'In De Programma's Wordt, Op Basis Van De Universele Verklaring Van De Rechten Van De Mens, Elke Vorm

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

'In De Programma's Wordt, Op Basis Van De Universele Verklaring Van De Rechten Van De Mens, Elke Vorm Vlaams Belang en VRT: een moeizame zoektocht naar een evenwichtige berichtgeving Ann Braeckman Assistente media­ en auteursrecht, journalistieke deontologie aan de vakgroep communicatiewetenschappen ­ Universiteit Gent. Het Vlaams Belang en de media, het blijft een moeilijke discussie. Het vroegere Vlaams Blok stond jarenlang op voet van oorlog met de VRT. Dat blijkt duidelijk uit de talrijke klachten die het Vlaams Blok tegen de openbare omroep in het verleden heeft ingediend. Ook vandaag leven beiden nog altijd op gespannen voet. In april 2005 kondigde Jurgen Verstrepen aan dat hij gedurende 6 maanden de VRT onder de loep zou nemen en minuut voor minuut zou nagaan wie aan bod kwam in de nieuwsprogramma’s. In dit artikel zijn we hem een stapje voor en gaan we aan de hand van recent verzameld materiaal na of de VRT zijn houding gewijzigd heeft t.o.v. het Vlaams Belang, de feitelijke rechtsopvolger van het Vlaams Blok. Belang van nieuws­ en politieke informatieprogramma’s Het onderzoek ‘Media en politici’ van de Vrije Universiteit Brussel bij de federale verkiezingen van juni 2003 1 toonde aan dat de nieuws­ en duidingsprogramma’s op televisie de grootste impact hebben op de vorming van politieke meningen. Wanneer een bepaalde politieke partij niet aan bod komt in dergelijke programma’s stelt zich dus een fundamenteel democratisch probleem. In Vlaanderen moeten informatieve programma’s worden verzorgd in een geest van strikte onpartijdigheid en volgens de regels van de journalistieke deontologie. Verder mogen programma’s niet aanzetten tot discriminatie. Met betrekking tot de openbare omroep zijn er specifieke bepalingen van toepassing die verder reiken dan wat geldt voor de private radio­ en televisieomroepen. We belichten eerst kort dit juridisch kader om de resultaten van onze analyse in een juist perspectief te plaatsen. Het Vlaams Belang en de VRT: juridisch kader Het Vlaams Omroepdecreet bevat een reeks bepalingen die de omroepen ertoe verplichten de verschillende politieke en maatschappelijke standpunten in de nieuws­ en informatie­ programma’s aan bod te laten komen en op een onpartijdige manier aan berichtgeving te doen. M.a.w. het Vlaams Omroepdecreet laat niet toe dat een bepaalde partij wordt doodgezwegen. Specifiek in toepassing voor de VRT geldt artikel 23 §1 dat verder reikt dan wat geldt voor de private radio­ en televisieomroepen. Dit artikel bepaalt: ‘In de programma’s wordt, op basis van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, elke vorm van discriminatie geweerd. De programma­opbouw geschiedt derwijze dat hij geen aanleiding geeft tot discriminatie tussen ideologische en filosofische strekkingen. De informatieprogramma’s, de mededelingen en de programma’s met een algemeen informa­ tieve inslag, en alle informatieve programmaonderdelen, dienen onpartijdig en waarheids­ getrouw te zijn. De programma’s van de nieuwsdienst moeten beantwoorden aan de normen inzake journalistieke deontologie zoals vastgelegd in een deontologische code en genieten waarborgen voor de gangbare redactionele onafhankelijkheid zoals vastgelegd in een redactiestatuut’” Uit een aantal uitspraken van de Vlaamse Geschillenraad blijkt dat de nieuwsredacties over een ruime vrijheid beschikken in de keuze van hun gasten. Anderzijds geeft de Geschillen­ raad ook aan dat deze redactionele vrijheid omwille van het verbod van discriminatie en de plicht tot onpartijdigheid niet onbegrensd is. De selectie die wordt gemaakt moet steeds op een ‘objectieve en redelijke manier journalistiek en inhoudelijk kunnen verantwoord worden in functie van het gekozen onderwerp.’ Anders gezegd: politici of bepaalde politieke strekkingen kunnen uitgesloten worden van een politiek debat wanneer daar een objectieve en redelijke verantwoording voor wordt gegeven, zoniet, dan is er sprake van partijdigheid en discriminatie. Verder benadrukt de Geschillenraad in een andere beslissing dat onpartijdige berichtgeving in verband met parlementaire werkzaamheden impliceert dat ‘niet uitsluitend wordt bericht over de beslissingen van de meerderheid, doch dat in beginsel ook aandacht wordt besteed aan het debat tussen meerderheid en oppositie.’ Er bestaan ook een aantal bepalingen in het Vlaams omroepdecreet die beperkingen opleggen aan programma’s en uitzendingen die aanzetten tot discriminatie, racisme of vreemdelingen­ haat. Artikel 96 § 2 bepaalt dat de programma’s van Vlaamse omroepen niet mogen aansporen tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst en nationaliteit. Omroepen die politici van het Vlaams Belang systematisch zouden weren uit hun nieuws­ en informatie­ programma’s kunnen onvoldoende steun vinden in artikel 96 § 2 van het Omroepdecreet om een dergelijke opstelling juridisch te legitimeren. Enkel wanneer er sprake is van duidelijke aanwijzigingen dat politici of woordvoerders van het Vlaams Belang uit zijn op het verspreiden van uitingen die aanzetten tot discriminatie en vreemdelingenhaat, kan er aanleiding zijn om deze standpunten te weren in de nieuws­ en informatieprogramma’s op de VRT (en de andere Vlaamse omroepen) in toepassing van artikel 96 § 2 van het Omroepdecreet. Vermeldenswaard is ook artikel 8 § 3 van het Omroepdecreet. Dit bepaalt dat de VRT de opdracht heeft ‘bij te dragen tot een democratische en verdraagzame samenleving’. Via zijn programma’s moet de VRT bijdragen tot een onafhankelijke, objectieve en pluralistische opinievorming. Volgens een beslissing uit 2001 van de Vlaamse Geschillenraad kan de VRT evenwel niet steunen op dit artikel om Vlaams Blok­politici uit hun programma’s te weren. In toepassing van de beheersovereenkomst van 7 juni 2001, die geldt voor de periode 2002­ 2006, moet de openbare omroep uitvoering geven aan de mission statement die werd geformuleerd door de Raad van Europa in Praag (1994) en werd geactualiseerd in Krakau (2000): ‘De publieke omroep moet zorgen voor de sociale cohesie in de samenleving en de democratie versterken [...] moet zich afkerig tonen van elke vorm van raciale discriminatie of sociale segregatie [...] moet bijdragen tot wederzijds begrip, tolerantie en de promotie van gemeenschapsrelaties in pluri­etnische en multiculturele maatschappijen. M.a.w. ze moeten de sociale integratie van individuen, groepen en gemeenschappen bevorderen.’ In het Charter Diversiteit van 2003 verklaart de VRT ‘een afspiegeling te willen zijn van de diversiteit in de Vlaamse samenleving (..) en geen enkele vorm van discriminatie te dulden (..), De omroep wil een belangrijke factor zijn voor sociale cohesie en integratie van alle individuen, groepen en gemeenschappen, en van een democratische en verdraagzame samenleving’. Het Charter besluit met de volgende visie: ‘Bewust van zijn voorbeeldfunctie, wil de VRT op die manier bruggen slaan tussen autochtonen en allochtonen in de Vlaamse gemeenschap ,om zo een bijdrage te leveren tot een harmonische, pluralistische en verdraagzame maatschappij waar eenieder zich thuis kan voelen.’ Ook in het regeerakkoord 2004­2009 en in de Beleidsnota Media 2004­2009 is nogmaals benadrukt dat de openbare omroep in het kader van zijn culturele en informatieve opdracht mee dient te zorgen voor een ‘open, verdraagzaam en respectvol Vlaanderen’. 2 In de VRT­nota De VRT en de democratische samenleving (hierna: VRT­nota) die in het najaar van 2001 werd opgesteld, neemt de VRT stelling in tegen het Vlaams Blok door duidelijk te maken dat hij in zijn berichtgeving omzichtig zal omspringen met de partij. De VRT gaat ervan uit dat het ‘cordon sanitaire’ tegenover het Vlaams Blok tot gevolg heeft dat de partij niet aan het dagelijks beleid in de gemeenten, provincies, deelstaten, nationale staat enz. deelneemt. Het kan soms wel een debat losweken, maar zijn concrete impact op de politieke besluitvorming is de facto klein. Bijgevolg leidt de VRT hieruit af dat Blok­ standpunten minder impact hebben op het beleid dan die van de andere parlementaire partijen en zij dus ook minder