Deelrapport Politieke Besluitvorming
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014–2015 33 606 Parlementaire enquête Woningcorporaties Nr. 5 DEELRAPPORT POLITIEKE BESLUITVORMING Inhoudsopgave 1 HET DEELONDERZOEK POLITIEKE BESLUITVORMING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Onderzoeksaanpak 6 1.3 Leeswijzer 6 2 LOSLATEN IN VERTROUWEN: OP WEG NAAR ZELFREGU- LERING EN FINANCIËLE VERZELFSTANDIGING 9 2.1 Inleiding 9 2.2 Doelstellingen kabinetsbeleid 9 2.3 De nota-Heerma 10 2.3.1 De parlementaire behandeling van de nota-Heerma 13 2.4 Op weg naar juridische verzelfstandiging 14 2.4.1 De commissie Taakstelling en toezicht 15 2.4.2 De parlementaire behandeling van de commissie- Koopman 16 2.4.3 Het ontwerp-BBSH in een stroomversnelling 17 2.5 Kalveren in de wei: de corporaties zoeken de grenzen op 18 2.5.1 De eerste speculatie met derivaten 20 2.5.2 De Tweede Kamer geïnformeerd en de afkondiging van MG-circulaire 1994–31 22 2.6 De voorbereiding van de financiële verzelfstandiging 24 2.6.1 De brutering als experiment 26 2.6.2 De brutering in de versnelling: van experiment tot nachtelijk akkoord 29 2.7 Samenvattende conclusies 32 3 BRUTEREN, LEEFBAARHEID EN RIJKSTOEZICHT (1994– 1998) 34 3.1 Inleiding 34 3.2 Doelstellingen kabinetsbeleid 34 3.3 De Bruteringswet 35 3.3.1 De Tweede Kamer wordt kritischer door reeks incidenten 35 kst-33606-5 ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 606, nr. 5 1 3.3.2 De parlementaire behandeling van de Bruteringswet 36 3.3.3 Parlementaire controle op de afwikkeling: een «groot project» 38 3.4 Leefbaarheid als nieuw prestatieveld 39 3.4.1 Algemene Rekenkamer en Raad van State: leefbaar- heid een vaag begrip 41 3.5 De Tweede Kamer wil onafhankelijk financieel toezicht 42 3.6 Verdere twijfel aan gemeentelijk toezicht en de financiële kennis van corporaties 43 3.6.1 Het onderzoek naar WBL: de roep om een bijstelling van het toezicht 44 3.6.2 Het parlement verbreedt de WBL-affaire tot een toezichtdiscussie 46 3.7 Het CFV wordt financieel toezichthouder 47 3.7.1 CFV en derivaten 49 3.8 Samenvattende conclusies 50 4 GROEIENDE VERMOGENS, VERBREDING WERKTERREIN EN HET PRIMAAT VAN DE POLITIEK (1998–2002) 53 4.1 Inleiding 53 4.2 Doelstellingen kabinetsbeleid 53 4.3 Nieuw arrangement overheid-woningcorporaties 54 4.3.1 Visie Staatssecretaris Remkes 54 4.3.2 Van bouwen naar wonen 54 4.3.3 Nota Mensen, Wensen, Wonen (nota MWW) 56 4.3.4 Coalitieafspraken tussen VVD, PvdA en D66 58 4.3.5 Voorgestelde maatregelen 59 4.3.6 Reactie van de Tweede Kamer 60 4.3.7 De Woonwet 62 4.3.8 Relatie met Aedes 64 4.4 Toezicht in ontwikkeling 65 4.4.1 Nieuwe opzet van het toezicht 65 4.4.2 Ministeriële verantwoordelijkheid 68 4.4.3 De Tweede Kamer is afwachtend 68 4.4.4 Remkes ziet gevaren risicovol beleggen 69 4.4.5 Circulaires moeten meer duidelijkheid geven 74 4.5 Samenvattende conclusies 75 5 OP ZOEK NAAR EEN NIEUWE RELATIE: ZELFREGULERING EN DE MAATSCHAPPELIJKE ONDERNEMING (2002–2007) 78 5.1 Inleiding 78 5.2 Doelstellingen kabinetsbeleid 78 5.3 Periode Minister Kamp (2002–2003) 79 5.3.1 De Woonwet blijft voorlopig liggen 80 5.3.2 Risicovol beleggen: Woonzorg Nederland 80 