MN0B201.248 Dit Proefschrift Met Stellingen Van FRITS SONNEVELD, Landbouwkundig Ingenieur, Geboren Te Amsterdam, 19 Mei 1927, Is Goedgekeurd Door De Promotor Dr

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

MN0B201.248 Dit Proefschrift Met Stellingen Van FRITS SONNEVELD, Landbouwkundig Ingenieur, Geboren Te Amsterdam, 19 Mei 1927, Is Goedgekeurd Door De Promotor Dr BODEMKARTERING EN DAAROP AFGESTEMDE LANDBOUWKUNDIGE ONDERZOEKINGEN IN HET LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA SOIL SURVEY AND ATTUNED AGRICULTURAL INVESTIGATIONS IN THE LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA F. SON NEVE Lr B'L'lt*tho«fc k«ndbo IVY • V A MN0B201.248 Dit proefschrift met stellingen van FRITS SONNEVELD, landbouwkundig ingenieur, geboren te Amsterdam, 19 Mei 1927, is goedgekeurd door de promotor dr. ir. c. H. EDELMAN, hoogleeraar in de bodemkunde. De Rector Magnificus der Landbouwhogeschool, Wageningen, 20 maart 1958. w. DE JONG BODEMKARTERING EN DAAROP AFGESTEMDE LANDBOUWKUNDIGE ONDERZOEKINGEN IN HET LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA SOIL SUR VEY AND ATTUNED AGRICVLTURAL INVESTIGATIONS IN HET LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA PROEFSCHRIFT TERVERKRUGINGVANDEGRAAD VAN DOCTOR IN DE LANDBOUWKUNDE OPGEZAGVANDERECTORMAGNIFICUSIR. W. DEJONG, HOOGLEERAARINDE VE ETE E LTWETE N SC HAP, TEVERDEDIGENTEGENDEBEDENKINGEN VANEENCOMMISSIEUITDESENAAT VANDELANDBOUWHOGESCHOOLTEWAGENINGEN OPVRUDAG, II JULI 1938TE 16UUR DOOR FRITS SONNEVELD STAATSDRUKKERISDRUKKERIJ SUafnV.SSfnl'\S I UUI ITTG EV E RIJ BE D RIJ F •S-GRAVENHAGE Aon mijn Vrouw mijn Moeder de nagedachtenis vanmijn Vader STELLINGEN Bij bedrijven in de zeekleigebieden, overwegend gelegen op de lichtste gronden van deze gebieden, is de vruchtwisseling meestal toch afgestemd op de zwaardere gronden, terwijl een vruchtwisse- lingstelsel, als gebruikelijk voor goede zandgronden, beter op zijn plaats zou zijn. II Uitgaande van sociaal-economische overwegingen op langere ter- mijn verdient ruilverkaveling door middel van onteigening de voor- keur boven ruilverkaveling volgens de wet. Ill Het nastreven van een ver doorgevoerde perfectionering bij ruil­ verkaveling leidt tot een niet te verantwoorden onrendabele ver- hoging van de kosten. IV Voor gronden met een behoorlijk waterbergend vermogen zijn de drainagecriteria te scherp gesteld. Kunstmatige beregening van droogtegevoelige landbouwgronden met schoon water kan in Nederland slechts rendabel zijn bij een arbeidssurplus en/of een overschot aan bedrijfsruimte op het be- drijf. VI Ook op het „Oude land" kan beoordeling van de doorlatendheid van de bodem op voldoend betrouwbare wijze geschieden op grond van profielkenmerken. VII Bij drainage van slecht doorlatende gronden isprimai r de stroming van water door de bouwvoor naar de drainsleuven van belang voor de ontwatering. VIII Gunstige resultaten van grondverbeteringsmaatregelen zijn veelal uitsluitend toe te schrijven aan de psychologische invloed van deze maatregelen op de boer. In de meeste gevallen is het zeer moeilijk of onmogelijk de nood- zaak van grondverbetering af te lezen van bodemkaarten, zoals deze volgens de algemeen gebruikelijke methoden worden vervaar- digd, ondanks hun vaak ver gaande detaillering. In vele minder ontwikkelde gebieden is op chernosemgronden in eerste instantie meer te verwachten van verbetering van zuiver landbouwkundige maatregelen dan van grootscheepse aanleg van irrigatiewerken. XI Diepe ontwatering van komgronden is bij gebruik als grasland niet noodzakelijk. Een beter resultaat wordt bereikt door een goede en zorgvuldig in stand gehouden oppervlakkige detailontwatering. XII Bij bodemkartering voor landbouwkundige doeleintofmOet detail­ lering naar landbouwkundig onbelangrijke kenm^keyzoveel mo- gelijk worden vermeden. Verschillen in profielfcbjprw, waarvan de landbouwkundige betekenis nog niet kan women beoordeeld, moeten echter, kwantitatief geformuleerd, bij de kartering worden betrokken. XIII Het is niet rendabel te trachten het K-HCl-cijfer van kalifixerende akkerbouwgronden op te voeren. F. SONNEVELD, 1958 INHOUD WOORD VOORAF Biz. INLEIDINO 1 1. Algemeen 1 2. Doel van en werkwijze bij het onderzoek 1 3. Overzicht van de bodemgesteldheid 4 4. Samenvatting/ Summary 5 I. BODEMKUNDIGE EN WATERSTAATKUNDIGE ONTWIKKELINGSGESCHIEDENIS ... 