82 M.J. Van Lichurg* DE MICROSCOPIE in HET

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

82 M.J. Van Lichurg* DE MICROSCOPIE in HET 82 Tsch.Gesch.Cink.N;itiiurw.Wisk.Ti;i.hn. 6(1983) 2 Thcmanummer M.J. van Lichurg* DE MICROSCOPIE IN HET ONDERWIJS VAN DE KLINISCHE SCHOLEN IN NEDERI.AND (1824-1865) Bezien vanuit de geschiedenis van de onderwijsinstellingen op medisch en farmaceutisch gebied heeft de ontwikkeling van de genecskiinde en natuur- wetenschappen zich in de jaren 1824-1865 op twee niveaus voltrokkcn: op academisch niveau binncn de universitaire instellingen te Leiden. LItrecht en Groningen en op niet-academisch niveau binnen de zogenaamde genees- kundige of klinische scholen. Tussen beide niveaus in staan de semi- academische instituten. i.e. de athcnea te .Amsterdam. Franeker.Devenler en Maastricht. Of deze instellingen een afzonderlijk niveau vertegenwoordigen dan wel gerekend mogen worden tot hetzij het academische hetzii het niet academische niveau laat zich vooralsnog niet duidelijk bepalen. Voor geen van genoemde niveaus zijn historische studies beschikbaar waarin de ont­ wikkeling van de genoemde vakgebieden gedurende de I9de eeuw op degelijke wijze aan de orde is gesteld. Dit overzicht van de ontwikkeling van het microscopisch onderwijs aan de klinische scholen kan dan ook niet meer zijn dan een voorlopige bijdraee tot een geschiedschrijving waarvan de voltooiing nog op zich wachten laat. I. De klinische .scholen Voorbijgaand aan de klinische scholen in de Zuidelijke Nederlanden die daar in sommige steden na het decreet van 1806 waren opgericht,' waren de geneeskundige scholen op het huidige Nederlandse grondgebied direkt het gevolg van een Koninklijk Besluit van 1823. waarbij steden met "geschikte openbare gasthuizen" in de gelegenheid werden gesteld een school op te richten "ter aankweeking van heelmeesters en vroedvrouwen". In een vierjarige cursus zou op deze scholen onderwijs worden gegeven in "de ontleedkunde en physiologie, de kruidkunde, de chemie, de artsenijmeng- •Medisch Eneyclopcdisch Inslitiiiit. Vrije Univcrsiicit. Van iler Bocchorststraat 7. Amsterdam. I. Dergcliike scholen waren er te Antwcrpen. Brugge. Gent en Briisscl. Vgl. G.Ph.F, Groshans, Hi.slori.^ch Ver.slas; over <lc GcnecskiindiiH' School te Roiieritam (Rotterdam. 185.1) 83-85. noot 74. 83 kunde. (...) de natuurlijke historic, materics medica, pathologie, therapie, heelkunde en vroedkunde".' Nadere uitwerking van deze bepalingen vond plaats in provincial'' of stedelijke'' reglementen omtrent op te richten scholen. Voor de examens blcven de Provinciale Commissien voor Genees- kundig Onderzoek en Toevoorzigt verantwoordelijk, die bij het examen voor de verschillende bevoegdheden (stedelijk of plattelands heelmeester en vroedmeester, scheepsheelmeester. oogmeester en tandmeester) gebruik maakten van de uitvoerige examenreglementen die in 1818 opnieuw waren opgesteld. In geen van de reglementen, noch in de verschillende "Plan en Regelmaat"-bepalingen' is sprake van leerstof die bekendheid met de microscopic veronderstelt. In een zestal steden zijn tenslotte geneeskundige of klinische scholen opgericht: Middelburg (1824), Haarlem (1825), Hoorn (1825), Alkmaar (1827). Amsterdam (1828) en Rotterdam (1828). Bij de bestudering van deze scholen doet zich de moeilijkheid voordat van een eenheid in het schooltype van de klinische scholen geen sprake is. De uitwerking die aan de eerder genoemde reglementen gegeven werd, leidde tot onderling zeer aanzienlijke verschillen wat betreft accommodatie (gasthuis. theatrum anatomicum. laboratorium, instrumenten, enz.) en verdeling van de vakken over de verschillende lectoren. De geschiedenis van de geneeskundige school te Amsterdam is in het vervolg verder buitcn beschouwing gebleven. om reden dat hier het geneeskundig onderwijs van de klinische school in de praktijk