Van Rooyen 1..293
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Europeanisering van belangengroepen en politieke partijen in Nederland 1990-2000 Rooyen, E.A.L. van Citation Rooyen, E. A. L. van. (2009, April 22). De Europeanisering van belangengroepen en politieke partijen in Nederland 1990-2000. Pallas Publications - Amsterdam University Press, Amsterdam. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/13790 Version: Not Applicable (or Unknown) Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis License: in the Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/13790 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). De Europeanisering van belangengroepen en politieke partijen in Nederland Afbeelding omslag: Elly Roelofs, naar ‘Europe and the Bull’ van Joseph Turner Ontwerp omslag: Maedium, Utrecht Lay out: JAPES, Amsterdam ISBN 978 90 8555 006 8 NUR 754 © E. van Rooyen / Pallas Publications – Amsterdam University Press, 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge- slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uit- gave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De Europeanisering van belangengroepen en politieke partijen in Nederland 1990-2000 PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus prof. mr. P.F. van der Heijden, volgens besluit van het College voor Promoties te verdedigen op woensdag 22 april 2009 klokke 15.00 uur door Edwin Adrianus Leonardus van Rooyen geboren te Hillegom, in 1969 Promotiecommissie Promotores: Prof. dr. R.B. Andeweg Prof. dr. P. Mair Referent: Prof. dr. R.A. Koole Overige Leden: Prof. dr. J. Beyers Prof. dr. R.T. Griffiths Prof. dr. M.O. Hosli Everyone Sang Everyone suddenly burst out singing; And I was filled with such delight As prisoned birds must find in freedom, Winging wildly across the white Orchards and dark-green fields; on–on–and out of sight. Everyone’s voice was suddenly lifted; And beauty came like the setting sun: My heart was shaken with tears; and horror Drifted away ... O, but Everyone Was a bird; and the song was wordless; the singing will never be done. Siegfried Sassoon, 1919 Inhoud Woord vooraf 9 Tabellen 11 Afkortingen 13 Inleiding 17 1 Europeanisering en organisatieverandering 23 1.1 Inleiding 23 1.2 Belangengroepen en politieke partijen 24 1.3 Europeanisering 27 1.4 Organisatieverandering 33 1.5 Europese integratie: theorievorming 40 1.6 Slot 45 2 Het onderzoek 47 2.1 Inleiding 47 2.2 Nederland als casus 48 2.3 Het onderzoek 51 2.4 Slot 55 3 Belangengroepen en hun kenmerken 59 3.1 Inleiding 59 3.2 De Europese omgeving 59 3.2.1 Algemeen 59 3.2.2 Nederlandse organisaties 65 3.2.3 Operationalisatie 66 3.3 Kenmerken 67 3.3.1 Leeftijd 67 3.3.2 Verwevenheid in besluitvorming 69 3.3.3 Afhankelijkheid van nationale hulpbronnen 71 3.3.4 Structuur van politieke mogelijkheden 75 3.3.5 Positie koepelorganisatie 86 3.3.6 Conclusies 93 4 Belangengroepen en hun aanpassing aan Europa 95 4.1 Inleiding 95 4.2 Organisatorische aanpassing 95 4.3 Strategische aanpassing 107 4.4 Samenvatting 120 4.5 Conclusies 122 8 Inhoud 5 Politieke partijen en hun kenmerken 127 5.1 Inleiding 127 5.2 De Europese omgeving 128 5.2.1 Algemeen 128 5.2.2 Nationale politieke partijen 134 5.2.3 Operationalisatie 136 5.3 Kenmerken 138 5.3.1 Leeftijd 138 5.3.2 Verwevenheid in besluitvorming 139 5.3.3 Afhankelijkheid van nationale hulpbronnen 140 5.3.4 Structuur van politieke mogelijkheden 142 5.3.5 Positie partijgroepen en partijfederaties 144 5.4 Conclusies 148 6 Politieke partijen en hun aanpassing aan Europa 151 6.1 Inleiding 151 6.2 Organisatorische aanpassing 151 6.3 Strategische aanpassing 180 6.4 Samenvatting 184 6.5 Conclusies 185 7 Conclusies 189 7.1 Inleiding 189 7.2 Resultaten en hypothesen 189 7.3 Theorie 197 7.4 Praktijk en toekomst 207 Bronnen 213 Literatuur 243 Summary 257 Register 279 Curriculum Vitae 293 Woord vooraf ‘Als kleine jongen ging ik al naar grafstenen kijken. Dat vond ik interessant. Je wordt nieuwsgierig en wilt er meer van weten. Zo werden in de Middeleeuwen de rijkere mensen uit geloofsoverwegingen in de kerk begraven. Ze waren dan dichter- bij God. Later werd uit ruimtegebrek en door de stankoverlast buiten begraven. Men dacht toen dat die stank rechtstreeks gif was.’ Vandaar dat mensen met geld ‘rijke stinkerds’ werden genoemd, meldt De Hillegommer van 12 september 1990. Aan het woord is de bekende streekhistoricus de heer Hulkenberg, die op de Open Mo- numentendag een rondleiding gaf door de Maartenskerk en gelukkig ‘eventjes tijd had’ om de krant te woord te staan. Dromend van een bestaan als journalist schreef ik diverse stukjes voor lokale en regionale huis-aan-huisbladen in de Bollenstreek. Journalisten hebben een avon- tuurlijk leven, ze spreken interessante mensen en maken spannende dingen mee. Dat wilde ik ook. Niet lang na mijn bezoeken aan afscheidsrecepties, jubilieumfees- ten, fietscrosskampioenschappen en voetbalwedstrijden kon ik een studie beginnen aan de Academie voor Journalistiek en Voorlichting in Tilburg. Sindsdien schreef ik artikelen voor het Haarlems Dagblad, het Rotterdams Dagblad en NRC Handels- blad. De opleiding in Brabant bood mij het gereedschap om me in het ‘journalistieke ambacht’ te bekwamen. De intensieve kennismaking met het nieuws wakkerde in mij een dringender besef van nationale en internationale gebeurtenissen aan. Na een afstudeerproject in Zuid-Afrika kreeg ik de kans om de wereld achter de krantenberichten te verkennen. Ik ging internationale betrekkingen (politicologie) studeren aan de Universiteit van Amsterdam. De colleges die ik volgde en de boeken die ik las, gaven mij boeiende perspectieven op de alledaagse werkelijkheid, de werkelijkheid zoals ik die had leren kennen. Een waar intellectueel avontuur. Ik rondde mijn studie af met een scriptie over de toekomstige verdragsrelatie tussen ontwikkelingslanden in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan en de Eu- ropese Unie. De honger naar grondige kennis en analyse was gewekt. Gelukkig kreeg ik van de Universiteit Leiden de kans om in de politicologie verder te gaan, waarmee het jour- nalistieke bestaan werd ingeruild voor het bestaan van onderzoeker. Dankbaar heb ik van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Aan de Leidse universiteit heb ik me als wetenschapper kunnen ontwikkelen, zoals ik later aan De Haagse Hogeschool vaar- digheden als docent en projectleider heb opgedaan. De promotie op dit proefschrift is in meerdere opzichten een belangrijk moment voor mij. Natuurlijk omdat er een bijzondere prestatie te vieren valt. Maar ook omdat de gebeurtenis de route markeert die ik heb afgelegd van beginnend journalist naar universitair onderzoeker en docent. Dat ik deze route heb afgelegd, en nu nieuwe uitdagingen kan aangaan, geeft mij een voldaan gevoel. Ik heb keuzes 10 Woord vooraf kunnen maken die ik echt wílde maken. Met dank aan mijn ouders, die me hierin altijd hebben gesteund. De voldoening is mooi, maar een promotie schept ook verplichtingen. Ik hoop eraan te kunnen bijdragen dat generaties na mij zich óók gestimuleerd voelen om het beste uit zichzelf te halen. Mijn kinderen, mijn neefjes en nichtjes, de studenten met wie ik werk, ze mogen mij hieraan houden. Dit woord vooraf is vooral bedoeld om mensen te bedanken. Aan het welslagen van mijn onderzoek naar de Europeanisering van belangengroepen en politieke partijen in Nederland hebben in belangrijke mate bijgedragen Koos Anderson, Hans van Baalen, Arjen Berkvens, Thijs Cuijpers, Petra Ginjaar, Willem Jan van Grondelle, Ralph Hallo, Jan Henselmans, Christian Hey, Adam Jaarsma, Farah Karimi, Jos Kester, Rogier Klimbie, Wibo Koole, Joost Lagendijk, Fred Lempers, Henk Let- schert, Jules Maaten, Jim Murray, Esther Ossewijer, Ed Slinger, Harke Smits, Frans Timmermans, Vincent Triebert, Risto Volanen, Sabine Voogt, Roger van de Wete- ring, Jan Marinus Wiersma, Reinout Wijbenga en Richard Wouters. Met hen heb ik prettige, informatieve en vaak stimulerende vraaggesprekken gevoerd. Ook wil ik bedanken Erik Bal, Jeannette van Beuzekom, Mathieu Borsboom, Willem Harlaar, Frans Janssen, Michel Meerts, Adrienne Nijenhuis, Guida Oliveira en Isabelle Van- koekenbeek. Zij zijn erg behulpzaam geweest bij het speurwerk naar ledentallen, jaarcijfers, vacatures, jaarverslagen, projectbeschrijvingen, briefwisselingen, be- stuursverslagen, nota’s, werkplannen, rapportages, interne notities, statuten, rappor- ten, nieuwsbrieven en andere publicaties. Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in Groningen verdient vermelding vanwege het vele archiefmate- riaal dat ik daar heb kunnen raadplegen. Uiteraard ben ik ook dank verschuldigd aan collega’s in binnen- en buitenland. Vaak heb ik op een prettige manier met hen te maken gehad. Hun inhoudelijke inbreng is, ook in algemene zin, erg belangrijk gebleken. Als wetenschappelijk onderzoeker heb ik ervaren dat succesvol onderzoek niet kan bestaan zonder dialoog, zonder de kritische beoordeling, tips en adviezen van anderen. Dit onderzoek komt voort uit een onderzoeksproject van het departement Politieke Wetenschap, dat eerder al dissertaties van Ellen Mastenbroek, Rob de Rooij en Maarten Vink heeft opgeleverd. Het ‘Europaproject’ stond onder leiding van Rudy Andeweg en Peter Mair. Ook Ruud Koole was enige tijd bij het project betrokken. Dankzegging aan het College van Bestuur is hier op zijn plaats. Zonder een bijdrage uit het Stimuleringsfonds van de Universiteit Leiden had dit proefschrift nooit ge- schreven kunnen worden.