nummer 15 november 2017

Nieuwsbrief Sectie

Nederlandse Entomologische Vereniging

In dit nummer onder meer:

‹ Meewerken aan de bijenatlas voor België ‹ Veldobservaties ‹ Bijen en wespen in het natte natuurgebied De Bruuk ‹ Ephialtes manifestator gekweekt uit nest van Ancistrocerus trifasciatus ‹ De Mexicaanse zwartsteel nestelt in mijn tuin ‹ Op zoek naar dorsigera

nr. 15, november 2017

ISSN 1387-1773

Foto voorpagina: Vespa velutina nigrithorax , werkster. Foto: Albert de Wilde. Nieuwsbrief sectie Hymenoptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging Vormgeving: Jan Smit. Redactie J. D’Haeseleer, T. Peeters, J. Smit, E. van der Spek

Redactieadres Voermanstraat 14, 6921 NP Duiven e-mail: [email protected] Website www.hymenovaria.nl

Redactioneel

Een redelijk gevuld en gevarieerd nummer. Bij ‘Literatuur’ de HymenoBiblio over 2016, twee Allereerst de aankondiging van de voorjaarsexcursie in boekbesprekingen door Theo Peeters en een 2018 naar de Peel in Brabant. Een verslag van de boekbespreking door Jan Smit. voorjaarsexcursie naar ’t Roegwold in Groningen, Bij ‘Oproepen’ de vraag om de bijdrage voor komend afgelopen voorjaar. Erik van der Spek doet verslag van jaar (2018) over te maken, gegevens op te sturen voor het Aculea-weekend, afgelopen zomer in België. Kort de rubriek ‘Leuke waarnemingen’ in HymenoVaria 16, verslag van de cursusdag ‘Bijen’, georganiseerd door de vraag om gegevens aan de deelnemers van de de NEV. En we hebben een viertal opmerkelijke excursie naar de Chaamse bossen, plus nog een ‘Veldobservaties’. oproep om medewerking aan De Wilde Bijenlinie.

Bij ‘Artikelen’ vertelt Stijn Schreven over het Verder de aankondiging van de studiedag onderzoek in het natuurgebied De Bruuk, René ‘Goudwespen van de Chrysis ignita -groep’ op 13 januari Veenendaal kweekte een sluipwesp uit het nest van 2018, in Amsterdam. een metselwesp, Pieter van Breugel vertelt over de Mexicaanse zwartsteel in zijn tuin en over zijn Jorgen Ravoet wordt hartelijk bedankt voor het zoektocht naar . vertalen van enkele samenvattingen in het Engels.

We wensen je veel leesplezier, Jens, Theo, Erik en Jan.

46 nr. 15, november 2017 Excursie

De Peel, 14 april 2018

Erik van der Spek

Op verzoek van EIS-Kenniscentrum-insecten De Krim bezoeken we twee terreinen waarvan weinig gegevens De Krim is een landgoed in de Peel in de buurt van bekend zijn in het oosten van Noord-Brabant. Het Elsendorp. De oppervlakte van het landgoed bedraagt terrein De Bult is onderdeel van de Deurnese Peel, ongeveer 100 ha en het is eigendom van het Brabants maar nu geïsoleerd van het grootste deel daarvan en in Landschap. In de 19e eeuw bestond dit gebied nog uit beheer bij Staatsbosbeheer. Noordelijk daarvan het onafzienbare heidevelden, maar het is ontgonnen in landgoed De Krim in beheer bij Brabants Landschap. het begin van de 20e eeuw. Er zijn naaldbossen en heidevelden te vinden, en ook een tweetal vennen. De De Bult heide is goeddeels vergrast en zal worden hersteld. De Bult is een natuurgebied van 120 hectare in het Voorts zijn er weilanden, waar wulp, kievit en uiterste noordoosten van Deurne achter de Craijenhut scholekster zijn te vinden. De bossen bestaan uit grove op de grens van de provincies Noord-Brabant en den, japanse lariks, douglasspar en zomereik. In de Limburg. oudere dennenbossen heeft zich een ondergroei van Het gebied is eigendom van Staatsbosbeheer en vormt loofhout gevormd en er zijn veel zangvogels te vinden. een apart gelegen restant van de Deurnese Peel dat Via waarneming.nl zijn er 36 soorten Hymenoptera uit overbleef na ontginningen, en deelt dus de status van het gebied bekend. Er is één waarneming uit 2017; Natura 2000-gebied. Het gebied bestaat uit Eumenes coarctatus op basis van aangetroffen urntjes. hoogveenrestanten, berkenbos, droge en vochtige heide. Recent is een herstelproject uitgevoerd. Verzamelpunt Hierdoor is het gebied vrij snel zeer nat geworden. Op het kruispunt van de Goorsebergweg en de Veenmossen, veenpluis, eenarig wollegras en Bultweg (AC 186.605-390.073) waar we de auto’s zonnedauw profiteren hiervan. Belangrijke dieren in parkeren. Dit kruispunt is alleen te bereiken via de het gebied zijn de das en sinds kort wild zwijn. Vanaf N270 kruispunt de Bultweg. Die is geasfalteerd. midden juni vliegt het spiegeldikkopje hier massaal. Tijdstip: 10.00 uur. Het gebied maakt onderdeel uit van een beheerseen- Deze keer geen koffie bij de start van de excursie maar heid waartoe ook de Deurnese Peel en de Mariapeel tijdens de verplaatsing tussen de excursielocaties. behoren, maar het ligt er een zevental kilometer van Opgave: [email protected] verwijderd, hoewel er aan de Limburg zijde van de Reservedatum: 21 april. provinciegrens een smalle natuurcorridor langs het Peel- of Defensiekanaal tussen genoemde gebieden bestaat. Het reservaat ligt geheel omsloten door landbouwge- bied, maar een kilometer noordwaarts ligt vliegbasis De Peel, waarop nog steeds belangrijke natuurwaarden zoals heidevelden voorkomen, en twee kilometer noordwaarts ligt landgoed Stippelberg, eveneens met enige heide. Ruim een halve kilometer naar het zuid- oosten bevindt zich het peelrestant de Heidsche Peel. Via waarneming.nl zijn er 19 soorten Hymenoptera uit het gebied bekend. Er zijn vijf waarnemingen uit 2017: ananasgalwesp Andricus foecundratrix , bonte viltbij Epeoloides coecutiens , kleine harsbij Anthidielum strigatum , pluimvoetbij Dasypoda hirtipes en kleine roetbij Panurgus calcaratus.

47 nr. 15, november 2017

vroege bloedbij Sphecodes rubicundus , een nieuwe soort voor de provincie Groningen. Voor de bepaling of soorten al bekend zijn uit de provincie of de omgeving Verslagen van ’t Roegwold is gebruik gemaakt van de verspreidingskaarten uit De Nederlandse bijen 2012 (Peeters et al.) en de vermeldingen op www.waarneming.nl sinds 2011. Nieuwe soorten voor Verslag voorjaarsexcursie de omgeving van ’t Roegwold zijn: geriemde zandbij Andrena angustior, zwart-rosse zandbij Andrena clarkella, naar ’t Roegwold e.o. 6 mei grasbij Andrena flavipes, berijpte geurgroefbij Lasioglossum albipes, bleekvlekwespbij Nomada alboguttata 2017 en smalbandwespbij Nomada goodiana.

Al met al blijkt het gebied een aantrekkelijke Erik van der Spek, Joop Prijs, Jan Smit, Martijn schakering aan voorjaarssoorten te huisvesten. Door Kos, Anneke Teepe, Hans Nieuwenhuijsen het matige weer voor een bijeninventarisatie op 6 mei zou de soortlijst zonder de watervallen minder uitgebreid zijn geweest. Dit deel van Groningen is Op uitnodiging van boswachter Annet de Jong van interessanter dan je van tevoren op basis van de Staatsbosbeheer bezochten we de omgeving van verspreidingskaarten verwacht, een gebrek aan Slochteren (Roegwold). Samen met de boswachter, deskundige waarnemers die hier op zoek gaan speelt een aantal Staatsbosbeheer-vrijwilligers en Albert Erik daarbij een rol. de Winter van Landschapsbeheer Groningen begon- In het voorjaar zijn wilg en paardenbloem belangrijke nen we met koffie in het voormalige station van voedselbronnen voor wilde bijen. Het aantal Slochteren. Dit is gelegen aan de rand van een gebied specialisten dat wilgenstuifmeel als larvenvoedsel van 20ha begraasd door Exmoor pony’s en beheerd verzamelt in de soortenlijst wijst hier ook op: zwart- door vrijwilligers met speelnatuur, volkstuinen, water rosse zandbij Andrena clarkella , vroege zandbij Andrena en een bijenstal. Aangrenzend ligt het natuurgebied ’t preacox, grijze zandbij Adrena vaga en grote zijdebij Roegwold. Colletes cunicularius. Daarbij horen hun respectievelijk koekoeksbijen: vroege wespbij Nomada leucophthalma, ‘t Roegwold geelschouderwespbij Nomada ferruginata en roodharige ’t Roegwold is het voormalige herinrichtingsgebied wespbij Nomada lathburiana. Alleen van de grote Midden-Groningen net ten oosten van de stad zijdebij is de koekoeksbij de grote bloedbij Sphecodes Groningen. Een gebied met oude én steeds meer albilabris niet waargenomen, al is deze soort uit de nieuwe natuur. Landbouwgronden tussen de al omgeving wel bekend. Wilgen vormen ook een bestaande natuurgebieden zijn de afgelopen jaren belangrijke voedselbron voor soorten die op heringericht en vormen nu ruim 1700 hectare van het verschillende plantenfamilies voedsel verzamelen (Fig. Natuurnetwerk in Groningen. In 2014 kreeg het de 1). Bij beheer van wilgenstruweel is gefaseerd beheer nieuwe naam: ’t Roegwold. dan ook erg belangrijk, ook omdat voor veel soorten In het deelgebied Westerpolder heeft de eentonige de vliegafstand tot de nestgelegenheid maar maximaal grasmat al plaatsgemaakt voor een ruige bodem. Hier enkele honderden meters bedraagt. komen nu mooie bloeiers voor als goudknopje en rietorchis en vogelsoorten als de roodborsttapuit en kleine karekiet. In Ae’s Woudbloem is een gevarieerd landschap ontstaan met gras en struwelen, lage plassen en hoger gelegen zandkoppen. De rietmoerassen van Tetjehorn herbergen vogelsoorten als baardmannetje en porseleinhoen. Afgelopen jaren is het 650 hectare tellende moerasgebied Dannemeer ingericht. Hier ontwikkelen zich uitgestrekte riet- en moeraslanden met open water, bosjes èn graslanden vol kruiden.

Resultaten Tijdens de excursie en uit de watervallen die Joop Prijs plaatste in de periodes 28-30 maart en 15 mei zijn 37 soorten wilde bijen vastgesteld (Tabel 1). De meest Figuur 1. Roodgatje Andrena haemorroha op kraakwilg zeldzame soort, is de sterk afgenomen en bedreigde Salix fragilis . Foto Anneke Teepe.

48 nr. 15, november 2017

Voor het aanwezig zijn van wilde bijen is naast de die na de productie van werksters en later mannen aanwezigheid van de benodigde planten, aanwezigheid geen nieuwe koninginnen voortbrengen, dragen niet van nestgelegenheid van groot belang. De afstand bij aan de reproductie. Voedselgebrek tijdens de cyclus tussen voedselplanten en nestgelegenheid mag voor de is een van de mogelijke redenen waardoor er geen meeste soorten hooguit een paar honderd meter zijn. nageslacht is. De meeste bijensoorten nestelen in de bodem. (Bijna) Het aanwezige bijenhotel kan verbeterd worden met kale bodems zijn daarbij belangrijk, waarbij steilrandjes de adviezen uit Gasten van bijenhotels van Pieter van een belangrijke rol spelen. In het grasland was dit goed Breugel. Goed is dat er ook een grondlichaam te zien op de enkele reliëfrijkere plaatsen waar het vee aanwezig is. Een ‘bijenbank’ als (onderdeel van) een voor kale plekken en steilrandjes had gezorgd. Op en bijenhotel houdt er rekening mee dat 2/3 van de rond deze kleine plekken concentreerden zich grote soorten in de bodem nestelt. Hier jaarlijks een deel van aantallen nestelende bijen (Fig. 2). Hoewel de meeste de bodem kaal maken en aanbrengen en verversen van bijen solitair zijn, zorgt gebrek aan nestgelegenheid wel steilranden zal het gebruik verbeteren. Nesthotels in voor nestconcentraties. boomstammen moeten bij voorkeur aangeboden worden in de langskant van het staande hout. Bij het barsten van het hout na het drogen breken dan minder nestgangen open.

Summary Five members of the section hymenoptera visited the Roegwold nearby Slochteren invited by the bushman Annet de Jong of Staatsbosbeheer. An inventory was carried out by together with the bushman, some volunteers of Staatsbosbeheer and Albert Erik de Winter of Landschapsbeheer Groningen. This reserve is located nearby a 20ha area buried by Exmoor ponies. During the excursion and together with water traps that were placed by Joop Prijs in the periods 28- 30 March and 15 May were 37 solitary species Figuur 2. Gijze zandbij Andrena vaga bij nestgang . observed. The rarest species is the strongly decreased Foto Erik van der Spek. and endangered blood bee Sphecodes rubicundus , a new

Voor de holte nestelaars zijn kevergangen in dood species for the province Groningen. hout van groot belang, bij voorkeur op een plek die een deel van de dag in de zon staat. Dit zijn juist de Literatuur Peeters, T.M.J. & M. Reemer, 2003. Bedreigde en bomen die uit oogpunt van veiligheid vaak geveld verdwenen bijen in Nederland ( s.l.). Basisrapport worden omdat ze langs paden staan. Wanneer er met voorstel voor de Rode Lijst. European Invertebrate onveilige situaties ontstaan is het creëren van een Survey Nederland, Leiden. veilige situatie belangrijk. Wanneer dit kan door zo Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der weinig mogelijk hout van dikkere bomen te Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, C. van verwijderen is dit voor bijen en andere organismen de Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. beste oplossing. Dit draagt ook bij aan het gewenste Roos & M. Reemer 2012. De Nederlandse bijen aantal dode bomen in het bos bij het bosbeheer. (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland 11. Naturalis Center & European Invertebrate Bij de moestuin is een honingbijenstal aanwezig. Voor Survey – Nederland, Leiden, 544 blz. de wilde bijen in het Roegwold is het gewenst dat het aantal volken zeker niet wordt uitgebreid om zoveel mogelijk van het aanwezige voedsel beschikbaar te houden voor de wilde insecten. Zeker in periodes met een beperkt bloemaanbod kan het grote aantal mee- eters, gemakkelijk 50.000 per volk, een geduchte concurrentie vormen. In het bijzonder hommels met hun lange voortplantingscyclus zijn gevoelig voor voedselconcurrentie. Hommelvolken hebben gedurende de gehele levenscyclus vanaf de start van een nieuw volk in het vroege voorjaar door de koningin, tot het uitvliegen van nieuwe koninginnen Figuur 3. Vosje Andrena fulva . Foto Erik van der Spek. laat in het jaar, goede omstandigheden nodig. Volken

49 nr. 15, november 2017

Tabel 1. Waarnemingen uit de malaiseval en tijdens de excursie.

245 245 245 z-klasse trend RL 578 579 580 Apidae - bijen Andrena angustior geriemde zandbij z 0/+ TNB x x

Andrena barbilabris witbaardzandbij a 0/+ TNB x x

Andrena caratonica meidoornzandbij a 0/+ TNB x

Andrena clarkella zwartroze zandbij z 0/+ TNB x

Andrena flavipes grasbij a 0/+ TNB x x

Andrena fulva vosje a 0/+ TNB x

Andrena haemorrhoa roodgatje a 0/+ TNB x x x Andrena nigroaenea zwartbronzen zandbij a 0/+ TNB x

Andrena nitida viltvlekzandbij a 0/+ TNB x

Andrena praecox vroege zandbij z 0/+ TNB x x

Andrena subopaca witkopdwergzandbij a 0/+ TNB x x

Andrena vaga grijze zandbij z 0/+ TNB x x

Bombus hortorum tuinhommel a 0/+ TNB

Bombus lapidarius steenhommel a t TNB x x

Bombus pascuorum akkerhommel a t TNB x x x Bombus pratorum weidehommel a 0/+ TNB x x

Bombus sylvestris vierkleurigekoekoekshommel a 0/+ TNB x x

Bombus terrestris aardhommel a t TNB x x

Colletes cunicularius grote zijdebij z 0/+ TNB x x x Halictus tumulorum parkbronsgroefbij a 0/+ TNB x x

Lasioglossum albipes berijpte geurgroefbij z 0/+ TNB x

Lasioglossum calceatum gewone geurgroefbij a 0/+ TNB x x

Lasioglossum leucozonium matte bandgroefbij a 0/+ TNB x

Lasioglossum zonulum glanzende bandgroefbij z 0/+ TNB x

Nomada alboguttata bleekvlekwespbij z 0/+ TNB x x

Nomada fabriciana roodzwarte dubbeltand z 0/+ TNB x x

Nomada ferruginata geelschouderwespbij zz t KW x

Nomada flavoguttata gewone kleine wespbij z 0/+ TNB x

Nomada goodeniana smalbandwespbij z t KW x

Nomada lathburiana roodharige wespbij z t KW x

Nomada leucophthalma vroege wespbij zz t KW x

Nomada panzeri sierlijke wespbij z 0/+ TNB x

Nomada ruficornis gewone dubbeltand a 0/+ TNB x x

Osmia bicornis rosse metselbij a 0/+ TNB x

Sphecodes monilicornis dikkopbloedbij a 0/+ TNB x x

Sphecodes pellucides schoffelbloedbij a 0/+ TNB x x x Sphecodes rubicundus vroege bloedbij zzz tt BE x

Vespidae - plooivleugelwespen Vespula germanica Duitse wesp x

Vespula vulgaris gewone wesp x x

Pompilidae - spinnendoders Priocnemis pertubator grote zaagspinnendoder x

RL = Rode Lijst status Z = zeldzaamheidsklasse T = trend BE = bedreigd a = algemeen 0/+ = stabiel/toegenomen KW = kwetsbaar z = vrij zeldzaam t = afgenomen TNB = thans niet bedreigd zz = zeldzaam tt = sterk afgenomen zzz = zeer zeldzaam

50 nr. 15, november 2017

moshommel – Bombus humilis Meewerken aan de oranje zandbij – Andrena marginata pluimvoetbij – Dasypoda hirtipes bijenatlas voor België schoorsteensachembij – Anthophora plagiata slurfbij – Rophites quinquespinosus Erik van der Spek tweekleurige slakkenhuisbij – Osmia bicolor veenhommel – Bombus jonellus vlekkenbij – Thyreus orbatus In België wordt aan de bijenatlas gewerkt; leden van witte rouwbij – Melecta luctuosa onze zusterorganisatie Aculea zijn daarvoor veel op zandhommel – Bombus veteranus pad. Voor het derde jaar op rij organiseerden zij een zandloperbij – Ammobates punctatus lang weekend (20-24 juli) in Laforêt in de Ardennen zwarte sachembij – Anthophora retusa dicht tegen de Franse grens aan. Voor het tweede jaar nam een kleine delegatie uit Nederland aan het Waarschijnlijk was zonder deze beperking per weekend deel, waaronder dit jaar drie leden van de deelnemer de soortenlijst langer geweest. Voor mijzelf sectie Hymenoptera: Peter Megens, Anneke Teepe en blijft hierdoor een waarneming van de beschermde Erik van der Spek. Het totale gezelschap bestond uit pluimvoetbij Dasypoda hirtipes onzeker en deze is dus 25 personen. Niet iedereen kwam speciaal voor de geschrapt uit de lijst; de validator op waarneming.be Aculeaten. Ook vlinders kregen veel aandacht en herkent op basis van de foto een waarschijnlijke anderen hebben meer een algemene interesse in de klaverdikpoot Melitta leporina . In België wordt natuur. Dit mixt prima en verruimt de blik. We waarneming.be als het verzamelplatform voor alle overnachten in een Gîte, een groepsaccommodatie in waarnemingen gebruikt, wat even wennen is wanneer Laforêt een fraai klein dorpje. Peter Hendrickx, die je gewent bent Exel-bestanden naar EIS te sturen. Het e hier een 2 onderkomen heeft, zorgde voor de foerage werkt overigens prima en een voordeel is dat je na het waaronder vers brood elke morgen. En gezamenlijk is invoeren van een thuis gedetermineerd dier via de de huishouding geregeld. luchtfoto op je scherm weer even ‘terug’ in het gebied bent waar je het verzamelde. Onder de leden van Aculea is het de sport om zoveel mogelijk soorten te determineren zonder ze te doden. Dit verhaal is geen echt verslag van de excursie als Daarnaast zijn in Wallonië een aantal soorten geheel, dat is iets voor de werkgroep Aculea waar ze beschermd en was hiervoor maar aan een beperkt het totaaloverzicht van de waarnemingen hebben. Ook aantal deelnemers, die buiten dit weekend ook vorig jaar mocht ik aan het weekend deelnemen. Ook inventariseren, ontheffing verleend. toen viel het in dezelfde periode met een extra lang weekend in België vanwege de nationale feestdag, Tabel 1. Beschermde bijensoorten in Wallonië. omdat ze de Hollanders terug gestuurd hebben naar alle kegelbijen – Coelioxys het noorden. Vanwege de lange reistijd vanaf Texel alle langhoornbijen – Eucera, Tetralonia kwamen Anneke (Amsterdam) en ik de 19 e al aan. Te alle roetbijen – Panurgus vroeg gearriveerde buien torpedeerden het plan om alle slobkousbijen - Macropis een tussenstop te maken langs de Grensmaas, alle viltbijen – Epeolus waardoor we op tijd in de omgeving waren om in een berm met veel beemdkroon naast een groot aantal blauwe zandbij – Andrena agilissima exemplaren knautiabij Andrena hattorfiana ook een bonte viltbij – Epeoloides coecutiens vrouwtje knautiawespbij Nomada armata aan te treffen. boshommel – Bombus sylvarum Op donderdag troffen we elkaar op een parkeerplaats boswespbij – Nomada opaca om van daar het eerste gebied in te gaan. Een donkere klaverzandbij – Andrena labialis kalkgraslandgebied waarvan de beheerders vanwege gele hommel – Bombus distinguendus zeldzame dagvlinders liever niet de aandacht wil gewone klokjeszandbij – Andrena curvungula trekken en waarvan ik daarom de naam ook maar niet grote harsbij – Trachusa byssina noem. Aan de rand van het gebied, schuilend in een gele composiet, trof ik een kleine roetbij man. Niet de grote zijdebij – Colletes cunicularius kleine roetbij Panurgus calcaratus (Fig. 1) , maar Panurgus heidehommel – Bombus humilis dentipes . Vorig jaar met beter weer was het niet gelukt heidezandbij – Andrena fuscipes deze soort te ontdekken. Volgens Jens D’Haesseleer kleine sachembij – Anthophora bimaculata breidt deze soort zich uit in België en is het zaak ook kleine wolbij – strigatum in Nederland goed naar deze soort uit te kijken. mooie sachembij – Anthophora aestivalis Mannetjes zijn met enige moeite in het veld uit elkaar