dooreenliep met het onderwijs aan het athenaeum illustre. een situatie die overigens door de wetgever duidelijk was gewild.' Daardoor ontstond te Amsterdam een nogal complexe situatie, waarover tot op heden weinig onderzoek is verricht.' zodat voor een beschouwing van het microscopie-onderwijs nauwelijks op secundaire literatuur kan worden teruggevallen, terwiji het archiefonder- zoek nog als niet voltooid moet worden beschouwd. Een afzonderlijke beschouwing van de microscopic binnen het onderwijs van de vier athenaea moet, gelet op de verwijzingcn in de literatuur'* in dit verband als wenselijk worden beschouwd. 2. Zie Verzamelin;.; van Wetien. Besluilen en Replemenien. heirekkelijk de Biiraerlijke Oenee.skiindifie Diensi in hel Koninkrijk der Nederlanden ('s-Gravenhage, 1836) 245-253, 3. Ibid.. 254-260 (Zeekind) en 265-272 (Noord-Brabant), 4. Zo voor Rouerdam. Haarlem, Hoorn. Alkmaar. 5. i'erzamelin^ van Wetien. 231-244. 6. Ibid.. 246-247 (art. 5). 7. G. Hellinga's sliidie over "De Geneeskundige School te Amsterdam". Ncdcrlands Tijdse/irifi voor Gcneeskunde 72(1928) 4220-4269. is geheel gcschreven \anuit de geschie­ denis van het Binnengasthuis. 8. Zie \'oor Amsterdam: Van Aibeneum lot Vniver.siieit. (iesehiedenis van het Athenaeum Illustre in de negenliende eemv (Amsterdam. 1927) en \ooral Gedenkboek van het 84 2. De microscopic te Middelburg, Haarlem, Hoorn en Alkmaar De geschiedenis van de geneeskundige school te Middelburg valt in twee tijdvakken uiteen: die van de provinciale school (1824-1856) en die van de stedelijke school (1856-1865). Voor de eerstgenoemde instelling laat zich de situatie kort weergeven met de mededeling van de oud-lector van de school, Jan Cornells de Man (1818-1909), die in zijn geschiedschrijving van de school bericht dat zijn vader, die lector was in de anatomic en fysiologie, niets ter beschikking had wat bij anatomische of fysiologische demonstraties dienstig kon zijn, "zelfs niet een microscoop, dat men trouwens ook niet had weten te gebruiken". Een vergoelijking meende de berichtgever te vinden in het feit. dat hijzelf bij zijn studie onder de Leidse hoogleraar Sandifort in 1838 nooit een microscoop had gezien." Wat de periode na 1856 betreft bericht De Man over de lessen van Gijsberl van Hennekeler (1825-1884), die de fysica en botanic doceerde en bij zijn onderwijs veel gebruik maakte van de werktuigen van het natuurkundig gezelschap tc Middelburg. waarbij 66k van de microscoop. Kostbare preparaten zouden door Van Hennekeler voor zijn microscopie-onderwijs zijn aangeschaft.'" Daarnaast toonde de lector in de chemie en botanie, Pieter Marinus de Ligny (overl. 1892) belangstelling, getuige de inrichting op eigen kosten van een laboratorium waarin "fijnere balanzen, een goed microscoop, spectros- copen en zoo meer" waren te vinden." Hoe deze belangstelling zich in het geneeskundig onderwijs heeft gemanifesteerd laat zich uit de gedrukte bescheiden niet opmaken. Over de geneeskundige school van Haarlem berichtte in 1865 de lector in de anatomic Douwe Lubach (1815-1902) dat voor het anatomisch onderwijs goede hulpmiddelen beschikbaar waren, waaronder "een zeer goed mikros- koop en (...) eene kleine verzameling mikroskopische praeparaten".'^ Ongetwijfeld heeft ook Marinus Nicolaas Beets (1780-1869). de centrale figuur binnen de Haarlemse medische en farmaceutische gemeenschap en geneeskundige school de microscopic niet ongemerkt aan zich voorbij laten gaan," al was het alleen al vanwege de status die het bezit en gebruik van een Athenaeum en de i'niver.titeit van .Amsterdam 1632-I9J2 (Amsterdam. 1932), Voor Deventer. 7ie: .I.C, van Slee. De Ilhistre School te Dcventer 16J0-I878. Hare ge.sehiedeni.s. hoogleeraren en .sludenten. met bijvoeging van het .Album Studiosorum (Den Haag, 1916), 9. J,C. de Man. De geneeskundige school te Middelburg 1825-1866. dl. 1 (Middelburg, 1902) 47. 