7 1. De situatie in de Romeinse tijd . ." 7 1.1. Het verloop van de rivieren 7 1.2. Het verloop van de zuidelijke Romeinse route op de Peutinger kaart 10 2. De periode v66r de St. Elizabethsvloed 13 3. De St. Elizabethsvloed en de daarop gevolgde ontwikkeling van dewater - staatkundige toestand 16 4. Het sedimentatieproces 19 5. De dorpspolders -. 29 6. SamenvattingI Summary. :'- . .''-.". J :'• .:•. '. ."'.*•; . V ...... 31 II. BESCHRIJVING VAN DE BODEMGESTELDHEID 33 1. Algemeen 33 2. Bodemkundige indeling 33 3. Indeling van de gronden in bodemkundige landschappen 34 4. Indeling van de gronden in bodemreeksen en bodemtypen 35 4.1. Indeling van de rivierkleigronden 35 4.2. Indeling van de estuariumgronden 40 4.3. Bijzondere onderscheidingen 45 5. Samenvatting/ Summary 46 III. BESCHRIJVING VAN ENKELE ASPECTEN VAN DE BODEMGESTELDHEID IN DE VER- SCHILLENDE LANDSCHAPPEN 49 1. Het rivierkleilandschap 49 1.1. Algemeen 49 1.2. De stroomruggronden 50 1.3. De komkleigronden 52 1.4. De donken 53 1.5. De overslaggronden 54 Dit proefschrift verschijnt tevens als No. 64.4 in de recks Verslagen van Landbouwkundige Onderzoekingen. VI Biz. 2. Het estuariumlandschap 56 2.1. Het zuidwestelijk gebied 56 2.2. Het inbraakgebied 57 2.3. Het gebied ten oosten van de Kornse dijk 57 3. Samenvatting/ Summary 57 IV. DE GRANULAIRE SAMENSTELLING VAN DE VERSCHILLENDE AFZETTTNGEN .... 60 1. Algemeen 60 2. Vergelijking van de gronden in het Land van Heusden en Altena .... 60 2.1. „Bugo"-onderzoek • 60 2.2. „Ugo"-onderzoek 67 2.3. Vergelijking tussen rivierklei- en estuariumafzettingen in driehoeks- grafieken 68 3. Vergelijking met alluviale afzettingen uit enkele andere gebieden .... 70 3.1. Algemeen 70 3.2. De verhouding tussen de fracties < 2 mu en 2- 16m u 70 3.3. Defractie van 16-50 mu 72 3.4. De fractie van 50- 75 mu 72 3.5. De fractie van 75- 105m u _ 72 3.6. De fracties > 105m u 72 3.7. Resume 73 4. Samenvatting/ Summary 73 V. DE STRUCTUUR VAN ENKELE BODEMTYPEN IN VERBAND METD EGRONDBEWERKIN G 76 1. Algemeen 76 2. Zware humeuze komkleigrond 76 3. Zeer zware stroomruggronden op komkleigrond 79 3.1. Algemeen 79 3.2. Geploegd in de herfst 80 3.3. Niet geploegd in de herfst 81 3.4. Verslemping in de winter 85 4. Estuariumgronden met meer dan 20% lutu m 86 4.1. Algemeen 86 4.2. Vergelijking met rivierklei 86 4.3. Vergelijking tussen land, geploegd in het voorjaar en land, geploegd in het najaar 87 VII Biz. 5. Fijnzandige estuariumgronden met ca. 15% lutum 89 6. De structuur en het opdrogingsproces van de estuariumgronden in het voorjaar in verband met ontwateringsdiepte en opbouw van het bodem- profiel . 92 6.1. De invloed van slechte ontwatering in de herfst 92 6.2. De opdroging in het voorjaar 92 7. Samenvatting/ Summary 98 VI. DE LANDBOUWKUNDIGEWAARDERIN G VAN DEVERSCHILLEND E BODEMTYPEN . 100 1. Inleiding 100 2. Defijnzandige estuariumgronde n 100 2.1. Het verschil in produktiviteit tussen de lichteree nzwaarder egronde n 100 2.2. Structuur- en ziektegevoeligheid bij de lichtere gronden 101 2.3. De zwaardere gronden en de invloed van de fijnzandige ondergrond 101 2.4. De invloed van een slechte ontwatering . *. 101 2.5. De invloed van de rivierkleiondergrond bij matig dikke estuarium­ gronden 102 2.6. De estuariumgronden met een dek dunner dan 50c m 102 2.7. De bewerkbaarheid . 102 3. De grofzandige estuariumgronden 102 3.1. De plaatgronden 102 3.2. Mogelijkheden voor de tuinbouw 103 3.3. De structuur 103 3.4. De overgang naar hetfijnzandige estuariumgebie d 104 4. De rivierkleigronden 104 4.1. De stroomruggronden 104 4.2. De komkleigronden 105 4.3. De stroomruggronden op komklei 105 4.4. De komkleigronden op stroomruggrond 106 4.5. De stroomruggronden met storende lagen 106 4.6. De overslaggronden 107 • 5. Vergelijking tussen de stroomrug- en de estuariumgronden 109 5.1. Produktiviteit van de beste gronden 109 5.2. Gewassenkeuze en bewerkbaarheid 109 5.3. De inbraakgronden in vergelijking met de stroomruggronden. ... 