Er is een boek, met foto's en kaartjes, "De smeden van Schouwen-Duiveland", maar daarin worden de smeden van Zierikzee niet beschreven. Op de volgende pagina's wordt al de tot nu toe gevonden informatie per plaats gegeven over de smeden van het voormalige eiland, inclusief Zierikzee, vaak met de verantwoording, maar zonder de foto’s.

Als U zoekt naar een bepaalde naam kijk dan in de aparte index bij het "Verhaal over ijzer, smeden en Duiveland"

Wim Kesteloo, , feb.2011.

Op- en aanmerkingen graag naar wkesteloo apenstaartje zeelandnet.nl

Brouwershaven blz. 2 Bruinisse 13 Burgh 29 Dreischor 40 Ellemeet 56 Haamstede 65 Kerkwerve 80 (S) 89 Nieuwerkerk(D) 94 Noordgouwe 123 Noordwelle 132 Oosterland + Sirjansland 139 Ouwerkerk 164 Renesse 175 Scharendijke 184 Serooskerke (S) 192 Zonnemaire 198 Zierikzee 214

1

Brouwershaven.

Meer info over “E” Ongeveer waar Noorddijkstraat nr. 24 is. 1687 -- 1695 Pieter Cornelisz. Banckhouder, mr.smid te Brouwershaven, overl. ca.1694. Pieter is gehuwd met Stoffelijntje Marinusdr. Op 23 sep.1687 levert Lambrecht van der Linde aan Pieter Cornelisz. Bankhouder een huis met gevolge in de Noordstraat, gelegen tussen Giljaem de Messenmaker en het slop; tevens de smidswinkel met gevolge daaraan, gereedschap, ijzer, kolen en verder alles wat bij de smidswinkel behoort , voor 550 car. guldens plus 1 ducaat voor de kinderen. In 1691 op de Oude Coornmarkt, betaalt Pieter £1-1-5 huisschatting; de Oude Coornmarkt loopt dan van de markt tot “het slopje van Bos”; op de hoek van dat slopje is de smederij van Bankhouder. Op 15 nov.1693 is Pieter Banckhouwer, mr.smid, getuige bij de notaris. (4431/121) In 1694 betaalt Pieter Banckhouder’s-weduwe 4 schellingen “Brouwketel, Backovens en Smitzengeld” voor het adres “Aan Den Ouden Korenmarkt”. Op 1 maart 1695 koopt de wed. van Pieter een huisje in de Nieuwstraat voor £3.6.0.(4397) Op 8 april 1695 zal voor de kinderen en erfgenamen van Frans Talis, ter voldoening van een pandbrief van dec. 1686, ten stadhuize worden verkocht: Zeker huijs met zijn gevolge staende en gelegen in de Noordstraat aencomende den insolvente boedel van Pieter Corn. Banckhouder in zijn leven smit alhier, om daar aen en zoo verre het strecken kan te verhalen de inhouden van voornoemde tagbrieffe”. (copy) Op 3 nov.1695 huwt Stoffelijntje Marinusdr, de wed. van smid Pieter Bankhouder met smid Cornelis Janse Constant(se) en aangezien er gesproken wordt over een insolvente boedel, zal Stoffelijntje wel niet veel inbrengen in het huwlijk.

1695 -- ca.1729 Cornelis Janse Constant(se, geboren ca. 1669 te Heinkenszand, overleden 10 nov.1729 te Brouwershaven; hij is een zoon van Jan Constant, smid op Heinkenszand, en Blazijntie Corn. Langemaire. Op 26 sep.1695 worden er huwlijksvoorwaarden opgetseld en op 3 nov.1695 huwt Cornelis, als jongeman uit Heinkenszand, met Stoffelijntje Marinusdr, de wed. van Pieter Bankhouder; ze laten 4 kinderen dopen. Zij is op 30 jan.1707 ziek als ze haar testament maakt; ze overlijdt op 15 dec. 1707. Op 4 dec.1710 hertrouwt Cornelis met Arjaantje Lowijssse Geenisse, waarmee hij 6 kinderen krijgt. Cornelis is naast smid ook schepen, priseermeester (taxateur), weesmeester en diaken, hij wordt in de kerk begaven en er is daar nog een grafsteen van hem. Er zijn testamenten in 1713 en 1724 van Cornelis.(4434) 14 Maart 1697 wordt Cornelis beëedigd als poorter van Brouwershaven. In 1698 moet Cornelis in Brouwershaven 4 schellingen “Brouwketel, Backovens en Smitzengeld” betalen, wonende “aan den Oude Korenmarkt”. Over 1703 moet hij £2-1-6 ontvangen voor smidswerk, uit de boedel van Jacob Baeijertse. (5028- 83) 8 jan. 1704 koopt Cornelis van Jan Dubbeldam een boomgaardje aan de zuidoostzijde van de Noordstraat voor £11.0.0. (4397) Op 22 dec.1704 heeft meester hoefsmid Cornelis Constantse £ 1.13.11 tegoed voor smidswerk en geleverd ijzer uit een boedel. (4416A) Op 30 jan.1707 maken Cornelis en Stoffelijntje een testament bij notaris Q.v.d.Have, verwijzend naar de huwlijksvoorwaarden en met bepalingen over zilveren beugeltasjes, lepels enz; zij ligt dan ziek te bed.(4431)

2

In juli 1707 verkoopt Cornelis voor zichzelf en de mede-erfgenamen aan Hadewijn Arents een huisje op de S.t dijk te Brouwershaven voor £7.-.-. In 1712 ontvangt Cornelis £0.13.4 uit de boedel van Maetje Raeijers over meesterloon van een paard.(5056) Op 13 apr.1713 ligt Cornelis ziek te bedde, hij is kennelijk bang dat het niet goed gaat, want er wordt een testament opgesteld. Zijn 3 voorkinderen krijgen bijna 10 gemeten land plus een tuintje in de Noordstraat, en zijn huidige vrouw Adriaantje krijgt het huis en de smidse en het huis met tuin in de Nieuwstraat genaamd “Het Koolhuis”dat voor 200 pond in de boedel wordt gebracht. Zij krijgt ook de debiteuren boek, en dus het geld wat nog geïncasserd moet worden; deze boek moet na het overlijden van Cornelis meteen verzegeld worden.(Trompert) Op 13 april 1717 koopt Cornelis van Willem Paulisse een schuur en gevolge aan de Zuiddijk van Brouwershaven, tussen het huis van Corn. van Almenkercke en de schuur van Th. Jacobse voor £29.-.- en 5 silveren ducatons voor de vrouw van de verkoper.(4397) In 1719 betaalt Cornelis £0-3-11 belasting aan de gemeente voor een pand in de Nieuwe Straat en £ 0-6-8 voor de Noordstraat. Op 15 dec.1727 “gaat Raeyer Janse Oudijk zich in de smitswinkel van Cornelis Constands te buiten aan scheldwoorden ondanks vermaningen van baas en knecht” (4344-22 dec.1727) Op 27 maart 1730 wordt voor de erfgenamen en nagelaten wezen van Cornelis nog een huisje in de Noordstraat tussen het Begijnhof en Cornelia Looze verkocht voor £13.-.-. aan Engel IJserman en Simon Stokke.(raze 4397) Marinus Cornelisse is oudste zoon en erft of krijgt na het overlijden van Cornelis in 1729 mogelijk de smederij toegewezen. Ene Marinus vinden we als gareelmaker, het smidswerk gebeurt wellicht door zijn halfbroer Constant, die in 1742 de smederij overneemt. Zoons: Uit het 1e huw.: Marinus, geb. 1697, gareelmaker te Brouwershaven. Uit het 2e huw.: Jan, geb.1711(smid op Burgh, zie aldaar); Cornelis, geb.1714, timmerman op Brouw; Constant, geb.3 mei 1716, smid; Jacobus, geb. 1718, bakker op Brouw; en Loijs geb.1722.

ca.1729 -- 1742 Marinus Cornelisse Constantse, oudste zoon van Cornelis Janse Constant en Stoffelijntje Marinusdr., Marinus is ged. te Brouwershaven op 22 dec.1697; en overl. op 17 aug.1771. 1e huwlijk op 22 apr.1726 met Katharina Maartens (Catrijntje Meertense), ze overlijdt in 1732. 2e huwlijk op 26 juni 1737 met juffrouw Judit Couwenburg, gedoopt 1697, zij overlijdt op 18 mei 1773 en is, net zoals Marinus, in de kerk begraven. Uit beide huwlijken worden twee dochters geboren. Bijz.: Er zijn omstreeks die tijd twee Marinussen, één die smid is: deze Marinus Cornelisse Konstant (1697-1771), en de ander is herbergier: Marinus Janse Konstant ( 1746-1795; x Janna Stoffelsdr Fonteijn) met een huis en stalling, ”De Maagd van Mechelen”, aan de noordzijde van de Haven Op 29 maart 1728 maken Marinis en Catrijntje een testament; notaris Joh.de Rijke geeft hem dan aan als meester smid te Zierikzee.(4116-81) Op 27 maart 1730 koopt Marinus een hof uit de erfenis van zijn vader aan het einde van de Noordstraat voor £29.-.-. ; hij koopt ook een huis en gevolge, zijnde een zwingelkooi in het Begijnhof voor 10 schelling.(4397) Op 28 juli 1730 koopt Marinus 5 gemeten 189 roeden coornland voor £46.8.11 van de wed. Dubbeldam, die hij op 23 nov.1731 voor £ 51.-.- weer verkoopt aan Joh.v.Lymburgh.(4397) Op 24 mei 1737 maken Marinus en Judith Couwenburg een huwelijkscontract; in1738 maakt Marinus een testament.(4434) 22 feb. 1742 levert Marinus aan zijn halfbroer Constant Cornelisse “zeker huijs, smitse en schuur gelegen in de Noord en Nieuwe straat en dat voor een somma van £266.13.4”.(4398)

3

Op 23 juni 1752 koopt ene Marinus Constans van dhr.Ajtema een schuur in de Nieuwe Nieuwpoort bij de Schuijthaven voor £66.-.-. Op 9 dec.1761 maakt Marinus een testament. Op 23 dec.1771 is er een akte over de nagelaten goederen.(4422)

1742 -- na 1776 Constand Cornelisse Constant, zoon van Cornelis Janse Constant en Arjaantje Lowijs, Gedoopt.: 3 mei 1716 te Brouwershaven. Geh., smid, 23 jaar oud, op 19 aug.1739 te Brouwershaven met Susanna van den Broeke, geb. 12 mei 1715 te Brouwershaven. Totaal ca. 7 kinderen. Bijz. 22 feb. 1742 koopt Constant Cornelisse van zijn halfbroer Marinus “zeker huijs, smitse en schuur gelegen in deze Noord en Nieuwstraat voor £266.13.4”.(4398) ; hiertoe krijgt hij van Marinus een hypotheek van £300.-.- tegen 3½% rente, die op 18 mei 1764 wordt geroyeerd. (4388) Op 11 apr.1747 levert Cornelis Constant, die optreedt als administrateur van de diaconie van de kerk aan Constant Cornelisse Constant een huis in de Nieuwstraat, zo bekend aan de koper. 24 nov.1763 wordt Konstant Konstant, mr.smit te Brouwershaven voor arbeid en leverantie van ijzer, £4.17.1 toegewezen uit de geabandonneerden boedel van schepen Cornelis Jacobse van Brijdorpe en Klaaskinderen; idem £ 2.14.11 uit de geabandoneerden boedel van Tonis Gillisse Tjoeke over werk in 1761 en 1762 (4895) Op 25 sep.1767 tegoed uit geabandoneerde boedel van Stoffel Janse Fonteijne.(4416) 31 juli 1769 als er omstreeks deze tijd ergens anders is ingebroken verklaart Susanne, dat er bij haar in feb.1768 ook is ingebroken: “ “dat zij ’s morgens, in haar huis staande , over de snitswinkel aan de westzijde van de Oude Korenmarkt, komende aldaar heeft vermist een koperen ketel en een stuk ham” (4436) Op 6 maart 1773 koopt Konstant Konstant 5G.262R.land in ’t Burgbevang van Briedorpe van dominee Hermanus Ferree uit Dreischor voor 41-2-0 pond vlaams.(4828) 11 april 1776 maken Constand en Susanna een testament waarbij “hun zoon Leendert krijgt de smitswinkel, 2 huizen, alsmede de schuur en de weilanden”.(4436) Zoon: Leendert, geb. 6 aug.1752,

Na 1776 -- 1806/1814 Leendert Constantse, zoon van Constant Constandse en Susanna v.d.Broeke. Gedoopt op 6 aug.1752 te Brouwershaven, overleden aldaar op 1 feb.1806. 1e Huw. smid, 23 jaar oud, op 25 mei 1775 te Brouwershaven met de 16 jarige Judith Gillisdr. Knaauw, geb.12 nov.1758 te Brouwershaven, overl.6 sep.1792 te Brouwershaven, 34 jaar oud. Zij kreeg 12 kinderen. 2e Huw., smid, op 2 maart 1796 met Cornelia de Blonde, Bijz.: Op 11 april 1775 koopt Leendert voor £35.-.-.; van Hendrik Verkeer een huis in de Noordstraat, belend door: ten zuiden Cent van Akeloo en ten noorden Krabbendijke. Op de lijst dienstpl. 1797, Leendert, smid, op D37 te Brouwershaven. Op 24 maart 1780 verkoopt Leendert een huis met erf aan de oostkant van de Noordstraat, genaamd “De Goude Klokke” voor 40 ponden vlaams aan Adam Laagendijk.(4404) Op 23 jan.1781 levert Adriaan van den Hamer aan Leendert Constantze voor 7 pond vlaams een pakhuis staande op de Oude Koornmarkt.(4404) In 1782 blijkt dat smidsbaas Leendert nog £4.16.10 tegoed heeft voor smidswerk in 1777-1781 uit de insolvente boedel van Cornelis van Splunder.(4416) Op 19 dec. 1786 heeft Leendert nog £9.4.8 tegoed voor smidswerk, gedaan voor de op 22 nov.1785 overleden Adriaan Constandze die gehuwd was met Adriaanje Jobs.

4

Op 11 sep.1792, na het overlijden van Judik, maakt Leendert een besloten staat en inventaris voor de weeskamer vanwege de 6 nog levende minderjarige kinderen. Het huis en de smidse waardeert hij op £200.0.0, een weiland op £300.0.0, een stukje korenland op £116.13.4, huisraad enz. op £50.0.0, goud en zilver (sieraden) op £33.6.8. Er zijn nog een paar kleine zaken, en er is nog £50.0.0 te vorderen, na aftrek van alle te betalen zaken, kortom, er is £780.0.0 aan baten, een rijke smid dus. In 1794 blijkt dat smidsbaas Leendert nog £0.13.0 tegoed heeft voor smidswerk in 1777-1781 uit de insolvente boedel van Willem de Jonge.(4416) Als op 21 oct.1796, Willemijntje Cristaleijn, de vrouw van landbouwer Cor.Constandse Constand overlijdt, blijkt dat hij £87.11.3 moet betalen aan Leendert voor geleend geld en smidswerk.(4428) Op 5 dec.1797 moet er uit een boedel ontvangen worden.(4428) Op 17 april 1798 levert burger Leendert een huis met erf aan de oostkant van de Oude Korenmarkt met de Nieuwstraat ten noorden, aan Cornelis L. Stoel voor 16 pond. Op dezelfde dag koopt Leendert voor £ 1.6.0 van de stadsbode Pieter van Keulen het erf aan de noordkant van de Noordstraat dat ten oosten en westen van Leendert ligt. (4404) In 1803 en 1804 worden uit de boedel van Mar.Hollander aan Leendert Constandse 2 rekeningen betaald voor smidswerk (zie copie) en ook Matthijs Kopmans eist £-.15.- voor smidswerk in 1801. (4428) (WAAR ZIT KOPMANS?) O.a. in 1803, en in 1806, het jaar waarin hij zijn testament maakt en overlijdt, is Leendert één der schepenen. (4423) Cornelia zet de zaak tot 1814 voort met behulp van zoon Marinus terwijl zoon Adriaan voor zichzelf begint in de Poortdijkstraat. Na het overlijden van Marinus gaat de smederij naar Adriaan. In 1812 woont Cornelia op D-77, samen met de 26 jarige zoon Marinus en de 23 jarige dochter Adriana.(bev.reg.) Op 7 feb.1818 verkopen de erven van wijlen Leendert Constandse via een onderhandse akte aan Adriaan Constandse een huis en erve, nr D-77, een werkhuis (smederij?) nr D-78 , aan de oostzijde van de Noordstraat groot 3 roeden en 50 ellen, en een pakhuis nr.D-13 aan de noordzijde van de Noordstraat, groot 62 ellen, voor f.1800,- Zonen:  Adriaan Leendertse Constandse, geb.6 oct.1777 te Brouwershaven, zie hierna.  Marinus Leendertse Constandse, geb.2 dec.1785 te Brouwershaven, zie hierna.

mei 1814 – 1817 Marinus Leendertse Constandse, smid, zoon van Leendert Constandse en Judith Knauw. geb. 2 dec.1785, overl. 17 nov. 1817 te Brouwershaven, 32 jaar oud, burg. staat onbekend. Bijz.: Inwoner van Brouwershaven in 1811, in 1813, ongehuwde hoefsmid. Op 18 mei 1814 wordt door Cornelia, Adriaan, en Susanna Constandse, samen de erven van Leendert Constandse, het huis en smidse in de Noordstraat D-77 en D-78 verkocht aan Marinus voor f.1000,-.(not.J.G.Blauw) Waarschijnlijk houdt Marinus een hypotheekschuld aan die erven, want na zijn overlijden wordt op 7 feb.1818 via een onderhandse akte het huis en erf, zijnde een smederij, aan de oostzijde van de Noordstraat groot 3 roeden en 50 ellen, met een pakhuis aan de noordzijde van de Noordstraat, groot 62 ellen, voor f.1800,- verkocht aan Adriaan, de broer van Marinus.

1818 – 1825/1849 Adriaan Leenderts Constandse, zoon van Leendert Constandse en Judith Knauw, geb.8 oct.1777 te Brouwershaven, overl.7 oct.1825 te Brouwershaven, 48 jaar oud. Geh., als hoefsmid met Martina Kelderman, geb.7 sep.1778, overl. 26 jan.1848. Zij is na Adriaan’s overlijden, een poosje “smederin”. Adriaan koopt in 1807 de smederij in de Poortdijkstraat van Machiel Constandse; pas in 1818, na het overlijden van zijn broer Marinus koopt hij de smederij Noordstraat

5

Op 30 dec.1807 vraagt Adriaan inzage in de besloten inventaris van wijlen Judith Knauw, zijn moeder..(4423) 22 Maart 1808 leent mr. smid Adriaan Constandse Mzn. van schout en secretaris Daniël Hocke £116.13.4 oftewel 700 gulden tegen 6%, daaraan verbindende een hypotheek op een pas aan Adriaan geleverd huis en erf staande aan de Oostzijde van de Poortdijkstraat in wijk C nr.103; alsmede “een smitswinkel, deszelfs gereedschappen, voorders gemaakt en ongemaakt ijzer, koolen, alle zijns Meubilaire Goederen en alle zijne in te manen Actiën en Crediten en Eijndelijk alle Erfenissen en besterfenissen welke den comparant in tijd en wijlen zullen aankomen”.(4391 nr.40) In 1808 staat Adriaan als smidsbaas op de lijst voor patenten belasting. In 1812 wonen de 36 jarige Adriaan en de 33 jarige Lijntje met Leendert en Pieter (waarvan geen leeftijd is vermeld) op nummer C-103.(bev.reg.) Op 6 feb.1818 verkopen de erven van wijlen Leendert Constandse (na het overlijden van Marinus) via een onderhandse akte aan Adriaan Constandse een huis en erve, zijnde een smederij, aan de oostzijde van de Noordstraat groot 3 roeden en 50 ellen, en een pakhuis aan de noordkant van de Noordstraat, 62 ellen, voor f.1800,- In 1820 heeft Adriaan van zijn voorganger Marinus Constandse overgenomen: Het huis D-77, het werkhuis D-78, pakhuis D-13, en een huisje A-13c Er is in 1819 ook nog een huis in de Poortdijkstraat C-103 dat naar kad.nr.158 (Ant.Hagensteijn) gaat, en huis D-18 dat naar kad.nr.153 (Gerrit de Vos) gaat. Op 4 oct.1825, 3 dagen voor zijn overlijden, maakt Adriaan zijn testament bij notaris v.d.Halen. Op 1 juni 1831 leent de weduwe, smederes Martina Kelderman, van koopman Roeland van Nieuwenhuijse f.800,- tegen 5% met als onderpand de helft van een weiland onder Breidorpe en de helft van het huis en smederij aan de Oostzijde van de Noordstraat nr.77 en 78 sectie C-29 groot 320 m2, en op het pakhuis aan de westzijde van de Noordstraat nr.D-13, sectie C-190, groot 72 m2. (not. D.Uijtenhooven) Op 22 feb.1833 staat de volgende advertentie in de Zierikzeesche Nieuwsbode: “Openbare verkoping in het logement “Het Nieuwe Koffiehuis” voor de weduwe en kinderen van wijlen Adriaan Constandse. Huis, smidse en pakhuis wijk D nr.77 en 78 ; plus een weiland te Brijdorpe”. Deze verkoop gaat niet door, want zoon Leendert koopt in 1849 van de andere erfgenamen. In 1845 verkoopt smidsknecht Jan Constandse met zijn moeder Marina een paar stukjes land aan Leendert.(v.Halen) Zoons:  Leendert, geb.7 feb 1810, opvolger.  Jan Constandse Azn, smid, zoon van Adriaan Constandse en Martina Kelderman, geb.17 nov.1817 of 28 nov.1818 te Brouwershaven, overl.26 jan.1879. Geh. op 30 sep.1847 te Duivendijke met de 23 jarige Jacoba van der Schelde, geb.6 aug.1823 te Ellemeet, overl.17 apr.1869 te Brouwershaven, 45 jaar oud. In 1842 is Jan, 25 jaar oud, zonder beroep, bij zijn broer Leendert in huis (daar zit ook moeder Marina) Bijz.: Jan komt in dec.1851 vanuit Duivendijke naar Brouwershaven. Jan werkt waarschijnlijk bij zijn broer Leendert en later bij Machiel. In de periode 1850/1860 wonen ze op Nieuwstad D-46, wordt D-45, dan D-43. Zonen: Adriaan, geb. 1847 op Duivendijke, hij wordt metselaar en gaat 1872 naar St.Maartensdijk, Constand, geb. 1852 op Brouw., smid, gaat in 1872 naar Tholen, en Leendert, geb. 1855 gaat in 1888 naar Middelharnis. Bijna dezelfde namen als de zoons van zijn broer Leendert! Op 2 juni 1882 is er een verkoop van beesten met wat gemaakt ijzerwerk voor J.Constandse.

6

Op 18 aug.1882 kondigt not.v.d.Bent een verkoping aan voor de erven van wijlen J.Constandse (en Jac. v.d Schelde)van een woonhuis mer erf, sectie C-508 groot 230 m2 met wat meubilair.(N.B. en kad. 408) Na het overlijden van Jan komt smid Johannes Constandse, geb.10 nov.1860 als zoon van Machiel Constandse en Dana Hocke, hier wonen, hij is getrouwd met Aagtje van Beveren, ze krijgen een zoon, de op 20 oct.1890 geboren Machiel Johannes; ze wonen Noordstraat D-32, dan D-43.(zie Noordstr.8)

sep.1849 -- jan.1855. Leendert Adriaanse Constandse, (1809-overl. in Amerika) Geh. op 27 aug.1834 te Brouwershaven met de 23 jarige dienstmeid Helena Bouman, geb. 28 feb.1811 te Renesse, overl. in Amerika Bijz., Jonge kinderen overl. 1842,’49 en’52 te Brouwershaven. In de per.1838//55 op D-77. In de per. 1843/48 zit zijn moeder Martina ook op D-77. Op 18 sep. 1849 koopt Leendert van zijn broers Jan, smid op Brouwershaven; en Constand, timmerman in Rotterdam, en van hun zuster Maria: 3/4e gedeelte van het huis, erf, smederij en pakhuis (zoals beschreven op 20 jan.1855) plus een weiland van 2 bunder 55 roeden in Duivendijke, voor f.1200,- ; het resterende 1/4e gedeelte komt hem toe als mede-erfgenaam van zijn ouders.(not.v.Halen) Op 5 oct.1854 leent Leendert f.900,- van Daniel Beije uit Zierikzee.(not.Ermerius) Op 20 jan.1855 verkoopt Leendert, smid te Brouwershaven voor f.1800,- aan zijn verre neef Machiel Constandse thans te Brouwershaven, eerder wonende op Zonnemaire, een huis en erve, zijnde een smederij, C-505 (was C-29) aan de oostzijde van de Noordstraat (nr.77), groot 350 m2, en een pakhuis aan de noordzijde van de Noordstraat, C-452 (was C-190), groot 62 m2. Leendert emigreert 11 april 1855 met zijn vrouw en één kind naar Amerika. Zonen:  Adriaan, geb. 19 feb.1835 te Brouwershaven.  Constand Leendert, 13 maart 1839.  Cornelis, 16 oct.1843;  Leendert, 29 dec.1850 Kadaster: k-34, dan k-359, dan k-434, (en dat is Machiel Constandse met Kommertje Gast).

1855 -- 1885 Machiel Constandse Joh.Mach.zn.smid, zoon van veldwachter/gemeentebode Johannis Machielz. Constandse en Tannetje van der Bijl, geb. 7 nov.1812 te Brouwershaven, overl. 7 mei 1885 te Brouwershaven, 72 jaar oud. Geh., op 19 dec.1838 te Brouwershaven met Kommertje Gast, geb.13 aug.1814 te Brouwershaven, overl. 9 jan.1894 te Maassluis, 79 jaar oud, ze wonen later Haven A-27; bij haar overlijden aan de haven op A-59. Bijz.: In 1838 woont Machiel op D-60 bij Jan Constandse om het smidsvak te leren, na zijn huwlijk woont hij op D-82 bij Adriaan de Rooij; ze wonen ook nog op D-49. Kadaster nr.434: 1/: C-505, huis en erf in de Nordstraat op 350 m2; er wordt ca.1874 verkocht, gaat een stukje naar k745 en 746, het restant naar k434/3 2/: C-452, een pakhuis van 62 m2 wordt ca. 1860 verkocht naar k511/2. 3/: C-505 wordt C-1080, een huis met erf op 212 m2, wordt ca.1892 verkocht naar k 979. 4/: C-155, een huis met erf op 152 m2, komt van k844, wordt ca. 1891 verkocht naar k 966?. ( in 1885 is het totaal 364 m2, en in 1892 is het 212 m2) Op 1 sep. 1840 vertrekken naar Zonnemaire, waar ze tot 1854 een eigen smederij hebben;

7

Op 15 sep.1854 wordt Machiel ingeschreven op Brouwershaven. Op 20 jan.1855 zijn ze terug in Brouwershaven en neemt Machiel de smederij over van zijn verre neef Leendert Constandse aan de Noordstraat in Brouwershaven.(Ermerins) Het is dan een huis en erf sectie C-505 van 3 roeden en 50 ellen en een pakhuis C-452 van 62 ellen. Het pakhuis wordt verkocht aan Corn. van ’t Hof die er een huis bouwt; Op 7 dec.1859 maken Machiel en Kommertje een testament bij not. Ermerins. Op 9 sep.1865 verkoopt Machiel een huis in de Noordstraat, nr.C-191 voor f.600,- aan Stoffel van der Velde (Ermerins) Op 11 dec.1869 koopt smid Machiel Constandse J.M.zn. voor f.1600,- een huis met schuur, erf en tuin, D-92, 93 en 94 te Nieuwerkerke bij Kerkwerve van timmerman Pieter van der Werve. (v.d.Bent) Op 19 nov. 1870 verkoopt Machiel op Nieuwerkerke.een paar koeien een os en wat huisraad voor f.519,65. In het voorjaar van 1871 worden een paar osjes en hout verkocht. En op 27 juli 1871 volgt nog een verkoping van dergelijke zaken. (vdBent) Op 11 mei 1875 leent Machiel Constandse Jan Machielszoon, smid, f.400,- van metselaar Marinus Slager met als zekerheid een woonhuis en erf, sectie C-449, groot 69 m2 bekend als Tuin.(vdBent) Op 13 oct.1884 krijgen Machiel, zonder beroep, en zijn vrouw ieder 1/4e deel uit de nalatenschap van hun dochter Tannetje, de weduwe van Hendrik Schikker, (vdBent) Op 1 jan.1890 vraagt J.Constandse een smidsknecht. (Johannes?) Op 27 maart 1890 verkoopt Joh.Constandse ijzeren hekken en bascule. Op 12 juli 1892 koopt Joh. Corn. Constandse van zijn moeder, broers en zusters het 7/8ste gedeelte van een huis, smidse en erf te aan de Noordstraat te Brouwershaven , C-1080, groot 212 ca. voor f.700,-; door vererving bezit hij al 1/8ste. Johannes neemt hierop een hypotheek van f.500,- bij Joh. Hollander.(v.d.Bent) Op 2 mei 1894 stelt notaris van Nouhuis vast dat de erfenis f.2855,20 groot is. Het huis en de smederij staat een poosje op naam van de wed.Kommertje Gast, er wordt iets van verkocht, het wordt ca.1875 Noorddijk D-45/46, een huis met erf sectie C-1080, groot 212 m2. Zoon:  Johannes Cornelis, geb. 2 mei 1849 te Zonnemaire, zie hierna.

1885 -- 31 dec.1897 Johannes Cornelis Constandse, zoon van smid Machiel Constandse en Kommertje Gast Geb. 2 mei 1849 te Zonnemaire, overl. 8 jan.1934 te Brouwershaven, 84 jaar oud. Geh., smid, 29 jaar oud, op 8 nov.1878 te Brouwershaven met de 24 jarige schippersdochter Esther de Korte, geb.19 juni 1854 te Brouwershaven, overl.aldaar op 11 feb.1912, 57 jaar. Bijz.: Woont in de per.1925/39 op Noordstraat D-30, later Haven D-18. Kadaster nr. 979: sectie C-1080, huis en erf op 212 m2; ca. 1891 sloop en herbouw. Op 18 sep.1854 wordt de 5 jaar oude Johannes op Brouwershaven ingeschreven op de Noordstraat 50, komende van Zonnemaire. 13 jan.1880 in de Nieuwsbode: “Mr.Smid J.C.Constandse vraagt een hoef-en smidsknecht”, op 8 maart 1881 vraagt hij een ongehuwde smidsknecht en op 23 feb.1892 een smidsknecht die een paard kan beslaan. Op 12 juli 1892 koopt Joh. Corn. Constandse het 7/8ste gedeelte van een huis, smidse en erf aan de Noordstraat te Brouwershaven , C-1080, groot 212 ca. voor f.700,-; door vererving bezat hij al 1/8ste. Johannes neemt hierop een hypotheek van f.500,- bij Joh. Hollander.(not. v.d.Bent) Op 1 jan.1895 wenst mr.smid Joh Constandse gelukkig nieuwjaar. Zonen:  Jacob Cornelis, geb 30 juni 1881, zie hierna.  Machiel, die naar Amerika gaat als timmerman.

8

1898 -- ca 1945 Jacob Cornelis Constandse, zoon van Joh. Corn. Constandse en Esther de Korte, geb. 30 juni 1881 te Brouwershaven, overl.5 nov.1970 te Brouwershaven, 89 jaar oud. NH Gehuwd, smid, 33 jaar oud, op 23 juli 1914 te Zonnemaire met de 28 jarige zus van smid Piet Verhulst uit Zonnemaire Adriana Pieternella Verhulst, geb.9 oct.1885 te Zonnemaire, overl.30 nov.1973 te Brouwershaven, 88 jaar oud. Per.1925/39 Heereweg C-64>Noordstraat D-50. Bijz.: Op 22 aug.1903 zet Jacob Constandse, smid te Brouwershaven, een advertentie waarin hij wanmolens en ploegen aanbiedt, met gratis inlichtingen! Hij biedt ook fietsen en een veewagen aan. In 1908 adverteert J.C.Constandse, smid te Brouwershaven met draai-en zethekken, zig-zag eggen, een tweepaards treemolen en een rechtstro-dorstafel. Jacob wordt ook eigenaar van het ernaast gelegen pand, een huis, schuur en erf, sectie C-2106 groot 438 m2 (was sectie C-1852 van winkelier den Boer, en daarvoor een schuur op sectie C- 1282; later wordt het een zomerwoning) Zonen: Johannes Cornelis, geb. 9 aug.1915; Pieter geb.8 nov.1932 en Machiel, geb.14 sep.1922.

ca 1945 - 1981

Aan het eind van de oorlog gaat de zaak verder met de zonen Pieter en Machiel onder de naam: “fa. Jac. Constandse en Zn.”, het is dan nog sectie C-1853, een huis met werkplaats en erf groot 255 m2. Later wordt de naam: “Gebr.Constandse”. Na de ramp wordt er gesloopt, het wordt nu alleen werkplaats.

Pieter Constandse, zoon van Jacob Constandse en Adriana P.J.Verhulst Geb.11 jan.1918 te Brouwershaven, overl. 26 sep.1992. Geh., als smid, met Wilhelmina Catharina Smalheer, geb.8 nov.1932. Zonen: Jacob Pieter, geb. 5 apr.1968, en Jan, geb. 8 feb. 1970.

Piet werkte samen met zijn broer: Machiel Constandse, zoon van Jacob Constandse en Adriana P.J.Verhulst Geb. 14 sep.1922 te Brouwershaven, overl. Geh., smid, op met Pieternella Dorst, uit Tholen, geb. Bijz.: Kort na de oorlog, 30 juni 1945 zet vader Jacob Constandse een advertentie in “de Vrije Stemmen”, de vervanger van de “Zierikzeesche Nieuwsbode” (die tijdelijk gesloten was wegens pro-Duitse ideeën gedurende de oorlog): ”Wie kan inlichtingen verschaffen over mijn zoon Machiel Constandse, geb. 4 sep.1922, gewerkt hebbende voor de Browersche Gutsverwaltung Burghof Bell (Krs.Maijen), Dld.”. Op 1 jan. 1956 veranderd het nummer D-50/51 van de smederij in Noorddijkstraat 24; de woning D52 wordt Noorddijkstraat 26. Zoon: Jacob, geb. 7 mei 1957 te Brouwershaven, huwt Gerdi Thiery uit Nieuwerkerk, wordt vrachtwagenchaufeur. In oct. 1981 houdt Pieter er, als laatste smid Constandse, mee op. Zijn broer Johan koopt het pand, dat daarna als stalling gebruikt wordt.

De oude smederij is later gekocht door mevr. M.Bakker-Midivane, die er een kinderopvang, VVV- kantoor en/of museum van wilde maken; nu is het van dhr.W.de Jong.

9

Brouwershaven, meer info over “G”, na ca.1818 Ongeveer waar Noorddijkstraat nr. 8 is.

ca.1818 – 1855 Jan Machielz. Costandse, zoon van Machiel Konstans (smid in de Poortdijkstraat) en Ariaantje de Oude. Jan is geboren op 1 dec.1783 te Brouwershaven, overl. 1 oct.1855. Geh., hoefsmid, 35 jr. oud, op 7 aug.1818 te Brouwershaven met de 27 jarige Levina Koreman, gedoopt 24 apr.1791 te Zonnemaire, overl. 26 nov.1858 te Brouwershaven. Bijz.: Jan komt maart 1816 uit Zonnemaire. In 1818 sectie C-179; huisnr. 69 en D-70. In 1822 is door ernstige branden en ziekten is het inwonertal van Brouwershaven gezakt tot rond de 320. Op 11 feb.1829 maken de ijzersmid Jan en Levina hun testament bij not.v.Halen. In 1833 is Jan eigenaar van een huis en erf groot 123 m2 op sectie C179 (bel. f.63,-), en een pakhuis van 71 m2 op sectie C186 (bel. f.8.38) In 1838 wonen ze op D-69. Hun neef Machiel Constandse Joh.zn, geb.7 dec.1812, de zoon van veldwachter Johannes, (die in 1833 een paar huizen verderop aan de andere kant van de straat woont), woont in 1838 bij hen in om het vak te leren. Machiel wordt smid op Zonnemaire van 1840 tot 1854 en neemt in 1855 de smederij van Leendert Constandse, nu Noordstr 22, over. (1855-1885) Kadaster nr 35 geeft aan dat het pakhuis een nieuw nummer krijgt,C-129 wordt C-447, en dat er een tuin bijkomt C-449 groot 69 m2. en een huis met erf sectie C-191 groot 170 m2. Op 12 juni 1855 verkoopt koopman Jan Machiel Constandse voor f.2245,- aan zijn zoon hoefsmid Machiel Constandse Janszoon: ( zie ook kadaster nr. 443) 1e: Een huis met erf, sectie C-191 groot 170 m2, (nu Noordstraat 15) zoals door Jan op 10 dec.1851 verkregen met een onderhandse akte; waarschijnlijk gaat Machiel daar wonen. 2e: Een huis met erf sectie C-179, groot 173 m2; met een tuin, sectie C-449, groot 69 m2; verkregen met een onderhandse akte die op 2 nov.1818 geregistreerd is. 3e: Een pakhuis met erf, sectie C-447, groot 68 m2; onderhands verkregen 4 juli 1829. Smidsknecht Marinus Dijkgraaf uit Brouwershaven is één der getuigen. Zoon en enig kind: Machiel Jan, geb. 22 dec.1822 , zie hierna.

ca.1855 -- ca.1889 Machiel Jansz. Constandse, hoefsmid, zoon van smid Jan Machielz. Constandse en Levina Koreman, Machiel is geb. 22 dec.1822 te Brouwershaven en overleden aldaar op 4 juli 1889, 66 jaar oud. Hij trouwt op 4 juli 1845 te Brouwershaven met de 20 jarige particuliere Dana Hocke, geb. 6 juni 1825 te Brouwershaven, overleden aldaar op 10 juli 1903, 78 jaar oud. Zij komt uit een gegoede landbouwersfamilie, wonende op “Mon Genie”, die niet blij is dat Dana met een smid moet gaan trouwen! Dana is een lastige, bedillerige vrouw, die het later ook haar zoon Johannes knap moeilijk maakt als hij de smederij voortzet. Machiel woont na zijn huwlijk eerst bij zijn ouders, in de per.1850/1860 op D-32. Op 14 juli 1859 lenen Machiel en Dana f.2100,- van Willem Hocke, met als onderpand een huis, erf en pakhuis, nr. 71 en 72 op sectie C-180, groot 1238 m2, dat hij op 26 maart 1855 met een onfderhandse akte heeft verkregen; en op 2 huizen , een pakhuis en erf, sectie C-190, groot 170 m2 en sectie C-179, groot 123 m2; sectie 447, groot68 m2 en 449 een tuin van 69 m2. (CvdLdC) Maart en aug.1860 wordt door M.Constandse J.M.zn. een smidsknecht gevraagd.

10

Op 4 oct.1861 verkoopt Machiel Constandse, smid op Brouwershaven voor f.1260,- land aan Willem Hocke, dat zijn vrouw Dana eerder voor 1/4e heeft geërfd, (not.C.v.d.Lek de Clercq) Op 1 mei 1868 leent Machiel Constandse Janzn , hoefsmid, van Frans Jan Hallingse f.600,- op het op 16 maart 1855 met een onderhandse akte verkregen huis en erf op de Oude Korenmarkt, D-33, sectie C-180, zonder het pakhuis. Op 22 juni 1870 maken Machiel en Dana een nieuw testament op langstlevende.(vdBent) In 1872 en 1877 wordt een 2e knecht gevraagd. Op 30 sep.1873 adverteert M.Constandse, mr.smid te Brouwershaven met ploegen, kachels, dakgoten enz.; en hij vraagt ten spoedigste een smidsknecht. Op 20 apr.1874 leent Machiel f.2500,- van Frans Jan Hallingse. Onderpand is een 1e hyp.op huis en erf C-179, groot 183 m2 en op een pakhuis C-447, groot 88 m2 die hij in 1855 heeft gekocht en nog op een tuin in Kerkwerve; verder nog een 2e hyp. op het huis, pakhuis en erf C-180, groot 138 m2. (vdBent) Op 6 aug.1881 adverteert mr.smid M.Constandse als agent voor landbouwwerktuigen. 18 Nov.1886 biedt mr.smid M.Constandse JM.zn een winkelinventaris aan met kasten, meelbakken, toonbanken enz.;hij heeft ook 2 achterassen te koop met veren voor een ezel-of hittenkar. Op 1 jan.1889 staat de laatste nieuwjaarswens van mr.smid Machiel Constandse te Brouwershaven in de Nieuwsbode; hij overlijdt op 4 juli van dat jaar. Zonen:  Jan, geb. 22 nov. 1845, winkelier-smid-koopman, huwt Toontje van den Bout, later zit hij in “Het Huis van Nassau”in Zierikzee.  Adrianus, geb. 4 mei 1848, winkelier, huwt in 1874 met Neeltje Braam. Eerst smid-winkelier, later hotelhouder , zie “Baanslop”.  Willem, geb. 30 mei 1857, smid, in 1875 in Hooge Zwaluwe, in 1878 in Beets.  Johannes, geb.10 nov.1860, neemt de smederij over.  Jacob, geb. 4 dec.1865, later machinist bij de marine.

1886 -- 1896 Johannes Constandse, geb. 10 nov.1860 te Brouwershaven, huwt 24 jr. op 8 mei 1885 te Brouwershaven met schippersdochter Aagtje van Beveren, geb. 4 feb.1864 te Brouwershaven. Johannes komt 13 dec.1879 uit Scherpenisse en zijn huisnummer in Brouwershaven is eerst D-32, dan D-43. Hij zet de smederij van zijn vader voort, maar moeder Dana, die boven de zaak woont, bemoeit zich erg veel met de zaak en maakt hem het leven niet gemakkelijk. Op 19 aug.1890 staat er in die krant ten verzoeke van J.Constandse een advertentie : “Verkoop van een compleeten smederij-inventaris: 2 blaasbalgen, 2 aambeelden, 2 bankschroeven, snij-ijzers enz. enz.; plus een kruidenierswinkel-inventaris, plus meubelen en andere roerende goederen.” In 1892 biedt hij een strosnijder aan, in 1894 heeft Johannes (dam)hekken te koop, en in dat jaar vraagt hij ook een knecht. Johannes vertrekt in 1896 naar Ridderkerk, later Slikkerveer, en wordt magazijnmeester bij de firma de Vries Robbé. De zaak wordt verkocht aan:

1897 - 1936 Pieter Provoost, smid, zoon van huurkoetsier Pieter Provoost en Maatje Louws, geb. 4 juni 1858 te Domburg, overl. 19 mei 1941 te Brouwershaven, 82 jaar oud. 1e Huw., smidsknecht, 27 jr.oud, op 1 mei 1885 te Domburg met de 28 jarige dienstbode Maria van Luijck, geb. ca 1857 te Wolfersdijk, overl. 3 mei 1912 te Brouwershaven, 55 jaar oud. 2e Huw., smid, 55 jaar oud, op 16 oct.1913 te Brouwershaven met de 53 jarige wed. van Marinus Zweedijk, Elizabeth de Puijt, geb. ca 1860 te Wolphaartsdijk, overl.1 juni 1930 te Brouwershaven, 70 jaar oud.

11

Bijz: In mei 1895 komt hij van Kortgene naar Zonnemaire en werkt als smidsknecht bij Piet Kesteloo tot hij in sep 1896 vertrekt naar Brouwershaven. Op 1 jan. 1897 neemt P.Provoost de smederij over van Joh.Constandse Mzn en zijn moeder. (Z.N.) Vooral het werk voor de Rijksbetonning hoopt hij voort te zetten! Op 8 aug.1901 leent Pieter Provoost, smid te Brouwershaven, f.1300,- van hotelhouder Jacobus Scheele uit Domburg; onderpand is een 1e hyp. op een huis en erf C-553 te Brouwershaven groot 150 m2.(not.Nouhuis) Op 12 mei 1903 adverteert Piet met hekwerken en peeverplanters. Huis en erf op sectie C-1373, groot 215 m2 wordt 1935 verkocht naar kad.nr. 1686/5. Pakhuis-garage met erf C-447 en tuin C-448, resp. 68 en 48 m2 en komende van kadastraal nr.443/4 en 1047/3 worden samengevoegd? en verkocht naar kadastraal nr. 1636/1 In 1930 wordt het dak van huis en smederij Nr. D-43, sctie C-1044 vernieuwd. (Br.524) Zonen:  Marinus Provoost, geboren op 23 juli 1888 te Kortgene.  Pieter Willem Provoost, smid, geb. ca 1898, overlijdt, ongehuwd, op 2 nov.1930, 32 jaar oud,

1936 -- 1959 Marinus Provoost, smid, geboren op 23 juli 1888 te Kortgene, overleden op 17 maart 1965 te Zierikzee op 76-jarige leeftijd, zoon van Pieter Provoost en Maria van Luijck. Geh. op 14 nov.1912 te Brouwershaven Jannetje Pieternella Krijger, de dochter van Pieter Krijger en Pieternella Gast, geboren 3 feb.1890 te Brouwershaven, overleden 31 oct.1980 te Middelharnis.

Hierna nog de fam. van Ham die meer de loodgieterskant opgaan tot ze in 1967 failliet gaan. Nu, in 2009 is het een zaak in electrische artikelen van Rien van ’t Hof.

12

Aantekeningen diverse smeden op Brouwershaven.

Behalve de hiervoor genoemde smeden zijn er in de 16e en 17e eeuw nog verschillende personen gevonden met “smit”achter hun naam, sommigen zijn misschien smid of smidsknecht, anderen stammen misschien van een smid af en gebruiken het als achternaam en hebben nu niets meer met het vak te maken. Van andere smeden is of nog te weinig gevonden om ze een plaats te geven op Brouwershaven, ze kunnen soms zelfs op een andere plaats zitten, of het zijn smidsknechts:

Cornelis Bastiaens smit,

Henrick Bastiaens smidt, gehuwd met Catharina Jacobsze. Op 24 feb. 1609 levert Cornelis Cornelisse een huis aan Henrick Bastiaensz smidt. (4392)

Jacob Claess, smid uit Brouwershaven, wordt 30 april 1593 ingeschreven als poorter te Veere. (poorterboek Veere)

Joost Cornelisz smidt, Op 29 dec.1585 wordt Joost Cornelisz. genoemd als man van Griete Mertens en als voogd voor de wezen van de overleden Jacob Maertens backker.(4425)

Michiel Jans Faro, smid van Brouwershaven, huwt Sara Seloivre, geb.te Breskens; hij gaat naar Groede. 17e eeuw.(Sietske Hoogerhuis)

Cornelis Henricks, smit, moet in juli 1601 £.2.8 ontvangen uit de boedel van Jacob Jacobse.(4426b) Zie ook”A”.

Bartel Jansse, smidt. Op 22 dec.1638 komt hij voor de weeskamer, zijn vrouw Neeltje Lijerens is overleden.(4420)

Jacob Janse smit,

Stoffel Janse smit,

Jan Stocke, smid op Brouwershaven 1640

Na 1900. Cor Zoeter, werkt lang als smidsknecht bij Provoost; later wordt hij machinist op het stoomgemaal bij Ouwerkerk. Cor verongelukt doordat zijn draaibank kantelt.

13

Bruinisse

1, Korte Ring vóór1657 -- ca.1672 Jan Flipse Straven, geh.met Neeltje Samuels. Op 22 oct.1657 belooft Leendert Hubrecht Keutte om voor zijn zoon Cornelis £4-5-0 te betalen aan Jan Philipse Smith over arbeidsloon.(4464-118) In 1658 schrijft de Ambachtsheer: “Anno 1658 is bij(door) mij den rinck van ’t kerckhof, beginnende van de smidse, aangelegt”. Dan is er dus in ieder geval een smederij. Op 5 mei 1659 verkoopt Mr.Anth. de Jonge voor de griffie van de Heeren van aan Jan Philipse een dubbel erf waar zijn huis en het huis van Corn.Gillisse op staan voor £ 4.10.0. Een dag later verklaart Jan Philipse Straeven, smid op Bruinisse, dat hij 1000 car. guldens schuldig is aan Stoffel en Joos Rochusse, timmerlieden en metselaars voor het bouwen van een nieuw huis waar Jan tegenwoordig woont, staande op nieuw opgevulde erf van het kerkhof. Hij verklaart tevreden te zijn met het geleverde werk. Hij betaalt £50.-.- direct, in mei 1659 £10.-.- en daarna elk jaar in mei 100 car. guldens. Hij verbindt daaraan het huis en zijn persoon. (4474) Op 14 april 1664 wordt Jan gekozen als diaken, 6 dagen later volgt de bevestiging.

ca. 1672 -- 1685 Roogier Bastiaense, geh. met de wed. van Jan Flipse Straven. 4 juni 1672 testament van Rochus Bastiaense, smid te Bruinisse en Neeltje Samuels.(4007-22) Op 9 nov.1681 eist Rochus Bastiaense, smid, uit de boedel van Willem Bastiaanse Verbiest betaling van £1-15-10 voor geleverd ijzerwerk en arbeid.(4470/115) Op 11 feb.1683 moet er uit de boedel van Adr. Mar. Hollander £2-5-6 betaald worden aan Rochus. (4470)

1685 -- ca.1700 Adrijaen Janse van Straven, gehuwd met Adriaencken Leenders Hoogwerf. Op 24 sep.1685 zijn er condities en voorwaarden waarop “Roogier Bastiaense, als in huwlijk hebbende de weduwe van Jan Flipse Straven, de welcke bekende verkocht te hebben aan zijn stiefzoon Adriaen Janse van Straven, die insgeleijck bekent gekocht te hebben, seker huijs, timmeragij (opstal) van de smitswinckel, schuur en erve, staande en gelegen aan de westrinck van de kerk voor 100 pond de hoop, alles te betalen contant op de leverantie”. Bij de overdracht staat: aan de oostzijde van de rinck. (4476) Op 6 juli 1697 compareerde voor de schepenen van Bruinisse Adrijaen Janse van Straven, "grofsmith alhier, ende sijne huijsvrouw Adriaencken Leenders Hoogwerf, seijnde met haar huijsgesien vroegh te bedde gegaan, als daar 's naghts tusschen 10 en 11 ure is aan haere deure comen cloppen den persoon van Cornelis Marinisse Vlohil". Hij werd binnengelaten en verzocht het licht aan te steken om zijn tabak op te steken. De smid en zijn vrouw gingen weer naar bed, maar Flohil begon te schelden:"Gij duivelsen hondvolk, wat hebije loope praten dae ghij mijn saat will doen op 't lande arresteren”, enz. Daarna schoot Flohil naar de bedstede, zwaaiende met zijn mes zodat de smid "genootsacke was in de kribbe te staen en met de gordijnroede 't grieven af te weeren, sulck dat hij ten laetsten met sulcken furie was aggresserende, dat hij, deposant (de smid), genootsaeke was sijn knegge op te roepen, waarop gemelde Vlohil naar buiten werd gewerkt”.(4471)

ca. 1700 – 1738 Hendrik Cornelisz. Verhoek, geb.te Sommelsdijk. Geh.: Hij, als jongeman, ondertrouw op 22 jan.1700 te Bruinisse en daar ook gehuwd met de smidsweduwe Adriaantje Leenderts Hoogerwerf. (trouwboek)

14

Bijz.: Op 18 maart 1703 en op 7 april 1708 wordt Hendrik gekozen als diaken; op 7 april 1715 als ouderling; en in 1725 is hij één der schepenen. Heindr.Verhouk wordt betaald voor smidswerk gedaan aan de boerderij die bezit is van de familie Mogge over een rekening die in 1707 wordt overgebracht en over 1714 en 1719. (Arch. v.d.Lek de Clercq, H222-465) Over smidswerk in 1712 en 1713 te ontvangen uit de boedel van de wed. van Willem Corn.Bal.(4496) Over 1714 ontvangt Hendrik £ 2.13.11 uit de boedel van Daniel Jacobs Alver.(4506). Op 3 feb.1722 verkoopt Johan Cornelis Bal, voor zijn vrouw Catelintje van Straven, die volgens testament van haar ouders Adriaan van Straven en Adriaantje Hoogerwerf voor de helft eigenaar is, een huis met schuur en erf staande aan de Ring tussen Jacobus Bliek en Marinus Maartense, voor £ 89-6-8 aan hoefsmid Hendrik Verhoek. Zij heeft daarvoor schriftelijke toestemming van baljuw Verspoor namens de Heer van Bruinisse.Betaling gebeurt met een schepenschuldbrief van f.850,- , die in 1735 wordt af betaald..Uit deze akte blijkt, dat Verhoek de andere helft al op 29 dec.1709 heeft gekocht van Catelintje’s broer, Jan van Straven. .(4482A) Apr.1729 betaling smidswerk uit de boedel van Joost Hok, (4507); en over 1724 t/m 1727 uit de boedel van Johan van den Broeke.(4508) Over 1730 “vanwege in rekening vergeten te brengen van smitswerk” ontvangt hij uit de boedel van Jacob v.d.Lisse £0.9.0 (4509); en uit de boedel van Arij Flippe.(4496) Op 14 mei 1736 uit de boedel van Marcelis Patmos en Jacomijntje Daniels £1.2.4 voor ijzerwerk. (4509) Op 2 aug.1736 ontvangt hij uit de boedel van Joh.v.d.Broeke £1.3.0 voor smitswerk (4509). Op 4 dec.1737 maakt Hendrik Verhoek “ons medelit in wette en politie” zijn testament; hij ligt dan ziekelijk te bedde, en wil twist tussen zijn twee kinderen voorkomen. Aan zijn zoon Cornelis laat hij voor 1400 gulden de smidswinkel met alle gereedschappen enz., het huis, de schuur en gevolgen. Deze f.1400,- plus de opbrengst van de boedel moeten dan tussen de twee kinderen verdeeld worden. Op 28 juni 1738 wordt er gepasseert.(4493)

1738 – 1767 Cornelis Hendrikse Verhoek, geb. sep.1705 te Bruinisse, overl. 4 nov. 1774. Geh. met Pauwelijntje Bals, geb. te Herkingen. Bijz.: Op 15 apr.1748 gekozen als diaken; ouderling in 1752. Schepen in o.a. 1752/’58/68. Op 5 oct 1740 ontvangt hij over smidswerk aan de boerderij van de fam.Mogge over 1734,’38,’40,’enz.t/m 1770( fam. Archief v.d.Lek de Clercq, H222-465) In 1742 wordt hem betaald uit de boedel van Jan van Steijn; en ook 1 pond 8 grootten voor de rest van smitswerk over dat jaar, voor wijlen de beurtschipper Leendert Kraan.(4496) In 1744 is hij korporaal van de 7e wacht van de landwacht. Mei 1748 ontvangt hij 5 schelling voor een nieuwe spa uit de boedel van Jasper Thomasse.(4497) In 1749 heeft Cornelis 1 pond tegoed uit de boedel van Job Drubbel.(4799) Juni 1751. Uit de boedel van Adriaan Vester aan smit C. Verhoek £7.6.8 betaald. (raze 4509- 10/1870) Op 15 juni 1752 voor smidswerk gedaan voor Tannetie Meertens, de wed. van Jacob de Rijke £7 .9.2.(4497) Ook div. idem in 1754, 1755. 19 mei 1761. Uit de nalatenschap van Jacomientje Jacobs wordt aan Corn. betaald wegens smidswerk aan de “hostie” in 1755 t/m 1761. (raze 4671-1) In 1761, boedel Claas Jobse Biddel £ 5.0.0 (raze 4509) Ook in 1763, 1764, 1765 en1768 wordt hij betaald volgens boedelbeschrijvingen van de weeskamer. Op 27 jan.1767 maken Cornelis en Pauwelijntje een testament op langstlevende, na het overlijden van de langstlevende krijgt zoon Hendrik “het huijs met de schuur bij de testateuren bewoont mitsgaders de smitswijnkel met al zijne toebehoren enz. alsmede nog de helft in ‘t huijs en de

15 schuur daar neven staande en thans gebruijkt wordende als wagenmakerswinkel, sal aannemen en behouden voor een somma van drie hondert ponden Vlaams.”(5143A) In 1769 £ 9.16.2 uit boedel Corn. Janse van den Berge.(4509-19/2188) Uit de boedel van wijlen Leendert van den Makeze £-.5.- betaald wegens:” ’t meesteren van beesten ”. (4790-A) 1774 “Staat en Inventaris van alle goederen, actien en crediten welke in leven bezeten zijn geweest bij Cornelis Verhoek smidsbaas en Schepen alhier en door Den Selven op den 4 November 1774 met er doodt ontruijmt en aan sijne 3 kinderen: Hendrik en Adriana sijnde meerderjarig en Eva Cornelisse sijnde minderjarig, oud ruim 18 jaren; nagelaaten, gedaan maken enz… Eerstelijk Huijs en Schuur, staande aan de Zuidzijde van den Ring, zijnde de smidswinkel, alwaar hij woonde, item de helft in een huijs en schuur daarnaast gebruikt als wagenmakerswinkel en in huur bewoond door Dielis Cornelisse”. Dit, samen met oud en nieuw ijzer, gereedschappen enz. is op 27 jan 1767 bij testament aan zijn zoon Hendrik Verhoek overgemaakt voor £ 300.0.0. De huishoudelijke boedel wordt verdeeld onder de drie kinderen.(4511-7/21

1767 - 1822 Hendrik Cornelisz Verhoek, zoon van Cornelis Hendrikse Verhoek en Paulijntje Arnoldusse Bal, gedoopt op 20 juni 1747 te Bruinisse, overl. 22 april 1822 in Bruinisse, 74 jaar oud Geh.: op 20 juli 1774 als 27 jarige hoefsmid, te Bruinisse met de 22 jarige Maria Johannesse Paddemoes (Padmos); gedoopt op 6 oct.1751 in Bruinisse, overl. 27 juli 1814 in Bruinisse, 62 jaar oud. Bijz.: Hendrik is smidsbaas en paardemeester. Hij woont op Bruinisse volgens de lijst van “Mogelijk Dienstplichtigen”in 1797. Op 1 juni 1775 bekent Hendrik dat hij £250.-.- schuldig is aan zijn schoonvader Jan Marcelisse Padmos, met als onderpand zijn huis en erf, zijnde de smidswinkel met de schuur daarneven staande, en ook nog de helft van het huis naast de smidswinkel waarin een wagenmakerswinkel is gevestigd; beiden naast elkaar, aan de Ring.(4483). Later leent hij f.1350,- van Leendert Jac.Zoeter. (Ermerins nr.1885) Van 1806 t/m 1811 moet hij elk jaar als smidsbaas en paardemeester aan Patenten in Bruinisse ong. f.1-10-0 voor zegel en leges betalen. Feb. 1789 wordt £ 24.6.1 betaald uit boedel Joh. L.v.Vessum. Over 1793 voor leverantie en smidswerk aan de kerk £ 0.15.8. Mei 1794 wordt £ 4.-.- uit de boedel van Cornelis Bibbe Hendrik betaald voor smidswerk.( 4512- 1) en £ 0-15-8 voor smidswerk aan de kerk. In feb.1795 wordt Hendrik verkozen in de eerste Gemeenteraad van Bru. Juli 1795 wordt £ 2.-.- uit de boedel Jan Tjoeke betaald worden voor smidswerk.(4512) Dec.1796 wordt £ 0.2.4 betaald voor “een slot aan deur gemaakt”( 4512-26/2228) Op 11 mei 1813 maken Hendrik en Maria een testament bij not.Sevenhuijsen in Zierikzee. Op 31 dec.1819 staat in een jaarrapport bij de Gemeente over Fabrieken en werkwinkels dat er 1 hoefsmederij zonder mechanische aandrijving is op Bruinisse. De knechts worden meestal per jaar aangenomen en zijn dan in de kost; het dagloon is van f.0,75 tot f.0,80. Het gaat de laatste jaren goed door de verbeterde toestand in de landbouw, en ook is het een voordeel dat er maar één smederij is. Op 28 juni 1822 vindt een openbare verkoop plaats van de nagelaten goederen van Hendrik. Zoon Cornelis koopt het eerste perceel bestaande uit een woonhuis, hoefsmederij, werkwinkel en schuur met erve aan de zuidzijde van de Korte Ring nr. 97 en 98 voor f. 1850,-, met het aambeeld, speerhaak, 14 hamers, smidsschaar, boormachine, tangen, spijkerdoorslagen, vijlen, passers enz. Het 2e huis met erf, nr.96, is verhuurd in 3 percelen: Joost Verspoor betaalt f.42,- per jaar; Mar. H.Ockerse 65 cent per week, en zoon Marcelis Verhoek f.2,60 per maand; het wordt verkocht aan schoonzoon Leendert Jac. Zoeter voor f.625,-. Het hof en 2 stukken land brengen f.726,- op.

16

Kinderen:  Cornelis, geb. 30 jan.1778, zie hierna.  Jan, geb. 23 april 1780, overl. 26 jan. 1872 te Bruinisse, smidsknecht in 1798, landman in 1822, huwt met Catharina (Kathelijntje) van den Berge,  Wouter, geb. 1792 te Bruinisse, boerenknecht.  Marcelis, geb. 13 feb.1791 te Bruinisse, wordt in 1922 smid op Oosterland.  Marina, (1787-1868); zit in het voorgeslacht van de smeden Kesteloo.(Genealogie fam. Kesteloo)  Adriana, geb.ca.1789, overl. 20 juni 1867 te Bruinisse. Zij huwt schilder Rogier Pieter Meerman. Hun zoon Pieter Meerman wordt ook smid op Bruinisse.

1822 -- 1837 Cornelis Verhoek, zoon van Hendrik, geb. 30 jan.1778, overl. 7 mei 1861 te Scherpenisse, smid, 84 jaar oud. Geh.: 35 jaar, hoefsmid, op 5 juni 1813 te Bruinisse met de 30 jarige, wed. van Willem Kerpestein, (1764-1812) boer te Oosterland, Adriana van Oeveren, geb. 21 aug.1782 te Stavenisse, overl. 30 oct.1869 te Scherpenisse, 87 jaar; dochter van landbouwer Jacobus van Oeveren en Neeltje van Rooijen. Bijz.: Hij woont op Bruinisse volgens de lijst van “Mogelijk Dienstplichtigen” in 1797, smidsknecht. Van 1806 t/m 1810 betaalt hij als smidsknecht aan Patenten in Bru. ong. £ 0-10-0 zegel en leges betalen. Ze verliezen een kind op Bru. in 1826. Pand: Op 28 juni 1822 vindt een openbare verkoop plaats van de nagelaten goederen van pa Hendrik. Cornelis koopt het eerste perceel bestaande uit een woonhuis, hoefsmederij, werkwinkel en schuur met erve aan de zuidzijde van de Korte Ring nr. 97 en 98 voor f. 1850,-, met het aambeeld, speerhaak, 14 hamers, smidsschaar, boormachine, tangen, spijkerdoorslagen, vijlen, passers enz. Volgens eigenarenlijst 1833 en de kadast. atlas is smid Corn. Verhoek in 1832 eigenaar van sectie C-224 huis, erf en smidse, 350 ca; (ten W.van de kerk aan de Ring); huurwaarde F 54,76. Cornelis koopt de smederij en leent f.2440,- van zijn zwager, de landbouwer Leendert Jacobse Zoeter. (Boom) In 1833 maken Cornelis en zijn vrouw een testament bij notaris Boom van Nieuwerkerk. (2649- 650 en 651) Op 3 aug.1837 verkopen Corn. Verhoek en Adr. van Oeveren, wonende te Scherpenisse een woonhuis, hoefsmederij, werkwinkel en schuur met erve aan de zuidzijde van de Korte Ring nr. 97 en 98 op Bruinisse aan (zijn stiefzoon) Jacob Kerpestein voor f.2440,- . Op dezelfde datum wordt er een obligatie met hypotheek opgemaakt tussen hen en Pieter Jac. Zoeter; en één tussen P. J. Zoeter en Jacob Kerpesteijn. Zoon: Hendrik Verhoek, hoefsmid, zoon van Cornelis Verhoek en Adriaantje van Oeveren. geb.15 dec. 1813 te Bruinisse, overl.23 jan 1902 te Oosterland, 88 jaar oud, hij is dan veearts. Geh.: hoefsmid, op 28 nov.1862 te Scherpenisse met de 41 jarige wed.van landbouwer A.Lichtendag, Maatje van der Reest, geb. 23 oct. 1820 te Scherpenisse, overl. 14 maart 1907 te Oosterland, 86 jaar oud.

1837 --1847 en van 1849 -- 1884 Jacob Kerpestein, geb.27 feb.1811 te Oosterland, overl., hoefsmid, 15 juni 1899 te Bru., 88 jaar, Ger.

17 zoon van boer Willem Kerpestein en Adriaantje van Oeveren, (hertrouwt 1813 met smid Corn.Verhoek). Geh.:, 23 jaar oud, als smidsknecht, op 12 oct.1834 te Oosterland met de 20 jarige schippersdochter Helena (Lena) Faase, geb. 26 sep.1813 te St.Philipsland, overl.19 aug.1896 te Bruinisse, 61 jaar oud. Bijz.: Jacob werkt bij zijn stiefvader en volgt hem later op; in 1837 koop van perceel. Vestiging in gemeente: 1834 vertrek uit smederij juli 1884 (verkoop aan Schippers) Op 3 aug.1837 koopt hij de smederij van zijn stiefvader. In 1837 is Jacob 1 el, 7 palm en 1 duim lang; hij heeft een rond voorhoofd, een ovaal gezicht met een grote neus en mond, een brede kin en een bleke huidskleur, bruine ogen en zwart haar, wenkbrauwen en baard. Op maandag 31 oktober 1838 komt Jacob voor Rechtbank te Middelburg (appèlzaak) Invent.nr: 269, Volgnummer: 51. Bijlagen aan hand van datum te vinden in: RA 1796-1838 [toeg.nr 12], inv.nrs 271-314. In 1843 staat Jacob op de lijst van bedrijven in Bruinisse met 1 à 3 knechts, hij is tevens wagenmaker. In de nacht van 25 op 26 dec. 1844 brandt het schuurtje waar het wagenmakersbedrijf werd uitgeoefend af, met de brandspuit en andere blusmiddelen kan uitbreiding gelukkig worden voorkomen.(114-349) Op 18 maart 1846 worden door notaris Bouvin uit Oosterland slepers, bakslede, 4-en 5 balks eggen en een boerenwagen verkocht voor Jacob, de opbrengst is f.401,75. Op 28 aug.1846 meldt de Zierikzeesche Courant dat de waarnemend rechter commissaris met de substituut griffier en officier op 25 aug. naar Bruinisse zijn gegaan omdat daar veel gesnoeid geld in omloop is. Ze doen huiszoeking bij Jacob Kerpestein en Simon Voorbeijtel winkelier en broodbakker. Er wordt bij Simon voor ong. f.100,00 aan genoeide guldens en daalders gevonden, Simon wordt gearresteerd. Op 29 aug.1846 wordt Jacob als verdacht van medeplichtigheid overgebracht naar Zierikzee. Op 24 sep.1847 worden beiden veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf, na een rechtzaak met 50 getuigen; ze gaan in beroep. In nov.1846 is er een advertentie dat Notaris J.M.Bouvin ten verkoop aanbiedt, publiek en aan de meestbiedende: Woonhuis met Smids- en Wagemakerswinkel met woonhuisjes en daarbij behorende werktuigen, sectie C nr 429 en 430”; gevolgd door een advertentie dat de verkoop niet doorgaat. Op 2 jan. 1847 verkopen Jacob en Lena het huis, erf, smederij, groot 2 roeden 90 ellen, sectie C- 429, en een huis sectie C-430, groot 60 ellen voor f.3000,- aan broer Gijsbrecht Kerpestein, smid op Bruinisse. Op 21 jan.1847 geeft Jacob volmacht aan advocaat W.Kroeff om hout en roerende goederen te verkopen omdat hij zelf tijdelijk in Zierikzee verblijft! Het brengt f.437,15 op. Op 15 nov.1847 staat er in de Z.zeese Nieuwsbode dat Voorbeijtel en Kerpestein, nadat ze door de rechter waren veroordeeld waren tot “het zwaaien met het zwaard over het hoofd”, en 10 jaar opsluiting, uit het tuchthuis van Middelburg zijn uitgebroken. Kerpestein komt helemaal tot Bath voordat hij weer wordt opgepakt. Ze hadden hulp van een derde en worden nu veroordeeld tot een extra jaar tuchthuis. “Toen de twee voornoemde personen, in tuchthuiskleding en op klompen, onder geleide van 7 dienaars der justitie werden weggeleid, was de verslagenheid onder de vele aanwezigen groot, en velen beklaagden de toestand van de twee, vroeger voorname, ingezetenen van Bruinisse”. (NB) De Hooge Raad verwijst de zaak naar het Provinciale Hof en daar volgt vrijspraak wegens gebrek aan bewijs, wel moeten ze nog een half jaar zitten vanwege de uitbraak. Op 1 jan.1848 staat Jacob op de lijst van bedrijven in Bruinisse, hij zit in de 12e klasse voor de belasting; op de lijst van juni 1848 staat dat hij sindsdien is opgehouden.

18

Op 12 jan. 1849 heeft er (volgens de verkoop op 5 juni 1884) een ondershandse koop plaats gehad door Jacob Kerpestein, in gemeenschap van goederen gehuwd met Lena Faase. Zij kopen dus de smederij terug van zijn broer die in 1847geëmigreerd is. In 1856 moet Jacob Kerpestein aan Hoofdelijke Omslag in Bruinisse f.9,50 betalen; in 1857 f.8,40. Op 21 jan.1858 leent Jacob f.4000,- van jonkheer Willem Versluis uit Domburg op de smederij op C-429, groot 290 m2 en op een huis op C-430 groot 60 m2. (vdLdC) Op 6 dec. 1860 verkoopt Jacob een stuk grond aan de wed. van S.Voorbeijtel voor f.300,- (Emmerins) Pand: De Kad.Legger blad 231 geeft als Jacob als eigenaar voor perceel C-429, huis en erf groot 290 ca., en voor perceel C-430, een smederij van 60 ca. Het kadastrale inkomen was resp. 1,36 gulden en 24 cent. In dienstjaar 1841 wordt voor de smederij vermeld: Stichting. In 1847 is er verkoop nr. R/185. In 1862 wordt een splitsing gemeld, huis, erf en smederij worden kad.nr. C-547 en C-548, samen 165 ca. Het wordt kad. nr. C-1598 en blad 352 meldt Jan Schippers, zonder beroep, als eigenaar. Op 20 mei 1875 verkoopt Jacob aan zijn zoon Marinus Leendert 2 woonhuizen met erven op Bruinisse, sectie 549 en 550 voor f.1600,-. (JCvdLdC) In 1880 woont Jacob op A-156, later A-429/430. Op 5 juni 1884 verkoopt Jacob Kerpestein te Bruinisee aan Jan Schipper te Colijnsplaat voor f. 2800,- het zuidelijke deel van een woonhuis en erf, waarin een smidse, 118 ca. te Bruinisse, sectie C-1031; het noordelijk gedeelte van 6? m2 is en wordt op kosten van de verkoper door een muur afgescheiden en blijft zijn eigendom; er is een deur en lichtkozijn aan de westkant, en hij mag een deur maken aan de oostkant om het mogelijk te maken de secreetpot op het erf te ruimen! Kerpensteijn adverteert op 21 en 28 juni 1884 nog als fabrikant van Amerikaanse ploegen. Nieuwsbode: 12 juli 1884 “Jan Schippers neemt de zaak over van Kerpestein” In 1887, bij het overlijden van zijn zoon Marinus, wordt Jacob winkelier genoemd. Zonen van Jacob Kerpestein:  Willem Jacob, smid op Scherpenisse, geb. ca. 1842 te Bruinisse, overl. 4 jan.1902 te Scherpenisse, geh.op 1 sep.1870 te Tholen met winkelierster Kornelia Jacomijna Korstanje, 26 jr.oud, geb. te Tholen.  Marinus Leendert, smid, geb. ca 1845 te Bruinisse, overl. 26 nov. 1887 te Kruiningen. Geh. in 1873 te Duivendijke met Adriana Kostense. Op 7 feb.1845 is Marinus loteling, zijn signalement is: lang: 1 el, 721 strepen; ovaal aangezicht; rond voorhoofd; blauwe ogen; gewone neus; normale mond; ronde kin en bruin haar.

(1847 -- 1849, tijdelijk eigenaar) Gijsbrecht Kerpestein, broer van Jacob, hoefsmid, geb. ca.1809 te Oosterland, Huw.: 27 jr.oud, op 20 aug.1836 te Bruinisse met de naaister/schoenmakersdochter Jannetje van Sas, 21 jr.oud, geb.20 nov.1814 te Bruinisse. Op maandag 2 maart 1835 zou Gijsbrecht samen met anderen bakker Johannis Bienevelt en de arbeider Jacob van den Berge op Bruinisse hebben mishandeld. Hij wordt op 8 juli 1836 veroordeeld tot een half jaar gevangenisstraf, maar op 31 oct. van hetzelfde jaar wordt hij vrijgesproken.(Apelzaken) Op 11 juli 1842 leent Gijsbr. Kerpesteijn, smid te Bruinisse, f.600,- van C.v.d.Leck de Clercq. (Ermerins) In 1845 is er een lijst van personen die de veeartsenijkunde bedrijven. De 38 jarige hoefsmid Gijsbregt en zijn 36 jarige broer Jacob hebben dat gedaan sinds ze 21e zijn ; ze treden op als

19 verloskundige en behandelen verschillende ziektes; ze leveren zelf de geneesmiddelen. De gemeente ziet geen redenen om hen het uitoefenen van deze praktijk te verbieden, zeker omdat er in de buurt, b.v.op Oosterland of Nieuwerkerk ook geen veearts is.(115-131) Op 2 jan.1847 koopt Gijsbrecht Kerpestein te Bruinisse, van zijn broer Jacob Kerpestein via meester Joh. P. Kroeg, wonende te Zierikzee, het huis erf en smederij te Bruinisse; hij leent eerst f.2600,- en dan nog f.1600,- van de notaris (not. C.v.d.Lek de C.) Op 29 maart 1847 vertrekt Gijsbrecht met vrouw en 5 kinderen in het geheim bij nacht uit de gemeente naar en vandaar naar Amerika. Hij is dan hoefsmid, Ger. en is in dat jaar aangeslagen in de 6e klasse voor de hoofdelijke omslag, en behoort daarmee tot de welgestelden. (Bru.117-147)

1884 – 1898 Jan Schippers, zoon van schipper Jan Schippers en Adriana de Vos, geb. 4 mei 1850 te Kortgene. Geh.: op 29 sep.1877 te Colijnsplaat met Maria Hendrika Wondergem, geb. 23 juli 1858 te Colijnsplaat. Bijz.: Jan komt 4 juli 1884 van Colijnsplaat naar Bruinisse; hij gaat 3 mei 1898 naar Zierikzee. Nieuwsbode: “12 juli 1884 neemt J.Schippers de zaak over van Kerpestein”. In 1862 wordt een splitsing gemeld, huis, erf en smederij, kad.nr. C-547 en C-548, samen 165 ca. Het wordt kad. nr. C-1598 en blad 352 meldt Jan Schippers, zonder beroep, als eigenaar. Op 18 aug.1885 staat er een advertentie in de N.B. voor de leverantie van Amerikaanse ploegen. In 1896 is er een rekening van f.229,- voor al het ijzerwerk aan een nieuw schip, het lemmerjacht “De Jonge Jan” gebouwd door P.v.Duivendijk voor D.v.d.Berg Wzn.(copie) Nieuwsbode: “14 april 1898 neemt C.de Witte de smederij over van Schippers”. Jan en zijn vrouw vertrekken naar Zierikzee. Zij wonen na 1900 in Middelburg. Zonen: Jan-Willem, geb.1 feb.1878; Willem Adriaan, geb.22 aug.1885; Anton Leonard, geb.21 nov.1887; Cent Krijn, geb. aug.1889; Hendrik Marinus, geb.4 juni 1892, kantoorbediende. Pand: fol. 1428-2, C-1598 huis en erf, 135 ca. dj. 1912, Jan Schipper, woont IJsselmuiden, later Middelburg. Dj.(1909) 1919 verkoop, naar fol. 1698-1.

1898 – 1913 Cornelis de Witte, smid, zoon van schaapscheerder Marinus de Witte en Jacoba de Neef, geb.11 mei 1864 te Wolphaartsdijk, overl. 26 nov.1942 te Kruiningen, 78 jr.oud. NH Geh.: 34 jaar oud, op 3 nov.1898 te Krabbendijke met de 27 jarige kleermakersdochter Maatje de Hamer, geb. 6 juni 1871 te Krabbendijke, overl. 20 maart 1908 te Bruinisse. Bijz.: Vestiging in gemeente: 4 april 1884 van Colijnsplaat; komt 3 mei 1898 van Zierikzee ?. Komt in apr. 1892 van Krabbendijke en werkt als knecht bij Jan Schippers op Bruinisse. Nieuwsbode: “14 april 1898 neemt C.de Witte de zaak over van J.Schippers”. In 1902 heeft de Witte in opdracht van de gemeenteopzichter reparatiewerk verricht aan het torenuurwerk; het gemeentebestuur vindt dat de opzichter in het vervolg aan hen moet melden als er iets moet gebeuren aan het uurwerk, zodat zij er een deskundige bij kunnen halen om de reparatie te verrichten. Woont in 1905 op Korte Ring A23, voor de Hoofdelijke Omslag in 1905 werd hij aangeslagen voor een inkomen van f.175,- en moest daarvoor f.2,55 betalen; in 1910 was dat gezakt naar resp. f.75,- en f.0,86. Later woont hij Dijkstr.A.209 –A.22. Nieuwsbode: 24 jan. 1907: Smidsknecht gevraagd. Op 23 jan.1911 richt hij een verzoek aan het gemeentebestuur om voor de gemeente smidswerk te mogen doen; het wordt geweigerd; hetzelfde gebeurt met een verzoek een week later.

20

Op 17 jan.1912 is er een verzoek binnengekomen bij het gemeentebestuur (voor de Hinderwet) van C.de Witte voor het oprichten van een smederij. Hij vertrekt aug.1913 van Bruinisse naar Kruiningen. Opvolger is Marinus Willemse, die fietsenmaker is.(volgens “Bru zoals het was”) In ca. 1934 is het een fietsenzaak van de Gebr. de Waal; in 1936 is het pand gesloopt en komt er het installatiebedrijf en winkel van Joh.Huiberts. Pand: Ca. 1900 is de Witte eigenaar van huis en erf ca. 135 ca., sectie C-1598. Zonen: Marinus, geb. 21 mrt. 1901 ; Hubrecht , geb.26 juli 1903; Jan, geb.7 aug.1906 Bruinisse.

Bruinisse 2 , Kerkstraat , Korte Ring of Kerkplein.

ca.1845? --- 1888 Pieter Meerman, hoefsmid, zoon van schilder Rogier Meermans en Adriaantje Verhoek, de dochter van smid Hendrik Cornelisz. Verhoek; geb. 30 aug.1814 te Bruinisse, overl. 1 oct.1887 te Bruinisse. NH. Geh.: 26 jr.oud, op 28 nov.1840 te Bruinisse met de 21 jarige dienstmeid Pieternella Zoeter, geb. 22 nov.1818 te Bruinisse, overl. 9 jan.1900 te Bruinisse, 91 jaar oud. Bijz.: Hij werkt o.a. tot mei 1834 als smidsknecht bij Joh.Everwijk op Dreischor. Op 1 jan. 1848 staat hij op de lijst van bedrijven te Bruinisse die na 1 jan.1843 zijn opgericht. Nieuwsbode 21 nov.1868: “Wegens huw. van de tegenwoordige meteen gevr. Smidsknecht”. In 1856 moet hij f. 9,50 betalen aan de Hoofdelijke Omslag, in 1857 maar f. 8,40. Op 19 jan.1878 maakt Pieter een testament, zijn helft van huis en smederij gaan naar de oudste zoon Rogier. (Moolenburgh) In de per.1880/1907 wonen ze op A-132. 29 mei 1888: Boedel: Dochter Johanna is geh.met Pieter Beekman; Adriana is ongeh; Janna is geh.met Joh.v.Popering; Jannetje is geh.met Wolfert Padmos; Jacoba met Willem van Beveren. Zoon Jan is na Pieter overleden, diens erfenis wordt tegelijk behandeld. Op 29 juni 1888 is er een openbare verkoop van de smederij door de erfgenamen van Hendrik. C-1668 huis en erf groot 157 m2 en C.1667 groot 154 m2, waarvan 30 m2 van de gemeente is, worden gekocht door de mede-erfgenaam Leendert Meerman voor ƒ 6600,-..(not Bolle) Zonen:  Rogier Meerman, (Rogier de smid), geb.16 maart 1851 te Bruinisse,begint voor zichzelf.  Jacobus, geb. 31 jan.1854 te Bruinisse, overlijdt op 23 mei 1873 te Bruinisse, 19 jaar oud..  Hendrik, smid, geb.5 dec.1855 te Bruinisse, overl.11 maart 1947 te Alphen a/d Rijn. Geh., 24 jaar oud, op 27 nov.1880 te Bruinisse met de 31 jarige dochter van de gemeente secretaris, Lena Zoeter, geb.14 feb.1849 te Ouddorp, overl. 1892 te Alphen a/d Rijn. Ze gaan in 1882 naar Vlissingen.  Marinus, geb.16 oct.1859, overl. 21 jan.1950 te Bruinisse. Geh., hoefsmid, 25 jaar oud, op 13 dec.1884 te Bruinisse met de 20 jarige, Maatje van Gilst, geb.5 mei 1864 te Bruinisse, overl.5 april 1941 te Bruinisse. Marinus komt terug in Bruinisse op 27 juli 1880 na ruim twee maanden in Monster(ZH), en is ook nog in Bruinisse in de per.1907/1939. In 1910 en 1915 woont hij op A-157 Bruinisse, en wordt aangeslagen voor een Belastbaar Inkomen van f.75,- waarvoor hij f.0,86 moet betalen.  Leendert, smid, geb.10 oct.1860, opvolger, zie hierna.

Bruinisse, 1888 -- 1927

21

Leendert Meerman, smid, geb.10 oct.1860 te Bru., overl. 17 dec.1926 te Bru., 66 jr.oud. NH. Geh.: 38 jaar oud, op, 5 april 1899 te Zonnemaire met de 37 jarige timmermansdochter Pieternella Jacomina Schilperoort, geb.24 dec.1861 te Bommenede, overl. 7 juli 1957 te Middelburg. G.G. Bijz.: Op 11 oct.1888 leent Leendert f.2700,- van L.J.van Vessum op de smederij enz. (JvdBent) In 1905 op A-29, Leendert wordt aangeslagen voor een Belastbaar Ink. van f.500,- en moet f.11,07½ betalen aan Hoofdelijke Omslag; in 1915 is het resp. f. 4,25 en f.9,70. In de Nieuwsbode op 5 oct.1927: “Wed L Meermans biedt te koop aan een Landbouwsmederij wegens gebrek aan opvolger, incl. Woonhuis en ruim erf”. Op 3 dec.1929 wordt door: Wed.L.Meermans en Zn., Hoef- Kachel- en Scheepssmederij, vergunning gevraagd voor het bouwen van een betonnen schuurtje op haar erf. Pand: Korte Ring A-29 rond 1900. In aug. 1935 neemt Hendrik E.Braber de smederij over. In 1936 noteert het kadaster een stichting; het is dan huis, bergplaats, garage en erf. Zoon: Pieter Gerrit, geb. 18 oct.1901 te Bruinisse.

1927 --1935 Fa. Wed.L.Meermans en Zn De weduwe nu, na het overlijden van haar man, met haar zoon Piet. Piet Meerman gaat failliet? (Hanse) . In de periode1910/30: Lange Ring A-68; in 1930/40: Lange Ring A-232.

1935 -- ca.1972 Hendrik Eliza Braber, smid, zoon van koopman-gemeenteontvanger Jan Braber en Willemina Jobina de Feiter, geb. 14 dec.1908 te Renesse, overl. 31 aug.1979 te Bruinisse. NH. Geh.: 27 jaar oud, op 28 feb.1936 te Ouwerkerk met de 23 jarige Catharina Cornelia van den Berge, (Catrien) geb. 15 maart 1912 te Rotterdam. Bijz.: Hendrik is oa. knecht bij van Dongen op Scharendijke; en voor 1928 op Tholen, vandaar gaat hij terug naar Renesse, tot hij in 1935 naar Bruinisse komt. In aug.1935 neemt Hendrik de smederij van de fa. Meerman over. Op 7 nov.1935 richt hij een verzoek aan de gemeente om voor eventueel voorkomende werkzaamheden in aanmerking te mogen komen.(copie); in hetzelfde jaar begint Catrien een winkeltje in potten en pannen aan de achterkant, in de Lange Ring. De smederij wordt in 1964 bij de winkel getrokken; het smidsgedeelte verhuist naar het industrieterrein waar nog tot ca.1972 grote olietanks gemaakt worden. Dan stopt de metaalbewerking. Het is inmiddels de fa. Braber geworden waarin ook zoon Piet en dochter Nellie deelnemen. De winkel, op de plaats waar de smederij altijd stond, wordt fors uitgebreid en in 2006 verkocht. Het is nu, in 2007, een Marskramer vestiging. Pand: Woont Lange Ring A-230 in de per. 1907-1939 (Dienstpersneel Bru.); dan Dorpsweg 361 in de per. 1907-39; dan Deezijstr. A-191, doorgestr., dan A-52. (Bev.Reg. Bruinisse, 1907-1939) Kad.nr. 3809, Korte Ring, 310 ca. In dj. 1939 wordt splitsing genoteerd, in dj.1946 vernieling, in dj.1950 vernieuwing . Het wordt kad. Nr. F-159 in 1957, groot 310 ca.

Bruinisse 3 , Kerkstraat of Kerkplein

22

1887- 31 dec.1913 Salomon Krijger, geb.17 juli 1861 te Bruinisse, overl. 5 oct.1943, 82 jaar oud, grof- en hoefsmid, zoon van wagenmaker Machiel Krijger en Elizabeth van den Berg, 1e Huw.: 43 jaar oud, op 8 sep.1904 te Schoondijke met de 39 jarige uit Schoondijke komende Eva van der Bel, geb. 10 april 1865 te Sint-Annaland, overl. 23 mei 1914 te Bruinisse, 49 jaar oud. 2e Huw.: 53 jaar oud, zonder beroep, op 13 nov.1914 te Bruinisse met de wed. van Cornelis Padmos, Maria Kleppe, 38 jaar oud, geb. 15 oct.1876 te Bruinisse, overl. 19 jan.1949 te Bruinisse,oud 72 jaar. Bijz.: [De vrouw van Machiel Krijger, Elizabeth van den Berg(1818-1899) is de kleindochter van Hendrik Cornelisz.Verhoek (1747-1822). De vroegere smederij van Verhoek lijkt wat verlopen na de affaire Kerpenstein, en ze is nu in handen van de Witte, mogelijk ook niet zo’n beste smid want hij mag zelfs niet voor de gemeente werken, de wagenmaker Krijger heeft mogelijk een smid nodig!] Vestiging te Bruinisse 16 juli 1887 uit Poortvliet. ( Nieuwsbode 28 juli) Salomon komt uit een familie van wagenmakers; zijn broer Jan Machiel is wagenmaker op Bruinisse, en zijn zus Pieternella is gehuwd met Adriaan Kesteloo, de smid op Oosterland. Op 8 juni 1887 geeft M.Beekman aan de gemeente te kennen dat hij op perceel C-1385 in de Kerkstraat een smederij met travaille en een bakkerij wil bouwen om te verhuren aan “solide personen”; Salomon bijvoorbeeld! Er zijn een paar protesten over schoorsteenzwart en lawaai, maar Beekman mag bouwen. Met de huizen er naast wordt het later de Beekman-buurt genoemd. Op 26 juli 1887 vraagt Beekman aan de gemeente om goedkeuring van de schoorstenen in de smidse en woonhuis die door hem gebouwd zijn. Salomon opent die dag de smederij aan de Kerkstraat, zijn eerste werkstuk is het maken van een breekijzer. (Uit herinneringen van Mevr. Wiebrens) Op 18 sep.1899 wordt aan Salomon f.2665,39 toebedeeld na het overlijden van zijn moeder. 6 Maart 1902 wordt voor Salomon door notaris J.Franse in Zierikzee de koopakte opgemaakt voor een smederij, drie woonhuizen en verdere getimmerten en erven op Bruinisse, kadastraal bekend als sectie C nummers 1382,1383, 2377 en 2378. Op 15 maart 1902 vraagt Salomon vergunning om op perceel C-1382 aan de westzijde van de Kerkstraat een smederij op te richten. De gemeente verleent vergunning op 4 april 1902; het moet voor 1 nov. van dat jaar gebeuren, maar dat lukt niet. Salomon vraagt uitstel tot 14 mei 1903 omdat de huidige bewoner geen geschikt onderkomen kan vinden. Over 1902 is er een rekening van Salomon voor D.v.d.Berg wegens smidswerk. (incl. een kielgootje) Op 10 apr.1905 krijgt Machiel Krijger (pa) van B.enW. vergunning om een smederij op te richten die voor 1 sep. in werking moet zijn. In 1905 woont Salomon op B-134 en wordt aangeslagen voor f.500,- belastbaar inkomen, en moet daarvoor f.11,07 betalen; hij heeft 1 arbeider tussen de 12 en 16 jaar. Salomon staat als enige smid op Bruinisse aangegeven, wonende op A-221. ( Er is ook nog de Witte, die vraagt in 1907 zelfs een smidsknecht, waarom wordt die niet als smid gezien?) In april 1910 antwoort Salomon op een verzoek van de gemeente om aan te blijven als vrijwilliger bij de brandweer: dat hij niet onverschillig is, maar dat hij het niet zal doen omdat zulks niet reglementair is. Op 14 sep.1912 ontvangen Salomon en de smid Rogier Meermans 1 gulden van de burgemeester- strandvonder voor het schatten van de waarde van 87 HL. kolen uit het gestrande schip “Libre Échange”. Per 1 jan 1914 verkoopt en op 26 Maart 1914 tekent Salomon bij notaris Biermansz in Zierikzee de verkoopakte voor een smederij, drie woonhuizen en verdere getimmerten en erven op Bruinisse,

23 kadastraal bekend als sectie C nummers 1382,1383, 2377 en 2378. De prijs is f.4000,- waarvoor hij een hyp. verleent tegen 5% aan de koper Marinus Adriaan Kesteloo. Pand: In de per. 1880-1907 woont op A-353d eerst zijn vader de wagenmaker, en dan Salomon als smid. Salomon bezat meerdere panden (hij voor ¾ en zijn zus Elisabeth voor ¼), waaronder sectie C- 1382 smederij en erf van 35 ca.; (dj.1915 verk., verandering van bestemming, naar gemeente?) In de per. 1907-39: Molenstraat B-134.

1914 -- ca.1926 Marinus Adriaan Kesteloo, geb. 3 dec. 1877 te Kortgene, overl. 10 aug.1938 te Bruinisse, 61 jaar oud. Zoon van de smid Jan Kesteloo en Jacoba Gillisse te Kortgene, NH. Geh.:(Merien de smid), 22 jaar oud, op 3 mei 1900 te Kortgene met de arbeidersdochter, dienstbode Jannetje Gilst, geb.19 sep.1879 te Kortgene, overl. 21 juli 1966 te Bruinisse. Ze woont in de Schoolstr. Nr.2 bij haar overlijden. Bijz.: Marinus heeft voor zijn huwelijk nog als smidsknecht gewerkt op Colijnsplaat. Hij komt ca.1900 naar Bruinisse, waar hij eerst als knecht werkt, en op B221a woont. In 1912 betaalt hij f.0,17 belasting bij een belastbaar inkomen van f.25,- hij woont dan op B-221c. Per 1 jan 1914 koopt en op 26 Maart 1914 tekent Marinus bij notaris Biermansz in Zierikzee de koopakte voor een smederij, drie woonhuizen en verdere getimmerten en erven op Bruinisse, kadastraal bekend als sectie C nummers 1382,1383, 2377 en 2378. De prijs is f.4000,- waarvoor hij een hyp. krijgt tegen 5% van de verkoper Salomon Krijger Machielsz. Op 25 feb.1918 solliciteert Marinus bij de gemeente naar het baantje van klokkeluider; hij was indertijd in Kortgene “tot volle tevredenheid” assistent klokkenist. (ingek. Stukken) In 1922 wordt volgens de vergunning gewerkt: van ma. t/m vr. van 6-8, 9-1 en 2-6; op za.van 6-8 en 9-12. Op 1 maart 1922 neemt Marinus samen met smid L.Meermans voor f.1474,- het smidswerk aan voor uitbreiding van de Christelijke school. In juli van 1922 dient hij als voorzitter van de muziekvereniging een verzoek in bij de Raad van Bruinisse om een tussenmuur in de Openb. Lagere School te slopen omdat deze hinderlijk is bij hun repetities. Ook in 1930 is hij nog voorzitter. Op 15 aug.1925 leent Marinus aan boekdrukker Joh.le Duc f.1650,- tegen 5% (not.Nouhuijs) Op 1 mei 1926 krijgt Marinus vergunning (nr.227) om een woonhuis te bouwen in de Schoolstraat te Bruinisse, sectie nr. 2378; al 24 aug.1926 krijgt hij vergunning om het in gebruik te geven of nemen. In de periode 1910/30: Kerkstraat B-221.

ca.1926 -- 1965 Jan Cornelis Kesteloo, geb. 10 juni 1901 te Colijnsplaat, overl. 1 aug.1966 te Bruinisse, 65 jaar oud, zoon van smid Marinus Adriaan Kesteloo en Jannetje van Gilst. Geh.: hoefsmid, 21 jaar oud, op 17 nov.1922 te Bruinisse met de de 19 jarige Dingena van Oeveren, geb. 5 feb1903, overl. 2 aug.1991 te Bruinisse, 88 jaar oud. Bijz.: ca.1925 mogelijk Schoolstr.B-282; in de periode 1930/40 huisnr. B-291. Op 11 nov.1925 aanvaardt Jan zijn aanstelling als lid van het brandweerpersoneel. Op 17 april 1929 is er een bezoek van de arbeidsinspecteur aan de smederij op perceel B-221 in de Kerkstraat, kadastraal nr.C.1382; 5 dagen later vraagt Jan bij de gemeente vergunning voor het plaatsen van een electromotor van 1,5 PK.; als op 10 juli van dat jaar de inspecteur weer aan de deur staat, blijkt dat de gemeente de aanvraag nog niet heeft behandeld. Op 1 aug. komt de vergunning, maar een dag daarvoor, op 31 juli 1929, doet Jan een nieuwe aanvraag; nu voor 2

24 electromotoren; één voor een boormachine, en één voor de smidsvuurventilator; deze verguning wordt op 20 aug. afgegeven met de bepaling dat de installatie voor 1 oct. klaar moet zijn. In 1930 krijgt hij vergunning om in afwijking van de arbeidswet van 1919, 55 uur per week te werken: van ’s morgens 6 tot ’s avonds 6 met 2 schafturen, en s’zaterdags van 6 tot 8 en van 9 tot 12. Jan vraagt in 1947 octrooi aan op een door hem ontwikkelde aardappelrooier. Zoon: Hendrik Leonardus, geb.24 aug.1928 te Bruinisse, opvolger, zie hierna. Pand: In 1955 heeft Jan een nieuwe woning en winkel gebouwd op naastgelegen, van de gemeente aangekochte grond; de oude smederij bleef bestaan; er kwam een “laskot” tussen. Kad. Nr. F-439.

1965-1984 Hendrik Leonardus Kesteloo, geb.24 aug.1928 te Bruinisse, overl.7 aug.1984 te Bruinisse, 56 jaar oud. Geh.: 25 jaar oud, op 23 dec.1953 met de 24 jarige Anna Maatje Schraver, geb. 24 april 1929 te Bruinisse. Bijz.: Na het overlijden in 1966 van zijn vader gaan Henk en zijn vrouw naar het nieuwe huis en de winkel waarvan hij mede-eigenaar was. De oude woning wordt bij de smederij getrokken. Bij de winkel komt een benzinestation en een rijschool. Henk heeft een zwak hart, en is niet erg sterk; hij overlijdt, veel te jong.

Bruinisse 4, Kerkstraat

1888-- 1916 Rogier Meerman, geb.16 maart 1851 te Bruinisse, overl.17 nov.1918 te Rotterdam, 67 jaar oud. Geh.: op 9 juni 1883 te Bruinisse met de 29 jarige dochter van Jan Costandse en Willemina Faasse Anna Constandse, geb.18 dec.1853 te Bru., overl. 25 sep. 1910 te Bruinisse, 56 jaar oud, Bijz.: Op 23 dec.1878 staat Rogier als 2e op een voordrachtlijst voor de functie van officier bij het 2e Bataillon Rustende Schutterij, 1e Comp. te Bru. Hij is dan smid, ongehuwd en schutter. Op 25 mei 1888 is er een inventaris Meerman (not.Bolle) Op 29 juni 1888 is er een openbare verkoop van de smederij van zijn vader, die gaat naar Rogier z’n broer Leendert Meerman voor ƒ 6600,-. C-1668 huis en erf 157 m2 en C.1667, groot 154 m2.(not Bolle) Op 7 juli 1888 richt R.Meermans een verzoek aan B.en W. van Bruinisse om een smederij te bouwen aan de schuur staande op het erf van sectie C-1550 om daarin het vak van smid uit te oefenen. Op 18 nov.1888 koopt Rogier een huis met schuur en erf van Daniel Jumelet Wolfertszoon, C- 1550, groot 162 m2 voor ƒ1200,- (not.Bolle) Op 4 dec. 1888 heeft Rogier een schuld aan de fa. Mar. J.Kolkman uit Dordrecht ƒ2700,-. Warvoor een 1e hyp. wordt opgemaakt(not.Bolle) Op 1 feb. 1890 stuurt Meermans een verzoek naar de gemeente om evenals zijn collega’s ook enig aandeel te bekomen in het jaarlijks smidswerk. In 1905 woont hij op B-11, voor de Hoofdelijk Omslag wordt hij aangeslagen voor een belastbaar inkomen van f.500,- en moet f.11,075 betalen. In 1907 is dat resp. f.700,- en f.14,07; en in 1915: f.425,- en f.9.70. Op 14 sep.1912 ontvangt Rogier met smid Salomon Krijger 1 gulden van de burgemeester- strandvonder voor het schatten van de waarde van 87 HL. kolen uit het gestrande schip “Libre Échange”.

25

Op 5 jan.1916 verkoopt Rogier Meerman aan Pieter Kriger een woonhuis, smederij en erf aan de zuidkant van de Kerkstraat te Bruinisse, secties C- 2193 en 2194, groot 163 ca., voor f.4000,- . Kriger leent f.3000,-m van de fa. Jac.v Wageningen, een ijzerhandel uit Dordrecht. (not.Biermanz) Pand: blz. 355: Dorp, C-217 huis en erf 320 ca. Belastbaar inkomen 54 gulden; Kadastraal inkomen f.1,28. Memorie van Successie 16 nov,1848 nr. 988. dj. 1865 hermeting en verkoop (gedeelte). (blz. 512) Huis en erf, C-1668, 157 ca. gaat naar Leendert Meerman , dj. 1889; Pieter houdt het erf van 214 ca. Per.1890/1963 kad. legger nr.1006: kad.C-2193, smederij en nr 2194 huis en erf; 1890 bijbouw.

1916 -- 1938 Pieter Kriger, (Piet de smid) zoon van werkman Adriaan Kriger en Elizabeth de Dreu, geb. 12 sep.1878 te Kapelle, overl. 3 feb.1938 te Bruinisse, 60 jaar oud. 1e Huw., smidsknecht, 21 jaar, op 1 dec. 1900 te Bruinisse met de 23 jarige metselaarsdochter Maatje Capelle, geb.17 apr.1877 te Bruinisse, overl. 31 jan.1904, 26 jaar oud. 2e Huw., smid, 26 jaar oud, op 11 aug. 1905 te Oosterland met de 24 jarige landbouwersdochter Jacoba Pieternella Arijsse, geb.11 juli 1881 op Bru., overl. 9 nov.1949, 68 jaar oud. Zoon: Adriaan, geb. 21 sep.1911 te Bruinisse Bijz.: Mei 1897 is Pieter smidsknecht op Bru, komt van Oosterland, gaat mei 1899 naar Noordgouwe. Zij wonen resp. Verlengde Molenstraat B-125>Kerkstraat B-257(de smederij)> Oudestraat B-14. In 1915 wordt Pieter aangeslagen in Bruinisse voor de Hoofdelijke Omslag voor een belastbaar inkomen van f.375,- waarvoor hij f.4,175 moet betalen. In 1919 is dat voor pand B-11 resp. f.700,- en f.21,44 Op 5 jan.1916 verkoopt Rogier Meerman aan Pieter Kriger een woonhuis, smederij en erf te Bruinisse sectie C- 2193 en 2194, groot 163 ca. voor f.4000,- . Kriger leent f.3000,- van de fa. Jac.v Wageningen, een ijzerhandel uit Dordrecht. (not.Biermanz) In 1919 is B-11 eigendom van P.Kriger. Op 28 jan.1925 krijgt Pieter Kriger vergunning om een benzinemotor te installeren voor het aandrijven van een boormachine enz. in de smederij in de Kerkstraat nr.B-192; kad.nr.C-2193. De installatie moet voor 1 maart van dat jaar klaar zijn. Pand: In de periode 1930/40 Oudestraat B-14 De Kerkstraat telde 2 smederijen, schuin tegenover die van Piet Kriger lag de smederij van Marien Kesteloo; daar stond een travaille voor de deur. Zoon: Adriaan, geb.21 sep.1911 te Bruinisse.

Bruinisse 5, Steinstraat.

1923 -- 1927. Arij Jannis Schieman, smid, zoon van smid Cornelis Johannes Schieman en Tannetje Cappon, geb. ca. 1892 te Axel, overl. 1e Huwl., 23 jaar oud, op 11 maart 1915 te Axel met de 23 jarige rijtuigverhuurdersdochter Adriana Elisabeth Wiemes, geb. ca.1892 te Axel, overl. 2e Huwl., 28 jaar oud, op 7 juni 1922 te Zierikzee met de 29 jarige onderwijzeres- rijksveldwachtersdochter Jacoba van Splunder, geb. ca 1893 te Noordgouwe, overl. Bijz.: Nieuwsbode: 10 oct.1923: A.J.Schieman begint een hoef-grof en kachelsmederij met autogene las-en snijinrichting ; reparatie van motoren en landbouwwerktuigen.

26

Bij de foto in: “Bruinisse toen en nu” staat dat Schieman in 1908 begon. Foutje? Op 7 maart 1924 laat Schieman aan het college van B.en W. van Bruinisse weten dat hij plannen heeft om een installatie te kopen om heel het dorp van stroom te voorzien. Voordat hij daartoe overgaat wil hij graag wat meer weten over het aantal gezinnen, de provinciale voorwaarden, de straatverlichting enz. Op 11 maart 1924 gaat er weer een brief naar de gemeente, nu omdat ze achter zijn huis een sloot graven en hij daardoor niet meer in zijn tuin kan komen; hij wil zelf over een lengte van 20 mtr. buizen leggen. Smid Izak Jannis Schieman, geb. 13 maart 1898 in Axel, komt 4 oct. 1923 naar Bruinisse en vertrekt 4 sep.1927 naar Middelburg, hij gaat later terug naar Axel waar zijn broers een hoefijzerfabriekje hebben. In Bru woont hij in de Steinstraat A-184.

1927—ca. 1944. Jan Jacob Kloet, geb. 26 nov.1904 te Elkerzee. Ger. Geh.: met Sijke Westra, geb. 6 mei 1901 te Hilversum of Witmarsum, overl. 5 mei 1932 te Bruinisse. Bijz.: Hij komt 30 juli 1927 uit Hillegom, Sijke komt dec.1927 uit Wonseradeel. Ze wonen Steinstr. A-184>A-134. Op 12 dec.1927 richt hij een verzoek aan B.en W. om in aanmerking te komen om voor de gemeente te mogen werken. 25 aug.1940 krijgt Jan.J.Kloet op advies van de Kon.Nat.Ver.tot steun aan Miliciens Fl. 300,- om zijn zaak weder op gang te krijgen. (inv.116-2 nr.23) Hij is dus waarschijnlijk opgeroepen geweest. Na de evacuatie in 1944 komt hij niet meer als smid terug op Bruinisse. . 1945 -- 1977. Adriaan Kriger, zoon van Pieter Kriger en Pieternella Jacoba Arijsse, geb. 21 sep.1911 te Bruinisse, overl. 2 sep. 1980 te Bruinisse, 68 jaar oud. Geh.: als bankwerker met Anna Otte, Rotterdam. Bijz.: Vertrekt 27 sep.1927 naar Nootdorp, komt 10 maart 1931 terug. Na 1945: Steinstraat sectie C-1816, huis, schuur en garage, 399 ca. was van koopman A.C.Faasse. 1946 noteert een verkoop (aan Kriger); sectie C-3680, 293 m2, de gemeente heeft een stuk onteigend. In het archief in Z.zee liggen copie-facturen voor werk voor de Bru-9, vooral netten en korren. Als knecht hebben er gewerkt o.a. Gert van der Weele, A.Vreugdenhil en Marien Jumelet.. Er zijn een paar rek. te vinden van Kriger in Handschriftenverz. 433-Bru. In 1977 verkoopt Kriger aan Rinus Bosman. Zonen: Pieter, geb. 17 juli 1948 te Bruinisse; scheepsbouwer, woonde te Oud-Beijerland, Rotterdam en Tholen; huwt met Adriana Maria Jannetje Uijl. Mattheüs, geb. 26 april 1952 te Bruinisse; banketbakker.

1977 -- 1990. Rinus Bosman werkt aan de mosselschepen en aan steigers enz. maar zag geen toekomst meer voor de smederij Begin 1990 werd de smederij verkocht aan Mosselhandel Kik voor opslag.

27

Diverse smeden van Bruinisse.

Sommigen hebben hier ongetwijfeld gewerkt, anderen zijn hier mogelijk alleen maar getrouwd.

Vóór 1800: Aertse, Jan, den smit, j.m. uit Rhoon, gehuwd in 1676 op Bruinisse met Cathaleijne Jans; zij heeft dan al 5 kinderen van Pieter Cornelisse Imanse waarmee ze in 1670 gehuwd is. Keunis, Pieter. Over 1732 wordt aan Pieter 8 schelling betaald voor smidswerk gedaan aan de hofstede onder Bruinisse door de fam.Mogge. (v.d.Lek de Clercq, 465-H222-35) Pot, Pieter. Op 14 nov.1726 moet aan Pieter Pot uit de boedel van Leunis Jacobsz. te Bruinisse 5 Sch, 4 Gr. betaald worden over smidswerk. (raze 4496) Princse, Jacob, Op 5 dec.1680 eist Jacob betaling van de wed. van Jan Berman van £1-12-8 over geleverd smidswerk. (raze 4470/104). Smit, Cornelis Lenerse, met Lievenken Hellengat doen op 8 apr.1594 belijdenis. (afschr.tr.boek?) Cornelis Leendertse Smit (zonder dat er een vrouw wordt vermeld) krijgt op 24 apr.1599 een zoon Leendert. Er is een Cornelis Leendertse Decker, overl. 29 oct.1632 die kinderen krijgt van 1590 tot 1598 met Maaijke Thone. (mogelijk dezelfde?, mogelijk uit de smidsfamilie Dekker?)

Ná 1800: Maaskant, Pieter, bankwerker, geb. 19 juni 1900 te Ridderkerk; NH; gehuwd met Pieternella Euser, geb. 24 oct. 1906 Zwijndrecht. Ze komen aug. 1932 uit Ridderkerk. Zonen: Pieter, geb. 31 juli 1929 te Ridderkerk; Aart, geb. 16 aug. 1933 te Ridderkerk. Nagelkerke, Gillis, smidsknecht op Bru., geb.29 feb.1864 te Goes, NH, komt nov.1882 van Goes, vertrekt apr.1883 naar Goes. Ockerse, Hendrik, geb. 27 mei 1901, smidsknecht op Bru., NH, komt met zijn vrouw Neeltje Adriana de Mooij , geb. 1 dec. 1900 in Rotterdam, op 20 maart 1930 uit Ouddorp, ze wonen Steinstr.A174a, en vertrekken 7 juni 1930 naar Rotterdam. Ornee, Adriaan, smidsknecht op Bru., geb. 17 feb.1892 te Zierikzee, NH. Komt 12 mei 1909 uit Zierikzee, gaat 14 juni al weer terug. Reinhout, Johannes, smidsknecht, geb. 1838 te Bru., overl.24 feb.1857 te Bru., 19 jaar oud. Schrier, Jacobus, geb.ca.1812 te Wissekerke, smidsknecht, zoon van Janus Schrier en Catharina Louwers, huwt 8 oct.1839 te Bruinisse met Maria Kik, geb.7 feb.1816 te Bru.( mogelijk niet op Bru. gewerkt).

28

Burgh, de oudste smederij.

Ca.1630 -- 1682 Thonis Leenderts Stoel, geb. te Zierikzee, ged.6 apr.1603; overl. na 1661; zoon van Leenart Adriaanse Stoel en Janneke van der Have. Thonis is smid te Burgh. Bij de doop van zijn dochter in 1641 wordt hij Tonis Leendertsen Smit genoemd. 1e Huw., te Zierikzee 15 juni 1630, , met Leenken Jans Krepel ; overl. ca.1639 (4834-39v) 2e Huw., verm. te Haamstede tussen april 1639 en febr. 1641 met Willemijntje Marinisse. Kinderen: Uit het eerste huw. 4 kinderen waaronder: Maarten, geb.ca.1635, wordt smid op Zonnemaire; Jan, ged. Haamstede 20 april 1639; huwt: 1e Cornelia Jans en 2e Adriaantje Jans van Dijke. Uit het 2e huw.: o.a. David, ged. 27 sep.1643 te Haamstede, huwt met Pieternella Stoffels. Thonis Leenderts Stoel woont aan de zuidkant van de Ring op Burgh. Ca.1636 moet aan Thonis de Smit 2 schellingen betaald worden voor een “roer voor de knine”. In dezelfdee akte moet aan Thonis Lenaerise Smidt £ 2-17-6 betaald worden over 1634 of 1635 voor geleverd ijzerwerk.(4585-11) In 1642 heeft smid Thonis “bij raminge” (geschat) £3.-.- tegoed uit een boedel (4879) In 1642 ook nog £2.5.- uit de boedel van Willem Jansse Oostdorp.(4879) In 1651 is Thonis schepen van Burgh, zijn lakzegel toont het familiewapen: Een rechtopstaande smidshamer met daarboven een kroon en een ronde schakel. Het randschrift is : Thonis Leendertse Stoel. In 1652 krijgt Thonis 1 Gem. 155 roe land geleverd door Wisse Cornelissen. In 1656 levert Aalbregt Graeft 1 gem.177 roe land aan Thonis L.Stoel. (4851-26) In 1660 wordt Thonis gekozen als ouderling. April 1662 verkoopt hij ong. 2 gem.hayman voor 100 gulden aan Pieter de Witte.(5143A) Op 8 juni 1662 eist Tonis betaling van £1-14-3 over de leverantie van ijzerwerk en arbeidsloon van Abram Willems Dalebout. (5143A) Over 1664 heeft Thonis tegoed uit de inventaris der weeskinderen van Jacob Maertense. (4885-2) Op 28 mei 1670 koopt Thonis Stoel 402 roeden corenland van Meus Cluts voor £ 40.-.-. (4944) Op 28 juli 1672 eist Tonis £3.8.2 uit de boedel van Claes Maertse Bouf voor geleverd ijzerwerk van apr.1663 tot juni 1665; hij is waarschijnlijk niet uitbetaald (5143A) Op 24 feb.1673 worden door de schepenen van Haamstede, ten overstaan van schout Jan Cornelis Engels, ten behoeve van dijkgraaf Padt wat spullen verkocht van smid Jan (zoon van Thonis) en Cornelia: een bed met peule, dekens, een halve kast, een achtkant tafeltje, tangen en ander smidsgereedschap, hoefijzers, krammen enz. om in totaal £27.7.0 te betalen.(4948) Op 8 juli 1678 is Thonis Leendertse Stoel crediteur in de “desolate en gerepudieerdeboedel van Neeltje Pieters, de wed.van Pieter Corn. Smits”. Hij heeft 50 pond te goed van een lening met als onderpand ruim 1 gem. 65 roeden korenland onder Westenschouwen; daarbij komt 22 pond rente en hij heeft 7 pond en 3 schelling tegoed voor smidswerk. In aug. 1678 wordt hij ter compensatie eigenaar van het land, hij moet wel de 2 pond en 18 sch. kosten betalen.(5143A; 5129) Ook in 1678 is Thonis Leenderse Stoel nog schepen op Burgh; in 1680 is hij oud-schepen. In 1682 levert Thonis aan zijn zoon David Thonissen Stoel zijn huijs met de smitse met waerschappen (4851-55 en 56) Op 27 mei 1684 legt hij een verklaring af op verzoek van zijn oudste zoon Maarten van Zonnemaire. Als Maarten met zijn vader en zijn vrouw op de dijk van Bommenede wandelt op 23 mei 1684 ontmoeten ze een jongen die een zak meel op zijn hoofd draagt. Maarten, als pachter van het gemaal over Dreischor, Noordgouwe en Zonnemaire, ziet dat het een ongemerkte zak is, en wil die inspecteren, er blijkt tarwe meel in te zitten, waar geen impost op betaald is. Bij het huis van de jongen aangekomen krijgt Maarten ze erg stokslagen van de moeder en zuster dat hij denkt er onder te bezwijken, en de kleren worden hem van het lijf gerukt terwijl de jongen op zijn borst

29 zit en hem wil steken. Thonis heeft het met zijn oude ogen niet zo goed meer kunnen zien, maar hij heeft alles duidelijk gehoord!(recht,137)

1682 -- nov.1685 David Thonisse Stoel, geb. te Burgh, ged. te Haamstede op 27 sep.1643; geh. op 7 jan.1669 te Burgh met Pieternella Stoffels, jd.van Burgh. Bijz.: Op 1 maart 1679 levert Davidt Tonisse Stoel aan Pieter Boudewijnse de helft van een stuk land.(4944) Op 22 feb.1683 leent Davidt van secr. Paulus Waeijs 100 car. guldens op 1G.98R.corenlant.(4944) 7 Nov.1685 levert David Thonisse Stoel, inwoner van Burgh aan Marijnis de Winde een huijs, schuere en verdere gevolge van dien gelegen binnen de Ring van de kerk van Burg op ambachtheren erve, oost ’s Heeren Str.; zuid de secr. Daniël Schijmer; west Dominee Apollonij; noord Corn.Thonisse; mitsgaders de smitswinkel met alle het smitsgereedschap voor van 500 Carolijngulden. De huisvrouw van de verkoper krijgt 2 zilveren ducatons en ieder kind twaalf en een halve(staat niet bij wat het zijn). (4848). Marijnis, smid, wonende binnen Haamstede, leent 500 Car.gld. “tot 5 grooten vlaams het stuck” van de diaconie ten behoeve van de armen te Haamstede. Als zekerheid stelt Marinis 2 stukken land van ca.5 gemet elk.( 4851 en 4944) Op 5 dec.1686 compareerde Davidt Tonisse Stoel, wonende te Burgh, en verklaart dat hij 25 pond vlms. geleend heeft van de wed. van Daniël Waeijs op 1G. 98R. land.(4944) Zonen: Tonis; Stoffel; Willem.

1685 --- 1718. Marijnis Marinisse de Winde, meester smid op Haamstede, 2e huw.: met Maatje Janse Leendert Krijnse. Zij is getuige 1698 en ‘99. Marinus Marinusz.de Winde en Maatje Jan Leendert Krijnse krijgen de volgende zonen te Haamstede:  Leendert 6/7/1681, get. Marinus Leendertsz de Winde en Cornelia Marinusse de Winde.  Johannes, 9 mei 1683 get.. Jacob Marinusz de Winde.  Jacobus, 25 feb.1685.  Cornelia 28 apr 1686 get. Leendert de Winde.  Nog 3 keer Leendert, de laatste ged. 9 maart 1698, get. Jacoba de Winde. (Is later smid) Bijz.:, Koopt 1679 smederij op Haamstede. Op 21 sep.1686 levert Marinus voor £82.-.- aan dhr.C. van Cluifgoudt een huis, schuur en gevolgen gelegen binnen de ring te Burgh op amb.heren grond. Oost de straat, zuid “de zelve”, west Dominee Appollonij, noord Corn. Thomasse. (Van Cluifhoudt geeft een schuldbrief aan Mar. de Winde, smit te Haamstede, voor £82.-.-) (4851-7) 8 Nov.1690 wordt voor aan Marinus de Winde voor smidswerk aan het paard £0.9.7 betaald uit de boedel van Joos P.van Lookere; en in 1691 £1.3.7 uit de boedel van Govert van de Vijver.( 4879) In 1693 verkoopt Marinus 1 gem.53 roe korenland aan Corn.de Glopper.(4851); hij koopt op 4 oct.1693 2 stukken korenland uit de boedel van Jacob Smul; bijna 2 gemet voor 16 pond 10 sch. (4859). Op 17 sep.1694 wordt door van der Kooij, de Heer van Burgh, de smidswinkel gesloten, die macht heeft hij kennelijk. Marinus heeft aan Joh.Mispelblom, de dominee van Haamstede verteld dat van der Kooij misprijzend over de dominee heeft gesproken. De dominee heft daarop geweigerd een invaldienst in Burgh te vervullen, waarop van der Kooij, als hij hoort dat de smid geroddeld heeft, de smederij sluit. Er komen brieven van verontschuldiging van zowel de dominee als de smid. Marinus wordt 15 oct.1694 veroordeeld om aan diaconie en armen elk twee ducatons te betalen, en pas dan mag hij zijn smidse weer openen! (4851-73).

30

Op 3 dec. 1694 koopt Marinus een hof van 125 roeden dat ten zuiden van zijn hof ligt voor £ 50.-.- (4945) Op 8 dec. 1696 ontvangt Marijnis de Winde £0-5-3 voor het maken van een breukband voor Corn. Jobsen Zeeman. (4885-II-45) Op aug.1703, uit de boedel van de weduwe van Mar. Leendertse Moij ontvangt Marinus £3.3.2 voor smidswerk; en £0.13.6 uit de boedel van Corn.Andriessen.(4879) Over 1705 van Leendert Cornelisse Bolle zal., voor ijzerwerk, £0-13-0.(4885-II-44) Op 18 jan. 1708 koopt Marinus een huis met schuur aan de Rinck aan de noordkant van Burgh op Ambachtheeren Erve, belendende oost Leendert Cornelisse Dijckgrave; west Huijbregt Leendertse; zuid ‘sHeeren Straete en noord Leena Thomb; van Jacob Meese Pleij voor £108.6.8 plus 4 Ducatons voor “een Beaute voor de huijsvrouw van Jan Imanse Backer”. Marinus leent £ 100.-.- van Pleij. (4839-22) 21 Maart 1708 krijgt Marinus van de erfgenamen van Jannetie Meertens “de Erve achter sijn smitse alhier tot (te) Burgh, soo breet als de Smitse staet, en streckende van de Smitse tot de Dulve van de Hayman van de Heer Marinus de Jonge” waarvoor hij 4 sh.2 d. cijns moet betalen per jaar.(4849-23) Op 6 nov.1717 maken de dan gezonde Marinus en Maatje (zij tekent met Maijken Jans) een testament bij notaris Corn. Haijman uit Zierkzee. Aan hun dochter Dijna prelegatere ze 100 pond als ze nog ongehuwd is als de eerste ouder overlijdt; samen met haar broer Leendert krijgt ze het huis, smidse, gereedschappen enz. op Haamstede; maar de langstlevende houdt wel het vruchtgebruik; Leendert krijgt ook 1G.280R. land. Marinus Jan en Johanna de Winde, de kinderen van hun overleden zoon Johannis, krijgen 200 pond en 16G.112R.land op div. plaatsen.(4048) Op 17 Maart 1718 verkoopt meester Marinus de Winde, oud schepen van Haamstede aan zijn schoondochter Lidia Jans, de wed. van Johannis M. de Winde, een huis met de materialen van een omgevallen schuur in de Ring van Burgh, belendend oost Jan Sijmonsen, west Huijbrecht Leendersen, zuid de weg en noord de weezen van Jan van Duijn; en ook de smidse met alle gereedschappen in de Ring op Ambachtsheeren Erve belendend oost de straat, west de H. van Marinus de Jonge; zuid de schoolpad en noord de wagenmaker Adriaan Lievense Smeth (4839); alles tesamen voor 800 Car. Guldens; de gereedschappen gesteld op £25.-.- .(4848, en copy)

Burgh Johannis Marinussen de Winde, smid, overl. ca.1717. Geh. met Lijdia Jans.Bakker; 5 kinderen 1709/1716, waarbij o.a. Jan Krijnse Bakker getuige is; Lijdia hertrouwt met de volgende smid. Johannis of Jannis werkt hier wel als smid, maar de smederij blijft kennelijk van zijn vader. 20 Jan. 1712 koopt Jannis M.de Winde , smid op Burgh, 4 Gem.20 Roe korenland in Burghambacht voor £200.-.-en leent daartoe hetzelfde bedrag van Marinus Jansse de Jonge. 25 April 1714, Jannis de Winde, smit op Haamstede, koopt van Jacob Trompert, Raet der Stadt Brouwershaven, 3 Gem.268 Roeden corenlandt gelegen in Burghambacht, voor £96-2-5.(raze 4849-75) In 1718 ontvangt de weduwe £0.7.3 uit de boedel van Jan van Duijne over gedaan smidswerk van St.Eloy 1715 tot maart 1716. (raze 4886-1 Burgh) In maart 1718 koopt smitsvrouw Lidia op de openbare verkoping op Burgh “een bedde en peule(kussen)” voor £ 2.0.0.(4863) 29 Maart 1718 komt Lidia Jans, de wed. van Jannis de Winde zaliger, bij Schout en Schepenen van Burgh als boedelhoudster van de 3 nagelaten wezen met meester Marinus de Winde, samen met Jan Crijnse als grootvader en testamentaire voogd, om gezamenlijk de besloten inventaris en goederen aan de weeskamer over te dragen.(4848-116)

1718 -- 1727

31

Adriaen Hendriksz van Leen, trouwt mei 1718 met Lijdia Janse Backer, de vrouw van de vorige smid. Over 1718 wordt £1.7.0 betaald voor smidswerk aan Ary de smith, uit de boedel van Huijbregt Leendersen uit Burgh. (4880-1) Over 1721 ontvangt Ary van Leen, Smith alhier, over geleverd ijzerwerk aan de Hofstede van Lieven Doense £0.17.7 (Burgh, raze 4886-6) 19 juli 1721 ontvangt Arij £1.1.0 uit de boedel van Huibt Cole (4840) Over 1721 en 1724, is Arij eiser in de boedel van Pieter Joosse v. Lookeren en Huijbert Coole.(4886-13) 22 dec.1727 verkoopt Arij van Leen, van St.Annaland, nu wonende op Haamstede, aan Leendert de Winde, wonende te Haamstede zijn huis, schuur en erve staande aan de noordzijde van de Ringh te Burgh op Ambachtheeren grond belendend zuid ’s Heeren straat, west Jan Bakker, noord de wezen van Jan van Duijne en oost de wed. van Jan Sijmonds; met de smidswinkel daaraan; mitsgaders een erf, waar een huis gestaan heeft dat afgebrand is, aan de westzijde van Burgh op Ambachtsheeren grond, oost ’s Heeren Straate, west Mar.Janze de Jonge, noord Jan Bakker.( 4850,foto) Op 21 feb.1728 is er een zaak voor schout en schepenen tussen Gilles Wijnans (dijzerb =de ijzerboer?) contra Arij van Leen, gedaagde en gearresteerde hier aanwezig, thans woonachtig te St.Annaland tot verhaal van £18.8.- over arbeidsloon, geleverde spijkers en ijzer en het gebruik van touwen.(copie) 3 Mei 1744 verkoopt Ary van Leen, mr.smid wonende te St.Annaland, hier tegenwoordig, aan Willem Pieters Beije 7 Gem.288 Roe korenland leggende in de Eikenhoek in Burgambacht voor 850 Car.Guldens; die leent daartoe £100.-.- van Adriaan de Glopper.(raze 4840-196)

De wagenmaker op Burgh: 31 jan.1717 leent Adriaan Lievense Smeth, met Willem Janse, Smeth, van Nieuwerkerk in Duiveland als borg (dit is waarschijnlijk Willen van Dulse, die met Clasina Pats van Haamstede getrouwd is), van de erfgen. van Sn. Francois, Smeth, £66.13.4 tegen 5%, op een huis en schuur op ambachtsheeren erve alsmede een wagenmakerswinkel met gereedsch. en den boeck.( 4839-92) Op 29 nov.1719 koopt Adriaan Lievense Smeth, Wagenmaker alhier te Burgh van Marinus Tromper wonende onder Haamstede een stuk korenland van 2 G.170 R. (4839-136)

1727 -- 1739 Leendert Marinusz.de Winde, ged. 9 maart 1698 te Haamstede, overl.ca. 1762. 1e Huw.: jm. geb.en wonende te Haamstede trouwt mei 1724 te Haamstede met Prijntje Lodewijkse Rodon, jd. geb. Westenschouwen, wonende te Haamstede, overl. voor 27 dec.1728 te Haamstede.(4945) 2e Huw., mei 1730 te Haamstede met Marietje Harmense van Rosendaal, jd.van Burgh, overl. ca.1748. Op 20 sep.1719 maakt Leendert een testament, hij laat 2 keer 25 gulden na aan de diaconie en de rest aan zijn vader Marijnis. (4968/112) Op 22 apr.1729 wordt er aan Leendert betaald voor smidswerk over 1726, uit de boedel van Adr.G.de Swarte, Renesse.(5062) Op 7 aug.1729 moet Leendert £-.6.4 krijgen uit de boedel van Jan.A.Montaan.(raze 4840) Op 13 sep.1729 legt Leendert de Winde de eed af als schepen van Westenschouwen. Op 2 oct.1733 eist Leendert voor schout en schepenen betaling door Pieter Huijbrechtse Natte van in tataal £6.15.6. Leendert heeft hem £ 3.-.- geleend, voor £ 2.3.2 smidswerk gedaan in 1732 en 1733, en hij heeft op verschillende reizen winkelwaar gehaald ( tevens vrachtrijder?) (4973) Op 1 juli 1734 moet Leendert nog £ 15.3.3 ontvangen van Neeltje Dijkgrave, de wed.van Marinis Jansz.; hij laat beslag leggen op een weiland met hooi door de schout en schepenen.(4973

32

Op 16 maart 1739 verkoopt Leendert de Winde, wonende te Haamstede, aan de wagenmaker “sekere oude smitswijnkel staende op den dorpe van Burg aan de noordzijde van den Burg op Ambagtsheere Erve, met de Erve die altijd aan de smidse geweest is en nog de erve die er aangekomt is van het verbrand huis van Adriaan Lievense Smit; belende oost de strate, zuijd schout Daniël Vis, west Jan Marinisse de Jonge, noord Marinis Pieterse, voor £10.-.-. (4840) Een paar weken later verkoopt de Vos de oude smidse, nu een wagenmakerswinkel voor £8.-.- aan Jan de Zomer. De rest van zijn leven doet Leendert zijn smidswerkzaamheden alleen nog vanuit Haamstede. De oude smidse, nu wagenmakerij, met ene Tuijnman als laatste wagenmaker, wordt omstreeks 1920 gekocht door L.C.Bom, die bouwt er nieuwe woningen en heeft zijn aannemingsbedrijf er achter en naast. Nu is het kerkstr.8. (info Bas Bijkerk)

De smidse op sectie 324, naast de school.

? -- 1783 Jacob Wigmans Geelaard, smid. Geh.: met Catharina Hokke, Op 3 Maart 1767 is er een verzoek van de winkelier Marinus Jeras aan de Schout om geen betaling te doen aan Jacob Wigman voor gedaan smidswerk aan de kerk voordat hij zijn rekening van £19.5.1 betaald heeft aan aan Jeras. De Schout neemt het voor kennisgeving aan. (4876-20); Op 5 nov.1768 probeert Jeras het nog een keer, dan wordt Aard van den Broeke verzocht om geen betaling te doen aan Jacob Wigman, smidsbaas te Burgh, voordat de rekening van Jeras is voldaan. Nu lukt het wel, er wordt verrekend. (4876-23). Per 20 maart 1783 wordt er een akte, gemaakt door Joost IJzerman met procuratie van Catarina Hokke, de vrouw van Jacob: ”als denselven in hier voorengemelde qualiteit van Sequestor in het redden en tot Liquiditeit brengen des voornoemden Boedel”. (4881-273; 6 oct.1790) Bij de crediteuren zit een rekening van de firma Hofman en Zn. voor £58.5.8; en £ 24.-.- voor geleverde wijn gedurende 2 jaar. De totale schuld inclusief de geleende gelden is £ 305.16.8. het huishouden is £56.16.10 waard, en er moet nog ontvangen worden voor werk aan de kerk, de polder, de korenmolen, de herberg en slot Kraaijenstein. De preferente schuldeisers krijgen uiteindelijk ongeveer 2/3 uitbetaald. Volledig betaald worden o.a. £-.8.- cijns voor 1779/1782, en £ 7.16.8 voor 8 maanden huur, van aug.1782 tot april 1783 van de Herberg te Burght, aan de Ambachtsheer of aan de parochie, want behalve smid is Jacob ook herbergier.

Er wordt schuin tegenover de oude smidse volgens Bas Bijkerk ook nog gewerkt door:

1783? – 1785? Fop Bijkerke, smid te Burgh, ged. 29 sep.1755, en geh. te Colijnsplaat met Clara Huijssoon. komt in 1782; Smid of smidsknecht? Verder nog niets van gevonden. In feb.1782 en mei 1783 worden twee in Colijnsplaat geboren kinderen, daar gedoopt. Op 5 apr.1783 wordt Fop Bekerke ingeschreven door dominee J.Thomson in Burgh. Fop vestigt zich in een pandje naast de Burghse school.; en woont in een huurkamertje in het Plaetsenhuis; later de Armenhuisjes, waar nu in 2008 de Gebr. Verton zitten, aan de Kerkstraat. Op 15 mei 1785 wordt een zoon Willem gedoopt op Burgh.(doopboek-B.Bijkerk). Fop overl., 15 mei 1785 te Burgh?? (Gerecht Burgh) De weduwe gaat dec.1786 terug naar Colijnsplaat.(attestatie)

In april 1788 wordt door Nicolaas Johan van Hoorn, de Heer van Burgh en Kraijesteijn, een kamer verhuurd in het Gasthuis aan de Arm-meesteren van de Diaconij-Armen, bestemd voor Aagten

33

Stoel, de weduwe van Cornelis Matthijsse.. Dit is de kamer waar de smid Fop Bijkerke in gewoond heeft. Op 10 october 1790 wordt door Schout en Schepenen een opstal staande naast de school op Burgh die als smidse gebruikt is door Fob Bijkerke, met alle zich daar bevindende gereedschappen aan timmerman Pieter Riekwel voor 4 pond, die nu op deze plaats begint. Later wordt hier de woning van de bovenmeester van de school gebouwd, die staat er nog.(2008)

Riekwel, Pieter, timmerman op Burgh op 30 oct.1790, uit Memorie gekochte goederen: “Door Pieter Riekwel, een opstal, voorheen tot een smitse gebruijkt op de Ring van Burg, met alle gereedschappen staande naast de schole op den Ring van den dorpe Burgh. Belend: noord het gasthuis; oost de Kloosterweg; zuid de schoole; west ’s Heeren Straate, om £ 4.-.-“. Er moet 2 schelling per jaar betaald worden aan de Heer van Burgh, Nic.Joh.van Hoorn, die heeft de smidse heeft gekocht op een publieke verkoping op 6 oct 1790, de gereedschappen dienen om aan bepaalde financiele verplichtingen te voldoen.(4867,4877 en 17 maart 1781 in 4854) Nog later is het een wagenmakerij met een Tuijnman als laatste wagenmaker, omstreeks 1920 koopt L.C.Bom het pand, die bouwt er nieuwe woningen en heeft zijn bedrijf er achter en naast. Nu is het kerkstr.8. (info Bas Bijkerk)

De laatste smederij.

ca.1734 -- 1739 Cornelis Willemse, Geh. met Willemijntje Claas, zij overl. in 1738. 1 Juni 1734 Cornelis Willemse, mr.smit alhier koopt voor £ 25.-.- van schout Andries Jeraz een huis en schuur op Burgh belendende: oost: Dijna Dingemanse, west: Jan Stoffels, zuid:’t agteromme en noord ‘sHeeren Strate.(4850-127) 8 juni 1734 leent meester smit Cornelis van N.v.Hoorn, Heer van Burgh, £75.-.- tegen 4½% met als onderpand zijn huijs, schuijre met de smitswijnkel op Burgh belendende oost: Pieter Marinisse, west: Jan Stoffelse, zuid: ’t agteromme en noord: ‘sHeeren strate. Mei 1739 is de lening afgelost.(4850-127) In 1736 wordt aan Cornelis Willemse, smid, £ 3-3-4 betaald voor het maken van een ring om de molen te Haamstede. (H222-465, fol.36V, fam. archief v.d.L.de Cl.) Op 27 april 1737 krijgt Adriaantje Pieterse Stoofman echtscheiding van haar kleermaker; zij krijgt de woning toegewezen waar ze dan al woont: naast de nieuwe smidse op Burgh. 27 April 1737 leveren Jan Stoffelse en zijn vrouw Adriaantje Pieters Stoofman aan mr. Smid Cornelis Willemse een schuur, staande achter het huis van Jan Stoffelse met de gevolge, met oost: “de Weginghe van ‘tAchteromme na het gemelde schuurtje zoo voor wagens als van paarden zooals van ouds daaraan geweest is of anders zal voorvallen” voor £ 10.10.-.(4850-133) Op 23 April 1738 is Cornelis weduwnaar en met Pieter Claassen, de broer van zijn vrouw, als voogd, belooft hij voor het driejarige dochtertje Maria te zorgen tot ze 18 jaar oud is. Maria erft o.a. “twee reesten grootte koralen met een gouden slotje, een kerkboek met 8 zilveren hoeken”, enz..(4850) 20 Maart 1739 verkoopt Cornelis Wilmze aan Jan Constantse een “huijs, bakkeete en Hoff met een Schuijere staande achter en aan het huijstje van de wed.van Jan Stoffelze en met zijne gevolge van dien met de smitswinckel in hetselve huijs, so oud als nieuw ijser, gemaakt en ongemaakt, op Burg aan de zuidzijde, belendend oost: Sijmon T.Montaan; west Jan Stoffels’wed.; zuid: de agterweg en noord: de strate.(4840-154)

1739 -- 1786 Jan Cornelisse Constandse, zoon van Cornelis Janse Constant, smid op Brouwershaven, en Arjaantje Lowijs. Jan is gedoopt op 22 nov.1711 te Brouwershaven.

34

Geh.:, smid, 27 jaar oud, op 7 mei 1739 te Burgh met de 32 jarige Arriaantje Machiels Daalbout, gedoopt op 17 april 1707 te Burgh. Zoons:  Cornelis, geb. 1742, smid in Burgh. (zie hierna).  Machiel, ged. 8 sep.1743, x 1772 Adriana de Oude, ook smid in Kerkwerve, 1782 in Brouw. Op 30 aug. 1782 legt hij de eed af als poorter en burger van Brouwershaven, 39 jaar oud.  Marinus Janse, geb. 1746, op 26 april 1777 legt hij de eed af als poorter en burger van Brouwershaven, hij is dan 29 jaar oud.  Jan, geb.1749, O.a. in 1750 en ‘58 is Jan Cornelisse Constandse schepen te Burgh. In de kerk gaat het minder goed met Jan: “die men met zorg, in zijn gedrag ziet afglijden. Hij ziet in het geheel niet naar de kerk om, als de predikant op huisbezoek is, beantwoord hij de vriendelijkheid van de predikant met dronkenschap en onbeschoftheid.” Het gevolg zal wel geweest zijn, dat een aantal boeren hun paarden in Haamstede laat beslaan.(Bas Bijkerk) 17 April 1739 leent Jan £ 75.-.- van N.v.Hoorn, Heer van Burg en Schepen van Vlissingen met als onderpand huis, schuur en smidswinkel op Burg zoals hiervoor beschreven. (4840-155) 7 Jan. 1746 koopt hij 205 roe korenland van de Armen van Zierikzee voor £-.10.-. (raze 4840-204) 10 Feb.1746 koopt Jan 1 gemet 10 roe korenland à £15.-.- ’t gemet van Marinus Mattheuse, maar hij raakt het wer kwijt omdat het genaast wordt door Corn. Mattheuse.(4840-204) In 1752 moet Jan Constant, Mr.smit te Burgh £ 1.1.1 ontvangen uit de boedel van Jan Thinisse Stoel.(4981B) 4 Oct.1755 koopt Jan Constand, smid alhier, van Cornelia Rogiers, de wed. van Pieter Marinisse, een huis op het dorp belendende oost: Willem Joosse; west: Marinis Sijmese en zuid de strate, voor £54.-.-(4840-263) Van 1759-1762 voor smidswerk £4.17.6 betaald uit de boedel van Corn.Dalebout.(5138-1769) Over 1767 wordt Jan Constand betaald uit de boedel van de wed. van Jan Stoel (4982-9/1457) Op 2 feb.1771 leent Jan Konstand, smidsbaas te Burgh 15 pond van secretaris D.Zorge tegen 5% op zijn huis en smidse , en 205 roe coornland in burghambacht.(4853) Over 1774 aan Jan Constandse uit boedel Job Lambregtse £1.9.7 (5138-1777) In 1776 ontvangt Jan uit de boedel van de wezen van Corn. Dalebout (5139-1776) Den 27 Aug.1779 is er een vergadering “Gehouden ten Rechthuise te Burgh. Present: Aard van den Broeke, schout, Job de Glopper, Adriaan van Staelen, Jan Jansz.Bakker, Marinus Jeras, Jan van der Wekken en Leenderd van Lillo, schepenen: Is de onbebouwde gang tusschen de Smits van Jan Constantse en het Huis van Cornelis Kooiman, na nauwkeurige oculare Inspectie en behoorlijk gedaan onderzoek in eigendom toegewesen aan voorschreven Jan Constantse, Meester Smit alhier, met magt om deszelve gang te mogen betimmeren, ofte op zodanige andere manieren te beheeren ende gebruiken als zal goedvinden, onder deze bepaling nogtans dat het Ligt van Cornelis Kooiman’s Huis, ’t geen in de voornoemde gang uikomt, niet mag belemmerd, nog ook geenerhande schade, ongemak ofte belemmering aan dat Huis mag toegebragt worden”. Juli 1783 wordt uit de boedel van Marinus Corn.Dijkgraaf £1.7.0 betaald voor “Meesterloon van den Hengst en het beslaan van Denselven” ( 5141 en 5139) In 1793 betaald Jan Cornelisse, geh. met de wed. van Bastiaan van Eels, zoutgeld.(raze 4877-18)

1786 -- 1821 Cornelis Janse Constandse (Dalebout), smid, zoon van de Brouwershavense smid Jan Constandse en Arriaantje Machiels Daalbout, geb.: ca 1742 te Burgh, overl. 26 april 1821 te Burgh (zie succ. mem.2/260 1821 inv. Nr.613, box 98, daar staat foutief : geh. met Willemijntje van Staalen) Geh., op 15 mei 1783 te burgh met Pieternella van Staalen, geb. ca.1753, overl.15 juli 1827 te Burgh, 74 jaar oud.

35

Bijz. Hij staat op de lijst dienspl. 1797 als smidsbaas, 55 jr. Over 1786 uit boedel Pieter L. Roedoe ontvangen: £4.2.8 (5138-1786) Op 17 jan.1787 wordt opgetekend voor schout en schepenen dat Cornelis Constandsen, meester smid te Burgh 200 pond tegen 4% van Jacob Hoogenboom, landman te Noordwelle geleend heeft op 1 mei 1786 met als onderpand zijn huis, smidse en erf op Burgh, belend oost Corn. P.Stoofman, zuid het achterom, west den Heer van Burgh en noord de straat; en nog 6 gemeten, 93 roeden weiland onder Haamstede. (4854) Over 1789 wordt aan Cornelis £1.13.0 betaald uit de boedel van Hendr.S.van Westen (raze 4982A- 5/2121) Op 10 jan.1792 moet aan Cornelis £5.7.10 betaald worden uit de boedel van Janna Beije, wed. van Jan Dijkgraaf voor smidswerk in 1790 en ‘91.(5040) In 1799 uit de boedel van Toni Speelman voor smidswerk.(5141) In 1803 uit de grote boedel van Mar.M.Hanse over 1789; samen met de smeden Jan de Meulmeester (smidswerk 1784/89), Nicolaas v.d.Meulen (1788/90) en Willem Bodt (t/m 1787) (4982A-18) Er zijn ook verschillende timmerlieden in dienst, dus waarschijnlijk tevens wagenmaker. Volgens het Ned beroepenboek was Cornelis Constandse smid op Burgh in 1810. Zoon: opvolger smid Jan Konstand Dalebout, geb.1786 zie hierna.

1821 -- 1844 Jan Konstandse Dalebout, smid, zoon van Cornelis Konstant Dalebout en Pieternella van Staalen, geb.13 jan.1786 te Burgh, overl. 3 of 30 mei 1840 te Burgh, 54 jaar oud. 1e Huw: 34 jr. oud, op 19 jan.1821 te Burgh met de 24 jarige boerenmeid Neeltje Karel Locker geb. ca 1797 te Elkerzee, overl. 8 april 1829 te Burgh, 32 jaar oud. Hiermee een zoon Pieter die in 1829 overlijdt. 2e Huw.: smitsbaas, 44 jaar, op 28 mei 1830 te Burgh met de 28 jarige particuliere Willemijna Hendrika Bodt (of Schuurmans), geb. ca. 1802 te Zierikzee, overl. Willemina Bot, 10 nov.1838 te Burgh, 36 jaar. Zijn vader overlijdt 1821; Jan trouwt in 1821, en zal dus vanaf dat jaar ongetwijfeld de smidsbaas zijn. Op 17 oct.1836 is er een definitieve toewijzing van een woonhuis, daaraan belendende hoefsmederij en gevolgen met daartegenover liggende tuin te Burgh, sectie B-95, 96 groot 7 roeden en 95 ellen, en de daar tegenover liggende tuin en hof B- 14, groot 3 roeden 70 ellen, met de bijbehorende gereedschappen enz. voor f.11.237,20 aan Jan Konstanse door Corn. Jac. van der Halen van Brouwershaven, Johan Jacob Isheim van Noordwelle met Janna Constant van der Schaft, Pieter Corn. de Glopper en Jan Konstanse voornoemd van Burgh.(not.de Kater, akte ontbreekt). In 1845 wordt een scheiding en deling opgesteld aan de hand van de op 18 juli 1840 opgemaakte staat en inventaris waarin staat, dat zulks niet gebeurd is bij het overlijden van de beide vrouwen van Jan. De schatters zijn : smid Johannes de Meulmeester uit Noordwelle; metselaar Cente Beijkerke en wagenmaker Jan Lepeltak uit Burgh. De waarde van de smederij met de er tegenoverliggende tuin wordt geschat op f.1040,-; de gereedschappen op f.290,- en de debiteuren op f.290,-. Behalve de prive schulden moet er aan de ijzerleverancier Hofman in Rotterdam f.260,- betaald worden; aan de Coort in Dordrecht f.38,80 voor geleverde kolen; aan Dirk van der Est te Burghsluis f.96,40 vrachtloon, en aan David Harings uit Zierikzee f.55,96 voor geleverd ijzerwerk. Er blijft een paar honderd gulden per erfgenaam over. (de Kater+paar foto’s) Op 20 aug.1844 is er een advertentie in de Nieuwsbode waarin staat dat notaris de Kater op 28 aug. 1844 de smidse met tuin, staande op B-95, 96 en 14, nagelaten door Jan Constance Dalebout,

36 zal veilen, maar daar komt kennelijk niet veel van terecht, gezien de boedelscheiding op 28 feb. 1845 (not.Koster) waarbij Jan Corstandse de eigendomspapieren krijgt toebedeeld met een schuldbekentenis aan de rest van de erfgenamen. Zonen:  Jan Konstand(se) Dalebout, geb. 19 dec.1820, opvolger zie hierna.  Cornelis Konstand Dalebout, geb. ca 1821 te Burgh, als veearts overl. 4 jan.1858 te Burgh. Huwt, hoefsmid, 27 jr.oud, op 12 mei 1848 te Burgh met particuliere Johanna van Dalen, 29 jr.oud, geb. ca 1819 te Zierikzee. (is ook in 1854 smid)

1844 -1893 Jan Konstandse Dalebout, hoefsmid, zoon van Jan Konstant Dalebout en Neeltje Karel, geb. 19 dec.1820 te Burgh, overl. 20 juni 1893 te Burgh, 73 jaar oud. Geloof: NH Geh., smidsknecht, 23 jaar oud, in gem.van goederen, op 31 mei 1844 te Burgh met de 20 jarige boerendochter Elisabeth Boot, geb.16 juni 1823 te Kerkwerve, overl.29 oct.1903 te Tholen. 21 oct. 1844 maken zij een testament bij notaris de Kater in Haamstede. Op 2 april 1845 leent Jan f.1000,- van Willem Zwigtman te Renesse. Op 16 dec.1869 leent Jan f.2800,- op een huis met smederij, tuin en erf op secties B-14, 95 en 96, groot 1185 m2, en op een huis met schuur op sectie B-97, groot 38 m2. (verkregen CvdLdC, 18 apr.1859) Verder nog op de smederij en erf die Jan op 18 sep.1869 gekocht heeft op Tholen voor zijn zoon Jan. (Ermerins) In 1877 knecht gevr., f.160,- tot f.180,- boven kost en inw.; id.1883, 1890. In dezelfde periode ook vaak een advertentie: “Knecht gevr. voor Z-Afrika”. Op 26 juli 1893 wordt de zaak bestaande uit een woonhuis met grof- en hoefsmederij met een gedeelte van het daarbij behorende erf, bekend als sectie B-443, groot ca.846 m2, “Door wijlen haar echtgenoot gedurende 50 jaar gedreven”, door Elisabeth en de kinderen voor f.3000,- verkocht aan Joh. Verwest.(Franse) Op 19 oct.1893, na het overlijden van Jan, verkoopt de zoon Jan Konstand Dalebout, smid op Tholen, met zijn moeder, en de broers die in Harrissmith (Oranjevrijstaat) wonen, en zus Elisabeth die met scheepsmaker Pieter van Duivendijk op Bruinisse woont, aan Pieter Thijsse nog een huis B-445 op Burgh voor f.300,-; en een huis B-437 aan Jan Bakker voor f.400,-. Pand: Woont op 38K Zoons: allen geb.te Burgh, waarvan de meesten naar Z-Afrika gaan:  Johannis Konstand Dalebout, hoefsmid, geb. 1853 te Burgh, overl.9 mrt 1875 te Burgh.  Jan, geb. 22 nov.1846 te Burgh, overl. 7 juli 1920 te Renesse. Geh.: als smid op 22 feb.1872 te Tholen, (waar hij ook in 1893 nog woont en smid is), met de 31 jarige Johanna Catelina Corstanje, geb.ca.1841 te Tholen.  Jacob Konstand Dalebout, 24 juli 1848, smid, gaat 25 sep.1874 naar Tholen; hij komt in 1893 even over uit Zuid-Afrika om de boedel te regelen, ook namens de broers Eliza, Cornelis en Adriaan, die allen in Harrissmith zitten.  Eliza , geb.ca.1857, huwt, timmerman, op 29 sep.1882 te Burgh met Pieternella J. Beije.  Cornelis, 19 aug.1858; smid, emigreert in 1877 naar Z-Afrika.  Adriaan, 6 jan.1861, wagenmaker, gaat 31 maart 1881 naar Stavenisse, later naar Z-Afrika.

1893 --1920 Johannes Verwest, (1866-1933), smid, zoon van kuiper Leendert Verwest en Magdalena Quant, geb.15 aug.1866 te Elkerzee, overl.1 sep.1933 te Burgh, 67 jaar oud. Gehuwd, 26 jaar oud, op 27 juli 1893 te Colijnsplaat met de 25 jarige Lena de Wilde, geb.1 juli 1868 te Sint Maartensdijk, overl.1951. Johannes komt mei 1893 van Dinteloord naar Burgh en werkt tot juli van dat jaar bij smid Jan Constandse Dalebout, dan neemt hij diens smederij over voor f.3000,-, die hij voor de helft als

37 lening krijgt van de weduwe, en de andere helft is een lening van de kinderen Constandse, tegen 5%. 1890 J.Verwest smidsknecht; 1894 handdorsmachine te koop; 1895 rosmolen te koop. Op 2 mei 1912 koopt Johannes voor f.500,- een huis met erf op Burgh, sectie B-489 groot 960 m2 van de erven Thijsse (Camp) Op 7 feb. 1920 wordt door Johannes met zijn zoon Leendert de maatschap J.Verwest en Zoon opgericht. Pand: Woont resp. op B48, 69, 59 en 76. Advertenties: 1903- dorsmachine; 1928-radio’s(met batterij); 1930-fietsen; 1950-electr.werk.

1920 -- 1953 Leendert Jacob Verwest, geb.20 april 1894 te Burgh. Huwt met de timmermansdochter Lijntje Pieternella Gilijamse, geb.10 oct.1896 te Haamstede. Al heel vroeg, zo omstreeks 1914, als hij in militaire dienst zit, heeft Leendert een stoomfiets (later: motorfiets, nu: motor) met het kenteken K-586. Later is er ook een taxibedrijf. Leendert woont op B60, later B78. De twee zoons volgen niet op. L.J.Verwest, smid-loodgieter wordt op 2 jan.1924 vrijgesproken van het veroorzaken van de kerkbrand. (samen met M.C.v.d.B.,arbeider wonende te Kerkwerve) wegens gebrek aan bewijs. In 1942 krijgt Leendert een bekeuring van f.18,- (vogelwet) In 1935 adverteert Leendert met een dorsmachine die hij te koop heeft, in 1947 zijn het zelfvervaardigde klokken. Aanvulling van Bas Bijkerk:” Leendert Verwest heeft in tegenstelling tot zijn vader niet zoveel van de smidse gemaakt. Een chaotisch mannetje die altijd aan twintig dingen tegelijk werkte. Hij was wel een techneut, die ook elektra aanlegde ( met één kleur draad), radio,s verkocht en repareerde, auto,s verhuurde ed. Na de oorlog maakte hij veel siervoorwerpen van de koperen hulzen die na de oorlog van munitie achterbleven, ze zijn op Burgh nog te vinden. Zijn beste kwaliteiten waren ” kleine karweitjes” bij weduwvrouwtjes en andere eenzame vrouwtjes met jeuk en te korte armpjes. Direct na de oorlog heeft mijn vader met Verwest een groot aantal zaken, door de Duitsers achtergelaten, uit een bunker veilig gesteld en in de duinen verstopt om die later op te halen. Toen mijn vader een week later ging kijken was alles weg en Verwest wist natuurlijk nergens van. Op één aambeeld na, ik schat 250kg.! die had hij laten staan (begrijpelijk). Dit zelfde aambeeld heeft mijn vader met een kruiwagen, ver in de duinen, opgehaald en het staat hier altijd nog prominent in een werkplaats. Dat ophalen van dat aanbeeld, door het losse zand, heeft hem zoveel moeite gekost dat we hebben moeten beloven deze trofee nooit weg te doen. Overigens is Leendert Verwest wel de grootvader van DJ Tiesto (Thijs Verwest) uit Breda, die wereldberoemde DJ, niet mijn stijl, maar toch! Zijn beide zoons Hans en Herman, werden installateurs van medische apparatuur, waaronder veel röntgenapparatuur. Door de invloed van radioactiviteit zijn ze beide vrij jong overleden”.

1954-- ca.1967 Jacobus van ‘t Hof, geb.7 mei 1908 te Oosterland. Knecht geweest bij Adriaan Hanse op Sirjansland. Jacobus komt na de ramp als smid naar Burgh van Moriaanshoofd waar hij in 1936 een schuur gehuurd had van de herbergiers Gebr.van de Bos, en een smederij begonnen was. Op 25 sep.1957 worden er electromotoren bijgeplaatst in de smederij op Burgh zodat er nu in totaal 3 staan met een totaal vermogen van 7½ pk. Weststraat B.nr.122-123; sectie B-804. Op de Hoogeweg 1. In 1957 een advertentie voor wasmachine; in 1965 voor fietsen. Ca.1967 opgehouden.

38

Diversen smeden enz. op Burgh.

vóór ca. 1800

Boot, Jacob Janssen de, krijgt op 6 juni 1706 van Schout en Schepenen een bewijs van goed gedrag; hij heeft enige jaren te Burgh in de smidse gewerkt en zich eerlijk en wel gedragen zoals een eerlijke jongeman betaamt.

na ca. 1800 Bakker, Iman Andries , geb.16 mei 1908 te Burgh, smidsknecht, komt 27 dec.1924 van Colijnsplaat en gaat 3 maart 1925 naar St.Annaland. In oct.1927 is hij pakhuisknecht. Kenters, Adriaan, smidsknecht, geb. 21 maart 1908 te Burgh, woont in 1983 met zijn vrouw Pieternella Johanna Hogenstein, op B-81. Arjoan leert het vak bij Johannes Verwest en werkt van ca. 1950 tot zijn overlijden bij smid Roel Saman te Haamstede. Hij is een uitmuntend vakman die ook paarden kan beslaan. Wat hij ook goed kan, is praten, dat houdt nooit op! Als je bij Saman komt begint hij en hij gaat door met praten tot je weg rijd, al lopende naast je auto. (Bas Bijkerk) Kenters, Leonardus, hoefsmidsknecht, zoon van arbeider Hendrik Kenters en Dina Jacoba Rijnders, Leo is in 1806 geboren te Zierikzee, hij overl. 14 maart 1888 te Zierikzee. 1e Huw., smidsknecht, 19 jaar oud, op 9 feb. 1825 te Zierikzee met de 24 jarige dienstbode Maria Magdalena de Crolij, geb.ca 1801 te Zierikzee, overl. 13 nov. 1855 te Zierikzee. 2e Huw., smidsknecht, 53 jaar oud, op 4 feb. 1859 te Burgh met de 24 jarige Martina Bil, geb.ca. 1835 te Renesse. Zijta, Willem Jan, geb. 2 jan. 1914 te Burgh, smidsknecht, NH, woont op B-35 bij zijn ouders, hij gaat 30 oct.1938 naar Vlissingen. Willem is in Duitsland overleden tijdens de 2e wereldoorlog.

39

Zes smederijen op Dreischor.

Met de nodige hulp bijeengesprokkeld door Wim Kesteloo.

Deze “strevaolje” is de oudste van Schouwen en Duiveland, omstreeks 1921 gebouwd door Jan Kloet, van eikenhout van een schip dat gesloopt is op Brouwershaven. De kielbalk waaruit de vier staanders zijn gemaakt, is met een mallejan vervoerd, en het hout is door Brabantse houtzagers, die toevallig op Dreischor aan het werk zijn, op maat gezaagd. De travaille is nu eigendom van Jan’s zoon, Adrie Kloet. Zijn liefde voor het smidsvak heeft er voor gezorgd dat niet alleen de travaille, maar ook de smederij helemaal bewaard gebleven is, compleet met een blaasbalg en alle gereedschappen en machines, Een unicum voor Schouwen-Duiveland, misschien zelfs voor Zeeland, en hopelijk zal dit bewaard kunnen blijven voor latere generaties!

40

Dreischor.

Het huisje en de schuur ( smidse) binnen de Kerkring.

Volgens het boek van Nico Delst over panden in Dreischor is er een huisje met schuur (de smidse) binnen de gracht. (ten O. van de kerk). Op 16 nov.1637 levert Maijcke Zoete aan Pieter Moddert een huisje aan het kerkhof; zij blijft er tot mei 1638 wonen. (eerder het smidsje). Nog niet gevonden dat hij smid is!! Dan is er een tijd niets over dit huisje. Op 5 dec.1690 machtigt Gerrit van Cleeff, mr.smid te Dreischor, Jan Allemonde om voor hem te procederen voor het Hof van Holland tegen Pieter de Voocht. (4023-136) Op 17 feb. 1721 levert Gerrit van Cleef, gewese smit alhier, voor £ 20.-.-. aan Pieter Jobse Keer, (die in 1713 is gehuwd met Crijntje Johannes te Dreischor, en in 1720 met Pieternella van Dijcke): een huijsje, schuere en gevolge van dien, staende tegen het kerckhoff , genaemt “het smitsje,” met een hypotheek. Aangezien Gerrit smid is op de Ring, is het smidsje mogelijk eerder zijn werkplaats geweest voordat hij naar de Ring ging. Op 30 april 1724 is er een hyp.akte; met Dingeman Machiels Keer, die in 1720 gehuwd is met Jannetje Pieters en in 1732 op Dreischor met Jannetje Jacobs van Dijke; (huis en schuur naast het Kerkhof, genaamd “Het Oude Smitsje”). Ook op 30 mei 1729 is er een hyp. op: huis en schuur, staande tegen het kerkhof, genaamd “Het Smitsje)? (4522) In 1742 is de eigenaar of bewoner Dingeman Machiels Keer; in 1743 Claas de Munnik; in 1762 Samuel Corn. Schietekat, enz. en ook dan is er sprake van “Het oude smitsje”. In 1806 is het alleen een huis. Het is nr.87 volgens het bevolkingsregister van 1820; en volgens het kadaster van 1832 is het sectie C-208.

41

Dreischor, Ring

1636 Willem Jacobs de Witte, (zie ook de Witte in Zierikzee!) smid, geh.in 1654 met Leentje Maertens.(Nico Delst, Ring 7) Willem is vóór 1659 overleden. Uit het boek: Inw. van Dreischor van Nico Delst het volgende: 1e: N.Delst beschrijft bij Ring nr.8, dat ten zuiden ligt van wat nu Ring 9 (de smederij) is. Op 28 april 1636 is er een akte van Dirck Cornelis, gehuwd met Martina Duijvelaar waarin staat dat de smid ten noorden woont. Op 25 maart 1641 is het Paulus Keer met Willem de smid die ten noorden woont. In 1653 heet nr.8 “huisinghe van De Zwarte Ruijter” (volgens huis nr.7 van de wezen van Dick Cornelis) In 1645 op de zuidelijke helft in een huis met schuur: Willem Jacobs, smid.

2e: Beschreven bij nr. 9 (noordelijk gedeelte, en nr.10: ten noorden van wat nu Ring 9 (de smederij) is.

Op 14 juli1659 zitten de erfgenamen van Willem Jacobs ten noorden van “De Zwarte Ruijter” en ten zuiden zit Adr.de Waij. In feb.1688 woont Gerrit van Cleef ten noorden en ten zuiden van Herman Pranckese van Blooijs. In feb.1697 is Marinus W.Pompoene de eigenaar, met Gerrit van Cleef ten noorden en zuiden. In juli 1730 is er een hyp. akte van Dingeman Mar.Pompoene, Gerrit nog wel ten noorden, maar de wed. Pieter Pijpeling woont nu ten zuiden. Op 26 nov.1732 zit timmerman Maljaart van Oost in dit huis, noord en zuid zoals hierboven. In dec. 1751 woont chirurgijn Joh.Boon hier, zuid zit Isack Stoffels, Gerrit van Cleef ten noorden. 1767 zit Pieter van Reepe de wagenmaker hier, Gerrit nog steeds ten noorden. In 1822 is het de wagenmakerij van Pieter Jacobs Groene.

Willem wordt opgevolgd door zijn zoon Cornelis.

1659 -- ca.1670 Cornelis Willemse de Witte, smid, JM van Dreischor, huwt op 22 nov.1661 te Dreischor met Pieternella Jacobs Pelle, JD van Dreischor. Ze krijgen kinderen op Dreischor van 1662-1680. Op 16 juli 1668 neemt Cornelis een hypotheek op zijn huis, belend ten Z. door Adriaen Willems Cocq, ten N. door Jan Cornelis Keer , ten W. door Adriaen de Way, en de straat ten O. (Nico) Op 27 jan.1671 eist Cornelis de Witte, smid op Dreischor, betaling van 3 sch.7 gr. voor de levering van een “scharre”(ploegschaar).(4375 Brouwershaven)

Ca.1670 – 1687 Isaak Claesse van den Berge, smid, ( Huis, koetse, travalje, block en smidse) 1e huw. Met Jannetje Abels. Zoon Claes geb. 1 nov.1671 te Dreischor. 2e Huw. Op 25 mei 1676 te Dreischor met Maria Karels. Zoon Jan, geboren 25 feb. 1685 te Dreischor. In jan.en mrt. 1669 is Isack van den Bergh, smid te Dreischor, getuige.(3990/140en 141). Op 31 maart 1671 is er in een akte sprake van huis, koetse, travalje, block en smitse. Op 12 dec.1674, is er een hyp. op huis en smidse.

