<<

RUP 'Zendgebouw Savooien'

onderzoek tot m.e.r.

Gemeente College van Burgemeester en Schepenen Europalaan 22 9880 Aalter

Grontmij Vlaanderen Gent, 28 januari 2010

Verantwoording

Titel : RUP 'Zendgebouw Savooien'

Subtitel : onderzoek tot m.e.r.

Projectnummer : 276289

Referentienummer : onderzoek tot mer_04

Revisie : 04

Datum : 28 januari 2010

Auteur(s) : Cindy Vandenbogaerde

E-mail adres : [email protected]

Gecontroleerd door :

Paraaf gecontroleerd :

Goedgekeurd door :

Paraaf goedgekeurd :

Contact : Meersstraat 138A B-9000 Gent T +32 9 241 59 20 F +32 9 241 59 30 [email protected] www.grontmij.be

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 2 van 27

Inhoudsopgave

1 Inleiding...... 5 1.1 Kader...... 5

2 Situering en beschrijving van het plangebied ...... 6 2.1 Bestaande fysieke toestand...... 6 2.2 Bestaande juridisch toestand...... 8 2.2.1 Gewestplan ...... 8 2.3 Relevante contextelementen ...... 9 2.3.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ...... 9 2.3.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen...... 9 2.3.3 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen ...... 9 2.3.4 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Aalter ...... 10 2.3.5 Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan ...... 11 2.3.6 Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos – Vlaamse Overheid...... 12 2.4 Doelstellingen van de opmaak van RUP ‘Zendgebouw Savooien’...... 14

3 Aftoetsing planMER-plicht van rechtswege ...... 15 3.1 Project-m.e.r.-plicht...... 15 3.2 Noodzaak tot passende beoordeling ...... 15 3.2.1 Speciale beschermingszones ...... 15 3.2.2 Aard van het plan...... 15 3.3 Klein gebied op lokaal niveau of kleine wijziging...... 15 3.4 Conclusie ...... 15

4 Scoping milieu-effecten...... 16 4.1 Aard van het plan...... 16 4.2 Voorkomen van bijzonder beschermde gebieden ...... 16 4.2.1 VEN, GEN, GENO ...... 17 4.2.2 RAMSAR...... 17 4.2.3 Natuurgebied volgens bestemmingsplannen...... 17 4.2.4 Oppervlaktewaterwingebieden...... 17 4.2.5 Beschermingszones grondwaterwinning ...... 17 4.2.6 Monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten ...... 17 4.2.7 Natuurreservaten ...... 17 4.3 Kwetsbaarheid plangebied...... 17 4.3.1 Bodem...... 18 4.3.2 Water...... 19 4.3.2.1 Waterlopen...... 19 4.3.2.2 Overstromingsgevoeligheid ...... 19 4.3.2.3 Grondwaterstromingsgevoeligheid ...... 19 4.3.2.4 Erosiegevoeligheid...... 19 4.3.2.5 Infiltratiegevoeligheid ...... 19 4.3.2.6 Overstromingsgebieden...... 19 4.3.2.7 Zoneringsplan ...... 19 4.3.2.8 Effecten op water ...... 20 4.3.3 Fauna en Flora...... 20 4.3.3.1 Biologische waardering...... 20

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 3 van 27

4.3.3.2 Ecosysteemkwetsbaarheid ...... 20 4.3.3.3 Effecten op fauna en flora...... 21 4.3.4 Landschap en archeologie...... 21 4.3.4.1 Landschapsatlas ...... 21 4.3.4.2 Inventaris bouwkundig erfgoed...... 21 4.3.4.3 Centraal Archeologische Inventaris ...... 21 4.3.5 Landbouw...... 22 4.3.5.1 Landbouwtyperingskaarten...... 22 4.3.5.2 Herbevestigd agrarisch gebied (HAG)...... 22 4.4 Geluid...... 22 4.5 Mens - mobiliteit...... 22 4.6 Externe mensveiligheid...... 23 4.7 Grensoverschrijdende en gewestgrensoverschrijdende effecten...... 23 4.8 Bespreking van alternatieven...... 23

5 Conclusie ...... 24

6 Bijlagen ...... 25 6.1 Bijlage 1: Lijst van aangeschreven instanties...... 25 6.2 Bijlage 2: Ontvangen adviezen eerste adviesvraag ...... 26 6.3 Bijlage 3: Ontvangen adviezen tweede adviesvraag...... 27

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 4 van 27

1 Inleiding

1.1 Kader

Met de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 is er meer duidelijkheid geschapen omtrent de integratie van milieueffectenrapportage (m.e.r.) in het plan- proces van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).

Vanaf 1 juni 2008 dient er bij de opmaak van RUP’s formeel rekening gehouden te worden met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie van de bestemmingen in dit RUP kunnen te- weegbrengen. In de praktijk betekent dit dat voor elk RUP minimaal een ‘onderzoek tot m.e.r.’ dient uitgevoerd te worden.

De resultaten van het ‘onderzoek tot m.e.r.’ geven aan of de opmaak van een plan-MER al dan niet noodzakelijk is. Bijkomend worden de resultaten aangewend om de ruimtelijke keuzes die in het RUP ‘Zendgebouw Savooien’ gemaakt worden inhoudelijk te versterken en te onderbou- wen.

Het document is opgebouwd uit volgende stappen: • Situering en beschrijving van het plangebied en de ruimtelijke doelstellingen (ruimtelijk en juridisch-beleidsmatig);

• Aftoetsing plan-MER-plicht van rechtswege ° Project-m.e.r.-plicht expliciet aftoetsen d.m.v. mogelijk relevante rubrieken uit bijlagen 1 en 2; ° Noodzaak passende beoordeling aftoetsen: − Gelegen in of in de nabijheid van speciale beschermingszones? − Aard plan: mate van verstoring, versnippering…; Indien één van beide van toepassing is, is een plan-MER vereist.

• Scoping milieueffecten: eerste ruwe screening van de kwetsbaarheid van de omgeving en de aard van de milieu-impact van het ruimtelijk uitvoeringsplan. De scoping biedt volgende antwoorden: ° Is de opmaak van een PlanMER toch noodzakelijk? ° Zijn er bepaalde relevante milieudisciplines die verder uitgewerkt dienen te worden?

• Indien noodzakelijk, diepgaander onderzoek van de relevante milieudiscipline(s) zoals vast- gesteld in de scoping;

• Eindconclusie

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 5 van 27

Situering en beschrijving van het plangebied

2 Situering en beschrijving van het plange- bied

2.1 Bestaande fysieke toestand

De gemeente Aalter is gelegen in het westen van de provincie Oost-Vlaanderen, in het Meetjes- land. Het behoort tot het arrondissement Gent. Aalter bevindt zich in een open ruimte gebied tussen de grote steden Gent en Brugge. De gemeente grenst aan de provincie West-Vlaanderen. Ze wordt begrensd door de gemeente in het noorden, door de gemeenten en in het oosten, door de gemeenten en in het zuiden, en door de gemeenten en in het westen.

Het grondgebied van Aalter wordt doorsneden door een aantal belangrijke verkeersassen: E40 (autosnelweg) – N44 (Knokkeweg), spoorlijn Gent-Brugge en kanaal Gent-Oostende.

Aalter bestaat, sinds de fusie van 1977 uit vier deelgemeenten, deze zijn Aalter, Bellem, Poeke en Lotenhulle. De deelgemeente Aalter bevat naast de gelijknamige kern ook nog twee andere kleinere woon- kernen zijnde Aalter-Brug en Sint-Maria-Aalter. Het plangebied van het RUP ‘Zendgebouw Savooien’ is gelegen in Sint-Maria-Aalter, in het westen van de gemeente.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 6 van 27

Situering en beschrijving van het plangebied

Het plangebied is ca. 0,50 ha groot. Het terrein bevindt zich op het einde van een woonlint van Sint-Maria-Aalter. Het terrein wordt ontsloten via een smalle weg vanaf dit woonlint.

De site is gelegen in het oude Veldgebied van Aalter. Dit vormt een onderdeel van het traditio- nele Houtland. Het is een vlak tot licht golvend, bosrijk landschap met grote compartimenten van kwadratische akkers en weiden, afgewisseld met bossen. Het betreft oude heidegebieden, die vroeger gemeenschappelijke graasgronden vormden en in de 18de en 19de eeuw herbebost werden.

De site betreft een voormalig terrein van Belgacom. Op het terrein is een hoofdgebouw en een bijgebouw gesitueerd. Het hoofdgebouw heeft een industrieel karakter en heeft architecturale kwaliteiten. Het bijgebouw is minder waardevol.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 7 van 27

Situering en beschrijving van het plangebied

2.2 Bestaande juridisch toestand

2.2.1 Gewestplan

Het plangebied situeert zich binnen het Gewestplan ‘ - Aalter’ dat bij KB van 24 maart 1978 werd vastgesteld. De gedeeltelijke herziening van het gewestplan Eeklo – Aalter heeft geen betrekking op dit plangebied.

Het gewestplan bestemt het plangebied als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en open- baar nut.

Figuur 1. Gewestplan ‘Eeklo - Aalter (bron: www.agiv.be)

In het plangebied zijn geen bijzondere plannen van aanleg, noch ruimtelijke uitvoeringsplannen gelegen.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 8 van 27

2.3 Relevante contextelementen

2.3.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

Volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) behoort Aalter volledig tot het buitenge- bied. Verder is de gemeente Aalter geselecteerd als economisch knooppunt. Inzake lijninfra- structuur zijn de E40 en de N44 respectievelijk geselecteerd als hoofdweg en als primaire weg I.