109 VIII Biz. 6. Landbouwkundige waarderingstabel voor gebruik als bouwland. .... 110 7. Samenvatting/ Summary 114 VII. SAMENVATTING VAN DE BODEMKUNDICE GEGEVENS IN EEN TABEL 118 1. Algemeen 118 2. De opbouw van het profiel 118 3. Het kalkgehalte 119 4. De diepten van de permanente reductie 119 5. Destructuur 119 6. De bewerkbaarheid 120 7. De geschiktheid voor de teelt van akkerbouwgewassen 120 8. De oogstzekerheid 121 9. Samenvatting /Summary. 122 VIII. BODEMKUNDIGE BESCHRIJVING VAN EEN AANTAL PROFIELEN 123 1. Algemeen ..'...' 123 2. Profielen beschreven in profielkuilen 124 . 3. Profielbeschrijvingen aan de hand van boringen met de steekboor .... 134 4. Opmerkingen over de kleur van enkele bodemtypen 139 t 4.1. Het kleurverloop bij komkleigronden en komkleigronden op veen . 139 4.2. Het kleurverloop bij de estuariumgronden 139 4.3. Het verband tussen de kleurhelderheid en het humusgehalte bij de estuariumgronden 141 5. Samenvatting/ Summary 141 IX. HET KALKGEHALTE VAN DE GROND . 142 1. Algemeen 142 2. Indelingkalk 142 3. Beschouwing van het kaartbeeld 142 3.1. Het gebied ten oosten van de Kornse dijk 142 3.2. Het gebied ten westen van de Kornse dijk 144 4. Samenvatting/ Summary 144 X. DE DIEPTE VAN DE PERMANENTE REDUCTIE 146 1. Algemeen 146 2. Indeling 146 IX Biz. 3. Beschouwing van het kaartbeeld 146 3.1. Het gebied ten oosten van de Kornse dijk 146 3.2. Het gebied ten westen van de Kornse dijk 147 3.3. Veranderingen in de diepten van de permanente reductie 147 3.4. Het v66rkomen van reductieverschijnselen in de bouwvoor 148 4. Samenvatting/ Summary 148 XI. DE DETAILKARTERrNG BH GENDEREN 149 1. Inleiding 149 2. De indeling van de gronden 149 2.1. De bodemreeksen 149 2.2. De bodemtypen 149 3. De opbouw van het gebied 152 3.1. De ontwikkelingsfasen 152 3.2. De datering van de afzettingsperioden 153 4. Samenvatting/ Summary 154 XII. HET ONDERZOEK VAN DE ONDERGROND 156 1. De opbouw van de ondergrond 156 1.1. Inleiding , 156 1.2. De dwarsprofielen 156 1.3. De opeenvolgende fasen in het sedimentatieproces 156 2. Het palynologisch onderzoek 162 3. De ligging van de bovenzijde van het veen 163 3.1. Algemeen 163 3.2. De oorspronkelijke hoogteligging van het veen 163 3.3. De inklinking 164 4. Samenvatting/ Summary 166 XIII. HET VERBAND TUSSEN EEN AANTAL AFZONDERLUKE EIGENSCHAPPEN VAN DE BODEM 168 1. Inleiding 168 2.
Recommended publications
  • Spatial Planning Key Decision Room for the River English.Pdf
    SPATIAL PLANNING KEY DECISION ~ ROOM FOR THE RIVer Explanatory Memorandum 8 Waal (from Nijmegen to Gorinchem) 44 Contents of Explanatory Memorandum 8.1 Description of the area 44 8.2 Flood protection 44 8.3 Improvements in spatial quality 44 8.4 Overall approach to decisions for the long term 45 8.5 Short-term measures 45 8.6 Reserving land 46 Explanation 8.7 Opportunities for other measures 46 1 Introduction 9 9 Lower reaches of the rivers 48 1.1 Background 9 9.1 Description of the area 48 1.2 Procedure since publication of PKB Part 1 9 9.2 Flood protection 48 1.3 Decision-making 10 9.3 Improvements in spatial quality 49 1.4 Substantive changes compared to PKB Part 1 10 9.4 Overall approach to decisions for the long term 49 1.5 Substantive changes compared to PKB Part 3 11 9.5 Short-term measures 50 1.6 Guide to this publication 11 9.6 Reserving land 53 9.7 Opportunities for measures 53 2 Major shift in approach to flood protection 12 2.1 The background to this PKB 12 10 Lower Rhine/Lek 54 2.2 Major shift in approach 12 10.1 Introduction 54 2.3 Coordination with improvements in spatial quality 15 10.2 Flood protection 54 10.3 Improvements in spatial quality 54 3 Flood protection in the Rivers Region 16 10.4 Overall approach to decisions for the long term 55 3.1 The challenge for the PKB 16 10.5 Short-term measures 55 3.2 Long-term trends in river discharge levels and sea level 16 10.6 Reserving land 58 3.3 Targets to be met 18 10.7 Opportunities for measures 58 4 Improvements in spatial quality 25 11 IJssel 60 4.1 Introduction 25 11.1
    [Show full text]
  • Voorkeursstrategie Waal En Merwedes Waterveiligheid, Motor Voor Ontwikkeling
