimcultuur: wie is er bang voor Amerikaanse Toestanden? Nederlands Juristenblad, 80, 1402-1402.

Hartlief, T. & Tjittes, R.P.J.L. (2005). Kroniek van het vermogensrecht. Neder- lands Juristenblad, 31, 1605-1612.

Hartlief, T. (2006). Hoofdstuk 5. In J. Spier et al. (Eds.), Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding (Studiereeks Burgerlijk Recht, 5) (p. 150-166). Deventer: Kluwer Juridische uitgevers.

Hartlief, T. (2006). Hoofdstuk 9. In J. Spier et al. (Eds.), Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding (Studiereeks Burgerlijk Recht, 5) (p. 212-292). Deventer: Kluwer Juridische uitgevers.

Hartlief, T. (2006). Hoofdstuk 10. In J. Spier et al. (Eds.), Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding (Studiereeks Burgerlijk Recht, 5) (p. 293-297). Deventer: Kluwer Juridische uitgevers.

Hartlief, T. (2006). De tijd zal ons niets leren. Nederlands Juristenblad, 831.

Hartlief, T. (2006). Jeugdcriminaliteit: de vernieler betaalt. Nederlands Juris- tenblad, 1191.

Hartlief, T. (2006). Het belang van een rechte rug. Nederlands Juristenblad, 1617.

Hartlief, T. (2006). Voorwaarts met het aansprakelijkheidsrecht. Nederlands Juristenblad, 2521.

Hartlief, T. (2006). De maatschappelijk verantwoord handelende verzekeraar en problemen van verzekerbaarheid. Economenblad, 18-21.

Hartlief, T. (2006). Kroniek aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 435-445.

Hartlief, T. (2007). De rechtsstaat in het defensief. Nederlands Juristenblad, 82, 379.

Hartlief, T. (2007). Gij zult handhaven! Nederlands Juristenblad, 82, 915.

Hartlief, T. (2007). Hoe soft is ons contractenrecht? Nederlands Juristenblad, 82, 2067.

193 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hartlief, T. (2007). De twee werelden van massaschade. Nederlands Juristen- blad, 82, 2595-2596.

Hartlief, T. (2007). Massaschade in Nederland. Een ramp? Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 7, 207.

Hartlief, T., Drion, P.J.M. & Wechem, T.H.M. van (2007). Naschrift bij Mendel, M.M., Wonderlijke opwinding over een proportionele benadering door de Hoge Raad. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 7, 173-174.

Hekster, T.A. (2005). Recht op uitkering bij growshops. Verzekeringsblad, 2005/20, 1190-1191.

Hekster, T.A. (2006). Nieuwe verjaringsgevaren. Verzekeringsblad, 2, 20-21.

Hekster, T.A. (2006). Oppassen met look-a-likes!. Verzekeringsblad, 9, 33-34.

Hekster, T.A. (2006). Aansprakelijkheid voor ongevallen tijdens vakantie. Verzekeringsblad, 13, 32-33.

Hekster, T.A. (2006). Aansprakelijkheid werkgevers voor OPS. Verzekerings- blad, 15, 25-27.

Hekster, T.A. (2006). Het einde van algemene vervaltermijnen in het nieuwe verzekeringsrecht. PIV-Bulletin, 1, 6-10.

Huizen, Ph.H.J.G. van, Rinkes, J.G.J. & Hendrikse, M.L. (Eds.). (2005). Nieuw Verzekeringsrecht praktisch belicht (Recht en praktijk, 137). Kluwer: Deventer. (xx + 368 p.)

Huizen, Ph.H.J.G. van (2006). Inleiding Handelsrecht. (5de druk). Deventer: Kluwer. (VII + 228 p.)

Huizen, Ph.H.J.G. van, Wezeman, J.B. & Eijk-Graveland, J.C. van (2006). Grondslagen van het verzekeringsrecht: naar nieuw recht, editie 2006-2007. (4de herz. druk). Den Haag: Sdu. (XI + 286 p.)

Maanen, G.E. van & Lange, R. de (2005). Onrechtmatige overheidsdaad. Rechtsbescherming door de burgelijke rechter. (Monografieën Privaatrecht, 3). (4de druk). Deventer: Kluwer. (205 p.)

Maanen, G.E. van (2005). Het erkenningsbeginsel (redactioneel). Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 5, 189.

Maanen, G.E. van (2005). [Bespreking van het boek Toezicht en aansprakelijk- heid. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging voor de aan- sprakelijkheid uit onrechtmatige daad van toezichthouders ten opzichte van derden]. NTBR, 8, 415-419.

194 Aansprakelijkheid en verzekering

Maanen, G.E. van (2006). Hoofdstuk 1. In J. Spier et al. (Eds.), Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding (Studiereeks Burgerlijk Recht, 5) (p. 1-7 en-16- 17). Deventer: Kluwer.

Maanen, G.E. van (2006). Hoofdstuk 2. In J. Spier et al. (Eds.), Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding (Studiereeks Burgerlijk Recht, 5) (p. 18-88). Deventer: Kluwer.

Maanen, G.E. van (2006). Hoofdstuk 6. In J. Spier et al. (Eds.), Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding (Studiereeks Burgerlijk Recht, 5) (p. 167-174). Deventer: Kluwer.

Maanen, G.E. van (2006). Civielrechtelijke aansprakelijkheid van toezicht- houders of immuniteit? Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 64-65.

Maanen, G.E. van (2006). Een rechtseconomisch perspectief op … vallende bloempotten! Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 22, 153.

Maanen, G.E. van (2006). Rechtseconomie, rechtswetenschap en vallende bloempotten. Een kort weerwoord aan Visscher en Van den Bergh. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 7, 309-310.

Maanen, G.E. van (2006). [Bespreking van het boek J.C. Bloem, meester- dichter]. Pro memorie: bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 8(2), 345-346.

Margetson, N.J. (2005). Bewijslast verdeling in geval van schade door RSI: een duivels dilemma. Praktisch Procederen, 5, 153-159.

Nys, H. (2005). De wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon. In Recht in Beweging; 12de VRG Alumnidag 2005 (p. 279-300). Antwerpen: Maklu.

Nys, H. (2005). Algemene Inleiding. In M. De Bouw (Ed.), Recht voor ver- pleegkundigen en vroedvrouwen (p. 1-28). Mechelen: Kluwer.

Nys, H. (2005). Gezondheidsrecht. In M. De Bouw (Ed.), Recht voor verpleeg- kundigen en vroedvrouwen (p. 369-416). Mechelen: Kluwer.

Nys, H. (2005). Report on medical liability in Council of europe Member States. A comparative study and recommendations. Strasbourg: European Com- mittee on Legal Co-operation.

Nys, H., Ende, J. van den, Casteren, J. van, Devroey, D. & Sasse, A. (2005). HIV-tests zonder toestemming van de patiënt. De Huisarts in Nederland, 34(2), 1-2.

195 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Nys, H. (2006). Patient Safety and Liability. Scenarios, legal responsibilities and outlining difficulties. Hospital, 8(2), 34.

Nys, H. (2006). Presymptomatic and predictive genetic testing in minors: a systematic review of guidelines and position papers. Clinical Genetics, 374- 381.

Nys, H. & Goffin, T. (2007). Wetboek medisch recht. Antwerpen: Maklu. (597 p.)

Nys, H. (2007). Algemene Inleiding. In M. De Bauw, G. Decock, H. D'Hanis, V. Janssens, H. Nys, E. Peeters, K. Vancorenland & J. Vandemoortel (Eds.), Recht voor Verpleegkundigen en Vroedvrouwen (p. 1-30). Mechelen: Kluwer.

Nys, H. (2007). Gezondheidsrecht. In M. De Bauw, G. Decock, H. D'Hanis, H. Nys, E. Peeters, K. Vancorenland & J. Vandemoortel (Eds.), Recht voor Verpleegkundigen en Vroedvrouwen (p. 381-426). Mechelen: Kluwer.

Nys, H. & Peeters, E. (2007). Bijzondere kwesties in verband met de uitoefe- ning van het beroep. In M. De Bauw, G. Decock, H. D'Hanis, V. Janssens, H. Nys, E. Peeters, K. Vancorenland & J. Vandemoortel (Eds.), Recht voor Verpleegkundigen en Vroedvrouwen (p. 192-216). Mechelen: Kluwer.

Nys, H. (2007). De ontwikkeling van het gezondheidsrecht in 2005 en 2006. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 12, 104-129.

Schoubroeck, C. Van (2005). Cursus Inleiding tot het Verzekeringsrecht, GAS verzekeringen en Handelsingenieur Richting Verzekeringswezen. Leuven: KU Leuven. (203 p.)

Schoubroeck, C. van (2005). Nota's bij de cursus juridische basisbegrippen, onderdelen Aansprakelijkheidsrecht, Verzekeringsrecht en Beroepsaansprake- lijk – en verzekering van tandheelkundige experten, GGS Orale gezondheids- zorg. Leuven: KU Leuven. (170 p.)

Schoubroeck, C. Van & Thiery, Y. (2005). Discriminatie in verzekering. In H. Cousy & H. Vandenberghe (Eds.), Aansprakelijkheids – en verzekeringsrecht (Vormingsonderndeel, 30) (p. 27-46). Brugge: die Keure.

Schoubroeck, C. Van (2005). [Bespreking van het boek De overeenkomst van levensverzekering]. R.W., 1120-1120.

Schoubroeck, C. Van (2006). Bewijslast van ‘uitsluitingen’ in verzekeringen: nieuwe ontwikkelingen? Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht, 2006, 774- 777.

Schoubroeck, C. Van (2006). Internationaal privaatrecht inzake verzekeringen en IPR. Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht, 703-718.

196 Aansprakelijkheid en verzekering

Schoubroeck, C. Van & Thiery, Y. (2007). Statistiek en dat beetje meer: bewijs van het juridisch geoorloofd segmenteren. In Zakboekje 2006 (Ed.), Ombuds- dienst voor verzekeringen (p. 3/92-3/95). Brussel: Graphic Group van Damme.

Spier, J. (Ed.). (2006). Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding (Studie- reeks burgerlijk recht, 5). Deventer: Kluwer. (XXXI + 403 p.)

Van, A.J. (2007). Redactioneel. Letsel & Schade, 3, 164-165.

Vegter, M.S.A. (2005). Vergoeding voor psychisch letsel op grond van artikel 7:658 BW. Bedrijfsjuridische Berichten, 14, 155-158.

Vegter, M.S.A. (2005). Eigen schuld bij veroorzaken schade aan bedrijfsauto. Bedrijfsjuridische Berichten, 25, 261-263.

Vegter, M.S.A. (2005). IPR-aspecten, aansprakelijkheid en schade. Jurispru- dentie Arbeidsrecht Verklaard, 3-7.

Vegter, M.S.A. (2005). Loondoorbetalingsverplichting bij ziekte en reïntegra- tiekosten; verzwijgen medische kwaal bij sollicitatie. Jurisprudentie Arbeids- recht Verklaard, 3-8.

Vegter, M.S.A. (2005). Leeftijdsdiscriminatie en eenzijdige wijziging arbeids- overeenkomst. Jurisprudentie Arbeidsrecht Verklaard, 3-10.

Vegter, M.S.A. (2005). Reikwijdte artikel 7:658 lid 4 BW, werkgeversaanspra- kelijkheid voor psychisch letsel; zorgverlof, ouderschapsverlof en arbeidsduur- vermindering. Jurisprudentie Arbeidsrecht Verklaard, 3-10.

Vegter, M.S.A. (2006). Juridische perikelen rond zwangerschap(sverlof), gelijke beloning, onderscheid naar leeftijd in de kantonrechtersformule, werk- geversaansprakelijkheid voor beroepsziekten. Jurisprudentie Arbeidsrecht Verklaard, 7, 3-10.

Vegter, M.S.A. (2006). Verzuimbeleid beperkt schadeclaims psychisch letsel. Personeelsbeleid, 3, 52-55.

Vegter, M.S.A. (2006). Bewuste roekeloosheid bij het veroorzaken van schade aan bedrijfsauto. Sociaal Recht, 3, 99-102.

Vegter, M.S.A. (2006). Proportionele aansprakelijkheid bij longkanker. Sociaal Recht, 6, 196-198.

Vegter, M.S.A. (2006). Inlener niet aansprakelijk voor verkeersongeval onder werktijd. Sociaal Recht, 11, 330-332.

197 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Verheij, A.J. (2006). Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding. In C.J.M. Bollen, R.J.Q. Klomp & H. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht, 5) (p. 205-218). (2de druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Verheij, A.J. (2006). Wijsheid uit het Oosten (redactioneel). Letsel & Schade, 3-5.

Verheij, A.J. (2007). Kroniek werkgeversaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 68-74.

ANNOTATIES

Akkermans, A. (2005). Noot bij: Rb. Breda (13-10-2004), 127820/HA ZA 03- 2128, (Regres ziekenfonds. Groepsaansprakelijkheid). JA 2005-2, p. 13-14.

Akkermans, A. (2006). Noot bij: Rb. Zwolle-Lelystad (19-10-2005), (Regres. Groepsaansprakelijkheid). JA 2006-4, p. 437-438.

Akkermans, A.J. (2007). Noot bij: English House of Lords (14-10-2004), (In- formed Consent and the Requirement of Causation, Chester v. Afshar). ERPL 2007-3, p. 433-442.

Boom, W. van (2005). Noot bij: HR (17-12-2004), ((Onder)aannemer uit onrechtmatige daad aansprakelijk voor mesothelioom van werknemer opdracht- gever (hoofdaannemer)). JA 2005-2 (14), p. 139-141.

Boom, W.H. van (2006). Noot bij: HR (14-10-2005), C04/200HR, (Bewuste roekeloosheid werknemer bij schade aan werkgever (City Tax BV/De Boer)). JA 2006-1, nr. 10, p. 103-106.

Boom, W.H. van (2006). Noot bij: HR (11-11-2005), C04/253HR, (Amputatie- gevaar en zorgplicht werkgever). JA 2006-1, nr. 11, p. 115-119.

Boom, W.H. van (2006). Noot bij: HR (16-12-2005), C04/276HR, (Organice). JA 2006-1, nr. 21, p. 197-199.

Boom, W.H. van (2006). Noot bij: HR (13-10-2006), C04/279HR, (Verzeke- ringskamer/Stichting Vie d’Or). JA 2006-10, nr 142, p. 1148-1159.

Boom, W.H. van (2006). Noot bij: HR (02-12-2005), C04/353HR, (Bewuste roekeloosheid werknemer bij hypoglykemie). JA 2006-1, nr. 12, p. 130-133.

Boom, W.H. van (2006). Noot bij: HR (07-04-2006), C05/004HR, (Der Bildt- pollen Aanwas). JA 2006-6, nr. 83, p. 688-691.

198 Aansprakelijkheid en verzekering

Boom, W.H. van & Giard, R.W.M. (2006). Noot bij: HR (25-11-2005), JA 2006, (De empirische dimensies van zorgplicht. Kanttekeningen bij het Skeeler-arrest). NTBR 2006-nr. 8, p. 360-368.

Boom, W.H. van (2007). Noot bij: HR (28-04-2006), (LJN: AV0653 Mr. Huijzer q.q./Rabobank West-Kennemerland (Far Beheer BV)); betaling van bankrekening gedaan door gefailleerde na faillietverklaring maar voor publi- catie in Staatscourant). AA 2007-1, p. 53-57.

Boom, W.H. van (2007). Noot bij: HR (02-02-2007), 43, (C05/297HR). JA 2007-3, p. 447-448.

Boom, W.H. van (2007). Noot bij: HR (08-06-2007), 123, (R05/147HR (Stichting Monumentenzorg Curacao/Scharloo)). JA, p. 1057-1058.

Boom, W.H. van (2007). Noot bij: HvJEG (26-10-2006), (C-168/05 (Elisa María Mostaza Claro/Centro Móvil Milenium SL)). TvC 2007-2, p. 56-61.

Frenk, N. (2006). Noot bij: HR (23-12-2005), (Fortis/Stichting Volendam). JA 2006-40, p. 374-377.

Hartlief, T. (2005). Noot bij: De HR en het verzuimvereiste (RvdW 2004) (22- 10-2004), (Het Atlantic Hotel). AA 2005-54, p. 261-269.

Hartlief, T. (2005). Noot bij: HR (12-08-2005), (Aansprakelijkheid ter zake van afgebroken onderhandelingen: terughoudendheid troef). AA 2005-54, p. 1027- 1034.

Hekster, T.A. (2005). Het arrest Hartmann/Princess Juliana International Airport: gevaar en zeggenschap. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 2005/4, 141-144.

Hekster, T.A. (2005). Noot bij: HR (28-01-2005), (Toerekening van schade bij de Rally Dakar). VB 2005-4, p. 154-155.

Hekster, T.A. (2005). Noot bij: HR (18-03-2005), (De werkgever in de rol van verzekeringsadviseur). VB 2005-8, p. 400-401.

Hekster, T.A. (2005). Noot bij: HR (20-05-2005), (Aansprakelijkheid van de werkgever voor RSI-klachten). VB 2005-12, p. 646-647.

Hekster, T.A. (2005). Noot bij: HR (11-03-2005), (Aansprakelijkheid van de werkgever voor psychische schade van werknemers). VB 2005-16, p. 888-889.

Hekster, T.A. (2005). Noot bij: HR (25-11-2005), (Aansprakelijkheid organi- sator Skeelercursus). VB 2005-24, p. 1476-1477.

199 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hekster, T.A. (2006). Noot bij: Rb. Utrecht (13-09-2006), (Gebrekkige opstal. Glazen afscheidingswand). JA 2006-10, p. 1290-1293.

Hekster, T.A. (2006). Noot bij: HR (23-06-2006), NJ 2006-354, p. 3362-3377.

Hekster, T.A. (2006). Noot bij: Hof Den Haag (12-05-2006), (Wie betaalt de verkeersboete: werkgever of werknemer?). VB 2006-11, p. 28-29.

Hekster, T.A. (2006). Noot bij: HR (20-10-2006), (Subrogatie en wettelijke rente). VB 2006-21, p. 30-35.

Hekster, T.A. (2006). Noot bij: HR (17-11-2006), (Verhaal bij samenlopende verzekeringen). VB 2006-23, p. 52-56.

Lindenbergh, S.D. (2007). Noot bij: Rb Amsterdam (25-04-2007), (Schade aan reputatie (De Jong en Wittermans/De Hond)). Mediaforum 2007-17, p. 162- 166.

Lindenbergh, S.D. (2007). Noot bij: HR (13-04-2007), (De relativiteit van de toelating als vluchteling). AA, p. 777-784.

Lindenbergh, S.D. (2007). Noot bij: HR (27-04-2007), (De zorgplicht van de werkgever in verhouding tot arbeidsomstandighedenregelgeving). MvV 2007, p. 122-126.

Lindenbergh, S.D. & Dijkshoorn, W. (2007). Noot bij: HR (21-09-2007), (Buitengerechtelijke kosten en ‘eigen schuld’ (Manege Bergemo)). MvV 2007, p. 252-256.

Maanen, G.E. van (2005). Noot bij: HR (25-03-2005), JA 2005-45, p. 443-446.

Maanen, G.E. van (2005). Noot bij: HR (21-01-2005), (Anticiperen op toekomstige regelgeving). JB 2005-57, p. 283-284.

Maanen, G.E. van (2005). Noot bij: HR (21-10-2005), JB 2005-318, p. 1538- 1550.

Maanen, G.E. van (2005). Noot bij: HR (26-09-2003), (Waterschap Zeeuwse eilanden/Royal Ned.). NTBR 2005-1, p. 39-40.

Maanen, G.E. van (2005). Noot bij: HR (25-06-2004), 89, (Dupomex/ Duijvelaar). NTBR 2005-2, p. 83-85.

Maanen, G.E. van (2005). Noot bij: HR (23-09-2005), NTBR 2005-85, p. 525- 527.

Maanen, G.E. van (2006). Noot bij: EHRM (11-07-2006), (Keegan). EHRC 2006-119, p. 1121-1129.

200 Aansprakelijkheid en verzekering

Maanen, G.E. van (2006). Noot bij: ABRvS (11-01-2006), (Marokkaanse echtscheiding: schadevergoeding). JB 2006-55, p. 277-283.

Maanen, G.E. van (2006). Noot bij: HR (30-09-2005), (‘De groene specht’: een standaardarrest over ongerechtvaardigde verrijking). NTBR 2006-1, p. 26-30.

Maanen, G.E. van (2006). Noot bij: HR (21-10-2005), (De bouwvergunning vrijwaart nog steeds niet tegen aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (hoewel dat soms wel zou moeten)). NTBR 2006-2, p. 78-80.

Maanen, G.E. van (2007). Noot bij: HR (23-02-2007), (Ontslagen bankdirec- teur, formele rechtskracht). JA 2007-69, p. 635-659.

Maanen, G.E. van (2007). Noot bij: HR (13-04-2007), (Iranse vluchteling). JA 2007-93, p. 814-831.

Maanen, G.E. van (2007). Noot bij: HR (23-02-2007), (ontslagen bank- directeur). JB 2007-66, p. 359-362.

Maanen, G.E. van (2007). Noot bij: HR (13-04-2007), (Overheidsaansprake- lijkheid, relativiteitsvereiste). JB 2007-100, p. 511-516.

Nys, H. (2005). Noot bij: Cass. (16-12-2004), (De informatieplicht van de arts: aan wie behoort de bewijslast). R.W. 2004, p. 1554.

Schoubroeck, C. van (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (06-02-2006), T.B.H., p. 1062.

Schoubroeck, C. van (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (10-12-2004), T.B.H., p. 1065.

Schoubroeck, C. van (2005). Noot bij: Antwerpen (24-12-2003), T.B.H., p. 1079.

Schoubroeck, C. van (2005). Noot bij: Pol. Brugge (30-05-2005), T.B.H., p. 1095.

Schoubroeck, C. van (2006). Noot bij: Cass. (19-05-2005). T.B.H. 2006-7, p. 751.

Schoubroeck, C. van (2006). Noot bij: Cass. (07-10-2005), (Wil van de bena- deelde om vergoeding te bekomen, stuit verjaring rechtstreekse vordering). T.B.H. 2006-7, p. 754-756.

Schoubroeck, C. Van (2007). Noot bij: Hof van Cassatie (07-12-2006), (Beroep – Artikel 88 tweede lid Wet Landverzekeringsovereenkomst – Vereiste van een kennisgeving – Modaliteiten). T.B.H. 2007-5, p. 513-514.

201 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Schoubroeck, C. Van (2007). Noot bij: Hof van Cassatie (05-01-2006), (Vragen bij de dwingende bepaling van de opzegging van verzekeringsovereenkom- sten). T.B.H. 2007-8, p. 776-777.

Schoubroeck, C. Van (2007). Noot bij: Hof van Cassatie (12-01-2007), (Alge- meen geformuleerde zorgvuldigheidsplicht niet sanctioneren door verval van dekking). T.B.H. 2007-8, p. 791-793.

Schoubroeck, C. Van (2007). Noot bij: Hof van Cassatie (13-04-2007), (De verzekeraar moet bewijzen dat aan de voorwaarden van de uitsluiting van dekking is voldaan). T.B.H. 2007-8, p. 802.

Stouten, M. (2007). Noot bij: HJvEG (26-06-2007), AB 2007-369, p. 1961- 1970.

Van, A.J. (2005). Noot bij: Rb. Amsterdam (20-09-2004), (De kosten van het deskundigenbericht). Letsel & Schade 2005-4, p. 19-21.

Van, A.J. (2006). Noot bij: Rb. Arnhem (15-02-2006), LJN AW1836, JA 2006- 74, p. 596-597.

Van, A.J. (2007). Noot bij: Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (19-07-2007), TVP 2007-3, p. 94-97.

Vegter, M.S.A. (2005). Noot bij: HR (20-05-2005), 65, JA, p. 589-592.

Verheij, A.J. (2006). Noot bij: HR (16-12-2005), AV&S, p. 129-132.

Verheij, A.J. (2007). Noot bij: HR (24-11-2006), 1106, TVP 2007, p. 23-26.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Hendrikse, M.L. (2005). Enkele kritische opmerkingen over de verjarings- regeling in het nieuwe verzekeringsrecht. Nederlands Tijdschrift voor Handels- recht, 4, 176-178.

Hendrikse, M.L. & Rinkes, J.G.J. (2005). Geschillenbeslechting in het verze- keringsrecht. In M.L. Hendrikse, Ph.H.J.G. van Huizen & J.G.J. Rinkes (Eds.), Nieuw verzekeringsrecht praktisch belicht (Recht en praktijk, 137) (p. 69-87). Deventer: Kluwer.

Hendrikse, M.L. (2006). Algemene voorwaarden en verzekeringen. In M.L. Hendrikse, R.H.C. Jongeneel & B. Wessels (Eds.), Algemene voorwaarden (Recht en Praktijk, 143) (4de druk). (p. 581-605). Deventer: Kluwer.

Hendrikse, M.L. (2006). De invloed van Titel 7.17 op enkele veel voorko- mende clausules in verzekeringsvoorwaarden. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 3, 74-80. 202 Aansprakelijkheid en verzekering

Hendrikse, M.L. & Rinkes, J.G.J. (Eds.). (2007). Insurance and Europe. Zutphen: Paris. (102 p.)

Hendrikse, M.L. & Rinkes, J.G.J. (2007). Europe and insurance: The Consumer Perspective. In M.L. Hendrikse & J.G.J. Rinkes (Eds.), Insurance and Europe (p. 11-39). Zutphen: Paris.

Hendrikse, M.L. (2007). [Bespreking van het boek Risicoverzwaring bij schadeverzekeringen (diss. RUN)]. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 2, 76-82.

Hendrikse, M.L. (2007). Risicoverzwaring in het verzekeringsrecht: een weer- barstig leerstuk. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 241-259.

Hendrikse, M.L., Martius, H.P.A.J. & Rinkes, J.G.J. (2007). Kroniek Verze- keringsrecht 2006. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 8, 342-352.

Hondius, E.H. (2005). The Kelly case – compensation for undue damage for wrongful treatment. In J.K.M. Gevers, E.H. Hondius & J.H. Hubben (Eds.), Health law, human rights and the Biomedicine Convention. Essays in honour of Henriëtte Roscam Abbing (International studies in human rights, 85) (p. 105- 116). Leiden: Nijhoff.

Hondius, E.H., Gevers, J.K.M. & Hubben, J.H. (Eds.). (2005). Health law, human rights and the Biomedicine Convention. Essays in honour of Henriëtte Roscam Abbing (International studies in human rights, 85). Leiden: Nijhoff.

Hondius, E.H. (2007). [Bespreking van het boek Aansprakelijkheid van artsen, diss. Leiden]. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 176-177.

Martius, H.P.A.J. (2006). Het nieuwe sommenverzekeringsrecht: Begunstiging met en overdracht van en vestiging van beperkte rechten op het recht van uitkering nader beschouwd (I). Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6681, 673-675.

Martius, H.P.A.J. (2006). Het nieuwe sommenverzekeringsrecht: Begunstiging met en overdracht van en vestiging van beperkte rechten op het recht van uitkering nader beschouwd (II). Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6682, 693-695.

Martius, H.P.A.J. (2006). Het nieuwe sommenverzekeringsrecht: Begunstiging met en overdracht van en vestiging van beperkte rechten op het recht van uit- kering nader beschouwd (III). Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Regis- tratie, 6683, 718-720.

Martius, H.P.A.J. (2006). Verslag, Nota & Eindbehandeling in de Eerste Kamer: Enige onduidelijkheden aangaande het nieuwe verzekeringsrecht (Titel 7.17 BW) op de valreep weggewerkt (Deel I). Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 1, 17-20. 203 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Martius, H.P.A.J. (2006). Verslag, Nota & Eindbehandeling in de Eerste Kamer: Enige onduidelijkheden aangaande het nieuwe verzekeringsrecht (Titel 7.17 BW) op de valreep weggewerkt (Deel II). Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 5, 191-193.

Rinkes, J.G.J. (2005). Te late premiebetaling. In M.L. Hendrikse, Ph.H.J.G. van Huizen & J.G.J. Rinkes (Eds.), Nieuw verzekeringsrecht praktisch belicht (Recht en Praktijk, 137) (p. 157-174). Deventer: Kluwer.

Veen, M. van der, Spaans, M. & Janssen-Jansen, L. (2007). The concept of non-financial compensation: what is it, which forms are distinguished and what can it mean in spatial terms? In P. Boelhouwer, D. Groetelaers & E. Vogels (Eds.), ENHR Sustainable Urban Areas (p. 1-17). Delft: ENHR/Onderzoeks- instituut OTB.

OVERIGE PUBLICATIES

Cousy, H. (2005). Pensioenfondsen tussen specificiteit en convergentie. Tijd- schrift voor Belgisch Handelsrecht, 8, 830-838.

Deben, L. (2005). De nieuwe Belgische Verkeersveiligheidswet: Veiliger ver- keer? Verkeersrecht: Juridisch Maandblad Betreffende het Wegverkeer, 2005- 05, 137-144.

Deben, L. (2005). De optimale juridische omstandigheden voor de bestuurlijke boete. RA-2005-58. Diepenbeek: Steunpunt Verkeersveiligheid.

Deben, L. (2005). Welvaartsimplicaties van overheidsoptreden, De public inte- rest benadering. RA 2005-62. Diepenbeek: Steunpunt Verkeersveiligheid.

Deben, L. (2006). Een administratieve kostenschatting van de Belgische en de Nederlandse verkeersboete. RA-2006-62. Diepenbeek: Steunpunt Verkeers- veiligheid.

Deben, L. (2006). Verkeershandhaving door de bestuurlijke boete; Een rechts- economische benadering. RA-2006-81. Diepenbeek: Steunpunt Verkeersveilig- heid.

Deben, L. & Vereeck, L.M.C. (2006). Verkeersovertredingen: De belangrijkste veranderingen met betrekking tot verkeersovertredingen na 31.03.2006. Verkeer, aansprakelijkheid en verzekering, 482-487.

Faure, M.G., Bowles, R. & Garupa, N. (2005). Forfeiture of illegal gain: an economic perspective. Oxford Journal of Legal Studies, 25, 2, 275-295.

Giesen, I. (2005). De donkere kamer van Vranken... Nederlands Juristenblad, 36, 1889-1890.

204 Aansprakelijkheid en verzekering

Giesen, I. (2005). Geen huisje zo heilig of er past wel een sloophamer bij... Nederlands Juristenblad, 42, 2200-2201.

Bartels, S.E. & Giesen, I. (2006). Wisseling van de wacht in standaardrecht- spraak. Aan de hand van Haviltex, Fox en het Bloemendaalse slooppand. In M. de Cock Buning, E.H. Hondius & J.J. Brinkhof (Eds.), Internationaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide (p. 59-71). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Hendrikse, M.L., Margetson, N.J. & Maters, T.M. (2005). Doorbreking van de bescherming van de CMR-vervoerder (art 29 CMR). In M.L. Hendrikse & Ph.H.J.G. van Huizen (Eds.), CMR: Internationaal vervoer van goederen over de weg: een praktische en rechtsvergelijkende benadering (NTHR-reeks, 3) (p. 189-213). Zutphen: Paris.

Huizen, Ph.H.J.G. van (2005). Transparantie van pensioenrechtelijke verhou- dingen met als ondertitel het Pensioenfonds als Vermogensbeheerder. Tijd- schrift voor Pensioenvraagstukken, 2, 47-53.

Huizen, Ph.H.J.G. van (2005). Hoofdstuk 8: Algemene CMR-schadevergoe- dingsregeling (art. 23-27 CMR). In M.L. Hendrikse & Ph.H.J.G. van Huizen (Eds.), CMR: Internationaal vervoer van goederen over de weg: een praktische en rechtsvergelijkende benadering (NTHR-reeks, 3) (p. 163-178). Zutphen: Paris.

Huizen, Ph.H.J.G. van & Hendrikse, M.L. (Eds.). (2005). CMR: Internationaal vervoer van goederen over de weg: een praktische en rechtsvergelijkende benadering (NTHR-reeks, 3). Zutphen: Paris. (322 p.).

Huizen, Ph.H.J.G. van (2007). Enkele beschouwingen rondom Art. 29 CMR. European Transport Law, 42(3), 339-353.

Klosse, S. (2005). The European Employment Strategy: which way forward? International Journal of Comparative Labour Law and Industrial Relations, 21, 5-37.

Klosse, S. (2005). Van de regen in de drup? Arbeid integraal, 2005/3, 5-23.

Klosse, S. (2005). Maatschappelijk verantwoord ondernemen: ontbrekende schakel in het Europese werkgelegenheidsbeleid? In J.J.A. Hamers, C.A. Schwarz & B.T.M. Steins Bisschop (Eds.), Noodzaak, plicht of wenselijkheid van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (p. 77-109). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Klosse, S. (2005). Sociale zekerheid: (grond)recht van het kind. In J. Berghman, S. Klosse & G.J. Vonk (Eds.), Kind in de sociale zekerheid: ver- wend of verdrukt (p. 136-164). Amstelveen: SVB.

205 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Klosse, S., Berghman, J. & Vonk, G.J. (Eds.). (2005). Kind in de sociale zeker- heid: verwend of verdrukt? Amstelveen: SVB. (244 p.).

Klosse, S. & Heerma van Voss, G.J.J. (2006). Arbeidsrechtelijke sociale zekerheid: wat is dat eigenlijk? In M. Herweijer, G.J. Vonk & W.A. Zondag (Eds.), Sociale Zekerheid voor het oog van de meester (p. 159-175). Deventer: Kluwer.

Maanen, G.E. van (2007). De taak van de regtswetenschap en de plaats van de hooge raad (redactioneel). Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 6, 221.

Margetson, N.J. (2005). De verzoekschriftprocedure in eerste aanleg. In M.L. Hendrikse & A.W. Jongbloed (Eds.), Burgerlijk procesrecht praktisch belicht (p. 333-364). Deventer: Kluwer.

Margetson, N.J. & Hendrikse, M.L. (2005). A comparative law study of the relationship between the obligations of sea carriers and the exceptions. European Transport Law, 2, 161-173.

Margetson, N.J. & Margetson, N.H. (2005). House of Lords, 25 november 2004, ‘Jordan II’: FIOST-clausule is niet in strijd met artikel 3 lid 22 Hague (Visby) Rules. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2, 58-60.

Nys, H. (2006). Patient Rights in the EU – Czech Republic (European Ethical- Legal Papers, 1). Leuven: Katholieke Universiteit Leuven. (46 p.)

Nys, H. (2006). Levensbeëindiging en dementie. Wat is juridisch mogelijk? Wat is juridisch wenselijk? In L. van Gorp (Ed.), Kleur geven aan de grijze massa. Ethische vragen over dementie & euthanasie (p. 57-66). Antwerpen/ Apeldoorn: Garant.

Nys, H. (2006). Zet de Belgische Euthanasiewet de mensenrechten onder druk? De Belgische Euthanasiewet tussen zelfbeschikking en gewetensvrijheid. In De euthanasiewet: grondrechten onder druk? (p. 102-129). Budel: Uitgeverij Damon.

Nys, H. & Exter, A. den (2006). Europa en de gezondheidszorg. In H. Hermans & M. Buijsen (Eds.), Recht en Gezondheidszorg (p. 277-303). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg.

Nys, H. (2006). Towards an International Treaty on Human Rights and Biomedicine? Some reflections inspired by UNESCO's Universal Declaration on Bioethics and Human Rights. European Journal of Health Law, 1, 5-8.

Nys, H. (2006). Recent Developments of health Law in Belgium. European Journal of Health Law, 2, 95-101.

206 Aansprakelijkheid en verzekering

Nys, H. (2006). Enkele beschouwingen over de ethiek van het kanker- onderzoek. Tijdschrift voor Geneeskunde, 14-15 en 1062-1066.

Nys, H. (2006). Levensbeëindiging en dementie. Wat is juridisch mogelijk? Wat is juridisch wenselijk? Tijdschrift voor Geneeskunde, 23, 1687-1693.

Nys, H. (2007). Legal rules in the Member States and existing initiatives/ activities, in European Parliament, Policy Department, Economic and Scientific Policy, Organ Donation and Transplantation: Policy options at EU level, Brief- ings, Dialogue and Report. In Policy options at EU level, Briefings, Dialogue and Report (p. 17-19). [Online]. Available from: [27-11-2007].

Schamps, G. (2006). L'incidence pour les proches des réglementations relatives aux droits du patient et à l'euthanasie en droit belge. In Actes du 16e Congrès mondial de droit médical, Toulouse, 7-11 août 2006 (p. 1375-1382). Bordeaux: Les Études Hospitalières.

Schamps, G. (2006). La reglamentacion belga relativa al fin de la vida: Los cuidados paliativos. La Eutanasia. Revista de Derecho Comparado, 119-144.

Schamps, G. (2006). La réglementation belge relative à la fin de vie: l'euthana- sie – les soins palliatifs. Revue générale de droit médical, 20, 209-291.

Schoubroeck, C. Van (2006). Artikel 106. In J. Erauw et al. (Eds.), Het wetboek internationaal privaatrecht becommentarieerd – Le Code de droit international privé commenté (p. 549-555). Antwerpen/Bruxelles: Intersentia/Bruylant.

Vegter, M.S.A. (2005). Ontslag op staande voet wegens schending controle- voorschriften bij ziekte. Bedrijfsjuridische Berichten, 10, 108-110.

Vegter, M.S.A. (2006). Arbeidsongeschiktheid, concurrentiebeding en relatie- beding. Jurisprudentie Arbeidsrecht Verklaard, 3, 3-10.

Vegter, M.S.A. (2006). Toepassing CAO na overgang van onderneming. Bedrijfsjuridische Berichten, 10, 85-88.

Vegter, M.S.A. (2006). Verlenging stageperiode advocaten: nog steeds geen gelijke behandeling m/v. Nederlands Juristenblad, 27, 1499-1500.

207

GRENSOVERSCHRIJDEND MILIEURECHT

A. VOLLEDIGE TITEL

Grensoverschrijdend milieurecht

B. DEELPROGRAMMA'S

Niet van toepassing

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde coördinerend onderzoeksleider Dhr. Prof.Dr. M.G. Faure LL.M. (UM) 01-01-95

onderzoeksleiders Dhr. Prof.Dr. K. Deketelaere (KUL) 01-01-95 Dhr. Prof.Dr. M.M.L.L. Pâques (UL) 01-01-99 Mw. Dr. M. Peeters (UM) 01-02-07 Mw. Prof.Mr. R. Uylenburg (UvA) 01-05-04

senior onderzoekers Dhr. Prof.Mr. G. Betlem (Southampton) 01-09-98 Dhr. Dr. T. Vanden Borre 01-04-05 Dhr. Prof.Dr. G. van Calster (KUL) 01-01-95 Dhr. Dr. M.A. Heldeweg (UT) 01-06-06 Mw. Dr. M. Peeters (UM) 01-06-02 31-01-07 Dhr. Prof.Mr. Th. de Roos (UvT) 01-01-95 31-05-06 Dhr. Prof.Mr. B. Schueler (UvA) 01-05-04 30-09-06 Dhr. Mr. R.J.G.H. Seerden (UM) 01-06-00 Dhr. Prof.Mr. H. Somsen (UvT) 01-05-04 31-05-07 Mw. Prof.Dr. E.I.L. Vos (UM) 01-10-04

onderzoekers Dhr. M. Delnoy 10-11-06 Dhr. Drs. F.T. Groenewegen (UvA) 14-04-06 30-09-06 Dhr. W.G.A. Hazewindus (UvA) 01-05-04 31-01-06 Dhr. Dr. G.M.A. van der Heijden (UvA) 01-05-04 31-01-07 Dhr. Dr. A. Klap (UvA) 01-05-04 30-09-06 Dhr. Prof.Mr. N. S.J. Koeman (UvA) 01-05-04 Dhr. Prof.Mr. W. Konijnenbelt (UvA) 01-05-04 30-09-06

209 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Begin Einde Mw. Mr. V. van 't Lam (UvA) 01-10-05 Dhr. Prof.Mr. G.J. Lammers 01-05-04 31-01-07 Mw. M. Matthee 27-10-07 Dhr. Dr. R. Neerhof (UM) 01-02-07 Dhr. Dr. D. Roef (UM) 01-01-95 31-05-06 Mw. Prof.Mr. H.G. Sevenster (UvA) 01-05-04 Dhr. B. Vanheusden (Hasselt) 11-05-07 Mw. Mr. M.J.C. Visser (UvA) 01-01-95 Mw. Mr.Drs. E.M. Vogelezang-Stoute (UvA) 01-05-04 Dhr. Dr. F. Wendler (UM) 01-10-05 30-09-07

promovendi Mw. Mr. J. Bazelmans (UvA) 01-02-06 Mw. Mr. M.N. Boeve (UvA) 01-05-04 Dhr. J. De Cendra de Larragán (UM) 01-04-05 Dhr. K. de Cock (KUL) 01-10-03 Dhr. M. Delnoy (UL) 01-01-99 09-11-06 Dhr. S.N.A. Dimitrov, LL.M. (UvA) 01-05-04 Dhr. Mr. T.F.M. Etty (VU) 01-05-04 Mw. Mr. F.M. Fleurke (UvA) 01-05-04 Dhr. Drs. F.T. Groenewegen (UvA) 01-05-04 13-04-06 Mw. M. Haritz (UM) 01-10-05 Dhr. Mr. J. Heyman (KUL) 01-01-95 31-05-07 Dhr. Mr. J.M.P Janssen (UvA) 01-05-04 Mw. Mr. Drs. K.A.W.M. de Jong (UvA) 01-05-04 30-09-06 Mw. Mr. K. Kliphuis (UvA) 01-02-06 Mw. S. Leprince (UL) 01-01-99 Mw. I. Martens (KUL) 01-10-99 31-05-07 Mw. M. Matthee 01-02-06 26-10-07 Dhr. Mr. R. Mellenbergh (UvA) 01-05-04 Mw. Mr. M. Oomens (UvA) 01-05-04 30-09-07 Mw. Mr. A.M.C. Polman (UvA) 01-05-04 22-06-06 Mw. Mr. S.T. Ramnewash-Oemrawsingh (UvA) 01-05-04 Mw. K. de Smedt (UM/LUC) 01-06-02 Mw. Mr. L. Smorenburg-van Middelkoop (UvA) 01-05-04 Dhr. J. de Staercke (KUL) 01-10-03 Dhr. Mr. P. Stamoulis 01-10-04 Dhr. Mr. S. Ubachs 01-07-01 30-09-06 Dhr. B. Vanheusden (Hasselt) 01-10-03 10-05-07 Mw. H. Wang (KUL) 01-05-04 Mw. Mr. M.N. van Waterschoot (UvA) 01-05-04 30-09-06 210 Grensoverschrijdend milieurecht

Begin Einde Dhr. P.E. Wenneras LL.M. (UvA) 01-05-04 26-10-06 Dhr. M. Wibisana (UM) 01-10-03 Dhr. J. Zander (UM) 01-10-03

D. TREFWOORDEN

Harmonisatie, Instrumenten, Risico, Klimaat, Biotechnologie

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Leiderschap, managementstijl & communicatie

Het programma wordt gecoördineerd vanuit een aan de Universiteit Maastricht verbonden onderzoeksleider, Michael Faure. Hij neemt in overleg met de ande- re onderzoeksleiders de coördinatie van de werkzaamheden binnen het pro- gramma voor zijn rekening. De gezamenlijke onderzoeksleiders van de Univer- siteiten van Amsterdam, Leuven en Maastricht onderhouden regelmatig contact met elkaar. In beginsel is er één onderzoeksleider per betrokken instelling. Het betreft Rosa Uylenburg voor het Centrum voor Milieurecht van de Vrije Uni- versiteit Amsterdam, Kurt Deketelaere voor het Instituut voor Milieu en Ener- gierecht van de Katholieke Universiteit Leuven en Marjan Peeters voor METRO van de Universiteit Maastricht. Echter, gelet op de zeer nauwe sa- menwerking met het pionierprogramma rond de juridische aspecten van Bio- technologie van Prof. Han Somsen (Amsterdam) evenals met het Programma over recht en risico van Prof. Ellen Vos (Maastricht) worden ook zij steeds bij de besluitvorming binnen het programma betrokken, zonder dat het in deze fase noodzakelijk leek het aantal formele onderzoeksleiders uit te breiden. De facto leiden respectievelijk Somsen en Vos hun eigen onderzoeksgroepen rond bio- technologie en recht respectievelijk recht en risico evenwel zonder dat deze formeel als deelprogramma zijn opgevoerd.

De facto bestaat het programma uit onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen drie op het milieurecht gerichte instituten, respectievelijk het Instituut voor Milieu en Energierecht van de Katholieke Universiteit Leuven, het Maastrichts Euro- pees Instituut voor Transnationaal Rechtswetenschappelijk Onderzoek (ME- TRO) van de Universiteit Maastricht (dat tevens een sterke milieurechtelijke inslag heeft) en Centrum voor Milieurecht van de Universiteit Amsterdam. Niet al het binnen deze separate instituten uitgevoerde onderzoek werd in de onder- zoekschool ingebracht. Dat is evident uitsluitend het geval voor zover het gaat om onderzoek dat bijdraagt aan de uitvoering van het Ius Commune program- ma.

Er wordt regelmatig email correspondentie gehouden met de andere onder- zoeksleiders. Op basis daarvan vindt overleg plaats ondermeer over te onder-

211 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 nemen activiteiten, bijvoorbeeld over gezamenlijke congressen of over de te organiseren workshop op de jaarlijkse Ius Commune conferentie.

Naast de jaarlijkse Ius Commune conferentie vinden ook regelmatige work- shops plaats waaraan een groot deel van de betrokken onderzoekers deelneemt. Dit betekent dat alle onderzoekers binnen het programma elkaar ten minste eenmaal per jaar treffen tijdens de jaarlijkse Ius Commune conferentie. Daar- naast wordt ook in het kader van vele onderzoeksprojecten samengewerkt. Zo participeren (zie hieronder) de onderzoekers in dit programma ook gezamenlijk in verscheidene contractonderzoeksprojecten en is ook beslist om voortaan dit gezamenlijk onderzoek extern als eenheid te presenteren in het instituut ICCEL (Ius Commune Centre for Environmental Law). Dit zal hieronder eveneens worden toegelicht.

Participanten binnen dit programmaonderdeel van de Ius Commune onder- zoeksschool zijn nog steeds de oorspronkelijke partners Maastricht en Leuven, inmiddels aangevuld, zoals aangegeven, met Luik en de Universiteit van Am- sterdam. In die verscheidene faculteiten is het milieurechtelijk onderzoek in verschillende centra georganiseerd en het zijn dan ook de onderzoekers van die centra die samen het programma grensoverschrijdend milieurecht uitvoeren. Het gaat daarbij wat Leuven betreft om het Instituut voor Milieu- en Energie- recht (IMER), voor Maastricht het Maastrichts Europees Instituut voor Trans- nationaal Rechtswetenschappelijk Onderzoek (METRO), voor Amsterdam het Centrum voor Milieurecht en voor Luik de leerstoel administratief en milieu- recht van Professor Michel Pâques.

De Universiteit Utrecht is weliswaar oorspronkelijk partner bij de Ius Commu- ne onderzoeksschool, doch de milieujuristen van Utrecht participeerden in een andere onderzoeksschool en waren derhalve niet bij dit programmaonderdeel betrokken.

II. Programmaopzet a. Thema: grensoverschrijdend milieurecht

Zoals aangegeven blijft het centrale thema van dit programma nog steeds het grensoverschrijdend milieurecht. Wat dat betreft wordt verder uitvoering gege- ven aan de oorspronkelijke programmaopzet zoals deze in 1997 werd vastge- legd. Centraal idee is en blijft derhalve dat via rechtsvergelijkend onderzoek kan worden blootgelegd wat de beginselen zijn die gemeenschappelijk zijn aan verscheidene milieurechtsstelsels in Europa (en daarbuiten), zodat op die wijze een bijdrage kan worden geleverd aan de zoektocht naar een ‘milieurechtcul- tuur in Europa’. Daarenboven wordt ook onderzocht welke de consequenties zijn van het vaststellen van die overeenkomsten of verschillen met het oog op de vraag of welk niveau (lokaal, nationaal of Europees) milieuregulering tot stand dient te komen. Ook blijft centrale vraag voor de onderzoeksgroep welke

212 Grensoverschrijdend milieurecht waaier van milieujuridische instrumenten op een optimale wijze (al dan niet in combinatie) dienen te worden ingezet ter bestrijding van (grensoverschrijden- de) milieuverstoring. b. Methodologie

Centraal binnen dit programma blijft uiteraard, gelet op de plaats binnen de onderzoeksschool, dat methoden worden gebruikt om een milieurechtelijke Ius Commune te ontdekken. Dat betekent uiteraard in de eerste plaats dat de klas- sieke milieurechtelijke rechtsvergelijking wordt toegepast waarbij verschillende stelsels met elkaar worden vergeleken, verschillen worden geanalyseerd en kritisch worden bestudeerd. Echter, vanuit de vaststelling vanuit die overeen- komsten of die verschillen wordt vervolgens ook kritisch stilgestaan bij de vraag wat de onderscheiden rol is van verschillende bestuursniveaus (lokaal, nationaal, Europees of internationaal) bij de aanpak van (grensoverschrijdende) milieuproblemen. Derhalve zal bijvoorbeeld in de context van de regulering van klimaatverandering niet alleen aandacht worden besteed aan de optimale juridische instrumenten, maar ook aan de vraag op welk niveau deze op optima- le wijze kunnen worden ingezet. Echter, bij die zoektocht wordt niet alleen van rechtsvergelijking gebruik gemaakt, maar ook van de nationale milieurechtelij- ke dogmatiek. Inderdaad, een accurate bestudering van het nationaal milieu- recht is bijvoorbeeld reeds van belang om aangewezen instrumenten te identifi- ceren die kunnen worden ingezet bij de bestrijding van grensoverschrijdende milieuverstoring. Daarnaast kan fundamenteel onderzoek naar nationaal milieu- recht ook een bijdrage leveren aan de totstandkoming van een milieurechtelijk Ius Commune. Immers, voor zover in een onderzoek naar nationaal milieurecht ook fundamentele vragen worden gesteld over de optimale wijze waarop be- paalde instrumenten (al dan niet in combinatie) het meest effectief zullen zijn om bepaalde milieurechtelijke doelen te bereiken wordt ook een bijdrage gele- verd aan het milieurechtelijk Ius Commune gedachtegoed. Bij deze kritische zoektocht naar een optimaal milieurecht spelen onder meer milieurechtelijke beginselen een belangrijke rol. Een vraag die desbetreffend onder meer ook rijst is in welke mate vanuit die beginselen ook een codificerend of harmonise- rend effect uitgaat. Bijvoorbeeld bij een onderzoek naar de wijze waarop in de Nederlandse jurisprudentie of bestuurspraktijk met het voorzorgsbeginsel wordt omgegaan kunnen ook belangrijke inzichten worden verworven over de wijze waarop in het algemeen door rechter of bestuur wordt omgegaan met besluit- vorming op milieurechtelijk vlak onder onzekerheid.

Hoewel de aanpak van de meeste onderzoekers primair (milieu)juridisch zal zijn moge duidelijk zijn dat enkele van het in het kader van dit programma be- stuurde vragen enkel beantwoord kunnen worden met behulp van het inroepen van andere disciplines. Bijvoorbeeld de vraag naar het optimaal gebruik van verschillende instrumenten ter reductie van milieuschade of klimaatverandering (milieubelastingen, emissiehandel of vergunningen) kan worden verrijkt door inzichten vanuit de milieu(rechts)economie. Zo kan ook het debat over de vraag

213 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 welke vorm van milieuregulering op welk bestuursniveau tot stand dient te ko- men worden verrijkt door bestuurskundige, politieke theorieën en inzichten vanuit het economisch federalisme. Maar ook de wijze waarop het recht met onzekere risico's omgaat, die bijvoorbeeld door nieuwe (bio)technologieën worden gecreëerd overstijgt vaak het zuiver juridische. Sociologen (waaronder uiteraard Beck), maar ook politicologen en psychologen hebben belangrijke inzichten geleverd, onder meer over de wijze waarop onzekere risico's door burgers worden gepercipieerd. c. Thema's

Het moge duidelijk zijn dat een grote groep Ius Commune milieujuristen zich met de hierboven omschreven vragen zullen gaan bezighouden. Enkele onder- zoekslijnen kunnen indicatief in een aantal themata worden samengevat. Daar- bij staat echter voorop dat deze themata slechts indicatief worden aangegeven voor onderzoekslijnen waarrond bepaalde onderzoekers werken, doch zeker niet limitatief zijn. Het milieurecht is zodanig dynamisch en de maatschappelij- ke vragen waarop het beantwoordt evolueren zo snel en zijn tevens vaak multi- disciplinair, zodat die problemen zich niet binnen strikte themata laten vallen. Slechts om een beeld te schetsen van enkele onderzoeken waarmee de onder- zoekers zich in het kader van dit programma grensoverschrijdend milieurecht zullen bezighouden kunnen de volgende themata worden genoemd:

Harmonisatie en integratie van het milieurecht De vraag naar de harmonisatie en integratie is een logisch voortvloeisel van het reeds ingezette onderzoek waarbij met behulp van rechtsvergelijking verschil- len en overeenkomsten tussen het milieurecht van bepaalde staten werden blootgelegd. De vervolgvraag die onder meer aan bod komt is of de vaststelling van die verschillen nu noodzakelijkerwijze moet betekenen dat een harmonisa- tie van milieurecht zou moeten worden nagestreefd. Ook kan in dit verband uiteraard worden gedacht aan de vraag welk type milieurechtelijke regulering op welk niveau (lokaal, nationaal, Europees of internationaal) tot stand zou moeten komen.

Gerelateerd daaraan is uiteraard de vraag naar de interne en externe integratie. Voor vele rechtsstelsels betekent dit niet alleen een vormelijk aspect, meer be- paald hoe milieuregulering het best kan worden vormgegeven (via een milieu- codex, algemene milieuwet of sectorale wetgeving), maar rijzen ook belangrij- ke afstemmingsvragen (onder meer met natuurbehoud, ruimtelijke ordening en dergelijke). De vraag naar de externe integratie is uiteraard een fundamenteel punt over de rol van milieurecht en milieubeleid vis-à-vis andere beleidsdomei- nen. Voor de goede orde wensen de onderzoekers wel te benadrukken dat bij die integratie, zoals nu ook reeds is vermeld, vanzelfsprekend ook het ruimte- lijk ordeningsrecht kan worden toegevoegd.

214 Grensoverschrijdend milieurecht

Milieurecht: grondslagen en beginselen Zoals reeds aangegeven is juist binnen het programma grensoverschrijdend milieurecht het van groot belang aandacht te besteden aan de milieubeginselen en meer bepaald aan de vraag of daar vanuit een harmoniserend effect ontstaat. Een van de beginselen die desbetreffend hoog op de agenda staat is uiteraard het voorzorgsbeginsel, ook al omdat dit als leidraad wordt geboden bij de wijze waarop het recht met onzekere risico's zou moeten omgaan. Ook rijst in dit ver- band de vraag hoe milieuregulering gestalte dient te krijgen met respect voor rechtsstatelijke beginselen. In dat verband dient in Ius Commune kader natuur- lijk ook aan de relatie tussen milieu en mensenrechten aandacht te worden be- steed en ook aan het bekende debat of milieubescherming zelf als een mensen- recht dient te worden gekwalificeerd.

Kortom, een vraag die uiteraard centraal dient te staan is de fundamentele kwestie op welke grondslagen en beginselen milieurecht en milieubeleid zijn gebaseerd. Dit is een vraag, zo moge duidelijk zijn, die rechtstreeks binnen het Ius Commune gedachtegoed kadert.

Recht en risico Risico en de wijze waarop we ermee omspringen, maakt deel uit van het dage- lijks leven. Risicobeheersing staat volop in de belangstelling. Dit is in het bij- zonder het gevolg van recente voedselschandalen, zoals de BSE crisis, de ram- pen in Enschede en Volendam, de dioxinecrisis, de mogelijke schadelijke effec- ten van genetisch gemodificeerde organismen, chemicaliën en biotechnologie en het stralingsgevaar van GSM-masten of de mobiele telefoon. Ook recentelijk zijn we weer opgeschrikt door de berichten dat o.a. frites en chips mogelijker- wijs een kankerverwekkende stof, acrylamide, kunnen bevatten. In al deze ge- vallen rijst de vraag hoe het recht en de regelgever met risico's moet omgegaan. Regelgevers besluiten op basis van een wetenschappelijke evaluatie van risico's verbonden aan bepaalde productieprocessen, producten of stoffen (risicobeoor- deling), welke risico's aanvaardbaar worden geacht (risicobeheersing) en welke procedures hierbij moeten worden gevolgd. Tevens rijst hier de vraag of en op welke wijze belanghebbenden en het publiek bij de besluitvorming moeten worden betrokken. Dergelijke beslissingen brengen vaak complexe technische oordelen met zich mee en vereisen een kosten- en batenanalyse. Beoordeling en beheersing van risico's omvatten bovendien zowel juridische, politieke, econo- mische, sociologische en ethische aspecten. Het programma ‘Recht en risico’ beoogt derhalve enkele van de bovengenoemde aspecten van deze problematiek zoals hierboven in grote lijnen uiteengezet te bestuderen en een vergelijking te trekken ten aanzien van de verschillende stelsels (nationaal, Europees en inter- nationaal).

Klimaat in relatie tot energie De komende jaren zullen juristen zich ongetwijfeld meer dan tot nu toe het ge- val was bezig houden met de vraag hoe het recht een bijdrage kan leveren aan 215 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 de reductie van klimaatverandering. Tot nu toe leek dit een terrein te zijn dat voornamelijk door economen werd bestreken en waar dan ook met veel enthou- siasme economische instrumenten naar voren werden geschoven. Te weinig ging de aandacht uit naar de juridische haalbaarheid daarvan. Binnen dit kader rijst onder meer de vraag hoe onder meer emissiehandelssystemen (vaak gepro- pageerd als optimale mechanismen in een efficiënt klimaatbeleid) ook juridisch gestalte zouden kunnen krijgen. Dit roept wederom de vraag op naar het opti- maal niveau van regulering en de wijze waarop bijvoorbeeld internationale ver- plichtingen nationaal of Europees moeten worden vertaald, maar ook rijst de vraag hoe maatregelen ter reductie van klimaatverandering ook daadwerkelijk kunnen worden gehandhaafd.

Het moge duidelijk zijn dat de klimaatproblematiek sterk verbonden is met het energierecht. Derhalve wordt voorgesteld dit klimaatthema uit te breiden tot de energierechtproblematiek. Op dat terrein bestaat overigens een sterke expertise binnen de school.

III. Beoogde resultaten

Uit de hierboven beschreven programmaopzet, methodologie en omschrijving van de te onderzoeken thema's volgt duidelijk dat de onderzoekers binnen dit programma grensoverschrijdend milieurecht beogen om zowel via positiefrech- telijk fundamenteel onderzoek als via rechtsvergelijkend en multidisciplinair onderzoek de grondslagen van milieurecht bloot te leggen. Deels wordt daarbij als resultaat beoogd beter inzicht te krijgen in grondslagen en beginselen van milieuregulering, de rol van integratie in het milieurecht en het comparatieve voordeel van verschillende instrumenten. Tegelijk wordt ook beoogd aan te geven of, na analyse van de verschillen in het milieurecht in de verschillende lidstaten, ook noodzaak is aan harmonisatie en in welke mate. Tegelijk wordt ook op specifieke terreinen als resultaat beoogd aan te geven op welke wijze het recht bijvoorbeeld dient om te gaan met onzekere risico's, hoe het recht een adequate bescherming kan bieden tegen klimaatverandering en hoe juridische instrumenten kunnen worden ingezet ter bescherming van mens en milieu tegen eventuele gevaren (en mogelijkheden) die vanuit de biotechnologie zouden kunnen rijzen.

Deels wordt derhalve door het onderzoek van de groep ook beoogd een beter inzicht te krijgen in de onderscheiden in het milieurecht in verscheidene Euro- pese rechtstelsels. Echter, het onderzoek van de groep gaat duidelijk ook ver- der. Nadat dit inzicht is verkregen, wordt ook aandacht besteed aan de vraag in welke mate een harmonisatie, integratie of andere vorm van afstemming/ coör- dinatie van het milieurecht, dan wel van verschillende instrumenten binnen een Europa in ontwikkeling is en in welke mate zulks als wenselijk kan worden gekwalificeerd. Bijzondere aandacht wordt ook besteed aan de vraag in welke mate het milieurecht (en zijn verschillende instrumenten) op een specifiek ni- veau (nationaal, Europees, Mondiaal) dient te worden ingezet en welke de con-

216 Grensoverschrijdend milieurecht sequenties zijn van het inzetten van instrumenten op deze verschillende ni- veaus, bijvoorbeeld op een terrein als klimaatverandering. Derhalve wordt te- vens ook beoogd een beter inzicht te krijgen wat het vage concept ‘multilevel governance’ in concreto betekent voor het terrein van het milieurecht waar juist een sterke wisselwerking bestaat tussen de verschillende reguleringsniveaus (lokaal, nationaal, Europees en mondiaal).

IV. Relatie tot de onderzoekschool

Er bestaan zowel inhoudelijke als heldere praktische banden tussen dit pro- gramma en de onderzoekschool Ius Commune. Op praktisch vlak zijn de ban- den met de wetenschappelijke leiding van de Ius Commune Onderzoekschool uiteraard bijzonder kort. Er bestaat een personele unie tussen de coördinator van het programma grensoverschrijdend milieurecht en de wetenschappelijk directeur van de Ius Commune Onderzoekschool. Daardoor vindt steeds een soepele en vlotte doorstroming plaats van informatie vanuit de wetenschappe- lijke leiding van de Ius Commune Onderzoekschool naar het programma grensoverschrijdend milieurecht en vice versa.

Op inhoudelijk vlak werd hierboven reeds aangegeven dat het programma dui- delijk een bijdrage levert aan de centrale onderzoeksvraag van de Ius Commune Onderzoekschool. Centraal in de onderzoekschool staat immers de vraag welke de rol is van het recht bij internationale integratieprocessen. Die vraag wordt zowel ten aanzien van verschillende instrumenten als ten aanzien van vragen naar beginselen en integratie van milieurecht, als ook met betrekking tot de vraag hoe het recht met onzekere risico's en gevolgen van biotechnologie dient om te gaan, via rechtsvergelijkend en multidisciplinair onderzoek aangepakt. Precies die vraag naar de rol van het recht bij integrale integratieprocessen staat dan ook centraal binnen dit programma, maar dan wel op het specifieke terrein van het milieurecht. Deze fundamentele Ius Commune vraag naar de integratie wordt, zoals bij de methodologie werd aangegeven, niet allen vanuit de traditi- onele rechtsvergelijking bekeken (en tevens door de rol van het milieurecht op verschillende reguleringsniveaus te analyseren), maar tegelijk wordt ook fun- damenteel onderzoek gedaan naar de grondslagen van het milieurecht en naar vermogen van verschillende juridische instrumenten bijvoorbeeld om proble- men zoals biotechnologie, klimaatverandering en onzekere risico's adequaat te benaderen.

V. Academische reputatie

Vele onderzoekers uit de onderzoeksgroep participeren in nationale en interna- tionale onderzoeksverbanden, hetgeen zeker als een bewijs van academische reputatie kan worden beschouwd. Uit de publicatie lijsten blijkt tevens dat vele leden van de onderzoeksgroep publiceren in multidisciplinaire en tevens inter- nationale tijdschriften die een systeem van peer review volgen. Ook zijn vele van de onderzoeksgroep (vooral de onderzoeksleiders) betrokken bij de redactie

217 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 van tijdschriften. Uit het overzicht van het contractonderzoek (zie hieronder) blijkt tevens dat de onderzoekers herhaaldelijk worden gevraagd om contract- onderzoek uit te voeren, bijvoorbeeld voor verscheidene overheden (zoals de Vlaamse Overheid, Nederlandse Ministerie van VROM, Evaluatiecommissie Wet Milieubeheer, EG en OECD), maar tevens voor belangrijke betrokken maatschappelijke actoren (zoals een consortium van grote ondernemingen dat een contractonderzoek over emissiehandel en concurrentie heeft uitbesteed aan onderzoekers binnen de groep). Daarenboven kan op het succes van leden van de onderzoeksgroep op het terrein van de werving van tweede geldstroom on- derzoek worden gewezen. Het programma over recht en biotechnologie van Prof. Somsen genoot een pionier subsidie van NWO; Prof. Ellen Vos kreeg met onderzoek over recht en risico een Vernieuwingsimpuls subsidie van NWO en participeert tevens in projecten die worden uitgevoerd in het kader van het zes- de kaderprogramma van de Europese Commissie en daarenboven kende NWO recent aan zowel Faure, Peeters als Vos subsidies toe voor vierjarige promotie- projecten.

Het succes van de drie participerende centra (Centrum voor Milieurecht te Am- sterdam, METRO te Maastricht en het Instituut voor Milieu en Energierecht te Leuven) op het terrein van zowel tweede als derde geldstroom onderzoek kan als een indicatie van reputatie van de onderscheiden onderzoekers worden be- schouwd. Daarenboven moet worden aangestipt dat binnen veel deze projecten juist wederom wordt samengewerkt en derhalve ook onderzoekers van de ande- re instituten actief bij de uitvoering van het onderzoek worden betrokken.

VI. Effecten van de samenwerking

Zoals uit een bespreking van de inhoudelijke resultaten zal blijken heeft de sa- menwerking binnen dit programma de facto geleid tot vele gezamenlijk uitge- voerde projecten, publicaties en conferenties. Helder is dat deze gezamenlijke resultaten zonder de samenwerking in het kader van de Ius Commune Onder- zoekschool niet tot stand zouden zijn gekomen. Vooral op het terrein van con- tractonderzoek en projectuitvoering wordt door de verschillende partners actief samengewerkt. Daarbij moet in het bijzonder worden gewezen op het project Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (STEM) waarbij onder andere door het Centrum voor Milieurecht en het instituut METRO een onderzoeksprogramma met een looptijd van vier jaar (2005-2008) wordt uitgevoerd ter evaluatie van milieuwetgeving. Ook werd een project uitgvoerd in opdracht van het Ministe- rie van VROM (naar de ontwikkeling van milieuwetgeving in Indonesië) waar- bij telkens participatie was vanuit de Katholieke Universiteit Leuven.

De effecten van de gezamenlijke publicaties en bijeenkomsten kan worden ge- illlustreerd aan de hand van een recent door de partners samen als onderzoeks- groep ‘Grensoverschrijdend milieurecht’, georganiseerde internationale confe- rentie over de juridische aspecten van het climate change regime. Tijdens die bijeenkomst zijn, in het bijzonder door de medewerking van participanten van

218 Grensoverschrijdend milieurecht dit programma van de Onderzoekschool Ius Commune, wetenschappelijk zeer waardevolle inzichten verkregen in de vormgeving en werking van de instru- menten, die zien op beperking van klimaatverandering (waarbij zowel juridi- sche als rechtseconomische aspecten aan de orde kwamen), alsmede in de ma- nier waarop binnen verschillende landen deze instrumenten worden ingezet.

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 2,10 1,97 1,58 Universitair hoofddocent 0,90 0,97 0,90 Universitair docent 1,05 1,37 0,73 Postdocs 0,70 1,10 1,01 Junior onderzoekers (AIO/OIO) 14,81 15,49 13,47

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

I. Bijeenkomsten

Verscheidene bijeenkomsten van de programmaleiders hebben plaatsgevonden.

¾ Zo zijn de programmaleiders op 20 februari 2006 samengekomen te Am- sterdam. Daar werd onder meer naar aanleiding van de visitatie vergadert over een bijstelling van het programma.

¾ Op 22 maart 2007 is te Maastricht door de programmaleiders overleg ge- voerd, waarbij initiatieven zijn genomen inzake verscheidene onderzoeks- projecten.

¾ Organisatie van workshop Uncertain Risks Regulated te Maastricht (samen met prof. M. Everson, Birbeck College, University College London op 11 en 12 februari 2005.

¾ Tijdens de Ius Commune jaarvergadering te Edinburgh op 1 december 2005 vond een workshop plaats rond het thema ‘Legal instruments after the entry into force of the Kyoto Protocol: problems and challenges’. Tijdens deze bijeenkomst is de implementatie van de Europese richtlijn inzake de handel in broeikasgasemissierechten in het Verenigd Koninkrijk, België en Neder- land vergeleken.

¾ Tijdens een bijeenkomst van de onderzoeksgroep in Amsterdam (in het ge- bouw van de KNAW) op 20 februari 2006 vond een workshop plaats met als theme ‘Regulation of air quality in the Netherlands, Belgium and Euro- pe’. Tijdens deze workshop werden papers gepresenteerd door deelnemers aan het programma.

219 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

¾ Tijdens de Ius Commune jaarvergadering te Utrecht op 30 november 2006 werd een workshop gehouden met als thema ‘rechtsvorming door de milieu- rechter’. Tijdens deze bijeenkomst werd door verschillende leden van de onderzoeksgroep inleidingen gehouden inzake (specifieke aspecten van) de rechtsvorming door het Hof van Justitie van de EG, de Nederlandse be- stuursrechter en de nationale rechters in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland onderling vergeleken.

¾ Tijdens de Ius Commune jaarvergadering te Luik op 29 november 2007 vond een workshop plaats rond het thema ‘Environmental law in the courts’. Tijdens deze workshop werd door de onderzoekers van het pro- gramma grensoverschrijdend milieurecht, rechtspraak inzake verschillende thema's, van het Europese Hof van Justitie, van Amerikaanse rechters en de Nederlandse bestuursrecehter besproken.

¾ Lunch seminars Risk and Regulation 2005-2007: - 16 februari 2005: Meeting of the Research Group on Risk Regulation 16 maart 2005: Meeting of the Research Group on Risk Regulation: dis- cussion on Article Science for the Post-Normal Age, by J. Ravetz and S. Funtowicz - 27 april 2005: Alexei Herwig (University of Bremen) GMOs at the WTO – A Postmodern Analysis - 18 mei 2005: Andrew Stirling (SPRU – Science & Technology Policy Research, Freeman Centre, University of Sussex), Science, Precaution and Participation in the Governance of Technology Choice - 7 september 2005: Meeting of the Research Group on Risk Regulation - 26 oktober 2005, J. Decendra (University of Maastricht), Distributional Choices of Climate Change Policy: In Search of a Legal Framework - 16 november 2005: Prof. A. Ogus (University of Manchester) Cost- Effectiveness: The Neglected Paradigm - 7 december 2005: Andri Wibisana (University of Maastricht), The Pre- cautionary Principle from a Law and Economics Perspective - 25 januari 2006, A. Funke (University of Maastricht) Basic Problems of the Authorization of Chemicals of High Concern in the Draft REACh Regulation - 15 februari 2006, Anne-Maree Farrell (University of Lancaster) The Poli- tics of Blood: Ethics, Risk and Regulation in the European Union - 15 maart 2006, M. Haritz (University of Maastricht) The Application of the PP and Liability Law with Respect to Climate Change

220 Grensoverschrijdend milieurecht

- 19 april 2006, P. Van den Bossche (University of Maastricht) Much Ado About Little – Preliminary Conclusions of the WTO Panel in the Biotech Products dispute over the SPS Agreement - 17 mei 2006, V. Bruggeman (University of Maastricht) Financial com- pensation for victims of catastrophes - 7 juni 2006, C. Ni Ghiollarnáth (University of Maastricht) Trade Law and Climate Change 4 oktober 2006, A. Wibisana (University of Maastricht) The Precaution- ary Principle and Climate Change Policy: A Law and Economic Analysis 14 december 2006, M. Mathee (University of Maastricht) The Codex Ali- mentarius Commission and its Standards - 7 maart 2007, Frank Wendler (University of Maastricht) Debating the Le- gitimacy of Governance through Independent EU Agencies: The Case of the European Food Safety Authority - 4 april 2007, Miriam Haritz (University of Maastricht) Risk News - 31 mei 2007, Joakim Zander (University of Maastricht) Risk Regulation in Practice: The Commission and Infringement Cases in the Area of Free Movement of Goods - 19 november 2007, Marjolein van Asselt (University of Maastricht), Wrestling with Uncertainty: EU Regulation of GMO's - 6 december 2007, Pieter Jan Kuypers (Legal Service European Commis- sion) EU Trade Law and Governance

II. Gezamenlijke publicaties

Participatie door verscheidene leden van de onderzoeksgroep aan:

¾ Mellenbergh, R.& Uylenburg, R. (red.), Aansprakelijkheid voor schade aan de natuur. De betekenis van de richtlijn milieuaansprakelijkheid voor Ne- derland, Groningen, Europa Law Publishing, 2005.

¾ Peeters, M. & Deketelaere, K. (eds.), EU Climate Change Policy, The Chal- lenge of New Regulatory Initiatives, Cheltenham, Edward Elgar, 2006 en

¾ Faure, M. & Niessen, N. (eds.), Environmental Law in Development. Les- sons from the Indonesian Experience, Cheltenham, Edward Elgar, 2006.

¾ Vos, E. & Wendler, F. (eds.), Food Safety Regulation in Europe. A Com- parative Institutional Analysis (Ius Commune Europaeum, 62) Antwerp: In- tersentia, 2006.

221 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

¾ Faure, M. & Verhey, A. (eds.), Shifts in Compensation for Environmental Damage, Wenen, Springer, 2007.

III. Deelname aan door de EU gefinancierde onderzoeks- programma's (6de kader programma)

¾ Deelname van Prof. Vos aan het onderzoeksprogramma Promoting food safety through a new integrated risk analysis approach for foods (), gefinancierd door de Europese Commissie in het ka- der van het 6de kaderprogramma.

¾ Deelname van Prof. Vos aan het onderzoeksprogramma Trustnet-in-Action (), gefinancierd door de Europese Com- missie in het kader van het 6de kaderprogramma.

¾ Deelname van Prof. Vos aan het onderzoeksprogramma CONNEX, connec- ting excellence and European governance, gecoördineerd door de Universi- ty of Manheim (), gefi- nancierd door de Europese Commissie in het kader van het 6de kaderpro- gramma.

IV. Contractonderzoek

¾ Uitvoering van onderzoeksproject voor het Ministerie van VROM naar de ontwikkeling van milieuwetgeving in Indonesië (door onder meer Faure, Peeters en Niessen van Maastricht) met participatie van onder meer Dekete- laere (Leuven).

¾ Uitvoering van een onderzoeksprogramma met een looptijd van vier jaar in opdracht van het Ministerie van VROM betreffende de evaluatie van mili- euwetgeving door onder andere het Centrum voor Milieurecht (Amsterdam) en METRO (Maastricht), met betrokkenheid van het Instituut voor Milieu- en Energierecht te Leuven. Het betreft een groot opgezet multidisciplinair onderzoek onder de noemer STEM (Structurele Evaluatie Milieuwetge- ving). Binnen deze STEM-reeks zijn inmiddels dertien onderzoeksrapporten gepubliceerd, naar aanleiding waarvan verschillende wetenschappelijke ar- tikelen zijn verzorgd.

H. VOORTZETTING

Bij de aanvang van de Ius Commune onderzoeksschool in 1997 was het grens- overschrijdend milieurecht onmiddellijk onderdeel van de Ius Commune on- derzoeksschool. Destijds was de programmaopzet gericht op de vraag op welke wijze rechtsregels kunnen worden ingezet om milieuschade te voorkomen of te reduceren, rekening houdende met rechtsstatelijke eisen in een democratische samenleving. Daarbij werd ook gepoogd om een gezamenlijke ‘milieurechts- 222 Grensoverschrijdend milieurecht cultuur’ bloot te leggen en werd de organisatie en effectiviteit van de bestrij- ding van grensoverschrijdende milieuvervuiling in Europees- en verdragsrech- telijk kader onderzocht. Aandacht ging in deze oorspronkelijke programmaop- zet ook uit naar de verschillende instrumenten (aansprakelijkheid, regulering, strafrecht) die ter bestrijding van milieuverstoring konden worden ingezet.

Er is echter aanleiding om deze oorspronkelijke programmaopzet te herzien, althans aan te passen. Die noodzaak tot aanpassing komt uit verschillende ont- wikkelingen voort:

In de eerste plaats zijn de programmapunten zoals die destijds in de opzet in 1997 werden verwoord, bijvoorbeeld met betrekking tot het schetsen van een Europeesrechtelijk kader en het onderzoek naar de optimale structuur van het milieustrafrecht, in belangrijke mate vervuld. De aandacht van de onderzoeks- groep heeft zich verder ontwikkeld waardoor, nog steeds voortbouwend op de rode draad naar de rol van het recht bij grensoverschrijdende milieuverontreini- ging, nieuwe vragen zich aandienden. Zo hield de laatste jaren een deel van de onderzoeksgroep zich in belangrijke mate bezig met de juridische aspecten van de bestrijding van klimaatverandering en ging de aandacht ook steeds meer uit naar de vraag hoe het recht dient om te gaan met toenemende risico's waaraan men is blootgesteld, bijvoorbeeld ook door het gebruik van biotechnologie.

In de tweede plaats werd onder meer naar aanleiding van de visitatie van het Maastrichtse onderdeel van ‘grensoverschrijdend milieurecht’ door de visitatie- commissie opgemerkt dat in een eerste periode veel rechtsvergelijkend onder- zoek is uitgevoerd waarbij verschillen en grondslagen tussen de rechtsstelsels weren blootgelegd, maar vervolgens ook de vraag dient te worden aangesneden welke consequenties aan die vaststelling dienen te worden verbonden. De facto heeft de onderzoeksgroep juist die belangrijke vraag de laatste jaren ook reeds aangesneden, meer bepaald in onderzoek naar de integratie van verschillende juridische systemen ter bescherming van het leefmilieu en in onderzoek naar de onderscheiden rol van verschillende bestuursniveaus (lokaal, nationaal en Eu- ropees) bij de bescherming van het leefmilieu. Het lijkt derhalve aangewezen ook op dat punt de oorspronkelijke programmaopzet aan te passen aan die nieuwe ontwikkeling.

In de derde plaats is sedert 1997 de onderzoeksgroep uitgebreid door toetreding van de milieujuristen van de Universiteit Luik rond de leerstoel van professor Michel Pâques en is in 2003 de Universiteit van Amsterdam tot de onderzoeks- school toegetreden. Met name de toetreding van de onderzoekers van het Cen- trum voor Milieurecht van de Universiteit van Amsterdam maakt een heroriën- tering van het programma noodzakelijk.

Hierboven (zie II.c) werd dan ook de hernieuwde programma opzet gepresen- teerd, evenals de nieuwe thema's waarop het onderzoek van de groep zich van- daag richt.

223 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Die geboden voorbeelden van thema's mogen ook duidelijk maken dat de ver- nieuwde programma opzet van de groep enerzijds voortbouwt op de ingeslagen weg door klassieke, doch nog steeds relevante en actuele thema's, zoals regule- ring en instrumenten centraal te stellen, doch door anderzijds ook te vernieu- wen. Bijvoorbeeld door de aandacht nu te richten op integratievragen, klimaat- verandering en de wijze waarop het recht omgaat met onzekere risico's die on- der meer door nieuwe (bio)technologieën wordt gecreëerd hoopt het program- ma ook op vernieuwende wijze bij te dragen aan een substantiële verbetering van het kennisniveau op dit terrein.

I. KERNPUBLICATIES

De gekozen kernpublicaties bieden een beeld van het type onderzoek dat bin- nen de onderzoeksgroep wordt verricht. De bundels bevatten bijdragen van verschillende leden uit de onderzoeksgroep vanuit de diverse faculteiten. Daar- enboven behandelen de bundels belangrijke thema's vanuit een grensverleggend perspectief.

Peeters, M.G.W.M. & Deketelaere, K. (Eds.). (2006). EU Climate Change Policy: The Challenge of New Regulatory Initiatives. Cheltenham: Edward Elgar. (334 p.)

Faure, M.G. & Verheij, A.J. (Eds.). (2007). Shifts in Compensation for Envi- ronmental Damage (Tort and Insurance Law, 21). Wien New York: Springer. (x + 338 p.)

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Vos, E.I.L. & Asselt, M.B.A. van (2005). The precautionary Principle in Times of Intermingled Uncertainty and Risk: Some Regulatory Complexities. Water Science and Technology, 52(6), 35-41.

Calster, G. van (2006). Regulating nanotechnology in the European Union. Nanotechnology Law & Business, 359-372.

Wenneras, P.E. (2006). EC environmental law in national and community courts. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam (258 p.)

Faure, M.G. & Nollkaemper, P.A. (2007). International Liability as an Instru- ment to Prevent and Compensate for Climate Change. Stanford Journal of International Law, 26A/(23A), 123-179.

224 Grensoverschrijdend milieurecht

K. DISSERTATIES

Lam, V. van 't (08 juni 2005). Het begrip inrichting in de Wet milieubeheer. Moet het begrip inrichting worden behouden als aangrijpingspunt van de regu- lering in hoofdstuk 8 Wm? Universiteit Utrecht (XIX + 414 p.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers). Prom./coprom.: Prof. F.C.M.A. Michiels & Prof. G.T.J.M. Jurgens.

Groenewegen, F.T. (13 april 2006). Wetsinterpretatie en rechtsvorming: een rechtstheoretisch onderzoek naar wetsinterpretatie en rechtsvorming door de rechter in het bestuursrecht en het privaatrecht. Universiteit van Amsterdam (XII + 234 p.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers). Prom.: Prof. P.W. Brouwer.

Polman, A.M.C. (26 juni 2006). Luchtvaart en milieu: een onderzoek naar drie instrumenten voor de regulering van de milieuproblematiek rond luchtvaart- en vergelijkbare terreinen Universiteit van Amsterdam (XVI + 279 p.) (Gronin- gen: Europa Law Publishing). Prom./coprom.: Prof. N.S.J. Koeman & Prof. R. Uylenburg.

Wenneras, P.E. (26 oktober 2006). EC environmental law in national and com- munity courts. Universiteit van Amsterdam (258 p.) (Amsterdam: Universiteit van Amsterdam). Prom.: Prof. R. Uylenburg.

Delnoy, M. (9 november 2006) Contribution à la restructuration du droit de la participation du public en droit de l'urbanisme et de l'environnement. Univer- sité de Liège. Prom.: Prof. M. Pâques.

Vanheusden, B. (10 mei 2007). Brownfields redevelopment: naar een duurzame stadsontwikkeling. Rechtsvergelijkende analyse betreffende de sanering van sites. K.U. Leuven (485 p.). Prom./coprom.: Prof. K. Deketelaere & A. Draye.

Matthee, M. (26 oktober 2007). The Codex Alimentarius Commission and its standards. Universiteit Maastricht (370 p.) (The Hague: T.M.C. Asser Press). Prom.: Prof.Mr. E.I.L. Vos.

Cock, K. de (30 oktober 2007). Milieueffectenrapportering als instrument van milieubeleid en -recht binnen de EU: onderzoek van de project-mer-, plan-mer- en habitatrichtlijn met het oog op een versterking van de juridische bescher- ming van het leefmilieu. Katholieke Universiteit Leuven. Prom. Prof. K. Deketelaere

Smedt, K., de (19 december 2007). Environmental Liability in a Federal Sys- tem. A Law and Economics Analysis. Universiteit Maastricht (xv +361 p.) (Antwerp: Intersentia). Prom./coprom.: Prof. M.G. Faure & Prof. L.M.C. Vereeck.

225 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Weishaar, S.E. (20 december 2007). Law and Economics analysis of the Euro- pean Green House Gas Emissions Trading System: allocation and competition. Universiteit Maastricht (xiii + 248 p.). Prom./coprom.: Prof. M.G. Faure & Dr. M.G.W.M. Peeters.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Bazelmans, J.M. (2006). CDM en JI binnen het Europese emissiehandels- systeem. In J.R. van Angeren (Eds.), Klimaatverandering en rechtsontwikkeling anno 2005: preadviezen en verslag van de 89e ledenvergadering van de Ver- eniging voor Milieurecht op 30 september 2005 (Publicatie van de Vereniging voor Milieurecht, 2006-4) (p. 93-128). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Bazelmans, J.M. (2007). Implementatie van het Clean development Mechanism in Nederland. In M.V.C. Aalders & R. Uylenburg (Eds.), Het milieurecht als proeftuin, 20 jaar Centrum voor Milieurecht (p. 279-292). Groningen: Europa Law Publishing.

Bazelmans, J.M., Janssen, J.M.P., Sevenster, H.G. & Smorenburg-van Middelkoop, L. (2007). ‘European Community’ in ‘Reports from International Organizations and Bodies’. In O.K. Fauchald & J. Werksman (Eds.), Yearbook of International Environmental Law (p. 700-712). Oxford: Oxford University Press.

Betlem, G. (2005). De rol en betekenis van ‘exploitant-aansprakelijkheid’. Tijdschrift voor Milieu Aansprakelijkheid, 171-176.

Betlem, G. (2005). Scope and Defences of the 2004 Environmental Liability Directive: Who is Liable for What? ERA-Forum: scripta iuris europaei, 376- 388.

Betlem, G. (2005). Torts, A European Ius Commune and the Private Enforce- ment of Community Law. Cambridge Law Journal, 126-148.

Betlem, G. & Brans, E.H.P. (Eds.). (2006). Environmental Liability in the EU. The 2004 Directive compared with US and Member State Law. London: Cameron May. (431 p.)

Betlem, G. (2006). Transnational Operator Liability. In G. Betlem & E.H.P. Brans (Eds.), Environmental Liability in the EU. The 2004 Directive compared with US and Member State Law (p. 149-188). London: Cameron May.

226 Grensoverschrijdend milieurecht

Betlem, G. & Brans, E.H.P. (2006). Environmental Liability in the EU: an introduction. In G. Betlem & E.H.P. Brans (Eds.), Environmental Liability in the EU. The 2004 Directive compared with US and Member State Law (p. 17- 29). London: Cameron May.

Betlem, G. & Bernasconi, Chr. (2006). European Private International Law, the Environment and Obstacles for Public Authorities. Law Quarterly Review, 122, 123-150.

Betlem, G. (2007). Beyond Francovich: Completing the Unified Member State and EU Liability Regime. A Comment on the Jan Jans Contribution. In D. Obradovic & N. Lavranos (Eds.), Interface between EU Law and National Law (p. 299-309). Groningen: Europa Law Publishing.

Betlem, G. (2007). Public and Private Transnational Enforcement of EU Con- sumer Law. In W. van Boom & M. Loos (Eds.), Collective Enforcement of Consumer Law (p. 37-62). Groningen: Europa Law Publishing.

Betlem, G. (2007). Richtlijnconforme Interpretatie. In S.A. Hartkamp (Ed.), De invloed van het Europese recht op het Nederlands privaatrecht (p. 97-132). Deventer: Kluwer.

Boeve, M.N. & Koeman, N.S.J. (2005). Milieukwaliteitsnormen in het bestem- mingsplan onder de nieuwe Wro. Milieu en Recht, 7, 415-419.

Boeve, M.N. (2005). De Interimwet stad-en-milieubenadering. Tijdschrift voor Omgevingsrecht, 3, 74-82.

Boeve, M.N. & Bazelmans, J.M. (Eds.). (2006). Milieueffectrapportage naar huidig en toekomstig recht. Groningen: Europa Law Publishing. (VI + 70 p.)

Boeve, M.N. & Lam, V. van 't (Eds.). (2006). Omgevingsrecht (Centrum voor Milieurecht). Groningen: Europa Law Publishing. (XVIII + 294 p.)

Boeve, M.N. (2006). Hoofdstuk 4 (par. 1, 2, 5, 6 en 8). In M.N. Boeve & V. van 't Lam (Eds.), Omgevingsrecht (p. 83-110 & p. 117-128). Groningen: Europa Law Publishing.

Boeve, M.N. (2006). Hoofdstuk 6 (par. 1, 2, 3 en 4). In M.N. Boeve, V. van 't Lam (Eds.), Omgevingsrecht (Centrum voor Milieurecht) (p. 221-237). Gro- ningen: Europa Law Publishing.

Boeve, M.N. & Lam, V. van 't (2006). Hoofdstuk 5 (par. 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 10). In M.N. Boeve & V. van 't Lam (Eds.), Omgevingsrecht (Centrum voor Milieu- recht) (p. 131-181 & p. 216-218). Groningen: Europa Law Publishing.

227 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Boeve, M.N. & Vogelezang-Stoute, E.M. (2006). Andere milieuhygiënische wetgeving. In N.S.J. Koeman, C.W. Backes & P.C. Gilhuis (Eds.), Milieurecht (p. 430-481). (6de druk). Deventer: Kluwer.

Boeve, M.N. (2007). Salderen en compenseren: Nederland onder de stolp. In M.V.C. Aalders & R. Uylenburg (Eds.), Het milieurecht als proeftuin. 20 jaar Centrum voor Milieurecht (p. 33-47). Groningen: Europa Law Publishing.

Borre, T. van den & Delvaux, B. (2005). Recente ontwikkeling in het federale energiebeleid- en recht: Over de Elia-heffing, bijzondere ministerraden en de toekomst. In K. Deketelaere (Ed.), Jaarboek Energierecht 2004 (p. 39-90). Antwerpen: Intersentia.

Borre, T. Vanden (Ed.). (2006). De vrijmaking van de elektriciteits- en gas- markt: de federale wetgeving in een stroomversnelling? (Energie & Recht, 8). Antwerpen: Intersentia. (xviii + 407 p.)

Borre, T. Vanden (2006). Overzicht van de evolutie van de vrijmaking van de elektriciteits- en gasmarkt in België. In T. Vanden Borre (Ed.), De vrijmaking van de elektriciteits- en gasmarkt: de federale wetgeving in een stroomversnel- ling? (Energie & Recht, 8) (p. 1-50). Antwerpen: Intersentia.

Borre, T. Vanden (2006). De federale ombudsdienst voor elektriciteit en gas: naar een nieuw artikel 27. In T. Vanden Borre (Ed.), De vrijmaking van de elektriciteits- en gasmarkt: de federale wetgeving in een stroomversnelling?, (Energie & Recht, 8) (p. 127-168). Antwerpen: Intersentia.

Borre, T. Vanden (2006). Deel V. Administratief recht. Afdeling 3. Kern- energie. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek Milieu- en Energierecht (p. 1144- 1163). Brugge: die Keure.

Borre, T. Vanden (2006). Deel VII. Aansprakelijkheidsrecht. Hoofdstuk 3. Herstel van milieuschade op basis van objectieve aansprakelijkheid. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek Milieu- en Energierecht (p. 1327-1368). Brugge: die Keure.

Borre, T. Vanden (2006). Deel XI. Gerechtelijk recht. Hoofdstuk 5. Capita selecta energieprocesrecht. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek Milieu- en Energierecht (p. 1539-1546). Brugge: die Keure.

Borre, T. Vanden & Roobrouck, N. (2006). Internationale energieverdragen. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek Milieu- en Energierecht (p. 171-205). Brugge: die Keure.

Borre, T. Vanden (2006). De contouren van een nieuw Europees energiebeleid: ! of ? Milieu- en Energierecht, 4, 235-252.

228 Grensoverschrijdend milieurecht

Borre, T. Vanden (2007). Shifts in governance in compensation for nuclear damage, 20 years after Chernobyl. In M. Faure & A. Verheij (Eds.), Shifts in Compensation for Environmental Damage (Tort and Insurance Law, 21) (p. 261-311). Wien New York: Springer.

Borre, T. Vanden (2007). Via nieuwe en fragmentarische maatregelen in het federale energiebeleid naar een globale visie? In K. Deketelaere (Ed.), Jaar- boek Energierecht 2005-2006 (p. 33-138). Antwerpen: Intersentia.

Bruggeman, V. & Cendra de Larragán, J. de (2007). Energy Law in Spain. (International Encyclopaedia of Laws) The Hague: Kluwer Law International. (322 p.)

Calster, G. van (2005). Developments in EC waste law policy – 2003. In E. Thijs & H. Somsen (Eds.), Yearbook of European Environmental Law – 2003 (p. 395-419). Oxford: Oxford University Press.

Calster, G. van (2005). Developments in European Court of Justice case-law – 2003. In J. Werksman & G. Ulfstein (Eds.), Yearbook of European Environ- mental Law – 2003 (p. 609-630). Oxford: Oxford University Press.

Calster, G. van (2005). European Union law and policy on soil remediation and brownfields redevelopment. In Aglietto Studio (Ed.), Gestioni di site Contami- nati (p. 585-601). Rome: Osservatorio Siti Contaminati.

Calster, G. van & Eeckhoutte, D. van (2005). De doorwerking van het interna- tionaal milieurecht in de Belgische rechtsorde. Rechtskundig Weekblad, 6, 361- 381.

Calster, G. van & Vandenberghe, W. (2005). Something for everyone in the Judgement of the European Court of Justice in the German Bottles saga. Review of European Community and International Environmental Law, 73-78.

Calster, G. van (2006). Handbook of EU Waste Law. Richmond: Richmond Law & Tax Publishers. (156 p.)

Calster, G. van (2006). Developments in EC Waste Law and Policy. In T. Etty & H. Somsen (Eds.), Yearbook of European Environmental Law (p. 339-362). Oxford: Oxford University Press.

Calster, G. van (2006). If it ain't broke, don't fix it? Commission efforts to manage the definitions of waste, recycling and recovery. In J.P. Hannequart (Ed.), Compendium on European waste policy (p. 115-119 and 129-130). Brussels: Association of Cities and Regions.

229 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Calster, G. van (2006). Labels and consumer information: Within the law, or bypassing it. In M. Pallemaerts (Ed.), EU and WTO Law: how tight is the legal straightjacket for environmental product regulation (p. 135-140). Brussels: VUB Press.

Calster, G. van & Bruggeman, V. (2006). Europees Milieurecht. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek Milieu- en Energierecht (p. 207-278). Brugge: die Keure.

Calster, G. van & Deridder, L. (2006). De toekomst van de historische contrac- ten na het arrest van het Europees Hof van 7 juni 2005. In T. Vanden Borre (Ed.), De vrijmaking van de elektriciteits- en gasmarkt: de federale wetgeving in een stroomversnelling? (Energie & Recht, 8) (p. 169-187). Antwerpen: Intersentia.

Calster, G. van & Eeckhoutte, D. van (2006). De doorwerking van het inter- nationale milieurecht in de Belgische rechtsorde. In J. Wouters & D. van Eeckhoutte (Eds.), Doorwerking van internationaal recht in de Belgische rechtsorde (p. 479-521). Antwerpen: Intersentia.

Calster, G. van & Schurmans, M. (2006). Noise. In K. Deketelaere (Ed.), Hand- boek Milieu- en Energierecht (p. 877-900). Brugge: die Keure.

Calster, G. van (2006). Governance structures for nanotechnology regulation in the EU. Environmental Law Reporter, 10953-10957.

Calster, G. van, Deketelaere, K. & Delvaux, B. (Eds.). (2007). Energy and Environmental Law 2006. Leuven: Acco. (338 p.)

Calster, G. van (2007). K3: Klimaat, Kyoto, Klaagzang – Over (indirecte) belastingen en de Wereldhandelsorganisatie. L. Ballon, H. Cousy, W. Devroe, K. Geens, J. Stuyck, B. Tilleman & P. Van Orshoven (Eds.), Liber Amicorum Frans Vanistendael (p. 279-284). Herentals: Knops Publishing.

Calster, G. van & Bowman, D. (2007). Reflecting on REACH: Global Implica- tions of the European union's Chemicals Regulation. Nanotechnology Law & Business, 4(3), 375-384.

Cendra de Larragán, J. de (2006). Can Emission Trading Schemes be Coupled with Border Tax Adjustments? An Analysis vis-à-vis WTO Law. Review of European Community and International Environmental Law, 15(2), 131-145.

De Cendra de Larragán, J. de (2007). The Linking Directive and Russia. In M. Rodi (Ed.), Implementing the Kyoto Protocol-Chances and Challenges for Transition Countries (p. 59-85). Berlin: Lexxion Verlagsgesellschaft.

Cock, K. de (2005). Milieueffectenbeoordeling binnen de grenzen van het gelijkheidsbeginsel. Milieu- en Energierecht, 1, 4-19. 230 Grensoverschrijdend milieurecht

Deketelaere, K. (Ed.). (2005). Jaarboek Energierecht 2004. Antwerpen: Intersentia. (xvi + 333 p.)

Deketelaere, K. (Ed.). (2005). Feestbundel Milieurecht (LeuVeM. Milieurecht- standpunten, 20). Brugge: die Keure. (253 p.)

Deketelaere, K., Ashiabor, H., Kreiser, L. & Milne, J. (Eds.). (2005). Critical Issues in Environmental Taxation: International and Comparative Perspectives (volume II). London: Richmond Law & Tax. (597 p.)

Deketelaere, K. & Calster, G. van (Eds.). (2005). Energy and environmental law-2005. Leuven: Acco. (750 p.)

Deketelaere, K. (2005). EC Transport Policy and Environment and Energy Taxation. In K. Deketelaere et al. (Eds.), Critical Issues in Environmental Taxation: International and Comparative Perspectives (volume II) (p. 99-134). London: Richmond Law & Tax.

Deketelaere, K., Bradbrook, A. & Ottinger, R. (2005). ‘Renewables’ (special issue Editors). Journal of Energy and Natural Resources Law, 91-246.

Deketelaere, K. (Ed.). (2006). Handboek Milieu- en Energierecht. Brugge: die Keure. (XLIII + 1801 p.)

Deketelaere, K., Cavaliere, A., Milne, J., Ashiabor, H. & Kreiser, L. (Eds.). (2006). Critical Issues in Environmental Taxation – Volume III: International and Comparative Perspectives. London: Richmond Tax & Law. (730 p.)

Deketelaere, K. (2006). Slotbeschouwingen: rechtszekerheid in het milieu- en energierecht. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek Milieu- en Energierecht (p. 1691-1697). Brugge: die Keure.

Deketelaere, K. & Delvaux, B. (2006). Energieconvenanten. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek Milieu- en Energierecht (p. 1605-1611). Brugge: die Keure.

Deketelaere, K. & Vanheusden, B. (2006). Deel I. Milieu, energie, beleid en recht. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek Milieu- en Energierecht (p. 1-86). Brugge: die Keure.

Deketelaere, K. & Vanheusden, B. (2007). Recente ontwikkelingen inzake milieu- en energierecht. In M. Boes (Ed.), Administratief Recht (p. 5-30). Brugge: Themis.

Delnoy, M. (2005). Définition, notions de base, raison d’être et sources juridi- ques des procédures de participation du public. In B. Jadot (Ed.), La participa- tion du public au processus de décision en matière d’environnement et d’urba- nisme (p. 7-30). Bruxelles: Bruylant.

231 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Delnoy, M. (2005). Faut-il codifier les règles relatives aux enquêtes publiques en matière d’urbanisme et d’environnement? Aménagement-Environnement, 43-49.

Delnoy, M. (2006). Le CWATUP. Liège: Edi.pro. (302 p.)

Dimitrov, S. (2007). Grensoverschrijdende toegang tot de rechter in milieu- zaken. In M.V.C. Aalders & R. Uylenburg (Eds.), Het milieurecht als proeftuin, 20 jaar Centrum voor Milieurecht (p. 119-128). Groningen: Europa Law Publishing.

Etty, T. & Somsen, H. (Eds.). (2005). The Yearbook of European Environ- mental Law (volume 4). Oxford: Oxford University Press. (775 p.)

Etty, T. & Somsen, H. (Eds.). (2005). The Yearbook of European Environ- mental Law (volume 5). Oxford: Oxford University Press. (576 p.)

Etty, T. (2006). Biotechnology: Current Survey (2004) of Substantive European Community Environmental Law. In T. Etty & H. Somsen (Eds.), Yearbook of European Environmental Law (p. 245-287). Oxford: Oxford University Press.

Etty, T. (2006). International Biotechnology Law and Policy: Year in Review (2004). In J. Werksman & O.K. Fauchald (Eds.), The Yearbook of International Environmental Law (p. 347-364). Oxford: Oxford University Press.

Etty, T. (2006). Genetisch Gemodificeerde Organismen op de Europese Gemeenschapsmarkt en in het Nederlandse Milieu: Een Overzicht van het Juridische Kader voor de Doelbewuste Introductie van GGO's. Milieu en Recht, 32(2), 68-76.

Etty, T. & Somsen, H. (Eds.). (2007). Yearbook of European Environmental Law. Volume 7. Oxford: Oxford University Press. (650 p.)

Etty, T. (2007). Biotechnology: Current Survey (2005) of Substantive EC Environmental Law. In T.F.M. Etty & H. Somsen (Eds.), The Yearbook of European Environmental Law (volume 7) (p. 291-339). Oxford: Oxford University Press.

Faure, M.G. & Heine, G. (Eds.). (2005). Criminal Enforcement of Environ- mental Law in the European Union. The Hague: Kluwer Law International. (187 p.)

Faure, M.G. (2005). De Europese richtlijn milieuaansprakelijkheid: kritische inleidende bedenkingen. In R. Mellenbergh & R. Uylenburg (Eds.), Aansprake- lijkheid voor schade aan de natuur (p. 1-20). Groningen: Europa Law Publishing.

232 Grensoverschrijdend milieurecht

Faure, M.G. & Vanheule, J. (2005). Afscheid van de zorgplichtbepalingen in het milieustrafrecht? In F. Verbruggen et al. (Eds.), Strafrecht als roeping. Liber Amicorum Lieven Dupont (p. 79-114). Leuven: Universitaire Pers Leuven.

Faure, M.G. (2005). Vers un nouveau modèle de protection de l'environment par le droit pénal. Revue Européenne de Droit de l'Environnement, 3-19.

Faure, M.G. & Wang, H. (2005). Compensation for Oil Pollution Damage: China versus the International Regime. Asia Pacific Journal of Environmental Law, 9(1), 11-37.

Faure, M.G. & Hu, J. (Eds.). (2006). Prevention and Compensation of Marine Pollution Damage. Recent Developments in Europe, China and the U.S. Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International. (359 + xxiv p.)

Faure, M.G. & Niessen, N.J.A.P.B. (Eds.). (2006). Environmental Law in Development. Lessons from the Indonesian Experience. Cheltenham: Edward Elgar. (337 + xv p.)

Faure, M.G. (2006). Naar een effectief milieurecht voor ontwikkelingslanden? In A.W. Heringa et al. (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum prof.mr. F.A.M. Stroink (p. 259-272). Den Haag: Sdu.

Faure, M.G. (2006). Towards a New Model of Criminilization of Environ- mental Pollution: the Case of Indonesia. In M. Faure & N. Niessen (Eds.), Environmental Law in Development. Lessons from the Indonesian Experience (p. 188-217). Cheltenham: Edward Elgar.

Faure, M.G. & Borre, T. Vanden (2006). Strafrecht. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek Milieu- en Energierecht (p. 1237-1326). Brugge: die Keure.

Faure, M.G. & Hartlief, T. (2006). Naar een meer effectieve vergoeding voor slachtoffers van rampen? In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrij- dend recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. 281-310). Antwerpen: Intersentia.

Faure, M.G. & Hu, J. (2006). Foreword. In M. Faure & J. Hu (Eds.), Prevention and Compensation of Marine Pollution Damage. Recent Developments in Europe, China and the U.S (p. i-viii). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International.

Faure, M.G. & Hu, J. (2006). Comparative Conclusions. In Faure, M.G. & Hu, J. (Eds.), Prevention and Compensation of Marine Pollution Damage. Recent Developments in Europe, China and the U.S. (p. 351-358). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International.

233 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Faure, M.G. & Niessen, N.J.A.P.B. (2006). Introduction. In M. Faure & N. Niessen (Eds.), Environmental Law in Development. Lessons from the Indonesian Experience (p. 1-8). Cheltenham: Edward Elgar.

Faure, M.G. & Niessen, N.J.A.P.B. (2006). Towards Effective Environmental Legislation in Indonesia? In M. Faure & N. Niessen (Eds.), Environmental Law in Development. Lessons from the Indonesian Experience (p. 263-288). Cheltenham: Edward Elgar.

Faure, M.G. & Wang, H. (2006). Financial Caps for Oil Pollution Damage: China and the International Conventions. In M. Faure & J. Hu (Eds.), Preven- tion and Compensation of Marine Pollution Damage. Recent Developments in Europe, China and the U.S. (p. 317-347). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International.

Faure, M.G. Peeters, M.G.W.M. & Wibisana, A. (2006). Economic Instru- ments: suited to developing countries? In M. Faure & N. Niessen (Eds.), Environmental Law in Development. Lessons from the Indonesian Experience (p. 218-262). Cheltenham: Edward Elgar.

Faure, M.G. & Wang, H. (2006). Economic Analysis of Compensation for Oil Pollution Damage. Journal of Maritime Law and Commerce, 37, 179-217.

