<<

WELSTANDSNOTA

2008

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008

Roden/ Plannummer: 160.00.01.15.00 Vastgesteld: 18 december 2008 4 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 INHOUDSOPGAVE

Artikel A: Beleidsregels 7 ---- Welstandsgebieden ---- 22-115 4. Welstandscriteria voor specifieke bouwwerken 117 1. Inleiding 8 4.1 Boerderijen 118 1.1 Redelijke eisen van welstand 8 4.2 Woonwagencentra 120 1.2 Doel en uitgangspunten voor het welstandsbeleid 8 4.3 Nieuwe landgoederen 122 1.3 Inbedding in ruimtelijk beleid van de gemeente 9 4.4 Nieuwbouw/herbouw op bestaande erven 124 1.4 De welstandsnota 10 4.5 Reclame-uitingen 126 1.5 Inhoud welstandsnota 10 5. Loketcriteria 133 1.6 Gebruik van de welstandsnota en hardheidsclausule 10 Aan- en uitbouwen 134 1.7 Het aan te leveren materiaal 11 Bijgebouwen en overkappingen 138 2. Algemene welstandscriteria 12 Dakkapellen 142 2.1 Toelichting 12 Dakramen 146 2.2 Relatie tussen vorm, gebruik en constructie 12 Kozijn- en gevelwijzigingen 150 2.3 Relatie tussen bouwwerk en omgeving 12 Erfafscheidingen 154 2.4 Betekenissen van vormen in sociaal- culturele context 13 Zonnecollectoren en zonnepanelen 158 2.5 Evenwicht tussen helderheid en complexiteit 13 (Schotel)antennes 162 2.6 Schaal en maatverhouding 14 Reclame 166 2.7 Materiaal, textuur, kleur en licht 14 6. Excessenregeling 169 3. Gebiedsgerichte criteria 16 7. Welstandscriteria bij (her)ontwikkelingsprojecten 171 3.1 Toelichting 16 3.2 Schets vd ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Noordenveld 16 Artikel B: overgangsbepaling 175 3.3 Occupatie door de mens 16 3.4 Ontginning 17 Bijlage 1: Begrippenlijst 177 3.5 Het landschap en de dorpen 17 Bijlage 2: Voorbeeldenboek loketcriteria los 3.6 Gebiedsindeling en uitwerking 18 Bijlage 3: Trots van Veenhuizen los 3.7 Elk gebied een eigen ‘ambitie’ 18 3.8 De welstandsbeleidskaart van de gemeente Noordenveld 18 Kaart 1: welstandskaart (deel noord en zuid) los 3.9 Leeswijzer 19 Kaart 2: gebiedstypenkaart (deel noord en zuid) los ---- Inhoudsopgave welstandsgebieden ---- 20 Kaart 3: welstandskaart deelgebieden los

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 5 6 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 ARTIKEL A BELEIDSREGELS

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 7 HOOFDSTUK 1 INLEIDING

1.1 Redelijke eisen van welstand zijn politieke keuzes, die moeten worden gebaseerd op een 1.2 Doel en uitgangspunten voor het welstandsbeleid Welstandstoezicht werd ooit ingesteld om te voorkomen inhoudelijk onderzoek en een maatschappelijke discussie. van Noordenveld dat bouwwerken de openbare ruimte zouden ontsieren. Het welstandsbeleid van de gemeente Noordenveld is Nog steeds wordt bij iedere aanvraag voor een bouwvergun- Modernisering en vermaatschappelijking van het opgesteld vanuit de overtuiging dat de lokale overheid ning beoordeeld of het betreffende bouwwerk niet in strijd welstandstoezicht is dan ook een belangrijke doelstelling van het belang van een aantrekkelijke bebouwde omgeving is met de ‘redelijke eisen van welstand’. de Woningwet, die samen met het onderzoek ‘Welstand dient te behartigen. De gevels van gebouwen en andere op een nieuwe leest’ in september 1999 aan de Tweede bouwwerken vormen samen met de openbare ruimte de De welstandsbeoordeling is volgens artikel 12 van de Kamer is aangeboden en per 1 januari 2003 van kracht is dagelijkse leefomgeving van de mensen in de gemeente Woningwet gericht op het uiterlijk en de plaatsing van een geworden. Noordenveld. Dat betekent dat de verschijningsvorm van bouwwerk. Het bouwwerk moet zowel op zichzelf als ook in Artikel 12 van de Woningwet is uitgebreid met een nieuw een bouwwerk geen zaak is van de eigenaar alleen; elke zijn omgeving worden beoordeeld, waarbij ook verwachte artikel 12 A, dat bepaalt dat de welstandsbeoordeling alleen voorbijganger wordt ermee geconfronteerd, of hij nu wil of veranderingen van die omgeving een rol kunnen spelen. nog maar kan worden gebaseerd op door de gemeenteraad niet. Een aantrekkelijke, goed verzorgde omgeving verhoogt Artikel 12 maakt duidelijk dat de welstandsbeoordeling in een welstandsnota vastgestelde welstandscriteria. bovendien de waarde van het onroerend goed en versterkt een complex gebeuren is, waarbij deskundigheid en kennis het vestigingsklimaat. van de omgeving is vereist. Door de oneindige hoeveelheid Met deze welstandsnota voldoet de gemeente Noordenveld combinaties van bouwwerk en omgeving valt de welstands- aan artikel 12 A van de Woningwet. De ‘Welstandsnota Het doel van het welstandstoezicht is om, in alle openheid, beoordeling onmogelijk te standaardiseren of te objective- Noordenveld’ is gebaseerd op de modelwelstandsnota uit een bijdrage te leveren aan de belevingswaarde van de ren. de publicatie ‘Naar een gemeentelijke welstandsnota’ die gemeente Noordenveld. in 2000 werd opgesteld in opdracht van de Rijksbouw- Toch vraagt de samenleving om meer openheid en dui- meester, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de delijkheid rondom de welstandsbeoordeling. De meeste Federatie Welstand. mensen willen best meewerken aan het in stand houden en bevorderen van de schoonheid van hun leefomgeving, mits vroegtijdig duidelijk wordt gemaakt wat dat betekent als zij bouwplannen hebben. Veel irritaties over het welstandstoe- zicht worden weggenomen als vooraf wordt aangegeven welke zaken een rol spelen bij de welstandsbeoordeling en binnen welke kaders die beoordeling zich afspeelt. Dat

8 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Het welstandsbeleid geeft de gemeente de mogelijkheid 1.3 Inbedding in ruimtelijk beleid gemeente Monumentenbeleid om de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architec- Het is van belang dat het welstandsbeleid een duidelijke Voor de dorpen en geldt de status tonische waarden die in een bepaald gebied aanwezig zijn relatie onderhoudt met de overige kaders van het ge- van beschermd dorpsgezicht. Voor het dorp Veenhuizen en te benoemen en een rol te laten spelen bij de ontwikkeling meentelijk ruimtelijk beleid. De belangrijkste aspecten van de omringende omgeving is een procedure tot beschermd en de beoordeling van bouwplannen. Door deze gebiedsge- het ruimtelijk beleid rakend aan de welstandsnota van de dorpsgezicht gestart. richte aanpak wil de gemeente de belangrijke karakteristie- gemeente Noordenveld zijn verwoord in de volgende be- De gemeente Noordenveld beschikt over een grote hoe- ken van de bebouwing beschermen en zorgen dat nieuwe leidsdocumenten. veelheid monumentale panden. In totaal staan 197 panden ontwikkelingen daarop voortbouwen. De gebiedsgerichte op de rijksmonumentenlijst. Vanwege dit grote aantal is aanpak zal eveneens een bijdrage kunnen leveren aan een Bestemmingsplannen Noordenveld een zogenaamde rechtstreekse gemeente bewustere omgang met de gebouwde omgeving. De gemeente Noordenveld beschikt over velerlei bestem- voor wat betreft de BRRM-gelden. Het monumentenbeleid mingsplannen. Het gros van de bestemmingsplannen geeft besteedt verder aandacht aan panden (rietdakenlijst) en een Door het opstellen van het welstandsbeleid wil de gemeen- maatvoeringen ten aanzien van de toelaatbare bouwwerken. provinciale monumentenlijst. Deze lijsten zijn samengesteld te een helder, controleerbaar en klantgericht welstandstoe- De maatvoering is tenminste bepaald voor wat betreft de in samenspraak met de provincie en dienen ter be- zicht inrichten. Burgers, ondernemers en ontwerpers kunnen maximale goot- en bouwhoogte. vordering van de instandhouding van de cultuurhistorische in de toekomst in een vroeg stadium worden geïnformeerd Bij de cultuurhistorisch waardevolle dorpskernen (zoals waarde. De gemeente en de provincie hanteren hiervoor over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol omgeving Esweg in en de Brink in Roden) bestaat een gezamenlijke subsidieregeling (koppelsubsidie). spelen. De uitgangspunten en algemene welstandscriteria extra aandacht voor de oude kernen. De bestemmingen zijn wellicht voor de burger nog abstract, maar in deze wel- en met name de bouwvlakken en bouwmaten zijn hierop Openbare ruimte, landschap en beeldende kunst standsnota is de uitwerking in gebiedsgerichte welstands- afgestemd. Een specifiek beleid op dit punt is niet verwoord, maar bin- criteria en loketcriteria voor kleine bouwplannen concreet nen de reguliere programmering wordt wel met de grootst en duidelijk. In principe is het voor de welstandscommissie Beeldkwaliteitsplannen mogelijke zorgvuldigheid gestreefd naar lokale en plekafhan- mogelijk om een helder onderscheid te maken tussen plan- De gemeente hanteert voor enkele gebieden een beeldkwa- kelijke behoeften. Op deze manier kunnen de historische nen die akkoord zijn en plannen die niet akkoord zijn. liteitsplan. Het betreft onder meer de gebieden Veenhuizen, dorpskernen hun specifieke identiteit behouden en worden Bovendien wordt een jaarlijkse evaluatieronde in het beleid het uitbreidingsplan de 5e Verloting en de Lange Streeken in de nieuwe woongebieden moderne inrichtingsprincipes opgenomen, waarbij in de gemeenteraad kan worden en de aandacht voor het Komplan van Roden. toegepast. besproken wat goed ging, wat fout ging en waarom het fout De bovenstaande beleidsinzet is medebepalend voor de in- ging. kleuring van de welstandsnota.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 9 1.4 De welstandsnota 1.5 Inhoud van de welstandsnota opgesteld (zie hoofdstuk 6). In november 2001 gaf de gemeente Noordenveld de De welstandsnota geeft de criteria die burgemeester en In hoofdstuk 7 wordt tot slot de procedure gegeven voor opdracht tot het opstellen van een welstandsnota. Bij het wethouders en de welstandscommissie gebruiken bij het het opstellen van welstandscriteria voor grotere (her-)ontwik- opstellen van de welstandsnota werd de landelijke model- welstandsoordeel. Allereerst worden de algemene wel- kelingsprojecten. welstandsnota als uitgangspunt gebruikt. Het proces werd standscriteria beschreven die gelden als uitgangspunt voor De nota wordt afgesloten met een overgangsbepaling en intensief begeleid door een gemeentelijke werkgroep. iedere welstandsbeoordeling. bijlagen. Na een aantal jaren werken met de welstandsnota is in Daarna worden de gebiedsgerichte welstandscriteria gege- 2006 besloten tot een actualisatie ervan. Nieuwe ontwikke- ven. Deze worden bij iedere welstandsbeoordeling gebruikt 1.6 Gebruik van de welstandsnota en hardheidsclausule lingen en verbeterpunten zijn hierin meegenomen. om te beoordelen hoe het bouwwerk zich gedraagt in zijn In de praktijk zal de welstandsnota niet als ‘leesboek’ worden omgeving. In de gemeente Noordenveld zijn 44 gebieden gebruikt. Diegene die wil bouwen, zal in de praktijk eerst De welstandsnota moet inhoudelijke kennis koppelen aan onderscheiden die elk een eigen set van welstandscriteria kijken of zijn plan wel bouwvergunningplichtig is. Naast de juridisch houdbare criteria en efficiënte procedures. Ten hebben gekregen. In het vierde hoofdstuk worden wel- Woningwet is een Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) aanzien van de juridische en procedurele aspecten zal de standscriteria gegeven voor specifieke bouwwerken. In de opgesteld waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen gemeente haar bouwverordening aanpassen. Daarin zal on- gemeente Noordenveld zijn dat boerderijen, woonwagen- vergunningsvrije, licht vergunningplichtige en regulier ver- der meer aandacht worden geschonken aan de bevoegdhe- centra, nieuwe landgoederen en reclame. Ook voor de gunningplichtige bouwplannen. De inhoud van deze AmvB den en verantwoordelijkheden van de gemeente en van de nieuwbouw of herbouw op bestaande boerenerven zijn is bij de gemeente bekend en heeft invloed gehad op de welstandscommissie. Ook wordt daarbij aangegeven hoe de specifieke welstandscriteria vastgesteld. opbouw van deze welstandsnota. samenstelling van de commissie is geregeld, op welke wijze Vervolgens worden de welstandscriteria voor de ambtelijke Als uitgangspunt is gekozen dat voor de veel voorkomende de openbaarheid wordt ingevuld, wat de betekenis van de toets van veel voorkomende kleine bouwplannen benoemd: kleine bouwplannen (die behoren tot de vergunningsvrije en adviezen is en hoe bezwaar kan worden gemaakt etcetera. aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen, dakkapel- licht vergunningplichtige werken) duidelijk staat aangegeven De nota moet leesbaar, begrijpelijk en opwekkend zijn voor len, dakramen, gevelwijzigingen, erfafscheidingen, zonne- wat toelaatbaar is. Voor een dakkapel bijvoorbeeld kan men verschillende ‘gebruikers’. Dit programma van eisen levert panelen, schotelantennes en reclame. De welstandscriteria kennisnemen van de betreffende welstandscriteria, bij de een gelaagde nota op waarin welstandscriteria in allerlei voor deze kleine bouwplannen zijn vrijwel objectief zodat afdeling Bouwen en Wonen vragen of er in de straat een zo- soorten en maten worden uitgewerkt. een ambtelijke toets mogelijk is. Alleen als zo’n bouwplan genaamde trendsetter (een dakkapel die voor de desbetref- sterk van de criteria afwijkt of als in een bijzondere situatie fende straat als geaccepteerd type kan worden beschouwd) de criteria niet van toepassing kunnen zijn, wordt het plan is aangewezen en nagaan of er bij het betreffende gebied aan de welstandscommissie voorgelegd. nog iets bijzonders over dakkapellen wordt gezegd. Met Speciaal voor gerealiseerde bouwwerken die niet ‘aan rede- deze informatie heeft de planindiener voldoende gegevens lijke eisen van welstand voldoen’, is een excessenregeling

10 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 om een dakkapel te realiseren die voldoet aan redelijke relatieve welstandscriteria die ruimte laten voor interpretatie 1.7 Het aan te leveren materiaal eisen van welstand. in het licht van het concrete bouwplan. Die interpretatie kan De kwaliteit van het aangeleverde materiaal (plattegronden, Deze informatie kan dus ook van nut zijn voor het vervaar- in een vroeg stadium al onderwerp van gesprek zijn met de tekeningen, foto’s etcetera) moet een goed beeld geven digen van vergunningsvrije bouwwerken. Op deze wijze welstandscommissie. Dit wordt zeker aanbevolen bij twijfel van het bouwplan en de planfilosofie. De welstandscom- kan worden voorkomen dat vergunningsvrije bouwwerken of grote afwijkingen van de criteria. missie kan zich een goed oordeel vormen als tenminste de aanstootgevend zijn en worden opgevat als een zogenaamd volgende zaken worden aangeleverd: exces. Met dit laatste wordt een relatie gelegd naar de De welstandscriteria in deze nota vormen in de eerste plaats - situatietekening inclusief aansluitende terreinen (minimaal zogenaamde excessenregeling. Deze regeling maakt het de een vangnet en dienen om bouwplannen die het aanzien schaal 1:1000); gemeente mogelijk om op te treden tegen die (vergunnings- niet waard zijn, uit de gemeente Noordenveld te weren. Dat - tekeningen van bestaande en nieuwe plattegronden; vrije) bouwwerken die overduidelijk aanstootgevend zijn. is primair de bedoeling van het welstandstoezicht. Maar veel - doorsneden en gevelaanzichten (minimaal schaal 1:100); liever zien we in de gemeente Noordenveld bouwplannen - tekeningen van de principedetails die verband houden De licht vergunningplichtige werken zullen op basis van waarbij de welstandscriteria worden gebruikt als opstapje, met het uiterlijk van het bouwwerk; de criteria voor kleine bouwplannen in de meeste geval- als middel om na te denken over de schoonheid van het - kleurenschema’s en materiaallijst, len via een sneltoets aan het loket worden afgedaan. In de bouwwerk in zijn omgeving. - foto’s van de bestaande toestand van het bouwwerk en de bouwverordening van de gemeente is dit geregeld via een In zo’n geval kan het zelfs voorkomen dat de gebiedsge- omgeving. mandatering aan een ambtenaar bij de afdeling Bouwen en richte en de objectgerichte welstandscriteria ontoereikend Bij grote projecten kan de welstandscommissie een werkma- Wonen. zijn. Daarom kunnen burgemeester en wethouders, na een quette van het bouwwerk en zijn omgeving vragen om de Wil de planindiener een andere dakkapel dan kan hij (het schriftelijk en gemotiveerd advies van de welstandscom- schaal en massa te kunnen beoordelen. liefst via de ontwerper) daarover in overleg treden met de missie, afwijken van deze welstandscriteria. In de praktijk De plantoelichter zorgt voor aanvullende informatie, bijvoor- afdeling Bouwen en Wonen. Indien nodig zal het bouwplan betekent dit dat het betreffende plan alleen op grond van beeld luchtfoto’s, een digitaal beeldregistratiesysteem, steden- worden voorgelegd aan de welstandscommissie. de algemene welstandscriteria wordt beoordeeld en dat de bouwkundige plannen, bestemmingsplannen en eventueel bijzondere schoonheid van het plan met deze criteria kan maquettes. De leden van de welstandscommissie gaan indien Voor de bouwplannen die niet voorkomen in de lijst van worden beargumenteerd. Daarbij geldt de stelregel: het is noodzakelijk zelf ter plekke kijken. veel voorkomende kleine bouwplannen en voor de regulier redelijk dat er hogere eisen worden gesteld aan de zeggings- vergunningplichtige werken, gelden de gebiedsgerichte kracht en het architectonisch vakmanschap naarmate een welstandscriteria en, indien van toepassing, de criteria voor bouwwerk zich sterker van zijn omgeving onderscheidt. specifieke beeldbepalende bouwwerken. Deze welstandscri- teria zijn minder ‘objectief’ dan de criteria voor veel voorko- mende kleine bouwplannen. Het zijn geen absolute maar

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 11 HOOFDSTUK 2 ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA

2.1 Toelichting wél aan redelijke eisen van welstand voldoet, kan worden tie staan aan de wieg van iedere vorm. De algemene uitgangspunten voor welstandscriteria die in teruggegrepen op de algemene uitgangspunten. De wel- Dat betekent niet dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het deze paragraaf worden genoemd, richten zich op de zeg- standscommissie kan burgemeester en wethouders in zo’n gebruik of de constructie. Ook wanneer andere aspecten gingskracht en het vakmanschap van het architectonische geval gemotiveerd en schriftelijk adviseren van de hardheids- dan gebruik en constructie de vorm tijdens het ontwerppro- ontwerp en zijn terug te voeren op vrij universele kwaliteits- clausule gebruik te maken en af te wijken van de gebieds- ces gaan domineren, mag worden verwacht dat de uitein- principes (1). gerichte en objectgerichte welstandscriteria. In de praktijk delijke verschijningsvorm een begrijpelijke relatie houdt met betekent dit dat het betreffende plan alleen op grond van zijn oorsprong. De algemene uitgangspunten liggen (haast onzichtbaar) de algemene uitgangspunten wordt beoordeeld en dat de Daarmee is tegelijk gezegd dat de verschijningsvorm méér is ten grondslag aan elke planbeoordeling, omdat ze de basis bijzondere schoonheid van het plan met deze uitgangs- dan een rechtstreekse optelsom van gebruik en constructie. vormen voor de uitwerking van de gebiedsgerichte en punten overtuigend kan worden aangetoond. Het niveau Er zijn daarnaast andere factoren die hun invloed kunnen objectgerichte welstandscriteria. In de praktijk zullen die van ‘redelijke eisen van welstand’ ligt dan uiteraard hoog, hebben zoals de omgeving en de associatieve betekenis van uitwerkingen meestal voldoende houvast bieden voor de het is immers redelijk dat er hogere eisen worden gesteld de vorm in de sociaalculturele context. Maar als de vorm in planbeoordeling. aan de zeggingskracht en het architectonisch vakmanschap tegenspraak is met het gebruik en de constructie dan verliest naarmate een bouwwerk zich sterker van zijn omgeving zij daarmee aan begrijpelijkheid en integriteit. In bijzondere situaties wanneer de gebiedsgerichte en de onderscheidt. objectgerichte welstandscriteria ontoereikend zijn, kan 2.3 Relatie tussen bouwwerk en omgeving het nodig zijn expliciet terug te grijpen op de algemene 2.2 Relatie tussen vorm, gebruik en constructie Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van uitgangspunten. Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van wel- welstand mag worden verwacht dat het een positieve Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een bouwplan stand mag worden verwacht dat de verschijningsvorm een bijdrage levert aan de kwaliteit van de openbare (stedelijke (slaafs) is aangepast aan de gebiedsgerichte welstandscriteria, relatie heeft met het gebruik ervan en de wijze waarop het of landschappelijke) ruimte. Daarbij worden hogere eisen maar het bouwwerk zelf zo onder de maat blijft dat het op is gemaakt, terwijl de vormgeving daarnaast ook zijn eigen gesteld naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk den duur zijn omgeving negatief zal beïnvloeden. samenhang en logica heeft. of van de omgeving groter is. Ook wanneer een bouwplan afwijkt van de bestaande of toekomstige omgeving maar door bijzondere schoonheid Een bouwwerk wordt primair gemaakt om te worden ge- Bij het oprichten van een gebouw is sprake van het afzon- bruikt. Hoewel het welstandstoezicht slechts is gericht op de deren en in bezit nemen van een deel van de algemene 1 Deze uitgangspunten zijn opgesteld in samenwerking met prof. uiterlijke verschijningsvorm, kan de vorm van het bouwwerk ruimte voor particulier gebruik. Gevels en volumes vormen ir Tj. Dijkstra en gebaseerd op de notitie ‘Architectonische kwali niet los worden gedacht van de eisen vanuit het gebruik en zowel de externe begrenzing van de gebouwen alsook de teit, een notitie over architectuurbeleid’ die hij schreef als Rijks de mogelijkheden die materialen en technieken bieden om wanden van de openbare ruimte die zij gezamenlijk bepa- bouwmeester in 1985. een doelmatige constructie te maken. Gebruik en construc- len. Het gebouw is een particulier object in een openbare

12 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 context, het bestaansrecht van het gebouw ligt niet in het nomen, krijgen zij een zelfstandige betekenis en roepen zij, Associatieve betekenissen zijn van groot belang om een eigen functioneren alleen maar ook in de betekenis die het los van gebruik en constructie, bepaalde associaties op. Pilas- omgeving te ‘begrijpen’ als beeld van de tijd waarin zij is gebouw heeft in zijn stedelijke of landschappelijke omge- ters in classicistische gevels verwijzen naar zuilenstructuren ontstaan, als verhaal van de geschiedenis, als representant ving. Ook van een gebouw dat contrasteert met zijn omge- van tempels; transparante gevels van glas en metaal roepen van een stijl. Daarom is het zo belangrijk om ook bij nieuwe ving mag worden verwacht dat het zorgvuldig is ontworpen associaties op met techniek en vooruitgang. bouwplannen zorgvuldig met stijlvormen om te gaan, zij en de omgeving niet ontkent. Waar het om gaat, is dat het In iedere bouwstijl wordt gebruikgemaakt van verwijzingen vormen immers de geschiedenis van de toekomst. gebouw een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de en associaties naar wat eerder of elders reeds aanwezig was omgeving en de te verwachten ontwikkeling daarvan. of naar wat in de toekomst wordt verwacht. De kracht of de 2.5 Evenwicht tussen helderheid en complexiteit Over de wijze waarop dat bij voorkeur zou moeten gebeu- kwaliteit van een bouwwerk ligt echter vooral in de wijze Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van ren, kunnen de gebiedsgerichte welstandscriteria duidelijk- waarop die verwijzingen en associaties worden verwerkt en welstand mag worden verwacht dat er structuur is aange- heid verschaffen. geïnterpreteerd binnen het kader van de actuele culturele bracht in het beeld, zonder dat de aantrekkingskracht door ontwikkelingen, zodat concepten en vormen ontstaan die simpelheid verloren gaat. 2.4 Betekenissen van vormen in de sociaalculturele bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit. context Zorgvuldig gebruik van verwijzingen en associaties betekent Een belangrijke eis die aan een ontwerp voor een gebouw Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van wel- onder meer dat er een bouwwerk ontstaat dat integer is mag worden gesteld, is dat er structuur wordt aangebracht stand mag worden verwacht dat verwijzingen en associaties naar zijn tijd doordat het op grond van zijn uiterlijk in de tijd in het beeld. Een heldere structuur biedt houvast voor zorgvuldig worden gebruikt en uitgewerkt, zodat er concep- worden geplaatst waarin het werd gebouwd of verbouwd. de waarneming en is bepalend voor het beeld dat men ten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande Bij restauraties is sprake van herstel van elementen uit het vasthoudt van een gebouw. Symmetrie, ritme, herkenbare maatschappelijke realiteit. verleden, maar bij nieuw- of verbouw in bestaande (monu- maatreeksen en materialen maken het voor de gemiddelde mentale) omgeving betekent dit dat duidelijk moet zijn wat waarnemer mogelijk de grote hoeveelheid visuele informa- Voor de vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde authentiek is en wat nieuw is toegevoegd. Een ontwerp kan tie die de gebouwde omgeving geeft, te reduceren tot een regels, net zoals een taal zijn eigen grammaticale regels heeft worden geïnspireerd door een bepaalde tijdsperiode, maar bevattelijk beeld. om zinnen en teksten te maken. Die regels zijn geen wetten dat is iets anders dan het imiteren van stijlen, vormen en Het streven naar helderheid mag echter niet ontaarden in en moeten ter discussie kunnen staan. Maar als ze worden detailleringen uit het verleden. simpelheid. Een bouwwerk moet de waarnemer blijven prik- verhaspeld of ongeïnspireerd worden gebruikt, wordt een kelen en intrigeren en zijn geheimen niet direct prijsgeven. tekst verwarrend of saai. Precies zo wordt een bouwwerk verwarrend of saai als de regels van de architectonische vormgeving niet bewust worden gehanteerd. Als vormen regelmatig in een bepaald verband zijn waarge-

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 13 Er mag best een beheerst beroep op de creativiteit van de valt nauwelijks vast te stellen. steunende functie hebben maar slechts worden gekozen op voorbijganger worden gedaan. Van oudsher worden daarom Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is grond van decoratieve werking, wordt de betekenis ervan helderheid en complexiteit als complementaire begrippen naarmate de maatverhoudingen een sterkere samenhang toevallig en kan het afbreuk doen aan de zeggingskracht van ingebracht bij het ontwerpen van bouwwerken. Complexi- en hiërarchie vertonen. Mits bewust toegepast, kunnen ook het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het teit in de architectonische compositie ontstaat vanuit de ste- spanning en contrast daarin hun werking hebben. gebruik van materialen en kleuren geen ondersteuning geeft denbouwkundige eisen en het programma van eisen voor De afmetingen en verhoudingen van gevelelementen aan de architectonische vormgeving of wanneer het gebruik het bouwwerk. Bij een gebouwde omgeving met een hoge vormen tezamen de compositie van het gevelvlak. Hellende van materialen en kleuren een juiste interpretatie van de belevingswaarde zijn helderheid en complexiteit tegelijk daken vormen een belangrijk element in de totale compo- aard en de ontstaansperiode van het bouwwerk in de weg aanwezig in evenwichtige en spanningsvolle relatie. sitie. Als toegevoegde elementen (zoals een dakkapel, een staat. aanbouw of een zonnecollector) te dominant zijn ten op- 2.6 Schaal en maatverhoudingen zichte van de hoofdmassa en/of de vlakverdeling, verstoren Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van zij het beeld niet alleen van het object zelf maar ook van de welstand mag worden verwacht dat het een samenhangend omgeving waarin dat is geplaatst. stelsel van maatverhoudingen heeft dat beheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen. 2.7 Materiaal, textuur, kleur en licht Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van Ieder bouwwerk heeft een schaal die voortkomt uit de welstand mag worden verwacht dat materiaal, textuur, kleur grootte of de betekenis van de betreffende bouwopgave. en licht het karakter van het bouwwerk zelf ondersteunen Grote bouwwerken kunnen uiteraard binnen hun eigen en de ruimtelijke samenhang met de omgeving of de te grenzen geleed zijn maar worden onherkenbaar en onge- verwachten ontwikkeling daarvan duidelijk maken. loofwaardig als ze er uitzien alsof ze bestaan uit een verza- meling losstaande kleine bouwwerken. Door middel van materialen, kleuren en lichttoetreding krijgt De maatverhoudingen van een bouwwerk zijn van groot een bouwwerk uiteindelijk zijn visuele en tactiele kracht: belang voor de belevingswaarde ervan, maar vormen tegelijk het wordt zichtbaar en voelbaar. De keuze van materialen één van de meest ongrijpbare aspecten bij het beoordelen en kleuren is tegenwoordig niet meer beperkt tot wat lokaal van ontwerpen. De waarnemer ervaart bewust of onbewust aan materiaal en ambachtelijke kennis voorhanden is. Die de maatverhoudingen van een bouwwerk, maar wáárom de keuzevrijheid maakt de keuze moeilijker en het risico van maatverhoudingen van een bepaalde ruimte aangenamer, een onsamenhangend beeld groot. Als materialen en kleu- evenwichtiger of spannender zijn dan die van een andere, ren teveel losstaan van het ontwerp en daarin geen onder-