    Voorkeursstrategie Waal en Merwedes Waterveiligheid, motor voor ontwikkeling Stuurgroep Delta-Rijn, Stuurgroep Rijnmond Drechtsteden Conceptadvies, november 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Introductie 1 De aanleiding: het Deltaprogramma 1 De voorkeursstrategie: rivierverrruiming en dijkversterking in een krachtig samenspel 1 Het regioproces 2 Leeswijzer 3 Hoofdstuk 2. Karakteristiek van het gebied 4 Hoofdstuk 3. De opgaven 6 Hoofdstuk 4. Principes en uitgangspunten 10 Hoofdstuk 5. Voorkeursstrategie Waal en Merwedes: een krachtig samenspel van rivierverruiming en dijkversterking 14 Ruimtelijke visie 14 Een krachtig samenspel van rivierverruiming en dijkversterking 15 Adaptief deltamanagement: Slim programmeren en meekoppelen 15 Wijze van programmeren 16 Hoofdstuk 6. Ons advies concreet gemaakt 17 Algemeen Een krachtig samenspel van rivierverruiming en dijkversterking 17 Slim programmeren en meekoppelen: adaptief deltamanagement 18 Verfijningsslag met langsdammen en hoogwatervrije terreinen 18 Doelbereik en kosten 20 Beschrijving van de maatregelen per riviertraject Boven-Rijn/Waalbochten (Lobith-Nijmegen) 21 Programmering 21 De keuzes toegelicht 22 Retentie 23 Op orde brengen en houden: de grensoverschrijdende dijkringen 24 Pannerdensch Kanaal 25 Programmering 25 De keuzes toegelicht 25 Midden-Waal (Nijmegen-Tiel) 26 Programmering 26 De keuzes toegelicht 26 Beneden-Waal (Tiel- Gorinchem) 27 Programmering 27 De keuzes toegelicht 27 Parel 28 Merwedes 29 Programmering 29 De keuzes toegelicht 29 Hoofdstuk 7. Inzichten en aandachtspunten 31 Van proces tot inzicht 31 Governance 31 Instrumenten 32 Beschermingsniveau en veiligheidsnormering 33 Internationale context 33 foto voorpagina: Beeldbank Rijkswaterstaat Hoofdstuk 1: Introductie De aanleiding: het Deltaprogramma Als gevolg van klimaatverandering wordt verwacht dat de maatgevende afvoer van onze grote rivieren de komende eeuw zal stijgen. Tegelijkertijd stijgt de zeespiegel, daalt de bodem en is er meer te beschermen, de economische waarden en het aantal inwoners achter de dijken nemen nog altijd toe.
    [Show full text]
  • Report No. 173
    REPORT NO. 173 HISTORICAL OFFICER CANADIAN MILITARY HEADQUARTERS 25 Mar 47 THE WATCH ON THE MAAS 9 NOV 44 - 8 FEB 45 CONTENTS PAGE ALLIED AND ENEMY DISPOSITIONS ....................... 1 FIRST CDN ARMY AREA ........................... 4 REGROUPING AND FUTURE PLANS ........................ 8 1 BRIT CORPS FRONT ............................15 CHANGES IN ENEMY DISPOSITIONS, 9-30 NOV 44 ................18 "OFFENSIVE DEFENCE" ............................25 FOUNDATIONS FOR OPERATION "VERITABLE" ..................29 THE ENEMY HITS BACK ...........................46 THE FIRST CDN ARMY FRONT, 1-7 JAN 45 ...................46 THE LEFT FLANK: 2 CDN CORPS, 8-14 JAN ..................52 THE RIGHT FLANK: 2 CDN CORPS, 8-14 JAN .................54 THE LARGER PICTURE ............................56 INTENSIVE PATROLLING AND SMALL-SCALE ACTION, 15-21 JAN ..........59 APPRECIATION AND PLANS ..........................62 THE ATTACK ON KAPELSCHEVEER .......................67 1 Report No. 173 ACTIVITIES OF 2 CDN CORPS, 22 JAN - 4 FEB ................71 "VERITABLE" ON THE WAY ..........................72 APPENDICES "A" 2 CDN CORPS OPERATION ORDER, 22 NOV 44 "B" MAP - ALLIED AND ENEMY DISPOSITIONS (NORTHERN SECTOR) 0600 HRS 9 NOV 44 "C" MAP - DISPOSITIONS OF FIRST CDN ARMY, 0600 HRS 1 JAN 45 "D" MAP - THE BATTLE FOR KAPELSCHEVEER, 26-31 JAN 45 "E" MAP - DISPOSITIONS OF FIRST CDN ARMY, 1200 HRS 1 FEB 45 2 Report No. 173 REPORT NO. 173 HISTORICAL OFFICER CANADIAN MILITARY HEADQUARTERS 25 Mar 47 THE WATCH ON THE MAAS 9 NOV 44 - 8 FEB 45 1. The present report is a detailed account of the operations of Canadian Forces in North-West Europe from 9 Nov 44 to 8 Feb 45. During this period First Cdn Army, deployed on the left flank of 21 Army Group, was charged with the responsibility for the security of two vitally important sectors of the Allied Front: the NIJMEGEN bridgehead and the long line of the River Maas from Middelaar to the sea.