Faure, M.G. (2007). L'analyse économique du droit de l'environnement. Bruxelles: Bruylant. (362 p.)

Faure, M.G., Eger, Th. & Naigen, Z. (Eds.). (2007). Economic Analysis of Law in China. Cheltenham: Edward Elgar. (xix + 324 p.)

Faure, M.G. (2007). A Shift toward Alternative Compensation Mechanisms for Environmental Damage? In M. Faure & A. Verheij (Eds.), Shifts in Compensa- tion for Environmental Damage (Tort and Insurance Law, 21) (p. 73-102). Wien New York: Springer.

Faure, M.G., Eger, Th. & Naigen, Z. (2007). Preface. In Th. Eger, M.G. Faure & Z. Naigen (Eds.), Economic Analysis of law in China (p. xii-xix). Chelten- ham: Edward Elgar.

Faure, M.G., Eger, Th. & Naigen, Z. (2007). Conclusions. In Th. Eger, M.G. Faure & Z. Naigen (Eds.), Economic Analysis of law in China (p. 307-310). Cheltenham: Edward Elgar.

Faure, M.G. & Roos, Th.A. de (2007). Schatting van het voordeel en aftrek van kosten bij de oplegging van de ontnemingsmaatregel. In A. de Lange & M.J.C. Visser (Eds.), Milieustrafrecht; Onderzoek en aanbevelingen voor theorie en praktijk (p. 295-312). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

234 Grensoverschrijdend milieurecht

Faure, M.G. & Verheij, A.J. (2007). Introduction. In M. Faure & A. Verheij (Eds.), Shifts in Compensation for Environmental Damage (Tort and Insurance Law, 21) (p. 1-8). Wien New York: Springer.

Faure, M.G. & Verheij, A.J. (2007). Concluding Observations. In M. Faure & A. Verheij (Eds.), Shifts in Compensation for Environmental Damage (Tort and Insurance Law, 21) (p. 313-333). Wien New York: Springer.

Faure, M.G. & Visser, M.J.C. (2007). Ideaaltypisch milieustrafrecht; Opbouw, inhoud en structuur van noodzakelijke delicten. In A. de Lange & M.J.C. Visser (Eds.), Milieustrafrecht; Onderzoek en aanbevelingen voor theorie en praktijk (p. 35-62). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Faure, M.G. & Wang, H. (2007). Economic Analysis of Compensation for Oil Pollution Damage in China. In Th. Eger, M. Faure & Z. Naigen (Eds.), Economic Analysis of Law in China (p. 272-303). Cheltenham: Edward Elgar.

Faure, M.G. (2007). Milieustrafrecht in rechtseconomisch perspectief. Straf- blad, 5(6), 458-477.

Faure, M.G. (2007). Financial Compensation for Victims of Catastrophes: A Law and Economics Perspective. Law and Policy, 29, 339-367.

Faure, M.G. (2007). Insurability of Damage caused by Climate Change: A Commentary. Penn State International Law Review, 155, 1875-1900.

Heijden, G.M.A. van der (2006). Europees recht, hindermacht of empower- ment? Werken met milieurecht bij gebiedsinrichting in Gelderland. In B. Waterhout & L. Janssen-Jansen (Eds.), Grenzenloze Ruimte, regionale gebieds- gerichte ontwikkelingsplanologie in een Europees perspectief (Reeks plano- logie, 7) (p. 87-99). Den Haag: Sdu.

Janssen, J.M.P. & Ramnewash-Oemrawsingh, S.T. (2006). Hoofdstuk 2. Door- werking van internationaal en Europees recht. In M.N. Boeve & V. van 't Lam (Eds.), Omgevingsrecht (Centrum voor Milieurecht) (p. 37-68). Groningen: Europa Law Publishing.

Janssen, J.M.P. & Uylenburg, R. (Eds.). (2007). Natuurbeschermingsrecht in uitvoering. Groningen: Europa Law Publishing. (90 p.)

Janssen, J.M.P. & Sevenster, H.G. (2007). Milieurecht: een proeftuin van Euro- pees recht. In M.V:C. Aalders & R. Uylenburg (Eds.), Het milieurecht als proeftuin, 20 jaar Centrum voor Milieurecht (p. 203-218). Groningen: Europa Law Publishing.

Janssen, J.M.P. (2007). Aarhus-Verordening toch bruikbaar voor NGO's. Tijd- schrift voor Milieu en Recht, 5, 262-269.

235 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Koeman, N.S.J., Backes, C.W. & Gilhuis, P.C. (Eds.). (2006). Milieurecht. Deventer: Kluwer. (XXIV + 585 p.)

Koeman, N.S.J. & Backes, C.W. (2006). Milieu-effectrapportage. In Ch.W. Backes, P.C. Gilhuis & N.S.J. Koeman (Eds.), Milieurecht (p. 125-145). Deventer: Kluwer (6de druk).

Koeman, N.S.J. (2006). Milieuprivaatrecht. In Ch.W. Backes, P.C. Gilhuis & N.S.J. Koeman (Eds.), Milieurecht (p. 511-547). Deventer: Kluwer (6de druk).

Koeman, N.S.J. (2006). De bestuurlijke lus in het Voorontwerp herziening bestuursprocesrecht. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 269-272.

Koeman, N.S.J. (2006). Luchtkwaliteit en nieuwe projecten; op zoek naar europeesrechtelijk aanvaardbare ontkoppelingsmogelijkheden. Milieu en Recht, 5, 280-284.

Koeman, N.S.J. (2007). De jurisprudentie inzake de bescherming van gebieden. In J.M.P. Janssen & R. Uylenburg (Eds.), Natuurbeschermingsrecht in uitvoe- ring (p. 33-48). Groningen: Europa Law Publishing.

Koeman, N.S.J. (2007). Rechtsbescherming in het omgevingsrecht. In M.V.C. Aalders & R. Uylenburg (Eds.), Het milieurecht als proeftuin, 20 jaar Centrum voor Milieurecht (p. 97-103). Groningen: Europa Law Publishing.

Konijnenbelt, W. (2005). Le droit des citoyens à avoir accès à l'eau, au gaz et à l'électricité doit-il être garanti par la Constitution? In le Centre de Recherches & Administratives (Eds.), Annuaire européen d’administration publique, No XXVII (2004) (p. 133-142). Paris: Centre National de la Recherche Scienti- fique.

Konijnenbelt, W. (2005). L'administration et l'énergie aux Pays-Bas. In le Centre de Recherches & Administratives (Eds.), Annuaire européen d’admini- stration publique, No XXVII (2004) (p. 329-339). Paris: Centre National de la Recherche Scientifique.

Lam, V. van 't (2007). De gevolgen van de Wabo voor het begrip inrichting. In M.V.C. Aalders & R. Uylenburg (Eds.), Het milieurecht als proeftuin. 20 jaar Centrum voor Milieurecht. (p. 5-19). Groningen: Europa Law Publishing.

A. de Lange & M.J.C. Visser (Eds.). (2007). Milieustrafrecht: Onderzoek een aanbevelingen voor theorie en praktijk. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (312 p.)

Lange, A. de & Visser, M.J.C. (2007). Milieustrafrecht; een rechtsgebied in onderzoek en in beweging. In M.J.C. Visser & A. de Lange (Eds.), Milieustraf- recht; Onderzoek en aanbevelingen voor theorie en praktijk (p. 35-62). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 236 Grensoverschrijdend milieurecht

Lange, A. de & Visser, M.J.C. (2007). Europese wetgevingsinitiatieven op het gebied van het milieustrafrecht. Milieu en Recht, 270-275.

Lefevere, J.G.J. (2005). Linking Emissions Trading Schemes: the EU ETS and the ‘Linking Directive’. In Freestone D. & Streck C. (Eds.), Legal Aspects of Implementing the Kyoto Protocol Mechanisms (p. 511-536). Oxford: Oxford University Press.

Lefevere, J.G.J. (2005). The EU Trading: A Back- ground. In Bothe M. & Rehbinder E. (Eds.), Climate Change Policy (p. 103- 130). Utrecht: Eleven International Publishing.

Lefevere, J.G.J. (2005). The EU Greenhouse Gas Emissions Allowance trading Scheme. In Bothe M. & Rehbinder E. (Eds.), Climate Change Policy (p. 259- 308). Utrecht: Eleven International Publishing.

Lefevere, J.G.J. (2005). Part II: the EU Greenhouse Gas Emission Allowance Trading Scheme. In Yamin F. (Ed.), Climate Change and Carbon Markets-A Handbook of Emission Reduction Mechanisms (p. 75-150). London: Earthscan.

Matthee, M. (2006). Co-ordination as Means to promote a Coherent System of Intergovernmental Institutions dealing with Food Security. In A. Mahiou & F. Snyder (Eds.), La Securite alimentaire, Academie de Droit International de la Haye (p. 675-702). Den Haag: Nyhoff.

Mellenbergh, R. & Uylenburg, R. (Eds.). (2005). Aansprakelijkheid voor schade aan de natuur, de nieuwe Richtlijn milieuaansprakelijkheid. Groningen: Europa Law Publishing. (187 p.)

Mellenbergh, R. (2005). De curator en de naleving van de milieuvergunning. Nederlands Juristenblad, 15, 784-789.

Mellenbergh, R. (2006). Soil Protection Law and Reclaiming Soil Deconta- mination Costs in the Netherlands. Journal for European environmental & planning law, 3, 240-249.

Mellenbergh, R. & Schueler, B.J. (2006). De mogelijkheden tot afschaffing of beperking van het zelfrealisatiebeginsel. De reikwijdte van art. 1 Eerste Proto- col EVRM en een vergelijking met de situatie in de VS. Bouwrecht, 10, 885- 896.

Mellenbergh, R. (2007). De privaatrechtelijke aspecten van de Wet bodem- bescherming: noodzakelijk of slechts van tijdelijk aard? In M.V.C. Aalders & R. Uylenburg (Eds.), Het milieurecht als proeftuin, 20 jaar Centrum voor Milieurecht (p. 141-151). Groningen: Europa Law Publishing.

237 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Neerhof, A.R. (2007). Aansprakelijkheden en draagplichten als een vergun- ninghouder conform de vergunning handelt: wie is de pineut? Nederlands Tijd- schrift voor Burgerlijk Recht, 16, 138-148.

Pâques, M.M.L.L. (Ed.). (2005). Le droit de propriété et Natura 2000 – Natura 2000 and property rights. Bruxelles: Bruylant. (248 p.)

Pâques, M.M.L.L. (2005). Interdiction, autorisation, dérogation. In Chr. Bicquet-Mathieu et al. (Eds.), Liber Amicorum Paul Delnoy (p. 1037-1044). Bruxelles: Larcier.

Pâques, M.M.L.L. (2005). La nature juridique du quota d’émission de gaz à effet de serre. In F. Maes & A. Verbeke (Eds.), L'échange des droits de pollu- tion comme instrument de gestion du climat/Verhandelbare emissie rechten als klimaatbeleidsinstrument (p. 43-69). Bruxelles: la Charte.

Pâques, M.M.L.L. (2005). Le droit de propriété et Natura 2000. Rapport de synthèse. In M.M.L.L. Pâques (Ed.), Le droit de propriété et Natura 2000 – Natura 2000 and property rights (p. 15-38). Bruxelles: Bruylant.

Pâques, M.M.L.L. (2005). Natura 2000 and property rights. In M.M.L.L. Pâques (Ed.), Le droit de propriété et Natura 2000 – Natura 2000 and property rights (p. 39-59). Bruxelles: Bruylant.

Pâques, M.M.L.L. (2005). Pouvoir de classer, effet direct et Natura 2000. Sources, formes et cohérence de contraintes administratives actuelles. In P. Lecocq, B. Tilleman & A. Verbeke (Eds.), Le droit des biens/Zakenrecht (p. 415-457). Bruxelles: la Charte.

Pâques, M.M.L.L. (2005). Droit de l'Homme au respect des biens – Redistri- butions foncières à l'Est. Association des Etudes Foncières, 113, 12.

Pâques, M.M.L.L., Neuray, J.-F. & Boes, M. (2006). Rapport belge au Collo- que de l'Association internationale de droit de l'urbanisme. Cahiers du Gridauh. Paris: La Documentation Française.

Pâques, M.M.L.L. (2006). Affectation, urbanisme et domaine public. In Mé- langes en l'honneur d'Henri Jacquot (p. 431-446). Orléans: Presses Univer- sitaires d’Orléans.

Pâques, M.M.L.L. (2006). L'environnement comme droit de l'homme. In M.C. Soriano (Ed.), Les droits de l'homme dans les politiques de l'Union européenne et les droits de l'homme (p. 163-222). Bruxelles: Larcier.

Pâques, M.M.L.L. (2006). L'emission trading à la Cour d’arbitrage, Commen- taire de C.A., 92/2006. Aménagement-Environnement, 4, 181-190.

238 Grensoverschrijdend milieurecht

Pâques, M.M.L.L. (2006). L'environnement, un certain droit de l'homme. Administration publique, 38-66.

Pâques, M.M.L.L. (2006). Le mirmillon et le rétiaire ou comment concilier la domanialité publique et l'urbanisme. Revue de la Faculté de droit de l'Univer- sité de Liège, 1-2, 269-287.

Pâques, M.M.L.L. & Leleu, Y.-H. (2006). Exonérations légales de responsabi- lité civile et droit fondamental au respect des biens. Journal des Tribunaux, 277-284.

Pâques, M.M.L.L. (Ed.). (2007). Le principe de précaution en droit administra- tif – Precautionary Principle and Administrative Law. Bruxelles: Bruylant. (308 p.)

Pâques, M.M.L.L. (Ed.). (2007). Questions choisies de droit de l'urbanisme et de l'environnement. Liège: Anthémis. (318 p.)

Pâques, M.M.L.L. (2007). L'arrêt Van de Walle, les sols contaminés et les dé- chets, Commentaire de l'arrêt de la Cour de Justice des Communautés euro- péennes du 7 septembre 2004, Aff. C-1/03. In Assainissement et gestion des sols pollués: un cadre légal nouveau (p. 51-79). Bruxelles: Bruylant.

Pâques, M.M.L.L. (2007). Propriété, équilibre et valeurs. In F. Delpérée (Ed.), Mélanges (p. 1137-1152). Bruxelles: Bruylant.

Pâques, M.M.L.L. (2007). Sécurité juridique et risque environnemental. In L. Boy, J. Racine & F. Siiriainen (Eds.), Sécurité juridique et droit économique (p. 495-540). Bruxelles: Larcier.

Peeters, M.G.W.M. (2005). The concept of precaution as shaped by the courts. In F. Stroink & van.der E. Linden (Eds.), Judicial lawmaking and Administra- tive Law (Ius Commune Europeaum, 52) (p. 57-80). Antwerp: Intersentia.

Peeters, M.G.W.M. (2005). Broeikasgasemissiehandel in de Wet Milieubeheer: een introductie op dit groene instrument. Tijdschrift voor Omgevingsrecht, 2005-3, 83-91.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Broeikasgasemissiehandel in de EU: prille erva- ringen met dit unieke instrument. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grens- overschrijdend recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. 259-279). Antwerpen: Intersentia.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Elaborating on integration of environmental legis- lation: the case of Indonesia. In M. Faure & N. Niessen (Eds.), Environmental Law in Development. Lessons from the Indonesian Experience (p. 92-126). Cheltenham: Edward Elgar.

239 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Peeters, M.G.W.M. (2006). Enforcement of the EU greenhouse gas emissions trading scheme. In M. Peeters & K. Deketelaere (Eds.), EU Climate Change Policy: The Challenge of New Regulatory Initiatives (p. 169-187). Cheltenham: Edward Elgar.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Het voorzorgsbeginsel en de rechtsvormende taak van de (Nederlandse) bestuursrechter. In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum prof.mr. F.A.M. Stroink (p. 185-198). Den Haag: Sdu.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Inleiding op het preadvies: Klimaatverandering en rechtsontwikkeling anno 2005. In Preadvies voor de Vereniging voor Milieu- recht (p. 17-26). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Europees klimaatbeleid: verplichtingen, bevoegd- heden, maatregelen en verantwoording. In Preadvies voor de Vereniging voor Milieurecht (p. 51-92). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Peeters, M.G.W.M. & Deketelaere, K. (2006). Key challenges of EU climate change policy: competences, measures and compliance. In M. Peeters & K. Deketelaere (Eds.), EU Climate Change Policy: The Challenge of New Regulatory Initiatives (p. 3-21). Cheltenham: Edward Elgar.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Inspection and market-based regulation through emissions trading: the striking reliance on self-monitoring, self-reporting and verification. Utrecht Law Review, 2(1), 177-195. [Online]. Available from: [01-06-2006].

Peeters, M.G.W.M. & Amorij, S. (2006). Saldering en marktwerking in het luchtkwaliteitsbeleid van de VS: een inspiratiebron voor Nederland en de EU. Milieu en Recht, 5, 285-290.

Peeters, M.G.W.M. & Woerd, F. van der (2006). Financial security obligations to prevent orphan damage: some preliminary experiences from the Netherlands. Environmental Liability, 14(6), 217-225.

Peeters, M.G.W.M. (2007). EU Climate Change Policy: Critical Issues and Challenges for the future. In O.K. Fauchald & D. Hunter (Eds.), International Yearbook of Environmental Law (16) (p. 179-210).

Peeters, M.G.W.M., Weishaar, S. & Cendra de Larragán, J. de (2007). A Governance Perspective on the Choice between ‘Cap and Trade’ and ‘Credit and Trade’ for an Emissions Trading Regime. European Environmental Law Review, 7, 191-202.

240 Grensoverschrijdend milieurecht

Peeters, M.G.W.M. (2007). Broeikasgasemissiehandel in Europa. Op zoek naar een optimale verdelingsmethode. Nederlands Juristenblad, 45/46, 2893-2902.

Ramnewash-Oemrawsingh, S.T. (2005). European Community. In G. Ulfstein & J. Werksman (Eds.), Yearbook of International Environmental Law (volume 14) (p. 661-676). New York: Oxford University Press.

Schueler, B.J. (2005). De aansprakelijkheid van de overheid als gevolg van de Richtlijn Milieuaansprakelijkheid. In R. Mellenbergh & R. Uylenburgh (Eds.), Aansprakelijkheid voor schade aan de natuur, de nieuwe Richtlijn milieu- aansprakelijkheid (p. 59-74). Groningen: Europa Law Publishing.

Schueler, B.J. (2005). Hoe ver strekt de rechtsbescherming in het omgevings- recht? Over subjectivering in het bestuursprocesrecht. Tijdschrift voor Omge- vingsrecht, 114-123.

Sevenster, H.G., Smorenburg-van Middelkoop, L. & Wennerås, P. (2006). European Community. In J. Werksman & O.K. Fauchald (Eds.), Yearbook of International Environmental Law (p. 602-615). Oxford: Oxford University Press.

Smedt, K. De (2007). Shifts in Compensation for Environmental Damage: From Member States to Europe. In M. Faure & A. Verheij (Eds.), Shifts in Compensation for Environmental Damage (Tort and Insurance Law, 21) (p. 103-131). Wien New York: Springer Verlag.

Somsen, H. (2005). Some Reflections on EU Biotechnology Regulation: Lessons Derived from Thirty Years of EC Environmental Law. In R. Macrory (Ed.), Reflections on Thirty years of EU Environmental Law; a high level of protection? (The Avosetta series, 7) (p. 325-348). Groningen: Europa Law Publishing.

Somsen, H. (2006). Regulering van Humane Genetica in het Neo-Eugenetische Tijdperk (Inaugurele rede Universiteit van Tilburg, 10 november 2006). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. (59 p.)

Staercke, J. de (2005). Integrale milieuvoorwaarden terug naar af? In Feest- bundel milieurecht (Milieustandpunten, 20) (p. 34-36). Brugge: die Keure.

Staercke, J. de (Ed.). (2007). Juridisch statuut van overheidsgoederen (Nota- rieel bestuursrecht). Brussel: Larcier. (104 p.)

Uylenburg, R. (2006). Hoofdstuk 1. In M.N. Boeve & V. van 't Lam (Eds.), Omgevingsrecht (Centrum voor Milieurecht) (p. 3-34). Groningen: Europa Law Publishing.

241 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Uylenburg, R. (2006). Hoofdstuk 5, par. 7 en 8. In M.N. Boeve & V. van 't Lam (Eds.), Omgevingsrecht (Centrum voor Milieurecht) (p. 186-214). Groningen: Europa Law Publishing.

Uylenburg, R. (2006). De omgevingsvergunning en het specialiteitsbeginsel. In K.J. de Graaf et al. (Eds.), Op tegenspraak: opstellen voor prof. mr L.J.A. Damen (p. 155-166). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Uylenburg, R. & Visser, M.J.C. (2006). Handhaving van milieurecht. In N.S.J Koeman, C.W. Backes & P.C. Gilhuis (Eds.), Milieurecht (p. 262-306). (6de druk). Deventer: Kluwer.

Uylenburg, R. & Wit, W. de (2006). Financiële instrumenten en emissiehandel. In N.S.J Koeman, C.W. Backes & P.C. Gilhuis (Eds.), Milieurecht (p. 223- 261). (6de druk). Deventer: Kluwer.

Uylenburg, R. (2006). De Natuurbeschermingswet 1998 in uitvoering. Tijd- schrift voor Omgevingsrecht, 3, 85-92.

Uylenburg, R. & (2006). De goedkeuring van een faunabeheerplan vatbaar voor bezwaar en beroep? Ars Aequi: juridisch studentenblad, juni, 420-425.

Uylenburg, R. & Hazewindus, W.G.A. (2006). Rechtsbescherming tegen de omgevingsvergunning. Tijdschrift voor Omgevingsrecht, 4, 147-150.

Uylenburg, R. & Aalders, M. (Eds.). (2007). Het milieurecht als proeftuin, 20 jaar Centrum voor Milieurecht (v-xiii p.) Groningen: Europa Law Publishing. (v + 335 p.)

Uylenburg, R. (2007). Welk juridisch instrument beschermt onze omgeving? In R. Uylenburg & M. Aalders (Eds.), Het milieurecht als proeftuin, 20 jaar Centrum voor Milieurecht (p. 21-31). Groningen: Europa Law Publishing.

Uylenburg, R. (2007). De natuur door de wet beschermd? In R. Uylenburg & J.M.P. Janssen (Eds.), Natuurbeschermingsrecht in uitvoering (p. 11-20). Groningen: Europa Law Publishing.

Uylenburg, R. (2007). De omgevingsvergunning en de grenzen aan integratie. In A. Carette (Ed.), Aan de grens van de milieuvergunning, Verslag van een congres georganiseerd door de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht in samenwerking met de Vereniging voor Milieurecht op 31 mei 2007 (p. 43-59). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Vanheusden, B. (2005). The sustainability of brownfield redevelopment incentives. In X (Ed.), Strategies, Science and Law for the Conservation of the World Soil Resources (p. 239-249). Selfoss: AUI Publications.

242 Grensoverschrijdend milieurecht

Vanheusden, B. (2005). Het Vlaamse waterbodembeleid: juridische aspecten bij schade door overstromingen en de verspreiding van verontreinigde specie. Milieu- en Energierecht, 84-97.

Vanheusden, B., Thornton, G. & Nathanail, P. (2005). Are Incentives for Brownfield Regeneration Sustainable? A Comparative Survey. Journal for European environmental & planning law, 350-374.

Vanheusden, B. et al. (2006). De relevantie van milieurechtvaardigheid of environmental justice voor het juridische kader in het Vlaams Gewest. Toetsing aan de hand van een eerste praktijkstudie. Milieu- en Energierecht, 1, 40-55.

Vanheusden, B. (2007). Brownfields Redevelopment in the European Union. Boston College Environmental Affairs Law Review, 34(3), 559-575.

Vanheusden, B. (2007). Het decreet betreffende de brownfieldconvenanten als een eerste zelfstandig brownfielddecreet. Milieu- en Energierecht, 75-87.

Visser, M.J.C. (2007). Zorgplichtbepalingen in het milieustrafrecht. In A. de Lange & M.J.C. Visser (Eds.), Milieustrafrecht; Onderzoek en aanbevelingen voor theorie en praktijk (p. 89-110). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Visser, M.J.C. (2007). Van vergunning naar amvb: enkele strafrechtelijke consequenties. In M.V.C. Aalders & R. Uylenburg (Eds.), Het milieurecht als proeftuin (p. 181-197). Groningen: Europa Law Publishing.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2006). Belanghebbenden bij toelatingsbesluiten voor bestrijdingsmiddelen: ook toepassers en omwonenden? In K. de Graaf, A.T. Marseille & H.B. Winter (Eds.), Op tegenspraak. Opstellen voor prof.mr. L.J.A. Damen (p. 273-283). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2006). Hoofdstukken, 1, 4, 5 en 6. In M.N. Boeve & V. van 't Lam (Eds.), Omgevingsrecht (Centrum voor Milieurecht) (p. 167-173 en 240-249). Groningen: Europa Law Publishing.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2007). De regulering van milieugevaarlijke stoffen: REACH en het substitutiebeginsel. In M.V.C. Aalders & R. Uylenburg (Eds.), Het milieurecht als proeftuin. 20 jaar Centrum voor Milieurecht (Centrum voor Milieurecht) (p. 265-275). Groningen: Europa Law Publishing.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2007). De Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden: beschermingsdoelstelling buiten beeld? Milieu en Recht, 10(34), 606- 614.

Vogelezang-Stoute, E.M. & Rijswick, H.F.M.W. van (2007). De Kaderrichtlijn water en gewasbeschermingsmiddelen. [Online] Utrecht: Centrum voor Omge- vingsrecht en Beleid/NILOS. (200 p.) Available from: [01-11-2007]. 243 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Vogelezang-Stoute, E.M., Schueler, B.J., Drewes, J.K., Groenewegen, F.T., Hazewindus, W.G.A., Klap, A., Lam, V. van 't & Olivier, B.K. (2007). Derde evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht 2006: Definitieve geschilbeslech- ting door de bestuursrechter. [Online] Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Available from: [22-01-2007].

Vos, E.I.L. (2005). Van BSE tot Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid: het Europese recept voor voedselveiligheid en consumentenvertrouwen. Sociaal-economische Wetgeving: Tijdschrift voor Europees en economisch recht, 117-127.

Vos, E.I.L. & Wendler, F.A. (Eds.). (2006). Food Safety Regulation in Europe. A Comparative Institutional Analysis (Ius Commune Europaeum, 62). Antwerp: Intersentia. (xxviii + 469 p.)

Vos, E.I.L. (2006). Grensoverschrijdende levensmiddelen: de ‘spaghetti wetge- ving’ opgerold. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrijdend recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. 225-244). Antwerpen: Intersentia.

Vos, E.I.L. & Wendler, F.A. (2006). Food Safety Regulation at the EU Level. In E. Vos & F. Wendler (Eds.), Food Safety Regulation in Europe. A Com- parative Institutional Analysis (Ius Commune Europaeum, 62) (p. 65-138). Antwerp: Intersentia.

Vos, E.I.L. & Asselt, M.B.A. van (2006). Precautionary Principle and the Uncertainty Paradox. Journal of risk research, 19(4), 313-336.

Wang, H. (2006). Recent Developments in the EU Marine Oil Pollution Regime. In M. Faure & J. Hu (Eds.), Prevention and Compensation of Marine Pollution Damage – Recent Developments in Europe, China and the U.S. (p. 1- 24). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International.

Wang, H. (2007). Marine Pollution – Vessel Source Pollution. In O.K. Fauchald & J. Werksman (Eds.), Yearbook of International Environmental Law 2005 (p. 414-422). Oxford: Oxford University Press.

Wang, H. (2007). Shifts in Governance in the International Regime of Marine Oil Pollution Compensation: A Legal History Perspective. In M. Faure & A. Verheij (Eds.), Shifts in Compensation for Environmental Damage (Tort and Insurance Law, 21) (p. 197-242). Wien New York: Springer.

Wendler, F.A. & Dressel, K. (2006). Food Safety Regulation in Germany. In E. Vos & F. Wendler (Eds.), Food Safety Regulation in Europe. A Comparative Institutional Analysis (Ius Commune Europaeum, 62) (p. 287-330). Antwerp: Intersentia.

244 Grensoverschrijdend milieurecht

Wenneras, P.E. (2005). Permit Defences in Environmental Liability Regimes: Subsidizing Environmental Damage in the EC. In Yearbook of European Environmental Law (p. 149-180). Oxford: Oxford University Press.

VAKPUBLICATIES

Betlem, G., Bernasconi, Chr. & Gavounelli, M. (2006). Final Report of the International Law Association's Committee on Transnational Enforcement of International Environmental Law (Toronto). London: International Law Asso- ciation. Available from: [01-06-2006].

Betlem, G. (2007). Public and Private Transnational Enforcement of EU Con- sumer Law. European Business Law Review, 683-708.

Betlem, G. (2007). Francovich Follow-Up. A Survey of Cases on State Liability for Breach of European Community Law. [Online] Available from: [01-05-2007].

Boeve, M.N., Heijden, G.M.A. van der & Verweij, W. (2005). Beyond Com- pliance, beyond covenants. In S. van der Burg, G. Spaargaren & H. Waaijers (Eds.), Wetenschap met beleid, beleid met wetenschap (Verslagen SWOME Marktdag) (p. 46-50). Wageningen: Universiteit Wageningen.

Boeve, M.N. & Janssen, J.M.P. (2005). Country report – The Netherlands, Appropriate assessments under the Habitats Directive. Journal for European environmental & planning law, 4, 340-341.

Boeve, M.N. & Janssen, J.M.P. (2005). The comparative Survey – The Nether- lands. Seven Questions on national waste law. Journal for European environ- mental & planning law, 6, 549-551.

Boeve, M.N. & Koeman, N.S.J. (2005). Gemeentelijke milieukwaliteitsnormen in het bestemmingsplan. Amsterdam: Centrum voor Milieurecht. (21 p.)

Boeve, M.N. (2006). Commentaar hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 Wet milieube- heer. In N.S.J. Koeman & R. Uylenburg (Eds.), Milieurecht, Tekst & Commen- taar (Tekst & commentaar) (p. 46-98). (2de druk). Deventer: Kluwer.

Boeve, M.N. & Lam, V. van 't (2006). Hoofdstuk 1, par. 2. In M.N. Boeve & V. van 't Lam (Eds.), Omgevingsrecht (Centrum voor Milieurecht) (p. 5-7). Groningen: Europa Law Publishing.

Boeve, M.N. (2006). Algemene regels voor inrichtingen en de omgeving. Tijdschrift voor Omgevingsrecht, 1, 1.

245 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Boeve, M.N. & Janssen, J.M.P. (2006). The Comparative Survey. Three questions on Air Quality Regulation – The Netherlands. Journal for European environmental & planning law, 3(4), 369-371.

Boeve, M.N. & Smorenburg-van Middelkoop, L. (2006). The Comparative Sur- vey. Four Questions on Compliance with EC Environmental Law – The Netherlands. Journal for European environmental & planning law, 3(5), 472- 473.

Boeve, M.N. (2007). De Afdeling bestuursrechtspraak in de zomer. Tijdschrift voor Omgevingsrecht, 3, 44-78.

Boeve, M.N. & Uylenburg, R. (2007). Publiekrechtelijke beperkingen die het bouwinitiatief kunnen belemmeren. Onderdelen Milieuvergunning, Algemene maatregelen voor bestuur en hinder voor de leefomgeving. In A.G. Bregman, M.A.B. Chao-Duivis, C.E.C. Jansen & A.Z.R. Koning (Eds.), PSIB Master- studie. Institutioneel kader: de invloed van regels op de organisatie, het ver- loop en de resultaten van bouwprocessen (p. 52-265). Den Haag: Sdu.

Calster, G. van (2005). Overzicht Europees Afvalrecht 2004. In K. Deketelaere (Ed.), Jaarboek Milieurecht 2004 (p. 123-161). Brugge: die Keure.

Calster, G. van (2005). Rentmeesterschap, religie en het leefmilieu – opzoek naar wat ons bindt, niet wat ons scheidt. In K. Deketelaere (Ed.), Feestbundel Milieurecht (p. 91-94). Brugge: die Keure.

Calster, G. van (2005). [Bespreking van het boek Principles of European Environmental Law]. C.M.L.Rev., 1793-1794.

Calster, G. van & Vandenberghe, W. (2006). Overzicht Europees Afvalrecht 2005. Milieu- en Energierecht, 3-20.

Calster, G. van (2007). Capita selecta van het Europees milieurecht in 2006. In K. Deketelaere (Ed.), Jaarboek Milieurecht 2005-2006 (p. 1-26). Brugge: die Keure.

Calster, G. van & Vandenberghe, W. (2007). Developments in European Court of Justice case-law – 2005. In J. Werksman & O. Fauchald (Eds.), Yearbook of International Environmental Law – 2005 (p. 712-722). Oxford: Oxford Uni- versity Press.

Calster, G. van (2007). The World Trade Organisation Panel report on Brazil Tyres: Advanced waste management theory entering the organisation? Euro- pean Environmental Law Review, 304-308.

Calster, G. van & Bowman, D. (2007). Does REACH go too far? Nature Nano- technology, 2, 525-526.

246 Grensoverschrijdend milieurecht

Cendra de Larragán, J. de (2007). [Bespreking van het boek Climate Change, Kyoto Protocol and the Forest Sector: Afforestation/Reforestation Clean Deve- lopment Mechanism in Asia]. RECIEL, 16(2), 57-58.

Cock, K. de (2005). De ‘Rock Bottom’ van het milieubeleid en -recht: het integratieconcept. In K. Deketelaere (Ed.), Feestbundel Milieurecht (LeuVeM Milieurechtstandpunten, 20) (p. 7-9). Brugge: die Keure.

Cock, K. de (2005). Recente arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in milieuzaken (Grote Kamer); Öneryildiz t. Turkije (30-11- 2004); Moreno Gomez t. Spanje (16-11-2004); Taskin e.a. t. Turkije (10-11- 2004). Milieu- en Energierecht, 1, 31-40.

Cock, K. de (2005). Recente arresten van het Arbitragehof in milieuzaken oktober 2004-januari 2005 (Arbitragehof 28-10-2004, 168/2004 en 19-01-2005, 11/2005). Milieu- en Energierecht, 1, 52-54.

Cock, K. de (2005). Arresten van de Raad van State in milieuzaken september- december 2004 (milieuvergunningen, bodemsanering en domeinconcessie). Milieu- en Energierecht, 1, 55-60.

Cock, K. de (2005). Arresten van het arrest van het Hof van Cassatie in milieuzaken (22-02-2005, P041346N). Milieu- en Energierecht, 2, 135.

Cock, K. de (2005). Arresten van de Raad van State in milieuzaken januari/maart 2005 (milieuvergunningen, erkenningen, mestdecreet en stopzet- tingsmaatregelen). Milieu- en Energierecht, 2, 141-149.

Cock, K. de (2005). Arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (09-06-2005, 55723/00, Fadeyeva tegen Rusland). Milieu- en Energie- recht, 3, 220-224.

Cock, K. de (2005). Arresten van het Arbitragehof in Milieuzaken (01-06-2005, 101/2005. Milieu- en Energierecht, 3, 227-228.

Cock, K. de (2005). Arresten van de Raad van State in milieuzaken april-mei 2005 (milieuvergunning – handhaving). Milieu- en Energierecht, 3, 229-231.

Cock, K. de (2005). Arresten van de Raad van State in milieuzaken juni- september 2005 (milieuvergunning – erkenning). Milieu- en Energierecht, 4, 308-311.

Cock, K. de (2006). Arresten van het Hof van Cassatie in milieuzaken. Milieu- en Energierecht, 1, 60.

Cock, K. de (2006). Arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in milieuzaken. Milieu- en Energierecht, 2, 125-126.

247 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Cock, K. de (2006). Arresten van het Arbitragehof in milieuzaken. Milieu- en Energierecht, 1, 61-62.

Cock, K. de (2006). Arresten van de Raad van State in milieuzaken oktober- december 2005. Milieu- en Energierecht, 1, 63-68.

Cock, K. de (2006). Arresten van het Hof van Cassatie in milieuzaken. Milieu- en Energierecht, 2, 127-129.

Cock, K. de (2006). Arresten van de Raad van State in milieuzaken januari 2006-maart 2006. Milieu- en Energierecht, 2, 130-133.

Cock, K. de (2006). Arresten van het Arbitragehof in milieu- en energiezaken. Milieu- en Energierecht, 3, 213-217.

Cock, K. de (2006). Arresten van de Raad van State in milieuzaken april 2006- juni 2006. Milieu- en Energierecht, 3, 218.

Cock, K. de (2006). Arresten van het Arbitragehof in milieuzaken. Milieu- en Energierecht, 4, 275-279.

Deketelaere, K. & Deketelaere, M. (Eds.). (2005). Jaarboek Milieurecht 2004 (LeuVeM, 19). Brugge: die Keure. (361 p.)

Deketelaere, K. & Vanheusden, B. (2005). Belgium. In G. Ulfstein & J. Werksman (Eds.), Yearbook of International Environmental Law (p. 509-519). Oxford: Oxford University Press.

Deketelaere, K. & Vanheusden, B. (2005). Belgium. In T. Etty & J. Somsen (Eds.), The Yearbook of European Environmental Law (volume 4) (p. 537- 556). Oxford: Oxford University Press.

Deketelaere, K. & Vanheusden, B. (2006). Belgium. In O.K. Fauchald & J. Werksman (Eds.), Yearbook of International Environmental Law (p. 460-470). Oxford: Oxford University Press.

Deketelaere, K. & Vanheusden, B. (2007). Belgium. In O.K. Fauchald & J. Werksman (Eds.), Yearbook of International Environmental Law (p. 631-636). Oxford: Oxford University Press.

Etty, T. (2005). Current Survey (2002) of Substantive European Community Environmental Law: Biotechnology. In T. Etty & J. Somsen (Eds.), The Year- book of European Environmental Law (volume 4) (p. 395-410). Oxford: Oxford University Press.

248 Grensoverschrijdend milieurecht

Etty, T. (2005). Current Survey (2003) of Substantive European Community Environmental Law: Biotechnology. In T. Etty & J. Somsen (Eds.), The Yearbook of European Environmental Law (volume 5) (p. 287-326). Oxford: Oxford University Press.

Etty, T. (2006). Reviews of Books. In T. Etty & H. Somsen (Eds.), Yearbook of European Environmental Law (p. 429-463). Oxford: Oxford University Press.

Etty, T. (2007). Reviews of Books and Highlights of Recent Publications on Environmental Law. In T.F.M. Etty & H. Somsen (Eds.), Yearbook of Euro- pean Environmental Law (volume 7) (p. 481-538). Oxford: Oxford University Press.

Etty, T. (2007). International Biotechnology Law and Policy: Year in Review (2005). In J. Werksman & O.K. Fauchald (Eds.), The Yearbook of International Environmental Law (16) (p. 497-514). Oxford: Oxford University Press.

Etty, T. & Somsen, H. (2007). Editors’ Preface. In T.F.M. Etty & H. Somsen (Eds.), The Yearbook of European Environmental Law (volume 7) (p. vii-ix). Oxford: Oxford University Press.

Faure, M.G. (2005). Vijftien jaar milieustrafrecht. In K. Deketelaere (Ed.), Feestbundel milieurecht. Leuvem 20 (p. 45-50). Brugge: die Keure.

Faure, M.G., Koopmans, I.M. & Visser, M.J.C. (2005). Milieustrafrecht. Delikt en Delinkwent, 325-334.

Faure, M.G., Peeters, M.G.W.M. & Huitema, P. (2005). Implementatie van de richtlijn milieuaansprakelijkheid. Een verkenning naar de bevoegde instantie(s) in Nederland. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2005/1). Arnhem: Structu- rele Evaluatie Milieuwetgeving (77 p.) Available from: [13-04-05].

Faure, M.G. (2007). Klimaatverandering als uitdaging voor juristen. Neder- lands Juristenblad, 45/46, 2858-2860.

Heijden, G.M.A. van der & Slob, A. (2005). Meervoudig ruimtegebrek, Enkel- voudig Recht (XPIN -reeks, 8). Delft: Eburon. (143 p.)

Heijden, G.M.A. van der (2006). How business changes government in times of information technology. In A.-V. Anttiroiko, M. Malkia & H. Waaijers (Eds.), Encyclopedia of Digital Government. (p. 928-932). Hershey (PA): The Idea Group Publishers.

Heijden, G.M.A. van der & Meiresonne, A. (12-01-2006). Overheid: vertrouw uw burgers eens. Nrc-Handelsblad, p. 8

249 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Heldeweg, M.A. et al. (2006). Tarifering bestuurlijke en strafrechtelijke boetes, juridische bijdrage aan het onderzoek door APE. (project 1295). Den Haag: WODC. (x + 189 p.)

Heyman, J. & Smout, L. (2005). Milieuwetboek Afval & Water: band 1. Basis- wetgeving/band 2. Water/band 3. Vast afval (16de uitgave). Mechelen: Wolters Kluwer Belgium. (1503 p.)

Heyman, J. & Smout, L. (2005). Milieuwetboek Vlarem I (13de uitgave). Mechelen: Wolters Kluwer Belgium. (437 p.)

Heyman, J. & Smout, L. (2005). Milieuwetboek Vlarem II: band 1. Vlarem II/band 2. Bijlagen/band 3. Codes van goede praktijk (11de uitgave). Mechelen: Wolters Kluwer Belgium. (xxxv + 1641 p.)

Heyman, J., Annaert, L., Somers, W., Vancleynbreugel, W. & Verhoeven, A. (2005). Milieurecht in kort bestek (4de uitgave). Brugge: die Keure. (225 p.)

Janssen, J.M.P., Sevenster, H.G. & Smorenburg-van Middelkoop, L. (2005). Verkenning Argumentatielijnen Derogaties Kaderrichtlijn Water – Juridisch Kader voor het gebruik van art. 4 lid 3-7 Kaderrichtlijn Water. uitgevoerd door: Arcadis, Instituut voor Milieuvraagstukken, Centrum voor Mileurecht, Syncera Water BV. Amsterdam.

Janssen, J.M.P. (2005). Recent Developments in EU Environmental Policy and Law. Journal for European environmental & planning law, 1, 72-74.

Janssen, J.M.P. (2005). Recent Developments in EU Environmental Policy and Law. Journal for European environmental & planning law, 4, 328-330.

Koeman, N.S.J. & Uylenburg, R. (Eds.). (2006). Milieurecht, Tekst & Com- mentaar (Tekst & commentaar) (2de druk). Deventer: Kluwer. (951 p.)

Lam, V. van 't (2005). Het begrip inrichting en zeggenschap. StAB, Jurispru- dentietijdschrift op het gebied van ruimtelijke ordening, milieubeheer en water, 4, 10-14.

Lam, V. van 't (2006). Bijdragen aan artikel 1.1 en aan artikelen hoofdstuk 8 Wm. In P.C. Knol, G.J. Zwenne & A.H.J. Schmidt, T&C Milieuwetgeving (p. 7-35 en 211-225). Deventer: Kluwer.

Lam, V. van 't (2006). Modernisering algemene regels Wet milieubeheer. Ver- slag van de VMR-studiemiddag op 9 maart 2006. Milieu en Recht, 4, 222-224.

Lam, V. van 't (2007). Het belanghebbende begrip en de onderdelenfuik in het milieurecht: recente ontwikkelingen. StAB, Jurisprudentietijdschrift op het gebied van ruimtelijke ordening, milieubeheer en water, 2, 9-13.

250 Grensoverschrijdend milieurecht

Lam, V. van 't (2007). Over integratie en coördinatie van vergunningstelsels, Verslag van de VAR-studiemiddag op 7 december 2006. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 2, 61-63.

Mellenbergh, R. (2005). Verslag van de paneldiscussie. In R. Mellenbergh & R. Uylenburgh (Eds.), Aansprakelijkheid voor schade aan de natuur, de nieuwe Richtlijn milieuaansprakelijkheid (p. 153-163). Groningen: Europa Law Publishing.

Mellenbergh, R. (2006). Comparative Survey, Soil Protection. Journal for European environmental & planning law, 3, 285-286.

Oosterhuis, F., Uylenburg, R. & Peeters, M.G.W.M. (2007). Het beoordelings- kader van de IPPC-richtlijn, Implementatie, interpretatie en toepassing. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2007/1). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (99 p.). Available from: [24-01-2008].

Pâques, M.M.L.L. (2005). Droit public élémentaire en quinze leçons. Bruxelles: De Boeck & Larcier. (428 p.)

Pâques, M.M.L.L. (2007). Dérogations et procédures centralisées (127, 110 etc.). Les plans de secteur wallons font-ils obstacle au développement régional? In M. Pâques (Ed.), Questions choisies de droit de l'urbanisme et de l'environ- nement (p. 59-77). Liège: Anthémis.

Pâques, M.M.L.L. (2007). Evolution récente de quelques principes du droit de l'environnement et de l'urbanisme. In M. Pâques (Ed.), Questions choisies de droit de l'urbanisme et de l'environnement (p. 109-131). Liège: Anthémis.

Pâques, M.M.L.L. (2007). La précaution en droit administratif: Rapport inter- national de synthèse. In General Reports-Rapports généraux, XVIIe Congrès de l'Académie internationale de droit comparé (p. 809-834). Utrecht: Eleven International Publishing.

Pâques, M.M.L.L. (2007). Police administrative et sanction administrative. In R. Andersen, D. Déom & D. Renders (Eds.), Les sanctions administratives (p. 681-701). Bruxelles: Bruylant.

Pâques, M.M.L.L. (2007). Le recours en annulation. In Administration publique Trimestriel (p. 202-217). Bruxelles: Bruylant.

Pâques, M.M.L.L. & Olivier, M. (2007). La Belgique institutionnelle, quelques points de repère. In B. Bayenet, H. Capron & Ph. Liégeois (Eds.), L'espace Wallonie-Bruxelles – Voyage au bout de la Belgique (p. 55-77). Bruxelles: De Boeck.

251 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Peeters, M.G.W.M. (2005). Artikelsgewijs Commentaar op: Hoofdstuk 16 (2005), inleiding en commentaar tot en met 16.22. In R.C. Bakx, Th.G. Drupsteen, P.C. Gilhuis & F.C.M.A. Michiels (Eds.), Commentaar Wet milieu- beheer (p. WMB33-65). Den Haag: Elsevier Juridisch.

Peeters, M.G.W.M. (2005). The Netherlands. Environmental Liability, 13(2), 25-27.

Peeters, M.G.W.M. (2005). The Netherlands. Environmental Liability, 13(4), 56-58.

Peeters, M.G.W.M. (2005). [Bespreking van het boek John T Houghton, Global Warning: The Complete Briefing, Cambridge: Cambridge University Press, 2004]. Yearbook of European Environmental Law (volume 5), 515-518.

Peeters, M.G.W.M., Braek, D in de & Huitema, D. (2005). Onzekere milieu- risico's. Een onderzoek naar de wijze van omgaan met onzekere milieurisico's door de wetgever, bestuur en de rechter. Deel 1: inleidend rapport. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2005/2). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieu- wetgeving (77 p.) Available from: [14-07-05].

Peeters, M.G.W.M., Ballegooie, F. van, Braek, G. in de & Grijp, N. van der (2006). Onzekere milieurisico's. Een onderzoek naar de wijze van omgaan met onzekere milieurisico’s door de wetgever, het bestuur en de rechter. Deel 2: Praktijkonderzoek. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2005/5). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (88 p.) Available from: [15-03-06].

Peeters, M.G.W.M. & Oosterhuis, F. (2006). De verdeling van broeikasgas- emissierechten in de EU bezien in het licht van concurrentieverhoudingen [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2005/7). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (88 p.) Available from: [15-03-06]

Peeters, M.G.W.M. & Oosterhuis, F. (2006). Bijdrage aan de startnotitie evaluatie emissiehandel [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2006/1). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (54 p.) Available from: [22-08-06].

Peeters, M.G.W.M., Woerd, F. van der & Braek, G. in de (2006). Evaluatie van het Besluit financiële zekerheid. Kwalitatieve ervaringen 2003-2006. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2006/2). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwet- geving (80 p.) Available from: [02-11-06].

Peeters, M.G.W.M. (2007). Hooggerechtshof keert het tij. Milieu en Recht, 5, 261. 252 Grensoverschrijdend milieurecht

Peeters, M.G.W.M. (2007). De VMR uitgedaagd door klimaatverandering: een open vizier voor innovatieve voorstellen. In N. Teesing (Ed.), Klimaatverande- ring en de rol van het milieurecht (Publicatie van de Vereniging voor Milieu- recht) (p. 93-100).

Peeters, M.G.W.M. (2007). Broeikasgasemissiehandel in Europa: op zoek naar een optimale verdelingsmethode. Nederlands Juristenblad, 45/46, 2893-2902.

Peeters, M.G.W.M. (2007). [Bespreking van het boek Tien jaar StAB. Een onderzoek naar het functioneren van de Stichting Advisering Bestuursrecht- spraak in het recente verleden en haar rol in de nabije toekomst]. M en R, 1, 95-96.

Peeters, M.G.W.M. (2007). [Bespreking van het boek Environmental liability in the EU. The 2004 Directive compared with US and Member State Law]. Tijdschrift voor Milieu en Recht, 1, 26-27.

Peeters, M.G.W.M., Niessen, N.J.A.P.B. & Huitema, D. (2007). Onzekere risico's. Deel 3: Buitenlandse inspiratie voor besluitvorming in Nederland. [Online] Stem project (Ext. rep. 2006/5). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (112 p.). Available from: [14-09-2007].

Ramnewash-Oemrawsingh, S.T. (Ed.). (2005). IPPC: in wetgeving en praktijk (Publicaties van de Vereniging voor milieurecht). Den-Haag: Boom Juridische uitgevers. (99 p.)

Ramnewash-Oemrawsingh, S.T. (Ed.). (2006). Waarborgen in het milieurecht; actuele ontwikkelingen in besluitvormingsprocedures en rechtsbescherming, Verslag van de 87e ledenvergadering van de Vereniging voor Milieurecht op 1 maart 2005 (Publicaties van de Vereniging voor Milieurecht, 2006-2). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (59 p.)

Ramnewash-Oemrawsingh, S.T. (Ed.). (2006). Externe veiligheid, Verslag van de 88e ledenvergadering van de Vereniging voor Milieurecht op 29 juni 2005 (Publicaties van de Vereniging voor Milieurecht, 2006-3). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (72 p.)

Ramnewash-Oemrawsingh, S.T. (Ed.). (2006). Regeling inzake luchtkwaliteit; Nederland op slot?, Verslag van de 86e ledenvergadering van de Vereniging voor Milieurecht op 2 december 2004 (Publicaties van de Vereniging voor Milieurecht, 2006-1). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (83 p.)

Ramnewash-Oemrawsingh, S.T. & Kramer, T.P. de (Eds.). (2006). Klimaat- verandering en rechtsontwikkeling anno 2005, Preadviezen en verslag van de 89e ledenvergadering van de Vereniging voor Milieurecht op 30 september 2005 (Publicaties van de Vereniging voor Milieurecht, 2006-4). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (304 p.) 253 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Ramnewash-Oemrawsingh, S.T. (2006). Klimaatverandering en rechtsontwik- keling anno 2005. Milieu en Recht, 3, 153-155.

Sevenster, H.G. (2005). Redactioneel. Tijdschrift voor Omgevingsrecht, 4, 113.

Smorenburg-van Middelkoop, L. (2007). The Netherlands: in Five Questions on National Implementation of the Principles of EC Environmental Law – The Comparative Survey. Journal for European environmental & planning law, 54, 330-336.

Somsen, H. (18-11-2006). Overheid en publiek zijn zich nog te weinig bewust van het gevaar van de genocratie. Nrc-Handelsblad, p. 17.

Staercke, J. de (2005). Overzicht energiewetgeving 2004. In K. Deketelaere (Ed.), Jaarboek Energierecht 2004 (p. 305-327). Antwerpen: Intersentia.

Staercke, J. de (2005). Overzicht milieuwetgeving 2004. In K. Deketelaere & M. Deketelaere (Eds.), Jaarboek Milieurecht 2004 (LeuVeM, 19) (p. 273-361). Brugge: die Keure.

Staercke, J. de & Vanhove, K. (2005). Overzicht rechtsleer 2004. In K. Deketelaere & A. Verbeke (Eds.), Jaarboek Bouwrecht 2003-04 (p. 233-253). Brugge: die Keure.

Staercke, J. de (2005). Overzicht van wetgeving. Milieu- en Energierecht, 2005-1, 61-75.

Staercke, J. de (2005). Overzicht van wetgeving. Milieu- en Energierecht, 2005-2, 150-157.

Staercke, J. de (2005). Overzicht van wetgeving. Milieu- en Energierecht, 2005-3, 232-237.

Staercke, J. de (2005). Overzicht van wetgeving. Milieu- en Energierecht, 2005-4, 312-329.

Staercke, J. de (2006). Sport & Overheidsopdrachten: een inleiding (deel IV). Nieuwsbrief Sport & Recht, 1160-1161.

Staercke, J. de (2006). Naar een Algemene wet bestuursrecht in België? Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 3-13.

Uylenburg, R. & Vogelezang-Stoute, E.M. (2005). Toegang tot het milieurecht. Een inleiding voor niet-juristen. Deventer: Kluwer. (xv + 338 p.)

Uylenburg, R. (2005). Natuurbeschermingswetgeving af? Milieu en Recht, 10, 613.

254 Grensoverschrijdend milieurecht

Uylenburg, R. (2005). Omgevingsvergunning; Gevolgen van het invoeren van beroep in twee instanties. Onderzoek Omgevingsvergunning (Ext. rep. 2). Den Haag: VROM.

Uylenburg, R., Ballegooije, F. van & Grijp, N. van der (2005). Decentraliseren of dereguleren?, Milieuregulering door decentrale overheden bij deregulering van VROM-wetgeving. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2005/3). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (26 p.) Available from: [13-04-05].

Uylenburg, R., Vogelezang-Stoute, E.M., Bos-Gorter, L. & Woerd, F. van der (2005). Het milieujaarverslag – Zes jaar later. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2005/4). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (108 p.) Avail- able from: [09-09-05].

Uylenburg, R. (2006). Commentaar bij afd. 8.1.2, afd. 8.3 en titel 8.2, hoofd- stuk 12, hoofdstuk 14, hoofdstuk 19, hoofdstuk 22 Wet milieubeheer (p. 593- 598). In N.S.J. Koeman & R. Uylenburg (Eds.), Milieurecht, Tekst & Com- mentaar (Tekst & commentaar) (p. 361-372-557-567). (2de druk). Deventer: Kluwer.

Uylenburg, R. & Lam, V. van 't (2006). Modernisering van VROM-Pseudo- wetgeving. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2005/6). Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (126 p.) Available from: [15-03-2006].

Uylenburg, R., Lam, V. van 't & Boer, J. (2007). Bodembescherming via ruim- telijke ordening-, milieu- en waterspoor. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2006/3) Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (188 p.). Available from:

Uylenburg, R., Vogelezang-Stoute, E.M., Neerhof, A.R. & Grijp, N. van der (2007). Evaluatie Kernenergiewet. [Online] STEM publicatie (Ext. rep. 2006/4) Arnhem: Structurele Evaluatie Milieuwetgeving (220 p.). Available from: [12-09- 2007].

Uylenburg, R. (2007). Ecologische hoofdstructuur vereist daadkracht. Milieu en Recht, 34, 69.

Uylenburg, R. & Aalders, M. (2007). Redactioneel. In R. Uylenburg & M. Aalders (Eds.) Het milieurecht als proeftuin, 20 jaar Centrum voor Milieurecht. (v + xiii). Groningen: Europa Law Publishing.

255 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Uylenburg, R. & Larmuseau, I. (2007). Voorwoord. In A. Carette (Ed.), Aan de grens van de milieuvergunning, Verslag van een congres georganiseerd door de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht in samenwerking met de Vereni- ging voor Milieurecht op 31 mei 2007 (p. 11-12). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Vanheusden, B. (2005). Overzicht van rechtsleer 2004. In K. Deketelaere & M. Deketelaere (Eds.), Jaarboek Milieurecht 2004 (LeuVeM Milieurechtstand- punten, 19) (p. 243-272). Brugge: die Keure.

Vanheusden, B. (2005). Overzicht van rechtsleer 2004. In K. Deketelaere (Ed.), Jaarboek Energierecht 2004 (p. 329-333). Antwerpen: Intersentia.

Vanheusden, B. (2005). Overzicht van rechtsleer (16-06-2005 – 12-09-2005); Milieu- en Energierecht, 76-79, 158-165, 238-240 en 330-334.

Vanheusden, B. (2005). Country Report Belgium. European Environmental Law Review, 90-93 en 276-279.

Vanheusden, B. (2006). Country Report Belgium. European Environmental Law Review, 15(5), 126-128.

Vanheusden, B. (2006). Overzicht van rechtsleer. Milieu- en Energierecht, 1, 82-86.

Vanheusden, B. (2006). Overzicht van rechtsleer. Milieu- en Energierecht, 2, 151-156.

Vanheusden, B. (2006). Overzicht van rechtsleer. Milieu- en Energierecht, 3, 230-231.

Vanheusden, B. (2006). The Comparative Survey. Five Questions on Soil Pro- tection. Belgium. Journal for European environmental & planning law, 3(3), 276-280.

Vanheusden, B. (2006). The Comparative Survey. Three Questions on Air Quality Regulation. Belgium. Journal for European environmental & planning law, 3(4), 361-362.

Vanheusden, B. (2006). The Comparative Survey. Four Questions on Com- pliance with EC Environmental Law. Belgium. Journal for European environ- mental & planning law, 3(5), 462-464.

Vanheusden, B. (2007). Overzicht van rechtsleer 2005-2006. In K. Deketelaere (Ed.), Jaarboek Milieurecht 2005-2006 (Milieurechtstandpunten, 21) (p. 183- 237). Brugge: die Keure.

256 Grensoverschrijdend milieurecht

Vanheusden, B. (2007). Overzicht van rechtsleer 2005-2006. In K. Deketelaere (Ed.), Jaarboek Energierecht 2005-2006 (p. 273-281). Antwerpen: Intersentia.

Vanheusden, B. (2007). The Comparative Survey. Five Questions on National Implementation of the Principles of EC Environmental Law. Journal for Euro- pean environmental & planning law, 325-327.

Vanheusden, B. (2007). Country Report Belgium. European Environmental Law Review, 135-140.

Vanheusden, B. (2007). Overzicht van rechtsleer. Milieu- en Energierecht, 64- 71.

Vanheusden, B. (2007). Overzicht van rechtsleer. Milieu- en Energierecht, 199- 206.

Visser, M.J.C. & Geertsma, J. (2006). Going to work in the Netherlands. Beware of Fines. The In-House Lawyer, 80-81.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2006). Commentaar bij delen van de hoofdstukken 1 en 2 Wm. In N.S.J. Koeman & R. Uylenburg (Eds.), Milieurecht. Tekst & Commentaar (Tekst & commentaar, 2de druk) (p. 23-45). Deventer: Kluwer.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2006). REACH en de invulling van hoofdstuk 9 Wet milieubeheer. Juridische kansen en knelpunten van het wetsvoorstel Uitvoe- ringswet REACH met het oog op de bescherming van mens en milieu. Utrecht: Stichting Natuur en Milieu. Available from: [01-09- 2006].

Vogelezang-Stoute, E.M. & Uylenburg, R. (2006). Het begrippenkader van de Wms vergeleken met dat van de Wm. Een onderzoek naar de begrippen ‘ongewenste effecten’, ‘gevaar’, ‘risico’, ‘nadelige gevolgen’ en ‘bescherming van het milieu’. Onderzoeksreeks milieuwetgeving (Ext. rep. 2006/1). Den Haag: VROM. Available from: [01-07-2006].

Vos, E.I.L., Ni Ghiollarnath, C. & Wendler, F.A. (2005). A review of institu- tional arrangements for European Union Food safety. Europese Commissie.

Zander, J. (2006). [Bespreking van de boeken EU Environmental Law. Challenges, Change and Decision-Making & The Philosophical Foundations of Environmental Law. Property, Rights and Nature]. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 13(1), 144-152.

257 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

ANNOTATIES

Betlem, G. (2007). Noot bij: United States Court of Appeals, Ninth Circuit (03- 07-2006), (Trail Smelter II: Transnational Application of CERCLA – Pakootas v. Teck Cominco Metals Ltd., 452 F.3rd 1066 (9th Cir. 2006)). Journal of Environmental Law 2007-19, p. 389-397.

Calster, G. van (2005). Noot bij HvJ (14-12-2004), (Radlberger t Land Baden- Wurttemberg). MER 2005-1, p. 41-44.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (18-11-2004), (Commission v Greece). MER 2005-1, p. 44-45.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (11-11-2004), (Criminal proceedings against Antonio Niselli). MER 2005-1, p. 45-46.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (16-12-2004), (EU-Wood-Trading GmbH v Sonderabfallmanagement Gesellschaft Rheinland-Pfzalz mbH). MER 2005-1, p. 46-48.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (07-10-2004), (Commission v Italy). MER 2005-1, p. 48-49.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (19-10-2004), (Siomab NV v BIM). MER 2005-1, p. 49.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (14-10-2004), (Commission v Nether- lands). MER 2005-1, p. 49-50.

Calster, G. van (2005). Noot bij: Opinion Colomer AG (30-11-2004), (Depo- niezweckverband Eiterkopfe v Land Rheinland-Pfalz). MER 2005-1, p. 50.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (13-01-2005), (Societa Italiana Dragaggi SpA ea v Ministerio delle Infrastrutture e dei Transporti ea). MER 2005-1, p. 50.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (18-01-2004), (Ferriere Nord v Commis- sion). MER 2005-1, p. 50-51.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (11-01-2005), (Stadt Halle). MER 2005-1, p. 51.

Calster, G. van (2005). Noot bij: Ger. (16-02-2005), (Fost Plus v Commission). MER 2005-2, p. 130.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (14-04-2005), (Deponierezweckverband Eiterkopfe v Land Rheinland-Pfalz). MER 2005-2, p. 130-131.

258 Grensoverschrijdend milieurecht

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (14-04-2005), (AEM SPA ea t Autorita per l'energia elettrica e per il gas ea). MER 2005-2, p. 131.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (12-04-2005), (Commission v United Kingdom). MER 2005-2, p. 131.

Calster, G. van (2005). Noot bij: Opinion Geelhoed AG (03-03-2005), (Com- mission v Belgium). MER 2005-2, p. 131-133.

Calster, G. van (2005). Noot bij: Opinion Geelhoed AG (05-04-2005), (The Queen ex parte Alliance for natural health ea t Secretary of State for Health ea). MER 2005-2, p. 133-134.

Calster, G. van (2005). Noot bij: Opinion Kokott AG (27-01-2005), (Pierre Hosieaux). MER 2005-2, p. 134.

Calster, G. van (2005). Noot bij: HvJ (26-05-2005), (Ministero della Salute tegen Codacons). MER 2005-3, p. 225-226.

De Cock, K. (2007). Noot bij: Grondwettelijk Hof (26-04-2007), 70, MER 2007-4.

De Cock, K. (2007). Noot bij: Grondwettelijk Hof (20-06-2007), 87, MER 2007-4.

Delnoy, M. (2006). Noot bij: Cour européene des droits de l'homme (11-10- 2005), (N.A. et autres c/ Turquie). Am-Env. 2006-2, p. 73.

Delnoy, M. (2006). Noot bij: Conseil d’État (08-08-2006), 161.726, (Cox et SPRL Topos). Am-Env. 2006-1, p. 33.

Delnoy, M. (2007). Noot bij: Conseil d'État (13-06-2006), 160.013, (Jeanmart et crts.). Am-Env. 2007-1, p. 24.

Delnoy, M. (2007). Noot bij: Conseil d'État (30-07-2004), 134.174, (Masy et Louis). Am-Env. 2007-1, p. 24.

Etty, T. (2006). Noot bij: ABRvS (21-12-2005), 200501919/1, (Stichting Greenpeace t. Staatssecretaris VROM – Veldproef Vergunning Genetisch Gemodificeerde Appelbomen). M en R 2006-2, p. 129-133.

Groenewegen, F.T. (2004). Noot bij: HR (03-09-2004), Jurisprudentie Vreem- delingenrecht, p. 44.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (12-02-2004), Jurisprudentie Vreemdelingenrecht, p. 47.

259 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (20-02-2004), Jurisprudentie Vreemdelingenrecht, p. 48.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: Voorzieningenrechter Den Haag (12-08- 2004), NAV, p. 13.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: Vz ABRvS (19-11-2004), NAV, p. 44.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (10-12-2004), NAV, p. 62.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (23-02-2005), NAV, p. 80.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (29-03-2005), NAV, p. 139.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (24-03-2005), NAV, p. 140.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (12-05-2005), NAV, p. 168.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (27-06-2005), NAV, p. 191.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: Rb. Zwolle (01-07-2005), NAV, p. 195.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (14-07-2005), NAV, p. 215.

Groenewegen, F.T. (2005). Noot bij: ABRvS (31-08-2005), NAV, p. 388.

Janssen, J.M.P. (2006). Noot bij: HvJEG (13-10-2005), (Parking Brixen GmbH t. Gemeinde Brixen, Stadtwerke Brixen AG). SEW 2006-4, p. 170-174.

Janssen, J.M.P. & Sevenster, H.G. (2006). Noot bij: HvJEG (14-04-2005), (Deponiezweckverband Eiterköpfe t. Land Rheinland Pfalz). SEW 2006-3, p. 117-121.

Klap, A. (2005). Noot bij: ABRvS (28-07-2004), 23, De Gemeentestem 2005- 7223, p. 75-77.

Klap, A. (2005). Noot bij: ABRvS (27-04-2005), 192, De Gemeentestem 2005- 7242, p. 692-695.

Lam, V. van 't (2005). Noot bij :ABRvS (01-06-2005), 75 en 76, M en R 2005- 7, p. 470-471.

Lam, V. van 't (2005). Noot bij: ABRvS (29-06-2005 en 02-03-2005), M en R 2005-10, p. 666-667.

Lam, V. van 't (2005). Noot bij: ABRvS (14-09-2005), 200503495/1, StAB 2005-4, p. 40-41.

260 Grensoverschrijdend milieurecht

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (15-12-2005), M en R 2006-4, p. 258- 259.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (07-12-2005), M en R 2006-4, p. 259- 261.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (01-02-2006), (Verzamelnoot beginselplicht tot handhaving onder 69). M en R 2006-7, p. 464-465.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: Vz. ABRvS (28-12-2005), M en R 2006-7, p. 465-468.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (23-08-2006), (Belanghebbende milieuorganisatie). M en R 2006-9, p. 585-586.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (16-08-2006), (Belanghebbende milieuvergunning). M en R 2006-9, p. 586-585.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (11-10-2006), (Niet op naam gestelde kennisgeving). M en R 2006-10, p. 641-644.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (12-07-2006), (Ongewone voorvallen). StAB 2006-119, p. 16-18.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (17-05-2006), (Eén inrichting; nabij- heid van de weg). StAB 2006-86, p. 26-29.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (18-01-2006), StAB 2006-46, p. 30-34.

Lam, V. van 't (2006). Noot bij: ABRvS (30-11-2005), (BLK 2005; 5). StAB 2006-11, p. 34-39.

Lam, V. van 't (2007). Noot bij: ABRvS (01-11-2006), (Hoogte/dwangsom). StAB 2007-5.

Lam, V. van 't (2007). Noot bij: ABRvS (02-05-2007), (Beslissen/wijzigen aanvraag). StAB 2007-37.

Lam, V. van 't (2007). Noot bij: ABRvS (25-07-2007), (In werking treding bouwvergunning/milieuverguning). StAB 2007-121.

Lam, V. van 't (2007). Noot bij: ABRvS (01-11-2006), (Artikel 6:13 Awb ver- zamelnoot onder 9). M en R 2007-8, p. 55-57.

Lam, V. van 't (2007). Noot bij: ABRvS (08-11-2006), (Artikel 6:13 Awb). M en R 2007-9, p. 55-57.

261 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Lam, V. van 't (2007). Noot bij: ABRvS (18-04-2007), (Onderdelenfuikfuik niet in strijd met artikel 6 EVRM). M en R 2007-94, p. 522-523.

Lam, V. van 't (2007). Noot bij: ABRvS (20-06-2007), M en R 2007-104, p. 582-583.

Lam, V. van 't (2007). Noot bij: ABRvS (16-05-2007), (Geen onderdeel). M en R 2007-105, p. 582-583.

Martens, I. (2005). Noot bij: Arbitragehof (30-06-2004), (De verplichte ver- koop van sociale huurwoningen: een ongeoorloofde vorm van ontzetting uit de eigendom?). R.A.B.G., p. 398-406.

Mellenbergh, R. (2007). Noot bij: ABRvS (09-05-2007), (Thielen/Gemeente Maasdriel). TvI 2007-34, p. 175-178.

Neerhof, A.R. (2007). Noot bij: ABRvS (19-07-2006), 23, (Art. 2:4 Awb. Verbod van vooringenomenheid). Gst. 2007-7268, p. 97-99.

Neerhof, A.R. (2007). Noot bij: ABRvS (27-07-2005), 30, (Art. 49 WRO. Planschadevergoeding, voorzienbaarheid). Gst. 2007-7269, p. 129-133.

Neerhof, A.R. (2007). Noot bij: ABRvS (08-11-2006), 67, (Nadeelcompensatie. Egalité-beginsel). Gst. 2007-7274, p. 303-306.

Neerhof, A.R. (2007). Noot bij: ABRvS (21-12-2005), 75, (Nadeelcompensatie. Reikwijdte égalité-beginsel). Gst. 2007-7275, p. 337-342.

Pâques, M.M.L.L. (2005). Noot bij: Conseil d'Etat (18-08-2004), 134321, (Urbanisme et police générale). Am-Env. 2005-1, p. 62-66.

Peeters, M.G.W.M. (2005). Noot bij: ABRvS (27-10-2004), 200304823/1, (Kernenergiewet; kennisgevingsplicht omwonenden, art. 13.4 Wm). JB 2005-2, p. 44-46.

Peeters, M.G.W.M. (2005). Noot bij: ABRvS (29-12-2004), 200406939/2, (emissiehandel; nationaal toewijzingsplan; besluitbegrip). JB 2005-46, p. 205- 209.

Peeters, M.G.W.M. (2005). Noot bij: ABRvS (19-01-2005), 200403464/1, (bevoegdhedengeschil). JB 2005-77, p. 364-365.

Peeters, M.G.W.M. (2005). Noot bij: ABRvS (16-02-2005), 200308882/1, (In acht nemen van luchtkwaliteitsnormen; onderzoek gebrekkig en aanvullend onderzoek niet toelaatbaar). JB 2005-6, p. 569-571.

262 Grensoverschrijdend milieurecht

Peeters, M.G.W.M. (2005). Noot bij: ABRvS (08-04-2005), 20040926/1, (Tus- senuitspraak; Toewijzingsbesluit broeikasgasrechten; Collectieve belangen; Exceptieve toetsing; Inrichtingbegrip). JB 2005-129, p. 629-633.

Peeters, M.G.W.M. (2005). Noot bij: AB (09-09-2005), 20040926/1, (toewij- zingsbesluit broeikasgasrechten). JB 2005-291, p. 1425-1428.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Noot bij: ABRvS (07-12-2005), (Ontheffing voor zoeken en rapen kievitseieren; rechtstreekse werking; voorzorgsbeginsel). JB 2006-29, p. 177-178.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Noot bij: ABRvS (14-12-2005), (Hangende het beroep ingebracht onderzoek: in stand laten rechtsgevolgen besluit; besluit luchtkwaliteit)). JB 2006-51, p. 266-267.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Noot bij: ABRvS (22-03-2006), (Import en gebruik mossel en oesterzaad: vrij verkeer van goederen en habitatrichtlijn (voorrang habitatrichtlijnregime: onderzoek naar significante gevolgen)). JB 2006-126, p. 602-604.

Peeters, M.G.W.M. (2006). Noot bij: HR (21-04-2006), (Gelijkheidsbeginsel als beginsel van behoorlijke wetgeving: onzelfstandig begrip (inrichting)). JB 2006-139, p. 737-738.

Peeters, M.G.W.M. (2007). Noot bij: EHRM 2 November 2006 nr 59909/00, Case of Giacomelli v Italy, EHRC 2007-7, p. 73-74.

Peeters, M.G.W.M. (2007). Noot bij: AB RvS 27 december 2006, nr. 200603728/1, LJAN AZ5206, JB 2007-30, p. 191-193.

Ramnewash-Oemrawsingh, S.T. (2005). Noot bij: Europees Hof voor de Rechten van de Mens (16-11-2004), (Moreno Gómez v. Spain). Milieujurispru- dentie 2005-5.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2005). Noot bij: College van Beroep voor het bedrijsleven (22-07-2004), 44, (AWB 03/443). M en R 2005-4, p. 255.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2005). Noot bij: College van Beroep voor het bedrijfsleven (06-02-2004), 45, (AWB 03/1068). M en R 2005-4, p. 259-260.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2005). Noot bij: College van Beroep voor het bedrijfsleven (11-11-2005), 55, (AWB 03/112). M en R 2005-5, p. 327.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2005). Noot bij: College van Beroep voor het bedrijfsleven (19-04-2005), 65, (AWB 04/300). M en R 2005-6, p. 400.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2005). Noot bij: HR (12-04-2005), 68, (nr. 02455/ 04E). M en R 2005-7, p. 449-450. 263 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Vogelezang-Stoute, E.M. (2005). Noot bij: College van Beroep voor het bedrijfsleven 19-08-2005 en (04-10-2005), 104 en 105, (AWB 04/37 en AWB 04/38). M en R 2005-10, p. 679-680.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2006). Noot bij: HvJEG (15-07-2004), (Biociden- richtlijn: blokjes rode cederhout). M en R 2006-1, p. 36.

Vogelezang-Stoute, E.M. & Janssen, J.M.P. (2006). Noot bij: HvJEG (15-09- 2005), (Cindu Chemicals e.a. t. College voor de toelating van bestrijdings- middelen). M en R 2006-2, p. 110-112.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2006). Noot bij: CBB (26-05-2005), (Toelating koperhoudende anti-foulings). M en R 2006-3, p. 202-203.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2006). Noot bij: HvJEG (14-09-2006), (Overgangs- recht gewasbeschermingsmiddelen; ontheffingsregeling). M en R 2006-9, p. 562-564.

Vogelezang-Stoute, E.M. (2007). Noot bij: CBB (04-05-2007), (Art. 16aa en art. 25d Besrijdingsmiddelenwet in strijd met het overgangsrecht van de richt- lijnen 91/414 en 98/8. AWB 04/876 en AWB 04/185). M en R 2007-10, p. 667- 668.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Addink, G.H. (2006). Afvalstoffen. In Ch.W. Backes, P.C. Gilhuis & N.S.J. Koeman (Eds.), Milieurecht (p. 181-222). Deventer: Kluwer (6de druk).

Bruggeman, V. (2005). Health and Environmental Risks of Genetic Engineer- ing in Food. In G. van Calster & K. Deketelaere (Eds.), Energy and Environ- mental Law – 2005 (p. 74-107). Leuven: IMER.

Bruggeman, V. (2005). Legal Aspects of Wind Energy in Belgium and the Netherlands. In G. van Calster & K. Deketelaere (Eds.), Energy and Environ- mental Law – 2005 (p. 506-540). Leuven: IMER.

Bruggeman, V. (2005). Floods and the law: Watershed or Swamp? Water Quantity Policy and Special Planning Policy in an International, European and Comparative Context. In G. van Calster & K. Deketelaere (Eds.), Energy and Environmental Law – 2005 (p. 660-717). Leuven: IMER.

Bruggeman, V. & Delvaux, B. (2006). EU Energy Policy and Legislation under Pressure since the UNFCCC and the Kyoto Protocol? In K. Deketelaere & M. Peeters (Eds.), EU Climate Change Policy. The Challenge of New Regulatory Initiatives (p. 223-239). Cheltenham: Edward Elgar.

Jans, J.H. (2006). Europees milieurecht. In Ch.W. Backes, P.C. Gilhuis & N.S.J. Koeman (Eds.), Milieurecht (p. 66-92). Deventer: Kluwer (6de druk). 264 Grensoverschrijdend milieurecht

Nollkaemper, P.A. (2007). Internationale aansprakelijkheid voor klimaatveran- dering. Nederlands Juristenblad, 45/46, 2873-2879.

OVERIGE PUBLICATIES

Boes, M. & Staercke, J. de (Eds.). (2007). Notarieel bestuursrecht. Leuven: Acco. (247 p.)

Calster, G. van & Vandenberghe, W. (2006). Misbruik van machtspositie en concentratiecontrole. In Y. Montangie & F. Camerlinckx (Eds.), Mededingings- recht in kort bestek (Recht in kort bestek, 6) (p. 81-102). Antwerpen: Intersentia.

Deketelaere, K. (2005). The Themis-School for Continuing Legal Education: a ‘service agreement’ for lawyers in . European Journal of Legal Education, 53-58.

Deketelaere, K. & Jonckheere, M. (Eds.). (2006). Jaarboek Lokale en Regiona- le Belastingen 2005-2006. Brugge: die Keure. (410 p.)

Delnoy, M. (2005). Les obligations juridiques de cohérence du droit ou comment le droit se protège contre lui-même. In Chr. Biquet-Mathieu et al. (Eds.), Liber Amicorum Paul Delnoy (p. 923-936). Bruxelles: Larcier.

Etty, T. (2007). Coexistence: The Missing Link in the EU Legislative Frame- work. (5 p.) [Online]: Available from: [01-11-2007].

Etty, T. (2007). Legal Brief – On Coexistence: Best National Practices for Regulating the Cultivation of GMOs in Europe. (25 p.) [Online]: Available from: [01-11-2007].

Faure, M.G. & Peeters, M.G.W.M. (Eds.). (2006). Grensoverschrijdend recht (Ius Commune Europaeum, 58). Antwerpen: Intersentia. (346 + xxii p.)

Faure, M.G. & Peeters, M.G.W.M. (2006). Woord vooraf. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrijdend recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. v-xiii). Antwerpen: Intersentia.

Faure, M.G. & Peeters, M.G.W.M. (2006). Concluderende samenvatting. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrijdend recht (Ius Commune Euro- paeum, 58) (p. 333-346). Antwerpen: Intersentia.

Groenewegen, F.T. (2005). In hoeverre schrijft het evenredigheidsbeginsel iets voor? In A.J. Nieuwenhuis, B.J. Schueler & C.M. Zoethout (Eds.), Propor- tionaliteit in het publiekrecht (p. 13-22). Deventer: Kluwer.

265 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Heijden, G.M.A. van der (2005). Recombinatie van overheid en samenleving (XPIN-reeks, 7). Delft: Eburon.

Heijden, G.M.A. van der et al. (2005). Nieuwe vormen van samenwerken in wonen, zorg en dienstverlening. Delft: Eburon.

Heijden, G.M.A. van der (2005). Haal meer uit je kiesrecht. Idee: tijdschrift van het Wetenschappelijk Bureau van D66, 26(4), 37-38.

Heijden, G.M.A. van der (2005). Meervoudig ruimtegebruik als eis van recht. Nova Terra: kwartaaluitgave over meervoudig ruimtegebruik, 5, 42-44.

Heijden, G.M.A. van der (2006). Governance als eis van recht. In M.A. Heldeweg (Ed.), Rechtsvorming en governance (Publikaties van de Staatsrecht- kring. Staatsrechtconferenties, 10) (p. 115-128). Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Heijden, G.M.A. van der (2006). Bestuur door de burger, bestuurskunde voor de burger. In M. Hajer, J. Grin & H. Waaijers (Eds.), Meervoudige democratie: een andere kijk op bestuurlijke vernieuwing (p. 148-160). Amsterdam: Aksant.

Heijden, G.M.A. van der, Schrijver, J.F. & Wiel, A.F. van der (2006). Nieuwe Haagse manieren. In A. de Rooij (Ed.), Krachtenfusie in de inrichting van Nederland, Fysica van Samenwerking II (p. 49-60). Diemen: Veen Magazines.

Klap, A. (2005). De betekenis van het evenredigheidsbeginsel voor de bestuurs- rechtelijke handhaving. In A.J. Nieuwenhuis, B.J. Schueler & C.M. Zoethout (Eds.), Proportionaliteit in het publiekrecht (p. 187-210). Deventer: Kluwer.

Klap, A. (2005). Het legaliteitsbeginsel in het bestuursrecht: harde eis of nastre- venswaardig doel? In A.W. Hins, A.J. Nieuwenhuis & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 71-76). Deventer: Kluwer.

Klap, A. (2005). Een dwangsom op het overschrijden van beslistermijnen. Staatscourant, 14-01-2005, 5.

Klap, A. (2005). Over de (afschaffing van) goedkeuring van bestemmings- plannen. Staatscourant, 25-02-2005, 5.

Klap, A. (2005). Ruimtelijke ordening privaatrechtelijk geregeld. Staats- courant, 15-04-2005, 5.

Klap, A. (2005). Proceskosten bij niet tijdig beslissen. Staatscourant, 16-09- 2005, 5.

Klap, A. (2005). Bestuursrechtelijke implicaties van de SGP-uitspraak. Staats- courant, 28-10-2005, 5.

266 Grensoverschrijdend milieurecht

Koeman, N.S.J. (2007). Enkele bestuursrechtelijke aspecten van het onder- gronds bouwen in Nederland. In C. Adriaansen & V. Sagaert (Eds.), Onder- grondse constructies (Ius Commune Europaeum, 67) (p. 187-192). Antwerpen: Intersentia.

Koeman, N.S.J. (2007). Oude Meesters – P. Scholten: Algemeen Deel in de Asser-serie. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 2, 68-69.

Koeman, N.S.J. (2007). Verwachting – Een nieuwe rol voor de bestuursrechter. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 5, 167-168.

Koeman, N.S.J. (2007). De voorzichtige terugtred van de bezwaarschrift- procedure. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 10, 385-386.

Konijnenbelt, W., Male, R.M. van & Wijk, H.D. van (2005). Hoofdstukken van bestuursrecht (13de druk). Den Haag: Elsevier Juridisch. (xvi + 876 p.)

Konijnenbelt, W. & Verschuren, M.M. (2005). Algemene wet bestuursrecht, tekstuitgave 2005/2006. Deventer: Kluwer. (290 p.)

Konijnenbelt, W. (2005). Systematiek van de wet. In N.S.J. Koeman et al. (Eds.), Handboek algemene wet bestuursrecht (Losbladig) (p. II-4 en 1-4). Alphen aan den Rijn: Samsom.

Konijnenbelt, W. (2005). Verhouding tot decentralisatie. In N.S.J. Koeman et al. (Eds.), Handboek algemene wet bestuursrecht (Losbladig) (p. II-6.4 en 1- 10). Alphen aan den Rijn: Samsom.

Konijnenbelt, W. (2005). Alles in één keer goed. De Gemeentestem, 7228(72), 256.

Konijnenbelt, W. (2005). Offensief tegen de saaiheid. De Gemeentestem, 7238(163), 596.

Konijnenbelt, W. (2005). Leve de last onder bestuursdwang! Nederlands Juristenblad, 1518-1520.

Konijnenbelt, W. (2005). Parlement en ambtenaren. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 16, 122-123.

Konijnenbelt, W. (2005). Vegtings Algemeen Administratiefrecht. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 48, 340-342.

Lammers, J.G. & Kiss, A.Ch. (2006). Hague Yearbook of International Law 2005/ Annuaire de La Haye de Droit International. Den Haag: Martinus Nijhoff Publishers. (XX + 208 p.)

267 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Mellenbergh, R. & Boddenberg, R.E. (2006). Onduidelijkheden omtrent de aard van het retentierecht: de (on)mogelijkheid van overgang van het reten- tierecht bij cessie. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 4, 145-151.

Neerhof, A.R. (2007). Over onrechtmatigheid van toezichts- of handhavings- falen, mensenrechten en aansprakelijkheid. Overheid en Aansprakelijkheid, 6, 184-200.

Pâques, M.M.L.L. (2005). Propriété, privations et servitudes de droit public. Quels biens, quel équilibre, quelle compensation? Morceaux choisis. In P. Lecocq & P. Lewalle (Eds.), Contrainte, limitation et atteinte à la propriété (p. 115-172). Bruxelles: Larcier.

Pâques, M.M.L.L. (2007). De l'autorisation administrative. In M. Prieur (Ed.), Mélanges en l'honneur du doyen (p. 637-659). Paris: Dalloz.

Pâques, M.M.L.L. (2007). Liberté académique et Cour d'abitrage. In Liber amicorum Paul Martens (p. 389-408). Bruxelles: Larcier.

Pâques, M.M.L.L. & Donnay, L. (2007). Juridiction ordinaire et juridiction administrative en droit belge. Publiekrechtelijke Kronieken/Chroniques de droit public, 73-93.

Schueler, B.J. (2005). Schadevergoeding en de Awb. Aansprakelijkheid voor appellabele besluiten (Monografieën Algemene wet bestuursrecht, B-serie: 7). Deventer: Kluwer. (283 p.)

Schueler, B.J. & Meijer, B.W. (Eds.). (2005). Overheidsaansprakelijkheid begrensd? Ontwikkelingen rond het relativiteitsvereiste. Amsterdam: Houthoff Buruma. (79 p.)

Schueler, B.J. (2005). Aansprakelijkheid van gemeenten voor gebrekkige bouwwerken. In Privaat- en publiekrechtelijke aansprakelijkheid voor gebrek- kige bouwwerken (Publikatie van de Vereniging voor Bouwrecht, 33) (p. 61- 129). Amsterdam: Weka Uitgeverij.

Schueler, B.J. (2005). Hoe ver zat Struycken er naast? In A.J. Nieuwenhuis, A.W. Hins & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 134-144). Deventer: Kluwer.

Schueler, B.J. (2005). Hoofdstuk 4.4: Overeenkomsten. In L.J.A. Daemen et al. (Eds.), Bestuursrecht 1. Systeem, bevoegdheid, bevoegdheidsuitoefening, hand- having (Boom juridische studieboeken) (2de druk) (p. 234-242). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Schueler, B.J. (2005). Proportionaliteit en gelijkheid voor de publieke lasten. In A.J. Nieuwenhuis, B.J. Schueler & C.M. Zoethout (Eds.), Proportionaliteit in het publiekrecht (p. 166-186). Deventer: Kluwer. 268 Grensoverschrijdend milieurecht

Schueler, B.J. (2005). Inleiding. In B.J. Schueler & B.W. Meijer (Eds.), Over- heidsaansprakelijkheid begrensd? Ontwikkelingen rond het relativiteitsvereiste (p. 1-9). Amsterdam: Houthoff Buruma.

Schueler, B.J. (2006). Hoofdstuk 3.5: Nieuwe besluiten hangende bezwaar en beroep. In L.J.A. Daemen et al. (Eds.), Bestuursrecht, Deel 2, Rechtsbescher- ming tegen de overheid, bestuursprocesrecht (Boom juridische studieboeken) (p. 128-136). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Schueler, B.J. (2006). Hoofdstuk 6: Beroep bij de rechter. In L.J.A. Daemen et al. (Eds.), Bestuursrecht, Deel 2, Rechtsbescherming tegen de overheid, be- stuursprocesrecht (Boom juridische studieboeken, 2de druk) (p. 193-268). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Schueler, B.J. (2006). Hoofdstuk 6: Hoger beroep. In L.J.A. Daemen et al. (Eds.), Bestuursrecht, Deel 2, Rechtsbescherming tegen de overheid, bestuurs- procesrecht (Boom juridische studieboeken) (p. 269-286). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Schueler, B.J. (2005). Aansprakelijkheid van de gemeente voor onrechtmatig verleende bouwvergunningen. Bouwrecht, 42(3), 177-183.

Schueler, B.J. (2005). Geldschulden tussen publiekrecht en privaatrecht. Schadebesluiten onder de vierde tranche. Overheid en Aansprakelijkheid, 4(1), 2-9.

Staercke, J. de & Boes, M. (2005). Notarieel bestuursrecht. Leuven: Acco. (241 p.)

Staercke, J. de (2005). Sport & Overheidsopdrachten: een inleiding (deel II). Nieuwsbrief Sport & Recht, 1006-1008.

Staercke, J. de (2005). Sport & Overheidsopdrachten: een inleiding (deel III). Nieuwsbrief Sport & Recht, 1022-1024.

Staercke, J. de (2005). De valorisatie van het openbaar domein. Tijdschrift voor Bouwrecht, 186-200.

Staercke, J. de (2006). Domeingoederenrecht. Antwerpen: Intersentia. (xxi + 278 p.)

Staercke, J. de & Boes, M. (2006). Notarieel bestuursrecht. Leuven: Acco. (247 p.)

Staercke, J. de (2006). Algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek milieu- en energierecht (p. 370-389). Brugge: die Keure.

269 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Staercke, J. de (2006). Administratieve sancties. In K. Deketelaere (Ed.), Hand- boek milieu- en energierecht (p. 389-397). Brugge: die Keure.

Staercke, J. de (2006). Administratief beroep. In K. Deketelaere (Ed.), Hand- boek milieu- en energierecht (p. 397). Brugge: die Keure.

Staercke, J. de (2006). Doorwerking, het bestuur en de Raad van State. In D. van Eeckhoutte & J. Wouters (Eds.), Doorwerking van internationaal recht in de Belgische rechtsorde: recente ontwikkelingen in een rechtstakoverschrijdend perspectief (p. 295-313). Antwerpen: Intersentia.

Staercke, J. de (2006). Openbaar domein en PPS. In K. Deketelaere, A. Verbeke & K. Vanhove (Eds.), Jaarboek Bouwrecht 2005-06 (p. 35-68). Brugge/Antwerpen: die Keure/Intersentia.

Staercke, J. de (2007). Wegenrecht (Administratieve Rechtsbibliotheek, 13). Brugge: die Keure. (334 p.)

Vanheusden, B. (2005). De belasting ter bestrijding van niet-uitgebate bedrijfs- ruimten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 15-28.

Vanheusden, B. (2005). Manifest voor een verdrag inzake milieuschade veroor- zaakt door gewapende conflicten. In Feestbundel Milieurecht (LeuVeM Milieu- rechtstandpunten, 20) (p. 105-107). Brugge: die Keure.

270

RECHTSPERSONEN IN EUROPA

A. VOLLEDIGE TITEL

Rechtspersonen in Europa

B. DEELPROGRAMMA'S

Niet van toepassing

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde coördinerend onderzoeksleider Dhr. Prof.Mr. C.A. Schwarz (UM) 01-01-95

onderzoeksleiders Dhr. Prof.Dr. K. Geens (KUL) 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. H.J. de Kluiver (UvA) 01-01-95

senior onderzoekers Dhr. Prof.Mr. A.F.M. Dorresteijn (UU) 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. G. Raaijmakers (UM) 01-04-05 Dhr. Mr. S.F.G. Rammeloo (UM) 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. B.T.M. Steins Bisschop (Nyenrode-UM) 01-10-04 Dhr. Prof.Dr. B. Tilleman (KUL) 01-01-95

onderzoekers Mw. M. Denef 01-01-03 Dhr. Mr. J.J.A. Hamers (UM) 01-10-00 Dhr. F. Hellemans 01-01-95 Dhr. Mr. J. Israel (UM) 01-05-04 Mw. Mr. M. Koelemeijer (UM) 01-01-95 30-09-05 Mw. Mr. M.S. Koppert-van Beek (UU) 01-10-00 Mw. Dr. N. Kornet (UM)* 29-09-06 Mw. Mr. S.A. Kruisinga (UU) 01-10-00 Mw. Dr. M. Olaerts (UM) 24-11-07 Dhr. R. Tas (KUB) 01-01-95

promovendi Mw. Mr. M. Bijl (UU) 01-10-07

271 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Begin Einde Dhr. Mr. E.C. Bos (UM) 01-07-01 16-12-05 Mw. Mr. S.M. van den Braak (UU) 01-10-00 Mw. Mr. L. Enneking (UU) 01-05-06 Mw. Mr. A.J.M. Klein Wassink (UU) 01-10-00 Dhr. Mr. A. Krans (UU) 01-10-04 Mw. Mr. I. Meijer-Wagenaar (UU) 01-10-02 Mw. Mr. M. Olaerts (UM) 01-10-03 23-11-07 Dhr. J. Vananroye (KUL) 01-06-00

emeritus lid Dhr. Prof.Mr. P. van Schilfgaarde (UU) 01-01-95

* Participeerde voorheen in het programma ‘Algemeen verbintenissen- en contractenrecht’

D. TREFWOORDEN

Harmonisatie, Implementatie, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), Machtsverhoudingen in kapitaalvennootschappen

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Leiderschap, managementstijl en communicatie

Het programma Rechtspersonen in Europa wordt geleid door de coördinerend onderzoeksleider, tezamen met de onderzoeksleiders, verbonden aan de partici- perende instellingen. De contacten tussen coördinator, onderzoeksleiders, seni- or onderzoekers en onderzoekers kennen een hoge frequentie, waarbij de be- trokkenheid van andere dan onderzoeksleiders bij vormgeving en management van het project groot is. De intensiteit van feitelijke samenwerking binnen het project leidt tot een bottom-up management structuur, waarbij het management veeleer een coachend- dan een sturend karakter draagt.

De coördinerend onderzoeksleider zorgt er voor dat bijstellingen in onderzoeks- focus en -aanpak helder worden gepresenteerd aan de onderzoeksgemeenschap, welke presentatie ten minste één maal per jaar ter discussie wordt voorgelegd op het projecttreffen tijdens het jaarcongres.

272 Rechtspersonen in Europa

II. Programmaopzet a. Oorspronkelijke probleemstelling en doelstellingen

De in oorsprong geconcipieerde programmaopzet is nog steeds goed herken- baar in de huidige opzet. De toenmalige structuur focuste, zoals nog steeds, vooral op problemen van harmonisatie en implementatie. Ten opzichte van de eerste versie is het onderzoeksaccent minder komen te liggen op het (Europees) recht der vrijwillige organisaties (verenigingen en stichtingenrecht), zij het dat in de komende onderzoeksperiode dit topic weer hoog op de onderzoeksagenda staat in het kader van het geplande onderzoek naar groepsacties en de positie van ‘maatschappelijke organisaties’ (NGO's) en hun aangeslotenen in het kader van mogelijke beïnvloeding van maatschappelijk verantwoord ondernemings- beleid. De onderzoeksagenda is in significante mate beïnvloed door de Europe- se en zelfs mondiale discussie over Corporate Governance, waarbij vooral wordt gefocusseerd op aspecten van Maatschappelijk Verantwoord Onderne- men. Bijstelling van de onderzoeksagenda heeft enerzijds te maken met de ur- gentie van het onderwerp en anderzijds met het feit dat het Nederlands Vereni- gingen- en Stichtingenrecht, ook in vergelijkend perspectief, in hoge mate is uitgekristalliseerd, terwijl Europese initiatieven te komen tot bovenstatelijke regulering al geruime tijd geen sprankeling vertonen. b. Actualisering; huidige programmaopzet

Als boven opgemerkt speelt de actualisering van de onderzoeksagenda vooral op het stuk van Corporate Governance, en meer in het bijzonder Corporate So- cial Responsibility. De kern van de agenda is gehandhaafd en vormt ook in de toekomst het uitgangspunt van onderzoek binnen dit project.

Het onderzoeksprogramma valt thans uiteen in een viertal grotere onderzoeks- lijnen, die hieronder kort zullen worden beschreven. Het betreft (1) formele harmonisatie van het ondernemingsrecht, (2) materiële harmonisatie, (3) Cor- porate Governance en (4) Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO).

1. Aspecten van formele harmonisatie Eén van de belangrijkste onderzoekslijnen in dit programma is de bestudering van de wijze van implementatie van Europese regelgeving op het terrein van het ondernemingsrecht in ruime zin in de nationale rechtstelsels van de lidsta- ten. Onverminderd dwingen de stormachtige ontwikkelingen op dit dynamisch rechtsgebied tot definiëring van gemeenschappelijke grondslagen en algemene beginselen in en tussen de verschillende rechtssystemen. Het harmonisatiepro- ces op het terrein van het vennootschapsrecht is sinds de eerste harmonisatie- richtlijn, die in 1968 het licht zag, krachtig op gang gekomen. In deze ontwik- keling zijn ook duidelijke tendensen waarneembaar om de eigen rechtscultuur van lidstaten, ook op dit gebied van het recht, te beschermen, waarbij gebruik

273 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 gemaakt wordt van de vrijheid tot nationale inkleuring van Europese uitgangs- punten, die de richtlijnen regelmatig bieden. Ook vanuit deze invalshoek mani- festeert zich de noodzaak onderzoek te doen naar gemeenschappelijkheid van rechtsculturen en rechtsbeginselen. In dit kader valt veel interessants waar te nemen. Zo kan bemerkt worden dat er landen zijn die van nature een terughou- dende positie innemen wanneer het gaat om aanpassing van nationaal recht, terwijl andere landen steeds een gulle houding innemen waar het betreft de wij- ze van implementatie van richtlijnuitgangspunten. Een fraai voorbeeld wordt getroffen in de wijze van implementatie van het verbod van financiële assisten- tie zijdens de vennootschap bij verkrijging van aandelen in haar kapitaal door derden, zoals dat in de tweede richtlijn handelend over kapitaalbescherming is opgenomen. De richtlijn spreekt in artikel 23 van het verkrijgen van aandelen. In Nederland, waar een traditie van brede implementatie van richtlijnen op het terrein van het ondernemingsrecht bestaat, oordeelt men dat, gegeven de ratio van de regeling (kapitaalrealiteit), ook het nemen van nieuwe aandelen bij een emissie onder het bereik van het verbod dient te vallen, en zo wordt, in de Ne- derlandse wetgeving, financiële assistentie door de vennootschap verboden bij het nemen of verkrijgen van aandelen door derden. Andere landen, zoals Frank- rijk, voorzagen de problemen die het verbod in de praktijk met zich zou mee- brengen, bijvoorbeeld in termen van het realiseren van overnames, en gaan over tot een stringente tekstuele uitleg en beperkte implementatie, zodat aldaar het nemen van aandelen niet wordt geraakt door het verbod. Over deze boeiende thema's handelden de workshops ondernemingsrecht op de Ius Commune con- gressen van 2005, 2006 en 2007, waar presentaties werden verzorgd door een groot aantal onderzoekers van de participerende instellingen alsook andere Universiteiten als Leiden, uitmondend in een stevig aantal publicaties en initia- tieven als het project ‘Fusie en Overname’, een serie van 15 boeken over het M&A-proces, uitgegeven door Uitgeverij Paris te Deventer onder redactie van Steins Bisschop (Nyenrode/Maastricht) en Schwarz (Maastricht), in welke serie inmiddels 10 delen verschenen, en het project European Company Law, waar- over hieronder meer.

De Maastrichtse promotie van Martha Meinema binnen het deelproject (Dwin- gend recht voor de besloten vennootschap. Een beschouwing over de contracts- vrijheid van aandeelhouders in rechtsvergelijkend perspectief, Deventer: Klu- wer, 2003, promotores Schwarz en De Kluiver) heeft het denken over het han- teren van dwingendrechtelijk vennootschapsrecht in Nederland krachtig beïn- vloed. Inmiddels heeft de politieke wens om te komen tot flexibilisering van het BV-recht geleid tot indiening van een Wetsontwerp Flexibilisering en Vereen- voudiging van het BV recht, op basis van het expert-rapport van de Commissie De Kluiver (2004). Deze operatie, onder meer gericht op een genuanceerder toepassing van het Richtlijnenstelsel van kapitaalbescherming (2e EG-Richtlijn en de aanpassing daarvan in de SLIM-operatie) op vennootschappen met een besloten karakter, heeft binnen het onderzoeksprogramma geleid tot stevige Europees- en transnationaal georiënteerd onderzoeksresultaten. Een andere, in dit kader boeiende, observatie is het feit dat een min of meer volledige harmo-

274 Rechtspersonen in Europa nisatie slechts bereikt lijkt te kunnen worden wanneer het gaat over onderwer- pen die geen nationaal historische of culturele lading hebben, terwijl harmoni- satie rond gevoeliger thema's in de praktijk toch buitengewoon lastig blijkt te zijn, hetgeen leidt tot een relatief grote vrijheid voor nationale wetgevers om de eigen karakteristieken van het nationale recht te laten doorklinken bij imple- mentatie van het richtlijnenrecht. Zo bleek het jaarrekeningenrecht eenvoudig en in ver gaande mate harmoniseerbaar, terwijl zulks bijvoorbeeld absoluut niet geldt voor onderwerpen als overname van kapitaalvennootschappen tegen de wens van het zittend bestuur in.

In dit kader werd, in samenwerking met collegae van de Utrechtse en Leidse zusterfaculteiten werd het initiatief genomen tot de start van een ‘losdelige’ serie European Company Law, in welke serie vennootschapsrechtelijke onder- werpen in Europees vergelijkend perspectief zullen worden behandeld, waarbij het accent in belangrijke mate zal komen te liggen op bestudering van de wijze van implementatie van richtlijnenrecht binnen de verschillende lidstaten. Op dit moment is het eerste deel in deze serie verschenen getiteld European Company Law in Accelerated Progress (red. S.M. Bartman), een bundel gepubliceerd naar aanleiding van een onder auspiciën van de Onderzoekschool georganiseerd congres te Leiden (23 september 2005). Aan dit congres namen diverse senior onderzoekers uit het project deel, waaronder Dorresteijn, Lennarts en Schwarz, die hun bevindingen ook in bedoelde bundel publiceerden. De serie wordt uit- gegeven door Kluwer International. De redactie wordt gevormd door Prof. A. Dorresteijn (UU), Prof. S. Bartman (UL) en Prof. C.A. Schwarz (UM). De sa- menwerking in dit kader is vormgegeven binnen het Center for European Com- pany Law. Door dit Center zullen tweejaarlijks internationale congressen wor- den georganiseerd aan de participerende instellingen. Op 22 november 2007 vond in Utrecht het tweede congres plaats rond het thema grensoverschrijdende fusies en splitsingen in Europa. In 2009 zal het congres worden georganiseerd in Maastricht. Congressen vinden plaats onder auspiciën van de Onderzoek- school. Ook binnen het verband van dit Center for European Company Law wordt, in samenwerking met Kluwer International, de uitgave verzorgd van het Engelstalig tijdschrift European Company Law. Dorresteijn en Schwarz maken deel uit van de Scientific Editorial Board, waarin ook door andere participanten in dit deelproject wordt gepubliceerd.

