Van De Vrouwen Persoonen Uytnemende in Dese Conste De Levensbeschrijvingen Van Vrouwelijke Kunstenaars in Vlaanderen in De Zestiende En Zeventiende Eeuw
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Van de vrouwen persoonen uytnemende in dese conste De levensbeschrijvingen van vrouwelijke kunstenaars in Vlaanderen in de zestiende en zeventiende eeuw Aantal woorden: 20514 Kim Buitenhuis Studentennummer: 01401316 Promotor(en): Prof. dr. Koenraad Jonckheere, Prof. dr. Marjan Sterckx Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad Master in de Kunstwetenschappen 1 2 De auteur en de promotor(en) geven de toelating deze studie als geheel voor consultatie beschikbaar te stellen voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze studie. 3 Voorwoord Vrouwelijke kunstenaars uit de zestiende en zeventiende eeuw, bestaan die?! Dit is een vraag die ik tijdens het schrijven van deze thesis keer op keer gehoord heb. Van mannen en vrouwen, van mensen die zelf kunst maken en dagelijks met kunst en kunstgeschiedenis bezig zijn. Ja, ze bestaan, en er is zelfs iets over hun leven en soms hun kunst te weten. Ja, ze bestaan en ze zijn ondanks dat hun bestaan beschreven is, grotendeels vergeten of simpelweg door het merendeel van de mensen nooit gekend. Ja, ze bestaan, en veel mensen zullen ze nooit leren kennen omdat hun werken verdwenen zijn en niet bekeken kunnen worden. Maar bestaan hebben ze zeker. Ikzelf wist ook lange tijd niet van het bestaan van vrouwelijke kunstenaars van vóór de tweede helft van de twintigste eeuw, laat staan de Renaissance. Ik wist lange tijd niet eens dat ik dit niet wist; ik stelde me geen vragen bij het feit dat ik keer op keer alleen maar leerde over wat mannen hebben gedaan, gemaakt, gezegd en geschreven. Ik ben een vrouw en een kunstwetenschapper, en het duurde voor mij zelfs lang voordat ik merkte dat ik zelden iets hoorde of zag over andere vrouwen, over mezelf in zekere zin. Het is prof. dr. Marjan Sterckx geweest die mij voor het eerst liet zien dat kunstgeschiedenis plaats kan, moet, maken voor vrouwelijke kunstenaars. Het is ook prof. dr. Sterckx geweest die mij liet zien dat dit is wat ik wil doen; vrouwelijke kunstenaars leren kennen en ze aan anderen introduceren. Mijn dank gaat dus allereerst uit naar prof. dr. Marjan Sterckx, zonder wie deze thesis niet had bestaan. Ook wil ik prof. dr. Koenraad Jonckheere bedanken voor het begeleiden van deze thesis en zijn kennis over de periode waar het hier over gaat. In onze gesprekken heeft hij mij steeds op het goede spoor gehouden en nuttige aanwijzingen gegeven. Ook mijn ouders moeten hier vermeld worden. Zij hebben mij tijdens mijn eerste bachelor in Amsterdam vier jaar lang gesteund, en zelfs nu ik in België woon en besloot nog eens vijf jaar lang over kunst te leren, is hun steun en interesse voor wat ik doe nooit verminderd. Hun aanmoedigingen door te gaan, niet op te geven als het moeilijk was, en hun totale 4 vertrouwen in mijn kunnen hebben ervoor gezorgd dat ik, ondanks dat ik weleens aan mijzelf twijfelde, nooit aan hun steun voor mij heb hoeven twijfelen. Deze thesis is dan ook voor hen geschreven; zonder hen had ik nooit kunnen doen wat ik nu gedaan heb. Als laatst nog een dankwoord voor mijn vrienden, die maandenlang mijn gezucht, gesteun, mijn angsten en frustratie hebben aan moeten horen als ik weer eens vast liep. Die maandenlang mijn blijdschap deelden als het wel weer lukte. Die ervoor hebben gezorgd dat ik ondanks alle tijd die ik aan het schrijven van deze thesis heb besteed, mezelf niet ben verloren. Bedankt voor alles. En laat mij dan nu iets teruggeven door jullie voor te stellen aan de zeven vrouwelijke kunstenaars met wie ik de afgelopen maanden zoveel tijd heb doorgebracht. 