    [Show full text]
  • T Avel Technology Rganisation
    T avel Technology rganisation Ill Ill Medieval Europe Papers of the 'Medieval Europe Brugge 1997' Conference Volume 8 edited by Guy De Boe & Frans Verhaeghe LA.P. Rapporten 8 Zellik 1997 I.A.P. Rapporten uitgegeven door I edited by Prof Dr. Guy De Boe T avel echnology ganisation in Medieval Europe Papers of the 'Medieval Europe Brugge 1997' Conference Volume 8 edited by Guy De Boe & Frans Verhaeghe I.A.P. Rapporten 8 Zellik 1997 Een uitgave van het Published by the Instituut voor het Archeologisch Patrimonium Institute for the Archaeological Heritage W etenschappelijke instelling van de Scientific Institution of the Vlaamse Gemeenschap Flemish Community Departement Leefmilieu en Infrastructuur Department of the Environment and Infrastructure Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting Administration of Town Planning, Housing en Monumenten en Landschappen and Monuments and Landscapes Doomveld Industrie Asse 3 nr. 11, Bus 30 B -1731 Zellik- Asse Tel: (02) 463.13.33 (+ 32 2 463 13 33) Fax: (02) 463.19.51 (+ 32 2 463 19 51) DTP: Arpuco. Seer.: M. Lauwaert & S. Van de Voorde. ISSN 1372-0007 ISBN 90-75230-09-5 D/1997 /6024/8 08 TRAVEL, TECHNOLOGY AND 0RGANISATION - VERKEERSTECHNOLOGIE EN REIZEN TRANSPORTS ET VOYAGES - VERKEHRSTECHNOLOGIE UND REISEN was organized by Karel Vlierman werd georganiseerd door Hubert De Witte fut organisee par wurde veranstaltet von Preface The medieval world is often perceived as a fairly onwards but also of wrecks dating from Early Modem closed and static society where traffic and travelling times illustrate the point. The technological develop­ was fairly limited apart from such exceptions as the ments they reflect and which can often be identified Scandinavian regions in the Viking Age and the and documented only through archaeological evidence growing international trading systems which charac­ deserve attention not only because of their significance terize the development of the economic world parti­ for trade and exchange but also because they reveal cularly from the 12th century onwards.
    [Show full text]
  • Bestemmingsplan Kern Sleeuwijk: Kerkeinde Ong. (Nabij 8D) Voorontwerp
    Gemeente Altena Bestemmingsplan Kern Sleeuwijk: Kerkeinde ong. (nabij 8D) Voorontwerp Gorinchem, 6 januari 2021 NL.IMRO.1959.SleBP041Kerkeinde-VO01 Spijksedijk 8 4207 GN Gorinchem t 0183 - 821 497 w welmersburgstedenbouw.nl e [email protected] Gemeente Altena Bestemmingsplan Kern Sleeuwijk: Kerkeinde ong. (nabij 8D) Voorontwerp Toelichting Gorinchem, 6 januari 2021 NL.IMRO.1959.SleBP041Kerkeinde-VO01 4 Voorontwerp bestemmingsplan “Kern Sleeuwijk: Kerkeinde ong. (nabij 8D)” - 6 januari 2021 Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Aanleiding 9 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 9 1.3 Vigerend bestemmingsplan 10 1.4 Bij het plan behorende stukken 10 1.5 Leeswijzer 10 2 Beleidsaspecten 11 2.1 Rijksbeleid 11 2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) 11 2.1.2 Ladder voor duurzame verstedelijking 11 2.1.3 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) 12 2.2 Provinciaal beleid 12 2.2.1 Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant 12 2.2.2 Omgevingsvisie ‘De kwaliteit van Brabant’ 13 2.2.3 Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (derde concept) 14 2.3 Regionaal beleid 15 2.3.1 Structuurvisie ‘Land van Heusden en Altena’ 15 2.3.2 Regionale woonvisie Land van Heusden en Altena 16 3 Analyse van de bestaande situatie 18 3.1 Historische ontwikkeling 18 3.2 Ruimtelijke en functionele structuur 19 4 Planontwikkeling 20 4.1 Planontwikkeling 20 4.2 Ontsluiting en parkeren 20 4.3 Schaduwwerking 21 5 Onderzoek en verantwoording 23 5.1 Cultuurhistorie en Archeologie 23 5.2 Bodem 25 5.3 Milieu 26 5.3.1 Flora en Fauna 26 5.3.2 Stikstofdepositie 26 5.3.3 Waterparagraaf 27 5.3.4 Wegverkeerslawaai 30 5.3.5 Bedrijven en Milieuzonering 30 5.3.6 Luchtkwaliteit 31 5.4 Externe Veiligheid 31 5.5 Kabels en leidingen 32 5.6 Vormvrije MER beoordeling 32 5.7 Duurzaamheid 32 Voorontwerp bestemmingsplan “Kern Sleeuwijk: Kerkeinde ong.
