DE SCHOUW GEWIJD AAN HET KULTUREELE LEVEN in NEDERLAND ORGAAN VAN DE NEDERLANDSCHE KULTUURKAMER Waarnemend Hoofdredacteur: Dr J.VAN HAM Redactiesecretaris: A
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
CEUDDEAAN HET KULTUREELESCHOUWLEVEN IN NEDERLAND ... DE SCHOUW GEWIJD AAN HET KULTUREELE LEVEN IN NEDERLAND ORGAAN VAN DE NEDERLANDSCHE KULTUURKAMER Waarnemend Hoofdredacteur: Dr J.VAN HAM Redactiesecretaris: A. B. ROELS Adm.: Uitgeverij De Schouw", 's Gravenhage, J.P. Coenstraat 26, Telef. 771066, Giro 446173 Bijdragen, brieven en boeken ter bespreking zende men aan denredactiesecretaris, J.P. Coen- straat 26, 's Gravenhage. Abonnementsprijs f 15.— per jaar; voor leden van de Kultuurkamerf 10.—per jaar;voorbuiten- land f 17.50; losse nummers f 1.50 per nummer INHOUD Ar J. HUIJTS, DE GEESTELIJKE ORIËNTATIE IN -TEDERLAND TEN AANZIEN VAN AMERICANISME :N BOLSJEWISME 449 JR A. C. DEKOCK, RAS EN EXACTE WETENSCHAP 453 /lR R. HOUWINK, NIEUWE NORMEN 459 'ROF. Dr TH. BAADER, DEDUITSCHE LITERATUUR 'AN HEDEN 111, WEDERVERHEFFING 463 KVR. H. VAN LENNEP, OVER DE KUNST VAN HET 3IRIGEEREN 470 iNNO TEENSTRA, DE ZEE IN ONZE LETTER- ENDE 473 'ROF. HANS MERK, MORITZ VON SCHWIND EN )E MUZIEK 475 OP DEN OMSLAG )R M. C. TER WEER, KULTUUR EN GEMEEN- CHAPSGEDACHTE 477 '. MULDER, ATMOSFEER EN STEMMING ALS JEMOEDSUITDRUKKING VAN DEN LANDSCHAP- CHILDER 478 lx FRANS VERMEULEN, DE NEDERLANDSCHE IEELDHOUWKUNST IN EUROPA V 482 generatie beeldende iLSA M. VALETON, IS HERLEVING EN VER- de jongere der NIEUWING VAN DE KLEEDERDRACHT MOGE- zijn figuren aan tewijzen, .IJK? 488 kunstenaren eenige SEORGE DE SÉVOOY, JAN ERSA EN PEER PERSA 490 Onderdie zich bewust Van het impressionisme .LB. J. RICHEL, KLEUR IN DE FILM 491 hebben afgewend en aan eene strenge vormgeving _ PETERS, GRAFISCHE KUNST VAN DEZEN TIJD , DE GRAVURE 492 vasthouden. iUZIEKLEVEN 497 "OONEELBESPREKING 499 Han Hulsbergen (geb, 1901) is er in zijn 'ILMBESPREKING 500 bekoorlijk schilderij „Anneke" in geslaagd vorm :OEKBESPREKING 500 TIT DE TIJDSCHRIFTEN 504 en kleur op harmonische wijze te vereenigen en een kunstwerk te scheppen, waar de blijde lichte PLATEN sfeer van de ontwakende jeugd uit spreekt. i. COLNOT, ZOMERLANDSCHAP 457 lAN VAN MEEGEREN, PORTRET VAN MARY Ed. Gerdes -UITINGH 458 ;UNO BRINKS, LAVENDELPLUKSTERS 467 . VOERMAN, GEZICHT OP HATTEM 468 lOBBEMA, WATERMOLEN 468 .DRIAAN DE VRIES, HERCULES-FONTEIN TE .UGSBURG (Das schone Augsburg) 485 .DRIAAN DE VRIES, RELIËF VAN DE HERCULES- 'ONTEIN TE AUGSBURG, MINERVA DE STEDEN- -lAAGD BEGROETEND (Das schone Augsburg) ... 485 )E KRACHT EN DE GODSDIENST VAN DE "OMBE VAN PRINS WILLEM I TE DELFT Maandblad der N. D. K., April 1943) 485 'RANS DUQUESNAY, DE H. SUSANNA, ROME . 485 iEORG RAPHAEL DONNER, STROOMGODIN VAN )E FONTEIN OP DE MEHLMARKT TE WEENEN Wilhelm Pinder: Deuische Barokplastik) 486 INDREAS SCHLÜTER, DE GROOTE KEURVORST, ERLIJN (Wilhelm Pinder: Deutsche Barokplastik) ... 