Hulpverlening Aan Surinaamse Lagereschoolleerlingen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Hulpverlening Aan Surinaamse Lagereschoolleerlingen HULPVERLENING AAN SURINAAMSE LAGERESCHOOLLEERLINGEN EEN SOCIAAL-PEDAGOGISCHE STUDIE TER ONTWIKKELING VAN EEN MODEL VOOR INTEGRALE HULPVERLENING EN BEGELEIDING ASSISTANCE FOR PUPILS IN SURINAMESE ELEMENTARY SCHOOLS A SOCIAL PEDAGOGICAL STUDY FOR THE DEVELOPMENT OF A MODEL FOR INTEGRATED ASSISTANCE AND DIDACTIC SUPERVISION (WITH A SUMMARY IN ENGLISH AND SPANISH) --------------------------------------- EWALD G. PLET HULPVERLENING AAN SURINAAMSE LAGERESCHOOLLEERLINGEN Een sociaal-pedagogische studie ter ontwikkeling van een model voor integrale hulpverlening en begeleiding Plet Ewald Gustaaf Hulpverlening aan Surinaamse lagereschoolleerlingen / E.G.Plet, Utrecht. Proefschrift Universiteit Utrecht. – Met literatuuropgave- Met een samenvatting in het Engels en Spaans. ISBN: 90-393-3520-6 HULPVERLENING AAN SURINAAMSE LAGERESCHOOLLEERLINGEN EEN SOCIAAL-PEDAGOGISCHE STUDIE TER ONTWIKKELING VAN EEN MODEL VOOR INTEGRALE HULPVERLENING EN BEGELEIDING ASSISTANCE FOR PUPILS IN SURINAMESE ELEMENTARY SCHOOLS ( WITH A SUMMARY IN ENGLISH AND SPANISH) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de Rector Magnifi- cus, prof. dr. W.H. Gispen, in gevolge het besluit van het College voor Promoties in het openbaar te verdedigen op maandag 3 november 2003, des namiddags te 12.45 uur. door Ewald Gustaaf Plet geboren op 21 maart 1942 te Paramaribo (Suriname) Promotoren: Prof. dr. G. van der Laan Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht Prof. dr. M. van der Kamp Faculteit der Psychologische, Pedagogische en Sociologische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Onze kinderen van vandaag zijn de volwassenen van morgen. Wat voor soort volwassenen deze kinderen zullen worden, hangt voor een niet onbelangrijk deel af van de mate van pedagogische verantwoordelijkheid van de samenleving. SURINAME Aan allen die verantwoordelijk zijn voor de opvoeding en vorming van onze Surinaamse kinderen VOORWOORD Het komt voor dat wij op sommige momenten in ons leven onze eigen opdrachtgever zijn. Een dergelijk moment was voor mij de dag van mijn afstuderen als sociaal-pedagoog (5 juni I967) aan de Rijksuniversiteit Utrecht (tegenwoordig Universiteit Utrecht). Toen gaf ik mijzelf twee opdrachten mee: terugkeren naar mijn geboorteland Suriname om de in Nederland opgedane kennis en vorming in dienst te stellen van het Surinaamse kind en zowel de kennis als de rijke ervaring die ik er ongetwijfeld zou opdoen zo functioneel mogelijk te maken voor de toekomst. Na ruim vier en dertig jaren in Suriname in diverse functies te hebben gediend, constateer ik met een tevreden gevoel dat de eerste opdracht is uitgevoerd. Dit proefschrift is een product van mijn tweede opdracht. In januari 1995 werd ik door de toenmalige Surinaamse minister van Onderwijs, Gerard Hiwat, uitgenodigd voor een gesprek over de problematiek van het Gewoon Lager Onderwijs (GLO). Wij gingen uitvoerig in op de ontwikkelingen in het land, die geleid hadden tot enorme problemen binnen dit onderwijsniveau. Wij bespraken vooral de problemen van de leerlingen, waarbij de oorzaken buiten de school gezocht moesten worden ( o.a. slechte thuis- en gezinssituaties, armoede, werkloosheid, drugsgebruik). Het resultaat van dit gesprek was dat ik de opdracht