2. Aspecten van materiële harmonisatie Naast harmonisatie van vennootschapsrecht in formele zin, heeft de internatio- naliserende praktijk ook een zeker harmoniserend effect, in welk kader ver- schillende uitgangspunten in het juridisch denken tot buitengemeen boeiende vraagstukken kan leiden. Men denke bijvoorbeeld aan de problemen die de verschillende opvattingen over het karakter van de rechtspersoon met zich brengen. In bijvoorbeeld de Angelsaksische wereld wordt de rechtspersoon gezien als (de resultante van) een overeenkomst, terwijl in andere landen als bijvoorbeeld Nederland een institutionele zienswijze wordt gehanteerd, waarin de rechtspersoon bij de oprichting als instituut ontstaat en is losgezongen van 275 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 oprichters of aandeelhouders. In die laatste opvatting wordt de rechtspersoon veelal dwingendrechtelijke regelingen geregeerd en is er, bijvoorbeeld, nauwe- lijks ruimte voor overeenkomsten tussen aandeelhouders, dat terwijl in de con- tractuele opvatting de basering van de rechtspersoon op (deel)overeenkomsten het uitgangspunt is. Juist de rechtsvergelijkende verdieping schept hier fraaie vergezichten, die niet alleen wetenschappelijk hoogst interessant zijn, maar ook voor de praktijk van groot belang zijn. Men denke bijvoorbeeld aan mogelijke acceptatie van ‘Incorporation by reference’ in de Nederlandse vennootschaps- praktijk. Een omgekeerde tendens is overigens waarneembaar in het thans voor- liggend wetsvoorstel betrekkelijk de flexibilisering en vereenvoudiging van het BV-recht. Een belangrijk element in dit voorstel is het ontkoppelen van het kapitaalbeschermingsrecht van de 2e EG richtlijn en de wettelijke regeling voor de BV, alsook de eind 2007 vorm gevonden hebbende plannen te komen tot afzwakking van het kapitaalbeschermingsniveau ook voor de publieke vennoot- schap. Op het terrein van de flexibilisering van het BV-recht wordt binnen het project rechtsvergelijkend onderzoek gedaan. In dit kader wordt in 2008 de promotie aan de UM verwacht van de buitenpromovendus Pierre Glotzbach, een in Duitsland werkzaam advocaat op ondernemingsrechtelijk terrein. Dit onderzoek wordt verricht onder begeleiding van C. Schwarz en J.J.A. Hamers, beiden verbonden aan de Universiteit Maastricht

3. Corporate Governance Daarnaast richt de onderzoeksgroep zich niet alleen op bestudering van het recht binnen de EG, maar wordt ook sterk gekeken naar het Amerikaans recht, dat het Europees vennootschapsrecht steeds krachtiger doordesemt, en dan wordt niet alleen gedoeld op het Engels vennootschapsrecht, maar ook op con- tinentaal Europese rechtstelsels. Zo kennen wij bijvoorbeeld sinds kort het ‘record-date-system’ in het Nederlands vennootschapsrecht en spelen Ameri- kaanse uitgangspunten een belangrijke rol in belangwekkende discussies als die over corporate governance en het creëren van een ‘level-playing field’ op het terrein van de overnemingenmarkt, thema's waarover binnen de onderzoeks- groep zeer regelmatig is gediscussieerd en gepubliceerd. In dit kader moet ook gewezen worden op de recente turbulentie op de overnemingenmarkt in conti- nentaal Europese en vooral ook Nederlandse context, mede in verband met de verlate implementatie van de 13e EG Harmonisatierichtlijn Vennootschapsrecht ‘on Mergers and Take-Overs’ in het Nederlandse recht. Thans zien we aldaar hetgeen zich in de VS reeds sinds lang voordoet, nl. activistisch aandeelhouder- schap en de neiging tot straffe beïnvloeding van het bestuursbeleid binnen kapi- taalvennootschappen, bijvoorbeeld op het stuk van de binnen de vennootschap gekozen strategie. Onderzoek binnen de onderzoeksgroep verricht toont aan dat er enerzijds sprake is van een feitelijke ontkrachting van de verschillen tussen het Rijnlands- en het Angelsaksisch bestuursmodel. Bij rechtsvergelijkende studie blijkt één van de triggers te zijn gelegen in het feit dat in geheel Europa de oplossing voor verbetering van de corporate governance wordt gezocht in versterking van de vennootschappelijke positie van de aandeelhouder, in hoge mate vanuit de gedachte dat het toekennen van reële zeggensmacht de interesse 276 Rechtspersonen in Europa tot uitoefening van aandeelhoudersrechten zal stimuleren. Een voorzichtige aanname is dat dit in het algemeen niet het resultaat blijkt te zijn en dat hedge funds en andere activisten de versterking van de aandeelhouderspositie gebrui- ken terwijl overigens het aandeelhoudersabsenteïsme groot blijft. Aan dit on- derwerp werd in 2007 een themanummer van het eerdergenoemd tijdschrift European Company Law gewijd, in welk kader C. Schwarz als redacteur op- trad.

De benoeming van de deeltijdhoogleraar Prof. Steins Bisschop als Hoogleraar Ondernemingsrecht, i.h.b. Corporate Governance aan de Maastrichtse Faculteit per 1 juli 2007, zal het onderzoek op dit terrein zeker versterken. Prof. Steins Bisschop maakt overigens al enige tijd deel uit van onderhavige Ius Commune Onderzoeksgroep.

Tenslotte zijn in het kader van materiële harmonisatie Europees rechtelijke ontwikkelingen op het terrein van het ‘Ondernemingsrechtelijk IPR in Europa’ van groot belang. Met name dient hier te worden gewezen op de recente baan- brekende jurisprudentie op het terrein van vestigingsvrijheid van rechtsperso- nen in Europa van het Europees Hof en de consequenties daarvan voor de in- ternationaal privaatrechtelijke benadering van buitenlandse rechtspersonen in de verschillende Europese jurisdicties. De manifeste vrijheid van vestiging van rechtspersonen binnen Europa uit die jurisprudentie voortvloeiend heeft geleid tot toenemende concurrentie van rechtssystemen. Deze nieuwe, Darwinistische wijze van benadering van rechtssystemen biedt een ander referentiekader bij beoordeling van rechtsontwikkelingen op het stuk van het ondernemingsrecht.

4. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Tenslotte heeft de onderzoekssamenwerking sinds 2003 geleid tot het inzetten van een nieuwe onderzoekslijn binnen dit deelproject. De discussie over Corpo- rate Governance zoals die binnen Europa wordt gevoerd, besteedt, zo meenden de initiatiefnemers, te weinig aandacht aan het element van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) c.q. Corporate Social Responsibility (CSR). In 2005 verscheen de bundel Maatschappelijk verantwoord ondernemen; Cor- porate Social Responsibility in a Transnational Perspective, onder redactie van Hamers, Schwarz en Steins Bisschop alsmede, vervolgens, een stevig aantal publicaties rond dit thema in nationale en internationale tijdschriften, mede mogelijk gemaakt door een krachtige onderzoekssubsidie van het Ministerie van Economische Zaken. De onderzoekssamenwerking binnen het multi- disciplinair onderzoeksteam, onder leiding van Prof. Jaqueline Cramer, heeft geleid tot een sterke verbreding van de onderzoeksscope op dit vakgebied. Thans wordt gewerkt aan een onderzoeksvoorstel dat zich zal richten op de rechtseconomische analyse van het verschijnsel CSR (Faure/Schwarz). Overi- gens heeft deze onderzoeksactiviteit geleid tot de ontwikkeling van een Master- vak Corporate Social Responsibility en wordt thans gewerkt aan postdoctorale onderwijsactiviteiten in deze sfeer.

277 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

De leiding van de onderzoeksgroep is voornemens de lijn van onderzoek naar normering van MVO ook in de komende jaren te volgen. Op dit moment wordt financiering gezocht voor een rechtseconomisch getint promotieproject op het terrein van MVO (Faure/Schwarz). c. Methodiek en beoogde resultaten

De insteek van het onderzoeksprogramma blijft gericht op, zowel door positief- rechtelijk fundamenteel onderzoek als via rechtsvergelijking onderzoek, de grondslagen van (aspecten van) het nationaal en transnationaal ondernemings- recht. Deze methodes worden eveneens benut in het kader van het onderzoek naar Corporate Governance, meer in het bijzonder naar Corporate Social Responsibility, bij welk laatste onderdeel ook een krachtig accent wordt gelegd op de multidisciplinaire benadering. Met zeer grote regelmaat worden cursus- sen en lezingen verzorgd op het onderzoeksterrein. d. Relatie tot de onderzoekschool

Het streven is in dit deelproject een bijdrage te leveren aan de centrale pro- bleemstelling van de Onderzoekschool Ius Commune. Naast het verrichten van onderzoek als geprogrammeerd, vinden met zekere regelmaat projectgrenzen overschrijdende onderzoeksactiviteiten plaats, bijvoorbeeld op het terrein van het milieurecht in relatie tot de aansprakelijkheid van bestuurders. De relatie met de centrale leiding van de onderzoekschool is sterk ontwikkeld, ook ver- oorzaakt door het feit dat de coördinerend onderzoeksleider van het project tevens voorzitter is van het bestuur van de onderzoekschool, en uit dien hoofde veel in contact staat en samenwerkt met de directeur van de onderzoekschool en met de overige coördinerend onderzoeksleiders. Inmiddels werden onder- zoeken op het stuk van het vergelijkend goederenrecht in relatie tot de eigen- dom van, en vruchtgebruik op aandelen (E. Bos, Vruchtgebruik op aandelen, diss. Maastricht 2005) alsook op het stuk van de rol van vennootschappelijke organen in het licht van dreigende insolventie (M. Olaerts, diss. Maastricht 2007) afgerond en wordt getracht nieuw onderzoek gefinancierd te krijgen op het stuk van de nieuwe machtsverhoudingen in kapitaalvennootschappen, alsook op het terrein van MVO/CSR, mede in relatie tot uitgangspunten van rechtseconomie. In het Maastrichts segment van dit deelproject is in ieder geval in 2008 de promotie voorzien van de buitenpromovendus Glotzbach met een rechtsvergelijkende dissertatie over flexibilisering van vennootschapsrecht in Europa. De onderzoeksgroep tracht een stevige positie te verwerven in de nati- onale en internationale discussies rond de ontwikkeling van het nationaal en Europees Ondernemingsrecht. Vanuit dit streven is het verheugend dat verte- genwoordigers uit de onderzoeksgroep regelmatig in werkgroepen en begelei- dingscommissies van onderzoeksactiviteiten (WODC) worden betrokken dan wel worden verzocht om key notes op toonaangevende congressen te verzorgen en preadviezen te schrijven.

278 Rechtspersonen in Europa e. Academische reputatie en effecten van de samenwerking

Het effect van samenwerking binnen de onderzoekschool is krachtenbundeling rond goed geformuleerde projecten en de daaruit voortvloeiende intense sa- menwerking tussen onderzoekers, als vanzelve het focus verleggend naar vak- gebied overschrijdend- en multidisciplinair onderzoek. Hoewel de projectgroep Rechtspersonen in Europa een relatief geringe omvang heeft, is de output in termen van kwaliteit en omvang, zeer bevredigend. De academische erkenning komt tot uitdrukking in de uitnodigingen aan diverse onderzoekers binnen het verband om deel te nemen aan nationale- en internationale congressen, om toe te treden tot redacties van boekenseries en tijdschriften, om bijdragen te leveren aan bundels in buiten de onderzoekschool gelegen kaders, alsook tot het zitting nemen in beleidbepalende commissies c.q. het schrijven van preadviezen. De betrokkenheid van leden van de groep op thema's als Flexibilisering van het BV-recht, activistisch aandeelhouderschap alsook misbruik van rechtspersonen en IPR-Ondernemingsrecht is zeer groot.

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 0,98 1,00 1,00 Universitair hoofddocent 0,84 0,84 0,84 Universitair docent 1,74 1,44 1,20 Postdocs - - - Junior onderzoekers (AIO/OIO) 2,00 1,87 2,67

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

De lijst van publicaties als bijgevoegd geeft een goede indruk van de activitei- ten van de onderzoeksgroep. Hoewel het hier gaat om een relatief kleine onder- zoeksgroep is de output, vooral in termen van afgerond dissertatie door de jaren heen steeds zeer bevredigend geweest, ook al blijkt het lastig om (promo- tie)onderzoeksprojecten gefinancierd te krijgen. Begin 2003 ontving de onder- zoeksgroep een subsidie van de Stichting Boskalis op basis van een onder- zoeksvoorstel rond het thema Reorganisatie en doorstart (Schwarz/Steins Bis- schop). Deze subsidie (€. 50.000,-), die door de Juridische Faculteit UM werd gematched, maakte de start van het Promotieproject over Reorganisatie en Doorstart (Olaerts) voor een periode van 4 jaren mogelijk. Dit onderzoek werd in 2007 succesvol afgerond met een dissertatie van de hand van Olaerts, die aan de onderzoeksgroep (en de faculteit) verbonden zal blijven. Het in 2004 met een subsidie van € 220.000,- zijdens EZ gehonoreerde project ‘MVO, juridise- ring van een relatief vaag normenkader’ (Schwarz/Steins Bisschop) heeft geleid tot een groot aantal publicaties op dit terrein en vormde het startpunt van een nieuwe onderzoekslijn die de komende jaren de aandacht zal blijven houden. Verheugend is het feit dat de senior onderzoeker Steins Bisschop, per septem-

279 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 ber 2007 (ook) als deeltijdhoogleraar aan de Maastrichtse faculteit kon worden benoemd op de leerstoel internationaal ondernemingsrecht. Inmiddels is een aanvullend projectvoorstel geformuleerd, binnen welk kader vooral ook sa- menwerking met onderzoekers uit de wereld van het publieke- en internationale recht wordt gezocht, deels binnen de onderzoekschool Ius Commune, deels binnen de onderzoekschool Rechten van de Mens (UM/Utrecht). Thans worden de inmiddels opgebouwde contacten met EZ en Justitie, alsook met partijen in het bedrijfsleven aangewend in het kader van het zoeken naar aanvullende sub- sidiebronnen voor onderzoek op dit terrein.

In de verslagperiode werd, als opgemerkt, regelmatig geparticipeerd in nationa- le en internationale conferenties en werden op grote schaal lezingen verzorgd op congressen alsook op bijeenkomsten met praktizijns als advocaten, notaris- sen, fiscaal adviseurs en accountants. Regelmatig leidde deze key notes ook tot publicaties..

Als gezegd werd tevens een groot aantal lezingen verzorgd rond de thematiek van MVO en CSR, onder meer bij Houthoff, Baker/Mckenzie, Nauta, AKD Prinssen van Wijmen, SRA-conferenties, NeVOAA-bijeenkomsten etc.

H. VOORTZETTING

De actuele onderzoeksprogrammering is hierboven toegelicht.

I. KERNPUBLICATIES

De geselcteerde publicaties geven een goed beeld van de onderzoeksoutput binnen het programma en zijn prikkelend waar het betreft de onderzoeksrich- ting van de onderzoeksgroep

Hamers, J.J.A., Schwarz, C.A. & Steins Bisschop, B.T.M. (Eds.). (2005). Maat- schappelijk Verantwoord Ondernemen: Corporate Social Responsibility in a Transnational Perspective (Ius Commune Europaeum, 53). Antwerpen: Intersentia. (xii + 147 p.)

Raaijmakers, G.T.M.J. (2007). Achter de schermen van beursaandeelhouders onderdeel Synthetische belangen in Nederlandse beursvennootschappen. Pre- advies Vereeniging Handelsrecht. Deventer: Kluwer. (72 p.)

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Dorresteijn, A.F.M. & Groot, C. de (2006). Corporate Governance Codes: Origins and Perspectives. In S.M. Bartman (Ed.), European Company Law in Accelerated Progress (European Company Law Series, 1) (p. 31-57). The Hague: Kluwer Law International.

280 Rechtspersonen in Europa

Geens, K. (2006). De nieuwe harmonisatiedynamiek van het vennootschaps- recht: een ‘eerste klas’ begrafenis van het Europees vennootschapsrecht na vijftig jaar? Tijdschrift voor Rechtspersoon en Vennootschap, 2, 75-89.

Rammeloo, S.F.G. (2006). Via Romana. Van EVO naar Rome I – Nieuw Europees IPR dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst. Nederlands Internationaal Privaatrecht, 239-253.

Schwarz, C.A. (2006). The Provision of Equity Capital to Companies and Partnerships; A Comparison between the Law and Economics and the Com- parative European Law Perspectives. In S.M. Bartman (Ed.), European Company Law in Accelerated Progress (European Company Law Series, 1) (p. 95-106). The Hague: Kluwer Law International.

K. DISSERTATIES

Bos, E.C. (16 december 2005). Vruchtgebruik op aandelen: over de grenzen van goederenrecht, erfrecht en vennootschapsrecht. Universiteit Maastricht (xviii + 222 p.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof. C.A. Schwarz & Mr. J.J.A. Hamers.

Olaerts, M. (23 november 2007). Vennootschappelijke beleidsbepaling in geval van financiële moeilijkheden; de positie van bestuurders en aandeelhouders. Ius Commune Europeum, 69). Universiteit Maastricht (xiv + 409 p.) (Ant- werpen: Intersentia). Prom./coprom.: Prof. C.A. Schwarz, Dr. J.J.A. Hamers & Prof. B.T.M. Steins Bisschop.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Bijl, M.C. & Bitter, J.W. (2007). Dwaling en het Weens koopgedrag. Maand- blad voor vermogensrecht, 195-200.

Braak, S.M. van den & Dorresteijn, A.F.M. (2005). Het ondernemingsrecht in een stroomversnelling. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 118.

Braak, S.M. van den (2006). Vestigingsvrijheid en misbruik van de (buiten- landse) vennootschap. Ondernemingsrecht, 5, 174-181.

Braak, S.M. van den & Lennarts, M.L. (2006). Voorstellen tot herziening van het Duitse GmbH-recht: het MoMiG. Ondernemingsrecht, 17, 633-638.

Braak, S.M. van den (2007). Grensoverschrijdende omzetting van rechtsperso- nen. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6721, 688-693.

281 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Denef, M., Hellemans, F., Tas, R., Tilleman, B. et al. (2005). VZW en stichting. Brugge: die Keure. (683 p.)

Denef, M. (2005). De Nieuwe VZW-wetgeving 2002-2004: recapitulatie en eerste toepassingsproblemen. In Vennootschaps- en financieel recht (Themis Cahiers) (p. 5-26).

Dorresteijn, A.F.M. (2005). Een nieuwe wettelijke regeling van het tegen- strijdig belang? Onderneming & Financiering, 65, 24-30.

Dorresteijn, A.F.M. & Bartman, S.M. (2006). Van het concern. (6de druk). Deventer: Kluwer. (X + 365 p.)

Dorresteijn, A.F.M. (2006). Naschrift: ‘Kwalitatief tegenstrijdig belang en art. 2: 146 (256) BW’. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6649, 19.

Enneking, L.F.H. (2007). Corporate social responsibility: tot aan de grens en niet verder? – Over de regulering vanuit Nederland van de activiteiten van Nederlandse multinationale concerns in gastlanden; foreign direct liability and beyond. Universiteit Utrecht: Wetenschapswinkel Rechten. (187 p.)

Geens, K. (2005). Corporate governance in niet-beursgenoteerde onderne- mingen? In M. Debaene et al. (Eds.), Lustrumboek 40 jaar Jura Falconis (p. 69-79). Brussel: De Boeck & Larcier nv.

Geens, K. (2005). Herinneringen uit de doos van Lieven. In F. Verbruggen & L. Dupont (Eds.), Strafrecht als roeping: Liber amicorum Lieven Dupont (p. 1143-1149). Leuven: Universitaire Pers Leuven.

Geens, K. (2005). Voorwoord. In Jan Ronse Instituut (Ed.), Financiële wetge- ving: de tussenstand 2004 (Rechtspersonen- en vennootschapsrecht, 18) (p. 9- 10). Kalmhout: Biblo.

Geens, K. (2005). Insider trading en andere vormen van marktmisbruik. In Jan Ronse Instituut (Ed.), Financiële wetgeving: de tussenstand 2004 (Rechts- personen- en vennootschapsrecht, 18) (p. 384-462). Kalmhout: Biblo.

Geens, K. (2005). Voorkennis en financiële informatie na de wet van 2 augus- tus 2002. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 49-75.

Geens, K. et al. (2006). De Familiale onderneming. Publiek of Privaat? (Jura Falconis Libri). Brussel: Larcier. (142 p.)

Geens, K. & Clottens, C. (2006). Belgian monography on Corporations and Partnerships, 2006 (International Encyclopaedia of Laws on Corporations and Partnerships). The Hague/London/Boston: Kluwer Law International. (198 p.)

282 Rechtspersonen in Europa

Geens, K. (2006). De agency-problemen van een vennootschap tegen het licht gehouden van de familiale eigenaar, De familiale onderneming en het vennootschapsrecht. Jura Falconis, 321-331.

Geens, K. (2007). De aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders in kort bestek. In Het ondernemingsrisico – Actualiteit inzake aansprakelijkheid van vennootschappen en hun bestuurders (Verslagboek uitgegeven door het VBO van de studiedag d.d. 29 november 2006 over Aansprakelijkheid van bestuurders). (p. 7-22). Brussel: Bruylant

Geens, K. & Wyckaert, M. (2007). Les espaces de liberté contractuelle dans le droit des sociétés à responsabilité limitée: entre rapprochement et palliation. In Commission Royale Droit et Vie des Affaires (Ed.), Les espaces de liberté en droit des affaires (p. 139-190). Bruxelles: Bruylant.

Geens, K. (2007). 200 Jaar vennootschapsrecht in vogelvlucht. Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht, spec. nr., 91-138.

Geens, K. (2007). 200 Jaar vennootschapsrecht in perspectief: quo vadis ius societatum? Tijdschrift voor Privaatrecht, 1, 73-140.

Hamers, J.J.A., Schwarz, C.A. & Steins Bisschop, B.T.M. (Eds.). (2005). Noodzaak, plicht of wenselijkheid van Maatschappelijk Verantwoord Onder- nemen; een multidisciplinaire verkenning. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (XIII + 250 p.)

Hamers, J.J.A., Schwarz, C.A. & Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Maatschap- pelijk Verantwoord Ondernemen; Juridisering van een relatief vaag normen- kader. In J.J.A. Hamers, C.A. Schwarz & B.T.M. Steins Bisschop (Eds.), Noodzaak, plicht of wenselijkheid van Maatschappelijk Verantwoord Onderne- men; een multidisciplinaire verkenning (p. 1-13). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Hamers, J.J.A., Schwarz, C.A. & Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Corporate Social Responsibility, trends in the Netherlands and Europe. In J. Jonker et al. (Eds.), Making a difference, the Dutch National Research Program on Cor- porate Social Responsibility (p. 169-188). The Hague: Ministry of Economic Affairs.

Hamers, J.J.A., Schwarz, C.A. & Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Corporate Social Responsibility; Trends in The Netherlands and Europe. In J.J.A Hamers, C.A. Schwarz & B.T.M. Steins Bisschop (Eds.), Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: Corporate Social Responsibility in a Transnational Perspective (Ius Commune Europaeum, 53) (p. 1-20). Antwerpen: Intersentia.

283 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hamers, J.J.A. & Vliet, L.P.W. van (2007). Inleiding personenvennootschap- pen (Boom Juridische Studieboeken). (3de druk). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (226 p.)

Hamers, J.J.A. (2007). Titel 7.13 (Vennootschap): de status-quo. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 3, 86-90.

Hellemans, F. & Meulyzer, S. (2006). De afschaffing van effecten aan toonder. In L. Maes, H. De Cnijf & L. De Broeck (Eds.), Fiscaal Praktijkboek Directe Belastingen 2006-2007 (p. 271-288). Mechelen: Kluwer.

Hellemans, F. (2006). De IAS/IFRS-normen en de nieuwe Audit-Richtlijn. Tijdschrift voor Rechtspersoon en Vennootschap, 631-658.

Hellemans, F., Hinnekens, Ph. & Gils, M. Van (2006). Fiscale implicaties afschaffing effecten aan toonder. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 16-32.

Israel, J. (2005). De werknemer en secundair faillissement. Nederlands Tijd- schrift voor Burgerlijk Recht, 384-387.

Israel, J. (2006). Grensoverschrijdend insolventierecht ((Re)organisatie, fusie en overname). Zutphen: Paris. (181 p.)

Israel, J. (2006). Perpetuatio fori in de Insolventieverordening. Tijdschrift@ipr. be, 70-75.

Kluiver, H.J. de (2005). Vereenvoudiging en flexibilisering van het Neder- landse BV-recht. In P. van Schilfgaarde (Ed.), Vereenvoudiging en flexibilise- ring van het Nederlandse BV-recht (p. 119-144). Deventer: Kluwer.

Kluiver, H.J. de & Rammeloo, S.F.G. (2005). Die börsennotierte niederlän- dische Naamloze Vennootschap (N.V.). In H. Hirte & T. Bücker (Eds.), Grenz- überschreitende Gesellschaften. Praxishandbuch fur ausländische Kapital- gesellschaften mit Sitz im Inland (p. 218-240). Köln/Berlin/München: Carl Heymanns Verlag.

Kluiver, H.J. de (2005). Verboden rechtspersonen: betekenis en beperkingen van een privaatrechtelijk perspectief. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 641-650.

Kluiver, H.J. de (2005). Familievennootschappen en (nieuw) vennootschaps- recht. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6647, 985-993.

Kluiver, H.J. de (2006). Capital and Capital protection in The Netherlands: A Doctrine in Flux. In M. Lutter (Ed.), Das Kapital der Aktiengesellschaft in Europa (p. 558-581). Berlin: De Gruyter Recht.

284 Rechtspersonen in Europa

Kluiver, H.J. de (2006). Gelijkheid in Vereniging. In Gelijke behandeling: Oor- delen en Commentaar 2005 (p. 167-180). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Kluiver, H.J. de (2006). Noodzaakfinanciering en de rol van de rechter. In G. van Solinge (Ed.), De financiering van de onderneming: voordrachten en dis- cussieverslag van het gelijknamige congres op vrijdag 11 en zaterdag 12 november 2005 (Serie vanwege het Van der Heijden Instituut te Nijmegen, 88) (p. 31-49). Deventer: Kluwer.

Kluiver, H.J. de (2006). Reverse-takeover: over het belang van de rechterlijke toetsing, onafhankelijke advisering, fairness opinions en alternatieve beurzen. In S.C.J.J. Kortmann (Ed.), 10 jaar JOR Alsnog geannoteerd (p. 35-41). Den Haag: Sdu.

Kluiver, H.J. de & Rammeloo, S.F.G. (2006). Die niederländische Besloten Vennootschap (B.V.) und Naamloze Vennootschap (N.V.). In H. Hirte & T. Bücker (Eds.), Grenzüberschreitende Gesellschaften. Praxishandbuch fur aus- ländische Kapitalgesellschaften mit Sitz im Inland (p. 206-240). Köln/Berlin/ München: Carl Heymanns Verlag.

Kluiver, H.J. de & Rammeloo, S.F.G. (2006). Die börsennotierte niederlän- dische Naamloze Vennootschap (N.V.). In H. Hirte & T. Bücker (Eds.), Grenz- überschreitende Gesellschaften. Praxishandbuch fur ausländische Kapital- gesellschaften mit Sitz im Inland (p. 241-261). Köln/Berlin/München: Carl Heymanns Verlag.

Kluiver, H.J. de (2006). Towards a simpler and More Flexible Law of Private Companies. European Company and Financial Law Review, 45-68.

Kluiver, H.J. de (2006). Vermogensbescherming bij de B.V.: modernisering in internationaal perspectief. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registra- tie, 6676, 571-579.

Kluiver, H.J. de & Rammeloo, S.F.G. (2006). Capital and capital protection in the Netherlands: A dotrine in flux. Zeitschrift fur Unternehmens- und Gesell- schaftsrecht, 17, 655-678.

Kluiver, H.J. de & Rammeloo, S.F.G. (2006). Capital and capital protection in the Netherlands: A doctrine in flux. European Company and Financial Law Review, 1, 558-581.

Kluiver, H.J. de (2007). Private Ordering and Buy-Out Remedies Within Pri- vate Company Law: Towards a New Balance Between Fairness and Welfare? European Business Organization Law Review, 8, 103-119.

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). The reform of capital protection law in the Netherlands, European Company law. European Company Law, 3, 198-201.

285 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). Vertegenwoordiging van een vennoot- schap bij besluit. Contracteren, 1, 4-9.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). The New Dutch Partnership Act. European Company Law, 4(6), 265-269.

Koppert-van Beek, M.S. van & Zaman, D.F.M.M. (2007). Het overgangsrecht inzake titel 7.13 Burgerlijk Wetboek. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6723, 765-773.

Kornet, N. (2007). De aanvulling van leemten in het Weens Koopverdrag. Maandblad voor vermogensrecht, 7, 150-156.

Krans, A. van der (2005). Sense and Simplicity. Onderneming & Financiering, 65, 3-10.

Krans, A. van der (2005). Terrorism and financial supervision. Utrecht Law Review, 1-15.

Krans, A. van der (2006). The Virtual Shareholders Meeting: How to Make it Work? In S. Kierkegaard (Ed.), Business, Law and Technology: Present and Emerging Trends (p. 456-464). Copenhagen: IAITL.

Krans, A. van der (2007). De Virtuele Aandeelhoudersvergadering. Onder- nemingsrecht, 7, 277-282.

Krans, A. van der & Bestebreurtje, M. (2007). Het Effectenlease- Debacle. Onderneming & Financiering, 75, 39-50.

Krans, A. van der (2007). The Virtual Shareholders Meeting: How to make it work? Journal of International Commercial Law and Technology, 1, 32-37. [Online]. Available from: [01-01-2007].

Kruisinga, S.A. (2006). Battle of forms. In M.L. Hendrikse, R.H.C. Jongeneel & B. Wessels (Eds.), Algemene Voorwaarden (Recht en Praktijk, 143) (p. 31- 45). (4de druk). Deventer: Kluwer.

Kruisinga, S.A. & Bertrams, R.I.V.F. (2007). Overeenkomsten in het interna- tionaal privaatrecht en het Weens Koopverdrag (Serie Praktijkhandleidingen). (3de druk). Deventer: Kluwer. (XX + 358 p.)

Kruisinga, S.A. (2007). De aansprakelijkheid van de verkoper in de CISG voor het in acht nemen van buitenlandse regelgeving. Maandblad voor vermogens- recht, 7/8, 156-160.

286 Rechtspersonen in Europa

Meijer-Wagenaar, I. (2006). Over beloningen van bestuurders: art. 2:135 BW en de relatie met het arbeidsrecht, Art. 2:135 BW en de relatie met het arbeidsrecht. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6682, 681- 688.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2005). Securities lending en corporate governance. In S.H.M.A. Dumoulin et al. (Eds.), Tussen Themis en Mercurius (Lustrumbundel Nederlands Genootschap Bedrijfsjuristen) (p. 241-255). Deventer: Kluwer.

Raaijmakers, G.T.M.J. & Maatman, R.H. (2005). Pensioenfondsen en Socially Responsible Investing. In J.J. Hamers et al. (Eds.), Noodzaak, plicht of wense- lijkheid van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (p. 207-220). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2005). Beleggers, aandeelhouders en de AVA. Onder- nemingsrecht, 4, 106-112.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2005). Bestrijding van terrorismefinanciering. Week- blad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6633, 671-675.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2005). Garanties in het contractenrecht. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 3, 124-138.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2006). De Wft: in één keer goed? Ondernemingsrecht, 131.

Raaijmakers, G.T.M.J. & Maatman, R.H. (2006). Hegde funds in het onderne- mingsrecht: virus of vaccin? Ondernemingsrecht, 256-262.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2007). Achter de schermen van beursaandeelhouders, onderdeel Synthetische belangen in Nederlandse beursvennootschappen (Pre- advies Vereeniging Handelsrecht). Deventer: Kluwer. (72 p.)

Raaijmakers, G.T.M.J. (2007). De commissie beloond. In I.P. Asscher-Vonk, A. van Hees, R.H. Maatman & B.J. Schoordijk (Eds.), Onderneming en integriteit (Serie Onderneming & Recht, 39) (p. 35-54). Deventer: Kluwer.

Raaijmakers, G.T.M.J. & Wessels, B. (2007). Fiscale garanties civielrechtelijk beschouwd. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 94-102.

Rammeloo, S.F.G. & Kluiver, H.J. de (2005). Die niederländische Besloten Vennootschap (B.V.) und Naamloze Vennootschap (N.V.). In H. Hirte & T. Bücker (Eds.), Grenzüberschreitende Gesellschaften, Praxishandbuch fur aus- ländische Kapitalgesellschaften mit Sitz im Inland (p. 178-217). Koln/ Berlin/ München: Carl Heymanns Verlag.

287 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Rammeloo, S.F.G. (2006). The EC Commission's Action plan – A Proposal to amend the 2nd EC Company Law Directive. Law Competition in a Globalising World? Maastricht Journal of European and Comparative Law, 3-7.

Rammeloo, S.F.G. (2007). ‘Flex-BV’, ‘Blitz-GmbH’, Private Limited Com- pany, of toch maar wachten op de European Private Company (EPC)? Tijd- schrift voor ondernemingsbestuur, 1, 1-10.

Rammeloo, S.F.G. (2007). Past, Present (and Future?) of the German Volks- wagengesetz under the EC Treaty. European Company Law, 118-122.

Schwarz, C.A. (2005). Artikelsgewijs commentaar op de artt. 107a, 114a. 118a Boek 2 BW, nieuwe tekst (Losbladige Rechtspersonen). Deventer: Kluwer. (16 p.)

Schwarz, C.A. (2005). De algemene vergadering van aandeelhouders, ingrij- pende bewerking van het artikelsgewijs commentaar Titel 4 Boek 2 BW (Los- bladige Rechtspersonen). Deventer: Kluwer. (128 p.)

Schwarz, C.A. & Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Enkele aspecten van kapi- taalbeschermingsrecht; directe en middellijke neming en inkoop van eigen aan- delen. In S.Y.Th. Meijer (Ed.), Bedrijfsovername (p. 121-143). Deventer: Kluwer.

Schwarz, C.A. & Hamers, J.J.A. (2005). Het einde van de verplichte blokke- ringsregeling bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. O&F: Onderneming & Financiering, 65, 11-18.

Schwarz, C.A. (2006). Ingrijpende bewerking Titel 5-Afd. 4 Boek 2 BW. De algemene vergadering van aandeelhouders (BV) (Losbladige Rechtspersonen). Deventer: Kluwer. (55 p.)

Schwarz, C.A. (2006). Commentaar op de artikelen 12 en 13 van Boek 2 BW. In M.J. van Ginniken, M.J. Kroeze, J.M. Vletter-van Dort, J.B. Wezeman & D.F.M.M. Zaman (Eds.), Sdu Commentaar Ondernemingsrecht (p. 53-57). Den Haag: Sdu.

Schwarz, C.A. (2006). Democratie en vergaderorde. Een vakgebied overschrij- dende verkenning van de regeling van de orde van de aandeelhoudersvergade- ring en de plenaire vergadering van de Tweede Kamer. In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuurs- recht beschermd. Liber Amicorum F.A.M. Stroink (p. 213-227). Den Haag: Sdu.

Schwarz, C.A. (2006). Wie bepaalt, betaalt: de positie van kapitaalverschaffers in (personen)vennootschappelijk verband in rechtsvergelijkend perspectief bezien. In M.J. Kroeze et al. (Eds.), Verantwoording: aan Hans Beckman (p. 447-462). Deventer: Kluwer.

288 Rechtspersonen in Europa

Schwarz, C.A. (2006). Zeggenschap en aandelen, certificeren of niet. In R.H. Flören & S.F. Jansen (Eds.), Management in het familiebedrijf (p. 113-124). Deventer: Kluwer.

Schwarz, C.A. (2006). Invoering van het structuurregime en de mogelijkheid om daarbij af te wijken van het wettelijk voorziene model. Ondernemingsrecht, 424-427.

Schwarz, C.A. (2007). Bijdragen aan Commentaar Ondernemingsrecht. In M.J. van Ginneken (Ed.), Commentaar Ondernemingsrecht. Den Haag: Sdu.

Schwarz, C.A. (2007). Curbing activist shareholders. European Company Law, 48-50.

Schwarz, C.A. & Steins Bisschop, B.T.M. (2007). Piercing the Myth of Management Control; The Ius Commune of the shareholders and Stakeholders' Models. European Company Law, 4, 58-65.

Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Reactie op het commentaar van mw. M. van der Put; Bindenheidsdiscussie in het vennootschapsrecht. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 1, 27-29.

Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Actualiteiten corporate governance: Regels, regels en nog meer regels. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2, 61-64.

Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Actualiteiten corporate governance. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 3, 102-104.

Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Actualiteiten corporate governance. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 5, 181-187.

Steins Bisschop, B.T.M. (2006). Beloningsystemen; de ongerechtvaardigde hypothese van parallelle belangen tussen aandeelhouders en bestuurders. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2, 50-59.

Steins Bisschop, B.T.M. (2006). Rumoer in de polder. Tijdschrift voor onder- nemingsbestuur, 6, 210-218.

Steins Bisschop, B.T.M. (2006). Duivels dilemma. Fusie en Overname, 2, 32.

Steins Bisschop, B.T.M. (2007). ABN Amro verloren? Tijdschrift voor onder- nemingsbestuur, 2, 96-99.

Tas, R. (2005). De ontbinding en de vereffening van de vzw. In VZW en Stichting (p. 411-459). Brugge: die Keure.

Tas, R. (2005). Fusies en splitsingen van vzw's. In VZW en Stichting (p. 461- 489). Brugge: die Keure.

289 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Tas, R. (2005). De omzetting van de vzw in een vso. In VZW en Stichting (p. 491-506). Brugge: die Keure.

Tilleman, B. & Verbeke, A. (Eds.). (2005). Bijzondere Overeenkomsten. Antwerpen: Intersentia. (122 p.)

Tilleman, B. & Verbeke, A. (2006). Bijzondere overeenkomsten in kort bestek. (Recht in kort bestek, 3) Antwerpen: Intersentia. (320 p.)

Tilleman, B. & Verbeke, A. (2006). Vrijwaring voor verborgen gebreken naar gemeen recht geïllustreerd aan de hand van de rechtspraak (1995-2005). In B. Tilleman & A. Verbeke (Eds.), Bijzondere overeenkomsten in kort bestek (Recht in kort bestek, 3) (p. 5-25). Antwerpen: Intersentia.

Vananroye, J. (2006). Curator, individuele schuldeiser en bestuursaansprake- lijkheid. In H. Braeckmans, H. Cousy et al. (Eds.), Curatoren en vereffenaars: actuele ontwikkelingen (p. 261-302). Antwerpen: Intersentia.

Vananroye, J. & Wauters, M. (2006). België: de afschaffing van effecten aan toonder. Ondernemingsrecht, 556-558.

VAKPUBLICATIES

Braak, S.M. van den (2005). De ‘vereenvoudigde’ procedure voor benoeming en ontslag van bestuurders en commissarissen van een BV. Onderneming & Financiering, 65, 59-66.

Braak, S.M. van den (2006). Internationaal rechtspersonenrecht – Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen. In M.J. van Ginneken et al. (Eds.), Sdu commentaar ondernemingsrecht (p. 1796-1813). Den Haag: Sdu.

Dorresteijn, A.F.M. (2006). Minder kapitaal, meer aansprakelijkheid? Week- blad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6676, 590-591.

Dorresteijn, A.F.M. (2007). De Europese dimensie van het ondernemingsrecht. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 81(12), 638-650.

Geens, K. (2005). Ten geleide. In K. Geens (Ed.), VWZ en Stichting (p. V-VII). Brugge: die Keure.

Geens, K. (2005). Plechtige gelegenheidstoespraak naar aanleiding van de vijfde verjaardag van het Instituut voor bedrijfsjuristen. Cahier du Juriste, 2005/3, 66-68.

Geens, K. & Jenné, F. (2006). De behandeling van werknemersaandelen en – opties in geval van openbaar bod op de effecten van de werkgever. In H. Simonart et al. (Eds.), Liber amicorum Jacques Malherbe (p. 513-534). Brussel: Bruylant. 290 Rechtspersonen in Europa

Geens, K. & Parisis, G. (2006). Droits et devoirs administrateurs en matière d’information financière. In Barreau de Bruxelles (Ed.), Actualités en droit des sociétés (p. 1-32). Bruxelles: ULB Faculté de Droit.

Hamers, J.J.A. & Schwarz, C.A. (2005). Naamloze en besloten vennootschap. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (130 p.)

Hamers, J.J.A., Schwarz, C.A. & Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Voorwoord. In J.J.A. Hamers, C.A. Schwarz & B.T.M. Steins Bisschop (Eds.), Maatschap- pelijk Verantwoord Ondernemen: Corporate Social Responsibility in a Trans- national Perspective (Ius Commune Europaeum, 53) (p. I-III). Antwerpen: Intersentia.

Hamers, J.J.A., Schwarz, C.A. & Steins Bisschop, B.T.M. (2005). Voorwoord. In J.J.A. Hamers, C.A. Schwarz & B.T.M. Steins Bisschop (Eds.), Noodzaak, plicht of wenselijkheid van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen; een multidisciplinaire verkenning (p. i-iii). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Hamers, J.J.A. & Schwarz, C.A. (2005). Vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht: Het Waterloo voor de verplichte blokkering bij de besloten vennootschap. Jibulletin, 17-22.

Hamers, J.J.A. & Schwarz, C.A. (Eds.). (2007). Naamloze en besloten vennootschap. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (153 p.)

Hellemans, F. & Meulyzer, S. (2006). Exit effecten aan toonder: hoe verloopt het concreet? Balans: nieuwsbrief voor accountancy en financieel management, 535, 1-8.

Kluiver, H.J. de (2005). Inleiding Bedrijfsopvolging. In Bedrijfsopvolging, Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten (Preadvies KNB) (p. 19-24). Den Haag: Sdu.

Kluiver, H.J. de (2005). Tegenstrijdig belang en het aangaan van arbeids- overeenkomsten met bestuurders. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 521-522.

Koppert-van Beek, M.S. van (2005). Actualiteiten rondom de oprichting van een B.V. Juridisch up to date, 2, 23-27.

Koppert-van Beek, M.S. van (2005). Ontbinding. Het einde of het begin van het einde van het bestaan van een rechtspersoon... Juridisch up to date, 9, 14-16.

Koppert-van Beek, M.S. van (2005). De geschillenregeling. Over hoe de rechter een moeizame wettelijke procedure op een onderdeel pragmatisch wil toepassen. Juridisch up to date, 10, 14-17.

291 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Koppert-van Beek, M.S. van (2005). Besluitvorming en vertegenwoordiging bij kapitaalvennootschappen. Juridisch up to date, 20, 10-12.

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). SDU Commentaar Ondernemingsrecht (370-372). Den Haag: Sdu.

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). SDU Commentaar Ondernemingsrecht (359-365). Den Haag: Sdu.

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). SDU Commentaar Ondernemingsrecht (690-696). Den Haag: Sdu.

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). SDU Commentaar Ondernemingsrecht (701-703). Den Haag: Sdu.

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). De kosten van een enquête. Wil iemand de onderzoekers betalen? Juridisch up to date, 9, 19-23.

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). Het SEVIC-arrest en de mogelijkheid tot grensoverschrijdende fusie. Juridisch up to date, 14, 15-17.

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). Aspecten van ontbinding. Juridisch up to date, 23, 10-13.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Storting op aandelen revisited. Juridisch up to date, 2, 19-23.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Affectio Societatis? Over de gelijkwaar- dige positie van vennoten. Juridisch up to date, 7, 11-13.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Afgeleide schade. Kan een aandeelhouder een bestuurder aansprakelijk stellen voor waardevermindering van aandelen? Juridisch up to date, 12, 16-18.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Materiële toetsing van tegenstrijdig belang. Juridisch up to date, 18, 18-20.

Kruisinga, S.A. (2005). De battle of the forms in internationaal perspectief: een eerlijke strijd? Een vergelijkende beschouwing over de battle of the forms in het Weens Koopverdrag. Contracteren, 4-9.

Kruisinga, S.A. (2005). Performance bond, a bond to perform? Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 81-82.

Kruisinga, S.A. (2006). Weens Koopverdrag (CISG). In A.P.A. de Klerk- Leenen & B. Wessels (Eds.), Bijzondere overeenkomsten (De Groene Serie). (losbladig). Deventer: Kluwer.

292 Rechtspersonen in Europa

Kruisinga, S.A. (2006). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 1, 24-25.

Kruisinga, S.A. (2006). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2, 60.

Kruisinga, S.A. (2006). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 3, 115.

Kruisinga, S.A. (2006). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 4, 154-155.

Kruisinga, S.A. (2006). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 5, 201.

Kruisinga, S.A. (2006). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 6, 237-238.

Kruisinga, S.A., Schoolderman, F.L.C. & Willem, C. (2006). Vis International Commercial Arbitration Moot: van Utrecht tot Wenen. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 8, 764-767.

Kruisinga, S.A. (2007). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 1, 33-34.

Kruisinga, S.A. (2007). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2, 97-98.

Kruisinga, S.A. (2007). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 4, 178-179.

Kruisinga, S.A. (2007). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 5, 209-211.

Kruisinga, S.A. (2007). Commercialia Handelskoop. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 6, 258.

Olaerts, M. (2005). Regelgevings- en beleidsoverzicht civiel recht. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2005/1, 30-32.

Olaerts, M. (2005). Regelgevings- en beleidsoverzicht civiel recht. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2005/2, 65-67.

Olaerts, M. (2005). Regelgevings- en beleidsoverzicht civiel recht. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2005/3, 105-106.

Olaerts, M. (2005). Regelgevings- en beleidsoverzicht civiel recht. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2005/4, 141-142.

293 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Olaerts, M. (2005). Regelgevings- en beleidsoverzicht civiel recht. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2005/5, 188-189.

Olaerts, M. (2005). Regelgevings- en beleidsoverzicht civiel recht. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2005/6, 233-234.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2005). Wettenbundel Vennootschaps- en effectenrecht 2004/2005. Nijmegen: Ars Aequi Libri. (1026 p.)

Raaijmakers, G.T.M.J. (Ed.). (2005). European Regulation of Company and Securities Law (2005/2007). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2005). Garanties in de overnamepraktijk. In S.Y.Th. Meijer (Ed.), Bedrijfsovername (p. 77-102). Deventer: Kluwer.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2005). Hoofdstuk 5 (effectenrecht). In W.J. Slagter (Ed.), Compendium Ondernemingsrecht (p. 253-286). Deventer: Kluwer.

Raaijmakers, G.T.M.J. & Maatman, R.H. (2005). Het RNA-arrest en bescher- mingsconstructies. In Bauer R. et al. (Eds.), Vergezichten (Afscheidsbundel J.M.G. Frijns) (p. 327-330). Driebergen: Riskmatrix.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2006). Actuele ontwikkelingen over aandeelhouders- invloed. Tijdschrift voor Financieel Recht, 4-8.

Raaijmakers, G.T.M.J. (2006). Transparantie is geen tovermiddel. Zout, 72-75.

Raaijmakers, G.T.M.J., Munsters, R. & Maatman, R.H. (01-03-2006). Geen Amerikaanse governance-toestanden. Financieel Dagblad, p. 11.

Schwarz, C.A. (2005). De CV sterft uit. O&F: Onderneming & Financiering, 2.

Schwarz, C.A. (2005). Juridische fusie Rechtvaardig? O&F: Onderneming & Financiering, 2.

Schwarz, C.A. (2005). Slecht voorbeeld doet slecht volgen. O&F: Onderne- ming & Financiering, 2.

Schwarz, C.A. & Loos, E. (2005). Euronext als agency, Verslag van een gesprek met Warringa en Benschop over de positie van Euronext. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 23-26.

Schwarz, C.A. (2006). BV-recht niet doordacht. Reed Business Information, 3.

Schwarz, C.A. (21-06-2007). Commanditaire Vennootschap Exit. Financieel Dagblad, p. 20.

294 Rechtspersonen in Europa

Steins Bisschop, B.T.M. (2007). ABN Amro In Play? Fusie en Overname, 5, 36.

Steins Bisschop, B.T.M. (2007). MVO uit de sfeer van vrijblijvendheid. Man- agement Executive, april/mei, 6-9.

ANNOTATIES

Braak, S.M. van den (2006). Noot bij: HvJEG (28-09-2006), RO 2006-1, p. 1- 11.

Braak, S.M. van den (2007). Noot bij: Rb. Rotterdam (25-10-2006), (Yates International LLC). RO 2007-11, p. 73-74.

Braak, S.M. van den (2007). Noot bij: Rb. Rotterdam (29-11-2006), (Ashford Computers Ltd). RO 2007-20, p. 138-139.

Braak, S.M. van den (2007). Noot bij: Ktr. Amsterdam (29-01-2007), (BKC GmbH). RO 2007-37, p. 290-291.

Braak, S.M. van den (2007). Noot bij: HR (16-03-2007), (Free Lance Sprinter Service). RO 2007-41, p. 325-327.

Braak, S.M. van den (2007). Noot bij: Rb. Amsterdam (11-04-2007), (Hells Angels). RO 2007-56, p. 441-443.

Braak, S.M. van den (2007). Noot bij: Rb. Alkmaar (23-08-2007), (Stichting De Nollen). RO 2007-79, p. 589-590.

Braak, S.M. van den (2007). Noot bij: Rb. Rotterdam (15-08-2007), (Faimount/ Capricorn). RO 2007-80, p. 594-596.

Braak, S.M. van den (2007). Noot bij: HvJEG (23-10-2007), (Volkswagen). RO 2007-92, p. 723-725.

Israel, J. (2006). Noot bij: Rb. Den Bosch (31-10-2005), (Appell/Essent). TvI, p. 23-25.

Israel, J. (2006). Noot bij: Rb. Amsterdam (17-08-2006), 12, (BNP Paribas/ Yukos Oil). JOR, p. 303.

Koppert-van Beek, M.S. van (2006). Noot bij: Rb. Arnhem (14-12-2005), RO 2006-11, p. 72-77.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Noot bij: Rb. Almelo (04-01-2007), RO 2007-28, p. 231-236.

295 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Noot bij: Hof Amsterdam (28-02-2007), (Van Wijnen). RO 2007-44, p. 352-355.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Noot bij: Rb. Arnhem (11-04-2007), (Pondac). RO 2007-57, p. 449-452.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Noot bij: Rb. Dordrecht (16-05-2007), (Web Circle). RO 2007-61, p. 401-406.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Noot bij: Hof Amsterdam (05-06-2007), (Boni Markten). RO 2007-71, p. 520-526.

Koppert-van Beek, M.S. van (2007). Noot bij: Hof Amsterdam (01-02-2007), (Waterman DeVille/Depaus). RO 2007-77, p. 581-585.

Kruisinga, S.A. (2006). Noot bij: Bundesgerichtshof (02-03-2005), (Non-con- formiteit en dioxine). NTHR, p. 92-94.

Kruisinga, S.A. (2006). Noot bij: Hof Leeuwarden (23-08-2006), RO 2006-10, p. 68-72.

Tas, R. (2005). Noot bij: Kh. Hasselt (23-11-2004), (De nietigheidssanctie bij een onrechtmatige verkrijging van eigen aandelen). TRV, p. 49-51.

Vananroye, J. (2006). Noot bij: Cass. (29-10-2004), (Boedelvordering of indi- viduele vordering op basis van een rechtmatig vertrouwen omtrent de activa van de gefailleerde?). TRV, p. 557-560.

Vananroye, J. & Wilde, A. de (2006). Noot bij: Cass. (04-02-2005), (Verant- woordt het groepsbelang dat kosten gemaakt voor de verkoop van goederen van een moedervennootschap een boedelschuld van de gefailleerde moederven- nootschap vormen). TRV, p. 606-611.

Vananroye, J. (2007). Noot bij: Vz. Kh. Hasselt (27-05-2005), (De vordering tot uittreding of uitsluiting na de ontbinding of het faillissement van de ven- nootschap). TRV, p. 295-304.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Bartels, S.E. & Oostwouder, W.J. (2005). Reactie op Consultatiedocument van het Ministerie van Financiën inzake de Wet financieel toezicht en civiel recht. Available from: [01-09-2005].

296

FISCALE VRAAGSTUKKEN IN DE INTERNE MARKT (GEASSOCIEERD PROGRAMMA)

A. VOLLEDIGE TITEL

Fiscale vraagstukken in de interne markt

B. DEELPROGRAMMA'S

Niet van toepassing

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde onderzoeksleider Dhr. Prof.Dr. R. Prokisch (UM) 01-07-01

senior onderzoekers Dhr. Prof.Mr. A.H.R.M. Denie (UM) 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. Dr. R.H.C. Luja (UM) 01-06-06 Dhr. Prof.Dr. F. Vanistendael (KUL) 01-01-95 Mw. Mr. M. Weerepas (UM) 01-09-98

onderzoekers Mw. Mr. A. Bollen (UM) 01-10-04 Dhr. Dr. B. Janssen (OU) 01-10-05 Dhr. Prof.Mr. Dr. R.H.C. Luja (UM) 23-01-03 31-05-06 Dhr. Prof.Dr. W. Vermeend (UM) 01-10-06

promovendi Dhr. A. Cools 01-02-07 Mw. Mr. A. Faber 01-02-06 30-09-06 Mw. Mr. N.H.A. Gorissen (UM) 01-10-03 Mw. Mr. K. Lubina (UM) 01-10-03 Dhr. G. Moschetti (Padua) 01-02-07 Mw. C. Ní Ghiollarnáth, LL.M (UM) 01-02-06 Dhr. Mr. Drs. M. Schaper (UM) 01-02-07

De navolgende personen zullen in de loop van 2008 aan de onderzoeksgroep worden toegevoegd:

297 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 senior onderzoekers: Dhr. Prof. Dr. Luc de Broe (KUL) Dhr. Prof. Dr. Axel Cordewener (KUL) onderzoeker Mw. Dr. I.J. Mosquera Valderrama (UU) promovendus Dhr. Mr. M. de Wilde (UU)

D. TREFWOORDEN

Belastingrecht in Europees en internationaal verband, fiscale rechtsvergelijking, discriminatieverboden, harmonisatie van belastingstelsels, belastingconcurren- tie

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Programmaopzet

Het programma ‘Fiscale vraagstukken’ staat centraal in de onderzoeksschool ‘Ius Commune’. De afgelopen jaren zijn verschillende ontwikkelingen zicht- baar geworden op het gebied van integratie van belastingrecht op internationaal en Europees niveau. Wij zien het als onze taak deze ontwikkelingen kritisch te begeleiden. Het programma heeft zich in de relatief korte tijd van zijn bestaan goed verder ontwikkeld en leidt nu jaarlijks tot opmerkelijke resultaten.

Het programma had in de afgelopen twee jaar meerdere zwaartepunten. De oratie van prof. Prokisch met de titel ‘About the Future Fiscal Constitution of the United States of Europe’ (december 2002) is in zoverre ook binnen het on- derzoeksprogramma te begrijpen. Ze laat zien dat onze onderzoeksinteresse niet alleen naar belastingrechtsvragen gaat, maar interdisciplinair is opgezet. Voor de multidisciplinaire benadering zij ook verwezen naar F. Vanistendaels be- langrijke artikel: ‘A la recherche d’un modèle de l'enseignement du droit: uto- pie … ou but à atteindre?’, in: Liber Amicorum Guy Horsmans, Bruxelles: Bruylant 2004, p. 1125-1138.

Wij organiseren elk jaar tijdens het Ius Commune Congres een workshop. De workshop dient niet alleen voor wetenschappelijke discussies maar is ook een samenkomst waar wij informatie uitwisselen over lopende onderzoeksprojecten en nieuwe afspraken maken. Daarnaast ontmoeten wij elkaar door het jaar heen bij verschillende gelegenheden, zoals b.v. tijdens de fiscaalrechtelijke moot- court in Leuven. De onderzoeksgroep publiceert in vier talen: Engels, Frans, Duits en Nederlands.

298 Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma)

II. Programma gedetailleerd a. Invloed van het Europees recht op het nationale belastingrecht

Gezien het feit dat het Europees recht ten dele door rechtsregeling, maar nog meer door de rechtspraak van het Hof van Justitie invloed krijgt op het nationa- le belastingrecht, zien wij het als een van onze voornaamste taken aan deze ontwikkelingen aandacht te besteden.

In het jaar 2007 stond de nieuwe bewerking van het standaardwerk over belas- tingverdragen op de voorgrond (Lehner/Vogel, DBA, 5. Aufl. 2008, Beck- Verlag München). De nieuwe bewerking was sterk beïnvloed door de grotere inachtneming van Europees recht. Het commentaar is een coproductie van ver- schillende auteurs onder leiding van de ‘Forschungsstelle für internationales Steuerrecht an der Universität München’.

In het geheel moesten door Prof. Prokisch meerdere artikelen worden be- handeld. In detail ging het o.a. om: emigratie van ondernemingen in Europa, belasting van samenwerkingsverbanden, misbruik op het gebied van belasting- recht met Europese of internationale raakvlakken, belasting van vervreem- dingswinsten, verhuizing van individuen naar andere lidstaten met het (ne- ven)doel belastingen te sparen, de belasting van zelfstandig werkende personen in internationaal verband, belasting van internationaal werkzame werknemers en grensarbeiders, belastingvragen in samenhang met hoogleraren en studenten, belastingen van pensioenen in Europa, bijzondere vraagstukken in verband met activiteiten van bestuurders en commissarissen.

Met betrekking tot de belasting van commissarissen en bestuurders wordt door de promovendus Andy Cools aan een omvattend proefschrift gewerkt. Het on- derzoek is al ver gevorderd en wij verwachten dat hij zijn proefschrift nog in 2008 kan verdedigen. Prof. Prokisch heeft met hetzelfde onderwerp aan een congres in Wenen deelgenomen en daar een paper over het probleem gepresen- teerd. De paper wordt in de congresbundel 2008 gepubliceerd.

Verder zijn wij bezig met alle vragen die op Europees gebied voorkomen. De promovendus M. Schaper werkt aan een proefschrift over ‘Fiscal Distortions in the Internal Market’. Gezien het feit dat de verhouding tussen de discriminatie- verboden en soevereiniteit van de lidstaten nog weinig theoretisch doordacht is, wil M. Schaper criteria ontwikkelen die de scheiding duidelijker en de toetsing helder maken. Een andere promovendus, Giovanni Moscetti, werkt aan een proefschrift over het proportionaliteitsbeginsel in de belastingrechtspraak van het Europese Hof. Het beginsel wordt meer en meer toegepast door het Hof, maar helaas zonder theoretisch onderbouwde theorie. Ook rijst de vraag hoe het proportionaliteitsbeginsel in de toekomst zal worden toegepast en welke conse- quenties dit zal hebben voor de nationale belastingstelsels.

299 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Een ander zwaartepunt van onderzoek is de zogenoemde ‘Common Consolida- ted Tax Base’. In 2007 hebben M. Schaper en Prof. Prokisch een artikel over de internationale aspecten geschreven die in 2008 wordt gepubliceerd. Over het- zelfde onderwerp heeft Prof. Prokisch een lezing gehouden naar aanleiding van een high-level-congres in Berlijn. Wij willen het onderwerp ook in de toekomst vervolgen en schrijven tegenwoordig een onderzoeksvoorstel met de hoop om het onderzoek gefinancierd te krijgen.

Sinds 2007 is Prof. Prokisch lid van een werkgroep die van de Europese Com- missie de opdracht heeft gekregen het uitgavenbeleid van de Europese Unie te onderzoeken en voorstellen te maken voor toekomstige prioriteiten gezien de beperkte middelen waarover de EU kan beschikken. Het onderzoek wordt in 2008 gepubliceerd. b. Economie en belastingen

In de laatste jaren hebben wij bewust ons onderzoeksbeleid uitgebreid met eco- nomische vraagstukken en daarom ook twee economen (Janssen en Vermeend) in het programma opgenomen. Prof. Vermeend heeft het op zich genomen een handboek over belastingen uit economisch oogpunt te schrijven. Wij vertrou- wen erop dat dit boek in de toekomst een academisch standaardwerk zal zijn en dat daardoor het onderzoeksprogramma wereldwijd aandacht zal trekken. Het boek (Willem Vermeend/Rick van der Ploeg/Jan Willem Timmer, Taxes and the Economy, Edward Elgar Publishers, Cheltenham(UK)/Northhampton (USA), 2008, 479 p.) komt in maart 2008 op de markt.

Parallel werkt Dr. B. Janssen aan de vergelijking van belastingtarieven, vooral op het gebied van vennootschapsbelasting en vraagstukken in samenhang met de relatie tussen financieel accounting en tax accounting. Bij gelegenheid van ons symposium 2006 heeft hij een lezing verzorgd. c. Rechtsvergelijking: fiscale concurrentie en staatssteun in Europa

Prof. Luja and Ms Ní Ghiollarnáth focus their research on comparative tax law. In particular, their field of expertise concentrates on special tax regimes in the context of European State Aid regulation, the World Trade Organization's Sub- sidies Agreement and OECD policies on harmful tax competition.

Prof. Luja has written extensively on the treatment of direct tax incentives in European countries vis-à-vis EU State Aid regulation and he is one of the lead- ing European experts in this field. In his 2006 lecture at the occasion of accept- ing his appointment to the chair of comparative tax law, Prof. Luja addressed new areas of comparative research in the field of regulating tax incentives in federal countries like the USA and multi-state unions like the EU. Future re- search will also include the position of national tax incentives within the pro- posed European common consolidated tax base.

300 Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma)

As of 2004/2005 Prof. Luja has been a visiting professor at Europe's leading tax institutions, among the International Tax Center Leiden, the IBFD International Tax Academy in Amsterdam, and, in 2007/2008, at the Vienna Postgraduate program in International Tax Law. On behalf of the Academy of Legislation in The Hague, he has also lectured on fiscal state aid at the Dutch Ministry of Fi- nance. He also contributed to the legislative debate about major changes in the Dutch Corporation Tax system as of 2007. In addition, Prof. Luja has given a series of lectures abroad about fiscal state aid and international trade law regu- lation and he was invited to write the 2007 report on this subject for the annual conference of the European Association of Tax Law Professors (EATLP). Re- cent publications have focused on the state aid position of investment fund re- gimes and fiscal autonomy.

Ms Ní Ghiollarnáth is in the process of writing a thesis about promoting energy efficiency by means of direct tax incentives in the EU, Canada and New Zea- land. While most research in the field of ecological taxation focuses on indirect taxation (levies on fuel, CO2 etc.), this project focuses on using national income tax and corporation tax systems to promote environmental-friendly investment in green energy and reduction of energy-consumption, set off against Kyoto objectives and restrictions imposed by EU State Aid provisions and WTO obli- gations.

Apart from continuing the aforementioned research, future PhD-research is planned regarding national road tax policies and car tax incentives within the EU and their problematic effect on EU mobility, set in the context of EU state aid restrictions on promoting environmental friendly cars and on providing fi- nancial compensation to local/national businesses.

While most of this comparative research focuses on the state aid aspects of tax, other comparative issues may be addressed as well should they contribute to the political or academic debate. In this context, Ms N. Gorissen is finishing up a thesis in Dutch on the topic of legitimate expectations in tax law (‘Het vertrou- wensbeginsel in het belastingrecht’). This thesis will address the topic from a comparative perspective, involving the national legal systems of the Nether- lands, Belgium and Germany as well as relevant aspects of EU law. Ms Goris- sen will be defending her thesis in 2008.

Ms Mosquera Valderrama has defended her comparative thesis on leasing and legal culture at the University of Groningen in 2007 prior to moving to Utrecht University and her accession to the research group. d. Omzetbelasting

De omzetbelasting is de Europees belasting par excellence. De grondslagen zijn omvangrijk geharmoniseerd en het nationale recht is sterk afhankelijk van het Europees recht en de rechtsspraak van het Hof van Justitie EG. In het kader van

301 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Ius Commune trachten wij deze afhankelijkheden nader te belichten hetgeen tot 2005 tot een groot aantal publicaties leidde (o.m. het proefschrift van mw. Ste- vens, Het verrichten van diensten onder bezwarende titel en het boek BTW en EG-transacties, waarvan Prof. A.H.R.M. Denie, hoofdredacteur/redacteur was en mrs. Linssen en Nieuwenhuizen (UvA) mede-auteurs). Thans is door per- soonlijke omstandigheden en zakelijke keuzes in de periode 2005-2007 de pro- duktie terug gevallen. Voor 2008 en volgende jaren kan men uitzien naar een herstel van de productie in publicaties. Het proefschrift met de werktitel De doorwerking van de Gemeenschap bindende beginselen in de BTW komt begin 2008 in de eindfase en bij normaal verloop starten twee , mede ‘derde gefinan- cierde’ nieuwe onderzoeken met publikatieresultaten. Prof. Denie is regelmatig spreker en/of voorzitter van workshops en conferenties. e. Vergelijkende belasting van inkomsten uit arbeid (incl. grensarbeiders en pensioenen)

Het project grensoverschrijdende arbeid is al sinds jaren één van onze kernpro- gramma's. Omdat in de Euregio de problematiek van grensarbeiders een grote rol speelt hebben alle ontwikkelingen op dit gebied sterk onze aandacht. Hier- mee zijn vooral Dr. Weerepas en Prof. Prokisch bezig.

Naast belastingheffing vindt over het inkomen premieheffing plaats. De discus- sie of de volksverzekeringen moeten worden gefiscaliseerd komt steeds weer op. Fiscalisering wil zeggen: het opnemen van de premies volksverzekeringen in de belastingen met als gevolg dat er geen premies volksverzekeringen meer zijn. Deze fiscalisering heeft voor- en nadelen. De fiscalisering heeft effecten op het niveau van de overheid en op het niveau van de individuele burger en het bedrijfsleven. Ook in het grensoverschrijdende arbeidsverkeer heeft de fiscali- sering effecten. Een interessant onderzoek is de vraag wat de mogelijke gevol- gen van de fiscalisering van de volksverzekeringen op nationaal en internatio- naal/Europees niveau zijn. Een NWO-voorstel (open ronde) zal worden inge- diend. Dit voorstel is in een vergevorderd stadium.

Sinds 2003 stond het onderwerp pensioenen op de voorgrond. Prof. Prokisch heeft uitgebreid onderzoek gedaan. De resultaten zijn opgenomen in het com- mentaar op belastingverdragen. Dr. M. Weerepas heeft zich bezig gehouden met de vragen van onverzekerde situaties in Europa. En Dr. A. Bollen- Vandenboorn heeft haar proefschrift De fiscale aspecten van pensioendeling bij echtscheiding, Amersfoort 2004, SDU voorgelegd.

Het onderzoek in de periode 2005 t/m 2007 heeft enerzijds betrekking gehad op haar promotieonderzoek, met dien verstande dat ze in haar publicaties aandacht heeft gegeven aan de problematiek van pensioendeling over de grenzen heen. Anderzijds heeft haar onderzoek zich gericht op nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de toekomstvoorzieningen, waarbij de levensloopregeling een

302 Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma) nieuwkomer is. In haar onderzoek is daarbij ook aandacht besteed aan de inter- nationale complicaties die optreden door de invoering van deze regeling.

Doelstelling voor de toekomst is publicatie van het boek Pensioen in de loons- feer in 2009. Naast de nationaalrechtelijke aspecten van pensioen in de loons- feer, zijn er veel internationale en Europeesrechtelijke consequenties verbonden aan de opbouw en uitkering van pensioen. Niet alleen van belang zijn de con- sequenties van het wonen in het ene land en het opbouwen en ontvangen van pensioen in het andere land, nog complexer is de materie rondom de waarde- overdracht van pensioen. Aan deze complexe materie ligt de vraag ten grond- slag op welke wijze de overige Europese landen hun pensioenstelsels hebben vormgegeven. Indien duidelijk is hoe de diverse pensioenstelsels zijn vormge- geven, kan ook ingegaan worden op de problematiek rondom de waardeover- dracht. Bij het beantwoorden van deze vragen, zal tevens rekening gehouden worden met de opvattingen van de Europese commissie omtrent dit onderwerp. De Europese Commissie probeert steeds meer een sturing te geven, om de lan- den op een lijn te krijgen voor de organisatie van hun pensioenstelsels.

III. Beoogde resultaten

Ondanks het feit dat de omstandigheden in de afgelopen jaren voor het pro- gramma niet optimaal waren (Prof. Vanistendael was gepensioneerd en de op- volgers waren nog niet bepaald, in Utrecht duurde het veel langer dan gedacht tot de hoogleraarplaats belastingrecht was ingevuld, etc.) kunnen wij toch met trots op een groot aantal uitstekende publicaties terugkijken. Verder willen wij in de toekomst de betere omstandigheden benutten om tot een groter aantal publicaties te komen, ten dele ook in samenwerking met de verbonden universi- teiten.

IV. Academische reputatie

De (senior)onderzoekers van het onderzoeksprogramma ‘Fiscale vraagstukken’ staan binnen academische kringen hoog aangeschreven voor hun expertise op het terrein van het (Europese) belastingrecht. Zij genieten onder fiscalisten we- reldwijde bekendheid. Het moet onze taak zijn deze reputatie te behouden en binnen het kader van het programma nog verder te ontwikkelen ten behoeve van de onderzoeksgroep.

303 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 1,15 1,41 1,53 Universitair hoofddocent - - - Universitair docent 1,16 1,12 0,95 Postdocs - - - Junior onderzoekers (AIO/OIO) 1,70 3,12 3,05

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

Werd hierboven toegelicht.

H. VOORTZETTING

Wij zijn in de situatie van ommekeer. Lange tijd waren wij een kleine onder- zoeksgroep, dit gaat nu veranderen. Leuven breidt het belastingrecht uit en Utrecht is al een paar jaar bezig met de opbouw van een grotere vakgroep en een eigen belastingrechtopleiding. Verder hebben enige onderzoekers uit Edin- burgh en Luik aangegeven dat ze graag lid willen worden. Dat betekent dat er in toekomst meer draagvlak voor samenwerking zou zijn. Tussen Amsterdam en Maastricht geeft het al een samenwerkingsproject om een handboek over het Nederlandse internationale belastingrecht te schrijven. Verder willen wij in toekomst samen jaarlijks een congres organiseren, vooral op het gebied van Europees belastingrecht. Een ander project dat nog in 2008 wordt afgesloten is een handboek over alle belastingvragen van universiteiten die internationale verbindingen hebben.

I. KERNPUBLICATIES

Beide zijn publicaties die uit heb belastingrecht internationaal en Europees niet meer weg te denken zijn en het goede imago van het programma bevestigen.

Vermeend, W., Van der Ploeg, R. & Timmer, J.W. (2008), Taxes and the Eco- nomy, Cheltenham (UK)/Northhampton (USA): Edward Elgar, 2008, 479 p.

Prokisch, R. (2008). Artikel 1, 15, 16 OECD Model Convention, in: K. Vogel & M. Lehner (Eds.). Doppelbesteuerungsabkommen Kommentar, München: C.H. Beck.

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Luja, R.H.C. (2005). The WTO Subsidies regime: Are there lessons to be learned from recent EC State Aid issues? In W. Lang et al. (Eds.), WTO and Direct Taxation (p. 103-114). Wien: Linde Verlag.

304 Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma)

Vanistendael, F. (2006). The ECJ at the Crossroads: Balancing tax sovereignty against the Imperatives of the single market. European Taxation, 46(9), 413- 420.

Weerepas, M.J.G.A.M. & Pennings, F. (2006). Towards a convergence of coordination in social security and tax law? Ec Tax Review, 4, 215-225.

Prokisch, R.G. (2005). Grenzüberschreitende Verlustberücksichtigung. In R. von Groll (Ed.), Verluste im Steurrecht, Deutsche Steuerjuristische Gesellschaft Band 28 (p. 229-253). Köln: Otto Schmidt Verlag.

Prokisch, R.G. (2005), Grenzüberschreitende Verlustberücksichtigung, in: R. von Groll (Ed.), Verluste im Steuerrecht, Deutsche Steuerjuristische Gesell- schaft Band 28 (p. 275-298). Köln: Otto Schmidt Verlag

K. DISSERTATIES

In de verslagperiode hebben er geen dissertaties plaatsgevonden.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2005). Fiscale aspecten ingevolge de WVPS, alsmede de uitsluiting van pensioendeling. Pensioen & Praktijk, 11, 5-8.

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2006). Levensloopregeling in vogelvlucht. Tijd- schrift voor ondernemingsbestuur, 5, 187-194.

Denie, A.H.R.M. (2005). Steekproef stuit op stelsel. Weekblad voor Fiscaal Recht, 6622, 627-636.

Janssen, B. (2005). Corporate effective tax rates in the Netherlands. De Economist, 153(1), 47-66.

Janssen, B. (2005). Effectieve belastingdruk op grote(re) Nederlandse onderne- mingen. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 4(79), 162-167.

Janssen, B., Vandenbussche, H. & Crabbe, K. (2005). Is there regional tax competition? Firm level evidence for Belgium. De Economist, 153(3), 257-276.

Janssen, B. (2007). Goodwill en onderhanden werk, commercieel en fiscaal bezien. In R.C.M. Brouwers (Ed.), Balanceren tussen commercieel en fiscaal (Maastrichtse Fiscale Symposia, 16) (p. 39-48). Deventer: Kluwer.

305 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Lubina, K. (2007). Human remains in the KIT Tropenmuseum collection – Summary of meting of experts. In van David Duuren (Ed.), Physical anthro- pology reconsidered: Human remains at the Tropenmuseum (p. 83-95). Amsterdam: KIT Publishers.

Luja, R.H.C. (2005). Omzetbelasting, boetes en staatssteun. Weekblad voor Fiscaal Recht, 6607, 54-59.

Luja, R.H.C. (2005). Renseignering onder de Spaarrenterichtlijn. Tijdschrift voor Formeel Belastingrecht, 1, 17-21.

Luja, R.H.C. (2005). State Aid Reform 2005/09: Regional Fiscal Autonomy and Effective Recovery. European Taxation, 45(12), 566-570.

Luja, R.H.C. (2006). Stimulerende belastingsheffing. (inaugurele reden Univer- siteit Maastricht, 20 oktober 2006). Maastricht: Universiteit Maastricht.

Luja, R.H.C. (2006). Boxen, beleggingsinstellingen en staatssteun. Weekblad voor Fiscaal Recht, 6679, 819-822.

Luja, R.H.C. (2006). Investment Funds, Tax Planning and State Aid. European Taxation, 12, 565-569.

Luja, R.H.C. (2006). Stichtingen, terugvordering en staatssteun in de VS. Weekblad voor Fiscaal Recht, 6661, 256-261.

Luja, R.H.C. (2007). Grensoverschrijdende criminaliteit en kostenaftrek: een principiële keuze? Weekblad voor Fiscaal Recht, 1291-1296.

Luja, R.H.C. (2007). Should Fiscal State Aid Go Global? Ec Tax Review, 5, 231-235.

Moschetti, G. (2007). Integrabilità della dichiarazione dei redditi non indicante i costi con imprese site in ‘paradisi fiscali’ e problematiche relative al soggetto responsabile di violazioni iva. In Rivista di Giurisprudenza ed Economia d’Azienda (p. 215-227). Roma: Aracne Editrice.

Prokisch, R.G. (2005). Break-out Sitzung IIa: Umstrukturierung nach Erwerb eines Unternehmens. Internationales Steuerrecht, 557-557.

Prokisch, R.G. (2005). Steuerfragen des internationalen Unternehmenserwerbs, Deutscher Nationalbericht zum Thema II IFA-Kongress Buenos-Aires 2005. Cahiers de Droit Fiscal International, 90b, 275-298.

Prokisch, R.G. (Ed.). (2006). VPB 2007 in het perspectief van Europa (Maas- trichtse fiscale symposia, 15). Alphen aan den Rijn: Kluwer. (79 p.)

306 Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma)

Prokisch, R.G. (2006). Grensoverschrijdende bedrijventerreinen – Het derde aanvullend protocol bij het Duits-Nederlandse Belastingverdrag van 1959. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrijdend recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. 193-203). Antwerpen: Intersentia.

Prokisch, R.G. (2006). Grensoverschrijdende bedrijventerreinen – Het derde aanvullend protocol bij het Duits-Nederlandse Belastingverdrag van 1959. Forfaitair, 170, 9-15.

Prokisch, R.G. (2006). Steuerrecht – Grenzüberschreitende Gewerbegebiete – Das Ergänzungsprotokoll zum DBA Deutschland-Niederlande 1959. Interna- tionale Wirtschafts-Briefe, 20, 963-974.

Vanistendael, F. (2005). Het eeuwige (?) tekort van de sociale zekerheid. In D. Simoens, D. Pieters, J. Put, P. Schoukens & Y. Stevens (Eds.), Sociale zeker- heden in vraagvorm (p. 503-528). Antwerpen: Intersentia.

Vanistendael, F. (2005). A comparative and economic approach to equality in European Taxation. In R. Gocke & F. Wassermeyer (Eds.), Körperschaft- steurer, Internationales steuerrecht und Doppelbesteuerung: Festschrift fur Franz Wassermeyer zum 65. Geburtstag (p. 523-541). München: Beck.

Vanistendael, F. (2005). The interest savings directive: European hide and seek. In H.P.A.M. van Arendonk & M. Ellis (Eds.), A tax globalist: the search for the borders of international taxation: essays in honour of Maarten J. Ellis (p. 326- 355). Amsterdam: IBFP.

Vanistendael, F. (2005). Marché interne et souveraineté fiscale. In Liber Ami- corum Cyrille David (p. 255-268). Paris: Panthéon-Sorbonne.

Vanistendael, F. (2005). Murai the tax Samurai from Kansai. In Liber Amico- rum tadashi Murai (p. 18-23). Kansai: The Institute of Legal Studies Kansai University.

Vanistendael, F. (2005). BA+MA=(3+2=5+0=4+1)x 60 ECTS. Slovenian Law Review, II/1-2, 183-195.

Vanistendael, F. (Ed.). (2006). Fiscaal recht (Themis, Vormingsonderdeel 35). Brugge: die Keure.

Vanistendael, F. (2006). BA+MA = (3+2=5+0=4+1) x60 ECTS > (3+1) x 60 ECTS. In H. Simonart et al. (Eds.), Liber Amicorum Jacques Malherbe (p. 1087-1102). Bruxelles: Bruylant.

Vanistendael, F. (2006). Belastingvermijding, belastingontduiking en het wit- wassen van zwart geld. In B. Raymaekers & G. van Riel (Eds.), Weten in woorden en daden (XXI: lessen voor de eenentwintigste eeuw, 12) (p. 179- 203). Leuven: Universitaire Pers Leuven. 307 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Vanistendael, F. (2006). Chapter V: General Report on the fundamental freed- oms and national sovereignty in the European Union. In International Bureau of Fiscal Documentation (Ed.), EU Freedoms and Taxation, Report on the annual meeting of the European Association of Tax Law Professors, Paris, June 2004 (p. 167-220). Amsterdam: International Bureau of Fiscal Documentation.

Vanistendael, F. (2006). Marché interne et souveraineté fiscale. In Regards critiques et perspectives sur le droit et la fiscalité. Liber Amicorum Cyrille David (p. 255-277). Paris: L.G.D.J. (Université Paris (Panthéon-Sorbonne)).

Vanistendael, F. (2006). Het Europese Hof van Justitie: op het rechte pad of op fiscale dwaalwegen. In H.M.N. Schonis (Ed.), Gedreven, eigenzinnig, creatief en honkvast. Schonis-bundel: opstellen aangeboden aan Prof. mr. H.M.N. Schonis ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen (p. 305-333). Deventer: Kluwer.

Vanistendael, F. (2006). Wanneer wordt fiscale autonomie fiscale soevereini- teit, voor de toepassing van staatssteun? In D.A. Albregtse & P. Kavelaars (Eds.), Maatschappelijk heffen 1, De wetenschap. Liber Amicorum L. Stevens (p. 591-611). Deventer: Kluwer.

Vanistendael, F. & Isenbaert, M. (2006). De rechtspraak van het Europese Hof van Justitie en de nieuwe en gewijzigde fiscale E.U. Richtlijnen: revolutie in het nationale belastingrecht. In F. Vanistendael (Ed.), Fiscaal recht (Themis, Vormingsonderdeel 35) (p. 57-87). Brugge: die Keure.

Vanistendael, F. & Vanderkerken, C. (2006). Verscherping van de fraude- bestrijding en invloed van de witwaswetgeving. In F. Vanistendael (Ed.), Fiscaal recht (Themis, Vormingsonderdeel 35) (p. 31-56). Brugge: die Keure.

Vanistendael, F. (2007). De weerslag van recente arresten van het Europees Hof van Justitie op het Belgische belastingrecht. In VRG Alumni (Ed.), Recht in beweging (VRG Alumnidag 2007) (p. 71-86). Antwerpen: Maklu.

Vanistendael, F. (2007). Denkavit Internationaal: The Balance between Fiscal Sovereignty and the Fundamental Freedoms? European Taxation, 5, 210-213.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2005). Voorwaarden vrijwillige verzekering in strijd met art. 39 EG. Weekblad voor Fiscaal Recht, 6645, 1495-1465.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). De 30%-regeling, nadere duidelijkheid over het begrip inkomende werknemer en zijn inhoudingsplichtige. NTFR-B, 3, 1-6.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). Grensoverschrijdende verzekeringsplicht: vol- doende duidelijk? NTFR-B, 5, 8-12.

308 Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma)

Weerepas, M.J.G.A.M. & Essers, G.J.C. (2007). Premieheffing AWBZ en Zvw over buitenlandse pensioenen; het arrest-Nikula. Weekblad voor Fiscaal Recht, 6716, 429-437.

VAKPUBLICATIES

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2005). Fiscale aspecten ingevolge de WVPS, alsmede de uitsluiting van pensioendeling. Pensioen & Praktijk, 11, 5-8.

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2005). Pensioendeling bij echtscheiding vanuit een (inter)nationaal perspectief. VP-bulletin, 10, 2-6.

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2005). Wet conflictenrecht geregistreerd part- nerschap en consequenties rondom pensioenverevening. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 9, 7-9.

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2006). Internationale aspecten van de levens- loopregeling. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 12, 13-15.

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2007). NDFR update art. 6.1 t/m 6.8, 6.13 t/m 6.15. Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-01- 2007].

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2007). NDFR update art. 6.1, 6.2, 6.3, 6.5, 6.13. Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-03-2007].

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2007). NDFR update art. 6.1 t/m 6.8, 6.13 t/m 6.15. Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-06- 2007].

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2007). NDFR update art. 6.1 t/m 6.8, 6.13 t/m 6.15. Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-10- 2007].

Cools, A. (2007). Tak 26 contracten: niet in mindering van berekeningsbasis notionele interestaftrek. Fiscale Actualiteit, 5, 1-3.

Cools, A. (2007). Vrijstelling successierechten familiale ondernemingen: tewerkstellingsvoorwaarde strijdig met Europees recht? Fiscale Actualiteit, 8, 11.

Cools, A. (2007). Het werkgeversbegrip bij internationale uitzendarbeid met focus op het nieuwe dubbelbelastingverdrag tussen België en Nederland. Tijd- schrift voor fiscaal recht, 322, 3.

Cools, A. & Wanten, D. (2007). Hoge Raad velt nieuw arrest over driehoeks- situatie. Fiscoloog Internationaal, 285, 6.

309 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Denie, A.H.R.M. (2005). BTW-reparatie, l'histoire se répète. Forfaitair, 18 (156), 26-29.

Denie, A.H.R.M. (2005). Dubbele rechtsbescherming en rechtsmanco. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 10, 9-10.

Gorissen, N.H.A. (2007). Betalen voor informatie in Duitsland. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 13, 13-14.

Gorissen, N.H.A. (2007). Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht IB 2001: digitale uitgave met artikelsgewijs commentaar (update januari). Amersfoort: Sdu.

Gorissen, N.H.A. (2007). Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht IB 2001, digitale uitgave met artikelsgewijs commentaar (update juni). Amersfoort: Sdu.

Luja, R.H.C. (2005). Premieuitbetaling en toeslaginning? Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 2005/10, 7.

Luja, R.H.C. (2005). Fax Fataal: rechtstreeks beroep tegen de primaire aanslag. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 2005/10, 11.

Luja, R.H.C. (2007). Duidelijk, stellig en onder voorbehoud (column). Forfaitair, 174, 2.

Luja, R.H.C. (2007). Dynamiek in belastingheffing anno 2007. First Almanak, 44-48.

Luja, R.H.C. (2007). Is een administratieve boete voor de adviseur ernstig bezwarend? Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 13, 12-13.

Luja, R.H.C. (2007). Tax related difficulties of state aid rules European Asso- ciation of Tax Law Professors (EATLP) Helsinki Conference Report. [Online] Helsinki: EATLP. Available from: [01-01-2007].

Luja, R.H.C. (15-02-2007). Omstreden start Europees onderzoek naar groeps- rentebox. Het Financiele Dagblad, p. 9.

Schaper, M.G.H. (2007). Balanceren tussen Commercieel en Fiscaal. Weekblad voor Fiscaal Recht, 136, 184-187.

Schaper, M.G.H. (2007). Coalition Government Presents Tax Plans. Tax Notes International, 45, 651-652.

Schaper, M.G.H. (2007). De Woonplaats van de Natuurlijke Persoon in art. 4 AWR. Firm, 14, 7-11.

310 Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma)

Schaper, M.G.H. (2007). Eigenheimzulage ook voor Grensarbeider? Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 13, 20-22.

Vanistendael, F. (2005). A rejoinder to Manuel Pires: What if there is no tax Coca Cola? Ec Tax Review, 59-60.

Vanistendael, F. (2005). Cohesion, the Phoenix rises from his ashes. Ec Tax Review, 4, 208-222.

Vanistendael, F. (2005). Een nieuwe aanmerkelijke belangheffing. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 1, 1-3.

Vanistendael, F. (2005). De wettelijkheid van de herkwalificatie van akten of fraus legis leer in het belastingrecht. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 2, 1-3.

Vanistendael, F. (2005). De eenvoud zelve. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 3, 1.

Vanistendael, F. (2005). Belastingaftrek op risicokapitaal, de goede weg geko- zen? Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 4, 1.

Vanistendael, F. (2005). De rekening van het kind, het kind van de rekening? Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 4, 1-2.

Vanistendael, F. (2005). Vlaktaks: droom of werkelijkheid. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 6-7, 1-2.

Vanistendael, F. (2005). Europees belastingrecht op zijn keerpunt. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 8-9, 1-4.

Vanistendael, F. (2005). IFA-Brussel, 2008. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 10, 1-2.

Vanistendael, F. (2005). Werken tot de dood er op volgt. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 11, 1-2.

Vanistendael, F. (2006). Après nous le déluge. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 12, 1-2.

Vanistendael, F. (2005). De begroting, een evenwicht zoals de toren van Pisa. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 12, 1-3.

Vanistendael, F. (2005). Editorial – Sorbonne-Bologna, are we on right track? European Journal of Legal Education, 1, 2-2.

Vanistendael, F. (2006). Halifax and Cadbury Schweppes: one single European theory of abuse in tax law? Ec Tax Review, 15(4), 192-195.

311 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Vanistendael, F. (2006). Artikel 344, § 1: Cassatie stelt orde op zaken. Alge- meen Fiscaal Tijdschrift, 1, 1-2.

Vanistendael, F. (2006). M&S&D of the processie van Echternach. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 2, 1-2.

Vanistendael, F. (2006). B.T.W. op diensten. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 3, 1-2.

Vanistendael, F. (2006). Is er iets loos met de belastingadministratie? Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 4, 1-2.

Vanistendael, F. (2006). Kroniek van een aangekondigde vermogensbelasting. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 5, 1-3.

Vanistendael, F. (2006). Politieke windstilte bij de gemeentebelastingen. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 6-7, 1-2.

Vanistendael, F. (2006). Halifax en de nieuwe anti-ontwijkingsbepaling inzake BTW. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 7-8, 1-3.

Vanistendael, F. (2006). Onteigenende belasting op pensioenen. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 9-10, 1.

Vanistendael, F. (2006). To rule or not to rule, that is the question. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 11, 1-3.

Vanistendael, F. (2007). Common (tax) law of the ECJ. Ec Tax Review, 6, 250- 251.

Vanistendael, F. (2007). Fraudebestrijding per protocol. Algemeen Fiscaal Tijd- schrift, 1, 1.

Vanistendael, F. (2007). In cauda curiae venenum. Algemeen Fiscaal Tijd- schrift, 2, 1-3.

Vanistendael, F. (2007). De fiscale staatshervorming. Algemeen Fiscaal Tijd- schrift, 3, 1-3.

Vanistendael, F. (2007). Vereenvoudiging! Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 4, 1- 2.

Vanistendael, F. (2007). Een fiscaal regeerprogramma. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 6-7, 1-3.

Vanistendael, F. (2007). Fiscale spionage. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 8-9, 1- 2.

312 Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma)

Vanistendael, F. (2007). De social-fiscale staatshervorming. Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 10, 1-3.

Vanistendael, F. (2007). Goed Bestuur? Algemeen Fiscaal Tijdschrift, 11, 1-2.

Vanistendael, F. (2007). Fiscale verantwoordelijkheid. Algemeen Fiscaal Tijd- schrift, 12, 1-2.

Vermeend, W.A.F.G. et al. (Eds.). (2007). Taxes and the Economy. A survey on the impact of taxes on growth, employment, investment, consumption and the environment. London: Edward Elgar publishing. (650 p.)

Weerepas, M.J.G.A.M. (2005). Art. 2.6 Wet IB 2001: keuzerecht voor in het buitenland wonende deskundigen, Art. 2.8 Wet IB 2001: verschuldigde inkom- stenbelasting op gewone aanslag, Art. 2.9 Wet IB 2001: conserverende aanslag. In R.E.C.M. Niessen (Ed.), Nederlandse Documentatie Fiscaal recht (28 p.). Amersfoort: Sdu Fiscale en Financiële Uitgevers.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2005). Art. 2.8 Wet IB 2001: verschuldigde inkom- stenbelasting op gewone aanslag, Art. 2.9 Wet IB 2001: conserverende aanslag. In R.E.C.M. Niessen (Ed.), Nederlandse Documentatie Fiscaal recht (31 p.). Amersfoort: Sdu Fiscale en Financiële Uitgevers.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2005). Module Inleiding Internationaal Belastingrecht, Rechtenonline Cali-module nr. 6. In Kluwer Collegebundel (CD-rom onder- wijsmateriaal). Deventer: Kluwer.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2005). Beperkte verzekering en art. 13, lid 2, onder- deel f, Vo. 1408/71. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 2, 11.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2005). Discussie fiscalisering volksverzekeringen weer opgelaaid? Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 9, 9-10.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2005). Vrijwillige verzekering in strijd met art. 39 EG. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 10, 6-7.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2006). NDFR Herziening art. 6, leden 2-4 Wet LB 1964, Buitenlandse inhoudingsplichtige. (30 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-06-2006].

Weerepas, M.J.G.A.M. (2006). Herziening art. 2.6 Wet IB 2001, Keuzerecht voor in het buitenland geworven deskundigen. In Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht (8 p.). Amersfoort: Sdu Financiële en Fiscale uitgevers.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2006). Herziening art. 9.1 Wet IB 2001, Heffing bij wege van aanslag of conserverende aanslag. In Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht (10 p.). Amersfoort: Sdu Financiële en Fiscale uitgevers.

313 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Weerepas, M.J.G.A.M. (2006). Herziening art. 9.1 en 9.2 Wet IB 2001, Heffing bij wege van aanslag of conserverende aanslag c.q. voorheffingen. In Neder- landse Documentatie Fiscaal Recht (14 p.). Amersfoort: Sdu Financiële en Fiscale uitgevers.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2006). Wet op de loonbelasting 1964, Buitenlandse inhoudingsplichtige. Art 6, leden 2-4 Wet LB 1964. In Nederlandse Documen- tatie Fiscaal Recht (28 p.). Amersfoort: Sdu Financiële en Fiscale uitgevers.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2006). Wet op de loonbelasting 1964, Buitenlandse werknemer. Art. 2, leden 3-5 Wet LB 196. In Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht (28 p.). Amersfoort: Sdu Financiële en Fiscale uitgevers.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2006). Vrijwillig vrijwillige verzekering. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 11, 12-13.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2006). Effectueren heffingskortingen bij in het buiten- land werkende partners. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 12, 11-12.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). Geen belastingplichtige, geen aanslag. Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio), 13, 4-6.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 2, leden 3-5 Wet LB 1964, Buitenlandse werknemer. (28 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-01-2007].

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 6, leden 2-4 Wet LB 1964, Buitenlandse inhoudingsplichtige. (30 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: www.ndfr.nl [01-01-2007].

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 2.11a, 2.12 en 2.18 Wet IB 2001, Verrekening belastingkorting algemeen belang. (5 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-03-2007].

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 2.6, 2.7 en 2.8 Wet IB 2001, keuze- recht in buitenland geworven deskundigen, verschuldigde inkom- stenbelasting, en gewone aanslag. (17 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-03-2007].

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 9.3 en 9.4 Wet IB 2001, voorlopige aanslag, en wel of geen aanslag. (9 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-03-2007].

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 9.1 en 9.2 Wet IB 2001, Heffing bij wege van aanslag of conserverende aanslag en voorheffingen. (15 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-05- 2007]. 314 Fiscale vraagstukken in de interne markt (geassocieerd programma)

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 2, leden 3-5 Wet LB 1964, Buitenlandse werknemer. (28 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-06-2007].

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 2.6, Keuzerecht in het buitenland geworven deskundigen. (8 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-06-2007].

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 2, leden 3-5 Wet LB 1964, Buitenlandse werknemer. (28 p.) Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-09-2007].

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 9.1 en 9.2 Wet IB 2001, Heffing bij wege van aanslag of conserverende aanslag en voorheffingen. Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-09-2007]. (15 p.)

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 9.4 Wet IB 2001, Wel of geen aanslag. Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-09-2007]. (10 p.)

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 2, leden 3-5 Wet LB 1964, Buitenlandse werknemer. Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-11-2007]. (28 p.)

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). NDFR Herziening art. 2.10 en 2.15 Wet IB 2001, Tarief inkomen uit werk en woning. Amersfoort: Sdu [Online]. Available from: [01-11-2007]. (10 p.)

Weerepas, M.J.G.A.M. (2007). Herziening Fiscaal Zakboek, onderdeel Premie- heffing. In Herziening Fiscaal Zakboek. Deventer: Kluwer.

ANNOTATIES

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2007). Noot bij: HR (08-06-2007 en 08-06- 2007). NTFR 2007-24, p. 1025-1026.

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2007). Noot bij: HR (10-02-2006), 40 666, (Pri- vaatrechtelijke dienstbetrekking tussen belanghebbende en leden van een leef- gemeenschap). FED 2007-19 (88), p. 12-15.

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2007). Noot bij: HR (14-04-2006), 41 898, (Pand in gemengd gebruik, afschrijvingskosten kunnen niet aangemerkt worden als ondernemingskosten). FED 2007-15 (65), p. 17-19.

Bollen-Vandenboorn, A.H.H. (2007). Noot bij: HR (08-09-2006), 41 273, (Moment van betaling door deelgenoot bepalend voor tijdstip van aftrek). FED 2007-15 (66), p. 19-22. 315 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Luja, R.H.C. (2005). Noot bij: HR 39.768 (25-02-2005), (Cadeaus op kosten van de zaak). Maas & Roer (Fiscale Berichten Uit de Euregio) 2005-9, p. 5.

Weerepas, M.J.G.A.M. (2005). Noot bij: HR (10-12-2004), 38 138, (Bestuurder in het verdrag Nederland-Frankrijk). FED 2005-116, p. 18-26.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Cousy, H., Devroe, W., Geens, K., Stuyck, J., Tilleman, B. & Orshoven, P. Van (Eds.). (2007). Liber Amicorum Frans Vanistendael. Herentals: Knops Publish- ing. (xx + 580 p.)

Devroe, W. & Bafort, M. (2005). Codex Fiscaal recht. Leuven: Acco.

Devroe, W. (2005). Tax Amnesty and Community Law. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 217-225.

Devroe, W. (2005). Overheden en BTW: valt het doek over het BTW-Wetboek en uitvoeringsbesluit nr. 26. Rechtspraak Antwerpen Brussel Gent, 989-1009.

Devroe, W. & Plets, N. (2006). Codex Fiscaal recht (4de herziene uitgave). Leuven: Acco. (327 + 18 p.)

Devroe, W. & Plets, N. (2006). Fiscaal recht. Deel 1. Leuven: Acco. (iv + 54 p.)

Devroe, W. & Plets, N. (2006). Fiscaal recht. Deel 2. Leuven: Acco. (112 p.)

Orshoven, P. Van, Haelterman, A. & Maes, L. (Eds.). (2005). Codex fiscaal recht 2005-2006. Brugge: die Keure. (1304 p.)

Orshoven, P. Van, Haelterman, A. & Maes, L. (Eds.). (2006). Codex fiscaal recht 2007-2008. Brugge: die Keure. (1332 p.)

Orshoven, P. Van, Haelterman, A. & Maes, L. (Eds.). (2007). Inkomstenbelas- tingen. WIB – 2007. Brugge: die Keure. (815 p.)

OVERIGE PUBLICATIES

Luja, R.H.C. (2006). Interventie rapport Staatssteun op het grensvlak van bestuursrecht, Europees recht en fiscaal recht. In Vereniging van Bestuursrecht (Ed.), Verslag van de algemene vergadering gehouden op 20 mei 2005 (VAR, 135) (p. 31-34 en 36).

316

GRONDSLAGEN EN BEGINSELEN VAN BURGERLIJK PROCESRECHT IN EUROPA

A. VOLLEDIGE TITEL

Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

B. DEELPROGRAMMA'S

Niet van toepassing

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde onderzoeksleiders Dhr. Prof.Mr. A.W. Jongbloed (UU) 01-02-00 Dhr. Prof.Mr. C.H. van Rhee (UM) 01-01-99 Dhr. Prof.Dr. P. van Orshoven (KUL) 01-01-01

senior onderzoekers Dhr. Prof.Dr. A.M.J.A. Berkvens (UM)* 01-10-06 Mw. Mr. M. Freudenthal (UU) 01-01-01 Dhr. Prof.Mr. I. Giesen (UU) 01-10-06 Dhr. Prof.Mr. H.A. Groen (UM) 01-04-05 Dhr. Prof.Dr. P. Oberhammer (Zürich) 01-10-07 Dhr. Prof. A. Uzelac (Zagreb) 01-10-07

onderzoekers Dhr. Dr. B. Allemeersch (KUL) 23-06-06 Mw. Mr. Dr. A. Ernes (OU)* 01-06-02 Dhr. Dr. F. Fernhout (UM) 01-02-07 Dhr. Mr.Drs. M.L. Hendrikse (UvA) 01-04-05 Mw. Mr. A.A.H. van Hoek (UU) 01-10-00 31-03-05 Mw. Dr. S. Lust (KUL) 01-10-04 30-09-07 Dhr. Dr. K. Wagner 29-09-06 30-09-07

promovendi Dhr. B. Allemeersch (KUL) 01-01-01 22-06-06 Dhr. P. Schollen (KUL) 01-10-04 27-08-07 Dhr. B. Sujecki (EUR) 01-10-02 Dhr. Mr. R. Verkerk (UM) 01-10-04

317 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Begin Einde

Dhr. Mr. R. Verkijk (UM) 01-10-04 Dhr. K. Wagner (KUL) 01-10-04 28-09-06

* Participeerde voorheen in het programma ‘Grondslagen van het privaat- recht’

D. TREFWOORDEN

Burgerlijk procesrecht, grondslagen burgerlijk procesrecht, beginselen burger- lijk procesrecht, rechtsvergelijking, harmonisering

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Achtergronden

Oriëntatie op ‘Europa’ is voor degenen die zich binnen Europese landen met burgerlijk procesrecht bezighouden nog slechts van betrekkelijk recente datum. Evenals voor het materiële privaatrecht geldt voor het burgerlijk procesrecht dat dit ‘als zodanig’ van oudsher geen voorwerp was van op toenadering of eenmaking gericht beleid van Europese instellingen zoals de Raad van Europa, de Europese (Economische) Gemeenschap en de Europese Unie. De belang- stelling voor dit rechtsgebied, voor zover aanwezig, was meer van indirecte aard, dat wil zeggen ondergeschikt aan andere beleidsdoelen. Desondanks kan er thans binnen Europa gewezen worden op veel initiatieven die voor het har- moniseringsvraagstuk van direct belang zijn.

De Raad van Europa heeft zich op het terrein van het burgerlijk procesrecht (meer gebruikelijk is hier de wat bredere aanduiding ‘civil justice’) niet onbe- tuigd gelaten. Een aantal belangrijke ‘Aanbevelingen’ van de Raad van Minis- ters met betrekking tot ‘civil justice’ heeft de afgelopen decennia het licht ge- zien. Van concrete resultaten van al dit werk in de zin van toenadering of een- making van burgerlijk procesrecht is echter vooralsnog weinig gebleken. Mo- menteel kan overigens wel worden gewezen op verschillende initiatieven op het terrein van civil justice binnen de CEPEJ van de Raad van Europa. Ook de We- reldbank is op mondiaal niveau actief op dit terrein.

Meer invloed heeft artikel 6 EVRM en de daarop gebaseerde rechtspraak van het EHRM en van nationale rechters gehad. Hoewel het doel van artikel 6 niet harmonisering van procesrecht is maar het vestigen en garanderen van toegang van burgers tot behoorlijke rechtspraak, kan gesteld worden dat van dit artikel desalniettemin een zekere harmoniserende werking is uitgegaan.

318 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

In het kader van de Europese Gemeenschap en de Europese Unie zijn met be- trekking tot eenmaking van burgerlijk procesrecht belangrijke vorderingen ge- boekt, oorspronkelijk vooral in de vorm van verdragen, thans in de vorm van verordeningen. Gewezen kan worden op, bijvoorbeeld, Brussel I en IIbis, de EG-Betekeningsverordening, de EG-Bewijsverordening en de Verordening betreffende een Europese executoriale titel.

Overziet men de resultaten van de inspanningen binnen het kader van de Euro- pese Gemeenschap en de Europese Unie, dan moet worden vastgesteld dat zij alle, anders dan de resultaten van de inspanningen in het kader van de Raad van Europa, voornamelijk betrekking hebben op rechtsregels voor burgerlijke zaken met grensoverschrijdende aspecten en dat zij binnen dit gebied alleen enkele belangrijke onderwerpen regelen (rechtsmacht, erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen, betekening van stukken in het buitenland). Deze beperking lag (ligt) besloten in de oriëntatie van deze instellingen op de interne markt, die eveneens het zich zuiver binnen een lidstaat afspelende rechtsverkeer in beginsel ongemoeid laat.

Onder artikel 65 van het EG-verdrag zoals ingevoegd door het op 1 mei 1999 in werking getreden Verdrag van Amsterdam (zie thans ook de artikelen III-158 and III-170 van de voorgestelde doch verworpen Europese Grondwet) zijn de za- ken iets anders komen te liggen. Dit artikel is opgenomen in Titel IIIA onder andere over ‘Vrij verkeer van personen’ en is gewijd aan ‘maatregelen op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken die grensoverschrij- dende gevolgen hebben’, althans, voor zover deze maatregelen noodzakelijk zijn voor het behoorlijk functioneren van de interne markt. Nader beschouwd blijkt dit artikel vooral betrekking te hebben op burgerlijk procesrecht, maar dan wel in beginsel beperkt tot de materie die geregeld is in de hierboven ge- noemde Europese verordeningen plus enkele Haagse verdragen; naast het mate- riële ipr worden genoemd: betekening in het buitenland, bewijsopname in het buitenland, erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen, en jurisdictie. Door opname in het EG-verdrag (de ‘eerste pijler’) is deze materie nu uitdrukkelijk gemeenschapsbeleid geworden.

Het interessantste en tegelijkertijd het meest mysterieuze onderdeel van artikel 65 (nieuw) van het Gemeenschapsverdrag is onderdeel c: (de bedoelde maatre- gelen omvatten onder meer …) de afschaffing van hinderpalen voor de goede werking van burgerrechtelijke procedures, zo nodig door bevordering van de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende bepalingen van burgerlijke rechtsvordering. Dit lijkt een invitatie, of zelfs een opdracht, te zijn om tot op zekere hoogte ook te gaan werken aan toenadering/eenmaking van interne re- gels van burgerlijk procesrecht.

In aansluiting hierop moet aan het slot van deze beschrijving van achtergronden worden genoemd het belangrijke, in 1994 gepubliceerde rapport van de Wor- king Group for the Approximation of Civil Procedural Law in Europe, ook wel

319 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 bekend als de Commissie Storme. Dit rapport bevat uitgewerkte tekstvoorstel- len, met inbegrip van Overwegingen en een Toelichting, voor EG-Richtlijnen voor zestien verschillende onderwerpen van burgerlijk procesrecht. De voor- stellen zijn geenszins beperkt tot zaken met een grensoverschrijdend karakter, maar zijn juist in de eerste plaats gericht op toenadering van het interne burger- lijk procesrecht van de lidstaten van de EU. Zij lijken dus te kunnen vallen on- der de paraplu van punt c van het nieuwe artikel 65 EG-verdrag. Na een aarze- lend begin mogen deze voorstellen zich thans in enige belangstelling van de Commissie verheugen. Deze belangstelling van de Commissie moet waar- schijnlijk worden gezien tegen de achtergrond van het hierboven genoemde artikel 65 EG-verdrag.

Overigens wordt buiten het kader van de EU, op wereldwijde schaal, gewerkt aan Principles and Rules of Transnational Civil Procedure (het gaat om een project van het American Law Institute en UNIDROIT). Dit project is van be- lang aangezien geprobeerd wordt regels en beginselen te formuleren die zowel vanuit de civil law tradities als vanuit de common law tradities aanvaardbaar zijn. Dientengevolge kunnen zij ook een bron van inspiratie vormen voor har- moniseringsvoorstellen in Europees verband, waar de procesrechtelijke kloof tussen Engeland & Wales, Noord-Ierland alsmede de Ierse Republiek enerzijds en de civil law landen anderzijds nog altijd bestaat, hoewel er de laatste jaren sprake is van toenadering. Inmiddels zijn de Principles gepubliceerd bij Cam- bridge University Press.

II. Afbakening en doelstelling van het programma

Uit het bovenstaande moge blijken dat zowel op wereldwijde schaal als binnen Europa, in het bijzonder binnen de Europese Unie, de belangstelling voor een zekere mate van toenadering of harmonisering van burgerlijk procesrecht groeiende is. De problematiek van de toenadering en harmonisering van burger- lijk procesrecht vormt het centrale onderwerp van het programma Grondslagen en Beginselen van Burgerlijk Procesrecht in Europa. In het kader van het pro- gramma wordt door systematisch onderzoek op deelterreinen (bijv. case mana- gement, dan wel de spanning tussen ‘public justice’ en ‘private justice’ (ADR, waaronder mediation)) beter zicht verkregen op de overeenkomsten en verschil- len die op procesrechtelijk terrein in Europa bestaan, en op deze wijze kan een bijdrage worden geleverd aan de discussie over toenadering dan wel harmoni- sering van procesrecht. Het programma sluit hiermee uitstekend aan op de mis- sie van de Onderzoeksschool in haar geheel, namelijk bestudering en vormge- ving van een Europees Ius Commune.

