Balans. Arubaans Letterkundig Leven. De Periode Van Autonomie En Status Aparte 1954-2015
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Balans. Arubaans letterkundig leven. De periode van autonomie en status aparte 1954-2015 Wim Rutgers bron Wim Rutgers, Balans. Arubaans letterkundig leven. De periode van autonomie en status aparte 1954-2015. Editorial Charuba, Aruba 2016 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/rutg014bala01_01/colofon.php © 2017 dbnl / Wim Rutgers 4 Vooraf In de loop van zo'n veertig jaar heb ik een aantal voordrachten gehouden en artikelen geschreven over de literatuur van Aruba, die in zulke diverse media als de lokale kranten, in tijdschriften en als bijdragen in boekuitgaven verschenen. Dit literair kritische en literair historische werk ging steeds gepaard met mijn onderwijsactiviteiten op Colegio Arubano, het Instituto Pedagogico Arubano, de Universiteit van Aruba en later de Universiteit van de Nederlandse Antillen / University of Curaçao, en waren niet alleen voor geïnteresseerde lezers bedoeld maar nadrukkelijk ook voor mijn studenten. Dat verklaart mede dat deze stukken vaak een meer informatief dan opiniërend karakter hebben. Het leek me juist om een aantal van deze afzonderlijke bijdragen te verzamelen en in een meer gestructureerd chronologisch verband te presenteren in de verwachting dat in al deze losse steentjes toch een mozaïek te ontdekken valt over de ontwikkeling van een literatuur die tot nu toe te weinig specifieke aandacht heeft gekregen. Deze uitgave maakt de balans op van het letterkundig leven van Aruba vanaf het Statuut in 1954 tot 2015. Wat heeft het voor zin om een ‘kleine’ literatuur als die van Aruba apart te behandelen? De moderne mondialisering brengt als tegenhanger een steeds toenemende aandacht voor het lokale voort. Ook een lokale literatuur van een klein (ei)land neemt deel aan de mondialisering en verbindt zo het lokale met het mondiale, met een modeterm momenteel ook wel als ‘glocal’ aangeduid: lokale uitgangspunten, geplaatst in een wijder perspectief van het regionale en het mondiale. Ook een klein eiland met een kleine literatuur is deel van een wereldwijde ontwikkeling. Daarom: de lokale Arubaanse literatuur zowel regionaal als mondiaal gecontextualiseerd. Dat is de opzet van deze verzameling. In zijn standaardwerk Oost-Indische Spiegel (1972) hanteerde Rob Nieuwenhuys een breed literatuurbegrip, waaronder hij naast romans en gedichten, ook minder voor de hand liggende genres rekende als brieven, dagboeken, brochures, memoires en beschrijvingen van de natuur van planten en dieren, maar ‘intussen is ook elders (...) het besef gegroeid, dat je de grenzen van wat tot de literatuur behoort niet al te nauw moet nemen.’ (Peter van Zonneveld: Indisch-Nederlandse literatuur. Amsterdam: H&S Uitgevers 1988: 9) Wie literatuur ziet als onderdeel van een wijder cultuurbegrip en niet ongevoelig is voor de argumenten van de moderne cultuurstudies zal dit standpunt zonder meer beamen. Het is ook het uitgangspunt van dit werk. De definitie van wat tot de literatuur van Aruba behoort is eveneens ruim geïnterpreteerd. De opzet van dit boek is chronologisch-thematisch, waarbij eerst rekening is gehouden met het historische beginpunt, waarna in een aantal gevallen de thematische lijn tot in de moderne tijd is voortgezet. In grote lijnen loopt de Arubaanse literatuurgeschiedenis parallel met die van de regio en in ruimer verband met die van de (post)koloniale literatuurgeschiedenis, en kent ze in een vergelijkbare drievoudige periodisering van passantenliteratuur, geschreven door tijdelijk op het eiland verblijvende auteurs, via kolonisten: auteurs Wim Rutgers, Balans. Arubaans letterkundig leven. De periode van autonomie en status aparte 1954-2015 die van buiten kwamen maar zich blijvend op het eiland vestigden, naar de moderne tijd waarin lokale auteurs de pen oppakten en zich gaandeweg inschreven in de mondiale literaire ontwikkelingen. Al moet hierbij wel opgemerkt worden dat op het kleine eiland met zijn geringe bevolking ontwikkelingen veelal op een later Wim Rutgers, Balans. Arubaans letterkundig leven. De periode van autonomie en status aparte 1954-2015 5 moment plaatsvonden dan bijvoorbeeld in de rest van het Caribische gebied: gelijkheid veronderstelt niet noodzakelijkerwijs gelijktijdigheid. Deze studie is in zekere zin een vervolg op Henry Habibe Aruba in literair perspectief; tussen traditie en vernieuwing: 1905-1975 (Oranjestad: Unoca 2014) die het historische deel van de Arubaanse literatuur heeft beschreven. Balans, Arubaans Letterkundig Leven; De periode van Autonomie en Status Aparte 1954-2015 omvat de moderne literatuur. Na een inleidend hoofdstuk ‘Elogio di Papiamento’ volgt in deel I een historische ‘opmaat’. Dat overzicht gaat vergezeld van enkele capita selecta over literatuur in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw. Daarna