14 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 15 HOOFDSTUK 3 GEBIEDSGERICHTE WELSTANDSCRITERIA

3.1 Toelichting fijngewreven materiaal is waarin naast leem ook zand, grind, water kon in de middeleeuwen de kop van Noord-Drenthe Een belangrijke pijler van de welstandsnota is het gebiedsge- keien en rotsblokken voorkomen. bereiken). In het algemeen kan worden gesteld dat zowel richte welstandsbeleid. De gebiedsgerichte welstandscriteria de dikte van de veen- als de kleilaag naar het zuiden toe worden gebruikt voor de kleine en middelgrote bouwplan- Bij het afsmelten van het landijs zocht het water zich in afneemt. nen die zich voegen binnen de bestaande ruimtelijke struc- verschillende richtingen een uitweg en zo ontstond een tuur van de gemeente Noordenveld. Deze criteria zijn geba- systeem van sterk vertakte beekjes die zich in het keileem 3.3 Occupatie door de mens seerd op de identiteit van de gemeente Noordenveld en het insneden. Deze beekdalen werden later (in de laatste ijstijd) In latere tijden heeft de occupatie door de mens ook veel architectonische vakmanschap en de ruimtelijke kwaliteit verbreed toen het water (door de bevroren status) alleen invloed gehad op de opbouw van het landschap. Er zijn zoals die in de bestaande situatie worden aangetroffen. Deze oppervlakkig kon afstromen en daardoor de beekdalen hiertoe vier tijdsperioden aan te geven. In de periode tussen criteria geven aan hoe een bouwwerk ‘zich moet gedragen’ uitschuurde. Daarna zijn ze weer deels opgevuld door 4.500 jaar geleden en het jaar 1500 is de mens begonnen om in zijn omgeving niet teveel uit de toon te vallen en dekzanden en veen. In deze periode werden door de wind om de Drentse zandgronden in te richten. Omstreeks 600 welke gewaardeerde karakteristieken uit de omgeving in het grote hoeveelheden zand verplaatst, waardoor het Drents voor Christus werd het systeem van de zogenaamde Celtic ontwerp moeten worden gebruikt. plateau met een laag van 1 à 2 m dekzand werd bedekt. Fields ontwikkeld. Dit waren vierkante omwalde akkers van Tevens ontstonden in deze periode de zogenaamde pingo’s, zo’n 15-40 are groot, die een gebied van tientallen hectaren 3.2 Schets van de ruimtelijke ontwikkeling van de ge- die in het landschap zijn te herkennen als een met water omvatten. Deze complexen kwamen voor bij Westervelde, meente Noordenveld gevulde laagte die is omgeven door een ringvormige wal , en Een. Het mooiste voorbeeld is echter het (deze schets is grotendeels ontleend aan de structuurvisie (bijvoorbeeld het Esmeer bij Huis ter Heide). Noordseveld, maar dit ligt grotendeels in de gemeente Noordenveld) . De gemeente Noordenveld ligt op het noordelijke deel In het huidige tijdvak (het Holoceen) werd het warmer van het Drents plateau. Dit keileemplateau omvat ook grote en werden de omstandigheden gunstig voor veenvor- In de periode van 1500 tot 1800 kwam de escultuur tot delen van en . Het plateau was aanvan- ming. Deze vond zowel plaats op het plateau als in de volle ontplooiing. Dit systeem/patroon van bolle essen kelijk bedekt met grovere zanden. Tijdens de tweede ijstijd (uitgeschuurde) beekdalen en de delen van de gemeente (landbouw), brink, beekdalen die als hooi- en weilanden werd in de geulen en laagten van deze zandgronden door Noordenveld die niet tot het Drents plateau behoren (het werden gebruikt, de (Marke)bossen en de heidevelden smeltwater van de noordelijk gelegen ijsvlakten zware vette gebied ten noorden van en ). wordt hier als bekend verondersteld. Zij heeft een zeer grote klei afgezet. Deze potklei treft men nu nog aan in de omge- Door de aanwezigheid van het eerder genoemde keileem invloed gehad op het huidige landschapsbeeld. ving van Roden tot vlak onder het oppervlak (binnen 1,25m (wat slecht waterdoorlatend is) ontstonden er in de lagere diepte). Later is er (in de voorlaatste ijstijd) door het ijs een delen hoogveen (Fochtelooërveen en Bunnerveen). In het Verschillen in de ondergrond hebben in een aantal ge- zogenaamde grondmorene van wisselende dikte afgezet. noorden van de gemeente ontstond daarentegen laagveen, bieden geleid tot een enigszins afwijkende ontwikkeling. Deze laag is bekender onder de naam kei-leem, omdat het waarover later door de zee een kleidek is afgezet (het zee- Het betreft die delen van het Drents Plateau waar potklei

16 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 in de ondergrond aanwezig is. Bij Peize is bijvoorbeeld de een rechthoekig stelsel van wijkensloten en wegen, welke strakke verkaveling van het Klunderveen en bij Norg van het sterk werden geaccentueerd door lanen en boscomplexen. Noordseveld herkenbaar. Ten noorden van Roden en Peize bevindt zich een laagveengebied. Dit laagveengebied is Door de eerdergenoemde overbeweiding en het afsteken ontgonnen vanaf de wegdorpen op de rand van het Drents van plaggen ontstonden in de verschillende perioden ook Plateau en vanaf de as Peize-Peizerwolde. Dit gebeurde vaak zandverstuivingen, zoals de Zuursche Duinen, de Noorder- in een opstrekkende richting naar het Peizer- en Eelderdiep. en Zuiderduinen (bij Steenbergen), de Oosterduinen bij De landgoederen die in deze periode zijn gesticht, zoals bij Norg en de Langelooërduinen. Vanaf 1800 werd begonnen Terheijl, geven een ander verschil in de ontstaansgeschiede- met het bebossen van deze stuifzanden. Dit is doorgegaan nis weer. tot in de twintigste eeuw. In de periode van 1900 tot heden is de rest van de woeste 3.4 Ontginning gronden in cultuur gebracht. Hiervoor wordt vaak de term In de periode 1800-1900 begonnen de grote veranderin- jonge heide- of veldontginningen gebruikt. Het leidde tot gen in het esdorpenlandschap te voorschijn te komen. Vanaf een vergaande verandering van het landschap: vergroting begin 1800 werd begonnen met de ontginning van de van kleine percelen, optimalisering van de ontsluiting, betere woeste gronden. Eerst betrof het de hoogveencomplexen. ontwatering, kanalisering van beeklopen, opruimen van Later werden ook de heidevelden in cultuur gebracht. Dit houtwallen en verharding van zandwegen. Ook de typische was tevens het einde van de escultuur als landbouwsysteem. es- en brinkdorpenkarakteristiek van vele dorpen onderging Waar het hoogveen was verwijderd, ontstonden nieuwe een verandering door de uitbreiding van deze dorpen. landbouwgebieden zoals het Steenbergerveld, Oost-Indië, de ontginning van Amerika, Eenerveld en Veenhuizen. Van deze 3.5 Het landschap en de dorpen is het gebied Oost-Indië een opvallende. Deze ontginning Het landschap is voor een belangrijk deel het resultaat van heeft duidelijk een oost-westrichting met tamelijk smalle menselijk ingrijpen in de natuur. Het Drentse cultuurland- strookvormige wijken en elzensingels op de perceelsschei- schap in de gemeente Noordenveld is op veel plekken het dingen. Veenhuizen (en het bijbehorende Fochteloërveen) zichtbare bewijs van eeuwen ingrijpen waarin menselijke is een apart verhaal doordat het in 1822 werd aangekocht mogelijkheden en inventiviteit in balans waren met natuur- door de Maatschappij van Weldadigheid. Het deel ten noor- lijke omstandigheden en zo een wederzijdse bestaansbasis den van de Kolonievaart werd uiterst regelmatig, rechthoekig vormden. De daarin gelegen dorpen zijn daarvan een bewijs. ingedeeld. Deze regelmatige blokverkaveling is gebaseerd op In de dorpen is door de eeuwen heen een proces van

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 17 bouwen, verbouwen en uitbreiden op gang gekomen. De inzet in het gebied. standstoezicht ook aanvullende beleidsinstrumenten inzet laatste eeuw zijn de ontwikkelingen zeer snel gegaan en is - De voor het gebied geldende ambitie ten aanzien de wel- (of dit in de nabije toekomst zal doen). In deze gebieden de traditionele samenhang met het landschap wat naar de stand ingedeeld naar welstandsvrij, regulier en bijzonder moet het welstandstoezicht een bijdrage leveren aan het achtergrond geraakt. (waaronder de benadering voor beschermde dorpsgezich- versterken van de bestaande en/of gewenste kwaliteit. ten). - Het reguliere welstandsgebied. Deze gebieden kunnen De structuurvisie stelt dat het behoud van kwaliteit voor - De welstandscriteria, steeds onderverdeeld in criteria be- afwijkingen van de bestaande ruimtelijke structuur en wonen en werken een doel is voor de verdere ruimtelijke treffende de relatie met de omgeving van het bouwwerk, ingrepen in de architectuur van de gebouwen zonder al ontwikkeling. Dit kan worden opgevat als een uitdaging voor de massa, de opbouw en de detaillering. te veel problemen verdragen. De gemeente stelt hier geen stedenbouw en architectuur tot meer creativiteit waarin aanvullende eisen ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit. het bestaande gebied uitgangspunt is. Identiteit en nieuwe 3.7 Elk gebied een eigen ‘ambitie’ In deze gebieden is het welstandstoezicht gericht op het ontwikkelingen gaan daarbij een nieuwe alliantie aan. Het vaststellen van de ambitie ten aanzien van het wel- handhaven van de basiskwaliteit. standsbeleid is een cruciaal element van het welstandsbe- - Het welstandsvrije gebied. In deze gebieden wordt het 3.6 Gebiedsindeling en uitwerking leid. De kwaliteit van de gebieden, het gevoerde ruimtelijk welstandstoezicht niet van toepassing verklaard. Hiervoor Op grond van deze ontwikkelingsschets is een indeling kwaliteitsbeleid en de verwachtte ontwikkelingen zijn daarbij kunnen verschillende redenen zijn: bijvoorbeeld omdat er te maken naar ruimtelijk en functioneel samenhangende bepalende factoren. in de planbegeleiding al voldoende garanties voor ruimte- gebiedsdelen. Er zijn in de gemeente Noordenveld 44 wel- lijke kwaliteit zijn ingebouwd, of omdat het ruimtelijk karak- standsgebieden te onderscheiden. Voor elk gebied is een In theorie zijn vier welstandsambities opgesteld: ter van het gebied een welstandstoets, naar de mening van beoordelingskader opgesteld, waarin steeds de volgende - Door het Rijk aangewezen beschermde (stads- of) dorps- de gemeenteraad, overbodig maakt. onderdelen aan de orde komen. gezichten. Deze aangewezen gezichten worden van - Een korte beschrijving van het gebied, waarbij aandacht algemeen belang geacht wegens de schoonheid, de 3.8 De welstandsbeleidskaart van de gemeente wordt besteed aan de ontstaansgeschiedenis, de ste- onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan Noordenveld denbouwkundige of landschappelijke omgeving en een wel de wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde. De gemeente Noordenveld heeft twee door het Rijk aange- typering van de bouwwerken Deze waarden worden onder meer beschermd door een wezen beschermde dorpsgezichten. Het betreft de dorpen - Een samenvatting van het beleid, de te verwachten en/of bestemmingsplan en doordat dat bouwwerken die elders Zuidvelde en Westervelde. Daarnaast is voor Veenhuizen gewenste ontwikkelingen en de waardering voor het vergunningsvrij zijn, in deze gebieden onder de lichte en het omringende gebied een procedure tot aanwijzing als gebied op grond van de belevingswaarde en eventuele vergunningplicht vallen. beschermd dorpsgezicht gestart. bijzondere cultuurhistorische, stedenbouwkundige of archi- - Het bijzondere welstandsgebied. Het gaat hier om de Het huidige beleidskader rechtvaardigt voor 20 gebieden tectonische werken. gebieden waar extra aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit de aanduiding van bijzonder welstandsgebied. Het gaat hier - De aanvullende beleidsinstrumenten die de gemeente wenselijk wordt geacht en de gemeente naast het wel- om de oude dorpskernen en gebieden waar een bijzon-

18 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 dere kwaliteit wordt gevraagd (bij vijf van de gebieden is 3.9 Leeswijzer van. Dit wordt het landschap van de oude veldontginningen een combinatie gemaakt met een regulier welstandsgebied Per welstandsgebied is een beoordelingskader opgesteld genoemd. vanwege de kleinschaligheid). waarin een gebiedsomschrijving, relevant beleid en wel- Vanaf 1900 werden vanuit de esdorpen de woeste gronden Het vigerend beleid zoals dat in het bestemmingsplan is standsambities kenbaar worden gemaakt. Daarnaast zijn in cultuur gebracht. Als eerste werden de veengebieden verwoord, is gericht op een sterker accent op deze oude welstandscriteria opgesteld. ontgonnen. Dit landschap in het noorden van de gemeente dorpskernen door onder meer het toepassen van een rooi- De welstandsambities variëren tussen een bijzonder of een Noordenveld kennen we nu als het landschap van de lijnaanduiding. Voor een aantal van deze kernen geldt bo- reguler welstandsregime. Los daarvan staan nog de be- laagveenontginningen. Nadien werden de overige woeste vendien de aanduiding van cultuurhistorische kern conform schermde dorpsgezichten. In sommige welstandsgebieden gronden (de heidevelden) gecultiveerd. Dat heeft geresul- het Provinciaal Omgevingsplan. is een combinatie van zowel een regulier als een bijzonder teerd in het landschap van de jonge veldontginningen. Deze Daarnaast geldt de aanduiding van bijzonder welstandsgeied regime. In dat geval zijn bij de welstandscriteria de aanvul- bebouwing is van een nog recentere datum en staat meer ook voor het buitengebied vanwege de bijzondere ruimte- lende criteria voor het bijzondere regime in een apart kader verspreid in het landschap. lijke kwaliteiten. geplaatst. Dit zijn dus extra criteria die alleen voor het bijzon- Als vierde deelgebied kan Veenhuizen worden onderschei- dere regime van toepassing zijn. Om het onderscheid tussen den. Het door de Maatschappij van Weldadigheid in cultuur De overige 21 gebieden zijn aangewezen als regulier wel- bijzondere en reguliere welstandsgebieden te benadrukken gebrachte gebied kent een sterk regelmatige blokverkave- standsgebied. In deze gebieden kan de bestaande ruimte- is met twee kleuren gewerkt. Bijzondere welstandsgebieden ling. Bovendien kent het gebied een eigen architectuur. Dit lijke structuur relatief veel verdragen. kenmerken zich door een paarse kleurstelling die zowel in gebied wordt hier buiten beschouwing gelaten, omdat het Het aanwijzen van welstandsvrije gebieden wordt voor de de nota als op de welstandskaarten terugkomt. Reguliere reeds als welstandsparagraaf 42 is opgenomen. gemeente Noordenveld niet wenselijk geacht. welstandsgebieden hebben een groene kleurstelling. Twee landschapstypen worden buiten beschouwing gelaten vanwege het ontbreken van bebouwing. Door de natheid Het overzicht op de volgende pagina geeft aan welke gebie- Een apart geval is het buitengebied. Binnen het gemeentelijk van de beekdalen en het hoogveen (Fochteloërveen) waren den zijn benoemd en wat de bijbehorende welstandsambi- grondgebied kunnen verschillende landschapstypen worden het van oudsher geen geschikte woongebieden. ties zijn. De bijgevoegde welstandsbeleidskaart geeft dit in onderscheiden. Elk van deze landschappen heeft zijn eigen In het vervolg wordt feitelijk een driedeling gemaakt op beeld weer. Naast deze welstandskaart is ook een gebiedsty- karakteristiek, wat ook weer een weerslag heeft op het basis van de oudheid en geschiedenis van de gebieden en penkaart opgesteld, waarop de aard van de onderscheiden bebouwingsbeeld. In zijn algemeenheid kan ten aanzien van de bijbehorende bebouwing, te beginnen met de oude gebieden (seriematige woningbouw, lintbebouwing etcetera) de bebouwingskarakteristiek een vierdeling worden aange- cultuurgronden met oudere bebouwing, de eerste ontgin- wordt getoond.. bracht in de landschappen. ningen in het laagveengebied en de jonge veldontginningen De oudste bewoning vindt plaats op de hogere zandruggen met bebouwing van recenter datum. rond essen. De huidige esdorpen zijn hier een voortvloeisel

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 19 NORG pag 14. Roden – Maatlanden 48 26. Peize – woongebieden individueel 72 1. Norg – dorpscentrum en Esweg 22 Bijzonder Regulier Bijzonder 15. Roden - Noorderkroon 50 27. Peize – bedrijfsterrein 74 2. Norg – de lintbebouwingen 24 Regulier Regulier Bijzonder 16. Roden – bedrijventerrein 52 3. Norg – inbreidingen 26 Bijzonder/ regulier Regulier 17. Roden - vrijetijdsboulevard 54 28. Peizermade – dorp 76 4. Norg – woongebieden seriematig 28 Bijzonder Regulier Regulier 5. Norg – woongebieden individueel 30 NIEUW RODEN RODERWOLDE Regulier 18. Nieuw Roden – dorpscentrum en lintbebouwing 56 29. Roderwolde – dorp 78 6. Norg – Vijversburg 32 Bijzonder Bijzonder/regulier Regulier 19. Nieuw Roden – Brinkstraat e.o. 58 7. Norg – bedrijfsterrein Ordel 34 Regulier Regulier 20. Nieuw Roden – woongebieden seriematig 60 30. Nietap – centrum en lintbebouwing 80 Regulier Bijzonder/regulier RODEN 21. Nieuw Roden – woongebieden individueel 62 31. Nietap – woongebieden 82 8. Roden – Brink en Mensinge 36 Regulier Regulier Bijzonder 9. Roden – kom en winkelgebied 38 PEIZE- ALTENA Bijzonder 22. Peize – dorpscentrum 64 32. Altena – dorp 84 10. Roden – lintbebouwingen 40 Bijzonder Regulier Bijzonder 23. Peize – randen en lintbebouwing 66 11. Roden – inbreidingen 42 Bijzonder Regulier 24. Peize – inbreidingen 68 33. Lieveren – dorp 86 12. Roden – woongebieden seriematig 44 Regulier Bijzonder Regulier 25. Peize – woongebieden seriematig 70 13. Roden – woongebieden individueel 46 Regulier Regulier

20 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 VEENHUIZEN 34. Roderesch – dorp 88 42. Veenhuizen 104 Bijzonder/regulier Beschermd dorpsgezicht

LANGELO BUITENGEBIED 35. – dorp 90 43. Recreatie 106 Bijzonder/regulier Regulier 44. Buitengebied 108 STEENBERGEN I Oude veldontginningen 108 36. Steenbergen – dorp 92 II Laagveenontginningen 110 Bijzonder III Jonge veldontginningen 112 IV & V Beekdalen en Fochteloërveen 114 EEN Bijzonder 37. Een – lintbebouwing 94 Bijzonder/regulier 38. Een – woongebied 96 Regulier

PEEST 39. – dorp 98 Bijzonder

ZUIDVELDE 40. Zuidvelde – dorp 100 Beschermd dorpsgezicht

WESTERVELDE 41. Westervelde – dorp 102 Beschermd dorpsgezicht

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 21 GEBIED 1 NORG - DORPSCENTRUM EN ESWEG

Gebiedsbeschrijving AAmbitiembitie voorvoor wwelstandelstand Het centrum van Norg wordt gekarakteriseerd door de Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder brinkenstructuur. Aan de centrale brink ligt de oude kerk. welstandsgebied. Het beleid is gericht op handhaving en Rondom de brinken is in de loop der eeuwen bebouwing versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten. ontstaan. Het betrof hier voornamelijk kleinschalige en traditioneel-ambachtelijke bebouwing in de vorm van boer- derijen. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw was sprake van een verdichting waarbij ook niet-agrarische bebouwing werd gerealiseerd. Het ging hierbij om wo- ningen al of niet in combinatie met functies zoals winkels, horeca en dergelijke.. In dit gebiedsdeel is de verdichting niet ten koste gegaan van de oorspronkelijke structuur en bleef het traditionele bebouwingsbeeld bestaande uit voornamelijk boerderijbe- bouwing dominant. Opvallende bouwwerken zijn de kerk en het herenhuis aan de westkant.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. De omgeving van de kerkbrink en de Esweg wordt beschouwd als waardevol. Binnen dit gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aan- zien van de bebouwing.

22 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling (conform huidige situatie); waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn; hebben; - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eenduidig - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- ten opzichte van elkaar maar wordt bepaald door de posi- te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; tie van de entree (bij een boerderij veelal de baanderdeur); - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- erf middels hagen of eenvoudige groenaanleg. dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect Maatvoering/massa tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- direct sprake is van imitatie). laag met duidelijke en langgerekte kap, tenzij de huidige situatie hiervan afwijkt; Materiaal/kleurgebruik - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief aarde kleuren en/of hout; deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen vorm niet uitgesloten; dakpannen die niet passend zijn in een historische omge- - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- ving; nele bouw; - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te zijn - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- ten opzichte van omliggende kwaliteiten; keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - kleurgebruik is traditioneel. - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 23 GEBIED 2 NORG - LINTBEBOUWING

Gebiedsbeschrijving gestapelde bouw worden verwacht op de Brinkhofweide. In aansluiting op de brinkenstructuur zijn langs de door- Hiervoor zullen te zijner tijd aanvullende welstandscriteria gaande wegen en landwegen lintbebouwingspatronen tot worden opgesteld. stand gekomen. In aanvang waren het vooral boerderijen en keuterijen maar in de loop van de negentiende en twintigste Ambitie voor welstand eeuw neemt het aantal woonhuizen, winkels en andersoor- Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder wel- tige functies sterk toe. Bij de laatste categorie gaat het om standsgebied. Essentieel is daarbij de afstemming op de aan de agrarische sector verwante functies zoals de molens individuele kwaliteiten van de bestaande overwegend tradi- en een smederij maar ook om functies als horeca, garages tionele en/of vroeg twintigste eeuwse bebouwing. en tankstations. In hoofdlijnen is nog steeds het lintbebouwingspatroon goed zichtbaar vanwege het verloop van de wegen, de situ- ering van de gebouwen en de bebouwingsdichtheid. Bij dit laatste is het opvallend dat met name in de omgeving van het centrum een grotere verdichting is ontstaan (vrij gesloten gevelwanden met (woon-)winkelbebouwing) en dat de naar de randen toe een ruimer bebouwingspatroon bestaat. Achter de woon-winkelwand van het Oosteind is ruimte gevonden voor een verdere ontwikkeling van een winkel- gebied waarbij het traditionele bebouwingspatroon wordt vrijgelaten. De stedenbouwkundige situering sluit aan op het gebouwencomplex van het voormalige gemeentehuis van Norg.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Nieuwe ontwikkelingen in de vorm van

24 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria moderne uitstraling (wandvormend karakter); - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- Ligging/situering keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. (conform huidige situatie); verdichting alleen volgens hui- dige situatie en ter plekke van het nieuwe winkelgebied; Vorm/gevelopbouw - voor de oudste lintbebouwingspatronen geldt een onregel- - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling matige rooilijn; de jongere lintbebouwingspatronen (zoals waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid richting Een en Langelo) kennen een overwegend eendui- hebben; dige rooilijn; - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm en de representa- te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; tieve gevel (bijvoorbeeld woonhuis) is overwegend gericht - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit op de weg; duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); erf middels hagen of eenvoudige groenaanleg. - nieuwe invullingen ( en winkelpuien) kunnen modern zijn, mits ze respect tonen voor de omliggende kwaliteiten Maatvoering/massa (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie). - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- laag met een duidelijke kapvorm; afwijkingen zijn slechts Materiaal/kleurgebruik op enkele plekken mogelijk conform het bestemmings- - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in plan; aardekleuren en/of hout; - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief van hoogglans geglazuurde of daarmee gelijk te stellen deel en bedrijfsdeel; dakpannen die niet passend in een historische omgeving; - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te zijn vorm niet uitgesloten; ten opzichte van omliggende kwaliteiten; - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditi- - kleurgebruik is traditioneel; onele bouw; bijzondere locaties (winkelgebied omgeving - bijzondere locaties zoals de omgeving voormalig gemeen- Oosteinde) kunnen hiervan afwijken en hebben een tehuis kennen een modern materiaalgebruik.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 25 GEBIED 3 NORG - INBREIDINGEN

Gebiedsbeschrijving In aansluiting op het oude dorpscentrum en de lintbebou- wing zijn een aantal gebieden voorzien van een nadere invulling. Deze ontwikkeling heeft zich in het bijzonder voorgedaan in het gebied tussen de Esweg en de Asserstraat en in westelijke richting langs Zandvoort. In principe is daar- bij gebruikgemaakt van oude infrastructuurlijnen. De eerste initiatieven hiervoor dateren uit de periode rond 1900. In de naoorlogse periode van de wederopbouw zijn hier verdere bouwactiviteiten ontwikkeld waarbij met meer repe- terende bouwvormen is gewerkt. Het een en ander heeft een kleinschalig karakter met een relatief grote afwisseling in woningtypen. Het meest opvallend zijn de gebouwen van de school.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en incidenteel wijzigen van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen het gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht.

Ambitie voor welstand Voor dit gebied geldt een reguliere welstandsbenadering gericht op het respecteren en handhaven van de basiskwali- teit van het gebied.

26 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de oriëntatie van de representatieve gevel is gericht op de - eenvoudige en evenwichtige gevelindelingen met ambach- weg; telijke en/of speelse accenten. - streven naar dorpse overgang van straat naar particulier erf door eenvoudige groenaanleg. Materiaal/kleurgebruik - traditioneel materiaal- en kleurgebruik domineert; Maatvoering/massa - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- - de hoofdvorm bestaat uit één bouwlaag met duidelijke pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk kap, twee of meer bouwlagen met meer gedrukte kap van de dominantie en de ligging van het dakvlak is eventu- dan wel plat vormen een uitzondering (bijvoorbeeld ten eel toepassing mogelijk. aanzien van de scholen); - bijgebouwen zijn ondergeschikt; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 27 GEBIED 4 NORG - WOONGEBIEDEN SERIEMATIG

Gebiedsbeschrijving In de periode vanaf 1945 zet de groei van Norg door. Er wordt een duidelijk planmatigheid geïntroduceerd waar seriematige huizenbouw aan wordt verbonden.. Woning- bouw in rijen, twee-onder-een kap en vrijstaande woningen met een redelijk grote onderlinge verwantschap worden gerealiseerd. Deze ontwikkeling is in Norg vooral in westelijke richting waarneembaar. Het betreft een groot deel van het gebied in de omgeving van Zandvoort.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en incidenteel wijzigin- gen van de structuur en de bebouwing. Het bestemmings- plan houdt hier rekening mee. Verwacht mag worden dat huiseigenaren in de komende tijd tot wijzigingen/aanpassin- gen zullen overgaan. Dit betreft vooral de oudere woningen. Op enkele plekken, zoals aan de Fabrieksstraat, heeft vrij recent een invulling plaatsgevonden.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

28 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - in rijen, vrijstaand, gekoppeld of in stroken; - bij rijen en/of samenhangende clusters blijven gevels - binnen de wijk open ruimten respecteren; verwant; - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; - detailleringen zijn eenvoudig; - de representatieve gevel is gericht op de weg of op de - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- groene ruimte. nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie). Maatvoering/massa - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één tot twee Materiaal/kleurgebruik bouwlagen met kap en heeft een duidelijke samenhang - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen per cluster of rij; en/of hout; - de massaopbouw is per cluster/rij in onderlinge samen- - kleurgebruik is modern tot traditioneel met een samen- hang; hang per cluster; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bij voorkeur pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk volgens principe van trendsetter. van de dominantie en de ligging van het dakvlak is eventu- eel toepassing mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 29 GEBIED 5 NORG - WOONGEBIEDEN INDIVIDUEEL

Gebiedsbeschrijving Bij de doorgaande groei van Norg in de naoorlogse periode wordt binnen de planmatige uitbreidingen ruimte gevonden voor meer individuele woningbouw. Het gaat hier over het algemeen om vrijstaande woningen (semibungalows) met een vergelijkbare hoofdopzet zoals blijkt uit de omgeving van Kerspel. Een meer individuele woonbebouwing ontstaat in de loop van de tijd zoals te zien is aan de oostkant van de Langeloërweg. Aan de oostkant (Eerste en Tweede Laan) en in Norg-west (Zwarte Water e.o.) is deze ontwikkeling tot vrij recent van betekenis. Hier is de verscheidenheid in architectuur het grootst. In de meeste situaties blijkt dat per cluster toch een zekere samenhang wordt nagestreefd. Dat blijkt onder meer door de plaatsing van het pand en door de keuze voor een be- paalde kapvorm.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op het beheer van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. In de komende periode zullen vrijwel alleen ondergeschikte wijzigingen plaatsvinden.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

30 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - per cluster een samenhang wanneer dit blijkt uit de positie - per cluster bestaat samenhang dan wel differentiatie in de van de voorgevel dan wel per cluster een vrijere ligging; vormgeving van de gevels; - de representatieve gevel is gericht op de weg of op de - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- groene ruimte; nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct - binnen de wijk open ruimten respecteren. sprake is van imitatie).