aan bod moeten komen. De VRT­nota bevat richtlijnen over hoe de openbare omroep zich in de nieuwsprogramma’s afwijzend moet opstellen tegenover een gedachtegoed dat gebaseerd is op discriminatie en sociale uitsluiting. We omschrijven hier kort de kernpunten uit de VRT­nota: ­ De VRT mag aan extremistische partijen en bewegingen die een gevaar inhouden voor de pluralistische, democratische en verdraagzame samenleving geen open tribune verlenen. Wanneer vanuit de deontologische code het verantwoord wordt geacht om over deze bewegingen te berichten, dan kan dit, maar deze bewegingen mogen de kanalen van de publieke omroep en zijn nieuwsprogramma’s niet (kunnen) misbruiken om hun gedachtegoed te verspreiden. Er moet dus zeer voorzichtig worden omgesprongen met het aan het woord laten van vertegenwoordigers van deze bewegingen, zeker in rechtstreekse uitzendingen. ­ Als het Vlaams Blok door standpunten, manifestaties... aan de basis ligt van een relevant nieuwsfeit, wordt hierover bericht. De relevantie van nieuwsfeiten wordt door de nieuwsredactie bepaald, alsook de selectie van de gasten. De plicht tot onpartijdigheid geldt, maar daarom hoeven niet alle partijen en meningen in een uitzending te worden behandeld. Een spreiding over verschillende uitzendingen en dagen is verantwoord. Bovendien stelt de Deontologische Code van de VRT duidelijk dat alle relevante standpunten aan bod moeten komen, wat niet gelijkstaat met het brengen van de standpunten van alle groeperingen, verenigingen of partijen. Noch moeten alle relevante standpunten binnen één uitzending aan bod komen (cf. infra). Omgekeerd houdt dit principe ook
Recommended publications
  • Beste Ekerenaar, Vlaams Belang
    EEKERENKEREN vvooruitooruit Informatietijdschrift voor Ekeren van het kartel Vlaams Belang - VLOTT - Jaargang 7 - september 2006 - 1e verkiezingsnummer V.U.: Filip Dewinter - Amerikalei 98 - 2000 Antwerpen Beste Ekerenaar, Over nog slechts een dikke Hoogboom en Zilverenhoek. maand trekken weer met zijn allen naar de stembus. Ein- Verder in dit nummer bren- delijk kan u, na 6 jaar Ekers gen wij enkele verrassende 9 uitdagingen voor wanbestuur, kiezen voor het politieke nieuwtjes, waaruit Ekeren enige alternatief: het kartel eens te meer blijkt dat het cor- lees pagina 2 Vlaams Belang - VLOTT. don sanitaire wankelt. Enkele kopstukken uit de traditionele Uiteraard bent u nieuwsgierig partijen maken namelijk een naar het verschil dat een be- overstap naar Vlaams Belang Politiek nieuws stuur onder leiding van Vlaams en VLOTT. Lees pagina’s 3 tot 5 Belang en VLOTT zal maken. Om u een idee te geven, stel- Achteraan in het nummer len we hiernavolgend onze 9 brengen wij u het dossier Vei- Een Ekerse stem in de uitdagingen aan u voor. Zij ligheid, waarin wij u meer ver- Antwerpse provincieraad vormen de rode lijn doorheen tellen over de stand van zaken lees pagina 3 ons programma. Aan de hand in dit dossier, maar ook over van deze 9 uitdagingen zul- de manier waarop door het Dossier veiligheid len wij onze beleidsverklaring huidige bestuur met ons aller opstellen en 6 jaar lang een veiligheid omgegaan wordt. lees pagina’s 6 en 7 degelijk beleid voeren. Eigenlijk is dit een les in hoe het niet moet… Ekeren in gevaar Het kartel Vlaams Belang de stad
    [Show full text]
  • National Report for BELGIUM
    This project has received funding from the European Union’s Seventh Framework Programme for research, technological development and demonstration under grant agreement no. 290694. TENLAW: Tenancy Law and Housing Policy in Multi-level Europe National Report for BELGIUM Authors from Delft University of Technology: Marietta Haffner Section 1-4, 9 Hafida Bounjouh Section 5-8, 9 Team Leader: Hendrik Ploeger, Delft University of Technology National Supervisor: Maarten Dambre Peer reviewers: Maria Olinda Garcia Paddy Gray Petr Podrazil Montserrat Simó Solsana 1 National Report for Belgium Table of Contents 1 Housing situation 1.1 General features 1.2 Historical evolution of the national housing situation and housing policy 1.3 Current situation 1.4 Types of housing tenures 1.5 Other general