51 nr. 15, november 2017 te houden. Panurgus calcaratus heeft een brede doorn aan de dij van poot 3 en Panurgus dentipes een dunnere Zaterdag maakten we een wandeling in de omgeving gebogen doorn aan de trochanter van poot 3. Bij van Laforêt, vanwege een feestmarkt was gebruik van inventarisatiewerk in Noord-Frankrijk waar beide de auto’s niet handig. Strompelend door de oevers van soorten talrijker zijn, heeft Jens het beeld gekregen dat de grindbedding van de Semois bezochten we het de soorten gescheiden van elkaar voorkomen. reservaat Le Gravier. Peter is hier vrijwillig beheerder voor de Waalse natuurbeheerder Natagora, zusterorganisatie van Natuurpunt. Het weer werkte deze dag niet erg mee, zodat we ons in de oever vooral met een aantal hommelsoorten tevreden moesten stellen. Wel konden we genieten van een groot aantal weidebeekjuffers. Later was een graslandcomplex en een berm soortenrijker. Deze dag maakte het verschil met vorig jaar erg duidelijk. Het weer was toen veel beter voor bijen en wespen en de natuur liep toen niet een paar weken voor. Tijdens de borrel en de maaltijd op het terras zagen we in 2016 o.a. gouden en rosse kegelbij Coelioxys aurolimbata en C. rufescens . Ook hun waarden, lathyrusbij Chalicodoma ericetorum en kattenkruidbij Anthophora quadrimaculata lieten zich dit jaar nauwelijks zien.

Op een grijzige zondag met zo nu en dan wat lichte regen wandelden we heen en weer tussen Graíde Station, waar vorig jaar tijdens het naar de trein Figuur 1. Mannetje van Panurgus calcaratus . Foto Anneke brengen van een deelnemer een zandhommel Bombus Teepe. veteranus was gezien, en het dorpje Graíde, hetgeen inderdaad o.a. een populatie van deze hommels op De rest van de dag bezochten we delen van het leverde (Fig. 2). Het grootste aantal wederom in een Natuurpark Virion-Hermeton. De dag is vanwege kruidenrijk grote zeggenmoeras in een natuurreservaat, opkomende regen afgesloten in een dorpshuis. Daarna maar ook daarbuiten zijn enkele exemplaren gezien. via Frankrijk, de grenslijn is nogal grillig, naar Laforêt Voor beide provincies konden we dus de om te eten. ‘s Avonds determineren en een presentatie aanwezigheid van deze zeldzame soort bevestigen. van Jens over soorten die veel op elkaar lijken, maar in Vooral in een kerstbomen-aanplant is uit gele het veld toch wel te onderscheiden zijn. Vrijdag verlieten we de provincie Namen om een aantal gebieden in de provincie Luxemburg te bezoeken. Als eerste een beekdal met een kruidenrijk groot zeggen- moeras. Hier vonden we al snel een populatie zandhommels Bombus veteranus; één van de meer bijzondere soorten waarvan gehoopt werd dat die zou worden aangetroffen. Ook de grote harsbij Trachusa byssina vloog hier rond, maar die is in deze regio meer te vinden. Anderen troffen ook de roodrandzandbij Andrena rosae Tijdens de lunch aan de oever met de prachtige locatienaam; tronçon de Herbeumont à Dohan, leverde het inventariseren diverse interessante soorten op, waaronder een grote Figuur 2. Werkster van Bombus vetera nus . Foto Anneke Teepe . populatie kattenstaartbij Melitta nigricans , weer de grote harsbij, maar ook de graafwesp Dolichurus composieten een groot aantal mannetjes kleine roetbij bicolor en de grote wantsendoder Astata boops. De gecontroleerd, allen Panurgus calcaratus. Andere leuke omgeving van de kasteelreünie van Herbeumont was soorten van deze dag zijn heidebronsgroefbij Halictus de meest soortenrijke locatie met voor mijzelf als confusus en heidewespbij Nomada rufipes. topper de laatste waarneming van de dag een mannetje Al met al weer een interessant en gezellig weekend. gele tubebij Stelis signata. Interessant door de andere omgeving en de daarbij

52 nr. 15, november 2017 horende soorten, maar zeker ook door het gezelschap row they are organizing a long weekend in Laforêt in en de kennisuitwisseling ook van het verschil in the Ardennes, nearby the French border. A small waarnemingscultuur. Gezellig omdat hymenopter- delegation from the Netherlands participated for the ologen en andere natuurliefhebbers gezellige mensen second time, among which 3 members of the section zijn. Hartelijk dank voor de gastvrijheid. Hymenoptera: Peter Megens, Anneke Teepe en Erik van der Spek. The total company consisted of 25 Summary persons. Not everyone participated especially for the A bee atlas is prepared in . Therefore, . A brief report of this weekend is presented members of our sister organization Aculea are in this article, including my provisional species list. organizing many excursions. For the third year on a

Apidae - bijen Megachile willughbiella grote bladsnijder Melitta nigricans kattenstaartdikpoot Naam Nederlandse naam Nomada armata knautiawespbij Nomada rufipes heidewespbij Andrena flavipes grasbij Panurgus banksianus grote roetbij Andrena hattorfiana knautiabij Panurgus calcaratus kleine roetbij manicatum grote wolbij Panurgus dentipes Anthophora furcata andoornbij Sphecodes ephippius bosbloedbij Anthophora quadrimaculata kattenkruidbij Sphecodes monilicornis dikkopbloedbij Bombus bohemicus tweekleurige koekoekshommel Sphecodes pellucidus schoffelbloedbij Bombus campestris gewone koekoekshommel Stelis signata gele tubebij Bombus hypnorum boomhommel Trachusa byssina grote harsbij Bombus lapidarius steenhommel Bombus lucorum veldhommel Vespidae - plooivleugelwespen Bombus pascuorum akkerhommel Bombus pratorum weidehommel Naam Nederlandse naam Bombus terrestris aardhommel Dolichovespula sylvestris boswesp Bombus veteranus zandhommel Polistes dominula franse veldwesp Colletes daviesanus wormkruidbij Vespa crabro hoornaar Halictus confusus heidebrondgroefbij Vespula germanica duitse wesp Halictus scabiosae breedbandgroefbij Vespula vulgaris gewone wesp Halictus sexcinctus zesbandgroefbij Crabronidae - graafwespen truncorum tronkenbij Lasioglossum calceatum gewone geurdgroefbij Naam Nederlandse naam Lasioglossum morio langkopsmaragdgroefbij Lasioglossum nitidulum glimmende smaragdgroefbij Astata boops grote wantsendoder Macropis europaea gewone slobkousbij Cerceris rybyensis groefbijendoder Megachile centuncularis tuinbladsnijder Dolichurus bicolor

Een deel van de deelnemers op een kalkgrasland nabij Treignes in het Virondal.

Foto Anneke Teepe.

53 nr. 15, november 2017

een bewerking van een presentatie van Anne Jan Loonstra. Verslag cursusdag ‘Bijen” Na de lunchpauze kregen de deelnemers ieder een Jan Smit, Wim Klein, Hans Nieuwenhuijsen, Erik binoculair ter beschikking en kon men zelf aan de slag van der Spek met het determineren van bijen. In een aantal gevallen werkte men in tweetallen. De sectieleden hadden gezorgd voor ruim voldoende materiaal dat De NEV organiseert sinds vorig jaar entomologische gedetermineerd kon worden. cursusdagen. Deze cursusdagen zijn bedoeld voor Het was een zeer geanimeerde middag, waarin de iedereen die geïnteresseerd is in entomologie. Zowel deelnemers hard hebben gewerkt, maar waar ook de voor (jonge) beginners die zich nog niet hebben sectieleden hard moesten werken om iedereen te hulp toegelegd op een bepaalde groep, als voor ervaren te kunnen schieten. Gelukkig was er ruim voldoende entomologen die een introductie willen in een nieuwe koffie en thee beschikbaar voor versterking van de taxonomische groep. Deze dagen worden vier keer per inwendige mens. jaar georganiseerd, waarbij elke dag een specifieke Er was gezorgd voor enig opgeweekt materiaal, voor taxonomische groep wordt uitgelicht door een of meer degenen die wilden leren het genitaal van een experts. bijenmannetje uit te prepareren. De cursusdagen zijn vrij toegankelijk voor NEV-leden, Oscar Franken en Astra Ooms worden namens de en niet-leden mogen eenmalig aan een cursusdag sectieleden hartelijk bedankt voor de organisatie. deelnemen. Wat we wel gemerkt hebben is dat de generatabel van De derde cursusdag heeft plaats gevonden op zaterdag deel 1 niet gemakkelijk is en ook niet vlekkeloos werkt, 7 oktober van 10:00 tot 16:30 op de Vrije Universiteit in enkele gevallen kwam je gewoon verkeerd uit, ook in Amsterdam. wij ervaren determineerders. Tijdens deze cursusdag stonden de bijen centraal, de organisatie werd verzorgd door vier leden van de Sectie Hymenoptera. Er waren op deze cursusdag 35 deelnemers, waaronder een enkel lid van onze sectie.

De dag begon met een uitgebreide presentatie over wat bijen zijn, hoe ze leven en wat daarvoor nodig is. Na een koffiepauze werd er een inleiding gegeven over de verschillende bijenfamilies en de daarbij behorende genera. Gevolgd door het gezamenlijk determineren van een bij vanaf het scherm, met de generatabel uit “Nederlandse bijen op naam brengen’ Deel 1. Hierbij werd gebruik gemaakt van

Er wordt hard gewerkt tijdens de cursusdag ‘Bijen’. Foto’s Oscar Franken.

54 nr. 15, november 2017 Veldobservaties

Sphecodes albilabris versus Anthophora retusa

Pieter van Breugel

Ik was op 10 mei op Kwintelooijen en heb 8 nestelende vrouwtjes van Anthophora retusa geteld en 5 rondvliegende mannen op de nestplaats. Eén vrouwelijk exemplaar heb ik even gevangen van hondsdraf. Ze stak me 4 keer in mijn wijsvinger en 2 keer in mijn duim. Niets pijnlijks maar wel vinnig. Bij de nestplaats ging mijn fotolens kapot en daarom ben ik er dinsdagochtend 23 mei weer geweest met een andere lens. Toen vlogen er geen mannen meer en heb ik 4 nestelende vrouwtjes waargenomen. Een ervan gedroeg zich vreemd, want ze vloog iedere keer aan op haar nestgang, kroop er soms een stukje in en vloog dan weer op. Omdat het nestje van één kant bloot lag kon ik er vrij goed bij komen en zien wat er gaande was. Er bleek een vrouwelijk exemplaar van Sphecodes albilabris Figuur 1. Sphecodes albilabris vrouwtje bijt van zich af tegen Anthophora in te zitten dat vinnig van zich af beet (Fig. retusa vrouwtje. Foto: Pieter van Breugel. 1) en zelfs enkele keren naar buiten kwam om een steekhouding aan te nemen (Fig. 2). Omdat de Anthophora beladen was met stuifmeel ga ik er vanuit dat zij de nestgang verlaten had om te foerageren en dat de Sphecodes er toen in is gegaan. Het hele gedoe heeft meer dan een uur geduurd. Ik heb niet steeds gekeken, maar soms mocht het vrouwtje van A. retusa wel naar binnen. Mogelijk heeft ze toch stuifmeel kunnen afpoetsen, want later zag ik haar onbeladen op de door Sphecodes nog steeds bezette nestgang aanvliegen. Na ongeveer 1,5 uur verdween de Sphecodes albilabris zelf uit het nest, vloog er nog wel oriënterend omheen. Omdat ik een cursusmiddag zou verzorgen in Wageningen moest ik weg en kon geen verdere waarnemingen doen. Sphecodes albilabris is niet bekend als parasiet van Anthophora , Figuur 1. Sphecodes albilabris neemt een steekhouding aan. Foto: Pieter maar leeft vele weken langer dan de van Breugel. waardbij Colletes cunicularius . Waarom?

55 nr. 15, november 2017

tuinafscheidingen. Ons mannetje M. willughbiella zit parmantig op de bast van de boomstronk. Vanaf dat Notities bij een territoriaal punt maakt hij met tussenpozen van gemiddeld een halve minuut zigzaggende vluchten laag boven de mannetje Megachile vegetatie. Met name de gewone rolklavers inspecteert hij zorgvuldig, vast op zoek naar vrouwelijke willughbiella soortgenoten.

Anthonie Stip Ik observeer het mannetje M. willughbiella ongeveer een halfuur, van 12:30 tot en met 13:00. In die tijd worden de gewone rolklavers bezocht door een Inleiding stuifmeelverzamelend vrouwtje Grote wolbij Zouden bijen verschillend in het leven kunnen staan? Anthidium manicatum , een Akkerhommelwerster Bombus Ik bedoel: kan het ene individu in een vergelijkbare pascuorum en een niet nader gedetermineerde sluipvlieg situatie het anders aanpakken dan een ander individu (Tachinidae sp.). Elk van deze insecten wordt vroeg of van dezelfde soort? Of doen ze allemaal waar de laat ontdekt door het mannetje M. willughbiella , waarop omstandigheden hen op dat moment toe aanzetten? hij ze actief aanvalt en probeert te verjagen. Het gaat Deze vragen kwamen bij mij op toen ik op 13 telkens erg snel, maar wat ik ervan heb kunnen zien, is augustus een tijdlang de verrichtingen van een dat het mannetje zijn 'opponent' zowel van bovenaf als mannetje Grote bladsnijder Megachile willughbiella kon vanaf de zijkant wegjaagt door ertegenaan te vliegen. volgen in onze tuin. Hij gedroeg zich uiterst Grappig genoeg laat de vrouwelijke Grote wolbij zich territoriaal, veel meer dan ik ooit bij deze soort in onze niet zo snel opjutten: pas na vier pogingen tot tuin gezien heb. Ik besloot er eens wat op na te slaan, wegjagen heeft het mannetje M. willughbiella succes. maar kon in de mij ter beschikking staande (digitale en Tussen de eerste en laatste verjaagpoging zit zeker vijf analoge) literatuur zo snel geen beschrijving vinden die minuten, waarin de wolbij ogenschijnlijk onverstoord in de buurt komt van wat ik zag. Daarom heb ik de actief stuifmeel blijft verzamelen. De pen ter hand genomen en het zelf op schrift gesteld, Akkerhommelwerkster die de bloemen van de wellicht riskerend dat mijn observaties in het rolklaver bezoekt - in omvang toch zeker anderhalf voetspoor van vele anderen gaan. Ik houd mij in dat keer de bladsnijder -, delft het onderspit na twee geval aanbevolen. aanvallen, kort op elkaar uitgevoerd. De Tachinide sluipvlieg blaast bij de eerste aanval de aftocht en Toen ik ruim twee jaar geleden in het Gelderse Buren wordt zelfs gedurende een kleine meter afstand kwam wonen, heb ik de tuin een flinke impuls achtervolgd. gegeven. In een hoek van het gazon verwijderde ik de saaie graszode en zaaide er een mengsel van inheemse Al met al lijkt het er sterk op dat dit mannetje M. flora van inheemse origine. Knoopkruid, gewone willughbiella zeer territoriaal is en geen indringers in zijn rolklaver, groot streepzaad en wat dies meer zij. territorium duldt. Dat hij daarbij meerdere aanvallen Geflankeerd door aangeplant en steeds verder op hetzelfde individu niet schuwt, maar in alle uitdijend struweel (wilg, sleedoorn, sporkehout, klein geobserveerde gevallen ook succesvol is, vind ik een fruit), is het inmiddels een komen en gaan van insecten prestatie van formaat. Alles voor de vrouwtjes, zullen in onze tuin. Er wordt gegeten, gepaard, genesteld, we maar zeggen. gefeest en geparasiteerd, en dat allemaal onder onze neus. Prachtig! Het is op deze paar vierkante meter dat Summary ik op 13 augustus een mannetje Grote bladsnijder Notes to a territorial male Megachile willughbiella ontwaar. Dat is geen bijzonderheid, want van mei tot On 13 august 2017 a male Megachile willughbiella was en met juli en soms ook in augustus zijn er op zonnige observed in a flower rich garden in the centre of the dagen zonder moeite vaak één tot drie exemplaren in Netherlands (Buren, Gelderland). A patch of flowering onze tuin te ontdekken, zowel mannetjes als Lotus corniculatus served as its territory. During half an vrouwtjes. Dit keer heb ik echter al in geen weken een hour of observations, three different species grote bladsnijder gezien. Opeens is daar dus dit were attacked by the male M. willughbiella , in all cases mannetje, grossierend in zijn individualisme. Hij is leading to the retreat of the attacked insect. It alleen. Geen soortgenoot te bekennen. Men bedenke: happened to a pollen collecting female Anthidium een houtsnipperpaadje met daarop een boomstronk manicatum (succes after 4 attempts), a worker Bombus van een 25 centimeter doorsnede, grenzend aan een pascuorum (2) and a Tachinid fly (1). twee vierkante meter bloemenpracht, met daarin twee forse plekken met gewone rolklaver in bloei. Dit alles vrijwel geheel in de zon en beschut door

56 nr. 15, november 2017

In de volgende onderzoeksdagen is er bij de kasten van deze imker gepost en zijn diverse jagende Vespa velutina in hoornaars waargenomen. Ook op plekken met klimop is gezocht. Waarbij opviel dat sommige wespen geen Nederland prooi konden vangen. Later is geprobeerd met een groep van zeven mensen Jan Smit om het nest te localiseren. Door op verschillende plekken in het dorp de wegvliegrichting van succesvol jagende wespen te noteren, hoopten we snijpunten op Op 17 september maakte Ron van de Roer uit de kaart van het dorp te krijgen. We hebben het nest Dreischor (Ze) op Waarneming,nl melding van een toen niet gevonden. In de dorpen Schuddebeurs en werkster van de Aziatische hoornaar Vespa velutina Noordgouwe zijn geen hoornaars aangetroffen. nigrithorax in zijn tuin. Een paar dagen later hebben we het nest met een Op verzoek van EIS Kenniscentrum insecten heb ik in drone met infraroodcamera kunnen opsporen en is het de weken daarna, samen met Ron en anderen vernietigd. onderzoek gedaan naar deze invasieve wesp. Dit, in In het volgende nummer van Nederlandse opdracht van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Faunistische Mededelingen (nr. 49) komt een Warenautoriteit). uitgebreid artikel over deze zoektocht. In eerste instantie dacht ik aan een binnengesleept exemplaar, omdat de dichtstbijzijnde kolonie in zuidelijk België zit, te ver weg om effe hierheen te vliegen. Al meteen de eerste plek, Rons tuin, leverde een andere gedachte op, daar ving ik een werkster. De kans dat hier een nest zat was dus ineens veel groter.

