Werkloze Vliegers
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Werkloze vliegers Platform voor piloten zonder baan in de cockpit Stop pay-to-fly maart 23, 2015maart 31, 2015 Platform voor werkloze vliegers Click for English version Pay‑to‑fly: een veelkoppig monster Nienke Groenendijk‑Feenstra Het beroep piloot heeft altijd een bepaalde glamourstatus gehad. In de ogen van veel mensen hebben piloten een spannende baan, maken prachtige reizen en worden ook nog eens uitstekend betaald. Piloot zijn is een droomberoep, waarin de wereld letterlijk aan je voeten ligt, zo is de algemene consensus. Helaas is dit al jaren niet meer het geval, behalve voor de selecte groep piloten die een vast dienstverband bij een gevestigde luchtvaartmaatschappij hebben. De weg naar de cockpit is zwaar en kostbaar en je zou verwachten dat de dure opleiding plus de kwalificaties en vaardigheden die een goede piloot nodig heeft, hem of haar beschermt tegen slechte arbeidsomstandigheden en uitbuiting door de luchtvaartmaatschappij in kwestie. Niets is minder waar. Ook piloten zijn ten prooi gevallen aan de mantra in de branche: goedkoop, goedkoper, goedkoopst. Passagiers willen goedkope tickets en de luchtvaartmaatschappijen willen goedkoop opereren. Dan is het personeel bij een overschot op de arbeidsmarkt al gauw de dupe. Besparen op personeelskosten In een structureel veranderde arbeidsmarkt waarin nulurencontracten, tijdelijke contracten, payrollconstructies, flexwerkers en zzp’ers de toverwoorden zijn, maken steeds meer werkgevers gebruik van mazen in de sociale wetgeving, waardoor we in feite teruggaan naar de tijd waarin personeel geen rechten en alleen maar plichten had. Het is te rechtvaardigen dat airlines proberen hun personeel optimaal in te zetten, maar de scheidslijn tussen het maximaal inzetten en uitbuiten van personeel wordt echter steeds vager. Goedkoop Veel luchtvaartmaatschappijen (vooral prijsvechters) huren hun piloten als zelfstandige in. Er is geen sprake van een arbeidsrelatie tussen de maatschappij en de vliegers. Uit recent onderzoek (https://www.eurocockpit.be/sites/default/files/report_atypical_employment_in_aviation_15_0212_f.pdf)dat verricht is door de Universiteit Gent en gefinancierd is door de Europese Commissie, is gebleken dat circa 40% van de Europese piloten tussen 20 en 30 jaar geen vast dienstverband bij de luchtvaartmaatschappij heeft. Ze zijn ‘self‑employed’, krijgen niet doorbetaald bij ziekte en vakantie en bouwen geen pensioen op. Ze hebben geen recht op sociale zekerheid en moeten maar hopen dat ze ooit hun studieschuld kunnen aflossen. Dikwijls krijgen ze per vlieguur betaald, zonder vast urencontract, waardoor inkomensonzekerheid ontstaat. Toch klagen de meesten van hen niet, want ze kunnen vliegen, ervaring opdoen en hopelijk ooit de overstap maken naar een maatschappij die wel redelijke arbeidsvoorwaarden hanteert. Goedkoper Goedkoper Toen het self‑employment‑model (lees schijnzelfstandigheid) eenmaal grootschalig was geïmplementeerd, gingen luchtvaartmaatschappijen op zoek naar nieuwe besparingsmogelijkheden. De Ierse prijsvechter Ryanair was de eerste Europese maatschappij die vliegend personeel vroeg om hun eigen bedrijfsopleiding vooraf te betalen. Niet alleen het Ryanair‑cabinepersoneel moet zich in de schulden steken om de eigen basiscursus te betalen (circa 3.650 euro (http://www.crewlink.ie/en/fees)), maar ook nieuwe copiloten moeten circa (https://pilot.cae.com/Programs/Ryanair.aspx?prog=6)30 (https://pilot.cae.com/Programs/Ryanair.aspx?prog=6).000 euro (https://pilot.cae.com/Programs/Ryanair.aspx?prog=6) neertellen voor hun typerating op de Boeing 737, vele malen meer dan de kostprijs. Zelfs deelname aan de selectie kost geld. De winst die voortvloeit uit het selecteren en opleiden van het personeel is bij Ryanair al jaren een vast onderdeel van het business model (http://www.mediafire.com/view/xd6h96d977dgl01). Een ‘goed’ voorbeeld doet goed volgen, want inmiddels hebben vele airlines dit onderdeel van het verdienmodel overgenomen. Bij sommige ervan kunnen de piloten deze investering wel weer terugverdienen doordat ze voldoende vlieguren kunnen maken, maar andere airlines bieden alleen een tijdelijk contract. Dan is een investering van eerst circa 125.000 euro voor de pilotenopleiding en later nog eens 30.000 euro voor de typerating op zijn zachtst gezegd een slechte business case, want deze investering verdient zich nooit terug. Toch zijn er talloze piloten die staan te popelen om hun luchtvaartmaatschappij te subsidiëren omdat dit hun enige kans is om een baan in de cockpit te bemachtigen. Let wel: een piloot die zijn eigen typerating betaalt, neemt een enorm risico. De maatschappij kan failliet gaan of besluiten om de piloot na het behalen van alle examens niet in te huren. Bovendien is het niet zeker