aspects 2 Economic urban and social factors 2.1 Current situation of the housing market 2.2 Issues of price and affordability 2.3 Tenancy contracts and investment 2.4 Other economic factors 2.5 Effects of the current crisis 2.6 Urban aspects of the housing situation 2.7 Social aspects of the housing situation 3 Housing policies and related policies 3.1 Introduction 3.2 Governmental actors 3.3 Housing policies 3.4 Urban policies 3.5 Energy policies 3.6 Subsidization 3.7 Taxation 4 Regulatory types of rental and intermediate tenures 4.1 Classifications of different types of regulatory tenures 4.2 Regulatory types of tenures without a public task 4.3 Regulatory types of tenures with a public task 5 Origins and development of tenancy law 6 Tenancy regulation and
    [Show full text]
  • Le Classement Complet De Septembre 2013
    Médiamètre politique RTBF-Auxipress Septembre 2013 Ministres, secrétaires d’Etat et Présidents de parti Médiamètre politique RTBF-Auxipress Septembre 2013 Commentaires D’un point de vue médiatique, la rentrée de septembre semble remettre un peu d’ordre dans les rangs du monde politique. Après deux mois sans briller, Bart De Wever retrouve sa seconde place au sein du médiamètre politique. Septembre aura été pour lui le mois où, dès la rentrée, il aura dû remettre un peu d’ordre dans les déclarations de ses collaborateurs à propos du programme de la NV-A. Mais c’est aussi le mois où le Roi Phillippe et la reine Mathilde auront fait leur joyeuse entrée à Anvers, un événement très commenté. Le Premier ministre Elio Di Rupo garde en revanche tout le monde politique à belle distance et dépasse largement les 10% de taux d’occupation des médias. Didier Reynders recule sur la 3ème marche du podium après un mois d’août loin devant tout le monde, Kris Peeters réintègre le top 5 et Joëlle Milquet ferme la marche… …Juste devant l’homme du mois Jean-Pascal Labille. Le Ministre des entreprises publiques intègre en effet le top 10 de chaque media. Jean-Pascal Labille est un peu un cas particulier. Il a remplacé Paul Magnette début 2013 et continue d’affirmer qu’il ne sera pas candidat aux prochaines élections. En attendant, il est sollicité par l’actualité de son mandat et existe médiatiquement. Deux dossiers l’ont accaparé au mois de septembre: Le dossier des nominations à la SNCB mais surtout Belgacom empêtré dans des dossiers d’espionnage et de bonne ou mauvaise gouvernance selon l’angle sous lequel on observe la situation.
    [Show full text]
  • Monthly Progress Update
    Monthly Progress Update Issue 09/2013 01 December – 31 December Part of the project “Assessment of climate change policies in the context of the EU Semester” 08 January 2014 Monthly Progress Update – December 2013 Table of Content Austria ................................................................................................... 5 Horizontal Measures .......................................................................................... 5 Belgium .................................................................................................. 6 Horizontal Measures .......................................................................................... 6 Renewable Energy ............................................................................................. 6 Waste ................................................................................................................... 7 Bulgaria ................................................................................................. 8 Energy Generation ............................................................................................. 8 Renewable Energy ............................................................................................. 8 Croatia ................................................................................................. 10 Energy Efficiency ............................................................................................. 10 Transport .........................................................................................................
