Tilburg University De Efteling Als 'Verteller' Van Sprookjes Hover, M.E.J
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Tilburg University De Efteling als 'verteller' van sprookjes Hover, M.E.J. Publication date: 2013 Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in Tilburg University Research Portal Citation for published version (APA): Hover, M. E. J. (2013). De Efteling als 'verteller' van sprookjes. [s.n.]. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 27. sep. 2021 De Efteling als ‘Verteller’ van Sprookjes Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan Tilburg University, op gezag van de rector magnificus, prof. dr. Ph. Eijlander, in het openbaar te verdedigen ten overstaan van een door het college voor promoties aangewezen commissie in de aula van de Universiteit op woensdag 13 februari 2013 om 14.15 uur door Monique Elisabeth Jacqueline Hover, geboren op 7 mei 1961 te Weert Promotores: Prof. dr. A. de Ruijter Prof. dr. ir. J.T. Mommaas Copromotor: Dr. ir. H.J.J. van der Poel Overige leden Promotiecommissie: Prof. dr. O.M. Heynders Dr. S.M. van Londen Dr. T. Meder Prof. dr. G.W. Richards De Efteling als ‘Verteller’ van Sprookjes Moniek Hover voor mijn vader star in heaven Eerste druk 2013 © 2013 Moniek Hover en de Efteling © 2013 ontwerp omslag en vormgeving: Efteling © 2013 afbeeldingen uit Efteling-archief: Efteling Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto- matiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem- ming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet 1912, juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb.351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb.471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB, Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken dient men zich tot de uitgever te wenden. Moniek Hover en de Efteling hebben alles in het werk gesteld om rechthebbenden van archief- en beeld- materiaal te achterhalen. Wie niettemin meent rechten te bezitten van in dit boek gepubliceerd materiaal, gelieve zich te wenden tot de Efteling. Inhoudsopgave Voorwoord en dankwoord 11 Hoofdstuk 1 Inleiding 17 1.1 Hoe de Efteling verteller van sprookjes werd 17 1.1.1 Wat vooraf ging 17 1.1.2 Het ontstaan van het Sprookjesbos 20 1.1.3 Beleving van het Sprookjesbos anno 1952 23 1.2 Sprookjesvertellingen door de Efteling 24 1.2.1 Sprookjes via attracties verteld 24 1.2.2 Sprookjes anders dan via attracties verteld 25 1.3 Het vertellen van sprookjes als narratieve praktijk 26 1.3.1 De Efteling en andere vertellers van sprookjes 28 1.4 Periodisering en subcases 30 1.5 Wat in dit onderzoek aan de orde is en waarom 31 1.6 Opzet van het onderzoek 32 1.6.1 Conceptueel kader 32 Sprookjes 32 Handelingsmodel als analyse-instrument 32 1.6.2 Case study 32 1.6.3 Dataverzameling 33 1.7 Leeswijzer 38 Hoofdstuk 2 De dynamiek van het vertellen van sprookjes 43 2.1 Inleiding 43 2.2 Sprookjes: ontwikkeling en kenmerken 43 2.2.1 De mondelinge overlevering van volksverhalen 43 2.2.2 Sprookjes en andere genres 44 2.2.3 Kenmerken van sprookjes 45 2.2.4 Subgenres bij sprookjes 48 2.2.5 De ontwikkeling van sprookjes als literair genre 48 2.2.6 Het ‘memetische’ karakter van sprookjes 49 2.2.7 Sprookjes in context 51 2.2.8 Kanttekeningen bij verspreiding van sprookjes via diverse media 53 2.3 Handelingsmodel en het vertellen van sprookjes 55 2.3.1 Handelingstheorieën in relatie tot het vertellen van sprookjes 55 2.3.2 Verkenning van het handelingsmodel in relatie tot het vertellen van sprookjes 56 2.3.3 Conditionering bij het vertellen van sprookjes 56 Tijdruimtelijke conditionering 57 Structurele conditionering 57 Fysisch-biotische/materiële conditionering 59 2.3.4 De actor 59 2.3.5 Gevolgen van het handelen 60 2.4 De vertelpraktijk van Roodkapje door de gebroeders Grimm 62 2.4.1 Sprookjes van Grimm in context 62 DE EFTELING ALS ‘VERTELLER’ VAN SPROOKJES 5 2.4.2 De gebroeders Grimm als actoren in vertelpraktijken van sprookjes 63 2.4.3 Eerdere vertelpraktijken van Roodkapje 64 2.4.4 De literaire versie van Roodkapje door de gebroeders Grimm 68 2.5 De vertelpraktijk van Roodkapje door de Grimms: handelingsmodellen en conclusies 70 2.5.1 Tijdruimtelijke conditionering 71 2.5.2 Structurele conditionering 71 2.5.3 Materiële