5 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding 10 Deel I Lodovido Guicciardini, de Nederlanden, en zeven vrouwelijke kunstenaars 14 I Over de Descrittione di tutti i Paesi Bassi en de auteur, Lodovico 14 Guicciardini II Leven als vrouw 16 III De vrouw als kunstenaar 23 I Familie 23 II Verdwijnend oeuvre 25 III Dimensie 27 IV Zeven vrouwelijke kunstenaars 29 I Susanna Horenbout (1503 – 1554) 29 II Levina Teerlinc (1510/1520 – 1576) 31 III Clara de Keysere (ca. 1470 – 1545) 34 6 IV Catharina van Hemessen (1528 - na 1581) 36 V Mayken Verhulst (ca. 1520 – 1600) 39 VI Anna Cobleger (? – vóór 1560) 43 VII Anna Smyters (? – ?) 46 Deel II Kunstenaars en kunsttheoretici 48 I Kunstenaarsbiografieën en mythevorming 48 II kunstenaarsbiografieën en kunsttheorie 52 I Lucas de Heere, Den hof en boomgaerd der poesiën (1565) 52 II Marcus van Vaernewijck, Den spieghel der Nederlandscher audheyt / De historie van Belgis (1568) 53 III Domenicus Lampsonius, Pictorum aliqout celebrium Germaniae inferioris effigies (1572) 54 IV Karel van Mander, Het Schilder-boeck (1604) 55 V Johan van Beverwijck, Van de wtnementheyt des vrouwelicken geslachts (1639) 57 VI Philips Angel, Lof der schilderkonst (1642) 58 VII Samuel van Hoogstraten, Inleyding tot de hoge schoole der schilderkonst; anders de zichtbaere werelt (1678) 58 7 VIII Gérard de Lairesse, Groot schilderboek (1712) 58 IX Arnold Houbraken, De groote schouwburg der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (1718-1721) 59 III De biografieën I Giorgio Vasari, Vite de' più eccellenti architetti, pittori, et scultori italiani, da Cimabue insino a' tempi nostri 60 II Marcus van Vaernewijck, Den spieghel der Nederlandscher audheyt / De historie van Belgis 61 III Karel van Mander, Het Schilder-boeck 66 IV Johan van Beverwijck, Van de wtnementheyt des 67 vrouwelicken geslachts IV De levensbeschrijvingen van zeven vrouwelijke kunstenaars 70 Conclusie 76 Bibliografie 80 Bijlagen 85 Afbeeldingen 104 8 9 Inleiding In 1567 verschijnt bij de Antwerpse drukker Willem Silvius de eerste volledige beschrijving van de Nederlanden. De auteur van deze beschrijving, die de titel Descrittione di tutti i Paesi Bassi, altrimenti detti Germania inferiore draagt, is de in Antwerpen wonende Italiaanse schrijver Lodovico Guicciardini. Zijn reisverslag van de Lage Landen beschrijft de periode 1550- 1560, een periode die nog niet de chaos kent van de vlak erna uitbrekende godsdienstoorlogen en de Spaanse bezetting. Er wordt een beeld geschetst van een vredig en welvarend gebied1. Guicciardini beschrijft de politieke situatie, de handel, de grote steden en de mensen die in deze steden wonen en werken. In de zestiende eeuw was Vlaanderen één van de dichtstbevolkte en verstedelijkte gebieden van Europa.2 Mannen en vrouwen dreven hier handel, maakten kunst en vrouwen genoten een vrijheid die ongekend was in de rest van Europa.3 Hoewel Guicciardini al sinds 1541 in Antwerpen woonde4 schreef hij zijn reisverslag voor Italiaanse lezers en door een Italiaanse bril; hij