4e jaargangnummer 1, februari 1989 21

Vlinders kweken:

De Satumiidae oftewel Zijdespin-

ners dan wel Nachtpauwogen, zijn

vlinderkwekers bij een populaire

groep. De meeste vertegenwoordi-

gers zijn van een spectaculair for-

maat en niet zelden ze ook zijn nog

eens aantrekkelijk getekend. De

meeste soorten komen uit tropische

streken. Maar in deze aflevering zal

met name onze bekendste inheemse

satumide; de Nachtpauwoog, uitge-

breid aan de orde komen.

Figuur 1. Het de mannetjevan men zelden veel ruimte nodig, een vlinder- Jan Meerman Nachtpauwoog. kas ofandere kostbare voorziening is dus niet Tekening: Annemarie van Lierop.

nodig. Veel (zon)licht hebben de vlinders ook

INLEIDING al niet nodig, het zijn immers nachtvlinders.

Zelfs op een zolderkamertje met een raampje

Dat de het noorden kan dus Zijdespinners zo geliefd zijn bij vlin- op men Zijdespinners

derkwekers kweken. Tenslotte de veel is nietalleen te danken aan hun zijn rupsen van Zij-

zodat ook imposante uiterlijk. Belangrijker is wel dat ze despinners nogal polyfaag, voor

veel exotische niet als volwassen vlinder geen voedsel tot zich soorten zeldeneen vervan-

in tuinof bos nemen. De kweker hoeft dus niet moeilijk te gende voedselplant groeit.

doen met bloemenofkunstmatige voeding.

Figuur 2. Nachtpauwoog, 'roepend' DE NACHTPAUWOOG Maar er zijn nog meer redenen te noemen, zo Let het dat uil vrouwtje. op geurorgaan hebben de vlinders om tot voortplanting te ko- de achterlijfspunt gestulpt is.

In Nederland komen slechts twee soorten Zij-

despinners voor: De Tauvlinder (Aglia tau,

de fig. 6) en Nachtpauwoog (Saturnia pavo-

nia, fig. 1 en 2). De Nachtpauwoog is van

deze twee waarschijnlijk het meest algemeen

en zeker het De is meest bekend. soort een ty-

pische bewoner van heidegebieden, derups

leeft daar dan ook meestal op Struikheide

(Calluna vulgaris). Maarook in Zeeland leeft

een populatie, deze dieren zijn vaak groter

dan die van de heidegebieden en de rupsen le-

daar onderandere ven op Wilg (Salix sp.),

Appel ( sp.) en Braam (Rubus sp.). Het

zou interessant zijn te weten of de afwijkende

grootte van de Zeeuwse dieren veroorzaakt

wordt doorhet verschil in voedsel van de 22 4e jaargang nummer 1, februari 1989

spinners verpoptbinnenineén zelfgesponnen

cocon. Wil men dus het geslacht van depop

voorzicht bepalen, dan zal de cocon openge-

knipt moeten worden. Het geslachtsonder-

is in scheid bij depoppen dan grote lijnen ver-

gelijkbaar met wat ik in een vorige aflevering

(Vlinders 2(3):25) aangaf voor de poppen van

Pijlstaartvlinders. Dit openknippen van de co-

con kan zolang het maar voorzichtig gebeurt

totaalgeen kwaad. Zelf doe ik het bijna stan-

daardom dekwaliteit van depoppen te kun-

nen beoordelen. Maarook als men het niet

aandurft om de cocons open te knippen be-

staat er een methode om het geslacht van de

poppen met vrij grote zekerheid te bepalen.

Men heeft dan echter wel een gevoelige weeg-

schaal nodig! Voor de rest is het heel simpel.

Vrouwelijke poppen zullen namelijk zwaar-

der zijn dan mannelijke. Dat dit verschil vrij

aanzienlijk kan zijn blijkt wel uit bijstaande

grafiek (figuur 3).