42

In 1687 is hij ook armengasthuismeester van Dreischor. Op 16 juni 1687 koopt Issack van den Berge van Jan Allaartse een huis, schuurtje en gevolge aan de Ring; belend: Oost de straat, zuid Anthh. Florisse, west de Venkensmeet, noord de weese van Ad.Cocq voor £ 28.-.- (4521). Op 23 sep.1687 verklaart Isaac dat hij £ 50.-.- schuldig is aan juffr. Mogge, de wed. van Johan van Alphen tegen 5%. Als onderpand dient een boomgaard van 1 gemet, 18 roeden, en het huis met gevolge met de smidswinkel aan de Ring, belend: zuid de wesen van Ad.Cock, noord Adriaentje Pierters, oost de straat, en west de Verkensmeet. De akte wordt op 29 feb.1708 geroijeerd.(4529) Tussen deze 2 gekochte panden van 16 juni en 23 sep. zit dus het pand van de wezen Adr.Cock! Maria hertrouwt op 8 maart 1689 met de smid Gerrit van Cleef, (zie hierna)

1687 – ca.1689 Cornelis Jacobs Reijger, huwt in 1666 met Sara Claes. Hyp.: 3 nov.1687, huis, schuur en smidswinkel; belend ten Z.door wed.Adr.Cocq; ten N.door Adriaen Oieters; ten W.de Varkensmeet en ten O. de Straat. (Welke akte??? niet 4521) Zonen: Claes, geb.27 dec.1671; jacob,23 nov.1681(x 1704 Lena Leenderts); Cornelis, geb. 3 april 1678

ca.1689 - 1721 Gerrit van Cleeff, 1e Huw. JM van Bergen op Zoom, 25 feb./8 maart 1689 met Maria Karels, de wed. van Dreischor van Issak van den Berge (Hyp. 2 maart 1708). 2e Huw., ondertr. 30 jan.1711 met de JD. Adriaentje Aernouts, wonende in Dreischor Bijz.: Op 2 mei 1701 eist Gerret van Cleeff, hoeffsmit alhier, voor de schepenen Jan Doelman en Corn.Leeuw te Dreischor betaling van £9.3.4 door Jannetje Pieterse, laatst wed. van Steven Wouterse, voor geleverd ijzerwerk aan haar huis. Zij wil binnen twee maanden betalen, na aftrek van een tegoed dat zij heeft voor het naaien van een “rocktje en broecktje”. Dit wordt geaccepteerd.(4516) Aug.1707 wordt uit de boedel van Corn.Logiers £3.12.0 aan smid Gerrit v.Cleef betaald. Op 2 maart 1708, 27 dec.1712, en 21 oct.1715 zijn er hypotheken: huis schuur en smidswinkel met Mar.Pompoene ten Z. en in 1712 en 1715 Crijn Vijverberg ten N. Op 5 mei 1710 eist Gerret betaling van £19.3.1 van Corn. de Brauw voor smidswerk gedaan van 1702 tot 1708; na aftrek van het reeds verrekende blijft £ 7.5.1 te betalen.(4516) Op 24 jan.1711 worden er huw.voorwaarden opgemaakt tussen weduwnaar Gerrit van Cleeff, mr.hoefsmid te Dreischor en Adriaantje Aarnouts; ze trouwen buiten gemeenschap van goederen. (4046-61) Op 21 maart 1718 verkoopt mr.smid Gerrit van Cleeff 1 gemet, 118 roeden weiland aan burgemeester Johan D.Ockerse voor £39.10.0 per gemet; aan Lambrecht de Bout, heemraad in Schouwen, 2 gemet, 108 roeden voor £16.15.0 per gemet, en aan schepen IJman van Alphen uit Zierikzee 2 gemet, 215 roeden coornland voor £7.0.0 per gemet.(4522) 30 Mei 1718 is er een schuldbekentenis van Gerrit en Adriaantje van 231 gulden en 1 stuiver aan dhr.Schellebeek, koopman uit Dordrecht voor geleverde ijzeren staven en 5% interest over een vorige, gedeeltelijk afbetaalde schuld. Op 19 dec. 1718 wordt de rekening als voldaan afgeschreven. Op 5 apr.1718 geeft Gerrit, mr. smid op Dreischor, een verklaring af bij de notaris in Z.zee.(4110- 10) Op 27 dec.1718 gaat hij een lening aan van £133.6.8 tegen 5%”, een “speciaal hypoteek met als onderpand sijn huijs, schuere, erve en gevolge staende aen de Rijng van desen dorpe (tussen de

43 huijsinge van Mar’s Pompoene ten Z. en Engelbrecht Meerman ten N.); ytem sijn smitswijnckel met alle ijser, gemaekt en ongemaekt, coolen, gereedschappen, niets uijtgesondert”. Op 17 feb.1721 wordt geleverd, uit de boedel van “Gerrit van Cleef, gewese smit alhier, aan Pieter Jobse Keer, wonende op Dreischor, een huijsje, schuere en gevolge van dien, staende tegen het kerckhoff , genaemt het smitsje, voor £ 20.-.-.”. (4522) Op 8 dec. 1721 is er een akte over het recht van preverentie in de gerepudiëerde boedel van Gerrit; er blijkt een finacieel overschot te zijn van £141-13-4 waaruit de crediteuren betaald moeten worden. Nicolaas Cool, een koopman uit Dordt, heeft dan al voor ruim 10 pond aan ijzer en kolen geleverd na het overlijden van Gerrit, maar hij moet ook nog £81-6-3 krijgen van vóór die tijd. Pieter Abramse moet nog £-16-6 arbeidsloon krijgen, hij is dus waarschijnlijk smidsknecht. Er is een tekort, de crediteuren die geen preferentie hebben, komen gelukkig maar ca. 8% te kort! Op 8 dec.1721 koopt zoon Gerrit Gerritse uit een publieke verkoping van de boedel, het huis aan de Ring voor £179.3.4 en al het smidsgereedschap voor £ 50.0.0. Zonen: Gerrit, uit het 1e huw. geb. 8 nov. 1693, opvolger. Adriaan, uit het 2e huw. geb.28 juni 1711, en een 2e Adriaan geb. 29 oct.1713.

1721 - 1756 Gerrit Gerritse van Cleef, , geb. 8 nov.1693 te Dreischor, zoon van Gerrit van Cleef en Maria Karels. Geh. op 26 jan./7 feb. 1722 te Dreischor met Lena Willems Kluijfhout, JD van Dreischor Bijz.: Hyp. op 13 jan 1721, huis en schuurtje zijnde de smidse. Gerrit maakt op 19 maart 1751 een testament bij notaris Jac. v.d.Vliet in Dreischor op langstlevende. Na het overlijden van Lena is er op 23 juni 1752 een verklaring van de weesmeesters dat zij er mee akkord gaan dat Gerrit het beheer behoud.(4545B) Zonen: Gerrit, geb.30 nov.1722, opvolger. Wilm, 25 dec.1724; Hendricus, 16 maart 1732; Cornelis, 13 dec.1739,Isaak geb. 1742; Jacobus, geb.1737.

1756 – 1779/1791 Gerrit Gerritse van Cleef, geb. 30 nov. 1722, smid, JM van Dreischor, overl.27 nov.1779 te Dreischor. Geh.16 dec.1757 / 3 jan.1758 te Dreischor, met de 26 jarige Hendrika Krijnse Pelle, JD van Dreischor, overl. 20 sep.1793. Er is een staat en inventaris met daarin een verantwoording van de kosten van het begrafenismaal voor Hendrika met ca.80 personen. 5 dec.1756, huis met smidse en schuurtje; Joh.Boon ten Z. en Joos Rotte ten N. (Hyp. 19 dec. 1757) In 1760 is Gerrit van Kleeft schepen; op 28 oct.1779 is er de laatste aantekening als schepen. Op 13 jan.1772 is er een ingekomen brief bij de staten van Zeeland van Gerrit van Kleeft, smidsbaas te Dreischor, en wagenmaker Pieter van der Reepe. Ze hebben een probleem: Het is gebruikelijk dat zij hun klanten een jaar crediet geven, en als zo’n klant gedurende die tijd niet aan zijn financiele verplichtingen kan voldoen, dan worden bij inbeslagname altijd eerst landeigenaars etc. het eerst betaald en blijft er niets over voor de kleine schuldeisers. Dit komt te vaak voor, en zij kunnen dit niet langer volhouden.(Staten v.Zld.; toegang 2.1, inv.nr.1101) Er is op 1 juni 1779 een testament opgemaakt. Hendrika legateert sieraden aan haar nichtjes Magdaleentje Alegoet en Bastiaantje Maartensdochter Pelle. Op 17 juli 1781 wordt voor de weeskamer een staat en inventaris opgemaakt, Hendrica is dan 45 (50?)jaar oud. “ Het huis, schuurtje en daaraan annex sijnde, welbecalanta hoefsmitswinkel waarin die affairen lange jaren met seer goed succes is geëxcerceerd en nog wordt gecontinueerd, met derselver

44 gevolgen en aankleeven van dien, staande aan de westzijde van den Ring, belend zuid Pieter van der Reepe; noord Pieter Minne”, zijn getaxeerd op £500.; 6 gemeete koornland op £106.; de voorraad in de smederij is £ 93:11:- waard, en de huisinventaris £237:7:-. Er is nog £920:12:- aan debiteuren, schuldbrieven enz. Na aftrek van £90:13:- doodsschulden enz. blijft er £1763:8:11 te verdelen. Haar behoort de helft, en zij erft de andere helft; er zijn dus geen kinderen.(4545) Op 15 sep.1790 heeft de wed. van Kleeft over de per.1785/86 tegoed uit de boedel van Jacob Huijke.(4545E) Op 29 nov.1791 verkoopt Hendrica Krijnse Pelle, de wed van Gerrit van Cleef aan Marinus de Bakker, smidsbaas, een huis met een smidswinkel, achtertuin en schuurtje. Hendrica is de “Muij” (tante of oudtante van Bastiaantje, de vrouw van Marinus, en zij behoudt het recht om tot haar dood het voorkamertje te bewonen en gebruik te maken van de gang, de zolder, het erf, het schuurtje, het secreet en de regenput. De prijs is £600.-.-, er wordt een schepenschuldbrief afgegeven voor £700.-.- tegen 4%; dit is dan inclusief de smidsgereedschappen, paardemedicijnen, enz. (raze 4527) Op 12 dec. 1791 verkoopt zij 8 gem. koren-en weiland voor £166.13.4 aan haar neef Joh.Alegoed J.zn. Op 7 jan. 1792 maakt de weduwe Hendrica Pelle een testament. Zij prelegateert weer al haar sieraden en kleren aan de twee nichtjes: Bastiaantje Pelle die met Mar. Bakker getrouwd is, en Magdaleentje Alegoet die getrouwd is met Abraham Boluit. Haar broer en de kinderen van haar twee overleden zusters erven de rest.(4545F) Als Hendrica in dec.1793 overlijdt, wordt ze begraven vanuit haar voorkamertje; er zijn wel 80 mensen op de begrafenis waarvan een uitvoerige akte en beschrijving is.

1791 – 1821 Marinus Dingenisse de Bakker, zoon van Dingenis Bakker en Pieternella de Ronde, geb. 1 sep. 1761 te Oosterland, overl. 29 dec. 1812 te Dreischor, hij is dan 51 jaar oud. 1e huw.: Ondertr. Op 2 oct.1789 te Dreischor met de 17 jarige Bastiaantje Maartens Pelle, overl.13 jan.1794 te Dreischor. Kinderen:  Dingenus, geb.(verklaring 11 dec.1794) op 13 jan. 1790;  Maarte, geb. 10 aug.1791;  Pieter, geb. 27 oct.1792. 2e huw. In 1794 met Pieternella Meerman, overl. 28 feb. 1805, dochter van Pieter Pieterse Meermans en Janna van Splunder. In 1805 zijn er 3 minderjarige kinderen bijgekomen : Johanna 8 jaar oud, Cornelis, 6 jaar en Josina van 2 jaar. 3e huw. In 1805 te Dreischor met de 43 jarige Tona Segers Alegoed, geb. 31 jan. 1762. 4e huw. met Jannetje van de Velde, de weduwe van Marinus Hettenberg (Huw.voorwaarden not. Dignus Boom nr.1533) Bijz.: In de gemeente sinds oct.17?; komende van St.Annaland. smidsbaas, wonende te Dreischor, (lijst dienstplichtigen 1797) Op 24 dec.1789 maken Marinus en Bastiaantje een testament op langstlevende.(4545F) Hyp. 29 dec.1791: Huis en smidswinkel met achterhuis en schuurtje; Z.P.v.d.Reepe; N. PieterMinne. Op 7 jan.1792 maakt Hendrika haar testament.(4545F) Hyp. 18 nov.1793 als 1791. Op 11 dec.1794 is er een verklaring van Marinus dat zijn vrouw Bastiaantje meer schulden dan baten naliet, zodat er niets was voor de minderjarige kinderen. Op 21 jan.1795 maken Marinus en Pieternella een testament op langstlevende; de drie kinderen uit zijn vorige huwlijk krijgen de sieraden van hun moeder.(4545F)

45

Als op 29 juni 1795 de inventaris wordt opgemaakt na het overlijden van Franke Joh.zn Padmos uit SirJansland, blijkt dat hij o.a. een hypotheek van 350 pond tegen 4% heeft op het huis en de smidse van Marinis de Bakker op Dreischor. (4791) Op 27 jan.1797 kiest Marinis voor het Recht van Beraad als de eventuele erfenis van de ouders van Pieternella nog niet vaststaat; op 27 feb.vertelt oom Anton Meerman dat er niets is, dus ziet Marinis “geen andere uitvlucht dan zich maar over te geven” (5097) Over de per.1799 heeft smid Mar. de Bakker tegoed uit de boedel van Laurina Blom- Doeleman.(4545E) OP 16 jan.1800 is smidsbaas Marinus de Bakker voogd en excecuteur in de boedel van de in 1796 overleden Marinus Pompoene.(4545F) Op 16 jan.1803 zijn er drie kinderen: Dingenus, oud 13; Maarten, oud 11 en Pieter oud 10 jaar. Zij erven tesamen £11-11-9 van de Pelle-kant. (4545E) Op 8 nov.1805 is er een staat en inventaris na het overlijden van Pieternella. Allereerst is er het huis , schuur en erve zijnde de smidse met ten noorden Herman Adr. V.Blooijs; ten zuiden Pieter v.d.Reepe; oost de Straat en west de Achterweg getaxeert op 800 pond. Er zijn £1425:14:9 meer baten dan lasten. In de lasten zit ong. 80 pond die nog toebehoren aan de drie eerste kinderen van Marinus. Op 20 maart 1806 moet voor smidswerk gedaan in 1801 uit de boedel van Joost van der Linde nog £0-13-0 betaald worden.(4545E) In 1808 staat ene Caspert als smidsbaas op de lijst voor patenten belasting; in datzelfde jaar betaalt Cornelis de Smit als smidsknecht patentrechten op Dreischor?? (Hans) Ander dorp?? Notaris D.Boom: 13 juli 1821 Huis, smidswinkel en schuur nr.42; Wat??? In 1813 woont hij als weduwnaar op nr. 149 te Dreischor. Op 22 feb.1819 maakt Marinus zijn testament waarbij de overname van de smederij en de opleiding van Cornelis als smid geregeld worden. (D.Boom) ZC 2 maart 1827. Wat???

Juli 1821 -- april 1827? Dingenus (Dingeman) de Bakker, zoon van hoefsmid Marinus de Bakker en Bastiaantje Pelle, geb.12 jan. 1790 en overl. op 22 jan.1837 te Nieuwerkerk, 47 jaar oud. Geloof: Ger. 1e Huw., smidsknecht, 23 jr. oud, op 6 oct.1813 te Dreischor (akte 5) met de 18 jarige landbouwersdochter Jacomijna Zorge, geb. ca 1794 te Dreischor, overl. 26 maart 1823, 28 jr. oud. 2e Huw., 36 jaar oud, op 5 april 1826 te Dreischor met de 36 jarige wed.van landbouwer Pieter v.d. Berge Jacoba de Leeuw, geb. ca 1790 te Dreischor, overl. als arbeidster op 17 jan.1838 te Dreischor Bijz.: In 1813.woont Dingenus ongehuwd op nr. 206 in Dreischor. Op 13 juli 1821 is er een verdeling van de erfenis, Dingeman koopt de smederij hieruit voor f.3600,- plus ruim f.400,- voor het gemaakte en ongemaakte ijzerwerk. Nieuwsbode 10 april 1827: Hoefsmederij en werkgereedschap te koop met woonhuis en schuur aan de Ring. (Boom) Dingenus heeft een aanvraag gedaan om het patent voor dit jaar te verkrijgen, maar hij heeft dat nog niet gekregen en besluit om te trachten de smederij vrijwillig te verkopen. De travalje en de slijpsteen die tegenover de smederij staan, horen bij de koop. Pand: In 1820 staat de smederij op naam van de Wed. Bakker, de vrouw van Marinus de Bakker; nr. 42, waar ook de kinderen Cornelis, 22 (geb.1798), smid; Jozina,17 en Johannes, 4. ca. 1820, Nr.55 (doorgestreept, vervangen door Pieter Blom enz. Dit is mogelijk een ander pand, niet de smederij?). ca. 1823. nr. 42; in 1827 verhuisd naar nr.79b. In de per. 1826-’33 ( nu nr.43) wordt Diginus met zijn gezin doorgestreept (vertrokken). Nog later is Diginus arbeider.

Dreischor, knecht of partner bij zijn halfbroer of moeder? Cornelis de Bakker, smid, zoon van Marinus de Bakker en Pieternella Meermans, geboren 26 april 1798 te Dreischor, overl. 2 juni 1853 te Wissenkerke, 55 jaar oud. Ger.

46

1e Huw., smidsknecht, 27 jaar oud, op 23 sep. 1825 te Dreischor, met de 32 jarige schippersdochter Johanna (Hackenaar)Akkenaar, geb. ca.1793 te Zierikzee , overl. 26 maart 1826 te Dreischor, 33 jaar oud.(Cornelis is dan winkelier) Cornelis vertrekt mei 1828 van Dreischor naar Zierikzee. 2e Huw.36 jr. oud. op 20 juni 1834 te Wissenkerke (NB) met de 36 jarige wed. van Pieter Johanisse Jannetje Sinke, geb.ca. 1798 te Yerseke, overl. Op 11 oct. 1834 krijgt ze een levenloos kind te Wissekerke; Cornelis is daar dan smidsbaas.

1827 – 1857 Johannis Everwijn, geb.7 juli 1795 te Zonnemaire, overl.22 juli 1870 te Dreischor als wagenmaker. zoon van wagenmaker Hendrik Everwijn geb. te Scherpenisse, en Janna Bliek, Ger. Geh., wagemaker, 19 jaar oud, op 24 aug. 1814 te Zonnemaire met de 26 jarige Maria van Doeselaar, geb. 19 feb.1788 te Rentgerskerke (Kerkwerve), overl.16 maart 1870 te Dreischor, 83 jaar. Bijz.: Johannis was smid-wagenmaker. April 1818 en juni 1821 overlijden jonge kinderen te Bruinisse; in 1827 zijn er 3 kinderen in leven. Hij wordt met vrouw en kinderen op 14 juni 1827 ingeschreven te Dreischor, komende uit Bruinisse. Nieuwsbode, 10 april 1827: ”Hoefsmederij en werkgereedschap te koop met woonhuis en schuur aan de Ring”. Op 28 april 1827 is wagenmaker Johannis Everwijn uit Bruinisse de hoogste bieder op een openbare veiling en koopt hij “Huis, Hoefsmederij,Schuur en Erve”op Dreischor voor f.4000,- inclusief de werkgereedschappen; D.de Bakker tekent als verkoper of gemachtigde. (not.D.Boom) Hij wordt met vrouw en kinderen op 14 juni 1827 ingeschreven te Dreischor, komende uit Bruinisee. Everwijn leent f. 4000,- van de particulier Jac.Dekker uit Dreischor. (D.Boom) Tussen ca.1840 en 1850 koopt Johannis nog verschillende andere huisjes en stukken land. (C-573 en 574; C-292; C-624 en 671; C-680) Op 29 jan.1857 verkoopt smid-wagenmaker Johannes Everwijn het huis, smederij en wagenmakerij met erve, Dreischor nr.43, sectie C-129, groot 4 roeden, 70 ellen, aan zijn zoon smid Hendrik voor f.3500,- (not. Ermerins) Op 15 feb.1859 overlijdt dochter Kaatje, ze is 38 jaar en gehuwd met de 34 jarige smidsknecht Cornelis Hoogerwerff. Johannes is, als smid-wagenmaker, net als timmerman Labrijn van Nieuwerkerk, geïnteresseerde (bezat een aandeel) bij de oprichting van meedrogerij “De Kapel” te Capelle. Hij ontvangt f.997,705 voor zijn deel in de bouw er van; P.van der Linde uit Zierikzee was de metselaar. Pand: Volgens de kad. Atlas van 1832 bezit Johannes sectie C-129, huis en erf, 470 ca. waar hij F 76,38 belasting voor betaald.

1858 - ca.1896 Hendrik Everwijn, geb. 2 oct.1815 te Zonnemaire, overl. 12 april 1896 te Zierikzee, 80 jr. oud, zoon van Johannis Everwijn en Maria van Doeselaar, NH. Geh., hoefsmid - wagenmaker, 35 jr.oud, op 20 feb.1851 te Dreischor met de 31 jarige landbouwersdochter Jacoba Klompe, geb. 1 nov.1819 te Dreischor, overl.10 mei 1903 te Zierikzee. Bijz.: Op 29 jan.1857 verkoopt smid-wagenmaker Johannes Everwijn het huis, smederij en wagenmakerij met erve, Dreischor nr.43, sectie C-129, groot 4 roeden, 70 ellen, aan zijn zoon smid Hendrik voor f.3500,- (not. Ermerins) Op 25 jan.1864 erft Jacoba f.7228,- . (Ermerins)

47

Op 16 maart 1882 leent Hendrik Everwijn, smid, wonende op Bruinisse aan wagenmaker Adriaan de Roo op Dreischor f.700,-, voor de aankoop van huis, schuur en erf C-138 (in 1899 op D-51)op Dr.(not. Moolenburgh) Op 1 jan 1892 worden Hendrik en Jacoba ingeschreven te Dreischor. Op 23 jan.1895 gaan Hendrik en Jacoba naar Zierikzee. Pand, D-60, 63, 61. Gaat 1 nov.1853 naar nr.91; Kerkring 43 (1850/61); Ringstr.D-45-40 (1861’71) Kadaster 1858, dorp, Huis en erf, C-129, 470 ca.; 1862 bijbouw van schuur; wordt D-60, dj.1887; wordt D-63, sectie C-1617, 1895 bijbouw, 438 ca. 1896 verkoop; gaat naar Marinus. Heeft ook nog een huis en erf, D-134, 160 ca, 1862, sectie C-680; later D-140, sectie C-1428, 149 ca.; dj.1876. Beiden komen van zijn vader. ( C-1428, in 1896 van wed.Klompe, in 1905 scheiding) Zoons:  Johannes, geb.17 aug.1851 te Zonnemaire, overl. 59 jr. oud op 2 sep.1910 te Dreischor (bij zijn broer op D-61, later 63).smid.  Jan, geb. ca.1858 te Zonnemaire, overl. 18 jr. oud, op 16 juni 1876 te Dreischor.  Marinus, geb.19 feb.1855 te Dreischor, opvolger.

Dreischor ca1896 -- 1916 (mogelijk als fa. met zijn broer) Marinus Everwijn, opvolger? geb.19 feb.1855 te Dreischor, overl. 15 oct.1933 te Dreischor, 78 jr.oud, Geh. , smid, 33 jr.oud, op 19 oct.1888 te Dreischor met de 25 jarige schippersdochter Elisabeth Barendregt, 25 jr. geb. 8 juli 1863 te ‘sGravendeel, overl. 15 feb.1934 te Dreischor. Ze wonen in de per 1892-1925 op nr. D-170,59,63,61,154,155 en 152. Marinus is nog smid bij het huw. van zijn dochter in 1911. Op 4 mei 1916 verkoopt smid Marinus Everwijn zijn huis, schuur en erf waarin een smederij op sectie C-1617 groot 438 m2 aan Pieter Kievit voor f.6000,-, die Kievit schuldig blijft aan Everwijn. (Koorteweg) Zoon: Hendrik, geb.6 juli 1893 is student in Delft in 1910/19, wordt later directeur bij de PZEM. Pand: 1896, sectie C-1617, huis, schuur, erf, groot 438 ca.; D-61. In 1898 betalen M.en Joh. Everwijn op nr.D-63 f.21,25 aan belasting (inkomen ca.f.1000,-). In 1898 kan M.Everwijn op nr.61 inkwartiering geven aan 1 man. Dr.106) In dec. 1899 vragen de gebroeders Everwijn een smidsknecht. Een landbouwschuur is vernieuwd in 1897, o.a. door de smeden de gebr. Marinus en Johannes Everwijn. (aantek.; Padmos)

Johannes, geb.17 aug.1851 te Zonnemaire, overl. smid, 59 jr. oud op 2 sep.1910 te Dreischor (bij zijn broer op D-61, later 63). Ingeschreven 1 juli 1899 te Dreischor.

1916 - 1919 Pieter Kievit, geb. 11 oct. 1888 te Sommelsdijk, NH Geh. met Aagje Guldenmeester, geb. 30 jan.1894 te Melissant. Smidsbaas op D-95, komt 1 mei 1916 van Nieuwe Tonge en gaat 26 April 1919 terug naar Nieuwe Tonge. Zijn zoon heeft mogelijk bij van Dongen gewerkt.

april 1919 – ca.1957 Dongen, Mattheus (Teeuw) van, smid, zoon van , NH, geb. 4 april 1892 te Dirksland, overl. Geh., met Maria de Ridder, geb. 2 oct.1894 te Dirksland. Bijz.: Ze worden 5 mei 1919 te Dreischor ingeschreven, komende van Dirksland. Nieuwsbode: 14 april 1919 “M.v.Dongen Mr.Smid neemt de smederij van P.Kievit over”.

48

Op 26 sep.1927 meldt de Nieuwsbode dat een 10 tal personen , waaronder hotel Aarnoudse, met Teeuw in onderhandeling zijn om stroom geleverd te krijgen van zijn reeds geplaatste electrische installatie. Al in maart 1929 is er onenigheid met B.en W. van Dreischor over de hoogte van verschillende facturen, de smeden Anker en de Vries uit Zierikzee, en de voorzitter van de smedenbond dhr.Provoost uit Brouwershaven, worden er zelfs bij gehaald als deskundigen. In jan.1931 wint Teeuw een proces over een rekening die de gemeente niet wil betalen.(Nb) Op 16 juni 1931 van Dongen is opgehouden als installateur voor de waterleidigsmaatschappij.(Nb) Feb.1932 verzoekt van Dongen aan de gemeenteraad om weer in aanmerking te komen voor gemeente-werk, daar het dit jaar zijn beurt is; een voorstel in de raad om zulks toe te staan wordt met 4 tegen 2 aangenomen. Op zijn verzoek om een radio-centrale te exploiteren wordt gunstig beschikt. Teeuw is een bekwame vakman, hij bouwt oa. machines met geribbelde rollen om het vlas te “braken”; toch is hij geen echte landbouwsmid, zijn interesse gaat meer uit naar nieuwe technische zaken; op het laatst heeft hij ook nog een taxibedrijf. Pand: D61,later D56, dan Ring 9,(1956) In 1921 sectie C-1617, huis met erf op het dorp, groot 438 m2 en C-1885; ook nog: Weststr., huis schuur en erf groot 755 m2; C-1995, huis en erf (later met garage); C1269 en C-2065, tuin; en dreef C-2135.

Ca.1957 - ca1966 Gerrit Roozemond,; zoon van Cornelis Marinus Roozemond en Neeltje Bosland. NH Gehuwd, als smid, met Hendrika J.van der Boom, geb.2 maart 1954. Bijz.: Ring nr.9; (daarvoor D-95). De travaille was vroeger een dubbele hoefstal. Vanwege het gebrek aan ruimte was zelfs een loopbrug boven de kerkgracht gebouwd. De laatste smid, Gerrit Rozenmond, zwaaide er tot midden jaren zestig de hamer. Het was een aardige vent, maar niet altijd even zakelijk; toch vertelde hij trots dat hij geen schuld had, toen hij wegging uit Dreischor. Een oude tekening van de travaille is nog te zien in het landbouwmuseum Goemanszorg. In 1963 is het een huis C-1617, groot 438 ca.; en huis, schuur en tuin C-8301, groot 375 ca. Latere eigenaars, de fam. A.Sandberg, hebben het pand gerestaureerd.

Dreischor Ooststraat

maart1886 - juli1890 Elsäcker, Adriaan van, zoon van deurwaarder Marinus Cornelis van Elsacker en Jacoba Meerman, geb. 9 jan.1855 te Tholen, overl. 27 aug.1920 te St. Philipsland, 65 jaar, zonder beroep. NH. Geh, smidsknecht, 22 jaar oud, op 31 mei 1877 te Wemeldinge met de 19 jarige arbeidersdochter Adriana Walrave, geb.16 sep.1857 te Wemeldinge, overl.13 juli 1925 te St.Philipsland, 67 jaar oud. Bijz.: Is in 1877 in Wemeldinge, in 1880-‘86 smidsknecht te Zonnemaire. komt 1 maart 1886 van Zonnemaire, gaat 28 juli 1890 naar St.Philipsland. Juni 1886 adverteert Adriaan met de beroemde Hanoverse zeisen.(ZN) Op 27 juli 1887 leent Adriaan f.3227,- van deurwaarder M.C.v.Elsacker uit Tholen op C-1459, een huis met schuur en erf van 410 m2, thans ingericht als smederij. (not.vdBent)

49

In 1886 en 1888 vraagt van Elsäcker op Dreischor verschillende keren een smidsknecht op Dreischor, hij woont waarschijnlijk op Zonnemaire.(ZN) 1890: Z.z. Nieuwsbode: “Verkoop door not. J.C.v.d.Lek de Clercq op 27 juni 1890 van een Hoefsmederij met woonhuis en gevolgen, groot 4 aren, 10 ca., sectie nr. C-1459 Dreischor, ten verzoeke van A.van Elsäcker”. Deze verkoop is niet te vinden bij de notaris; in 1889 is ook geen belastingbetaler Elsäcker op Dreischor te vinden.

Pand: Het huis met erf is eerst van Cor van der Linde, sectie C-225, dat is aan de zuidkant van de Ooststraat, nr. D-109, groot 360 ca. dan gaat het naar landbouwer Joh.v.d.Linde. Ca.1886 wordt bij het kadaster vernieuwing en verkoop aangetekend; het wordt dan huis, schuur en erf D-112, sectie C-1459, groot 410 ca.; de volgende eigenaar is Adr. Van Elsacker, hierbij staat : ca.1891 verkoop, aan marktschipper Hendrik Barendrecht, ca.1892 verkoop aan C.Kip, vlasser. Kinderen: oa. Jacoba, 9-8-1877 Wemeldinge; Marinus, geb. 20 juli 1880 te Zonnemaire, Jacobus, geb. 19 aug.1882 te Zonnemaire, trouwt als assistent brievengaarder in 1912. Jan, geb. 27 sep.1887 te Dreischor, wordt schilder. Geertje, sep 1884 op Zonnem.; Prientje, 1886 op Zonnem. en Jan, sep 1887 op Dreischor.

Voor noordkant Ring zie du Croo.

Dreischor, Weststraat.

Ca.1867 liet de familie van Adriaan J.van der Linde hier een huis en schuur bouwen. Ca.1901 wordt de schuur met een stuk erf verkocht. Het huis met wagenhuis en daarin een smidse is dan al verhuurd (C-1831). Een aantal boeren heeft deze smidse mogelijk opgezet omdat ze ontevreden zijn over de smid aan de Ring. Volgens de kadastrale legger wordt sectie 1275, groot 1150 m2, sinds 1887 behorende aan Adr.v.d.Linde rond 1906 gesplitst in o.a. C-1831, groot 410 m2, dat is verkocht als huis en erf aan landbouwer Jan C.Eijke. In 1913 wordt bijbouw door Eijke vermeld; en in 1921 verkoop aan Jan Kloet.

aug.1899 – feb.1903. Hubregt Hundersmerk, geb. 21 jan 1874 te Kruiningen, overl. op 27-02-1913 te Grand Rapids (Michigan) NH., zoon van Frederik Hundersmarck en Cornelia Lavooy. Geh.als smidsknecht op 01 juli 1898 te Kapelle met de 21 jarige Johanna Landman, geb. 18 jan.1877 te Kapelle, overleden op 10 aug.1930 te Michigan op 53-jarige leeftijd, dochter van Cornelis Landman, arbeider, en Jacoba Walraven. Bijz.: Het woonhuis is dan al verhuurd met een wagenhuis tussen huis en schuur, waarin een smederij wordt gevestigd; later kad. nr.C-1831. Hubregt is eerst smidsknecht in Dreischor?, wonende op nr.130. Hubregt komt aug. 1899 van Kapelle met vrouw en 3 kinderen, en vertrekt feb.1903 naar Middelburg.

50

In 1900 woont Hubregt op nr.34; hij valt in de inkomensgroep tot f.350,-. Op 16 april 1901 dient Hubrecht Hundersmarck een verzoek in bij B.en W. van Dreischor voor het oprichten van een smederij in het wagenhuis van mej.de wed.A.J.v.d.Linde in wijk D-42, sectie C- 1275. Hij wil met een knecht werken, maar voorlopig nog alleen. Hij heeft een blaasbalg, aambeeld, boor-en buigmachine, en voorts alle gereedschap. Er worden geen bezwaren ingediend, op 4 mei 1901 wordt de vergunning verleend. (gem.archief) Twee zoons geb. op Dreischor: Cornelis Frederik, 13 dec.1899, overl. 30 juni 1907 te ’s Gravenpolder, en Frederik Salomon (Fred), 22 aug.1902. Informatie over zijn leven en nakomelingen: Hubregt Hundersmarck komt 10 april 1908 aan op Ellis island, met de Lusitania vanaf Liverpool. Hij is op 4 april 1908 vertrokken uit Liverpool. Beschrijving bij aankomst: Condition of hearth: good, deformities: Ankylosis and deformity of Lt. knee, marks of identification-crooked leg, Height 5 ft 6 in, complexion: fair, hair: brown, eyes: grey. Een krantenartikel over zijn overlijden: Article in the Grand Rapids Herald Friday Feb. 28, 1913 Death Takes Husband and Father, Leaving Family in Distressing Circumstances Bereft by one bitter stroke of adversity of husband and father, the pitiful plight of Mrs. Hubert Hundersmarck and her five children has been brought to the light of publicity. Hundersmarck, whose age was 40 years, a blacksmith, some days ago ran a splinter in his thumb while at work. Bloodpoisening developed from the apparently trival injury and his death ensued yesterday corning in the U. B. A. hospital. Mr. and Mrs. Hundersmarckand four of their children came to this country from the five years ago. The widow has not yet acquired a mastery of the language of this land. Recently the family has occupied three sparsely furnished rooms over a store at 231 Michigan Street, N.E., handy by Hundersmarck's place of employment at 425 Lafayette avenue, N.E. The children are three girls, respectively 13, 8, and 5 years of age, a boy of 10 and a boy babe 8 months old, and the mother is again in delicate health with prospects of an addition to the family. Yesterday afternoon Mrs. Frances Lankester, owner of a dry goods store under the apartment occupied by the family, became conversant with the condition of the afflicted family. She notified the superintendent of the Epworth church Sunday school, which the elder children of the family attended. Two men from the church quickly and quietly secured subscriptions from business men of the hill district sufficient to meet the demands of the undertaker and a decent funeral for the husband and father. A small sum, adequate to immediate pressing demands for the mother and her brood, also was subscribed. But the needs of the family are many and this buffet of destiny unforeseen and with no provisions against it. Here is a chance for the manifestation of true charity. Nieuwsbode 19 feb. 1903: “H.Hundermërk, meestersmid, heeft als opvolger J.C.Leenhouts, die zich aanbeveelt voor het leveren van Coks- en Saksploegen”.

Jan.1903 -- dec.1903 Jannis C. Leenhouts, geb. 11 aug 1873 te IJzendijke, (of 5 april 1840 te Veere?) smid, NH op D- 42, D-36. komt feb. 1903 van Kortgene, gaat dec.1903 naar Stavenisse. Bijz., Op 19 feb. 1903 in de Nieuwsbode: “H.Hundermërk, meestersmid, heeft als opvolger J.C.Leenhouts, die zich aanbeveelt voor het leveren van Coks- en Saksploegen”. Hij vraagt ook meteen een smidsleerling.

Zijn zuster is huishoudster bij hem. Ene J.C.Leenhouts geb. 5 april 1840 te Veere is ingeschreven op 1 jan.1892 als smid. Feb. 1920 vertrekt J. Leenhouts uit Dreischor.

51

Waarde; Komt weer in nov. 1928 en gaat april 1930 naar Haamstede.

1899-1904 op sectie C-1297 (Ring NW-kant) 1904-- feb. 1920. in de Weststraat Jasper de (du) Croo, geb.5 april 1840 te Veere, overl, 86 jr. oud, op 26 oct.1926 te Noordgouwe, zoon van hoefsmid Jan du Croo en Leuntje den Hollander, NH. 1e Huw. als smidsknecht 27 jr.oud, op 10 april 1868, te Scherpenisse met de 25 jarige arbeidster Neeltje Bolier, geb. 21 nov.1811 te Scherpenisse, overl.: 23 aug.1870 te Dreischor. 2e Huw., als smidsknecht 34 jr.oud, op 24 april 1874 te Dreischor met de 32 jarige dienstbode Adriaantje van den Houten, geb.23 nov.1841 te Kerkwerve; overl., op 9 feb.1880 te Dreischor, 38 jr. oud. Zoon: Jan, geb. ca 1870 te Dreischor, overl. aldaar op 6 feb.1892, 22 jaar oud, geen beroep, ongeh. Bijz.: Hij komt op 24 feb. 1869 uit Veere. In 1869 en 1880 woont hij als smidsknecht op D141. Hij vertrekt in 1880, na het overlijden van Adriaantje, met zoon Jan, die 6 april 1869 geb. is, naar Westzaan. Op 19 maart 1883 komen ze weer terug, en wonen op nr.D72, later D70; in 1889 is dat nr. 73, 23e inkomsten-klasse f.350,-. 1 jan.1892 weer ingeschreven in Dreischor, eerst als smidsknecht, maar dat ”knecht”wordt later doorgestreept. Zijn zoon Jan wordt op dezelfde dag ingeschreven als veldarbeider; Jan overl. in 1897. Jasper woonde in die periode op nr. 72,70,74,37,39,136 en 24. Op 1 jan. 1892 wordt de ongehuwde, 25 jarige Anthonia van de Velde ingeschreven op het adres van Jasper. Op 27 jan.1899 stuurt Jasper een verzoek naar B.enW. van.Dreischor. Wegens gevorderde leeftijd is hij niet meer in staat zwaar werk te verrichten; daarom heeft hij ontslag genomen bij 1957 Everwijn. Hij wil nu trachten in zijn onderhoud voorzien door soldeerwerk en het maken van kleine voorwerpen van ijzer. Daarom vraagt hij om een veldsmidse te mogen plaatsen in een op zichzelf staand gebouwtje van steen met pannen gedekt, gelegen achter het woonhuis op sectie C- 1297. Volgens de wet van 1895, staatsblad nr.95 moet hij daarvoor een vergunning hebben. (Dr.sch. nr.170) Jasper huurt dit pand, C-1297 is een huis, schuur en erf, groot 95m2, van schoenmaker Jacob Anthonie Eijke te Dreischor, het huisnr.is D-72. In 1899 staat Jasper op de belastinglijst bij de inkomensgroep van ca.f.300,-, wonende op nr. 70, later 73.

Nieuwsbode:”Op 6 feb.1920 doet J.de Croo zijn smederij over aan J.Kloet voor het beslaan v. Paarden en alle voorkomende werkzaamheden”. De Croo is dan 80 jaar oud. Pand: Weststraat 24-26; daarvoor D36-D37.

16 feb.1920 -- 1960 Jan Kloet, hoefsmid, zoon van herbergier Pieter Kloet en smidsdochter Pieternella Cornelia van den Brink, geb.8 feb.1894 te Brouwershaven, overl. 26 oct.1980 in het ziekenhuis te Rotterdam, 86 jaar oud. NH Gehuwd, als smidsknecht, 23 jaar oud, op 31 oct.1917 te Dreischor met de 23 jarige vlasboerdochter Adriana Jacoba van Bloois, geb.3 dec.1893 te Dreischor, overl. 29 maart 1977 te Dreischor, 83 jaar oud. Bijz.: Zijn grootvader, smid van den Brink zegt altijd tegen hem: ”Jantje, jie mot smid oore oh”.

52

Hij leert het vak op de werf in Hansweert, daarna werkt hij verschillende keren op Dreischor. Daar werkt Jan oa. bij Keijl, waar het eten slecht is; bij zijn aanstaande schoonvader kriigt hij dan ’s avonds soep of iets anders om wat op krachten te blijven. Eerder werkt hij bij Everwijn waar het eten goed is, en waar hij zoals gebruikelijk, op de smidszolder slaapt; daarna ook nog bij Kievit, die een erg knappe vrouw heeft, maar toch een open oog houdt voor ander vrouwelijk schoon! Als hij een keer thuis inWaarde op bezoek is, stuurt zijn moeder hem meteen terug omdat er Spaanse Griep heerst in Z.Beveland. Jan komt dec.1916 naar Dreischor en gaat, direct na zijn trouwen, in oct. 1917 naar C. Gilijamse in Haamstede. Jan komt in 1920 terug naar Dreischor en koopt daar de verlopen smederij. Op 19 feb. 1920 koopt Jan Kloet het huis, de verlopen smederij op D-39,met woonkeuken en erf, sectie C-1831, groot ca.410 ca. in de Weststraat van Jan Cornelis Eijke, landbouwer te Dreischor voor f.4200,-. Kloet neemt een hypotheek van f.3500,- bij Eijke.(not. Korteweg-foto) Nieuwsbode, 6 feb.1920: “J de Croo doet zijn smederij over aan J.Kloet, voor het beslaan van paarden en alle voorkomende werkzaamheden”. Hinderwetvergunningen worden afgegeven in 1927, ’34,’56. Op 27 maart 1923 vraagt J.W.v.d.Linde in de raadsvergadering waarom er geen rekeningen zijn van de smid J.Kloet, hij moet toch ook voor de gemeente mogen werken? De burgemeester zal er zijn aandacht op vestigen. In 1927 wordt door Jan Kloet vergunning gevraagd voor het plaatsen van een benzinemoter van 4 PK. Achter de smederij in de Weststraat op sectie nr. C/1831; ten N. het erf van Corn.Wagemaker; ten O. weiland van W.A.de Vriese en ten Z.en W. eigen erf en perceel. De motor wordt vervangen door één van 8 PK als Jan begint om stroom te draaien (65 volt) voor verschillende klanten, die ook dan al elk een eigen meter hebben. In 1928 in de Nieuwsbode aangeboden een 3-wiels rolwagen en een smidshandboormachine. In 1956 wordt vergunning aangevraagd voor de hinderwet, Weststraat 124; sectie C-1831; Compressor, slijpmachine, draaibank en zaagmachine in de werkplaats achter de smederij; in de smederij een slijpmachine, twee ventilators en een boormachine. Verder zijn er nog lasapparaten, en handgereedschappen. Er werken 3 personen Jan neemt in 1957 ook de smederij van Keijl over voor zijn zoon Adrie. Die heeft er 1½ jaar gewoond, maar Adrie daarna komt Adrie met zijn vrouw terug naar het huis in de Weststraat en pa Jan gaat op nr.18 wonen. 11 maart 1960 neemt zoon Adrie Kloet de zaak over. Pand: C-1831 , huis en erf, 410 m2; dj.1921, (komt van 862-32); stichting 1937; dj.1961 verkoop; Dj.1937, C-1855 (komt van 1349-2) huis, schuur en erf, 230 m2; Samen 640 m2. (kadastr.1209) Huis met smidse: D39, D37, D36 Weststraat 18,(1956), en nu Weststraat 24. (Rond 1961 ook nog enige tijd de smederij op de Molenweg) Zonen:  Piet Cornelis, geb.26 juli 1918 te Haamstede, later smid op Haamstede.(zie aldaar)  Adriaan Pieter, opvolger.

1960 -- 1996 Adriaan Pieter Kloet, smid-loodgieter, geb.16 mei 1927 te Dreischor,. NH. Geh. met Maria Hoogerheijde. Bijz.: 11 maart 1960 neemt Adrie de zaak over van zijn vader, hij gaat met zijn tijd mee, en ook hier worden na verloop van tijd de installatiewerkzaamheden belangrijker dan het oude smidsvak. Na 36 jaar, op 31 dec.1996 stopt Adrie er officieel mee en wordt het bedrijf bij de K.v.K. uitgeschreven, maar eigenlijk waren de werkzaamheden op 31 dec. 1991 al gestopt. Adrie heeft tot op heden (2007) het oude gedeelte van de smederij zo goed mogelijk bewaard met veel dingen uit het begin van de twintigste eeuw. Hij doet ook veel voor het landbouwmuseum ” Goemanszorg” in Dreischor, waar veel oude smidszaken zijn te bezichtigen. Pand: Weststraat, eerst C-1831, huis met erf en bergplaats, 410 ca.;

53

In 1962 gedeeltelijk vernieuwing; met C-1352, wordt bergplaats en erf C-1352, groot 546 ca. (kad.nr.1618) ------

Dreischor, Molenweg 8

mei 1913 –jan.1930. Lucas Keijl, smid, zoon van Willem Keijl en Wilhelmina van der Vecht, geb. 10 aug.1884 te Hattem(Gld), NH. Geh, 29 jr.oud, op 27 dec.1913 te Dreischor met de 40 jarige dochter van Anth. Verjaal en Adriaantje v.d. Stolpe, Cornelia Johanna Verjaal, geb.19 aug.1873 te Dreischor. Is o.a. smidsknecht bij H.Everwijn op de Ring. Lucas komt mei 1911 van ‘sGravenzande, vertrekt dec. 1911 naar Zonnemaire. Lucas komt 20 mei 1913 van Zonnemaire. Op 16 mei 1913 dient Lucas een verzoek in bij de gemeente om een smederij op te richten; die stuurt de aanvraag door naar de arbeidsinspectie. Vier dagen later is er al een antwoord: Er is geen vergunning nodig omdat er niet met een motor gewerkt wordt, en er zijn minder dan 9 personen werkzaam. Wel wordt er geïnformeerd naar de plaatsing van een oven (hier wordt een smidsvuur bedoeld, kennelijk is dit niet zo begrepen door de gemeente want die antwoordt op 26 mei dat er geen oven geplaatst wordt en ze vragen de stukken terug om die aan Keijl te sturen. Lucas was tamelijk doof en gebruikte een koperen hoorn om beter te horen. Op 13 juli 1916 schrijft de arbeidsinspectie een brief aan de gemeente over de aanvraag van Keijl om een benzinemotor te mogen plaatsen, waarover de gemeente nog geen beslissing heeft opgestuurd. 1 Mei 1929 komt Jac.van de Kommer, als smidsknecht; per 17 jan.1930 neemt hij de zaak over. Nieuwsbode 27 jan.1930: “ L.Keijl, geeft kennis dat zijn smederij zal gedreven worden door Jac. van de Kommer, die sinds 1 mei 1929 bij hem werkzaam is”. Pand: D119, D121, D136, D133; “Veugelvlucht”?. Sectie C-2061, 33 m2 en C-2062, 507 m2. Dienstjaar 1920 noteert een bijbouw; 1959 een verkoop, komt van 702-40 en 41. (kadastr. Reg.1193) C-1450 Was vóór 1913 een huis met schuur en erf van Joh. P.v.d.Velde, 515 ca. groot, sectie C-1470, plus een huis C-1468, groot 25 ca. In 1913 wordt opbouw enz. genoteerd als smederij, 25 ca. ; het is dan van Anthony Verjaal, schilder en gemeente ontvanger, de vader van Cornelia. Keijl koopt waarschijnlijk ca. 1918 van zijn schoonvader, en bouwt er wat bij.

1930 - 1957 Jac.van de Kommer, geb. 8 dec.1894 te Velsen, Geh. als machine bankwerker, met Geertruida Christina Dreijer, geb. 22 feb.1898 te Uitgeest. Bijz. Hij komt 1 mei 1929 uit Amsterdam en gaat bij Keijl werken, per 17 jan.1930 neemt hij de zaak over (mogelijk blijft Keijl nog enige tijd eig.van het pand?); Jacobus woont op D136, D118. In 1952 komt Piet Felius van Nieuwerkerk als knecht werken bij van de Kommer met de bedoeling de smederij over te nemen; de ramp is er oorzaak van, dat die plannen niet doorgaan. Jan Kloet, die een smederij in het dorp heeft, neemt op 2 sep.1957 de smederij van van de Kommer over voor zijn zoon Adrie. Die heeft er 1½ jaar gewoond, maar het meeste smidswerk gebeurde vanuit de beter geoutilleerde smederij van pa, en Adrie gaat al snel een partnerschap aan met zijn vader. Het pand, bestaande uit een huis, sectie C-1469 groot 26 m2; een smederij C-2061 groot 33 m2 en een huis met erf C-2062 groot 507 m2, wordt ca.1961 verkocht aan expediteur C.G.Krijnse- Lokker uit Dreischor, onder voorwaarde dat er nooit meer een smederij gevestigd mag worden. Krijnse-Locker verkoopt het pand al vrij snel door aan koopman Gerardus Vos uit Rotterdam.

54

Huisnummerverandering van 1 jan.1956 van D118 naar Molenweg 8.

Diversen Dreischor.

Vóór 1800:

Thomasz., Jan, smid, Oct. 1721 uit boedel Logier Fonteijne £ 4.13.- (raze 4545A-2 fol.2324 Dreischor)

Na 1800:

Berenbroek, Joseph Anton, geb. 2 dec.1904 te Emden, sk. RK. Op D-163. Komt sep.1928 uit Munster. Karreman, Daniel Cornelis, geb. 24 april 1849 te Elkerzee, NH. Woont op D-128. Smidsknecht, geh. met Willemina de Rijke, geb. 19 nov.1850, 3 kinderen. Komt mei 1881 van Kralingen, vertrekt april 1883 naar Schiedam. Kip, Marinus, smidsknecht, geb.17 mei 1910 Dreischor. Komt maart 1930 van St.Philipsland en vertrekt aug.1939 naar Vlissingen. Kloet, Jacob Pieter, monteur, geb. 20 maart 1907 te Waarde, NH. Komt op dec.1927 uit Zaamslag, gaat mrt.1928 naar Rademaker, Jelle, geb. 23 juni 1899 te Zegwaard, sk. GK. Op nr.D-136. Komt van mei 1928 van Noordwelle, gaat feb 1929 naar Zoetermeer. Geh. met Lena Kloote, geb.11 juli 1904 te Middelharnis. Quequirre, Willem Daniel, de zoon van smid Josias Jacobus Quequirre en Helena Jacoba Klippe.Willem is geb. ca. 1876 te St.Maartensdijk, overl. 4 aug.1915 te Noordgouwe, 39 jaar oud, zelfmoord? (A.Kloet) Geh., hoefsmidsknecht, 25 jaar oud, op 23 aug.1901 te Sint-Annaland Josina Goedegebuure. Mei 1902 komt Willem van St.Annaland naar Dreischor, april 1911 gaan ze naar Dirksland, maar nov. 1911 zijn ze terug op Dreischor en wonen dan op D-17. Zoon Josias wordt smid op Renesse; Leendert, geb.te Dreischor, o.a. machinist op de vlasfabriek. Schrijver, Adriaan, smidsknecht, geb.6 april 1884, geh. met Ploontje van der Weele, geb. 11 feb. 1890 te Elkerzee. Werkt in 1906 op Ellemeet, daarna op Elkerzee, Ellemeet, Dreischor en Zierikzee. Adriaan vertrekt 1928 naar Alphen aan de Rijn.

55

Ellemeet.

Oudendijk 1677 Huibert Pieter van de Linde, smid in den Oudendijck. Op 6 nov.1677 komen een aantal mannen met een getuigenis bij notaris Leonard Ellepoele. Het gaat over het betalen van de impost op een vaatje brandewijn; één van de namen hierbij genoemd is die van deze smid. De volgende aantekening is in:

Oudendijk 1693 Adriaan Janse, smid, staat op de lidmaten-lijst van Ellemeet

Oudendijk 1698 Ferdinandus van Bunne, smid, die op 5 sep. 1698 samen met zijn vrouw Jannetje Jans de Boer een testament op langstlevende laat maken. Isaac Ferdinandus en Cornelis Jans Carel worden benoemd benoemd als voogden, “indien nodig”.

Oudendijk ? -1719 Jan Adryaense van Stralen, overl. vóór juni 1719. Geh., 24 maart 1710 te Burg met Adrijaentie Leenderse Bolle, Per 2 juni 1719 transporteert Adrijaentie Leenderse Bolle, de wed. van Jan Adrijaense van Straven, aan Jan Marijnisse van Prenten, een huis, schuur, smidse en erf met alle gereedschappen daartoe behorende, alsmede het ijzer; groot 41 roeden, staande en gelegen op het Noord-Westeinde van den Oudendijk, belend: oost de bane, zuid Jan Trompert de Jonge en noord de wed. van Marijnis van Espen, voor de som van 1225 Car. guldens. De betaling moet als volgt gebeuren: contant £ 66.13.4 (is 400 gld.) en de overblijvende som van f.825,- in jaarlijkse termijnen van elk £ 12,- (72 gld.) . Bij de te betalen som is ook sprake van “den boeck beschreve van Sinte Loy 1718 tot heden toe”; dus het debiteuren boek. (4918-202)

Oudendijk 1719 -- 1724 Jan Marijnisse van Prenten, smidsbaas, Gehuwd met Jozijna Klaesdr.; zij hertrouwt met de volgende smid: Bastiaen Kornelisse Stoel. Op 2 juni 1719 koopt Jan de smidse van de wed. van Jan van Straven. In juni 1719 erkent Jan Marijnisse van Prenten, meester smit op den Oudendijck, als vader en voogd van zijn 2 onmondige kinderen £ 66.13.4 schuldig te zijn aan Willem Dribbels, smid op Ouwerkerk, met als onderpand het huis en de schuur zijnde de smidse waar hij woont; belendende oost de bane, zuid M.J.Tromper de Jonge, noord de wed. Mar.v.IJzen.( 4922) Zoon: Klaas, ged.4 jan.1722.

Oudendijk 1724 -- sep.1731 Bastiaen Kornelisse Stoel, zoon van Cornelis Bastiaens Stoel, hoefsmid en Maria Coremans, uit Zierikzee. (4069/10 dd. 6 mei 1706 en 7 juni 1706) Batiaan overl. vóór sep.1731. Geh.: 16 juli 1724 te Elkerzee, JM van Zierikzee, met Jozijna Klaesdr, wed. van smid Jan van Prenten. Van 1725-1730 drie dochters en een zoon: Cornelis, geboren 1 april 1730. Bijz.: Op 31 jan.1726 leent Bast.Corn.Stoel £25.-.- van Jan Tromper met als onderpand zijn huis, smidse en 40 roe grond belendende oost en zuid Job .. , west het ouwe Dijkse Meetie en noord Corn.v.d.Sande.(raze 4922)

56

Op 21 sep.1731 levert Jobijna Klaes, de weduwe van Bastiaan Stoel, een huis, schuur en smidse op den Oudendijk met 40 roeden hof, belend oost de bane, zuid Jan Willemse de Oude, west “ ’t ouwe dikse meetie” en noord Jac.Hoogenboom, met de gereedschappen enz. aan Pieter Leunisse Crabbendike voor £166.6.9 plus 2 zilveren ducatons; waarvan £ 84.7.4 en de ducatons contant, de rest te betalen met £ 12.-.- per jaar. “ (4918)

Oudendijk, sep.1731 – feb.1734 Pieter Leunisse Crabbendike, overl. vóór feb.1734; gehuwd met Mareije Jacobse. Op 15 nov.1731 leent Pieter Leunisse £100.-.- van Matt.Heijman met als onderpand zijn pas gekochte huis en smidse op den Oudendik. Op 4 feb. 1734 verkoopt Mareije Jacobse, de wed. van Pr. Leunisse een huis, smidse, gereedschappen en 40 roeden erf op den Oudendijk met oost en zuid Jan Willemse de Oude, west het Oudendijkse Meetje, noord Jacoba Hoogenboom aan Jan Pot voor £195.16.-., waarvan £103.2.4 contant, plus 2 ducatons, de rest als hyp. (4918)

Oudendijk, feb.1734 -- dec.1736 Jan(nes) Pot, gehuwd met Maria Jansen Kerkendijk. (één zoon Pieter ged. 26 feb.1736) Bijz.: Op 4 feb.1734 koopt Jan Pot de smederij van Mareije Jacobse, de wed. van de vorige smid, en leent daarvoor £88.6.8 van Willem Hendrikse Staaier.(4922) Op 25 feb.1734, een dag na aankoop van de smederij, zoekt Jan zijn recht bij schout en schepenen: Mareija heeft ten onrechte “een vile (vijl) en een iser-balans” meegenomen; ze krijgt 24 uur de tijd om het terug te bezorgen. (4917) Over 1734 wordt aan Jan 9 sch.8d. betaald voor smidswerk voor de fam.Mogge.(v.d.Lek de Clercq,465-H222-37) Op 17 dec.1736 levert hoefsmid Jan Pot het huis, de schuur, de smidse en het hof van 40 roe op den Oudendijk; belend door: oost en zuid Job de Kok, west het Oudendijkse Meetje en noord Jacob Hoogenboom voor £183.6.8 inclusief het gereedschap en het gemaakte en ongemaakte ijzer aan Bastiaan van der Maas. (4918)

Oudendijk, dec.1736 –aug.1740 Bastiaan van der Maas, de zoon van Guiljam van der Maas en Jannetje Dingemansd. Oranje. ged. Borsele 22 mei 1712, begr. 30 jan.1758 te Zierikzee, 45 jaar oud. Geh.: 9 jan.1737 met Cornelia Verbeque, ged. 17 oct.1714 te Nieuwerkerk, begr. 30 sep.1771 te Zierikzee. Op 17 dec.1736 , bij aankoop van de smidse, neemt Bastiaan de schuld van £58.6.8 aan Cornelis Hendrikse Imanse mee over. Over 1736 wordt aan Bastiaen Maas, smid, betaald voor het genezen van een paard op een hofstede van Iman Moghe; over 1738 en 1739 wordt betaald voor smidswerk.(v.d.Lek de Clercq, H222-465) Bastiaan wordt in 1740 poorter te zierikzee en begint een smederij op de Vissersdijk. Op 25 aug. 1740 verkoopt huis, schuur en erf van 41 roeden, zijnde de smidse op den Oudendijk voor 1000 Carolische Guldens en het gereedschap voor 200 Car. Gld. aan Jan Cornelisse Meijer. Er wordt een waarschap gegeven aan Jan. (4918)

Oudendijk, aug.1740 – ca.1748 Jan Cornelisse Meijer,

57

Op 25 aug.1740 koopt Jan C.Meijer huis, schuur en erf van 41 roeden, zijnde de smidse op den Oudendijk voor 1000 Carolische Guldens en het gereedschap voor 200 Car. Gld. van Bastiaan van der Maas. (4918) Jan leent 700 car. Guldens van Anthonij Ockerse.(4922) Over 1740 en 1745 wordt betaald voor smidswerk op de hofstede te Elkerzee door de fam.Mogge.(v.d.Lek de Clercq, 465-H222) Op 1 mei 1743 tekent Jan een schuldbekentenis voor zijn vader Corn. Meijer voor 200 car. Guldens.(4922)

Oudendijk, ca.1749 -- dec.1769 Jacob Janse Hilleman, overl. vóór 27 nov.1770; Geh. 1e: Magdalena Hendriks van de Houte, 14 kinderen geb. tussen 1732 en 1747 op Kerkwerve. Geh. 2e: met Tona Montaan, overl. vóór 21 juli 1774. Hilleman is eerst van 1730 tot 1748 smid op Kerkwerve.(zie aldaar) Op 30 jan.1749 leent Jacob Janse Hilleman £133.6.8 van Jogem v.d.Putte met als onderpand huis, smidse en 41 roeden grond op den Oudendik; belendende: west het Oudendijkse Meetje, zuid de hoge weg, noord Jac.Hoogenboom.( 4922). Over 1753 en van 1760 tot 1769 wordt betaald voor smidswerk. (familiearch.v.d.Lek de Clercq, H-222) In 1757 wordt Jacob voor schout en schepenen gedaagd door Poulus Eijkhof; hij zou een dag na St.Eloy £6.6.8 voor een “beesie”betalen dat hij gekocht had, en Poulus is er daarna al drie keer tevergeefs om wezen vragen. Over 1762 krijgt Jacob betaald voor smidswerk uit de boedel van Corn.van Westen.( 4916-37). Op 17 juni 1762 eist Jan van de Linde, koopman in ijzer te Dordrecht van Jacob Hulleman “ten smijtsbaas op de gegugte van Ellemeet” betaling van 132 gulden en 3 schellingen voor geleverd ijzer.(4917) Op 7 dec.1769 verkoopt Jacob Jans Hilleman “huijs, schuijre en smijsse met smijthgereedschappen, schou en bedsteeboorden en 42 roe hofland” voor £200.-.- aan Corn. Jac. Korstense. De losse goederen worden op £40.-.- gesteld. Op den Oudendijk, begrenst oost en zuid Isaak Velde, en noord Jan Verseput. (4919 en 4920) Op 27 nov. 1770 is er een openbare verkoping van de nagelaten boedel van Jacob door de weduwe Tona. (4925) Op 21 juli 1774 is een openbare verkoping van huis en inventaris; de inventaris brengt £29.3.7 op. (4925) Op 1 sep.1774 wordt door de erfgenamen uit de nagelaten boedel van wijlen Tona Montaan, wed van Jacob Hilleman een huis, schuur met 30 roe grond geleverd aan Marijnis Isakse Velden voor £38.-.- staande op de Oostzijde van den Oudendijk, belendende oost en noord schout Adr. Bolle; zuid de Armen van Ellemeet; west de wed. van Bartel v.d.Weijde. (4919)

Oudendijk, 1769 -- ca.1791 Cornelis Jacobse Korsten, geb.ca.1744; overl. na 1810, Geh. met Maatje Marinusse. trouwgeld 12 apr.1769 Serooskerke en te Welland. Kinderen 1770-80; zoon : (2e)Jacob, geb 8 juli 1775 In 1775 en ook nog in 1805 betaalt Cornelis 10 sh.. familiegeld per jaar. In 1799 en 1902 heeft hij 3 of 4 stuks rundvee. Cornelis Jacobse is lang schepen op Ellemeet (o.a.in 1781 en in 1806; hij betaalt in 1806 ook belasting voor een speelwagentje) In 1810 is hij nog steeds schepen. Op 20 mei 1771 houdt Cornelis een verkoping van losse goederen. (4911) Over 1773 krijgt Cornelis Korsten £-.15.- voor smidswerk uit de boedel van Katie Jacobse de Oude, uit dezelfde boedel krijgt Cornelis Korsten £5.11.8 voor “mee wién”. (4939) Over 1778 en 1779 krijgt Cornelis uit de boedel van Alebregt B.de Jonge £ 1.12.- (4937) In 1781 zit Cornelis bij de militie van Ellemeet.

58

Over 1782 voor smidswerk £-.3.4 uit boedel Krin Janse van den Berge. (4939) In 1784 ontvangt Cornelis Korsten £-.4.- voor geleverd smidswerk uit de boedel van Jac. C.Verton (Seroosk.5121-2 /75). Over 1789 voor smidswerk uit de boedel op 27 maart 1794 van Corn. de Bruijne,. (4937) Op 28 jan.1791 naast hij een stuk bosland van ruim 2 gemet van Corn. Adr. Landman voor £50.-.- (4921) Op 20 dec.1791 verkoopt Corn.Jac. Korsten, schepen te Ellemeet een woonhuis, erf en smidswinkel op het dorp aan den Oudendijk. voor £200.-.- aan Cornelis Pietersz. Korsten.Oost en zuid ‘sHeeren straate, west D.Glopper en noord de erven Aaltje van Westen. Op maandag 6 april 1795 wordt de wagen van Cornelis gevorderd om kolen en kaarsen te halen voor de in Ellemeet ingekwartierde Franse troepen, in april en mei moet hij beddegoed enz.vervoeren; en er wordt voor 6 weken een man bij hem ingekwartierd. Cornelis blijkt dat jaar 2 gemet tarwe te hebben. In dec. 1795 wonen er 5 zielen in zijn huis. (4917) Op 24 juli 1796 wordt Cornelis J. Korsten benoemd als collecteur van het gemaal en als ouderling. In 1799 en 1800 controleert en zegelt C.J.Korsten kasten bij boedels, waarschijnlijk in de functie van schepen, hij tekent duidelijk met C.J.Korsten. 9 juni 1801 leent schepen Corn. Jac. Korsten £288.-.- van schout Leendert Krijgsman met als onderpand zijn 10 gemeten grond.( 4924) 12 april 1808 verkoopt smid/scheepen C.J.Korsten, aan Bartel Jacobs van de Zande, landman onder Ellemeet 7 G.75 R. land te Ellemeet voor 140.10.- pond.(raze 4921) 27 juni 1808 verkoopt hij aan Hubr. Kristalijn een huis, schuur en bakkeet met 196 roe grond, nr.58 te Ellemeet, voor £150.-.- (4921/21)

Oudendijk, dec.1791 -- 1802 Cornelis Pieterse Korsten; geb.19-8-1767, overl.ca.1802. De zoon van Pieter Cornelisz. Korsten en Adriaantje Jacobse Kwist. Geh. 10 mei 1792 met Maria Johanissen (Boot). Op 20 dec.1791 koopt Cornelis Pietersz. Korsten van Corn.Jac. Korsten, schepen te Ellemeet, een woonhuis, erf en smidswinkel op het dorp aan den Oudendijk. Oost en zuid ‘sHeeren straate, west D.Glopper en noord de erven Aaltje van Westen, voor £200.-.-. 1792 aan Corn. Pieters Korsten voor smidswerk £8.0.4 uit de boedel van Pieter P.Blom. Over 1797 en 1798 heeft smid Cornelis Pieterse Korsten uit de failliete boedel van wagenmaker Johannis Droeve £1.12.- tegoed. (4937-1799) Over 1799 wordt betaald voor smidswerk uit de boedel van Adriaan Cornelisse.(4916) 1 feb.1802: Uit het testament van wijlen Corn. Pieterse Korsten en zijn nagelaten weduwe Marie Johannesd. blijkt dat de weeskamer gesecludeerd is. Marinus Pzn. Korsten wordt als voogd benoemd. 1 Dec. 1802 verkoopt Maria Johannisdr., de weduwe van Cornelis Pietersz.Korsten voor £233.6.8 de smidswinkel en een huis met schuur en 22½ roe erf op den Oudendijk aan Cornelis Elve; belendenden: oost en zuid ‘sHeeren Str.; west de wed. Corn. P.Korsten en Adriaan de Glopper; en noord Willem van Merrit. (Ellem.4921) In 1802 is er een Johannes Cornelisse Korsten die 10 sh. Familiegeld betaald op Ellemeet. Zonen: Johannes geb.10 nov.1794; Pieter, geb. 14 nov.1796

Oudendijk, 1802 — ca.1810 Cornelis Elve, overl. ca.1810. Geh. met Maria van de Klooster, overl. ca.1810 Bijz.: Cornelis Elve, smidsbaas op den Oudendijk leent voor de aankoop van de smederij £260.-.- van zijn vader Andries Elve, winkelier op de Hoofdplaat te Cadzand. (4934)

59

8 Sep.1803 verkoopt Cornelis Gerthz Castel aan Cornelis Elve, smidsbaas op den Oudendijk, zijn huis en schuur, zijnde de herberg met 45 roe erf op de Oudendijk bij Ellemeet voor £300.-.- Vlaams.(copy) Hiervoor leent Cornelis £166.13.4 van Paulus van Actek, mr.timmerman op Brouwershaven.(4924) Over 1805 ontvangt hij £8.17.4 uit de boedel van Adr. V.d.Wekke.(raze 4914) Op 20 juni 1805 verkoopt Cornelis Andriesz Elve smidsbaas etc. wonende op den Oudendijk aan Jacob Pietersz op den Oudendijk, een huis, schuur en 20½ roeden grond annex (naast) de smidswinkel voor 60 pond. Het onderhoud van de muur tussen smederij en huis blijft voor rekening van de smid. (4921) Op 1 mei 1807 leent smidsbaas en kastelein Cornelis Elve £66.13.4 van scheepen Andr.Corn. de Glopper op huis, schuur en erf, zijnde de herberg. Op 13 juli 1809 ontvangt Cornelis van Elve £14.12.9 voor smidswerk gedaan in 1802,’03 en’04 voor Cornelis Adriaansen in Ellemeet. (raze 4914) Op 23 Nov.1809 leent Cornelis Andries Elve, kastelein en smidsbaas op den Oudendijk binnen Ellemeet £ 338.-.- van zijn vader Andries Elve te St.Annaland met als onderpand huis, schuur en erf op nr. 36 op den Oudendijk, en de smidswinkel op dezelfde plaats. (raze 4924) Op 6 dec.1810 wordt uit de gerepudieerde insolvente boedel van wijlen Cornelis Elve een huis, schuur en erf, nr.36, zijnde de herberg op den Oudendijk binnen Ellemeet, verkocht aan Jacob van den Bogerd, meester wagenmaker op Ellemeet voor £200.16.8; Jacob leent dit bedrag van 3 man. Er worden op 27 nov.ook wat meubilaire goederen verkocht.(aankondiging-4929) Op 12 dec.1810 wordt door J.M.Schalkwijk als sequestor in de gereputieerde insolvente boedel de smidswinkel met de grond waarop de smidse staat en alle gereedschappen, staande op den Oudendijk nr.42 voor de weduwe Maria v.d.Klooster uit de hand verkocht aan Frederik Cornelisse Polderman voor £208.6.8. of 1250,- gulden. (4921, 24 dec.1810) In de condities en voorwaarden staat dat hij het ijzer, de kolen enz. overneemt tegen boekwaarde en “voor het gemaakte nieuwwerk de vuuf(vijf) guldens waarde tegen drie gulden aan te nemen; verder oud iser voor een stuijver per pond”. Hij moet elk jaar op “Sinteloeij” 5% rente betalen en 5 pond aflossen. Andries Elfe, als wettige verbandhouder kan de rest van de schuld pas opeisen als er niet op tijd betaald wordt. Polderman krijgt het recht om water uit de wel te putten maar alleen voor zover nodig voor de smidse zolang de verkoopster leeft. Als borg stelt Polderman een legaat van 1000 gld., te ontvangen na het overlijden van jonkvrouw Clara Haringman.(4920 en copie) Na het overlijden van Maria van der Klooster die op den Oudendijk binnen Ellemeet woont, vraagt de sequestor J.M.Schalkwijk aan diegenen die enige aktie of pretentieten laste van de boedel hebben, om zich voor 1 mei 1811 te melden.(4929)

Oudendijk, nov.1810 -- 1825? Frederik Cornelisse Pieterse Polderman, geb. ca. 1782 te Oostcapelle, overl. 14 feb.1825 te Ellemeet. 1e Huw., met Joppa Havik, geb. ca.1790 , overl. 8 maart 1819 te Ellemeet; 2e Huw., smid, 37 jaar, op 21 dec.1819 te Ellemeet, met de 25 jarige arbeidster Cornelia Kristalijn, geb. ca.1794 te Duivendijke, overl. Bijz. In 1808 staat Frederik op de lijst voor patenten belasting in Ellemeet, waar hij bij Cornelis Elve werkt. Tot 1810 werkt Frederik bij smid Marinus Beens op Haamstede. Op 12 nov.1810 wordt de smidswinkel met de grond waarop de smidse staat en alle gereedschappen, staande op den Oudendijk nr.42 door Maria Elfe-v.d.Klooster uit de hand verkocht aan Frederik Cornelisse Polderman voor £208.6.8. of 1250,- gulden. (raze 4921, 24 dec.1810) In de condities en voorwaarden staat dat hij het ijzer, de kolen enz. overneemt tegen boekwaarde en “voor het gemaakte nieuwwerk de vuuf guldens waarde tegen drie gulden aan te nemen”. Hij moet elk jaar op “Sinteloeij” 5% rente betalen en 5 pond aflossen. Andries Elfe, de

60 vader van de vorige eigenaar kan als wettige verbandhouder de rest van de schuld pas opeisen als er niet op tijd betaald wordt. Polderman krijgt het recht om water uit de wel te putten maar alleen voor zover nodig voor de smidse zolang de verkoopster leeft. Als borg stelde Polderman een legaat van 1000 gld., te ontvangen na het overlijden van jonkvrouw Clara Haringman.(copie plus schuldbekentenis, raze 4924) Op 6 mei 1813 neemt hij een hyp.op een huis erf enz. van f.400,- bij Adr. De Glopper.(not.D.Boom) Op 12 dec. 1816 wordt het een hypotheek bij de Glopper van f.1000,- (Ermerins) In 1817 is hij getuige bij een trouwerij. Op 21 aug.1819 is er een boedelscheiding voor de kinderen uit het eerste huw. van Joppa. Na vele uren praten blijkt er niet veel te verdelen. (Hmst.Not Arch.2695); er wordt een huis verkocht op Ellemeet nr.38 voor f.200,- (not.Moolenburgh 2710). Zoon Pieter Polderman geb. ca. 1811 te Ellemeet werkt op verschillende plaatsen als smidsknecht en heeft een eigen smederij op Serooskerke(S) van 1840-1848.

Oudendijk, 1825 -- mei 1863 (vertrekt naar Zonnemaire) Jan Delst, hoefsmid, zoon van arbeider Klaas Delst en Tannetje Danielse, geb.13 oct.1799 te Zierikzee, overl. 26 sep.1884 te Zonnemaire, 84 jaar oud. Geh., 25 jr.oud, op 20 mei 1825 te Ellemeet met timmermansdochter Janna de Bruijne, 20 jaar, geb.20 april 1805 te Ellemeet, overl.5 mei 1882 te Zonnemaire, 77 jaar oud. Bijz.: Jan heeft op Nieuwerkerk gewerkt bij Siereveld vanaf 1823 voordat hij naar Ellemeet komt. Op 9 april 1825 koopt Jan Delst van Jan Berman en Cornelis Christelijn, belanghebbenden van wijlen smid Polderman een ijzersmederij op den Oudendijk, gem Ellemeet voor f.1900,-. (not.C.J.v.d.Halen). Mei 1825 vestigt Jan zich in gemeente Ellemeet. Op 24 nov.1825 verklaart Jan dat hij f.1800,- schuldig is aan Jacob Mar. Schalkwijk, Bartel de Glopper en Jacob Tonisse v.d.Bout (f.600,- elk), met als onderpand een huis en hoefsmederij in Ellemeet; de rente is 5%. (not.D.Boom) In 1837 betaalt hij f.12,50 hoofdelijke omslag te Ellemeet. Op 5 mei 1843 wordt een hypotheek die hij verstrekt heeft aan arbeider Jan Straijer op Elkerzee afgelost. Op 23 aug. 1843 maken Jan en Janna een testament op langstlevende bij not.J.de Kater in Haamstede. Op 14 nov.1846 verkoopt Jan een huis, schuur en gevolg, sectie A-15 en 19 op Elkerzee voor f.400,- aan Jacob de Kok te Scharendijke. (not. de Kater) Mei 1850 is hij als hoefsmid getuige bij het huwlijk van Jacoba van Splunter. In 1862 en 1864 worden 2 dochters geboren op Ellemeet. Op 2 april 1863 verkoopt Jan Delst, hoefsmid te Ellemeet aan zijn zoon Daniël huis en erf op het gehucht Oudendijk gem.Ellemeet; sectie A-353; 1 roede, 75 ellen; en een erf onder Ellemeet, A- 23, 2 roeden, 80 ellen, samen f.2200,-.(not.D.Q.de Jong van Halen). Jan had dit op 27 maart 1839 gekocht van Joh.P.v.Borrendam. Mei 1863 vertrekt Jan naar Zonnemaire. Op 10 oct.1864 zegt Jan de lening van f.400,- aan Joh. Brandenburg, schoenmaker te Burgh, op wegens wanbetaling; het onderpandige huis zal worden verkocht. Op 21 feb.1872 maken Jan en Janna een testament bij not.v.d.Bent, de langstlevende heeft vruchtgebruik, het huis nr. D-139 gaat eventueel naar zoon Nicolaas; Daniël krijgt 2 percelen land, en de kinderen van dochter Cornelia krijgen een huis en erf op Ellemeet nr. A-375.(not.v.d.Bent) In 1873 is Jan secretaris van de pas opgerichtte muziekvereniging “Nut en uitspanning”. Op 1 oct.1874 stelt Jan zich borg.(not. Moolenburgh)

61

Op 12 dec.1884 stelt de notaris, na het overlijden van Jan vast dat er, behalve de huizen, nog f.996,- aan meubilair, f.36,50 aan goud en zilver; diverse, meest buitenlandse obligaties en vorderingen ter waarde van f.2348,-; en dat er f.45,- meer contant geld, dan er schuld is. Pand: ca. 1833 is Jan eigenaar van huis en erf op A-20, groot 150 ca. met een huurwaarde van f.27,66, en een tuin op A23, groot 280 ca. met een huurwaarde van f.1,51. In 1861 is het huisnr.49. Als Jan in 1884 overl. woont hij op A-33; Zonen:  Nicolaas Anthonij, smid, geb.27 nov.1825,vestigtzich in juli 1854 in Zonnemaire. (zie aldaar)  Daniël, smid, geb.1835 te Ellemeet, opvolger, smid, zie hierna.

Oudendijk, mei 1863 - 1894 Daniël Delst, hoefsmid, zoon van Jan Delst en Janna de Bruine, geb. 22 dec.1835 te Ellemeet, overl. 6 jan.1920 te Noordwelle, 84 jaar. NH 1e Huw., 26 jr.oud, op 23 juli 1862 te Ellemeet met de 21 jarige landbouwersdochter Geertje van den Bout geb.10 dec.1840 te Elkerzee, overl. 30 aug.1877, 36 jr.oud. 2e Huw., 44 jr. oud, op 24 dec.1879 te Ellemeet met de 38 jarige Kaatje de Oude, geb. ca 1841 te Renesse, overl. 13 jan. 1890. Bijz.: Uit Indices Test. en Huw.voorw.: 23 dec.1879 (J.A.Bolle) en idem op 22aug.1880 (J.v.d.Best-Ellemeet) In 1863 op huisnr.49. Op 2 april 1863 koopt Daniël van zijn vader Jan Delst, hoefsmid te Ellemeet een huis en erf op het gehucht Oudendijk gem.Ellemeet; sectie A-353; 1 roede, 75 ellen; en een erf onder Ellemeet, A- 23, 2 roeden, 80 ellen onder Ellemeet, samen f.2200,-.(not.D.Q.de Jong van Halen) In 1873 is huisnummer 76, een huis met schuur en smederij het eigendom van smid D.Delst Op 22 aug.1880 maakt Daniël een testament op langstlevende.(vdBent) Op 12 dec.1884 is er, na het overlijden van pa Jan een inventaris met Nico en Daniël. (not.Moolenburgh) Op 27 juni 1894 verkoopt Daniël aan Leendert van de Zande te Burgh het huis met smederij en erf te Ellemeet A-503, groot 195 ca.met alle gereedschap, bewerkt en nieuw ijzer voor f.4000.- ; Daniël geeft er een hypotheek op van f.1500.-, en Jan Constand Dalebout van Tholen een hypotheek van f.2500.-(not.Bolle). Zoon: Jan, geb.18 jan.1868 te Ellemeet, overl. 25 mei 1885, 17 jaar oud.

Oudendijk, juni 1894 -- 1939 Cente (Cor) van de Zande, grof-en hoefsmid, zoon van landbouwer Leendert v.d.Zande en Kaatje Speelman., geb.24 jan.1872 te Burgh, overl. 4 sep.1942 te Ellemeet. NH. Geh., 23 jaar oud, op 23 oct.1895 te Ellemeet met de 21 jarige Johanna Laurina Boogerd, geb.4 juni 1874 te Zierikzee, overl. op 23 juli 1942 te Ellemeet. Bijz.: Op 19 sep 1924 vraagt Cente vergunning om een motor te plaatse in de smederij; negen jaar later, op 20 juli 1933 vraagt hij weer vergunning, maar nu om een electro-motor te plaatsen. Pand: Woont in 1902: nr.27; 1910: 29; 1912: 28; 1937: 30. Cente is eigenaar van sectie A-503 huis en erf 195 ca.; na hermeting in 1927 is het sectie A-670. Kinderen:  Johannes Leendert, geb. 7 mei 1897 te Ellemeet, werkt op 18 jarige leeftijd al als gedipl. hoefsmid bij zijn vader, later wordt hij mede-eigenaar van garagebedrijf Romeijn en van der Zande (later v.d.Wekken) in Zierikzee. (Johannes vertrekt april 1928 naar Zierikzee)  Leendert Jacob, grof- en hoefsmid, geb. ca 1907 te Ellemeet, overl. 22 mei 1930 te Ellemeet, 23 jaar oud.  Dochter Kaatje Laurina , geb.6 feb.1896 te Ellemeet, huwt, 25 jr., op 9 maart 1921 te Ellemeet smid Leendert Pieter Giljam, 24 jr., geb.ca.1897 op Tholen, zoon van Leendert Giljam en Pieternella Willemina Pollie. Leendert werkte o.a. bij Cente als knecht.  Dochter Leentje Centina trouwt met de opvolger:

62

Ellemeet 1939 -- 1956? Marien Lokker, smid, geb.ca.1917 op Goedereede; overl. 29 juli 1950 te Noordgouwe ten gevolge van een motorongeluk. Geh.: met Leentje Centina van der Zande, de dochter van zijn baas. In 1940 haalt Marien zijn diploma handelskennis. In 1955 wordt de winkelruimte uitgebreid door de gang er bij te nemen. Op 25 juni 1956 wordt op naam van de wed.Lokker voor Ring 30, sectie A-670, nog een hinderwetvergunning aanvraagd voor oprichting van een smederij; op 10 juli is haar naam doorgestreept en vervangen door de naam: J.W.Kooman. De weduwe werkt met smidsknechts tot de ramp en kort daarna, in 1956, ze gaat naar Noordwelle en begint daar een café en een kruidenierswinkel. Pand: Dienstjaar 1944, sectie A-670, 195 ca. huis en erf; en sectie A-742 schuur en erf 67 ca.

Ellemeet 1956 ? -- Kooman, Joh.W., gehuwd met M.de Fonkert Woont mogelijk tot 1956 op Noordwelle, waar hij o.a. brandweercommandant is. In oct. 1955 slaagt Jo voor het diploma vakbekwaamheid smidsbedrijf. Jo werkt eerst als smidsknecht bij de weduwe Lokker en neemt de smidszaak over. Na een paar jaar gaat Jo naar een nieuw bedrijf aan de Kuijerdamse weg, waar hij later van landbouwmechanisatie- en autoreparatiebedrijf geleidelijk overschakeld richting kleine boten en buitenboordmotoren. Hij is later partner in- en beheerder van Waterrama b.v.. Op 25 sep 1959 wordt vergunning verleend voor uitbreiding van de Caltex pompinstallatie met een 6000 liter tank voor super benzine op de Dorpsstraat nr.30, op sectie A-724. In 1965 koopt Jo 4270 m2 grond à f.5,- de m2 aan de Kuijerdamse weg om daar een nieuw huis en werkplaats op te bouwen. Op 14 mei 1966 vindt daar de feestelijke opening plaats van het landbouwmechanisatie bedrijf en Caltex-servicestation. In 1971 wordt de zaak nog eens fors uitgebreid. De enige zoon, Gerrit, overlijdt op 22 jarige leeftijd in 1972. Pand: Sectie A-670, huis en erf, 195 m2; A-742, schuur en erf, 67 m2 ; A-831, smidse 107 ca. 1 Jan.1956 veranderd pand nr. 30 in: huis Dorpstraat 2, en smederij Dorpstraat 4;

63

Smidsknechten en diversen op Ellemeet.

Jonge, Johannes de, grof-en hoefsmid, zoon van Margarita de Jonge, geb. ca. 1892 te Zierikzee, huwt, 27 jaar oud, op 16 aug. 1919 te Ellemeet met landbouwersdochter Tona Geleijnse, 22 jaar, geb. ca. 1897 te Haamstede.

Blaeij, Cornelis de, smid, zoon van wagenmaker Cornelis de Blaeij en Janneke van den Berge, geb. ca. 1856 te Nisse, huwt, 24 jaar oud, op 19 nov. 1880 te Ellemeet met winkeliersterdochter Joppa Zorge, 23 jaar, geb. ca. 1857 te Elkerzee.

Moor, Adriaan, geb. 13 juli 1881 te Ellemeet, woont bij ouders op nr. 25. gaat mei 1902 naar Barendrecht, komt oct. 1903 terug, gaat in nov. 1903 naar Stavenisse, komt juni 1905 terug en gaat in sep. 1905 naar Bruinisse. Zeker de 1e periode knecht bij v.d.Zande op Ellemeet..

Polderman, Johann, zoon van Pieter Polderman en Jacomina Corree, geb. 24 juni 1782 te Oostkapelle, hoefsmid, inwoner van Ellemeet in 1813, is getrouwd; werkt waarschijnlijk bij zijn broer Frederik.

Schrijver, Adriaan, smidsknecht, geb.6 april 1884, geh. met Ploontje van der Weele, geb. 11 feb. 1890 te Elkerzee. Werkt in 1906 op Ellemeet, daarna op Elkerzee, Ellemeet, Dreischor en Zierikzee. Adriaan vertrekt 1928 naar Alphen aan de Rijn.

Rosmolen, Cornelis, smidsknecht, geb. 12 juni 1900 te Haamstede, in de per. 1912/37 bij zijn ouders op Ellemeet: gaat apr.1918 naar Poortvliet, komt jan. 1920 terug en gaat in oct. 1920 naar Wilnis; hijngaat dec. 1925 naar Zierikzee.

64

Haamstede:

De smederij; eerst westzijde van de Zuidstraat, later zuidzijde Ring. Van vóór 1618 tot ca. 1620?

Jan Cornelisse; Hij wordt is 1618 betaald “over leveringhe van ijserwerck, gebruijckt aan ’t gasthuijs”. Ook in 1619 wordt aan Jan de Smidt betaald “voor gelevert ijserwerck aan ’t gasthuijs en andere, bij declaratie en quita”. (gem. Haamstede 806)

1621? -- ca.1625 Gerrit Rijcksen, smid; overl. ca.1625 te Haamstede. (4943) Bijz.: Op 9 jan. 1623 is er de nalatenschap van wijlen Corn Crijnse Boodt met daarin een kwitantie van £0.1.10 voor Gerrit de Smit voor “ijzerwerk als anderszins” 4981-1) Op 11 nov.1625 is er een regeling van de nalatenschap van vader Gerrit Rijcksen en zijn vrouw voor Rijck Gerritse, smid, en zijn zuster Neelken Gerritsdr., geassisteert door vrienden en naaste familie ; één van hen is Heijnderick Cornelisse smid te Noordwelle, Bij overlijden komt ”het huijs met alle gereedschappen en de smerie (smederij), mitsgaders alle huijsraet tot sijne profijte”, aan Rijck dus. Hij moet daarvoor wel het onderhoud van zijn broer Roel Gerrits op zich nemen, en aan Neelke £7.10.0 betalen. (4965)

ca.1625 – nov.1646 Rijck Geertsen, smid , geb. rond 1606, zoon van Gerrit Rijcksen, ook smid(4981 fiche 1738) Geh. met Maijcken Rochusse Loncke, wonende te Haamstede. Bijz.: Op 10 jan.1631; 3 feb.1632; 13 sep.1632; 18 sep.1632; 6 maart 1634 en 5 dec.1634; is hij getuige of legt verklaringen af. (4984) In 1634 gemeente: “ betaelt aan Rijck de smidt voor”’t maecke van Arme bou”, 3 schellingen. Op 14 dec.1636 krijgt Rijck Geerdtse uit een boedel voor geleverd ijzerwerk. (4981-fol.18) Op 3 feb.1637 (2 oct.)wordt er in het huis van Rijck Gerridts, smidt een testament opgemaakt voor Lenaert Jansse Clonck; die laat $20.-.- na aan zijn in onecht geboren broer; hun moeder is een vriend van Jacob Cornelisse Smidt. Getuigen zijn wagenmaker Corn. Willemts en Jacob Cornelisse Smidt.(4984) Die Jacob Cornelisse (zie ook hierna) werkt waarschijnlijk voor Rijck. Op 29 oct.1637 is hij getuige; ook Claes Capelle smidt (waar?) , is getuige.( 4985 -53, 54) Op 15 nov. 1638 geeft Jacob de Smidt volmacht aan Cl. Adr.v.Sorghen om zich te besoigneren in het sterfhuis van Adr. Ant.Vinck. Op 30 dec. 1638 en op 21 jan.1639 verklaart de notaris zich ten verzoeke van Jacob Cornelisse, Smidt; “begeven te hebben naar R.G.(Rijck Gerritsen) en deze te hebben geïntimideerd Jacob pro rato zijn huur uit te betalen”. (4985- 72 en 76) Feb. 1643 is hij borg voor f.900,- voor zijn broer Roeland Geeridts die een smederij in Dirksland koopt. In 1646 betaalt de gemeente aan Rijck de Smidt:”over arbeijtsloon en ghelevert iserwerck volgens sijne declaratie 35 scellingen en 4 penningen”. (806) Op 23 nov.1646 verkoopt Rijck Gerridts, smid wonende te Haamstede aan Abraham Gillisse, smid wonende te Suijtland een huis met gevolg enz. binnen Haamstede op Ambachtsheren erve, belend oost ‘s Herenstraat, zuid Bastiaan Pauwels, west het Achterom en noord Huijbrecht de Vos, voor f. 2200,-; de travalje is inbegrepen en verkoper zal in Haamstede zijn beroep niet mogen uitoefenen zolang de koper daar woont of zijn ambacht wil uitoefenen. (4985) Tussen 1637 en nov 1647 geeft hij nog verschillende andere getuigenissen en verklaringen af. Hij tekent dan: Rijck Geertssen (4985) Kinderen: Rochus, Madelena en Gooltje. (1678, akte nalatenschap Corn. Adr. Roete op Nieuwerkerk)

65

nov.1646 -- ? Abraham Gillisse, Bijz.: Op 23 nov.1646 koopt Abraham Gillisse smid wonende te Suijtland van Rijck Gerridts, een huis met gevolg enz. binnen Haamstede op Ambachtsheren erve, belend oost Herenstraat, zuid Bastiaan Pauwels, west het Achterom en noord Huijbrecht de Vos, voor f.2200,-; de travalje is inbegrepen en verkoper zal in Haamstede zijn beroep niet mogen uitoefenen zolang de koper daar woont of zijn ambacht wil uitoefenen. (4985) Op 29 nov.1647 verklaren Rijck Gerrits, smid omtrent 40 jaar, en Mr.Lieven Visch ten verzoeke van Abraham Willmts Daelbout de vorenbedoelde koop te bevestigen ten huize van Jan Meens. (4985) Toch lijkt het er op dat deze koop niet doorgaat want er worden geen rekeningen o.i.d. van Gillisse gevonden; misschien “naast” Rochus de smederij??

1647? -- 1679 Rochus Rijckse, (later ook Rochus Rijckse Smith), smid, zoon van Rijck Gerritsen en Maaijke Loncke. Gedoopt 31 oct.1632 te Haamstede, Rochus overlijdt vóór jan.1679, Rokus Rijckse is smid aan de Zuidstraat te Haamstede. 1e Huw. 27 apr.1655 met Durfje Bolle (6 kinderen) 2e Huw. otr/tr Haamstede 15 oct.\10 nov.1667 met Lijsbeth Schijmers, geb. 20 aug.1645 (4 kinderen). Lijsbeth hertr. 12 dec.1680/1 jan.1681 met Marinus Cornelisse uit Burgh. Bijz.: In 1654 staat bij de uitgaven van “plaats en kerk”: aan Rijck de smit £5.7.2 betaald voor arbeid. In de periode 1658-1661 wordt volgens de rekening van de Armen van Haamstede £6.-.- betaald aan Rochus Rijcks Smit voor “leveringe van Iser aent nieu husje”. Op 6 oct.1658 eist Rochus betaling van Engel Corn.Engels in de Westerenban. (5143A) Op 30 april 1665 verklaart Rochus Rijcks, smid, dat hij 50 pond schuldig is aan Rochus Hoffer, schepen uit Zierikzee. Als onderpand dient zijn huis en smidswinkel in de Zuidstraat op Hmst., belend ten oosten door ’s Heeren straete; ten westen door het Achterom; ten zuiden door Mattheeus Cornelisse; en ten noorden door Gillis Laurisse. Ook nog op twee schuren , staande naast elkaar op ’t Zuideinde van Hmst., belend: oost en noord Jacob de wagenmaker’s werf; west ’s Heren strate; zuid Michiel Bastiaanse.(4944) Op 16 juni 1666 tekent Rochus een verklaring dat hij 70 pond schuldig is aan Daniël van der Lught, koopman te Zierikzee, voor geleverd ijzer.(4944) In maart 1667 wordt door schout en schepenen van Haamstede samen met de timmerman, metselaar, glazenmaker en de smid bekeken wat zij tegoed hebben voor de door hun verrichtte werken aan het huis van de overleden Karel van der Putte; Rochus krijgt £ 30.-.- voor geleverd ijzerwerk. Op 1 jan.1668 maakt Lijsbeth Schimmer, een testament waarbij haar man universeel erfgenaam wordt, zuster Prijntje Schimmer, huisvrouw van Bastiaan Tonis, krijgt haar beste doek.(4967) Op 19 feb.1671 daagt Rochus Rijckse, Jan Corn Armgoech voor het gerecht om betaling te verkrijgen van £1.14.0 voor meesterloon en curé van 2 paarden in 1969.(5143A) Op 9 sep.1671 verklaart Rochus 200 car. Guldens schuldig te zijn aan de diaconie, met als onderpand zijn huis en smidse; nu zit Aenot Pieterse ten zuiden, maar Gillis Lauris zit nog ten noorden. Bij de schuren zit nu Jacob de wagenmaker z’n weduwe ten noorden.(4944) Op 2 feb.1672 is hij in het huis getuige van onmin tussen de zieke Job Leendert Huighese en zijn schoonmoeder over de verdeling van goederen; 15 maart legt Rochus daar een verklaring over af. (4881-67)

66

Op 27 nov.1673 Getuigt Cornelis Adrijaensz Rosendael voor Schout en Schepenen van Burgh op verzoek van Rochus Rijcke, smid te Haamstede. Toen hij op 3e Pinksterdag in de herberg van Crijntje Vis in Haamstede was hoorde hij dat smid Rochus Rijcke woorden had met Johannes Adr. Dartijck over de betaling van een nieuwe wagen. Johannes beloofde meteen 4 ducaten te betalen, en de rest later, zonder precies te zeggen wanneer. De verklaring gebeurt ten huize van Daniel van Hulle. Op 6 juni 1674 getuigt schepen Basteaen Romboutsze op verzoek van Rochus, die al in 1657 Jan Bolle heeft aangesproken over geld dat hij nog te goed heeft over geleverd ijzerwerk aan de toen pas overleden Crijn Adrijaensze Bolle. (89) Op 12 oct. 1674 compareenThomas Leenderse Stoel, smid te Burght en Rochus Rijckse, smid op Haamstede voor Sch.en Sch. ten verzoeke van Jan Jacobse Zeeburgh, mr.metselaar uit Zierikzee. Eerder, in 1672, zijn zij ten huize van Daniel van Hulle in Burgh ontboden met nog twee smeden uit Zierikzee: ene Seeger Janse Keetel? en Hubregt Pieterse. Het ging toen over de prijs van het ijzerwerk voor de glasgaten en roeden van de nieuwe kerk van Burght en het verkrijgen van het oude ijzer. De comparanten wilden het aannemen voor 5 stuivers per pond ijzer; die van Zierikzee voor 3, maar zij gaven minder (een blancke, = 3/4e stuiver) voor het oude ijzer. De metselaar/aannemer betaalt het gelag! (90). Op 4 juni 1675 eist Rochus voor schout en schepenen betaling van £7.19.2 van de wed. van Simon Janse Nieuwlandt. De zaak wordt verdaagd naar 19 sep.1675. Als op die dag slechts twee schepenen aanwezig zijn, wat niet voldoende is voor een rechtzaak, claimt Rochus betaling van zijn “meester daggeld”! (5143A) Op 11 jan.1679 wordt beschreven: dat Joh.Hoffer uit Zierikzee in juli 1778 verzocht heeft om ten laste van de wed. en erfgenamen van Rochus Rijckse “seecker huijs staande binnen Haamstede in de Suijtstrate op ambachtheeren grond, belend oost ‘sHeeren Straatte, suijt Aernout Pieters, west ’t achterom, ende noort Gillis van Houtte; mitsgaders smitswinckel ende gereetschap; ende nogh twee schuren en gevolge, belend noord Jannekes Jacobs en zuid Michiel Bastiaans en west ‘s Here strate” te mogen verkopen. Er blijken nog een paar mensen een hyp. op huis en goederen te hebben. Op 21 nov.1678 wordt een openbare verkoop gehouden waarbij huis, smederij enz. voor 900 Car.guldens verkocht worden aan: (4944)

Haamstede 1679 -- ? Burgh, 1685 --- 1718.

Marijnis Marinisse de Winde, meester smid op Haamstede, 2e huw.: met Maatje Janse Leendert Krijnse. Zij is getuige 1698 en ‘99. Marinus Marinusz.de Winde en Maatje Jan Leendert Krijnse krijgen de volgende zonen te Haamstede:  Leendert 6/7/1681, get. Marinus Leendertsz de Winde en Cornelia Marinusse de Winde.  Johannes, 9 mei 1683 get.. Jacob Marinusz de Winde.  Jacobus, 25 feb.1685.  Cornelia 28 apr 1686 get. Leendert de Winde.  Nog 3 keer Leendert, de laatste ged. 9 maart 1698, get. Jacoba de Winde. Bijz.:, Op 29 dec. 1679 leent Marinis Marinisse de Winde, smid wonende te Haamstede £ 39.2.- van de Diaconie van Haamstede tegen 5% met als onderpand zijn huis en smidswinkel met de gereedschappen, staande te Haamstede op Ambachtheren erve, belend oost ‘s Heren Strate, zuid Aernout Pieters, west ’t Achterom en noord Gillis van den Houte. Dec.1692 is alles afbetaald. In feb.1681 geeft Marijnis een borg af omdat hij de administratie doet voor de 2 wezen van Jan Crijnse en Digna Wisse.(4944) Op 1 sep.1681 verkoopt Marijnis, smid op Haamstede, aan Leendert Jansen, ¼ part van een duinhoeve met huis, schuur, gevolge, boomgaard en 135 gemeten grond op de Westernban van de duinen voor £ 25.-.-. Marijnis leent daarvoor 100 Car.guldens aan Leendert Jan Leenders Crijnse.

67

En hij neemt ¼ van een schuldbrief van £220.12.0 over. Op dezelfde dag koopt Marijnis 5 gemeten corenland van Leendert voor £ 151.5.0. (4944) Op 22 maart 1684 koopt Marinus een schuur en hof bij de westvate op Haamstede voor £ 24.-.- .(4944) Op 19 oct.1684 verkoopt Marinus voor de wezen Wisse en Tanneke Jans aan Jan Crijnse de helft van de duinhoeve waarvan hij op 1 sep. 1681 zelf ¼ deel verkocht; nu voor £ 7.17.4. (4944) 7 Nov.1685 levert David Thonisse Stoel, inwoner van Burgh aan Marijnis de Winde een huijs, schuere en verdere gevolge van dien gelegen binnen de Ring van de kerk van Burgh op ambachtheren erve, oost ’s Heeren Str.; zuid de secr. Daniël Schijmer; west D.Apollonij; noord Corn.Thonisse; mitsgaders de smitswinkel met alle het smitsgereedschap voor van 500 Carolijngulden. De huisvrouw van de verkoper krijgt 2 zilveren ducatons en ieder kind twaalf en een halve (car.gld.?) (4848). Op 11 nov.1685 leent Marijnis, smid, wonende binnen Haamstede, 500 Car.gld. “tot 5 grooten vlaams het stuck” van de diaconie. Als zekerheid stelt Marinis 2 stukken land van ca.5 gemet elk.(4944) Op 21 nov.1686 levert Marinus, smid alhier, 1stukjes grond 1G.30R. en een stuk van 1G.120R. (4944) Op 21 sep.1686 levert Marinus voor £82.-.- aan dhr.C. van Cluifgoudt een huis, schuur en gevolgen gelegen binnen de ring te Burgh op amb.heren grond. Oost de straat, zuid “de zelve”, west D.Appollonij, noord Corn. Thomasse. (Van Cluifhoudt geeft een schuldbrief aan Mar. de Winde, smit te Haamstede, voor £82.-.-) (raze 4851-7) Dit is mogelijk het huis dat hij een jaar eerder heeft kocht, en dat nu verkocht wordt zonder de smederij? 8 Nov.1690 wordt voor aan Marinus de Winde voor smidswerk aan het paard £0.9.7 betaald uit de boedel van Joos P.van Lookere; en in 1691 £1.3.7 uit de boedel van Govert van de Vijver.(raze 4879) Op 9 apr.1691 koopt Marinis Marinisse de Winde van schepen Jacob van Moorcant voor (£ 136- 16-8) 800 car.guldens plus een gouden ducaton voor de vrouw van de verkoper: een huis en gevolge, staande in het Dal op de hoek van de Zuijtstraat , belend ten oosten door de verkoper; zuid de verkopers huis; west en noord ’s Heren strate. En ook nog 2/3e van een schuur, staande op ’t Zuijteinde van Haamstede op ’s Heeren erve; belend door: oost en noord ‘sHeren straat; zuid Plompmeedt en west Bastiaen Hendrixs Braber Op dezelfde dag verkoopt hij voor 525 car. Guldens (£ 88-11-0) aan Dinghnus Domusse: Zeker huis en gevolge huis en gevolge in de Zuidstraat; belendende: oost ’s Heren strate; zuid Cornelis Willemse; west ’t Achterom, en noord Adriaen Liere. En een schuur aan het zuideinde aan Cornelis Jansen voor £ 24.-.-.(4945) In 1693 verkoopt Marinus 1 gem.53 roe korenland aan Corn.de Glopper.(4851); hij koopt op 4 oct.1693 2 stukken korenland uit de boedel van Jacob Smul; bijna 2 gemet voor 16 pond 10 sch. (4859). Op 5 nov. 1693 koopt hij 2G.155R.land voor £ 41.10.6.(4945) Op 17 sep.1694 wordt door van der Kooij, de Heer van Burgh, de smidswinkel aldaar gesloten, die macht heeft hij kennelijk. Eerder heeft Marinus aan Joh.Mispelblom, de dominee van Haamstede verteld dat van der Kooij misprijzend over de dominee heeft gesproken. De dominee heeft daarop geweigerd een invaldienst in Burgh te vervullen, waarop van der Kooij, als hij hoort dat de smid geroddeld heeft, de smederij sluit. Er komen brieven van verontschuldiging van zowel de dominee als de smid. Marinus wordt op 15 oct.1694 veroordeeld om aan diaconie en armen elk twee ducatons te betalen, en mag dan zijn smidse weer openen! (4851-73). Op 3 dec. 1694 koopt Marinus een hof van 125 roeden dat ten zuiden van zijn hof ligt voor £ 50.-.- (4945) Op 8 dec. 1696 ontvangt Marijnis de Winde £0-5-3 voor het maken van een breukband voor Corn. Jobsen Zeeman. (4885-II-45) Op 10 aug. 1701 koopt Marijnis de Winde, medeschepen te Haamstede, van Job de Grave 2 gem. 150 roe weiland, en een weiland van 2 gem.175 roe voor $ 103.2.0. (4945)

68

In 1703 is hij schepen van Haamstede. In aug.1703 ontvangt hij uit de boedel van de weduwe van Mar. Leendertse Moij £3.3.2 voor smidswerk; en £0.13.6 uit de boedel van Corn.Andriessen.(4879) Over 1705 van Leendert Cornelisse Bolle zal., voor ijzerwerk, £0-13-0.(4885-II-44) Op 18 jan. 1708 koopt Marinus een huis met schuur aan de Rinck aan de noordkant van Burgh op Ambachtheeren Erve, belendende oost Leendert Cornelisse Dijckgrave; west Huijbregt Leendertse; zuid ‘sHeeren Straete en noord Leena Thomb; van Jacob Meese Pleij voor £108.6.8 plus 4 Ducatons voor “een Beaute voor de huijsvrouw van Jan Imanse Backer”. Marinus leent £ 100.-.- van Pleij. (raze 4839-22) 30 oct.1706 leent Marinus £22.-.- aan Leendert Krijnse op 561 roeden rouge meede. (4948) 21 Maart 1708 krijgt Marinus van de erfgenamen van Jannetie Meertens “de Erve achter sijn smitse alhier tot (te) Burgh, soo breet als de Smitse staet, en streckende van de Smitse tot de Dulve van de Hayman van de Heer Marinus de Jonge” waarvoor hij 4 sh.2 d. cijns moet betalen per jaar.(4849-23) Op 13 april 1712 koopt Marinus 3 gemet 40 roeden korenland voor 45 pond vlms.(4945) Op 6 nov.1717 maken de dan gezonde Marinus en Maatje (zij tekent met Maijken Jans) een testament bij notaris Corn. Haijman uit Zierkzee. Aan dochter Dijna prelegateren ze ze 100 pond als ze nog ongehuwd is als de eerste ouder overlijdt; samen met haar broer Leendert krijgt ze huis, smidse, gereedschappen enz. op Haamstede; maar de langstlevende houdt wel het vruchtgebruik; Leendert krijgt ook 1G.280R.land. Marinus Jan en Johanna de Winde, de kinderen van hun overleden zoon Johannis, krijgen 200 pond en 16G.112R.land op div. plaatsen.(4048) 17 Maart 1718 verkoopt Marinus aan zijn schoondochter Lidia Jans, weduwe van Jannis Marinussen de Winde een huis met de materialen van een omgevallen schuur, bakkeet en verdere gevolgen op Burgh, aan de Ring op Ambachtsheren Erve, belendende oost: Jan Sijmonse, west Huijbregt Leendertse, zuid de straat en noord de wezen van Jan van Duijn; en een smidse met alle gereedschappen, ook aan de Ring van Burgh, belendende oost de straat, west Marinus de Jonge, zuid de schoolpad en noord wagenmaker Adriaen Lievense Smeth(4839); alles tesamen voor 800 Carolische Guldens. 1718 en 1719: Rekening voor werk aan het uurwerk in Renesse van Marinus. (Gem.Renesse 3,20 oct. 1723) Op 26 nov.1729 leent Marijnis, oud schepen, $ 300.-.- aan Iman Backer, met als onderpand de helft van een hofstede die Iman samen met zijn zwager Krijn Wisse bezit “op den westenende van de duijne”. (4945)

Haamstede -Burgh, 1727 -- rond 1740 Leendert Marinusz.de Winde, ged. 9 maart 1698 te Haamstede, overl.ca. 1762. 1e Huw.: jm. geb.en wonende te Haamstede ondertr. 23 apr.1724 te Haamstede met Prijntje (Printie) Lodewijkse Rodon, jd. Geb. Westenschouwen, wonende te Haamstede, overl. voor 27 dec.1728 te Haamstede..(4945) 2e Huw.±14 apr./3 mei 1730 te Haamstede met Marietje Harmense (of Hermanse) van Rosendaal, jd.van Burgh, overl. ca.1748. Bijz.: Op 20 sep.1719 maakt Leendert een testament, hij laat 2 keer 25 gulden na aan de diaconie en de rest aan zijn vader Marijnis. (4968/112) 22 dec.1727 verkoopt Arij van Leen,wonende te St.Annaland aan Leendert de Winde, wonende te Haamstede zijn huis, schuur en erve staande aan de noordzijde van de Ringh te Burgh op Ambachtheeren grond belendend zuid de straat, west Jan Bakker, noord de wezen van Jan van Duijne en oost de wed. van Jan Sijmonds, met annex de smidswinkel; er is ook een erf bij, waar een huis gestaan heeft dat afgebrand is, aan de westzijde van Burgh op Ambachtsheeren grond, oost ’s Heeren Straate, west Mar. Hanze de Jonge, noord Jan Bakker.(raze 4850) Op 27 dec.1728 belooft Leendert om voor zijn 3 jaris weeskind Marietie te zorgen; Jan Bastiaanse is wedervoogd.(4945)

69

Op 22 apr.1729 voor smidswerk over 1726 aan Leendert, uit de boedel van Adr.G.de Swarte, Renesse.(5062) Op 7 aug.1729 moet Leendert £-.6.4 krijgen voor smeedwerk uit de boedel van Jan.A.Montaan.(raze 4840) Op 13 sep.1729 legt Leendert de Winde de eed af voor Schepen van Westenschouwen. Op 2 oct.1733 eist Leendert voor schout en schepenen betaling door Pieter Huijbrechtse Natte van in totaal £6.15.6. Leendert heeft hem £ 3.-.- geleend, voor £ 2.3.2 smidswerk gedaan in 1732 en 1733, en hij heeft op verschillende reizen winkelwaar gehaald ( tevens vrachtrijder?) (4973) Op 1 juli 1734 moet Leendert nog £ 15.3.3 ontvangen van Neeltje Dijkgrave, de wed.van Marinis Jansz.; hij laat beslag leggen op een weiland met hooi door de schout en schepenen.(4973) Op 16 maart 1739 verkoopt Leendert de Winde, wonende te Haamstede, aan wagenmaker “sekere oude smitswijnkel staende op den dorpe van Burg aan de noordzijde van den Burg op Ambagtsheere Erve, mer de Erve die altijd aan de smidse geweest is en nog de erve die er aangekomt is van het verbrand huis van Adriaan Lievense Smit; belende oost de strate, zuijd schoud Daniël Vis, west Jan Marinisse de Jonge, noord Marinis Pieterse, voor £10.-.-. (raze 4840) Een paar weken later verkoopt de Vos de oude smidse, nu een wagenmakerswinkel voor £8.-.- aan Jan de Zomer. Over 1739 en 1740 “Van paarden besteed te beslaan en van nieuw en oud ijzer te leveren en Scherp (te zetten)”, op uit de boedel van Leendert de Glopper, mei 1742, (raze 4981B-22). Over smidswerk tot 4 mei 1742 ontvangt Leendert £ 2-4-0. (H222-465; fol.39) In 1743 is ene Leendert de Winde schepen op Westenschouwen.(5129/122) Aug. 1744 wordt Leendert betaald uit de boedel van M.Tromper, (raze 4981B-30/1). Op 12 jan. 1745 wordt een testament gemaakt door Maria Harmans, zij ligt ziek te bedde; er is 1 dochter: Maria. (raze 4968/2554) Oct. 1746 koopt schepen Leendert van de Vrouw van Haamstede een huis op Haamstede voor £50.-.- (4947) Op 2 feb.1747 leent Leendert aan Jacob Tack £233.6.8 met als onderpand 89 gemeten grond.(4947) Op 13 juli 1747 koopt Leendert 226 roe koornland voor £ 25.-.- van de Heer van Westenschouwen.(4947) In 1748 wordt er een staat en inventaris opgemaakt voor Leendert en zijn 9 jarige dochter Maria (ged. 3 aug.1739)na het overlijden van zijn vrouw. De inventaris met een waarde van £4258.17.- bestaat uit ca. 60 gemeten koren-en weiland; een huisje in de Zuidstraat van £57.-.-; 1/8ste part in een meestoof voor £250.-.-; paarden, koeien, vruchten te velde en in de schuur, landbouwgereedschap; obligaties, goud t.w.v.£2000.-.-. en bovendien is er een winkel op de vloer met een voorraad van cersie, baaien, wol en linnen, potten, pannen, gereedschap enz., maar geen smederij. (raze 4981/677). Leendert tekent als schepen, ook al in 1742. Op 23 maart 1758 neemt Leendert de voogdij op zich van de wezen van Gert van Line; de moeder is Adriaentje Pieters van Stalen is moeder en wedervoogd.(4852) Over 1729-1757 moet aan Leendert regelmatig betaald worden voor smidswerk aan slot, wagen, paard, schuur, huis, tuin en molen te Haamstede; hij levert ook hagel, kruit en vuurstenen.(v.d.Lek de Clercq, 465-H222) Van 1741 tot 1760 pacht Leendert van de fam.Mogge 2G.8R.weiland tussen Verdee en Striepheule voor £3.10.0 per jaar. (v.d.Lek de Clercq, 465-H222)

Maria v.d.Winde. Over 1760 en 1762 betaalt de fam.Mogge voor gedaan smidswerk aan Maria van de Winde voor werk aan het slot. (v.d.Lek de Clercq, 465-H222-33) Maria de Winde betaalt £3.10.0 pacht van 2Gem.88R. over 1764 tot 1769 aan de fam Mogge.

70

ca. 1759--- ca. 1800? Both, Willem Hendriksz, geb. ca.maart 1739, overl., overl. (zonder vrouw), op 18 jan.1808 te Haamstede . Zoon van Hendrick Willems Both en Aplonia Plokhaar. Geh.: ondertr. 7 oct.1762 te Brouwershaven met Anna Boudewijnse van Loseu (of Looijsen), JD geb.te Renesse, wonende te Brouwershaven. Attestatie gegeven om te Haamstede te trouwen. Bijz.: Op 15 januari 1753: Johannis Both, oom van de minderjarige wezen van zijn broer Henderyck Both, geprocr. bij Amplonia Plockhaar, met name Lena Both 16 jaar, Willem Both 14 jaar (geb.ca.1739), en Marinus Both 9 jaar, wordt aangesteld tot voogd. Op dezelfde datum wordt verklaard dat een inventaris van de boedel is gemaakt. De moeder zal de kinderen opvoeden en onderhouden tot 18 jaar. In de marge staat vermeld dat aan Willem Both op 27 oktober 1762 een derde van het vaderlijk erfdeel is uitgekeerd, zijnde £18.6.8 ; van Lena wordt hetzelfde vermeld op 6 februari 1765, zij ontvangt tevens vier gouden ringen (5123, weesboek Welland). Op 20 aug.1759 blijkt dat timmerman Iman Kempe nog ijzer en arbeid moet betalen aan Willem Bodt (4666) 4 Oct.1762 koopt Willem Bodt, mr. Smid op Haamstede voor £60.-.- van Sara Symonsse, wed. van wijlen Engel Jacobse van Hulle een huis met erf op Haamstede, belendende noordoost Willem Willemse Beije; zuidwest Maria Leenderse de Winde; zuidoost de wed. van Anthonij Berkenbos en noordwest het Dal van Haamstede.(4949) Op 27 oktober 1762 wordt Willem Hendriks Bodt op zijn verzoek ontslagen uit de voogdij (5123). Op 4 nov.1762 bekent mr.smid Willem Bodt voor Schout en Schepenen dat hij £ 80.-.- schuldig is aan schout Willem Hoogenboom; de rente is 4% en het onderpand een huis en erf in het Dal van Haamstede. Op 21 juni 1779 blijkt de lening volledig afgelost te zijn.(4955) Op 4 dec.1763 is zijn moeder Amplonia getuige bij de doop van zijn dochter Amplonia. Smidswerk over 1764 £1.5.2 uit de boedel van Corn.Bolle. (4982-7/1410). Van 1763 tot 1769 zijn er rekeningen voor werk aan het slot en de molen te Haamstede, en de hofstede opElkerzee, (GASD, fam.arch.v.d.Lek de Clercq, 465-H222) Op 30 aug.1774 laat Neeltje de Loze, de moeder van Anna, 800 gulden na aan de armen.(4272) Dec. 1778 voor geleverd smedewerk, boedel Jasper v/d.Velde, £8.13.3 (4595-9). In 1780 uit boedel Lieven Gillisse voor smidswerk en £3.10.0 uit boedel Mar. M.Hanse(4982-18). Aug.1787 smitswerk, £0.17.8 (4975-13/910). Willem is dan ook Schepen. 23 Maart 1788 verkoopt Schepen Willem Bot aan Nicolaas van der Meule voor £100.-.- “een woonhuis, smitse, schuur en erve staande aan de Zuidzijde van het Dal, belent Oost Bartel Simonse, Zuid de Plaatse Gang, West Cornelis Bolle en Noord het Dal of ‘sHeeren Straat; zijnde AmbachtsHeeren Erve bezwaard met een jaarlijkse cijns van 16 schellingen en 8 grooten Vlaams”.( 4953) Op 26 aug. 1790 leent Willem £350.-.- aan Joh. Straijer. (4958) 1797 staat Willem Bodt op de lijst van dienstplichtigen, nr.57, Schepen te Haamstede. Tussen ca.1798 en 1805 zie ik geen handtek.als schepen. Op 31 dec.1802 maakt notaris Jac. de Touw te Haamstede een testament op voor Willem Hendriksz.Bot en Anna Aalbrechtsdr.van Looijsen, echtelieden op Haamstede(geen beroep verm). Er zijn kennelijk geen kinderen, alles gaat naar neven, nichten enz. (4987) In 1804 betaald Willem 7sch.6 d.wagen-en paardegeld voor een huifwagen met vaste as, en 10 sch. familiegeld en zoutgeld. In 1806 moet hij f.6,- betalen op Haamstede als hoofdelijke omslag. Op 23 maart 1808 wordt door schouten schepenen een opstelling gemaakt van de bezittingen van wijlen Willem Bodt voor het vaststellen van de successierechten: Een huis en erf, nr.15 op Haamstede £350.-.-; een schuurtje en erf op nr. 50 £ 80.-.-; ¼ deel van een schuur op nr.27 £ 50.-.- en 1 G.35 R.weiland £.111.13.4 (4974) 16 Juni 1808 worden uit de boedel van wijlen Willem Bodt de volgende zaken verkocht: Huis en erve nr. 14 voor £180.-.- aan Janna Stoel-Bakker; een schuur en erf, nr.50 voor £35.-.- aan Martinus Beens,; een ¼ deel in schuur nr.27 wordt voor £ 20.-.- verkocht aan K.de Touw; en een stuk land van 1 Gem. 35 Roe voor £48.-.- het gemet aan K.v.d.Vaate. Al met al veel minder dan de schatting was!(4954)

71

maart 1788 – april 1800. Meule, Nicolaas van der, geb. ca. 1748 Geh. met Levina Dag. Bijz.: 23 Maart 1788 verkoopt Schepen Willem Bot aan Nicolaas van der Meule voor £100.-.- “een woonhuis, smitse, schuur en erve staande aan de Zuidzijde van het Dal, belent Oost Bartel Simonse, Zuid de Plaatse Gang, West Cornelis Bolle en Noord het Dal of ‘sHeeren Straat; zijnde AmbachtsHeeren Erve bezwaard met een jaarlijkse cijns van 16 sch. en 8 gr.”.(4953) Over 1788 en 1790 wordt Nicolaas betaald voor smidswerk uit de boedel van Mar.M.Hanse (4982A-18). Uit dezelfde boedel worden ook betaald de smeden: Jan de Meulmeester over smidswerk van 1784-1789, Willem Bodt over 1780 t/m 1787 en Cornelis Constant over 1789. Op 4 jan. 1790 maken mr.smid Nicolaas en Levina Dag een testament op langstlevende.(4969) In 1793 krijgt Nikolaas £0.16.0 betaald uit de boedel van Corn.B.Schalkwijk (raze 4982A-10). Nicolaas staat op de lijst mog. dienstplichtigen Haamstede, 1797, geb.ca.1748, geh., smid. In de per. 1795-1800 wordt volgens de rekening van de Armen van Haamstede £13-2-9 aan Nicolaes betaald. Op 11 april 1799 worden een lening van zijn broer Johannes van £ 500.-.-, en een lening van £ 100.-.- van de erven van Lambrecht van der Meule opgezegd; Nicolaas kan niet betalen, en daarom geeft hij toestemming om zijn huis, smidse enz. te verkopen.(4959) In 1800 ontvangt Nicolaas £16.10.6 uit de boedel van C.B.Schalkwijk, en in dat jaar ook uit de boedel van Mar.M.Hanse. (raze 4982A-10 en 14). 5 April 1800 verkoopt Nicolaas van der Meule aan Martinus Been “een woonhuis, erve mitsgaders de smitswinkel met de gereedschappen, gemaakt en ongemaakt ijser voor £300.-.- Vlaams; hier gaat £50.-.- af voor gereedschappen volgens conditie”.

1800 - 1842 Martinus Beens, zoon van Roeland Beens en Lena van Ekke(Hoeke), geb.8 oct.1770 te Zierikzee overl. 27 juni 1827 te Haamstede, 57 jaar. Ger. Geh., mr. hoefsmid, met Maetje van Donge, geb.ca. 1773 te Brouwershaven, overl. 19 oct.1858 te Haamstede. Bijz.: Roeland, de vader van Martinus, woont in 1740 en 1750 naast de smid in Brouwershaven. Vestiging in gemeente op 8 maart 1802 komende uit Nieuwerkerk. Op 7 sep.1802 leent Marinus £ 300,- van de wagenmaker Joh. v.d.Meule tegen 5% met als onderpand zijn huis en smidse met gereedschap en ongemaakt ijzer.(4959) Inwoner op nr. 277 te Haamstede in 1811/13. In 1808 staat Martinus als smid op de lijst voor patenten belasting. Op 25 jan.1814 maken Martinus en Maatje een testament.(2365) In 1814 betaald hij £1.11.8 patentrecht aan de gemeente. In 1815 leent Beens f.1700,- van schipper Cornelis Kaaijman uit Burghsluis met als onderpand een eerste hypotheek op zijn huis en smederij in de Dalstraat 31 en nog op een daar naast gelegen huis met schuur nr.32.(Dignus Boom) Op 21 sep.1815 is er transport van een schuur etc. nr.50 voor f.180,- met Anth.Dartig.(not.B.Boom) Op 28 sep.1815 koopt Martinis 3 naast elkaar staande huisjes in de Meelstraat te Z.zee voor f.600,- van Joh. de Clerck.(not.A.W.v.Halen) Per.1810: nr.31; 1822: nr.30/31; 1833: nr.31.

72

Op 17 juni 1827 maakt Martinus een testament op langstlevende bij notaris Blauw. In de per.1833-1837 is Maatje weduwe, zij verhuist naar nr.28/29. Op 12 nov 1842 koopt en erft zijn zoon Roeland de zaak.

1842 -- 1874 Roeland Beens, geb.18 jan.1808 te Haamstede, overl.9 juni 1879 te Haamstede, 71 jaar. Ger., Zoon van Martinus Beens en Maatje van Donge. 1e Huw., hoefsmid, 24 jaar oud, op 5 oct.1832 te Haamstede met de 21 jarige landbouwsterdochter Maria Blom , geb. 27 juni 1811 te Haamstede, overl. 8 oct.1847 te Haamstede, 36 jaar oud. 2e Huw., hoefsmid, 40 jaar, op 20 juli 1848 te Haamstede met de 34 jarige landbouwsterdochter Tona Blom, geb. 25 dec.1814( of 28-10-1815?) te Haamstede, overl. 11 feb.1874 te Haamstede. Bijz.: Op 15 aug.1839 verklaart Roeland bij de notaris dat hij f.200,- schuldig is aan Simon Bouman Corn.zn op 70 roeden en 10 ellen land. (J.C.v.d.Lek de Cl.) Op 12 nov 1842 verkrijgt Roeland een huis,schuur en erf, ingericht als smederij, sectie B-205, groot 900 m2, en een tuin nr.B-140, groot 610 m2 te Haamstede voor 9/10e bij akte van koop van de erven voor 2370,-, en 1/10e door vererving van zijn vader Martinus. Het staat op erfpachtgrond van de fam. Meulman, later van C.v.d.Lek de Clercq. Alle gereedschap en ijzer koopt hij voor 867,80; en “een partij beestialen en melkgereedschappen” voor 762,30.(not.J de Kater). Op 26 aug.1852 koopt Roeland voor F 300,-. van P.v.d.Sluis 29/32 van een huis en tuin op Haamstede, sectie B-135 en 134, groot 104 m2. (Ermerius) Dit wordt later verkocht aan bakker Jac.v.Splunter, daarna aan C.J.Kostense en heeft niets met de smederij te maken. Op 9 apr.1856 verkoopt Roeland aan P.v.d.Vat een weiland op Haamstede voor f. 909,90.( Ermerius) Per mei 1870 vraagt mr.smid R.Beens een hoefsmidsknecht tegen hoog loon. (Z.zeesche Nieuwsbode) Op 6 oct.1874 wordt er door smid-veearts Roeland Beens, met telegrafist Martinus Beens en Johannes Beens, smid wonende te Haamstede, een verkoping gehouden van inventaris.(Moolenburgh) Pand: ca. 1833: nr.31; 1862: 40K; 1870: nr.63 Zonen: Johannis, geb. 1851 te Haamstede; Daniël, onderwijzer in den Haag. Martinus, telegrafist, uit het 2e huw.

1874 --1891 Johannis Beens, geb. 2 aug.1851 te Haamstede, NH 1e Huw., hoefsmid, 23 jr. oud, op 11 sep.1874 te Haamstede met de 20 jarige landbouwersdochter Grietje de Bakker, geb. 13 juli 1854 te Haamstede, overl.12 feb.1876 te Haamstede 21 jr.oud, 2e Huw., hoefsmid, 25 jr. oud, op 3 nov.1876 te Haamstede met de 24 jarige landbouwersdochter Cornelia Smallegange, geb.13 feb.1852 te Haamstede, overl. 7 sep.1877, 25 jr. oud. (kind overl. 14 nov.1877) 3e Huw., hoefsmid, 27 jr.oud, op 22 maart 1879 te Haamstede met de 28 jarige kuipersdochter Jacoba Jozina Romeeus , geb: 8 feb.1851 te Dreischor. Bijz.: Op 31 dec.1874 neemt J.Beens iets (de smederij) over van zijn vader. (Nieuwsbode) Op 16 oct.1875 vraagt J.Beens, mr.smid te Haamstede een ongehuwde smidsknecht daar de zijne zich aan ’s Rijksdiens verbonden heeft. Op 23 sep.1875 adverteert mr.smid J.Beens; hij wil een blaasbalg verkopen, en zoekt een smids- leerling. Ze komen feb.1879 (vader Roeland overl. in juni 1879) van Zonnemaire, in 1880 is hij hoefsmid Op 28 juni 1879 koopt Johannis huis erf en tuin B-140 en 776, samen groot 1330 ca. te Haamstede voor 2800,- uit de erfenis van zijn vader.

73

Er is tevens een openbare verkoping van stukken land, meubilair, en veeartsenijkundige boeken en instrumenten.(not.Bolle) In de per. 1880/89 staat dat Johannis, smidsknecht, in 1889 naar Stavenisse gaat? Op 3 maart 1883 biedt smid J.Beens 20 vadem blokkeelhout à f.2,25 per vadem, en een loopvarken te koop. Op 23 aug.1883 biedt mr smid J.Beens een tussenbeweging van een rosmolen te koop. Op 20 maart 1884 vraagt J.Beens een smidsknecht per 1 mei a.s. In 1885 noteert het kadaster sloping op sectie B-776 groot 725 m2 en de sectie wordt gesplitst in B-847, een huis en erf op 638 m2 en sectie B-849, groot 31 m2; hij bezit ook B-847 en 848, tuin en huis. Erfpachtgrond van C.v.d.Lek de Clercq. In 1886 verkoopt J.Beens een drijfas met 5 riemschijven. Op 30 mei 1891 verkoopt Johannis aan Jan Tibout, smid, wonende te Serooskerke, een woonhuis ingericht tot 2 woningen met annexe, smederij, erf en gevolgen nr.B-847, 848 en 849, samen 698 m2 voor f.5000.- met een schuldbekentenis van f.5000,- aan Leendert Matthijsse. Op 5 juni 1891 is er een radiatie van Leendert Matthijsse. (not.Bolle) In 1891 gaat smid-koopman Joh.Beens failliet in Haamstede (ARZ 448) Johannis vertrekt met vrouw en 9 kinderen (7 zonen!) op 11 juni 1891 naar Amerika. “Toen dit gezin tot Antwerpen was gereisd werd het tot terugkeren genoodzaakt”. Zij worden op 24 juni 1891 weer ingeschreven in Haamstede, maar op 27 aug.1891 vertrekken ze opnieuw; dit keer met achterlating van een zoon en een dochter.

1891-1908 Jan Tibout, geb. 23 april 1857 te Serooskerke, overl. 6 feb.1913 te Haamstede. Waarschijnlijk ongehuwd, wel is zijn zus Maria in huis. Bijz.: Komt nov.1881 van Beverwijk, gaat jan 1884 naar den Bommel, komt mei 1890 uit de Haarlemmermeer naar Serooskerke en gaat dan vrijwel meteen naar Haamstede. Vestiging in gemeente: 16 juni 1891 van Serooskerke. Hoofd in 1891 op nr.53 Op 19 mei 1894 staat er een advertentie in de Nieuwsbode van J.Tibout Kzn waarin hij een complete smederij-inventaris te koop aanbiedt met een buigmachine, een boormachine en een travaille met kap. Op 28 sep.1895 vraagt Jan een smidsknecht. Op 1 mei 1897 vertegenwoordigt Jan Tibout bij de notaris drie (half)broers en een zus die in Pretoria zitten: smid Willem, smid Cornelis, smid Nicolaas, en Maria; verder zijn aanwezig de dienstbode Grietje uit Zierikzee en Pieter Tibout, zonder beroep te Haamstede. Het gaat over de nalatenschap van zijn stiefmoeder Teuntje de Mooij, de weduwe van Klaas Tibout, zij is 14 dec.1896 in Serooskerke overleden, waar zij eigenaresse was van de smederij die aan Marinus Tibout is verhuurd. Op 8 juli 1899 heeft Jan een aambeeld te koop. Op 20 mei 1905 vraagt Tibout meteen een smidsknecht. Op 23 oct.1913 is er scheiding van de nalatenschap van de boedel van Jan. Baas Tibout greep altijd een stuk gereedschap zo rond half twaalf en zei dan: “Ik mot even weg vor un kerwijtje”. Dat werk bestond uit het tillen van een paar borretjes in café Bom! Onder Tibout is het eerst sectie B-847, een huis met smederij en erf op 630 m2; en dat veranderd in sectienr.B-946, groot 625 m2. Hij bezit ook de huizen op B-848 op 37 m2 en B-849 op 31 m2.(krt)

Broer Klaas, geb.ca.872, vertrekt 1894 naar Z.Afrika, komt terug en gaat later naar de USA. Broer Arie: smid, geb. 28 oct 1854 te Serooskerke, overl. 66 jaar, op 20 april 1922 te Haamstede. werkt tot mei 1902 op Serooskerke, gaat dan naar zijn broer op Haamstede. Zijn dochter Levina, trouwt 22 april 1910 te Haamstede met smidsknecht Marinus Padmos.

74

1908 -- 1931 Kornelis Willemsz. Gilijamse, zoon van Willem Gilijamse, smid op Renesse, en Pieternella de Oude, geb. 18 sep.1876 te Renesse, overl. 6 mei 1938 te Noordgouwe, 61 jr.oud, NH. Gehuwd, smid, 40 jr. oud, op 22 juni 1917 te Haamstede met de 26 jarige boerendochter Cornelia van der Maas, geb.5 maart 1891 te Noordwelle, overl.14 maart 1982 te Haamstede. Bijz.: Als Kees de zaak koopt staat die op erfpachtgrond van de Ambachtsheer van Haamstede. Sectie B-849 een huisje op 31 m2; sectie B-945 een huisje op 34 m2; B-946, een huis en smederij op 625 m2 en B-947, een huis op 80 m2. De sectie’s B-946 en 947 worden later samengevoegd tot sectie B-1014, huis met werkplaats en erf op 530 m2, het stuk wat overblijft gaat als huis met erf sectie 1013, groot 175 m2 naar timmerman v.d.Klooster. (krt) Cornelis komt sep.1907 uit Renesse naar nr. 53. In de per.1910/20 wordt dat nr.58, 85 en 100a. Advertentie in de Z.N.op 15 dec. 1915 ”Terstond of zo spoedig mogelijk een Smidsknecht gevraagd”. Hij wordt Keesje Drift genoemd. Als Jan Kloet bij hem komt werken, staat Keesje toe te kijken en zegt: ”Slae mar us goed deur oor”; waarop Jan, die een harde werker en een goede vakman is, naar hem wijst en zegt: “Dienk ter om, ventje, ik werke joe kappot as ’t nodig is”. Als Jan dan zijn eerste loon krijgt op Zaterdag, geeft Kees hem 2 gulden extra en zegt:”Ik neme mun woorden terug, dat za wè gae mit joe; in as de vrouwe uutbetaald, mot jie ‘s maandags mar an mien om die 2 gulden vraege, zie oeft dae niks van te weten”. Hinderwetvergunning in 1923 (Dorpsplein). Zie ook not. Archief Renesse 1916/25 nr. 535/ 1923. In mei 1931 verkoopt Gilijamse de zaak aan Leen Giljam omdat hij geen opvolger heeft: zijn zoon Willem, geb.23 sep.1917 was “niet zo sterk” en ging naar de Kweekschool; en zoon Nico, geb. 15 april 1921 gaat naar de MTS. Al snel na de verkoop heeft Kornelis spijt en wil de zaak terugkopen, dat leidt tot ruzie met Giljam! Hij gaat huisjes bouwen voor de verkoop, waarbij hij dan zelf het ijzer en loodgieterswerk doet. Zijn laatste project is de koop van de afgebrande chichorij fabriek; tijdens de sloop daarvan krijgt hij een brok steen op zijn hoofd, waaraan hij een paar dagen later overlijdt.

mei 1931 -- maart 1959. Leendert Pieter Giljam, grof- en hoefsmid, zoon van Leendert Giljam en Pieternella Willemina Pollie. geb. ca. 1897 te Tholen, overl. aug.1958, 61 jaar oud. (hartaanval op het toilet) . NH. Geh., 24 jaar oud, op 9 maart 1921 te Ellemeet met de 25 jarige dochter van Cente v.d.Zande, smid op Ellemeet, Kaatje Laurina van de Zande, geb.6 feb.1896 smidsdochter van den “Oudendijk”te Ellemeet, overl. Bijz.: Leendert kocht de smederij van K.Gilijamse in mei 1931. Hij werkte eerst o.a. bij zijn schoonvader, hij komt mei 1931 van St.Philipsland. Leendert stond bekend als een onaangename man, (Dirk Hanse); hij werkt in de oorlog veel voor de Duitsers, en maakt ook looden doodskisten voor hen, waarin de overledenen teruggestuurd worden naar de heimat. Als Leendert in de oorlog bij Gilijamse op Renesse om benzine gaat vragen, vindt hij de tank daar ook leeg. Boos smijt hij z’n lege blikken in de auto en zegt: “Ik wou dat ik rijk was, en de hel met

75 knolletjes bezaaid”. Ook Kees Gilijamse, die dit vertelde, heeft geen verklaring voor deze mooie uitdrukking, hij vond Leendert trouwens maar een vreemde sinjeur. Op 2 juni 1944 vraagt Leendert aan de gemeente om een stuk grond voor de smederij te huren, zodat hij een hoefstal buiten kan bouwen. Dat, en de vergunning wordt verleend, de huurprijs is f.16,50 per jaar en de dubbele hoefstal wordt voor f.450,- gebouwd. Op 5 sep. 1958 staat er een advertentie in de Z.N. over de verkoop van de smederij door de wed.Giljam. Pand: In 1921: Het Dal nr. 83 veranderd op 1 jan.1956 in Ring 23. Zoon: Leendert Cente, geb. 2 feb.1929 te St.Philipsland; Nicolaas, geb.15 april 1921; Willem, wordt onderwijzer.

1 maart 1959 -- 1998. Pieter Cornelis (Piet) Kloet, geb.26 juli 1918 te Haamstede, Geh., 36 jaar oud, op 4 juni 1954 te Dreischor met de 34 jarige verpleegster/vlasboerdochter Cornelia Wilhelmina van der Weijde (Corrie), geb. 18 aug.1919 te Dreischor. Bijz.: Na zijn ambachtsschoolopleiding werkte hij van 1934 tot 1959 bij zijn vader. Hij haalde o.a. zijn Rijksdiploma Hoefsmid, Als zijn vader, smid Jan Kloet en zijn broer Adrie over het oprichten van een firma beginnen te praten, is Piet zonder hun medeweten op een Zaterdag op een oude brommer gestapt en naar de Wed. Giljam-van de Zande op Haamstede gereden. Er is daar van beide kanten de wil om Piet de smederij op Haamstede voort te laten zetten, maar Piet heeft, zoals hij zelf zegt, geen rooie cent. Met de weduwe Giljam, haar zoon Leendert en haar broer Johannes wordt op 27 feb.1959 een huurcontract gemaakt, de huur is 2550,- per jaar, het koopcontract voor Ring 24, sectie. B-1404 van 575 ca. en B-1986 van 288 ca. wordt 4 jaar later, op 21 nov.1963 getekend, de prijs is 45000,- zonder de gereedschappen enz.; de hypotheek is voor een zelfde bedrag, tegen 5% rente. Het onverwachtte vertrek geeft eerst wat moeilijkheden met pa Kloet, maar die heeft al gauw de moed gevonden om naar Haamstede te rijden om eens te kijken hoe het daar ging. Ook daar veranderen de mogelijkheden, van hoefsmid verandert Piet in een loodgieter die ook centrale verwarming installeert; en er komt een tankstation bij de smederij. In 1992 wordt er een voorlopig verkoopcontract getekend met een aannemer. De buren houden de definitieve verkoop tegen tot 1998, en in 2003 wordt de oude smederij gesloopt. Er staan nu twee winkels, en de vernieuwde dubbele travalje staat weer op ongeveer dezelfde plaats.

76

Smederij Weststraat Haamstede.

ca. 1860 - 1887 Wolfert Cornelis Verhage, zoon van arbeider Kornelius Verhage en Martina Josina Hokke, geb. 7 aug.1821 te Tholen, overl. op 22 oct.1874 in Rotterdam, 53 jaar oud. Hij is NH. Geh.,hoefsmid, 24 jaar oud, op 31 dec. 1845 te Haamstede met de 22 jarige dienstmeid/arbeidersdochter Janna Kouwen, geb. 28 feb.1823 te Burgh, overl. 22 dec.1905 te Haamstede, 82 jaar oud. Bijz.: Wolfert wordt 3 jan.1845 ingeschreven te Haamstede, hij komt van Bruinisse, werkt bij: ? Woont in de per.1848/49 op nr. L8 of 13 Haamstede; 1851 zoon geb. op Noordwelle; op 1 mei 1854 komt hij met zijn vrouw van Noordwelle naar Haamstede. Wolfert is hoef- smidsknecht bij het overl. van kinderen tot 1860; in 1861 is hij “smid” Mogelijk is hij dus ca. 1860 zelfstandig geworden. Op 7 feb.1861 leent Wolfert f.700,- van rentmeester W.de Jonge op een huis en erf in de Weststraat, op sectie B-280 en 281, die hij heeft gekocht van Leendert Matthijsse. (Ermerins) Na zijn overlijden in 1874 blijft Janna, zijn vrouw de “hoefsmeedster” of “smitse”, Janna verhuist dan naar nr.122. Op 24 nov.1900 komt Janna terug naar Haamstede van Broek op Langedijk. Pand: Per.1862/70: N-77k; na 1870: nr.90; 104 en (1880):105; Zonen:  Cornelis W.Verhage, smid, geb. 18 jan 1851, eerst lichtwachter, later Zierikzee.  Johannis Verhage, hoefsmid, geb. 12 aug.1863, zie hierna,  Jacobus, laatste kind geb. 7 mei 1871 te Haamstede.

ca. 1887 - 3 sep. 1889 Johannis Verhage, smid, zoon van Wolfert Cornelis Verhage en Janna Kouwen, geb. 12 aug.1863 te Haamstede, Geh., 23 jr.oud, op 8 juni 1887 te Haamstede met de 22 jarige landbouwersdochter Janna Willemina de Glopper, geb.31 aug.1864 te Haamstede. Bijz.: Bij het huw. van Johannis in 1887 is zijn moeder “smederij houdende”; hij wordt dan de smid op nr.105. Op 28 juli 1887 wordt Johannis door een akte van scheiding eigenaar van de smederij. Op 30 aug.1889 verkoopt smid Joh.Verhage, wonende te Haamstede, aan Frederik de Vos, machinist-bankwerker, wonende te Bergen op Zoom, een huis, schuur en smederij aan de Weststraat te Haamstede sectie B-280 en 281, 200 m2 voor f.2000,-. Het gezin, met 2 dochters, vertrekt sep.1889 naar Transvaal.

sep.1889 -- apr.1891. Frederik de Vos, zoon van horlogemaker Abraham de Vos en Wilhelmina Brandenburg, geb. 27 juni 1857 te Zierikzee. Geh., 29 jaar oud, op 11 juni 1887 te Haamstede met de 25 jarige verversdochter Jacoba van Dalsen, geb. 27 aug.1861 te Burgh. Bij dat huwlijk is zijn beroep boomkweker, maar als zijn dochter trouwt op 31 oct. 1912 te Goes, dan is hij monteur. De Vos tekent op 21 sep1889 voor een 1e hyp. van f.3000,- bij Adr,v.d.Weijde. Sep.1889 van Bergen op Zoom naar Haamstede, terug naar Bergen op Zoom, juni 1891, met 2 kinderen. 10 April 1891 verkoopt Frederik aan Anthony Heuseveldt wonende te Zierikzee.

77

apr.1891 –mei 1894. Anthonij Heuseveldt, zoon van suikerbakker Johannes Heuseveldt en Willemina van der Kleijn, Geb.13 sep.1859 te Zierikzee, overl. Geh.,hoefsmid, 31 jaar oud, op 8 april 1891 te Zierikzee met de 28 jarige naaister Pieternella Boone, geb. 26 juli 1862 te Poortvliet, overl. 15 aug. 1892 te Haamstede, 30 jaar oud. Bijz.: 10 April 1891 verkoopt Frederik de Vos, smid wonende te Haamstede aan Anthony Heuseveldt , smid, wonende te Zierikzee een huis,schuur en erf, ingericht als smederij aan de Weststraat te Haamstede sectie B-871, groot 200 ca.voor 2000,- In de Zierikzeesche Nieuwsbode van 21 april 1891 maakt Anthonij bekend dat hij de smederij van de Vos heeft overgenomen en hij beveelt zich beleefd aan bij de inwoners van Haamstede en omstreken. In de Nieuwsbode van 10 mei 1894 staat dat notaris J.A.Bolle om 11 uur in de herberg van Jan Bom zal verkopen het woonhuis, smederij, schuur en gevolgen, op sectie B-871 groot 2 Aren, met smidsgereedschappen en ijzerwaren enz.; ’s middags wordt het meubilair verkocht. Op 11 mei 1894 verkoopt Anthonij aan Marinus de Bakker, zonder beroep, te Haamstede een huis met schuurtje, smederij en erf in de Weststraat op B-871, met een pomp op de wel, groot 200 m2 voor ƒ825,-. De travalje, de blaasbalg, aambeeld, boormachine, pijpenwals enz. zijn niet bij de koop inbegrepen; de meubels brengen ƒ273,- op; van de verkoop van het smidsgereedschap is geen akte gevonden. Marinus koopt het mogelijk voor zijn zoon de politieagent die dat jaar trouwt, het blijft in ieder geval geen smederij.(not.Bolle) In 1894 emigreert Anthonij. (gen. Afschr.810,4 pag.115)

3e ? smederij Haamstede.

11 juli 1914 - ? Pieter Saman, zoon van Roeland Saman en Catharina Cornelia Willemse; geb.13 feb.1891 te Zonnemaire, overl.3 juli 1961 te Haamstede. NH. Geh., smid, 25 jaar oud, op 23 nov.1916 te Scherpenisse met de 22 jarige metselaarsdochter Elizabeth Muller, geb.30 juni 1894 te Scherpenisse, overl.18 maart 1966 te Zierikzee. Bijz.: Piet komt sep. 1908 uit Rilland naar zijn ouders in Haamstede, een maandje later gaat hij naar Burgh. Juli 1912 komt hij van Scherpenisse naar Haamstede en gaat in sep.van dat jaar naar Zierikzee. Mei 1914 komt hij van Burgh, bouwt een nieuwe smederij op sectie B-983 aan de straatweg van Haamstede naar Burgh, dit is op een stuk grond dat is vrijgekomen na afbraak van de meestoof “De Koe”. Piet begint een nieuwe zaak; de eerste tijd slaapt hij op de smederij-zolder. Piet wordt al snel opgeroepen in militaire dienst en zit daar van 1914 tot 1918. Zijn broer Lies uit Zierikzee valt vaak in. Bij zijn terugkomst krijgt hij meteen een forse opdracht: Alle ijzerwerk voor de nieuw te bouwen watertoren in Burgh.

78

Op 29 april 1927 biedt Piet een 4 nieuwe wiels rolwagen te koop aan en een 7-9pk H.D. motorrijwiel. Hinderwetvergunning 1920(straatweg naar Burgh) en 1932(Burghse straatweg 189b). Op 29 jan.1938 vraagt P.Saman, tel.43; een ongehuwde knecht met diploma hoefbeslag. Op 17 juli 1945 vraagt de firma P.Saman en Zn.een bekwaam hoefsmid, bekend met alle voorkomende werk in een hoefsmederij. Pand: In 1921 is het nr.217, in 1938 is het 146; op 1 jan.1956 is het: Burghseweg 58 en 60. Zoon: Roel Saman

? -- Roel Saman, zoon van Pieter Saman en Elisabetth Muller, geb. 14 mei 1921 te Haamstede, overl. 2004 Geh.: smid, 28 jaar, op 23 dec. 1949 te Haamstede met Cornelia Hendrika Jonker, geb 21 juni 1928 te Haamstede. De smederij wordt wel 4 keer verbouwd, in 1968 wordt een de oude smidse verbouwd tot een showroom van 70 m2, en er achter komt een nieuwe werkplaats van 200 m2. Pieter, geb. 16 feb.1951 te Haamstede, geh. met Truus Verton werkt bij een bank. Tonus Leendert, geb. 4 juli 1952 te Haamstede zet de zaak voort met Roeland. Roeland, geb. 24 juli 1953 te Haamstede zet de zaak voort met Tonus.

79

Haamstede diversen

Jasper Pieterse Lauwerijse, smid (uit?)Haamstede, 5 mei 1516.(poorters Zierikzee)

Louw Pieterse, smid, overleden vóór 1627; gehuwd met Janneken Jansdr. Op 23 mei 1590, 27 dec.1591 en nov.1592 treedt Lauris Pietersz., smit, op als schepen. (o.a.4983) Op 14 oct.1597, bij de verkoop van een boerderijtje en land is er sprake van Lauwe Pierssen smit, als belendende.(3851b, f90v/3) Op 20 jan.1610 wordt er recht gesproken omdat beesten van Crijn Thonisse door het vroonland van smid Louw Pieterse zijn gelopen. Ze moeten de schade samen betalen. (raze 5142) Op 26 nov.1627 is er een rekening van de weduwe van Lauris Pietersz., smit”. (raze 4981)

Cornelis Louwerse, smid; Cornelis is getrouwd met Neeltje Barthelomeus Oolesse. In 1605 wordt Cornelis tot voogd benoemd over Pieter Jobse Crijns, 10 jaar en Jacomijntje Jobse Crijns, 4 jaar. wedervoogd Crijn Jobse Crijns; moeder is Maaycken Simons, de wed. van wijlen Job Crijnse.(raze 4943-135) Op 12 juli 1609 wordt smid Cornelis Lauwerse genoemd in een rechtszaak samen met Marinus de Molenaar(raze 4943) ------Op 15 nov.1638 geeft Jacob Cornelisse, smidt te Haamstede, volmacht aan Adr. v.Sorghen om zich te soigneren in het sterfhuis van Adr.Ant.Vink.(4985) ----- Na 1700 Cornelis Blom, geb. 7 mei 1904 te Haamstede woont daar op nr.287 bij zijn ouders. Sep. 1921 komt hij van Zierikzee; feb.1922 gaat hij naar St.Annaland; komt jan. 1923 terug en gaat maart 1925 naar St.Philipsland; komt juni 1926 terug en gaat sep.1927 naar Zierikzee; nov. 1930 weer op Haamstede, en dan in oct, 1932 naar Brouwershaven. Jan van Broek, , In 1737 wordt er aan hem betaald voor de reparatie van een braadspit en het maken van een paar hangen etc.; slot Haamstede. Betaald voor smidswerk in 1738,’39 en ’40 o.a. op de hofstede in Botland. (Rekening bij nalatenschap van Iman Moghe. H222-465; fam. archief v.d.Lek) Smid op? Pieter van Es, staat op de lijst mog. dienstplichtigen Haamstede 1797, ongeh. 21 jaar, geb. ca.1776, smidsknecht. Tobias Janse, In 1737 ontvangt Tobias Janse £1-2-0 over smidswerk op de hofstede in Botland. (H 222- 465, fol. 36v, archief v.d.Lek.) Smid op??? Gerrit Kik, sk, Nh, geb. 9 maart 1904 te Haamstede, bij ouders op nr.7 te Haamstede; gaat 1925 maart naar Oosterland, komt 1926 maart van Brouwershaven en gaat 1927 juni naar Zonnemaire. Jacob Kosten, ontvangt Dec.1778 voor geleverd smidswerk £1.3.0 uit de boedel van Adriaan Corn.v.d.Hoek. (raze 4975- tussen 9 en 13; Haamstede) wellicht smid op een andere plaats. Johannes Missel, , smid, zoon van landbouwersknecht Leendert Missel en Pieternella Knoops, geb. ca. 1869 te Zierikzee. Huwt, 28 jaar oud, op 26 nov. 1897 te Renesse met arbeidersdochter Adriana Verseput, 22 jaar, geb. ca. 1875 te Renesse. Johannes Willem Mohlman, smid, zoon van Folkert Mohlman en Everdina Gosewina v.d.Water, geb. 2 apr. 1854 te Amsterdam, Geh., 25 jaar oud, op 24 oct.1879 te Haamstede met arbeidersdochter Adriaantje Braber, 19 jaar,geb. ca. 1860 te Haamstede. Dirk Schoenmakers, smid, zoon van Bartel Schoenakers en Aaltje Hellenaard, geb. ca. 1895 te Z.zee, geh., 27 jaar oud, op 11 aug.1922 te Haamstede met Tona Cornelia Fokker, 23 jaar,geb. ca. 1899 te Haamstede. Jacob Westhoeve, smid, geb. ca.1901, geh. met Magdalena Neeltje Aalbregtse.

80

Kerkwerve.

Joris de Smit, over 1647 te betalen uit een boedel (4988 aan het begin)

Kerkwerve, ca.1661 – ca 1662

Stoel, Rochus Willemse, Geh.: met Janneke Jacobs Minnaerts. Bijz.: Op 20 jan.1661 koopt Rochus Willemse Stoel, smidt, nu tegenwoordig wonende te Kerkwerve, van Michiel de Kerpentier, waert te Kerkwerve, voor £20.-.- een huis, schuere en buere met alle gevolge, gelegen aan de oostzijde van Kerkwerve, belend: oost de vaart, zuid de koper, west de straat en noord de heer Suider.(4994-38) Op 22 juli 1662 is er een transport waarbij Neelke Jobse wed.van Marinis Dorp compareert, geassisteert door haar zoon Rochus Willemse Stoel. Zij verkoopt voor £ 25.-.- aan Pieter Joosse een huis en schuurtje (waar Pieter nu in woont) staande aan de oostzijde van Kerkwerve, oost de vaart, zuid Michiel de Kerpentier, west de straat en noord Joris Vijssbeen; er zit ook een smidse bij, die op kosten van de verkoper uitgebroken moet worden. (4994-49) (Rochus heeft mogelijk in deze smederij gewerkt Op 22 feb.1667 maakt mr.grofsmid Rochus Willemse met zijn zwager Leendert Cornelisse Backer een regeling over de opvoeding van diens dochter, Neelken Leenderts.(3996-) Op 11 dec.1670 maken hoefsmid Rochus en Janneke Jacobs Minnaerts te Z.zee, en daar wonende, een testament op langstlevende op. Getuige is de smid Adriaen Pieterse.(4000-6) Op 6 dec.1672, is Rochus, smid te Zierikzee, getuige bij een verklaring. (4007-51).

Tussen ca, 1662 en ca.1692 is er weinig bekend over een smid op Kerkwerve, er is niet gevonden dat Pieter Joosse enig smidswerk doet, en de gemeente laat in 1672 en 1682 werk doen door Bastiaan (Stoel), smid te Zierikzee. Ca. 1672 wordt aan Bastiaen de Smidt 1 schelling en 2 grootten betaald voor het repareren van slot en sleutel van het kerkehek. Later is er ook een betaling aan een slotensmid uit Zierikzee voor hetzelfde karwei. (gem.Kerkw.) Over 1682 betaalt de gemeente Kerkwerve 1 schelling aan Bastijaen de Smidt “over ’t maken van ‘klincke ende Crammen tot het kercke heckje”; en in 1683 1 schelling voor 2 ijzeren plaatje.

Job Andriesse Huisman, Job wil op 23 april 1692 zijn smidswinkel en travaille door de wet van Kerkwerve laten verkopen (conditie en voorwaarden); tegelijk worden ten behoeve van de kerke-armen door Leenken Oliviers (zijn vrouw?) nog wat huishoudelijke zaken verkocht.

Kerkwerve, ca. 1692? –1701.

Stoel, Marijnis Maertense, zoon van Maerten Thonisse Stoel, smid te Zonnemaire, Marinus is gedoopt op 23 maart 1670 te Zonnemaire; Huw.: Op 29 jan.1696 met Johanna Top van Middelburg, wed. van Jacob van Vlaanderen. In 1695 betaalt Mar. Maartense Stoel voor het eerst 2 schelling haardstedengeld. Op 30 jan.1698 koopt Marijnis Maertense Stoel uit de geabandoneerde boedel van Dirck Boudewijnse en Maeijken Cornelis, beiden overleden, voor £ 70.-.- een huis en schuur met gevolge op Kerkwerve, zijnde de herberg “Het Dorstigh Hart”,belend zuid en oost de straat; west

81

Corn.Willemse; en nog een wagenhuis aan de oostkant van het dorp, belend oost de vaart, west de straat, zuid Dirck Doesburgh en noord Aeltie Sijmons; voor $ 2.-.-.(4996). De leverantie is op 1 juli 1698 (5011) Het wagenhuis is of wordt mogelijk smidse? Al in 1690 is de cijnse 1 schelling per jaar voor de vroone waar het op staat, eigendom van het Ambacht. Op 1 feb.1698 is er een openbare verkoping van Dirck Boudewijnse zaliger: Mar. Stoel, smid, koopt een hengel voor £0.5.6, en een “pitketel”voor 5 schelling. (5011) Op 19 mei 1698 betaalt Marijnis Stoel £10.10.0 pacht voor het innen van de “Plassen Accijns” (plaatsen-belasting; opbrengst £ 12.0.0) Zijn vader Maerte van Zonnemaire staat borg. (4996) Over 1698 betaalt de gemeente £3.0.0 aan Mar.Stoel “over geleverd iser en werck aan de patboome, en het verteert gelach”. Op 11 oct.1699 wordt Marines Stoel gedaagd door de schout: hij heeft op de 7e van deze maand vlas gezwengeld op een onbehoorlijke plaats in zijn schuur, zonder het vuur te dempen of het licht te beschermen. Dit is gevaarlijk in een vol dorp; hij moet 5 car. guldens boete betalen. Over 1697,’98 en’99 betaalt Mar.Stoel 3 schelling aan vrooncijnzen over het wagenhuis, met de aantekening: “dit op Leendert Stoel”. Marinis moet 16 sch.8 gr. betalen aan huisschatting over 1699 en 1700. Over 1699 en 1700 zijn er briefjes van schuldeisers.(5023-1/171) Op 20 nov.1700 leent smid Marijnes Stoel van zijn vader Maerten Thonisse Stoel, smid te Zonnemaire, £ 128.-.- waaraan hij verbindt zijn huis, schuur en smidse; het gemaakte en ongemaakte ijzer; alsmede zijn (debiteuren) boek; voorts bedde en peele, linnen en wol, en zijn metaal, zilver en goud. (4996) Op 12 jan.1701 wordt er een staat en inventaris opgemaakt van de verlaten boedel van Marijnis en zijn vrouw. (5023/1 nr.2482) Op 10 feb.1701 is er een openbare koopdag van de verlaten goederen van Marijnis Stoel. Leendert Tonis Stoel koopt 5 partijtjes ijzer; Adr.Prince koopt 5 hamers en een partijtje ijzer; Dingeman de smid van Noordgouwe koopt 10 hamers en pa Maarten Stoel koopt de blaasbalg.(5011) (Foto’s) Op 21 april 1701 verkopen secretaris Houwinck en schout Adr. Keijser als sequestors in de verlaten boedel van Marijnis Stoel aan Maarten Stoel een huis, schuur met alle gevolgen, staande in Kerkwerve, belend: oost Adr.Verseput, west Corn. Willemse, zuid het dorp en noord de dorpsvroone, voor £ 55.-.-. Er wordt genaast door Jan Honinck namens Louverus de Witte, Heer van Elkerzee.(4994) Op 1 juli 1701 eist Eijngelis Kraeije uit de boedel van Marijnis £ 24.0.0 pacht over 3 jaar voor 1700 roeden land.(4989) Als op 23 feb.1702 Schout en Schepenen van Kerkwerve een staat en inventaris opmaken blijkt dat op 10 feb.1701 een verkoopovereenkomst is gemaakt voor £ 72.6.6, voor o.a. het huis (gelijk als blijckt uit de koopcedule); volgens het smidsboek moet nog ruim £10.-.- ontvangen worden, en voor het leveren van een nieuwe ploeg £3.6.6. Totaal £82.13.2. Na een oproep aan schuldeisers wordt een vergadering belegd, daarin worden de preferente crediteuren vastgesteld. Als eerste moet aan smidsknecht Pieter de Rijcke nog £ 3.6.- betaald worden, en er moet £ 50.-.- worden betaald op een schepenbrief en van 1698 t/m 1702, verder moet er nog £ 1.6.9 belasting betaald worden op het huis waar Marijnis in gewoond heeft; er gaat een fors deel op aan vergader en schrijfkosten! (4989-fol.160-167) Anthonie Janse Duijf, is waarschijnlijk één van de schuldeisers, op 16 feb.1702 “eijst hij coopersloon over gelevert iserwerck in’t jaar 1700 en 1701, de somma van £ 6.6.0”. Sch.en schepenen concluderen tot condemnatie. (5096 voorblad 121)

1702 -- 1710

Leendert Maertense Stoel, zoon van Maerten Thonisse Stoel, smid te Zonnemaire. Over 1700 -1703betaalt Leendert 1 schelling per jaar “vroon chijnse van het waage huijs”; en 6 sch. idem over het huis.(rek.Kerkw.)