2.3.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen

Aalter maakt deel uit van het Westelijk openruimtegebied. Binnen deze deelruimte is Aalter een economisch knooppunt, naast Eeklo, en Deinze. De economische knooppunten zijn de centrale kernen van het westelijk openruimtegebied, waar de verdere groei van wonen, woonondersteunende functies en lokale bedrijvigheid moeten worden gebundeld. Voor de open ruimte in dit deelgebied wordt er gestreefd naar een gebiedsgerichte afstemming tussen landbouw, bos, natuur en recreatie, op basis van de landschappelijke differentiatie. Ge- biedsgerichte visie ter versterking van de landschapskenmerken is hier dan ook belangrijk.

De kern Aalter werd geselecteerd als hoofddorp, terwijl Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter geselecteerd werden als woonkern. De dorpen Aalter-Brug en Poeke werden bijgevolg niet ge- selecteerd.

Het ruimtelijk beleid met betrekking tot de verspreide en gegroepeerde en individuele bebou- wing in het buitengebied geeft aan dat op gemeentelijk vlak onderzocht moet worden welke ruimtelijk aanvaardbare functiewijzigingen mogelijk zijn (wonen, horeca, aanvaardbare en ver- weefbare economische activiteit, enz), voor het invullen van de hele waaier van bebouwing in het buitengebied: van de individuele woning tot meer typische bebouwing zoals bv. Vierkants- hoeven, wind- en watermolens, industrieel en pre-industrieel archeologisch patrimonium (vb. steenbakkerijen, vlasroterijen, papiermolens) en andere grote landelijke complexen. Aldus wordt tevens in het perspectief van de duurzame omgang met bestaande infrastructuur, een optimaal, functioneel en ruimtelijk verantwoord toekomstig gebruik nagestreefd.

In verband met de open ruimte wordt gestreefd naar het versterken van de verschillen in het gedifferentieerde openruimtelandschap. Voor de oude veldgebieden van Aalter staan het be- houd en de accentuering van de landschapswaarden voorop (reliëfgradiënten, kavelpatronen, relictzones, perceelsrandbegroeiing, dreven, ...). Het dambordvormig landschappelijk patroon van bossen en landbouwland moet behouden blijven, met bijzondere aandacht voor het behoud van de dreven. Voor de bossen van Sint-Maria-Aalter wordt gestreefd naar bosuitbreiding. Ze behoren tot de gewenste landschappelijke structuur op provinciaal niveau en ze worden aange- duid als natuuraandachtszones. De landbouw moet worden afgestemd op het kleinschalig ka- rakter van de openruimte. Het natuurverbindingsgebied Sterrewijk - Schuurlo - Sint-Pietersveld en het natuurverbindingsgebied Knesselare staan in relatie tot de bossen van Sint-Maria-Aalter.

2.3.3 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen

Aalter en meer specifiek het plangebied van het RUP ‘Zendgebouw Savooien’ is gelegen in de directe nabijheid van de provinciegrens en de gemeentegrens met Ruiselede. Een aantal ele- menten uit het PRS West- Vlaanderen zijn grensoverschrijdend en bijgevolg relevant voor het plangebied van dit RUP.

Aalter grenst aan de deelruimte ‘Veldruimte’, ten zuiden van Brugge. De rol van deze ruimte is in sterke mate bepaald door het vrij gave cultuurhistorische landschap van ‘veldgebieden’ met bossen en dreven in een fijnmazig dambordpatroon. Dit maakt het gebied interessant voor een versterking van de bosstructuur. Dit specifieke landschap heeft eveneens toeristisch-recreatieve

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 9 van 27

Situering en beschrijving van het plangebied

potenties, mede door het grote aantal kasteeldomeinen en openluchtrecreatieve groene domei- nen. De optie voor percelen van de oude veldgebieden is grondgebonden land- en tuinbouw en bosversterking. Dit wordt gebiedsspecifiek afgewogen. Het ruimtelijk beleid voor deze deelruimte wordt gebaseerd op volgende concepten: • het rasterpatroon van dreven en boscomplexen versterken • een beperkte kernenselectie doorvoeren, rekening houdend met de landschappelijke context. Het cultuurhistorische dampbordpatroon, grensoverschrijdend met Oost-Vlaanderen, wordt be- houden en versterkt en is vanuit landschappelijk oogpunt een randvoorwaarde voor bijkomende ontwikkelingen. Een strikt open-ruimtebeleid moet de verstedelijking en versnijding van dit cul- tuurhistorische landschap tegengaan. Grote gehelen zijn opgenomen in natuuraandachtszones, de overige clusters van dreven en beekvalleien zijn natuurverbindingsgebieden Delen van deze ruimte komen in aanmerking als waterbuffer in het kader van een integraal waterbeheer.

Het ruimtelijk beleid betreffende de gewenste ruimtelijke natuurlijke structuur maakt een opsplit- sing tussen elementen van Vlaams niveau en van provinciaal niveau. In de natuuraandachtszo- nes (Vlaams niveau) kunnen ook nadere activiteiten voorkomen, zoals vormen van gespeciali- seerde landbouw of toeristisch-recreatieve infrastructuur. De zone omgeving Bulskampveld tot Merkenveld is geselecteerd als natuuraandachtszone en overschrijdt de provinciegrens.

Bij de selectie van de gewenste ruimtelijke structuur landschap zijn volgende elementen rele- vant voor het plangebied van het RUP: • gave landschap Oude veldgebieden, Bulskampveld • structurerend reliëfcomponent cuesta Hertsberge-Lotenhulle.

2.3.4 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Aalter

In het informatief gedeelte van het GRS Aalter wordt het gebied van de oude Belgacom-site ondergebracht onder de deelruimte ‘de bossen rond Sint-Maria-Aalter’. Aan de rand van het samenhangend groot boscomplex rond Sint-Maria-Aalter, waarin de oude Belgacom-site is gelegen, situeren zich kleinere bosfragmenten die de overgang maken met de open ruimte. Het open gebied heeft interessante dreefstructuren en rijen kleine landschapsele- menten. Het gebied kenmerkt zich door zowel zeer natte bodems (Schuurlo) als door zeer dro- ge bodems ter hoogte van de voormalige Belgacom-terreinen. De potenties voor natuurontwik- keling zijn er zeer groot. De Zouterbeek, grenzend aan de oude Belgacom-site, heeft een ruimtelijk structurerend belang in Aalter.

In het richtinggevend gedeelte worden de ontwikkelingsperspectieven voor deze deelruimte aangegeven.

De dambordstructuur, herkenbaar in de wegenis en de dreven, verbindt de woonkern Sint- Maria-Aalter met de open ruimte en structureert het geheel. De ontwikkeling van de bijzondere natuurwaarden binnen het ecologisch netwerk van de omge- ving van de woonkern van Sint-Maria-Aalter staat voorop. Vooral voor de grote bossen en na- tuurgebieden in openbaar eigendom wordt een duidelijk accent op natuurontwikkeling gelegd. Het project Zouter, opgestart als maatregel van het GNOP, wordt ten volle ondersteund.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 10 van 27

Situering en beschrijving van het plangebied

Figuur 2. Synthese gewenste ruimtelijke structuur (bron: GRS Aalter)

In het bindend gedeelte worden volgende relevante selecties voorgesteld: • de beekvallei Zouterbeek en de open-ruimtecorridor Sint-Maria-Aalter als natuurver- bindingen van lokaal niveau • Zouter - Bakensgoed als lokale weg type II.

In het bindend gedeelte is bovendien volgende relevante maatregel en actie opgenomen: • herbestemming van de oude Belgacom-site aan de hand van een ruimtelijk uitvoe- ringsplan.

2.3.5 Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan

In het GNOP werd de omgeving Kliplo - Zouter, waartoe de voormalige terreinen van Belgacom behoren, geselecteerd als projectgebied voor natuurontwikkeling. Volgende natuurontwikkelingsmaatregelen worden voor dit gebied opgelegd: • behoud van dambordvormig drevenpatroon (herstel openbaar domein) • behoud en ontwikkeling + aangepast beheer van grotere boskernen rond Belgacom- terreinen • specifieke ontwikkeling + aangepast beheer van kapvlakten, kleinere heidekernen en schraallanden op Belgacom-terreinen • gericht bermbeheer Savooien - Kliplo - Bakensgoed - Zouter.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 11 van 27

Situering en beschrijving van het plangebied

Figuur 3. Ontwerp actieplan omgeving Zouter - Schuurlo (bron: GNOP Aalter)

2.3.6 Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos – Vlaamse Overheid

In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) heeft de Vlaamse overheid, in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen, een ruimtelijke visie opgesteld voor de regio Veldgebied Brugge - . Hierin geeft de overheid aan hoe zij de open ruimte in deze regio de komende jaren ruimtelijk wil zien ontwikkelen en welke acties ondernomen kunnen worden om dit te realiseren.

In deze ruimtelijke visie valt het plangebied binnen de deelruimte ‘Oostelijk Houtland’ (oostelijk deel).

Voor de bossen en omgevend mozaïeklandschap Schuurlo - Hoogveld - Patersveld worden volgende ac- ties voorgesteld: • opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor (rekening houdend met het be- houd en de versterking van het typische veldlandschap): ° bosuitbreiding van de bossen en tussen de bossen onderling ° aanduiding van bijkomende oppervlakte natuurgebied en uitbreiden van de huidige VEN- afbakening in Schuurlobos en Vaanders en in omgeving Parochieveldbos - Hooggoed ° het differentiëren van het gebied tussen Lindeveld (Hulstlobos), Schuurlo(bos), Vaanders, omgeving Blekkersbos - Nieuwendam, kanaalarm en onmiddellijke omgeving als mozaïek- landschap • hernemen van de agrarische bestemming voor de minder samenhangende landbouwgebie- den.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 12 van 27

Situering en beschrijving van het plangebied

Figuur 4. Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos, deelruimte ‘Oostelijk Houtland’ (bron: www.ruimtelijkeordening.be)

In uitvoering van de ruimtelijke visie zal de Vlaamse overheid in de regio Veldgebied Brugge- Meetjesland de komende jaren systematisch gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opma- ken voor landbouw, natuur en bos. Voorlopig zijn er nog geen plannen definitief goedgekeurd of in openbaar onderzoek in deze regio.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 13 van 27

Situering en beschrijving van het plangebied

2.4 Doelstellingen van de opmaak van RUP ‘Zendgebouw Savooien’

De gebouwen in het RUP zijn geïsoleerd ten opzichte van woonkorrels of woonlinten in Sint- Maria-Aalter. De gebouwen zijn gelegen in een landschappelijk waardevolle omgeving. Bijge- volg is de integratie van de gebouwen in deze omgeving uiterst belangrijk. Het hergebruik van deze waardevolle gebouwen kan het verval ervan tegengaan.