EEN MANNENVAL

Figuur 3. Grafiek met de gewichten in rups of dat hier genetische factoren het Het voordeel van het kweken van een inheem- van in totaal 111 coconsvan eenin

de schrijver uitgevoerde alleen is het relatief is 1980 door spel zijn. Een probleem dat opgelost se soort dat gemakkelijk om de kweek van Nachtpauwoog. Het kan worden door van beide populaties een aan vers kweekmateriaal te komen. Bij de uit oorsprong smateriaal stamde Oosterland (Zeeland).Duidelijkkrant stam gescheiden maar onder gelijke condities Nachtpauwoog is dat zelfs wel heel gemakke-

in de grafiek tot uiting dat de cocons op te kweken. Een mooie opgave voor de lijk. Zelfs al zou men slechts over één vrou- met de vrouwelijke poppen gemiddeld amateurkweker! dan dekans veel zwaarder zijn dan die met de welijke pop beschikken is om

mannelijke poppen. toch met deze soort verder te kweken heel Tekening: J. Meerman. GESLACHTSONDERSCHEID groot. Het principe is eenvoudig. De vrouwe-

lijke vlinder zal nadat ze uit de pop is geko-

De adulten van de Nachtpauwoog zijn zeer men bevrucht moeten worden. Ze vliegt daar-

niet in de minof eenvoudig te sexen. Ten eerste zijn de manne- bij weg hoop meer toevallig

tjes beduidendkleiner, maar boven-

dienhebben ze een oranje grond-

kleur, terwijl de vrouwtjes overwe-

gend grijs van kleur zijn. Een heel

zeker kenmerk vormen ook de an-

tennen. Die van de mannetjes zijn

duidelijk veel sterker geveerd dan

die van de wijfjes (zie figuur 4). Dit

kenmerk gaatop voor alle Zijdespin-

ners, dus ook die soorten die niet

over zo’n duidelijke sexuele dimor-

fie beschikken.

Figuur 4. Antennen van een Ook de poppenzijn wel te sexen. Zijdespinner, links mannetje,rechts Een probleem is dan wel dat de vrouwtje.

Tekening: J. Meerman. Nachtpauwoog zich zoals alle Zijde- 4e jaargang nummer 1, februari 1989 23

Figuur 5. Schets van een vangkooitje een mannetje tegen te komen zoals het wilde ontworpen voor vangen van bij dagvlinders gebruikelijk, maar mannetjesmet behulpvan een

maagdelijkwijfje. Voor verdere blijftrustig zitten en wacht af. verklaring: zie tekst. Helemaalpassief is ze echter niet, Tekening: J. Meerman.

want ze stulpt een orgaan uit waar-

uit een geurstof vrijkomt. Het zoge-

naamdesexferomoon.Zo’n vrouw-

is tje ’roept’. De bedoeling dat een

mannetje 'onder de wind’ met be-

hulp van zijn gevoelige antennen

deze geurstof opvangt en aan de

hand ervan het vrouwtje weet op te

sporen.

Elke vlindersoortheeftzijn eigen

paringstijdstip. Bij de Nachtpauw-

18 dus! ik zelf nooit oog is dat omstreeks uur. Overdag dat er opgekomen was, ware het

Om een mannetje te krijgen hoeft men dus al- niet dat Broeder Melkert mij jaren geleden

leen maar met een gazenkooitje waarin een het prototype ervan toonde.

maagdelijk wijfje in het biotoop van de soort

te gaan staan en tegen het eind van de middag Het betreft namelijk een vangkooitje, een re-

het net gereed te houden. Het mannetje (niet gelrechte mannenval. De basis wordt ge-

zelden zijn het er meerdere) zal laag over de vormd door een gazenkooitje. Het gaas is

grond aan komen vliegen en kan dan voor- heel belangrijk want er moet wind door het

waaien. zichtig gevangen worden als hij tegen het kooitje kunnen In het dak van het

het De komt fuik. Deze fuik heel gaas van kooitje vliegt. paringsdrift kooitje een kan een-

wordt slechts zelden door de vangst ver- voudig gemaakt worden van een plastic beker

stoord, in de meeste gevallen zal het manne- of margarinekuipje waarvan de bodem is weg-

binnen minuut in het schets tje een nadat hij kooitje gesneden. Bijgaande (fig. 5) spreekt

is losgelaten met het vrouwtje paren. verder voor zich. Het formaat is niet echt be-

al de de fuik langrijk moet opening van aange- Figuur 6. De Tauvlinder is een Natuurlijk heeft niet iedereen de tijd om een past zijn aan de grootte van de vlindersoort inheemse Zijdespinner.