82

Op 27 oct.1701 koopt Leendert Maartense Stoel van Aeltie Sijmons, de wed. van Corn. Willemse van Cassteel, geassisteert door Pieter Willemse van Cassteel, een huis met gevolge, staande aan de oostkant van Kerkwerve, belend: oost de schuur van Jan Honinck, west het dorp, zuid de koper (Leendert Stoel) en noord Adr. Verseput. De koopprijs is £ 11.10.0. Over 1701-1707 betaalt Leendert 12 sch.per jaar aan de gemeente als recognitie van zijn smidse op Kerkwerve. Hij ontvangt in die jaren £ 0-14-0 voor “21 leunbanden aan de boompadt”, geleverd aan de gemeente. (rek.Kerkw.) Over 1703 en 1704 betaalt Leendert, samen met not. J.Honinck 13 sch.4 gr. huisschatting.(rek. Kerkw.) Over 1704 en 1705 betaalt Leendert samen met Honinck per jaar aan vrooncijnzen 1 sch.voor de smidse en 3 sch. voor zijn huis. In jan.1703 wordt Leendert Stoel, smid op Kerkwerve door de schout er van beschuldigd dat hij op 26 dec.1702 bij de waard Joh.Tuijnman met de vuisten gestoten en geslagen heeft en “weijders tegen verscheijde andere personen ter selver tijd en plaetse krackeel gesaakt”. Leendert moet 15 car. guldens boete betalen plus de kosten van het proces. (4494) In 1705 moet aan Leendert Stoel betaald worden voor smidswerk, gedaan in 1702 uit de boedel van de erfgen. van Gieltje van Klooster. (Nieuwerkerke 5056) Op 4 sep.1705 zijn Leendert Maertense Stoel, smid te Kerkwerve en zijn broer Tonis Maertense Stoel, smid te Zierikzee, comparant bij de verdeling der erfenis van hun vader, Maerten Thonisse Stoel,overl.1701,en moeder, Jannetie Marinus,overl.1704. Er is 16 pond 12 sch. te kort bij de verdeling die door de 4 erfgenamen wordt betaald, te weten: Thonis en Leendert; de wezen van Neeltie die geh. was met Jan Thonisse van der Weel; en tenslotte Lena, de wed. van Adriaen Pompoene. (4030-130) Ca.1707 krijgt Leendert £1.3.4 betaald over smidswerk. Eind 1707 leent Leendert £ 20.-.- aan de wagenmaker Adrijhaen Thonisse.(4996) Op 10 juli 1710 verkoopt Leendert aan Govert Lamb(rechtse) Linde), smid te Zierikzee een “huijs met alle gevolge van dien met nog een smijtse, staande nevens malkander op de oostkant van Kerckwerve, met alle gereedschap, soo heembelt (aambeeld), blaesbalck, hamers en tangen, schrouve (bankschroef), wanse (waterbak?), trevalie etc., niet(s) uijtgesondert.. Belend: oost de vaert ofte de schuere van secr. Jan Honinck, west het kerckhoff, noord de vate (vaart) en zuid Corn. Willemse Hollander, en dat voor de somme van £ 179.5.4 vlaams”. Betaling £ 20.-.- contant, daarna £ 12.-.- per jaar op St Eloy, met een behoorlijke schuldbrief. Schout en schepenen stellen, dat 200 gulden, dat is ca. 33 pond, in aanmerking komt voor belasting op de opstal, de 50e penning; de rest is voor het gereedschap enz. De schuldbrief die is afgegeven wordt op 13 april 1730 afgelost door Jacob Hilleman. Van 27 juli 1715 tot 1719 is Leendert schepen van Kerkwerve, en in 1722 en 1724 is Leendert schout.(4997)

1710 – apr.1730 Govert Lambrechts van der Linde, (eerst Govert Lamb en Govert de smit), overl. ca. 1729 Geh.: met Elisabeth Joose. Bijz.: In 1710 betalen Leendert Stoel en Jan Honingh nog samen 6 sch. en 8 groten huisschatting; maar in 1711 en 1712 zijn het Govert Lambrechtse en Jan Honingh die samen betalen. Op 27 april 1713 levert Jan Honingh, secr. te Kerkwerve, aan Jan Claesse van den Berghe, een schuur, staande aan de Oostzijde van Kerkwerve op ambachtsheeren erve, belend: oost de vaart, west het huis van Govert Lambrechts, zuid Huib. Lowijsse, noord het hof van de verkoper, en dat voor £ 21.-.- vlms. plus een daalder voor de vrouw van de verkoper. De koper en Govert Lambrechts zullen ieder de helft betalen van de huisschatting en de cijnse. Olivier Janse had de schuur genaast, maar nu wordt ze met toestemming van de naaster toch uitgeleverd.(4996)

83

In 1719 verklaart smid Govert Lamb £60.-.- schuldig te zijn aan Bastijaen Corn. de Graaff; hij geeft daarvoor ”als speciael verband een huijs, schuere en smijtse staende op den dorpe van Kerkwerve”; de schuld wordt afgelost in 1730. (copie) Over 1726 krijgt Govert £1.5.0 betaald uit de boedel van Mar. v.d.Wielen.(5028) Op 22 jan.1727 verzoekt Govert v.d.Linde preferentie over betaling van 4 schellingen over smidswerk gedaan voor Jan Corn.Freekse.(Koudek.4887-2) De boedelbeschrijving van Freekse gebeurt op Nieuwerkerke(S).(5054) Op 8 april 1728 moet uit een boedel nog £3.6.- betaald worden aan Adr. Zegers de wagenmaker en aan Govert van Linde voor het maken van een ploeg.( 5026) Op 24 april 1729 wordt Lambrecht Goverts van de Linde benoemd tot schepen. Op 23 feb.1730 laat Nic. Koole, koopman uit Dordrecht, beslag leggen op huis, schuur, smidse en gereedschap van Elisabeth Joose, de weduwe van Govert, wegens een schuldbrief van £ 41.13.8 en de onbetaalde rente daarop vanaf 1725. (4997) Govert is vóór 25 feb.1730 overleden, want op die datum weigert zijn zoon Lambregt om de erfenis te aanvaarden.(4126) 13 April 1730, drie weken na de gedwongen verkoop, wordt het geheel geleverd aan Jacob Hilleman voor £130.-.-.; daarvan gaat £ 62.14.4 naar de voogd van het weeskind van Claas Jan Verseput; £16.5.- naar Jacob Leeuw voor de gewezen schout Stoel; en £51.0.8 naar Nic. Koole. (4997)

apr.1730 – dec.1747. Jacob Janse Hilleman, Geh. met Magdalena Hendriks van de Houte. Er worden 14 kinderen geb. tussen apr.1732 en maart 1747. Bijz.: Van 1738 t/m 1753 wordt door Jacob 12 schelling per jaar aan cijnzen voor recognitie van zijn smidse en 1 schelling huisschatting. Vreemd genoeg wordt pas vanaf 1754 de recognitie betaald door Jan van Kassel. Op 13 april 1730 vindt leverantie plaats van het huis, de schuur en smidse, belend : oost de vaart; west de straat; zuid Jacob Leeuw en noord de “durpsvaate”, die Jacob op een openbare verkoping voor £ 130.-.- van de wed. van Govert van der Linde heeft gekocht. Hij leent op dezelfde dag £ 85.-.- van het weeskind Claas Janse Verseput. De lening wordt 30 oct.1736 geroijeerd. (4997) Op 7 dec.1730 moet Jacob Janse Hilleman £ 2-11-9 ontvangen voor smidswerk uit de boedel van Jacob Dirckse Velden. Nwk. in S.(5054) Op 28 oct.1732 is er een zitting van Schout en Schepenen omdat smid Jacob Hilleman heeft gezegd dat zijn hammen van achter de schouw van de smidse zijn gestolen door Cornelia de Gouwe, huisvrouw van Joos Vlaander, met haar zoon Jan, die de hammen door het varkensdeurtje heeft weggedragen. (4991) Op 27 mei 1735 moet uit de boedel van Dirck Lauwerisse Velden aan smid Jacob Janse Hilleman £ 2-11-9 betaald worden. (5054, deel 1, nr.16) In akte 29 uit hetzelfde deel staat dat het oversmidswerk in 1732 gaat. De wagenmaker is in dat jaar: Adrijaan Gertse. Op 21 oct.1736 leent hoefsmid Jacob £ 85.-.- tegen 2% van dominee Abr. V. Hoorbeecq met als onderpand zijn huis en smidse; oost de vaart, zuid Ab.Hilleman; west de straat en noord Willem Verseput. De lening wordt op 23 mei 1743 afgelost.(4998) Op 22 maart 1739 doet Jacob Hilleman geloofsbelijdenis samen met zijn broeder ten halven bedde, Louwerus Pietersen Doeselaar. Op 23 mei 1743 koopt Jacob Hilleman, smid te Kerkwerve 2 gemet, 15 roeden korenland van Corn. de Graaff voor £ 6.-.-.(4998) In 1744 hoort Jacob bij de “waakzame personen”van het dorp; hij is geen ruiter, en wordt niet betaald.(4998) Op 1 apr.1745 koopt smidsbaas Jacob Hilleman van de wed. van Michiel Boodt 4 gemet, 47 roeden weiland voor 200 caroli guldens; hij leent dat geld van dijkgraaf Charles Plevier.(4998)

84

Op 2 maart 1747 eist Jacob voor schout en schepenen betaling door Jan Dubbeldam van £ 8.9 2 voor smidswerk gedaan in 1745 en 1746. Op 7 dec.1747 is er ”uit klacht van condemnatie”, een publieke verkoping van huis, schuur en smidse, belend oost de vaart, west de straat, zuid Abram Hilleman en noord Willem Verseput. De koper Joh.v.Liere doet afstand als er op 10 maart 1748 genaast wordt door Louwerus Doeselaar als broeder ten halven bedde van Jacob. Op 17 maart 1748 naast Jacob Hilleman dan nog voor zijn zoon, (4999) maar kennelijk mislukt dat. Op 21 maart 1748 is er leverantie van huis en smederij aan Louwerus Pietersen Doeselaar. Ook wordt door procureur Ball nog 2 gemet, 15 roe land verkocht voor £ 8.4.0. Ball is gevolmachtigde van Hilleman.(Er staat, doorgestreept, de naam Sijtje Thomas bij, de vrouw van Doeselaar).(4999- 75) Op 6 feb.1749 verkoopt Lauwerus Doeselaar uit Moorjaanshoofd aan Jan van Kassel een huis, schuur en smidse, staande aan de oostzijde van Kerkwerve; oost de vaart; west de straat; zuid Abram Hilleman en noord Willem Verseput, met alle gereedschap, voor £ 96.-.-. Er is een blaasbalg, aambeeld en slijpsteen ter waarde van £ 30.-.- , er hoeft dus maar over £ 66.-.- penninggeld betaald te worden. Jan leent £ 100.-.- van Doeselaar. Jacob Janse Hilleman heeft hierna een smederij op Ellemeet, van 1749 tot 1769 (zie aldaar),

feb.1749 - ca.1778 Jan van Cassel, overl. ca.1777, Geh.: eerst met Izabella Westdorp, later met Johanna Fienna. (Anna Fiana volgens Triest de Jonge) Bijz.: Over 1753 wordt aan Jan betaald voor een hek te Noordgouwe. (familiearch.v.d.Lek de Clercq, H- 222) Op 24 apr.1755 toont Jan van Kassel, weduwnaar van Izabella Westdorp aan de weeskamer van Kerkwerve een testament van 23 feb.1754, gepasseerd voor not. Mar.Bal te Zierikzee, inhoudende ondermeer de uitsluiting van de weeskamer.( 5026/4 nr.723) In 1756 verricht Jan ijzerwerk aan de schutskooi. Op 22 nov.1759 leent Jan van Kassel, smidsbaas te Kerkwerve £50.-.- van baas Janse Maaje.(5001) In 1760 ontvangt Jan van de Kasteel (van Kassel) £0-15-2 voor smitswerk uit de boedel van Crijn Willemse Pelle (5028-76-6) In 1762 ontvangt Jan 8 sch.en 8 gr. voor geleverd ijzerwerk aan de padtbomen. In 1765 vermaakt Jan het slot van de plaatsenkas en werkt aan het kerkehek en de schutskooi. In dat jaar heeft hij 2 paarden en een wagen waarmee hij twee dagen herendienst moet doen, en waar hij 8 sch.en 6 grootten belasting voor moet betalen; daarnaast betaalt hij elk jaar 1 schelling vroongeld, 6 schelling huisschatting en 1 pond 4 schelling als recognitie van de smidse. Over 1766 en 1767 heeft Jan tegoed uit de boedel van Arend van de Zande.(4895-13) Op 26 Nov. 1768 is Jan £50.-.- schuldig aan Johannis Hokke; het is een hypotheek op drie gekochte weilanden. (5002-1768) Over 1768 heeft Jan tegoed over smidswek aan hekken. (arch.v.d.Lek de Cl., H-222) In 1770 noteert de gemeente dat Jan 155 roeden vlasland heeft.(5000) In 1771 betaalt de gemeente 10 schelling voor een snoeibeitel en een band met panduim voor het kerkehek. Op6 feb.1775 staat Jan op de lijst van geprefereerde schuleisers van L.de Oude voor geleverd smidswerk.( 5023/13) Tot 21 nov.1776 koopt Jan regelmatig op openbare verkopingen. (5046 t/m 5050) Op 30 oct. 1777 moet er betaald worden aan Jan van Cassel voor smidswerk uit de boedel van Willemijntje Pieterse Telle uit Noordgouwe.(5032/2-356)

85

Op 22 jan.1778 toont Anna Fiana , wed. van J.v.Cassel aan de weeskamer haar testamentaire dispositie gepasserd voor not.E.v.Hekke te Zierikzee betreffende de seclusie van de weeskamer. Volgens een aparte aantekening in de marge van deze akte waren er meer schulden dan baten.(5027) Op 29 jan. 1778 is er een aankondiging van de wed.om weilanden te verkopen. In 1780 ontvangt de weduwe van Jan van Cassel £1.6.6 voor smidswerk(raze 5028A-10/1744) Zoon Huijbregt van Kassel is zijn opvolger; zoon Kasper wordt smid op Renesse.

Kerkwerve, feb.1778 – ca.1811 Huijbregt van Kassel, geb.ca 1749, zoon van Jan van Kassel en Isabella Westdorp. Is hoefsmid en inwoner te Kerkwerve in 1811 (62 jaar oud) Bijz.: Op 24 feb.1778 verklaart Huijbregt van Kassel schuldig te zijn aan Jan van Turenhout en Gijsbregt Krul “eene somma van honderd ponden vlaams” met als onderpand een huis, schuur, erve en smidswinkel met alle gereedschappen en goederen, staande op Kerkwerve, belendende oost en west de straat, noord Jan Sijmonse Gilde en zuid Stoffel Zwager.(5006) In 1779 ontvangt Huijbregt van Kassel voor geleverd smidswerk uit de boedels van Willem S.Gilde en Lambrecht Kooijman; en er is een obligatie voor £ 50.-.- te ontvangen van Huibregt.(raze 5028A) Op 31 mei 1785 koopt Huijbregt oud ijzer voor £-.7.-(raze 5087, fiche 1963); hij kocht kennelijk graag wat op een verkoping, want in sep.1786 koopt hij timmergereedschap voor £0.9.0 en oud ijzer, en op 15 juli 1788 een klok voor £2.10.-.(5019) In 1788 wordt Huijbregt betaald uit een boedel.(5023/3) In 1788 is uit de boedel van de op 14 oct.1788 overl. Jan Cornelisse Blauwerok verschuldigd aan Huijbregt van Kassel de smid wegens smeedwerk £ 3.14.0. (5054-59) Uitdezelfde boedel moet betaald worden aan de wagenmaker Gerardus Jansus. Over 1796 moet hem uit de boedel Willem Janse Kloet £1.0.8 betaald worden.(raze 5095) In 1799 uit de boedel van Gerrit Corn.Swager £2.11.19. Huijbregt betaalt £-.3.4 voor 150 eieren. (5095-18) Over 1804 is er een rekening voor aan Leendert Willemse Kloet van £2.-.10.- (5028A) Op 18 mei 1805 krijgt Huijbregt £2.10.- voor wagenmakerswerk uit de boedel van Johannes Willemse. In 1806 ontvangt Huijbregt voor geleverd smidswerk (raze 5028-14/1871) Op 30 juni 1810 eisen de kinderen van wijlen Jan Anthonij de Jonge terugbetaling van £42.5.0, omdat Huijbregt de rente en aflossing al twee jaar niet heeft betaald; Huijbrecht erkend de schuld, maar heeft geen geld! (4990)

Kerkwerve, ca. 1812/ maart 1851 Pieter Gilden, zoon van Pieter Gilden en Kornelia den Dekker, RK. geb.te Duivendijke, ged. 21 aug.1785 in Zierikzee, overl. 31 dec.1850 te Kerkwerve, 66 jaar oud. 1e Huw. op 12 aug.1810 te Zierikzee met Anna Hanson, geb. 17 juni 1789 te Zierikzee, overl. 24 juni 1840 te Kerkwerve, 51 jaar oud. 2e Huw., op 28 april 1841 te Kerkwerve, smid, 54, met de 57 jarige wed.van Jan G Janse, dienstbode Dina Lochman, geb. 14 april 1789 te Nieuwerkerk, de zelfde dag ged. te Z.zee; overl. 18 oct.1854 te Kerkwerve, dochter van Theodorus Lochman en Maria Wassing (Wassoms) Pieter en Anna komen in 1812 van Zierikzee naar Kerkwerve. In 1840 is er de memorie van successie van Anna: haar man en de 3 (van 9) overlevende kinderen, Hendrikus, Catharina en Theodora, erven de helft van de smederij op sectie L- nr.49, het huis en erf op nr.50, en en de tuin nr.51. Ten huize van Pieter Gilden, wijk H, nr.13. Op 4 sep.1845 maken Pieter en Dina een testament bij not.Ermerius.

86

Op 14 maart 1851 verkoopt Dina, aan Pieter van der Pol, winkelier te Zierikzee; er is nog f.221,75 te ontvangen. Na aftrek van de schulden blijft er f.74,40 over, waarvan Dina f.10,27 krijgt. (not. Jac.J.Ermerins) Kinderen uit dit huwlijk: Dochter Anna Gilden, geb. 20 jan.1837 te Kerkwerve; ze trouwt op 29 maart 1833 te Z.zee met Jacobus Johan Fonteine, hoefsmid, geb. 25 oct.1833 te Zierikzee, zoon van Marinis Fonteijne en Adriana Keukelaar (zie Zierikzee div.). Zoon Hendrikus, zoon van Pieter Gilden en Anna Hanson, geb. 1814 te Kerkwerve, hij overlijdt in 1852 te Haarlem als smid, werkman. Gehuwd met Johanna den Boer. Ze scheiden 10 maart 1840 in Zierikzee. In 1841, bij het overlijden van zijn zoon Jan, zit Hendrikus in het tuchthuis te Leeuwarden. Mei 1844 komt Hendrikus Gilden, uit Leeuwarden naar Kerkwerve, zonder beroep.

Kerkwerve, maart 1851 – aug.1856 Pieter van der Pol, geb. Op 14 maart 1851 koopt Pieter van der Pol, winkelier te Zierikzee, op een openbare veiling van Dina, wed.van Pieter Gilden, en de andere erven, een huis, zijnde een smederij, met schuur, tuin en erve te Kerkwerve, sectie 49, 50 en 51, groot 5 roeden, 58 ellen voor 350,-. Daar kwam nog f.150,- bij voor een aambeeld, blaasbalg, koelbalk, bankschroef, 12 hamers, 11 tangen, 9 spijkervormen, 3 moerijzers enz.; en nog f.20,- voor de vruchtbomen. (not. Jac.J.Ermerins) Op 7 aug.1856 verkoopt Pieter Pol, particulier te Oosterhout, bovengenoemd huis met smederij enz. voor f.600,- aan Cornelis Janse Dekker, wagenmaker te Kerkwerve.(not.Ermerins)

Kerkwerve , aug.1856 – dec.1859 Cornelis Jansen den Dekker, wagenmaker, geb. ca 1797 te Kerkwerve, zoon van Gerardus Jansen en Maria Pieterse den Dekker, Geh., 23 jaar oud, op 25 maart 1820 te Kerkwerve met de 22 jarige hoefsmidsdochter Jacoba Johanna Koevoet, van hoefsmid Hubertus Koevoet en Adriana Janse van ’t Klooster. geb.ca. 1798 te Kerkwerve, overl. 6 mei 1858 te Kerkwerve, 60 jaar oud. In 1856 wordt vermeld dat Cornelis de familienaam van zijn moeder, den Dekker, aanneemt. Hij is wagemaker, en heeft waarschijnlijk een smidsknecht in dienst, of een zetbaas in de smederij. Op 12 Dec.1859 verkoopt Cornelis Janse Dekker het woonhuis, smederij en schuur, tuin en erf, kad. sectie L nr.49,50 en 51 te Kerkwerve voor f.600,- aan Adriaan van den Berg, grof- en hoefsmid, behoorlijk gepatenteerd voor dat jaar door de gemeente Kerkwerve.(not. v.Borrendam) Zoon: Gomarus Dekker, wagenmaker, geb. ca 1821 te Kerkwerve, Geh. op 6 apr.1853 te Kerkwerve met arb. dochter Cornelia Koppens, 23 jr. geb.ca 1830 te Noordgouwe.

Kerkwerve , dec.1859 --1868 Adriaan van den Berg, Geh., op met Jacomina van Tiggelen, geb. ca.1817 op Tholen, zij overl. 21 juni 1891 op Tholen. Juli 1840 en dec.1841 kind geb.op Oud-Vossemeer; in 1845 te Dirksland; in 1853 in Dinteloord; Op 5 nov.1868 koopt Pieter Kesteloo wonende op Zonnemaire van Adriaan van den Berg een woonhuis, smederij, schuur, tuin, erve en gevolgen op Kerkwerve, sectie L-51 en 160 voor f.2000,-. Op dezelfde dag houdt van den Berg ook een openbare verkoping van zijn koeien, ossen, varkens en verdere landbouw-inspan. Waar de smederij eerder gekoppeld was aan het wagenmakerswerk, lijkt het er op dat van den Berg tevens koeienboer is om wat meer inkomsten te verkrijgen. (not.Ermerins) Zoon: Jacob van den Berg, geb. ca. 1857 te Kerkwerve, wagenmaker, huwt 28 jan. 1892 te Oud- Vossemeer

Kerkwerve, 8 dec. 1868 – 1906.

87

Pieter Kesteloo, geb. 23 jan.1841 te Vlissingen, overl. 11 feb.1906 te Zierikzee, NH, zoon van smid Willem Kesteloo en Willemina Sanderse. 1e Huw. als hoefsmid, 26 jr. oud, op 20 dec.1867 te Kerkwerve met Wilhelmina Dekker, 23 jr. geb. 23 feb.1844 te Noordgouwe, overl. 9 maart 1886, 42 jr. te Kerkwerve. 2e Huw. op 17 aug.1888 te Middelburg met Paulina Back, wed van landbouwer Maarten Arendse. Een scheiding van tafel en bed wordt uitgesproken op 26 nov.1889) Pieter is van mei 1864 tot mei 1865 smidsknecht bij A.M.Dekker op Nieuwerkerk, daarna bij de smid Delst op Zonnemaire. Pieter vraagt per mei 1870 “een smidsknecht die een paard kan beslaan en een scharre kan beleggen, of verder in het ambacht gevorderd is” (Z.zeesche Nieuwsbode) Pieter overlijdt op een wat vreemde manier, hij is op Zaterdag onderweg van Zierikzee naar huis als hij in de sloot terecht komt en verdrinkt. Het is dicht bij een damhek, mogelijk wil hij daar een plasje plegen en is wat onvast ter been? Hij wordt pas de volgende dag gevonden, en het is Jacob van Damme die hem herkend als ze hem uit het water halen en op een kar leggen. Op 4 sep.1886 wordt op verzoek van Pieter een staat en inventaris opgemaakt; smid Adriaan Kesteloo uit Oosterland treedt op als toeziend voogd voor de minderjarige kinderen: Adriana, Hendrikus, Willemina, Pieternella, Cornelia en Janna. Smid Nicolaas Delst uit Zonnemaire zal de taxatie uitvoeren in bijzijn van notaris Moolenburgh. Op 13 maart 1890 maakt deze notaris de akte op van scheiding en deling. In juni 1906 wordt weer een inventaris opgemaakt, nu na het overl. van Pieter. De schulden zijn f.3310,91 en de baten ruim f.3600,-. Smid Hubrecht Akkerdaas heeft de waarde van de onroerende goederen bepaald. Bij de onroerende goederen staan: 2 aambeelden f.45,-; 2 blaasbalgen f.40,-; 2 bankschroeven f.6,-; snijijzers en tappen f.7,-; beitels en doorslagen f.2,-; 1 boormachine f.6,-; een buigmachine f.20,-; 1 slijpsteen in bak f.8,-; 2 hoefstallen f.18,-; Gegoten ijzerwerk, gemaakt ijzer, schoppen, spijkers en bouten f.26,50; voorraad, plaat en staf ijzer f.50,-; zink, oud ijzer, 1 wagenlichter, trappen, brandstof enz. ca. f.20,- Samen met de huisraad en het contante geld is er f.515,40; het debiteurenboek wijst uit dat er nog f.489,12 betaald moet worden door de klanten. Het onroerende goed, 95 ca. erf met daarop een woonhuis, smidse, bergplaats en verder gebouwde, nr.267, is f.2600,- waard inclusief het erfpachtrecht voor onbepaalde tijd.(not.Jasper Franse) Pand: 1861: K-35, 1885: 54>33>53>56>54 Zoon: Hendrikus Cornelis Kesteloo, later smid te Cats. Dit is waarschijnlijk de Cornelis die 17 sep.1881 geb. is, en 1 mei 1894 naar Kerkwerve gaat, om bij Pieter Kesteloo te werken in de smederij; hij vertrekt 1 mei 1897 naar Kortgene. (bev. Reg Kerkwerve, hele fam. NH.)

1906 - 1945 Hendrikus Kesteloo, geb. 8 jan.1873 te Kerkwerve, overl.16 mei 1950, te Kerkwerve, 77 jr.. 1e Huw., smid, 26 jr. op 4 aug.1899 te Kerkwerve met de 29 jarige Elisabeth Maatje Evertse, geb.14 april 1870 te Kerkwerve, overl.26 oct.1912 te Kerkwerve, 42 jr.oud. 2e Huw.: 41 jr.oud, op 6 nov.1914 te Kerkwerve met de 32 jarige Johanna Pieternella Hanse, geb.30 oct 1882 te Ellemeet, overl. 16 juli 1965, te Zierikzee, 82 jaar oud. Op 17 sep.1902 vraagt Hendrik vergunning aan B.en W. van Kerkwerve om een regenbak van 5,5 m3 te maken, te metselen in steen maar, vreemd genoeg, met drie platte lagen op een houten vloer. Op 11 maart 1914 wordt een staat en inventaris opgemaakt omdat Elisabeth is overleden. De onroerende zaken worden beschreven als een woonhuis, waarin een smederij, bergplaats en verdere getimmerten en erf, sectie L-267, groot 590 m2 , en nog een erfpachtrecht op L-268, groot 32 m2, met een waarde van f.2750,-; er zijn een paar honderd gulden meer baten dan lasten. (Korteweg) De schuur moet in 1914 plaats maken voor het nu nog aanwezige woonhuis. Het woongedeelte wordt tot smidse verbouwd.

88

Op 24 apr.1915 leent Hendrik f.4000,- van timmerman Pieter Vink op huis en werkplaats, L-402, groot 590 m2; en recht van erfpacht op L-268 en 401, erf groot 137 m2.(Nouhuijs) In 1926 voert L.Boot van de gemeentepolitie een inspectie uit voor de arbeids/en veiligheidswet. Bij H.Kesteloo werken 2 personen boven de 18 jaar, er is een boormachine en alles is in orde. Hendrik solliciteert bijde gemeente naar de betrekking van secretaris/ontvanger van het Burgerlijk Armenbestuur. Hendrik is, zeker in 1927, secretaris van eilandelijke afdeling van de BSPN, (Bond van Smedenpatroons). De provinciale vergaderingen moeten per fiets bezocht worden, en hij slaapt dan vaak bij Willem Kesteloo in Gapinge. De convocaties worden, volgens zijn zoon Cees, gedrukt met behulp van een soort kikkerdril? In 1928 is er een aanvraag van Caltex om bij Kesteloo op sectie L/268 een benzine tank en pomp te plaatsen. Als Hendrik met zijn vrouw naar de bruiloft van zoon Cees moet in Ouwerkerk, doet de taxi het niet, dus gaan ze lopen. Ondanks een lift van dokter Vleugels-Schutter op het laatste stuk, komen ze uren te laat! Pand: 1885: 54>33>53>56>54 Zonen uit het 1e Huw.:  Pieter, geb.22 feb. 1902, later smid op Oosterland.(zie aldaar)  Wilhelm Adriaan (1904-1975), ongehuwd, gaat juli 1938 naar Oosterland Zonen uit het 2e huwl.:  Cornelis, smid, geb. 12 oct. 1915 wordt zijn opvolger, zie hierna. Johannus Tonus (Jo), smid, (1924-1972), is als “Arbeitseinsats" naar Duitsland gevorderd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Woont in 1950 te Serooskerke, later op Nieuwerkerk. Hij heeft na de oorlog gewerkt bij de fa.Gillijamse op Renesse, na de ramp bij de fa.Kesteloo op Nieuwerkerk als smid-loodgieter, en later, tot zijn te vroeg overlijden, bij het scheepssloopbedrijf van de Marel op Viane. Hendrikus Johannes (1921-1998) Jan Cornelis (1927-2008)

1945 - ca 1979. Smid Cornelis Hendrikus (Cees) Kesteloo, geb.12 oct 1915 te Kerkwerve. NH. Cees trouwt, 29 jr.oud, op 15 aug. 1945 te Ouwerkerk met de 31 jarige Maria Hage, , geb. 27 feb.1914 te Ouwerkerk, overl.in 2009 te Zierikzee. Cees heeft o.a. gewerkt bij Verhulst op Zonnemaire, bij v.d.Veer op Ouwerkerk, waar hij auto leert rijden, en bij de 3 smederijen Kesteloo op Oosterland en Nieuwerkerk. Cees koopt in 1945 de smederij van zijn vader voor 4-of 5000,- gulden. In 1954 wordt de smidse afgebroken en door een moderne werkplaats vervangen, die later als reparatiewerkplaats door Cebeco gebruikt wordt. Cebeco neemt in 1960 de hele zaak over. In 1979 gaat Cebeco er uit, Cees koopt de panden maar niet het bedrijf in 1980 terug, en de werkplaats wordt gebruikt voor opslag van brandweermateriaal. De in 1946 geboren zoon Hendrikus wordt landbouwmecanicien.

89

Nieuwerkerke (S).

Vóór de Vetter geen aanwijzingen gevonden van een smid op Nieuwerkerke; tot ca. 1660 zijn er een paar smeden uit Zierikzee die hier bij boeren gewerkt hebben, en in 1672 laat de gemeente ijzerwerk aan een hek en aan de torenklok doen door een smid uit Zierikzee.

Ca.1676 -- 1686 Jan Jacobse de Vetter, Bijz.: Op 28 maart 1676 is er een ceel van verkoop van een boedel: Claes Willemse Verseput als inner van de cedule van Iman Sijmondse Blauwen eist van Jan Jacobse de Vetter, smidt tot Nieuwerkerke in Schouwen de somma van £0.14.11 voor hetgene voornoemde smidt schuldig is in de voornoemde koopcedule. Dit is al de derde oproep, de volgende rechtdag na de vacantie zal er beslist worden. De onkosten zijn £ 0-14-8.(4989-2). Jan de Vetter is schepen van 1679 tot 1682. Op 5 nov. van 1686: “Conditie en voorwaarde waerop Schout en Sch.van Nieuwerkerke in Schouwen als Curateurs in den desolaten Boedel van Jan Jacob de Vettere zullen begeren aende meestbiedende op heuijde den 6 nov.1686 te vercoope het smitstuige oft gereetschap bestaende in een haembeelt, blaesbalg, hamers, tangen en tgine verder opgev(eild) sal worden, alsmede de trivalie”. Behalve deze zaken wordt ook verkocht: een speerhaak, een spijkergat en beitels, spijkerbakjes, hoefnagelblok, 3 tangen, 1 voorhamer, 2 handhamers, enige vijlen, koelbak, stockijzer, ruimijzer, een hoefijzerbord enz. Deze goederen verkocht aan Dingeman de Smit ( Dekker) voor 33 Carolij Gulden. Getuigen bij de verkoop: Pieter Will. Merlijnse en Willem Arents. ( 5048-144)

1686 -- 1710 Ding.Thomasse Dekker, Dingeman de Smit koopt een schaap voor £1.3.0. (smid op Noordgouwe?) (5011) In 1701 staat er geen smid op de lijst van dubbele huisschatting in Nieuwerkerke. Hij moet op een of andere manier hier een smederij hebben want in 1710 verkoopt hij die aan Pieter van Doeselaar.

1711 – ca. 1720? Pieter van Doeselaar, geboren te Lokeren in het land van Waal. Op 26 nov.1710 verkoopt ”houftsmit” Tomas Dingemanse Decker), hoefsmid te Noordgouwe aan “mede houftsmit Pieter van Doeselaar, een smisse met toebehoren, staande op Nieuwerkerke op Ambachtheeren grond voor £33.-.-, en nog 2 zilveren ducatons voor de vrouw”; 20 pond te betalen in mei 1711 en 13 pond met St.Eloy in nov.1711; met hypotheek. De toebehoren worden door Schout en Schepenen getaxeerd op £ 10.-.-. (5038-49) Op 29 april 1711 tekenen Schout en Sch. van Zonnemaire voor de Armen, namens de diaconie een verklaring van levenslange allimentatie plicht als zij tot armoe zou vervallen, voor Cijtje Tomas, de vrouw van Pieter, en haar 5 kinderen, waaronder Jacob van 10, Ijsack van 6 en Abraam van 3 jaar oud. Zij vertrekken van Zonnemaire naar Nieuwerkerke(S).(5038) Op 7 dec.1712, uit de boedel van Maetje Raeijers die is overleden, wordt £1.19.8 betaald aan Pieter voor “smidtswerk en cureren van paard”, Nieuwerkerke(S).(5056, 15e blad). Op 2 juni 1713 zit Pieter van Doeselaar, smid en brandewijn schenker op Nwkke (S) in de Gevangenpoort te Zierikzee en wordt veroordeeld tot 14 dagen “sitten op water en broodt in den donckeren put”. Hij heeft op 14 dec.1712 de pachter van de impost op zeep en brandewijn die samen met de deurwaarder de brandewijn kwam peilen, uitgescholden en bedreigd met een bot (schep of spade) in de hand, en hen achtervolgd tot ze in het huis van de secretaris konden vluchten.

90

Ook op 30 jan. L.l. heeft hij hen weer bedreigd, nu met een mestriek, zodat de heren weer onverrichter zake moesten vertrekken. (3847) In 1714 en 1715 staat bij de geschatte belasting voor Nieuwerkerke (S): “Durfje Davijdts, daer de smit woont, £ 0.6.0 ”; dit staat niet meer bij haar naam in 1717. Durfje is de wed. van Joris Jacobse van der Merwe. Zij heeft een zoon, Jan Jacobse van Clooster, molenaar. Op 9 feb.1717 koopt Pieter van Doeselaar, hoefsmidt, een huijs, schure en gevolge met 7 gem. 30 roeden weijden voor £17.-.- vls. (5039. Hij bezit 2 huizen bij de huisschatting. Er is nog een koop op 7 juni 1719. In 1719 heeft Pieter Doeselaer, smid binnen de parochie van Nieuwerkerke in Schouwen, voor smidswerk, geleverd aan Gert Corn.Freekse £ 0.10.0 tegoed.(5054-85) Op 11 feb.1722 moet er uit de geabandonneerde boedel van Gert Daneelse over smidswerk, gedaan in 1715-1717 nog £ 5.8.- betaald worden aan van Doeselaar. In 1743 is Cijtje Tomassen, de huisvrouw van Pieter Doeselaar, lidmaat van de kerk, in de marge staat dat ze (daarna) is overleden, zonder datum. Kinderen: Zoon Lauwers Pieterse Doeselaar trouwt op 24 april 1743 met Adriana Jacobs en op 13 apr.1747 met Grietje Gillis. Zoon Thomas Pieterse Doeselaar trouwt 4 keer: Op 1 mei 1740 met Janna Heertjes Drop; op 14 juni 1743 met Jacomijntje Cornelisse Karel; op 3 apr.1743 met Lena Thonisdr. de Jonge, en in 1754 met Pieternella Janse.

Ca.1720? -- ?? Jacob Jansse, “Den 7 maart 1739. Alzoo, Barendina Hermanse, huijsvrouw van Jacob Jansse, Smith tot Nieuwerkerke in Schouwen oud 32 jaaren, geboortig van Zeventer in ’t land van Cleef, gedetineerde alhier ten ’s Gravensteene, buijten Lijn en Banden, verscheijdene Reijsen”. Zij heeft bekend dat zij de bij haar inwonende Andries met zijn zuster Lijsbeth tot twee keer toe heeft aangezet om het huis van de molenaar te Nieuwerkerke(S) in brand te steken; dit omdat de molenaar kwaad op haar is, en haar niet veel goeds gunt. Omdat Andries weigert is zij, “haaren haat ende boosheid zooverre den vrijen toom vierende”, zelf ’s avonds rond 9 uur met een kooltje vuur naar de woning van de molenaar gegaan en heeft dat op het rieten dak van zijn schuur gelegd die daardoor, samen met de woning, volledig afbrandde. Men vindt dit zaken van groot belang, en er moet een voorbeeld worden gesteld: Bernardine zal op het schavot voor het ‘sGravensteen aan een paal met een koord worden gewurgd, daarna volgt het hanggericht met vlammend vuur; haar geblaakte en verschroeide lichaam mag daarna worden begraven op de plaats waar gewoonlijk delinquenten worden gebracht. Alle kosten zijn voor rekening van Bernardina! In 1739 wordt aan Willem Blom £17-0-0 betaald voor het “worgen, blaaken etc. van een vrouwspersoon genaamt Barendina Jans, smitsvrouw van Nieuwerkerke in Schouwen en betaald aan de cipier Ant. Verhelle, verschot en salaris in de saake van voornoemde Bernardina Jans de somma van £45-7-4; en bet. aan Stoffel van der Weijen het begraven van deselve £0-10-0. (volgens het waarheidsboek 436) [Volgens het huwlijksboek van Kerkwerve gaat de jongeman Jacob Jansen op 7 maart 1734 in ondertrouw met de jongedochter Bernardina Hermanse; de weduwnaar Jacobus Janse trouwt 28 juni/ 19 juli 1739 met de uit Roermond komende Catharina Fase. Er zijn geen kinderen gevonden, maar ook geen aktes van koop of verkoop van een smederij, noch van enig uitgevoerd werk!

Ca.1772? -- 1788 Machiel Constandse Op 13 mei 1772 koopt Machiel Constandse het Moolhuis met 30 roeden Ambachtsheeren grond in Nieuwerkerke(Sch.) van Corn. Janse de Roo voor £32.-.- ; die had het op 8 jan. van dat jaar voor

91

£18.-.- gekocht van de Ambachtsvrouwe van Nieuwerkerke. Hier staat niet bij, dat het een smidse is! (5042).

Op 6 april 1789 verkoopt Machiel Constandse een huis en smidswinkel staande op Nieuwerkerke(Sch.)aan de Noordzijde voor £50.-.- aan Cornelis Kesselaar. (5043)

1788 –1802? Ketzelaar, Cornelis, In 1788 zijn de kinderen van Jan Blauwrok verschuldigd aan Cornelis Ketzelaar, de smid van Nieuwerkerke wegens smeedwerk £ 1.6.2. (5054)

1802 -- 1822 daarna naar Zierikzee. Huibregt Koevoet, zoon van Jacobus Koevoet en Catharina den Ekster, geb.17 jan 1770 te Zand ter buiten, overl. 15 mei 1827 te Zierikzee, RK., 57 jaar, smid, komt van Nieuwerkerke(S) feb. 1822. Geh. met Adriana Janse van Klooster, geb.2 aug.1774 te Nieuwerkerke(S), overl.14 oct. 1829 te Zierikzee, 55 jaar. Bijz.: In 1797 op lijst mogelijk dienstpl., sk., woont op A-92 Zzee, geh.. Huibregt komt in 1802 uit Zierikzee en wordt ingeschreven als hoefsmid. Kerkwerve in 1811, en in 1813; in 1811 staat op de lijst direct na hem (inwonend?) Henri Giljam, smidskn. 17 jaar, geb. 1794 te Nieuwerkerk, en in de gem. Kerkwerve sinds 1811. In 1808 staat Huibregt als hoefsmid op de lijst voor patenten belasting te Nieuwerkerke; Johannes Konstand staat op als hoefsmidsknecht. Kind geb. aug.1817 overl. juli 1819 te Kerkwerve, Huibr. is dan hoefsmid. In 1822 koopt Hubregt een smederij in Zierikzee.

1822 -- 1823 Jan van Hertum, geb. ca. 1791 te Nieuw Vossemeer, zoon van Johannis van Hertum en Adriana Kramers. Geh., hoefsmid, 31 jaar oud, op 17 mei 1822 te Zonnemaire met de 19 jarige landbouwersdochter Pietertje Bodbijl, geb. ca. 1803 te Zonnemaire, Bijz.: Op 4 nov.1823 verkoopt Jan van Hertum ondershands aan Samuel Minne, Johannis de Zutter is dan getuige.

nov.1823 -- juli 1827 Samuel Minne, wagenmaker, zoon van Pieter Minne en Jacomijna Blok, geb.7 mei 1785 te Dreischor, overl. 20 apr.1827 te Nieuwerkerke gem. Kerkwerve, 41 jr.oud. Geh. als “Charron”, 26 jr. oud, op 16 aug.1811 te Dreischor met de 23 jarige “journalier” dochter, Adriana Kip, geb. 29 mei 1788 te Dreischor, overl.18 juni 1864 te Kerkwerve, 76 jr.oud. Bijz.: Op 4 nov.1823 koopt Samuel Minne van Jan van Hertum, het is een onderhandse koop; Johannis de Zutter is getuige. Bij het overlijden van kinderen op Kerkwerve (1814-1826) is Samuel timmerman, later wagenmaker, en bij zijn overlijden: hoefsmid-wagenmaker. Op 16 juli 1827 verkoopt Adriana Kip, wed.van Samuel Minne, in het openbaar een woonhuis met daarin zijnde Hoefsmederij en Wagenmakerij benevens de schuur en Travaille, slijpsteen en alle werkgereedschappen te Nieuwerkerke in Kerkwerve nr.3 of 10 tussen de huizen van Corn.Joosse Velde en Johannis Tuureleure.

92

Op de verkoopdag wordt er eerst niet geboden, nadat de gereedschappen uit de verkoop zijn gehaald, worden de gebouwen verkocht voor 226,- aan Wouter Hendrikse, smidsknecht uit Zierikzee; smidsknecht Pieter van der Horst uit Kerkwerve is getuige. (not.Q.de Jonge v.d.Halen)

1827 -- jan. 1839 Wouter Hendrikse, geb. 22 sep. 1799 te Zierikzee, RK. zoon van wagenmaker Pieter Henderikse en Anna Wouterse van der Bliek. Geh., 26 jarige wagenmakersknecht, op 7 nov.1825 te Heinkenszand met de 36 jarige herbergiersdochter Izabella Rosa van Houten, geb. ca. 1789 te Oudenaarde, overl. 24 oct.1876 te Zierikzee.(Wouter nog wagenm.) Bijz.: Op 27 juli 1827 koopt Wouter Hendriksen, hoefsmit en wagenmaker het op 31 jan.1839 beschreven pand van Samuel Minne (not.Dignus Boom) In 1831 overlijdt een 4 jarig dochtertje in Kerkwerve. In 1832 bezit ene landbouwer Wouter Hendrikse nummer D/75 op Kerkwerve, groot 96 ca. Op 31 jan.1839 verkoopt Wouter Hendrikse, hoefsmid en wagenmaker te Nieuwerkerke in Schouwen, gemeente Kerkwerve aan timmerman Leendert Bruijnzeel uit Noordgouwe zijn woonhuis met daarin een hoefsmederij en wagenmakerij met een schuur, travaille en alle gereedschappen nummer D-75 en 76 voor 700,-(not.de Jonge v.Halen)(akte) In feb. 1839 gaan Wouter en Isabella naar Zierikzee.

Leendert Bruijnzeel, geb. ca. 1798 te Scherpenisse, overl. 11 dec.1866 te Zierikzee, 69 jaar oud, Leendert is een zoon van Philippus Bruijnzeel en Jannetje Potappel. Geh., timmerman, 29 jaar oud, op 17 aug.1827 te Noordgouwe met de 40 jarige timmermansdochter, wed.van L.v.d.Kloot, Zoetje Knoote, geb. ca. 1787 te Bruinisse, Bijz.: Op 31 jan.1839 koopt timmerman Leendert Bruijnzeel uit Noordgouwe van Wouter Hendrikse, hoefsmid en wagenmaker te Nieuwerkerke in Schouwen, gemeente Kerkwerve diens woonhuis met daarin een hoefsmederij en wagenmakerij met een schuur, travaille en alle gereedschappen nummer D-75 en 76 voor 700,-. (not.v.Halen)

1851 Op 5 juni 1851 maken Frederik van Dussen, meestersmid te Nieuwerkerke bij Kerkwerve en zijn vrouw Lena Kraak een testament op langstlevende. Ook de smidsknecht Willem Roggeband die daar werkt, maakt een testament waarbij hij alles nalaat aan van Dussen en zijn vrouw. (Ermerins)

Wim Kesteloo, Nieuwerker, mei 2009.

Smeden en smederijen op Moriaanshoofd.

Jacob van ’t Hoff, (1908-1966), hoefsmid, gehuwd met Cornelia Fransina van Graafeiland. Hij gaat op Moriaanshoofd wonen en huurt na de oorlog, omstreeks 1946, een schuurtje, dicht bij de molen, ergens bij de herberg van de gebroeders v.d.Bos, en begint een smederijtje; na de ramp in 1953 komt hij niet terug maar wordt smid-fietsenmaker in de smederij op Burgh.

93

Diverse aantekeningen van smeden op en rond Kerkwerve.

1691 Sorge, Wouter, smid, vertrekt met zijn vrouw Josijntje Cornelis Wittekerke met attestatie van de Noordweg op 23 dec.1691.

1698 Lijeuen (Lieven) de smid krijgt op 6 feb.1698 uit een boedel £0.3.1 voor “iserwerck tot den gouwenbeur”( 5028/860) Dit zou een zoon kunnen zijn van Thomas Lievens Dekker, een smid uit Zierikzee, maar daar neemt geen Lieven de smederij over; het is nog niet duidelijk waar Lieven werkt.

1931 Rotte, Cornelis, geb. 23 mei 1931 op Kerkwerve, huwt 17 april 1958 te Noordgouwe met de daar op 29 nov. 1936 geboren Cornelia Pannekoek. Hij werkt na de Ambachtschool van juli 1948 tot juli 1960 bij C.Kesteloo op Kerkwerve en moet dan naar het ziekenhuis met schildklierproblemen. In nov.1960 gaat hij bij Kroon op Noordwelle werken, maar vanwege diens dreigende failliessement en de kortere afstand om te fietsen gaat hij in april 1961 bij Adrie Kloet op Dreischor werken. In 1968 verhuist de familie van Kerkwerve naar Noordgouwe en in juli 1969 gaat Cor in dienst bij Piet Verhulst op Zonnemaire. In 1977 verlaat hij het smidsvak en gaat naar de betonfabriek in Goes tot hij in 1991 in de VUT gaat. Hij houdt van het smidsvak, en vooral van het beslaan van de paarden. Helaas doet hij zijn examen voor het hoefsmidsdiploma in een jaar dat er veel afvallen; slechts 2 van de 7 van Schouwen Duiveland slagen, en daar is hij niet bij!

94

Nieuwerkerk (D) Meer informatie over de smeden van de Ooststraat.

vóór 1668 --- na 1687 Pieter Isaacqse de Vriese, Geh.: 1e met Lijsbeth Jans 2e met Adriaentje Claes Bolle. Kinderen: Uit het huw. met Lijsbeth:  Isaack, ged. 1656;  Jannetje, ged.10 nov.1658 Uit het huwlijk met Adriaantje:  Janneke, ged.27jan.1663;  Nicolaas, ged 28 dec.1664;  Nicolaas (Claas), gedoopt op 14 feb.1666;  Domina, ged.23 jan.1669; huwt wagenmaker Willem Janse Smet.  Jaquemijntje, ged.2 aug.1671. Bijz.: 1668, Door de erfgenamen uit de boedel van Iman Huijbrechtse aan Pieter Isaackse £2.2.0 betaald over smidswerk als anders volgens kwitantie. (4670) Op 13 mei 1687 te Nieuwerkerk zijn Pieter Isaacqse (de Vriese), mr.smid te Nieuwerkerk in Duiveland, en Aelbreght Biestau, chirurgijn getuigen. (4026-141)

vóór.1695 --- na 1741 Claes Pieterse de Vriese, mr.smid, zoon van Pieter Isaackse de Vriese en Adriaentje Claes Bolle, gedoopt als Nicolaas op 14 feb.1666. Geh.: 1e Huw. met Geertruij Cornelis. 2e huw. met Florijna Hendrix, wed. van Hubert Centese. Ze trouwen op 6 april 1717 op Oosterland wegens afwezigheid van de dominee op Nieuwerkerk. Bijz.: Op 17 maart 1695 ontvangt Claes voor arbeidsloon en smidswerk £2.0.9 en een verrekening voor smidswerk van £2.13.4 uit de boedel van Cleement Pietersz., bouwman aan de Noordzijde van Nieuwerkerk. Hij moet samen met Willem de Weever £5.6.8 betalen voor een vet varken in dezelfde boedel. De rendanten zijn Schout en Sch. met Claes Pieters Smit. (4666-87) Op 25 sep.1698 is hij 0-17-0 betaald uit de boedel van Bastiaan Abramse van den Berge voor het beslaan van de paarden. (4670-19) Op 6 juli 1706 moet aan Claas Pieterse de Vriese £ 1:2:10 betaald worden voor “smeewerck”, uit de staat en inventaris van Jan Janse Bolle saliger uit Oosterland, geh. met Pieternella Abrahamse.(4733 cq.4787,O.land). Op 28 nov. 1712 moet over smeedwerk aan Klaas Pieter de Vriese betaald worden uit de boedel van Stoffelijntje Jillis, de wed. van J.P.Kleijnckerlandt op Oosterland. (4733 cq.4787,O.land) Op vrijdag 12 maart 1717 , tevens de dag van ondertrouw, worden door notaris Cornelis Haijman in Zierikzee huw. voorwaarden opgemaakt voor Claas Pieterse de Vriese, mr. smid op Nieuwerkerk, weduwnaar van Geertruij Cornelis, en Florijna Hendrix, weduwe van Hubert Centese. Hij brengt in het huwelijk een smederij met aambeeld, blaasbalg, hamers en ander gereedschap, een huis in de Kerkstraat en een hof (in ’t selve dorp) ; zij brengt 25 gemeten land in; ze houden in hun familie wat ze hebben, maar wat daarna wordt verworven zal door hen beiden gedeeld worden.Getuigen zijn Jacobus Kouwenburgh en Jan de Kanter.(foto)

95

Op 8 feb.1722 komt Klaes de Smith voor de kerkeraad, maar hij stelt zich zo hardnekkig en onstuimig aan, verwerpende alle vermaningen zodat alle leden zeer “geturbeert en verslagen “zijn, en hij na groot getier onverrichter zake uit de vergadering wegloopt. Op 2 october van dat jaar komt Klaes weer voor de kerkeraad, maar ondanks alle gebruikte lankmoedigheid blijft Klaes onstuimig en zet de hele consistorie in rep en roer; men besluit om hem de censuur te laten aanzeggen. Op 3 oct.1722 wordt aan Claas de Vriese £4.11.0 betaald uit de boedel van Jozias van der Vate.(4674) In 1723, moet aan Claas uit een boedel £-.4.8 betaald worden over gedaan smidswerk. (4666) Claas de Vrieze, smit te Nieuwerkerk, in 1723 en 1735;op de lijst van te late betaling van belasting. Maart 1724 ontvangt Claas £-.4.8 over geleverd smidswerk uit de inventaris van Marinus A.Hollander (4674A-52), en Berman (4651). Over 1728 en 1732 ontvangt Klaas de Vrieze £1.-.- en £2.-.- voor smidswerk aan de Manhuishoeve van Hendrik v.d.Vate en Tannetje Drubbels. Over het jaar 1732 moet uit de boedel Jacob de Bil £1.1.8 betaald worden aan smit Claes de Vriese.(4666) Jan.1735 aan C.de Vrieze, smit alhier over gedaane dienstarbeid en geleverde materialen £1.1.-( 4666). Op 14 juli 1741 maakt Claas Pieterse de Vriese, smid alhier, een testament met notaris Nicolaas Telle; hij is dan ziek van lichaam, maar volkomen helder van verstand. Hij benoemt zijn achterneef Adriaan Schriek tot zijn enig en universeel erfgenaam van alle roerende en onroerende goederen, en excecuteur. (De moeder van Arjaen(Adriaan) is Jacomijntje Pieterse de Vriese, een zus van Claas. Aan zijn naaste andere erfgenamen legateert hij 50 pond waarvan “ieder zijn gerechtelijke vierpart zal moeten trekken”. Verder legateert hij aan (zijn achternicht) Lijsbeth Schriek boven haar vierde part nog het huis staande aan de N.zijde van de Kerkstraat, belend ten O. door Jillis Bolijn en ten W.door Joh. Stoffelse Beijerdal. (4676-82) (de Vriese, Schriek en wagenmaker Smet zijn familie van elkaar)

1743 -1749 Vetter, Jacob J.de, Bijz.: Er zijn geen aan- of verkopen van het pand gevonden ! Volgens het fam. Archief van Van der Lek de Clercq, toegang 465, inv. H222 worden volgens de uitgaven van de onr. Goederen van IJman Mogge aan Jacob de Vetter betaald: voor gedaan smidswerk op de hofstede in Botland in 1743 £ 1-11-0; idem in 1744 en 1747 £0-12-0; in 1748 en 1749 £1-2-0 op de hofstede in Vierbannen. Apr. 1749 wordt aan hem £-.3.10 betaald voor “smitswerk” (Inventarisatie Jan Si en Leuntie H.de Klercq, 4670-3) Op 29 apr.1747 is Jacob J. de Vetter getuige . (4676-127) (Er is een smid Jan Jacobse Vetter (mogelijk de vader) in Nieuwerkerke(S) rond 1676)

ca. 1750 – ca.1760? Willem Both, smid,; geb. ca. 1728. Ger.Herv.; zoon van smid Johannes Both op Renesse. 1e Huw.: (waarsch.) ca.1750 met Pieternella Corn.Overbeecque; 2e Huw.: op 23 mei 1752 te Nieuwerkerk met Maria Boogaarts, geb. 3 nov.1723 te Oosterland, overl. 3 nov.1808 te Serooskerke(S); Maria hertrouwt met: Johannus Blom, de volgende smid. Kinderen: Willem en Maria krijgen kinderen te Nieuwerkerk van 1753-1760, o.a. Anthonia; Andries, ged. 15 dec. 1754 te Nieuwerkerk. (later smid op Serooskerke) Heijndrieck, ged. 15 feb. 1756, getuige: Sara Bot. Bijz.:

96

Ene Willem Bot doet op 15 april 1745 belijdenis te Renesse. “Op 7 mei 1750 Compareert voor de Schepenen der Heerlijkheid Nieuwerkke in Duijvelandt Willem Bodt dewelke bij desen verklaart wel en deugdelijk schuldig te weesen aan Jan Cornelisz Bes ,ofte den wettigen thoonder desis ,een somme van twee hondert ponden vls. ter zake van goede geleende en aangetelde penningen, Belovende de voornoemde somme van £200.- vlaams wederom te restitueeren en betalen in heden een jaar, en langer lopende narato des tijds met den intresse vandien à 4 pct int jaar; verbindende daarvoor specialijk seeker Huijs, Smitse en travailje met de Schuere en Erve staande aande oostzijde vande Meuldijk. Belent oost de erfgenaemen van Frans den Braber, west en zuijdt de Straete. Mitsg(ade)rs een hof staande aan de noordzijde van de Achterwegt, belent oost ….. west Adriaan Kaashoek, zuijdt den Achterwegt en de noort Jan de Grutter (woont aan de W.zijde van de Molenweg). Niemands eenigen eijgendom daar aen te hebben ofte verkrijgen voor en aleer de voorn. somme van £200 vls met den intresse vandien zal zijn voldaan en betaalt ende voorts generalijk des comparant. Persoon en goeder onder verbant als na Regte” Getekend door Willem Bot, en de schepenen D.Kaashoek, Nicolaas Telle en Jacob de Bruine.(raze 4659-1/134) Op 8 mei 1750, een dag na bovenstaande hyp. gaat hij ook nog een lening aan bij Mons. Jan de Kanter, koopman te Zierikzee voor £ 33.6.0; Het hof dat als onderpand dient, lag aan de Noordkant van de Ring, in de buurt van het oude kerkhof, hierbij staat dat Jan J.Kik aan de Noordzijde zit. (raze 4659-1/135) Op 15 sep.1750 leent Maria Boogaert (die 2 jaar later mer Willem trouwt) £50-0-0 aan Corn. v.d.Velde op zijn huis op de hoek van de Krepelstraat (Z.zee); de lening wordt 7 juni 1754 ingelost. Over 1750 wordt Willem Both £1-14-0 betaald voor werk aan de hofstede in de Vierbannen van mr.IJman Mogge, heer van Haamstede enz.; in 1751 £0-10-8; enz.. t/m £1-3-0 over 1757; in 1756 wordt voor dezelfde hofstede ook £0-5-0 betaald aan Abr. de Munter, en die doet ook het werk daar voor £0-9-0 in 1762 en 1763. (GASD, v.d.Lek de Clerq, 465-H222) Op 10 aug.1751 wordt Willem als lidmaat overgeschreven van Renesse naar Nieuwerkerk. Op 20 aug.1751 maken Willem Bodt en Pieternella Corn. Overbeecque een testament op langstlevende met uitsluiting van de weeskamer op Nieuwerkerk bij notaris Nicolaas Telle. Getuigen zijn Jan Verdoolt en Lamberegt van Rooijen. (4676-117) Op 9 sep.1753 heeft Both £2-16-8 tegoed uit de boedel van Andries van Don.(4666-46) Aug.1759 ontvangt Willem £-.17.- voor leverantie van ijzer en arbeid uit de boedel inventaris van Iman Kempe. (raze 4666-1912) Over 1760 krijgt Willem uit de boedel van Jan Huijbregts £ 0.1.-voor gedane smeedwerk.( raze 4671-12) Op 6 feb.1761 koopt Willem van Pieter Weksteen een schuurtje met erf op de Mooldijk te Nieuwerkerk, belend oost: het bogertje van Jacobus de Bruijne; west: de straete; zuid: Rochus de Rijke; noord het slop, voor een Zeeuwsche Rijksdaalder.(4641)

ca.1761- dec. 1791 Blom, Johannus, meestersmid. Geb. ca.1729, overl. 26 mei 1808; hij is dan 79 jaar oud. Geh. met Maria Bogaart, wed. van smid Willem Both. Zij is geb.ca.1723; overl.3 nov.1808 te Serooskerke(S). Bijz.: Op 27 dec.1761 wordt Joh.Blom met attestatie komende uit St.Annaland, ingeschreven in Nieuwerkerk. Over 1761, wordt betaald aan Johannis Blom betaald uit de nalatenschap van Jacomientie Jacobse wegens smidswerk aan het huis van wed.Willem Kocq op Nieuwerkerk £ -.9.- (4671-2) Op 20 juli 1764 moet Janus Blom 13 schelling en 4 grootten betalen in de boedel van D.de Wit; hij moet £1.8.0 ontvangen.(4666) Op 1 mei 1765 compareert mr.smid Johannis Blom, gehuwd met Maria Boogerts, te Nieuwerkerk voor de schepenen en secretaris Leonardus Swemer, en bekent schuldig te zijn aan apotheker Johannis de Greef uit Zierikzee de somma van 100 pond vlaams tegen 3% per jaar.

97

Als onderpand dient een huis, schuur en erve en al hetgeen zich in de smidse hiervan bevindt, belend ten O.door Adriaana Brabers; ten W.en Z. de straat; ten N. door Adriaan Kik. Op 18 maart 1783 is de lening voldaan en betaald.( 4660-178) Over 1767 ontvangt Blom uit de boedel van Pieternella Ellewit, de wed. van Adriaan Kaeshoek £2.17.8 voor geleverd ijzer en arbeid.(4666) In 1768, wordt aan Blom betaald over leverantie van ijzer met gedane arbeid £ 3.2.10. (4671) Juli 1768 heeft Janis Blom betaling tegoed uit de boedel van Adriaan d’Oge uit de Sirjansland, (4790-A) 8 dec.1772:Procureur P.v.d.Water krijgt volmacht van Johannis Boogert uit Zierikzee om uit hoofde van bloedverwantschap (zijn moeije paternel is Maria Bogaart) voor hem als “naaster en acceptant” op te treden bij het gerecht van Nieuwerkerk, omdat Joh. Blom huis met smederij enz., belend ten oosten door Jacob Bil, west en zuid de straat en noord Jan Kister, verkocht heeft aan Jan Boogert in Bruinisse.( 4669-24, zie ook copie). Op 22 dec.1772 levert Johannes Blom voor £300 aan Johannis Boogerts (familie van zijn vrouw?) uit Zierikzee een huis, schuur en erve met deszelfs smitsgereedschap, staande aan de Oostkant van Nieuwerkerk, belent O: Jacob Bil, W en Z: de Straat en N: Jan Kister.(raze 4656-5). Blom blijft smid! Zie ook aantek.maart 1792: Botland. In Sep.1773 ontvangt Blom uit boedel van Anth.Keres £1.7.8 voor geleverd ijzer.(4666-19) Op 17-oct.1775 heeft Joh.Boogert verkocht en geleverd aan Joh.Blom een huis, schuur en erve aan de Oostzijde van Nieuwerkerk voor £266-13-4 (4657-248) Jan.1778 ontvangt Blom uit boedel Leendert Montfoort £ 2.3.- (4707A-102) In 1779 Uit de nalatenschap van chirurgijn Jan Otte uit de Kerkstraat is aan Blom betaald voor smeedwerk van feb. 1777 tot nov. 1778 (4671-1776/81 ). In 1780 is Joh. Blom belendende, ten Z. van de schuur van Corn. Abr. Lemson op de Molendijk. In april 1780 is Joh. Blom belendende, ten Z.van de tuin groot 58 R. van Adr.Verwest; deze tuin ligt ten O. van de huizen op de Molendijk. In 1786 moet Blom weer £ 0.2.6 chijns betalen aan de Hoogheerlijkheid voor zijn erf achter de smidse. In 1787 leent Adr.Kik geld op een huis,schuur en erf dat aan de Oostzijde van de Molendijk ligt; een slop belendt ten N. en Joh.Blom belendt aan de O. en Z. kant van dit pand. Over 1787/88 moet Gillis Pieterse v.d.Weele nog 6 Schelling en 8 Grooten betalen voor smidswerk. (4672A-19). Op 12 dec.1791 verkoopt Johannes Blom aan Everhard Wilhs. Giliaam, smidsbaas huis, schuur en erf, aanhoorende smidse met alles wat er nagelvast aan is, belendend O. wed. J. Bil, W en Z. de straat, N. erve J. Koster (?), voor ƒ 1600,- (raze 4661). Maart 1792 geeft de eerzame Joh.Blom, gewezen smidsbaas te Botland, wonende op Nieuwerkerk, aan Marinus Niekerk een hypotheek van £ 40.-.-. op diens huis aan de Ring.(4646). Op 1 maart 1792 leent Joh.Blom, smidsbaas op Nieuwerkerk, £300 aan Gijsbrecht Manus op 11G korenland. (Owk.4686-216) 2 Mei 1792 leent Johannes Blom £12.-.- aan Jan Willem van den Berge als hyp.op een tuintje.(4661) Op 15 juli 1794 leent Johannes Blom 400 gulden aan Maarten Bakker op een huisje in de kerkstraat.(4662) Op 1 maart 1808 verkoopt Andries Both, smid uit Serooskerke (zoon uit 1e huw.van Maria Boogaart) voor Johannis Blom een hof aan de N.zijde van de straatweg, belend ten W.door Hermanus Mulder en ten N. door deselve, aan Joshua van Beek.(2618-50) 2 Aug.1808 verkoopt Maria Boogaard, wonende op Serooskerke, weduwe van Johannis Blom voor 42 guldens aan Adriaan Verwest een schuur op Nieuwerkerk, nr. 75,(Molenstr.8) aan de Oostzijde van het dorp, Oost: Hermanus Mulder, West: den Molendijk, Noord: Leendert van Ham’s weduwe en Zuid: Nehemia Hendrikse.

98

Op 7 nov. 1808 krijgt Andries Both te Serooskerke consent om zijn moeder Maria Boogerd te begraven, oud 85, overl. 3 nov.1808. Maria had op 30 mei consent gekregen om haar man te begraven: Johannis Blom, oud 79.

1791—ca. 1814 Everhardus Wilhelmus Guilliam, geb.ca 1760 St. Maartensdijk, overl. 12 dec.1811 te Nieuwerkerk, 51 jr.oud enige zoon van Guiljam Giljam en Jeanette van der Waard. Herv. 1e Huw., op 7 dec.1791 met Jacoba Luijk, overl. 1804 te Nieuwerkerk. (5 kinderen) 2e Huw., smid, op 31 mei 1804 te Nieuwerkerk met 28 jarige arbeidersdochter Helena Adriaansen Verwest, geb. 24 nov.1776 te Nieuwerkerk, overl. 30 oct.1854 te Nieuwerkerk, 77 jr.oud. Zij heeft dan al een dochter, Catharina (geb.16 april 1799 te Goes, ged.1 aug.1799 in de RK kerk in de Casuarystraat in den Haag) van Simon Jacomet, waarmee ze niet getrouwd is. Helena hertrouwt op 15 april 1814 te Nieuwerkerk, 38 jaar oud, met haar smidsknecht, de 25 jarige Jacobus Slager.(zie hierna) Bijz.: Op 28 nov. 1791 wordt door Drossard, Schout, Burgemeester en Schepenen van Sint Maartensdijk een akte van Indemniteit afgegeven t.b.v. Everard: ”Die verscheidene jaren als smidsknecht aldaar gewerkt heeft en zich altoos, voor zover bekend is, braaf en eerlijk heeft gedragen”. In 1791 komt Everhardus, kort na zijn huwelijk met Jacoba Luyk, van het eiland Tholen naar Nieuwerkerk als smid. De familienaam werd ‘verschouwst’ tot Gilijamse. De vroeg overleden smid is naar zijn vader genoemd, en die komt aan zijn, voor Tholen ongebruikelijke, voornaam doordat de uitheemse predikant Everhardus Wilhelmus Metting zijn eigen naam, na zijn benoeming, aan zijn eerste doopkind gegeven heeft; een gewoonte die dan op verschillende eilanden voorkomt. 13 dec.1791 Johannes Blom verkoopt aan Everhard Wilhs. Giliaam, smidsbaas, huis, schuur en erf, aanhoorende smidse en gereedschappen, belendend O wed. J. Bil, W en Z de straat, N erve J. Kister, voor 1600,- gld. (4661) 13 dec.1791 Everhard is schuldig aan de wed. Jan Wesdorp te Stavenisse 1000,-gulden. (4661) en aan (zijn schoonvader) Hendrik Luik te Stavenisse 800,- gulden.(4661) Over 1792 t/m 1798 eist Gilljaam betaling in 1800 van £ 2.10.10 voor smidswerk gedaan voor wijlen Adr.v.d.Maas. (4677) Oct. 1796, smidswerk voor A.Bierens op Capelle, £ -.4. (4651-5) Staat Everhardus als gehuwde smid op de lijst van mogelijke dienstpl. 1797 te Nieuwerkerk. Over 1799 en 1800, uit de boedel van Schepen Jan Leendertse Berman krijgt Everh.W.Giljam voor gedaan smidswerk £ 2.8.- uitbetaald. Over 1802: £-.7.7; 1803: £1.9.6; 1804: £2.5.8; 1805: £1.13.7; 1806: £1.7.4; en over 1807: £1.4.10. (4673). In 1801 heeft Everhardus gewerkt aan de molen van Jac. van der Daff.(4665-36) In mei 1803 moet Everhardus £1-19-3 betalen aan de boedel van Jan Meerman voor 1/8e koebeest; hij heeft niet alleen £ 4-15-0 tegoed heeft over smidswerk, maar dat is ook voor meesterwerk aan paarden en beesten, veeartswerk dus, zoals wel meer smeden dat doen. (4673-22) Juni 1805, Nehemia Hendrikse blijkt bij het overlijden van zijn vrouw nog 5 schellingen en 6 grooten te moeten betalen aan Everhardus voor gedaan en geleverd smidswerk. (raze 4672,1798/1906, Weeskamer Nieuwerkerk) Dec. 1807 wordt uit de boedel van H.Janse £1.18.6 betaald aan Everh.W.Gilliam.( 4674A-3) Juli 1808 blijkt uit de doodsschulden van Cornelis de Jonge en Willemina van Achthoven, dat aan Evert Guiljaam nog f.66.17.- betaald moet worden over smidswerk. Cornelis bezit trouwens hofsteden met 290 gemet land ter waarde van £35669,-.-; een grote landheer dus! (4674A-1). In 1811 is Everhardus inwoner en hoefsmid te Nieuwerkerk. Kinderen:  Everhardus Willem, geb. /ged. 29/10-4/11 1792; Lambrecht Bruijnzeel en Jacomina Braber.

99

 Hendrik Giljam, geb. 18/23 feb.1794 te Nieuwerkerk, overl. 25 nov.1840 te Leiden, 46 jr.oud. Hij de voorouder van de smeden Gilijamse op Renesse. (zie verderop)  Jacobus Giljam, 19/27 dec. 1795. doopget.Corn.v.Waastal en Hendrik Luik; jong overl.  Johanna Giljam, geb. ca.1805, huwt 30 sep. 1830 te Nieuwerkerk met boerenknecht Leendert de Jonge.  Adriaan Giljam, 1806-1889, uit zijn tweede huw., zie hierna, is smid op Elkerzee, Nieuwerkerk en Zierikzee.  Adriana Giljam, geb. ca.1808, huwt op 12 maart 1828 te Nieuwerkerk met de 41 jarige landman Leendert Berman, wednr. van Louwerina Beije; zoon van Jacob Berman en Pieternella v.d.Hoek.  Lena Giljam, geb. ca.1810;

ca.1814 –1851. Jacobus Slager, geb. ca 1789 te Poortvliet, overl. “particulier”op 17 feb, 1859 te Sirjansland, 71 jaar oud. zoon van schoenmaker Jacob Slager en Dingena Boluit, Herv. , vanaf 1836 Afgescheiden. Geh., als smidsknecht wonende op Nieuwerkerk, 25 jr.oud, op 15 apr.1814 te Nieuwerkerk met de 38 jarige smidsbazin, Helena Verwest, wed. van smid Everhardus Giljam, (zie trouwakte). Kinderen:  Jacob Slager, hoefsmidsleerling, geb.ca.1817, overlijdt, 15 jaar oud, op 6 nov.1832 te Nieuwerkerk.  Dochter Dingena, geb.ca.1814, huwt, 7 jan. 1835 te Nieuwerkerk met timmerman Adriaan Fluit. Bijz: Jacobus komt in 1813 naar Nieuwerkerk. In 1818 is het adres volgens het Bev. Reg. nr.78; op dit adres woont dan sinds 1817 ook de 49 jarige arbeider Izac van der Slikke, geb. te St.Maartensdijk met zijn 51 jarige vrouw Cornelia Bogaard en 2 kinderen, ze gaan later naar nr. 95. In 1823 betaalt Jacobus aan Hoofdelijke Omslag f.6,-; dat is voor klasse 15, één lager dan collega Siereveld! De totale omslag voor de Gemeente Nieuwerkerk is f.1990,50. De mensen in klasse 1, waarin van Achthoven, Karels en de Wed. Bal, moeten f.45,- betalen. Later blijkt er een tekort te zijn bij de gemeente, en komt er 13% bij! In 1832 is Jacobus volgens de kadastrale atlas eigenaar van sectie M-359, huis en erf groot 310 ca. met een huurwaarde van f 63,-; en een tuin op M-274, groot 1370 ca.met een pachtwaarde van f 5,34. Op 22 april 1836 treden hij en zijn vrouw uit de Herv.Kerk en zijn daarmee de 5e en de 7e in Nieuwerkerk die dat doen en treden toe tot de “Afgescheidenen”, de latere Ger.Gem. In 1838 woont Jacobus op A-78 en betaalt f 3,90 Hoofdelijke Omslag. Van 1838 tot 1844 woonde Jan van den Berge op hetzelfde adres, A-78; hij is arbeider en betaalt ca. 20 cent voor de Hoofdelijke Omslag. In 1839 telt de gemeente 1102 zielen, smid Slager betaalde f.4,90; burgemeester Maas betaalt het meeste: f.56,30 en een arbeider betaalt f.0,25! In 1843 zijn er 1153 inwoners en Jacobus betaalt f.8,80 aan de Hoofdelijke Omslag; Op 26 juni 1851 verkopen Elena en Jacobus, beiden te Nieuwerkerk, aan Adriaan Gilijamse te Scharendijke, gem.Elkerzee, een huis, schuur, erf, zijnde een smederij te Nieuwerkerk, sectie M- 359 groot 3 roeden, 10 ellen, en een huis gelegen aldaar, groot 10 roeden, 60 ellen, sectie M-274, samen voor f.1500,-. In 1852 staat Jacobus op de kieslijst en betaalt hij f.6,- hoofdelijke belasting; f.10,30 aan grondbel., F13,63 aan personele bel. en f.2,81 voor het patent, hij woont op nr. A-78. De naam bij dat adres, later doorgestreept, wordt Samuel Giljam.

100

In 1853 woont Jacobus nog op A-78, zonder beroep en hij betaalt f.11,- aan hoofdelijke omslag. De verkoop van het pand wordt in 1853 genoteerd bij de gemeente. Op 15 maart 1855, na het overlijden van Helena, gaat Jacobus naar Oosterland.

1 nov.1852 - 1854. Adriaan Gilijamse, geb.7/ged.14 sep.1806 te Nieuwerkerk, overl. 24 feb.1889 te Scharendijke, gem. Elkerzee, 82 jaar oud, zoon van Everhardus Giljam en Lena Verwest, en stiefzoon van Jac. Slager, Ger. Geh, smidsknecht, 20 jaar oud, op 31 aug.1827 te Nieuwerkerk (D) met de 24 jarige boeremeid Jannetje Kosten, geb.1 aug.1803 te Nieuwerkerk, overl.13 juli 1886 te Elkerzee, bijna 83 jaar oud. Bijz.: in 1850 woont veldarbeider Marinus Mallart met vrouw en kinderen op nr. 78; Slager woont dan op 78A en gaat 15 maart 1885 naar Oosterland. (bev. Reg.) Op 26 juni 1851 verkopen Elena Verwest en Jacobus Slager, aan (haar) zoon Adriaan Gilijamse, smid te Scharendijke, gem.Elkerzee, een huis, schuur, erf, zijnde een smederij te Nieuwerkerk, sectie M-359 groot 3 roeden, 10 ellen, en een tuin gelegen aldaar, groot 10 roeden, 60 ellen, sectie M-274, samen voor f.1500,- . (CvdLdC) 30 oct.1852: Advertentie van Adriaan in de Nieuwsbode : Nieuwerkerk; “Vrage ik beleefdelijk aan mijn landgenoten dezelfde gunst als hij te genieten; zullende ik alles trachten aan te wenden, om mij het te schenken vertrouwen waardig te tonen”. Op 30 dec. 1852 leent Adriaan f.500,- van de erven Wesdorp op de smederij M-359, en de tuin M- 274, groot 13R.70E?; (dat lijkt onjuist. CvdLdC) Op 28 sep. 1854 verkoopt Adriaan , wonende te Elkerzee, de smederij op Nieuwerkerk, sectie M- 359 aan zijn zoon Samuel Everhardus Giljamse, wonende op Nieuwerkerk voor f.2000,- .(CvdLdC) Pand: In 1888 is het sectie A-491. Adriaan woont op nr. 34 in 1889. Nieuwerkerk: Volgens het bev. Reg. woont veldarbeider Marinus Mallart met vrouw en kinderen in 1850 op nr. 78; Slager woont dan op 78A en gaat 15 maart 1885 naar Oosterland. Later wordt het nr. A 100. De gemeente Nieuwerkerk registreert in 1856 verkoop van het pand sectie M-359 aan zijn zoon Samuel. In 1861 woont er een Giljamse (bev.Reg 1861-1870) Zonen: ( In totaal 11 kinderen)  Samuel Everardus, geb. 10 jan.1830 te Zierikzee ( zie hierna onder: Zierikzee.)  Leendert, geb. 24 sep.1831 te Elkerzee; smid, huwt 27 feb.1857 met Willemina de Oude; hij komt 1 juli 1854 terug in Elkerzee en wordt 27 feb.1857 smid op Noordgouwe, zie hierna.  Everardus Wilhelmus, smid, geb. 30 juni 1835, Elkerzee. Hij komt daar op 15 juli 1858 terug, en wordt dan in feb. 1859 smid te Ouwerkerk. (zie hierna).  Pieter, geb 3 oct.1837, Elkerz.  Adriaan, smid, geb. 26 oct.1839 te Elkerzee, , zie hierna.  Cornelis, hoefsmid, geb.5 maart 1844 te Elkerzee, overlijdt 18 aug.1903 te Elkerzee, zie hierna.

1854 – 1862 Samuel Everhardus Giljamse, geb.1 of 10 jan.1830 te Zierikzee. zoon van smid Adriaan Giljamse en Jannetje Koster,NH. Geh. hoefsmid, 24 jr. oud, op 2 juni 1854 te Nieuwerkerk met de 26 jarige landbouwsterdochter Janna van Westen, geb.7 apr.1829. Bijz.: Samuel gaat 3 mei 1849 naar Scherpenisse, hij komt mei 1850 terug. In 1852 wordt Jac.Slager vervangen door Samuel Giljamse als betaler van de omslag voor A-78 op Nieuwerkerk.

101

(Pa Adriaan neemt per 1 nov.1852 de smederij over van zijn stiefvader J.Slager, en sep.1854 wordt Samuel eigenaar). In 1853 betaalt Samuel op Nieuwerkerk f.7,- aan Hoofdelijke Omslag, hij woont op nr.A-78. Er wonen dat jaar 1063 zielen in Nieuwerkerk, die in totaal f.1441,52 belasting betalen aan de gemeente! 16 oct.1857 moet aan Samuel Giljamse f. 18,60 betaald worden voor smidswerk.(not. Bouvin) In 1862 staat hij op de kiezerslijst van Nieuwerkerk, hij moet totaal f.31,75½ belasting betalen aan de gemeente. Op 17 oct.1862 verkoopt Samuel aan landbouwer Gerard Goosen 78 roe land voor f.650,- .(Ermerins) Op 13 nov.1862 verkoopt Samuel E.Gilijamse, smid te Nieuwerkerk, aan Johannes Matthijsse, smid te Oosterland, het woonhuis, schuur en erf zijnde ingericht tot een een smederij staande op Nieuwerkerk sectie M-359, groot 3 roeden, 10 ellen, en een tuin M-274 groot 13 roeden, 70 ellen; eerder gepasseerd op 28 sep.1854 bij dezelfde not.(C.v.d.Lek de Clerck) Op 20 nov.1862 lenen smid Johannis Matthijsse en zijn vrouw Martina f.2000,- van not. C.v.d.Lek de Clercq met als onderpand een 1e hyp. op huis en smederij M-359, en de tuin M-274 op Nieuwerkerk, en een tweede hyp. op de bezittingen op Oosterland: zijn huis F-338, tuin F-339; en haar huis en smederij op F-336. (Ermerins) Op 1 dec.1862 wordt het bedrijf te Nieuwerkerk voortgezet door A.M.Donker, een zoon uit het eerste huwlijk van Martina. Adriaan Giljamse gaat in dec. 1862 met zijn zoon Samuel E. naar Zierikzee als smid. Ze wonen op Vissersdijk D-555. Samuel gaat maart 1864 met vrouw en kinderen naar Middelburg. In 1864 registreert de gemeente verkoop van huis met schuur en erf, sectie M-359, 310 ca. door Samuel aan Johannes Matthijsse, smid op Oosterland. Nieuwsbode: “Op 2 maart 1864 zal notaris Bent verkopen: Een partij Zweeds en Engels Staal, Hoefnagels, Krammen, Hoefijzers, Meubilair, 12 Kippen en een haan, alle goederen in beslag genomen ten verzoeke van Andries Pieter Paulusse, ten laste van S. E. Giljamse, smid te Zierikzee”. Zonen:  Adriaan Cornelis geb.15 juni 1855 te Nieuwerkerk..  Willem geb.18 april 1858 te Nieuwerkerk.  Cornelis Pieter, geb. 9 juni 1863 te Zierikzee.

1 nov. 1862—1872 Abraham (Abram) Martinus Donker, geb.19 jan.1841 te Oosterland, overl. op 3 nov.1871 te Nieuwerkerk, 30 jaar oud, zoon van wagenmaker Abraham Donker en diens 2e vrouw Martina Paulusse (Martina hertrouwt in 1844 met hoefsmid Johannis Matthijsse). NH. Geh., hoefsmid, 23 jr.oud, op 23 dec.1864 te Nieuwerkerk met de 19 jarige timmermansdochter (van Corn.) Cornelia Tuijnman, geb. 28 maart 1845 te Nieuwerkerk. Zij hertrouwt 17 dec.1879 met Kornelis van der Have, hoefsmid, 25 jaar oud; in 1881 gaan ze naar ‘s Gravemunt. Donker werkt voor zijn komst naar Nieuwerkerk (tot 30 mei 1863) bij zijn stiefvader Matthijsse op Oosterland, die de smederij op Nieuwerkerk voor hem koopt. Vestiging in Nieuwerkerk op 1 nov.1862. Op 6 feb.1868 neemt Abraham een 2e hyp. bij stiefvader Matthijsse van f.800,-. In 1869 woont hoefsmid Abraham Donker op nr.100, en hij kan aan 1 persoon inkwartiering geven. Gerard Goosen, landbouwer woont dan op 100a (Ooststr.5, en metselaar Mulder op 101(Ooststr.3). Dec.1871 vraagt de weduwe Donker een PG smidsknecht die als meesterknecht kan dienen. In 1872 betaalt de Wed. Donker, hoefsmeedster op A-100, f. 2,00 aan Hoofdelijke Omslag; haar collega Joh. De Braal betaalde f.5,00. Het gaat dus niet zo goed met de smederij! Nehalia v.Graafeiland, arbeider, woont dat jaar op hetzelfde adres, nr.A-100.

102

Pand: De gemeente Nieuwerkerk noteert verkoop van sectie M-359 aan Johannes Matthijsse, smid op Oosterland in 1864; Op 10 oct.1872 is er een inventarislijst en acte van scheiding van de boedel van Cornelia en haar weeskind na het overlijden van Abraham; daarbij is verder betrokken: Adriaan Donker, smid te Zonnemaire, Gerard Goose, Marinus de Vos en Joh.Mulder te Nieuwerkerk. (not.C.v.d.Lek de Clercq) Omdat er twee smeden zijn, mogen die om beurt een jaar het werk voor de gemeente doen, daar is een rooster voor. In 1872 is deze smederij aan de straatweg aan de beurt, maar dat gaat door de omstandigheden rond het overlijden van Abraham niet door, de Braal krijgt 3 jaar achter elkaar de opdrachten. Op 17 oct.1872 verkoopt Cornelia Tuijnman, wonende te Nieuwerkerk aan Hendrik van Immerzeel , smid, vroeger te Melisssant, thans te Nieuwerkerk een huis, smederij, erve en gevolge, A-99 en 100, sectie M-359, voor f.3500,-. (not C.v.d.Lek de Clercq).copy. Kinderen: Een levensloos kind op 18 feb. 1865 te Nieuwerkerk. Abraham Martinus Donker, geb. 27 juni 1866 te Nieuwerkerk.

1872 – 1878 Hendrik van Immerzeel, smid, geb.24 jan.1841 te Melissant, overl. NH Geh. met Lena van Oostenbrugge, geb.17 juli 1843 te Dirksland, overl: Zoons: Leendert Willem, geb.13 oct.1872 in Dirksland, en Kornelis Johannes, geb.9 aug.1874 op Nieuwerkerk. Bijz.: 2 Nov. 1872 komt Hendrik als smid met zijn familie van Dirksland op A-100b, op 15 maart 1876 gaan ze naar Melissant. Op 17 oct.1872 verkoopt Cornelia Tuijnman, te Nieuwerkerk aan Hendrik van Immerzeel , smid, vroeger te Melisssant, thans te Nieuwerkerk, een huis, smederij, erve en gevolge, sectie M-359 voor f.3500,-. Hendrik leent f.2500,- van de notaris.(not C.v.d.Lek de Clercq). Het verandert in huis en erf A-99/100, (2 woningen), en wordt als sectie M-765 geregistreerd. In 1874 is Immerzeel eigenaar van nr. 99, de bewoner is Adr. Verlinde (van 1861 tot 1866 Job van Westen); Immerzeel is ook eigenaar van nr. 100, daar woont in 1874 Corn.Heijboer. Later woont Matteus Kik op nr.100a, en op 100b woont Immerzeel zelf. In 1878 betaalt Corn Kik de f.2,- Hoofdelijke Omslag voor A-100. In 1879 woont Corn.Kik op 100a.

1878 — dec. 1906. Cornelis Kik, hoefsmid, geb.18 aug.1841 Nieuwerkerk, overl.op 3 feb.1901 te Nieuwerkerk, zoon van landbouwer Klaas Kik en Cornelia van Farowe, Cornelis was diaken van de Ledeboeriaanse of Ger.Gem. tot 1901. Geh., 35 jr.oud, te Nieuwerkerk op 17 maart 1876 met de 29 jarige dochter van Hendrik v.Nieuwenhuijse en Lena Berman, Neeltje van Nieuwenhuijse, geb. mrt.1847 te Nieuwerkerk; overl. 28 oct.1906 te Nieuwerkerk als: “Weduwe en Hoofd eener Hoefsmederij”. Bijz.: Op 9 maart 1865 is Cornelis smidsknecht op Zonnemaire; en voogd (Bouvin) Op 26 feb.1875 komt Cornelis van Zierikzee naar Nieuwerkerk. Op 21 feb.1876 wordt hij ingeschreven op nr.A-100. Op 9 maart 1876 koopt Corn. de smederij sectie M-359, 310 m2, voor f.3500,-1876 kik.(not.J.C.v.d.Lek de Clercq) Op 28 april 1883 biedt smid C. Kik een gebruikte riemwagen te koop aan. In 1884 op 100a, voor een geschat inkomen van 6 à 700 gulden betaalt Cornelis f.5,-. In 1892 is er niet veel veranderd, Cornelis moet f. 3,- betalen. Op 20 apr.1895 adverteert Kik met een gebruikte boerenwagen.

103

Op 3 juli 1896 (not.P.Waij) verklaart Cornelis dat hij f.2700,-, tegen 4%, schuldig is aan Joh.v.d.Bout; als onderpand voor deze eerste hypotheek dient: 1e een gebouw , bevattende twee woningen, plaatselijk gemerkt nr.99 en 100; waarin een smederij met erf; sectie nr. M-765 groot 310 m2; verkregen op 9 maart 1876 (not.J.C.v.d.Lek de Clercq) 2e een stuk bouwland, 9710 m2, sectie M-919, verkregen uit boedelscheiding 15 juni 1893(not.J.C.v.d.Lek de Clercq); en, 3e nog 340 m2 tuin, sectie M-505, verkregen gekocht 6 aug.1884.(not.J.C.v.d.Lek de Clercq). Ca. 1897 wordt de tuin van 380 m2, sectie M -305 veranderd in M-1038. Het huis, schuur en erf op 310 m2, sectie M-765 wordt: a/ huis, schuur en erf op 256 m2, sectie M-1192 en van de weduwe Neeltje Kik- van Nieuwenhuijze, b/ huis op 53 m2, sectie M-1193 van Dignus en Hendrik van Nieuwenhuijze. (zie: huisje hoek Molenstraat-Ooststraat, hierna.) Op 20 maart 1901 wordt een staat en inventaris opgemaakt door de weduwe.(J.C.v.d.L.d.C) In 1902 wordt het inkomen van de Wed. Kik geschat op f.100,- à f.200,- en zij moet f.2,91 betalen. Cornelis is diaken van de Ledeboeriaanse of Ger.Gem. te Nieuwerkerk tot 1901. Pand: Cornelis Kik Klaasz., sectie M-359, later M-765, huis + erf, 310 ca.; 1877 sloop en bijbouw. In 1903 is er een nieuwe schatting, het wordt dan sectie M-1192, 256 ca.

De wed.C. Kik (Neeltje van Nieuwenhuijze) zet de smederij na de dood van haar man in 1901 met behulp van haar zonen voort tot haar overlijden in 1906. In 1901 verklaart Neeltje als schuld een 1e hyp. te hebben op de smederij bij de landbouwer Adr. de Braal van f.2200,-. De drie minderjarige kinderen (Jacob Marcelis, Cornelia Adriana en Pieternella Laurina) hebben elk f.307,- tegoed na het overlijden van hun vader, dat wordt gedekt door een 2e hyp. De oudste zoon Klaas is in 1901 smid in Rotterdam. In juni 1906 wordt om vrijstelling verzocht voor de dienstplichtige Jacob Marcelis Kik, van de lichting 1899; hij behoort bij het 3e reg.infantrie, 2B.3C; stamb.nr.89848. Hij werkt dan voor het gezin van zijn moeder, die de smederij na het overlijden van haar man met een knecht en haar zoon heeft voortgezet; nu is er alleen de zoon die daarvoor kost en inwoning ontvangt met een klein zakgeld. De gemeente en de provincie adviseren gunstig, maar het Min. van Oorlog niet; zij schrijven dat hij zijn verzoek eventueel nog tot Hare Majesteit kan richten. Na het overlijden van Neeltje staat er als spoedig een advertentie in de Nieuwsbode “Op 22 nov.1906 in Herbergh Lievense voor de erven van Mej. Wed. C.Kik openbaar te koop enz. sectie M-1192, groot 2 aren, 56 ca.” Op 21 dec.1906 verkopen : 1e Klaas Kik te Rotterdam, voor zich en als voogd over Pieternella Laurina Kik; 2e Cornelis Pieter Kesman te Renesse, geh. met Lena C. Kik; 3e Jacob Marcelis Kik, voor zich en als voogd; 4e Jan Pieter Flikweert, geh. met Hendrika Pieternella Kik; 5e Marinus W.Look geh. met Cornelia Adriana Kik; aan Willem Machiel Kesteloo sectie M-1192, groot 256 ca. voor f.5900,- (not.Nouhuijs) Kinderen: Dochter Hendrika Pieternella, geb. ca. 1872 huwt 16 maart 1900 met veldarbeider Jan Piet Flikweert. Zoon Klaas, hoefsmid, geb. 14 jan.1877, overl. Grand Rapids, huwt 11 mei 1900 te Ouwerkerk met de 22 jarige landbouwersdochter Janna Adriana Bolijn, geb. ca. 1855 te Ouwerkerk. Zij gaan eerst naar Rotterdam, jan.1903 gaan ze van Zonnemaire naar St.Philipsland, vandaar op 29 maart 1905 weer naar Rotterdam, en op 11 jan.1912 naar Grand Rapids. Dochter Lena Cornelia, geb. ca 1879 huwt in 1899 met landbouwer Cornelis Pieter Berman. Zoon Jacob Marcelus Kik, smid, geb.ca. 1880 te Nieuwerkerk, overl. 6 feb. 1926 te “s Gravenpolder,

104 ongehuwd, 46 jaar oud. Hij vertrekt 4 maart 1907 naar Bruinisse, komt op 12 feb.1908 van Stavenisse naar Nieuwerkerk, en gaat 7 mei 1908 naar Ooltgensplaat. Gedurende deze 3 maanden woont hij op Prov. Weg 101 bij zijn zus Hendrika P.Flikweert-Kik. Dochter Cornelia Adriana, geb. ca. 1882, huwt op 30 nov. 1906 met varensgezel Marinus Willem Lock.

1906 – 1934 Willem Machiel Kesteloo, geb.7 feb.1880 te Oosterland, overl.19 dec.1956 te Nieuwerkerk, zoon van Adriaan Kesteloo, smid van Oosterland, en Pieternella Krijger. NH. Geh., 26 jaar oud, op 9 jan.1907 te Oosterland met de 28 jarige herbergiersdochter Cornelia Hendrika Beije, geb. 20 feb.1878 te Oosterland, overl. 26 maart 1948. Bijz.: Op 21 dec.1906 koopt Willem Machiel Kesteloo, wonende te Oosterland, de smederij van Kik op Nieuwerkerk, sectie M-1192, groot 256 ca., voor f.5900,-van: 1/ Klaas Kik, voor zich en als toeziend voogd over Pieternella Laurina Kik; 2/ Cornelis Pieter Kesman te Renesse, geh. met Lena C.Kik; 3/ Jacob Marcelis Kik, voor zich en als voogd; 4/ Jan Pieter Flikweert geh. met Hendrika Pieternella Kik; 5/ Marinus W.Look, geh. met Cornelia Adriana Kik..(not.Nouhuijs) In 1908 wordt Willem aangeslagen voor de Hoofdelijke Omslag in de Gemeente Nieuwerkerk voor f.6,02, dat is voor een inkomen tuusen f.300,- en f.400,-. Het huisnummer is 100. Zijn collegea Izaäk en Chris de Braal betalen respectievelijk f.9,44 en f.6,02. Er zijn dat jaar 214 aanslagen voor totaal f.1475,-; de laagste f.0,86, de hoogste, voor C.van Oeveren is f.54,18. In 1908 en 1911 vindt bijbouw plaats (travaille?) In 1911 is het huisnummer 133, Willem betaalt f.5,74. In 1912 wordt er ca. 6% minder belasting betaald; de totaalopbrengst van deze belasting voor de gemeente is ongeveer 1,6% van het geschatte inkomen! In 1914 zijn de aanslagen weer gezakt, Willem hoeft maar f.4,30 te betalen voor een geschat inkomen tussen de f.300,- en f.400,- gulden. Ook bij de collegea zijn de inkomsten gezakt. De inkomens van minder dan f.100,- moeten nu meer belasting betalen: f.0,90; het totaal voor de gemeente is f.2099,-. 15 Dec.1915, advertentie in de Nieuwsbode: ”Terstond of met 1 Maart een smidsknecht gevraagd”. Op 5 juni 1916 richt Willem een verzoek aan de gemeenteraad om vergunning te verkrijgen tot verbouwing van zijn smidse; de kennisgeving wordt gepubliceerd op 20 juni, en hij krijgt toestemming, het moet 1 nov. van dat jaar klaar zijn. Het tekeningetje dat bij het verzoek hoort, is gemaakt door timmerman J.H.Tieleman; hoogswaarschijnlijk heeft die dus ook de verbouwing uitgevoerd. (gem.157-132) Als Dorst, de nieuwe eigenaar, het huis restaureert in 2008, wordt op één der balken in het huis de volgende aantekening gevonden: Jan P.Telle, timmerman-schilder, 12 oct.1916. In 1916 wordt sloop en herbouw beschreven en er wordt 10 ca. verkocht aan Adriaan van Oost; In 1919, na de eerste wereldoorlog is er opeens een forse stijging: Totaal inkomen voor de gemeente f. 11.479,-; Willem heeft nu de betere smederij, hij moet f.15,73 betalen voor een geschat inkomen van f.500,- à f.600,- ; zijn collega J.W.de Braal zit daar nu een klasse onder. Koopman heeft met f.22.000,- het hoogste geschatte inkomen en moet f.540,87 betalen. In 1922 is het geschatte inkomen van smid Willem gestegen tot f.800,- à f.900,- en hij betaalt nu f.6,51½ De collegea J.W. en C. de Braal betalen resp. f.4,21½ en f.1,91½. De totaalinkomsten voor de gemeente zijn gezakt naar f.3529,- voor 443 aanslagen. De burgers betalen ca. 2,3% van hun inkomen aan belasting aan de gemeente; W.M.Krepel het meeste: f.143,75 voor een geschat inkomen van f.18.500,-. De laagste groep betaalt f.0,38½.

105

Op 12 april 1927 stopt Willem als voorzitter van de oudercommissie omdat hij geen kinderen meer op school heeft; Dies van der Wielen komt in zijn plaats. In april 1927 wordt bij de gemeente een hinderwetvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een benzinemotor van 3 PK voor het aandrijven van een boormachine, een smidsventilator en een amarilsteen in de smederij Prov. Straatweg A-133, sectie nr. M-1832. Op 31 jan.1930 biedt Willem zich aan als “erkend installateur der Waterleiding Mij. Sch.en D. voor het aanleggen van binnenleidingen en het leveren van closets, waschtafels, gootstenen enz. ” In 1934 wordt verkocht aan zoon Jan Adriaan, geb. 1910.

1934 – 1 jan. 1958 Jan Adriaan, geb.6 maart 1910 te Nieuwerkerk, overl.1 jan.1976 te Nieuwerkerk, 65 jaar oud. Geh., 23 jaar oud, op 1 nov. 1933 te Oosterland met de 22 jarige landbouwersdochter Hubertha van de Zande, geb. 30 aug.1911 te Oosterland, overl. 13 dec.2001 te Goes, 90 jaar oud. Bijz.: Jan haalt zijn diploma voor Rijksgediplomeerd Hoefsmid op 13 mei 1937 en volgt later, zoals vele van zijn collega’s, cursussen voor lassen, waterleiding en landbouwmechanisatie om de veranderende situatie in het smidsbedrijf de baas te blijven. De werkzaamheden worden 2 keer noodgedwongen onderbroken, en het pand verlaten: Eerst voor ongeveer anderhalf jaar in 1944 als het eiland grotendeels onder water wordt gezet door de Duitse bezetters, en de tweede keer voor ongeveer eenzelfde periode na de watersnoodramp op 1 feb.1953. Jan moet verschillende keren maandenlang op bed liggen vanwege maagzweren; steeds schieten de andere smeden of hun knechts dan te hulp. Pand: In 1934 koopt Jan het huis en erf, sectie M-1832 aan de Straatweg 179. In 1949 wordt het naastliggende huisje, 63 ca. door Jan Kesteloo gekocht van Adriana de Jonge, de wed. van Johannis Marinus Hage; dit pandje wordt in 1963 verkocht aan Jac.(Koos) Verwijs. Nog later is de helft van dat pandje door Huib Kesteloo weer teruggekocht en bij de winkel gevoegd! In 1954 wordt de sectie M-2715 groot 1070 ca. die er aan de oostkant naast ligt, van metselaar A.de Later, gekocht met een herbouwplicht, en daar wordt een nieuwe, ruimere, werkplaats gebouwd (Ooststraat 3). Zonen:  Willem Hubrecht, smid, geb. 1934 zette de smederij voort als firmant, zie hierna.  Hubregt Willem, geb.29 sep.1939 te Nieuwerkerk, zie hierna.

1 jan. 1958 – 1 jan.1966. Fa. J.A.en W.H.Kesteloo, Op 1 jan.1958 gaat Jan met zijn zoon Willem een firma-schap aan waarin ook Ooststraat 1 en 3 worden opgenomen.

Willem Hubregt (Wim) Kesteloo, smid geb. 24 sep.1934 te Nieuwerkerk. Geh., 21 jaar oud, op 26 nov.1955 te Nieuwerkerk met de 21 jarige ambtenaarsdochter Rijmpje Beatrijs Ginsel, geb.17 jan.1934 te Pemalang in Ned.Indië. Bijz.: Willem en Bea wonen op Ooststraat 1 van nov.1955 tot 1966. Rond 1956 verhuist de smederij naar Ooststraat 3; een gedeelte van de oude smederij wordt verbouwd en bij de winkel getrokken, de rest wordt gebruikt voor loodgieters en kachelwerk. In die nieuwe smederij, nu Ooststraat 3, worden steeds meer jachten gebouwd, eerst van staal, later van aluminium; en ook daar verdwijnt langzaam maar zeker al het echte boeren-smidswerk. In 1970 is er nog een speciaal karwijtje, dan wordt het oog van de klokkeklepel uit Ouwerkerk gerepareerd.

1966 -- 2001

106

Hubregt Willem (Huib) Kesteloo, loodgieter, geb.29 sep.1939 te Nieuwerkerk. Geh. op 7 dec.1963 te Nieuwerkerk met Adriana Jannetje Heijboer, geb. 9 maart 1941 te Nieuwerkerk. Huib neemt in 1966 de vroegere smederij op Ooststraat 1 over, en vestigt daar een loodgietersbedrijf, de vroegere smederij wordt eerst gedeeltelijk, en later helemaal, bij de winkel gevoegd. In 2001 wordt de winkel verkocht aan de families: 2001 -- 2008 M.C.Dorst en H.I.Straetemans. In 2008 wordt het pand in tweeën verdeeld; een zoon van Dorst koopt het huis en iemand anders de smederij. Bij de grondige verbouwing ( bijna alleen de buitenmuren blijven staan) blijkt dat “Jan Telle, timmerman-schilder, 1916” twee keer zijn merk op een balk heeft geschreven.

Het huisje op de hoek Molenstraat-Ooststraat dat eerst bij de smederij hoort, ca.1897 verkocht (of geërfd) wordt, in 1947 terug komt bij de smederij, weer verkocht wordt, en

Van 1 mei 1872 tot 1 mei 1875 woonde op nr. A-100 veldarbeider Marinus Mekus , geb.1 oct.1835 op Nieuwerkerk met zijn vrouw Dina Folmer, geb. 15 oct.1839 op Noordgouwe met 3 kinderen. Ca.1897: het huis, schuur en erf op 310 m2, sectie M-765 wordt in tweeën verdeeld: a/ huis, schuur en erf op 256 m2, sectie M-1192, van de weduwe Neeltje Kik- van Nieuwenhuijze, b/ huis op 53 m2, sectie M-1193 van Dignus en Hendrik van Nieuwenhuijze. (zie onderaan) Op 16 dec.1909 verkoopt de weduwe Lena Jacoba Van Nieuwenhuijze-Hollander aan schoenmaker Adraan van Oost, die gehuwd is met Maartje Lemson een huis met erf op 53 m2, sectie M-1193 voor f.800,-.(J.Franse) Van Oost neemt hierop een hypotheek van f.750,- bij Teun Barendreght. ( Ca. 1911 wordt een sloop gemeld; het wordt sectie M-1624, een huis en erf op 53 m2. Ca.1926 is het sectienr. M-1831, een huis, bergplaats en erf. Ca. 1927 vindt een herbouw plaats, de sectie wordt iets groter, nl. 65 m2, en het sectienummer van huis met erf is nu M-1998. Adriaan van Oost schoenmaker woont op nr.A-132 in 1912, 1913 0,79 Hoofdelijke Omslag; in 1915 2,61; in 1918 8,10; in 1919 10,89; 1920 Wed. v.Oost, schoenmaker. Ca. 1927 is het een huis met bergplaats en erf; het wordt na herbouw M-1998, een huis en erf op 65 m2, Pieter Marinus van Oost, schoenmaker, wordt door het kadaster genoemd als de volgende eigenaar. Johannes Marinus Hage, schoenmaker zou de volgende eigenaar zijn van M-1998, groot 63m2. Ca.1931 meldt een splitsing, het wordt sectie M-2067, een huis en erf op 63 m2. Ca.1949 koopt J.A.Kesteloo het huisje met erf op 63 m2, nu sectie M-2067 geheten; hij koopt het met de bedoeling er eventueel een smidsknecht in te zetten, maar daar komt niet van, het wordt verhuurd en later weer verkocht! Oa. Koos Verwijs, Koos van der Weijde de latere hotelier op Noordgouwe, en een schipper Schot uit Zierikzee wonen er.

107

Meer informatie over de smeden in de Stekelstraat van Nieuwerkerk (D). 1695 ----1717 Willem van Dulse, overl. vóór 16 jan.1717 Gehuwd: Als Jonge Man uit Bergen op Zoom in 1697 met Clasina Pats, Jonge Dochter uit Haamstede. Kinderen gedoopt te Nieuwerkerk van 1698- 1711: Adriaan, Janna, Wilhelmus en Lijsbeth. Bijz.: 19 apr.1695 koopt Cornelis van Neuren een huis met gevolge aan de westkant van de Stekelstraat, Willem van Dulven is belendende ten N.(4668-20) Op 10 apr. 1697 is volgens de Staat en Inventaris van 25 maart 1698 van de overl. Bastiaan Abramse van den Berge £8-1-6 betaald aan Willem van Dulse voor “tgeen hij hadde verdient met smeen”(4670-19)w Op 29 maart 1699 koopt Willem van Dulse de rest van een boomgaard tot Klootendijke voor £ 30.-.-(4668-31) Op 26 juni 1710 legt Clasina een verklaring af over wat ze gehoord heeft toen Heleena Bresto een kind baarde. Op 16 jan.1717 “sal Hendrik Smith als sequester in den naargelaten boedel (Willem van Dulmen) ten profijte van leste geregtigde ten overstaan van dhr Balieu en Schepenen van Niewerkerk in D. vercoopen een huijs schuure erve en gevolge staende binnen desen dorpe mitsgaders de smitswinkel met alle gereedschappen daer toe seijnde benevens al het iserwerck soo gemaekt als ongemaekt daar in seijnde, alsmede de kolen”. Corn. Doesburg is koper gebleven voor 550 car.guldens op 15 maart 1717; hij koopt de smederij waarschijnlijk voor Pieter Pot. (4663-206).

1717 -- ca.1752. Pieter Pot, 1e Huw.: met Adriaantje Pijpeling, overl.tussen oct.1727 en 1730; zij krijgt 3 dochters na 1722. 2e Huw.: ca.nov.1730, met Pieternella Padmos, de weduwe van Pieter Pijpeling. Op 11 nov.1730 maken Pieter en Pieternella een huwelijkscontract.(4083) Kinderen: Johanna, de oudste dochter, is gehuwd met smid Cornelis Mus; ze wonen eerst in Zaamslag maar in 1749 komen ze naar Nieuwerkerk; mogelijk met de bedoeling de smederij over te nemen (Pot verkoopt in 1752 aan Munter). Arriaantje, geb. 12 juni 1732 Nieuwerkerk, jongste dochter, staat in testament in 1750. Bijz.: 16 april 1717 met attestatie ingekomen van Prinsland. Feb. 1721 betaling uit de boedel van Corn. G.de Witte voor smidswerk £1.17.4 (4707) Op 21 feb.1721 krijgt Pieter 1 shilling voor het maken van een sleutel voor Daniël Tuijnman.(4674) Op 14 nov.1726 moet uit de boedel van Leunis Jacobsz. te Bruinisse 5 schellingen en 4 grootten betaald worden aan Pieter over smitswerk.(4496) Op 28 mei 1729 krijgt Pieter £-.15.- betaald uit de boedel van Claesje Govaarts, de wed. van Adriaan Pieterse Klinken.(raze 4670) Op 10 jan.1732 wordt het Schuttershof, een dorpsvrone, groot 196 roe en voorzien van 100 schone essenbomen, en belend door: oost Jannis Bal, west de weg naar Ouwerkerk, zuid Pieter Pot en noord monsieur L. (van den) Bogaert, verkocht aan Dingenis de Bakker, schepen alhier , voor 65 pond vlms. (4663) Op 2 dec.1736 maakt Pieternella een testament waarbij ze 2 voogden aanstelt over haar onmondige kinderen uit het eerste huwlijk.(4665-1)

108

10 feb.1740 krijgt Pieter Pot £2.4.6 “over’t smeden” uit de boedel van Reijn Leendertse Polderwijk.(4666) Apr. 1740 wordt aan Pieter betaald voor smeedwerk uit de nalatenschap van Hendrik v.d.Vaate. (4670) Aug. 1741 Uit boedel van Pieter de Kok te Nieuwerkerk £-.5.- over ’t smeden (4666) Op 9 feb.1745 maakt Pieter een testament. (4117-76) Op 6 maart 1750 maakt Pieter een testament bij notaris Nic. Telle op Nieuwerkerk; zijn oudste dochter Johanna Pot uit zijn eerste huwlijk heeft bij haar huwlijk met smid Cornelis Mus wonende te Zaamslag al genoeg goederen ontvangen om als de legitime portie te dienen; zijn enige erfgenaam wordt zijn dochter uit het tweede huwlijk, Adriana Pot, en de weeskamer wordt uitgesloten. Er staat niets in over een vrouw of smederij. Getuigen zijn Jan Verdoolt en Jan Heerebourt.(4676-163) 10 juli 1752 met attestatie vertrokken van Nieuwerkerk naar Stavenisse; maar de consistorie maakt “swarighijt om de kerkelijke attestatie af te kondigen om eenighe voorgekomen zaken”. 21 juli 1752: “Pieter Pot bekend te hebben verkocht aan Abraham Munters zeker erf achter het huis van Abr.Munters benevens dat van Jacoba de Lange en erfgen. Gelegen op Botland Ambacht ter lengte van ca. 17½ voet oftewel van den brandgevel af tot de Heijning tussen de Erf van Jacoba de Lange en de Wed.van J.M.de Lange, en breed 9 voet en 7 duijm houtmaat, sijnde gekogt onder die Somma waarvoor de Smitse, deszelfs huijs en gevolge is gekogt en over sulks met het betalen der penningen is voldaan. Belovende de koper daar op te vrijen en waren onder verbant als na regten, Den acceptant moet gedogen dat de steun of steekschoor tegen de agtergevel staande aldaar mag worden gehouden zoo lange van nut of dienst sal komen sijn, alsmede heeft dat huijs regt van waterloop over de bovengenoemde Erf, alsook het regt van waterloop van gelijke, ook om door de smitswinkel te mogen gaan om het dak te repareren of vernieuwen (raze, 4641-1/140). 28 feb.1759 verkoopt Lambrecht van Rooijen, mr.smid te Stavenisse als erve en voogd over de minderjarige erfgenamen van Pieter Pot aan Abram de Munter en aan Adr. d’Rijke een huijs, schuijre, erve met gevolge voor £25.-.-., belendende oost en noord Jan Verdoolt, west en zuid de rijweg, (4656); de huurders zijn Jacob Stoutjesdijk en Mar. de Jonge. (4663-97)

1752 – dec.1767 Abraham Pieters de Munter, Geh.: met Lauwrina Hogenboom, Bijz.: 13 kinderen te Nieuwerkerk van oct.1751 tot mei 1768. Komt 17 oct.1751 met attestatie van Oosterland naar Nieuwerkerk. 28 feb.1752 verkoopt Abraham voor £19.-.- de helft van een huis, schuur en erve, op het dorp, ernaast liggen: O en N: Jan Verdoolt, W en Z: de rijweg. 1 juli 1752, Abram Munter, Mr. Smith te Nieuwerkerk is schuldig aan Mons. Cornelis Ossewaarde, coopman te Zierikzee £ 230.6.- met als onderpand :”Een huijs met smidse en al tgeen daar dependeert; staande aan de westzijde van de Stekelstraat. Belent Oost de Straete, West de Wed.Corn. de Lange, Noord den Agterwegt; Zuidt de kinders van Jan Hogenboom. Verder compareert Corn. Lievense, Mr.Smith wonende te Zierikzee als Borgh”. Deze schuld is 23 nov. 1767 voldaan.(4659-35) 21 juli 1752: “Pieter Pot bekend te hebben verkocht aan Abraham Munters zeker erf achter het huis van Abr.Munters enz., zie Pieter Pot hierboven. Op 9 sep.1753 heeft Abram £ 3-2-0 tegoed uit de boedel van Andries van Don.(4666-46) In 1756 wordt voor de hofstede in de Vierbannen van mr.IJman Mogge £ 0-5-0 en £ 2-8-0 voor werk aan hekken en dammen betaald aan Abr. de Munter, en hij doet ook het werk daar in 1762 en 1763; in 1765 is het £ 1-3-0 voor smidswerk aan een nieuwe karnmolen op de hofstede.(GASD, v.d.Lek de Clerq, 465-H222) Op 21 oct.1758 ontvangt Abraham Mulder uit boedelinventaris van Jacomientie Jacobse Liere op de kinderen van Willem Joosse Hok, wegens geleverd ijzerwerk £-.18.- (raze 4671, periode 1761/63).

109

16 juli 1759 koopt Abraham van weth.Claas Bibbe “een schuijre met erve daarachter, belent oost: den Achterweg; west: Maarten L.de Jonge; noord: d’Baljuw van Ijsselsteijn en het slop, en zuid: Lieven Huijbregts, voor £ 9 Vlaams, waarvan £ 4 contant bij leverantie, wetende de resterend £ 5 bij de Cooper met Smitswerk werde verdiend”. 28 feb.1759 verkoopt Lambrecht van Rooijen, mr.smid te Stavenisse, voogd over de minderjarige erfgenamen van Pieter Pot, aan Abram de Munter een huijs, schuijre, erve met gevolge voor £25.-.-. oost en noord Jan Verdoolt, west en zuid de rijweg.(raze 4656) In 1760 bouwt Abram een bakoven op het in 1752 beschreven erf “waar ook de trasbak en de welle staat”. (Cohier van huizen, schuren en erven in Bodland in 1761). Op 7 nov.1760 heeft Abram £-.16-8 tegoed van Jan Lambregtse uit Capelle.(4651/13) Op 13 apr.1761 is er de rek.en verant.van Zach.Tuijnman waaruit aan Abraham nog betaald moet worden voor smidswerk.(4671-1) Op 26 apr.1763 koopt hij voor £11.-.- een hof (tuin) van Maarten de Jonge “leggende aan de noortzijde van den Dorpe, belent oost: A.de Munter, west: Adr.de Jonge, zuid: Maarten de Jonge en noord: Jan van Westenbrugge”.(4656) In 1767 een zethek in de Vierbannen £ 3.0.0(familiearch.v.d.Lek de Clercq, H-222). 8 dec.1767 Levering door Abraham de Munter aan Adriaan Hageman “ Een huis met Smitse, schure en travaelje entgeen verder tot een behoorlijke dorpssmitse dependeert, met gemaakt en ongemaakt ijzer ende gereedschap, staande aan de westzijde van de Stekelstraate, belent oost de gemelde straate, west C. van de Lange, zuit Cornelus Stoutjesdijk, noort den agterwegh, voor £ 250 vls., nl. voor het huis, schuur, smitse, travaille en erve £ 133:6:8:19. Item voor gemaakt en ongemaakt ijzer £ 116:13:14”. (4656). In 1769 ontvangt Abraham nog £-.3.- uit de boedelinventaris van Arnoldus Smit (4666/1824)

1767- 1783. Adriaan Hageman, overl. 28 aug.1781 te Nieuwerkerk. Geh.: als mr.smith, met Jacomina Keest. (Zij hertr. oct.1802 met Maarten de Jonge, wednr. van Ariaantje Pieterse v.d.Vate). 9 kinderen Hageman/Keest ged. te Nieuwerkerk van 1768 tot 1779. Bijz.: 23 nov.1767. Adriaan Hageman, mr. smith alhier, is schuldig aan mons. Christiaen Houterijve £ 200. Hypotheek op huis, smidse, schuur, travalje en erve in de Stekelstraat, belent oost: de straete, west: de wed. Corn. de Lange, zuid: de Agterom en noord: Corns. Stoutjesdijk. (noord. en zuid zijn verwisseld!). Willemijne Huijsson, de wed. Keest, waarschijnlijk zijn schoonmoeder, staat borg voor £100,- (4660). 8 dec.1767 Levering door Abraham de Munter aan Adriaan Hageman “huis met smitse, schure en travaelje entgeen verder tot een behoorlijke dorpssmitze dependeert, met gemaakt en ongemaakt ijzer ende gereedschap, staande aan de westzijde van de Stekelstraate, belent oost :de gemelde straate, west: C.van de Lange, zuid: Cornelus Stoutjesdijk, noord: den agterwegh, voor £ 250 vls.”, nl. voor het huis, schuur smitse, travaille en erve £ 133:6:8:19, en voor het gemaakt en ongemaakt ijzer £ 116:13:14. (4656). Over 1771 rekening voor huis in de Weststraat, getekent door Jacomijna Keest. (copy) 22 dec.1772 neemt Adriaan bij Adr.Voorbeijtel een speciaal hypotheek van £ 24.-.- op een huis en hof annex andere, belent oost: den agterweg van den Molendijk, west: Adr.de Jonge, of de vaart, zuid: Jan G.se van Dijke en Jans Hommel, en noord: Jan Oom. Over smidswerk gedaan in 1773 heeft Hageman £ 0-6-8 tegoed (4671-32) 20 maart 1776 neemt Adriaan een hypotheek bij de moeder van zijn vrouw, Willemina Huijson, de wed. en boedelhoudster van Pieter Keest voor £ 90.-.- met als onderpand zijn huis en de smidse, belend west: de wed. van Corn. de Lange; zuid: Corn. Stoutjesdijk.( 4659) Op 16 oct.1776 leent Adriaan £ 24 van Adr.Voorbeijtel op een schuur met tuin aan de Molendijk, belend oost: de achterweg; west: Adr. de Jonge; zuid: Jan Ger.van Dijke en ten noorden: Jan Oom.(4660)

110

14 april 1779 Uit de staat en inventaris van Jan Lambrechtse Gaffens blijkt dat nog £-.9.6 betaald moet worden aan Adriaan.(4651-11) Op 2 maart 1781 beschuldigt Adriaan de Schepen Pieter Smits van het leven in hoerderij met Jacomina Kest, de vrouw van Adriaan die hij op 26 dec.1780 betrapte met Smits. Op 17 maart gaat de notaris naar Smits en dan verklaart deze: “Ik meende dat die zaak al aan de kant was.” 4 maart 1782, Staat en inventaris van, in zijn leven, smidsbaas Adr. Hageman en Jacomina Keest: Huis, erve, smitswinkel en travalie staande op den Dorpe van Nieuwerkerk, west: de erve van Corn de Lange wed., zuid: Corn. Stoutjesdijk, getaxeerd op een somma van £ 300.-.-. Er is ook nog: een schuure, oost: den Achterom, west: Adr. de Jonge, zuid: Jan van Dijke, noord: Nicolaas Sij, getaxeerd op £ 16.13.-. Totaal is er nog te vorderen £ 115-7-11. Er moet nog betaald worden voor £ 97.-.-. aan kolen en er zijn nog rekeningen voor geleverd ijzer van 1772 tot 1775. De smidsknecht Jan Geense krijgt nog £ 3.-.-. en de onderknecht nog £ 5.6.8. De totale baten zijn £ 552.-.- en de lasten £ 638.-.-. Tekort £ 86.-.-! (raze 4671 weeskamer Nieuwerkerk). 28 jan.1783 levert Adriaan Keest, daartoe gelast zijnde door Jacomijntje Keest, de wed. van Adriaan (H)Ageman aan: Cornelis Dekker, een huis schuur en erve, zijnde de smitse staande op Nieuwerkerk belendende oost: de Straat, west: Corn. Blom, zuid: Corn.Stoutjesdijk en noord: den Molendijk, voor £ 250.-.- en £8.4.4½ kosten”. (4657)

1783- 1785 Comelis Janse Dekker, zoon van Jan Dingemanse Dekker (11-b) en Elisabeth Comelisse Verseput, geb. te Noordgouwe, gedoopt aldaar op 31 okt.1734, overleden in jan. 1797. te Nieuwerkerk 1e Huw.: Krijna Jansz Fonteine, geb.te Elkerzee op 13 sep. 1728 ; zij laten 16 sep 1759 Dina Janse Dekker dopen in Sirjansland. 2e Huw.:, getrouwd te Oosterland op 21 januari 1766 (hij was weduwnaar, zij was j.d. van Oosterland) met Maatje Leendertse Klink, gedoopt te Nieuwerkerk op 20 maart 1740, overleden na februari 1777 (doop jongste kind), dochter van Leendert Marinusse Klink (landbouwer) en Neeltje Pieterse de Jonge; ze krijgen 8 kinderen op Nieuwerkerk. 3e Huw.: te Ouwerkerk rond 1779 met Cornelia Jacobs van Oost, gedoopt te Ouwerkerk 18 dec. 1746, overleden te Noordgouwe op 26 maart 1826, dochter van Jacob van Oost en Catelijntje Oosterling; ze krijgen 4 kinderen op Nwk. Zonen: met Maatje Klink:  Leendert Cornelisse Dekker, gedoopt te Nieuwerkerk op 24 april 1768. Met Cornelia Jacobs van Oost:  Jacobus Cornelisse Dekker, geboren te Nieuwerkerk op 5 september 1780, Bijz.: Op 23 nov.1765 koopt Cornelis (smit) Janse Decker als naaster van Dina Decker, wed. van Jacobus Liere, een hofstede bestaande uit huis, schuure, backete en wagenhuijs aan de noordzijde der vierbannen, voor 1900 guldens. In de periode 1765-1769 is hij eigenaar en bewoner.(4656) Op 16 dec.1766 levert Leonard Swemer, als sequester in de verworpen boedel van Marynus Elenbaas aan Cornelis Dekker een huis, schuur, erve en gevolgen. (Dit is het 2e huisje vanaf de Ring aan de Noordzijde van de Kerkstraat). (4666, nr.33,26 november 1764). 27 jan.1783 verkoopt “Adriaan Kest daartoe gelast zijnde van Jacomijntje Kest, de wed. van Adriaan (H)Ageman aan Cornelis Dekker een huis schuur en erve, zijnde de smitse staande op Nieuwerkerk belendende oost: de Straat, west: Corn. Bom, zuid: Corn.Stoutjesdijk en noord: den Molendijk, voor £ 250.-.- en £8.4.4½ kosten”. (raze 4657) 28 jan.1783 Cornelis Dekker is schuldig aan Willemina de Kanter, wed. van Christiaan Loute 200 pond Vlaams voor geleende penningen als: ”Hypoteeck op een huis en erve zijnde een smitse alhier, staande op het eijnde van deze dorpe belent..”enz. (Terugbetaald 20 oct 1785) 28 jan.1783 Cornelis Dekker is schuldig aan Willemina Huisson, wed. van Pieter Keest, £ 100; 2e hypotheek op zijn huis, smitse: belent oost: de straat, west: Cornelis Blom, zuid: Cornelis Stoutjesdijk, noord: den wegh. Terugbetaald 20 oct 1785 (4660).

111

24 sep. 1785 zijn er “conditiën en voorwaarden waarop Cornelis Dekker, smitsbaas en Pieter Nijssen met elkander overeengekomen zijn, wegens den verkoop van zeker huis en erve met de daaraan hoorende smits”(4663) Op 18 oct.1785 levert Cornelis Dekker, gewezen smidsbaas te Nieuwerkerk aan Pieter Nijssen een huis en erve met de daarbij behorende smidse, materialen en gereedschappen, staande en gelegen op het dorp Nieuwerkerk, belendende oost: Janus Blom, west: de erve, zuid: de weduwe Cornelis Stoutjesdijk, noord: de achteromweg (raze 4657). Pieter Nijssen zal betalen in grof zilvergeld ƒ 1600,- Zeeuws contant, en voor de materialen ƒ 300,-. (raze 4663, 1684-1800).

1785 – 1789 Pieter Nijssen, Geh. ca.1784 met Maatje Mar. Kosters; kinderen geb. te Nieuwerkerk: Willem, 7/12 nov. 1785; Marinus, 3/6/mei 1787 en Pieter, 15/22 dec.1789. Bijz.: 15 oct.1785 Pieter Nijssen, smidsbaas alhier, is schuldig aan koopman Matthijs de Cocq uit Zierikzee £200.Vlaams met als zekerheid een hypotheek op huis, erf, smidse met materiaal en gereedschap, belend door: oost: Janus Blom, west: de erve, zuid: de wed. Corn. Stoutjesdijk en noord: den achteromweg. (4661) Op dezelfde dag leent Pieter ook nog £ 100.-.- tegen 4% van Willemijna Hetsson, de wed. van Pieter Keesz. Op 28 aug.1786 heeft Nijssen £ 2-5-10 tegoed uit de boedel van Jac.Janse Lokker.(4671-43) Op 3 feb.1789 en 4 feb.1790 worden er overzichten gemaakt van “den insolventen boedel van Peter Nijssen, gewezen smitsbaas”. Daarbij zit: “een procuratie van W.Husson wed.van P.Keesz. om vrij en onbelast te leveren op 18 oct.1785: 1 waarschappe van ’t huis, 1 afrekening over het gemaal en 1 pak rekeningen”. Jacobus Walraven heeft als smidsknecht nog £ 1-10-0 loon tegoed. (4667-2 en 3) Op 3 apr.1789 wordt voor Joh. Blom, de collega smid er schuin tegenover, een inventaris gemaakt van de vooraad uit de smederij van P.Nijssen, (foto’s; 4669-79) Op 2 april 1789 verkoopt de heer Philips, die de insolvente boedel van P.Nijssen regelt, aan Josua van Beek “het huis en erve met daaraan horende smitse & gereedschappen; belendende oost: J.Blom; west:de erve; zuid: wed.Stoutjesdijk en noord de Achterweg” voor £ 300.-.-; daar gaat (ook toen al!) ruim 10 % kosten af, zodat er overblijft £ 266.13.4 (copie, 4657-61)

1788? -- ca 1823 Josua van Beek, zoon van Barend van Beek en Marie Isaackse Tak, Joshua is geb.29 jan.1764 te Colijnsplaat, overl.11 maart 1822 ’s avonds 6 uur te Nieuwerkerk, 58 jaar. Jacob de Roo is getuige bij de aangifte. Ger. 1e Huw. met Pieternella de Ruiter, geb. ca. 1765 ,overl. 26 sep.1810 te Nieuwerkerk, 45 jaar oud; kinderen in Nieuwerkerk gedoopt van 1790-1808 2e Huw., als “smidsbaas”, 47 jr. oud, op 10 april 1811 te Nieuwerkerk met de 39 jarige arbeidster, dochter van Jacob Nikerk en Neeltje Mallander, Jacoba Niekerk, geb.10 oct.1771 te Nieuwerkerk, overl. 21 feb. 1828 te Nieuwerkerk, 56 jaar oud. Zij is eerder gehuwd geweest met arbeider Philip de Roo, 21 jr.oud (geb. ca.1791, overl. 21 nov.1807, 39 jaar oud). In 1823, na het overlijden van Joshua, huwt Jacoba voor derde keerde, nu met Marinus Siereveld. Bijz.: van Beek komt in 1789 in de gemeente. Op 2 april 1789 koopt Josua van P.Nijssen “het huis en erve met daaraan horende smitse & gereedschappen voor £ 300.-.-. (zie foto) Op 6 mei 1789 wordt het geleverd door dhr.Gerardus Jacobus Philipse, de sequestor in de insolvente boedel van Pieter Nijssen. Op 4 mei 1789 tekent Josua voor een hypotheek van £300,- tegen 4% ’s jaars verleend door burgemeester dr. Daniél Massis uit Zierikzee met als onderpand zijn huis, erve en daaraan horende

112 smidse. Belend door ten oosten: J.Blom, west: de erve, zuid: de wed.Stoutjesdijk en noord: de agterweg. Over 1789 betalen de erven van G.v.d.Wiele op 14 aug.1792 een rekening aan Joshua van £ - .1.6.(4672A-19) Hij staat als smidsbaas op de lijst mogelijke dienstpl. 1797. In 1798-1800 uit de boedel van Johannis Heijboer £25-1-0 28 mei 1799, , Inventaris Teunis Beukelaar en Maria Isaakse: zij moeten wegens gedaan en geleverd smidswerk nog £ 4.17.5 betalen aan Joshua. (4672) en £25-1-10 uit boedel Heijboer.(4672A-2 Over 1799 moet uit de boedel van wijlen Jan Meerman en Geertruid Jansen aan Joshua van Beek nog 17 Schellingen en 10 Grooten betaald worden. (4672). Over 1799 wordt £ -.17-10 voor smidswerk betaald uit de boedel van Jan Meerman.(4673) Over smidswerk van 1803-’09.(4667-28) 7 mei 1800, Uit de staat van inventaris van Johannis Heijboer en Geertruid Janse blijkt, dat ze nog £ 25.1.- aan Joshua moeten betalen voor geleverd smidswerk in 1798/99 en 1800. (4671) Op 1 maart 1808 koopt Joshua van Andries Bot, de gemachtigde van de overl.smid Johannes Blom, het hof aan de N-zijde van de Straatweg, belend ten W door Hermanus Mulder en ten N. door dezelve. In Juli 1808 blijkt dat uit de doodsschulden van Cornelis de Jonge en Willemina van Achthoven aan Josua f.66.17.- betaald moet worden over smidswerk. (4674A-1) Op 15 juni 1815 verklaart Josua f.600,- schuldig te zijn aan mr. J.Scuurbeque Boeije tegen 5%; ingaande 1 mei 1815, op zijn huis, erf en smidse nr.61, belend zuid Maarten Faase, verkregen bij koop en transport 6 april 1809 voor Schepenen van Nieuwerkerk, na het overl. van zijn eerste vrouw).(not.D.Boom, akte 1330) In 1818 wonen ze nog steeds op de smederij, nu nr.61. Volgens de mem. van successie nr.420 van 30 sep.1822 bezit hij het huis en smidse aan de stekelstraat en een hof aan de straatweg. Op 23 jan.1822 laat Josua een testament opmaken bij not. A.W.v.d.Halen; Josua is ziek te bedde, doch gezond van ziel, geheugen en oordeel; zijn vrouw Jacoba Nikerk is erfgenaam van de gehele nalatenschap voor zover de wet zulks toestaat; de rest is voor eventuele kinderen. Zijn broer Jan van Beek uit Colijnsplaat wordt voogd over de kinderen. Er is een uitgebreide debiteurenlijst. Reijnout van Bendegom, broodbakker, Martinus Cornelis Lodewijk, kuiper en Jacob Lambrechtse Kooijman, schoenmaker, allen te Nieuwerkerk, zijn getuige.(2389) Op 18 maart 1822 is familieraad gehouden en er wordt een uitgebreide inventaris opgemaakt, Joshua is net overleden. Joshua en Jacoba waren voor de introductie van de Franse wet in gemeenschap van goederen gehuwd. De erven zijn de kinderen: Maria, dienstmeid op Nieuwerkerke(S); Elisabeth en Helena, dienstmeiden op Oosterland, en de minderjarige Barendina waar broer Jan op Colijnsplaat voogd over is. Jan wordt vertegenwoordigd door de onderwijzer Pieter Douw op Nieuwerkerk. Cornelis Hallinge is toeziend voogd. Veldwachter Jan de Zwarte en arbeider Johannis Overbeeke zijn getuigen. Jacoba en Helena kunnen niet schrijven, en dus ook niet tekenen. De inventaris, zich bevindende in de Stekelstraat nr.61, begint met: een vertrek gelijksvloers, met uitzicht door twee ramen op de noordzijde op de bleik (het grasveld): een bed met peluw voor f.18.-; enz.enz. In de schuur liggen o.a. 200 musterds getaxeerd op f.12,- ; turf en klippels; onder de manskleren valt een blauw lakense jas op van f.16,-, terwijl er bij de vrouwskleren 6 rokken nodig zijn om aan die f.16,- te komen. Samen ong. F 430,- ; er is f.11,- contant geld; de uitvoerig beschreven gereedschappen en vooraad van de smederij zijn ong. f.465- . waard. Er is ook sprake van de koop van een hof aan de Oostzijde van het dorp (Ooststraat 5), belendende ten oosten de wed.Willem Bal; ten noorden deselven; ten westen Hermanus Mulder en ten zuiden de straatweg, hetwelk op 1 maart 1808 door Andries Bodt wonende te Serooskerke procuratie hebbende van Johannis Blom aan Joshua van Beek is getransporteert (voor Schout en Schepenen van Nieuwerkerk)

113

In het oudste debiteurenboek staat Cornelis Post, die nog F 9,12½ moest betalen over 1790; de schuldboeken met daarin vele namen van klanten, gaan door tot 1822; totaal is er ong. f.1419,- te vorderen. Dat brengt de baten op f. 2324,95. Er zijn schulden: aan mr. Johan Schuurbecke Boeije f.600,-; aan Jan van Beek f.600,- en vele andere zaken, zoals ijzer, kolen, graan, een doodskist enz., samen f.3032,-. De waarde van het hof en het huis en smederij zijn hierbij niet opgenomen. Op 11 juli 1828 verkopen de erven van Jozia en Jacoba en het huis met erve en smidse op nr.61 voor f.1200,- aan Marinus Siereveld; in mei was er al een tuin aan hem verkocht, en in aug. wat meubilair. (not.arch. 2649)

1823 – ca.1842 Marinus Siereveld, geb. 6 jan.1772/3 te Bruinisse, overl. 3 jan.1847 te Nieuwerkerk, arbeider, 74 jaar oud, zoon van Bastiaan Siereveld en Lena Pieterse van den Houte. N.H., later Ger.Gem. 1e Huw. Als JM op 20 nov.1792 te Bruinisee met de JD. Dina Janse Klink uit Ooosterland. 2e Huw. Oct. 1794/sep.1795 te Nieuwerkerk met Johanna Eliens, geb. ca 1772 te Nieuwerkerk, overl. aldaar, op 21 jan.1823, 51 jr.oud. Marinus is dan vlasboer. 3e Huw., arbeider, 51 jr. oud, op 30 mei 1823 te Nieuwerkerk met 51 jarige particuliere smidsvrouw, wed.van J.v.Beek, Jacoba Nikerk, 51 jaar, (wed. van Philippus de Roo en van Joshua van Beek.). Marinus is dan arbeider. Jacoba overl. 21 feb.1828; er is een memorie van successie, inv.622, casette 99, nr.5/344-1828. 4e Huw. hoefsmid, 57 jr.oud, op 19 juni 1829 te Nieuwerkerk met de 32 jarige particuliere Cornelia Wagemaker, geb. 4 sep.1796 te Ouwerkerk (ze wordt 1 mei 1820 ingeschreven op Nieuwerkerk), overl. 29 sep.1858 te Nieuwerkerk, arbeidster, 63 jaar oud. Marinus komt in 1794 in de gemeente Nieuwerkerk; in 1813 inwoner, gehuwd en dagloner. Marinus staat in 1818 vermeld als arbeider (mogelijk smidsknecht) op het adres van Joshua van Beek. Op 25 oct.1811 maken Marinus en zijn 1e vrouw Johanna een testament op. (not.Berman) In 1823 huwt Marinus met Jacoba Nikerk, de weduwe van smid Joz.van Beek en zet de smederij voort. In 1823 moet hij aan Hoofdelijke Omslag f.8,- betalen (klasse 14); in 1839 zat hij in klasse 8 en betaalde f. 4,90. Op 7 mei 1828 na het overlijden van Jacoba maakt de notaris een uitvoerige staat en inventaris op: de smederij en een tuin, sectie M-356, (nu Ooststraat 5) worden aan Marinus verkocht, in aug. koopt hij nog wat meubilair. Marinus bezat toen ook al een een schuur, sectie M-385; 67 ca.; een tuin op sectie M-10, groot 400 ca., en een huis met erf, sectie M-437 (Weststr.) , 107 ca.( F 27,49) De baten zijn f.3717,45, de schulden f.2838.45. Hier worden ook alle kinderen uit diverse huwelijken vermeld. (foto,not.arch. 2649) Op 11 juli 1828 leveren de erven van Jacoba het huis met erve en smidse op nr.61 sectie M 388, groot 230 ca., huurwaarde F 46,06, voor f.1200,- aan Marinus; in aug. verkoopt hij meubels en huisraad aan landbouwer Cornelis Kostense voor f.450,-. (not.arch. 2649) 16 April 1830 is Marinus veroordeeld bij vonnis van de Rechtb. V. Eerste Aanleg, te Z.zee; inv. Nr. 609, volgnr.1403. Hij kreeg samen met Tien Franken een proces verbaal van Gerechtsdienaar van der Have voor “het plaatsen van 5 Visch welien (fuiken) in trekkend water (naar Stevensluis, bij de Veldamsche Heul in de Oude Watergang”. De beklaagden erkenden de feiten voor 3 fuiken, de andere twee stonden in niet trekkend water. Ze moesten ieder afzonderlijk Tien Franken of Vier gulden vijfenzeventig betalen, en solidair in de kosten 2 Gulden 53 cent. Drie fuiken werden verbeurd verklaard. Mei 1834 is er een ruzie in de smederij waarbij Giliam Braam is aangevallen door de 18 jarige Hendrik van Nieuwenhuize en waarbij zijn linkerarm tot bloedens toe iss opengekrabd. Ze hebben ruzie gezocht over de voorrang bij het gebruik van de hamer om hun schrepels te scherpen.

114

Na veroordeling moet Hendrik f.3,- boete en f.4,28 kosten betalen. Zijn verweer was, dat hij haast had om aan het werk te gaan. (strafzaak 22-7-1836, inv.617-1944) In 1838 is Marinus smid op nr. 61 en moet f.3,90 aan hoofdelijke omslag betalen; 1842 is het laatste jaar dat hij voor A-61 betaald, het is dan f.5,10, hij gaat met vrouw en 5 ongehuwde dochters naar nr. 27 op Nieuwerkerk. Op 1 maart 1843 verkoopt Marinus Siereveld, mr.smid te Nieuwerkerk aan Jan Wagenmaker, winkelier te Ouwerkerk, een huis, erve gevolge en smidse nr.61, groot 2 Roeden 30 Ellen sectie M-388, benevens een tuin M-356, groot 10 roeden, samen voor f.2200,-; te gebruiken vanaf 13 maart 1843, getuigen zijn landbouwer Dirk van Farowe en wagenmaker Marinus Geluk.(not.Ermerins). In 1845 scheidt Marinus zich af van de Herv. Kerk en gaat naar de diensten van ds. Van Dijk in Oosterland, de latere Ger.Gemeente.

ca.1843 – 1852 Jan Wagenmaker, geb. 27 nov.1798 te Ouwerkerk, geh.met Anna Perfors.winkelier te Ouwerkerk, koopt op 1 maart 1843 van Marinus Siereveld een huis, erve, gevolge en smidse nr.61, groot 2 Roeden 30 Ellen sectie M-388, met alle gereedschappen enz., benevens een tuin M-356, groot 10 roeden, voor f.2200,-; te gebruiken vanaf 13 maart 1828. Gedaan ten huize van de verkoper, getuigen zijn landbouwer Dirk van Farowe en wagenmaker Marinus Geluk.(not.Ermerins). Op 30 maart 1843 leent Jan Wagemaker van Jan Verstraaten, schipper op Viane, f.2500,- met als onderpand de smederij en hof op Nieuwerkerk, en een huis en hof op Ouwerkerk.(not.Ermerins, 1067) Kennelijk koopt Wagenmaker de smidse voor zijn schoonzoon Frans Goosen, die al 6 jaar bij Siereveld gewerkt had als smidsknecht. Frans Goosen, hoefsmid, geb.31 jan.1813 te Ellewoutsdijk (of Baarland), zoon van schoenmaker Harman Goosen en Janna van Weele, Geh., 24 jr. oud, op 28 sep.1837 te Ouwerkerk met de 16 jarige winkeliersdochter Kaatje Wagemaker, geb.5 aug.1820 te Ouwerkerk, overl. Frans komt 1 mei 1837 van Ouwerkerk bij Siereveld op A-61 Nieuwerkerk werken als hoefsmidsknecht. Zij hebben kinderen geb. op Ouwerkerk en Nieuwerkerk. In 1840 treedt hij uit de Herv.-Ger.Kerk In 1841 is hij smidsknecht en woont op nr.97. In 1843 woont hij op nr.A-61, de smederij in de Stekelstraat en moet F8.80 betalen aan Hoofdelijke Omslag. In 1848 zijn er 2 dochters en 1 zoon in leven. Dat jaar was hij in klasse 8 aangeslagen voor f.6,- in de hoofdelijke omslag. Op 11 april 1850 leent Jan f.500,- van schipper Jacobus Verstraten van Vianen bij Owk.met als onderpand de smederij nr.61 op sectie M-388, en de tuin, M-356 groot 10 Roeden.(v.Halen) Op 18 mei 1852 verkoopt Frans Goosen of Jan Wagemaker? aan Cornelis Hollander, landbouwer te Nieuwerkerk, een huis, erf en gevolge met de smederij sectie M-388 + een hof aan de Oostzijde van het dorp, ten zuiden van de straatweg, sectie M-356, groot 10 roeden, voor f.1800,- ; getuigen zijn herbergier Cornelis Stoutjesdijk en schoenmaker Marinus van Sas. (not.D.Q.de Jonge van Hale) Op 28 april 1852 houdt not.Bouvin een openbare veiling voor de smederij van 125 artikelen waaronder een riemwagen, stoven, stoelen, potten, pannen enz.; het brengt f. 231,10 op! In 1852 emigreert Frans Goosen, NH., 39 jaar oud met vrouw en 5 kinderen naar Noord-Amerika; de reden is: zucht naar verbetering; waarschijnlijk heeft zijn uittreden uit de kerk er ook mee te maken, zijn geloof is nu Christelijk Afgescheiden; verschillende afgescheidenen zijn hem voorgegaan; volgens opgave neemt hij ongeveer f.1000,- mee. Volgens legger 136/1: Verkoop R133, 1833/43 door Marinus Siereveld, smid, van M-388.

115

Volgens legger 328/1 verkoopt Jan Wagemaker, winkelier, sectie M-388 in 1853. voor 1847 woonde hij te Nieuwerkerk op nr.146, later A-61;

1852 –1861 Geerard Goosen, (broer van Frans) zoon van Herman Goosen en Janna van Weele, geb.10 jan.1829 te Ellewoutsdijk, overl.. Geh., 21 jaar oud, hoefsmid, op 1 nov.1850 te Nieuwerkerk met de 20 jarige particuliere, landbouwersdochter Maria Hollander, geb. ca. 1830 te Nieuwerkerk; zij hebben dan al een zoontje, geb.23 sep.1850 en dat wordt door hen erkend bij het huwlijk. Geerard komt in dec.1844 van Ellewoutsdijk, en werkt bij zijn broer Frans. Op 18 mei 1852 is er een akte van transport (not.D.Q.de Jong van Hale) waarbij Cornelis Hollander, landbouwer te Nieuwerkerk, de smederij aan de Stekelstraat koopt van Jan Wagenmaker voor f.1800,- Zijn dochter had op 23 sep.1850 een zoontje gekregen waarvan smidsknecht Gerard Goosen, de broer van smid Frans Goosen, de vader was. Pas op 1 nov. van dat jaar zijn ze getrouwd; Mei 1852 komt Geerard van Haamstede en begint zelfstandig in de smederij van zijn schoonvader in de Stekelstraat; op 27 juli van dat jaar maken hij en zijn vrouw een testament op langstlevende bij not.Bouvin in Oosterland. In 1853 woont hoefsmid Gerard Goosen op nr.A-61 en betaalt f.7,- hoofdelijke omslag. Gerard is hoefsmid en krijgt kinderen in 1852 in Haamstede en van 1853 tot 1866 op Nieuwerkerk, waarvan er 7 overlijden., hij wordt landbouwer in 1866, en is knecht in 1879. In 1853 is de Hoofdelijke Omslag voor Gerard 7 gulden, op nr.61; in 1858 is het 8 gulden. In Juni en Juli 1856 advertenties in de Nieuwsbode: ”Terstond benodigd een Smids-knecht van de P.G. bij G.Goosen te Nieuwerkerk in Duiveland”. Op 6 feb. 1858 verkoopt Cornelis Hollander, landbouwer, aan zijn schoonzoon Gerard Goosen, hoefsmid te Nieuwerkerk een woonhuis en hoefsmederij, erf en gevolge sectie M-388, en een hof te Nieuwerkerk, M-356 groot 10 roeden, voor f.2000,- . De verkoop gebeurt in de Meebaal, getuigen zijn Mar. Schoof en landbouwer Hubrecht van de Zande. (not. D.Q.de Jonge v.Halen) copy. In 1859 is de hoofdelijke omslag f.12,- voor hoefsmid Gerard Goosen die dan op A-61 woont. In 1860 woont Gerard Goosen, landbouwer, op nr 101 bis. (bev. Reg.1861-1870) Gerard bouwt rond 1860 een huis en schuur op zijn hof (Ooststraat 5) en wordt op die plaats de eerste bewoner! Op 5 sep.1861 verkoopt Gerard Goosen, hoefsmid te Nieuwerkerk aan Johannis van Nieuwenhuijze, winkelier en landbouwer te Nieuwerkerk, ten behoeve van de minderjarige Johannis de Braal, hoefsmidsknecht, een woonhuis, erve en gevolge met daarin een smederij, sectie M-388 voor f.2000,-. (not.D.Q.de Jonge van Halen) Gerard “smid en landbouwer” bezit dan ook nog ca.3,5 HA land. In 1862 betaalt Gerard Goosen f.7,- Hoofdelijke Omslag aan de gemeente voor A-101a. Er wonen dan 1081 mensen op Nieuwerkerk, die samen f.1400,- betalen aan de Hoofdelijke Omslag. Op 3 feb.1862 staat in de Mem. van successie van Hollander, dat Geerard Goosen voorheen smid was, maar nu, in 1862, landbouwer is.(not.Quinten v.d.Halen) In 1862, worden M-574 en 575 weer samengevoegd tot sectie M-582 met huisnummer 101a; het is nu huis en schuur. Er staat bij: verk.1867 en verk 1883. (kad.nr. 576-6) In 1872 woont Gerard op nr. 101b (nu Ooststraat 5), hij is landbouwer betaalt f.3,- aan hoofdelijke omslag. Op 7 feb.1874 erft zijn vrouw kapitaal. (not. J.Moolenburgh) In 25 april 1878 neemt Gerard, samen met zijn broer, schipper Herman Goosse uit Zierikzee, een hypotheek bij Mr. Corn. Joh. van der Lek de Clercq van f.2000,-; als onderpand dienen: 1e/ de staatsieschuit “de drie gebroeders”; 2e/ woonhuis, tuin en erve te Nieuwerkerk, sectie nr.M- 582, groot 10 aren (ooststraat 5), en 3e/ woonhuis en erve, sectie M-512

116

Op 30 jan.1882 wordt er voor Gerard Goosen, een openbare verkoping gehouden: 1e/Een woonhuis, varkenshok en tuin, sectie M-582, groot 287 ca.; hierop biedt smid Joh. de Braal f.400,-. 2e/Een schuur met erf, sectie M-582, groot 713 ca.; hoogste bod van f.752,- is van kuiper Ed.Lodewijk. 3e/Verkoop van 1 en 2 tesamen. Hendrik van Nieuwenhuijzen is hoogste bieder en koper voor f.1625,-; er moet F15,- strijkgeld aan de Braal, en f.7,50 aan Lodewijk betaald worden. Verder werden nog 2 stukken land verkocht van sectie M-66 aan de Molenweg: 2180 ca. voor f.751,- en 4060 ca. voor f.725,- aan Willem de Reus. Ook werd er nog ongeveer 7 HA. Land verkocht op Ouwerkerk. (not.J.Moolenb.) Zonen: Zijn zoons huwen later als schipper- en landbouwersknecht. Harman, geb. ca.1851 trouwt 7 apr.1876 als schippersknecht met timmermansdochter Huibrina Tuijnman. 1861 -- ca.1905 Johannis de Braal, zoon van landbouwer Izaak de Braal (op de hofstede Cereales van Farrowe)en Cornelia van Nieuwenhuijze(ca.1819-1850), (Izaak was boerenknecht bij zijn huw. op 2 mei 1838 op Nieuwerkerk, zij was een 19 jarige landbouwersdochter. Izaak is later ook nog geh. met Jannetje Wagemaker en Adriana Bal.) Johannis is geb.5 april 1840 te Nieuwerkerk, overl.21 nov.1918, 77 jr.oud. NH. Geh., 24 jaar oud, op 2 juni 1865 te Nieuwerkerk met de 22 jarige molenaarsdochter Neeltje Dijkman, geb. 25 oct.1842 te Ouwerkerk, overl. 1 mei 1906 te Nieuwerkerk, 66 jr.oud. Op 5 sep.1861 koopt Johannis van Nieuwenhuijze, winkelier en landbouwer te Nieuwerkerk, ten behoeve van zijn kleinzoon Johannis de Braal, hoefsmidsknecht, van Gerard Goosen, hoefsmid te Nieuwerkerk, een woonhuis, erve en gevolge met daarin een smederij, sectie M-388 voor f.2000,-(not.D.Q.de Jonge van Halen). Aan de minderjarige Johannis is handlichting verleend door de kantonrechter om een bedrijf uit te oefenen. Johannis neemt een hypotheek van douariere Henrietta van Breugel van f.3000,- op de smederij; Joh. van Nieuwenhuijze en Corn.Struijk staan borg. In 1869 woont hoefsmit Joh. de Braal op nr. 71 en hij kan zo nodig aan 1 persoon inkwartiering geven. In 1872 is de Hoofdelijke Omslag van de Gemeente Nieuwerkerk voor A-71, hoefsmid Joh. De Braal f.5,-. Op 27 jan.1877 vraagt Johannes een smidsknecht die een paard kan beslaan. In 1878 wordt hij aangeslagen (A-71) voor een geschat inkomen van f.700,- à f.800,- en moet f.6,- betalen, Op 6 feb.1879 verkoopt hij samen met Joh. Lette een huis en erf , sectie M-340, groot 140 ca. aan kantonnier Joh.Wandel voor f.300,-.(not.J.Moolenburgh) In 1892 ligt zijn geschat inkomen f.100,- hoger, maar hij moet weer f.6,- betalen.; In 1902 is zijn geschat inkomen terug naar f.700,- à f.800,-, en hij moet nu f.14,55 betalen; hij woont op A-71. Er zijn dat jaar in Nieuwerkerk 160 mensen aangeslagen, die samen F 1672,- moeten opbrengen. In 1910 woont Johannis met zijn huishoudster Grietje v.d.Bout op nr. A-170. Op 6 april 1916 verkoopt Johannes aan Joh.Stoutjesdijk Anth.zn. 1008 ca. weiland, zuidoost deel van M-68 voor f.675,-. ( Pand: dj 1897, 648/1: huis A-71, volgens kadaster vindt een hermeting plaats. dj 1906, 648/14: sectie M-1196, huis, schuur, erf, Stekelstraat, ca.174ca, verkoop >1504/1 Zonen:  Izaäk Willem, hoefsmid, geb. 27 mei 1869 te Nieuwerkerk, zie hierna.  Christiaan Hendrik, hoefsmid, geb. 17 dec.1878, zie hierna.

117

ca.1905 – Gebr. I.W en C.H. de Braal: 1e: Izaak Willem de Braal, geb. 27 mei 1869 te Nieuwerkerk, overl. 18 jan. 1941 te Nieuwerkerk. Zoon van Johannis de Braal en Neeltje Dijkman. NH. Geh.: hoefsmid, 32 jaar oud, op 23 mei 1902 met de 33 jarige Johanna Marina van Oost, geb.21 jan.1869 te Nieuwerkerk, overl.17 maart 1940, 71 jr.oud. Bijz.: In sep.1897 slaagt Izaak in Middelburg voor het examen “Gediplomeerd Hoefsmid” In 1908 is de hoofdelijke omslag voor Izaäk op nr.70 f.9.44 (geschat inkomen f.500,- à 600,-); voor Christiaan op nr.71 is het f.6,02 (3 à 400); het totaal voor de gemeente Nieuwerkerk is f.1475,-; er zijn 214 aanslagen, een arb. betaalt 0,86, de hoogste aanslag is voor C.v.Oeveren, hij betaalt f.54,18 In 1914 is het resp.: Izaäk f.9.90 ; Chris f. 4,30. Het totaal voor de gemeente Nieuwerkerk is dat jaar f. 2099,- Op 20 maart 1918 is hij medeverkoper (erfgenaam?) van huis, erf en tuin aan de Rolleklootsendijk, sectie M-1658 met erfpachtrecht en een door hem gesticht huis,en M-1659. Jan P.v.Driel koopt voor f.3600,-.(not.Korteweg) Op 17 oct.1918 verkoopt Izaak aan Jan de Bil Mzn. een op 3 oct.1918 verkregen huis aan de Stekelstraat, met het open erf aan de westkant van het gebouw, sectie M-1539, voor f.1000,-. (not.Nouhuijs) Op 2 mei 1919 is Izak één van de 62 opdrachtgevers in de verkoop van twee boerderijen op Ouwerkerk namens Job Bouman en Jacob Romeijn.(not.Korteweg) Op 8 oct.1919 verkoopt Izaak aan Joh.Brouwer en Izaak Stoutjesdijk ieder de helft van een tuin, sectie M-1013 aan de Rolleklootsendijk voor f.250,- elk.(not.Korteweg) Op 1 dec.1919 richten de gebroeders de Braal een verzoek aan de gemeente om aan hen een stuk grond te verkopen van 12 m2 van sectie M.1613 om de aanbouw van een hoefstal aan de smederij mogelijk te maken. De raad gaat op 20 jan.1920 accoord dit stuk voor f.48,- te verkopen, maar krijgt op 27 febr. een kleine reprimande van Ged.Staten omdat ze hadden kunnen en moeten voorkomen dat de bouw plaats vond voordat de vergunning er was! Op 22 dec.1920 koopt Izaak W.de Braal uit de nalatenschap van zijn schoonmoeder 74 are 80 ca.bouwland in de Zuidplas nr.497 voor f.2735,68. 1/3e kwam zijn vrouw toe als erfgename.(not.Korteweg). Na het overlijden van zijn broer Christiaan in 1923 zet hij het bedrijf voort met diens zoons Jan en Johannes. Pand: 1910: nr. 86>118. dj 1906-1910, 1504/1 herbouw, idem 1911, 1504/2. dj 1921, 1504/3, sectie M1612, vereniging, 191 ca. Volgens Nwk. in oude ansichten woont hij ca.1905 links van de smederij. Izaak had geen kinderen. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~ 2e: Christiaan Hendrik de Braal, geb. 17 dec.1878; overl. 2 dec.1923, 44 jr.oud. NH; Zoon van Johannis de Braal en Neeltje Dijkman Geh., hoefsmid, 26 jaar oud, op 5 mei 1905 met Johanna Pieternella Berman, geb. 27 mei 1879 te Nieuwerkerk, overl. Johanna is de dochter van Jan Jacobus Berman en Neeltje Johanna Hollander. Bijz.: Hij is van mei 1898 tot juni 1899 in Stad aan ’t Haringvliet; 10 mei 1905 gaat hij op Nieuwerkerk (Stekelstraat A-71) wonen. In 1908 is de hoofdelijke omslag voor Christiaan op nr.71 f.6,02 (3 à 400); In 1911 wordt dat nr. 87, Chris woont daar ook in 1922 nog. Op 2 mei 1919 is Christiaan één van de 62 opdrachtgevers in de verkoop namens Job Nicolaas Bouman en Jacob Romeijn.(not.Korteweg)

118

Zonen: Christiaan, die jong overlijdt, heeft twee zonen Jan en Johannes, die, eerst met hun oom Izaäk en later samen, de zaak voortzetten, ook weer onder de naam Gebr.de Braal :

tot 1969

Gebr. J. en J. de Braal: 1e: Jan Jacobus de Braal, geb. 19 feb. 1902 te Nieuwerkerk, overl. 1977 te Nieuwerkerk. Als smid gehuwd met Mien van der Wielen. Bijz: Jan leed erg aan rheuma. Zijn zoon Christiaan vertrok van Nieuwerkerk. De oude smederij was klein, rond 1950 werd er langs de Molenweg een nieuwe loods gebouwd, en ong. 1955 aan de Achterweg een heel nieuw bedrijf. In 1952 werd een Hinderwetverg. verstrekt voor een tankinstallatie en een inrichting voor landbouwwerktuigen. Toen er minder smidswerk kwam, werd het bedrijf voor een groot gedeelte omgeschakeld als distributiecentrum voor Shell; na de verkoop werd het garage, daarna computercentrum. 2e: Johannes de Braal, geb.23 juni 1906 te Nieuwerkerk, overl.23 oct.1952 te Noordgouwe. gehuwd, 19 jaar oud, hoefsmid, op 30 oct.1925 te Nieuwerkerk met de 22 jarige kruideniersdochter Jans Nortier, geb. 27 juli 1903 te Nieuwerkerk, overl.17 mei 1979 te Nieuwerkerk. Bijz.: Ze wonen 1910/1938 op nr.A 230>315>119 Ze hadden 2 dochters, Johanna Elizabeth (Jo), die later met draglinemachinist Jo Janse trouwde, en Elizabeth Johanna (Betsy), geb. 21aug.1930 op Nieuwerkerk. Betsy is op dec.1955gehuwd met Pieter Johannes van Felius (Piet), geb. 21 aug.1930 te Dreischor. Piet kwam na het volgen van de Ambachtschool als smidsknecht bij de Gebr.de Braal tot eind 1952. Toen is hij bij de bejaarde smid van de Kommer in Dreischor gaan werken met de bedoeling de smederij daar over te nemen. De ramp stak een spaak in het wiel, en Piet is daarna bedrijfsleider geworden in een dependence te Zierikzee van het landbouwmechanisatiebedrijf Schippers uit Goes, tot 1979; ook daar was een smidsvuur, o.a. om “de scharren te scherpen”. Pand: 1954, 1504/4: Ontvangen uit het rampenfonds. dj.1954, 1504/5, ruïne en erf gekocht op naam van Jan de Braal van: Izaak de Braal, hoefsm. en consorten, ½ in 1,88 Are, Johanna P Berman, Christiaan H.de Braal (medeeigenaar) dj. 1955, 2853/1 herbouw.(Die vind waarschjnlijk in de Noordstraat plaats) dj.1956, 2853/2, verkoop aan Gemeente, die de zaak sloopt om een betere doorgang van de weg te verkrijgen.

1969 –1974. In aug.1969 wordt de oliehandel, de smederij en de handel in huishoudelijke artikelen overgenomen door A. van der Ban b.v. uit Dubbeldam. In oct.1974 verzend van der Ban een brief aan de klanten waarbij ze aangeven dat de smederij en de zaak in huish. art. worden opgeheven, er komt een garage met Simca-Chrijsler dealerschap in het pand op Nieuwerkerk en de oliehandel wordt verplaatst naar Zierikzee; J.J. de Braal wordt bedankt voor zijn werkzaamheden tijdens en na de overname die hij kort daarvoor heeft beëindigd.

119

3e Er zijn nog een aantal smeden of smidsknechts op Nieuwerkerk(D) waarvan nog niet voldoende aantekeningen gevonden zijn, om ze precies te plaatsen.

1524 Adriaen Janszoon smit en Pieter Janszoon Bot worden opgepakt, naar Veere vervoerd en daar gevangen gezet. Adriaen ontsnapt en begint een proces in den Haag. (zie aparte verhaal blz.2) 1552 Adriaan Janszoon, en Jan Adriaanszoon, 2 smeden op Nieuwerkerk, vader en zoon.(v.Burgh)

1588 Willem Diericx ontvangt uit handen van rentmeester Cornelis Barthelsse vier pond en negentien schellingen voor levering en ijzerwerk aan de kerk van Nieuwerkerk in Duiveland. Bartelse betaalt ook nog een rekening van Willem voor werk gedaan in opdracht van de vorige rentmeester, Abraham Daniëls.

Ene Cornelis Diericxe, werkt in hetzelfde jaar aan het Minnebroer in de Meijboogaart(in Zierikzee). Hij heeft een mooie handtekening, maar het is niet zeker waar de broers(?) wonen, waarschijnlijk in Zierikzee.

1617 Aert Pieterse, smid op Nieuwerkerk in Duvelant ontvangt 9 schellingen en 5 grootten uit handen van rentmeester Cornelis Barthelse voor ijzerwerk gedaan aan de kerk. Aert kan niet schrijven, de kwitantie wordt opgemaakt door schoolmeester Samuel de Raat.(Rekenkamer 505)

1630 ca. Basting, Pieter, overl. 29 juni 1678 te Biervliet.; geh. met Passchijntje Pieters. smid te Nieuwerkerk (welke? Mogelijk smidsknecht?), zoon van wagemaker Willem Basting, die 4 kinderen krijgt op Nieuwerkerk, waaronder ook Marinus, die later de wagenmaker wordt. Willem vertrekt ook van Nieuwerkerk. Mogelijk is pa Willem smid-wagenmaker op Nwk.??. Pieter gaat ca. 1654 naar Schoondijke, later hoefsmid in Biervliet.

1660 Tonijs Cornelisse, smit, werkt aan konnasters en glasroeden van de kerk. Gezien zijn handtekening lijkt het er op, dat Tonijs Cornelisse een zoon is van Cornelis (Diricxe), maar ook hier is de woonplaats niet bekend.

120

1669 Heindrick Jansse, smid; Op 29 juli 1669 uit een boedel: voor het scherpen van scharren, 7 sch., kwitantie. (4670) In maart 1670 krijgt Heindrick Jansse betaald uit een boedel.(4666) 1691 Pieter Janse, smid, ouderling 1 juli 1691.( consistorieboek van Nieuwerkerk, 1598-1655) Uit de lijst van gedoopte kinderen op Nieuwerkerk blijkt dat Pieter Janse Klinkerland, smid, van . . 1658-1663 kinderen krijgt met Annetje Jans, en in 1677 een dochter Jannetje met Maetje Andries. Op 25 aug.1677 1691 Wouter Sorge, smid, vertrekt met zijn vrouw Josijntje Cornelis Wittekerke met attestatie van de Noordweg op 23 dec.1691. (Geen Noordweg op Nwk.in Duiveland, mogelijk in Schouwen?) 1704 Pieter de Klopper, smid te Nieuwerkerke, levert ijzer aan Cornelis Jacobse in Bettewaarde. Er is in die tijd geen smid Pieter op Nieuwerkerk, andere mogelijkheden zijn: Bettewaarde, Capelle of Nieuwerkerke in Schouwen, hoewel daar ook geen Pieter gevonden is in die tijd.(4055-115) 1742 Jan van Dulmen , op 28 feb.1742 heeft Jan £1-13-0 tegoed voor smeedwerk uit de boedel van Gerrit Kers op Capelle.(4651-11) 1749 Mr.smid Cornelis Mus, uit Zaamslag, nu op Nwk. geeft volmacht aan mr.smid Cornelis Verhoek om de erfenis van zijn oud-oom Cornelis Hogerwerff in Sommelsdijk te regelen.(4675-105) 1775 Jan Bolle, knecht op Nwk. komend van Sirjansland mei 1775, en gaat naar Noordgouwe nov.1776. 1797 Jan Janse Smits, smidsknecht, geb.ca.1764, staat op de lijst van mog. dienstplichtigen te Nwk. 1797 Adrn. Wolff, geb.ca.1767, ongehuwde smidsknecht staat op de lijst mogelijk dienstplichtigen 1797. 1797 Wm van Oorschot, ongehuwd, geb. ca. 1775, smidsknecht, staat op de lijst mogelijk dienstplichtigen. 1797 Dirk van der Bil, staat als smidsknecht, 18 jaar, op de lijst van dienstpl. van 1797. 1808 Pieter Beekman, smidsknecht op Nieuwerkerk is op 11 dec.1808 getuige van een oploopje en messteken bij de herberg “Zeemans Welvaren”in Zierikzee. (4340) 1847-1872 Marinus Dijkgraaf, , smid, geb. 25 feb. 1822 in Zierikzee, overl. 1 aug. 1888 te Nieuwerkerk. Zoon van Cornelis Dijkgraaf en Neeltje Peute. Geh.: 16 May 1845 in Nieuwerkerk met Cornelia Overbeek, geb. 21 jan. 1825 te Nieuwerkerk, Zij is overl. 27 oct. 1904 te Nieuwerkerk; ze krijgen 3 dochters. In 1847, hoefsmidsknecht Nieuwerkerk; 20 mei 1872 overl. kind 6 jaar te Nwk. Ca.1952 Leen Kraaijeveld, werkt bij Jan Kesteloo.

------

121

Capelle

Vin, Christiaan Poulusse de, Uit de inventaris opgemaakt na zijn overlijden in dec.1797 blijkt hij de eigenaar van de herberg met stalling, winkel met schoenenverkoop en bakkerij op Capelle; in de inventaris staan ook 4 zak smeekolen t.w.v. £ 1-10-0.(4351-30) Mogelijk werden er paarden beslagen?

Graaf, Johannis Pieter de, , geb. ca.1821 te Elkerzee, zoon van Petronella de Graaf; overl.4 jan.1850 te Nieuwerkerk; Geh. hoefsmidsknecht, op 3 feb.1849 te Nieuwerkerk met dienstmeid Aaltje van Loozen, geb.19 jan.1822 te Duivendijke, overl.3 jan.1867 te Ellemeet.: Aaltje hertrouwt 18 dec.1851 met kleermaker Poulus Berman. Op 20 nov.1848 richt de Graaf een verzoek tot de gemeenteraad van Nieuwerkerk “tot stelling van een smederij, desnoods met travaille op Capelle”. (nwk.155) In 1848 en 1849 betaalt Johannis f.2,04 (10e klasse) belasting voor het pand B-10 (Capelle). Bijz.: Nieuwsbode, 17 jan.1850:”Door sterfgeval te koop of te huur een woonhuis annexe hoefsmederij met daarbij zijnde gereedschappen, staande te Capelle in Duiveland. Te bevragen bij Johannes van Steijn aldaar”.

Kok, Frans de, geb.10 mei 1823 te Zierikzee. Geh.: op 31 aug.1849 te Serooskerke met naaister Neeltje Cornelisse, geb. 31 mei 1821 te Zierikzee. Frans werkt in 1847 op Bruinisse. In 1852 woont Frans op B-10 op Capelle, hoefsmid, hij betaalt het werkmanstarief aan hoofdelijke omslag, dus smidsknecht ? Mogelijk probeert hij de smederij daar voort te zetten of werkt al in Z.zee. In oct.1852 hoefsmid, een kind overl. te Capelle, (Nwk) In oct 1852 vertrekt Frans van Capelle naar Z.zee. In dec.1854 kind geb. en sep.1857 kind overl. op Zonnemaire.

Bettewaarde.

Aan het einde van het derde Steenzwaan is een weeltje, gelegen in een driesprong van wegen, en daar staat, “De Wolf”, een pand, dat nu verbouwd is tot vacantiewoning. Eerder is het een tot drie arbeiderswoninkjes verbouwd stenen gebouw, de “Bettewaartse Smidse”, waar een smid gewoond en gewerkt heeft. In 1832 is het een huis met erf groot 850 m2, sectie D- 124 van ir. Abraham Caland uit Zierikzee, die veel stukken land bezit in die omgeving. Rond 1910 behoort het al lang tot de herinneringen, en slechts de naam “Beddewaartse smidse” blijft nog een poosje voortleven. Maar welke smid of smeden hebben daar gewerkt? Rond 1900 rijden de boerenfamilies rond de jaarwisseling gezamenlijk met hun arresleden naar de kraampjes bij de „Beddewaardsesmidse", om daar te genieten van de verse chocolademelk die men daar voor een habbekrats kan kopen.

Bij de groep onbepaalde smeden van Nieuwerkerk zit: 1742 Jan van Dulmen , Waar ? 28 feb.1742 heeft Jan £1-13-0 tegoed voor smeedwerk uit de boedel van Gerrit Kers op Capelle. (4651- 11) Dit is een kleine mogelijkheid!

Wim Kesteloo, 2009.