486 .DRIAAN DE VRIES, MERCURIUS-FONTEIN TE .UGSBURG (Das schone Augsburg) 488 [ANS MORINCK, RELIËF VAN HET ST ANNA- vLTAAR IN DEN DOM TE KONSTANZ, 1590 (Zeit- hrift des Deutschen Vereins für Kunstwissenschaft, Hef: 2/3, land 6) 486 . DUPONT, PORTRET 495 . J. AARTS, BEDELAAR 496 I. LEVIGNE, POLDERWERKER 496 )E FOTO OP DEN OMSLAG IS VAN A. FREQUIN. )E TEEKENINGEN OP BLZ. 462 EN 470 ZIJN VAN W. F. )UPONT. >E SILHOUETTEN OP BLZ. 476 ZIJN UIT: DEUTSCHE CHATTEN- UND SCHERENBILDER AUS DREI JAHR- IUNDERTEN. )E GRAVURE OP BLZ. 493 IS OVERGENOMEN UIT AN WAGENAAR, AMSTERDAM. K983 MR J. HUIJTS De geestelijke oriëntatie in Nederland ten aanzien van Americanisme en Bolsjewisme het begin van deze eeuw bestond er in mijn land onze grenzen bekende kultuurfilosoof Huizinga voor de een veelgelezen kinderboek, dat den titel droeg „Van tweede maal een boek over Amerika het verschijnen, hij de Wilskracht en Genie". Het ging over de levensge- inleiding om zoo te zeggen met een verontschuldiging sloot Inschiedenis van den Amerikaanschen uitvinder Edisbn. voor de kritiek, welke men in het boek zou aantreffen. oorzoover het boek er niet zelf toe heeft bijgedragen de De formuleering van de verontschuldiging was op zich- Nederlandsche houding tegenover Amerika te stempelen, zelfreeds een getuigenis van een tot op dat oogenblik bijna as het toch op zijn minstkarakteristiek voor deze houding. onbegrensde bewondering, waarop het boek van Huizinga Wet land van de onbegrensde mogelijkheden: als zoo- nog geenszins een definitievereactie beteekende. „Indien, sprak Amerika tot den geest van het Nederlandsche zoo schreef hij, een Amerikaan, die Nederlandsch leest, ous dat in zijn eigen levenswijze opgesloten was als in mij vroeg: Vindt gij in mijn land nietmeer onvoorwaardelijk en binnenhuisje. De reusachtige afstanden, een nauweüjks te prijzen? zou ik hem antwoorden: Wat ik goeds zeg, ntgonnen bodem, steden, die als paddestoelen uit den wege zwaarder dan wat ik schijn te laken." -rond verrezen en andere, die plotseling als door een „Vindt gij in mijn land niet meer onvoorwaardelijk te seheimzinnige ziekte, te gronde gingen, een leven, dat prijzen ?" nel, rumoerig en oppervlakkig leek, een maatschappij Voordien was dus ook een man als Huizinga niet onder traditie, welke haar gelding uitsluitend in de pro- ontkomen aan de behoefte om onvoorwaardelijk te prijzen ucten van de technische ontwikkeling, van conserven- en nog steeds zag hij het in dier voege, dat „het pleit der tot automobiel, zocht. In deze en nog vele andere moderne cultuur in Amerika in eenvoudiger vormen vol- "* van het leven in de Vereenigde Staten streden wordt dan bij ons". Tegelijkertijd echter stelde voor den gemiddelden Nederlander een bron van hij reeds de vraag: „Wat is het, dat ons Europeërs dwingt, feestelijke verrukking, die zich niet zonder diepgaande ons tegenover Amerika kritisch zoo schrap te zetten? tudie uit het wezen van het volk laat verklaren. Voor een Terwijl het nog juist onze bewondering afdwong door ergelijk. diepgaand onderzoek is hier geen gelegenheid, zijn vasten greep in 't leven, ons verkwikte en verblijdde aar iets moet er toch over gezegd worden, om duidelijk te met zijn groote, eenvoudige, vreugdevolle menschelijk- hoe het americanisme, als veelbewonderde levens- heid." °uding, evenmin overigens als het veel gevreesder Nog eenmaal de uitdrukking van dezelfde geestelijke oisjewisme, eenigen invloed van beteekenis op het Neder- verrukking, welke ik in het begin karakteristiek noemde volk heeft kunnen winnen, dientengevolge voor den gemiddelden Nederlander, echter ook reeds de c "ter als internationaal-politieke