    [Show full text]
  • Belgian Polities in 2005
    Belgian Polities in 2005 Sam DEPAUW Postdoctoral Fellow of the Fund for Scientific Research - Flanders at the University of Leuven Mark DEWEERDT Politica! Journalist of De Tijd The first months of 2005 were dominated by the search fora solution to the issue of the Brussels-Halle-Vilvoorde constituency - that was palatable for both the Flemish and francophone political parties. After the government threw in the towel, the focus shifted more to socio-economie issues. Concern over low activity rates among the over-50's led to the presentation of the Generation Pact, but the trade unions refused to endorse it. Throughout the year discord persisted: between the federal and regional govern­ ments over the Zaventem flight dispersal plans, between the coalition partners over the issue of energy cheques, and within VLD - most notably over the contin­ ua! refusal to cooperate with Vlaams Belang. 1. Verhofstadt's Government On October 17th Deputy Prime Minister and Minister for the Budget and Public Enterprise Johan Vande Lanotte (SP.A) resigned from the federal government in order to replace Steve Stevaert at the head of the Socialist Party. He was replaced by Freya Van den Bossche as Deputy Prime Minister and Minister for the Bud­ get - she kept her portfolio of Consumer Affairs. Her portfolio of Employment passed on to Peter Vanvelthoven, who was succeeded in his turn by Bruno Tuy­ bens as State Secretary for Public Enterprise. Previously, Tuybens had been head of the Sustainable and Socially Responsible Investment Department at KBC Asset Management and a member of the board at Arnnesty International.
    [Show full text]
  • Le Sp.A (Socialistische Partij Anders)
    Le SP.a (Socialistische Partij anders) Régis DANDOY Le 13 octobre 2001, les membres du parti socialiste flamand SP adoptent en congrès à Gand un nouveau nom et un nouveau sigle pour leur parti qui devient le Socialistische Partij anders – Sociaal progressief alternatief (SP.a). Cette double appellation est révélatrice des tendances observées au cours de la dernière décennie dans ce parti, à savoir un discours rénovateur récurrent et une volonté de construire un grand mouvement de gauche, flamand et progressiste. Ces deux ambitions parallèles jalonnent son histoire récente, expliquant en grande partie les performances électorales, les participations au pouvoir, l’éphémère cartel électoral avec Spirit, le contenu des programmes électoraux ou encore le profil socio-démographique des électeurs et des membres du parti socialiste flamand. Le parti socialiste flamand provient de la scission linguistique de l’historique parti socialiste belge (PSB) en une aile francophone – menant à la création du PS – et une aile flamande en 1978. Les socialistes flamands étaient minoritaires par rapport aux francophones, ce qui eut un impact non négligeable, notamment sur la sélection des dirigeants et élites ou la ligne idéologique et programmatique du parti. Le SP (Socialistische Partij), officiellement créé lors du congrès des 8 et 9 mars 1980, se départit peu à peu de l’influence de son « grand frère » francophone. Le mot anders (autrement) dans le nom du parti fait en partie référence à cette prise de distance par rapport à l’héritage historique du parti et ses liens avec son alter ego francophone. Cette différenciation des deux anciennes ailes linguistiques du PSB atteint son apogée en 2007 lorsque le PS choisit de participer à la coalition en place au gouvernement fédéral, tandis que le SP.a fait le choix de l’opposition.
    [Show full text]
  • La Lijst Dedecker
    La Lijst Dedecker Teun PAUWELS La Lijst Dedecker (LDD) a été fondée en janvier 2007 par Jean-Marie Dedecker. Bien que ce parti ne soit apparu que cinq mois avant les élections fédérales de 2007, et qu’aucun sondage n’ait pronostiqué un résultat supérieur au seuil électoral, la LDD a obtenu de façon inattendue 6,4% des voix en Flandre. La LDD entend défendre le « Flamand travailleur » et propose un discours populiste prononcé. La première partie de ce chapitre s’intéresse à l’origine du parti, la deuxième, à son idéologie. Les troisième et quatrième parties se penchent respectivement sur l’organisation du parti et son rapport aux autres formations politiques. Historique et évolution récente de la LDD Jean-Marie Dedecker était une personnalité belge fort connue avant son entrée en politique. Il s’est fait connaître en tant qu’entraîneur national de judo, lorsque ses athlètes ont récolté pas moins de quatre médailles aux Jeux olympiques d’Atlanta en 1996. A l’approche des élections fédérales de 1999, Dedecker a été approché par les libéraux du VLD afin de figurer sur leurs listes. Ces élections se sont révélées un succès, tant pour le VLD que pour Dedecker : le VLD est devenu le premier parti de Flandre et de Belgique et Dedecker a recueilli un nombre impressionnant de voix de préférence (52 492), lui ouvrant la porte du Sénat. Dès ses premiers pas au Sénat, Dedecker endosse le rôle d’un électron libre non conformiste, qui se soucie peu de briser certains tabous. Une de ses actions les plus remarquées a été sa visite à Marc Dutroux en prison en 2002, qui a failli lui coûter son siège sénatorial 1.