Het onderzoeksprogramma richt zich op de lidstaten van de EU. De geografi- sche begrenzing van het project tot de lidstaten van de Europese Unie is niet een rigide, waterdichte grens, maar heeft veeleer de strekking om voorshands aan te sluiten bij concrete, al bestaande ontwikkelingen in het kader van de Europese Unie. Waar relevant voor de Europese ontwikkelingen zal echter ook

320 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa kennis worden genomen van ontwikkelingen buiten een Europese context, bij- voorbeeld waar het toekomstige lidstaten betreft, dan wel verwante rechtstradi- ties (o.a. Zwitserland, USA, Zuid Afrika).

Grondslagen en beginselen staan centraal omdat bij toenadering en harmonise- ring van procesrecht de aandacht allereerst zal (moeten) uitgaan naar de basisfi- losofie op onderdelen van procesrecht in de verschillende lidstaten. Allerlei details in uitwerking mogen niet aanstonds het zicht op de hoofdzaken belem- meren.

Vervolgens rijst de vraag wat in deze context onder ‘grondslagen’ en ‘beginse- len’ zal moeten worden verstaan. Volgens de onderzoeksgroep is het beter niet van te voren te zoeken naar een alomvattende werkdefinitie, maar het onder- zoek te richten op fundamentele vraagstukken van procesrecht die relevant zijn in alle of in de meerderheid van de jurisdicties binnen de Europese Unie. Doel van het onderzoek (en daarmee is ook de missie van de onderzoeksgroep gege- ven) is het zichtbaar maken van grondpatronen die bruikbaar zijn voor de toe- nadering/eenmaking. Het gaat om rechtsvergelijkend onderzoek op basis van de gebruikelijke rechtsvergelijkende methodiek gericht op het identificeren en analyseren van gemeenschappelijke dan wel verwante leerstukken in de proces- rechten van de lidstaten van de Europese Unie, en op het blootleggen en nader duiden van gemeenschappelijke evoluties in deze procesrechten (bijvoorbeeld, de versterking van de rol van de rechter in het burgerlijk proces). Ook kan wor- den gedacht aan het duiden van gemeenschappelijke organisatorische dan wel praktische karaktertrekken van de verschillende Europese stelsels van burger- lijk procesrecht die aan de basis liggen van de nog altijd actuele problematiek van, bijvoorbeeld, de gerechtelijke achterstanden, de hoge kosten van het pro- cederen en de moeizame positie van de materiële waarheid in het burgerlijk geding. Daarbij zijn case-studies die zich op slechts één jurisdictie richten niet uit te sluiten, omdat rechtsvergelijkend onderzoek mede mogelijk wordt ge- maakt door het voorhanden zijn van dit soort studies. Wel ligt het voor de hand dat de bedoelde case-studies vervolgens tot uitgangspunt worden genomen bij rechtsvergelijkend onderzoek, zeker als op basis van de bedoelde studies wordt besloten dat de conclusies van belang zijn in een bredere context.

Het programma is gericht op de actualiteit en op verwachte toekomstige ont- wikkelingen met betrekking tot toenadering of harmonisering van burgerlijk procesrecht. Desalniettemin zal een ruime plaats worden geboden aan rechts- historisch onderzoek, want er bestaat behoefte aan onderzoek gericht op het combineren van de rechtshistorische gegevens met hedendaags materiaal. De rechtshistorische poot in het onderhavige programma is erop gericht informatie te verschaffen over de achtergronden van bestaande procesrechtelijke regelin- gen en bovendien actuele verschillen tussen de stelsels van procesrecht in Eu- ropa te verklaren. Daarnaast is het naar het oordeel van de programmaleiders van belang dat rechtshistorische bevindingen onder de aandacht van een groter publiek worden gebracht omdat deze bevindingen de discussie over de toe-

321 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 komst van het burgerlijk procesrecht in Europa mede vorm kunnen geven. Im- mers, een rechtshistorische benadering betekent dat eigentijdse ontwikkelingen op adequate wijze kunnen worden geduid. Dientengevolge zal binnen het on- derhavige programma onderzoek worden gedaan naar bedoelde historische wortels.

III. Werkwijze

Het onderzoek wordt verricht door een onderzoeksgroep, bestaande uit stafle- den die aan de betrokken faculteiten verbonden zijn, aangevuld met geïnteres- seerde onderzoekers van buiten deze faculteiten. De onderzoekers van buiten de betrokken faculteiten worden op basis van hun deskundigheid en afhankelijk van het onderzoeksthema aangezocht.

Momenteel zijn in het kader van het onderhavige programma reeds een aantal netwerken van onderzoekers in het leven geroepen.

In de eerste plaats is er een netwerk van Europese processualisten dat is gecre- eerd in het kader van een bij Kluwer Law International uitgegeven boekenserie ‘Civil Procedure in Europe’. Dit betreft een onderzoeksproject dat in 1995 is gestart met als doel het tot stand brengen van een boekenserie waarvan elk deel handelt over een specifiek onderwerp van burgerlijk procesrecht. De lijst van onderwerpen behandeld in het rapport van de Commissie Storme heeft hierbij een belangrijke inspiratiebron gevormd. De serie is in de eerste plaats bedoeld als een brede, up-to-date beschrijving van de desbetreffende onderwerpen van burgerlijk procesrecht zoals geregeld in de lidstaten van de EU, geschreven door nationale experts en per onderwerp (deel) voorzien van een synthese ge- schreven door een ‘generaal-rapporteur’. Er zijn drie ‘editors’ (Prof. Storme, Prof. Van Rhee, Dr. Meijknecht) en verder is er een redactiecommissie met leden afkomstig uit vrijwel alle landen van de Europese Unie. Het secretariaat van deze serie berust thans bij de Maastrichtse juridische faculteit. Tot nu toe zijn 5 delen in de serie verschenen.

In de tweede plaats is er een netwerk van Europese processualisten gecreëerd in het kader van het Casebook Civil Procedure in de reeks Ius Commune Case- books for the Common Law of Europe. Het Casebook Civil Procedure wordt in het kader van het onderhavige onderzoeksprogramma tot stand gebracht.

Vervolgens is er een netwerk van rechtshistorici met procesrechtelijke belang- stelling dat is gecreëerd in het kader van een door de Duitse Gerda Henkel Stif- tung verleende subsidie. Het onderzoek van dit netwerk van rechtshistorici vindt (mede) plaats in het kader van het onderhavige programma.

Uiteindelijk is er ook een netwerk van academici en praktijkjuristen uit de hui- dige en de toekomstige lidstaten van de EU, die in het kader van een jaarlijkse summer school in Dubrovnik bijeenkomen met als doelstelling recente ontwik-

322 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa kelingen op het gebied van het burgerlijk procesrecht in Europa te analyseren. Deze summer school wordt mede vanuit het programma vorm gegeven. Aan de summer school neemt ook een aantal geselecteerde studenten deel, waardoor de school een ideale kweekvijver voor promotietalent vormt. De summer school wordt aanbevolen op de website van de CEPEJ van de Raad van Europa. Naar aanleiding van de jaarlijkse bijeenkomst wordt telkens een boek over een thema van procesrecht in Europa gepubliceerd.

Het onderzoek zal in beginsel worden uitgevoerd aan de hand van door de on- derzoeksgroep opgestelde vragenlijsten of aan de hand van anders gestructu- reerde aanwijzingen (bijvoorbeeld een uniforme lijst van onderwerpen of een vaste paragraafindeling voor de gevraagde rapportage). Formele landenrappor- ten, zoals vaak gebruikelijk, zijn niet per se vereist. Het nut ervan kan binnen de onderzoeksgroep van geval tot geval worden bezien. De stafleden van de onderzoeksgroep zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de verzameling van de gegevens en de verslaglegging.

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 0,90 0,94 1,15 Universitair hoofddocent 0,45 0,40 0,94 Universitair docent 0,15 0,30 0,40 Postdocs - - - Junior onderzoekers (AIO/OIO) 3,05 2,75 2,18

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

Concrete samenwerkingsverbanden met bestaande en andere partners

Er is een groot aantal vooraanstaande (ook externe) onderzoekers1 bij de diver- se onderdelen van het onderzoek betrokken.

Wat betreft lopend onderzoek is er bijvoorbeeld de serie Civil Procedure in Europe. Van Rhee zit in de algemene redactie van deze serie, die bij Kluwer Law International verschijnt. Samen met J.A. Jolowicz publiceerde hij het deel over Recourse against Judgments in the European Union, Kluwer Law Interna-

1 Een lijst van externe onderzoekers die betrokken zijn bij het programma kan worden gevonden in C.H. van Rhee (ed.), The Law’s Delay, Antwerpen: Intersentia, 2004, p. XVII-XXII, en C.H. van Rhee (ed.), European Traditions in Civil Procedure, Antwerpen: Intersentia, 2005. Wat betreft het Casebook Civil Procedure: zie .

323 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 tional 1999. Freudenthal trad op als Nederlands rapporteur voor het deel Orders for Payment in the European Union, terwijl M. de Tombe-Grootenhuis dit was voor het deel The Law of Evidence in the European Union. Inmiddels zijn vijf delen in deze serie verschenen. Jongbloed bereidt thans een deel voor over de dwangsom. Het ligt in de bedoeling dat dit deel in 2008 zal verschijnen.

Tevens kan worden gewezen op het Casebook Civil Procedure in de serie Ius Commune Casebooks for the Common Law of Europe. Bij dit project, dat on- der algemene leiding van Van Rhee en P. Oberhammer (Zürich) wordt uit- gevoerd, is een groot aantal wetenschappers uit binnen- en buitenland betrok- ken. Per onderwerp is er een algemeen rapporteur. Deze algemene rapporteur treedt in contact met nationale rapporteurs voor informatie over de in het Case- book behandelde jurisdicties. Van Rhee is algemeen rapporteur voor het inlei- dende hoofdstuk, terwijl Giesen algemeen rapporteur is voor case management. Voor Nederland treden Jongbloed en Freudenthal als nationaal rapporteur op, terwijl voor België een beroep kan worden gedaan op Van Orshoven, die bo- vendien als algemeen rapporteur verantwoordelijk is voor het hoofdstuk Princi- pal Characters. In het kader van het Casebook staan de grondslagen en beginse- len van burgerlijk procesrecht in de Europese Unie centraal. Dit project wordt gefinancierd via middelen die ter beschikking zijn gesteld door de juridische faculteiten van de KULeuven en de Universiteit Maastricht.

Van samenwerking is ook sprake geweest in het kader van een door NWO (SARO) gefinancierd project met als titel European Traditions in Civil Proce- dural Law. Van Rhee en Jongbloed hebben de voor het project benodigde gel- den aangevraagd. Zij hebben, zoals ook Van Orshoven, een substantieel deel van het boek dat hieruit voortvloeide geschreven: C.H. van Rhee (ed.), Europe- an Traditions in Civil Procedure, Antwerpen: Intersentia, 2005. In het verslag- jaar is gesproken met de deelnemers aan dit project om tot een vervolgproject te komen. Een subsidieaanvraag zal in 2007 bij NWO worden ingediend.

Van Rhee werkt met subsidie van de Duitse Gerda Henkel Stiftung aan een boek over de geschiedenis van het burgerlijk procesrecht in Europa in de serie Comparative Studies in Continental and Anglo-American Legal History. In december 2006 vond in Maastricht een plenaire vergadering plaats waarbij de deelnemende onderzoekers gedurende twee dagen de tussentijdse resultaten van hun onderzoek presenteerden. Aan het project nemen collega's uit een groot aantal Europese landen en Noord-Amerika deel. Publicatie van het verslagboek is voorzien voor 2008.

Samenwerking tussen Edinburgh, Leuven, Maastricht en Utrecht is er ook in het kader van een project betreffende de case-management powers van de rech- ter (subsidie verstrekt uit middelen breedtestrategie). In Edinburgh heeft in de- cember 2005 ter gelegenheid van het jaarlijkse Ius Commune congres een ge- zamenlijke workshop plaatsgevonden. Sprekers waren:

324 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

- D. Parrat: Scotland (20th c) - J. Blackie, Scotland (19th c) - P. Van Orshoven/B. Allemeersch: Belgium - A.W. Jongbloed: Netherlands - C.H. van Rhee: European developments (19th and 20th c.) - R. Verkerk and R. Verkijk: Transnational Rules & Principles.

De inleidingen zijn begin 2008 in boekvorm gepubliceerd: C.H. van Rhee (ed.), Judicial Case Management and Efficiency in Civil Litigation (Ius Commune Europaeum 70, Intersentia).

A.W. Jongbloed organiseerde op 14 oktober 2005 een symposium omtrent in- casso in internationaal verband. P. Van Orshoven was bij de organisatie van het congres betrokken. B. Sujecki besprak het gebruik van ICT in incassoprocedu- res, terwijl M. Freudenthal de Richtlijn betalingsachterstand, het Groenboek en andere internationale aspecten betreffende grensoverschrijdende incasso be- sprak.

Eind 2006 werd een groep van twaalf juristen gevormd die het rapport Uitgeba- lanceerd van de Commissie fundamentele herbezinning burgerlijk procesrecht aan een kritische beschouwing onderwierpen. Dit rapport heeft een grondige herevaluatie van het Nederlands burgerlijk procesrecht ten doel en plaatst het Nederlandse procesrecht uitdrukkelijk in een Europese context. Van de groep die het rapport evalueerden maakten onder meer Ernes en Jongbloed deel uit. De evaluatie werd vastgelegd in A.W. Jongbloed e.a., Herbalans, beschouwin- gen omtrent het rapport Uitgebalanceerd, Ars Aequi Libri: Nijmegen, 2007.

In december 2006 vond in het kader van het jaarlijkse Ius Commune congres een gezamenlijke workshop plaats, waarbij de onderzoekers zich bogen over een fundamenteel onderwerp, namelijk de doorwerking van de beginselen van procesrecht van art. 6 EVRM in de wetgeving en rechtspraak van verschillende lidstaten van de EU (Nederland, Duitsland, België en Engeland) alsook op EU- niveau. Uitgangspunt was een uitspraak van EG Hof van Justitie 28 maart 2000, EHRC 2000/55 (met noot A.W. Heringa), NJ 2003, 626 (Krombach/ Bamberski). Daarbij is ook aan de orde gekomen of er daadwerkelijk een Euro- pese openbare orde in het procesrecht bestaat en, zo ja, in hoeverre hiervan sprake is. De inleidingen van Verkijk en Freudenthal tijdens deze bijeenkomst zijn gepubliceerd in het Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging 2007/3.

Ter gelegenheid van dezelfde bijeenkomst trad als inleider op mr. H.W. Wiersma (UvA) over het actuele thema De betekenis van de (EU) elektronische handtekening voor het procesrecht.

In het kader van het tweede eeuwfeest van het Franse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering werd samen met de Universiteit van Gent een congres georga- niseerd waar circa 25 sprekers uit binnen- en buitenland hun licht lieten schij-

325 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 nen over de betekenis van dit wetboek voor het huidige procesrecht in Frank- rijk, België, Nederland en in een aantal andere Europese landen. Het congres vormde een vervolg op een gelijkaardige bijeenkomst te Parijs bij het Cour de cassation. De handelingen zullen in 2008 in boekvorm verschijnen bij Kluwer België.

Vanaf mei 2006 vindt te Dubrovnik jaarlijks een studieweek plaats waar het burgerlijk procesrecht en de rechterlijke organisatie in rechtsvergelijkend per- spectief wordt bestudeerd in samenwerking met vertegenwoordigers van de nieuwe lidstaten van de Europese Unie alsmede met vertegenwoordigers van mogelijk toekomstige lidstaten. Het programma is in samenwerking met het Inter University Centre Dubrovnik, de Nederlandse (MATRA), Britse en Finse ambassade opgezet door course directors Van Rhee en beoogd lid van het pro- gramma Prof. A. Uzelac (Zagreb) en heeft geresulteerd in het boek Public and Private Justice: Dispute Resolution in Modern Societies (Intersentia 2007; peer-reviewed). In mei 2007 wordt voor de tweede keer een studieweek geor- ganiseerd, die opnieuw tot een boek aanleiding zal geven. Dit maal wordt de week georganiseerd in samenwerking met vertegenwoordigers van de CEPEJ van de Raad van Europa en vertegenwoordigers van de Wereldbank. De stu- dieweek wordt op de website van de Raad van Europa aanbevolen2 en is be- doeld voor onderzoekers (waaronder ook uitdrukkelijk jonge onderzoekers die een proefschrift voorbereiden of willen gaan voorbereiden op het vlak van het vergelijkend burgerlijk procesrecht en de rechterlijke organisatie). De studie- week wordt uitdrukkelijk in het kader van het onderzoeksprogramma gepositi- oneerd, hetgeen ook blijkt uit het titelblad en de inleiding van de publicaties die het resultaat zijn van de studieweek.

Van Rhee werkt samen met L. Sicking van de Universiteit Leiden aan een uit- gave van het procesrechtelijk werk van de Vlaamse Jurist Philips Wielant (16e eeuw). Dit werk is maatgevend geweest voor de ontwikkeling van het burger- lijk procesrecht in de Nederlanden en heeft via de Latijnse vertaling van Joost de Damhouder invloed uitgeoefend op het procesrecht in een groot aantal Europese landen. Publicatie van het boek is voorzien voor 2008 bij de Vlaamse Koninklijke Academie van Wetenschappen. Het project wordt gefinancierd door de Vlaamse Academie.

Ook op het gebied van onderwijsmateriaal wordt samengewerkt. Zo redigeer- den Hendrikse en Jongbloed ‘Burgerlijk procesrecht praktisch belicht’ (Kluwer Deventer 2005).

2 .

326 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Tijdens het Ius Commune congres in Luik in november 2007 is een workshop gehouden over motivering. Inleiders waren Prof. W.D.H. Asser, Prof. A. Uzelac, Prof. G. De Leval en Prof. B. De Grootte. De inleidingen zullen wor- den gepubliceerd in boekvorm, samen met artikelen betreffende motivering van enige andere, reeds aangezochte auteurs.

Van samenwerking was in het verslagjaar tenslotte sprake in het kader van promoties. Van Rhee en Jongbloed maakten deel uit van de promotie- commissies van respectievelijk Allemeersch en Wagner te Leuven (promotor Van Orshoven).

H. VOORTZETTING

De verwachtingen over het onderzoek en de evolutie van het programma in de toekomst

In 2007-2008 wordt gestreefd naar verbreding van de (geografische) basis van de onderzoeksgroep. Tevens wordt bezien welke andere Nederlandse en Belgi- sche onderzoekers kunnen toetreden. Ook vinden op dit moment gesprekken plaats met mogelijk geïnteresseerde onderzoekers van juridische faculteiten in het buitenland.

In 2007-2008 wordt tevens getracht de samenwerking met proceduralisten uit de nieuwe en toekomstige lidstaten van de EU uit te breiden. Hiervoor zijn door Van Rhee reeds de eerste stappen gezet binnen het kader van de International Association of Procedural Law, waarvan de programmaleiders allen lid zijn.

In het kader van de hierboven genoemde studieweek te Dubrovnik wordt bezien in hoeverre de samenwerking met de CEPEJ van de Raad van Europa kan wor- den bestendigd. Tevens zal in het kader van de studieweek zo mogelijk elk jaar een bundel verschijnen over thema's van burgerlijk procesrecht in Europa.

In het kader van het project European Traditions (zie hierboven) worden de mogelijkheden verkend een vervolgproject te starten. Subsidieaanvragen wor- den in 2008 ingediend.

Verder zullen er door de onderzoeksleiders een aantal symposia worden geor- ganiseerd. In dit kader valt te wijzen op het eind 2007 in Utrecht georganiseer- de symposium gewijd aan de bindende kracht van rechterlijke beslissingen.

In het algemeen zijn de programmaleiders van oordeel dat op de ingeslagen weg dient te worden voortgegaan. Zij streven ernaar in 2008 de veelal zeer om- vangrijke lopende projecten zoveel mogelijk af te ronden. Een punt van aan- dacht vormt het entameren van nieuw promotieonderzoek (na de twee succes- volle promoties in Leuven). De programmaleiders zullen bezien in hoeverre zij hiertoe gezamenlijke subsidieaanvragen kunnen doen.

327 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

I. KERNPUBLICATIES

De twee kernpublicaties geven een goed beeld van het binnen het programma uitgevoerde onderzoek. De door Van Rhee geredigeerde bundel betreffende European Traditions is het resultaat van een door NWO gefinancierd project waaraan een groot deel van de in het programma participerende onderzoekers een bijdrage heeft geleverd. Het boek legt de gemeenschappelijke grondslagen van de nationale civiele procesrechten in de verschillende rechtsfamilies binnen Europa bloot en schetst een historische ontwikkelingsgang. De tweede kernpu- blicatie van de hand van Freudenthal richt zich op het burgerlijk procesrecht zoals dit momenteel binnen de Europese Unie betreffende voornamelijk grens- overschrijdende geschillen wordt vormgegeven. Het betreft hier dus waarlijk ‘Europees procesrecht’ in tegenstelling tot het onderwerp van de eerste kernpu- blicatie, waar het gaat om de nationale procesrechten in Europa in hun onder- linge context. De twee boeken vormen een tweeluik dat naar het oordeel van de betrokken onderzoekers de realisatie vormt van de doelstellingen van het on- derzoeksprogramma.

Rhee, C.H. van (Ed.). (2005). European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Europaeum, 54). Antwerp: Intersentia. (xvi + 344 p.)

Freudenthal, M. (2007). Schets van het Europees civiel procesrecht (Burgerlijk proces & praktijk, 8). Deventer: Kluwer. (298 p.)

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Rhee, C.H. van (2005). The role of exceptions in continental civil procedure. In P. Brand, K. Costello & W.N. Osborough (Eds.), Adventures of the Law. proceedings of the Sixteenth British History Conference, Dublin 2003 (p. 88- 105). Dublin: Four Courts Press.

Uzelac, A. (2007). Public and Private Justice: The Challenges of Rational Assessment of Performance in the Contemporary Justice Systems. In C.H. van Rhee & A. Uzelac (Eds.), Public and Private Justice (p. 7-30). Antwerp: Intersentia.

Verkijk, R. (2007). Mandatory mediation. Informal Injustice? Zeitschrift für Zivilprozeß International, 117-136.

Rhee, C.H. van (2008). Judicial Case Management and Efficiency in Civil Liti- gation. Antwerp: Intersentia. (xi + 181 p.)

K. DISSERTATIES

Allemeersch, B. (22 juni 2006). De macht van de rechter in het burgerlijk proces. Katholieke Universiteit Leuven (539 p.). Prom: Prof. P. Van Orshoven.

328 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Wagner, K. (28 september 2006). Sancties in het burgerlijk procesrecht. Katholieke Universiteit Leuven. Prom.: Prof. P. Van Orshoven.

Schollen, P. (27 augustus 2007). De greep van de wetgever op de rechter. Katholieke Universiteit Leuven. Prom. Prof. P. Van Orshoven.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Allemeersch, B., Orshoven, P. Van, Schollen, P., Gayse, B. & Taelman, P. (2005). De nieuwe wet op de bemiddeling. Brugge: die Keure. (94 p.)

Allemeersch, B. (2005). Toetsing van de geoorloofdheid van een overeen- komst: procesrechtelijke aspecten. In B. Tilleman & A. Verbeke (Eds.), Actua- lia Vermogensrecht. Liber Alumnorum Kulak (p. 35-48). Brugge: die Keure.

Allemeersch, B. & Schollen, P. (2005). De wet tot wijziging van het Gerechte- lijk Wetboek in verband met de bemiddeling. Rechtskundig Weekblad, 1481- 1494.

Allemeersch, B. & Schollen, P. (2005). Mediation naar nieuw Belgisch en komend Europees recht. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 41-45.

Allemeersch, B. (2006). Commentaar bij de artikelen 1007 tot en met 1016 Gerechtelijk Wetboek. In P. Depuydt et al. (Eds.), Gerechtelijk recht. Artikels- gewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer. (losbladig). Mechelen: Kluwer.

Allemeersch, B. (2006). De taakverdeling tussen rechter en partijen in het burgerlijk proces. Stand van zaken en actuele ontwikkelingen. In P. van Orshoven (Ed.), Gerechtelijk recht (Cahier Themis 7.)(p. 1-22). Brugge: die Keure.

Allemeersch, B. (2007). Taakverdeling in het burgerlijk proces. Antwerpen: Intersentia. (xxviii + 672 p.)

Allemeersch, B. (2007). The Belgian perspective on case-management in civil litigation. In A. Pellegrini Grinover & P. Calmon (Eds.), Direito Processual Comparado. XIIIth World Congress of Procedural Law (p. 636-647). Rio de Janeiro: Editora Forense

329 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Berkvens, A.M.J.A. (2005). Zur Abkurtzung unnötiger Processualweitlaufig- keiten, Een bijdrage over de geschiedenis van het Hof van Appel te Thorn 1718-1795. In A.M.J.A. Berkvens & Th.J. van Rensch (Eds.), Wordt voor Recht gehalden. Opstellen ter gelegenheid van vijfentwintig jaar Werkgroep Limburgse Rechtsgeschiedenis (1980-2005) (p. 211-240). Maastricht: Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap.

Berkvens, A.M.J.A. (2006). Zur Abkurzung unnötiger Processualweitlaufig- keiten. Een bijdrage over de geschiedenis van het Hof van Appel te Thorn 1718-1795. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 84, 121-148.

Coenraad, L.M. & Giesen, I. (2007). Kwaliteitsbevordering in de rechtspleging. Nederlands Juristenblad, 13, 784-793.

Ernes, A.L.H. (2007). Gids voor het burgerlijk procesrecht. Den Haag: Elsevier Juridisch. (170 p.)

Fernhout, F.J. (2007). Alimentatie betalen akkoord, maar waarom zoveel? Over de motivering van alimentatiebeslissingen. Nederlands Juristenblad, 2116- 2121.

Freudenthal, M. (2005). Implementation of the Directive on late payments in the Netherlands. In F. Badosa Coll & E. Arroyo i Amayuelas (Eds.), La armonización del derecho de obligaciones en Europa (p. 409-429). Valencia: Tirant lo Blanch.

Freudenthal, M. (2005). Europese betalingsbevelprocedure: op weg naar een Europees burgerlijk procesrecht. Tijdschrift voor Procesrecht en Bewijsrecht, 225-237.

Freudenthal, M. & Ooik, R.H. van (2005). Betekenis ‘burgerlijke en handels- zaken’ in Europese rechtsmaatregelen. Nederlands Internationaal Privaatrecht, 4, 381-388.

Freudenthal, M. (2006). De Nederlandse rechter en grensoverschrijdende ver- boden in intellectuele-eigendomszaken. Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht, 1, 5-12.

Freudenthal, M. & Velden, F.J.A. van der (2006). De bevoegdheid van de Nederlandse rechter in grensoverschrijdende (octrooi-)zaken met meerdere verweerders. In M. de Cock Buning, E.H. Hondius & J.J. Brinkhof (Eds.), Internationaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide (p. 273-292). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Freudenthal, M. (2007). Landesbericht Niederlande. In R. Geimer & R. Schütze (Eds.), Internationaler Rechtsverkehr in Zivil- und Handelssachen (Band 5) (p. 1100.1-1100.11). München: C.H. Beck.

330 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Freudenthal, M. (2007). Op weg naar een Europees procesrecht. De Europese betalingsbevelprocedure: een stap vooruit? Nederlands Juristenblad, 157-160.

Freudenthal, M. (2007). Openbare orde of algemene processuele beginselen? Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 71-77.

Giesen, I. (2005). Fundamentele ontwikkelingen in de rechtspleging. Neder- lands Juristenblad, 9, 471-477.

Giesen, I. (2006). Stilstand en voortgang in de rechtspleging. Nederlands Juristenblad, 9, 518-526.

Giesen, I. (2006). ‘Balans’-lezen. Reflecteren over sanctionering en zelfregu- lering naar aanleiding van het Eindrapport van de commissie Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 4, 103-109.

Giesen, I. & Schelhaas, H. (2006). Samenwerking bij rechtsvorming. De instel- ling van een Periodiek Overleg van Rechtsvormers (POR). Ars Aequi: juridisch studentenblad, 3, 159-172.

Giesen, I. (2007). Alternatieve regelgeving in privaatrechtelijke verhoudingen. In W.J. Witteveen, I. Giesen & J.L. de Wijkerslooth, Alternatieve regelgeving. Handelingen Juristen-Vereniging (p. 67-168). Deventer: Kluwer.

Giesen, I. (2007). Onderzoekende arbiters wraken? Meer helderheid dankzij het instrument van de cassatie in het belang der wet. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6722, 735-739.

Groen, H.A. Asser, W.D.H, Vranken, J.B.M. & Tzankova, I.N. (2006). Uitge- balanceerd: eindrapport fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht. Amsterdam: Boom Juridische uitgevers. (219 p.)

Groen, H.A. (2007). New Trends in Pre-action. General Report – Civil Law. In A. Pellegrini Grinover & P. Calmon (Eds.), Direito Processual Comparado (p. 242-256). Rio de Janeiro: Forense.

Hendrikse, M.L. & Groot, A.M.F. de (2005). De buitengerechtelijke kosten. Preadvies voor de Vereniging van Incasso-advocaten 2005. Zutphen: Paris. (56 p.)

Hendrikse, M.L. & Margetson, N.J. (2006). Division of the burden of proof under the Hague-Visby Rules. Journal of International Maritime Law, 1, 25- 34.

Hendrikse, M.L. & Rinkes, J.G.J. (2007). The new Netherlands Financial Ser- vices Complaints Tribunal. Complaints settlement in the financial service market (KIFID) in the Netherlands. Zutphen: Paris. (177 p.) 331 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hendrikse, M.L. (2007). Geschillenbeslechting in het consumentenverzeke- ringsrecht. In Verzekering en Consument (Preadvies voor de Vereniging voor Verzekeringswetenschap 2005) (p. 89-108). Amstelveen: deLex.

Jongbloed, A.W. (2005). Can there be a European bailiff?, National Case Study The Netherlands. In M. Andenas, B. Hess & P. Oberhammer (Eds.), Enforce- ment Agency Practice in Europe (p. 195-213; p. 253-261; p. 379-381). London: British Institute of International and Comparative Law.

Jongbloed, A.W. (2005). Naar een reële vergoeding van buitengerechtelijke kosten. In R.J.C. Flach et al. (Eds.), Rutgers-bundel, Opstellen, op 26 april 2005 aangeboden aan Prof. Mr. G.R. Rutgers (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (p. 177-185). Deventer: Kluwer.

Jongbloed, A.W. (2005). The Netherlands (1838-2005). In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Europaeum, 54) (p. 69-95). Antwerp: Intersentia.

Jongbloed, A.W. (2005). Sanctionering van bemiddeling en verzoening naar Nederlands recht. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 46-51.

Jongbloed, A.W. (2006). Access to Justice, Costs and Legal Aid. In S. van Erp & L.P.W. van Vliet (Eds.), Netherlands Report to the Seventeenth International Congress of Comparative Law (p. 223-252). Antwerp: Intersentia.

Jongbloed, A.W. (2006). Pays-Bas et le système judiciaire hollandais. In Les professionnels de la signification et de l'exécution en Europe: rencontres Euro- péennes de l'ENEPP (p. 177-187 & p. 277-280). Paris: Collection Passerelle.

Jongbloed, A.W. & Struiksma, D. (2006). Bailiffs on the e-Highway. Informa- tion & Communications Technology Law, 14, 201-206.

Jongbloed, A.W. (2007). De privaatrechtelijke dwangsom (Ars Aequi cahier. Privaatrecht). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (115 p.)

Jongbloed, A.W., Ernes, A.L.H. et al. (2007). Herbalans. Beschouwingen naar aanleiding van het rapport Uitgebalanceerd. Nijmegen: Ars Aequi Libri. (91 p.)

Jongbloed, A.W. & Ingen, M.J.W. (2007). Onderhandse executie: 'executoriale verkoop uit de hand' ex art. 3:251 lid 1 BW en met name art. 3:268 lid 2 BW (Ars Notariatus, 135). Deventer: Kluwer. (XIV + 260 p.)

Jongbloed, A.W., Nispen, C.J.J.C. van & Meijer, G.J. (2007). Burgerlijk procesrecht. Den Haag: Sdu. (534 p.)

Jongbloed, A.W. (2007). Fundamentele herbezinning op koers? Nederlands Juristenblad, 930-931.

332 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Jongbloed, A.W. (2007). Procesrecht op wereldniveau. Het 17e Wereldcongres Rechtsvergelijking. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 9-13.

Mostermans, P.M.M. & Hoek, A.A.H. van (2005). Ontwikkelingen in regel- geving en rechtspraak in het IPR-procesrecht (buiten EEX en EVEX). Week- blad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie, 6622, 419-427.

Orshoven, P. Van (2005). Justitie 2005-2045 of redelijke rechtspraak binnen een redelijke termijn voor een redelijke prijs. Naar Europese en Vlaamse com- munautarisering. In Jura Falconis (Ed.), Lustrumboek 40 jaar Jura Falconis (Jura Falconis libri) (p. 195-210). Brussel: De Boeck-Larcier.

Orshoven, P. Van (2005). Het statuut van de Hoge Raad voor de Justitie. Enkele kanttekeningen. In M. Storme (Ed.), De Hoge Raad voor de Justitie na vier jaar gewogen – Le Conseil Supérieur de la justice, une évaluation après quatre ans (Interuniversitair Centrum voor Gerechtelijk Recht, 3) (p. 12-36). Brugge: die Keure.

Orshoven, P. Van (2005). Het recht op hoger beroep. Waarom en waarheen?. In J. Linsmeau & M. Storme (Ed.), Het Gerechtelijk recht: waarom en waarheen? – Finalité et legitimité du droit judiciaire (p. 133-144). Brugge: die Keure.

Orshoven, P. Van (2005). The Belgian Judicial Code. In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Europaeum, 54) (p. 97- 102). Antwerp: Intersentia.

Orshoven, P. Van (2005). Conciliation and other types of Alternative dispute settlement: Belgium. In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Pro- cedure (Ius Commune Europaeum, 54) (p. 213-215). Antwerp: Intersentia.

Orshoven, P. Van (2005). Party interrogation as evidence: Belgium. In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Euro- paeum, 54) (p. 253-254). Antwerp: Intersentia.

Oberhammer, P. (2007). 236-242 KO (Internationales Insolvenzrecht). In A. Konecny & G. Schubert (Eds.), Insolvenzgesetze (36 p.). Wien: Springer.

Oberhammer, P. (2007). Rechtsöffnung gegen den Gesellschafter einer Kol- lektivgesellschaft aus Rechtsöffnungstiteln gegen die Gesellschaft? Zugleich ein nebensächlicher Beitrag zur Rechtssubjektivität der Kollektivgesellschaft. In P. Breitschmid, W. Portmann, H. Rey & D.Zobl (Eds.), FS Hans Michael Riemer (p. 243-271). Bern: Stämpfli Verlag.

Oberhammer, P. & Slonina, M. (2007). Grenzüberschreitende Gewinnzusagen im europäischen Prozess- und Kollisionsrecht: Gabriel, Engler und die Folgen. In N. Nikas (Ed.), FS Pelayia Yessiou-Faltsi (p. 419-442). Athens/Thessa- loniki: Sakkoulas Publications.

333 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Oberhammer, P. (2007). Juristische Prüfungen (in japanischer Sprache). Jahr- buch des Instituts für die yokenjijitukyoiku-Methode an den japanischen Law Schools 5 (p. 163-206).

Oberhammer, P., Graf, C. & Slonina, M. (2007). Sachwalterschaft für Deutsche und Schweizer in Österreich – Kollisionsrechtliche Fragen am Übergang vom nationalen Recht zum Haager Erwachsenenschutzübereinkommen. Zeitschrift für Rechtsvergleichung, Internationales Privatrecht und Europarecht, 133-146.

Orshoven, P. Van (2005). Powers of the judge: Belgium. In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Europaeum, 54) (p. 291-294). Antwerp: Intersentia.

Orshoven, P. Van (2006). Herwaardering van de eerste aanleg. In B. Maes (Ed.), Voorstellen tot bijsturing van de burgerlijke rechtspleging (p. 153-164). Brugge: die Keure.

Orshoven, P. Van & Wagner, K. (2006). La responsabilité civile, pénale et disciplinaire des magistrats. In E. Dirix & Y.-H. Leleu (Eds.), De Belgische rapporten voor het congres van de «Académie Internationale de Droit Comparé» te Utrecht (p. 325-350). Bruxelles: Bruylant.

Orshoven, P. Van & Taelman, P. (Eds.). (2007). De wet van 26 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van de gerechtelijke achterstand doorgelicht. Brugge: die Keure. (189 p.)

Orshoven, P. Van (2007). De onmogelijke hervorming van het fiscaal proces- recht III. L. Ballon, H. Cousy, W. Devroe, K. Geens, J. Stuyck, B. Tilleman & P. Van Orshoven (Eds.), Liber Amicorum Frans Vanistendael (p. 479-484). Herentals: Knops Publishing.

Orshoven, P. Van (2007). Tussen ‘gelijk hebben’ en ‘gelijk krijgen’. Enkele recente ontwikkelingen in het burgerlijk procesrecht. In B. Allermeesch & K. Wagner (Eds.), Recht in beweging (p. 291-320). Antwerpen: Intersentia.

Orshoven, P. Van & Allemeersch, B. (2007). Een wet ... om wat te doen? En (vanaf) wanneer? In P. Taelman & P. van Orshoven (Eds.), De wet van 26 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van de gerechtelijke achterstand doorgelicht (p. 1-14). Brugge: die Keure.

Orshoven, P. Van & Allemeersch, B. (2007). Ingereedheidbrenging van de zaak. In P. Taelman & P. van Orshoven (Eds.), De wet van 26 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van de gerechtelijke achterstand doorgelicht (p. 31-86). Brugge: die Keure.

334 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Rhee, C.H. van (2005). Introduction (I). In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Europaeum, 54) (p. 3-32). Antwerp: Intersentia.

Rhee, C.H. van (2005). English Civil Procedure until the Civil Procedure rules (1998). In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Europaeum, 54) (p. 129-159). Antwerp: Intersentia.

Rhee, C.H. van (2005). Introduction (II). In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Europaeum, 54) (p. 185-193). Antwerp: Intersentia.

Rhee, C.H. van (2005). Der Einfluss des Zivilprozessmodells von Franz Klein in den Niederlanden. In Bundesministerium für Justiz (Ed.), Franz Klein Symposion. Dokumentation des Symposions zum 150. Geburtstag von Franz Klein am 6. Mai 2004 im Bundesministerium für Justiz (Schriftenreihe des Bundesministeriums für Justiz, Band 123) (p. 19-36). Wien/Graz: NWV – Neuer Wissenschaftlicher Verlag.

Rhee, C.H. van (2006). De ontwikkeling van het burgerlijk procesrecht in het 20ste-eeuwse Europa. Een terugblik. In G. Martyn, D. Heirbaut & R. Opsommer (Eds.), De rechtsgeschiedenis van de twintigste eeuw/The Legal History of the Twenthieth Century (Iuris Scripta Historica, XIX) (p. 153-166). Brussel: Koninklijke Academie WLSK.

Rhee, C.H. van (2006). The Influence of the French Code de Procédure Civile (1806) in 19th Century Europe. In L. Cadiet & G. Canivet (Eds.), De la Commémoration d'un code à l'autre: 200 ans de procédure civile en France (p. 129-165). Paris: LexisNexis/Litec.

Rhee, C.H. van & Verkerk, R. (2006). Civil Procedure. In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (p. 120-134). Cheltenham: Edward Elgar.

Rhee, C.H. van (2007). Lietuvos CPK igyvendinimo Problemos. Nacionaliniai ir Tarptautiniai Aspektai. Vilnius: Teisines Informacijos Centras. (396 p.)

Rhee, C.H. van & Uzelac, A. (Eds.). (2007). Public and Private Justice: Dis- pute Resolution in Modern Societies. Antwerp: Intersentia. (xiv+213 p.)

Rhee, C.H. van (2007). Public Justice: Some Historical remarks. In C.H. van Rhee van & A. Uzelac (Eds.), Public and Private Justice: Dispute Resolution in Modern Societies (p. 31-54). Antwerp: Intersentia.

Rhee, C.H. van (2007). The Development of Civil Procedural Law in Twentieth Century Europe: A Retrospective View. In A. Pellegrini Grinover & P. Calmon (Eds.), Direito Processual Comparado (p. 623-635). Rio de Janeiro: Editora Forense. 335 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Rhee, C.H. van (2007). The Future of Dutch Civil Procedure. In X. (Ed.), The Recent Tendencies of Development in Civil Procedure Law – between East and West (p. 83-93). Vilnius: Justitia.

Rhee, C.H. van (2007). Civil Litigation in Twentieth Century Europe. Tijd- schrift voor Rechtsgeschiedenis, 307-319.

Rhee, C.H. van (2007). De rol van de burgerlijke rechter in de negentiende eeuw: ‘case management’ avant la lettre in Genève, Nederland en België. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2, 189-198.

Schollen, P. (2005). Juridische bijstand: voor de burger een recht, voor de advocaat een plicht? Tijdschrift voor Procesrecht en Bewijsrecht, 14-24.

Schollen, P. (2006). Maakt de rechter de wet? In P. Popelier & J. Van Nieuwenhove (Eds.), Wie maakt de wet? (p. 149-165). Brugge: die Keure.

Sujecki, B. (2005). Die Probleme der elektronischen Durchführung des Euro- päischen Mahnverfahrens. In E. Schweighofer (Ed.), Effizienz von e-Lösungen in Staat und Gesellschaft, Aktuelle Fragen der Rechtsinformatik (p. 307-314). Stuttgart: Boorberg.

Sujecki, B. (2005). Erste Überlegungen zum Europäischen elektronischen Mahnverfahren. Zeitschrift für Medien- und Kommunikationsrecht, 213-217.

Sujecki, B. (2005). Europäisches Mahnverfahren nach dem Verordnungsvor- schlag der Europäischen Kommission. Europäische Zeitschrift für Wirtschafts- recht, 45-49.

Sujecki, B. (2005). Europäisches Mahnverfahren: Die Notwendigkeit einer aus- schließlichen Gerichtsstandsregelung! – Erwiderung auf Einhaus. Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 358-360.

Sujecki, B. (2005). Reform des europäischen Zustellungsrechts – Die Zustel- lungsverordnung und der Vorschlag der Europäischen Kommission zu ihrer Änderung. Zeitschrift für Gemeinschaftsprivatrecht, 192-201.

Sujecki, B. (2006). Das Online Mahnverfahren in Deutschland. MultiMedia und Recht, 369-373.

Sujecki, B. (2006). De Europese Executoriale Titel – Tijdige tenuitvoerlegging van vermogensrechtelijke beslissingen in de Europese Unie bezien vanuit ver- schillende internationale instrumenten. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 39-43.

Sujecki, B. (2006). Europäisches Mahnverfahren. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 124-148.

336 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Sujecki, B. (2006). Europäisches Mahnverfahren – Geänderter Verordnungs- vorschlag. Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 330-333.

Sujecki, B. (2006). Initial Steps towards an Electronic European Order for Payment Procedure. Computer Law Review International, 111-116.

Sujecki, B. (2006). Niederländisches Gesetz zur Durchführung der Verordnung (EG) Nr. 805/2004 zum Europäischen Vollstreckungstitel. Praxis des Interna- tionalen Privat- und Verfahrensrechts, 525-530.

Sujecki, B. (2006). Obrót elektroniczny a reforma sadownictwa – przedsta- wienie rozwiazania holenderskiego. Monitor Prawniczy, 16, 11-13.

Sujecki, B. (2006). Zusammenschaltungsverträge in Österreich und den Nieder- landen. Medien und Recht International, 103-110.

Sujecki, B. & Kramer, X.E. (2006). De Europese betalingsbevelprocedure – een kritische beschouwing. Nederlands Internationaal Privaatrecht, 365-374.

Sujecki, B. (2007). Das Mahnverfahren. Heidelberg: C.F. Müller Verlag. (xxiii + 252 p.)

Sujecki, B. (2007). Bestimmung des zuständigen Gerichts gem. Art. 5 Nr. 1 lit. b EuGVO bei mehreren Erfüllungsorten in einem Mitgliedstaat. Europäisches Wirtschafts- & Steuerrecht, 398-402.

Sujecki, B. (2007). Verhältnis der Zustellungsalternativen der EuZVO zuein- ander. Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 44-46.

Sujecki, B. (2007). Das Annahmeverweigerungsrecht im Europäischen Zustel- lungsrecht. Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 363-366.

Sujecki, B. (2007). Das Europäische Mahnverfahren. Neue Juristische Wochen- schrift, 1622-1625.

Sujecki, B. (2007). Das Übersetzungserfordernis und dessen Heilung nach der Europäischen Zustellungsverordnung. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 353-367.

Sujecki, B. (2007). Kritische Anmerkungen zum gerichtlichen Prüfungsumfang im Europäischen Mahnverfahren. ERA-Forum: scripta iuris europaei, 1, 91- 105.

Sujecki, B. (2007). Möglichkeiten des elektronischen Rechtsverkehrs und deren Umsetzung in den Niederlanden. MultiMedia und Recht, 493-496.

Sujecki, B. (2007). Pierwsze kroki w kierunku europejskiego elektronicznego nakazu zaplaty. Monitor Prawniczy, 22, 22-28.

337 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Sujecki, B. (2007). Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie. Nederlands Internationaal Privaatrecht, 229-240.

Sujecki, B. (2007). The German electronic order for payment procedure. Digital Evidence Journal, 71-75.

Sujecki, B. & Kramer, X.E. (2007). Fundamentele herbezinning op de beta- lingsbevelprocedure. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 1-8.

Uzelac, A. & Triva, S. (2007). Hrvatsko arbitrazno pravo [Croatian Arbitra- tion Law]. Zagreb: Narodne novine. (xl + 572 p.)

Uzelac, A. (2007). (In)Surpassable Barriers to Lustration: Quis custodiet ipsos custodes? In V. Dvorakova & A. Milardovic (Eds.), Lustration and Consoli- dation of Democracy and the Rule of Law in Central and Eastern Europe (p. 47-64). Zagreb: CPI.

Uzelac, A. (2007). Dokazivanje i teret dokazivanja u pravu staroga Rima (Evidence and Burden of Proof in the Old Roman Law). In I. Koprek, A. Dukat & M. Funduk (Eds.), Thesaurus Archigymnasii – Zbornik radova u prigodi 400. godisnjice Klasicne gimnazije u Zagrebu 1607 – 2007 (p. 47-64). Zagreb: Graficki zavod Hrvatske.

Uzelac, A. (2007). Number of Arbitrators and Decisions of Arbitral Tribunals. Arbitration International, 23(4), 573-592.

Verkerk, R. (2005). Party Interrogation as Evidence, the Netherlands. In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Euro- paeum, 54) (p. 245-252). Antwerp: Intersentia.

Verkerk, R. (2005). Powers of the Judge, the Netherlands. In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Europaeum, 54) (p. 281-290). Antwerp: Intersentia.

Verkerk, R. (2005). Powers of the Judge, England and Wales. In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (Ius Commune Europaeum, 54) (p. 307-315). Antwerp: Intersentia.

Verkerk, R. (2006). Procesrechtelijke aspecten van het wetsvoorstel hand- having intellectuele eigendom. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 4, 110- 115.

Verkerk, R. & Verkijk, R. (2006). Principles of Transnational Civil Procedure vanuit een Nederlands perspectief. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 30, 212-223.

338 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Verkerk, R. (2007). Procesrechtelijke aspecten van het wetsvoorstel hand- having intellectuele eigendom. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 4, 110- 115.

Verkerk, R. (2007). Procesrechtelijke waarborgen voor een betrouwbaar des- kundigenonderzoek. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 24(10), 491- 500.

Verkijk, R. (2005). Conciliation in The Netherlands: An Historical Overview. In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (p. 207-212). Antwerp: Intersentia.

Verkijk, R. (2005). Conciliation in England and Wales. In C.H. van Rhee (Ed.), European Traditions in Civil Procedure (p. 223-231). Antwerp: Intersentia.

Verkijk, R. (2005). Mediation in wetgeving in Nederland. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 13(2), 34-40.

Verkijk, R. (2007). From Krombach to McDonald's: the right to legal defence in civil cases in Europe. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 78-81.

Verkijk, R. (2007). Wilt u procederen of liever procederen: Advocatenadvies en ADR. Tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 16-31.

VAKPUBLICATIES

Berkvens, A.M.J.A. (2006). Dingspillen en Goorspraken [Bespreking van het boek De Etstoel van Drenthe. De civiele procedure in de periode van de Republiek der Verenigde Nederlanden]. Mr., 6/7, 76.

Fernhout, F.J. (2007). Uit de school geklapt: over de oorsprong van de kinder- alimentatietabellen. Tijdschrift voor echtscheidingsrecht, 151.

Fernhout, F.J. (2007). Trema-september 2006: een kleine opknapbeurt. EB Tijdschrift voor Echtscheidingsrecht, 51-53.

Freudenthal, M. (2005). Europese Executoriale Titel: twijfelachtige aanwinst. Advocatenblad, 302-303.

Freudenthal, M. (2005). Nieuwe ontwikkelingen in Europese betekening. Advocatenblad, 745-746.

Freudenthal, M. (2005). Geen richtlijnconforme uitleg van art. 6: 120 (oud) BW. Contracteren, 44-47.

Freudenthal, M. (2006). [Bespreking van het boek De Europese Executoriale Titel]. MvV, 18-22.

339 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Freudenthal, M. (2007). Europese betalingsbevelprocedure in werking. Advoca- tenblad, 58-60.

Freudenthal, M. (2007). Toetreding van Denemarken tot Europese betekening en executie. Advocatenblad, 351.

Freudenthal, M. (2007). Ontwikkelingen met betrekking tot de Betekenings- verordening (BETVo). Executief, 54-57.

Freudenthal, M. (2007). Reactie van P. van der Grinten en M. Freudenthal. Nederlands Juristenblad, 1413-1416.

Freudenthal, M. (2007). Toetreding van Denemarken tot de Brussel I-Vo en de Betekeningsverordening. Contracteren, 48.

Freudenthal, M. & Jongbloed, A.W. (2007). Kroniek burgerlijk procesrecht 2003-2006. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 23-39.

Giesen, I., Jongbloed, A.W., Orshoven, P. Van & Rhee, C.H. van (2005). Medi- ation in Nederland, België en Europa. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 2, 32-33.

Giesen, I. (2005). Lessen uit de Delta. Nederlands Juristenblad, 1, 14.

Hendrikse, M.L. & Jongbloed, A.W. (Eds.). (2005). Burgerlijk procesrecht praktisch belicht. Deventer: Kluwer. (XXIII + 550 p.)

Hendrikse, M.L. & Jongbloed, A.W. (2005). De bevoegdheid van de rechter. Over internationale, absolute, sectorale en relatieve bevoegdheid. In A.W. Jongbloed & M.L. Hendrikse (Eds.), Burgerlijk procesrecht praktisch belicht (p. 35-57). Deventer: Kluwer.

Hendrikse, M.L. & Rinkes, J.G.J. (2005). Beginselen van en ontwikkelingen in het Nederlands burgerlijk procesrecht. In A.W. Jongbloed & M.L. Hendrikse (Eds.), Burgerlijk procesrecht praktisch belicht (p. 1-33). Deventer: Kluwer.

Hendrikse, M.L. (2005). Art. 164 lid 2 Rv: een onnodige, wettelijke, bewijs- rechtelijke beperking. Praktisch Procederen, 183-184.

Hendrikse, M.L. & Jongbloed, A.W. (Eds.). (2007). Burgerlijk Procesrecht praktisch belicht. Deventer: Kluwer. (744 p.)

Hendrikse, M.L., Rinkes, J.G.J. & Martius, H.P.A.J. (2007). Parlementaire Geschiedenis. Boek 7, titel 17 BW. Deventer: Kluwer. (368 p.)

Hendrikse, M.L. (2007). Beginselen van en ontwikkelingen in het Nederlands burgerlijk procesrecht. In M.L. Hendrikse & A.W. Jongbloed (Eds.), Burgerlijk Procesrecht praktisch belicht (p. 1-44). Deventer: Kluwer.

340 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Hendrikse, M.L. (2007). De bevoegdheid van de rechter. Over internationale, absolute, sectorale en relatieve bevoegdheid. In M.L. Hendrikse & A.W. Jongbloed (Eds.), Burgerlijk Procesrecht praktisch belicht (p. 59-82). Deventer: Kluwer.

Hendrikse, M.L. & Rinkes, J.G.J. (2007). Art. 6 EVRM en ADR. Praktisch Procederen, 4, 99-100.

Jongbloed, A.W. & Rhee, C.H. van (2005). Ars Aequi Wettenbundel Burgerlijk Procesrecht 2005-2006. Nijmegen: Ars Aequi. (699 p.)

Jongbloed, A.W. (2005). Executie- en beslagrecht. In M.L. Hendrikse & A.W. Jongbloed (Eds.), Burgerlijk procesrecht praktisch belicht (p. 491-518). Deventer: Kluwer.

Jongbloed, A.W. (2005). De gerechtsdeurwaarder; zakenman of functionaris? In WODC (Ed.), Beroepsethiek en marktwerking (Justitiële verkenningen, 3) (p. 135-150). Den Haag: WODC/Boom Juridische uitgevers.

Jongbloed, A.W. (2005). Onderhandse executie en wat daarmee samenhangt. In V.J.A.J.C. van Heeswijk et al. (Eds.), De executieveiling, enige aspecten toe- gelicht (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (p. 9-17). Paris: Zutphen.

Jongbloed, A.W. (2005). Opmerkelijke en overbodige rechtsregels. Executief, 1, 8.

Jongbloed, A.W. (2005). Wat de gerechtsdeurwaarder betaamt. Executief, 1, 10-12.

Jongbloed, A.W. (2005). De tucht van de markt is beperkt. Executief, 7-8, 117- 118.

Jongbloed, A.W. (2005). Is het mogelijk beslag op kredietruimte te leggen? Praktisch Procederen, 1, 16-21.

Jongbloed, A.W. (2005). Door het oog van de rechter: Rechters: specialisten of generalisten. Praktisch Procederen, 3, 69-70.

Jongbloed, A.W. (2005). Minnelijke incasso in Nederland en de incasso door de gerechtsdeurwaarder. Nieuwsbrief Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeur- waarders, 1, 2-8.

Jongbloed, A.W. & Rhee, C.H. van (2006). Burgerlijk procesrecht 2006/2007 (Ars Aequi wetseditie). (11de herz. druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (701 p.)

Jongbloed, A.W. (2006). Burgerlijk procesrecht voor de individuele consument. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek consumentenrecht: een over- zicht van de rechtspositie van de consument (p. 425-448). Zutphen: Paris.

341 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Jongbloed, A.W. (2006). Beslag op zorgtoeslag? Praktisch Procederen, 1, 5-9.

Jongbloed, A.W. (2006). Kantonrechtspraak in de 21e eeuw; naar afdoening op maat. Praktisch Procederen, 1, 21-24.

Jongbloed, A.W. (2006). Naar een uniform geldend Zwitsers Wetboek van Burgerlijk Procesrecht. Executief, 2, 30-33.

Jongbloed, A.W. (2006). Een hoofdpijndossier?, noot bij Openbaar rapport Nationale Ombudsman nr. 20061258 d.d. 31 juli 2006. Executief, 10, 174-179.

Jongbloed, A.W. (2006). [Bespreking van het boek Kwaliteitsrekening en afgescheiden vermogen]. Executief, 3, 55-59.

Jongbloed, A.W. (2006). Een pleidooi voor een ruimere toewijsbaarheid van de buitengerechtelijke kosten [Bespreking van het boek De buitengerechtelijke kosten: preadvies voor de Vereniging van Incasso-Advocaten 2005]. Praktisch Procederen, 1, 21-24.

Jongbloed, A.W. & Schonewille, F. (2006). Is een partij gebonden aan een eerder gemaakte mediationafspraak? Trema: tijdschrift voor de rechterlijke macht, 6, 264-266.

Jongbloed, A.W., Nispen, C.J.J.C. van & Meijer, G.J. (2007). Rechtspraak bur- gerlijk procesrecht (Rechtspraak). Den Haag: Sdu. (XII + 534 p.)

Jongbloed, A.W. & Rhee, C.H. van (Eds.). (2007). Burgerlijk Procesrecht 2007/2008 (Ars Aequi wetseditie). (12de herz. druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri (729 p.)

Jongbloed, A.W. (2007). Hoofdstuk 3. De bevoegdheid van de rechter; over internationale, absolute, sectorale en relatieve bevoegdheid. In M.L. Hendrikse & A.W. Jongbloed (Eds.), Burgerlijk procesrecht praktisch belicht (4de druk). (p. 59-82). Deventer: Kluwer.

Jongbloed, A.W. (2007). Hoofdstuk 18. Executie- en beslagrecht. In M.L. Hendrikse & A.W. Jongbloed (Eds.), Burgerlijk procesrecht praktisch belicht (4de druk). (p. 645-675). Deventer: Kluwer.

Jongbloed, A.W. (2007). Lijfsdwang en dwangsom. In R.J.B. Boonekamp, A.C. van Schaick & E.M. Wesseling-Van Gent (Eds.), Burgerlijke rechtsvor- dering: (incl. EEX-verordening) (Wet en rechtspraak) (p. 746-773). Deventer: Kluwer.

Jongbloed, A.W. (2007). KiFiD?! [Bespreking van het boek Naar een klachten- instituut financiële dienstverlening. Preadvies voor de Stichting Klachteninsti- tuut Financiële Dienstverlening]. NTHR, 27-31.

342 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Jongbloed, A.W. (2007). [Bespreking van het boek De exhibitieplicht in kort bestek; een praktische leidraad bij het opstellen en beoordelen van vorderingen tot verstrekken van bescheiden op grond van art. 843a Rv]. Executief, 58-59.

Jongbloed, A.W. (2007). [Bespreking van het boek Mediation en de vaststel- lingsovereenkomst: aantasting en afdwingbaarheid naar Nederlands en Ameri- kaans recht]. Forum voor Conflictmanagement, 75-79.

Jongbloed, A.W. & Ernes, A.L.H. (2007). Elementen uit het rapport Herbalans. Executief, 3, 26-30.

Jongbloed, A.W., Ernes, A.L.H. & Hoeden, E. van der (2007). Herbalans: een kritische blik op de fundamentele herbezinning burgerlijk procesrecht. Prak- tisch Procederen, 4, 101-106.

Lust, S. (2006). De bestuursgeschillen. Stand van zaken en actuele ontwikke- lingen: de hervorming van de Raad van State. In P. van Orshoven (Ed.), Ge- rechtelijk recht (Cahier Themis, 7) (p. 83-114). Brugge: die Keure.

Lust, S. (2006). Procederen voor het Arbitragehof. Een inleiding. In F. Moeykens (Ed.), De praktijkjurist X (p. 93-176). Gent: Story Publishers.

Orshoven, P. Van (2005). Beginselen van gerechtelijk recht. Geïllustreerde leidraad. Leuven: Acco. (XIII + 396 p.)

Orshoven, P. Van, Broeckx, K., Laenens, J. & Maes, B. (Eds.) (2005). Gerech- telijk wetboek met bijzondere wetgeving 2005-2006. Brugge: die Keure. (1273 p.)

Orshoven, P. Van & Schollen, P. (2006). Advocatenkosten: ook het Arbitrage- hof kijkt naar de wetgever. Juristenkrant, 26-4-2006, 13.

Orshoven, P. Van & Boes, M. (2007). Beginselen van gerechtelijk recht. Geïllustreerde leidraad. Deel I. Leuven: Acco. (v + 175 p.)

Orshoven, P. Van & Boes, M. (2007). Beginselen van gerechtelijk recht. Geïllustreerde leidraad. Deel II. Leuven: Acco. (vi + 206 p.)

Rhee, C.H. van (2005). [Bespreking van het boek Gedwongen tussenkomst]. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 4, 114-117.

Sujecki, B. (2005). Elektronisches Europäisches Mahnverfahren – bald Realität oder doch in ferner Zukunft? Zeitschrift für Medien- und Kommunikationsrecht, XXV-XXVI.

Sujecki, B. (2006). Verordnungsvorschlag zur Änderung der Europäischen Zustellungsverordnung – Ein Schritt in die richtige Richtung! Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 1.

343 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Sujecki, B. (2006). Das Europäische Mahnverfahren nach dem Gemeinsamen Standpunkt. Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 609.

Sujecki, B. (2006). Europäisches Mahnverfahren: Elektronische Durchführung nach dem geänderten Verordnungsvorschlag. MultiMedia und Recht, 6, VIII.

Sujecki, B. (2006). Niederlanden: Pilotprojekt Geldvordering-Online. Multi- Media und Recht, 8, XXIV-XXV.

Sujecki, B. (2007). Das Sprachproblem im europäischen Zivilverfahrensrecht – Ein ungelöstes (unlösbares) Problem? Europäische Zeitschrift für Wirtschafts- recht, 649.

Sujecki, B. (2007). Elektronischer Rechtsverkehr im niederländischen Zivil- verfahrensrecht. MultiMedia und Recht, 4, XI-XII.

Sujecki, B. (2007). [Bespreking van het boek Maßnahmen zur Beschleunigung und Konzentration im neuen spanischen und deutschen Zivilprozess]. ERPL, 905-909.

Sujecki, B. (2007). [Bespreking van het boek Europäisches Zivilprozessrecht]. ERPL, 315-318.

Verkijk, R. (2005). Mediation, advisering en het nieuwe civiele procesrecht. Advocatenblad, 85(5), 243-245.

Verkijk, R. (2005). Wel verschoning, geen helderheid. Advocatenblad, 85(11), 484-486.

Verkijk, R. & Kroes, S. (2006). Streven naar de reputatie van probleem- oplosser. Verslag themabijeenkomst Advocaat en mediation. Advocatenblad, 86(7), 320.

Verkijk, R. (2007). Lichtzinnig procederen. Advocatenblad, 164-168.

Wagner, K. (2005). ‘Commentaar bij art. 1456 Ger. W.’, in Commentaar Gerechtelijk Recht. (losbladig). Mechelen: Kluwer.

ANNOTATIES

Allemeersch, B. (2005). Noot bij: Gent (28-10-2004), (Het begrip ‘geheimen’ bij de toepassing van art. 458 Sw. en art. 36 O.C.M.W.-wet). R.W. 2005, p. 262-264.

Allemeersch, B. (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (30-10-2003), (Handhaving van een verplichte verzoeningspoging in rechte). R.W. 2005, p. 976-979 en p. 1160.

344 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Allemeersch, B. (2007). Noot bij: Gent 06-092006, Politierechtbank Brugge (15-09-2005) en Kh. Kortrijk (24-06-2004), (De heimelijke opname van een eigen (telefoon)gesprek als bewijs in burgerlijke en commerciële geschillen). DAOR, p. 333.

Ernes, A.L.H. (2005). Noot bij: HR (08-10-2004), LJN-nummer AP1083, (Zaaknr.: C03/164 HR). NTBR 2005-1, p. 40-43.

Ernes, A.L.H. (2005). Noot bij: HR (03-12-2004), LJN-nummer AR0275, (Zaaknr.: C03/205 HR). NTBR 2005-3, p. 135-136.

Ernes, A.L.H. (2005). Noot bij: HR (11-03-2005), LJN-nummer AR7344, (Zaaknr.: C04/012 HR). NTBR 2005-5, p. 225-226.

Fernhout, F.J. (2007). Noot bij: EHRM 22-02-2007, 17721/04 (Perlala), EHRC 2007-51, p. 496-497.

Fernhout, F.J. (2007). Noot bij: EHRM 22-03-2007, 59519/00 (Staroszczyk), EHRC 2007-63, p. 611-613.

Fernhout, F.J. (2007). Noot bij: EHRM 12-07-2007, 68490/01 (Stankov), EHRC 2007-105, p. 1047-1049.

Grosheide, F.W. (2005). Wie is van hout? Het persoonlijke gevoel van de rechter. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 9, 423-424.

Freudenthal, M. (2005). Noot bij: Rb. Haarlem (20-10-2004) en Rb. Rotterdam (28-04-2004), 57653/FARK 03-1304, (Betekeningsverordening, Betekening per post. Taalvereiste). JBPr 2005-15, p. 91-96.

Freudenthal, M. (2005). Noot bij: HvJEG (28-04-2005), C-104/03, (Voorlopig getuigenverhoor. Bewarende maatregelen). JBPr 2005-47, p. 363-377.

Freudenthal, M. (2005). Noot bij: Hof Amsterdam (28-07-2005), 670/05 SKG, (Cautio judicatum solvi of zekerheidstelling). JBPr 2005-70, p. 545-550.

Freudenthal, M. & Ooik, R.H. van (2005). Noot bij: HR (08-04-2005), LJN: AR7930, (Ontvanger van de Belastingdienst Amsterdam t. verweerder (inzake de EG-Betekeningverordening)). SEW 2005-99, p. 541-546.

Freudenthal, M. (2006). Noot bij: HvJEG (08-11-2005), (Strekking en vertaalproblematiek van art. 8 Betekeningsverordening, Leffler/Berlin). JBPr 2006-1, p. 13-26.

Freudenthal, M. (2006). Noot bij: HvJEG (09-02-2006), (Betekeningsverorde- ning, geen rangorde tussen wijzen van verzending en betekening, noot bij HvJEG 9 februari 2006, Plumex/Young). JBPr 2006-28, p. 155-162.

345 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Freudenthal, M. (2006). Noot bij: Hof Amsterdam (01-06-2006 en 29-06- 2006), (Betekening krachtens art. 63 Rv en de Betekeningsverordening). JBPr 2006-85, p. 651-660.

Jongbloed, A.W. (2005). Noot bij: Openbaar rapport Nationale Ombudsman (23-09-2005), 2005/290, Executief 2005-70, p. 164-167.

Jongbloed, A.W. (2005). Noot bij: HR 15-04-2005 en HR (12-08-2005), JBPr 2005-50, p. 387-396.

Jongbloed, A.W. (2005). Noot bij: HR 15-04-2005 en HR (12-08-2005), JBPr 2005-55, p. 444-451.

Jongbloed, A.W. (2006). Noot bij: Voorzieningenrechter Maastricht (29-07- 2005), JBPr 2006-27, p. 146-152.

Jongbloed, A.W. (2006). Noot bij: Hof den Bosch (04-10-2005), JBPr 2006-48, p. 370-376.

Jongbloed, A.W. (2006). Noot bij: HR (30-06-2006), JBPr 2006-63, p. 479- 488.

Jongbloed, A.W. (2007). Noot bij: Rb. Rotterdam (08-11-2006), (Geen uitvoer- baar bij voorraadverklaring). JBPr 2007-42, p. 315-318.

Jongbloed, A.W. (2007). Noot bij: Gerechtshof Arnhem (13-02-2007), (Dwangsom; proces-verbaal van constatering). JBPr 2007-49, p. 391-397.

Jongbloed, A.W. (2007). Noot bij: HR (04-05-2007), (Dwangsom en omgangs- regeling). JBPr 2007-63, p. 521-530.

Jongbloed, A.W. (2007). Noot bij: Hof Amsterdam (10-05-2007), (Dwangsom en verjaring). JBPr 2007-81, p. 651-658.

Orshoven, P. Van (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (28-09-2001), (Gelukkig zijn niet alle beginselen van het recht algemene rechtsbeginselen) T.B.B.R., 2005, p. 58-59.

Sujecki, B. (2007). Noot bij: HvJEG (11-10-2007), Neue Juristische Wochen- schrift, p. 3706.

Wagner, K. (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (04-02-2005), (Het Hof van Cassatie tegen de vervanging van een gerechtsdeurwaarder bij de vaststelling van overspel: geen recht op slaap voor de gerechtsdeurwaarder!), R.W. 2005- 06, p. 1174.

346 Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa

Wagner, K. (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (26-11-2004), ((1) Kennis- geving bij gerechtsbrief als aanvangspunt van de termijn: Hof van Cassatie contra Arbitragehof! (2) Hoger beroep in kort geding: verschijningstermijn, wijze van inleiding en sancties), R.W. 2004-05, p. 1671.

Wagner, K. (2005), Noot bij Brussel (22-06-2004), (De schuldenaarsverklaring bij laattijdige of onnauwkeurige verklaring van de derde beslagene), RABG 2005, p. 306.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Coenraad, L.M. (2005). Kroniek Algemene beginselen. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 4, 118-122.

Coenraad, L.M. (2007). Een behoorlijke klachtbehandeling, Procedurele aspec- ten van de klachtenregeling. In C.A. Joustra, R.J.Q. Klomp & P. Wiewel (Eds.), Beklaagde hoven. Klachtenregeling in de rechterlijke organisatie, Prinsen- grachtreeks (Prinsengrachtreeks, 2007/2) (p. 29-52). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Grosheide, F.W. (2005). Het recht om niet in rechte betrokken te worden. In R.J.C. Flach et al. (Eds.), Rutgers-bundel, Opstellen, op 26 april 2005 aangebo- den aan Prof. Mr. G.R. Rutgers (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (p. 123-133). Deventer: Kluwer.

Margetson, N.J. (2007). De grenzen van de exhibitieplicht. Praktisch Proce- deren, 143-146.

Sagaert, V. (2005). Actuele ontwikkelingen inzake notarieel procesrecht. In L. Weyts & C. Castelein (Eds.), Notariële nieuwigheden (p. 103-137). Leuven: Universitaire Pers.

Stiphout, M. van (2005). Consuetudo consuetudine vincitur. In R.J.C. Flach et al. (Eds.), Rutgers-bundel, Opstellen, op 26 april 2005 aangeboden aan Prof. Mr. G.R. Rutgers (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (p. 321-328). Deventer: Kluwer.

Storme, M.E. (2007). Algemene beginselen van bewijs in het vermogensrecht. In B. Allemeersch & P. Londers (Eds.), Bewijsrecht (Vlaams Pleitgenootschap Brussel) (p. 1-42). Gent: Larcier.

347

INTELLECTUELE EIGENDOM (GEASSOCIEERD PROGRAMMA)

A. VOLLEDIGE TITEL

Intellectuele eigendom

B. DEELPROGRAMMA'S

Niet van toepassing

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde onderzoeksleiders Dhr. Prof.Mr. F.W. Grosheide (UU) 01-01-95 Dhr. Prof.Mr. A.W.J. Kamperman Sanders (UM) 01-01-95

onderzoekers Mw. Prof.Mr. M. de Cock Buning (UU) 01-10-03 Mw. Mr.Dr. M.H. Elferink (UU) 01-10-07 Mw. Prof. A. Firth (Newcastle) 01-05-06 Mw. Dr. G. van Overwalle (KUL)* 01-02-00 Dhr. Mr. R. de Vrey (UU) 14-12-05

promovendi Dhr. Mr.Ir. R. Bakels (UM) 01-05-04 Mw. Mr. L. Belder (UM) 01-05-04 Dhr. Mr. D. Bosscher (UU) 01-10-02 Mw. Mr. F. Claessens (UM) 01-03-03 Mw. Mr. A. Dahrendorf (UM) 01-10-07 Dhr. Mr. J. Koopman (UU) 01-10-02 Dhr. Mr. D. Peeperkorn (UU) 01-05-04 Mw. Mr. L. Quanjel-Schreurs (OU) 01-02-07 Dhr. Mr. R. de Vrey (UU) 01-05-04 13-12-05 Mw. E. Van Zimmeren (KUL) 01-06-07

* Participeerde voorheen in het opgeheven programma ‘Grondslagen van het privaatrecht’

349 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

D. TREFWOORDEN

Intellectuele en Industriële Eigendom; Octrooi-, Auteurs- en Merkenrecht; On- eerlijke Mededinging; Media en Communicatierecht

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Leiderschap, managementstijl & communicatie

Het programma wordt geleid door de aan de Universiteit Utrecht verbonden onderzoeksleider Frederik Willem Grosheide en de aan de Universiteit Maas- tricht verbonden onderzoeksleider Anselm Kamperman Sanders, die de coördi- natie van de werkzaamheden binnen het programma voor hun rekening nemen.

Vanuit de coördinatoren wordt regelmatig via e-mailcorrespondentie met ande- re onderzoekers overlegd over te ondernemen activiteiten, bijvoorbeeld geza- menlijke congressen of de te organiseren workshop op de jaarlijkse Ius Com- mune conferentie.

Daarnaast vinden regelmatig workshops plaats waaraan een groot deel van de bij het programma betrokken onderzoekers deelnemen. Alle onderzoekers bin- nen het programma treffen zich derhalve minstens éénmaal per jaar tijdens de jaarlijkse Ius Commune conferentie. Daarnaast wordt ook in het kader van vele onderzoeksprojecten samengewerkt, in welk kader ook workshops worden ge- organiseerd.

II. Programmaopzet a. Summary and Contents of the research programme

Introduction Ever since its emergence in the late 19th century (Paris Convention 1883; Berne Convention 1886) intellectual property law in today's Information So- ciety is by its very nature international in character. International in this respect means both transnational, reflected in legal instruments such as the TRIPS Agreement 1994 and the WIPO Copyright Treaty 1996, as well as European, evidenced in a host of legislation and court decisions within the EU and ad hoc bonds that surpass the EU such as the European Patent Convention 1975. Whereas both national and international intellectual property law traditionally focus on the economic interests of right owners (producers), in recent years the social and cultural aspects of intellectual property law, and as a consequence the interests of users (consumers and the public interest), have become promi- nent. This development is reflected in the first place by the ever more active role of UNESCO in this domain. Intellectual property law is now also placed in the perspective of protection, promotion and preservation of the cultural heri-

350 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma) tage of mankind. This development has induced other stakeholders and actors in the field such as WB and IMF, to also take the social and cultural impacts of intellectual property law into account. In this respect the Development Agenda for the World Intellectual Property Organisation 2004, together with the related so-called Geneva Declaration 2004, issued by civil society, can be seen as con- solidating developments so far. As a consequence, today's intellectual property law is of a rather global nature.

However, the indicated state of affairs, on the international as well as on the European front, has led to a considerable fragmentation of actual intellectual property law. The lack of coherence and consistency of intellectual property law which follows from the indicated developments is the more pressing since the traditional conceptual framework of intellectual property law has also come under strain due to the technological changes which today's society is experi- encing. From a European perspective all this is not only detrimental to further- ing the internal market within the EU, but also requires a reassessment of the policy issues underlying actual intellectual property law. In this sense the pro- gramme takes a pivotal view of the EU's role as an actor in shaping interna- tional intellectual property policy, as well as a recipient, conduit and implemen- ter of international intellectual property policy in its Member States.

General Approach The research programme aims to acquire a clear view of the feasibility and de- sirability of the harmonisation and unification of intellectual property law in Europe, more particularly the EU, taking account of the international agendas of WIPO, WTO and UNESCO in this respect. Proper attention will also be given to cultural constraints in general and the effect of the principles of pro- portionality and subsidiarity in the EU in particular. Intellectual property law in this respect has to be considered in a broad sense, not only referring to the tra- ditional intellectual property law domains of copyright law and patent law but also encompassing communication and media law as well as the protection of cultural expressions and indigenous knowledge and that of cultural property. In that perspective the research will concentrate on the tension between intellec- tual property law seen from a proprietarian perspective and intellectual property law seen from a human rights perspective.

The research programme will contribute by means of Ph.D. theses (see the an- nexed overview) monographs, articles and conference papers to furthering and elaborating the study of both the foundations and the technical set-up of intellec- tual property law, all this within the perspective of a possible harmonisation or unification of substantive law. In doing so, the following steps will be taken: se- lecting, on the basis of an overview of substantive national intellectual property laws in the EU and the US, a number of sub-themes (e.g. copyright contract law, protection of cultural property, cross-border enforcement), that are most appropri- ate for being taken into account in this respect, bearing in mind the determining factors in the EU such as differences in national legal cultures and legal tech- 351 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 niques; indicating whether and how harmonisation or unification with regard to the selected sub-themes can be attained, leading to proposals concerning issues where harmonisation or unification appears to be within reach.

Seminars will be organised on a regular basis so as to publicly communicate the developments in the research fields. Reporting on the activities of the research group (publications) will take place according to the capabilities of the participat- ing faculties and individual researchers in the programme.

Teaching Teaching and dissemination of research is a strong feature of the programme. Many participants in the programme teach and lecture in advanced courses for professionals and post-graduate students in international networks in Europe and Asia, such as the European Intellectual Property Institutes Network and the IEEM Intellectual Property Law School (see under point 5 below).

The programme also has strong links with teaching at master level at Utrecht University and Maastricht University. This strengthens the research in this pro- gramme in the sense that dissemination, teaching and discussion in the class- room provides the participants in the programme with the opportunity to revisit, re-assess and fine-tune their research. Courses taught in Utrecht and Maastricht:

- Intellectuele Eigendom 1 (Industriële eigendom) (UU) The aim of this course is to provide an introduction to Dutch industrial property law from a EU perspective. The course is based upon Dutch na- tional law, EU law (Regulations and Directives) and other European legal instruments (EPC among others), and international law (Paris Convention among others).

- Intellectuele Eigendom 2 (Auteursrecht 1) (UU) The aim of this course is to provide an introduction into Dutch Copyright law from a EU perspective. The course is based upon Dutch national copy- right law, EU law (Directives), and international law (Berne Convention, WIPO CT among others).

- Intellectuele Eigendom 3 (Mediarecht) (UU) The aim of this course is to provide an insight into the structure and cohe- sion of media and communication law, in particular the private law aspects of the free flow of information.

- Intellectuele Eigendom 4 (Octrooirecht) (UU) The aim of this course is to provide a broad insight into patent law, both in the EU context and on a worldwide scale.

352 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

- Intellectuele Eigendom (Comparative Copyright) (UU) The aim of this course is to provide an insight into the world's major copy- rights traditions: the European authors' right (droit d’auteur; Urheberrecht) tradition and the Anglo-American (copyright) tradition. The course is based on the study and comparison of Dutch, French, German, English, and American copyright law within the international framework of the Berne Convention, the Universal Copyright Convention, the WIPO Copyright Treaty, the TRIPS Agreement and the Treaty of Rome on Neighbouring Rights. After a general introduction to the historical background, ideology and structure of the different national legal systems, attention will focus on the work of authorship concept (idea/expression dichotomy, publisher's in- terests) exploitation contracts and databases.

- European and International Intellectual Property Law (UM) The aim of this course is to provide a comprehensive overview of industrial and intellectual property rights in a globalised trade environment. As such issues of regional integration and harmonisation of national IPR-law in the EU is juxtaposed with international developments in the WTO and WIPO. Special emphasis is placed on the challenges that globalisation of trade and information infrastructures present for the legitimacy and balance of the IPR-regime.

- Intellectual Property and the Information Society (UM) This course is offered as an elective course in the master ‘Infonomics’ of the Maastricht Faculty of Economics and Business Administration, but it is also open to law students. It covers the origin and history of current eco- nomic theory on providing incentives to innovation in the information soci- ety. Substantive legal aspects of industrial and intellectual property and the management of IPRs is juxtaposed with technological developments in the vibrant market for multimedia, (open source) software, file sharing, domain name grabbing, and placed in the context of competition, management of IPR and electronic commerce.

- Media Law (UM) Media Law is offered at the Faculty of Law and is also part of a minor ‘Art and Law’ that is offered in cooperation with the Faculty of Arts and Culture. The course approaches media as a communications phenomenon and touches upon aspects of freedom of expression and plurality of the media, telecom, internet and ICT sectors from the perspective of human rights and sector-specific regulation in the context of European and economic law.

- International Intellectual Property Law and Policy (UM) This course if offered in the ‘Track Globalization, Trade and Development’ of the Master Public Policy and Human Development (MPP) of the Maas- tricht Graduate School of Governance. It provide an introduction to policy aspects of international intellectual property issues and their connection

353 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

with efforts to free world trade (WTO) and of regional integration, such as the European Union, NAFTA, and ASEAN, to create an internal market with a level playing field for the protection of intellectual property and eco- nomic development in innovation and creativity.

- Masters Intellectual Property Law and Knowledge Management (UM) During 2006-2007 a lot of time has been spent on setting up two full post- graduate master programmes on Intellectual Property Law and Knowledge Management (LL.M/MSc.), which will start from 1 September 2008. The programmes will train graduates at an advanced level to work in legal prac- tice, management in knowledge-intensive industries (e.g. high-tech, biotech, life sciences) and research institutes. Although both degrees will each have their own specialization and focus, they will also have a large number of courses in common, so as to train lawyers and non-lawyers to work together across their respective disciplines. The MSc. programme will furthermore prepare graduates for work as patent attorneys. In this context there will be a strong emphasis on practical technical language training and skills training in respect of patent drafting, interpretation and litigation. The LL.M degree trains its graduates for legal practice or consultancy in the field of intellec- tual property and knowledge management. The programmes will also pre- pare graduates for further academic studies and research-oriented career prospects as PhD candidates. Most of all, the programmes offer graduates with a degree in law or related fields and graduates with a degree in science or medicine to jointly learn about the role of intellectual property law in commerce, research and innovation policy, from validation of knowledge and registration of intellectual property, to transfer of technology and the management and commercialization of all human intellectual and industrial creativity. The programmes will be taught by residential and non-residential staff from academia, practice and the judiciary, among them a lot of mem- bers of the OZIC IP programme hailing from Maastricht and Utrecht. The prestigious Stockholm Network () has pledged three scholarships of US$9000 each for outstanding postgraduate students wishing to enter these programmes. See , then click ‘Intellectual Property Law and Knowledge Man- agement’ for more information. The inception of these programmes fur- thermore enables the IP research group to participate in the European Intel- lectual Property Institutes Network () in the years to come. b. Actualisering

Since 2003 a common focus for this research programme on the role of IPR in regional and international integration processes has been found in the relation between intellectual property law and human rights. To highlight this theme a conference resulting in a special issue of the Molengrafica Series was organised on 3-4 July, 2006 ‘The Human Rights Paradox in Intellectual Property Law’

354 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

(). On the basis of this focus of the CIER lustrum conference more work was undertaken on the increasing societal awareness of the role and place of IPR in interna- tional economic development and the protection of cultural heritage. This was reflected by the substantial input from UU and Maastricht IP researchers to the conference ‘The Protection of Cultural Diversity from and International and European Perspective’, 18-19 March, 2007. Much of 2007 has been spent on collecting and editing of materials from the CIER lustrum conference of 2006. The publication with Edward Elgar is foreseen in an English language CIER series. Parallel to this elaboration on the research theme, a conference was or- ganised in Maastricht around the inaugural lecture of Prof. Kamperman Sanders in 2005, which in part resulted in the publication of volume four in the Heath/Kamperman Sanders edited International Intellectual Property Law Se- ries with Hart Publishing. Volume four is entitled ‘Intellectual Property and Free Trade Agreements’. Currently volumes five and six are being edited. These volumes will equally deal with the core issues of the research pro- gramme, covering: ‘Intellectual Property, Spares and Repairs’ and ‘Industrial Property and Pharmaceuticals’. Dutch law was covered by the CIER publica- tion of the second and totally new edition of ‘Hoofdstukken Communicatie- en Mediarecht’, edited by Grosheide and De Cock Buning. The review period also saw the inaugurations of De Cock Buning in 2006 at the UU as extraordinary professor Media en Communicatierecht and Van Englen, also at the UU, in 2007 as extraordinary professor Overdracht en Licentiering van Technologie.

Progress has been made in bolstering the numbers and breath of expertise of the research group, especially in the years 2006-2007. More efforts are, however, necessary. Van Engelen will strengthen the ranks of the IP programme in fu- ture, and a new PhD candidate, Anke Dahrendorf (UM) has commenced work on a thesis dealing with ‘Intellectual Property Rights in International Trade and Investment: Multilateral versus Bilateral/Regional Options’. It is furthermore foreseen that non-residential staff teaching in the Masters IP and Knowledge Management and the EIPIN network can be brought on board. The inclusion of Prof. Jan Brinkhof, and Bas Pinckaerts, both from the UU, to the IP research group has already been put to the board of the board of the OZIC.

III. Beoogde resultaten a. General nature

Modern IPR-law is an invention of the 19th century. It gained its actual shape not later than 1883 and 1886 when the Paris Convention and the Berne Conven- tion were established. In those days IPR-law was part of the public debate and figured on the political agenda all over Europe. IPR-law was no longer a lim- ited concept, relevant only to certain interest groups, as it had been for a long time previously. The explosion of mass culture coinciding with a rapid emer- gence of new technologies had thrust IPR-law into an environment where im-

355 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 mense political, social, cultural and economic forces were operating. And al- though it was considered from the outset to be in the public interest that IPR- law should balance the interests of rights owners and society at large, this ob- jective has not always been attained.

Since these early days things did not change very much during the largest part of the 20th century. The same issues still inflamed the public debate and domi- nated the political agenda, albeit in a more articulate way. An articulation that found its origin mainly in societal and technological developments leading to the transformation of the Industrial Society, into the Information Society. The societal developments that merit attention here are the advent of the welfare state, the increase in cultural participation and the establishment of new forms of entrepreneurial activities. The technological developments once and for all concern the exponential growth of the possibilities to produce IPR-protected material driven and dominated by the computer or biotechnology.

From the IPR-point of view, the advent of the information era within the ‘epis- temic communities’ of IPR-law is seen as being at the roots of challenges fac- ing IPR law and policy, there being basically three main problems:

- problems with respect tot the societal acceptance of the law of IPR (con- sumerism; enforcement problems; ethics; public interest); - problems with regard to legal concepts of the law of IPR (elasticity and consistency of the available legal conceptual terms; - problems with regard to existing differences in legal technique.

A reply to these challenges is the development of a new field of legal compara- tive activity: the comparative research-based drafting of European principles on different fields of private law, Dutch as an intellectual property law.

Communication and media law comes into play here in as far as the interaction between copyright law and the freedom of expression is concerned. b. Research subject chosen

Politico-legal aspects/Legal basis In the last part of the 20th Century it became clear that issues of legal policy lie at the heart of intellectual property law. This goes right to the heart of this do- main since it puts under strain the traditional foundations thereof (the subject and object of protection; the scope of protection; limitations and exceptions). This state of affairs can be well illustrated by pointing at the different attitudes and approaches taken towards intellectual property law by WIPO, WTO and UNESCO. In the research programme this perspective is prominently taken in the disserta- tions and concurring articles and papers by Belder (Cultural Property), Koop- man (Traditional Knowledge), Kamperman Sanders (Geographical Indications/ 356 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

Antitrust and Research Exemptions/Free Trade Agreements) as well as in the theoretical reflections on the influence of human rights by Grosheide, and the more practice-oriented treatises and monographs by Belder, Brinkhof, De Cock Buning, Firth and Grosheide. Dupont's dissertation on defamation and her arti- cle on the freedom of expression equally comes to terms with both politico- legal aspects and aspects of the foundations of the law.

Enforcement Law enforcement, the importance of which in the field of intellectual property law is underlined by its recent harmonisation in the EU through a directive, is at issue in a monograph to be written as a joint effort by several researchers from the research programme (Brinkhof, De Cock Buning, Grosheide; Bosscher, Deurvorst, De Vreij). The monograph will be both reflective and descriptive.

Applicability and appropriateness The way in which the various sub-domains of intellectual property law are ap- plied is the subject of a loose-leaf treatise, prepared and published by Brinkhof, Grosheide and an editor not belonging to the research group, and to which, to- gether with the editors, other members of the research group will contribute (De Cock Buning, Dupont; Boscher, Deurvorst). Other continuing projects such as an Art Law Case Book by Belder fall into this category. The appropriateness of the law in question, particularly copyright law (how does digitisation fit into the existing dogmatics?), is at stake in De Cock Buning's paper for the 2006 conference of the International Academy of Comparative Law.

IV. Relatie tot de onderzoekschool

As is clear from the description, this programme contributes to the central theme of the Ius Commune Research School in that it focuses on the role of IPR in regional and international integration processes thus highlighting its social and scientific relevance in relation to: a. EU

Although the general law of IPR has not been affected in all sectors of EU leg- islation, nevertheless there are by now several specific fields of law concerning IPR in which relevant EU legislation applies. The scope of this legislation is constantly developing as part of the gradual evolution of European Community Law. b. International

The need, and as a consequence, the social and scientific relevance of the har- monisation and unification of intellectual property law in an international set-

357 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 ting speaks for itself, taking into account the observations made above. It is particularly reflected in the drafting of inter-governmental and non-govern- mental legislative instruments such as EC Regulations and Directives or the WIPO Dispute Settlement Regulation as well as the case law of the European Court of Human Rights, the European Court of Justice and the WTO Dispute Settlement Body.

Furthermore the programme's innovative aspect is to approach the planning of IPR-law within the perspective of European integration with an integral ap- proach. Ipr-law is seen as a coherent subsection of private law as regards to the underlying principles into which IPR-law is bound. A less frequented and more general view of the various bodies of IPR-law is therefore required.

In a more practical context all participating researchers are actively involved in the research programme of the Ius Commune Research School. Seminars have and will be organised on a regular basis so as to inform each other and other researchers about the developments in the research field. Reporting on the ac- tivities of the research group (publications) takes place according the capabili- ties of the faculty, the university and the research school.

V. Academische reputatie

Many researchers in this programme participate in international networks and publish in English language and peer reviewed journals or book series. Mem- bers of the programme have acted as rapporteur for various EC Commission Expert Group reports.

Furthermore there is cooperation and active participation in the European Intel- lectual Property Institutes Network (Queen Mary London, CEIPI Strasbourg, ETH Zurich, Magister Lucentinus Alicante, Max-Planck Institut Munich), the AHRB Copyright Research Network, Birkbeck University School of Law Lon- don, the AHRC Research Centre for Studies in Intellectual Property and Tech- nology Law Edinburgh, and the Institute of European Studies of Macau Intel- lectual Property Law School.

Prof. A. Kamperman Sanders acted as Appraiser/Consultant for the EC Multi- lateral Trade Assistance for Cambodia in 2006, carried out by the Deutsche Gesellschaft für Technische Zusammenarbeit (GTZ); training the sitting judici- ary.

The inception of the Masters Intellectual Property Law and Knowledge Man- agement (LL.M/MSc.) at the UM raises the profile even further, with the Stockholm Network pledging three grants of US$9000 each for outstanding students wishing to pursue post-graduate studies in IP Law.

358 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

VI. Effecten van de samenwerking

As can be seen from the achievements, cooperation has led to many projects, publications and conferences that would otherwise not have been possible, es- pecially where it concerns access to and the ability to build international net- works.

Prof. F.W. Grosheide is serving as member of the Vaste Adviescommissie Auteursrecht of the Dutch Ministry of Justice, as member of the Geschillen- commissie Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (SENA), as member of the Executive Committee of the International Association for the Advance- ment of Teaching and Research in Intellectual Property (ATRIP) and as a member of the Executive Committee of the Association Littéraire et Artistique Internationale (ALAI), in that capacity contributing to the organisation of sev- eral seminars and conferences worldwide. He also serves as member of the board of editors of Intellectuele Eigendom & Reclamerecht. In cooperating with the AHRB Research Center for Studies in Intellectual Property and Tech- nology Law, University of Edinburgh, he has secured contributions from mem- bers of this research group to the 2006 CIER conference and the resulting book, and is acting as reviewer for the AHRB digital publication ‘SCRIPT’. He acts as member of an expert group on the Fundamentals of IP Contracts, led by the Max Planck Insitute in Hamburg.

Prof. M. de Cock Buning, is member of the executive of the Vereniging voor Auteursrecht and member of the board of editors of Intellectuele Eigendom & Reclamerecht. She was appointed as extraordinary professor Media- en Com- municatierecht at Utrecht University in 2006. She acts as Arbiter, Domain name Dispute Resolution at the World Intellectual Property Organisation. In cooperation with the Ministerie OCW, Nederlands Uitgevers Verbond, Publieke Omroep, she is responsible for the Quickscan Crossmediale publiek- private samenwerking (April 2006).

Prof. A. Kamperman Sanders acted as initiator, academic director and convenor of the annual IEEM Intellectual Property Seminar over the course of several years in cooperation with the Institute of European Studies of Macau (IEEM), China. This has enabled participants to the programme to attend and act as speaker at the seminar. A book series published by Kluwer Law International and subsequently Hart Publishing has been firmly established as a result. This cooperation furthermore led to the inception of the IEEM Intellectual Property Law School in 2004. The aim of the IEEM IPLS is to provide advanced post- graduate teaching in European and International Intellectual Property Law, stu- dent and researcher exchange between Asia and Europe, and funding for PhD research. To this end the IEEM now acts as sponsor to a chair of European and International Intellectual Property Law at Maastricht University. He is member of the executive of the Vereniging voor Mededingingsrecht, member of the board of editors of Intellectuele Eigendom & Reclamerecht, and member of the

359 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 advisory board of the Intellectual Property Quarterly. He has repeatedly acted as external reviewer of PhD research proposals/work in progress for researchers of the EIPIN network.

The CIER and the Faculty of Law at Maastricht University participated in a consortium on a European Commission project on the effect of software pat- ents. The MERIT (Maastricht Economic Research Institute on Innovation and Technology) was the consortium's administrative beehive. The project was suc- cessfully completed in December 2007. The PhD thesis by Bakels on ‘Tech- niekbegrip in the Octrooirecht’ (to be defended early 2008) is in part a by- product of this project.

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 0,90 1,03 1,10 Universitair hoofddocent 0,20 0,20 0,20 Universitair docent - - 0,05 Postdocs - - Junior onderzoekers (AIO/OIO) 2,75 2,75 2,75

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

I. Conferences and Seminars organised

¾ ‘Free Trade, Competition and the Enforcement of Intellectual Property Rights in a Global Economy’, Maastricht University, 19-20 May, 2005 ().

¾ ‘The Human Rights Paradox in Intellectual Property Law’, Utrecht Uni- versity, 3-4 July, 2006 ().

¾ ‘The Protection of Cultural Diversity from and International and European Perspective´, Maastricht University, 18-19 March, 2007 (); with substantial input from UU and Maastricht IP researchers to the conference.

¾ Chair of European and International Intellectual Property Law, Maastricht University, sponsored by the Institute of European Studies of Macau SAR China, ().

360 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

¾ 6th Annual IEEM Intellectual Property Law Seminar; International Intellec- tual Property and Free Trade Agreements: Multilateralism versus Bilateral- ism, 27-28 June 2005, Macau, China.

¾ 7th Annual IEEM IP Seminar; International Intellectual Property Law: Re- pairs, Interconnections and Consumer Welfare, 26-27 June 2006, Macau, China;

¾ 8th Annual IEEM IP Seminar; International Intellectual Property and Phar- maceuticals, 25-26 June 2007, Macau, China.

¾ 9th Annual IEEM IP Seminar; International Intellectual Property – Territo- rial Rights and Global Trade, 25-26 June 2008, Macau, China.

II. Contractonderzoek

¾ Asian Development Bank J. Mataram University School of Law Indonesia (PhD research L.M. Hayyan ul Haq).

¾ The CIER (De Cock Buning) participated with the Ministerie OCW, Neder- lands Uitgevers Verbond, and the Publieke Omroep, to provide the Quick- scan Crossmediale publiek-private samenwerking (April 2006)

¾ The CIER (Brinkhof and Grosheide) and the Faculty of Law at Maastricht University (Bakels and Kamperman Sanders) participated in a consortium on a European Commission project on the effect of software patents. This project was successfully completed in December 2007.

H. VOORTZETTING

I. General

As indicated above a common focus for this research programme on the role of IPR in regional and international integration processes has been found in the relation between intellectual property law and human rights. In 2006 this re- sulted in a conference on the relation between intellectual property law and human rights law. In this light there is an increasing focus on research involv- ing the formulation of a European answer to the challenges of globalisation. The challenge of globalisation places the EU in the position of an actor in bringing about and recipient of legal norms on free competition, protection and transfer of technology, innovation, intellectual and industrial creativity, tradi- tional knowledge and cultural heritage.

361 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

II. Personnel

Prof. Alison Firth of the University of Newcastle joined the research group in an effort to strengthen the Common Law profile of the programme. Further strengthening of this aspect of the research profile is foreseen by the inclusion of the IP group of Edinburgh University.

Ms. Lieke Quanjels-Schreurs of the Open University of the Netherlands, and PhD candidate at Utrecht University (promotor Prof. Mr. F.W. Grosheide) also joined the research group.

At Maastricht University Ms. A. Dahrendorf started a PhD research project on Intellectual Property Rights in International Trade and Investment: Multi- lateral versus Bilateral/Regional Options; promotores: Prof. A. Kamperman Sanders and Prof. P. van den Bossche.

Ms. E. Van Zimmeren of the KU Leuven joined the research group on a PhD research project Patent Reform at both Sides of the Atlantic: Momentum to Re- visit the Balance between Patent and Competition Law; promotor: Prof. Dr. F. Gotzen and Dr. G. van Overwalle. This means that the group is now also incor- porating more researchers from the Centrum voor Intellectuele Rechten (CIR) of the KUL.

III. Activities

The Ninth Annual IEEM IP Seminar will be held in Macau towards the end of June 2008, which will again result in a book.

At Maastricht University an initiative to set up new advanced masters Intellec- tual Property Law and Knowledge Management (LL.M/MSc.) was supported. It is foreseen that various partners, including the CIER UU, will participate in the creation and teaching of this master, of which the start is scheduled for 1 September 2008. This new initiative also paves the way for further cooperation of the research group in the European Intellectual Property Institutes Network that organises seminars and training for PhD researchers and staff.

IV. PhDs

The following PhD defences are scheduled for 2008: - Reinier Bakels – Universiteit Maastricht (manuscript approved by reading committee, awaiting date for defence in April 2008) - Lucky Belder – Universiteit Utrecht - Fleur Claessens – Universiteit Maastricht - Jerzy Koopman – Universiteit Utrecht.

362 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

I. KERNPUBLICATIES

All six publications mentioned under ‘kernpublicaties’ and ‘uitstekende publi- caties’ cover the core of the research programme. This concerns the tailoring of intellectual property protection so as to raise its acceptability and usefulness in light of globalisation. Most research undertaken therefore concerns access to information, technology transfer, respect for human rights, and economic and cultural development. The list of publications is testament to this common re- search objective. The six publications selected provide an overview of what type of work is un- dertaken by all members concerned, and demonstrate that, despite the fact that the researchers are dispersed over several institutions, there is a common out- look to their work. In order to highlight the international outlook, only English language publications have been selected, especially those that have been either peer-reviewed, or edited by a renowned external academic not belonging to the research group, and/or published by a major academic publisher. The division between ‘kern’ and ‘uitstekend’ is rather arbitrary. For the purpose of this review it was considered that highlighting the work of two young re- searchers and one relatively new to the research group would be nice.

Overwalle, G. van, Zimmeren, E. van et al. (2006). Models for facilitating access to patents on genetic inventions. Nature Review Genetics, 143-148.

Koopman, J. (2007). Meeting at and passing by new frontiers: Interfaces between cultural heritage and intellectual property. In W.L. Wetzels (Ed.), Language endangerment and endangered languages (Linguistic and anthro- pological studies with special emphasis on the languages and cultures of the Andean-Amazonian border area) (CNWS publications, 154) (p. 59-87). Leiden: CNWS Publications.

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Belder, L.P.C. (2007). Cultural Expressions. From Common Source to Public Domain. In New Directions in Copyright Law (New Directions in Copyright Law Series, 4) (p. 35-52). Cheltenham: Edward Elgar.

Grosheide, F.W. (2006). Globalisation, Convergence and Divergence in Inter- national Copyright Law: A Question of Expediency or of Right? In F. Mac- millan (Ed.), New Directions in Copyright Law (Volume 2) (p. 37-60). Cheltenham: Edward Elgar

Verbeure, B., Overwalle, G. van et al. (2006). Patent pools and diagnostic testing. Trends in Biotechnology, 3(24), 115-120.

363 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Kamperman Sanders, A.W.J. (2007). Intellectual Property Treaties and Devel- opment. In D. Gervais (Ed.), Intellectual Property, Trade and Development Strategies to Optimize Economic Development in a TRIPS-Plus Era (p. 157- 170). Oxford: Oxford University Press.

K. DISSERTATIES

Vrey, R.W. de (13 december 2005). Towards a European Unfair Competition Law: A Clash Between Legal Families. Universiteit Utrecht (400 p.) (Leiden/ Boston: Brill Academic Publishers). Prom./coprom.: Prof. F.W. Grosheide.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Bakels, R.B. (2005). A New Paradigm in Patent Law: The Vertical Concept of Technology. In F.W. Grosheide & J.J. Brinkhof (Eds.), Articles on Crossing Borders between traditional and actual (p. 349-365). Antwerp: Intersentia.

Bakels, R.B. (2005). Wat is een evenwichtige benadering van softwareoctrooi- en? (What is a Balanced Approach to Software Patents). Computerrecht, 2005- 3, 134-135.

Brinkhof, J.J. (2007). Over ‘The Desire for Harmonisation’ en ‘The Avenue To Disunity’. Zit de Nederlandse octrooirechtspraak wel op het juiste spoor? In D.J.G. Visser et al. (Eds.), Een eigen, oorspronkelijk karakter: opstellen aange- boden aan prof. mr. Jaap H. Spoor (p. 11-23). Amsterdam: deLex.

Cock Buning, M. de (2005). Public domain, room for opportunities or an ever tighter fit? In F.W. Grosheide & J.J. Brinkhof (Eds.), Intellectual property law 2004: articles on crossing borders between traditional and actual (Molen- grafica Series, 15) (p. 157-165). Antwerp: Intersentia.

Cock Buning, M. de (2005). Auteursrecht en informatievrijheid: over de beperkte toepassing van artikel 10 EVRM. Mediaforum, 4, 157-165.

Cock Buning, M. de (2006). De mediamachine als zevenkoppig monster (Inaugurele rede Universiteit Utrecht, 2006, mei 30). Amsterdam: Otto Cramwinckel. (46 p.)

Cock Buning, M. de (2006). Creative Commons-licenties in het auteursrecht: common sense? In M. de Cock Buning, E.H. Hondius & J.J. Brinkhof (Eds.), Internationaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide (p. 239-246). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

364 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

Cock Buning, M. de (2006). De parodie-exceptie nader beschouwd. In F.W. Grosheide (Ed.), Parodie: parodie en kunstcitaat: monografie van de uitge- werkte en geactualiseerde voordrachten die zijn gehouden tijdens de bijeen- komst van Vereniging voor Auteursrecht 30 januari 2004 (p. 103-121). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Cock Buning, M. de & Grosheide, F.W. (2006). The Digitalizing of Literary and Musical works. In S. van Erp & L.P.W. van Vliet (Eds.), Netherlands Report to the Seventeenth International Congress of Comparative Law (p. 297-322). Antwerp: Intersentia.

Cock Buning, M. de & Grosheide, F.W. (Eds.). (2007). Hoofdstukken Commu- nicatie- en Mediarecht, beschouwingen over de juridische aspecten van open- bare communicatie en massamedia. Nijmegen: Ars Aequi Libri. (480 p.)

Cock Buning, M. de (2007). Pers. In M. de Cock Buning & F.W. Grosheide (Eds.), Hoofdstukken Communicatie- en Mediarecht, beschouwingen over de juridische aspecten van openbare communicatie en massamedia (p. 81-113). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Cock Buning, M. de (2007). Omroep. In M. de Cock Buning & F.W. Grosheide (Eds.), Hoofdstukken Communicatie- en Mediarecht, beschouwingen over de juridische aspecten van openbare communicatie en massamedia (p. 115-148). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Cock Buning, M. de (2007). Commerciële uitingen. In M. de Cock Buning & F.W. Grosheide (Eds.), Hoofdstukken Communicatie- en Mediarecht, beschou- wingen over de juridische aspecten van openbare communicatie en massa- media (p. 297-336). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Cock Buning, M. de & Poelmann-Teijgeler, S. (2007). Europese Verordening voedings- en gezondheidsclaims laat zich lastig verteren. Intellectuele Eigen- dom & Reclamerecht, 271-287.

Elferink, M.H. (2007). Auteursrecht op normalisatienormen revisited. In D.J.G. Visser & D.W.F. Verkade (Eds.), Een eigen, oorspronkelijk karakter: opstellen aangeboden aan prof. mr. Jaap H. Spoor (p. 79-90). Amsterdam: deLex.

Engelen, Th.C.J.A. van (2007). Intellectuele eigendom en internationaal privaatrecht. (Boom Juridische Praktijkboeken). Den Haag: Boom Juridische uitgevers (235 p.)