Maatvoering/massa Materiaal/kleurgebruik - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen laag met kap; en/of hout; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; - kleurgebruik is modern tot traditioneel; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt; - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- - aan- en uitbouwen zijn mee ontworpen dan wel afge- pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk stemd op het hoofdgebouw (bij vergelijkbare architectuur van de dominantie en de ligging van het dakvlak is eventu- volgens principe van trendsetter). eel toepassing mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 31 GEBIED 6 NORG - VIJVERSBURG

Gebiedsbeschrijving Aan de oostkant van de Langeloërweg staat het gebouwen- complex van Vijversburg. Dit complex toont de ontwikkeling van naoorlogse voorzieningen ten aanzien van de huisves- ting voor bejaarden. Het is een duidelijk projectmatig complex bestaande uit een hoofdgebouw van meerdere bouwlagen en bungalowwo- ningen die zijn opgezet in een verwante architectuur.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op het beheer van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Mogelijk zullen zich, gelet op de ouderdom van het gebouwencomplex, in de komende periode aanpassingen voordoen.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied.

32 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - rijen en/of geclusterde bouw; - gevels hebben een duidelijke compositie en kennen een - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; duidelijke ritmiek ten aanzien van gevelopeningen en/of - de representatieve gevel is gericht op de weg. kleurgebruik; - detailleringen zijn overwegend eenvoudig maar kunnen op Maatvoering/massa sommige punten zorgen voor verlevendiging; - de hoofdvorm voor het hoofdgebouw wordt bepaald door - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- zes bouwlagen plat en de bungalows door één bouwlaag nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct plat; sprake is van imitatie). - de bouwmassa’s liggen in een duidelijke onderlinge com- positie; Materiaal/kleurgebruik - er is sprake van een duidelijk hoofdgebouw; - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bij voorkeur en/of hout; volgens principe van trendsetter. - kleurgebruik is modern tot traditioneel (samenhang per cluster).

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 33 GEBIED 7 NORG - BEDRIJVENTERREIN ORDEL

Gebiedsbeschrijving Aan de westkant van de Langeloërweg is een kleinschalig bedrijventerrein ontwikkeld waar bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen mogelijk zijn. Er is een redelijk grote diversiteit ontstaan. De bedrijfswo- ningen zijn steeds op de straatzijde georiënteerd en vormen een redelijk representatief karakter. De bedrijfsgebouwen zijn doorgaans eenvoudig van opzet.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het gebied is grotendeels tot ontwikkeling gekomen. Het beleid is dan vooral gericht op het beheer van de ontstane situatie.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied.

34 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - bedrijfsgebouwen liggen achter de voorgevelrooilijn van de - de bedrijfsgebouwen mogen eenvoudig worden opge- bedrijfswoningen; bouwd, maar hebben aan de straatzijde een duidelijke - de representatieve zijde van de woning en de gebouwen geleding (bijvoorbeeld door middel van gevelopeningen is naar de straat gekeerd; en/of materiaaltoepassingen); - opslagruimte aan de straatzijde voorkomen. - gevels woonhuizen kennen een evenwichtige en goede compositie met een representatieve zijde naar de straat Maatvoering/massa gekeerd; - de hoofdvorm van de woningen dient te worden bepaald - detailleringen mogen eenvoudig blijven; door één bouwlaag met kap; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- - eenvoudige en/of samengestelde bouwmassa’s voor wo- nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct ningen; bedrijfsgebouwen zijn overwegend eenvoudig; sprake is van imitatie). - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt; - bijgebouwen niet voor de woningen. Materiaal/kleurgebruik - moderne materialen zijn mogelijk; - het kleurgebruik is in gedekte tinten.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 35 GEBIED 8 RODEN - BRINK EN MENSINGE

Gebiedsbeschrijving De brink van Roden en de omgeving van Mensinge heeft door de jaren heen veel van de historische structuur en bebouwing behouden. Aan de brink ligt de oude kerk. In meer zuidelijke richting ligt het historische complex van de havezate Mensinge. Dit complex bestaat niet alleen uit gebouwen maar ook uit een park- en bosgebied. Rondom en in aansluiting op de brink zijn diverse boerderijen en in een latere periode woonhuizen tot stand gekomen. Ook zijn er enkele andere functies bijgekomen zoals blijkt uit de aanwezigheid van enkele horecaondernemingen en een oud schoolgebouw.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. De omgeving van de kerkbrink wordt beschouwd als waardevol. Binnen dit gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de be- bouwing. Het gebied van De Mensinge doorloopt momen- teel een procedure tot aanwijzing als landgoed.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder welstandsgebied. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

36 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling (conform huidige situatie); waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn; hebben; - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eenduidig - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- ten opzichte van elkaar maar wordt bepaald door de posi- te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; tie van de entree (bij een boerderij veelal de baanderdeur); - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - streven naar dorpse overgang van straat naar particulier erf duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- middels hagen of eenvoudige groenaanleg. dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect Maatvoering/massa tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- direct sprake is van imitatie). laag met duidelijke en langgerekte kap tenzij de huidige situatie hiervan afwijkt; Materiaal/kleurgebruik - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in of kent een duidelijk onderscheid tussen het representa- aardekleuren en/of hout; tieve deel (woonhuis) en het bedrijfsdeel; - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- van hoogglans geglazuurde of daarmee gelijk te stellen vorm niet uitgesloten; dakpannen, die niet passend zijn in eenhistorische omge- - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- ving; nele bouw; - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te zijn - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- ten opzichte van omliggende kwaliteiten; keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - kleurgebruik is traditioneel. - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 37 GEBIED 9 RODEN - KOM EN WINKELGEBIED

Gebiedsbeschrijving Ambitie voor welstand In de loop der decennia heeft het dorp Roden zich noord- Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder wel- westelijk van de kerkbrink verder ontwikkeld. De traditionele standsgebied. De aandacht is daarbij vooral gericht op de bebouwing van boerderijen is hier vrijwel geheel vervangen relatie tussen het individuele bouwwerk en de openbare door woonhuizen, winkels en appartementgebouwen. Stra- ruimte. ten als de Heerestraat en de Wilhelminastraat ontwikkelden zich tot duidelijke winkelstraten. Mede door de verder- gaande groei van Roden en de behoefte aan een verdere groei in het winkelbestand, is de omgeving Albertsbaan tot ontwikkeling gekomen, waarbij een meer stedelijke allure is geïntroduceerd. Ook in de aansluitende straten treedt een geleidelijke schaalvergroting op, zoals onder meer valt af te leiden uit een aantal nieuwe appartementgebouwen.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op het respecteren van en aansluiten op de bestaande structuur en het incidenteel vernieuwen van daarin gelegen bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. In de komende periode worden nog verdere ontwikkelingen verwacht in de omgeving van de Albertsbaan, Heerestraat en Helterbult. De kans bestaat om daarbij gebouwen te ontwikkelen met een wandvormend karakter zonder dat dit hoeft te leiden tot een echt stedelijke bebouwing. Het is van belang om plein- of brinkachtige ruimten en de omliggende straten met elkaar in verband te brengen.

38 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering - in de gevelopbouw vindt afstemming plaats met de be- - de bebouwing ligt met de representatieve zijde naar de bouwing in de nabijheid; weg gekeerd; - de detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - er blijft sprake van een informele (dat wil zeggen kleine on- duidelijke dagmaten, kozijn- en raamverhoudingen, dakran- derlinge verspringingen) voorgevelrooilijn ter accentuering den etcetera); van het dorpse karakter; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect - brinkachtige ruimten respecteren. tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie). Maatvoering/massa - onderlinge verschillen in hoofdvorm zijn mogelijk mits de Materiaal/kleurgebruik hoogte en massawerking niet tot onevenwichtigheid leidt; - gebouwen hebben een eenduidig individueel materiaalge- - de vormbehandeling is per gebouw sterk ontwikkeld en bruik; varieert van ambachtelijk-traditioneel tot modern; - winkelpuien hebben een moderne uitstraling mits de hoe- - de massaopbouw per cluster in onderlinge samenhang; ken massa behouden en de bovenverdieping verbinden - de massaopbouw mag niet leiden tot massaliteit; met de grond; - aan- en uitbouwen alsmede bijgebouwen zijn onderge- - kleurgebruik mag modern maar is afgestemd op de omge- schikt. ving; - hoogglans geglazuurde of daarmee verwante pannen zijn Vorm/gevelopbouw vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk van de - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling dominantie en ligging van het dakvlak is eventueel toepas- waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid sing mogelijk. hebben; - winkelpuien hebben een open karakter, maar zijn in hun vormgeving afgestemd op het straatbeeld;

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 39 GEBIED 10 RODEN - LINTBEBOUWING

Gebiedsbeschrijving In aansluiting op de brinkenstructuur van Roden zijn langs de doorgaande wegen en landwegen lintbebouwingspatro- nen tot stand gekomen. In aanvang waren het vooral boer- derijen en keuterijen maar in de loop van de negentiende en twintigste eeuw neemt het aantal woonhuizen, winkels en andersoortige functies sterk toe. Bij de laatste categorie gaat het om aan de agrarische sector verwante functies zoals horeca, garages en tankstations. In hoofdlijnen is nog steeds het lintbebouwingspatroon goed zichtbaar vanwege het verloop van de wegen, de situ- ering van de gebouwen en de bebouwingsdichtheid. Bij dit laatste is het opvallend dat met name in de omgeving van het centrum een grotere verdichting is ontstaan (vrij gesloten gevelwanden met (woon-)winkelbebouwing) en dat naar de randen toe een ruimer bebouwingspatroon bestaat.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Opvallende ontwikkelingen worden niet verwacht.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder welstandsgebied. Essentieel is daarbij de afstemming op de individuele kwaliteiten van de bestaande, overwegend traditionele of vroeg twintigste eeuwse bebouwing.

40 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering - bijgebouwen zijn ondergeschikt; - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te lig- - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. gen (conform huidige situatie); verdichting alleen volgens huidige situatie; Vorm/gevelopbouw - voor de oudste lintbebouwingspatronen geldt een onregel- - in de bestaande gevels domineert de traditionele indeling matige rooilijn; de jongere lintbebouwingspatronen (zoals waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid richting Nieuw-Roden en Nietap) kennen een overwegend hebben; eenduidige rooilijn; - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm en de representa- duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- tieve gevel is overwegend gericht op de weg. dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect erf middels eenvoudige groenaanleg. tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie). Maatvoering/massa - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- Materiaal/kleurgebruik laag met een duidelijke kapvorm; afwijkingen zijn slechts - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in op enkele plekken mogelijk conform het bestemmings- aardkleuren en/of hout; plan; - daken met (gebakken) pannen met uitzondering van hoog- - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) glans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dakpannen of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief die niet passend zijn in een historische omgeving; deel en bedrijfsdeel; - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te zijn - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- ten opzichte van omliggende kwaliteiten; vorm niet uitgesloten; - kleurgebruik is traditioneel. - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- nele bouw; bijzondere locaties kunnen hiervan afwijken en hebben een moderne uitstraling;

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 41 GEBIED 11 RODEN - INBREIDINGEN

Gebiedsbeschrijving In aansluiting op het oude dorpscentrum en de lintbebou- wing zijn een aantal gebieden voorzien van een nadere invulling. Deze ontwikkeling heeft zich in het bijzonder voor- gedaan in het gebied ten noorden van het Julianaplein. In principe is daarbij gebruikgemaakt van oude infrastructuur- lijnen. De eerste initiatieven hiervoor dateren uit de periode rond 1900. In de naoorlogse periode van de wederopbouw zijn hier verdere bouwactiviteiten ontwikkeld waarbij met meer repeterende bouwvormen is gewerkt. Het een en ander heeft een kleinschalig karakter met een relatief grote afwisseling in woningtypen.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en incidenteel wijzigen van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen het gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht.

Ambitie voor welstand Voor dit gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het respecteren en handha- ven van de basiskwaliteit van het gebied.

42 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de oriëntatie van de representatieve gevel is gericht op de - eenvoudige en evenwichtige gevelindelingen met ambach- weg; telijke en/of speelse accenten. - streven naar dorpse overgang van straat naar particulier erf door eenvoudige groenaanleg. Materiaal/kleurgebruik - traditioneel materiaal- en kleurgebruik domineert; Maatvoering/massa - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- - de hoofdvorm bestaat uit één bouwlaag met duidelijke pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk kap; van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- - bijgebouwen zijn ondergeschikt; eel toepassing mogelijk. - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 43 GEBIED 12 RODEN - WOONGEBIEDEN SERIEMATIG

Gebiedsbeschrijving In de periode vanaf 1945 zet de groei van Roden door. Er wordt een duidelijke planmatigheid geïntroduceerd waaraan seriematige huizenbouw wordt verbonden. Woningbouw in rijen, twee-onder-een kap en vrijstaande woningen met een redelijk grote onderlinge verwantschap worden gerealiseerd. Deze ontwikkeling is in Roden vooral in noord-westelijke richting waarneembaar. Opvallend is dat daarbij veel aan- dacht is besteed aan brinkachtige ruimten. De meest recente ontwikkelingen vinden plaats in het gebied de Vijfde Verloting, tussen Roden en Nieuw Roden gelegen.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en incidenteel wijzigin- gen van de structuur en de bebouwing. Het bestemmings- plan houdt hier rekening mee. Verwacht mag worden dat huiseigenaren in de komende tijd tot wijzigingen/aanpassin- gen over zullen gaan (woningverbetering; herstructurering). Dit betreft vooral de oudere woningen.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

44 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - in rijen, vrijstaand, gekoppeld of in stroken; - bij rijen en/of samenhangende clusters blijven gevels - binnen de wijk open ruimten respecteren; verwant; - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn; - de representatieve gevel is gericht op de weg of op de - detailleringen zijn eenvoudig. groene ruimte. Materiaal/kleurgebruik Maatvoering/massa - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één tot twee en/of hout; bouwlagen met kap of plat dak en heeft een duidelijke - kleurgebruik is modern tot traditioneel met een samen- samenhang per cluster of rij; hang per cluster; - de massaopbouw is per cluster/rij in onderlinge samen- - hoogglans geglazuurde of daarmee gelijk te stellen dakpan- hang; nen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk - bijgebouwen zijn ondergeschikt; van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bij voorkeur eel toepassing mogelijk. volgens principe van trendsetter.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 45 GEBIED 13 RODEN - WOONGEBIEDEN INDIVIDUEEL

Gebiedsbeschrijving Bij de doorgaande groei van Roden in de naoorlogse periode wordt binnen de planmatige uitbreidingen ruimte gevonden voor meer individuele woningbouw. Het gaat hier om vrijstaande woningen (semibungalows) met een vergelijkbare hoofdopzet zoals blijkt uit de omgeving van de Kamplaan en de Prof van der Leeuwplantsoen. In de loop van de jaren ontstaat echter een verschuiving naar een grotere verscheidenheid. De wijken met de meer individuele bouwwerken vinden we voornamelijk langs de randen. Voorbeelden zijn, naast de eerder genoemde locaties, het Albert Schweitzerplantsoen, De Hulst, de Achterste Kamp.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op het beheer van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. In de komende periode zullen vrijwel alleen ondergeschikte wijzigingen plaatsvinden.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

46 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria Materiaal/kleurgebruik Ligging/situering - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen - per cluster een samenhang wanneer dit blijkt uit de positie en/of hout; van de voorgevel dan wel per cluster een vrijere ligging; - kleurgebruik is modern tot traditioneel; - de representatieve gevel is gericht op de weg of op de - hoogglans geglazuurde of daarmee gelijk te stellen dakpan- groene ruimte; nen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk - binnen de wijk open ruimten respecteren. van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- eel toepassing mogelijk. Maatvoering/massa - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- laag met kap of plat dak; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt; - aan- en uitbouwen zijn mee ontworpen dan wel afge- stemd op het hoofdgebouw (bij vergelijkbare architectuur volgens principe van trendsetter).

Vorm/gevelopbouw - per cluster bestaat samenhang dan wel differentiatie in de vormgeving van de gevels; - bijzondere functies kunnen een individuele en expressie- vere opbouw hebben; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie).

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 47 GEBIED 14 RODEN - MAATLANDEN

Gebiedsomschrijving Langs de westelijke invalsweg van Roden, de Maatlanden, concentreren zich verschillende maatschappelijke functies. De verschillende gebouwen liggen in een groene parkstrook en huisvesten onder andere kerken, scholen en een dieren- artspraktijk. De bebouwing is georiënteerd op de weg (Maat- landen), maar wordt via een andere interne weg ontsloten. De gebouwen kennen een sterk individueel karakter met een soms expressieve vormgeving. De bouwstijl is modern.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op het verder ontwikkelen van deze parkstrook met maatschappelijke en bijzondere functies. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. In de komende periode worden hier meerdere ontwikkelin- gen verwacht.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder wel- standsgebied. Het beleid is gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en een hoogwaardige architectuur.

48 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - vrijstaand en individueel; - individuele en expressieve opbouw; - er is sprake van een informele rooilijn ter accentuering van - gevels hebben een duidelijke compositie en ritmiek ten het vrijstaande karakter; aanzien van de gevelopeningen; - de oriëntatie en de representatieve gevel zijn in ieder - een duidelijke representatieve naar de straat toegekeerde geval gericht op de Maatlanden; zijde met verfijnde architectuur; - bijgebouwen achter het hoofdgebouw. - detailleringen zijn verfijnd.

Maatvoering/massa Materiaal/kleurgebruik - eenvoudige en/of samengestelde bouwmassa’s voor wo- - bij voorkeur modern materiaalgebruik, eventueel in combi- ningen met bedrijven; bijzondere functies uitgezonderd; natie met tradtionele materialen; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; - daken met (gebakken) pannen; hoogglans geglazuurde - vormbehandeling is geënt op de moderne bouw; pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk - aan- en uitbouwen zijn mee ontworpen dan wel afge- van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- stemd op het hoofdgebouw. eel toepassing mogelijk; - kleurgebruik is afgestemd op de omgeving.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 49 GEBIED 15 RODEN - NOORDERKROON

Gebiedsbeschrijving Aan de westkant van de Norgerweg staat het gebouwen- complex van de Noorderkroon. Dit complex toont de ontwikkeling van naoorlogse voorzieningen ten aanzien van de huisvesting voor bejaarden. Het is een duidelijk projectmatig complex bestaande uit een hoofdgebouw van meerdere bouwlagen en bungalowwo- ningen die zijn opgezet in een verwante architectuur.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op beheer van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Mogelijk zullen zich, gelet op de ouderdom van het gebouwencomplex, in de komende periode aanpassingen voordoen.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied.

50 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - rijen en/of geclusterde bouw; - gevels hebben een duidelijke compositie en kennen een - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; duidelijke ritmiek ten aanzien van gevelopeningen en/of - de representatieve gevel is gericht op de weg. kleurgebruik; - detailleringen zijn overwegend eenvoudig maar kunnen op Maatvoering/massa sommige punten zorgen voor verlevendiging; - het hoofdgebouw bestaat uit maximaal vijf bouwlagen met - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- platte kap, de bungalows bestaan uit een bouwlaag plat; nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct - de bouwmassa’s liggen in een duidelijk onderlinge com- sprake is van imitatie). positie; - er is sprake van een duidelijk hoofdgebouw; Materiaal/kleurgebruik - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bij voorkeur - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen volgens het principe van trendsetter. en/of hout; - kleurgebruik is modern tot traditioneel (samenhang per cluster).

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 51 GEBIED 16 RODEN - BEDRIJVENTERREIN

Gebiedsbeschrijving Ambitie voor welstand Aan de noordkant van Roden is een relatief grootschalig Voor de randen van het gebied en voor het bedrijventerrein bedrijventerrein tot ontwikkeling gekomen. Haarveld geldt een bijzonder welstandsregime. Het overige Kenmerkend is dat binnen het terrein onderscheid valt te deel van het welstandsgebied kent een aanduiding als re- maken in een aantal zones. Op het bedrijventerrein Bitseveld gulier welstandsgebied. De klemtoon ligt op de handhaving is plaats voor de meer grootschalige bedrijven. Noordhoek van de sterke architectuur langs de hoofdontsluiting en de onderscheidt zich door ruimte te bieden aan kleinschaliger randen en op het bedrijventerrein Haarveld. ondernemingen waarbij tevens de mogelijkheid bestaat tot het bouwen van bedrijfswoningen. Een derde te onderscheiden gebied is het op dit moment in ontwikkeling zijnde bedrijventerrein Haarveld. Hier is veel aandacht voor de groenstructuren en het recreatieve medegebruik. Langs de hoofdontsluitingswegen, op het bedrijventerrein Haarveld en vooral langs de randen van het gebied wordt gestreefd naar een meer representatieve bedrijfsbebouwing.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het gebied is grotendeels tot ontwikkeling gekomen. Re- cente ontwikkelingen vinden plaats op het bedrijventerrein Haarveld. Het beleid is vooral gericht op het beheer van de ontstane situatie en het ontwikkelen van nieuwe kwaliteit op het bedrijventerrein Haarveld. Voor het bedrijventerrein Haarveld zijn aanvullende beeld- kwaliteitseisen ontwikkeld.

52 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria Materiaal/kleurgebruik Ligging/situering - moderne materialen zijn mogelijk; - bedrijfsgebouwen liggen achter de voorgevelrooilijn van - kleurgebruik in gedekte tinten. bedrijfswoningen; - de representatieve zijde van gebouwen is naar de straat Aanvullende criteria bijzonder welstandsregime gericht; - opslagruimte aan de straatzijde voorkomen. Ligging/situering - opslagruimte aan de straat is niet toegestaan. Maatvoering/massa Maarvoering/massa - eenvoudige en/of samengestelde bouwmassa’s voor wo- - bedrijfsgebouwen kennen een samengestelde mas- ningen; bedrijfsgebouwen zijn overwegend eenvoudig; saopbouw, bijvoorbeeld door de representatieve delen - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt; sterker te accentueren. - bijgebouwen niet voor de woningen. Vorm/gevelopbouw - detailleringen zijn verfijnd; Vorm/gevelopbouw - bedrijfsgebouwen hebben een duidelijke representa- - de hoofdvorm van de bedrijfswoningen bestaat uit een tieve naar de straat toegekeerde zijde met een verfijnde bouwlaag met duidelijke kap; architectuur. - de bedrijfsgebouwen mogen eenvoudig worden opge- Materiaal/kleurgebruik bouwd, maar hebben aan de straatzijde een duidelijke - het kleurgebruik dient goed te worden afgestemd op de geleding (bijvoorbeeld door middel van gevelopeningen omgeving. en/of materiaaltoepassingen); - gevels van de woonhuizen kennen een evenwichtige en goede compositie met een representatieve zijde naar de straat gekeerd; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect tonen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie); - detailleringen mogen eenvoudig blijven.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 53 GEBIED 17 RODEN - VRIJETIJDSBOULEVARD

Gebiedsbeschrijving Ten noorden van het centrum van Roden ligt het nieuwe ontwikkelingsgebied van de vrijetijdsboulevard. De grote trekker in dit gebied is het bedrijf De Vrijbuiter, dat jaarlijks 900.000 bezoekers trekt. De Kanaalstraat vormt de hoofd- ontsluiting van het gebied. Aan de westkant van de Kanaalstraat ligt het accent op oudere bedrijfsgebouwen. Aan de oostzijde zijn modernere bedrijven gevestigd met veel parkeerruimte. Binnen het gebied komen meerdere typen bedrijven voor variërend van een tankstation tot een kampeerhal en een fitnesscentrum.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het gebied is volop in ontwikkeling. Het beleid is gericht op het versterken van de recreatieve en meer consumentge- richte functies en de verblijfskwaliteit.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een bijzonder welstandsregime. De nadruk ligt op het creëren van voldoende ruimtelijke kwali- teit en een sterke architectuur.

54 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering/situering Vorm/gevelopbouw - de representatieve zijde van gebouwen is naar de straat - de bedrijfsgebouwen mogen eenvoudig opgebouwd wor- gericht; den, maar hebben een duidelijke representatieve naar de - opslagruimte aan de straat is niet toegestaan; straat toegekeerde zijde met verfijnde architectuur middels - publieksruimte en representatieve functies zijn gericht op een goede geleding en duidelijke detaillering; de straat. - de gevels van woonhuizen kennen een evenwichtige en goede compositie met een representatieve zijde naar de Maatvoering/massa straat gekeerd en hebben in hun vormgeving verwant- - eenvoudige en/of samengestelde bouwmassa’s voor schap met bijbehorend bedrijfsgebouw; (bedrijfs)woningen; kleine bedrijfsgebouwen zijn overwe- - nieuwe invullingen hebben een moderne uitstraling en gend eenvoudig; architectuur; - grotere bedrijfsgebouwen kennen een samengestelde mas- - detailleringen zijn verfijnd. saopbouw. Hierbij ligt het accent op de representatieve delen; Materiaal/kleurgebruik - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt; - het gebruik van moderne materialen wordt aanbevolen; - bijgebouwen niet voor woningen of bedrijven. - het kleurgebruik is afgestemd op de omgeving.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 55 GEBIED 18 NIEUW-RODEN - DORPSCENTRUM EN LINTBEBOUWING

Gebiedsbeschrijving Het dorp Nieuw-Roden is nog vrij jong. In feite is het ont- staan als gevolg van de ontginningsactiviteit op het Roder- veld. In samenhang met deze ontginningsactiviteit werd aan de doorgaande weg van Roden naar Zevenhuizen een school en een kerk opgericht. Deze ontwikkeling zorgde ge- leidelijk aan voor een verdere verdichting langs de Nieuwe- weg, de Terheijlsterweg en de Zevenhuisterweg. De hoofdlijnen van deze ontwikkeling zijn nog steeds goed waarneembaar. Wel is in de huidige situatie, als gevolg van de sterke groei van de woonbebouwing, sprake van veranderingen in de structuur en in het bebouwingsbeeld van het centrum. Dit uit zich vooral in de kern zoals blijkt uit een verandering van het wegenpatroon, de inrichting van de openbare ruimte en de winkelbebouwing.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder welstandsgebied. Essentieel is daarbij de afstemming op de individuele kwaliteiten van de bestaande, overwegend traditionele of vroeg twintigste eeuwse bebouwing.

56 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit (conform huidige situatie); verdichting alleen volgens hui- duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- dige situatie en ter plekke van het nieuwe winkelgebied; dingen, zorgvuldig vormgegeven goten en dergelijke); - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm en de representa- tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij tieve gevel is gericht op de weg; direct sprake is van imitatie). - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier erf middels eenvoudige groenaanleg. Materiaal/kleurgebruik - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in Maatvoering/massa aardekleuren en/of hout; - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- - daken met (gebakken) pannen, met uitzondering van hoog- laag met een duidelijke kapvorm; afwijkingen zijn slechts glans geglazuurde of daarmee gelijk te stellen dakpannen, op enkele plekken mogelijk conform het bestemmings- die niet passend zijn in een historische omgeving; plan; - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te zijn - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) ten opzichte van omliggende kwaliteiten; of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief - het kleurgebruik is traditioneel. deel en bedrijfsdeel; - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- vorm niet uitgesloten; - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- nele bouw; bijzondere locaties kunnen hiervan afwijken en hebben een moderne uitstraling; - bijgebouwen alsmede aan- en uitbouwen zijn onderge- schikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 57 GEBIED 19 NIEUW-RODEN - BRINKSTRAAT E.O

Gebiedsbeschrijving In aansluiting op het dorpscentrum is in 1938 een eerste uitbreidingsplan tot stand gekomen. Het betreft hier het gebied rond de Brinkstraat. Kenmerkend is dat de woningen op vrij royale kavels liggen. De woningen zijn overwegend kleinschalig en er is gebruik- gemaakt van een aantal woningtypen. Het meest in het oogspringend is de ruime brink. Aan de Esweg zijn recent nieuwe invullingen gerealiseerd.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en verbetering van de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee.

Ambitie voor welstand Voor dit gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied gericht op het respecteren en handhaven van de basiskwaliteit van het gebied.

58 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de oriëntatie van de representatieve gevel is gericht op de - eenvoudige en evenwichtige gevelindelingen met ambach- weg; telijke en/of speelse accenten; - streven naar dorpse overgang van straat naar particulier erf - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals te zien aan door eenvoudige groenaanleg. dakgoten, windveren en goed vormgegeven dakkapellen).