volgt een kort hoofdstuk over de tijd van Autonomie naar Status Aparte met speciale aandacht voor de meest populaire vorm van dat tijdvak, het toneel. Dit hoofdstuk gaat eveneens vergezeld van enkele capita selecta. Tenslotte volgt in deel II het meest uitgebreide deel over het tijdperk vanaf de Status Aparte per 1 januari 1986 tot eind 1915. Korte biografieën en bibliografieën besluiten het boek. Hoewel Henry Habibe het jaar 1975 als eindpunt heeft genomen, begint deze studie wat vroeger omdat verschillende ontwikkelingen weliswaar vóór 1975 begonnen, maar ná 1975 werden voorgezet. Die ontwikkelingen betreffen voornamelijk het lokale toneel. Ook zijn er auteurs die zowel vóór als ná 1975 publiceerden. Zo iemand is bijvoorbeeld Ernesto Rosenstand die qua leeftijd bij de auteurs vóór 1975 hoort, maar door zijn creativiteit ook vér daarna is blijven publiceren. Hij komt dus nog wel aan de orde, maar schrijvers en dichters als Digna Laclé-Herrera, Pedro Velasquez en Ramón Todd Dandaré van wie het belangrijkste literaire werk van vóór 1975 dateert, komen in dit tweede deel niet meer aan de orde. Het komt ook voor dat in het hoofdstuk over de literatuur vanaf 1986 wordt terugverwezen naar werken die vóór die datum geschreven en gepubliceerd werden. Dat is zeer zeker ook het geval in het derde hoofdstuk over de ontwikkeling van het toneel in de jaren 1954 tot 1986, toen het toneelleven een bloeitijd doormaakte. Het zal duidelijk zijn dat volstrekt chronologische indelingscriteria niet geheel probleemloos zijn, want in elk literair tijdvak zijn drie generaties auteurs literair actief, wat samenhangt met bevestiging en verdediging van verworven tradities door de oudere generatie, het uitwerken en verder verkennen en ontwikkelen van bestaande dominante trends door de toonaangevende auteurs van het tijdvak, tot het streven naar vernieuwing door de jongere generatie van aanstormend jong talent. Deze drie generaties worden gevormd door de wat oudere en ervaren auteurs die het einde van hun schrijfcarrière naderen en nog vasthouden aan traditionele vormen en ideeën, de generatie die nu op het hoogtepunt van het schrijverschap staat, en tenslotte een jonge generatie van vernieuwers die een eigen plaats in de literatuur opeisen. Ze komen alle drie gelijktijdig voor en compliceren daardoor het proces van de literatuurgeschiedschrijving. De Arubaanse literatuur zou ingedeeld kunnen worden in vier historische fasen die verlopen van ‘beschaving’ in westerse zin zoals die in de negentiende eeuw na de abolitie door de koloniale macht en de lokale elite beoogd werd, via de specifieke vorm daarvan die vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw door middel van ‘bekering’ door de missie werd gepropageerd en gepraktiseerd, naar de ‘bevrijding’ Wim Rutgers, Balans. Arubaans letterkundig leven. De periode van autonomie en status aparte 1954-2015 van Nederlands-Europese en westerse invloeden in de decennia na de Tweede Wereldoorlog en de ‘bespiegeling’ waar hedendaagse auteurs hun persoonlijke positie bepalen in de moderne maatschappij. Deze uitgave betreft een werk in uitvoering en wordt met de publicatie van nieuw werk aangevuld. Literatuurgeschiedschrijving is immers nooit af. Wim Rutgers, Balans. Arubaans letterkundig leven. De periode van autonomie en status aparte 1954-2015 6 Inleiding Multilingualiteit en de literatuur van Aruba Het eiland Aruba en de Arubaan mogen veeltalig zijn, het enige als onvervreemdbaar eigen gevoelde dichterlijke voertuig van de Arubaanse dichter is zijn Papiamento. Een Arubaan zal bij gelegenheid zijn emoties uitzingen in de vertolking van Spaanse liederen, somtijds het internationale Engels gebruiken of het zakelijke Nederlands, maar de eigenlijke uitingsvorm van de Arubaan ligt in het Papiamento. Aruba is een multi-linguaal eiland. Dat was zo in het verleden, dat is het ook heden ten dage, getuige de cijfers van de censo van het Bureau voor de Statistiek. Op het sinds 2003 officieel tweetalige Aruba constateerde de CBS-censo van 2010 dat de toen 101.484 inwoners, uit 133 landen en met 96 nationaliteiten Papiamento (68%), Spaans (14%), Engels (7%), Nederlands (6%), Chinees (1%) of een andere thuistaal (4%) spreken. Arubaanse dichters en hun taal Het ligt daarom voor de hand een beschrijving van de moderne literatuur van Aruba te beginnen met een ‘elogio di Papiamento’. Hier volgt een kleine fragmentarische bloemlezing van auteurs die het Papiamento als thema van hun creatieve werk gebruikt hebben. De moedertaal is daarin steeds de taal van het eigene - de eigen taal - waarin de dichter zich het meest adequaat en gevarieerd kan uitdrukken. Daarover schreef de Arubaanse dichter Julio Maduro in het gedicht ‘Lenga’ - hier gebruikt in de betekenis van de menselijke ‘tong’. Met taal kan men positieve en negatieve resultaten nastreven: het menselijke