Een bezoek aan drie imkers leverde geen nieuwe informatie, zij hadden nooit iets van hoornaars gemerkt. Wel werd op een plek met veel bloeiende klimop een drietal hoornaars verzameld. Er bleek echter nog een imker te zijn, die wel last had van de hoornaars. Hij meldde dat op de site van de krant in Werkster van Vespa velutina , vooraanzicht. Foto: Albert zeeland (PZC). de Wilde.

Werkster van Vespa velutina op klimop. Foto: Albert de Wilde.

57 nr. 15, november 2017

gingen vervolgens in noordoostelijke richting het nest in. Bij dit filmpje is te zien hoe ze aan komen vliegen: Zandhommelnest https://youtu.be/tZlkjgIKgSk . Bij het tweede filmpje is te zien dat ze in de ingang rondlopen over de plek gevonden met pollen alvorens weg te vliegen: https://youtu.be/OPkm1eF-Umk . John Smit & Linda van der Jagt We hebben een klein stukje van het nest blootgelegd tot de eerste nestcellen zichtbaar waren. Dit leverde nog een keur aan leuke en verrassende observaties op. Dit jaar is door Linda van der Jagt uitgebreid Enkele werksters kwamen vanuit het nest toegesneld onderzoek gedaan naar het voorkomen en de ecologie bij de eerste verstoring en gingen op hun rug liggen, van de zandhommel Bombus veteranus (Fig. 1). Een met hun achterlijf al pompend in de lucht gestoken, soort die vroeger verspreid over heel Nederland klaar om toe te slaan met de angel. Ook maakte zich voorkwam en tegenwoordig uitsluitend nog rond het een individu van de gewone koekoekshommel Bombus Haringvliet voorkomt. Op het eiland Tiengemeten is campestris uit de voeten, het lukte helaas niet het dier te het een van de algemeenste hommelsoorten, maar vangen, dus het is niet bekend of het een man of een waarom de soort hier floreert is niet geheel duidelijk. vrouw is geweest, daarvoor ging het net iets te snel. In Vermoedelijk spelen het relatieve uitgestrekte het nest zelf werden een tweetal uitermate kleine landschap en vooral de bloemenrijkdom belangrijke werksters aangetroffen, nog niet de grootte van een rollen. Maar hoe gebruiken de zandhommels dit honingbij. Zijn dit de kleine werksters die het nest landschap? Welke bloemen gebruiken ze? En vooral: nooit verlaten? Bij verstoring bleken ze wel degelijk te waar nestelen ze? kunnen vliegen. Aan de bovenrand van het nest werd Op deze laatste vraag is een begin van een antwoord een larve gevonden van de zweefvlieg de hommelreus gevonden. Tot onze grote verrassing vonden we op 5 Volucella bombylans . Nog niet eerder werd deze soort bij september 2017 een nest van de zandhommel op de de zandhommel aangetroffen. Korendijkse slikken, een gebied waar de soort vorig jaar pas voor het eerst ontdekt is. Midden tussen de manshoge late guldenroede en riet was een klein gaatje in de grond zichtbaar dat leidde naar een ondergronds nest, waarschijnlijk een verlaten muizennest. Toch wordt van deze soort in de literatuur gemeld dat ze vooral zelf een bovengronds nest maken van mos en plantenmateriaal, onder een graspol of dergelijke, en alleen bij uitzondering gebruik maken van ondergrondse verlaten muizennesten. Opvallend was dat in de ingang een heleboel stuifmeel op de grond bleek te liggen. In de aanvlieg- en landingsroute voor het nest leek dit het keerpunt voor de terugkerende werksters: ze kwamen van het Werkster van Bombus veteranus . Foto: John Smit . zuidoosten aangevlogen, draaiden in de tegenoverliggende zuidwesthoek van de ingang en

Larve van Volucella bombylans . Foto: John Smit.

Werksters van Bombus veteranus in verdedigingshouding. Foto: John Smit.

58 nr. 15, november 2017

werd gedaan het gebied te ontginnen. Op twee perce- len na werd alles omgeploegd, maar de ontginning bleek een grote mislukking. Artikelen In 1939 kocht Staatsbosbeheer het gebied waarna het in 1940 staatsnatuurreservaat werd, het eerste graslandreservaat van Nederland. Naast blauwgrasland kwam er in die tijd ook veldrusschraalland en Bijen en wespen in het kalkmoeras voor. Helaas besloot de houtvester van 1940-1957 ondanks aandringen van buitenaf natte natuurgebied De nauwelijks te maaien. Daarnaast waren eind jaren ’30 watergangen gegraven. Beide leidden tot een Bruuk achteruitgang van de natuur. Vanaf 1957 is het maaibeheer weer ingevoerd, zijn nieuwe percelen Stijn J.J. Schreven aangekocht en is de waterhuishouding verbeterd, onder anderen door het dempen van de Oude Leigraaf en het plaatsen van stuwen. In 1995-1996 zijn ook Inleiding verschillende percelen geplagd. In 2007 zijn Op 6 augustus vorig jaar ging de sectie op mijn landbouwpercelen rondom De Bruuk aangekocht, uitnodiging op excursie in Natura2000-gebied De geplagd en is maaisel opgebracht, ook is er struweel en Bruuk bij Groesbeek (Ac. 194 – 419). Het verslag bos omgevormd naar schraalland. Deze omvorming daarvan is te lezen in het vorige nummer van leidde destijds tot protest onder bezoekers en HymenoVaria (Van der Spek et al. 2017). De reden buurtbewoners, omdat de nachtegaal afnam en het voor die uitnodiging was dat ik in De Bruuk beschutte karakter van De Bruuk aangetast werd. Het verschillende jaren intensief de bijen en wespen heb auditrapport uit 2010 deed daarop aanbevelingen om geïnventariseerd en daarbij verrast ben door de bos en struweel elders in het gebied de kans te geven, diversiteit. Drassige natuurgebieden staan niet bekend bijvoorbeeld langs de nieuwe percelen. om hun aculeatenfauna, maar in de eerste plaats vaak In het westelijk deel van De Bruuk ligt de vuilstort om hun botanische waarde. Begrijpelijk, want waar Dukenburg, die is gebruikt van 1962-1987. In 1995 is vinden bijen en wespen immers een droge plek om te de vuilstort hydrologisch gescheiden van de omgeving nestelen? Maar met al die bloemenrijkdom zou je toch door een ringsloot die het water eerst naar de nabije tenminste ook bijenrijkdom verwachten? Misschien is rioolwaterzuivering leidt en daarna in het de natte natuur van Nederland qua bijen en wespen oppervlaktewater brengt. De voormalige vuilstort is wel onderbemonsterd. Ik hoop dat dit artikel daar inmiddels begroeid met ruigte, struweel en bos en verandering in brengt. wordt begraasd door schapen.

Geschiedenis van De Bruuk Huidig beheer en landschap Over het ontstaan en de geschiedenis van De Bruuk is De Bruuk is in 2007 aangewezen als Natura2000- veel geschreven. Voor uitgebreide informatie verwijs gebied. Het gebied is 102 hectare groot en bestaat ik naar het externe auditrapport uit 2009 (Brinkhof & naast hooilanden uit eikenbos, elzenbroekbos, Thissen 2009) en een themadubbelnummer van het wilgenstruweel en ruigten. De hooilanden worden Groesbeeks Milieujournaal uit 2010, met verschillende jaarlijks gemaaid en het maaisel afgevoerd door waardevolle artikelen door o.a. Henny Brinkhof en rupsbandmachines met zeer lage bodemdruk. Elk jaar Paul en Johan Thissen. De volgende informatie komt is een ander deel bij het maaien overgeslagen. daaruit. Insecten die in of aan hooilandplanten overwinteren In De Bruuk vormt het kalkrijk kwelwater de bron van waaronder zilveren maan en zompsprinkhaan blijven de bijzondere flora. Dit kwelwater komt hier omhoog zo behouden. Daarnaast wordt het waterpeil omdat het gebied landschappelijk in een depressie ligt, nauwkeurig gecontroleerd: in de winter staat het water die is ontstaan bij de vorming van de stuwwal door tot aan het maaiveld (tot half april), in de zomer wat een gletsjertong in de voorlaatste ijstijd. In de laatste lager. Het Natura2000 beheerplan (2016) omvat ijstijd zette de wind löss af. Die afzetting vormt nu een maatregelen voor o.a. verder hydrologisch herstel, lössleemlaag van 1 meter dik aan de oppervlakte. omvorming van bos naar schraalland en realisatie van De cultuurhistorie van het gebied gaat ver terug. Meer verbindingszones. dan 750 jaar geleden is de Oude Leigraaf gegraven. In Rondom De Bruuk liggen vooral weilanden en enkele die tijd werd De Bruuk gebruikt voor beweiding, akkers. Dichtbij ligt de dorpskern Breedeweg en het turfwinning en houtoogst. De eeuwen daarna bestond natuurgebied is aan drie kanten begrensd door wegen het gebied uit graslanden en bosjes en bleef het met een paar huizen en tuintjes. De dichtstbijzijnde extensief gebruikt, tot in 1920 een rigoureuze poging natuurgebieden zijn in het oosten het Duitse

59 nr. 15, november 2017

Reichswald op de stuwwal, en in het noorden langs de Leigraaf de natte natuurpercelen Kaalbroek en ’t Slumke, die een aanzet vormen voor een verbindingszone met het Kranenburger Bruch.

Vegetatie en bloemaanbod De blauwgraslanden van De Bruuk staan voor veel bezoekers bekend om de orchideeën (Thissen 2010). Voor bijen en wespen zijn dit niet de belangrijkste voedselbronnen. Plantensoorten in de hooilanden en struwelen daaromheen volgen elkaar op in hun bloei, en zorgen voor een langdurig en gevarieerd voedselaanbod voor bijen en Figuur 1. Inventarisatieloc aties in De Bruuk in 2010. Kaart van Google Earth. wespen. In Tabel 1 schets ik op basis van eigen veldwaarnemingen een beeld van het seizoensverloop in bloemaanbod. Inventarisaties De gegevens in dit artikel zijn gebaseerd op Tabel 1. Seizoensverloop in bloemaanbod De Bruuk. waarnemingen van 47 afzonderlijke dagen tussen 2008 Fase Periode Bloei en 2016. Vooral in 2009-2011 en in het voorjaar van Voorjaar apr -mei Wilgen, meidoorn, sleedoorn, 2013 gaat het daarbij om veel uitgebreide bezoeken. paardenbloem, hondsdraf, Ook zijn de gegevens van de excursie uit 2016 dovenetel meegenomen. Laat mei -jun Kartelblad, dovenetel, In 2010 heb ik zes percelen regelmatig en systematisch voorjaar fluitenkruid, boterbloem, geïnventariseerd. Daaronder vallen twee percelen met gewone smeerwortel, (ratelaar, blauwgrasland (P1 en P3), twee ruigere percelen (P2 en hengel) P4), een geplagd perceel (P5) en de voormalige Zomer jul -aug Distels, kattenstaart, vuilstort (P6) (Fig. 1). Ook heb ik dat jaar 87 knoopkruid, tormentil, braam, rietsigaargallen (gallen van de vlieg Lipara lucens ) van rolklaver, engelwortel, berenklauw, wederik, zes locaties verzameld en opgekweekt, op zoek naar kruiskruid, heelblaadjes, inquilinen zoals de rietmaskerbij. De resultaten van moerasspirea, wilde bertram, 2010 zijn verschenen in een rapport (Schreven 2011a, duizendblad, boerenwormkruid, 2011b). Na 2010 zijn vooral P1 en P6 nog bezocht, en watermunt, ratelaar, P3 in de nazomer voor insecten op blauwe knoop. vogelwikke, veldlathyrus, koninginnenkruid, walstro, Bijen hengel, moerasandoorn, In totaal zijn er nu 79 soorten bijen gevonden in De vuilboom Bruuk (Tabel 2, pag 64). Behalve nieuwe ontdekkingen Nazomer sep -okt Blauwe knoop, engelwortel, sinds 2010, zijn nu ook alle groefbijen en bloedbijen berenklauw, distels meegenomen, die in het rapport van 2011 nog niet

gedetermineerd waren. Van de bijen zijn 20 soorten Naast blauwgraslanden en veldrusschraallanden zijn er landelijk bedreigd, ze staan op de Rode Lijst (Peeters voedselrijkere graslanden, zeggenmoerassen, ruige & Reemer 2003). zomen, rietkragen, wilgen- en bramenstruwelen en Bijzondere bijen zijn onder andere de distelbehangers- eikenbos. Op de nieuw geplagde percelen groeit bij ( Megachile ligniseca ) en diens koekoek de kielstaartke- aanvankelijk een pioniervegetatie. Elk van deze gelbij ( Coelioxys alata ). Deze behangersbij werd op vegetaties heeft zijn eigen bloemaanbod en distels gevonden aan de voet van het stort, terwijl de nestplaatsen, wat zorgt voor een mozaïek van habitats kegelbij op knoopkruid in het blauwgrasland was in De Bruuk en een verplaatsing van activiteit van gevonden. Daarnaast is de rietmaskerbij ( Hylaeus bijen en wespen door het jaar heen: de bossen en pectoralis ) ontdekt in 2013, al leverde de kweek van de struwelen zijn druk bezocht in het voorjaar (bv. wilg, rietsigaargallen in 2010 enkel Lipara lucens op en twee sleedoorn, dovenetel), daarna is er steeds meer bloei parasitoiden van deze vlieg ( Polemochartus liparae en dus activiteit in de velden en ’s zomers ook in de (Braconidae) en Stenomalina liparae (Pteromalidae)) – zomen.

60 nr. 15, november 2017 het bleken dus eerstejaarsgallen, terwijl de bijen alleen met koekoeksbijen Nomada en Sphecodes eromheen. Het in oudere (verlaten) gallen nestelen. is waarschijnlijk dat er ook grondnesten in De Bruuk Naast solitaire bijen zijn er veel hommels te vinden in voorkomen, bijvoorbeeld langs zandpaden, greppels of De Bruuk. In het gebied staan het hele jaar door veel slootkanten. Een leembult zoals gezien bij de excursie bloemen die geliefd zijn bij hommels. Zo komen er in augustus 2016 biedt ongetwijfeld ook een tenminste zeven soorten echte hommels voor (voor onderkomen. Voor de bovengronds nestelende het gemak is de aardhommel-groep als één geteld) en soorten is het aanbod misschien wel schaarser en vier koekoekshommels. Bijzonder is dat de kwetsbaarder voor beheersmaatregelen, omdat het hier veenhommel hier een populatie heeft. In 2013 werd gaat om holle takken van braam en wilg, holle stengels daarnaast een vermeende heidehommel gezien, maar van ruigtekruiden, rietsigaargallen en dood hout. die waarneming blijft twijfelachtig (Schreven 2014). Aangezien deze elementen grotendeels voorkomen in De rode-lijstsoorten zijn grotendeels zeldzaamheden perceelranden (ruige zomen, rietkragen, struweel), is en zijn één tot enkele keren waargenomen. Er zijn het verstandig deze te behouden of – mocht periodiek echter ook algemene en goed herkenbare soorten die terugzetten nodig zijn voor de hooilanden – beheer typisch zijn voor het drassige karakter van De Bruuk: gefaseerd uit te voeren, zelfs binnen een perceel, de kattenstaartdikpoot ( Melitta nigricans ) en de gewone omdat sommige soorten zeer lokaal kunnen slobkousbij ( Macropis europaea ). Deze zijn gespeciali- voorkomen. Dood hout kan men het best laten staan seerd op respectievelijk grote kattenstaart en grote als het geen gevaar vormt voor bezoekers en als dat wederik. Behalve deze twee specialisten komen er nog wel geval is zo hoog mogelijk afzetten zodat zoveel 10 oligolectische soorten voor: op wilgen (3 bijensoor- mogelijk van de stam bewaard blijft. Tijdens de ten), composieten (4), vlinderbloemen (2) en excursie in augustus 2016 is hier een mooi voorbeeld schermbloemen (1). Daarnaast zijn er 24 koekoeks- van gezien (Fig. 3). bijen gevonden, waaronder ook de koekoeksbijen van de kattenstaartdikpoot en de slobkousbij, respectie- velijk de zwartsprietwespbij ( Nomada flavopicta ) en de bonte viltbij ( Epeoloides coecutiens ) (Fig. 2). De aanwezigheid van zoveel broedparasieten suggereert dat in het gebied duurzame en voldoende grote gastheerpopulaties aanwezig zijn.

Figuur 2 . Bonte viltbij ( Epeoloides coecutiens ) vrouwtje. Foto Stijn Schreven, 27 juli 2011.

Naast de relaties tussen bijen en bloemen, zijn de Figuur 3. Gekandela be rde dode eikenb oom in De nestplaatsen belangrijk. En die kunnen juist in een Bruuk, een mooi voorbeeld van staand dood hout. drassig gebied een beperkende factor zijn. Toch blijkt Foto Erik van der Spek, 6 augustus 2016. uit het overzicht dat ruim tweederde van de bijensoorten in De Bruuk en op de voormalige vuilstort ondergronds nestelt (Fig. 4). Ik heb gezien Wespen dat er op de voormalige vuilstort verschillende In De Bruuk zijn 44 soorten wespen gevonden (Tabel hellingen zijn waar Andrena en Lasioglossum nestelen, 3, pag. 65). Daaronder bevinden zich de hoornaar

61 nr. 15, november 2017

(Vespa crabro ) en Franse veldwesp ( Polistes dominula ) die herbergen, maar dat de verdeling van neststrategieën algemeen en goed te herkennen zijn, maar ook enkele en vertegenwoordiging van subfamilies grotendeels zeldzaamheden als de metselwesp Stenodynerus vergelijkbaar was met die van droge graslanden. De xanthomelas en de Noordse borstelspinnendoder bijen van droge en natte graslanden verschilden vooral (Anoplius alpinobalticus ). Stenodynerus xanthomelas is in de voedselspecialisatie. Deze Poolse studie en de gevonden in de ruige zoom van een veld in het bos huidige, wijzen dus op het bestaan van een diverse (P4), met veel dood hout; de Noordse borstelspinnen- bijengemeenschap die karakteristiek is voor vochtige doder is gevonden in een geplagd nat natuurperceel bloemrijke natuurgebieden. Zoals uit dit artikel blijkt, zou hetzelfde voor de wespenfauna kunnen gelden. Ongetwijfeld is dit in meer drassige natuurgebieden in Nederland het geval. Met name in vergelijkbare gebieden op de hogere zandgronden verwacht ik ook bijzondere bijen- en wespenpopulaties, zeker als het verschralingsbeheer daar een lange historie heeft en insectenvriendelijk is uitgevoerd. Figuur 4. Aantal bijensoorten in De Bruuk en voormalige vuilstort per nestcategorie. Het maaibeheer in De Bruuk houdt al rekening met pioniervegetatie. met insecten door laat in het jaar te maaien (eind In tegenstelling tot de bijen nestelt het merendeel van september – half oktober) en stroken te laten staan. de wespen in De Bruuk boven de grond (Fig. 4). Op Dit zal ook voor bijen en wespen gunstig zijn. Het de voormalige vuilstort is het aantal ondergronds en bloemaanbod in de hooilanden is met het huidige bovengronds nestelende wespen ongeveer gelijk, maar beheer dus veiliggesteld gedurende het seizoen. De is een veel lager aantal soorten gezien. Voor behoud aanbevelingen richten zich daarom op de nestplaatsen van de wespensoorten in De Bruuk zijn eerder en op bloei in zomen en struwelen. Zoals eerder genoemde aanbevelingen over bovengrondse genoemd, wordt het waterpeil hoog gehouden nestplaatsen dus nog belangrijker dan voor de bijen. (maaiveld) tot in april, wat de bodem van de hooilanden voor veel soorten ongeschikt maakt als De toekomst nestelplaats. Alleen soorten als de gewone slobkousbij Met 79 soorten bijen en 44 soorten wespen is De kunnen in natte slootkanten nestelen door hun nest Bruuk een erg soortenrijk natuurgebied. Het is met olie van de wederik waterdicht te maken. Voor de onbekend hoe dynamisch de soortengemeenschappen andere soorten zijn de hogere zandpaden, de leembult zijn, maar de aanwezigheid van veel soorten (Van der Spek et al. 2017) en de voormalige vuilstort broedparasieten suggereert dat de gastheren stabiele waarschijnlijk belangrijk. In de nieuwe percelen populaties hebben in het gebied. De diversiteit in het zouden zon beschenen leemwallen aangelegd kunnen gebied zal ongetwijfeld hoger zijn dan nu bekend is. worden aan de randen. Wanneer delen niet of De nieuwe soorten die volgden in de jaren na de nauwelijks begroeid blijven en wanneer er steilrandjes intensieve inventarisaties in 2010, en die gevonden zijn ontstaan kunnen hier veel bijen en wespen in gaan bij de excursie in 2016 wijzen daarop. nestelen. Aan de rand van een wandelpad kan publiek Hoewel de opzet anders is, komen de resultaten uit De helpen de nestplaatsen geschikt te houden. De Bruuk overeen met een studie over bijendiversiteit in bovengrondse nestelaars zijn wellicht gevoeliger voor Poolse blauwgraslanden (Moron et al. 2008). Daarin beheersmaatregelen, zoals afzetten van struweel en werden gemiddeld 76 soorten bijen in een verwijderen van staand dood hout. Behoud van blauwgraslandgebied gevonden. Bovendien vonden ze (ingekort) staand dood hout, ruige zomen, meerjarige een lage beta-diversiteit, wat erop duidde dat de rietkragen en braam- en wilgenstruweel is hier bijengemeenschappen in de vier onderzochte belangrijk, alsmede fasering van evt. nodig beheer (bv. blauwgraslandgebieden weinig van elkaar verschilden. terugzetten van struweel in perceelranden). Om Daarnaast toonde die studie aan dat blauwgraslanden effectief beheer te faciliteren, is het goed om de veel oligolectische en zeldzame bijensoorten bovengrondse nestplaatsen van kwetsbare soorten,