Maatvoering/massa Materiaal/kleurgebruik - de hoofdvorm bestaat uit één bouwlaag met duidelijke - hoofdgebouwen in rode baksteen en gedekt met rode kap; dakpannen; - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap); - traditioneel materiaal- en kleurgebruik domineert; - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- - hoogglans geglazuurde en daarmee verwante dakpannen vorm niet uitgesloten; zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk van de - bijgebouwen zijn ondergeschikt; ligging en dominantie van het dakvlak is eventueel toepas- - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. sing mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 59 GEBIED 20 NIEUW-RODEN - WOONGEBIEDEN SERIEMATIG

Gebiedsbeschrijving In de periode vanaf 1945 zet de groei van Nieuw-Roden door. Er wordt een duidelijke planmatigheid geïntrodu- ceerd waar seriematige huizenbouw aan wordt verbonden. Woningbouw in rijen, twee-onder-een kap en vrijstaande woningen waarbij per cluster of deelgebied een redelijk grote onderlinge verwantschap wordt gerealiseerd. Deze ontwikkeling heeft er voor gezorgd dat Nieuw-Roden fors is uitgebreid.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en incidenteel wijzigin- gen van de structuur en de bebouwing. Het bestemmings- plan houdt hier rekening mee. Verwacht mag worden dat huiseigenaren in de komende tijd tot wijzigingen/aanpassin- gen over zullen gaan (woningverbetering; herstructurering). Dit betreft vooral de oudere woningen.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

60 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - in rijen, vrijstaand, gekoppeld of in stroken; - bij rijen en/of samenhangende clusters blijven gevels - binnen de wijk open ruimten respecteren; verwant; - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; - detailleringen zijn eenvoudig; - de representatieve gevel is gericht op de weg of op de - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- groene ruimte. nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie). Maatvoering/massa - de hoofdvorm bestaat uit een of twee bouwlagen met kap Materiaal/kleurgebruik en heeft een duidelijke samenhang per cluster of rij; - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen - bijgebouwen zijn ondergeschikt; en/of hout; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bij voorkeur - kleurgebruik is modern tot traditioneel met een samen- volgens het principe van trendsetter. hang per cluster; - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- eel toepassing mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 61 GEBIED 21 NIEUW-RODEN - WOONGEBIEDEN INDIVIDUEEL

Gebiedsbeschrijving Bij de naoorlogse ontwikkelingen zijn binnen de planmatige uitbreidingen diverse locaties aangewezen voor meer indi- viduele woningbouw. Ging het aanvankelijk om enigszins vergelijkbare vrijstaande woningen (semibungalows), in de loop van de jaren ontstond een verschuiving naar een gro- tere verscheidenheid. De wijken met de meer individuele bouwwerken vinden we voornamelijk langs de randen.

In de meeste situaties blijkt dat per cluster toch een zekere samenhang is nagestreefd. Dat blijkt onder meer door de plaatsing van het pand en door de keuze voor een bepaalde kapvorm.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op het beheer van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. In de komende periode zullen vrijwel alleen ondergeschikte wijzigingen plaatsvinden.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

62 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - per cluster een samenhang wanneer dit blijkt uit de positie - per cluster bestaat samenhang dan wel differentiatie in de van de voorgevel dan wel per cluster een vrijere ligging; vormgeving van de gevels; - de representatieve gevel is gericht op de weg of op de - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- groene ruimte; nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct - binnen de wijk open ruimten respecteren. sprake is van imitatie).

Maatvoering/massa Materiaal/kleurgebruik - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één tot twee - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen bouwlagen met duidelijke kap; en/of hout; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; - kleurgebruik is traditioneel tot modern met een samen- - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt; hang per cluster; - aan- en uitbouwen zijn mee ontworpen dan wel afge- - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- stemd op het hoofdgebouw (bij vergelijkbare architectuur pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk volgens principe van trendsetter). van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- eel toepassing mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 63 GEBIED 22 PEIZE - DORPSCENTRUM

Gebiedsbeschrijving Ambitie voor welstand Het centrum van Peize wordt gekarakteriseerd door de brin- Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder kenstructuur en de daaraan gekoppelde ligging van de essen. welstandsgebied. Het beleid is gericht op handhaving en Aan de hoofdbrink ligt de oude kerk. Langs de diverse oude versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten. verbindingswegen is in de loop der eeuwen vooral boer- derijbebouwing ontstaan. In de negentiende en twintigste eeuw was sprake van een verdichting waarbij ook niet-agra- rische bebouwing werd gerealiseerd. Het ging hierbij om woningen al of niet in combinatie met functies zoals winkels of horeca. Opvallend is dat het centrum van Peize nog een grote mate van openheid vertoont. De structuur van het oorspronkelijke dorp is nog steeds do- minant. In de loop der jaren zijn wel diverse bouwkundige aanpassingen tot stand gekomen waardoor het traditioneel- ambachtelijke bebouwingsbeeld enigszins is vertroebeld. Meest opvallende bouwwerken zijn de kerk, de molen, het oude huis te Peize en het voormalige gemeentehuis. Dit zijn allemaal monumenten.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Met name de omgeving van de kerkbrink en de open ruimte bij het huis te Peize zijn zeer waardevol. Binnen dit gebied zijn enkele ontwikkelingen gaande, onder andere bij de Raadhuisstraat. en de Zonnehof.

64 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling (conform huidige situatie); waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - doorzichten naar de open ruimten dienen te worden hebben; gerespecteerd; - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn; te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; - de oriëntatie van de hoofdvorm is niet eenduidig ten op- - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit zichte van elkaar maar wordt bepaald door de positie van duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- de entree (bij een boerderij veelal de baanderdeur); dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier - nieuwe invullingen (en winkelpuien) kunnen modern zijn, erf middels hagen of eenvoudige groenaanleg. mits ze respect tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie). Maatvoering/massa - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- Materiaal/kleurgebruik laag met duidelijke kap, twee bouwlagen met kap vormen - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in een uitzondering; aardkleuren en/of hout; - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; dakpannen die niet passend in een historische omgeving; - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te zijn vorm niet uitgesloten; ten opzichte van omliggende kwaliteiten; - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- - kleurgebruik is traditioneel. nele bouw; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 65 GEBIED 23 PEIZE - RANDEN EN LINTBEBOUWING

Gebiedsbeschrijving In aansluiting op de oorspronkelijke structuur van het dorp zijn in de loop der jaren de diverse infrastructuurpatronen benut als locatie voor bebouwing. In eerste intantie werden vooral boerderijen gebouwd maar in de loop der jaren kwam een verder invulling met voornamelijk woonhuisbe- bouwing tot stand. Op enkele locaties zoals langs de Gronin- gerweg kwam ook enige bedrijvigheid tot stand. De huidige situatie laat zien dat de linten vooral worden benut als locatie voor wonen. Mede door de aanleg van de rondweg is de bedrijvigheid hier sterk afgenomen en doen zich mogelijkheden voor om de woonfunctie te verruimen.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Het verdient aanbeveling om aandacht te blijven besteden aan het behoud en ontwikkelen van brink- achtige ruimten. Voor het overige worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder welstandsgebied. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

66 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling (conform huidige situatie); waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - doorzichten naar de open ruimten dienen te worden hebben; gerespecteerd; - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn (met kleine te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; onderlinge verspringingen); - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - de oriëntatie van de hoofdvorm en de representatieve duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- gevel is overwegend gericht op de weg; dingen, zorgvuldig vormgegeven goten en dergelijke); - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect erf middels eenvoudige groenaanleg. tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie). Maatvoering/massa - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- Materiaal/kleurgebruik laag met duidelijke kap, twee bouwlagen met kap vormen - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in een uitzondering; aardekleuren en/of hout; - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; dakpannen, die niet passend zijn in een historische omge- - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- ving; vorm niet uitgesloten; - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te zijn - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- ten opzichte van omliggende kwaliteiten; nele bouw; - kleurgebruik is traditioneel. - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 67 GEBIED 24 PEIZE - INBREIDINGEN

Gebiedsbeschrijving De groei langs de oude infrastructuurlijnen van Peize heeft zich geruime tijd voortgezet. Pas rond de jaren dertig kwam hierin verandering doordat de ruimte achter de linten benut ging worden voor woningbouw. Peize kreeg daardoor een meer geconcentreerde vorm. Deze ontwikkeling is goed waarneembaar aan de noordkant van het oude dorp (gebied tussen de Esweg en de Groningerweg). Binnen dit gebied zijn inmiddels enkele locaties herontwik- keld zoals blijkt uit de bouw van woningen aan de Zon- nehof, het appartementengebouw aan de Raadhuisstraat en het bejaardencomplex aan de Woert. De inpassing van dit soort ontwikkelingen vraagt zorgvuldigheid.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en incidenteel wijzigin- gen van de structuur en de bebouwing. Het bestemmings- plan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebouwing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

68 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - merendeels vrijstaande bebouwing; - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling - doorzichten naar de open ruimten dienen te worden waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid gerespecteerd; hebben; - de bebouwing staat in een niet strakke maar wel onderling - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit gerelateerde rooilijn; duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- - de oriëntatie van de representatieve gevel is gericht op de dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); weg; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct erf middels eenvoudige groenaanleg. sprake is van imitatie).

Maatvoering/massa Materiaal/kleurgebruik - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in laag met duidelijke kap, twee of meer bouwlagen met kap aardkleuren en/of hout; dan wel plat vormen een uitzondering; - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- - bijgebouwen zijn ondergeschikt; zichte van omliggende kwaliteiten; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. - kleurgebruik is traditioneel; - hoogglans geglazuurde of daarmee gelijk te stellen dakpan- nen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- eel toepassing mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 69 GEBIED 25 PEIZE - WOONGEBIEDEN SERIEMATIG

Gebiedsbeschrijving In de naoorlogse periode zet de groei van Peize voort. Er wordt een duidelijk planmatigheid geïntroduceerd waar seriematige huizenbouw aan wordt verbonden. Woning- bouw in rijen, twee-onder-een kap en vrijstaande woningen met een redelijk grote onderlinge verwantschap worden gerealiseerd. Opvallend is dat in aansluiting hierop woonwijken ont- staan waarbij de seriematige woningbouw vooral in het binnengebied wordt gerealiseerd terwijl de randen zowel aansluitend op de oude dorpslinten als in de overgang naar het buitengebied, worden benut voor de meer individuele bebouwing. Deze benadering zorgt voor een geleidelijke ruimtelijke overgang. Deze ontwikkeling is vooral aan de noordoostkant van het dorp (omgeving de Es) en Kortland te vinden.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en incidenteel wijzigin- gen van de structuur en de bebouwing. Het bestemmings- plan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebouwing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

70 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria Vorm/gevelopbouw Ligging/situering - bij rijen en/of samenhangende clusters blijven gevels - vrijstaande bebouwing langs de randen van het gebied; verwant; binnen het gebied rijen en/of geclusterde bouw; - detailleringen zijn eenvoudig; - binnen de wijk open ruimten respecteren; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij - de representatieve gevel is gericht op de weg of op de direct sprake is van imitatie). groene ruimte. Materiaal/kleurgebruik Maatvoering/massa - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één tot twee en/of hout; bouwlagen met kap en heeft een duidelijke samenhang - kleurgebruik is modern tot traditioneel met een samen- per cluster of rij; hang per cluster; - de massaopbouw is per cluster/rij in onderlinge samen- - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- hang; pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk - bijgebouwen zijn ondergeschikt; van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bij voorkeur eel toepassing mogelijk. volgens principe van trendsetter;

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 71 GEBIED 26 PEIZE - WOONGEBIEDEN INDIVIDUEEL

Gebiedsbeschrijving Na een periode van de seriematige uitbreidingen ontstaat een geleidelijke verschuiving naar steeds meer individuele woningbouw en differentiatie in vormentaal. De nieuwste uitbreidingen van Peize aan de zuidkant (ten zuiden van de Zuurseweg) laten dat duidelijk zien. De individualisering van het bouwplan maakt het meer dan ooit noodzakelijk dat er een duidelijk en verantwoorde ste- denbouwkundige onderlegger nodig is die de verbindende schakel vormt.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Bij de ontwikkeling van het gebied zijn geen bijzonder kwali- teitseisen toegepast. Delen van het gebied zijn nog voorzien van een globaal bestemmingsplan. Uiteindelijk zal het gehele gebied worden voorzien van een op beheer gericht bestem- mingsplan. Binnen dit gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebouwing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het beheer van de aanwe- zige ruimtelijke kwaliteiten.

72 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - per cluster een samenhang wanneer dit blijkt uit de positie - bij rijen en/of samenhangende clusters blijven gevels van de voorgevel dan wel per cluster een vrijere ligging; verwant; - binnen de wijk open ruimten respecteren; - detailleringen zijn eenvoudig; - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- - de representatieve gevel is gericht op de weg of op de nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct groene ruimte; sprake is van imitatie).

Maatvoering/massa Materiaal/kleurgebruik - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één tot twee - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen bouwlagen met kap; en/of hout - woningen/gebouwen onder plat dak vormen een uitzon- - kleurgebruik is modern tot traditioneel met een samen- dering; hang per cluster; - clustergewijs met individuele massaopbouw dan wel aan - bij de randbebouwing dient het gebruik van opvallende elkaar gerelateerde massaopbouw; lichtgekleurde materialen achterwege te blijven; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- - aan- en uitbouwen zijn mee ontworpen dan wel afge- pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk stemd op het hoofdgebouw (bij vergelijkbare architectuur van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- bij voorkeur volgens principe trendsetter); eel toepassing mogelijk. - bijgebouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 73 GEBIED 27 PEIZE - BEDRIJFSTERREIN

Gebiedsbeschrijving Aan de noordwestkant van Peize is het bedrijfsterrein tot ontwikkeling gekomen. Dit is mede een gevolg van de aan- leg van de rondweg. Op het bedrijfsterrein is een grote mate van verscheidenheid. In alle gevallen zijn de naar de weg toegekeerde gevels opgevat als de meest representatieve delen. Dit uit zich onder meer in de vorm van bedrijfswo- ningen, kantoorgedeelten en representatieve entreepartijen. Ook wordt in een aantal gevallen aandacht besteed aan een groene inpassing. De bebouwing aan de kant van de rond- weg valt het meest op (zichtlocatie) en wordt in een aantal gevallen ook als zodanig uitgebuit.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het gebied is voor het grootste deel bebouwd. Het beleid richt zich met name op beheer van de bestaande situatie en streeft naar een goede ruimtelijke inpassing. Binnen dit gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebouwing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. Het beleid is gericht op het beheer van de aanwe- zige ruimtelijke kwaliteiten.

74 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - bedrijfsgebouwen liggen achter de voorgevelrooilijn van - de hoofdvorm van de bedrijfswoningen bestaat uit een bedrijfswoningen; bouwlaag met duidelijke kap - de representatieve zijde van gebouwen is naar de straat - de bedrijfsgebouwen mogen eenvoudig worden opge- gericht; bouwd, maar hebben aan de straatzijde een duidelijke - opslagruimte aan de straatzijde voorkomen; geleding (bijvoorbeeld door middel van gevelopeningen - langs de randen (dat wil zeggen zichtlocaties) representa- en/of materiaaltoepassingen); tieve bouw en/of zorgvuldige groenaanleg; - gevels van de woonhuizen kennen een evenwichtige en - minder aantrekkelijke functies worden zoveel mogelijk aan goede compositie met een representatieve zijde naar de het oog onttrokken en in ieder geval niet aan de voorzijde straat gekeerd; gesitueerd. - detailleringen mogen eenvoudig blijven; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- Maatvoering/massa nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct - eenvoudige en/of samengestelde bouwmassa’s voor wo- sprake is van imitatie). ningen; bedrijfsgebouwen zijn overwegend eenvoudig; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschik;t Materiaal/kleurgebruik - bijgebouwen niet voor de woningen; - moderne materialen zijn mogelijk; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. - kleurgebruik in gedekte tinten; - bij de randbebouwing dient het gebruik van opvallende lichtgekleurde materialen achterwege te blijven.

.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 75 GEBIED 28 PEIZERMADE - DORP

Gebiedsbeschrijving Peizermade is een lintdorp dat is ontstaan nadat de weg van Peize richting Groningen werd bestraat. Het dorp wordt gekarakteriseerd door vrijstaande bebouwing in de vorm van boerderijen en woonhuizen. De bebouwing staat op enige afstand van de weg. Kenmer- kend voor het dorp is de open structuur en de invloed van het landschap.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- regime. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

76 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering/situering Vorm/gevelopbouw - de vrijstaande bebouwing staat in een onregelmatige - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling, rooilijn, maar op enige afstand van de weg; waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gericht- - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm wordt bepaald heid hebben; door het verloop van de weg en is gericht op de weg; - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - streven naar een dorpse overgang van straat naar particu- duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- lier erf door eenvoudige groenaanleg; dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); - (agrarische) bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw. - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat er Maatvoering/massa direct sprake is van imitatie). - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- laag met duidelijke kap; Materiaal/kleurgebruik - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in nele bouw; aardekleuren en/of hout; - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde - daken met (gebakken) pannen, met uitzondering van hoofdvorm niet uitgesloten; hoogglans geglazuurde of daarmeegelijk te stellen dak- - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) pannen die niet passend zijn in een landelijke omgeving; of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te deel (woongebouw) en bedrijfsdeel; zijn ten opzichte van de omgeving; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt; - kleurgebruik is traditioneel. - bijgebouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 77 GEBIED 29 RODERWOLDE - DORP

Gebiedsbeschrijving Ambitie voor welstand Het wegdorp Roderwolde wordt vanouds bepaald door de Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder agrarische bebouwing. De meeste boerderijen liggen langs welstandsgebied. Het beleid is gericht op handhaving en de huidige Hoofdstraat maar ook langs de Achterste Weg. versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten. Ten Het betrof hier voornamelijk een traditioneel-ambachtelijke aanzien van de uitbreiding geldt een aanduiding als regulier bebouwing in de vorm van boerderijen. In de loop van welstandsgebied. De intentie is om hier de bestaande ruim- de negentiende en twintigste eeuw was sprake van een telijke kwaliteiten te respecteren. verdichting waarbij ook niet-agrarische bebouwing werd gerealiseerd. Het ging hierbij om woningen al of niet in com- binatie met functies zoals winkels of horeca. Van meer recente tijd is de woningbouw in de omgeving Bovenland. Dit gebied krijgt in de komende periode nog een verdere afronding met woningbouw. In dit gebiedsdeel is de verdichting niet ten koste gegaan van de oorspronkelijke structuur en bleef het traditionele bebouwingsbeeld bestaande uit voornamelijk boerderijbe- bouwing dominant. Opvallende bouwwerken zijn de kerk en de molen De Woldzicht.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing.

78 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria kleuren en/of hout; - daken met riet en/of (gebakken) pannen (hoogglans geglazuurde Ligging/situering en daarmee gelijk te stellen pannen zijn vaak niet passend in hun - de nieuwbouw buiten het oude lint staat in een duidelijke rooilijn; omgeving; afhankelijk van de ligging en de dominantie van het - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm in het oude lintwordt dakvlak is toepassing mogelijk); bepaald door het verloop van de straat; - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te zijn ten - streven naar dorpse overgang van straat naar particulier erf door opzichte van omliggende kwaliteiten; eenvoudige groenaanleg; - kleurgebruik is traditioneel. - (agrarische) bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw. Aanvullende criteria bijzonder welstandsregime

Maatvoering/massa Ligging/situering - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouwlaag met - de overwegend vrijstaande bebouwing in het wegdorp staat in duidelijke kap; een onregelmatige rooilijn; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voorkeur op Maatvoering/massa het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; Vorm/gevelopbouw - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditionele - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeelte laag bouw; en is de gevelcompositie eenvoudig; - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofdvorm - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit duidelijke niet uitgesloten; dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhoudingen, zorgvuldig Vorm/gevelopbouw vormgegeven goten etcetera); - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling waarbij - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect tonen de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid hebben; voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat er direct sprake is van Materiaal/kleurgebruik imitatie). - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen pannen, die Materiaal/kleurgebruik niet passend zijn in een historische omgeving. - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in aarde-

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 79 GEBIED 30 NIETAP - CENTRUM EN LINTBEBOUWING

Gebiedsbeschrijving Nietap is tot ontwikkeling gekomen als handelsdorp op de grens met de provincie Groningen. Het dorp kent in tegen- stelling tot de andere dorpen in de gemeente Noordenveld nauwelijks een agrarisch bebouwingsbeeld. Het betrof vooral woningen, winkels en café’s. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw was sprake van een verdichting langs de doorgaande wegen naar Roden en in latere instantie richting het Roderveld. De verdichting betreft vooral woonhuisbebouwing.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Nieuwe ontwikkelingen worden verwacht op de locaties Thedema en Rottinghuis en het voormalige borgterrein.

Ambitie voor welstand Voor het centrum en het oude lint richting Roden geldt een aanduiding als bijzonder welstandsgebied. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten. Het lint richting Roderveld is aange- wezen als regulier welstandsgebied.

80 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Materiaal/kleurgebruik - vrijstaande bebouwing; - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in - streven naar bouwen in bestaande rooilijn; rode tinten en/of hout; - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm wordt bepaald - daken met (gebakken) pannen, met uitzondering van hoog- door het verloop van de straat; glans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen pannen die - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier niet passend zijn in een historische omgeving; erf middels eenvoudige groenaanleg. - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te zijn ten opzichte van omliggende kwaliteiten; Maatvoering/massa - het kleurgebruik is traditioneel. - de hoofdvorm van de woningen bestaat uit één of twee bouwlagen met duidelijke kap; - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) Aanvullende criteria bijzonder welstandsregime of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; Maatvoering/massa - in hoekistuaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- vorm niet uitgesloten; laag met duidelijke kap; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; Vorm/gevelopbouw - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gericht- Vorm/gevelopbouw heid hebben. - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie).

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 81 GEBIED 31 NIETAP - WOONGEBIEDEN

Gebiedsbeschrijving Aan de zuidkant van Nietap is achter het bestaande lint een nieuwbouwontwikkeling op gang gekomen. Een deel daar- van is als min of meer seriematige bebouwing ontwikkeld terwijl ook een deel meer individuele woningbouw omvat. Zeer recent is een individuele woningbouwontwikkeling op gang gekomen langs Nienoordshaven. De verscheidenheid in architectuur is hier vrij groot waarbij over het algemeen een bijzondere vormgeving is nagestreefd.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en incidenteel wijzigen van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebouwing.

Ambitie voor welstand Ten aanzien van de uitbreiding geldt een aanduiding als re- gulier welstandsgebied. De intentie is om hier de bestaande ruimtelijke kwaliteiten te respecteren.

82 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - in rijen en vrijstaand; - bij rijen en/of samenhangende clusters blijven gevels - binnen de wijk open ruimten respecteren; verwant; - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; - detailleringen zijn overwegend eenvoudig maar met name - de representatieve gevel is gericht op de weg. in de omgeving Nienoordshaven zeer verzorgd; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect Maatvoering/massa tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één tot twee meteen sprake is van imitatie). bouwlagen; - de massaopbouw is per cluster/rij in onderlinge samen- Materiaal/kleurgebruik hang behoudens de woningen aan Nienoordshaven die - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen een grotere onderlinge verscheidenheid kennen; en/of hout; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; - omgeving Nienoordshaven ook combinaties met modern - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bij voorkeur materiaalgebruik; volgens principe van trendsetter. - het kleurgebruik is modern tot traditioneel (samenhang per cluster).

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 83 GEBIED 32 ALTENA - DORP

Gebiedsbeschrijving Altena is een relatief jong dorp dat is ontstaan in samenhang met de veldontginningsactiviteit in de directe omgeving. Bin- nen het patroon van verspreidliggende boerderijen kwam hier een concentratie van met name woningbouw tot stand. Geleidelijk aan is er een uitbreiding en verdichting tot stand gekomen.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en incidenteel wijzigen van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen het gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht.

Ambitie voor welstand Voor dit gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied. gericht op het respecteren en handhaven van de basiskwaliteit van het gebied.

84 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de oriëntatie van de representatieve gevel is gericht op de - bij rijen en/of samenhangende clusters blijven gevels weg; verwant. - streven naar dorpse overgang van straat naar particulier erf door eenvoudige groenaanleg. Materiaal/kleurgebruik - traditioneel materiaal- en kleurgebruik domineert; Maatvoering/massa - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in - de hoofdvorm bestaat uit één bouwlaag met duidelijke kap aardekleuren; en heeft een duidelijke samenhang per cluster of rij; - daken met gebakken pannen; hoogglans geglazuurde en - bijgebouwen zijn ondergeschikt; daarmee gelijk te stellen pannen zijn vaak niet passend in - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bij voorkeur hun omgeving; afhankelijk van de dominantie en de ligging volgens principe van trendsetter. van het dakvlak is toepassing mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 85 GEBIED 33 LIEVEREN - DORP

Gebiedsbeschrijving Lieveren wordt bepaald door de ligging van de essen. In aansluiting op het patroon van paden en wegen bouwde men een aantal boerderijen. Kleine brinkachtige situaties waren het gevolg.. Het betrof hier voornamelijk kleinschalige en traditioneel-ambachtelijke bebouwing. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw was sprake van een bescheiden verdichting waarbij ook niet-agrarische bebou- wing werd gerealiseerd. Dit gebeurde vooral langs de weg naar Roden. In dit gebiedsdeel is de verdichting niet ten koste gegaan van de oorspronkelijke structuur en bleef het traditionele bebouwingsbeeld bestaan uit voornamelijk boerderijbebou- wing en een vedichting met woonbebouwing.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder wel- standsgebied waarbij het accent ligt op de oude dorpskern. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

86 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling (conform huidige situatie); waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn; hebben; - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eenduidig - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- ten opzichte van elkaar maar wordt bepaald door de posi- te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; tie van de entree (bij een boerderij veelal de baanderdeur); - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- erf middels hagen of eenvoudige groenaanleg; dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); - (agrarische) bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw. - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake Maatvoering/massa is van imitatie). - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- laag met duidelijke (en langgerekte) kap; Materiaal/kleurgebruik - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief aardekleuren en/of hout; deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen vorm niet uitgesloten; dakpannen, die niet passend zijn in een historische omge- - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- ving; nele bouw; - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- zichte van omliggende kwaliteiten; keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - kleurgebruik is traditioneel. - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 87 GEBIED 34 RODERESCH - DORP

Gebiedsbeschrijving Roderesch bestond in de negentiende eeuw uit een aantal boerderijen. In de tweede helft van de eeuw kwam er een geleidelijke verdichting op gang. Deze verdichting is in de twintigste eeuw doorgezet. Kenmerkend is dat de oude bebouwing hoofdzakelijk langs de Hoofdweg is gelegen. Aan de zuidkant is uiteindelijk een bescheiden uitbreiding tot stand gekomen. Vanwege het kleinschalige karakter van deze uitbreiding toont dit gebied zich als een woongebied met een individueel getinte woon- bebouwing.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de oorspronkelijke structuur en daarin gelegen bebouwing. Het uitbreidingsgebied kent een vrij eenvoudige opzet en is minder bepalend voor de herkenbaarheid van het dorp. Binnen dit gebied worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebouwing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt ten aanzien van de oude dorpskern een aanduiding als bijzonder welstandsgebied waarbij het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten. Ten aanzien van de uit- breiding geldt een aanduiding als regulier welstandsgebied gericht op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

88 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria - nieuwe invullingen kunnen anders, mits ze respect tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake Ligging/situering is van imitatie). - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn; - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eendui- Materiaal/kleurgebruik dig ten opzichte van elkaar maar wordt bepaald door de - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in positie van de entree (bij een boerderij veelal de baander- aardekleuren en/of hout; deur); - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering - in het uitbreidingsgebied is een duidelijke onderlinge van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stel- samenhang van kracht; len dakpannen die niet passend zijn in een historische - de representatieve gevel is gericht op de weg; omgeving; - streven naar een dorpse overgang van straat naar particu- - afwijkende materialen en kleuren dienen respectvol te lier erf middels eenvoudige groenaanleg. zijn ten opzichte van omliggende kwaliteiten; - kleurgebruik is traditioneel. Maatvoering/massa Aanvullende criteria bijzonder welstandsregime - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- laag met duidelijke (en langgerekte) kap; Ligging/situering - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- - de bebouwing van de oorspronkelijke structuur dient min of nele bouw; meer vrij in de ruimte te liggen (conform huidige situatie); - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- Maatvoering/massa keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; Vorm/gevelopbouw - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofdvorm - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsge- niet uitgesloten; deelte laag en is de gevelcompositie eenvoudig; Vorm/gevelopbouw - detailleringen zijn eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling waarbij duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid hebben. dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera);

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 89 GEBIED 35 LANGELO - DORP

Gebiedsbeschrijving Ambitie voor welstand Langelo wordt gekarakteriseerd door de brinkenstructuur. Voor de oude dorpskern geldt een aanduiding als bijzonder Aan de centrale brink liggen de meeste boerderijen. Vanuit welstandsgebied. Het beleid is gericht op handhaving en dit centrum zijn een aantal nieuwe brinkachtige ruimten versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten. Ten ontstaan. Het betrof hier voornamelijk kleinschalige en aanzien van de uitbreiding van Langelo geldt een aanduiding traditioneel-ambachtelijke bebouwing in de vorm van boer- als regulier welstandsgebied. derijen. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw was sprake van een verdichting waarbij ook niet-agrarische bebouwing werd gerealiseerd. Dit gebeurde vooral langs de doorgaande weg van Norg naar Roden. Aan de westkant van het dorp is een kleinschalige nieuwe ontwikkeling op gang gekomen met enige nieuwbouw. In dit gebiedsdeel is de verdichting niet ten koste gegaan van de oorspronkelijke structuur en bleef het traditionele bebouwingsbeeld bestaan uit voornamelijk boerderijbebou- wing.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing.