kreeg om een onderzoek te doen naar het functioneren van het ‘school social work’(het schoolmaatschappelijk werk) in Amerika en Nederland. De bedoeling was om uiteindelijk tot een aangepast model te komen voor efficiënte en effectieve hulpverlening aan de Surinaamse lagere school en haar probleemleerlingen. Een verantwoorde implementatie van de voorstellen, die voor zowel beleid als praktijk op basis van de resultaten van genoemd onderzoek werden gedaan, maakte echter een grondig landelijk onderzoek naar de vigerende hulpverleningsvormen ten behoeve van de lagere school en haar probleemleerlingen noodzakelijk. Sociaal-economisch ging het echter zó slecht in het land, dat er voor een dergelijk onderzoek geen financiële middelen konden worden vrijgemaakt. Overtuigd van de grote betekenis van dit onderzoek begreep ik, dat voor mij de tijd was aangebroken om een begin te maken met de uitvoering van de tweede aan mijzelf gegeven opdracht. Nadat ik een onderzoeksplan had opgesteld, werd dit aan de directeur van het ministerie van Onderwijs voorgelegd met het verzoek mij toestemming te verlenen een empirisch onderzoek te verrichten naar de stand van zaken met betrekking tot de probleemleerlingen op de lagere school en de ten behoeve van hen bestaande hulpverlening. Op 20 januari 1999 werd mij die toestemming verleend (zie bijlagen A, 1). In deze sociaal-pedagogische studie doe ik o.m. verslag van dit onderzoek, dat in de periode februari 1999 tot april 2002 plaatsvond. Mijn dank gaat uit naar allen die de relevantie van deze studie hebben ingezien en aan de realisatie daarvan hebben bijgedragen. Mijn waardering gaat in de eerste plaats uit naar prof. dr. Geert van der Laan en prof. dr. Max van der Kamp, die al in het prille begin van mijn onderzoek zich bereid verklaarden als mijn promotoren op te treden. Dank ook aan Agnes de la Rie, die mij op zeer kundige wijze begeleid heeft binnen het uitgebreide terrein van het schoolmaatschappelijk werk in Nederland. Expliciet noem ik ir. Ronald Assen, die mij vooral met betrekking tot de methodologische aspecten van het onderzoek belangrijke adviezen gegeven heeft. Dank aan Rudi Benschop die heeft zorg gedragen voor het invoeren van de data en geassisteerd heeft bij de statistische verwerking en het samenstellen van de vele tabellen. De adviezen van de in Nederland bekende onderwijskundige en sociaal-pedagoog dr. Henry Dors en van de Surinaamse collega’s drs. John Koorndijk en drs. Harry Mungra waren van grote betekenis bij de opzet en inrichting van het onderzoek. Dank ook aan dr. Huub Linssen, methodoloog verbonden aan de Universiteit Utrecht (Algemene Sociale Wetenschappen). Bijzondere dank aan drs. Johan Lamsberg voor het kritisch doorlezen van het manuscript en aan Kees Twilt, bibliothecaris bij het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW). Drs Milton George en drs. Silvio Scatolini dank ik voor hun bijzondere bijdrage met betrekking tot de vormgeving van het manuscript. Mijn dank gaat voorts uit naar het hoofd van het Bureau Lager Onderwijs, Kenneth Biervliet, het hoofd van de Inspectie Lager Onderwijs, Ramnand Sewbaran en na diens pensionering Roy Spier en zijn rayoninspecteurs. Ik dank de stichtingen, schoolbesturen, schoolleiders, leerkrachten, leerlingen, ouders en vertegenwoordigers van de hulpverlenende instanties, die bereid waren aan het onderzoek mee te werken. Dank aan mijn ‘broeders’ Thomas van Genderen , André Gravenstijn, Ewald Brasdorp, Roël Carron, Harold Antonius, collega´s Ruben Koswal, Ewald Dorder, Muriël Ligeon en de ex-collega's Florence Kortram, Marcel Ligeon, Vivian Sedney, Hesdey Tan A Kiam, Urina Holband en de studenten van de Surinaamse Avondopleidingen voor de Onderwijzersakte en de Hoofdakte. Dank ook aan mijn zusters, broers, nicht Peggy en Didier de Borle voor hun onmisbare medewerking. Last but not least dank aan mijn lieve vrouw Orcine, zoon Mike en zijn vrouw Graciel voor hun continue aanmoediging en vooral geestelijke ondersteuning. Het spreekt vanzelf dat mijn grootste dank gaat naar de levende en almachtige God die is: de bron van wijsheid, liefde, licht en leven die mij te allen tijde overeind houdt. Utrecht, november 2003 Ewald Plet Inhoud INLEIDING EN VERANTWOORDING 1 DEEL 1 ORIËNTATIE IN HET PROBLEEMGEBIED 3 1. ONTWIKKELING EN PROBLEMATIEK SURINAAMSE ONDERWIJS 5 -1.1- Inleiding 5 -1.2- Het onderwijs in Suriname 5 -1.3- De onderwijsproblematiek in het binnenland 8 -1.4- Ontwikkelingen onderwijs in de Caribische regio 10 -1.5- Samenvatting 13 2. ONDERWIJSPROBLEMATIEK SURINAAMSE BASISSCHOOLLEERLINGEN IN NEDERLAND 15 -2.1- Inleiding 15 -2.2- Leefomstandigheden Surinamers 16 -2.3- Problematiek van Surinaamse leerlingen in het basisonderwijs 18 -2.4- Onderzoek naar onderwijsachterstand 22 -2.5- Maatregelen en voorzieningen bij de bestrijding van onderwijsachterstand 23 -2.6- Samenvatting 31 3. PROBLEEMLEERLINGEN EN HULPVERLENING AAN DE SURINAAMSE LAGERE SCHOOL 33 -3.1- Probleemleerlingen 33 -3.2- Hulpverlening probleemleerlingen 35 -3.3- Het Surinaamse sociaal-, jeugd- en onderwijsbeleid 2001 – 2005 37 -3.3.1- Inleiding (37) -3.3.2- Het sociaal, kinder- en jeugdbeleid (38) -3.3.3- Het onderwijsbeleid (39) -3.3.4- Opmerkingen over het aan de orde gestelde beleid (44) 4. EEN SOCIAAL-PEDAGOGISCHE, ONDERWIJSSOCIOLOGISCHE EN SOCIAAL- PSYCHOLOGISCHE BENADERING 47 -4.1- De sociale pedagogiek als wetenschappelijke deeldiscipline 48 -4.2- Een onderwijssociologische benadering 51 -4.2.1- De kernopdracht van de onderwijssociologie (51) -4.2.2- Onderwijs als georganiseerde en geprofessionaliseerde socialisatie (52) -4.2.3- Relatie onderwijs en maatschappij (52) -4.2.4- Onderwijsongelijkheid (54) -4.3- Een sociaal-psychologische benadering 55 -4.4- Samenvatting 57 DEEL 2 ONDERZOEK PROBLEEMLEERLINGEN EN VORMEN VAN HULPVERLENING 59 Sub-A. HET VOORONDERZOEK 61 * Inleiding (61) * Voorbereiding (pilotfase) (61) * Uitvoering van het vooronderzoek (62) Sub-B. HET ONDERZOEK (Fase I, waarin schoolleiders en leerkrachten werden betrokken) 65 5. ONDERZOEKSMETHODEN 65 -5.1- Inleiding 65 -5.2- Vraagstellingen 65 -5.3- Doelstellingen 65 -5.4- Conceptuele uitwerking 65 -5.5- Onderzoeksopzet 67 -5.5.1- Aard van het onderzoek (67) -5.5.2- Beschrijving van de onderzoekseenheid, het onderzoeksgebied, de onderzoeks- populatie en de steekproef (steekproefpopulatie)
Recommended publications
  • MEER DAN ARTS ALLEEN De Maatschappelijke Betekenis Van Huisarts Sophie Redmond in Laat-Koloniaal Suriname