62 nr. 15, november 2017 zoals rietmaskerbij en distelbehangersbij, op te sporen, Literatuur zodat bekend is welke zomen en struwelen bijzondere Brinkhof, H. & J. Thissen 2009. Auditrapport De Bruuk. bescherming behoeven. Externe audit 2009. - Staatsbosbeheer, 52 blz. Verder is het verstandig de locaties en het aantal Brinkhof, H. 2010a. Waarom is De Bruuk zo bijzonder? - honingbijenvolken in kaart te brengen rondom De Groesbeeks Milieujournaal 140-141: 14-19. Bruuk. Gezien de verschillende hommelsoorten en Brinkhof, H. 2010b. Het beheer van De Bruuk na 1995. - Groesbeeks Milieujournaal 140-141: 44-47. veel andere bedreigde bijen die afhankelijk zijn van het Brinkhof, H. 2010c. De Bruuk en overheidsbeleid sinds kleine gebied, dient voedselconcurrentie met 1995. - Groesbeeks Milieujournaal 140-141: 48-51. honingbijen zoveel mogelijk beperkt te worden. Een Dienst Landelijk Gebied, 2016. Beheerplan Natura2000 voorbeeld van onderzoek en aanbevelingen rond dit gebied 069 De Bruuk. onderwerp is te vinden in het EIS-rapport over het https://www.gelderland.nl/bestanden/Documenten/G Dwingelderveld (Smit & Van der Meer 2016). Verdere elderland/03Natuur-en- ontwikkeling van de verbindingszone met het milieu/160704_069_De_Bruuk_definitief_beheerplan.p Kranenburger Bruch zou deze risico’s ook kunnen df verkleinen, door meer geschikt leefgebied te creëren Moroń, D., H. Szentgyörgyi, M. Wantuch, W. Celary, C. en populaties met elkaar te verbinden. Westphal, J. Settele & M. Woyciechowski, 2008. Diversity of wild in wet meadows: implications for conservation. - Wetlands 28 (4): 975-983. Dankwoord Peeters, T.M.J. & M. Reemer, 2003. Bedreigde en Ik bedank Harry Woesthuis voor de verdwenen bijen in Nederland (Apidae s.l.). Basisrapport gebiedsvergunning van Staatsbosbeheer. Daarnaast met voorstel voor de Rode Lijst. - European dank aan Frank van der Meer en Jeroen de Rond voor Invertebrate Survey Nederland, Leiden. het nakijken van mijn collectie groefbijen en Peeters, T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. bloedbijen. Ook bedank ik Hans Nieuwenhuijsen, Jan Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Smit en Peter Megens voor het controleren van enkele Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit, determinaties, en Kees van Achterberg voor H.H.W. Velthuis, 2004. De Wespen en Mieren van determinatie van de parasitoiden uit de rietsigaargallen. Nederland (Hymenoptera: Aculeata). - Nederlandse Fauna 6. – KNNV / EIS Nederland, Leiden, 507 p. Erik van der Spek bedank ik voor nuttig commentaar Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der op een eerdere versie van dit manuscript. Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, C. van Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Summary Roos & M. Reemer, 2012. De Nederlandse bijen From 2008-2016, 47 visits to the fen meadow reserve (Hymenoptera: Apidae s.l.). Natuur van Nederland 11. - De Bruuk (Gelderland) resulted in a species list of 79 Naturalis Biodiversity Center & European Invertebrate wild bees and 44 wasps (all other aculeate families), Survey - Nederland, Leiden, 544 p. including 20 Red List bee species. The bees included Schreven, S.J.J., 2011a. Angeldragers in gebieden van 12 oligolectic bees, 20 cuckoo bees and 11 bumblebees Staatsbosbeheer, rapport van inventarisaties 2010: De (incl. 4 cuckoo bumblebees). It is suspected that Bruuk, Hatertse Vennen, Duivelsberg, Millingerwaard, Mulderskop. - Eigen uitgave, 41 blz. similar areas on the higher sandy soils of The Schreven, S.J.J., 2011b. Aandacht voor angeldragers (2): De Netherlands may harbour a comparably high diversity. Bruuk. - Groesbeeks Milieujournaal 143: 34-39. The presence of Hylaeus pectoralis , H. rinki, Megachile Schreven, S.J.J., 2014. Is de heidehommel Bombus humilis ligniseca and Coelioxys alata suggests a special role of terug in Gelderland? - HymenoVaria 8: 26-28. reed, tall herbs, willows and Rubus in the meadow Smit, J.T. & F. van der Meer 2016. Inventarisatie van de margins for conservation of nest sites of these species. bijen van het Nationaal Park Dwingelderveld bij The importance of these aboveground nest sites and Natuurmonumenten. - EIS2016-13, EIS Kenniscentrum dead wood are even more important in wasps, of Insecten, Leiden, 48 blz. which the majority nests above the ground. Ground- Thissen, J., 2010. Orchideeën van De Bruuk. Groesbeeks nesting bees represent 70% of all bee species in the Milieujournaal 140-141: 34-37. Thissen, P., 2010. Van “vies land” tot natuurreservaat De area, and the presence of many cuckoo bees suggests Bruuk 1768-1960. - Groesbeeks Milieujournaal 140-141: that their host species sustain sufficient numbers in the 21-25. area. It also indicates the potential importance of Van der Spek, E., S. Schreven, J. Smit, M. Kos, H. raised sites (visitor paths, loam dump, former landfill) Nieuwenhuijsen, B. Jeucken, J. Prijs & A. de Wilde, for nesting. The mowing regime is already insect- 2017. Verslag zomerexcursie naar De Bruuk, 6-8-2016. - friendly; attention could be given to the conservation HymenoVaria 14: 5-8. of aboveground nest sites in meadow margins and creation of dry (raised) ground nesting sites.

63 nr. 15, november 2017

Tabel 2. Overzicht van waargenomen soorten bijen in De Bruuk.

Soort Nederlandse naam RL Nest Bruuk Stort Andrena angustior Geriemde zandbij O x Andrena bicolor Tweekleurige zandbij O x Andrena carantonica Meidoornzandbij O x Andrena chrysosceles Goudpootzandbij O x Andrena clarkella Zwart-rosse zandbij O x x Andrena denticulata Kruiskruidzandbij BE O x Andrena dorsata Wimperflankzandbij O x x Andrena flavipes Grasbij O x x Andrena fulva Vosje O x Andrena haemorrhoa Roodgatje O x x Andrena minutula Gewone dwergzandbij O x x Andrena nitida Viltvlekzandbij O x x Andrena ovatula Bremzandbij KW O x Andrena praecox Vroege zandbij O x x Andrena proxima Fluitenkruidbij O x Andrena subopaca Witkopdwergzandbij O x x Andrena tibialis Grijze rimpelrug KW O x Andrena vaga Grijze zandbij O x x Anthidiellum strigatum Kleine harsbij B x Anthophora plumipes Gewone sachembij O x Apis mellifera Honingbij B x x Bombus bohemicus Tweekleurige koekoekshommel Po x Bombus campestris Gewone koekoekshommel Pn x x Bombus hortorum Tuinhommel OB x x Bombus hypnorum Boomhommel B x x Bombus jonellus Veenhommel KW OB x Bombus lapidarius Steenhommel OB x x Bombus pascuorum Akkerhommel OB x x Bombus pratorum Weidehommel OB x x Bombus sylvestris Vierkleurige koekoekshommel Pn x x Bombus terrestris-gr. Aardhommel-groep O x x Bombus vestalis Grote koekoekshommel Po x Coelioxys alata Kielstaartkegelbij VN Pb x Dasypoda hirtipes Pluimvoetbij O x Epeoloides coecutiens Bonte viltbij Po x Halictus rubicundus Roodpotige groefbij O x Halictus tumulorum Parkbronsgroefbij O x x Heriadus truncorum Tronkenbij B x Hylaeus communis Gewone maskerbij B x x Hylaeus pectoralis Rietmaskerbij KW B x Hylaeus rinki Rinks maskerbij B x Lasioglossum calceatum Gewone geurgroefbij O x x Lasioglossum laticeps Breedkaakgroefbij O x Lasioglossum leucozonium Matte bandgroefbij O x Lasioglossum minutissimum Ingesnoerde groefbij O x Lasioglossum parvulum Kleine groefbij KW O x Lasioglossum pauxillum Kleigroefbij O x x Lasioglossum punctatissimum Fijngestippelde groefbij O x Lasioglossum sexnotatum Zesvlekkige groefbij KW O x x Lasioglossum sexstrigatum Gewone franjegroefbij O x Lasioglossum zonulum Glanzende bandgroefbij O x x Macropis europaea Gewone slobkousbij O x x Megachile centuncularis Tuinbladsnijder KW OB x x

64 nr. 15, november 2017

Megachile ericetorum Lathyrusbij KW OB x Megachile ligniseca Distelbehangersbij BE B x Megachile versicolor Gewone behangersbij B x Megachile willughbiella Grote bladsnijder OB x Melitta leporina Klaverdikpoot KW O x Melitta nigricans Kattenstaartdikpoot O x Nomada fabriciana Roodzwarte dubbeltand Po x Nomada ferruginata Geelschouderwespbij KW Po x x Nomada flava Gewone wespbij Po x Nomada flavoguttata Gewone kleine wespbij Po x x Nomada flavopicta Zwartsprietwespbij KW Po x x Nomada fucata Kortsprietwespbij Po x x Nomada goodeniana Smalbandwespbij KW Po x x Nomada lathburiana Roodharige wespbij KW Po x Nomada marshamella Donkere wespbij Po x x Nomada ruficornis Gewone dubbeltand Po x x Nomada zonata Variabele wespbij GE Po x Osmia bicornis Rosse metselbij B x x Panurgus calcaratus Kleine roetbij O x Sphecodes albilabris Grote bloedbij Po x Sphecodes ephippius Bosbloedbij KW Po x x Sphecodes longulus Kleine spitstandbloedbij Po x Sphecodes miniatus Gewone dwergbloedbij Po x Sphecodes monilicornis Dikkopbloedbij Po x x Sphecodes rubicundus Vroege bloedbij BE Po x Sphecodes scabricollis Wafelbloedbij KW Po x x 62 54

RL = Rode Lijst categorie. Nest (gebaseerd op Peeters et al. 2012): O = ondergronds, B = bovengronds, Po = gastheer nest ondergronds, Pb = gastheer nest bovengronds, Pn = gastheer nest onder/bovengronds.

Tabel 3. Overzicht van waargenomen soorten wespen in De Bruuk.

Familie Soort Nederlandse naam Nest Bruuk Stort Chrysididae - goudwespen Chrysis ignita Gewone goudwesp Pb x x Hedychridium roseum Po x Holopyga generosa Po x Crabronidae - graafwespen Argogorytes fargeii O x Argogorytes mystaceus O x Astata boops Grote wantsendoder O x Cerceris rybyensis Groefbijendoder O x x Crabro scutellatus Bleke zeefwesp O x Crossocerus assimilis B x Crossocerus cetratus B x Crossocerus ovalis OB x Crossocerus vagabundus B x Ectemnius continuus B x x Ectemnius dives B x Ectemnius lapidarius B x x Ectemnius lituratus B x Gorytes laticinctus O x Gorytes quinquecinctus O x

65 nr. 15, november 2017

Lestiphorus bicinctus O x Lindenius albilabris O x x Mimumesa beaumonti OB x Nysson spinosus Po x Pompilidae - spinnendoders Anoplius alpinobalticus Noordse borstelspinnendoder B x Anoplius infuscatus Gewone borstelspinnendoder O x Evagetes crassicornis Gewone koekoeksspinnendoder Pn x Priocnemis fennica Noordse zaagpootspinnendoder O x Tiphiidae - keverdoders Tiphia femorata Gewone keverdoder Po x Vespidae - plooivleugelwespen Allodynerus rossii B x Ancistrocerus gazella B x x Ancistrocerus nigricornis B x Ancistrocerus parietum B x Ancistrocerus trifasciatus B x Dolichovespula media Middelste wesp B x Dolichovespula saxonica Saksische wesp B x Dolichovespula sylvestris Boswesp OB x Eumenes pedunculatus B x x Polistes dominula Franse veldwesp B x x Stenodynerus xanthomelas B x Symmorphus bifasciatus B x Symmorphus connexus B x Symmorphus gracilis B x Vespa crabro Hoornaar OB x Vespula germanica Duitse wesp OB x Vespula vulgaris Gewone wesp OB x 37 15

Nest (gebaseerd op Peeters et al. 2004): categorieën zie Tabel 2.

Figuur 5. Bloei in De Bruuk op 17 juli 2010, met gewone engelwortel, moerasspirea, grote wederik, kale jonker en grote kattenstaart. Foto Stijn Schreven.

66 nr. 15, november 2017

komen pas in het voorjaar van 2017 tevoorschijn en dit zijn twee mannetjes van Ancistrocerus trifasciatus. Ephialtes manifestator In de Wespen en Mieren van Nederland (Peeters et al. 2004) staat deze sluipwesp niet vermeld als parasitoïde (Hymenoptera: Ichneumo- bij Ancistrocerus . Wel wordt er melding gemaakt dat ze is gevonden in nesten van Trypoxylon clavicerum Lep. & nidae) gekweekt uit een Serv. (Hymenoptera: Crabronidae). In De Nederlandse nest van Ancistrocerus Bijen (Peeters et al. 2012) wordt Ephialtes carbonarius genoemd als parasitoïde van florisomne (L) . trifasciatus (Hymenoptera: Ephialtes manifestator zou bij de bijengenera Osmia en Chelostoma parsiteren. Natuurlexicon.be (Nys) vermeld Vespidae: Eumeninae) de bijen Osmia bicornis (L), , C. rapunculi (Lep.) en Heriades truncorum (L). Ook wordt

Trypoxylon clavicerum genoemd als gastheer van Ephialtes René Veenendaal manifestator. Er wordt hier echter gezegd dat de sluipwesp haar ei in de prooi deponeert hetgeen niet klopt met bovenstaande waarnemingen. Inleiding Op 9 september 2016 rond 15.00 uur wordt een sluipwesp aangetroffen bij een kunstnest van Ancistrocerus trifasciatus (Müller). Het was op dat moment niet duidelijk of het nest ook daadwerkelijk was geparasiteerd. Toen het terug gekeerde vrouwtje van Ancistrocerus zich vreemd ging gedragen en het nest plots begon te sluiten was het duidelijk dat er meer aan de hand was. Het nest werd binnen gehaald en nader bekeken. Het bleek dat zich in de laatste twee cellen van het nest een ei van een vreemde parasitoïde bevond.

Kweek Om erachter te komen om welke parasitoïde het hier Figuur 1. Ephialtes manifestator vrouwtje legt een ei in een gesloten broedcel. Foto: Pieter van Breugel. ging en of de cellen waarin zich het ei bevond inderdaad van A. trifasciatus waren, werd besloten om Summary zowel de eieren van de parasitoïde als die van In September 2016 Ephialtes manifestator (L) Ancistrocerus uit te kweken. Hiertoe werden de eieren (Hymenoptera: ) was found van de parasitoïde die heel lang en dun waren, over parasitizing a nest of Ancistrocerus trifasciatus (Müller) gebracht in aparte cellen en voorzien van voedsel in (Hymenoptera: Eumenidae). dit geval een aantal larven (prepupae) van Passaloecus The eggs of the parasite and the Eumenid were insignis v.d. Linden (Hymenoptera: Crabronidae). Op separately grown. After hatching two females of 11-9-2016 14.30 uur zijn beide eieren uit gekomen en Ephialtes manifestator emerged in October 2016 and two kruipen de larven door de cel en lijken af en toe in een males of Ancistrocerus trifasciatus emerged in spring Passaloecus larf te bijten. De volgende dag lijken beide 2017. larven gegeten te hebben. Het eten wordt hen echter bemoeilijkt doorat de prooien steeds bewegen als deze Literatuur worden aangeraakt. Op 13-9-16 20.00 uur bewegen de Peeters T.M.J., C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. prooien niet meer als ze worden aangeraakt, ze lijken Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. nu verlamd waardoor ze makkelijker kunnen worden Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J. Smit & gegeten. De parasitoïden zijn nu ook duidelijk H.H.W. Velthuis, 2004. De wespen en mieren van Nederland (Hymenoptera: Aculeata). - Nederlandse gegroeid en ongeveer tweemaal zo groot. Op 19-9-16 Fauna 6: 1­507. zijn ze uitgegeten en begonnen met het spinnen van Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der een cocon. Het overgebleven voedsel wordt dan Meer, I.V. Raemakers, W.R.B. Heitmans, C. van verwijderd. Achterberg, M. Kwak, A. J. Loonstra, J. de Rond, M. Op 11-10-16 komt het eerste imago reeds uit, het Roos, M. Reemer, 2012. De Nederlandse bijen tweede volgt de volgende dag. Het zijn alle twee (Hymenoptera: Apidae s.l.). - Natuur van Nederland 11: vrouwtjes van Ephialtes manifestator (L.). De eumeniden 1-544. Nys C., 2015 Natuurlexicon (www.natuurlexicon.be)

67 nr. 15, november 2017

De Mexicaanse zwartsteel nestelt in mijn tuin

Pieter van Breugel

De ontdekking In mijn boek “Gasten van bijenhotels” (Breugel 2014, pag. 359) heb ik enige aandacht geschonken aan de Mexicaanse zwartsteel Isodontia mexicana en stel daar dat het een soort is om in ons land naar uit te kijken, Figuur 2. Nestgang afgesloten met vers gras door omdat de soort pas in 2010 voor het eerst in ons land Isodontia mexicana . Foto: Pieter van Breugel. is gezien en nog nergens nesten waren gevonden (Smit groene grassprieten naar een derde gang. Op 21 juli & Wijngaard 2010). kon ik thuis vaststellen dat de wesp een vrouwelijke Tot mijn verrassing zag ik in 2016 in augustus zuidelijke boomsprinkhaan ( Meconema meridionale ) als nestafsluitingen van deze langsteelgraafwesp in mijn prooi meebracht waar één (de rechter) antenne aan woonplaats Veghel (Breugel 2016). In dit jaar 2017 ontbrak. ben ik in juli regelmatig gaan kijken op de locatie Pas op 22 juli kon ik de eerste foto maken van Isodontia Spoorpad aan het Rietven in Veghel. mexicana met een vrouwelijke zuidelijke boomsprink- Op 18 juli beleefde ik het genoegen om daar een haan. Er ontbrak een linker achterpoot (Fig. 3). Vanaf vrouwelijk exemplaar van deze langsteelgraafwesp met toen hebben mijn echtgenote, Annemarie van zeer lange verdroogde grashalmen te zien vliegen om Diepenbeek, en ik met enige regelmaat wat tijd er een gang mee binnen te gaan (Fig. 1). Op 19 juli was doorgebracht bij de nestgangen. Daaruit resulteerde de nestgang afgewerkt met verdorde bleke grashalmen. het onderstaande. De observaties zijn niet systematisch geweest en we hebben zeker een zeer groot aantal keren gemist dat de wesp met prooi of grassprieten of niets kwam aanvliegen. In mijn eigen tuin hebben we de wesp waargenomen tussen 21 juli en 7 augustus. Daarna is ze niet meer terug gekomen en waren 7 gangen in gebruik genomen. Aan het Rietven zag ik de eerste Mexicaanse zwartsteel, zoals gezegd, op 18 juli en de laatste op 26 augustus. Daar waren toen 9 gangen gevuld. Het weer werkte vaak niet mee.