90 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake is van imitatie). Ligging/situering - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen (con- Materiaal/kleurgebruik form huidige situatie); - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in aarde- - de nieuwbouw buiten de dorpskern staat in een duidelijke rooilijn; kleuren en/of hout; - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eenduidig ten - In het reguliere welstandsgebied bij voorkeur daken met riet opzichte van elkaar maar wordt bepaald door de positie van de en/of gebakken pannen, waarbij afwijkende dakbedekking in entree (bij een boerderij veelal de baanderdeur); harmonie moet zijn met de omgeving; hoogglans geglazuurde en - (agrarische) bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw; daarmee gelijk te stellen pannen zijn vaak niet passend in hun - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier erf omgeving; afhankelijk van de dominantie en de ligging van het middels hagen of eenvoudige groenaanleg. dakvlak is toepassing eventueel mogelijk; - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten opzichte van Maatvoering/massa omliggende kwaliteiten; - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouwlaag met - kleurgebruik is traditioneel. duidelijke kap; Aanvullende criteria bijzonder welstandsregime - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief deel (woonhuis) Ligging/situering en bedrijfsdeel; - de bebouwing in de oude dorpskern staat in een onregelmatige - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofdvorm rooilijn; niet uitgesloten; Maatvoering/massa - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voorkeur op - de hoofdvorm wordt bepaald door één bouwlaag met lang- het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); gerekte kap; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditionele bouw; Vorm/gevelopbouw Vorm/gevelopbouw - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeelte laag - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling waarbij en is de gevelcompositie eenvoudig; de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid hebben; - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit duidelijke - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering van dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhoudingen, zorgvuldig hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen pannen die vormgegeven goten en dergelijke); niet passend zijn in een historische omgeving.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 91 GEBIED 36 STEENBERGEN - DORP

Gebiedsbeschrijving Steenbergen, gelegen nabij een gelijknamige hunebed, bestaat vanouds uit een aantal bij elkaar gelegen boerderijen. Het betrof hier voornamelijk kleinschalige en traditioneel- ambachtelijke bebouwing in de vorm van boerderijen. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw was sprake van enige verdichting waarbij ook niet-agrarische bebouwing werd gerealiseerd. Langs de Markeweg heeft dat geleid tot enige woningbouw. In dit gebiedsdeel is de oorspronkelijke structuur en het traditionele bebouwingsbeeld bestaande uit voornamelijk boerderijen dominant.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder wel- standsgebied waarbij de klemtoon ligt op de oude dorps- kern. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

92 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling (conform huidige situatie); waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gericht- - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn; heid hebben; - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eenduidig - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsge- ten opzichte van elkaar maar wordt bepaald door de posi- deelte laag en is de gevelcompositie eenvoudig; tie van de entree (bij een boerderij veelal de baanderdeur); - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- erf middels hagen of eenvoudige groenaanleg; dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); - (agrarische) bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw. - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake Maatvoering/massa is van imitatie). - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- laag met duidelijke (en langgerekte) kap; Materiaal/kleurgebruik - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief rode tinten en/of hout; deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; - daken van hoofdgebouwen met riet en/of gebakken - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- pannen, met uitzondering van hoogglans geglazuurde en vorm niet uitgesloten; daarmee gelijk te stellen dakpannen die niet passend zijn - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- in een historische omgeving; nele bouw; - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- zichte van omliggende kwaliteiten; keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - kleurgebruik is traditioneel. - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 93 GEBIED 37 EEN - LINTBEBOUWING

Gebiedsbeschrijving Het esdorp Een bestond aanvankelijk uit enkele bij elkaar ge- legen boerderijen. Aan de noordkant vormden deze boerde- rijen een brinkachtige ruimte terwijl in zuidelijke richting een meer lintachtige structuur van boerderijbebouwing ontstond. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw was sprake van een verdichting waarbij ook niet-agrarische be- bouwing werd gerealiseerd. Dit gebeurde vooral ten westen van de Hoofdweg (zie gebiedsdeel 37). In dit gebiedsdeel is de verdichting niet ten koste gegaan van de oorspronkelijke structuur en bleef het traditionele bebouwingsbeeld bestaan uit voornamelijk boerderijbebou- wing.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing.

Ambitie voor welstand Voor de oude dorpsbebouwing overwegend aan de west- zijde van de Hoofdstraat geldt een aanduiding als bijzonder welstandsgebied. De lintbebouwing aan de oostzijde van de Hoofdstraat kent een aanduiding als regulier welstandsge- bied. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

94 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen Ligging/situering voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te lig- is van imitatie). gen (conform huidige situatie); - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn; Materiaal/kleurgebruik - de bebouwing staat voornamelijk met de nokrichting - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in haaks op de weg; aardekleuren en/of hout; - streven naar een dorpse overgang van straat naar particu- - daken van riet en/of gebakken pannen, met uitzondering lier erf middels hagen of eenvoudige groenaanleg; van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen - (agrarische) bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw. pannen die niet passend zijn in een historische omgeving; - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- Maatvoering/massa zichte van omliggende kwaliteiten; - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- - kleurgebruik is traditioneel. laag met duidelijke (en langgerekte) kap; Aanvullende criteria bijzonder welstandsregime - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) Ligging/situering of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eendui- deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; dig ten opzichte van elkaar maar wordt bepaald door - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde de positie van de entree (bij een boerderij veelal de hoofdvorm niet uitgesloten; baanderdeur); - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- Maatvoering/massa keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - de hoofdvorm wordt bepaald door één bouwlaag met - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. langgerekte kap; - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditi- Vorm/gevelopbouw onele bouw; - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- Vorm/gevelopbouw te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; - in bestaande gevels binnen het bijzondere welstands- - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit regime domineert de traditionele indeling waarbij de duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid hebben.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 95 GEBIED 38 EEN - WOONGEBIED

Gebiedsbeschrijving De uitbreiding met voornamelijk woonhuizen en enkele andersoortige gebouwen vond plaats ten oosten van de Hoofdweg. In eerste instantie betrof het een typische Inter- bellum architectuur, daarna volgde een meer seriematige woningbouw van rond de Tweede Wereldoorlog. Uitein- delijk zijn diverse woningen en bouwwerken in de tweede helft van de twintigste eeuw gebouwd. In tegenstelling tot een aantal andere dorpen in de ge- meente Noordenveld heeft de groei van Een niet zo zeer geleid tot een verdergaande verdichting van het agrarische bebouwingspatroon als wel tot het ontwikkelen van een woongebied met een duidelijk dorps karakter.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op het respecteren van de bestaande structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied waarbij de klemtoon ligt op het respecteren van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

96 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling - de oriëntatie van de representatieve gevel is gericht op de waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid weg; hebben; - streven naar dorpse overgang van straat naar particulier erf - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit door eenvoudige groenaanleg. duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); Maatvoering/massa - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake laag met duidelijke kap en is per cluster van vergelijkbare is van imitatie). aard; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; Materiaal/kleurgebruik - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in aardekleuren en/of hout; - samenhang per cluster in materiaalgebruik; afwijkende ma- terialen dienen respectvol te zijn ten opzichte van omlig- gende kwaliteiten; - kleurgebruik is traditioneel; - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- eel toepassing mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 97 GEBIED 39 PEEST - DORP

Gebiedsbeschrijving Peest is een kleinschalig dorp waar de ambachtelijk tra- ditionele boerderijbebouwing het beeld domineert. De boerderijen staan vrij in de ruimte en zijn op verschillende manieren georiënteerd op de straat. Op sommige plekken ontstaan brinkachtige ruimten. Opvallend is de aanwezig- heid van een vrij royale overtuin met dobbe. In dit gebiedsdeel is nauwelijks sprake van verdichting. De oorspronkelijke structuur en het traditionele bebouwings- beeld bestaande uit voornamelijk boerderijbebouwing is daardoor blijven bestaan.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder welstandsgebied. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

98 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling (conform huidige situatie); waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn; hebben; - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eenduidig - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- ten opzichte van elkaar maar wordt bepaald door de posi- te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; tie van de entree (bij een boerderij veelal de baanderdeur); - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen - streven naar een dorpse overgang van straat naar particulier voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake erf middels hagen of eenvoudige groenaanleg; is van imitatie); - (agrarische) bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw. - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- Maatvoering/massa dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera). - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- laag met duidelijke (en langgerekte) kap; Materiaal/kleurgebruik - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief aardekleuren en/of hout; deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; - daken met riet en/of gebakken pannen met uitzondering - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen vorm niet uitgesloten; dakpannen die niet passend zijn in een historische omge- - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- ving; nele bouw; - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- zichte van omliggende kwaliteiten; keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - kleurgebruik is traditioneel. - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 99 GEBIED 40 ZUIDVELDE - DORP

Gebiedsbeschrijving Zuidvelde wordt gekarakteriseerd door de brinkenstructuur en de daaraan gelegen boerderijen. Vanuit dit centrum zijn langs de diverse wegen, met name langs de doorgaande Asserweg, nieuwere boerderijen gebouwd. Eigenlijk is nau- welijks sprake van andersoortige bebouwing. Alleen aan de noordzijde van het dorp is enige woonbebouwing tot stand gekomen zoals blijkt aan de Peesterweg. In het dorp is, behoudens de bebouwing aan de Peesterweg, de oorspronkelijke structuur en de daaraan gelegen bebou- wing nog duidelijk aanwezig.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing. Het dorp is aangewezen als beschermd dorpsgezicht.

Ambitie voor welstand Het gebied is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Op grond daarvan geldt een aanduiding als bijzonder welstands- gebied.. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

100 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling (conform huidige situatie); waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn, behou- hebben; dens de woningen langs de Peesterweg; - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eenduidig te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; ten opzichte van elkaar maar wordt bepaald door de posi- - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit tie van de entree (bij een boerderij veelal de baanderdeur); duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- - overgang van openbaar naar particulier erf is eenvoudig dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); bijvoorbeeld middels gras en/of eenvoudige hekwerken - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen of hagen; voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake - (agrarische) bijgebouwen worden zorgvuldig ingepast en is van imitatie). zijn niet dominant. Materiaal/kleurgebruik Maatvoering/massa - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- aardekleuren en/of hout; laag met duidelijke (en langgerekte) kap; - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief dakpannen die niet passend zijn in een historische omge- deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; ving; - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- vorm niet uitgesloten; zichte van omliggende kwaliteiten; - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- - het kleurgebruik is traditioneel. nele bouw; - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 101 GEBIED 41 WESTERVELDE - DORP

Gebiedsbeschrijving Westervelde wordt gekarakteriseerd door de brinkenstruc- tuur en de daaraan gelegen boerderijen. Vanuit dit centrum zijn langs de diverse wegen, met name langs de doorgaande weg, nieuwere boerderijen gebouwd. Bijzonder is de bouw van twee grote boerderijcomplexen aan de zuidkant van het dorp. Met name aan de noordwestelijke kant van het dorp heeft zich een bescheiden verdichting voorgedaan. Naast enkele nieuwe boerderijen zijn daarbij ook woonhuizen en een school gerealiseerd. In het dorp is de oorspronkelijke structuur en de daaraan gelegen bebouwing duidelijk dominant.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Binnen dit gebied worden geen opval- lende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebou- wing. Het dorp is aangewezen als beschermd dorpsgezicht.

Ambitie voor welstand Het gebied is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Op grond daarvan geldt een aanduiding als bijzonder welstands- gebied. De klemtoon ligt op de oude dorpskern. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten.

102 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de bebouwing dient min of meer vrij in de ruimte te liggen - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling (conform huidige situatie); waarbij de gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - de bebouwing staat in een onregelmatige rooilijn; hebben; - de oriëntatie/richting van de hoofdvorm is niet eenduidig - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- ten opzichte van elkaar maar wordt bepaald door de posi- te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; tie van de entree (bij een boerderij veelal de baanderdeur); - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - overgang van openbaar naar particulier erf is eenvoudig duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- bijvoorbeeld middels gras en/of eenvoudige hekwerken dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera); of hagen; - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen - (agrarische) bijgebouwen worden zorgvuldig ingepast en voor de omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake zijn niet dominant. is van imitatie).

Maatvoering/massa Kleur-/materiaalgebruik - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één bouw- - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in laag met duidelijke (en langgerekte) kap; aardekleuren en/of hout; - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen deel (woonhuis) en bedrijfsdeel; dakpannen die niet passend zijn in een historische omge- - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofd- ving; vorm niet uitgesloten; - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- zichte van omliggende kwaliteiten; nele bouw; - kleurgebruik is traditioneel. - bijgebouwen zijn ondergeschikt; bij boerderijen bij voor- keur op het achtererf (tenzij het een stookhok betreft); - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 103 GEBIED 42 VEENHUIZEN

Gebiedsbeschrijving Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Veenhuizen is zowel in historische als in ruimtelijke zin een Veenhuizen is een bijzonder waardevol gebied. Het streven bijzonder gebied. Het streng geometrische patroon van is daarom om bij functionele en/of ruimtelijke ontwikke- Veenhuizen is een erfenis van de Maatschappij van Wel- lingen aan te sluiten op de bestaande kwaliteiten van het dadigheid. Deze organisatie startte in 1818 met de bouw gebied. Het beleid is gericht op handhaving en versterking van drie gestichtsgebouwen. In deze gebouwen werden van de ruimtelijke structuur en de bebouwing. Het bestem- wezen en landlopers geplaatst. Deze mensen moesten het mingsplan houdt hier rekening mee. Het gebied is recen- land in ontginning brengen en werden tewerkgesteld op de telijk aangewezen als beschermd dorpgezicht. Voor het landbouwbedrijven. gebied is een uitwerkingsparagraaf (beeldkwaliteitsplan) bij In latere tijd werd Veenhuizen overgenomen door het Rijk. het bestemmingsplan opgesteld onder de titel ‘De trots van Geleidelijk aan transformeerde Veenhuizen tot een strafin- Veenhuizen’. De beeldkwaliteitseisen uit ‘De trots van Veen- richting. Ten behoeve van deze functie werd in de negen- huizen’ zijn in de welstandscriteria voor dit gebied verwerkt. tiende een groot aantal gebouwen gerealiseerd, waarbij In de bijlage is dit beeldkwaliteitsplan ook opgenomen. min of meer in het centrum van het gebied een clustering plaatsvond. In aansluiting hierop is in de tweede helft van de Ambitie voor welstand twintigste eeuw een verdere woningbouwontwikkeling tot Het gebied is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Op stand gekomen. Het betreft hier hoofdzakelijk seriematige grond daarvan geldt voor een groot deel van het gebied een woningbouw. aanduiding als bijzonder welstandsgebied. De klemtoon ligt Aan het eind van de twintigste eeuw heeft het Rijk een daarbij op de authentieke bebouwing van de Maatschappij sterke koerswijziging voor het gebied ingevoerd. De be- van Weldadigheid en Justitie. Nieuwe ontwikkelingen heb- heerssituatie en de eigendomssituatie binnen het gebied is ben de bestaande kwaliteit als uitgangspunt en overheersen hierdoor sterk aan verandering onderhevig. Tegelijkertijd is niet. het besef gegroeid dat Veenhuizen een bijzonder waardevol De recenter gerealiseerde en meer seriematige woningbouw gebied is. Het streven is daarom om bij functionele en/of in het dorp Veenhuizen kent een aanduiding als regulier ruimtelijke veranderingen zoveel mogelijk aan te sluiten op welstandsgebied. de bestaande kwaliteiten van het gebied.

(Deelgebied Veenhuizen, regulier welstandsgebied. Het omringende gebied valt onder het bijzondere welstandsregime. Zie daarvoor de welstandskaart 1-2 zuid)

104 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering - nieuwe invullingen kunnen anders mits ze respect tonen voor de - de bebouwing staat in een duidelijke rooilijn; omliggende kwaliteiten (zonder dat direct sprake is van imitatie). - de bebouwing staat evenwijdig of haaks op de weg; - oriëntatie en representatieve gevel zijn gericht op de weg; Materiaal/kleurgebruik - streven naar dorpse overgang van straat naar particulier erf mid- - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen en/of hout; dels eenvoudige groenaanleg. - kleurgebruik is traditioneel; - daken met gebakken pannen en bedrijfsgedeelten van sommige Maatvoering/massa boerderijen met riet; uitgezonderd zijn hoogglans geglazuurde en - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap); daarmee gelijk te stellen dakpannen, die niet passend zijn in een - de hoofdvorm dient te worden bepaald door één tot twee bouw- historische omgeving. lagen met duidelijke kap en is per cluster van vergelijkbare aard; - de hoofdvorm dient te zijn gebaseerd op de meest rechthoekige Aanvullende criteria bijzonder welstandsregime grondvormen; - in hoeksituaties of hoekligging is een samengestelde hoofdvorm Ligging/situering niet uitgesloten; - concentratie van gebouwen rond gestichtsgebouwen en rond - spreiding en herhaling van types bij boerderijen; kerk; - bijgebouwen zijn ondergeschikt, vrijstaand en achter het hoofd- Maatvoering/massa gebouw; - diversiteit in hoofdmassa bij dienstgebouwen; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en bij voorkeur volgens - grote symmetrische bouwvormen bij belangrijke functies (bij- principe van trendsetter. zonder welstandsregime); Vorm/gevelopbouw Vorm/gevelopbouw - rijke gevelopbouw en detaillering bij belangrijke functies; - per rij/cluster bestaat een duidelijke onderlinge verwantschap; - houten dakkapellen, goten en windveren zijn bepalende ac- - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling en de centen; symmetrische opzet waarbij de gevelopeningen vooral een verti- Materiaal/kleurgebruik cale gerichtheid hebben; - bij bijzondere panden ook pleisterwerk; - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit duidelijke - standkleuren: groen bij deuren en/of luiken; witte tinten (Bent- dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhoudingen, zorgvuldig heimer geel) voor goten en kozijnen en raamroeden. vormgegeven goten etcetera);

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 105 GEBIED 43 RECREATIE

Gebiedsbeschrijving Een opvallende ontwikkeling in de omgeving van de gemeente Noordenveld betreft die van de recreatie. De aantrekkelijkheid van het landschap en het bosrijke gebied heeft hiervoor gezorgd. Dit heeft geleid tot plekken waar sprake is van een duidelijke ruimtelijke impact van de recreatiesector. Meest kenmer- kend is dat aan weerszijden van de Langeloërweg en de Donderseweg bij Norg waar bospercelen zijn benut voor de bouw van recreatiewoningen. Ook zijn er enkele horeca- en speelvoorzieningen aangelegd. Daarnaast zijn twee gebieden in de omgeving van Steenbergen als recreatiegebied tot ontwikkeling gekomen.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op het beheer van de structuur en de bebouwing. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee. Mogelijk zullen zich, gelet op de ouderdom van sommige woningen, in de komende periode aanpassingen voordoen.

Ambitie voor welstand Voor het gebied geldt een aanduiding als regulier welstands- gebied.

106 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - vrijstaande gebouwen in een vrije setting; - gevels kennen een recreatieve uitstraling door eenvoudige - zorgvuldige inpassing in natuurlijke omgeving met respect opbouw en detaillering; voor de aanwezige beplanting; - de recreatieve uitstraling komt ook tot uiting in de sterke - natuurlijke overgang tussen eigen erf en openbaar gebied; relatie tussen binnen en buiten (woonruimte - terras); - de recreatie-voorzieningen (horeca en speeltuin) mogen - detailleringen zijn overwegend eenvoudig maar kunnen op zich ‘tonen’. sommige punten zorgen voor verlevendiging; - nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect to- Maatvoering/massa nen voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct - kleinschalige en overwegend eenvoudige bouwmassa’s; sprake is van imitatie). - de bijzondere functies vormen uitzondering en kennen een meer complexmatige opbouw; Materiaal/kleurgebruik - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt; - alle gevels voor het grootste deel van hout of houtachtige - geen bijgebouwen of overkappingen. materialen; - kleurgebruik is traditioneel dan wel in donkere tinten; - hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen dak- pannen zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk van de ligging en de dominantie van het dakvlak is eventu- eel toepassing mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 107 GEBIED 44 BUITENGEBIED - oude veldontginningen (I)

Gebiedsbeschrijving gen op bestaande erven zijn aanvullende welstandscriteria De oude veldontginningen worden landschappelijk ge- opgesteld in paragraaf 4.4. Voor het overige worden geen vormd door de zandruggen binnen de gemeente Noorden- grootscheepse veranderingen verwacht. veld. Op deze hoger liggende zandruggen vond de eerste bebouwing plaats. Ambitie voor welstand Typerend voor dit landschap is de relatief weinig verspreid Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder wel- liggende bebouwing. Feitelijk beperkt dit zich tot enkele standsgebied waarbij de klemtoon ligt op handhaving en boerderijen en/of woningen langs de doorgaande wegen. versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten. Het merendeel van de woningen en boerderijen ligt bij elkaar in dorpen of gehuchten rond een brink. De oorspronkelijke boerderijbebouwing in de esdorpen is meestal van het hallehuistype, dat kenmerkend is voor het Drentse zandgebied. Dit traditionele boerderijtype wordt gekenmerkt door een stelsel van vrijstaande gebinten. De gebintconstructie draagt het dak. Opvallend zijn de grote dakvlakken met riet. In de laatste jaren is steeds meer de trend waarneembaar dat de oorspronkelijke boerderijen binnen hun bestaande vorm worden getransformeerd naar woonhuizen.

Beleid, waardebepaling en ambitie Het beleid is in hoofdlijnen gericht op handhaving en ver- sterking van de structuur en bebouwing. Het bestemmings- plan houdt hier rekening mee. Met name de boerderijen zijn typerend voor de streek. Veel panden zijn cultuurhistorisch waardevol. Sommigen zijn aangewezen als monument. Ten aanzien van de gesignaleerde trend tot verbouw van boerderijen tot woningen dan wel nieuwbouw van wonin-

108 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - bebouwing meest geclusterd in dorpen, verspreid liggende - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling, bebouwing is beperkt; waarbij gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - binnen clusters meer vrije ligging van de bebouwing, waar- hebben; bij de oriëntatie/richting van de hoofdvorm wordt bepaald - bij boerderijen zijn de (langs)gevels van het bedrijfsgedeel- door de positie van de entree (bij een boerderij veelal de te laag en is de gevelcompositie eenvoudig; baanderdeur); - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - verspreid liggende bebouwing ligt vrij in de ruimte (con- duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- form huidige situatie); dingen, zorgvuldig vormgegeven goten etcetera). - streven naar een goede overgang van straat naar particulier erf middels hagen of eenvoudige groenaanleg; Materiaal/kleurgebruik - bijgebouwen liggen achter hoofdgebouw; - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in - bijzondere complexen kunnen afwijken. aardekleuren en/of hout; - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering Maatvoering/massa van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen - hoofdvorm bestaat uit één bouwlaag met duidelijke, lang- dakpannen die niet passend zijn in een landelijke omge- gerekte kap; ving; - geen van origine gebiedsvreemde hoofdvorm; - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap) zichte van omliggende kwaliteiten; of kent een duidelijk onderscheid tussen representatief - het kleurgebruik is traditioneel. deel en bedrijfsdeel; - de vormbehandeling is geënt op de ambachtelijk-traditio- nele bouw; bijzondere locaties kunnen hiervan afwijken en hebben een moderne uitstraling; - bijgebouwen zijn ondergeschikt en bij boerderijen bij voorkeur op het achtererf; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 109 GEBIED 44 BUITENGEBIED - laagveenontginningen (II)

Gebiedsbeschrijving Ten aanzien van de gesignaleerde trend tot verbouw van In het noordelijk deel van de gemeente Noordenveld ligt boerderijen tot woningen dan wel nieuwbouw van wonin- het landschap van de laagveenontginningen. Kenmerkend gen op bestaande erven zijn aanvullende welstandscriteria voor dit landschap zijn de wegdorpen op de iets hoger lig- opgesteld in paragraaf 4.4. Voor het overige worden geen gende zandruggen vanwaar de omgeving is ontgonnen. Hier- grootscheepse veranderingen verwacht. bij kunnen de lintbebouwingen van , Roderwolde en Peizermade worden genoemd. Ambitie voor welstand Verspreid liggende bebouwing komt weinig voor, wel her Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder wel- en der in kleine clusters. In de bouwstijl zijn duidelijk de standsgebied waarbij de klemtoon ligt op handhaving en Groninger invloeden merkbaar. Grote kop-rompboerderijen versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten. en boerderijen van het krimpentype zijn veel voorkomend in dit noordelijk deel. Hoewel er meerdere varianten zijn, is er een duidelijk onderscheid tussen woonhuis en schuur. Karakteristiek is de veelgebruikte rode baksteen. De schuren zijn veelal gedekt door een rietkap of zijn bij de jongere boerderijen belegd met gebakken pannen.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is in hoofdlijnen gericht op handhaving en ver- sterking van de structuur en bebouwing. Het bestemmings- plan houdt hier rekening mee. Met name de boerderijen zijn typerend voor de streek. Veel panden zijn cultuurhistorisch waardevol. Sommige zijn aangewezen als monument of opgenomen op de provinci- aal-gemeentelijke rietdakenlijst.

110 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - bebouwing meest als lintdorpen langs wegen of als kleine - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling, clusters; waarbij gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid - bij clustergewijze bebouwing is sprake van een duidelijke hebben; rooilijn; - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - de representatieve gevel is georiënteerd op de weg duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- - bijgebouwen teruggelegen ten opzichte van hoofdge- dingen, zorgvuldig vormgegeven goten en dergelijke); bouw; - boerderijen met Groninger invloeden (krimpentype) ken- - erfinrichting maakt een duidelijk onderscheid tussen een nen soms een rijke versiering en detaillering; representatief deel behorend bij het woonhuis en een - nieuwe invullingen kunnen anders, mits ze respect tonen bedrijfsgedeelte; voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct - bijzondere complexen kunnen afwijken. sprake is van imitatie).

Maatvoering/massa Materiaal/kleurgebruik - de hoofdvorm bestaat uit één bouwlaag met duidelijke - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen, kap; vaak in opvallend rode kleurstelling, en/of hout; - geen van origine gebiedsvreemde hoofdvorm; - bij voorkeur daken met riet en/of gebakken pannen, met - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap); uitzondering van hoogglans geglazuurde en daarmee - bij boerderijen is een duidelijk onderscheid tussen woon- gelijk te stellen pannen, die niet passend zijn in een lan- huis en bedrijfsgedeelte onder andere door afzonderlijke delijke omgeving; vormgeving, verschil in nokhoogte en massaopbouw; - afwijkende dakbedekking moet in harmonie zijn met de - bijgebouwen zijn ondergeschikt en bij boerderijen bij omgeving; voorkeur op het achtererf; - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. zichte van omliggende kwaliteiten; - kleurgebruik is traditioneel.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 111 GEBIED 44 BUITENGEBIED - jonge veldontginningen (III)

Gebiedsbeschrijving Ambitie voor welstand Vanuit de esdorpen zijn als laatste de heidevelden ont- Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder wel- gonnen. Deze jonge veldontginningen kennen een meer standsgebied waarbij de klemtoon ligt op handhaving en verspreid staande bebouwing. Langs belangrijke doorgaande versterking van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten. wegen zijn duidelijke clusters zichtbaar (bijvoorbeeld Huis ter Heide). Het bebouwingsbeeld in dit landschap is divers en varieert van meer traditionele boerderijen tot moderne invullingen. Aan de westzijde van de gemeente zijn bovendien meer kleine ontginningsboerderijen te vinden die het resultaat zijn van kleinschalige kampontginningen. Deze boerderijen heb- ben het woon- en bedrijfsgedeelte vaak onder één nok. De schuren zijn gedekt met gebakken pannen. Bij moderne boerderijen zijn ook andersoortige materialen als golfplaat gebruikt.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is in hoofdlijnen gericht op handhaving en ver- sterking van de structuur en bebouwing. Het bestemmings- plan houdt hier rekening mee. Met name de boerderijen zijn typerend voor de streek. Verscheidene panden zijn cultuurhistorisch waardevol. Som- migen zijn aangewezen als monument of opgenomen op de provinciaal-gemeentelijke rietdakenlijst. Ten aanzien van de gesignaleerde trend tot verbouw van boerderijen tot woningen dan wel nieuwbouw van wonin- gen op bestaande erven zijn aanvullende welstandscriteria opgesteld in paragraaf 4.4. Voor het overige worden geen grootscheepse veranderingen verwacht.