10. Ibid.. 69 en D, Schoute, De Geschiedenis van het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. (Mi(ide\bm^. 1923). 11. De Man. Geschiedenis. 69. 12. D. Luhach. De Genee.s-. Heel-. >• er/os- en Artsenijmengkundige School te Haarlem 1824-1865 (Haarlem, 1865) 10. 13. W. Stoeder. Marinus Nicolaas Beets. Fen nuttig en wel besteed /even (Amsterdam, 1889). 85 microscoop met zich bracht. Bronnen betreffende de Haarlemse school leveren daarvoor echter geen bevestiging. De geneeskundige school te Hoorn maakte met de microscopic voor het eerste kennis door de aktiviteiten van het Genootschap Vis Unita Fortior, dat sinds 1848 over een eigen microscoop beschikte. De leidinggevende rol van de lectoren van de school binnen dit genootschap, evenals de nauwe historische banden tussen beide instellingen.''* docn met rccht vermoeden dat daarmee de microscopic ook in het onderwijs ter sprake is gebracht. In 1859 werd zelfs op verzoek van de lectoren een assistent-lector, P. Verkade aangesteld om de "physiologie in verband met microscopic" te doceren." Een jaar later volgde zijn benoeming tot lector in de materics medica, pathologie en therapie, in welk Icctoraat hij twee jaar later al werd opgevolgd door G.H. de Feyfer. Ook hier laat zich bij gemis aan bronnen de situatie niet nauwkeuriger beschrijven. Wat de Alkmaarse geneeskundige school betreft kan slechts het vermoeden worden geuit dat de lector Josephus van Dam (1766-1843), die een aanzienlijke prive-collectie van preparaten, boeken en instrumenten bezat, belangstelling had voor de microscopie, maar van enige invloed daarvan op het onderwijs is nergens sprake.'* 3. De microscopie en de klinische school te Rotterdam De geneeskundige school van Rotterdam is zonder twijfel kwalitatief de beste klinische school geweest.'^ De wetenschappelijke verdiensten van de hier werkzame lectoren (Mulder. Oudemans, Rauwenhoff, Molewater, De Vrij etc.),'* de volledigheid van de onderwijsvoorzieningen (theatrum ana­ tomicum, laboratorium. hortus
Recommended publications
  • Cover Page the Handle
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18924 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Weber, Andreas Title: Hybrid ambitions : science, governance, and empire in the career of Caspar G.C. Reinwardt (1773-1854) Issue Date: 2012-05-08 List of Illustrations Figure 1: C.J. Temminck et al. (eds.), Verhandelingen over de natuurlijke geschiedenis der Nederlandsche Oostindische Bezittingen, vol. I, Land- en Volkenkunde. Leiden: S. en J. Luchtmans and C.C. van der Hoek, 1839-1844, plate 15. © NCB Naturalis Leiden. Figure 2: Watercolor drawing of a red-throated barbet by Pieter van Oort, Buitenzorg, Java (May 1827). © NCB Naturalis Leiden. Figure 3: Portrait Caspar Georg Carl Reinwardt by M.I. van Bree and R. Vinkeles. Stadsarchief Amsterdam, tekeningen en prenten, afbeeldingbestand: 010097009021. Figure 4: Nieuwe kaart van de wydberoemde koopstat Amsteldam met deszelfs gebied. Amsteldam, Jan Mol en Compagnie, 1770. Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UvA), kaartencollectie, signatuur: 102.07.08. Figure 5: Het Stoockhuys, interieur Schans bij de Zaagmolenpoort. Interieur van het 'Stoockhuys' van de fabriek van chemicaliën voor de pharmacie van Anthony d' Ailly (1766-1825), gezien naar de schouw met de distilleerinstallaties by J. Jelgerhuis Rz. Stadsarchief Amsterdam, tekeningen en prenten, afbeeldingbestand: 010097016865. Figure 6: N. Lémery. Dictionaire ou traité universel des drogues simples. Amsterdam 1716, table XXIV. Figure 7: Cover of Flora Indica by N. Burman, Amsterdam 1768. Taken from http://imgbase-scd-ulp.u-strasbg.fr/displayimage.php?album=183&pos=1 (accessed 21 January 2012) © University of Strasbourg. Figure 8: Portrait Johannes Goldberg by C.H. Hodges, 1800. © Haags Gemeentearchief, collective prenten, identificatienummer: KL.