    [Show full text]
  • Kernkwaliteiten NHW Altena
    Kernkwaliteiten Nieuwe Hollandse Waterlinie ten zuiden van de Lek DEEL II - inundatiekom Land van Altena handboek voor beschermen én ontwikkelen 2 | Kernkwaliteiten Nieuwe Hollandse Waterlinie COLOFON Opdrachtgever: Nieuwe Hollandse Waterlinie - Pact van Loevestein Samenwerking: gemeenten Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Zaltbommel, Werkendam, Woudrichem, Vianen, Leerdam, Gorinchem, Lingewaard, Tiel, de provincies Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Holland en Dienst Landelijk Gebied Inhoud, tekst en beeld: Kees van der Velden - landschapsarchitect Materiaal: beeldenbank NHW, GIS competence Center DLG, Rijksdienst Cultureel Erfgoed, Chris Will, Douwe Koen, Jaap de Zee, Richard Trenning, Gerard Burgers, Atlas Nieuwe Hollandse Waterlinie, Kees van der Velden en internet Pact van Loevestein, juli 2015 Kernkwaliteiten Nieuwe Hollandse Waterlinie | 3 Kernkwaliteiten Nieuwe Hollandse Waterlinie ten zuiden van de Lek DEEL II - inundatiekom Land van Altena handboek voor beschermen én ontwikkelen inundatiekom Culemborgerwaard inundatiekom Tielerwaard inundatiekom Bommelerwaard inundatiekom Land van Altena Kernkwaliteiten Nieuwe Hollandse Waterlinie | 5 DEEL II Kernkwaliteiten ten zuiden van de Lek In het eerste deel bent u meegenomen in de achtergronden en hoofdlijnen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In deel II worden de kernkwaliteiten ten zuiden van de Lek meer expliciet gemaakt. Hierbij komen zowel de streekeigen kernkwaliteiten van de Waterlinie - met het inundatiestelsel, de accessen en de hoofdverdedigingslijn met verdedigingsclusters
    [Show full text]
  • Calamiteitenbestrijdingsplan Hoogwater Op De Rivier Maakt Onderdeel Uit Van Het Totale Calamiteitenzorgsysteem (CZS) Van Het Waterschap Rivierenland
    Calamiteitenbestrijdingsplan van Waterschap Rivierenland Hoogwater op de rivier opgesteld door: ing. Hans Knotter vastgesteld door: college van dijkgraaf en heemraden Waterschap Rivierenland vastgesteld op: 9 april 2013 status: definitief CBP hoogwater op de rivier Definitief Inhoudsopgave Bladzijde INLEIDING 4 1. RISICODRAGEND GEBIED 5 1.1. gebiedskenmerken 5 1.2. beheer waterstaatswerken 6 1.3. Waterstaatswerken en specifiek risico 8 2. OPSCHALINGSCRITERIA 9 2.1. Specifieke melding en alarmering 9 2.2. Opschaling 10 2.3. Indicatoren per coördinatiefase 11 2.4. Criteria voor afschaling per coördinatiefase 12 3. CALAMITEITENBESTIJDINGORGANISATIE EN WERKWIJZE 13 3.1. Dijkbewakingorganisatie 13 3.2. Specifiek organisatie kantoor 14 3.3. Werkwijze veld en kantoor 14 3.3.1. Waarschuwingsfase: preventieve maatregelen 15 3.3.2. Coördinatiefase 1: gecoördineerde aanpak 15 3.3.3. Coördinatiefase 2: beperkte dijkbewaking 16 3.3.4. Coördinatiefase 3: permanente dijkbewaking 16 3.3.5. Coördinatiefase 4, permanente dijkbewaking 17 4. BESTRIJDINGSMAATREGELEN 18 4.1. Risico’s – scenario’s – maatregelen – inzet partners 18 4.2. Eenvoudige maatregel 18 4.3. Complexe maatregel 20 4.4. Overstroming 21 4.5. Maatregelen specifiek 21 4.5.1. Inlaatbeleid zomerpolders tijdens hoge rivierafvoeren 21 4.5.2. Bevers 21 4.5.3. Scenario’s doorbraak waterkering per dijkring 22 Dijkring 16, Alblasserwaard en Vijfherenlanden 22 Dijkring 23, Biesbosch 23 Dijkring 24, Land van Altena 23 Dijkring 37, Bern/Nederhemert 24 Dijkring 38, Bommelerwaard 24 PB-CZH-001 V4.1 CBP hoogwater rivier.doc Pagina 2 van 31 CBP hoogwater op de rivier Definitief Dijkring 39, Dalem 25 Dijkring 40, Heerewaarden 25 Dijkring 41, Land van Maas en Waal 25 Dijkring 42, Ooijpolder 26 Dijkring 43, Betuwe en Tieler- en Culemborgerwaarden 26 5.