112 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - bebouwing verspreid over het buitengebied, soms geclus- - gevelindeling varieert van modern tot traditioneel, waarbij terd langs doorgaande hoofdwegen; de gevelopeningen een verticale gerichtheid hebben; - bebouwing ligt vrij in de ruimte, soms met lange toeritten - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit tot het erf (conform huidige situatie); duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- - de representatieve gevel is georiënteerd op de weg; dingen, zorgvuldig vormgegeven goten en dergelijke);- - bijgebouwen achter hoofdgebouw of vormen samen met nieuwe invullingen kunnen anders, mits ze respect tonen hoofdgebouw in hun onderlinge compositie een duidelijk voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct geheel; sprake is van imitatie). - bijzondere complexen kunnen afwijken - streven naar een goede overgang tussen straat en particu- Materiaal/kleurgebruik lier erf middels eenvoudige groenaanleg. - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in aardekleuren en/of hout; Maatvoering/massa - bij voorkeur daken met riet en/of gebakken pannen, met - de hoofdvorm bestaat uit één bouwlaag met duidelijke uitzondering van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk kap; te stellen pannen die niet passend zijn in een landelijke - geen van origine gebiedsvreemde hoofdvorm; omgeving; - bij boerderijen is een duidelijk onderscheid tussen woon- - afwijkende dakbedekking moet in harmonie zijn met de huis en bedrijfsgedeelte onder andere door afzonderlijke omgeving; vormgeving, verschil in nokhoogte en massaopbouw; - materiaalgebruik variërend van traditioneel tot modern - bijgebouwen, aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt. - afwijkende materialen dienen respectvol te zijn ten op- zichte van omliggende kwaliteiten; - kleurgebruik in gedekte tinten.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 113 GEBIED 44 BUITENGEBIED - beekdalen en Fochteloërveen (IV en V)

Gebiedsbeschrijving Ambitie voor welstand Het buitengebied van de gemeente Noordenveld kent zes Vanwege de bijzondere kwaliteiten van het gebied geldt landschapstypen. Vier daarvan zijn door hun eigen karakter een bijzonder welstandsregime. Hierbij ligt de klemtoon op en bebouwing apart benoemd: de oude veldontginningen, het handhaven en versterken van de ruimtelijke kwaliteiten. de laagveenontginningen en de jonge veldontginningen. Daarnaast is het landschap rond Veenhuizen als zodanig zeer herkenbaar. Wat rest zijn de beekdalen en het Fochteloërveen. Deze landschappen, hoewel uiterlijk zeer verschillend, type- ren zich door het vrijwel ontbreken van bebouwing. De bodemomstandigheden (nat) maakten van deze gebieden de minst geliefde woonplekken. De beperkte bebouwing in het gebied is dan ook merendeels van later datum. Enkele boerderijen hebben zich in de beekdalen gevestigd nadat de ontwatering sterk is verbeterd. In het Fochteloërveen ligt de gevangenisinstelling Bank en Bosch.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling De gemeente hecht zeer aan de kwaliteiten van het buiten- gebied. Het zichtbaar houden en versterken van de land- schappelijke verschillen en kwaliteiten is hierbij uitgangs- punt. Het beleid van de gemeente sluit hier op aan. Het vrijwel ontbreken van bebouwing is kenmerkend voor deze delen van het buitengebied. Nieuwe ontwikkelingen zullen met terughoudendheid tegemoet worden getreden. Er worden geen grote veranderingen verwacht.

114 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - bebouwing is incidenteel; - gevelindeling varieert van modern tot traditioneel, waarbij - de aanwezige bebouwing ligt aan de randen van het gevelopeningen vooral een verticale gerichtheid hebben; gebied; - detaillering is eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit - streven naar een goede overgang van straat naar particulier duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- erf middels hagen of eenvoudige groenaanleg, soms met dingen, zorgvuldig vormgegeven goten en dergelijke); lange opritten; - nieuwe invullingen kunnen anders, mits ze respect tonen - bijgebouwen liggen achter hoofdgebouw. voor omliggende kwaliteiten (zonder dat daarbij direct sprake is van imitatie) en passend zijn in het landschap. Maatvoering/massa - hoofdvorm bestaat uit één bouwlaag met duidelijke kap; Materiaal/kleurgebruik - geen van origine gebiedsvreemde hoofdvorm; - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in - de massaopbouw is enkelvoudig (woning onder één kap); aardekleuren en/of hout; - bij boerderijen is een duidelijk onderscheid tussen woon- - daken met riet en/of gebakken pannen, met uitzondering huis en bedrijfsgedeelte onder andere door afzonderlijke van hoogglans geglazuurde en daarmee gelijk te stellen vormgeving, verschil in nokhoogte en massaopbouw; dakpannen die niet passend zijn in een landelijke omge- - bijgebouwen zijn ondergeschikt en bij boerderijen bij ving; voorkeur op het achtererf; - kleurgebruik is traditioneel en terughoudend. - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 115 116 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 4 WELSTANDSCRITERIA VOOR SPECIFIEKE BOUWWERKEN

Toelichting - de bijzondere welstandsobjecten. De bijzondere wel- In deze paragraaf worden de objectgerichte welstandscriteria standsobjecten vragen een specifieke welstandsbeoorde- genoemd voor de bouwwerken die bijzonder specifiek en ling omdat ze karakteristiek zijn voor het gebied en in hoge beeldbepalend zijn voor de gemeente Noordenveld. mate mede bepalend voor het aanzien van de gemeente. Het welstandstoezicht wordt gericht op het voorkomen Voor sommige bouwwerken een eigen regime van aantasting van de karakteristieken en het versterken Ook voor de specifieke bouwwerken is het vaststellen van van de bestaande en/of gewenste kwaliteit. Het kwaliteits- het welstandsregime van belang. Het moet aansluiten bij niveau van ingrepen aan deze bouwwerken moet hoog het gehanteerde ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de gewenste zijn; ontwikkelingen. Het is de bedoeling dat het objectgerichte - de reguliere welstandsobjecten. Deze objecten vragen een beleid en het gebiedsgerichte beleid elkaar aanvullen. Bij specifieke welstandsbeoordeling omdat ze een eigen ver- ‘combinaties’ is daarom altijd het hoogste welstandsregime schijningsvorm hebben en niet geheel zijn te vatten in de geldig. gebiedsgerichte beoordelingskaders. De welstandscriteria zijn gericht op de basiskwaliteiten van deze bouwwerken. Analoog aan de gebiedsgerichte benadering zijn voor de specifieke bouwwerken meerdere welstandsregimes moge- lijk: - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten. De aangewezen beschermde monumenten zijn erkend als bouwwerken van groot algemeen belang en genieten een wettelijke bescherming. Alle ingrepen aan monumenten zijn bouwvergunningplich- tig, dus ook de zaken die elders vergunningsvrij zijn. De welstandsbeoordeling is gericht op het op hoog kwali- teitsniveau handhaven, herstellen en versterken van de historische karakteristieken van de gevel en de samenhang van het monument met zijn omgeving;

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 117 GEBIED 4.1 BOERDERIJEN

Verspreid over het gemeentelijke grondgebied liggen vele daarin een traditionele vensterindeling. De detaillering is am- De tendens van de afgelopen jaren laat zien dat een groei- boerderijen. Soms liggen ze in een groep bij elkaar rondom bachtelijk-traditioneel zoals is te zien aan zwaar kozijnwerk, end aantal boerderijen de oorspronkelijke functie verliest. de brink, een andere keer liggen ze aan de doorgaande weg oude raamindeling, vlechtingen in de gevel en enig subtiel Veelal komt daarvoor een woonfunctie in de plaats. Soms is of in het kleinschalige landschap aan de westrand van de metselwerk (zoals vlechtingen en dergelijke.). sprake van een bedrijfsmatige invulling. gemeente. In ieder geval zijn de boerderijen in grote mate In het noordelijke gedeelte van de gemeente komen (jonge- De gemeente streeft tenminste naar handhaving en verster- bepalend voor het bebouwingsbeeld van de gemeente. re) boerderijen voor van een ander type. Heel duidelijk is de king van de boerderijen die als monument te boek staan De gemeente hecht aan de boerderijbebouwing in het invloed van de aanliggende Groningse gemeenten. Hoewel dan wel zijn opgenomen op de provinciaal-gemeentelijke algemeen en wil daar middels een set van specifieke criteria varianten aanwezig zijn (kop-romp, kop-hals-romp en krim- rietdakenlijst. Veel boerderijen staan niet op een lijst maar aandacht aan schenken. pen), is het kenmerkend dat er een duidelijk onderscheid is ook voor deze bouwwerken geldt dat ze bijzondere aan- tussen schuur en woonhuis. Voor de eenvoudiger boer- dacht verdienen. Objectomschrijving derijen is het woonhuis meestal eenzijdig voor de schuur Binnen het gemeentelijke grondgebied komen diverse geplaatst, voor de rijkere boerderijen is gebruikgemaakt van Ambitie voor welstand boerderijtypen voor. Deze gebouwen staan zowel in het bui- een voorgeplaatst dwarshuis. De boerderijen in het noor- Vanwege de bijzondere betekenis van de bestaande boer- tengebied als in de bebouwde kom van de diverse plaatsen. delijk deel zijn veelal in een rode baksteen opgebouwd. De derijbebouwing binnen het gemeentelijk grondgebied is een De oudste boerderijen zijn te vinden op de hoger gelegen schuren zijn veelal gedekt door een rietkap of zijn bij de bijzondere welstandsambitie van toepassing. De aandacht delen van de gemeente. Het zijn boerderijen van het hal- jongere boerderijen belegd met gebakken pannen. gaat daarbij uit naar aantal algemene hoofdprincipes. lehuistype waarvan het basisprincipe wordt bepaald door Langs de westrand van de gemeente zijn relatief veel kleine een stelsel van vrijstaande gebinten. De gebintconstructie ontginningsboerderijen ontstaan. Deze boerderijen dateren Aanvullend beleid draagt het dak. In principe is het dak voorzien van een rieten vrijwel allemaal uit het eind van de negentiende eeuw en In het bijzonder wordt hier aandacht gevestigd op de boer- bedekking. Het dak loopt naar de zijkanten af en eindigt in hebben in principe een hoofdvorm onder een nok. Het derijen die (enige mate van) bescherming genieten. de gevels. In veel gevallen zijn de bedrijfsgevels lage gemet- woonhuisgedeelte is de representatieve zijde terwijl het Daarnaast is een notitie opgesteld ten aanzien van de ver- selde gevels. De enige onderbreking wordt gevormd door achterhuis (bedrijfsgedeelte) heel duidelijk een bedrijfskarak- bouw dan wel nieuwbouw van boerderijen en woningen. In de schuurdeuren oftewel de baander. De baanderdeuren ter draagt. paragraaf 4.4 zijn hier extra welstandscriteria voor geformu- zijn meestal in de zijgevel gelegen. De gevels van het be- leerd. drijfsgedeelte kennen een eenvoudige opbouw en drukken Waardebepaling, ontwikkeling en beleid duidelijk iets uit van het agrarisch bedrijf. Dat is te zien aan De boerderijen zijn typerend voor de streek. Veel panden de mestdeuren, stalvensters en eventuele loopdeuren. zijn cultuurhistorisch waardevol. Sommige zijn aangewezen Het woonhuisgedeelte is bij de oudste boerderijen erg als monument, andere zijn opgenomen op de provinciaal- eenvoudig en bestaat voornamelijk uit een hogere gevel met gemeentelijke rietdakenlijst.

118 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria domineert; - vernieuwingen in bestaande gevels kunnen anders zijn, Ligging/situering mits ze respect tonen voor de bestaande kwaliteiten; - de bestaande ligging en oriëntatie van bedrijfsgedeelte en/ - dakkapellen alleen ter vervanging van bestaande, dan wel of woonhuis is uitgangspunt; alleen in het woongedeelte (tenzij dit conflicteert met de - bijgebouwen en nieuwe bedrijfsgebouwen liggen op het status van het pand) en niet op het voormalige schuurge- achtererf (behoudens een stookhok); deelte van het pand; - als streven dient de erfinrichting een duidelijk onderscheid - dakramen zo min mogelijk en per langsdakvlak niet meer te hanteren tussen een eenvoudige tot representatieve tuin dan drie van beperkte afmeting; bij het woongedeelte en een meer versteend of besloten - plaatsing van dakramen en dakkapellen in horizontale lijn erf op het bedrijfsgedeelte. en niet boven elkaar.

Maatvoering/massa Materiaal/kleurgebruik - bij verbouw is de bestaande hoofdvorm uitgangspunt tenzij - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in sprake is van een verstoorde hoofdvorm; aardkleuren en/of gedeeltelijke bekleding met hout; - bij het bestaande is sprake van een enkelvoudige en duide- - daken met riet en/of gebakken pannen (hoogglans gegla- lijke massaopbouw. In voorkomende gevallen onderscheid zuurde en daarmee verwante dakpannen zijn vaak niet het woonhuis zich van het bedrijfsgedeelte; passend in een omgeving; afhankelijk van de ligging en de - in nieuwe situaties is een referentie aan de oorspronkelijke dominantie van het dakvlak is toepassing mogelijk); situatie en hoofdvorm uitgangspunt, maar dat biedt ruimte - kleurgebruik is traditioneel; aan moderne interpretatie; - nieuwe bedrijfsgebouwen kunnen in moderne materialen, - grotere aan- en of uitbouwen zijn eenzijdig aangebracht en mits de kleurstelling gedekt blijft. zijn in principe alleen aan het woongedeelte gekoppeld; - nieuwe bedrijfsgebouwen kennen een eenvoudige hoofd- Overige vorm. - bij monumenten, door de gemeente als karakteristiek aangewezen panden en/of panden van de rietdakenlijst Vorm/gevelopbouw zijn bovenstaande aspecten sterker afgestemd op het - in bestaande gevels domineert de traditionele indeling bestaande. waarbij de verticale gerichtheid van de gevelopeningen

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 119 GEBIED 4.2 WOONWAGENCENTRA

Objectomschrijving Verspreid over het gemeentelijke grondgebied liggen twee woonwagencentra. Het is een aparte categorie die qua uiter- lijk niet gelijk geschaard kan worden met woonhuizen en/of boerderijen. Woonwagens op woonwagencentra vallen wel onder de bouwvergunningplichtige werken. Gezien deze factoren is het van belang om ook hieraan aandacht te besteden.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid Woonwagens vallen op vanwege de geheel eigen vorm die afwijkt van het traditionele bouwwerk. Ten aanzien van de woonwagencentra en de daarop staande woonwagens worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht. Het beleid is vooral gericht op het beheer van de bestaande situatie.

Ambitie voor welstand Deze objecten vragen een specifieke welstandsbeoordeling omdat ze een eigen verschijningsvorm hebben en niet ge- heel zijn te vatten in de gebiedsgerichte beoordelingskaders. De welstandscriteria zijn gericht op de basiskwaliteiten van deze bouwwerken..

120 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - de woonwagens staan in onderlinge samenhang; - gevelopbouw toont een duidelijk niveauverschil (het vloer- - streven naar goede inpassing in groene ruimte. niveau alsmede de entree liggen boven het maaiveld).

Maatvoering/massa Materiaal/kleurgebruik - eenvoudige hoofdvorm van één bouwlaag onder plat of - gevelopbouw hoofdgebouw in hout en/of kunsstof of licht hellend dak; ander plaatmateriaal; - de hoofdvorm toont de mobiliteit die past bij een woon- - aan- en uitbouwen alsmede bijgebouwen kunnen in an- wagen (bijvoorbeeld langwerpig en ‘zwevend’); dere materialen maar blijven ondergeschikt; - aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en kunnen eventu- - kleurgebruik: lichte tot gedekte tinten. eel wel worden verankerd aan de plek; - bijgebouwen zijn ondergeschikt.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 121 GEBIED 4.3 NIEUWE LANDGOEDEREN

Objectomschrijving Waardebepaling, ontwikkeling en beleid De landgoederen uit het verleden hebben bijna zonder Nieuwe landgoederen kunnen incidenteel worden ontwik- uitzondering de eigenschap dat zowel (een groot deel van) keld. Voor de ontwikkeling is een totaalvisie vereist, geba- de landerijen als de bebouwing zich onderscheidt van het seerd op een cultuurhistorische analyse van de locatie. omliggende landschap en de landelijke bouwkunst die daarin een vanzelfsprekende plaats inneemt. Voor zowel de Ambitie voor welstand landgoedtuin als het huis werden veelal hoog gekwalificeer- Voor nieuwe landgoederen geldt een bijzonder welstandsre- de ontwerpers ingehuurd. Dit heeft er mede toe geleid dat gime. De klemtoon ligt op een hedendaagse, sterke architec- deze landgoederen niet alleen door de omvang, maar zeker tuur en een duidelijke relatie met de omgeving in zowel ook wat betreft de (landschaps-) architectuur een bijzondere oriëntatie als vormgeving. plaats in ons cultuurhistorisch erfgoed innemen. Soms is een landgoedcomplex als een enclave met een totaal afwijkende structuur ten opzichte van de omgeving te beschouwen, soms is sprake van een aansluiting of verbondenheid met de context, maar bijna altijd voelt men zich er in een bijzondere omgeving. Zoals een historisch landgoed iets zegt over de tijd waarin ze is gerealiseerd, zo zou een nieuw landgoed ook een uitdrukking kunnen zijn van de huidige maatschappelijke verhoudingen door architectuur en door er bijvoorbeeld bijzondere (neven)functies aan toe te kennen waardoor het zowe! ruimtelijk als ook functioneel onderdeel is van een groter geheel. Het zijn vooral deze kwaliteiten, die een meerwaarde kunnen genereren voor een bepaald gebied, die uitgangspunt zouden moeten zijn bij het ontwerpen van nieuwe landgoederen.

122 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering - de architectuur moet als een representant van deze tijd in - bij het ontwikkelen van een idee voor een landgoed gelijkwaardigheid kunnen bestaan naast de hoogwaardige dienen de bestaande en/of oorspronkelijke kernkwaliteiten kwaliteit van de historische landgoederen; van het landschap in beeld gebracht te worden; - op het landgoed staat een landhuis met allure en uitstra- - elk ontwerp dient op een prikkelende wijze op deze ling; kernkwaliteiten te reageren met als uitgangspunt deze te - de vorm is in principe niet voorgeschreven; versterken; - nieuwe bebouwing moet in massa en vorm de ruimtelijke - er dient een sterke interactie te zijn tussen de bebouwing kenmerken van het betreffende landgoed waarop wordt op een nieuw landgoed en de aanleg van het omliggende gebouwd ondersteunen. groengebied. Hoewel dat wel één van de mogelijkheden is, betekent dit niet op voorhand een maximale ruimtelijke Materiaal en kleurgebruik verweving tussen gebouw en omgeving; - materiaal- en kleurgebruik spelen een voorname rol in de - het landschappelijk ontwerp bepaalt de positie van het relatie tussen het gebouw en de omgeving; woonhuis. Afstemming tussen de positie van het gebouw - de motieven en de kwaliteit voor de materialisatie en van en de omgeving zorgt voor een sterke twee-eenheid. de detaillering dienen vanuit een totaalvisie overtuigend te zijn. Maatvoering en vorm - een nieuw landgoed dient als zodanig herkenbaar te zijn Overige door de architectuur die zich onderscheidt van die in de - de periferie van het gebouw (tuin, terrassen, etcetera) omgeving; bemiddelt tussen het gebouw en de omgeving. Dit kan - de architectuur dient logisch voort te komen uit de totaal- door een optimale ruimtelijke verweving, maar ook door visie op het nieuwe landgoed; duidelijke begrenzingen; - een nieuw landgoed neemt in ruimtelijke zin een bijzonde- - de totaalvisie behoort te zijn gebaseerd op een cultuurhis- re positie in Dit betekent een bovengemiddelde architec- torische analyse van de locatie waaruit een concept is ont- tonische kwaliteit als onderdeel van een totaalvisie; wikkeld. Vanuit dit concept worden landhuis en landgoed in onderlinge samenhang ontworpen.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 123 GEBIED 4.4 NIEUWBOUW/HERBOUW OP BESTAANDE ERVEN

Objectomschrijving Ambitie voor welstand Het buitengebied van de gemeente Noordenveld onder- Voor de nieuwbouw en herbouw op bestaande erven geldt vindt de gevolgen van de veranderingen in de landbouw. een bijzonder welstandsregime. De klemtoon ligt hierbij op Als gevolg van schaalvergroting en bedrijfsbeëindiging in de een hedendaagse architectuur met duidelijke referentie naar landbouw komen agrarische bedrijfsgebouwen vrij. Deze de oorspronkelijke bebouwing en een sterke relatie met de bedrijfsgebouwen krijgen vervolgens vaak een woonfunctie. omgeving. Een verandering naar woonfunctie gaat vaak gepaard met uiterlijke veranderingen aan het bestaande gebouw of met het vervangen door hedendaagse woningen. De gebiedseigen bebouwing maakt daardoor plaats voor algemeen voorkomende bebouwing in Nederland. Om vervlakking van het buitengebied en in het bijzonder van de bebouwing in het buitengebied tegen te gaan, heeft de gemeente Noordenveld welstandscriteria opgesteld voor nieuwbouw of herbouw op bestaande erven in het buiten- gebied.

Waardebepaling, ambitie en beleid Het bewaren van het karakter van het buitengebied vormt uitgangspunt van het beleid. Dit beleid is in de notitie Wonen in het buitengebied (vastgesteld 26 april 2007) verwoord. Vanwege de actualiteit en de gesignaleerde trends worden de komende jaren verschillende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de nieuw- en herbouw op bestaande boe- renerven.

124 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering Vorm/gevelopbouw - hoofdgebouw en eventuele bijgebouwen liggen gecon- - hoofdvorm bestaande hoofdgebouw behouden in geval centreerd op het erf; van cultuurhistorisch waardevolle boerderij; - de bestaande structuur van het erf wordt gerespecteerd. - vorm refereert aan oorspronkelijke hoofdgebouw zonder dat daarbij sprake is van imitatie; Maatvoering/massa - de architectonische vormgeving sluit aan bij de omgeving - maximale bouwhoogte hoofdgebouw 9 m; aan- en bijge- en toont respect voor omliggende kwaliteiten; bouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde maximale - detailleringen zijn eenvoudig maar verzorgd (zoals blijkt uit bouwhoogte 6 m; duidelijke dagmaten, zorgvuldige kozijn- en raamverhou- - maximale goothoogte 3,5 m; dingen, zorgvuldig vormgegeven goten en dergelijke). - dakhelling 30 tot 60 graden; - diepte hoofdgebouw maximaal 15 m; Materiaal- en kleurgebruik - minimale afstand hoofdgebouw tot zijdelingse perceel- - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen in grens 5 m; minimale afstand aan- en bijgebouwen en aardkleuren en/of gedeeltijke bekleding met hout; bouwwerken geen gebouw zijnde 3 m van zijdelingse - daken met riet en/of (gebakken) pannen, met uitzondering perceelgrens; van hoogglans geglazuurde pannen die niet passend zijn in - aan- en bijgebouwen 3 m achter verlengde voorgevelrooi- een historische omgeving; lijn; - kleurgebruik is traditioneel. - bij nieuwbouw: maximaal te bebouwen oppervlakte voor wonen 150 m2; - totaal bebouwd oppervlak (hoofd- en bijgebouwen) maxi- maal 200 m2, waarvan voor bijgebouwen maximaal 100 m2.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 125 GEBIED 4.5 RECLAME - UITINGEN

Objectomschrijving agressief overkomen. In gebieden waar geen sprake is van 1. woongebieden; Reclame is een publieke aanprijzing van een bedrijf, een commerciële functies zijn reclame-uitingen ongewenst. 2. winkelgebieden; product of een dienst. Reclames vragen vanuit hun doelstel- 3. bedrijfsterreinen; ling aandacht en vormen hiermee een belangrijk en beeld- Ambitie voor welstand 4. buitengebieden; bepalend element van de openbare ruimte. Het plaatsen van een reclame-uiting kan een ingrijpende 5. beschermde dorpsgezichten. verandering aan een bouwwerk zijn die het straatbeeld Waardebepaling, ontwikkeling en beleid makkelijk kan aantasten. Bij het beoordelen van vergun- In gebieden met commerciële functies zijn reclames op zijn ningaanvragen reclame-uitingen, is het zinvol onderscheid te plaats en kunnen ze de visuele aantrekkingskracht van de maken tussen de verschillende gebiedstypen. Een woonwijk omgeving verhogen, hoewel daar een kritische grens aan vraagt een andere benadering dan een winkelgebied, een is verbonden. Evenals bij een gebouw speelt ook bij een beschermd stadsgezicht, maar ook het buitengebied, kan reclame de relatie met de (stedenbouwkundige) worden aangetast bij plaatsing van reclametekens die op situatie waarin deze wordt geplaatst alsmede het karakter een bedrijventerrein gebruikelijk zijn. In de welstandscriteria van die situatie een belangrijke rol. Een reclame is geslaagd is daarom onderscheid gemaakt in de volgende gebiedsty- wanneer deze een volledig geïntegreerd onderdeel van pen. het totale architectonische concept uitmaakt. Blijft de zorg voor een goede inpassing van een reclame in zijn omgeving achterwege dan wordt de reclame ervaren als een versto- ring van de visuele kwaliteit van de omgeving en kan zelfs

126 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 RECLAME - UITINGEN IN WOONGEBIEDEN

In een gebied dat hoofdzakelijk is ingericht voor woondoel- Aantal Maatvoering einden passen geen reclametekens. Er ontbreekt immers - één reclame-uiting per woning met praktijkruimte, dus ook - maximale oppervlakte 0,5 m2; een relatie tussen het woonmilieu en reclame-uitingen. Een niet één uiting aan de gevel en één uiting in de tuin; - afmeting in één richting is nooit meer dan 1 m. uitzondering hierop vormen woningen met een praktijk- - voor bedrijfsbebouwing met een positieve bestemming ruimte voor het uitoefenen van een vrij beroep, zoals een in het woongebied geldt dat tot 10 m en vervolgens voor Vormgeving arts, architect of verzekeringsadviseur. In dergelijke gevallen is elke 10 m gevelbreedte aan straatzijde 1 m2 reclame mo- - kleuren dienen terughoudend te worden gekozen. Dus een bescheiden aanduiding aanvaardbaar. gelijk is. Per gebouw dient in principe niet meer dan één geen contrasterende en felle fluorescerende kleuren; reclame-uiting gelijktijdig zichtbaar te zijn. Een uitzondering - bij plaatsing in de tuin zorgvuldig (als tuinmeubel) vormge- hierop kan worden gemaakt voor gebouwen die gevels geven, geïntegreerd in het tuinontwerp; aan meer dan één straat hebben. Het aantal tekens blijft - alleen naam en aard van het bedrijf met eventueel dan één per naar de straat gekeerde gevel. openingstijden en/of een vignet (in woongebieden met woonbestemming geen merkreclames!); Plaatsing - voor bedrijfsbebouwing met een positieve bestemming in - bevestiging tegen gevel ter plaatse van de bedrijfstoegang; het woongebied geldt dat alleen aanduidingen die betrek- - bij aanwezigheid van voortuinen, plaatsing in de tuin king hebben op naam en aard van het bedrijf toelaatbaar nabij de bedrijfstoegang mits plaats, vormgeving en kleur zijn. Het voeren van grotere merkreclameobjecten dient worden afgestemd op de omgeving. Het toepassen van beperkt te blijven tot maximaal twee reclame-uitingen. In lichtbakken is dan niet toelaatbaar, beperkte aanlichting andere gevallen zal al snel door een te veel aan reclames wel. De maximale hoogte van een dergelijk element is een onrustig totaalbeeld ontstaan. sterk afhankelijk van de situatie, doch mag de 1,5 m niet overschrijden; - de reclame-uitingen aan de gevel dienen te worden aan- gebracht op begane grondniveau, in ieder geval onder de verdiepingsramen; - de reclame dient een directe relatie te hebben met de locatie van het bedrijf (uitgezonderd de abri’s).

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 127 RECLAME-UITINGEN IN WINKELGEBIEDEN

In gebieden met een uitgesproken winkelkarakter zijn de Aantal Maatvoering van gevelreclames evenwijdig aan de gevel mogelijkheden tot reclamevoering ruimer dan in woon- - maximaal twee reclame-uitingen per gevel bij maximaal - niet breder dan 70% van de gevelbreedte; gebieden. Algemeen kan gesteld worden dat de reclames twee gevels; - hoogte maximaal 0,6 m. op winkelniveau, dat wil zeggen het begane grondniveau - reclame(vlaggen) en banieren, maximaal één per gevel, dienen te worden geplaatst, zodat een directe en logische zijn toelaatbaar. Vormgeving relatie tussen het reclameteken en de functie ontstaat en de - in voorgevel reclame-uiting als zelfstandig element vorm- overlast voor eventuele bovenwoningen wordt beperkt.. Plaatsing geven, waarbij de maatvoering en detailleringen zijn afge- - geen reclame aangebracht op bouwlagen met een woon- stemd op en harmoniëren met de oorspronkelijke gevel; bestemming of bouwlagen met een bedrijfsbestemming - in voorgevel samenhang en ritmiek van de straatwand niet zonder publieksfunctie, tenzij in de woning een praktijk- verstoren; ruimte voor het uitoefenen van een vrij beroep zit; - reclame integreren in de architectuur en beperken tot het - geen reclame-uitingen die het uitzicht op de openbare hoogst noodzakelijke; ruimte of het open landschap ernstig belemmeren; - geen mechanisch bewegende delen; - niet hoger en gecentreerd aangebracht dan de beneden- - geen lichtcouranten of lichtreclame met veranderlijk of kant van de raamdorpels van de eerste verdieping (let knipperend licht.; op verkeer: hoogte minimaal 2,4 m boven het trottoir en - geen daglichtreflecterende reclame; tenminste 4,2 m boven de rijweg); - niet uitgevoerd in felle kleuren; - bij luifels de reclame-uitingen alleen op of onder de luifel - indien sprake is van meerdere reclame-uitingen op een plaatsen afgestemd op de grootte van de luifel; gevel dan dienen deze in een eenduidige vormgeving te - de reclame dient een directe relatie te hebben met de worden uitgevoerd; locatie van het bedrijf (uitgezonderd de abri’s). - hoewel het toepassen van losse letters en het aanlichten van reclameteksten de voorkeur heeft, zijn lichtbakken Maatvoering van reclames loodrecht op de gevel toegelaten mits voor de achtergrond een donkere, terug- - ten hoogste 1 m (inclusief bevestiging) buiten het gevel- houdende kleur wordt gebruikt met lichte belettering; vlak stekend; - geen reclame voor diensten of producten die niet in het - niet groter dan 1 m2. pand plaatsvinden respectievelijk worden verkocht.