Het RUP biedt mogelijkheden om het hoofdgebouw om te bouwen als woning in combinatie met beperkte ambachtelijke activiteiten. De water-, bodem- en luchtverontreiniging, geluidshinder, stank, trillingen of verkeersgeneratie die deze activiteit met zich meebrengt, moeten minimaal zijn. Wegens het ruime volume van het gebouw, zal de stad eisen alle handelingen die de nieuwe functie met zich meebrengt binnen het gebouw onder te brengen. Aan de buitenzijde van het gebouw moet het karakter volledig worden behouden.

De bijgebouwen en een aantal verhardingen moeten worden verwijderd bij de eerste fase van de werken aan het hoofdgebouw.

Landschappelijk worden volgende doelstellingen vooropgesteld: • inpassing van de site in de bos/heide-ontwikkeling van de omgeving • versterken van de dreven-, grachten- en houtkantstructuren • respect voor de architecturale kwaliteiten van het hoofdgebouw.

Figuur 5. Visie plangebied en omgeving

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 14 van 27

3 Aftoetsing planMER-plicht van rechtswe- ge

3.1 Project-m.e.r.-plicht

De project-m.e.r.-plicht wordt afgetoetst op basis van het besluit van de Vlaamse regering hou- dende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage (d.d. 10 december 2004), meer bepaald bijlagen 1 en 2.

Uit nazicht van bijlage 1 en 2 blijkt dat de activiteiten die binnen het planologisch kader van het RUP zullen kunnen worden gerealiseerd, hier niet onder vallen.

3.2 Noodzaak tot passende beoordeling

3.2.1 Speciale beschermingszones

Er zijn geen vogelrichtlijngebieden of habitatrichtlijngebieden in het plangebied. Ten zuidwesten van het plangebied, op een afstand van 900m, ligt een habitatrichtlijngebied. Wegens de be- perkte mogelijkheden voor wonen en bedrijvigheid die in het RUP worden toegelaten, kan wor- den geoordeeld dat dit geen invloed heeft op dit habitatrichtlijngebied.

Vanuit dit criterium is geen passende beoordeling vereist.

3.2.2 Aard van het plan

Verstorend effect: Het plan zal geen verstorend effect hebben op speciale beschermingszones. Het RUP herbestemt een reeds bebouwd terrein naar een woning gecombineerd met beperkte ambachtelijke activiteiten (beperkte hinder qua water-, bodem- en luchtverontreiniging, geluids- hinder, stank, trillingen of verkeersgeneratie).

Versnipperend effect: Het gebied ordent een terrein met bestaande gebouwen. Bijkomende be- bouwing is er niet toegelaten. De aanleg van de zone moet volledig opgaan in de bestaande omgeving. Erfafsluitingen mogen geen isolerend effect hebben van het perceel naar de omge- ving toe. Er kan er dus ook geen versnipperend effect ontstaan ten aanzien van deze zones.

3.3 Klein gebied op lokaal niveau of kleine wijziging

Aangezien in het voorgenomen plan bijlage1/2 projecten mogelijk zijn, is de toetsing of het plan al dan niet moet gezien worden als een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging

3.4 Conclusie

De opmaak van een plan-MER van rechtswege wordt niet noodzakelijk geacht gezien het plan geen kader vormt voor een project van bijlage 1 of 2 van het uitvoeringsbesluit en gezien de opmaak van een passende beoordeling niet nodig is.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 15 van 27

4 Scoping milieu-effecten

4.1 Aard van het plan

Het planologisch initiatief van de gemeente gaat vooral uit naar het herbestemmen van de voormalige Belgacom-gebouwen naar een woning met beperkte ambachtelijke activiteiten. Bij- komend wordt voor de aanleg van het terrein een landschappelijke integratie in de omgeving beoogd.

4.2 Voorkomen van bijzonder beschermde gebieden

In het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projec- ten onderworpen aan milieueffectrapportage wordt aangegeven wat er verstaan wordt onder ‘bijzonder beschermde gebieden’: • de speciale beschermingszones overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betref- fende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; • gebieden aangeduid overeenkomstig de Conventie van Ramsar inzake watergebieden van internationale betekenis; • beschermde duingebieden of voor het duingebied belangrijk landbouwgebied zoals aange- geven ter uitvoering van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescher- ming van de kustduinen; • natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde en de ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen op plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening; • bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, overstromingsgebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde en de ermee vergelijkbare gebieden, aange- wezen op plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimte- lijke ordening; • beschermde landschappen, stads- of dorpsgezichten, monumenten of archeologische zo- nes; bouwkundig erfgoed • waterwingebieden en bijhorende beschermingszones type I en II vastgesteld ter uitvoering van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer; • het Vlaams Ecologisch Netwerk overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffen- de het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; • een volgens een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan vastgesteld erfgoedlandschap.

Aangezien het voorkomen van deze bijzonder beschermde gebieden vaak een bepalende rol speelt in functie van het bepalen van de project-m.e.r.-plicht en gezien deze gebieden als bij- zondere beschermde gebieden worden beschouwd omdat ze een hoge waarde en/of kwets- baarheid vanuit milieuoogpunt hebben, geeft het voorkomen ervan een goede indicatie van ge- voeligheid van het plangebied voor het mogelijk optreden van milieueffecten. Deze elementen worden daarom nu voor het plangebied van het RUP ‘Zendgebouw Savooien’ onderzocht. In een verdere stap wordt dan nagegaan of - rekening houdend met de aard van het plan - een (aanzienlijk) milieueffect ten aanzien van deze gebieden kan optreden en hoe dit kan voorko- men worden.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 16 van 27

Scoping milieu-effecten

4.2.1 VEN, GEN, GENO

Het plangebied is niet gelegen binnen VEN-gebied, noch vinden we dergelijke zones in de on- middellijke omgeving van het plangebied.

4.2.2 RAMSAR

Het plangebied is niet gelegen binnen RAMSAR-gebied, noch vinden we dergelijke zones in de onmiddellijke omgeving van het plangebied

4.2.3 Natuurgebied volgens bestemmingsplannen

Het plangebied is volgens het gewestplan volledig bestemd als gebied voor gemeenschaps- voorzieningen en openbaar nut.

4.2.4 Oppervlaktewaterwingebieden

Het plangebied maakt geen deel uit van een oppervlaktewaterwingebied.

4.2.5 Beschermingszones grondwaterwinning

Het plangebied maakt geen deel uit van een beschermingszone voor grondwaterwinning. Het plangebied ligt op een afstand van 700m van de drinkwaterbeschermingszone van de VMW-winning te Beernem. Wegens de beperking in toegelaten ambachtelijke bedrijvigheid, zal dit RUP geen invloed hebben op deze zone.

4.2.6 Monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten

Binnen het plangebied zijn geen beschermde zones aanwezig in de vorm van monumenten, landschappen, stad- en/of dorpsgezichten.

4.2.7 Natuurreservaten

Er zijn geen natuurdomeinen of natuurreservaten gelegen binnen of in de onmiddellijke nabij- heid van het plangebied.

4.3 Kwetsbaarheid plangebied

De aanwezigheid van bijzonder beschermde gebieden geeft weliswaar een idee van belangrijke te beschermen waarden, maar geeft vaak onvoldoende de kwetsbaarheid van een gebied weer.

De kwetsbaarheid van een gebied is echter in belangrijke mate bepalend voor de te verwachten milieueffecten. Een gedetailleerde beschrijving van de kenmerken van het plangebied is in dit stadium van het onderzoek niet zinvol. Daarom wordt de kwetsbaarheid van het plangebied ge- karakteriseerd aan de hand van beschikbaar kaartmateriaal, dat een ruwe indicatie hiervan weergeeft.

Aangezien dit een eerder ruwe werkwijze is die de specifieke eigenheid van het gebied slechts beperkt in rekening brengt, wordt er uitgegaan van het voorzorgsbeginsel op dit vlak. Dit bete-

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 17 van 27

Scoping milieu-effecten

kent dat – als er twijfel is over de kwetsbaarheid ervan – er wordt uitgegaan van een ‘worst ca- se’ inschatting van de kwetsbaarheid.

Om de kwetsbaarheid in kaart te brengen raadplegen we volgend kaartmateriaal: • recent overstroomde gebieden en waterlopenkaart • overstromingsgevoeligheid, grondwaterstromingsgevoeligheid, erosiegevoeligheid • gebieden met een zeer slechte drainage en/of een bijzondere gevoeligheid (zeer natte gron- den - drainageklasse f, g of i volgens de bodemkaart – en veen- en poelgronden) • waardevolle of zeer waardevolle gebieden volgens de Biologische Waarderingskaart • relictzones en ankerplaatsen volgens de landschapsatlas – eventueel aangevuld met infor- matie uit de inventaris van het bouwkundig erfgoed en de centraal archeologische inventaris (CAI) • stiltegebieden • woonconcentraties (volgens topografische kaarten, gewestplan) • landbouwgronden met een hoge of zeer hoge waardering volgens de landbouwtyperings- kaart • landbouwgronden gelegen binnen de herbevestigde agrarische gebieden.