    [Show full text]
  • Room for the River
    TAILOR MADE COLLABORATION MADE TAILOR TAILOR MADE COLLABORATION A CLEVER COMBINATION A CLEVER COMBINATION OF PROCESS AND CONTENT AND PROCESS OF COMBINATION CLEVER A OF PROCESS AND CONTENT Ruimte voor de Rivier www.ruimtevoorderivier.nl ROOM FOR THE RIVER Facts and Figures PLANNING Initiation (Start): 2007 Completion (End): 2015 THE TRIGGER In 1993 and 1995, the water levels in the rivers were dangerously high. In 1995, OBJECTIVES Safer river catchment areas. 250.000 As a result of giving the rivers people and a million animals had to more room, it will be possible be evacuated. for the River Rhine to safely transport 16.000 m3 of water per second to the BUDGET sea. That is 1,000 m³/s more than is currently possible (equivalent to approximately 4,000 baths full of water). 2,3 More attractive river catchment areas. billion euros Making room for the river is an ideal opportunity to improve the spatial quality of the catchment areas: for example, WORK CARRIED OUT improving urban and rural The Rivers IJssel, development, creating more Rhine, Lek and Waal recreational areas, and were given more strengthening the economy. room at 34 different locations. IMPLEMENTATION N ine Provinces, municipalities, water authorities and the Directorate General for Public Works and different methods Water Management (Rijkswaterstaat) are jointly were chosen. responsible for carrying out the Room for the River Programme. The Minister of Infrastructure and the Environment is ultimately responsible; this responsibility is also shared by the Secretary of State for Economic Affairs. room for the river A short summary High water level protection for the four million inhabitants of the river catchment areas: that is what the Room for the River Programme is working towards.
    [Show full text]
  • Resilience and Flood Risk Management
    RESILIENCE AND FLOOD RISK MANAGEMENT A SYSTEMS APPROACH APPLIED TO LOWLAND RIVERS Cover: Flooding of a village in the Netherlands (Rijkswaterstaat – Meetkundige Dienst) RESILIENCE AND FLOOD RISK MANAGEMENT A SYSTEMS APPROACH APPLIED TO LOWLAND RIVERS PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Technische Universiteit Delft, op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. ir. J.T. Fokkema, voorzitter van het College voor Promoties, in het openbaar te verdedigen op dinsdag 11 oktober 2005 om 13.00 uur door Karin Marianne DE BRUIJN landbouwkundig ingenieur geboren te Spijkenisse. Dit proefschrift is goedgekeurd door de promotor: Prof. ir. E. van Beek Samenstelling promotiecommissie: Rector Magnificus voorzitter Prof. ir. E. van Beek Technische Universiteit Delft, promotor Prof. C. Green Middlesex University Prof. dr. ir. H.J. De Vriend Technische Universiteit Delft Prof. dr. ir. N.C. van de Giesen Technische Universiteit Delft Dr. H. Middelkoop Universiteit Utrecht Dr. F. Klijn WL | Delft Hydraulics Dr. M. Kok Technische Universiteit Delft Prof. dr. ir. H.H.G. Savenije Technische Universiteit Delft, reservelid Dr. F. Klijn heeft als begeleider in belangrijke mate aan de totstandkoming van het proefschrift bijgedragen. This research has been supported by the IRMA•SPONGE umbrella programme within the framework of the INTERREG•IIC initiative of the European Union and by the Delft Cluster programme within the Dutch ICES funding with project number 06.01.02. The research has been carried out within the framework of the Netherlands Centre for River Studies (NCR). Published and distributed by: DUP Science DUP Science is an imprint of Delft University Press P.O.
    [Show full text]
  • Structuurvisie Land Van Heusden En Altena-5 September 2013…
    Structuurvisie Land van Heusden en Altena Vastgesteld Inhoudsopgave pagina 1. Wonen 17 1.1 Een woningvoorraad geschikt voor alle doelgroepen 19 1.1.1 Voldoende passende woonruimte 19 1.1.2 Een driedelige woningmarkt 20 1.1.3 Inbreidingen en uitleglocaties 20 1.1.4 Aanpassing van de woning aan veranderende wooneisen 21 1.1.5 Levensloopbestendig kunnen wonen 21 1.1.6 Behoud van kwaliteit van de woonomgeving 21 1.2 Invulling geven aan prestatieafspraken 21 1.2.1 Prestatieafspraken 22 1.2.2 Herstructurering woningbouw 22 1.2.3 Particulier woningbezit 22 1.2.4 Bijdragen aan de sociaal-maatschappelijk goede samenleving 22 1.3 Woningbouwinitiatieven moeten bijdragen aan de woonkwaliteit 23 1.3.1 Inspelen op veranderende vraag: extramuralisering 23 1.3.2 Toetsingskader voor woningbouwplannen in de kernen 24 1.3.3 Toetsingskader voor uitbreiding woonfunctie buitengebied 25 1.3.4 Toetsingskader huisvesting van arbeidsmigranten 25 1.4 Verval van de woningvoorraad en woonomgeving voorkomen 26 1.4.1 Zorg voor de context van het wonen 26 1.4.2 Ontwikkeling in de kwaliteit van de woningen 26 2. Voorzieningen 29 2.1 Veiligstellen van aanbod basisvoorzieningen binnen de drie gemeenten 30 2.1.1 Basisfuncties 30 2.1.2 Zorgvoorzieningen 31 2.1.3 Woonserviceszones 31 2.2 Minimale voorzieningen per kern, voldoende voorzieningen in de regio 32 2.2.1 Minimale functies per kern 32 2.2.2 Voldoende voorzieningen in de regio 32 2.2.3 Grensoverschrijdende voorzieningen 33 2.2.4 Specifieke voorzieningen: verpleegzorg 33 2.2.5 Bijdragen aan de sociaal-maatschappelijk goede samenleving 33 2.3 Initiatieven die voorzieningenstructuur versterken faciliteren 33 2.3.1 Initiatieven uit de gemeenschap 33 2.3.2 Bundeling van functies 34 2.3.3 Kleinschalige zorgvoorzieningen 34 2.4 Verlies laatste basisvoorziening in een kern voorkomen 34 Inhoudsopgave 1 3.