lijkt verbaasd over de handelsbekwaamheid en het karakter van de vrouwen in de Nederlanden en beschrijft meerdere keren hoe zij leven en zich gedragen.5 Maar niet alleen de handelsvrouwen worden besproken. Guicciardini is ook één van de eerste, zo niet dé eerste, schrijver die een grote aandacht heeft voor vrouwelijke kunstenaars6. In zijn Descrittione noemt hij er maar liefst zeven - een geweldig aantal in vergelijking met de ene vrouw die Giorgio Vasari noemt in de eerste editie van zijn Vite.7 De vrouwelijke kunstenaars die Guicciardini vermeldt zijn Levina Teerlinc, Catharina van Hemessen, Mayken Verhulst, Anna Smijters, Susanna Horenbout, Clara de Keysere en Anna Coblegers. 1 Lodovico Guicciardini, De idyllische Nederlanden. Antwerpen en de Nederlanden in de 16e eeuw, vert. Monique Jacqmain (Antwerpen/Amsterdam: Uitgeverij C. de Vries Brouwers P.V.B.A., 1987),5. 2 Denucé, Jan en Marnix Gijsen, Vlaanderen door de eeuwen heen. (Amsterdam: Elsevier, 1932), 352 3 Gill Perry, Gender and art (New Haven, Conn., Yale University Press, 1999), 36. 4 Guicciardini, De Idyllische Nederlanden, 5. 5 Guicciardini, De Idyllische Nederlanden, 61, 96. 6 Guicciardini, De Idyllische Nederlanden, 51. 7 Bohn, Babette, From Oxymoron to Virile Paintbrush. Women Artists in Early Modern Europe, in A Companion to Renaissance and Baroque Art, ed. Bohn en Saslow, 2013, p 231. De enige vrouw die Vasari noemt in zijn eerste editie van de Vite (1550) is Properzia de’ Rossi. 10 In veel teksten die de afgelopen jaren zijn verschenen over vrouwelijke kunstenaars in de Nederlanden tijdens de zestiende en zeventiende eeuw, wordt de naam van Guicciardini en de kunstenaressen die hij noemt vermeldt.8 In de kunstenaarsbiografieën die zijn verschenen sinds Guicciardini worden ook vaak een aantal van deze vrouwen genoemd, en soms zelfs alle zeven.9 Echter, van twee van hen is op dit moment niet meer bekend dan wat Guicciardini over hen heeft geschreven, en daarnaast is er van veel van hen geen enkel werk bewaard gebleven. Maar door hun namen steeds weer te vermelden in kunstenaarsbiografieën en latere teksten over vrouwelijke kunstenaars uit die periode, lijkt het alsof zij zeer beroemd of ‘groots’ waren. De vermelding in kunstenaarsbiografieën en het idee van grootsheid of roem brengt bepaalde ideeën met zich mee, die voor de periode die hier behandeld wordt, voornamelijk van toepassing zijn op mannelijke kunstenaars; het idee dat hun werken gekend zijn, beschreven en becommentarieerd zijn, en misschien wel het belangrijkste, bewaard zijn voor toekomstige generaties. Zoals deze thesis aan toont is dit niet per se het geval voor de door Guicciardini vermelde vrouwelijke kunstenaars. Dat Guicciardini deze zeven vrouwen vermeldt is op zichzelf niet heel bijzonder. Ook vóór Guicciardini waren al schrijvers die beroemde vrouwen uit het verleden en hun daden beschreven. Wat wel bijzonder is aan deze vermelding van Guicciardini is dat het niet niet gaat om vrouwen uit het verre verleden, maar vrouwen uit ongeveer zijn eigen tijd. Deze vrouwen worden genoemd omdat zij kunst maakten; kunstenaars zijn voor hem het vermelden waard in een reisverslag. Dit heeft alles te maken met de nieuwe status van de kunstenaars die sinds de Renaissance opkomt. De kunstenaars begint steeds belangrijker te worden, en steeds meer een individu met een naam en een biografie die het vermelden waard zijn.