    [Show full text]
  • Candidate Choice in Political Advertising. What
    World Political Science Review Volume 7, Issue 1 2011 Article 5 Candidate Choice in Political Advertising: What Determines Who Gets Attention? Jonas Lefevere∗ Regis´ Dandoyy ∗University of Antwerp, Belgium, [email protected] yUniversite´ Libre de Bruxelles, Belgium, [email protected] Originally published as Jonas Lefevere & Regis´ Dandoy (2010). Kandidaatkeuze in advertenties. Wat bepaalt wie aandacht krijgt? In: Res Publica vol. 52, nr. 3: 335-352. Reprinted with permission from Res Publica. Produced by The Berkeley Electronic Press. Candidate Choice in Political Advertising: What Determines Who Gets Attention? Jonas Lefevere and Regis´ Dandoy Abstract In the run up to the elections, parties have several ways of communicating with voters. In this article, we focus on one piece of the puzzle: advertisements of political parties in the mass media. More specifically, we are interested in the choice of candidates within these advertisements. In countries where parties are the dominant actor, they are faced with a choice: not all candidates can be promoted in the campaign, as this would be too costly and inefficient. Thus, the first ques- tion we want to answer is which factors determine candidate choice in political advertisements? Secondly, does candidate choice in political advertisements have an effect on the subsequent cov- erage in media as well? Agenda setting research has shown that as far as issues are concerned, advertisements do set the media agenda. We use a content analysis of seven magazines and news- papers that was collected in the run up to the 2009 regional elections in Flanders, the largest region of Belgium. The results indicate that both internal party hierarchy, as well as external visibility of candidates determines candidate choice in political advertisements.
    [Show full text]
  • Masterproef Politieke Communicatie
    Masterproef Politieke Communicatie Personalisering van Belgische verkiezingen? Een longitudinale analyse van Belgische campagneposters (1945-2019) Fleur Mees Promotor: Prof. Dr. Peter Van Aelst Verslaggever: Prof. Dr. Philippe De Vries Master Politieke Communicatie (www.politiekecommunicatie.be) Rolnummer studente 20132763 Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen Academiejaar 2018-2019 Abstract Research on personalization of the last two decades has given mixed results. This master thesis wants to contribute to the concept of personalization in the Belgian long-term context. It therefore provides an longitudinal analysis of Flemish election posters in the period from 1946 to 2019. Connecting personalization and campaign posters in a longitudinal research is an innovative and refreshing approach to contribute to the research field concerning this phenomenon. The hypotheses focus on a trend in personalization, the way the phenomenon manifests itself in posters and the differences between parties. In total, 467 campaign posters of 6 different parties for 23 legislative elections are analyzed. Two major conclusions can be drawn: there is a positive trend in personalization, but this is not at the expense of the party's prominence. Personalization is not ‘new’, as it becomes the norm in the 1970s and gradually evolves towards a positive trend. At the same time, non-personalization campaigns are still launched, often accompanied by personalized campaigns. The trend towards personalization, however, does not mean that the party disappears into the background. It is still dominantly present in the design, logo and colour. The party’s prominence and personalization in campaign posters go perfectly together. Keywords: personalization, campaign posters, 1946-2019, political marketing, longitudinal quantitative and qualitative research, election period 1 Voorwoord Voor u zijn dit de eerste woorden die u leest.