122

Noordgouwe.

van ? tot 1646 op Noordgouwe; daaarna op, (of ook op) Zonnemaire. Hendrick Walkier Smit, Overleden voor oct.1680. Geh.: Met Matje Peters. Bijz.: Koopt in 1646 de smederij op Zonnemaire; het is niet zeker of hij vertrekt uit Noordgouwe, we zien hem hier later als brouwer, mogelijk werkt hij met een zetbaas in de smederij, hier of op Zonnemaire. Op 6 juli 1646 is Heijnderick Walckijer, smit tot Noordgouwe 600 Caroli guldens schuldig aan Heijnreck(?) Janse Baelman, wonende te Zonnemaire. “Verleijnt hij comparant sin persone ende alle sijn roerende en onroerende ….etc.; voor aankoop van de smederij van de wed. A.Bruins op Zonnemaire. (4600A- Zonnemaire) Op 25 maart 1664 koopt Heijnderick Walckijer, hij is dan brouwer, 5 G.160 R coornlant voor 25 pond vlms het gemet van Guilliaem van Sluijs uit Zierikzee.(4556) Op 10 jan.1671 leent brouwer Hendrik Walkier, brouwer te Noordgouwe, 100 pond van Job de Jonge, oud burgemeester te Zierikzee, op zijn huis, brouwerij en boomgaard, en de 5 gemeten coornland.(4556) Op 7 oct.1680 koopt Matje Pieters, wed. van Henderick Walkier van Kornelis van Kampen een huis aan de Noordzijde van de haven van Brouwershaven voor £ 100.-.-. (4396)

na 1646 -- 1676 Jan Janse Walte, overleden ca. 1676, is smidsbaas. 1e Huw.: met Adriaenken Jan Eensdr. Zoon Jan Janse Walte, ged. te Noordgouwe op 21 april 1669 wordt bakker. 2e Huw.: ca. 1674 met Jannetje Maertens, overl. in september 1688. Zij hertrouwt na juni 1677 met Dingeman Thomasse Decker, de volgende smid. Bijz.: De datum waarop Dingeman begint is onzeker. Op 7 feb. 1660 eist hij betaling van £2.12.6 uit de mogelijk failliete boedel van Huijbregt Louisse voor geleverd ijzer, arbeidsloon en boekweit dorsen. In 1667 eist hij betaling van Cornelis Frans van Houten (4549) Op 8 maart 1667 koopt wagenmaker Cornelis Pieterse Rentier het huis ten Oosten van smid Jan Walte; Noord van dit huis ligt de Straate en Zuid de vroone.(4656) Op 7 feb.1668 wordt Jan als smid genoemd als belendende.(4556) 16 juni 1677, Janneken Maertens, weduwe van Jan Walte, smit zaliger, heeft twee wezen uit haar huwelijk, Anne Mari (2 jaar) en Leuntje (1 jaar). Zij zal de kinderen opvoeden en gedurende een jaar onderhouden, waama zij als vaderlijk erfdeel elk twee zilveren ducatons zullen ontvangen (4591)

1677 -- 1708 Dingeman Thomasse Decker,die als smidsbaas is overleden voor 1 mei 1708. Dingeman trouwt met Janneken Maertens, weduwe van Jan Walte, smit Dingeman hertrouwt in februari 1689 met Marij Rotty, overleden op 12 februari 1692. Dingeman trouwtcca.1693 voor de derde keer, nu met Susanna (Jaques)Jacobdr. Bloms Bijz.: Op 3 mei 1680 is Dingeman Thomasse, hoefsmid te Noordgouwe, getuige. 15 juli 1681, Lieven Borstelaer, wonende onder de jurisdictie van Noordgouwe transporteert aan Mary Rotty, weduwe van Stoffel Heimraet, een huis op het dorp, belend oost Leendert Walkier, zuid de straat, west de weg, noord Leyn Joosse, voor 12.10 pond contant (4554). 29 mei 1688, Dyngeman Tomass, smid wonende onder de jusrisdictie van Noordgouwe is schuldig aan Soeteman Dyngemans, 200 carolus gulden, met als onderpand zijn huis, erve en gevolgen aan de zuidzijde van het dorp, oost de huizinge van Jan Zael, west Adiyaentje Stoffels, zuid de dorpsvroone en noord de straat. (4554).

123

1 februari 1689, Dingeman Tomas brengt naar de weeskamer van Noordgouwe de inventaris van de goederen nagelaten door zijn in 1688 overleden vrouw Jannetje Maertens. Besloten wordt dat hij de boedel mag behouden. Tot mei 1689 zal hij Anna Mary, het voorkind van zijn vrouw onderhouden en haar dan een zilveren ducaton geven als moederlijk erfdeel, alsmede de vier zilveren ducatons die haar nog toekomen voor haar vaderlijk erfdeel. De vijf kinderen in leven uit zijn eigen huwelijk met de overledene zal hij opvoeden en onderhouden en hen bij mondigheid een uitzet geven. Zijn aanstaande vrouw Marij Rotty, weduwe van Stoffel van Oosterhout, zegt toe dat zij haar wees Pieter Stoffels van Oosterhout (Pieter Rottij) zal opvoeden en onderhouden. Als vaderlijk erfdeel zal hij het huis in Noordgouwe krijgen waar zij nu in woont, belend oost de brouwer Walkier, zuid en west de straat (4590). 12 februan 1692, Dingeman Tomass, weduwnaar van Mary Rotty, en Pieter Jacobss Lantsheere, als voogd en naaste bloedverwant van Pieter Stoffels van Oosterhout (Pieter Rotty), de nagelaten wees van Mary Rotty, hebben afgesproken dat Dingeman de wees gedurende twee jaar zal onderhouden en hem het smidsambacht zal leren; als tegenprestatie zal de wees gedurende deze tijd bij hem als smidsknecht werken. Na die periode moet hij hem voor zijn moederlijk erfdeel een zilveren ducaton geven. Dingeman behoudt de boedel. (4590). 25 maart 1692, Pieter Lantsheere, als voogd van de wees van Mary Rotty genaamd Pieter Rotty (is Pieter Stoffels van Oosterhout), transporteert aan Susanna Bloms (zijn stiefmoeder) een huis en gevolg aan de noordzijde van het dorp, zuid en west de straat, noord de schuur van Crijn Leyns, oost de huizinge van de brouwer Walkier (4554). 27 juli 1693, dhr. Johan Sterck, predikant van Noordgouwe, wegens de kerkenarmen., en Jacob Claess van Putten, wegens de plaatsenarmen, transporteren aan Dyngeman Tomass een huisje en gevolgen op het dorp, belend noord en west de straat, zuid de boomgaard van sr. van Everen, oost Dyngeman Tomass, voor een som van 18 pond (4554). 17 april 1696, Dyngeman Tomass, gehuwd met Susanna Bloms, transporteert aan Tijs Heijndericxe een huis, erve en gevolge aan de noordzijde van het dorp, belend oost de brouwer Walkier, west en zuid de straat, noord de schuur van Cnjn Lems, voor een som van 23 pond (4554). 14 april 1698, Dyngman Tomass, smid alhier is schuldig aan Jacob Rijcxe, 16 pond wegens koop van ijzer, tegen 5% rente, te betalen op Sinte Looy, met zijn smidse als onderpand (4554). 10 februari 1699, Dyngeman Tomass smid, wonende Noordgouwe, is 400 carolus gulden schuldig aan juffr. Agata de Jonge-Cocx, , tegen 6% rente, als hyp.op zijn huis, schuur en smidswinkel aan de zuidzijde van het dorp. De akte is beéindigd op 28 nov.1722 (4554). 1 mei 1708, Comelia Cole, weduwe van Joris Maghiels wonende op Noordgouwe, transporteert aan Susanna Bloms, weduwe van Dyngeman Tomass een huis, erve en gevolg aan de zuidzijde van Noordgouwe, oost Jan Blom, west de smidse, zuid de vroone, noord de straat, voor een som van 18 pond (4554). 20 augustus 1708, Susanna Bloms, weduwe van Dyngeman Tomass is schuldig aan Adriaen Daek, een som van 16.18 pond, met als onderpand haar huis aan de zuidzijde van Noordgouwe (4554). 30 oktober 1708, Susanna Bloms, weduwe en boedelhoudster van Dyngeman Tomass, transporteert aan haar pleegzoon Tomas Dyngemans Dekker, een huis, schuur en gevolge met de smidswinkel, belend oost de comparante, west en noord de straat, zuid meester Paulus Dooge, voor een som van 550 gulden. In transportakte staat de bepaling dat de koper zijn halfbroer Jacob Dingemans van zijn 15e tot zijn 20e jaar het smidsambacht moet leren en hem dan ook onderhouden.(4554). Op 28 maart 1719 transporteert Jacob Dyngemans Decker, voor zichzelf en namens zijn broer Leendert aan hun zuster Leendtie Dyngemans Decker een huis en erf aan de zuidzijde van het dorp, belend oost Maerte Lous, west en zuid de smidse, noord de straat, voor een som van 20 pond (4554) Zonen:  Thomas Dingemans Decker, gedoopt te Noordgouwe op 12 augustus 1685, zie II-a  Jan Dingemanse Dekker, gedoopt te Noordgouwe op 3 november 1688 (smid, zie hierna)  Jacob Dingemanse Decker, smid, zie hierna  Leendert Dingemanse Dekker, gedoopt te Noordgouwe op 30 september 1696. 1e Huw.: Leendert is getrouwd te Zonnemaire op 9 mei 1731 (hij is j .m. van Noordgouwe, zij is j.d. van Zonnemaire) met Grietje Klinkerland. 2e Huw.: met Josina Janse Wermans.

124

Zoon: Dingeman Leenderts Dekker, gedoopt te Zonnemaire op 11 maart 1742.

1708 -- 1716 Thomas Dingemans Decker, gedoopt te Noordgouwe op 12 augustus 1685, zoon van Dingeman Thomasse Decker en Jannetje Maertens. Hij is in 1742 al overleden. Geh.: te Noordgouwe op 21 november 1708 (hij was j.m. van Noordgouwe, zij j.d. van Zierikzee) met Dina Willems van Poelenburgh. Bijz.: In 1709 en 1710 wordt Tomas betaald voor smidswerk aan bezittingen van de fam.Mogge.( fam archief v.d.Lek de Clercq H222-465) Op 26 nov.1710 verkoopt”houftsmit” Tomas Dingemanse woonachtig te Noordgouwe aan “mede houftsmit Pieter van Doeselaar, een huis met gevolge staande op dezen dorpe (Nieuwerkerke-S) op Ambachtheeren grond voor £33.-.-, en 2 zilveren ducatons voor de vrouw”; met hypotheek. De toebehoren worden door Schout en Schepenen getaxeerd op £ 10.-.- .(5038/49, Koudekerke), de schout is Adrij Keiser; schepenen: Jacob Ijsaakse Luijckaert, Corn. Locker; Adrij de Keijser en Willem Schietkat. Op 24 jan.1716 laat Catharina van der Puijt al haar goederen na aan haar 2 zusters van halven bloede, één daarvan is Dina van Poelenburgh, de vrouw van Tomas de smid op Noordgouwe. (4097) Op 30 jan 1716 koopt Tomas Dingemanse (Dekker), smid te Noordgouwe van Tonis Maartense Stoel, mr.smid te Zierikzee een huis met erf en alle gevolge vandien met de smidse aan de zuidzijde van de St.Domusdam in Zierikzee, met het gereedschap, gemaakt en ongemaakt ijzer en smidskolen, voor 2025 Car. Guldens en een gouden ducaton voor de vrouw van de verkoper en 6 rijksdaalders voor zijn kinderen. Belend: oost en zuid Johan van Beest; west Abrah. Krijnsens weduwe; noord de straat.(4097) Op 8 april 1716, transporteert Tomas Dyngemans Dekker, smit, aan zijn broer Jan Dyngemans een huis, schuurtje, erve en gevolge zijnde de smidse (op Noordgouwe), belend oost Susanna Blom, west de straat, zuid de vroone, noord de straat, voor een som van £66.13.4, met het gereedschap, bet ijzer, gemaakt en ongemaakt, kolen etc., alles behorende tot desmidse en de huishouding, voor £133 .6.8 pond, tesamen dus voor £200 (4554/190)

Op 20 jan.1742 zijn er verschillende getuigen die bij notaris Charel Plevier een verklaring afleggen op verzoek van Willem Decker, mr bakker in Zierikzee. Zij hebben vader Thomas en moeder Dijna goed gekend. Thomas was eerst mr. hoefsmid te Noordgouwe en heeft later hetzelfde beroep uitgeoefend in de Korten Olverstraat te Zierikzee. De moeder is nu overleden en ze laten 3 kinderen na, Dingeman, Willem en Josanne. Ook Josanne is pas overleden. Dingeman is in 1737 in dienst van de O.I.C. als scheepskorporaal uitgevaren met de “Dieshoeck” en op terugreis op de “Nieuwerkerke”, ongetrouwd is overleden. Zijn huis nalatende aan Willem. Zonen: Dingeman Thomass Dekker, gedoopt te Noordgouwe op 4 oktober 1711. Op 11 nov.1733 heeft hij 3 maanden gewerkt als smidsknecht bij smid Hendrik Both te Noordwelle.(5124) Ca.1740 op schip overl. Jan Thomass Dekker, gedoopt te Noordgouwe op 27 januari 1715. Willem, later mr. bakker te Zierikzee.

1716 -- ca.1755 Jan Dingemanse Dekker, gedoopt te Noordgouwe op 3 november 1688, smidsbaas en ouderling te Noordgouwe (1747), overl. na 28 juni 1764, zoon van Dingeman Thomasse Decker en Jannetje Maertens. Geh.: voor november 1716 met Elisabeth Cornelisse Verseput, geboren te Kerkwerve, overleden na 20 mei 1736 (doop jongste kind). Bijz.: 16 maart 1717, meester Paulus d’Ooge transporteert aan Jan Dyngemanse, smit alhier, 46 1/2 roeden land in de Steenblok achter de srnidse, belend oost Maerte Lous, west en zuid meester d’Ooge, noord de vroone, voor zes schellingen per roede (4554-194). 1 juli 1722, dhr. Isak van Duyn, met procuratie van de weled. hr. Rutgerd Mogge heer van Haamstede en Koukerke, oud-burgmeester en rand van Zierikzee, transporteert aan Jan Dyngemanse, smit alhier, 4 gemeten 701/2 roede weiland in Steenblok, op no. 53, voor 28 pond ‘t gemet (4554). 125

1 juli 1722, Jan Dyngemanse, smit is schuldig aan secretaris Adriaan Daek een som van £ 116.3.4, tegen 4% rente, met als onderpand 4 gemeten 70 roede wei en verder zijn huis, schuurtje, hof en gevolg zijnde de smidse, belend oost Christina Dyngemans, west ‘t einde van ‘t dorp, zuid meester Paulus d’Ooge, noord de straat. Deze akte is geroyeerd op 28 november 1728 (4554). Op 24 juni 1731 maken Jan en Elisabeth een testament, met uitsluiting van de weeskamer. Tussen 1731 en 1751 wordt enkele keren betaald over gedaan smidswerk aan het huis in het bos en aan hekwerk op Noordgouwe door de fam.Mogge.(v.d.Lek de Clercq, 465-H222) Op 6 november 1736, transporteert dhr. Cornelis de Jonge, secretaris van de Lande van Schouwen, met procuratie van de weled. hr. Mr.Iman Mogge baanderheer van Haamstede aan Jan Dingemanse Decker, smid op Noordgouwe 3 gemeten 101 ½ roede wei in Steenblok, voor £24.-.- ’t gemet. (4555). Op 12 maart 1747 wordt Jan beschuldigd van het gebruik van valse (te lichte) gewichten; maar gelukkig blijkt het geen opzettelijk bedrog te zijn.( inv.2, kerkeraad) In 1748 heeft Jan Ding. Decker een hek op Noordgouwe gerep., £ 0.6.8 (arch.v.d.L.de Cl.,465- H222) Op 28 juni 1764 verklaren Jan Guiljamse de Klerk, Leuntje Janse de Swart en Jan Dingemanse Dekker, dat zij schuld belijden over hun ruzie en dat zij, tot ze de zaak zullen hebben bijgelegd, niet deel zullen nemen aan het Heilig Avondmaal (kerkenraad Noordgouwe). Zonen: Dingeman Janse, gedoopt te Noordgouwe op 5 januari 1721 Jan Janse Dekker, gedoopt te Noordgouwe op 16 november 1732,volgt hierna. Cornelis Janse Dekker, ged. te Noordgouwe op 31 oktober 1734, smid op Nieuwerkerk en Renesse. Tomas Janse, gedoopt te Noordgouwe op 20 mei 1736.

ca.1755 --1785 Jan Janse Dekker (sr), zoon van Jan Dingemanse Dekker en Elisabeth Comelisse Verseput, gedoopt te Noordgouwe op 16 november 1732, smidsbaas, overleden na 16 augustus 1785. Jan is ondertrouwd te Ouwerkerk op 3 oktober 1755 voor de kerk met Maatje Paulusse Visch, 7 gedoopt te Ouwerkerk op 20 juni 1733, overleden te Noordgouwe op 8 juli 1796. Bijz.: Over 1756 wordt Jan J.Dekker betaald over gedaan smidswerk aan het huis in het essenbos op Noordgouwe door de fam.Mogge.(v.d.Lek de Clercq) Op 16 aug.1771 wordt Jan voogd over de minderjarige kinderen van Jan Vis en Maria Kooijman te Oosterland.(4779) Jan is schepen van Noordgouwe, vermeld 1765-1785, laatste vermelding 16 augustus 1785 (4555,4564-4566) Op 30 oct.1777 moet Jan Janse Dekker betaald worden voor smidswerk uit boedel van Willemijntje Pieterse Telle.(5032/2-356) Over 1780 ontvangt Janse Dekker voor smidswerk uit de boedel van Pieter v. Elsbroek.(5028A- 1713en 10/1744) 16 maart 1783, Jan Janse Dekker, schepen van Noordgouwe, is schuldig aan schipper Mannus Fernebucq, wonende te Zierikzee, een som van 100 pond, met als onderpand zijn huis, srnidse, schuur en hof en verder getimmerte, staande en gelegen aan de zuidzijde van Noordgouwe, belend noord de straat, oost Jan de Vin, zuid Jacob de Man, west dezelve; de akte is 9 februari 1797 geroyeerd door het maken van een nieuwe hypotheek (4566). Zonen:  Jan Janse Dekker(jr), geb. te Noordgouwe op 30 augustus 1756, opvolger.  Paulus Janse Dekker, geb. te Noordgouwe op 12 mei 1771, 2e opvolger.

126

1785 -- 1801 Jan Janse Dekker (jr), geboren te Noordgouwe op 30 augustus 1756, gedoopt aldaar op 5 september 1756, overleden na 1803. Geh.: te Noordgouwe tussen oktober 1792 en september 1793 met Adriaantje Zwager.

Bijz.: 8 maart 1785, Jan de Vin, landman wonende Dreischor, transporteert aan Jan Janse Deckker junior, wonende te Noordgouwe, een huis en erve aan de znidzijde van Noordgouwe, belend oost Jacob Luycaart, zuid en west Jan Janse Deckker, noord de straat, met nog een schuur staande aan de Oostweg, voor een som van 70 pond. Op dezelfde datum neemt de koper een hypotheek voor het volledige bedrag ten gunste van monseur Gerrit Holleman, wonende te Zierikzee, tegen een rente van 4% op dit huis (4566). In 1793 leent smitsbaas Jan Janse Dekker 50 ponden vlaams van Paulus Hocke in Zierikzee tegen 4%; eventueel smidswerk voor van Hocke zal als aflossing worden gezien. 9 februari 1797, Engel Joost en Aeldert Vlaenderen, testamentair executeurs in de boedel van Maatje Paulusse Visch, weduwe van Jan Janse Dekker(sr), transporteren aan Jan Janse Dekker(jr), smidsbaas wonende op Noordgouwe, tweederde deel in een huis, schuur en verdere gevolgen, zijnde de smederij van Noordgouwe waarin hij als moederlijk erfdeel een derde bezit, belend zijn eigen huis en aan de andere zijde schoolmeester Jacobus Knoote, voor £244.13.4 en £25 voor de losse goederen, dus totaal 266.13.4 pond (4569). 9 februari 1797, Jan Janse Dekker, smid op Noordgouwe is schuldig aan Iman Bakker, wonende op Noordgouwe, een som van 150 pond tegen 5%, met als onderpand zijn smederij op Noordgouwe. De akte is geroyeerd op 30 mei 1801 (4569). 9 februari 1797, Jan Janse Dekker, smid op Noordgouwe is schuldig aan Paulus Janse Dekker, een som van 100 pond tegen 5%, met als onderpand zijn smederij op Noordgouwe. De akte is geroyeerd op 22 mei 1801 (4569). 9 februari 1797, Jan Janse Dekker, smid op Noordgouwe is schuldig aan Pieter Waling, mede wonende op Noordgouwe, een som van 75 pond tegen 5%, met als onderpand zijn smederij op Noordgouwe. De akte is geroyeerd op 8 oktober 1799 (4569). In 1797 staat hij op de lijst van mogelijk dienstplichtigen, smid, 42 jaar oud. 30 oktober 1799, Jan Janse Dekker, smidsbaas op Noordgouwe is schuldig aan Ambrosius Knoote, schoolmeester en voorzanger te Noordgouwe, een som van 125 pond, waarin vervat de hypotheek ten gunste van Pieter Walingh, tegen een rente van 4½%, met als onderpand zijn beide woonhuizen en de smederij van Noordgouwe. Paulus Janse Dekker doet afstand van zijn recht van preferentie op zijn hypotheek. Deze akte is geroyeerd op 22 mei 1801 (4569).

27 februari 1800, Jan Janse Dekker, smidsbaas op Noordgouwe is schuldig aan de heren Johan Fredric Hofman & Zoonen, kooplieden te Rotterdam, 487 gulden 12 stuivers, tegen 5%, wegens van tijd tot tijd geleend geld, met als onderpand zijn twee huizen en de smederij met alle gereedschappen, matenalen en meubilaire goederen. Deze akte is geroyeerd op 22 mei 1801 omdat de hypotheek is overgenomen door Paulus Janse Dekker (4569, fo. 72). 22 mei 1801, Jan Janse Dekker, wonende te Zierikzee, transporteert aan zijn broer Paulus Janse Dekker, smidsbaas op Noordgouwe een huis, schuur en verder gevolg, zijnde de smederij van Noordgouwe, belend de weg en de verkoper, voor een som van 300 pond (4569). 20 oktober 1803, Jan Janse Dekker, wonende te Zierikzee transporteert aan lsaak Moermondt, wonende op Noordgouwe een huis en gevolg aan de zuidzijde van het dorp Noordgouwe, belend aan de ene zijde door Paulus Janse Dekker, aan de andere zijde aan Jacobus Knoote, voor £30.-.- (4568). Zonen: 1 Jan Janse Dekker, geboren te Noordgouwe op 18 maart 1798, boerenknecht.

1801 -- 1824 Paulus Janse Dekker, geboren te Noordgouwe op 12 mei 1771, gedoopt aldaar op 19 mei 1771, smidsbaas, overleden te Noordgouwe op 12 januari 1819. Ger. Geh.: oct.1802/sep.1803 te Noordgouwe/Zonnemaire met Tannetje Ganzeman, RK., geboren te Bommenede 28 juli 1778, Zij is later getrouwd te Noordgouwe op 25 augustus 1826 met smidsbaas Mattheus Rombouts, geboren te Oud-Vossemeer op 23 juli 1798, gedoopt aldaar op 24 juli 1798 (R.K.), , overleden te 127

Noordgouwe op 23 december 1856, zoon van Comelis Johannesz Rombouts (smidsbaas) en Maria Lenders. Bijz.: In 1797 staat Paulus, ongeh., 26 jaar oud, op de lijst van mogelijk diensplichtigen in Noordgouwe. 3 april 1810, mutueel testament van Paulus Jans Dekker, smidsbaas, en Tannetje Leenderts Ganseman, echteleden te Noordgouwe; de lijfgoederen van testairice moeten bij kinderloos overlijden gaan naar haar moeder of, indien die reeds overleden is naar haar broer Adriaan Ganseman (4581). In het overzicht van de bewoners van Schouwen-Duiveland van 1813 staat Paulus Janse Dekker vermeld als geboren Noordgouwe 11 mei 1771, smid van beroep, wonende Noordgouwe, gehuwd, zoon van Jan en Maatje Vis. In 1813 op de inwonerslijst van Noordgouwe. Pand: in 1813: nr. 33; in 1825 is het nr. 47.

dec.1824 - 1857 Mattheus Rombouts, smid, zoon van smid Cornelius Rombouts en Maria Leenaarts, geb. 23 juli 1798 te Oud–Vossemeer, overl. 23 dec.1856 te Noordgouwe, 58 jaar oud. Geloof: RK. 1e Huw., 28 jaar oud, op 25 aug.1826 te Noordgouwe met de 48 jarige particuliere Tannetje Ganzeman, wed.van smid Poulus Janse Dekker, zij isoverleden te Noordgouwe op 14 oktober 1854. 2e Huw., 57 jaar oud, op 16 juli 1856 te Zierikzee met winkelierster Anna Maria Larcher, 54 jaar oud, geb. 27 apr.1802 te Zierikzee, overl.9 april 1864 te Zierikzee, 62 jaar oud, dochter van Theodorus Constantinus Larcher en Anna Maria Jonkemond. Bijz.: Mattheus komt dec.1824 uit Oud-Vossemeer;. In 1833 is Mattheus, smid, eigenaar van nr. B-43, huis en erf, 390 ca., aanslag f.54,- en de tuin van 440 ca.op B44. In 1843 op nr. 47. Op 7 aug.1856 maakt Matteus een testament bij not.J.J.Ermerins. Op 29 jan.1857 verkoopt Anne Marie Larcher, de wed. van Mattheus Rombouts, winkelierster te Zierikzee, aan Leendert Gilijamse, smid te Noordgouwe, een woonhuis, smederij, tuin, erf en gevolgen, sectie B-43 en 44 voor f.3000,-. Anne geeft een hypotheek aan Leendert voor het volle bedrag. (not.Ermerins)

1857 -- 1881 Leendert Gilijamse, , geb. op 24 sep. 1831 te Elkerzee, zoon van smid Adriaan Gilijamse en Jannetje Kosten. 1e Huw., smid, 25 jr. oud, op 27 feb.1857 te Elkerzee, met de 27 jarige landbouwersdochter Willemina de Oude, geb. ca 1830 te Duivendijke, overl. 17 dec.1881 op nr.30 te Noordgouwe, 52 jr.oud. Kinderen met Wilhelmina: Adriaan, geb.25 feb.1859, smid, opvolger. Cornelis, geb. 14 sep.1865 te Noordgouwe, hij gaat naar, en trouwt later in Rotterdam. 2e Huw., 50 jr. oud en winkelier/koopman te Zierikzee, op 18 juli 1883 te Zierikzee, met de 25 jarige dienstbode Adriana Verwest, geb.11 mei 1858 te Elkerzee. Hieruit zoon Samuel Everhardus geboren 27 aug.1886 in Rotterdam.

Bijz.: N.H.gedoopt op 30 oct.1831 te Elkerzee. Leendert is o.a. smidsknecht op Elkerzee en mogelijk na 1954 op Noordgouwe.

128

Op 29 jan.1857 koopt Leendert Gilijamse, smid op Noordgouwe van Anne Marie Larcher, de wed. van Mattheus Rombouts, winkelierster te Zierikzee, een woonhuis, smederij, tuin, erf en gevolgen, sectie B-43 en 44 voor 3000,-. Anne geeft een hypotheek aan Leendert voor het volle bedrag. (not.Ermerins) Op 15 aug.1857 van dat jaar wordt Leendert ingelijfd bij de Schutterij in Noordgouwe, de diensttijd is 4 jaar, zodat hij in 1861 naar de Reserve gaat”: “Derde Half Bataillon der Rustende Schutterij”, pas op 13 aug. 1866 krijgt hij volledig ontslag. Op 11 feb.1875 maken Leendert en zijn vrouw een testament op angstlevende. (C.v.d.Lek de Clercq) Op 8 nov.1878 koopt Leendert 1HA, 50A en 45 ca. weiland op Duivendijke voor f.1500,-. (vdBent) Op 19 feb.1881 verkoopt Leendert aan zijn zoon Adriaan een huis, smederij, schuur, tuin en gevolge te Noordgouwe, sectie B-180 en 181, groot 1516 ca. voor 4000,-; het gebruik en genot vanaf 1 mei 1881. Pa leent het geld aan zijn zoon voor 5%. (not.J.C.v.d.Lek deClercq) Op 1 mei 1881 staat er een advertentie in de Z.z Nieuwsbode waarbij Leendert zijn zoon Adriaan aanbeveelt. “Voor het leveren en maken van machines en alles wat bij het smidsvak behoort”. Op 4 mei 1882 houdt Leendert een openbare verkoping van meubels enz., het brengt f.205,60 op. (J.C.v.d.L.d.C) Als in 1883 een akte wordt opgemaakt van scheiding en deling na het overlijden van Willemina blijkt er f.8330,- te verdelen te zijn. Bij zijn 2e huwlijk in 1883 is Leendert winkelier/koopman in Zierikzee. Vóór 1887 verhuizen Leendert en Adriana naar Rotterdam.

mei 1881 – 1892 Adriaan Gilijamse, geb. 21 feb.1858 te Noordgouwe, zoon van Leendert Gilijamse en Willemina de Oude. 1e Huw.: in gemeenschap van goederen, hoefsmid, 22 jr., op 3 sep.1880 te Noordgouwe met landbouwersdochter Tanna Suzanna de Vlieger, 21 jaar,geb. op 15 juni 1859 te Noordgouwe. Het huw. wordt door echtscheiding ontbonden op 17 april/ 8 aug. 1905 ( Arr.Rechtbank te Rotterdam). 2e Huw.: 27 jan.1909 te Rotterdam met Wilhelmina Catharina Buise, geb. ca. 1865 te Rotterdam. Bijz.: 7 Maart 1890 is hij als toeziend voogd van Susanna P.de Vlieger aanwezig bij een boedelverdeling. Op 17 dec.1890 overl. een 7 weken oud zoontje van hoefsmid Adriaan op Noordgouwe. Pand: In 1882 is Adriaan eigenaar van Dorp 35, sectie nr. B-180, huis en erf, 276 ca. en sectie B-181, tuin 1240 ca.; dj. 1889 wordt bijbouw beschreven, en dj. 1893 geeft verkoop. Hubrecht Akkerdaas koopt 1893 samen met de wagenmaker Bartel Adriaan Kloet van smid Adriaan Gillijamse: het is dan sectie B-273, 1516 ca groot, huisnummer 35. Op 20 dec. 1890 leent Adriaan f.4000,- van burgemeester de Kater op zijn huis en smederij B- 273.

1892 -- 1921 Hubrecht Akkerdaas, geb.1 feb.1866 te Noordgouwe, overl. 29 dec.1941 te Noordgouwe, 75 jaar oud, zoon van timmerman Adrianus Akkerdaas en Sara van der Werf. Geh., Grof- en Hoefsmid, 25 jr.oud, op 22 mei 1891 te Noordgouwe met de 22 jarige metselaarsdochter Pieternella van der Werff, geb.8 feb.1869 te Noordgouwe, overl. 9 nov.1932 te Noordgouwe. Bijz.:

129

Hubrecht werkte, komende van Noordgouwe, van mei 1890 bij Jan Constandse Dalebout te Burgh. Op 2 april 1892 staat in een verhaaltje in de Nieuwsbode dat Hubrecht weggaat bij de smid op Burgh, en dat zijn vader een smederij voor hem gekocht heeft op Noordgouwe. In sep.1897 behaalde Hubrecht in Middelburg het diploma van “Rijksgediplomeerd Hoefsmid”. Op 18 oct.1894 biedt mr.smid H.Akkerdaas zijn onovertrefbare cichorij-spaden aan. In 1923 is er een advertentie voor een flinke voorraad ploegen. Zonen:  Adrianus, handelaar in machineriën, geb. 25 aug.1891 te Burgh. Geh., 27 jaar oud, op 15 nov.1917 te Oud-Vossemeer met de 26 jarige onderwijzersdochter Klazina Kaatje Maria Wiskerke, geb. ca.1891 te Oud-Vossemeer. Jacob, smid, geb.20 aug.1893 te Noordgouwe. Geh., 27 jaar oud,op 17 nov.1920 te Dreischor met de 27 jarige Cornelia Kosten, geb. 24 juli1893 te Dreischor. Pand, Hubrecht Akkerdaas koopt in 1892, samen met de wagenmaker Bartel Adriaan Kloet, van smid Adriaan Gillijamse: het is dan sectie B-273, 1516 ca groot, huisnummer 35. Dienstjaar 1894 geeft 20 ca. sloop aan; rond 1900 vind 38 ca. bijbouw plaats; ca.1909 noteert een verkoop van 232 ca; rond 1911 en 1915 wordt 2 keer 40 ca. bijgebouwd; het sectienummer is dan B-413, groot 1146 ca. Op 9 dec.1909 verkoopt Hubrecht aan Bartel Adr. Kloet perceel B-400 voor 3000,- (not.Biermansz)

ca.1921 – ca.1942 Gebr.Akkerdaas, In 1921 wordt de vennootschap door Adriaan en Jacob Akkerdaas opgericht. In 1938 garage. In 1945 verkopen zij hun electr. zaak aan A.Quartel die 17 jaar bij hen werkt. Advertenties: 1938 en 39 kachel H.Akkerdaas; verkoop woning Ring H.Akkerdaas 1940, Als Jan van de Kasteele in 1948 koopt, worden als eigenaars aangegeven: Adrianus en Jacob Akkerdaas, A.J.Flohil, cafehouder, en Johanna Kloet-Akkerdaas, elk voor ¼.

ca.1942-1974. Jan v.d.Kassteele, zoon van kaailoper Jan van de Kasteele en Geertruida van der Velde, geb.1 mei 1906 , te Zierikzee, overl. 21 aug.1974 te Zierikzee, begr.24 aug.1974 te Noordgouwe. NH. Geh. 16 jul 1937 met Johanna Eduarde Sewarte, geb. 4 nov.1916 te Sambeek (NB) Pand: Jan huurt eerst en koopt het pand in 1948: huis met werkplaats, 1146 m2, sectie B-413, de lasten zijn 12,55 per jaar. Er is een binnentravaille om de paarden te beslaan.

130

Diverse smeden of smidsknechts op Noordgouwe.

Jannis van Houte, smid, zoon van winkelier Jacob van Houte en Elizabeth Toussaint, geb. 22 aug. 1837 te Kadzand, overl.13 feb. 1915 te Tholen, 78 jr. Is in 1869 en ’78 smid te Tholen. Heeft daar een zoon Abraham, smid, geb. ca.1873 op Tholen. Huwt, 29 jaar oud, op 1 nov. 1865 te Noordgouwe met Krina Viergever, 22 jaar, geb. 28 dec, 1842 te Noordgouwe, overl.11 maart 1903 te Tholen, 60 jr. Jannis werkt bij smid A.M.Donker op Nieuwerkerk van mei 1863 – mei 1864.

Jannis van de Sande, smid, zoon van smidsbaas Jannis van de Sande te Nieuwvliet en Maria S.A.Tellier. geb.ca.1830 te Nieuwvliet, overl.22 dec. 1902 te Zonnemaire, 72 jaar oud. Geh., 40 jaar oud, op 30 dec.1870 te Noorgouwe met Pieternella van der Werve, 29 jaar, geb. 24 juli 1841 op Kerkwerve, overl.12 mei 1925 te Zonnemaire, 83 jaar oud. 1871/2 te Noordgouwe; zoon Jannis geb. 10 oct.1874 Haamstede; 1877 en 80 in Zonnemaire; in 1894, ’96 en 1902 huwen dochters in Zonnemaire.

G.v.d.Weele: In 1933 komt de schoonzoon van de smid van Noordgouwe uit Holland, (crisis, geen werk) en moeten er 2 knechts naar ander werk omzien; één daarvan is G.v.d.Weele. Hij werkt omstreeks 1947 een jaar bij een smid in Zierikzee; dan een half jaar op Noordgouwe, en daarna bij een smid zonder personeel op Bruinisse. In maart 1949 verhuist van der Weele naar Bruinisse en werkt daar tot ca. 1955 bij Kriger. Vandaar naar Smit-Bolnes.

131

Noordwelle.

Er is toevallig een hele vroege vermelding (Ons Voorgeslacht nr.434, 48e jaargang jan 1993)waaruit blijkt dat Noordwelle ook in de 16e eeuw al een smederij bezat. In het jaar 1584 is er na het beleg van Gent door de hertog van Parma een groep Vlaamse ruiters die hun geluk in het noorden gaan zoeken. Één van hen is de vermoedelijk uit Ronselo (bij Zomergem) gekomen David de Zutter, die in Noordwelle blijft hangen in de leer als smidsknecht; Hij treedt later op uitnodiging van “vrienden” in dienst van de smid in Ouddorp en is later zelfstandig smid in Goedereede. Hij is vrijwel zeker de overgrootvader van Jannetje Jobs Roos. Of de smederij ook toen al was gevestigd in het pand waar nu de familie v. Burg woont is gevestigd, is niet zeker, wel is zeker dat daar heel lang een smederij gestaan heeft. (Westra) Noordwelle: David Jans de Zutter, geb. ca. 1564 te Ronsele (OV), overleed op 17 juli 1621 te Goedereede. De tweede vrouw van David was Arjaentje Leenders. (ca.1573- 1 nov.1636) David was ná 1584 smidsknecht op Noordwelle, later op Ouddorp, en daarna had hij een smidse op Goedereede, waar hij tussen 1601 en 1621 12 keer schepen was. Opvolger is de zoon Krijn Davids de Zutter.

------

Cornelisse, Heijndrick, waarschijnlijk tot ong.1625, smid.(raze 4965/1 Rijkes Gerrits) Op 11 nov.1625 is er een regeling van de nalatenschap van de ouders, ook voor het onderhoud van broer Roel Gerrits, door Rijkes Gerrits, smid en zijn zuster Neelken. Naaste vrienden en de door vader Gerrit Rijcksen benoemde voogden zijn: Cornelis Engels en Heijnderick Cornelisse smid te Noordwelle.(raze 4965) (raze 4984) ------Noordwelle , vóór 1655 – na1669

Man, Dinghenes Jansz. de, smid te Noordwelle. Geh.: met Pieternella Adriaense Bouff. Bijz.: Op 20 mei 1658 is Dijngeman Janse, smit, Schepen van Noordwelle getuige in een procuratie; zijn handmerk is een dubbel kruis, gesloten aan de bovenkant. (3992-105) Op 26 jan.1664 verklaren Stoffel Abrahamse, metselaar en Mattheus Cornelisse, timmerman, beiden te Noordwelle, voor Schout en Schepenen dat het ijzerwerk zoals dat was gemaakt voor het nieuwe huis van Leendert Crijns de Jonge, van behoorlijke kwaliteit is geweest, en dat daarvoor de afgesproken 3 stuivers per pond betaald kan worden. (4941-743) Dingeman en Pieternella maken op 8 oct.1669 een testament op langstlevende bij notaris M.v.d.Maes in Z.zee (raze 3990-141) Op 31 oct.1669 wordt Dingeman Janse de Man, smid te Noordwelle, aangeklaagd door Willem Padt, brouwer te Haamstede. Dingeman heeft op Noordwelle “timmeringe” gedaan tussen zijn hof en dat van Padt en die eist nu dat het binnen 24 uur wordt afgebroken, hetgeen Dingeman belooft te doen.(4002)

Passchier Pieterse, smidt,: Op 21 nov.1662 maakt notaris Reijnier de Ruijter, van Welland, een testament voor Passchier en zijn huisvrouw Stoffelina Jans, zij ligt ziek te bedde.(5116) (later op Ouwerkerk?)

Wouter Zorge, smid

132

Op 23 dec.1691 (attestatie 4 jan.1692) is Wouter Zorgen, smid met zijn vrouw Josijntie Cornelis Wissekerk van Noordwelle naar elders vertrokken. Vertrekt uit Noordwelle op 3 juli 1711 met zijn vrouw Josijntie Cornelisse Wissekerke.

------

Noordwelle, 1692 -- april 1713 Renesse - feb.1731 Dagh, Anthony Janse, Geh. met Neeltje Both. ( of Bots) Noordwelle: Op 18 dec. 1692 verkoopt de Schout Adriaen Janse van den Bergh aan Antony Janse Dagh een huis en smidse met alle gevolge van dien staande op den dorpe van Wellandt op Ambachtsheeren erve, oost het hof; zuid Stoffel Vijverberg; west de pad naar Adriaen Vaeijse. En dat voor £ 50.- .- en nog £ 55.-.- voor alle gereedschap, de kolen, gemaakt en ongemaakt ijzer, de blaasbalg, het aambeeld enz.; samen £ 105.-.-. (5099, fol.104) Op 10 dec.1696 eist Adriaen Lompert £ 9.14.0 van Anthony voor geleverd oud ijzer ongeveer een jaar voor datum, en voor geleverd bier. Anthony had gezegd dat hij voor mei zou betalen. Willem Bot (voor de gedaagde) zegt, dat Anthony naar Holland is, en verzoekt te wachten, tot hij thuis is.(5062) Op 30 april 1711 eist Cornelis Pieterse de Graav betaling van £3-10-0 loon als knecht van Anthony. Op 3 juli 1711 vertrekt een smidsknecht Cornelis bij smid Anthonie Dagh, Schepen van Noord- Welland; hij wordt er van beschuldigd de schoonzuster van zijn baas zwanger gemaakt te hebben, en er wordt besloten hem daarom geen attestatie te verlenen; later blijkt dat ze niet zwanger is, en krijgt hij toch zijn attestatie.(aktaboek, transp.Renesse) Op 18 juni 1712 komt de rentmeester van de Heer van Welland naar het huis, eertijds bewoond door Anthonij Janse en Neeltje Both; nu bewoond door Pieter Tanis met Lijsabeth Both (of Bote), en Neeltje Both, om 24 pond op te eisen; hij leest de akte voor aan Neeltje. Op 12 maart 1713 wordt de inventaris van het huis waar Anthonij en Neeltje destijds in woonden, in arrest gesteld. Er zijn o.a. 2 kalfkoeien, een spinnewiel, een kast, bed tafel enz. Op 12 april 1713 verkoopt Anthonij Janse Dagh huis en smidse op het dorp Welland op ‘sHeeren Erve, belent zuid Leendert Wilse, west en noord “sHeeren Strate; met alle ijzer enz. aan Pieter Maertense Tanis voor 1050 Car. Guldens. De verkoper mag nog het ijzerwerk van 2 wagens doen “tot zijn voordeel”. De betaling gebeurt met een schepenschuldbrief van 350 Car.Guldens van Cornelia Adr.se Tromp en een lening van 700 Car.Guldens die verstrekt wordt door de heren Gront en Kool, ijzer(ver)kopers te Dordrecht. Als onderpand dient huis en aflat staande op Ambachtsheeren grond te Noordwelle belendende: oost de hooven, zuid Leendert Witte, west en noord ‘sHeeren Straate. De lening is in mindering van een som die Dagh verschuldigd is aan de fa. Gront en Kool. De lening wordt geroijeerd op 13 dec.1731 (raze 5100) 1718-1719 Anthonij deed smidswerk aan de wel te Renesse. (20 oct.1723 Stoofrek.) Periode 1721: Anthony Dagh is smid. (Herv. Gem. Renesse XXXI Kerk en Armenrek. 14 oct.1727) Op 22 apr.1729 moet voor smidswerk betaald worden over 1727 aan Antonij, boedel Adr.G.de Swarte.(5062) 23 feb.1731: Anthony Dag verkoopt huis, hof, erf en een smidswinkel en gevolgen op Ambachtsheeren erf, met alle gereedschappen, ijzer en kolen, niets uitgezonderd aan Joh.Both voor £83.6.8; belend: oost:’s Herenstraat, zuid: Mar.v.Huijsen, west:“t Achterom, noord: Pieter Pompoene. De koper, Johanis Both heeft een schuldbrief van £ 54.-.- op huis en smidse. (5067a)

------

133

Noordwelle , 1713-1731

Pieter Maartense Tanis, overl. vòòr 10 juli 1730, 1e Huw.? met Elisabeth Both, overl.na 9 nov.1726. 2e Huw.? met Pieternella Cornelisse Verduin, die rond 10 juli 1730 hertrouwt met haar smidsknecht Hendrik W.Bodt. Bijz.: Op 12 april 1713 verkoopt Anthonij Janse Dagh huis en smidse op Welland met alle ijzer enz. aan Pieter Maertense Tanis voor 1050 Car. Guldens. De verkoper mag nog het ijzerwerk van 2 wagens doen “tot zijn voordeel”. De betaling gebeurt met een schepenschuldbrief van 350 Car.Guldens en een lening van 700 Car.Guldens die verstrekt wordt door de heren Gront en Kool, ijzer(ver)kopers te Dordrecht. Als onderpand dient huis en aflat staande op Ambachtsheeren grond te Noordwelle belendende: oost de hooven, zuid Leendert Witte, west en noord ‘sHeeren Straate. De lening is in mindering van een som die Dagh verschuldigd is aan de fa. Gront en Kool. Op 13 dec.1731 wordt deze lening geroyeerd.(5100) Op 22 sep.1723 moet er £ 0.10.8 betaald worden uit de boedel van Claas Velden en Jacomijntje Arens aan Pieter Maartense Tanis voor smidswerk.(5124) Op 9 nov.1726 wordt Pieter Maartense Tanis vermeld als hoefsmid te Noordwelle, waar hij en zijn vrouw Elisabeth Boths een testament laten maken bij schout en schepenen, zij ligt dan ziek te bedde. (5116) Op 8 feb.1730 leent hoefsmid Pieter Maartense Tanis 350 Car.Guldens van Marijnus Keijsser op zijn huis en smidse belendende oost Mar.de Jonge, zuid Leendert Blom, west ‘sHeeren Str., noord ’t Slop. De lening wordt op 11 feb.1739 door Paulus Bal, als redder van den boedel van Pieter Tanisse, betaalt aan Daniël van der Meer als houder van de schuldbrief.(5100) Op 28 sep. 1730 is er een staat en inventaris van de bezittingen van Pieternella Claase Verduijn en haar overleden man Pieter Tanisse Sr. Het voornaamste bezit is een huis met hof en erve en een smidswinkel en gereedschappen van £ 150.0.0. Het wordt belend door: oost ballieu de Jonge; zuid Leendert Blom; west de straat; noord het slop of Lauwers Velde. Met nog 20 staven ijzer, klaargemaakt ijzer, kolen en huisinventaris is de waarde £ 240.12.6; de schulden, waaronder £ 8.-.- loon voor de smidsknecht (Hendr. Both?), bedragen £ 167.18.6. Moeder Pieternella en dochter Susanne krijgen ieder £ 36.6.9.(5124) Op 26 juli 1731 zijn er condities en voorwaarden voor de verkoop van de goederen van smid Pieter Tanis en Pietemella Comelisse Verduin, beiden zaliger, ten voordele van hun weeskind, door de voogden Paulus Bal en Jan Tanis, en Hendrik Both, de weduwnaar van Pietemelia Verduin. Verkocht wordt onder meer de smidse, waarvan koper blijft Hendrik Both voor een som van £266.13.4; de levering van de smidse volgt op 9 jan.1732 (5100). ------Noordwelle , 1731-1752

Hendrik Willemsz Bodt (circa 1730-1752) Geb. ca. 1700?, overleden op 7 augustus 1752, smidsknecht en smid te Noordwelle en diaken te Noordwelle. Geh. 1e: Ca.10 juli 1730 met Pieternella Cornelisse Verduin, overleden voor 26 juli 1731. Zij was weduwe van Pieter Tanis. Geh. 2e: op 23 apr.1733 te Serooskerke(Sch.) met Aplonia Marijnisse Plokhaar, overleden na 1 februari 1784, dochter van Marinus Leendertse Plokhaar en Mertijntje Pieterse. Zij is ca.1753 getrouwd met haar smidsknecht, Jacob Walraven, zie aldaar. Bijz.: Op 26 juli 1731 zijn er condities en voorwaarden voor de verkoop van de goederen van Pieter Tanis en Pietemella Comelisse Verduin, beiden zaliger, ten voordele van hun weeskind, door de voogden Paulus Bal, Jan Tanis en Hendrik Both, weduwnaar van Pietemelia Verduin. Verkocht wordt onder meer de smidse, waarvan koper blijft Hendrik Both voor £266.13.4; de levering van de smidse is op 9 januari 1732. (5100-189, l90 en 196). 11 november 1733, 11 februari 1739 en 3 juli 1739 zijn er rekeningen van Paulus Bal als 134 administrerend voogd over de minderjarige wees van Pieternella Comelisse Verduyn zaliger, volgens akte van 10 juli 1731, van de boedel die zij bezeten heeft met haar man Hendryck Both, bevorens was zij weduwe van Pieter Tanis. Pieternella en Hendrik waren gehuwd op huwelijks voorwaarden, op 7 oct. 1730 voor notaris Isaack van der Swaan. (5124). Op 17 juni 1734 doet Hendrik Wiilemsz Bot samen met Aplonia belijdenis te Noordwelle. Hij woonde onder Noordwelle, want hij werd aldaar drie maal verkozen tot diaken, 1736-1739, 1744-1746 en 1750-1752. De lijst van ambtsdragers van Renesse en Noordwelle berustende bij het Gemeentearchief te Zierikzee vermeldt als laatste eindjaar 1753, met als sterfdatum 7 augustus. Aangezien de weesakte voor zijn kinderen van januari van dat jaar dateert,. moet dit op een vergissing berusten en zal zijn sterfjaar in 1752 vallen. Op 15 januari 1753 overgeleverd ter weeskamer van Welland de inventaris van de boedel van Henderyk Both en Amplonia Plockhaar, staande huwelijk bezeten; de wezen zijn Lena, Willem en Marinus. Tot de boedel behoort onder meer een huis en smidse, hof en erf op het dorp Welland, belend oost de heer oud burgemeester Mr. B. de Jonge van Campens Nieuwland, zuid Jacob de Man, west de herenstraat, noord het slop, ter waarde van £225.0.0, alsmede 1 gemet korenland in het kerkebevang van Zuidwelle, belend oost Johannes Both, zuid en noord Gert Bronsman, west de heer Isaac van Duyn, ter waarde van £8.0.0, de vruchten op dit land worden gewaardeerd op £2.2.6. Aan contanten bevat de boedel een som van £54.12.0. De totale baten worden gewaardeerd op £358.7.6, de lasten op £107.13.4, zodat het netto saldo £250.14.2 bedraagt. Uit de lasten blijkt nog dat aan Jacobus Walraven een som van 14.5 pond verschuldigd was voor salaris als smidsknecht voor driekwart jaar. Een andere hier genoemde smidsknecht was Dyngeman Tomasse Decker (zie verder bij de familie Dekker). Het jaarsalaris werd gesteld op £20.0.0. Ook was nog sprake van enig gehuurd land (5124). Op 15 januari 1753 Johannis Both, oom van de minderjarige wezen van zijn broer Henderyck Both, geprocr. bij Amplonia Plockhaar, met name Lena Both 16 jaar, Willem Both 14 jaar, en Marinus Both 9 jaar, wordt aangesteld tot voogd. Op dezelfde datum wordt verklaard dat een inventaris van de boedel is gemaakt. De moeder zal de kinderen opvoeden en onderhouden tot 18 jaar. In de marge staat vermeld dat aan Willem Both op 27 oktober 1762 een derde van het vaderlijk erfdeel is uitgekeerd, zijnde £18.6.8 ; van Lena wordt hetzelfde vermeld op 6 februari 1765, zij ontvangt tevens vier gouden ringen (5123). Op 24 april 1781 transporteert Leendert M. d’Oude aan Aploontie Plokhaar, de weduwe van Jacobus Walraven, een huis en erf op het dorp Renesse, belend oost Jillis Tjoekke, zuid de herenstraat, west Davit Stoel, noord het tweede agteromme, voor een som van 50 pond vlaams (raze 5068, fo. 115). Op 1 februari 1784 maakt Aplonia Marynisse Plokhaar, ziek te bedde, haar testament: Haar dochter Leena krijgt 100 pond die op haar hoefje staat, alsmede de helft van de kleding en sieraden; mocht Leena eerder overlijden dan gaan deze goederen naar Krijna (geen verdere gegevens vermeld); Willem Bodt krijgt 100 pond die op de smidse van Noordwelle staat; Krijna krijgt 100 pond contant en de andere helft van de kleding en sieraden; Jacobus Leenderse dOude ontvangt een paar gouden knopen, een hemdrok met braamknopen, de grootste zilveren gespen en een paar grote brockknopen. Naast het handmerk gesteld door testatrice wordt mede getekend door Adriaan Plokhaar (5074). Uit dit huwelijk: 1 Lena Hendriks Bodt, geboren rond 1737, overleden na 21 september 1801. 0p 6 februari 1765 wordt Lena Bodt op haar verzoek ontslagen van de voogdij (bron: RAZE, inv.nr. 5123, weesboek Weiland). Op 21 september 1801 wordt het testament gemaakt van Lena Hendrikse Bodt, laatst weduwe van Jacob de Bruijne; zij is ziek te bedde. Haar broer Willem Hendrikse Bodt is erfgenaam voor de ene helft, haar haifzuster Krijna Jacobs Walraven voor de andere helft. Mocht Krijna overlijden voor haar zuster, dan is een kwart van de nalatenschap van Lena voor Comelis van Zuije, de echtgenoot van Krijna, de andere helft voor haar kinderen; mocht deze echtgenoot ook voor de testatnce overlijden, dan is de helft geheel voor de kinderen. De akte is ondertekend op de hofstede van genoemde Comelis Rogiers van Zuijen (raze 5074). Zij was gehuwd met Jacob de Bruijne, overleden voor 21 september 1801. 2 Willem Hendriks Bodt, geboren rond 1739, overleden na 21 september 1801. Op 27 oktober 1762 wordt Willem Hendriks Bodt op zijn verzoek ontslagen van de voogdij (raze 5123). 3 Marinus Hendriks Bodt, geboren rond 1744, overleden na 8 maart 1769. 0p 6 febr. 1765 werd met Jacobus Walraven een overeenkomst gesloten in verband met de aan de weeskamer van Weiland te betalen alimentatie voor Marinus Bodt, indien die bij hem in huis blijft wonen (5123).

135

0p 8 maart 1769 werd Marinus Bot op zijn verzoek ontslagen van de voogdij; uit de tekst blijkt dat de voogd, oom Jobannes Both nog in leven is (5123). Mogelijk was hij smid? Hij zal in elk geval het vak geleerd hebben bij zijn stiefvader Jacob Walraven, zie de opmerkingen in diens testament over het overnemen van de smederij van Noordgouwe.

Noordwelle ca. 1752-1781 Jacobus Walraven, smidsknecht en smid, overl. tussen dec.1780 en 24 april 1781. Geh., ca. 1753 met de wed. van zijn baas, Amplonia Marynisse Plokhaar, overl. na 1 feb. 1784 Bijz.:

Op 27 mei 1761 wordt Jac.Walraven vermeld als schepen van Welland. (raze 5123) In 1762 heeft hij smidswerk gedaan. In 1758-63 diaken te Renesse/Noordwelle; ouderling in 1765-68. 6 feb. 1765, Overeenkomst met Jacobus Walraven in verband met de te betalen allimentatie voor zijn stiefzoon Marinus Bodt indien deze bij hem in huis blijft wonen. (raze 5123, weeskamer Welland) Op 28 nov.1765 maken Jacobus Walraven, smid te Noordwelle en Amplonia M.Plokhaar een mutual testament. Bij het overlijden van Jacobus mag Marinus H.Both, een voorzoon van Amplonia, kiezen of hij de smidse op Noordwelle zal overnemen. Hij moet daarvoor een bedrag inbrengen in de boedel zoals vastgesteld door twee neutrale personen. Indien de kinderen bezwaar maken tegen het testament, wordt hen slechts het legitieme portie gegund. (raze 4178- 1564) Op 13 oct. 1768 erft hij de helft van £16-19-3 uit de boedel van zijn schoonmoeder Mertijntje Pieterse, laatst weduwe van Jan Bronsman.(5124) 13 Juli 1774 krijgt hij £1.14.4 uit de boedel van Reijnier van Slunder over 1774. (Kerkwerve, raze 5121-2/82) Over 1778 krijgt hij £-.17.3 betaalt uit de boedel van wagenmaker Jacobus de Bruijne (Kerkwerve, raze 5121-2/50) 19 Dec.1780 Jac. Walraven, smidsbaas geweest te Noordwelle, verkoopt aan Jan de Meulmeester, smidsbaas alhier(Welland) een huis,schuur en travaille op Noordwelle, als Ambachtsheeren Erve, belend door het hof daarachter, oost de secretaris Cornelis Bal, zuid Jan Jouke, west de Straete en noord het slop, voor £300.-.- ; Jacobus behoudt de achterkamer en een gedeelte van de schuur om daar te blijven wonen en zijn brandhout te laten liggen tot 1 nov.1781. (raze 5103-15) Op 24 apr.1781 koopt de wed.van Jacobus Walrave een huis en erf op Renesse van Leendert d’Óude(raze 5068). Op 2 mei 1781 bevestigde de wed.Aplonia dat haar man een stukje korenland van 292 roeden verkocht heeft aan Leendert Janse Mattijsse voor £32.-.-.

Noordwelle 8 mei 1800 - Hoefsmid Jan de Meulmeester zoon van Jan Jans de Meulmeester en Maria de Post, geb.1 aug.1752 te Nieuw-en Sint-Joostland, overl.13 nov.1834 te Noordwelle, 82 jaar oud. Ger. 1e Huw. 28 jaar oud, op 10 jan.1781 te Noordwelle met Maria Janse Krijgsman, overl. 7 mrt 1801. 2e Huw., 50 jaar oud, ondertrouw op 12 feb.1802 te Noordwelle met de 31 jarige Elisabeth Gerts Zwager, geb.1 jan.1771 te Rengerskerke, overl. 2 nov.1811 te Noordwelle, 40 jaar oud. Bijz.: Op 14 dec.1780 koopt Jan de Meulmeester baas smid te Elkerzee van Jacobus Walraven een huis schuur en travaille op Noordwelle, staande op Ambachtsheeren Erve, belendende met het erf waar het op staat en het hof daarachter; oost de secretaris Corn.Balt, zuid Jan Jouke, west de straate en noord het slop; en dat voor de somma van £300.-.-. Op die dag wordt ook een akte

136 opgemaakt waarbij Jan dat bedrag leent van de Schout van Welland, Marinus Hoogenboom, en Jan leent ook nog £100.-.-. van de vorige smid, Jacobus Walraven ter verrekening van het gereedschap, de kolen, het gemaakte-en ongemaakte ijzerwerk enz. waarvoor de smidse, travaille enz. ook als onderpand dienen.(5108) In 1781 ontvangt hij £0-.8.1 uit een boedel (Ellemeet, raze 4939, fiche 3121) In 1784 over smidswerk, boedel K.J.v.d.Berge (Ellemeet, raze 4939, fol.17) Over 1784 t/m 1789 ontvangt Jan £3.12.8 voor geleverd smidswerk uit de boedel van Hendrik Simonsz.v.Westen wonende binnen de Heerlijkheid van Haamstede etc. in Koudekerke. (raze 4982A-5/2121). 31 Juli 1797: Rekening van Wed.Tromp en Jacob Moolenburgh.(Renesse 3, stoofrek.) In 1797 staat Jan op de lijst van mog. dienstpl. te Noordwelle, geh., 45 jaar, smid. Op 14 feb.1798 verklaart Jan de Meulmeester £300- schuldig te zijn aan Bartel Hoogenboom met als onderpand zijn huis, schuur en smidswinkel te Noordwelle, belend ten Z.door Machiel Ruping; W.het dorp en N.het slop. Dit is dus een tweede hypotheek. Over 1799 krijgt hij £-.10.8 betaald voor smidswerk uit een boedel (Ellemeet, 4937) 6 Oct.1800 wordt in het woonhuis te Noordwelle een testament op langstlevende getekend. Het testament is opgemaakt door notaris Jac.de Touw te Haamstede en bepaalt dat de sieraden van Maria aan haar dochter Neeltje toekomen in aftrek van haar legetieme portie. Maria is dan al te ziek om te tekenen. (raze 4986) Op 15 nov.1804 vervoegt mr. smid Jan de Meulmeester zich bij Bastiaan van der Maas, om, met toestemming van de schout te eisen, dat v.d.Maas geen geld betaald aan Jacob Speelman Jr. voor het mee-delven dat hij gedaan heeft: Jacob moet eerst zijn schuld van 1 pond 19 sch. aan de smid voldoen! (5118-2) In 1806 staat Jan op de “Patenten”lijst, evenals de smidsknechts Johannes de Meulmeester en Adriaan Engels. Op 31 dec.1810 krijgt Jan een derde hyp. van f.1300,- Op 19 jan.1814 moet Jan bij notaris Dignus Boom komen omdat Bartel Hoogenboom namens terugbetaling opeist van de drie hypotheken, samen groot f.4000,-, omdat anders de panden verkocht zullen worden. Jan antwoordt: “Ik kan voor het tegenwoordige daaraan niet voldoen, en de Schout moet doen hetgeen God hem in zijn hart stuurt”. De herbergier Marinus de Vos en de winkelier Jacob de Guijt tekenen als getuige. Op 5 mei 1814 verkoopt Jan het huis met schuur, smidswinkel, en gevolgen, Noordweg nr. 24, aan Johannis de Meulmeester voor f.3600,- (not. M.de Rijcke). ADRES: nr.24 in 1826 en 1833. Begin 1826 wonen op nr.24 ook: Johannes de Meulmeester met zijn vrouw Sara en haar vader Cornelis Lokker, en de ongehuwde smidsknecht Marinis Beije.

Zoons uit het 1e. huw.: Jan, smid, geboren 20 mei 1782 te Noordwelle. Huwt Huberdina (N.) de Braal. (smid in Zierikzee). Guillaume, Hoefsmid, geb. op 17 mei 1783 te Zierikzee, hij is inwoner, geh., hoefsmid te Zierikzee in 1813. Johannes, OPVOLGER, hoefsmid, geb. op 18 juli 1785 te Noordwelle, zie hieronder. Uit het 2e huwelijk: Gerrit, landbouwersknecht, geb.12 mei 1802 te Noorwelle, huwt Geertruid de Moor en Neeltje Fasol. [Jan, de zoon van Gerrit, geb. 1829 te Haamstede komt weer in de smederij, zie na Johannis] Jakob, smidsknecht, geb.01 jan.1809, overl. 18 mrt 1838 te Noordwelle op 29-jarige leeftijd, ongeh.

137

Noordwelle, 1814 --1859? Johannes de Meulmeester, huis-en hoefsmid, zoon van Jan de Meulmeester en Maria Janse Krijgsman, geboren 18 juli 1785 te Noordwelle, overleden 7 mrt.1863 te Noordwelle op 77-jarige leeftijd. Geh., 26 jaar oud, op 14 nov.1811 te Serooskerke met de 22 jarige, particuliere Sara Lokker, geb. 29 feb.1789 te Serooskerke, overl. 25 dec.1843 te Noordwelle, 54 jr.oud. Bijz.: Vestiging in gemeente op 13 apr.1814 van Serooskerke. Op 3 nov.1814 verkoopt Joh. Meulmeester aan Cornelis Bolle hoefsmid wonende te Serooskerke een huis en gevolge, nr.10, en een hoefsmederij met alle gereedschappen op nr.34 te Serooskerke, op Ambachtsheeren grond, voor f.1000,-; Pand: Nr. 24 in 1840 en 50. Nr.27 in 1851. In 1933 is Johannes eigenaar van A-436, een huis, 149 ca., huurwaarde f.54,66 en A-437 een tuin van 400 ca. met een pachtwaarde van f.2,26. Volgens kad. legger art.1-145: Stichting 1857, kerkbevang; huis A436: 1 roe, 49 ellen; tuin A437: 4 roe. Eigenaar: Locker en medeëigenaar. Johannes de Meulmeester, smid, is erfpachter. Er wordt f.2,82 + f.0.60 betaald aan kadastraal inkomen. ( Zie verder nr. 328) Zoon: Jacob? , geb. 25 sep.1808 te Noordwelle. Smidsknecht rond 1826.

Noordwelle, 1859 -- 1886 Jan de Meulmeester, hoefsmid, zoon van landbouwersknecht Gerrit de Meulmeester en Geertruid de Moor. geb.6 nov.1829 te Haamstede, overl. 23 sep.1886 te Noordwelle, 56 jaar oud. Geh., 27 jr.oud, op 6 mei 1857 te Noordwelle met de 32 jarige dienstbode Pieternella (de) Bakker, geb. 2-9-1824 te Haamstede, overl. 15 oct.1904 te Zierikzee, 80 jr.oud. Bijz.: Hij komt mei 1830 v. Haamstede, werkt bij zijn vader oa in de periode 1851/61 Op 18 sep.1879 leent Jan de Meulmeester, smid te Noordwelle, ƒ 1100,- van Anthonie Verjaal, metselaar aldaar met borg van metselaar Stoffel Verjaal en Magdalena Quant, de vrouw van Leendert Verwest. (not.Bolle) Op 30 apr.1880 koopt Jan een huis en erf te Renesse, B-273, van Adr.de Moor voor 500,- .(not.Jac.v.d.Bent) Op 21 sep.1886 verhuurt Jan de smederij met het pakhuis, het woonhuis en de noodstal, perceel nrs. 491, 556 en 557, totaal 549 m2, voor 5 jaar, aan Gabriël Geluk à ƒ300,- per jaar.(not. Bolle) Op 20 nov.1888 verkopen Pieternella met Maria de Meulmeester en Gabriel Geluk allen te Noordwelle aan Andries de Ruijter te Renesse, een huis en erf aldaar, B-273 groot 370 ca. voor 625,-; de Ruijter leent F600,-. (not.Bent). Zijn dochter Johanna trouwt met zijn opvolger Gabriël Geluk.

Noordwelle, dec. 1886 -- Gabriel Geluk, smid, zoon van tolgaarder/landbouwer Marinis Geluk en Maatje Elenbaas, geb. ca 1865 te Poortvliet, overl. 29 nov.1930 te Noordwelle, 66 jr.oud. Geloof: 1e Huw. 22 jr., op 13 mei 1887 te Noordwelle met de 24 jarige particuliere Johanna de Meulemeester, de dochter van Jan de Meulmeester en Pieternella Bakker, zijn voormalige baas, geb. ca. 1863 te Noordwelle, overl. 23 april 1888 te Noordwelle, 25 jaar oud. 2e Huw., 29 jaar, op 8 sep.1893 te Oosterland met de 32 jarige landbouwersdochter Adriana Johanna Struijk, geb. ca 1861 te Sirjansland , overl. 8 feb.1938 te Noordwelle, 76 jr.oud. Bijz.: Advertenties in de Nieuwsbode: 30 dec.1886:”Wed. J. De Meulmeester beveelt haar opvolger, haar schoonzoon G.Geluk, aan, die de Grof-en hoefsmederij overneemt van haar. Dank voor het genoten vertrouwen tijdens het leven en na de dood van haar echtgenoot J.de Meulmeester”.

138

Op 2 aug. 1887 vraagt Gabriél een bekwame smidsknecht. Op 13 oct.1888 heeft G.Geluk een nieuwe boerenwagen en een perwetkar te koop. Op 6 dec.1888 vraagt Geluk een smidsknecht omdat de tegenwoordige knecht naar Transvaal vertrekt. Op 19 jan.1895 vraagt hij een smidsknecht, PG., grondig bekend met hoefbeslag. Op 9 jan.1904 vraagt hij per 1 mei een smidsknecht, geh.of ongehuwd.

Pand: Op 1 jan.1956 veranderden de volgende pandnummers: Smederij A-27 wordt Dorpsring 22; M.C.Geluk ,A-29 wordt Dorpsring 23 en de garage A-30 wordt Dorpsring 25. Uit fotoboekje: Per 1 jan.1887 neemt Gabriel het bedrijf over van zijn schoonmoeder de wed. de Meulmeester. Op de foto zien we de overdekte travaille, waartegen een bakslee. Zo’n slee werd voornamelijk gebruikt voor het vervoer van ploegen. Bij de fiets v.l.n.r.: Smid Geluk en zijn knechts Iman Zanddijk en Jan van Sluis. Geluk had behalve veel boerenpaarden ook de renpaarden van Goeminne te beslaan. Hij was een goed vakman, die in de winter spaden, hoefijzers en zelfs schaatsen fabriceerde. Voor de huisdeur met daarboven een fraaie levensboom, staan de dochters Maatje (Quist.)Geluk (met fiets) en Adrie (Onderdijk-)Geluk. Op een andere foto staan 2 jongens bij de ingang, de ene mogelijk zoon Marinus?; de andere, met het forse postuur, is de in 1900 geboren Cornelis Rosmolen die in de leer kwam als smidsknecht bij Geluk; hij is later bij de fa.Anker in Z.zee gaan werken; was geh. met Digna Lindhout uit Oud-Vossemeer; zijn laatse baan was fabrieksbaas bij de gasfabriek in Haarlem.

Zoon: Marinus Cornelis Geluk ------

Er is een smid Marinus Cornelis Geluk , geb. ca 1900, Gehuwd met Jannetje van der Wekken. Hun zoontje van 8 dagen overl. op 17 maart 1932 te Noordwelle.

Noordwelle, rond 1960 Dirk Kroon,

Bijz.: Hij was hier niet lang smid, en ging failliet. Cornelis Rotte vertelde dat hij een slechte inkoper was, hij kocht van alles veel te veel, zodat de zolder van de schuur al gauw helemaal vol stond met bijlen, schoppen, hooivorken enz.

Mei 1978 is er op de Dorpsring een woonhuis, dat in 1975 helemaal is verbouwd, te koop met de aangrenzende oude smidse. (ZN)

139

Oosterland

de St.Joostdijk. ca.1625 – 1628. Rut Wouttersse (Clock), Geh. met Geertjen Pieters, Als op 27 jan.1625 Schoemaecker aan Giljaem Boogaert een huis verkoopt, woont Rut Wouterse ten zuiden daarvan en Bouwe Janssen aan de noordkant; oost en west liggen ‘sHeeren Straatte.(4718A) Op 17 feb.1625 koopt Rut Woutersse, smit, van Claes Pieter Leenderse een “huijs, schuere ende erve met oock 55 roeden diekerslant” waar de schuur ten dele opstaat met het “coolhoff”(groententuin) daar achter, voor 175 pond. Er moet direct 10 pond betaald worden en ”op Goesse merckt toecoemende thien pond, en soo voort alle jaere gelicke thien pond” (4718A) Op 25 april 1625 wordt Rut aangesteld als voogd over zijn weeskinderen Pieternelleken en Cornelis, met procuratie van zijn vrouw Geertjen Pieters, om te doen wat het recht toestaat na het overlijden van grootmoeder Neelke Pieterse Witse.(4718A) Op 27 april 1625 verklaren Rut Wouttersse Clock en Huijch Wouterse dat ze 52 pond en 6 schelling schuldig zijn aan de erven van Jan Stoffelse. Op 23 oct. 1625 “compareerden Cornelis Jansse van Hecke en Rut Wouttersse de welcke sijn vrientelijck met malcander veracordeert bij deesen forme totdat Rut Wouttersse sijn smisse sal stellen op den erffe van Cornelis van Hecke ende sal daer soo lange blijffen staen tot dat Rut Wouttersse comt te sterffen off sijn huijs te vercoopen, of dat Cornelis Jansse van Hecke comt te sterve, offe timmeren of sijn huijs te vercoopen mits dat de eijgendom daervan aen Corn. van Hecke blijffe” Wouttersse mag dus zijn smidse op het erf van van Hecke zetten, ter compensatie mag van Hecke het erf en de oprit van Wouterse gebruiken, belovende die goed in orde te houden.(4728A) Op 12 maart 1626 verkoopt Issack Jansse Smidt aan Pieter Corn. Bottaert een huis met erf op de “Joosdick” voor 89 pond; noord ligt ‘sHeeren Straate; zuid Rombout Dierckse en west Rut Wouterse.(4728a) Op 5 maart 1628 verkoopt Rut Wouttersse aan Willem Maerinisse, smit, een huis, schuur en erf groot 55 roeden dijkersland waar de schuur gedeeltelijk op staat met het “koolhoff” staande en gelegen “onder de semisse: suijt Leendert Dams Boogert ende ‘sHeerenn Straette; oost den rijdt (oprit) tusschen Pietter Kottaert ende Rombout Dierkx; west Corn. van Hecke slop”. In de marge: “daer de smitsse op staet tot van Heckes weederseggende”. En verder: “Volgens gelick heij gebruijckt heeft, ende dat voor 182 pond, 10 schellingen te betalen met Goesse merckt 1628 ende jaere daer aen volgende”. (4728A) Op 7 feb.1629 verkoopt Rut Wouterse aan bierbrouwer Jan Sijmoensse de Graeve te Oosterland een huis met erf in het Groendal; buurman is Joos Gilijamse Boogaert; west ligt ‘sHeeren Hofe.(4719) Op 23 feb.1629 verkoopt de balieu Leonaert Daem een erf voor £18.-.- aan Lambrecht Robrecht een erf dat tot het huis van Rut Woutersse loopt.(4719) Op 13 nov.1637 erft de dochter van Rut Wouttersse, Pieternelleken, van dijkgraaf Pieter Leendertse. (haar grootvader?)

1628 -- ca.1658 Willem Marijnisse Dribbels of Drubbels of Drijbel. Geb.te Serooskerke, Geh.:7-maart/22 maart 1626 te Bruinisse met Janneke Jans, geb.te Oosterland; hij is dan weduwnaar van Serooskerke .(Volgens Sietske Hoogerhuis zou Cornielken Leijns de eerste vrouw van Willem kunnen zijn). Kinderen: Marinus Willemse, geb.8 aug.1627 te Bruinisse; Jan Willemse Dribbels, geb.ca.1629, overl. 1706 te Oosterland; Jannetje Willems, huwt Jacobus Matthijsse Pauw,

140 schoolmeester te Nwk. van 1673 tot 1716. (de Visser) Aegjen, overl. 13 dec.1672 te St.Maartensdijk, gehuwd met een Lahaije. (zie div. O.land) Bijz.: Op 5 juli 1624 komt Wilm Marijnisen, smit, met attestatie naar Bruinisse. (J.H.de Visser) Op 25 maart 1629 verkoopt Cornelis P. Brabander een wagen die hij bestelt heeft bij Willem Maerinisse (Drubbels) smid, voor 8 pond aan Dingeman Mattijsse. (4719) Is in 1631 smid op Oosterland volgens de lijst van inwoners en hun beroepen. Op 9 dec. 1631 Is Willem Marinisse, Smidt voogd bij de verkoop van een huis van zijn schoonzus? Janneken Jans, de wed. van Dingeman de Cramer.(4719) Op 20 feb.1632 is Willem Maerinisse, Smidt borg.(4719) Op 19 jan.1633 is Willem Dribbel belendende. In 13 maart 1641 krijgt Willem betaald voor smidswerk uit de boedel van Adrijaen Aerts.(4793) Op 9 nov. 1649 koopt smid Wijllem Drubbels 120 roeden boomgaard van Hijderijck Janse van Holst voor 22:10:- pond vlaams.(4720) Op 17 april 1651 krijgt Willem Drijbel, smijt, £ 2:17:6 betaald uit de boedel van Aerjaen Bette.(4789) Op 23 feb.1652 wordt Willem Drijbbel, smid, betaald uit de boedel van J. Cornelisse voor levering aan het hoefje.(4789) Op 10 jan.1654 krijgt Willem betaald voor smidswerk uit de boedel van Job Jac.Brootman. (4789) Op 13 jan.1656 wordt aan Willem Drijbbel betaald voor werk bij G.P.Rabbe thuis.(4789) Op 30 jan.1657 ontvangt Willem Marijnis Drijbbel van zijn dochter Aegniet, geh.met Adrijaen Pieters Lahaije (wiens oom Samuel chirurg is op Oosterland), alle goud, zilver, linnen, wol en wat zij verder nog bezit plus 2 jaar huurinkomsten uit de nalatenschap van een oudoom van haar man. (296) Dit is mogelijk bedoeld om de smederij te kopen, maar zoon Jan-Willem “naast” in jan.1658. Deze transactie is niet erg duidelijk; van Hans Feijen komt de volgende informatie: [Lagaij, Adriaan, hoefsmid. geb. ca.1630 Oosterland, overl. ca.1666 ; zoon van Pieter de Lagaij uit Brugge. Gehuwd met Aegjen Dribbels, dochter van Willem Mar.Dribbels en Janneke Jans. Ze krijgen o.a een zoon Cornelis, geb. ca. 1662 in St.Maartensdijk of Oosterland, overl. 1 maart 1728 te Goes; die getrouwd is op 28 mei 1688 in Oosterland met Dina Mosselman, geb.20 feb.1659 te Goes. (kinderen in St.Maartensdijk in 1695 en 1698) De smederij heeft hij geërfd (?) van zijn voogd Jan Willemse Drubbels, zijn oom Willem Marinusse Drubbels, die hoefsmid en schepen was.] Ook al niet erg helder: Jan Willem is zijn zwager, en Willem Marinusse de schoonvader. Als we dan zien dat Jan Willem in jan.1658 om “naasting” verzoekt, dan lijkt het of Willem Marinusse de zaak aan zijn schoonzoon heeft willen verkopen, gezien de akte met overdracht van goud, zilver enz., maar dat Jan Willem dat niet goed vindt. Het lijkt er meer op dat Adraen Lahaije bij zijn schoonvader heeft gewerkt, en mogelijk zijn zoon Cornelis ook. Op 13 april 1670 maakt Willem Dribbel, op Zondag en ziekelijk te bedde, een testament. Allereerst krijgt zijn dochter Aegtje, (nu) in huw. hebbende Pieter Beije, een koe en een kalf en de 25 gld. die Beije al had ontvangen. De rest gaat zoals gebruikelijk naar kinderen en kindskinderen, met een regeling voor de wezen van Tannetje Willems en Marijnis Willems. Jan Willem Dribbel, die dan al schepen is, wordt oppervoogd, hij is tevens getuige, samen met schepen Adriaen Janse Klinckerlandt. (foto)

Oosterland, ca.1658 - ca.1705 Jan Willem Drijbbel, , geb.ca.1629, overl. 1706 te Oosterland; Geh.: 1e huw: (in 1660, (raze 3992), is zijn vrouw: Tanneken Leijns, ook in 1668 (4654-11); dit is, volgens diverse bronnen zijn 1e vrouw. geb ca.1649; overl. tussen 1 oct.1678 en 30 sep.1679. (dit of de datum van het 2e huw.is fout gezien de datum van het 2e huw.)

141

2e Huw.: Jan Willem Dribbels, wednr.uit Oosterland huwt op 7 juni 1676 te Zierikzee met Geertruijt van Damme, wed. uit Zierikzee. (de Vos) Kinderen: Willem Janse Dribbels, geb. ca.1667 te Oosterland, wordt smid op Ouwerkerk. Joris Jansz., geb. te Oosterland, neemt de smederij op Oosterland over, overl.ca.1712. Johannis, geb. ca. 1679; Geertruijt, geb. ca.1689; In 1695 leeft er nog “een bejaerde dochter Dina”, die samen met Leonard Drubbels, koopman te Rotterdam en de jonkman Doris Drubbels te Oosterland, hun broer, hoefsmid Willem Drubbels machtigen bij een erfenis van 400 car.gld. van hun zuster Jannetjen, die gehuwd is met Jacobus Pauw, schoolmeester te Nieuwerkerk. Op lijst van inwoners en smid in 1661-1671. Op de lidmatenlijst 1679-1685. 30 jan.1657Jan Willems Drubbels i.v.m. borgtocht, crediteur. 16 oct.1657 Jan Willem verkoopt als armmeester een huis. 30 jan. 1658 Jan Willem verzoekt naasting, B. en Sch. accoord. Hij is schepen van 1680 tot zijn overlijden in 1706; in 1687 secretaris a.i.; stadhouder van 1689 tot 1706. Op 21 maart 1659 is er een schuldbekentenis van Mees Jacobse Noppen aan Jan Willems Drijbbel van £12.-.- voor geleverde gelden, arbeidsloon en geleverd werk. Hij belooft om op St.Elloij te betalen; zijn 2 paarden, ploeg, wagen, enz. dienen als onderpand. Op 4 juli 1659 moet aan Jan Willem £2-18-9 betaald worden uit een boedel op Sirjansland.(4801-118v) Op 9 juli 1659 koopt Jan Willem 4 G.28R. land op Oosterland voor 50 car. gld. Op 27 april 1660 is Jan Willem Dribbels, smid op Oosterland, samen met zijn vrouw, mede eiser in de boedel van Huijch Pieters zaliger. Hij machtigt not. Constant Adriaens om de benodigde penningen uit de debiteuren van de boedel te nemen en te ontvangen. (3992) Op 2 mei 1667 rekent Jan voor zijn werk in de desolaten boedel van Tobias Poecke £58.14.10.(4723) Op 25 juli 1669 eist Jan Willemse Dribbels £23-15-5 en als curator in een boedel £12-5-10 te betalen door Swanenburgh voor “meede”.(4681-38) Jan 1669 erven Jan Willemse Dribbels en zijn vrouw Tanneken Leijns uit de boedel van Tanneke Hendricx.(Nwk.4654) Op 12 dec.1673 koopt Jan de helft van een lookschuur op St.Joosdijck van Grietje Cleeuwerts, de wed. van Corn.Olre voor 25 pond vlms..(4723) Op 19 feb.1674 moet Jan £ 5.14.0 ontvangen uit de boedel van Tanneken Cornelis, de huisvrouw van Leendert Marijnisse Clinck. (4802) Op 9 maart 1678 en later, komt Jan voor als eiser en voogd van Lieven Lievens de Grave tegen Jan Jansen Vermaes.(4712) In 1681 krijgt Jan uit de boedel van Tonis Joosse Rotte £2.7.10 voor “Smee werck”, en uit de boedel Stoffel Janse Berder voor smeedwerk £2.19.- (4789A1) In 1687 woont Jan tussen Bartel Gelderland en Willem Cornelisse. (huisschatting Oosterland) Op 12 feb.1687 eist hij betaling van 12-16-4 voor smeewerk gedaan voor Jacob Halffbroer.(4712) In 1691 zijn er twee belastingaanslagen op panden: a/ tussen Sjaak Bihop en Cornelis Droste en b/ tussen Andr.Stoffels Drooge en de wed. van Willem de wagenmaker. In 1700 is de ene aanslag 14 schelling voor een pand tussen de baljeu A.Pats en Corn. de Witte, en de andere is 15 sch.4 gr. voor een pand tussen Adr.Stoffelsen Drooger en Jaquemijntje Paddemoes.. Op 9 jan.1692 koopt Jan een huis en winkel van P.de Huijbert voor 200 car. gld.; hij krijgt een hypotheek voor het volle bedrag.(4789) De schuldbekentenis wordt op 29 dec.1694 geroyeerd.(4733) Op 11 nov.1692 wordt aan stadhouder Jan Willem Drubbels 1 gem. 5 roeden “blick en slick” (onbegroeide aanwas) toegewezen voor £0:4:2 per jaar; (hij heeft op 6 maart “prijsering” aangevraagd. (4725)

142

Op 16 april 1693 eist Jan Willem betaling van £ 0-8-4 van Corn. Mar. Vloihil van Bruinisse voor geleverd ijzerwerk.(4470) In 1694 moet Jan 5 schelling 4 grootten haardstedegeld betalen voor”eene onbewoont helft” gelegen tussen Corn.de Witte en Keracq? Biscop. Op 22 juli 1694 koopt Jan een tuin in de 11e mate, ca. 135 roeden voor £19.-.- van Thomas Dekker.(4725) In 1696 tegoed £3.1.- voor “geleverd smitswerk en gedaan Dienst”, uit de boedel van Dirck Janse Herde. In dezelfde boedel staat, dat hij aan Jan £4.13.4 moet betalen voor 280 roeden kiemen. (raze 4789A1-40) Op 25 maart 1697 leent Jan Willem Drubbels, mede broeder in wette, 50 pond vlms. van de oud secretaris van Ouwerkerk Johannis Conisius, met als onderpand verschillende stukken korenland.(4733-86) In nov.1698 verkoopt schepen Jan Willem Drubbels een stuk dijkersland zijnde een weide voor £14:10:2 aan Jacob Lantskercke.(4725) In dat jaar moet hij 4 sch. haardstedegeld betalen voor”twee helft tussen de balieu en Corn.de Witte; en ook noch 6 schelling voor: “twee helft en de smisse helft tussen Heijndrick Maartense Bakker en Jacomijntje Paddemoes”. Op 9 feb 1699 maakt Jan Willem Drubbels oudste schepen en gezworene, gezond van lichaam en geest, een testament: de jongste 2 kinderen, Johannis van ong. 20 jaar en Geertruijt van ong. 13 jaar, krijgen ieder 60 pond als ze 25 worden. Tot die tijd moet er voldoende geld uit de boedel gehaald worden om ze te kleden en wat verder voor hun onderhoud nodig is. Geertruijt krijgt al de gouden krullen enz. en het kerkboek met de zilveren sloten van haar moeder, maar dat gaat in mindering van de 60 pond. Zoon Joris krijgt voor 2000 car. Guldens het huis, schuur en erf met de smidswinkel, twee aambeelden , 2 blaasbalgen, slijpsteen, alle gereedschap en het ijzer, gemaakt en ongemaakt, gelegen aan de voorzijde van St.Joosdijk met het pas aangekochte erf van 154 roeden,. Als hij tussentijds komt te overlijden, dan gaat het naar Willem. Willem wordt benoemd als testateur, Joris, samen met Marinus Bal en Leendert ‘tHooft als toeziende voogden.(copy) Op 4 mei 1701 leent Jan Willem 100 pond van Cornelis de Cock met als onderpand zijn huis op de Sint Joosdijk.(4733-103) Op 17 nov.1701 is er een verordening voor smeden en wagenmakers waarbij er voor 3 jaar een garantie gegeven wordt dat ze tot een maximum van £ 8:6:8 betaald krijgen over een tegoed bij een failliete boedel.(4725) Op 26 apr.1702 eist Jan betaling van 3-9-11 voor smeewerk gedaan voor Abram Fernaijsie.(4712) Tot 1706 staat hij in het cohier van huisschatting. Joris betaalt voor de smederij vanaf 1708; in 1713 wordt gedeeltelijk betaald door Joris en gedeeltelijk door Andries Boogert. Van 1707 tot 1710 betalen de erven over een tweede pand dat in 1711 op naam staat van Mar. Janse de Jonge. (O.land 26,27 en 28) Op 14 maart 1705 wordt aan Jan Wilmsen Drubbels betaald uit de boedel van Salomon Heijndrijckse van der Gouw “£0:1:4 over een bijle vermangelt en nieuw verstaalt”.(4790) Op 24 feb.1706 houdt zoon Willem Drubbels een verkoping van de meubilaire goederen nagelaten door stadhouder Jan Willemse Drubbels. De opbrengst is £ 98:12:3. Een boomgaardje in de 15e mate, groot 75 roeden wordt verkocht voor £35:-:- aan Lieven de Grave. 5 gemeten grond in de stoofweije 16 mate nr 14 wordt verkocht aan L.v.d.Lisse voor £140:-:-; 2 gemeten 138 roeden doornweie in de 15e mate nr.31gaat naar Jacob ‘tHooft voor £18:-:- het gemet; verder zijn er nog 4 stukken, ook bos, samen ong.11 gemet die iets minder per gemet opbrengen. (4745 en 4726) Op 19 mei 1706 verkoopt Willem namens de erven van zijn vader nog 6 gemeten weiland aan de ambachtsheer Charles Lonque voor £ 175:-:-.(4726) Op 11 maart 1711 verkoopt Willem Drubbels uit de boedel van zijn vader zaliger aan Marinus Janse de Jonge een huis, schuur en erf in de Kerkstraat voor £70:-:- (4726)

143

Op 19 apr.1713 verkoopt Willem uit de boedel van zijn vader aan Jacobus van Axel 5 gemeten en 235 roeden vroonland in de 13e mate voor £ 7:-:- per gemet. (4726)

ca. 1705 -- ca 1712 Joris Jansz. Dribbels, overl. ca.1711 op Oosterland, zoon van Jan-Willem Dribbels. Geh.: Jonkman Joris maakt 14 sep.1702 huwlijkse voorwaarden op met Jannetje Jobs Roos, wed. van Jacobus Lantsheere. Jannetje is een nazaat van de smeden de Zutter uit Goedereede. Jacobus Jacobs Landsheer is van 1694 tot 1701 schoolmeester en voorzanger en vanaf 1699 schepen op Oosterland. Van 1698 tot 1703 is Joris diaken; op de lidmatenlijst van 1686-1699. Op 13 sep.1702 neemt Joris de 3 wezen van zijn vrouw op in zijn huis, kinderen van Jacob Lantsheer.(4787) Op 6 juli 1706 is er aan Joris Drubbels 10 schelling schuldig voor smeedwerk volgens de inventarislijst van Jan Janse Bolle zaliger.(4787) Volgens de lijst huizen op het dorp tot 1708. Op 28 apr.1709 wordt uit de boedel van Gillis Jorissen van Harsse aan Joris Drubbels £0:7:8 betaald voor geleverd smeedwerk.(4790) In dec.1712 wordt aan de wed. van Joris Dribbels £2:4:2 betaald voor smeedwerk over 1711.(4787) De weduwe, Jannetje Jobs Roos, hertrouwt met:

1713? - ca 1736 Andries Boogaerd, overl. ca.1736 Geh. met Neeltje Barnets. (eerder of later?) Zij krijgen kinderen te Oosterland van 1723-1730. Een zoon Marinus is mogelijk eerder geboren. Andries is Schepen van Oosterland van 1719 tot 1722. Op 3 mei 1713 leent Andries £230.-.- tegen 5½% van Jacob ‘tHooft met als onderpand zijn huis, schuur erf en boomgaard achter het huis, belend oost Adriaen van den Berg, west Jacob Willemse, de wagenmaker, zuid de Wel.Ed.Heer van Oosterland, noord de straat; alsmede de smidswinkel en de gereedschappen met het gemaakte en ongemaakte ijzer. (raze 4734) In oct.1713 en nov.1714 ontvangt hij voor smeedwerk.(4787). Op 11 april 1714 wordt uit de boedel van Leendert Cornelisse‘tHooft aan Andries Boogert, smit, £3:3:0 betaald voor “leverantie van ijser en smeewerk aen het huijs in de kerckstraet”.(4790) Op 29 sep.1718 wordt Andries beëdigd als keurmeester.(4726) Op 23 juni 1719 wordt Andries aangesteld en beëedigd als Schepen; hij is dat tot 1723.(4726) In 1714 en 1719 betaalt Andries £1.10.- huisschatting aan de gemeente.(28) 1 Dec.1719 leent Andries geld aan Corn.v.d.Reest in zijn kwaliteit van armenmeester. (raze 4734) Over 1728/29/30/32 en 1734 krijgt Andries betaald over “eenig smitswerk gedaan voor Franke Hermans van Belois”, zo te zien niet iemand die contant betaalde! (raze Bruinisse, 4509-1-1559) Apr. 1734 is hij betrokken als Armmeester bij de koop en verkoop van grond (raze 4726; 1706/36). Juni 1735 is hij Schepen en verkoopt een huis of kamer voor £ 17.-.- (raze 4726 1706/36) Op 24 april 1736 maakt Andries Boogaerd, schepen te Oosterland, ziek te bedde, een testament; zijn zoon Marinus erft de smederij.(4779) Op 30 april 1736 wordt na het overlijden van Andries met Aart Goutswaart als administrerend en toeziende voogd een staat en inventaris opgemaakt. Daarop staan o.a.: “Eerstelijck een huijs, erve, schuure met de smitse daarover staande, en alle het ijser,gemaakt en ongemaakt, gereetschappen, kolen enz. Noch een smitse, staande op den dorpe van Sirjansland.” De inventaris laat geen prijzen zien; aan diverse zakjes met daalders, rijksdaalders en ander contant geld is er £ 495:16:5. Volgens de “nieuwste boeck” moet er nog £ 98:10:7 ontvangen worden; ’t oude boeck laat maar £ 3:17:3 als openstaande debiteuren zien, waaronder de kerk van Sirjansland. De schulden staan als memoriepost op de lijst.(4790)

144

april1736 - juli 1752 Bogaert, Marinus, zoon van Andries en Neeltje Barnets, overl. in de per. 1751/59 1e Huw. met Crina Tuijnman, zij overl. ca. 1746., kinderen op Oosterland van 1736 tot 1746. 2e Huw. met Pieternella de Jonge. Volgens testament op 24 april 1736 erft hij de smederij te Oosterland 158 van zijn vader Monsieur Andries Boogaerd die ziek te bedde ligt. (Oosterl.1657/1811, nadere toegangen 2, index) 18 Dec.1736 verklaart Marijnis Boogaerd, (zo ondertekent hij), smid alhier, dat zijn vader volgens een codicilaire dispositie van 24 apr.1734 wilde, dat hij het huis, het erf, de boomgaard en de smederij met al het ijzer, de gereedschappen en kolen zou overnemen voor £700.-.-; wat hij niet kan betalen wordt een lening tegen 4%; af te lossen met £ 25.-.- per jaar. Aart Goudswaard beheert dit geld als voogd van de minderjarige zusters van Marijnis.(raze 4734) In 1737 betaalt de gemeente Sirjansland aan de erven van Andries Boogaerd £3-18-8 en aan zoon Marinus £0-15-0 voor geleverd ijzer en smidswerk; er is dan veel bestraat en een hek rond de kerk gezet. 21 feb. 1738: over geleverd ijzerwerk, uit boedel van Joost Jac. van der Have, SirJansland, (raze 4790A-2) Over 1736-1743 krijgt Marijnis betaald voor smidswerk uit de boedel van v.d.Lisse (raze 4510) Jan. 1753 Rek. voor geleverd smidswerk, (wijlen Leendert van den Makeze) £ 2.4.- (raze 4790A) (Uit dezelfde boedel moet aan Cornelis Verhoek, smid op Bruinisse betaald worden). In de per. 1742/50 en 1751/59 staat hij vermeld als lidmaat. 5 Juli 1752, verkoopt Marijnis aan Pieter Voorhans: “Een huis, schuur, hof en boomgaard, daarachter, alsmede de smitse, koolhock en travaille soo als het selve door gemelden Marinus Boogaard is beseten. (De prijs in niet vermeld) Contant ter leverantie betaalt. Den kooper komt aanstonds op ’t gebruik en moet betalen huisschattinge enz. enz.”(4727)

ca. 1752? --ca.1753 Pieter Voorhans, meestersmid te Oosterland, overl. ca.1753. Geh. Het zou kunnen dat Pieter op 19 mei 1747 huwt met de wed. Jacomijntje Leendertsen van de Sande; ged. op 21 juli 1715 te Stavenisse, begr. 28 jan.1751 te Stavenisse. Jacomijntje was eerder geh. op 28 juni 1742 te Stavenisse met de smid Josua Mol. geb. op Poortvliet, en overl. 20 juni 1746 te Stavenisse. En dat hij na het overlijden van Jacomijntje in jan 1751 te Stavenisse, huwt met Lijsbeth Klinkerland, overl.1764. Zij staat op de lijst van lidmaten op Oosterland per.1720/1750. Zij huwt na het overlijden van Pieter met de volgende smid: Joshua Tak. Op 6 juli 1752 verklaart Pieter schuldig te zijn aan zijn schoonvader? Cornelis van Schelven, mr.timmerman te Oosterland, £383.6.- tegen 3% rente, met als onderpand een huis, boomgaard en smitse zoals aan hem is geleverd. Op 13 juni 1764 wordt door smid Joshua Tak, gehuwd met Elisabeth Klinkerland, de weduwe van Pieter Voorhans, een kwitantie getoond waarmee de schuld beëindigd wordt. (raze 4735). Op 11 Nov. 1752, ziek te bedde maakt hij een testament.

Oosterland, 1753 – 1786 Joshua Tak, geb. te Wissekerke?, overl. 28 dec. 1783. mr.smid, komt volgens het lidmatenboek in de periode 1751-1762 uit Wissekerke naar Oosterland. 1e Huw. in 1753 met Elisabeth Klinkerland, overl.1764. Zij staat op de lijst van lidmaten op Oosterland per.1720/1750, weduwe van smid Pieter Voorhans.

145

Op 14 juni 1754 wordt er een kind geboren. 2e Huw. met Elisabeth van den Berge, geb.sep.1740 te Bruinisse, overl. nov.1770 te Bruinisse of Oosterland. 3e Huw. oct.1771/ sep.1772 te Oosterland met Thona Imanse. (Zij hertrouwt met Willem Ista en gaat naar Poortvliet) Van de zonen leeft alleen Leendert, uit het derde huw., geb.18 juni 1774. Joshua is smid bij de bouw van het Gasthuis te Oosterland. In 1777 en ‘81 is hij schepen. Op 25 aug. 1753 worden er huwlijkse voorwaarden opgemaakt bij notaris Mar.Ball. Op 12 maart 1755 verkoopt mr.smid Joshua Tak een (genaaste) boomgaard van 124 roeden in de 11 mate nr.5 voor £53.19.0 aan mederegent Jan Sneevliet (4727A) Tussen 1756 en 1779 lenen Josua en Izaäk Tak (zijn vader?) geld aan zeker 16 mensen op Oosterland, steeds met huizen en/of grond als onderpand (raze 4735 en 4738), een vorm van klantenbinding? In juli 1762 voldoet Joshua een rekening voor werk op Sirjansland:”1 boogel daar de kleijpel aan hangt van de klokke”; 1 schelling. Op 28 april 1762 koopt Joshua 1/16e deel in de meekrapstoof van wijlen Krijn Thonisse voor £95.-.-(4727) Hij verkoopt dit aandeel op 23 feb.1763 voor £100.-.- aan schepen Leendert Uil. (4727) Op 15 sep.1762 verkoopt Joshua een huis en erf op de Heule aan Mar.op’t Zant voor £18.-.- .(4727) Op 16 april 1763 wordt een testament gemaakt bij not. Huijbrecht Smith. Op 2 maart 1764 wordt een staat en inventaris opgemaakt na het overlijden van Elisabeth. Huis, kot, erve en smederij met alle gevolgen en gereedschappen worden op £666.13.4 geschat; verder is er een zestiende part in een meestoof £.95:-:-; en 22 gemeten tweejarige meede die £ 450:-:- waard is. Met de inventaris, kleren en sieraden is de totale waarde £ 2098:2:5 waar £ 484:7:11 schuld tegenover staat. Zeker geen arme smid! 25 juni 1764, mr.smid te Oosterland koopt hij van Jan Wazin, mr.kuijper te Nieuwerkerk 124½ roeden land”zijnde Hoven” gelegen in Klijn Ambacht in de 11e Mate nr.5 voor £50.-.-(raze4729) Op 10 oct.1765 koopt Josua 10 gemet, 54 roe dijkersland in gelegen in de 25 mate nr.28 te Oosterland voor 111.19.7 pond vlaams, en nog 4 gemet 270 roe laand in de 25 mate nr.15 voor 29.8.0 pond van de erven van Jan Sneevliet.(4727) Op 6 maart 1766 verklaart smid Joshua dat hij in oct.1764 6 vaten meede aan Jan Verbijl verkocht heeft.(4784) Op 19 maart 1766 koopt Josua uit de boedel van Johan de Kanter 4 gemet 171 roe plus 1 gemet 176 roe dijkersland voor 63.19.7 pond de hoop.(4727) In juli 1766 voldoet hij de rekening aan Sirjansland voor: ”2 ijserses vermaakt aan het uerwerk”, £ 0:4:4. In 1767 koopt Josua 3 gemet 153 roe land van G.C.Keetlaar voor £ 112.6.4.(4727) Juli 1768, tegoed uit de boedel van Adriaan d’Oge (Weeskamer, Sirjansland, raze 4790A fiche 700) Op 27 dec.1770 leent Joshua £20 aan Pietertje Kosten, de wed. van Marinus Plokhaar op een huis, schuur en tuin op Nwk.(4660-144) Tussen 1770 en 1783 is Joshua verschillende keren diaken. In 1771 een rekening voor:”De plaasse Sirjanslandt, voor ijserwerk aan de weeskiste met het aandoan daarbij, 8 sch.”. Op 30 oct.1771 wordt weer een Staat en Inventaris (zie copy) opgemaakt, nu voor het overlijden van zijn 2e vrouw. Na aftrek van de lasten blijft er nu £ 1448:10:7 over.(raze 4790A) 4 aug.1773 naast en koopt hij een hof in de 15e Mate nr.7 voor £30,- van de Wed v.d.Blijnk.(raze 4729) Feb. 1776 blijkt dat hij van Abraham Stoutjesdijk £ 3.-.- tegoed heeft voor smidswerk.(raze 4790A) Over 1776 ontvangt Jozua £0.16.6 uit de boedel van Grietje Tuinman (Bruinisse, raze 4512-26)

146

Op 20 feb.1777 koopt Joshua ruim 2 gemeten grond voor 81 pond van Abraham Kemp.(4729) Op 11 jan.1779 is hij voogd over de wezen van Adriaan Willemse en Anna Bakker.(4790A) Over 1780 ontvangt Jozua £1.6.6 uit de boedel van Zacherias Tuijnman (Bruinisse, raze 4512- 24) Op 22 maart 1780 koopt Joshua 5 gemeten dijckersland voor 40 pond van de wed. van Jan Klink.(4727a) Op 22 dec.1780 koopt schepen Joshua een schuur van Marinus Meerman in het Groenendal tussen de Brouwerij en het huis van Martijn v.d.Zande voor £22.1.8. (raze 4727A) 26 Mei 1781 Elizabeth Willemse wordt 25 en vraagt ontslag uit de voogdij. Josua was haar voogd. Op 7 juli 1781 ontvangt Joshua £ 4:13:8 uit de boedel van Jan Klink wegens verschot van daglonen in ’t wieden van koorn en meede. Joshua koopt 5 gemet 281 roeden dijkersland uit dezelfde boedel voor £ 40:1:5.(4790A) Op 22 maart 1780 koopt schepen in Wette Joshua Tak 5 gemet dijkersland voor £40.1.5. (4727A) Op 19 dec.1781 verkoopt hij 4 G.157 R.dijkersland in de 13e mate aan L.v.Schranen voor £40.-.- (4727A) Op 17 april1782 koopt Joshua 1 gem. land voor £2.5.- uit de boedel van Ellewit Janssen.(4727A) Op 19 feb.1783 verkoopt Joshua een hoefje met een gemet grond voor £88.6.8 aan Thomas Brouwer; op dezelfde datum koopt Joshua van Janes Brouwer een huis met erf aan de markt, tussen de Herberg en het Huis van den Armen, voor £91.13.4 Op 19 maart 1783 koopt Joshua 6 gemet korenland voor £20.19.10.(4727A) Op 24 sep.1783 koopt Joshua ruim 1 gemet land van de wed. Joh.v.Nieuwenhuijze voor 16 pond.(4727a) Tot 1783 (zeker vanaf 1774) betaalt Joshua £1.13.4 per jaar “winkelgeld”aan de gemeente; in 1785 en 1786 betaalt de weduwe van Joshua Tak. Hij betaalt ook 7 schelling per jaar aan de gemeente voor een “vrouwenzitting in den bocht van de kerk. Er is ook bijna elk jaar een rekeningetje aan de gemeente voor gedaan smidswerk. Op 1 aug. 1784 koopt de wed. Tona IJmanse een huis met erf op de St.Joosdijk ,tussen het huis van Hendrik Bakker en het hofje van den WelEd.Heer van Oosterland voor 10 pond van Mar.v.d.Waarde. Op 1 sep. 1784 verkoopt Tona Imanse aan Joos Stouten bijna 4 gemeten grond voor 19 pond; en bijna 15 gemet aan Anthonij Sneevliet voor 126 pond.(4727a) Op 13 sep.1784 verkoopt Tona 8 gemet korenland voor 108 pond aan P.v.d.Busse; en 7 gemet korenland voor 48 pond aan Pieter de Kanter; en 3 gemet voor 39 pond aan Adriaan D.v.d.Eest; en 2 gemet voor 42 pond aan Jan Krijnse v.d.Berge; en 1 gemet dijkersland voor 6 pond aan Jac.de Kanter; 16 gemet dijkersland voor 126 pond aan Anthonij Sneevliet; 4 gemet dijkersland voor 19 pond aan Joos Stouten.(4727A) Op 4 maart 1785 stelt Tona 2 voogden aan voor haar minderjarige kinderen: Kornelis Imanse uit Scharendijke en Jan Clement uit Steenbergen. (4779) Op 12 april 1786 verkoopt Tona Imans aan Samuel van Popering een schuur in ’t Groenendal tussen Martinis v.d.Zande en een schuur van de Heer van Oosterland voor £30.-.-. Op 31 mei 1786 verkoopt ze een boomgaard aan Jacob Stoutjesdijk voor £28.-.-. Op 31 mei 1786 verkoopt Tona een huis met erf, hof en boomgaard aan ’t begin en aan de oostkant van St.Joosdijk tussen het huis van Kornelis Hoogerland en de uitrit van de wed.van Maarten Bakker, alsmede de smitse staande recht over het huis met alle gereedschap; en 207 roeden schotbaar dijkersland in de 11e mate van het Klein Ambacht; en nog 3 gemet essen kapbos in de 10e mate nr.50; alles tesamen voor £950.-.- aan: Hendrik van Beeck. (4727A) Zie aldaar. Op 6 juli 1786 verzoekt Willem Ista te Poortvliet, namens zijn vrouw Thona Imanse, aan de notaris om aan Hendrick van Beek te vragen naar de schuldbrief van 950 pond, die van Beek na koop van de smederij in het begin van dat jaar zou afgeven. Smid van Beek laat een papiertje

147 zien,waarop staat dat hij voor 700 pond gekocht heeft, als de Heer van Oosterland hem de plaats zal geven.(4311/134=2873) Op 13 dec.1786 verkoopt schoolmeester Jacobus Appel met procuratie van Willem IJsta, de nieuwe echtgenoot van Tona Imanse aan Kornelis Bal een huis en erve staande op de St.Joostdijk tussen het huis van Hendrik Bakker en ’t Hofje van de Heer van Oosterland voor £32.-.-. Op 7 feb.1787 wordt een boomgaardje verkocht voor £23.-.- aan Jan Vijverberg; en een huis op de St.Joostdijk tussen het huis van Stoffel Hoogerland en een huis van de Armen, voor £60.-.- aan Samuel van Popering. Op 3 nov.1790 verkoopt Willem Ista, getrouwd met Tona Imans, de wed. van Josua Tak, 1/16e deel in de meestoof voor $50.-.- aan Schepen Frans Cornelisz te Nieuwerkerk. (4727A)

mei 1786 – nov.1786. Hendrik van Beek, geb. Geh. met Clasina Willems van Rijkel, Zoon: Barend, geb. 20 juni 1786 te Oosterland. Op 31 mei 1786 verkoopt Tona, de weduwe van Joshua Tak, een huis met erf, hof en boomgaard aan ’t begin en aan de oostkant van St.Joosdijk tussen het huis van Kornelis Hoogerland en de uitrit van de wed.van Maarten Bakker, alsmede de smitse staande recht over het huis met alle gereedschap; en het hof en boomgaard achter het huis met daarin 207 roeden schotbaar dijkersland in de 11e mate van het Klein Ambacht nr.3 met 55 roe en nr.5 met 152 roe ; en nog 3 gemet 2 roe essen en elzen kapbos in de 10e mate nr.50; alles tesamen voor £950.-.- aan Hendrik van Beeck. (4727A) Er is dan een brief van de Ambachtsheer, waarbij deze verklaart dat bij alle verkopen van winkels en huizen waarin een ambacht wordt uitgeoefend toestemming aan hem gevraagd dient te worden! “Vervolgens is het aan Hendrik van Beeck geïnterdeceert het Ambacht van Smith binnen deze Hooge Heerlijkheid te Excerceeren” Op 8 nov.1786 verkoopt H.v.Beek alles weer door aan Jan Jaspers voor £700.-.-. (4727A-foto) In 1786 verricht smid Hendrik van Beek smidswerk voor de gemeente Oosterland

nov.1786 – sep.1790. Jan Jaspers, overleden Oosterland in 1789; Geh. met Pieternella Verton. Bijz. Jan heeft eerder een smederij op Zonnemaire, zie aldaar. Op 8 nov.1786 koopt Jan Jaspers van H.v.Beek huis, smederij en hof voor £700.-.-. 4727A- foto) Op 13 dec. 1786 verkoopt Jaspers de 3 gemet 2 roe bos in de 10e mate aan de Nicolaas Steengracht, de Heer van Oosterland voor ? penningen. Over 1787 en 1788 betaalt Jan Jasperse, en in 1790 zijn weduwe, £1.13.9 winkelgeld-belasting aan de gemeente Oosterland. Op 24 maart 1790 is er bij verkoop van een huis aan de Heule sprake van een belending door de Wed. van Jan Jasperse. Op 22 sep.1790 verkoopt schoolmeester Jan Qintus te Zonnemaire, in huwelijk hebbende Pieternella Verton, bevorens weduwe en boedelhoudster van Jan Jaspers, aan Christiaan Mens, thans smidsbaas alhier “eerstelijck een Huis Schuur en Erve staande binnen dese Heerlijkheid staande aan de Oostzijde op het begin van St.Joosdijk hebbende ten Noorden het Slop van de Wed.van Maarten Bakker, en ten Zuiden het Slop van Eduard Lodewijk. Ten tweden het Smitshuis, en travailje staande recht over het voorn.(oemde) Huis hebbende ten Noorden Plaatser grond, en ten Zuiden het Huis van Jacob Otte. Enten Derden een Hof of Boomgaard groot 207¾ dijkersland mede liggende binnen dese Heerlijkheid in de 11e m(ate) van het Klein Ambagt als Nr.3:552 en Nr.5.152¾. En dat voor eene Somme van £700.-.- Vl(aam)s; en nog £100.-.- voor de gereedschappen en Goederen behorende

148 tot de Smitse, van Welke beide Sommen den Transportant bekend voldaan te zijn. De Koper die reeds op het gebruik van zijn gekogt is, moet van hetzelfde betalen De jaarlijkse lasten over den Jaare 1791, en vervolgens enz. enz.”. Nadat Jan is overleden hertrouwt Pieternella met Jan Quintus. Na de ondertrouw op 6 sep.1790 verklaart zij dat haar man door zijn vlijt en den zegen des Heeren een aardig kapitaal heeft nagelaten. Eén van de twee kinderen is net voor haar man overleden; hij zou 125 pond erven, maar zij verhoogt dat nu; zodat er 300 pond bij de weeskamer wordt gestort. Haar nieuwe echtgenoot Jan Quintus lost de verbandbrief op de smederij af.(4788)

sep.1790 -- 1804 Christiaan Mens, geb. ca. 1764; overl. 25 dec.1803 te Oosterland. Geh.: ca.1790/91 met Elisabeth Jacobse Hogerland, Zoon: Casper, geb. 11/18 mei 1793 te Oosterland. Op 22 sep.1790 verkoopt schoolmeester Jan Qintus te Zonnemaire in huwelijk hebbende Pieternella Verton, bevorens weduwe en boedelhoudster van Jan Jaspers, aan Christiaan Mens, thans smidsbaas alhier, een huis, schuur en erve op het begin van Sint-Joostdijk, tussen het huis van Eduard Lodewijk en de uitrit van de wed. van Marten Bakker; en het smidshuis en travaille “staande recht over het voornoemde huis, met ten noorden plaatsengrond en ten zuiden het huis van Jacob Otte, en nog den hof en boomgaard achter hetzelfde huis waarin liggen 207 r. Dijkersland in de 11e m. van Klein Ambacht, enz.”, samen voor 700 pond vlaams en nog £100.-.- voor de gereedschappen en goederen. Op 22 sep.1790 verklaart Christiaan Mens £400.-.- schuldig te zijn aan Nicolaas Steengracht, Heere der Hooge Heerlijkheid Oosterland enz. met als onderpand huis, smidse enz. (4736-45). Van 1791 tot 1805 betaalt Christiaan £1.13.4 winkelgeld aan de gemeente Oosterland. Hij ontvangt ook regelmatig voor geleverd smidswerk. Op 16 mei 1793 vraagt Christiaan bij de weeskamer om het moederlijke portie van zijn vrouw Elizabeth wat op 29 maart 1782 gedeponeerd is. Ze krijgt 55 pond, maar daar gaan er 24 af voor haar vader Jacob, die haar 3 jaar verzorgd heeft. Ze krijgt dus 31 pond. (4788) Op 24 juli 1793 verkopen o.a.Christiaan Mens met zijn vrouw Lizabeth Hogerland een huis en 3+3+12 gemeten land uit een boedel van haar familie. Maart 1797 is hij is smid, 33 jaar en inwoner van Oosterland. 6 Oct. 1797 leent Christiaan £88.6.8 aan Jan Bakker L.zn. op Brouwershaven tegen 5% met als onderpand diens huis, bakkerij, pakhuis en bleekveld op Brouwershaven. 8 Sep.1798 leent Christiaan £248.5.2 aan Willem van der Lucht, mr.smid op Brouwershaven als speciaal hypotheek op diens huis, erf, smidswinkel, gereedschap, ijzer en kolen. Ca. 1800 leent Christiaan £200.-.- op 3 gemeten, 90 roe weiland, van Mevr.de wed. M.D.v.d.Sande-de Jonge, het wordt op 27 1804 geroijeerd na getoonde kwitantie. (4737). Hij geeft over 1794 en 1803 rekeningen af. Op 21 mei 1800 koopt Christiaan van Jan Korn.Hoogerland een huis en erve aan de oostzijde van het Groenendal voor £58:6:8; op 10 oct. van dat jaar verkoopt hij het voor £ 80 aan Adriaan Kooman.(4728) 21 Jan.1803 leent Christiaan £180.8.11½ aan Philip Spitz, smid op Brouwershaven met als onderpand diens huis op het Marktveld, een bleekveld aan de Noordzijde van de Kerkstraat en de smidswinkel, gereedschap enz. De lening wordt 22 jan.1807 geroyeerd.(4390) Op 18 mei 1803 koopt Christiaan een huis en erf op St.Joosdijk van Corn.Gz.Ball voor £52:10:0.(4782) Op 1 juni 1803 koopt hij twee weilanden groot 3 gemeten 90 roeden met 156 iepen-en 53 wilgenbomen, van de 16 stukken land die voor T.E.Liens verkocht worden voor £330.-.-. (raze 4740) Op 24 aug.1804 wordt na het overlijden van Christiaan een staat en inventaris opgemaakt; de totale baten zijn 1788 pond, de schulden 384; er blijft dus 1404 pond over.; de voornaamste

149 bezittingen zijn: de smidse, 625 pond; een huis 50 pond; een weiland, 222 pond en de debiteurenboek van 263 pond.(4791) Dingenus Geene koopt de smederij en op dezelfde dag wordt nog een huis en erf aan de Z.zijde van de St.Joostdijk verkocht met een tuin van 24 roeden en twee van 55 roeden. (4740).

oct.1804 -- 1841 Dingenus Geense, hoefsmid, zoon van Paulus Geense; en mogelijk Adriana Brouwer? geb. 11 dec. 1768 te Sint Philipsland, overl. 30 dec. 1846 te Oosterland, 78 jaar oud. Geh. ca. 1804 met Janna P, geb. ca. 1769 te Dreischor, overl. 29 oct.1841 te Oosterland, 72 jaar oud. In oct. 1798 is hij smidsknecht te St. Annaland. Komt van Dreischor in 1804. 26 oct. 1804 verkoopt de Wed. van Christ. Mens voor £625.-.- een Hof aan Paulus Vos, en aan Dingenus Geene: “Een weldoortimmert Huijs, Smitse en erve en hof, waarbij volgt een Florissante Smitswinkel en een nieuwgebouwde Schuur”. Huis staande aan de Zuidzijde aan het begin van de St.Joostdijk, ten Oosten ligt het slop van L.de Wilde en Corn. Gravelijn, ten westen ligt het slop van Ed.Lodewijks. Ten zuiden daar tegenover ligt het smidshuis, een schuur en de travaille met ten westen daarvan het huis van Mar.Hage. Dingenus koopt voor £75.-.- het smidsgereedschap, alle ijzer en de smeedkolen er bij.(4740) Op 26 nov.1807 ontvangt hij 6 pond 3 sch. voor smidswerk gedaan voor Jan.M.Flohil.(4292) In 1808 betaalt Dingenus £ 1.13.4 per jaar voor winkelgeld aan de gemeente Oosterland. Op 1 maart 1837 probeert Dingenus huis en smederij nr.4; sectie F-336; tevens een huis, tuin en erf, nr.69, sectie F-348 en 349 openbaar te verkopen; het hoogste bod is f.1200,-, dat is te weinig, dus wordt er niet gegund.(not.de Clercq) Op 17 feb.1841 wordt er beslag gelegd op de smederij, er zijn deurwaarders die betaling vorderen van 4 hypotheken en schuldvorderingen, totaal ca. f.4000,- In de verkoopvoorwaarden staat dat de smederij is verhuurd aan (zoon) Paulus Geense, smid te Oosterland tot den 31 maart 1853 voor 90 gulden per jaar volgens onderhands huurcontract van 8 april 1837. Op 20 feb.1841 is er een publieke verkoping van de smederij door E.E.Schutter, de burgemeester van Oosterland, daartoe gemachtigd door Dignus Geense, vroeger hoefsmid, thans particulier te Oosterland, die eigenaar werd volgens een onderhandse acte van 16 feb.1840. De notaris van der Lek de Clercq opent met een bod van 500,-; dit bod wordt 4 keer verhoogd, en de notaris is uiteindelijk de hoogste bieder voor f.750,- ; Geense weigert dit bod te aanvaarden, en na 18 verhogingen wordt de smederij enz. uiteindelijk toch aan v.d.Lek de Clercq verkocht voor 1075,- . De veldwachter, herbergier Jacob Beije en kantonrechter J.Berman zijn getuigen. (foto) Op 20 oct.1841 verkoopt meester Corn. v.d.Lek de Clercq aan Martina Paulusse, bijgestaan en gemachtigd door haar man, wagemaker Abraham Donker te Oosterland, een huis met erf aan het Westeinde der St.Joostdijk aan de Z.zijde der straat F-349 groot 2 roeden, en een hoefsmederij met huis? en schuur aan de N.zijde der straat F-336 groot 96 ellen en tuin F-348 groot 8 roeden en 20 ellen; voor F1800,- ; de burgemeester van Oosterland, Everhard Egidius Schutter, leent haar het volle bedrag. (foto, akte 2613-379, not.D.Q.de Jonge van Halen) Pand: Volgens de cadastrale atlas van 1832 bezit smid Dignus in het Dorpsblok sectie F-336, een smidse, groot 96 ca en daar tegenover sectie F-348, een tuin van 820 ca. en sectie F-349, een huis en erf, 200ca. De huurwaarde van de smidse was f.21,-, van de tuin f.3,42 en van het huis f.54,-. Zoon: Paulus Geense, hoefsmid, geb.27 jan.1806 te Oosterland, overl.29 maart 1843 te Oosterland, 37 jaar oud, ongeh. Hij is de huurder van de smederij; zijn erfgenamen doen in 1843 afstand van het huurrecht ten gunste van Donker, de opvolger. Bijz.: Komt in 1834 van Katzand. Bij volkstelling 1840 in Oosterland.

1841 -- 1844

150

Abraham Donker, wagemaker, eerder geh. met Gerritje Kerpesteijn, nu met Martina Paulusse. Abraham koopt de smederij waarschijnlijk met de gedachte dat daar later één van de zoons in kan; de oudste is dan al 16. Eerst zal er nog wel gewerkt zijn met smidsknechts, maar als Abraham in feb.1843 overlijdt zoekt zijn 36 jarige weduwe Martina naar een meer permanente oplossing en zij hertrouwt met de uit Veere afkomstige 28 jarige hoefsmid:

1844 - nov 1868 Johannis Matthijsse, hoefsmid, zoon van smid Charles Matthijsse en Neeltje Sonius, geb.14 april 1816 te Veere, overl. 4 mei 1886 te Zierikzee, 70 jr.oud. NH 1e Huw., hoefsmid, 28 jaar oud, op 16 aug. 1844 te Oosterland met de weduwe van wagenmaker Abraham Donker Martina Paulusse; geb.17 feb.1806 te Ouwerkerk, overl. 6 juni 1867 te Oosterland, 62 jaar oud. 2e Huw., smid, 55 jr., op 14 juni 1871 te Zierikzee met de particuliere Adriana Jacoba Wagenaar, geb.12 maart 1836 te Zierikzee, overl.7 april 1924 te Zierikzee, 88 jr.oud. Bijz.: Johannis gaat mei 1836 van Veere naar Middelburg. Hij is niet opgenomen voor de Militaire Militie. Zijn signalement: lengte: 1 el, 6 palm, 2 duim en 5 streep (165,5 cm); In 1844 heeft Johannes voor f.2,40 smidswerk gedaan aan de school. (Corresp. 19-1-1845) Op 9 april 1847 wordt door notaris Bouvin een inventaris opgemaakt voor Johannis en Martina; er zijn kinderen van allebei uit hun eerdere huwlijken. Er is o.a. een huis, schuur en erf sectie F- 288 geschat op f.575,- en voor f.780,- aan wagenmakersgereedschap; en een huis met tuin en daartegenoverstaande smederij, sectie 336, 348 en 349 ter waarde van f.1800,- In 1847 verkoopt Johannis samen met Mart. Poulusse het woonhuis, schuur en erve, sectie F-288 aan de wagenmakersknecht Jan Gelok voor 1300,-; Gelok leent dat geld van wagenmaker Mach. Krijger van Bruinisee. Hij leent ook nog f.500,- van Willem van der Have op huis, erf en tuinen, o.a. sectie F/338 die hij dat jaar heeft gekocht; en de tuin sectie F-271 wordt voor f.300,- verkocht aan Dingeman Vijverberg. In 1848 is Johannis diaken; we vinden hem dan samen met diaken Jan Joostz.Flohil in een akte waarbij de kerk een bed enz. uitleent aan de wed.Dina Sneevliet. (not.Bouvin,241) Op 3 april 1848 huwt Hermanus Jansen, smidsknecht, geb. in 1823 in Oud-Vossemeer, te Oosterland met de 17 jarige Lena Donker; op 3 sep.van dat jaar wordt op nr.70 te Oosterland zoon Jacobus Marinus geboren. Al in 1850 wonen Herman en Lena op Tholen waar Herman smid wordt. In 1849 is er een zekerheidsstelling voor de kinderen Donker via een hypotheek op 2 huizen en smederij van f.603,-. (Bouvin) Op 19 mei 1859 verkoopt Martina aan Leendert de Waart een huis met tuin voor 1000,- (not Ermerins). In 1860 woont Johannis op A-86 en wordt hij voor f.12,- aangeslagen voor de Hoofdelijke Omslag; er zijn dat jaar 1356 inwoners (679 M en 677 V.) op Oosterland, die in daaraan in totaal f.2400,- moeten betalen. Op 3 jan.1860 wordt er f.1500,- geleend van not.Corn. v.d.Lek de Clerck. Het huis op sectie F- 338, groot 165 m2, en de tuin, sectie F-339 groot 370 m2 zijn dan van Johannis, maar de smederij op sectie F-336, groot 96 m2 staat nog op naam van Martina.(not.Ermerins) Johannis is van nov.1862 af ook eigenaar van de smederij op Nieuwerkerk, sectie M-359 waar Abraham Donker een zoon van hem en zijn eerste vrouw, smid is. Op 13 nov.1862 koopt Johannes Matthijsse, smid te Oosterland van Samuel Everhardus Gilijamse, smid te Nieuwerkerk, het woonhuis, schuur en erf, zijnde ingericht tot een een smederij staande en gelegen binnen het dorp en op de gemeente Nieuwerkerk en aldaar kadastraal bekend als sectie M-359, ter grootte van 3 roeden, 10 ellen, voor 2000,-. Deze smederij op Nieuwerkerk is voor zijn stiefzoon A.M. Donker(not.Corn.v.d.Lek de Clerck)

151

Op 20 nov.1862 lenen smid Johannis en zijn vrouw Martina f.2000,- van not. C.v.d.Lek de Clercq met als onderpand een 1e hyp. op huis en smederij M-359, en de tuin M-274 op Nieuwerkerk, en een tweede hyp. op de bezittingen op Oosterland: zijn huis F-338, tuin F-339; en haar huis en smederij op F-336. (Ermerins) Op 3 mei 1866 lenen Johannis en zijn vrouw er nog f.850,- bij van de notaris. (Ermerins) Op 16 juli 1868 koopt Johannis de hoefsmederij met daarachter staande schuur en alle smidsgereedschappen op de Visschersdijk D nr.555, sectie F-301voor f.2500,- van Jacobus Keukelaar in Zierikzee (vdLdC) Nieuwsbode, 18 nov.1868: “Joh. Matthijsse heeft na 25 jaar zijn Hoefsmederij te Oosterland overgedaan aan Johan Willem Matthijsse”. Op 20 jan. 1869 verkoopt Johannes aan zijn zoon Johannes Willem Matthijsse te Oosterland een huis, smederij en erf, sectie 338,339 en 563 voor 3300,-

nov. 1868 - dec. 1907 Johannes Willem Matthijsse, hoefsmid, zoon van hoefsmid Johannis Matthijsse en Martina Paulusse, geb. 11 aug.1845 te Oosterland, overl.6 dec.1928 te Oosterland, 83 jaar oud. NH. Huwt, als 22 jarige hoefsmid, op 20 maart 1868 te Oosterland met de 21 jarige boerenknechtdochter Pieternella de Vin, geb.17 oct.1846 te Bruinisse, overl. 22 juli 1924 te Oosterland, 77 jaar oud. De hoefsmeden Adriaan, 32, en Abraham, 26, Donker zijn getuigen bij het huwlijk. Hij komt 20 feb.1864 van St.Annaland. Johannes is jarenlang voorlezer bij de N.H..Gemeente, hij heeft ook de leiding van de Zondagschool. Op 3 oct.1876 koopt Johan Willem van verschillende erfgenamen een huis met erf, sectie F-337 te Oosterland voor 825,-. (not.J.Moolenburgh) Op 24 maart 1891 koopt Johan, voor zijn zoon Jan van Corn. Verhage te Zierikzee een huis, smederij, schuur en erf te Zierikzee sectie A-1572 groot 245 m2 voor ƒ2800,-. (not.Bolle) Op 14 feb.1901 wordt de aankoop door Johan Willem Matthijsse van huis en smederij op Sir- Jansland geregistreerd (63/10) Johan is smid op Oosterland. Hij werkt daar slechts een paar dagen per week. Op 24 oct.1907 verkoopt Johan Willem Matthijsse wonende op Oosterland, aan Adriaan Hanse Dirkzn. het huis ingericht tot smederij en erf te Sirjansland, groot 139 ca. sectie A-521, voor 1500,-.(not.Franse) Nieuwsbode 14 dec.1907: Oosterland: J.Kriger koopt van J.W.Matthijsse (na bijna 40 jaar). In 1907 moet Johannes Fl. 20,35 betalen aan Hoofdelijke Omslag. Op 16 sep.1913 verkoopt Johan in een openbare verkoping aan Mar.v.As sectie F-730, 1060 ca. voor 3100,- ; aan Izaak Moerland sectie F-1104, 94 ca. voor 925,- en aan Anth.Kloote sectie H- 172, 2580ca. voor 767,66. Op 11 dec.1913 en 24 oct.1917 op maken Johan en Pieternella een testament bij not.Korteweg. Zonen: Johannis Jan geb. 8 jan. 1867, erkend en gewettigd ged. 5 april 1868 te Oosterland.  Jan Johannis geb. 8 dec.1868 te Oosterland, op A-86; gaat naar Zierikzee.( zie aldaar)  Marinus Leendert geb. 28 juni 1871.  Adriaan ,11 juni 1889, ged 4 aug.1889 Oosterland. ------Marinus Leendert Matthijsse, hoefsmid, komt op 5 mei 1890 als smidsgezel van Nieuwerkerk naar O.land. geb. 27 juni 1871 te Oosterland. Huwt, 32 jaar oud, op 4 maart 1904 te Oosterland, met de 21 jarie landbouwersdochter Martina Paulina Hanse, geb. ca. 1883 te Oosterland. In sep.1897 behaalt Marinus in Middelburg het diploma van “Rijksgediplomeerd Hoefsmid”.

152

dec 1907 – mei 1928 Jan Kriger, zoon van Adriaan Kriger en Elisabeth de Dreu, geb. ca.1871 te Kapelle, overl. 4 april 1928 te Oosterland, 57 jaar oud. Geh., smid, 36 jaar, op 23 mei 1907 te ’s-Heer Arendskerke met de veldarbeidersdochter Jacoba Slabbekoorn, geb. ca.1877 te Kapelle(ZB), overl. 8 nov.1926 te ’s-Heer Arendskerke, 50 jaar. Bijz.: Nieuwsbode 14 dec.1907: J.Kriger koopt van J.W.Matthijsse (na bijna 40 jaar). Op 23 juni 1921 geeft de Arbeidsinspectie te Dordrecht vergunning aan J.Kriger “voor een hogere arbeidsduur”. Nieuwsbode, 16 april 1928: “Verkoop door Notaris Biermansz te Zierikzee op 2 mei 1928 ten verzoeke van de erfgenamen van J.Kriger te Oosterland van: Een woonhuis met schuur, werkplaats en erven, 3 aren, 40 ca.,met en benevens een volledige inventaris en voorraad materialen. Inl.P.Kriger, Bruinisse. Ook nog te verkopen een partij nette Meubilaire Goederen, voorts 10 kippen enz.”

mei 1928 – 1967 Pieter Kesteloo zoon van de smid van Kerkwerve, Hendrikus Kesteloo en Elisabeth Maatje Evertse geb. 22-2-1902 te Kerkwerve, overl.16 oct.1967 te Zierikzee, 65 jr.oud. NH Geh., smid, 26 jaar oud, op 22 juli 1928 te Oosterland met veldwachtersdochter Adriana Elizabeth Boot, geb., 11 maart 1900 te Kerkwerve; overl. 13 april 1966 te Zierikzee, 66 jr.oud. Bijz.: Piet gaat naar Rotterdam en werkt daar tot zijn trouwen in twee autozaken. Op 7 mei 1928 koopt Piet de smederij te Oosterland van Kriger (Z.zeesche Nieuwsbode). Al op 16 mei 1928 zet Piet een advertentie dat hij ook fietsen zal gaan verkopen. Op 8 oct. 1928 krijgt de A.P.C. van de gemeente een vergunning om een pomp te plaatsen op het terrein van P.Kesteloo tot 1 jan. 1940 tegen een jaarlijkse vergoeding van 1 gulden. Op 10 dec.1931 wordt Piet door de kantonrechter veroordeeld tot het betalen van 5 keer 50 cent of 5 dagen hechtenis vanwege de ijkwet; hij heeft kennelijk de 3 jaar daarvoor overgenomen gewichten nog niet laten ijken! Rond 1938, komt volgens dochter Betsy haar ome Willem (Wilhelm) zo nu en dan helpen in de smederij. Op 22 april 1938 biedt Piet een gebruikte boerenwagen te koop aan. In 1943 werkt Jan Heuseveldt er als smidsknecht, een onderduiker uit Middelburg. (foto) Er is ook een foto van de smederij, gemaakt ca. 1944, veel pannen liggen er af, waarschijnlijk door het bombardement. Gedurende de evacuatie werkt Piet in Tilburg bij de NS. Op 17 sep.1955 vraagt Piet een smid-monteur, en hij heeft een goede woning beschikbaar voor een gehuwde knecht! Na de watersnoodramp in 1953 vervangt Piet het oude woonhuis tegenover de smidse door een modern woon-winkelhuis. Na zijn overlijden wordt de smidse opgeheven en door de gemeente aangekocht; het woonhuis wordt verhuurd, de winkel wordt showroom voor garagebedrijf Ista. Volgens een aartikel in de Zierikzeesche Nieuwsbode van 20 nov.1969 heeft de gemeente de oude smederij aan de Sint Joostdijk aangekocht om te worden afgebroken, er moet ruimte komen voor het verkeer naar een vlakbij gelegen uiensorteerbedrijf. Pand: Eerst A-179, later St. Joostdijk 2. Hij bezit: werkplaats met erf 108 ca. sectie F-1547; schuur 30 ca. sectie F-804; huis en erf 204 ca. sectie F-839; sectie F 838, 191 ca.; erf, sectie F-1680, 107ca.; en schuur F-1681, 130 ca. Samengevoegd tot sectie F-2138, huis winkel en erf groot 632 ca.

------

153

De smeden van Oosterland aan het Groendal (later Achterweg en Wilgenstraat)

1822 –1856 Marcelis Verhoek, hoefsmid, zoon van hoefsmid Hendrik Cornelisz Verhoek en Maria Jansz. Padmos, geb. 13 feb.1791 te Bruinisse, overl. 6 dec. 1859, te Oosterland, 68 jaar oud. Ger. Geh., 28 jaar oud, op 21 nov.1819 te Oosterland met de 24 jarige landbouwersdochter Willemina Sneevliet, geb. 17 maart 1795 te Oosterland, overl. 17 maart 1844 te Oosterland, 49 jaar oud. Bijz.: Marcelis is in 1813 inwoner van Bruinisse. Vestiging in Oosterland: 1822. In juni 1822, bij de verkoop van goederen van zijn vader, staat alleen dat hij smid is. Op 7 oct.1822 koopt Marcelis van slager Hubr. Stouten huis, schuur, enz. nr.25 voor f.400,-. (not. D.Boom) Op 17 oct. 1822 leent Marcelis f.300,- van marktschipper Simon Voorbeitel uit Bruinisse. (not. D.Boom) Op 19 maart 1842 leent Marcelis f.300,- tegen 5% van gemeenteraadslid Joh. Zeijler met als onderpand zijn huis, schuur en erf zijnde de smederij op de hoek van het Groendal, nr. 25, sectie F-284, samen 1 roede 82 ellen groot, te Oosterland (not.Bouvin) In 1848 is hij diaken. In feb. 1851 moet Marcelis Verhaek f.5.49 grond- en f.7.01 personele belasting en f.4,09 patentrecht betalen. Daarnaast is er nog een hoofdelijke belasting van f.3,-. Na het overlijden van haar moeder neemt Maria Zeijler ook een lening van f. 300,- aan smid Marcelis Verhoek over. Op 14 nov.1855 leent zij hem er nog f.100,- bij. Later eist ze kapitaal en rente op, en als dat niet wordt betaald, laat ze beslag leggen op het huis en de smederij die als onderpand dienen. Nieuwsbode, 7 juni 1856: Notaris J.M.Bouvin zal op Dinsdag 17 juni 1856 in de Herberg bewoond door J.Beije, ten verzoeke van Maria Zeijler, Landbouweresse, als gevolmachtigde, volgens art.1223 van het Burg.Wetboek , van M.Verhoek publiek presenteren te verkopen: Een Woonhuis, Schuur, Erf en gevolgen, zijnde eene Smederij staande en gelegen te Oosterland, in het Groendal, gemerkt nr.25, kadastraal bekend sectie F-284, ter inbouwgrootte van 1 roede, 82 ellen. Op dezelfde dag staat er een advertentie in van M.Verhoek waarbij hij een smidsknecht vraagt! Op 17 juni 1856 volgt een openbare verkoping, waarbij Corn.Adr.Brouwer f.600,- biedt; niemand wil meer bieden. Brouwer verwijdert zich als er getekend moet worden! (not. Bouvin) Op 18 juni 1856 worden de roerende goederen: het smidsgereedschap en het oud ijzer, verkocht. Zonen:  Hendrik, geb. 24 maart 1815 te Oosterland, opvolger, zie hierna.  Anthonie, smidsknecht, geb.12 mei 1832 te Oosterland, Geh., 21 jaar oud,op 19 april 1854 te Oosterland met de 25 jarige arbeidster Janna Oosterling, geb. 15 april 1829 te Oosterland Pand: In 1851 moet Marcelis f.3,- betalen in klasse 10 van de Hoofdelijke Omslag; in dat jaar is het totaal in Oosterland F 850,-. Heelmeester Keller is de enige in klasse 1, hij betaalt f.35,- In klasse 2 betalen burgemeester Brouwer, predikant Gerven en de landbouwers Job Bouman, Joost Flohil en Corn. Smalheer elk f.26,-. Herbergier Beije betaalt f.9,- in klasse 7.

1856 – 1871

154

Hendrik Verhoek, Marcelisz., hoefsmid, geb.24 maart 1815 te Oosterland, overl.20 maart 1870 te Oosterland. Zoon van Marcelis Verhoek en Willemina Sneevliet. Herv. 1e huw., smid, 20 jaar oud, op 28 april 1845 te Oosterland met de 23 jarige arbeidster Dina Otte, geb. 8 feb.1822 te Oosterland, overl. 29 nov.1851 te Kerkwerve, 29 jaar oud. 2e Huw., hoefsmid, 29 jaar oud, op 9 juni 1852 met de 29 jarige dienstmeid-kuipersdochter Adriaantje Verwest, geb.15 maart 1823 te Elkerzee, overl. op 17 juli 1857 te Oosterland, 34 jaar oud. 3e Huw. 35 jr., op 10 juni 1858 te Oosterland met de 40 jarige dienstbode Jacoba van der Have, geb.27 april 1818 op Oosterland, overl.22 april 1890 te Oosterland, 71 jaar. Zij is de zuster van burgemeester Adriaan van der Have. Bijz.: Hendrik woont waarsch. in 1852 en 1853 in Kerkwerve! In 1860 woont hij op A-25a en moet f.4,- betalen aan Hoofdelijke Omslag te Oosterland. Op 10 aug.1864 maakt hij een testament, (not. Bouvin) Op 6 juni 1870 wordt de inventaris opgenomen, behalve de smederij zijn er f.1093,25 baten en f.2036,56 schulden, de smederij brengt f.2575,- op, de inventaris van de smederij f.450,- Er blijft dus ongeveer f.2000,- over. Ze woonden toen op A-25.(not.Bouvin) Op 15 feb.1871 worden de voorwaarden opgemaakt voor de verkoop van de smederij bij notaris Bouvin waarbij door burg. v.d.Have, namens zijn zuster, de wed. van Hendrik, en de kinderen, de zaak groot 1 roede, 82 ellen, sectie F- 284 wordt verkocht: aan Adriaan Kesteloo smid te Bruinisse voor f.2575,- Zonen o.a.: Marcelis, geb.22 juli 1845 te Oosterland, zie hierna; Cornelis, geb. 24 nov.1851 te Kerkwerve, zie hierna. Uit 2e huw.: Jacobus, geb. ca.1856. ------Marcelus Verhoek, geb.22 juli 1845 te Oosterland, zoon van Hendrik Verhoek en Dina Otte. Geh. hoefsmid, 25 jr. oud, op 30 dec.1870 te Oosterland met rietdekkersdochter Elisabeth Kievit, 19 jr.oud, geb. 9 sep.1851 te Oosterland. Juni 1870 wordt de boedel van vader Hendrik opgenomen, Marcelis is dan smid, wonende op Oosterland. Hij werkt (zelfst.of in loond?) op Duivendijke, komende van Oosterland, vanaf april 1871. Hij is, volgens de volkstelling KB 1879, naar Michigan, USA vertrokken. ------Kornelis Verhoek, geb.24 nov. 1851 te Kerkwerve, overl. Geh., hoefsmid, op 20 maart 1877 te St.Philipsland met de 19 jarige dienstmeid Jannetje Maan de Kok, geb. 21 mei 1857 te St.Philipsland, overl. In feb. 1878 wonen ze in Oosterland, maar in oct.1879 en apr. 1883 in St.Maartensdijk.

1871 tot— Adriaan Kesteloo, zoon van Willem Kesteloo, smid op Gapinge, en Willemina Sanderse, Geb.: 3 april 1847 te Vlissingen, overl. 31 aug.1918 te Oosterland, 71 jaar oud. NH. Geh.: als smid, op 3 mei 1871 te Bruinisse met Pieternella Krijger, dochter van wagenmaker Machiel Krijger, zij is geb.13 juni 1852 te Bruinisse, en overl.op 10 sep.1938 te Oosterland, 86 jaar oud. Bijz.: Op 15 feb.1871 komt Adriaan van Gapinge naar Oosterland en koopt de smederij van Hendrik Verhoek. De smederij wordt ingezet op ƒ.1100,- en na veiling en herveiling uiteindelijk verkocht voor ƒ2575,-; de inventaris van de smederij moet worden overgenomen voor ƒ450,-.

155

Adriaan leent ƒ.2600,- van Jacob de Groen op Bruinisse, met deze zaak als onderpand en een borgtocht van zijn schoonvader Machiel Krijger, wagenmaker op Bruinisse.(copie) Hij staat op de akte als smid van Bruinisse, werkt hij bij zijn schoonvader? Op 2 dec.1871 wordt door Adriaan een smidsknecht gevraagd die een paard kan beslaan. (Z.N.bode) Per 1 mei 1873 vraagt Adriaan een knecht die “een scharre kan beleggen”. In 1873 koopt hij samen met Leendert Kapelle, ook smid op Oosterland, een boomgaard van 13 roe en 30 ellen, sectie F-81 en 83 voor f.525,-. (not.Bouvin) Op 2 dec.1871 en in 1878 wordt een smids-noodhulp of knecht gevraagd. (Z.N.bode) Op 28 jan.1889 koopt Adriaan van Marinus L.Brouwer 357 ca. land, sectie F-744 voor ƒ200,-( not.Way) Op 16 mrt. 1892 leent Adriaan ƒ.450,- aan Adriaan Broodman. Op 16 nov.1893 leent Adriaan ƒ.700 aan Willem van Dijke.(not.Bolle) Op 21 dec.1899 leent Adriaan ƒ.1615,- aan Pieter Vaane. Op 14 oct.1899 wordt een smidsknecht gevraagd die goed paarden kan beslaan. Op 20 nov.1900 leent Adriaan ƒ.1300,- aan Cornelis Timmerman en ƒ.1300,- aan Frans van der Hulle. Op 1 feb.1907 staat hij op de kiezerslijst van Oosterland, hij woont dan op A-66. In 1907 moet hij ƒ.31,90 Hoofdelijke Omslag betalen; het totaal op Oosterland is dat jaar ƒ3097,05. Zoons:  Machiel Willem, 1877-1953 smid op Poortvliet. Machiel slaagt in sep.1897 in Middelburg voor het diploma “Rijksgediplomeerd Hoefsmid”.  Willem Machiel, 1880-1956 smid op Nieuwerkerk.  Jan Machiel, 1886-1962 smid (zie hieronder)  Cornelis, 1889-1971 smid (zie hieronder) De samenwerking en de overname met en door Jan en Cornelis is waarschijnlijk ondershands geregeld.

-- ca.1934 Gebr. Kesteloo Op 7 mei 1926 wordt vergunning gevraagd en verkregen door de gebr. Kesteloo voor het plaatsen van een benzinemotor van 3½ PK in een bergplaats in de grof-hoef- en kachelsmederij in het Groendal 141 op sectie F-1011, voor het aandrijven van enige smidsmachines. 1927, 1929, !931 Nieuwjaarsadv. van de Gebr.Kesteloo, smeden.

Jan Machiel Kesteloo, smid geb. 15 jan.1886 te Oosterland, overl. 21 jan.1962 te Goes. NH Gehuwd, 26 jaar oud, op 25 sep.1912 te Nieuwerkerk met Janna Berman, geb. 13 aug.1888 te Nieuwerkerk, overl. 26 jan.1988 te Breda, 99 jaar oud. Bijz.: In 1912 wordt zijn huis aan de markt verbouwd, daar komt een fietsenzaak. Jan gaat er wonen en heeft ook een klein winkeltje in ijzerwaren en gereedschappen. In 1927 woont Jan op A-137 en betaalt Fl.2.88 schoolgeld per 3 maanden voor 1 kind. Op 6 april 1928 advertentie als vertegenwoordiger voor Simplex fietsen. (N.B.) In 1935 en 1940 advertenties van Kesteloo-Capelle met fietsen, motoren, radio’s in huurkoop, enz. In dec.1936 is de Nieuwjaarswens van “Kesteloo en Capelle, rijwielen, motoren enz.”; ze adverteren ook met radio’s in huurkoop.  Zoon: Adrie (arts) Pand: legger 2607: woonplaats A-152; bezat op dorp sectie F-1876, huis, schuur en erf, 169 ca. Het wordt dj.1960 verkocht (aan de baron?) ......

156

Cornelis Kesteloo, smid geb. 4 feb.1889 te Oosterland, overl. 27 maart 1971 te Haamstede. Geloof: NH Geh.: 42 jaar oud, op 17 juni 1931 te Oosterland met Lena Jacoba Berman, 46 jaar oud, zus van Janna, geb. 11 sep.1884 te Nieuwerkerk, overl. 29 april 1958 te Oosterland, 73 jaar oud. Bijz.: Kees was een grote, sterke man, maar altijd snel moe. Hij is vroeg gaan rentenieren, en leeft het langste van de vier broers! Na zijn overlijden schrijft de Nieuwsbode over hem: “In de leeftijd van 82 jaar overleed in het rusthuis ,,Duinoord” te Haamstede de heer Cornelius Kesteloo, vroeger te Oosterland. De heer Kesteloo was te Oosterland een bekende flguur; hij was smid en had een zeer druk bezochte smederij waar het vak nog volgens de oude stempel werd uitgeoefend. De heer Kesteloo kwam uit een oude smedenfamilie. Hij leerde het vak bij zijn vader Adriaan Kesteloo, terwijl ook zijn drie broers aanvankelijk het smidsvak kozen. Volgend jaar zal het precies honderd jaar geleden zijn dat de vader van de overledene de smederij overnam van Hendrik Verhoek. Hij was afkomstig van Gapinge, waar ook zijn vader een smederij dreef. Door zijn grote werkkracht en het leveren van gedegen werk verwierven smid en smederij te Oosterland een goede naam”. Op 14 jan.1938 ontstaat ’s avonds omstreeks half acht een ernstige brand in de werkplaats door een achteloos weggegooide lucifer. De wed. Kesteloo die er naast in haar huis al op bed ligt, wordt in veiligheid gebracht. De brandweer is snel ter plaatse en ziet kans om, ondanks de aanwezige benzine en olie, de brand te blussen, maar er gaan veel rijwielen, onderdelen, enz. verloren; verzekering dekt de schade. Oct.1938 biedt C.Kesteloo een drielingwagen te koop aan. Het lijkt er op, dat Jan begin dertiger jaren uit de smederij stapt, en een soort samenwerkingsverband heeft voor de fietsen en de winkel met Machiel Capelle. Cees zet de smederij nog enige jaren voort op zijn naam, terwijl Machiel daar waarschijnlijk het meeste werk doet en de zaak langzaam maar zeker overneemt. In Januari 1945 worden de smederij en het huis aan het Groendal ernstig beschadigd door een Engels bombardement en de zaak wordt verplaatst naar de Lange Achterweg. Pand: Cees bezit volgens legger 2608 o.a. A-39, later Lange Achterweg 18,(sectie F-774), groot 357 ca. op het dorp; het wordt in dj.1962 verkocht aan Mach.Capelle.

ca.1934 -- 1961 Machiel Marinusz. Capelle, geb.31 jan.1913 op Oosterland als zoon van metselaar Marinus Capelle en Pieternella Cornelia Rotte. Geh.: op 17 jan.1941 te Oosterland met Dina de Ronde. Ze wonen dan op A-155. Bijz.: In april 1934 wordt door Machiel een Hinderwetvergunning aangevraagd voor sectie F-1011 te Oosterland voor een electromotor van 2 PK voor het aandrijven van een boormachine, een amarilslijpsteen en een ventilator; in 1949 is er weer een aanvraag, nu voor de Westelijke Achterweg. Pand: Machiel woont in de Kerkstraat (sectie F-1641), huis en erf 198 ca.; sloping dj. 1956; stichting dj.1958. Hij heeft een tuin (sectie F-48) van 750 ca. De smederij en erf (sectie F-1845) is 331 ca. waarvan 118 bebouwd. Mei 1937 is Machiel Capelle, mr.smid op Oosterland, geslaagd voor het diploma van Rijks Gediplomeerd Hoefsmid aan de Veeartsenijschool in Utrecht; de cursus is gegeven in de ambachtschool te Zierikzee door I. Adriaanse, practisch leraar in Goes, en J.S.Hoogstra, dierenarts te Zierikzee. In 1945 wordt de zaak aan het Groendal ernstig beschadigd door een Engels bombardement en verplaatst naar de Lange Achterweg. In nov.1948 krijgt Machiel een bekeuring omdat hij een varken van 140 kg. heeft zonder de daarvoor benodigde vergunning. Hij dacht dat het wel mocht, omdat hij landbouwsmid is, en hij

157 krijgt de vergunning 2 dagen na de inbeslagname. Toch krijgt hij f.30,- boete, en er wordt niet vermeld wat er met het varken gebeurd! In 1956 sloopt Machiel het oude gebouw en zet een nieuwe werkplaats neer aan de Lange Achterweg, die ca. 1961 verkocht wordt aan: de gebrs. Beije, die het bedrijf uitbreidden en op moderne leest schoeiden.”

1961 -- 1988 de Gebr. Beije: 1e: Jan Johannes Beije, geb.22 aug.1928; gehuwd in 1955 met Johanna Jannetje Reinhoud. Jan zit nog maar een jaar op de ambachtschool als hij, vanwege de evacuatie van 1944 met zijn familie naar Noord-Beveland uitwijkt. Daar gaat hij als 13 jarig smidsknechtje werken bij smid Leenpoel op Kamperland voor kost en inwoning en f 2,50 zakgeld per week. Na de oorlog maakt hij de ambachtschool af en gaat in 1947 bij Machiel Capelle werken tot hij, samen met zijn broer, de zaak overneemt.

2e: Thonie Adriaan Beije, geb.13 dec.1933, gehuwd in 1959 met Cornelia Klink. Als Thonie in 1948 van de ambachtschool komt gaat hij bij Piet Kesteloo werken tot de ramp in 1953; van 1954 tot 1961 bij Dirk Hanse.

Onder hun leiding wordt de smederij langzaam omgebouwd tot een machinewerkplaats, die ze in 1988 verkopen aan één van hun werknemers:

1988 -- ? Rinus Dooge: Rinus komt in 1964 van de ambachtschool en gaat bij de de Gebr. Beije werken, waar hij zich vooral bezighoudt met het machinale werk aan scheepsonderdelen. In 1988 neemt hij de zaak over en schakelt over op staalconstuctiewerk, centrale verwarming enz.. De werkplaats aan de Lange Achterweg wordt te klein, en er wordt nieuw gebouwd in de Wilgenstraat.. In 2006 neemt zijn zoon de zaak over, het loodgietersgedeelte wordt apart verkocht. Maar ook hier zal het smidsvuur, indien al aanwezig, wel niet veel meer gebruikt worden! De naam “Gebr. Beije” wordt gehandhaafd. Rinus smeedt, in 2008, nog wel al het ijzerwerk voor de nieuwe travaille in Noordwelle!

158

Diverse smeden van Oosterland.

1618 Claes Diercxsen, smid op Oosterland, werkt aan de kerk.(rekenkamer 505)

1693 Andries Vinck, (ook Vijnck), overleden 19 maart 1694. Geh. met Sara Kools. Op 12 feb.1687 is er een mr.chirurgijn Andries Vinck die een huis koopt van Iman Mogge, heer van Kouwkerke. (4724) Van 1686 tot 1694 is Andries lidmaat in Oosterland. 20 en 22 feb. 1690 Andries Vinck; zijn vrouw Sara Kools lastert en scheldt. (boek Rechterlijk Archief Oosterland) 18, 20 en 27 aug.1693, meester smid Andries Vijnck is betrokkene bij het herroepen van getuigenis door Heijndrick Jansen van Mares; er zijn eenden gestolen, maar niet door Vijnck!(4725 nr.E-8).

1704 Jan Bartelse Soeter, smidsknecht, oud 25 jaar, is getuige als herbergier Lieven Lievense Grave een vaatje wijn lost op Zondag. (4783, 16 sep.1704). Knecht bij J.W.Drubbels, of op een andere plaats?

1797 Jacobus van ‘t Land, , smidskn. te Oosterland, ongeh., geb. ca.1777, volgens de lijst mogelijk dienstplichtigen 1797. Hij is misschien knecht bij de smid Chr.Mens.

1797 Wouter Paarlink, smidsknecht., ongeh., geb. ca. 1775, woont op Oosterland. Lijst dienstplichtigen 1797. Mogelijk knecht bij Chr.Mens; later is hij smid te Zierikzee.

1812 Cornelis de Smit, zoon van Jacob (de Smit?)en Janna Roose; geb. 29 nov.1768 te Goes; hij komt in 1809 van Zierikzee of Herkingen naar Oosterland. Inwoner, ongeh., hoefsmid te Oosterland in 1812 en 1813. Knecht bij Ding.Geense?

159

Sirjansland

ca. 1713 - ca 1736 Boogaerd, Andries; overl. ca.1736: zie Oosterland blz.16.

1847 – 1855 Adriaan Bolle, zoon van Adriaan Bolle en Gerarda Loenjers, geb.26 feb.1813 te Zierikzee, overl.2 maart 1895 te Oosterland, 82 jr.oud. Ger. Geh.: als smidsknecht op 17 mei 1839 te Duivendijke met de 23 jarige dienstmeid Maatje Kristalijn geb. 26 maart 1816 te Brijdorpe; overl. 9 jan.1885 te Oosterland. Bijz.: In per. 1826/30 bij de Militie. In de per.1826-1831 staat geen smid in het bevolkingsregister van Sirjansland. In de (begin van)periode 1831/43 op de St. Anthoniusdam N.zijde, A-70 in Z.zee. Adriaan gaat in juni 1831 van Zierikzee naar Noordwelle en werkt bij smid Joh. de Meulmeester. In de per. 1831/43 smidskn. Lammermarkt Z.zijde B-321. In 1840 in de Minnebroerstr.223 te Z.zee, met vrouw en broer Adrianus in 1840 van Balie 483 naar Haamstede. Komt mei 1841 uit Haamstede naar Zierikzee, naar Bleijenhoek, B-246. In 1844/50 woont hij op Lammermarkt 24, wijk B-321. Zij gaan in de per. 1844/50 van B-321 naar A-108 Van mei 1842 tot 1847 werkt hij bij smid Jac.Slager op Nieuwerkerk; vandaar gaat hij naar Sir Jansland. In 1847 is er een verkoop voor principaal.(kad.) Op 15 oct 1847 leent Adriaan Bolle f.800,- van Dirk van Farowé uit Nwk. met als onderpand het nieuw gebouwde huis en smederij op sectie B-181 toebehorende aan Adriaan Fluit enz. (Bouvin). In 1851 betaalt hij f.1,- in klasse 11 aan Hoofdelijke Omslag (Oosterland) Op 15 juli 1853 leent Bolle f.300,- van Jan Hanse op zijn smederij.(DQdJvdHalen) Op 5 juni 1854 leent Bolle f. 700,- van wagenmaker Machiel Krijger te Bru. (DQdJvdHalen) In 1855 gaat Adriaan failliet, met Mr. M.J.P.v.d.Plas als rechter-commissaris en Jacob Sipkes als Curator. Op 24 oct.1855 vindt een openbare verkoping plaats van nr.A-90 in de Herberg van M.Bal op Sirjansland. (mogelijk koopt zijn zoon Willem Bolle dan de smederij?) De hyp.van f.700,- die Machiel Krijger uit Bruinisse op huis en smederij heeft, gaat op 26 oct.1908 naar Joh.Kolkman, ijzerkoopman uit Dordrecht. (not. D.Q.de Jonge v.Halen) in 1859 is Adriaan smidsknecht en woont op nr.47. 1 dec.1861 vestiging in gemeente Zierikzee. Zonen: Zij krijgen 7 kinderen, waaronder:  Jan, geb.3 jan.1842 te Zierikzee.  Marinus,geb.1848 te Oosterland, overl. 26 juli 1940 te Oosterland.  Willem, geb. 1851, te Oosterland, opvolger, zie hierna.

1890 -1895 Willem Bolle, hoefsmid, zoon van Adriaan Bolle en Maatje Kristelijn, geb. ca 1851 te Oosterland, overl. 19 feb.1927 te Oosterland, 76 jaar oud. Geh., 39 jr.oud, op 7 maart 1890 te Nieuwerkerk met de 23 jarige dienstmeid, gescheiden van T.de Visser, Jannigje Katoen, geb. ca. 1863 te ’s-Gravendeel. Bijz.:

160

Op 21 nov.1895 doet Willem Bolle, (met wijlen zijn vader A.Bolle) het bedrijf (waarschijnlijk doordat er beslag gelegd is door de Joh.W.Kolkman, een ijzerleverancier uit Dordrecht) over aan Hubrecht de Smidt.. Op 24 jan.1906 verkoopt Willem Bolle, water-en vuurverkoper te Rotterdam in het openbaar: huis en erf te Sirjansland, A-407, groot 4 34 ca. met alles er in wat tot een blijvend gebruik er aan verbonden is, verhuurd tot 1 mei 1906, waarvan het laatste eigendomsbewijs door dezelfde notaris op 17 dec.1900 is bijgeschreven; het wordt verkocht aan Karel de Aronde voor 950,- .(not.Franse) Op 25 juli 1912 verkoopt Willem, wonende in Rotterdam, een huis en erf in Sirjansland, sectie A-513 voor 900,- (no

1895 – 1901 Hubregt de Smidt, smid, zoon van Jan de Smidt en Johanna Kole, geb. ca. 1873 overl. Geh., 23 jaar oud, op 2 april 1896 te Kruiningen met de 24 jarige Maria Bouwens, geb. ca. 1872 te Kruiningen, overl. Bijz. Op 23 nov.1895 staat er een advertentie in de Nieuwsbode waarin Hubregt meldt dat hij de smidse die vroeger door Willem Bolle gedreven werd heeft overgenomen per 1 jan.1896 zal voortzetten voor zijn rekening. Op 3 dec.1895 vraagt mr.smid H.de Smidt een smidsknecht die goed op de hoogte is met hoefbeslag. Op 16 april 1896 verkoopt Johannis W.M.J Kolkman te Dordt (een ijzerleverancier) aan Hubrecht de Smidt te Sirjansland: Een smederij met gevolge te Sirjansland als huis en erf in sectie A-374, groot 129 ca., waarvan 22 ca. behoort aan de gemeente Oosterland met de aanwezige gereedschappen voor 1137,-.(not.J.A.Bolle) Op 4 juni 1896 vraagt de Smidt een afgedankte molensteen met een middenlijn van 1,5 mtr. te koop. Op 14 feb.1901 wordt de aankoop door Johan Willem Matthijsse van huis en smederij op Sir- Jansland geregistreerd (63/10) Ze hebben een dochter, geb. ca 1898 ingeschr. te Oosterland, en een zoon Adriaan de Smidt, smid.

1901 -- 1907. Johannes Willem Matthijsse, geb. 11 aug.1845: zie Oosterland blz. 22 .

1907 – 1940. Adriaan Hanse, hoefsmid zoon van timmerman-landbouwer Dirk Hanse en Janna de Ronde Adriaan is geb.13 sep.1881 te Oosterland, overl.24 april 1954 te Sirjansland. NH 1e Huw., smid, op 11 nov.1908 te Oosterland of Sirj.l met Adriana Elizabeth de Ronde, geb. ca.23 feb. 1883 te Oosterland, overl. 8 jan.1910 te Oosterland. 2e Huw.,hoefsmid, 32 jaar oud, op 19 nov.1913 te Haamstede met de 27 jarige landbouwersdochter Jacomijntje van Damme, geb. ca.1886 te Kerkwerve. Bijz.: Gaat mei 1902 naar Ooltgensplaat. Mei 1905 komt hij van Stavenisse naar Sirjansland en vertrekt dan in juli 1905 naar Tibout in Haamstede. Op 24 oct.1907 verkoopt Johan Willem Matthijsse wonende op Oosterland, aan Adriaan Hanse Dirkzn. Het huis ingericht tot smederij en erf te Sirjansland A-521 voor 1500,-.(not.Franse)

161

ZN.25 jan.1907: “A.Hanse vestigt zich als hoefsmid en wat verder tot het smidsvak behoort op Sirjansland.” In 1921 zijn Dirk en Janna beiden overleden, er vindt een verdeling plaats, hun zoon Frans Cornelis erft het huis met de timmerwerkplaats op A-397 en 394. Hinderwetvergunning: Op B-25, smederij met benzinetankwagentje. In 1928 wordt de voorgevel van de oude smederij gesloopt en 3½ meter naar voren gezet. Hij was penningmeester van de Smedenbond afd.Schouwen en Duiveland. (M.C.Geluk was secr.) Zoon: Dirk, opvolger. 1940 – ca.1974. Dirk Hanse, hoefsmid, geb.18 juni 1915 te Sirjansland, overl.1 jan.2003 te Geloof: NH Geh., 24 jaar oud, op 9 mei 1940 te Nieuwerkerk met de 25 jarige Adriana Berman geb. 29 maart 1915, overl. Bijz.: Dirk komt op zijn 15e, na de Ambachtschool, bij zijn vader in de smederij; hij kiest daar zelf voor, want hij mag wel doorleren van zijn vader als hij dat wil. Zijn vader is een goede leermeester, maar wel erg precies, soms tot grote woede van Dirk als hij weer iets over moet doen! Dirk haalt al jong de contributie voor de Smedenbond op bij de smeden op het eiland. Hij haalt zijn diploma voor Rijksgedipl. Hoefsmid in 1938; daarna volgt hij met succes de cursus voor onderwijzer in practisch hoefbeslag in Utrecht. Dat betekent een jaar lang eens per week een reis naar Utrecht, een hele onderneming in die tijd. Tijdens de evacuatie in 1944 is hij samen met Izaäk van Loo bij een smid in Middenmeer gaan werken. Hij staat bekend als de beste hoefsmid van het eiland en haalde vele medailles bij paardekeuringen, waarbij het hoefbeslag apart wordt beoordeeld. Na het verdwijnen van de paarden legt hij zich toe op het loodgieterswerk. Eén van de dingen waarover ik met Dirk spreek is de grote solariditeit onder de smeden, en de onderlinge hulp bij ziekte of andere probemen. Er is over het algemeen veel samenwerking ook op het gebied van prijsafspraken! Op 3 jan.1950 biedt Dirk zich aan als klokkennist en klokkeluider in Sirjansland; hij wordt benoemd. Hinderwetvergunning, 1956 voor B-30, smederij. In 1962 vraagt Dirk een smids-of loodgieteersknecht Dirk heeft een zoon die jong overlijdt, rond 1966 verkoopt hij de smederij aan zijn knecht Hans de Vlieger. In 1994 wordt Dirk benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau, vooral vanwege het vele werk dat hij voor de Kerk heeft gedaan: Hij gaf 25 jaar leiding aan de Zondagschool en zat 26 jaar in de Kerkvoogdij, waarvan 19 jaar als president-kerkvoogd, en van 1972 tot 1985 was hij scriba. Pand: Huisnr. B-30; sectie A-521, huis, smederij en erf 139 ca; bergplaats 61 ca. op sectie A- 692 en bergplaats 43 ca. op sectie A-373.

1974 -- 1990 Joh. (Hans) de Vlieger Dirk verkoopt rond 1966 de smederij aan zijn knecht Hans de Vlieger. Rond 1979 verplaatst Hans het staalconstuctiebedrijf naar de Sportlaan. Hij verkoopt de oude smederij aan de gemeente, maar koopt ze eind 1988 weer terug voor f.10.000,- Op de plaats van de oude smederij worden een paar huizen gebouwd met (gesubsidieerd) behoud van de voorgevel.

162

Over het wel-of niet behouden van de voorgevel is trouwens wel het één en ander te doen in de gemeenteraad, en die draait ook nog op voor de architectenkosten van de bouwplannen die ze zelf eerst hadden.

na 1990 Hanse Staalbouw b.v. (fa. Bijkerk) Het bedrijf op de Sportlaan wordt aan de fa. Bijkerk verkocht, die het in 1996 verplaatst naar het industrieterrein in Nieuwerkerk.