    MEER DAN ARTS ALLEEN De maatschappelijke betekenis van huisarts Sophie Redmond in laat-koloniaal Suriname SYLVIA MARIE KORTRAM Meer dan arts alleen De maatschappelijke betekenis van huisarts Sophie Redmond in laat-koloniaal Suriname More Than Just a Doctor Social meaning of medical doctor Sophie Redmond in late colonial Surinam Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de rector magnificus Prof.dr. H.A.P. Pols en volgens besluit van het College voor Promoties. De openbare verdediging zal plaatsvinden op donderdag 16 januari 2014 om 13.30 uur door Sylvia Marie Kortram geboren te Paramaribo, Suriname Promotie Commissie: Promotor: Prof.dr. A.A. van Stipriaan Luïscius Overige leden: Prof.dr. M.C.R. Grever Prof.dr. G.J. Oostindie Prof.dr. M.H.G. van Kempen S T E L L I N G E N behorende bij het proefschrift Meer dan arts alleen De maatschappelijke betekenis van huisarts Sophie Redmond in laat-koloniaal Suriname Sylvia Marie Kortram 1. Reeds in het vroegtwintigste-eeuwse Suriname legden vrouwen een bijl aan de wortels van de koloniale Surinaamse mannenmaatschappij door mannen actief te betrekken bij de vrouwenemancipatie. Dit proefschrift. 2. De positie van Surinaamse vrouwen kan niet worden begrepen zonder diepgaande kennis en analyse van de verworvenheden die vrouwelijke agents of change veroverden als onderdeel van een proces waarin het vroegtwintigste-eeuwse koloniale Suriname ging moderniseren. Dit proefschrift. 3. In tegenstelling tot de koloniale slavernij erkende het modern kolonialisme de gekoloniseerde juist wel in diens mens zijn, waardoor zich een ethische politiek ontwikkelde gebaseerd op de vermeende morele superioriteit van de kolonisator.
    [Show full text]
  • La Bandera Y El Himno Nacional Como Símbolos De Identidad En El Continente Americano", México, Senado De La República, 2 De Julio De 2018
    LA BANDERA Y EL HIMNO NACIONAL COMO SÍMBOLOS DE IDENTIDAD EN EL CONTINENTE AMERICANO 2 DE JULIO DE 2018 NOTA INFORMATIVA Fuente: Elaboración propia ANÁLISIS E INVESTIGACIÓN A través del tiempo se ha recurrido a símbolos que ayuden a identificar a los individuos como miembros de una sociedad. El medio más usual para adoptar una identidad durante el transcurso de la historia ha sido mediante el establecimiento de algún emblema idiosincrático (estandarte, escudo, bandera, entre otros) que agrupe los principales elementos asociados a la conformación del Estado (historia, tradiciones, costumbres, lenguas, leyes, gobierno, etcétera). El continente americano ha vivido una singular historia de conquistas, colonias y posteriores independencias y la construcción de estados independientes en entornos complejos por lo que la presente Nota Informativa presenta una compilación de las banderas e himnos nacionales del continente como símbolos de identidad; analizando su significado y el contexto en el que fueron establecidos. The flag and national anthem’s as symbols of identity in the American continent Through time, symbols have been used to help identify individuals as members of a society. The most common way to adopt an identity during the course of history has been through the establishment of some idiosyncratic emblem (banner, coat of arms, flag, among others) that assembles the main elements associated with the conformation of a State (history, traditions, customs, languages, laws, government, etc.). The American continent has lived a singular history of conquests, colonies and subsequent independence, and the construction of independent states in complex environments, therefore, this Note presents a compilation of the flags and national anthems of the continent as symbols of identity; analyzing their meaning and the context in which they were established.