5.3.3 Aankondiging wijziging BBSH 82 5.4 Periode Minister Dekker (2003–2006) 82 5.4.1 Uitgangspunten van beleid Minister Dekker 82 5.4.2 Niet indienen van de Woonwet 83 5.4.3 Voornemens het BBSH te wijzigen en druk uit de Tweede Kamer 85 5.4.4 Parlementair onderzoek woningcorporaties 87 5.4.5 Beleidsvisies toekomst van woningcorporaties 91 5.4.6 Invloed van Aedes 97 5.4.7 Extern toezicht 100 5.4.8 Melden van nevenactiviteiten 103 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 606, nr. 5 2 5.4.9 Hoge beloningen moeilijk te beteugelen 106 5.4.10 De staatssteundiscussie kristalliseert zich uit 109 5.4.11 De eerste grote incidenten 112 5.4.12 Realisatie van de plannen van Minister Dekker 113 5.5 Periode Minister Winsemius (2006–2007) 114 5.5.1 Ambitieuze plannen nieuwe Minister 114 5.5.2 Winsemius luidt de noodklok bij Aedes 115 5.6 Samenvattende conclusies 118 5.6.1 Periode Minister Kamp (22 juli 2002-27 mei 2003) 118 5.6.2 Periode Minister Dekker (27 mei 2003-21 september 2006) 118 5.6.3 Periode Minister Winsemius (26 september 2006- 22 februari 2007) 120 6 PRESTATIEVELD LEEFBAARHEID VERBREDEN, VERMO- GENS ACTIVEREN EN AFROMEN (2007–2010) 122 6.1 Inleiding 122 6.2 Doelstellingen kabinetsbeleid 122 6.3 Periode Minister Vogelaar (22 februari 2007-14 november 2008) 123 6.3.1 De valse start van een Minister zonder budget 123 6.3.2 De invoering van de integrale vennootschapsbelas- ting 126 6.3.3 Het transactiemodel: onderhandelen met de sector over invloed en budget voor de wijkaanpak 131 6.3.4 Het BBSH wordt opgerekt om de krachtwijkenbeleid te stimuleren 132 6.3.5 Het EU-staatssteundossier versloft 136 6.3.6 Incidenten en aftreden 138 6.4 Periode Minister Van der Laan (14 november 2008- 23 februari 2010) 139 6.4.1 Het einde van de zelfregulering 139 6.4.2 De Minister presenteert zijn visie op toezicht en het stelsel 142 6.4.3 Incidenten leiden tot aanscherping integriteitstoezicht 144 6.4.4 Prestatieveld blijft breed, bewegend toezicht op nevenactiviteiten 145 6.4.5 Na acht jaar een akkoord over het staatssteundossier 148 6.4.6 Herziening van de Woningwet 151 6.4.7 Aftreden Van der Laan 152 6.5 Samenvattende conclusies 152 6.5.1 Periode Minister Vogelaar (22 februari 2007- 14 november 2008) 152 6.5.2 Periode Minister Van der Laan (14 november 2008-23 februari 2010) 154 7 DEREGULERING EN WEER LOSLATEN (2010–2012) 156 7.1 Inleiding 156 7.2 Doelstellingen kabinetsbeleid 156 7.3 Periode Minister Donner (14 oktober 2010-16 december 2011) 157 7.3.1 Het herziene wetsvoorstel Herzieningswet 157 7.3.2 Toezicht op integriteit 162 7.3.3 Vestia 163 7.4 Periode Minister Spies (16 december 2011-5 november 2012) 165 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 606, nr. 5 3 7.4.1 Vestia in de Kamer 165 7.4.2 Verhoging maximumpercentage heffing CFV 166 7.4.3 Derivaten 167 7.4.4 Herzieningswet 172 7.4.5 EU-staatssteun 176 7.5 Samenvattende conclusie 177 7.5.1 Periode Minister Donner (14 oktober 2010- 16 december 2011) 177 7.5.2 Periode Minister Spies (16 december 2011- 5 november 2012) 178 8 EPILOOG: BELEID NA 2012 180 8.1 Verhuurderheffing 180 8.2 Salarissen 180 8.3 Inhoud novelle Herzieningswet 181 9 CONCLUSIES