Engelen, Th.C.J.A. van (2007). Tijden veranderen: stil staand ga je achteruit (oratie bij het aanvaarden van het ambt van bijzonder hoogleraar licentiering en overdracht van technologie, 14-11-2007).

Firth, A., Cornford, P. & Lea, G. (2006). Trade Marks: Law and Practice. Bristol: Jordan Publishing Ltd.. (387 + II p.) 365 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Firth, A. & Phillips, P. (2006). Border measures at the national level – United Kingdom. In O. Vrins & M. Schneider (Eds.), Enforcement of Intellectual Property Rights through Border Measures – Law and Practice in the EU (p. 1059-1096). Oxford: Oxford University Press.

Firth, A. (2007) Seabirds, series and sonar: Claiming registered rights. In G. Westkamp, (Ed.), Emerging Issues in Intellectual Property (p. 160-175) Cheltenham: Edward Elgar.

Grosheide, F.W. & Brinkhof, J.J. (Eds.). (2005). Intellectual property law 2004: articles on crossing borders between traditional and actual (Molen- grafica Series, 15). Antwerp: Intersentia.

Grosheide, F.W. (2005). General Introduction. In F.W. Grosheide & J.J. Brinkhof (Eds.), Intellectual property law 2004: articles on crossing borders between traditional and actual (Molengrafica Series, 15) (p. xi-xiv). Antwerp: Intersentia.

Grosheide, F.W. (2005). Hoe slaafs mag men nabootsen? Intellectuele Eigendom & Reclamerecht, 21, 270-272.

Grosheide, F.W. & Thole, E. (2005). SPAM: The European and Dutch Way. Journal of the Japan-Netherlands Institute, VIII, 104.

Grosheide, F.W. (2006). Vooruitgang in het burgerlijk recht? (Afscheidsrede Universiteit Utrecht, 5 april 2006). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (50 p.)

Grosheide, F.W. (2006). Hoofdstuk 16. E-commerce. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek consumentenrecht: een overzicht van de rechtspositie van de consument (p. 327-350). Zutphen: Paris.

Grosheide, F.W. (2006). Van de brug af gezien. Kroniek van wetgeving, juris- prudentie en literatuur 2005. Intellectuele Eigendom & Reclamerecht, 22(2), 57-77.

Grosheide, F.W. (2007). Grenzen aan de groei door te snoeien op maat. In D.J.G. Visser et al. (Eds.), Een eigen, oorspronkelijk karakter: opstellen aange- boden aan prof. mr. Jaap H. Spoor (p. 111-120). Amsterdam: deLex.

Grosheide, F.W. (2007). Hoofdstuk I – Inleiding. In F.W. Grosheide & M. de Cock Buning (Eds.), Hoofdstukken Communicatie- en Mediarecht (p. 17-78). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Grosheide, F.W. (2007). Hoofdstuk VI – Toegang tot informatie. In F.W. Grosheide & M. de Cock Buning (Eds.), Hoofdstukken Communicatie- en Mediarecht (p. 239-296). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

366 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

Grosheide, F.W. (2007). In search of the public domain during the prehistory of copyright. In Ch. Waelde & H. MacQueen (Eds.), Intellectual Property – The Many Faces of the Public Domain (p. 1-20). Cheltenham: Edward Elgar.

Grosheide, F.W. (2007). Preparing a Judicial Rule. In C. Arnaud (Ed.), Regards sur les sources du droit d'auteur: Congrès ALAI, 18-21 septembre 2005, Paris (Exploring the sources of copyright: ALAI congress, September 18-21, 2005, Paris) (p. 480-484). Paris: ALAI.

Grosheide, F.W. (2007). Op de grens van auteursrecht en merkenrecht (VvA- ledenvergadering 27 oktober 2007). Tijdschrift voor Auteurs-, Media- & Infor- matierecht, 3, 65-66.

Kamperman Sanders, A.W.J. (2005). The Development Agenda for Intellectual Property (Inaugurele rede, Universiteit Maastricht, 20 mei 2005). Maastricht: Unigraphic. (36 p.)

Kamperman Sanders, A.W.J. & Heath, C. (Eds.). (2005). New Frontiers of Intellectual Property Law IP and Cultural Heritage – Geographical Indications – Enforcement – Overprotection. Oxford: Hart Publishing. (356 p.)

Kamperman Sanders, A.W.J. (2005). Future Solutions for Protecting Geo- graphical Indications. In C. Health & A.W.J. Kamperman Sanders (Eds.), New Frontiers of Intellectual Property Law IP and Cultural Heritage – Geo- graphical Indications – Enforcement – Overprotection (p. 133-148). Oxford: Hart Publishing.

Kamperman Sanders, A.W.J. (2005). Essential Facilities on the Crossroads of Intellectual Property and Competition Law. In C. Health & A.W.J. Kamperman Sanders (Eds.), New Frontiers of Intellectual Property Law IP and Cultural Heritage – Geographical Indications – Enforcement – Overprotection (p. 245- 266). Oxford: Hart Publishing.

Kamperman Sanders, A.W.J. (2006). Limits to database protection: fair use and scientific research exemptions. Research Policy, 35, 854-874.

Kamperman Sanders, A.W.J. & Heath, C. (Eds.) (2007). International Intellec- tual Property and Free Trade Agreements. Oxford: Hart Publishing. (282 p.)

Kamperman Sanders, A.W.J. (2007). Intellectual Property Law and Policy, and Economic development with special reference to China. In T. Eger, M. Faure & Z. Naigen (Eds.), Economic Analysis of Law in China (p. 239-271). Chelten- ham: Edward Elgar.

367 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Kamperman Sanders, A.W.J. (2007). Les obligations en matière d'accès après l'affaire IMS Health – Politique de concurrence rationnelle et logique anima- lière/Access Obligations after IMS Health – Rational Competition Policy and a bit of Animal Logic. In ALAI (Ed.), Regards sur les sources de droit d'auteur/ Exploring the Sources of Copyright – ALAI Congress September 18-21, 2005 (p. 689-698). Paris: ALAI.

Kamperman Sanders, A.W.J. (2007). The development Agenda for Intellectual Property. In A.W.J. Kamperman Sanders (Ed.), International Intellectual Property and Free Trade Agreements (p. 3-26). Oxford: Hart Publishing.

Kamperman Sanders, A.W.J. (2007). Vrij reizen trekt zware wissel op minst ontwikkelden. De afname van technologie- en kennisoverdracht door vrij- handelsakkoorden. In D.J.G. Visser et al. (Eds.), Een eigen, oorspronkelijk karakter: opstellen aangeboden aan prof. mr. Jaap H. Spoor (p. 111-120). Amsterdam: deLex. (p. 187-198).

Koopman, J. (2005). Bumps and bends in the road to intellectual property for traditional knowledge. On knowledge models, legal orders and the anti-com- mons in biotechnology. In F.W. Grosheide & J.J. Brinkhof (Eds.), Intellectual property law 2004: articles on crossing borders between traditional and actual (Molengrafica Series, 15) (p. 247-277). Antwerp: Intersentia.

Koopman, J. (2005). Octrooiering van biotechnologische uitvindingen en goede zeden: Recht onder vuur! Deel 2. Bijblad bij de Industriële Eigendom, 73(11), 447-455.

Koopman, J. (2005). Octrooiering van biotechnologische uitvindingen en goede zeden: Recht onder vuur! Deel 2. Bijblad bij de Industriële Eigendom, 73(12), 503-512.

Koopman, J. (2005). Reconciliation of proprietary interests in genetic and knowledge resources: Hurry cautiously. Ecological Economics, 53(4), 523-541.

Overwalle, G. van (2005). Legal and Ethical Aspects of Bio-Patenting: Critical Analysis of the EU Biotechnology Directive. In P. Drahos (Ed.), Death of Patents (p. 212-227). Oxon: Lawtext Publishing.

Overwalle, G. van (2005). Patentability of human stem cells and cell lines. In Council of Ethics (Ed.), The Ethics of Patenting Human Genes and Stem Cells (p. 47-69). Copenhagen: Council of Ethics.

Overwalle, G. van (2005). Patenting Stem Cell Research in Europe and in the United States. In W. Bender, C. Hauskeller & A. Manzei (Eds.), Crossing Borders. Cultural, Religious and Political Differences Concerning Stem Cell Research (p. 519-546). Münster: Agenda Verlag.

368 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

Overwalle, G. van (2005). Protecting and Sharing Biodiversity and Traditional Knowledge: Holder and User Tools. Ecological Economics, 53(4), 585-607.

Overwalle, G. van (2005). Zonder Trommels en Trompetten. De definitieve omzetting van de EU-Biotechnologierichtlijn in het Belgisch recht. Intellectuele Rechten – Droits Intellectuels, 349-378.

Overwalle, G. van & Pattyn, B. (Eds.). (2006). Tussen Markt en Agora. Over het statuut van universitaire kennis. Leuven: Peeters Publishers. (VI + 216 p.)

Overwalle, G. van (2006). Octrooien op maat? Naar een evenwicht tussen publieke opdracht en privaat goed. In B. Pattyn & G. van Overwalle (Eds.), Tussen Markt en Agora. Over het statuut van universitaire kennis (p. 181-214). Leuven: Peeters Publishers.

Overwalle, G. van (2006). IP Protection for Medicinal and Aromatic Plants. In R. Bogers, L. Craker & D. Lange (Eds.), Medicinal and Aromatic Plants. Agricultural, Commercial, Ecological, Legal, Pharmacological and Social Aspects (p. 121-128). Wageningen: Springer.

Overwalle, G. van (2006). De implementatie van de EU-Biotechnologiericht- lijn: de Belgische octrooiwet in spreidstand. Tijdschrift voor Belgisch Handels- recht, 571-576.

Overwalle, G. van (2006). The Implementation of the Biotechnology Directive in Belgium and its Aftereffects. The Introduction of a New Research Exemp- tion and a Compulsory License for Public Health. International Review of Intellectual Property and Competition Law, 889-920.

Overwalle, G. van (2006). Reconciling Patent Policies and University Mission. Ethical Perspectives, 231-247.

Overwalle, G. van & Zimmeren, E. van (2006). Reshaping Belgian Patent Law: The Revision of the Research Exemption and the Introduction of a Compulsory License for Public Health. IIP Forum, 64, 42-69. [Online]. Available from: www.iip.or.jp/e/index.html [01-02-2006].

Overwalle, G. van (Ed.). (2007). Gene Patents and Public Health (Centrum voor intellectuele rechten, 21). Brussels: Bruylant. (241 p.)

Overwalle, G. van (2007). The Belgian Compulsory License for Public Health. In G. van Overwalle (Ed.), Gene Patents and Public Health (p. 199-209). Brussel: Bruylant.

Overwalle, G. van (2007). Holder and User Perspectives in the Traditional Knowledge Debate: a European View. In Mc. Manis (Ed.), Biodiversity & the Law (p. 355-370). London/Sterling: Earthscan.

369 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Overwalle, G. van (2007). Regulating Protection, Preservation and Technology Transfer of Biodiversity-Based Drugs. Patents, Contracts and Local Working Requirements under the Microscope. In I. Govaere & H. Ullrich (Eds.), Intel- lectual Property, Public Policy and International Trade (p. 113-141). Brussels: Peter Lang.

Overwalle, G. van (2007). Reshaping Bio-Patents: Measures to Restore Trust in the Patent System. In H. Somson (Ed.), Regulatory Challenge of Biotechnolo- gy. Human Genetics, Food and Patents (p. 238-256). Cheltenham: Edward Elgar.

Overwalle, G. van (2007). Recente ontwikkelingen in het octrooirecht. In Recht in beweging (p. 131-151). Antwerpen: Maklu.

Overwalle, G. van (2007). Gene Patents and Public Health. Setting the Scene. In G. van Overwalle (Ed.), Gene Patents and Public Health (p. 11-24). Brussels: Bruylant.

Overwalle, G. van (2007). Patent Law in Crisis? Functions and Limits of the Patent System in a Globalised World. Revue de la Faculté de droit de l'Uni- versité de Liège, 317-322.

Overwalle, G. van & Berthels, N. (2007). Patents and Venus. About oocytes and human embryonic stem cells. In Stem Cells and Women's Health – Cellules souches et santé des femmes – Stamcellen en vrouwengezondheid (p. 148-178). Louvain-la-Neuve: Anthémis/Intersentia.

Overwalle, G. van, Zimmeren, E. van, Verbeure, B. & Matthijs, G. (2007). Dealing with Patent Fragmentation in ICT and Genetics: Patent Pools and Clearing Houses. First Monday, 12(6). [Online]. Available from: [06-06-2007].

Pinckaers, J.C.S. (2007), De techniekrestrictie in het modellenrecht en de rele- vantie van alternatieven. In D.J.G. Visser et al. (Eds.), Een eigen, oorspronke- lijk karakter: opstellen aangeboden aan prof. mr. Jaap H. Spoor (p. 257-273). Amsterdam: deLex.

Quanjel-Schreurs, L. (2007). Actualisering van de artikelen 16, 17a, 17b, en 18 Auteurswet. In J.J. Brinkhof, F.W. Grosheide & J.H. Spoor (Eds.), Intellectuele eigendom, artikelsgewijs commentaar (IEC) (p. 14-18). Den Haag: Elsevier Juridische Uitgevers.

Quanjel-Schreurs, L. (2007). Enkele procesrechtelijke aspecten van cumulatie van auteurs- en merkenrecht. Tijdschrift voor Auteurs-, Media- & Informatie- recht, 3, 76-84.

370 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

Verbeure, B., Overwalle, G. van et al. (2006). Analysing DNA patents in relation with diagnostic genetic testing. European Journal of Human Genetics, 1(14), 26-33.

Vrey, R.W. de (2006). Het waterdicht maken van een Nederlands contract op Angelsaksische wijze. In M. de Cock Buning, E.H. Hondius & J.J. Brinkhof (Eds.), Internationaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide (p. 87-102). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Zimmeren, E. van, Overwalle, G. van et al. (2006). A Clearinghouse for Diagnostic Testing: the Solution to Ensure Access to and Use of Patented Genetic Inventions? Bulletin of the World Health Organization, 352-359.

Zimmeren, E. van & Requena, G. (2007). Ex-officio Licensing in the Medical Sector: The French Model. In G. van Overwalle (Ed.), Gene Patents and Public Health (p. 123-147). Brussels: Bruylant.

VAKPUBLICATIES

Belder, L.P.C. (2007). De 7Up Expositie in het Haags Gemeentemuseum en de geweigerde werken van Sooreh Hera. e-Column, 4. [Online]. Available from: [31-12-2007].

Belder, L.P.C. & Smithuijsen, C. (2007). Quickscan UNESCO Conventie ter bescherming en bevordering van de Culturele Diversiteit. Nederlandse UNESCO Commissie.

Cock Buning, M. de (2005). De heruitvinding van het auteursrecht. Intellec- tuele Eigendom & Reclamerecht, 272-274.

Cock Buning, M. de, Hondius, E.H. & Brinkhof, J.J. (Eds.). (2006). Interna- tionaal contracteren, feestbundel voor Willem Grosheide. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (372 p.)

Cock Buning, M. de (2006). Aantekeningen op artt. 6:96 (schadevergoeding bij aantastingaantasting intellectuele eigendom), 103, 104 en 109 (bewerking losbladige Schadevergoeding). Deventer: Kluwer.

Cock Buning, M. de (2006). Het tweede Front (bijdrage aan de special: 10 prominenten over 10 jaar Auteursrecht). Copyright Notice, 4, 20.

Cock Buning, M. de (2006). Quickscan Crossmediale Publiek Private Samen- werking. [Online] Utrecht: CIER (185 p.) Available from: [30-04-2006].

Cock Buning, M. de & Numann, E.J. (2007). De gestage wildgroei van het auteursrecht – een hogesnelheidslijn dreigt te ontsporen. In Een eigen oorspronkelijk karakter, Spoorbundel (p. 25-46). Amsterdam: deLex. 371 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Cock Buning, M. de (2007). The History of copyright protection of computer software, the emancipation of a work of technology towards a work of author- ship. In Handbook The History of Information Security (p. 121-140). London/ Amsterdam/New York: Reed Elsevier International.

Cock Buning, M. de (2007). Second Life. e-Column, 3. [Online]. Available from: [30-09-2007].

Cock Buning, M. de (2007). Second Life. Signs, 28, 43-44.

Cock Buning, M. de (2007). Van de brug af gezien, Hoofdstuk III Databanken. Intellectuele Eigendom & Reclamerecht, 67-68.

Cock Buning, M. de (2007). VIZIER: Second Life. Intellectuele Eigendom & Reclamerecht, 201-202.

Elferink, M.H. (2007). Over normalisatienormen, auteursrecht en flits-aioschap. In F. Mulder (Ed.), Ik zou het zo weer doen. Terugblikken op proefschriften uit het tienjarige bestaan van het E.M. Meijers Instituut (p. 10-12). Leiden: LUP.

Grosheide, F.W. (2006). Copyright Licensing Absent a Choice of Law, Copy- right under the Rome Convention 1980. In P. van der Grinten & T. Heukels (Eds.), Crossing borders: essays in European and private international law, nationality law and Islamic law in honour of Frans van der Velden (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (p. 133-137). Deventer: Kluwer.

Grosheide, F.W. (2006). Breinwassen (bijdrage aan de special: 10 prominenten over 10 jaar Auteursrecht). Copyright Notice, 4, 19.

Grosheide, F.W. (2006). Noot Trésor-arrest. Intellectuele Eigendom & Recla- merecht, 22(6), 313-314.

Grosheide, F.W. (2007). Creatief gemeengoed: werk in uitvoering (VIZIER). Intellectuele Eigendom & Reclamerecht, 2, 61-63.

Grosheide, F.W. (2007). Van de brug af gezien – Kroniek van wetgeving, jurisprudentie en literatuur 2006. Intellectuele Eigendom & Reclamerecht, 2, 65-66.

Grosheide, F.W. (2007). Een recht om te beledigen bestaat dan ook niet. e- Column, 2007/1. [Online]. Available from: [01-03-2007].

Koopman, J. (2006). Opinie. Werk aan de octrooirechtelijke winkel. Staats- courant (87), 4 mei. Perspectief; Informatie- en Opinieblad voor de Jeugd- bescherming, 7.

372 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

Overwalle, G. van (2005). Ethical Implications of Patenting Academic Research-Annual Conference of the Societas Ethica-European Society for Research in Ethics on Research and Responsibility. In Societas Ethica (Ed.), Societas Ethica-Annual Report 2005 (p. 225-235). Salzburg: Societas Ethica.

Overwalle, G. van (2005). Genetic Patent Pooling – Creating Synergies among Competitors. Bio World, 18-19.

Overwalle, G. van & Schovsbo, J. (2007). Policy Options for the Improvement of the European Patent System. International Review of Intellectual Property and Competition Law, 834-838.

Overwalle, G. van, Bedsted, B., Cowan, R., Elsmore, M., Lissoni, F., Lotz, P., Schovsbo, J., Eijk, J. van der (2007). Policy options for the improvement of the European patent system. [Online] Denmark: STOA. Available from: [01- 09-2007].

Pinckaers, J.C.S. (2007). Commentaar bij artikel 2.28 BVIE, Intellectuele Eigendom, artikelsgewijs commentaar (IEC), 1-71.

Pinckaers, J.C.S. (2007). Commentaar bij artikel 2.27 BVIE, Intellectuele Eigendom, artikelsgewijs commentaar (IEC), 1-54.

Vrey, R.W. de (2006). Vermogensrechtelijke gevolgen van oneerlijke handels- praktijken. Vermogensrechtelijke annotaties, 1, 51-71.

ANNOTATIES

Cock Buning, M. de (2005). Noot bij: Reclame Code Commissie (30-09-2004), (Biertje). IER, p. 63-64.

Cock Buning, M. de (2005). Noot bij: Rb. 's-Gravenhage (02-03-2005), 192880, (Digitale knipselkranten). IER, p. 163.

Cock Buning, M. de (2005). Noot bij: Stichting Code Geneesmiddelenreclame (07-01-2005), K04.021, (Kant/Pfizer). IER, p. 253.

Cock Buning, M. de (2007). Noot bij: Rb 's-Gravenhage (25-10-2006), (ANWB/Route Mobiel). IER, p. 56-57.

Cock Buning, M. de (2007). Noot bij: Gerecht in Eerste Aanleg (06-02-2007), (TDK/BHIM). IER, p. 168-169.

Cock Buning, M. de (2007). Noot bij: College van Beroep Reclame Code (19-06-2006), (STAP/Amstel Gold Race). IER, p. 336-338.

373 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Cock Buning, M. de (2007). Noot bij: Rb Breda (23-06-2007), (Yonex/Belgro). IER, p. 388-393.

Deurvorst, T. (2007). Noot bij: Rb. Breda (25-10-2006), (Autodesk/Aztec). Computerrecht 2007-47, p. 113-120.

Deurvorst, T. (2007). Noot bij: HR (08-12-2006), (Sjopspel). AMI 2007-11, p. 89-92.

Engelen, Th.C.J.A. (2007). Noot bij: Hof Den Bosch (17-01-2007), IER 2007- 20, p. 186.

Engelen, Th.C.J.A. (2007). Noot bij: Hof Den Haag (23-08-2007), IER 2007- 103, p. 395.

Engelen, Th.C.J.A. (2007). Noot bij: Rb. Assen (01-07-2004), (Bedstede). IEPT 20040701.

Engelen, Th.C.J.A. (2007). Noot bij: Rb. Den Haag (21-09-2006), (Bettacare v. H3 Products). IEPT 20060921.

Engelen, Th.C.J.A. (2007). Noot bij: Rb. Den Haag (11-04-2007), (SBM v. Bluewater). IEPT 20070411.

Engelen, Th.C.J.A. (2007). Noot bij: Rb. Arnhem (08-08-2007), (Rijnconsult en HBDI). IEPT 20070808.

Engelen, Th.C.J.A. (2007). Noot bij: Hof Amsterdam (13-09-2007), (Thuis- kopie v. Norma en Irda). IEPT 20070913.

Engelen, Th.C.J.A. (2007). Noot bij: Hof Den Haag (20-09-2007), (Technip Kinetisch stroomschema). IEPT 20070920.

Engelen, Th.C.J.A. (2007). Noot bij: Rb. Den Bosch (11-05-2007), (Beem- sterkaas-commercial). IEPT 20070511 en Rb. Haarlem (25-05-2007), IEPT 20070525.

Grosheide, F.W. (2005). Noot bij: Hof van Justitie (09-11-2004), IER 2005-1, p. 22-23.

Grosheide, F.W. (2005). Noot bij: Hof den Bosch (24-06-2003), (Bosta/Van der Linden). IER 2005-5, p. 295.

Grosheide, F.W. (2007). Noot bij: Rb. 's-Gravenhage (07-02-2007), (Stokke/ Fikszo). IER 2007-74, p. 265-268.

Grosheide, F.W. (2007). Noot bij: Rb. Haarlem (29-06-2007), (Life Safety/ Autovision). IER 2007-77, p. 294-297.

374 Intellectuele eigendom (geassocieerd programma)

Kamperman Sanders, A.W.J. (2007). Noot bij: EHRM (11-01-2007), nr. 73049/ 01, (Anheuser-Busch Inc./Portugal). EHRC, 2007-4, p. 433-437.

Kamperman Sanders, A.W.J. (2007). Noot bij: Hof Den Bosch (12-06-2007), (Mega Brands/Lego System). IER 2007-5, p. 302.

Overwalle, G. van (2005). Noot bij: Rb. van Koophandel Hoei (14 mei 2003 en 18 mei 2004) (Over kwekers, boeren en trieerders: driehoeksverhoudingen in het kwekersrecht onder de loep). I.R. – D.I. 2005-2, p. 161 en p. 168-169.

Pinckaers, J.C.S. (2007). Noot bij: Hof 's-Gravenhage (22-03-2007), (Fortis bank/Huiseigenaren). AMI 2007, p. 131-133.

Quanjel-Schreurs, L. (2007). Noot bij: HvJEG (20-09-2007), (Benetton/G- Star). IER 2007-6, p. 383-385.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Deurvorst, T.E. (2006). Aantekeningen op artt. 6:96 (schadevergoeding bij inbreuk op intellectuele eigendom), 103, 104 en 109 BW. In A.T. Bolt (Ed.), Schadevergoeding (losbladig). Deventer: Kluwer.

Deurvorst, T.E. & Fuller, L. (2007). Afslanking van de Intellectuele Eigendom. In D.J.G. Visser et al. (Eds.), Een eigen, oorspronkelijk karakter: opstellen aangeboden aan prof. mr. Jaap H. Spoor (p. 55-64). Amsterdam: deLex.

OVERIGE PUBLICATIES

Kamperman Sanders, A.W.J. (2006). Liability for Automated Information Systems – The formulation of uniform rules dealing with civil liability for automated information systems. Reob project 41561010 (Ext. rep. subproject 41561011). Den Haag: Beleidsadviescommissie voor Recht en Openbaar Bestuur.

375

IUS COMMUNE EN PUBLIEKRECHT

A. ALGEMENE INLEIDING

Het programma Ius Commune en publiekrecht is in september 2003 toegetre- den tot de onderzoeksschool op basis van een algemene programmatekst (bijla- ge). Dit programma concentreert zich in algemene zin rond constitutionele pro- cessen op nationaal, Europees en internationaal niveau en de constitutionele interacties tussen deze niveaus. Het denken over constitutionele structuren in de Europese Unie en in andere internationale organisaties heeft in de loop der ja- ren een grote vlucht genomen. Voor een deel lopen ontwikkelingen op deze terreinen parallel met constitutionele processen die in het verleden op natio- naalrechtelijk gebied hebben plaatsgevonden. In de westerse wereld zijn gedu- rende de negentiende en twintigste eeuw op constitutioneel gebied gemeen- schappelijke tradities ontstaan ter zake van democratie, grondrechten en de ‘ru- le of law’.

In deze context is de algemene doelstelling van het Ius Commune en publiek- rechtprogramma tweeledig. In de eerste plaats wordt door middel van rechts- vergelijkend onderzoek de gemeenschappelijke tradities, beginselen en rechts- figuren op constitutioneel gebied opgespoord, geanalyseerd en beschreven en wordt vervolgens nagegaan of en zo ja, op welke wijze de toekomstige institu- tionele vormgeving van de Europese Unie alsmede andere relevante internatio- nale organisaties, op deze tradities kunnen worden gebaseerd. Dit komt onder meer aan de orde als het gaat om de constitutionele verhouding tussen de orga- nen van de Europese Unie, in het bijzonder het Europese Parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie. Een belangrijke vraag is hoe deze verhouding vanuit beginselen van democratie en machtenscheiding zich verder moet ontwikkelen en in hoeverre daarbij kan worden voortgebouwd op de ge- bruikelijke patronen in de parlementaire stelsels van de lidstaten. Vergelijkbare vragen spelen binnen andere internationale organisaties, zoals bijvoorbeeld de VN en de WTO.

In de tweede plaats wordt aandacht besteed aan het verschijnsel van de ver- vlechting van constitutionele structuren. In toenemende mate raken de interna- tionale, Europese en nationale rechtsordes met elkaar verweven. Dat komt ook op constitutioneel gebied tot uitdrukking. Publieke taken worden door de insti- tuties op de diverse niveaus (internationaal, Europees, nationaal) in gezamen- lijkheid voorbereid, geregeld en uitgevoerd (‘multilevel governance’). Nationa- le organen krijgen bevoegdheden toebedeeld op Europees niveau en omge- keerd. De vraag is wat deze vervlechting in constitutioneel opzicht betekent. Welke gevolgen moeten aan de toenemende vervlechting worden verbonden voor de traditionele constitutionele structuren en op welke wijze moet publieke verantwoording worden afgelegd over beslissingen die op deze wijze worden genomen en uitgevoerd? In brede zin is de vraag hoe in een situatie van toene-

377 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 mende vervlechting van overheden invulling moet worden gegeven aan begin- selen van democratie, grondrechten en ‘rule of law’.

Het programma Ius Commune en publiekrecht is uitgewerkt in drie deelpro- gramma's:

- Publiekrechtelijke rechtsvergelijking; - Constitutionele processen in Europa; - Constitutionele processen in de internationale rechtsorde.

Over deze drie deelprogramma's zal in het navolgende worden gerapporteerd. De rapportages dienen te worden bezien in het licht van de hiervoor weergege- ven, algemene doelstelling van het Ius Commune en publiekrechtprogramma. Gegeven het algemene kader zijn vervolgens binnen elk van de deelpro- gramma's bijzondere accenten gelegd.

B. TOEKOMST

De hiervoor weergegeven programmastructuur heeft in het verleden zijn waar- de bewezen. Op de hoofdterreinen van het publiekrecht zijn onderzoekers tot goede samenwerking gekomen. Op basis van de huidige structuur is toetreding tot de onderzoeksschool in 2003 verwezenlijkt. Het publiekrecht neemt thans binnen de onderzoekschool een volwaardige plaats in.

Tegelijkertijd zijn we langzamerhand in een nieuwe fase beland. De huidige programmatekst sluit niet meer geheel aan bij waar de aangesloten onderzoe- kers op dit moment feitelijk mee bezig zijn. Op bepaalde terreinen treden ande- re onderwerpen meer op de voorgrond dan voorheen en ook de samenwer- kingsverbanden lopen, ook door personele wisselingen, niet meer volledig langs de lijnen zoals destijds voorzien. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de huidige opzet moet worden bijgesteld.

Besloten is om binnen het nieuwe programma Ius Commune en publiekrecht vier deelprogramma's te onderscheiden:

1. Constitutioneel recht. 2. Rechtsbescherming en rechtshandhaving. 3. Economisch publiekrecht. 4. Internationaal publiekrecht.

Ten opzichte van de huidige situatie betekent het dat de deelprogramma's Pu- bliekrechtelijke rechtsvergelijking en Constitutionele processen in Europa wor- den omgevormd tot twee nieuwe deelprogramma's: Constitutioneel recht en Rechtsbescherming en rechtshandhaving. Hierdoor worden globaal gezien de meer constitutioneelrechtelijk respectievelijk de meer bestuursrechtelijk geori- enteerde onderzoekers in afzonderlijke deelprogramma's ondergebracht. De

378 Ius Commune en Publiekrecht bestaande scheidslijn tussen nationaal en Europees recht komt in de nieuwe structuur te vervallen. Naast de twee genoemde deelprogramma's wordt een apart deelprogramma Economisch publiekrecht ontwikkeld. Net zoals thans het geval is, zal ook in de nieuwe situatie binnen de kaders van het algemene Ius commune-concept tussen de groepen waar nuttig worden samengewerkt.

In de loop van 2008 zullen de nieuwe deelprogramma's door de betreffende onderzoeksleiders nader worden uitgewerkt. De titels van de hierboven ge- noemde programma's betreffen vooralsnog werktitels. Zij geven alleen in glo- bale zin op welk rechtsgebied de onderzoeksactiviteiten zullen worden verricht. In de uiteindelijke programmering zal uiteindelijk een verdere profilering en toespitsing moeten plaatsvinden.

379

PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSVERGELIJKING

A. VOLLEDIGE TITEL

Ius Commune en Publiekrecht, deelprogramma Publiekrechtelijke rechtsverge- lijking

B. DEELPROGRAMMA'S

Niet van toepassing

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde coördinerend onderzoeksleider Dhr. Prof.Mr. L.F.M. Verhey (UM) 01-07-01

onderzoeksleiders Dhr. Prof.Mr. A.W. Heringa (UM) 01-02-00 Dhr. Prof.Mr. H.R.B.M. Kummeling (UU) 01-06-99 Dhr. Prof.Mr. J.A. Peters (UvA) 01-10-03 Dhr. Prof Mr. F.A.M. Stroink (UM) 01-02-00 30-06-06 Dhr. Prof.Mr. R.J.G.M. Widdershoven (UU) 01-06-99

senior onderzoekers Dhr. Mr. G.H. Addink (UU) 01-06-99 Dhr. Prof.Dr. L.F.M. Besselink (UU) 01-10-03 Dhr. Prof.Dr. B.J.S. Hoetjes (UM) 01-04-05 Dhr. Mr. A.M.L. Jansen (UM) 01-10-03 Mw. Prof.Mr. G.T.J.M. Jurgens (UU) 01-10-03 Dhr. Dr. P.M. Langbroek (UU) 01-10-03 Dhr. Prof.Mr. N. Verheij (UM) 01-10-03 Mw. Dr. C.M. Zoethout (UvA) 01-10-03 Dhr. Dr. T. Zwart (UU) 01-06-99

onderzoekers Mw. Mr. C.L.G.F.H. Albers (UM) 01-02-00 Dhr. Prof.Mr. J.B.J.M. ten Berge (UU) 01-03-03 31-12-06 Dhr. Mr. J.L.W. Broeksteeg (UM) 01-10-03 Mw. Prof.Mr. M.L.H.K. Claes (UvT) 01-01-00 Mw. Mr. I. van den Driessche (UM) 16-12-05 Dhr. Mr.Dr. A.P.W. Duijkersloot (UU) 01-10-03

381 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Begin Einde Dhr. Dr. M.A. Heldeweg (UT) 01-10-03 31-05-06 Dhr. Mr. A.W. Hins (UvA) 01-10-03 31-12-06 Dhr. P. Kiiver (UM) 11-11-05 Mw. Mr. E.C.H.J. van der Linden (UM) 01-02-00 Mw. Dr. S. Lust (KUL) 01-03-02 Mw. Gar Yein Ng (UM) 15-03-07 Mw. Mr. N.J.A.P.B. Niessen (UM) 01-10-03 30-09-07 Dhr. Mr. A.J. Nieuwenhuis (UvA) 01-10-03 Dhr. Mr. J.L. de Reede (UvA) 01-10-03 31-01-06 Dhr. Mr. J.H. Reestman (UvA) 01-10-03 Dhr. Mr. O. Tans (VU) 01-05-04 Dhr. Mr. R.J.G.H. Seerden (UM) 01-06-00 Dhr. Mr. J. van der Velde (UM) 01-10-03 Dhr. Mr. J.W. de Visser (UU) 10-03-05 31-01-07 Dhr. Mr. A.J.Th. Woltjer (UU) 01-10-03

promovendi Dhr. Mr. G. Boogaard (UvA) 01-06-07 Dhr. Mr. L. Dragstra (UvA) 01-10-04 Mw. Mr. I. van den Driessche (UM) 01-10-03 15-12-05 Mw. Mr. E. Geurink (UM) 01-10-03 Mw. Mr. M. Gijzen (UM) 01-07-01 13-12-06 Mw. Mr. J.A.E. van der Jagt (UU) 01-10-03 27-10-06 Mw. Mr. A. Keessen (UU) 01-10-03 Dhr. P. Kiiver (UM) 01-10-03 10-11-05 Dhr. Mr. A. Knook (UU) 01-10-05 Dhr. Mr. P. Kort (UU) 01-10-03 31-09-05 Dhr. Mr. S. Loeffen (UM) 01-02-06 Dhr. F.F.M. Maiolo (UM)* 01-10-06 08-03-07 Mw. Mr. B. van Mourik (UU) 01-02-07 Mw. Gar Yein Ng (UU) 01-10-03 14-03-07 Mw. Mr. N. Schröder (UU) 01-10-05 31-01-07 Mw. Mr. Drs. M. Schuerman (UvA) 01-04-05 31-01-06 Dhr. Mr. J.W. de Visser (UU) 01-10-03 09-03-05 Mw. Mr. D. Wenders (UM) 01-10-04 Dhr. Mr. R. Van de Westelaken (UM) 01-02-06 Mw. Mr. F. Wijdekop (UvA) 01-10-03 Dhr. Mr. M. Zwiers (UM) 01-10-04

382 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Begin Einde emeritus lid Dhr. Prof.Mr. J.B.J.M. ten Berge (UU) 01-01-07 Dhr. Prof.Mr. F.A.M. Stroink (UM) 01-07-06

* Participeerde voorheen in het opgeheven programma ‘Grondslagen van het privaatrecht’

D. TREFWOORDEN

Constitutionalisering, democratie, machtenspreiding, checks and balances, poli- tieke verantwoordelijkheid, publieke verantwoording, good governance, rechts- bescherming, kwaliteit van wetgeving.

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

I. Doelstellingen, onderzoeksobjecten

Het onderdeel Publiekrechtelijke rechtsvergelijking maakt deel uit van het pro- gramma Ius Commune en publiekrecht. Het programma als geheel concentreert zich rond constitutionele processen op nationaal, Europees en internationaal niveau en de constitutionele interacties tussen deze niveaus. In de algemene inleiding is met een verwijzing naar de bestaande programmatekst, de algemene doelstelling van het programma Ius Commune en publiekrecht uiteengezet.

In het onderdeel Publiekrechtelijke rechtsvergelijking vindt een deel van het bovenstaande onderzoek plaats. De doelstelling van het rechtsvergelijkende onderzoek op publiekrechtelijk onderzoek is tweeledig. Allereerst wordt door middel van rechtsvergelijkend onderzoek nagegaan wat de nationale rechtsstel- sels over en weer van elkaar kunnen leren. Vanwege de herkomst en expertise van het overgrote deel van de onderzoekers, ligt daarbij een bijzonder accent op het Nederlandse recht. In de tweede plaats beoogt het rechtsvergelijkend onder- zoek bouwstenen op te leveren voor de identificatie van gemeenschappelijke beginselen op constitutioneel gebied welke mede de grondslag kunnen vormen voor de nadere ontwikkeling van de Europese constitutionele rechtsorde.

II. Beoogde resultaten; effecten van de samenwerking

Beoogd wordt om vanuit de deelnemende faculteiten naast de individuele pu- blicaties te komen tot gezamenlijke activiteiten (congressen, workshops, publi- caties). Een belangrijke toegevoegde waarde is dat binnen het Ius Commune en publiekrecht-programma als geheel samenwerking plaatsvindt door beoefenaars van verschillende deeldisciplines: nationaal constitutioneel recht, Europees recht en internationaal recht. Daarnaast is er incidenteel inbreng van andere disciplines dan de rechtswetenschap (politicologie, bestuurskunde). Met deze

383 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 multidisciplinaire benadering wordt de kans op een vruchtbare bestudering van de centrale thematiek van het onderzoeksprogramma vergroot.

III. Academische reputatie

Vele onderzoekers binnen het onderdeel ‘Publiekrechtelijke rechtsvergelijking’ hebben binnen Nederland een aanzienlijke academische reputatie. Daarnaast participeren onderzoeksleiders en andere onderzoekers in internationale net- werken en samenwerkingsverbanden. Een voorbeeld daarvan is het CONNEX- programma; een multidisciplinair, door de Europese Commissie gefinancierd netwerk van onderzoekers dat gecoördineerd wordt door de Universiteit Mann- heim.

Een aantal onderzoekers uit het onderzoeksprogramma heeft via de tweede- geldstroom grotere onderzoeksprojecten gefinancierd gekregen. In 2004 is het SARO-project ‘Political control in a European and Comparative Perspective’ gestart. Het laatste betreft een samenwerkingsproject van de Universiteiten van Amsterdam, Utrecht en Maastricht en staat onder leiding van prof. mr. Luc Verhey (UM), prof. mr. Deirdre Curtin (UU) en prof. mr. Jit Peters (UvA). Ten slotte zijn vele onderzoekers betrokken bij redacties van tijdschriften en wordt een aantal van hen herhaaldelijk gevraagd voor het uitvoeren van derdegeld- stroomonderzoek.

IV. Organisatie en management

De onderdeel Publiekrechtelijke rechtsvergelijking wordt geleid door Luc Ver- hey (Universiteit Maastricht). Binnen het deelprogramma dragen vanuit de deelnemende faculteiten meerdere onderzoeksleiders de dagelijkse verantwoor- delijkheid voor de uitvoering van het programma. Luc Verhey (UM) is tevens coördinerend programmaleider van het Ius Commune en publiekrecht-program- ma als geheel. Met name via e-mailcorrespondentie wordt regelmatig overlegd tussen de onderzoeksleiders over te ondernemen activiteiten, bijvoorbeeld over de te organiseren workshops tijdens het jaarlijkse Ius Commune congres.

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 2,16 2,18 2,08 Universitair hoofddocent 3,25 3,14 2,67 Universitair docent 3,37 3,57 3,47 Postdocs - - - Junior onderzoekers (AIO/OIO) 10,13 9,99 8,39

384 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

I. Inleiding

Dit overzicht bevat een kort verslag van een aantal activiteiten, zoals gezamen- lijke onderzoeksprojecten, congressen, workshops en publicaties. Hierna (PM) worden alle publicaties afzonderlijk vermeld.

II. SARO-project ‘Politieke controle in Europa’

Zoals eerder opgemerkt is op 1 januari 2004 gestart het door SARO gefinan- cierd programma Political control in a European and Comparative Perspecti- ve. Het betreft een samenwerkingsproject van de Universiteiten van Amster- dam, Utrecht en Maastricht en staat onder leiding van prof. mr. Luc Verhey (UM), prof. mr. Deirdre Curtin (UU) en prof. mr. Jit Peters (UvA).

De centrale probleemstelling van het project is op welke wijze de politieke con- trole als constitutioneel concept binnen de Europese Unie verder gestalte moet krijgen. Daarbij gaat het vooral om de totstandkoming en verdere ontwikkeling van constitutionele controle- en verantwoordingsmechanismen in de relaties tussen de EU-instellingen en -organen alsmede tussen de Unie en de lidstaten. In het bijzonder is het de bedoeling om, waar mogelijk, door middel van rechtsvergelijkend onderzoek inspiratie te putten uit ervaringen die gedurende vele decennia met concepten als politieke controle en ministeriele verantwoor- delijkheid in een aantal lidstaten zijn opgedaan. De aldus geformuleerde pro- bleemstelling wordt uitgewerkt voor drie deelthema's: de rol van nationale par- lementen, politieke verantwoordelijkheid en politiek-ambtelijke verhoudingen.

In de onderzoeken die onder leiding van Verhey en Peters plaatsvinden zijn in 2005 op grond van ‘position papers’ auteurs uit een groot aantal EU-lidstaten gevraagd om een bijdrage te leveren voor een tweetal rechtsvergelijkende on- derzoeken. Op grond van papers van de experts uit de lidstaten hebben op 9 en 10 februari 2006 in Maastricht in aanwezigheid van die experts en enkele des- kundigen van buiten een tweetal workshops plaatsgevonden. In de loop van 2006 en 2007 is verder gewerkt aan de voltooiing van de uit de workshops voortvloeiende bundels. In juni 2007 verscheen de eerste bundel onder leiding van Peters (UvA) (Olaf Tans, Carla Zoethout, Jit Peters (eds.), National Parli- aments and European Democracy. A bottom-up Approach to European Consti- tutionalism, Europa Law Publishing, Groningen 2007). In februari 2008 zal de tweede bundel verschijnen onder leiding van Verhey (UM) (Luc Verhey, Hans- ko Broeksteeg, Ilse van den Driessche (eds.), Political Accountability in Euro- pe: Which Way Forward?, Europa Law Publishing, Groningen 2008).

385 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

III. Gezamenlijke publicaties en congressen

Eind 2005 verscheen de bundel Judicial Lawmaking and Administrative Law onder redactie van prof. mr. F. Stroink en mw. mr. E van der Linden(UM). Het gaat om een aantal grotendeels rechtsvergelijkende of Europeesrechtelijke bij- drages van met name Amsterdamse, Utrechtse en Maastrichtse auteurs. De bundel vloeit voort uit een tijdens het Ius Commune-congres in 2002 in Am- sterdam georganiseerde workshop.

In april 2006 werd onder redactie van mr. Ph. Kiiver de bundel gepubliceerd National and Regional Parliaments in the European Constitutional Order. Het betreft een aantal bijdrages van Amsterdamse, Utrechtse, Maastrichtse en Schotse auteurs over de rol van de nationale parlementen en regionale parle- menten in de Europese besluitvorming. De bundel was een voortvloeisel van een workshop die Kiiver in samenwerking met de Universiteit Edinburgh op 2 december 2005 tijdens het Ius Commune-congres in Edinburgh had georgani- seerd.

In juni 2006 verscheen ter gelegenheid van het afscheid van prof. mr. F. Stroink de bundel ‘Het bestuursrecht beschermd’. Het is een bundel die deels rechts- vergelijkend en Europeesrechtelijke bijdrages bevat van diverse Maastrichtse, Utrechtse en andere bestuursrechtelijke auteurs over de rechtsbescherming te- gen de overheid. Op 16 juni 2006 is mede naar aanleiding van deze bundel een symposium georganiseerd aan de Universiteit Maastricht.

In september 2006 verscheen bij de Staatsuitgeverij in Den Haag het boekje De parlementaire enquete in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Het betreft het resultaat van een rechtsvergelijkend onderzoek dat in opdracht van de Nederlandse Tweede Kamer is uitgevoerd door onder meer Kummeling (UU) en Verhey (UM).

Op 15 december 2006 werd de jaarlijkse staatsconferentie georganiseerd door de Universiteit Maastricht met als thema ‘Het parlement’. Ter voorbereiding hiervan is een zestal preadviezen geschreven van hoofdzakelijk Maastrichtse, Amsterdamse en Utrechtse auteurs. Alle preadviezen bevatten rechtsvergelij- kende beschouwingen over diverse aspecten van het functioneren van het par- lement. Daarnaast is in ruime mate aandacht besteed aan de rol van nationale parlementen in de Europese besluitvorming. In 2007 zijn de preadviezen en de reacties van de diverse referenten gepubliceerd in een bundel in de speciale daartoe bestemde reeks van de Staatsrechtkring (J.Th. J. van den Berg, J.L.W. Broeksteeg, L.F.M. Verhey (red.), Het Parlement, Staatsrechtconferentie 2006, Universiteit Maastricht, Publikaties van de Staatsrechtkring, Staatsrechtconfe- renties, Wolf Legal Publishers, Nijmegen 2007).

Tijdens het Ius Commune-congres in Utrecht eind 2006 zijn twee workshops georganiseerd op publiekrechtelijk terrein. De eerste betrof een workshop over

386 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking het vraagstuk van de ‘institutional balance’ op nationaal, Europees en internati- onaal niveau. De tweede workshop had betrekking op de rol van burgerfora en conventies als nieuw fenomeen in de publieke besluitvorming. Tijdens het Ius Communecongres eind 2007 in Luik is een workshop georganiseerd over par- lementair onderzoek in België, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en de Eu- ropese Unie. Nader bezien wordt in hoeverre deze activiteiten kunnen leiden tot gezamenlijke publicaties.

In februari 2007 heeft in Maastricht onder leiding van Verhey (UM), Bovens (UU) en Lord (Universiteit Reading) een internationale, door het Europese netwerk CONNEX gefinancierde workshop plaatsgevonden over ‘Public ac- countability’. Tijdens deze bijeenkomst is door een beperkt aantal juristen en politieke wetenschappers uit diverse landen lopend onderzoek gepresenteerd en bediscussieerd. De centrale vraag was in hoeverre traditionele vormen van poli- tieke verantwoordelijkheid worden beïnvloed door het Europese integratiepro- ces en welke rol politieke verantwoordelijkheid dan wel nieuwe verantwoor- dingsmechanismen zouden moeten spelen in de nationale en Europese context.

Verder kan nog melding worden gemaakt van een twee publiekrechtelijke rechtsvergelijkende projecten die gedurende de verslagperiode door Utrechtse onderzoekers zijn getrokken. Dat is in de eerste plaats het project International case management onder leiding van dr. Philip Langbroek (en dr. Marco Fabri, CNR-Bologna). In het kader van dit project vonden internationale expertmee- tings plaats op 19 februari 2005 (Utrecht) en 26 juni 2005 (Bologna). Het pro- ject heeft in 2007 geleid tot de publicatie The Right Judge for the Right Case (Intersentia). Daarnaast gaat het om het – door de Commissie gefinancierde – project Rights of Defence, onder leiding van onder meer dr. Philip Langbroek. In dit project wordt de doorwerking van het Europese beginsel van de ‘rights of defence’ bestudeerd in zes lidstaten van de EU en Zwitserland. In het kader hiervan hebben expertmeetings plaatsgevonden op 11 maart 2005 en 9 juni 2006 (Utrecht). Het project is begin 2007 afgerond met de publicatie Defence Rights during Administrative Investigations (Intersentia).

H. VOORTZETTING

Zoals in de inleiding is uiteengezet is besloten tot een herschikking van de deelprogramma's binnen Ius Commune en publiekrecht. Het meer op het consti- tutionele recht gerichte gedeelte van het deelprogramma Publiekrechtelijke rechtsvergelijking zal worden ondergebracht bij een nieuw deelprogramma Constitutioneel recht. Hieronder zal ook het Europese constitutionele recht val- len, thans vallend onder het deelprogramma Constitutionele processen in Euro- pa. Het bestuursrechtelijke deel van het deelprogramma Publiekrechtelijke rechtsvergelijking zal worden ondergebracht onder het nieuwe deelprogramma Rechtsbescherming en rechtshandhaving.

387 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

In Maastricht zal in 2008 de nevenvestiging van het Montesquieu-instituut van start gaan. Dit instituut zal zich richten op historisch en vergelijkend onderzoek naar parlementen. Het nieuwe instituut biedt aanzienlijke kansen om het Maas- trichtse constitutioneelrechtelijke onderzoek naar aspecten van parlementaire stelsels verder uit te breiden. De beoogde onderzoeksbenadering van het Mon- tesquieu-instituut sluit zeer goed aan bij de algemene filosofie van Ius Commu- ne. Het vanuit Maastricht te entameren onderzoek binnen het instituut zal dan ook binnen het deelprogramma Constitutioneel recht worden ingebracht en daar waar mogelijk in samenspraak met de Ius Communepartners worden uitge- voerd. In de bijlagen zit een activiteitenplan waarin nieuwe onderzoeksprojec- ten en congressen en workshops op het aangegeven werkveld worden gepresen- teerd.

Voor het overige zal de uitvoering van het programma wat betreft thematiek en werkwijze grotendeels volgens dezelfde lijnen worden voortgezet. De aandacht zal onder meer gericht zijn op afronding van het SARO-programma Political control in a European and Comparative Perspective. Afronding is voorzien in het eerste kwartaal van 2008. Het slotcongres vindt plaats op 13 en 14 maart 2008 in Maastricht. Verder zal ook het in het kader van het EU Zesde Kader- programma gefinancierde programma The Changing Landscape of Liberty and Security in Europe (CHALLENGE) worden afgerond. Voorts zal worden ge- werkt aan ontwikkeling van gezamenlijke publicaties en de afronding van een aantal promotieprojecten.

I. KERNPUBLICATIES

Tans, O., Zoethout, C. & Peters, J. (2007). (Eds.), National Parliaments and European Democracy. A bottom-up Approach to European Constitutionalism, Groningen: Europa Law Publishing (xii + 253 p.)

Verhey, Broeksteeg, H. & Driessche, I. van den (2008). (Eds.), Political Accountability in Europe: Which Way Forward?, Groningen: Europa Law Publishing, 2008 (forthcoming).

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Widdershoven, R.J.G.M. & Dingemans, R.P.B.A. (2005). De Schutznormleer in communautair perspectief: het Duitse debat. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 46, 327-337.

Kiiver, P. (Ed.). (2006). National and Regional Parliaments in the European Constitutional Order. Groningen: Europa Law Publishing. (x + 132 p.)

388 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Besselink, L.F.M. (2007). Shifts in Governance: National Parliaments and Their Governments’ Involvement in European Union Decision-Making. In G. Barrett (Ed.), National Parliaments and the European Union: The Constitu- tional Challenge for the Oireachtas and other Member State Legislatures (p. 29-46). Dublin: Clarus Press.

Claes, M.L.H.K. (2007). The European Constitution and the role of national constitutional courts. In A. Albi & J. Ziller (Eds.), The European Constitution and national Constitutions: Ratification and beyond (European monographs, 54) (p. 235-247). The Hague/London/New York: Kluwer Law International.

K. DISSERTATIES

Visser, J.W. de (9 maart 2005). Developmental Local Government: A case study of South Africa. UU (XIX + 313 p.) (Antwerp: Intersentia). Prom./co- prom.: Prof. H.R.B.M. Kummeling & Prof. N. Steytler.

Kiiver, P. (10 november 2005). The National Parliaments in the European Union- A critical View on EU Constitution-Building. Universiteit Maastricht (xvi + 207 p.) (Maastricht: eigen uitgave). Prom./coprom.: Prof. L.F.M. Verhey & Prof. A.W. Heringa.

Willemsen, P.A. (16 november 2005). De grenzen van de rechtsstrijd in het bestuursrechtelijk beroep en hoger beroep in rechtsvergelijkend perspectief Universiteit Utrecht ( 385 p.) Deventer: Kluwer: Prom./coprom.: Prof. J.B.J.M. ten Berge & Prof. R.J.G.M. Widdershoven.

Driessche, I. Van den (15 december 2005). Politieke ministeriële verantwoor- delijkheid, Het Nederlandse begrip in rechtsvergelijkend perspectief, Disserta- tiereeks Vakgroep Staatsrecht Groningen. Rijksuniversiteit Groningen (296 p.) (Deventer: Kluwer). Prom.: Prof. D.J. Elzinga.

Jagt, J.A.E. van der (27 oktober 2006). Milieuconvenanten gehandhaafd. Een juridisch onderzoek naar de handhaafbaarheid en handhaving van Nederland- se milieuconvenantenen in het bijzonder van klimaatconvenanten in het licht van de democratische rechtsstaat. Universiteit Utrecht (670 p.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers). Prom./coprom.: Prof. R.J.G.M. Widdershoven & Dr. G.H. Addink.

Gijzen, M.H.S. (13 december 2006). Selected Issues in Equal Treatment Law – A Multi-Layered Comparison of European, English and Dutch Law. Universi- teit Maastricht (551 p.) (Antwerp: Intersentia). Prom./coprom.: Prof. A.W. Heringa & Prof. L.B. Waddington.

Ng, G.Y. (14 maart 2007). Quality of Judicial Organisation and Checks and Balances. Universiteit Utrecht (428 p.) (Antwerp: Intersentia). Prom./coprom.: Prof. J.B.J.M. ten Berge & Dr. P.M. Langbroek. 389 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Addink, G.H. (2005). Principles of Good Governance: Lessons from Adminis- trative Law, in: Good Governance and the European Union, Reflections on Concepts, Institutions and Substance. In D.M. Curtin & R.A. Wessel (Eds.), Good governance and the European Union: Reflections on Concepts, Institu- tions and Substance (Ius Commune Europaeum, 49) (p. 21-48). Antwerp: Intersentia.

Addink, G.H. (2005). The Ombudsman as the fourth power. On the foundations of Ombudsmanlaw from a comparative perspective. In E.C.H.J. van der Linden & F.A.M. Stroink (Eds.), Judicial Lawmaking and Administrative Law (Ius Commune Europaeum, 52) (p. 269-302). Antwerp: Intersentia.

Addink, G.H. (2005). Algemene beginselen van goed bestuur en de toepassing door de Algemene Rekenkamer. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 6, 169-183.

Addink, G.H. & Berge, J.B.J.M. ten (2006). Study on Innovation of Legal Means for Eliminating Corruption in the Public Service in the Netherlands. In J.H.M. van Erp & L.P.W. van Vliet (Eds.), Netherlands reports to the seven- teenth international congress of comparative law (p. 379-419). Antwerp: Intersentia.

Addink, G.H. (2007). Transparent Administration and Public Participation as Principles of Good Governance from a comparative perspective. In Liber amicorum Prof. Dr. S. Sundari (p. 1-33). Surabaya: Airlangga University.

Addink, G.H. & Berge, J.B.J.M. ten (2007). Over algemene beginselen van goed bestuur en het transparantiebeginsel. In Th.G. Drupsteen, H.J.M. Havekes & H.F.M.W. van Rijswick (Eds.), Weids Water, Opstellen over waterrecht (Van Hall-bundel) (p. 255-282). Den Haag: Sdu.

Addink, G.H. (2007). Wet bibob: een wankel evenwicht tussen preventieve handhaving en recht? Jurisprudentie Bestuursrecht Plus, 1, 56-72.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Toetsingsintensiteit bij bestuursrechtelijke sancties. In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum Prof.Mr. F.A.M. Stroink (p. 141-152). Den Haag: Sdu.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). De bestuurlijke boete en het bestuursprocesrecht. De verschraling van een goede strafvordering. Delikt en Delinkwent, 2, 17-38.

390 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Albers, C.L.G.F.H. (2006). De bestuurlijke boete onder het juk van het bestuursprocesrecht. Jurisprudentie Bestuursrecht Plus, 143-161.

Albers, C.L.G.F.H. & Schlössels, R.J.N. (2006). Terrorismebestrijding: Het bestuursrecht aan zet, de rechtsstaat in gevaar? Nederlands Juristenblad, 1960, 2522-2530.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). De Awb en het bestuursstrafrecht: De eenheid heeft haar grenzen. Over geforceerde rechtseenheid en wildgroei van boetestelsels. In R.J.N. Schlössels, A.G.A. Nijmeijer, A.J. Bok & L.J.M. Timmermans (Eds.), In eenheid (p. 383-405). Den Haag: Sdu.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Toezichthoudersaansprakelijkheid. Een blik vanuit het bestuursrecht op Vie d'Or. Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, 3, 94- 105.

Berg, J.Th.J. van den, Broeksteeg, J.L.W. & Verhey, L.F.M. (Eds.). (2007). Het Parlement. Staatsrechtconferentie 2006 (Publikaties van de Staatsrechtkring). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. (220 p.)

Berge, J.B.J.M. ten & Langbroek, P.M. (2005). The surplus value of the ombudsman. In H. Gammeltoft-Hansen & J. Olsen (Eds.), The Danish Ombudsman 2005 (p. 103-140). Kopenhagen: Folketingets Ombudsmand.

Berge, J.B.J.M. ten & Langbroek, P.M. (2005). Towards integrated Lawmaking by administrative courts and public authorities. On instruments and possibilities for constructive interaction between the administration and administrative courts in relation to administrative decisionmaking, administrative objection and appeal. In E.C.H.J. van der Linden & F.A.M. Stroink (Eds.), Judicial Lawmaking and Administrative Law (Ius Commune Europaeum, 52) (p. 255- 266). Antwerp: Intersentia.

Berge, J.B.J.M. ten (2006). Integriteit van en gedragsregels voor de rechterlijke macht. In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum Prof.Mr. F.A.M. Stroink (p. 45-55). Den Haag: Sdu.

Berge, J.B.J.M. ten (2006). Verankering van het integriteitsbeginsel in het bestuursrecht. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 211-218.

Berge, J.B.J.M. ten (2007). Burgerplichten jegens de overheid, tussen normaal en abnormaal (Afscheidsrede Universiteit Utrecht, 6 december 2006). Alphen aan den Rijn: Kluwer. (40 p.)

Berge, J.B.J.M. ten (2007). Burgerplichten en klachtrecht. Tijdschrift voor Klachtrecht, 1-3.

391 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Berge, J.B.J.M. ten (2007). Toward an equilibrity between civic rights and civic duties in relation with government. Utrecht Law Review, 219-226.

Besselink, L.F.M. (2005). De Europese Unie en de Koninkrijksrelaties. In L.J.J. Rogier & H.G. Hoogers (Eds.), 50 jaar Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (p. 109-122). Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties.

Besselink, L.F.M. (2005). Ongrondwettige grondwetswijzigingen. In W. Hins, A. Nieuwenhuis & H. Reestman (Eds.), Met recht en reede: Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 9-18). Deventer: Kluwer.

Besselink, L.F.M. (2005). Van constitutionele beslissingsmacht tot vermeende zeggenschap: parlementaire betrokkenheid bij de deelname van de Nederlandse Krijgsmacht aan internationale militaire operaties. In M. Van Damme (Ed.), De Grondwet en het inzetten van de strijdkrachten (p. 137-173). Antwerpen: Maklu.

Besselink, L.F.M. (2005). Inburgering, gelijke behandeling en verblijfrecht van vreemdelingen in Nederland. Voorstudie voor de Adviescommissie Vreemdelin- genzaken. Voorstudies ACVZ (Ext. rep. 7). Den Haag: Ministerie van Justitie.

Besselink, L.F.M. (2005). De invloed van Europeanisering op de constitutio- nele verhoudingen in Nederland. Beleid en Maatschappij, 32(1), 45-55.

Besselink, L.F.M. (2006). Constitutional Referenda in the Netherlands: a Debate in the Margin. In J.H.M. van Erp & L.P.W. van Vliet (Eds.), Nether- lands reports to the seventeenth International Congress of Comparative Law (p. 349-378). Antwerp: Intersentia.

Besselink, L.F.M. (2006). National Parliaments in the EU's Composite Constitution: a Plea for a Shift in Paradigm. In Ph. Kiiver (Ed.), National and Regional Parliaments in the European Constitutional Order (p. 117-131). Groningen: Europa Law Publishing.

Besselink, L.F.M. (2006). The Dutch Constitution, the European Constitution and the Referendum in the Netherlands. In A. Albi & J. Ziller (Eds.), The European Constitution and the National Constitutions: the Ratification and Beyond (European monographs, 54) (p. 113-123). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International.

Besselink, L.F.M. (2006). Unequal Citizenship: Integration Measures and Equality. In S. Carrera (Ed.), The Nexus between Immigration, Integration and Citizenship in the EU (CEPS Challenge Papers) (p. 14-19). Brussels: Centre for European Policy Studies.

392 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Besselink, L.F.M. (2006). De Binnengrenzen van het Koninkrijk, of: Het voor- ontwerp ‘Verbanning en Inburgering’. Tijdschrift voor Antilliaans Recht-Jus- ticia, 3, 70-84.

Besselink, L.F.M. (2006). Double Dutch: the Referendum on the European Constitution. European Public Law, 12(3), 345-352.

Besselink, L.F.M. (2006). De Binnengrenzen van het Koninkrijk, of: Het voorontwerp ‘Verbanning en Inburgering’. Challenge – Liberty and Security in Europe. [Online]. Available from: [29-05-2006].

Besselink, L.F.M. (2006). Expulsion and Integration: Erecting Internal Borders within the Kingdom of the Netherlands. Challenge – Liberty and Security in Europe. [Online]. Available from: [12-09-2006].

Besselink, L.F.M. (2007). Geschillenbeslechting in de Koninkrijksverhouding- en – een constitutioneel tekort. In H.R.B.M. Kummeling & J.M. Saleh (Eds.), Nieuwe verhoudingen binnen het Koninkrijk (Cahierreeks) (p. 117-132). Utrecht: Disciplinegroep Staats- en Bestuursrecht van de Universiteit van Utrecht.

Besselink, L.F.M. (2007). Hoofdstuk 3: Internationaal Recht en Nationaal Recht. In N. Horbach, R. Lefeber & O. Ribbelink (Eds.), Handboek Internatio- naal Recht (p. 47-80). Den Haag: T.M.C. Asser Press.

Besselink, L.F.M. (2007). Ius Publicum Europaeum: § 6 Grundstrukturen staat- lichen Verfassungsrechts: Niederlande. In A. von Bogdandy, P. Cruz Villalón & P.M. Huber (Eds.), Handbuch Ius Publicum Europaeum, Band I: Nationales Verfassungsrecht (p. 327-388). Heidelberg: C.F. Müller.

Besselink, L.F.M. (2007). Parlement en buitenlandse politiek – Een drieluik over constititutionele relaties tot de buitenwereld. In Publikaties van de Staats- rechtkring (Staatsrechtconferenties, 10) (p. 177-204). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Besselink, L.F.M. (2007). Nederlands post-koloniaal kiesrecht: het Europees Parlement en de Tweede Kamer. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 13(4), 64-71.

Blomberg, A.B., Gier, A.A.J., Rijswick, H.F.M.W. van & Widdershoven, R.J.G.M. (Eds.). (2007). Van Utrecht via Brussel naar Maastricht. Opstellen over de betekenis van het Europese recht voor het omgevingsrecht en het algemeen bestuursrecht. Deventer: Kluwer. (255 p.)

393 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Broeksteeg, J.L.W., Hardy, E.M.J., Klosse, S., Peeters, M.G.W.M. & Verhey, L.F.M. (2005). Zicht op wetgevingskwaliteit. Een onderzoek naar de wetge- vingsadvisering van de Raad van State (WODC-reeks Onderzoek en beleid, 233). Den Haag/Meppel: Boom Juridische uitgevers. (560 p.)

Broeksteeg, J.L.W. & Verhey, L.F.M. (Eds.). (2005). Een versterking van de minister-president? (Publikaties van de Staatsrechtkring, 23). Deventer: Kluwer. (72 p.)

Broeksteeg, J.L.W. (2005). De Nederlandse regering als Europees onderhande- laar. In H.M.Th.D. ten Napel & W.J.M. Voermans (Eds.), De betekenis van de Europese Grondwet voor de Nederlandse staatsinstellingen (p. 55-67). Deventer: Kluwer.

Broeksteeg, J.L.W. & Verhey, L.F.M. (2005). Een versterking van de minister- president? In J.L.W. Broeksteeg & L.F.M. Verhey (Eds.), Een versterking van de minister-president? (Publikaties van de Staatsrechtkring, 23) (p. 61-70). Deventer: Kluwer.

Broeksteeg, J.L.W., Berg, J.Th.J. van den & Verhey, L.F.M. (Eds.). (2006). Ministeriële verantwoordelijkheid opnieuw gewogen (Publikaties van de Staats- rechtkring, 25). Alphen aan den Rijn: Kluwer. (116 p.)

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Ministeriële verantwoordelijkheid voor zelfstandige bestuursorganen. In J.L.W. Broeksteeg, J.Th.J. van den Berg & L.F.M. Verhey (Eds.), Ministeriële verantwoordelijkheid opnieuw gewogen (Publikaties van de Staatsrechtkring, 25) (p. 87-96). Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Broeksteeg, J.L.W. & Knippenberg, E.T.C. (2006). The Role of the Senate in the Legislative Process. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 13(2), 219-237.

Broeksteeg, J.L.W. (Ed.). (2007). De direct gekozen burgemeester in Duitsland, De staatsrechtelijke verhouding tussen burgemeester, raad en wethouders in zeven Duitse deelstaten. Den Haag: Sdu. (184 p.)

Broeksteeg, J.L.W. (2007). De Duitse benadering: Gemeentelijke samenwer- kingsverbanden in Kreise. In R. Fraanje, D. Gudde, H.M. ten Napel & J. Prij (Eds.), Christen Democratische Verkenningen Lente 2007 (p. 120-129). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). De Eerste Kamer als politiek orgaan. In J.Th.J. van den Berg, J.L.W. Broeksteeg & L.F.M. Verhey (Eds.), Het parlement (p. 171- 175). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

394 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Claes, M.L.H.K. (2005). Constitucionalizando Europa desde su fuente. Las ‘cláusulas europeas’ en las Constituciones nacionales: evolución y tipología. In M. Cartabia, B. de Witte & P. Pérez Tremps (Eds.), Constitución Europea y Constituciones Nacionales (p. 123-190). Valencia: Tirant Lo Blanch.

Claes, M.L.H.K. (2005). De betekenis van de Europese Grondwet voor de Nederlandse rechter. In ten H.-M.T.D. Napel et al. (Eds.), De betekenis van de Europese Grondwet voor de Nederlandse staatsinstellingen (Publicaties van de Staatsrechtkring, 24) (p. 69-92). Deventer: Kluwer.

Claes, M.L.H.K. (2005). Passing the Hot Potato? Judicial Protection in the Area of Freedom, Security and Justice and the Role of European and National Courts. In H. Schneider (Ed.), Migration, Integration, Citizenship. A Challenge for Europe's Future (p. 229-254). Maastricht: Maastricht University Press.

Claes, M.L.H.K. (2005). Constitutionalising Europe at its Source. Europe Provisions in National Constitutions, Evolution and Typology. Yearbook of European Law 2003, 81-125.

Claes, M.L.H.K. (2005). Le ‘clausole europee’ nelle costituzioni nazionali. Quaderni Costituzionali, 229-254.

Claes, M.L.H.K. (2006). Comparative Constitutional Law. In J.M. Smits (Ed.), Encyclopedia of Comparative Law (p. 187-199). Cheltenham: Edward Elgar.

Claes, M.L.H.K. (2007). The Europeanisation of national constitutions in the constitutionalisation of Europe. Some observations against the background of the constitutional experience of the EU-15. Croatian Yearbook of European Law and Policy, 1-38.

Dragstra, L. (2005). Publicatieverboden getoetst aan artikel 7 lid 1 Grondwet. In A.J. Nieuwenhuis, A.W. Hins & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 28-36). Deventer: Kluwer.

Driessche, I. Van den (2006). Ministeriele verantwoordelijkheid voor de Koning, het Koninklijk Huis en de Koninklijke Familie. In J.L.W. Broeksteeg, J.Th.J. van den Berg & L.F.M. Verhey (Eds.), Ministeriële verantwoordelijk- heid opnieuw gewogen (Publicaties van de staatsrechtkring, 25) (p. 71-80). Alphen aan de Rijn: Kluwer.

Duijkersloot, A.P.W. (2005). De beboetbare staat. In Ch.W. Backes, P.J.J. van Buuren, G.T.J.M. Jurgens & R.J.G.M. Widdershoven (Eds.), Lex Dura Sed Lex (p. 33-46). Deventer: Kluwer.

395 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Duijkersloot, A.P.W. (2005). Do courts engage in lawmaking in relation to supervision of the insurance industry? Reflections on supervision in the Netherlands and Germany. In E.C.H.J. van der Linden & F.A.M. Stroink (Eds.), Judicial Lawmaking and Administrative Law (Ius Commune Euro- paeum, 52) (p. 225-234). Antwerp: Intersentia.

Duijkersloot, A.P.W. (2006). Access to documents in a multilevel setting. In A. van Hoek, A.M. Hol, O.J.D.L.M. Jansen, P. Rijpkema & R.J.G.M. Widdershoven (Eds.), Governance in Enforcement and Adjudication (p. 129- 157). Antwerp: Intersentia.

Duijkersloot, A.P.W. (2007). Toezicht op gereguleerde markten. Nijmegen: Ars Aequi Libri. (117 p.)

Duijkersloot, A.P.W. & Widdershoven, R.J.G.M. (2007). De Dienstenrichtlijn en het algemeen bestuursrecht. Regelmaat, 5, 190-204.

Duijkersloot, A.P.W. (2007). Openbaarheid van documenten onder de Wob en de Eurowob: een LAT-relatie. Jurisprudentie Bestuursrecht Plus, 9(2), 24-37.

Gerards, J.H., Heringa, A.W. & Janssen, H.L. (2005). Genetic Discrimination and Genetic Privacy in a Comparative Perspective. Antwerp: Intersentia. (241 p.)

Geurink, E. (2006). Ministeriële verantwoordelijkheid voor ambtenaren. In J.L.W. Broeksteeg, J.Th.J. van den Berg & L.F.M. Verhey (Eds.), Ministeriële verantwoordelijkheid opnieuw gewogen (p. 41-52). Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Heldeweg, M.A. (2005). Good Environmental Governance in the EU: Lessons from work in progress? In D. Curtin & R.A. Wessel (Eds.), Good Governance and the European Union: Concepts, Implications and Applications (Ius Com- mune Europaeum, 49) (p. 175-214). Antwerp: Intersentia.

Heldeweg, M.A. (2005). Towards Good Environmental Governance in Europe. European Environmental Law Review, 1, 2-24.

Heldeweg, M.A. (Ed.). (2006). Rechtsvorming en governance (Publikaties van de Staatsrechtkring. Staatsrechtconferenties, 10). Alphen aan den Rijn: Kluwer. (XII + 189 p.)

Heldeweg, M.A. (2006). Een evenwichtig debat. In T. Barkhysen, W. den Ouden & Y.E. Schuurmans (Eds.), Het model Tak: Verhoogde rechtsbescher- ming in het bestuursrecht (p. 83-95). Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Heldeweg, M.A. (2006). Bestuursrecht en beleid. Groningen: Wolters Noordhoff. (416 p.)

396 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Heldeweg, M.A. (2006). Geregeld toezicht. Juridische modaliteiten voor de regeling van het toezicht; i.h.b. toegepast op de nieuwe consumentenautoriteit. In M.A. Heldeweg (Ed.), Rechtsvorming en Governance (Publikaties van de Staatsrechtkring. Staatsrechtconferenties, 10) (p. 161-186). Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Heldeweg, M.A. (2006). Een koekoeksjong in het consumentenrecht? Bestuurs- rechtelijke aspecten van de nieuwe consumentenautoriteit. Tijdschrift voor Consumentenrecht & Handelspraktijken, 5, 147-162.

Heldeweg, M.A. (2006). Supervisory governance, the case of the Dutch Consumer Authority. Utrecht Law Review, 2(1), 67-90.

Heringa, A.W. (2005). International and national legal instruments. In J.H. Gerards, A.W. Heringa & H.L. Janssen (Eds.), Genetic Discrimination and Genetic Privacy in a Comparative Perspective (p. 27-46). Antwerp: Intersentia.

Heringa, A.W. (2005). Judicial Lawmaking (un)limited. In F. Stroink & E. van der Linden (Eds.), Lawmaking and administrative law (p. 99-119). Antwerp: Intersentia.

Heringa, A.W., Jansen, A.M.L., Linden, E.C.H.J. van der & Verhey, L.F.M. (Eds.). (2006). Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum prof.mr. F.A.M. Stroink. Den Haag: Sdu. (302 p.)

Heringa, A.W. (2006). De ‘duas’ in het staatsrecht. Een verlate bespreking van Stroinks Maastrichtse oratie. In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum prof.mr. F.A.M. Stroink (p. 7-16). Den Haag: Sdu.

Heringa, A.W. (2006). Human Rights and general principles and their import- ance as a legislative technique. Do they matter in legislation? An analysis with specific reference to environmental protection. In M. Faure & N. Niessen (Eds.), Environmental Law in Development. Lessons from the Indonesian Experience (p. 9-23). Cheltemham: Edward Elgar.

Heringa, A.W. & Kiiver, P. (2007). Constitutions Compared – An Introduction to Comparative Constitutional Law (Ius Commune Europaeum, 65). Antwerp: Intersentia. (x + 171 p.)

Hins, A.W., Nieuwenhuis, A.J. & Reestman, J.H. (Eds.). (2005). Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede. Deventer: Kluwer. (172 p.)

Hins, A.W. (2005). Achterkamertjespolitiek bij uitstek. Informatie over de kabinets(in)formatie. In A.J. Nieuwenhuis, A.W. Hins & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 59-68). Deventer: Kluwer. 397 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hins, A.W. (2005). Constitutionele toetsing, proportionaliteit en Verhältnis- mäßigkeit. In A.J. Nieuwenhuis, B.J. Schueler & C.M. Zoethout (Eds.), Proportionaliteit in het publiekrecht (p. 61-78). Deventer: Kluwer.

Hins, A.W., Meij, J.M. de et al. (2006). Toegang tot rechterlijke uitspraken?, rapport van de VMC-studiecommissie Openbaarheid van rechtspraak. Mediaforum, 4, 1-20.

Hoetjes, B.J.S. (2005). Baarle bijzonder – een scenario-onderzoek naar toe- komstmogelijkheden en oplossingen voor de algemeen-bestuurlijke problema- tiek van de gemeenten Baarle-Hertog (B) en Baarle-Nassau (NL). Maastricht: METRO-CELS. (96 p.)

Hoetjes, B.J.S. (2005). De grens op de bestuurlijke agenda – knelpunten en wensen van Nederlandse decentrale overheden in het grensoverschreidend verkeer met Noordrijn-Westfalen. Maastricht: METRO-CELS. (61 p.)

Hoetjes, B.J.S. & Meule, I. van der (Eds.). (2006). Wereldstedelingen – bijdragen over burgerschap uit de lectoraten van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk. Den Haag: Karakter. (256 p.)

Hoetjes, B.J.S. (2006). Burgerschap in de 21e eeuw – meervoudig en moei- zaam. In B.J.S. Hoetjes & I. van der Meule (Eds.), Wereldstedelingen – bijdragen over burgerschap uit de lectoraten van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk (p. 14-28). Den Haag: Karakter.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Inleiding: de stad en de wereld van de burgers. In B.J.S. Hoetjes & I. van der Meule (Eds.), Wereldstedelingen – bijdragen over bur- gerschap uit de lectoraten van de Haagse Hogeschool/THRijswijk (p. 9-15). Den Haag: Karakter.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Tot elkaar veroordeeld: grensvervlechting en gemeente- bestuur in Baarle. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrijdend recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. 175-191). Antwerpen: Intersentia.

Hoetjes, B.J.S., Krijtenburg, M. & Nigten, C. (2007). Ideals and values in European integration – sources of inspiration, issues for discussion. The Hague: The Hague University of professional education. (144 p.)

Hoetjes, B.J.S. & Krijtenburg, M. (2007). An inspiring conference about European ideals and values. In B.J.S. Hoetjes, M. Krijtenburg & C. Nigten (Eds.), Ideals and values in European integration – sources of inspiration, issues for discussion (p. 14-18). The Hague: The Hague University of profes- sional education.

398 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Hoetjes, B.J.S. (2007). Catholics, catholicism and Europe. In B.J.S. Hoetjes, M. Krijtenburg & C. Nigten (Eds.), Ideals and values in European integration – sources of inspiration, issues for discussion (p. 60-62). The Hague: The Hague University of professional education.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Een beter openbaar bestuur. In P.G. Kroeger & J. Zondag (Eds.), Kennis loont 2007-2011 (p. 44-50). Amsterdam: Dutch University Press.

Hoetjes, B.J.S. (2007). From far and wide. Gandhi and Europe. In B.J.S. Hoetjes, M. Krijtenburg & C. Nigten (Eds.), Ideals and values in European integration – sources of inspiration, issues for discussion (p. 108-110). The Hague: The Hague University of professional education.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Goodbye to Eurocentrism. Views on European integra- tion from other continents, especially North America. In B.J.S. Hoetjes, M. Krijtenburg & C. Nigten (Eds.), Ideals and values in European integration – sources of inspiration, issues for discussion (p. 122-126). The Hague: The Hague University of professional education.

Hoetjes, B.J.S., Krijtenburg, M. & Nigten, C. (2007). Introduction. In B.J.S. Hoetjes, M. Krijtenburg & C. Nigten (Eds.), Ideals and values in European integration – sources of inspiration, issues for discussion (p. 9-13). The Hague: The Hague University of professional education.

Hoetjes, B.J.S. (2007). The European ideal. Schuman A.D. 2006? In B.J.S. Hoetjes, M. Krijtenburg & C. Nigten (Eds.), Ideals and values in European integration – sources of inspiration, issues for discussion (p. 28-30). The Hague: The Hague University of professional education.

Jansen, A.M.L. (2005). Towards an Adjustment of the Trias Politica: the Administrative Courts as (Procedural) Lawmaker; a Study of the Influence of the European Human Rights Convention and the Case Law by the European Court of Human Rights on the Trias Politica, in particular the Position of Dutch Administrative Courts in relation to the Administration. In F. Stroink & E. van der Linden (Eds.), Judicial Lawmaking and Administrative Law (p. 37-55). Antwerp: Intersentia.

Jansen, A.M.L. (2005). Een ‘never ending story’? Opmerkingen over het onderscheid tussen privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtshandelingen. Jurisprudentie Bestuursrecht Plus, 115-131.

Jansen, A.M.L. (2006). Op goede gronden. De motivering van uitspraken door de bestuursrechter. In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum prof. mr. F.A.M. Stroink (p. 171-183). Den Haag: Sdu.

399 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Jansen, A.M.L. & Wenders, D.W.M. (2006). Unificerende werking van het EVRM via de redelijke termijn. NJCM-bulletin, 1091-1127.

Jurgens, G.T.J.M., Widdershoven, R.J.G.M., Backes, C.W. & Buuren, P.J.J. (Eds.). (2005). Lex Dura Sed Lex. Deventer: Kluwer. ( VII + 217 p.)

Jurgens, G.T.J.M. et al. (2006). Over woorden en daden. De Rotterdamse regels en praktijk inzake vergunningen voor de openbare orde en veiligheid. Utrecht: Universiteit Utrecht. (254 p.)

Jurgens, G.T.J.M. & Bröring, H.E. (2006). De bestuurlijke boete is zo gek nog niet! Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 10, 340-348.

Jurgens, G.T.J.M. (2007). Harmoniseren of integreren? De strafbeschikking en de bestuurlijke boete vergeleken. In Het wetsvoorstel OM-afdoening en de ver- houding tussen strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving, Preadviezen voor de Vereniging voor wetgeving en wetgevingsbeleid (p. 21-70). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Jurgens, G.T.J.M. (2007). Over een Duitse theorie en Nederlandse prejudiciële vragen: een bestuursrechtelijke relativiteitseis in het licht van het EG-recht. In A. Blomberg, T. de Gier, M. van Rijswick & R. Widdershoven (Eds.), Van Utrecht via Brussel naar Maastricht (p. 141-159). Alpen aan den Rijn: Kluwer.

Jurgens, G.T.J.M. & Widdershoven, R.J.G.M. (2007). De betekenis van de invoering van een relativiteitseis voor de rechtsbescherming in het waterrecht. In Th.G. Drupsteen, H.J.M. Havekes & H.F.M.W. van Rijswick (Eds.), Weids Water, Opstellen over waterrecht (Van Hall-bundel) (p. 161-185). Den Haag: Sdu.

Jurgens, G.T.J.M. (2007). Introduction of a Relativity-related Requirement in Dutch Administrative Law. Journal for European environmental & planning law, 4, 260-269.

Keessen, A. (2006). Ambtshalve toepassing van Europees recht: Moet de rechter zelf argumenten aandragen ontleend aan het Gemeenschapsrecht? Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 3, 55-64.

Keessen, A., Dotinga, H. & Rijswick, H.F.M.W. van (2007). Van Helsinki via Brussel naar Roermond en terug: grensoverschrijdend stroomgebiedbeheer. In A.B. Blomberg, A.A.J. de Gier, H.F.M.W. van Rijswick & R.J.G.M. Widdershoven (Eds.), Van Utrecht via Brussel naar Maastricht, Opstellen over de betekenis van het Europese recht voor het omgevingsrecht en het algemeen bestuursrecht (p. 161-184). Deventer: Kluwer.

Keessen, A. (2007). Reducing the Judicial Deficit in Multilevel Environmental Regulation: the Example of Plant Protection Products. European Environ- mental Law Review, 18(2), 26-36. 400 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Kiiver, P. (2005). The National Parliaments in an Enlarged Europe and the Constitutional Treaty. In K. Inglis & A. Ott (Eds.), The Constitution for Europe and an Enlarging Union: Unity in Diversity? (p. 85-102). Groningen: Europa Law Publishing.

Kiiver, P. (Ed.) (2006). National and Regional Parliaments in the European Constitutional Order. Groningen: Europa Law Publishing. (X + 132 p.)

Kiiver, P. (2006). Ministeriële verantwoordelijkheid voor EU-besluitvorming. In J.L.W. Broeksteeg, J.Th.J. van den Berg & L.F.M. Verhey (Eds.), Minis- teriële verantwoordelijkheid opnieuw gewogen (p. 57-66). Deventer: Kluwer.

Kiiver, P. (2006). Constitutional Transitions in Central and Eastern Europe. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 13, 127-144.

Kiiver, P. (2006). De parlementen van Nederland en België en het Europese besluitvormingsproces. Sociaal-economische Wetgeving: Tijdschrift voor Euro- pees en economisch recht, 54, 222-229.

Kiiver, P. (2006). The Composite Case for National Parliaments in the Euro- pean Union: Who Profits from Enhanced Involvement? European Constitu- tional Law Review, 2, 227-252.

Kiiver, P. (2007). Europe in Parliament: Towards Targeted Politicization. Brussels: Scientific Council for Government Policy WRR [Online]. Available from: [30-05-2007].

Kiiver, P. (2007). European scrutiny in national parliaments: Individual efforts in the collective interest? In J. O' Brennan & T. Raunio (Eds.), National Parlia- ments within the Enlarged European Union: From ‘Victims’ of Integration to Competitive Actors? (p. 66-78). London/New York: Routledge.

Kiiver, P. (2007). Het parlement en de Europese Unie. In J.T.J. van den Berg, J.L.W. Broeksteeg & L.F.M. Verhey (Eds.), Het Parlement (p. 39-67). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Kiiver, P. (2007). The European Constitution and the role of national parlia- ments. In A. Albi & J. Ziller (Eds.), The European Constitution and National Constitutions: Ratification and Beyond (p. 223-234). The Hague/London/New York: Kluwer Law International.

Knook, A. (2005). Guns and Tobacco. The Effects of Interstate Trade Case Law on the Vertical Division of Powers. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 11(4), 347-378.

Knook, A. (2005). The Court, the Charter, and the Vertical Division of Powers in the European Union. Common Market Law Review, 42(2), 367-398.

401 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Kummeling, H.R.B.M. (2005). Beperkte immuniteit bij parlementaire enquêtes. In F.H. van der Burg et al. (Eds.), Getuigend staatsrecht: liber amicorum A.K. Koekkoek (p. 55-67). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Kummeling, H.R.B.M. (2005). De rechtstreeks gekozen minister-president. In J.L.W. Broeksteeg & L.F.M. Verhey (Eds.), Een versterking van de minister- president? (p. 33-38). Deventer: Kluwer.

Kummeling, H.R.B.M. (2005). Representativity versus Stability. In Department of Consitutional Affairs (Ed.), A New Electoral System: A More Powerful and Dynamic Government? (p. 13-27). Curaçao/Sint Maarten: Ministerie van Constitutionele Zaken.

Kummeling, H.R.B.M. & Mijnen, C.A. (2006). Parlementair enquêterecht in de Bondsrepubliek Duitsland. In Onderzoeken over de parlementaire enquête in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk (p. 7-42). Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Kummeling, H.R.B.M., Muller, E.R. & Bron, R.P. (2007). Veiligheid en privacy. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (85 p.)

Kummeling, H.R.B.M. & Saleh, J.M. (Eds.). (2007). Nieuwe verhoudingen binnen het Koninkrijk. Utrecht: Instituut voor staats- en bestuursrecht. (202 p.)

Kummeling, H.R.B.M. (2007). Kiesrecht en Koninkrijksparlement. In H.R.B.M. Kummeling & J.M. Saleh (Eds.), Nieuwe verhoudingen binnen het Koninkrijk (p. 67-72). Utrecht: Instituut voor staats- en bestuursrecht.

Kummeling, H.R.B.M. (2007). Parlementair onderzoek. Op zoek naar de waar- heid, maar met een politiek tintje... In J.Th.J. van den Berg, J.L.W. Broeksteeg & L.F.M. Verhey (Eds.), Het Parlement, preadvies voor de Staatsrecht- conferentie 2006 (p. 69-81). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Kummeling, H.R.B.M. (2007). Waterschapsverkiezingen: ontwikkeling in isolement? In Th.G. Drupsteen, H.J.M. Havekes & H.F.M.W. van Rijswick (Eds.), Weids Water, Opstellen over waterrecht (Van Hall-bundel) (p. 123- 137). Den Haag: Sdu.

Langbroek, P.M., Fabri, M., Jean, J.-P. & Pauliat, H. (Eds.). (2005). L'admini- stration de la justice en Europe et l'évaluation de sa qualité (Grands colloques). Paris: Montchrestien. (449 p.)

Langbroek, P.M., Fabri, M., Jean, J.-P. & Pauliat, H. (2005). A European Research, genesis and methodology. In P.M. Langbroek et al. (Eds.), L'admi- nistration de la justice en Europe et l'évaluation de sa qualité (Grands colloques) (p. 7-12). Paris: Montchrestien.

402 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Langbroek, P.M., Fabri, M. & Pauliat, H. (2005). Quality of Judicial Systems: introduction to the comparative analysis. In P.M. Langbroek et al. (Eds.), L'administration de la justice en Europe et l'évaluation de sa qualité (Grands colloques) (p. 17-20). Paris: Montchrestien.

Langbroek, P.M. (2005). Quality Management concerning judges judgements and court services. In P.M. Langbroek et al. (Eds.), L'administration de la justice en Europe et l'évaluation de sa qualité (Grands colloques) (p. 49-69). Paris: Montchrestien.

Langbroek, P.M. (2005). Recruitment, professional evaluation and career of judges and prosecutors in the Netherlands. In G. Di Federico (Ed.), Recruit- ment, professional evaluation and career of judges and prosecutors in Europe, Austria, France, Germany, Italy, The Netherlands and Spain (p. 159-185). Bologna: Lo Scarabeo.

Langbroek, P.M. (2006). Organisatieontwikkeling en kwaliteitszorg in de rechterlijke organisatie. In E.R. Muller & C.P.M. Cleiren (Eds.), Rechterlijke Macht (p. 115-142). Deventer: Kluwer.

Langbroek, P.M. (2006). Kwaliteitszorg in de rechtspraak in Nederland. Tijdschrift voor bestuurswetenschappen en publiekrecht, 423-433.

Langbroek, P.M. & Fabri, M. (2006). Toedeling van zaken binnen het gerecht: regels en praktijk in vijf Europese landen en in Nederland. Rechtstreeks, 2, 7- 51.

Langbroek, P.M. & Rijpkema, P. (2006). Demands of proper administrative conduct, A research project into the ombudsprudence of the Dutch National Ombudsman. Utrecht Law Review, 2(2), 81-98. [Online]. Available from: [01-12-2006].

Langbroek, P.M., Boone, M., Kramer, P., Olthof, S. & Ravesteijn, J. van (2007). Financieren en verantwoorden, het functioneren van de rechterlijke organisatie in beeld. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (266 p.)

Langbroek, P.M. & Fabri, M. (Eds.). (2007). The Right Judge for Each Case: A study of Case Assignment and Impartiality in Six European Judiciaries (Ius Commune Europaeum, 57). Antwerp: Intersentia. (270 p.)

Langbroek, P.M. & Jansen, O. (Eds.). (2007). Defence Rights during Adminis- trative Investigations, a comparative study into defence rights during adminis- trative investigations against EU fraud in England & Wales, Germany, Italy, the Netherlands, Romania, Sweden and Switzerland. Antwerp: Intersentia. (485 p.)

403 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Langbroek, P.M. (2007). Case assignment in Dutch Courts. In P.M. Langbroek & M. Fabri (Eds.), The Right Judge for Each Case: A study of Case Assignment and Impartiality in Six European Judiciaries (Ius Commune Europaeum, 57) (p. 105-131). Antwerp: Intersentia.

Langbroek, P.M. (2007). The research project on rights of the defence in fraud investigations. In P.M. Langbroek & O. Jansen (Eds.), Defence Rights during Administrative Investigations, a comparative study into defence rights during administrative investigations against EU fraud in England & Wales, Germany, Italy, the Netherlands, Romania, Sweden and Switzerland (p. 3-7). Antwerp: Intersentia.

Langbroek, P.M. & Fabri, M. (2007). Chapter I. The research project, design and methodology. In P.M. Langbroek & M. Fabri (Eds.), The Right Judge for Each Case: A study of Case Assignment and Impartiality in Six European Judiciaries (Ius Commune Europaeum, 57) (p. 3-11). Antwerp: Intersentia.

Langbroek, P.M. & Fabri, M. (2007). Chapter II. Internal case assignment and judicial impartiality: Comparative analysis. In P.M. Langbroek & M. Fabri (Eds.), The Right Judge for Each Case: A study of Case Assignment and Impartiality in Six European Judiciaries (Ius Commune Europaeum, 57) (p. 13- 26). Antwerp: Intersentia.

Langbroek, P.M. & Fabri, M. (2007). Chapter III. A comparison of case assign- ment systems in six European judiciaries: Description and comparative grid. In P.M. Langbroek & M. Fabri (Eds.), The Right Judge for Each Case: A study of Case Assignment and Impartiality in Six European Judiciaries (Ius Commune Europaeum, 57) (p. 27-81). Antwerp: Intersentia.

Langbroek, P.M. & Jansen, O. (2007). The juridical backgrounds of OLAF investigations. In P.M. Langbroek & O. Jansen (Eds.), Defence Rights during Administrative Investigations, a comparative study into defence rights during administrative investigations against EU fraud in England & Wales, Germany, Italy, the Netherlands, Romania, Sweden and Switzerland (p. 9-51). Antwerp: Intersentia.

Langbroek, P.M. & Jansen, O. (2007). General comparison. In P.M. Langbroek & O. Jansen (Eds.), Defence Rights during Administrative Investigations, a comparative study into defence rights during administrative investigations against EU fraud in England & Wales, Germany, Italy, the Netherlands, Romania, Sweden and Switzerland (p. 53-138). Antwerp: Intersentia.

404 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Langbroek, P.M. & Jansen, O. (2007). Recommendations concerning adminis- trative law enforcement in the fight against EU fraud. In P.M. Langbroek & O. Jansen (Eds.), Defence Rights during Administrative Investigations, a compara- tive study into defence rights during administrative investigations against EU fraud in England & Wales, Germany, Italy, the Netherlands, Romania, Sweden and Switzerland (p. 139-160). Antwerp: Intersentia.

Langbroek, P.M. & Rijpkema, P. (2007). Ombudsprudentie in ontwikkeling. In A. Brenninkmeijer (Ed.), Werken aan Behoorlijkheid (p. 269-297). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Langbroek, P.M. (2007). Ombudsmanwerk tussen overheid en burger. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 910-920.

Langbroek, P.M. & Boone, M. (2007). Van Dieteren naar Delden. Nederlands Juristenblad, 542-549.

Linden, E.C.H.J. van der & Stroink, F.A.M. (Eds.). (2005). Judicial Law- making and Administrative Law (Ius Commune Europaeum, 52). Antwerp: Intersentia. (xxviii + 310 p.)

Linden, E.C.H.J. van der (2005). The Will of the Judiciary. The Aliens Courts' Room for Manoeuvre. In F. Stroink & E.C.H.J. van der Linden (Eds.), Judge lawmaking and administrative law (Ius Commune Europaeum, 52) (p. 201- 225). Antwerp: Intersentia.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). De mantra der zorgvuldigheid: tussen de marges van de marginale toetsing van het bestuurlijk geloofwaardigheids- oordeel. In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum prof.mr. F.A.M. Stroink (p. 125-141). Den Haag: Sdu.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Grensoverschrijdend vreemdelingenbeleid. Verkenningen terzake van de vraag in welke mate het terrein van het vreemde- lingenbeleid en integratie is te karakteriseren als grensoverschrijdend. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrijdend Recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. 27-49). Antwerpen: Intersentia.

Linden, E.C.H.J. van der & Sharma, A. (2007). Generaal Pardon, Over regula- risatie en illegale vreemdelingen (Monografieën Vreemdeling en Recht). Den Haag: Sdu. (221 p.)

Loeffen, S. (2007). Parlementair onderzoek heroverwogen. In J.Th.J. van den Berg & J.L.W. Broeksteeg (Eds.), Het Parlement. Staatsrechtconferentie 2006 (p. 83-90). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

405 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Lust, S. & Lust, A. (2005). Het grondrecht op een rechter met volle rechts- macht en de stedenbouwkundige herstelvordering. In F. Verbruggen et al. (Eds.), Strafrecht als roeping. Liber Amicorum Lieven Dupont (Samenleving, criminaliteit en strafrechtspleging, 31) (p. 869-904). Leuven: Universitaire Pers Leuven.

Lust, S. (2005). Het vernietigingscontentieux voor het Arbitragehof. Een inleiding. In Vlaamse Conferentie der Balie (Ed.), Proces versus proces (p. 195-260). Brussel: Maklu.

Niessen, N.J.A.P.B. (2005). Lawmaking by the National Ombudsman. In F. Stroink & E. van der Linden (Eds.), Judicial Lawmaking and Administrative Law (Ius Commune Europaeum, 52) (p. 303-328). Antwerp: Intersentia.

Niessen, N.J.A.P.B. (2006). Decentralized Environmental Management. In M. Faure & N. Niessen (Eds.), Environmental Law in Development. Lessons from the Indonesian Experience (p. 143-181). Cheltenham: Edward Elgar.

Niessen, N.J.A.P.B. (2006). Ombudsbescherming in opmars. Algemene trends en ontwikkeling van de Nationale ombudsman in Nederland en Indonesië. In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum prof.mr. F.A.M. Stroink (p. 243-258). Den Haag: Sdu.

Nieuwenhuis, A.J., Schueler, B.J. & Zoethout, C.M. (Eds.). (2005). Proportio- naliteit in het publiekrecht. Deventer: Kluwer. (227 p.)

Nieuwenhuis, A.J. (2005). Van pothuis en praktische rede. Grondrechten gedurende meer dan zes decennia. In A.J. Nieuwenhuis, A.W. Hins & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 101-107). Deventer: Kluwer.

Nieuwenhuis, A.J. (2005). Van proportionaliteit en appreciatiemarge: de nood- zakelijkheidstoets in de jurisprudentie van het EHRM. In A.J. Nieuwenhuis, B.J. Schueler & C.M. Zoethout (Eds.), Proportionaliteit in het publiekrecht (p. 37-61). Deventer: Kluwer.

Nieuwenhuis, A.J., Zoethout, C.M. & Schueler, B.J. (2005). Inleiding. In A.J. Nieuwenhuis, B.J. Schueler & C.M. Zoethout (Eds.), Proportionaliteit in het publiekrecht (p. 7-12). Deventer: Kluwer.

Nieuwenhuis, A.J., Schueler, B.J. & Zoethout, C.M. (2005). Slotbeschouwing. In A.J. Nieuwenhuis, B.J. Schueler & C.M. Zoethout (Eds.), Proportionaliteit in het publiekrecht (p. 211-228). Deventer: Kluwer.

406 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Nieuwenhuis, A.J. (2005). State and Religion, Schools and Scarves. An Analysis of the Margin of Appreciation as Used in the Case of Leyla Sahin v. Turkey, ECHR 29 June 2004. European Constitutional Law Review, 1, 495- 510.

Nieuwenhuis, A.J. (2006). Terrorisme en beperking van grondrechten. De vraag naar de proportionaliteit. Tijdschrift voor bestuurswetenschappen en publiekrecht, 470-478.

Nieuwenhuis, A.J. (2007). The Concept of Pluralism in the Case Law of the European Court of Human Rights. European competition Law Review, 3, 367- 384.

Nieuwenhuis, A.J. (2007). Tussen godslastering en bedreiging. In WODC (Ed.), Religie en grondrechten (Justitiële verkenningen, 2007/1) (p. 95-108).

Peters, J.A. & Vré, I. de (2005). Vrijheid van Meningsuiting. De betekenis van een grondrecht in tijden van spanning (Preadvies/Vereniging voor de Verge- lijkende Studie van het Recht van België en Nederland). Deventer: Kluwer. (IV + 107 p.)

Peters, J.A. (2005). Constitutionele Toetsing. In A.J. Nieuwenhuis, A.W. Hins & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 111-116). Deventer: Kluwer.

Peters, J.A. (2005). National Parliaments and Subsidiarity: Think Twice. Euro- pean Constitutional Law Review, I, 68-73.

Peters, J.A. & Vré, I. de (2005). Vrijheid van meningsuiting van ambtenaren bedreigd. Nederlands Juristenblad, 7, 348-352.

Peters, J.A. & Laan, L. van der (2007). Conflicts of Rights and Today's Dilem- ma's in Combating Terrorism. In I. Boerefijn & J. Goldschmidt (Eds.), Human rights in the Polder (p. 113-135). Antwerp: Intersentia.

Peters, J.A. (2007). Het Tweekamerstelsel in Nederland: nut en doel. Preadvies Staatsrechtconferentie. In J.Th.J. van den Berg, J.L.W. Broeksteeg & L.F.M. Verhey (Eds.), Het Parlement (Publikaties van de Staatsrechtkring) (p. 123- 155). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Reestman, J.H. (2005). Enkele beschouwingen over de uitspraak van de Con- seil constitutionnel van 3 april 2003 (2003-468 DC) over de kieswet voor regio- nale en Europese verkiezingen. In L. Versteegh et al. (Eds.), De veelzijdige burger: opstellen voor prof. mr. P.J.G. Kapteyn (p. 101-110). Amsterdam: Pallas Publications.

407 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Reestman, J.H. (2005). Le Conseil constitutionnel consacre la suprématie du droit européen!? De Franse constitutionele rechter en secundair gemeenschaps- recht. In A.W. Hins, A.J. Nieuwenhuis & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 123-133). Deventer: Kluwer.

Reestman, J.H. (2005). France. Conseil constitutionnel on the Status of Secondary Community Law in the French Internal Legal Order. Decision of 10 June 2004, 2004-496 DC. European Constitutional Law Review, 1, 302-317.

Reestman, J.H. (2006). Versterking van de constitutionele positie van lagere rechtsgemeenschappen. De Franse grondwetswijziging van 28 maart 2003. De Gemeentestem, 7265, 611-619.

Reestman, J.H. & Schutte, C. (2006). Het Europees Grondwettelijk Verdrag en beginsel van voorrang van Europees recht in Frankrijk en Spanje. Lessen voor Nederland. Sociaal-economische Wetgeving: Tijdschrift voor Europees en eco- nomisch recht, 4, 145-158.

Reestman, J.H., Peters, J.A., Herman, J. & Bosdriesz, H. (2007). Decentralisa- tie en toezicht op naleving van Europees recht in Frankrijk en Duitsland. Den Haag: Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Reestman, J.H., Herman, J. & Olivier, B.K. (2007). No legal residence require- ments for the admission of family members with a third country nationality of migrated Union citizens', Grand Chamber decision of 9 January 2007, Case C- 1/05. European Constitutional Law Review, 463-475.

Seerden, R.J.G.H. (Ed.). (2007). Administrative Law of the European Union, its Member States and the United States, A Comparative Analysis (Ius Commune Europaeum, 68). Antwerp: Intersentia. (419 p.)

Seerden, R.J.G.H. (2007). Comparative Remarks. In R.J.G.H. Seerden (Ed.), Administrative Law of the European Union, its Member States and the United States, A Comparative Analysis (Ius Commune Europaeum, 68) (p. 401-419). Antwerp: Intersentia.

Seerden, R.J.G.H. (2006). Op zittingsbezoek bij de bestuursrechter in Aken, Brussel en Maastricht. Enkele rechtsvergelijkende impressies. In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuurs- recht beschermd. Liber Amicorum prof.mr. F.A.M. Stroink (p. 227-241). Den Haag: Sdu.

Seerden, R.J.G.H. (2006). Publiekrechtelijke samenwerking tussen decentrale overheden in het grensgebied van België en Nederland en Duitsland en Nederland. Waar een juridische weg is, is niet altijd een bestuurlijke wil! In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrijdend recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. 123-141). Antwerpen: Intersentia. 408 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Seerden, R.J.G.H. & Stroink, F.A.M. (2007). Administrative Law in the Netherlands. In R.J.G.H. Seerden (Ed.), Administrative Law of the European Union, its Member States and the United States, A Comparative Analysis (Ius Commune Europaeum, 68) (p. 155-219). Antwerp: Intersentia.

Stroink, F.A.M. (2006). Supervision and enforcement on the law Concerning Environmental Management. In M.G. Faure & N.J.A.P.B. Niessen (Eds.), Environmental Law in Development. Lessons from the Indonesian Experience (p. 182-187). Cheltenham: Edward Elgar.

Stroink, F.A.M. (2006). De groei en bloei van het bestuursrecht (Afscheids- rede, 16 juni 2006). (Publiekrechtelijke reeks Universiteit Maastricht; 17). Den Haag: Sdu (15 p.)

Tans, O.J. (2006). The Dutch Parliament and the European Constitution: How Yes Led to No. In P. Kiiver (Ed.), National and Regional Parliaments in the European Constitutional Order (p. 79-95). Groningen: Europa Law Publishing.

Tans, O.J. (2006). The Fluidity of Warrants. Using the Toulmin Model to Analyse Practical Discourse. In D. Hitchcock & B. Verheij (Eds.), Arguing on the Toulmin Model, New Essays in Argument Analysis and Evaluation (Argu- mentation library, 10) (p. 219-230). Dordrecht: Springer.

Velde, J. van der (2006). De collectieve klachtenprocedure onder het Europees Sociaal Handvest. NJCM-bulletin, 304-338.

Velde, J. van der (2007). Co-referaat bij: Leonard F.M. Besselink, Parlement en buitenlandse politiek. Over constitutionele relaties en de buitenwereld: een drieluik. In Publikaties van de staatsrechtkring, Staatsrechtconferentie 2006 (p. 205-208). Nijmegen: Sdu.

Velicogna, M. & Ng, G.Y. (2006). Legitimacy and Internet in the judiciary: A Lesson from the Italian Courts' Websites Experience. International journal of law and information technology, 14, 370-389. [Online]. Available from: [01-01-2006].

Verheij, N. (2007). Europees bestuursrecht: leve de rechtseenheid of weg met de eenheidsworst? In R.J.N. Schlössels (Ed.), In eenheid. Over rechtseenheid en uniforme rechtstoepassing in het bestuursrecht (p. 309-327). Den Haag: Sdu.