128 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 RECLAME-UITINGEN OP BEDRIJVENTERREINEN

Gezien de grotere schaal van de gebouwen en het utilitaire Aantal Vormgeving karakter, is een grotere hoeveelheid reclame denkbaar. Het - maximaal twee reclame-uitingen per gevel op maximaal - reclametoepassingen dienen ondergeschikt te zijn aan uitgangspunt blijft dat de reclame op een logische plaats twee gevels bij overige wegen; en mee ontworpen te worden met de bebouwing; tegen het gebouw dient te worden aangebracht, bijvoor- - maximaal één reclame-uiting per erf in de vorm van een - vrijstaande reclame-uiting als zelfstandig element vorm- beeld bij de entree, en dient te zijn afgestemd op de massa zuil. geven, waarbij de maatvoering en de plaatsbepaling zijn dan wel de gevelopzet. Indien plaatsing tegen een gevel afgestemd op en harmoniëren met het hoofdgebouw; niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij glasvliesgevels, dient de Plaatsing - toepassing van losse belettering en aanlichten van recla- reclametekst boven of in de buurt van de entree te worden - bij de entree van het erf of het hoofdgebouw of op een meteksten heeft de voorkeur; het gebruik van lichtbakken aangebracht.. Een gezamenlijke presentatie bij de entree van parkeerplaats; is toegelaten mits de kleuren in overeenstemming zijn het bedrijventerrein of routeborden zijn denkbaar eventueel - geen reclame-uitingen die het uitzicht op de openbare met de omgeving; in combinatie met een plattegrond en routebeschrijving. Een ruimte of het open landschap ernstig belemmeren. - geen mechanisch bewegende delen; zorgvuldige vormgeving is dan essentieel. Per terrein zal één - geen reclame op het dak; - geen lichtcouranten of lichtreclame met veranderlijk of uniform kader moeten worden ontwikkeld en vormgegeven. - de reclame dient een directe relatie te hebben met de met tussenpozen verschijnend licht.; Alleen naamsaanduidingen van het bedrijf en branche dan locatie van het bedrijf (uitgezonderd abri’s). - geen daglichtreflecterende reclame; wel een beroepsaanduiding worden toegelaten. - geen reclame voor diensten of producten die niet in het Maatvoering pand plaatsvinden respectievelijk worden verkocht.

- gevelreclames evenwijdig aan de gevel, niet breder dan Aanvullende criteria bedrijventerrein met bijzonder 30% van de gevelbreedte bij invalswegen en rondwegen, welstandsregime niet breder dan 70% van de gevel bij overige wegen; Aantal - de hoogte van de reclame is in verhouding met de gevel- - maximaal één reclame-uiting per gevel op maximaal twee hoogte en maximaal 0,75m hoog; gevels bij invalswegen en rondwegen; - gevelreclames loodrecht op de gevel maximaal Plaatsing 1x1x0,25 m; - bij de entree van het erf of in het geval van gevelreclames bij de - reclamezuilen niet hoger dan toegestaan in bestemmings- entree van het hoofdgebouw bij invalswegen en rondwegen; plan en niet hoger dan de bouwhoogte van het op het Vormgeving betreffende erf gesitueerde hoofdgebouw. Bij de entree - hoewel het toepassen van losse letters en het aanlichten van van het gebouw is de maximale hoogte 3 m, bij de entree reclameteksten de voorkeur heeft, zijn lichtbakken toegelaten van het terrein maximaal 1 m. mits voor de achtergrond een donkere, terughoudende kleur wordt gebruikt met lichte belettering.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 129 RECLAME-UITINGEN IN HET BUITENGEBIED

Reclameborden, aankondigingen en verwijzingsborden Agrarische bestemming en bedrijfsbestemmingen in het Vormgeving horen niet thuis in het buitengebied. Ze passen slecht bij het buitengebied - de vormgeving, kleurstelling en plaatsing dienen in harmo- karakter van de omgeving en vormen een visuele vervuiling. nie met de omgeving te zijn, geen felle kleurwisselingen Zeker nu het recreatieve karakter van het buitengebied meer Op een onbebouwd perceel: en schreeuwende kleurcombinaties; aandacht krijgt, is het van belang het karakterverschil tussen - geen reclame toegestaan. - tweezijdige aanduiding mogelijk bij vrijstaande reclame- de bebouwingskernen en het buitengebied te bewaren of uiting; wel te versterken. Op een bebouwd perceel: - geen lichtreclame of aanlichting; - geen mechanisch bewegende delen; Gebieden die een bijzondere landschappelijke kwalificatie Aantal - geen daglichtreflecterende reclame. in het bestemmingsplan of streekplan toegekend hebben - één naamsaanduiding aan een gevel van bedrijfsbebou- gekregen, zijn in principe niet geschikt om enige vorm van wing per perceel/bedrijf; Overig reclame toe te laten. Ter bescherming van het landschaps- - één vrijstaande reclame-uiting per positief bestemd bedrijf. - de naamsaanduiding op een logische wijze plaatsen; dat schoon en ter behoud van het specifieke karakter van deze wil zeggen op een gevel grenzend aan het erf of bij de gebieden is een zeer terughoudend beleid noodzakelijk. Plaatsing toegang van het bedrijf en integreren met de gevelopzet; - op de gevel en/of in de nabijheid van de toegang; - geen reclame voor diensten of producten die niet in het - de reclame-uiting dient niet geheel of gedeeltelijk boven pand plaatsvinden respectievelijk worden verkocht. de dakgoot uit te komen en mag niet op het dak worden geplaatst; - de reclame dient een directe relatie te hebben met de locatie van het bedrijf (uitgezonderd abri’s).

Maatvoering - aan het gebouw maximaal 3% van het geveloppervlak met een maximum van 2 m2 (maximaal 1 m2 aangelicht); - vrijstaand maximale 0,5 m2 en geen grotere afmeting in één richting dan 1,5 m.

130 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 RECLAME-UITINGEN IN BESCHERMD DORPSGEZICHT

Beschermde dorpsgezichten worden gewaardeerd om hun Aantal Maatvoering reclame evenwijding aan gevels authentieke karakter waarin de historie van het dorp nog in - maximaal één reclame-uiting per gevel. - niet breder dan 50% van de gevelbreedte, met een af te lezen is. Deze gebieden hebben een bijzondere status. maximum van 2 m; voor woningen met praktijkruimte Reclame-uitingen passen daar slecht.. Ter bescherming van Plaatsing maximaal 1 m; deze dorpsgezichten is een zeer terughoudend beleid ten - geen reclame aangebracht op bouwlagen met een - hoogte maximaal 0,5 m. aanzien van reclametekens noodzakelijk. woonbestemming of een bedrijfsbestemming zonder publieksfunctie; Maatvoering reclame in voortuinen - geen reclame-uitingen die het uitzicht op de openbare - maximale hoogte 1,5 m; ruimte of het open landschap ernstig belemmeren; - maximale opppervlakte 0,5 m2. - niet hoger aangebracht dan de benedenkant van de raamdorpels van de eerste verdieping; Vormgeving - bij luifels de reclame-uitingen alleen op of onder de luifel - de vormgeving, kleurstelling en plaatsing dienen in harmo- plaatsen afgestemd op de grootte van de luifel; nie te zijn met de omgeving, geen felle kleurwisselingen - bevestiging tegen de gevel ter plaatse van de bedrijfstoe- en schreeuwende klerucombinaties; gang; - geen lichtreclame; - bij aanwezigheid van voortuinen, plaatsing in de tuin nabij - geen daglichtreflecterende reclame; de bedrijfstoegang toegestaan, mits plaats, vormgeving en - geen mechanisch bewegende delen; kleur worden afgestemd op de omgeving; - in voorgevel reclame-uiting als zelfstandig element vorm- - in geval winkelbestemming is bevestiging van reclame geven, waarbij de maatvoering en detailleringen zijn afge- loodrecht op de gevel toegestaan. stemd op en harmoniëren met de oorspronkelijke gevel; - bij plaatsing in tuin zorgvuldig (als tuinmeubel) vormge- Maatvoering reclame loodrecht op gevels ven, geïntegreerd in het tuinontwerp; - ten hoogste 0,4 m (inclusief bevestiging) buiten het gevel- - geen reclame voor producten of diensten die niet in het vlak stekend; pand plaatsvinden respectievelijk worden verkocht. - niet groter dan 0,3 m2.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 131 132 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 5 LOKETCRITERIA

Toelichting

In deze paragraaf worden de welstandscriteria gegeven voor Welstandscriteria zijn gegeven voor acht typen objecten: de ambtelijke toets van enkele veel voorkomende kleine aan- en/of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, bouwplannen. In tegenstelling tot alle eerder beschreven dakkapellen, dakramen, kozijn- en/of gevelwijzigingen, erfaf- relatieve welstandscriteria gaat het in deze paragraaf om vrij- scheidingen, zonnecollectoren en zonnepanelen en schotel- wel absolute, objectieve criteria die de planindiener vooraf antennes. Voor dit type bouwwerken is gekozen vanwege maximale duidelijkheid geven. de relatie met de Algemene Maatregel van Bestuur.

De systematiek voor deze ‘kleine bouwplannen’ is afgestemd op de Algemene Maatregevel van Bestuur met titel Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken. Conform de AMvB gaat het hier om het aan- geven van de zogenaamde loketcriteria.

Lichtvergunningplichtige plannen die aan deze criteria voldoen, worden in principe niet aan de welstandscommis- sie voorgelegd maar beoordeeld door een ambtenaar, die daartoe door burgemeester en wethouders is gemandateerd. Alleen als zo’n bouwplan niet aan de ambtelijke toetsingscri- teria voldoet of wanneer sprake is van een bijzondere situ- atie waarbij twijfel bestaat aan de toepasbaarheid van deze criteria, wordt het plan aan de welstandscommissie voorge- legd. De welstandscommissie maakt in dergelijke gevallen tevens gebruik van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Van zo’n bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten en beschermde dorpsgezichten. AAN- EN/OF UITBOUWEN ALGEMEEN

Wat is een aan- en uitbouw? Toetsing Standaardplan Een aan- en uitbouw is een bouwwerk dat u tegen uw Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan Een aan- en uitbouw voldoet in ieder geval aan redelijke bestaande woning aanbouwt en dat direct in verbinding maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan eisen van welstand als het eerder als zodanig door de staat met het woonhuis. Dit kan een garage of een berging moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek zijn, maar ook een uitbouw van uw woonkamer in de vorm Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare van een serre of een uitbouw aan de keuken. door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat). Informatie over (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna standaardplannen is verkrijgbaar bij de gemeente. Er wordt in de regelgeving ook over bijgebouwen genoemde loketcriteria. gesproken. Dit kan ook een garage of berging zijn, maar dan In sommige gevallen is sprake van een bijzondere situatie Als er geen standaardplan is, voldoet een aan- en uitbouw kan deze alleen worden bereikt via een aparte toegangsdeur waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de op het achtererf in ieder geval aan redelijke eisen van (dus niet rechtstreeks vanuit de woning). loketcriteria. In deze gevallen zal het plan ook aan de welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de voldaan. Excessenregeling beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte Als een aan- en uitbouw vergunningsvrij mag worden welstandscriteria. gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij: echter een zogenoemde excessenregeling ingesteld, want - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen men kan bouwsels maken die ‘in ernstige mate in strijd beschermde monumenten en als zodanig aangewezen zijn met redelijke eisen van welstand’. En wel zodanig dat karakteristieke panden; de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De - bouwplannen die in architectuur en vormgeving sterk eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel afwijken, waardoor de loketcriteria moeilijk toepasbaar zijn aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouw- vergunningsvrij is.

134 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WILT U EEN AAN- OF UITBOUW PLAATSEN?

Staat de aan-/uitbouw op de grond? nee ja

Telt de aan-/uitbouw één bouwlaag? nee ja

Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan een bestaande woning of een bestaand woongebouw? nee ja

Strekt de aan-/uitbouw tot vergroting van het woongenot? nee ja

Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan of bij een Rijks, provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht? ja nee

Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan een niet voor permanente bewoning bestemde woning een tijdelijk bouwwerk of een woonwagen? ja nee

Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan een oorspronkelijke achtergevel? nee Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan een zijgevel? nee ja

ja Is de zijgevel naar de weg of het openbaar groen gekeerd? ja nee

ja Is de afstand tussen de aan-/uitbouw en het erf van de buren meer dan 1 m? nee

Heeft het bouwen van de aan-/uitbouw tot gevolg dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% is bebouwd? ja nee

Is de diepte van de aan-/uitbouw minder dan 2,5 m? nee ja

Wordt de aan bouw gebouwd binnen de breedte van de oorspronkelijke gevel (en steekt dus niet uit)? nee ja

Is de aan-/uitbouw lager dan 4m? nee ja

Is de hoogte van de aan-/uitbouw minder dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw waaraan wordt gebouwd? nee ja

Is de aan-/uitbouw lager dan de woning of woongebouw waaraan wordt gebouwd? nee ja

Is de afstand tot de weg of het openbaar groen meer dan 1 m? nee ja

Is de afstand tot het voorerf meer dan 1 m? nee Is de hoogte minder dan 5 m? nee ja ja

Licht- Regulier- Vergunningsvrij er is geen vergunning Vergunningsplichtig Vergunningsplichtig nodig. Er kan een vergunning aan- Er is goedkeuring van de gevraagd worden bij ‘het loket’. welstandscommissie nodig.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 135 AAN- EN/OF UITBOUW OP HET ACHTER- OF ZIJERF

Als er geen standaardplan is, voldoet een aan- of uitbouw Kleur-/materiaalgebruik: op het zij- of achtererf in ieder geval aan redelijke eisen van - in steen of hout conform kleuren woning; welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. - detaillering zonder boei of met boeirand van maximaal 0,3 m breedte (uitgezonderd verjongen); Maat/vorm: - gevelgeleding conform bestaande gevels; - conform eerder goedgekeurde uitbouw; - de architectonische vormgeving dient aan te sluiten bij de - oppervlakte maximaal 50% van het oorspronkelijke zij- of oorspronkelijke bebouwing. achtererf; - diepte aan- of uitbouw maximaal 50% van de diepte van Plaatsing: het hoofdgebouw, haaks op de oorspronkelijke gevel; - er wordt gebouwd binnen of gelijk aan de breedte van de - rechthoekig van vorm; gevel waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd; - gelijk aan of lager dan de oorspronkelijke goothoogte - bij een zij-aanbouw bedraagt de minimale afstand tot de hoofdgebouw met een maximum van 5 m hoog; indien voorgevelrooilijn 3 m; sprake is van een platte afdekking bedraagt de maximale - bij aanbouw op de perceelgrens dienen bouwmassa hoogte 3 m; en detaillering aan te sluiten bij eventuele naastgelegen - bij afdekking met kap is de kap evenwijdig aan de nokrich- bebouwing. ting van het hoofdgebouw en is de dakhelling eveneens gelijk aan de dakhelling van het hoofdgebouw; - het gebruik moet een relatie hebben met de verschijnings- vorm.

136 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008

BIJGEBOUWEN/OVERKAPPINGEN

Wat is een bijgebouw? Toetsing Standaardplan Er wordt onderscheid gemaakt tussen aan- en uitbouwen Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan Een bijgebouw of overkapping voldoet in ieder geval aan en bijgebouwen. Aan- en uitbouwen zijn aan de woning maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door vastgebouwd en staan direct in verbinding met het moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek woonhuis, zoals een serre, een bijkeuken of soms een Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare garage. Heeft zo’n garage of ander bouwwerk echter geen door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat). Informatie over directe verbinding met het woonhuis, dan wordt gesproken (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna standaardplannen is verkrijgbaar bij de gemeente. over bijgebouwen. genoemde welstandseisen. Een overkapping is een grondgebonden element van één In sommige gevallen is sprake van een bijzondere situatie Als er geen standaardplan is, voldoet een bijgebouw op bouwlaag. De overkapping staat los op het erf of tegen het waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de het achtererf of het zijerf in ieder geval aan redelijke eisen hoofdgebouw aan en is meestal bedoeld als carport. loketcriteria. In deze gevallen zal het plan ook aan de van welstand als aan criteria op de volgende pagina wordt Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de voldaan. Excessenregeling beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte Als een bijgebouw of overkapping vergunningsvrij mag welstandscriteria. worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij: is echter een zogenoemde excessenregeling ingesteld, want - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen men kan bouwsels maken die ‘in ernstige mate in strijd beschermde monumenten en als zodanig aangewezen zijn met redelijke eisen van welstand’. En wel zodanig dat karakteristieke panden. de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De - bouwplannen die in architectuur en vormgeving sterk eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel afwijken, waardoor de loketcriteria moeilijk toepasbaar zijn aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouw- vergunningsvrij is.

138 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WILT U EEN BIJGEBOUW OF OVERKAPPING BOUWEN?

Staat het bijgebouw op de grond? nee ja

Telt het bijgebouw ten hoogte één bouwlaag? nee ja

Wordt het bijgebouw gebouwd bij een bestaande woning of woongebouw? nee ja

Strekt het bijgebouw tot vergroting van het woongenot? nee ja

Wordt het bijgebouw gebouwd bij een Rijks, provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht? ja nee

Wordt het bijgebouw gebouwd aan een niet voor permanente bewoning bestemde woning, een tijdelijk bouwwerk of een woonwagen? ja nee

Wordt het bijgebouw gebouwd op een achtererf? nee Wordt het bijgebouw gebouwd op een zijerf? nee ja ja Is dat zijerf naar de weg of het openbaar groen gekeerd? ja nee

Is de oppervlakte van het bijgebouw meer dan 10 m? ja Is de afstand tussen het bijgebouw en het erf van de buren meer dan 1 m? nee

nee ja

Heeft het bouwen van het bijgebouw tot gevolg dat het erf voor meer dan 50% is bebouwd? ja nee

Is het totaal aan bouwvergunningvrij gebouwde bijgebouwen en overkappingen minder dan 30 m? nee ja

Is het bijgebouw lager dan 3 m? nee ja

Is de afstand tot de weg of het openbaar groen meer dan 1 m? nee ja

Is de afstand tot her voorerf meer dan 1 m? nee Is de hoogte minder dan 5 m? nee ja ja Is de oppervlakte minder dan 50 m? nee ja

Licht- Regulier- Vergunningsvrij Vergunningsplichtig Vergunningsplichtig

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 139 BIJGEBOUWEN

Als er geen standaardplan is, voldoet een bijgebouw op Plaatsing: het achtererf of het zijerf, meer dan 3 m terugliggend uit de - minimaal 3 m achter de voorgevelrooilijn; voorgevellijn in ieder geval aan redelijke eisen van welstand - 1 m uit de erfgrens; als aan onderstaande criteria wordt voldaan. - indien de afstand tot andere bebouwing 3 m of minder bedraagt, dient sprake te zijn van afstemming tussen de Maat/vorm: gebouwen. - conform eerder goedgekeurde bijgebouwen; - oppervlakte maximaal 50% van het zij- of achtererf; - de goothoogte is niet hoger dan de goothoogte van het hoofdgebouw, doch maximaal 3 m; - bij afdekking met kap is de nokhoogte maximaal 70% van de hoogte van de nok van het hoofdgebouw en de dak- helling 30-55 graden; - rechthoekig van vorm; - het gebruik moet een relatie hebben met de verschijnings- vorm.

Kleur-/materiaalgebruik: - in steen of hout conform kleuren woning of in een don- kere kleur, geen opvallend kleurgebruik toegestaan; - dakbedekking pannen, golfplaat of gelijkwaardig in don- kere kleur; - detaillering zonder boei of met boeirand van maximaal 0,3 m breedte (uitgezonderd verjongen); - bescheiden uiterlijk door kapvorm, geen onnodige over- stekken, versieringen en gevelopeningen.

140 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 OVERKAPPINGEN

Als er geen standaardplan is, voldoet een overkapping op Plaatsing: het achtererf of het zijerf ieder geval aan redelijke eisen van - minimaal 1 m achter de voorgevelrooilijn; welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. - 1 m uit de erfgrens; - indien de afstand tot andere bebouwing 3 m of minder Maat/vorm: bedraagt, dient sprake te zijn van afstemming tussen de - conform eerder goedgekeurde overkappingen; gebouwen. - maximaal 50% van het zij- of achtererf bebouwd; - oppervlakte overkapping is ondergeschikt tot maximaal 50% van het hoofdgebouw; - gelijk of lager dan goothoogte hoofdgebouw, maar maxi- maal 3 m hoog (N.B. 3 m is vergunningsvrij); - rechthoekig van vorm.

Kleur-/materiaalgebruik: - detaillering zonder boei of met boeirand van maximaal 0,3 m breedte (uitgezonderd verjongen); - kleur conform hoofdgebouw of een gedekte kleur; - bescheiden uiterlijk door kapvorm, geen onnodige over- stekken, versieringen en gevelopeningen; - dakbedekking pannen, golfplaat of gelijkwaardig in donkere kleur.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 141 DAKKAPELLEN

Wat is een dakkapel? Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de Standaardplan Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte Een dakkapel voldoet in ieder geval aan redelijke bedoeld om de lichttoevoer te verbeteren en het bruikbare welstandscriteria. eisen van welstand als het eerder als zodanig door de woonoppervlak te vergroten. Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij: plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare Excessenregeling - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat). Informatie over Als een dakkapel vergunningsvrij mag worden gebouwd, beschermde monumenten en als zodanig aangewezen standaardplannen is verkrijgbaar bij de gemeente. dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke karakteristieke panden; eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter - bouwplannen die in architectuur en vormgeving sterk een zogenoemde excessenregeling ingesteld, want men afwijken, waardoor de loketcriteria moeilijk toepasbaar zijn. kan bouwsels maken die ‘in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand’. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouw- vergunningsvrij is.

Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen.

In sommige gevallen is sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de loketcriteria. In deze gevallen zal het plan ook aan de

142 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WILT U EEN DAKKAPEL PLAATSEN?

Wordt de dakkapel gebouwd op een bestaand gebouw? nee ja

Wordt de dakkapel gebouwd op een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht? ja nee

Wordt de dakkapel gebouwd op een niet voor permanent bewoning bestemde woning, een tijdelijk bouwwerk of een woonwagen? ja nee

Wordt de dakkapel gebouwd op een achterdakvlak? nee Wordt de dakkapel gebouwd op een zijdakvlak? nee ja ja Is dat zijdakvlak naar de weg of het openbaar groen gekeerd? ja nee

Is de afstand van de dakkapel tot de voorgevel meer dan 1 m? nee ja

Is de dakkapel voorzien van een plat dak? nee ja

Zijn de zijwanden van de dakkapel ondoorzichtig? nee ja

Is de hoogte van de dakkapel minder dan 1,5 m? nee ja

Ligt de onderzijde van de dakkapel meer dan 0,5 m boven de dakvoet? nee ja

Ligt de onderzijde van de dakkapel minder dan 1 m boven de dakvoet? nee ja

Ligt de bovenzijde van de dakkapel meer dan 0,5 m onder de daknok? nee ja

Liggen de zijkanten van de dakkapel meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak? nee ja

Licht- Regulier- Vergunningsvrij Vergunningsplichtig Vergunningsplichtig

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 143 DAKKAPEL OP VOOR- ZIJ- EN ACHTERDAKVLAK

Als er geen standaardplan is, voldoet een dakkapel op het Plaatsing: voor-, zij- en achterdakvlak, plat afgedekt of desgewenst met - bij meerdere dakkapellen op een doorgaand dakvlak regel- aangesleept dakje, in ieder geval aan redelijke eisen van matige rangschikking op horizontale lijn met een minimale welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. tussenruimte van 1m; - afstand van dakkapel tot overige zijkanten van het dakvlak Maat/vorm: of hart bouwmuur: niet minder dan 0,9 m; - conform eerder goedgekeurde dakkapellen; - afstand van dakkapel tot noklijn: niet minder dan 0,5 m; - dakhelling hoofddak minimaal 30 graden; - afstand van dakkapel tot de goot niet minder dan 0,5 m en - niet meer dan een half dakvlak beslaand; niet meer dan 1 m; - maximale kozijnhoogte 1 m; - er mag geen sprake zijn van een dakkapel op een bijge- - dakhelling van een aangesleept dak bedraagt maximaal bouw; 25 graden en is parallel gelegen aan het hoofddakvlak; - geen dakkapel op het (voormalige) schuur- of bedrijfsge- - maximale breedte dakkapel niet meer dan eenderde van deelte. de breedte van het dakvlak met een maximum van 3 m.

Kleur-/materiaalgebruik: - zijwanden recht, gesloten, donker gekleurd; - voorzijde van de dakkapel bestaat uit glaskozijnen en geen of zeer weinig gesloten delen; - gootboei maximaal 0,3 m breed (uitgezonderd verjongen).

144 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008

DAKRAMEN

Wat is een dakraam? In sommige gevallen is sprake van een bijzondere situatie Standaardplan Een dakraam is een raam, aangebracht in het dakvlak, waarbij waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de Een dakraam voldoet in ieder geval aan redelijke de hoofdvorm van het dakvlak blijft behouden en rondom loketcriteria. In deze gevallen zal het plan ook aan de eisen van welstand als het eerder als zodanig door de dakpannen aanwezig zijn of een andere dakbedekking. Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare Excessenregeling welstandscriteria. situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat). Informatie over Als een dakraam vergunningsvrij mag worden gebouwd, standaardplannen is verkrijgbaar bij de gemeente. dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij: eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen een zogenoemde excessenregeling ingesteld, want men beschermde monumenten en als zodanig aangewezen kan bouwsels maken die ‘in ernstige mate in strijd zijn karakteristieke panden; met redelijke eisen van welstand’. En wel zodanig dat de - bouwplannen die in architectuur en vormgeving sterk gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De afwijken, waardoor de loketcriteria moeilijk toepasbaar zijn. eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouw- vergunningsvrij is.

Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningsplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen.

146 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WILT U EEN DAKRAAM PLAATSEN?

Wordt het dakraam geplaatst in een bestaand gebouw? nee ja

Is het gebouw waarin het dakraam wordt geplaatst een Rijks, provinciaal of gemeentelijk monument ja of ligt het gebouw in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht? nee

Ligt de onderzijde van het dakraam meer dan 0,5 m boven de dakvoet? nee ja

Ligt de bovenzijde van het dakraam meer dan 0,5 m onder de daknok? nee ja

Liggen de zijkanten van het dakraam meer dan 0,5 m van de zijkant van het dakvlak? nee ja

Licht- Regulier- Vergunningsplichtig Vergunningsplichtig Vergunningsvrij

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 147 DAKRAMEN OP HET VOOR-, ACHTER- OF ZIJDAKVLAK

Als er geen standaardplan is, voldoet een dakraam in het Kleur-/materiaalgebruik: voor-, achter- of het zijdakvlak in ieder geval aan redelijke - materiaal, kleur en detaillering afgestemd op het hoofdge- eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt bouw. voldaan. Plaatsing: Maat/vorm: - afstand van dakraam in dakvlak tot voorgevellijn niet min- - bij meerdere dakramen op een doorgaand dakvlak regel- der dan 3 m; matige rangschikking op horizontale lijn met een minimale - afstand van dakraam tot overige zijkanten van het dakvlak tussenruimte van 1 m; of hart bouwmuur: niet minder dan 0,9 m; - breedte: niet meer dan eenderde van de breedte van het - afstand van dakraam tot noklijn: niet minder dan 0,5 m; dakvlak (hart bouwmuur tot hart bouwmuur) en niet meer - afstand van dakraam tot goot: niet minder dan 0,5 m; dan 3 m; - afstand tot de hoekkepers en kilkepers (in geval van pira- - hoogte: verticaal gemeten niet meer dan 1 m; mide- of schilddak): niet minder dan 1 m. - rechthoekig van vorm; - verzonken in het dakvlak.

148 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 149 KOZIJN- EN GEVELWIJZIGINGEN ALGEMEEN

Wat is een kozijn- en gevelwijziging? Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de Standaardplan Van een kozijn- en gevelwijziging is sprake wanneer een beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte Een kozijn- en gevelwijziging voldoet in ieder geval aan kozijn, venster, raam, deur of gevelpaneel wordt verplaatst of welstandscriteria. redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door er iets aan de vorm, de afmeting, de indeling of het materiaal de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek wordt veranderd. Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij: plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen situatie (bijvoorbeeld in de zelfde straat). Informatie over Excessenregeling beschermde monumenten en als zodanig aangewezen standaardplannen is verkrijgbaar bij de gemeente. Als een kozijn- en gevelwijziging vergunningsvrij mag karakteristieke panden; worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst - bouwplannen die in architectuur en vormgeving sterk aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen afwijken, waardoor de loketcriteria moeilijk toepasbaar zijn. is echter een zogenoemde excessenregeling ingesteld, want men kan bouwsels maken die ‘in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand’. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouw- vergunningsvrij is.

Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) goedgekeurd worden op basis van de hierna genoemde welstandseisen. In sommige gevallen is sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de loketcriteria. In deze gevallen zal het plan ook aan de

150 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WILT U EEN KOZIJN, KOZIJNVULLING, LUIK OF GEVELPANEEL PLAATSEN?