Annemarie Tekening: vanLierop. halve middag bij een vlinder te gaan posten. die men er mee wil vangen. Voor de Nacht-

Er is echter een elegante oplossing, zo simpel pauwoog gebruik ik een zogenaamd ponds-

kuipje. Tussen de opening van de fuik en de

buitenwanden van de kooi moet ongeveer 5

ruimte zitten. Als de ’fuik’ niet cm permanent

maar slechts klemvast aangebracht wordt is

een deurtje in de kooi niet nodig, als de fuik

verwijderd wordt kan men zijn hand door de

zo ontstane opening steken. Belangrijk is ver-

der nog dat het dak waarin de fuik bevestigd

is, van lichtdoorlatendmateriaal is (gaas,

transparant plastic). Laat men dit na, dan

loopt men het risico dat een bevrucht wijfje

lichtste naar de plek in de kooi vliegt, de ope-

fuik in ning van de dat geval, en dus toch ont-

snapt.

Aldus geconstrueerd ’aast’ men het kooitje

met het een maagdelijk wijfje en plaatst ge- 24 4e jaargang nummer 1. februari 1989

heel in een geschikt biotoop. Na verloop van spinners relatieflangzaam. Hét totalerupssta-

tijd haalt men het kooitje, ditmaal met een be- diumkan onder normaleomstandigheden wel

vrucht wijfje plus een mannetje weer op. twee maanden in beslag nemen. Bij de Nacht-

Deze methode leentzich ook uitstekendom pauwoog is het naar mijn ervaring ook be-

b.v. uurhokken op het voorkomen van bepaal- langrijk om de rupsen niet al te warm op te

sexfe- in de soorten te monsteren! Bijna alle met kweken want dan zijn ze te vroeg de zomer

al als nadeel verpopt wat voornaamste heeft

dat de vlinders danook vaak al vroeg in het

zelfs dat volgende jaar ontpoppen,zo vroeg

het lokken van wilde mannetjes nog niet mo-

gelijk is. Daar zelf gekweekte mannetjes bo-

vendien vaak weinig paringslustig zijn, is het

handig om de mogelijkheid tot het lokken van

wilde mannetjes nietbij voorbaat uit te slui-

ten.

Als derupsen dan eindelijk toch volgroeid

zijn, beginnen zij zich in te spinnen. Dit in-

spinnen kan gebeuren in een hoekje van de

kooi of gewoon tussen de takken van de voed-

selplant. Als na ruim een week de kunstig ge-

construeerde cocons voldoende uitgehard zijn

binnenin de de zich en cocons rupsen verpopt

7. De Amerikaanse Figuur romonen werkende soorten laten zich met hebben, worden de cocons verzamelden op- maanvlinder is eenmooi voorbeeld deze methode verschalken. Zelf heb ik met geslagen. Dit opslaan kan het best buiten ge- van een gemakkelijkte kweken uitheemse Zijdespinner. zulke kooitjes veel succes gehad bij verschil- beuren, in een kooitje onder een afdak of in