    [Show full text]
  • Our-New-Catalogue.Pdf
    Portrait medallion issued on the death of Joseph-Paul Gaimard (1793 – 1858), the great French voyage naturalist. See 4504778 at hordern.com This is the online version of our catalogue. Click on any description for full condition reports, extensive descriptions, and further images; or search the 7-digit reference number shown at hordern.com. 2 LEVEL 2, 255 RILEY STREET · SURRY HILLS · SYDNEY NSW 2010 · AUSTRALIA (+61) 02 9356 4411 · www.hordern.com · [email protected] AN UNRECORDED VERSION OF BANKS’S FAVOURITE PORTRAIT, BY THE DAUGHTER OF A FRIEND 1. [BANKS] unrestored, with fragments of an old newspaper from 1804 that was PETTY, A.S. (Amelia Susannah). used as paper backing. “Portrait of Sr. Joseph Banks. President The identity of the artist is neatly recorded on an old caption on the of the Royal Society” (early caption)… back of the frame as “A.S. Petty”, but no artist of that name is noted in any of the standard references of the era, which is surprising given Pastel on paper backed onto linen 620 x 500 mms; its quality. Our research has concluded that it must have been one in the original gilt frame and glass. Amelia Susannah Petty (abt. 1767 – 2 April 1827), the only child of England, circa 1795 – 1800 James Petty Esq. (abt. 1740 – 1822), himself the wealthy son of James Provenance: United Kingdom art dealer Petty, Viscount Dunkeron (abt. 1713 – 1750). Amelia was, that is, the $65,000 great-great-granddaughter of the economist and scientist Sir William Petty. Her father, James Petty Esq. was an extremely well-connected Click anywhere for full details or search 4504922 at hordern.com figure, travelling widely before settling at the grand estate of Broome Park, in Betchworth, Surrey.
    [Show full text]
  • Cactussen Vernoemd Naar Nederlanders
    11(2) — 13.vi.2020 DOI 10.5281/zenodo.3890359 ISSN 2590-3403 C​ACTOLOGIA ​ P​HANTASTICA https://cp.vdm.nu Cactussen vernoemd naar Nederlanders M​AARTEN​ H. J. ​VAN DER​ M​EER Abstract​—An overview of cactus (Cactaceae) species named after people from the Netherlands. Validation of the name Lobivia​ haematantha var. kuehnrichii​ f. drijveriana.​ ​ ​ Dit artikel geeft een overzicht van taxa in de cactusfamilie (Cactaceae) die zijn vernoemd naar Nederlanders. Hoewel ik heb gestreefd naar volledigheid, ben ik in die opzet waarschijnlijk niet geslaagd. Aanvullingen zijn welkom. agnetae Notocactus agnetae Vliet (1975) ​ ≡ Parodia concinna subsp. a​ gnetae (Vliet) Hofacker ​ ​ ​ ≡ P​ eronocactus concinnus subsp. a​ gnetae (Vliet) Doweld ​ ​ ​ ≡ Notocactus concinnus subsp. ​ agnetae (Vliet) A.Doweld ​ ​ ​ ≡ Notocactus concinnus f. a​ gnetae (Vliet) N.Gerloff & Neduchal ​ ​ ​ A​gneta Margaretha Catharina Roggen-barones Taets van Amerongen (1919-2000), echtgenote van Pieter Arie Roggen (1919-1999), cactusliefhebber, goede vriend van Dirk van Vliet (→v​ anvlietii). ​ Albertbuiningia Arrojadoa subgen. A​ lbertbuiningia P.J.Braun & Esteves (1995) ​ ​ Albert Frederik Hendrik Buining ​(1901-1976), burgemeester van Leusden en Stoutenburg, kenner van Braziliaanse cactussen, erevoorzitter van Succulenta. Hij (her)ontdekte samen met Leopoldo Horst drie van de vijf soorten van dit M​AARTEN ​ H. J. ​VAN DER ​ M​EER ORCiD 0000-0002-5182-9615 Roggekamp 379 1 NL-2592 VV Den Haag [email protected] 11(2) — 13.vi.2020 DOI 10.5281/zenodo.3890359 ISSN 2590-3403 C​ACTOLOGIA ​ P​HANTASTICA https://cp.vdm.nu ondergeslacht, waaronder de naar zijn echtgenote vernoemde A​ rrojadoa →d​ inae ​ Buining & Brederoo. archibuiningiana Rebutia archibuiningiana F.Ritter (1978) ​ Albert Frederik Hendrik Buining (→A​ lbertbuiningia).