163

Ouwerkerk: 1e Smederij (bij de kerk)

Op 21 nov.1662 maakt notaris Reijnier de Ruijter te Welland een testament op voor Passchier Pieterse, smidt, en Stoffelina Jans zijn huisvrouw; zij ligt ziek te bedde. (5116) Noordwelle?

<1669 --- 1692 Passchier Pieterse ‘dHuijbert, smid te Ouwerkerk; Mei 1668, meldt de staat en inventaris van Jacob Pr. Van Vlaanderen te Nieuwerkerk betaling wegens vertering bij Passchier Pieters. (4666) Op 30 april 1669 uit een boedel op Nieuwerkerk: “Betaelt aen Passchier Pieterse de Huijbert Smidt tot Ouderk’ken voor rekeninge van Trijstant Janse Meefoort (Montfoort) over verteerde gelage bij de overleden verteert volgens de quijtantije de somma van £ 0.7.0”. (Passchier heeft dus ook een café.) Op 30 jan.1670 eist mr. Essendam tegenover Schout en Schepenen te Ouwerkerk namens Passchier Pieters van Vincent van Swanenburgh £ 19-7-2 en £ 10-10-4 voor smidswerk en arbeidsloon. (4681) Op 13 maart 1670 wordt Nicolaes Crijnts Block veroordeeld om aan Paschier Pieters op de eerstkomende Pinksteren £ 10- te betalen voor arbeidsloon. (4681/67) Op 30 april wordt “verteerd gelag” betaalt. (4666-94) Op 15 jan.1682 eist Passchier de Huijbert, als armenmeester, betaling.(4682/2b) Op 12 nov.1682 en 5 dec.1682 eist Pieter Isaaccse ??, Smit, betaling van Huijbrecht Centze van £ 2.5.4 voor arb.loon en geleverd smidswerk in 1678. (Owk. 4682/12b) (Smid buiten Ouwerkerk?, of Passchier’s vader?) Op 29 apr.1683 moet aan Passchier 1 pond betaald worden voor arb. loon van smidswerk.(4682/17) Op 29 sep.1684 wordt, volgens de actaboeken, door de kerkeraad gesproken over de vrouw van Passchier de smid die omgang heeft met Jan Schoof. In maart 1692 verkoopt schepen Paschier Pieterse ‘d Hubert aan Willem Janse Dribbel, hoefsmid, een huis, schuur en erf, aard- en nagelvast staande aan de noordzijde van Ouwerkerk, belend ten oosten Walter Leijnse; ten westen de verkoper; ten zuiden de straat en ten noorden het achterom. Met de hoefsmidswinkel en alle gereedschap, ijzer , enz., en met de travaille en toebehoren staande aan de kerkmuur; en dat voor 1900 Carolische guldens, waarvan 400 contant en de rest met 100 gld. per jaar tot mrt 1692. (4682/69)

1692 -- ca.1729 Willem Janse Dribbels, zoon van Jan Willem Drubbels, smid op Oosterland , geb.ca.1667 te Oosterland, overl. 16 maart 1728 te Ouwerkerk; hij doet belijdenis te Ouwerkerk op 2 jan. 1693. 1e Ondertr.: op 18 april 1692 met Pieternelletje Janse Visscher, ged.op 15 maart 1665 te Nieuwerkerk, overl. voor 1 juni 1713 te Ouwerkerk, (4705, wednr.Willem Dribbels toont het testament van 26 maart 1701) 2e Geh.: ca.1716 met Josintje Marinusse Braber, overl. ca. jan.1729 te Ouwerkerk; wed., ten 1e van Jozias Willems van Dijke, schout te Kerkwerve, en ten 2e van Job Cornelis Adriaense Kloet, weesmeester te Kerkwerve . Bijz.: Op 10 jan.1692 koopt Willem Janse Dribbel van Paschier Pieterse ‘d Hubert de smederij (zie bij ‘d Hubert) Op 26 maart 1701 maken Willem Janse Dribbels en Pieternella Jans Visschers een testament op langstlevende. (4019-31) Vanaf 1705 tekent Willem regelmatig als schout, ook nog in 1727.

164

Ca.1716, als Willem trouwt met Josintje Marinisse wordt van ieder van hen een staat en inv. opgemaakt. Op deze laatste lijst staat o.a. het huis, schuur, erf en smidswinkel met schuurtje aan de Noordzijde van het dorp verder had hij stukken land, obligaties, huisraad enz. ingebracht, totaal t.w.v. £588, zijn schulden zijn £ 267. De zonen Marinis en Jan Drubbels, hebben elk £ 120 tegoed wegens hun moederlijke successie, Marinis heeft de smederij aangenomen voor £ 233.6.4. maar hij overlijdt voor dit kan gebeuren. Josintje brengt grond, obligaties, inventaris en sieraden in, ter waarde van £ 622, de schulden zijn £ 321. Tijdens hun huwlijk kopen ze nog een huis, obligaties en land. Op 7 maart 1718 verkoopt Josintje in Kerkwerve de inboedel uit haar eerdere huwlijk.(5012) Op 17 juni 1723 verkoopt Willem Dribbels, gehuwd met Josijntje Marinus een huis met schuur op Kerwerve aan Jacob Leeuw voor £ 75-.-.; het huis wordt aan de Noordkant belend door de smidse, Oost ligt de vaart; en Zuid is Charles Plevier. (4997-2) Op 4 maart 1724 levert Cornelia Mogge aan smid Willem Dribbel het huis met erf op Ouwerkerk dat zij aan hem heeft verkocht. (4111/8 en 124) Op 8 jan.1726 koopt Willem een hofstede aan de Hoogeweg te Ouwerkerk met ruim 20G. grond van Adriaan Vijverberg, geh. met Neeltje Baltens van Cashoek; na Willem’s overlijden verkoopt Josintje op 3 juni 1728 de hofstede aan haar schoonzoon Leendert Daniëlse Viergever. Feb. 1727 is er een rekening te betalen voor smidswerk uit de boedel van Corn.G.de Witte £ 1.7.- (4707-13). Op 22 jan.1729 wordt door de weduwe Josintje Marinis een inventaris aangebracht die op 17 dec.1728 gemaakt is, van de nagelaten goederen na het overlijden van Willem Drubbels; er zijn £ 555-3-1 meer baten dan lasten. Josintje krijgt de helft; van de andere helft gaat 1/4e naar Leendert Daniel Viergever, die gehuwd is met Gieltje Drubbels; 1/4e naar Balten Vijverberg, gehuwd met Jacoba Drubbels; 1/4e naar Jan Drubbels ; en 1/4e naar de twee onmondige wezen, Pieternella en Florintje, dochters van Heijnderik Huijbrechtse van der Vaate die met Tannetje Drubbels was gehuwd. (foto’s) De zoon Marinis is dus al overleden, er staat op de inventaris een rest van een obligatie van £66-13-9 ten laste van Jacomina van Vossemaare, wed van Marinus(vervaagd) Drubbels. Een huis met schuur en erve aan de Z.zijde van Ouwerkerk gelegen tussen Balten Vijverbergh en Jan Willem Timmerman komt aan Josintje voor £ 105. Er is een volledige deb.- en cred.lijst; een lijst met goederen die hij ingebracht heeft (zijn kinderen toekomende) waaronder de smidse voor £ 233-6-8. Aan de weeskamer van Oosterland wordt £ 25-1-10 betaald voor de kinderen van Joris Drubbels wegens het goede slot van de rekening. Jan Drubbels ontvangt nog £ 19-17-5 wegens over de rest van zijn moederlijke erfportie. In 1729 staan op de inventarislijst na het overlijden van Josintje, de wed. van W.Dubbels, verschillende posten van te ontvangen over gedaan smeedwerk, maar er is ook een post van: nog te betalen aan Jan Franse Ronds £0-5-4; die werkt dus al voor eigen rekening, of hij heeft dit geld tegoed als smidsknecht. (4707) dec. 1734: Staat en inventaris na het overlijden van Josintje (raze 4707, fol.69) Willem had bij het huwlijk ingebracht het huis, schuur, erf en smidswinkel met schuurtje staande aan de Noordzijde van het dorp die door Marinis Dubbels zouden worden overgenomen voor £ 233.6.4. Verder had hij stukken land, obligaties, huisraad enz. ingebracht, totaal ter waarde van £588, zijn schulden waren £267. Josintje bracht ook grond, obligaties, inventaris en sieraden in, ter waarde van £622, haar schulden waren £321. Tijdens hun huwlijk hebben ze nog een huis, obligaties en land gekocht. Ook is er een volledige debiteurenlijst. 4707-69

Kinderen: Uit het 1e huw.:

165

 Marinis: smid op Ouwerkerk; overl. 14 april 1726 te Ouwerkerk. Geh. 29 maart 1722 te Zierikzee met Jacomina Reijniers van Vosmaer. Zij hertr.op 5 mei 1732 te Z.zee met Hendrik Jeras Handpoorter. Marinis doet belijdenis te Ouwerkerk op 22 maart 1722.  Jan: Jan, doet belijdenis 4 apr.1723; gaat met attestatie in 1726 naar Z.zee. Huwt daar 10 mei 1729 met Jacomina Jacobs.(J. de Visser)  Tannetje geb. ca.1693 op Ouwerkerk;m huwt 1715 te Nwk.met Hendrik Huijbr. van de Vaate.  Jacoba, huwt Balten Vijverberg  Chijltje, huwt Leendert Danielse Viergever.

Ca.1729 - 1764 Jan Franse Ronds, zoon van molenaar Francois Ronse en Martina Boije, geb. vóór 1710, overl. ca.1763 te Ouwerkerk. In zijn leven smid op Ouwerkerk. 1e Huw.: op 31 aug.1729 te Nieuwerkerk (4676 -26) met Pieternella Liere, overl. vóór 1737. 2e Huw.: voor juni 1739 met Adriana Percijs, geb. vóór 1725, overl. vóór 1741. 3e Huw. op 5 mei 1741 te Zierikzee met Janna Jobse Stoutjesdijk, geb. vóór 1710, overl. 26 apr.1781. Zoon: Adriaan Janse Ronde. Bijz.: Jan doet op 8 juli 1729 belijdenis. Hij komt uit Zierikzee. 31 mei 1731 is er een schuldbekentenis aan de armmeester van Ouwerkerk van Jan voor £20.16.8 op een hof van 26 roeden gelegen “over de dorpsvroone”. (4686-11) 13 sep.1732 Jan en Pieternella,“egtelieden, beijde siek na den lighaam” maken een testament (raze 4676-26) In 1732 is hij candidaat diaken; schepen van 1747 tot 1765. 5 juni 1733: Jan Franse, er is een ruzie met ene Grietje (P6340). 3 dec.1733 Jan Frans Ronds daagt Joh.Mouthaen voor Schout en Sch.; hij moet £1.17.11 betalen voor leverantie van smidswerk; de gedaagde belooft binnen 14 dagen te betalen, dan zijn er geen verdere kosten.(4684) In 1735 heeft Jan tegoed uit de boedel van Christiaan Breeuws van Capelle voor smidswerk.(4651) 24 jan.1736: Jan Franse, in de kerkeraad, dronkenschap, met 3 anderen.(P6340). 1738 t/m ca.1762: Jan betaalt familiegeld (P6340). 18 juni 1739 Jan en zijn vrouw Adriana maken een testament en benoemen elkaar tot erfgenaam, (4676-70). 13 dec. 1739 is Jan eiser contra Joh. Mouthaen, die nog £ 1.17.11 moet betalen voor smidswerk. De gedaagde krijgt 14 dagen om genoemde som met kosten te betalen aan Jan. (4684-20r). In 1741 en 1742 is Jan diaken. 14 oct. 1744 wordt Jan toeziend voogd over de vier onmondige kinderen van zijn schoonzus. In 1751 staat Jan op de lijst van niet op tijd betalers van familiegeld; hij staat op de lijst van te betalen familiegeld t/m 1762. Op 6 dec. 1755 leent Jan Franse Ronds, smidsbaas, aan Leendert Ekeij, baas wagenmaker, £33.6.8 op het wagenmakershout, zowel gezaagd als ongezaagd.(4686) Mei 1763, voor smidswerk over 1755 t/m 1758 uit de boedel van Pieter van Donge; er moet een kwitantie worden getoond want op 9 juli 1764 lag Jan ziek te bedde. Op 6 nov.1764 verkoopt Jan Ronts, schepen te Ouwerkerk, aan Phijlip de Bruijn, meestersmid alhier, een huis, schuur en erf gelegen aan de Noordkant van het dorp, belendende oost Cornelis Buijterse; west Lieven Boeje; zuid ’s Heeren Straate, en noord ’t Achteromme, met de smidswinkel staande voor het huis aan de kerkmuur, voor Philip Bruijnpond, 6 sch., 8 d.; de koper komt in bezit per mei 1765, de verkoper heeft het recht om het dilt in de schuur te slopen en een varkenshok mee te nemen. Op 14 dec.1764 bekent Phijlip dat hij deze som van Jan leent tegen 4%; op 28 mei 1793 wordt de akte geroyeerd. (4689).

166

1765 koopt Jan hout op koopdagen te Oosterland van de Heer van Oosterland (4767) 19 feb. 1765 testament van Jan en Janna Stoutjesdijk. Jan benoemt zijn zoon Adriaan Ronts tot zijn erfgenaam, maar Janna krijgt gedurende haar leven het vrije gebruik van de helft der erfenis. Als Janna het eerst sterft krijgt Jan het vrije gebruik over haar nalatenschap.( 4161, notaris van Duijn, 1765/67) Van 1765 t/m 1781 is het Jan Ronts weduwe die familiegeld betaalt. 21 aug. 1765 Aanstelling door Janna, wed. van Jan Ronts van mons. Matthijs de Cock tot executeur van de boedel van de overleden Jan Ronts en van haar eigen na te laten boedel.( 4162, Nic.v.Duijn, 1765/67). 25 juli 1770 maakt Janna als wed.haar testament bij dezelfde notaris. Op 6 jan.1774 verkoopt Janna aan Phijlip de Bruijn het hof bij zijn huis voor £13.6.8.(4689) In 1775 wordt het familiegeld niet tijdig betaald door wed. Jan Ronds. Tussen sep. 1780 en sep. 1781 wordt Janna’s overlijden gemeld; op 31 oct. 1782 wordt de inventaris van haar boedel overgebracht naar de weeskamer. (4707) dec. 1781: Op de Staat en Inventaris: Philip de Bruijn heeft nog een schuld op de smederij van £333.6.8 vanaf 14 dec. 1764 en hij moet nog rente betalen van 1777 tot 1781. Janna bezit ook obligaties, sieraden en ze heeft £180.7.9 aan contanten. (4707A-94)

1764 – ca.1793 Philip Bruijn, ( de notaris heeft het over Braun, Philip tekent met Brauijn). geb. ca. 1725, overl. na 1797 Geh. met Cornelia van Putten. Bijz., Op 6 nov.1764 verkoopt Jan Ronts aan Phijlip de Bruijn, meestersmid alhier, een huis, schuur en erf met de smidswinkel (zie bij Ronts). Op 28 sep. 1775 gaat smidsbaas Philip Braun naar de notaris, die op 16 oct. naar landbouwer Dirk Lievense de Ruijter gaat. De Ruijter heeft op het land van schoolmeester Adriaan de Visser, waar ze meede aan het delven waren, tegen Leendert van As, Marinus Dijkgraaf en Jan van Klinken gezegd: “Ik heb daar dien donder beet gehad, daar ik al wel zes weken op gepast (gewacht) hebbe”. Als hem gevraagd wordt, wat hij daar mee bedoeld zegt Dirk: “Ik heb vanmorgen onzen smith in mijn huijs en op mijn bed liggende gevonden, en mijn vrouw op den vloer”. De smid voelt zich in zijn goede naam aangetast en eist herroeping en in der minne satisfectie, en dat gebeurt ook, en Dirk biedt aan om de kosten te betalen.(4272-253) 18 maart 1779 ontvangt Filips betaling voor “smitswerke” uit de boedel van Willem Grasdijk. In dec. 1781 blijkt uit der staat en inventaris die opgemaakt wordt na het overlijden van Janna Stoutjesdijk, de vrouw van de vorige smid, dat Philip de Bruijn nog een schuld heeft op de smederij van £333.6.8 vanaf 14 dec.1764 en hij moet nog rente betalen van 1777 tot 1781. (4707A/94) In 1782 te ontvangen van smeedwerk uit boedel Corn. Smallegange en Neeltje L. Braam. (4707A-92) Nov.1786 uit boedel Joh.v.Endhoven (4707A-65) Sep.1792 ontvangt Filip uit de boedel Catharina Doelemans £2.4.- (4707A-60) In 1791 ontvangt zoon Huijbregt uit een boedel. Op 28 maart 1793 verklaart smidsbaas Philip Bruijn schuldig te zijn aan de schepen Johannis Curee de somma van £333-6-8 op zijn huis, schuur en erf, alsmede zijn smidse staande op den dorpe (tegen)over zijn huis; en zijn hof, leggende (tegen)over de vrone achter zijn huis. HSE belend door Cornelia van Nispen ten O., Lieven Boeie ten W., ‘sHeeren Str. ten Z. en het Achteromme ten N. De smidse staande en ten O.en Z. aan het kerkhof met ‘sHeeren Straate ten N. Het hof over de vroone met het padje naar het Polderweegje ten O.; het hof van Abraham Vijverberg ligt ten W.; de Achterweg ten Z. en het Polderweegje ten N.

167

Verder verbindt hij hieraan alle goederen uit het huis en de smidse. De akte is 21 feb.1810 geroijeerd.(4687-9) Er wordt hier niet meer gesproken over de kerkmuur.

ca. 1793 – 1819 Huibregt Philips Bruijn, zoon van Philippus Bruijn en Cornelia van Putten, geb. 2 mei 1773 te Ouwerkerk, overl. 27 dec.1819 te Ouwerkerk, 45 jr.oud. Ger. 1e Huw.:als hoefsmidsbaas te Ouwerkerk met de landbouwersdochter Commertje Marcelisse van Farowe, geb.ca.1779 te Ouwerkerk, overl. aldaar op 5 juni 1805. Volgens de inventaris na haar overlijden is er o.a. een “Huijs, Schuur, Smithswinkel en gereedschappen getaxeerd op £350.-.- en obligaties t.w.v. £ 340; er ligt voor £24 aan gemaakt ijzerwerk, 867 lb..nieuw stafijzer t.w.v.£ 23.6.8, 1600 lb. oud ijzer t.w.v. £ 16. en een partij kolen van £ 1.6.6. Er is een “boekschuld”, dus een debiteurenboek van £225.6.6. De totale baten komen op £1160.4.8. Daar staat een hypotheek tegenover van £ 225. en in 1805 moet nog £ 112.3.8 betaald worden voor kolen en ijzer, enz. Netto bleef er £ 619.3.5 over na het overlijden van Commertje; 2e Huw.: ca.1809 met Katalina Dingemans Hoogerwerf ( ook: Catalijntje of Katelientje), geb. 5 jan.1781 te Bruinisse, overl. 12 jan.1860 te Ouwerkerk. Zij komt 1 juni 1809 naar Ouwerkerk Bijz: Op 30 aug.1791 blijkt uit de boedel van Adriaan Zanddijk dat er aan de Bruijn £ 8.5.7 betaald moet worden voor smidswerk.(4707A-fol.8) Dec. 1797 wordt er in Zierikzee een testament gemaakt. Op 16 sep.1801 uit de boedel van Anth.v.Diest £ 5.9.4 tegoed voor smidswerk.(4707A-19) In 1797 staat Huibregt als smidsbaas op de lijst diensplichtigen met zijn vader Philip,(72 ongeh. geen beroep). Op 22 aug 1804 leent Hendrik Noona Scheur geld op zijn wagenmakerswinkel; de smidse ligt ten O.aan het kerkhof; het Dal ligt ten W.en N. en het kerkhof ten Z.(4687) In 1807 is Huijbrecht armmeester. Op 27 feb.1810 verklaart Huibrecht tegenover de weeskamer dat hij ƒ.1860,- schuldig is aan zijn minderjarige weesdochter Janna; hij geeft als onderpand een huis schuur en erf nr.53 met daarachter een hof en de smidswinkel en smederij aan het kerkhof, nr.68.(4695) In 1811/13 is hij geh. inwoner op nr. 366 te Ouwerkerk. Rond 1819 is het pand nr.A-53.

Op 24 dec.1819 wordt een testament gemaakt bij not.D.Boom; ze wonen dan op de Ring nr.A- 53. In de negatieve memorie van successie (meer schuld dan baten) van 17 maart 1820 staat dat er 3 kinderen zijn; Katalina hertrouwt in 7 feb.1821 te Ouwerkerk, ze is dan 40 jaar oud, met de 30 jarige wagenmaker Jeremias van Splunder en ze neemt haar huis en de smederij mee in dat huwlijk.

1821 –1859. Jeremias van Splunder, wagenmaker, geb. 6 mei 1790 te Noordwelle, overl. 12 juli 1874 te Goes, zoon van wagenmaker Cornelis van Splunder en Krina Jeremiasd.Dijkema. Geh.: op 7 feb.1821 met Katalina Dingemans Hoogerwerf, de weduwe van smid Huijbregt de Bruijn. Bijz: Jeremias komt 1 mei 1814 naar Ouwerkerk.(en nog een keer in nov.1818 uit Breda).

168

In april 1819 koopt Jeremias van Splunder van Corn Hallingse een huis, schuur en hof nr.A-45 te Ouwerkerk voor 600,-, in april 1820 verkoopt hij het voor hetzelfde bedrag door aan chirurgijn O.H.L.Kardol (not.Berman) Dec.1819 koopt wagenmakersknecht Jeremias van zijn vader Cornelis een pakhuis zijnde een wagenmakerij, nummer A-68, thans in gebruik door Corn. van Splunder, door hem gekocht 1 feb.1815, voor ƒ200,-. De wagenmakerij ligt naast de smidse die zijn vrouw in 1821 meebrengt bij hun huwlijk. Op 10 mei 1823 koopt smidsbaas en wagenmaker (zoals hij zich nu noemt) Jeremias van Splunder van arbeider Jacob Lucas een huis en erf nr.52 te Ouwerkerk voor ƒ.150,-; hij neemt daarop een hypotheek van ƒ. 610,- bij dijkgraaf C.J.v.d.Have.(not. Berman) Volgens de kad. legger 1832/1911 bezat Jeremias een boomgaard D-83, 1021 ca. ; huis en erf D-189, 110 ca. verk. 1844; D206, 200 ca. verk. 1846; D-207, 290 ca. verk. 1846; huis D-210, 148 ca. verk.1860 en huis D-211, 132 ca. verk.1861; de smidse D-222, 72 ca.verk.1860; wagenmakerij D-223, 48 ca.verk.1860 en een tuin D-252, 2480 ca.verk.1861. Op 20 juli 1843 leent Jeremias ƒ.1800,- aan Lena Franse v.d.Stolpe.(not.C.v.d.Lek de Clercq) Op 15 april 1844 verkoopt Jeremias aan Cornelis Kuiper een huis te Ouwerkerk, D-189 voor 400,- (not.C.vd.Lek) Nieuwsbode, 2 mei 1845: “J.v.Splunder is in een publieke verkoop eigenaar geworden van een huissmederij, gieterij, enz. te Z.zee die wordt voortgezet onder meesterknecht Jan Zeilder die daar al 25 jaar in deze betrekking werkzaam is geweest”. Er wordt o.a. geelkoper, ijzer, enz. gegoten voor bv. brandspuiten enz. Op 11 dec.1845 koopt Jeremias 2 huizen, D-206 en 207 voor f.800,- van M.Hendrikse.(vdLdC) Op 11 dec.1845 verkoopt Jeremias aan Jac.v.d.Jagt een huis, schuur, erf en wagenmakerij N- 462 en een pakhuis N-315 te Zierikzee voor ƒ.1200,- (not.J.de Kater). Op 11 april 1846 verkoopt Jeremias van Splunder te Ouwerkerk, aan Jan Arends te Zierikzee een woonhuis en smidswinkel B-144 te Zierikzee voor 1200,- Op 16 dec. 1848 ontvangt J.van Splunder met St.Eloy van van der Have, van de boerderij “Tusschenbeiden” 48,46 voor smeed, en 2,17 voor wagenmakerswerk; dec. 1850 is het 110,08 voor smeedwerk; ƒ. 16,20 voor paardenbeslag en ƒ.28,25 wagenmakerswerk; op 27 nov. 1852 is het ƒ.117,83 voor smeedwerk ƒ.117,83; en voor wagenmakerswerk F27,40 (invent.v.d.Have) Op 25 apr.1857 wordt een testament gemaakt bij not. C.v.d.Lek de Clercq. Op 9 feb.1859 verkopen Jeremias Splunder en zijn vrouw Cathalina ( vroeger de echtgenote van wijlen Huibregt Bruin) op Ouwerkerk aan Everhardus Wilhelmus Gilijamse uit Nieuwerkerk, nu smid-wagenmaker op Ouwerkerk, voor 3000,- (not. C.c.d.Lek de Cl.): 1e: een huis en erf, sectie 210 groot 148 m², aan de N.zijde der Ring (nu nr.9); 2e: een smederij sectie 222, groot 72 m², die Katalina erfde van haar eerste man, (nu afgebroken); 3e: een pakhuis, de wagenmakerij, sectie 223, nummer A-68, groot 48 m² In 1859 is Jeremias gemeente-ontvanger. In 1861 verkoopt Jeremias 2 huizen met erf en tuin, sectie D-210, 211 en 214, aan Adr.Kostense. Zonen:: Jan Cornelis van Splunder, geb.21 feb.1822 te Ouwerkerk, zie 2e smederij Ouwerkerk. Dingeman, geb. 18 sep. 1825 te Ouwerkerk, overl. 19 mei 1878 in de USA. Smid-wagenmaker. Hij gaat 1 maart 1847 naar Oost-Indië en in 1852 zonder vrouw of kinderen naar Noord- Amerika.

1859 -- 1891. Everhardus Wilhelmus Giljamse, zoon van Adrianus Gilijamse, en Jannetje Kosten. geb.30 juni 1835 te Elkerzee, 1e Huw., smid, 23 jr. oud, op 26 jan.1859 te Ouwerkerk met de 22 jarige bakkersdochter Adriana Lijntje Wagemaker, geb.5 jan.1837 te Ouwerkerk, overl. 7 maart 1869 te Ouwerkerk, 32 jaar oud. Ze kreeg 6 kinderen.

169

2e Huw., 36 jr.oud, op 12 juni 1872 in Zierikzee met de 24 jarige gareelmakersdochter Pieternella Wilhelmina Cashoek, geb. 19 jan.1847 te Zierikzee, dochter van gareelmaker Willem Kashoek en Martina van Westen. Ze kreeg 5 kinderen. Bijz.: Zijn grootvader was smid op Nieuwerkerk, zijn vader op Elkerzee, zijn oom op Renesse en zijn broer op Noordgouwe, een groot geslacht van smeden! Everhardus wordt 1 jan. 1859 ingeschreven in Ouwerkerk, komende uit Elkerzee. Nieuwsbode, 9 feb.1859: “Everhardus Wilhelmus Gilijamse koopt de smederij van Jeremias van Splunder”. (koopakte 9 feb. C.v.d.Lek de Clercq) Op 11 feb. leent wagenmaker Everhardus daartoe f.3500,- van mr. C.v.d.Lek de Clercq op het huis op D-210, groot 1 Roede, 48 ellen; de smederij op D-222, groot 72 ellen, en op het pakhuis- wagenmakerij op D-223, groot 48 ellen. Familie staat borg.(Ermerius) In 1868 moet Everhardus f.22,- hoofdelijke omslag betalen in Ouwerkerk. Op 23 april 1869 besluit de gemeenteraad van Ouwerkerk om tot wederopzeggens aan Everhardus 92 m2 grond tussen de smederij-wagenmakerij en de toren in erfpacht te geven voor F 1,50 per jaar. Op 30 apr.1869 wordt bij not. C.v.d.Lek de Clercq een inventaris opgemaakt na het overlijden van Adriana. Volgens het kadaster gaan D-210, huis en erf 148 ca; de smederij D-222, 72 ca; de wagenmakerij D-223, 48 ca. de tuin D-290, 380 ca. en huis en erf op D-209 naar de erfgenamen van Adriana. Everhardus neemt alles over. Van 1870 tot 1888 zijn er o.a. rekeningen aan de Gemeente Ouwerkerk. Op 8 jan.1874 leent Everhardus 600,- van Pieternella Stoutjesdijk, wed. van Vijverberg.(not.J.Moolenburgh) Everhardus staat 1877 in het landelijk register als smid in Ouwerkerk. Sectie D-209, nr.10 wordt in 1877 gesloopt, op D-210, nr.11, wordt een huis met erf gesticht. Op 18 sep.1875 biedt mr.smid E.W.Giljamse een tweepaards rosmolen te koop aan met een dors, hekel en Hacobsladder. Op 4 dec.1879 koopt hij van Joh.Hoek een tuin, D-60, 340ca. voor 200,-; hij leent het geld van Hoek. Op 5 jan.1882 verkoopt Everhardus een huis op sectie D-237 dat hij op 20 aug.1869 op een publieke verkoping (Ermerins) kocht, voor f.600,- aan Jan Bakker. (vdLdC) Op 10 nov. 1890 worden Everhardus en zijn vrouw uitgeschr., ze gaan naar naar Apeldoorn. Everhardus had zich op de Rijksschool in Haarlem bekwaamd in het maken van landbouwwerktuigen en siersmeedwerk. Hij vervaardigde o.a. de deur van het gemeentehuis in Apeldoorn en de hekken op het plein. Op 22 dec.1890 verkoopt Everhardus: aan zijn zoon Jacob Jan de smederij D-559, 117 ca.en het erfpachtrecht op D-560, 116 ca. voor 3757,- , plus ƒ.800,- voor de gereedschappen enz.; de wagenmakerij D-322, nr.57 wordt hermeten. Verder verkoopt hij huizen aan Adr. Vijverberg voor ƒ.1550,-; aan Johanna Lanke voor ƒ.1150,-; aan Dana Joh. v.d.Have voor ƒ.1050,- en aan Mar. de Graaf een huis voor ƒ.500,-. Twee tuinen werden verkocht voor resp. 924,- en 610,- (not.Moolenburgh) Pand: Volgens de kadastr. legger nr. 86/435 van mei 1869 bezit hij o.a.een smederij van 72 m² op sectie D-222, en een wagenmakerij, 175 m² op sectie D-223; huisnummers 57, 64 en 65. Hij staat dan op als smid-wagenmaker. Na 1870 bezit hij ook: 1e: een huis en erf in de Zuidstraat nr.74, sectie D-237, groot 54 ca., dit dient op 14 feb.1878 als onderpand voor een lopend crediet bij de kassiers Koole uit Zerikzee. 2e: een huis en erf in de zuidstraat, D-164, 215 m², stichting in 1873. In 1890 verandert het in een huis van 55 m² en een huis met erf van 105 m² op nr.64; en een huis van 55 m² op nr.65. 3e: De wagenmakerij op nr.57, D-302 is 175 m².

170

Huis en erf: D-210, 148 m²; 1873 scheiding, wordt D-209 groot 210 m²; smederij D-222, 72 m².; wagenmakerij D-223, 48 ca; tuin D-290, 380 m². Erf: Eerst D-421, dan D-323, wordt erf D-560 groot 116 m²., is veranderd in 1892. Zoons:  Adriaan, smid, geb. 9 nov.1859 te Ouwerkerk, geb.9 nov.1859 te Ouwerkerk, overl.27 oct.1951 Serooskerke(S). Hij huwt als smidsgezel, 37 jr.oud, op 18 nov.1896 te Ouwerkerk met de 26 jarige schildersdochter Adriana Elisabeth van de Sande, geb.27 maart 1870 te Ouwerkerk, Nov.1889 gaat Adriaan naar Haarlem, hij komt terug in maart 1890 en werkt dan bij zijn broer Jacob.. Dec.1896 komt hij terug in Ouwerkerk en woont op nr.59,(69?) later 103. Sep.1920 gaat Adriaan met vrouw en 2 dochters naar Scharendijke.  Jacob Jan, smid, geb. ca. 1862, zie hierna.

1891 -- 1923 Jacob Jan Giljamse, zoon van Everhardus Wilhelmus en Adriana L Wagemaker. NH geb.16 feb.1862 te Ouwerkerk, overl. 19 maart 1937 te Ouwerkerk, 75 jaar oud. Geh., smidsgezel, 27 jr.oud, op 17 april 1889 te Ouwerkerk met de 24 jarige timmermansdochter Cornelia van de Linde, geb.21 feb.1865 te Zonnemaire, overl. 9 mei 1916 te Ouwerkerk, 51 jr.oud. Op 17 juli 1889 te Ouwerkerk wordt hun zoon Everhardus Wilhelmus geboren; die gaat nov. 1911 naar Burgh, en zit in 1916 in den Haag. Jacob’s broer Adriaan woont in na maart 1890 bij hen op nr.11. Op 22 dec.1890 verkoopt Everhardus: aan zijn zoon Jacob Jan de smederij D-559, 117 ca.en het erfpachtrecht op D-560, 116 ca. voor ƒ.3757,- , plus ƒ.800,- voor de gereedschappen enz. Jacob woont aug.1891 op nr.69; Jacob leent dat jaar f.1600,- van de Credietkas en nog f.3000,- van drie privé personen. (Moolenburgh) Jacob bouwt met behulp van een familielid een huis (woonruimte) in de vroegere wagenmakerij aan de NW kant. De grote deuren bleven bestaan aan het Groentje aan de ZW kant. Zijn dochter Maria vertelde dat ze eerst woonden op wat nu Ring nr.9 is; later verderop aan de Noordkant. In de ZW-hoek waren de grote deuren naar het Groentje en de zaaimachine van de landbouwvereniging stond daar; en er waren kleine luiken aan de kant van “den asjesbak”. (’t Aolegaertje). Er was een buiten-en een binnentravaille. Er zijn 5 kinderen in leven als op 22 feb.1923 de boedelscheiding van Cornelia plaats vind; hieruit wordt het woonhuis, de smederij, bergplaats en erf, sectie D-607 en 608 , groot 177 ca, en het erfpachtrecht op sectie D-560 groot 116 ca. verkocht aan zoon Adriaan. Kinderen: Er waren 6 kinderen.  Everhardus, geb. 17 juli 1889, gaat 1911 naar Burgh, smid in den Haag,geh.met Alida Kras,  Adriaan, geb. 20 sep.1892 te Ouwerkerk, smid, NH, huwt Johanna Maria Schipper, geb. 11 nov.1898 te Terneuzen. Sep.1923 komt Adriaan naar Ouwerkerk.

1923 -- 1958 Adriaan (Arjaon) Gilijamse, geb. 20 sep.1891 op Ouwerkerk, zoon van Jacob Jan Giljamse en Cornelia v.d.Linde. Geh. met Johanna Maria Schipper, geb. 11 nov.1898 te Terneuzen. Er zijn geen kinderen. Bijz.: Adriaan moet bij zijn trouwen een behoorlijke kamer en kost en inwoning verlenen aan zijn vader; daarom werd er in de ZW hoek een vertrek bijgebouwd.

171

Op 8 feb.1923 vraagt A.Giljamse vergunning voor het plaatsen van 3 electromotoren in de smederij gevestigd op Ring 69, sectie D-608. Adriaan woont dan samen met zijn vader Jacob Jan op nr. 69. Als op 22 feb.1923 de boedelscheiding van Cornelia, de vrouw van vader Jacob, plaats vind, wordt hieruit het woonhuis, de smederij, bergplaats en erf, sectie D-607 en 608 , groot 177 ca, en het erfpachtrecht op sectie D-560 groot 116 ca. verkocht aan Adriaan. Als in 1944 de toren opgeblazen wordt door de Duitse weermacht verdwijnt ook de smederij; na de oorlog wordt de zaak dan voortgezet in de vroegere wagenmakerij tegenover de smidse, aan de andere kant van de weg. ???? In dec.van 1948 staat Adriaan voor de rechter: hij heeft geen werkbriefjes bijgehouden, f.1,85 per uur berekend en 25% winst op materialen berekend. Voor het eerste krijgt hij vrijspraak, maar voor het te hoge uurloon en winstmarge krijgt hij f.50,- boete. In 1953 is het gebouw zwaar beschadigd maar wordt weer opgebouwd. Op 10 aug.1954 vraagt de Shell vergunning om een pompinstallatie te plaatsen bij A.Giljamse op Ring 131, secties D-607, 608 en 560 te Ouwerkerk. In 1958, na een drukke periode na de ramp, besluit Adriaan Giljamse, smid en rijwielhersteller dat het genoeg is geweest; hij verkoopt op 26 juli 1958 het huis met smederij en erf, sectie D-607 en 608, samen 177 m2 op erfpachtgrond van de gemeente, aan de Hervormde Gemeente. Hij moet voor april uit het huis zijn. De koopsom van 26.090,45 is gelijk aan het bedrag wat door het Rampenfonds wordt betaald zodat alleen de overschrijvingskosten voor rekening van de kerk komen. Nog wat later wordt het pand afgebroken. Pand: Kadastrale Legger bl.1140-632; dj. 1918 sectie D-607 en D-608 bergplaats, smederij en huis, samen 177 ca. waarvoor in 1946 ƒ. 2,61 en in 1961 ƒ.9,25 betaald wordt. In dj. 1959 wordt een verkoop aan de Herv. Kerk beschreven.

------

Ouwerkerk, 2e smederij. (Eerst Ring 11, later Ring 22)

1869 Jan Cornelis van Splunder, geb. 21 feb.1822 te Ouwerkerk als zoon van smid Jeremias van Splunder en Katelientje Hoogerwerf. (zie smederij bij kerk op Ouwerkerk). Overl. 20 mei 1893 te O+W. Souburg. Geh., als hoefsmid, 35 jaar oud, op 26 juni 1857 te Burgh met de 25 jarige landbouwstersdochter Lena Bakker, geb. ca.1832 te Burgh, overl.12 juli 1914 te O+W Souburg, 82 jaar oud. Jan Konstand Dalebout, smid op Burgh, is een van de getuigen bij het huwlijk. Lena is arbeidster in 1858 en winkelierster 1862-1871. Bijz.: In mei 1845 gaat Jan naar Zierikzee; werkt van mrt 1846 tot maart 1847 op Ouwerkerk en gaat dan naar Tholen; maar tussen 1858 en 1875 krijgt en verliest hij kinderen in Ouwerkerk. Op 22 jan.1862 wordt Jan als winkelier ingeschreven te Ouwerkerk; eerst op nr.14A, later nr.15. In 1867 levert hij voor 3,75 schuurmiddelen aan de gemeente; hij moet 70 cent schoolgeld betalen per maand voor 1 kind in de middelste klasse, er wonen 758 mensen op Ouwerkerk, Jan betaalt 4,00 hoofdelijke omslag. Op 4 oct.1869 verzoekt winkelier J.C.v.Splunder om een smidse te mogen vestigen in het hem aankomende pand nr.14. De buren worden opgeroepen, en de vergunning wordt verleend. Hij woont op nr.15.(gem.110) Pieter Schievensteijn wordt smid in deze smederij. Op 9 nov.1871 maakt Jan een testament bij not.J.v.d.Bent in Ouwerkerk. Op 9 maart 1882 biedt mr.smid C.J.?? van Splunter 3 loopvarkens te koop aan.

172

Op 8 aug.1883 wordt de familie van Splunder uitgeschreven in Ouwerkerk, ze gaan naar Vlissingen. Op 3 maart 1887 verkoopt Jan, wonende te Souburg aan Corn.Jac.Bethe een huis met schuur te Ouwerkerk, D-380 voor 1910-. (not.Moolenburgh) Zoons: Jeremias geb.13 juli 1858 te Ouwerkerk; overl. 27 sep.1886 in Ned.Oost-Indië. Dingeman van Splunder, smid, geb.1863 te Ouwerkerk, overl. 1 jan.1897 te Ouwerkerk, 31 jaar oud. Geh.op 8 feb.1889 te Vlissingen met de herbergiersterdochter Elisabeth Lauweriens.

Ca.1882 -- 1891 Saman, Roeland, Geb.27 nov.1857 te Rilland, overl.14 maart 1927 te Zierikzee, 69 jr.oud. Geh.: smid, 25 jr.oud, op 26 mei 1883 te Ouwerkerk met de 21 jarige slagersdochter, naaister Catharina Cornelia Willemse, geb.26 oct.1860 te Ouwerkerk, overl.20 dec.1937 te Haamstede, 76 jr.oud. Bijz.: Nov.1881 komt Roel uit Vlissingen en wordt knecht bij van Splunder op Ouwerkerk, hij wordt later overgebracht naar register nr.1 en woont dan op nr.15; Broer Krijn, geb.1 sep.1873 te Rilland woont op hetzelfde adres. Op 6 dec.1884 vraagt R.Saman, smid op Ouwerkerk, per 1mei a.s. een smidsknecht die een paard kan beslaan en een schar kan beleggen. In juli 1887 gaat de fam. Saman naar Zonnemaire waar hij smidsknecht wordt. Op 14 oct.1887 staat Roeland voor de rechter in Zierikzee; hij heeft in het begin van 1886 toen hij nog smid was te Ouwerkerk, geprobeerd om f.200,- te lenen bij de Zierikzeesche Commedietkas. Als zekerheid gebruikte hij een borgstelling ten name van landbouwer J.R.te O.; die echter door zijn vrouw geschreven en ondertekend bleek te zijn. De officier eist f.400,-Pleiter mr.Fokker komt met een uitvoerige verdediging, maar twee weken later wordt Saman veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. In 1891 wordt volgens ARZ 445 Roeland Saman, smid op Ouwerkerk, failliet verklaard. Roel wordt dan lichtwachter in Haamstede. Bij de vuurtoren was een onderhoudswerkplaats- smederij.

ca1891 -- 1913 Pieter Johannes Schievensteijn, grof- en hoefsmid, zoon van Pieter Schievesteijn en Maatje Befort, geb. 12 aug.1838 te Middelburg, overl. 9 mei 1913 te Ouwerkerk, 74 jaar oud. Geh., met naaister Pieternella Marina Lonke, geb. 25 mei 1845 te Ouwk., overl. 22 jan.1921 te Owk. Bijz.: Hij komt 1866 uit Wolphaatsdijk en gaat mei 1868 naar St.Philipsland. Eind 1869 komen ze van Veere, ze verliezen dat jaar een kind in Owk., hij is smid; zij naaister. In 1872 bij verlies van een kind is hij smidsgezel te Ouwerkerk. Met een onder-en bovendeur aan de Ring, een “strêvoalje” binnen, en het woongedeelte aan het Bakslop. Ze wonen in de periode 1862/91: op Ring nr. 11>12>14>17>67. Op 10 mei 1895 zet Pieter de volgende advertentie in de Nieuwsbode: “Wegens teleurstelling van M. Kesteloo terstond een smidsknecht gevraagd, die goed een paard kan beslaan”. Nb. 1 dec.1913: ”Wed.P.J.Schievensteijn doet haar smederij over aan C.van der Veer, Grof-en Hoefsmid”.

1913 – 1938 Corstiaan(Chris) van der Veer, smid, zoon van Hubrecht van der Veer en Kommertje Keijzer,

173 geb. 18 dec.1885 te Oosterland, overl., 51 jaar oud, op 18 dec.1936 te Ouwerkerk. NH. Geh., 29 jr.oud, op 13 oct.1915 te Oosterland met de 28 jarige Willemina Ringelberg, geb. 25 maart 1886 te Noordwelle. Zij werd ook “Mina van Chris” genoemd. Ze hadden geen kinderen. Bijz.: Christiaan begint zijn smederij in het pand van Schievenstein (nu Ring 11). Hij verhuist na vertrek van Andries Metselaar naar wat nu Ring 22 is; en bouwt daar één travaille naast het pand, en één binnen in de schuur achter de smidse. Er is ook een winkeltje met een etalage. Zijn neefje Piet van der Veer komt van Sommelsdijk en werkt en woont vanaf mei 1930, als smidsknecht bij zijn oom Chris. Hij leert hier zijn aanstaande vrouw kennen, de smidsdochter Adrie Kesteloo van Nieuwerkerk; Piet wil voor zichzelf beginnen en ze kopen een smederij in Heinenoord. Op 26 april 1933 heeft Chris volgens een advertentie in de Nieuwsbode een luxe auto te huur. Vestiging in gemeente: maart 1906 uit Oosterland. Huisnr.13, later 24. Sectie D-638, huis , schuur en erf wordt in dienstjaar 1920 overgeschreven van metselaar Andries J.Metselaar naar Corn. v.d.Veer; in 1938 is het verkocht aan Samuel C.de Vrieze.

1938 – 1953 Samuel Cornelis de Vrieze, zoon van Willem de Vrieze, geb. 29 maart 1909 op Dreischor, Geh. met Maria Johanna van der Linde, geb. 5 jan.1910 te Dreischor Bijz.: Werkt als smidsknecht ca 1928-1938 bij Jan Kloet op Dreischor, woont op D-179a en D- 223. Pand: In 1938 Sectie D-638, huis , schuur en erf (smederij) gekocht van Corstiaan van der Veer. In oct.1940 wordt Samuel veroordeeld door de economische rechter in Middelburg tot f.40,- boete of 10 dagen hechtenis omdat hij brandstofdistributiebonnen verkocht heeft aan H.J.Bax in Zierikzee. Ook smidsknecht C.G. krijgt een bekeuring van f.30,- omdat hij 24 brandstofbonnen heeft gekocht. In 1945 is hetpand vernield; in 1946 hersteld; Op 16 juni 1951 dient Samuel een aanvraag in om een werkplaats en hoefstal te bouwen naast het bestaande huis met daartussen een nieuwe winkel en waskeuken; de bouwprijs is ƒ.9000,-. De smidse is 8x5 mtr; de travaille komt met een eigen ingang achter de smidse; aan de straatkant komt een winkel van 4x3 mtr. Samuel doet ook in fietsen en brommers. In 1954 is er Rampgeld ontvangen. In 1956 wordt het vernieuwd: huis, winkel en pakhuis; het gaat daarna naar P.Vijverberg, die geen smid is. Einde smederij.

174

Diverse smeden op Ouwerkerk.

Sommigen hebben hier ongetwijfeld gewerkt, anderen zijn hier mogelijk alleen maar getrouwd.

Boeije, Izaak, smid, is eigenaar van een stukje grond van 45 roeden op Ouwerkerk, (Veldboek 1807 Ouwerkerk, inv.112, 16 Mate, nr.9); zijn vrouw Anna de Heldt, arbeidster, overl. te Ouwerkerk op 13 maart 1849, 84 jaar oud. Coenraads, Willem, geb. ca.1799 te Goes, overl. 9 sep.1854 te St.Annaland. Huwt, hoefsmid, 34 jaar oud, op 17 nov. 1833 te Ouwerkerk, met naaister Janna van der Jagt, 40 jaar oud, geb. ca. 1793 te Oosterland, overl. 7 dec.1862 te St.Annaland. Fonteine, Leendert, geb. 26 april 1845 te Zierikzee, hoefsmid, NH, op nr.9, komt mei 1864 van Zonnemaire naar Owk. en gaat aug. 1864 naar Wemeldinge. Janse, Hermanus, geb. 15 oct.1823 Oud-Vossemeer, overl.24 sep.1872 te Oosterland; trouwt in 1848 met de smid-wagenmakersdochter Lena Donker. Zij hertrouwt (met 5 kinderen) de smidsknecht Adriaan P.Hubregtse, die in 1882 als weduwnaar naar Transvaal emigreet. Keizer, Pieter de, smid, geb. ca. 1823 te Kortgene, overl.1 dec. 1891 te Kortgene. Huwt, 31 jaar oud, op 23 juni 1854 te Ouwerkerk, met landbouwersdochter Maatje van der Have, 29 jaar, geb. ca. 1825 te Stavenisse. Ze zijn in 1854 en ’58 in Kortgene ingeschreven. Lanooij, Jan, smidsknecht, zoon van smid Marinus Lanooij en Pieternella Joh. Potvliet, geb. ca 1858 te St.Annaland, overl. 20 juni 1913 te St.Annaland ( is daar ook al in 1902) Huwt, 30 jaar oud, op 23 nov. 1888 te Ouwerkerk met kleermakersdochter Anna Janna Hack, 30 jaar, geb. ca 1858 te Ouwerkerk. (Zijn zoon Marinus is hoefsmid in St.Annaland) Loo, Izaäk van staat in een foto (boekje Ouwerkerk) staat als leerling smid; hij vertrekt 1946 van Ouwerkerk; tijdens de evacuatie van 1944 werkte hij samen met Dirk Hanse bij een smid in Middenmeer, daar had de kerk voor gezorgd. Mol, Frans de, smid, geb. ca. 1813, is gehuwd in 1840 te Zonnemaire met Sara Fransman, arbeidster, hun dochtertje van 11 mnd. overl. op 8 nov. 1846 te Ouwerkerk. Wapens, Johannis, smidsknecht. te Owk., geb.ca.1772, ongeh., van lijst Mogelijk dienstpl. 1797. Ijzerkorff, Katlijnthken, 3 apr. 1699 uit de boedel Abrah. van Bandijk over geleverd ijzerwerk. Dit is een boedel op Ouwerkerk, is Katlijntken mogelijk de weduwe van Passchier, of komt ze van elders??( 4707, fol.29)

175

Renesse 1e smederij

De eerste vermelding over een smid die op Renesse werkzaam is, kreeg ik van Sander de Haan: “Hobic die smit” heeft in de periode 1433-1434 aan de molen van Renesse gewerkt. (Rekenkamer Bourg.-Oostenr., nrs 833-834. Maar het is niet bekend of deze smid ook op Renesse woont.

“Evert Heijndricksen, houfsmit anno 1618” staat er op een grafsteen in de kerk van Renesse, en hiervan mogen we wel aannemen dat hij daar het edele smidsvak heeft uitgeoefend. Zijn wapen bestaat uit drie hoefijzers.

In de akten van 4 juli 1641 (4985-173); 7 april 1643 (4985-191) en 20 juli 1644 (4985-211) komen we ene Cornelis Pieterse Smidt tegen, resp. om een nalatenschap te regelen, als armmeester en als getuige. Hij is schout van 1669-1673, maar in de staat en inventaris die zijn weduwe Susanne de Bruijne in 1676 opmaakt staat niets over een smederij.(5061; 8 feb.en 28 oct.) Op 24 feb.1672 wil penningmeester Corn.Laeuers £ 3.10.0 verhalen op penningen die in beslag genomen zijn door Cornelis de Smit, toebehorende aan Lieve Prinse.(5061) In 1675 moet Cornelis nog 605 pond voor 4 jaar pacht betalen aan Daniël v.Wijngaarden, de heer van Moermond. (5061, 26 juli) Het zou de opa van de volgende smid geweest kunnen zijn.

vóór 1676? -- 1709 Mouwe (of Smit genoemd), Cornelis Pietersz. de, overl. ca. 1708; gehuwd met Neelie Leendert Struijve. In 1680 staat Cornelis met 4½ personen in de lijst waarin staat hoe groot ieder huishouden is in Renesse.(5075) In 1680 tot 1693 staat hij op de lijst voor dienstbodegeld voor een dienstknecht.(5075) Van 1681-1683 is Corn. Pieters diaken, en van 1686-1688 ouderling. In 1683 is Cornelis de Smit schepen; Op 9 feb.1683 uit de boedel van Leendert Adr. Tromp op Renesse vraagt Cornelis de Smit om met voorrang betaald te worden; hij heeft 5 pond tegoed.(5061) Op 20 mei 1683 moet Corn.Pr. de Smit £ 2-4-3 ontvangen voor smidswerk (5061) Op 28 april 1684 eist Cornelis Pietersz Mouwe betaling van 4 pond voor geleverd smidswerk over 1682.(5061) In juni 1685 moet er voor arb.loon betaald worden aan Corn. Pr. Smit..(5061) In 1685 en 1687 is Corn. Ptr. Mouwe schepen te Renesse. (5061) Periode 1696 en 1706: Cornelis Mouwe is smid (Herv. Gem. Renesse XXXI Kerk en Armenrek,11 Aug. 1699) Op 20 feb.1709 verkoopt Neelie Leendert Struijve, de wed. van wijlen Cornelis Mouwe, een huis, schuur met de smidse en alle gereedschappen aan de zoon Cornelis Cornelisse voor £ 90.-.-. Neeltie mag in de opperkamer blijven wonenen zal de “buijert tot haar beschikking houden. Zij moet wel de daken van de opperkamer en de buijert blijven onderhouden. (5061

1709 – 1720 Cornelis Cornelisse Mouwe (of Smit) Ook op 20 feb.1709 leent Cornelis Cornelisse Smit van Neeltie Stoffelse, de wed. van Abraham de Bruijne 90 pond met als onderpand zijn huis, schuur, smidse met alle gevolgen op Ambachtsheeren grond; belend zuid: Allida van der A.; west: het Achterom; noord: de secr.P.Braber weese; oost de Straete. De lening wordt op 30 juni 1738 geroyeerd.(5065) Periode 1714: Cornelis Cornelisse Smit is smid. (Herv. Gem. Renesse XXXI Kerk en Armenrek. 16 Maart 1717)

176

Ca.1718 wordt:”Betaalt aan Cornelis Corn.Smit over soo veel den Selven verdient heeft met Smeede voor Martinis Krijft”.(5080-1 fol.38) Op 19 jan 1720 verkoopt Janna Adriaense, de wed van Cornelis Cornelisse, smid, aan Antonij Dagh een huis, schuuren smidswinkel met alle gereedschappen, kolen en ijzer staande op Ambachtshereh Grond, belend door ten O. ‘sHeeren Straet; ten Z. schout Abraham Jumelet, ten W. het Achterom en ten N. Dina Pieterse Braber, voor £74.-.-. Eén en ander volgens de verkoopcondities van 13 dec. 1718. (5061)

Renesse, 1720 - feb.1731 Dagh, Anthony Janse, Geh. met Neeltje Both. ( of Bots) In 1696 spreekt ene Willem Bot voor smid Anth.Janse Dagh(waars. zijn zwager) die nog oud ijzer moet betalen.(Ren.5062) Op 12 april 1713 verkoopt Anthonij Janse Dagh huis en smidse op het Noordwelle aan Pieter Maertense Tanis en gaat naar Renesse. In 1718 en 1719 doet Anthonij smidswerk aan de wel te Renesse. (20 oct.1723 Stoofrek.) Hoewel de smederij pas in jan.1720 op zijn naam komen, verricht Anthonij waarschijnlijk al sinds zijn komst naar Renesse in 1713 de meeste werkzaamheden in de smederij. Over 1721: Anthony Dagh is smid. (Herv. Gem. Renesse XXXI Kerk en Armenrek. 14 oct.1727) Op 22 apr.1729 moet voor smidswerk betaald worden over 1727 aan Antonij, (boedel Adr.G.de Swarte.(5062) 23 feb.1731: Anthony Dag verkoopt huis, hof, erf en een smidswinkel en gevolgen op Ambachtsheeren erf, met alle gereedschappen, ijzer en kolen, niets uitgezonderd aan Joh.Both voor £83.6.8; belend: oost:’s Herenstraat, zuid: Mar.v.Huijsen, west:“t Achterom, noord: Pieter Pompoene. De koper, Johanis Both heeft een schuldbrief van £ 54.-.- op huis en smidse. (5067a)

Renesse, sep. 1730 – jan.1744 Both, Johannes Willemsz, geb. rond 1700 op Renesse, overl.ca. 1776; zoon van Willem Both. Geh. 1e keer: met Joppa(Joba) Dirksd. Velde, overl. 12 jan.1731. Geh. 2e keer: smid, op 21 nov.1731 te Renesse met Maatje (Matie) Janse de Vlieger, wed. van Maerten Larooij. Bijz.: 23 feb.1731: Johanis Both koopt huis, schuur, hof, erf en een smidswinkel en gevolgen op Ambachtsheeren erf, met alle gereedschappen, ijzer en kolen, niets uitgezonderd, van Anthony Dag voor £83.6.8. Op dezelfde dag leent hij £ 54.-.- van Tonis Tromp tegen 5% rente; als onderpand stelt hij een huis,schuur, hof en erf met smidswinkel, staande te Renesse, belend:oost de Herenstraat, zuid Boudewijn van Loijsen, west de Achterom en noord Pieter Pompoene. Op 17 jan.1744 is de schuld voldaan. (5067a) Op 23 april 1731 wordt de staat en inventaris van de overleden Joppa opgemaakt; er is dan £ 26- 11-11 meer schuld dan baten; huis en smidse met alle ijzerwerk en de kolen worden maar voor £ 60-0-0 opgenomen! Er is o.a.een schepenschuldbrief van $ 54.-.- afgegeven door Anthonij Verspoor, en er moet nog $ 19.16.10 aan Anthonij Dagh betaald worden. Een schuld van 20 pond op ijzer dat in Holland gekocht is, wordt maar niet opgenomen omdat er toch al meer schulden dan baten zijn!(5077+foto) Op 1 aug.1734 leent Johannis Bodt van chirurgijn Anthonij Verspoor £ 82.-.- met als onderpand zijn huis, schuur, hof en smidse met alle toebehoren en de huishoudelijke inboedel op Renesse; oost: ’s Heeren Straate; zuid: Mar.v.Huijsen; west: het Achterom en noord: Pieter Pompoene. Op 21 juni 1741 geroijeerd.(5065) Op 30 juni 1738 leent Johannes £54.-.- van Tonis Tromp, met als onderpand huis, schuur, hof, erve en smidswinkel op Renesse. Zuid woont Boudewijn van Loijsen, en noord P. Pompoene. Op 17 jan.1744 wordt de lening geroijeerd.(5065)

177

Op 1 oct.1741 koopt Johannes land achter slot Moermond groot 8 gem, 290 r. voor £ 7.-.- 5067A). Johannes leent daartoe £34.-.- van schout Adriaan Tromp tegen 5% met als onderpand dit land en nog een huis, schuur en smidswinkel, belend zuid Tonis Franse, en noord Daniel Vis. De lening wordt 17 jan.1744 geroijeerd.(5066) Op 17 jan. 1744 verkoopt Johannes Both huis, schuur en erf, tevens smidswinkel met gereedschappen, allerlei soorten ijzerwerk, kolen enz. aan Salomon van Lindenhove voor £116.13.4. Belend zuid de wed.van Tonis Franse, noord: Daniël Vis, west ’t Achteromme, oost ‘sHerenstrate. In de kantlijn staat, dat Both aan van Lindenhove moet leren, hoe hij (ploeg)scharen moet maken, “ mits zijn daggeld daarvoor genieten” (5067a). Johannis heeft een zoon Willem, die ca. 1728 geboren is, en op 15 april 1745 belijdenis doet; het is niet duidelijk waarom hij de smederij verkoopt en niet voor zijn zoon houdt, die een paar jaar later een smederij op Nieuwerkerk koopt. Op 14 juni 1747 koopt Johannis Both, mr. smid te Renesse, een duinhoeve met ca. 4 gemet boomgaard en omtrent 18 gemet verse haaijman voor £260.-.- van de erven Jan Janse de Vlieger.(5067A) Op dezelfde dag leent Johannis ook nog £34.-.- van de schout Adr.Tromp. Jan. 1744 is dit afbetaald. (5066) Op 10 oct. 1747 leent meester smid Johannis £200.-.- van Johanna Tromp tegen 5% op een hoeve met 4 gemeten boomgaard, 18 gemeten verschen haijland en op een huis, schuur erf en smidswinkel op Renesse. Er staat een aantekening bij, dat het verband op huis en smidse in 1744 is geroyeerd!; op 19 dec. 1752 wordt de akte geroyeerd.(5066) Op 15 apr.1750 maken Johannes ( ziek te bedde) en Matie een testament.(5066 en 5074) Op 14 juli 1752 koopt Joh. 2 gem.korenland in Strijlandt van Anna Maria Nissen, wed. van Stoffel Vinson, voor 50 pond in grof zilvergeld. (5067a) OP 5 dec.1769 koopt Johannes een huis en erf op Renesse van Alida van der Werke voor 50 pond. Op 13 feb.1770 verkoopt Joh.Both 2 gem. korenland aan Tonis Tromp voor £40.-.-.(5068) Op 10 april 1770 verkoopt Joh.Both aan Joh. Tjoekke een hoeve met 4 gem.boomgaard en 2 gem. grond voor 2350 gulden. (5068) Op 3 sep.1773 koopt Joh.Both een huis met aflat en erf van Marijnis Kromboom voor £40.-.- .(5068) In 1774 bedankt Joh. Bot als schepen van Renese. In 1756 heb ik zijn eerste ondertekening als schepen Op 8 juli 1777 verkoopt de wed. Matie een huis, schuur en erve aan Abrah.St.de Bruijne voor £48.-.- en een huis met schuur en erf voor £50.-.- aan Leendert de Oude.(5069)

Renesse, jan.1744 - nov.1750 - Lindenhove, Salemon van, overl. tussen 1750 en 1768. Bijz.: Op 17 jan. 1744 verkoopt Johannes Both huis, schuur en erf, tevens smidswinkel met gereedschappen, allerlei soorten ijzerwerk enz. aan Salomon van Lindenhove. In de kantlijn staat, dat Both aan van Lindenhove moet leren, hoe hij (ploeg)scharen moet maken, mits hij daar een daggeld voor krijgt! Op 20 nov.1750 verkoopt Salomon Lindenhove een huis, schuur en erf met een smidswinkel, met gereedschap, ijzerwerk, kolen enz., belend zuid: Jan Krijgsman, west:’t Achteromme, noord: Daniël Vis en oost:’s Heerenstrate, aan Lowijs Huibregtse Feuije voor £ 60.-.-. De koper zal van de wed. Isack Klase Velde het jaar huur van een kamer in het huis moeten ontvangen. (5067A,5069) 1747/1748 In het archief te Zierikzee bevindt zich onder: Oude Archieven van Renesse, nr. 630 een “Dagboek van vermoedelijk een smid”. Gezien de data is dat waarschijnlijk van van Lindenhoven. Zoon: Jacob Salomonsen Lindenhove,

178

Renesse, nov.1750 – nov.1760. Fuije, Louwijs Huibregtse. Bijz.: Op 20 nov.1750 verkoopt Salomon Lindenhove een huis, schuur en erf met een smidswinkel , belend zuid: Jan Krijgsman, west:’t Achteromme, noord: Daniël Vis en oost:’s Heerenstrate, aan Lowijs Huibregtse Feuije voor £ 60.-.- De koper zal van de wed. Isack Klase Velde het jaar huur van een kamer in het huis ontvangen.(5069) 22 Sep. 1760 is er een rekening van Louis Hubregts Fuije. (Herv. Gem. Renesse XXXI Kerk en Armenrek.) Nov.1760 verkoopt Schout Tonis Tromp wegens gerepudieerde (afgestane) boedel van meester smidsbaas Louw Huijbse Fuije een huis en smidse met gevolgen op het dorp Renesse belend oost Jan Krijgsman, west: Daniël Vis, voor £112.10.- aan Cornelis Corn.Kosten. (5068) Bij de boedelafrekening in het Rechthuis van Renesse op 31 dec.1761 blijken er meer schulden dan baten te zijn. Schout Tonis Trom is sequestor, en verder zijn verschillende schepenen en crediteuren aanwezig.(5077)

Renesse , nov.1760 -- nov.1794 Korsten, Kornelis Cornelisz., ged. op 1 aug 1734 te Elkerzee (samen met zijn tweelingzus Janna) overl. ca 1794, zoon van Cornelis Korsten en Janna Leenders. Kornelis is gehuwd in 1734 met Jacomijna Paulse de Roo, zij betalen op 20 apr.1763 trouwgeld op Renesse.

Bijz.: Kornelis is één der schepenen van Renesse van 1769 tot ca.1790. Op 20 nov.1760 leent Cornelis Cornelisse Korsten £100.-.- van de armen van Elkerzee en Ellemeet, van ieder £50.-.- op een huis met schuur en smidse op Renesse, belend: oost Jan Krijgsman, noord de straat, west Dan. Vis en zuid de achterom.(foto) Over 1760 en 1761 is Cornelis Cornelisse Korsten smid. (Gem.Renesse 3, stoofrek. 29 april 1762) Cornelis komt in 1761 met attestatie uit Elkerzee. Op 2 mei 1768 neemt Cornelis van de weeskamer een smidsleerling aan voor 5 jaar: de wees Jacob Lindenhove; voor “schade en baate”maar als hij binnen een jaar vertrekt omdat hij het vak niet kan leren, moet £2.-.- aan Korsten worden betaald; als hij in het tweede jaar vertrekt, dan moet het geld voor aankoop van kleren en schoenen aan Korsten worden terugbetaald. (5066) Maart 1772 krijgt hij, als smid, £1.15.0 uit de boedel van de wed.van schout Adr.C.Bolle; Op 17 jan.1775 wordt Jacob Lindehoven via de weeskamer van Renesse voor 2 jaar uitbesteed aan Pieter Cornelisse Korsten, smid op Elkerzee op de volgende voorwaarden: Aan de weeskamer £5.10.0 per jaar, en aan Jacob 2 stuivers per week zakgeld en 2 Rijndaalders à 53 stuivers per jaar; verder behoorlijke kleding en verzorging. Bij overlijden hoeft er maar een half jaar van het lopende jaar te worden betaald. Hij begint op 1 mei 1775 en in feb. 1777 wordt Jacob “van den Armen ontslagen”; hij is dan volwassen. Over 1780/81 voor smidswerk betaald uit boedel Mar.D.v.d.Nood.(4939 fol.26) Over 1783, boedel Kr.v.d.Berge.(4939 fol.20) Op 3 nov.1794 koopt Pieter de Haan van Jacomijna van Roo, weduwe van Cornelis Cornelisse Korsten, een huis zijnde een smidse met een schuur aan de Agterweg, belend oost ’s Heeren straete, west den achterweg, zuijt Jan Krijgsman en noord Pieter v.d.Velde, voor £ 200.0.0 Vlaams; de kosten zijn £7.10.11. (5069) Op 27 mei 1796 wordt een inventaris opgemaakt voor Corn Corn.Korsten en Jacomijna, beiden overl. te Renesse. Er zijn smidsrekeningen die nog ontvangen moeten worden o.a. over 1788 en 1789 van Willem Beije. Aan Cornelis Jacobse Korsten is £ 66.13.4 uitgeleend. Baten zijn ruim 234 pond, en de schulden ruim 126 pond.

179

Er zijn 4 dochters, 3 geh. met resp.: Jan de Oude, Jan de Korte en Jacob Tack. (5077/14)

Renesse, nov. 1794 – oct.1799. Haan, Pieter de, geb. ca. 1769, smid, geh, Bijz., Pieter staat op de lijst mogelijk dienstplichtigen 1797. Op 3 nov.1794 koopt Pieter van Jacomijna van Loon, weduwe van Cornelis Cornelisse Korsten, een huis zijnde een smidse met een schuur aan de agterweg, voor £ 200.0.0 Vlaams; de kosten zijn £7.10.11. Pieter leent £ 250.0.0 van schepen Huijbreg de Voogd uit Brouwershaven.(foto akte) 31 Juli 1797 is er een rek. voor de wed.T.Tromp en Jacob Moolenburgh.(Gem. Renesse 3, stoofrek.) Op 11 jan.1799 eist de fa. Johan Fred.Hofman en Zn. Uit Rotterdam, ten gerechte van Renesse, betaling van geleverd ijzer over 1794,’95 en ’96, totaal 392 gulden. Pieter verklaart dat hij geen mogelijkheid heeft om te betalen.(5063) Op 22 oct. 1799 verkoopt Joh. de Koning in opdracht van Pieter de Haan hetzelfde huis met smidse en schuur belendende oost de straate; west den achterweg; zuid Poulus Krijgsman en noord J.v.d.Velde, aan Cornelis Decker voor £ 166.13.4 Vlaams; de kosten zijn £7.19.10. (raze 5069)

Renesse, 1799 -- ca. 1805 Cornelis Decker; geb. ca. 1771(van overl.akte); overl. als hoefsmid Cornelis de Smit op 25 mei 1821 te Renesse, status en ouders onbekend. Op 22 oct. 1799 leent de burger Cornelis Decker, smidsbaas te Renesse, dertienhonderd gulden van Johannis de Koning tegen 5% rente als hypotheek op zijn huis, smidswinkel en schuur.(foto akte) Op 9 aug.1802 is Cornelis Dekker smid.( Gem.Renesse 3, stoofrekeningen)

Renesse, ca. 1805 - mei 1828 Kasper van Kassel, hoefsmid, zoon van de smid van Kerkwerve Jan van Cassel en Johanna Tienna, geb. 16 jan.1769 te Kerkwerve, overl. 25 dec.1827 te Renesse, 58 jaar oud. Ger. 1e Huw. in 1792 met Janna van Landegem; overl. 8 juli 1819 2e Huw. ca. 1819 met arbeidster Tona Marinusse van Burgh, die 1818 naar Renesse komt, geb. 25 dec.1788 te Burgh, overl.18 mei 1827 te Renesse, 38 jr.oud. Bijz.: In 1799 een kind in Zierikzee. Vestiging in gemeente Renesse in 1805 (van den Oudendijk) Ellemeet. In 1808 staat Caspert op de lijst voor patenten belasting. In 1810 op nr.40 of 41; Inwoner, hoefsmid te Renesse in 1811/13 (nr. 457). In 1818 op de lijst van lidmaten in Renesse. Op 27 mei 1820 maken hij en zijn vrouw een testament. (not.arch.Hmst.2697 Op 25 mei 1821 is Kasper (van Cleef) getuige bij het overlijden van hoefsmit Cornelis de Smit, geb. ca. 1771; zijn buurman op nr.40 te Renesse. Kasper kan niet schrijven of rekenen. Op 5 mei 1828 verkoopt Andries van Burgh, voogd over Johanna van Kassel aan Jeremias van Splunder, smid op Ouwerkerk een huis, smidse en erve op Renesse voor f.500,-; er is ook een veiling van roerend goed een dag later, die f.314,80 opbrengt. Op 16 juni verkoopt van Splunder de smederij aan Hendrik Giljamse op Renesse voor f.800,-. (not.J.de Kater)

180

Renesse, 1828 - 1864 Hendrik Gilijamse, hoefsmid, zoon van Everhardus Giljam, smid op Nieuwerkerk, en Jacoba Luijk; geb.op dinsdag 18 feb.1796 te Nieuwerkerk,overl. 25 nov.1840 in het acedemisch ziekenhuis te Leiden. Ger. Geh. op 26 april 1820 (kerkelijk) in Zierikzee, met Willemina Janse Kloet, dochter van Leendert Janse en Pieternella Bartelse Kloet; geb. 24 aug.1797 te Nieuwerkerk/Kerkwerve(S), overl. 21 feb.1864, als “smidin” te Renesse, 66 jr.oud. (12 kinderen) Bijz.: In 1811 ,sinds 1811, inwoner te Kerkwerve.(bij van Kassel?) Ingeschreven op 1 mei 1828 in Renesse, op nr.41, komende van Zierikzee. Hij komt feb. 1820 van Haamstede naar Zierikzee, zij komt dan van Dreischor. In de periode 1824/30 te Zierikzee op de Visserdijk, D-526>A-32. Als zij naar A-32 gaan, komt Pieter Rombout met Dingena en kinderen daarvandaan naar D-526! Dat gebeurt dus, voordat ze in 1828 naar Renesse gaan. Op 5 mei 1828 is er een publieke verkoping waarbij Andries van Burgh, voogd over Johanna van Kassel aan Jeremias van Splunder, smid op Ouwerkerk een huis, smidse en erve op Renesse verkoopt voor f.500,-; er is ook een veiling van roerend goed een dag later, die f.314,80 opbrengt. (not.de Kater) Op 14 juni 1828 verkoopt van Splunter een huis, smidse en erve, nr.14 te Renesse aan Hendrik Giljamse meester smid op Renesse voor f.800,-. (not.J.de Kater) In 1844 woont Willemina nog op nr.41, als ”hoefsmitse”; in 1850 op hetzelfde adres is zij “smederin”; Willem, smidsleerling, en Leendert, boerenknecht, wonen dan nog bij haar. In 1860 is Willemina nog “smederin” op 44b. Zonen:  Everardus, geb.14 juli 1817 te Nieuwerkerk, (natuurlijk erkende zoon) Hij huwt, als grofsmit, met Lena van Orizande; geb. 1 maart 1822 te Haamstede, zij komt mei 1848 uit Haamstede. ze wonen (als sk bij ma?) in 1848 te Renesse op nr.12; juni 1852 gaan ze, met zoon Gerrit, naar Brouwershaven; hij is in 1889 machinist.  Leendert, geb. 2 maart 1819 te Zierikzee.  Jacobus, hoefsmid, geb. ca. 1821 te Renesse, huwt, 24 jr, op 7 nov.1845 te Renesse, met dienstmeid Krina Bakker, 22 jr., geb.24 jan.1823 te Burgh. ( in 1858, en 1872 overl. kinderen te Renesse, dus werkt hij waarsch. eerst voor zijn moeder, daarna bij of met zijn broer Willem. Zonen van Jacobus: Hendrik, geb.25 april 1846 te Renesse, die maart 1865 naar Haamstede gaat; en Roeland, geb. 9 jan.1855 te Renesse, die maart 1876 naar Amerika gaat. In de per. 1860-85 woont Jacobus op nr.44 >112. In 1868 leent Jac. geld op een nieuw gebouwd huis in de Molenweg., sectie B-176. In mei 1881 gaat Jacobus naar Ellemeet , werkt daar waars. bij Delst. Kornelis wordt geb. 22 maart 1863.  Cornelis, geb. 13 nov.1828, leerling-smid, overl. op 28 maart 1845, 16 jr.oud.  Willem, tweeling met Pieternella, geb. 18 maart 1834, opvolger, zie hierna.

Renesse ,1864-- ca.1901 Willem Gilijamse, zoon van Hendrik Gilijamse en Willemina Janse, smid, geb. 18 maart 1834 te Renesse, overl. 74 jr. oud, op 25 nov.1908 te Renesse. Geh., hoefsmid, 30 jr.oud, op 3 juni 1864 te Renesse met de 26 jarige, landbouwsterdochter, Pieternella de Oude, geb. 4 sep. 1837 te Renesse, overl. 4 jan.1906 te Renesse, 68 jr.oud.(7 kinderen) Willem woont 1860 op 44b bij zijn moeder; in 1886 op nr.59>78; ook Gerrit en Kornelis zijn daar nog;

181 in 1900 op nr.A78, later B74. Op 14 nov.1888 heeft Willem obligatie van f.975,- ten laste van Gerrit de Oude.(not.Bolle) Zonen:  Hendrik, geb.5 feb. 1865 te Noordwelle, opvolger,zie hierna.  Kornelis, smid, geb.1876 te Renesse, huwt Cornelia van der Maas; wordt smid op Haamstede.  Gerrit, timmerman, geb.10 dec.1883 te Renesse, huwt 1 april 1910 met Coori Neli Kooman.  Abraham, timmerman, geb, 19 dec. 1866, gaat nov. 1882 naar Haamstede; huwt Laurina Hendrikse.

Renesse,1901 -- ca 1921. Hendrik Gilijamse, zoon van Willem Gilijamse en Pieternella de Oude, geb.5 april 1865 te Renesse, overl. 7 dec.1925 te Renesse, 60 jaar oud, NH. Geh., 28 jr. oud, op 20 sep.1893 te Noordwelle met de 27 jarige landbouwersdochter Maatje Thona Jonker, geb. 16 nov. 1865 te Ellemeet; overl.11 april 1947, 82 jaar oud.(3 kinderen) In de per. 1880>85 gaat hij van nr. 44 naar nr. 53K te Renesse; in 1900 is het nr.59, dan A78>80>B66. Op 13 apr.1901 is er een onderhandse akte geregistreerd waarbij Hendrik een huis met smederij en verdere opstallen, sectie A-537, groot 298 ca. met gereedschappen, travaille enz. koopt. Op 18 feb.1905 vraagt gediplmeerd hoefsmid H.Gilijamse een smidsleerling. Op 16 juli 1909 verkrijgt Hendrik huis en erf met tuin, groot 336 ca. in de kom van Renesse.(delCampo) Op 9 sep.1913 leent Hendrik f.2000,- aan Hendrik Blom op Renesse. “not. Jaspers” In 1916 neemt hij het smeed-en loodgieterswerk aan voor de nieuw te bouwen school. Op 2 juni 1920 verkoopt hij onroerend goed aan Jan v.d.Werf te Renesse.(not.Jespers) Op 20 apr.1921 verkoopt Hendrik, mr.smid te Renesse aan zijn zoon Willem smid op Renesse, een huis met smederij en verdere opstallen, sectie A-537, groot 298 ca. met gereedschappen, travaille, boormachine, blaasbalg e.d. voor f.7000,-.; het bedrag wordt als hypoyheek verstrekt tegen 5%.(not.Korteweg). Op 21 april 1921 verkoopt Hendrik aan Jan v.d.Werf een huis, erf en tuin, sectie A-621 in de kom van Renesse voor f.950,- (not.Korteweg) Zoon:  Willem, geb. 26 juni 1894 te Renesse, opvolger, zie hierna.  Jan, geb. 28 aug.1903; hij gaat mei 1918 naar Middelburg, komt mei 1922 terug en gaat maart 1923 naar Dirksland

Renesse, ca 1921 -- Willem Gilijamse, zoon van Hendrik Gilijamse en Maatje Tona Jonker, geb. 26 juni 1894 te Renesse, overl. 1 dec.1954 te Renesse. NH. Huwt, smid, 26 jr.oud, op 29 april 1921 te Renesse met de wagenmakersdochter Pieternella Antonetta de Roo, 26 jr., geb.10 jan.1895 te Renesse, overl. (4 kinderen) Op 20 apr.1921 koopt Willem, smid op Renesse van zijn vader Hendrik, een huis met smederij en verdere opstallen, sectie A-537, groot 298 ca. met gereedschappen, travaille, boormachine, blaasbalg e.d. voor f.7000,-.; het bedrag wordt als hypoyheek verstrekt tegen 5%.(not.Korteweg). Op 28 sep. 1922 koopt Willem van Corn.de Roo een huis, erf en tuin aan de Zandstraat, sectie A- 722 en 723 voor f.2000,-.(not.Korteweg) Op 27 sep. 1923 koopt Willem van Cornelis Dag en Martinis de Roo een huis en erf , op ca.77 ca.grond voor f.1000,- Dit is mogelijk het pandje waar Pieternella winkeltje in begint dat later, als haar zoons de garage hebben, wordt omgebouwd tot kantoor.

182

Willem heeft een vooruitziende blik; hij gelooft in de opkomst van de auto, en al in 1926 laat hij het huis van C.Dag voor f.1250,- verbouwen tot garage; in 1931 wordt het gesloopt en er wordt een nieuwe garage gebouwd. In 1933 wordt Gilijamse dealer voor Willys Overland en in 1936 voor Morris; later ook voor DKW en nog later voor Mercedes. Bijz.: Hinderwetvergunning in 1950 en ’57. De oude smederij wordt aangehouden, en na beëindiging van het bedrijf (ca.1977?) verbouwd tot winkel. Willem woont eerst op A78, dan op B74; in 1910 op A40, 1936 is het A58. Pand: Smederij Gilijamse ? wordt Lange Reke 1; Wed. Gilijamse-de Roo A-58 wordt Lange Reeke 2. Zonen: Hendrik, geb. 6 maart 1922 te Renesse. Geh.: te Dordrecht op 9 sep.1944 met Maria Johanna Carolina Meijers, geb. 20 oct.1920 te Dordrecht, dochter van Petrus Jacobus Gerardus Meijers en Maria Theresia Johanna van Mierlo. 2 kinderen, geen smeden!

Cornelis, geb. 24 juli 1931 te Renesse.

2e smederij op Renesse.

Renesse, april 1920 -- 1932 Leendert Jan van de Repe, roepnaam “Ree”, smid, zoon van wagenmaker Johannes Hubertus v.d.Reepe en Jannetje Pleune, Geb. 26 mei 1896 te Sint Annaland. Geh., 24 jr. oud op 13 mei 1921 te Renesse met de 22 jarige veldarbeidersdochter Janna Dirkje de Feiter, geb. 1898 te Renesse, overl. 1978. Zoon Johannes Huibertus, en Jan, geb. 26 mei 1931. Bijz.: Hij komt feb. 1914 van St.Annaland, gaat daar in sep.1916 weer naar toe; Leendert komt sep. 1919 van St.Annaland op nr. 74 te Renesse. Hij werkt oa. bij Gilijamse op Renesse als smidsknecht. Op 30 april 1920 wordt er een aanvraag voor de oprichting van een smederij behandelt door de gemeente. L.J. v.d.Repe wil een smederij beginnen in een pand aan de Hoogezoom, tot dusver in gebruik bij K.v.d.Hoek. Er zijn geen bezwaren, dus wordt de vergunning verleend. Hij begon ook een rijwielhandel. In 1924 neemt hij het smidswerk aan voor het Armenhuis in Renesse voor f.218,-. Hij gaat failliet. Het verhaal is, dat hij alle schuldeisers liet zitten en met “un dôôze cegaren naer uus ree”. Met geld van een zwager is hij aan de Laone een camping begonnen, die nog steeds bestaat. Guequirre is daarna in de smederij begonnen.

Renesse 1932 -- 1967 Josias Johannes Guequerre, zoon van hoefsmid Willem Quequirre (zie div.Dreischor)en Josina Goedegebuure. Josias is geb.2 feb.1902 te St.Annaland. Geh.: als smidsknecht, 21 jaar oud, 2 nov.1923 te Brouwershaven met de 21 jarige dienstbode/arbeidersdochter Wilhelmina Ringelberg, geb. 27 feb.1902. te Brouwershaven. Bijz.: Hij gaat sep. 1914 van Dreischor naar St Maartensdijk, komt nov.1916 terug naar Dreischor en gaat jan.1921 naar Axel, sep. 1921 komt hij weer terug, en gaat dan in dec. 1923 naar

183

Noordgouwe. Hij komt juni 1928 van St.Maartensdijk en werkt tot nov.1928 bij Kloet op Dreischor; hij vertrekt naar St.Annaland; dec.1928 komt hij terug op Dreischor en werkt tot 1932 bij v.Dongen ; geh. met Wilhelmina woont hij dan op D-143/181/83 en 75. In sep.1932 vertrekt hij naar Renesse en begint een smidse in de failliete zaak van v.d.Reepe. Zijn vrouw beslaat ook paarden. Hinderwetvergunning in 1935, 1951 en 1956.

Diverse smeden op Renesse.

Bosloper, Marinus, smidsknecht,woont bij zijn ouders op B68>90 te Renesse. Geb.14 jan. 1900. Hij komt nov. 1920 van Zonnemaire en gaat juni 1927 naar Zonnemaire. Hij komt juli 1930 terug van Zonnemaire . Braber, Hendrik Eliza, smidsknecht, geb. 14 dec. 1908, woont bij zijn ouders te Renesse, werkt oa. bij van Dongen op Scharendijke.Hij komt juni 1928 van Tholen en gaat nov. 1935 naar Bruinisse, waar hij een smederij koopt. Hubrechtse, Marinus Jannes, smidsknecht, geb. 15 april 1885, woont bij zijn ouders op A69 te Renesse van mei 1904 als hij van Axel komt tot mei 1905 als hij naar Stavenisse vertrekt; maart 1909 komt hij van Kerkwerve en gaat een maand later naar Zierikzee. NH. Jonker, Hendrik, smidsknecht, geb.28 april 1891 te Renesse,woont bij zijn ouders, hij gaat jan. 1911 naar het 1e Reg. v.d.Huzaren in Amersfoort, komt feb. 1912 terug; gaat nov.1912 naar Vlissingen, komt sep. 1913 terug en gaat april 1918 weer naar Vlissingen. Vrieze, Rinus de, begint ca.1973 als zelfstandig hoefsmid op Renesse. Rinus haalt zijn diploma op de veeartsenijschool in Utrecht; hij is dus geen smid in de zin van een all-round dorpssmid, maar een specialist op het gebied van paarden beslaan. Hij heeft geen vaste smederij of travalje nodig, want alles wat hij nodig heeft gaat mee in een aanhanger achter de auto; zijn klanten, veelal rijpaardbezitters, wonen over het hele (voormalige) eiland en zelfs daarbuiten. Zijn zoon Frans volgt hem op.

184

Scharendijke.

Over 1588 ontvangt Aert Willemse 2 pond, 5 schellingen en 1 grootte uit handen van rentmeester Corn. Barthelsse voor levering en werk aan de kerk van Elkerzee; er staat niet bij, dat hij smid is op Elkerzee, maar dat lijkt erg waarschijnlijk.(foto)

In 1616 werkt en levert smid Willem Eliasse (het laatste is moeilijk te lezen, het zou ook Aertsse kunnen zijn) aan het huis van de predikant in Scharendijke en aan de kerk in Elkerzee; de rekening wordt betaald door rentmeester Cornelis Barthels. (Rekenkamer 505, foto faktuur)

De oudste smederij.

Vóór 1688 -- 1715 Frans Falon, smid op Scharendijke, Francois Antonisse. 1e huw. Cornelia Struijve ; 2e huw. op 18 maart 1687 met Daentje Arents, de wed. van Bartel Dominicus. Bijz.: In 1688 betaalt Frans Fallon 3 schelling huisschatting, in 1693 6 sch. en in 1695 8 sch. plus 6 sch.haardstedengeld. (4902) Op 8 sep.1688, op 5 feb.1690 en op 18 juni 1693 heeft Francooije Fallon tegoed uit een boedel voor smidswerk.(4902) Op 14 april 1695 wordt er een contract gemaakt tussen Frans Fallon en zijn huisvrouw Danie Arents; ook dochter Tonie Franse Fallon en Palintie Bartels (een dochter van Danie) worden genoemd. Zoon Frans Fallon, oud 9 jaar, uit het eerste huwlijk met Cornelia Struijve zal eventueel tot zijn 16e jaar verzorgd worden door Danie bij vooroverlijden van Frans; het kind krijgt dan de 12 pond vlaams die als borg dienen of 1/3 gedeelte, “naar rechte”. (4902) Op 13 nov.1715 verkoopt Vransoeis Valon aan zijn zoon Vransoeis Vransoeise Valon een huis met smidse en de gevolge staande op Scharendijke op Ambachtsheeren grond belend oost Lendert Jacobse, zuid en west Domus Corn. Hanse, noord de straat; voor $ 150.-.- vlaams, te betalen nu £ 25.-.- en daarna 25 gulden per jaar. (4903) Op 13 nov.1715, dezelfde dag, koopt Francois een huis met schuur op Scharendijke voor 40 pond.(4903)

1715 -- 1718 Francois Francoise Falon wordt op 17 maart 1686 gedoopt, hij krijgt vanaf 1716 kinderen met Tanneke Machiels. Op 2 maart 1718 verkoopt Fransoeies Falon aan Cornelis Jacobse Korsten een huis en smidse met gevolge, staande op den dorpe van Scharendijke, belend oost Jan Pieterse Wallebeke, west Domus Corn. Hanse en noord de straat, voor $ 150.-.-; te betalen met 100 gulden contant, fl.100,- op St.Looij 1718, en daarna steeds fl.50,- per jaar. (4903) Op 4 april 1718 is er een “vermangeling”(ruil) van een huis ten oosten van de smidse, met tamelijk ingewikkelde verrekening met Jan Pieterse Wallebeke. Op 15 maart 1724 verkoopt Fransou Falon aan Isack Leenderse een huis met gevolge op Scharendijke voor £ 23.-.-.(4903) 1718 – ca.1777 Cornelis Jacobse Korsten, ged.te Elkerzee 8 feb.1693, smid onder Elkerzee, Gehuwd met Janna Leenderts; (9 kinderen van 1720 t/m 1734) o.a.: tweeling Leendert en Jacob, ged.2 juni 1720; Pieter, ged.1724 (opvolger) en Cornelis, ged. 1 aug.1734, die te Renesse huwt met Jacomijntje Paulusse de Roo, en daar smid is van 1760-1794. Cornelis Jacobse Korsten betaalt in 1723 en 1730 12 schelling huisschatting per jaar. Op 21 juli 1728 ontvangt Cornelis 16 schelling en 4 grootten voor smidswerk.(4903) Op 14 dec.1728 moet er uit de boedel van G.Andriesse van Elkerzee voor smidswerk betaald worden aan Corn. Korsten (4903)

185

Op 13 oct.1731 moet aan Cornelis 16 sch.en 8 gr. betaald worden uit de boedel van Corn. Janse Blom voor verteerd gelagh en smidswerk. In maart van dat dat jaar krijgt hij betaald uit een boedel voor wagenvracht en verteeringhe om naar de erfenisse te gaan zien van Lendert Cornelisse Blom(4902) Over 1730 en 1738 wordt aan Cornelis Korsten 7 schelling betaald over smidswerk. (fam.archief v.d.Lek de Clercq, toegang 465, inv.nr.H222-36v; fam.Mogge). 24 nov.1763 wordt Cornelis Korsten, smitsbaas te Scharendijke, voor arbeid en leverantie van ijzer in 1761 en 1762, £1.13.6 toegewezen uit de geabandonneerden boedel van schepen Cornelis Jacobse van Brijdorpe en Klaaskinderen.(Duivendijke-4895) Over 1770 wordt aan Cornelis Korsten 7 schelling betaald over smidswerk aan de hofstede te Elkerzee. (fam.archief v.d.Lek de Clercq, toegang 465- H222; fam.Mogge) Maart 1772 uit de boedel van de wed. van schout Adr.C.Bolle, £0.15.0. In 1773 heeft Cornelis tegoed uit de boedel van de wed. van Jacob Dingemanse voor het maken van een band aan de watertank £0.2.6 in 1771. (Duivendijke-4895-13) Juni 1777 neemt Cornelis Korsten een hyp. van £ 100.-.-. tegen 3½% bij de armen-diaconie van Elkerzee op zijn huis, erf en smidse op Scharendijke onder de heerlijkheid van Elkerzee, belend door: zuid en west Willem Willemse; oost St. Cornelisse Oudijk en noord de straat. (4910, foto) De opvolger is zijn zoon:

ca.1778 -- 1793, de weduwe tot oct.1814 Pieter Cornelisse Korsten, zoon van Kornelis Korsten en Janna Leenders. ged. 29 oct.1724, overl. 10 feb.1793 te Scharendijke als mr.smid. (4915) 1e Huw., ondertr. 9 april 1762 met Janna Cornelisse Korsten (ook: Karel), overl. 24 juni 1763. (Elkerzee-4915) 2e Huw., op 3 mei 1765 met Adriaantje Jacobsdr. Quist. Op 25 maart 1778 leent Pieter Cornelisse Korsten van de kerken armen van Elkerzee en van Ellemeet £ 150.-.-; van ieder de helft op zijn huis en erf op Scharendijke. Dit huis is, net als de smederij, belend door: zuid en west Willem Willemse; oost St. Cornelisse Oudijk en noord de straat. Aangezien zijn vader ook net geld op de smederij heeft geleend, lijkt het er op dat en iets is bijgekocht of gebouwd. Over 1783 voor smidswerk uit de boedel van Jan Janse Maarse £-.19.-.(Ellemeet 4939-19) Op 28 mei 1794 komt Adriaantje samen met haar zoon Corn.Pietersz.Korsten als voogd, overeen om de verzorging van de minderjarige kinderen Janna, 21 en Marinus, 18,( die werkt buitenshuis) uit te kopen. Uit de staat en inventaris blijkt dat het huis en smidse op Scharendijke belend worden door: oost Jan Padmos, zuid en west de wed. Willem Willems en noord de straat; inclusief het gereedschap is de waarde £ 150.-.-.; inventaris en vorderingen brengen de totale baten op £ 257.16.4; na aftrek van de schuldeb blijft er £ 72.3.- over. (4905) November 1803 moet de weduwe van Pieter Korsten belasting betalen volgens de schatting over Elkerzee en Scharendijke Juli 1805 ontvangt de weduwe van Pieter Korsten over 1802, 1803 en 1804 uit de boedel van Adr.L.v.d.Wekken £ 25.0.0 voor geleverd smidswerk, er gaat £10.14.0 af voor geleverd graan en menloon.( 4913) Sep. 1806 woont de wed. Pieter Korsten op nr. 10 binnen Elkerzee. (arch. Elkerzee nr.33) In 1808 wordt £-.8.8. betaald voor smidswerk, uit de boedel van de wed. van Klaas Dag (Elkerzee 4913) In 1808 wordt de Wed.Pieter Korsten voor f.6,- aangeslagen door de gemeente.(Elkerzee 4905) 13 Juli 1809 ontvangt de Wed.van P.Korsten £25.-.- voor geleverd smidswerk aan Corn. Adriaansen op Ellemeet in 1801,’02 en’03.( 4914) Nov. 1810 wordt £6.5.- betaald van een rekening van £6.12.-. uit de insolvente boedel van Adr. L.v.d.Wekken. Op 14 oct. 1814 wordt voor de erfgenamen publiekelijk de hoefsmederij met huis en erf op Scharendijke nr.10 aan de ervende zoon Leendert Pieterse Korsten verkocht voor f.800,- , en het

186 roerende goed voor f.231,17; uit deze roerende goederen koopt Leendert ook nog hoefijzers en ander ijzerwerk.(not.M.de Rijcke) Zonen: Uit het 2e huw.: Cornelis Pietersz, ca.1767, zie Elkerzee, (Elkerzee-4905); Leendert, ged.9 sep.1769 (hierna); Jacob, ged.16 dec.1770; Marinus, ged.26 mei 1776.

oct. 1814 –1829. Leendert Pieterse Korsten, hoefsmid, zoon van Pieter Cornelisse Korsten en Adriana Quist, geb. 1 sep.1769 te Elkerzee, overl. 10 aug.1829 te Elkerzee, 59 jaar oud. Ger. Leendert trouwt, 36 jaar oud, op 11 april 1805 te Elkerzee met Elizabeth Janse Onasse, wonende Haamstede. Leendert is mogelijk, wonende op Scharendijke, eerder geh. met Joppa van Landegem, op 17 maart 1802 te Noordwelle. Leendert trouwt nogmaals, 44 jaar oud, op 27 mei 1814 te Elkerzee met de 33 jarige dienstmeid (arbeidster in 1829) Adriana van der Schelde, geb. 17 juni 1780 te Elkerzee, overl. 13 jan. 1848 te Elkerzee, 67 jaar oud. Bijz., 1797: Leendert staat op de lijst van mogelijk dienstplichtigen als smid bij zijn moeder, ongeh., 26 jaar oud. In 1808 staat Leendert P.Korsten als smid op de lijst voor patenten belasting te Elkerzee. Inwoner, hoefsmid, van Elkerzee in 1813. Op 22 feb.1816 leent hij van Landsheer, de Jonge en Landing f.800,- op de hoefsmidse met daaraan een huis te Scharendijke onder Elkerzee nr.10 (not.M.de Rijcke) Ca.1832:, sectie A-40, huis en erf, 350ca., nr.10(kadaster) Na Leendert’s overlijden verhuist Adriaantje naar nr.21.

1830 – ca.1851 Adriaan Gilijamse, geb. 7 sep. 1806 op Nieuwerkerk(D), overl.24 feb.1889 te Elkerzee. Smidszoon van Samuel Everh. Gilijamse en Helena Verwest, en stiefzoon van Jac. Slager. Geh, als smidsknecht, 20 jaar oud, op 31 aug.1827 te Nieuwerkerk (D) met de 24 jarige boeremeid Jannetje Kosten, geb.1 aug.1803 te Nieuwerkerk, overl.13 juli 1886 te Elkerzee. Bijz.: Op 26 juni 1851 verkopen Elena en Jacobus Slager, aan (haar) zoon Adriaan Gilijamse, smid te Scharendijke, gem.Elkerzee, een huis, schuur, erf, zijnde een smederij te Nieuwerkerk(D) Op 28 sep. 1854 verkoopt Adriaan , wonende te Elkerzee, de smederij op Nieuwerkerk(D) aan zijn op Nieuwerkerk wonende zoon Samuel Everhardus Giljamse. Op 1 dec.1862 wordt het bedrijf te Nieuwerkerk voortgezet door A.M.Donker, en Adriaan Giljamse gaat dan met zijn zoon Samuel Everardus naar Zierikzee als smid. Ze wonen op Vissersdijk D-555. Pand: In 1888 is het: Elkerzee, sectie A-491, nr.10; Adriaan woont op nr. 34 in 1889.(kad) Zonen: ( In totaal 11 kinderen)  Samuel Everardus, geb. 10 jan.1830 te Zierikzee ( later smid te Nieuwerkerk en te Zierikzee, zie ook aldaar).  Leendert, geb. 24 sep.1831 te Elkerzee; huwt 27 feb.1857 met Willemina de Oude; hij komt 1 juli 1854 terug in Elkerzee en wordt 27 feb.1857 smid op Noordgouwe.  Everardus Wilhelmus, smid, geb. 30 juni 1835, Elkerzee. Hij komt daar op 15 juli 1858 terug, en wordt dan in feb. 1859 smid te Ouwerkerk. (zie aldaar).

187

 Pieter, geb 3 oct.1837, Elkerzee.  Adriaan, smid, geb. 26 oct.1839 te Elkerzee, zie hierna.  Cornelis, hoefsmid, geb.5 maart 1844 te Elkerzee, overlijdt 18 aug.1903 te Elkerzee, zie hierna.

ca1852 - dec.1903. Adriaan Gilijamse, zoon van Adriaan Giljamse en Jannetje Koster, hoefsmid, geb.26 oct.1839 te Elkerzee; overlijdt 90 jr oud op 29 oct.1929 te Elkerzee. Bijz.: Adriaan woont samen met zijn broer Cornelis, hoefsmid, en sinds 1861 met zijn zus Jannetje (geb. ca.1838 te Elkerzee, overl. ongeh. 23 aug.1920 Elkerzee). Adriaan is “hooft”. Op 11 feb.1879 leent Corn.Gilijamse Adr.z. ƒ500,- van Adriana Gilijamse, de vrouw van Daniël van der Velde, kuiper op Sirjansland.(not.Bolle) Op 8 maart 1879 leent Adriaan f.900,- van de diaconie van de NH kerk te Elkerzee op een huis en erf op sectie A-491.(vdBent) Op 7 maart 1890 maken Cornelis en Adriaan een testament bij not.J.Moolenburgh. Pand: In het Kadaster (428)staat Adriaan als eigenaar van nr.10, sectie A-491, een huis met erf op 260 m2.; ca.1887 vindt een hermeting plaats, het wordt sectie A 619, een huis met schuur en erf op 242 m2. Broer Cornelis en zus Jannetje worden ca. 1890 mede-eigenaars van sectie A-619, huis, schuur en erf van 242 ca.; ze bezitten nog een paar panden en een stukje land, dat, in de loop der jaren (tot 1953) verkocht wordt; o.a. een hoefje op 4 mei 1893 aan J.v.Westervoort (JCvdLdC). In 1905,’22,’32,’43,én ’51 zijn er successie-zaken. In 1871 pacht Adriaan een schuur van 59 ca., sectie A-601 van de Ambachtsheerlijkheid, die er ca. 1890 wordt bijgekocht. Ong. 1904 wordt sectie A-619, huis, tuin en erf, 242 ca. verkocht aan Mar. J.Bakker. In de periode 1901-1911 wonen ze op nr.34 > 25 > 30. Op 8 sep.1920 maakt Adriaan een testament bij notaris Nouhuijs.

1jan 1904 - april 1909. Marinus Johannis de Bakker, zoon van commisionair Jan de Bakker en Joppa P.Kooman, geb.19 dec.1878 te Noordwelle, overl. Ger. Gehuwd, gedipl.hoefsmid, 29 jaar, op 15 oct.1908 te Elkerzee met de 21 jarige Pieternella Bienefelt, geb. 8 juli 1887 te Elkerzee, overl Bijz: Vestiging in gemeente: Elkerzee 11 aug.1901, komende van Noordwelle; idem op 1 jan. 1904. Hij werkt eerst als knecht bij de Gebr. Adriaan en Cornelis Gilijamse, en neemt 1 jan.1904 de zaak over van de familie Gilijamse. Van 1904 tot zijn huwlijk komt zijn zus Jobina regelmatig om te helpen. Nieuwsbode 14 dec. 1907: ”M.J.Bakker vraagt met maart of mei bekwame smidsknecht tegen hoog loon voor boerenwerk en hoefbeslag. PG of GG.” Hij staat in de per. 1901/11 eerst ingeschreven op nr.34 ( inwonend bij Gilijamse) Op 15 feb.1908 vraagt M.J.de Bakker te Scharendijke, een smidsleerling Op 13 april 1909 worden Marinus en Pieternella uitgeschreven naar Termunten. Pand: Sectie A-619, huis schuur erf 242 ca; wordt ca. 1904 gekocht van Gillijamse; in 1909 wordt de zaak verkocht aan:

188

1909 -- 1961 Johannes Flohil, hoefsmid, zoon van landbouwer Willem Flohil en Janna Boogerd, geb. 27 jan.1884 te Ellemeet, overl. 20 aug.1975 te Rilland-Bath. NH. 1e Huw. op 2 oct.1908 te Ellemeet met de 24 jarige landbouwersdochter Tona Maatje Blom, geb.16 aug.1884 te Ellemeet, overl.14 oct.1925 te Elkerzee, 41 jaar oud. 2e Huw.op 28 sep.1932 te Rotterdam met de 29 jarige Jacomijntje Bezuijen, geb. 22 jan.1903 te Ouddorp, overl.1 apr.1963 te Zierikzee. Bijz.: Johannes werkt tot 1904 in St.Annaland, daarna tot zijn trouwen bij Verwest in Burgh. Hij komt oct.1908 naar Elkerzee en vestigt zich als zelfstandig smid. Huis en smederij met schuur en erf op sectie A-619, groot 242 ca; wordt in 1909 gekocht van M.J.de Bakker voor f.16.000,—. Deze som is samengesteld uit: f 7000,— voor de gereedschappen en voorraden van het smidsbedrijf; f 3000,— voor het kachelsmidsgedeelte; eenzelfde bedrag voor de loodgietersafdeling en voor de gebouwen f3.000,—. Ook de schuur sectie A-601 op 59 m2 is nu van Flohil; in 1933 wordt het een bergplaats In 1909 worden vergunningen aangevraagd voor een waterfitters-en loodgietersbedrijf. In 1915 vindt nieuwbouw plaats, het wordt sectie A-856, en er komt een ruime werkplaats met twee ”strevaljes”, en een huis met een gebroken kap ; in 1932 wordt er iets bijgebouwd; daaraan herinnert een steen in het voorportaal van de woning met de tekst: “J.J. en J.L. Flohil, juli 1932.” In 1929 is door Johannes samen met wagenmaker Everwijn een nieuw soort egge gemaakt die zeer succesvol is. Zijn broer Adriaan Flohil is o.a. smid op Zonnemaire. Op 12 juni 1934 wordt Johannes door de politierechter in Middelburg veroordeeld voor een wat merkwaardige zaak: hij heeft 43 bloemen gestolen van A.Heuzen te Haamstede op 22 april. Hij wordt veroordeeld tot f.10,-, of 5 dagen hechtenis. In jan.1948 staat Johannes voor de Politierechter: Ambtenaren van de C.C.D hebben tijdens een huiszoeking bij hem gezouten varkensvlees ontdekt en in beslag genomen. Johannes bekent dat hij frauduleus heeft geslacht. Hij krijgt een boete van f.100,- (of 25 dagen gevangenisstraf) en verbeurdverklaring van het vlees! Elkerzee: 1911: nr.37; 1920: nr.38; 1933: nr.34; 1956: J.Flohil, No. 34 wordt Dorpstr.6; smederij J.Flohil 33a wordt Dorpstr.8; ca. 1960 is er een splitsing, het wordt sectie A-1172, groot 517 ca.; dienstjaar 1962 meldt sloping en verkoop; het is dan sectie A-1190, groot 263 ca. (bakkerij?) Flohil bezit nog twee huizen op Scharendijke. Zonen: Willem Jacob, geb. 30 nov.1910 te Elkerzee, gaat 1937 juli naar Burgh. Simon Flohil, smid, geb.19 aug.1936 te Scharendijke, zoon uit het 2e huwelijk, opvolger.

1961 – 1963. Simon Flohil, smid, geb.19 aug.1936, NH Bijz.: Simon komt in 1953 bij zijn vader in dienst en neemt in 1961 de zaak over voor f.25.000,-; het is dan al hoofdzakelijk een loodgietersbedrijf. Simon is één van de laatste smeden op Sch.en D. die voor het examen “Smidspatroon” geslaagd is. Later wordt Simon havenmeester en pensionhouder. De zaak wordt verkocht in 1963 en tot bakkerij verbouwd, einde bedrijf.

189

Scharendijke, de tweede smederij.

mei 1914 – 1957 Cornelis Jan (Cees-Jan) van Dongen, zoon van landbouwer Abraham van Dongen en Willemina van de Panne, geb.7 feb.1890 te Duivendijke, NH. Geh., 26 jaar oud, op 25 jan.1917 te Oud-Vossemeer met de 21 jarige landbouwersdochter Adriana Bevelander, geb.30 sep.1895 te Oud-Vossemeer. Bijz.: Cees-Jan werkt eerst o.a. bij smid Geluk op Oud-Vossemeer, waar hij zijn vrouw leert kennen. Vestiging in gemeente Duivendijke: Cees-Jan vestigt zich als Grof-Hoef- en Kachelsmid met rijwielhandel in mei 1914 in het voormalige vlasschuurtje van zijn vader. Vrijwel meteen wordt hij opgeroepen voor Militaire Dienst. Daar slaagt hij voor zijn examen als Rijksgediplomeerd hoefsmid. Op 18 dec.1916 staat er weer een advertentie in de Zierikzeesche Nieuwsbode waarin staat dat Cees-Jan zijn zaak geopend heeft wegens ontslag uit de Mil. Dienst. Op 8 aug.1927 biedt Cees-Jan een graanmaaier-zelfbinder te koop. Op 17 nov. 1927 is er een aanvraag voor het plaatsen van een benzinemotor voor het aandrijven van een boor-en wasmachine en een amarilslijpsteen. Perceel a-702 op Duivendijke.(foto’s) Op 24 juli 1928 wordt door de American Petroleum Company een aanvraag ingediend om bij de smederij L-47van C.J.v.Dongen, op sectie A-708 een benzinereservoir te leggen van 6000 ltr. Op 31 oct.1928 is er een advertentie voor een prima Rechtstro Dorsmachine met kanten trommel; een Snijmachine; een Moesmaker; een 2-buizige ploeg en een Keukenkachel. Op 28 juni 1929 wordt een bekwaam smidsknecht gevraagd. In 1930 zet Cees-Jan een advertentie in de Z.N. waarin hij zich aanbeveelt als erkend installateur van de waterleiding maatschappij. Cees-Jan verongelukt op 82 jarige leeftijd met zijn auto, als hij op weg is om pieren te gaan steken. Pand: 1887/1934: L-47, later L-55. Sectie nr.A-702 volgens Kadastr. Legger blz.1489; 715 ca., huis, bergplaats, garage en erf. In 1954 vindt ged. herbouw plaats; er is dan ook sectie A-704, 297 ca., en sectie A-703 van 138 ca. die ca. 1954 bijgekocht worden. In 1958 is het dan: Huis, erf en bergplaats, samen 1150 ca. Middenschouwen, 1 jan. 1956: Smederij en C.J.v.Dongen L55 wordt: Smederij = Baken 36; C.J.v.Dongen = Baken 38. Abr.v.Dongen L54 wordt Baken 40 en Abr.v.Dongen L53 wordt Baken 42. Zonen:  Abraham Marinus, smid, opvolger, zie hierna.  Adrianus Machellinus, smid, opvolger, zie hierna.  Marinus Jacob, geb. 4 jan.1921, smid, werkte tot 1954 bij zijn vader, daarna elders als onderhoudsmonteur.

1957 – ? De zaak wordt voortgezet onder de naam Gebr.van Dongen. Abraham Marinus (Bram), geb.:15 nov.1918 te Duivendijke, overl. ca 1997. Gehuwd met Gré Looij uit Zierikzee. Op 28 oct.1964 krijgt Bram een, zeker voor die tijd, forse bekeuring van f.150,-, en hij is zijn rijbewijs voor twee maanden kwijt. Hij heeft een ongeluk veroorzaakt waar drie voertuigen bij betrokken zijn, door op een onoverzichtelijk plaats te passeren.

Adrianus Machellinus, smid-taxichauffeur, geb.15 aug.1924. Gehuwd met Elisabeth Nijenhuis(uit Friesland).

190

Adrie werkt in z’n jonge jaren als smidsknecht bij Lokker in Ellemeet en bij Polderman op Serooskerke.

Bram en Adrie nemen de zaak ong.1957 over van pa Cornelis. Adriaan klaagt er 40 jaar later nog over dat er dan een forse schuld aan de Shell is voor geleverde benzine; volgens hem levert die maatschappij veel te gemakkelijk op crediet! Adriaan is naar eigen zeggen de baas, Bram is volgens hem veel te gemakkelijk met de centen, vooral bij het inkopen. Adriaan is later meer de man van het taxibedrijf, en Bram doet het smids- en waterleidingwerk. De “strevalje” is in 1978 helaas gesloopt,

Na het beëindigen van het smidswerk zet Kees-Jan van Dongen, een zoon van Adriaan, de zaak voort als fietsenzaak, met de vele oude machines, het smidsvuur en de blaasbalg in de smederij nog wel intact, maar ongebruikt.

Looperskapelle:

Op 20 jan.1768 verkoopt Kasper Ments uit de hand aan Klaes Corn.Oudijk een huis, en erf zoals door Kasper gebruikt als smidswinkel te Looperskapelle. ( (5031-22) Hij vertrekt naar Brouwershaven waar hij in dec.1767 de smederij gekocht heeft van Cornelis Willemse Voogt. (zie Brouwershaven “J”)

191

Diverse aantekeningen: Scharendijke.

1617 Willem ? , smid op Scharendijke, levert en werkt voor £ 1.4.2 aan het huis van de predikant. Korsten, Pieter neemt op 3 dec.1707 van Johannis Janse op Scharendijke een huis met schuur en gereedschappen en het gemaakte-en ongemaakte hout van de wagenmakers over; dus eigenlijk een wagenmakerswinkel. (4902) Van 1718 tot 1829 zijn er Korsten’s smid op Scharendijke, mogelijk familie? Zande, Nicolaas van de, zoon van landbouwer Leendert van de Zande en Kaatje Speelman, geb. ca 1874 te Burgh. Zijn broer is smid op Tholen. Gehuwd, smid, 25 jr.oud, op 25 jan.1899 te Noordwelle met de 21 jarige landbouwsterdochter Neeltje Beije, 21 jaar, geb. ca 1878 te Kerkwerve. Nicolaas werkt mei 1891 tot mei 1892, bij J Tibout op Haamstede, komt van Burgh en gaat naar Zierikzee. Bouterse, Jacob, geb. 22 juni 1896 te Oosterland, NH, overl. Hij werkt bij Flohil op Scharendijke, van sep. 1919 tot feb. 1920, en gaat dan naar Dordrecht; sep.1921 komt hij terug en gaat dan in juni 1922 naar Zoetermeer; aug. 1923 komt hij uit Amsterdam weer naar Elkerzee en gaat apr. 1924 naar Oosterland. Septemer 1924 komt hij dan naar Elkerzee, en woont Elkerzee nr.6 in 1924, nr.10 in 1933. Geh. met Hendrika de Oude, geb. 11 sep.1899 te Ellemeet, zij komt mei 1924 uit Amsterdam. Zonen geb. in Elkerzee: Pieter Johannis, 30 nov.1925; Johannis Jacobus Hendrik, 13 maart 1930; Willem, 7 april 1931 en Adriaan, 17 mei 1932. Schrijver, Adriaan, smidsknecht, geb.6 april 1884, geh. met Ploontje van der Weele, geb. 11 feb. 1890 te Elkerzee. Werkt in 1906 op Ellemeet, daarna op Elkerzee, Ellemeet, Dreischor en Zierikzee. Adriaan vertrekt 1928 naar Alphen aan de Rijn.

De volgende smidsknechts werkten ook nog bij van Dongen op Scharendijke: Gasse, B. la uit Zeeuws- Vlaanderen, Rossum, M van uit Brouwershaven, Rooy, J. van Kloet, M.

192

Serooskerke.

Vóór 1773 – ca.1792 Korsten, Jacobus, de zoon van Cornelis Jacobse Korsten, smid op Elkerzee en Janna Leenderts, als tweelingbroer van Leendert, en daar gedoopt op 2 juni 1720. Op 15 feb.1773 wordt er een stuk opgemaakt, waarin zijn vrouw, Willemijntje Jacobse Tjoeke, één van de erfgenamen is van een obligatie van £100.-.-. Op 19 aug.1776 wordt £2.-.- uit de boedel van Maarten.B.Krepel te Ellemeet betaald aan Jacob Kosten, smid te Serooskerke. (4939/45) Dec. 1778 ontvangt Jacob Kosten voor geleverd smidswerk £1.3.0 uit de boedel van Adriaan Cornelis van den Hoek. (4975- tussen 9 en13) Zoon: Cornelis Jacobse Korsten, later smid op den Oudendijk (Ellemeet)

ca.1792 -- 1809 Andries Bodt, geb. 15 dec.1754 te Nieuwerkerk, zoon van smid Willen Both en Maria Boogaard. Andries is overl.6 sep.1809 te Serooskerke; NH. Geh.: als smid, op 19 oct.1775 te Serooskerke met Maria (Matie) Jacobse Kostense, JD van Serooskerke. Ook Andries woont dan op Serooskerke. Op 10 maart 1797 is Andries Bodt, smid, 42 jaar oud, inwoner van Serooskerke Andries Bodt krijgt betaald wegens gedaan smidswerk: In 1792 £-.6.- en over 1793,’94 en ’95 £2.8.-. (5092 fiche 1576). Maart 1797 op lijst dienstpl. en inwoners van Serooskerke in: smid, 42. Aan Andries wordt £3.15.10 betaald voor smidswerk gedaan in 1798, 1799 en 1800 (5095) In 1808 staat hoefsmid Andries op de lijst voor patenten belasting; hij is tevens wagenmaker. Op 7 nov. 1808 krijgt Andries consent om zijn moeder Maria Boogerd te begraven, oud 85, overl. 3 nov.1808. Maria had op 30 mei consent gekregen om haar man te begraven: Johannis Blom, voorheen smid op Nieuwerkerk, oud 79, overl. 26 mei 1808. (5124).

dec.1809 -- apr.1814 (daarna smid op Noordwelle). Johannes de Meulmeester, huis-en hoefsmid, zoon van Jan de Meulmeester en Maria Janse Krijgsman. Johannes is geb. 18 juli 1785 te Noordwelle, overl. op 7 mrt.1863 te Noordwelle, 77 jaar oud. Geh., 26 jaar oud, op 14 nov.1811 te Serooskerke met de 22 jarige, particuliere Sara Lokker, geb. 29 feb.1789 te Serooskerke, overl. 25 dec.1843 te Noordwelle, 54 jr.oud. Bijz.: Vertrek uit gemeente op 13 apr.1814 naar Noordwelle. Op 3 nov.1814 verkoopt Joh. Meulmeester aan Cornelis Bolle hoefsmid wonende te Serooskerke een huis en gevolge, nr.10, en een hoefsmederij met alle gereedschappen op nr.34 te Serooskerke, op Ambachtsheeren grond, voor 1000,-;

nov.1814, sep.1818. Kornelis Bolle, zoon van werkman Cornelis Bolle en Jacomina Hocke, geb. 29 maart 1784 te Groede (Casant); bij zijn overl.op 13 jan.1841 te Zierikzee, smid, 56 jaar oud. Geref. Getrouwd, 29 jr.oud, op 16 mei 1813 te Zierikzee met de 26 jarige arbeidster Gerarda Loenjers, geb.25 jan.1787 te Zierikzee; overl.6 oct.1870 te Zierikzee, 83 jaar oud. Hij is bij zijn trouwen kanonnier bij de 120ste compagnie kustbewakingstroepen, gelegerd in Zierikzee. Bijz.: In 1808 staat Cornelis Bolle als smidsknecht op de lijst van mensen die patentenbelasting betalen in Brouwershaven.

193

Op 3 nov.1814 koopt Cornelis Bolle hoefsmid wonende te Serooskerke een huis, gevolge nr.10, en hoefsmederij met alle gereedschappen op nr.34 Serooskerke op Ambachtsheeren grond, van Joh. Meulmeester wonende te Noordwelle, voor 1000,-; hierop leent hij f.1200,- van Simon Krepel te Ellemeet. (not.P.C.Winter, Z.zee). Op 29 sep.1818 wordt de hypotheek van Simon Krepel op huis nr.10 en smederij nr.34 te Serooskerke afgelost; Cornelis heeft de zaak die dag voor f.1700,- verkocht aan Joh. George de Vries. (not.M.de Rijcke) Periode 1826/30 gaan zij van Serooskerke naar Zierikzee, Bleijenhoek B-333>B-229>B-333, Periode 1831/43 Blijenhoek Zuidzijde, B-333>B-251. Zonen in de periode 1831/43: Andrianus, geb. 26 feb. 1813 te Zierikzee; hij is later smid op Sirjansland. Johannes, 27 aug. 1819 Zierikzee (later vrachtrijder).

sep.1818 - juni 1819. Johan George de Vries, zoon van Gerardus de Vries en Anna Elizabeth Vink, geb. ca.1775 te?, overl. 22 juni 1819, hoefsmid te Serooskerke. Geh. met Elizabeth Oostdijk, geb. ca.1779 te Stavenisse, overl.27 april 1847 te Stavenisse. Bijz.: In 1813 en 1816 worden er kinderen van hen geboren op Stavenisse; in 1819 een zoon op Serooskerke. Johannis heeft de zaak op 29 sep.1818 voor f.1700,- gekocht van Cornelis Bolle. Hij leent daartoe f.1700,- van schout S.Krepel; op 19 feb.1819 leent hij er nog f.400,- bij. Uit een latere verkoop blijkt, dat de Vries per 1 sep.1819 de zaak voor f.2000,- heeft verkocht aan Hendrik Bruijns, die ook de schuld over neemt aan S.Krepel van f.1800,- tegen 5% op een “Huys met daar annex zijnde Hoefsmederij met alle daartoe thans en in de tijd behoorende Gereedschappen staande op den dorpe van Serooskerke nr.10”, (de Rijcke, 2554)

1 mei 1819 – ca. 1841 Hendrik Geerardus Bruins, hoefsmid, zoon van smidsbaas Hendrik Bruijns en Johanna Bajens, geb. 5 sep.1798 te Koudekerke, trouwt als smid, 21 jaar oud, op 12 oct. 1819 te Ellemeet met de 18 jarige Cornelia Korsten, dochter van Kornelis Korsten en Maria Joh.dr. Boot, geb.11 oct.1801 te Ellemeet, zij is overl. 8 feb.1850 te Ellemeet, 48 jaar oud. Bijz.: Woont eerst op nr. 11, later nr. 22a. Kennelijk zijn er wat financiële problemen met de verstrekkers van de hypotheek want zij kopen de smederij: Op 16 jan.1833 verkoopt Hendrik Bruins zijn huis en hoefsmederij te Serooskerke voor f.200,- aan Bartel, Job, Leendert en Elizabeth Krepel.; die geven het gereedschap op dezelfde dag in bruikleen aan Hendrik. Hendrik en Cornelia krijgen 10 kinderen die bijna allemaal minder dan een jaar leven. Zoon Hendrik Geerardus, geb. 1 sep.1820 te Serooskerke, overl. als smidsknecht op 21 juli 1843 te Ellemeet, 22 jaar oud. Zoon Hendrik Cornelis wordt arbeider en trouwt in 1878.

De erven S. Krepel, te Ellemeet zijn dus de nieuwe eigenaars, maar ze laten Bruins voorlopig in de smederij zitten. Welproberen ze de zaak te verkopen volgens een advertentie in de Nieuwsbode: “Uit de hand te koop eene hoefsmederij met daarbij behorende gereedschappen om met mei 1834 te aanvaarden staande op den Dorpe Serooskerke. Te bevr. Erven S. Krepel te Ellemeet”. Er zijn geen kopers, de smederij gaat op 15 sep.1835, als haar erfdeel, naar Elisabeth Krepel. Op 17 mei 1836 verkoopt Elisabeth Krepel, wonende onder Haamstede het huis en de hoefsmederij te Serooskerke nr.10, sectie A-127 en 128 voor f.200,-. aan: Leendert Johannesse Boot, accessor in Ellemeet, geb.ca.1775 te Haamstede, overl. 13 april 1853 te Ellemeet, 78 jaar oud.

194

1e Huw. met Sitje van de Zande, overl.22 juni 1828, 27 of 77 jaar oud. 2e Huw. met Maria Schoutjes, geb. ca. 1781 te Ellemeet, overl. 15 jan. 1847 te Ellemeet, 66 jaar oud. Waarschijnlijk blijft Hendrik Bruins voor Boot werken als smid, en vertrekt hij, als de smederij verkocht wordt aan Polderman, naar Middelburg, waar in 1842 een kind geboren wordt en overlijdt. Ook in Middelburg staat Bruins ingeschreven als smid. De smederij is nog steeds van Boot als hij die verpacht aan:

Ca.1840-1848 Polderman, Pieter, hoefsmid, geb. 17 oct.1811 te Ellemeet, zoon van Frederik Polderman, smid op den Oudendijk (Ellemeet) en Joppa Havik. Pieter trouwt als hoefsmid op 29 oct.1841 te Serooskerke met schildersdochter Marina Herman, geb. 28 maart 1819 te Dreischor, overl. 22 aug.1845. Hij komt dec. 1840 van Dreischor naar Serooskerke, op nr. 10. Tweede huwlijk op 19 nov.1845 met Levina Kostense, geb. 18 dec.1813, zij gaan met zoon Frederik in jan.1848 naar Vlissingen en ze gaan aug.1856 naar Ridderkerk. Pieter werkt o.a. te Nieuwerkerk bij smid Jacobus Slager van mei 1831 – mei 1835, later nog op Haamstede en Renesse.

1848-1889; de weduwe Teuntje de Mooij tot 1895. Klaas Tibout, hoefsmid, zoon van arbeider Ari Thibout en Kaatje Fasol. geb. 10 nov.1820 te Haamstede, overl. op 16 april 1889 te Serooskerke, 78 jaar oud. Ger. 1e Huw. op 14 aug.1850 te Renesse, met de 24 jarige landbouwersdochter Maatje de Bruine, geb.9 jan.1826 te Renesse, overl. 27 sep.1857 te Serooskerke. 2e huw., ca. 1859 te Serooskerke met de 30 jarige Teuntje de Mooij, geb.17 dec.1828 te Ouddorp, overl.14 dec.1896 te Serooskerke, 67 jaar oud. Klaas komt van Noordwelle in feb.1848, woont eerst op Nr. 10>12>11. Op 17 maart 1852 verkoopt Leendert Johannis Boot, particulier wonende te Ellemeet aan Klaas Tibout smid te Serooskerke een huis en smederij aldaar voor f.400,- (not.Ermerins) Klaas ziet het kennelijk niet ziten op Serooskerke want hij koopt een smederij in Terneuzen en biedt zijn smederij op Serooskerke te koop aan. Zierikzeesche Courant 22 jan. 1855 : ”Tegen 15 Maart te aanvaarden: Grof-en Hoefsmederij annex woonhuis, schuur en tuin enz., sectie A-127, eigenaar K.Tibout te Scharendijke.” De smederij op Serooskerke vindt kennelijk geen kopers, dus wordt de smederij in Terneuzen snel weer verkocht: Op 14 juli 1855 verkoopt Klaas Tibout, smid te Serooskerke, aan Corn.van den Hoek, melkboer te Zierikzee, een woonhuis met erf zijnde een smederij gelegen binnen de stad Neuzen voor f.2550,-; Klaas Tibout heeft deze smederij een paar maanden eerder, op 10 maart 1855 gekocht van smid Cornelis de Pree in Neuzen.(not.Ermerins) Op 17 maart 1856 volgt dan weer een advertentie van de notaris J.J.Ermeris uit Zierikzee: Ook nu wordt er niet verkocht. Op 20 mei 1859 maakt not.Ermerins een inventaris op, na het overlijden van Maatje. Op 22 feb.1860 koopt Klaas Tibout smid te Serooskerke, nog een huis aan de zuidzijde van de Kerkring, nr.11 , van de Zierikzeese herbergier Corn.Pieterse de Boer voor f.500,-; hij neemt daartoe een hypotheek van f.500,- bij hoofdonderwijzer Bastiaan van Driel. (not.Ermerins) Op 6 sep.1872 is er een boedelscheiding, de minderjarige kinderen zijn: Kaatje, Marinus, Arie en Jan Tibout, die elk f.15,- krijgen toebedeeld.(v.d.Bent) Op 22 juli 1882 koopt Marinus in een publieke verkoping een huis en tuin groot 370 m2, sectie A-320 op Serooskerke.(JcvdLek de Clercq). Op 6 aug.1884 maken Klaas en Teuntje een testament.(not.Bolle) Op 27 maart 1890, na het overlijden van Klaas, wordt een staat en inventaris opgemaakt, met een scheiding en deling. Hij en Teuntje hebben wat je noemt, goed geboerd: Klaas bracht maar

195 f.60,53 mee in zijn tweede huwlijk, en Teuntje haar kleren en een paar sieraden. Nu hebben ze een paar huizen, obligaties, geld op de bank enz, totaal is er f.6951,34 netto te verdelen. De smederij wordt voortgezet door Teuntje. Op 1 mei 1897 vertegenwoordigt Jan Tibout bij de notaris drie (half)broers en een zus die in Pretoria zitten: smid Willem, smid Cornelis, smid Nicolaas, en Maria; verder zijn aanwezig de dienstbode Grietje Tibout uit Zierikzee en Pieter Tibout, zonder beroep te Haamstede. Het gaat over de nalatenschap van Teuntje de Mooij, de weduwe van Klaas Tibout, zij is 14 dec.1896 in Serooskerke overleden, waar zij eigenaresse was van de smederij die aan de (stief)zoon Marinus is verhuurd tot apr.1900 voor f.200,- per jaar.

Zonen: Marinus, geb. 5 nov.1852 te Serooskerke, zie hierna. Arie, smid, geb. 28 oct 1854 te Serooskerke, overl. 66 jaar oud, op 20 april 1922 te Haamstede.werkt tot mei 1902 op Serooskerke, gaat dan naar zijn broer op Haamstede. Zijn dochter Levina, geb. 13 feb.1884 te Haamstede huwt 22 april 1910 te Haamstede met smidsknecht Marinus Padmos, die o.a. bij haar vader werkt. Jan Tibout, hoefsmid, geb. 23 april 1857, later smid op Haamstede. Willem, hoefsmid, geb. 8 juni 1860 te Serooskerke, gaat nov. 1888 naar de Haarlemmermeer en komt maart 1889 terug als smid op Serooskerke, en gaat dan naar Transfaal.; hij komt 1 juni 1897 terug uit Zuid-Afrika en overlijdt 3 weken later, op 20 juni 1897 te Haamstede, 37 jaar oud. Adrianus, smid, geb. 1863 te Serooskerke, overl.12 oct 1887 te Serooskerke, 24 jr.oud. Kornelis, geb. 10 oct.1863 te Serooskerke, hoefsmid, gaat jan.1884 naar Monnikendam; komt jan.1888 uit Monnikendam, komt dec.1900 uit Zuid-Afrika en gaat maart 1904 weer terug naar Zuid-Afrika. In de volmacht die hij op 7 maart 1904 aan Arie Tibout Janszn.geeft, staat dat hij naar Amerika gaat. (not.Camp) Op 4 mei 1902 maakt hij een testament waarbij hij zus Maria en broer Pieter benoemt als enige erfgenamen. (not.Clamp) Op 23 oct.1913 bij de vaststelling van de erfenis van zijn vader, zit hij in Kalamaroo in Michigan, N-Amerika. Op 12 juni 1919 leent Cornelis Klaasz. Tibout, smid te Kalamaroo f.1000,- aan landbouwer Maarten Goudzwaard te Ouwerkerk. (not.Jaspers, Renesse) Nicolaas, hoefsmid, geb. 27 oct.1872 te Serooskerke; in 1913 in Bandung; zie hierna. Pieter, hoefsmid, geb. 11 dec.1873, overl. 12 juni 1904 te Burgh, NH, 30 jr. oud, hij is dan winkelier. Hij gaat mei 1895 naar Haamstede op nr.53 bij broer Jan. Hij vertrekt 1 april 1898 naar Bruinisse, en komt 29 juni 1899 vandaar weer terug op Haamstede; nov.1899 gaat hij weer naar Serooskerke, en nov. 1900 weer naar Haamstede. Hij huwt 27 mei 1903 te Burgh met vlasboerdochter Hubrina Landegent, en is dan koopman.

1895-1901 Marinus Tibout geb. 5 nov.1852 te Serooskerke Geh., Grietje Drooger, geb, 8 juni 1852 te Nieuwe Tonge. Bijz.: Gedipl.Hoefsmid Marinus gaat in 1873 naar Wemeldinge, zit in 1890 in de Haarlemmmermeer; hij komt mei 1895 daar vandaan naar Serooskerke. in 1896 is hij hoofd van de huishouding op nr.11;. 25 mei 1895, M.Tibout maakt bekend dat hij zich, na het vertrek van zijn broers W.en K. (Nicolaas) Tibout naar Transvaal , zich gevestigd heeft in de Smederij van zijn Moeder, de Wed.K.Tibout, hopende dat, enz.” (N.bode) Hij huurt de smederij in de bebouwde kom van Serooskerke op sectie A0429, 410 en 411 voor f.200,- per jaar tot april 1900. Op 1 mei 1897 wordt Pieter Tibout eigenaar van de smederij volgens een akte van scheiding en deling voor notaris Bolle te Renesse.

196

Op 5 feb.1898 vraagt mr.smid M.Tibout een smidsknecht. Mei 1901 vertrekt Marinus naar Rotterdam. Zonen: Klaas, geb. 15 maart 1873, Willem Adrianus, 28 sep.1888 en Jan Arie, 1 jan.1892, allen te Haarlemmmermeer.

1901-1902 Nicolaas Tibout, geb.27 oct. 1872 te Serooskerke(S), overl. NH Geh.met Maria Hendrika Brandenburg, Bijz.: Op 27 april 1901 verkoopt Pieter Tibout, koopman te Haamstede voor f.4300,- aan Nicolaas Tibout, smid, wonende te Haamstede, een huis, smederij en gevolgen,gelegen binnen de bebouwde kom van Serooskerke nrs.A-429, 410 en 411, de twee laatste met recht van erfpacht, samen 1860 m2; met alle gereedschappen waaronder 2 aambeelden, 4 bankschroeven, 2 blaasbalgen, een speerhaak, boormachine, draaibank, snijijzers en veel klein gereedschap enz. Pieter heeft dit verworven door een akte van scheiding (not Bolle) op 1 mei 1897. Hij gaat jan. 1888 naar Domburg, komt 15 juli 1889 van Domburg naar Serooskerke, gaat 23 maart 1893 van Serooskerke naar Haamstede, bij zijn broer Jan, en vertrekt 11 oct.1894 naar Transfaal. Nieuwsbode 25 april 1901: “N.Tibout K zn. bericht dat hij door aankoop eigenaar is geworden van de Grof-en Hoefsmederij te Serooskerke, en dat hij per 1 mei 1901 het bedrijf voort zal zetten, hopende enz.”. (Met meer onroerend goed gekocht op 27 april 1901, not. H.M.v.Nouhuijs) Op 29 april 1902 verkoopt Mr.smid Nicolaas Tibout aan Jacob Jan Pieterse, zonder beroep te Scheveningen “een woonhuis, smederij en verdere opstallen, erf en den daarachter gelegen tuin in de kom van Serooskerke, het westelijk gedeelte van het perceel sectie A-429, het geheel is groot 981 ca.; eerstelijk begrensd door een verlengingslijn van de westelijke muur van het huis van Cornelis Teunis Pols”. De prijs van f.3800,- is inclusief de inventaris, gereedschap, wertuigen en verwerkt ijzer, maar zonder het onverwerkte ijzer.(not.W.Camp) Advertentie:” Per 1 mei 1902 doet N.Tibout de smederij over aan J.J.Pieterse, gediplom. Hoefsmid.” Op 1 mei 1902 maken Nicolaas en zijn vrouw een testament op langstlevende.(not Camp) Op 11 juni 1902 geeft Nicolaas een volmacht aan zijn broer Jan, mr.smid te Haamstede om hem en zijn vrouw Maria te vertegenwoordigen omdat ze naar Ned.Indië vertrekken.(not.Camp)

1902 - 1928 Jacob Jan Pieterse, smid, zoon van Opzichter Rijkskustverlichting Willem Pieterse en Jacoba Janna Hogerland, Jacob is geb. 11 april 1877 te Ouddorp. Gehuwd, 28 jr.oud, op 20 mei 1903 te Colijnsplaat met de 28 jarige Digna Wilhelmina van der Moer, geb. ca. 1875 te Colijnsplaat. Bijz. Op A-11 in Serooskerke. Komt 1902 uit Dordrecht. In 1908 bouwt hij de woning rechts van de smidse; het poortje daar weer rechts van, geeft dan toegang tot zijn ijzerberging. In dec.van 1908 adverteert Jacob met een stro-snijder, een moesmaker en een dorsmachine; tevens vraagt hij een leerjongen. Over één van de leerjongens staat het volgende verhaaltje in het fotoboek van Serooskerke: Pieterse vraagt op een keer aan een luie, inwonende knecht: “Is de kost goed?”, “Ja baes”. “Is je bedde goed?”, “Ja baes”. “Dan,”zegt Pieterse met een rollende r zoals hij dat gewoon is “mô-je werreke!” In 1928 is Jacob kassier van de Boerenleenbank en woont hij tijdelijk in de voormalige pastorie; de smederij wordt verkocht aan:

197

1928 – 1974 Marinus Polderman, smid, zoon van geb. 9 feb.1907 te St.Annaland, overl. 8 oct.1974. NH. Geh.,op 22 dec.1926 te St.Annaland met de 20 jarige Adriana Pieternella Slager, geb.21 feb.1906 te St.Annaland, overl. Bijz.: Komt in jan.1928 van St.Annaland., en vraagt een paar weken later al een smidsknecht voor zijn machinale smederij. Hij neemt niet alleen de zaak, maar ook de hyphotheek over. Volgens Polderman zijn 1928-‘30 goede jaren, ‘31-‘33 minder goed, ‘31-‘39 rot en ’40-’45 nog rotter. Polio en een ongeval ruïneren zijn gezondheid. Hij is de smid uit het boek “De smid van Schouwen” van Frank Visser. Hij is driftig en hij vermoort (volgens het boek) een paar Duitsers in de oorlog. Een ander verhaal is, dat hij zijn grote duim gebruikt om de schrijver te plezieren! Marinus staat bekend als een goede vuursmid en doet later ook veel electriciteitswerk, o.a. op de maalderij van Krijger in Renesse. Volgens een fotoboekje over Serooskerke zou hij al in 1931 een benzinepomp hebben. Adrie van Dongen van Scharendijke werkt 9 maanden bij Polderman om te helpen. Leen van der Maas werkt bij hem als smidsknecht. In december van 1948 staat Marinus voor de rechter: Hij heeft geen werkboekjes bijgehouden, en op zijn rekeningen worden geen aantal gewerkte uren of gebruikte materialen vermeld! Hij belooft beterschap, en zal in plaats van alleen “den boek”, nu ook werkbriefjes gaan bijhouden. Hij krijgt een voorlopige straf. 1957 vraagt Marinus een hinderwetvergunning aan. In 1964 maakt hij een mooie zonnewijzer voor de “Torenhoeve”op Haamstede.

Diverse aantekeningen Serooskerke(S).

Bezuijen, Paulus, smidsgezel, geb. 17 maart 1913 te Ellemeet, NH.,woont bij zijn moeder op nr. 22>38>39 op Serooskerke; hij gaat maart 1936 naar Krabbendijke.

Goettsch, Dirk Louwrens, geb. 17 juli 1904 te Zierikzee; geloof:geen. Geh. met Jannetje de Jonge, NH, geb. 22 oct.1909 te Dreischor. Ze komen sep.1930 uit Rotterdam en wonen op B38 in Serooskerke in 1930 bij haar ouders; later op B15. April 1931 gaan ze naar Rotterdam.

Hoff, Jacobus van ’t, smid, en Cornelia Fransina van Graafeiland verliezen een kind op 24 maart 1932 te Serooskerke(S) ( Zie ook Moriaanshoofd en Burgh)

Richard, Joseph, smid, zoon van Petrus Richard en Neeltje Noorthoek, geb. 17 jan.1839 te Goes, smidsknecht bij weduwe Tibout 1862-1865. Geh., smid, 26 jaar oud, op 17 mei 1865 te Zierikzee met de 19 jarige droogersdochter Maria Houkamp, geb. 11 sep.1845 te Elkerzee, overl.

198

Zonnemaire.

De Smederij aan de zuidkant van de Ring.

Van ? tot 1646 Aernaut Bruijns: Bijz.: Op 18 maart 1638 levert Arenaut Bruijns, smijt, aan Merten Jans Tromper tien roeije en un halff, daer Merten Janse Trompers schuijere op staet, en dat voor £ 10.10.- , te betale een derde paert ghereet (een derde deel direct), (4600B/32) Op 22 juni 1643 passeert voor Schout en Schepenen een schuldbrief van Arenout Bruijnsz ten laste van Jacob Ebbe.(4597C- N. Delst.) 18 mei 1646. Betreft inschulden. Slecht leesbaar Waarschijnlijk van de wed. van wijlen Aert Bruijnsz, smit. Gaat over een Schout en Schepen brief ten laste van Hendrick Walkier, Smit, over de aankoop van een huis en smidse met de gereedschappen , groot 3600 Car.gld. (Zonnem. 4597-C; N. Delst) Idem: 18 mei 1646 de rekening van het sterfhuis van Aert Bruijnsz, smit, o.a schepenschuldbrieven t.l.v. Jacob Pieterse Ebbe en Jacob Pieters Wadde (vervallen mei 1646); gemaakt en ongemaakt ijzerwerk; tegoed van diverse personen voor geleverd ijzerwerk volgens de oude boek £102-17-8, en volgens de nieuwe boek £14-6-8. De zuivere baten van de boedel bedragen £837-13-0. Er is een wees.

1646 -- ca.1660? Hendrick Walkier, , overl. vóór 1680 Geh.: met Matje Peters. Op 6 juli 1646 verklaart Heijnderick Walckijer, smit tot Noordgouwe volgens 600 Caroli guldens schuldig te zijn aan Gijsbert Jansse Kareman. “Verleijnt hij comparant sin persone ende alle sijn roerende en onroerende voor aankoop van de smederij van de wed. A.Bruins op Zonnemaire. (4600A- Zonnemaire) Op 25 maart 1664 koopt Heijnderick Walckijer, hij is dan brouwer te Noordgouwe, 5 G.160 R coornlant voor 25 pond vlms het gemet van Guilliaem van Sluijs uit Zierikzee.(4556) Op 10 jan.1671 leent brouwer Hendrik Walkier, brouwer te Noordgouwe, 100 pond van Job de Jonge, oud burgemeester te Zierikzee, op zijn huis, brouwerij en boomgaard, en de 5 gemeten coornland.(4556) Op 7 oct.1680 koopt Matje Pieters, de wed. van Henderick Walkier, van Kornelis van Kampen een huis aan de Noordzijde van de haven van Brouwershaven voor £ 100.-.-. (4396)

ca.1660? – ca.1701. Maerten Thonisse Stoel ook genoemd: Maerten de Smit. ; geb. ca. 1635, overl. in 1701, Maerten is een zoon van Thonis Leenderts Stoel, smid op Burgh.; (4030-130) Geh.: met Jannetje Marinusse Cramer , overl. 1704. In 1661, in het voorjaar, is er, volgens een artikeltje van N.A.Delst, rumoer voor de smidse door een scheldende meester Meijboom. Hij heeft o.a. Jan de smid uitgescholden (zoon of knecht?); één van de getuigen is Maerten de smid, die zijn smederij heeft aan de zuidzijde van de kerk, (nu Prov.Zeemanstraat 7), tegenover de school en het huis van meester Meijboom. Op 15 oct.1666 is er een attestatie over pachtverrekening met mr.smid Maarten Thonisse Stoel te Zonnemaire die ook collecteur over de impost van het gemaal is tot 30 sep.1666.(3996-178) Op 4 maart 1678 is Maerten Thonisse Stoel, smid te Zonnemaire, getuige bij een testament. (4008-96)

199

Op 4 maart 1679 draagt Leendert Hollenboom aan Maerten Tonisse Stoel , smid te Zonnemaire, een paaibrief over.(4004) Op 12 feb.1682 verkoopt Maarten namens de armenzorg met Jacob Trompe voor de diaconie een huis.(4602) Op 27 mei 1684 legt Thonis, smid te Burgh, een verklaring af over zijn zoon Maarten van Zonnemaire. Die is ook pachter van het gemaal. Als Maarten met zijn vader en moeder op de dijk van Bommenede wandelt op 23 mei 1684, ontmoeten ze een jongen die een zak meel draagt. Maarten ziet dat er geen merk op staat en inspecteert de zak: er blijkt geen impost op betaald te zijn. Bij het huis van de jongen aangekomen krijgt Maarten stokslagen van de moeder en zuster en worden de kleren van zijn lijf gerukt. Thonis kan het met zijn oude ogen niet meer zo goed zien, maar hij heeft alles duidelijk gehoord.(recht, 137) Op 29 sep.1701 verkoopt Maerten Thonisse Stoel aan Andries Jasperse een “huijs schuijre en erve met de gevolge van dien staande aan de Oostzijde van desen dorpe, belent oost David Janse, zuid Andries Pieterse ,west de straate en noord mevr. de wed. van de Heer Mr. Anthonij Hoffer”voor 52 pond. (raze 4602) Nu Prov.Zeemanstraat 7. Er is op 23 feb.1702 een staat en inventaris voor Marijnis Stoel: op 10 feb.1701 zijn er goederen verkocht voor £72.6.6, waaronder een huis. Volgens de smitsboek moeten er nog verschillende bedragen ontvangen worden. Het totaal aan baten is £82.13.2, de schulden waaronder £3.6.8 te betalen aan de knecht Pieter de Heijser en een schuldbekentenis van £50.-.-, zijn ongeveer hetzelfde; nadat de knecht betaald is, is er niet veel over. (fol.161) De zoons zien het niet zitten de zaak voort te zetten en gaan naar Zierikzee; Zonnemaire zit een paar jaar zonder smid tot Pieter Rotij begint op het Breeveld. Op 4 sep.1705 zijn Leendert Maertense Stoel, smid te Kerkwerve en zijn broer Tonis Maertense Stoel, smid te Zierikzee, comparant bij de verdeling der erfenis van hun vader, Maerten Thonisse Stoel,overl.1701,en moeder, Jannetie Marinus,overl.1704. Er is 16 pond 12 sch. te kort bij de verdeling die door de 4 erfgenamen wordt betaald, te weten: Thonis en Leendert; de wezen van Neeltie die geh. was met Jan Thonisse van der Weel; en tenslotte Lena, de wed. van Adriaen Pompoene. (4030-130) Zonen: Thonis Maertense Stoel, ged. op Zonnemaire 15 juli 1663 wordt smid te Zierikzee; o.a. 1694 en 1716. Marinus Maertense Stoel, ged. 23 maart 1670, wordt smid in Kerkwerve; Leendert Maertense Stoel, ged. 6 nov.1672, wordt smid te Kerkwerve.

200

De 2e smidse: Breeveld.

De panden Breedveld 1 en 3 en Professor Zeemanstraat 14 te Zonnemaire hebben een langdurige gezamenlijke geschiedenis. De oudste vermelding van het woonhuis vinden we in een hypotheekakte van 1621 waar wordt gesproken over een verbouwing in 1618. De eerstvolgende akte dateert van 1705. Vanaf die tijd is de "Ouwe Smisse" vijftien keer in andere handen overgegaan.

Het woonhuis en de voormalige smederij:

In de transportakte van 1705 wordt het woonhuis aangeduid als: het gewezen plaatsenhuis van Zonnemaire. Het had de functie van een gemeentehuis. Schout en schepenen hielden er hun vergaderingen. De Zeeuwse Staten waren als rechtsopvolger van de grafelijkheid van Zeeland, ambachtsheer van Zonnemaire en eigenaar van het plaatsenhuis. Meestal werd het plaatsenhuis verpacht en was er een herberg aan verbonden. Er zijn geen rekeningen gevonden waarin huur van het plaatsenhuis wordt verantwoord. Er zijn slechts enkele gegevens uit de zeventiende eeuw bekend. Zo wordt in 1639 Jacob Ebbe als pachter van het plaatsenhuis genoemd. Hij eist £28:19:0 van van Cornelis Calmthout wegens getapte bieren in 1638 en 1639. In januari 1639 dient een zaak voor het gerecht van Zonnemaire. Schout Jacques Thyboutz. (van der Lucht), die optreedt voor de ambachtsheer van Zonnemaire, eist van Jacob Ebbe £10:0:0 boete wegens een groot wangelag in zijn huis op de eerste kerstdag. Dit is in strijd met Gods woord. Hieruit is niet op te maken of Ebbe er gewoond heeft. Waarschijnlijk had hij de herberg verpacht aan de hiervoor genoemde Cornelis Calmthout want deze wordt in 1641 aangesproken omdat hij 's avonds na negen uur heeft getapt voor Jacob Pietersz. Wadde, Cornelis Lievensz. en Marcelis Pietersz. Ze hebben "groot rumoer" op straat gemaakt en op deuren "geklopt". In 1649 overlijdt Calmthoud en in hetzelfde jaar wordt Jacob Ebbe als herbergier vermeld. Of hij op dat moment in het plaatsenhuis woont is niet duidelijk. Jacob Ebbe was gegoed en bezat meerdere huizen in het dorp. Behalve landbouwer was hij ook schout van Zonnemaire en dijkgraaf van de polder Zonnemaire. In de archieven van Zonnemaire worden geen verdere bewoners van het plaatsenhuis genoemd.

Over de stichtingsdatum van het woonhuis is weinig bekend. Waarschijnlijk is deze plaats in het centrum van het dorp bij de kerk vroeg bebouwd. Op 1 april 1621 maakt Arijaen Dyonijsz., schalidekker te Zierikzee, een accoord met schout en schepenen van Zonnemaire. Hij heeft in de zomer van 1618 het plaatsenhuis van Zonnemaire met schaliën gedekt en ander werk gedaan voor 30 ponden Vlaams. Er staat niet bij of het een verbouwing of nieuwbouw betreft. Alle eigendommen van de plaats krijgt hij als onderpand voor betaling van deze kapitale som. De eigenaar vóór de eerste smid in het Plaatsenhuis is Petrus Haijman, geboren Haamstede, gedoopt 1 sep.1666, predikant te Elkerzee, begraven in de kerk te Zonnemaire, 5 dec.1727; ambachtsheer van Zonnemaire; 1e huw.in Amsterdam, 20 mei 1699, met zijn nicht Elisabeth Haijman; 2e huw.te Goes, 11 juni 1714, met Isabella Eversdijk. (N.Delst)

ca.1705 – ca. 1741 Pieter Stoffelse Rotij (eigenlijk Pieter Stoffels van Oosterhout, de naam Rotij komt van zijn moeder) zoon van: Stoffel van Oosterhout (ook genoemd Heimraet) en Marij Rotij (Marij Rotij hertrouwt met Dijngeman Thomas Dekker, smid op Noordgouwe). Pieter is geb. ca. 1680/85, overl. ca.1741. 1e Huw. met: Cornelia de Blonde, overl. na 28 nov.1728; zij krijgen 8 kinderen, waarvan slechts twee dochters volwassen worden. 2e Huw.: met Adriana de Vogel, weduwe van Leendert Zeeman; zij is ged.8 nov.1728 te Zonnemaire, overl. vóór 25 oct.1751, dochter van Leendert de Vogel, en Cornelia Winter.

201

Tijdens zijn tweede huwelijk woont Pieter Rotij in een huis van Adriana (het westelijke gedeelte van het huidige Breedveld 2). Bijz: Op 30 sep.1705 vindt levering plaats aan “Pieter Stoffelse Smit, een huijs en erve sijnde geweest het Plaatsenhuijs belent oost de strate, zuid de schole, west het .. hof en noord de strate” van de ambachtsheer Petrus Haijman voor £80.-.- met het recht om voor eigen rekening een afdak voor een smidse te bouwen aan de oostkant van de schuur van David Jansens; en er zal ook geen andere smidse bij mogen worden gebouwd op Zonnemaire! (4603) Pieter Rotij raakt al snel in zijn nieuwe woonplaats ingeburgerd. Al in 1708 tekent hij als schepen van Zonnemaire. Als zodanig is hij ook armmeester en weesmeester. Na het overlijden van schout Adolf Kloosterman in 1720 wordt Pieter Rotij tot schout van Zonnemaire aangesteld. Ook is hij vermeld kerkmeester, ontvanger van de huisschatting, gezworene van de polder Zonnemaire en in 1739 neemt hij het dijkgraafschap waar. Na zijn overlijden wordt hij in 1742 als schout opgevolgd door zijn aanbehuwde zoon Johannes Zeeman. Op 19 jan.1711 leent Pieter £120.-.- van Gillis Adrijaanse met als onderpand zijn huis, smidse op Zonnemaire binnen de Ring; oost het Breede Veld; zuid ‘s Heeren Wegt en noord zijn smidse, (4603) Op 23 april 1716 koopt Pieter Stoffels een boomgaardje groot 168 roeden voor £23.-.- van Pieter Snijders.( 4603) Kinderen: Dochter Catharina Pieters Rottij trouwt met Jacob Dingemans Decker, een zoon van de vroegere baas en stiefvader van Pieter: Dingeman Thomas Decker, smid te Noordgouwe.

ca 1741--1758 Jacob Dingemanse Decker, geboren rond 1693, overl. ca.1757, zoon van Dingeman Thomasse Decker smid te Noordgouwe en diens tweede vrouw Susanna Jacobs Blom. Geh.: Ondertr. te Zonnemaire op 16 april 1723 en getrouwd aldaar op 5 mei 1723 (hij was een j.m. van Noordgouwe, zij j.d. van Bommenede) met Catharina Pieters Roty, ged. 25 dec 1702 te Zonnemaire, overl. ca. 1756, dochter van Pieter Roty, smidsbaas te Zonnemaire en Cornelia de Blonde. Bijz.: 28 maart 1719, Jacob Dyngemans Decker; voor zichzelf en namens zijn broer Leendert Dyngemanse Decker, transporteert aan Leendtie Dyngemans Decker een huis en erf aan de zuidzijde van het dorp, belend oost Maerte Lous, west en zuid de smidse, noord de straat, voor een som van 20 pond (4554) Op 4 feb.1723 koopt Jacob voor £60.-.- van Jan van Duijn, privé en voor de zonen van Jan Putte, een huis met gevolg op Zonnemaire; zuid ervan woont de schoolmeester Govert Fierse, west is het kerkhof, noord de school en oost de Lange Balie. Hij leent het geld hiervoor van de Heer van Zonnemaire.(4603). Op 31 maart 1725 doet Jacob samen met Pieternella Pieterse Roty, de zus van zijn vrouw, belijdenis in Zonnemaire, en wordt als lidmaat aangenomen. Op 19 mei 1729 koopt hij van Johanna Kaffa, de wed. van Govert Fierse voor £6.-.- een schuurtje, staande op ambachtsheeren grond ; ten oosten ligt de smidse; west en zuid het Schr.hof naast de straat.(4603/152) Dit schuurtje blijft tot ca.1795 bij de smederij behoren. Op 6 maart 1738 koopt Jacob Dekker te Zonnemaire voor £10.-.- de oude school met gevolgen, belend west het kerkhof, oost de Lange Baalje, zuid Marijnis van Putte en noord Jacob Dekker. Op dezelfde dag verkoopt hij aan de erfgenamen van Marijnes van Putten een huis met zijn gevolgen, belendend oost de Lange Baalje, west het kerkhof, zuid Corn. van Popering, en noord Jacob Dekker voor £ 50.-.-.(4603) Zonen:  Stoffel Jacobs Dekker, gedoopt te Zonnemaire op 17 juni 1725, zie hierna  Dingeman Jacobs Dekker, gedoopt te Zonnemaire op 19 mei 1726  Pieter Jacobs Dekker, gedoopt te Zonnemaire op 5 september 1728,  Comelis Jacobs Dekker, gedoopt te Zonnemaire op 17 oktober 1744.

202

ca 1758—1774 Stoffel Jacobse Dekker, zoon van Jacob Dingemanse Dekker en Catharina Pieters Roty, gedoopt te Zonnemaire op 17 juni 1725, overl. Zonnemaire 1 juli 1794. Geh.: met Anna Conelisse van Stelle, uit Colijnsplaat? Bijz.: Net als zijn vader verwerft Stoffel Dekker het huis en de smederij door vererving. Er is geen leveringsakte gevonden. Volgens een lening van 15 augustus 1758 is hij eigenaar van de panden. In deze tijd zal ook de overdracht wel hebben plaatsgevonden. Den 15 aug.1758 leent Stoffel £183.6.8 van dhr.Viergever als hyp. op zijn huis, erf, schuur genaamd Den Buir,( De schuur genaamd "Den Buir" is in 1713 door Pieter Rotij gekocht en is het huidige perceel Breedveld 6, tot ongeveer 1930 in gebruik als schuur, pakhuis en timmermanswerkplaats.) en op zijn smidse met schuurtje daaraan, kolen, ijzer en gereedschap plus een boomgaardje van 168 roe. De lening eindigt op 21 mei 1767. (4604) Op 1 juni 1767 bekent Stoffel dat hij £400.-.- schuldig is aan Aagtie van der Wekken, de wed. van Joh’s Zeeman met als onderpand een boomgaard van 160 roeden en zijn huis en erve staande tussen oost de dorpsweg; west het kerkhof; zuid de wed. van Marijn’s van Putten; noord het Breeveld, en ook met een een speciaal verband, zijn smidse en schuur daaraan, met gereedschap enz.; verder nog een schuur genaamd den Buis, tussen: oost Witte van Endhoven; west P’t Slover; noord de Waterloop; zuid de straat. In 1774 moet Stoffel Dekker zijn huis en smederij gedwongen verkopen. Later komen we hem tegen als bakker in het huidige perceel Zuidweg 2. Ook dit huis erft hij van zijn vader, die het in 1738 gekocht heeft als de "Oude School". Op 6 april 1774 verkoopt Stoffel aan Jan Jaspert voor £400.-.- “een smitse met desselfs schuure daar annex met gemaakt en ongemaakt ijzerwerk, met gereedschappen enz., met een huis bestaende in een Voorhuis en keuken met het daarneven gevoegde zijhuisje en Plaats, de kooper is reeds op ’t gebruik van zijn gekogte”.(4606) Het woonhuis wordt gesplitst, Stoffel verkoopt “een kamer, annex de wooninge van Jan Jaspert, met desselfs uit- en ingang aan ’t kerkhoff, ten behoeve van mons. Mar.s Tromper “. Twaalf jaar later koopt Dekker het zijhuis weer terug. Vrij spoedig daarna moet Jan Jaspert het overgenomen hebben, want ruim een half jaar later levert deze het als een "zijhuisje en plaats" aan Joos Boer. Zonen: Jacob Stoffels, ged. 26 maart 1758 te Zonnemaire. Leendert Stoffels, ged. 26 mei 1765 te Zonnemaire. Cornelis Stoffels, ged. 9 oct.1774 te Zonnemaire. En daarmee wordt in 1774 de volgende smid dus:

1774 -- 1786 Jan Jaspert (Jasperse), overleden te Oosterland in 1789. Geh.: met Pieternella Fortuijn. De plaats van herkomst van Jan Jaspert is nog niet gevonden. Op 9 november 1777 komt Pieternella Pieterse Fortuijn met attestatie van Colijnsplaat. In 1787 ontvangt Jan Jaspert £1.16.2 uit de boedel van Maarten v.d.Wielen voor smidswerk in 1785 en 1786, na aftrek van £0.3.4 voor gebruik van het paard. Op 8 nov.1786 koopt Jan Jaspers op Oosterland van H.v.Beek een huis met smederij en hof voor £700.-.-. ; hij en zijn vrouw vertrekken naar Oosterland; zijn vrouw Pieternella Fortuijn hertrouwt in 1790 met Jan Quintus, onderwijzer te Zonnemaire en bewoont dan het huidige pand Breedveld 2. Op 3 jan.1787 levert Jan Jaspert aan Joost Boer voor £400:-:- vlaams “een smitse en met desselfs schuure daar annex, mitsgaders een huis, bestaande in een voorhuijs en keuken met het daar nevens gevoegde zijhuisje en plaats. De kooper is reeds op het gebruik van zijn gekogte en moet daar van betaalen de huisschatting en chijns pro den jare 17c zeven en tachtig en

203 vervolgens, alsmede den 40 penning, leverantie tot de waarschap incluis die den transportant op heden is passerende; en daarmee kennen we de volgende smid:

1787 -- 1819 Joost Boer, geboren te Kats op 8 sep.1766, overleden te Zonnemaire op 26 aug.1819, zoon van Nevelink Boer en Janna Jasperse, Ger. Geh., 21 jaar oud, te Zonnemaire 9 mei 1788 (trouwgeld voldaan) met: Christina Batenburg, ged. te Stavenisse op 12 april 1767, overl. Zonnemaire 30 dec.1839, dochter van Andries Batenburg en Pieternella Faatse (Faasse). Zij hertrouwt Zierikzee 5 aug.1820 met Marinus van Opstal. Bijz.: Vestigt zich in de gemeente ca. 1778. Hij woont op nr. 55, op nr. 7 is de smidse. Over 1788 en 1798(4450) en in 1790, 1800 en 1805 (4640) staan betalingen aan Joost vermeld voor smidswerk uit inboedels. Op 21 mei 1788 verklaart Adriaan Kromphout, chirurgijn te Zonnemaire, dat hij van smidsbaas Joost den Boer, kort na de plundering te Zierikzee, een degen met zilveren gevest gekocht heeft voor 3 pond. Als hij zich realiseert dat de smid geen rechtmatig eigenaar is, geeft hij de degen aan de smid terug, en die zegt dan nog “dat de Rentmeester hem kan krijgen als hij dat wil”; verder zijn er nog verklaringen over een mes en een lijst met mensen die zullen worden opgehangen. Op 2 juli 1791 maken Joost en Christina een testament op langstlevende bij notaris Corn. Sevenhuijsen in Zierikzee.(4290) Volgens het cohier gebouwen van nov.1792 in Zonnemaire staat bij vermindering: Stoffel Dekker zijn kamer en voor Joost Boer ieder £-.4.-. Op 2 oct.1795 verkoopt Joost Boer, burger en smidsbaas, “een schuurtje staande aan het kerkhof, bewesten het nieuw opgebouwde schuurtje van hem”, aan bakker Jacob Anth. Meermans. In 1797 wordt dit schuurtje de wagenmakerij van de familie Everwijn. In maart 1797 is Joost 30, sb., geh., en inwoner van Zonnemaire. (lijst dienspl. 1797/98) Op 9 mei 1798 neemt Joost Boer een hypotheek van £40.-.- tegen 5% rente bij Jacob Mar. Schalckwijck de secretaris van Ellemeet met als onderpand zijn huis en erf staande op de zogenaamde Balie beoosten het kerkhof, benoorden de dorpsweg van Zonnemaire en bezuiden het huis van Jacomijntie van Putte. (4608). Joost heeft dit huis voor £75.-.- gekocht van Johannes Mathijsse Koole; de volgende dag vervoegt het gerecht zich voor de overdracht “in het huis van Joost Boer uit hoofde van des comparants ongestelde dispositie”. (4607) 24 dec. 1819: “Uit de hand te koop de smidsaffairen te Zonnemaire, alwaar sedert onheuglijke tijden genoemde affairen met zeer veel succes geëxerceert geworden. Nader te bevr. bij de wed. Joost Boer te Zonnemaire voornoemd”. (Nieuwsbode) De koper is:

1820 - 1831 Thomas de Looff, zoon van Willem van Looff, smid op Colijnsplaat en Pieternella Volmer, geb.31 dec.1791 te Colijnsplaat, overl.30 dec.1853 te den Helder, 62 jaar oud. Ger. Geh., als boerenknecht, 24 jaar oud, op 2 juni 1815 te Kapelle (Z-Bev.) met de 28 jarige dienstmeid Maatje Evertse Wissekerke, geb. 28 maart 1787 te Kruiningen of 25 juli 1797 te Kapelle?, overl. 5 mei 1856 te Zonnemaire, 73 jr.oud.( geb. ca 1783?) Bijz.: Voordat hij naar Zonnemaire komt is Thomas van aug.1817 tot 1820 smid te Zierikzee. Op 23 maart 1820 verklaren Thomas en Maatje dat zij nog 2400 gulden schuldig zijn aan Christina Batenburgh, de wed. van de vorige smid, Joost den Boer, zijnde het restant op de verschuldigde koopsom (transport ondershands 20 feb.1820) op huis en smederij die van Christina is gekocht. De lening is tegen 5% en als onderpand dienen het huis, het zijhuisje met

204 keuken, nr.55 op Zonnemaire, belendende oost de straat, west de kerk en zuid het huis van P.Braber; ook nog de hoefsmederij en schuur, nr.7, belendende oost en west de straat, zuid het kerkhof en noord H.Everwijn.( 2696) In 1826 op nr. 55; sectie A-233/234, pand nr. 7 in Zonnemaire is dan een smidse. Van 1830 tot 1832 zijn er 5 veroordelingen voor Thomas de Loof 11-6;24-9;29-10-1830; 7-10-1831 en 16-3-1832. Tegen Maatje 3-6-1831, Inv. 612, volgnr.1577.( archief strafv. 1811-1838, invent.nr 575-618; Rechterl. Arch. 1796-1838) Rechtb. Z.zee. Op 17 nov.1831 verkoopt en levert Thomas de Looff, smidsbaas wonende op Zonnemaire aan en ten behoeve van Adriaan Cornelis Bakker, (zie bij Bakker) Thomas vertrekt 1831 uit Zonnemaire. Thomas staat 12 april 1832. ingeschreven als gevangene te Zierikzee, geh., Ger., komende van Dreischor. Op 13 feb.1834 is er een brief van de Commissaris de Jong van Zierikzee waarin hij informatie vraagt aan de burgemeester van Zonnemaire: de door Thomas verlaten Maatje is bij hem geweest met een klacht. Zij moet gedurende de winter voor twee kinderen zorgen en het armenbestuur heeft geweigerd iets voor haar te doen.(fotocopie) In 1839 betaalt de gemeente Zonnemaire via de armenzorg f1,75 per week aan Maatje en ze moet ook nog f.12,- huur betalen. Het blijkt dat hij in jan.1832 uit Dordrecht naar Strijen komt, daar 6 weken bij smid Lucas werkt en toen naar Dordrecht is gehaald om een jaar in de gevangenis door te brengen. In Strijen leert hij Lena de Kreek kennen, en van april 1833 tot mei 1834 werkte hij als smidsknecht op Klaaswaal en van mei tot sept. 1834 op Oud-Beijerland bij Gerrit van Drimmelen. Mei 1835 gaan Thomas en Lena naar Zwijndrecht, en mei 1839 vertrekken ze naar Alblasserdam waar Thomas op een scheepswerf werkt als smidsknecht. De gemeente Zonnemaire probeert een vergoeding te krijgen en schrijft al deze gemeenten aan, maar die weigeren allemaal om te betalen omdat Thomas nergens 4 jaar achter elkaar gewoond heeft en daarom geen ondersteuningrecht verworven heeft. Het lidmatenregister van de Hervormde kerk van Zonnemaire waarin ook verhuizingen zijn aangetekend, verwijst naar notulen van de vergadering van de kerkeraad van 12 juli 1830. Deze verkeren in een slechte staat en zijn niet ingezien. Mogelijk heeft De Looff zich toen afgescheiden van de kerk of worden er huwelijksproblemen tussen Thomas en Maatje besproken. Hij wordt daarna niet meer genoemd. Maatje blijft lidmaat en verhuist in 1842 naar Zwijndrecht, komt terug in 1843. Ze woont ook nog enkele jaren te Dreischor. Op 17 nov.1831 is de smederij dus verkocht aan:

1831 – 1840 Adriaan Cornelis Bakker zoon van Gerrit Jacobus Bakker en Jacoba Eleonora Verhoeff; geb. 6 mei 1802 te Wissenkerke, overleden 22 juni 1871 te Wissenkerke, Geh.: Op 1 sep.1826 te Wissenkerke met Jacoba Liefbroer, geb. 17 juli 1802 te Kortgene, overleden 13 dec. 1870 te Wissenkerke, natuurlijke dochter van Johanna Liefbroer Bijz.: Op 17 nov.1831 koopt Adriaan Cornelis Bakker, van beroep smid, thans nog woonachtig te Wissekerke, doch voornemens zich te zullen gaan vestigen op Zonnemaire, van Thomas de Looff, smidsbaas, wonende op Zonnemaire aan, “een huis, zijdhuisje en keuken, staande op den dorpe van Zonnemaire gemerkt nummero vijf en vijftig, belendende oost en noord de straat, west de kerk en zuid het huis van Sent van Schelven, mitsgaders eene hoefsmederij en schuur staande en gelegen op hetzelve dorp van Zonnemair, belendende oost en west de straat, zuid het kerkhof en noord Hendrik Everwijn, met al hetgeen daartoe behoort, zo als gemelde huis, zijdhuisje en keuken, smidse en schuur zich thans bevindt, uitstrekt en gelegen is, zonder uitzondering hoegenaamd”.