Verheij, N. (2007). Tien rechtsvorming in het bestuursprocesrecht. Hoe de bestuursrechter actief lijdelijk werd. In C.J. van Dijk (Ed.), Buitengewoon in dienst (p. 105-126). Den Haag: Sdu.

Verhey, L.F.M. (2005). Wetgevingsadvisering door de Raad van State: Alleen common sense of ook gericht beleid. Regelmaat, 2005-2, 69-80. 409 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Verhey, L.F.M. (2005). De Hoofddoek als constitutioneel vraagstuk. In S. Rutten (Ed.), Recht van de Islam 22 (p. 59-75). Maastricht: Rimo.

Verhey, L.F.M. (2005). Good Governance: Lessons from Constitutional Law. In D.M. Curtin, D.M. Curtin & R.A. Wessel (Eds.), Good Governance and the European Union (p. 49-67). Antwerp: Intersentia.

Verhey, L.F.M. (2005). Protection of fundamental rights: Interaction between the legislature and the judiciary. Judicial constitutional review in the United Kingdom and the Netherlands. In F. Stroink & E. van der Linden (Eds.), Judicial Law making and administrative law (p. 121-150). Antwerp: Intersentia.

Verhey, L.F.M. & Verheij, N. (2005). De macht van de marktmeesters: Markt- toezicht in constitutioneel perspectief. In Toezicht (Handelingen/ Nederlandse Juristen-Vereniging, 2005-1) (p. 135-332). Deventer: Kluwer.

Verhey, L.F.M. (2006). De toekomst van de Raad van State: het einde van de Procola-kramp? In A.W. Heringa, A.M.L. Jansen, E.C.H.J. van der Linden & L.F.M. Verhey (Eds.), Het bestuursrecht beschermd. Liber Amicorum prof.mr. F.A.M. Stroink (p. 17-31). Den Haag: Sdu.

Verhey, L.F.M. (2006). Parlementair onderzoek in het Verenigd Koninkrijk: de Select Committees of the House of Commons. In H.R.B.M. Kummeling, C.A.J.M. Kortmann & L.F.M. Verhey (Eds.), De parlementaire enquête in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk (p. 63-102). Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Verhey, L.F.M. (2007). Rechtsvorming in vergelijkend perspectief: de Engelse Human Rights Act 1998. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 56, 28-41.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de toetsing aan het EG-recht. In W. den Ouden (Ed.), Staatssteun en de Nederlandse rechter (Meijers-reeks, 94) (p. 39-56). Deventer: Kluwer.

Widdershoven, R.J.G.M. & Michiels, F.C.M.A. (2005). De bestuurlijke boete als instrument voor de gemeentelijke handhaving in Nederland. In M. Santens (Ed.), Gewapend Bestuur? Gemeentelijke bestuur(srecht) en gemeentelijke ad- ministratieve sancties ter bestrijding van overlastfenomenen en kleine crimi- naliteit (Tegenspraak, 24) (p. 159-176). Brugge: die Keure.

Widdershoven, R.J.G.M. & Ortlep, R. (2005). De Wet kosten bestuurlijke voorprocedures in de rechtspraak. Jurisprudentie Bestuursrecht Plus, 4, 147- 167.

410 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). De Europese rol van de nationale rechter: rechtsbeschermer of controleur. In A.W. Heringa et al. (Eds.), Het bestuurs- recht beschermd. Liber Amicorum prof.mr. F.A.M. Stroink (p. 57-69). Den Haag: Sdu.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Over de verantwoording van geheim rechter- lijk overleg. In K.J. de Graaf, A.T. Marseille & H.B. Winter (Eds.), Op tegen- spraak. Opstellen voor prof. mr. L.J.A. Damen (p. 285-297). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Widdershoven, R.J.G.M. & Michiels, F.C.M.A. (2006). Handhaving en rechts- bescherming. In F.C.M.A. Michiels & E.R. Mulder (Eds.), Handhaving, Bestuurlijke handhaven in Nederland (p. 87-120). Deventer: Kluwer.

Widdershoven, R.J.G.M. & Verhoeven, M.J.M. (2006). Evaluatie belasting- rechtspraak in twee instanties, Eindrapport fase 1. Research Memoranda (Ext. rep. 3). Den Haag: Raad voor de Rechtspraak.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). De invloed van het EG-recht en het EVRM op de Nederlandse bestuursrechtspraak. Jurisprudentie Bestuursrecht Plus, 26-48.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Gemeenten aan de Europese ketting? De Gemeentestem, 7270(40), 187-195.

Wijdekop, F. (2005). L'histoire se répète – Tijdloze gedachten over de verhou- ding tussen Grondwet en verdrag uit de 19e eeuw. In W. Hins, A. Nieuwenhuis & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 152-159). Deventer: Kluwer.

Woltjer, A.J.Th. (2005). De ene rechterlijke toetsing is de andere niet. In Ch. Bakkes (Ed.), Lex Dura, sed Lex/Opstellen over de handhaving van omgevings- recht (p. 203-213). Deventer: Kluwer.

Woltjer, A.J.Th. (2005). Free movement of persons in the European Union – the evolutive approach of the Court of Justice EC. In E. van der Linden & F. Stroink (Eds.), Judicial Lawmaking and Administrative Law (Ius Commune Europaeum, 52) (p. 81-96). Antwerp: Intersentia.

Zoethout, C.M. (2005). ‘Directive principles of state policy’ en sociale grond- rechten. In W. Hins, A. Nieuwenhuis & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede, Opstellen aangeboden aan J.L. de Reede (p. 163-170). Deventer: Kluwer.

Zoethout, C.M. (2005). ‘The Nutcracker Principle’ of proportionaliteit als rechtsstatelijk beginsel voor wetgever en bestuur. In A.J. Nieuwenhuis, B.J. Schueler & C.M. Zoethout (Eds.), Proportionaliteit in het publiekrecht (p. 23- 35). Deventer: Kluwer.

411 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Zoethout, C.M. et al. (2006). Een grondwet voor de 21ste eeuw: voorstudie van de werkgroep grondwet van de Nationale Conventie. Den Haag: Nationale Conventie.

Zoethout, C.M. (2006). A Bill of Rights for Britain? Alweer? Over terrorisme- bestrijding, mensenrechten en publieke veiligheid in het Verenigd Koninkrijk. Nederlands Juristenblad, 44, 2531-2535.

Zoethout, C.M. (2007). The Court and the Charter of Fundamental Rights. In A. Kinneging (Ed.), Rethinking Europe's Constitution (p. 213-227). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Zwart, T. (2005). Standing to Raise Constitutional Issues in the Netherlands. In R. Kay (Ed.), Standing to raise constitutional issues: comparative perspectives (Académie internationale de droit comparé, 8) (p. 341-365). Brussels: Bruylant.

Zwart, T. & Koopmans, T. (2005). The Relation between State and Religion in the Netherlands. Revue européenne de droit public/European review of public law, 17(1), 449-463.

Zwart, T. & Stapert, B. (2005). De Republikeinse Verkiezingsoverwinning en het Amerikaanse Hooggerechtshof. Nederlands Juristenblad, 80(11), 585-590.

Zwart, T. (2007). Sticks and stones can break my bones, but words can never hurt me. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 1, 45-47.

Zwart, T. & McGonigle, B. (2007). Het recht op abortus op de tocht? De zaak Carhart v. Gonzales van het Amerikaanse Hooggerechtshof. Nederlands Juris- tenblad, 82(43), 2741-2745.

VAKPUBLICATIES

Addink, G.H. (2006). Algemene beginselen van goed bestuur. Van behoorlijk naar goed bestuur: een verbreding en verdieping. Utrecht: Staats- en Bestuurs- recht. (323 p.)

Addink, G.H. (2006). Bestuursdwang (Handhaving van bestuursrecht). Eindhoven: Euroforum. (58 p.)

Addink, G.H. (2006). Bewerking Afdeling 3.4 (Commentaar Awb (losbladig)). Den Haag: Elsevier. (40 p.)

Addink, G.H. (2006). Bewerking Afdeling 3.4 (Cremers Milieurecht (losbla- dig)). Deventer: Kluwer. (20 p.)

Addink, G.H. (2006). Bewerking Wet bibob (Cremers Milieurecht (losbladig)). Deventer: Kluwer. (24 p.)

412 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Addink, G.H. & Jansen, O.J.D.L.M. (2006). Bestuurlijke handhaving en toe- zicht op de naleving (Handhaving van bestuursrecht). Eindhoven: Euroforum. (66 p.)

Addink, G.H. (2007). Preventieve handhaving. In Handhaving van bestuurs- recht – deel 2 (p. 1-66). Eindhoven: Euroforum.

Addink, G.H. (2007). Bestuursdwang. In Handhaving van bestuursrecht – deel 6 (p. 1-58). Eindhoven: Euroforum.

Addink, G.H. (2007). Bewerking artikelen 5: 21 – 5: 26. In Awb-VUGA-bundel. Deventer: Kluwer.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Bewerking hoofdstuk 7 (handhaving). In R.J.N. Schlössels & F.A.M. Stroink (Eds.), Kern van het bestuursrecht (p. 251-285). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Gedeeltelijke bewerking van hoofdstuk 11 (Op- drachten en casus). In R.J.N. Schlössels & F.A.M. Stroink (Eds.), Kern van het bestuursrecht (p. 385-411). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Albers, C.L.G.F.H. & Schlössels, R.J.N. (2006). Bewerking hoofdstuk 6 (bestuursrecht). In J.C. Hage, R.J.N. Schlössels & R. Wolleswinkel (Eds.), Recht, vaardig en zeker (p. 289-318). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). De ‘Wet bestuurlijke boete overlast openbare ruimte’. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. De Gemeentestem, 7247(38), 137-147.

Berge, J.B.J.M. ten (2005). De Nationale ombudsman en de Algemene wet bestuursrecht (naar aanleiding van het jaarverslag 2003). Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 117-123.

Berge, J.B.J.M. ten (2005). De onafhankelijkheid van de gemeentelijke ombudsman. De Gemeentestem, 7232, 353-359.

Berge, J.B.J.M. ten (2006). De ombudsman en de beschikking omringende gedragingen, over competentie en informatieplicht. De Gemeentestem, 9-12.

Besselink, L.F.M. (2005). A Constitution for Europe and other Constitutions. European Constitutional Law Review, 3, 335-338.

Besselink, L.F.M. (2006). Schriftelijk advies inzake herziening van artikel 100 Grondwet. In Rapport van de Werkgroep Nato Response Force (NRF), Deel Twee, bijlagen. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Kamerstukken Tweede Kamer, zittingsjaar 2005-2006, 30162, nrs 4-5, p. 43-50.

413 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Besselink, L.F.M. (2007). Dynamics of European and national citizenship: inclusive or exclusive? European Constitutional Law Review, 3, 1-4.

Besselink, L.F.M. (2007). [Bespreking van het boek Een ieder verbindende bepalingen van verdragen]. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 3, 116-120.

Boogaard, G. & Dragstra, L. (2007). In vergaande staat van ontbinding. Regelmaat, 3, 115-118.

Broeksteeg, J.L.W. (2005). Beantwoording rechtsvraag: Staatsrecht, Burge- meester, openbare orde en noodrecht. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 54(11), 973-976.

Broeksteeg, J.L.W. (2005). Rechtsvraag: Staatsrecht, Burgemeester, openbare orde en noodrecht. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 54(6), 524-524.

Broeksteeg, J.L.W. & Westerbeek, R. (2006). De ambtenaar in spagaat. De Gemeentestem, 1, 1-9.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). De staatsrechtelijke positie van de wethouder in Duitsland, Speelbal tussen raad en direct gekozen burgemeester? De Gemeen- testem, 7283(128), 563-570.

Claes, M.L.H.K. (2006). [Bespreking van het boek Constitutional Law of 15 EU Member States]. C.M.L.Rev., 43, 1203-1204.

Dragstra, L. (2005). Reactie op ‘De Raad van State voorbij...?’. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 9, 725-726.

Dragstra, L. (2006). Zendtijd voor politieke partijen 1925-2006. Mediaforum, 11/12, 346-355.

Dragstra, L. & Boogaard, G. (2006). In vergaande staat van ontbinding. Opmerkingen over artikel 137 lid 3 van de Grondwet. [Online] Available from: [14-12-2006].

Duijkersloot, A.P.W. & Ortlep, R. (2006). Strafrechtelijke aansprakelijkheid van de overheid: recente ontwikkelingen in rechtspraak en wetgeving. Overheid en Aansprakelijkheid, 3, 53-62.

Duijkersloot, A.P.W., Loop, M.L.M. van der & Schagen, J.A. van (2007). Teksten Openbaarheid van bestuur 2007/2008. Den Haag: Sdu. (264 p.)

Heldeweg, M.A. (2006). Rechtsvorming en Governance. Redactioneel voor- woord. In M.A. Heldeweg (Ed.), Rechtsvorming en Governance (Publikaties van de Staatsrechtkring. Staatsrechtconferenties, 10) (p. V-VII). Alphen aan den Rijn: Kluwer.

414 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Heringa, A.W. (2006). Chapter 12. Right to Respect for Privacy (Article 8). In P. van Dijk, F. van Hoof, A. van Rijn & L. Zwaak (Eds.), Theory and Practice of the European Convention on Human Rights (p. 663-750). Antwerp: Intersentia.

Heringa, A.W. & Hoof, F. van (2006). Chapter 15. Freedom of Association and Assembly (Article 11). In P. van Dijk, F. van Hoof, A. van Rijn & L. Zwaak (Eds.), Theory and Practice of the European Convention on Human Rights (p. 817-840). Antwerp: Intersentia.

Heringa, A.W. & Hoof, F. van (2006). Chapter 33. Prohibition of Discrimina- tion (Article 14). In P. van Dijk, F. van Hoof, A. van Rijn & L. Zwaak (Eds.), Theory and Practice of the European Convention on Human Rights (p. 1027- 1051). Antwerp: Intersentia.

Heringa, A.W., Bellekom, Th.L., Velde, J. van der & Verhey, L.F.M. (2007). Compendium van het staatsrecht. Deventer: Kluwer. (425 p.)

Hins, A.W. (2005). Mediarecht. Ars Aequi Katern, 94(54 (3)), 5195-5196.

Hins, A.W. (2005). Mediarecht. Ars Aequi Katern, 95(54 (6)), 5266-5268.

Hins, A.W. (2005). Mediarecht. Ars Aequi Katern, 96(54 (9)), 5323-5325.

Hins, A.W. (2005). Mediarecht. Ars Aequi Katern, 97(54 (12)), 5388-5390.

Hins, A.W. (2005). Voetbalrechten en voorkeursrecht. Mediaforum, 2, 37.

Hins, A.W. (2006). Kroniek Mediarecht. Ars Aequi Katern, 98, 5455-5457.

Hins, A.W. (2006). Kroniek Mediarecht. Ars Aequi Katern, 99, 5520-5521.

Hins, A.W. (2006). Kroniek Mediarecht. Ars Aequi Katern, 100, 5597-5599.

Hins, A.W. (2006). Kroniek Mediarecht. Ars Aequi Katern, 101, 5659-5660.

Hins, A.W. (2006). Openbaarheid van bestuur krijgt steun uit Straatsburg. Nederlands Juristenblad, 38, 2185-2186.

Hins, A.W. (2006). Naschrift bij H.U. Jessurun d’Oliveira. Nederlands Juris- tenblad, 44, 2542.

Hins, A.W. (2006). Verdacht, verdraaid, Verdonk. Mediaforum, 3, 61.

Hins, A.W. (2006). Het ABC van een publieke voorziening. Mediaforum, 6, 161.

Hoetjes, B.J.S. (2005). Baarle – luis in de pels of kostbaar kleinood? De Europese Gemeente, 40(2), 3-4. 415 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hoetjes, B.J.S. (2005). Na het referendum – verder zonder Europa? De Europese Gemeente, 40(4), 7.

Hoetjes, B.J.S. (2005). Baarle bijzonder – vroeger, nu en straks. De Europese Gemeente, 40(6), 9-10.

Hoetjes, B.J.S. (2005). De grenzen van de Nederlandse overheid kennen, benutten, overwinnen. Openbaar Bestuur, 32-36.

Hoetjes, B.J.S. (2005). Nederland in de Europese Unie- coördineren of integreren? Bestuurswetenschappen, 2, 165-166.

Hoetjes, B.J.S. (2005). Het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2006 – hooggestemd en toch bescheiden? Commentaar namens de Europese Beweging Nederland aan de Eerste Kamer. Den Haag: EBN.

Hoetjes, B.J.S. & Versteden, C.J.N. (2005). Gemeente Echt Susteren, de zaak- Smeets. Echt: Gemeenteraad Echt.

Hoetjes, B.J.S. & Werkman, P. (2005). Amersfoort – Stad met een hart- probleem? Een onderzoek naar de besluitvorming rond de keuze van de locatie Kleine Den Haag als gebruiksruimte voor harddrugverslaafde dak- en thuis- lozen. Amersfoort: Gemeente Amersfoort.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Gisteren, vandaag, morgen. Staatscourant, 08-05-2006, 5.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Europa verder met Nederland. Staatscourant, 15-05- 2006, 5.

Hoetjes, B.J.S. (2006). De babysit uit Brussel. Staatscourant, 23-05-2006, 5.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Haal Europa binnen. Staatscourant, 11-09-2006, 3.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Europa – goed voor de identiteit. Staatscourant, 18-09- 2006, 7.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Europese regels – meer en beter, alstublieft. Staatscou- rant, 26-09-2006, 5.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Denkers over eenwording van heinde en verre – Ghandi en Europa. De Europese Gemeente, 41(1), 13.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Het Europese ideaal – Schuman anno 2006? De Europese Gemeente, 41(2), 10.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Katholieken, katholicisme en Europa. De Europese Gemeente, 41(3), 14.

416 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Hoetjes, B.J.S. (2006). Europa – hoe verder met Nederland? De Europese Gemeente, 41(4), 12-13.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Veranderingen in jumelageland. De Europese Gemeente, 41(6), 10-11.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Canada, Nederland en de wereld: zestig jaar mythe, beeld en realiteit [Bespreking van het boek Building liberty: Canada and the world peace, 1945-2005]. Internationale Spectator, 60(10), 511-512.

Hoetjes, B.J.S. (2006). Europa en de gemeente – nieuwe beknelling of ruimte? in Europa, kans of bedreiging voor lokale gemeenschappen. De Bilt: Gemeente De Bilt.

Hoetjes, B.J.S. (2007). De Europese samenwerking en de metajuridica. In R. van der Molen et al. (Eds.), Maastricht celebrates Europe (p. 122-123). Maastricht: JFV Ouranos.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Grensoverschrijdende samenwerking van decentrale overheden: hoe en waarom? In B. Hessel (Ed.), Europa op het grensvlak van recht en beleid. Europa, je beste kennis (p. 55-66). Den Haag: Sdu.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Een kat in een pakhuis met vele muizen. Infocus, 8.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Samenwerken, samenleven – Balkenende-IV in Europa. De Europese Gemeente, 42, 4.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Gemeentelijke internationale samenwerking – door- lichten en herijken. De Europese Gemeente, 42, 5-6.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Europa is van de burgers. De Europese Gemeente, 42, 12-13.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Europa en de gemeenten: nieuwe beknelling of nieuwe ruimte? De Europese Gemeente, 42(1), 14-15.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Waarom waterschappen Europees moeten denken en werken. De Europese Gemeente, 42 (4), 14-15.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Vijftig jaar Europese samenwerking – een Duits-Neder- landse gedachtenwisseling. De Europese Gemeente, 42, 22-23.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Frankrijk na de verkiezingen: een ander land? De Europese Gemeente, 42, 26-27.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Europa: Frans of vrij? Staatscourant, 29-08-2007, 4.

417 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Hoetjes, B.J.S. (2007). Onterechte federofobie in Europa. Staatscourant, 04-09- 2007, 4.

Hoetjes, B.J.S. (2007). Europa en de keizer – samen verder. Staatscourant, 11- 09-2007, 4.

Jansen, A.M.L. (2005). Algemene Vereisten en termijnen van bezwaar en (hoger) beroep (hoofdstuk 6 Awb). In E.J. de Valk & G.H. Addink (Eds.), Procedures in het bestuursrecht (p. 1-49). Eindhoven: Euroforum.

Jansen, A.M.L. (2005). Antwoorden preadviseur Mr. A.M.L. Jansen. In C.M. Foblets & S.W.E. Rutten (Eds.), Verslag van de jaarvergadering 17 januari 2005 Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking (p. 106-112). Deventer: Kluwer.

Jansen, A.M.L. (2005). Bestuurshandelingen. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 97-105.

Jansen, A.M.L. (2005). Bestuurshandelingen. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 317-323.

Jansen, A.M.L. (2005). Tijdige rechtspraak en de rol van de Hoge Raad. Weekblad voor Fiscaal Recht, 1583-1588.

Jansen, A.M.L. (2006). Bestuurshandelingen. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 156-161.

Jansen, A.M.L. (2006). Bestuurshandelingen. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 322-326.

Jansen, A.M.L. (2007). Bestuurshandelingen. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 172-181.

Jansen, A.M.L. (2007). Bestuurshandelingen. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 257-262.

Jansen, A.M.L. (2007). Daadkrachtigheid. Jurisprudentie Bestuursrecht Plus, spec.nr., 2.

Jurgens, G.T.J.M. (2006). Rechtsbescherming voor aan de wet ontleende verwachtingen. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 3, 85-86.

Jurgens, G.T.J.M. (2006). De Wet OM-afdoening: bestuurlijke beboeting in het strafrecht. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 10, 329-330.

418 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Jurgens, G.T.J.M. (2007). Bestuursrechtelijke aanpak van criminaliteit en terrorisme, Bespreking van de preadviezen voor de jaarvergadering van de VAR/Vereniging voor bestuursrecht op 11 mei 2007. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 2007(4), 109-117.

Jurgens, G.T.J.M. (2007). Schadevergoeding als pilot voor differentiatie in het bestuursrecht. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 257-259.

Keessen, A. (2005). Jurisprudentie samenvatting, T-19/01, GvEA 3 februari 2005. Overheid en Aansprakelijkheid, 45.

Keessen, A. (2005). Jurisprudentie samenvatting, T-28/03, GvEA 21 april 2005. Overheid en Aansprakelijkheid, 67.

Keessen, A. (2005). Jurisprudentie samenvatting, C-511/03, HvJEG 20 oktober 2005. Overheid en Aansprakelijkheid, 212.

Keessen, A. (2006). De relatie tussen productregistratie en waterkwaliteits- regelgeving: geneesmiddelen, diergeneesmiddelen en veevoederadditieven. Bilthoven: RIVM.

Keessen, A. & Montforts, M.H.M.M. (2007). Openbaarheid van milieu-infor- matie bij registratie van (dier)geneesmiddelen, RIVM Briefrapport 601500006/ 2007. Bilthoven: RIVM. (55 p.)

Kiiver, P. (2006). Wet op het Staatsburgerschap der Republiek Belarus: vertaling en toelichting. In A.R.E.M. van Erp, G.R. de Groot et al. (Eds.), NW Nationaliteitswetgeving (losbladig). The Hague: Elsevier Overheid.

Kiiver, P. (2006). Wet op het Staatsburgerschap der Russische Federatie: vertaling en toelichting. In A.R.E.M. van Erp & G.R. de Groot (Eds.), NW Nationaliteitswetgeving (losbladig, herz. druk). Den Haag: Elsevier Overheid.

Kiiver, P. (2007). Lisbon and the Lawyers – Reflections on what the EU Reform Treaty means to Jurists. Maastricht Journal of European and Com- parative Law, 337-341.

Knook, A. (2005). A Constitutional Union?, Annotated Bibliography/Notes bibliographiques: The Netherlands/Pays-Bas. Revue européenne de droit pu- blic/European review of public law, 17(2), 1035-1041.

Knook, A. (2006). Developmental Local Government. Revue européenne de droit public/European review of public law, 18(2), 879-885.

Knook, A. (2007). [Bespreking van het boek Defence Rights during Adminis- trative Investigation]. Revue européenne de droit public/European review of public law, 19(2), 659-664.

419 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Kummeling, H.R.B.M. et al. (2006). Beginselen van de democratische rechtsstaat. Alphen aan den Rijn: Kluwer. (XIX + 389 p.)

Kummeling, H.R.B.M. (2007). Commentaar op de artt. 82-99, 151b-c, 155a-f, Gem.w en artt 80-96, 151a-151f Pw. In T.D. Cammelbeeck, H.R.B.M. Kummeling & A.J. Modderkolk (Eds.), Tekst & Commentaar, Gemeentewet en Provinciewet. Deventer: Kluwer.

Kummeling, H.R.B.M. (2007). Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (1954- ). In H. Battjes & B.P. Vermeulen (Eds.), Constitutionele klassiekers (p. 191-214). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Kummeling, H.R.B.M., Cammelbeeck, T.D. & Modderkolk, A.J. (Eds.). (2007). Tekst & Commentaar, Gemeentewet en Provinciewet. Deventer: Kluwer. (580 p.)

Langbroek, P.M. & Fabri, M. (Eds.). (2007). Case assignment to courts and within courts (translated by Fan Mingzhi, Zhang Chuanyi, Qu Guojian). Beijing: China Law Press. (284 p.)

Langbroek, P.M. (2007). Bekostiging van de rechterlijke organisatie, Opinie. Nederlands Juristenblad, 161.

Langbroek, P.M. & Hol, A.M. (2007). Introduction. Utrecht Law Review, 3(1), 1-7. [Online]. Available from: [01-06- 2007].

Langbroek, P.M. & Rijpkema, P. (2007). Over de behoorlijkheidsnorm en zijn toepassing. Kwartaalblad voor Recht, Bestuur en Organisatie van Hulpdien- sten, 118-132.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Misbruik van (proces)recht en oneigenlijk gebruik van recht. Enige verkenningen naar aanleiding van recente jurispruden- tie ten aanzien van vreemdelingen. Journaal Vreemdelingenrecht, 6(90), 275- 285.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Hoofdstuk 2, katern 2A Rechtspleging: ontvankelijkheids- en bevoegdheidsvragen, par. 2.1 Algemeen. In Bestuurspro- cesrecht (losbladig, aanvulling 28) (p. 1-12). Lelystad: Vermande.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Hoofdstuk 1. Actoren, aanvulling. In Alge- meen bestuursrecht (Losbladig (aanvulling 8)) (p. 23-42). Lelystad: Vermande.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Hoofdstuk 2, katern 2B. In Bestuursproces- recht (Losbladig (aanvulling 33)) (p. 1-46). Lelystad: Vermande.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Hoofdstuk 2, katern 2E. In Bestuursproces- recht (Losbladig (aanvulling 32)) (p. 1-26). Lelystad: Vermande.

420 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Hoofdstuk 2, katern 2F. In Bestuursproces- recht (Losbladig (aanvulling 32)) (p. 1-44). Lelystad: Vermande.

Linden, E.C.H.J. van der (2007). De meeste dromen zijn bedrog: over toetsing(sintensiteit) van het geloofwaardigheidsoordeel. Journaal Vreemde- lingenrecht, 6, 422-443.

Linden, E.C.H.J. van der (2007). Geschiedenis van het generaal pardon. Over de verschillende regularisatieregelingen in ons land. Journaal Vreemdelingen- recht, 10, 948-975.

Lust, S. (2005). Vergunningen. In R. Hubeau & F. Voets (Eds.), Ruimtelijke ordening voor beginners (p. 80-131). Brugge: die Keure.

Lust, S. & Lust, A. (2005). De administratieve verankering van het milieumis- drijf. In J. Ghysels & P. Flamey (Eds.), Milieustrafrecht en strafprocesrecht, actuele vraagstukken (p. 511-567). Brussel: Larcier.

Lust, S. (2005). Het ‘reparatiedecreet’ van 22 april 2005: een overzicht. Tijd- schrift voor Ruimtelijke Ordening & Stedenbouw, 204-215.

Lust, S. (2005). Stedenbouwstrafrecht: een status quaestionis, deel 2, de herstel- vordering. Publiekrechtelijke Kronieken/Chroniques de droit public, 515-541.

Lust, S. (2005). Wijziging van de Grondwet: terminologische aanpassing (korte duiding bij een grondwetswijziging d.d. 25 februari 2005). Rechtspraak Antwerpen Brussel Gent, 789.

Lust, S. (Ed.). (2006). Het Arbitragehof en het ruimtelijke-ordeningsrecht. Brugge: die Keure. (266 p.)

Lust, S. & Luypaers, P. (Eds.). (2006). Rampen, noodsituaties, crisis (...). Voor- koming, beheersing en bestrijding; bevoegdheden, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. Brugge: die Keure. (132 p.)

Lust, S. (2006). De bestuursgeschillen. Stand van zaken en actuele ontwikke- lingen: de hervorming van de Raad van State. In P. van Orshoven (Ed.), Gerechtelijk recht (Cahier Themis) (p. 83-114). Brugge: die Keure.

Lust, S. (2006). Het Arbitragehof en de ruimtelijke ordening: de vergunningen. In S. Lust (Ed.), Het Arbitragehof en het ruimtelijke-ordeningsrecht (p. 93- 180). Brugge: die Keure.

Lust, S. & Boullart, S. (2006). Stedenbouwkundige vergunningen. In K. Deketelaere (Ed.), Handboek milieu- en energierecht (p. 561-647). Brugge: die Keure.

421 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Niessen, N.J.A.P.B. (2005). Commentaar bij artt. 9:1 t/m 9:9 Awb. In Het burgerlijke ambtenarenrecht (Aanvulling 48). Den Haag: Elsevier Juridisch. (50 p.)

Nieuwenhuis, A.J. (2006). Over de grens van de vrijheid van meningsuiting. (2de herz. druk). Nijmegen: Ars Aequi Libri. (373 p.)

Nieuwenhuis, A.J. (2006). Vrijheid van meningsuiting en strafrecht in het 3e millennium. Mediaforum, 4, 93-100.

Nieuwenhuis, A.J. (2006). Van canon en ontkenning. Mediaforum, 11/12, 337.

Nieuwenhuis, A.J. (2006). Verstoren als grondrechtelijk probleem. Nota Bene, 10-13.

Nieuwenhuis, A.J. (2006). [Bespreking van het boek Toegang tot overheidsin- formatie: het grensvlak tussen openbaarheid en vertrouwelijkheid]. Media- forum, 2, 41-43.

Peters, J.A. (2005). Tien stellingen over het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa. Sociaal-economische Wetgeving: Tijdschrift voor Euro- pees en economisch recht, 30, 192-196.

Peters, J.A. (2006). [Bespreking van het boek The legal inclusion of extremist speech]. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 3, 121-123.

Reestman, J.H. (2006). Presidential Elements in Government. Introduction. European Constitutional Law Review, 54-59.

Reestman, J.H. (2005). Primacy of Union Law. European Constitutional Law Review, 104-108.

Reestman, J.H., Herman, J. & Besselink, L.F.M. (2007). Constitutional Identity and the European Courts. European Constitutional Law Review, 176-180.

Reestman, J.H., Peters, J.A. & Herman, J. (2007). Raad van State politieker dan Engelse Lagerhuis. Nederlands Juristenblad, 38, 2438.

Tans, O.J. & Pierik, R. (2005). Veranderende Solidariteit. In gesprek met rechtssocioloog Rob Schwitters. Facta: Sociaal-Wetenschappelijk Magazine, 13(3), 24-27.

Velde, J. van der (2005). Art.1 EVRM: Verplichting tot verzekering verdrags- rechten. In A.W. Heringa, J.H. Gerards, J.G.C. Schokkenbroek & J. Van der Velde (Eds.), Rechtspraak en Commentaar (p. 1-20). Den Haag: Sdu.

422 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Velde, J. van der (2006). Tenuitvoerlegging van einduitspraken van het Euro- pees Hof voor de Rechten van de Mens. In J.H. Gerards, A.W. Heringa, J.G.C. Schokkenbroek & J. van der Velde (Eds.), EVRM Rechtspraak en Commentaar (losbladig) (p. 1-16). Den Haag: Sdu.

Verheij, N. (2007). Afscheid van het administratief beroep. Nederlands Tijd- schrift voor Bestuursrecht, 307-308.

Verheij, N. (2007). Over meer algemene en meer bijzondere wetten. Neder- lands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 381-383.

Verhey, L.F.M. (2005). Een ministerie voor veiligheid. Nederlands Juristen- blad, 45/46, 2370-2371.

Verhey, L.F.M. & Lawson, R.A. (2005). Kroniek grondrechten. Nederlands Juristenblad, 9, 494-502.

Verhey, L.F.M. (2006). Governance: voer voor juristen. Nederlands Juristen- blad, 1207.

Verhey, L.F.M. (2006). Harmonisatie van kwaliteitseisen? Regelmaat, 2, 70-71.

Verhey, L.F.M. (2006). Naschrift bij D.M. Curtin. Nederlands Juristenblad, 1426.

Verhey, L.F.M. & Lawson, R.A. (2006). Kroniek van de grondrechten. Neder- lands Juristenblad, 1801-1810.

Verhey, L.F.M. (2007). Rechtswetenschap en wetgevingspraktijk: it takes two to tango. In C.J. van Dijk (Ed.), Buitengewoon in dienst. Een decennium wetgeving, Liber Amicorum mr. G.N. Roes (p. 329-335). Den Haag: Sdu.

Visser, J.W. de (2005). Applying the new Section 139 intervention powers: Issues arising from practice. Local Government Bulletin, 1, 7-10.

Visser, J.W. de (2005). Budget Meetings Behind Closed Doors?: Interpreting the Systems Act on public access to meetings. Local Government Bulletin, 2, 14-15.

Visser, J.W. de (2005). Chronicle Dutch Constitutional Law. Revue européenne de droit public/European review of public law, 2, 947-956.

Widdershoven, R.J.G.M. et al. (2006). Beginselen van de democratische rechtsstaat (6de herz. druk). Deventer: Kluwer. (389 p.)

Woltjer, A.J.Th. (2006). [Bespreking van het boek The International protection of Internally Displaced Persons]. Netherlands Quarterly of Human Rights, 21(1), 169-171.

423 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Zoethout, C.M. & Vermeulen, B. (2005). Godsdienst en levensovertuiging. In S.D. Burri (Ed.), Oordelen Commissie Gelijke Behandeling 2004 (p. 53-62). Deventer: Kluwer.

Zoethout, C.M. & Vermeulen, B. (2006). Godsdienst en levensovertuiging. In S.D. Burri (Ed.), Gelijke behandeling: oordelen en commentaar 2005 (p. 69- 79). Deventer: Kluwer.

Zoethout, C.M. (2006). Maak van de Grondwet een constitutie. Nederlands Juristenblad, 18, 1003-1004.

Zoethout, C.M. (2007). Constitution of the United States of America. In B.P. Vermeulen & H. Battjes (Eds.), Constitutionele klassiekers (p. 96-101). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Zoethout, C.M. (2007). Declaration of Independence. In B.P. Vermeulen & H. Battjes (Eds.), Constitutionele klassiekers (p. 74-77). Nijmegen: Ars Aequi Libri.

Zoethout, C.M. (2007). Van Kafkabrigade tot een nieuwe Grondwet. Voorstel- len van de Nationale Conventie voor de 21ste eeuw. Tijdschrift voor bestuurs- wetenschappen en publiekrecht, 4, 211-217.

Zoethout, C.M. (2007). [Bespreking van het boek Towards World Constitu- tionalism: Issues in the Legal Ordering of the World Community]. 213-227. [Online]. Available from: [05-09-2007].

Zoethout, C.M. (04-04-2007). Neem de Grondwet eens op de schop. Trouw.

Zwart, T. (2006). Het paspoort van Hirsi Ali. Openbaar Bestuur, 9, 10-13.

Zwart, T. (2006). Parlementaire uitingsvrijheid en rechterlijk incasseringsver- mogen. Trema: tijdschrift voor de rechterlijke macht, 3, 108-110.

Zwart, T. (2006). Van Studiebeurzen naar vouchers: het Bidar-arrest als breek- ijzer voor de internationalisering van het hoger onderwijs. Tijdschrift voor hoger onderwijs & management, 1, 20-23.

ANNOTATIES

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: EHRM (08-11-2005), 4251/02, (Saliba tegen Malta). EHRC 2006-1, p. 3-12.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: EHRM (13-12-2005), 73661/01, (Ontvan- kelijkheidsbeslissing inzake Nilsson tegen Zweden). EHRC 2006-29, p. 266- 278.

424 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: CRvB (18-06-2006), (Formele rechts- kracht. Incidenteel appèl. Boete. Meest gunstige bepaling). JB 2006-282, p. 1378-1384.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: ABRvS (02-11-2005), (Intrekking APK- keuringserkenning geen punitieve sanctie. Omgaan Raad van State. Artikel 6 en 34 EVRM. Bestraffing bestuursorgaan). JB 2006-11, p. 69-78.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: ABRvS (21-12-2005), (Nadeelcompen- satie. Reikwijdte égalité-beginsel.Zelfstandig schadebesluit. Processuele con- nexiteit). JB 2006-33, p. 185-191.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: CRvB (02-12-2005), (Omzettingsbeslui- ten WSF2000 geen criminal charge. GBA-adressencontrole). JB 2006-43, p. 217-223.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: CRvB (05-01-2006), ((buitenwettelijk) Incidenteel appèl. Procesverantwoordelijkheid gedaagde, ‘Brummen-lijn’). JB 2006-84, p. 398-402.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: ABRvS (02-11-2005), (Vernietigen en opnieuw voorzien. Uitdrukkelijk en zonder voorbehoud verworpen gronden. Omvang geding. Brummen-lijn. Uitzondering). JB 2006-92, p. 435-439.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: CRvB (05-01-2006), (Cautie. Bestuurlijke boete). JB 2006-98, p. 452-457.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: HR (31-03-2006), (Longkanker door asbestblootstelling en/of rookgedrag. Causaal verband. Causaliteitsonzekerheid. Proportionele aansprakelijkheid). JB 2006-109, p. 521-543.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: ABRvS (15-02-2006), (Omvang geding in appèl. Onberoepen gebleven overwegingen. Brummen-lijn). JB 2006-110, p. 543-546.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: ABRvS (15-02-2006), (Omvang geding in appèl. Onberoepen gebleven overwegingen. Brummen-lijn). JB 2006-111, p. 546-551.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: ABRvS (03-05-2006), (Tijdelijke sluiting horeca-bedrijf. Handhavingsbeleid. Niet punitieve sanctie. Openbare orde handhaving). JB 2006-190, p. 955-962.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: ABRvS (24-05-2006), (Preventie be- stuursdwang). JB 2006-216, p. 1077-1083.

Albers, C.L.G.F.H. (2006). Noot bij: CRvB (20-07-2006), (Omvang geding. Betekenis eerdere uitspraak). JB 2006-294, p. 1450-1452.

425 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Albers, C.L.G.F.H. & Schlössels, R.J.N. (2006). Noot bij: ABRvS (18-01- 2006), (Waarschuwing in het kader van sanctiebeleid is geen besluit). JB 2006- 59, p. 294-299.

Albers, C.L.G.F.H. & Schlössels, R.J.N. (2006). Noot bij: ABRvS (17-05- 2006), (Uitbreiding Brummen-lijn. Uitdrukkelijk en zonder voorbehoud verworpen gronden. Omvang gezag van gewijsde. Motiveringsbeginsel). JB 2006-210, p. 1055-1063.

Albers, C.L.G.F.H. & Schlössels, R.J.N. (2006). Noot bij: ABRvS (07-06- 2006), (Civielrechtelijke aansprakelijkheidsstelling of zelfstandig schadebe- sluit? Processuele connexiteit). JB 2006-229, p. 1142-1148.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: EHRM (23-11-2006), 73053/01, (Jussila tegen Finland. Eerlijk proces. Criminal charge. Belastingverhoging. Aard van de overtreding. Aard van de sanctie. Hoorplicht). EHRC 2007-31, p. 293-306.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: EHRM (29-06-2007), 15809/02 en 25624/02, (O'Halloran en Francis tegen het Verenigd Koninkrijk. Eerlijk proces. Criminal charge. Nemo tentur. Strafrechtelijke veroordeling i.v.m. het niet verschaffen van informatie betreffende de bestuurder van een voertuig ten tijde van het begaan van een snelheidsovertreding). EHRC 2007-104, p. 1020- 1043.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: HR (01-12-2006), (Fiscale vergrijpboete. Onschuldpresumtie). JB 2007-3, p. 29-55.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: CBb (15-12-2006), (Bestuurlijke boete. Systeem van gefixeerde boeten. Matigingsbevoegdheid. Evenredigheid). JB 2007-35, p. 221-236.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: ABRvS (22-11-2006), (Arbeidsongeval. Bestuurlijke boete. Strafbaarheid overheid. Omvang geding. Ambtshalve aan- vulling rechtsgronden). JB 2007-11, p. 81-89.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: ABRvS (11-04-2007), (Bestuursdwang – spoedeisendheid – preventieve toepassing. Besluit). JB 2007-103, p. 522-527.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: ABRvS (21-02-2007), (Handhaving. Spoedeisende bestuursdwang. Kostenverhaal. Zorgplicht). JB 2007-119, p. 599-605.

Albers, C.L.G.F.H. & Schlössels, R.J.N. (2007). Noot bij: HvJEG (07-06- 2007), C-222/05 t/m 225/05, (Van der Weerd c.s. Ambtshalve toepassing van (rechtstreeks werkende) bepalingen van EG-recht). JB 2007-131, p. 658-671.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: ABRvS (06-06-2007), (Redelijke termijn. Beroep op overschrijding. Schadevergoeding). JB 2007-144, p. 720-724. 426 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: ABRvS (06-06-2007), (Onderdelen- trechter. Besluitonderdeel. Milieu-effectrapportage). JB 2007-161, p. 797-801.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: ABRvS (20-06-2007), (Belanghebbende, Belang, afgeleid. Besluitonderdeel. Onderdelentrechter). JB 2007-161, p. 801- 806.

Albers, C.L.G.F.H. (2007). Noot bij: CRvB (21-06-2007), (Schadevergoeding, meerdere veroorzakers. Schadevergoeding, hoofdelijke aansprakelijkheid). JB 2007-187, p. 816-825.

Berge, J.B.J.M. ten (2006). Noot bij: Nationale ombudsman (30-09-2005), AB, p. 197.

Besselink, L.F.M. (2005). Noot bij: HR (01-10-2004), (C03/118HR). SEW 2005-7/8, p. 336-339.

Besselink, L.F.M. (2005). Noot bij: HR (02-11-2004), (Strafkamer). SEW 2005-7/8, p. 336-339.

Broeksteeg, J.L.W. (2005). Noot bij: EHRM (06-10-2005), (Ontzetting van kiesrecht gedetineerden). EHRC 2005-115, p. 1127-1145.

Broeksteeg, J.L.W. (2005). Noot bij: ABRvS (20-09-2004), (Referendumveror- dening Zwolle). JB 2005-4, p. 23-26.

Broeksteeg, J.L.W. (2005). Noot bij: ABRvS (17-11-2004), (Handhaving openbare orde Maastricht). JB 2005-18, p. 64-66.

Broeksteeg, J.L.W. (2005). Noot bij: ABRvS (10-11-2004), (Fraude water- schapsverkiezingen). JB 2005-16, p. 58-62.

Broeksteeg, J.L.W. (2005). Noot bij: ABRvS (09-03-2005), (Aanwijzing veiligheidsrisicogebied Den Helder). JB 2005-121, p. 593-595.

Broeksteeg, J.L.W. (2005). Noot bij: ABRvS (04-05-2005), (Verbod grote manifestatie). JB 2005-174, p. 897-900.

Broeksteeg, J.L.W. & Driessche, I. Van den (2005). Noot bij: EHRM (02-06- 2005), (Claes e.a. vs. België). EHRC 2005-73, p. 702-716.

Broeksteeg, J.L.W. & Verhey, L.F.M. (2006). Noot bij: Rb. Den Haag (07-09- 2006), (Subsidiëring SGP). C.D.P.K. 2006-2, p. 450-476.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: EHRM (06-12-2005), (Parlementaire immuniteit). EHRC 2006-10, p. 94-100.

427 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: EHRM (25-10-2005), (Openbaarmaking financiën raadsleden). EHRC 2006-13, p. 119-124.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: EHRM (16-03-2006), (Uitsluiting passief kiesrecht). EHRC 2006-57, p. 507-534.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: EHRM (23-03-2006), (Uitsluiting kies- recht gefailleerde). EHRC 2006-59, p. 539-548.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: EHRM (28-03-2006), (Registratie kandi- daat parlementsverkiezingen). EHRC 2006-60, p. 548-553.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: ABRvS (26-10-2005), (Geheimhoudings- verplichting Emmen). JB 2006-9, p. 64-66.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: ABRvS (11-01-2006), (Verhouding Boswet en APV). JB 2006-57, p. 289-293.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: ABRvS (02-02-2006), (Geldigverklaring kandidatenlijst Margraten). JB 2006-78, p. 380-383.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: Rb. Maastricht (06-04-2006), (Taakver- waarlozing burgemeester). JB 2006-163, p. 812-816.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: ABRvS (21-06-2006), (Bordeelverbod Groningen). JB 2006-235, p. 1169.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: ABRvS (16-08-2006), (Subsidiëring Europese politieke partijen). JB 2006-278, p. 1370-1373.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: ABRvS (16-08-2006), (Subsidiëring lokale politieke partijen). JB 2006-290, p. 1440-1441.

Broeksteeg, J.L.W. (2006). Noot bij: ABRvS (04-10-2006), (Aanduiding politieke groepering). JB 2006-320, p. 1576-1579.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). Noot bij: EHRM (16-11-2006), 11, (Parlementaire immuniteit). EHRC, p. 99-106.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). Noot bij: EHRM (11-01-2007), 35, (Registratie kandidaten politieke partij). EHRC, p. 341-352.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). Noot bij: EHRM (30-01-2007), 39, (Kiesdrempel). EHRC, p. 376-385.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). Noot bij: EHRM (05-04-2007), 72, (Uitsluiting lidmaatschap politieke partij). EHRC, p. 674-679.

428 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Broeksteeg, J.L.W. (2007). Noot bij: EHRM (06-02-2007), 77, (Kiesrecht in buitenland woonachtigen). EHRC, p. 721-724.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). Noot bij: EHRM (09-07-2007), 118, (Uitsluiting kiesrecht Rusland). EHRC, p. 1160-1167.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). Noot bij: ABRvS (16-08-2006), (Vertegenwoordi- ging gemeente). Gst. 2007-7275, p. 342-344.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). Noot bij: ABRvS (27-06-2007), 163, (Onafhan- kelijkheid lokale rekenkamer). JB, p. 806-811.

Broeksteeg, J.L.W. (2007). Noot bij: ABRvS (04-10-2006), 44, (Aanduiding politieke groeperingen). JIN, p. 147-149.

Claes, M.L.H.K. (2006). Noot bij: ECHR (28-06-2006), (D. v. Ireland). EHRC 2006-135, p. 1255-1270.

Claes, M.L.H.K. (2007). Noot bij: HvJEG (12-09-2006), (Eman en Sevinger t. Staat der Nederlanden). SEW 2007-5, p. 212-221.

Dragstra, L. (2005). Noot bij: Vzr Rb. Utrecht (25-01-2005), 17, (Plato vs. RTV). Mediaforum 2005-4, p. 183-184.

Dragstra, L. (2006). Noot bij: Hof Amsterdam (09-12-2005), (Strafzaak tegen Haitske van de Linde). Mediaforum 2006-2, p. 56-57.

Duijkersloot, A.P.W. (2005). Noot bij: GvEA (30-11-2004), 245, AB, p. 1317- 1329.

Duijkersloot, A.P.W. (2006). Noot bij: College van Beroep voor het bedrijfs- leven (17-05-2006), AB 2006-313, p. 1523-1536.

Duijkersloot, A.P.W. & Ortlep, R. (2007). Noot bij: ABRvS (22-11-2006), Ab 2007-25, p. 182-187.

Duijkersloot, A.P.W. & Ortlep, R. (2007). Noot bij: CBB (23-04-2007), Ab 2007-247, p. 1285-1292.

Geurink, E. (2006). Noot bij: EHRM (10-11-2005), (Mickovski tegen Voor- malige Joegoslavische Republiek Macedonië). EHRC 2006-24, p. 246-248.

Geurink, E. (2007). Noot bij: EHRM (19-04-2007), 82, (appl. nr. 63235/00 (Vilho Eskelinen e.a. tegen Finland)). EHRC 2007-7, p. 777-779.

Gijzen, M.H.S. & Waddington, L.B. (2006). Noot bij: HvJEG (11-07-2006), C- 13/05, ((Her-)definitie van het begrip ‘handicap’ in de EG en Nederlandse gelijkebehandelingswetgeving). NTER 2006-12, p. 270-279.

429 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Heringa, A.W. (2005). Noot bij: EHRM (22-09-2005), EHRC 2005-109, p. 1069-1074.

Hins, A.W. (2005). Noot bij: ABRvS (03-08-2005), 29, (Commissariaat voor de Media vs. SBS). Mediaforum 2005-9, p. 316-318.

Hins, A.W. (2005). Noot bij: Rb. Rotterdam (05-10-2005), 34, (Mediasales c.s. vs. minister van Economische Zaken). Mediaforum 2005-11/12, p. 382-390.

Hins, A.W. (2006). Noot bij: Rb. Amsterdam (13-06-2006), 24, (BNR-Com- missariaat voor de Media). Mediaforum 2006-7/8, p. 227-231.

Hins, A.W. (2006). Noot bij: Arbitragehof (07-06-2006), 26, (Verzoek vernieti- ging Wet tot bescherming journalistieke bronnen). Mediaforum 2006-7/8, p. 235-244.

Hins, A.W. (2006). Noot bij: ABRvS (03-05-2006), (Dang-Stichting De Thuis- kopie). AMI 2006-5, p. 188-191.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (14-04-2004), (Afwijzing verzoek is besluit). AB 2005-124, p. 746-747.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (08-12-2004), (Bevoegdheid ondanks termijnoverschrijding). AB 2005-147, p. 859-860.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: Rb. (06-04-2005), (Vergoeding proceskosten voor bezwaar tegen stilzittend bestuur). AB 2005-150, p. 872-873.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: CRvB (11-03-2005), (Geen vergoeding imma- teriële schade na overschrijding redelijke termijn). AB 2005-241, p. 1293-1294.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: EHRM (02-03-2005), (Uitvoering overheids- taak privaatrechtelijke organisatie sluit EVRM-aansprakelijkheid niet uit). EHRC 2005-54, p. 519-521.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: EHRM (24-05-2005), (Overall-beoordeling duur rechtsgang). EHRC 2005-70, p. 690-691.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: EHRM (15-07-2005), (Rechter was eerder advocaat wederpartij: strijd met onpartijdigheid). EHRC 2005-100, p. 1001- 1003.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: EHRM (10-11-2004), (Criteria voor compen- satie van immateriële schade na schending redelijke-termijneis EVRM). JB 2005-1, p. 9-11.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: EHRM (16-11-2004), (Gedogen geluidsover- last strijdig met art. 8 EVRM). JB 2005-2, p. 20.

430 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (29-09-2004), (Schadevergoeding op grond van égalité na niet aangevochten appellabel besluit). JB 2005-6, p. 31-32.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (15-12-2004), (Verzuim betaling grif- fierecht en toegang tot de rechter; ongelijke positie procespartijen?). JB 2005- 42, p. 194-196.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (27-01-2005), (Geen rechtsmiddel tegen niet nemen ambtshalve besluit). JB 2005-82, p. 380-381.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (02-02-2005), (Onredelijk laat herzie- ningsverzoek, analoge toepassing art. 6:12 Awb). JB 2005-84, p. 384-385.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (11-02-2005), (Voorlopige voor- ziening en doorbreking appelverbod). JB 2005-99, p. 480-481.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (02-03-2005), (Schriftelijkheid besluit en verwijdering via bestuursdwang). JB 2005-114, p. 578-580.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (16-03-2005), (Beginselplicht tot handhaving en verwijdering voertuig). JB 2005-124, p. 607.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: CRvB (04-03-2005), (Redelijke termijn bestuurlijke fase en rechterlijke fase). JB 2005-153, p. 748-749.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (15-05-2005), (Examencommissie geen bestuursorgaan). JB 2005-204, p. 1026-1027.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (08-06-2005), (Geen gevolg geven aan rechterlijke uitspraak). JB 2005-235, p. 1140-1141.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (23-08-2005), (Toegang tot de rechter). JB 2005-284, p. 1387-1388.

Jansen, A.M.L. (2005). Noot bij: ABRvS (12-10-2005), (In stand laten rechts- gevolgen na motiveringsgebrek). JB 2005-328, p. 1580-1581.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: HR (22-05-2005), (Belastingrechter formu- leert regels redelijke termijn). AB 2006-11, p. 40-43.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: HR (08-07-2005), (Art. 6 EVRM ook voor publiekrechtelijke lichamen?). AB 2006-17, p. 65-66.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: ABRvS (29-06-2005), (Geen vergoeding immateriële schade; instandlating rechtsgevolgen). AB 2006-43, p. 235-236.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: CRvB (22-04-2005), (Vergoeding imma- teriële schade na overschrijding redelijke termijn). AB 2006-44, p. 241-243.

431 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: CRvB (13-06-2005), (Niet tijdig besluiten en proceskosten). AB 2006-233, p. 1102-1104.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: CRvB (13-06-2005), (Nieuwe bip en proces- kosten). AB 2006-234, p. 1107.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: CRvB (13-12-2005), (Ambtshalve toetsing). AB 2006-300, p. 1473-1474.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: EHRM (15-12-2005), (Subjectieve partijdig- heid). EHRC 2006-21, p. 228-230.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: EHRM (08-06-2006), (Klacht bij Constitu- tioneel Hof in verband met onredelijke vertraging een effectief rechtsmiddel?). EHRC 2006-100, p. 918-919.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: EHRM (29-05-2006), (Eerlijk proces en effectief rechtsmiddel; proceskostenvergoeding neemt slachtofferstatus niet weg). EHRC 2006-134, p. 1255.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: ABRvS (15-12-2004), (In bezwaar wijziging grondslag; procesgang vier jaar; fair play niet contra legem). Gst. 2006-52, p. 185-186.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: CRvB (22-12-2005), (Vergoeding immate- riële schade rechtspersoon). JB 2006-63, p. 314-315.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: HR (28-04-2006), (Weigeren te beschikken). JB 2006-167, p. 843-844.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: HR (03-02-2006), (Onvoldoende motivering gevolg onredelijke termijn). JB 2006-71, p. 366-367.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: EHRM (29-03-2006), (Schadevergoeding na onverschrijding redelijke termijn). JB 2006-134, p. 665-667.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: ABRvS (27-03-2006), (Omgaan Afdeling: niet-besluiten meegenomen in procedure). JB 2006-142, p. 744-745.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: ABRvS (17-05-2006), (Weigering melding; wet geluidhinder). JB 2006-196, p. 978-979.

Jansen, A.M.L. (2007). Noot bij: ABRvS (14-03-2007), 213, (Aansluiting ABRS bij HR). AB, p. 1096-1097.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: ABRvS (26-07-2006), (Geen schadevergoe- ding na bestuurlijk stilzitten). JB 2006-267, p. 1317-1319.

432 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: CRvB (22-09-2006), (Spanning en frustatie voorondersteld). JB 2006-312, p. 1532-1533.

Jansen, A.M.L. (2006). Noot bij: CRvB (10-10-2006), (Omgaan CRvB: mede- deling wel een besluit). JB 2006-327, p. 1616-1617.

Jansen, A.M.L. (2007). Noot bij: ABRvS (18-01-2006), 33, (Rechtsgevolg, besluitbegrip). AB, p. 220-221.

Jansen, A.M.L. (2007). Noot bij: ABRvS (06-06-2007), 220, (Aansluiting ABRS bij CRvB: immateriële schade, spanning en frustratie verondersteld). AB, p. 1141-1142.

Jansen, A.M.L. (2007). Noot bij: ABRvS (07-07-2006), 221, (Vergoeding immateriële schade, spanning en frustratie verondersteld). AB, p. 1146.

Jansen, A.M.L. (2007). Noot bij: ABRvS (13-06-2007), 261, (Rechtsgevolg schending redelijke-termijnwaarborg). AB, p. 1381-1382.

Jansen, A.M.L. (2007). Noot bij: EHRM (01-02-2007), (Vrijheid van vereni- ging, rechtspersoonlijkheid; traineren registratieaanvraag). EHRC 2007-57, p. 549-550.

Jansen, A.M.L. (2007). Noot bij: EHRM (15-05-2007), (Uitputting nationale rechtsmiddelen; effectief rechtsmiddel). EHRC 2007-123, p. 1218-1220.

Jansen, A.M.L. (2007). Noot bij: HR (08-12-2006), (Bevoegd ingediend verweerschrift?; redelijke termijn). JB 2007-21, p. 160-162.

Keessen, A. (2005). Noot bij: ABRvS (21-07-2004), 19, AB, p. 130-135.

Keessen, A. (2005). Noot bij: ABRvS (20-05-2004), M en R 2005-84, p. 535- 537.

Keessen, A. (2007). Noot bij: HvJEG (09-11-2006), (C-243/05 P Agraz en anderen tegen Commissie). O&A 2007-1, p. 37-38.

Keessen, A. (2007). Noot bij: GvEA (16-11-2006), (T-333/03 Masdar tegen Commissie). O&A 2007-1, p. 38.

Keessen, A. (2007). Noot bij: GgvEA (13-12-2006), (T-138/03 E.R. en anderen tegen Raad en Commissie). O&A 2007-1, p. 38-39.

Keessen, A. (2007). Noot bij: HvJEG (25-01-2007), (C-278/05 Carol Marilyn Robins e.a. tegen Secretary of State for Work and Pensions). O&A 2007-2, p. 75-76.

433 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Keessen, A. (2007). Noot bij: HvJEG (15-02-2007), (C-292/05 Eirini Lechoritoy e.a. tege Dimosio tis Omospondiakis Dimokratias tis Gernamias). O&A 2007-2, p. 76.

Keessen, A. (2007). Noot bij: HvJEG (17-04-2007), (C-470/03 A.G.M.-COS. MET tegen Suomen valtio en Tarno Lehtinen). O&A 2007-3, p. 113-114.

Keessen, A. (2007). Noot bij: HvJEG (19-04-2007), (C-282/05 P Holcim tegen Commissie). O&A 2007-3, p. 114.

Keessen, A. (2007). Noot bij: HvJEG (28-06-2007), (C-331/05 P Interna- tionaler Hilfsfonds tegen Commissie). O&A 2007-5, p. 182.

Kiiver, P. (2005). Noot bij: ECHR (18-11-2004), (Ünal Tekeli v. Turkey). EHRC 2005-6, p. 46-54.

Kiiver, P. (2005). Noot bij: ECHR (11-01-2005), (Py v. France). EHRC 2005-6, p. 257-266.

Kiiver, P. (2005). Noot bij: ECHR (30-06-2005), (Jahn et al. v. Germany (Grand Chamber)). EHRC 2005-6, p. 796-817.

Kiiver, P. (2007). Noot bij: ECHR (15-03-2007), (Velikovi et al. v. Bulgaria). EHRC 2007-8, p. 577-600.

Kiiver, P. (2007). Noot bij: ECHR (07-06-2007), (Parti Nationaliste Basque – Organisation Régionale d'Iparralde v. France). EHRC 2007-8, p. 821-835.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (19-11-2004), (Besluit; – aanvraag). JB 2005-19, p. 68-71.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (24-11-2004), (Trechter- werking. Ultra petita). JB 2005-36, p. 176-177.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (05-01-2005), (Beslissing op bezwaar; – mandaat. Mandaat; – burgemeestersmandaat). JB 2005-64, p. 315.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (19-01-2005), (Bezwaar- schrift; – brief geldt als. Bezwaartermijn). JB 2005-80, p. 371-372.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (09-02-2005), (Partij; van rechtswege. Belanghebbende). JB 2005-85, p. 384-385.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: HR (18-02-2004), (Onverschuldigde betaling. Onrechtmatige daad. Onverbindende regeling. Formele rechtskracht. Besluit; – factuur). JB 2005-92, p. 453-456.

434 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (02-03-2005), (Aanvraag; buiten behandeling stellen. Bezwaar; – prematuur). JB 2005-119, p. 590-591.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (23-03-2005), (Omvang geding; – na terugwijzing). JB 2005-143, p. 697.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (13-04-2005), (Openbaarma- king; – weigering. Misbruik van recht. Kwade trouw.). JB 2005-150, p. 723- 724.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (13-05-2005), (Aanvrager. Belanghebbende. Besluit). JB 2005-168, p. 869-870.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (11-05-2005), (Naturalisatie. Aanvraag; – buitenbehandeling laten). JB 2005-189, p. 968.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (24-05-2005), (Beslistermijn; ontbreken wettelijk bepaalde. Beslistermijn; – toepassing van art. 6:2 sub b Awb). JB 2005-194, p. 981-983.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (13-07-2005), (Toetsings- kader; – ex art. 8:69 Awb. Uitspraak; – rechtskracht). JB 2005-255, p. 1236..

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: Vzg. CRvB (08-08-2005), (Koppe- lingsbeginsel; – zeer dringende redenen. Bijstandsverlening; – tbv minderjarige kinderen van niet-rechthebbende ouders). JB 2005-271, p. 1315.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: ABRS (14-09-2005), (Aanvraag; – herhaalde. Aanvraag; – nieuwe is herhaalde. Aanvraag; – ruim begrip herhaal- de.). JB 2005-300, p. 1467.

Linden, E.C.H.J. van der (2005). Noot bij: Nationale ombudsman (30-09- 2005), (Besluit. Aanvraag. Ambtshalve beslissen. Fair play. Eenmalige rege- ling. Motivering. Rechtsmiddelenverwijzing). JB 2005-332, p. 1592-1593.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: HR (14-10-2005), (Weigering melkquotum. Geen gebondenheid aan stellingen in bestuurlijke procedure. Prejudiciële vragen). JB 2006-1, p. 38-41.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: ABRvS (17-01-2006), (Schorsing – onderzoek ter zitting. Sluiting; – onderzoek. Toestemmingsvereiste, Fair trial). JB 2006-58, p. 294.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: CRvB (24-01-2006), (Koppelings- beginsel; – buiten toepassing laten. Internationaal recht; – invloed op nationale wet. Rechtmatig verblijf; – kinderen). JB 2006-66, p. 331.

435 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: ABRvS (25-01-2006), (Inschrijving GBA van gelegaliseerd document. Zorgvuldigheid. Informatieplicht). JB 2006- 75, p. 376.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: ABRvS (08-02-2006), (Belang- hebbende; – afgeleid belang). JB 2006-79, p. 385.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: CRvB (01-02-2006), (Termijn; – ter post bezorging. Termijn; – frankeermachine). JB 2006-100, p. 461-462.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: HR, derde kamer (17-03-2006), (Bezwaar; – gronden). JB 2006-107, p. 519-520.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: Nationale Ombudsman (05-04- 2006), (Gebod van non-refoulement. Vreemdelingenbewaring. Presentatie; – hangende beroepsprocedure). JB 2006-180, p. 905-906.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: ABRvS (05-07-2006), (Procesorde. Nadere stukken). JB 2006-248, p. 1229-1230.

Linden, E.C.H.J. van der (2006). Noot bij: ABRvS (18-09-2006), (Besluit; – rechtsgevolg. Motivering; – nader. Rechtsgevolgen; – in stand laten). JB 2006- 15, p. 1507-1508.

Loeffen, S. (2006). Noot bij: ECHR (23-03-2006), (nr. 38258/03). EHRC 2006- 80, p. 744-747.

Lust, S. (2005). Duiding bij Arbitragehof nr. 56/2005, 8 maart 2005 (beroep tot vernietiging van artikel 192bis DRO). Rechtspraak Antwerpen Brussel Gent, 790-793.

Lust, S. (2005). Het handhavingsdecreet gedeeltelijk vernietigd (rubriek ‘heet van de naald’ – korte toelichting bij het arrest van het Arbitragehof nr. 14/2005, 19 januari 2005). Tijdschrift voor Ruimtelijke Ordening & Stedenbouw, 75-78.

Lust, S. (2005). Noot bij: Arbitragehof (19-01-2005), 14/2005, (Het handha- vingsdecreet ná het arrest van het Arbitragehof nr. 14/2005 van 19 januari 2005). C.D.P.K., p. 151-162.

Lust, S. (2005). Noot bij: Arbitragehof (19-01-2005), 14/2005, (Het handha- vingsdecreet gedeeltelijk vernietigd: over de ‘verjaring’ van de stedenbouw- misdrijven, de Hoge Raad voor het Herstelbeleid en de keuze van de herstel- maatregel). R.A.B.G., p. 373-382.

Lust, S. (2005). Noot bij: Raad van State (28-01-2004) en Rb. Brugge (05-01- 2005), 127 512, (Strafbare inbreuken op of strijdigheden met plannen van aanleg en ‘bestemmingsongevoeligheid’). R.A.B.G., p. 389-395.

436 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Lust, S. (2005). Noot bij: Arbitragehof (24-11-2004), 191/2004, (De Raad van State toch bevoegd voor het schorsen van impliciete weigeringsbeslissingen op grond van artikel 14 § 3 R.v.St.-wet?). R.A.B.G., p. 430-433.

Lust, S. & Sutter, T. de (2005). Noot bij: Raad van State (18-09-2003), 123 043, (De relevantie van bufferzones voor de beoordeling van milieuvergun- ningsaanvragen). T.R.O.S., p. 49-52.

Niessen, N.J.A.P.B. (2005). Noot bij: Rapport Nationale ombudsman (17-11- 2005), JB 2005-4, p. 427-428.

Niessen, N.J.A.P.B. (2006). Noot bij: Rapport Nationale ombudsman (09-11- 2005), JB 2006-2, p. 242-246.

Niessen, N.J.A.P.B. (2006). Noot bij: Rapport Nationale ombudsman (09-11- 2005), JB 2006-4, p. 409-413.

Niessen, N.J.A.P.B. (2006). Noot bij: Rapport Nationale ombudsman (07-08- 2006), JB 2006-14, p. 1471-1475.

Nieuwenhuis, A.J. (2006). Noot bij: Vz. Rb. Amsterdam (24-11-2005), 2, (Spandoek Verdonk). Mediaforum 2006-1, p. 23-24.

Nieuwenhuis, A.J. (2006). Noot bij: EHRM (02-05-2006), 18, (Tatlav c. Tur- quie). Mediaforum 2006-6, p. 185.

Peters, J.A. (2006). Noot bij: EHRM (17-11-2005), 249, (Metzger t. Duitsland). NJ 2006-249, p. 2327.

Peters, J.A. (2006). Noot bij: EHRM (24-11-2005), 250, (Tourancheau t. Frankrijk). NJ 2006-250, p. 2333-2344.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (10-11-2005), (Riccardi Pizaati tegen Italie). EHRC 2005-22, p. 15.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (25-01-2005), (Enhorn tegen Zweden). EHRC 2005-34, p. 342-343.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (01-03-2005), (Meriakri tegen Moldavie). EHRC 2005-46, p. 461-462.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (24-03-2005), (Epple tegen Duitsland). EHRC 2005-48, p. 472-473.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (29-03-2005), (Ukranian Media Group tegen Oekraïne). EHRC 2005-49, p. 479-480.

437 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (05-04-2005), (Nevmerzhitsky tegen Oekraïne). EHRC 2005-50, p. 495-496.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (26-05-2005), (Wolfmeyer tegen Oostenrijk). EHRC 2005-71, p. 695.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (16-06-2005), (Storck tegen Duitsland). EHRC 2005-82, p. 793-795.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (23-06-2005), (Zawadka tegen Polen). EHRC 2005-90, p. 889-891.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (26-07-2005), (Siliadin tegen Frankrijk). EHRC 2005-103, p. 1027-1030.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (28-09-2005), (Broniowski tegen Polen). EHRC 2005-110, p. 1082-1084.

Velde, J. van der (2005). Noot bij: EHRM (06-10-2005), (Lukenda tegen Slovenië). EHRC 2005-114, p. 1126-1127.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (15-11-2005), (Reinprecht tegen Oostenrijk). EHRC 2006-5, p. 53.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (15-12-2005), (Epple tegen Duitsland). EHRC 2006-22, p. 232.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (15-11-2005), (Jelicic tegen Bosnië en Herzegovina). EHRC 2006-25, p. 254-255.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (08-03-2006), (Blecic tegen Kroatië). EHRC 2006-49, p. 462-463.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (12-01-2006), (Içyer tegen Turkije). EHRC 2006-51, p. 479-480.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (21-03-2006), (Salé tegen Frankrijk). EHRC 2006-58, p. 538-539.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (29-03-2006), (Scordino tegen Italië (nr. 1)). EHRC 2006-61, p. 584-586.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (04-07-2006), (Zarb tegen Malta). EHRC 2006-108, p. 996-997.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (06-07-2006), (Baybasin tegen Nederland). EHRC 2006-116, p. 1083-1085.

438 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (18-07-2006), (Stefanec tegen Tsjechië). EHRC 2006-120, p. 1135.

Velde, J. van der (2007). Noot bij: EHRM (26-07-2007), (Weber tegen Zwitserland). EHRC 2007-121, p. 1194-1195.

Velde, J. van der (2006). Noot bij: EHRM (03-10-2006), (McKay tegen het Verenigd Koninkrijk). EHRC 2006-131, p. 1233.

Velde, J. van der (2007). Noot bij: EHRM (11-09-2007), (Teren Aksakal tegen Turkije). EHRC 2007-130, p. 1278-1282.

Velde, J. van der (2007). Noot bij: EHRM (08-03-2007), (Thiermann e.a. tegen Noorwegen). EHRC 2007-136, p. 1332-1333.

Velde, J. van der (2007). Noot bij: EHRM (01-10-2007), (Verein gegen Tierfabriken Schweiz (VGT) tegen Zwitserland). EHRC 2007-140, p. 1362.

Velde, J. van der (2007). Noot bij: EHRM (25-10-2007), (Van Vondel tegen Nederland). EHRC 2007-145, p. 1417.

Verheij, N. (2007). Noot bij: HvJEG (21-06-2007), JB 2007-142, p. 712-717.

Verheij, N. (2007). Noot bij: HR (05-10-2007), JB 2007-217, p. 1044-1045.

Verhey, L.F.M. (2005). Noot bij: EHRM (10-11-2005), (Leyla Sahin tegen Turkije). EHRC, p. 15.

Verhey, L.F.M. (2006). Noot bij: EHRM (10-11-2005), (Leyla Sahin tegen Turkije. Vrijheid van godsdienst. Verbod op dragen van hoofddoekjes aan universiteit. Grand Chamber). EHRC 2006-2, p. 131-153.

Wenders, D.W.M. (2005). Noot bij: CRvB (01-12-2004), JB 2005-51, p. 226- 227.

Wenders, D.W.M. (2005). Noot bij: HR (22-04-2005), JB 2005-166, p. 862- 864.

Wenders, D.W.M. (2005). Noot bij: Rb. Breda (30-03-2005), JB 2005-201, p. 1010-1012.

Wenders, D.W.M. (2005). Noot bij: CRvB (01-06-2005), JB 2005-237, p. 1147-1148.

Wenders, D.W.M. (2006). Noot bij: Rb. Leeuwarden (10-10-2005), JB 2006- 25, p. 130-132.

439 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Wenders, D.W.M. (2006). Noot bij: CRvB (22-11-2005), JB 2006-37, p. 203- 204.

Wenders, D.W.M. (2006). Noot bij: CRvB (28-12-2005), JB 2006-64, p. 317- 319.

Wenders, D.W.M. (2006). Noot bij: Rb. Middelburg (07-03-2006), JB 2006- 104, p. 484-486.

Wenders, D.W.M. (2006). Noot bij: ABRvS (26-04-2006), JB 2006-184, p. 937-939.

Wenders, D.W.M. (2006). Noot bij: ABRvS (12-07-2006), JB 2006-268, p. 1320-1323.

Wenders, D.W.M. (2006). Noot bij: CRvB (22-09-2006), USZ 2006-343, p. 1152-1154.

Wenders, D.W.M. (2007). Noot bij: EHRM (09-01-2007), (Salah Sheekh t. Nederland). JB 2007-52, p. 301-305.

Wenders, D.W.M. (2007). Noot bij: ABRS (09-02-2007), JB 2007-68, p. 365-370.

Westelaken, R. van de (2007). Noot bij: EHRM (02-10-2007), 39541/98, (Dölek t. Turkije). EHRC 2007-133, p. 1298-1311.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HvJEG (11-11-2004), 66, (C-171/03 (Toeters en Verberk)). AB, p. 421-431.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: ABRvS (12-01-2005), 75, AB, p. 483-487.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HR (17-12-2004), 697, AB, p. 667- 2268.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HR (18-02-2005), 119, AB, p. 722- 729.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HR (01-04-2005), 246, AB, p. 1329- 1333.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HvJEG (21-04-2005), 349, (C- 186/04 (Housieaux)). AB, p. 1849-1854.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HvJEG (20-01-2005), 351, (C- 295/03 (Glaxosmithkline)). AB, p. 1862-1868.

440 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HR (17-06-2005), 359, AB, p. 1893- 1895.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: ABRvS (29-06-2005), 365, AB, p. 1929-1933.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HvJEG (20-01-2005), 351, (C- 245/03 (Merck, Sharp & Dohme)). AB, p. 1954-1962.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HR (08-07-2005), 407, AB, p. 2175- 2177.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HR (11-11-2005), 436, AB, p. 2311- 2314.

Widdershoven, R.J.G.M. (2005). Noot bij: HvJEG (20-10-2005), 425, AB, p. 2259-2268.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: ABRvS (07-12-2005), 67, AB, p. 365-371.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: HR (03-02-2006), 117, AB, p. 563- 567.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: ABRvS (15-02-2006 & 16-11- 2005), 118-119, AB, p. 567-587.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: HvJEG (13-09-2005), 182, (Zaak C/495-03). AB, p. 827-838.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: HvJEG (16-03-2006), 191, (Zaak C/234/04). AB, p. 883-888.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: HvJEG (06-04-2006), 204, (Zaak C- 274/04). AB, p. 949-954.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: ABRvS (12-06-2006; 21-6-2006 & 09-08-2006), 338-339-340, AB, p. 1661-1675.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: HvJEG (15-06-2006), 390, (Zaak C- 28/05). AB, p. 1917-1930.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: HvJEG (13-07-2006), 404, (Zaak C- 295/04 t/m C-298/04). AB, p. 2005-2021.

Widdershoven, R.J.G.M. (2006). Noot bij: HvJEG (19-09-2006), 411, (Zaak C- 422/04). AB, p. 2059-2069.

441 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Noot bij: HR (16-02-2007), AB 2007-138, p. 771-774.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Noot bij: ABRvS (21-03-2007), AB 2007-139, p. 775-784.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Noot bij: ABRvS (18-04-2007), AB 2007-173, p. 927-932.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Noot bij: ABRvS (25-04-2007), AB 2007-174, p. 933-935.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Noot bij: ABRvS (09-05-2007), AB 2007-182, p. 965-972.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Noot bij: ABRvS (28-02-2007), AB 2007-183, p. 963-965.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Noot bij: HvJEG (07-06-2007), (gevoegde zaken C-222/05 t/m C-225/05). AB 2007-228, p. 1195-1205.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Noot bij: HR (10-08-2007), AB 2007-291, p. 1523-1540.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Noot bij: ABRvS (05-09-2007), AB 2007-319, p. 1693-1700.

Woltjer, A.J.Th. (2005). Noot bij: EHRM (30-11-2004), (Öneryildiz t. Turkije). AB 2005-43, p. 308-311.

Woltjer, A.J.Th. (2005). Noot bij: EHRM (26-04-2005), (Müslim t. Turkije). EHRC 2005-7 (67), p. 670-677.

Woltjer, A.J.Th. (2005). Noot bij: EHRM (26-04-2005), (Üner t. Nederland). EHRC 2005-9 (92), p. 919-920.

Woltjer, A.J.Th. (2005). Noot bij: EHRM (05-07-2005), (Said t. Nederland). EHRC 2005-9 (93), p. 926-928.

Woltjer, A.J.Th. (2005). Noot bij: EHRM (15-09-2005), (Bonger t. Nederland). EHRC 2005-11 (108), p. 1068-1069.

Woltjer, A.J.Th. (2005). Noot bij: EHRM (27-10-2005), (Keles t. Duitsland). EHRC 2005-11 (122), p. 1205-1206.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (01-12-2005), (Tuquabo Tekle t. Nederland). EHRC 2006-1, nr. 9, p. 92-94.

442 Publiekrechtelijke rechtsvergelijking

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (17-01-2006), (Aristimuño Mendi- zabal t. Frankrijk). EHRC 2006-3, nr. 31, p. 293-294.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (31-01-2006), (Sezen t. Nederland). EHRC 2006-3, nr. 34, p. 309-310.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (31-01-2006), (Rodrigues da Silva en Hoogkamer t. Nederland). EHRC 2006-3, nr. 35, p. 315-316.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (31-01-2006), (Z. en T. t. V.K.). EHRC 2006-5, nr. 65, p. 613-614.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (11-04-2006), (Useinov t. Neder- land). EHRC 2006-7, nr. 93, p. 847-848.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: HvJEG (27-06-2006), (Europees Parlement t. Raad en Commissie). EHRC 2006-8, nr. 95, p. 868-870.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (08-06-2006), (Lupsa t. Roemenië). EHRC 2006-8, nr. 98, p. 890-892.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (11-07-2006), (Saadi t. VK). EHRC 2006-10, 117, p. 1095-1096.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (10-08-2006), (Olaechea Cahuas t. Spanje). EHRC 2006-11, 128, p. 1205-1206.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (12-10-2006), (Mubilanzila Mayeka en Kaniki Mitunga t. België). EHRC 2006-12, 144, p. 1362-1363.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (18-10-2006), (Üner t. Nederland, GC). EHRC 2006-12, 146, p. 1384-1387.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: ABRvS (09-11-2005), 200503854, Gst. 2006-15, p. 54-55.

Woltjer, A.J.Th. (2006). Noot bij: EHRM (18-10-2006), (Rodrigues da Silva en Hoogkamer t. Nederland). NJCM-bulletin 2006-31, nr. 6, p. 849-851.

Woltjer, A.J.Th. (2007). Noot bij: HvJEG (09-01-2007), 143, (Jia vs. Sweden). SEW 2007-8, p. 303-305.

Woltjer, A.J.Th. (2007). Noot bij: EHRM (11-01-2007), 36, (Salah Sheekh vs. the Netherlands). EHRC 2007-3, p. 362-365.

Woltjer, A.J.Th. (2007). Noot bij: EHRM (20-09-2007), (Sultani t. Frankrijk). NAV 2007-44, p. 436-437.

443 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Woltjer, A.J.Th. (2007). Noot bij: EHRM (22-03-2007), 64, (Maslov vs. Austria). EHRC 2007-5, p. 620-621.

Woltjer, A.J.Th. (2007). Noot bij: EHRM (20-04-2007), 75, (Gebremedhin vs. France). EHRC 2007-6, p. 714-715.

Woltjer, A.J.Th. (2007). Noot bij: EHRM (08-03-2007), 79, (Collins and Akaziebie vs. Zweden). EHRC 2007-6, p. 740-741.

Woltjer, A.J.Th. (2007). Noot bij: HvJEG (07-06-2007), 81, (Commission vs. the Netherlands). EHRC 2007-7, p. 760-761.

Zwiers, M. (2005). Noot bij: EHRM (15-03-2005), (Veermäe tegen Finland). EHRC 2005-17, p. 614-620.

Zwiers, M. (2006). Noot bij: EHRM (23-02-2006), (Tzekov tegen Bulgarije). EHRC 2006-4, p. 395-404.

Zwiers, M. (2006). Noot bij: HvJ (09-03-2006), (Criminal Proceedings against Van Esbroeck). EHRC 2006-6, p. 496-506.

Zwiers, M. (2006). Noot bij: HvJ (28-09-2006), (Gasparini e.a. & Van Straaten). EHRC 2006-12, p. 1287-1299.

Zwiers, M. (2007). Noot bij: GEA-EG (04-10-2006), T-193/04, (Hans-Martin Tillack tegen Europese Commissie). EHRC 2007-1, p. 6-20.

Zwiers, M. (2007). Noot bij: HvJ (03-05-2007), C-303/05, (Advocaten voor de Wereld). EHRC 2007-7, p. 747-755.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Storme, M.E. (20-06-2007). Pleidooi voor een staatshervorming met twee snelheden. De Standaard.

Storme, M.E. (06-11-2007). Dewael's bedrieglijke rechtsvergelijking. De Standaard.

OVERIGE PUBLICATIES

Hoetjes, B.J.S. (2006). Castricum en de internationale samenwerking – beschrijving, beoordeling, verkenning van nieuwe wegen. Castricum: Gemeente Castricum.

Peters, J.A. (16-03-2006). Uitspraak Hofstadgroep: negatief voor de vrijheid van meningsuiting. De Volkskrant.

444

BIJLAGE BIJ PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSVERGELIJKING ACTIVITEITENPLAN MONTESQUIEU-INSTITUUT MAASTRICHT 2008-2009

1. Inleiding: het Montesquieu-instituut

In mei 2007 is met financiële steun van diverse overheidsinstellingen1 het Mon- tesquieu-instituut opgericht. Het instituut zal zich richten op onderzoek, onder- wijs en kennisoverdracht op het terrein van Europese parlementaire geschiede- nis en constitutionele ontwikkeling van parlementen. Naast de hoofdvestiging in Den Haag is in Maastricht een nevenvestiging opgericht. Deze zal zijn ver- bonden aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht. In het onderhavige activiteitenplan zal specifiek worden ingegaan op de werkzaamheden die binnen de Maastrichtse vestiging in de komende jaren zul- len worden verricht. Deze zullen vanwege de gewenste aanloopperiode vanaf begin 2008 hun beslag krijgen. Aan de beschrijving van de activiteiten gaat een korte beschouwing over de grondgedachten die aan het instituut en diens werk- zaamheden ten grondslag liggen.

2. Grondgedachten

2.1. Europa: een democratisch tekort

De laatste jaren lijkt het integratieproces in Europa te stagneren. Het Neder- landse en Franse ‘nee’ tegen de Europese Grondwet waren daarvoor sympto- matisch. Een van de belangrijkste kritiekpunten betreft het ‘democratisch defi- cit’ in de Europese besluitvorming. Burgers voelen zich niet of onvoldoende betrokken bij de besluiten die in het kader van de Europese Unie worden ge- nomen. Inspanningen van Europese instellingen en politici om in die situatie verandering te brengen, hebben tot nog toe weinig opgeleverd. Integendeel, de laatste jaren is het draagvlak voor Europa eerder af- dan toegenomen. Een opvallend en steeds terugkerend element in het debat over het ‘demo- cratisch deficit’ betreft de positie van parlementen; parlementen worden im- mers vaak beschouwd als de cruciale factor waar het gaat om de versterking van de democratie in Europa. In de Europese context gaat de aandacht van oudsher uit naar het Europees Parlement. In de loop der jaren is diens positie onder meer bij de totstandkoming van Europese wetgeving geleidelijk ver- sterkt. Pleidooien voor verdere versterking kunnen regelmatig worden gesigna- leerd. Daarnaast zijn de nationale parlementen de laatste jaren nadrukkelijk in

1 Ministerie van OCW, de gemeentes Den Haag en Maastricht, de provincie Limburg en de Universteit Maastricht.

445 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 opkomst. Aan hen wordt een steeds belangrijkere rol toegedicht als het gaat om de beoordeling van de subsidiariteit en de evenredigheid van Europese regels.

2.2. De zwakke positie van parlementen in Europa

Toch zijn de parlementen er tot nu toe niet in geslaagd een toereikend draag- vlak voor het Europese integratieproces te bewerkstelligen. Dat hangt samen met de inherent zwakke positie van parlementen in het Europese besluitvor- mingsproces. Dit geldt in de eerste plaats voor het Europese Parlement. Diens positie blijft, ondanks bevoegdheidsuitbreidingen, relatief zwak. De opkomst bij Euro- pese verkiezingen is nog steeds laag. De Europese verkiezingen worden via de nationale politieke partijen georganiseerd en in belangrijke mate beheerst door nationale thema's. De uitkomst van de Europese verkiezingen is niet bepalend voor de totstandkoming van een Europese regering of een Europees beleidspro- gramma. Onder deze omstandigheden kan het Europees Parlement een stevige democratische worteling van de Europese samenwerking niet waarborgen. Maar ook nationale parlementen hebben deze lacune niet kunnen opvullen. In nationale parlementen is er doorgaans weinig belangstelling voor Europese thema's De animo om het optreden van de eigen regering in de Europese Raad van Ministers te controleren, is vaak gering. De procedures die nationale par- lementen toepassen teneinde de Europese besluitvorming te beïnvloeden lopen sterk uiteen en hebben vaak weinig effect. Ook de samenwerking tussen de nationale parlementen is nog zwak ontwikkeld. De Conferentie van commissies voor Europese zaken van de parlementen van de Europese Unie (COSAC) heeft tot dusverre weinig concrete resultaten geboekt. De situatie wordt nog complexer indien in ogenschouw wordt genomen dat met het oog op het Europese integratieproces de belangen van de nationale par- lementen en het Europees Parlement niet altijd parallel lopen. Daarbij speelt de institutionele context een rol. Vanuit zijn positie als supranationaal orgaan is het Europees Parlement in samenspraak met de Europese Commissie relatief snel geneigd te kiezen voor Europese oplossingen. Nationale parlementen daar- entegen zullen vanuit het intergouvernementele perspectief en het subsidiari- teitsbeginsel eerder de voorkeur geven aan maatregelen op het niveau van de lidstaten. Aldus bezien kan verschillend worden gedacht over de vraag of ver- sterking van de positie van het Europees Parlement dan wel die van de nationa- le parlementen al dan niet bijdraagt aan het reduceren van het veronderstelde ‘democratisch deficit’. De zwakke positie van parlementen in het Europese besluitvormingsproces dient ten slotte te worden gezien tegen de bredere achtergrond van een afbrok- keling van het gezag van parlementen in algemene zin. De democratische legi- timatie van de nationale parlementen in de lidstaten neemt af door in het alge- meen dalende opkomsten bij verkiezingen sinds de jaren zestig (alhoewel de laatste jaren het beeld wat diffuser wordt), teruglopende ledenaantallen bij poli- tieke partijen en overdracht van bevoegdheden. Alternatieve vormen van de- mocratie door onder meer de introductie van moderne ‘governance’-strategieën

446 Bijlage: Activiteitenplan Montesquieu-instituut Maastricht winnen terrein. Als het gaat om het bevorderen van draagvlak bij de burgers en het mede bepalen van de koers van het overheidsoptreden moeten parlementen in toenemende mate concurreren met andere overheidsinstellingen en maat- schappelijke organisaties.

2.3. Parlementaire stelsels in Europa: een gemeenschappelijk perspectief

De bescheiden bijdrage van parlementen aan de Europese besluitvorming hangt samen met vele factoren. Wat echter ongetwijfeld een belangrijke rol speelt is een gebrek aan kennis en onderling inzicht in de parlementaire culturen en stel- sels van de EU-lidstaten. Politici, bestuurders, ambtenaren en burgers dragen eerst en vooral kennis van het eigen nationale stelsel en hun aandacht in de da- gelijkse praktijk is ook primair daarop gericht. Voor de Europese besluitvor- ming is echter in toenemende mate van belang om over de grenzen heen te kij- ken naar tradities en praktijken in andere parlementaire stelsels; het debat en de besluitvorming elders hebben geleidelijk steeds meer invloed gekregen op wat er in het eigen stelsel gebeurt. Om te komen tot een beter begrip van elkaars stelsels is er een grote behoef- te aan vergelijkend wetenschappelijk onderzoek naar de parlementaire stelsels in Europa. Kennis van de historie, de inrichting, de bevoegdheden en de werk- wijze van parlementen kan een fundamentele bijdrage leveren aan het functio- neren van parlementen, zowel in Nederland zelf als daarbuiten. Het kan boven- dien de kwaliteit van de nationale en de Europese wetgeving ten goede komen. Daarbij dient naast de parlementen van de lidstaten ook het Europees Parlement als rechtstreeks gekozen instelling op het Europese niveau te worden betrokken. De activiteiten van het Montesquieu-instituut vloeien hieruit voort. De grondgedachte daarvan is dat door middel van vergelijkend onderzoek naar parlementaire stelsels in Europa gemeenschappelijke tradities, beginselen en praktijken worden opgespoord, geanalyseerd en beschreven. De verkregen in- zichten kunnen bijdragen aan:

- een proces van bewustwording met betrekking tot de gemeenschappelijke wortels van de parlementaire stelsels in Europa; - een gemeenschappelijke verstandhouding omtrent hoe parlementaire be- raadslaging en besluitvorming plaatsvindt; - de vaststelling en uitwisseling van ‘best practices’ tussen de onderscheidene stelsels; - de toekomstige ontwikkeling van parlementaire regels en gebruiken.

Om deze effecten te maximaliseren is het noodzakelijk de opgedane kennis te valoriseren. De activiteiten van het instituut betreffen dus zowel het doen van wetenschappelijk onderzoek als het onder de aandacht brengen van de resulta- ten daarvan bij politici, bestuurders, ambtenaren, journalisten en studenten.

447 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

2.4. Parlementaire stelsels in Europa: de bredere context

De te verrichten activiteiten betreffen niet alleen het nationale, maar ook het Europese niveau. De stelsels op de verschillende niveaus zullen echter niet se- paraat worden onderzocht, maar in hun onderlinge samenhang. Dat is nodig vanwege de intensieve interactie tussen deze niveaus. Er vindt beïnvloeding plaats in twee richtingen. Enerzijds is er de invloed van het Europese integra- tieproces op de nationale stelsels. Europese integratie leidt tot harmonisatie van nationale regels en praktijken. In de parlementaire praktijk kan zich dat bij- voorbeeld voordoen bij de beïnvloeding van de opstelling van de nationale re- geringen in de Raad of bij de wijze van implementatie van Europese regelge- ving. Van belang is om te onderzoeken hoe het Europese integratieproces in- grijpt op parlementaire tradities en praktijken die van oudsher uitsluitend in de context van het nationale stelsel werden bepaald. Beïnvloeding vindt ook in omgekeerde richting plaats. Europese besluit- vorming wordt in belangrijke mate beheerst door de lidstaten en de opvattingen en culturen die binnen de lidstaten zijn ontwikkeld. Dat geldt ook voor de wijze waarop de besluitvorming wordt ingericht en de democratisch principes die daarbij behoren te gelden. Dat laatste komt tot uitdrukking in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie waarin is bepaald dat de Europese Unie is gegrondvest op de beginselen van democratie en rechtsstaat, ‘welke beginse- len de lidstaten gemeen hebben’. Het ligt derhalve voor de hand om nader te bezien in hoeverre bij de inrichting van de Europese besluitvorming kan en moet worden voortgebouwd op de gemeenschappelijke democratische beginse- len die in de loop van vele jaren in de parlementaire stelsels van de lidstaten tot wasdom zijn gekomen en tot een bestendige praktijk zijn uitgegroeid. De wetenschappelijke activiteiten zullen zich niet kunnen beperken tot de positie van parlementen ‘sec’. Wezenlijk is de gedachte die reeds door Mon- tesquieu is verwoord dat de staatsmachten niet strikt van elkaar gescheiden zijn, maar in onderlinge afhankelijkheid taken en bevoegdheden uitoefenen. Om machtsmisbruik te voorkomen zijn in het constitutionele bestel ‘checks and balances’ ingebouwd die de staatsmachten dienen te beteugelen. Dat geldt ook voor het parlement. Vanuit dat perspectief is van belang de positie van parle- menten mede te bezien in hun relatie tot anderen. In de complexiteit die de mo- derne parlementaire stelsels kenmerkt betekent dit dat onderwijs en onderzoek op het terrein van parlementen in brede zin een veelheid aan actoren in beeld kan brengen, zoals politieke partijen, ministeries, zelfstandige bestuursorganen, de rechterlijke macht, de media en belangenorganisaties. Onderwijs en onder- zoek kunnen derhalve betrekking hebben op de werking van (elementen van) parlementaire stelsels in brede zin.

448 Bijlage: Activiteitenplan Montesquieu-instituut Maastricht

3. Montesquieu-instituut Maastricht

3.1 Doelstellingen en activiteiten

Tegen de achtergrond van de hiervoor geformuleerde grondgedachten hebben de activiteiten van het Maastrichtse Montesquieu-instituut een tweeledige doel- stelling: a. Versterking onderzoek Onderzoekers in onderlinge samenwerking te stimuleren tot vergelijkend on- derzoek naar de verschillende parlementaire stelsels en hun actoren in Europa en de wijze waarop deze actoren de Europese besluitvorming beïnvloeden. Voorts zal het onderzoek zich richten op de wijze waarop die besluitvorming in de nationale parlementaire stelsels worden ingepast. b. Stimulering kennisoverdracht Onderwijs geven aan studenten en aan specifieke doelgroepen, zoals bijvoor- beeld politici, ambtenaren en journalisten met betrekking tot de inrichting en besluitvorming binnen parlementaire stelsels in Europa. Kennisoverdracht en valorisatie zal voorts plaatsvinden door de organisatie van congressen, work- shops en ‘round table’-bijeenkomsten met binnenlandse en buitenlandse gasten.

De activiteiten van de Maastrichtse vestiging zullen voor de jaren 2008 en 2009 op beide genoemde terreinen liggen; de nadruk zal liggen op het verrichten van onderzoek, leidende tot publicaties, en het organiseren van bijeenkomsten met uiteenlopende doelstellingen (congressen, workshops en ‘round table’-bijeen- komsten). Nog nader zal worden bezien in hoeverre de activiteiten vanaf 2009 kunnen worden uitgebreid. Daarbij valt ook te denken aan de ontwikkeling van onder- wijsactiviteiten. Een en ander is afhankelijk van de mate waarin de komende tijd aanvullende financiering voor het instituut als geheel en de Maastrichtse vestiging in het bijzonder, kan worden gerealiseerd.

3.2. Inbedding binnen het Montesquieu-instituut

De Maastrichtse vestiging van het Montesquieu-instituut zal worden gesitueerd bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht. Binnen de universiteit zal worden samengewerkt met collega's van de Faculteit der Cul- tuurwetenschappen (European Studies). Voor de Maastrichtse vestiging is voorshands een bedrag beschikbaar van 350.000 euro per jaar voor een periode van 5 jaar (zie bijlage ). De activiteiten in Maastricht zullen plaatsvinden binnen de kaders van het instituut als geheel en in samenspraak met de daarin participerende partners. Mede gezien de bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht aanwezige expertise, ligt een zekere nadruk in het onderzoek op het

449 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 constitutionele recht. In dat opzicht onderscheidt het Maastrichtse onderzoek zich van het onderzoek dat elders binnen de kaders van het Montesquieu- instituut als geheel plaatsvindt. Indien het gaat om de onderlinge taakverdeling zal bij de activiteiten in Den Haag de nadruk liggen op de vergelijkende parle- mentaire geschiedenis, terwijl in Maastricht de aandacht primair zal uitgaan naar de vergelijkende en Europese constitutionele aspecten van parlementen. Beide componenten vullen elkaar aan, hetgeen in de nog nader vorm te geven samenwerking tot uitdrukking zal komen. Het Montesquieu-instituut zal worden geleid door een bestuur waarin ook de Universiteit Maastricht is vertegenwoordigd. Het bestuur legt via een Raad van toezicht verantwoording af aan de financiers. Inhoudelijke activiteiten zul- len in de vorm van een jaarprogrammering worden voorgelegd aan het de We- tenschappelijke Raad van Advies van het instituut. Over de precieze invulling van de bestuursstructuur zal nog overleg plaatsvinden. Het instituut maakt deel uit van een breder initiatief om te komen tot een samenwerking van alle in de Europese Unie aanwezige, wetenschappelijke in- stituten op het terrein van parlementaire geschiedenis en constitutionele ont- wikkeling. Het netwerk start met de deelname van vier Nederlandse universitei- ten (Leiden2, Nijmegen3, Groningen4 en Maastricht5) door middel van hun aan Montesquieu gelieerde instellingen. De komende jaren zal er naar gestreefd worden om met financiële steun van de Europese Commissie het initiatief ver- der uit te bouwen tot een Europese netwerkorganisatie.

3.3. Onderzoeksomgeving

De hiervoor beschreven grondgedachten van het Montesquieu-instituut sluiten aan bij de filosofie van het Maastrichtse publiekrechtelijke onderzoekspro- gramma. De kern van dit programma, zoals dat thans in het kader van de on- derzoeksschool Ius Commune bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid in Maas- tricht in samenwerking met andere faculteiten wordt uitgevoerd, is dat door middel van rechtsvergelijkend onderzoek de gemeenschappelijke constitutione- le tradities, beginselen en rechtsfiguren worden opgespoord, geanalyseerd en beschreven en dat vervolgens wordt nagegaan of en zo ja, op welke wijze de toekomstige constitutionele vormgeving van de Europese Unie alsmede andere relevante internationale organisaties, op deze tradities kunnen worden geba- seerd. Deze benadering en de wijze waarop deze aan de Universiteit Maastricht op constitutioneel gebied is ontwikkeld, kan binnen het kader van het Maas- trichtse Montesquieu-instituut worden uitgebouwd met een vernieuwende toe- spitsing op de positie van parlementen.

2 De Haagse campus, alsmede het Parlementair Documentatie Centrum (PDC) in Den Haag. 3 Centrum voor Parlementaire Geschiedenis (CPG). 4 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP). 5 Capaciteitsgroep Publiekrecht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid.

450 Bijlage: Activiteitenplan Montesquieu-instituut Maastricht

De aard van de thematiek brengt met zich dat niet met het louter con- stitutionele perspectief kan worden volstaan. Om de positie van parlementen goed te kunnen duiden, zal worden samengewerkt tussen beoefenaars van ver- schillende disciplines. Daarbij dient naast het constitutionele recht in het bij- zonder te worden gedacht aan de parlementaire geschiedenis en de politicolo- gie. Het onderzoek zal aldus een multidisciplinair karakter dragen. In die context is binnen de Universiteit Maastricht de expertise van onder- zoekers van European Studies (Faculteit der Cultuurwetenschappen) van be- lang. Als het gaat om onderzoek gaat hun aandacht onder meer uit naar de eu- ropeanisering van de beleidsvorming en de institutionele en procedurele aan- passingen op nationaal niveau die daaruit zijn voortgevloeid. In dat verband spelen uiteraard ook nationale parlementen een rol. Men denke bijvoorbeeld aan de instemmingsprocedure die het Nederlandse parlement heeft bedongen bij de ontwikkeling en uitvoering van het Schengenverdrag. Politicologische expertise op dit terrein kan een belangrijke meerwaarde hebben voor het insti- tuut. De activiteiten die hieronder worden beschreven, zoals het begeleiden en uitvoeren van onderzoeksprojecten en het organiseren van congressen, zullen in substantiële mate gezamenlijk met de betreffende onderzoekers van European Studies worden verricht.

3.4. Organisatie en personele invulling

Zoals hiervoor vermeld zal de Maastrichtse vestiging organisatorisch worden ondergebracht bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maas- tricht, meer in het bijzonder bij de onderzoeksgroep bij de capaciteitsgroep pu- bliekrecht die expertise heeft ontwikkeld op het gebied van het politieke staats- recht. In die context zal het instituut gebruik maken van de beheersmatige en secretariële voorzieningen die binnen de faculteit aanwezig zijn. De faculteit zal daarvoor worden gecompenseerd op de in de begroting voorziene wijze. Het instituut zal worden geleid door L.F.M. Verhey, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan genoemde faculteit en programmaleider Ius Commune en Publiekrecht. In de aanvangsfase is voor de vervulling van deze functie en de daarmee verbonden wetenschappelijke en organisatorische werkzaamheden op de begroting voorzien in een beperkte capaciteit van 0,2 fte. Ten behoeve van de uitvoering van het onderzoeksprogramma zullen voorts een postdoc en twee promovendi worden aangetrokken. Ten slotte is op de begroting voorzien in een 0,2 fte deeltijd hoogleraar Europese parlementaire stelsels. Thans wordt deze leerstoel op basis van een nulaanstelling vervuld door Van den Berg. Het ligt in de rede dat ook in de toekomst deze leerstoel bekleed zal blijven door een niet-jurist, meer in het bijzonder een politicoloog of parlementair histori- cus.

451 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

4. Onderzoeksprojecten

4.1 Algemeen

Aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid waar het Maastrichtse Montesquieu- instituut zal worden gevestigd, vinden thans reeds in de lijn van de hiervoor geschetste Ius Commune-filosofie activiteiten plaats die deels liggen op het werkterrein van het instituut. Voorts wordt ook elders aan de Universiteit Maastricht, met name bij de Faculteit der Cultuurwetenschappen (European Studies), onderzoek gedaan dat raakvlakken heeft met dat werkterrein. Het Montesquieu-instituut betekent een substantiële impuls voor en een in- houdelijke verdieping van het Maastrichtse onderzoek specifiek gericht op par- lementaire stelsels. In de eerste fase zal, blijkens de bijgevoegde begroting (zie bijlage), plaats zijn voor een parttime formatiecapaciteit op hoogleraarsniveau, een postdoc en twee promotieplaatsen. Gedurende de eerst periode worden in elk geval drie projecten gestart. Het eerstgenoemde project dat zal worden uitgevoerd en gecoördineerd door een postdoc, ligt in het hart van de thematiek van het Montesquieu-instituut en zal de eerstkomende periode een belangrijk onderdeel vormen van de activiteiten (par. 4.2). Het betreft de invloed van nationale parlementen op de EU-besluit- vorming. De twee promotieprojecten bevatten uit de aard van de zaak meer specifieke thema's die op de parlementair besluitvorming betrekking hebben (par. 4.3 en 4.4).

4.2. De invloed van nationale parlementen op de Europese besluitvorming

Nationale parlementen zijn de laatste jaren sterk in opkomst als het gaat om de beinvloeding van de Europese besluitvorming. Aan nationale parlementen zijn in het verleden in het kader van de beoordeling van de subsidiariteit van wetge- vingsvoorstellen van de Europese Commissie een aantal, vooralsnog beschei- den, bevoegdheden toegekend. Naar het zich laat aanzien zal hun positie in de toekomst verder worden versterkt. Op grond van het Hervormingsverdrag zul- len nationale parlementen onder bepaalde voorwaarden de Commissie kunnen verplichten haar voorstel te heroverwegen. Voortbouwend op onderzoek dat zowel door Maastrichtse onderzoekers als door anderen is verricht, zal onderzoek worden gedaan naar de wijze waarop de positie van nationale parlementen zich in EU-verband verder, mede onder in- vloed van de in het Hervormingsverdrag vastgelegde procedure, ontwikkelt. In diverse parlementen zijn nieuwe, steeds verfijndere mechanismen tot stand ge- bracht die beogen de invloed van het parlement op de Europese besluitvorming verder te concretiseren en te versterken. In COSAC-verband worden in onder- linge samenwerking tussen parlementen daartoe verdere initiatieven ontwikkeld en concrete experimenten uitgevoerd. Het onderzoek zal zich richten op de ver- gelijkende beschrijving en analyse van de regels en praktijken van deze nieuwe parlementaire procedures en op de wijze waarop in dat kader de beoordeling van subsidiariteit van Europese wetgevingsvoorstellen wordt vorm gegeven.