    [Show full text]
  • Catalogue 116 ‘T Goy 2019 Antiquariaat FORUM & ASHER Rare Books
    Catalogue 116 ‘t Goy 2019 antiquariaat FORUM & ASHER Rare Books Catalogue 116 ‘t Goy 2019 catalogue 116 Extensive descriptions and images available on request. All offers are without engagement and subject to prior sale. All items in this list are complete and in good condition unless stated otherwise. Any item not agreeing with the description may be returned within one week after receipt. Prices are in eur (€). Postage and insurance are not included. VAT is charged at the standard rate to all EU customers. EU customers: please quote your VAT number when placing orders. Preferred mode of payment: in advance, wire transfer or bankcheck. Arrange- ments can be made for MasterCard and VisaCard. Ownership of goods does not pass to the purchaser until the price has been paid in full. General conditions of sale are those laid down in the ILAB Code of Usages and Customs, which can be viewed at: <http://www.ilab.org/eng/ilab/code.html> New customers are requested to provide references when ordering. Tuurdijk 16 Tuurdijk 16 3997 ms ‘t Goy – Houten 3997 ms ‘t Goy – Houten The Netherlands The Netherlands Phone: +31 (0)30 6011955 Phone: +31 (0)30 6011955 Fax: +31 (0)30 6011813 Fax: +31 (0)30 6011813 E-mail: [email protected] E-mail: [email protected] Web: www.forumrarebooks.com Web: www.asherbooks.com front cover: no. 224 on p. 118. inside front cover: no. 128 on p. 68. title page: no. 29 on p. 18. inside back cover: no. 6 on p. 5. back cover: no. 82 on p.
    [Show full text]
  • Wat Bezielde Onze Voorgangers Uit De Negentiende Eeuw? Nog Meer Passie Voor Mossen
    Wat bezielde onze voorgangers uit de negentiende eeuw? Nog meer passie voor mossen Dries Touw Inleiding doorgeven in deze uitbreiding van Ger In het midden van de negentiende eeuw Harmsens Passie voor mossen, maar ook kregen vier Nederlandse huisartsen inter- mijn verhaal geeft een niet meer dan nationale bekendheid als bryoloog. Mol- fragmentair beeld van onze voorgangers. kenboer, Dozy, Van den Bosch en Van der Centraal staan de vier hoofdpersonen en Sande Lacoste ontdekten honderden nieu- hun werk voor de bryologie van Nederland we soorten blad- en levermossen uit Oost- en Indië. Daarbij komen de mensen met en West-Indië, en zelfs uit Japan, waar wie ze te maken kregen en de ontwikke- Nederlanders toen als enige westerlingen lingen binnen de Nederlandse botanie en toegang hadden. Ze publiceerden hun ont- het Rijksherbarium. Aan de basis staat hun dekkingen in nu deftig aandoend Latijn. aller inspirerende leermeester Reinwardt. Molkenboer begon met Dozy aan Bryologia javanica, waarin ze van alle Indische blad- Ik heb de destijds gebruikelijke namen van mossen beschrijvingen en paginagrote pla- eilanden en plaatsen in Indonesië gebruikt ten wilden publiceren, naar het voorbeeld en Indië geschreven in plaats van Indone- van het in die jaren uitkomende Bryologia sië of Nederlands-Indië. Joop Kortselius en europaea. Ze overleden kort na het ver- Huub van Melick hebben het manuscript schijnen van de eerste afleveringen, maar grondig doorgenomen en voorzien van ver- Van den Bosch en Van der Sande Lacoste beteringen en suggesties, waarvoor ik ze namen het stokje over en na zevenentwin- heel dankbaar ben. tig jaar lag daar een zwaar, tweedelig werk, het eerste dat zoveel tekst en zulke goede De leermeester: Reinwardt en gedetailleerde illustraties gaf van een In 1798 werden alle bezittingen en schul- tropische bladmosflora.