Rekening houdend met de aard van het planelement, de aanwezige en geplande ontwikkelin- gen in de omgeving en de aard van/afstand tot kwetsbare gebieden, wordt het risico op milieu- effecten beoordeeld en de gewenste diepgang per milieudiscipline vastgesteld.

4.3.1 Bodem

De bodem van het plangebied bestaat uit droog zand met een drainageklasse a. Een groot ge- deelte van de zone heeft kunstmatige gronden door antropogene factoren.

Figuur 6. Bodemkaart (bron: agiv)

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 18 van 27

Scoping milieu-effecten

4.3.2 Water

4.3.2.1 Waterlopen

Er zijn geen waterlopen in of grenzend aan het plangebied gesitueerd.

4.3.2.2 Overstromingsgevoeligheid

Het plangebied is niet overstromingsgevoelig.

4.3.2.3 Grondwaterstromingsgevoeligheid

Het plangebied is matig grondwaterstromingsgevoelig.

4.3.2.4 Erosiegevoeligheid

Het plangebied is niet erosiegevoelig.

4.3.2.5 Infiltratiegevoeligheid

De bodem van het plangebied is infiltratiegevoelig.

4.3.2.6 Overstromingsgebieden

Volgens de overstromingskaart is het plangebied geen risicozone voor overstromingen, is het niet recent overstroomd en niet van nature overstroombaar.

4.3.2.7 Zoneringsplan

Het plangebied is gelegen in individueel te optimaliseren buitengebied. Bijgevolg moet een indi- vidueel kleine waterzuiveringsinstallatie (kwzi) worden voorzien om het afvalwater op eigen ter- rein te zuiveren.

Figuur 7. Zoneringsplan (bron: VMM)

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 19 van 27

Scoping milieu-effecten

4.3.2.8 Effecten op water

Wegens de afwezigheid van een waterloop in de omgeving van het plangebied van het RUP, heeft het RUP geen invloed op een waterloop. Het RUP zal de afbraak van de bijgebouwen en het uitbreken van een gedeelte van de beton- verharding opleggen. Bijgevolg zal meer hemelwater kunnen infiltreren. Bovendien zal de aan- vraag tot stedenbouwkundige vergunning moeten voldoen aan de gewestelijke verordening in- zake hemelwater. Bijgevolg zal het RUP geen schadelijk effect veroorzaken qua infiltratie van hemel- en oppervlaktewater. Het RUP zal strikte normen van de toegelaten ambachtelijke bedrijvigheid (onder andere be- perkt qua water- of bodemverontreiniging) opleggen. Bovendien moet het afvalwater worden gezuiverd via een kwzi. Bijgevolg zal het RUP geen schadelijk effect veroorzaken qua kwali- teitsverlies van het oppervlakte- en grondwater.

4.3.3 Fauna en Flora

4.3.3.1 Biologische waardering

Het bos ten noorden van het plangebied is volgens de biologische waarderingskaart biologisch zeer waardevol. Het betreft een zuur eigenbos.

Figuur 8. Biologische waarderingskaart (bron: agiv)

4.3.3.2 Ecosysteemkwetsbaarheid

Uit analyse van de verschillende themakaarten (ecotoopverlies, verdroging, eutrofiëring en ver- zuring) blijkt dat het plangebied telkens is gelegen binnen niet kwetsbaar gebied. Het bos ten noordoosten van het plangebied is zeer gevoelig wat betreft ecotoopverlies, eutrofi- ering en verzuring. De overige percelen rondom het plangebied zijn slechts weinig kwetsbaar qua ecotoopverlies.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 20 van 27

Scoping milieu-effecten

4.3.3.3 Effecten op fauna en flora

Wegens de strikte normen van de toegelaten ambachtelijke bedrijvigheid (onder andere beperkt qua water-, bodem- en luchtverontreiniging, geluidshinder, stank, trillingen of verkeersgenera- tie), zullen de effecten op de fauna en flora op de naburige percelen beperkt zijn

4.3.4 Landschap en archeologie

4.3.4.1 Landschapsatlas

Volgens de landschapsatlas is het plangebied gelegen in de relictzone ‘oude Veldgebieden: Hoogveld, Blekkerbos, Bulskampveld’. De ankerplaats ‘Schuurlo’ bevindt zich ten noorden en ten oosten van het plangebied; de an- kerplaats ‘Sint-Pietersveld’ ten zuidwesten van het plangebied.

Figuur 9. Landschapsatlas (bron: agiv)

4.3.4.2 Inventaris bouwkundig erfgoed

De gebouwen in het plangebied zijn niet opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig Erf- goed. Toch bezitten deze gebouwen voldoende esthetische en cultuurhistorische kwaliteiten om het behoud ervan na te streven. Het betreft een bakstenen gebouw uit de jaren ’50 in vrij goede staat. De soberheid van het materiaalgebruik, het volume van het gebouw, de ritmiek aan ra- men en de raamindeling kenmerken het gebouw.

4.3.4.3 Centraal Archeologische Inventaris

Uit de Centraal Archeologische Inventaris (CAI) blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen zone gelegen is met archeologische potenties.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 21 van 27

Scoping milieu-effecten

4.3.5 Landbouw

4.3.5.1 Landbouwtyperingskaarten

Uit de landbouwtyperingskaarten blijkt dat het plangebied en de omliggende percelen een hoge waardering toegeschreven krijgt.

Figuur 10. Landbouwtyperingskaart (bron: agiv)

4.3.5.2 Herbevestigd agrarisch gebied (HAG)

Het plangebied valt buiten herbevestigd agrarisch gebied.

4.4 Geluid

Wegens de strikte normen van de toegelaten ambachtelijke bedrijvigheid (onder andere beperkt qua geluidshinder, trillingen en verkeersgeneratie) en wegens de ruime afstand naar de omlig- gende bewoning toe, zullen de effecten qua geluid beperkt zijn.

4.5 Mens - mobiliteit

Het plangebied wordt ontsloten via Sint-Maria-Aalter. Omwille van de beperkt toegelaten activiteiten op het terrein, zal de impact van het RUP op de mobiliteit beperkt zijn. De verkeersgeneratie van de ambach- telijke bedrijvigheid moet namelijk beperkt zijn.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 22 van 27

Scoping milieu-effecten

4.6 Externe mensveiligheid

In het plangebied kunnen zich geen seveso-bedrijven vestigen. Er zijn bovendien geen seveso- bedrijven in de nabijheid gevestigd. Bijgevolg stelt er zich op het gebied van externe mensvei- ligheid geen problemen.

4.7 Grensoverschrijdende en gewestgrensoverschrijdende effecten

Omwille van de aard van het plan zijn geen aanzienlijke effecten te verwachten voor de omlig- gende gemeenten. De woning en de beperkte ambachtelijke activiteiten moeten volledig binnen het bestaand hoofdgebouw worden ondergebracht. Bovendien moet de aanleg van het terrein zich maximaal integreren in de omgeving.

4.8 Bespreking van alternatieven

Het nulalternatief houdt in dat de gebouwen verder zullen verkommeren. Het inplanten van een gemeenschapsfunctie is namelijk voor deze ligging niet aangewezen wegens de afstand tot woonkernen.

Het inrichten van een woning met beperkte ambachtelijke activiteiten betekent dat de bestaan- de gebouwen strikt kunnen worden behouden in hun huidige vorm en dat een integratie in de omgeving kan worden gerealiseerd. Andere functies kunnen voor bijkomende dynamiek zorgen (vb. horeca, meergezinsgebouwen, … brengen meer verkeer met zich mee).

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 23 van 27

Conclusie

5 Conclusie

Voor de activiteiten die binnen het planologisch kader van het RUP ‘Zendgebouw Savooien’ zullen kunnen worden gerealiseerd, is er van rechtswege geen plan-MER-plicht.

Er zijn ook geen aanzienlijke milieu-effecten te verwachten want: • de impact van de bestemmingswijzigingen en de activiteiten die in dit planologisch kader kunnen worden gerealiseerd hebben weinig impact op de milieu-effecten • er zijn geen beschermingen in het plangebied of in de nabijheid aanwezig die bijzondere aandacht vergen • er zijn geen bijzondere kwetsbaarheden die de te verwachten milieu-impact zwaarder zullen doen doorwegen.

Er dient bijgevolg geen planMER opgemaakt te worden voor het RUP ‘Zendgebouw Savooien’.

Wel komt uit de scoping volgend aandachtspunt naar voor die zal meegenomen worden bij de verdere uitwerking van het RUP ‘Zendgebouw Savooien’: • aangezien het plangebied volgens de landschapsatlas gelegen is in een relictzone en grenst bij een ankerplaats, moet er bijzondere aandacht worden besteed aan de landschappelijke inpassing van de gebouwen en de aanleg van de zone • hoewel de gebouwen niet zijn opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig erfgoed, bezitten deze gebouwen voldoende esthetische en cultuurhistorische kwaliteiten om het be- houd ervan na te streven • aangezien het plangebied is gelegen in individueel te optimaliseren buitengebied, moet een individueel kleine waterzuiveringsinstallatie (kwzi) worden voorzien om het afvalwater op ei- gen terrein te zuiveren.