of het volgen van een pay‑to‑fly‑traject de kansen op een baan ook echt vergroot. Niet alle potentiële werkgevers staan te dringen om mensen in dienst te nemen die vlieguren gekocht hebben en/of ervaring opgedaan hebben bij een luchtvaartmaatschappij met een afwijkende veiligheidscultuur. Nóg goedkoper Toen het zelf betalen van een typerating eerder regel dan uitzondering was geworden, duurde het niet lang voordat low‑costmaatschappijen nog een stapje verder gingen. Alleen het betalen van de eigen typerating was niet genoeg, ze wilden nu ook piloten met minstens 250‑500 vlieguren. Hierdoor ontstond er een gat in de markt. Vliegscholen die door de crisis te kampen hadden met een teruglopend leerlingenaantal, zagen hun kans schoon om nogmaals te verdienen aan reeds door hun opgeleide piloten. Sommige vliegscholen profileerden zich als TRTO (Type Rating Training Organisation) en gingen typeratings verkopen aan hun eigen oud‑studenten. Zo sloot de inmiddels failliete Stella Aviation Academy een deal met het Turkse SunExpress (http://www.mediafire.com/view/vubph1lr6lkbdfz). Oud‑leerlingen moesten flink in de beurs tasten voor de selectie en eenmaal aangenomen, konden ze hun selectie en typerating afrekenen bij… Stella Aviation Academy, dat daags na het faillissement werd voortgezet onder de naam Stella Aviation International (http://www.stella‑international.eu/index.php/training‑courses/b737ng‑type‑rating‑courses). Vrouwen waren niet uitgenodigd (http://www.mediafire.com/view/f8r7ruu8nv3mef6) voor deze selectie. Zeker bij de lagekostenmaatschappijen is de kans groot dat de copiloot aanzienlijk meer voor zijn stoel heeft betaald dan de passagiers. Passagiers stappen in vliegtuigen die bestuurd worden door beginnende piloten die een vermogen moeten betalen voor het voorrecht om in de rechterstoel te zitten. Veel van deze piloten worden na afloop van hun trainingsperiode vervangen door nieuwe onervaren vliegers die een mooie bron van inkomsten zijn voor de maatschappij en thuishoren in de categorie ‘cheap labour’. Het vliegticket voor de passagiers mag dan wel goedkoop zijn, maar tegen welke prijs? Goedkoopst De onuitputtelijke stroom vliegers die nergens aan de slag kunnen omdat ze geen vlieguren hadden, blijkt een gemakkelijke prooi voor zogenaamde brokers. Een broker is niets anders dan een intermediair die voor grof geld een typerating en vlieguren verkoopt aan onervaren piloten. In vrijwel alle gevallen moeten deze vliegers vooraf een enorm bedrag betalen en hebben ze geen enkele zekerheid over het te volgen traject en een mogelijke baan na afloop. Met een beetje pech staan ze na de training weer op straat, weliswaar met een typerating en (niet altijd) 500 vlieguren, maar minstens 60.000 euro en een illusie armer. En het is ongelooflijk maar waar: een nieuwe groep piloten staat dan alweer te dringen om hun plaats in te nemen. Vliegscholen, TRTO’s en luchtvaartmaatschappijen zijn de lachende derden. Dit is pay‑to‑fly (https://en.wikipedia.org/wiki/Pay_to_fly) in optima forma. Oplichtingspraktijken Het komt ook voor dat brokers allerlei beloften doen en mooie contracten aanbieden die allemaal gebakken lucht blijken. Zo vertrok een groep van acht piloten in 2013 naar Kenia om daar een pay‑to‑fly traject (http://www.mediafire.com/view/s6n6rnda9md5fj4), genaamd ‘Escort into Employment’, te gaan doen bij Speedbird Cargo Unlimited, handelend onder de naam Cargo4You. De tussenpersoon was ene Abraham B. die van alles beloofde, maar een oplichter bleek. Hij verkocht een typerating plus uren op een Fokker F27 (http://nl.wikipedia.org/wiki/Fokker_F27) MK500, een toestel waarvan het eerste ontwerp uit 1954 dateert. Deze acht piloten betaalden hem op voorhand tussen 20.000 en 40.000 dollar, kregen een contract waaruit bleek dat ze na de line training een redelijk salaris zouden krijgen en vlogen naar Kenia. Daar aangekomen bleek de Fokker F27 uiteindelijk een Hawker Siddeley 748, bouwjaar 1971, registratie 5Y‑BXT (http://rzjets.net/aircraft/?page=4&typeid=125), maar de training en vlieguren zijn nooit bewaarheid geworden. Toen een van hen zich schriftelijk beklaagde, luidde het antwoord: “I did receive your message and can only assure you my condolences over your financial loss”. Het bleef bij deze rouwbetuiging en ze waren hun geld kwijt. Het bedrijf, Pilot Cockpit Services Ltd Association, werd failliet verklaard. Verder zijn er Nederlandse piloten geweest die naar landen als Sri Lanka en Turkije vertrokken voor een pay‑to‑fly‑programma, maar uiteindelijk niets kregen voor het betaalde geld en berooid achterbleven. Ongetwijfeld zijn er nog tal van andere voorbeelden te vinden van wanhopige piloten die via pay‑to‑fly carrière hoopten te maken. Hoe kan dit allemaal? De oorzaak is simpel: de wet van vraag en aanbod. Te veel vliegscholen (vooral in Europa, maar ook