De prooi In alle zestien waargenomen gevallen bestond de prooi uit zuidelijke Figuur 1. Isodontia mexicana vrouwtje met grashalm bij nestblok. Foto: boomsprinkhanen (Fig. 3). Tabel 1 geeft een Pieter van Breugel. opsomming van onze waarnemingen. De In april was in mijn eigen tuin een nieuw bijenhotel samenvatting in tabel 2 laat zien dat driekwart uit geplaatst met uitneembare elementen, onder andere vrouwelijke exemplaren bestond. In totaal hebben we met blokken van merbau waarin ik zelf half mei de twee wespen met 16 prooidieren waargenomen, gangen had geboord en cassettes met bamboe en riet maar dat moeten er veel meer geweest zijn, gezien de had gevuld. Mijn vreugde was groot toen ik daar, ook bevoorrading van één broedcel (zie verder). op 19 juli, een door genoemde graafwespensoort Het blijkt dat vaak twee antennes worden afgebeten afgewerkte nestgang aantrof, maar nu met groen vers op stukjes van ongeveer 5 mm na, die de wesp tussen gras (Fig. 2). Tot dan toe had ik niets gemerkt van de de kaken klemt. Waarom dit gebeurt is mij nog niet activiteiten van de eigenaresse. Maar de volgende dag duidelijk. Bij het exemplaar uit onze eigen tuin valt het had ik al meer geluk. Op het Rietven waren nu al 3 op, dat van de eerste zeven waargenomen prooien er gangen afgesloten en bij mij thuis een tweede. Ook zag vijf beide antennes nog hadden en twee één antenne ik daar nu voor het eerst de graafwesp vliegen met misten (1x de rechter, de andere niet kunnen

68 nr. 15, november 2017 waarnemen). Van de volgende vijf werden beide door de wesp, of die poot was er al eerder af. In alle antennes afgebeten om er daarna nog één binnen te gevallen ging het om volwassen exemplaren. brengen waarvan de rechter antenne was afbeten. Het We hebben waargenomen dat prooien binnen tien lijkt alsof de wesp het afbijten heeft moeten leren. minuten na elkaar werden binnengebracht, maar vaak duurde het langer dan ons geduld.

Omgang met de prooi Enkele keren heb ik een prooidier (kort) afgenomen. De sprinkhaan bleek zich dan nog wel spontaan wat te krommen en was dus niet stijf verlamd. De prooi wordt vliegend vervoerd met de rugkant tegen de buik van de wesp en door de wesp vastgehouden met haar kaken op enkele mm voorbij de kop aan de antennes of de stompjes ervan (Fig. 3 en 6), terwijl ze haar middelste poten gebruikt om haar slachtoffer te ondersteunen. Meestal ging ze met de sprinkhaan onder zich de gang in, maar soms ook werd die aan de ingang achter gelaten met de poten of de helft van het lichaam naar buiten en pas na een minuutje of wat naar binnen getrokken. Figuur 3. Isodontia mexicana vrouwtje met zuidelijke boomsprinkhaan. De Waarschijnlijk had dat er mee te maken antennes en linkerachterpoot ontbreken. Foto: Pieter van Breugel. of ze diep of vooraan in de gang met een Tabel 1. Waarnemingen aan prooien van Isodontia broedcel bezig was. mexicana te Veghel in 2017. Tabel 2. Samenvatting prooien Isodontia mexicana in 2017 (van 21-07 t/m 26-08).

locatie datum ♀♂ ♂ ♀ totaal aantal 4 12 16

aantal antennes aantal achterpoten 2 antennes 2 3 5 1 antenne 0 3 (2x –R) 3 (2x –R) Plevierdonk 21-07 ♀ 1 (-R) 2 0 antennes 2 6 8 Plevierdonk 22-07 ♀ 2 1 (-L) 1 achterpoot 1 ( -R) 3 (2x –L) 4 Plevierdonk 27-07 ♀ 1 (-) 2 Plevierdonk 02-08 ♂ 2 2 Opbouw van het nest en de afsluiting Plevierdonk 06-08 ♂ 2 2 In alle gevallen werden boorgangen van 9 mm Plevierdonk 06-08 ♀ 2 2 diameter gebruikt. Hoewel er in mijn tuin ook veel bamboe met die maat in de onmiddellijke nabijheid Plevierdonk 06-08 ♀ 2 1 (-L) was, heeft de wesp daar niet één keer naar omgekeken. Plevierdonk 06-08 ♀ 0 2 Ze is er zelfs nooit op geland. Ze heeft zeven gangen Plevierdonk 07-08 ♀ 0 2 in gebruik genomen die dicht bij elkaar lagen in één Plevierdonk 07-08 ♀ 0 2 etage van het “bijenhotel”. Zo’n 30 cm hoger stonden Plevierdonk 07-08 ♀ 0 2 ook voldoende 9 mm gangen ter beschikking in Plevierdonk 07-08 ♀ 0 2 hardhout, maar ze is steeds op dezelfde etage gebleven bij al haar activiteiten. Plevierdonk 07-08 ♀ 1 (-R) 2 De langsteelgraafwesp voerde tussen de bevoorrading Rietven 25-08 ♂ 0 1 (-R) met prooidieren ook vaak enkele grassprieten aan. Op Rietven 26-08 ♂ 0 2 enkele dagen hebben we haar waargenomen met alleen Rietven 26-08 ♀ 0 1 (-R) maar deze activiteiten. Het duurde soms maar twee minuten vooraleer ze terug was met nieuw gras. De Ook ontbreekt in een kwart van de gevallen een stukken varieerden in lengte van ongeveer 6 cm tot 15 achterpoot van de sprinkhaan (Tabel 2). Dit kan een cm. In veel gevallen stak de spriet een stuk uit de gang amputatiereflex zijn van de sprinkhaan bij de overval en werd stukje bij beetje naar binnen getrokken, vaak

69 nr. 15, november 2017 tot alles verdwenen was, maar ook enkele keren bleef Bij de verwerking van het gras wordt het vaak in de in onze tuin de grasspriet een aantal cm uitsteken. gang krom gedrukt, zodat het wat oprolt, ook bij de De stukken gras worden vervoerd door ze op enkele afsluiting van de nestgang (Fig. 2), maar we troffen mm van de snee met de kaken vast te houden (Fig. 4). ook regelmatig stukken gras aan die met de kaken waren bewerkt en waarin veel lengtescheurtjes zaten en dwarsbeten, kennelijk om ze beter te kunnen krullen. De wespen waren soms minuten lang bezig om het gras in de nestgang te verwerken. Omdat deze dieren erg schuw waren hebben we ze nooit bezig gezien met het afdichten van de nestgang. De afsluitingen in onze eigen tuin hadden nauwelijks er uit stekende grassprieten, terwijl dat op het Rietven wat vaker het geval was. Maar ook lang niet zoveel als bijvoorbeeld in Zuid-Frankrijk door mij een aantal keren gezien is (Breugel 2014). We hebben geen nestgangen geopend. Uit de wat spaarzame goede foto’s die van de nesten te vinden zijn op internet blijkt dat de gekromde en opgekrulde grassprieten de broedcel afbakenen en er soms ook in verwerkt zijn. Het aantal prooien per cel kan groot zijn als er nimfen in zijn verwerkt, maar bij grotere prooien blijft het beperkt tot soms een stuk of vier (Internet). Van het aantal prooidieren per broedcel en het aantal broedcellen per nestgang (die 10 tot 12 cm diep waren) is, in de gevallen die wij hebben gezien, niets te zeggen.

Verstoring gedrag De Mexicaanse zwartsteel is een schrikachtige wesp, Figuur 4. Vrouwtje van Isodontia mexicana met vers gras. die niet zelden op beweging of een veranderde situatie Foto: Pieter van Breugel. al op enkele meters afstand reageert met waakzaam kijken of wegvliegen. Het maakte het waarnemen en Opvallend was dat bij ons (Plevierdonk) vrijwel alleen fotograferen soms erg lastig. Als je stil zit op een maar vers afgebeten groene grassprieten werden meter afstand komt de wesp wel, maar is dan al verwerkt, die van vrij ver moeten zijn gehaald, want in meteen alert en gaat er bij de minste beweging, onze tuin staat geen gras en de naburige tuinen hebben bijvoorbeeld het optillen van de camera, vandoor. alleen kort gras. Op de locatie Rietven is steeds Als een sprinkhaan uit de ingang van de nestplek werd verdroogd materiaal gebruikt (Fig. 1), terwijl daar het weggehaald reageerde de graafwesp meestal vrij snel lange verse gras in de onmiddellijke nabijheid tot en zocht buiten andere gangen af. De prooi werd onder de nestplaats groeide. onmiddellijk weer geaccepteerd als die teruggelegd werd en meteen de gang in getrokken. In een paar gevallen heb ik, terwijl de wesp weg was, een opgerold stukje blad voor in de nestgang gestopt. Daarop reageerde de wesp bij terugkomst in grote verwarring. Ze kwam vaak terug naar de gang, maar al van afstand zag ze dan het probleem. Zeer dikwijls zocht ze gangen op die een vergelijkbare diameter hadden. In één geval deponeerde ze daarin ook haar prooi. Die gang nam ze later ook in gebruik. De laatste twee nestgangen werden min of meer tegelijk bevoorraad, mogelijk doordat de wesp door onze aanwezigheid in de war werd gebracht. Die gangen werden nooit afgesloten zodat uiteindelijk vijf gesloten gangen te zien waren.

Figuur 5. Nestgang afgesloten met droog materiaal Summary door Isodontia mexicana . Foto: Pieter van Breugel. The grass-carrying wasp is nestling in my garden.

70 nr. 15, november 2017

Nests of the grass-carrying wasp Isodontia mexicana were observed in 2016 at Veghel for the first time in the Netherlands. In July and August 2017 two Op zoek naar Leucospis specimens of this species were observed carrying preys (Southern Oak-Bush-cricket Meconema meridionale ) and dorsigera Fabricius, 1775 nest material at the same place, namely the garden of the author. Sixteen preys were counted. Eleven of Pieter van Breugel them missed at least one of the antennae. Tall grassplots were used to cover the nest and seal the entrance. Inleiding De eerste keer dat ik deze mooie geelzwarte parasitaire Literatuur wesp zag, was op een balk van de fietsenstalling van Breugel, P. van, 2014. Gasten van bijenhotels. - EIS het strand van Machiatonda in Toscane op 14 oktober Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & 2001, niet ver van Porto Ercole. Het wilde maar niet Naturalis Biodiversity Center, Leiden, 486 p. lukken om er een goede dia van te maken, want het Breugel, P. van, 2016. Veldobservaties - HymenoVaria 13: 61. beestje zat erg lastig onder op de balk en boorde naar Internet https://www.zoom-nature.fr/le-meconeme-fragile- een nestgang van waarschijnlijk een metselbij in het ou-quand-les-chemins-des-envahisseurs-se-croisent/ vermolmde hout. Een foto van toen is opgenomen in Smit, J. & W. Wijngaard, 2010. Isodontia mexicana , een nieuwe mijn boek “Gasten van bijenhotels” (Breugel 2014, langsteelgraafwesp voor Nederland (Hymenoptera: pag. 420). Later in die reis zag ik een exemplaar op een Specidae). - Nederlandse Faunistische Mededelingen 34: schermbloem. 67-72. Leucospis dorsigera Sindsdien is die wesp steeds in mijn hoofd geweest als een begerenswaardig fotografisch object, omdat de legboor zeer merkwaardig gekromd over het achterlijf ligt. De soortnaam dorsigera betekent heel toepasselijk “rugdragend”. Het is een sluipwesp uit de familie binnen de superfamilie bronswespen (Chalcidoidea) en van uitzonderlijk groot formaat voor deze groep van wespen. In een recent artikel in HymenoVaria (Peeters et al. 2017) is nog geen Nederlandse naam voor deze bronswespenfamilie voorgesteld. De oude naam ertswespen wordt als niet geschikt bevonden, omdat de wespen geen ertskleur (metaalglans) hebben, waarmee de naam reuzenertswesp voor Leucospis dosigera als niet toepasselijk wordt beschouwd. Enkele jaren geleden publiceerde Paul Westrich een filmpje waarin het boren van deze wesp heel mooi te zien is (Westrich 2014). Het spectaculaire eraan is vooral dat deze wesp haar rug openklapt als ze haar legboor tevoorschijn haalt, die dan in een vlies te zien is waarmee ze druk op de legboor kan zetten.

Figuur 5. Isodontia mexicana vrouwtje houdt In Nederland de zuidelijke boomsprinkhaan bij de In ons land is de soort voor het eerst waargenomen in stompjes van de antenne vast. Foto: Pieter 2014 in Pijnacker op een wat onlogische plek van Breugel. (Heerden 2014). De soort zou logischerwijs eerder in Zuid-Limburg kunnen opduiken, omdat er al meldingen uit naburig Duitsland waren (Peeters & Kuper 2006). Ivo Raemakers informeerde me dat hij aan zijn huis in Gronsveld op nesthulp voor onder andere de slangenkruidbij ( adunca ), deze sluipwesp op 2 juni 2017 had aangetroffen (https://waarneming.nl/waarneming/view/13940859 5). Daarom hebben mijn echtgenote, Annemarie van

71 nr. 15, november 2017

Diepenbeek, en ik op 3 juni in zijn tuin gezocht, maar geen Leucospis aangetroffen, wat ook niet lukte op 18 juni. Op 5 juli bezochten we zijn tuin wederom tevergeefs. De CNME Natuurtuinen Jekerdal Maastricht kende ik van eerdere bezoeken en leek me een goede plek voor de gezochte wesp, dus begaven we ons die dag nog naar die tuinen. Er zijn daar een aantal nestvoorzie- ningen voor bijen en wespen aangebracht. Bij de ingang van het kleine bezoekerscentrum vielen enkele neerhangende balkjes op die als een soort luidklokken dienden en waar kevergangen in zaten (Fig. 1).

Figuur 2. Vrouwtje van Leucospis dorsigera . Foto: Pieter van Breugel. groefbijen ( Halictus scabiosae ) op cichorei bij de ingang hield me enige tijd op. Dat was waarschijnlijk zo voorzien, want toen we bij de hangende balkjes arriveerden, kwam daar ook net de gezochte bronswesp aan. Ze aarzelde nu niet lang en begon binnen enkele minuten te boren op de plek die ze de dag ervoor reeds had verkend. Onder belangstelling van bezoekers en medewerkers heb ik foto’s gemaakt van het gebeuren. En het heeft met twee verschillende camera’s een mooie collectie foto’s opgeleverd (Fig. 3 tot en met 6). Het is niet duidelijk geworden op de broedcel van welke soort bij of wesp ze het had voorzien. Ze is bezig geweest van 9.40 uur tot iets na 10.30 uur. Op Figuur 1. Nestplaats voor bijen. Foto: Pieter van Breugel. dat tijdstip zat ze met haar legboor het diepste in het balkje (Fig. 6) en zette ze waarschijnlijk een ei af. Toen

trok ze de boor eruit, klapte zich weer dicht en vloog Zowel tronkenbijen ( Heriades truncorum ) als de kort erna weg. We zijn niet meer achter de wilde kat bijbehorende kleine knotswespen ( Sapygina decemguttata ) aangegaan. waren er druk op bezig. Al kort na onze aankomst verscheen er op deze balkjes tot mijn grote vreugde Er zijn in Zuid-Limburg dit jaar nog op meer plekken een vrouwelijk exemplaar van Leucospis dosigera (Fig. 2). waarnemingen van deze sluipwesp gedaan Ze is meer dan een uur bezig geweest om de balkjes (https://waarneming.nl/soort/view/185484?from=20 met haar antennes af te snuffelen, waarbij ze vaak op 16-09-27&to=2017-09-27 ). een bepaalde plek terugkeerde, dicht bij een met leem

dichtgemaakte gang. Ze deed een korte poging tot Summary boren, maar uiteindelijk vloog ze weg, mij verblijd met Looking for Leucospis dorsigera Frabricius, 1775. honderd ongeveer dezelfde foto’s achterlatend. Because Leucospis dorsigera was observed in South

Limburg at the beginning of June 2017, the author We zouden de volgende dag in het Vijlenerbos naar made a few trips in an attempt to photograph this sporen van wilde katten gaan zoeken in het kader van species. At the beginning of July this wasp was obser- de expertise van mijn echtgenote (Diepenbeek 1999), ved while drilling in the CNME Natuurtuinen Jekerdal maar ik wist haar over te halen om eerst nog even in at Maastricht. Several photographs could be made. de tuinen in het Jekerdal te gaan kijken. Het was The drilling behavior took approximately 50 min. voortreffelijk weer en de aanwezigheid van breedband-

72 nr. 15, november 2017

Literatuur Peeters, Th. M. J. & J.T. Kuper 2006. De wesp Leucospis Breugel, P. van, 2014. Gasten van bijenhotels. - EIS dorsigera (Hymenoptera: Chalcidoidea: Leucospidae) Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & nadert onze grens. - Bzzz 24 (november 2006): 62-64. Naturalis Biodiversity Center, Leiden, 486 p. Peeters, Th. M. J., K. van Achterberg, W. Heitmans, A. Mol, Diepenbeek, A. van, 1999. Veldgids Diersporen. KNNV L. Sijstermans, S. Ulenberg, H. Vlug & K. Zwakhals Uitgeverij, Zeist, 5 e druk 2015. 2017. Naar een Nederlandse naamlijst voor alle Heerden, A. van, 2014. De Reuzenertswesp Leucospis Hymenoptera-families. - Hymenovaria 14 (april 2017): dorsigera nieuw voor Nederland (Hymenoptera: 38-40. Chalicidoidea). - Nederlandse Faunistische Westrich, P., 2014. Mededelingen 43: 1-4. http://www.wildbienen.info/movies/leucospis_movie.p hp

Figuur 3-6. Vrouwtje van Leucospis dorsigera aan het boren. Foto’s: Pieter van Breugel.

73 nr. 15, november 2017

Bukovinszky, T., J.C. Biesmeijer, F.L. Wäckers, H.H.T. Prins & D. Kleijn, 2016. Meer bloemen, meer bijen in agrarische landschappen? - Landschap 33 (1): 37-40. Literatuur Calle, L., 2016. Nestheuvels voor kustgebonden bijen in Zeeland een succes. - HymenoVaria 12: 22-25. Cane, J.H. & V.J. Tepedino, 2016. Gauging the Effect of Honey Bee Pollen Collection on Native Bee Communities. - Conservation letters 10(2): 205-210. Collins, G.A.. (ed.) & H.E. Roy (ed.), 2016. Provisional HymenoBiblio 2016 atlas of the aculeate Hymenoptera of Britain and Ireland. Part 9. - Biological Records Centre, 142 p. Cölln, K. & A. Jakubzik, 2016. Katalog der Wespen und Jan Smit & Erik van der Spek Bienen des Landeskreises Vulkaneifel als Grundlage einer Analyse zur Bedeutung von Abgrabungen für den Artenschutz (Hymenoptera Aculeata). - Een globaal overzicht van literatuur over Dendrocopos 43: 7-39. hymenoptera, verschenen in het afgelopen jaar. Cross, I., 2016. Ammophila pubescens Curtis, an unusual De lijst bevat literatuur uit het buitenland en uit prey item, and other Ammophila prey records. - Nederland. Wanneer er een determinatietabel in de BWARS newsletter, spring 2016: 14-16. Cuijpers, W. & B. Timmermans, 2016. Betere publicatie opgenomen is, staat er achter: ## . bestuivingsmix - de rol van gedomesticeerde en wilde Met dank aan Theo Peeters voor het aanvullen van bestuivers in de teelt van blauwe bes. - Louis Bolk de lijst. Instituut, Publicatienummer 2016-019 LbD, 49 p. Dathe, H.H., E. Scheuchl & E. Ockermüller, 2016. Allen, G., 2016. On an hermaphroditic Lasioglossum Illustrierte Bestimmungstabelle für die Arten der calceatum specimen. - BWARS newsletter, autumn gattung Hylaeus F. (Maskenbienen) in Deutschland, 2016: 25. Österreich und der Schweiz. - Entomologica Anonymous, 2016. Wildbiene des Jahres 2016. Die bunte Austriaca, Supplement 1, 51 p. ## hummel. - Wildbienen-Kataster: 1-8. David, W., 2016. Fertig zum Einzug: Nisthilfen für Archer, M., 2016. A study of the male genitalia of the Wildbienen. - Pala Verlag, Darmstadt, 157 p. Vespinae (Hymenoptera: Vespidae). - Entomologist’s Davison, P.J. & J. Field, 2016. Social polymorphism in the Monthly Magazine 152: 43-48. ## sweat bee Lasioglossum (Evylaeus ) calceatum . - Insectes Aukes, M., 2016. Hoornaarnest op Schier. - HymenoVaria Sociaux 63: 327-338. 13: 62. De Rycke, S., 2016. Verslag Aculea weekend 2015. - Beavis, I. & G. Allen, 2016. The Kent species of Cerceris HymenoVaria 12: 13-14. (Crabronidae) and Hedychrum (Chrysididae). - BWARS Deguines, N., R. Julliard, M. De Flores & C. Fontaine, newsletter, spring 2016: 10-13. 2016. Functional homogenization of flower visitor Bessa, A.S., J. Carvalho, A. Gomes & F. Santarem, 2016. communities with urbanization. - Ecology and Climate and land-use drivers of invasion: predicting Evolution DOI: 10.1002/ece3.2009 the expansion of Vespa velutina nigrithorax into the Deschepper, C., 2016. Lasioglossum puncticolle nieuw voor Iberian Peninsula. - Insect Conservation and Diversity België. - HymenoVaria 12: 17-18. 9: 27-37. Dew, R.M., S.M. Tierney & M.P. Schwarz, 2016. Social Bokelaar, J., 2016. Bijen in Stappengoor. Inventarisatie evolution and casteless societies: needs for new van de wilde bijen op de wilgen. - Inventarisatieverslag terminology and a new evolutionary focus. - Insectes 14 pp. Sociaux 63: 5-14. Boppré, M., R.I. Vane-Wright & W. Wickler, 2016. A D'Haeseleer, J., 2016. De opmars van de hypothesis to explain accuracy of wasp resemblances. luzernebehangersbij in Vlaanderen. - HymenoVaria - Ecology and Evolution 7: 73-81. 13: 69-71. Brand, N. & M. Chapuisat, 2019. Low relatedness and D'Haeseleer, J. & P. Vanormelingen, 2016. Intussen in frequent inter-nest movements in a eusocial sweet Vlaanderen . .. - HymenoVaria 12: 36-38. bee. - Insectes Sociaux, May 2016, 63(3): 249-256. Dorji, P., W. Klein & T. Nidup, 2016. Study of Paper Breugel, P. van, 2016. Nesten van Isodontia mexicana . - wasps (Hymenoptera: Vespidae: Polistinae) of Bhutan. HymenoVaria 13: 61. - Bio Bulletin 2(1): 128-136. Bronckers, R., 2016. Ze waren er weer! Nieuwe Dorji, P., W. Klein & T. Nidup, 2016. New record of ervaringen met de kleine muurspinnendoder. - carpenter bees (Hymenoptera: Apidae: Xylocopinae) HymenoVaria 12: 21-22. from Bhutan. - Journal on New Biological Reports 5 Brown, M.J.F., A.W. Sainsbury, R.J. Vaugha-Higgens, (3): 106-113 G.H. Measures, C.M. Jones & N. Gammans, 2016. Early, J., 2016. Nesting behaviour of Dipogon subintermedius Bringing Back a Healthy Buzz? Invertebrate Parasites (Magretti, 1886). - BWARS newsletter, autumn 2016: and Reintroductions: A Case Study in Bumblebees. - 12-13. EcoHealth, March 2017, 14, Supplement 1: 74-83.