Er moet bijgevolg geen plan-MER worden opgemaakt voor het RUP ‘Zendgebouw Savooien’.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 24 van 27

Bijlagen

6 Bijlagen

6.1 Bijlage 1: Lijst van aangeschreven instanties

Op 14 oktober 2009 werd een schrijven gericht aan 7 instanties in het kader van het verzoek tot raadpleging. Volgende instanties werden aangeschreven:

Nr Naam Adres 1 provinciebestuur Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 Dienst 33 Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw 9000 Gent 2 provinciebestuur West-Vlaanderen Provinciehuis Boeverbos Dienst Ruimtelijke Planning Koning Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries 3 Gemeente Ruiselede Markt 1 8755 Ruiselede 4 Agentschap R-O Vlaanderen Gebroeders Van Eyckstraat 4-6 R-O Oost-Vlaanderen 9000 Gent Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen 5 Agentschap R-O Vlaanderen Gebroeders Van Eyckstraat 4-6 R-O Oost-Vlaanderen 9000 Gent Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen 6 ANB – Oost-vlaanderen Gebroeders Van Eyckstraat 4-6 T.a.v. Steven Laureys 9000 Gent 7 VMM Graaf de Ferrarisgebouw Afdeling Operationeel Waterbeheer Koning Albert II-laan 20 bus 16 T.a.v. Bram Vogels 1000 Brussel

Naar aanleiding van een ongunstig advies van VMM en voorwaardelijk gunstig advies van het Agentschap R-O Vlaanderen - ruimtelijke ordening Oost-Vlaanderen en het provinciebestuur West-Vlaanderen, werd het document aangepast en op 3 december 2009 opnieuw voor advies verstuurd.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 25 van 27

Bijlagen

6.2 Bijlage 2: Ontvangen adviezen eerste adviesvraag

Nr Naam Datum advies Inhoud Aanvullingen in nota 1 provinciebestuur Oost- 29/10/2009 gunstig Vlaanderen Dienst 33 Ruimtelijke Orde- ning en Stedenbouw 2 Agentschap R-O Vlaanderen 03/11/2009 voorwaardelijk gunstig punt 2.4. en 4.3.4.2. Ruimtelijke Ordening Oost- Vlaanderen 3 provinciebestuur West- 12/11/2009 voorwaardelijk gunstig punt 2.3.3. en 4.3.4.1. Vlaanderen Dienst Ruimtelijke Planning 4 ANB – Oost-vlaanderen gunstig 5 VMM 26/11/2009 ongunstig punt 4.3.2.8.

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 26 van 27

Provincle Oost-Vlaanderen Voor ieder van ons

directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning aanwezig Andre Denys, Besluitvan de Deputatie gouverneur-voorzitter

Alexander Vercamer, Marc De Buck, kenmerk RUP/2009/GRUP/02/025/KH Peter Hertog, betreft SCREENING - VERZOEK TOT RAADPLEGING Jozef Dauwe, Aalter: RUP Eddy Couckuyt, Hilda Bruggeman leden verslaggever de heer Marc De Buck

Albert De Smet, De Deputatie, provinciegnffier registratienr 0908815 Ge!et op het decreet van 5 aprii 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), aangepast door het decreet van 27 april 2007 (Planmerdecreet) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's (Plan- m.e.r.-besluit);

Overwegende dat in bovenvermelde decreten en uitvoeringsbesluiten bepaaid is dat voor elk ruimtelijk uitvoeringsplan, waarvan de plenaire ver- gadering na 1 juni 2008 plaatsvindt, of een p!an-MER, of een onderzoek tot milieu-effectrapportage (screening) dient te gebeuren;

Overwegende dat de initiatiefnemer van een RUP in het kader van het onderzoek tot miljeueffectrapportage een aanta! instanties dient te raadplegen, waaronder de deputatie van de provincie waarop het plan milieueffecten kan hebben, en dit aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het RUP kan hebben;

Gelet op het op 15 oktober 2009 ontvangen 'verzoek tot raadpleging' over de screening naar de pian-mer plicht met betrekking tot het gemeentelijk RUP 'Zendgebouw Savooien' te Aalter;

Overwegende dat de gemeente Aalter beslist heeft om een RUP op te maken voor het herbestemmen van een voormalig Belgacom-gebouw naar een woning met beperkte ambachtelijke activiteiten, dat bijkomend voor de aanleg van het terrein een landschappelijke integratie in de omgeving wordt beoogd;

OvenA/egende dat het plangebied zich situeert binnen het gewestpian "Eekio - Aalter", dat dit gewestpian het plangebied bestemt als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, dat de gebouwen in het RUP ge'isoleerd zijn ten opzichte van woonkorrels of wooniinten in Sint-Maria-Aaitery

Overwegende dat Aalter geselecteerd werd als buitengebiedgemeente en als economisch knooppunt; ons kenmerk : RUP/2009/GRUP/02/025/KH p. 2/2

Overwegende dat het RUP mogelijkheden biedt om het hoofdgebouw om te bouwen als woning in combinatie met beperkte ambachtelijke activiteiten; dat de water-,bodem- en iuchtverontreiniging, geluidshinder, stank, triliingen of verkeersgeneratie die deze activiteit met zich meebrengt, moeten minimaal zijn, dat de bijgebouwen en een aantal verhardingen moeten verwijderd worden bij de eerste fase van de werken aan het hoofdgebouw;

Overwegende dat de adviesvraag ertoe strekt te vernemen of het plan in zijn huidige vorm aanzienlijke milieueffecten kan genereren, en of de moge- lijka mifieueffecten van de voorgestelde planopties voldoende beschreven zijn;

Overwegende dat in de screening een beschrijving voorkomt van de mogeiijke milieueffecten van de aangegeven pianopties, dat in de screening ook geconciudeerd wordt dat er geen aanzieniijke milieueffecten te verwachten zijn en dat bijgevolg geen planMER dient opgemaakt te worden voor het RUP 'Zendgebouw Savooien';

Overwegende dat vanuit de pianologische goedkeuringsbevoegdheid van de deputatie, en als antwoord op de adviesvraag, geen specifieke bemerkingen te maken zijn met betrekking tot de beschrijving van de mogeiijke gevolgen van het voorgestelde plan op het leefmilieu, noch met de aangegeven conclusie;

Overwegende dat de stedenbouwkundige voorschriften, weike momenteel nog niet bijgevoegd zijn, en de beperkingen die daarin zullen opgenomen worden, bepalend zullen zijn voor de impact van de bedrijvigheid op de omgeving, dat ervan uit gegaan wordt dat deze zeer beperkt zullen gehouden worden;

Overwegende dat dit besluit geen enkel inhoudelijk-planologisch advies inhoudt over het gemeenteiijk RUP 'Zendgebouw Savooien', dat de pianopties van dit RUP zullen geadviseerd worden in het kader van de plenaire vergadering van het RUP;

besluit:

Artike! 1: Het 'verzoek tot raadpleging" in het kader van het onderzoek i^ip^^^P^ Voor eemlukiend verkiaard afscPtdt milieueffectrapportage voor het gemeenteiijk RUP r..jrenMJ;j;"oviROv-g.ir7ier 'Zendgebouw SavooJen' van Aalter wordt gunstig /X/IZ - !- geadviseerd.

Artikel 2: Een voor eensluidend verkiaard afschrift van dit besluit za! f ^ ^_^ voor verder gevoig gezonden worden aan het College van fc^rt dfj^geja^re Burgemeester en Schepei: \alter. bestuurssecretarfs _ - Gent^2''9lKr^^^ ^ ^^ '^''^^'^" iC-iriOtl?lf59rcl amens de Deputatie : 2 9 'IO« 2003 ^ V de Pfovinciegriffier de Gouverneur-Voorzitter Ministcrie van de \ laum^c C'icmtcnichap

Agentschap R-O Vlaanderen ruimtch)kc oidenmg Ciebr. \'an hjckstraat 2-6,9000 (rent Tel. (09)265 45'11 - box. (09)265 45 01

AANGiTEKSND Gemeentebestuur Aalter Aan het college van Burgemeester en Schcpenen stedenbouw en ruimtelijke ordening inkomende van de gemeente Aalter P.a. Europalaan 22

9880 Aalter STEIN20O9O0479*

ons kenmerk uw kenmetk uw brief van 2.14/44001/118 14 oktober 2009 vragen naar / e-mail teiefoonnummer datum Q3 .||. [email protected] 09 265 45 77

Betreft: Verzoek tot raadpleging in kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage van hei RUP 'zendgebouw Savooien' van de gemeente Aalter.

I let betreffende Verzoek tot raadpleging' werd door de gewestcHjk stedenbouwkundig ambtcnaar ont- vangen op 15 oktober 2009.

In toepassing van attikel 4.2.5 van bet decreet van 27 april 2007 inzake de milieueffectrapportage over plannen en programma's en van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's, vindt u hierbij het advies van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar in verband met de ingeschatte effecten op de ruimte- lijke ordening. Dit advies vervangt gecnszins het advies van de gewestelijk stedenbouwlomdig ambtenaar in toepas- sing van artike! 2.2.13§1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening.

1. Doel en opportuniteit van het plan Het RUP 'zendgebouw Savooien' voori;iet in de herbestemming van een leegstaand zendgebouw en annexe naar een woning en ambachtelijkc activiteit. Het betreft in oorsprong een succursale van het zendstation 'Radioelektrisch Centrum van Ruiselede' en aantal antennes, gebouwd door de RTT in 1957. Op hetzelfde terrein bouwde het N.I.R. in 1958 een relaisstation met een televisiezender, oor- spronkelijk een 150 m hoge mast. Deze gebouwen zijn intussen leegstaand. De antennes zijn afgebro- ken. De herbestemming wordt gevraagd omdat de huidige zone voot gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut zijn functie heeft verloren.