452 Bijlage: Activiteitenplan Montesquieu-instituut Maastricht

Daarbij zal ook aandacht worden besteed naar de relatief nieuwe lidstaten uit Midden en Oost-Europa. In het onderzoeksproject zal tevens bijzondere aandacht uitgaan naar de verhouding tussen de hiervoor weergegeven ontwikkelingen en de positie van het Europese Parlement. De belangen van de nationale parlementen en het Eu- ropese Parlement lopen mede gezien de verschillende institutionele context waarin zij functioneren, niet of niet altijd parallel. Nu gestreefd wordt naar ver- sterking van de positie van nationale parlementen is de vraag welke gevolgen dit heeft voor de positie van het Europees Parlement en op welke wijze de on- derlinge verhouding zich in de toekomst verder zal ontwikkelen. Uitvoering: postdoc FdR/FCW (5 jaar) Start: begin 2008

4.3. Onderzoek door het Europees Parlement

Sinds de eerste directe verkiezingen in 1979 heeft het Europees Parlement een aantal malen een onderzoekscommissie ingesteld om onderzoek te doen naar een bepaald beleidsvraagstuk. Gedurende de eerste periode geschiedden derge- lijke onderzoeken op informele basis, na 1992 op grond van een specifieke ver- dragsbepaling. Het huidige constitutionele raamwerk is te vinden in artikel 193 EG-verdrag: het bepaalt dat het Europees Parlement op verzoek van een vierde van zijn leden een tijdelijke commissie in te stellen om ‘vermeende inbreuken op het Gemeenschapsrecht of gevallen van wanbeheer bij toepassing van het Gemeenschapsrecht te onderzoeken’. Met name het parlementaire onderzoek naar de BSE-crisis in 1997 heeft aanzienlijke aandacht getrokken en de nodige invloed gehad op het beleid van de EG en haar lidstaten. In vergelijking tot de parlementaire onderzoekscommissies die kunnen wor- den ingesteld in sommige lidstaten is de constitutionele positie van een tijdelij- ke onderzoekscommissie van het Europees Parlement relatief zwak. In het in- terinstitutionele akkoord dat ter uitwerking van artikel 193 EG-verdrag is opge- steld zijn bijvoorbeeld geen sterke bevoegdheden opgenomen om getuigen op te roepen. In het onderhavige onderzoek zal de huidige positie van de tijdelijke commissie ex artikel 193 EG-verdrag, mede in het licht van de onderzoeken die in het verleden hebben plaatsgevonden, worden geanalyseerd en worden verge- leken met de positie van de onderzoekscommissies in een aantal lidstaten. Voorshands wordt gedacht aan Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Konink- rijk. Op grond van deze analyse zal worden bezien in hoeverre de positie van onderzoekscommissies van het Europees Parlement versterking behoeft. Uitvoering: junioronderzoeker FdR (4 jaar) Start: begin 2008

4.4. Parlementaire controle van agentschappen (‘agencies’)

Zelfstandig opererende agentschappen (‘agencies’) zijn sinds de jaren 1980 in verschillende lidstaten van de EU sterk in opkomst. Sinds kort vindt dezelfde ontwikkeling ook plaats binnen de EU zelf. Dit vindt zijn weerslag in het we-

453 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 tenschappelijk onderzoek op politicologisch, bestuurskundig en juridisch ge- bied. In veel onderzoeken naar agentschappen wordt ingegaan op onderwerpen als efficiency van taakuitoefening door agentschappen, de legitimiteit van agentschappen en de wijze van verantwoording. Veel minder aandacht echter is er tot dusverre geweest voor de specifieke verhouding tussen parlementen en agentschappen en de controle die parlemen- ten rechtstreeks jegens agentschappen kunnen uitoefenen. Dit vraagstuk is van belang omdat blijkens de praktijk het parlement vaak toch controle wenst uit te oefenen op verzelfstandigde onderdelen van de executieve. Een grondige ana- lyse van de parlementaire mogelijkheden om invloed uit te oefenen op agent- schappen, ligt om bovenvermelde redenen voor de hand. De wijze waarop de relatie tussen parlement en agentschappen is geregeld loopt niet in alle Europe- se landen parallel. In veel landen is de parlementaire invloed beperkt tot de controle die het parlement kan uitoefenen via de minister. Nederland is hiervan een voorbeeld. In enkele andere landen daarentegen kunnen parlementen zelf- standig, zonder tussenkomst van de minister derhalve, besturen van agent- schappen en agentschappen om inlichtingen vragen en hen ter verantwoording roepen over het handelen van het betreffende agentschap. Het onderhavige onderzoek bestaat uit twee onderdelen. In de eerste plaats beoogt het een aantal Europese stelsels op dit aspect met elkaar te vergelijken. Vooralsnog wordt gedacht aan Nederland, Zweden, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Voor zover rechtstreekse verantwoording aan het parlement moge- lijk is doet zich de vraag voor op welke wijze deze directe vorm van democrati- sche controle is geregeld, wat de politieke en constitutionele consequenties daarvan zijn en in welke mate deze arrangementen het gebrek aan parlementai- re controle op agentschappen kunnen compenseren. In de tweede deel van het onderzoek richt de aandacht zich op het Europees Parlement. Ook op EU-niveau zijn de eventuele bevoegdheden van het Euro- pees Parlement om Europese agentschappen die door de Raad of de Commissie zijn opgericht, te beïnvloeden voorwerp van discussie. In het onderzoek zal worden bezien welke instrumenten het Europees Parlement thans tot zijn be- schikking heeft en in hoeverre met het oog op de toekomst de ervaringen uit de lidstaten van betekenis kunnen zijn voor de ontwikkeling van de politieke en constitutionele verhoudingen op EU-niveau. Uitvoering: junioronderzoeker FCW/FdR (4 jaar) Start: begin 2008

5. Congressen en workshops

5.1. Valorisatie

Valorisatie van de uit onderzoek verkregen kennis is van groot belang. Dit zal in de eerste plaats gebeuren door de organisatie van verschillende soorten bij- eenkomsten (congressen, workshops etc.) waarin van gedachten wordt gewis- seld met wetenschappelijke deskundigen en andere direct betrokkenen uit bin- nen- en buitenland. In de tweede plaats zal de verkregen kennis onder de aan-

454 Bijlage: Activiteitenplan Montesquieu-instituut Maastricht dacht worden gebracht bij bepaalde doelgroepen (politici, bestuurders, ambte- naren, journalisten) en ook overigens voor een breed publiek toegankelijk wor- den gemaakt. Wat het laatste betreft zal binnen het Montesquieu-instituut als geheel worden aangesloten bij de uitbouw van de data-infrastructuur die bij het Parlementair Documentatie Centrum (PDC) is voorzien. In het verlengde van de onderzoeksprojecten die bij het Maastrichtse Mon- tesquieu-instituut worden uitgevoerd, zal jaarlijks een aantal bijeenkomsten worden georganiseerd waarin met het werkterrein van het instituut verwante thema's zullen worden besproken. Daarbij kan afhankelijk van de doelstelling gekozen worden tussen verschillende werkvormen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een groot, soms meerdaags, voor een ieder toegankelijk congres waarin de resultaten van grotere onderzoeksprojecten worden gepresenteerd of waarin in brede kring van gedachten gewisseld over een actueel thema met het oog op eventueel toekomstig onderzoek. Er kan echter ook gekozen worden voor een kleinschalige, besloten workshop waarin wetenschappers reflecteren op een lopend onderzoeksproject of brainstormen over een nieuw onderzoeksthema. Ook is denkbaar dat met vertegenwoordigers van de praktijk (parlementariërs, bestuurders, ambtenaren) ronde tafelbijeenkomsten worden georganiseerd waarin vrij van gedachten wordt gewisseld over de implicaties van bepaalde onderzoeken voor de praktijk of, omgekeerd, de wijze waarop de praktijk een inspiratiebron kan zijn voor nieuw te entameren onderzoek.

De komende periode staan in dat verband in elk geval de volgende activiteiten op stapel:

5.2. Workshop ‘Het Europees Openbaar Ministerie: onafhankelijk en verantwoordelijk’

Mede in het licht van een lopend promotieproject zal een beperkt gezelschap van hoofdzakelijk rechtswetenschappers reflecteren op de vraag op welke wijze een eventueel op te richten Europees Openbaar Ministerie, al dan niet als ver- volg op Eurojust, constitutioneel moet worden ingebed in het institutionele be- stel van de Europese Unie. Met name is de vraag hoe de door velen wenselijk geachte onafhankelijkheid van een Europees Openbaar Ministerie verenigbaar is met een adequate democratische verantwoording aan de Raad van Ministers, de Commissie, het Europees Parlement en/of andere relevante actoren. Begin 2008

5.3. Congres ‘Politieke controle in een vergelijkend en Europees perspectief’

Aan een breed samengesteld gezelschap zullen de resultaten worden gepresen- teerd van een door NWO gefinancierd onderzoeksproject dat de afgelopen jaren gezamenlijk door onderzoekers van de Universiteiten van Amsterdam, Utrecht en Maastricht is uitgevoerd. Daarbij gaat het om drie deelprojecten: de invloed van nationale parlementen op de Europese besluitvorming, politiek-ambtelijke

455 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 verhoudingen binnen de Europese Commissie en het functioneren van de mi- nisteriele verantwoordelijkheid in vergelijkend en Europees perspectief. Tij- dens het congres zal de vraag centraal staan hoe, mede in het licht van de on- derzoeksresultaten, de democratische verantwoording in het Europese constitu- tionele bestel en de specifieke rol van parlementen daarin kan worden verbe- terd. Maart 2008

5.4. Workshop ‘Parlementair onderzoek in Europa’

Mede in het licht van lopende promotieprojecten zal een beperkt gezelschap van wetenschappers en politici van gedachten wisselen over de bestaande re- gels en praktijken aangaande onderzoek verricht door parlementen in een aantal landen (Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Neder- land). Ook de onderzoeksfunctie van het Europees Parlement komt aan bod. Verschillende aspecten zullen worden besproken, zoals de rechten en plichten van getuigen, de rol van politieke ambtsdragers en ambtenaren, sanctiebe- voegdheden en samenloop met andere onderzoeken. September 2008

5.5. Congres ‘De toekomst van het Europees Parlement’

De afgelopen jaren zijn de bevoegdheden van het Europees Parlement geleide- lijk uitgebreid. Niettemin is de positie van het Europees parlement naar alge- mene opvatting nog steeds relatief zwak. Onder de huidige omstandigheden kan het Europees Parlement een stevige democratische worteling van de Europese samenwerking niet realiseren. Tijdens dit congres zal in het licht van de te ver- wachten afronding van het debat over de Europese Grondwet onder het Franse voorzitterschap in 2009, de vraag naar de toekomst van het Europees Parlement centraal staan. Is de relatief bescheiden positie van het Europees Parlement blijvend omdat zij inherent is aan het specifieke karakter van de Europese Unie of dient het Europees Parlement uit te groeien naar een echt parlement in een semi-parlementair stelsel? December 2008

6. Toekomst

De hiervoor uiteengezette plannen betreffen hetgeen gezien kan worden als de eerste fase van het Maastrichtse Montesquieu-instituut. Op dit moment wordt in de context van het Montesquieu-instituut als geheel gestreefd naar additionele financiering via onder meer NWO en de Europese Commissie (KP7). Afhanke- lijk van het succes van deze pogingen zal nader worden bezien of vanaf 2009 de activiteiten verder kunnen worden uitgebreid.

456

CONSTITUTIONELE PROCESSEN IN EUROPA

A. VOLLEDIGE TITEL

Constitutionele processen in Europa

B. DEELPROGRAMMA'S

De verhouding Europees – nationaal recht.

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde onderzoeksleiders Mw. Prof.Mr. S. Prechal (UU) 01-10-03 Mw. Prof.Dr. H.E.G.S. Schneider (UM) 01-06-00 Mw. Prof.Dr. E.I.L. Vos (UM) 01-06-00 Dhr. Prof.Dr. J. Wouters (KUL) 01-01-95

senior onderzoekers Dhr. Prof.Mr. R. Barents (UM) 01-06-00 Mw. Prof.Dr. D. Curtin (UU) 01-07-01 Dhr. Mr. I. Dekker (UU) 01-05-04 Dhr. Prof.Dr. W. Devroe (UM/KUL) 01-02-00 Dhr. Prof.Mr. W.T. Eijsbouts (Uva) 01-04-05 Dhr. Prof.Mr. J.H. Jans (UvA) 01-10-03 Dhr. Mr.Dr. R.H. van Ooik (UvA) 01-10-03 Mw. Prof.Dr. D. Schiek (Leeds) 01-02-07 Mw. Prof.Dr. L.B. Waddington (UM) 01-02-00 Dhr. Prof.Dr. R.A. Wessel (UT) 01-10-03 Dhr. Prof.Mr. R.J.G.M. Widdershoven (UU) 01-06-99 Dhr. Prof.Dr. B.E.F.M. de Witte (IUE/UM) 01-06-00

onderzoekers Dhr. Mr. S. van den Bogaert (UM) 01-10-03 Mw. C. Cseres (UvA)* 01-02-06 Dhr. Prof.Dr. D. D'Hooghe (KUL)** 01-02-06 Dhr. Dr. N. Lavranos (UvA) 01-06-00 Mw. Mr. M. de Leeuw (UU) 01-05-04 Dhr. Dr. A.P. van der Mei (UM) 01-10-00 Mw. Dr. A. Ott (UM) 01-10-03 Mw. Dr. J.M. Prinssen (UvA) 01-10-03

457 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Begin Einde Mw. Dr. A.A.M. Schrauwen (UvA) 01-04-05 Mw. Mr. E. van Sliedregt (UU) 01-05-04 30-09-05 Dhr. Dr. A.A.J.A. Vandamme (UvA) 18-02-05

promovendi Dhr. Mr.Drs. T.W. Beukers (UvA) 01-10-04 Dhr. Mr. S. Carrera Nuñez 01-10-04 Dhr. Mr. S.J.F.J. Claessens (UM) 01-10-03 Mw. M. Eliantonio (UM) 01-10-03 Dhr. Mr. H. van Harten (UvA) 01-02-06 Dhr. G. Jonell 01-04-05 Mw. S. Schoenmaekers 01-02-07 Dhr. M. Stout (UM) 01-04-05 13-09-07 Mw. T. Takacs (UU) 01-10-03 Dhr. Dr. A.A.J.A. Vandamme (UvA) 01-10-03 17-02-05 Mw. Mr. M. Verhoeven (UU) 01-02-07 Dhr. M. J. Verhoogt (UU) 01-10-03 Mw. I. Wendt (EUR) 01-10-02

* Participeerde voorheen in het opgeheven programma ‘Consumentenrecht’ ** Participeerde voorheen in het opgeheven programma ‘Bouwrecht’

D. TREFWOORDEN

Deelprogramma: De verhouding Europees – nationaal recht Doorwerking van het Europese recht in de nationale rechtsorde – rechtspraak – wetgeving – converegenties en divergentierisico's bij de doorwerking

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

Deelprogramma: De verhouding Europees – nationaal recht

I. Inhoudelijke samenvatting

Dit ‘klassieke’ thema van het Europeesrechtelijk onderzoek heeft de laatste jaren opnieuw aan belang gewonnen. Voor een deel kan dit toegeschreven wor- den aan een aantal ontwikkelingslijnen in de rechtspraak van, met name, het Hof van Justitie c.q. Gerecht van Eerste Aanleg. Voor een ander deel heeft meer recent, vaak rechtvergelijkend, onderzoek uitgewezen dat de verhouding tussen en, in het bijzonder, de synchronisatie van het Europees en nationaal recht een veel complexer en meerzijdiger vraagstuk is dan aanvankelijk werd gedacht. Een andere factor van groot belang is de snelle uitbouw en daarmee

458 Constitutionele processen in Europa groeiende ingewikkeldheid van het EU recht: Zowel in termen van de materie die door dit recht geregeld c.q. geraakt wordt, als in geografische zin, i.e. de op handen zijnde uitbreiding van de Unie. Het vraagstuk van de effectieve door- werking van Europese normen in de rechtsorden van de lidstaten, waarbij een zeker minimum aan eenheid en uniformiteit moet worden gewaarborgd, en de methoden en instrumenten die een optimale afstemming van het Europese en nationale recht moeten verzekeren, wordt door de laatstgenoemde ontwikkelin- gen diep geraakt. De onderzoeksthema's die binnen dit ruim op te vatten vraag- stuk van de verhouding tussen the Europees en nationaal recht centraal staan kunnen als volgt geclusterd worden:

In de eerste plaats kan aansluiting worden gezocht bij de inmiddels klassiek geworden leerstukken, zoals rechtstreekse werking en voorrang. Deze hebben, door de evolutie van de rechtspraak van het Hof van Justitie, nieuwe dimensies gekregen en doen vele nieuwe vragen rijzen. Daartoe behoort, met name, de staatsaansprakelijkheid en de verplichtingen die uit deze leerstukken voort- vloeien voor de nationale administratie.

Binnen de verhouding Europees en nationaal recht gaat voorts, in toenemende mate, een derde dimensie een belangrijke rol spelen, namelijk de werking van bepalingen uit internationale verdragen (al dan niet door de EG zelf gesloten en al dan niet onderdeel van de rechtsorde van een andere internationale organi- satie, zoals de WTO) resp. van regels van internationaal gewoonterecht. Een bijzondere plaats moet in dit verband ook worden ingeruimd voor de verhou- ding tot en de doorwerking van het EVRM. In het verlengde van de algemene leerstukken van het gemeenschapsrecht rijst voorts ook de vraag naar de interne werking van EU-recht in de tweede en derde pijler.

Een ander te onderzoeken aspect betreft de praktische toepassing van de leer- stukken van voorrang, rechtstreekse werking, EU-recht conforme uitleg van het nationale recht, staatsaansprakelijkheid etc. in het nationale recht van de lidsta- ten en de concrete rechtsgevolgen die zij sorteren in de betrokken rechtssyste- men. Zo is, bijvoorbeeld, de positie van de nationale rechter ten aanzien van voorrang en directe werking van EG-recht nog steeds niet uniform en geeft in een aantal landen aanleiding tot nieuwe problemen. Dit is een gegeven dat on- getwijfeld nog problematischer zal worden na de toetreding van de nieuwe lid- staten.

Een eveneens klassiek thema vormt de spanning tussen nationale institutionele c.q. procedurele autonomie en de eisen die het gemeenschapsrecht stelt aan het nationale rechtsbeschermingsrecht in het kader waarvan de op het communau- taire recht gebaseerde aanspraken moeten worden geëffectueerd. Tot de actuele vraagstukken die nog immer binnen dit thema spelen behoort de al dan niet ambtshalve toepassing van het gemeenschapsrecht en de door sommigen be- pleitte noodzaak van harmonisatie van het nationale procesrecht.

459 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

In de tweede plaats vormt de vraag naar de inrichting van de rechtspleging in de EU. Een thema dat binnen de verhouding Europees – nationaal recht moet worden gesitueerd, althans voor zover het raakvlakken heeft met de doorwer- king van het EU-recht in de lidstaten. Daartoe behoort, in het bijzonder, de pro- blematiek rond het toenemende aantal prejudiciële vragen van de nationale rechters. Het vraagstuk is echter ruimer en raakt aan de verdeling van taken en samenhang tussen de EU en nationale componenten van het stelsel van rechts- bescherming en rechtspleging in Europa. Met name rijst de vraag of, voor een effectieve stelsel van rechtspleging in een EU van 25 tot 30 lidstaten niet meer structurele en radicale maatregelen nodig zijn dan die waartoe na de inwerking- treding van het Verdrag van Nice wordt overgegaan.

In de derde plaats kan een aantal onderzoeksvragen gegroepeerd worden rond het thema regulering. De centrale vraag is hier door middel van welke instru- menten en methoden aan EU beleid gestalte moet worden gegeven en, voorts, hoe de effectieve uitvoering van dat beleid op nationaal niveau moet worden gewaarborgd. Naast traditionele onderwerpen als de doorwerking van verschil- lende orthodoxe instrumenten (verordeningen, richtlijnen) en minder orthodoxe instrumenten (open methode van coördinatie, bijvoorbeeld) verdienen enkele meer recente tendensen de aandacht. Daartoe behoort, bijvoorbeeld, het oprich- ten van nieuwe onafhankelijke organen (in het bijzonder ‘regulators’) op zowel Europees als nationaal niveau. Dit doet vragen rijzen naar de invloed van deze opgerichte (of op te richten) EG organen op de organisatie van nationale stel- sels en het mogelijke ontstaan van ‘regulatory competition’ tussen de EG en de lidstaten. Meer in het algemeen kan de vraag gesteld worden naar de verhou- ding tussen de verschillende regelgevende instanties, zowel horizontaal als ver- ticaal.

Een ander aspect betreft de nieuwe ontwikkeling van het decentraliseren of ‘renationaliseren’ van EG beleid. Een deelprobleem hiervan vormt de coördina- tie van nationale beslissingen in een gedecentraliseerde context en de mogelijk- heden voor de EG instellingen om in te grijpen. Voorts resulteren de nieuwe modaliteiten van samenwerking tussen de Europese en nationale bestuurslagen in EG- en nationale beslissingen, welke volgens de klassieke begrippen noch tot de wetgeving noch tot de rechtspraak behoren en als zodanig problematisch zijn.

Een specifiek vraagstuk vormt tenslotte de mogelijkheid tot nauwere samen- werking tussen een aantal lidstaten. Dit kan tot een grotere fragmentatie van de EG leiden en, hiermee samenhangend, het groeiende wantrouwen in EG- regel- geving en het toenemende beroep op de vrijwaringsclausules en de z.g. opt-out procedures. Het laatste kan tevens meer differentiatie tot gevolg hebben.

In de vierde plaats – en enigszins in de verlengde van het vorig punt – verdient het verhoogd risico van divergentie die het Europees Gemeenschaps- of Unie- recht, in vergelijking met nationale rechtsordes, bijzondere aandacht. Factoren

460 Constitutionele processen in Europa die daartoe bijdragen, zijn o.a.: de rechtsmacht voor het toepassen en afdwin- gen van regels is gedelegeerd aan nationale organen; het EU recht heeft een ‘eigen’ terminologie, verschillend van die in de lidstaten; de veeltaligheid in EG wetgeving leidt tot vertaalproblemen (incorrecte, soms zelf onmogelijke vertaling); de gemeenschappelijke opleiding in en gemeenschappelijke cultuur rond EU-recht zijn in statu nascendi; de sociaal-politieke constellaties, aspira- ties en ideologieën in de lidstaten lopen sterk uiteen en voeden tegenstellingen tussen lidstaten. Vanuit deze achtergrond gezien rijst de vraag of er ‘gemeen- schappelijke begrippen’ bestaan en überhaupt kunnen bestaan die bijdragen tot een bindende eenheid. Of zijn zij – al dan niet verkapt – bron van divergentie? En, gesteld dat er inderdaad geen gemeenschappelijke kern is, dan rijst de vraag of en eventueel hoe men, niettemin, via het gebruik van divergente rechtsbe- grippen de noodzakelijke eenheid en coherentie van het Gemeenschapsrecht kan articuleren, versterken en zelfs afdwingen.

II. Aansturing en werkverbanden

Binnen het deelprogramma werd nauw samengewerkt in een aantal wisselend samengestelde werkverbanden. Wij noemen hier de drie belangrijkste aange- zien deze een zeker meer permanent karakter hadden en ook voor de toekomst deels gecontinueerd zullen worden.

Een relatief grote groep van onderzoekers heeft gedurende 4 jaar (tussen 2004 en 2007) in een ‘ongoing seminar’ samengewerkt aan de thematiek van conver- gentie en divergentie op, in het bijzonder, conceptueel niveau in het Europese recht. Het gaat hier om een door Utrecht (Prechal) en Tilburg (Van Roermund) geleid programma ‘Binding Unity/Divergent Concepts’ dat in het kader van Saro III gefinancierd werd (voor een overzicht van deelnemers zie de bijge- hechte inhoudsopgave van de binnenkort te publiceren bundel bij Oxford Uni- versity Press; voor een korte inhoudsbeschrijving zie het tevens aangehechte voorwoord.).

Andere twee – wat meer bescheiden – samenwerkingsverbanden bestaan uit onderzoekers uit Utrecht en Amsterdam (de Ius Commune onderzoekers Pre- chal, Jans, Widdershoven, van Ooik en een aantal anderen). De samenwerking had betrekking op twee projecten: het onderzoek ten behoeve van het rapport voor de Raad van de rechtspraak (Europeanisation of the Law: Consequences for the Dutch Judiciary) en onderzoek ten behoeve van het boek Europeanisa- tion of Public Law.

Tenslotte kan – enigszins zijdelings – worden vermeld het coördineren door Prechal (tot juli 2007) van het netwerk van ‘legal experts in the fields of em- ployment, social affairs and equality between men and women’ van de Europe- se Commissie. Dit netwerk bestaat uit nationale deskundigen op het bovenge- noemde terrein. Hoewel het hier primair om een aansturende, coördinerende en adviserende functie gaat, resulteert het werk incidenteel in publicaties door c.q.

461 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 onder de verantwoordelijkheid van de coördinator. Tevens was dit ‘coördina- torschap’ een aanleiding tot incidentele samenwerking met andere deelpro- gramma's (met name deelprogramma III. De ontwikkeling van een ‘Sociale Constitutie’ in Europa en de plaats van de burger in de Europese Unie en haar lidstaten) op het gebied van discriminatie (bijvoorbeeld een bijdrage aan de mede onder de vlag van Ius Commune georganiseerde conferentie te Oldenburg (mei 2007) over ‘European Non-Discrimination Law: Comparative Perspecti- ves on Multidimensional Equality Law’.

III. Methodiek en doelgroep

De gehanteerde methode binnen dit programma is deels klassiek-juridisch. Voor een ander werd in toenemende mate gebruik gemaakt van rechtsver- gelijking, een aanpak die juist versterkt werd door de deelname in de onder- zoekschool Ius Commune (Binding Unity/Divergent Concepts; Europeanisation of Public Law). Daarnaast werd het onderzoek ook gecombineerd met rechts- theorie. In een aantal onderzoeksprojecten werd tevens in toenemende mate gebruik gemaakt van empirisch onderzoek c.q. veldwerk. (met name Binding Unity/Divergent Concepts; De Europese Agenda van de AWB).

Tevens kan het onderzoek dat binnen dit deelprogramma getypeerd worden als een mix van grondslagenonderzoek en toegepast onderzoek. Immers, het Euro- pese recht vraagt om beide: een kritische beschouwing van de uitgangspunten naast een soort onderzoek waaraan ook vraagstukken van praktische toepassing in en relevantie voor (mensen in) de lidstaten aan de orde komen.

Uit het voorgaande (en de ingesloten publicatieoverzicht) blijk al dat de onder- zoekers voor een deel participeren in het academisch discours. Voor een ander deel is het verrichte onderzoek in een aantal opzichten ook gericht op de (rechts)praktijk. Dit komt onder meer tot uitdrukking in publicaties of andere activiteiten die zich concentreerden op vraagstukken van praktische doorwer- king van het Europese recht in de betrokken landen.

IV. Verspreiding onderzoeksresultaten

De wetenschappelijke publicaties werden aangeboden (en gepubliceerd) in als wetenschappelijk erkende tijdschriften, in (congres)bundels en boeken uitge- geven door, in beginsel, ‘gerenommeerde’ uitgevers. Voor zover het onderzoek gericht is op de (rechts)praktijk, komt dit met name tot uitdrukking in de anno- taties en andere publicaties in mede op de (rechts)praktijk gerichte tijdschriften. Tenslotte, in toenemende mate werden (concepten van) publicaties eveneens gepubliceerd op het internet (het binding Unity project, bijvoorbeeld, had een eigen – publiekelijk toegankelijke website met papers: ).

462 Constitutionele processen in Europa

V. Onderzoeksfinanciering, reputatie onderzoekers.

Het onderzoek wordt voor een deel gefinancierd door regulieren facultaire on- derzoeksmiddelen. Voor een ander deel gaat het om tweede of derde geld- stroom onderzoek (NWO/SaroIII; contractonderzoek, zoals de Raad voor de Rechtspraak, het WODC, de Europese Commissie en de Raad van State, nl. het – ongepubliceerde – rapport EU besluiten in de Nederlandse rechtsorde. Op weg naar een draaiboek voor een geïntegreerd wetgevingsproces, februari 2007, 84 p. (S. Prechal en Thomas Vandamme).

De goede reputatie van de betrokken onderzoekers blijkt uit uitdrukkelijke uit- nodigingen tot het meedingen naar (en vaak het toekennen van) derde geld- stroom onderzoek, uitnodigingen als sprekers op congressen etc. almede de bereidwilligheid van anderen om actief in de door de betrokken onderzoekers georganiseerde evenementen te participeren. Daarnaast kan gewezen worden op lidmaatschappen van besturen (Prechal en anderen), redacties van gerenom- meerde tijdschriften en ‘advisory boards’ (Curtin, Prechal, Vos, Wouters en anderen) van (programma)commissies van de NWO (Curtin), van besturen en onderzoeksleiding van internationale netwerken van excellence (bijvoorbeeld CONNEX) door de Europese Commissie gefinancierd in het kader van FP6, (Curtin) en van de KNAW (Curtin).

VI. Opleiding en coaching

Aio's van het deelprogramma (Tamara Takacs, Impact of EU Membership on Hungarian Constitutional Structures en Maartje Vernoeven, The obligations of national administrative authorities in relation to national law which is incom- patible with Community law) nemen deel aan het opleidingstraject van Ius Commune. Daarop aanvullend wordt in nauw overleg met de aio's een persoon- lijk traject uitgezet, vaak in de vorm van verblijf in het buitenland.

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 2,72 2,80 2,88 Universitair hoofddocent 0,49 0,49 0,49 Universitair docent 2,25 2,13 2,13 Postdocs 1,10 1,16 1,16 Junior onderzoekers (AIO/OIO) 4,97 5,69 6,16

463 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN

Deelprogramma: De verhouding Europees – nationaal recht

Zoals uit de (meeste) publicaties blijkt, werd in het deelprogramma in de eerste plaats gepoogd het proces van voortschrijdende Europeanisering te analyseren, deels door nieuwe invalshoeken te zoeken1 waardoor de ontwikkelingen beter te begrijpen zijn, deels door de al dan niet vermeende grondslagen van dit pro- ces te confronteren met de weerbarstige praktijk. Het onderzoek heeft eveneens gepoogd de consequenties van dit proces te vertalen, zowel naar de meer natio- naal georiënteerde doctrine als naar de rechtspraktijk c.q. de samenleving meer in het algemeen.

In de tweede plaats werd in het programma gezocht naar passende concepten en leerstukken die in een gelaagd systeem van bevoegdheidsuitoefening, dat in- middels ontstaan is, als constitutionele waarborgen kunnen functioneren. De nadruk lag in dit verband op de rechterlijke controle op het bestuur en soms ook wetgever – het nationale en supranationale bestuur/wetgever. Een van de opval- lende elementen hier is de sterk geaccentueerde werking van fundamentele rechten en daarmee nauw verwante rechtsbeginselen, zoals transparantie. Een ander belangrijk aspect is het ‘inlezen’ van de (rechtsstatelijke) waarborgen in de derde pijler en deels (doch zeer voorzichtig ook de tweede pijler) van de EU.

Naast de lijst met publicaties kan ook kort gewezen worden op een aantal in het kader van het deelprogramma ontwikkelde activiteiten, in het bijzonder semi- nars, congressen en workshops: .

¾ Studiemiddag over het Europese aanhoudingsbevel en het arrest Pupino (16 Juni 2005, Utrecht; organisatie Elies van Sliedregt, in het kader van haar veni-onderzoeksproject ‘the presumptio innoncentia in an era of terror’).

¾ Studiemiddag ‘Rechterlijke besluitvorming in Europese context’ ter gele- genheid van het aanbieden door Mr. T. Koopmans van zijn ‘Luxemburgs dagboek’ aan de Faculteit Rechten van de Utrechtse Universiteit (27 mei 2005, Utrecht; organisatie Sacha Prechal en Thomas Vandamme).

¾ Workshop ’Private handhaving van het mededingingsrecht’ op het Ius Commune congres te Utrecht in November 2006 (georganiseerd samen met Wouter Devroe).

1 Zoals de organisatie van de rechtspleging; meer conceptueel georienteerde benadering in com- binatie met rechtvergelijking en rechtstheorie.

464 Constitutionele processen in Europa

¾ Internationale slotconferentie van het Saro III project ‘Binding Unity and Divergent Concepts in EU law’, op 12 en 13 januari 2006 te Utrecht. Als re- sultaat van deze conferentie (en het project) verscheen op 24 januari 2008 (helaas net niet binnen de verslagperiode) de bundel: The Coherence of EU Law: The Search for Unity in Divergent Concepts, (Sacha Prechal & Bert van Roermund (eds.) Oxford: Oxford University Press, Oxford 2008, 531p. (zie bijlage).

¾ Internationale Conferentie Europeanisation of Public law, 11 en 12 oktober 2007, ter gelegenheid van het verschijnen van het gelijknamig boek.

¾ Internationale conferentie 50 Years European Integration: Foundations and Perspectives (Maastricht 23-24 maart 2007). Ter gelegenheid van de viering van het 50 jarig bestaan van de Europese Gemeenschap en het 15 jarig be- staan van de Europese Unie besprak deze conferentie de fundamenten van deze entiteiten, hun huidige situatie en hun toekomst. De conferentie werd hoofdzakelijk door de Europese Commissie (Jean Monnet programma) ge- financierd. Het resultaat van deze conferentie zal zeer binnenkort (helaas net niet binnen de verslagperiode) in de vorm van een bundel verschijnen: 50 Years European Integration: Foundations and Perspectives (Andrea Ott and Ellen Vos (eds.) Asser Press 2008.

¾ ‘Worklunch’ Institutional Balance op 29 juni 2007, Maastricht, organisatie Ellen Vos en Miriam Haritz

¾ Begin 2005 verscheen een gezamenlijke bundel onder redactie van prof. mr. Deirdre Curtin (UU) en Prof. dr. Ramses Wessel (Universiteit Twente) on- der de titel Good Governance and the European Union. Reflections on con- cepts, institutions and substance: Lessons from National and International Law (Intersentia 2005, 276 p.). Het bevat een aantal bijdragen van met na- me Utrechtse, Amsterdamse, Leuvense en Maastrichtse auteurs mede naar aanleiding van de door de Europese Commissie uitgebrachte White Paper European Governance en ontwikkelingen die daarmee samenhangen. De bundel vloeit voort uit een in 2002 in Utrecht georganiseerde workshop.

H. VOORTZETTING

Deelprogramma: De verhouding Europees – nationaal recht

Zoals in de inleiding is uiteengezet is besloten tot een herschikking van de deelprogramma's binnen Ius Commune en publiekrecht. Het meer op het con- stitutionele recht gerichte gedeelte van het deelprogramma Constitutionele pro- cessen in Europa zal worden ondergebracht bij een nieuw deelprogramma Con- stitutioneel recht. Hieronder zal ook het nationale en vergelijkende constitu- tionele recht vallen, thans vallend onder het deelprogramma Publiekrechtelijke rechtsvergelijking. Het Europees-bestuursrechtelijke deel van het deelprogram-

465 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 ma Constitutionele processen in Europa zal worden ondergebracht onder het nieuwe deelprogramma Rechtsbescherming en rechtshandhaving.

Zowel qua samenwerkingsverbanden als voor wat betreft de thematiek sluit het onderzoek in het deelprogamma De verhouding Europees – nationaal recht het meeste aan bij rechtsbeschermingsvraagstukken, in het bijzonder wanneer deze in een Europees-nationaalrechtelijk perspectief worden bestudeerd. Voor een groot deel zal de in dit deelprogramma ingezette koers voortgezet worden in het deelprogramma ‘Rechtsbescherming en rechtshandhaving’ dat in het kader van de herinrichting van het gehele programma Publiekrecht voorgesteld is.

I. KERNPUBLICATIES

Curtin, D.M. & Wessel, R.A. (Eds.). (2005). Good Governance and the Euro- pean Union: Some Reflections on Concepts, Institutions, and Substance (Ius Commune Europaeum, 49). Antwerp: Intersentia. (x + 276 p.)

Prechal, S. (2007). Direct Effect, Indirect Effect, Supremacy and the Evolving Constitution of the European Union. In C. Barnard (Ed.), The Fundamentals of EU Law Revisited. Assessing the Impact of the Constitutional Debate (p. 35- 69). Oxford: Oxford University Press.

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Prechal, S. (2005). Directives in EC Law (second, completely revised edition). Oxford: Oxford University Press (349 p.)

Jans, J.H., Lange, R. De, Prechal, S. & Widdershoven, R.J.G.M., (2007). Euro- peanisation of Public Law. Groningen: Europa Law Publishing. (420 p.)

K. DISSERTATIES

Vandamme, T.A.J.A. (17 februari 2005). The Invalid Directive, The Legal Authority of a Union Act requiring Domestic Lawmaking. Universiteit Utrecht (XIV + 392 p.) (Groningen: Europa Law Publishing). Prom./coprom.: Prof. W.T. Eijsbouts & Prof. J.H. Jans.

Stout, M. (13 september 2007). European Commission Revealed? The Euro- pean Commission and the Enlargement. Universiteit Maastricht (xix + 454 p.) (Maastricht: Maastricht University Press). Prom./coprom.: Prof. N.H.M. Roos & Dr. N.A.A. Baakman.

466 Constitutionele processen in Europa

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Barents, R. (2005). Een Grondwet voor Europa. Achtergrond en commentaar (Europese monografieën, 80). Deventer: Kluwer. (XXII + 741 p.)

Barents, R. (2005). Procedures en procesvoering voor het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg van de EG (Europese monografieën, 45). (3de druk). Deventer: Kluwer. (XX + 779 p.)

Barents, R. (2005). Het constitutionele karakter van de Europese Grondwet. In H.-M. ten Napel & W.J.M. Voermans (Eds.), De betekenis van de Europese Grondwet voor de Nederlandse staatsinstellingen (Publikaties van de Staats- rechtkring, 24) (p. 1-9). Deventer: Kluwer.

Barents, R. (2005). Een Grondwet voor Europa (V): de rechtspraak. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 16-22.

Barents, R. (2005). Een Grondwet voor Europa (VI): de grondrechten. Neder- lands tijdschrift voor Europees recht, 39-45.

Barents, R. (2005). Een Grondwet voor Europa (VII): de externe betrekkingen. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 84-90.

Barents, R. (Ed.). (2007). Directory of EC Case Law on Competition. The Hague: Kluwer Law International. (789 p.)

Beukers, T.W.B. (2006). Enhancing Parliamentary Control over the European Commission and the Member States. Constitutional Development Through Practice. European Constitutional Law Review, 1, 21-53.

Beukers, T.W.B. (2007). Interface between the European Union and Its Mem- ber States in Union Public Finances. In D. Obradovic & N. Lavranos (Eds.), Interface between EU Law and National Law (The Hogendorp Papers, 7) (p. 87-101). Groningen: Europa Law Publishing.

Boele-Woelki, K. & Ooik, R.H. van (2006). Exclusieve externe bevoegdheden van de EG inzake het internationaal privaatrecht. Gevolgen voor de toetreding van de EG tot de Haagse Conferentie voor IPR. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 12(8-9), 194-201.

Bogaert, S. van den (2005). Practical Regulation of the Mobility of Sportsmen in the EU Post Bosman. The Hague: Kluwer Law International. (455 p.)

Bogaert, S. van den (2005). Free Movement for Workers & the Nationality Requirement. In H. Schneider (Ed.), Migration, Integration & Citizenship: A Challenge for Europe's Future (p. 55-72). Maastricht: Forum Maastricht. 467 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Bogaert, S. van den (2006). Sport & the European Treaty: A Tale of Uneasy Bedfellows? European Law Review, 31, 821-840.

Carrera, S. & Balzacq, T. (Eds.). (2006). Security versus freedom: a challenge for Europe's future? Aldershot: Ashgate Publishing. (250 p.)

Carrera, S. (2005). Integration as a Process of Inclusion of Migrants? The Case of Long-Term Residents in the EU. In H. Schneider (Ed.), Migration, Integra- tion and Citizenshop: A Challenge for Europe's Future (p. 109-137). Maas- tricht: Forum.

Carrera, S. & Balzacq, T. (2005). Migration, Borders and Asylum: Trends and Vulnerabilities in EU Policy. Brussels: CEPS. (88 p.)

Carrera, S. (2005). What does free movement mean in theory and practice in an enlarged EU. European Law Journal, 11(6), 699-721.

Carrera, S. & Chou, M. (2006). Fiche on EU Migration Policy. In C. Egenhofer (Eds.), Policy Coherence for Development in the EU Council: Strategies for the Way Forward. (p. 137-146). Brussels: Centre for European Policy Studies CEPS.

Claessens, S. & Schneider, H.E.G.S. (2005). The recognition of Diplomas and the Free Movement of Professionals in the European Union. In H. Schneider (Ed.), Migration, Integration and Citizenship: A challenge for Europe's future (p. 123-167). Maastricht: Forum.

Claessens, S. & Schneider, H.E.G.S. (2006). Op weg naar een nieuw regime van erkenning van diploma's. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensover- schrijdend recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. 87-104). Antwerpen: Intersentia.

Curtin, D.M., Blockmans, S. & Kellerman, A.E. (Eds.). (2005). The EU Consti- tution: the Best Way Forward? The Hague: T.M.C. Asser Press.

Curtin, D.M. (2005). Delegation to EU Non-Majoritarian Agencies and Emerging Practices of Public Accountability, In: D. Geradin, R. Munoz & N. Petit, Regulation Through Agencies in the EU. A New Paradigm of European Governance? (p.88-119). Cheltenham: Edward Elgar.

Curtin, D.M. & Dekker, I.F. (2005). Good Governance: The Concept and Its Application by the European Union. In D.M. Curtin & R. Wessel (Eds.), Good Governance and the European Union: Some Reflections on Concepts, Institu- tions, and Substance (Ius Commune Europaeum, 49) (p. 3-20). Antwerp: Intersentia.

468 Constitutionele processen in Europa

Curtin, D.M. & Meijer, A. (2006). Does transparency strengthen legitimacy? A critical analysis of European Union policy documents. Information Polity, 109- 122.

Curtin, D.M. (2006). European Legal Integration: Paradise Lost? In European integration and law: four contributions on the interplay between European integration and European and national law to celebrate the 25th anniversary of Maastricht University's Faculty of Law (Ius Commune Europaeum, 56) (p. 1- 54). Antwerp: Intersentia.

Curtin, D.M. (2006). Europese Juridische Integratie: ‘Paradise Lost’? In Euro- pese Integratie, Handelingen Nederlandse Juristen-Vereniging (p. 3-56). Deventer: Kluwer.

Curtin, D.M. (2006). Framing public deliberation and democratic legitimacy in the European Union. In S. Besson & J.L. Marti (Eds.), Deliberative Democracy and its Discontents. National and Post-national Challenges (p. 133-158). London: Ashgate.

Curtin, D.M. (2006). Making a Political Constitution for the European Union. European Journal of Law Reform, VIII(1), 65-76.

Curtin, D.M. & Nollkaemper, P.A. (Eds.). (2007). Netherlands Yearbook of International Law 2005. Cambridge: Cambridge University Press. (550 p.)

Curtin, D.M. (2007). Transparency, audiences and the evolving role of the EU Council of Ministers. In J. Fossum & P. Schlesinger (Eds.), The European Union and the Public Sphere. A communicative space in the making? (Routledge Studies on Democratising Europe) (p. 246-258). Oxford: Routledge.

Curtin, D.M. & Nollkaemper, P.A. (2007). Conceptualising Accountability in International and European Law. In D.M. Curtin & P.A. Nollkaemper (Eds.), Netherlands Yearbook of International Law 2005 (p. 3-20). Cambridge: Cambridge University Press.

D.M.Curtin (2007). Holding (Quasi-) Autonomous EU Administrative Actors to Public Account, European Law Journal, Special Issue on Accountability in the EU. European Law Journal, (13) 4, July 2007, 523-541.

Devroe, W. (2006). Perspectives on Cross-Border Mergers and the Emergence of a Global Competition Law. Kiev University Law Review, 226-239.

Devroe, W., Claes, E. & Keirsbilck, B. (2006). Grenzen van (rechtstatelijk) recht. Rechtskundig Weekblad, 1201-1217.

469 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Devroe, W. (2007). Over steun en staatssteun, Europees en fiscaal recht. In L. Ballon, H. Cousy, W. Devroe, K. Geens, J. Stuyck, B. Tilleman & P. Van Orshoven (Eds.), Liber Amicorum Frans Vanistendael (p. 119-125). Herentals: Knops Publishing.

Devroe, W. (2007). Impact van door het Europees Hof van Justitie ontwikkelde algemene beginselen op privaatrechtelijke verhoudingen. In A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh & L.A.D. Keus (Eds.), De invloed van het Europese recht op het Nederlands privaatrecht (Onderneming en Recht, 42-I) (p. 133-189). Deventer: Kluwer.

Duijkersloot, A.P.W., Prechal, S., Verhoeven, M.J.M., Widdershoven, R.J.G.M., Gronden, J.W. van de, Hessel, B. & Ortlep, R. (2007). De Europese agenda van de Awb. Derde evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht 2006. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (240 p.)

Eijsbouts, W.T. (2005). De macht, de mensen, het model. Europa's Grondwet à l'américaine. Nederlands Juristenblad, 1024-1034.

Eijsbouts, W.T. (2005). The Barroso Drama. Campidoglio, Rome – 29 October 2004: How the Form Was Brought to Matter. European Constitutional Law Review, 1, 155-174.

Eijsbouts, W.T. (2006). Europe's single and powerful amphibious model. In C. Kaddous & A. Auer (Eds.), Les principes fondamentaux de la Constitution européenne (Dossiers de Droit Européen, 15) (p. 83-90). Bruxelles: Bruylant.

Jans, J.H. (2005). De rol van het evenredigheidsbeginsel bij minimumharmoni- satie. In A.J. Nieuwenhuis, B.J. Schueler & C.M. Zoethout (Eds.), Propor- tionaliteit in het publiekrecht (p. 111-123). Deventer: Kluwer.

Jans, J.H. (2007). The consequential effect of European law in respect of the requirement of due care. Review of European Administrative Law, 1, 63-72.

Jans, J.H. & Marseille, B.T. (2007). Competence remains competence? Re- opening decisions that violate community law. Review of European Adminis- trative Law, 1, 75-86.

Lavranos, N. (2005). The Chiquita and Van Parys judgments: An exception to the rule of law. Legal Issues of Economic Integration, 449-460.

Lavranos, N. (2005). Concurrence of Jurisdiction between the ECJ and other International Courts and Tribunals. European Environmental Law Review, 213- 225 & 240-249.

Lavranos, N. (2005). Enkele kanttekeningen bij het preadvies ‘De WTO voor de Europese rechter’. Sociaal-economische Wetgeving: Tijdschrift voor Euro- pees en economisch recht, 3, 128-130. 470 Constitutionele processen in Europa

Lavranos, N. (2005). The communitarization of WTO dispute settlement reports: An exception to the rule of law. European Foreign Affairs Review, 10, 313-338.

Lavranos, N. (2005). The new specialized courts within the European judicial system. European Law Review, 261-272.

Lavranos, N. (2007). The interface between European and National Procedural Law: UN Sanctions and Judicial Review. In N. Lavranos & D. Obradovic (Eds.), Interface between EU law and national law (p. 349-365). Groningen: Europa Law Publishing.

Lavranos, N. (2007). Das Rechtsprechungsmonopol des EuGH im Lichte der Proliferation internationaler Gerichte. Europarecht, 440-469.

Lavranos, N. (2007). De exclusieve rechtsmacht van het Europese Hof van Justitie in relatie tot die van andere internationale gerechten en tribunalen. Sociaal-economische Wetgeving: Tijdschrift voor Europees en economisch recht, 320-328.

Lavranos, N. (2007). Jurisdictional Competition between ECJ and other international courts and tribunals. European Law Reporter, 156-171.

Lavranos, N. (2007). The scope of the exclusive jurisdiction of the Court of Justice. European Law Review, 83-94.

Leeuw, M.E. de (2007). Openness in the Legislative process in the European Union. European Law Review, 2007(3), 1-23.

Mei, A.P. van der (2005). EU Law and Education: Promotion of Student Mobility versus protection of Educational Systems. In M. Dougan & E. Spaventa (Eds.), Social Welfare and EU Law- Essays in European Law (p. 219- 240). Hart Publishing.

Mei, A.P. van der (2005). Union Citizenship, Freedom of Movement and the Fear for ‘Social Tourism’. In H. Schneider (Ed.), Migration, Integration and Citizenship (p. 107-122). Maastricht: Forum.

Mei, A.P. van der (2005). Freedom of Movement for Students: In search of a more satisfactory Balance between the Goal to Promote Student mobility and the need to protect Education systems. In H. Schneider (Ed.), Migration, Integration and Citizenship: A Challenge for Europe’s Future (p. 167-186). Maastricht: Forum.

Mei, A.P. van der (2005). Recht op Studiefinanciering in andere EU Lid-staten. Uitspraken Sociale Zekerheid, 489.

471 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Mei, A.P. van der (2006). Justiciability of Social Rights in the European Union. In F. Coomans (Ed.), Justiciability of Economic and Social Rights (p. 389-406). Antwerp: Intersentia.

Mei, A.P. van der (2006). Zorg over de grens. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Grensoverschrijdend recht (Ius Commune Europaeum, 58) (p. 49-72). Antwerpen: Intersentia.

Ooik, R.H. van (2005). The Growing Importance of Agencies in the EU: Shifting Governance and the Institutional Balance. In D.M. Curtin & R.A. Wessel (Eds.), Good governance and the European Union: Reflections on Concepts, Institutions and Substance (Ius Commune Europaeum, 49) (p. 125- 152). Antwerp: Intersentia.

Ooik, R.H. van & Eijsbouts, W.T. (2006). De wonderbaarlijke vermenigvul- diging van Europese agentschappen – Verklaring, analyse, perspectief. Sociaal- economische Wetgeving: Tijdschrift voor Europees en economisch recht, 3, 102-111.

Ooik, R.H. van & Wessel, R.A. (2006). De Yusuf en Kadi-uitspraken in perspectief. Nieuwe verhoudingen in de interne en externe bevoegdheden van de Europese Unie. Sociaal-economische Wetgeving: Tijdschrift voor Europees en economisch recht, 54(6), 231-242.

Ooik, R.H. van (2007). The European Court of Justice and the Division of Competence in the European Union. In D. Obradovic & N. Lavranos (Eds.), Interface between EU Law and National Law (p. 11-40). Groningen: Europa Law Publishing.

Ooik, R.H. van & Freudenthal, M. (2008). Optimale handhaving van het Europese recht in het Nederlandse privaatrecht: invloed op regels van proces- regels en ambtshalve toepassing. In A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh & L.A.D. Keus (Eds.), De invloed van het Europese recht op het Nederlands privaatrecht (Onderneming en Recht, 42-I) (p. 45-77). Deventer: Kluwer.

Ott, A. & Inglis K. (Eds.). (2005). The Constitution for Europe and an Enlarg- ing Union: Unity in Diversity? Groningen: Europa Law Publishing. (306 p.)

Ott, A. (2005). The ‘Principle’ of Differentiation in an enlarged European Union: Unity in Diversity? In A. Ott & K. Inglis (Eds.), EU Enlargement and the Future of the European Union: Unity in Diversity? (p. 104-133). Groningen: Europa Law Publishing.

Ott, A. (2007). Multilevel regulations reviewed by multilevel jurisdictions: The ECJ, the national courts and the ECtHR. In A. Follesdal, R. Wessel & J. Wouters (Eds.), Multilevel Regulation and the EU, the Interplay between Global, European and National Normative Processes (p. 345-366). Boston/ Leiden: Martinus Nijhoff Publishers. 472 Constitutionele processen in Europa

Ott, A. (2007). Preparing the Union for Enlargement? The Future of the Constitution for Europe. In A. Petchsiri et al. (Eds.), Asia-Europe: Partnership of Knowledge (p. 106-138). Chulalongkorn: Chulalongkorn University Press.

Prechal, S. (2005). Adieu à la Directive? European Constitutional Law Review, 431-494.

Prechal, S., Ooik, R.H. van, Jans, J.H. & Mortelmans, K.J.M. (2005). 'Euro- peanisation' of the Law: Consequences for the Dutch Judiciary, Report for the Raad voor de Rechtspraak (Dutch Council for the Judiciary) (Research Memo- randa, 2, vol. 1). Den Haag: Raad voor de Rechtspraak. (82 p.)

Prechal, S. (2006). Member State liability and direct effect: what's the differ- ence after all? European Business Law Review, 299-316.

Prechal, S. (2006). Juridisch cement voor de Europese Unie (Inaugurele rede Universiteit Utrecht, 18 januari 2006). Groningen: Europa Law Publishing. (31 p.)

Prechal, S. & Ooik, R.H. van (2006). De Europeanisering van het recht: gevolgen voor de Nederlandse rechtspraak. Rechtstreeks, 1, 7-22.

Prechal, S. (2007). Reconciling deepening and widening of the European Union. The Hague: T.M.C. Asser Press. (186 p.)

Prechal, S. (2007). National Courts in EU Judicial Structures. In P. Eeckhout & T. Tridimas (Eds.), Yearbook of European Law 2006 (Yearbook European Law, 25) (p. 429-450). Oxford: Oxford University Press.

Prechal, S. (2007). Domestic legal effects of EU criminal law: variations on three themes. In D. Obradovic & N. Lavranos (Eds.), Interface between EU Law and National Law (p. 335-345). Groningen: Europa Law Publishing.

Prechal, S. & Blockmans, S. (2007). The European integration process: a continuum of ‘deepening’ and ‘widening’. In S. Prechal & S. Blockmans (Eds.), Reconciling deepening and widening of the European Union (p. 1-12). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Prechal, S. & Burri, S. (2007). Legal Aspects of the Gender Pay Gap, Report by the Commission's Network of legal experts in the fields of employment, social affairs and equality between men and women. [Online] Brussels: European Commission, Directorate-General for Employment, Social Affairs and Equal Opportunities. Available from: [15-02-2007].

473 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Prechal, S., Burri, S. & Masselot, A. (2007). Report on Pregnancy, Maternity, Parental and Paternity Rights, by Commission's Network of legal experts in the fields of employment, social affairs and equality between men and women. [Online] Brussels: European Commission, Directorate-General for Employ- ment, Social Affairs and Equal Opportunities. Available from: [15- 02-2007].

Prechal, S. & Leeuw, M.E. de (2007). Dimensions of Transparency: The Build- ing Blocks for a New Legal Principle? Review of European Administrative Law, 51-62.

Prinssen, J.M. (2007). Domestic Legal Effects of EU Criminal Law. In N. Lavranos & D. Obradovic (Eds.), The Interface between EU law and National Law (p. 313-334). Groningen: Europa Law Publishing.

Schiek, D. (Ed.). (2007). Allgemeines Gleichbehandlungsgesetz (AGG) – Ein Kommentar in Europäischer Perspektive. Munich: Sellier European Publishers. (552 p.)

Schiek, D. (2007). Einleitung. In D. Schiek (Ed.), Allgemeines Gleichbehand- lungsgesetz (AGG) – Ein Kommentar in Europäischer Perspektive (p. 3-60). Munich: Sellier European Publishers.

Schiek, D. (2007). Allgemeiner Teil. In D. Schiek (Ed.), Allgemeines Gleichbe- handlungsgesetz (AGG) – Ein Kommentar in Europäischer Perspektive (p. 61- 170). Munich: Sellier European Publishers.

Schiek, D. (2007). Schutz vor Benachteiligung im Zivilrechtsverkehr. In D. Schiek (Ed.), Allgemeines Gleichbehandlungsgesetz (AGG) – Ein Kommentar in Europäischer Perspektive (p. 309-355). Munich: Sellier European Publishers.

Schneider, H.E.G.S. (Ed.). (2005). Migration, Integration and Citizenship: A challenge for Europe's future Vol. I. Maastricht: Forum. (227 p.)

Schneider, H.E.G.S. (Ed.). (2005). Migration, Integration and Citizenship: A Challenge for Europe's future Vol.II. Maastricht: Forum. (256 p.)

Schneider, H.E.G.S. (2005). Towards a European Migration Policy: from Maastricht to Amsterdam, from Tampere to The Hague. In H.E.G.S. Schneider (Ed.), Migration, Integration and Citizenship: A Challenge for Europe's future (p. 7-35). Maastricht: Forum.

Schneider, H.E.G.S. & Wiesbrock, A. (2005). The Council Directive on Family Reunification: Establishing Proper Rights for Third Country Nationals. In H.E.G.S. Schneider (Ed.), Migration, Integration and Citizenship: A Challenge for Europe's future (p. 25-71). Maastricht: Forum. 474 Constitutionele processen in Europa

Schoenmaekers, S.L.T. & Vanschoren, K. (2007). Overladingen: Wie is wan- neer schuldig? Verkeer, aansprakelijkheid en verzekering, 2, 85-92.

Schrauwen, A.A.M. (2005). Burgerschap, vrij verkeer en financiële solidariteit of hoe EU Lidstaten grip verliezen op studiefinanciering en sociale zekerheid. In L. Versteegh et al. (Eds.), De veelzijdige burger. Opstellen voor prof. Mr. P.J.G. Kapteyn (p. 111-120). Amsterdam: Pallas Publications.

Schrauwen, A.A.M. (2005). In Defence of Public Interest: The Rule of Reason; Genesis of a Principle of Law. In A.A.M. Schrauwen (Ed.), Rule of Reason. Rethinking another Classic of European Legal Doctrine (p. 3-17). Groningen: Europa Law Publishing.

Schrauwen, A.A.M. (2007). Safeguarding National Identity in Community Legislation. In N. Lavranos & D. Obradovic (Eds.), Interface between EU law and national law (p. 105-130). Groningen: Europa Law Publishing.

Sliedregt, E. van & Gill, T.D. (2005). Guantánamo Bay: A Reflection On The Legal Status And Rights Of ‘Unlawful Enemy Combatants’. Utrecht Law Review, 1(1), 28-54.

Takacs, T. (2007). Az Európai Unió kormányzati rendszere (The governmental system of the European Union). In N. Chronowski & T. Drinoczi (Eds.), Euró- pai kormányformák rendszertana (Governmental systems in Europe) (p. 39-56). Budapest: HVG ORAC Kiadó.

Takacs, T. (2007). Dán Királyság (Kingdom of Denmark). In N. Chronowski & T. Drinoczi (Eds.), Európai kormányformák rendszertana (Governmental systems in Europe) (p. 213-227). Budapest: HVG ORAC Kiadó.

Takacs, T. (2007). Norvég Királyság (Kingdom of Norway). In N. Chronowski & T. Drinoczi (Eds.), Európai kormányformák rendszertana (Governmental systems in Europe) (p. 228-242). Budapest: HVG ORAC Kiadó.

Takacs, T. (2007). Svéd Királyság (Kingdom of Sweden). In N. Chronowski & T. Drinoczi (Eds.), Európai kormányformák rendszertana (Governmental systems in Europe) (p. 243-256). Budapest: HVG ORAC Kiadó.

Vandamme, T.A.J.A. (2006). Alternatives for EU enlargement: Lessons to be learned from the European Economic Area? Merkourios: Utrecht journal of international and European law, 121-136.

Vos, E.I.L. (2005). Independence, Accountability and Transparency of Euro- pean Regulatory Agencies. In D. Geradin, R. Munoz & N. Petit (Eds.), Regula- tion through agencies: A new Paradigm of European Governance (p. 120-137). Cheltenham UK/Northampton MA, USA: Edward Elgar.

475 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Vos, E.I.L. (2005). The role of Comitology in European Governance. In D. Curtin & R. Wessel (Eds.), Good Governance and the European Union- Concept, implications and applications (p. 107-124). Antwerp: Intersentia.

Vos, E.I.L. (2006). Vertrouwen creëren in het EU levensmiddelenbeleid. Recht der Werkelijkheid, 15-28.

Vos, E.I.L. & Matthee, M. (2007). Van risicobeoordelaar tot toezichthouder. In F.L. Leeuw, J.S. Kerseboom & R. Elte (Eds.), Turven, tellen, toetsen. Over toezicht, inspectie, handhaving en evaluatie en hun maatschappelijke betekenis in Nederland (p. 137-148). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Wessel, R.A. (2005). Een Grondwet voor Europa. In C. Aarts & H. van der Kolk (Eds.), Nederlanders en Europa: het referendum over de Europese grond- wet (p. 19-43). Amsterdam: Bert Bakker.

Wessel, R.A. (2005). Good Governance in Foreign, Security and Defence Policy. In D. Curtin & R.A. Wessel (Eds.), Good Governance and the Euro- pean Union: Some Reflections on Concepts, Institutions, and Substance (Ius Commune Europaeum, 49) (p. 215-251). Antwerp: Intersentia.

Wessel, R.A. (2006). A Legal Approach to EU Studies. In K.E. Jorgensen et al. (Eds.), Handbook of European Union Politics (p. 104-113). London: Sage.

Wessel, R.A. (2006). De constitutionele verhouding tussen de Europese Unie en Nederland: de rol van de rechters. In M.A. Heldeweg (Ed.), Rechtsvorming en governance (Publikaties van de Staatsrechtkring. Staatsrechtconferenties, 10) (p. 69-74). Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Wessel, R.A. (2006). De Europese Unie in de wereld: militaire missies en aan- sprakelijkheid. In B. Bomert, Th. van den Hoogen & R.A. Wessel (Eds.), Jaarboek Vrede en Veiligheid 2006 (p. 55-70). Nijmegen: Center for Inter- national Conflict Analysis and Management.

Wessel, R.A. (2007). Differentiation in EU Foreign, Security and Defence Policy: Between Coherence and Flexibility. In M. Trybus & N.D. White (Eds.), European Security Law (p. 225-248). Oxford: Oxford University Press.

Wessel, R.A. (2007). The EU's Foreign, Security and Defense Policy Fifteen Years after Maastricht: A Constitutional Momentum? In H.-G. Ehrhart, S. Jaberg, B. Rinke & J. Waldmann (Eds.), Die Europäische Union im 21. Jahr- hundert. Theorie und Praxis europäischer Außen-, Sicherheits- und Friedens- politik (p. 302-316). Wiesbaden: VS Verlag für Sozialwissenschaften.

Wessel, R.A. (2007). The Multilevel Constitution of European Foreign Rela- tions. In N. Tsagourias (Ed.), Transnational Constitutionalism: International and European Perspectives (p. 160-206). Cambridge: Cambridge University Press. 476 Constitutionele processen in Europa

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). European Administrative Law. In R.J.G.H Seerden (Ed.), Administrative Law of the European Union, its Member States and the United States, a Comparative Analysis (2nd ed.) (Ius Commune Europaeum, 68) (p. 289-347). Antwerp: Intersentia.

Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Het ABC van de doorwerking van richtlijnen. In A.B. Blomberg, A.A.J. de Gier, H.F.M.W. van Rijswick & R.J.G.M. Widdershoven (Eds.), Van Utrecht via Brussel naar Maastricht. Opstellen over de betekenis van het Europese recht voor het omgevingsrecht en het algemeen bestuursrecht (p. 235-252). Deventer: Kluwer.

Widdershoven, R.J.G.M., Verhoeven, M.J.M., Prechal, S., Duijkersloot, A.P.W., Hessel, B., Gronden, J.W. van de & Ortlep, R. (2007). De Europese agenda van de Awb. Derde evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht 2006. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (240 p.)

Widdershoven, R.J.G.M., Verhoeven, M.J.M., Prechal, S., Duijkersloot, A.P.W., Hessel, B., Gronden, J.W. van de & Ortlep, R. (2007). Ilsink over de Europese agenda van de Awb. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 5(23), 156-159.

Witte, B. de, Cartabia, M. & Perez Tremps, P. (Eds.). (2005). Constitucíon europea y constituciones nacionales. Valencia: Tirant lo Blanch. (692 p.)

Witte, B. de & Búrca, G. de (Eds.). (2005). Social Rights in Europe. Oxford: Oxford University Press. (421 p.)

Witte, B. de (2005). European Treaty Revsion: a Case of Multilevel Constu- tionalism. In I. Pernice & J. Zemanek (Eds.), A Constitution for Europe: The ICG, the Ratification Process and Beyond (European Constitutional Law Network-Series, 5) (p. 59-76). Baden-Baden: Nomos.

Witte, B. de (2005). La dimensión nacional de la reforma de los Tratados Europeos: evolución y debates recientes. In B. Witte, M. Cartabia & P. Perez Tremps (Eds.), Constitucíon europea y constituciones nacionales (p. 193-217). Valencia: Tirant lo Blanch.

Witte, B. de (2005). Regional Autonomy, Cultural Diversity and European Integration: The Experience of Spain. In S. Ortiono, M. Zagar & V. Mastny (Eds.), The Changing Face of Federalism. Institutional Reconfiguration in Europe from East to West (p. 202-225). Manchester: Manchester University Press.

Witte, B. de (2005). The Process of Ratification and the Crisis Options: A Legal Perspective. In D. Curtin, A. Kellerman & S. Blockmans (Eds.), The EU Constitution: The Best Way Forward (p. 21-38). The Hague: T.M.C. Asser Press.

477 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Witte, B. de & Búrca, G. de (2005). The Trajectory of Fundamental Social Rights in the European Union. In G. de Búrca & B. de Witte (Eds.), Social Rights in Europe (p. 153-168). Oxford: Oxford University Press.

Witte, B. de (2005). La dimensione nazionale della revisione dei Trattati europei. Quaderni Costituzionali, 39-65.

Witte, B. de (2005). Proces ratyfikacji i mozliwosci wyjscia z kryzysu z perspektywu prawnej. Nowa Europa, 295-319.

Witte, B. de (2005). Revision. European Constitutional Law Review, 136-140.

Witte, B. de (2006). La procédure de revision: continuité dans le mode de changement. In C. Kaddous & C. Auer (Eds.), Les principes fondamentaux de la Constitution européenne (p. 147-161). Basel: Helbing & Lichtenham.

Witte, B. de (2006). Non-Market Values in Internal Market Legislation. In N. Nic Shuibhne (Ed.), Regulating the Internal Market (p. 61-86). Cheltenham: Edward Elgar.

Witte, B. de, Amato, G. & Bribosia, H. (Eds.). (2007). Genèse et destinée de la Constitution européenne – Genesis and Destiny of the European Constitution. Bruxelles: Bruylant. (1353 p.)

Witte, B. de (2007). Saving the Constitution? The Escape Routes and their Legal Feasibility. In G. Amato, H. Bribosia & B. de Witte (Eds.), Genèse et destinée de la Constitution européenne – Genesis and Destiny of the European Constitution (p. 919-938). Bruxelles: Bruylant.

Witte, B. de (2007). Article I-6 – Le droit de l'Union. In L. Burgorgue-Larsen, A. Levade & F. Picod (Eds.), Traité établissant une Constitution pour l'Europe – Commentaire article par article (p. 107-116). Bruxelles: Bruylant.

Wouters, J. et al. (2006). De Benelux: tijd voor een wedergeboorte? Antwerpen: Intersentia. (xii + 279 p.)

Wouters, J. (2007). Making the European Union a Global Actor? Reform of the External Relations Machinery under the EU Constitution. In International Institutional Reform. Proceedings of the Seventh Hague Joint Conference held in The Hague, 30 June – 2 July 2005 (p. 148-157). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Wouters, J. & Vidal, M. (2007). Article IV-441. In L. Burgorgue-Larsen, A. Levade & F. Picod (Eds.), Traité établissant une Constitution pour l'Europe. Commentaire article par article, I (p. 781-790). Bruxelles: Bruylant.

478 Constitutionele processen in Europa

VAKPUBLICATIES

Barents, R. (2007). Europese Grondwet is dood – Leve de Europese Grondwet. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 174-184.

Barents, R. (2007). Het subsidiariteitsbeginsel in het Hervormingsverdrag. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 253-261.

Barents, R. (2007). Het Hervormingsverdrag en het Hof van Justitie. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 283-295.

Beukers, T.W.B. (2005). The Barroso Drama. The Invisible Elephant. Member States’ Collective Involvement in the Appointment of the Barroso Commission. European Constitutional Law Review, 1, 217-225.

Beukers, T.W.B. (2007). [Bespreking van het boek EU Administrative Law]. Review of European Administrative Law, 1, 100-101.

Bogaert, S. van den (2006). Sport & Europees recht: Gaat de bal eindelijk rollen? Ars Aequi: juridisch studentenblad, 55(4), 270-272.

Bogaert, S. van den (2007). Voetbalwet of geen voetbalwet, samen sterk in de strijd tegen hooliganisme. Ars Aequi: juridisch studentenblad, 56(4), 329-331.

Carrera, S. & Balzacq, T. (2005). The EU's Fight against international terror- ism: Security Problems, Insecure Solutions. Brussels: CEPS.

Devroe, W., Stuyck, J. & Wytinck, P. (2006). Actuele vraagstukken van het mededingingsrecht (incl. staatssteun). In Themis school voor postacademische vorming (p. 77-100). Brugge: die Keure.

Devroe, W. & Keirsbilck, B. (2006). [Bespreking van het boek L'utilisation de la méthode comparative en droit européen]. C.M.L.Rev., 1763-1765.

Devroe, W. (2007). Rechtsvergelijking. Leuven: Acco. (xi + 233 p.)

Devroe, W. & Vandendriessche, P. (Eds.). (2007). Handboek Belasting Toege- voegde Waarde (BTW) (Fiscale basisbegrippen). Brugge: die Keure. (xxvii + 491 p.)

Devroe, W., Montangie, Y. & Bossche, A.-M. (Eds.). (2007). Mededingings- recht. Bronnenboek Belgisch en Europees mededingingsrecht. Brussel: Larcier. (613 p.)

Devroe, W. (2007). Woord vooraf. In W. Devroe & P. Vandendriessche (Eds.), Handboek Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) (Fiscale basisbegrippen) (p. v-vi). Brugge: die Keure.

479 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Devroe, W. (2007). Hoofdstuk I. Algemene inleiding. Historiek, werking en kenmerken van het BTW-stelsel. In W. Devroe & P. Vandendriessche (Eds.), Handboek Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) (Fiscale basisbegrippen) (p. 10-20). Brugge: die Keure.

Devroe, W. (2007). Hoofdstuk II. Geografisch toepassingsgebied. In W. Devroe & P. Vandendriessche (Eds.), Handboek Belasting Toegevoegde Waar- de (BTW) (Fiscale basisbegrippen) (p. 21-25). Brugge: die Keure.

Devroe, W. (2007). Medewerking aan Hoofdstuk III. Belastingplichtigen. In W. Devroe & P. Vandendriessche (Eds.), Handboek Belasting Toegevoegde Waar- de (BTW) (Fiscale basisbegrippen) (p. 27-65). Brugge: die Keure.

Devroe, W. & Mattioli, E (2007). Mededingingsrecht. Systematiek en actualia. In VRG-Alumni (Ed.), Recht in beweging (14deVRG Alumnidag) (p. 361-405). Antwerpen: Maklu.

Duijkersloot, A.P.W. & Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Kroniek Europees bestuursrecht. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 4, 129-138.

Duijkersloot, A.P.W. & Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Kroniek Europees bestuursrecht. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, 8, 311-321.

Eijsbouts, W.T. (2005). The Rule of Reason, a Constitutional Principle. In A.A.M. Schrauwen (Ed.), Rule of Reason. Rethinking another Classic of Euro- pean Legal Doctrine (The Hogendorp papers, 4) (p. 191-194). Groningen: Europa Law Publishing.

Eijsbouts, W.T. (2005). Tussen Straatburg en Rome, oktober 2004. Ofwel: Kuifje op zoek naar de soevereiniteit in Europa. In A.J. Nieuwenhuis, A.W. Hins & J.H. Reestman (Eds.), Recht en Reede. Opstellen aangeboden aan mr. J.L. de Reede (p. 52-58). Deventer: Kluwer.

Eijsbouts, W.T. (2005). The Barroso Drama: Reality for the EU Constitution. European Constitutional Law Review, 1, 153-154.

Eijsbouts, W.T. (2005). Rethinking EU Scholarship. Ditching the Text. European Constitutional Law Review, 1, 424.

Eijsbouts, W.T. & Besselink, L.F.M. (2005). Editorial. A Constitution for Europe and Other Constitutions. European Constitutional Law Review, 1, 335- 337.

Eijsbouts, W.T. & Sap, J.W. (2005). Editorial. The Union and Turkey: The Hard Way. European Constitutional Law Review, 1, 149-152.

480 Constitutionele processen in Europa

Eijsbouts, W.T. (2005). [Bespreking van het boek Darker Legacies of Law in Europe. The shadow of National Socialism and Fascism over Europe and its Legal Traditions]. C.M.L.Rev., 297-299.

Eijsbouts, W.T. (2005). Grondwet beantwoordt constitutionele hamvraag. Staatscourant, 09-05-2005, 6-7.

Eijsbouts, W.T. (07-05-2005). Bent u voor of tegen instemming door Nederland met het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa? Voor?. Nrc-Handelsblad.

Eijsbouts, W.T. (20-06-2005). Positie lidstaten moet worden vastgelegd. Nrc- Handelsblad.

Eijsbouts, W.T. (18-05-2005). De Europese Grondwet in nog geen tien minuten gelezen. Financieel Dagblad.

Eijsbouts, W.T. (01-11-2005). Zelf de macht pakken. Financieel Dagblad.

Eijsbouts, W.T. (12-12-2005). Met ideeën Friedman vliegen Bos en Blair uit de bocht. Financieel Dagblad.

Eijsbouts, W.T. (2006). Een kleine filosofie van de bal: van Marco tot Plato. Amsterdam: Prometheus. (159 p.)

Eijsbouts, W.T. & Sap, J.W. (2006). Court, Meet Thy Public. Editorial. Euro- pean Constitutional Law Review, 2, 179-182.

Eijsbouts, W.T. & Sap, J.W. (2006). Power, People and Constitutional Engineering. Editorial. European Constitutional Law Review, 3, 325-327.

Eijsbouts, W.T. (2006). Historical-Legal Knowledge – And What to Do with It [Bespreking van het boek Darker Legacies of Law in Europe: The Shadow of National Socialism and Fascism over Europe and its Legal Traditions]. German Law Journal, 7(2), 105-108.

Eijsbouts, W.T. (30-01-2006). Land van vastigheid en vertrouwen heeft de toekomst. Financieel Dagblad

Eijsbouts, W.T. (13-03-2006). Publiek eist solidariteit én verantwoordelijkheid. Financieel Dagblad.

Eijsbouts, W.T. (01-05-2006). Wees niet bevreesd, durfgeld onderwerpt zichzelf. Financieel Dagblad.

Eijsbouts, W.T. (24-07-2006). Dienstenrichtlijn is model van democratisch besluit. Het Financiëele Dagblad.

481 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Eijsbouts, W.T. (24-07-2006). Hoe bal en geld best samen rollen. Het Financiëele Dagblad.

Eijsbouts, W.T. (04-09-2006). Geld en morele waarden van elkaar bevrijden. Financieel Dagblad.

Eijsbouts, W.T. (16-10-2006). Balkenende en Bot, levenloos en grijs, bijna verloren. Financieel Dagblad.

Eijsbouts, W.T. (04-12-2006). Bestrijd rotzooi-tv, fatsoen moet je kunnen uitleggen. Financieel Dagblad.

Eijsbouts, W.T. & Claes, M.L.H.K. (2007). Democracy and the Union: Dressing up Cinderella (editorial). European Constitutional Law Review, 3, 353-356.

Eijsbouts, W.T. & Ooik, R.H. van (2007). Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en Europese Agentschappen. Den Haag: HDJZ/VenW. (153 p.)

Harten, H.J. van (04-08-2006). Ophef over dienstauto onnodig. Nrc-Handels- blad, p. 7.

Harten, H.J. van (30-08-2006). Diensten vrij zonder richtlijn. Financieel Dagblad, p. 7.

Harten, H.J. van (2007). [Bespreking van het boek Europeanisation of Public Law]. Review of European Administrative Law, 1, 101-102.

Lavranos, N. (2005). Back to the Future. From the Board. Legal Issues of Economic Integration, 1-2.

Lavranos, N. (2005). The implementation of WTO dispute settlement reports in the Community legal order: An exception to the rule of law? (Focus article). European Current Law, xi-xv.

Lavranos, N. (2005). [Bespreking van het boek Das rechtliche Verhältnis zwischen dem Streitbeilegungsgremium der Welthandelsorganisation und dem Gerichtshof der Europäischen Gemeinschaften]. ZaöRV, 279-281.

Lavranos, N. (2005). [Bespreking van de boeken An introduction to Interna- tional Institutional Law & International institutional Law]. Legal Issues of Economic Integration, 1, 99-101.

Lavranos, N. & Obradovic, D. (Eds.). (2007). Interface between EU law and national law, conference proceedings. Groningen: Europa Law Publishing. (300 p.)

Lavranos, N. (2007). Gambling and EC law. European Current Law, ix-xvi.

482 Constitutionele processen in Europa

Lavranos, N. (2007). [Bespreking van het boek Legal Foundations of Inter- national Monetary Stability]. Central Banking, 70-72.

Lavranos, N. (2007). [Bespreking van het boek Die außervertragliche Haftung der Europäischen Gemeinschaft für Verletzungen des WTO-rechts durch ihre Organe]. C.M.L.Rev., 222-223.

Lavranos, N. (2007). [Bespreking van het boek EU International Relations Law]. European Foreign Affairs Review, 111-112.

Leeuw, M.M.E. de (2005). [Bespreking van het boek Increasing Transparency in the European Union]. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 11(2), 211-214.

Mei, A.P. van der (2006). Het Verbod van Onderscheid op Grond van Ras bij Sociale Bescherming en Sociale Voordelen. In S. Burri (Ed.), Gelijke Behan- deling: Oordelen en Commentaar 2005 (p. 181-196). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Ooik, R.H. van & Vandamme, T.A.J.A. (2005). Schorsing van Europese regel- geving in Nederland. Kanttekeningen bij de Nevedi-uitspraak van de rechtbank Den Haag. Sociaal-economische Wetgevin: Tijdschrift voor Europees en econo- misch recht, 60-69.

Ooik, R.H. van (2005). Burger heeft recht op begrijpelijke Grondwet. Staats- courant, 10-05-2005.

Ooik, R.H. van (2005). Referenda over de grote Europese vraagstukken noodzakelijk. Staatscourant, 02-06-2005, 4.

Ooik, R.H. van (2006). Verslag van de eerste NVER-pleitwedstrijd Europees recht. Sociaal-economische Wetgeving: Tijdschrift voor Europees en econo- misch recht, 54, 286.

Ooik, R.H. van & Schrauwen, A.A.M. (2007). Europeesrechtelijke implicaties van wijziging van de benaming ‘verpleeghuisgeneeskunde’ in de benaming ‘algemene geriatrie’. Naarden: NVVA. (177 p.)

Ooik, R.H. van & Schrauwen, A.A.M. (2007). Verenigbaarheid van de regel- geving van de KNMG Colleges met het Europese Recht. Utrecht: KNMG. (177 p.)

Ott, A. (2005). [Bespreking van het boek EU enlargement: a legal approach]. European Law Review, 318-321.

Ott, A. (2005). [Bespreking van het boek La grande Europe]. C.M.L.Rev., 1219.

483 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Ott, A. (2007). Editorial for: Maastricht Conference celebrating 50 years of European Integration: Foundations and Perspectives. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 313.

Prechal, S. (2005). Achievements and Trends in EU Gender Equality Law. In P. Xuereb (Ed.), Anti-Discrimination, Inclusion and Equality in Malta (Civil Society Project report) (p. 33-40). Malta: European Documentation and Research Centre.

Prechal, S. (2005). General Report on Developments in EU Gender Equality Law. Brussels: European Commission.

Prechal, S. (2006). General Report on Developments in EU Gender Equality Law. Brussels: European Commission.

Prechal, S. & Rijswick, M. (Eds.). (2006). Special on Supervision and Super- visory authorities. A few introductory remarks, Special on Supervision and Supervisory Authorities. Utrecht: Igitur, Utrecht Publishing & Archiving Ser- vices [Online]. Available from: [01-06-2006].

Prechal, S. & Rijswick, M. (2006). Supervision and Supervisory authorities. A few introductory remarks, Special on Supervision and Supervisory Authorities. Utrecht Law Review, 2(1). [Online]. Available from: [01-06-2006].

Prechal, S. (2007). Domestic legal effects of EU criminal law: variations on three themes. In D. Obradovic & N. Lavranos (Eds.), Interface between EU Law and National Law (p. 335-345). Groningen: Europa Law Publishing.

Reestman, J.H. & Eijsbouts, W.T. (2006). Mutual Trust. European Constitu- tional Law Review, 1, 1-3.

Schiek, D. (Ed.). (2007). Europäisches Arbeitsrecht (European Labour Law) (3rd edition). Baden-Baden: Nomos. (323 p.)

Schiek, D. (2007). Implementing Non-Discrimination Directives – Typologies for Legal Transplanting. In C. van Schoubroeck & H. Cousy (Eds.), Discrimi- natie in verzekering: 7de internationaal colloquium – Europees verzekerings- recht. Discrimination et assurance: 7e colloque international – droit européen des assurances (p. 47-83). Antwerpen: Maklu.

Schiek, D. (2007). Indirect Discrimination. In D. Schiek, L. Waddington & M. Bell (Eds.), Materials, Cases and Text on national, supranational and inter- national non-discrimination law (Ius Commune Casebooks for the Common Law of Europe) (p. 323-475). Oxford: Hart Publishing.

484 Constitutionele processen in Europa

Schiek, D. (2007). Private rule-making and European Governance – issues of legitimacy. European Law Review, 443-466.

Schrauwen, A.A.M. (Ed.). (2005). Rule of Reason. Rethinking another Classic of European Legal Doctrine (The Hogendorp papers, 4). Groningen: Europa Law Publishing.

Schrauwen, A.A.M. (2005). Treaties and Trade-offs. From the Board. Legal Issues of Economic Integration, 32(4), 335-337.

Schrauwen, A.A.M. (2005). Dwangsom of boete; wat als een lidstaat zijn verplichtingen uit EG-recht verwaarloost? Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 236-240.

Schrauwen, A.A.M. (2007). [Bespreking van het boek Regulating the Internal Market]. Legal issues of European Integration, 34(2), 195-203.

Sliedregt, E. van (2005). Het verdenkingsbegrip. In C.P.M. Cleiren, Th.A. de Roos & A.H. Khan (Eds.), Nieuwsbrief strafrecht select (p. 7-24). Den Haag: Sdu.

Sliedregt, E. van (2005). Inleiding Oorlogsstrafrecht. In Th.W. van de Bosch et al. (Eds.), Militair Straf- en Tuchtrecht (losbladig). Deventer: Kluwer.

Sliedregt, E. van (2005). [Bespreking van het boek The Accountability of Armed Opposition Groups in International Law]. Leiden Journal of Interna- tional Law, 18(1), 145-150.

Takacs, T. (2005). Access to Justice and the EU Constitution, Report of the Discussion. In D.M. Curtin, S. Blockmans & A.E. Kellerman (Eds.), The EU Constitution: the best way forward? (p. 523-531). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Takacs, T. & Lazowski, A. (2005). Expansion of Executive, Judicial and Legis- lative Powers, Report of the Discussion. In D.M. Curtin, S. Blockmans & A.E. Kellerman (Eds.), The EU Constitution: the best way forward? (p. 515-523). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Takacs, T., Pieters, K. & Massai, L. (2007). Report of the discussion. In S. Prechal & S. Blockmans (Eds.), Reconciling the 'deepening' and 'widening' of the European Union (p. 175-183). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Takacs, T. (2007). [Bespreking van het boek The European Union and Its Neighbours – A legal appraisal of the EU's policies of stabilisation, partner- ship and integration]. C.M.L.Rev., 44(3), 852-854.

Vandamme, T.A.J.A. (2006). Dagboek van een rechter. Nederlands Juristen- blad, 322-323.

485 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Verhoeven, M.J.M. & Ortlep, R. (2007). Het arrest Van der Weerd: Voorlopige duidelijkheid over verplichting ambtshalve toetsing aan het EG-recht. Juris- prudentie Bestuursrecht Plus, 224-236.

Verhoogt, J.C. (2005). [Bespreking van het boek Legal Interaction between Decisions of International Organizations and National Legal Orders]. Leiden Journal of International Law, 18(2), 338-343.

Verhoogt, J.C. (2005). [Bespreking van het boek Soft law in European Com- munity law]. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 12(2), 193-199.

Wessel, R.A. & Werner, W.G. (Eds.). (2005). Internationaal en Europees recht: een verkenning van grondslagen en kenmerken. Groningen: Europa Law Publishing.

Wessel, R.A. (2007). Integration by Stealth: On the Exclusivity of Community Competence. In D. Obradovic & N. Lavranos (Eds.), Interface between EU Law and National Law (p. 43-52). Groningen: Europa Law Publishing.

Wessel, R.A. (2007). Legal Responsibility for Agreements concluded by the European Union. CFSP Forum, 5, 10-12.

Witte, B. de (2007). Les frontières du marché: la place des valeurs non marchandes dans la législation sur le marché intérieur. In A. Epiney, M. Haag & A. Heinemann (Eds.), Die Herausforderung von Grenzen – Le défi des frontières – Challenging boundaries. Festschrift für Roland Bieber (p. 754- 767). Baden-Baden: Nomos.

Witte, B. de (2007). I diritti europei delle minoranze. In M. Cartabia (Ed.), I diritti in azione. Universalità e pluralismo dei diritti fondamentali nelle Corti europee (p. 393-414). Bologna: Il Mulino.

Wouters, J. & Thiebaut, W. (2006). A Black Hole where EU Space Policy Should Be. European Voice, 16, 9.

Wouters, J. & Vidal, M. (2006). Mensenrechten en culturele diversiteit. Communio, 91-97.

ANNOTATIES

Barents, R. (2005). Noot bij: HvJEG (05-10-2004), (Commissie t. Griekenland; C-475/01). SEW, p. 226-227.

Barents, R. (2005). Noot bij: HvJEG (22-02-2005), (Commissie t. maxmoobil C-141/02). SEW, p. 333-336.

486 Constitutionele processen in Europa

Bogaert, S. van den (2005). Noot bij: CRvB (21-12-2004), 01/3262NABW, USZ, p. 69-72.

Beukers, T.W.B. (2006). Noot bij: HvJEG (11-07-2006), (Zaak C-432/04. Commissie t. Édith Cresson). SEW 2006-12, p. 489-493.

Harten, H.J. van (2006). Noot bij: HvJEG (21-07-2005), (Zaak C-231/03, Consorzio Aziende Metano (Coname) t. Comune di Cingia de' Botti, in tegen- woordigheid van: Padania Acque SpA (Padania)). SEW 2006-6, p. 166-170.

Harten, H.J. van (2006). Noot bij: HvJEG (16-03-2006), (Zaak C-234/04, Rosmarie Kapferer t. Schlank & Schick GmbH). SEW 2006-6, p. 251-254.

Jans, J.H. (2005). Noot bij: GvEA EG (18-11-2004), 12, M en R 2005-2, p. 95- 96.

Jans, J.H. (2005). Noot bij: HvJEG (14-12-2004), 24, M en R 2005-3, p. 167- 172.

Jans, J.H. (2005). Noot bij: HvJEG (14-04-2005), 66, (C-6/03 (Deponiezweck- verband Eiterköpfe)). M en R 2005-7, p. 440-443.

Jans, J.H. (2005). Noot bij HvJEG (13-09-2005), 87, (C-176/03 (Milieukader- besluit)). M en R 2005-9, p. 583-587.

Jans, J.H. (2005). Noot bij: HvJEG (12-10-2004), (C-222/02 (Peter Paul)). SEW 2005-6, p. 284-287.

Jans, J.H. (2005). Noot bij: HvJEG (14-10-2004), (C-36/02 (Omega Spiel- hallen)). SEW 2005-4, p. 183-186.

Jans, J.H. & Harten, H.J. van (2006). Noot bij: Rb. Maastricht (19-05-2006), (O Sint Servatius, beschermer van Maastricht, bewaar in dit gewest het heil door u gesticht. Woningstichting Sint Servatius tegen Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer). AA 2006-9, p. 655-663.

Lavranos, N. (2005). Noot bij GvEA (21-09-2005), (T-306/01). EHRC, p. 1044-1062.

Lavranos, N. (2007). Noot bij: Court of First Instance (12-12-2006), (Organisa- tion des Modjahedines du peuple d'Iran). EHRC 2007-3, p. 269-292.

Lavranos, N. (2007). Noot bij: Court of First Instance (11-07-2007), (Sison and Al Aqsa). EHRC 2007-9, p. 991-1019.

Lavranos, N. (2007). Noot bij: Court of First Instance (11-07-2007), T-90/03, (The FICF-judgment). ELR, p. 428-435.

487 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Leeuw, M.M.E. de (2005). Noot bij Case-41/00 P, Interporc Im- und Export GmbH v Commission of the European Communities; Case T-76/02, Mara Messina v Commission of the European Communities; Case T-47/01, Co-Frutta Soc. Coop. RL v Commission of the European Communities. C.M.L.Rev., 2005-42, p. 261-280.

Ooik, R.H. van & Prechal, S. (2005). Noot bij: HvJEG (Grote Kamer) (03-05- 2005), (Gevoegde zaken C-387/02, C-391/02 en C-403/02, Silvio Berlusconi, Sergio Adelchi en Marcello Dell'Utri e.a.). SEW 2005-1, p. 443-447.

Ooik, R.H. van & Schrauwen, A.A.M. (2005). Noot bij: HvJEG (23-03-2004) en (07-09-2004), (Michel Trojani v. Openbaar Centrum voor Maastschappelijk Welzijn (OCMW) te Brussel). SEW 2005-1, p. 40-46.

Ooik, R.H. van & Schrauwen, A.A.M. (2005). Noot bij: HvJEG (15-03-2005), (Dany Bidar tegen London Borough of Ealing en de Secretary of State for Education and Skills). SEW 2005-11, p. 487-491.

Ooik, R.H. van & Vandamme, T.A.J.A. (2006). Noot bij: HvJEG (13-09-2005), (Zaak C-176/03 (Commissie t. Raad, ‘Kaderbesluit Milieustrafrecht’)). SEW 2006-2, p. 78-85.

Prechal, S. (2005). Noot bij: HvJEG (Grote Kamer) (05-10-2004), (Gevoegde zaken C-397/01 t/m C-403/01, Bernhard Pfeiffer et al.). C.M.L.Rev., p. 1445- 1463.

Prechal, S. (2005). Noot bij: HvJEG (Grote Kamer) (05-10-2004), (Gevoegde zaken C-397/01 t/m C-403/01, Bernhard Pfeiffer et al.). SEW, p. 95-99.

Prinssen, J.M. (2005). Noot bij: HvJEG (07-09-2004), (C-127/02, Wadden- vereniging en Vogelbescherming Nederland t. Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij). SEW 2005-9, p. 382-383.

Prinssen, J.M. (2006). Noot bij: ABRvS (07-12-2005), (Habitatrichtlijn). SEW 2006-6, p. 254-256.

Prinssen, J.M. (2007). Noot bij: HvJEG, (Konstantinos Adeneler t. Ellinikos Organismos Galaktos (ELOG)). SEW 2007-1, p. 88-90.

Schrauwen, A.A.M. (2005). Case C-320/03R (02), Commission v. Republic of Austria, Order of the President of the Court of 2 October 2003 and Order of the President of the Court of 27 April 2004. C.M.L.Rev., 42, p. 851-858.

Schrauwen, A.A.M. (2006). Noot bij: Judgment of the Court (Grand Chamber) (15-11-2005), (Case C-320/03, Commission v. Republic of Austria). C.M.L. Rev. 2006-43, p. 1447-1456.

488 Constitutionele processen in Europa

Schrauwen, A.A.M. (2007). Noot bij: Hof van Justitie (18-07-2006); Hof van Justitie (Tweede kamer) (26-10-2006), (Gérald de Cuyper tegen Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (C-406/0); K. Tas-Hagen, R.A. Tas tegen Raads- kamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad (C-192/05)). SEW 2007-4, p. 162-166.

Sliedregt, E. van (2005). Commentary to the Judgement of the ICTY Trial Chamber in the Krstic case. In A. Klip & G. Sluiter (Eds.), Annotated leading cases of international criminal tribunals (p. 767-772). Antwerp: Intersentia.

Vandamme, T.A.J.A. (2005). Zaak C-434/02, Arnold André. GmbH & Co. t. Landrat des Kreises Herford; Zaak C-210/03, The Queen, ex parte Swedish Match AB en Swedish Match UK Ltd t. Secretary of State for Health. SEW, p. 227-234.

Vandamme, T.A.J.A. (2006). Noot bij: HvJEG (22-11-2005), (De verdere verbreding van het gelijke behandelingsbeginsel in het Gemeenschaprecht). NJCM-bulletin, p. 897-915.

Vandamme, T.A.J.A. (2006). Noot bij: HvJEG (12-07-2005), (Joined Cases C- 154/04 en C-155/04, Alliance for National Health en Nutri-Link t. Secretary of State for Health en de National Association of Health Stores Health Food Manufacturers Ltd v. Secretary of State for Health and the National Assembly for Wales). Legal Issues of Economic Integration, p. 305-318.

Verhoeven, M.J.M. & Ortlep, R. (2007). Noot bij: CBB (09-11-2006), AB 2007-6, p. 375-390.

Verhoeven, M.J.M. & Ortlep, R. (2007). Noot bij: HR (22-12-2006), AB 2007- 116, p. 653-669.

Verhoeven, M.J.M. & Ortlep, R. (2007). Noot bij: HvJ (08-03-2007), (Roquette Frères). AB 2007-137, p. 761-771.

Verhoeven, M.J.M. & Ortlep, R. (2007). Noot bij: HvJ (07-06-2007), AB 2007- 331, p. 1777-1782.

Verhoeven, M.J.M. (2007). Noot bij: HvJ (26-10-2006), (zaak C-168/05). SEW 2007-61, p. 120-123.

Verhoeven, M.J.M. & Ortlep, R. (2007). Noot bij: ABRvS (04-04-2007), SEW 2007, p. 360-362.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Gerven, W. van (2005). De Europese grondwet teruggefloten. Wat nu? Rechts- kundig Weekblad, 6, 161-178.

489 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Storme, M.E. (19-10-2007). De kern van de zaak: BHV discrimineert in strijd met het belgisch evenwicht. The Brussels Journal.

Storme, M.E. (28-01-2007). Interpretatie zonder te zinzen: waarom de splitsing van BHV grondwettelijk moet. The Brussels Journal.

Storme, M.E. (28-01-2007). Verkiezingen op 10 juni volgens huidige kieswet zijn ongrondwettig. The Brussels Journal.

OVERIGE PUBLICATIES

Barents, R. (2005). De zure smaak van Europese suiker. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 228-235.

Barents, R. (2005). Europees recht. Recht voor economische en bedrijfskundige richtingen (7de druk). Groningen: Wolters-Noordhoff. (376 p.)

Barents, R. (2005). Uitspraken van het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg van de EG (Serie EU-jurisprudentie, 5-2004). Deventer: Kluwer.

Barents, R. (2005). Blok 9. Europees recht. In O.A.P. van der Roest (Ed.), Basisboek recht (p. 638-708). (10de druk). Groningen: Wolters-Noordhoff.

Barents, R. (2005). Supplementen 168 t/m 172. In Handboek Europees Kartel- recht (Handboek voor de Europese Gemeenschappen, deel 3) (losbladig). Deventer: Kluwer.

Carrera, S. & Balzacq, T. (13-10-2005). Data retention Provokes an EU Identity crisis. European Voice.

Devroe, W. (2006). Inleiding tot de rechtsvergelijking. Leuven: Acco. (xi + 229 p.)

Eijsbouts, W.T. (2006). A Crisis is a Terrible Thing to Waste. From the Board. Legal Issues of Economic Integration, 33(2), 101-103.

Lavranos, N. (2007). Toch rechtsbescherming tegen implementatie van VN- sancties. Staatscourant, 10-012007, 5.

Lavranos, N. (2007). Een nieuwe kans voor een oude liefde. Staatscourant, 19- 02-2007, 5.

Lavranos, N. (2007). Rechtsbescherming ontbreekt bij VN-sancties. Staats- courant, 07-03-2007, 4.

Lavranos, N. (2007). Samen in Europa, samen voor Europa. Staatscourant, 03.04-2007, 5.

490 Constitutionele processen in Europa

Lavranos, N. (2007). Ambtenaar kan beter zwijgen. Staatscourant, 27-04-2007, 5.

Lavranos, N. (2007). Van uitstel komt afstel: Europa nog steeds in de wacht. Staatscourant, 26-06-2007, 4.

Lavranos, N. (2007). Kansspelen en Europees recht: rien ne va plus! Staats- courant, 29-08-2007, 3.

Lavranos, N. (2007). Privatisering van schadeclaims in het mededingingsrecht. Staatscourant, 22-10-2007, 4.

Lavranos, N. (2007). Het Verdrag van Lissabon: Nog vlees nog vis! Staats- courant, 05-11-2007, 5.

Mei, A.P. van der (2005). Universal Jurisdiction in a Politically Divided World: International Criminal Accountability versus Harmonious Inter-State Relations. In E. Ankumah & E. kwakwa (Eds.), African Perspectives on International Criminal Justice (p. 29-55). Johannesburg: Johnnic.

Mei, A.P. van der (2005). Africa must unite, but how? The chronicle: annual publication of the Amsterdam-Maastricht Summer University, 3-10.

Mei, A.P. van der (2005). Dreaming of a United States of Africa. Africa Week Magazine, 186-189.

Mei, A.P. van der (2005). The advisory jurisdiction of the African Court on Human and People's Rights. African Human Rights Law Journal, 27-46.

Mei, A.P. van der (2005). The New African Court on Human and Peoples’ Rights: Towards and effective human rights protection mechanism for Africa. Leiden Journal of International Law, 113-129.

Mei, A.P. van der (03-07-2005). Towards a Peoples' African Union: Warnings from Europe. The Daily Graphic.

Mei, A.P. van der (28-06-2005). Towards a Peoples' African Union: Warnings from Europe. The Daily Graphic.

Ooik, R.H. van et al. (2005). Bestuurlijke Boetes voor Buitenlandse Schepen in Nederlandse Havens. Een onderzoek naar de Internationaal- en Europees- rechtelijke randvoorwaarden. Den Haag: Ministerie van Verkeer & Waterstaat.

Ooik, R.H. van & Molenaar, E.J. (2005). Tong in de quotaonderhandelingen tussen de EU en Noorwegen. Rijswijck: Productschap Vis.

491 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Sliedregt, E. van (2005). Guantánamo Bay: Het Amerikaans Hooggerechtshof en de rechten van `onwettige vijandelijke strijders. Nederlands Juristenblad, 80-86.

Wouters, J. & Ruys, T. (2006). The legality of anticipatory military action after 9/11: the slippery slope of self-defence. In G. Bono (Ed.), The impact of 9/11 on European Foreign and Security Policy (p. 59-84). Brussels: VUB Press.

Wouters, J. et al. (2006). Kroniek van rechtspraak. Europees ondernemings- recht (augustus 2003 – juli 2005). Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht, 271- 361.

492

BIJLAGE 1 BIJ DEELPROGRAMMA II: GLOBALE INHOUD BINDING UNITY/DIVERGENT CONCEPTS PROJECT

[zoals weergegeven in het voorwoord van het boek]

This … set of essays explores an important theme, which is of relevance throughout EU law: the extent to which conceptual coherence is necessary for the EU legal order and the extent to which conceptual divergence threatens that legal order. The general premise is that the European legal order does indeed require convergence. Thus conceptual divergence is considered to be sub- optimal when it comes to threatening an essential presupposition of any legal order from an internal point of view, its unity.

The contributors note a number of factors that create an enhanced risk of diver- gence within the EU legal order, at least by way of comparison with the risk that pertains in national legal orders. These include: the fact that powers of ap- plication and enforcement of rules made by the EU are delegated to national authorities; that EU law has its own terminology, which may differ from that of the Member States; the difficulties of translation that flow from the EU's multi- lingualism; and that legal ideology can differ significantly as between Member States.

The initial hypothesis underlying the study was that there were many instances of conceptual divergence in EU law and that the EU suffered as a result. This was tested by considering the ‘principles common to the legal orders of the Member States’, and inquiring whether such ‘common’ concepts existed in reality, or whether we only seemed to have them. This led to consideration of a further question, which was whether we do in fact need such common con- cepts? The study acknowledges two divergent views in this regard. There is, on the one hand, the belief that there is a relatively clear, shared and well- understood conceptual framework for European law, which constitutes an ulti- mately unifying perspective in spite of all apparent divergence. There is, on the other hand, the sceptical view, which maintains that there is no such frame- work, and that ‘common concepts’ are in reality based on misunderstanding and confusion and, hence, divergence, with the consequence that the unity of EU law is or will be illusory. The present study however explores a third hy- pothesis, which is that while there is no common conceptual core, the necessary unity and coherence of Community law can nonetheless be articulated and even reinforced through the use of divergent concepts.

The themes in the book are explored using perspectives from legal sociology, comparative law, European legal scholarship, and legal theory. The primary focus of the subject matter is, for exigencies of space and time, rights and dis- cretion.

493 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

The book will be of interest to all those concerned with EU law and also to those with interests in legal theory, more especially as it concerns the inter- relationship of legal orders.

494

BIJLAGE 2 BIJ DEELPROGRAMMA II: DEELENEMERS AAN HET BINDING UNITY PROJECT EN HUN BIJDRAGEN

(verkorte inhoudsopgave uit: The Coherence of EU Law: The Search for Unity in Divergent Concepts, (Sacha Prechal & Bert van Roermund (eds.)). Oxford University Press, Oxford 2008.)

TABLE OF CONTENTS

1. Binding Unity in EU Legal Order: An Introduction by Sacha Prechal and Bert van Roermund

Part I: Observations from Legal Practice (21)

2. Experiences from Professional Practice: Some Steps towards Empirical Re- search (23) by Sacha Prechal, Linda Senden, Bert van Roermund, and Thomas Vandamme

3. Translation at the Court of Justice of the European Communities (45) by Leo Mulders

Part II: Rights (61)

4. Rights in the European Landscape: A Historical and Comparative Profile (63) by Michele Graziadei

5. Rights in EU Law (91) by Saša Beljin

6. EU Rights and Discretion as Reflected in Spanish Public Law (123) by Ricardo Alonso García, Leonor Moral Soriano, and Carmen Plaza Martín

7. Protection of Rights: How Far? (155) by Sacha Prechal

Part III: Discretion (183)

8. On Discretion (185) by Roberto Caranta

495 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

9. Discretion, Divergence, and Unity (217) by Michiel Brand

10. Divergence and the Francovich Remedy in German and English Courts (233) by Martina Künnecke

11. Stability and Flexibility in Administrative Decision Making: The Commu- nity Law Influence on Discretion with Respect to Administrative Decisions in German Law (255) by Matthias Ruffert

12. Democracy and Direct Effect: EU and National Perceptions of Discretion (271) by Thomas Vandamme

13. Discretion and Public Policy: Timing the Unity and Divergence of Legal Orders (291) by Hans Lindahl

14. Laws at Cross-purposes: Conceptual Confusion and Political Divergence (315) by Bert van Roermund

Part IV: Policy Areas (343)

15 Binding Unity and Divergence while Creating a Common European Culture of Energy Regulation (345) by Iñigo del Guayo

16. Conceptual Convergence and Judicial Cooperation in Sex Equality Law (363) by Linda Senden

17. On the Unity of European Labour Law (397) by Emilios Christodoulidis and Ruth Dukes

18. A Case of Multidirectional Constitutional Transplant in the EU: Intra-state Law and Regionalism (423) by Joxerramon Bengoetxea

Part V: Outlooks (449)

19. Back to the Begriffshimmel? A Plea for an Analytical Perspective in Euro- pean Law (451) by Niilo Jääskinen 496 Bijlage 2 bij deelprogramma II: Deelenemers aan het Binding Unity project

20. Conceptual Divergence, Functionalism, and the Economics of Convergence (463) by Filomena Chirico and Pierre Larouche

21. Towards an Internally Consistent Doctrine on Invoking Norms of EU Law (495) by Koen Lenaerts and Tim Corthaut

497

CONSTITUTIONELE PROCESSEN IN DE INTERNATIONALE RECHTSORDE

A. VOLLEDIGE TITEL

Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

B. DEELPROGRAMMA'S

Dit onderdeel is zelf deelprogramma binnen het overkoepelende programma Ius Commune en publiekrecht.

C. ONDERZOEKSLEDEN PROGRAMMA

Begin Einde coördinerend onderzoeksleider Dhr. Prof.Dr. J. Wouters (KUL) 01-10-03

onderzoeksleiders Dhr. Prof.Mr. P. van den Bossche (UM) 01-10-03 Dhr. Prof.Dr. P.A. Nollkaemper (UvA) 01-10-03

senior onderzoekers Mw. Prof.Dr. E. de Wet (UvA) 01-10-03 Dhr. Prof.Dr. R.A. Wessel (UT) 01-10-03

onderzoekers Mw. Dr. C.M. Brölmann (UvA) 23-04-05 Dhr. Mr. I.F. Dekker (UU) 01-10-03 Mw. Dr. M. Goodwin (UM) 04-07-06 Dhr. Dr. J. Matthis (UvA) 01-10-05 Dhr. C. Ryngaert (KUL/UU) 13-02-07 Dhr. Dr. A. Vandaele (KUL) 01-10-03

promovendi Mw. I. Alexovičova (UM) 01-02-07 Mw. Dr. C.M. Brölmann (UvA) 01-10-03 22-04-05 Dhr. D. van Eeckhoutte (KUL) 01-10-03 Mw. Mr. M.E. Footer (UvA) 01-10-03 08-12-05 Mw. Dr. M. Goodwin (UM) 01-10-05 03-07-06 Mw. Mr. G.E.T. Lautenbach (UvA) 01-10-03 Dhr. F. Naert (KUL) 01-10-03

499 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Begin Einde Mw. D. Prevost (UU) 01-10-03 Mw. I. Rossi (KUL) 01-10-03 Dhr. C. Ryngaert (KUL/UU) 01-10-03 12-02-07

D. TREFWOORDEN

Constitutionalisering, multilevel, internationaal recht, internationale organisa- ties.