Wordt de verandering aangebracht in een bestaande woning of een bestaand woongebouw of een daarbij behorend bijgebouw? nee ja

Bevindt het te veranderen kozijn, kozijninvulling, luik of gevelpaneel zich in of aan een Rijks, provinciaal of gemeentelijk monument ja of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?

nee

Leidt de verandering tot een wijziging van de bestaande gevelopening? ja nee

Wordt de verandering aangebracht in de achtergevel? nee Wordt de verandering aangebracht in een zijgevel? nee ja

ja Is die gevel gericht naar de weg of het openbaar groen? ja nee

Licht- Regulier- Vergunningsvrij Vergunningsplichtig Vergunningsplichtig

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 151 GEVELWIJZIGINGEN

Wijzigingen die niet zijn aangebracht aan de voorgevel van een woning of woongebouw of een naar de weg of openbaar gebied gekeerde zijgevel zijn vergunningsvrij en worden derhalve niet door de welstandscommissie getoetst.

Wijzigingen aan de voor- of zijgevel als deze gekeerd is naar de weg of het openbaar gebied zijn altijd van grote invloed op het straatbeeld. Dergelijke kozijn- of gevelwijzigingen zullen dan ook altijd aan de welstandscommissie worden voorgelegd. Hierbij moet in ieder geval aan de volgende criteria worden voldaan: - materiaal, kleur en detaillering zijn overeenkomstig de oorspronkelijke gevel; - de gevelwijziging mag niet leiden tot een wijziging van een bestaande gevelopening; - de architectonische vormgeving dient aan te sluiten bij de oorspronkelijke gevel; - indien sprake is van meerdere woningen met dezelfde vormgeving mag de samenhang en ritmiek van de straat- wand niet worden verstoord.

152 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008

ERFAFSCHEIDINGEN ALGEMEEN

Wat is een erf- of perceelsafscheiding In sommige gevallen is sprake van een bijzondere situatie Standaardplan Een erf- of perceelsafscheiding kan een tuinmuur of waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de Een erf- en perceelsafscheiding voldoet in ieder geval aan schutting zijn van beton of hout. Ook een vlechtscherm of loketcriteria. In deze gevallen zal het plan ook aan de redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door een andere kant-en-klare erfafscheiding zijn bouwwerken Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek die bouwvergunningplichtig kunnen zijn. Echter in veel beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare gevallen zal de erfafscheiding bouwvergunningsvrij mogen welstandscriteria. situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat). Informatie over worden geplaatst. standaardplannen is verkrijgbaar bij de gemeente. Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij: Excessenregeling - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen Als een erf- en perceelsafscheiding vergunningsvrij mag beschermde monumenten en als zodanig aangewezen worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst karakteristieke panden; aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen - bouwplannen die in architectuur en vormgeving sterk is echter een zogenoemde excessenregeling ingesteld, want afwijken, waardoor de loketcriteria moeilijk toepasbaar zijn. men kan bouwsels maken die ‘in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand’. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouw- vergunningsvrij is.

Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen.

154 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WILT U EEN ERF- OF PERCEELSAFSCHEIDING PLAATSEN?

Wordt de erf- of perceelafscheiding geplaatst bij een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht? ja nee

Is de hoogte van de erf- of perceelafscheiding minder dan 1 m? nee Is de hoogte van de erf- of perceelafscheiding minder dan 2 m? nee ja

Staat op het perceel reeds een gebouw? nee ja ja Wordt de erf- of perceelafscheiding meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn gebouwd? nee ja

Wordt de erf- of perceelafscheiding meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen gebouwd? nee ja

Licht- Vergunningsvrij Vergunningsplichtig

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 155 ERFAFSCHEIDINGEN OP ZIJ- OF ACHTERERF

Erfafscheiding op het achtererf of zijerf, meer dan 1 m terugliggend vanaf de voorgevellijn.

Als er geen standaardplan is, voldoet een erfafscheiding op het achtererf of zijerf, meer dan 1 m terugliggend vanaf de voorgevellijn, in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan.

Maat/vorm: - hoogte afgestemd op hoofdgebouw

Kleur-/materiaalgebruik: - bij voorkeur een erfafscheiding bestaande uit haagplanten zoals liguster of haagbeuken of een volledig te begroeien gazen hekwerk; - in andere gevallen: materiaal overeenkomstig een even- tuele aangrenzende erfafscheiding, overeenkomstig het hoofdgebouw of uitgevoerd in metselwerk of hout of ander natuurlijk en niet snel verwerend materiaal; - geen toepassing van gesloten beton-, kunststof- of staal- afscheidingen. Kleur afgestemd op het hoofdgebouw of uitgevoerd in donkere kleurtinten. Geen opvallend kleur- gebruik.

156 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 ERFAFSCHEIDINGEN OP ZIJ- OF VOORERF

Erfafscheiding op het voorerf of zijerf grenzend aan openbaar terrein, minder dan 1 m terugliggend vanaf de voorgevellijn.

Als er geen standaardplan is, voldoet een erfafscheiding op het voorerf of zijerf, minder dan 1 m terugliggend van de voorgevellijn in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan.

Maat/vorm: - hoogte mits goed gemotiveerd hoger dan 1 m; - erfafscheiding afgestemd op omgeving.

Kleur-/materiaalgebruik: - bij voorkeur een erfafscheiding bestaande uit haagplanten zoals liguster of haagbeuken of een volledig te begroeien gazen hekwerk; - in andere gevallen: materiaal overeenkomstig een even- tuele aangrenzende erfafscheiding, overeenkomstig het hoofdgebouw of uitgevoerd in metselwerk of hout of ander natuurlijk en niet snel verwerend materiaal.; - geen toepassing van gesloten beton-, kunststof- of staalaf- scheidingen, rietmatten of vlechtschermen; - kleur afgestemd op het hoofdgebouw of uitgevoerd in donkere kleurtinten. Geen opvallend kleurgebruik.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 157 ZONNECOLLECTOREN EN ZONNEPANELEN

Wat is een zonnepaneel en wat is een zonnecollector? In sommige gevallen is sprake van een bijzondere situatie Standaardplan Met een zonnepaneel wordt warmte opgewekt, die via waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de Een zonnepaneel en -collector voldoen in ieder geval aan een warmwateropslag meestal wordt gebruikt voor het loketcriteria. In deze gevallen zal het plan ook aan de redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik. Met Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek een zonnepaneel wordt elektriciteit opgewekt uit daglicht beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare voor de elektriciteitsvoorziening van een bouwwerk. De welstandscriteria. situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat). Informatie over genoemde voorwaarden gelden voor zowel zonnepanelen standaardplannen is verkrijgbaar bij de gemeente. als zonnecollectoren. Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij: - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen Excessenregeling beschermde monumenten en als zodanig aangewezen Als een zonnepaneel en -collector vergunningsvrij mogen karakteristieke panden; worden gebouwd, dan worden deze niet preventief getoetst - bouwplannen die in architectuur en vormgeving sterk aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen afwijken, waardoor de loketcriteria moeilijk toepasbaar zijn. is echter een zogenoemde excessenregeling ingesteld, want men kan bouwsels maken die ’in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand’. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouw- vergunningsvrij is.

Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen.

158 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WILT U EEN ZONNECOLLECTOR OF ZONNEPANEEL PLAATSEN?

Dient de collector of het paneel voor de voorziening in de warmte- of Dient de collector of het paneel voor de voorzieningen in de warmte- nee nee elektriciteitsbehoefte van het bouwwerk waarop het geplaatst wordt? of elektriciteitsbehoefte van een bouwwerk op hetzelfde perceel?

ja ja

Is het bouwwerk waaraan/op de collector of het paneel wordt gebouw een Rijks, provinciaal of gemeentelijk monument of ligt het in een ja Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht? nee

Vormt de collector of het paneel een geheel met de installatie voor nee Is de installatie in het bouwwerk geplaatst? nee het opslaan van warm water of het omzetten van elektriciteit? ja ja

Wordt de collector of het paneel op een hellend dak geplaatst? nee Wordt de collector of het paneel op een plat dak geplaatst? nee ja ja

Ligt de collector of het paneel binnen het vlak van het dak? nee ja Is de afstand van de collector of het paneel tot de dakranden nee Wordt de hellingshoek van de collector of het paneel groter dan of gelijk aan de hoogte van de collector of het paneel? gelijk aan de hellingshoek van het dakvlak? nee ja ja Wordt de hellingshoek van de collector of het nee paneel ten hoogste 35 graden? Wordt de collector of het paneel in of direct op het dakvlak geplaatst? nee ja ja

Licht- Regulier- Vergunningsvrij Vergunningsplichtig Vergunningsplichtig

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 159 ZONNEPANELEN OF -COLLECTOREN

Als er geen standaardplan is, voldoet een zonnepaneel- of collector in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande criteria wordt voldaan.

Maat/vorm: - op schuine daken; geheel binnen het dakvlak gelegen en een gelijke hellingshoek als het dakvlak; - op platte daken; geheel gelegen binnen een hoek van 15 graden vanaf de dakrand en binnen het dakvlak; - paneel of collector is integraal opgenomen in het ontwerp van het bouwwerk; - paneel of collector vormt een geheel met de installatie voor het opslaan van water of voor de opwekking van elektriciteit zo niet dan is de installatie in het bouwwerk geplaatst; - bij meerdere panelen of collectoren dient er een regelma- tige rangschikking op horizontale of verticale lijn te zijn.

Kleur-/materiaalgebruik: - de kleur is overeenkomstig met het achterliggende dakvlak of anders zwart, antraciet of donkergrijs.

160 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008

(SCHOTEL)ANTENNES

Wat is een (schotel)antenne? Toetsing Standaardplan In de regelgeving rondom het vergunningsvrij plaatsen van Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan Een (schotel)antenne voldoet in ieder geval aan redelijke antennes wordt onderscheidt gemaakt tussen een aantal maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan eisen van welstand als het eerder als zodanig door de soorten antennes: moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek - Antennes ten behoeve van mobiele telecommunicatie. Dit Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare betreft de zogenaamde GSM-antennes. door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat). Informatie over - C2000-antennes. Dit zijn antennes ten behoeve van de (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna standaardplannen is verkrijgbaar bij de gemeente. communicatie tussen hulpdiensten. genoemde welstandseisen. - Overige antennes. Onder deze categorie vallen schotel- In sommige gevallen is sprake van een bijzondere situatie antennes en andere antennes voor de ontvangst van radio waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de of TV-signalen en sprietantennes, zoals bijvoorbeeld voor loketcriteria. In deze gevallen zal het plan ook aan de 27MC zendinstallaties (‘bakkies’). Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de Deze laatste categorie wordt bedoeld met (schotel)antennes. beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte welstandscriteria. Excessenregeling Als een (schotel)antenne vergunningsvrij mag worden Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij: gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is beschermde monumenten en als zodanig aangewezen echter een zogenoemde excessenregeling ingesteld, want karakteristieke panden. men kan bouwsels maken die ‘in ernstige mate in strijd - bouwplannen die in architectuur en vormgeving sterk zijn met redelijke eisen van welstand’. En wel zodanig dat afwijken, waardoor de loketcriteria moeilijk toepasbaar zijn. de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouw- vergunningsvrij is.

162 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 WILT U EEN SCHOTELANTENNE PLAATSEN?

Is het bouwwerk waarop, -aan of -in de antenne wordt geplaatst een Rijks, provinciaal of gemeentelijk monument of ligt het in een ja Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?

nee

Is de (schotel)antenne achter het voorerf geplaatst nee (dus ook niet aan de voorgevel)? ja

Wilt u een schotelantenne plaatsen? nee ja

Is de doorsnede van de schotelantenne minder dan 2 m? nee Wordt de antenne aan een gevel bevestigd? nee ja ja Is de hoogte van de antenne Is de hoogte van de schotelantenne (inclusief de drager/mast) Is de hoogte van de antenne (inclusief de drager/mast) minder (inclusief de drager/mast) minder nee nee nee minder dan 3 m? (te meten vanaf de voet) dan 5 m (te meten vanaf het snijpunt met het dak)? dan 5 m? (te meten vanaf de voet) ja ja

ja

Is de hoogte van de antenne ja (inclusief de drager/mast) minder dan 40 m? nee

Licht- Regulier- Vergunningsvrij Vergunningsplichtig Vergunningsplichtig

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 163 (SCHOTEL)ANTENNES

Een (schotel)antenne waarvoor een lichte vergunningplicht geldt, voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand indien aan de onderstaande criteria wordt voldaan.

- achter de voorgevelrooilijn; - schotelantennes zijn niet groter dan 2 m Ø en inclusief voet maximaal 3 m hoog; - kleur donker of indien lichte achtergrond licht.

164 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008

RECLAME ALGEMEEN

Wat is reclame? De hierna genoemde welstandscriteria zijn bruikbaar Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij: Reclame is een publieke aanprijzing van een bedrijf, een voor een reclamezuil waarvoor een vergunning wordt - door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen product of een dienst. Reclames op borden, lichtreclames aangevraagd. Voldoet het plan aan deze criteria, dan kan een beschermde monumenten en als zodanig aangewezen en spandoeken of vlaggen vormen een belangrijk en gemandateerde ambtenaar het positieve welstandsoordeel karakteristieke panden; beeldbepalend element van de openbare ruimte. In geven. - bouwplannen die in architectuur en vormgeving sterk gebieden met commerciële functies zijn reclames op hun In sommige gevallen is sprake van een bijzondere situatie afwijken, waardoor de loketcriteria moeilijk toepasbaar zijn. plaats en verhogen ze de visuele aantrekkingskracht van de waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de omgeving, hoewel daar een kritische grens aan is verbonden. loketcriteria. In deze gevallen zal het plan ook aan de In andere gebieden zijn (bepaalde) reclame-uitingen Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de ongewenst. beoordeling tevens gebruikmaakt van de criteria uit hoofdstuk 4.5 reclame-uitingen en de gebiedsgerichte Voor het plaatsen van een op de grond staande welstandscriteria. reclamezuil is een lichte bouwverguning vereist. Voor de overige reclame-uitingen moet een vergunning worden aangevraagd in het kader van de gemeentelijke APV. Een welstandsbeoordeling maakt deel uit van deze vergunningprocedure.

WILT U EEN RECLAMEZUIL PLAATSEN?

Staat de reclamezuil op de grond? nee ja

Licht- Regulier- Vergunningsplichtig Vergunningsplichtig

166 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 RECLAMEZUILEN

Een reclamezuil, staande op de grond, voldoet in ieder geval Kleur-/materiaalgebruik: aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande crite- - kleurgebruik in gedekte tinten; ria wordt voldaan. -geen mechanisch bewegende delen; -geen lichtkranten, lichtobjecten of lichtreclame; Plaatsing: -geen daglichtreflecterende reclame; - nabij de bedrijfstoegang, aan het begin van het erf of nabij -geen aangelichte reclame. de woning, winkel of bedrijf; - niet op plekken waar de reclamezuil het uitzicht op de Overig: openbare ruimte of het open landschap kan belemmeren; - geen reclame voor diensten of producten die niet in het - maximaal 1 reclamezuil per bedrijf en per erf. pand plaatsvinden respectievelijk worden verkocht; - de reclame-uiting voldoet aan de eventuele aanvullende Maatvoering: criteria voor reclame-uitingen in het gebiedsgerichte be- 2; - maximale oppervlakte 0.5 m oordelingskader en de aanvullende criteria in hoofdstuk 4.5 - maximale hoogte zuil 1 m in woongebieden en bescherm- (pagina 126). de dorpsgezichten, 1,5 m in winkelgebieden en 3 m op bedrijventerreinen (bij de erfentree maximaal 1 m); - afmeting in één richting nooit meer dan 1 m; - tweezijdige aanduiding mogelijk.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 167 168 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 6 EXCESSENREGELING

Excessenregeling Verscheidene bouwwerken kunnen zonder bouwvergun- ning worden opgericht. Desondanks moeten deze bouw- werken aan minimale welstandseisen voldoen. Volgens artikel 19 Ww kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar van een bouwwerk dat ’in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand’ aanschrijven om die strij- digheid op te heffen. Volgens datzelfde wetsartikel moeten de criteria daarvoor in de de welstandsnota zijn opgenomen.

De gemeente Noordenveld hanteert bij de toepassing van de excessenregeling het criterium dat sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-des- kundigen evident is en afbreuk doet aan de ruimtelijke kwa- liteit van een gebied. Hiervan is sprake als er een flagrante tegenstelling bestaat met de in deze welstandsnota opgeno- men criteria. Dit kan betrekking hebben op: - het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving; - het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzon- derheden bij aanpassing van een bouwwerk; - armoedig materiaalgebruik; - toepassing van felle of contrasterende kleuren; - te opdringerige reclames; - een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is (zie daarvoor de gebiedsgerichte criteria).

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 169

7 WELSTANDSCRITERIA BIJ (HER)ONTWIKKELINGSPROJECTEN

Toelichting De welstandsnota bevat geen welstandscriteria voor grotere (her)ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken. Dergelijke welstands- criteria kunnen namelijk niet worden opgesteld zonder dat er een concreet stedenbouwkundig plan aan ten grondslag ligt.

Procedure Zodra zo’n (her)ontwikkelingsproject aan de orde is, zal de gemeenteraad de welstandscriteria daarvoor moeten vast- stellen, als aanvulling op de welstandsnota.

Het opstellen van deze welstandscriteria wordt voortaan een vast onderdeel van de stedenbouwkundige planvoorberei- ding. De criteria worden opgesteld door de stedenbouwkun- dige in overleg met de welstandscommissie.

Voor dergelijke aanvullingen op de welstandsnota geldt dat de inspraak wordt gekoppeld aan de reguliere inspraakrege- ling bij de stedenbouwkundige planvoorbereidingen. De welstandscriteria moeten zijn vastgesteld voordat de planvorming van de concrete bouwplannen start en worden bekend gemaakt aan alle potentiële opdrachtgevers.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 171 GEBIED 7.1 RODEN - RONERBORG

Gebiedsbeschrijving Bijzondere aandacht wordt gegeven aan de kwaliteit van de Tussen de Nieuweweg, Daan Hoeksemastraat, Meester buitenruimte. Een hoogwaardige afwerking en inrichting is H.Scheepstrastraat en de Ceintuurbaan - Zuid ligt het terrein noodzakelijk. van de school Ronerborg en een gebied met meerdere se- niorenwoningen. Vanwege de verhuizing van de school zal Ambitie voor welstand het terrein worden bebouwd met nieuwe appartementen. In Voor het gebied geldt een aanduiding als bijzonder wel- een latere fase zullen ook de verouderde seniorenwoningen standsniveau. Het beleid is gericht op het respecteren van worden vervangen door nieuwbouw. Hierbij zal richting de de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en een hoogwaardige Ceintuurbaan - Zuid een gebied worden gecreeërd dat de architectuur. overgang tussen de hogere appartementencomplexen en de woningen aan de Ceintuurbaan-Zuid vormt. Zorgcentrum De Hullen heeft reeds een uitbreiding gereali- seerd in het zuidelijk deel van het gebied. Het gebied wordt gekenmerkt door een grote hoeveelheid groen. Langs het terrein van de school staan meerdere grote bomen en langs de Nieuweweg ligt ter hoogte van de Ro- zenhof een brede groenstrook met boombeplanting.

Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid voor het gebied is erop gericht om kwalitatief goede nieuwbouw te plaatsen binnen de huidige structu- ren van het gebied. Het open en groene karakter is hierbij uitgangspunt. De nieuwbouw van zorgcentrum De Hullen heeft geleid tot het afsluiten van de Daan Hoeksemastraat, waardoor de verbinding tussen de Meester H.Scheepstrastraat en de Ceintuurbaan-Zuid is verbroken. Bij de herinrichting van het gebied is mede vanuit dat oogpunt de toegankelijk- heid van het gebied voor langzaam verkeer van belang.

172 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Welstandscriteria

Ligging/situering - de grondgebonden woningen bestaan uit één of inciden- - de appartementencomplexen en grondgebonden wonin- teel twee bouwlagen met een kap; gen vormen door hun situering een duidelijk geheel met - eventuele bijgebouwen als garages en bergingen dienen de groene omgeving en gaan daar in op; in het ontwerp van de woningen en appartementencom- - de appartementencomplexen liggen vrij in de ruimte en plexen te worden opgelost. niet in een duidelijke lijn ten opzichte van elkaar; - de situering wordt mede bepaald door het vrije uitzicht Vorm/gevelopbouw vanuit de woning; - de appartementen hebben elk tenminste één privé buiten- - de minimale afstand (loodrecht gemeten) tussen de ap- ruimte; partementencomplexen bedraagt het aantal verdiepingen x - de appartementencomplexen dienen een blokvormige de verdiepingshoogte (3m) x 1,5; uitstraling te krijgen en wijken daarin af van omringende - de appartementencomplexen zijn globaal noord-zuid bebouwing; georiënteerd; - de grondgebonden woningen vormen een eenheid door - de grondgebonden woningen aan de westzijde van het hun vorm en vormgeving. plangebied zijn op de straat georiënteerd; - de appartementen en woningen liggen in een groene zone Kleur/materiaalgebruik die onderdeel is van een grotere groengordel door Roden; - het kleurgebruik is in gedekte tinten; met het parkeren en de inrichting van de openbare ruimte - gevels met toepassing van baksteenachtige materialen en/ dient hier rekening mee gehouden te worden. of hout; de appartementencomplexen hebben aan de zijde van de groenzone een afwijkende kleurstelling als verbijzon- Maatvoering/massa dering van de gebouwen en het gebied; - de appartementencomplexen zijn voorzien van een plat - hoogglans geglazuurde en daarmee verwante dakpannen dak; zijn vaak niet passend in hun omgeving; afhankelijk van de - de bouwhoogte van de appartementencomplexen be- ligging en dominantie van het dakvlak is eventueel toepas- draagt maximaal vier bouwlagen. Direct langs de oost- en sing mogelijk voor de grondgebonden woningen. westrand is de bouwhoogte als overgang naar de naastlig- gende bebouwing maximaal 3 bouwlagen;

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 173

ARTIKEL B

Overgangsbepaling Op een aanvraag om bouwvergunning, vrijstelling of toestemming anderszins, die is ingediend vóór het tijdstip waarop deze beleidsregels van kracht worden en waarop op genoemd tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de eerdere welstandsnota van toepassing, zoals deze luidden vóór de vaststelling van de onderhavige beleidsregels, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de onderhavige beleidsregels worden toegepast.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad der ge- meente Noordenveld, d.d.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 175

BIJLAGE 1

BEGRIPPENLIJST Bedrijfsbebouwing agrarische functie en het daarbij horende woonhuis waaron- Gebouwen ten behoeve van bedrijven zoals hallen, werk- der het hallehuis, (Oldambster) krimpen, kop-rompboerde- Aanbouw plaatsen en loodsen; hebben meestal een utilitair karakter. rijen en andere typen. Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, Beschot Bouwblok welke kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw Afwerking van een wand met planken, schroten of rabatde- Een aan alle zijden door straten en wegen begrensde groep en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het len. gebouwen. hoofdgebouw. Bestrating Bouwlaag Achterkant Verharding in de vorm van straatstenen of tegels. Verdieping van een gebouw. De achtergevel, het achtererf en het dakvlak aan de achterzij- de van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan Bijgebouw Bovenbouw de zijkant van een gebouw voorzover die zijde niet direct Een op zichzelf staand, al; dan niet vrijstaand gebouw, dat Het bovendeel van een gebouw; heeft meestal betrekking grenst aan de weg of openbaar groen. door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdge- op de schuine kap van een huis met de daarbij behorende bouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan kopgevels. Afdak het hoofdgebouw. Dak dat is aangebracht tegen een muur of gebouw om Bungalow tegen neerslag te beschermen. Blinde muur of gevel Meestal vrijstaande woning waarvan alle vertrekken op de Gevel of muur zonder raam, deur of andere opening. begane grond zijn gesitueerd. Asymmetrische kap Dak waarbij de nok niet in het midden ligt, waardoor dak- Borstwering Carport vlakken van verschillende grootte ontstaan. Lage dichte muur tot borsthoogte. Afdak om de auto onder te stallen, meestal bij een woning.

Band Boeiboord Dak Horizontale versiering in de gevel in afwijkend materiaal, Opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitge- Afdekking van een gebouw, vlak of hellend dak, waarop meestal natuursteen of baksteen. voerd in hout of plaatmateriaal. dakbedekking is aangebracht.

Boerderij Dakhelling Gebouw of gebouwen op een erf met een (oorspronkelijk) De hoek van het dak.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 177 Dakkapel Erker Individueel gebouw Uitbouw op een hellend dakvlak. Kleine toevoeging van ten hoogste één bouwlaag aan de Zelfstandig, op zichzelf staand gebouw. gevel van een gebouw, meestal uitgevoerd in metselwerk, Dakopbouw hout en/of glas. Industriebebouwing Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van Gebouwen met een industriële bestemming. de nok van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke Flat dak verandert. Groot gebouw met meerdere verdiepingen. Kavel Grondstuk, kadastrale eenheid. Dakraam Galerij Raam in een hellend dak. Gang aan de buitenkant van een (flat)gebouw die toegang Kern verschaft tot de afzonderlijke woningen. Centrum van een dorp of stad. Detail Ontmoeting van verschillende bouwdelen zoals gevel en Geleding Klossen dak of gevel en raam. Verticale, horizontale of figuratieve indeling van de gevel Uit de muur stekende houten of gemetselde blokjes ter door middel van gevelopeningen, metselwerk, inspringingen ondersteuning van uitstekende onderdelen van een gebouw Drager en invulling of andere gevelkenmerken en -detailleringen. zoals dakgoten. De drager is de constructie van een gebouw, waaraan de invulling is toegevoegd om te beschermen tegen weer en Gepotdekseld Kop wind (heeft vooral betrekking op gebouwen uit de jaren Gedeeltelijk over elkaar gespijkerde planken om inwatering In het algemeen gebruikt om de smalle kant van een recht- vijftig en zestig, waarbij het verschil tussen drager en invulling tegen te gaan. hoekige vorm aan te duiden, bijvoorbeeld bij een gebouw. werd gebruikt om de woning in een groot gebouw of rij hui- zen te onderscheiden). Gevel Laag Buitenmuur van een gebouw (afhankelijk van de plaats de Zie bouwlaag. Ensemble voor-, zij- of achtergevel). Architectonisch en stedenbouwkundig compositorisch Lak geheel van meerdere panden. Gootklos Afwerklaag van schilderwerk. In de muur bevestigd stuk balk ter ondersteuning van een Erf goot. Latei Onbebouwd stuk grond behorende bij een boerderij of huis. Draagbalk boven gevelopening.

178 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Lessenaarsdak Metselverband Plaatmateriaal Dak waarbij het dakvlak aan 1 zijde doorloopt tot aan de Het zichtbare patroon van metselwerk. Bouwmateriaal dat in plaatvorm wordt geleverd, zoals hout gevel van de daaronder gelegen bouwlaag. (triplex en multiplex), kunststof (onder andere trespa) of staal Middenstijl (vlak of met profiel). Lichtkoepel Verticaal deel in het midden van een deur- of raamkozijn. Raamconstructie in een plat dak, in de vorm van een koepel. Plint Nok Een duidelijk te onderscheiden horizontale lijn aan de on- Lijst Horizontale snijlijn van twee dakvlakken, de hoogste lijn van derzijde van een gebouw. Een meestal versierde en geprofileerde rand als bekroning het dak. van de bovenzijde van een gevel. Portiek Onderbouw Gemeenschappelijke trappenhuis. Lint Het onderdeel van een gebouw; heeft meestal betrekking Weg met daarlangs bebouwing. op de begane grond van een huis met een zadeldak. Renovatie Vernieuwing van een gebouw. Luifel Ondergeschikt Een plat uitgebouwd afdak, vaak boven een deur. Voert niet de boventoon. Rijtjeshuis Huis als onderdeel van een reeks aaneengebouwd, gelij- Maaiveld Ontsluiting kende woningen. Bovenzijde van het terrein dat een bouwwerk omgeeft, de De toegang tot een gebied, terrein of een gebouw. grens tussen grond en lucht. Rollaag Oriëntatie Horizontale rij stenen boven een gevelopening of aan de Mansardedak De richting van een gebouw. bovenzijde van een gemetselde wand. Dakvorm waarbij het onderste deel van het dak steiler is dan het bovenste deel waardoor een geknikte vorm ontstaat. Overstek Rooilijn Bouwdeel dat vooruitsteekt ten opzichte van het eronder Lijn die de grens aangeeft waarlangs maximaal mag worden Massa gelegen deel. gebouwd. Volume van een gebouw of bouwdeel. Paneel Rechthoekig vlak, geplaatst in een omlijsting.

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 179 Schilddak Voorgevellijn Dak met vier hellende vlakken waarvan twee grote en twee Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een kleine vlakken. bouwwerk

Schuur Voorkant Bijgebouw ten behoeve van opslag. De voorgevel, het voorerf en het dakvlak aan de voorzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan Situering de zijkant van een gebouw voorzover die zijde direct grenst Plaats van het bouwwerk in zijn omgeving. aan de weg of openbaar groen.

Stolp Windveer Boerderijtype met wonen, werken en stallen onder één Plank aan weerskanten van een pannendak, bevestigd langs groot dak. de buitenste rij pannen.

Textuur Zadeldak De voelbare structuur van een materiaal (bij metselwerk dus Dak met twee tegenoverliggende dakvlakken die bij de nok de oneffenheden van de steen en het voegwerk). samenkomen.

Uitbouw Zijgevellijn Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw kan wor- bouwwerk. den onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in archi- tectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Zijkant De zijgevel, het zij-erf en het dakvlak aan de zijkant van een Verjongen gebouw. Het tonen van een smallere boei dan de dakconstructie breed is.

180 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008