OVER 25 JAAR POLITIEKE BESLUITVOR- MING 183 9.1 De verwachtingen getest; bijsturing en taakuitbreiding (1993–1998) 183 9.2 Mislukte poging herstel primaat van de politiek, wel verdere taakuitbreiding en introductie nevenactiviteiten (1998–2002) 186 9.3 Zelfregulering als beleidsparadigma, corporaties als onderhandelingspartner en krachtwijkenbeleid als katalysa- tor van nevenactiviteiten (2003–2008) 187 9.4 De wal (incidenten) keert het schip (zelfregulering), maar brede taakinvulling blijft overeind (2008–2010) 190 9.5 De pendule: zelfregulering en politiek toezicht in de reprise (2010–2012) 191 BRONNENLIJST 194 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 606, nr. 5 4 1 HET DEELONDERZOEK POLITIEKE BESLUITVORMING 1.1 Inleiding Het deelonderzoek Politieke besluitvorming beslaat een periode van 25 jaar. Voor het begin van deze periode is gekozen voor 1989, omdat in dat jaar in de nota-Heerma de eerste plannen tot de verzelfstandiging van woningcorporaties worden gepresenteerd. Deze plannen leiden tot de juridische verzelfstandiging van woningcorporaties in 1993. In dat jaar treedt de «Grondwet» voor de corporatiesector in werking, het Besluit beheer sociale-huursector (BBSH). Twee jaar later volgt de financiële verzelfstandiging van de sector in de zogenaamde brutering. Sinds 1995 is daarmee een corporatiestelsel ontstaan dat tot op de dag van vandaag grotendeels ongewijzigd is. Wel blijft dit stelsel in de kleine twintig jaar daarna ter discussie staan. Er zijn vele initiatieven genomen om het stelsel te veranderen. Daarbij gaat het vooral om pogingen tot wet- en regelgeving, de uitbreiding van het werkdomein en (neven)activiteiten van corporaties en veranderend denken over toezicht. In de laatste jaren komen veel incidenten bij individuele corporaties aan het licht. Het Vestia-debacle is daarvan het bekendste voorbeeld. De onderzoeksperiode eindigt in 2012. In dit jaar neemt de Tweede Kamer op 20 maart 2012, mede naar aanleiding van de situatie bij Vestia, met algemene stemmen de motie van het lid Van Bochove (CDA-fractie) aan om een parlementaire enquête uit te voeren naar het corporatiestelsel.1 Politieke en beleidsmatige ontwikkelingen vanaf het aantreden van het kabinet-Rutte II beschrijft de commissie kort. Zij onthoudt zich van commentaar daarop. Dit is namelijk het primaat van de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst van de Tweede Kamer en de Tweede Kamer als geheel. De motie-Van Bochove vormt de basis voor dit deelonderzoek Politieke besluitvorming. De daarin aan de commissie gegeven opdracht is nader uitgewerkt in een plan van aanpak, waar de Tweede Kamer op 16 april 2013 mee instemt.2 De focus van parlementair onderzoek en dus ook van deze parlementaire enquête ligt in belangrijke mate op de rol en het functioneren van kabinet en de Tweede Kamer. De reden hiervoor is dat kabinet en Tweede Kamer verantwoordelijk zijn voor het gevoerde beleid en voor wet- en regel- geving die het functioneren van het stelsel sterk bepalen. Dit deelonderzoek Politieke besluitvorming vormt samen met vier andere deelonderzoeken de onderbouwing van het hoofdrapport van de enquêtecommissie.