    [Show full text]
  • Cie. Cultures Ned.-Ind
    Nummer Toegang: 2.10.21 Inventaris van het archief van prof. dr. W.H. de Vriese [levensjaren 1806-1862]: Commissie van Onderzoek naar de Cultures in Nederlands-Indië, (1817) 1857-1862 A.M. Tempelaars Nationaal Archief, Den Haag 1977 This finding aid is written in Dutch. 2.10.21 Cie. Cultures Ned.-Ind. 3 INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief......................................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen.......................................................................................................6 Beperkingen aan het gebruik......................................................................................................6 Materiële beperkingen................................................................................................................6 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 6 Citeerinstructie............................................................................................................................ 6 Archiefvorming...........................................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................7 Geschiedenis van het archiefbeheer...........................................................................................8
    [Show full text]
  • Willem Frederik Reinier Suringar
    Willem Frederik Reinier Suringar Willem Frederik Reinier Suringar (Leeuwarden, 28 december 1832 - Leiden, 12 juli 1898) was een Nederlandse botanicus. Zijn vader was Gerard Tjaard Nicolaas Suringar, uitgever in Leeuwarden waar zijn broer Hugo Suringar, eveneens uitgever was. Van 1850 tot 1855 studeerde Suringar geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Leiden, waarbij hij ook onderwezen werd in de botanie. Het laatste jaar van zijn studie volgde hij ook les in de microscopie aan de Rijksuniversiteit Utrecht bij Pieter Harting. Op 13 maart 1857 promoveerde hij cum laude aan de Rijksuniversiteit Leiden, waarna hetzelfde jaar nog werd benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de botanie. Nadat hortusdirecteur Willem Hendrik de Vriese in 1857 voor onderzoek vertrok naar Nederlands- Indië nam de Suringar zijn taken waar als directeur van de Hortus botanicus Leiden. Kort na het vertrek van De Vriese werd Suringar al geconfronteerd met de annexatie van grond van de hortus die nog was verworven onder het directeurschap van Sebald Justinus Brugmans voor de bouw van de Sterrewacht Leiden . Nadat De Vriese in januari 1862 overleed, nog geen jaar na zijn terugkeer uit Nederlands-Indië, werd Suringar definitief benoemd tot hortusdirecteur en gewoon hoogleraar in de botanie. Suringar werkte bij de hortus samen met zijn rechterhand, hortulanus Heinrich Witte. Na de dood van herbariumdirecteur F.A.W. Miquel in 1871 nam Suringar ook de taak van directeur van het Rijksherbarium op zich. Suringar stichtte een botanische school in Leiden, die studenten aantrok als Hugo de Vries, M.W. Beijerinck en Melchior Treub. Suringar was een prominent lid van de Nederlandsche Botanische Vereeniging, die zich in zijn tijd vooral bezighield met de inheemse flora van Nederland.