    [Show full text]
  • From Versaiues to Maastricht: Nationalist and Regionaiist Parties and European Integration
    From VersaiUes to Maastricht: Nationalist and Regionaiist Parties and European integration. Peter Lynch, Department of Government, London School of Economics and Political Science. PhD 1994 University of London UMI Number: U062753 All rights reserved INFORMATION TO ALL USERS The quality of this reproduction is dependent upon the quality of the copy submitted. In the unlikely event that the author did not send a complete manuscript and there are missing pages, these will be noted. Also, if material had to be removed, a note will indicate the deletion. Disscrrlation Publishing UMI U062753 Published by ProQuest LLC 2014. Copyright in the Dissertation held by the Author. Microform Edition © ProQuest LLC. All rights reserved. This work is protected against unauthorized copying under Title 17, United States Code. ProQuest LLC 789 East Eisenhower Parkway P.O. Box 1346 Ann Arbor, Ml 48106-1346 Abstract European integration has increasingly shaped the political opportunity structure of minority nationalism. This thesis studies the attitudes and responses to European union of nationalist and regionaiist parties from Brittany, Flanders, Scotland and Wales, in addition to co­ operation between the parties and the emergence of transnational regionalism through the development of the European Free Alliance. Whilst nationalist and regionaiist parties responded to the broad themes of European integration, and demonstrated preferences for an integovemmental or federal Europe, the EC has brought a range of specific opportunities and resources to aid minority nationalism and self-determination. This involved the EC’s challenge to traditional national sovereignty, responses to EC policies and participation in European elections. However, the most significant effect of European integration was its ability to shape and influence party goals and strategies for self- determination.
    [Show full text]
  • Handelingen Plenaire Vergadering
    vergadering 12 zittingsjaar 2013-2014 Handelingen Plenaire Vergadering van 4 december 2013 2 Plenaire vergadering nr. 12 (2013-2014)– 4 december 2013 INHOUD OPENING VAN DE VERGADERING 5 VERONTSCHULDIGINGEN 5 SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES Wijzigingen onder de vaste en plaatsvervangende leden 5 REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN 5 SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES Verkiezing van de voorzitter van de Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme 6 Verkiezing van de eerste ondervoorzitter van de Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie 6 INGEKOMEN DOCUMENTEN EN MEDEDELINGEN 6 ACTUALITEITSDEBAT over de problemen bij het groenestroombedrijf Electrawinds, in het licht van de overheidsmiddelen waarmee de Vlaamse Regering het bedrijf de voorbije jaren op diverse wijzen heeft ondersteund 6 REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN 38 ACTUELE VRAAG van de heer Lode Vereeck tot de heer Kris Peeters, minister- president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de Vlaamse aanvullende maatregelen bij het federale concurrentiepact ACTUELE VRAAG van de heer Joris Van Hauthem tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de reactie van de Vlaamse Regering op het federale concurrentiepact 38 ACTUELE VRAAG van mevrouw Helga Stevens tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister
    [Show full text]
  • Belgian Polities in 2006
    Belgian Polities in 2006 Sam DEPAUW Postdoctoral Fellow of the Fund for Scientific Research - Flanders at the KLJ Leuven Mark DEWEERDT MA in Politica! Science 1. The 2006-2007 Plan of Action or the "10 Construction Sites" of Ver­ hofstadt's Government The Action Plan was launched on January 13th. It indicated ten points of action to make Belgium "more competitive, more social, and safe". - A competitive economy to promote employment More jobs of quality in a creative labour market Excluding poverty More innovation, more enterprise The information highway: broadband for everyone Energy of the future A more efficient ei vil service Mobility and road safety Reinvestment of revenues from combating fraud Fair trade practices and balanced consumer relations In the spring a number of topical ministerial councils were held on the Action Plan - in particular on enterprise competitiveness and consumer purchasing po­ wer. Points of action in other domains were often put off - e.g. on poverty, en­ ergy, and road safety. A. Enterprise Competitiveness and Consumer Purchasing Power After an OECD report had estimated Belgium's market share loss at 20% since 2000, Prime Minister Verhofstadt had announced 2006 to be the year of "enter­ prise competitiveness". On January 18th the Group of Ten - the leaders of the three major trade unions and four employers' organisations - had a first meeting. Management called for moderation to reduce the wage gap vis-à-vis the neigh­ bouring countries, while the unions firmly put innovation, education, and Res Publica 'f' 2007 / 2-3 333 Sam Depauw en Mark Deweerdt training on the table.
    [Show full text]