E. SAMENVATTING PROGRAMMAOPZET

Voortgaande internationalisering en globalisering leiden tot nieuwe constitu- tionele processen in de internationale rechtsorde. Deze manifesteren zich in zowel procedurele als inhoudelijke ontwikkelingen die op hun beurt in toene- mende mate samenhangen met nationale ontwikkelingen. Publiekrechtelijke rechtsvergelijking is daarom niet zinvol te begrijpen zonder oog te hebben voor de verwatering van de grenzen tussen nationaal en internationaal recht.

De ontwikkeling van de gemeenschappelijke constitutionele tradities terzake democratie, mensenrechten en de ‘rule of law’ manifesteert zich ook in de in- ternationale rechtsorde. In toenemende mate wordt deze gekenmerkt door door de internationale gemeenschap erkende fundamentele waarden welke ten grondslag liggen aan bijzondere rechtsgebieden zoals de procedures voor rechtsvorming, aansprakelijkheidsrecht en rechtshandhaving. Een belangrijk voorbeeld is de ontwikkeling van de norm ‘good governance’. De vraag is in hoeverre deze ontwikkelingen daadwerkelijk leiden tot een rechtsgebied dat kan worden aangemerkt als internationaal constitutioneel recht en hoe dit zich verhoudt tot de traditionele grondslagen van het volkenrecht.

Daarnaast brengt de versterkte zelfstandige rol binnen de internationale rechts- orde van internationale organisaties in toenemende mate een constitutionalise- ring van de rechtsorde van deze organisaties als zodanig met zich mee. Dit wordt onder andere gereflecteerd door de ontwikkelingen in de Europese Ge- meenschap en later de Europese Unie, waar de supranationale karaktertrekken van de EG velen bewust hebben gemaakt van de positie van internationale or- ganisaties los van hun oprichters. Dit dwingt tot reflectie over vraagstukken betreffende de overdracht van bevoegdheden naar internationale organisaties, de mogelijkheden van internationale organisaties om hun eigen rechtsorde te ontwikkelen, het rechtskarakter van besluiten van internationale organisaties, en de wijzen waarop organen en onderdanen van lidstaten en (andere) internati- onale organisaties betrokken kunnen zijn bij de door de organisaties uitgevaar- digde normen.

500 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

F. OPBOUW ONDERZOEKSINPUT WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL in fte's 2005 2006 2007 Hoogleraar 1,70 1,70 1,70 Universitair hoofddocent 0,37 0,50 0,50 Universitair docent 0,24 0,45 0,73 Postdocs - - - Junior onderzoekers (AIO/OIO) 2,58 2,30 2,73

G. INHOUDELIJK OVERZICHT RESULTATEN OVER VERSLAGPERIODE

In 2004 is onder leiding van de UM, samen met de andere partners (UU, KUL en UvA) een SARO-aanvraag voor financiering voor een research seminar in het kader van het onderzoeksproject ‘Effective Global Economic Governance: the Case of the WTO’ gehonoreerd (Van den Bossche, Geelhoed, Wouters en Footer). Dit seminar heeft begin februari 2005 in Maastricht plaatsgevonden. Tijdens het Ius Commune-congres van 2004 te Leuven is (onder leiding van Van den Bossche) ter voorbereiding hiervan een workshop georganiseerd onder de titel ‘Effective Global Economic Governance: what can the World Trade Organization learn from other International Economic Organizations and the European Union?’.Het wetenschappelijk verslag van deze conferentie is gepu- bliceerd in het Journal of International Economic Law, 2005.

In september 2005 werd in Amsterdam een internationaal seminar georgani- seerd (Nollkaemper, De Wet) over ‘Europeanisation of Public International Law: The Status of International Law in the EU and its Member States’. Met bijdragen van eminente internationale wetenschappers werden vragen uit het onderzoeksprogramma behandeld inzake de status van internationaal recht in de Europese rechtsorde en de gevolgen daarvan voor de receptie van internationaal recht in het nationale recht. Het seminar is het eerste in een reeks van vier. In september 2006 volgde de tweede conferentie, bij Faculty of Law of the Uni- versity of Ljubljana, Slovenia. De overige seminars zullen worden gehouden in Pecs en Leuven. De proceedings zullen verschijnen (onder redactie van Noll- kaemper De Wet en Wouters) bij T.M.C. Asser Press.

De verhouding nationaal-internationaal recht stond ook centraal in een project van de UvA, met medewerking van de KUL. In 2005 is gewerkt aan de voorbe- reiding, in samenwerking met Oxford University Press, van de online publicatie International Law in Domestic Courts. De doelstelling is om nationale recht- spraak op het gebied van internationaal recht beter toegankelijk te maken en daarmee de basis te bieden voor fundamenteel onderzoek. Nollkaemper en De Wet zijn editors-in-chief; Wouters is correspondent voor Belgie. Begin 2006 is de online service International Law in Domestic Courts officieel door OUP

501 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 gelanceerd. In datzelfde jaar is in dit verband ook een project gestart met de Tyumen State University in Rusland.

In oktober 2005 organiseerde de KUL de conferentie ‘European Constitutio- nalism Beyond the EU Constitution’, evenals een workshop over ‘Democracy and Legitimacy beyond the State’ waarin verschillende deelnemers van de partner-universiteiten participeerden. Door de samenwerking met het EU Net- work of Excellence, CONNEX, konden vragen in een internationaal en multi- disciplinair licht worden bekeken. In hetzelfde academiejaar kwam ook de mul- tilaterale component van het project aan bod in het kader van een colloquium in juni 2006 over ‘The UN Human Rights Council: Challenges and Opportuni- ties’, met naast de Leuvense academici J. Wouters en P. Lemmens onder meer de professoren M. Nowak (Wenen), F. Gomez (Deusto) en M. Bossuyt (Ant- werpen), en vertegenwoordigers van de Europese Commissie, UNRIC en OH- CHR.

In september 2006 nam de UM (Van den Bossche) de leiding bij het indienen van een onderzoeksvoorstel met betrekking tot Global Economic Governance and the Protection of Core Societal Values in de context van het programma van het Ministerie van Economische Zaken. Ius Commune vormde in de aan- vraag de kern van het consortium van universiteiten en onderzoeksinstituten. Hoewel het project met interesse is ontvangen en het intern mede geleid heeft tot verder nadenken over de focus van het onderzoeksprogramma, is het uitein- delijk niet door EZ gehonoreerd.

Het onderzoek naar de banden tussen de Europese en de multilaterale rechtsor- de leidde in 2006 tot het boek The United Nations and the European Union: an ever stronger partnership, geredigeerd door J. Wouters, F. Hofmeister en T. Ruys, dat in maart 2007 bij de Verenigde Naties in New York en in juni 2007 in het Europese Parlement te Brussel werd voorgesteld.

Binnen deze lijn van onderzoek hebben de KUL en de Universiteit Twente (Wouters en Wessel) in juni 2006 een seminar georganiseerd over het thema ‘multilevel regulation’. In dit seminar werd een aantal uitgangspunten uit het Ius Commune programma besproken met een groep internationale deskundigen en deelnemers van partner-universiteiten. Centraal stond de invloed van inter- nationale regelgeving op de EU en haar lidstaten en de gevolgen die dit heeft voor constitutionele vraagstukken in die lidstaten. Het seminar was ingebed in het EU Network of Excellence CONNEX en het nieuwe Hague Institute for the Internationalisation of Law (HiiL). In 2007 heeft dit seminar geresulteerd in een door Wouters (KUL), Wessel (UT) en Andreas Follesdal (Oslo) geredi- geerd bundel over het concept ‘multilevel regulation’.

Deze thematiek kwam in brede zin ook terug in een aantal activiteiten rond de ‘accountability of international organizations’, georganiseerd door de KUL. Naast de voormelde workshop over Legitimacy and democracy beyond the

502 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde state, gaat het enerzijds om de conferentie Accountability for Human Rights Violations by International Organizations (maart 2007), en anderzijds om een workshop over Managerial Accountability in International Organizations: Comparative Perspectives (december 2007). Tijdens de eerste conferentie werd ook het nieuwe tijdschrift Human Rights and International Legal Discourse gelanceerd, waar Wouters tot de kernredactie behoort.

In het algemeen is het onderzoeksprogramma versterkt door de toekenning van een NWO VICI subsidie aan één van de senior-onderzoekers, Erika de Wet voor een project getiteld The emering international constitutional order – the implications of hierarchy in international law for the coherence and legitimacy of international decision-making. Dit project zit in het hart van dit onderzoeks- programma en loopt van 2007-2011. Naast De Wet krijgt het Ius Commune programma hierdoor een extra input van drie promovendi en één postdoc on- derzoeker. In de aanloop zorgde een aantal publicaties al voor een stevige bij- drage aan het onderzoeksprogramma (zie met name De Wet, The International Constitutional Order). In 2007 is door de UvA (Nollkaemper) ook een bijdrage geleverd door de aanstelling van een door NWO gefinancierde promovendus op het onderwerp ‘The Principle of Complicity in the Law of State Responsibility’ als onderdeel van het bij het Ius Commune nauw aansluitende onderzoekspro- gramma ‘The International Constitutional Order’

Ook in deze verslagperiode is weer gezorgd voor aansluiting bij andere nationa- le en internationale onderzoeksgroepen op dit terrein. Genoemd werden al het EU Network of Excellence, CONNEX en het Hague Institute for the Internati- onalisation of Law (HiiL). Met beiden is door enkele senior-onderzoekers nauw samengewerkt (met name Nollkaemper, Wessel, Wouters). Daarnaast is door anderen aansluiting gezocht bij andere onderzoeksgroepen met een vergelijkba- re thematiek. Zo zat Van den Bossche (UM) op 8 december 2006 een internati- onale conferentie voor over The Legitimacy of Non-State Actors Involvement in Global Governance and Policy, georganiseerd door de Universiteit Tilburg. Deze conferentie sloot af met een NWO-SaRO multi-disciplinair onderzoeks- project, waarin de UM verantwoordelijk was voor de juridische inbreng (zie onder andere Van den Bossche & Ripinsky, NGO Involvement in International Organizations: A Legal Analysis (2007). In november 2006, participeerde Van den Bossche in de First Annual Conference of the Emerging Dynamic Global Economies Network (‘EDGE Network’), waar Ius Commune deel van uit- maakt. Deze eerste conferentie over Embracing Change: Responses to the Emerging Economies vond plaats in Ottawa, Canada; een vervolgworkshop is georganiseerd in Londen in mei 2007.

Daarnaast wordt door de UvA (Nollkaemper, De Wet) geparticipeerd in een nieuw internationaal EU KP7-project met als titel International Criminal Pro- cedures on Domestic Criminal Procedures in Mass Atrocity Cases. In dit pro- ject wordt samengewerkt met universiteiten in Jeruzalem, Reykjavik en Londen en uitkomsten zullen worden gebruikt in de samenwerking met de Ius Commu-

503 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 ne partners. De UM (Van den Bossche, Ott) maakt deel uit van een KP7 re- search consortium met o.a. de London School of Economics, het World Trade Institute en de Martin Luther University of Halle-Wittenberg. Dit consortium werkt aan een onderzoeksproject met als titel Squaring the Triangle? Unila- teralism, Bilateralism and Multilateralism in European Trade Relations.’ Tot slot participeert ook Wessel (UT) in twee KP7-projecten (nog in aanvraag) over de relatie tussen de EU en andere internationale organisaties, waarin samenge- werkt wordt met verschillende universiteiten in Europa.

H. VOORTZETTING

Naar aanleiding van de peer review (2005) is besloten meer focus aan te bren- gen in het onderzoeksprogramma. De reden was dat op die manier samen- werking tussen de aangesloten universiteiten vergemakkelijkt zou kunnen wor- den, terwijl tegelijkertijd de coherentie van het programma zichtbaarder werd. In 2006 in op het Ius Commune congres daarom een eerste workshop georgani- seerd rond een gemeenschappelijk thema, met het doel dit thema verder uit te werken en als leidraad in het Facultaire onderzoek te gebruiken. Dit thema be- treft de ‘multilevel regulation’, als juridische vertaling van het in de politieke en sociale wetenschappen gebruikte concept ‘multilevel governance’. Centraal staat de relatie tussen de internationale (incl. Europese) en de nationale rechts- orde en de wisselwerking tussen beide.

Het tweede thema is verder uitgewerkt in een workshop tijdens het congres in 2007 en betreft de spanning tussen economische en niet-economische waarden in het internationale systeem (Towards normative convergence in the inter- national legal order? The quest for a regulatory balance between market val- ues and societal values). Onderzoek van de aangesloten onderzoekers concen- treert zich met name rond deze twee thema's, waarbij de constitutionele proces- sen niet alleen van een institutionele invalshoek, maar ook vanuit ontwikkelin- gen in het materiële recht worden geanalyseerd. Bij de samenstelling van de lijst met publicaties van de aangesloten onderzoekers is nu reeds rekening ge- houden met relevantie voor deze twee invalshoeken.

I. KERNPUBLICATIES

De keuze voor de beide kernpublicaties is ingegeven door het feit dat beide publicaties, naast hun wetenschappelijke kwaliteit, zeer representatief zijn voor twee onderdelen van het onderzoeksprogramma. Het artikel van Wessel en Wouters wijst op de nauwe verbondenheid van de nationale en de internationale (inclusief Europese) rechtsordes. Het geeft aan dat bij de bestudering van con- stitutionele processen in de internationale rechtsorde de normatieve wisselwer- king met de nationale rechtsordes niet ut het oog moet worden verloren. Steeds vaker worden regels niet meer door staten, maar door internationale organisa- ties en andere internationale entiteiten vastgesteld, terwijl de effecten van die regels de jure of de facto een grote invloed hebben op nationale regelsystemen.

504 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Het artikel van De Wet is één van de meeste aangehaalde bijdragen op dit ter- rein, omdat het als een van de eerste stukken alomvattend in kaart brengt welke vragen spelen bij de vorming van internationaal constitutioneel recht. De Wet beoogt met dit artikel (en met enkele andere stukken) het terrein van Internatio- nal Constitutional Law als aparte subdiscipline op de kaart te zetten en heeft daarmee een belangrijke bijdrage geleverd aan de kernvraag van het onder- zoeksprogramma.

Wet, E. de (2006). The International Constitutional Order. International and comparative law quarterly, 1, 51-76.

Wessel, R.A. & Wouters, J. (2007). The Phenomenon of Multilevel Regulation: Interactions between Global, EU and National Regulatory Spheres, Internatio- nal Organizations Law Review, 169-201.

J. UITSTEKENDE PUBLICATIES

Nollkaemper, P.A. (2005). Internationalisering van nationale rechtspraak. In P.A. Nollkaemper, J.W.A. Fleuren, J.W.A. Wouters & D. van Eeckhoutte (Eds.), Preadviezen. Mededelingen van de Nederlandse Vereniging voor Inter- nationaal Recht (p. 1-67). Den Haag: T.M.C. Asser Press.

Wet, E. de (2005). The Security Council as a Law Maker: the Adoption of (Quasi)-Judicial Decisions. In R. Wolfrum & V. Röben (Eds.), Developments of International Law in Treating Making (Beiträge zum ausländischen öffent- lichen Recht und Völkerrecht, 177) (p. 183-225). Berlin: Springer.

Wouters, J. & Meester, B. de (2005). Safeguarding coherence in global policy- making on trade and health: the EU-WHO-WTO triangle. International organizations law review, 2, 395-335.

Bossche, P.L.H. van den (2006). From Afterthought to Centrepiece: The WTO Appellate Body and its Rise to Prominence in the World Trading System. In G. Sacerdoti, A. Yanovich & J. Bohanes (Eds.), The WTO at Ten (p. 289-325). Cambridge: Cambridge University Press.

K. DISSERTATIES

Brölmann, C.M. (22 april 2005). The Institutional Veil in Public International Law: International Organizations and the Law of Treaties. Universiteit van Amsterdam (383 p.) Oxford: Hart Publishing. Prom.: Prof. P.A. Nollkaemper.

Footer, M.E. (8 december 2005). An Institutional and Normative Analysis of the World Trade Organization, xxiii + 384 p. (published with Martinus Nijhoff Publishers in 2006).

505 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Goodwin, M. (3 juli 2006). The Romani Claim to Non-territorial Nationhood: taking legitimacy-based claims seriously in international law. European University Institute Florence (Italy) (281 p.) (Florence: European University Institute). Prom.: Prof. N. Walker.

Ryngaert, C. (12 februari 2007). Jurisdiction in International Law: U.S. and European Perspective. Katholieke Universietit Leuven (880 p.). Prom.: Prof. J. Wouters.

L. OVERZICHT VAN ALLE OVERIGE PUBLICATIES

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Bossche, P.L.H. van den (2005). The Law and Policy of the World Trade Organisation: Text, Cases and Materials. Cambridge: Cambridge University Press. (737 p.)

Bossche, P.L.H. van den (2005). Reform of the WTO Dispute Settlement System: What to Expect from the Doha Development Round? In S. Charnovitz, D. Steger & P.L.H. Van den Bossche (Eds.), Law in the Service of Human Dignity: Essays in Honour of Florentino Feliciano (p. 103-126). Cambridge: Cambridge University Press.

Bossche, P.L.H. van den (2005). The making of the ‘World Trade Court’: The Origins and Development of the Appellate Body of the World Trade Organ- isation. In R. Yerxa & B. Wilson (Eds.), Key Issues in WTO Dispute Settlement -The First Ten Years (p. 63-79). Cambridge: Cambridge University Press.

Bossche, P.L.H. van den (2005). Debating the Future of the World Trade Organization: Divergent Views on the 2005 Sutherland Report. Journal of International Economic Law, 759-768.

Bossche, P.L.H. van den & Alexovičová, I. (2005). Effective Global Economic Governance by the World Trade Organisation. Journal of International Economic Law, 667-690.

Bossche, P.L.H. van den (2007). Radical Overhaul or Pragmatic Change?: The Need and Scope for Reform of Decision-Making in the World Trade Organi- zation. In A. Fijalkoski (Ed.), International Institutional Reform, Proceedings of the Seventh Hague Joint Conference 2005 (p. 6-14). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Bossche, P.L.H. van den (2007). Regulatory Legitimacy of the Role of Non- Govermental Organisations in International Governance. Legal Status and Accreditation. In A. Vedder (Ed.), NGO Involvement in International Govern- ance and Policy: Sources of Legitimacy (p. 135-173). Leiden: Brill.

506 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Bossche, P.L.H. van den (2007). Rules on NGO Accreditation: Do Existing Legal Arrangements Facilitate the Legitimization of the Role of NGOs in Inter- national Organisations? In N.L. Calera (Ed.), Globalization, Law and Economy/ Globalización, Derecho y Economiá, Proceedings of the XXII World Congress of Philosophy of Law (Globalization, Law and Economy, 4) (p. 186-201). Stuttgart: Franz Steiner Verlag.

Bossche, P.L.H. van den (2007). The Future of the WTO – Cosultative Board Report – Comment. In F. Orinti & S. Ripinsky (Eds.), WTO Law and Process, The Proceedings of the 2005 and 2006 Annual WTO Conferences (p. 175-177). London: British Institute of International and Comparative Law.

Bossche, P.L.H. van den (2007). Free Trade and Culture: A Study of Relevant WTO Rules and Constraints on National Cultural Policy Measure. Amsterdam: Boekmanstudies. (160 p.)

Bossche, P.L.H. van den & Ripinsky, S. (2007). NGO Involvement in Inter- national Organizations: A Legal Analysis. London: British Institute of Inter- national and Comparative Law. (362 p.)

Bossche, P.L.H. van den, Faber, G. & Schrijver, N.J. (2007). Unilateral Meas- ures addressing Non-Trade Concerns: A Study on WTO Consistency, Rele- vance of Other International Agreements, Economic Effectiveness, and Impact on Developing Countries of Measures Concerning Non-Product-Related Pro- cesses and Product Methods. The Hague: Netherlands Ministry of Foreign Affairs. (261 p.)

Bossche, P.L.H. van den, Faber, G. & Schrijver, N.J. (2007). Unilaterale Maat- regelen gericht of Non-Trade Concerns: Een studie naar WTO conformiteit, relevantie van andere internationale verdragen, economische doelmatigheid en gevolgen voor ontwikkelingslanden van maatregelen betreffende niet-product gerelateerde processen en productiemethoden. Den Haag: Nederlands Minis- terie van Buitenlandse Zaken. (31 p.)

Bossche, P.L.H. van den & Denters, H.M.G. (2007). Internationaal Economisch Recht. In R. Lefeber, O. Ribbelink & N. Horbach (Eds.), Handboek Internationaal Recht (p. 627-679). Den Haag: T.M.C. Asser Institute.

Brölmann, C.M. (2005). Limits to the Treaty Paradigm. In M. Craven & M. Fitzmaurice (Eds.), Interrogating the Treaty: Essays in the Contemporary Law of Treaties (p. 28-39). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Brölmann, C.M. (2005). Law-Making Treaties: Form and Function in International Law. Nordic Journal of International Law, 74(3), 383-404.

Brölmann, C.M. & Kiefer, T. (2005). Beyond State Sovereignty: The Human Right to Water. Non-State Actors and International Law, 5(3), 1-33.

507 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Brölmann, C.M. (2007). The Institutional Veil in Public International Law. Oxford: Hart Publishers. (330 p.)

Brölmann, C.M. (2007). Deterritorialization in International Law: Moving Away from the Divide between National and International Law. In J.E. Nijman & P.A. Nollkaemper (Eds.), New Perspectives on the Divide between National and International Law (p. 84-109). Oxford: Oxford University Press.

Brölmann, C.M. (2007). The International Court of Justice and International Organisations. International Community Law Review, 9, 181-186.

Dekker, I.F. (2007). Making Sense of Accountability in International Institu- tional Law. An analysis of the Final Report of the ILA Committee on Account- ability of International Organisations from a conceptual perspective. In D.M. Curtin & P.A. Nollkaemper (Eds.), Netherlands Yearbook of International Law (p. 83-118).

Dekker, I.F. & Schrijver N.J. (2007). Internationale Rechtssubjecten. In: N. Horbach, R. Lefeber & O. Ribbelink (Eds.), Handboek Internationaal Recht (p. 19-46). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Eeckhoutte, D. van (2005). Doorwerking van het internationaal recht voor de Belgische rechter: een bloemlezing uit de recente rechtspraak (2000-2005). In K. Lenaerts & J. Wouters (Eds.), Internationaal en Europees recht (Themis, Cahier 31) (p. 73-99). Brugge: die Keure.

Eeckhoutte, D. van, Ryngaert, C. & Panken, H. (2005). Het arrest Sharon van het Hof van Cassatie: bouwstenen voor de verdere rol van universele juris- dictie, internationale immuniteiten en de doorwerking van het internationaal gewoonterecht. Belgisch Tijdschrift voor internationaal recht, 211-254.

Eeckhoutte, D. van & Wouters, J. (Eds.). (2006). Doorwerking van internatio- naal recht in de Belgische rechtsorde: recente ontwikkelingen in een rechtstak- overschrijdend perspectief. Antwerpen: Intersentia. (XIX + 652 p.)

Eeckhoutte, D. van & Wouters, J. (2006). De doorwerking van het interna- tionale recht in de Belgische rechtsorde: een overzicht van bronnen en instru- menten. In J. Wouters & D. van Eeckhoutte (Eds.), Doorwerking van interna- tionaal recht in de Belgische rechtsorde (p. 3-82). Antwerpen: Intersentia.

Eeckhoutte, D. van & Wouters, J. (2006). Epiloog – Doorwerking: een kleur- rijke realiteit. In J. Wouters & D. van Eeckhoutte (Eds.), Doorwerking van internationaal recht in de Belgische rechtsorde (p. 589-604). Antwerpen: Intersentia.

508 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Eeckhoutte, D. van & Wouters, J. (2006). Doorwerking van internationaal recht voor Belgische hoven en rechtbanken. In De nationale rechter en het interna- tionale recht (Mededelingen van de Nederlandse Vereniging voor Internatio- naal Recht, 132) (p. 145-241). Den Haag: T.M.C. Asser Press.

Eeckhoutte, D. van & Loose, T. (2007). Wijziging zkt. instemming. Het pro- bleem van de parlementaire instemming met vereenvoudigde verdragswijzi- gingen. Tijdschrift voor wetgeving, 3-27.

Eeckhoutte, D. van & Woldendorp, H. (2007). De leefmilieu-impact van de Dienstenrichtlijn? Milieu- en Energierecht, 131-150.

Footer, M.E. & George, C. (2005). The General Agreement on Trade Services. In P.F.J. Macrory, A.E. Appleton & M.G. Plummer (Eds.), The World Trade Organization: Legal, Economic and Political Analyses (Volume I) (p. 799- 953). New York: Springer.

Footer, M.E. & Opuku Awuku, E. (2005). Sustainable Agricultural resources and food security: the seed treaty and equitable benefit sharing. In M.-C. Cordonier-Segger & C.G. Weeramantry (Eds.), Sustainable Justice: Reconcil- ing Economic, Social and Environmental Law (p. 241-256). Leiden/Boston: Martinus Nijhoff Publishers.

Mathis, J. (2006). Regional Trade Agreements and Domestic Regulation: What Reach for ‘Other Restrictive Regulations of Commerce’. In L. Bartels & F. Ortino (Eds.), Regional Trade Agreements and the WTO Legal system (Inter- national economic law series) (p. 79-108). Oxford: Oxford University Press.

Mathis, J. (2007). Regional Trade Agreements and Domestic Regulation: What Reach for Other Restrictive Regulations of Commerce. In L. Bartels & F. Ortino (Eds.), Regional Trade Agreements and the WTO Legal system (p. 79- 108). Oxford: Oxford University Press.

Naert, F., cooperation with Wouters, J. & Bossuyt, M. (2005). De immuni- teiten. In M. Bossuyt & J. Wouters (Eds.), Grondlijnen van internationaal recht (p. 387-436). Antwerpen: Intersentia.

Naert, F., cooperation with Wouters, J. & Bossuyt, M. (2005). Regionale orga- nisaties in Europa. In M. Bossuyt & J. Wouters (Eds.), Grondlijnen van inter- nationaal recht (p. 677-710). Antwerpen: Intersentia.

Naert, F. (2005). The Impact of the Fight against International Terrorism on the Ius ad Bellum after ‘11 September’. Tijdschrift voor militair recht en oorlogs- recht/The Military Law and the Law of War Review/Revue de Droit Militaire et de Droit de la Guerre, 43(3-4), 55-110.

509 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Naert, F. (2007). Detention in Peace Operations: The Legal Framework and Main Categories of Detainees. Tijdschrift voor militair recht en oorlogsrecht/ The Military Law and the Law of War Review/Revue de Droit Militaire et de Droit de la Guerre, 45, 51-78.

Nollkaemper, P.A. (2005). Attribution of forcible acts to states: connections between the law of state responsibility. In N.M. Blokker & N.J. Schrijver (Eds.), The Security Council and the use of force: theory and reality: a need for change? (Legal aspects of international organization, 44) (p. 133-171). Leiden: Nijhoff.

Nollkaemper, P.A. (2006). Potential consequences of the rise of individual responsibility for the law of state responsibility. In K. Koufa (Ed.), State Responsibility and the Individual (Thesaurus Acroasium, XXXIV) (p. 51-81). Athens-Thessaloniki: Sakkoulas Publications.

Nollkaemper, P.A. (2006). Responsibility of transnational corporations in international environmental law: three perspectives. In G. Winter (Ed.), Multi- level Governance of Global Environmental Change. Perspectives from Science, Sociology and the Law (p. 179-199). Cambridge: Cambridge University Press.

Nollkaemper, P.A. (2006). The Role of Domestic Courts in the Case Law of the International Court of Justice. Chinese Journal of International Law, 2(5), 301- 322.

Nollkaemper, P.A. & Nijman, J. (Eds.). (2007). New Perspectives on the Divide Between National & International Law. Oxford: Oxford University Press. (380 p.)

Nollkaemper, P.A. & Nijman, J. (2007). Introduction. In P.A. Nollkaemper & J. Nijman (Eds.), New Perspectives on the Divide Between National & Inter- national Law (p. 1-14). Oxford: Oxford University Press.

Prevost, D. & Bossche, P.L.H. van den (2005). The Agreement on the Applica- tion of Sanitary and Phyto-sanitary Measures. In P. Macrory, A. Appleton & M. Plummer (Eds.), The World Trade Organisation: Legal, Economic and Politi- cal Analysis (p. 231-370). Wien: Springer.

Prevost, D. (2005). What role for the precautionary principle in WTO law after Japan-Apples? Economic Policy and Law: Journal of Trade & Environment Studies, 2(4), 1-14.

Prévost, D., (2005) ‘Operationalising’ Special and Differential Treatment in the SPS Agreement. South African Yearbook of International Law, 30, 82-111

Prevost, D. (2007). Opening Pandora's box: The Panel's Findings in the EC- Biotech Products Dispute. Legal Issues of Economic Integration, 34(1), 67-101.

510 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Ryngaert, C. & Wouters, J. (2005). Good Governance in International Organi- sations. In D. Curtin & R. Wessel (Eds.), Good Governance and the European Union. Reflections on Concepts, Institutions and Substance (Ius Commune Europaeum, 49) (p. 69-104). Antwerp: Intersentia.

Ryngaert, C. & Wouters, J. (2005). De strafbaarstelling van misdaden tegen het internationaal humanitair recht in het Belgisch materieel strafrecht in het licht van het Statuut van het Internationaal Strafgerechtshof. In X (Ed.), België en het Internationaal Strafgerechtshof: Complementariteit en Samenwerking (p. 37-74). Brussel: Bruylant.

Ryngaert, C. (2005). Het arrest Erdal van het Arbitragehof: eindelijk duidelijk- heid over de onrechtmatigheid van de retroactieve toepassing van extraterri- toriale rechtsmachtuitbreidingen. Tijdschrift voor Strafrecht, 345-351.

Ryngaert, C. (2005). Universal Criminal Jurisdiction over Torture: A State of Affairs After 20 Years UN Torture Convention. Netherlands Quarterly of Human Rights, 571-611.

Ryngaert, C. (2006). Universal Jurisdiction in an ICC Era: A Role to Play for EU Member States with the Support of the European Union. European Journal of Crime, Criminal Law and Criminal Justice, 46-80.

Ryngaert, C. (2006). Assessing International Discovery after Intel v. AMD (US Supreme Court, 2004): Expanded US Discovery Opportunities for Foreign Litigants?, European Business Organisation Law Review, 675-695.

Vandaele, A. & Claes, E. (2006). Naar een gradueel concept van directe werking en van internationaal gewoonterecht. In J. Wouters & D. van Eeckhoutte (Eds.), Doorwerking van internationaal recht in de Belgische rechtsorde (p. 83-109). Antwerpen: Intersentia.

Wessel, R.A. & Blokker, N.M. (2005). Updating International Organizations. International organizations law review, 2(1), 1-8.

Wessel, R.A. (2006). The invasion by international organizations: de toe- nemende samenhang tussen de mondiale, Europese en nationale rechtsorde (Inaugurele rede Universiteit Twente, 12 januari 2006). Enschede: Universiteit Twente.

Wessel, R.A. (2006). The UN, the EU and Jus Cogens. International organi- zations law review, 1, 1-6.

Wessel, R.A. (2006). Internationale organisaties als regelgevers. Vrede en veiligheid, 1, 10-29.

511 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Wessel, R.A. (2007). Internationaal recht in ontwikkeling. In N. Horbach, R. Lefeber & O. Ribbelink (Eds.), Handboek Internationaal Recht (p. 1-17). Den Haag: T.M.C. Asser Press.

Wessel, R.A. & Griendt, W.E. (2007). Offene Staatlichkeit: Niederlande. In A. von Bogdandy, P.M. Huber & P. Cruz Villalón (Eds.), Ius Publicum Euro- paeum; Band I: Staatliches Verfassungsrecht im Europäischen Rechtsraum (p. 175-208). Heidelberg: C.F. Müller Verlag.

Wet, E. de (2005). The International Constitutional Order (Inaugurele rede Universiteit van Amsterdam, 25 februari 2006). Amsterdam: Vossiuspers UvA.

Wet, E. de (2006). The ‘Friendly but Cautious’ Reception of International Law in the Jurisprudence of the South African Constitutional Court: Some Critical Remarks. Fordham international law journal, 6(28), 1529-1565.

Wet, E. de (2006). The Emergence of International and Regional Value Systems as a Manifestation of the Emerging International Constitutional Order. Leiden Journal of International Law, 19, 611-632.

Wet, E. de (2007). Die unbestimmten Sozialstandards der Amerikanischen Konvention über Menschenrechte und der Afrikanischen Charta der Menschen- rechte und Rechte der Völker. In U. Becker et al. (Eds.), Implementierung internationaler Sozialstandards (p. 123-138). Baden-Baden: Nomos.

Wet, E. de (2007). The Emerging International Constitutional Order: the Implications of Hierarchy in International Law for the Coherence and Legitimacy of International Decision-Making. Potchefstroom Electronic Law Journal, 2, 1-27.

Wet, E. de (2007). Beginning and End of Occupation – The UN Security Council's Impact on the Law of Occupation. Current challenges to the Law of Occupation. In Proceedings of the 6th Bruges Colloquium, 20-21 October 2005, Collegium No. 34 (Collegium, 34) (p. 34-44). Brugge: College of Europe.

Wouters, J. & Bossuyt, M. (Eds.). (2005). Grondlijnen van internationaal recht. Antwerpen: Intersentia. (XXV + 1086 p.)

Wouters, J. & Lenaerts, K. (Eds.). (2005). Internationaal en Europees recht (Themis, Cahier 31). Brugge: die Keure. (243 p.)

Wouters, J. & Coppens, D. (2005). De Europese Unie als internationale actor in de Europese grondwet: welke bijdrage aan de uitbouw van de internationale rechtsorde? In F. Judo (Ed.), Van Vlaanderen tot Europa: wie vraagt om een grondwet? (p. 73-145). Gent: Larcier.

512 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Wouters, J. & Vidal, M. (2005). Het Arbeidsmigrantenverdrag van de Verenigde Naties: onbekend en onbemind? In D. Pieters, J. Put, P. Schoukens, Y. Stevens & D. Simoens (Eds.), Sociale zekerheden in vraagvorm. Liber amicorum Jef Langendonck (p. 593-605). Antwerpen: Intersentia.

Wouters, J. (2005). The obligation to Prosecute International Law Crimes. Collegium, 32, 17-32.

Wouters, J. & Smet, L. de (2005). Het EVRM, Internationale Mensenrechten- standaarden en (multinationale) Ondernemingen. In P. Lemmens (Ed.), Uitda- gingen door en voor het EVRM (p. 59-99). Mechelen: Kluwer.

Wouters, J. & Verhoeven, S. (2005). The prohibition of genocide as a norm of ius coges and its implications for the enforcement of the law of genocide. International Criminal Law Review, 5, 401-416.

Wouters, J., Hoffmeister, F. & Ruys, T. (Eds.). (2006). The United Nations and the European Union: An Ever Stronger Partnership. The Hague: T.M.C. Asser Press. (XVII + 434 p.)

Wouters, J. & Ruys, T. (2006). UN-EU cooperation on crisis management. In J. Wouters, F. Hoffmeister & T. Ruys (Eds.), The United Nations and the European Union: An Ever Stronger Partnership (p. 229-258). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Wouters, J. & Verhoeven, S. (2006). Regulation and Globalisation: is there a need for international agencies? In D. Gerardin, R. Munoz & N. Petit (Eds.), Regulation through Agencies in the EU: A New Paradigm of European Govern- ance (p. 245-395). Cheltenham: Edward Elgar.

Wouters, J. & Coppens, D. (2006). International Economic Policy-Making: Exploring the Legal Linkages between the World Trade Organization and the Bretton Woods Institutions. International organizations law review, 3, 267- 315.

Wouters, J. & Ruys, T. (2006). Security Council reform: a new veto for a new century? Tijdschrift voor militair recht en oorlogsrecht/The Military Law and the Law of War Review/Revue de Droit Militaire et de Droit de la Guerre, 44, 139-174.

Wouters, J. & Ruys, T. (2006). The legality of anticipatory military action after 9/11: the slippery slope of self-defence. Studia Diplomatica, 59, 45-67.

Wouters, J. & Meester, B. de (2007). The World Trade Organization. A Legal and Institutional Analysis. Antwerp: Intersentia. (ix + 302 p.)

513 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Wouters, J. (2007). Hoofdstuk 4. Bronnen van het internationaal recht. In N. Horbach, R. Lefever & O. Ribbelink (Eds.), Handboek Internationaal Recht (p. 81-122). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Wouters, J. & Coppens, D. (2007). Domestic regulation within the framework of GATS. In K. Byttebier & K. Van der Borght (Eds.), WTO Obligations and Opportunities: Challenges of Implementation (p. 25-84). London: Cameron May.

Wouters, J. & Verhoeven, S. (2007). The prosecution of genocide – in search of a European perspective. In R. Henham & P. Behrens (Eds.), The Criminal Law of Genocide. International, Comparative and Contextual Aspects (p. 189-201). Aldershot: Ashgate Publishers.

Wouters, J. & Vidal, M. (2007). UNESCO and the promotion of cultural exchange and cultural diversity. In A.A. Yusuf (Ed.), UNESCO: Sixty Years of Standard-Setting in Education, Science and Culture (p. 147-168). Paris: Unesco.

Wouters, J. & Vidal, M. (2007). The OECD Model Convention Commentary and the ECJ: law, guidance, source of inspiration? In L. Hinnekens & Ph. Hinnekens (Eds.), Liber amicorum fiscalium ‘A vision of taxes within and out- side European borders’: Festschrift in honour of prof. em. Frans Vanistendael (p. 989-1006). Deventer: Kluwer Law International.

Wouters, J. (2007). The Transatlantic Dialogue on Africa. Northwestern University Journal of International Human Rights, 5(3), 328-334.

VAKPUBLICATIES

Bossche, P.L.H. van den (2005). Dispute Resolution and the WTO Consti- tution. In M. Andenas & F. Ortino (Eds.), WTO Law and Process (p. 9-12). London: British Institute of International Comparative Law.

Bossche, P.L.H. van den (2005). Sutherland Report on the Future of the WTO. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2, 109-110.

Bossche, P.L.H. van den (2006), ‘World Trade Organization: An Overview’, in: UNCTAD Course on Dispute Settlement in International Trade, Investment and Intellectual Property, United Nations Press, 63 p. (translation in Arabic)

Bossche, P.L.H. van den (2006). Much Ado About Little?: Preliminary Conclusions of the Panel in the EC-Biotech Products Dispute. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 98-99.

514 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Bossche, P.L.H. van den (2006). World Trade Organization: Wat is het en hoe werkt het? SICAmag Kwartaalmagazine van de stichting Internationale Cul- turele Activiteiten, 8-9.

Brölmann, C.M. (2007). Editorial comment. International Community Law Review, 8, 1-2.

Eeckhoutte, D. van (2006). Stilzwijgende wijzigingen aan verdragen. In D. van Eeckhoutte (Ed.), Naar een voorstel van oplossing voor knelpunten in de Belgische verdragspraktijk inzake leefmilieuverdragen//Vers une résolution des problèmes relatifs à la pratique belge en matière de traités environnementaux (p. 27-39). Brussel: Vlaamse Overheid.

Eeckhoutte, D. van (2006). Evenredigheidsbeginsel kan lawaaiprobleem van luchthaven oplossen. Juristenkrant, 139, 7.

Eeckhoutte, D. van (2006). Raad van State ergert zich aan onduidelijke regels over internationale burgerluchtvaart. Juristenkrant, 7.

Goodwin, M. & Mertens, Th. (2007). Democracy and Torture: When the People Decide. In J. Hocking & C. Lewis (Eds.), Counter-Terrorism and the Post-Democratic State (p. 28-48). Cheltenham: Edward Elgar.

Goodwin, M. (2007). From Province to Protectorate to State? Speculation on the Impact of Kosovo's Genesis upon the Doctrines of International Law. German Law Journal, 8(1), 20 p.

Goodwin, M. (2007). The Tale of One Journal in the Era of Publish or Perish. Maastricht Journal of European and Comparative Law, 14(1), 3-13.

Mathis, J. (2005). The WTO Agreement on Technical Barriers to Trade (Decision making in the Global Market: Trade, Standards and the Consumer). London: Consumers International. (28 p.)

Mathis, J. (2005). The Southern African Custom Union (SACU): Regional Co- operation Framework on Competition Policy and Unfair Trade Practices. Geneva: UNCTAD. (43 p.)

Mathis, J. (2005). Gambling – with Regulation and Market Access in the GATS. Legal Issues of Economic Integration, 32(3), 231-234.

Mathis, J. & Dawar, K. (2005). Consumer Protection, Competition and RTAs, Some Lessons for Developing Countries. In P. Brusick et al. (Eds.), Com- petition Provisions in Regional Trade Agreements: How to Insure Development Gains. Geneva: UNCTAD and United Nations.

515 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Mathis, J. (2006). Competition Cooperation in Regional Integration Agree- ments, A SACU Example. In M. Mashayekhi & T. Ito (Eds.), Multilateralism and Regionalism, The New Interface, United Nations Conference on Trade and Development (UNCTAD) (p. 151-170). Geneva: UN.

Naert, F. (2005). De bevoegdheid van de NAVO inzake het sluiten van interna- tionale overeenkomsten. Brussel: Ministerie van Landsverdediging FOD/Perso- neel en Organisatie. (32 p.)

Naert, F. (2005). Juridische aspecten van Non-Combatant Evacuation Opera- tions (NEOs). In voor defensie Koninklijk Hoger Instituut (Ed.), NEO – Repre- sailles – Command responsibility. Studiedag voor Raadgevers in, het Recht van de Gewapende Conflicten – 29/04/2005. Teksten (p. 1-11). Brussel: Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie.

Naert, F. (2005). Het internationaalrechtelijk kader voor de uitoefening van politietaken door militairen. In recht en Oorlogsrecht Studiecentrum voor Militair (Ed.), Ondersteuning door Militairen bij de uitvoering van Politie- taken. Studiedag van 18 maart 2004 (p. 31-73). Brussel: Ministerie van Lands- verdediging.

Naert, F. (2005). De binding van NAVO- en EU-strijdkrachten aan mensen- rechten bij operaties tegen terrorisme. NJCM-bulletin, 30(7), 909-919.

Naert, F. & Wouters, J. (2005). Some Challenges for (Teaching) the Law of International Organizations. International organizations law review, 1, 23-29.

Naert, F. et al. (2005). Toepasselijk recht op de conflicten in Irak (1991-2004). Tijdschrift voor militair recht en oorlogsrecht/The Military Law and the Law of War Review/Revue de Droit Militaire et de Droit de la Guerre, 43(3-4), 155- 192.

Nollkaemper, P.A. & Nijman, J. (2007). Beyond the Divide. In P.A. Nollkaemper & J. Nijman (Eds.), New Perspectives on the Divide Between National & International Law (p. 341-360). Oxford: Oxford University Press.

Ryngaert, C. & Wouters, J. (Eds.). (2005). De Verenigde Naties: een wereld van verschil? (Reeks wereldvisie, 1). Leuven: Acco. (377 p.)

Ryngaert, C. (2005). De VN en aids. In C. Ryngaert & J. Wouters, (Eds.). De Verenigde Naties: een wereld van verschil? (Reeks wereldvisie, 1) (p. 203- 214). Leuven: Acco.

Ryngaert, C. (2005). Interview met Serge Brammertz (adjunct-aanklager Inter- nationaal Strafgerechtshof) en Chris Van den Wyngaert (rechter Joegoslavie- tribunaal). Wereldbeeld, 2, 17-23.

516 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Ryngaert, C. (2006). Universele jurisdictie. In J. Wouters & B. Pattyn (Eds.), Misdaden tegen de mensheid: de internationale strijd tegen straffeloosheid (Reeks wereldvisie, 2) (p. 141-154). Leuven/Voorburg: Acco.

Ryngaert, C., Wouters, J. & Pattyn, B. (2006). Misdaden tegen de mensheid en de internationale strijd tegen de straffeloosheid: inleidende beschouwingen. In J. Wouters & B. Pattyn (Eds.), Misdaden tegen de mensheid: de internationale strijd tegen straffeloosheid (Reeks wereldvisie, 2) (p. 9-18). Leuven/Voorburg: Acco.

Ryngaert, C. & Verrijdt, W. (2006). Arbitragehof vernietigt overgangsbepaling over Genocidewet. Juristenkrant (13-09-2006), 6.

Ryngaert, C. (Ed.). (2007). Anders globaliseren. Mensenrechten, milieu en internationale handel. Leuven: Acco. (164 p.)

Ryngaert, C. (2007). Beginselenstrijd over de overgangsregeling van de Geno- cidewet: het legaliteitsbeginsel versus het non-discriminatiebeginsel. Kritische aanmerkingen bij Cass. 28 maart 2007. Rechtskundig Weekblad, 08, 795-798.

Ryngaert, C. (2007). Cross-border Takeover Regulation: a Transatlantic Perspective. European Company and Financial Law Review, 434-459.

Ryngaert, C. (2007). De verantwoordelijkheid van transnationale onderne- mingen voor schendingen van de mensenrechten: de VN-Speciale Vertegen- woordiger stelt zijn rapport voor. Wereldbeeld, 2, 2-8.

Ryngaert, C. (2007). The Humanization of International Law. Reflections on Theodor Meron's Hague Lecture. Human Rights & International Legal Dis- course, 423-439.

Ryngaert, C. (2007). Universal Jurisdiction over Genocide and Wartime Torture in Dutch Courts: an Appraisal of the Afghan and Rwandan cases. Hague Justice Journal, 2, 13-36.

Ryngaert, C. (2007). Another Afghan Case in the Hague District Court: Uni- versal Jurisdiction over Violations of Common Article 3. The Hague Justice Portal. [Online]. Available from: [14-09-2007].

Ryngaert, C. & Vos, K. de (2007). De nieuwe VN-Mensenraad: nieuwe hoop voor de rechten van het kind. Tijdschrift voor Jeugdrecht en Kinderrechten, 2, 69-75.

Ryngaert, C. & Wouters, J. (2007). De toepassing van de (Belgische) wet van 5 augustus 2003 betreffende ernstige schendingen van het internationaal huma- nitair recht. Nullum Crimen, 1-21.

517 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Wessel, R.A. (2005). Vasthouden aan collectieve veiligheid in een hervormde VN. Vrede en veiligheid, 34(1), 5-9.

Wessel, R.A., Bomert, B. & Hoogen, Th. van den (Eds.). (2006). Jaarboek Vrede en Veiligheid 2005. Nijmegen: Centrum voor Internationaal Conflict – Analyse & Management. (293 p.)

Wessel, R.A., Bomert, B. & Hoogen, Th. van den (Eds.). (2006). Jaarboek Vrede en Veiligheid 2006. Amsterdam: Rozenberg Publishers. (317 p.)

Wessel, R.A. (2006). Grenzenloos recht: Nederland als het Twente van Euro- pa? In I. Baas & H. Procee (Eds.), Universiteit Twente in twintig vooruitzichten (p. 193-200). Enschede: Faculty Club Foundations Press University of Twente.

Wet, E. de (2005). The forgotten prisoners: Gauntanamo detainees and the Bush administration. Word and Action, 391/392, 19-25.

Wet, E. de (2006). [Bespreking van het boek Great powers and outlaw states]. Nordic Journal of International Law, 75, 165-168.

Wouters, J. & Ruys, T. (2005). De EU en de VN: een steeds hechter partner- schap. In C. Ryngaert & J. Wouters (Eds.), De Verenigde Naties: een wereld van verschil? (p. 321-330). Leuven: Acco.

Wouters, J. & Verhoeven, S. (2005). Africa and international justice: cases identified for investigation and prosecution by the International Criminal Court. In E.A. Ankumah & E.K. Kwakwa (Eds.), African Perspectives on Inter- national Criminal Justice (Africa Legal Aid Special Series, 3) (p. 133-160). Maastricht: Accra.

Wouters, J. & Vidal, M. (2005). Internationaal recht voor de Belgische rechter: een bloemlezing uit recente rechtspraak (2000-2005). In K. Lenaerts & J. Wouters (Eds.), Internationaal en Europees Recht (p. 49-72). Brugge: die Keure.

Wouters, J. (2005). Culturele diversiteit – knelpunten tussen verschillende internationale instrumenten. Unesco info, 3, 13-16.

Wouters, J. (2005). Edito: 2005: een cruciaal jaar voor de Verenigde Naties. Wereldbeeld, 1, 1-1.

Wouters, J. (2005). Edito: Valt er iets te vieren? en of! Wereldbeeld, 4, 1-2.

Wouters, J. & Meester, B. de (2005). De Wereldhandelsorganisatie in vogel- vlucht. Rechtskundig Weekblad, 281-298.

Wouters, J. & Ruys, T. (2005). Hervorming van de Veiligheidsraad: op zoek naar Europees perspectief. Internationale Spectator, 295-298.

518 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Wouters, J. & Verhoeven, S. (2005). The referral of the Darfur Case to the ICC: challenges ahead. ICLN Newsletter, 5, 5-5.

Wouters, J. & Vidal, M. (2005). Kan de mondiale publieke opinie van zich laten horen in de Verenigde Naties. De gids op maatschappelijk gebied, 4, 20- 33.

Wouters, J., Ruys, T. & Ryngaert, C. (23-02-2005). Naar een meer gestruc- tureerde transatlantische samenwerking. De Financieel-Economische Tijd.

Wouters, J., Ruys, T. & Ryngaert, C. (31-03-2005). VN-top mag geen onder- onsje tussen regeringen worden. De Financieel-Economische Tijd.

Wouters, J. & Pattyn, B. (Eds.). (2006). Misdaden tegen de mensheid: de inter- nationale strijd tegen straffeloosheid (Reeks wereldvisie, 2). Leuven/Voorburg: Acco. (284 p.)

Wouters, J., Hoffmeister, F. & Ruys, T. (2006). Introduction. In J. Wouters, F. Hoffmeister & T. Ruys (Eds.), The United Nations and the European Union: An Ever Stronger Partnership (p. 1-6). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Wouters, J., Hoffmeister, F. & Ruys, T. (2006). Epilogue. In J. Wouters, F. Hoffmeister & T. Ruys (Eds.), The United Nations and the European Union: An Ever Stronger Partnership (p. 383-399). The Hague: T.M.C. Asser Press.

Wouters, J. & Vidal, M. (2006). An international law perspective on tax treaties and domestic law. In G. Maesto (Ed.), Tax Treaties and Domestic Law (EC and International Tax Law Series, 2) (p. 13-35). Amsterdam: International Bureau of Fiscal Documentation.

Wouters, J. & Vidal, M. (2006). UNESCO, culturele diversiteit en de mensen- rechten. Wereldbeeld, 2, 25-27.

Wouters, J. & Vidal, M. (2007). De OESO-Modelovereenkomst inzake dubbel- belastingverdragen en de Belgische rechter. In L. Ballon, H. Cousy, W. Devroe, K. Geens, J. Stuyck, B. Tilleman & P. Van Orshoven (Eds.), Liber Amicorum Frans Vanistendael (p. 559-565). Herentals: Knops Publishing.

Wouters, J. & Vidal, M. (2007). De Benelux: betekenis voor de rechtsprakti- zijn. In VRG Alumni (Ed.), Recht in Beweging. 14de VRG-Alumnidag 2007 (p. 327-353). Antwerpen: Maklu.

Wouters, J. & Vidal, M. (2007). De Benelux: forum voor externe samen- werking. Internationale Spectator, 61, 146-149.

Wouters, J. & Vidal, M. (2007). De Benelux: van nu en straks. Rechtskundig Weekblad, 1501-1516.

519 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

ANNOTATIES

Brölmann, C.M. (2006). Noot bij: Rb. Den Haag (26-12-2001), LJN: AA8384, Oxford Reports on International Law in Domestic Courts [Online]. Available from: [01-01-2006].

Brölmann, C.M. (2006). Noot bij: HR (21-05-2002), LJN: AD9557, Oxford Reports on International Law in Domestic Courts [Online]. Available from: [01-01-2006].

Brölmann, C.M. (2006). Noot bij: Hof Amsterdam (19-11-2002), LJN: AF1037, Oxford Reports on International Law in Domestic Courts [Online]. Available from: [01-01-2006].

Eeckhoutte, D. van (2007). Noot bij: Court of Appeal Brussels (28-01-2003), A.R. nr. 2002/KR/412, (Mr Gruyez, Ms Rolland/The Municipality of Sint Genesius Rode). ILDC [Online]. Available from: [14-06- 2007].

Eeckhoutte, D. van (2007). Noot bij: Court of Arbitration (22-07-2004), 136/ 2004, (R .Vergauwen, M. Avontroodt/Flemish Government & A. Vanacker, G. de Cauwer/Flemish Government). ILDC [Online]. Available from: [20-04-2007].

Eeckhoutte, D. van (2007). Noot bij: Court of Cassation (16-11-2004), P.04.0644.N, (B.M.). ILDC [Online]. Available from: [21-06-2007].

Ryngaert, C. (2005). Noot bij: Hof van Cassatie (29-06-2005), (TotalFinaElf). Tijdschrift voor vreemdelingenrecht 2005, p. 229-233.

Ryngaert, C. (2006). Noot bij: Europees Hof van Justitie (29-06-2006), C-289/04, (Showa Denko). SEW, p. 441-444.

Ryngaert, C. (2007). Noot bij: Europees Hof van Justitie (15-02-2007), C-292/05, (Lechouritou en anderen t. Duitsland, betreffende compensatie toe te kennen aan de slachtoffers van een door Duitsland in Griekenland begane massamoord tijdens W.O. II)). SEW, p. 306-309.

520 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Vandaele, A. (2005). Noot bij: Cass. (16-11-2004), (Het Hof van Cassatie tussen de hamer van de verdragsrechtelijke toetsing en het aambeeld van de prejudiciële vraagstelling). C.D.P.K., p. 611-624.

PUBLICATIES ‘GASTONDERZOEKERS’

Lavranos, N. (2007). UN sanctions and judicial review. Nordic Journal of International Law, 1-18.

Lavranos, N. (2007). Towards Judicial Review of UN Sanctions. European Current Law, xi-xvi.

OVERIGE PUBLICATIES

Brölmann, C.M. (2005). [Bespreking van het boek Intellectual and Cultural Property Rights of Indigenous and Tribal Peoples in Asia]. International journal on minority and group rights, 11, 327-328.

Brölmann, C.M., Footer, M.E., Nollkaemper, P.A. et al. (Eds.). (2006). Juris- prudentie en documentatie internationaal publiekrecht (Cases and materials in international law) (2de herziene druk). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (875 p.)

Brölmann, C.M. (2006). Editorial comment. International Community Law Review, 8, 1-2.

Brölmann, C.M. (29-11-2007). Schoon water en sanitatie is een mensenrecht. Dagblad Trouw.

Eeckhoutte, D. van (2006). Het grondwettelijk territorialiteitsbeginsel en de internationale samenwerking: zijn walvissen rare vogels in de Belgische bevoegdheidsverdeling? Publiekrechtelijke Kronieken/Chroniques de droit public, 839-861.

Eeckhoutte, D. van (Ed.). (2006). Naar een voorstel van oplossing voor knel- punten in de Belgische verdragspraktijk inzake leefmilieuverdragen/Vers une résolution des problèmes relatifs à la pratique belge en matière de traités en- vironnementaux. Brussel: Vlaamse Overheid. (xxi + 60 p.) [Online]. Available from: [31-05-2006].

Eeckhoutte, D. van (2007). Luchtruim is niet exclusief federaal, Noordzee ook niet? Juristenkrant, 149, 7.

Eeckhoutte, D. van (2007). Europees Hof veroordeelt België voor verbieden lawaaierige vliegtuigen. Juristenkrant, 153, 4.

521 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Eeckhoutte, D. van (2007). Paradoxaal federalisme: samenwerking tussen Belgische overheden onderling is juridisch moeilijker dan met vreemde staten. Juristenkrant, 160, 12-13.

Goodwin, M. & Kammerer, A. (2006). Editorial. The Same Performance and so Different: Marking the Re-publication of FATU. German Law Journal, 7(12), 977-980.

Naert, F. (2007). ESDP in Practice: Increasingly Varied and Ambitious EU Security and Defence Operations. In M. Trybus & N. White (Eds.), European Security Law (p. 61-101). Oxford: Oxford University Press.

Nollkaemper, P.A. (2005). Kern van het internationaal publiekrecht (2de druk). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. (481 p.)

Nollkaemper, P.A. (2005). Chapter 7. The Evolution of the Regime for the River Rhine. In N.M. Blokker & N.J. Schrijver (Eds.), International Water- courses Law for the 21st Century (p. 151-166). Aldershot: Ashgate.

Nollkaemper, P.A. & Nouwen, S.M.H. (2006). ‘Gemengde’ tribunalen en hooggespannen verwachtingen. Justitiële Verkenningen, 4, 37-55.

Ryngaert, C. (2005). The Application of U.S. Law to Foreign-Flag Vessels: the Operation of the Clear Statement Rule After Spector v. Norwegian Cruise Line (U.S. Supreme Court 2005). Journal of International Maritime Law, 331-341.

Wet, E. de (2006). Die unbestimmten Sozialstandards der Inter-Amerika- nischen Konvention über Menschenrechte und der Afrikanischen Charta der Menschenrechte und Rechte der Völker. In U. Becker et al. (Eds.), Die Implementierung internationaler Sozialstandards (p. 123-138). Baden-Baden: Nomos.

Wet, E. de (2007). Zur Zukunft der Völkerrechtswissenschaft in Deutschland. Zeitschrift für ausländisches öffentliches Recht und Völkerrecht/Heidelberg journal of international law, 67, 1-21.

Wouters, J. & Vidal, M. (2005). Eindelijk een publiekrechtelijk kader voor gedecentraliseerde grensoverschrijdende samenwerking. In Ons Erfdeel vzw (Ed.), De Franse Nederlanden (p. 219-224). Rekkem: Ons Erfdeel vzw.

Wouters, J. & Demeyere, B. (2005). Internationaal humanitair recht in het buitenlandse beleid van België: eerbiedig en doen eerbiedigen. Internationaal Humanitair Recht in de Kijker, 141-157.

Wouters, J. (11-09-2006). Een bitter lustrum. De Morgen.

Wouters, J. (16-12-2006). België kan een rol spelen in de Veiligheidsraad. De Tijd.

522 Constitutionele processen in de internationale rechtsorde

Wouters, J. & Joosten, V. (20-06-2006). Nieuwe VN-Mensenrechtenraad schiet haperend uit startblokken. De Tijd.

Wouters, J. & Vidal, M. (19-04-2006). Zestig kaarsjes voor het Internationaal Hof. De Tijd.

Wouters, J. (2007). Voorwoord. In P. Van Kemseke (Ed.), België in de Veilig- heidsraad. 1946-2006 (Wereldvisie, 3) (p. 7-8). Leuven: Acco.

523

BIJLAGE BIJ IUS COMMUNE EN PUBLIEKRECHT CONSTITUTIONELE PROCESSEN: DE (WISSELWERKING TUSSEN DE) NATIONALE, EUROPESE EN INTERNATIONALE DIMENSIE

INLEIDING

Het denken over institutionele structuren in de Europese Unie en in andere in- ternationale organisaties heeft in de loop der jaren een grote vlucht genomen. Voor een deel lopen ontwikkelingen op deze terreinen parallel met constitutio- nele processen die in het verleden op nationaalrechtelijk gebied hebben plaats- gevonden. In de westerse wereld zijn gedurende de negentiende en twintigste eeuw op constitutioneel gebied gemeenschappelijke tradities ontstaan terzake van democratie, mensenrechten en de ‘rule of law’. De kern van het Ius Com- mune en publiekrecht-programma, zoals dit op hoofdlijnen hieronder uiteenge- zet wordt, is dat door middel van rechtsvergelijkend onderzoek deze gemeen- schappelijke tradities, beginselen en rechtsfiguren worden opgespoord, geana- lyseerd en beschreven en dat vervolgens wordt nagegaan of en zo ja, op welke wijze de toekomstige institutionele vormgeving van de Europese Unie alsmede andere relevante internationale organisaties, op deze tradities kunnen worden gebaseerd.

Op basis van deze grondgedachte bestaat het programma uit drie deelonder- werpen:

1. Publiekrechtelijke rechtsvergelijking; Programmaleider: Verhey (UM). Onderzoeksleiders: Kummeling/Zwart (UU), Widdershoven (UU), Peters (UvA), Stroink/Jansen (UM).

2. Constitutionele processen in Europa; Programmaleider: Curtin (UU) (tot 1-7-2005). Onderzoeksleiders: Prechal (UU), Vos/Schneider (UM), Wouters (KUL), Eijsbouts (UvA).

3. Constitutionele processen in de internationale rechtsorde. Programmaleider: Wouters (KUL). Onderzoeksleiders: Nollkaemper (UvA), Curtin (UU), Van den Bossche (UM).

Deze drie deelonderdelen zullen als volgt worden uitgewerkt.

PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSVERGELIJKING

Grondgedachte

De eerste poot van het onderzoek naar constitutionele processen betreft de pu- bliekrechtelijke, constitutionele rechtsvergelijking. Centraal staat daarin het gegeven dat de lidstaten over tal van gemeenschappelijke publiekrechtelijke

525 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 tradities beschikken. Het primaire doel van het onderzoek is het opsporen van, analyseren en beschrijven van gemeenschappelijke tradities, beginselen en rechtsfiguren. Verder is uiteraard relevant dat nationale rechtsontwikkelingen worden geïnspireerd door rechtsfiguren in andere landen. Vandaar dat niet al- leen gemeenschappelijke publiekrechtelijke tradities zullen worden geïdentifi- ceerd, maar ook de overname van rechtsfiguren uit andere stelsels zal worden beschreven, alsmede de gemeenschappelijke publiekrechtelijke rechtsontwikke- ling zal worden geanalyseerd.

Het centrale onderzoeksthema waarop de publiekrechtelijke rechtsvergelijking zich toespitst zijn de verhoudingen en spanningen binnen de Trias Politica. Ook de rol van actoren die strikt genomen buiten de Trias vallen, maar wel voor het functioneren van de staatsmachten van elementair belang zijn, kunnen in het onderzoek worden betrokken. Te denken valt aan politieke partijen, belangen- groeperingen (‘civil society’), de media, maar ook een niet-rechterlijke geschil- lenoplosser als de Ombudsman. Een belangrijk algemeen aandachtpunt bij de bestudering van de spanningen binnen de Trias zijn het recht van de Europese Unie en ander internationaal recht, aangezien deze ten dele verantwoordelijk zijn voor de ontstane spanningen. Het onderzoek op het terrein van de publiek- rechtelijke rechtsvergelijking sluit daarmee nauw aan bij dat in het tweede deelprogramma ‘Constitutionele processen in Europa’.

Deelthema's

Binnen het centrale thema wordt aandacht besteed aan een viertal deelthema's, die zowel liggen op het terrein van het constitutionele recht als op dat van het bestuursrecht. a. Politieke controle (‘accountability’) Een continue bron van ook maatschappelijke discussie is de politieke controle op het bestuur. De inhoud van politieke controlemechanismen en de wijze waarop politieke controle in een constitutioneel bestel wordt uitgeoefend hangt af van binnen dat bestel heersende opvattingen omtrent centrale leerstukken als democratie, machtenscheiding (‘checks and balances’), soevereiniteit en poli- tieke verantwoordelijkheid. De betekenis van dergelijke leerstukken dient te worden bezien in de context van de in het betreffende stelsel bestaande rege- ringsvorm. Aard en omvang van politieke controle zijn afhankelijk van onder meer parlementaire bevoegdheden, de positie van de uitvoerende macht en het al dan niet bestaan van min of meer los van de regering bestaande instellingen (‘agencies’).

In algemene zin zal worden onderzocht in hoeverre binnen de Europese Unie en de lidstaten als het gaat om ‘politieke controle’ in al zijn verschillende facet- ten, sprake is van gemeenschappelijke grondslagen. Centrale thema's die veel aandacht zullen krijgen, zijn de staatsrechtelijke positie van ambtenar, de con- trole op zelfstandige bestuursorganen (‘agencies’), parlementaire onderzoeks- 526 Bijlage: Algemene programmatekst Ius Commune en publiekrecht bevoegdheden (waaronder het enqueterecht) en de rol van nationale parlemen- ten in de Europese Unie. In laatstgenoemde context zal ook aandacht worden besteed aan de positie van politieke partijen. Ten slotte is een belangrijk on- derwerp de hervormingen van kiesstelsels, alsmede de introductie van andere instrumenten waarmee de legitimatie van de politiek kan worden vergroot. b. Concurrerende rechtsvorming

Anders dan het uitgangspunt is in de klassieke Trias, vindt de rechtsvorming al lang niet meer altijd plaats op het niveau van de wetgever. Niet alleen het be- stuur, maar ook de onafhankelijke rechter, alsmede andere onafhankelijke in- stanties als de Ombudsman en de Rekenkamer hebben zich delen van de rechtsvormende taak toegeëigend. Men ziet dit vooral, maar zeker niet uitslui- tend, bij de ontwikkeling van algemene rechtsbeginselen en verwante beginse- len zoals die van ‘good governance’. Deze concurrerende rechtsvorming, die de Trias uiteraard onder druk zet, roept diverse vragen op die onderwerp zijn van het vergelijkend onderzoek.

In de eerste plaats, hoe ver dient de rechterlijke controle op het rechtsvormend bestuur te gaan? Het recht van de landen van Europa laat op dit punt nogal wat verschillen zien, variërend van een indringende rechterlijke toetsing van de invulling die het bestuur heeft gegeven aan vage normen en begrippen, tot een terughoudende, marginale rechterlijke beoordeling van het bestuurlijk optreden. In de tweede plaats is het de vraag hoe ver de rechter kan gaan in zijn rol als wetgever-plaatsvervanger zonder dat het primaat van de wetgever bij de rechts- vorming wezenlijk wordt aangetast, en – omgekeerd – wat door de wetgever minimaal moet worden geregeld. Ten derde wordt aandacht besteed aan de rechtsvorming door instanties die geheel buiten de Trias staan, maar – als een soort vierde macht – hun sporen op dit terrein al hebben verdiend, in het bij- zonder de Ombudsman en de Rekenkamer.

Binnen het deelthema van de concurrerende rechtsvorming wordt daarnaast speciaal aandacht besteed aan een tweetal ontwikkelingen op het gebied van de rechtshandhaving. In de eerste plaats is dat de trend in Nederland en diverse andere Europese landen om ook de punitieve (bestraffende) rechtshandhaving op te dragen aan het bestuur. Deze overheveling van een traditionele (straf) rechterlijke taak naar het bestuur roept principiële vragen op over de toelaat- baarheid ervan, alsmede over de toepasselijke rechtswaarborgen en de mate van rechterlijke controle. In de tweede plaats wordt aandacht besteed aan de span- ningen tussen bestuur en wetgever als gevolg van het verschijnsel 'gedogen'. Dit verschijnsel wordt vaak beschouwd als typisch Nederlands, maar komt, zij het vaak in een andere gedaante, ook in andere Europese landen voor. Een be- langrijke vraag hierbij is uiteraard in hoeverre het toelaatbaar is dat de rechts- vorming door de wetgever opzij wordt gezet door handhavings- casu quo ge- doogbeleid van het bestuur.

527 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 c. Kwaliteit van wetgeving

Hoewel, zoals hiervoor aangegeven, rechtsvorming lang niet altijd meer plaats- vindt op het niveau van de wetgever, blijft wettelijk ingrijpen voor de samenle- ving van grote betekenis. Mede in dat licht is de kwaliteit van wetgeving een afzonderlijk onderzoeksthema. Problemen hebben zich de afgelopen jaren met name voorgedaan bij de voorbereiding en uitvoering van bestuursrechtelijke wetgeving op een aantal terreinen, zoals bijvoorbeeld milieu, sociale zekerheid en subsidieregelingen. Wetgeving wordt veelal als te gedetailleerd en te com- plex ervaren, zodat problemen ontstonden bij de uitvoering en handhaving. Mede hierdoor schiet soms de effectiviteit en efficiëntie van wettelijke regels tekort. Daarenboven wordt de wetgever geconfronteerd met een steeds sterkere doorwerking van Europese en internationale normen die steeds nieuwe eisen stellen aan de nationale wetgeving. Deze ontwikkeling heeft niet alleen de speelruimte voor wetgever en andere nationale actoren beperkt, maar ook nieuwe wetgevingsproblemen veroorzaakt onder meer in de sfeer van de uit- voering en de handhaving.

Uiteenlopende aspecten van kwaliteit van wetgeving op zowel Europees en nationaal niveau, zullen onderwerp zijn van studie. Daarbij gaat het niet alleen om de kwaliteit van de wetgeving als zodanig, maar ook om de kwaliteit van het proces volgens welke wetgeving tot stand komt. Onderzoek naar wetge- vingskwaliteit zal zowel normatief (aan welke juridisch-inhoudelijke eisen be- hoort wetgeving te voldoen) als empirisch van aard zijn (welke feitelijke effec- ten zullen als gevolg van wetgeving optreden of zijn als gevolg van wetgeving opgetreden). Onderzoeksthema's die de komende jaren, mede in vergelijkend perspectief, aandacht behoeven zijn de concretisering en operationalisering van wetgevingskwaliteitseisen, de verhouding van wetgeving tot andere wijzen van optreden van de overheid in het maatschappelijk verkeer en de ontwikkeling van wetgevingskwaliteitsbeleid op Europees niveau. d. Bescherming tegen de overheid door de onafhankelijke rechter

Het vierde deelthema waarvan de gemeenschappelijke uitgangspunten en struc- turen dienen te worden getraceerd is de bescherming tegen de overheid (bestuur en wetgever) door de onafhankelijke rechter. Het onderzoek binnen dit thema wordt met name gepositioneerd tegen de achtergrond van artikel 6 EVRM, en de algemene beginselen die blijkens dit mensenrecht aan de basis liggen van de rechtsbescherming. Bijzondere aandacht gaat in de eerste plaats uit naar onaf- hankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Daarbij wordt onder meer ook aandacht besteed aan de maatregelen die in veel Europese landen zijn of wor- den getroffen om de verantwoording van de rechterlijke macht aan bestuur en politiek te vergroten (Raad voor de Rechtspraak, beheer en bestuur van de ge- rechten).

528 Bijlage: Algemene programmatekst Ius Commune en publiekrecht

Behalve op deze institutionele kwesties richt het onderzoek zich op de omvang van de bescherming die de rechter tegen de overheid moet kunnen bieden. Voorop staat daarbij de vraag wat de primaire functie is van de rechtsbescher- ming in de landen van Europa, het beslechten van geschillen over aanspraken van burgers op de overheid (contentieux subjectif) of het bewaken van de ob- jectieve rechtmatigheid van het overheidsoptreden (contentieux objectif). Deze keuze is ten dele bepalend voor beantwoording van andere vragen die in het onderzoek aan de orde komen, zoals welke rechtssubjecten moeten toegang hebben tot de rechter – aandacht wordt besteed aan het belanghebbenden- begrip, de Schutznormtheorie en het actierecht van belangenorganisaties – en, wat dient het aanknopingspunt te zijn voor het rechterlijk beroep – het besluit- begrip (zoals thans in Nederland het geval is) of de vordering? In het verlengde daarvan wordt verder ingegaan op de acties die binnen de verschilllende stelsels van rechtsbescherming in Europa tegen de overheid kunnen worden ingesteld (vernietiging, schadevergoeding, gebods- en verbodsacties), op de ambtshalve bevoegdheden van de rechter, alsmede op de uitspraakbevoegdheden van de rechter. Bieden deze de rechter een adequaat kader voor een materiële en finale geschillenbeslechting?

Methode: op zoek naar een publiekrechtelijk ius commune

Aangezien de ontwikkeling van een Europees publiekrechtelijk ius commune centraal staat, zal het onderzoek met betrekking tot deze deelthema's primair betrekking hebben op de uitwisseling die zich tussen de Europese stelsels zelve voordoet. Niettemin weten ook rechtsfiguren van buiten Europa in toenemende mate hun weg naar dit continent te vinden. Een voorbeeld is de invloed die het Amerikaans publiekrecht al eeuwen lang uitoefent op de Europese rechtsont- wikkeling, onder meer ter zake van het rechterlijk toetsingsrecht. Daarom zul- len ook met stelsels buiten Europa vergelijkingen worden gemaakt.

Het onderzoek op het stuk van de publiekrechtelijke rechtsvergelijking zal eveneens aansluiten bij tendensen in de Europese rechtspraak van zowel het EG Hof van Justitie als van het Europese Hof voor de Rechten van de mens, die beide in toenemende mate geneigd zijn om bij de uitleg van verdragsnormen acht te slaan op nationale constitutionele beginselen, rechtstradities en begrip- pen, teneinde op die manier een gemeenschappelijke Europese rechtsovertui- ging te construeren. In dat verband vindt er tussen beide internationale colleges en nationale rechtscolleges een interessante uitwisseling van concepten en ar- gumenten plaats, die onmiskenbaar bijdraagt aan de ontwikkeling van een ‘Eu- ropees publiekrecht’ en een daarbij behorend debat. Rechtsvergelijkend onder- zoek naar de wisselwerking tussen deze rechtssferen en dit debat is daarom buitengewoon nuttig. De accenten die gelegd zullen worden hebben betrekking op het publiekrechtelijke rechtsvergelijkende debat op het punt van gemeen- schappelijke rechtstradities; groei en ontwikkeling van gemeenschappelijke concepten; de wijze waarop die groei plaatsvindt: doordat landen bij elkaar te

529 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 rade gaan en concepten en instituties van ‘elkaar lenen’ of doordat een interna- tionaal rechtscollege een gemeenschappelijkheid vindt en definieert.

Vanzelfsprekend vindt het onderzoek plaats ter zake van die Europese publiek- rechtelijke concepten en instituties waar een ‘vergemeenschappelijking’ al kan worden waargenomen, respectievelijk daar waar het gaat om fundamentele Eu- ropese publiekrechtelijke waarden en een op die waarden gebaseerde analyse van rechtsontwikkelingen wenselijk is. De ontwikkeling van een constitutionele rechtsorde voor Europa verdient een voortdurende bezinning vanuit het per- spectief van Europese en fundamentele waarden, alsmede in het licht van pu- bliekrechtelijke ervaringen elders. In dat verband kan gewezen worden op de verhoudingen en spanningen binnen de Trias Politica en het perspectief van de ‘rule of law’.

2. CONSTITUTIONELE PROCESSEN IN EUROPA a. De constitutionele structuur van de Europese Unie

In de loop der jaren heeft de institutionele structuur van de Europese Unie een uitgesproken constitutioneel karakter gekregen; bij de analyse van die instituti- onele structuur, en de gedachtevorming over de toekomst ervan in het kader van een Europese Grondwet in wording, worden de begrippen en denkcatego- rieën van het staatsrecht steeds belangrijker. Het is zeker noodzakelijk om de evolutie van het Europese institutionele recht in nauwe samenhang met het na- tionale publiekrecht te bestuderen. De klassieke leerstukken van het (federale) staatsrecht (democratische besluitvorming in complexe rechtssystemen, be- voegdheidsverdeling tussen de verschillende niveaus van overheidsbestuur alsmede tussen besluitvormende organen) verdienen aandacht en analyse en zijn relevant voor het steeds verderschrijdende Europese integratieproces, zij het dat zij een andere invulling kunnen krijgen gelet op de bijzondere aard van dat proces (vgl. trias politica met ‘institutioneel evenwicht’).

Van belang is dan ook dat het onderzoek gericht is op de ontwikkeling van con- stitutionele structuren die van toepassing kunnen zijn binnen het sui generis- verschijnsel Europese Unie nu en in de toekomst; in deze exercitie zal in be- langrijke mate mede kunnen worden geleund op de resultaten van het onder- zoek hierna beschreven onder 1. Publiekrechtelijke rechtsvergelijking. Terzelf- dertijd moet rekening gehouden worden met de internationaalrechtelijke di- mensie die ook voor het EU-recht van belang blijft en dit recht op een kwalita- tief andere manier beïnvloedt dan het staatsrecht van de lidstaten. b. De verhouding Europees – nationaal recht

Dit ‘klassieke’ thema van het Europeesrechtelijk onderzoek heeft de laatste jaren opnieuw aan belang gewonnen. Voor een deel kan dit toegeschreven wor- den aan een aantal ontwikkelingslijnen in de rechtspraak van, met name, het

530 Bijlage: Algemene programmatekst Ius Commune en publiekrecht

Hof van Justitie c.q. Gerecht van Eerste Aanleg. Voor een ander deel heeft meer recent, vaak rechtvergelijkend, onderzoek uitgewezen dat de verhouding tussen en, in het bijzonder, de synchronisatie van het Europees en nationaal recht een veel complexer en meerzijdiger vraagstuk is dan aanvankelijk werd gedacht. Een andere factor van groot belang is de snelle uitbouw en daarmee groeiende ingewikkeldheid van het EU recht: Zowel in termen van de materie die door dit recht geregeld c.q. geraakt wordt, als in geografische zin, i.e. de op handen zijnde uitbreiding van de Unie. Het vraagstuk van de effectieve door- werking van Europese normen in de rechtsorden van de lidstaten, waarbij een zeker minimum aan eenheid en uniformiteit moet worden gewaarborgd, en de methoden en instrumenten die een optimale afstemming van het Europese en nationale recht moeten verzekeren, wordt door de laatstgenoemde ontwikkelin- gen diep geraakt.

De onderzoeksthema's die binnen dit ruim op te vatten vraagstuk van de ver- houding tussen the Europees en nationaal recht centraal staan kunnen als volgt geclusterd worden:

In de eerste plaats kan aansluiting worden gezocht bij de inmiddels klassiek geworden leerstukken, zoals rechtstreekse werking en voorrang. Deze hebben, door de evolutie van de rechtspraak van het Hof van Justitie, nieuwe dimensies gekregen en doen vele nieuwe vragen rijzen. Daartoe behoort, met name, de staatsaansprakelijkheid en de verplichtingen die uit deze leerstukken voort- vloeien voor de nationale administratie.

Binnen de verhouding Europees en nationaal recht gaat voorts, in toenemende mate, een derde dimensie een belangrijke rol spelen, namelijk de werking van bepalingen uit internationale verdragen (al dan niet door de EG zelf gesloten en al dan niet onderdeel van de rechtsorde van een andere internationale organisa- tie, zoals de WTO) resp. van regels van internationaal gewoonterecht. Een bij- zondere plaats moet in dit verband ook worden ingeruimd voor de verhouding tot en de doorwerking van het EVRM. In het verlengde van de algemene leer- stukken van het gemeenschapsrecht rijst voorts ook de vraag naar de interne werking van EU-recht in de tweede en derde pijler.

Een ander te onderzoeken aspect betreft de practische toepassing van de leer- stukken van voorrang, rechtstreekse werking, EU-recht conforme uitleg van het nationale recht, staatsaansprakelijkheid etc. in het nationale recht van de lidsta- ten en de concrete rechtsgevolgen die zij sorteren in de betrokken rechtssyste- men. Zo is, bijvoorbeeld, de positie van de nationale rechter ten aanzien van voorrang en directe werking van EG-recht nog steeds niet uniform en geeft in een aantal landen aanleiding tot nieuwe problemen. Dit is een gegeven dat on- getwijfeld nog problematischer zal worden na de toetreding van de nieuwe lid- staten.

531 Wetenschappelijk verslag 2005-2007

Een eveneens klassiek thema vormt de spanning tussen nationale institutionele c.q. procedurele autonomie en de eisen die het gemeenschapsrecht stelt aan het nationale rechtsbeschermingsrecht in het kader waarvan de op het communau- taire recht gebaseerde aanspraken moeten worden geëffectueerd. Tot de actuele vraagstukken die nog immer binnen dit thema spelen behoort de al dan niet ambtshalve toepassing van het gemeenschapsrecht en de door sommigen be- pleitte noodzaak van harmonisatie van het nationale procesrecht.

In de tweede plaats vormt de vraag naar de inrichting van de rechtspleging in de EU een thema dat binnen de verhouding Europees – nationaal recht moet worden gesitueerd, althans voor zover het raakvlakken heeft met de doorwer- king van het EU-recht in de lidstaten. Daartoe behoort, in het bijzonder, de pro- blematiek rond het toenemende aantal prejudiciële vragen van de nationale rechters. Het vraagstuk is echter ruimer en raakt aan de verdeling van taken en samenhang tussen de EU en nationale componenten van het stelsel van rechts- bescherming en rechtspleging in Europa. Met name rijst de vraag of, voor een effectieve stelsel van rechtspleging in een EU van 25 tot 30 lidstaten niet meer structurele en radicale maatregelen nodig zijn dan die waartoe na de inwerking- treding van het Verdrag van Nice wordt overgegaan.

In de derde plaats kan een aantal onderzoeksvragen gegroepeerd worden rond het thema regulering. De centrale vraag is hier door middel van welke instru- menten en methoden aan EU beleid gestalte moet worden gegeven en, voorts, hoe de effectieve uitvoering van dat beleid op nationaal niveau moet worden gewaarborgd. Naast traditionele onderwerpen als de doorwerking van verschil- lende orthodoxe instrumenten (verordeningen, richtlijnen) en minder orthodoxe instrumenten (open methode van coördinatie, bijvoorbeeld) verdienen enkele meer recente tendensen de aandacht. Daartoe behoort, bijvoorbeeld, het oprich- ten van nieuwe onafhankelijke organen (in het bijzonder ‘regulators’) op zowel Europees als nationaal niveau. Dit doet vragen rijzen naar de invloed van deze opgerichte (of op te richten) EG organen op de organisatie van nationale stel- sels en het mogelijke ontstaan van ‘regulatory competition’ tussen de EG en de lidstaten. Meer in het algemeen kan de vraag gesteld worden naar de verhou- ding tussen de verschillende regelgevende instanties, zowel horizontaal als ver- ticaal.

Een ander aspect betreft de nieuwe ontwikkeling van het decentraliseren of ‘renationaliseren’ van EG beleid. Een deelprobleem hiervan vormt de coördina- tie van nationale beslissingen in een gedecentraliseerde context en de mogelijk- heden voor de EG instellingen om in te grijpen. Voorts resulteren de nieuwe modaliteiten van samenwerking tussen de Europese en nationale bestuurslagen in EG- en nationale beslissingen, welke volgens de klassieke begrippen noch tot de wetgeving noch tot de rechtspraak behoren en als zodanig problematisch zijn.

532 Bijlage: Algemene programmatekst Ius Commune en publiekrecht

Een specifiek vraagstuk vormt tenslotte de mogelijkheid tot nauwere samen- werking tussen een aantal lidstaten. Dit kan tot een grotere fragmentatie van de EG leiden en, hiermee samenhangend, het groeiende wantrouwen in EG- regel- geving en het toenemende beroep op de vrijwaringsclausules en de z.g. opt-out procedures. Het laatste kan tevens meer differentiatie tot gevolg hebben.

In de vierde plaats – en enigszins in de verlengde van het vorig punt – verdient het verhoogd risico van divergentie die het Europees Gemeenschaps- of Unie- recht, in vergelijking met nationale rechtsordes, bijzondere aandacht. Factoren die daartoe bijdragen, zijn o.a.: de rechtsmacht voor het toepassen en afdwin- gen van regels is gedelegeerd aan nationale organen; het EU recht heeft een ‘eigen’ terminologie, verschillend van die in de lidstaten; de veeltaligheid in EG wetgeving leidt tot vertaalproblemen (incorrecte, soms zelf onmogelijke vertaling); de gemeenschappelijke opleiding in en gemeenschappelijke cultuur rond EU-recht zijn in statu nascendi; de sociaal-politieke constellaties, aspira- ties en ideologieën in de lidstaten lopen sterk uiteen en voeden tegenstellingen tussen lidstaten. Vanuit deze achtergrond gezien rijst de vraag of er ‘gemeen- schappelijke begrippen’ bestaan en überhaupt kunnen bestaan die bijdragen tot een bindende eenheid. Of zijn zij – al dan niet verkapt – bron van divergentie? En, gesteld dat er inderdaad geen gemeenschappelijke kern is, dan rijst de vraag of en eventueel hoe men, niettemin, via het gebruik van divergente rechtsbe- grippen de noodzakelijke eenheid en coherentie van het Gemeenschapsrecht kan articuleren, versterken en zelfs afdwingen. c. De ontwikkeling van een ‘Sociale Constitutie’ in Europa en de plaats van de burger in de Europese Unie en haar lidstaten

De plaats van de burger binnen de constitutionele structuren in ontwikkeling binnen de Europese Unie is een fundamenteel aspect van het zich ontwikkelen- de Europese publiekrecht. De omschrijving ‘Europa van de burger’ wordt vaak gebruikt als indicatie voor het feit dat hier niet de economische benadering cen- traal staat (het individu als ‘marktdeelnemer’) maar de politiek-culturele (het individu als staatsburger en cultuurdrager). De economische dimensie kan na- tuurlijk ook hier niet geheel buiten beschouwing blijven; eigen aan het Europe- se integratieproces is en blijft dat de politiek-culturele dimensie wordt bestre- ken vanuit een economische kern. Van belang is tevens (zeker met het oog op de toekomstige uitbreiding) de toegang van de niet-economisch actieve Europe- se burger tot algemene overheidsvoorzieningen (‘service public’), zoals onder- wijs, gezondheidszorg en sociale zekerheidsrechten. Met de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de EU zal wat voorheen immigratie was gedeeltelijk inter- ne mobiliteit worden.

Fundamentele aspecten van de politieke dimensie van burgerschap binnen de Europese Unie zijn onderwerpen zoals de bescherming van grondrechten in de Europese Unie (mede in verband met het EU-Handvest) en het vrij personen- verkeer met de aanzet tot een Europees burgerschap. Hier vallen tevens de par-

533 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 ticipatierechten aan de politieke besluitvorming onder. Voor wat betreft de cul- turele dimensie valt de invloed van ontwikkelingen in EG-verband inzake cul- tuurbeleid, onderwijs, mediarecht, taalbeleid en bescherming van minderheden te noemen. Daarnaast verleent het Verdrag van Amsterdam de EG voor het eerst de bevoegdheid tot immigratie en asiel en voegt op verschillende gebieden expliciet het non-discriminatie beginsel in. De Europese Raad heeft in Tampere een aantal mijlpalen vastgesteld over de verwezenlijking van de ruimte van vrede, veiligheid en rechtvaardigheid. Eén van de doelstellingen is de uitwer- king van een gemeenschappelijk asiel en immigratiebeleid van de EG. Het blijkt dat het nul-immigratiebeleid van de afgelopen 30 jaren niet langer kan worden gehandhaafd en dat positief harmonisatiebeleid voor langdurige derde- lands immigratie moet worden ontwikkeld.

Recente wijzigingen van de wetgeving op het terrein van de immigratie in ver- scheidene lidstaten, de wijdverbreide verontrusting met betrekking tot veilig- heid en de noodzaak tot grotere sociale samenhang hebben geleid tot een nieuw debat over de strategieën die benodigd zijn voor de integratie van migranten en de handhaving van immigrantenstromen. In de lidstaten dringt steeds meer het besef door dat bij de aanpak van de problemen in verband met immigratie, in- tegratie en werkgelegenheid een gemeenschappelijk uitgangspunt moet worden gehanteerd om zo op deze terreinen een doeltreffender beleid te kunnen voeren. Ook het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie vormt in dit ver- band een essentieel referentiepunt, aangezien de meeste bepalingen ervan op alle personen ongeacht hun nationaliteit van toepassing zijn.

Belangrijk uitgangspunt van het nieuwe Europees beleid is dat immigratie als bron van culturele en sociale verrijking moet worden beschouwd. Studies uit de hele wereld bevestigen dat immigratie in het algemeen positieve economische gevolgen heeft. Vooral in het licht van de demografische veranderingen op de werkgelegenheid moet, onder de conditie dat de lidstaten de doelstellingen van Lissabon willen verwezenlijken (70% werkgelegenheid), het belang van immi- gratiestromen worden herzien. De impact van de demografische veroudering op het socialezekerheidsstelsel is reeds nu te merken. Rechtsvergelijkend moet worden onderzocht hoe de traditionele immigratielanden (VS, Canada, Austra- lië etc.) de immigratiestromen hebben geregeld en in hoe verre deze stelsels ook als voorbeeld voor Europese of nationale regelgeving kunnen dienen.

In de context van de besluiten van Tampere en Lissabon is het van cruciaal belang de succesvolle integratie van zowel bestaande als toekomstige immi- granten te verzekeren. Het belangrijkste beginsel is de noodzaak van een om- vattende aanpak die niet alleen rekening houdt met de juridische, economische en sociale aspecten van integratie, maar ook met kwesties die verband houden met culturele en religieuze verscheidenheid. Belangrijke vraagstukken zijn naast de voorwaarden inzake toegang en verblijf van onderdanen van derde landen (asielaanvragers, economische immigranten, illegalen), gezinshereni- ging en de status van langdurig ingezeten tot de arbeidsmarkt vooral ook de

534 Bijlage: Algemene programmatekst Ius Commune en publiekrecht toegang tot burgerschap, participatie en politieke rechten van immigranten. Op basis van het mandaat van Lissabon en Laken heeft de EU de open coördina- tiemethode ontwikkeld op de terreinen van de werkgelegenheid, de sociale in- tegratie en het immigratiebeleid. Deze methode vormt een combinatie van op EU-niveau vastgestelde concrete doeleinden en beleidsdoelstellingen, die ver- volgens in vorm van nationale plannen worden uitgevoerd. Sinds de Europese werkgelegenheidstrategie van 1997 zijn de integratie van kansarme groepen, onder wie migrerende werknemers en etnische minderheden centrale doelstel- lingen van de werkgelegenheidsrichtsnoeren.

De opkomende ‘Sociale Constitutie’ in Europa wordt ook duidelijk gereflec- teerd in het gelijkheidsbeginsel en het verbod van discriminatie. De inwerking- treding van het Verdrag van Amsterdam leidde tot snelle veranderingen op dat terrein. De EU heeft een wettelijk kader ter bestrijding van discriminatie die een ernstige belemmering voor het integratieproces kan vormen, en met name gemeenschappelijke minimumnormen vastgesteld ter bevordering van gelijke behandeling en ter bestrijding van discriminatie opgrond van ras, etnische her- komst, godsdienst of overtuiging, leeftijd, handicap en seksuele geaardheid. De twee non-discriminatie richtlijnen uit het jaar 2000 zullen zowel nieuwe immi- granten als reeds in de EU gevestigde etnische minderheden belangrijke nieuwe rechten bieden. De communautaire wetgeving ter bestrijding van de rassendis- criminatie is van toepassing op werkgelegenheid, onderwijs, sociale zekerheid, gezondheidszorg, toegang tot goederen en diensten en tot huisvestiging.

Deze ontwikkelingen moeten niet afzonderlijk worden gezien maar veel meer als een afspiegeling van een opkomend ‘constitutioneel’ principe van gelijkheid in de EU. In het Europees Handvest is al een apart hoofdstuk aan het gelijk- heidsbeginsel gewijd. Ook de nieuwe Ontwerp-Grondwet voor Europa besteedt duidelijk aandacht aan dit principe. Er zijn ook aanwijzingen dat het Europese Hof van Justitie op een meer fundamentele wijze dan tot nu toe stappen in de richting van de materiële erkenning van het gelijkheidsbeginsel zet, waarbij de noodzakelijkheid van non-discriminatie verbonden wordt aan individuele waar- digheid. Al deze ontwikkelingen beïnvloeden wederom in sterke mate de natio- nale zienswijze, wetgeving en rechtspraak. d. Europese rechten van de mens

Van belang is het feit dat de ontwikkeling van een EU-rechtsorde parallel loopt en hand in hand gaat met het toenemende belang van de Raad van Europa ter zake van de bescherming van de rechten van de mens en fundamentele rechts- beginselen. Dat geldt in de eerste plaats uiteraard het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), maar daarnaast zijn er binnen de Raad van Eu- ropa tal van andere instrumenten ontwikkeld die in dit verband van toenemend belang zijn. Onder meer kan verwezen worden naar het Europees Sociaal Handvest, alsook de verdragen inzake strafrechtelijke samenwerking die uitein- delijk ook de bescherming van rechten van individuen beogen. De institutionele

535 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 ontwikkeling van ‘Europa’ wordt door deze normen als het ware ingekaderd, hetgeen aansluit bij thema b. Aandacht ervoor is dan ook van eminent belang.

Bij het onderhavige thema gaat het niet alleen om de inhoud en doorwerking van verdragsnormen als neergelegd in, onder meer, het EVRM en het ESH, maar ook om vraagstukken betreffende de bescherming van grondrechten in de interactie tussen EU, Raad van Europa en nationaal constitutioneel recht. In het onderzoek staan centraal kwesties betreffende de binding van EU aan Raad van Europa normen (in dat verband is er een directe samenhang met het hiervoor genoemde thema's b) en c). Uiteraard speelt het EU-Handvest voor de grond- rechten in die context ook een belangrijke rol. In bredere zin is de vraag hoe de verhouding is tussen het EU-Handvest, andere mensenrechtenverdragen, zoals het EVRM en het ESH, en nationale grondrechten en op welke wijze deze ver- houding in de Straatsburgse, Luxemburgse en nationale rechtspraak nader vorm zal krijgen.

3. CONSTITUTIONELE PROCESSEN IN DE INTERNATIONALE RECHTSORDE

Voortgaande internationalisering en globalisering leiden tot nieuwe constitutio- nele processen in de internationale rechtsorde. Ten dele manifesteren deze zich in inhoudelijke en procedurele ontwikkelingen inzake de internationale rechten van de mens (zie 2(d)). Ten dele zijn deze processen van meer algemene bete- kenis. Het onderzoek wordt onderverdeeld in algemene constitutionele proces- sen in de internationale rechtsorde en constitutionele processen in internationale organisaties. a. De ontwikkeling van internationaal constitutioneel recht

De ontwikkeling van de gemeenschappelijke constitutionele tradities terzake democratie, mensenrechten en de ‘rule of law’ manifesteert zich ook in de in- ternationale rechtsorde. In toenemende mate wordt deze gekenmerkt door door de internationale gemeenschap erkende fundamentele waarden welke ten grondslag liggen aan bijzondere rechtsgebieden zoals de procedures voor rechtsvorming, aansprakelijkheidsrecht en rechtshandhaving. Een belangrijk voorbeeld is de ontwikkeling van de norm ‘good governance’.

De vraag is in hoeverre deze ontwikkelingen daadwerkelijk leiden tot een rechtsgebied dat kan worden aangemerkt als internationaal constitutioneel recht en hoe dit zich verhoudt tot de traditionele grondslagen van het volkenrecht.

Een belangrijk onderdeel van een internationaal constitutioneel recht betreft de verhouding tussen de nationale en internationale rechtsorde. De ontwikkeling van de gemeenschappelijke constitutionele tradities terzake democratie, men- senrechten en de ‘rule of law’ worden in belangrijke mate bepaald door de wis- selwerkingen tussen de nationale en internationale rechtsorde. Enerzijds ver- sterkt internationalisering de bescherming van deze waarden in de nationale

536 Bijlage: Algemene programmatekst Ius Commune en publiekrecht rechtssfeer – onder meer door constitutionalisering van internationale rechten van de mens (zie ook 2(d)). Anderzijds kan internationalisering deze waarden ondermijnen – bijvoorbeeld door de geringe democratische legitimatie, de ge- ringe openbaarheid en de geringe kenbaarheid van het internationale recht.

Deze spanning heeft belangrijke implicaties voor de wijze waarop toepassing wordt gegeven aan internationaal recht binnen de nationale rechtsorde. Wetge- ver, uitvoerende macht en rechter dienen de effectieve toepassing van internati- onaal recht te verzekeren teneinde constitutionele waarden te beschermen. Te- gelijkertijd hebben zij een belangrijke rol bij het waarborgen van het rechtstate- lijk karakter van het internationaal recht. Dat geldt zowel voor rechtsvorming (b.v. de rol van het parlement bij sluiting van verdragen) als rechtshandhaving (b.v. de rol van de rechter bij de beoordeling van de rechtmatigheid van beslui- ten van internationale organisaties).

De implicaties van de verhouding tussen de nationale en internationale rechts- orde voor constitutionele waarden worden mede beïnvloed door een toenemen- de erkenning van een hiërarchie van normen binnen de internationale rechtsor- de. Een beperkte categorie van internationaal recht verkrijgt daarmee zelf een internationaal constitutioneel karakter, vergelijkbaar met de wijze waarop het Europees Hof voor de Rechten van Mens verwees naar het EVRM als ‘a consti- tutional instrument of European public order’. De ontwikkeling van de catego- rie van het ius cogens dwingt tot een integratie van internationaal- en nationaal- rechtelijke constitutionele waarden.

Een verdere kwalificatie van de traditionele verhoudingen tussen de nationale en de internationale rechtsorde, vanuit het perspectief van de waarden democra- tie, rechten van de mens en ‘rule of law’, ontstaat als gevolg van de driehoeks- verhouding tussen nationaal recht, Europees recht en internationaal recht. Inter- nationaal recht dat valt binnen de bevoegdheden van de Unie wordt, in de lid- staten van de Europese Unie, deel van de rechtsorde van de Unie. Dit versterkt de constitutionele positie van internationaal recht, het kan immers profiteren van de voorrang en directe werking van het Europese recht. Tegelijkertijd kan een aantal traditionele waarborgen die de nationale rechtsorde beschermt tegen ongewenste invloed van internationaal recht, worden ondermijnd.

In deze context is het nuttig om in het bijzonder de relatie tussen de Europese Unie en internationale economische organisaties (zoals de Wereldhandelsorga- nisatie, de Wereldbank, het IMF, UNCTAD) te onderzoeken. Met betrekking tot deze belangrijke relatie, rijzen moeilijke vragen omtrent: (1) de bevoegd- heidsverdeling tussen EU instellingen en tussen de EU en de EU Lidstaten; (2) de wijze waarop de EU (en Lidstaten) binnen deze organisaties optreden; en (3) de doorwerking van het recht van deze organisaties in de Europese en nationale rechtsordes.

537 Wetenschappelijk verslag 2005-2007 b. De ontwikkeling van constitutionele processen in internationale organisaties

De versterkte zelfstandige rol binnen de internationale rechtsorde van internati- onale organisaties brengt in toenemende mate een constitutionalisering van de rechtsorde van deze organisaties als zodanig met zich mee. Dit wordt onder andere gereflecteerd door de ontwikkelingen in de Europese Gemeenschap en later de Europese Unie, waar de supranationale karaktertrekken van de EG ve- len bewust hebben gemaakt van de positie van internationale organisaties los van hun oprichters. Dit dwingt tot reflectie over vraagstukken betreffende de overdracht van bevoegdheden naar internationale organisaties, de mogelijkhe- den van internationale organisaties om hun eigen rechtsorde te ontwikkelen, het rechtskarakter van besluiten van internationale organisaties, en de wijzen waar- op organen en onderdanen van lidstaten en (andere) internationale organisaties betrokken kunnen zijn bij de door de organisaties uitgevaardigde normen.

De uitkomsten van studies op dit terrein wijzen niet alleen op een versterking van de autonome positie van internationale organisaties in de internationale rechtsorde, maar tonen ook een tendens om constitutionele beginselen toe te passen op internationale organisaties die in toenemende mate binnen hun eigen juridische ‘setting’ werken. Wanneer bevoegdheden worden verplaatst van het nationale naar het internationale niveau of wanneer voor internationale organi- saties nieuwe bevoegdheden worden gecreëerd, wordt het van belang om de constitutionele inkadering van die organisaties aan een nadere beschouwing te onderwerpen.

De opkomst van constitutionele vraagstukken is niet alleen van belang voor de Europese Unie maar ook voor ander internationale organisaties. De roep om duidelijk afgebakende bevoegdheden van internationale organisaties wordt lui- der naarmate de autonome positie van internationale organisaties duidelijker wordt. In dat verband kan de aanwezigheid van expliciete of impliciete rechts- grondslagen als een constitutioneel beginsel van internationaal institutioneel recht worden beschouwd. Voorbeelden hiervan kunnen worden gevonden in het recht van de Verenigde Naties, waar de vergaande bevoegdheden van de Vei- ligheidsraad vaak worden geanalyseerd in constitutionele termen. In dat ver- band wordt het VN-Handvest ook wel beschouwd als de constitutionele basis van de internationale rechtsorde. Vraagstukken die hiermee verband houden betreffen de gedifferentieerde vertegenwoordiging van lidstaten in de Veilig- heidsraad, de verdeling van bevoegdheden tussen de organen (Internationaal Gerechtshof tegenover Veiligheidsraad of Veiligheidsraad tegenover Algemene Vergadering) en de vraag naar toetsing van besluiten van de organen van inter- nationale organisaties door de (internationale/nationale) rechter resp. het vraag- stuk van toegang van particulieren tot de (internationale/nationale rechter) met het oog op rechtsbescherming tegen besluiten van internationale organisaties. Een ander voorbeeld van afbakening van bevoegdheden is binnen het recht van de Wereldhandelsorganisatie te vinden. Een dergelijke overdracht van be- voegdheden aan subsidiaire of andere lagere organen van deze organisatie

538 Bijlage: Algemene programmatekst Ius Commune en publiekrecht d.m.v. attributie of delegatie roept de vraag op in hoeverre zulke internationale organisaties hun eigen rechtsorde verder kunnen ontwikkelen bijvoorbeeld door middel van internationale regelgeving of door de vorming van eigen gewoonte- recht.

Maar ook in andere organisaties, zoals de Wereldhandelsorganisatie, zijn con- stitutionele vraagstukken thans breder dan het beginsel van de attributie van bevoegdheden. De Wereldhandelsorganisatie kenmerkt zich o.a. door een op- merkelijk systeem voor het beslechten van internationale handelsgeschillen. Hoewel dit geschillenbeslechtingssysteem op een aantal punten verbetering behoeft (toegankelijkheid, transparantie, permanentie en het afdwingen van de naleving van beslissingen), is dit systeem tot dusver duidelijk een succes ge- weest en is het een mogelijk voorbeeld voor andere internationale organisaties. Het succes van het geschillenbeslechtingssyteem heeft echter geleid tot een ernstig institutioneel onevenwicht tussen de politieke arm van de Wereldhan- delsorganisatie (die niet of zeer moeizaam tot besluitvorming komt) en de ‘rechterlijke’ arm van de organisatie (waarop door Lidstaten steeds meer be- roep wordt gedaan om het internationaal economisch integratieproces verder te stuwen). Om het institutioneel evenwicht te herstellen moet de efficiëntie van de politieke besluitvormingsprocedures alsmede de interne besluitvormingspro- cedures worden verbeterd. Zulke verbetering noodzaakt echter ook een verbete- ring van de transparantie en het democratische karakter van deze besluitvor- mingsprocedures. Zoals in andere internationale organisaties rijzen er ook in de Wereldhandelsorganisatie vragen omtrent de betrokkenheid van niet-statelijke actoren (met name internationale NGO's) in het besluitvormingsproces. Gesteld wordt dat de betrokkenheid van NGOs in de besluitvormingsprocessen van internationale organisaties de legitimiteit van deze organisaties versterkt. An- derzijds doet een grotere rol van NGOs in internationale organisaties echter vragen rijzen over de legitimiteit en rekenschapsplichtigheid van deze NGOs.

Onderzoek op het terrein van de constitutionalisering van internationale organi- saties beoogt constitutionele elementen, zoals die binnen de nationale rechts- stelsels en vervolgens binnen de EU zijn ontwikkeld (zo o.m. transparantie, rechtsstatelijkheid, goed bestuur en ‘accountability’, het democratiebeginsel), toe te passen op andere internationale organisaties om hieruit meer algemene gevolgtrekkingen te maken. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de positie van de Europese Unie ten opzicht van andere internationale organisaties. In het bijzonder is het zinvol om, gegeven haar ontwikkeling, de vraag te on- derzoeken of men aangaande de Europese Unie zuiver in termen van (de alge- mene leerstukken van) internationale organisaties moet spreken dan wel of men haar niet eerder dient te analyseren in meer organisatorische termen van ‘multi- level governance’ met een andere functie dan internationale organisaties en natiestaten op vele gebieden. Valt de verhouding tussen de Europese Unie en haar lidstaten en al hun componenten (locale, regionale enz.) uiteindelijk niet eerder te begrijpen als die van een complex constitutioneel ‘partnership’ dan als een constitutioneel competitor?

539