    [Show full text]
  • Willem Hendrik De Vriese – Wikipedia
    Willem Hendrik de Vriese – Wikipedia http://de.wikipedia.org/wiki/Willem_Hendrik_de_Vriese aus Wikipedia, der freien Enzyklopädie Willem Hendrik de Vriese (* 11. August 1806 in Oosterhout; † 23. Januar 1862 in Leiden) war ein niederländischer Mediziner und Botaniker. 1 Leben 2 Familie 3 Ehrentaxon 4 Werke (Auswahl) 5 Literatur 6 Einzelnachweise Willem Hendrik de Vriese Willem Hendrick war als Sohn des Unterhändlers Gosewijn Willem Hendrik de Vriese (* 6. November 1752 in Delft; † 28. Januar 1812 in Breda) und dessen zweiter Frau Angenieta Louisa Verspijck (* 7. Dezember 1766 in Batavia; † 12. April 1846 in Naarden)[1], geboren. 1819 kam er an das Gymnasium in Leiden, wo sein späterer Schwiegervater Frans Antonie Bosse der Rektor war. Am 6. September immatrikulierte er sich als Student der Medizin an der Universität Leiden. Während seines Studiums entwickelte er eine besondere Vorliebe für die Botanik und hatte im zweiten Studienjahr eine Preisfrage der Universität Groningen beantwortet, über das Thema Quid hactenus ex plantarum physiologia de forma directione, structura et quaedam functione radicum innotuerit. Hierfür erhielt er dafür eine Goldmedaille und verfasste im selben Jahr die Dissertation botan. de radicibus plantarum. Am 20. Dezember 1830 promovierte de Vriese mit dem Thema Specimen Medicum, quo praecipuae exponuntur methodi, quibus utitur Therapeutice naturalis, ad sanandos corpus humani morbos chronicos zum Doktor der Medizin.[2] Im Januar 1831 ging er nach Rotterdam, wo er an der dortigen klinischen Schule als Lektor der Naturgeschichte, der Botanik und der Lebensmittellehre angestellt wurde.[3] Diese Aufgabe übernahm er am 7. Februar 1831 mit der Antrittsrede Over het verband tusschen de studie der geneeskunde en die der natuurkundige wetenschappen.
    [Show full text]
  • Hybrid Ambitions
    Hybrid Ambitions Cover illustration: A field sketch of Reinwardt and his helpers made by Jannes Theodorus Bik during an expedition through West-Java in 1819. © Rijksmuseum Amsterdam, Album van schetsen en kleurteekeningen door J.Th. Bik nagelaten aan J.F. Bik. Signature: RP-T-1999-141. Cover design: Maedium Utrecht Lay-out: Andreas Weber ISBN 978 90 8728 166 3 NUR 680 © A. Weber / Leiden University Press 2012 All rights reserved. Without limiting the rights under copyright reserved above, no part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise) without the written permission of both the copyright owner and the author of the book. Hybrid Ambitions Science, Governance, and Empire in the Career of Caspar G.C. Reinwardt (1773-1854) PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus prof. mr. P.F. van der Heijden, volgens besluit van het College voor Promoties te verdedigen op dinsdag 8 mei 2012 klokke 15.00 uur door ANDREAS WEBER geboren te Ellwangen/Jagst (Duitsland) in 1979 Promotiecommissie Promotor: prof. dr. J.L. Blussé van Oud Alblas Copromotor: prof. dr. L.L. Roberts Overige leden: prof. dr. H.W. van den Doel prof. dr. H. Beukers prof. dr. K.J.P.F.M. Jeurgens prof. dr. F.H. van Lunteren prof. dr. M. Häberlein (University of Bamberg) dr. C. Smeenk (NCB Naturalis) Meinen Eltern gewidmet Contents Acknowledgements ix Introduction 1 PART I:
    [Show full text]
  • Hybrid Ambitions
    Andreas Weber · Weber Andreas Andreas Weber Hybrid Ambitions Hybrid Hybrid Ambitions Science, Governance, and Empire in the Career of Caspar G.C. Reinwardt (1773-1854) The life of the German chemist-apothecary Caspar Georg Carl Reinwardt (1773-1854) offers a fascinating window on Dutch culture and society in the late eighteenth and early nineteenth centuries. By providing an in-depth analysis of his multi-faceted career in the Netherlands and the Malay Archi- pelago, this study sheds light on the co-evolutionary character of science, governance, and empire. It argues that the seeds of Reinwardt’s professional flexibility lay in his practical training in one of Amsterdam’s chemical workshops and his socializa- tion in a broader cultural context where the improvement of society and economy played a crucial role. Andreas Weber is a historian with a special interest in the history of Dutch colonialism and the history of science. lup dissertations LUP leiden university press Weber.indd 1-3 25-3-2012 9:41:41 Hybrid Ambitions Cover illustration: A field sketch of Reinwardt and his helpers made by Jannes Theodorus Bik during an expedition through West-Java in 1819. © Rijksmuseum Amsterdam, Album van schetsen en kleurteekeningen door J.Th. Bik nagelaten aan J.F. Bik. Signature: RP-T-1999-141. Cover design: Maedium Utrecht Lay-out: Andreas Weber ISBN 978 90 8728 166 3 NUR 680 © A. Weber / Leiden University Press 2012 All rights reserved. Without limiting the rights under copyright reserved above, no part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise) without the written permission of both the copyright owner and the author of the book.