2. Relatie met de (televante) ruimtelijke beleidskaders en principes De gemeente ^Valter is volgens het ruimteKjk structuurplan Vlaanderen gelegen m het buitengebied. In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan \T.aanderen stelde de Vlaamse overheid in 2006 een ruim- telijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Veldgebied Brugge-Meetjesland. Op 20 juli 2006 keurde de \''laamse regering de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 55.800 ha agrarisch gebied goed en op 29 juni 2007 nam ze kennis van de ruimtelijke visie en keurde ze een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Het plangebied maakt volgens de gewenste ruimteKjke structuur voor deze regio deel uit van een mozaieklandschap waarvoor de opmaak van een gewestelijk ruimteHjk uitvoeringsplan wordt overwogen, rekening houdend met het behoud en dc vci- sterking van het tj'pische veldlandschap. Het plangebied beperkt zich tot de oorspronkelijke kavel met bebouwmg en laat dc rest van de omgeving ongemoeid. In die zin is cr geen impact op de open- ruimte-doelsteHingen van het Vlaamse gewest onder de voorwaarde dat men bij het bepalen van de randvoorwaarden rekening houdt met de specifieke ruimtelijke omgevingsfactoren. Het programma dat men hier %'oor de betrokken gebouwen voorziet met nam.e wonen en een ambacht roept vragen op. Deze bebouwing is immers met opgenom.en m de mventatis van het bouwkundig erfgoed. Bovcndien saijdt de doelstelling van het plan met de pnncipes inzake kernverstcrking waar- voor het RSV staat. De gebouwen zijn geisoleerd ingepknt m het landschap op rukne afstand van de openbare weg. Ze hebben geen enkele relatie n:iet een erkende woonkern. Wij vragen dat het gemeen- tebestuur specifiek mgaat op de speciEeke waarde van de bebouwing die het behoud er\'an zou ver- antwoorden en dit in telatie met de herbestemmingsmogelijkheden die men eraan geeft. In hoeverre zijn deze herbestemmingen haalbaar zonder het archifecturaal volume aan te tasten?

In het bmdende gedeelte van het gemeentelijk ruiiiitelijk slructuurplan staat dc hcrbestemming van de oude Belgacom-site weergegeven zonder dat men hieraan een concrete mvulling geeft. In het richting- gevende gedeelte duidt men vooral de potentics voor natuurontwikkeUng aan voor dit gebied. Wat dit allemaal betekent voof de concrete bebouwing wordt niet uiteengezet. De betrokken gebouwen staan alvast niet opgenomen als te behouden landschappelijke structuren. De bepalingen van hot gemeente- lijk ruimtelijk structuurplan vormen alvast geen vrijgeleide om hier om het even welke herbestemnrtng door te voeren.

3, Evaluatie van de inschatting van (de aanzienlijMieicl van de) milieueffecten Het niet kerngebonden karakter van het plangcbied en de liggmg in een open landschap dat in aan- merking komt als zone voor miozaieklandschap maken het gebied kwetsbaar voor verdere ruimtclijke versnippermg. Hen verfiining van het programma is essentieel om de impact ervan op het omgevendc gebied te evalueren. Activiteiten die onder de noemer 'ambacht' vallen, kunncn naar gelang het concre- te geval een heel verschciden pakket aan milieu-effecten met zich meebrengen. OmwiHe van de kwets- baarheid van het omgevende gebied en de concrete beleidsdoelsteUingen voor dit gebied (natuuront- wikkeling) die zowel verwoord zijn in het GNOP als m het GRS, zal men zeer voorzichtig moeten omspringen met de herbestemmingsmogelijklieden voor de betrokken site. Het verdwijnen van deze gebouwen kan een te overwcgen alternatief zijn, Het valt qua erfgoedwaarde alvast niet te vergeH|ken met het zendstation van Wingene dat in 2000 beschermd werd als monument.

4. Besluit Om de concrete milieu-effecten die dit plan met zich mee kan brengen te beperken zuUen concrete randvoorwaarden moeten worden ingeschreven die het soort en type van ambachtelijke activiteiten insnoeren in relatie tot de kwetsbare omgeving. Alhoewel men hier en daar allusie maakt op het feit dat dit zal gebeuren is dit niet concreet verwoord in het programma. Het al dan niet aanzienlijk zijn van de milieu-effecten zal in sterke mate afhangen van dit programma. Omdat ons bestuur nog betrokken is bij het verdere verloop van dit dossier en gezien ook de beperkte omvang van het plangcbied is louter wat onze bevoegdheid betreft de opmaak van ccn plan-Wb'R nitt vereist onder de voorwaarde dat men ingaat op de hierboven gemaakte bemerkingen.

Ondanks het feit dat de relatie met het RuimteHjk Structuurplan Vlaanderen niet onder het bestek van deze adviesvraag valt, merken we op dat de voorgestclde herbestemmmg verre van evident is. Slechts op basis van een voUedig uitgewerkt dossier zullen wij een oordeel vellen over de haalbaarheid van dit programma met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

I Ioogachtend, i2i__

Kathy Van Gampelaere, gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar West-Vlaanderen^ Dcor •tenser aecreven Ruimtefijke Planning

Geraeentebestuur Aaltar edenbouw en ruimtelijke ordening inkomende AANGETEKEND Aan het college van burgemeester en schepenen van en te

Aalter Europalaan 22 STEIN2Q0900502 9880 Aalter

Sint-Andries, Betreft: Contactpersoon: 12/11/2009 Verzoek tot raadpleging m.b.t. voorontwerp RUP Andy Verhanneman Zendgebouw Savooien Onze ref.: Teiefoon 050 40 31 96 M/OSp^e - 09/15/4478 Fax 050 40 33 76 e-mail: Uw ref.: Bijlagen: - [email protected]

Geacht college van burgemeester en schepenen,

In navolging van uw 'verzoek tot raadpieging' ingevolge het MER-decreet en de bijhorende besluiten, brengt de deputatie advies uit over het in rand vermelde RUP.

De officieie adviesvraag namens het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Aalter werd gesteld in de brief van 14/10/2009. Het 'verzoek tot raadpleging' werd op 15/10/2009 op het provinciebestuur ontvangen.

Ingevolge dit MER-decreet dd.27/04/2007 en de bijhorende besluiten dient voor elk RUP te worden nagegaan of de genomen opties 'aanzienlijke milieueffecten' kunnen veroorzaken. In toepassing van de omzendbrief LNE/2007 beperkt het advies van de deputatie zich tot het nagaan van de volledigheid van de aangeieverde informatie In de screeningsnota. Dit advies bevat geen inhoudelijke standpunten noch omtrent de in het RUP voorziene ruimtelijke opties, noch omtrent de verenigbaarheid met het GRS en andere beleldsplannen. De Inhoudeiijke advisering zai gebeuren tijdens de procedure van opmaak van het RUP.

Wat betreft het voorliggende verzoek tot raadpleging kan de deputatie melding maken van volgende bijkomende gegevens die onvoldoende aan bod komen in de screeningsnota; e Het piangebied is gelegen in een geselecteerde (hypothese van) natuuraandachtszone die de provinciegrens van West-Vlaanderen overschrijdt, namelijk de zone "omgeving Bulskampveld tot Merkenveld". » Het piangebied is gelegen nabij de structurerende reliefcomponent cuesta van Herstberge - Lotenhulie. • Bovendien ligt het piangebied in de nabijheid van het gave landschap Oude Veldgebieden en Bulskampveld, en de ankerplaats Sint-Pietersveld.

Provinciehuis Boeverbos » Koning Leopold Ill-laan 41 » B-8200 Sint-Andries « Teiefoon 050 40 31 11 • Fax 050 40 31 00 West-Viaanderer Door "lensep gedrsven

Hopende U hiermee van dienst te zijn geweest, verblijven we inmiddels.

Met oprechte hoogachting, Namens de deputatie : Voor de provinciegriffier: De gedeputeerde voor ruimteiijke ordening. De adjunct-adviseur,

Stephaan Barbery we

Zitting deputatle, 12/11/2009

2/2 Natuur en Bos Aan het College van Burgemeester en Schepenen Van en te Aalter Geireentebest^^ur Aalter 9880 Aalter stedenbouw en ruimtelijke ordening inkomende

*STEIN2009D0461* uw kenmerk ons kenmerk bijiagen 871 1 ANB/AVES/LS/MER/AAT/09 4840 vragen naar / e-mail telefoonnummer datum Steven Laureys 09/265 46 30 Steven laureys@lne vlaanderen be

Betreft : Adviesvraag Screenmgsnota RUP Zndgebouw Savooien

Geachte mevrouw Geachte heer

Het Agentschap voor Natuur en Bos gaat akkoord met de inhoud van de screenmgsnota. We hebben geen opmerkingen wat betreft de globale milieueffecten van het plan, en meer specifiek voor de discipline fauna en flora. De mvulling van de nieuwe bestemmin- gen uitgetekend in dit RUP zullen geen significant negatieve effecten veroorzaken op een speciale beschernnmgszone. Er moet dan ook geen passende beoordelmg opgemaakt worden m het kader van het RUP.

Opmerkingen op het plan zelf zai het Agentschap voor Natuur en Bos geven naar aanlei- dmg van een eventuele plenaire vergadering.

Hoogachtend

Thomas Defoort Provinciaal directeur

Age^TscHap uoor ^ats^yr si? Bas Gebroedsrs Van EycKstraax 2 6 9000 Gent tet 09 265 46 40 tax 09 265 45 88 ^ masi oui anta^'utaanderen be ujeb UJUJUJ natuurenbos be Paul Thomas Afdelingshoofd Operationeel Waterbeheer Koning Albert li - iaan 20 bus 16 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIj 1000 Brussel Tel. (02)553 21 11 - Fax. (02)553 21 05

Gemeentebestuur Aalter College van burgemeester en schepenen Europalaan 22 edenbouw en ruimtelijke ordening inkomende 9880 Aalter

AANGETEKEND

S T E ¥ >j""2" O" 0 9 0 0 5 17*

•1 £

uw kenmerk ons kenmerk dossier behandeld door contact via 871.7 WT 2009 M 0082 Bram Vogels b voqelsOvmm be

Advies aanvraag inzake de screeningsnota voor het RUP Zendgebouw Savooien. Aanvrager: gemeente Aalter

Geachte

Op uw verzoek werd onderzocht of de VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer akkoord kan gaan met de effectinschatting zoals opgenomen is in de screeningsnota. Op basis van deze effectinschatting samen met deze van de adviesinstanties zai de dienst MER beslissen of er al dan niet een plan-MER dient opgemaakt te worden voor voorliggend plan.

