De Keuren Van Eeklo-Lembeke En Kaprijke
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Meetjeslandse Toponiemen tot 1600 bijeengezant door Achiel De Vos en LUC Stockman aangevuld en verklaard door lic. Paul Van de Woestijne Deel IV De Keuren van Eeklo-Lembeke en Kaprijke Band 3 KAPRIJKE ISBN: 978-90-8139-315-7 EAN: 9789081393157 Wettelijk depot: D/2012/6156/1 © 2012 Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfim of op welke wijze ook zonder voorafgaande toestemming van de Stichting Achiel De Vos. WOORD VOORAF Met de Toponymie van Kaprijke is deel IV De keuren van Eeklo-Lembeke en Kaprijke in de reeks Meetjeslandse Toponiemen tot 1600 volledig. Dit boekje is het zestiende in die reeks, uitgegeven door de Stichting Achiel De Vos en vanaf nu in samenwerking met Academia Press. Deze derde band van deel IV vormt een logisch vervolg op Band 1. Eeklo, verschenen in 1994, en Band 2. Lembeke, verschenen in 2010. Eeklo, Lembeke en Kaprijke ontstonden vanaf het eerste kwart van de 13e eeuw in wat voordien het grafelijke bos Aalschoot was, en kregen in 1240 van gravin Johanna van Constantinopel een stadskeure. Ze palen aan elkaar en hebben als buren ook wat toponiemen gemeen. Zoals voor de meeste andere monografieën in de reeks, zijn de toponymische attestaties voor deze studie grotendeels geput uit het materiaal dat wijlen Achiel De Vos en Luc Stockman gedurende vele jaren in diverse archiefdepots verzamelden. Dat bestand bevat ongeveer 250 Kaprijkse plaatsnamen van 1240 tot omstreeks 1600. Die lijst is door Paul Van de Woestijne aangevuld met nog een twintigtal toponiemen uit diverse bronnen, waaronder het Kaprijkse bunderboek uit 1646, dat ook van nut was om een aantal oudere toponiemen op de kaart te situeren. Het was helaas niet mogelijk alle plaatsnamen te lokaliseren omdat een kaart bij het bunderboek ontbreekt en een reconstructie van zo'n kaart door vergelijking van de percelen met die op de negentiende-eeuwse kadasterkaart van Popp, zoals die voor Eeklo bestaat, nog niet gebeurd is. In vroegere afleveringen van de reeks is er al meermaals op gewezen dat de godsdiensttroebelen van het einde van de 16e eeuw een breuk teweegbrachten in het toponymisch bestand in het Meetjesland. Grote verwoestingen en ontvolking leiden ertoe dat vele toponiemen verloren gingen of door de nieuwe bewoners in het begin van de 17e eeuw niet meer begrepen werden. Bij gebrek aan informatie uit historische bronnen blijven er nog veel wat vraagtekens rond de vroegste toponiemen, maar toch hebben een relatief grote vertrouwdheid met het onderzoeksgebied en een brede kennis van de toponiemen in het Meetjesland de auteur in staat gesteld de meeste toponiemen te verklaren of er althans enkele mogelijke verklaringen voor te suggereren. Tot slot danken wij allen die op de een of andere manier hebben bijgedragen tot de totstandkoming van deze monografie. Onze bijzondere dank gaat uit naar Roger Buyck voor zijn historisch advies en Geert Andries die de definitieve versie maakte van de toponymische kaart die als bijlage bij het werk wordt meegegeven. Paul Van de Woestijne & Magda Devos 3 4 INHOUD Woord vooraf ........................................................................................................... 3 Inhoud ....................................................................................................................... 5 Korte ontginnings- en landschapsgeschiedenis ................................................. 7 Verklaring van de belangrijkste plaatsnamen ................................................. 11 1 De naam Kaprijke .............................................................................................. 11 2 Feodale structuren .............................................................................................. 12 3 Wijken en gehuchten …………………………………………………….. 14 3.1 Nog bestaande wijk- en gehuchtnamen .................................................. 15 3.2 Verdwenen wijk- en gehuchtnamen ........................................................ 17 3.3 Verdwenen oriëntatiepunten .................................................................... 20 4 Landschappelijke complexen ........................................................................... 21 5 Straatnamen 5.1 Kernbestanddelen in straatnamen ............................................................ 22 5.2 Benoemingsmotieven voor straten .......................................................... 23 (a) naar de ligging, het begin- of eindpunt van het traject ..................... 23 (b) naar een eigenaar, een aangelande of een ander persoon ................. 27 (c) naar de vorm of het uitzicht ……....................................................... 29 (d) naar de bodemgesteldheid of bodemsoort …..................................... 