205

De koopsom is f.3300,-, waarvan f900,- contant wordt betaald, terwijl de resterende f2400,- door de koper moet worden betaald aan Kristina Batenburg, eerder de weduwe van Joost den Boer, thans huisvrouw van Marinus van Opstal, beurtschipper van Zierikzee op Rotterdam. Adriaan leent f.1800,- van rechter Abr. J.FEgter uit Zierikzee op huis en smidse; winkelierster Johanna Leefboer uit Wissekerke staat borg.(not. D.Uijttenhooven) In jan.1832 worden Cornelis en Jacoba als lidmaat in Zonnemaire ingeschreven, komende uit Wissekerke; ze gaan 30 aug.1847 terug. Op 29 aug.1840 verkoopt Adr.Corn. Bakker aan Machiel Constandse, wonende te Brouwershaven een huis, zijdhuisje en keuken staande op den dorpe van Zonnemaire gemerkt nommer vijf en vijftig, belendende oost en noord de straat, west de kerk en zuid het huis van Maatje van der Sluis, kadastraal bekend in sectie A nommer 233 ter inhoudsgrootte van eene roede acht ellen, mitsgaders eene hoefsmederij en schuurtje staande en gelegen op het zelfde dorp van Zonnemaire belendende oost en west de straat, zuid het kerkhof en noord Hendrik Everwijn, kadastraal bekend in sectie A nommer 234 ter inhoudsgrootte van zeven en zeventig ellen voor f.3400,- . Er komen 2 hypotheken op, één van f.2400,- en één van f.1000,-.

1840 -- 1854 Machiel Constandse, smid, zoon van veldwachter Johannis Constandse en Tannetje v.d. Bijl; geb. 7 nov.1812 te Brouwershaven, overl. 7 mei 1885 te Brouwershaven, 72 jaar oud. Geh.: op 19 dec.1838 te Brouwershaven met Kommertje Gast, dochter van Cornelis Gast, landbouwer te Brouwershaven, en Krina Berman. geb.13 aug.1814 te Brouwershaven, overl. 9 jan.1894 te Maassluis, 79 jaar oud. Bijz.: In 1838 woont Machiel op D-60 bij Jan Constandse om het smidsvak te leren, na zijn huwlijk woont hij op D-82 bij Adriaan de Rooij; ze verhuizen nog naar D-49 en vertrekken 1 sep. 1840 naar Zonnemaire; in 1844 en ’53 overlijden jonge kinderen te Zonnemaire. Op 29 aug.1840 koopt Machiel Constandse, smid wonende te Brouwershaven van Adr.Bakker “een huis, zijdhuisje en keuken staande op den dorpe van Zonnemaire gemerkt nommer vijf en vijftig, belendende oost en noord de straat, west de kerk en zuid het huis van Maatje van der Sluis, kadastraal bekend in sectie A- 233 ter inhoudsgrootte van eene roede acht ellen, mitsgaders eene hoefsmederij en schuurtje staande en gelegen op het zelfde dorp van Zonnemaire belendende oost en west de straat, zuid het kerkhof en noord Hendrik Everwijn, kadastraal bekend in sectie A nommer 234 ter inhoudsgrootte van zeven en zeventig ellen met al het geen daar toe behoort” De koopsom is f.3400,-. Op 28 sep.1840 leent Machiel f.3600,- van Leendert Zoeter Jacobszoon te Bruinisse. (DQde Jonge vd Halen) De lening wordt in 1845 overgenomen door de Edel Groot achtbaren Heer Huibrecht Moolenburgh.(v.Halen) In 1854 neemt in Machiel de smederij van zijn verre neef Leendert Constandse over aan de Noordstraat in Brouwershaven, en hij vertrekt met zijn familie uit Zonnemaire. Op 1 juli 1854 verkoopt Constandse het huis, de smederij enz. voor f.3000,- aan Nic. Delst.

1854 - 1896 Nicolaas Anthony Delst, hoefsmid, zoon van Jan Delst, smid te Ellemeet, en Janna de Bruijne, geb.27 nov.1825 te Ellemeet, overl. 8 oct.1896, 70 jr.oud, te Zonnemaire. Geh.: 28 jr.oud op 5 sep.1854 te Zonnemaire met de 29 jarige dienstbode Maria van Langeraad, dochter van Andries van Langeraad, landbouwer te Ellemeet, en Krina van den Bout, geb.22 oct.1824 te Ellemeet, overl. 22 juli 1893 te Zonnemaire, 68 jr.oud. Bijz.: Op 1 juli 1854 komt Nicolaas van Ellemeet en koopt voor f.3000,- “Een huis, zijdhuisje en keuken, met daaraan belendende erve en beschot, staande en gelegen in de gemeente Zonnemaire, kadastraal bekend sector A numero 233 ter inhoudsgrootte van eene roede acht ellen en eene hoefsmederij en schuurtje, insgelijks staande en gelegen in de gemeente

206

Zonnemaire, kadastraal bekend sectie A nummer 234, ter inhoudsgrootte van zevenenzeventig ellen” van Machiel Constandse . De verkooper verbindt zich o.a. om na onderteekening het beroep van smid nimmermeer in de gemeente Zonnemaire of Bommenede te zullen uitoefenen. In 1865 wordt mr. Jacob Moolenburgh door koop ambachtsheer van Zonnemaire. De grond aan de binnenzijde van de Professor Zeemanstraat behoort als vanouds aan de ambachtsheerlijkheid. Hoewel er in de akte van 1705 niet over gesproken wordt, moet er wel een grondchijns worden betaald. Blijkbaar heeft Moolenburgh zijn rechten eens op papier gezet en is de chijns in een erfpacht omgezet. In 1866 vraagt N.A. Delst vergunning om zijn noodstal te mogen verzetten en zijn gebouw (niet verder aangeduid) te vergroten. De gemeente staat dit toe. De stal moet komen tussen de kerk en de smederij. Een maand later besluit de gemeente het zijl bij het hek van de begraafplaats te verleggen naar de hoek bij het huis van Delst waardoor het water van het dorp beter weg kan lopen in de grote drinkput. Met de grote drinkput zal de huidige "Kerkgracht" aan de Oostweg zijn bedoeld. Nicolaas woont in 1863 op nr.53, in 1866 en 1878 op A-45, in 1896 op A-49. Op 25 aug.1887 verkoopt Nicolaas een huis, schuur en gevolge , sectie 217 en 354 het zuidelijke deel, aan zijn zoon Daniël voor f.1800,-. Op 23 juni 1888 koopt Nicolaas uit de boedel van G.de Glopper de helft van het huis op B-157 voor f.450,-; er is ook een akte van scheiding met K.M.Hoogenboom.(not.Moolenburgh) In juni 1889 zit Nicolaas in het armenbestuur. Zonen: Andries, geb.9 sep.1860; smid, zie hierna. Jan, geb. 17 sep.1858 Zonnemaire; smidsknecht, gaat 1874 mei naar Dreischor, komt 1876 feb. terug, gaat 1883 mei weer naar Dreischor. Daniël, geb.26 nov.1862, die landbouwer wordt.

1896 -- 1916 Andries Delst, hoefsmid, zoon van Nicolaas Anthonie en Maria van Langeraad, geb.9 juli 1860 te Zonnemaire, overl. 21 mei 1943 op Zonnemaire. Huwt, 36 jr. oud, op 18 dec.1896 te Ouwerkerk met landbouwersdochter Anna Jacoba van de Stolpe, 26 jaar, geb.24 maart 1870 te Ouwerkerk, overl. 20 feb.1930. Bijz.:. Op 7 oct.1896, een dag voor het overlijden van zijn vader, koopt Andries 9/10e deel van de smederij voor f.2700,- ; hij is dan al eigenaar van 1/10e gedeelte (erfenis van zijn moeder). Twee dagen later vindt de overdracht plaats van: een woonhuis, hoefsmederij en schuurtje en het erfpachtsregt van een are en vijf en tachtig centiare grond, alles staande en gelegen te Zonnemaire, kadastraal daar bekend sectie A-233 en 234 Andriaan heeft geen opvolger, wordt later gemeenteontvanger, en verkoopt de smederij aan:

1916 -- jan.1925 Adriaan Johannes Flohil, smid, zoon van landbouwer Willem Flohil en Janna Boogerd, geb. 29 dec.1893 te Ellemeet, overl.16 juni 1982 te Zierikzee Geh., 24 jaar, 24 maart 1918 te Noordgouwe met de 19 jarige smidsdochter Sara Kornelia Akkerdaas, geb.4 mei 1898 te Noordgouwe, overl. 30 dec.1981. Bijz.: In jan.1916 komt Adriaan van Ellemeet naar Zonnemaire, hij staat dan op de lijst dienstpersoneel. Op 18 nov.1916 koopt Adriaan Joh.Flohil, smid, wonende op Ellemeet, van smid Andries Delst , wonende op Zonnemaire: a. Het woonhuis, smederij en erf, kadaster sectie A-233 en 234, groot een are vijf en tachtig centiaren staande op erfpachtsgrond van de ambachtsheerlijkheid van Zonnemaire.

207 b. Het woonhuis en erf kadaster sectie B nummer 318, groot een en negentig centiaren. c. De mede-eigendom in sectie B-340, hokken, groot dertig centiaren.(Korteweg) De koopprijs van f.9500,- wordt omgezet in een hypotheek tussen beide partijen. Op 14 apr.1919 vraagt Adriaan een bekwame smidsknecht in de Nieuwsbode. In 1925 wordt hij smid in Poortvliet en gaat daar failliet; in 1927 gaat hij naar Rotterdam. In 1935 komt hij als herbergier terug naar Zonnemaire, en werkt zo nu en dan als smidsknecht. Zoon: Willem Hubregt Flohil, geb. 2 aug.1919 te Zonnemaire; eerst is hij smidsknecht te Zonnemaire, van ca. 1939 tot ca.1957 bij Kasteele op Noordgouwe, en dan wordt hij wordt hij magazijnbeheerder en caravanverkoper. Als Adriaan in 1925 vertrekt, wordt de smederij verkocht aan:

1925 -- 1957 Abraham Marinus de Vos, geb.19 jan.1903 te Wissekerke, overl. 14 oct.1967 te Oosterland, zoon van Dingenus de Vos en Adriana Cornelia de Smit. Geh.: op 28 mei 1924 te Wissekerke met Cornelia Lena Gillese, geb. 24 sep.1901. Bijz.: Op 23 jan.1925 koopt Abraham de Vos uit Wissekerke van Adriaan Flohil een woonhuis, schuur, hoefsmederij met het erfpachtsrecht van deze grond, kadastraal bekend gemeente Zonnemaire sectie A nommers 233 en 234, groot 185 m2 voor f.10.000,-. Per 1 april 1928 wordt een smidsknecht gevraagd. Op 9 nov.1927 biedt de Vos een gebruikte 15 pk.petroleummotor te koop aan. In het najaar van 1928 tm 1948 zijn er advertenties waarbij een dorsmachine, een rolkar, een graanmaaier, 12-balks eggen aan voor f.50,-., een strobinder, een zaaimachine, kachels, een rolblok en boerenwagens worden aangeboden. In 1943, midden in de oorlog vraagt hij een sleekachel te koop. Dinsdag 10 maart 1953 is de Vos in de vroegere bewaarschool die tijdelijk als smederij wordt gebruikt een vrachtwagen aan het repareren. Een brandende stallantaarn bij een lekkende benzinetank veroorzaakt een ontploffing en de Vos loopt brandwonden op aan zijn armen. L.v.d.Wekken blust het vuur met een brandblusser. Op 5 feb.1955 vraagt de Vos een leerling-smidsknecht. In 1951 neemt De Vos de voormalige bewaarschool aan de Ring van de gemeente over en gebruikt deze als werkplaats. Na de verkoop van zijn smederij aan De Bie woont de Vos aan de Oostweg te Zonnemaire. In 1961 vertrekt hij naar Oosterland, Rijksweg 18, waar hij als handelaar in landbouwwerktuigen te boek staat. Zoon: Dingenus Daniël, geb. 27 nov.1926 te Zonnemaire.

1957 -- 1972

Antonie Leendert de Bie, geboren Sprang-Capelle 14-3-1932, zoon van Antonie de Bie en Johanna Hendrika Pols. Huw.: trouwt te Veen op 12 sep.1957 met Heiltje Zonneveld, geboren Veen 25 apr.1933, overleden Zierikzee 9-3-1986. Bijz.: De dag na hun trouwen vestigt het echtpaar De Bie zich te Zonnemaire Met de toename en het groter worden van de landbouwmachines wordt de ruimte in het dorpscentrum voor een smederij-landbouwmechanisatiebedrijf te klein. Op 1 maart 1964 huurt Anton er daarom de voormalige openbare lagere school aan de Oostweg bij, voor f.1000,- per jaar; voorlopig alleen de eerste 2 klaslokalen. De verbouwingskosten zijn voor zijn rekening. In 1971 kan hij het hele gebouw met ca 1800 m2 grond kopen voor f.17000,-. Het bedrijf wordt daar door Anton, en later zijn zonen nog tot sep.1991 voortgezet als landbouwmechanisatiebedrijf

208

In 1971 koopt Anton ook nog een stuk grond bij de verbouwde school, en bouwt daar een nieuw woonhuis; op jan. 1972 verhuist hij. En daarmee is dus een einde gekomen aan de smidswerkzaamheden in het pand op het Breedveld. Op 4 nov.1972 wordt het huis met werkplaats, erf en tuin, Breedveld 1, kad. E92 en E93, groot 1 are, 88 centiare geleverd aan de particulier Jacobus Josephus Stoof, die het dezelfde dag doorverkoopt aan Johannes Hendrikus Linssen. Linssen verbouwt in 1973 de oude smederij om tot een herberg en hij noemt het "D' Ouwe Smisse". Hiermee heeft dit perceel in het centrum van het dorp Zonnemaire weer zijn oude functie als plaats waar mensen samenkomen teruggekregen.

209

Bommenede

Op 11 sep. en 10 oct. in 1541 is er bij een proces voor het Hof van Holland waarbij een aantal mensen van Bommenede betrokken zijn, sprake van o.a. Henrick, de smid. (Oud-Bommenede?)

1810 geen smid in bev.reg.

Bommenede, 1838? -- 1860 Pieter van der Horst, geb. 16 dec.1795 te Zierikzee, overl. 4 mei 1871 te Zonnemaire; zoon van Nicolaas v.d.Horst en Johanna v.d.Kleijn. Geh.: als hoefsmid, op 10 apr.1833 te Haamstede met de 28 jarige dienstmeid Pieternella Speelman, geb. 16 feb.1805 te Haamstede, overl.16 oct. 1876 te Zonnemaire, 71 jaar. Bijz.: Werkt van 1824 bij smid Dekker op Noordgouwe; komt 1831van St.Maartensdijk naar Haamstede en werkt daar tot 1833 bij Beens. In 1834 wonen ze op Zonnemaire; Pieter werkt dan waarschijnlijk bij smid Bakker. Op 1 mei 1838 komt Pieter van Zonnemaire naar Bommenede en begint dan waarschijnlijk een eigen smederijtje. Waarom en hoe is nog niet duidelijk, misschien heeft de affaire met Thomas de Looff de smederij op Zonnemaire geen goed gedaan, en is er ruimte voor, of vraag naar een tweede smid. Mogelijk geldt nog de regel dat er maar één smid op Zonnemaire mag zijn. In Zonnemaire woont de familie op A-45c, cq. 46c; in Zonnemaire op B-34. Dat is in 1832 sectie B-144, huis en erf, 153m2, eigenaar is bode Jan de Boer, (nu Dijk v. Bommenede 18). Over 1849 ontvangt de Polder een rekening van P.v.d.Horst voor het vermaken van een isklaauwer, 2 dito stelen gezet en 2 banden ingekort, f0,90. In 1851 staat er in het jaarverslag van de gemeente Bommenede dat er een smid is. In 1861 is het beroep van Pieter arbeider(huw.dochter) maar bij een overlijden in 1862 wordt hij smid genoemd. Op 10 maart 1860 verkoopt v.d.Horst de zaak met een onderlinge akte aan Adraan Donker. In 1862 staat Pieternella als “vrouw”in het bevolkingsregister, niet meer als arbeidster; er zijn 9 kinderen, waarvan er 6 werken. In 1865 komt Pieter niet voor op het cohier van hoofdelijke omslag; gegoed is hij dus zeker niet. Op 22 mei 1869 wordt Pieter door de gemeente belast met het onderhoud van het uurwerk voor f12,- per jaar, ingaande 1 mei. (Zonn.36) mei 1860 – juli 1873 Adriaan Donker, smid, zoon van Abram Donker, wagenmaker te Oosterland, en Martina Poulusse. geb. 24 dec.1835 te Oosterland, overl. Godsd.: N.H. Geh., 23 jaar, smidsknecht, op 11 maart 1859 te Oosterland met de 23 jarige particuliere Leendrina Gravelijn, geb. 8 dec.1835 te Oosterland, overl. Bijz.: Op 29 feb.1860 is er een verzoek van Adriaan Donker, smid te Oosterland, om zich te Bommenede te vestigen als smid op perceel B-99, nu een boomgaard van 140 m2, en B-100, die aan de straat ligt, nu een pakhuis op 112 m2. De omwonenden zijn: Nicolaas Kik, arb. op B-97bis; Jacobus Joh. De Bruijne, veldwachter op B-261; Jan Lukaard, arb. in B-101; Cornels v.d.Berge en Adriaan Hendrikse, arb. op B-101; David Hogerheijde en Marinus de Groene, arb. op B-102; ze hebben geen bezwaren tegen de vestiging. (Corresp. Gem. Bomm.) Op 10 maart 1860 koopt Adriaans de sectie’s van de erven van landbouwer Huijbrecht Moolenburgh met een ondershandse akte.

210

Vestiging, uit Oosterland op Bommenede, op 5 mei 1860. In 1861 is het totaal van de Hoofdelijke Omslag voor Bommenede f.330,-, waaronder smid Adriaan Donker die f.3,- moet betalen; in 1865 moet hij maar f.2,50 betalen op een totaal van f.600,- Op 27 aug 1864 leent Adriaan f.800,- van CvdLdC tegen 5% op zijn hoefsmederij op sectie B- 331, groor 252 m2. In juli 1873 vertrekt Adriaan met vrouw en 7 kinderen naar Amerika. Pand: Adriaan Donker, smid, Oosterland, is eigenaar van kad. Perceel 331-106-11, huis, smederij en erf, 252 m2, het was tot 1862 een boomgaard met pakhuis; er zijn veranderingen in 1862 en 1864. Verval vrijdom en verk. aan W.Oele. (1809/66, act.300) Vanaf 1866 huisnummer B-5. Zonen: Abraham Martinus, geb. 24 april 1859 te Oosterland. Jacob Willem geb. 30 juni 1860 te Bommenede. Marinus, geb. 5 feb. 1862 te Bommenede. Martinus, geb. 1 feb. 1869 te Zonnemaire. Kornelis, geb. 5 juli 1870 te Zonnemaire.

juli 1873 -- juni 1877. Willem Oele, geb. ca 1843 te Oostkapelle, overl. 8 mei 1927 te Wissekerke, 84 jaar oud, zoon van Cornelis en Elisabeth Abrahamse, Willem trouwt als hoefsmid, op 31 juli met de 25 jarige arbeidster Maria Flipse. Op 3 juli 1873 koopt Willem het huis, de smederij en het erf voor f.2000,-. met een hypotheek van Eduard v.d.Maas, landbouwer te Kamperland. Het bevalt hem kennelijk niet op Bommenede, want binnen de vier jaar, wordt de zaak weer al aangeboden in de Nieuwsbode: ”Te koop aangeboden en direct te aanvaarden: Een welbeklante Hoefsmederij welke sedert vele jaren een burgerbestaan heeft opgeleverd. Te bevr. W.Oele, Zonnemaire”. Vrijwel direct daarna is de zaak verkocht aan:

Juni 1877 – dec.1914. Pieter Verhulst, smid, zoon van landbouwer Izaak Marinus Verhulst en Pieternella Versluis. geb.25 jan.1850 te Wissekerke, overl.21 maart 1920 te Zonnemaire. Geloof: NH Geh. op met Maatje Haringman, geb. 4 mei 1852 te Colijnsplaat, overl. 3 juni 1932 te (Dochter van Jan Haringman en Maria Vink, een zus en een broer trouwen met een Kesteloo) Bijz.: Hij komt juni 1877 van Stavenisse naar Zonnemaire. Nieuwsbode, 2 juni 1877: ”Te koop aangeboden en direct te aanvaarden: Een welbeklante Hoefsmederij welke sedert vele jaren een burgerbestaan heeft opgeleverd. Te bevr. W.Oele, Zonnemaire”. Op 12 juni 1877 is er er een advertentie dat P.Verhulst de smederij heeft overgenomen, en die vraagt meteen een bekwaam smidsknecht die een paard kan beslaan, en een schar kan verleggen. Op 21 juni 1877 koopt Piet Verhulst, wonende te Stavenisse, voor f.2000,- het huis met smederij en erf op sectie D-331, groot 252 m2 van W.Oele.(Moolenburgh) Op 19 mei 1890 maken Piet en Maatje een testament bij not.Molenburgh. Op 24 april 1894 staat zijn knecht J(ohannis) W(itte) terecht in Zierikzee omdat hij kolen zou hebben gestolen van Verhulst; de eis is een maand gevangenis, maar mr.Fokker pleit voor vrijspraak, en dat gebeurt ook. Op 6 jan.1898 vraagt Piet een smidsknecht, goed bekend met hoefbeslag.

211

Op 1 jan.1903 vraagt Pieter een smidsknecht. Op 20 oct.1906 koopt Pieter van Hubrecht v.d.Bout huis en erf D-396 op Bommenede , 280 ca. voor f1201,-; op 20 juli 1907 verkoopt hij dit pand voor f.3000,- aan Johannes Boot Bzn. (not. Nouhuijs) 8 jan. 1915: “ P.Verhulst doet zijn Grof-Hoef-en Kachelsmederij over aan zijn zoon J.M.Verhulst, (maar de emaille-winkel blijft op denzelfden voet voortgaan). Verder biedt Jan zich aan voor de levering van Landbouwwerktuigen en machines”. (Advertentie Z.N.) Op 15 april 1916 verkoopt Pieter de zaak D-533 en 517, groot 356 ca. voor f.3500,- aan zijn zoon Jan Marinus, die een hypotheek afsluit van f.3000,- bij de wed.C.v.d.Vliet-Koole in Amsterdam. (not.Korteweg) Pand: Woont in 1878 op B-5; later op nr. 136a; A-82; A-92; en 101 Zonnemaire. Zonen:  Izaak Marinus, geb. 8 dec.1883 Zonnemaire, gaat 1901 naar Kampen.  Jan Marinus, opvolger.

jan.1915 - 1942 Jan Marius Verhulst, smid, geb.31 oct.1888 te Zonnemaire, overl. Geloof: Geh. op: 30 dec.1914 te Zonnemaire met Adriaantje de Rijke geb. 23 dec.1884 te Zonnemaire, overl. Bijz.: hij is op 7 juni 1911 getuige bij het huw. van Joost de Rijke met Jacoba de Vin. Op 31 maart 1921 wordt er vergunning afgegeven dat er volgens de arbeidswet door 1 mannelijk persoon boven de 16 jaar gewerkt mag worden van 6 tot 9; van 10 tot 12;van 12.30 tot 2; van 3 tot 5, en van 5.30 tot 7; ’s maandags wordt op 8 uur begonnen, en ’s zaterdags wordt er gewerkt van 6 tot 9 en van 10 tot 2; bij elkaar 55 uur per week. Zoon: Piet, opvolger.

1942 – 1967/ 19?? Pieter Hendrik Verhulst, smid, geb.ca.1916, overl. 1998 Geh. met Kitty Mays, Bijz. In 1934 gaat Piet bij zijn vader aan het werk. In 1942 wordt hij eigenaar, min of meer noodgedwongen, want dan hoeft hij, als eigenaar, niet naar Duitsland gedeporteerd te worden. In de evacuatie-periode 1944-’45 werkt Piet bij zijn ome Piet v.d.Valk aan draglines. Kitty begint na de oorlog een winkel in de woning aan de dijk; zij verzorgt tevens, zoals vele smidsvrouwen, ook een groot deel van de administratie. Op 10 feb.1964 koopt Piet voor f.3000,- van zijn vader, die dan op de Bermweg 9 woont, een garage op de dijk van Bommenede, nr.70 (eerder huisnr.B-1), sectie E-42, groot 78 m2. Dit is waarschijnlijk een stukje van wat in 1832 sectie B-96 was, groot 3676m2, van Johannes Alegoed In april van 1965 gaat Piet naar de behandeling van zijn rechtzaak in Middelburg; hij is door LO.G. uit Zonnemaire bij het verlaten van een café bewusteloos geslagen, en vraagt, nu deze zaak behandeld wordt, om f.1000,- schadevergoeding. Als hij te horen krijgt dat zoveel niet gevorderd mag worden in een strafzaak zegt hij: “Geef dan maar f.500,-, ik wil er geen proces over beginnen”. De officier vindt f.100,- genoeg, maar de rechter maakt er f400,- van. De dader krijgt ook nog een boete van f.50,-.

1967/ 19?? – zeker 2008 Jan H.Verhulst, smid, landbouwmecanicien. Bijz. Jan wordt in 1967, na het vervullen van zijn dienstplicht, compagnon bij zijn vader. Pa begint dan meer en meer loodgieterswerk te doen, terwijl Jan meer de kant van de landbouwmachines kiest.

212

In 1973 wordt een nieuwe bedrijfshal gebouwd. Jan neemt na verloop van tijd de zaak helemaal over: De oude smederij met winkel op nr.62; ( eerder huisnr. B-5, cq 6, cq 7); de nieuwe werkplaats en de schuur. Op 17 dec.1977 houdt “Landbouwmechanisatiebedrijf Verhulst” een receptie in de Zeeuwsche Herberge te Zierikzee omdat er dan ruim honderd jaar een Verhulst smid is op Zonnemaire. Ook hier komt het gewone smidswerk te vervallen en Jan schakelt geheel over op de landbouwmechanisatie, er is veel concurentie, en het is niet altijd gemakkelijk. Rond deze tijd wordt ook de travaille verwijderd, die later aan Noordgouwe wordt geschonken; daar wordt hij omvergereden en vervangen door een nieuwe. Op 25 aug.2008 boort een tractor zich in de ca.1877 gebouwde schuur-bergplaats nr.70 die door de fam. Verhulst als opslagruimte gebruikt wordt.

Wim Kesteloo, nov.2009.

Diverse smeden en knechts op Zonnemaire.

Benneter, Gerard, geb. ca.1769, sk., 28 jaar, te Zonnemaire, ongeh. (lijst dienspl. 1797/98)

Geense, Dingenis, geb. ca. 1770, ongeh. (lijst dienspl. 1797/98)

Kik, Klaas, geb. 14 jan.1877 te Ouwerkerk, sk, NH, geh. met Janna Adriana Bolijn. Hij komt te Zonnem. mei 1902 uit Rotterdam en gaat jan 1903 naar St.Philipsland.

Luijk, Abraham, geb. 29 april 1863 te Groede, komt mei 1893 van Kerkwerve naar Zonnemaire en gaat april 1894 naar Scharendijke.

Slager, Chris, heeft bij Jan Verhulst gewerkt; hij heeft later een eigen smederij op Brouwershaven die langzaam maar zeker verandert in een garage.

213

De smeden van Zierikzee.

Aantekeningen over de smeden van Zierikzee in alfabetische volgorde op achternaam.

Met dank aan de archief- , maar vooral ook aan de vrijwillige medewerkers, verzameld door Wim Kesteloo.

Abels, Mevr.Grietje geb.1790, woont in de per. 1850-1862 in de Lange Nobelstr. A-31; na die periode is het een smederij.

Adriaanse, Jan, Smidsbaas, 1786 Op 8 april 1788 stelt Levina van der Schacht ze dat ze begraven wil worden vanuit het huis van smidsbaas Jan Adriaense te Zierikzee; in 1796 leeft ze nog! (4311-129).

Adriaanse, Jan, is in 1843 wagenmaker, tevens hoefsmid op B-262. (bedrijfsenquette, corresp. Z.zee nr.511)

Adriaense, Crijn, Op 26 nov.1658 is hoefsmid Crijn Adriaense £25.-.- schuldig aan Cornelis v.d.Berge met als onderpand zijn huis, erf en gevolge in het Breeslop.(3852)

Adriaense, Jan, smid, 1596 Op 17 dec.van? is er een kwestie met Else, de dochter van Fern. Cop.Jansz.; zij belooft trouw, hij zou haar “bekend”hebben en zij zou hem een brief hebben geschreven hetgeen haar vader ontkent. (de Vos) 11 feb 1596, [testament], Jan Adriaens z. smit, gaande, staande enz. ..., verklaart, opdat na zijn dood geen twist tussen zijn kinderen zou mogen ontstaan, “ter saecken dat Symen Janssen, zynen sone, tot noch toe by hem comparant heeft blijven wercken, arbeijden ende hem comparant heeft sijnen winckel helpen voorderen in sijn oude daegen”, gelijk hij hoopt dat deze zal blijven doen, dat hij hem vermaakt, om terstond na zijn overlijden, voor alle deling, te aanvaarden “het beste aenbeelt, met twee vande beste blaesbalcken” voor zijn verdienden arbeid, en dat Syme verder gelijkelijk met alle andere kinderen zal meedelen in de rest van zijn nalatenschap.(3851c-11) Op 29 juni 1596 betaalt Jan Adriaense,smit, £ 28.-.- aan Jacob Lievense, metser, “over het maken van een camer met stoffe en materialen daertoe gelevert”.(3851b, hr.Plankeel) 16 mei 1599, [testament], compareerde d eersamen Jan Adriaenssen, smit, gaande, staande, enz., verklaart dat hij, opdat er na zijn dood geen twist tussen zijn kinderen zou ontstaan, uit oorzake dat Sijmon Janssen, smit, zijn zoon, tot nog toe bij hem comparant heeft blijven werken, arbeiden en hem comparant zijn winkel heeft helpen “vorderen” en zijn vader “in syne oude dagen” de kost heeft helpen winnen, gelijk hij hoopt dat hij zal blijven doen, “omme dan te wetene waer mede syne andere kinderen indien regarde sullen mogen volstaen”, bij maniere van testamente enz. de voorn. Symon Janssen geaccordeerd en toegelaten|: ‘t gebruik en bezit van de “voorwinckel” van zijn comparants huis, met alle gevolge van dien, “omme sijn hantwerck van smeden te doene ende te exerceren”, mitsgaders t gebruik van de “achterplaetse” om kolen te leggen en een slijpsteen te zetten, zolang hij, Symon, in leven wezen zal; voorts heeft hij comparant den vers. Symon, zijn zoon, gegeven in rechten vrijen eigendom om terstond na zijn overlijden, voor alle cavelinge, te aanvaarden, zonder enige begrotinge daartegen te moeten doen, al het smidsgereedschap, en dat voor zijn verdiende arbeid, reeds gedaan en nog te doen “soo God dat toelaet”; wil verder dat Symon mee zal delen in zijn comparants andere

214 overgebleven goederen gelijk en benevens zijn andere kinderen; zal Symon de winkel goed moeten onderhouden op zijn eigen kosten; mocht Symon overlijden zonder wettige afstammelingen, dan zullen alle gereedschappen weer komen aan de zijde, vanwaar zij gekomen zijn.(3851B, hr.Plankeel) Sijmen Jan Adriaense, de zoon van Jan Adriaense, huwt op 10 jan.1599 met Maijcke Michiels, en er volgt een derde testament: 4 feb 1600; Jan Adriaenssen de smit, gaande, staande, enz., verklaart, dat hij “gecontracteert ende hem selven besteedt heeft aan Symon Jan Adriaenssen smit, zijn zoon, en Mayken Michiels dr., desselfs Symons huisvrouwe, te houden en onderhouden in loffelicke onderhoudenisse; “ende soo wanneer den zelven sal gestorven syn, eerlicken ter eerden te doen doene ende te begraven naer behooren”, onder deze conditie nochtans [dat] indien de voorn. Jan Adriaenssen dacht dat hij niet behoorlijk onderhouden of “geregiert” werd, dat hij dan bij de Burghmeesters deser stede zijn beklag mag doen, en aan hun oordeel zullen partijen zich te houden hebben, voor welke onderhoudenisse Symon Janssen en Mayken Michiels dochter, zijn huisvrouw, zullen hebben, genieten en profiteren alle goederen, zo roerende als onroerende, als huis, erve, en alle t gevolge van dien, staande [in Zierikzee] op Bagershil, daar de voorn. Jan Adriaenssen nu in woont, met de “smitterie ende smidts gevolge”, niets uitgezonderd, enz., die hij comparant bekende hiermee aan hen overgedragen te hebben, ...; Symon Janssen en Mayken Michiels dr. verbinden zich voor het nakomen van dit contract, en stellen als onderpand het voors. huis enz. ... (3851b, f260/3, , hr.Plankeel) Op 7 juli 1600 verkoopt de smidsdochter Adriana Jan Adriaenssen aan de wed. van Lenert Claessen, wagemaker, 1G.40R. land.(3851b, hr.Plankeel)

Adriaensse, Jacob, smid, heeft in 1632 iets te doen met het weeskind van smid Geeraert Faesse.

Adriaensz., Lodewijck, 20 apr 1601, Jan Jansse smit verkoopt aan Lodowyck Adriaens z. smit een huis, “zythuysken”, erve en gevolge, gestaan en gelegen [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck, binnen deze landgemerken, oost af Cornelis Corn. Thuere schiptimmerman, zuid sheeren straete, west Wisse Lenaertssen schiptimmerman, en noord de dilve, volgende de twee waarschipbrieven, vrij van erfpacht.(3851c) Op 22 jan.1616 belooft smid Lodewijck Adriaensse bij de de weeskamer dat hij voor zijn 3 wezen zal zorgen: Herman van 13, Cornelis van 9 en Adriaenke van 6 jaar oud, kinderen van zijn, in hun huis op Den Dijck overleden, vrouw Grietken Cornelis Avontueres. Op 15 juni 1618 neemt Anneken Jansdochter, de weduwe (en laatste vrouw) van smid Lodewijckk Adriaensse op zich, om de twee weeskinderen: Katarijnken van 1½ en Pieter van ong.een half jaar oud, te onderhouden. Op dezelfde dag belooft Cornelis Avontuere de oude, als voogd over de wezen van smid Lodewijck Adriaensse, waar de moeder van was: Grietken Cornelis Avontuere (dus de eerdere vrouw), om hun goederen getrouw te beheren. (aantek.zegels)

Aertssen, Willem; (zoon van Aert Willemsen) 1597, - 1604 27 jan 1596, Cornelis Lenertssen (gezegd) zwart Leenken verkoopt Willem Aertssen smit een wei, groot 5½ gem. ofte daarontrent, gelegen in Kerckercke [Kerkwerve] “tusschen den crommen ende smallen wegh”, binnen deze limiten, oost Jacob Soetemanssen, zuid, noord en west de weg. (3851b) 17 apr 1597, Willem Aertsz., smit, verlijdt aan Jaques de Vriesen en Corn. Willem Symons als Heylich geestmeesters deser stede, tot desselfs Godtshuyse behoeve, als onderhoudende de kinderen van Jacob Janssen stadtbode, erfgenamen van Stoffelken Jans dr., de somme van £20.10.0 vls. over de koop van een achtste part van een huis, staande in de Middelstrate in Zierikzee. Willem Aerts z. smit verlijdt aan Jan Janssen, vischer, gelijke somme van £20.10.0

215

Willem Aerts z. smit] verlijdt aan Neelken Jans dr. in de vers. qualiteyt [= als erfgename in de goeden van Stoffelken Jans dr.] gelijke somme van £20.10.0.(3851c) 5 mei 1597, Willem Aerts z. smit transporteert aan Pauwels Jaques z. de Vriese een schepenen waarschipbrief en briefs recht met de koop van een weije, liggende in Kerkwerve, “tusschen den crommen ende smallen wecht”, groot 5½ gem. of daarontrent, met deze conditie “dat indien binnen de eerstaenstaende heventyt van den Lande van Schouwen eenige last van moeren op de voorn. weye gebracht wierde, dat hy comparant sal gehouden zijn, de selven de Vriese te restitueren de cooppenningen, die hy nu daer vooren ontfangen heeft”, bedragende £11 vls., met de intrest van 10%, mits bij deselve de Vriese opleggende daarjegens t geen van de pacht, die hij van Lievin Jeucht overgenomen heeft, na aftrek van kosten, ontvangen heeft.(3851c) 6 dec.1597, Adriaen Leunissen smit verkoopt aan Willem Aertssen smit een huis, erve en alle zijn gevolge, staandeop den Heunaersdyck, met 6 g. erfpacht, west “den brant pat”, de straete noord, de haven zuid, en oost Adriaen Betsmansse carreman, 7 dec.1597, Willem Aertssen smit verlijdt Adriaen Leunissen smit £55 over koop van een huis met zijn gevolge, staande op den Heunaersdijck, (3851) 16 apr 1599, Jan Sebastiaens z. voor hemzelf, en hierin vervangende zijn broeders en susters, voor d een helft, Lievin Adriaens z. Kaersmaecker, Ieman Cornelis z. Avontuere en Anthonis Jacobs z. Block, alle drie als mannen en voogden van hun huisvrouwen, elk voor een zesde part, allen erfgenamen van Anthonis Lievins z. Dronckert, belijden verkocht te hebben aan Willem Aerts z. smidt een huis en “buyr” daarbeneffens staande, metter erve en alle de gevolge van dien, staande op de Heunaersdyck, binnen deze landgemerken, oost af de wedue en erfgenamen van Jacob Wisse sciptimmerman, zuid af sheeren straete, west Jacob Pieters z. seylmaecker, en noord Hans Waerseggers.(3851c) 17 apr.1599, Willem Aerts z. smidt verlijdt aan Jan Sebastiaens z., zo voor hemzelf, als uit naam van zijn susters en broeders, erfgenamen van Anthonis Lievins z. Dronckert, hun “grootevader”, de somme van £140 vls. over de koop van d een helft van een huis met een “buyre” daarbeneffens [zie vorige acte] .(3851c) 19 apr 1599, Willem Aertssen smit verkoopt Thomas Pieters z. smit een huis, erve en gevolge, staande [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck, met 6 g. erfpacht jaarlijks daaruit gaande, ... [marge: Nota, dat deze, en de schuldbrief hierna volgende, zijn herschreven en zijn van date 25 en 26 april 1600] .(3851c) 20 apr 1599, Thomas Pieters z. smit verlijdt aan Willem Aerts z. smit de somme van £86.13.4 over de koop van een huis, erve en gevolge, [zie vorige acte, inclusief marge aantekening] .(3851c) 17 apr 1599, Willem Aertssen smit verlijdt Ieman Cornelis z. Thure de somme van £47 over de koop van een zesde part van een huis [zie f169/2] .(3851c) 17 apr 1599, Willem Aertssen smit verlijdt Lievin Adriaens z. Kaersmaecker gelijke somme enz. [zie f169v/1] .(3851c) 17 apr 1599, Willem Aertssen smit verlijdt Anthonis Jacobssen Block gelijke somme enz. Mei 1599, Willem Aertssen smit verlijdt de gemeene erfgenamen van Anthonis Lievins z. Dronckaert de somme van 5 s. erfelijke losrente sjaars, losbaar den penninck 14, dezelve hypothekerende op en uit zijn huis, “buyer”, erve en zijn gevolge, staande op de Heunaersdyck, binnen deze landgemerken, oost af de wedue en erfgenamen van Jacob Wissese schiptimmerman, zuid af sheeren straete, west Jacob Pieters z. seylmaecker, en noord Hans Waerseggers, te betalen telken Pasen, 1600 t eerste jaar, en dit overmits de selve rente in de koop van het huis “toebedongen” is.(3851c) 31 mei 1600, Willem Cornelisz. Cooper verkoopt Willem Aertsz. smit de somme van £2 erfelijke losrente sjaars, dezelve hypothekerende op en uit zijn huis, erve en gevolge, staande [in Zierikzee] aan de noordzijde van de haven tussen de huijsinge van Symon Jan Lenaerts z. van westen, en Dingne Thomas wedue van noorden in, verschijnende telken St Jansmisse, 1601 t eerste jaar, te lossen met £28.(3851c)

216

22 dec 1602, Jan Hendrijckssen Molleman belijde getransporteerd te hebben aan Willem Arentsse smit een schepenen waarschipbrief en briefs recht met de koop van 2 gem. 25 r. korenland, liggende in Poortambacht in Waddensooge bevanck.(3851c) 10 sep 1603, Willem Aerts z. smit belijde overgelaten te hebben aan Soete Lievins dr. alsulken “steene camer” met erve en gevolge, staande [in Zierikzee] in de Venckelstraete, vrij van erfpacht, binnen deze landgemerken, oost af de straete, zuid af “de predicaren straetken”, west Adriaen Maerts z., en noord af de “camerkens” van de bailliu Adriaen Willems z. cum suis, als hij comparant onlangs “bij pants recht” van de overman gekocht heeft, te bezitten en gebruiken gelijk Frans Corn. z., leste onderwinder, tzelve van wijlen Jan Roelants z. schuytenaer eertijds verkregen heeft.(3851c) 10 sep 1603, Syme Lievinssen Coolman verkoopt Pieter Matheeus z. hovenier een stuk korenland, genaamd “de Roffoele”, groot 3 gem. 58 r., liggende in Waddenooge bevanck, binnen deze landgemerken, oost af Corn. den Blauwen, zuid Willem Aertssen, smit, west de strate, en noord Ocker Janssen.(3851c) 20 oct.1603, Adriaen Betsmans z. karreman belijde schuldig te zijn aan Willem Aerts z. smidt de somme van £27.10.0 ter cause van geleend geld; onderpand: zijn huis, erve en gevolge, staande [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck “met den boogaert daer achter aen gelegen” .(3851c) 17 dec 1603, Thonis Thonis timmerman belijde verkocht te hebben aan Willem Aertsse smit, zijn schoonbroeder, een “stucxken” korenland, groot 75 r., liggende in Poortambacht in Symen Achtervooren bevanck, binnen deze landgemerken, oost af Corn. Pietersse van Borre, zuid de heerwech, west Hellecops wecken, en noord Jan Claes molenaere.(3851c) 29 dec 1603, Lieven Yemanssen Cauwe stierman, Adriaen Maerts en Aert Willemssen smit, alle drie, met gezamenderhand, belijde schuldig te zijn aan Corn. Corn. Avontuere en Anthonis Block schiptimmerluijden de somme van £100 over de koop van een nieuwe vischboot, bij hen “nieu uutten houte opgemaeckt” .(3851c) 30 jan 1604, Willem Aerts smit verlijdt getransporteerd te hebben aan Aelbrecht Heyndrijcxssen de twee schepenen waarschipbrieven met de koop van twee stukken land in Poortambacht, het eene in Waddensooge bevanck, wesende korenland, groot 2 gem. 55 r., en het ander stuk wesende weijland, in Schelhoucke bevanck, groot 1½ gem. 84 r. .(3851c) 25 feb 1604, Hubrecht Adriaens als bij mijn E. Heeren Raeden van de Admiraliteijt gecommitteerd zijnde ter collecte van de licenten en convoijen over de wacht der stede Brouwershaven, Jan Constants en Aert Willems smits, poorters beide deser stede, met gezamenderhand, stellen zich borg ter somme van £200, ter zake van de collecte enz. .(3851c) 15 mrt 1604, Pauwels de Vriese transporteert aan Willem Aerts smit een quartier land bij de hoope, liggende in t Bagynen bevanck, binnen deze landgemerken, oost Jan den touwer, Niclaes Willems west, zuid Corn. Cooper, en noord de grachtwech.(3851c) 29 mrt 1604, Niclaes Willems z. Cromstryn, schepen voors., verkoopt Willem Aertssen smit een meetken korenland, liggende in t Bagynen bevanck, groot 73 r., binnen deze landgemerken, oost af Willem Aerts z. voors., zuid de weye wijlen Jan Wouterssen, noord en west af de “gracht vanden oostdyck vande nieuwe havene”, en dat om een eeuwige erfpacht van 11 s. 8 g. zuiver en vrij geld sjaars.(3851c) 31 mrt 1604, Willem Aertssen smit verlijdt Niclaes Willems Cromstryn, out burchmeester deser stede, een eeuwige onlosbare erfpacht van 11 s. 8 g. sjaars uit een stuk korenland [zie f372/4], te betalen telken St Martinsmisse, 1604 t eerste jaar.(3851c)

Aertsz, Constand, smid. Beloofd op 3 dec.1619 voor de weeskamer, als voogd van de wezen van zijn broer Willem Aetsz, om hun goederen getrouw te zullen beheren. Schoenmaker Lieven Jansse is borg.(aantek. zegels)

Aken, Theodorius van, smid, zoon van Martinus van Aaken en Maria Damen, geb. 12 juni 1771 te Fijnaart, overl. 8 oct.1838 te Zierikzee. RK 1e Huw.op met Maria van de Swaluw, geb.ca 1774 te Zevenbergen, overl.13 jan.1815.

217

2e Huw. 28 nov. 1818 te Zierikzee met 28 jarige dienstbode Maria van Wezema, geb.5 jan.1790 te Zierikzee, overl.19 feb.1845 te Zierikzee, 55 jaar oud. Komt 1794 uit Zevenbergen. Dec. 1796 verrekend £ 1.13.10.over smidswerk voor Johanna Ooms, wed. van Johannes Leendertse, herbergier te Capelle, over smidswerk in 1794 en 1795, (raze 4651) In 1797staat hij op de lijst dienstpl., wonende M-145 in Zierikzee. Over 1799 uit de boedel van Johannis Heijboer £10-0-2.(4672A-2) Over 1800 krijgt Theodorius uit de boedel van Schepen Jacob Berman £ 13.8.6 voor gedaan smidswerk (4673). Mei 1800, Inventaris Johannis Heijboer en Geertruid Janse: zij waren schuldig aan Theodorus voor geleverd smidswerk £ 10.2.- (4672, weeskamer Nieuwerkerk). In 1803 tegoed uit boedel Doris Logmans op Capelle £5-5-10. (4651-35) Oct.1808 krijgt Theodorius £8.7.4 voor smidswerk betaald uit een boedel (4674B-4) Inwoner in 1811, komende uit Zevenbergen. Op 1 juni 1811 betaalt Theodorus patentrecht te Z.zee als hoefsmid. Op 28 aug.1827 komt er een brief van de gemeente Feijnaart naar de Burgemeester van Zierikzee: Theodorus heeft zich onttrokken aan zijn vaderlijke plichten, de kinderen komen ten laste van de familie, die wil dat niet. Ze zouden dus op kosten van de gem. Zierikzee naar de koloniën gestuurd kunnen worden. Er wordt verzocht, Theodorus aan te manen wat meer zorg aan zijn kinderen te besteden. Met de bezorger van de brief sturen ze alvast de 16 jarige Theodora mee! Op 10 sep. 1827 komt ook een verzoek uit Oudenbosch om voor Theodora te zorgen omdat de familie dat niet kan, en zij anders weer tot bedelarij vervalt. Op 16 aug. 1834 verliezen zij een zoontje te Zierikzee. Na hem huurt Thomas de Looff van 1817-1820? Pand-eigenaar is de Zwaal? Thomas de Looff dient een verzoek in (op ..) bij de gemeente om de zich te mogen vestigen omdat hij het huis en de smidse op de Visschersdijk D-526 in huur heeft overgenomen; bewoond geweest door Theodorus van Aken. ADRES: Per. 1826/30 Beddeweg, B-339. later Vissersdijk D-525/526. Zonen: Cornelis van Aken, smid, zie hierna; en Antonie, geb.ca. 1800.

Aken, Cornelis van, zoon van Theodorus van Aaken en Maria van de Swaluw, geb.4 jan.1799 (2 feb.1798?) op Tholen, overl.11 dec. 1848 te Zierikzee, 50 jaar oud. Geh. met Janna Johanna Smits, geb.5?/14 april 1802/3 te Tholen, overl. 29 dec. 1864. Bijz., Ze komen feb.1840 van Tholen, waar hij bij smid Corn. Dulleman werkte, naar Zierikzee, smid; op nr. A-15, later Vissersdijk D-518; Op 5 aug.1828 overlijdt een 8 jarig zoontje, hij is dan zo arm dat de RK gemeente de begrafeniskosten van Fl.5,35 moet betalen, die richten op 28 mei een verzoek aan de gemeente dit terug te betalen.(corresp.Z.zee) Scheepsmakersdijk A-448b in 1844; Janna gaat na zijn overl. naar A-452 met 6 kinderen. In de per. 1850/62 Scheepstimmerdijk A-454. Op 9 jan.1843 vragen B.enW.van Zierikzee aan de gemeente Tholen om Cornelis met zijn arm maar braaf gezin mede te ondersteunen. Hij heeft een vrouw en 6 kinderen, verdient f2,60 per week met werk buiten Zierikzee; daarvan moet f.0.80 huur betaald worden en hij heeft niet voldoende kleren om zijn werk te doen, zodat hij mogelijk ontslagen zal worden. De allimentatie is nu ongeveer f.20,-, en dat is te weinig. Als Tholen niet meehelpt, zal het gezin mogelijk naar Tholen worden teruggestuurd. Zonen:  Theodorus van Aken, smid, geb.10 nov.1827, zie hierna.  Antonius Adrianus, geb. 15 dec.1833 te Tholen. RK. Smidsleerling en knecht in 1850/62 bij zijn moeder op Scheepstimmerdijk A-442b, >454>455; hij verhuist in de per. 1850/62 naar Vissersdijk D-556.

218

Zijn moeder later Regenboogstr.D-219 en na haar overl. wordt Anthony hoofd op C-125. 1e Huw., fabrieksarbeider, 32 jaar, op 9 mei 1866 te Zierikzee met de 33 jarige dienstbode Maria de Roo, geb.27 juli 1832 te Ellemeet, overl.28 nov.1911 te Zierikzee. 2e Huw., fabr.arb. 43 jaar, op 28 nov.1877 te Zierikzee met de 41 jarige wed. van Arie Lelie, Maria van den Berg, geb.3 nov.1836 te Bergen op Zoom, overl.

Aken, Cornelis van, zoon van Theodorus van Aken en Joh. Corn. Zegers, smid, geb. 3 juni 1857 te Zierikzee, overl.13 sep.1927 te Zierikzee, 70 jaar. RK. geh., 45 jaar oud, op 4 feb.1903 te Zierikzee met de 42 jarige werkvrouw Lena Cornelia Vallijs, geb. 24 aug.1860, overl. 13 sep. 1927, zij zit later in het Liefdehuis. In per. 1862/81 op B-263 als smidsknecht, komt april 1880 van Burgh en gaat mei 1881 naar Pernis. Ingeschreven nov.1913 in Zierikzee. Smidsbaas in per. 1914/38; woont Jannewekken 122d. Zoon Leendert geb. 18 mei 1895 te Zierikzee, sk, woont later Lange St.Janstraat 251?

Aken, Henrikus Johannes van, smid, gehuwd met Anthonia Heijeriks. Hun zoon pakhuisknecht Cornelis trouwt in 1903.

Aken, Johannes Cornelis van, de zoon van pakhuisknecht Johannes Cornelis en Johanna Hendrika Wessels; geb. 27 sep.1868 te Zierikzee, overl. RK. Geh., smid, 23 jaar, op 25 mei 1892 te Zierikzee met de 25 jarige pakhuisknecht-dochter Maria Elizabeth Verseput, geb. 25 feb.1867 te Zierikzee. Ze komen mei 1892 naar Zierikzee en gaan mei 1895 naar Rotterdam met zoon Joh.Corn. geb.12 juni 1894.

Aken, Theodorus van, geb.10 nov.1827 te Tholen, overl.26 april 1871 te Zierikzee, RK, 43 jaar oud. Hij woont in 1850 als veldarbeider bij zijn moeder op de Scheepstimmerdijk 442b 1e Huw., hoefsmid, 29 jaar oud, op 19 nov.1856 te Zierikzee met de 29 jarige timmermansdochter Johanna Cornelia Zegers, geb. 6 nov.1827 te Zierikzee, overl. te Zierikzee op 30 juni 1864, 36 jaar. 2e Huw., 36 jaar oud, op 9 nov.1864 met de 40 jarige kleermakersdochter Margaretha Strooband, geb. 17 mei 1824 te Zierikzee, overl. Per.1850/62: B-273, komende uit Ouwerkerk. (Zie ook J.de Gans op dit huisnr.) In 1857 koopt Theodorus een smederij van Cornelis Gans. (Corresp. Zz.1857, nr.1618 en 1775) Theodoorus richt op 1 sep. 1857 een verzoek aan B.en W. van Zierikzee om onder genot van vrijdom (belasting) 18 mud kolen te mogen inslaan. Op 9 mei 1871 vraagt notaris Bouvin naar diegenen die iets te vorderen hebben van of betalen moeten aan de overleden smid Theodorus van Aken. Op 1 juni 1871 wordt een staat en inventaris opgemaakt; Theodorus woonde laatst op B-274; er is een goede beschrijving van alle roerende en onroerende goederen en smidsgereedschap en crediteuren. (Bouvin+foto) Adres: Per. 1862/81: B273>B-450. Hoefsmid in de Zuidwellestraat Zonen: Cornelis van Aken, smid, geb. 3 juni 1857, zie hierna; en Leendert Cornelis, geb. 12 mei 1860 te Zierikzee

Alberts (Aalbrechts), Jan, smidsbaas te Zierikzee 1773-1791 smidsbaas te Zierikzee is excecuteur in de boedel van Jan der Deijn (welland 5103) Meester smid Jan is geh. met Maria Pieterse de Graaff, de wed. van Arij Daane; op 3 maart 1773 maken zij een testament.(4272/144)

219

Op 18 mei 1791 transporteert de excecuteur na het overlijden van Jan Alberts en zijn eerder overl. vrouw het huis en hoefsmidserf aan de W.zijde van de Hem, belend O. de straat, W. de zwemhaven, aan Machiel Daane die daarop 200 gld.leent van de wed. van Abr. Hegt. Op 20 jan.1792 wordt deze lening overgenomen door smid Antonij de Roo, zie aldaar. (3866)

- 1 Anker Adriaan, W.zn, zoon van vischverkoper Willem Anker en Margaretha Suiker. Herv. geb.7 dec.1829 te Zierikzee, overl.2 nov.1885 te Zierikzee, 55 jr.oud. Geh., smid, 24 jaar oud, op 14 dec.1853 te Zierikzee met de 24 jarige dijkwerkersdochter Adriana Versteeg, geb.29 dec.1828 te Zierikzee, overl. 25 maart 1916 te Zierikzee, 87 jr.oud. Op 6 sep.1859 koopt Adriaan Anker, smid te Zierikzee, van broodbakker Jan Anthonij Padmos een huis, pakhuis en gevolge, thans een broodbakkerij, aan de zuidzijde van de Oude Haven, D- 404, sectie B-213 en 214, groot 1 roede, 98 ellen, voor f.1500,-.(not. D.Q.de Jonge van Halen) Op 30 juni 1866 koopt smid Adriaan van viskoopman Willem Anker een pakhuisen erf aan het Vischslop nummer D-384, sectie B-193, groot 130 m2. (Bouvin) In mei van 1871 wordt smid A.A. te Z.zee veroordeeld tot een boete van f.2,- of een dag hechtenis omdat hij afbraak op de straat heeft gelegd. Op 10 dec.1878 heeft Adriaan een ongeluk als hij aan de nok van het stoomgemaal in Ouwerkerk aan het werk is.Door het uitlaten van stoom verbrand hij niet alleen zijn gezicht, maar de straal is zo sterk dat hij van het dak geblazen wordt, zich erg bezeert en een rib breekt. Adriana zet de zaak in 1885 voort tot haar overlijden in 1916 onder de naam: fa. Wed.A.Anker en Zonen. Nieuwsbode: 17 juni 1890: “Advertentie voor Eng. Rijwielen, ijzerwaren, machineriën, brandspuitbehoeften, haarden, kachels,fornuizen, huish.art. en keukengereedschappen”. In 1913 is er een rekening van Wed.A.Anker en Zonen, smederij en herstelplaats van stoom-en landbouwwerktuigen, Havenplein A-104 voor D.Hocke op “Mon Genie”te Brouwershaven wegens kachelhuur en geleverd katoen. Dec.1915, Nieuwsbode: “De zaken gedreven sinds 65 jaren onder de Fa.Wed.A.Anker en Zn. worden per 1 jan. 1916 beëindigd. Zoon Adriaan Anker zet de smederij voort, Vischslop D-386. Adriaan Cornelis Anker zet de winkel enz. voort Havenplein D-409”. Op 7 feb.1918 wordt bij not.Biermasz een overeenkomst opgemaakt tussen Willem, Pieter, Margaretha, Catharina en Johanna Anker tot samenwerking en voortzetting der zaken onder de naam “fa.Wed.C.Anker”. ADRES:. Per.1850/62 Lange St.Jansstr. 253(zijn schoonouders wonen of woonden daar, ook Joh. Priem zit of komt op dat adres); In dezelfde per. wonen ze op D-393 en dan Oude Haven Z.zijde D-404c; Smederij Visslop D386 in 1916 Zonen: Adriaan Anker, geb. 20 oct.1864 te Zierikzee geb., overl. 28 sep.1946 te Zierikzee; zoon van Adriaan Anker en Adriana Versteeg. Smid in 1897, 1925, Geh. met Constantina Frederika van Duin, geb. ca.1868 te Hoorn, zij overl.4 mei 1957, kinderen geb. in 1895 (Adriaan, overl.1897), 1897, Constantina, over. 15 jaar later; 1898 (Adriaan Gerard, zie hierna) en 1903 (Gerard Constant ). Hij is smid bij het verlies van een kind in 1897 en 1915 in Z.zee; en als hun 27 jarige zoon werktuigbouwkundige Adriaan Gerard Anker (Arie) geb. ca.1898, overlijdt op 10 juli 1925 te Zierikzee, zijn verloofde zat naast hem toen hij opeens dood neerviel. Hij bracht een overall mee uit het buitenland en was daarmee waarschijnlijk de eerste die zoiets droeg op Schouwen en Duiveland. Op 1 juni 1922 leent Adriaan Anker Adriaanszoon, f.4500,- van R.Koole enZn.

220

Het is: een 1e hyp. op een garage in de Hooge Molenstraat; sectie A-2518, groot 138 m2; ten 2e op defabriek met erf in de Pottebakkerstraat, R-2112, 554 m2; een derde hyp. op woon-en winkelhuis met pakhuis en smederij, schuur en erf in het Vischslop, R-1893 en 1894, 428m2. Zonen: Jacobus, smid-koopman ( zie hierna) Willem, winkelier, geb.5 juli 1867 te Zierikzee, overl. 1 juli 1912 te Zierikzee, 44 jr.oud, huwt op 2 mei 1905 te Z.zee met Margrieta Pieternella van de Polder, 37 jr. geb. te Z zee, overl. 10 dec.1942 te Noordgouwe, 75 jr.oud.

Anker, Adriaan Cornelis, smid-winkelier in ijzerwaren, zoon van Adriaan Anker en Adriana Versteeg; geb.14 aug.1870 te Z.zee, overl.3 sep.1950, Geh.10 april 1900 te Stavenisse met Willemina Cornelia Snijder, 25 jr. geb.17 sep.1874 te Stavenisse, overl.27 juli 1913 te Zierikzee, 38 jr.oud. Apr. 1900 op hoek Oude Haven-Visslop, D-404. Zoon Jacobus Jan, geb.20 apr.1911 te Zierikzee. Op 5 maart 1917 krijgt Adriaan een crediet van ten hoogste f.3000,- bij de fa. R.Koole en Zn. Als onderpand dient een tweede hypotheek op het woon-en winkelhuis, sectie B-1894, groot 138 m2; de smederij op sectie B-1893, groot 168 m2, en op een pakhuis op sectie B197, groot 138 m2.; inclusief alle gereedschappen, toebehoren etc. (Korteweg) Op 12 jan.1923 adverteert A.Anker in de Vischstraat voor alle soorten smids-zink en loodgieterswerk en als reparatie-inrichting voor motoren en landbouwwerktuigen; boodschappen in de rijwelhandel! Adriaan Cornelis, geb.14 aug. 1870 te Zierikzee, wednr. NH, smidsbaas en winkelier, per. 1914/38 Oude Haven D-404boven, ingeschr.te Zierikzee nov. 1913.

Anker, Adriaan, zoon van kuiper Pieter Anker en Anna Margaretha Koppier, geb.13 sep.? 4 oct.1818 te Zierikzee, overl. 21 dec.1866 te Goes, 48 jaar oud, smidsknecht. Geh., smid, 23jaar oud, op 4 mei 1842 te Zierikzee met de 25 jarige dienstbode Maria Rogmans, geb. 20 oct.1816 te Noordgouwe, overl. Per.1831/43 van D-164>Venkelstraat Pakhuis 13, Wijk D-188 In de per. 1844/50 op C-157, komende van D-188; gaat naar D-192>D-200. In 1850 wonen ze in de Venkelstr.D-164.Ze gaan juli 1853 naar Goes. Hij is daar smidsknecht. Er is een zoon Pieter, geb.19 jan.1845 te Zierikzee.

Anker, Cornelis, smid, zoon van kuiper Adriaan Anker en Cornelia van Overloop geb.12 oct.1801 te Zierikzee, overl. 15 nov.1865 te Zierikzee, 64 jaar oud. NH. Geh. 23 jr. oud,op 6 mei 1825 te Bruinisse met de 23 jarige dienstmeid Adriana (Arriaantje) van Popering, geb.21 sep.1801 te Bruinisse, overl.15 nov.1867 te Rotterdam, 68 jaar oud. In 1843 grofsmid op D-152, geen knecht. (bedrijfsenquette) Nieuwsbode: 1 mei 1867: “C.v.d.Berge vestigt zich als burgersmid in de Venkelstr. in de Smederij van C.Anker.” ( Betekent dit, dat C. Anker naar een andere smederij verhuist???) ADRES:Per. 1831/43 Venkelstr.O-zijde, D-151; Per.1844/50 op D-151; in de per.1850/62 Venkelstraat D-151. 1862/81 Venkelstraat D-151 > sHeerArendsslop A-397. Zoon: Adriaan, geb.1 dec.1834 te Zierikzee, overl. 22 juni 1902 te Zierikzee huwt met Adriana de Boer,geb. 25 maart 1831 te Serooskerke; zij gaat mei 1907 naar Rotterdam. Adriaan is smid in periode 1862/1881, woont’s Heerarendsslop A-397>Venkelstraat 148>155; hij is smid rond 1881, woont dan op D-155; bij zijn overl. wordt als beroep stedelijk arbeider aangegeven.

221

Anker, Gerard, zoon van Adriaan Anker en Constantina van Duin. geb.1 jan.1903 te Zierikzee; trouwt met Adrana Anthonia Wansink op 12 dec.1929. Hij heeft de zaak aan het havenplein (later ook Ford garage)

Anker A.zn., Jacobus, zoon van smid Adriaan Anker en Adriana Versteeg, geb.1 oct.1855 te Zierikzee, overl.12 aug.1905 te Vlissingen, tijdschrijver, 49 jaar oud. NH. Geh., 26 jr.oud, smid, op 26 oct.1881 te Zierikzee met de 21 jarige particuliere Anna Cornelia Harinck, geb.8 sep.1860 te Zierikzee, overl.15 juli 1921 te Vlissingen. In de per 1844/50 op D-164; D-469>C-157 (per.1862/81 en 1881/1914). Op 14 nov.1885 krijgt hij een aanstelling bij de brandweer. In april 1893 krijgt Jacobus vergunning om een stenen vuurhaard met schoorsteen te maken in het gebouw D-500, sectie B-1754 groot 19 bij 8 meter, om daar een smederij op te richten. Nieuwsbode: “Op 18 jan.1895 is Jac.Anker, smid en koopman, verklaard in staat van faillisement, ingegaan 18 jan.1895, curator: D.J.Wolfsen”. Ze gaan apr.1896 naar Middelburg. Op 26 maart 1895 wordt in de Nieuwsbode aangekondigd dat deurwaarder W.Timmerman de volgende dag ’s morgens om 10 uur voor de woning in de Nieuwe Boogerdstraat de meubels enz. zal verkopen, en ’s middags om 2 uur vóór de smederij aan de Nieuwe Haven de aambeelden en ander gereedschap. Zonen: geb. te Zierikzee: Pieter Job, geb.15 mei 1885, Jacobus Cornelis, geb.23 dec.1889.

Arends, Gerard Jan Daniël, smid, die in de Ravestraat C-420 woont, vertrekt op 25 oct.1862 naar Utrecht.

Arends, Jan, smid, koperslager en loodgieter, zoon van Laurens Arends en Catharina de Keijser, geb.15 of 19 feb.1804 te Zierikzee, overl. 3 mei 1849 te Zierikzee, 45 jaar oud. Luthers. 1e Huw. op 12 nov. 1828 te Zierikzee met de 24 jarige dienstbode Katharina Louisa Tuijten, geb. 11 d ec.1803 te Elkerzee, overl. 19 oct. 1844 te Zierikzee, 40 jaar oud. 2e Huw., 40 jaar oud, op 22 jan.1845 te Zierikzee met de 34 jarige naaister, wed.van J.Gilden, Johanna van Boven, geb. 1 juni 1811 te Zierikzee, overl. Ger. Adres: Per. 1831/43 St.Domusstr. Z.zijde, C-145, koper-en blikslager, wel met smidsknechts! In 1843 op C-125, slotenmaker, loodgieter en koperslager, 1 à 2 knechts. (bedrijfsenquette) Sint Domusstraat. In 1844/50 op C-125 Korte Sintjansstraat, in 1849-D-351, sectie B-163. Op 11 april 1846 verkoopt Jeremias van Splunder, wagenmaker te Ouwerkerk, aan Jan Arends te Zierikzee een woonhuis met smidswinkel, erf en gevolgen op D-351 aan de oostzijde van de Korte St.-Jansstraat te Zierikzee, groot 1 roe, 11 ellen voor f.1200,-. (C.v.d.Lek de C). Het is eerder verkregen als volgt: het huis via not. Jac.Jan Ermerins op 21 maart 1845, het pakhuis via not.C.v.d.Lek de Clercq op 26 juni 1846 en ) Nieuwsbode: 17 maart 1846: “J.Arends heeft de affaire gekocht van J. van Splunder (vroeger W.Paarling) in de Korte St.Janstr.” Idem: Op dezelfde datum??: J.Seijlders neemt de “Smids-en koperslagersaffaire en in Geweren“ over van J.Arends in de St. Domusstr. (Arends zit dus waarschijnlijk eerst in de St.Domusstraat en gaat naar de Korte St.Jansstr.?) Idem, 5 juli 1849: “Wed.en Voogden van wijlen J.Arends veilen op 18 juli 1849 een woonhuis en erf in de Korte St.Janstraat D-351, sectie B-163, groot 1 roede, 11 ellen, waarin een goed beklante smederij + nog 2 woonhuizen en 2 pakhuizen.” (CvdLdC) (Huis en smederij verkocht aan de smidsknecht Willem Johannis de Graaf te Zierikzee voor f.800,- ).

Arenthals, Stoffel Willem, geb. 22 aug.1886, smid, bij moeder, gaat jan.1907 naar Rotterdam.

Arentssen, Jan, de smit is op 6 nov.1599 belendende (ten noorden) als Jan Jobssen de wagemaker voor zichzelf en de erven van Maijken Dignis verkoopt aan de wed. Celie Tonisse

222

Bolle een huis met erf enz., op Baggershil; de straat ten oosten; Niclaes Coomans de verwer ten zuiden.(3851b-f245/2)

Arentsz, Jan, smidsbaas; in 1786.

Arentsz., Simon Jan, de zoon van Jan Adriaense, huwt op 10 jan.1599 met Maijcke Michiels. 20 dec 1599, Cornelis Leunisz. Visscher, verlijdt aan Syme Jan Arentsz, smit, als getrout hebbende Maycken, Willem Crynsse Keysers wedue, tot desselfs Willem Keysers achtergelaten weeskinderen behoeve, de somme van £25 ter cause van geleend geld; onderpand: zijn huisken, erve en gevolge, staande [in Zierikzee] tussen de huijsinge van Boos Jan en de “steene camere” van Rochus Thuere, mitsgaders alle meubelen en huisraad, daarin zijnde, ... in oorconden etc. den 20 augusti 1599.(3851c)

As, Johannes van, geb.17 oct.1883 te Zierikzee, smidsknecht, NH., woont bij zijn ouders, gaat sep.1901 naar Ouwerkerk.

223

B

Baerdeman, Johannes, hoefsmid te Zierikzee. 1694-96 Geh. met Janna Jans. Op 4 oct.1694 maken Johannes en Janna een testament; zij stelt haar zwager Jan Janse van Rammeswaal aan als voogd.(4017-52) Op 24 sep. 1696 verkoopt Janna Jans, de wed. van Johannes Baerdeman, mr.smid te Z.zee, met Pieter en zijn zuster Clasijntie Baerdemans, aan Ariaen Jacobse Bogemaker, smid te Z.zee, de smidse met erve, alle gereedschap enz., gelegen op Baggershil, belend O.en Z. door Cornelia Willems, W. Levina Tholenaers en N. de straat. De koopprijs is 1000 Car. guldens;

Ball, Martinus, stadssmid, 42 jaar, op A-107, op de lijst dienstpl. 1797. Op 19 juli 1790 geeft Martinus Bal, stads-smith te Zierikzee, volmacht aan Cornelis v.Axcel, smitsbaas van de Oost-Indische Compagnie om betaling te ontvangen voor smeewerk en leverancie gedaan aan het schip “Het vergenoegen” ten laste van derselver Compagnie. Op 13 maart 1793 verricht Marinus Bal, smidsbaas, samen met smidsbaas Frans Vermeeren een schade-taxatie aan het schip “Zeeploeg” met als kapitein Gerrit Blankeman. Bev.Reg.1798: Mart. Ball, bewoner, die eigenaar wordt, (eerder Ribbes, Dionicus, eig.) ; zelve, smid, geb. Zierikzee. Op 9 dec. 1800 overlijdt ene Marinus Jacobus Bal.

Barentssen, Cornelis, 7 apr.1598, Corn. Janssen den Roon, Jan Lievenssen Clerck, Corn. Barentssen smit, alle drie als mannen en voogden van heurlui huisvrouwen, Domus Lenertssen, wonende in Dreischor, voor hem zelf en als voogd van het weeskind van Ool Lenertssen, en Jan Lenert Danessen als voogd van het weeskind van Oole Danessen, allen erfgenamen, elk voor een zesde part, in de achtergelaten goederen van wijlen Willem Lenertssen dictus doofkens Willem, verkopen aan Jacques vande Velde een boogaert, gelegen in Cattemeet bevanck buiten de Nobel poorte, groot 2½ gem. 88 r.(3851B) 10 apr 1598, Neelken Willem Lenertssen wedue, met Jacob Claes Brantssen in dezen haar gekoren voogd, ter eender, en Corn. Janssen den Roon, Jan Lievenssen Clerck, Cornelis Barentssen smit, alle drie mannen en voogden heurl. Huijsvrouwen; Domus Lenertssen, wonende in Dreischor, voor hemzelf en als voogd van t weeskind van Ool Lenertssen, en Jan Lenert Danessen als voogd van t weeskind van Ool Danessen, alle erfgenamen van wijlen den vers. Willem Lenertssen, elk voor een zesde part, ter andere zijden, verklaren dat zij metten anderen “gegront cavelt” hebben al het eigen land in t sterfhuis van de vers. Willem Lenertssen bevonden, als ook het pachtland, waarbij eerst Neelken Willem Lenerts wedue “te cavele es gevallen” de volgende partijen land, eerst een stuk korenland, gelegen in Poortambacht in t Bagyne bevanck, aan de “straetwegh”, groot 5½ gem. ofte daar ontrent, item nog een wei, gelegen in t vierendeel van Kerkwerve, in t Groot Weel bevanck van Nieuwerkerke, groot 7½ gem. luttel min ofte meer, waar jegens de gemeene erfgenamen “te cavele gevallen zyn” ... eerst een wei, gelegen in Poortambacht in t Peerde bevanck, groot 4½ gem. 10 r., item nog een wei, gelegen in Cattemeet bevanck, groot 8½ gem., met welke blinde cavelinge de voorn. comparanten “hem houden voor gecontenteert”.(3851B) 5 mei 1599, Cornelis Lenertssen “aen[de] duijne” en Corn. Aelliaen Commerssen, beide wonende tot Burgh, mitsgaders Cornelis Marinussen, wonende tot Coudekercke [= Koudekerke], voor henzelven en hierin vervangende de weeskinderen van Jan Meeus Jacobssen, allen erfgenamen van wijlen Heyndrick Hugessen van Suytkercke [= Zuidkerke], verkopen aan Corn. Willemssen, “schouteth” tot Noordwelle, en Lenert Pier Oolessen, wonende in Ellemeet, gezamenlijk, de een helft van een huis, erve en alle t gevolge van dien, staande [in Zierikzee] in de Weverswelle straete, vrij van erfpacht, de straete oost, zuid Corn. Barentssen smit, west de vroone, en noord Hille Heyndricx, .(3851B)

224

Bastiaanse,Cornelis. Op 14 jan.1710 is mr.smid Cornelis Bastiaense getuige bij het opmaken van een akte.(4079)

Bax, Leendert, smid, zoon van Hermanus Bax en Thona Biesheuvel, geb. ca 1875 te Zierikzee, overl. 3 feb. 1898 te Zierikzee, 23 jaar oud.

Beekman, Pieter, smidsknecht, koopt op 9 aug.1813 het huis D-395 (de Winter)

Beije, Marinus, sk.,geb. 9 dec.1893, van herbergier Antonie, gaat dec.1911 naar Vrijenban.

Berge, Christiaan van den, smid, geb. ca. 1882 te Zierikzee, zoon van stedelijk arbeider Nikolaas Karel van den Berge en Adriana Hagesteijn. Hij huwt, 19 jaar oud, op 30 nov.1901 te Zonnemaire met dienstbode Trijntje Fondse, 23 jaar, geb te Zonnemaire.

Berge, Cornelis van den, smid, zoon van Adriaan van den Berge en Janna Muste, geb.29 juli 1836 te Zierikzee, overl. 3 jan.1902 te Zierikzee, 95 jaar. NH. Geh., 26 jaar oud, op 12 nov.1862 te Zierikzee met de 26 jarige dienstbode wonende te Zierikzee, Dingena Koopmans, geb.10 feb.1836 te Tholen, overl.24 oct.1906 te Zierikzee. 1 mei 1867: “C.v.d.Berge vestigt zich als burgersmid in de Venkelstr.in de smederij van C.Anker.” Adres: Venkelstraat in 1867. D-151 in 1881> Visslop D-391. Zonen: Adriaan Dingenis, geb.30 mei 1863 te Zierikzee, smid, overl. 30 jan.1902, 38 jaar oud. Geh., op 10 nov.1886 in Zierikzee met de 24 jarige dienstbode Marina Jacoba Meijer. Komt apr. 1883 van Wissekerke, woont: D-135>D-256>324>Kapellestr.D-22;>Lange St.Janstr.C-238. Cornelis, geb.23 sep.1865 te Zierikzee. Smidsknecht, ongehuwd. Juni 1885 gaat hij naar Nieuwerkerk. Woont bij zijn ouders in Zierikzee als hij in Kruiningen overlijdt op 13 feb.1887, 21 jaar oud. Jacobus, geb. 16 dec.1867 te Zierikzee, gaat juni 1885 naar Bruinisse.

Bergh, Sijmen Bouwensen van den , in zijn leven stadssmid, is op 3 aug.1597 begraven in de St.Lievenmonsterkerk; zijn vrouw Crijstinken Pietersdr. is op 28 dec. 1635 overleden. (Er is daar ook Pieter Simonsse van den Bergh begraven, 71 jaar oud, overl. 21 nov.1654; er staat niet bij, dat hij smid was). Uit grafschriften der voormalige St.Lievenmonsterkerk.

Beusichem, Teunis Gerritsen van, zoon van Jan Aalderse van Beusichem en Alida van Winsum, geb. ca 1863 te Maurik, huwt, 33 jaar oud, 23 dec.1896 te Zierikzee met dienstbode, 29 jaar oud, Johanna van ’t Veer, geb.Stavenisse.

Bijkerk, Cornelis, geb.28 jan.1865, wordt 19 april 1876 in het Burgerweeshuis opgenomen. Maart 1880 gaat hij bij smid Koevoet in de leer, april 1882 zit hij bij smid Rombouts op de Lammermarkt; die maakt bezwaar omdat Cornelis 4 avonden in de week moet missen wegens avondschool bezoek; hij wil 50 ct.per week betalen, als dat niet meer hoeft! De Weesmeesters vinden dat Cornelis naar school moet blijven gaan. Een smidsschort kost in die tijd al f.4.-. Juni 1883 werkt hij bij A.Anker en wil hoefsmid worden bij de huzaren als hij inloot, maar hij wordt torpedist en vestigt zich in aug.1892 als zelfstandig hoefsmid in ‘sHertogenbosch.

Bleijcker, Jacob Arentse den, meester grofsmid, betaalt 10 sch. familiegeld in Zierikzee in 1730 t/m ‘35.(D-36911) Op 7 aug.1726 verkoopt Zacharias de Boodt de smidse op de Scheepstimmerdijk die hij 2 jaar daarvoor heeft gekocht, aan Jacob Arendse de Bleijker voor 1600 car.guldens plus 415 guldens

225 voor het gereedschap. Zacharias blijft tot mei 1727 in twee achterkamers van het huis wonen, en blijft tot die dag als knecht in de smidse blijven werken voor 1 gulden per dag; de opbrengst van de tuin is voor gemeenschappelijk gebruik. Nieuw en oud ijzer tegen rekeningprijs, en het oude ijzer voor 18 schellingen per 100 pond en het nieuw gemaakte ijzer voor £ 2.-.- per 100 pond. De Bleijker moet het ijzerwerk voor het nieuwe schip van Johannis Martinis Maartense klaarmaken zoals afgesproken. (4100) Op 23 juli 1740 verkoopt Jacob Arentse Bleijcker, meester grofsmid, wonende buiten de Zuidhavenpoort aan Bastiaen van der Maas, smid wonende op den Oudendijk, een huis, smidse, rommelhuis, erf en gevolge; belend oost Jacob van der Have; zuid de weg; noord de straat.(4104+ foto’s.)

Blom, Jan, (raze 4782); 20 sep. 1680.

Boegstaever, Herbert, mr. Grofsmit te Zierikzee, koopt op 14 mei 1750 (3858) van Johannes de Zager in Sluis, en geeft op 15 mei 1750 een schuldbrief af ten gunste van hem, van f.3550,- tegen 4% voor het restant van de kooppenningen van: 1e een huis, erve en pad gelegen naast malkander op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoorte, belend oost Christiaan Klaasse, west Klaas de Kater, zuid de Straat en noord het Groenewout; 2e een smidse ook aldaar, belend oost Klaas de Kater, west Stadshouttuin, zuid de Straat en noord het Groenewoud, met alle gereedschappen en ijzerwaren.(3858) Op 8 nov.1768 maakt grofsmid Herbert Boegstaver, wonende op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoort, een testament bij not. H.Smith. Hij laat wat na an de drie kinderen van Piternella Patere en aan de dochter van Jan Noute. Over 1775 ontvangt Herbert £112.7.0 en in 1776 £30.9.0 voor de leverantie van ijzer-en smidswerk, ankers, krammen enz. voor het stadshuis van Zierikzee.(boek 548) Op 10 sep.1781 transporteert de wed. van Herbert Boegstave het huis, pad en erf met de smidse op de Scheepstimmerdijk aan Frans Vermeere.

Boer, Joseph Willem den, smid, zoon van Franciscus Theodorus den Boer en Johanna Heijerick, geb. ca 1866 te Zierikzee, overl. 22 mei 1939 te Zierikzee (als Willem den Boer) Huwt, 30 jaar oud, op 11 mei 1896 te Zierikzee met winkeliersterdochter Wilhelmina Cornelia Vermunt, 30 jaar, geb. ca. 1866 te Zierikzee, overl.

Bogemaker, Adriaen Jacobse, geb. ca. 1672; Mr. Smid, geh. met Jannetje Maertens de Winde, de wed. van Pieter Claesse Mortier. Op 12 juni 1697 koopt mr.smid Adriaen Jacobse Bogemaker, een huis en erf aan de Z.zijde van Backershill te Zierikzee van Levijntje Tholenaars, de wed. van Jan Vogel, belend: W., Corn. Huijge; O., Bogemaker; Z., Cornelia Willems. (4065/30). Een dag later, op 13 juni 1697 maken zij een testament op langstlevende.(4065/31) Adriaan is getuige bij een attestatie op 22 juli 1697.(4035-44) Adrijaen, krijgt in 1712 betaald voor smidswerk, (Nwk.S; 5056, blad 15). Op 21 oct.1716 verklaart de 44 jarige meestersmid Adriaen Boogemaker dat hij ene Maijken Janse van Zon kent.(4080-101) Aan het einde van 1724 verkoopt Adriaen Boogemaker al het ijzer in de smidse en de paardehoefstal aan Maarten Mortier voor 400 Car.gld.(A.v.Borrendam)

Bo(ge)ochmaker, Jacob Adriaense, mr.smid, maakt op 22 oct.1668 een testament op langstlevende met zijn vrouw Anna Otte; zijn vóórkind Adriaentje Jacobs erft bij het overlijden van haar vader 100 Car.gld.als vaderlijk erfdeel. (3997)

226

Bogert, Jan, Z.zijde Anthoniusdam; van Kamp, 1773 – 1779? Op 20 jan.1773 levert Pieternella Heyman, wed. van Leendert de Kamp met autorisatie van de Weesmeesters aan Jan Bogert, een huis ,erf en smidse aan de zuidzijde van de St.Anthoniesdam; belendende oost de wed J.Kanters, zuid Teunis Bokstel, noord de straat belast met rente van 3 sh.per jaar t.b.v.de stad.(3863-94) Jan Bogert, hoefsmid, geeft een schuldbekentenis van f.2000,- aan Cornelia Cox, de wed. van Corn. v.d.Water; die wordt op 6 maart 1779 geroyeerd. De borgen waren Cornelis Verhoek en Ary Meeldijk. (3863)

Bolle, Adrianus Cornelis, zoon van Jan Bolle, smid op Sirjansland, en Theuntje Fluit, geb. 2 juni 1879 te Zierikzee, overl. 26 jan.1964 in Duinoord te Haamstede, 84 jaar oud. CG. Geh., smid, 25 jaar oud, op 28 april 1905 te Zierikzee met de 29 jarige Elizabet Fondse, geb.12 april 1876 te Kerkwerve, overl. 8 feb. 1957. Adrianus heeft samen met zijn zoon Jan ook een loondorsbedrijf, dat geeft in de wintermaanden werk, en dan is het toch niet zo druk in de smederij; dit bedrijf wordt later verkocht aan Jan Kloet in de Boerenweg. In 1907 wordt vergunning verleend door de gemeente om de haardstede te veranderen in de smederij van A.C.Bolle. (111). A.C.Bolle krijgt dat jaar ook ontheffing van de werkelijke dienst. Op 24 sep.1908 adverteert Bolle met een nieuwe drielingwagen met ijzeren rongen, een gebruikte idem en een kleine Barouchette. Op 18 juni 1923 heeft Bolle te koop: 2 Utrechtse wagens met portieren en een 4-wiels rolkar. Op 6 juli 1921 koopt Adriaan een schuur van Corn.den Boer J.zn voor 700,-.(not.Biermasz) Op 8 april 1929 adverteert A.C.Bolle met izeren draai-en zethekken; en in juli heeft hij diverse wagens te koop. In 1931 heeft Adriaan een paar gebruikte wagens te koop. Op een foto(NB) staat Adriaan met zijn broer Jan Adr.(die in 1950 in Sliedrecht overlijdt) en het jongetje Jan achter een kachel, “een aangeklede juffrouw”. Adres: periode 1914/38, Zuidwellestr. B298a>B273b. Zonen: 4 kinderen, waaronder: Jan, geb.8 jan.1907 te Zierikzee, zie hierna, Cornelis, geb.21 nov.1917 te Zierikzee, later bankwerker, hij gaat dec. 1938 naar Amsterdam.

Bolle, Adrianus Cornelis (Adrie), , geb. 3 aug.1928 te Zierikzee, overl. 23 oct.1989 te Zierikzee. Getrouwd als smidsknecht, 24 jaar oud, op 8 october 1952 te Duivendijke/Looperskapelle met de 22 jarige Jozina Tannetje de Jonge, geb. 16 oct. 1929 te Scharendijke, overl. 12 maart 2000 te Zierikzee. Hij woont van 1952 tot 23 oct.1989 in de Zuidwellestraat no.8. Op 8 april 1953 haalt hij zijn Rijksdiploma Hoefsmid (cursusleider Dirk Hanse van Sirjansland); later zijn diploma Smidspatroon (cursusleider de heer Goetsz, leraar smeden aan de Ambachtschool). Wegens gezondheidsredenen stopt hij ca.1971 met het zware smidswerk; hij krijgt een baan bij de Deltadienst. Adrie koopt in 1978 de vroegere smidse en gebruikt hem als garage.

Bolle, Cornelis (Cees), zoon van Jan Bolle en Adriana de Zwarte geb. 30 jan.1932 te Zierikzee. Getrouwd als 22 jarige smidsknecht op 22 dec. 1954 te Kerkwerve met de 23 jarige Elizabeth Laurina van den Hoek, geb. 1 sep. 1931 te Kerkwerve.

227

Cees is o.a. ingevallen bij ziekte van de smeden Jan Kesteloo op Nieuwerkerk en Dirk Hanse op Sirjansland. Deze hulp onder collegee-smeden is gebruikelijk, en wordt door de Smedenbond geregeld. Als Cees helpt bij de sloop van 3 oude huisjes in de Zuidweellestraat die zijn vader voor f 300,- per stuk gekocht heeft, zakt hij door de zolder. Het wordt dan steeds moeilijker voor hem om zijn werk te doen, Cees blijft een rugpatient en is ongeschikt voor smids- of loodgieterswerk. Zijn vrouw wil graag winkelverkoop en ze begint al in 1964 een zaadhandeltje in het fietsenschuurtje. De handel is succesvol, er wordt in 1967 een echte winkel gebouwd; die ook al snel te klein is, en uiteindelijk via hun zoon zo groot wordt, dat de Zuidwellestraat, bijgenaamd “het straatje van Bolle”, te klein wordt! Deze smid komt dus wel in een heel andere branche terecht!

Bolle, Jacob, Op 6 mei 1700 verkoopt Barbel Adriaense, de wed. van Jac. Bolle, een geheel huis, erf en gevolge, zijnde een “oude, vermaerde smidswinckel”, met alle gereedschappen, op de Vissersdijk buiten de Havenpoorten van Z.zee, aan Jan Pieterse Clopper voor 1200 Car. gld. plus 200 Car.gld. voor het vele gereedschap..(3996-20)

Bolle, Jan, zoon van hoefsmid Adriaan Bolle en Maatje Kristalijn; Jan is geb.3 jan.1842 te Zierikzee, overl. 20 feb.1894 te Zierikzee, 52 jr. oud. CG, Geh., hoefsmid, 32 jr.oud, op 17 april 1874 te Oosterland met de 27 jarige naaister- timmermansdochter Theuntje Fluit, geb.ca 1847 te Sir-Jansland, overl.17 maart 1911 te Zierikzee. Jan vertrekt 24 april 1865 naar Ellemeet. Hij werkt van mei 1865 tot mei 1868 bij smid Daniël Delst op Renesse, komende van en gaande naar Oosterland (Sirjansland). Van 5 mei 1875 tot 1 nov.1876 is hij smidsknecht te Nieuwerkerk, wonende op A-112a. Ze gaan naar Noordgouwe. Op 3 aug.1877 wordt door de curator het huis, smederij en erve in de Zuidwellestraat, sectie A- 201, groot 106 ca., belast met erfpacht door de gemeente Zierikzee, uit het failliesement van Frans de Kok, publiek verkocht aan Jan Bolle Adr.zn., smid wonende te Noordgouwe, voor f.1000,- ; plus f.100,- voor de smidsgereedschappen. Het is nu sectie A-1528, groot 128 ca. geworden. Jan Bolle leent f.1200,- hierop van Johan H.C.Heijse uit Z.zee.(Not.J.C.v.d.Lek de Clercq). Op 28 aug.1883 vraagt mr.smid J.Bolle door bijzondere omstandigheden een bekwame hoefsmidsknecht. Op 8 feb.1894 vraagt hij per 1 mei een smidsknecht, bekend met boerenwerk en hoefbeslag, wegens teleurstelling. Op 5 mei 1894 is het de weduwe die een smidsknecht vraagt. Pas op 22 juni 1905 is de boedelscheiding , ruim 10 jaar na het overlijden van Jan. Woonhuis met smederij in de Zuidwellestraat worden geschat op f.1400,-; de gereedschappen op f.210,-; het in 1881 gekochte pakhuis nr. A-1749 groot 364 m2 op f.500,-; de klanten moeten nog f.344,57 betalen. Na aftrek van de schulden blijft er f.50,- over voor de 4 kinderen. De smederij, de gereedschappen en het pakhuis gaan voor de geschatte bedragen over naar Adriaan. (not. v.d.Lek de Clerck! nr.5460) Jan krijgt in zijn leven een ernstige infectie aan zijn been en dat wordt dan thuis op de tafel afgezet! Adres: Hij komt sep 1877 van Noordgouwe naar Zierikzee en woont op B-273b. Zonen: In 1905 leven en erven er vier kinderen, waaronder:  Adrianus Cornelis, geb.2 juni 1879, te Zierikzee, zie aldaar.  Jan Adriaan (Klein Jantje), geb. 30 nov. 1885 te Zierikzee, overl. ca.1950. Hij woont eerst in de Zuidw.str.B-298 bij zijn broer Adrianus; als de zaak in 1938 aan zijn neefje Jan Bolle werd verkocht, verhuist hij mee en woont bij Jan en zijn vrouw tot 1942; daarna is hij in de kost gegaan bij Mevr.Nolet. Met de evacuatie in 1944 komt hij in

228

Sliedrecht terecht,en daar zorgt de kerk dat hij werk krijgt in een smederij waarvan de baas pas is overleden. Hij is ongehuwd en blijft zijn hele leven lang knecht. Jan is een ouderwetse, goede vuursmid en doet veel restauratiewerk.

Bolle, Jan, hoefsmid, zoon van Adrianus Bolle en Elizabrth Fondse, geb. 8 jan. 1907 te Zierikzee, overl.30 april 1994 in het ziekenhuis te Zierikzee, 87 jaar oud. CG. Getrouwd, 21 jaar oud, op 8 juni 1928 te Zierikzee met de 17 jarige Adriana Cornelia Margaretha de Zwarte, geb.8 feb.1911 te Rotterdam, overl.6 juli 2000 te Zierikzee, 89 jaar oud. Bijz.: Rijks gediplomeerd hoefsmid. Hij was secretaris van de Smedenbond, afd. Schouwen en Duiveland. De gemeente koopt van de later welbende firma Erven P.Brouwer uit Vlaardingen (BAF) twee wagens op luchtbanden voor het vervoer van faecaliën, dit omdat er vele klachten zijn over de herrie van de oude beerwagens op hun ijzeren wielen. Jan Bolle mag ze leveren en monteren. In 1952 gaat Jan er uit en aan de overkant van de straat wonen. Op 30 juli 1956 vraagt smederij Bolle een smid-monteur. Jan vraagt en krijgt in 1958 een hinderwetvergunning voor de smederij in de Zuidwellestraat 6. In 1960 vraagt Bolle aan de gemeente om een krotwoning te mogen kopen om de zaak uit te breiden. De bedoeling is dat de zaak uitgebreid en gesplitst zal worden. Daartoe wordt in feb.1955 een opslagloods met terrein aan de Zuidwellestraat nr.16 gekocht. Zoon Adrie zal de landbouwsmederij voortzetten, terwijl Cees verder zal gaan als loodgieter enz.. Helaas strooit ziekte roet in het eten, en Jan heeft vanaf 1971 zonder zijn zoons, maar met een knecht de zaak voortgezet tot het definitieve einde op 31 dec.1977. Febr.1967 wordt een smid of landbouwwerktuig-monteur gevraagd. Adres: Zonen: 4 kinderen, waaronder twee zonen die in de zaak werken: 1. Adrianus Cornelis, geb. 3 aug.1928 te Zierikzee. 2. Cornelis, geb. 30 jan.1932 te Zierikzee.

Boodt, Zacharias de, meester smid wonende op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoort (1714-26) (zie ook Clopper) Zacharias maakt op 9 dec.1714 samen met zijn vrouw Adriaantje de Jonge, een testament op langstlevende.(4097-76) 19 oct.1715 wordt aan Zacharias de Boodt toegestaan een travaille op de Scheepstimmerdijk neer te zetten op een cijns van 1 schelling 8 grootten.(de Vos 55/212) Op 10 april 1716 koopt grofsmid Zacharias van Jan Claasse Coster diens huis, erf en schuurtje op de hoek van de Grachtweg op Scheepstimmerdijk, waar ze beiden wonen, voor £138.6.8 en 2 zilveren ducatons .(4097) Op 26 jan.1718 heeft Zacharias £ 2.14.6 tegoed uit een boedel voor werk aan een schip.(4098) Op 4 oct 1719 maakt mr. smid Zacharias, wonende even buiten de Noordhavenpoort, een nieuw testament op langstlevende, hij is dan ziekelijk te bedde. (4098-169) Op 16 maart 1720 verkoopt Sacharias de Boodt wonende op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoort aan Job van den Houte zijn huis, erf gevolge en de smidse op dezelfde dijk, belend oost de wed.van Jan Mar.de Kater, noord en west de stadshouttuin, zuid de haven. De verkoopprijs is £ 216-3-4 plus £ 50-0-0 voor het gereedschap, 2 gouden rijders voor de vrouw en 2 zilveren ducatons voor de knecht. Er moet £ 16-13-4 per jaar worden afgelost, de rest tegen 5%.Zacharias behoudt 2 kleine aambeelden en 2 speerhaken zoals afgesproken Job v.Houte verkoopt zijn smidse in Vlissingen, 22 juni 1720. ( 4099-23 en 4099-41)

229

Op 13 juli 1724 verkoopt grofsmid Pieter de Klopper aan Sacharias de Boodt zijn huis, smidse, rommelhuisje, erf en gevolge gelegen buiten de Zuidhavenpoort op de hoek van de Zuidhoek, belend oost H.v.d.Wiele; west,zuid en noord de weg. Smidse en erf belast met 10 sch. erfrente per jaar door de stad Zierikzee, voor £ 266.13.4; voor de gereedschappen moet £ 66.13.4 betaald worden; kolen en nieuw ijzer worden tegen kostprijs overgedragen, het gemaakte ijzer voor £ 1.13.1 per 100 pond, en het oude ijzer voor 15 sch. per 100 pond.(4100-105) Op 7 aug.1726 verkoopt Zacharias de Boodt, mr. smid wonende buiten de Zuidhavenpoort, aan Jacob Arendse Bleijker een huis, smidse, rommelhuis, erf en gevolge buiten de Zuidhavenpoort op de hoek. Zacharias houdt het recht op bewoning van de 2 achterkamers tot 1 mei 1727; tot die datum blijft hij werken als knecht om paarden te beslaan en scharren te scherpen voor 1 gulden per dag., het ijzer wordt overgenomen voor 18 schelling per lb., het gemaakte ijzerwerk voor 2 pond per lb. Verder zijn er afspraken over het klaarmaken van ijzerwerk aan een schip. (4101- 37)

Boogaert , Lieven Pietersen, smid: 1638, borgstelling, zie Jasper Diericxsen. Op 5 feb.1638 staat smid Lieven Pietersen Boogert zijn zuster Abigael Pietersdr., de weduwe van kleermaker Jacob de Canter, en haar 5 kinderen, bij, voor de weeskamer. (zegels)

Boogert, Johannes, mr. hoefsmid, van Oosterland, geb. ca. 1738, op de lijst dienstpl. 1797, Johannes trouwt met Neeltje van der Velde, 56 jr, geb. ca. 1759 te Z.zee, overl. 25 dec. 1822 te Z.zee. Op 5 mei 1772 transporteert mr.smid Bernardus Pieterse aan Johannes Bogert een huis, erf en smidse aan de O.zijde van de Zuidwellestraat, met alle gereedschap en ijzerwerk, belend O.en N. Adriaan den Ruijter, W.de straat en Z.de vroone, belast met 1 schelling en 8 grootten per jaar voor het stellen van de travaille.(3863-65) Op 20 mei 1772 leent Johannes £266.13.4 van zijn schoonmoeder Catharina van Neuren, wed. van Pieter Heijman op zijn huis, smidse, erf, gereedschappen enz. gelegen aan de oostzijde van de Zuidwellestraat, belendende oost Adr. De Ruijter,west de straat, zuid de vroone en noord Adr. De Ruijter.(3863-68) Op 6 nov.1812 koopt Albregt de Keijzer, hoefsmid te Zierikzee, een huis, smidse en gevolgen nr. 274 van Johannes Bogert voor 742 franken te betalen op 1 mei 1813.(not.P.C.de Winter)

Bouwersse, Sijmon, smid; Op 26 maart verklaart Sijme Bouwensz., smid, over een goot die hij nog moet leggen tussen zijn huis en de westkant van het vleeshuis.(zegels) In 1602 levert Stijnken Pieters, de wed. van smid Sijmon Bouwersse, ijzerwerk aan de Gasthuiskerk.

Braal, Gerard J. de, slotenmaker, geb. 1 dec.1756 te Zierikzee, overl. 29 sep.1828 te Zierikzee. Ger. Geh.: 12 april 1786 betaalt smid Gerard de Braal trouwgeld met Jacoba van Droogen. Op 16 oct.1793 trouwgeld betaalt met Maria Lips. In 1798 geh. met Neeltje van der Vliet, geb.10 juli1766 te Zierikzee, overl. 4 oct.1845 te Zierikzee. Op 9 sep.1785 leent smidsbaas Gerard de Braal 300 gld. van zijn broer bakker Adriaan te Zierikzee. Op 16 mei 1786 verklaard Gerard de Braal, meester smid, £175.-.- schuldig te zijn aan Johannes van der Grijp op een huis en erf aan de Z.zijde van de St. Domisstraat, belend O. de wed. Berrevoets, W. Marinus Dekker, Z. de vroone en N. de straat. Laatste gebruiker was Gerard de Braal de oude. (3865) In 1797 staat Gerard op de lijst dienstpl., 41 jaar, geh., smid, op K-87 te Zierikzee.

230

Op 12 oct.1798 maken Gerard, smid 41 jaar oud, op K-87, en Neeltje, een testament.(4797-6) In 1812 wonen ze op D-245 in Z.z Op 9 nov.1815 leent Gerard de Braal, smid en slootenmaker, 600 gulden Hollands van lakenkoper Jacob Letzer en juffrouw Maria Bijl, ieder voor een gelijk deel. De eerste hypotheek is op zijn huis, met daarin een smids-en slootenmakerswinkel aan de zuidzijde van de St.Domusstraat nr. D-245.(Boom). Per.1826/30, smid, St.Domusstraat zuidzijde 245>de Fonteine C-349>(particulier)C-224. In de per. 1826/30 woont op D-245 ook Hubertina de Braal, geb. 12 nov. 1786, die geh. is met smid Jan de Meulmeester, geb. 20 mei 1782 te Noordwelle. Jan komt 1808 in Zierikzee. Zij gaan naar D-384. In 1819 smid op D-245. In 1820 schrijft Gerard de Braal als directeur van het voormalige Smits-of St.Eloy Gilde aan de Commissie van Financiën der Stad Zierikzee dat er door hem sinds 1811 geen administratie heeft plaats gevonden; er was alleen een rekeningenboek, hetgeen hij tezelfdertijd over geeft. Het Gilde van smeden krijgt over het jaar 1807/08 een rekening van de Johan Pelzer, de penningmeester van de stad Zierikzee, in zijn functie als directeur van St.Elooys of Smeden Ambacht. De inkomsten dat jaar zijn f.75.16.12; de uitgaven f.72.15.8. Het laatste betreft f.8.-.- voor zaalhuur. f.30.-.- voor een anker wijn en de rest zijn kosten voor vergaderen bij Pelzer aan huis. In 1811 komt er nog een rekening van f.17.-.- voor werk van de secretaris, zodat er een tekort onstaat! Kinderen: Huberdina, geb. ca.1790, huwt smid Jan de Meulmeester. Cornelis, , geb. 25 april 1805 te Zierikzee; smid, in per.1826/30. Gerard, geb. ca.1800, bakker, huwt Jacoba Verbrugge. Jan, smid, geb. ca.1803, zie elders; Willem geb. ca. 1807; Pieter, geb. ca.1809.

Braal, Gerard v.d.; overl. ca. 1784; Geh. met: Jacomijntje van den Berge, overl.11 sep.1750 Op 16 mei 1740 maken smid Geerard en Jacomijna een testament.(4104-2) ; ander test. (4292- 72) Over 1747 is voor smidswerk betaald. (not arch.v.d.Lek de Clercq) Op 28 sep. 1748 krijgt meester smid Gerard v.d.Braal uit Zierikzee een schuldbekentenis van £13.11.7 van Jac. v. Popering op Bruinisse voor een stuk land, 5 oct.1752 vindt rentebetaling en overdracht plaats.(raze 4478) Op 16 nov.1750 wordt er na het overlijden van Jacomijna een staat en inventaris opgemaakt; ze waren in gemeenschap van goederen getrouwd; er zijn 2 kinderen, Roeland, 6 jaar oud en Janna van 1 jaar. Huis erve en gevolge aan de zuidzijde van de St.Domusstraat zijn £ 270.-.- waard; alle gereedschap en ijzerwaren £ 35.5.-; volgens het klantenboek is er nog £ 237.16.1 te vorderen. Na aftrek van de schulden blijft er ca.£ 400.-.- te verdelen, waarvan de twee wezen £ 129.-.- krijgen; Gerard houdt dit onder zijn beheer tegen 4% per jaar. Op 20 nov.1750 brengt Gerard de boedel in de weeskamer. (weeskamer 2043) In 1750/51 werkt Gerard aan de molen op Haamstede: voor 32 halsscheenen en 8 pinscheenen voor de nieuwe as, samen 183 pond en 6 st.; vier stoppen, 433 pond en 6 st.; een staart van 6 pond, 6 st.; met de nieuwe as tesamen £ 21.15.-. (familiearch.v.d.Lek de Clercq, H-222) Op 19 juli 1785 is er een aanklacht tegen Jacob Akkerdaas die zijn vrouw zo bont en blauw heeft geslagen dat zij twee dagen geen water en geen wijn kon lossen, hij bedreigt haar met messteken, en komt later met zijn snaphaan in de smederij van (sedert overleden) Gerard de Braal om haar te zoeken. Akkerdaas dreigt haar het leven te benemen en zegt oa. “De Donder dat hare darmen de Schouw uitvliegen”. Na een glas jenever bedaart hij enigszins. Het huis in de St.Domusstraat is, volgens de plunderlijst, geheel geplunderd en beschadigd bij het oproer van 1787.

Braal, Jan de, smid, zoon van Gerard J. de Braal en Neeltje van der Vliet,

231 geb. ca. 1803 te Zierikzee, overl.27 maart 1874 te Zierikzee, 70 jaar oud. Geh., 22 jaar oud, op 8 juli 1825 te Zierikzee, met de 27 jarige particuliere Johanna Verbrugge, geb. ca. 1798 te Zierikzee, overl. Bij zijn huwlijk in 1827 is Jan smid, in 1831 is hij winkelier; en in 1837 “commissaris der veren”; en in 1869 “commissaris der stoomboot”.

Braal, Roeland, geb. ca. 1731, smid, 66, woont op L-122 te Zierikzee. Op lijst dienstpl.1797.

Broodman, Bastiaan Jacobus, smid, zoon van Jacoba Broodman, geb.27 juli 1843 te Zierikzee. Huwt, 23 jaar oud, op 1 mei 1867 te Zierikzee met dienstbode Willemijna de Jonge, 32 jaar, geb. 1 nov. 1834 te Nieuwerkerk.

Broodman, Job, Op 11 maart 1796 wordt door Abraham de Boer als sequestor voor de gesedeerde (failliete) Anthonij de Roo en Grietje Esbroek verkocht aan Job Broodman een huis, hoefsmederij, erf en gevolge aan de Westzijde van de Hem; oost de straat, west de zwemhaven; noord Jasper Lemson.(3867)

Buck, Mattheus de, smid, tekent een akte te Zierikzee, rond 1700; getuige op 14 juli 1708 (raze 4070/11); Op 7 juni 1706 zal publiekelijk een huis met erf en gevolge aan de zuidkant van de Potstraat worden verkocht uit de nagelaten boedel van Cornelia de Buck, de weduwe van smid Adriaen van der Stoelen. West ligt tWeetie ofte Vuijlstrate en oost is Joh.Bal. Koper is mr.smid Mattheus de Buck voor £153.10.0.(foto) Smid, wonende te Zierikzee en geh. met Sibille van Dale maken zij een testament op langstlevende op 2 maart 1711.(raze 4073/28)

Buijze, Adriaan Cornelis, Op 23 juni 1888 verkoopt Wilhelmina de Meulmeester, meerderjarig, ongehuwd, wonende te Zierikzee, aan Adriaan C.Buijze, wonende te Zierikzee, een huis, smederij, pakhuis en erf, B- 1435 en 534 voor f.1750,-; plus f.400,- voor de gereedschappen enz.(not.Moolenburgh).

Bunne, Isaack Ferdinandusz. van, 1692, hoefsmid, erflater, Weeskamer Zierikzee. Op 11 april 1686 is Isaacq Ferdinandus, mr.smid te Z.zee, getuige. (4026-133) Op 10 juni 1693 verkoopt Cornelia Willems, wed. van grofsmit Isaack Ferdinandus van Bunne, aan grofsmit Corn.Stroo een hof met daarin een huisje gelegen in ’t Paradijs buijten de Westpoorte. Cornelis leent £13.6.8 van de weduwe.(3851A)

Bunne, Ferdinandus van, meestersmid, op 8 feb.1706 huurt Ferdinand voor 7 jaren van Mr.scheepstimmerman Claas Wisse een huis erf en gevolge op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoort, belend west Jan Marinisse, oost de erven Jaques Blocks voor £ 7.10.- per jaar (4069-8)

Burck, Jan, 1596, smid, levert ijzer te Zierikzee.

232

C Cannoo, Gerard, smid, zoon van arbeider Jacob Cannoo en Adriana Maria de Rooi; erkend kind, geb.16 nov.1863 te Zierikzee. Geh., 23 jr.oud, op 2 feb.1887 te Zierikzee met naaister Elizabeth Krabbe, geb.25 aug.1864 te Zierikzee. In 1898 is Gerard “machinist op ene stoomboot”. Zijn zus Elizabeth trouwt met smid Wilhelmus van Lier.

Capelle, Claes Claesse, smid, gedoopt op 7 juli 1591 te Zierikzee, is de zoon van Claes Claesse Capelle en Neelken Jansdr, die op 29 maart 1579 in Zierikzee in ondertrouw zijn gegaan.

Capelle, Nijcolaes, smit, mogelijk? vader en zoon, 1683-86, zie ook verhaal hoefstal St.Anthoniesdam op 30 sep.1683 tekent Nic. Capelle (alleen de naam) met een mooi handschrift als getuige bij not.Gillis Clement.(277) 14 feb.1686 wordt aan hoefsmid Nicolaas Capelle toegestaan een tweede open travaille neer te zetten. (de Vos-55/212) Op 16 mei 1692 is mr.hoefsmid Niclaes Capelle getuige in een attestatie die gedaan wordt door Johannis Baerdemanse, die smidsknecht was in Oost-Souburg.(4024-57)

Capelle, Pieter Claesse, smid, Over 1652-1655 wordt uit de boedel van Pieter Janse Outhoeij £5.-.- betaald “over gedaan smeetwerk”. Nieuwerkerke(S), 8 oct.1656. (5056) Pieter is op 31-10-1662 getuige.(3993-32) Op 3 maart 1670 is Pieter Claese Capelle, smid, getuige ( hij tekent met “Peijter Klase Kooppele”). (3997) Op 16 sep.1680 is er een akte waarin smid Pieter Claesse Capelle iets verklaart over te weinig daglicht en geen kaarslicht.(4004-140)

Catshoek, Gerard Christiaan, smid, zoon v.stoker op een stoomboot Hubertus Catshoek en Maria Josepha Holm, geboren ca 1873 te Zierikzee. Gehuwd op 17 juli 1898 te Zierikzee met Cornelia Francina Molegraaf, geboren ca 1873 te Zierikzee. (nm in isis)

Claasse, Lieven; Volgens een artikel in de ZN van 28 sep.1978 zou Lieven op de St.Anthoniesdam, tegenover de Korte Nobelstraat in 1623 een hoefsmederij hebben gevestigd. Braber en Pols hebben de travaille beschreven in “Zierikzee zoals het was”. Er is een aquarel met een hoefstal die volgens M.Muller op Lammermarkt nr.13 zou hebben gestaan, de smederij van zijn vader, waar hij, M. ook nog in gewerkt heeft. Daarvoor zat er een zekere Rombouts in. (Keikes in de ZN) Claesse (onleesb) , Lieven; smid te onleesb. en Dingetje Thomas Boumanse maken op 24 sep.1652 een testament op langstlevende bij not.v.d.Bosch.(3989-105)

Claijse, Cornelis, smid uit Reimerswaal, 24 feb.1508 poorter te Z.zee.

Clementse, Joos, grofsmid te Zierikzee. Op 9 sep.1666 tekent zijn weduwe, Maijken Raijers, een schuldbekentenis voor £31-10-0 ten behoeve van Daniël van der Lucht, ijzerkoper te Z.zee, voor geleverd ijzer. Het geld wordt betaald door mr. smid Rochus Willemse (Stoel) die haar huis in de Korte Nobelstraat heeft gekocht; het geld wordt in mindering gebracht van de koopsom; getuige hierbij is mr.grofsmid Thomas Lievense Decker.

Clopper, Jan-Pieterse. Zie Boegstaever, Herbert.

233

Clopper, Pieter de. Op 20 mei 1720 erft de op den Dijk wonende smid Pieter de Clopper 100 zilveren rijksdaalders van Paulus Cornelisse; hij moet dan wel diens begrafenis verzorgen.(4085/40) Hoek Zuidhoek buiten Zuidhavenpoort; vóór 1723-1724, aan Sach. de Boodt.

Marinus Cornelisse Constantse, oudste zoon van Cornelis Janse Constant en Stoffelijntje Marinusdr., Marinus is ged. te Brouwershaven op 22 dec.1697; en overl. daar op 17 aug.1771. 1e huwlijk op 22 apr.1726 met Katharina Maartens (Catrijntje Meertense), ze overlijdt in 1732. 2e huwlijk op 26 juni 1737 met juffrouw Judit Couwenburg, gedoopt 1697, zij overlijdt op 18 mei 1773 en is, net zoals Marinus, in de kerk van Brouwershaven begraven. Uit beide huwlijken worden twee dochters geboren. Op 29 maart 1728 maken Marinis en Catrijntje een testament; notaris Joh.de Rijke beschrijft hem dan als meester smid te Zierikzee.(4116-81) Na ca.1729 is hij smid op Brouwershaven.

Constans, Jan, 25 feb 1604, Hubrecht Adriaens als bij mijn E. Heeren Raeden van de Admiraliteijt gecommitteerd zijnde ter collecte van de licenten en convoijen over de wacht der stede Brouwershaven, Jan Constants en Aert Willems smits, poorters beide deser stede, met gezamenderhand, stellen zich borg ter somme van £200, ter zake van de collecte enz. .(3851c, hr.Plankeel)

Constant, Jan, gehuwd op 18 nov.1642 met Sara Lievensdr.Hoffner of Hoffers; Op 19 sep.1657 is er een akte over een geschil van regenwater dat op een dak loopt, tussen Jan Constants, smit en Corn. Verhelle. (3992-31 en 32) 17 juli 1663 maken Jan en Sara een testament bij not.A.v.d.Lugt. In 1665, smid, erflater, weeskamer 3277. Op 11 aug 1665 wordt een staat en inventarisopgemaakt omdat Jan Constans op 11 aug.1665 is overleden. Sara en 7 kinderen worden met naam en leeftijd genoemd. Er is een huis aan de zuidzijde van de Oude Haven, een huisje in de Nieuwstraat op het hoekje van de Watermole, en nog een smijsse in de Verborde Buijcke; het huis en de smidse zijn £233.-.- waard. Verder het gereedschap in de smidse £66.-.-; nog 1600 lb. staafijzer £24.-.-; nog aan gemaakt ijzer £16.-.-, enz. De debiteurenboek, met, alle namen, geeft aan dat er nog ruim 35 pond ontvangen moet worden.(weesk.3277) Op 17 dec.1665 is er een verklaring waarbij 4 smidsgezellen worden genoemd die bij de wed. Jan Constantse werken. Het zijn Heijndrick Jacobse, Klaes Koene, Pieter Jobse en Kobus Janse. Bij werk aan een schip zijn er woorden met de norse opzichter Jan Iemanse. (not.akten Z.zee) Op 15 jan.1672 komt Sara Hoffers, de wed. van smid Jan Constantse met een aantal getuigen uit de Verbrande buurt naar de notaris. De wijnkoper Samuel van der Bussche is naar de smederij gekomen en heeft haar zoon Lieven Janse Constantse o.a. een gaiedief genoemd omdat hij het slot van zijn wijnkelder zou hebben afgeslagen. Achteraf bekent iemand anders dit gedaan te hebben, dus wil Sara genoegdoening, ook al omdat van der Bussche haar zoon Johannis drie jaar eerder ook al ten onrechte had uitgemaakt voor stickedief.(3998 3 en 6)

Cornelisse, Barent, smid. Op 1 dec.1617 belooft Barent na het overlijden van zijn vrouw Maijcken Jobsdochter, voor de weeskamer, om zijn 5 weeskinderen, Cornelis van 10; Job van 8; Willem van 6; Cornelis van 3 jaar oud; en Marinus oud 9 weken, te zorgen, met zijn huis in de Zuidwellestraat als zekerheid.

Cornelisse, Bastiaan (Boot?), hoefsmid. Op 22 mei 1682 is er een regeling getroffen met de broer van Marij, Jacob Cornelisse van der Goes, voor zijn zoon met de goedkeuring van de

234 weeskamer omdat zijn vrouw Marij Cornelisse van der Goes in Zierikzee is overleden.(3994- 116) Er is een zoon, Cornelis Bastiaens oud ca.8 jaar, geb. ca.1674. Zie ook Stoel en Bastiaen de Smit.

Cornelisse, Merten,”hantwerck smit”, huwt op 2 sep.1584 te Zierikzee met Maijken Jacobs. 19 nov.1596, Marten Corn.z., smit, voor d een helft voor hemzelf, en als gemachtigd van Herman Lambrechts z., wonende tot Middelburg, eertijds getrout hebbende Marie Corn.; Thone Jans dr., en Jacob Telle Crijns z. voor hemzelven en uit naam van Adriaen Telle, zijn broeder, erfgenamen van Maria Corn. Thonis Jans dr., haar moeder, voor d’ander helft, belijden verkocht te hebben aan Andries Jansse van Kerckwerve, arbeijder, een huis, erve en gevolge, staande in den Hem in Zierikzee, binnen deze landgemerken, oost en noord Henrick Pieterssen olijslaeger, west de straete, en zuid Adriaen Brant, met 10 g. erfpacht jaarlijks daaruit gaande,…; beloofden alle commer af te doen, die daarop geweest is voor date van deze koop, geschied [zijnde] ontrent vastenavond '88.(3851c) 18 mrt 1599, Maerten Cornelissen, smit, verlijdt Claes Tomassen van der Goude [= Gouda?] de somme van £28.13.4 ter cause van geleverd ijzer en afgerekende schuld; onderpand: zijn huis, winkel, erve en alle ‘t gevolge van dien, staande [in Zierikzee] in de Corte Nobel straete, daar hij nu jegenwoordig in woont en werkt.(3851B) 9 juli 1597, Marten Cornelis z. smit verlijdt aan Anthonis Frans z. de somme van £16.17.4 ter cause van geleend geld; onderpand: zijn huis, erve en winckel daarnevens, staande [in Zierikzee] in de Corte Nobelstrate.(3851c) 31 juli 1599, Marten Corn. smit verlijdt Jan Janssen Baeck de somme van £16 over de koop van zeker ijzer; onderpand: zijn huis en gevolge, staande [in Zierikzee] in de Corte Nobelstrate.(3851c) Op 5 apr.1603 maakt de 17 jarige houtzagersdochter Janneken Herman Willems een testament ten voordele van haar vader bij notaris Anthonis van Capelle. Haar buren zijn de getuigen: Maerten Corn., smit, en Jan Lauwe Mutse.(3851c-f326)

Cornelisse, Pieter, smid, waarschijnlijk knecht, is samen met Thonis Maertense (Stoel?), mr.smid getuige op 28 jan.1699 als het over oesters uit het buitenland gaat, die buiten de pachter om verkocht zijn.(4029-105)

Cornelisz., IJman, smit. Als op 7 dec.1551 Cornelia, Jan Oelez de huedenaairs weduwe, op zich neemt om voor haar 5 wezen te zorgen, dient haar huis als waarborg; dit huis ligt buiten de Noordhavenpoort, en het lege erf van de smid IJman Cornelisz. ligt ten oosten van dat huis; de haven met een pad liggen ten zuiden en de straat ten noorden.

Cornelisz., Jan, smid in de St.Jansstrate, 29 jan. 1518, staat op 5 mei 1516 op de poorterslijst Zierikzee. Op 15 maart 1531 is Jan Cornelisse, smit wonende te Z.zee, eiser contra de wed. en de weeskinderen van Anthonis Cornelis Lievense. (Hof v.Holl.) Op 24 oct.1544 draagt Mareken, Jasper de smit ’s weduwe, over aan Jan Cornelisse, smit, als getrouwd met Wijfve Adriaen Claes Eijnoutsz. Weduwe, en dus voogd van diens onbejaarde wezen, de som van £15.-.-, overeenkomstig het bepaalde in de aangehechte brief (met een aangehechte schepenbrief van 3 apr.1535, zie aldaar. Uit aantek. zegels, de Vos?) 12 april 1546, Jan Cornelisse, smid woont ten noorden van het huis van Robrecht Laurensz.; van diens huis ligt de straat genaamd ’t Bagershil ten oosten, ; de Heijligen geest camerkens liggen ten zuiden, en ten westen ligt der stede veste. (Zegels, weeskamer? De Vos?) ca. 1560, smid, erflater, Weeskamer 2756 en 3315.

235

D

Daane, Machiel, Op 18 mei 1791 transporteert de excecuteur na het overlijden van Jan Alberts en zijn eerder overl. vrouw, het huis en hoefsmidserf aan de W.zijde van de Hem, belend O. de straat, W. de zwemhaven, aan Machiel Daane die daarop 200 gld.leent van de wed. van Abr. Hegt. Op 20 jan.1792 wordt deze lening overgenomen door Antonij de Roo. (3866)

Dalme, Jan van, 1744: “Jan van Dalme, Mr. Hoefsmid, verlijt, verkocht, getransporteert en in regten vrije eijgendom opgedragen aan Cornelis Antonisse Kroo , sijn erven en nakomelingen een huijs, erve, Smitse en schuur staande en gelegen aan de Zuijdzijde van de Vissersdijk buijten de Zuijdhavenpoorte deser stad , belendende Oost: Heijnricus Verzijl; West: de strate; Zuid: de Taanput en Noord: de Haven. Vrij van eenige kommer of last te bezitten en gebruijken als laatst bij den Comparante is gedaan; alles volgens de Coopconditie van den 1e Januari 1744 waartoe werd gereserveert en dat om een somme van penn:deser van den Comp.t bekend soo in gelde als per Scepenen schuldbrief enz.” (raze 5136,103)

Dane, Ary: zie Meeijer, Lambrecht. Op 31 dec.1766 verklaard Arij Dane, meester smid, 1000,- gulden schuldig te zijn aan Corn.Bogert, op zijn huis en erf aan weerszijde van de Hem, belend : O. de straat, W. de zwemhaven en N.Albert de Man.(3862)

Decker, Lieven Claasz. Is op 16 juni 1658 getuige bij de notaris; hij is oud-deken van het smidsgilde en dus waarschijnlijk wel smid geweest.(3292-118)

Decker, Thomas Dingemanse. Op 30 jan 1716 koopt Tomas Dingemanse (Dekker), smid te Noordgouwe van Tonis Maartense Stoel, mr.smid te Zierikzee een huis met erf en alle gevolge vandien met de smidse aan de zuidzijde van de St.Domusdam in Zierikzee, met het gereedschap, gemaakt en ongemaakt ijzer en smidskolen, voor 2025 Car. Guldens en een gouden ducaton voor de vrouw van de verkoper en 6 rijksdaalders voor zijn kinderen. Belend: oost en zuid Johan van Beest; west Abrah. Krijnsens weduwe; noord de straat.(4097) Thomas verkoopt zijn smederij op Noordgouwe. Op 20 jan.1742 zijn er verschillende getuigen die bij notaris Charel Plevier een verklaring afleggen op verzoek van Willem Decker, mr bakker in Zierikzee. Zij hebben vader Thomas en moeder Dijna goed gekend. Thomas was eerst mr. hoefsmid te Noordgouwe en heeft later hetzelfde beroep uitgeoefend in de Korten Olverstraat te Zierikzee. De moeder is nu overleden en ze laten 3 kinderen na, Dingeman, Willem en Josanne. Ook Josanne is pas overleden. Dingeman is in 1737 in dienst van de O.I.C. als scheepskorporaal uitgevaren met de “Dieshoeck” en op terugreis op de “Nieuwerkerke”, ongetrouwd overleden. Zijn huis nalatende aan Willem.

Decker, Thomas Lievense. Op 19 sep.1669 voor 1500 Car. Guldens, verkoopt Thomas Lievense Decker, smid te Z.zee, aan Jan Jacobse de Vetter een smidse, huis, hof en erf met alle gevolge van dien in de Korte Nobelstraat. Belend: oost de Straat; west Sijtgen Matthijs; zuid zelfde, en noord Jacob Goesenaer. Deckers vrouw krijgt 2 gouden dukaten, en de drie kinderen krijgen elk 3 zilveren dukaten; terwijl er voor het gereedshap en de voorraad ijzer nog 500 guldens betaald moeten worden. Smid Rochus Willemse Stoel is getuige.(4002-93) Op 18 juni 1670 verklaart smid Jan Jacobse de Vetter dat hij 200 pond schuldig is aan Decker, en die draagt deze schuldbrief op 2 maart 1671 over aan biersteker Jan Diericxs. (4002-215)

Dekker, Adrianus Wilhelm, smidsknecht 1868, smid in 1869 en ‘72 te Zierikzee; bankwerker te? in 1877 en’83, werktuigkundige in 1898 en na 1900; geh. met Maria Suzanna Friend. Later dan 1900 wonen ze in Middelburg.

236

Dekker, Adriaan den, geb.24 jan.1844 te Noordgouwe, overl.13 jan.1892 te Zierikzee, RK., 47 jaar oud, geh., 26 jaar oud, op 9 maart 1870 te Zierikzee met de 20 jarige dienstbode Kaatje van Steijn, geb.17 jan.1849 te Nieuwerkerk, overl. 32 jr.oud, op 3 mei 1882 te Zierikzee; Adriaan is geweermaker(knecht) tot 1880, dan smid, en blikslager als hij hertr., 38 jaar oud, op 9 aug. 1882 te Zierikzee met de 33 jarige dienstbode Alida Barbara Opperman, geb. 19 apr.1849 te Zierikzee, overl.18 feb.1901 te Zierikzee, 51 jaar oud. In de per. 1866-1881-1914 Z.zee woont hij als smid opMeelstraat B-405; Verrenieuwstraat B- 213>271>187b>C-373>C-378>C-323. Zonen: Marinus Johannes,geb.29-10-1873 en Johannes, geb.28-6-1877.

Dekker, Jan Janssen, smid, geb. Noordgouwe, getrouwd met Janna Kooimans ingekomen te Zierijkzee op 3 nov.1803; E-10?/ B-32, Kerkhof Noordzijde, eigenaar Mozijn.

Depondt, Johannis Frederik, smid, zoon van Franciscus Ferdinandus Depondt en Hendrika Maria Vlekke, geb. 21 apr. 1860 te Oud-Vossemeer, huwt, 26 jaar oud, op 26 apr. 1887 te Zierikzee met hoveniersdochter Maria Elisabeth Verkaart, 22 jaar, geb. 22 aug. 1864 te Zierikzee.

Diericxsen, Jasper, smid; Op 27 apr.1638 stelt Neelken Jansdochter, de weduwe van Jasper, bijgestaan door haar zwager, Lieven Pietersen Boogaert, smid, zich borg voor Neelken’s zoon Ijsack Jaspersen, kleermaker over de lichting van £38.3.3 van de weeskamer, toekomende zijn uitlandige broeder Marinus Jasperse, die beschouwd wordt te zijn overleden in Batavia.

Dirckse, Cornelis, smid, 20 nov 1596, Marinus Pieterssen Schabelleman de schoemaker verkoopt Pieter Corn. Nonneman de huydevetter de somme van £2.10.0 erfelijke rente sjaarlijks, losbaar den penninck 14, dezelve hypothekerende op en uit een huis, erve en alle t gevolge van dien, staande [in Zierikzee] tusschen t Bedde weegh, binnen deze landgemerken, oost Corn. Diricxssen, smit, west de vroone “mette huysinge” van Aert de Laet de ketelboeter, en noord de straete, [marge: mitsgaders zijn schuur, erve en alle t gevolge van dien, staande op Poppenmeet, “aldernaest de stadtsveste” en zuid de erve van Oom Aelliaen]; vervallende Pasen, telken jare; dit alles om de somme van £35, die hij comparant bekende ontvangen te hebben; (3851b, f41/1) Op 4 feb.1588 wordt er aan Cornelis Diericxe betaald voor werk aan een slot en geleverde nagels. 12 juli 1598, Pincxt Diricx wedue, met Corn. Diricxssen smit, haar zoon en gekoren voogd in dezen, Corn. Diricxssen voorn. en Pieter Diricxssen smit, alle drie met gezamenderhand, verlijden Jan Adriaenssen Ketelaer als voogd van de weeskinderen [van] wijlen Pieter Ketelaere, tot derselver wezen behoeve, de somme van £13 ter cause van geleende en “geexburseerde” penningen, bij de voorn. Jan Adriaenssen voor de vers. Pincxt Diricx verschoten en betaald over het lossen van desen schepenen schuldbrief, ...; stelt zij tot onderpand haar huis, erve en alle t gevolge, staande [in Zierikzee] ontrent het Vleeschuijs, daar zij nu jegenwoordig in woont.(3851B) In 1603 worden door smid Cornelis Dirksz.vierkante roeden (tralies) gemaakt in de kozijnen van de Nieuwe Kamer (Gasth.) “alsoo daegelijckx veel huijsbraecke van de soldaten geschiede omdat de camer van achter over ‘r muerken deur de glasen ofte vensters niet opengebroken soude werden”. In 1606 worden nieuwe ankers en houvasten gemaakt aan de schoorsteen van de Oude Vrouwenkamer (Gasth.) omdat die met de grote storm omgewaaid was en aan het schaliewerk en op de zolder van Ocker Jacobs Boeije, waaraan de schoorsteen verankerd was, veel schade had aangericht. Op 7 febr.1609 wordt aan Cornelis Diericksse, smid, £6-5-10 betaald voor levering van ijzerwerk in januari aan de toren van de Gasthuiskerk, daar de slaande klok met de kleine klokjes in hangen. De klok had lang stil gestaan en was geheel verloopen; in maart gebeurt er nog ijzerwerk aan de luidklok. (de Vos,59) 237

Dircksen, Pieter: smid Z.zee tot 1603, Minnebroerstr. 22 mrt 1597, Jan Jans z., backer, wonende tusschen Beddeweech, verkoopt Corn. Lenerts z. Harinckman de somme van £2 vls. erfelijke losrente sjaars, losbaar den penninck 14, dezelve hypothekerende op zijn twee huizen met haar gevolge , d’een staande tusschen Beddeweech, daar hij comparant nu in woont, binnen deze landgemerken, oost Pieter Diericx z. smidt, zuid het huis van de voorn. Jan, staande in de Clockstrate, west Willemyne Schaeps, noord sheeren straete, en het andere huis in de Clockstraete enz., en dit voor de somme van £28 vls.(3851c) 2 juni 1598, Adriaen Huijbrechtssen hoijmaecker van Roosendaal, nu woonachtig binnen deze stede, getroudt hebbende Tanneken Adriaens dr., transporteert aan Jacop Jacobssen coopman, won. tot Middelburg, de schepenen rentebrief en briefsrecht, sprekende tot laste en op “seeckere stede, met huyse, hove, gronde, lande ende toebehooren, houdende ontrent twee gemeten, soo die gestaen ende gelegen es onder Esschen, opten Horinck tussen Marie Corn. Aertssen wedue erve oostwaert ende Hube Hugen erve westwaert”, item nog op twee stukken erve “wijmens lants”, ook aldaar gelegen, groot ontrent 3 gem., met de verlopen en verschenen rente, ...; hij verklaart betaald te zijn ter cause van deze rente van 7 car.gld. sjaars; ... ; de transportanten en [als borg] Pieter Dirricxssen smit, onze medepoorter, beloofden de voorn. Jacop Jacopssen op de voors. rente ... te houden “rechte warants daer voren te wesen” en alle commer af te doen.(3851B) Op 19 dec.1599 zit Pieter Diricxssen ten O. van een huis staande tussen ‘tBeddeweegh dat als onderpand dient van een obligatie; Willemine van Noortgouwe zit ten W. van dat huis, de straat is ten N. (3851b-f252/v3) 12 mrt 1603, Geijlken Jans, geassisteerd met Anthonis van Cappelle als in dezen haar gekoren voogd, en Hendrijck Meijnaerts smit verlijdt verkocht te hebben aan Pieter Diericx een smitswinckel met zijn gevolge, staande [in Zierikzee] in de Minnebroeder strate, vrij van erfpacht, binnen deze landgemerken, oost de voors. Hendrijck Meijnaerts, zuid en west “mijn heere de bailliou” Adriaen Willems, en noord de strate.(3851c)

Dirixz, Rochus; 16 juli 1539, Rochus Dirixz, de smid en Margriete Dirix, weduwe, zijn moeder, verkoopen aan Cornelis Dirixz.de barbier, als voogd van Jacob Jacobsz.weeskind, en van Pieternelle Pietersdochter’s weeskind, waar moeder van was Tanne Dirixdochter, ten behoeve der 2 wezen de som van 6 schellingen erfelijke rente ’s jaars op en uit al hun beider goederen, voor £ 4.4.-. (zegels)

Doeden, Jacobs, smid, 14 jan.1350, Z.zee, ingeschreven poorter.

Doernicke, Geerit, smid uit Zierikzee wordt op 16 nov.1543 poorter te Antwerpen ( uit: Zeeuwen te Anwerpen)

Duerwel, Adriaan Janse, grofsmit, geh. met Neeltje Willems, zij maken op 11 maart 1660 een huwlijkscontract. (3989)

Dulmen, Jan van, mr.smid. Vissersdijk; voor 1723; 1745 aan Corn. Stroo; in 1747 v.Es Op 3 juli 1723 maakt hij een testament op langstlevende met zijn vrouw Catharijna van Rosenburgh, hij woont dan op de Visserdijk buiten de Zuidhavenpoort.(4100-32) In 1730 wordt Jan van Dulme betaald voor gedaan smidswerk op de hofstede onder Botland van de fam.Mogge.(v.d.Lek de Clercq, 465-H222-39) Als mr.smid op de Vissersdijk betaalt hij 10 schelling familiegeld in 1735.(36951) Op 29 jan.1738 verkoopt meestersmid Jan van Dulme aan Willem de Witte een huis en erf op de Schuithaven. Belend O.en N. Willem Locker, zuid de straat. (3855) Op 18 juni 1740 maken Jan van Dulme en zijn ziekelijk te bed liggende vrouw Jacomijntje van Zetten een testament op langstlevende.(4136-41) In 1742 onvangt hij £1-13-0 uit de boedel van de wed Lena Kers-Metselaar.(4651-11)

238

Op 6 feb.1745 transporteert meester hoefsmid Jan van Dulmen aan Cornelis Antonisse Stroo een huis, erf, smidse en schuur aan de Z.zijde van de Vissersdijk; belend O. Henr.Vergijl, W. de straat, Z. ’t aanpad, N. de haven.(3857) Op 2 aug.1747 verklaard schipper Aalbert van Es, geh. met Jacomijntje, de wed. van Cornelis, schuldig te zijn aan mr.smid Jan v.Dulmen, de som van £283.6.4 op een huis, erf, smidse en schuur op de Vissersdijk zoals verkocht op 4 jan.1745 voor notaris W.Breekpot.(3857).

239

E

Eijck, Adriaen van, 25 mei 1705, meestersmid, verkoop van een schuit voor 1587 gulden en 10 stuivers, samen met koopman Carel Pieterse. Raze 4069-4/62.

Eijnden, Joos Fransz. van, alias Joos in de raemen, geboren te Antwerpen, grofsmid en lijndraaier. Joos wordt veroordeeld wegens diefstal, inbraak en landloperij, om buiten de stad te worden opgehangen

Emelisse, Jan Cornelis van, smid, begraven te Zierikzee op 3 aug.1556.

Ende, Willem Frederik van den, geb.15 aug. 1885 te Zierikzee, zoon van Pieternella van den Ende; NH. In de per.1881/1914 smidsknecht, woont in Z.zee op C-151>175>D-430; De familie gaat mei 1886 naar Rotterdam. Vestiging in Zierikzee dec. 1909. Huwt 14 maart 1906 te Zierikzee als lantaarreperateur. Hij is in de per. 1914/38 eerst smid( 1919),dan rijwielhandelaar, Lange Groenendaal D73>60; Venkel 173; Lammermarkt B-270. Geh. met Cornelia Krijger, geb.17 maart 1882 te Brouwershaven.

Engels, Judocus, smid, zoon van Lodewijk Engels en Anna Lokker.geb. ca. 1795 te Zierikzee. geh., 22 jaat oud, op 15 nov.1817 te Noordgouwe met de 19 jarige arbeidster Isabella Verseput., geb. ca. 1798 te Zierikzee, overl. Ca. 1815 bij smid Paulus Dekker op Noordgouwe. Woont op nr.33. In 1822 te Zierikzee, smidsknecht; in 1838 smid.

Essen, Dirk van, smid, 20 jan.1662, heeft zich misdragen, 3 keer komt de schout.(3850-9)

240

F

Faesse, Geeraert, smid. Op 30 maart 1632 neemt Janneken Jansdr., eerder de wed.van Johannis Feijen, op zich, om hun 5 jarig weeskind Faes Geeratsse te onderhouden, samen met haar broer Frans Jan Doensse. Namaag? van vaderszijde van de wees was Jacob Adriaensse, smid.

Feijen, Johannis, smidsbaas. Op 31 mei 1809 is zijn vrouw Johanna Buijze samen met smidsknecht Cornelis Boogaardt, allen te Zierikzee, getuige bij een opgestelde verklaring over het slaan van het zoontje van Pieter Koevoets.(4340)

Feijen, Petrus Johannis, sk. te Zzee, zoon van Lambertus Feijen en Elizabeth Dekker., geb. 20 oct.1769 te Lille of Steenbergen, overl. als hoefsmid op 23 mei 1813 te Zierikzee, 44 jaar. In 1797 als ongeh.op lijst Mog. Dienstpl.1797. Woont E-92. Op 26 oct.1801 wordt er een hypotheek afgesloten door hoefsmid Petrus Johan Feijen bij Pieter van Elsbroek van 800 gld.op het huis en smidse op de St.Anthoniusdam waar Petrus nu woont. Op 26 juli 1802 wordt de zekerheid verhoogd met alle smids- en paardemeestergereedschappen waaronder 2 blaasbalgen, 2 aambeelden, 1 slijpsteen, div. hamers en tangen en een paardemeesterkast met alle gereedschap.(4301) Pieter Johannis Feijen betaalt in 1811 patentrecht als hoefsmid. In 1809 is Jan Walink geld schuldig aan Petrus Joh.Feijen en zijn vrouw Catharina Suijn. Op 7 april 1813 maken hoefsmid Petrus en zijn vrouw Johanna Buijze hun testament, hij is ziek ; op A-35. (not.Rijcke)

Findsom, Thonis, smid wonende te Zierikzee vraagt op 26 nov.1903 vergunning om een smederij van 9,5 x 3,75 mtr. meter te richten in de Minderbroederstraat A-155, wijk B-219.

Fonteijne, Jacobus Johan, hoefsmid, zoon van Marinus Fonteijne en Adriana Keukelaar, geb. 25 oct.1843 te Zierikzee, NH. Geh., 21 jr.oud, op 29 maart 1865 te Z.zee met de 28 jarige particuliere, RK., smidsdochter Anna Gilden, geb. 25 jan.1837 te Kerkwerve. Zij wonen in de per. 1865/91 in den Hem A-52, oct. 1874 gaan ze naar Goes, na terugkomst op Vissersdijk D-554>D-587>D-552.. Zoon Marinus geb. 25 feb. 1869 te Zierikzee.

Franken, Anthonius, smid, zoon van Vincent Franken en Joanna van de Leur, geb.8 juli1798 te Princeland (NB), overl. 22 oct.1857 te Zierikzee, 59 jr.oud. RK. 1e Huw., slotenmaker, 25 jaar oud, op 30 juli 1823 te Zierikzee met de 46 jarige (wed. van Pieter Buijze), Anna van den Broeck. 2e Huw. 39 jaar oud, op 1 nov.1837 te Zierikzee met de wed. Maria Conrarda Kleijsse. Op 3 feb.1824 is hem consent verleend voor een smidsvuur; dat wordt in 1842 gecontroleerd. In 1843 woont hij op A-372, hij is grofsmid tevens slotenmaker, volgens een enquette mogelijk 1 à 2 knechts. Op 9 maart 1854 staat er een advertentie in de Nieuwsbode: “Terstond gevraagd een smidsknecht, onverschillig van welken godsdienst, maar bekwaam voor zijn werk, zowel aan den Bank als in het Vuur”. Op 23 mei 1855 tekent Franken een schuldbekentenis voor f.253,- voor geleverde goederen door Marcus Enthoven uit Rotterdam. Als onderpand is er een eerste hyp.op een woon-winkelhuis met erf en smidse aan de noordzijde van de Oude Haven sectie A-614 (of 114 of 414?) en A-584. (AQdJvdHalen) In nov.1857 zal volgens een advertentie in de Nieuwsbode “ten sterfhuize van wijlen A.Franke worden verkocht: Colom-en Sledekachels, Haardstellen, Stook-en Smidsgereedschap, waaronder 2 blaasbalgen en een aambeeld; IJzer en eene groote partij Galanteriewaren”.

241

Idem: “Op 22 jan.1858, verkoop ten verzoeke van de minderjarige dochter van wijlen A.Franke van “Woonhuis en Erve en gevolgen, Oude haven A-372, sectie A-584; en een Huis en Erve en gevolgen, zijnde een florrissante en goed ingerichte Smederij, tevens dienstig als Woonhuis, Oude Haven A-380, kad.sectie A-614”. ADRES: Per. 1826/30 Oude Haven N-zijde A-380 smederij; ze wonen op A-381>A-379. Per. 1831/42 smid, woont Oude Haven N-zijde, A-372; Maria dan winkelierster. Oude Haven A-372 in 1844; A-380 in 1857, Anthonij Roothart is er smidsknecht, wonende op A-381; als Anthonius naar A-379 gaat, wordt hij hoofdbewoner, met Kornelia Buijze en 3 kinderen.

Fransz., Jan, smid uit Noordgouwe, 7 dec.1508, poorter te Z.zee.

242

G

Gans, Cornelis, grof-en hoefsmid, zoon van Johannes Gans en Johanna de Graaf, geb.24 oct.1798 te Zierikzee, overl.21 aug 1865 te Zierikzee, 66 jaar oud. Ger. 1e Huw., 27 jaar oud, op 3 mei 1826 te Zierikzee met de 27 jarige RK dienstbode Johanna Willemina van der Kloot, geb. 17 oct. 1798 te Zierikzee, overl.1 juli 1840, 41 jaar oud. 2e Huw., 42 jaar oud, op 4 nov.1840 te Zierikzee met de 49 jarige arbeidster , wed. Van Jan Kaan, Marina Abrahamse, 49 jaar, geb.1 april 1790 te Ouwerkerk, overl.30 sep.1849 te Zierikzee, 58 jaar oud. Bijz.: Op 2 oct. 1840 koopt Cornelis Gans ondershands het huis, erf en hoefsmederij in de Zuidwellestraat B-274, sectie A-201 ter inhoudsgrootte van 1 roe en 6 ellen (ca.18 m2) waarop hij op 4 jan.1841 van Anthonij Paulusse f.400,- leent tegen 5%. (not.D.Q.de J.v.d.Halen) In 1842 leent de Gans f.700,- van koopman Willem Jac.ten Cate uit Goes met als onderpand zijn huis met smederij in de Zuidwellestraat en een huis dat hij onderhands gekocht heeft van Cornelis Kosten op 2 oct. 1840, Zuidwellestr. B-297, sectie A-14 op 203 m2.(Ermerins 1075) In 1843 hoefsmid zonder knecht op B-274. (bedrijfsenquette) Op 18 dec.1852 leent de smid Corn. Gans van rechter Mar.Schuurbeque Boeije f.800,- op een huis met schuur, erf en gevolge aan de westzijde vande zuidwellestraat B-292, 293 en 294, de sectie’s A-979 en 980, groot 11 roeden en 84 ellen, dat Gans op 8 dec.1852 met een akte van cessie heeft verkregen. (zelfde not.Ermerins) Omdat Cornelis niet aan zijn verplichtingen voldoet van een hypotheek van f.400,- die hij op de smederij heeft, komt er een advertentie in de Nieuwsbode: 18 juli 1857 “Notaris M.J.Ermerinus zal verkopen voor principalen de Hoefsmederij annex Woonhuis en Erve, benevens Smitsgereedschappen en gevolgen. Zuidwellestraat B-274; kad.A-201.” De smederij wordt voor f.600,- verkocht aan Theodorus van Aken, een smidsknecht uit Ouwerkerk, die er maar f.300,- op hoeft te lenen.(D.Q.de Jonge v.Halen) Nieuwsbode, 23 aug.1857: “Cornelis Gans, Smid in de Zuidwellestraat sluit. Hij verzoekt beleefd aan degeenen die hem geld schuldig zijn, zoo van vroeger jaren als van de laatste tijd, mij dezelve te willen voldoen, opdat ik daardoor in de gelegendheid zou gesteld worden om ook mijne schulden te kunnen betalen”.(Nieuwsbode) In oct. 1857 richt Cornelis Gans, wonende in de Zuidwellestraat een verzoek aan B en W van Zierikzee om een smidshaardstede te mogen oprichten in een vrijstaand pakhuis aan de westkant van de Zuidwellestraat, wijk B nr.293. Cornelis wil er kachelwerkzaamheden verrichten. De brandweer gaat accoord, mits er geen gewone of uitgebreide ijzersmederij in het pand komt. (corresp. Z.zee; 1857 nr. 1775) ADRES:; Per. 1826/30 St. Antoniusdam A-70>B-274. In 1831/43 op nr.Zuidwellestr. B-274 ;kad.A-201 in 1857. In per.1844/50: Zuidwellestraat B-294; gaat in 1852 naar B-273, Zuidwellestraat B74 Zoons: van Johanna: Jan, geb.27 feb.1827 te Zierikzee, overl. op 14 feb.1859, smid te Terneuzen, 31 jaar oud. Herv. Geh. smidsknecht, op 23 april 1851 te Zierikzee met de 19 jarige melkboerdochter Janna Helena van den Hoek, geb.1 aug.1831 te Kerkwerve, overl. Bijz.: Gaat juli 1844 naar Dirksland 1852: B-274>273 Gaat juli 1855 van Zierikzee, Zuidwellestraat B-485, naar Terneuzen. Als op 26 mei 1859 te Terneuzen een kind van 13 dagen oud overlijdt, is Janna: Grof- en Hoefsmederes (Jan is 3 maanden daarvoor overl.). Bij het overl. van hun 15 jarige zoon Cornelis op 12 juli 1866 te Terneuzen, is ze de huisvrouw van smid Jacobus Moggre.

243

Gaveren, Lieven van, mr.smid te Brouwershaven?,(daar niet gevonden), is op 9 april 1703 medeborg als molenaar Hendrick Stoffelse de windmolen huurt van de Heeren van Brouwershaven.( 4068/3; 4068/45) Op 24 feb.1707 maakt Lieven samen met zijn vrouw Maetie Jans een testament; zij heeft al een zoon Pieter Sijnskerck.(4070-28) Over 1708 wordt door de gemeente Z.zee £5.10.- betaald voor smidswerk.

Geelhoed, Jacobus, sk. geh. met Jacoba Brouwer; woont Schuithaven, hoek Moggestraat; A-5 maakt 5 sep.1812 testament.

Geerards, Stoffel, geh. met Op 18 oct.1747 legateert Francina Cornelis £ 100.-.-aan haar nicht Johanna Godijn, die dan de vrouw is van Stoffel, smid in de stadsmisse van Zierikzee.(4105- 143) In 1746 staat bij de stadsuitgaven van Z.zee een bedrag van £10-4-0, wegens het maken van een nieuwe brandspuit, aan stadsfabr.Bartel van Es en stadssmid Stoffel Frij. (dezelfde?) (de Vos 73)

Geeritse, Jan, smid. Op 4 april 1684 gaat hij accord over de verzorging van het weeskind van zijn neef Jacob Thomasse Tack, wiens vrouw Tannetje Dingemans is overleden. (4032-120)

Gelijnse, Pieter. Op 5 dec.1707 verklaart mr.smid Pieter Geleijnse dat hij Maetje Franse heeft gekend.(4079)

Gelijnsz., Hubrecht, de smit, neemt op 18 april 1551 op zich om zijn 2 weeskinderen te onderhouden: Gelijn, oud 9 jaar en Adriaen, oud 7 jaar. Hun moeder was Lievana, Jan Cousijn’s dochter; zijn tegenwoordige vrouw was Geijle, Jan Joese’s weduwe. Als zekerheid stelt hij zijn beide aanéénstaande huizen in de St.Jansstraat binnen deze grenzen: de straat ligt ten oosten, Pieter Jansz., smit, westaf, en Pieter Jansz., platijnmaker west- en noordaf. (Uit aantek.over zegels)

Gelon, Huge, smid, wordt 3 juni 1532 ingeschreven als poorter te Zierikzee, hij komt uit Middelburg.(P.boek 3)

Geluk, Gerrit, zoon van landbouwer (op Pythagoras) Pieter Cornelis Geluk en Catharina Jobina Kooman, geb. 10 nov.1908 te Nieuwerkerk, overl.15 maart 1987 GK. Hoefsmid, Later heeft hij een kegelzaal. !e Huw., met Neeltje Jannetje Evertse, geb. 17 jan. 1911 te Kerkwerve, overl.19 oct.1961. 2e Huw. met Jannetje van Zutphen, geb. 15 juni 1916 in Schiedam, overl. 1 nov.1982 te Z.zee. Gerrit komt apr. 1929 van Oosterland naar Zierikzee; Prov. Straatweg D-556a. Een advertentie vermeldt dat A.J.Mattijsse het geachte publiek van Zierikzee en omstreken bedankt, en dat per 1 jan.1929 de ZAAK is overgedaan aan G.Geluk. Dec.1936 besteed Mr.smid G.Geluk het afbreken van de bestaande woning en het bouwen van een nieuw pakhuis met bovenwoning aan. Mei 1937 krijgt Geluk toestemming tot het plaatsen van 2 electromotoren op sectie F-737. Zoon: Piet geb. 1 oct. 1935; hij zet de zaak niet voort.

Keijzer, Johan de werkte ong. 40 jaar bij Geluk. Deurlo, Piet , geb.2 dec.1939 werkte daar samen met deKeijzer van ca.1955 tot 1960. Deurlo werkte van 1953 tot 1955 bij Eliza Saman, hij vertrekt ca.1960 samen met de Keijzer naar Jan Bolle tot ca. 1965.

Gevaertsz, Hans, smit, geb. te Loven (Leuven?).

244

5 maart 1568: Hans heeft geweigerd, samen met een paar Belgse vrienden, de eed van trouw aan de Graaf van Zeeland af te leggen; ze krijgen een boete en worden voor drie jaar uit Zeeland verbannen. (de Vos, uit waarh. boeken)

Gijnck, Jacobus van, Op 23 feb.1735 verkoopt Anna Marinusse Verdiens, de wed. van Adriaan Cornelisse Stoel, aan Jacobus van Gijnck een huis, erf met een smidse daarnaast, aan de westzijde van de Korte Nobelstraat; belend oost de straat, west Jan Kempe, zuid Frans van Doorn en noord Adam van der Sprang. Jacobus neemt hiervoor een lening groot £400.-.- van Cornelis Visser met huis en smidse als onderpand. De weduwe van Pieter van Gijnck toont en lost de lening af in aug.1754. (3855-41en 42) Op 24 juli 1754 verklaard meestersmid Jacob van Ginck £350,-,- schuldig te zijn aan Elisab.Pieterse van Gilst, wed. van Leendert Pieterse de Witt, op een huis, smidse en erf aan de W.zijde van de Korte Nobelstr., belend O.de straat, W.Jan Kemp en Berbijl van der Jagt, Z. Pieter Schreij, N. Berbijl van der Jagt; deze schuldbrief is op 1 mei 1779 geroijeerd.(3859)

Gijnck (ook Genk), Pieter van Op 29 juni 1777 verklaard Pieter van Genk dat hij £100.-.- schuldig is aan Cornelia Welling, de wed. van Mar. Zeghers over een obligatie van 19 feb.1766; op zijn huis,erf en smidse aan de W.zijde van de Korte Nobelstraat, belend O. de straat, W. en N. Berbijl van der Jagt, en Z. Jan Krouwer. Deze brief is vertoond door Pieter Nelemans, ontvangen de som van 1500 gld. zijnde de verkoop van het huis en de smidse op 1 mei 1779. (3864) Op 3 mei 1779 is er een openbare verkoping door Pieternella van Heerzel, wed. van Pieter van Genk van de smidse enz.; op 20 mei 1779 transporteert Pieternella het huis, erf en smidse aan de W.zijde van de Korte Nobelstraat, belend W. en N. Berb. v.d.Jagt en Z. Jan Krauwer aan Jan Babtist Soveijn. Het transport is op 20 mei1779.(3864) Op 29 juli 1779 wordt door Cornelia Welling, wed van Mar.Zeegers, een schuld van £ 219.11.9 kwijtgescholden aan Pieternella van Genk; zij moet wel haar leven lang 3% rente betalen; kennelijk had de verkoop van de smederij niet voldoende opgebracht om de schulden te betalen. (4273-117)

Gilden, Jacobus, hoefsmid, zoon van Marinus Gilden, hovenier, en Jozina Neijsteeg, geb. 7 feb.1834 Zierikzee; overl. 8 april 1869 te Zierikzee, hoefsmid, 35 jaar oud. Geh., 25 jaar oud, op 22 juni 1859 te Zierikzee met dienstbode Maria Ammelberga Troch, geb.3 nov.1836 te Zierikzee, overl. 22 jan.1900 te Zierikzee. Jacobus wordt 1 feb.1862 ingeschreven te Zierikzee als smid, wonende in de Lange Nobelstraat A-155, later in de St.Domusstr.D-273. Jacobus gaat sep. 1863 naar Bergen op Zoom; Maria gaat als ”verlaten vrouw” dec. 1864 naar Schore en Vlake, waar ze 18 oct.1865 haar derde kind krijgt. In oct. 1866 komen ze beiden terug en krijgen nog drie kinderen, die jong overlijden; ze wonen in 1866 in het Korte Groenendaal D 459. Op 20 jan.1868 koopt Jacob het pakhuis uit de erfenis van zijn vader, (die het op 18 mei 1838 kocht). 25 sep.1868 verkoopt Jacob Gilden, smid te Zierikzee, een pakhuis ingericht als smederij aan de Westzijde van de Lange Nobelstraat A-31; sectie A-843 groot 20 ellen voor f.250,- aan Pieter Lemson, hoefsmid te Zierikzee. (not.Ermerins) Maria hertrouwt op 26 juli 1871 met de 35 jarige metselaar Anthonij Bossaert.

Gillesz., Johan Cornelis, smid uit Nieuwerkerk, wordt 9 jan.1545 poorter te Z.zee.

Giljamse, Samuël Everardus ,

245

Op 3 dec.1862 verkoopt hoefsmid Cornelis Padmos te Zierikzee aan Samuël Everardus Gilijamse, smid, gewoond hebbende te Nieuwerkerk, thans te Zierikzee, een dubbel huis, gedeeltelijk hoefsmederij met daarachter staande schuur en erf, Vissersdijk D-555, met de daartegenover staande noodstal of travaille, belast met een rente van f.2,40 per jaar door de gemeente Zierikzee, sectie F-301, voor f.2800,-. Giljamse leent f.2400,- van Dina v.d.Maas, de wed. van Hubr.v.d.Bout.(not. D.Q.de Jonge van Halen)

Goettsch, Dirk Louwrens, smidsknecht, geb.17 juli 1904 te Zierikzee. Hij woont bij zijn ouders (1914) Roode Dorp B-140; hij gaat van mei 1924 tot jan.1929 naar Serooskerke en gaat juli 1929 naar Rotterdam.

Goettsch, Willem, smidsknecht, broer van Dirk, geb. 5 feb. 1895 te Purmerend, komt maart 1917 uit Arnhem naar Zierikzee en gaat mei van dat jaar naar Rotterdam.

Gordijn, Johannis, grofsmid te Zierikzee, is op 27 feb. 1720 getuige bij testament van Jacobus van Alphen en Barendijntje Huijbregts.(4099-17)

Gordon, Jan, smid te Zzee, op I-46, geb.ca.1765, (lijst Mog. Dienstpl.1797)

Graaff, Willem Johannes de, zoon van ontv.der dir.belasting Willem de Graaf en Neeltje Heertjes, geb.27 oct.1819 te Breda. NH. 1e Huw., smid, 29 jaar oud, op 23 mei 1849 te Zierikzee met de 24 jarige particuliere Maria Slegt, geb.7 mei 1825 te Zierikzee, echtscheidingsakte 20 mei 1865 te Zierikzee. 2e Huw., 47 jaar oud, op 7 nov.1866 te Zierikzee met Elizabeth Enzlin, geb. 14 feb. 1839. Zij komt in 1875 van Rotterdam terug in Zierikzee. Willem werkt en woont als smidsknecht op D-351 bij Jan Arends in de per. 1844/50; hij gaat naar C-455. Op 18 juli 1849 verkopen de erven J.Arends: 1e: Huis, erf en smederij op D-351, sectie B-163 groot, 1 roede, 11 ellen; 2e: Een pakhuis als huis en erf op C-265, sectie B-144, groot 55 ellen, aan W.J.de Graaf. (smid Arends is in mei 1849 gestoven, van maart 1846 tot feb. 1849 werd de zaak al gedreven door J.Seijlders). Op 3 april 1850 leent mr.smid W.J.de Graaff er f.1200,- op van mr.wagenmaker J.v.Splunder uit Ouwerkerk (CvdLdC) Nieuwsbode 16 aug.1865 “Notaris C.v.d.Leck de Clerck vraagt of iemand nog iets te vorderen heeft van de Graaff, smid te Zierikzee. Willem en Maria zijn gescheiden dus moeten de bezittingen verdeeld worden. Op 4 sep.1865 zal dezelfde notaris ten overstaan van Willem en Maria trachten te verkopen: !e: Een woonhuis en erf, zijnde een smederij in de Korte St.Janstr., sectie B-163, groot 111 m2 dat met 2 blaasbalgen, 2 aambeelden enz. door Willem wordt gekocht voor f.1001,-. 2e: Het pakhuis op B-144, groot 55 m2 wordt voor f.500,- verkocht aan barbier A.Bokstal. 3e: Een pakhuis op sectie B-727 groot 152 m2 wordt voor f.250,- verkocht aan J.Koetscheit. 4e: Een huis in de Pieterceliestraat, op sectie B-103 gaat voor f.450,- naar C.Koevoets. Op 21 nov.1865 leent Willem f.350,- van notaris C.v.d.Lek de Clercq tegen 5%; het is een tweede hypotheek op het huis en de smederij op sectie B-163, groot 1R.5E. (Ermerins) Op 23 jan 1873 staat er een advertentie in de Nieuwsbode:” W.J.de Graaf bericht zijne geëerde begunstigers dat hij zijn smederij heeft overgedaan aan mr.smid Pieter Paulussen uit Zierikzee, en is hij dankbaar voor het vertrouwen dat hij zovele jaren heeft mogen genieten”. Op 21 feb.wordt de akte van verkoop opgemaakt, het huis met erf waarin een smederij wordt uitgeoefend, staande in de Korte Sintjanstraat sectie B-163, groot 111 m2 wordt verkocht voor f.2000,-. Eerder verkregen bij publieke verkoop op 4 sep.1865, zelfde notaris.(vdLdC)

246

Op 20 feb.1873 verkoopt Willem Johannis de Graaff, smid wonende te Zierikzee voor f.800,- aan winkelier Abraham de Vos een pakhuis met erf in de Korte Sintjanstraat, sectie B-144, groot 55 m2 dat hij op 4 sep.1865 gekocht heeft. (vdLdCl) Willem gaat maart 1873 naar Rotterdam. ADRES: Korte St.Janstraat, D- 351 in 1865. Seijlders woont St. Domusstr.C-345(per1850/62)

Graenje, Abraham de, mr.smid, is getuige op 21 nov.1666 samen met Cornelis Granje zoals ze zelf tekenen.(3990-72) Op 19 maart 1686 is smid Abram de Grainge getuige bij de notaris.(3995-57) Abraham is ook getuige op 8 nov.1696 (4085), op 5 feb. en 7 juni 1700 (3595), en op 10 jan.1701.(4067-6) In 1701 betaalt Abraham, smidt in de Minnebroerstraete “cleijn”familiegeld”.(511- 50951) Op 23 juli 1706 compareren de volgende bestuurders van het smidsgilde ( niet allen zijn smid, er zijn ook tinnegieters, enz.) voor notaris Cornelis Haijman: Machiel Limburgh, deken, en Isak van Zetten, Abram de Granije en Cornelis de Vos als ommegangers, allen uit Zierikzee. Ze hebben ijzeren voorwerpen gecontroleerd die uit Rotterdam hier aan de molen zijn geleverd en ze onbekwaam bevonden .

Graenje, Cornelis Pieterse de, smid. Op 28 sep.1606 in de St.Jansstraat, in “de Vergulde Sleutel”, getuigenis.

Graenje, Johannis, smid en poorter van Z.zee is getuige in 1651 en 1654 bij notaris van den Bosch.(3989-76, 113, 126 en 138); in 1658als smid,(3992-166); en samen met Abraham op 11 mei 1667.(3990-96); getuige op 6 jan.1669.(3990-132) Op 16 aug. 1639 is smid Johannis de Graenge zwager van de 3 weeskinderen van Maria Pelle, de weduwe van Abraham van Putte. Graenje, Cornelis en Johannes, smeden, tekenen als getuige in div. not. akten; vanaf 18 april 1668; smid poorter Johannis vanaf 19-10-1665. (3990) Cornelis op 3 jan.1668.(3990-107) en 14 apr.1670(3990-161) In 1647 wordt Corn.de Graenje betaald voor werk aan de kerk van Kerkwerve en van Ouwerkerk.(rekenkamer) Op 1 febr.1696 werd Jan Cornelis Graenge aangesteld als kerkesmid van de St.Lievens- Monsterkerk. (de Vos 71/8) Op 17 juli 1726 is Johan Granje, mr.smid, getuige.(4062-64) Notitie over vrouw of moeder Maria van Cralingen in 1654 en op 27 dec.1660; vader was Henri. (3989/421) Gezien de tijd zijn er waarschijnlijk twee Johannissen geweest!