74 nr. 15, november 2017

Early, J., 2016. Observations on foraging by Hylaeus Smith,M. Vila, A. Vujic & I. Steffan-Dewenter, 2016. (Abrupta) cornuta Curtis, 1931. - BWARS newsletter, Mass-flowering crops dillute pollinator abundance in autumn 2016: 21-24. agricultural landscapes across Europe. - Ecological Early, J., 2016. Opportunism among wood-nesting Letters 19(10): 1228-1236. Crabronidae and Pemphredoninae in a silver birch log Honek, A., Z. Martinkova, J. Skurovec, M. Bartak, J. during 2015. - BWARS newsletter, spring 2016: 17-20. Bezdek, P. Bogusch, J. Hadrava, J. Hajek, P. Jansta, J. Falk, S. & D. Goddard, 2016. Further records of Nomada Jelinek, J. Kirschner, V. Kuban, S. Peker, P. Prudek, zonata Panzer, 1798 from Kent and Essex. - BWARS P. Stys & J. Sumpich, 2016. fauna recorded newsletter autumn 2016: 31. in flowers of apomictic Taraxacum section Ruderalia. Fortel, L., M. Henry, L. Guibald, H. Mouret & B.E. - European journal of entomology 113: 173-183. Vaissiere, 2016. Use of human-made nesting Hopwood, J., A. Code, M. Vaughan, D. Biddinger, M. structures by wild bees in an urban enviroment, Shepherd, S. Hoffman Black, E. Lee-Mäder & C. Journal of Insect Conservation, Volume 2: 239-253. Mazzacano, 2016. How neonicotinoids can kill bees. Frommer, U., 2016. Erstnachweis der Grabwespenarten The science behind the role insecticides play in Mimumesa littoralis (BONDROIT, 1934) und Trypoxylon harming bees. - 2nd. Ed. - Xerxes Society for kolazyi KOHL, 1893 (Hymenoptera: Crabronidae) für Invertebrate Conservation, 76 p. Hessen mit Hinweisen zum Lebensraum und Rote Johansson, N. & C. van Achterberg, 2016. Revision of the Liste Status. - Hessische Faunistische Briefe 35 (1/3): palaearctic Gasteruption assectator aggregate, with special 1-6. reference to Sweden (Hymenoptera, Gasteruptiidae). - Fukase, J., & A.M. Simons, 2016. Increased pollinator ZooKeys 615: 73-94. activity in urban gardens with more native flora. - Jukes, A., 2016. Andrena nigrospina (Thomson, 1872) and Applied ecology and environmental research 14(1): Andrena pilipes (Fabricius, 1781): where are we now. - 297-310. BWARS newsletter, autumn 2016: 15-19. Garratt MPD, Breeze TD, Boreux V, Fountain MT, Kallioniemi, E., J. Åström, G.M. Rusch, S. Dahle, S. McKerchar M, Webber SM, et al., 2016. Demand Åström & J.O. Gjershaug, 2016. Local resources, Depends on Variety and Supply Depends on linear elements and mass-flowering crops determine Pollinator Identity. - PLoS ONE 11(5): e0153889. bumblebee occurrences in moderately intensified doi:10.1371/journal.pone.0153889 1-15. farmlands. - Agriculture, Ecosystems and Gereys, B., 2016. Vespidae solitaires de métropoli- Environment 239: 90-100. taine (Hymenoptera: Eumeninae, Masarinae). Faune Kirby-Lambert, C., 2016. Nomada alboguttata Herrich- de France 98. - Fédération Française des sociétés de Schäffer, 2839 new to the British Isles and Nomada sciences naturelles, 330 p. ## zonata Panzer, 1798 first record for mainland Britain. - Geslin, B., M. Oddie, M. Folschweiller, G. Legras, C.L. BWARS newsletter autumn 2016: 29-31. Seymour, F.J.F. van Veen & E. Thebault, 2016. Klein, W. & J. Smit, 2016. 12e Hymenopterologen- Spational changes in flying insect abundance and their Tagung in Stuttgart. - HymenoVaria 13: 85-87. functional diversity as a function of distance to natural Koster, A., 2016. Bodemeigenschappen bepalen of er habitats in a mass flowering crop. - Agriculture, wilde bijen voorkomen. - Vakblad Groen 72(10): 28- Ecosystems & Environmet, 229: 21-29. 31. Geslin, B., V. Le Féon, M. Folschweiller, F. Flacher, D. Koster, A., 2016. Grote wolbij, een juweel onder de bijen. Carmignac, E. Motard, S. Perret & I. Dajoz, 2016. - Vakblad Groen 72 (11): 22-23. The proportion of imoervieous surfaces at the Koster, A., 2016. Wilde planten voor wilde bijen. - Oase, landscape scale structures wild bee assemblages in a winter 2016: 12-16. densely populated region. - Ecology and Evalution 6: Kovac, H., H. Käfer, I. Petrocelli & A. Stabentheiner, 6599-6615. 2016. - Comparison of thermal traits of Polistes González-Varo, J.P., F.J. Ortiz-Sanchez & M. Villa, 2016. dominula and Polistes gallicus , two European paper wasps Total bee dependence on one flower species despite with strongly differing distribution ranges. – Journal available congeners of similar floral shape. - PLoS of Comparativa Physiology B. - DOI 10.1007/s00360- ONE DOI: 10.1371/journal.pone.0163122, 1-17. 016-1041, 1-14. Goudsmits, K., 2016. Waarneming van op luizen Le Feon, V., A. le Neve & E. Dufrene., 2016. Premières (Aphididae) foeragerende hommels (Apidae: mentions d’un cas de gynandromorphie chez Nomada Bombus). - HymenoVaria 13: 67-68. flava Panzer, 1798 et Nomada lathburiana (Kirby, 1802) Goudsmits, K., M. Kos, P. Kuijken, H. Nieuwenhuijsen, (Hymenoptera, Apoidea, Apidae). - Invertébrés J. Smit, J.T. Smit, J. Snater, A. v. Stipdonk & A. de Armoricains, 14: 15-21. Wilde, 2016. Leuke waarnemingen 2015. - Le Féon, V., M. Henry, L. Guilbaud, C. Coiffait- HymenoVaria 12: 15-16. Gombault, E. Dufrene, E. Kolodziejczyk, M. Groot, G.A. de, N. Knoben, R. van Kats, W. Dimmers, Kuhlmann, F. Requier & B. E. Vaissiere, 2016. An M. van ’t Zelfde, M. Reemer, K. Biesmeijer & D. expert-assisted citizen science program involving Kleijn, 2016. De bijdrage van (wilde) bestuivers aan agricultural high schools provides national patterns on een hoogwaardige teelt van peren en aardbeien. - bee species assemblages. - Journal of Insect Alterra-rapport 2716, 72 p. conservation DOI 10.1007/s10841-016-9927-1 1-14. Holzschuh, A., M. Dainese, J.P. Gonzalez-Varo, S. LeBuhn, G., S. Droege, E. Connor, B. Gemmmill-Herren, Mudri-Stojnic, V. Riedinger, M. Rundlöf, J.B. & N. Azzu, 2016. Protocol to detect and monitor Wickens, R. Bommarco, D. Kleijn, S.P. Roberts, H.G.

75 nr. 15, november 2017

pollinator communities: Guidance for practioners. - Nieuwenhuijsen, H., 2016. De boszandbij Andrena coitana FAO, 54 p. herontdekt in Nederland (Hymenoptera: Apidae). - Lecocq, T., A. Coppée, D. Michez, N. Brasero, J.-Y. Nederlandse Faunistische Mededelingen 47: 41-47. Rasplus, I. Valterova & P. Rasmont, 2016. The alien's Nieuwenhuijsen, H. & T.M.J. Peeters (red.), 2016. identity: consequences of taxonomic status for the Nederlandse bijen opnaam brengen. Deel 1. - international bumblebee trade regulations. - Biological Stichting Jeugdbondsuitgeverij: 1-171. ## Conservation 195: 169-176. Nijssen, M., M. Scherpenisse, P. Verbeek, B. Crombaghs, Lenssinck, A., 2016. Bijen zijn redders in de nood. - Mens B. Possen, E. van Rijsselt & H. de Mars, 2016. Beheer en Natuur 67(2): 30-33. en inrichting van mergelgroeves en rotsen. - Lindström, S.A.M., L. Herbertsson, M. Rundlöf, R. Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren, Bommarco, & H.G. Smith, 2016. Experimental rapportnr. 2016/OBN203-HE, 79 pp. evidense that honeybees depress wild densities Noordijk, J., 2016. Leefwijze van Tapinoma nigerrimum in flowering crop. - Poceedings pf the Royal Society (Hymenoptera: Formicidae), een nieuwe exotische B, 283. mier in Nederland. - Entomologische Berichten 76 Litman, J.R., T. Griswold & B.N. Danforth, 2016. (3): 86-93. Phylogenetic systematics and a revised generic Noordijk, J., E. de Bree, R. Kleukers & M. Reemer, 2016. classification of anthidiine bees (Hymenoptera: Bestuivers in appelboomgaarden met Milieukeur. - ). - Molecular Phylogenetics and Nieuwsbrief EIS-Nederland 64: 11-12. Evolution 100: 183-198. Noordijk, J. & E. van der Spek, 2016. Hymenoptera- Little, B.H., 2016. Observations of Lasioglossum inventarisatie bij Ouddorp (Goeree) door twee NEV- nitidiusculum (Kirby, 1802) from Angus and Fife, secties. - Entomologische Berichten Amsterdam Scotland. - BWARS newsletter, spring 2016: 22-25. 76(5): 196-197. Loon, A.J. van, J. Noordijk & M. Verschoor, 2016. Noordijk, J., J.T. Smit, J. Smit & D. Vreugdenhil, 2016. Import van de zwarte reuzenmier (Hymenoptera: De insectengemeenschap van aangelegde steilranden Formicidae: Camponotus vagus ) met wijnstokken. - op de heide. - Entomologische Berichten Amsterdam Entomologische Berichten 76 (5): 197-198. 76(2): 48-55. Mabelis, A.A. & J. Korczynska, 2016. Long-term impact Oliveiira, M.O., B.M. Freita, J. Scheper & D. Kleijn, 2016. of agriculture on the survival of wood ants of the Size and Seks-Dependent Shrinkage of Dutch Bees Formica rufa group (Formicidae). - J. Insect Conserv. during One-and-a-Half Centuries of Land-Use 20: 621-628. Change. - PlosOne Michael, H., G. Lattorff, M. Popp, S. Parsche, S. Helbing https://doi.org/10.1371/journal.pone.0148983 & S. Erler, 2016. Effective popul;ation size as a driver Orlovskyte, S., E. Budrys, A. Budriene, R. Radzeviciute & for divergence of an antimicrobial petide V. Soon, 2016. Sibling species in the Chrysis ignita 9Hymenoptaecin) in two common European complex: molecular, morphological and trophic bemblebee species. - Biological Journal 119: 299-310. differentiation of Baltic species, with a description of Mikat, M., K. Cerna & J. Straka, 2016. Major benefits of two new cryptic species (Hymenoptera: Chrysididae). - guarding behavior in subsocial bees: implications for Systematic Entomology 41: 771-793. social evolution. - Ecology and evolution DOI: Papanikolaou, A.D., I. Kühn, M. Frenzel & O. Schweiger, 10.1002/ece3.2387, 1-14. 2016. Semi-natural habitats mitigate the effects of Millett, D., 2016. Erlebnis-Poster Wildbienen entdecken. - temperature rise on wild bees. - Journal of Applied Wilbee.ch. Ecoloy 54: 527-536. Montero-Castano, A., F.J. Ortiz-Sánchez & M. Vila, 2016, Peeters, T.M.J., 2016. Neuswespen (Diapriidae) in De Mass flowering crops in a patchy agricultural Kaaistoep 2. Acropiesta macrocera nieuw voor de landscape can reduce bee abundance in adjacent Nederlandse fauna: 71-72. In: T. Peeters, A. van Eck shrublands. - Agriculture, Ecosystems & Environment & T. Cramer (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep en 223: 22-30. aangrenzende terreinen in Tilburg. Verslag 2015, 21e Müller, A. & V. Mauss, 2016. Palaearctic Hoplitis bees of onderzoeksjaar. - TWM Gronden BV, Natuurmuseum the subgenera Formicapis and Tkalcua (Megachilidae, Brabant & KNNV-afdeling Tilburg, 125 pp. ): biology, and key to species. - Peeters, T.M.J., 2016. Bijdragen over Diapriidae 3. Zootaxa 4127(1): 105-120. ## Labolips innupta nieuw voor Nederland. - Nidup, T., T. Gyeltshen, P.G. Kumar, W. Klein & P. HymenoVaria 12: 18-20. Dorji, 2016. New records of petiolate potter wasps Peeters, T.M.J., 2016. De ‘king bee’ Charles D. Michener (Hymenoptera: Vespidae: Eumeninae) from Bhutan. - is heengegaan. - HymenoVaria 12: 26-28. Journal of Threatened Taxa 8 (12): 9467-9472. Pe[e]ters, T.M.J., 2016. Zetten we nieuwe stappen in de Nieuwenhuijsen, H., 2016. Boekbespreking: aculeatenstudie?. - HymenoVaria 12: 29-30. Taschenlexicon der Wildbienen Mitteleuropas. - Peeters, T.M.J., 2016. Verslag van de Hoboken-lezing te HymenoVaria 13: 79-80. Rotterdam door Dave Goulson. - HymenoVaria 13: Nieuwenhuijsen, H., 2016. Boekbesprekingen: The bee. A 60. natural history. - HymenoVaria 13: 81-82. Peeters, Th., A. Mol & K. van Achterberg, 2016. Nieuwenhuijsen, H., 2016. Boekbesprekingen: Bijen. Een Plotseling een wespenspecialist minder: herinneringen bijzondere kijk op diverse bekende en onbekende aan Pierre Thomas (1949-2016). - HymenoVaria 13: bijensoorten. - HymenoVaria 13: 81-82. 55-58.

76 nr. 15, november 2017

Plant, J.D. & H.F. Paulus, 2016. Evolution and phylogeny http://www.groenecirkels.nl/nl/groenecirkels/Rappo of bees: review and cladistic analysis in light of rten.htm morphological evidence (Hymenoptera, Apoidea). - Rozen, J.G. Jr. & C.J. Praz, 2016. Mature larvae and Zoologica 161: 1-364. nesting biologies of bees currently assigned to the Reber, T., E. Baird & M. Dacke, 2016. The final moment Osmiini (Apoidea: Megachilidae). - American Museum of landing in bumblebees, Bombus terrestris . - J. Comp. Novitates 3864, 46 pp. Physiol. A. Neuroethol. Sens. Neural. Behav. Physiol., Rozen, J.G.Jr., J.S. Ascher, S.M. Kamel & K.M. 2012(4): 277-285. Mohamed, 2016. Larval diversity in the bee genus Reder, G., 2016. Beobachtungen zu Nistaktivitäten der Megachile (Hymenoptera: Apoidea: Megachilidae). - Violetten Holzbiene - Xylocopa violacea (L.) - zur American Museum Novitates 3863, 16 pp. Nachtzeit (Hymenoptera: Apidae). - Fauna Flora Rozendaal, S., 2016. Wordt de bij blij van bio?. - Elsevier Rheinland-Pfalz 13(2): 505-514. 18-3-2016: 68-69. Reder, G., 2016. Erst- und Wiederfunde von vier Sánchez-Bayo, F., D. Goulson, F. Pennacchio, F. Nazzi, Wildbienenarten in Rheinland-Pfalz (Hymenoptera K. Goka & N. Desneux, 2016, Are bee diseases linked Aculeata:Apidae). - Fauna Flora Rheinland-Pfalz to pesticides? – A brief review, Environment 13(2): 515-523. International, Volumes 89-90: 7-11 Reder, G., 2016. Nachweis der Wespenbiene Nomada kohli Saure, C., 2016. Streuobstwiesen in Sachsen-Anhalt und Schmiedeknecht, 1882, in Rheinland-Pfalz ihre Bedeutung für Bienen, Wespen und (Hymenoptera: Anthophoridae). - Fauna Flora Schwebfliegen (Hymenoptera part.; Diptera: Rheinland-Pfalz 13: Heft 2, 2016, S. 603-605. Syrphidae). - Naturschutz im Land Sachsen-Anhalt 53: Reder, G. & M. Weitzel, 2016. Die Faltenwespe 3-54. Ancistrocerus scoticus (CURTIS) in Rheinland-Pfalz - ein Scheuchl, E. & W. Willner, 2016. Taschenlexikon der Erstnachweis (Hymenoptera: Vespidae: Eumeninae). - Wildbienen Mitteleuropas. Alle Arten im Porträt. - Fauna Flora Rheinland-Pfalz 13(2): 601-602. Quelle & Meyer Verlag, Wiebelsheim, 917 p. Reemer, M., 2016. Bijen en zweefvliegen in het Leidse Schmid-Egger, C. , 2016. The Psenulus pallipes species Singelpark: nulmeting 2015-2016. - EIS group in Central Europe (Hymenoptera, Kenniscentrum Insecten, EIS2016-07, 27 p. Crabronidae). - Ampulex 8: 40-44. ## Reemer, M. , 2016. Bijen en zweefvliegen op Schneider, N. , 2016. Sur la présence au de bedrijventerrein Grote Polder. - EIS Kenniscentrum Cleptes semiauratus , C. striatipleuris , Priocnemis minuta , Insecten, EIS2016-08, 30 p. Polistes albellus et Ancistrocerus auctus (Insecta, Reemer, M. & R. Kleukers, 2016. Bijen- en wespenwerk Hymenoptera, Aculeata). - Bull. Soc. Nat. luxemb. bij EIS Kenniscentrum Insecten. - HymenoVaria 12: 118: 145-148. 35-36. Schreven, S.J.J., 2016. Uitgelezen: Steven Falk & Richard Reemer, M. & T.M.J. Peeters, 2016. Bijen en graafwespen Lewington, 2015. Field guide to the bees of Great van het Hulshorsterzand, - EIS Kenniscentrum Britain and Ireland. - Entomologische Berichten 76 Insecten, EIS2016-16, 22 p. (6): 232. Reemer, M., I. Raemakers & T. Faasen, 2016. De Smit, J.T., 2016. 1000-soortendag Haringvliet. - bijenfauna van Noord-Brabant: trends, prioritaire Nieuwsbrief EIS-Nederland 64: 9. soorten en beheertypen. - EIS Kenniscentrum Smit, J. , 2016. Chrysis viridula duikt op in de Gelderse Insecten, EIS2016-05, 51 p. Poort (Hymenoptera: Chrysididae). - HymenoVaria Robinet, C., C. Suppo & E. Darrouzet, 2016. Rapid 13: 64-66. spread of the invasive yellow-legged hornet in France: Smit, J. & E. van der Spek, 2016. HymenoBiblio 2015. - the role of human-mediated dispersal and the effects HymenoVaria 13: 74-78. of control measures. - doi: 10.1111/1365-2664.12724, Smit, J. & H. Nieuwenhuijsen, 2016. Recente 26 p. waarnemingen van de kleine bleekvlekwespbij Nomada Rodriguez, J., J.P. Pitts, J.A. Florez, J.E. Bond & C.D. von baccata (Hymenoptera: Apoidea: Apidae). - Dohlen, 2016. Molecular phylogeny of Pompilinae Nederlandse Faunistische Mededelingen 46: 95-100. (Hymenoptera: Pompilidae): evidence for rapid Smit, J. & W. Klein, 2016. Nestaggregatie in dorp. - diversification and host shifts in spider wasps. - HymenoVaria 13: 63. Molecular Phylogenetics and Evolution 94: 55-64. Smit, J.T. , 2016. Analyse karakteristieke soorten van de Roger, N., R. Moerman, L.G. Carveilheiro, J. Aguirre- Nederlandse delta. - EIS Rapportnummer EIS2016- Guitierrez, AL.Jacquemart, D. Kleijn, G. Lognay, L. 06, 67 p. Moquet, M. Quinet, P. Rasmont, A. Richel, M. Smit, J.T. & F. van der Meer, 2016. Inventarisatie van de Vanderplanck & D. Michez, 2016. Impact of pollen bijen van het Nationaal Park Dwingelderveld bij resources drift on common bumblebees in NW Natuurmonumenten. - EIS-rapport: EIS2016-013, 53 Eurpe. - Global Change Biology 23: 68-76. p. Rond, J. de, 2016. Wespen en mieren in Lelystad. - Smit, J.T., J. Bouwman & R. Leijs, 2016. Beheeradvies Gemeente Lelystad, 103 p. locatie eikenzandbij Berg en Dal. - EIS Rooij, S. van (red.), 2016. Een Bij-zonder kleurrijk Kenniscentrum Insecten, Cooperatie Unie van landschap in Land van Wijk en Wouden. Handreiking Bosgroepen, 14 p. 2.0 voor inrichting en beheer voor bestuivende Smits, J., R. Kleukers & A. Littel, 2016. Hymenoptera - insecten. - vliesvleugeligen: 195. In: O. Franken & M.P. Berg, Entomofauna in de gemeente Ede. Verslag van de