De percelen die deel uitmaken van de kennisgeving zijn volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig, wel infiltratiegevoelig en matig gevoelig voor grondwaterstroming. Mogelijk schadelijke effecten op het watersysteem zouden kunnen ontstaan als gevolg van veranderingen in afvoer van oppervlaktewater, structuurverandering van waterlopen, infiltratie van hemeiwater, kwaliteitsverlies van oppervlaktewater en grondwater en de wijziging in grondwaterstroming.

Het RUP, waarvoor de screeningsnota wordt opgesteld, voorziet in het herbestemmen van de voormalige Belgacom-gebouwen naar een woning met beperkte ambachtelijke activiteiten. Met betrekking tot het aspect water is enkel een bespreking opgenomen van de beschikbare watertoetskaarten, meer bepaald het schetsen van de referentiesituatie. Er is echter geen effectbespreking opgenomen. Voor wat betreft het aspect (grond)waterkwaliteit is wel opgenomen dat door de ligging in individueel te optimaliseren buitengebied een individueel kleine waterzuiveringsinstallatie moet worden voorzien. Voor de overige aspecten is enkel een beschrijving van de referentiesituatie opgenomen op basis van het beschikbare kaartmateriaal, zonder hieraan een effectbespreking te koppelen. De VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer kan dan ook geen uitspraak doen op basis van voorliggende informatie en bij gebrek aan effectbespreking of het plan al dan met een significante milieuimpact zaI hebben. De voorliggende screeningsnota wordt voorlopig dan ook ongunstig geadviseerd.

Hoogachtend

L-'C^ 2-^ - ^.,

Paul Thomas Afdelingshoofd Operationeel Waterbeheer

Maatschappelsjke ^elei A Van de Maelestraat 96 9320 Efembodegem www vmm be

6.3 Bijlage 3: Ontvangen adviezen tweede adviesvraag

Nr Naam Datum advies Inhoud Aanvullingen in nota 1 provinciebestuur Oost- 21/12/2009 gunstig Vlaanderen Dienst 33 Ruimtelijke Orde- ning en Stedenbouw 2 Agentschap R-O Vlaanderen 10/12//2009 voorwaardelijk gunstig Ruimtelijke Ordening Oost- Vlaanderen 3 ANB – Oost-vlaanderen 21/12/2009 gunstig 4 VMM gunstig

276289_onderzoek tot m.e.r._revisie 04 Pagina 27 van 27

Provincie Oost-Vlaanderen Voor ieder van ons

Aan het College van burgemeester en uw brief: 3 december 2009 schepenen uw kenmerk: Gemeentehuis ons kenmerk: RUP/2008/GRUP/23/002/KH Europalaan 22 bijiagen: 1 betreft: verzoek tot raadpleging m.b.t. het 9880 Aalter gemeentelijk RUP Zendgebouw Savooien inlichtingen ; Katrien Huysman tel.: 09-267 75 96 AANGETEKEND fax : 09-267 75 99 e-mail: [email protected]

dirfectis Ruimte Gent, 2 1 D6C. dienst Ruimtelijke Planning

Geachte college

Het aangepast 'verzoek tot raadpleging' in het kader van het onderzoek tot miheueffectrapportage van het gemeentelijk RUP 'Zendgebouw Savooien' werd door de deputatie geadviseerd.

In bijiage vindt u een afschrift van dit advies.

Hoopachtend

de Pravinciegriffier de be puteerde

Albert De Smet Marc

Wij kunnen u sneller helpen indien u in alle briefwisseling over dit onderwerp ons kenmerk (RUP/2008/GRUP/23/002/KH) vermeldt.

Provinciaal Administratief Centrum Het Zuid W. Wilsonplein 2,9000 Gent Briefwisseling tel. 09 267 70 00 Open op afspraak Aan de deputatie van de www^oost-vlaanderen.be 9-12 uuren 14-16 uur Provincie Oost-Vlaanderen

••••liMlililiaiiilMillligMgH^ •H ^m• • • ^^ IH Provlncie Oost-Vlaanderen Voor ieder van ons

directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning aanwezig Andre Denys, Besluit van de Deputatie gouvemeur-voorzitter

Alexander Vercamer, Marc De Buck, kenmerk RUP/2009/GRUP/02/025 Peter Hertog, betreft SCREENING - VERZOEK TOT RAADPLEGING Jozef Dauwe, AaltenRUP zendgebouw Savooien aangepast Eddy Couckuyt, Hilde Bruggeman leden verslaggever de heer Marc De Buck

Albert De Smet, De Deputatie, provinciegnfRer registratienr. 0910485

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), aangepast door het decreet van 27 april 2007 (Planmerdecreet) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's (Plan- m.e.r.-besluit);

' Overwegende dat in bovenvermelde decreten en uitvoeringsbesluiten bepaald is dat voor elk ruimtelijk uitvoeringsplan, waarvan de plenaire ver- gadering na 1 juni 2008 plaatsvindt, of een plan-MER, of een onderzoek tot milieu-effectrapportage (screening) dient te gebeuren;

Overwegende dat de initiatiefnemer van een RUP in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage een aantal instanties dient te raadplegen, waaronder de deputatie van de provincie waarop het plan milieueffecten kan hebben, en dit aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het RUP kan hebben;

Gelet op het op 4 december 2009 ontvangen aangepast 'verzoek tot raadpleging' over de screening naar de plan-mer plicht met betrekking tot het gemeentelijk RUP 'Zendgebouw Savooien' te Aalter;

Overwegende dat ingevolge een ongunstig advies van de Vlaamse Milieumaatschappij de screeningsnota werd aangevuld met een artikel 4.3.2.8 houdende de effecten op het water; ons kenmerk: RUP/2009/GRUP/02/025- p. 2/3

Overwegende dat de gemeente Aalter beslist heeft om een RUP op te maken voor het herbestemmen van een voormalig Belgacom-gebouw naar een woning met beperkte ambachtelijke activiteiten, dat bijkomend voor de aanleg van het terrein een landschappeiijke integratie in de omgeving wordt beoogd;

Overwegende dat het plangebied zich situeert binnen het gewestplan "Eeklo - Aalter", dat dit gewestplan het plangebied bestemt als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, dat de gebouwen in het RUP geisoleerd zijn ten opzichte van woonkorrels of woonlinten in Sint-Maria-Aalter

Overwegende dat Aalter geseleoteerd werd als buitengebiedgemeente en als economisch knooppunt;

Overwegende dat het RUP mogelijkheden biedt om het hoofdgebouw om te bouwen ais woning in combinatie met beperkte ambachteHjke activiteiten; dat de water-,bodem- en luchtverontreiniging, geiuidshinder, stank, trillingen of verkeersgeneratie die deze activiteit met zioh meebrengt, moeten minimaal zijn, dat de bijgebouwen en een aantal verhardingen moeten verwijderd worden bij de eerste fase van de werken aan het hoofdgebouw;

Overwegende dat de adviesvraag ertoe strekt te vernemen of het plan in zijn huidige vorm-aanzienlijke milieueffecten kan genereren, en of de moge- lijke milieueffeoten van de voorgestelde planopties voidoende beschreven zijn;

Overwegende dat in de screening een besohrijving vdorkomt van de mogelijke milieueffeoten van de aangegeven planopties, dat in de screening ook geconcludeerd wordt dat er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn en dat bijgevolg geen planMER dient opgemaakt te worden voor het RUP 'Zendgebouw Savooien';

Overwegende dat vanuit de planologische goedkeuringsbevoegdheid van de deputatie, en als antwoord op de adviesvraag, geen specifieke bemerkingen te maken zijn met betrekking tot de beschrijving van de mogelijke gevolgen van het voorgestelde plan op het leefmilieu, noch met de aangegeven conclusie;

OvenA/egende dat de stedenbouwkundige voorschriften, weike momenteel nog niet bijgevoegd zijn, en de beperkingen die daarin zullen opgenomen worden, bepaiend zullen zijn voor de impact van de bedrijvigheid op de omgeving, dat ervan uit gegaan wordt dat deze zeer beperkt zullen gehouden worden;

Overwegende dat dit besluit geen enkei inhoudelijk-planologisch advies inhoudt over het gemeentelijk RUP 'Zendgebouw Savooien', dat de planopties van dit RUP zullen geadviseerd worden in het kader van de plenaire vergadering van het RUP; ons kenmerk RUP/2009/GRUP/02/025 p 3/3

besluit:

Artikel 1: Het aangepast 'verzoek tot raadpleging' in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage voor het gemeentelijk RUP 'Zendgebouw Savooien' van Aalter wordt gunstig geadviseerd

Artikel 2. Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit za! voor verder gevolg gezonden worden aan het College van Burgemeester en Sohepenen van Aalter.

Gent, W BK^ 2009 riamens de Deputatie. de Provinciegriffier de Gouvemeur-Voorzitter

?'nF"UTATlE

1 7 "12" 2039

^-c-*

r'\ I ander bio-maenseur / Vlaamse overheid iviinisterie van de \'laamse Gcmeenschap Agentschap R-0 Vlaanderen ruimtelijke ordemng Gebr. \'an Eyckstraat 2-6,9000 Gent Tel. (09)265 45'll - Fax. (09)265 45 01

AANGETEKEND Gemeentebestuur Aalter Aan het college van Burgemeester en Schepenen stedenbouw en ruimtelijke ordening ander van de gemeente Aalter P.a- Europalaan 22 9880 Aalter *STEAN201000007*

ons kenmerk uw kenmerk uw brief van 2.14/44001/118 3 december 2009 vragen naar / e-mail telefoonnummer datum [email protected] 09 265 45 77

Betreft: Verzoek tot raadpleging in kader van een ondetzoek tot milieueffectimpportage van het RUP 'zendgebouw Savooien' van de gemeente Aalter.

Het vervolledigde 'verzoek tot raadpleging' werd door de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar ontvangen op 4 december 2009.