30 (e) andere benoemingsmotieven .............................................................. 30 6 Gebouwen (hoeven, woningen en andere) 6.1 Kernbestanddelen in hoevenamen ........................................................... 31 6.2 Benoemingsmotieven voor hoeven ......................................................... 33 (a) naar een eigenaar, een pachter of een gebruiker ............................... 33 (b) naar de ligging ..................................................................................... 33 (c) andere ................................................................................................... 34 6.3 Benoemingsmotieven voor huizen en herbergen …............................... 35 (a) naar een eigenaar, een pachter of een gebruiker ............................... 35 (b) naar het uithangbord ........................................................................... 35 (c) andere ................................................................................................... 36 6.4 Andere gebouwen ...................................................................................... 36 7 Terreinnamen 7.0 Inleiding ..................................................................................................... 38 7.1 Kernbestanddelen in terreinnamen .......................................................... 38 7.2 Benoemingsmotieven voor terreinnamen ............................................... 42 7.2.1 Akker- en grasland ......................................................................... 42 (a) naar een eigenaar, een pachter of een gebruiker .................... 42 5 (b) naar de ligging .......................................................................... 44 (c) naar de vorm ............................................................................. 45 (d) naar de vroegere toestand of naar de wijze van ontginning ................................................................................ 46 (e) naar de omheining of de begroeiing erop, errond of erbij ....................................................................................... 47 (f) naar het gewas dat erop geteeld werd ..................................... 47 (g) naar een reliëfkenmerk ............................................................ 48 (h) naar het juridisch statuut ………………………………..... 48 (i) naar de uitgestrektheid, of de (relatieve) grootte .................... 48 (j) naar de bodemgesteldheid of bodemsoort ………...……… 49 (k) benoemingsmotief onzeker ..................................................... 49 7.2.2 Bossen ............................................................................................ 50 7.2.3 Onontgonnen grond ....................................................................... 51 (a) enkelvoudige namen ................................................................ 51 (b) benoeming naar de ligging .................................................... 51 8 Heuvels en hoogten 8.1 Kernbestanddelen in hoogtenamen ......................................................... 51 8.2 Enkele hoogtenamen ................................................................................ 53 9 Waternamen 9.1 Kernbestanddelen in waternamen ........................................................... 54 9.2 Beken, grachten en afwateringssloten ..................................................... 55 9.3 Vijvers ........................................................................................................ 57 9.4 Bruggen en voorden ................................................................................. 57 Bibliografie ............................................................................................................. 59 Kleine verklarende woordenlijst ........................................................................ 65 Index ....................................................................................................................... 67 Glossarium Aanwijzingen ...................................................................................................... 71 Gebruikte afkortingen ........................................................................................ 72 Kaprijkse plaatsnamen ....................................................................................... 73 Overzicht Reeks Meetjeslandse Toponiemen tot 1600 ................................. 101 Colofon ................................................................................................................. 104 Losse kaart 6 KORTE ONTGINNINGS- EN LANDSCHAPSGESCHIEDENIS Het Meetjesland behoort bodemkundig tot de zandstreek. Geologisch maakt het deel uit van de Vlaamse Vallei, waar de oudste geologische lagen zich tot 30 meter onder de oppervlakte bevinden. In de