77 nr. 15, november 2017

170e NEV-zomerbijeenkomst. - Entomologische Wood, T.J., J.M. Holland & D. Goulson, 2016. Diet Berichten 76 (5): 174-195. characterisation of solitary bees on farmland: dietary Spek, E. v.d., C. Gielis, B. Jeucken, H. Koel, M. Kos, S. specialisation predicts rarity. - Biodivers Conserv. Schreven, J. Smits, A. v. Stipdonk & A. de Wilde, doi:10.1007/s10531-016-1191-x 17 p. 2016. Verslag excursie Kampina 22 augustus 2015. - HymenoVaria 12: 8-12. Spek, E. v.d., K. Goudsmits, B. Jeucken, M. Kos, P. Kuijken, P. Megens, S. Schreven, C. DeSchepper & J. Smit, 2016. Verslag excursie Goeree 11 juli 2015. - Boekbespreking: Veldgids HymenoVaria 12: 4-7. Spek, E. van der, 2016. Neorhacodes enslini bijen voor Nederland en (Ichneumonidae) nieuw voor Nederland gevonden op Texel. - HymenoVaria 13: 73. Vlaanderen Stip, A., 2016. Massa’s ranonkelbijen Chelostoma florisomne in Zuid-Hollandse woonboerderij. - HymenoVaria 13: 71-72. Theo Peeters Straka, J., 2016. Tachysphex austriacus Kohl, 1892 and T. pompiliformis (Panzer, 1804) (Hymenoptera, Crabronidae) are a complex of fourteen species in Falk, S., 2017. Veldgids Bijen voor Nederland en Europe and Turkey. - ZooKeys 577: 63-123. ## Vlaanderen. - Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen, Sydenham, M.A.K., S.R. Moe, D.N. Stanescu-Yadav, O. 432 pp. ISBN 9-789021-564371; Prijs: 40 euro. Totland & K. Eldegard, 2016. The effects of habitat management on the species, phylogenetic and In juni van dit jaar werd me gevraagd om voor functional diversity of bees are modified by the HymenoVaria 15 een boekbespreking te maken van environmental context. - Ecology and Evolution 6(4): 961-973. de nieuwe veldgids bijen. Welnu graag, stuur maar Torné-Noguera, A., A. Rodrigo, S. Osorio & J. Bosch, toe was mijn antwoord. Een week later lag de gids 2016. Collateral effects of beekeeping: Impacts on bij mij op tafel. Een vertaling en bewerking van de pollen-nectar resources and wild bee communities. - prachtige Engelse uitgave (Falk 2015; zie ook de Basic and Applied Ecology 3(3): 199-209. boekbesprekingen door Jan Smit (2016) en Stijn Vermaat, A., J. Bokelaar & T. Smit, 2016. Honingbijen in Schreven (2016)), die ik zelf al vanaf november 2015 een stedelijke omgeving. Een studie naar in mijn bezit had. Echter eerlijk is eerlijk, beide drachtplantenaanbod en pesticiden. - HAS boeken zijn sindsdien vrijwel onaangeraakt blijven Hogeschool, ’s-Hertogenbosch, 35 p. liggen op mijn tafel. Ik had sinds 2014 een nieuwe WallisDeVries, M.F., J. Noordijk, E.O. Colijn J.T. Smit & hobby gekozen om mijn spaarzame vrije tijd te K. Veling, 2016. Contrasting responses of insect communities to grazing intensity in lowland vullen nl. microhymenoptera. De aculeate wespen en heathlands. - Agriculture, Ecosystems and bijen bleven liggen en diverse groepen van Environment, 9 p. microhymenoptera trokken mijn aandacht, effe weg Warzecha, D., T. Diekötter, V. Wolters & F. Jauker, 2016. van de kermis rond bijen, bijensterfte, bijenlinten, Intraspecific body size increases with habitat bijenlandschappen, etc. Op de achtergrond bleven fragmentation in wild bee pollinators. - Landscape een aantal bijenzaken doorspelen want daar kom en Ecol. doi:10.1007/s10980-016-0349-y, 6 p. wil ik ook niet helemaal van af. Het was dus toch Westrich, P., 2016. Die Sandbiene Andrena fulva nog effe flink doorwerken toen de deadline voor de (Hymenoptera, Apidae) als Pollensammler am copij van HV15 ineens opdoemde. Pfaffenhütchen ( Euonymus europaeus ). - Eucera 10: 27- Allereerst, iets dat ik node mis in deze gids, een 28. Westrich, P. & J. Bülles, 2016. Epeolus fallax , ein groot compliment voor Steven Falk de schrijver en Brutparasit von Colletes hederae und eine für de illustrator Richard Lewington. Zij hebben een Deutschland neue Bienenart (Hymenoptera, Apidae). degelijk en mooi staaltje werk verricht met het - Eucera 10: 15-26. samenstellen van deze gids; superb! Witt, R., 2016. Occurence and situation of rare Dan het uitelijk. De grootte en kaft van de gids zijn, bumblebee species ( Bombus ) in Lower Saxonyand met 21,5 hoog en 14cm breed, van een ietwat Bremen, (Hymenoptera: Apidae). - afwijkend formaat. Goed dat er ook nog een extra Ampulex 8: 24-39. plastic kaft omheen zit, maar knullig dat die ietwat Wood, T., 2016. A summary of the mechanisms used by groter is dan het boek zelf en in je hand snijd. Op de the beewolf Philanthus triangulum (Fabricius 1775) for kaft staan de vignetten van de spelers die de protecting provisioned honeybees Apis melifera against fungal infection. - BWARS newsletter, spring 2016: 8- vertaling en bewerking van het boek, samen met 9. uitgeverij Kosmos, mogelijk hebben gemaakt nl. EIS Wood, T. & D. Baldock, 2016. Chrysis terminata Dahlbohm Kenniscentrum insecten en andere ongewervelden, 1854 from Farnham Heath, Surrey. - BWARS Naturalis Biodiversity Center en Natuurpunt. Bij newsletter, spring 2016: 26-27. EIS zorgde Menno Reemer, samen met andere

78 nr. 15, november 2017 bijenspecialisten, voor de bewerking en redactie, bij plus een verklarende woordenlijst. Het gedeelte met Naturalis kreeg Guido Keijl de opdracht voor de de dichotome determinatiesleutels begint met een vertaling en Natuurpunt leverde de nodige Vlaamse generatabel tot de vrouwen en een tot de mannen. inbreng. Als we de gids openslaan zien we meteen De generatabellen zijn vrij traditioneel opgezet met verschillen met de Engelse uitgave. De layout van de als eerste couplet de keuze tussen 2 of 3 Nederlandse uitgave is kleurrijker. submarginale cellen. Zelf zou ik ervoor kiezen om eerst enkele opvallende soorten zoals Xylocopa , Bombus , Anthophora en Apis uit te sleutelen en pas daarna te kiezen voor de vleugelcellen. Nu moet je vele stappen zetten voordat je deze makkelijk herkenbare en opvallende soorten tegen komt. Na de generasleutels volgt een uitgebreide bespreking van de genera en soorten, gesorteerd per familie. Zeer overzichtelijk en (nog) een verbetering t.o.v. de Engelse uitgave is het invoegen van paginagrote foto’s tussen de verschillende families, waarbij tevens een korte inhoudsopgave per familie wordt herhaald. Per genus is een korte inleidende tekst opgenomen en volgt een tabel tot de vrouwen en mannen van de opgenomen soorten. De tabellen zijn geïllustreerd met foto’s en tekeningen. Ik heb (nog) geen sleutels getest. Dat is winterwerk want, al wordt deze gids een veldgids genoemd, in het veld bijen determineren is voor gevorderden. Maar die sleutels ga ik deze winter zeker nog gebruiken want de kenmerken die hier gebruikt worden vormen zo te zien een aanvulling op ons eigen werk in ‘Nederlandse bijen op naam brengen’ (Nieuwen- huijsen & Peeters (ed.) 2016). Overigens zijn niet alle soorten, die in NL en BE zijn aangetroffen, in de sleutels van deze gids opgenomen; maar wel een groot deel nl. 275 van de in total 359 (NL) en 389 (BE) genoemde bijensoorten (zie soortenlijst achterin de gids). Na de soortensleutel volgt de soortbespreking met steeds een foto van een vrouw en/of man. Slechts zelden is bij een soortbespreking De inhoud van de gids kun je verdelen over drie géén foto ingevoegd zoals b.v. bij enkele kleine onderwerpen: een inleiding gevolgd door Lasioglossum ’s. determinatiesleutels met genus- en Tenslotte de ‘bij-lagen’ (blz. 393-432). Die bestaan soortbesprekingen plus een aantal bijlagen. uit 20 kleurplaten, een soortenlijst van bijen van NL De inleiding (blz. 6-51) is uitgebreid en zeer en BE met daarin aangegeven de soorten die in het informatief. Onderwerpen die aan bod komen zijn: boek behandeld zijn, een register, een verantwoor- Wat is een bij?, classificatie van bijen, soorten en ding van de foto’s en tekeningen plus een variaties, de levenscyclus van bijen met aandacht dankwoord. Voor de kleurplaten zijn door voor sociaal gedrag, foerageren, vliegtijden, Lewington nog extra illustraties aangeleverd van de broedparasitisme, balts, paring en overwinteren, nieuwe soorten die zijn ingevoegd in de vijanden en commensalen van bijen, bijenbiotopen, Nederlandstalige versie. Ik vind de Nederlandstalige observeren en waarnemingen verzamelen, bijen versie warmer en mooier uitgegeven dan de Engelse. beschermen. De inleiding besluit met een overzicht Zelfs de kleuren van sommige foto’s lijken beter in van verenigingen en waarnemersgroepen, boeken en de Nederlandse dan in de Engelse versie. Vergelijk artikelen om verder te kunnen. maar eens de eerste foto in de gids van een Andrena Het tweede deel (blz. 52-392) is het hoofdmenu van cineraria op koolzaad. deze gids. Dit deel begint met een uitgebreide Tijdens het doorbladeren en hier en daar lezen van toelichting op het gebruik van deze gids, daarna de teksten kwam ik tot op heden slechts enkele volgt een overzichtstekening van de onderdelen van onbeduidende foutjes tegen en rezen een paar kleine een bij met morfologische termen (die voor het vragen bij me op. Bijvoorbeeld waarom de prachtige gemak ook nog eens op de binnenflap is afgedrukt), paginagrote foto’s geen bijschriften hebben gekregen

79 nr. 15, november 2017 en bijvoorbeeld waarom Rhophitoides canus niet (meer) dagexcursie wees onze gids ons o.a. op de imposante is opgenomen in de Belgische naamlijst. Blackwell’s boekenwinkel in hartje Oxford en die In het dankwoord is te lezen dat diverse leden van werd in de ‘vrije uren’ dan ook nog effe snel onze sectie hun vrijwillige medewerking hebben bezocht. Ik kwam even later buiten met een nieuw verleend aan de bewerking van deze gids en/of boek over solitaire bijen van Ted Benton. foto’s hebben aangeleverd. Menno, Guido en alle Het boek is uitgegeven in de serie Naturalists’ anderen, jullie hebben er samen iets moois van Handbooks, een serie waarvan ik een viertal oude gemaakt. Bravo mannen! delen in mijn boekenkast heb staan. Eerder in deze Deze gids zal evenals ‘Die Wildbienen Baden- serie verschenen ook delen over solitaire wespen (nr. Württemberg’ van Paul Westrich (1989) een groot 3), hommels (6) en over mieren (24). Deze aantal mensen in binnen- en buitenland stimuleren handboeken, die op een compacte manier goede met bijen aan de slag te gaan. Ik hoop dat ook in informatie verschaffen over een taxonomische groep Nederland en Vlaanderen nog meer liefhebbers van of habitat-groep van dieren, zijn bedoeld om een nieuwe generatie de bijenstudies oppakken en studenten en leken te stimuleren deel te nemen in voortzetten. Er blijft steeds iets nieuws te veldonderzoek. ontdekken. Geniet met deze prachtige gids; de bijen verdienen het!

Literatuur Falk, S., 2015. Field guide to the bees of Great Britain and Ireland. - British Wildlife Field Guides, Bloomsbury Publishing Plc, 432 pp. Nieuwenhuijsen, H. & T. Peeters (ed.), 2016. Nederlandse bijen op naam brengen. Deel 1. - Stichting Jeugdbondsuitgeverij, 's Graveland, 172 pp. Schreven, S.J.J., 2016. Uitgelezen: Steven Falk & Richard Lewington, 2015. Field guide to the bees of Great Britain and Ireland. - Entomologische Berichten 76 (6): 232. Smit, J., 2016. Boekbespreking: Field guide to the bees of Great Britain and Ireland . - HymenoVaria 12: 39. Westrich, P., 1989. Die Wildbienen Baden-Württembergs. - Ulmer, Stuttgart, Band I und II, 972 pp.

Opmerking Jan Smit De gastheer relaties tussen Andrena en Nomada in deze gids is gebaseerd op de Engelse situatie, voor Nederland ontbreken er enkele gastheren, die in Engeland niet voorkomen. Bovendien worden er enkele relaties genoemd die niet kloppen.

In compact A5 formaat bevat dit 33ste deel over Boekbespreking: Solitary solitaire bijen, in tegenstelling tot m’n oude delen, maar liefst 202 bladzijden! Misschien heeft dit groot bees aantal bladzijden te maken met de nieuwe uitgever, vroeger Cambridge University Press en nu Pelagic Theo Peeters Publishing, en/of de stijl van de schrijver van dit deel. Ted Benton, emeritus professor in de sociologie aan de universiteit van Essex, ken ik niet Benton, T., 2017. Solitary bees. - Naturalists' Handbooks persoonlijk of via correspondentie en van zijn hand 33, 202 pp. Pelagic Publishing, heb ik ook nog nooit eerder iets gelezen. In een van https://pelagicpublishing.com . ISBN 978-1-78427-088-9, de voorwoorden van deze uitgave lees ik dat hij o.a. Prijs: € 22, 25. al acht verschillende boeken over entomologische onderwerpen heeft geschreven. Een van zijn In onze vakantie in Zuid-Engeland van dit jaar boeken, ook een dikke pil van 580 bladzijden uit deden we o.a. een dagje Oxford. Tijdens deze 2006, gaat over hommels (zie ook Bzzz 26,

80 nr. 15, november 2017 november 2007). Kan hij ook een compact, De informatie per hoofdstuk is wetenschappelijk practisch handboek voor beginners schrijven? juist en uitgebreid, met vele verwijzingen naar geraadpleegde literatuur. De schrijver lijkt compleet Op naar de inhoud van deze uitgave. Het handboek te willen zijn in de opsomming van feiten en bestaat uit enkele voorwoorden, negen uitzonderingen daarop. Het is meer een hoofdstukken en een index. Na een inleiding wetenschappelijk lees- dan een praktisch handboek (hoofdstuk 1) volgen hoofdstukken over diversiteit geworden. De schrijver geeft weinig praktische tips en herkenning, over de levenswijzen van bijen, over en foto’s over bijvoorbeeld het hanteren, doden, koekoeksbijen, bijen en bloemen en tevens een prepareren, etiketteren, opbergen van bijen en uitgebreid hoofdstuk over bescherming van solitaire verwerken van bijengegevens. Hij geeft geen eigen bijen. We hebben dan 6 hoofdstukken en 147 veldonderzoeksresultaten die de verbeelding bladzijden gehad. In het resterende kwart van het triggeren. Ook enkele verspreidingskaarten, boek komen in het kortste hoofdstuk 7 (7 schema’s en eenvoudige overzichten van bladzijden) enkele tips aan bod om bijen te bijvoorbeeld alle bijengenera, bloemspecialisten en bestuderen en hoofdstuk 8 bevat een vliegtijden in de betreffende hoofdstukken hadden determinatietabel tot de genera van de bijen van de de grote hoeveelheid leesteksten kunnen Britse eilanden. Dit hoofdstuk van dertig bladzijden, verlevendigen en gemakkelijk opzoekwerk van, en geschreven door Graham Collins (niet vermeld op inzicht in het bijenleven kunnen vergroten. Deze de kaft), bevat een met duidelijke tekeningen uitgave voegt voor ons land weinig nieuws toe aan geïllustreerde determinatietabel en gaf voor mij de de informatie in de bijenatlas (Peeters et al. 2012) en doorslag om het boek toch maar te kopen. De het bijenhotelboek (van Breugel 2014). Voor de determinatietabel is opgesplitst in drie delen. Eerst Britten is het wellicht een interessant leesboek dat worden de mannelijke en vrouwelijke bijen aansluit bij hun nieuwe veldgids bijen (Falk 2015). onderscheiden (key A) en daarna volgt een vrouwen- Maar ik betwijfel of er een vonk over springt met het (key B) een mannentabel (key C) tot 27 genera die lezen van dit boek, zoals ikzelf als beginner ooit heb op de Britse eilanden zijn aangetroffen. De sleutels ervaren met ‘Bijen en hommels’ (Benno [1950]). beginnen traditioneel met het onderscheid in 2 en 3 Bij aankoop van dit handboek had ik een andere submarginale cellen; best moeilijk voor een beginner benaderingswijze in deze serie verwacht. die alleen een foto van een bij in ruststand heeft Bijvoorbeeld maximaal 100 pagina’s met meer (vleugels over het achterlijf gevouwen) of geen bijen praktische, overzichtelijke en relationele informatie wil doden! Ik ben ervan overtuigd dat we voor en eenvoudige onderzoeksvoorbeelden. Deze opzet determinatie naar een ander format moeten om de van een Naturalists’ Handbook lijkt meer te neigen eerste stappen te zetten en liefhebber(ster)s over de naar ‘spectator sport’ in plaats van ‘encouraging the drempel te helpen. Merkwaardig in de reader to participate in research’. determinatietabellen vind ik bijvoorbeeld ook dat de hommels pas in het laatste couplet uitsleutelen. En Literatuur tenslotte is men in dit hoofdstuk 8 vergeten te Benno, P., [1950]. Bijen en hommels. - Het Spectrum, vertellen: ‘Hoe verder te gaan nadat we bij een genus Utrecht, serie 'Wat leeft en groeit' 25, 168 pp. uit zijn gekomen?’. Overigens, het samenvoegen van Falk, S., 2015. Field guide to the bees of Great Britain and hoofdstuk 2 en 8 tot één hoofdstuk, zou niet alleen Ireland. - British Wildlife Field Guides, Bloomsbury doublures hebben voorkomen en ruimte hebben Publishing Plc, 432 pp. Breugel, P. van, 2014. Gasten van bijenhotels. - EIS bespaard, het zou m.i. ook meer tegemoet komen Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & aan de wensen van beginners. Het laatste Naturalis Biodiversity Center, Leiden, 486 pp. ‘hoofdstuk’ 9 (10 bladzijden) geeft een, mijns inziens Peeters, T.M.J., H. Nieuwenhuijsen, J. Smit, F. van der té, uitgebreide literatuurlijst voor een handboek. Het Meer, I.P. Raemakers, W.R.B. Heitmans, C. van boek besluit met een index. Achterberg, M. Kwak, A.J. Loonstra, J. de Rond, M. Het handboek is rijk geïllustreerd met 189 Roos & M. Reemer, 2012. De Nederlandse bijen kleurenfoto’s (ik neem aan van eigen hand) en, als (Hymenoptera: Apidae s.l.). - Natuur in Nederland 11, we de tekeningen van de determinatietabellen even Naturalis Biodiversity Center & European buiten beschouwing laten, 33 tekeningen. De layout Invertebrate Survey - Nederland, Leiden, 544 pp. in twee kolommen is prettig met links 1/3 wit-marge en rechts 2/3 tekst per pagina. In de wit-marge staan vaak begrippen uitgelegd of staan extra foto’s of tekeningen. Soms zijn de kleurenfoto’s op die plek te klein (3 x 2,5-3 cm) waardoor je niet goed kunt zien wat je moet zien. Over het algemeen is de grootte en kwaliteit prima voor een handboek.