factor zoozeer ver- behoefte om afstand te nemen. bloosd werd, dat het velen Nederlanders, ook thans Voor professor Huizinga was dat niet een volledig °g 3 moeilijk valt het adembenemende gebeuren van Nederlandsche, maar een Europeesche noodzakelijkheid. ezen tijd in zijn grooten samenhang te omvatten, In zekeren zin kan men ook zeggen, dat zij als specifiiek "et is wel zeer karakteristiek voor de houding, welke het Nederlandsche noodzakelijkheid achter de algemeen ederlandsche volk tegenover het americanisme in zijn op- Europeesche schuil kon gaan. Gelijk immers het boek °mst heeft aangenomen, dat toen in 1926 de ook buiten van Huizinga eenerzijds als moeiüjk te weerleggen ge- 449 tuigenis daarvan kan worden opgeroepen, hoe ook het bolsjewistische wereldgevaar te ondermijnen: „Voor den Nederlandsche volk zich in geestdrift voor Amerika liet oorlog hebben de communisten in Nederland nooit meer meesleepen, zoo laat het anderzijds zien, hoe het toch in dan eenige procenten van de bevolking vermogen aan te zichzelf weer voldoende houvast vond om zich te ver- steken. En waar zouden ze dan na den oorlog plotseüng weren tegen den willekeurigen invloed, dien het Ameri- een grooteren aanhang vandaan willen halen? Wij io canisme erop zocht uit te oefenen. Nederland laten ons nu eenmaal geen andere wereld- Nog eenmaal tot een Europeesch standpunt veralge- beschouwing opdringen. Wat na den oorlog in Nederland meend, schreef professor Huizinga op het eind van zijn gebeuren zal, zullen wij zelf uitmaken." boek: „Vreemd: bij ons Europeesche reisgenooten, in een Wanneer dan ook gezegd kan worden, dat het Neder- treffende solidariteit van Romanen, Germanen en Slaven, landsche volk in overgroote meerderheid het bolsjewisme rees in Amerika telkens dat farizeesch gevoel: wij allen als kultuurverschijnsel heeft afgewezen, dan moet ander- hebben iets wat gij mist; wij bewonderen uw kracht, zijds erkend worden, dat het, politiek gesproken, er meer maar wij benijden u niet. Uw toestel van beschaving en of minder onverschillig tegenover stond. Men zou zich vooruitgang, uw „big cities" en uw volmaakte organisatie, ook hebben moeten verbazen, wanneer dat anders geweest geven ons slechts heimwee naar wat oud en stil is, en uw was, want in het algemeen wordt de Nederlandsche levens- leven schijnt ons somtijds nu reeds nauwelijks meer houding sedert vele tientallen jaren door gebrekkig politiek waard om geleefd te worden, om van uw toekomst niet inzicht gekarakteriseerd. Wanneer ook beperkte kringen te spreken." belangstelling toonden voor wat bij voorkeur het bols- Professor Huizinga kon er zich nog niet bij neerleggen, jewistische experiment werd genoemd, dan was deze dat hij ook een recht tot deze overtuiging had. „En toch, belangstelling meer van kultuur-historischen en sociaal- wij moeten hier de Farizeeërs zijn, hunner is de liefde ethischen dan van politieken aard. De Communistische en het vertrouwen. Het moet anders zijn dan wij denken." partij in Nederland zag haar kleinen aanhang nauwelijks Maar anderzijds breekt plotseling een korte golf van toenemen, hoewel tegelijkertijd de sociaal-democratie met ongeduld door deze hardnekkige pogingen tot verdraag- groote snelheid verburgerlijkte. Zeker zou men een niet zaamheid. Dan schrijft