conditionering 73 2.5.4 Gevolgen 73 Hoofdstuk 3 De Efteling als verteller van Roodkapje (1961) 77 3.1 Inleiding 77 3.1.1 Verantwoording, bronnen en aanpak van het onderzoek 78 3.1.2 Opbouw van dit hoofdstuk 80 3.2 Tijdruimtelijke en fysieke context 82 3.2.1 Sociaaleconomische ontwikkelingen 82 3.2.2 (Dag)toerisme in Brabant 83 3.2.3 Concurrentie anno 1961 84 3.2.4 De wisselwerking tussen de Efteling en de omringende (fysieke) omgeving 86 3.3 Culturele context en sprookjes 87 3.3.1 Belang, betekenis en beleving van sprookjes begin jaren 60 87 3.3.2 Kenmerken van sprookjes 89 3.3.3 Verbinding tussen de Efteling en sprookjes: fantasie en wonderlijkheid 89 3.4 De Efteling anno 1961 90 3.4.1 Een rondgang door de Efteling 92 3.4.2 Het Sprookjesbos 97 3.5 Pieck en Reijnders als actoren 102 3.5.1 Peter Reijnders 103 3.5.2 Anton Pieck 109 3.5.3 Het samenspel tussen Pieck en Reijnders bij de Efteling 118 3.6 De praktijken van het impliciet vertellen van sprookjes in de eerste periode 119 3.6.1 Actoren en ideevorming 119 3.6.2 Ideevorming van sprookjes: wisselwerking tussen Pieck en Reijnders 120 3.6.3 Samenwerking met andere actoren: Pieck, Reijnders en de Eftelingers 121 3.7 De vertelpraktijk van Roodkapje als impliciete vertelling 122 3.7.1 Eerdere impliciete vertellingen van Roodkapje 122 3.7.2 Het creatieproces van Roodkapje als attractie in het Sprookjesbos 125 3.8 Expliciete vertelpraktijken van sprookjes (jaren 50-60) 135 3.8.1 Expliciete vertellingen van sprookjes in het park 135 3.8.2 De expliciete vertelling van Roodkapje bij de attractie 136 3.8.3 Expliciete vertellingen van sprookjes ‘buiten’ het park 138 3.8.4 De expliciete vertellingen van Roodkapje ‘buiten’ de attractie 140 3.9 De beleving van het Sprookjesbos – en van Roodkapje - begin jaren 60 143 3.9.1 Intenties van de actoren: beleving van het publiek 143 3.9.2 De beleving van de sprookjes van de Efteling (volgens journalisten) 145 3.9.3 De beleving van Roodkapje begin jaren 60 150 3.10 Vertelpraktijken van Roodkapje door de Efteling: handelingsmodellen en conclusies 152 3.10.1 Tijdruimtelijke conditionering 154 DE EFTELING ALS ‘VERTELLER’ VAN SPROOKJES 6 3.10.2 Structurele conditionering 154 3.10.3 Intenties 155 3.10.4 Gevolgen 155 Hoofdstuk 4 De Efteling als verteller van Droomvlucht (1992/1993) 159 4.1 Inleiding 159 4.1.1 Verantwoording 160 4.1.2 Bronnen en aanpak van het onderzoek 163 4.1.3 Opbouw van dit hoofdstuk 165 4.2 Tijdruimtelijke context 166 4.2.1 Sociaaleconomische en technologische ontwikkelingen in relatie tot vrije tijd 166 4.2.2 (Dag)recreatie/toerisme in Brabant 167 4.2.3 Concurrentie anno 1992 168 4.3 Culturele context: belang en betekenis van sprookjes begin jaren 90 170 4.4 De Efteling anno 1992 173 4.4.1 Eerdere praktijken die van invloed waren: vertellingen in het park 173 4.4.2 Overige praktijken in het park 182 4.4.3 Expliciete vertellingen buiten het park 183 4.4.4 Organisatiecontext 188 4.5 Ton van de Ven als actor 191 4.5.1 Achtergronden 191 4.5.2 Reflectie op sprookjes 196 4.5.3 Reflectie op praktijken van het impliciet en expliciet vertellen van sprookjes 198 4.6 Droomvlucht als narratieve praktijk 200 4.6.1 Wat vooraf ging aan het ontstaan van Droomvlucht 200 4.6.2 Creatieproces van Droomvlucht 202 4.6.3 Techniek versus vormgeving 208 4.6.4 Vertellingen rondom een impliciet sprookje 211 4.6.5 Reflecties: Droomvlucht een sprookje? 215 4.6.6 Reflectie op intenties: doelgroep, beleving en betekenis 216 4.7 Gevolgen van Droomvlucht 217 4.7.1 Beleving van de bezoekers 217 4.7.2 ‘Sprookjes als uniek en verdedigbaar concept’: inbedding in het beleid (1995) 220 4.8 Narratieve praktijken van Droomvlucht door de Efteling: handelingsmodellen en conclusies 223 4.8.1 Tijdruimtelijke conditionering 225 4.8.2 Structurele conditionering 225 4.8.3 Intenties 226 4.8.4 Gevolgen 226 Hoofdstuk 5 De Efteling als verteller van Sprookjesboom (2006 - heden) 231 5.1 Inleiding 231 5.1.1 Verantwoording 233 5.1.2 Bronnen en aanpak van het onderzoek 234 5.1.3 Opbouw van dit hoofdstuk 237 5.2 Tijdruimtelijke context 238 5.2.1 Sociaaleconomische ontwikkelingen 238 5.2.2 Concurrentie circa 1995 - heden 240 DE EFTELING ALS ‘VERTELLER’ VAN SPROOKJES 7 5.3 Sociaal-culturele context: kinderen als doelgroep van content 241 5.4 Ontwikkelingen