    [Show full text]
  • Willem Hendrik De Vriese (1806-1862) Keldergraf 207, Vak B Hoogleraar Botanie En Directeur Van De Hortus
    Willem Hendrik de Vriese (1806-1862) keldergraf 207, vak B Hoogleraar botanie en directeur van de Hortus Personalia Geboren: 11 augustus 1806 te Oosterhout Zoon van: Gosewijn Willem Hendrik de Vriese en Angenieta Louisa Verspijck Gehuwd met: Charlotte Theodora Antonia Bosse op 28 december 1831 te Leiden Overleden: 23 januari 1862 te Leiden Begraven: 28 januari 1862 Samenvatting Willem Hendrik de Vriese wordt in 1806 te Oosterhout geboren. Hij volgt in Leiden de Latijnse school en gaat in 1825 in Leiden medicijnen studeren, een studie die hij voltooit met een academische promotie. Kort hierna trouwt hij in december 1831 met Charlotte Theodora Antonia Bosse. Het echtpaar krijgt vier dochters en één zoon. De Vriese wordt arts in Rotterdam. Hiernaast is hij lector in de botanie aan de geneeskundige school te Rotterdam. In 1834 wordt De Vriese buitengewoon hoog- leraar in de botanie aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam en in 1841 gewoon hoog- leraar. In 1845 wordt hij hoogleraar botanie in Leiden en tevens directeur van de Hortus. De Vriese is een groot kenner van de tropische flora en maakt internationaal naam. Hij publi- ceert veel, waaronder een aantal belangrijke boeken. De Vriese heeft veel gedaan om de Hortus, zowel voor wetenschappers als voor het brede publiek, te verbeteren. In 1857 vraagt de Nederlandse regering aan De Vriese om in Nederlands-Indië onder- zoek te gaan doen naar de tropische botanie. Hij verblijft daar bijna drie-en-half jaar en bezoekt grote delen van Java, de Molukken, Timor en Borneo. Portret Willem Hendrik de Vriese In maart 1861 komt hij lichamelijk verzwakt terug.
    [Show full text]
  • Bibliography of Language and Language Use in North and Central
    Bibliography of Language and Language Use In• North and Central Maluku Prepared by Gary Holton Southeast Asia Paper No. 40 Center for Southeast Asian Studies School of Hawaiian, Asian and Pacific Studies University of Hawaii at Manoa February 1996 Copyright 1996 Southeast Asia Papers Published by the Center for Southeast Asian Studies School of Hawaiian, Asian and Pacific Studies University of Hawaii at Manoa Honolulu, HI 96822 All Rights Reserved. The Center for Southeast Asian Studies is pleased to make available, A Bibliography of Language and Lilnguage Use in North and Central Maluku, Southeast Asia Paper No. 40. In recent years, the number of University of Hawai'i Southeast Asia faculty and graduate students conducting research in eastern Indonesia has grown steadily. Gary Holton's detailed bibliography of the languages of this region was partially funded by the Center's Sago Project, a research program under the direction of University of Hawai'i anthropologist, P. Bion Griffin and supported by the Henry Luce Foundation. This publication will provide another valuable resource focusing on Maluku and add to those being produced by University of Hawai'i anthropologists, geographers, nutritionists, botanists and linguists. It will add an essential component to the ever increasing academic writings available on the region. INTRODUCTION In spite of the recent resurgence in scholarly interest in eastern Indonesia, the conception of Maluku as a linguistic area remains in its infancy. Though many excellent literature reviews and bibliographies have appeared (see index), none has attempted to specifically address linguistics or language. Polman's bibliographies (1981,1983) include chapters on language yet often overlook wordlists and references to language use which are buried in missionary and government publications from the colonial era.
    [Show full text]