Graenje, Willem de, Is op 6 nov.1688, kleinsmid, getuige.(4026-221)

247

H

Haaken, Mattheus Doris van; Op 1 dec.1794 verkoopt Cornelis Janse Lijns aan Mat.D.v.Haaken een huis, hoefsmederij, schuur, hof en gevolge op de Vissersdijk , belend: oost Dirk van der Maas; west en noord de straat; zuid de weg; de schuur belend: oost de straat; west de weduwe van der Water; zuid de weg; en noord Pieter Hoffman; het hof belend: oost Johannes Rompa; west Jacob Letzer; noord de straat; en zuid dhr. Prieswijk. (zegels)

Harmansse, Leendert, mr. smid wonende op de Scheepstimmerdijk, Op 15 juni 1658 laat Francijna Lodewijcxs huisvrouw van smid Lenart Hermanse een zwart lakense mantel zien met fluwelen schouders die volgens haar 32 gulden waard is; de kleermaker zegt dat het geen nieuwe is, dus minder waard.(3992-117) Op 6 oct.1673 verklaren Leendert Harmanse en Adriaen Stoffelse, twee smeden die op de Heunaertsdijk wonen, dat ze baljuw Cornelis de Witte met geweld de zoutkeet van Pieter Dringe hebben zien binnengaan.(3998) Op 24 oct.1675 verkoopt mr. grofsmid Leendert Harmansse te Z.zee aan Machiel Souburg een huis, erf en gevolge in de Potstr. voor 1050 Car.gld; belend O.Jac. de Jonge; W Iman Meertense; Z. de Straat; N.erven burg. Rochus Hofferus.(4007-231) Op 18 mei 1676 is Leendert Harmanse, smid, getuige.(4008-14) Op 12 dec.1682 wordt een akte opgemaakt waarbij dochter Janneke Leenderts genoemd wordt; getuige is smid Jan Willemse.(4004-277) Op 20 mei 1686 werken Harman Leendertse en Adriaen Stoffelse, beiden grofsmid te Zierikzee, samen om het ijzerwerk te maken voor het oorlogsschip “Tholen”, werk dat eerst gegund was aan Stoffelse. (4033-74;foto’s). Op 30 dec.1693 protesteert H. van Noemer,de boekhouder van een nieuw te bouwen hoekerschip dat de 4 nieuwe ankers niet op tijd zijn geleverd door Herman Leenderts, mr. grofsmid op de Schipstimmerdijk. Herman antwoordt `Ik zal ten eersten aen de anckers gaen wercken”. Op 27 jan.1696 maakt Leendert Hermans, mr. smid wonende op de Scheepstimmerdijk, ziek te bedde liggend, een testament. Hij laat het huis en de (smids)winkel met de gereedschappen enz. aan zijn zoon, mr.smid Herman Leenderts.(4028-228) (zie aldaar)

Heck, Willem Jacobus, smidsknecht, geb.1 jan.1899 te Zierikzee, bij zijn ouders Verrenieuwstr. B-124, NH, hij gaat van mei 1916 tot nov.1918 naar Puttershoek; van sep. 1919 tot aug.1922 naar Rotterdam; hij gaat nov.1923 naar Epe.

Hendrikse, Henrikus, smid, zoon van Pieter Hendrikse en Anna van den Bliek, geb. ca. 1802 te Zierikzee, huwt, 34 jaar oud, op 3 feb. 1836 te Zierikzee met hoveniersdochter Anna Ango, 27 jr. geb. ca. 1809 te Zierikzee, werkvrouw in 1870.

Hermansz., Leendert Op 6 juli 1707 is smid Leendert Hermansz. getuige bij een relletje in café ‘t Groenewout buiten de havenpoorte.(4077-188) Op 7 aug.1708 legt mr. smid Leendert Hermans een verklaring af: Hij voer met beurtschipper Jan Lievense van Dordrecht naar Zierikzee toen schipper Cornelis Van Breda voor de haven van Oude Tonge een schip heeft geramd. (4030-195) Op 18 nov.1708 maakt Leendert met zijn vrouw Maria Kerkers een testament op langstlevende. (4070/221). Op 1 jan.1713 is smid Leendert Hermansz getuige bij het opmaken van een testament, hij tekent als Leender Harmanse.(4097) In 1914 is Leendert Hermanse deken van het smidsgilde.

248

Op 19 nov.1914 wordt er een verklaring opgemaakt omdat getuigen gezien hebben dat Leendert ruzie maakt met Adriana de Jonge, de vrouw van Zacharias de Boot, net buiten de Scheepstimmermakerspoort, en ze hebben gehoord dat hij haar heeft uitgemaakt voor een duivels beest en een hoer. Op 18 maart 1717 komt Jan Adriaense in de smederij van Leendert Hermansz.(4098)

Hermanse, Lodewijck, smid, Akte 10 nov.1657 over werk aan schip, er wordt een bijlbrief gemaakt. (3992-49)

Hermansz, Pieter, op 11 feb.1596 verkoopt hoefsmid Pieter aan Ieman Telle Rengers een hof met toebehoren bij de Watermolen voor £2.6.8. (3851C)

Heusden, Cornelis van, smit; zijn weduwe heeft op 19 sep.1657 een kwestie met de buurman Corn. Verhelle over de afloop van water (zie ook Jan Constantse, smid) (3992-31en 32)

Heusden, Pieter van, smid. Op 27 aug.1667 is Pieter getuige bij een akte.(3990); idem 2 sep.1669; en 31 dec.1669.(3997); idem 30 sep.1683(4004-343) Op 30 sep.1683 verkopen Leendert Lievense Decker en Maerten Vijnch als voogden over de wezen van smid Pieter van Heusen aan koopman Cornelis Poppe zeker huis, erve en gevolge aan de zuidzijde van de Oude Haven tussen equipagemeester Boeije en Pieter Cornelisse voor 96 pond. Op 27 maart 1687 verkoopt de voogd van zijn kinderen voor hen een huis aan bakker Adr.v.d.Meijde uit Z.zee.

Hillebrand, Anthonij, smid, zoon van Christoffel Hillebrand en Cornelia Kip, geb. ca. 1815 te Zierikzee, overl. 2 mei 1840 te Zierikzee, ongehuwd.

Hit, Leendert van der, smid, Scheepstimmerdijk, Op 23 jan. 1721 wordt er bij de notaris een insinuatie opgemaakt omdat mr.smid Leendert van der Hit in gebreke blijft: hij moet het ijzerwek voor een hoekerschip leveren. Leendert zegt dat hij er mee bezig is. (4085/97 en 99. Op 10 oct.1725 verkoopt Leendert, grofsmid op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoort aan Cornelis van der Water zijn smidse, huis en erf met gevolge voor £ 233.13.4 met nog £ 100.-.- voor de gereedschappen; de koper neemt het nieuwe ijzer en de kolen over voor de koopprijs, het oude ijzer voor 1 stuiver per pond; het werk aan de nieuw te bouwen schepen wordt voor door de koper overgenomen voor dezelfde prijs als beloofd door de verkoper.(4100-190) Weduwnaar Leendert maakt 20 dec.1725 huwlijksvoorwaarden op met Elisabet van der A.(4100- 201); ze maken op 12 maart 1726 een testament op langstlevende; beiden gezond. (4101-14)

Hoelands, Adriaan, geb. ca. 1782 te Zierikzee, overl. 25 juni 1813 te Zierikzee, 31 jaar oud, geh. als smid, met de dochter van slotenmaker Gerard de Braal, Willemina de Braal, geb. ca.1784 te Zierikzee, (zij hertr. met zeilmaker Mart.v.d.Ende). Ze wonen in 1812 op B-433 in Zierikzee; hij is smid (forgeron). Hij werkt waarsch. bij zijn vader Willem want die is pas 60 als Adriaan overlijdt.

Hoelands, Willem; geb. ca 1751 te Hengstdijk in ’t land van Hulst, overl./begr. 11/15 dec.1821 te Zierikzee, 69 jr. oud. Ger. hoefsmid, zoon van Adriaan Hoelandse en Elisabeth van Wezel, Geh., op 15 maart 1780 met: Pieternella Kes, geb. te Zierikzee; beide wonende te Zierikzee geb. 16 april 1745 te Zierikzee, overl.6 jan.1833 te Zierikzee, 86 jr.oud. Van 1779- 1822 op de Lammermarkt, Baggershil. Op 2 dec.1779 wordt Willem ingeschreven als poorter te Zierikzee.

249

Op 1 dec.1779 koopt smidsbaas Willem Hoelands een huis en erf aan de Noordzijde van Baggershil (de Lammermarkt) nr. B-362 en een smederij aldaar aan de zuidzijde, nr. 229 van smidsbaas Johannes de Zutter. Willem blijft hierop 300 pond vlaams schuldig aan de Zutter. (3864) Willem Hoelands, smid, geb. te Hulst woonde aan de N.zijde van de Lammermarkt op B-263; in 1798 E-92; nu Johannis Muller, geb. te Bruinisse 9 sep.1788.(de Vos -50/212) Willem staat op de lijst van Mog. Dienstpl.te Zierikzee in 1797. 22 jan.1791 (H)oelands op de Lammermarkt krijgt toestemming om zijn travaille op de kleine steentjes te zetten; hij stond voor het huis, maar dat gaf schade aan het huis. (de Vos 50/212) In 1798 op nr. E-92. Voor in 1799 gedaan smidswerk krijgt hij £-.5.4 uit de boedel van Martine Tonisse Tjoeke, de wed. van Adriaan Cornelisse. (Kerkwerve, raze 4916-75) Op 19 mei 1807 maken smidsbaas Willem Hoelands en zijn vrouw Pieternella Kes een testament op langstlevende; getuigen zijn G.L.Sevenhuisen en Adr. Van Staalen Mz.(4305) In 1811 betaalt Willem patentrecht als hoefsmid. In 1812 en1819 smid op nummer B 263, Noordzijde van de Lammermarkt. Op 25 jan.1822 vindt de openbare verkoop namens Pieternella en haar schoondochter Willemina plaats van een huis en erf aan de Noordzijde van Baggershil (de Lammermarkt) nr. B-263 en een hoefsmederij over het genoemde huis aan de zuidzijde, nr. 229; wagenmaker Josef Lucas is de hoogste bieder met f.1000,-; Lucas verkoopt een paar weken later voor hetzelfde bedrag alles aan Hubregt Koevoet, smidsbaas wonende te Nieuwerkerke in Sch..(not.P.C.de Winter).

Hofman Johannes (Jan), Zoon van schoenmaker Hermanus Hofman (uit Pruisen) en Ida Huijsman, geb. 9 oct.1789 te Zierikzee, Luthers. Geh., smid, 26 jaar oud, op 8 mei 1814 te Zierikzee met de 35 jarige winkeliersterdochter Jacomina Helena de Vriend, geb. 27 jan.1779 te Zierikzee, overl. 20 april 1854 te Z.zee, Ger. Op 12 nov.1817 koopt Johannes, smidsbaas wonende in de Minnebroerstraat B-228 van winkelier Adriaan Strooband de panden Minnebroerstraat 231 en 232 voor f.250,- (not. Mrt.de Rijcke en hyp.bewaarders 1986/149) Op 22 juni 1817,’18,’21,’25, overl. een kind in Zierikzee, Johannes is dan smid. In 1819 op B-231, smid; nr. B-232 behoort aan ’t huis B-231 (smidse?) ( ook nr. 236 is smederij) Op 15 april 1820 is smidsbaas Joh.Hofman f.350,- schuldig aan Christina Batenburg, de weduwe van Joost Boer. Het is een tweede hyp. op twee naast elkaar staande huizen in de Minnebroerstraat, namelijk nr. B-231 en de smederij B-232. De eerste hyp. van f.250,- is van de winkelier Adriaan Strooband. Per. 1826/30 Eerst gehuwd, RK, maar zonder zijn vrouw op Korte St. Jansstr. C-117>B-82> Bleijenhoek Noordzijde B231 en B- 232. Er bestaat dan een smederij op huisnr.B-236=sectie A- 113; 42 ca. In 1830 wonende in het huis, staande aan de W-zijde van de Lange Nobelstraat, wijk A-31 vraagt hij toestemming:”Voor deszelfs Smederij een stookplaats te mogen oprichten behoudens de vereischte voorzieningen tegen brandgevaar enz.” Het antwoord: ”Het verzoek van den Supplaat te accorderen en denzelven mitsdien te aucteriseren in het huis wijk A-31 een Smitshaardstede te doen stellen zoo en op die wijze als door hem aan de Heeren Brandmeesteren is te kennen gegeven enz. enz.” ( Corresp. Zierikzee, 1830, blz.65) In 1832 is Johannes eigenaar van: huisnr. B-231 = sectie A-168, zijn woning, 141 ca., (Bleijenhoek, Lange Nobelstraat?), huurwaarde f.27,86. huisnr. B-232 =sectie A-169, smidse met erf, 52 ca., huurwaarde f.15,31, Minnebroerstraat, Noordzijde., 6 huizen terug van Slabberswerf. huisnr. B-335= sectie’s A-112, pakhuis en erf, 262 ca.; huurwaarde f.12,-.

250 huisnr.A-33= sectie A-841, huis en erf, 65 ca. met een huurwaarde van f 21,-. (Lange Nobelstraat.) In 1836 koopt hij een huisje, C-35 aan de Z.zijde van het kerkhof, naast het cholera-of ziekenhuis en vraagt toestemming om de bovenverdieping er af te slopen. (corresp. Zierikzee, 1836 nr.709) Op 27 oct.1836 houdt Johannes een publieke verkoop wegens afbraak die f.120,27 opbrengt.(not.Ermerins). In 1843 op B-231, grofsmid en slotenmaker, geen personeel. (bedrijfsenquette) Nieuwsbode 5 maart 1843: “Joh.Hofman begint zijn smidsaffaire Lange nobelstr. A-31, Maakt alle soorten burgerwerk”. Op 20 feb.1847 verkoopt smid Joh.Hofman 3 huisjes voor f.220,- aan de herbergier Cornelis Stevens. (vdLdC) Nieuwsbode 27 sep.1848 wordt geveild: “Woonhuis en erf, annexe Smederij met grove smidsgereedschappen. Minnebroerstraat. Sectie A-168 en 169, en een aanzienlijke partij smidsgereedschappen waaronder 2 zeer goede snijijzers, wijders kachels, oud-en nieuw ijzer”. Sep.1848 vertrekt hij naar Noord-Amerika. Op 6 sep.1848 leent Joh.Hofmans f.500,- van Marinus Doeleman op een paar huizen.(Ermerins) Op 10 oct.1848 wordt door winkelier Marinus Doeleman in opdracht van de naar Amerika geëmigreerde smid Johannis Hofman diens huis en erf op nr.168 groot 141 m2 en de smederij op A-169 groot 42 m2 verkocht voor f.200,- aan Willem Welling, hovenier te Zierikzee. Hofmans kocht dit eerder op 30 mei 1818 via notaris M.de Rijcke.(CvdLdC) Nieuwsbode 20 oct.1848: “Holtus opent zijn Smederij in het huis vroeger bewoond door J.Hofman in de Minnebroerstraat (Blijenhoek). Hij beveelt zich aan voor Kachels,Vuurhaarden, Stookgereedschappen en voorts alle mogelijke IJzer-en Slotenmakerswerk, van goede hoedanigheid en voor de minst mogelijke prijzen”. Zoon: Hermanus, korenmolenaar, geb. 21 oct.1820 te Zierikzee, overl. 30 sep. 1855 te Scherpenisse.

Hofman, Johannes Thomas, geb.1 dec.1840, overl. RK., de zoon van wasvrouw Rosetta Hofman (vader NN). 1e Huw., smid, 24 jaar, op 16 dec.1864 te met de de 24 jarige koopmansdochter Cornelia Proost, geb. 23 mei 1839 te Bergen op Zoom, overl. te Zierikzee op 26 maart 1879. 2e Huw., 39 jaar oud, op 24 dec.1879 te Zierikzee met de 44 jarige particuliere, wed.van Reinier Feijen Jeannetton Johanna Leunis, geb.12 april 1835 te Vlissingen, in 1881 de herbergierster van “Harmony”.(zie Feijen) 1877 Zierikzee, een levenloos kind. Idem op 16 maart 1879, moeder overlijdt 10 dagen later. Gaat feb.1883 naar Molenbeek; in oct.1883 naar Haamstede. Ze vertrekken sep. 1895 naar Rotterdam. Adres: In de per. 1866/1879 uit C-214 >C-272>B-405> C-116. In de per. 1862/91: Breestr.C-549; C-204; C-99. In de per.1881/1914: Balie-hoek Karnemelksvaart C-99b>B-482. Zoon: Johannes Thomas Hofman, geb, 3 sep.1865 te Zierikzee, overl. RK. Huwt, smid, 26 jaar oud, op 11 nov.1891 met de 23 jarige hoveniersdochter, zus van smid Gerardus Verkaart, Willemina Verkaart, geb. 19 jan.1868 te Zierikzee. Bij het huwelijk is Johannes smid, zijn vader smidsknecht.

Hofmans, Matthijs, smid te Zzee op M-144, geb.ca.1767, geh. (lijst Mog. Dienstpl.1797)

Hogenstein, Jan, smid, zoon van Johanna Hogenstein, geb. 29 feb.1824 te Zierikzee, overl.12 juni 1903 te Zierikzee, 79 jr. geh., 33 jr.oud, op 4 nov. 1857 te Zierikzee met de 33 jarige dienstbode Geertruida Braam, geb. te Zierikzee, overl. 16 jan.1908 te Zierikzee, 83 jr.

251

Holleman, Jan Tonisse, mr. smid, is getuige bij het opmaken van een testament.(3996-33) Op 10 jan.1668 is Jan Thonisse Holleman getuige bij het opmaken van een inventaris.(3997-2) Op 3 juli 1669 is smid Jan Thonisse Hilleman getuige bij een verkoop.(4002-79)

Holleman, Thonis Janse, mr. grofsmid, Verklaart op 28 nov.1663 dat zijn zoon Jan Thonis Janse Holleman en zijn dochter ieder een bedrag hebben gekregen bij hun trouwen; zoon IJman Thonisse Janse Holleman woont in Leiden en kreeg nog niets.(3996-108) Op 23 jan 1666 verklaart smid Thonis dat, nu zijn zoon IJeman in Leiden is overleden, zijn andere 2 kinderen: Jan, en Susanneke, die getrouwd is met Leendert Stoel, ieder nog 8 pond krijgen. (3996-117 en 118)

Holtus, Frederik Everhardus, smid, zoon van bakker Willem Holtus en Everdina Lucassen, geb.12 mei of nov.1818 te Zevenaar, overl.7 sep.1885 te Zierikzee, 66 jaar oud. RK. Geh., 30 jaar oud, op 16 mei 1849 te Zierikzee met de 33 jarige dienstbode Elisabeth Welling, geb.7 mei 1814 te Nieuwerkerk, overl.23 sep.1882 te Zierikzee. Hij komt juli 1843 uit Rotterdam en is bij Sara Jacobi-Bal op C-116 als smidsknecht; verhuisd naar Krepelstraat N-zijde, C-269, later naar A-372. Nieuwsbode 20 oct.1848: “Holtus opent zijn Smederij in het huis vroeger bewoond door J.Hofman in de Minnebroerstraat (Blijenhoek). Hij beveelt zich aan voor Kachels,Vuurhaarden, Stookgereedschappen en voorts alle mogelijke IJzer-en Slotenmakerswerk, van goede hoedanigheid en voor de minst mogelijke prijzen”. In de per. 1850/62 Bleijenhoek B-231-232. Op 2 nov.1853 koopt Frederik E. Holtus onderhands het huis met smederij en erf, huisnr. A-168 en 169 op sectie B-231 en 232, groot 1 roede, 93 ellen. Nieuwsbode, 29 maart 1864: “Holtus is eigenaar geworden van de Hoefsmederij van J.Keukelaar; hij zal thevens het Beroep van Burgersmid uitoefenen en beveelt zich beleefd aan voor het maken van Veeren voor Rijtuigen”. Op 14 mei 1864 verkoopt Frederik voor f.1000,- zijn vorige huis, smederij met erf, sectie A-168 en 169 op sectie B-231 en 232, groot 1 roede en 93 ellen aan Hendrik Douw uit Zierikzee.(not.C.v.d.Lek de Clercq) Op 30 juni 1864 koopt Frederik van Jacobus Keukelaar huis en hoefsmederij A-837 en 838 aan de St.Anthoniusdam voor 1600,-.(not.v.d.Lek de Clercq) [zie St.Anthoniusdam] In 1877 staat Frederik op de lijst van smeden in Zierikzee. In 1881 op St.Anthoniusdam A-37 Op 28 sep.1885, na het overl. van Frederik, verkopen de nabestaanden, zijn vrouw Johanna en dochter Johanna (zoon Marinus is dan al overleden) het woonhuis, smederij, schuur en erf aan de St.Anthoniusdam A-37, sectie A-1572, 245 ca. aan Cornelis Verhage Wolfertzoon lichtwachter- smid te Haamstede, voor f.1704,-,. De roerende goederen zoals blaasbalgen, aambeelden enz. moeten worden overgenomen voor f.771,50 door de koper. (not.Moolenbergh) Zoon: Marinus Wilhelmus Holtus, geb.9 juli 1853 te Zierikzee, overl.18 maart 1883 te Zierikzee, 29 jaar oud. Geh., smid, 23 jr.oud, op 11 april 1877 te Zierikzee met de 23 jarige Johanna Jacoba Koppens.

Hoogerheijde, Joannes, smid, zoon van Joanna Maria Hogerheijde, geb. ca.1881 te Berchem(B). Huwt, 21 jr. op 4 juni 1902 te Z.zee met dienstbode Gezina Poeder, 22 jr, geb.te Assen.

Hoope, Gerrit Martinus, smid, zoon van landbouwer Herman ten Hoope en Helena v. Harte, geb. 21 dec.1864 te Harde, huwt 6 juli 1887 te Zierikzee met Wilhelmina Eijke, geb.11 feb.1862 te Z.zee.

252

Hout, Jan Joosse van der, smid te Zierikzee. Op 25 jan.1694 wordt hij bij testamentaire beschikking benoemd als voogd over de kinderen van Cornelis Pauwelse Bevelander en Willemijntje Pieters.(4017-7)

Houte, Job van de, smid te Vlissingen, koopt op 16 maart 1720 te Zierikzee een huis, erf en smidse, belend oost wed. Jan Mar.Kater; west en noord stadshouttuijn; zuid de haven, gelegen op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoort, op de hoek van de gracht, van Zacharias de Boodt voor £216.13.4 vlms. Voor alle gereedschappen, blaasbalg, balans met gewichten, aambeeld, hamers en verder gevolge moet £50.-.- betaald worden. De vrouw van de Boodt krijgt nog 2 gouden ducatons. De Boodt behoudt 2 kleine aambeelden, 3 kleinste blaasbalgen en 2 speerhaken. . (4099-23) Van de Houte verkoopt zijn smidse in het Groenewout te Vlissingen aan zijn zoon Jan voor £116.13.4 vlms.(4099-41) [In 1701 is er een zilversmid Abraham van Houte in de Poststraat, en in 1730 een Jacob, ook zilversmid] Op 24 aug.1724 verkoopt Job van Houte een huis met smidse en erf met alle gereedschappen aan de grofsmeden Adriaan van Loo en Jan van den Broeke, die ook de schuldbrief van 1400 pond overnemen. (A.v.Boorendam)

Hoven, Abraham Jacob van, zoon van varensgezel Leendert van Hoven en Alberdina v.d.Jagt, geb.7 maart 1818 te Zierikzee, overl. Herv. 1e Huw. Smid, 26 jaar, op 31 juli 1844 te Zierikzee met de 28 jarige dienstmeid Pieternella Krijger, geb. 30 sep.1815 te Haamstede, overl.16 sep.1853 te Zierikzee, 37 jaar oud. Met Pieternella in de per. 1844/50 eerst in het St. Jacobsstraatje, dan D-16, dan C-255. 2e Huw., smid, 37 jaar, op 10 juni 1855 te Zierikzee met Elizabeth de Bie, geb. 13 jan. 1833 te Zierikzee, overl. RK. Bijz.: Op 24 april 1843 vraagt hij toestemming om in de Venkelstraat op D-165 een vuurhaard te stichten voor een smederij omdat hij zonder werk is,en dat bij anderen niet kan vinden, de woning is nogal bouwvallig, maar na keuring door de stadsarchitect en goedkeuring door de buren,wordt vergunning verleend.(Correspond.Z.zee 413,439 en 454) Jan.1849 vertrekt hij met vrouw, zoon Jan en dochter naar Noord-Amerika via Rotterdam Hij komt nov. 1860 uit Middelburg. (kinderen 1844-1851 in Z.zee, 1857 en 1859 in M.burg. Adres: In de per.1844/50, eerst op D-216> C-183, > D-423.

Huijbrechtse, Adriaen, 29 sep 1601, Cornelis Doelman schipper verlijdt Secilyken Reyns dr. de somme van 130 gld. van geleend geld; onderpand: zijn huis en gevolge, staande [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck, tussen de huijsinge van Adriaen Huybrechtssen smit van oosten, en Adriaen Lievinssen Kaersmaecker van westen in.(3851c, hr.Plankeel)

Huijbrechtse, Jan, 6-11-1703 smid in het Groenendaal, raze 4068/6, .(zie ook Pieters)

Huisen of Heusden, Pieter Cornelis, smit, tekent als getuige op not.akten: 21 mei 1664, 5 dec.1665 en 26 juni 1666.(3990) en 1671 (4006-220) en 10-3-1672 (4007-12)

Huson, Klaas, geb. 11 juni 1846 te Zierikzee, geh. 1e Huw.met Maria Johanna Wilson, geb. 12 aug.1861 te Renesse, overl. 13 oct.1887 te Zierikzee. 2e Huw. met Agatha Theodora Formenoy, geb.13 aug.1865 te Zierikzee. Klaas woont in per. 1881/1914 op St.Domusstraat D-253 en Visslop/hoek St. Domusstraat D- 392. Zie briefhoofd: K.Huson; machinefabriek en herstelplaats van landbouwwerktuigen.

253

Advert. ZN: 14 juni 1887: Fabriek van stoomwerktuigen en transmissions, ingericht voor reparatie, smeed- en ijzerwerken. Heete lucht-en gasmotoren. N.Huson, werktuigk. St.Domusstraat over de Vischmarkt. Rond 1890 koopt Huson de oude meekrabfabriek van de heren Norten en Luckerhof en begint er een smederij; er zijn twee smidsvuren, die aangesloten worden op de grote schoorsteen van de voormalige fabriek. Huson werkt veel voor Rijkswaterstaat, ontwerpt peilapparatuur en houdt toezicht. Omstreeks 1917-1918 wordt de smederij overgenomen door Frans Timmerman en Piet Verbeek (de fa.Timmerman en Verbeek), die meer en meer de kant van handelaar in landbouwwerktuigen opgaan. Ze worden daarin de grootste van het eiland, en blijven dat tot de ramp; pas daarna komt er een grote concurrentie van andere bedrijven. In 1983 wordt de schoorsteen afgebroken.

254

I

Iemanssen, Rochus, 11 mei 1599 de smit verkoopt aan Faes Janssen ketelaer een ledige “arve”, gelegen op den Heunaersdyck, oost en west af Faes Janssen voors., zuid de strate, en noord de dilve.(3851B, hr.Plankeel)

IJemanse, Leenaert, de Smit, Op 28 feb.1505 wordt Leenaert veroordeeld tot het betalen van een boete van 5 pond aan de Heere en 1 pond aan de Steede want hij heeft’s nachts gezwommen in de stadsgracht om zo de stad binnen te komen omdat ze de poort niet voor hem wilden openen.(Vos 96/70)

IJsseldijk, Leendert Willem van, smidsknecht huwt 12 nov.1913 te Zierikzee met Maria Johanna de Graaf. Leendert koopt op 24 jan.1924 een huis met erf, C.587/B-955 in de Hoofdpoortstraat voor f.1200,- van Joh.Pieterse Tzn.(not. Biermasz)

255

J

Jacht, Pieter Leijns van der, mr. Smid, Op 22 nov.1680 is smid Pieter Leijnse van er Jaght getuige bij een testament.(4025/3-1734) Op 3 aug.1691 verkoopt Pieter Leijnse van der Jacht, mr.smid te Z.zee aan Jacob Marinis Verheule een huis en erf in de Grote Welle naast het vleeshuis voor $ 79.3.4 (4039-88) Op 29 mei 1709 maakt weduwnaar Pieter een huw.contract met de bejaarde dochter Janna Voedsters, ze wordt zijn nieuwe vrouw; ze trouwen in gemeenschap van goederen.(raze 4071/3, 51,) zie ook Pieter Leijns!!!

Jacobi, Bart, smid, geb.14 oct.1858 te Zierikzee, overl. in Rotterdam op 24 feb.1885.NH. smid, woont in de per. 1866/1879 op C-116>C-117. geh.op 13 dec.1882 met Thona Lucretia van der Welle.

Jacobi, Dirk Johannes Philippus, zoon van Ferdinandus Jacobi en Sara Bal, geb.23 nov.1817 te Zierikzee, overl.9 feb.1897 te Zierikzee, 79 jaar oud. Herv. Geh., smid, 38 jr.oud, op 25 juli 1855 te Zierikzee met de 24 jarige herbergiersdochter Johanna Beekman, geb.11 apr.1831 te Zierikzee, overl. 4 nov.1922 te Zierikzee, dienstbode. Bijz., Per. 1844/50 bij zijn moeder op C-116 als smid. Dirk wordt hoofd op C-116 als zijn moeder op 24 sep. 1870 overl.; later C-117 Op 21 juli 1868 koopt Dirk Johannes Philippus Jacobi 21/32 gedeelte van huis en smederij nr.B- 141 van de erven van zijn vader Ferdinandus voor f.656,25.(not.Ermerins) Op 23 sep. 1873 adverteert D.J.Ph. Jacobi, mr.smid en geweermaker in de Korte St.Jansstraat met vuurwerk. Op 25 jan.1877 leent Dirk Jacobi, smid te Zierikzee, f.420,- van Mr. Jakob Moolenburgh op twee woonhuizen en erven in de Korte Sintjanstraat, sectie B-141 en 142 samen groot 272 m2., die volgens Dirk aan hem toebehoren.(JCvdLdC) In 1878, 1882 en 1894 vraagt mr.smid en geweermaker Jacobi een smidsjongen. Beroep in 1855 en 1882 smid, in 1886 geweermaker. Smid op lijst 1877. Zoon Martinus( zie hierna) neemt in April 1897 de smederij, tevens handel in jachtbehoeften over van Johanna Van haar is er dan in de Nieuwsbode: ”Danksegging voor de Gunst en Vertrouwen die haren Echtgenoot gedurende 42 jaren heeft mogen ondervinden.” Zonen: Ferdinand Cornelis, Frederik Adrianes en Hubertus Pieter; Bart, geb.14 oct.1858 te Zierikzee, overl. in Rotterdam op 24 feb.1885, smid, Martinus Theodorus, opvolger, zie aldaar.

Jacobi, Ferdinandus, zoon van Dirk Jacobi en Anna Bredens, meestersmid, sloot-en geweermaker, geb.4 juni 1785 te Overschie, overl. voor 1840. Geh., met Sara Bal, geb.28 nov.1791 te Middelburg, overl.24 sep.1870 te Zierikzee, 79 jaar. Hij komt 1807 uit Rotterdam. In 1812 op D-446; inwoner, wapensmid te Zierikzee in 1913. Op 13 jan.1812 is Ferdinand eigenaar geworden van het pand huis en smederij nr.B-141 (not.P.C.de Winter) Op 25 juli 1817 koopt meestersmid Ferdinand ondershands een pakhuisje aan de zuidzijde van de Molenstraat, nr.D-108; hij verkoopt het op 2 feb.1821 voor 18,- aan Jan de Vries.(not.M.de Rijcke) Op 20 feb.1821 verkoopt geweermaker Ferd. Jacobi aan smid Wilhelmus Paulusse uit Z.zee een huis met erf in het Korte Groenendal D-446 dat Jacobi gekocht heeft van winkelier Leendert Moreel uit Z.zee op 13 jan.1812 (de Winter)

256

Nieuwsbode: “14 sep.1821: Wilhelmus Paulussen geeft kennis dat hij zijn affaires als slootsmit en geweermaker heeft begonnen aan de Kraan, in ’t Huis voormaals tot hetzelfde oogmerk gebruikt door Ferdinand Jacobie. Wijk D, nr.446”. Jacobi verhuisd de zaak kennelijk naar de Korte St.Jansstraat want in de periode 1831/43 is hij slotenmaker met wel 3 smidsknechts op de Korte St.Jansstraat C-116. Op 10 aug 1829 dient Ferdinand Jacobi een verzoek in bij de gemeente Zierikzee om buskruit te mogen opslaan en verkopen; hij heeft daartoe een van de smederij afgezonderd magazijntje gebouwd. Een dag later komt er eenzelfde verzoek van Willem Poulussen; hij schrijft o.a.:”De smederij is een huis geheel op zichzelve, het woonhuis er naast staande en de woonvloer daar de winkel is en de agterwoonkamer heeft geen betrekking met de smederij als een deur aan de agterkant om in de smederij te komen, de opgang naar de zolder is in de smederij maar desverkiezende zal het dadelijk in de woonkamer of winkel veranderd worden; de plaats waar de berging van het kruit bepaald is”. Er komt een geheel nieuw lokaal onder het woonhuis van Ferdinand, geheel van het woonhuis gescheiden. De opslag tot nu toe was in een kistje in de nok van het gebouw. Op 20 aug.1829 wordt er een schriftelijke protest bij de Gemeente ingediend door buren van Willem Poulussen en Ferdinand Jacobi die beiden een smederij hebben in dezelfde straat ( Sint Janstraat) er daar ook buskruit opslaan en verkopen. De gemeente meldt in een brief dat Jacobi in de vergadering die hierover werd gehouden brutale woorden en beledigende uitdrukkingen gebruikt had! Er moeten adviezen komen, o.a. van de brandweer. Kennelijk is er toch vergunning verleend; de gevolgen ruim twintig jaar later duiden daar op: Uit: Post van de Commissaris des Konings in Zeeland. Zierikzee, 2 jan.1852: “Op 1 januari in de namiddag ongeveer 6 ure een vrij sterke ontploffing van buskruit ten huize van den smid en vuurwerkmaker W.Paulusse. Het gehele huis en belendend pakhuis in de Korte St.Jansstraat zijn ingestort;, 4 overledenen, waarbij de smid en zijn vrouw”. In 1840 is er in de gemeente correspondentie nr.600 sprake van een stukje grond, zijnde de werf aan de Engelse kade, wat per ongeluk bij erfenis aan Sara Ball is toegeschreven. Zij wil bepaalde stukken niet tekenen vanwege familietwisten en de schuld die nog op het huis rust (sectie B-973; wijk C-566). Als hij in aug. 1842 een klein smidsvuur, alleen voor “gemeene slootenmakerswerkzaamheden” wil maken in een pakhuis (B-428) geeft de brandweer wel een gunstig advies aan de gemeente, maar de buren weigeren het benodigde concent te geven. In 1843 geweer en slotenmaker op nr. C-116, mogelijk 1 à 2 knechts. (bedrijfsenquette) Pand: In 1833 eigenaar van Korte St.Jansstraat C-116, sectie B141, huis met erf, 205 ca., huurwaarde F 63,- Zoons: Martinus, sloot en geweermaker, geb. 19 dec.1813 te Zierikzee, overl. Juli 1852 te Zierikzee,NH. Huwt, 26 jaar oud, op 27 mei 1840 te Zierikzee met de naaister Elisabeth Maria Meijeneke, geb.1 2 juni 1819 te Zierikzee, overl. RK, in 1850. Per.1831/42 Oude Haven N.zijde, A-373, gaat mei 1840 naar Wassenaar; komt 1841 uit Wassenaar.

Jacobi, Martinus Theodorus, smid-koperslager-geweermaker, geb.8 mei 1862 te Zierikzee, overl.28 maart 1927 te Zierikzee, 64 jaar, NH. Geh., 26 jr.oud, op 15 dec.1886 te Zierikzee met de 33 jarige modemaakster Wilhelmina Cornelia Vonk, geb. 11 maart 1863 te Zierikzee. Bijz.: In de per. 1881/1914 St.Janstraat C-117/116.In per. 1914/38: Korte St.Janstraat C- 116>St.Domusstr.L-242>Kinderstr. B-408. In 1899 adverteert mr.smid en geweermaker M.T.Jacobi met jachtgeweren, kruit enz.; maar hij heeft ook een gebruikt keuken fornuis en twee grote ovens te koop.

257

In 1904 vraagt Martinus Jacobi vergunning om een kozijn met deuren te plaatsen in zijn smederij in de Korte Sintjanstraat C-117. Op 21 maart 1905 adverteert mr.smid M.T.Jacobi; hij beveelt zichzelf aan om haarden en kachels weg te halen, schoon te maken, en weer te plaatsen; hij vraagt ook een smidsleerling. In 1908 adverteert mr.smid Martinus in de Korte St.Janstraat met veevoederketels en wasfornuizen, maar ook met haarden, kachels, geweren en revolvers. In 1923 adverteert M.T.Jacobi voor de levering en reparatie van haarden en kachels Deze smidse gaat waarschijnlijk naar Timmerman. (die adverteert in 1923 voor de leverantie van sikkels aan de smeden, tel. 110) Zonen: Dirk Johannes Philippus Jacobi, geb. 9 oct.1887 te Zierikzee, overl. NH. Geh., smid, 33 jaar oud, op 1 oct.1919 te Zierikzee met de 33 jarige Catharina Wiltenburg. Ferdinand Cornelis, geb. 20 jan.1896 te Zierikzee smid, geh. met Sara Bal? In 1843 slotenmaker, zonder knecht, op A-373. (bedrijfsenquette)

Jacobse Bogemaker, Adriaen, meestersmid, geh. met Jannetje Maertens de Winde; Op 12 juni 1697, koopt van de wed. van Jan Vogel een huis en erf op Bakkershil voor $ 25.-.-. (4065-30). Op 13 juni 1697 maken smid Adriaen en zijn vrouw Jannetje een testament.(4065-31)

Jacobse, Gerrit; smid, wordt op 7 feb. 1634 genoemd als behuwdzoon der wezen van stuurman Lieven Pieterse Pot.

Janse, Aart: Omstreeks 1564 is Aart Jansz. voorganger van de doperse gemeente Zierikzee. Hij oefent zijn vak als smid uit in ’t Beddeweegstraatje. Naast het preken in zijn woonplaats gaat hij daarvoor ook naar Sommelsdijk waar hij vanaf ca. 1568-1571 ook woont en als smid werkt. Een zekere Huibrecht, die in de Meelstraat woont, is dan voorganger in Zierikzee.

Janse, Gillis, smitsbaas, Op 4 mei 1776 leent Gillis £ 50.-.- tegen 4% van secr. Lambertus van Meerten op zijn huis en erf aan de N.zijde van Baggershil, en zijn smidse aan de Z.zijde van Baggershil, belend: O., W. en Z. Hendrik van Nieuwland, en N.de straat. Huis en smidse worden op 15 apr.1777 uit het verband ontslagen.(3864)

Janse, Jacob, de Smidt, huwt Lientien Jans op 31 dec.1581 in Z.zee.

Janse, Jan, Op 23 mei 1753 is er een transport ten laste van Jan Janse, smid, aan Aalbert van Es, van een gedeelte van een huis, de smidse met gereedschappen, 2 travailles, 2 blaasbalgen etc. liggende op de Vissersdijk, belend : oost de heer Vergijl, west de straat, zuid de weg en noord de verkoper. Willem Houwer is de “overman”. (raze 3859-81) Ene Jan Janse Smit, ged.ca.1762 RK (455, Scheepst.dijk ca. 1800) Zie ook Pieter de Zutter.

Janse, Tobias Over 1731 ontvangt Tobias Janse £1-2-0 over smidswerk aan hekken en dammen in Pootambacht; in 1732 over ijzerwerk voor de nieuwe tas; in 1733,’36,’37 voor ijzerwerk; in 1734 voor ijzeren kolommen in de vensters en ander ijzerwerk (H 222-465, fol. 36v, archief v.d.Lek de Clerq) Op 22 sep.1734 is er een schuldbrief van Tobias Janse, mr.smid, aan zijn weeskind Jacob Tobiasse van 88.-.- met als onderpand een huis en erf aan de oostzijde van de St.Jansstraat; belend oost de wed. van oud burgemeester v.d.Scatte; west de straat; zuid Jan Jolijt.(raze 3855)

258

Op 28 dec.1734 wordt een schuldbrief opgemaakt, waarbij Tobias Janse, mr.smid verklaart £200.-.- schuldig te zijn aan Adriaantje Cornelisse, de wed. van Lieven van Gaveren. Als onderpand is er een huis aan de oostzijde van de Nieuwe St.Jansstraat; belend oost dhr. V.d.Schatte, west de straat, zuid Dirk Jolijt’s weduwe, noord Dingeman Vager. Get. 21 juni 1740.(3855) Op 2 mei 1735 verkoopt meestersmid Tobias Janse een huis met erf aan de Melckmarkt; aan metselaar Pieter Fiere; Tobias geeft hiertoe een schuldbrief van £ 200.-.-. (3855) Op 5 juli 1736 koopt Tobias een huis van de wed.van Adr.Kempe in de Beddeweg voor 66 pond.(4132-60)

Jansen, Lenaerd, Smit. Op 5 oct.1520 komen de smeden Thonis (of Thomas) Janssen en Lenaert Janssen in het waarheidsboek van Zierikzee terecht omdat ze betrapt zijn bij het dobbelspel. Ze worden veroordeeld tot een bedevaart of boetedoening naar de arme Vrouwe ter Zee, een kapel in de duinen van Schouwen ten N.van de hedendaagse vuurtoren. Ze moeten ook nog 5½ pond boete betalen.(3846-310b, 311) Op 7 aug.1571 ontvangt Lenaerd van iserwerck 7 sch.6 d. uit de boedel van zijn een jaar eerder overleden schoonvader Iman Jan Wisse (weeskamer 4735). Hij moet nog £3.-.- betalen voor “een vette beeste”. Uit dezelfde boedel moet aan Bastijaan Heijndrichs Smit (een smid?) te Brouwershaven, 25 schelling betaald worden voor twee jaar pacht van een weiland. Er is ook een Lieven Jansen Smit, broer van Lenaerd. Lenaerd wordt tot voogd benoemd over jongere broers en zusjes.(weeskamer Z.zee, nr 981) Lenaert betaald £9.12.7 over de koop van de geheelen wijnkel en £3.13.8 voor partijen van goederen.(weesk.Z.zee 530)

Jansse, Pieter, smid, is op 31 aug.1675 getuige bij een overeenkomst. (4007-219) 1683: Over ”geleverde ijsers dat aen de keet op de staert”, £-.10.- (raze 4789A1-36, O.land)

Jansse, Willem, smidt, begraven 17 sep.1568 te Zierikzee. Op 7 jan.1569 belooven Jacob Adriaen Segersz., voogd van de wees van Willem Jansse, smid, met: Willemijne, de wed. van Adriaen Segers, (zijn moeder) om de goederen van de wees goed te beheren. (zegels)

Jansse, Wisse, smid, Wisse Jansse, smid, belooft op 23 sep.1562, als voogd om de goederen goed te beheren van Arent, de natuurlijke zoon van Heijndrick Arent Claesz.,. (zegels)

Janssen, Jan; Bij zijn overlijden in 1596 is Cornelie Iemans zijn vrouw. 4 feb.1596, Job Heyndricx z. Mulock den schiptimmerman verlijdt Corn. Adriaenssen Boere den schutenare als afstand hebbende van Jan Janssen smit, de somme van 500 car.gld. ter cause van de somme van penningen, die de vers. Jan Janssen competeert van hem, comparant, over de koop van een huis met zijn gevolge, staande [bij Zierikzee] op den Heunaersdyck, gekomen van Adriaen Betsmanssen de carreman, bij hem comparant gekocht van Jan Janssen; te betalen 50 gld. sjaars, telken Pasen. (3851b, hr.Plankeel) 22 feb 1596, Jan Janssen smit transporteert aan Job Henrick Huge z. schiptimmerman de drie schepenen waarschipbrieven en brievenrecht met de koop van een huis, erve en gevolge, met d een helft van een “pat”, staande [bij Zierikzee] op den Huenaersdyck [= Heunaersdijck], vrij van erfpacht.(3851c, hr.Plankeel) 18 apr 1596, Jan Janssen smit verkoopt Corn. Jacobssen Burgh schipper een huis, erve en alle t gevolge van dien, staande [in Zierikzee] aan de noordzijde van de haven, met een pad achter uit tot de vroone toe, :|: mitsgaders t gebruik van de halve “welle”, staande tussen dit huis en het

259 huis van Jacob Claessen, vrij van erfpacht, oost Jacob Claessen vers., zuid de strate, Pieter Corn. west, en “den heerpat” noord,(3851b, hr.Plankeel) 14 mei 1596, Job Heyndrick Hugessen Mulock belooft middels deze brief Corn. Jacobssen Burgh als onderwinder en bezitter van zijn huis, erve en alle t gevolge van dien, staande [in Zierikzee] aan de noordzijde van de haven, gekomen van Jan Janssen smit, t welcke de voorn. Corn. Jacobssen Burgh van hem comparant heeft overgenomen voor £7 erfelijke losrente sjaars, losbaar den penninck 10, en nochtans bij hem comparant van de voorn. Jan Janssen smit ingekocht voor gelijke £7 erfelijk, losbaar den penninck 14, dat zo wanneer de vers. Corn. Jacobssen Burgh de vers. rente begeert te lossen, .., dat hij elk pond zal mogen redimeren met 10 gelijke ponden, bedragende t kapitaal van dien £70, en dat in alsulken gevalle hij comparant op elk pond zal suppleren £4, makende tesamen £28, dezelve geaddeerd en gevoegd bij de voors. £70, komt over de gehele masse en t kapitaal van de £7 losbaar de penninck 14, de somme van £98, de voorn. Jan Janssen uit zijn rentebrief competerende; daarom verbindt hij comparant in handen van de voors. Corn. Jacobssen Burgh een huis, erve en gevolge, staande buiten op den Heunaersdyck, hem comparant toebehorende, oost Wisse Lenertsen, zuid de strate, west Abraham de velle blooter, en noord de dilve, etc. (3851b, hr.Plankeel) 29 mei 1596, mr Gysbert van Crompvliet, advocaat etc., verkoopt Cornelie Ieman Janssen de smits wedue, Job Iemanssen en Jan Iemanssen, elk een derde, 11½ gem. 75 r. weiland, liggende in Ravenshouck bevanck, de wedue en erfgenamen van Corn. J. Vager oost af, de weg zuid af, Corn. Meeussen west, en Lieven Engelssen noord, etc. (3851b, f25/5,fiche B1-026, hr.Plankeel) 20 apr 1601, Jan Jansse smit verkoopt aan Lodowyck Adriaens z. smit een huis, “zythuysken”, erve en gevolge, gestaan en gelegen [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck, binnen deze landgemerken, oost af Cornelis Corn. Thuere schiptimmerman, zuid sheeren straete, west Wisse Lenaertssen schiptimmerman, en noord de dilve, volgende de twee waarschipbrieven, vrij van erfpacht.(3851c, hr.Plankeel) Na het overlijden van Jan Janssen: Cornelie Iemans, de smits wedue, is op 31 aug 1596 belendende op Bagershil, ten O. van een huis en erve; de strate zuid, Jan Jacobssen greelmaker west, en de vroone noord, (3851b, f33/2, hr.Plankeel) 1 oct 1596, Jan Gillissen schipper verlijdt Cornelie Ieman de smits wedue £26 ter cause van geleend geld, te betalen Pasen a.s.; onderpand: zijn portie, die hij van wegen zijn huisvrouw heeft, eerst in de “Weel weye” gelegen tot Nieuwerkerke in Schouwen, mitsgaders in de huisinge, schuur en alle t gevolge van dien, staande op de Verremarckt (Z.zee), gemeen al tesamen met Janne Wisse zijn “zweger moeder” en zijn huisvrouwen zusters, (3851b f36/2) 30 oct [15]98. 26 oct 1596, Grietken Marinus wedue, met Gillis Poppe in dezen haar gekoren voogd, verklaart, dat zij zich “contre borge” stelt aan Pieter Nonneman en Corn. Corn. Wisse schuteman, die borgen zijn geworden, elk voor de helft, voor Geert Claessen vleyschouder, geapprehendeerd van wegen Cornelie Ieman de smits wedue, ...; indien deze borgen beschadigd zouden worden voor de betaling van £7.10.0 vls., dan zal zij hen dit vergoeden; onderpand: haar huis met alle t gevolge van dien, staande in de Nieustrate (Z.zee), genaamd “den Ram”, (3851b, f38v/2, hr.Plankeel) 3 aug 1598, Joris Pieterssen, overman gemaakt om te verkopen 5 gem. 247 r. weiland, daar af 4½ gem. zijn gelegen in Poortambacht in Symon Achter Voren bevanck en de rest in Kerkwerve, te weten 120 r. in t Wanne bevanck “aen [t land? van] Leyn Tijs ende Corn. Janssen Haeck”, item in t Moer bevanck een half gemet 27 r. en nog 100 r., “daer het derrijlant inne leyt”, verklaart dat hij t vers. land, eertijds toebehoord hebbende Livina Adriaen Jacob Pieterssen wedue, geseyt Lievenken Emaus, op verzoek van de Wachtmeesters deser stede, met consent van Burghmeester en schepenen, openbaar heeft verkocht aan Cornelia Ieman de smits wedue als meest daarom biedende.(3851B, hr.Plankeel) 4 aug 1598, Cornelia Ieman de smits wedue, met Job Iemanssen als in dezen haar gekoren voogd, verlijdt de huijsarmemeesters deser stede de somme van £73.7.0 over de koop van 4½ gem. weiland, gelegen in Poortambacht in Symon Achter Voren bevanck, en nog “een halff

260 gemet tweehondert ende 47 r. moerweye”, gelegen in Kerkwerve, “die op den hoop toe zyn gegeven” .(3851B, hr.Plankeel)

Janssen, Jan, “smidt zijne handwercks”, huwt op 11 maart 1582 met Maijke Lienaerts in Z.zee. 8 juni 1603, Elias Isaacx z. sciptimmerman voor hemzelf als uit naam van zijn zusters en mede erfgenamen belijde verkocht te hebben aan Jan Jans z. Baeck een huis, erve en gevolge, staande [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck met 9 g. erfpacht jaarlijks daaruit gaande, binnen deze landgemerken, oost Jan Jans z. smidt, zuid de strate, west hij comparant, en noord de vroone, te gebruiken en bezitten gelijk zijn comparants vader tzelve in t leste van zijn leven bezeten heeft, en dat voor de somme van £48 op paijementen van £6 sjaars, telken Bamisse, waarvan tot Bamisse 1602 lestleden drie termijnen verschenen zijn, welke penningen zullen gaan in mindering van wat hij en zijn mede erfgenamen over de koop van het huis nog ten achteren zijn en den voors. Baeck “in de preverentie” van Pieter Thomassen smidt geseyt Swart van Couwe “opgeprefereert” is, ende want hij comparant cum suis boven dezelve penningen nog enige te kort komen in toekomende tijden, te betalen volgende de brieven, bij Isaack Aerts z., hun vader, daarvan verleden, zo belooft hij Jan Baeck waarschippe van denselven huijse te doen tot vollen rechte, en alle commer daarvan te doen, behalve de commer van erfpacht, stellende daartoe tot onderpand t huijs met zijn gevolge, west daaraan staande, daar hij nu in woont, “mettet werckhuys ter zyden” .(3851c, hr.Plankeel) 12 juni 1603, Jan Jans z. Baeck belijde verkocht te hebben aan Matheeus Coene schiptimmerman een huis, erve en gevolge, staande [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck, met 9 g. erfpacht jaarlijks daaruit gaande, binnen deze landgemerken, oost Jan Jans z. smidt, zuid de strate, west Elias Isaacxs z., en noord de vroone.(3851c, hr.Plankeel) 31 aug 1604, Jan Janssen, smit, verlijdt Jan Janssen Baeck ketelaer de somme van £5 over de koop van een “aenbeelt”; onderpand: zijn huis, erve en gevolge, staande op de Heunaersdyck aan de zuidzijde van de strate, etc .(3851c, hr.Plankeel)

Jansz, Adriaan, Smit; Op 7 juni 1561 wordt ene Cornelis Wisse Jansz. veroordeeld om te worden onthoofd; naast verschillende andere zaken heeft hij ook een Pinte naar Adriaan Jansz., Smit geworpen, die eerst bloedde en daar later aan gestorven is. (Vos, 96/178 uit waarh.boek)

Jansz., Lijvin, smit, Op 16 feb. 1561 neemt Lievin Jansse, smid, aan om zijn weeskind Jan, waarvan Janneke Lenertsdochter de moeder van was, te onderhouden; hij stelt als onderpand zijn huis op de Beestemarct, op de hoek van de Zwarte Zuster straat, waarin hij nu woont. (zegels) Lijvin wordt 16 maart 1570 veroordeeld tot het betalen van een boete van £10 + £1-16-0 wegens het ter weeskamer zeker questie en different hebbende tegens Engel Willemsz. (Vos, 96/204 uit waarh.boek)

Jansz., Pieter, op 18 april 1551 neemt Hubrecht Gelijnsz., de smit, op zich om zijn 2 weeskinderen te onderhouden: Gelijn, oud 9 jaar en Adriaen, oud 7 jaar. Hun moeder was Lievana, Jan Cousijn’s dochter; zijn tegenwoordige vrouw was Geijle, Jan Joese’s weduwe. Als zekerheid stelt hij zijn beide aanéénstaande huizen in de St.Jansstraat binnen deze grenzen: de straat ligt ten oosten, Pieter Jansz., smit, westaf, en Pieter Jansz., platijnmaker west- en noordaf.(Uit aantek.over zegels, van de Vos?)

Jasparsse, Jaspar; 7 aug 1597, Janneken Cornelisse, wedue wijlen Jaspar Jasparsse smidt, met Gillis Iemanssen Poppe als haar gekoren voogd in dezen, draagt op aan Ieman Telle Rengerssen als aannemer van de huisschatting van het jaar 1596 de somme van 2 s. vls. erfpacht sjaars, [losbaar den penninck 15], dezelve hypothekerende op en uit haar huis met de gevolge van dien, “staende tusschen

261

Beddeweech, op de westhouck van t Clockstraetken”, te betalen telken Pasen, dit alles om de 30 s. die zij schuldig was over de huisschatting, en die Ieman tot zijn last heeft genomen, (3851b, f69/1, hr.Plankeel.) 30 nov.1597, Janneken Corn. dr., wedue wijlen Jaspar Jasparssen smit, voor haarzelf en als moeder en voogdesse van haar kinderen, met Gillis Poppe in dezen haar gekoren voogd, verkoopt Ieman Janssen cleermaker een huis, erve en ‘t gevolge van dien, staande [in Zierikzee] “tusschen het Bedde weegh” op de hoek van t Clockstraetken, met 5 s. 6 g. erfpacht.(3851b, hr.Plankeel).

Jasperse, Christiaan, smidsknecht, RK, geb. 13 aug.1906 te Zierikzee, bij ouders Hoofdpoortstr. C-607s; hij gaat van juli 1923 tot juni 1924 naar Middelburg; van aug. 1924 tot maart 1925 naar St.Philipsland; en van mei 1928 tot maart 1929 naar Papendrecht; juni 1929 gaat hij naar Rotterdam.

Jobssen, Mathys 3 feb 1598, Rochus Hoffer, onsen medebroeder in Wette, verkoopt Mathys Jobssen de smit een huis, erve, en alle t gevolge van dien, staande [in Zierikzee] “t enden de Nieustrate op den houck van Poppenmeet, vrij van erfpacht, binnen deze landgemerken, de strate oost en zuid af, west af Jan [niet ingevuld], en de voors. Rochus Hoffer noord af.(3851B hr.Plankeel) 4 feb 1598, Mathys Jobssen de smit verlijdt Rochus Adriaenssen Hoffer, onsen medebroeder in Wette, de somme van £7 over reste en volle betalinge van een huis [zie vorige acte]

Joes, die smit, De eerste vermelding over een smid die in Zierikze werkt komt van Sander de Haan: “Joes die smit” heeft in de periode 1433-1434 aan ‘s-Gravensteen gewerkt. (Rekenkamer Bourg.-Oostenr., inv.nrs 833-834).

Johannise, Tobias, meestersmid te Zierikzee leent £50.-.- van de wed. van Adr. Appolonius Kempe op een huis en erf aan de N.zijde van de Beddeweg dat hij van haar gekocht heeft op 29 nov.1736.(3855)

Joosse, Jan, hoefsmid te Zierikzee, Op 1 juli 1681 neemt Jan Joossen, hoefsmid, voor de weeskamer aan, om zijn wees Geerart, oud ½ jaar, gewonnen bij Geertruijt Clinckerlandts zaliger, te onderhouden. Tweede huw?: geh. met Clara van der Aa; Op 23 feb. 1684 krijgt Jan Joose, smid, £4.11.4 voor smidswerk uit de boedel van Iman Telle (Owk.4682/26) Jan koopt weiland en bos van erfgenamen in Oosterland. Op 27 aug.1687 maken Jan Joosse, smid te Zierikzee, en Clara, een testament op langstlevende.(4014) Op 9 nov.1696 is er een verdeling van de eigendommen van Joos Pauelse en Matje Corstiaens tussen de drie kinderen: Jan Joosse Verhouve, Judit Joosse en Jobje Joosse; Jan Joosse krijgt o.a. het huis, de smidse, her erf en gevolge , buiten de Havenpoort , getaxeerd op £159-0-0. ( 4017- 135; fiche 10-2394)

Jorisz., Pieter, 16e eeuw, smid, uit Brouwershaven, wordt 16 juni 1522 poorter te Zierikzee. Begr.te Zierikzee 1563, was geh. met poortersdochter Janne Hermandr de Vager. Zie ook Weeskamer Zierikzee, 5262 en 5263

262

K

Kabos, Jacob, is mr. smid te Zierikzee als zijn vrouw Cornelia Boogert op 9 mei 1777 vernoemd wordt in een testament. (4257-323)

Kal, Frans van, geb. 20 feb.1835 te Delfshaven, is al in Zierikzee in 1862. NH, smid, huwt Pieternella Johanna Keijzer, geb. 5 sep. 1833 te Zierikzee. Ze gaan sep.1877 naar Vlissingen

Kamp, Leendert de, Z.zijde Anthoniusdam; van Lambrecht Meijer 1760- 1773 aan Jan Bogert.. Geh.: met Pieternella Heijman. Bijz.:1773/75, meesterhoefsmid, erflater, weeskamer Zierikzee, 3737. Op verzoek van de erfgenamen van E.v.Mierenheuvel, de wed. van Hendrik de Grootte, wordt op 19 aug.1760 namens Lambrecht Meier, huis, erf en smidse verkocht aan Leendert Kamp, meestersmid. (raze 3860, fol.153) Leedert leent £250.-.- op 26 aug.1760 van Elisabet v. Gilst, de wed.van Leendert de Wit. (raze 3860/155) Op 11 juli 1764 wordt er een schuldigverklaring opgemaakt van £65.6.8 voor Abr.Corn.Tak, kooplieden te Middelburg, voor de leverantie van ijzer en kolen van 1760 tot 1763; het huis, erf en smidse gelegen aan de Zuidzijde van St.Anthoniusdam, belendend oost Pieter de Jonge, west Jan Kanters en noord de straat, staan borg. (3860) Op 28 jan.1773 levert Pieternella, als wed. van Leendert, aan mr. hoefsmid Jan Bogert, een huis en smidse aan de Z.zijde van de St.Anthoniusdam, belend O.Corn. der Weduwe, W.Jan Kanters, Z.Teunis Bokstal, en N. de straat. ( 3863)

Kandel, Izak Jacob, smid, zoon van winkelier Cornelis Kandel en Geertruida van deVelde, geb. ca. 1887 te Zierikzee. Huwt, 23 jaar oud, op 30 nov.1910 Zierikzee met 26 jarige dijkwerkersdochter Stoffelina de Jonge, geb. ca. 1884 te Zierikzee.

Kater, Jan de, levert spijkers, duimen, grendels in 1778 stadhuis Z.zee. (smid???)

Keijzer, Aalbregt de, hoefsmid, zoon van arbeider Jacobus de Keijzer en Lijntje Verhulst, geb.9 oct.1780 te Kortgene, overl. 7 feb.1826 te Zierikzee, 44 jr. oud. Ger. Geh., 30 jr. oud, op 28 oct.1812 te Nieuwerkerk met de 27 jarige particuliere Maria Verseput, geb. ca 1779 te Noordwelle, overl. 27 apr.1847 te Zierikzee, 61 jr.oud. Op 6 nov.1812 koopt Albregt de Keijzer, hoefsmid te Zierikzee, een huis, smidse en gevolgen nr. 274 van Johannes Bogert voor 742 franken te betalen op 1 mei 1813.(not.P.C.de Winter) Aalbregt woont in 1812 en 1819 op B 274, hoefsmid. Daar zit dan (1812) ook Johannes Bogard, 74 jr., smid, van Oosterland, geh. met Neeltje van der Velde, 56 jr, geb. ca. 1759 te Zierikzee, overl. 25 dec. 1822 te Zierikzee. (deloge?) In 1819 woont er op B-276 een smidsknecht Bernardus Hacin, of Hoem of Flacin? 59 jr, RK. Op 20 nov.1820 maakt de zieke hoefsmid Aalbregt de Keijzer uit de Zuidwellestraat B-271 een normaal testament op langstlevende.(not.de Rijcke) Op 2 aug. 1826 verkoopt Maria het huis met erf, zijnde een smederij aan de oostkant van de Zuidwellestraat op B-274 voor f.310,- aan Cornelis Korsten te Nieuwerkerk via een openbare verkoping. Die had er een hypotheek op van f.800,-. Op 12 sep. 1826 verkoopt Maria smidsgereedschap en oud ijzer voor f.146,25. (not. Boom, 2422) Zoons: Jacobus, 1814-1859, arbeider; Marinus, geb. ca 1815; Johannes, geb ca 1817.

Kenters, Leonardus (Leendert), zoon van Henricus Kenters en Dina Jacoba Reijnders. geb, 18 maart 1805 te Zierikzee, overl.14 maart 1888 te Zierikzee, 82 jaar oud. RK, smid,

263

1e Huw., smidsknecht, 19 jaar, op 9 feb. 1825 te Zierikzee met de 24 jarige dienstbode Maria Magdalena de Croli j of Coroli, geb.17 juli 1801 te Zierikzee, overl.13 nov.1855 te Zierikzee. 2e Huw., smidsknecht, 53 jaar, op 4 feb.1859 te Burgh met de 24 jarige Martina Bil, geb.27 nov.1834 te Renesse, overl. 26 juli 1904 te Zierikzee, 69 jaar oud. In de per. 1826/30 is hij smidsknecht, Stoelstraat, Westzijde, B-405 later Meelstraat B-420 en B- 126 en B-465. Per.1831/43 woont hij op St.Arendsslop W-zijde A-385bis. Per.1831/43, smid, Verre Nieuwstr., B-126, smidsknecht, komt van St.Arendsslop A-385, gaat naar Meelstr. B-420. Slotenmaker 1827; smid 1838 en’55,hoefsmid in 1861 en in 1871 zonder beroep, in ‘75 en ‘76 smid. Juni 1833, Leonardus schrijft een brief naar de gemeente waarbij hij toestemming vraagt een smidse te beginnen in de Verrenieuwstraat B-126 om het bestaan voor zijn gezin te verbeteren. Hij had al een smidse gebouwd, maar op advies van de brandweer moest hij die vuurhaard afbreken en kreeg hij toestemming als hij onder toezicht een nieuwe stookplaats zou bouwen. (Correspondentie Stad Zierikzee, 1833, 493 en 524) Op 21 mei 1834 richt hij weer een verzoek aan de gemeente: “Hij Suppliant evenwel bij ondervinding is ontwaar geworden dat heizelve als daartoe geen voegzame ruimte hebbende, hem niet dan een uitersten bezwaarlijk zoue zijn, dit zijn bedrijf verder voort te zetten”. Hij wil de smidse verplaatsen van B-126 naar de Meelstraat B-420 “Alwaar voor dezen alreeds een smitse heeft bestaan”. Als de brandvoorschriften worden opgevolgd, mag het. In 1838,1839 en 1845, overlijden er kinderen te Zierikzee. In 1843 is hij grofsmid zonder personeel op B-420 (bedrijfsenquette) Ze gaan in de per. 1844/50 van de Meelstraat B-420, naar A-103, later B-224. En in de per. 1850/62 wonen ze Meelstraat B-409 en 408. Op 24 dec.1854 is Leendert, smidsknecht uit Zierikzee, getuige bij de diefstal van 2 koperen katrolletjes ter waarde van 25 cent uit het wagenhuis van Krijn Steur op Renesse. Kenters komt in mei 1859 met zijn nieuwe vrouw van Burgh naar Zierikzee; ze wonen eerst in de Ravenstraat B-182, na 1881 nog op B-153 en B-149. Zoon Jacobus, geb. 20 april 1862, Andries, 17 sep. 1864 en Leonardus 7-11-1869, allen te Zierikzee.

Ketel, Cornelis; smid te Z.zee. overl. voor 1659. Op 30 jan1669 legt zijn weduwe Elisabeth Jacobs Stoel, een verklaring af, met smid Leendert Ijsaacxe Tack als getuige. (4002-5)

Ketel, Huijbrecht Willemse Op 27 oct.1677 komt Thoonken Adriaens Jolijt de wed. van smid Huijbrecht Willemse Ketel, als moeder en voogdes over haar twee kinderen bij de notaris Leonard Ellepoel. Op 14 sep.1677 is haar man overleden; zij aanvaardt de boedel, en zal voor de kinderen zorgen.(foto akte)

Ketel, Jan Willemse, smid, op 16 feb.1648 is hij getuige (3989-45) idem in 1658 (3992-140 en 145)

Ketel, Seger Janse; Seeger Janse Ketel, smid, is op 3 aug.1660 getuige bij een wateroverlastzaak van een huis wat voorheen van (zijn vader?)Jan Willemse Ketel was.(3992-217) Op 30 aug.1667 treedt mr.smid Seger op als getuige bij de verkoop van het schip “De Haes” (3996) Op 16 oct.1669 is smid Seger Janse Ketel getuige. (4002) Op 15 feb.1678 verkoopt smid Seeger Jansse Ketel een huis in de Lange Nobelstraat aan Remmer Cornelisse voor 450 Car Gld.(4003).

264

Op 12 jan.,10 juni en op 4 sep.1679 is smid Zeger Janse Ketel getuige in Zierikzee.(4004) Op 7 juli 1679 weigert Seeger de erfenis van Neeltje Thonis omdat er alleen maar schulden zijn. Zie ook Hmst.1674.

Ketel, Willem Cornelisz. 3 apr 1598, Willem Corn. Ketel de smit verlijdt Jan Baeck de ketelaer de somme van £11.10.0 over de koop van een “aenbeld”, te betalen £2.(3851B) 1 mei 1599, Willem Cornelissen Ketel, smit, transporteert aan Maerten Janssen schipper een schepenen waarschipbrief met de koop van een huis, erve en alle t gevolge van dien, staande in St Domus strate, met al sulken commer etc. (3851B) 2 mei 1599, Meerten Janssen schipper verlijdt Willem Corn. Ketel de smit de somme van 700 car.gld. over de koop van een huis [zie vorige acte] .(3851B) 23 feb.1607 neemt Willem Cornelisse Ketel, smid, aan om te onderhouden zijn 4 weeskinderen: Huijbrecht, 7 jaar; Jan, 5 jaar; Heijndrick 3½ jaar en Lijsbeth oud 2 jaar. Hun moeder was Maijcken Jansdochter; zijn huis in ’t Visslop dient als zekerheid. 1632 Aan de Oostzijde van het Visslop (4e huis van het Z.uit; D-395), Willem Ketel, smijt, betaald 11 sch.9.gr. voor één of andere bel. (de Vos, 79/107)

Keukelaar, Jacobus, smid , geb. 1 april 1795 te den Hoek(NB), overl.7 aug.1872 te Zierikzee, 77 jaar oud. NH. Geh., smidsknecht, 24 jr. oud, op 3 sep. 1819 te Wissenkerke (NB) met de 22 jarige burgerdienstmeid Pieternella Holsappel, geb.5 april 1897 te Wissenkerke (NB), overl.9 april 1870 te Oosterland, 72 jaar oud. Jacobus is in 1823 en 1828, bij het overl. van kinderen, winkelier in Wissekerke. Hij komt mei 1833 van Wissekerke naar Dreischor en gaat juli 1836 van Dreischor naar Zierikzee; in mei 1833 wordt hij smidsknecht op Dreischor bij Everwijn en woont op nr. 97; juli 1836 gaat hij vandaar naar Zierikzee. Op 1 juni 1841 koopt Jacobus Keukelaar, hoefsmid wonende te Zierikzee voorf.1200,- van winkelier Jan Hendrikse Pieterszoon uit dezelfde plaats een woonhuis, smitse, schuurtje en erve gelegen aan de Z.zijde van de St.Anthoniusdam A-35, sectie A-837 groot 1 roede 69 ellen en sectie A-838 groot 69 ellen. Hendrikse heeft dit gekocht uit een publieke verkoop in juni 1833 door notaris Charles Pl. Boom. Het gereedschap wordt overgenomen voor gespecificeerde prijzen, o.a. 1 aambeeld voor F,100,- en 1 id. voor f.50,-, enz., totaal voor f.400,-. (foto, not. D.Q.de Jonge van Halen) Op 19 juni 1841 verklaart Jacobus dat hij f.1600,- schuldig is aan Marinus Buijze, koopman en winkelier te Z.zee. Bij het huw. van een dochter op 19 mei 1841 is hij smid in Zierikzee. Op 9 juli 1856 leent hoefsmid Jacobus Keukelaar uit Zierikzee f.600,- van goudsmid Reinier Koole, op het woonhuis, smidsgebouw, schuurtje en erve op de St.Anthonijsdam A-837, groot 176 m2 en A-838 groot 69 m2. (not.de Jong v.Halen) Nieuwsbode 29 maart 1864: “Holtus is eigenaar geworden van de Hoefsmederij van J.Keukelaar; hij zal thevens het Beroep van Burgersmid uitoefenen en beveelt zich beleefd aan voor het maken van Veeren voor Rijtuigen”. Huisnr.A-35 Op 30 juni 1864 verkoopt Jacobus Keukelaar zijn huis en hoefsmederij A-837 en 838 aan de St.Anthoniusdam in Zierikzee voor f.1600,- aan smid Frederik Holtus te Z.zee (not.v.d.Lek de Clercq) Op 16 juli 1868 verkoopt Jacobus Keukelaar te Zierikzee aan Joh. Matthijsse smid wonende te Oosterland een hoefsmederij met daarachter staande schuur en alle smidsgereedschappen op de Visschersdijk D nr.555, sectie F-301 voor f.2500,- van Jacobus Keukelaar in Zierikzee. (not.

265

C.v.d.Lek de Clercq) Jac. Keukelaar heeft deze smederij verkregen via een ondershandse akte op 27 jan.1864. Adres: Per. 1831/43 St.Anthoniusdam Z.zijde, A-35. Ze gaan maart 1869 naar Oosterland. In 1831 van die periode zit daar wagenmaker Pieter Hendrikse, die 2 inwonende smeden in dienst heeft; 1e Johannes Feijer, geb. 12 sep.1802 te Zierikzee, RK, ongeh., 2e Hendrik Hendrikse, geb. 13 nov. 1802 te Zierikzee, RK, ongeh. Pieter Hendrikse overl. in jan 1833 en dan komt er een andere wagenmaker, Mattheus Plaum, die vertrekt naar A-36, en dan komt juli 1836 ( van Dreischor af) Jacobus Kreukelaar, smid op A-35 wonen. In 1843 is hij bij een bedrijfsenquette hoefsmid in klasse 12, met 1 à 2 knechts. Per.1844/50 op A-31. Per. 1862/91 St.Anthoniusdam A-37>Vissersdijk D-555. In Zierikzee wonen bij Jacobus Keukelaar 2 kleinzoons: Leendert Fonteijne, smidsknecht, geb. 26 april 1844 te Zierikzee, die in jan. 1866 naar Dreischor gaat, mei 1867 terugkomt en dec. 1867 naar Zonnemaire gaat; en: Jacobus Johannes Fonteijne, zoon van Marinus Fonteijne en Adriana Keukelaar, geb. 25 oct. 1843 te Zierikzee, hoefsmid, geh. op 29 maart 1865 met smidsdochter Anna Gilden, 28, particuliere, geb.29 jan.1837 te Kerkwerve.

Kloot, Willem van der, smid, zoon van Johannes van der Kloot en Catharina de Groene, geb. ca 1799 te Zierikzee, overl. 1 juli 1840 te Zierikzee, 41 jaar oud. geh. met Cornelia Gans.

Klopper, Jan de, Op 1 feb.1673 is smid Jan Pieterse Clopper getuige voor notaris Maerten v.d.Maes. (3990-202) Op 20 feb.1677 is er een schuldbekentenis van voerman Floris Huijbrechtse uit Z.zze van £10- 15-0 aan de wagenmaker Adriaen Cornelisse en aan Amerens ?, de wed. van smid Jan de Klopper over het maken van een nieuwe wagen.(4008-53)

Klopper, Pieter de, mr. smid, geh. met Martijna La Va, woont buiten de Zuidhavenpoort. Op 14 jan.1695 is mr. smid Pieter Jansse Klopper getuige bij het huwelijk van scheepstimmerman Wisse Lauwerse..(4028-146) Op 20 feb.1705 is Pieter, samen met zijn smidsknecht Claes Hermanse, getuige bij een verklaring (4077-158) Op 11 feb.1723 erven zij 100 pond van Paulus Cornelisse, provenier in het manhuis in Zierikzee.(4100-11) Op 13 juli 1724 verkoopt grofsmid Pieter de Klopper aan Sacharias de Boodt zijn huis, smidse, rommelhuisje, erf en gevolge gelegen buiten de Zuidhavenpoort op de hoek van de Zuidhoek, belend oost H.v.d.Wiele; west,zuid en noord de weg. Smidse en erf belast met 10 sch. erfrente per jaar door de stad Zierikzee, voor £ 266.13.4; voor de gereedschappen moet £ 66.13.4 betaald worden; kolen en nieuw ijzer worden tegen kostprijs overgedragen, het gemaakte ijzer voor £ 1.13.1 per 100 pond, en het oude ijzer voor 15 sch. per 100 pond.(4100-105) Op 17 juli 1724 verzoekt Pieter bij de notaris om betaling door Zacharias van het ijzer en de kolen; de Boodt antwoordt notaris Plevier “dat hij genegen is te aanvaarden als ik geld kan krijgen”.

Koevoets, Hendricus Johannes, zoon van Hendricus Johannes Koevoets en Pieternella Taberne, geb. 26 juli 1844 te Zierikzee, overl. RK. Geh., smid, 22 jr., op 22 mei 1867 te Zierikzee met de 23 jarige winkeliersdochter Anthonia Heijeriks, geb.13 april 1844 te Zierikzee, overl. 3 maart 1912 te Zierikzee, 67 jaar oud.

266

Adres:Per.1844/50 >B-268b>C-324> B-260. Per. 1866-1879 op Breestraat C-327a; In de per. 1881/1914: Breestraat C-327a; per. 1914/38: Breestr.C-327a >Schuithaven A-4. Op 27 april 1870 koopt Hendr.Joh. Koevoets op een openbare veiling door not.Ermerins, een huis met smederij in de Breestraat B-1373,1374 en 1375, 117 m2 groot. Op 30 aug.1870 leent Koevoets f.1100,- hierop van J.J.Ermerins (JCvdLdC) Op 1 jan.1881 en 1884 wenst mr.smid op de Breestraat H.Koevoets vrienden en begunstigers een gelukkig nieuwjaar. Op 19 maart 1898 biedt mr.smid H,J.Koevoets uit de Breedstraat zich aan voor het vegen van schoorstenen. Als op 5 maart 1890 timmerman Willem Brouwer van Nieuwerkerk het maken van een nieuwe beschieting en losplaats aan de Oostkant van de haven van Viane aanneemt, is smid Hendr. J.Koevoets borg. Op 13 oct.1903 adverteert mr.smid H.J.Koevoets in de Breedstraat met haard-en sleekachels en reparatie. Op 30 apr.1903 heeft hij 20 mud roet te koop! Zoons: Hendricus Johannes, smid, geb.9 jan.1872 te Z1erikzee. Geh., smid,10 feb.1896 te Zierikzee met arbeidersdochter Cornelia Gilden , geb. ca. 1872 te Zierikzee. Gaat dec.1890 naar Rotterdam, komt oct.1893 naar Zierikzee, en gaat mei 1895 weer naar Rotterdam. Komt nov.1913 in Zierikzee; gaat sep.1929 naar Goes. Wilhelmus Karel, smid, geb. 7 feb.1874 te Zierikzee, huwt op 25 oct.1897 te Zierikzee met dienstbode Pieternella van Nieuwland, geb. ca 1872 te Zierikzee. Carolus Ludovicus,geb.1 sep.1878 te Zierikzee, smid, (zie bij Gebr. Koevoets) Abraham, smid, geb. ca 1882 te Z.zee, huwt op 28 oct.1907 te Zierikzee met wagenmakersdochter Hendrika Pieternella Rombouts, geb. ca. 1882 te ‘sGravenhage. Johannes, machinebankwerker, geb.6 juni 1884 te Zierikzee, huwt op 20 nov.1910 te Terneuzen met winkeljuffrouw Maria van den Boom, geb. ca 1887 te Bergen op Zoom. Hij gaat jan. 1905 van Zierikzee naar Brouwershaven. Godefridus Anthonius Koevoets, geb.12 april 1886, (zie bij Gebr. Koevoets)

Koevoets, Huibregt, zoon van Jacobus Koevoet en Catharina den Ekster, geb.17 jan 1770 te Zand ter buiten, overl. 15 mei 1827 te Zierikzee, RK., Geh. met Adriana Janse van Klooster, geb.2 aug.1774 te Nieuwerkerke(S), overl.14 oct. 1829. In 1797 op lijst mogelijk dienstpl., sk., woont op A-92 Zzee, geh.. Komt in 1802 naar Kerkwerve uit Zierikzee. Inwoner, hoefsmid, waarschijnlijk smidsknecht, Kerkwerve in 1811, en in 1813; in 1811 staat op de lijst direct na hem (inwonend?) Henri Giljam, smidskn. 17 jaar, geb. 1794 te Nieuwerkerk, en in de gem. Kerkwerve sinds 1811. In 1808 staat Huibregt als hoefsmid op de lijst voor patenten belasting te Nieuwerkerke; Johannes Konstand staat op als hoefsmidsknecht. Kind geb. aug.1817 overl. juli 1819 te Kerkwerve, Huibr. is dan hoefsmid. Op 25 jan.1822 vindt openbare verkoop plaats uit de boedel van de overleden Willem Hoelands te Zierikzee van een huis en erf aan de Noordzijde van Baggershil (de Lammermarkt) nr. B-362 en een smederij aldaar aan de zuidzijde, nr. 229; wagenmaker Josef Lucas is de hoogste bieder met f.1000,-; Lucas verkoopt een paar weken later voor hetzelfde bedrag alles aan Hubregt Koevoet, smidsbaas wonende te Nieuwerkerke in Sch..(not.P.C.de Winter). Koevoet, smid, komt van Nieuwerkerke(S) feb. 1822. !827-1829 wed. Hubregt Koevoets (aantek. de Vos-50) Volgens een aantekening van deVos zit Jacobus in 1829 en 1830 op de smederij; Joseph Lucas is eigenaar 1830-1843, wagenmaker; in 1840 bewoond door Jacobus Koevoets, smid, en door Adrianus Nijs in 1842 en 1843. Van 1843 tot 1862 is het Jac.Joh.Rombouts. (de Vos-50)

267

In de per. 1831/43, smid, Lammermarkt Noord-zijde B-263> 265> LammermarktB-273, is smederij. In de per. 1844/50 komt hij (wie? Nakijken!) van B-260 naar B-324 (tussen 2 periodes dat Adrianus Nijs daar zit); hij gaat naar B-325 als Nijs terugkomt. In 1851 Zuidwellestraat B-300; 1852 Lammermarkt B-268; 1853 B-276. Hun dochter Jacoba huwt wagenmaker Cornelis Jansen den Dekker. Zonen: Jacobus Koevoet, hoefsmid, geb.3 feb.1802 te Zierikzee, overl. 28 feb.1882 te Zierikzee, RK, huwt 25 jr. oud, op 18 juli 1827 te Zierikzee met de 28 jarige dienstbode Dominica Bernaschonij, geb. 17 maart 1802 te Zierikzee. overl 15 juli 1851 te Zierikzee, 51 jaar oud. (In 1776 maakt ene Rombout Lucas, wagenmaker, een testament) Jacobus werkt o.a. van mei 1847 (komend van Noordwelle) tot mei 1848 (gaat naar Zierikzee) bij Jac. Slager op Nieuwerkerk (D). Joannes Koevoet, (smidsknecht in 1834), geb. ca 1808 te Zierikzee, huwt, 26 jr. oud, op 27 dec.1834 te Oosterland met de 20 jarige arbeidster Martina Cornelia Olree, geb. ca.1814 te Oosterland.

Koevoets, Gebr.: (5 jan.1920 - 1 aug.1924) 1/Carolus Ludovicus ,geb.1 sep.1878 te Zierikzee, overl. RK. geh., smid, 10 nov.1909 te Zierikzee met koperslagersdochter Hendrika Johanna Maria Rombouts, geb.18 nov.1872 te Zierikzee, overl. ; geen zonen. Bijz., Per. 1881/1914 Nw.Haven C-202>D-135b> Nw.Boogerdstr.D-237> St.Domusstr.D-250 Ze gaan feb. 1906 naar Rotterdam,en komen aug.1908 terug naar Zierikzee. Per.1914/38 smidsbaas op St.Domusstr. D-250, 2/ Godefridus Anthonius Koevoets, koperslager, geb.11 jan. 1886, overl. Geh. met Maria Anna Catharina Ermen, geb.4 jan.1889, overl. 5 mei 1925 te Zierikzee. Bijz.: Periode 1914/38: Breestr.C-327>Schuithaven A-4; hij komt juli 1914 in Zierikzee; hij gaat dec. 1928 naar Eindhoven met zijn nieuwe vrouw, 4 dochters en zoon Hendrikus Josephus. 5 jan.1920 , Nieuwsbode: “De smederij van G.A Koevoets, voorheen H.J.Koevoets (Breestraat) en: de zaak van C.L.Koevoets voorheen J.J.Rombouts, loodgieter en gasfitter (St.Domusstr.), is vanaf heden gecombineerd onder de naam Gebr.Koevoets. Adressen blijven: Breedstraat 327, St.Domusstraat 250, hoek Schuithaven”. 15 juni 1920 neemt Godefridus een 2e hypotheek bij de “Hanzebank” van f.1200,- (de 1e is f.2000,-) op een woonhuis met erf annex smederij, Breestraat, sectie B-1485 en 1486; 128 m2. 1 jan.1921, Nieuwsbode: “Carolus Ludovicus Koevoets en Godefridus Anthonius Koevoets, smeden en kooplieden zijn een vennootschap aangegaan: Gebr.Koevoets, smederij, loodgieters- en gasfitterszaken, handel in sleekachels en vulhaarden”. Op 1 jan. 1923 wenst G.A.Koevoets , haarden en kachelmagazijn, hoek Schuithaven, gelukkig nieuwjaar; ook smid H.J.Koevoets doet dat,en ook de Gebr. Koevoets met een smederij in de Breestraat 327 doen dat; in 3 aparte advertenties. ADRES: In 1920 Breedstraat 327 en St.Domusstraat 250. Eén van de Koevoetsen gaf ook les op de Ambachtschool. Het vuur stond in de Begijnestraat. Smid C.H.Koevoets vraagt op 22 maart 1926 vergunning voor glasdeuren op D-249.

Koevoets, Jacobus, smidsbaas, geb. ca.1755, Standaardbuiten, overl. ca. 1811 te Zierikzee, Jacobus komt 1783 van St.Annaland naar Zierikzee; inwoner van Zierikzee in 1811; Geh. met Catharina de Nekster, later met Ida van de Watre?? Geh., woont op A-46, A-47 is de smederij(lijst Mog.Dienstpl. 1797). In 1795 een taxatie, zie Frans Vermeeren. Op 17 oct. 1795 wordt smid Jacobus Koevoet aangesproken voor £100,- omdat hij zich borg gesteld heeft voor dit bedrag bij een lening van Adam Trouw.(4294-67)

268

Op 9 nov.1796 maken Jacobus Koevoets en Frans Vermeeren, beiden “Ankersmidsbazen”, wonende op de Heunaarsdijk buiten de Zuidhavenpoort, bij de notaris een overeenkomst. Ze zijn de enige scheepssmeden en hebben beiden te lijden van slechte betalers onder hun klanten; volgens hen veroorzaakt door de achteruitgang in handel en visserij. Ze zullen in het vervolg alleen dan aan werk voor een nieuwe klant beginnen, als die aantoont dat hij zijn rekening van het vorige jaar heeft betaald. Op het niet naleven van deze afspraak staat telkens een boete van 30 Zeeuwsche Rijksdaalders; door henzelf samen te verdelen onder de Armenkassen van Zierikzee. (4295) Op 4 oct.1800 moet smidsbaas Jac. Koevoet, wonende op de Heunaarsdijk buiten de Noordhavenpoort een lening van £66-13-4 terugbetalen.(4299-102) Op 2 jan.en 12 juni 1802 taxeert Jacobus, samen met smid Govert Sensen de schade aan een schip; idem in 1805 en op 3 maart en 2 dec.1806; en op 21 apr.1809(4305en 6) In 1807/11 is ene Jacobus Koevoets eigenaar of bewoner van pakhuis Scheepstimmerdijk A- 461>A-453; mogelijk later de smederij van de Rooij? Op 25oct.1809 verklaart Jacobus Koevoets, smidsbaas aan de werf op de Heunaarsdijk buiten de Noordhavenpoort, en wonende aldaar, dat het smakschip “Diligentia” de vorige maand zoveel schade had opgelopen, dat het een haven moest binnenlopen.(4340) Op 23 feb. 1812 is er een akte voor not. P.C.de Winter over de nalatenschap van smidsbaas Jacobus en zijn vrouw Ida van Watre; overl. in Zierikzee wijk A-454. De belanghebbenden zijn: Neef Huijbregt Koevoet, smidsbaas op Nieuwerkerke(S); en 1 zoon en 3 dochters de Roo, uit een eerder huwlijk van Ida; de zoon is smidsknecht Cornelis de Roo, wonende in Zierikzee wijk A-443. (3893-164)

Kok, Frans de, zoon van Rochus de Kok en Maria Johanna de Rijke. geb. 10 mei 1823 te Zierikzee, overl. Geh., smid, 26 jr. oud, op 31 aug. 1849 te Serooskerke(S) met Neeltje Cornelisse, geb. 30 aug.1821. Zoon Rochus, geb. 30 dec.1849 te Zierikzee. In 1852 overl. kind te Nieuwerkerk; in 1856 en’57 in Zonnemaire, in 1861,62,63,64 geb.en overl. in Duivendijke. Frans komt oct.1852 van Capelle(D) naar Zierikzee; mei 1859 gaat Frans van Zierikzee naar Duivendijke; hij gaat feb. 1868 van Duivendijke naar Zierikzee, Krepelstraat C-272. Op 13 jan. 1869 ziet de Kok er van af om een smederij te beginnen op C-273 omdat er teveel klachten zijn van de buren; hij is nu naar de Minnebroerstraat B-336 gegaan, een huis van Joh.van de voorde, en hij verzoekt B.en W. toestemming om daar een kleine smederij van herstelwerkzaamheden te beginnen. Op 21 feb.1873 koopt Frans een woonhuis, smederij en erve in de Zuidwellestraat, sectie A-201, groot 106 ca. van meubelmaker Jac. Anth.Theewis voor f.1000,-.(J.J.Ermerins) Hij leent f.1000,- van J.J.Ermerins (vdLdC) Frans staat in 1877 ingeschreven in de beroepengids als smid te Zierikzee . Op 15 juni 1877 verklaart de Rechtbank smid Frans de Kok failliet. In 1877 gaat smid Frans de Kok te Zierikzee failliet.(ARZ 436), hij gaat mei 1877 naar ‘sGravenhage. Op 3 aug.1877 wordt door de curator het huis, smederij en erve in de Zuidwellestraat, sectie A- 201, groot 106 ca., belast met erfpacht door de gemeente Zierikzee, uit het failliesement van Frans de Kok, publiek verkocht aan Jan Bolle Adr.zn. voor f.1000,- ; plus f.100,- voor de smidsgereedschappen. (Not.J.C.v.d.Lek de Clercq) De verkoop van huisinventaris brengt nog f.32,30 op.

Kolmeijer, Hendrik, meester grofsmid, Geh.: met Babera Clawijn. Op 19 sep.1741 geeft mr.grofsmid Hendrik Kolmeijer een volmacht.(4137)

269

Op 10 oct.1745 wordt een inventaris opgemaakt, bij de boekschulden staat geleverd ijzerwerk en arbeidsloon aan schippers en stuurlieden van reders van de koopvaardij en visschepen. (Weeskamer Zierikzee 178/5) Op 22 sep.1749 verklaard Barbera dat ze £400.-.- schuldig is aan Tonis van der Os op haar huis, pad en erf aan de Scheepstimmerdijk ; belend O.Chr.Klaasse, W.Nic.de Kater, Z.de straat en N.het groenewoud; en op haar smidse aldaar, belend O.Nic.de Kater, W.de stadshouttuin, z. de straat en N.he groenewoud. Afbetaald op 17 apr.1750. (3858)

Koole, Tobias Janse, gehuwd met Tona Jacobse v.d.Vliet; zij maken 4 sep.1727 een testament op langstlevende.(4123) Over 1750 moet aan Tobias Coole betaald worden voor reparatie van een spit, en in 1752 smidswerk; over 1755 voor werk aan hekken en dammen in Poortambacht; over 1756 voor smidswerk op slot Haamstede; over 1762 en 1764 smidswerk aan hekken en dammen (familiearch.v.d.Lek de Clercq, H-222)Op 25 jan.1751 is meestersmid Tobias samen met timmerman Adr.Breur executeur in de na te laten boedel van de wed. van Christiaan Willemse.(4151) Op 18april 1754 verklaart de oudijzerkoopman Joh.de Vreede dat hij f.400,- schuldig is aan Tobias Coole; als onderpand dienen o.a. een poonschuit, een boot, een karre, een wagen, een slee, 2 paardetuigen, bedden, dekens, kussens, 6 wagenwielen, enz. Op 20 oct.1770 wordt aan hem 5 sch. betaald voor rep. aan hekken en dammen aan de bezittingen van IJman Mogge.(fam.Arch. van der Lek de Clerq toegang 465, nr.H222) Op 30 april 1773 transporteert Tobias Janse Kole, mr.smid, aan Mons.Pieter Marijnisse; huis erf en gevolge aan de Z.zijde van de Oude Haven, met een gang naar de St.Domusstr.; op dezelfde datum verkoopt Kole aan Dingeman Telle een huis, erf en gevolge staande aan de zuidzijde van de Hennarsdijk buiten de Noordhavenpoort, oost de koper, west het hof , zuid de Achterweg en noord de hennarsdijk.(3863) Op 6 dec.1773 verkoopt Tobias Koole aan Jan Letser een huis en smidsgereedschappen aan de zuidzijde van de Oude Haven. (4255) Van 1766 tot 1773 is Tobias Janse Koole, smid, eigenaar van het huis D-414 (waarschijnlijk verhuurt hij dat huis) (de Vos 79/230)

Korst, Jan, smidsknecht, legt op 17 sep.1785 een getuigeverklaring af over een slaande ruzie op den Dam in Zierikzee waarbij Marinus de Wilt de baas koperslager Jan van den Abeele met een plaat op zijn hoofd heeft geslagen. De ruzie komt door een familieprobleem: de vrouw van v.d.Abeele heeft een affaire met de Wildt. Op 17 oct 1785 verklaart Jan Korst dat hij de huisvrouw van Jan v.d.Abeele haar huis heeft zien uitkomen en dat zij gezegd had dat de deugniet haar het huis had uitgeschopt, maar van een ruzie of iets dergelijks had hij niets bemerkt. (4311/5).

Kouwenberg, Pieter, zoon van Marinus Kouwenberg en Johanna Tromper, geb. 3 juni 1860 te Zierikzee, overl. geh., smidsknecht, 22 jaar oud, op 15 feb.1882 te Zierikzee met de 25 jarige particuliere Lena Kort, geb. 3 dec. 1856 te Nieuwerkerk, overl.11 jan. 1933 te Zierikzee. [kind te Z.zee in 1886,’88(smidsknecht) en’93(smid)].In 1899 is Pieter machinist, in Zierikzee wonend. Hij woont in de per. 1881/1914 op A-462, 456,D-96,D-99,B-169d.

Kramer, Johannes, smid, zoon van arbeider Paulus Kramer en Anna Maria Berbera Gans, geb. 25 sep.1816 te Zierikzee, overl.(Hij emigreert mogelijk in 1849; gen. afschr.810/2-8) Geh., 26 jaar oud, op 10 mei 1843 te Zierikzee met 24 jarige dienstbode / slepersdochter Tanna Corbeel, geb. 8 maart 1819 te Zierikzee.

270

Kroo, Cornelis Anthonisse 1744: “ Dalme, Jan van, Mr. Hoefsmid, Verlijt, verkocht, getransporteert en in regten vrije eijgendom opgedragen aan Cornelis Antonisse Kroo , sijn erven en nakomelingen een huijs, erve, Smitse en schuur staande en gelegen aan de Zuijdzijde van de Vissersdijk buijten de Zuijdhavenpoorte deser stad , belendende Oost: Heijnricus Verzijl; West: de strate; Zuid: de Taanput en Noord: de Haven. Vrij van eenige kommer of last te bezitten en gebruijken als laatst bij den Comparante is gedaan; alles volgens de Coopconditie van den 1e Januari 1744 waartoe werd gereserveert en dat om een somme van penn:deser van den Comp.t bekend soo in gelde als per Scepenen schuldbrief enz.” (raze 5136,fol.103)

Kuijper, C.de, Bij een foto (in de ZN van 19 mei 1995) staat een verhaal over de reparatie in 1921 van een Engels schip op een werf van de familie de Bruijn op de Scheepstimmerdijk. De toenmalige smid, C.de Kuijper, die nu 95 is, herinnert zich deze reparatie nog heel goed.

271

L

Lagscher, W.L. smid, geb. te Zierikzee krijgt volgens de Min. van Marine f.48,69 “buitgeld”. (Nieuwsbode 6 dec.1879)

Lauwe, IJeman Cornelis, die smit, belooft op 6 mei 1542 om goed te zullen beheren de goederen van Gheijle, Cornelis Eluegez.; als zekerheid stelt hij het door hem bewoonde huis op de Hoedenaersdijk.

Lauwerijse, Jasper Pieterse, smid uit Haamstede, 5 mei 1516, wordt poorter te Z.zee.

Lauwersz, Cornelis Cornelisz., 1532, smid, erflater, Weeskamer 701. In 1551 is Cornelis, smid, erflater, geh. met Magdalena Lievensdr., Weeskamer Zierikzee, (4794). Op 12 sep.1562 neemt Cornelis Lauwerisz.aan om zijn 10 weken oude wees Jan , waar Anthonie Maertensdochter de moeder van was, te onderhouden; hij verbindt daaraan zijn huis staande voor de Nijea brugghe op de hoek van ’t Groenendal. Anthonie was zijn tweede vrouw. Op de achterzijde staat: “Cormelis Lauwe, smidt, naer weese van zijn tweede huijsvrouwe vrijkoopbrieff”. (uittr.zegels) Op 18 dec.1567 nemen Cornelis Lauwez., smit Robaert in schuere, en Elijzabet (wed. van jonge JacobWissez.) zijn vrouw, aan om te onderhouden: haar twee dochtertjes, Francijnken en Neelken oud 13 jaar; stellende tot onderpand hun huis in ’t Visslop genaamd “de Schuere”. (zegels)

Leendertsz.,Aernout, 1658, smid te Zierikzee, erflater, (4906).

Leendertsz, Hermanus, overl. vóór 21 dec.1707. Scheepstimmerdijk. (zie ook zijn vader en zijn zoon, Harmansz, Leendert.) Op 20 mei 1686 werken Harman Leendertse en Adriaen Stoffelse, beiden grofsmid te Zierikzee, samen om het ijzerwerk te maken voor het oorlogsschip “Tholen”, werk dat eerst gegund was aan Stoffelse. (4033-74;foto’s). Op 30 dec.1693 protesteert H. van Noemer,de boekhouder van een nieuw te bouwen hoekerschip dat de 4 nieuwe ankers niet op tijd zijn geleverd door Herman Leenderts, mr. grofsmid op de Schipstimmerdijk. Herman antwoordt `Ik zal ten eersten aen de anckers gaen wercken”. In 1694 en 1695 komt smid Hermanus Leendertse, meester smid op de Scheepstimmerdijk, voor als getuige.(4053-156 en 173) Op 18 aug.1698 legt mr.smid Harman Leendertse een verklaring af over een schip met hout.(4035) Op 3 dec.1703 levert Herman als smid te Zierikzee, ijzer aan een hoekerschip. Als hem gevraagd wordt genoegen te nemen met minder geld, weigert hij. (foto, 4040-78) Op 1 mei 1705 maakt Harman wonende op de Scheepstimmerdijk een testament. Bij zijn overlijden zal aan zijn zoon Leendert Harmansz (van wijlen Cornelia) het huis, erf en winkel in de Zuidstraat belendende oost Joh.Wisse; noord burgemeester Joh.Mogge Corenlant; oost Corn Bommenede en zuid de straat, met alle gereedschap en de kolen worden toegewezen voor £ 133.6.8.(4069-56) Op 21 dec.1707 gaat de notaris naar het huis en de smidse van de wed. van Herman op de Scheepstimmerdijk; zij zou eergisteren, op maandagavond een huis in de Poststraat hebben verhuurd aan de wed. van Jac. de Winde, zonder daarin de andere erfgenamen te hebben gekend, en dat terwijl het huis eigenlijk al verkocht was aan Poulus Verhelle. (nr.194)

272

Leendertsz., Jan; Op 21 aug.1640 neemt de weduwe van Jan Leendertsen, smid, voor de weeskamer aan om haar wees Martijnken, oud 1½ jaar, te onderhouden, stellende tot onderpand haar huis op de Heunaersdijck.

Leenhouts, Johannis, Rijksgediplomeerd hoefsmid, NH, geb. 23 aug.1902 te Groede, Op St.Anthoniusdam A119a(later nr.4) samenwonend >Korte Nobelstraat A-112(later nr.4); Geh. met Marina Jacomijntje Bal, geb.22 apr.1906 te Zierikzee, overl. 2002 te Zierikzee. Neemt eerst de smederij over van Matthijsse (schuin tegenover de latere smederij) Op 16 juni 1928 vraagt J.Leenhouts vergunning aan het gemeentebestuur van Zierikzee om een smederij op te richten met een benzinemotor van 4 PK in de Korte Nobelstraat A-110, sectie A- 2116. Verder komt er een autogeen lasapparaat, 2 boormachines, een blaasbalg en een amarilsteen. In 1930 en in 1931 biedt J.Leenhouts, rijksgedipl. Hoefsmid, verschillende ploegjes te koop aan. In januari van 1937 vraagt Leenhouts vergunning tot het plaatsen van 2 electromotoren in de smederij aan de Korte St.Jansstraat A-110; sectie A-2727. In 1938 adverteert hij met ploegen.

Leijns, Cornelis Jansse, Vissersdijk: Op 23 aug.1792 verkoopt Pieter Leijns aan Cornelis Jansse Leijns een huis, hoefsmederij, hof en gevolge op de Vissersdijk. Leijnse leent hierop op dezelfde dag £300.-.- van de Zutter. (3866-188) Op 1 dec.1794 verkoopt Cornelis Janse Lijns aan Mat.D.v.Haaken een huis, hoefsmederij, schuur, hof en gevolge op de Vissersdijk , belend: oost Dirk van der Maas; west en noord de straat; zuid de weg; de schuur belend: oost de straat; west de weduwe van der Water; zuid de weg; en noord Pieter Hoffman; het hof belend: oost Johannes Rompa; west Jacob Letzer; noord de straat; en zuid dhr. Prieswijk. (zegels) (3867, fol.51)

Leijns, Pieter, mr.smid te Zierikzee. Ca.1682 is er een slecht te lezen akte waarin iets staat over de Schout en Kerkmeesters van Renesse voor wie smid Pieter Leijnse heeft aangenomen om de kerkklok te repareren en nazien voor 7 pond vlaams; kennelijk is er ongenoegen, want de notaris komt er aan te pas. (4004-353) Pieter is getuige op 26 juni 1690 (4027-76); bij een testamenten 8 juli 1695(4042-162), op 3 feb.1698 (4054); op 16 mei 1700; op 30 oct.1705; op 28 dec.1717, mr.smid en poorter te Z.zee.(4066-176) (zie ook Pieter Leijns van der Jacht!!

Lemson, Cornelis, smidsknecht, buitenechtelijke zoon van wasvrouw Pieternella Lemson, geb. 14 sep. 1859 te Zierikzee en overl. op 5 jan. 1876 te Zierikzee, 17 jaar oud.

Lemson, Pieter, zoon van arbeider Willem Lemson en Geertje de Jonge, geb.15 feb.1838 te Zierikzee, overl. 24 aug. 1915 te Zierikzee, 77 jaar oud. NH Geh., smid, 31 jr.oud, op 18 aug.1869 te Zierikzee met de 30 jarige naaister Leenderina Biesheuvel, geb. 26 juni 1839 te Tholen, overl.30 apr.1885 te Zierikzee, 45 jr.oud. Pieter gaat juni 1861 als smidsknecht van Zierikzee naar St.Annaland. Pieter komt maart 1869 van Dreischor naar Zierikzee. Pieter heeft op 25 sep. 1868 het pakhuis gekocht zoals hierna is beschreven. (J.J.Ermerins) Op 14 oct.1873 bekent Pieter Lemson, smid te Zierikzee, dat hij f.400,-schuldig is aan de weduweThona ten Haaf-Timmerman, met als onderpand een eerste hypotheek op een pakhuis en erf ingericht als smederij, met de daarbij behorende gereedschappen, aan de Westzijde der Lange Nobelstr. A-31, sectie A-843, groot 20 m2. (Bouvin) Op 16 feb.1875 zal not.Bouvin ten verzoeke van mej.Thona Timmerman, en als onherroepelijk gemachtigde van Pieter Lemson het pakhuis en erf verkopen omdat hij niet aan zijn verplichtingen voldoet. In mei 1876 als smidsknecht naar Noordgouwe, in aug.1877 terug naar Zierikzee als smid.

273

Korte Nogbelstraat A-121>A-122. Pieter wordt met smid als beroep, in nov.1913 (75 jaar oud) weer ingeschreven in Zierikzee, Verlengde Korte Nieuwstraat B-142a.

Lemson, Willem Gerardus, smid, zoon van arbeider Cornelis Lemson en Geertruida Jasperse, geb.3 feb.1857 te Zierikzee, overl.als 78 jarige weduwnaar op 27 oct. 1935 te Zierikzee. NH. Geh., als smidsknecht, 24 jr.oud, op 22 feb.1881 te Zierikzee met de 20 jarige dienstbode Wijnanda Tuinman, geb.26 sep.1860 te Zonnemaire, overl. 26 maart 1907 te Zierikzee. In de per. 1881/1914 woont hij op A-122, 112, D-245, C-610,D-152, en Venkelstraat. In 1883 aangegeven als smid, in aug.1886 als smidsknecht; van juni 1890 t/m nov. 1916 als smid, in apr. 1922 als smidsknecht. Op 14 april 1888 vraagt W.Lemson, smid in de St.Domusstraat een flinke smidsjongen. 18 Sep. 1891 leent Willem 1800,- van Adr.Buijze, met als onderpand zijn woonhuis, waarin een smederij met inventaris, en erf aan de zuidzijde van de Sint Domusstraat, 122 ca., gedeelte van kad.nr.1435. (not.P.Way,1475) Op 3 april 1897 adverteert mr.smid en rijwielhersteller W.Lemson in de St.Domusstraat met “Burgers” fietsen. In 1902 gaat smid koopman Willem Ger.Lemson failliet.(ARZ-458) Nieuwsbode: “Per 1 mei 1904 vestigt W.C.v.Vessem zich als Smid en rep. van rijwielen enz. in de Smederij, tot op heden gedreven door de Heer Lemson, St.Domusstraat. Voor het weghalen en opbergen van Haarden en Kachels bestaat nu al gelegendheid”. Nieuwsbode: 17 mei 1907 “Verkoop van Woonhuis en Erf met Annexe en vele jaren bestaande Smederij aan de Venkel, voor de Heer H.v.d.Vate, wegens vertrek”. Nieuwsbode 18 juli 1907: “W.G.Lemson beveelt zich aan als Huis-Haard-en Kachelsmid, tevens voor het repareren van rijwielen in de smederij van zijn voorganger H.v.d.Vate”. Venkel D-151/152, kad.B-521/522; groot 1 A-40 cA Nov.1913 wordt hij gelijktijdig met zijn vader, weer ingeschreven in Zierikzee, hij op Venkelstraat D-152; later naar Godskamers B-164. Zoon: Cornelis Johannes, smid, geb.30 juni 1881 te Zierikzee, NH. Geh., 24 jaar oud, op 7 maart 1906 met de 24 jarige arbeidersdochter Janna v.Dijke, geb.11 jan.1882 te Nieuwerkerk. Hij woont op A-434, ze gaan mei 1906 naar Schiedam. In nov.1899 krijgt Cees een bekeuring wegens het rijden op een fiets zonder verlichting: f.1,- , of een dagje brommen!

Lenens, Michiel, 18 mr.1599, Michiel Lenens, smit, transporteert aan Jan Corn. z. heerde een huis, erve en gevolge, staande op den Heunaersdyck, per botbouck den 4 oct. 1598. 19 mrt 1599, Jan Corn. heerde verlijdt (leent aan) Michiel Lenens, smit, de somme van £65 over de koop van een huis, erve en gevolge. (3851c, hr.Plankeel)

Letzer, Hendrik, geb. maart 1761 in Duitsland smid te Zierikzee , schuldbekentenis, 30-9-1807. (4306-46); woont L-106, (lijst Mog.Dienstpl. 1797) (inw., smid, Zierikzee 1813) Op 11 maart 1809 geeft Hendrik Letzer procuratie aan capteijn Philip Eiding om het huis en de smederij in de St. Domusstraat, hoek St. Jacobstr.D-329 en D-430 met alle gereedschappen publiek of uit de hand te verkopen. (4328A-103) Op 1 mei 1809 transporteert Philip Eijding voor Hendrik Letzer aan zichzelf een huis en smederij aan de N.zijde van de St.Domisstraat op de hoek van St.Jacobstraatje, wijk D-329 en 330, met alle smidsgereedschappen, voor 3000 gld. (3893-61)

Letzer, Jan, smid te Zierikzee L-248, geb. ca.1741, geh., (lijst Mog.Dienstpl. 1797); Op 6 dec.1773 verkoopt Tobias Koole aan Jan Letser een huis voor f.800,- en smidsgereedschappen enz. voor f.700,-, gelegen aan de zuidzijde van de Oude Haven. Aangezien Letser 2 jaar bij een slotenmakersbaas, en 4 jaren bij een grofsmid te Zierikzee gewerkt heeft, is

274 er een mogelijkheid dat hij de 100 gulden voor het smidsgilde niet hoeft te betalen. De koper neemt een schepenbrief schuld van f.1200,- gulden tegen 4%. (Z.zee, 4255-212) Op 24 sep.1782 maken Jan Letzer, smid en slotenmaker, en zijn vrouw Catharina Zweijzers een testament (4274-59) Op 17 juli 1780 ontvangt Johan Letzer, mr.smit te Zierikzee, samen met zijn broer wagenmaker Johan Jan Letzer bericht over een vaderlijk erfdeel.(4258) In 1790 is Catharina Zwijtsers zijn huisvrouw Op 3 maart 1790 gaat meestersmid Jan Letzer naar notaris Levenhuijsen met het verzoek antwoord te eisen op zijn vragen; hij vindt dat hij zonder reden is afgezet als diaken van de Suttvense Kerk en krijgt op zijn vragen hierover geen duidelijk antwoord van de kerkeraad of de predikant, ook willen hij en zijn vrouw Catharina Zwijters nu uittreden, maar krijgen geen attestaten; en de extracten uit het doopboek voor hem, zijn vrouw en de kinderen waar hij om verzocht heeft, worden niet gegeven.

Letzer, Johan Janse, Op 1 oct.1808 wordt de 22 jarige smidsknecht Johan Janse Letzer veroordeeld wegens diefstal en inklimming inn het huis van de wed. Steveninck. (Vos 96/324, waarh.boek)

Letzer, Johannis, levert in 1778 voorschaere en andere maljeniers voor ’t stadhuis. (548) Op 23 oct.1801 moet smid Johannis Letzer een wisselbrief van 500 gld. betalen aan koopman Willem Cranenburg te Zierikzee; op 10 nov. van dat jaar komt de notaris met een verzoek om betaling van een wisselbrief van 726 gld. van M.v.Donge, Letzer zegt wel te zullen betalen maar vraagt om uitstel. Op 23 nov.1801 komt de notaris om betaling vragen van 1200 gld. voor Thomas de Roo; zijn vrouw, die de notaris te woord staat, antwoord:”ik zal mijn man er kennis van geven”; en als de notaris op 10 jan.1802 weer met een wisselbrief langs komt antwoord dochter Geertruida dat ze het haar vader zal zeggen! (4300-79, 84 en 87) Volgens het bev.reg. periode ca. 1780/1820 is er op de Nieuwe Boogaardstraat D-234 een smederij; op nr.D-233 woont ene Letzer.

Leunissen, Adriaen, 6 dec.1597, Adriaen Leunissen smit verkoopt aan Willem Aertssen smit een huis, erve en alle zijn gevolge, staande op den Heunaersdyck, met 6 g. erfpacht, west “den brant pat”, de straete noord, de haven zuid, en oost Adriaen Betsmansse carreman, 7 dec.1597, Willem Aertssen smit verlijdt Adriaen Leunissen, smit, £55 over koop van een huis met zijn gevolge, staande op den Heunaersdijck, (3851, hr.Plankeel) 4 mrt 1599, Adriaen Leunissen smit verlijdt Anthonis Dijcke de somme van £15 van arbeidsloon en geleverd hout; onderpand: zijn huis, staande [bij Zierikzee] op den Heunaersdyck.(3851B, hr.Plankeel) 15 oct 1599], Adriaen Luenissen smit, poorter deser stede, belooft Geerit Faes beenhouwers soonken, oud ontrent 3 jaar, zijn zusters kind, te onderhouden tot zijn mondige jaren, ... en dat over t gebruik van de somme van £50, de voors. weese over zijn moederlijk goed competerende, die hij bekende ter weeskamer ontvangen te hebben, mits conditie dat hij de wees wanneer deze zijn mondige jaren bereikt hiervan £20 uitreikt indien de comparant eerder sterft, dan eindigt het onderhoud, en zal hij van deze £30 voor het onderhoud naar rato ontvangen; evenzo “indien hy de weese ombehoorlijcken hout oft tracteert”; onderpand: zijn huis, erve en gevolge, daar hij nu in woont, staande [bij Zierikzee] op de Huenaersdyck [= Heunaersdyck], tussen de huijsinge van Corn. Thuere van oosten en Corn. Doelman [van westen(?)], zuid de strate, en west(?) de dilve; tot meerder verzekertheid heeft Adriaen Betsmanssen carreman, ...(?) poorter, zich borg gesteld; alles volgens het contract ter weeskamer gemaakt op 24 sept. [15]99.(3851c, hr.Plankeel)

275

Lier, Adrianus van, smid, zoon van maisdrager Willem van Lier en Pieternella Schoenmakers, geb.29 aug.1828 te Zierikzee, overl.11 aug.1902 te Zierikzee, 73 jaar oud. RK. Geh., 30 jaar oud, op 3 nov.1858 te Zierikzee met de 30 jarige dienstbode Johanna Rosiers, geb. 20 nov.1828 te Zierikzee, overl.1 feb.1894 te Zierikzee, 65 jaar oud. Zie ook Verkaart. Op 17 dec.1862 verklaart de smid Adriaan van Liere dat hij f.200,- schuldig is aan koopman Joh.Kolkman uit Dordrecht. Als onderpand is er een eerste hypotheek op een pakhuis aan de oostkant vanhet Meulstraatje, sectie A-349, groot 30 Ellen dat Adriaan op 12 dec.1862 gekocht heeft. (Ermerins) 7 Sep.1865 koopt Adr. van Lier smid te Zierikzee een huis, Maelstraatje A-388 voor f.425,-; op 30 oct.1865 leent Adriaan deze f.425,- van Kolkman.(not.Ermerins) In feb.1869 wordt aan v.Lier toestemming gegeven om zijn smederij en schoorsteen in het Maalstraatje te verplaatsen en de voorgevel te verbouwen; hij wil van B-376 en 377 naar B-377 en 378. Op 1 feb.1869 leent van Lier f.875,- van Kolkman op een huis en erf aan de zuidkant van de Melkmarkt, sectie A-385 van 94 m2; en op een pakhuis aan de oostkant van het Maalstraatje, sectie A-1234, groot 32 m2 dat hij op 11 jan.1869 gekocht heeft.(Ermerins) Op 26 nov.1872 leent v.Lier f.1600,- van Jac,Ermerins; onderpand: 1e hyp.op huis en erf hoek Melkmarkt en een 4e hyp. op huis erf en schuur in het Maar-of Maelstraatje nr.8 en een huis aan de zuidkant van de Melkmarkt. (vdLdC) Op 18 aug.1879 maakt meester smid Adriaan van Lier zijn testament bij notaris Bouvin waarbij hij alles nalaat aan zijn vrouw Johanna Rosier . Op 10 maart 1881 adverteert A.van Lier, mr.smid in de Verrenieuwstraat als fabriek en magazijn van haarden en kachels. Op 15 sep.1888 adverteert v.Lier voor het in het vuur verlakken van haarden en kachels. Op 6 aug.1896 vraagt van Liere een nette burgerjongen van 13 à 14 jaar oud, die genegen is het smeden te leren.(NB) ADRES: In de per.1844/50 wonend bij zijn ouders op C-127 te Zierikzee. Per 1840/62 smidsknecht, bij ouders St.Domusstr.127> C-579; Per.1881/1914: B-348. Lange Nobelstr.? Zoon: Wilhelmus Jozefus, smid, geb.ca.1859 te Zierikzee, overl.1 aug.1879 te Zierikzee, 20 jaar oud. ( Hij is overleden gevonden des namiddags om 3 uur.)

Lier, Johannes van, smid, (broer van Adriaan), zoon van Willem van Lier en Pieternella Schoenmaker, geb.ca. 1835 te Zierikzee, overl.20 oct.1912 te Zierikzee, 77 jaar oud. Huwt Pieternella van Schendel, geb., overl. 25 juni 1908 te Zierikzee, 79 jaar oud. Bijz.: Zij hebben kinderen die in 1869, ‘73 en ‘77 in Z.zee overl. Op 30 juni 1880 krijgt Johannes van Lier toestemming om een smederij op te richten in de Stoel- of Kinderstraat B-105 sectie A-1591. (corresp. 1880-837; foto) Op 4 oct.1896 is er een gunstig advies van de brandweercommandant aan de gemeente als Johannes zijn lakoven wil verplaatsen van de smederij in de Beddeweg B-405 naar een pand daarnaast. In jan.1899 wordt Johannes veroordeeld wegens het zich in kennelijken staat bevinden op de openbare weg tot f.3,- boete of 2 dagen hechtenis. Zoon: Willem van Lier, smid, geb. ca. 1875 te Zierikzee, zie hierna.

Lier, Wilhelmus Hendrikus van, smid, geb. 2 feb.1875 te Zierikzee, overl. RK. Geh., 31 jaar oud, op 19 dec. 1906 te Zierikzee met de 32 jarige Elzabeth Cannoo, geb.5 oct.1874 te Zierikzee, overl. Ingeschreven nov. 1906 in Zierikzee. Nieuwsbode 20 oct. 1920:”W. v.Liere beveelt zich aan als kachelsmid op de Varremarkt”.

276

ADRES: Per. 1881/1914: B221>C-300>B-405>’sHeerarendsslop A-399, Varremarkt B642; Varremarkt in 1920.

Lievense, Cornelis, (of Liewerse), smid, Baggershil voor 1752- na 1767, dan Klots? Geh. met Apolonia de Koning. Op 7 maart 1752 verklaard Cornelis Liewerse, mr.smid, schuldig te zijn aan Cornelis van Ossenwaarde de som van £ 200.-.- op zijn huis en erf op Baggershil (westelijk deel van de Lammermarkt) belend oost Cornelis Jonker, west en noord Gerret Keuvelaar’s weduwe en zuid de straat; en de smidse belend oost en west Hubregt van Nieuwland en noord de straat.(3859) Op 1 juli 1752 staat Cornelis garant voor een schuld van £252-6-8 van Mr. smid Abraham Munter op Nieuwerkerk. (4659-35) Op 8 maart 1753 koopt meestersmid Cornelis Liewerse van Ding. Fredericksz een schuur en erf aan de westzijde van Slabbertswerf. (3859) Op 8 oct.1767 verklaart de wed. van Cornelis, Apolonia, dat ze 400 gld.vlms. schuldig is aan Lambrecht Vanius, op haar huis en erf aan de N.zijde van Bachershil, en een smidse met koolhok aan de Z.zijde van Bachershil, belend: O.W.en Z. Hendrik van Nieuwlant, N.de straat; met alle smidsgereedschappen en het ijzerwerk. Deze schuld is op 24 maart 1777 betaald aan Helena Fanius.(3862) Apolonia laat op 5 maart 1768, na het overl. van Cornelis een akte van trouwbelofte opmaken met Hendrik Klots omdat ze verliefd zijn op elkaar en in mei 1768 willen gaan trouwen. Hendrik verzoekt en krijgt ontslag bij zijn baas en zal tot de trouwdatum 20 pond per jaar ontvangen met kost en inwoning. (Not. akten Z.zee)

Lievinssen, Adriaen 24 aug.1598, Andries Rochus Mathys z. transporteert aan Joris Pietersen, onse medebroeder in Wette, twee schepenen schuldbrieven, d eene sprekende tot laste van Adriaen Lievinssen smit over de levering van materialen en arbeidsloon, gedaan aan zeker huis, staande [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck, met de volle inhoud van £13, en de andere tot laste van Claes Janssen scuytenaer over arbeidsloon en geleverde materialen aan zeker huis in de Molestraete, met de volle inhoud van £15.(3851c, hr.Plankeel)

Locker, Stoffel, Op 5 nov.1737 is het transport van de verkoop van een huis,erf en smidse op Baggershil aan Pieter van der Schroef; er wordt een schuldbrief opgemaakt van f.2000,-; de belendende zijn: O.Stoffelina Raijers; W.en N. Gerrit Lambregse, Z.de straat. Het huis staande aan de N.zijde van Baggershil wordt op 22 maart 1738 van het verband ontslagen; de schuldbrief is op 8 jan.1751 betaald. (3855-166)

Lodewijcxe, Harman, Op 4 dec.1658, Harman, smid, is dan 56 jaar oud, verklaart hij dat ene Philip Pieterse Tienpont op de Nieuwe Haven zonder enige aanleiding is aangevallen door Cornelis Eeuwoutse Aeljeense.(3992-165)

Looff, Thomas van, hoefsmid, zoon van Willem van Looff en Pieternella Volmer, geb.31 dec.1791 te Colijnsplaat, overl.30 dec.1853 te den Helder, 62 jaar oud. Ger. Geh., als boerenknecht, 24 jaar oud, op 2 juni 1815 te Kapelle (Z-Bev.)(bev.reg.) met de 28 jarige dienstmeid Maatje Evertse Wissekerke, geb. 28 maart 1787 te Kapelle, overl. 5 mei 1856 te Zonnemaire; haar signalement in 1839 geeft aan dat ze 1 el, 6 palm en 3 duim lang is, een ovaal gezicht heeft met een rond voorhoofd, een spitse neus en een ronde kin; ze heeft lichtbruin haar en blauwe ogen. Nieuwsbode: 29 aug.1817, “Thomas Loof neemt de smidsaffaire over van Th.van Aken op de Vissersdijk”. In 1819 op D-526.

277

Thomas, 28 jaar, smid te Zierikzee, is op 29 dec.1819 getuige bij het huw. in Zierikzee van smidsknecht Pieter Cornelis Dourleijn, geb. Gapinge ca. 1799 en Janna van Houten, geb. ca. 1783. Vanaf 1820 tot 1831 heeft Thomas een smederij op Zonnemaire. (zie smeden Zonnemaire). Tomas wordt in 1832 ingeschreven als gevangene te Zierikzee, geh., Ger., komende van Dreischor. Van 1830 tot 1832 zijn er 5 veroordelingen voor Thomas de Loof: 11-6;24-9;29-10-1830 ;7-10- 1831 en 16-3-1832. Op 13 feb.1834 is er een brief van de Commissaris de Jong van Zierikzee waarin hij informatie vraagt aan de burgemeester van Zonnemaire: de door Thomas verlaten Maatje is bij hem geweest met een klacht. Zij moet gedurende de winter voor twee kinderen zorgen en het armenbestuur heeft geweigerd iets voor haar te doen.(foto) In 1839 betaalt de gemeente Zonnemaire via de armenzorg f.1,75 per week aan Maatje en ze moet ook nog f.12,- huur betalen. Het blijkt dat Thomas in jan.1832 uit Dordrecht naar Strijen kwam, daar 6 weken bij smid Lucas heeft gewerkt en toen naar Dordrecht is gehaald om een jaar te zitten. In Strijen leert hij Lena de Kreek kennen, en van april 1833 tot mei 1834 werkte hij als smidsknecht op Klaaswaal, daarna van mei tot sept. 1834 op Oud-Beijerland bij Gerrit van Drimmelen. Mei 1835 gaan Thomas en Lena naar Zwijndrecht, en mei 1839 vertrekken ze naar Alblasserdam waar Thomas op een scheepswerf werkt als smidsknecht. De gemeente Zonnemaire probeert een vergoeding te krijgen en schrijft al deze gemeenten aan, maar die weigeren allemaal om te betalen omdat Thomas nergens 4 jaar achter elkaar gewoond heeft en daarom geen ondersteuningrecht verworven heeft. Pand: woont op Vissersdijk B-525, smidse op B-526 in 1819. In 1832 is Thomas eigenaar van: A-233, huis en erf, 108 ca.(erfpacht), huurwaarde f.45,39; A- 234, een smederij (erfpacht), groot 77 ca. (erfpacht), met een huurwaarde van f.24,28, en A-235, pakhuis 63 ca. (erfpacht), huurwaarde f.18,22. (Is datde smederij die hij in 1817 overnam? Er is ook een notitie: Thomas de Looff geb. 26 juli 1774 te Kolijnsplaat, later aangegeven als Zonnemaire. Zoons: Willem de Loof, geb.13 nov.1815, en Jacob, geb. 1 dec.1823, beiden te Zonnemaire

Loon, Adriaan van, Scheepstimmerdijk, voor 1714- na 1735. Op 28 feb.1714 treedt Adriaen van Loon, smid te Zierikzee op als voogd voor de dochter van zijn buurman Pieter Pieterse omdat er geen familie is van de overleden moeder.(4075-156) Op 11 feb. 1727 levert C.v.d.Heijden uit Middelburg nieuw ijzer t.w.v. £ 608.17.8 aan Adriaan van Loon en Jan van Broeke; op 13 dec.1730 wordt van Broeke door van Loon uitgekocht,(not.Dobbelaar); op 20 dec.1734 is de schuld via diens vrouw, bij Abr.Tak uit Middelburg terecht gekomen, en zij maken een afspraak over de betaling van de schuld, die met rente inmiddels is gegroeid tot £ 743.9.18.(4102) Op 13 oct.1735 leent Adriaan van Loon, mr.smid van Mattheus Haijman £ 100.-.- met als onderpand: 1e een huis en erf op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoort, belend oost Jan Biljet’s weduwe; west Jan Marinisse Canter’s weduwe; zuid de haven, noord de vroone. 2e een smidse gelegen aldaar, belend oost J.M.Canter’s weduwe; west de Stadshouttuijn; zuid de haven; noord ’t Groenewoud. Wordt 8 juni 1739 betaald. (3855)

Loue, Pieter Pieters van, smid, huwt op 13 dec.1579 met Logier Laurens.

Louriss, IJeman, smit tot Zierikzee; op 23 juni 1561 gaat de weduwe naar het Hof van Holland, impt in r.a., over een schuldbrief van stierman Willem Pieterss uit Bommenede.

Louwerse, Jacobus, zoon van Jacobus Louwerse en Maria Magdalena Bosschaart, geb.26 aug.1843 te Oost-en West Souburg, overl. smid, op 2 nov. 1907 te Vlissingen, 64jaar oud.

278

Geh.,smidsknecht 26 jaar oud, op 5 jan. 1870 te Zierikzee met de 23 jarige particuliere Adriana Uil, geb. 22 dec. 1846 te Zierikzee, overl.26 juni 1912 te Vlissingen, 65 jaar oud. Kinderen geb. en overl. te Zierikzee van 1871-1877. Zij wonen in de St.Domusstraat D-345>B-212>B-406 te Zierikzee van jan.1870 tot hun vertrek in apr.1878 naar Vlissingen. Smid Louwerse, verkoopt op 9 maart 1868 aan Adriaan Viergever, winkelier te Zierikzee een woonhuis, pakhuis en erve in de Minnebroerstraat nr.A-168 en 169, groot 1 roede, 93 ellen voor f.750,-.(not.Ermerins)

Lucas, Josephus , wagenmaker , zoon van Peumoldi (of Rumalde) Lucas en Barbara Leunis, geb.ca 1778 te Zierikzee. 1e Huw. met: Johanna Pieterse, geb. 1786 te Zierikzee, overl.5 juni 1827 te Zierikzee. 2e Huw., 50 jr.oud, op 24 dec.1828 te Zierikzee met de 29 jarige Maria Dominica Barnaschonij, geb. ca. 1799 te Zierikzee, overl. Nieuwsbode,5 feb.1822: “J.Lucas, wagemaker, is door aankoop eigenaar geworden van de smederij van wijlen W.Roelands, vraagt een meesterknecht. (de smederij is ook te huur)”. Lucas was, als wagenmaker, eigenaar van de smederij aan de Lammermarkt van 1822-1843; hij had dus een meestersmid of huurder in de smederij. Per.1812/16 Lucas wagemaker op B-268; in 1811 en 1812 betaalt hij patentgeld als wagenmaker voor sectie B-327. Per.1807/11 Lammermarkt B-269 een pakhuis, Jan Meijer, H.-of zn.; op 27 nov. 1809 aan Joseph Lucas; de volgende per. staat dit nr. op naam van Plaum. In 1833 is Joseph eigenaar van A81, een smidse met erf, 42 ca., huurwaarde f36,25. In 1843 is hij wagenmaker, tevens hoefsmid op B-267. (bedrijfsenquette) In 1840 bewoond door Jacobus Koevoet (aantek.212 de Vos)

Luisa, Jan, smid,wordt 25 april 1603 ingeschreven als poorter te Veere, uit Zierikzee (Heerebout)

279

M

Maas, Bastiaan v.d.; zoon van Guiljam van der Maas en Jannetje Dingemansd. Oranje. ged. Borsele 22 mei 1712, begr. 30 jan.1758 te Zierikzee, 45 jaar oud. Geh.: 9 jan.1737 met Cornelia Verbeque, ged. 17 oct.1714 te Nieuwerkerk, begr. 30 sep.1771 te Zierikzee Op 27 juli 1740 komt notaris Erkelens aan de deur bij Batiaan omdat hij beloofd zou hebben om de smederij op de Ouwendijk bij Ellemeet aan Jan Meijer te verkopen voor 1200,- gulden. Bastiaan antwoordt dat hij er naar zal kijken. (Erkelins) Op 5 aug.1740 verkoopt Bastiaan van der Maas zijn smidse op den Oudendijk onder Ellemeet aan Jan Cornelisz.Meijer (4918) In 1741 en in 1742 geeft Bastiaan volmachten om erfgoed in Borssele te verkopen.(4137-106 en 4138-17) Over 1752 en 1753 moet Bastiaan, volgens het kohier van de 100ste penning of huisschatting van huizen enz. voor iets, staande aan de zuidzijde van de Vissersdijk buiten de Zuidhavenpoort van het oosten in, £-.8.- betalen (nr.984 folio 42); en aan de Gordijne Gragt buiten de Zuidhavenpoort £-.10.- als erfrente voor het erf waar de smidse op staat en het zetten van een aflat.(nr. 2295 folio 89) (de ruiter) In 1756 is er op Nieuwerkerk een inventaris opgemaakt voor de nalatenschap van Joh. Hallinkse en Maria M.Coolaars uit de Alteklein en Saspolder; aan smid Bastiaan moet er nog £10-4-4, betaald worden, er wordt £6.-.- afgetrokken voor het beslag van een nieuwe wagen, ook bij de wagenmaker Gillis de Vos wordt £7.13.- van de rekening afgetrokken. Een compleete boerenwagen zou dus £13.13.- kosten. Misschien is de nieuwe wagen niet afgenomen? Op 5 juli 1758 verklaart Cornelia Verbeek, de wed. van Bastiaan, tegenover de weeskamer dat zij £ 292-6-4 schuldig is voor haar 5 wezen: Jannetje, Cornelis, Dingeman, Dirk en Krina, wegens hun vaderlijk erfdeel; zij verbindt daaraan haar huis, de smidse, schuur en erf, gelegen buiten de Zuidhavenpoort, bij de Gortmolen en over de Stads-bok; belend ten oosten door Cornelis Priem; ten westen door Johannis Ordinius, ten zuiden de weg en ten noorden de straat. 17 oct.1761 “Willem Thijsse bekent schuldig te zijn aan de weduwe van wijlen Bastiaan van der Maas, in zijn leven Smitsbaas op den dijck tot Zierikzee ….een som van £41.10.4” Er is grond in onderpand.(raze 5001-82) In 1766 wordt aan de wed. Bastiaan van der Maas over 1762 t/m 1765 betaald voor smidswerk gedaan aan de hofstede “De Vierbannen”. (familiearch.v.d.Lek de Clercq, H-222) (4667,verdeling 4 dec.1785) Zie ook Bastiaan de Smit Zoon: Dirk, 1750-1823.

Maas, Dirk van der, meester smid. Op 19 maart 1778 leent Dirk £196.15.4 van Willem Houwer en Maarten van Farowe op 3 gem.en 100 roeden land; de lening wordt op 18 maart 1782 geroyeerd.(3864) in jan.1781 wordt door Dirk van der Maas een rekening voldaan voor smidswerk voor de erven Jacob de Blok van Capelle. (4651-17+ foto) Over 1789 moeten Willem de Koning en Cornelia Klippot, wonende in de Hooge Heerlijkheid van de gemeente Nieuwerkerk nog £ 0.17.10 betalen aan Dirk v.d.Maas voor gedaan smidswerk; uit dezelfde boedel moet hij samen met Cornelis Uijl, Evert Steenland en Abraham Hovendaal een derde gedeelte van £172-1-1 krijgen wegens verrekening van landpacht met bovenstaande hofstede. (4672A-8) 28 mei 1799 Raze 4672, Weeskamer Nieuwerkerk: Er moet uit de nalatenschap van Teunis Beukelaar voor gedaan en geleverd smidswerk £ 7.13.8 aan Dirk betaald worden.(4672A-1) Over 1798/99,1800 en 1801 wordt uit de boedel van wijlen Jan Meerman voor gedaan smidswerk £ 68.15.- aan Dirk van der Maas betaald. Raze 4672, Weeskamer.

280

In 1800 uit de inventaris van Berman uit Nwk. (4673-13) In de per. 1798/1807 zit Marcelis Padmos als smidsknecht op M-147 in Zierikzee, de eigenaar van het pand is Dirk van der Maas; hierbij staat dat Marcelis 1794 is gekomen, hij vertrekt naar M-119. Over 1800 wordt uit de inventaris van Schepen Jacob Berman en Pieternella v.d.Hoek £12.11.- betaald aan Dirk voor gedaan smidswerk. [Raze 4673-13] Op 29 maart 1802 transporteert Dirk van der Maas aan Marcelis Padmos voor £500.-.- een huis, erf en smidse aan de Z.zijde van de Vissersdijk, belend O. P.v.Esbroek, W. P.Geelhoed, Z. de straat en N.de dijk. Padmos leent hiervoor, en voor de gereedschappen, het ijzer enz. £800.-.- van v.d.Maas. (3886)

Maijs, Pieter, zoon van metselaar Franciscus Maijs en Neeltje Capelle, geb.10 oct.1872 in Zierikzee, overl. NH, later CG. geh., smid, met Apolonia van Almenkerk, geb.8 dec.1873 op Nieuwerkerk(D) Bijz.: Komt oct.1913 uit Rotterdam naar Zierikzee, in per.1914/38 eerst smid, later zonder beroep. Verrenieuwstraat B348>Oude Haven A-378>D486. Op 15 oct.1913 koopt electricien Pieter Maijs van Pieternella Jacoba Simmers, de weduwe van Andries Wicher Padmos voor f.3800,- het woon- winkelhuis met pakhuis en erf, en de bijbehorende hoef- en kachelsmederij nummer B-348,376 en 377 op sectie A- 2045 groot 216 m2; het bovenhuis is dan nog verhuurd. Op 1 dec.1913 komt electricien Pieter Maijs bij notaris Korteweg en verklaart dat hij f.1500,- geleend heeft van slager J.G.Simmers.

Man, Dingeman Janse de, smitt, geh. met Pieternella Adriaanse Bouff, zij maken een testament op 8 oct.1669 (raze 3989 of 90)

Man, Jan Cornelis, hoefsmit, op 10 sep.1612, verk. huis? In de Weststraat?(raze 4943-315)

Manni, Cornelis, smid, zoon van Jacob Manni en Hubrina Cornelia van der Jagt, geb. ca 1884 te Zierikzee. geh, 28 jaar oud, op 26 juni 1912 te Zierikzee met Cornelia Brouwer, 29 jaar, geb. ca. 1883 te Zierikzee.

Marinisse, Cornelis, smid, verklaart op 16 jan.1686 dat hij in 1681, toen hij in Rotterdam werkte, gehoord heeft dat er geld geteld werd in het huis van Joris van Lijngen en dat de vrouw toen zij uit het huis kwam zei, dat ze een schuld van f.224, en 6 st. betaald had. (3995-53,) Op 19 nov.1689 is Cornelis Marinisse, smid te Zierikzee, getuige bij de ondertekening van een testament. Op 4 dec.1691 koopt smid Cornelis Marinisse een huis met erf en gevolge aan de oostzijde van de Lange Groendalvoor 680 Car. Gld. van Lieven Hermanse Verwijck.(4034-74 en 75)

Mathijsse, Adriaan Jacobus, hoefsmid zoon van Johannes Matthijsse en Adriana Jacoba Wagenaar, geb.27 jan.1872 te Zierikzee, overl. 31 aug.1950 te Zierikzee. Geh., 25 jaar oud, op 21 mei 1897 te Nieuwerkerk met de 21 jarige landmansdochter Jozina Boot geb.25 aug.1875 te Nieuwerkerk, overl.16 maart 1946 te De Bilt. Op 1 juni 1897 doet de Wed. Johannis Matthijsse de smederij over aan haar zoon A.J.Matthijsse. Jozina helpt veel in de smederij en ziet al net zo zwart als haar man. ( D.Hanse) In feb.1903 is Adriaan de laagste inschrijver om het ijzerwerk te doen voor 9 arbeiderswoningen: f.225,-. Per.1914/38 Vissersdijk D-556a.

281

28 dec.1928 staat er een advertentie in de Nieuwsbode dat hij zijn zaak per 1 jan.1929 overdoet aan G.Geluk. Maart 1929 gaan ze naar De Bilt. Adriaan heeft daar later in Nijverdaal een grote machinefabriek, vooral voor ploegen en bulldozer-schuiven.( Hanse). Zoon Joost, geb.30 juni 1906, wordt onderwijzer.

Matthijsse, Jan Johannis, hoefsmid, zoon van Johan W.Matthijsse en Pieternella de Vin, geb.8 dec.1868 te Oosterland, overl.16 mei 1947 te Rooterdam. Herv. Geh., hoefsmid, 22 jaar oud, op 10 april 1891 te Oosterland met de 22 jarige landbouwersdochter Jannetje Hermina Viergever, geb.27 aug.1868 te Oosterland, overl.19 feb.1959 te Rotterdam. Jan komt 4 nov.1890 als smidsgezel van Krabbendijke naar Oosterland en gaat 11 april 1891 naar Z.zee. Op 24 maart 1891 koopt Johan Willems Mathijsse te Oosterland (voor zijn zoon Jan Johannes) van Mr.smid Cornelis Verhage te Zierikzee een huis, smederij, schuur en erf op St.Anthoniusdam A-37, sectie A-1572 groot 245 ca., aan voor f.2800,-. Op 16 april leent hij (1e hyp.)van J.H.Thien f.3500,- (not.Bolle) Op 30 juli 1895 biedt J.J.Mathijsse een solied Utrechts wagentje met glazen te koop. Jan wordt ca.1900 leider van de pas opgerichtte Stads-evangelisatie “Jeruel-2” in de Krepelstraat, nadat evangelist Weltevreden veroordeeld is wegens brandstichting. Hij spreekt o.a.te Goes ter gelegendheid van het 50 jarig bestaan van de Vrij Evangelische Beweging. Zijn bezieldheid blijft bewaard in zijn uitspraak: “Ik zou ut dur wel in wille poete (duwen)”. Jan koopt voor eigen rekening een pand in de Krepelstraat waarin de vereniging “Volkskoffiehuis” kwam in 1901, en hij is daarvan de 2e penningmeester. Het doel van de vereniging is, het gebruik van sterke drank tegen te gaan. Jan fabriceert dan al, min-of meer fabrieksmatig, ploegen. Nieuwsbode, 27 feb. 1897 biedt hij de beroemde John Deere ploegen te koop aan. 18 mei 1901: Advert. voor: Wiedmachines + Gebr- en Nieuwe Ploegen. Op 26 mei 1903 een advertentie voor boerenwagens, wiedmachines, ploegen enz.; en een smidsknecht gevraagd. Op 12 oct.1905 krijgt Jan J. Matthijse vergunning om in de smederij op de St.Anthoniesdam wijk A-37 sectie A-1572, een “gaskrachtwerktuig”(een motor dus), van 1 PK. te plaatsen om een boormachine aan te drijven. In 1908 verschillende advertenties met ploegen, verhoogde onderstellen voor wielploegen, rolsleeën enz. Oct.1914 ( mogelijk her-?) ingeschreven te Zierikzee; in de per. 1914/38: St. Anthoniusdam A- 37>Lange Nobelstr.A-20c; eerst grof-en hoefsmid, later zonder beroep. Op 27 juli 1917 koopt Jan 165 ca. bouwterrein, sectie A-2360 en 250 ca. tuin A-2372 in de Driekoningenstraat voor f.933,75.(not Nouhuis) Op 26 feb.1918 verkoopt Jan J.Matthijse, smid te Zierikzee een huis voor de sloop, en een tuin, sectie C-2076, aan de Molenstraat in Bruinisse.(not.Korteweg) Op 2 juni 1920 leent Jan Joh. Matthijsse, smid te Z.zee geld van Mar. Koopman uit Dreischor als 1e hyp. op een huis, schuur en erf, zijnde een smederij op de St.Anthoniusdam A-37; sectie A- 1572, groot 245 m2. Op 13 juli 1924 viert Jan zijn 30 jarig jubileum als voorzanger in de NH kerk. Op 14 mei 1928 ( Nieuwsbode) doet hij zijn Rijtuig- Hoef- en Ploegsmederij over aan J.Leenhouts. Jan. 1936 vertrekt hij met zijn vrouw van Zierikzee naar Rotterdam. In de Kroniek van 1987 en 1999 staat een foto van het bedrijf aan de St.Anthoniusdam dat in 1929 gesloopt wordt. Zonen:  Johan Willem Mattijsse, landbouwwerktuigen- smid, geb. 4 jan.1892 te Zierikzee, gefussileerd door de Duitsers 8 maart 1945 te Westerhoeven.

282

Johan trouwt op 26 jan.1921 te Zierikzee met de 30 jarige landbouwersdochter Johanna Herkert, wed. van Aart Jonker, geb. 7 juni 1890 te Apeldoorn, overl. 15 maart 1951 te Amsterdam. Bijz.: vertrekt jan. 1911 van Zierikzee naar Epe. Zij woonden in 1940 in Vaassen. Daniël Herman, geb.24 jan.1900 te Zierikzee, smid, uitvoerder; eerst Wissekerke, overl. te Zoeterwoude. Herman Daniël, geb. 9 sep.1906 te Zierikzee, aug.1926 naar den Helder, torpedomaker onderzeedienst.

Johannis Matthijsse, hoefsmid, zoon van smid Charles Matthijsse en Neeltje Sonius, geb.14 april 1816 te Veere, overl. 4 mei 1886 te Zierikzee, 70 jr.oud. NH 1e Huw., hoefsmid, 28 jaar oud, op 16 aug. 1844 te Oosterland met de weduwe van wagenmaker Abraham Donker Martina Paulusse; geb.17 feb.1806 te Ouwerkerk, overl. 6 juni 1867 te Oosterland, 62 jaar oud. 2e Huw., smid, 55 jr., op 14 juni 1871 te Zierikzee met de particuliere Adriana Jacoba Wagenaar, geb.12 maart 1836 te Zierikzee, overl.7 april 1924 te Zierikzee, 88 jr.oud. Bijz.: Johannis gaat mei 1836 van Veere naar Middelburg. Hij is niet opgenomen voor de Militaire Militie. Zijn signalement: lengte: 1 el, 6 palm, 2 duim en 5 streep (165,5 cm); In 1844 wordt Johannis door zijn huwlijk smid op Oosterland (zie Oosterland) Johannis is van nov.1862 af ook eigenaar van de smederij op Nieuwerkerk, waar Abraham Donker een zoon van hem en zijn eerste vrouw, smid is. (zie Nieuwerkerk) Op 16 juli 1868 koopt Johannis de hoefsmederij met daarachter staande schuur en alle smidsgereedschappen op de Visschersdijk in Zierikzee D nr.555, sectie F-301 voor f.2500,- van Jacobus Keukelaar (vdLdC) In 1869 verkoopt Johannes de smederij op Oosterland aan zijn zoon Johannes Willem Matthijsse. In 1897 verkoopt de weduwe Adriana de smederij op de Vissersdijk aan haar zoon Adriaan.

Meijer, Lambregt, gehuwd met Tona Geleijnse. Op 30 dec.1740 laat Lambregt Meijer, meester smid uit de Lange Nobelstraat, een verklaring opmaken omdat ze met sneewballen 3 ramen van de smederij hebben ingegooid. (4136-84) Op 12 juli 1742 verkoopt Lambregt Meijer, mr.smid, aan Lijsbet Schenk, de wed. van Telle Rokusse, een huis en hof bij de Schotskamertjes, belend oost de verlijder (Lambregt Meijer), west Anna Romphreijn, zuid Leendert Goeree en noord Anna Romphreijn.(3857) Op 5 dec.1742 maken Lambregt en Tona, wonende in Zierikzee, een testament (4150-168) Op 12 mei 1746 transporteert Willem Kooper aan Lambrecht Meijer een huis en hof aan de Slabberswerf, Meijer neemt een hyp. van £30-0-0 bij Kooper. (3857) Op 16 dec.1749 transporteert Lambregt een huis en hof aan de Slabberswerf aan Gilles Sneevliet.(3858) Op 29 dec.1749 verkoopt schipper Jan de Valk aan Lambregt Meijer een huis en erf op de hoek van de Korte Nobelstraat genaamd “De Vier Gekoppelde Paarden”; belend oost de Korte Nobelstraat, west Jacob Kattestaart; zuid St. Domisdam (St.Anthoniesdam) en noord de erfgenamen van de wed.Dillink. (3858) Op 13 mei 1751 verklaart meestersmid Lambrecht 200 gld. schuldig te zijn aan Willem Lokker op een schuur en erf aan de Oostzijde van de Hem.(3858) Op 14 feb.1752 verklaart Lambrecht Meijer, mr.smid schuldig te zijn aan Hubregt Willemse de som van £166.13.4 op zijn huis genaamd “De Vier Gekoppelde Paarden” en erf op de St.Anthoniusdam; belend oost de Nobelstraat, west Cornelis Kattestaart, zuid de straat en noord Hermanus Hammius.(3859) Op 10 mei 1752 transporteert Lambregt aan Dirck de Vos een schuur in het Jannewekken aan de zuidkant; belend oost Lambrgt zelf, zuid Jacob de Paape en noord de straat.(3859)

283

Op 28 mei 1755 transporteert Lambregt “De Vier Geoppelde Paarden”aan Pieter Schrieën.(3859) Op 23 april 1760 geeft Lambrecht Meijer, mr.smid, een schuldbekentenis af aan Albert Meijer in Veere voor £166.14.- met als zekerheid zijn huis, smidse en erf op de St.Anthoniusdam, belend noord de straat.(raze 3860) Op 10 aug. 1760 transporteert Lambregt, mr. Smid, aan Catharina Heerschap, de wed. van Adolph Blom, een huis en hof bij de Schotskamers, belend oost Jan de Kramer, west en zuid de schotskamertjes, noord Machiel van ’t Landt.(3860) Op 19 aug.1760 is er een excecutie-verkoop op verzoek van de erfgenamen van E.v.Mierenheuvel, de wed. van Hendrik de Grootte, namens Lambrecht Meier; huis, erf en smidse worden verkocht aan Leendert Kamp, meestersmid. (raze 3860, fol.153) Op 23 aug.1760 krijgt L.Meijer toestemming om aan zijn huis in de Hem een paardetravaille te zetten. (de Vos-50/212) Op 29 dec. 1766 heeft Hendrik C.Meijer procuratie om voor de erven en nakomelingen van Lambrecht Meijer een huis en erve te verkopen aan de westzijde van den Hem, belendend de straat, noord Albert de Man en west de zwemhaven, te verkopen aan Ary Dane, meestersmid, met het gebruik zoals dat door Lambrecht is gedaan. Ary geeft daartoe een schuldbekentenis af aan Cornelis Bogert voor 1000,- die op 5 dec.1791 wordt afgelost bij het faillissement. (raze 3862-31 en 31v, 2 akten)

Meijnaerts, Hendrijck, 12 mrt 1603, Geijlken Jans, geassisteerd met Anthonis van Cappelle als in dezen haar gekoren voogd, en Hendrijck Meijnaerts smit verlijdt verkocht te hebben aan Pieter Diericx een smitswinckel met zijn gevolge, staande [in Zierikzee] in de Minnebroeder strate, vrij van erfpacht, binnen deze landgemerken, oost de voors. Hendrijck Meijnaerts, zuid en west “mijn heere de bailliou” Adriaen Willems, en noord de strate.(3851c, hr.Plankeel)

Melchior, Johan, smid te Zierikzee betaalt 10 sch. familiegeld in 1731 en’32. Over 1729 en 1730 wordt aan de boedel van Janna Stoutjesdijk door Johan Melchior, smit en Johan de Rijck £2-13-4 betaald (2 gulden van de wei) (4651-7) Op 8 maart 1736 smid Melchior door de familie van zijn vrouw Bastiaana Boom wordt een overeenkomst gemaakt over een schuldbekentenis (niet van hem) in de erfenis van haar vader Gillis Baarendse Boom.(4676-16)

Meulmeester, Jacobus Cornelis de, geb.23 juli 1815 te Zierikzee, smid, overl.14 juli 1887 te Zierikzee, NH.,71 jaar oud, ongehuwd. Op 17 juli 1871 leent Jac. De Meulmeester f.500,- als 1e hyp. op zijn huis en smederij aan de zuidzijde van de St.Domusstraat, sectie B-1435, groot 135 m2; en op een huis en erf aan de oostzijde van de Venkelstr., D-163 op sectie B-534. (vdLdC). Eerder publ. verk. op 4 juli 1871.(Ermerins) In per.1862/1891 met zijn zuster Willemina op St. Domusstraat D-245. (de smederij?) In de per.1881/1914: D-245>A23. Op 23 juni 1888 verkoopt Wilhelmina de Meulmeester, meerderjarig, ongehuwd, wonende te Zierikzee, aan Cornelis Adriaan Buijze, wonende te Zierikzee, een huis, smederij, pakhuis en erf, B-1435 en 534 voor 1750,-; plus 400,- voor de gereedschappen enz.; er wordt ook nog voor 214,50 aan meubilair en ijzerwerk geveild. (not.Moolenburgh)

Meulmeester, Jan de, zoon van de smid van Noordwelle, Jan de Meulmeester en Maria Janse Krijgsman geb.20 mei 1782 te Noordwelle, overl.9 juni 1855 te Zierikzee. Herv. Geh., met Huberdina de Braal, dochter van Gerard de Braal en Jacoba van Droogen, geb.12 nov. 1786 te Noordwelle, overl.16 april 1847 te Zierikzee, 56 jr.oud.

284

Komt mei 1800 in Noordwelle uit Oostburg of Burg. Komt in 1802 in Zierikzee In 1812 wonend op D-229; per.1824/30 Visslop Westzijde, D-384>D-245; per. 1831/50 op A-345>St.Domusstr. D-245 In 1843 staat Jan op als slotenmaker op D-245, zonder personeel. In 1846 geeft J.de Meulmeester een rekening voor smidswerk aan de toren. Zoons: Gerard, goud-en zilversmid, geb. 14 feb.1813 te Zierikzee, huwt Maria Willemina van Setten op 19 mei 1841; 2e Huw., bode, 61 jaar oud, op 8 juli 1874 te Zierikzee met de 30 jarige Hendrina de Braal.

Moelker, Willem, smid, zoon van Hubregt Pieter Moelker en Maatje Capelle, geb. 10 feb.1886 te Zierikzee, overl. NH., geh, 23 jaar oud, op 23 juni 1909 te Zierikzee met Sara Schipper, 21 jaar, geb. 19 aug.1888 te Terneuzen, overl. Willem is smid in 1911 en smidsknecht in 1913 in Zierikzee. Woont in de per. 1881/1914 op Korte Groendaal D-339>338>322>453.

Moer, Hugo van der, smid, zoon van Adam van der Moer en Johanna Suzanna Bal, geb. 12 jan. 1820 te Zierikzee. Geh., smid, 23 jaar oud, op 31 mei 1843 te Zierikzee met de 27 jarige schippersdochter Maria Kinnie, geb. 6 maart 1816 te Zierikzee. (In 1847 is Hugo varensgezel. in 1853 arbeider, in 1855 weer smid, Hugo heet dan van der Moes; april 1858 is hij zeeman, wonend te Vlissingen, Maria heet dan Knie.)

Mortier, Maerten, mr.smid, is getuige op 15 feb.1719, hij woont in Z.zee.(4076-44) Aan het einde van 1724 verkoopt smid Adriaen Boogemaker al het ijzer in de smidse en de paardehoefstal aan Maarten Mortier voor 400 Car.gld.(A.v.Borrendam) Op 25 nov.1727 verkoopt mr.hoefsmid Maerten Mortier een huis met erf op de Botermarkt aan Jacob Boogemaker voor f.400,-.(4123/76)

Muller, Johannes Marinus, smid, geb.9 sep.1888 te Bruinisse. Chr.Ger.: Geh., met Thona Verhoek, geb.18 aug.1889 op Nieuwerkerk. (de smederij was in 1752 van Francois de Smit) Muller komt mogelijk uit de richting van Heinenoord; 1916 dochter geb. op Heinenoord. Hij komt aug.1920 van Noordwelle naar Zierikzee, Lammermarkt B-263. Hij leent geld van C.v.Velthoven, timmerman aannemer, om de smederij te kopen. In 1937 vraagt Muller weer aan de gemeente om vrijgesteld te worden van de precariorechten die hij verschuldigd is voor een molensteen; dit wordt geweigerd, men ziet het weghalen van de steen als de enig mogelijke oplossing. Is o.a.knecht geweest bij A.Hanse op Sirjansland, hij werkte later, volgens Dirk Hanse, “onder de markt” ( lager dan de prijzen zoals die door de smeden waren afgesproken!) Volgens een artikel in de ZN van 28 sep.1978 zou Lieven Claasse op de St.Anthoniesdam, tegenover de Korte Nobelstraat in 1623 een hoefsmederij hebben gevestigd. Braber en Pols hebben de travaille beschreven in “Zierikzee zoals het was:”Een aquarel met een hoefstal die volgens M.Muller op Lammermarkt nr.13 zou hebben gestaan; de smederij van zijn vader waar hij, M., ook nog in gewerkt heeft. Daarvoor zat er een zekere Rombouts in. (Keikes in de ZN) ADRES: Vraagt hinderwetvergunning aan in 1958 en 1961 op Lammermarkt 13. Zoon: Cornelis (Marcelis?) , geb.24 juli 1920 op Noordwelle; is ook nog smid geweest op de Lammermarkt, is geh. met schippersdochter van Bruinisse tot hij een keer bij zijn vrouw in Dordrecht kwam en één van de kinderen hem vertelde dat ze een nieuwe papa hadden. Hij is

285 toen gescheiden en hertrouwd met ? van Splunder van Zonnemaire. Hij is ook tamboer-maitre van Olympia. De stok is door hem zelf gemaakt met een massief verzilverde koperen knop. Tot ong. 1960? Hij is daarna bij Smit en Bolnes gaan werken.

286

N

Nijs, Adrianus, smid, geb.30 sep.1806 te Nieuwe Tonge. Herv. Geh. met Catharina (Kaatje) Hollander, geb. 3 juli 1807 te Sommelsdijk, overl. 4 april 1859 te Zierikzee. “Op 1 jan.1843 begint Adr.Nijs, burgersmid, slotenmaker en hoefsmid zijne affaire in de smederij van Jozef Lucas”. Nieuwsbode”, (advertentie Zierikzeesche Nieuwsbode) Hij huurt. Op 19 juli 1843 komt er een verzoek bij de gemeente van gareelmaker Harmanus Hofman H.zn om een smederij te stichten in het hem toebehorend huis B-324, gelegen tussen zijn woning en A.v.Pelt. De smederij is bestemd voor smid Adraan Nijs, die, met vrouw en 6 kinderen, wegens verkoop uit de smederij van wijlen Jozef Lucas moet die hij sinds het begin van dat jaar gehuurd had. Nijs is een goede smid, dus men wil hem graag houden; de buren geven een bewijs van goed gedrag af. Op 2 aug.1843 wordt de toestemming verleend. 20 April 1849 dient hij een verzoek in om een smidshaardje te stellen in het huis op B-438 in het Sintemena straatje omdat het huis waar hij nu woont, verkocht is en hij anders niet voor vrouw en 5 kinderen kan zorgen. De brandweer heeft geen bezwaar, en het verzoek wordt goedgekeurd.(Corresp. Z.zee) Hij emigreert in 1858 met een kind naar Brazilië. Adres: Per. 1831/43, smid, komt dec. 1842 van Sommelsdijk naar Lammermarkt B-263; later B-324. Per. 1844/50 op B-324; 1850/62 Kerkstraatje B-438> B-238. Hij gaat in maart 1858 naar Brazilië met zijn zoon Adrianus die 2 juli 1840 geb. is; zijn vrouw gaat naar B-236. Op het adres B-324 komt in de per. 1844/50 na Adrianus smid Jacobus Koevoets van B-260, die gaat naar 325; dan komt Adrianus weer terug van B-238 naar B-324; hij gaat later naar B-438. Kinderen van Adrianus en Catharina overl. 1857, 58 en 69 in Z.zee Zonen: Christiaan Nijs, smid, geb.13 juli 1829 te Sommelsdijk (of Zierikzee), huwt, als smedersgezel, 28 jr., op 10 juni 1857 te Zierikzee; 13 juni kerk huw. te Zierikzee, met weefster Pieternella Courtens, 23 jr., geb. 13 juli 1828 te Zierikzee, Hij gaat oct. 1850 als smidsknecht naar Serooskerke; juni 1847 van Zierikzee naar SirJansland; komt juli 1850 terug naar Kerkstraatje B-438, en gaat nov.1855 van Zierikzee naar Bruinisse. Laurens Nijs, (hij heeft een tweelingzus Maria) geb.22 jan.1835 te St.Maartensdijk, overl. NH Huwt, 22 jr., smid, op 6 mei 1857 te Zierikzee, met Maria Verlinde, 19 jr., geb.13oct.1837 te Zierikzee, de dochter van smid Adriaan Verlinde,(in 1836 knecht op Haamstede). Laurens woont Kerkstraatje D-438>Minnebroerstr. B-221>Zuidwellestraat B-294per. 1850/62(woning van smid Cornelis Gans) > B-235. Gaat mei 1851 als smidsjongen naar Capelle-Duiveland; gaat aug.1875 naar Schiedam.

Nolet, Wolfert Cornelius, geb. 26 juni 1886 te Zierikzee. Woont als smidsknecht in de Manhuisstr.C-35b bij zijn ouders als hij in Zierikzee is. Hij komt oct.1915 uit Noord Amerika, gaat juli 1917 naar Epe, hij komt terug in maart 1923 en gaat maart 1924 naar Kattendijke. In maart 1927 komt hij weer terug, en op 2 sep.1933 wordt hij, overleden, gevonden op de slikken aan de Zuidzijde van de Krammer (St.Philipsland)

287

O

Onwijn, Danël of Damijs, smid, tekent als getuige bij een akte, op 25 juni 1721 en op 11 oct.1722.(4076)

Oorschot, Hubertus van, geb.3 oct.1800 te Zierikzee, overl.op 17 aug.1872 te Zierikzee, 71 jaar oud. RK. Geh., smidsknecht, 24 jaar oud, op 13 mei 1825 te Zierikzee met de 24 jarige particuliere Johanna Cornelia Hasen (ook Haze of Aarts), geb.11 nov.1800 te Halsteren, overl. 25 jan.1878, 77 jaar oud. Per. !826/31/44 Korte Nobelstr. W.zijde, A-76. (1838 onbewoond) ; naar C-302. Hubertus is smidsknecht in 1825 en smid in 1830 en daarna mogelijk zelfstandig? Op 6 dec.1837 vraagt hij vergunning een smederij te mogen beginnen in een woonhuis aan de Oostzijde van de Breestraat, C-299 dat hij heeft aangekocht; hij werkt nu in de Korte Nobelstraat maar dat is te ver van de havens om goed zijn brood te kunnen verdienen. Binnen de 14 dagen wordt vergunning verleend.(Corr.1837-988) In 1843 op C-299, grofsmid zonder knecht. (bedrijfsenquette) April 1846 uit Bergen op Zoom naar D-255,dan naar de Molenstraat. In de 1844 smidsknecht, op C-297>C-299, dan gaat hij juli 1845 naar Bergen op Zoom. Smidsknecht bij overl. Ze wonen in per. 1850/62 op Molenstr. D-113;begin 1862 op Molenstraat D-113; Ze gaan aug. 1855 naar Alblasserland, gaan oct. 1862 naar Middelharnis, komen oct.1864 terug,gaan maart 1866 naar Dirksland en komen dec. 1871 weer terug naar Zierikzee. Zoon: Willem, geb.15 sep.1831 te Zierikzee, overl.,RK, smid. Geh. met Hillegonda Douw, geb. 8 oct. 1829. Herv. Gaat aug.1855 van Molenstraat 117a naar Alblasserdam. Later baas op de gasfabriek te Zierikzee.

Oorschot, Willem van, scheeps- en burgersmid, zoon van smid Gerardus van Oorschot en Jacoba de Vin. geb.31 jan.1768 te Oorschot, overl.5 juni 1838 te Zierikzee, 70 jaar oud. RK Geh., smidsknecht, op 24 oct./12 nov.1797 te Zierikzee met de 19 jarige Cornelia Huijgens, (visverkoopster in 1825) geb.14 jan.1778 te Zierikzee, overl. 24 mei 1829 te Zierikzee. In 1813 inw. te Z.zee. ( Dan: geb.31 jan.1761 te Vught, hoefsmid, geh., zoon van Gerrit v.Oorschot en Wilhelmina Jonkers.) In 1812 betaalt hoefsmid W.v.Oorschot patentrecht. Per. 1826/30 Venkelstraat Westzijde D-185; per. 1831/42 eerst als weduwnaar smid in ‘tGat van West noord westen, C-494, later bij zijn zoon Huibrecht op A-76. hij gaat maart 1837 naar Nieuwerkerke(S); Mei 1818 zet v. Oorschot een advertentie in de Zierikzeesche Courant waarbij hij delfspaden voor de meekrap aanbiedt voor f.4,- per stuk. Pand: A-76 in 1819. Ca. 1833 is hij eigenaar van Lammerstraat A-76 (sectie A825), huis met erf, 114 ca., met een huurwaarde van f.27,- Zonen: Huibrecht, ook geschreven: Hubregt en Hubertus, smid, geb. 1801 te Zierikzee. Petrus, geb. 10 dec. 1805 te Zierikzee, Geh., smid, 30 jaar, op 27 jan.1836 te Zierikzee, met de 22 jarige arbeidster Maria Henrietta van Herck, geb.10 mei 1813 te Zierikzee. Hij overlijdt ruim een jaar later als matroos, op 21 mei 1837 te Rotterdam. In 1827 gaat hij naar Nieuwerkerk; in de per. 1831/43 bij zijn vader op C-494. Gerardus, smidsknecht, geb.24 jan.1810 te Zierikzee.

288

1e Huw. 25 jaar oud, op 19 feb.1834 met de 19 jarige koopmansdochter Jacoba de Vin, geb. ca 1815 te Zierikzee, overl. 10 maart 1835, 20 jaar oud. Per.1831/43 Molestr.D-119. 2e Huw., 26 jaar oud, op 26 dec. 1835 te Haamstede met de 23 jarige dienstmeid Pieternella van der Linde, geb. ca. 1812 te Haamstede, overl. Hij wordt veroordeeld in een strafzaak op 12 oct. 1837, Rechtbank van Eerste Aanleg te Middelburg, Inventarisnr. 343, volgnr. 88; Bijlagen in RA 1796-1838 (toeg. nr.12, inv.nrs. 345-3480. Karel Henderikus, 25 jaar, geb.5 aug.1818 te Zierikzee, overl. 25 feb.1855, 35 jaar oud, smidsknecht, RK. Geh.op 23 apr.1845 te Zierikzee met Bastiana Heuseveldt, 24 jaar, geb.22 mei 1820 te Zierikzee. Per.1831/43 smidsknecht, ’t Gat van Westnoordwesten, C-511. Hij woont of werkt in de per.1844/50 smidsknecht, D-59; 1850/62 op Scheepstimmerdijk A-455.