    [Show full text]
  • SURINAME and Achieved Independence on 25 November 1975 As Suriname
    1014 Countries of the World SURINAME and achieved independence on 25 November 1975 as Suriname. At independence, about 40 per cent of the Republiek Suriname – Republic of Suriname population emigrated to the Netherlands. The early years of independence were politically unstable, with a period of military rule under Desi Bouterse following a coup in 1980. A guerrilla campaign for the restoration of democracy began in 1986. A peace accord with the guerrillas in 1989, following the return to civilian rule in 1988, was opposed by Bouterse, who engineered a coup in 1990 that deposed the president. Elections in 1991 were won by the New Front for Democracy and Development alliance, led by Ronald Venetiaan, who became president. President Venetiaan introduced an unpopular austerity programme, which improved the economy but lost him the 1996 election. After the 2005 legislative election the New Front for Democracy, a four-party alliance, remained the largest bloc in the legislature, but lost its overall majority. Two Area – 163,270 sq. km rounds of voting in the July 2005 presidential election Capital – Paramaribo; population, 252,000 (2007 est) failed to produce the necessary majority, requiring a third Major towns – Lelydorp, Nieuw Nickerie round of voting by a United People’s Assembly; this Currency – Suriname dollar of 100 cents re-elected President Venetiaan to another term in office. Population – 475,996 rising at 1.1 per cent a year (2008 est); Hindustani (37 per cent), Creole (31 per cent), POLITICAL SYSTEM Javanese (15 per cent), Maroons (10 per cent), Under the 1987 constitution, the executive president is Amerindian (2 per cent) (est) elected for a five-year term by a two-thirds majority in the Religion – Christian 41 per cent, Hindu 20 per cent, legislature or, if the required majority cannot be achieved, Muslim 14 per cent (predominantly Sunni), indigenous by a specially convened United Peoples’ Assembly religions 3 per cent (est) including district and local council representatives.
    [Show full text]
  • Download Booklet
    8.201002 1 8.201002 COMPLETE NATIONAL ANTHEMS OF THE WORLD: 2019 EDITION fi WALLONIA: ‘Le Chant des Wallons’ · ZAMBIA: ‘Lumbanyeni Zambia’ / [The Song of the Walloons] ‘Stand and Sing of Zambia, Proud and Free’ ORCHESTRATED BY PETER BREINER Words by: Théophile Bovy (Walloon), Words by: written collectively SLOVAK RADIO SYMPHONY ORCHESTRA • SLOVAK STATE PHILHARMONIC, KOŠICE* Emile Sullon (French) Music by: Enoch Mankayi Sontonga RAZUMOVSKY SYMPHONY ORCHESTRA** • PETER BREINER, CONDUCTOR Music by: Louis Hillier Like Tanzania, Zambia also uses the music of When I started arranging and recording national anthems some 18 years ago, nobody expected the project would become so big and Written in the Walloon language (related to the African hymn ‘God Bless Africa’, but different popular. In the meantime, it has been an important part of two Summer Olympics and numerous other sporting, cultural and social French) in 1900, the French lyrics were adopted lyrics, unique to Zambia, were written. in 1998, as French is more commonly spoken. events. It’s hard to imagine the amount of time and work that has been invested into this endeavour, and it could not have been done ‚ without the incredible efforts and expertise of several anthem experts, all the musicians, but mainly without the extraordinary recording ZANZIBAR (FORMER ANTHEM): fl–‡ YEMEN: ‘al-ǧumhūrīyâẗu l-muttaḥidâ’ team that has been involved in this project from its beginning – sound engineers Otto Nopp and Ladislav Kraj ovi . ‘National March for the Sultan of Zanzibar’ [United Republic] Music by: Donald Francis Tovey This is an extraordinary project and any other existing anthem collection does not come close, in completeness, quality of Words by: Abdullah Abdulwahab In use: 1911–1964 the research or the size of the orchestral forces used.
    [Show full text]