Foto: J. Meerman. lende soorten Pijlstaartvlinders. een schuurtje. Liever niet binnen want dan

kunnen de poppen te vroeg uitkomen met de

DE KWEEK hierboven geschetste gevolgen. Begin april

worden de cocons in het zicht gehaald en da-

De paring duurtbij de Nachtpauwoog vrij gelijks in de gaten gehouden. Als alles goed

kort, dit in tegenstelling tot sommige exoten gaat komen dan in de loop van mei de vlin-

ders uit. waarbij beide geslachten niet zeldentot de

volgende nacht in paring blijven. Vaak al in

OVERIGE SOORTEN de nacht volgend op de paring zal het vrouw-

tje beginnen te leggen. In de natuur legt ze

haar eieren keurig in een ’ring’ om een takje, Een buitengewoon grootaantalsoorten wordt

min of in maar in gevangenschap begint ze meestal zon- meer regelmatig Europa door lief-

der meer tegen het gaas van de kooi te leg- hebbers gekweekt. Om al deze soorten te be-

gen. schrijven zou al een heelboekwerk nodig

zijn. Ik volsta dus met het noemen van de

Het duurt meestal vrij lang eer de eieren uit- meest bekende met daarbij hun (vervangen-

komen. Als men onder natuurlijke omstandig- de) voedselplant. Ook de lijst met voedsel-

heden, dus buiten, probeert te kweken, kan planten beoogt niet compleet te zijn. Veel

het wel een maand duren eer het zover is. Bin- soorten zijn sterk polyfaag, andere voedsel-

nenshuis zijn deeieren vaak al binnen twee planten kunnen daarom vaak net zo goed vol-

weken uit. De jonge rupsjes kunnen gevoerd doenals de hieronder genoemde. Tropische

worden met Heide, Braam, Meidoorn(Crata- soorten hebben zowel in het rupsstadium als

als egus), Appel, Wilg en nog veel meer. In te- adult veel warmte nodig.

genstelling tot wat bij bijvoorbeeld Pijlstaar-

de ten gewoon is, groeien rupsen van Zijde- 4e jaargang nummer 1, februari 1989 25

Actias luna (Amerikaanse maanvlinder, trum sp.), Sering (Syringa), Pruim. De pop-

USA): Walnoot (), Vleugelnoot pen kunnen ondanks dat het hier een tropi-

(Pterocarya sp.), Berk (Betula sp.), 2 genera- sche soort betreft eenvoudig in diapauze ge- ties per jaar. bracht worden.

Actias selene (Indische maanvlinder, Azië); Automeris io (USA): Wilg, Pruim, Liguster,

Rhododendron, Pruim Laurier- zeer ( sp.), polyfaag. Pas op, de zeer harige rups kan kers (Prunus laurocarius), kan doorwarm te heftige irritaties veroorzaken! houden continu gekweekt worden, maar ook overwintering is mogelijk. Eupackardia calleta (USA): Liguster.

Actias maenas (ZO Azië): Amberboom (Li- Hyalophora cecropia (USA): Appel, Mei- quidambar), lastige soort. doorn, Sleedoorn (Prunus spinosa).

Aglia tau (Tauvlinder, Europa): Berk, Beuk Graellsiaisabellae (Spaanse maanvlinder,

Een Den slechts (Fagus sylvatica). generatie perjaar. Spanje): (Pinus sp.), een genera-

tie perjaar.

Antheraeapernyi (Chinese eikespinner, Chi- na): Eik (Quercus sp.), 2 generaties per jaar. Loepa katinka (China): Druif (Vitis sp.)

De meeste probleemloze soort.

Rothschildia jacobeae (Argentinië): Liguster.

Antheraea yamamai (Japanse eikespinner, Ja-

2 pan); Eik, generaties per jaar. Deze soort Samia cynthia (Hemelboomvlinder, China, overwintert niet als pop maar als ei! Europa, USA): Hemelboom, Liguster. Twee

generaties per jaar. Gemakkelijke soort, sterk

Argema mittrei (Komeetvlinder, Madagas- aanbevolen! car): Amberboom, Eucalyptus. Zelden met

desondanks succes gekweekt, maar zeer popu- Saturniapyri (Grote nachtpauwoog. Europa): lair. Pruim, Appel, Meidoorn, Sleedoorn.

Attacus atlas (Atlasvlinder, ZO Azië): Hemel- Volgende aflevering: Passiebloemvlinders boom (Ailanthus glandulosa), Liguster (Ligus- (Heliconidae). □