289

P

Paarling , Wouter, geweermaker, hoefsmid (ferrurier), zoon van Martinus Paarling en Anna Vossem(of Vasten), geb. 24 sep.1774 te Zierikzee, overl.3 april 1837, te Zierikzee, 68 jaar oud. Ger. 1e Huw. Smidsbaas, op 29 nov.1801 met Lena van Staalen, geb. ca. 1782 te Zierikzee, overl.1 juni 1820 te Zierikzee 2e Huw op: 25jan.1821 te Zierikzee met de 32 jarige particuliere Johanna Adriana Struijk, 32 jr., wed. van Marinus Hartoch, geb. 25 sep.1788 te Zierikzee, overl. Wouter, smidsknecht., ongeh., woont op Oosterland volgens de lijst dienstplichtigen 1797. Mogelijk knecht bij Chr.Mens op Oosterland. Op 12 maart 1801 koopt Wouter van Margaretha Kattestaart, wed. van Jan Lacher het huis en erf aan de oostzijde van de Korte St.Janstraat D-351, sectie B-163; het erf is 1 roede, 11 ellen groot. Op 20 nov.1808 legt Wouter een verklaring af voor notaris Maarten de Rijcke over een bankschroef die hij geruild heeft met Huibregt Koevoets, smidsbaas te Nieuwerkerke(S). De bankschroef zou de Waag niet gepasseerd zijn; de onderschout Pieter Gerrits wil een boete wel helpen voorkomen als hij een paar rijksdaalders krijg! Ook Johannes Feijen en Jan van der Voorde, smidsbazen uit Zierikzee, en Huibert Koevoet uit Nieuwerkerk, leggen verklaringen af. Op 9 juli 1815 is er transport van een magazijn met Abrah. de Vos voor f.80,- (not.B.Boom) Per.1826/30 smid, wonende Korte St. Jansstraat Oostzijde, D-351. In 1821 koopt Wouter de oude brandspuit nr.2 van de gemeente Zierikzee voor f.490,-. (ZN) 27 april 1825 koopt Wouter een huis en erf van 1 roede, 27 ellen aan de noordzijde van de Oude Haven A-406, sectie A-630 van Adriana Ribbens, wed. van Dignus Boom. Ong. 1833 was hij eigenaar van Korte St. Jansstraat C-119 sectie nr. B144, huis met erf groot 55 ca. met een huurwaarde van F 27,33; hij bezat toen ook: Oude Haven A-406, sectie A-630,huis met erf, 127 ca. met een huurwaarde van F 54,76; Korte St. Jansstraat D-351, sectie B163, huis met erf 111 ca, huurwaarde F63,- en Korte St. Jansstraat C-265, sectie B749, pakhuis met erf, 69 ca., huurwaarde F 20,-. Op 20 juni 1833 wordt de hypotheek die hij aan Henricus Baden, geweer en messenmaker in Middelburg gaf, beëindigd. (not.Ermerins) Feb. 1839 verkoopt erfgename Jacomina Paarling huis en erf nr.D-351 aan de oostzijde van de Korte St.Janstraat, sectie B-163; het huis en erf nr.C-119, sectie B-144 aan de westzijde van de Korte St.Janstraat; een pakhuis met erf nr.C-265,sectie B-749 aan de Lange St.Janstraat; en een huis en erf van 1 roede, 27 ellen aan de noordzijde van de Oude Haven A-406, sectie A-630. Jacomina krijgt 241/1100ste gedeelte. Haar aandeel in de schulden is 508,70. Op 18 maart 1845 staat er een aankondiging van not.Ermerins in de Z.zeesche Courant om het woonhuis, smidswinkel met gereedschap en twee pakhuizen aan de St. Jansstraat van de erven W.Paarling te verkopen. Op 29 april 1845 wordt door notaris Ermerins een verkoping gehouden voor de weduwe Johanna Struijk van o.a. een partij smidsgereedschappen. Zoons: van Lena: Marinus, smid,geb. 3 juli 1805 te Zierikzee; overl.9 juni1834 te Zierikzee, 28 jaar oud, ongehuwd; gaat sep. 1828 naar Rotterdam, komt juli 1829 terug naar Zierikzee. Hendrik Marinus, geb. 16 juni 1806.

Padmos, Andries Wicher, hoefsmid, geb ca. 1873 te Z.zee, overl. 23 juni 1913 te Rotterdam, 41 jaar oud. Geh., 30 jaar oud, op 4 feb.1903 met de 28 jarige slagersdochter Pieternella Jacoba Simmers. 1904, Nieuwsbode: “Andries W.Padmos vestigt zich als Hoef-en kachelsmid in een Nieuwe Hoefsmederij in de Maarstraat.”

290

Na het overlijden van Andries op 23 juni 1913 te Rotterdam, wordt op 26 sep.1913 een mooie staat en inventaris opgemaakt van de voorraden ijzer enz. (foto) (Korteweg) Op 15 oct.1913 koopt electricien Pieter Maijs van Pieternella, voor f.3800,- het woon- winkelhuis met pakhuis en erf, en de bijbehorende hoef- en kachelsmederij nummer B-348,376 en 377 op sectie A- 2045 groot 216 m2; het bovenhuis is dan nog verhuurd. Adres in 1904 en 1913: Verrenieuwstraat en Maarstraat, Sectie A 2040, 2A en 16cA.

Padmos, Cornelis, smid, geb.1 april 1807 te Zierikzee, overl. 6 mei 1873 te Zierikzee; 1e Huw. met de 25 jarige Gertruid Anthonetta Tris, geb ca. 1813, overl. op 11 dec.1838. 2e Huw. op 12 april 1839 te Zierikzee met de 24 jarige grutters- en vroedvrouwdochter Elizabeth Ornee, geb. 21 dec.1814 te Axel, overl. 14 juli 1872 te Zierikzee, 57 jaar oud.. Hij krijgt met Elisabeth een zoon Cornelis, geb. 8 feb.1845 te Zierikzee; die huwt als smid, op 7 juli 1869 aldaar met dienstbode Jacomina de Vrieze, geb. 22 dec.1842 op Oosterland. Op 27 maart 1839 koopt Cornelis Padmos een dubbel woonhuis etc. (not.Joh.Pieter Borreman) In 1843 hoefsmid op D-555, 1 à 2 knechts. (bedrijfsenquette) Woonde per. 1844/50 en voor sep 1870 op Vissersdijk 555; in 1850 staat hij op de kiezerslijst. Op 15 maart 1851 leent hoefsmid Corn.Padmos f.400,- van koopman Corn.Bal; als zekerheid dienen een paar tuinen, zijn huis dat gedeeltelijk smederij is, met een daarachter staande schuur en de tegenover het huis staande travaille; alles gelegen aan de zuidzijde van de Visserschedijk buiten de Zuidhavenpoort , nr.D-555, sectie F-301 ter grootte van 5 roeden; ook is er nog 3 bunder land.(Ermerins) Op 31 jan 1854 “Wordt verkocht in het huis van de wed. Swarts op 7 feb.1854 (publiekelijk) door notaris de Jonge van der Halen ten verzoeke van C.Padmos: Hoefsmederij, een hecht en sterk Woonhuis en Erf en een kapitale Schuur en Erf gelegen buiten de Zuidhavenpoort op den Visschersdijk”. (Nieuwsbode) Op 18 oct.1862 verzoekt Cornelis Padmos aan Burg.en Weth. een vergunning om een smederij op te richten in het huis wijk D. nr.269. Ondanks protest van twee buren wordt de vergunning verleend om een vuurhaard te bouwen in het desbetreffende huis. (Correspondentie Z.zee) Op 3 dec.1862 verkoopt hoefsmid Cornelis Padmos te Zierikzee aan Samuël Everardus Gilijamse, smid, gewoond hebbende te Nieuwerkerk, thans te Zierikzee, een dubbel huis, gedeeltelijk hoefsmederij met daarachter staande schuur en erf, Vissersdijk D-555, met de daartegenover staande noodstal of travaille, belast met een rente van f.2,40 per jaar door de gemeente Zierikzee, sectie F-301, voor f.2800,-.(not. D.Q.de Jonge van Halen) Vanaf 1870 wonen Cornelis en Elizabeth bij hun zoon Marcelis in een arbeidershuisje (het in 1984 gerestaureerde Beddeweg 13) Zonen: Marcelis Johannes Padmos, zie aldaar. Adriaan, geb. 8 feb. 1845 te Z.zee gaat oct.1866 naar Delfshaven, hij werkt als smidsknecht bij smid Daniël Delst op Renesse van mei 1868-mei1869. Hij komt dan van-, en gaat naar Z.zee. Anthony, geb. 1 aug.1847 te Z.zee gaat maart 1868 naar Bruinisse, later smid in Feijnaart. Laurinus, geb. 1 nov 1853 te Z.zee gaat apr. 1869 naar IJsselmonde. Leendert,geb. 3 nov. 1866 te Z.zee gaat mei 1869 naar Brielle.

Padmos, Dirk: geb.ca. 1865 te Elkerzee, overl.13 mei 1940 te Zierikzee; zoon van timmerman Jacob Padmos en Lena Klompe. Geh.: 23 jaar oud, als timmerman, op 11 mei 1888 te Elkerzee met de 27 jarige dienstmeid Cornelia Hanson, geb. 22 juni 1860 te Elkerzee, ze kregen 4 zoons en 4 dochters. Gevestigd in de Sint Domusstraat (op de hoek) met een smederij-rep.werkplaats er naast, en een pakhuis met woning er boven daar tegenover (later schoenmakerij Bom). De smederij doet geen hoefbeslag.

291

Winkel en handel in landbouwwerktuigen: ploegen, dorsmachines, motoren enz., deze motoren kwamen in een apart gebouwtje (vanwege het brandgevaar) bij de boerderijen te staan en waren de aandrijving voor de snijmachine, de dorsmachine enz. Op 15 maart 1928 vraagt D.Padmos een aankomende smid. Twee zoons zetten de zaak voort.

Padmos, Gerrit Antonie, geb.27 sep.1866, NH, hoefsmid, geh. met Adriaantje Roovers, geb.31 juli 1866 te Noordgouwe. Hij woont in Zierikzee op A-358 als hij juli 1892 naar Rotterdam vertrekt. In 1912 woont hij in Grand Rapids in Amerika.

Padmos, Jan Anthonij, smid, geb.25 nov.1869 te Zierikzee, NH Geh., 35 jaar oud, op 4 jan. 1905 te Zierikzee met de 39 jarige naaister Jacoba Cornelia Bakker. Smid op lijst 1877. Op 17 aug.1894 biedt Jan Padmos, smid, een handdorsmachine te koop aan. Op 17 dec.1903 vraagt Jan aan het gemeentebestuur om vergunning tot het verbouwen van een pakhuis, staande beneden het Pottebakkersstraatje, wijk D-310, tot smederij; op 5 jan.1904 trekt Jan het verzoek in, omdat hij de smederij van zijn vader heeft overgenomen. (zie map, met tek.) Zijn broer Andries zet op 6 jan.1904 een advertentie in de Nieuwsbode: “dat de zaak van zijn vader aan de kant is gedaan, en dat hij zich in de Verrenieuwstraat aanbeveelt en hoopt het vertrouwen waardig te zijn, dat zijn vader tal van jaren heeft mogen genieten”. Drie dagen later, 9 jan.1904 komt er een advertentie van Jan in de Nieuwsbode: “Jan Padmos maakt bekend dat de Rijtuig-Hoef-en Machinesmederij van zijn vader M.J.Padmos niet aan de kant is gedaan, en dat hij zich minzaam aanbeveelt. Speciaal adres voor het beslaan van paarden met gebrekkige hoeven”. Jan komt jan.1905 naar St.Domusstraat D-270. Op 15 oct.1913 verkoopt Jan Anthonij Padmos aan Pieter Maijs in Rotterdam: A-2045, groot 216 ca. voor f.3000,-; aan Toni C.Admiraal: A 2246 en 2247, groot 301 ca voor f.3800,- en aan Bartel C. v.d.Kloot: B-1951, 214 ca. voor f.2500,-.(not.Korteweg) In 1917 vallen er dicht bij de smederij een aantal Engelse bommen in de Sint Domusstraat- Verbonebuurt waarbij 3 mensen omkomen. Den 2e jan.1920 verkoopt Jan Padmos te Z.zee aan Eliza Saman, smid wonende te Haamstede een huis, smederij en schuur in de Verbornebuurtstraat B-309 en 1930 te Z.zee, groot 352 m2 voor f.10.000,- B-309 is verkregen op 10 juni 1903 (not.Franse) ; en B-1930 is verkregen op 30 dec.1903 (not.Franse-foto) Jan gaat feb.1920 naar ‘s Gravenhage.

Padmos, Marcelis, hoefsmid, zoon van Krijn Padmos en Lourina Brams, geb. 9 maart 1763 te Bruinisse, overl.19 maart 1837 te Zierikzee, 74 jaar oud. Ger. Geh. met Johanna Sneevliet, geb. ca 1767 te Ouwerkerk. Komt mei 1783 in Zierikzee, uit Bruinisse. 30-8-1791 voor smidswerk uit boedel Adriaan Zanddijk te Ouwerkerk £1.8.8. (4707A-8) In de per. 1798/1807 zit hij als smidsknecht op M-147, bij de eigenaar van het pand Dirk van der Maas; hierbij staat dat hij 1794 is gekomen, hij vertrekt naar M-119. Op 29 maart 1802 transporteert Dirk van der Maas aan Marcelis Padmos voor £500.-.- een huis, erf en smidse aan de Z.zijde van de Vissersdijk, belend O. P.v.Esbroek, W. P.Geelhoed, Z. de straat en N.de dijk. Padmos leent hiervoor, en voor de gereedschappen, het ijzer enz. £800.-.- van v.d.Maas. (3886) Over 1802/03 ontvangt hij £ 10.15.- voor gedaan en geleverd smidswerk uit de Inventaris en Boedel van wijlen Jan Meerman. (4672B-4) Maart 1807 voor smidswerk uit de boedel van de overleden Leendert van den Bout £19-19-0, en nog £1-2-0 voor meesterloon over een paard en smidswerk.(4667-25 en 27)

292

Oct.1807 ontvangt Marcelis voor gedaan smidswerk £12.4.11 uit een inventaris. (4674A). In 1811 inwoner van Zierikzee, geh. In 1812 en 1819 gevestigd op nr. D556. per. 1824/30 Vissersdijk, D-556. In 1812 betaalt M.Padmos patentrecht als marechal ferrant (hoefsmid) In 1833 is hij eigenaar van F-301, een huis met erf, 500 ca., huurwaarde f.66,- en F-107, een tuin van 780 ca.met een pachtwaarde van f.4,68. Zoons: Adriaan, geb. ca 1793 Z.zee. Op 27 aug 1813 is Adriaan ïngeloot”, er wordt een contract opgemaakt waarbij Adriaan van Alphen beloofd in Adriaan’s plaats diens dienstplcht te vervullen.(de Rijcke) Antonie, ca.1799 Cornelis, smid, geb.1 april 1807 te Zierikzee, zie aldaar.

Padmos, Marcelis Johannes, hoefsmid, zoon van Cornelis Padmos en Gerritje Anthonia Tris geb.18 feb.1835 te Zierikzee, overl.19 jan.1912 te Zierikzee. NH. Geh., 27 nov. 1861 (kerkelijk) te Zierikzee, met Maatje de Jonge, geb.3- maart 1835 te Nieuwerkerk, overl.1 sep.1921 te Brouwershaven, 87 jaar oud. Gaat juli 1860 van Vissersdijk D-555a naar Wolphaartsdijk. Ze komen mei 1861 uit Wolphaartsdijk naar Zierikzee, wonen op Vissersdijk D-535>vanaf 1861 Beddeweg B- 337>St.Domusstraat D-270. Op 15 april 1869 verkoopt Anthonij Padmos, smid, thans in Feijnaart, vroeger in Zierikzee, aan Marcelis Joh. Padmos, smid te Zierikzee, huis en erf, ingericht als smederij aan de zuidzijde van de St.Domusstraat, B-430, voor f.500,-.(not.Ermerins). Anthonij had het 17 nov.1862 voor f.350,- gekocht van logementhouder Jac.Blanker, er werd niet gesproken over een smidse; Blanker had het op 14 jan.1847 gekocht.(not.D.Q.de Jonge v.d.Halen) Zoons:  Cornelis Jan, smid, zoon van Marcelis Joh.Padmos en Maatje de Jonge, geb. 30 maart 1862 te Zierikzee, overl. Geh., 25 jaar oud, op 25 feb.1888 te Kerkwerve met de 21 jarige dienstmeid Marina van Strien, geb. 22 aug. 1866 te Kerkwerve, overl.  Gerrit Antonie, hoefsmid, geb.27 sep.1866 te Zierikzee, overl. Huwt, 25 jaar oud, op 10 feb.1892 te Zierikzee met dienstbode Adriaantje Roovers, geb. 31 juli 1866 te Noordgouwe.  Jan Anthonij, hoefsmid, geb.25 nov.1869, zie aldaar.  Andries Wicher, hoefsmid , geb ca.9 feb.1872 te Zierikzee, zie aldaar.

Padmos, Marinus, hoefsmid, zoon van Marinus Padmos en winkelierster Janna van Staalen, geb. ca 1875 te Bruinisse. Geh., 35 jaar oud, op 22 april 1910 te Haamstede met de 26 jarige naaister Levina Tibout, geb. ca 1884 te Haamstede.

Pape, Adriaan, zoon van stalknecht Cornelis Pape en Hendrika Catharina Krakeel, geb.17 juli 1850 te Zierikzee, overl.24 sep.1891 te Zierikzee, 41 jaar oud. NH. Geh., smidsknecht, 24 jr., op 23 dec.1874 te Noordgouwe met de 21 jarige landbouwersdochter Janna Maria de Vrieze, geb. 8 maart 1852 te Noordgouwe, overl. Hij gaat vanuit het ouderlijk huis in mei 1870 naar Rilland, komt oct. 1872 terug en gaat juli 1874 naar Stavenisse als smidsknecht; komt maart.1875 terug in Zierikzee.Gaat maart, 1876 naar Haamstede (smidsknecht), hij komt dec. 1889 uit Monster als blikslager; in sep. 1891 te Zierikzee (smid) Zonen: Cornelis, geb. 12 mei 1877 te Haamstede gaat dec. 1899 naar Oosterland; Marinus, geb.25 nov.1879 te Monster en Leendert, geb.11 sep.1884te Monster.

Paterik, Gerrit, smid te Z.zee, maakt op 28 nov.1871 bij not. Boudin huwlijksvoorwaarden, met Lena Bokstal, winkelierster en slijtster in Zierikzee. Hij heeft niet veel anders dan zijn kleren

293 en wat contant geld, samen ongeveer f.250,-; haar onroerende goederen inclusief de winkelvoorraad zijn f.2500,- waard.

Paterik, Willem, smid, zoon van Cornelis Paterik en Anna Elisabeth Hoes, geb. 30 aug 1814 te Zierikzee, overl. 21 mei 1860 te Zierikzee, 45 jaar oud. Geh., 26 jaar oud, op 5 mei 1841 te Zierikzee met dienstbode Dirkje Tuijter, geb 18 maart 1815 te Vlissingen. Zijn zoon Gerrit, geb. op 17 nov. 1846 te Zierikzee huwt als 25 jarige bankwerker op 6 dec. 1871 te Zierikzee met de 37 jarige winkelierster Lena Bokstal, geb. 9 april 1834 te Oosterland.

Paulusse (Pauwelse), Joos, smid: In 1659 uit boedel 1 sch.4 p. voor 2 nieuwe ijzers aan het paard, kwitantie.(4670) Op 22 feb.1672 wordt smid Joos Pouwelse benoemd tot excec.test. in een testament van Marinis Adriaense(3998) Op 1 juli 1677 (4008-72) en op 26 jan.1683 .(4004-286)is smid Joos Pauwelse getuige Op 13 nov.1685 staat mr.smid Joos Poulusse borg voor £ 100.-.-; als onderpand dient de inventaris van de ventjager Cornelis de Boer.(4033-36) Op 9 nov.1696 is er een verdeling van de eigendommen van Joos Pauelse en Matje Corstiaens tussen de drie kinderen: Jan Joosse Verhouve, Judit Joosse en Jobje Joosse; Jan Joosse krijgt o.a. het huis, de smidse, het erf en gevolge , buiten de Havenpoort , getaxeerd op £159-0-0. ( 4017- 135; fiche 10-2394)

Paulusse (Pauwelse), Jan Joose, op 22 dec.1685 koopt Jan Paulusse van Ariaentje Jobs, wed. van Jan Carelsen, overleden zeeman, een huis met erve in de Wevershoek voor 36 pond, belend door Jacob Gillissen ten N.; de straat ten W.(4026-47)

Paulussen, Pieter, geb. Stevensweert, ca. 1755, overl. 9 oct. 1828 te Zierikzee, Geh. met Cornelia de Rooij. Komt nov. 1800 naar Zierikzee, smidsknecht; woont pakhuis A- 140, idem D-391. Bij zijn overl. is hij St. Jans arbeider.

Paulussen, Pieter, zoon van smid Wilhelmus Paulussen en Maria Ida Visser, geb. 23 mei 1816 te Zierikzee, RK. Geh., smid, 28 jr.oud, op 10 juli 1844 te Zierikzee met de 21 jarige particuliere Elisabeth van Wickaart (of Wichard?), geb.7 nov.1822 te Zierikzee, overl. 20 feb.1875 te Zierikzee, 52 jaar oud. Per.1844/50 naar Lange Nobelstraat; ook op A-11. Per1850/62 smid-winkelier. In 1877 op beroepenlijst. Nieuwsbode: “Op 30 mei 1860 zal deurwaarder J.v.d.Bent vóór de woning van P.Paulussen, smid in de Korte St.Jansstr. publiek aan de meestbiedende om contant geld verkopen: Eene partij galanterieén, gemaakt en ongemaakt ijzerwerk, meubilaire en andere roerende goederen; welke goederen ten laste van gezegden P.Paulussen in Executoriaal Beslag zijn genomen”. Idem, “18 nov.1861 zal notaris J.J.Ermering ten verzoeke van zijn principalen publiek presenteren: Een Woonhuis en Erve, met annexe Smederij in de Korte St.Jansstr. wijk D-354 en 355, kad.B-166, thans in gebruik bij P.Paulussen”. Op 23 jan 1873 staat er een advertentie in de Nieuwsbode:” W.J.de Graaf bericht zijne geëerde begunstigers dat hij zijn smederij heeft overgedaan aan mr.smid P.Paulussen uit Zierikzee, en is hij dankbaar voor het vertrouwen dat hij zovele jaren heeft mogen genieten. De verkoop gebeurt door not.C.v.d.Lek de Clercq, die ook op 1 maart f.1200,- leent aan Paulussen op het huis en smederij op sectie B-163, groot 111 m2. (Ermerins)

294

Op 1 maart 1873 verkoopt Pieter Paulussen op zijn beurt zijn huis met smederij in de Korte St.Jansstr. wijk D-354 en 355, kad.B-166 groot 86 m2 aan Hendricus Antonius Roothaert. (Ermerins) Op 12 mei 1875 wordt een staat en inventaris opgemaakt na het overlijden van Elisabeth, het woonhuis met smederij op sectie B-163 in de Korte St.Jansstraat is f.2000,- waard, het smidsgereedschap f.334,-. (JCvdLdC) Op 14 oct.1875 adverteert P.Paulussen als smid in de Korte St.Jansstraat met haarden en kachels. Op 10 oct.1876 wordt door de notaris Bouvin een openbare verkoping gehouden. Er is beslag gelegd omdat Pieter niet aan zijn verplichtingen voldaan heeft ten opzichte van een schuldobligatie. Het woonhuis, smederij en erf in de Korte Sint Jansstraat , sectie B-163, groot 111 m2 wordt met de schoorsteen, kraan en 3 werkbanken voor f.1700,- verkocht aan de tabakshandelaar Jan Willem Vorstheuvel la Brand uit Z.zee. Op 24 oct.1876 wordt door notaris JCvdLek de Clercq ten verzoeke van smid Pieter Paulusse een partijtje klein smidsgereedschap, waaronder wat hamers, stempels enz., en wat meubels enz. verkocht. Op 10 juli 1877 is er een advertentie van de notaris waarin hij de debiteuren en crediteuren van smid P.Poulussen verzoekt zich bekend te maken. Zonen: Willem Hendricus Paulussen, smid, geb.23 sep.1856 te Zierikzee, Hij gaat sep. 1876 naar Melissant wiens vrouw Theodora Markelijn, geb.ca. 1850 te Z.zee, op 22 nov.1880 te Z.zee overlijdt. Hendrikus Theodorus Paulussen, geb.18 sep.1858 te Zierikzee, gaat sep. 1876 naar Scherpenisse. Christiaan Laurens Paulussen, geb. 16 oct.1860, gaat jan. 1877 naar Antwerpen.

Paulussen, Wilhelmus, slootsmit-geweermaker, zoon van Petrus Paulussen en Cornelia de Rooij, geb. 15 sep.1789 te Sas van Gent, overl.2 jan.1852, (zie bijz.) te Zierikzee. RK. Geh. met Maria Ida de Visser, geb.10 mei 1777 te Maastricht, overl.1 jan.1852 te Zierikzee (zie bijz.) Zoons: Pieter, smid, geb. 10 juli 1844 te Zierikzee. ( zie hierna) Bijz.: Nieuwsbode: “14 sep.1821: Wilhelmus Paulussen geeft kennis dat hij zijn affaires als sloot-smit en geweermaker heeft begonnen aan de Kraan, in ’t Huis voormaals tot hetzelfde oogmerk gebruikt door Ferdinand Jacobie. Wijk D, nr.446”. Op 10 aug 1829 dient Ferdinand Jacobi een verzoek in bij de gemeente Zierikzee om buskruit te mogen opslaan en verkopen; hij heeft daartoe een van de smederij afgezonderd magazijntje gebouwd. Een dag later komt er eenzelfde verzoek van Willem Poulussen; hij schrijft o.a.:”De smederij is een huis geheel op zichzelve, het woonhuis er naast staande en de woonvloer daar de winkel is en de agterwoonkamer heeft geen betrekking met de smederij als een deur aan de agterkant om in de smederij te komen, de opgang naar de zolder is in de smederij maar desverkiezende zal het dadelijk in de woonkamer of winkel veranderd worden; de plaats waar de berging van het kruit bepaald is”. Er komt een geheel nieuw lokaal onder zijn woonhuis, geheel van het woonhuis gescheiden. De opslag tot nu toe was in een kistje in de nok van het gebouw. Op 20 aug.1829 wordt er een schriftelijke protest bij de Gemeente ingediend door buren van Willem Poulussen en Ferdinand Jacobi die beiden een smederij hebben in dezelfde straat ( Sint Janstraat) er daar ook buskruit opslaan en verkopen. De gemeente meldt in een brief dat Jacobi in de vergadering die hierover werd gehouden brutale woorden en beledigende uitdrukkingen gebruikt heeftd! Er moeten adviezen komen, o.a. van de brandweer. Kennelijk is er toch vergunning verleend; de gevolgen ruim twintig jaar later duiden daar op.

295

Uit: Post van de Commissaris des Konings in Zeeland. Zierikzee, 2 jan.1852: “Op 1 januari in de namiddag ongeveer 6 ure een vrij sterke ontploffing van buskruit ten huize van den smid en vuurwerkmaker W..Paulusse. Het gehele huis en belendend pakhuis in de Korte St.Jansstraat zijn ingestort, er zijn 4 mensen overleden, waarbij de smid en zijn vrouw”. Een onbekende heeft een voetzoeker in de voorraad vuurwerk van smid-vuurwerkverkoper Paulussen gegooid met verschrikkelijke gevolgen: de voetzoeker komt uitgerekend in een vaatje buskruit terecht! Winkel en smederij storten in, verschillende personen komen onder het puin te liggen De vrouw van de smid is op slag dood, evenals de inwonende kleinzoon en nog een jongen van 14 jaar oud. Een andere jongen van 16 overlijdt diezelfde avond. De smid zelf sterft de volgende dag aan zijn verwondingen. Door het rondvliegende puin zijn nog 20 andere mensen lichtgewond; gelukkig ontstaat er geen brand. Pand: In 1821: Wijk D-446. Per. 1826/30 Korte St. Jansstr. Oostzijde D-355. In 1833 is hij eigenaar van B166, huis met erf, 86 ca.., huurwaarde f.63,- en C-244, sectie nr.B728, pakhuis met erf, 34 ca., huurwaarde f.8,-. (smidse?) In 1832 leent Wilhelmus als smid-slotenmaker en winkelier f.500,- van zijn broer Anthonij, met als onderpand 2 huizen met erven naast elkaar, zijnde gedeeltelijk een smidse; aan de oostkant van de Korte St,Jansstraat, D-355; verkregen uit de nalatenschap van Anthonij Daane op 9 mei 1821 met een onderlinge akte. In 1843 is Willem slotenmaker zonder knecht op D-354. (bedrijfsenquette) Per. 1844/50 en in 1852 op Korte Sintjansstraat. D-354/355.

Peterse, Johannes, geb.14 nov.1836 te Zierikzee, overl.22 jan.1927 te Rotterdam. Chr.Ger., geh. met Adriana van ‘t Hof, geb. 13 sep.1837 te Dreischor, overl. 9 sep.1918 te Zierikzee. Bijz., Werkt als smidsknecht, later als smidsbaas in de per.1862/91. In de per. 1881-1914 Hoofdpoortstraat C-586 Op 5 mei 1890 leent smid Joh.Peeters f.800,- aan St.v.d.Wekken te Kerkwerve.(P.Way)

Peterse, Theunis, zoon van wijnwerker Johannes Peterse en Maria van der Voorde, geb.1oct.1806 te Zierikzee, overl. als smid,11 feb. 1861 te Zierikzee, 54 jaar. Ger. 1e Huw.: smidsknecht, met Johanna de Winter, geb. 11 feb.1803 te Zierikzee. 2e Huw., smidsknecht 27 jaar, op 6 nov. 1833 te Zerikzee met de 28 jarige dienstbode Jannetje Verseput, geb.ca.1805 te Zierikzee, overl.22 maart 1891 te Zierikzee, 86 jaar oud. 22 Maart 1843 verzoekt hij de Gemeente Zierikzee om in zijn woonhuis C-586 aan de noordzijde van de Hoofdpoortstraat een vuurhaard voor een smidse te mogen stichten; al op 31 mrt.1843 heeft de brandweercommandant de zaak gecontroleerd, zijn de buren gehoord, en krijgt hij toestemming. Periode 1831/43: smidsknecht, Parelstraat, C-576,C-577>C-520>C-620>C-616>C-587, Komt van C-616 in 1844 op C-587; 1846 op C-623.

Pieters, Huijbrecht, Op 4 sep.1679 maakt Huijbregt samen met Jan Aernoutse Stoel ijzerwerk voor de zaagmolen van Rogier Alphonse (4004-61) Op 24 dec.1704 is smid Huijbrecht getuige.(4050-135) Op 3 jan.1711 verkoopt Huijbrecht Pieters, mr.smid te Zierikzee, als grootvader/voogd over de weesdochter van zijn zoon Jan, aan Adriaan Natte, schoolmeester te Zierikzee, een huis met erve en gevolge aan de Oostzijde van de Korte Groendal voor 700 car.gld. (zie ook Hmst. 1674)

Pieters, Thomas 20 apr 1599, Thomas Pietersz., smit, verlijdt aan Willem Aertsz., smit, de somme van £86.13.4 over de koop van een huis, erve en gevolge.(3851c, hr.Plankeel)

296

Pieterse, Barent, smid te Zierikzee. Is als smid op 27 maart 1662 getuige bij een testament.(3993-26) Op 21 mei 1676 is Barent Pieterse, smid te Z,zee, getuige bij een accoord over de erfenis van de kinderen van hun moeder.(4008-15) Barent is op 22 sep.1679 en op 13 juni 1684 getuige.(4004 en 3994) Op 23 jan.1694 is Barent getuige.(4063-106/7) en oct.1669.(4002) Op 25 juni 1700 wordt Barent Pieterse, smid, door zijn dochter Elisabeth Barents, wed van Coen Cornelisse benoemd tot excecuteur in haar na te laten boedel, en voogd over zijn kleinzoon Cornelis Coen. (4066-185)

Pieterse, Bernardus, meester smid, Op 5 mei 1772 transporteert Bernardus aan Johannes Bogert een huis, erf en smidse aan de O.zijde van de Zuidwellestraat, belend O.en N. Adriaan den Ruijter, W.de straat en Z.de vroone, belast met 1 schelling en 8 grootten per jaar voor het stellen van de travaille.(3863)

Pieterse, Johannes, smid, zoon van smid Thomas Pieterse. Op 20 juni 1873 erft Johannes Pieterse voor 1/5e deel en koopt de rest van een smederij en erf aan de noordzijde van de Hoofdpoortstraat nr.C-586, op sectie B-956.(not.Ermerins) Op 2 dec.1873 is Joh.Pieterse, smid te Z.zee, f.700,- schuldig aan R.Koole met als zekerheid zijn smederij en erf.(vdLek de Cl.)

Pietersen, Bastiaan, wordt 16 mei 1636 als poorter ingeschr, te Veere, uit Zierikzee (Heerebout)

Pieterssen, Cornelis 2 mei 1599, Corn. Pieterssen, smit, transporteert Cathelijne, Willem Pous wedue, de schepenen schuldbrief, sprekende op Heyndrick Mollemans, met de reste van £29.16.8 op termijnen van £6 telken Pasen, dit alles in vernietinge van zekere schulden, die hij nog aan haar heeft.; op 31 juli 1600 wordt 12 pond betaald, en op 8 aug.1600 de rest. Het ging destijds over de aankoop van een huis in de Potstraat, waarbij het huis met erf en gevolge in de St.Jansstrate waar Cornelis in woont, borg stond. (3851B, hr.Plankeel)

Pietersz., Lenaert en Jan, broeders, en beiden smid, beloven op 18 sep.1548 om met een nicht samen voor de 5 jarig Marinus , een broertje van de vrouw van Lenaert, te zorgen. (Aantekeningen zegels)

Ploem (later Plaum), Arnoldus, geb. ca.1758 te Teveren (Aken, Dld.), overl. 10 aug. 1826 te Zierikzee, als smidsknecht, geh. 7 nov. 1792 te Zierikzee met Maria Verseput, geb. ? overl. 7 juni 1830 te Zierikzee. Hij komt 1780 naar Zierikzee, Zuidwellestr. (O) B-276. Er komt een zoon, maar die wordt wagenmaker: Plaum, Matthias, geb. ca 1794 te Zierikzee, Geh., 37 jaar oud, op 4 mei 1831 te Zierikzee met wagenmakersdochter Catharina Hendrikse, 27 jaar, geb. ca. 1804 te Zierikzee, overl. 24 feb. 1837 te Z.zee. 2e huw met Jacoba Schoenmaker.

Priem, Johannes, smid, zoon van Cornelis Priem en Maria Cornelia Linderse, geb. 20 maart 1819 te Zierikzee, RK. Geh., 22 jaar oud, op 19 mei 1841 te Zierikzee met de 23 jarige tapsterdochter Margaretha Christina Looarts (Lauards), geb.13 aug.1818 te Zierikzee, NH. Ze verl. een kind te Z.zee in 1842 en 1855.( hij is dan smid), Per.1831/43: Hij woont met vrouw en 2 kinderen in bij de schoonouders op de Breestraat, C-310.

297 per. 1844/50 C-309>C-272>C-258> C248>C-200( smidsknecht); in per 1850/62 van D-338, woont Lange St.Jansstraat C-255, later op C-253. Mogelijk zelfstandig smid. In per.1850/62 komt hij sep.1857 uit den Helder naar Zierikzee

Prince, Adriaen, hoefsmid, wonende te Zierikzee. Op 24 feb.1685 is er een verklaring over bezoeken aan een zieke koe door hoefsmid Jacob Adriaense Prince, waarschijnlijk de vader van Adriaan.(3999) Omstreeks maart 1700 verklaart Adriaen Prince, op verzoek van Maeijken Zegerts, de vrouw van Jan Roelantse, Op 31 maart 1700 verklaart Adraen Prince, hoefsmid wonende in Zierikzee, op verzoek van Maeijken Zegerts, de vrouw van Jan Roelantse, dat zij op nieuwjaarsdag, komend uit herberg “De Faem” werden lastig gevallen door ene Willem Cooper en dat haar man ene Marinus Blom heeft geholpen toen die door Willem Cooper werd geslagen.(3995-117)dat zij . (4036-12)

Putte, Pieter van; 1 mrt 1597, Pieter Joris z. als overman bekent op verzoek van Maycken Dionys z. geseyt Jan le Grande wedue openbaar verkocht te hebben aan Pieter van Putte groffsmit als meest daarom biedende een huis met een erve daarachteraan gelegen, ter lengte en breedte gelijk deselve jegenwoordelijck “aff geheynt” is, staande [in Zierikzee] op Vermycken hil, vrij van erfpacht, binnen deze landgemerken, oost af de vers. Maycken Jan de Grande wedue met haren muur van haar “camer”, “in welcken muyr de cooper nyet en sal mogen comen oft breken dan met consente vande genen, die de selve camer volgen sal, dan hij sal vermogen de schoorsteen aff te breken indien hy voorder wilde timmeren”, zuid de strate, west Sijme Jan Lenerts z. met zijn schuur, daarvan de koper gehouden blijft de goot te onderhouden, die tussen hen beiden ligt, en noord Jan Noutssen met zijn erve, daarvan de koper zal “de tuynen repareren ende onderhouden”, volgende de waerschippe.(3851c, hr.Plankeel) 2 mrt 1597, Pieter van Putte groffsmit verlijdt aan Maycken Jan Dionys z. le Grande wedue de somme van £108.13.4 over de koop van een huis, erve en gevolge.(3851c, hr.Plankeel) 3 mrt 1597, Maycken Jan Dionys le Grandes wedue transporteert aan Adriaen Jans z. Dach, zo voor hemzelf als tot behoeve van al haar andere crediteuren, een schepenen schuldbrief en briefs recht, met de volle inhoud van £108.13.4, sprekende tot laste van Pieter van Putte groffsmit .(3851c, hr.Plankeel) 29 oct 1597, Lucas Janssen hovenier verkoopt Pieter van Putte de smit een ledige erve, liggende [in Zierikzee] achter de Water mole, vrij van erfpacht, west de Schuythaven, noord Catharina [tussengevoegd: Jan] Kerckers wedue, oost “den heerwegh”, en zuid Jan Cantoir, (3851b, hr.Plankeel) 30 oct 1597, Pieter van Putte de smit verlijdt Lucas Janssen hovenier de somme van £7.10.0 over de koop van een ledige erve. (3851b, f94/5a, hr.Plankeel) 14 juli 1598, Lucas Willegrave wollewever, als man en voogd van Janneken Cocx dr., zijn huisvrouwe, poorter dezer stede, en Lucas Storm, wonende tot Haamstede, beide enige erfgenamen van wijlen Catelyne Poppe, heurl. moeije was sal., bekennen ontvangen te hebben uit handen van Jacob Janssen de lakencooper in “t Witte Peert” alhier de somme van £22, welke somme Jacob Janssen vers. verleden heeft gehad eertijds in een obligatie tot behoeve van eenen Joris Poppe ofte Catelyne Poppe syn huijsvrouwe, welke obligatie is berustende in Vlaanderen in t sterfhuis van de vers. Catelyne Poppe; mocht die ooit te voorschijn komen, dan zal die wezen “nul, crachteloos ende van geender waerden” en de comparanten vrijwaren Jacob hiervoor; compareerde mede Pieter van Putte de smit, poorter dezer stede, en stelt zich borg, en stelt als onderpand voor Jacob Janssen zijn huis, erve en t gevolge van dien, staande [in Zierikzee] op Huge Moreyts hoele, daar hij nu jegenwoordig in woont; Lucas Willegrave en Lucas Storm beloofden Pieter van Putte kosteloos en schadeloos te houden.(3851B, hr.Plankeel)

298

R

Remij, Pierre (hij tekent als Pierreke; mr.smid, is getuige te Zierikzee op 5 apr.1703(4076/233); 6 oct.1704 (4030-106) en op 16 juni 1705(not.Pr.Ketel)

Remijn, Pieter Jacobus, mecanicien te Zierikzee en Johannes Leendert van de Zande, smid te Zierikzee lenen f. 10.000,- in 1923. Ze hebben later een garage.

Renou, David, smid, geb. 17 dec.1798 te Zierikzee, wordt met zijn vrouw, Pieternella den Hoed, op 1 feb.1862 ingeschreven in Zierikzee in de Lange Nobelstraat A-153. David overlijdt 12 dec.1871.

Rethie, Petrus Anthonius van, zoon van Petri Rheten en Maria Theresia Das, geb.14 feb.1764 te Sanderlooij., overl. als slotenmakersknecht 17 oct. 1825 te Zierikzee, geh. met Anthoinetta Philippina Spelue, geb. ca.1782 te Zierikzee, overl. op 15 dec. 1844 te Zierikzee. Als smidsknecht inwoner van Zierikzee in 1813.

Rochus, Dingema; smidt. In akte 4425 staat dat zijn vrouw Neelken Pijer Domusse vóór 14 mei 1585 is overleden; er zijn twee dochtertjes van resp 5 en 2 jaar oud.

Rombouts, Cornelis, smid, zoon van Jacobus Johannes Rombouts en Hendrica Verhulst, geb.9 feb.1840 te Dordrecht, overl.6 juli 1905 te Zierikzee, 65 jaar. RK. Geh. smid, 35 jaar, op 26 mei 1875 te Zierikzee met de 28 jarige dienstbode Anna Catherina Willemse, geb.12 dec.1846 te Oosterhout; zij ging in 1907 naar Amsterdam, overl. Smid op lijst 1877. Nieuwsbode, 13 jan.1880: “Smidsknecht gevraagd”. In 1884 verliezen ze een kind van 3 jaar in Zierikzee. Op 31 maart 1896 biedt C.Rombouts, smid op de Lammermarkt, een rolslee, een Deere-ploeg en een Moorploeg te koop aan. Op 24 maart 1897 leent Rombouts f.2000,- van metselaar H.C.van den Ende op zijn smederij, twee huizen, een erf en een wagenmakerij op sectie A-81,190,191 en 1846, samen groot 820 m2, en op de smids-en wagenmakersgereedschappen. (Franse) Op 22 maart 1902 leent Corn. Rombouts Jac.zn.f.2000,- op onroerend goed aan de Lammermarkt: A-81 een smidswinkel; het huis en erf op sectie A-190 en het pakhuis met erf op sectie A-191; samen groot 644 m2.(Nouhuijs) Op 26 jan.1905 vraagt C.Rombouts op de Lammermarkt een smidsknecht. Nieuwsbode: 21 juni 1907 “te verkopen voor mej. Wed. C.Rombouts: een goed beklante Hoef- Grof-Rijtuig-en Kachelsmederij aan de Lammermarkt te Z.zee, die meer dan 60 jaren een goed bestaan heeft opgeleverd, bevattende Woonhuis, Smidse en Pakhuis; samen 6A-44CA, zaak per 15 juli, huis per 15 aug.” Op 1 nov.1907 verkoopt Anna de smidswinkel met huizen en erven, A-81, 190 en 191,groot 644 ca. voor f.3350,- aan haar zoon Cornelis Adriaan.(not.Nouhuijs)

Rombouts, Cornelis Adrianus, smid (zoon van Cornelis en A.C.Willemse) geb. 24 juni 1878 te Zierikzee. RK Geh., 29 jr.oud, op 14 aug.1907 te Zierikzee met de 27 jarige winkeliersdochter Levina Cornelia Kwaak, geb. 7 oct.1879 te Dreischor, Zierikzee, Lammerstraat, 1 nov.1907-- juni 1920

299

Cornelis gaat april 1896 naar Hoedekenskerke en komt maart 1897 terug naar Zierikzee. Op22 dec.1909 leent smid Corn. A. Rombots f.2000,- op een huis met erf op sectie A-81,190 en 191, samen groot 644 m2. Woont in 1914 op Lammermarkt B-261>263 daarna Lange St.Janstr C-217, dan Hoofdpoortstr.C-598>C-608. Nieuwsbode: “Per 29 juni 1920 failliet verklaard C.A.Rombouts-smid”. Idem: “Notaris Nouhuijs zal 19 juli 1920 verkopen de in werking zijnde Smederij aan de Lammerstraat: Woonhuis, daarnevens Pakhuis en tegenovergelegen werkplaats sectie A-81-190 en 191, samen 644 ca.. Cornelis gaat in sep.1920 als smidsknecht naar Delft.

Rombouts, Jacobus Johannes, geb.1 oct.1806 te Oud-Vossemeer, overl.10 juni 1862 te Zierikzee, zoon van Cornelis Rombouts en Maria Leenaarts, (of Linders), winkelierster, RK. Geh., smid, 32 jaar oud, op 3 mei 1839 te Zierikzee met de 26 jarige dienstbode Hendrica Verhulst, geb.8 feb.1811 te Oosterhout , overl.6 juli 1893 te Zierikzee, 80 jaar. In mei 1829 komt hij bij Matheus Rombouts op Noordgouwe werken (de Boer) Op 19 juli 1843 heeft Jacobus Joh. Rombouts een huis en smederij met gereedschappen op de Lammermarkt gekocht via notaris J.J.Ermerius (van Adrianus Nijs volgens een rijtje van de Vos-50/212) Hij komt uit Noordgouwe naar Zierikzee, in per 1831/43 op Lammermarkt B-264. Per. 1850/62: Lammermarkt B-263. 1862/91 Lammermarkt B-265>D-430. Zonen: Cornelis, smid, geb.9 feb.1840 te Dordrecht ( zie hierna) huwt Anna Cath.Willemse. Johannes, koperslager, geb.15 jan.1845 te Zierikzee, overl. aldaar op 10 sep.1912(9 oct.? De Boer) ; komt feb. 1844 uit Feijnaart, gaat aug.1866 naar St.Maartensdijk, komt oct. 1868 uit Klundert, feb. 1869 uit Tholen, en gaat maart 1873 naar Antwerpen; hij huwt op 12 mei 1869 Elisabeth Luycx, geb. 11 aug. 1843 te Zierikzee. Petrus Johannes, geb. 27 nov.1848, gaat nov. 1866 naar Scherpenisse. Mattheus, wagenmaker, geb. 24 mei 1851. Franciscus, geb. 13 oct. 1852 te Zierikzee, gaat mei 1877 naar Rotterdam. Jacobus Johannes, geb. 17 dec. 1853 te Z.zee, gaat apr.1872 naar Alkmaar, komt apr. 1873 uit Schiedam, gaat juli 1874 naar Leiden. Bernardus Const., geb. 22 feb.1859 te Z.zee, gaat sep. 1869 naar Oudenbosch, komt oct. 1872 terug, gaat feb. 1873 naar Capelle(NB) en komt apr. 1879 terug van Capelle. Zierikzee, Lammermarkt, 1862 -- 1875: Wed. J.J.Rombouts, (Hendrica Verhulst) Nieuwsbode 17 juni 1862 “De Smidsaffaire vroeger gedreven door J.J.Rombouts zal door mij, mijn zoon (Cornelis) en een bekwaam Meesterknecht op dezelfde wijze worden uitgeoefend. Beleefd beveel ik mij, mijne 9 kinderen in aller welwillendheid aan. U de verzekering gevende van eene spoedige en accurate bediening. H.Verhulst, Wed J.J.Rombouts”. Nieuwsbode 4 oct 1862 “Notaris D.Q.de Jonge van de Halen zal ten verzoeke van de heer M.Platschorre publiekelijk presenteren: Eene kapitale en zeer beklantte Hoefsmederij met Woonhuis en erf, staande op de Visschersdijk, welke hoefsmederij sedert onheuglijke jaren aldaar met het beste succes is gedreven”. 17 maart 1875 wordt door a/ Hendrika Verhulst, wed. van Jac. Joh. Rombouts; b/ Joh. Jac. Rombouts, zowel in prive als gemachtigde van zijn broers smid Petrus Joh. en wagenmaker Mattheus, beiden te Antwerpen, verkocht aan Cornelis Rombouts, smid te Zierikzee: het op de Lammermarkt gelegen woonhuis en erf B263 sectie A-190 en een hoefsmederij en B329, sectie A-81 met alle smidsgereedschappen. De koopsom is f.1944,45 plus f.3,- per week aan Hendrika Verhulst gedurende haar leven. (not.Bouvin) Hendrika krijgt de helft, de rest gaat in 9 gedeelten.

Rombouts, Johannes, smid, zoon van Pieter Rombouts en Pieternella Sirre;

300 geb.19 jan1837 te Zierikzee, overl. 22 feb.1921 te Zierikzee. RK Op 11 mei 1874 koopt Johannis Rombouts, smid wonende in Z.zee, een huis met erf en hoefsmederij op de Visschersdijk, F-319, groot 260 m2 voor f.2000,-. Johannes is dan ongetrouwd, en op 19 mei maakt hij een testament waarin hij zijn moeder als enige erfgename benoemt. (v.d.Lek de Cl.) Staat in 1877 in de beroepenlijst als smid, woont in 1914 met zijn zus Cornelia op Vissersdijk D-526. Op 17 nov.1922 verkoopt mej.Cornelia Rombouts, de zuster van Johannes, een huis met smederij en erf op de Vissersdijk nr.D-526, sectie F-319 voor f.3000,- aan Antonius Wisse, smid te Z.zee. (not.Bierm.)

Rombouts, Matteus, zoon van Pieter Rombouts en Dingena Cornelia Bedaf, geb.12 nov.1827 te Zierikzee, overl.25 feb.1880 te Zierikzee, 53 jaar oud. RK. Geh. 45 jaar oud op 27 nov.1872 te Zierikzee met de 33 jarige naaister Maria Wilhelmina Geerards, geb.30 dec.1838 te Zierikzee, overl. 14 maart 1893 te Zierikzee. Hij gaat mei 1851 naar Sommelsdijk; komt nov. 1853 uit Noordgouwe naar Z.zee bij Pieter Rombouts; komt jan.1854 uit Sommelsdijk. Op 28 maart 1863 leent smid Mattheus Rombouts Pieterszoon f.900,- van koopman Andries P.Paulussen op een huis in de Lange Nobelstraat C-215, op sectie B-1546, dat hij op 15 maart gekocht heeft. In de per. 1881/1914 zit Maria Wilhelmina Rombouts-Geerards als smid op C-215 met haar zoon Jacobus Franciscus, geb.19 juni 1877; hij gaat juni 1891 naar Leiden. “Op 23 feb.1892 ?? geeft M.Rombouts te kennen dat hij zich heeft gevestigd over de smederij van C.Rombouts op de Lammermarkt als Wagen-en Rijtuigmaker en wat verder tot het vak behoort”.(ZN) Op 18 april 1893 is er een inventarisatie.(not J.C.v.d.Lek de Clercq- 3612) Adres: 1866/1879: C-215.

Er is een foto van waarsch. deze smederij in de Zoutkeetstraat. (ZZE-419 arch Zz)

Rombouts, Petrus, geb.25 nov.1799(25-12-1800?) te Oud-Vossemeer, overl., RK, 25 mei 1857 te Zierikzee. 1e Huw. smid, met Dingena Cornelia Bedaf, geb. 21 feb. 1802 te Tholen, overl. 6 dec. 1831 te Zierikzee; In de per. 1826/30 sk.wonende Verre Nieuwstraat B-202. 2e Huw. op 2 mei 1832 met de “Smederin”, Pieternella Sirre, geb.7 juni 1810 te Zierikzee, overl. 9 mei 1889 te Zierikzee, 78 jaar. RK. In 1839 verricht P.Rombouts voor f.80,40 smidswerk aan de bark “Stad Rotterdam” het eerste schip dat op de pas opgerichtte Commerciewerf gebouwd wordt. Aan de bark “Willem de Clercq”die in 1845 te water wordt gelaten heeft Rombouts voor f.767,70 smidswerk geleverd. In 1843 hoefsmid op D-526, 1 à 2 knechts. (bedrijfsenquette) Periode 1844/50 op D-526 In 1850 betaalt van der Have uit Ouwerkerk van de hofstede “Tusschenbeiden” f.62,- aan P.Rombouts voor het smidswerk aan een nieuwe wagen.(fam.reg. v.d.Have) Nieuwsbode 4 mei 1860 “Ten verzoeke van de erven van mej. M van der Swaluw, ingevolge rechterlijke machtiging: Een woonhuis en erf, zijnde eene hoefsmederij staande en gelegen op de Visschersdijk, bewoond door de Wed. Rombouts”. De weduwe Rombouts is de koopster.( D.Q.de Jonge v.Halen) Op 21 jan.1863 maakt Pieternella Sirre, hoefsmederes, een testament waarbij zij aan haar zoon Johannes het woonhuis, het erf, de hoefsmederij, kad. nr. 319, en de gereedschappen vermaakt voor f.1500,-.; de rest is voor de kinderen. (Ermerins)

301

Op 11 nov.1871 maakt Pieternella een nieuw testament waarbij de prijs voor de smederij verhoogd wordt naar f.2000,-. (Ermerins) Op 11 mei 1874 verkoopt Pieternella, wed.van Pieter Rombouts, aan Johannes Rombouts te Zierikzee het huis, erf en hoefsmederij sectie 319, groot 261 ca. voor 2000,-.(not. c.v.d.lek de Clercq). In de per.1881 tot haar overl. op Vissersdijk/hoek ’t slop D-526 in Zierikzee. Na haar overlijden wordt zoon Johannes, geb.19 jan.1837 hoofd, hij is hoefsmid. Er is ook een neef, Anthonius Wisse, geb, 27 aug.1878 te Zierikzee, smidsknecht, in huis. Petrus had met Dingena de volgende zonen die smid werden: Cornelis Bastiaan, hoefsmid, geb.31 dec.1825 te Tholen; overl. RK. Geh.,hoefsmid, 22 jaar, op 21 juni 1848 te Zierikzee met de 21 jarige dijkwerkersdochter Maria Geertruida van Zevenbergen, geb. 14 nov. 1826 te Herkingen. Hij komt in 1844 uit Rotterdam naar Z.zee; eerst op D-136, dan op de Leunaarsdijk., ook D- 71 Ze wonen (per.1850/62) Vissersdijk D-522>d-519, en op 523. Mattheus, smid, geb. 12 nov.1827 te Zierikzee en overl. 25 feb.1880 te Zierikzee, 53 jaar oud. Geh. op 27 nov.1872 te Zierikzee met de 33 jarige naaister Maria Wilhelmina Geerards, geb.30 dec.1838 te Zierikzee, overl. Hij gaat mei 1851 naar Sommelsdijk. Komt nov. 1853 uit Noordgouwe naar Z.zee bij Pieter Rombouts, komt jan.1854 uit Sommelsdijk. En Petrus had met Petronella: Ary, geb. 30 oct.1835 te Zierikzee, overl. Geh., smid, 26 jr.oud, op 16 sep.1862 te Zierikzee met Jacoba Adriana Harings. Hij gaat april 1859 van Zierikzee naar Oude Tonge, komt apr.1861 daar vandaan terug, en vertrekt . juni 1861 uit Zierikzee. Ze komen juli 1863 uit Rotterdam naar Zierikzee, St.Jansstraat C-226>Krepelstraat C-191 ze gaan juli 1873 naar Brussel. Johannes, geb. 19 jan.1837 te Zierikzee, en overl. aldaar in 1920, overl.22 feb. 1921 te Zierikzee. In 1850 smidsleerling. Leonardus Hendrikus, geb.7 oct.1843 ging in 1866 naar Goes.

Roo, Marinus de, smid Z.zee L-180, geb.ca.1757, (lijst Mog.Dienstpl. 1797)

Rooij, Anthonij Cornelis de, geb.ca.1764 te Zierikzee, smid, overl. 30 juni 1800 te Zierikzee, RK Gehuwd op met Ida van der Water. Anthonie de Rooij, 33 jaar, smid, eigenaar en wonende in juli 1798 te Zierikzee op C-95=A-37, is eigenaar van de schuur op C-84. In 1819 op A-454 Op 29 mei 1791 is ene Antonius de Rooij te Zierikzee? (trouwgeld betaald Nieuwerkerk 12 mei 1791) geh. met Margaretha(Grietje) van Esbroek, wed.van Adriani van Oestenberg. (RK-kerk) Op 18 mei 1791 transporteert de excecuteur na het overlijden van Jan Alberts en zijn eerder overl. vrouw, het huis en hoefsmidserf aan de W.zijde van de Hem, belend O. de straat, W. de zwemhaven, aan Machiel Daane die daarop 200 gld.leent van de wed. van Abr. Hegt. Op 20 jan.1792 wordt deze lening overgenomen door Antonij de Roo. (3866) Op 7 juni 1793 verklaard Anthonij de Rooij, mr. hoefsmid, dat hij 50 pond schuldig is aan Neeltje Lookman-Solle op zijn huis en smederij aan de W.zijde van de Hem, belend O. de straat, W. de Schuit- of zwemhaven, Z. de erven Abr. Poesebout en N. Leendert de Kok.(3867) Op 11 maart 1796 wordt door Abraham de Boer als sequestor voor de gesedeerde (failliete) Anthonij de Roo en Grietje Esbroek verkocht aan Job Broodman een huis, hoefsmederij, erf en gevolge aan de Westzijde van de Hem; oost de straat, west de zwemhaven; noord Jasper Lemson.(3867) Op 2 sep.1796 koopt Anthonij weer een huis, smidse, schuur en erf aan de zuidzijde van de St.Anthoniusdam van Anna Geertruid Houwaarde, de wed. van smid Jan Godfried Schok. Van

302 de pastoor C.J.Belderok krijgt hij een hypotheek van f.800,- . op zijn twee huizen waarvan één in gebruik als smidswinkel, met schuur en erf op de St.Anthonijsdam, belend O. Jacomina Boom, W. Huibregt Flipse, Z. diverse en N. de straat.(3880) (Mogelijk nu St. Anth.dam 13; wagenmakerij de 4 Heemskinderen 1596-1671??)

Rooij, Antonius de, smid, zoon van Anthonij Cornelis de Rooij en Henderica de Boer. geb. 15 dec.1805 te Zierikzee; smid, overl. als Adrianus, 22 sep.1851 te Zierikzee, 45 jaar oud. Geh., smid, 36 jaar oud, op 4 mei 1842 te Zierikzee met de 27 jarige dienstbode Adriana Priem, geb. 17 nov.1814 te Oud-Vossemeer, overl. 13 Maart 1843 woont Antonius aan de oostkant van de Nieuwe Boogaardstraat D-213 en hij vraagt vergunning om aldaar een stookplaats te mogen maken zoals dat nodig is voor een smederij. De buren maken bezwaar; hij is al begonnen en krijgt op 31 mei 1843 een tijdelijke vergunning tot nov.1843, om intussen een andere plek te vinden. Op 2 juli 1843 dient hij nog een mooie smeekbrief in, maar ook die wordt afgewezen. Komt dec.1848 uit Middelburg naar Zierikzee, op C-294, hij is dan weduwnaar. Adres: Hij woont, smidsknecht, in 1812 op nr.A 453. Per. 1831/43 eerst D-haven, dan Nw.Bogaardstraat O-zijde D-224, met zijn vader en Maria Cornelia Lennaarts geb. 25 mei 1788 in oud-Vossemeer, dan met zijn zus op de Scheepsmakersdijk A-454; hij gaat in 1836 naar ‘sGravenhage.

Rooij, Cornelis Anthonij de, zoon van Anthonij de Rooij en Ida van der Water, geb.ca 1773 te Zierikzee, smid, overl. 9 dec.1822 te Zierikzee, 49 jr.oud, RK. Gehuwd op met Maria van der Werf, geb. ca 1778, overl. (2e vrouw?) In de per. 1812/13 op A-453, zonder vrouw, met 2 dochters. Corn. Anth. De Rooij smid, Zierikzee, A-57, geb. ca.1770, (lijst Mog.Dienstpl. 1797) Juli 1798 woont Cornelis, 24 jaar, op A-46 in Zierikzee, op dezelfde datum woont er een smid Cornelis de Rooij, 27 jaar oud, op nr. A-57( inw. Zierikzee). Zijn er twee??? In de periode 1798/1807: Corn. Anth. de Rooij op A-58 als eigenaar, bewoner, smid. (Joh. Dekker is daar doorgestreept). Op 30 maart 1820 maakt notaris D.Boom (fiche 2491) een testament op waarbij Cornelis alles, inclusief gereedschappen en ijzerwaren, nalaat aan zijn vrouw Maria. H.P.Schillemans wordt op 9 dec.1822 als voogd benoemd over de minderjarige vóórzoon Anthony de Rooij. Uit de succ mem. 98-3/105 blijkt dat het bezit bestaat uit o.a. een huis op A-445; en een pakhuis zijnde een smidse op A-453 met hun woonhuis op A-454. (later Scheepstimmerdijk 23) Adres: in de per. 1798/1807 wordt hij gemeld als eig. en hoofdbew. met 5 zielen, van A-39.

Roothaert, Anthonius Pipinius Clement, smid, zoon van Jacobi Ignati Roothaert en Maria Theresa Deijs, geb.26 nov.1801 te Rousselaere (België), overl. 23 aug.1883, 81 jr. oud. RK. Geh., 27 jr.oud, op 18 feb.1829 te Zierikzee met de 18 jarige winkeliersterdochter Cornelia Buijze, geb.22 feb.1810 te Zierikzee, overl.30 nov.1868 te Zierikzee, 58 jaar oud. Nieuwsbode, 7aug.1829: “A.Roothaert vestigt zijne smidsaffaire. Oude Haven A-381”.(In 2002:nr.25) Slotenmaker bij zijn huwlijk, later smid en ijzergieter, en in 1863 wordt hij koopman genoemd. De oorsprong van de Roothaerts ligt in Vlaanderen. De in Nederland niet veel voorkomende familienaam is afgeleid van Rothardus (hrôth ? hardu = roem ? sterk), een mansnaam die in de middeleeuwen regelmatig opdook. Pand: Voor de per. 1826/30 zie Anth. Franken. In de per. 1831/43 woont grofsmid Anthonius met zijn uitgebreide familie en dienstbodes op Oude Haven A-381, de smederij op A-379 werkt met één à twee knechten, dat pand is in 1751 van timmerman Barend C.Maije, sectie nr. A-615. Anthonius bezit in 1833 ook nog: in de ‘sHeerArendstraat nrs.A-384,385 en 386, de secties A- 603, tuin 200 ca.; A-604, pakhuis en erf, 106 ca.; A-605, stal en erf, 120 ca.; en in de Meelstraat

303 nr.A-394,sectie A-627, stal met erf, 172 ca; plus nog een paar andere secties. Hij is beslist geen arme smid! In 1843 grofsmid, tevens slotenmaker, op A-379, 1 à 2 knechts. (bedrijfsenquette) In 1844 is de smederij op A-380, ze wonen op A-381. Op 26 juni 1845 verkoopt Antonij een pakhuis met erf aan de westzijde van de Korte St.Jansstraat sectie B-144 aan mr.smid Jeremias van Splunder uit Ouwerkerk voor f.300,-. (vdLdC) In 1846 adverteert hij als fabrikant en verkoper van Franklin’s (een soort kachel), de nieuwe Parijsse Franklin, zgn.Cheminée au Jour is zuiniger en veiliger. In jan.1854 vraagt meestersmid A.Roothaert bij de gemeente Zierikzee toestemming om een ijzergieterij te bouwen aan de westzijde van ‘sHeer-Arendsslop op nrs.A- 385 enA- 386. Het hoofd van de brandweer en de stadsarchitect beschikken gunstig, er zijn niet te veel problemen met de buren, dus de aanvraag gaat naar de provincie en wordt verleend. Het zal 12 bij 7 ellen groot worden, met een ruimte voor de stoomketel. Op 26 jan.1855 wil Anthonius zijn ijzergieterij uitbreiden met een kopergieterij in één van de werkplaatsen op sectie 602 aan de westzijde van ‘sHeerArendsslop; in verband met brandgevaar richting sectie 601 raadt het hoofd der brandweer aan, de schoorsteen te verhogen met een ijzeren pijp van 2 ellen lang. Al op 9 feb.1855 krijgt hij toestemming, er komen 3 fornuizen op 1 schoorsteen. Zoons: Josephus Jacobus, ijzergieter, geb.18 juni 1832 te Zierikzee.Geh., 31 jr.oud, op 8 sep.1863 te Zierikzee met de 29 jarige kleermakersdochter Maria Johanna Pieternella Bohl, geb. 1 dec.1833 te Vlissingen, overl.14 oct.1868 te Amsterdam. Florimondus Joannes, timmerman geb.29 dec.1841 te Zierikzee. Hendricus, zie aldaar.

Roothaert, Hendricus Anthonius, geb.5 apr.1845 te Zierikzee, overl. te Zierikzee, 16 nov.1908, RK. Josephus huwt, smid-zandvormer op 19 juli 1871 te Zierikzee met de 21 jarige logementhoudersdochter Adriana Maria Margaretha Vermunt, geb. 3 aug.1849 te Zierikzee. Op 1 maart 1873 verkoopt smid Pieter Paulussen zijn huis met smederij in de Korte St.Jansstr. wijk D-354 en 355, kad.B-166 groot 86 m2 voor f.2900,- aan Hendricus Antonius Roothaert. Roothaert leent f.3000,- van van Vliet. (Ermerins) Op 25 mei 1875 adverteert H.A.Roothaert als mr.smid in de St.Jansstraat met traan-en machine- olie, hooivorken, gegavanisseerd draad, kooktoestellen, gereedschap enz.; tevens lakt hij kachels in het vuur.(emailleren). In 1879 is Hendricus, smid te Zierikzee één der kopers van een huis en erf B-1096 voor f.125,- (Moolenburgh) In de per. 1881/1914 op D-355>354>A-403>D-379. Op 27 oct.1881 kan mr.smid H.A.Roothaert een smidsknecht of halfwas plaatsen. Op 18 nov.1885 stuurt de commandant van de brandweer een brief aan de gemeente dat H.A.Roothaert een brandgevaarlijke lakoven op zijn bovenkamer heeft geplaatst. In 1891 is hij als koopman en smid betrokken bij een erfenis.( not.P.Way, 1475 nr. 1312) Op 19 mei 1891 koopt Hendricus van Jan Gloude een huis met erf sectie A- 1352 voor f.300,- (not.Way).

304

S

Saman, Eliza (Lies), geb.7 aug.1895 te Haamstede, overl.19 feb.1967 te Zierikzee. Geh., smid, 26 jr. oud, op 21 juli 1922 te Zierikzee met de 21 jarige Jacoba Geertje de Witte, geb. 3 nov.1899 te Ouwerkerk, overl.25 april 1967 te Zierikzee. Lies gaat als leeling smid naar Oosterland in apr.1918, komt jan.1919 terug, en gaat dec.1919 naar Zierikzee. Woont in de Sint Domusstraat (Verbornebuurt) D269 en/of 270; later 106/108. Nieuwsbode:”Per 1 jan.1920 neemt E.Saman de hoefsmederij over van J.A.Padmos, St.Domusstr.D-270”. Den 2e jan.1920 verkoopt Jan Padmos te Z.zee aan Eliza Saman, smid wonende te Haamstede een huis, smederij en schuur in de Verbornebuurtstraat B-309 en 1930 te Z.zee, groot 352 m2 voor f.10.000,- B-309 is verkregen op 10 juni 1903 (not.Franse) ; en B-1930 is verkregen op 30 dec.1903 (not.Franse-foto) Op 29 jan.1920 leent f.4000,- van Jan Anthony Padmos, particulier te Zierikzee met als onderpand een huis, smederij, schuur en erf in de Verbornebuurt , sectie B-309 en 1930, groot 352 ca.(not.Korteweg). Nieuwsbode, 18 oct.1920: “H.H.landbouwers-Uwe noodige reparaties aan machines in Uw bedrijf, Smederij voor alle voorkomende werkzaamheden: E.Saman, St.Domusstraat.”. Sep.1921 komt zijn broer Marinus bij hem werken. In feb.1927 krijgt E.Saman, smid toestemming om in perceel B-1930 een 5 pk benzinemotor te plaatsen om een boormachine en een ventilator op 2 smidsvuren aan te drijven. Feb.1937 mag Eliza een 2 PK electromotor plaatsen in de smederij aan de Verbornebuurt, perceel D-269, sectie B-1930. Saman werkt veel voor de vissersschepen, er worden vele mosselkorren gemaakt. Zonen: Allen geb. te Zierikzee: Roeland, geb.14 mei 1923 hij werkte eerst bij zijn vader, daarna als machinist op melkfabriek de Duif in Nieuwerkerk, en daarna nog bij één van zijn broers; Benjamin, smid, geb.20 sep.1927, overl., zet samen met zijn broer Lies de zaak voort; Anton Pieter, 11 jan.1927, wel voor smid geleerd op de Ambachtschool, maar al snel vertrokken naar Apeldoorn; Daniël Herman, 21 juli 1931 en Eliza(Lies), geb. 30 jan.1935, smid, zet samen met Ben de zaak voort. Later is de zaak overgenomen door de Gebr. Bin: Joh. Mar. (Hans) geb.jan. 1954 en Mar.Joh.Bin, .(Menno) geb. 20 dec.1954 Zierikzee.geh. met Tineke Berrevoets.

Schaft, Constand van der, grofsmid. Op 29 juli 1700 is er een getuigenverklaring bij notaris Jac. de Blauwen dat Constand op 24 apr.1699 spiegeltjes en messen aan Rocus Commerse,varende op het schip Oranje, dat naar de kust van Cracus zou zeilen, had gegeven om handel te drijven. De verklaring is van twee andere schepelingen.(4040)

Schaft, Lieven Janse van der, smid en poorter, is getuige.(4003-380)

Schok, Jan Godfried, St.Anthoniusdam; van v.d.Water 1779- 1796 aan Anth. de Rooij. Op 4 april 1778 is er een ordinantie van het gerecht waarbij toestremming wordt verleend het huis te verkopen. Zie ook 17 maart 1778. (3864) Op 21 aug.1778 verklaart Jan Gogfriet Schok , smitsbaas te Zierikzee bij notaris Erasmus van Hekke dat hij van Gerrit Holleman £ 50.-.- geleend heeft tegen 4%; hij staat in persoon garant.(4257) Op 4 feb.1779 verkoopt Cornelia Coks, wed.van Corn.v.d.Water aan Jan Godfried Schok een huis, smidse, erf en gevolg aan de zuidzijde van de St.Anthoniesdam, belend O.Corn.

305 v.d.Weduwen, W. Pieter Griffioen, Z.de weg. Op 14 april 1779 geeft Schok hierop een schuldverklaring van £350.10.-. Tenietverklaring in apr.1797.(3864) Op 4 mei 1788 legt mr. hoefsmid Johan, samen met schoenmaker Johan Fetsner, beiden diakenen van de Gemeente der onveranderlijke Augsburgse Confessie een verklaring af, dat de predikant Jeremias Serel de raadspensionares of de ministers van staat niet beledigd heeft. In 1788 is uit de boedel van de op 14 oct.1788 overl. Jan Cornelisse Blauw verschuldigd aan Johan Godfried Schack de smid wegens smeedwerk £ 1.3.4. (5054-59) In 1791 heeft Jan Schok smidswerk verricht aan een nieuw gebouwd huis aan de Kloosterweg in Noordgouwe en in dat jaar is ook £3-4-8 aan hem betaald voor werkzaamheden aan klooster Zion. Op 18 april 1791 geeft Johan Godfried Schock, mr.hoefsmid, een schuldbekentenis aan Neeltje van der Haven, de wed. van J.v.Popering voor 1000,- met als onderpand een schuur, erf en gevolge aan de noordzijde van het Jannewekken, op dezelfde dag gekocht van Georgius Krul; in mei 1797 wordt de lening afgelost.(3866) Op 2 sep.1796 verkoopt Anna Geertruid Houwaarde, de wed. van smid Jan Godfried Schok aan Anthonij de Rooij een huis, smidse, schuur en erf aan de zuidzijde van de St.Anthoniusdam. (3868 en 3880) Op 19 oct.1796 verkoopt Anna nog een huis aan de noordzijde van de St.Anthoniusdam aan Hendrik Bezaans. (4595-88v)

Schroef, Pieter van der, Op 5 nov.1737 is het transport van de verkoop van een huis,erf en smidse op Baggershil van Stoffel Locker aan Pieter van der Schroef; er wordt een schuldbrief opgemaakt van f.2000,-; de belendende zijn: O.Stoffelina Raijers; W.en N. Gerrit Lambregse, Z.de straat. Het huis staande aan de N.zijde van Baggershil wordt op 22 maart 1738 van het verband ontslagen; de schuldbrief is op 8 jan.1751 betaald. (3855-166) Op 13 maart 1738 leent Pieter nog f.500,- op het huis aan de N.zijde van Baggershil van Jan Jacobse; op 29 maart 1740 wordt dit betaald aan Cornelia van Neuren.(3855-171)

Schuijle, Cornelis van, stadssmid, betaalt 10 schelling familiegeld in 1735. (36951)

Seijlders, Cornelis, smid, geb.5 sep.1839 te Zierikzee, overl. 23 sep.1918 te Zierikzee, 79 jaar oud, RK, ongehuwd.(1914) St.Domusstraat 345b, wordt hoofd in 1890; is er ook in 1914, leeft met zijn zuster Helena. Hij zet de zaak van Joannis Seijlers, zie aldaar, voort. Nieuwsbode Op 4 dec.1925 een advertentie “waarbij de verkoop door notaris Korteweg, voor de familie Seijlders, wordt aangekondigd van de voormalige smederij en erf in de st.Domusstraat”.

Seijlders, Joannis (Jan), smid, zoon van Joannis Seijlders en Helena van Aart, geb. 15 juni 1796(20 oct.1797?), te Bergen op Zoom, overl. 20 mei 1890 te Zierikzee, 94 jaar oud. RK. Johannis komt sep. 1816 van Bergen op Zoom naar Zierikzee. Jan trouwt, 36 jaar oud, op 21 dec.1831 te Zierikzee met de 30 jarige timmermansdochter Maria Wisse, geb.16 juli 1801 te Zierikzee, overl.31 jan.1889 te Zierikzee, 87 jaar oud. Op 31 maart 1835 leent Johannes f.150,- van medicinaal dokter Hubregt Goemans.(not.Emmerins) Op 17 maart 1846 verwittigt J.Seijlders de geëerde stads-en landgenoten dat hij de SMIDS- en KOPERSLAGERS-affaire en handel in geweren, van heden af zal uitoefenen in de door hem overgenomen smederij van J.Arends in de St.Domusstraat alhier; hij verzoekt ieders gunst en belooft een prompte en civiele bediening.(ZN) 20 juni 1848 is er een brief van de brandweercommandant, hij ziet geen bezwaar om een smederij te vestigen in wijk D.nr.345, eerder bewoond door v.d.Handel. De volgende dag volgt toestemming van de gemeente om de smidse van smid-slotenmaker Joh.Seijlders te verplaatsen

306 van Sint-Domusstraat C-125 naar D-345 aan de noordzijde van de St.Domusstraat , er is geen bezwaar van de omwonenden.(corresp. Zierikzee) Nieuwsbode 1 feb.1849 Korte St.Janstr.: “Verandering van woonplaats door uitbreiding zijner werkzaamheden, Mr.Smid J.Zeijlders zal zijn woon-en werkplaats overbrengen naar het voormalige schoollokaal van wijlen den onderwijzer van Handel in de St.Domusstraat”. Op 10 maart 1866 leent Johannes 200 gulden tegen 5% van Maatje Waale; en op 2 mei 1866 leent hij 250 gulden van Willem Douw. (not.Way) 12 Oct.1881 maken Jan en Maria een testament bij notaris P.Way te Zierikzee. 6 Jan. 1890 maakt Johannis een testament. (not.P.Waij, 1478) ADRES: Per.1826/30 smidsknecht, op Nw.Boogaardstr. C-166>A-379>Oude Haven A-403; Per. 1831/43 smidsknecht, Nieuwe Bogaardstr. C-166>Oude Haven N-zijde A-372> A-403. In per. 1844/50 op C-166 als smidsknecht, dan C-125 na Jan Arends; later verhuisd naar D-345. Korte St.Jansstr.17 maart 1846 - 1 feb. 1849 ( waarschijnlijk is de smederij nog van de fam.Arends). St.Domusstraat, 1 feb. 1849- 1925. Periode 1862-1914 Sint Domusstr.345b. Zoons: Nicolaas, geb. 19 juli 1834 te Zierikzee, smidsleerling, gaat feb. 1858 naar Alblasserdam. Johannes Seijlders, geb. 4 oct.1836 te Zierikzee. In de per. 1850/62 tijdelijk te Brouwershaven. Johannis komt aug. 1865 van Sommelsdijk. Johannis trouwt als 34 jaar oude smid, op 10 mei 1871 te Zierikzee met winkelierster Maria Johanna Oppermans, 52 jaar oud, geb. 23 aug.1818 te Z.zee, zij is de weduwe van Gabriël Jacobs, en brengt volgens de huwlijkse voorwaarden f.4000,- mee. (Ermerins) Op 22 maart 1887 leent hij f.300,- tegen 5% van Willem Douw (notaris P.Waij) Op 6 jan.1890 maakt Johannes een testament, evenals Anna Maria Broodman.(Way).

Seijlders, Nicolaas, geb. 19 juli 1835, RK., smid, In de per. 1850/62 komt hij van D-345 en gaat naar Lammermarkt D-263. Hij werkt bij Jac. Joh.Rombouts.

Sensen, Cornelis, smid, geb. 16 oct.1802 te Zierikzee, zoon van Govert Sensen en Adriana Heestermans. geb. 16 oct.1802 te Zierikzee, overl. 26 feb.1879 te Zierikzee, RK, 76 jaar oud, particulier. Geh., 39 jaar oud, op 16 juni 1842 te Zierikzee met de 25 jarige naaister Catharina Tuite, geb, 14 sep.1816 te Zierikzee, overl. 6 nov.1896 te Zierikzee, RK. Per.1826/30 op A-441, sk. Per.1831/43:Ongeh. op D-164>D-338. Na huwlijk bij schoonouders Breestraat C-540>D-88> Bagijnepad C-313, smidsknecht. Per. 1844/50 C-293>C-309>D-302; 1850/62 St. Domusstraat D-302,> Breedstraat C-540. Op 2 maart 1864 verzoekt Cornelis aan het Gem.bestuur om het hem toebehorende pakhuis C- 541 in de Bagijnestraat om te mogen bouwen tot een woonhuisje; de bouwmeester heeft een dag later een rapport van geen bezwaar, en nog een dag later stuurt de gemeente een goedkeuring! (Corresp.) Op 24 juli1867 leent smid Cornelis f.600,- vam mr. Ermerins op een huis met erf in de Verbarne Buurt, B-345; drie huizen met erf en tuin in de Bagijne straat; en een huis met erf in de Nieuwe Boogerdstraat.(vdLdC) Op 19 dec.1871 is smid Cornelis Sensen f.1200,- schuldig aan notaris Emerius te Z.zee, als onderpand dienen: een woonhuis en erf, Breestraat C-298; een woon huis en erf Verbornebuurt B-340, 94 ca.; tuin B-1369, 116 ca.; huis en erf sectie B-1370, 72 ca. en een woonhuis met erf in de Nieuwe Boogerdstraat, sectie M-601, 52 ca.(Bouvin) Op 15 nov.1874 leent smid Cornelis Sensen f.660,- van timmerman Jan van Dijke; als onderpand dient een 3e hypotheek op de huizen en erven secties B-601, 1370, 1371, 1372, 1575en 1576, en op tuin sectie b-1369. (Not.v.d.Bent)

307

Sensen, Govert, maitre de forge (meestersmid), zoon van Cornelis Sensen en Anna Catharina van Zonzeel. Geb. 1 jan.1766 te Zevenbergen, overl. 30 juli 1816 te Zierikzee, smitsbaas, 52 jaar oud; in Zierikzee sinds 1793. Geh.als smidsknecht op 23 jan.1798 te Zierikzee met Adriana (H)Eestermans, geb. ca.1760 te Zierikzee, smidsknecht. Z.zee, A-64, geb. ca.1758, (lijst Mog.Dienstpl. 1797). Per.1807/11 op A-437 enA-439( was A-447 resp A-445 en A 447; er staat bij: 13 juni 1808, mogelijk de datum van begin bewoning; er staat ook een Willem Cannenburg Gzn. bij op beide adressen. In de per 1812/13 (forceron) op A-439, 46 jaar oud, geb. te Zevenbergen, RK, geh. met Adriana Eerstermans, 52 jaar oud, geb.ca. 1760. 3 manlijke kinderen. inwoner geh. in 1813, hoefsmid Op 7 apr.1804; 25 aug.1804 en 16 oct.1804 is smid Govert Sensen samen met Jacobus Koevoet aangesteld om taxatie te doen van schade aan een schip.(4303) Op 30 sep.1807, Govert Sensen, smid te Zierikzee, schuldbekentenis.(4306-48) Op 1 juni 1812 betaalt smid G. Sensen patentrecht voor zaak en bewoning. In 1819 wordt aan de weduwe van G.Sensen een rekening voor werkzaamheden aan het schip "Pieter Mogge" betaald door de heer Mosselmans.

Setten, Isack van; deken van het smidsgilde te Z.zee; is getuige bij de verkoop van een schuit met toebehoren op 20 dec.1682, mogelijk is hij zelf geen smid.(4032-46)

Smidt, Francois de, N.zijde Lammermarkt. Op 17 sep.1735 krijgt Fracois de Smidt toestemming tot de bouw van een travaille voor zijn huis in de Zuidwellestraat tegen een cijns van 1 sch.8gr. (de Vos-55/212) Op 13 mei 1736 maakt meester hoefsmid Francois de Smidt, met zijn ziekelijke vrouw Adriana Jobs een testament op langstlevende. Op 22 jan.1737 leent Francois £100.-.- van Cornelis Baarman met als onderpand zijn huis, smidse en erf aan de oostzijde van de Zuidwellestraat; belend O.en N. Lijsbet Johannisse, W.de straat en Z.de stadsvroone. Afgelost op 14 oct.1740.(3855) Achter het cohier Huisschatting van 1752: Westzijde Zuidwellestraat, Francoijs de Smit over het stellen van een travaille 1 sch.8 gr.; (de Vos 55/212)

Smit, Bastiaen de, Ca. 1672 wordt aan Bastiaen de Smidt, een slotensmid uit Zierikzee 1 schelling en 2 grootten betaald voor het repareren van slot en sleutel van het kerkehek. (gem.Kerkw.) Ontvangt 23 oct.1681 uit de boedel van de Wed. Jan Jacobse Decker:”Betaelt aan Bastiaen de Smit tot Z.zee voor soo veel de selve hadde verdient en gelevert aen de wagen en paerden de somme van $2-3-0. (5028) Zie ook Stoll en Cornelis. Over 1682 betaalde de gemeente Kerkwerve 1 schelling aan Bastijaen de Smidt “over ’t maken van ‘klincke ende Crammen tot het kercke heckje”; en in 1683 1 schelling voor 2 ijzeren plaatje. Op 29 juni 1690 koopt Bastiaen een mandje rommel voor 3 schelling in Kerkwerve. (5010)

Smit, Evert, smid, zoon van scheepstimmerman Frederik Smit en Tona Stoffelina Admiraal,† 22 april 1872 te Zierikzee, 18 jaar oud.

Smit, Jan Jansz. Vissersdijk; Geh. met Pieternelle Marinus Tak. Op 1 dec.1751 koopt Jan Smit van Albert van Es, beurtschipper, gehuwd met Jacomintie Stekeltee, de wed. van Cornelis Stroo, een gedeelte van een huis, erve en gevolge, gelegen op het midden van de Vissersdijk buiten de Zuidhavenpoort, bestaande uit een smidse met alle

308 gereedschappen, 2 travailles, 2 achtereenvolgende vertrekjes en het somerhuis met de ingang naar achteren en alle daaraan komende erve, (zoals eerder gepassert bij not.Breekpot op 30 mei 1747); op diezelfde dag krijgt Pieternella Maria Tak, de vrouw van Jan J.Smit, een hypotheek van Albert van Es, gehuwd met Jacomijntie Stekeltee, van f.1165,- op de smidse en het ijzer enz., belend oost Hendrik Verzijl, west de Straat, zuid de Wegh en noord den Verlijder.(3858) Zie ook Jan Jansz.!

Soveijn, Jan Babtist, Geh., met Jacoba Kroon. Op 3 mei 1779 is er een openbare verkoping door Pieternella van Heerzel, wed. van Pieter van Genk van de smidse enz.; op 20 mei 1779 transporteert Pieternella het huis, erf en smidse aan de W.zijde van de Korte Nobelstraat, belend W. en N. Berb. v.d.Jagt en Z. Jan Krauwer aan Jan Babtist Soveijn.(3864) Op 21 mei 1779 lenen Jan en zijn vrouw Jacoba van Abraham en Jan Tak 2000,- gulden op het huis en de smidse, met alle gereedschap en ijzerwaren. Op 29 maart 1792 is de schuldbrief betaald. (3864)

Spruijt, Bernardus, smid, zoon van Abraham Spruijt en Alida Bebeck, geb. 8 maart 1817 te Rotterdam, overl. , geh., 26 jr., op 24 jan.1844 te Zierikzee met de 24 jarig e particuliere Margarita Karreman, geb. 21 juni 1819 te Zierikzee.

Steutel, Jan, zoon van kleermaker Pieter Steutel en Geertruida Lakke, geb. 27 jan.1889 te Goes, overl. NH. Geh. 23 jaar oud, smid, op 25 april 1912 te Goes, met de 23 jarige metselaarsdochter Geertruida Schrijver, geb.18 april 1889 te Goes. Bijz.: Jan komt juni 1924 uit Zaamslag. Op 20 juni 1924 koopt Jan van Maarten Boot 600 ca.weiland aan de Lange Blokweg, het oostdeel van sectie D-896 voor f.810,-.(not.Korteweg) Nieuwsbode 18 juli 1924 : “J. Steutel vestigt zich Lange nobelstr. A-162. Autogene lasch- en snijinrichting, reparaties aan alle machines, motoren, weegbruggen”. De smid wordt machinebankwerker. In 1930 vraagt hij vergunning bij de gemeente om een electromotor van 3 PK te plaatsen in het perceel aan de Blokweg. Zoons: Piet, geb. 12 juli 1914 te Zaamslag; Johannes Cornelis, geb.5 nov.1921 te Zaamslag. ADRES: In 1924: Lange Nobelstraat A162. Later Blokweg A-513b. De zoons zetten het bedrijf voort, eerst als machinereparatiewerkplaats, later waterleiding en electriciteitswerk.

Stoel, Adriaan Cornelis, geb. , overl. 23 dec.1734 Korte Nobelstraat Westzijde. Geh. met Anna Marinisse Verdienst, Op 1 nov.1731 maken Adriaan en Anna een testament op langstlevende bij not.C.C.Plevier.(4102) Op 12 dec.1731 maakt Amplonia van der Vest een testament waarbij ze £ 10.-.- nalaat aan Anna. Als Amplonia geen erfgenamen meer heeft bij haar overlijden, dan wordt Adriaan verzocht de begrafenis te regelen, en hij wordt dan haar enige erfgenaam.(4102) Op 18 feb.1735 wordt een staat en inventaris opgemaakt. Ze zijn in gemeenschap van goederen gehuwd, en Adriaan heeft een testament opgemaakt op zijn sterfdag. Zijn vrouw krijgt de helft plus 1/3 part van de helft, de dochter krijgt de rest, dus 1/3 van het totaal. Er was £20.13.2 in contanten. Het huis met daarnaast de smidse gelegen aan de westzijde van de Korte Nobelstraat is op 23 feb.1735 verkocht aan Jacobus van Gijnck (Genk) voor £200.-.- en 2 gouden ducaten voor het kind van de verkoper; de smidsgereedschappen, ijzer, kolen en het tegoed van dat jaar voor het beslaan van paarden wordt meeverkocht voor £140.2.6; een oud aambeeld wordt op

309

£2.10.- geschat. De verkoopster mag zonder huur te betalen in het huis blijven wonen tot haar zaken geregeld zijn. Na aftrek van de schulden bleef er £614.1.5 over. (4102 en weeskamer Z.zee,185) (3855-41)

Stoel, Bastiaan Cornelisz. Overl.vóór 1694. Geh.: met Elisabeth Sirij. Westzijde van de Korte Nobelstraat.(4025-66) Ca. 1672 wordt aan Bastiaen de smidt 1 schelling en 2 grootten betaald voor het repareren van slot en sleutel van het kerkehek. Later is er ook een betaling aan een slotensmid uit Zierikzee voor hetzelfde karwei. (gem.Kerkw.) Over 1682 betaalde de gemeente Kerkwerve 1 schelling aan Bastijaen de Smidt “over ’t maken van ‘klincke ende Crammen tot het kercke heckje”; en in 1683 1 schelling voor 2 ijzeren plaatje. Bastiaen koopt een mandje rommel voor 3 schelling op op 29 juni 1690 in Kerkwerve. (5010) Smid, woont als belendende aan de Westzijde van de Korte Nobelstraat.(4025-66) Op 26 dec.1687 is Bastiaan Corn. Stoel, mr.smid te Zierikzee getuige.(4026-174/9-2344) Op 30 april 1696 Verdeling van de nagelaten boedel van Bastiaan Stoel voor de wed. Lijsbeth Sijre en hun zoon Cornelis Bast.Stoel, mr.smid te Z.zee;. Lijsbeth krijgt land, haar dochtertje een zilveren ducaton. Zoon Cornelis Bastiaans krijgt 300 Car.guldens plus het huis, de smederij, het gereedschap, het ijzer enz. Hij neemt ook de hyp..van 100 gld. Over, en de schuld in Holland die uit de boekschuld (debiteuren boek) betaald moeten worden. (4028-248) Op 6 oct.1694 maken Lauris van den Houke, mr.schoenmaker en huidenvetter weduwnaar te Zierikzee, en Elisabeth Sirij, laatst wed. van hoefsmid Bastiaan Stoel, huw. voorwaarden op bij de notaris. (4010-129)

Stoel, Cornelis Bastiaens, hoefsmid, overl.5 juni 1728 2e Huw.? met Maria Coremans, zie raze 4069/10- 6 mei 1706, en ook raze 4069/10, 7 juni 1706. Op 6 mei 1706 maakt Cornelis huw. voorwaarden met de JD Maria Corenmans, zij trouwen op eigen goed. Een dag later maken zij een testament op langstlevende, maar bij haar overlijden zal 1/3e naar haar moeder gaan.(4069-165 en 174) In april 1697 heeft een tegoed in de inventaris van Jongejan Corn.Verseput.(5023-318) [Op 3 mei 1697 moet Corn.Bastiaanse Stoel 5 sch.8 gr. hebben voor “smawerk” uit de boedel van Neeltje Mar. de Man. (5023/2 kerkw.) Op 16 mei 1699 wordt bij een proces over een verkocht kreupel paard gezegd dat Corn. Bast. Stoel, smid te Zierikzee, het paard voor in de borst heeft adergelaten.(4066-71) Op 28 juni 1700 verklaart Cornelis op verzoek van Adriaan de Boer dat hij het paard kende, dat door deze aan Joris Romboutse was “besteed”, en dat het gezond was. Op 6 mei 1706 maakt Cornelis huw. voorwaarden met de JD Maria Corenmans, zij trouwen op eigen goed. Een dag later maken zij een testament op langstlevende, maar bij haar overlijden gaat 1/3e naar haar moeder.(4069-165 en 174) Op 4 nov.1718 is smid Cornelis getuige.(4076) In jan.1727 moet aan, £1.6.0 betaald worden voor smidswerk in 1726 gedaan voor Marinus van der Wiele van Kerkwerve; er staat niet bij waar de smid woont.(5028) Op 20 feb.1728 verkoopt Cornelis aan zijn zoon Adriaen Cornelisse Stoel het huis, de smidse, het erf, gevolge en de travalje aan de westzijde van de Korte Nobelstraat. Belend: oost de straat; west en noord Pieter Janszoon Mulder; zuid Frans van Doorn; voor £166-13-4 vls. De gereedschappen en het oude ijzer voor £ 133-6-8; het nieuw ijzer, gemaakt en ongemaakt en de boekschuld (debiteuren) vanaf St.Eloy 1727 voor £ 50-0-0. Alles samen £ 350-0-0. Adriaen leent daartoe van Adr.Batenburgh £ 200-0-0 op een schepenenschuldbrief van 12 feb.1728 à 4% rente p.j.; contant wordt £ 100-0-0 betaald en £ 50-0-0 wordt in 3 termijnen betaald ; de eerste op St.Elooy 1728, rente ook 4%. (4101-146) Op 15 april 1728 maken mr.smid Cornelis Bastiaanse Stoel en zijn vrouw Maria Coorenmans een testament op bij notaris Isacq van der Zwaan in Zierikzee. Zijn erfgenamen worden zijn

310 vrouw voor een kindsgedeelte, zijn twee zonen Bastiaen en Adriaen en zijn dochter Cornelia. Met Maria heeft hij mogelijk geen kinderen.(weesk.197A/27) Op 6 juli 1728 wordt, na het overlijden van Cornelis, een staat en inventaris opgemaakt. Hij woonde tot zijn dood aan de westkant van de Nobelstraat in een huis met een waarde van £ 50-0-0; zoon Adriaen moet nog eenzelfde bedrag aflossen op de smederij; verder zijn er nog wat debiteuren en crediteuren; wat daarbij opvalt is een schuld voor gekochte spijkers van £ 4.6.-. (weesk.197a) Op 21 juni 1748 ontvangt hij £2.2.0 uit de nagelaten boedel van Joos van Esbroek. (Nieuwerkerk 4670).

Stoel, Jan Aernoutse, 25 sep.1674 wordt Jan Aernoutse Stoel, smid te Zierikzee, door Willem van Paaschum er van beschuldigd dat hij hem heeft uitgescholden; Stoel antwoordt dat hij van Paaschum niet anders kent als een eerzaam man, en dat hij hem niet heeft uitgescholden. (4007-164) Op 4 sep.1679 maakt Huijbregt Pieters samen met Jan Aernoutse Stoel ijzerwerk voor de zaagmolen van Rogier Alphonse (4004-61) Op 11 oct.1679 verklaart Jan dat hij nog £ 40.19.10 betalen moet aan Hartloff van Scellebeek, ijzerhandelaar te Dordrecht.(4004) Op 31 dec. 1682 is Jan getuige bij een insinuatie en protest n.a.v.een scheldpartij.(4032-49)

Stoel, Lenert, 13 apr 1602, jonge Lenert Stoel, smit, verlijdt Lievin Franssen als gemachtigd van Jan Jacobssen tot Middelburg de somme van £56.-.- over de koop van een huis en gevolge, gestaan [in Zierikzee] tusschen Beddeweech.(3851c, hr.Plankeel)

Stoel, Rochus Willemse, (Kerkwerve, later wonende te Z.zee). Geh.: met Janneke Jacobs Minnaerts. Op 22 juli 1662 is er een transport waarbij compareert Neelke Jobse wed.van wijlen Marinis Dorp, geassisteert door haar zoon Rochus Willemse Stoel. Zij verkoopt voor £ 25.-.- aan Pieter Joosse een huis en schuurtje (waar Pieter nu in woont) staande aan de oostzijde van Kerkwerve, oost de vaart, zuid Michiel de Kerpentier, west de straat en noord Joris Vijssbeen; er zit ook een smidse bij, die op kosten van de verkoper uitgebroken moet worden. (4994-49) Op 22 feb.1667 maakt mr.grofsmid Rochus Willemse met zijn zwager Leendert Cornelisse Backer een regeling over de opvoeding diens dochter, Neelken Leenderts.(3996-178) Op 11 dec.1670 maken hoefsmid Rochus en Janneke te Z.zee en daar wonende een testament op langstlevende op. Getuige is de smid Adriaen Pieterse.(4000-6) Op 6 dec.1672, is Rochus, smid te Zierikzee, getuige bij een verklaring. (4007) Op 8 jan.1678 is Rochus, smid te Zierikzee, getuige bij een koopakte.(4003)

Stoel, Tonis Maartense, een zoon van Maerten Thonisse Stoel, smid op Zonnemaire en Janneke Marinisse Craemers. Tonis heeft van 1693-1716 een smederij op de St.Anthoniesdam.(zie verhaal travaille) Op 27 maart 1694 machtigt Tonis Maartense Stoel, mr.smid te Zierikzee (nadat hij hiertoe op 20 maart 1694 gesommeerd is) zijn broer Leendert Maartense Stoel om de smidse in Oud- Vossemeer over te dragen aan Carel Carelse de Vlieger.(4058-87) Op 3 juni 1697 is mr.hoefsmid Tonis Maartense Stoel getuige bij de notaris.(4010/174) In 1698 ontvangt Thonis uit de boedel van Johannis Boudewijnse “over gelevert smit en iserwerck aent paert als anders, de somma v.£0.15.0”. (kerkwerve; 5028-70) Thonis Maertense, mr.smid is op 28 jan.1699 getuige als het over oesters uit het buitenland gaat die buiten de pachter om verkocht zijn.(4029-105)

311

Op 21 maart 1700 maakt hoefsmid Tonis Maertense uit de Korte Nobelstraat ruzie met, waarschijnlijk, Adriaan den Dekker.(4054-131) Op 4 sep.1705 zijn Tonis Maertense Stoel, smid te Zierikzee en zijn broer Leendert Maertense Stoel, smid te Kerkwerve, comparant bij de verdeling van de erfenis van Maerten Thonisse Stoel (overl.1701) en Jannetie Marinus (overl.1704) (4030-130) Op 30 juli 1707 verkoopt Tonis een schuur met erf en gevolge aan de westkant van de Korte Nobelstraat aan Lieven Tonisse Spiering.(4079) Op 17 maart 1715 maken de weduwnaar smid Thonis Maertense Stoel en de weduwe Janneke Pieters, beiden uit Zierikzee, huwlijkse vorwaarden op.(4080) Op 30 jan 1716 verkoopt Tonis Maartense Stoel, mr.smid te Zierikzee aan Tomas Dingemanse (Dekker), smid te Noordgouwe, een huis met erf en alle gevolge vandien met de smidse aan de zuidzijde van de St.Domusdam, met het gereedschap, gemaakt en ongemaakt ijzer en smidskolen, voor 2025 Car. Guldens en een gouden ducaton voor de vrouw van de verkoper en 6 rijksdaalders voor zijn kinderen. Belend: oost en zuid Johan van Beest; west Abrah. Krijnsens weduwe; noord de straat.(4097)

Stoelen, Adriaen van der, Mr.kleinsmid, wordt op 10 jan.1686, i.p.v. Abraham Verbruggen, borg voor chirurgijn Abraham Verbruggen uit Zierikzee, pachter van het geschot Oostervierendeel van Schouwen.(4026-52) Op 13 aug.1683 zijn er huw.voorwaarden tussen smid Adriaen Cornelisse Stoel en Cornelia de Buck. Op 15 oct.1695 is mr.kleinsmid Adriaen van der Stoelen getuige.(4028) Op 7 juni 1706 zal publiekelijk een huis met erf en gevolge aan de zuidkant van de Potstraat worden verkocht uit de nagelaten boedel van Cornelia de Buck, de weduwe van smid Adriaen van der Stoelen. West ligt tweetie ofte vuijlstrate en oost is Joh.Bal. Koper is mr.smid Mattheu de Buck voor £153.10.0.

Stoffelse, Adriaen, grofsmid.(foto) Op 6 oct.1673 verklaren Leendert Harmanse en Adriaen Stoffelse, twee smeden die op de Heunaertsdijk wonen, dat ze baljuw Cornelis de Witte met geweld de zoutkeet van Pieter Dringe hebben zien binnengaan.(3998) Op 21 jan.1675 verklaren de smeden Jan Janse Verheule en Adriaen Stoffelse dat er ijzerwerk naar Dordrecht is verstuurd voor een nieuw smackschip.(3998) Op 16 oct.1681 gaat de notaris met twee getuigen, op verzoek van grofsmid Adriaen, naar scheepstimmerman Dierck Marijnissede Cater omdat deze Adriaen uitgemaakt heeft:”Ghij zijt een stuckdieffe en ick sal bewijsen dat ghij regels onder ander geschrift hebt bijgevought om daermede u selver te vergroten” Op 20 mei 1686 werken Harman Leendertse en Adriaen Stoffelse, beiden grofsmid te Zierikzee, samen om het ijzerwerk te maken voor het oorlogsschip “Tholen”, werk dat eerst gegund was aan Stoffelse. (4033-74;foto’s). Op 25 feb.1686 verklaart smid Adriaen Stoffelse dathij geld schuldig is aan Abigael Rombouts uit Middelburg, voor geleverd ijzer. (4005/107)

Strickaert, Jacobus, vraagt 31 mei 1842 vergunning om op zijn werf gelegen aan de Heunaartsdijk een Grofsmederij te beginnen. De enige buurvrouw verleent consent.(corresp. Zierikzee)

Stroo, Cornelis Adriaense, grofsmid, overl. ca. 1746. Scheepstimmerdijk; ca.1687- 1703 van Isaack van Bunne, aan Ferd.van Bunne; en: Vissersdijk; 1745 van Jan van Dulmen; Corn. is overl. ca.1746. Zie 1751 verkoop smidse aan Jan Janse Smit. Trouwt eerst met Debora Jobs, later met Jacomijntje Steketee.

312

In 1681 is Cornelis Adriaens Stroo (grofsmit, getuige als Jan Aernoutse Stoel, smid en poorter te Zierikzee, zich moet verantwoorden omdat hij de waard Zwarte Cornelis Tone er van beschuldigd die ochtend een onecht kind te hebben gekregen. Stoel trekt zijn woorden terug. Op 10 aug.1687 wordt consent verleend aan Cornelis Stroo, grofsmid, tot de oprichting van een smederij in de rendoute buiten de Noordhavenpoort mits betalende een accijns van £1-10-0. (Z.zee, inv.8) Op 8 feb.1692 verklaart Cornelis voor de weeskamer dat hij aan zijn twee kinderen, gewonnen bij Debora Jobs, : Adriaen en Cornelia, ieder 15 pond schuldig is wegens het moederlijk erfdeel. De jongste wees heette Lowijsje. Hij stelt tot zekerheid zijn smidse staande vooraan op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoorte; belend oost door Jan Marinisse Cater, west en noord de stadshouttuin en zuid de straat. (zegels) Op 10 juni 1693 verkoopt Cornelia Willems, wed. van grofsmit Isaack Ferdinandus van Bunne, aan grofsmit Corn.Stroo een hof met daarin een huisje gelegen in ’t Paradijs buijten de Westpoorte. Cornelis leent £13.6.8 van de weduwe.(3851A) (zie foto) Op 4 aug.1695 wordt mr.smid Cornelis Stroo, wonende op de Scheepstimmerdijk door Jan Marinisz.Kater beschuldigd van het stelen van planken van zijn scheepswerf; Stroo heeft er volgens Kater zijn kolen mee afgeschut. Ter weerlegging van deze beschuldiging verklaart Adriaan Jansz.van Cats, oud ong.31 jaar, dat hij in de afgelopen winter 3 oude planken heeft afgezaagd van het varkenshok, de einden liggen op de zolder; en Jan Leendertsz., oud ong.38 jaar, verklaart dat hij in dezelfde winter 5 balken heeft afgezaagd, waarvan de werkbank in de smidse is gemaakt (4042) Op 11 aug.1695 wordt een verklaring afgelegd door twee scheepstimmerlieden op verzoek van scheepstimmerman Jan Marijnisse de Cater. Het gaat over een een scheepsluik, en dat is aanleiding voor smid Cornelis Stroo om scheldwoorden te gebruiken als: “Gij duivelse schelm en Judas, gij zult Uw eigen dood niet sterven, de duivel staat al achter U”. Op 19 nov.1697 is Cornelis getuige bij de notaris.(4054) In 1701 betaalt Cornelis Stroo, smidt, cleijn familiegeld op de Scheepstimmerdijk in Zierikzee. (toegang 511, inv.50951) Op 20 mei 1702 staat Cornelis Stroo, smid te Zierikzee borg voor zijn zwager Willem Arends bij de koop van een steven schuit van Jannetje Kluijfhout, de wed. van Joos Marcelisse Padmoes (4067-161) Op 17 juni 1702 koopt Corn.Stroo van Jannetje Pieters een kromstevenschuit van 30 jaar oud voor £58-6-8 en 6 zilveren ducatons.(4044) Op 26 oct.1702 maakt smid Cornelis een testament, hij pre-legateert aan zijn zoon Adriaan Cornelis Stroo een huis, erf enz. met alle gereedschap, aambeeld, blaasbalg, balans en gewichten en verder alles wat tot de smidse behoort staande op de Scheepstimmerdijk voor $ 100.-.-. die Adriaan moet inbrengen in de boedel. (4044-95) Op 20 dec.1703 verkoopt Cornelis Stroo voor £ 208:6:8 “een logie of smitse” op de Scheepstimmerdijk aan Ferdenandus van Binne, met 3 blaasbalgen, 3 aambeelden, hamers en tangen, waterbakken, slijpstenen, 2 balansen met gewichten, en alle gereedschappen. De kolen en het ongemaakt ijzer worden overgenomen tegen koopprijs; belend door: oost Jan de Kater, west de stadshouttuin, zuid den dijk. De helft moet direct betaald worden, de rest, waarover 5% rente berekend wordt, met 100 gulden per jaar. (4044, not. Hayman). Op 7 feb.1704 is er verklaring: Op 20 dec. 1703 is ten huize van A.Wisse door Corn.Stroo beloofd dat hij nooit meer zou smeden als Wisse de zaak koopt en dat hij in zijn oude dagen zijn gemak zou nemen en een pijpje komen roken in de smidse. Stroo verzoekt Mons. Albert van der Schatte om Wisse werk te geven; hij heeft de smidse aan hem verkocht. Op 12 sep. 1704 worden huwelijksvoorwaarden op gesteld voor de weduwnaar mr.smid Cornelis Adriaens Stroo en de jongedochter Jacomijna Marinisse (Steketee), beide wonende in Zierikzee; er wordt op eigen goed getrouwd, maar er zijn ook regelingen bij het overlijden van één der partners, zij krijgt dan 200 pond en o.a.een huis aan de Varremarkt waar St.Pieter uithangt.(4076)

313

Stroo, Cornelis Antonisse. Op 6 feb.1745 transporteert meester hoefsmid Jan van Dulmen aan Cornelis Antonisse Stroo een huis, erf, smidse en schuur aan de Z.zijde van de Vissersdijk; belend O. Henr.Vergijl, W. de straat, Z. de taanput, N. de haven.(3857) Op 2 aug.1747 verklaard schipper Aalbert van Es, geh. met Jacomijntje, de wed. van Cornelis, schuldig te zijn aan mr.smid Jan v.Dulmen, , de som van £283.6.4 op een huis, erf, smidse en schuur op de Vissersdijk zoals verkocht op 4 jan.1745 voor notaris W.Breekpot.(3857). Juli 1748 ontvangt Corn.Stroo uit de nalatenschap van Joos van Elsbroek over smidswerk £-.2.2 (4670-8, Weeskamer Nieuwerkerk) In 1751 verkoop smidse aan Jan Janse Smit.

Struve, Jan Jansse, smid, Op 24 mei 1633 komt Neelken Willemsdr., de weduwe van Jan Jansse Struve, voor de weeskamer, bijgestaan door haar vader, Willem Jans van Donghe, en zij neemt aan om voor haar 2 wezen te zorgen; Hans Willems Sruve is de grootvader.

314

T

Tack, Leendert Isackse, smid te Zierikzee, Tack werkt in 1666 aan de kerk van Ouwerkerk en Elkerzee, in 1667 in Oostduiveland. Gehengen, duimen, nieuwe sloten en reparatie daaraan. Zo.n groot werkterrein roept vraagtekens op, hij moet een bekend vakman geweest zijn, of er waren toen geen smeden op die plaatsen.(Rekenkamer) Tack is getuige op 23 oct.1670 en op 25 oct,.1673 (4002); 13 juni 1675. (4011/22) en als mr.smid op 11 oct.1679(4008-164) Tack wordt genoemd als deken van het smedengilde op 8 oct.1680, als er een onenigheid is met twee tinnegieters. (4004-142)

Theewis, Jacobus Andreas, zoon van pruikmaker Andreas Theewis en Beatrix Francisca Deruisseaux, geb. 6 feb.1836 te Zierikzee, overl. 9 dec.1866 te Zierikzee, 30 jaar oud. Geh., smid, 25 jaar oud, op 1 mei 1861 te Zierikzee met de 21 jarige winkeliersdochter Sophia Hendriks, geb. 7 oct 1839 te Zierikzee.

Thomasse, Pieter, 2 mrt 1599, Pieter Thomas smit verkoopt Job Henricx Mulock de somme van 30 s. erfelijke losrente sjaars, dezelve hypothekerende op zijn twee huizen, staande neffens den anderen [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck, binnen deze landgemerken, oost af Jan Lievinssen Kint, zuid de strate, west Isaack Aertssen timmerman, en noord de dilve; te betalen telken 25 feb.; en dit overmits de somme van £21, bedragende de penninck 14.(3851c, hr.Plankeel) Op 27 sep.1599 is Pieter £ 16.-.- schuldig aan Jan Baeck de Ketelaer vanwege geleverd nieuw ijzer. Hij zal met Paassen betalen en als onderpand dient zijn huis, winkel, erf en gevolgen staande op de Heunaersdijck, waar hij tegenwoordig woont.(3851b-f245v2, hr.Plankeel) 18 juli 1600, Pieter Jorissen overman verklaart, dat hij dit op verzoek van de crediteuren, na schepenen vonnis van 3 mei l.l. en ordonnantie van 5 mei, openbaar heeft verkocht aan Isaack Aertssen den schiptimmerman zeker huis, erve en alle zijn gevolge, staande op den Heunaersdyck, dat Pieter Tomassen smit en zijn huisvrouwe lest bezeten en toebehoord heeft, , met alsulken commer van erfpacht, ... voor de somme van £69.(3851B, hr.Plankeel) 19 juli 1600, Job Heyndricxssen Mulock verlijdt de selve crediteuren [van Pieter Tomassen smit] de somme van £26.15.0 over de koop van een huis te betalen £4 gereed, en £4 sjaars.(3851B, hr.Plankeel) 8 aug 1600, Cornelis Pieterssen smit verlijdt Catheline Willem Pous wedue de somme van £13 in vernietinge van een schepenen schuldbrief, bij hem comparant eertijds verleden tot behoeve van Willem Pieter Hubrechtssen, Corn. vander Heyden, en Janneken Ieman Matheus dr., spruitende over de koop van een huis met zijn gevolge, staande in de Potstrate; onderpand: zijn huis, erve en alle t gevolge van dien, staande in Sint Jansstrate, daar hij nu jegenwoordig in woont.(3851B, hr.Plankeel) 8 juni 1603, Elias Isaacx z. sciptimmerman voor hemzelf als uit naam van zijn zusters en mede erfgenamen belijde verkocht te hebben aan Jan Jansz. Baeck een huis, erve en gevolge, staande [bij Zierikzee] op de Heunaersdyck met 9 g. erfpacht jaarlijks daaruit gaande, binnen deze landgemerken, oost Jan Jans z. smidt, zuid de strate, west hij comparant, en noord de vroone, te gebruiken en bezitten gelijk zijn comparants vader tzelve in t leste van zijn leven bezeten heeft, en dat voor de somme van £48 op paijementen van £6 sjaars, telken Bamisse, waarvan tot Bamisse 1602 lestleden drie termijnen verschenen zijn, welke penningen zullen gaan in mindering van wat hij en zijn mede erfgenamen over de koop van het huis nog ten achteren zijn en den voors. Baeck “in de preverentie” van Pieter Thomassen smidt geseyt Swart van Couwe “opgeprefereert” is, ende want hij comparant cum suis boven dezelve penningen nog enige te kort komen in toekomende tijden, te betalen volgende de brieven, bij Isaack Aertsz., hun vader,

315 daarvan verleden, zo belooft hij Jan Baeck waarschippe van denselven huijse te doen tot vollen rechte, en alle commer daarvan te doen, behalve de commer van erfpacht, stellende daartoe tot onderpand t huijs met zijn gevolge, west daaraan staande, daar hij nu in woont, “mettet werckhuys ter zyden” .(3851c, hr.Plankeel)

Thonisse, Joost, “smidt zijns ambacht”, huwt op 4 feb.1582 in Z.zee met Lientien Pieters.

Timmerman, Jan, geb. 7 mrt.1908 te Middelburg, , smid, NH. huwt met Cornelia Kriger, geb.14 mei 1910 te Oosterland. 1914/38 Korte St.Janstr.C-116 Jan is geh. met de dochter van smid Kriger op Bru waar hij als wees naar toe gaat en als smidsknecht werkt. Later naar Zierikzee gegaan en de smidse van Jacobi overgenomen. Op 16 nov.1934 beveelt Jan zich aan voor alle voorkomende smidswerkzaamheden in de Korte St.Jansstraat; hij heeft nieuwe en gebruikte kachels te koop. Op 6 mei 1938 biedt Jan een wasmachine en een slijpsteen aan, en noemt zich nog steeds smid. Na 1953 gaat het pand naar Anker, later Verwest, hoek Visslop (Rabobank kant) Vandaar gaat Jan naar de St.Domusstraat, in het winkeltje van de dames Maijs, waar hij op het laatst een beetje in antiek en oude kachels handelt.

Timmermans, Willem, zoon van Dingeman Timmerman en Pieternella van der Laars, geb.10 jan.1815 te Zierikzee, overl.8 juli 1881 te Zierikzee, 66 jr.oud. NH. Geh, 36 jaar oud, op 19 maart 1851 te Zierikzee met de 34 jarige arbeidster Jacoba van der Velde, geb.4 juni 1816 te Zierikzee, overl.23 april 1892, 75 jaar oud. In de per. 1844/50 als smidsknecht bij zijn ouders op C-53, later naar D-237(pakhuis). Nov.1850 gaan ze in Zierikzee van C-303 naar Nieuwe Boogerdstraat D-235, ook nog in 1862. Op 18 oct. 1865 koopt smid Willem Timmermans op een publieke verkoping van schilder Adr.Phernambucq en Cornelis M.v.Nieuwenhuijze, een huis, smederij en erf in de Nieuwe Boogaardstr. D-235, sectie B-605, groot 88 ca. voor f.476,-. De koper moet ook overnemen: een smitsbed (vuurbed?), een schoorsteen, een zonnezeil en een gasleiding met twee branders voor f.72,- Het pand was eerder verkocht door dezelfde notaris, maar daarvan is geen akte. De heren verkopen ook nog een huis met erf in de Hoofdpoortstraat C-629 voor f.225,- en 2 stukken grond voor f.200,- elk. (not. C.v.d.Lek de Clercq) Op 4 dec.1865 leent Willem f.580,- met de smederij als onderpand. (CvdLdC). Op 3 mei 1883 heeft Willem hyp. schulden die hij niet kan voldoen, huis, smederij en erf worden voor f.300,- verkocht aan Cornelis Adriaan Buijze, zonder beroep te Zierikzee voor f.250,-. (not.J.C.v.d.Lek de Clercq)

Tonisse, Adriaen, smidsknecht, getuigt op 6 maart 1684 op verzoek van Adriaen Cornelisz. Stoel dat hij Adriana Baenjaerts (de vrouw van Dingenis de Laet) , heeft horen zeggen: Dat Cornelia de Buck, (de vrouw van Stoel) een beest was, en dat zij de dood van de vrouw van Tomas Abramse op haar geweten had, en dat zij een dronken varken was. En dat Machalijne Baenjaers een hoer was.(3994-159) Op 20 nov.1687 maken Adriaen Tonisse, smid, en Geertruijd de Laed, wonende te Zierikzee, een testament. (4022-170) Op 9 sep.1693 maakt Geertruijt Hubregts de Laat, de vrouw van Adriaen Thonis, smid te Zierikzee, een testament. (4028-29); op 16 aug.1695 maakt zij een testament na het overl. van Adriaen.(4028-188)

Tonisse, Jan, is als smid getuige bij een procuratie op 6 nov.1660.(3992-243)

Tonisz. Gijsbregt, smidsknecht, wordt op 9 jan.1563 veroordeeld om gegeselt te worden en hij wordt voor 2 jaar uit de stad verbannen: hij heeft 4 stukjes ijzer en een stukje staal uit de smederij gestolen! (Vos 96/183, uit waarheidsboek)

316

Trier, Cornelis van, mr.grofsmid. Heunaartsdijk Op 30 oct.1779 is er een testament van Ida van der Water, de huisvrouw van Cornelis, wonende op de Heunaartsdijk (Scheepstimmerdijk): er staat o.a. in dat het huis, met een huis aan de westkant waarin de smidse is en een pakhuis aan de oostkant, alleen tezamen mogen worden verkocht. Als Cornelis bij haar overlijden alles, met de gereedschappen,wil aanvaarden, dan moet £ 366.13.4 in haar boedel worden ingebracht. (4273/125)

Trouwe, Pieter Jan van, 1605, smid, erflater, Weeskamer 976. 6 jan.1598, Pieter Jorisz., overman gemaakt om te verkopen een huis, erve en alle gevolge van dien, staande in de Middelstraete bij het kerkhof, zoals Margriete Pieter Iemanssen wedue in t leste van haar leven gebruikt en bezeten heeft, bekent dat hij dit op verzoek van de gemene erfgenamen van wijlen Pieter Iemanssen voor vijf zesde part, mitsgaders de erfgenamen van wijlen de vers. Margriete Pieter Iemanssen wedue van svaders zijde namenlijk Logier Corn.z. voor een vierde part in de helft van het zesde zesde deel, Anthonie Cocx wed.cum suis mede voor een vierde part in de zelve helft ..., Frans Hermansse wever, getrout hebbende Lysbeth Corn. dr., voor een gelijk vierendeel in de helft ..., en Pieter Joossen schoemaker als man en voogd van zijn huisvrouw cum suis, voor het vierde vierde part in de zelve helft; item Willem Diricxssen Verbost voor hemzelf en hierin vervangende de wezen van Corn. Diricxssen Heere, zijn broeder sal., voor de ene helft in de andere helft van t voors. zesde part, mitsgaders Corn. Tonisse Schegge, man en voogd van zijn huisvrouw, en Pieter Janssen van Trouwe de smit, beide voor d’ander helft in de helft van t zesde part vers., erfgenamen van des voors. Margrietens moeders zijde, openbaar heeft verkocht aan Cunera Wisse Claessen dr., wedue wijlen Syme Kempessen :|: als meest daarom biedende, vrij van erfpacht, ...; beloofden de comparanten elk voor hun deel de voorn. Cune Sijme Kempesse waerschippe te doen.(3851B, hr.Plankeel) 3 feb 1598, Heyndrick Meynaert de schoelapper verlijdt Willem Diricxssen Verbost voor hemzelf, en als oom en gerechte voogd van de weeskinderen van wijlen Corn. Dircxssen Heere, zijn broeder was sal., tot derselver weesen behoeve, Corn. Anthonissen Schegge als man en voogd van zijn huisvrouw, en Pieter Janssen van Trouwen de smit, alle erfgenamen van wijlen Margriete Pieter Iemanssen weduwe van s moeders zijde, “elcx by equaele portie”, de somme van £5 over de koop van het twaalfde part van een huis, erve en alle t gevolge van dien, staande bij de Minnebroeders, (3851B, hr.Plankeel)

317

V

Vate, Hendrikus van de, smid, zoon van schilder Leendert en Johanna Suzanna Keijzer, geb.17 sep.1872 te Zierikzee, overl. NH. Geh., 25 jaar oud, op 17 nov.1897 te Zierikzee met de 20 jarige schildersdochter Jacomina Maria Theresia van den Ende, geb.5 oct.1877 te Zierikzee, overl. Hij wordt nov.1897 weer ingeschreven in Zierikzee, gaat oct.1898 naar Vlissingen, werkt daar als bankwerker en komt maart 1902 terug in Zierikzee; vertrek juni 1907 naar Haarlem. Op 15 april 1902 verkoopt metselaar Pieter Aleman voor f.1150,- aan Hendrikus van de Vate: 2 huizen met erf in de Venkel, secties B-521 en 522, samen 140 m2. Aleman heeft deze verkregen op 26 feb. van dit jaar bij dezelfde notaris. Op 3 mei 1902 zet H.v.d.Vate een advertentie in de Nieuwsbode: “Smederij, voorheen C.v.d.Berge enz.”. Op 3 jan.1903 vraagt mr.smid H.v.d.Vate in de Venkelstraat een smidsleerling. Op 1 april 1905 vraagt H.van de Vate een aankomende smidsknecht voor zijn Scheeps-en Burgersmederij. Nieuwsbode: 17 mei 1907 “Verkoop van Woonhuis en Erf met Annexe en vele jaren bestaande Smederij aan de Venkel, voor de Heer H.v.d.Vate, wegens vertrek”. Op 4 jan.1908 vermeldt de Nieuwsbode dat H.v.d.Vate, vroeger smid te Zierikzee, thans te Haarlem, failliet verklaard is. Adres: In 1907: Venkel D-151/152, kad.B-521/522; groot 1 A-40 cA.

Verhage, Cornelis, smid, zoon van Wolfert Cornelis Verhage en Janna Kouwen (hoefsmeedster) Cornelis geb. 18 jan 1851 te Noordwelle, overl. NH Geh.24 jr., op 12 maart 1875 te Haamstede met de 22 jarige dienstbode- herbergierdochter Pieternella Beukelaar, geb.18 maart 1852 te Burgh, overl. In 1877 is Cornelis smid, en verliest een kind op Haamstede, in 1882, 1883 en 1885 verliest hij aldaar weer een kind, maar is dan lichtwachter, op 15 sep.1886 verliest hij een zoontje van 2 mnd. te Zierikzee. Op 28 sep.1885, na het overl. van Frederik Everh. Holtus, koopt lichtwachter-smid Cornelis Verhage uit Haamstede de smederij aan de St.Anthoniusdam in Zierikzee voor f.1704,-, uit een publieke verkoping: hoef- en rijtuigsmederij, schuur en erf aan de St.Anthoniesdam A-37, 245 ca, en de inventaris; ook de roerende goederen zoals blaasbalgen, aambeelden enz. moeten worden overgenomen door f.771,50 door de koper..(not. Jac.Moolenburgh)” Van oct.1885 tot maart 1891 smid te Zierikzee; ze vertrekken daarna naar Amerika. Op 24 maart 1891 koopt Johan Willems Mathijsse te Oosterland (voor zijn zoon Jan Johannes) van Mr.smid Cornelis Verhage te Zierikzee een huis, smederij, schuur en erf op St.Anthoniusdam A-37, sectie A-1572 groot 245 ca., aan voor f.2800,-(not.Bolle)

Verheule, Gillis Jans , Mr.smid te Zierikzee, is getuige op 11 oct.1693 (4039), op 2 maart 1699 (4054), op 21 oct.1710 (4072) en op 29 nov.1719.(4098) Op 23 jan 1696 maakt Mr.smid Gillis Jan Verheule een testament op langstlevende met Lijsbet Willems van Beest.(4040-2) Op 2 dec.1719 is mr.smid Gillis getuige bij het testament van Huijbregt Kasteleijn.(4098) Op 22 nov.1723 is smid Gillis Verheulen uit Zierikzee excecuteur.(4115-122) Op 5 juli 1724 wordt door Tona van Gijssel, de weduwe van de op Rotterdam varende, maar nu overleden beurtschipper Leender Laurisse van der Linde een staat en inventaris opgemaakt voor notaris Anth. v.Borrendam. Hierop staat dat ze o.a. nog £0.11.2 moet betalen aan smid Gillis Verheule.

Verheule, Jan Jans, geh. met Judith Gilisse en Barbara Catharina Hendricks.

318

Op 4 aug.1667 is hoefsmid Jan Janse Verheule getuige bij de notaris. (3994) en op 5 oct.1670.(3797) Op 20 juli 1672 is smid Jan getuige bij een testament.(4000-28); in 1674 getuige (4003-57) Op 21 jan.1675 verklaren de smeden Jan Janse Verheule en Adriaen Stoffelse dat er ijzerwerk naar Dordrecht is verstuurd voor een nieuw smackschip.(3998) Op 31 oct.1682 levert mr. hoefsmid Jan Jansse Verheule een staat en Inventaris in bij de Weeskamer die hij op 28 aug.1682 heeft opgemaakt na het overlijden van zijn vrouw Judith Gilisse die is overleden, achterlatende 3 kinderen: Jannes van 16; Gillis van 10 en Claes van 7 jaar oud. Ze bezitten een huis met gevolge in het Bree-slop waar Huijbrecht van Troije nog een schepenschuldbrief op heeft van 40 Car.guldens. De debiteuren moeten nog £ 10.6.- betalen voor arbeidsloon. Op de vloer liggen verschillende gereedschappen, zoals een aambeeld, blaasbalg, hamers, vijlen en andere zaken die nodig zijn voor het smidsambacht.(foto) Op 9 sep 1689 maken Jan, smid te Zierikzee en Barbara Catharina Hendricks een testament op langstlevende. (4039-54) Op 20 oct.1692 is er een verdeling na het overlijden van Jan Jansz. Verheule, in zijn leven mr.smid te Zierikzee. Er is £304-30-5 te verdelen onder de wed., die tekent met Catarijna Hendrijcks, zoon Gillis Jansz. Verheule, oud 20 jaar en de zoon Claes oud 17 jaar. Zoon Gillis krijgt het huis aan de O.zijde van het Breeslop toegewezen voor £81- (foto)

Verkaart, Franciscus, zoon van hovenier Gerardus Verkaart en Maria de Bie geb.27 juni 1877 te Zierikzee, overl.5 juni 1959 te Zierikzee RK. Geh., kachelsmid en winkelier, 32 jaar oud, op 9 aug 1909 te Zierikzee met de 26 jarige Maria Tuinder, geb. 14 oct.1882 te Zierikzee, overl.4 aug. 1948 te Zierikzee. 1914-Lange Nobelstraat/hoek Jannewekken, A-151b Nieuwsbode 8 oct.1904: “Verkaart, 12 jaar knecht geweest bij wijlen A.v.Lier, vestigt zich als Huis- en Kachelsmid in de Lange Nobelstraat”. Op 18 maart 1905 wordt door Verkaart een smidsleerling gevraagd. Op 9 juni 1905 vraagt Fr.Verkaart bij de gemeente toestemming om een “smidsbed”van steen en ijzer te plaatsen om een smederij op te richten op het perceel A-150 op de hoek van de Lange Nobelstr. en St.Janwekken. Op 28 sep.1905 vraagt mr.smid Verkaart zijn klanten om direct haarden en kachels toe te zenden als zij die gevuurlakt willen hebben. Op 12 maart 1909 leent Franciscus f.1500,- van de minderjarige Adriana de Koning; het is een eerste hypotheek op zijn huis met smederij, pakhuis en erf staande in de Lange Nobelstraat, sectie A-1993, groot 236 m2.(Biermasz) De zus van Franciscus, Willemina Verkaart, huwt in 1891 met smid Johannes Thomas Hofman te Zierikzee. Wordt door Joppe genoemd in 1920: De Volharding, kachelsmid. Adres: Lange Nobelstraat. (Hoek Jannewekken?)

Verlinde, Adriaan, smid, zoon van Jozias Verlinde en Maatje de Vin, Adriaan is geb. 13 april 1811 te Zierikzee, overl.1862 te Zierikzee, 51 jr.oud. Gehuwd, 22 jaar oud, op 9 oct. 1833 te Zierikzee met de 18 jarige winkeliersdochter Margaretha Nowe, geb. 11 mei 1815 te Zierikzee. Hun dochter Maria huwt smid Laurens Nijs, geb. te Sommelsdijk, in Z.zee. Adres: Per. 1831/43 smidsknecht, Bleijenhoek B-227; in per. 1850/62; Bleijenhoek B-230. In de per. 1850/62 is er een notitie van tijdelijke afwezigheid: Adriaan zit in het huis van arrest. Op 18 april 1862 heeft smidsknecht Adriaan zoveel gedronken dat ze hem in bewusteloze toestand naar huis brengen; maar zijn vrouw weigert hem binnen te laten. Daarna wordt hij naar een gehuwde dochter gebracht, maar ook zij en haar man willen hem niet binnen hebben en laten hem op den bleek leggen. ‘s Avonds om 8 uur blijkt Adriaan gestikt te zijn.

319

De zeven kinderen komen onder toezicht van de weeskamer; op wordt het huis aan de Blijenhoek, sectie A-167, groot 75 Ellen voor f.650,- verkocht aan M. Hoogenboom.(Ermerins) Zoon: Jacob, geb. 9 aug 1834, smid, NH, gaat mei 1851 naar Oud-Beijerland; gaat aug 1857 naar Bruinisse.

Verlinde, Hermanus, geb. 19 aug. 1840 te Zierikzee. In de per. 1850/62 smid, komt uit Serooskerke naar Zierikzee en gaat in 1861 naar Dreischor. Hij is tijdelijk afwezig uit Zierikzee in Nieuwerkerk. Te Zierikzee als smidsknecht van sept. tot dec. 1865 komende uit Antwerpen en vertrekkende naar Delfshaven.

Verlinde, Jozias, geb. 4 feb. 1845 te Zierikzee komt juli 1863 als smidsknecht. Hij is een broer van Hermanus.

Vermeere, Frans, Scheepstimmerdijk; 1781. Op 10 sep.1781 transporteert de wed. van Herbert Boegstave het huis, pad en erf met de smidse op de Scheepstimmerdijk aan Frans Vermeere. Frans houdt een schuld van £400.-.- aan de weduwe (3865) Op 19 mei 1786 komt Frans Vermeeren, smidsbaas, met 2 scheepstimmerlieden verklaren, op verzoek van Samuel Boeije, koopman, dat aan het schip “Mijn Begeerte” in 1782 en ’83 voor 145 pond smidswerk is gedaan. Op 18 jan. 1793 wordt door Frans Vermeere en Jacobus Koevoet, smidsbazen te Zierikzee een verklaring getekend over een schatting van de schade van 350 gulden aan de “Catoen Planter” van schipper Robert Knowles. Later blijkt er meer schade te zijn aan roer en kiel en wordt het schadebedrag verhoogd tot 950 gulden.(4291-7,10,26,56,94,117) Op 13 maart 1793 verricht smidsbaas Frans Vermeeren samen met stadssmid Martinus Bal een schade-taxatie aan het schip “Zeeploeg”, met als kapitein Gerrit Blankeman. Op 10 maart 1795 wordt door de smeden Vermeere en Koevoets een schatting gemaakt van 3000 gulden voor de door stormweer veroorzaakte schade aan het ijzerwerk van de driemasthoeker “Zierikzee’s Welvaren” met kapitein Gidion Janse die onderweg was van Riga naar St.Sebastiaan. (4294-14 Op 9 nov.1796 maken Jacobus Koevoets en Frans Vermeeren, beiden “Ankersmidsbazen”, wonende op de Heunaarsdijk buiten de Zuidhavenpoort, bij de notaris een overeenkomst. Ze zijn de enige scheepssmeden en hebben beiden te lijden van slechte betalers onder hun klanten; volgens hen veroorzaakt door de achteruitgang in handel en visserij. Ze zullen in het vervolg alleen dan aan werk voor een nieuwe klant beginnen, als die aantoont dat hij zijn rekening van het vorige jaar heeft betaald. Op het niet naleven van deze afspraak staat telkens een boete van 30 Zeeuwsche Rijksdaalders; door henzelf samen te verdelen onder de Armenkassen van Zierikzee. (4295)

Verschuur, Jacobus, smid, zoon van bierhuishouder Johannes Cornelis Verschuur en Marinas Berrevoets, RK, geb.13 aug.1878 te Zierikzee. Geh., 35 jaar oud, op 15 april 1914 te Zierikzee met Egberta Christina van Rees, NH, geb. 2 sep.1880 te Someren, overl. Zonen: te Z.zee: Johannes Corn., 4 oct.1914; Adriaan Joh.,18 oct.1916. In 1914 sk. ,woont St.Domusstr. D-319.

Versteeg, Jacobus, smid, geboren te Zierikzee, zoon van Pieter Versteeg en Josina Elschot, geh. 5 mei 1898 te Hillegersberg met Cornelia Catharina Brandenburg, geboren te Zierikzee.

Vessem, W.C.van, smid

320

Nieuwsbode: “Per 1 mei 1904 vestigt W.C.v.Vessem zich als Smid en rep. van rijwielen enz. in de Smederij, tot op heden gedreven door de Heer Lemson, St.Domusstraat. Voor het weghalen en opbergen van Haarden en Kachels bestaat nu al gelegendheid”. Op 2 maart 1906 verkoopt Marinus Johannis Leeuwe, zonder beroep te Z.zee aan smid Willem Cornelis van Vessum te Z.zee een woon-en winkelhuis in de St.Domusstraat, sectie R-235 voor f.1300,- met volle hyp. van mej. De Crane. (J.C.v.d.Lek de Cl.) Leeuwe heeft het pand gekocht 2sep.1903 (not.Franse) Op 15 april 1905 adverteert hij als smid-rijwielhandelaar om kachels schoon te maken; adres: St.Domusstraat.

Vetter, Jan Jacobse de, koopt op 19 sep.1669 voor 1500 Car. Guldens, van Thomas Lievense Decker, smid te Z.zee, een smidse, huis, hof en erf met alle gevolge van dien in de Korte Nobelstraat. Belend: oost de Straat; west Sijtgen Matthijs; zuid zelfde, en noord Jacob Goesenaer. Deckers vrouw krijgt 2 gouden dukaten, en de drie kinderen krijgen elk 3 zilveren dukaten; terwijl er voor het gereedshap en de voorraad ijzer nog 500 guldens betaald moeten worden. Smid Rochus Willemse Stoel is getuige.(4002-93)

Visser, Marinus, hij is “Stads smit” in Zierikzee als hij op 24 sep.1787 tijdens het volksoproer vermoord wordt. Hij had zich onvoorzichtig op straat begeven en wordt in de Venkelstraat neergeslagen en mishandeld. De op Nieuwerkerk geboren Abraham Verbeek, één der muiters, heeft hem dan, met een hem toegeworpen smidshamer, de laatste harde klap op het hart gegeven. Het lichaam wordt vreselijk verminkt, oren, neus en handen worden afgesneden en ’s avonds wordt een brandende kaars in zijn mond gestoken een ieder goed kan zien, wat er met hem gebeurd is. Pas in december 1787 wordt de 74 jarige Verbeek opgepakt, en op 18 feb.1789 wordt hij veroordeeld tot levenslang in een Tuchthuis, “om aldaar met zijner handen den kost te winnen”. Een lichte straf voor die tijd! (3850)

Voorde, Jan van der, smid, Zierikzee, geb. ca.1760 Colijnsplaat, (lijst Mog.Dienstpl. 1797); hij is bewoner/eig. van pand C-73/74 in de per. 1798/1807 ( ingekomen 1798) Op 18 mei 1792 geeft Jan v.d.Voorde een schuldbekentenis aan Abraham en Jan Tak van f.2000,- met als onderpand zijn huis, hoefsmederij en erf met gevolge aan de westzijde van de Korte Nobelstraat; belend west Willem de Koning, zuid Jan Kramer en noord de wed. van Barbilius van der Jagt.(3866). Op 16 nov.1804 legt karreman Samuel de Jonge een verklaring af over een bezoek aan de smid Jan van de Voorde, ’s avonds bij zijn travalje in de korte Nobelstraat. Het gaat over een wagenwiel. De smid legt de daarop volgende dag een verklaring af, omdat hij door een dronken wachtkorporaal ’s avonds laat is opgebacht.(not. Z.zee)

Vos, Cornelis; Mr. smid te Zierikzee, is op 17 maart 1710 getuige, ook voor zijn overleden vrouw Neeltje Stoffels. (4072-33) In 1710 wordt aan Cornelis de Vos £1-7-6 betaald uit de boedel van uit Capelle voor huur van vlasland en gedaan smeedwerk. (4650-14)

Vos, Cornelis de, geb.ca.1654; gehuwd met Malij de Bruijne. Op 7 dec.1690 verkoopt mr.smid Cornelis de Vos 1/4e deel van een huis en 2 schuren aan vleeshouwer Voocht Lenertse, maar op 17 maart 1691 wordt deze akte herroepen. Ook de pacht van land en de koop van meede door de Vos gaan niet door. Wel wordt geleverd vlees aan hem, en gedaan smidswerk door hem, verrekend.(4023-138 en 4024-3) Op 4 dec. 1691 belooft Cornelis de Vos, meestersmid te Zierikzee, aan Thomas Donker te Oosterland £ 8:6:4 terug te betalen over een lening van £25.-.- aan zijn schoonvader Mels Machielse.(4063-25)

321

Op 15 oct.1695 benoemt Thonis Roelandtse Voordijck die naar Oost-Indië vaart, zijn zwager Corn. de Vos, mr. hoefsmid te Z.zee, tot zijn erfgenaam.(4028-210) Op 18 mei 1708 is mr. smid in Zierikzee, Cornelis de Vos, oud 54 jaar, legt bij notaris Adriaen Daek een verklaring af.(4059-98) Over 1709 wordt door de gemeente Z.zee £ 66:-:- betaald voor smidswerk. Op 17 maart 1710 is Corn. de Vos, meestersmid te Zierikzee, getuige,(4072) Op 11 juli 1710 leent mr.smid Corn. de Vos f.200,- van Hendrik van Cuijl. Johannes Cornelis de Vos en Cornelis Janse de Vos staan borg voor hem. (4081-68) Op 15 aug.1715 wordt meestergrofsmid Johannis, wonende op de Vissersdijk buiten de Zuidhavenpoort, benoemd als executeur testamentair van Willem Kramer, Johannis erft alles als Willem geen wettige afstammelingen nalaat.(4097) Op 18 mei 1716 koopt Joh. de Vos, grofsmid, alle huisraad en landbouwgereedschap van Corn. Jac. v.d.Berge, landman op de Scheepstimmerdijk, daarna geeft hij het in gebruik aan v.d.Berge! (4097-157). Op 5 april 1718 koopt Johannis een schuurtje van Jan Cap die ook op de Vissersdijk woont voor £ 28.-.-; belend oost en zuid de weg, noord en west Jan Cap.(4098) Op 18 mei 1719 wordt Joh. benoemd tot voogd.(4049)

Vos, Johannes, smid, geb. 5 maart 1856 te Zierikzee, zoon van horlogemaker Abraham de Vos en Wilhelmina Brandenburg, geh. op 17 oct. 1877 te Zierikzee met smidsdochter Levina Anker, geb. 7 feb. 1858 te Zierikzee, verliest een 15 mnd. oud kind op 19 mei 1888 te Zierikzee. Het huw. wordt op 30 dec. 1895 door echtsch. ontb. Bij het huwlijk van zijn zoon Adriaan Abraham Vos, monteur, op 6 juni 1907 te Goes is Johannis bankwerker, net zoals in 1906, en 1913. Zij hebben ook nog een zoon Marinus Jacobus, geb. 14 april 1888 te Zierikzee, die als werktuigkundige te Java, op 27 januari met volmacht te Zierikzee huwt met Anna Schoenmaker, geb 19 nov. 1898 te Zierikzee.

Vos, Stoffel, ontvangt 13 schelling in 1708 voor smidswerk van de gemeente Z.zee.

Vrijdag, Coenraad, smid, geb. ca. 1771 te Zurich, overl. 10 sep. 1850 te Zierikzee, ongehuwd

322

W

Waater, Cornelis van de, smid, Scheepstimmerdijk; koopt 1725 van Leendert; verk. 1779 aan Jan Godfr.Schok. Op 10 oct.1725 verkoopt Leendert van der Hit, grofsmid op de Scheepstimmerdijk buiten de Noordhavenpoort aan Cornelis van der Water zijn smidse, huis en erf met gevolge voor £ 233:13:4 met nog £ 100.-.- voor de gereedschappen; de koper neemt het nieuwe ijzer en de kolen over voor de koopprijs, het oude ijzer voor 1 stuiver per pond; het werk aan de nieuw te bouwen schepen wordt voor door de koper overgenomen voor dezelfde prijs als beloofd door de verkoper.(4100-190) In 1730, 1735 en 1750 betaalt Cornelis 10 sch.familiegeld op de Scheepstimmerdijk in. Daaronder staat Jan v.d.Waater dito dito.(D36911). Op 26 maart 1731 is mr.smid Cornelis van der Water getuige.(4102-23). Op 4 feb.1734 benoemt Dingeman Boogewaart (ouder dan 14 jaar) zijn moeder, Martijntje Lodewijks, de vrouw van smid Cornelis van de Water, tot zijn erfgename; zij was dus waarschijnlijk eerder gehuwd met een Bogewaart.(4102-194). Op 22 juli 1734 is er een schuldbrief van mr.grofsmid Cornelis van der Waater aan Thonis van der Os voor 300.-.- met als onderpand een huis, smidse en erf op de Schiptimmerdijk buiten de Noordhavenpoort. Belend oost Rocus Bommene; west Reijnier Cornelisse; zuid de dijk en noord dhr.Balfort’s weduwe. (raze 3855-10) Op 29 juni 1735 laten weduwnaar Cornelis van der Waater (hij tekent CVW) en de jonge dochter Cornelia Huijbrechts Kocx huwlijkse voorwaarden opstellen. Ze wonen allebei op de Scheepstimmerdijk. Cornelia brengt ongeveer £ 25.-.- in. Als hij het eerst zou overlijden, krijgt zijn zoon Jan, uit het eerdere huwlijk, de smederij en het huis voor 1600 car. gld. (4102) Op 23 maart 1755 is Cornelis van de Water, grofsmid te Zierikzee, één van de voogden over de nagelaten kinderen van Pieter van Hok.(5041, Nieuwerkerke-Sch.) Op 26 maart 1755 is Cornelis, grofsmit te Zierikzee, voogd bij een verkoop voor de kinderen van Pieter van Hek.(raze 5041-118). Op 4 feb.1779 verkoopt Cornelia Coks, wed.van Corn.v.d.Water aan Jan Godfried Schok een huis, smidse, erf en gevolg aan de zuidzijde van de St.Anthoniesdam, belend O.Corn. v.d.Weduwen, W. Pieter Griffioen, Z.de weg. Op 14 april 1779 geeft Schok hierop een schuldverklaring van £350.10.-. Tenietverklaring in apr.1797. (3864)

Waller, Johannes (Jan), smid, zoon van Cornelia Waller, geb. 14 dec. 1818 te Zierikzee, overl. 14 juni 1850 te Zierikzee, 31 jaar oud. Geh., 21 jaar oud, op 8 april 1840 te Zierikzee met dienstbode Blazina Buskop, 21 jaar, geb. 3 nov. 1818 te Zierikzee, overl.2 aug. 1853 te Zierikzee.

Weitz, Lodewijk, smid, zoon van Adrianus Weitz en Tona Plasmans, geb. ca. 1819 te Oud-Vossemeer, overl. 7 oct. 1875 te Zierikzee, 56 jaar oud, ongehuwd.

Willemse, Aert, afkomstig uit Valkenburg laat zich op 29 oct.1570 inschrijven als poorter te Zierikzee, smid van beroep, geh.met Janneke Huibrechts, hij heeft mogelijk een zoon Willem Arentsse. Volgens de genealogie van de fam. Constandse zou hij de voorvader zijn, en een zoon Constant Aertsen hebben, maar dat is nog niet echt bewezen Deze Constant trouwt op 11 oct.1605 met Eva Leijvensdochter in Z.zee. (zie ook Willem Aertse en Jan Constandse). Losse aantek.: tot Rengerskerke. 2 jan. 1596, Huych Willems z. Keysser, Hans Waerseggers, Anthonis Mogge, capitain Pieter Adriaens Ketelaer, capitain Anthonis Bartelmeeussen Verhelle, Pieter Lauweris z. Zwaene, en Aert Willemssen z. smit, alle zeven met gezamenderhand, belijden schuldig te zijn aan Anthonis Lievins ende Adriaen Janssen Kakelaer, schiptimmerluyden, de somme van £177.15.6.163 vls.

323 over de koop van een “nieuwe buysse met haeren gevolge”, bij de voorn. schiptimmerluyden “uutten houten nieu opgemaect” en hen geleverd, ...; Huyge Willemsen z. en de andere comparanten beloven elkaar schadeloos te houden, de zes laatsten voor resp. £33.6.8 (4 maal), £27.15.6.16 en £16.13.4; ... “ende ten fyne alle justicieren ende officieren hier van te beter kennisse souden moegen nemen, hebbe ick, Pauwels Hubert, schepen voorn.4, tot versoucke ende verlyde vande comparant desen brieff andermael besegelt met mynen segelen in forme van een waterbrieff” .(3851c, hr.Plankeel) 29 dec 1597 Joris Pieterssen verlijdt Adriaen Kaeckelare over de koop van een 8e part schips £18.1.10 vls., Marinus Crijnssen cuper gelijke somme over gelijke 8e part, Adriaen Decker en Jan Clamper elk £36.3.9 over een vierde part scheeps, en Aert Willemssen smit £12.1.3 over een 12e part schip,(3851B, hr.Plankeel) 20 dec 1602, Pieter Joris, overman, belijde dat hij tot rechtelijke vervolge van Marinis Pieterssen Mogge, schepen voorn., uit krachte van “schepenen verlijt in materie vander pandinge”, hem verleden bij Niclaes Corn.Wale, en ordonnantie van verkopinge, openbaar heeft verkocht aan Aert Willemssen z., smit, een huis, erve en gevolge, staande in Zierikzee aan de zuidzijde van de haven, den voors. Niclaes toekomende, eertijds toebehoord hebbende Jacob Janssen Boeij en bij denzelve verkregen van Jan Lievenssen Boy, zijn vader, en dat voor de somme van £149 .(3851c, hr.Plankeel) 22 maart 1604 : Aert Willemssen, smidt, verleijdt Jacomine coome Jans dr. de somme van £99 over reste en volle betalinge van de koop van een huis, erve en gevolge , staande in Zierikzee aan de Z.zijde van de haven, bij hem van de overman gekocht bij excecutie, daarvan de custingbrief is berustende onder de vers.Jacomina van Dorst, (3851c,f371v/5, hr.Plankeel)

Willemse, Jan, Op 12 dec.1682 wordt een akte opgemaakt waarbij smid Leendert Hermanse en zijn dochter Janneke Leenderts, genoemd worden; getuige is Jan Willemse, smid wonende te Z.zee.(4004-277)

Wisse, Anthonius, geb.27 aug. 1878 te Zierikzee, Rk.. Geh. met Agnes Cornelia Elisabet Maria van Hal, geb. 22 juni 1880 te Steenbergen Vissersdijk D-526, (Db. 11/192; 131/151; 58/170; 15/283 Wordt oct.1914 ingeschr. te Zierikzee, eerst smidsknecht, dan smid. Op 17 nov.1922 verkoopt mej.Cornelia Rombouts een huis met smederij en erf op de Vissersdijk nr.D-526, sectie F-319 voor f.3000,- aan Antonius Wisse, smid te Z.zee. (not.Bierm.) Op 17 juni 1930 is de zaak van A.Wisse, smid, Visschersdijk, wegens huwlijk gesloten. Zoon Nicolaas P.M., geb.12 aug.1925. A.Wisse, smid op de Visschersdijk is op 17 juni 1930 gesloten wegens een huwlijk.

Wisse, Jan Wissez., smid, legt op 25 nov.1555 een verklaring af van de bepalingen van de huw.voorwaarden met Janneken , Thomas Cornelis Arentsdr. (uittr. Zegels)

Wisse, Mattheus, zoon van Cornelis Arnoldus Wisse en Johanna Pieternella Rombouts, geb.20 juni 1887 te Zierikzee, overl.10 maart 1934 te Zierikzee. RK Tot 1901 bij zijn ouders, gaat feb. 1901 naar Vlissingen, komt dec.1909 terug, gaat als koperslager jan.1911 naar Heeze en komt feb.1912 weer terug in Zierikzee. Geh., loodgieter, 30 jr.oud, op 22 april 1918 te Zierikzee met de 22 jarige landbouwersknechtdochter Maria Cornelia Smit, geb. 10 oct. 1895 te Zierikzee, overl. Smid te Zierikzee 1923, (not. Archief gem. Renesse, 1916/25, nr.535).

Witte, Jacob Pieters de, mr.smid,

324

Op 19 nov.1697 koopt Jacob Pieterse de Witte, smid te Zierikzee voor 800 Carolische guldens een huis met erf en gevolge aan de Zuidzijde van de Oude Haven, op de hoek tegenover de kraan; belend Noord en Oost de haven; Zuid: de wed.van Pieter Mogge en West: Batenburgh van Appolonia Dijngemanse de Groene. Smid Pieter de Witte, zijn vader, is één der getuigen. (4018- 30) O.a.op 16 juni 1700 (4066) en op 22 feb.1703 is mr.smid Jacob getuige. (4068/22) Over 1705 en 1710 wordt Jacob betaald door de fam. Mogge voor smidswerk. (v.d.Lek de Clercq,H222-465) Op 17 nov.1706 maakt Jacob een testament met Durvina Smeur.(4040-110) Over 1708 wordt aan Jacob Witte £7.10.- betaald voor smidswerk door de gemeente Z.zee. Op 13 dec.1718 is er een accoord van testament, hij is dan weduwnaar van Durvina Smeur (met erfenis uit Duiveland).(4048-64)

Witte, Johannes, zoon van Marinus Jacobus Witte en Engelina Douw, geb. 16 nov. 1864 te Den Helder, huwt als smidsknecht, 26 jaar oud, op 23 mei 1891 te Haamstede met de 25 jarige dienstbode Jannetje Braam, geb. ca.1866 te Dreischor. Johannes werkt o.a. bij Jan Constandse Dalebout te Burgh, van mei 1884, komende uit Zierikzee, tot juni 1888, vertrekkende naar Stavenisse; en bij Tibout op Haamstede komende uit Zierikzee, vanaf april 1891.

Witte, Marinus Jacobus, smid, zoon van Jan Witte en Cornelia Serier, geb. 31 mei 1832 te Zierikzee. Geh.,25 jaar oud, huwt op 12 mei 1858 te Zierikzee met leerlooijersknecht-dochter Engelina Douw, 23 jaar,geb. 31 mei 1834 te Zierikzee. In 1863 is een kind geb. te Nieuwediep; overl. maart 1867 te Z.zee;

Witte, Pieter Jacobse de, zoon van Jacob de Witte en Matje de Vette; mr.smid te Zierikzee geh. met Jannetje Pieters Muijs, Op 6 maart 1673 is mr.smid/burger Pieter jacobse de Wit getuige.(3998) Op 7 dec.1677 is Pieter de Witte, smid te Zierikzee, getuige.(4011/80); en op 31 mei 1678.(4011/98) Ook 4068/12, met Jannetje Pieters Muijs; en 4068-21: 20 feb.1703 verklaring, attestatie. Op 30 maart 1679 vraagt Maria, de zuster van Pieter, of hij mee wil gaan naar het huis van hun ouders die beiden zijn overleden, en zich daar te gedragen als erfgenamen. Pieter antwoordt:”Ik wil mij nu, noch nimmermeer bemoeien met de boedel; ik zal dezelve met de voeten stoten en moge wel lijden dat mijn zuster ermee zal handelen zoals haar goeddunkt”. In mei 1679 levert mr.smid Pieter de Witte ijzerwerk aan Hubregt de Laat voor de opbouw van het huis “de Helle”.(Vos 97B/58) Op 22 nov.1680 maken Pieter en Jannetje een testament op langstlevende.(4025-59) Op 7 nov.1681 betaalt Pieter de Witte, mr.smid te Z.zee aan Cornelia Jans, wed. van Corn.Thonisse, 200 gld. wegens de obligatie die Cornelis Wisse zaliger op 15 dec. ten harer profijte heeft getekent.(4025-57) Op 17 juni 1682 is smid-poorter Pieter getuige als de arbiters een accoord maken over de schade die op pachtland is ontstaan na de overstroming van 26 jan.1682. De pachter hoeft 7 jaar geen pacht te betalen vanwege de verzilting.(4009-30) Op 26 nov.1682 wordt bij de notaris een overzicht gemaakt van het ijzerwerk geleverd voor de bouw van het huis “de Helle”; het is vooral hang-en sluitwerk.(foto) Op 12 mei 1685 is smid Pieter getuige.(3995-28) Op 14 apr.1687 is smid Pieter de Witte getuige bij de notaris.(4014); idem op 18 apr.1689, en als mr. kleinsmid op 30 mei 1691 en 3 mei 1692 (4027) In 1695 enz. zijn Pieter en zijn zoon Jacob, beiden smid, vele malen getuige bij verschillende notariele akten.(4010)

325

Op 12 dec.1700 legt Pieter een verklaring af over familie van Paulus Koijman.(4066) Op 1 dec 1704 maken mr.smid Pieter de Witte en de zieke Jannetje Pieters Muijs een testament met veel regels voor de kinderen enz.(4068/12) Op 30 aug.1706 verklaart Pieter bij de notaris dat David Pieterse Rombartus smidsknecht is geweest bij hem. (30 aug.1706) Over 1708 wordt aan Pieter Witte £ 4.-.- betaald voor smidswerk door de gemeente Z.zee.

Wulperius, Johannes, geb. 1766 Oude Tonge, zoon van Marcelis Wulperius en Catarina?, geh./inwoner, smid van Zierikzee in 1813,

326

Z

Zutter, Joh. de, geb.ca. 1753 te Zierikzee, overl. 4 feb.1834 te Zierikzee, 81 jaar oud, zoon van Pieter de Zutter en Cornelia Zoeters. Geh.: ca.1 sep.1777 te Zierikzee met Geertruid Solle. Op 17 maart 1777 koopt Joh. de Sutter een huis + smidse Van Lambertus van Meerten? Op Baggershil (3864-57) Op 7 apr.1777 verklaard de minderjarige Joh. de Zutter, geassisteerd door zijn vader Pieter de Zutter, dat hij £333.6.8 schuldig is aan Helena Fanius met als onderpand het huis en erf aan de N.zijde van Baggershil en de smidse aan de Z.zijde van Baggershil, belend O.,W.,en Z. Hendrik van Nieuwland, met alle gereedschap. De schuldbrief is op 4 apr.1778 betaald. (3864) Op 15 aug.1777 laat Geertruij vastleggen dat zij haar vader, timmerman Nicolaas Solle obligaties ter waarde van £350.-.- zal schenken die zij van haar moeder en grootmoeder heeft geërfd, omdat hij de bruiloft zal betalen, haar een uitzet zal geven en goed voor haar gezorgd heeft. Op 2 september, net na haar huwlijk verklaart zij, met haar vader en haar man als getuige, dat de schenking niet doorgaat.(4273) Op 1 dec.1779 verkoopt smidsbaas Johannes de Zutter een huis en erf aan de Noordzijde van Baggershil (de Lammermarkt) nr. B-362; en een smederij aldaar aan de zuidzijde, belend O. W. en Z. Hendrikus van Nieuwland; nr. 229 aan smidsbaas Willem Hoelands. (3864) Op 3 mei 1790 verkoopt mons. Johannis de Zutter uit Zierikzee aan Jozias de Bruine, landman te Nieuwerkerk, 8 Gem. 75 R.koornland in de Saspolder.(4649) Op 12 juli 1821 maakt de particulier Johannis de Zutter een testament bij notaris D.Boom. Als legaten zijn er: voor zijn zus Dingena f.3000,-; voor haar kinderen f.2000,-; en voor de kinderen van zijn overleden zus Maria f.3000,-; de enige erfgename is zijn dienstmeid Adriana Akkerdaas. In 1832 is hij eigenaar van huis en erf A-637, 116 ca. te Zierikzee.

Zutter (of Sutter), Pieter de, smid, geh. met Cornelia Zoeters. Op 6 mei 1754 transporteert Albert van Es, schipper van Dordt op Z.zee aan Pieter de Zutter een huis, erf en smidse en de “trvaliën” op de Vissersdijk belend W.de straat, Z.de weg, N.de dijk; en een schuur alddar tegenover het gemelde huis, belend O.Daniël Ball. (3859) Op 6 mei 1754 leent Pieter de Sutter van Aalbert van Es f.2040,- met als onderpand zijn huis, smidse, schuur, travailles en alle gereedschap, gelegen op de Vissersdijk. Pieter lost een gedeelte af op 21 mei 1769 en de rest op 5 maart 1781. (3859-111) Over 1758 krijgt Pieter betaald uit de nalatenschap van Andries van der Heijde (4070-f3) Op 12 maart 1763 wordt een huis verkocht aan de Visserdijk tegenover de smidse van Pieter de Zutter. In 1767 uit boedel van Arnoldus Smit £0.9.10 voor smidswerk aan Pieter de Sutter.(4666) In 1768 verricht Pieter oa smidswerk aan de hofstede van Mr. Mogge in de Vierbannen. (v.d.Lek de Clerq, GASD-465-H222) In 1769 wordt uit de inventaris van de overleden Arnoldus Smit £-.3.- betaald aan Pieter voor smidswerk.(Nwk.4666) (Ook smid Abraham de Winter wordt hieruit betaald.) Nov. 1769 boedel Samuel Berluijt voor smidswerk door Pieter de Sutter £17.8.3 (4707-1, Ouwerkerk) Op 20 maart 1775 krijgt Pieter voor smidswerk tot 1770 betaald uit de boedel van D.M.Bakker van Capelle.(Cap.4650) Sep.1779, volgens de boedelinventaris van Josias de Bruijne en Krijna Cornelis van Achthoven, heeft de Pieter de Zutter £ 3.-.- te ontvangen voor smidswerk. (Nwk.4674/2) Op 13 mei 1780 koopt Pieter 8G.75R. koornland in de Saspolder van de wed.Wilhelmina Grada van Kuijlenburg voor 26 pond, 10 sch. en 6 gr.per G.(Cap..4649) 5 feb. 1782 Claas van Ham bekend schuldig te zijn aan Pieter de Zutter meestersmid uit Zierikzee £ 250.- vlaams tegen 4% op “een hofsteedje met eenzelfs huijs” op Nieuwerkerk.

327

Feb. 1785,; uit de verdeling van Jacob Janse Lokker en Elisabeth Reinierse de Jonge wonende onder de Hooge Heerlijkheid van Nieuwerkerk, moet smidswerk betaald worden aan Pieter de Zutter. (Nwk.4671, 1786/88) In 1786 koopt Pieter de Zutter, smidsbaas te Zierikzee een weiland genaamd het het Schuttershof te Nieuwerkerk van de Gebr. Bakker uit Tholen voor £ 50.-.-(Nwk.4657) Op 28 aug.1786 heeft Pieter £1-15-0 tegoed uit de boedel van Jac.Janse Lokker (Nwk.4671-43)) Op 6 sep.1788 geeft Hubregt van Zouten, ketelaar, een verklaring dat procureur Jan Gerard den Blauwen op verzoek van Adriaan Selle, die veel van zijn nicht Geertruijt Selle zou houden, naar hun (Pieter de Zutter en Cornelia’s) huis is gekomen. Dat “houden van” is moeilijk te geloven,want de kinderen van Geertruijt hadden Adriaan al in 11 jaar niet gezien. Er werd gepraat over de omstandigheden waarin zoon Johannes de Zutter zich bevind: procureur Blauw wil dat ze 2 à 300 pond aan de balluw geven om Johannis weer in de stad toe te laten. Op 7 mei 1789 koopt Pieter 4G.189R. in de 7e mate van Capelle van Georgius Krul uit Z.zee.(Cap.4649) Op 11 april 1791 koopt smidsbaas Pieter de Zutter uit Z.zee 4 Gem.250 R.weiland in de 8e mate op de hoek van de Vissersweg en de Straatweg voor 27 pond per gemet van Klaas Andree, schepen op Capelle.(Cap.4649) In 1791 verricht Pieter smidswerkzaamheden voor de buitenplaats Zandvliet (pacht),Joh.Pannekoek en Susanna Padmos. (4595-83) Op 23 aug.1792 verkoopt Pieter aan Cornelis Jansse Leijns een huis, hoefsmederij, hof en gevolge op de Vissersdijk. Leijnse leent hierop op dezelfde dag £ 300.-.- van de Zutter. (3866- 188) Op 4 dec.1792 verkoopt Pieter de Zutter 5 stukken land op Nieuwerkerk: samen ong. 18 gemeten plus het Schuttershof voor £ 497-12-4.(Nwk.4668) Op 16 jan.1797 maakt Pieter een testament aarbij hij het beheer over zijn goederen na zijn overlijden nalaat aan zoon Johannes en de gehuwde dochters Maria en Dingena.(4296-1179) Juli 1798 was Pieter Zutter inwoner van Z.zee op D-13, beenhouwer, 70 jaar. Het huis H-21 aan de N.zijde van de Poststraat staat in 1798 op naam van Pieter de Zutter; in 1807 is het B-20.(de Vos 79/36) Kinderen: Johannis, opvolger; Maria 1762-1819 en Dingena 1767-1840, allen in Zierikzee geb.

Diverse aantekeningen bij smeden Zierikzee.

Op 10 oct.1734 is er een resolutie door de raad van Zierikzee op een verzoek van de Deken en Ommegangers van St.Eloy oftewel het Smedengilde. Het gaat over hangen (gehengen) boven de 14 duim(35 cm.). Ze adviseren dat de hoefsmeden die mogen blijven maken (zoals besloten per ordonnantie van 28 nov.1728) , en dat de maljeniers (iemand die ijzerwaren verkoopt) die niet mogen verhandelen. Ook wordt besloten dat Slijpers en Ketellappers hun beroep niet mogen uitoefenen zonder toestemming van het Smedengilde, en ze moeten jaarlijks een bijdrage aan het gilde betalen. In 1843 zijn er volgens een enquette van de Ned.Nijverheid 4 hoefsmeden met 3 à 6 knechten en 2 grofsmeden met 1 à 2 knechten in Zierikzee.

Info uit de Nieuwsbode van 26 april 1929, geschreven door: de Vos? De laatste op straat staande travaille gaat verdwijnen uit Zierikzee. Vroeger stonden ze dicht bij de poorten, of op plaatsen waar de paarden de stad in kwamen rijden: In de Zuidwellestraat, op Baggershil (de Lammermarkt), even buiten de brug de Zuidhavenpoort en in een slop van de Vissersdijk zijn de op straat staande travailles verdwenen en naar binnen verplaatst.

328

Er staat er dan ook één op de St.Anthoniesdam, recht tegenover de Korte Nobelstraat; iemand die door de Nobelpoort met paard en wagen de stad inkwomt, reijdt er recht op aan. In het laatst der 16e eeuw ontstaat hier een wagenmakerij die ruim drie eeuwen lang bekend zal staan onder de naam “In de vier Heemskinderen”. De laatste wagenmaker die hier werkt is J.M.Plaum.

Op de St.Anthoniesdam: 1623-1652: Lieven Claasse 1652-1683: Pieter Claasse Capelle 1683-1693: Nicolaas Capelle 1693-1716: Tonis Maartense Stoel 1716-1733: Thomas Dingemanse Decker 1733-1760: Lambrecht Meijer 1760-1772: Leendert Kamp 1773-1778: Bogert, Jan 1778-1795: Johann Godfried Schock 1796-1800: Anthonij de Rooij, 1801-1813: Pieter Feijen 1814-1833: Pieter Hendrikse 1833-1836: Mattheus Plaum 1836-1864: Jacobus Keukelaar 1864-1885: Frederik Holtus 1885-1891: Cornelis Verhage 1891-1928: Jan Johannes Mattijsse

Nieuwerkerk, Wim Kesteloo, feb. 2011. Aanvullingen en verbeteringen graag mailen naar: wkesteloo apenstaartje zeelandnet.nl

329