In toepassing van artikel 4.2.5 van het decreet van 27 april 2007 inzake de milieueffectrapportage over plannen en programma's en van attikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's, vindt u hierbij het advies van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar in verband met de ingeschatte effecten op de ruimte- lijke ordening. Dit advies vervangt geenszins het advies van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar in toepas- sing van artikel 2.2.13§1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening.

1. Doel en opportuniteit van het plan Het RUP 'zendgebouw Savooien' voorziet in de herbestemming van een leegstaand zendgebouw en annexe naar een woning en ambachtelijke activiteit. Het betreft in oorsprong een succursale van het zendstation 'Radioelektrisch Centrum van Ruiselede' en aantal antennes, gebouwd door de RTT in 1957. Op hetzelfde terrein bouwde het N.I.R. in 1958 een relaisstation met een televisiezender, oor- spronkelijk een 150 m hoge mast. Deze gebouwen zijn intussen leegstaand. De antennes zijn afgebro- ken. De herbestemming wordt gevraagd omdat de huidige zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut zijn functie heeft verloren.

2. Relatie met de (relevante) ruimtelijke beleidskaders en principes De gemeente Aalter is volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen gelegen in het buitengebied. In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2006 een ruim- telijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Veldgebied Brugge-Meetjesland. Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse regering de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 55.800 ha agrarisch gebied goed en op 29 juni 2007 nam ze kennis van de ruimtelijke visie en keurde ze een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Het plangebied maakt volgens de gewenste ruimtelijke structuur voor deze regio deel uit van een mozai'eklandschap waarvoor de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt overwogen, rekening houdend met het behoud en de ver- sterking van het typische veldlandschap. Het plangebied beperkt zich tot de oorspronkelijke kavel met bebouwing en laat de rest van de omgeving ongemoeid. In die zin is er geen impact op de open- ruitnte-doelsteUingen van het Vlaamse gewest onder de voorwaarde dat men bij het bepalen van de randvoorwaarden rekening houdt met de specifieke ruimtelijke omgevingsfactoren. Het programma dat men hier voor de betrokken gebouwen voorziet met name wonen en een ambacht roept vragen op. Deze bebouwing is lmmers niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Bovendien strijdt de doelstelling van het plan met de principes inzake kernversterking waar- %-oor het RSY staat. De gebouwen zijn geisoleerd ingeplant in het landschap op ruime afstand van de openbare weg. Ze hebben geen enkele relatie met een erkende woonkern. Wij vragen dat het gemeen- tebestuur specifiek ingaat op de specifieke waarde van de bebouwing die het behoud ervan zou ver- antwoorden en dit in relatie met de herbestemmingsmogelijkheden die men eraan geeft. In hoeverre zijn deze herbestemmingen haalbaar zonder het architecturaal volume aan te tasten?

In het bindende gedeelte van het gemeentelijk ruimteHjk stmctuurplan staat de herbestemming van de oude Belgacom-site weergegeven zonder dat men hieraan een concrete invulling geeft. In het richdng- gevende gedeelte duidt men vooral de potenties voor natuurontwikkeUng aan voor dit gebied. Wat dit aUemaal betekent voor de concrete bebouwing wordt niet uiteengezet. De betrokken gebouwen staan alvast niet opgenomen als te behouden landschappelijke structuren. De bepalingen van het gemeente- lijk ruimtelijk stmctuurplan vormen alvast geen vrijgeleide om hier om het even welke herbestemming door te voeren. -I -a. S 3. Evaluatie van de inschatting van (de aanzienlijkheid van de) milieueffecten Het niet kerngebonden karakter van het plangebied en de ligging in een open landschap dat in aan- merking komt als zone voor mozaieklandschap maken het gebied kwetsbaar voor verdere ruimtelijke versnippering. Een verfijning van het programma is essentieel om de impact ervan op het omgevende gebied te evalueren. Acdviteiten die onder de noemer 'ambacht' vaUen, kunnen naar gelang het concre- te geval een heel verscheiden pakket aan milieu-effecten met zich meebrengen. Omwille van de kwets- baarheid van het omgevende gebied en de concrete beleidsdoelsteUingen voor dit gebied (natuuront- wikkeling) die zowel verwoord zijn in het GNOP als in het GRS, zal men 2eer voorzichtig moeten omspringen met de herbestemmingsmogelijkheden voor de betrokken site. Het verdwijnen van deze gebouwen kan een te overwegen alternatief zijn. Het valt qua erfgoedwaarde alvast niet te vergeKjken met het zendstation van Wingene dat in 2000 beschermd werd als monument.

4. Besluit Om de concrete milieu-effecten die dit plan met zich mee kan brengen te beperken zullen concrete randvoorwaarden moeten worden ingeschreven die het soort en type van ambachteUjke activiteiten insnoeren in relatie tot de kwetsbare omgeving. AUioewel men hier en daar allusie maakt op het feit dat dit zal gebeuren is dit niet concreet verwoord in het programma. Het al dan niet aanzienlijk zijn van de milieu-effecten zal in sterke mate afhangen van dit programma. Omdat ons bestuur nog betrokken is bij het verdere verloop van dit dossier- en gezien ook de beperkte omvang van het plangebied is louter wat onze bevoegdheid betreft de opmaak van een plan-MER niet vereist onder de voorwaarde dat men ingaat op de hierboven gemaakte bemerkingen.

Ondanks het feit dat de relatie met het RuimteUjk Structuurplan Vlaanderen niet onder het bestek van deze adviesvraag valt, merken we op dat de voorgestelde herbestemming verre van evident is. Slechts op basis van een volledig uitgewerkt dossier zullen wij een oordeel veUen over de haalbaarheid van dit programma met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Hoogachtend,

7 — -- ^ 0 DEC, 26QI Kathy Van Gam^laere, gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar Agentschap uoor Natuur en Bos Aan het College van Burgemeester en Schepenen Van en te Aalter 9880 Aalter

uw kenmerk ons kenmerk bijiagen 871.1 ANB/AVES/LS/MER/AAT/09.5733 vragen naar / e-mail telefoonnummer datum Steven Laureys 09/265 46 30 • -* » [email protected]

2 I DEC.

Betreft : Adviesvraag Screeningsnota RUP Zendgebouw Savooien

Geachte nnevrouw Geachte heer

Het Agentschap voor Natuur en Bos gaat akkoord met de inhoud van de screeningsnota. We hebben geen opmerkingen wat betreft de globale milieueffecten van het plan, en meer specifiek voor de discipline fauna en flora. De invulling van de nieuwe bestemmin- gen uitgetekend in dit RUP zullen geen significant negatieve effecten veroorzaken op een speciale beschermingszone. Er moet dan ook geen passende beoordeling opgemaakt worden in het kader van het RUP.

Opmerkingen op het plan zelf zai het Agentschap voor Natuur en Bos geven naar aanlei- ding van een eventuele plenaire vergadering.

Hoogachtend

Thomas Defoort Provinciaal directeur

Agentschap uoof l^atuur en Bos • Gebroeders Uan Eyckstraat 2-6, 9000 Gent tel 09 265 46 40 • fax 09 265 45 88 • e-mail oul anb(Dutaanderen be • lueb uiuiiu natuurenbos be Paul Thomas Afdelingshoofd Operationeel Waterbeheer VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIj Koning Albert li - laan 20 bus 16 1000 Brussel Tel. (02)553 21 11 - Fax. (02)553 21 05

College van burgemeester en schepenen Europalaan 22 9880 Aalter

AANGETEKEND

uw kenmerk ons kenmerk dossier behandeld door contact via 871 7 WT 2009 M 0082 2 Bram Vogels ' "* b*voqels(g)vmm be

Advies aanvraag inzake de screeningsnota voor het RUP Zendgebouw Savooien. Aanvrager: gemeente Aalter

Geachte

Op uw verzoek werd onderzocht of de VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer akkoord kan gaan met de effectinschatting zoals opgenomen is in de screeningsnota. Op basis van deze effectinschatting samen met deze van de adviesinstanties zai de dienst MER beslissen of er al dan niet een plan-MER dient opgemaakt te worden voor voorliggend plan.

De percelen die deel uitmaken van de kennisgeving zijn volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig, wel infiltratiegevoelig en matig gevoelig voor grondwaterstroming. Mogelijk schadelijke effecten op het watersysteem zouden kunnen ontstaan als gevolg van veranderingen in afvoer van oppervlaktewater, structuurverandering van waterlopen, infiltratie van hemelwater, kwaliteitsverlies van oppervlaktewater en grondwater en de wijziging in grondwaterstroming.

Het RUP, waarvoor de screeningsnota wordt opgesteld, voorziet in het herbestemmen van de voormalige Belgacom-gebouwen naar een woning met beperkte anibachtelijke activiteiten. De VMM heeft reeds een advies geformuleerd op de voorgaande versie met' kenmerk WT 2009 M 0082 d.d. 24/11/2009. Dit advies was ongunstig aangezien geen effectbespreking opgenomen was in de screeningsnota.

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. De GSV zaI gerespecteerd worden en daarnaast zullen er bijgebouwen en betonverharding uitgebroken worden zodanig dat meer infiltratie mogelijk is. Er worden dan ook geen effecten op het gewijzigd infiltratieregime verwacht.

Met betrekking tot de (grond)waterkwaliteit is aangegeven dat het afvalwater gezuiverd zaI worden d.m.v. een KWZI zodanig dat er geen negatief effect is op de waterkwaliteit.

Aangezien geen bijkomende constructies worden voorzien, wordt er geen effect op het grondwaterstromingspatroon verwacht.

Maatschappelijke zetel A Van de Maelestraat 96 - 9320 Erembodegem - www vmm be De screeningsnota wordt gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.

Hoogachten

Paul Thomas Afdelingshoofd Operationeel Waterbeheer