81 nr. 15, november 2017

ingedeeld kunnen worden in het juiste genus. Boekbespreking: Resin Vervolgens geeft hij aan welke soorten in het verleden wel eens tot Trachusa gerekend werden, bees of the anthidiine maar er niet toe behoren. En dus ook niet in de tabel staan. genus Trachusa Dan volgt de tabel voor het genus Trachusa , deze tabel bevat 25 soorten. In Europa komen 7 soorten Jan Smit voor, waarvan 1 in Nederland ( Trachusa byssina ). Helaas bevat de tabel geen illustraties, ook geen verwijzing naar de afbeeldingen bij de soortteksten. Kasparek, M., 2017. Resin bees of the anthidiine genus De enige Nederlandse soort kan met de generatabel Trachusa . Identification, taxonomy, distribution and in Nieuwenhuijsen en Peeters (2016) op naam biology of the Old World species. - Entomofauna, worden gebracht. In de ‘Veldgids Bijen’ is deze soort Supplementum 21, 152 p. ISBN- 978-3-925064-71-5. niet opgenomen (Falk & Lewington, 2017). Prijs: € 38,- exclusief verzendkosten. Het belangrijkste deel van het boek wordt gevormd

door de soortteksten, deze bestaan uit Een tabel voor de bijen van het genus Trachusa van beschrijvingen van de beide geslachten (voor zover de oude wereld; Europa, Afrika en Azië. Een genus bekend), voorzien van diverse pentekeningen en veel waar lange tijd over gesteggeld is en dat niet overal kleurenfoto’s van de mannen en vrouwen. Hier dus even duidelijk is ondergebracht. Vaak werd het genus gezien als een subgenus van Anthidium wel rijk geïllustreerd. Verder de biologie en (Warncke 1980, Amiet et al. 2004), of gewoon bij verspreiding, met een verspreidingskaartje. In sommige gevallen worden in tabelvorm soorten die Anthidium ondergebracht (Scheuchl 2006). Hoewel veel op elkaar lijken, nog eens tegenover elkaar Scheuchl het genus als zodanig wel erkent en ook gezet. De soorten staan per subgenus in alfabetische heeft opgenomen in de generatabel. Michener (2000) volgorde. heeft in zijn bijenstandaardwerk reeds de status van Daarna volgen een uitgebreide literatuurlijst en een het genus Trachusa bevestigd. Maar nog steeds is niet verantwoording van het gebruikte materiaal. alles rond de soorten in en om dit genus helemaal duidelijk. Wat ik lastig vind aan dit boek is dat er geen index van de soorten in staat, het is nu een kwestie van zoeken. En doordat de soorten niet in hun geheel, maar per subgenus in alfabetische volgorde staan, is het bladeren geblazen. Ook ontbreekt in de inleiding een tekening met de gebruikte namen van de onderdelen. Afgezien van deze minpuntjes is het een boek dat voor bijenliefhebbers die ook over de grens verzamelen een waardevolle aanvulling op de determinatie-literatuur.

Literatuur Amiet, F., M. Herrmann, A. Müller & R. Neumeyer, 2004. Fauna Helvetica 9, Apidae 4. - Schweizerische Entomologische Gesellschaft, 273 p. Falk, S. & R. Lewington, 2017. Veldgids bijen. – Kosmos, Utrecht, 432 p. Michener, C.D., 2000. The Bees of the World. - Johns Hopkins University Press, Baltimore, 913 p. Nieuwenhuijsen, H. & T.M.J. Peeters (red.), 2016. Nederlandse bijen opnaam brengen. Deel 1. - Stichting Jeugdbondsuitgeverij, 171 p. Scheuchl, E., 2006. Illustrierte Bestimmungstabellen der Wildbienen Deutschlands und Österreichs Band II: Megachilidae, Melittidae. 2. erweiterte Auflage. - Apollo Books, Stenstrup (Dk.), 192 p. Warncke, K., 1980. Die Bienengattung Anthidium Fabricius, 1804 in der Westpaläarktis und im Kasparek geeft eerst een tabel tot de Anthidiini van turkestanischen Becken. - Entomofauna 1(10): 119- de oude wereld, zodat de bijen van deze groep 210.

82 nr. 15, november 2017 Oproepen

Oproep penningmeester Gegevens excursie “Chaam”

Beste mensen, zoals gewoonlijk in het najaarsnummer de oproep om je contributie voor de sectie Hymenoptera van € 10,- voor het komende jaar (2018) Op 5 augustus van dit jaar waren we met de sectie op te voldoen. verzoek van EIS bezig met het bekijken van op het Graag voor 1 januari 2018 over maken, op: gebied van wilde bijen nog onderbemonsterde NL34 ASNB 0942 6821 49 terreinen in Noord-Brabant. De bedoeling was de t.n.v. A. van Stipdonk, Standaardmolen 16 Chaamse bossen en de Strijbeekse heide te bezoeken. 6003 CJ Weert. Helaas is alleen het eerste gebied bezocht, in de Onder vermelding van ‘contributie sectie middagpauze gooiden de weergoden handen vol roet Hymenoptera + jaar (of jaren)’. in het eten. Het tweede deel van de excursie werd In het voorjaarsnummer (HymenoVaria 14) is de daardoor afgeblazen. ledenlijst verschenen met de stand van de betaling van Toch willen we in het volgende nummer van het lidmaatschaps-geld over dit jaar. Wie alsnog niet HymenoVaria (16) een verslag van deze halve excursie betaalde voor 1 juni werd geschrapt als lid en ontvangt opnemen. Bij deze het verzoek aan de deelnemers aan het huidige nummer niet. de excursie van de sectie om hun waarnemingen en eventueel foto’s door te geven. Deze kunnen dan worden verwerkt in het verslag. Waarnemingen graag naar [email protected].

‘Leuke waarnemingen in 2017’ De Wilde Bijenlinie

Gewoontegetrouw zal in het eerste nummer van het Mark Lammers komende jaar (HymenoVaria nr. 16) weer de traditionele rubriek "Leuke waarnemingen" van het afgelopen jaar komen. Met daarin een overzicht van U weet het al: het gaat niet goed met onze inheemse vangsten en waarnemingen, die het vermelden waard bijen. Om hier aandacht voor te vragen en de wilde zijn. bijen een steuntje in de rug te geven, is het landelijke Willen jullie voor deze rubriek de leuke, interessante, project ‘Nederland Zoemt’ gestart. Hiermee kunnen opmerkelijke en verrassende vangsten en initiatieven ondersteund worden die de waarnemingen van het afgelopen seizoen (2017) leefomstandigheden van wilde bijen op het platteland, opsturen naar de redactie? in natuurgebieden en in de stad verbeteren. Nederland Insturen vóór de kopijdatum: 1 maart 2018. Zoemt wordt gevormd door twee nationale projecten: Adres: Voermanstraat 14, 6921 NP, Duiven, of ‘De Wilde Bijenlinie’ (o.l.v. LandschappenNL) en ‘De e-mail: [email protected] Wilde bij in de hoofdrol’ (IVN en Stichting Natuur- en Milieu).

De Wilde Bijenlinie is een projectplan met een totaal budget van 1,75 miljoen euro en wordt uitgevoerd door : - LandschappenNL (de koepelorganisatie van de 20 provinciale Landschappen en Landschapsbeheer-organisaties) - Vlinderstichting - De Bijenstichting

83 nr. 15, november 2017

- Nederlandse Entomologische Vereniging van de rol die bijen spelen in onze leefomgeving. Er is - Natuur en Milieufederaties al veel aandacht voor bij-vriendelijk beheer, nu is er - Naturalis eindelijk ook een smak geld om hierin een grote sprong vooruit te maken! Ik schat in dat velen van u Dit project verbindt nieuwe en bestaande de capaciteiten hebben om de hierboven opgesomde leefgebieden voor wilde bijen in heel Nederland. rollen te vervullen. Of u ook de motivatie heeft om Door de realisatie van de Wilde Bijenlinie helpen we een rol in dit project te spelen, laat ik geheel aan u. Op deze inheemse bijen én vergroten we het besef dat dit moment wordt nog niemand gevraagd enige elke wilde bij onmisbaar is voor het Nederlandse verplichting vast te leggen. Alle hulp is welkom. Ook ecosysteem. Honingbijen vallen niet onder dit project. is het alvast goed te weten dat alle vanzelfsprekende onkostenvergoedingen beschikbaar zullen zijn. In de zomer van 2017 is het project Nederland Zoemt van start gegaan. Het doel van het project is de Ik sta onder u niet bekend als bijenkenner. Ik houdt leefomstandigheden en voedselbeschikbaarheid voor mij bezig met wantsen, kevers en recent ook met wilde bijen in Nederland verbeteren. Om dit te parasitaire Hymenoptera (voornamelijk Chalcidoidea). bereiken zullen verspreid over het land in de periode Dat is voor dit project ook niet nodig. Kunt u zich 2017-2019 in totaal 300 nieuwe wilde bijenplekken voorstellen wat de positieve bijdrage voor de worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld door het aanplanten Nederlandse natuur is, wanneer wij er in slagen om van geschikte bomen en struiken, het inzaaien van 300 plekken en verbindingszones in te richten naar de bloemrijke plekken en het aanleggen van wensen van bijen? Iedere entomoloog moet toch nestelgelegenheid in de vorm van leembulten. Niet kriebels voelen bij de potentie die dit project biedt. alleen wilde bijen zullen hiervan profiteren, maar ook vele andere insecten zullen dankbaar gebruik maken Meedoen? van de bloemrijke plekken! Ook bestaande plekken Ook in uw omgeving zullen nieuwe plekken voor kunnen gebruik maken van de ondersteuning. wilde bijen gecreëerd worden en bestaande plekken Daarnaast worden nieuwe en bestaande bijenprojecten worden verbeterd. aan elkaar verbonden. Wilde bijen hebben een verfijnd Kent u een geschikte plek? netwerk nodig om het voortbestaan van de soorten op Heeft u goede ideeën om de leefomstandigheden bij u de lange termijn veilig te stellen. Samen met in de buurt voor wilde bijen te verbeteren? maatschappelijke partners gaat gewerkt worden aan Of wilt u meehelpen bij het inventariseren van wilde een bij-vriendelijke inrichting van infrastructurele bijen in de provincie? werken zoals dijken en spoorbermen. Meld u dan snel aan voor het project Nederland Zoemt. De NEV is gevraagd te inventariseren wat voor U kunt voor aanmelding en voor meer informatie mogelijkheden de leden aan dit project bij zouden contact opnemen met de NEV-secretaris, Mark kunnen dragen. De projectcoördinatoren zijn Lammers via [email protected] of 06-18040529. bijvoorbeeld op zoek naar: - mensen die graag meedenken waar er locaties liggen met de potentie een bijen-hotspot te worden; - mensen met soortenkennis die het leuk vinden om betrokken te zijn bij de inrichting van deze bed&breakfasts voor bijen;

- mensen die het leuk vinden om in hun omgeving

een educatieve rol te vervullen bij bijenplekken ;

- (zelf-)studiemateriaal om de soortenkennis voor

wilde bijen onder lokale enthousiastelingen te vergroten; - mensen die willen helpen determinatieverzoeken te beantwoorden; - mensen die een rol kunnen spelen in de monitoring van bijenpopulaties op de bijenplekken.

Leden van de Sectie Hymenoptera staan bij mij bekend om hun passie voor (onder andere) bijen en hun gedrevenheid in het onder de aandacht brengen

84 nr. 15, november 2017 Mededelingen Het is mogelijk om een lunch te kopen bij de Spar op de campus. De kantine in het gebouw zelf is gesloten. Uiteraard kan ook een eigen lunchpakket Studiedag: ‘Goudwespen meegenomen worden. van de Chrisis ignita - In het gebouw zijn voldoende binoculairs groep’ 13 januari 2018 beschikbaar.

Opgave Zo spoedig mogelijk in verband met de planning Op zaterdag 13 januari 2018 is onze jaarlijkse bij Erik van der Spek; [email protected]. studiedag van 10.30 tot 16.00 uur. Locatie : het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit. Literatuur Adres : Boelelaan 1105, 1081 HV, Amsterdam. Paukkunen, J., A. Berg, V. Soon, F. Ødegaard & P. Rosa, De VU is bereikbaar met het OV. Er zijn meerdere 2015. An illustrated key to the cuckoo wasps opties, afhankelijk vanaf welke richting u komt. De (Hymenoptera, Chrysididae) of the Nordic and Baltic VU is in 10 minuten te lopen vanaf treinstation countries, with description of a new species. - Amsterdam Zuid. Er zijn ook diverse tramhaltes in ZooKeys 548: 1–116. de buurt. Kunz, P., 1994. Die Goldwespen Baden-Württembergs. - Parkeren is niet eenvoudig, maar kan het beste op de Beiheft Veröffentlichungen Naturschutz 'van der Boechorststraat' of de 'Arent Janszoon Landschaftspflege Bad.-Württ., 1-188. Ernststraat'.

Reeds enkele jaren wordt er gevraagd aandacht te besteden aan de goudwespen. Met het verschijnen van een nieuwe determinatietabel voor de goudwespen (Paukkunen et al., 2015) werd dit eigenlijk urgent. Hierin zijn alle ‘oude’ soorten uit de Chrysis ignita -groep weer in ere hersteld. Alles wat Kunz (1994) van deze groep op één hoop had geveegd, blijken toch goede soorten te zijn. Hierdoor moeten alle, sinds die tijd met de tabel van Kunz gedetermineerde exemplaren van Chrysis ignita , opnieuw gedetermineerd worden. Tijdens deze studiedag zullen we dan ook alleen aan deze goudwespengroep gaan werken. Waarschijnlijk hebben de deelnemers aan deze determinatiedag dus zelf voldoende (te veel?) materiaal beschikbaar.

We hebben één van de auteurs van die nieuwe tabel, de heer Villu Soon uit Estland bereid gevonden ons in te leiden in deze groep en bij te staan bij de determinatie. Hiervoor is het wel nodig deze tabel ter beschikking te hebben. Deze is gratis te downloaden van: https://zookeys.pensoft.net/articles.php?id=6164 In boekvorm te bestellen bij: NHBS.com, kosten ± € 60,-. Vrouwtje van Chrysis spec. Foto: Albert de Wilde. Dankzij financiële ondersteuning van het bestuur van de NEV zijn we in staat deze studiedag te organiseren.

85 nr. 15, november 2017

11 november, determineerdag. Veranderingen in de Wageningen (Groene Wiel, Hendrikweg 14b), info: Jinze Noordijk, 06-1460525 ledenlijst 17 maart 2018 Studiedag. Informatieve lezingendag, onderwerpen en plaats nog nader te bepalen. Per 1 oktober 2016, aantal leden 96. 7 juli 2018 Excursie. Hollandse duinen, Nationaal Park in oprichting. Nieuwe leden Excursie naar de duinen in het kader van het 5000- Linde Slikboer Albrandswaardsedijk 153 soortenjaar dat dit jaar in dit gebied plaatsvindt. 3172VA Poortugaal 8 september 2018 Excursie. tel.: 0681681297 Driestruik, vlak bij Roermond. Excursie naar een emailadres: [email protected] klein gevarieerd terrein dat beheerd wordt door de Werkgroep Driestruik van het Natuurhistorisch Iris Y. van der Vlerk Postlaan 15 Genootschap. 4835 EE Breda emailadres: [email protected] De Mierenwerkgroep heeft tot doel het Theo Zeegers Eikenlaan 24 bundelen en bevorderen 3768 EV Soest van de kennis van emailadres: [email protected] mieren (Formicidae), mede met het oog op Dianne Sanders Van Herlaerstraat 9 natuurbehoud en 5271HW Sint Michielsgestel milieubeheer. tel.: 0627556455 emailadres: [email protected] Meer informatie op de website van de nev René Wolbers Van Deyssellaan 22 (http://www.nev.nl/mie 1422 KB Uithoorn renwerkgroep/activiteiten.php). tel.: 0620206058 emailadres: [email protected] Bestuur sectie Hymenoptera Wankja Ferguson Scheltemaheerd 31

9737 AH Groningen Voorzitter tel.: 0614951297 Jan Smit emailadres: [email protected] Voermanstraat 14

6921 NP Duiven Jean Claessens Moorveldsberg 33 0316-284793 6243 AW Geulle [email protected] emailadres: [email protected]

Penningmeester Wijziging mailadres Arno van Stipdonk Rinus Sommeijer [email protected] Standaardmolen 16

6003 CJ Weert

0495-520826 NL34 ASNB 0942 6821 49 [email protected] Activiteiten Secretaris Mierenwerkgroep Erik van der Spek Wilhelminalaan 67 1781 AM Den Burg 0222-318027 De komende periode is de volgende activiteit van de [email protected] Mierenwerkgroep (MWG) van de Nederlandse Entomologische Vereniging:

86 nr. 15, november 2017

Kopij-sluitingsdatum voor nummer 16:

1 maart 2018

Inhoud Hymeno 15 blz. Redactioneel ...... 46 Excursie ...... 47 De Peel, 14 april 2018 ...... 47 Verslagen ...... 48 Verslag voorjaarsexcursie naar ’t Roegwold e.o. 6 mei 2017 ...... 48 Meewerken aan de bijenatlas voor België ...... 51 Verslag cursusdag ‘Bijen” ...... 54 Veldobservaties ...... 55 Sphecodes albilabris versus Anthophora retusa ...... 55 Notities bij een territoriaal mannetje Megachile willughbiella ...... 56 Vespa velutina in Nederland ...... 57 Zandhommelnest gevonden ...... 58 Artikelen ...... 59 Bijen en wespen in het natte natuurgebied De Bruuk ...... 59 Ephialtes manifestator (Hymenoptera: Ichneumonidae) gekweekt uit een nest van Ancistrocerus trifasciatus (Hymenoptera: Vespidae: Eumeninae) ...... 67 De Mexicaanse zwartsteel nestelt in mijn tuin ...... 68 Op zoek naar Leucospis dorsigera Fabricius, 1775...... 71 Literatuur ...... 74 HymenoBiblio 2016 ...... 74 Boekbespreking: Veldgids bijen voor Nederland en Vlaanderen ...... 78 Boekbespreking: Solitary bees ...... 80 Boekbespreking: Resin bees of the anthidiine genus Trachusa ...... 82 Oproepen ...... 83 Oproep penningmeester ...... 83 ‘Leuke waarnemingen in 2017’ ...... 83 Gegevens excursie “Chaam” ...... 83 De Wilde Bijenlinie ...... 83 Mededelingen ...... 85 Studiedag: ‘Goudwespen van de Chrisis ignita -groep’ 13 januari 2018 ...... 85 Veranderingen in de ledenlijst ...... 86 Activiteiten Mierenwerkgroep ...... 86 Kopij-sluitingsdatum voor nummer 16 ...... 87

87