    [Show full text]
  • Delingsontwerp
    SAMENWERKENDE GEMËENTEhI AALBURG WERKENDAM WOUDRICHEM DELINGSONTWERP Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding voor dit Herindelingsontwerp 5 1.2 Wettelijk kader 6 1.3 Leeswijzer 7 2. Deherindelingsgemeenten 9 2.L Het Land van Heusden en Altena 9 2.2 Gemeente Aalburg 10 2.3 Gemeente Werkendam 13 2.4 Gemeente Woudrichem 15 3. Motievenvoordeze herindeling L9 3.1 Landelijke context 19 3.2 Provinciale context 20 3.3 Voorgeschiedenis van de samenwerking 2T 3.4 Doelstellingen van de herindeling 24 +. Denieuwegemeente 25 4.1 Naamgeving 25 4.2 Datum van herindeling 25 4.3 De nieuwe gemeente 25 4.4 Kijk op de nieuwe gemeente 26 4.5 Van opgaven naar een Toekomstvisie 32 5. Toetsingaanhetbeleidskader 33 5.1 Inleiding 33 5.2 Draagvlak 33 5.3 Interne samenhang, dorps- en kernenbeleid 34 5.4 Bestuurskracht 35 5.5 Evenwichtigeregionaleverhoudingen 35 5.6 Duurzaamheid 36 6. Financiëleenpersonelegevolgen 37 6.1 Financiële gevolgen van de herindeling 37 6.2 Personele gevolgen van de herindeling 4L 7. Procedure en planning 43 7.I De verdere procedure 43 CJ rg 7.2 De planning 44 Ol o- o t¡ ! 8. Liist van geraadpleegde bronnen 45 l o c 3 Biilagen (aparte uitgave) 4.. Logboek B. Startdocumenttoekomstvisie C. Herindelingsscan D. Topografische kaart o) rI] Oì o- o Evt co C 4 1. Inleiding 1.1 Aanleiding voor dit Herindelingsontwerp Meer en meer is in bestuurlijk Nederland duidelijk geworden dat lokale overheden de samenwerking met elkaar moeten zoeken. 7o ook de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem. In de afgelopen jaren is de samenwerking tussen deze gemeenten dan ook gegroeid naar een "niet-vrijblijvende" samenwerking op verschillende onderwerpen, zoals: toerisme & recreatie, cultuur, economie, veiligheid en rampenbestrijding.
    [Show full text]
  • Dijkring 24 Land Van Altena
    VNK2 Dijkring 24 Land van Altena Oktober 2014 Overstromingsrisico Dijkring 24 Land van Altena Oktober 2014 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkring 24 Land van Altena Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkring 24 Land van Altena Document HB 2584802 Status Definitief Datum Oktober 2014 Auteurs M.C.J. van den Berg S. Post R. Vergouwe P. van der Scheer Opdrachtnemer Rijkswaterstaat WVL Uitgevoerd door Consortium DOT Opdrachtgevers Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Unie van Waterschappen en Interprovinciaal Overleg Voorwoord Het project Veiligheid Nederland in Kaart (VNK2) analyseert voor 58 dijkringgebieden het overstromingsrisico, uitgedrukt in economische schade en aantallen slachtoffers. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van de uitgevoerde risicoanalyse voor de categorie a-keringen van dijkringgebied 24: Land van Altena. Het detailniveau van de uitgevoerde analyses is afgestemd op de primaire doelstelling van VNK2: het verschaffen van een beeld van het overstromingsrisico. Hoewel dit rapport een beeld geeft van de veiligheid van dijkring 24, dient het niet te worden verward met een toetsrapport in het kader van de Waterwet. De in VNK2 berekende overstromingskansen laten zich niet zondermeer vergelijken met de wettelijk vastgelegde overschrijdingskansen van de waterstanden die de primaire keringen veilig moeten kunnen keren. Bij het tot stand komen van de resultaten spelen de provincie en de beheerder een belangrijke rol. De provincie Noord-Brabant heeft de overstromingsberekeningen uitgevoerd, die ten grondslag liggen aan de berekende gevolgen van de overstromingsscenario’s. De beheerder heeft een essentiële bijdrage geleverd door gegevens ter beschikking te stellen en de plausibiliteit van de opgestelde (alternatieve) schematisaties te bespreken. De uitgevoerde analyses zijn zowel intern als extern getoetst.
    [Show full text]